Tulpia nr. 18, Zomer 2010

Page 1

nu tijdelijk voor

€ 2,95

Twee werelden één blad www.tulpia.nl / Jrg 5 Nr 18 / zomer 2010 / € 2,95

FATMA KAYA onderneemt met pit en flair

Uğur Doğan ambassadeur in de polder

Oriëntalisme De versluierde blik op het Oosten

twee werelden een stad: leven als ‘n griek in istanbul


243_Amsterdam 105x210 mm EN.indd 1

3/10/10 1:56:47 PM


Levensechte wedstrijden dankzij de prestaties van Bose. Maak kennis met het 3 21 GSX DVD home entertainment-systeem van Bose. • •

®

Home cinema uit slechts twee zichtbare luidsprekers. Genieten

vaardigheid om muziek voor u uit te zoeken, selecteert automatisch de muziek

van het krachtige geluid van een BOSE 3·2·1 -systeem wordt nu nog gemakkelijker.

waarvan u het meest geniet en doet voorstellen voor andere nummers die u al

Het 3·2·1 GSX DVD home entertainment-systeem, gebaseerd op de exclusieve

lang niet meer hebt afgespeeld.

®

®

®

TrueSpace digitale signaalverwerking, brengt films en muziek tot leven met ®

geluid dat u lijkt te omringen. Twee krachtige GEMSTONE luidsprekerarrays ®

en een uit het zicht te plaatsen ACOUSTIMASS - module

Eenvoudig te installeren en te gebruiken. Dankzij de HDMIaansluiting is het makkelijk om uw HDTV aan te sluiten. Het 3·2·1 GSX-systeem

®

®

produceren een vol, ruimtelijk geluid waarvan u zou

kan uw dvd’s upscalen naar 1080p (full HD) voor een betere beeldkwaliteit.

verwachten dat alleen een systeem met vijf luidsprekers

Het elegante media center is uitgerust met alle functies die u nodig hebt om

het kan produceren.

te genieten van films en muziek, inclusief een dvd/cd-speler en een am/fmontvanger. Met de universele afstandsbediening kunt u uw systeem en de

Intelligente muziekweergave.

meeste aangesloten apparatuur eenvoudig bedienen.

Het systeem kan ook uw favoriete muziek opslaan (tot 200 uren cd- en MP3

Overtuig uzelf. Vraag om een demonstratie bij een

muziek) en is uitgerust met het

geautoriseerde Bose dealer en hoor wat er gebeurt

nieuwe en innovatieve uMusic +

wanneer hightech en eenvoud samenkomen.

®

intelligente weergavesysteem. Dit systeem ontwikkelt de

VOOR FILMS. VOOR MUZIEK. VOOR SPORT. VAN BOSE.

3·2·1 GSX ®

DVD home entertainment-systeem

Voor dealer-adressen bel +31 (0)299 - 390290, e-mail consumenteninfo@bose.com of bezoek www.bose.nl


FOCUS onze missie Tulpia is een onafhankelijk tijdschrift dat probeert een brug te slaan tussen de beleveniswerelden van Turken en Neder­landers en tussen Nederland en Turkije. Wij zijn bindend en niet scheidend. Onze missie is hoop te voeden en al het goede dat wij in ons bergen aan elkaar te tonen.

tulpia focus wellust en gesneden komkommers / p. 36

Colofon TULPIA JRG 5 / NR 18 / ZOMER 2010 / WWW.TULPIA.NL

Postbus 56822, 1040 AV Amsterdam Tel: +31 (0)20-337 64 90 / 222 19 82 Hoofdredactie Tuncay Çinibulak Redactie Suna Floret Erhan Gürer Sonja Havermans Martin Hulsing Frans Jeursen Kyra Kuitert Maaike Lange Eindredactie John de Graaff Correspondenten Boris Peters (Brussel) Marc Guillet (Istanbul) Grafisch ontwerp Ingrid Scheinhardt Vertegenwoordiging in Turkije Yusuf Deniz Çinibulak (Istanbul) Uitgever Sakine Güzeldere / Uitgeverij Tulpia Media Cover Jean-Léon Gérôme: De harem  © Tulpia 2010 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt via internet, door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever of auteursrechthebbende.

tulpia focus turken willen graag pleasen / p. 41

oriëntalisme de versluierde blik op het oosten / p. 35 In West-Europa bestaan al heel lang stereotype beelden van het mysterieuze, Nabije Oosten. Die berusten grotendeels niet op eigen ervaringen, maar werden gevoed vanuit de literatuur. Vooroordelen en misverstanden waren het resultaat, maar soms ook scherpe observaties. We bespreken het verschijnsel “oriëntalisme”, zoeken naar de wortels er van en trachten er een verklaring voor te geven.

twee werelden een stad grieken verdwijnen nooit uit istanbul / p. 43

istanbul de slag om een nieuwe wereldstad / p. 48

36 Wellust en gesneden komkommers 41 “ Turken willen graag pleasen”

4 Tulpia / jaargang 05 / nr 18

reizen in het voetspoor van de prachtlievende: boeda / p. 56


12 Turken eisen miljoenen van Nederlandse overheid

Beste lezer,

13 Lintjesregen is er ook voor allochtonen

De verkiezingen zijn achter de rug, Turkije werd tweede op het Eurovisie Songfestival en u heeft de nieuwste editie van Tulpia in de hand om er de hele zomer van te genieten.

14 Gebroken moederhart door een ontvoerd kind 18 “Turken en Nederlanders hebben veel

overeenkomsten” koninklijke onderscheiding voor Findik Demir / p. 13

20 Spiegel van de Turkse poëzie 22 Delfshaven, de Rotterdamse motor

KIJK OP ZAKEN 24 Bescheiden, maar met mate 26 “Diversiteit moet je doen” 28 Meekijken met de ondernemer ontvoerd en opgesloten in egypte / p. 14

BLIK OP BRUSSEL 30 Turkse media berichten objectief over

de Armeense kwestie, Nederlandse media niet 32 Westen bezorgd over nieuwe Turkse buitenlandse

politiek

istanbul 43 “Grieken zullen nooit uit Istanbul verdwijnen” ambassadeur met hollandse aspiraties / p. 18

46 De Armeniërs lijden in stilte 48 De slag om een nieuwe wereldstad

REIZEN 50 Het begin van de lente 56 In de voetsporen van Süleyman de Prachtlievende

Ik ga met gemengde gevoelens de zomer tegemoet. Mijn vakgenoot Şeref Acer is onlangs na een langdurige ziekte overleden. Ik wens zijn familie en nabestaanden veel sterkte en geduld toe. Beter nieuws is dat ik deze zomer met collega’s en lezers ga broeden om Tulpia nog fraaier te maken en de redactionele formule nog verder te ontwikkelen. Laten we eerst kijken wat dit nummer u te bieden heeft. We schrijven over tal van actuele thema's, maar ik wil uw aandacht speciaal vestigen op een drietal onderwerpen: het recente onderzoek van Tulpia over de Turks/Armeense kwestie, het opmerkelijke besluit van het Europese Hof van Justitie over de kosten van verblijfsvergunningen en de achtergronden van het oriëntalisme. Ik wens u veel leesplezier en een prettige zomer. Het volgende nummer van Tulpia kunt u in september verwachten. Tot dan.

62 Wandelen met Kyra

het devies van danilo nedic: niet lullen, maar poetsen / p. 24

columns 23 Lily Sprangers: Koerdisch pijnpunt 29 Jean Tillie: onzekerheid 33 Béla Vak: emotionele band

diversen 06 Fotopia 08 Dichter bij Tulpia 10 Gedenkwaardig dutch dream van triodor in istanbul / p. 28

11 Helden achter straten

Tuncay Çinibulak, MA Hoofdredacteur

64 Servicepagina

Tulpia / jaargang 05 / nr 18 5

TWEE WERELDEN ééN BLAD

Tulpia actueel

TULPIA INHOUD

IN DEZE EDITIE


fotopia fotografie Tuncay Çinibulak

De klokketoren van Izmir, ‘s middags.

6 Tulpia / jaargang 05 / nr 18



DICHTERBIJTULPIA

Het gedicht is de kortste weg van hart tot hart. De versvorm bestond al voordat de mensheid grote beschavingen wist op te bouwen. In gedichten kun je de basis van een cultuur terugvinden, zoals in de psalmen en in de Griekse heldendichten Ilias en Odyssee. Tulpia start deze nieuwe rubriek om via het hart te communiceren. De tweede aflevering is gewijd aan dichters afkomstig uit de bundel: Moderne Turkse poëzie. Laat ook úw dichtader rijkelijk vloeien en stuur eigen werk of dat van uw favorieten naar ons toe: redactie@tulpia.nl

MIJN UITVAART

DEZE REGEN

Zal mijn begrafenis van onze binnenplaats vertrekken? Hoe krijgen jullie mij van de derde verdieping beneden? In de lift past de kist niet, en het trappenhuis is te smal.

Deze regen… Deze regen… Deze dunner dan haar, Deze regen die zachter regent dan een kus. Deze regen… Deze regen… Wanneer deze regen op een dag ophoudt Zullen de spiegels mijn gezicht niet herkennen.

Misschien ligt de binnenplaats in de volle zon en scharrelen er duiven, misschien sneeuwt het wel en is de lucht vol kinderkreten, of misschien is het asfalt nat van de regen. En staan op de binnenplaats, net als altijd, de vuilnistonnen.

Deze regen is een draad die mijn bloed verstikt, Een mes dat pijnloos op mijn buik ligt. Deze regen zal suizen, zolang op de grond de stenen En in mij de botten het uithouden.

En als ik, volgens plaatselijk gebruik, in een open kist op de vrachtwagen wordt geladen, kan er wel eens iets op mijn voorhoofd druppelen van een duif: dat heet geluk! Of de muziek nu wel of niet komt, de kinderen komen zeker kijken, kinderen zijn altijd nieuwsgierig naar de doden. Ons keukenvenster zal me nakijken. Ons balkon, met al z’n wasgoed, zal me doorlaten. Ik heb op deze binnenplaats gelukkig geleefd, daar hebben jullie geen weet van. Buren, ik wens jullie allen een lang leven toe… Nâzım Hikmet (1901 – 1963) Vertaling: Gerjan van Schaaik

AANGEZIEN HET AVOND IS Aangezien het avond is, Vrouw noch kind naar mij verlangd, En nergens iemand mij mist, Kom, spreid mijn geheime dis, Kom, reik mij het wijnglas aan, Mijn vriend, mijn vreugde, mijn zang! Aangezien het avond is! Cahit Sıtkı Tarancı (1910 – 1956) Vertaling: Erik-Jan Zürcher

8 Tulpia / jaargang 05 / nr 18

Deze regen… deze regen… voorbij de waanzin; De duisternis, wordt niet verjaagd uit de gedachten. De bruiloft der demonen in mijn hersenen Bestaat uit water, uit stemmen, en uit nachten. Necip Fazıl Kısakürek (1905 – 1983) Vertaling: Sytske Sötemann

DE BOOM WIENS RUST VERSTOORD WORDT Vlak bij de Etliktuinen Staat een boom die ik ken Van geluk heeft hij nog nooit gehoord En dat is nou Gods werk. Hij kent de nacht en de dag De vier seizoenen, de wind, de sneeuw Hij is gek op maanlicht Maar het donker vindt hij ook niet slecht. Ik zal hem een boek geven Om zijn rust te verstoren Laat hij de liefde maar eens ontdekken Dan zou je die boom eens moeten zien. Melih Cevdet Anday (1915 – 2002) Vertaling: Erik-Jan Zürcher


IK LUISTER NAAR ISTANBUL

DE MEISJES VAN DE WEVERIJ

MOEDERGODIN

Ik luister naar Istanbul, met mijn ogen dicht; Eerst waait er licht een briesje; De blaadjes komen aan de bomen Wiegen zachtjes heen en weer; Heel in de verte, klinken steeds De belletjes van de waterverkopers; Ik luister naar Istanbul, met mijn ogen dicht.

De dagen van de meisje van de weverij zijn van nylon garen en goedkoop katoen van hun wimpers druppelt het bloed van arbeid, zweet en liefde

Voor de negenduizend jaar oude stad die de archeoloog James Mellaart in Çatalhöyük gevonden heeft

Ik luister naar Istanbul, met mijn ogen dicht; Ineens komen er vogels over; Heel hoog, in zwermen, krijsend. Op de visgronden worden de netten ingehaald; De voeten van een vrouw beroeren het water; Ik luister naar Istanbul, met mijn ogen dicht. Ik luister naar Istanbul, met mijn ogen dicht; De koele Overdekte Bazaar; Het kwetterende Mahmutpaşa; Binnenplaats vol duiven. Van de dokken komt het geluid van hamers, Op de zoete lentewind, en de lucht van zweet; Ik luister naar Istanbul, met mijn ogen dicht. Ik luister naar Istanbul, met mijn ogen dicht; Een villa aan het water staat, met haar duistere botenloodsen, Nog in de roes van vroeger tijden; In het geloei van bedaarde zuiderstormen; Ik luister naar Istanbul, met mijn ogen dicht. Ik luister naar Istanbul, met mijn ogen dicht; Een mooie meid loopt over de stoep; Gevloek, geroep, gezang en gefluit. Er valt iets uit haar hand; Het moet wel een roos zijn; Ik luister naar Istanbul, met mijn ogen dicht.

Op hun nagels resten van rode henna zoute amandelen, lekkernijen een verschoten tulen bruidsjurk in die ateliers met kindergezichten De meesten slapen ’s nachts niet zitten in de openluchtbioscoop, of zingen, in een roman waar de zon niet schijnt zorgt de blik van de geliefde voor het licht Dat zijn de meisjes van de weverij als ik me nu eens bij hen voeg een vogel word en neerstrijk op hun hand en samen met hen stof weef van leed Zij die niet alleen voor hun hart met van alles tol betalen maar ook voor hun leed en hoop met liefde, zweet en arbeid Refik Durbaş (1946 - ) Vertaling: Erhan Gürer

Wij aten nooit wolvenvlees Maar dronken veel bramensap en amandelolie De wereld was mooi en vreeswekkend als de dood Wij vluchten met de hele stad ondergronds Naar onze kamers, naar onze graven met geweien. Ik schoot blauwe herten Verkocht obsidiaan aan Cyprus In het jaar van de Grote Beer bereisde ik heel Pamfilië Ik ruilde in Beldibi waar ze geen aardewerk kenden Rode potten tegen het stierenmeisje Dentalia Wij legden ons te rusten voor de Moedergodin Zonder te praten en zonder te sterven van honger Op het dak slopen leeuwen rond In de kelder lagen de botten van onze doden in manden De zwangere Godin, muurschilderingen en borsten. In de brand vatte Dentalia vlam – net als de muur – Die nacht at ik zure wikke Ik begroef het meisje onder mijn kamer Met haar blauwgroene halsketting En haar rode enkelsnoeren. Melih Cevdet Anday (1915 – 2002) Vertaling: Erik-Jan Zürcher

Orhan Veli Kanik (1914 – 1950) Vertaling: Erik-Jan Zürcher

Tulpia / jaargang 05 / nr 18 9


GEDENKWAARDIG door Martin Hulsing

Verjaardagen, huwelijksjubilea, geboorte en overlijden van een familielid gedenken wij in de privésfeer. Maar er zijn meer gedenkdagen waar burgers van een land, continent en zelfs van de wereld stil bij staan of horen te staan. Zulke momenten gaan vaak aan ons voorbij, verblind als we zijn door de waan van de dag. Maar het zijn juist deze gedenkwaardige dagen die mensen met elkaar verbinden. In deze nieuwe rubriek staat Tulpia stil bij deze bijzondere dagen of bijzondere personen.

10 Tulpia / jaargang 05 / nr 18

Auschwitz

WO I

Ramadan

(14 jun 1940)

(28 jul 1914 – 11 nov 1918)

(11 aug – 9 sep 2010)

Zeventig jaar na het eerste officiële transport van 720 Poolse politieke gevangenen naar Auschwitz is de rassenwaanzin die de weg baande voor de Holocaust moeilijk denkbaar. Direct na de Duitse inval in Polen in september 1939 werd er gezocht naar geschikte locaties voor concentratiekampen, bedoeld voor het opsluiten van Poolse verzetsstrijders en politieke gevangen. Auschwitz in zuidelijk Polen was slechts één van de vele concentratiekampen, maar het groeide uit tot het grootste vernietigingskamp van de nazi’s en tot het symbool van de vernietiging van de joden. Eerst waren het de Einsatzgruppen die achter het front via massale standrechtelijke executies de uitroeiing van de joden ter hand namen. Dit was echter een ‘zware mentale belasting’ voor de SS’ers. In januari 1942 werd op de Wannseeconferentie besloten dat de joden en andere ‘asociale elementen’ moesten worden uitgeroeid door middel van vergassing met Zyklon B. Auschwitz was één van de kampen waar deze methode werd gebruikt. Het kamp werd later uitgebreid met een tweede: Birkenau. Van de 1,3 miljoen gevangenen die in Auschwitz-Birkenau terechtkwamen, zijn er 1,1 miljoen om het leven gekomen, voornamelijk joden. Andere doelwitten van de nazi’s waren zigeuners, homoseksuelen, prostituees, lichamelijk en geestelijk gehandicapten, alsmede de Slavische volkeren.

Nog slechts weinigen zullen weten dat de moord op aartshertog Franz Ferdinand, de laatste troonopvolger van het OostenrijkHongaarse Rijk, en op zijn vrouw Sophie Chotek, op 28 juni 1914 in Sarajevo mede de aanleiding was voor de Eerste Wereldoorlog. Na uitputtend diplomatiek overleg verklaarde Oostenrijk-Hongarije een maand later, op 28 juli, de oorlog aan Servië. Door de vele bondgenootschappen groeide dit lokale conflict al snel uit tot een wereldoorlog, waarbij de grootmachten werden gegroepeerd in twee enorme allianties. Servië werd gesteund door de Triple Entente, bestaande uit Rusland, Engeland en Frankrijk, en later ook door Italië en de Verenigde Staten. Aan de andere kant stonden de Centrale Mogendheden, Oostenrijk-Hongarije en Duitsland, gesteund door Bulgarije en het Ottomaanse Rijk. De oorlog duurde vier jaar, kostte aan 15 tot 17 miljoen militairen en burgers het leven en had voor de wereld enorme gevolgen. OostenrijkHongarije en het Ottomaanse Rijk hielden op te bestaan, in het revolutionaire Rusland ontstond de Sovjet-Unie. Er kwamen nieuwe landen. In centraal Europa Oostenrijk, Hongarije, TsjechoSlowakije en Joegoslavië, meer naar het noorden Estland, Letland en Litouwen. Uit de as van het Ottomaanse Rijk ontstond Turkije, de andere gebieden van het Ottomaanse Rijk kwamen onder Brits of Frans mandaat.

De ramadan is de negende maand van de islamitische kalender. Het is de maand van inkeer. Het precieze begin hangt af van het verschijnen van de sikkel van de nieuwe maan. Moslims gedenken in deze maand dat de profeet Mohammed de eerste van de openbaringen ontving die samen de koran vormen. Volgens de islam is de ramadan een maand van tolerantie, liefdadigheid, verbroedering en bezinning. De mensen dienen extra verdraagzaam, toeschietelijk en vrijgevig te zijn. De eenheid en saamhorigheid van de mensheid staat centraal. Naar het voorbeeld van de profeet Mohammed wordt er gedurende de dag gevast. Het vasten is bedoeld als zuivering van de ziel, als dank aan Allah voor alles wat hij heeft gegeven, en als manier om mee te voelen en verbondenheid te tonen met de arme mensen op de wereld. Het vasten begint ruim voor zonsopkomst en eindigt ruim na zonsondergang. In deze periode wordt er niet gegeten, gedronken en gerookt. Verder moeten mensen zich onthouden van geslachtgemeenschap, ook in gedachten! Volgens de islam leert vasten de mens zichzelf te bedwingen, de baas te zijn over zijn begeerten en lusten. Ook zou het vasten het respect voor de medemens en God vergroten. Elke dag dat men vast, wordt als een overwinning zien. Verder wordt er extra gebeden. De ramadan wordt afgesloten met het Suikerfeest.


Bij het horen van zijn naam denkt iedereen, die ooit van hem heeft gehoord, aan kalme redelijkheid en tolerantie. Als we dan vervolgens zijn befaamde portret zien van de hand van de grote schilder Hans Holbein de Jonge weten we het zeker: een bedachtzaam man die zijn hersens gebruikte voor hij handelde. Een vriendelijk mens misschien ook, te oordelen naar de vage glimlach om zijn mondhoeken en oh ja, bovenal iemand van boeken. Zijn handen rusten immers op een rood ingebonden boekwerk met een lint dat je tussen de pagina’s legt om aan te geven waar je was gebleven. Erasmus is een instituut geworden. Niet gek voor het onwettige kind van een priester uit Gouda en diens huishoudster Margaretha Rutgers. De moeder van Geert Geertszoon, want zo heette de jongen voordat hij zijn geleerdennaam Desiderius Erasmus kreeg, ging ‘ver weg’ van Gouda bevallen in Rotterdam om de schande niet uit te laten lekken. Vandaar dat die laatste stad hem tot op de dag van vandaag claimt als een van haar grote zonen. Ondanks zijn ‘geboortedefect’ pakten de zaken voor hem niet slecht uit. Hij bezocht de Latijnse School in Deventer, toentertijd een eersteklas onderwijsinstituut. Daarna deed hij, onder druk van zijn voogden, zijn intrede in het Augustijnerklooster van Stein bij Gouda. Zo vader zo zoon, zou je kunnen zeggen. Op 24 april 1492 werd Erasmus tot priester gewijd en drie jaar later ging hij naar de wereldstad Parijs om theologie te studeren. Aan kennis van de Romeinse en Griekse Klassieken en van de geschriften van de humanisten ontbrak het hem toen al niet. Erasmus maakte carrière in Frankrijk om vervolgens naar Engeland te gaan, waar hij naast de jonge Hendrik VIII ook de humanist Thomas More ontmoette, de auteur van het wereldberoemde boek Utopia. Terug in Parijs schreef de Nederlander in 1500 snel

een boek over spreekwoorden. Hij had namelijk geld nodig, omdat hij van al zijn Engelse geld was beroofd door de Britse douane. Gelukkig werd dit boek Adagia de eerste bestseller van de begintijd van de boekdrukkunst. Er volgden aansluitend drie jaar Italië. Op de terugweg schreef hij zijn beroemdste boek De Lof der Zotheid, een vrolijke, maar scherpe satire op de misstanden van zijn tijd. En zo bleef Desiderius Erasmus zijn leven lang reizen en vele tientallen boeken publiceren (in het Latijn) over onderwerpen van pedagogie tot theologie. Die werken staan nu bijna allemaal online. In zijn tijd werd hij gezien als een van de grootste huma­nistische denkers. Op 12 juli 1536 stierf hij in het Zwitserse Bazel. Zijn laatste woorden waren: Lieve God. Een Augustijner monnik, een zeer invloed­ rijke denker, een speler op het wereldtoneel en van 1516-1521 zelfs raadsheer van Keizer Karel V. Altijd en overal pleitte Erasmus voor tolerantie en gematigdheid. Over joden deed hij weliswaar de meest krasse uitspraken, naar hij kwam wel op voor hun burgerrechten. Men ziet hem wel als een wegbereider van Luther, maar Erasmus zelf vond dat de Duitse hervormer veel te hard van stapel liep. Ook wat dat betreft pleitte hij voor verdraagzaamheid en kalmte: het was zijn handelsmerk. Overal in het roerige en turbulente Europa van die dagen werd Erasmus daarom bewonderd en gerespecteerd. Kortom, een nuchtere en verstandige Nederlander. Veel instellingen dragen daarom zijn naam, maar wie hij was ontgaat klaarblijkelijk toch nog steeds velen. Bij een onderzoek in 2003 bleek 65% van de ondervraagde Rotterdammers te denken dat Erasmus de architect van de Erasmusbrug was.

door frans jeursen

Redelijk duurt het langst

HELDENACHTERSTRATEN

Grote Nederlanders hebben hun naam gegeven aan straten, bruggen, pleinen en parken. Maar weten we eigenlijk wie ze waren? In deze rubriek wekt Tulpia hen opnieuw tot leven. Deze keer: filosoof, humanist en auteur Desiderius Erasmus van Rotterdam (1466/1467/1469?-1536)

Desiderius Erasmus, geschilderd door Hans Holbein

Tulpia / jaargang 05 / nr 18 11


TULPIA ACTUEEL door onze correspondent in brussel BORIS PETERS

Turken vorderen miljoenen van Nederlandse overheid Nederland heeft jarenlang onterecht een hoog bedrag in rekening gebracht aan Turkse immigranten voor hun eerste verblijfsvergunning. De hoge leges voor een Machtiging tot voorlopig verblijf (MVV) zijn in strijd met het Europese recht. Het Europees Hof van Justitie in Luxemburg heeft dit eind april bepaald. Het Inspraak Orgaan Turken in Nederland (IOT) vindt dat de Nederlandse regering alle te veel betaalde leges moet terugbetalen.

D

e zaak was bij het hof aangekaart door de Europese Commissie, het dagelijks bestuur van de Europese Unie (EU). De commissie vond de hoge legestarieven, die Neder­land van Turken vraagt, in strijd met non-discriminatiebepalingen van de EU. In de Associatieovereenkomst EEG (de voorloper van de EU, red.) – Turkije is namelijk vastgelegd dat de EU na 1973 geen nieuwe beperkingen voor de vrijheid van diensten en vestiging zou invoeren, die Turkse burgers benadelen ten opzichte van EU-burgers. De hoge leges die Nederland Turken sinds 1994 oplegt voor een MVV zijn hiermee in strijd, oordeelde de commissie. Het Europees Hof van Justitie heeft de Europese Commissie nu in het gelijk gesteld. Het hof oordeelde dat Nederland inbreuk heeft gemaakt op de associatieovereenkomst. Inwoners van landen die deel uitmaken van de EU betaalden namelijk veel lagere leges voor eenzelfde soort document. In een eerdere uitspraak, daterend van september 2009, oordeelde het hof ook al dat Nederland te hoge bedragen vroeg van Turkse immigranten voor verlenging van verblijfsvergunningen en voor vergunningen voor onbepaalde tijd. De Nederlandse regering heeft na die eerste uitspraak van het hof de leges, die Turken moeten betalen voor een verlenging van een verblijfsvergunning, verlaagd van 188 naar 41 euro. De kosten voor een MVV bedragen nu nog maximaal iets meer dan 800 euro. Zeker voor kinderrijke families is de totale 12 Tulpia / jaargang 05 / nr 18

rekening aan leges door de jaren heen soms aardig opgelopen. Volgens directeur Ahmet Azdural van het IOT hebben ‘volgens de meest voorzichtige schattingen minimaal 25.000 Turken ten onrechte te hoge leges moeten betalen’. In totaal zou het om tientallen miljoenen euro’s gaan.

‘Steeds hogere leges maakten deel uit van ontmoedigingsbeleid van Rita Verdonk’ “Het gaat vaak om duizenden euro’s per gezin”, stelt de directeur. “Dat is ongelooflijk veel geld, zeker voor mensen die vaak van een laag inkomen of een uitkering moeten leven.” Zijn organisatie vindt dat het geld moet worden terugbetaald en raadt Turken aan om met behulp van een advocaat het geld via de rechter terug te eisen. “Wij hebben de minister eerder gevraagd om een collectieve regeling, maar die is tot nu toe altijd geweigerd.” Volgens de IOT-directeur heeft de Nederlandse regering sinds 1994 stelselmatig de leges voor Turken verhoogd, terwijl ze wist dat dit in strijd was met het associatieverdrag. Bij Arslan Advocaten in Den Haag, een van de kantoren die door het IOT worden aangeraden, hadden zich eind mei al zo’n 700 Turken gemeld die via dit kantoor het

te veel betaalde geld willen gaan claimen. “En er komen nog dagelijks vragen binnen”, aldus Famile Arslan. De advocate heeft een standaardbrief opgesteld voor mensen die hun geld willen terugvorderen. “Hier in Den Haag zijn er heel wat Turkse families met veel kinderen. We hebben voor een familie, een gezin met zes kinderen, uitgerekend dat ze 4300 euro terug zou moeten krijgen.” Volgens haar is de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) na de laatste uitspraak van het hof in Luxemburg bezig met het formuleren van nieuw beleid. Ze ‘acht de kans groot’ dat Turken die te veel hebben betaald hun geld uiteindelijk terugkrijgen, maar dat zal niet binnen enkele maanden zijn. Volgens de advocate maakten de almaar hogere leges voor Turken deel uit van het Nederlandse ontmoedigingsbeleid, van onder andere voormalig minister Rita Verdonk. De recente uitspraak van het Hof van Justitie zal haar inziens ook gevolgen hebben voor de verplichte inburgeringsexamens voor Turken die zich in Nederland willen vestigen. “Volgens de uitspraak van het hof mag dat helemaal niet.” Zo’n verplichte examen voor Turken, dat niet geldt voor burgers van EU-staten, is immers ook in strijd met het uit 1963 stammende associatieverdrag met Turkije. Ook directeur Azdural denkt dat het hele migratiestelsel ten aanzien van Turken op de schop moet na de uitspraken van het hof. Hij is blij dat de rechten van Turken in EUlanden eindelijk erkend lijken te worden.


TULPIA ACTUEEL door TUNCAY ÇINIBULAK  fotografie TULPIA MEDIA TEAM

Fındık Demir omringd door familieleden

Lintjesregen is er ook voor allochtonen Velen worden elk jaar verrast met een koninklijke onderscheiding. Dit jaar kregen op 29 april 3746 Nederlanders een lintje. Negentien van hen waren Nederlandse Turken.

E

en van de gelukkigen was dit jaar Fındık Demir uit Koog aan de Zaan. Niets vermoedend kwam zij naar het stadhuis in haar woonplaats. De bewuste donderdag was door haar partner Ali Ay met allerlei smoesjes vrij gehouden van afspraken. Mevrouw Demir moest alleen naar de belangrijke bijeenkomst in het stadhuis gaan. Daar kwam zij de ene na de andere bekende tegen, van vriend tot collega. Ze bekeek de mensen stuk voor stuk en vroeg zich af wie van hen de eer zou toekomen. Of was het voor haar? “Nee. Dat denk ik niet.” Op het moment dat burgemeester Geke Faber haar naam noemde, viel alles op zijn plaats. “Ik kan het nog steeds niet geloven, maar ik ben erg blij met deze onderscheiding”, zei zij na afloop van het formele gedeelte. Daarbij ging ze veelvuldig op de foto met vrienden, collega’s en familieleden. Fındık Demir werd geëerd als de inspirator

van velen in Nederland. Zij is moeder, zus, geliefde collega, voorbeeldig activiste, geliefde van een generatie politieke activisten uit Turkije en de leidinggevende van de stichting Helpdesk. Ze heeft haar sporen dubbel en dwars verdiend, als het gaat om het leveren van een positieve bijdrage aan de integratie van allochtonen in de Nederlandse samenleving. Al in 1981 begon ze met het opzetten van activiteiten voor jongeren ten behoeve van hun participatie en integratie in Nederland. Met grote kracht heeft ze zich vervolgens ingezet voor de emancipatie van de allochtone vrouw. Dat deed ze onder meer in de Turkse Vrouwenvereniging en in het Buitenlands Vrouwenoverleg (BVO). Ze was bestuurslid van de Turkse Vrouwenorganisatie, opbouwwerkster, gemeenteraadslid voor de PvdA in Zaanstad en onderwijsconsulente bij het ACB

Kenniscentrum. Ook was ze lid van de stuurgroep van het Turks Netwerk. Daar bleef het echter allemaal niet bij. Mevrouw Demir gaf basisdeductie aan volwassenen, organiseerde culturele activiteiten en is sinds 2000 directeur van de Helpdesk Allochtonen. Hoog tijd dus om de schijnwerper op haar te richten; ook al omdat deze sociale en maatschappelijk zeer bevlogen persoon zich onvermoeibaar blijft inzetten voor anderen. Lijst onderscheiden Turken: İbrahim Ölmez, Ali Karacabay, Kadir Onurlubaşgil, Bayram Başalan, Zekeriya Açkalmaz, Sebahat Yurduşen, Aynur Yıldırım, Jale Şimşek, Hediye Kesmer, Aziz Ulutaş, Yasin Akın, Fındık Demir, Veli Yücesan, Nermin Altıntaş, Ayhan Tonca, Belgin Heybeli, Vehbi Kılıç, İsmail Ercan en Memduh Karaman.

Tulpia / jaargang 05 / nr 18 13


TULPIA ACTUEEL tekst en beeld TUNCAY ÇINIBULAK

Gebroken moederhart door Hasibe Ürer rijdt elke dag in haar elektrische rolstoel naar de patatboer op het Plein 40-45 in Amsterdam-West. Alleen zo kan ze haar zoontje Mohammed (13) even vergeten. De jongen werd negen jaar geleden ontvoerd naar Egypte en hij zit daar nog altijd. “Ik ben in dat land drie maanden opgesloten en ik mocht mijn zoon niet eens vasthouden.”

H

asibe Ürer (54) trouwde in 1995 met de Egyptenaar İbrahim. Uit dat huwelijk werd twee jaar later Mohammed geboren. Vier jaar later bedacht haar man een list om Mohammed naar Egypte te krijgen, want hij was bang dat zijn kind hier een decadente westerse opvoeding zou krijgen. “In 2001 zei hij tegen mij dat zijn moeder stervende was en dat haar laatste wens was om Mohammed een keer te zien,” vertelt zij in haar huis, dat zij deelt met haar kat. “İbrahim vroeg of ik het goed vond dat hij onze zoon zou meenemen naar Egypte. Inmiddels waren we gescheiden en de rechter had het kind aan mij gegeven, maar toch stemde ik in.” İbrahim nam het kind dus met toestemming van Hasibe mee, maar keerde alleen terug in Nederland. Volgens hem ging de gezondheid van zijn moeder snel vooruit en om die reden moest Mohammed nog een tijdje daar blijven. Hasibe kon het moeilijk accepteren, maar zij onderdrukte haar emoties door te zeggen dat hun zoon haar schoonmoeder leven gaf. Voor dat goede doel moest zij geduld opbrengen. Intussen ging het weer goed tussen Hasibe en İbrahim en hij trok weer bij haar in. Ze bleven drie jaar samen. “Ik drong er wel elke keer op aan om mijn zoon te zien, maar hij kalmeerde mij steeds en zei dat het kind daar naar school ging en gelukkig was en dat ik geduld moest hebben. Op een gegeven moment kon ik er echter niet meer tegen. Ik heb het vliegtuig gepakt en ben zonder İbrahim in te lichten naar Alexandrië gevlogen.” Wat zij daar aantrof, was onverstelbaar. “Mohammed was ondervoed en lag ziek in bed. Ik stortte mij op het kind, rook aan hem, streelde hem en bleef aan hem vastgeplakt. Ik huilde van geluk en van verdriet tegelijk. De 6-jarige zag er niet uit. Drie jaren van zijn leven zijn mij ontstolen.” Hasibe werd aan haar eigen kind voor-

14 Tulpia / jaargang 05 / nr 18

gesteld als een tante. “In al die drie maanden mocht ik hem niet één kus geven en al helemaal niet aanraken, terwijl ik niets liever wilde. Het kind begreep mijn houding niet. Een tante die zo opdringerig is. Ik heb hem uiteindelijk verteld dat ik zijn ware moeder ben, maar hij kon het niet geloven. Hij zei tegen mij dat iedereen een moeder, een tante voor hem was.” Zij mocht hem niet voeden, strelen of met hem alleen zijn; laat staan dat ze samen mochten slapen. “Het kind ging naar school en als hij werd opgehaald, bracht men hem meteen naar zijn eigen kamer. Ik kon dat met de dag slechter verdragen. Zij behandelden mij als een stuk oud vuil. Ik mocht niets. We sliepen apart en zij sliepen nooit voor drieën in de ochtend, terwijl zijn kamer altijd werd bewaakt.” Haar paspoort was al ingenomen en contact met de buitenwereld werd verboden. Hasibe werd opgesloten in haar kamer. “Toen ben ik in hongerstaking gegaan. Ik heb overwogen om de hele flat op te blazen, inclusief mijzelf en al die familieleden van mijn exman. Ik zette het gas aan en wachtte de explosie al af. Ik heb de daad niet verricht, omdat de buren net een kind hadden gekregen. Als moeder kon ik hen dat niet aandoen.” Ze maakte al die tijd plannen om te vluchten. Haar zoon zou ze dan meenemen, zeg maar ontvoeren. Na drie maanden lukte het om weg te glippen, maar zonder haar kind. “Ik rende naar de markt, wisselde de vijftig euro die ik had en nam een taxi naar het Franse consulaat in Alexandrië. Uiteindelijk kwam ik in het Nederlandse consulaat in Caïro terecht. Ik had geen geld, geen paspoort, het was tegen vieren en het kantoor ging dicht. Ik werd in een hotel ondergebracht. De volgende dag kreeg ik een paspoort, mijn eerste zoon uit mijn eerste huwelijk stuurde geld en een ticket en ik vloog terug naar Nederland.” Door de ontberingen

was ze trouwens sterk vermagerd: toen ze naar Egypte ging woog ze 65 kilo, daarvan waren er bij terugkeer in Amsterdam nog maar 40 over. In Nederland deed ze aangifte bij de politie en begon ze een juridische procedure om haar zoontje terug te krijgen. Zij laat de brieven van haar advocaat zien. “Maar dat heeft niets opgeleverd, omdat Nederland en Egypte geen verdrag met elkaar hebben. De politie oefent ook geen druk uit op İbrahim. Als ze hem hier drie dagen zouden vastzetten of een boete zouden opleggen, haalde hij vast en zeker meteen het kind uit Egypte terug… Hij is een lafbek en geld is zijn zwakke kant.” Het benaderen van Nederlandse en Turkse media leverde ook niets op. “Niemand durft zijn nek uit te steken. Ze vinden het prima om je emoties te tonen, maar om het kind in Alexandrië te gaan filmen, gaat ze te ver.”

‘Ik huilde van geluk en van verdriet tegelijk’ Hasibe denkt elke dag met pijn aan haar zoon. “Het kind wordt strikt islamitisch opgevoed. Hij weet niet eens wat mayonaise of cola is. Zijn leeftijdgenootjes krijgen tussendoortjes als koekjes of snacks, maar hij lijdt honger. Als hij thuis komt, moet hij bidden, huiswerk maken, een beetje eten en dan meteen naar bed. Dat is toch geen leven voor een kind. Hij weet niet eens dat er speeltuinen bestaan en is er zelf nooit heen geweest. Hij wordt met de auto naar een speciale school gebracht en weer opgehaald. Mijn kind leeft als een kasplantje, de vrolijke en speelse kinderjaren gaan hem allemaal voorbij. Hoe kan een moederhart dit verdragen? Wat zijn dat voor mensen? Je kunt dit een kind toch niet aandoen?” Hasibe ziet haar man wel eens op straat, want hij woont twee straten verderop. “Mijn ex zegt dat alles goed zal komen en dat dit


een ontvoerd kind

Hasibe Ürer toont een foto van haar zoon

allemaal voor de bestwil van Mohammed is. Pas al hij daar de school heeft afgerond, zou hij naar Nederland terug mogen. Ik geloof er niets van. İbrahim vindt het systeem en de Nederlandse opvoeding niet goed. Maar volgens mij lopen ze daar in Egypte 200 jaar achter. Zij zijn heel primitief.” De hoop dat zij zich ooit weer zal kunnen

verenigen met haar zoon, houdt Hasibe Ürer op de been. “Ik heb mijn contacten met oude vrienden en kennissen verbroken. Ik wil niemand zien. Ik ben ook niet te genieten. Ik raak snel geëmotioneerd als ik een kind zie of als mensen over hun kinderen praten. Mijn hart begint dan weer te koken en de tranen vloeien over mijn wangen.”

‘Mijn kind leeft als een kasplantje’

Tulpia / jaargang 05 / nr 18 15


TULPIA ACTUEEL

Een rasechte journalist Elke dood komt te vroeg. Dit geldt zeker voor journalist en programmamaker Şeref Acer (1963-2010).

O

p 47-jarige leeftijd heeft hij afscheid moeten nemen van het leven, van zijn vrouw en kinderen en van zijn vele vrienden en collega’s. Şeref werd geveld door een langdurige aandoening en hij moest geheel tegen zijn zin zijn ‘tweede huis’, Multiculturele Televisie Nederland in Amsterdam, verruilen voor het ziekbed. Hij overleed op zondag 16 mei en werd de volgende dag al herdacht door een grote groep mensen die veel om hem gaven. Şeref bleef zijn naam (oprechtheid, eer) altijd waardig. Hij was dan ook een oprechte vriend, een betrouwbare kameraad, de humoristische chef en de helpende hand van zwakkeren in de samenleving. Naast dit alles was hij een professional met het elan van een

amateur. Met groot enthousiasme maakte hij wekelijks programma’s en gaf hij leiding aan zijn team. Elke keer opnieuw gebruikte hij de camera’s om het nieuws een menselijk gezicht te geven. Şeref was een rasechte journalist, die partij koos voor mensen, en vooral voor de zwakkeren in de samenleving. Ik heb van september 2001 tot 2003 met plezier onder zijn leiding bij de MTNL gewerkt en gedenk hem hier samen met al mijn ex-collega’s van het bedrijf en met al zijn vrienden en kameraden. Şeref, rust in vrede. Tuncay Çinibulak Hoofdredacteur Tulpia

Literaire workshops afgesloten D

Vanaf februari van dit jaar verzorgde Tulpia een reeks van vijf literaire workshops. Aan de bijkomsten namen acht geselecteerde aspirant-schrijvers deel.

e workshops werden geleid door auteur Jan Brokken. Begin juni werd de eerste serie afgesloten. In september gaat dezelfde groep door met een tweede reeks, maar er is ruimte voor een nieuw te vormen groep beginners. De workshops bestonden steeds uit twee gedeeltes; een theoretisch en een praktisch. Alle deelnemers zijn vanaf de eerste les al aan de slag gegaan met schrijven. Nadat de opzet en de aanpak van de individuele deelnemers goedgekeurd was, begonnen zij aan hun roman of novelle. Als alles meezit, kunnen de eerste voltooide werkstukken in 2011 verschijnen.

De deelnemers aan de workshop, vooraan Jan Brokken

16 Tulpia / jaargang 05 / nr 18

Ook altijd al willen schrijven, maar je weetniet hoe? Meld je aan voor de nieuwe groep die vanaf september 2010 van start gaat. De kosten voor vijf bijeenkomsten bedragen 300 euro. Info: Erhan Gurer: info@tulpia.nl www.tulpia.nl


Turks naturistenhotel al gesloten A

daburnu Gölmar, het eerste hotel voor naturisten in Turkije, is slechts een paar dagen open geweest. Op last van de lokale autoriteiten moest de accommodatie bij Datça kort na de officiële opening, begin mei, de deuren sluiten. Bij inspectie was gebleken dat de grondleggers niet beschikten over alle vereiste formulieren waar het ging om de bouwvergunning. Bij het ter perse gaan van deze editie hadden de initiatiefnemers Ahmet Koşar en Michael Karl Wolf de ontbrekende formulieren nog niet in handen. Volgens Koşar heeft de sluiting niets te maken met weerstand tegen het naturisme. Mogelijk zijn de autoriteiten wel geschrokken van de vele publiciteit rond de blote plannen en hebben ze met de strenge controle even de puntjes op de i willen zetten. Na nieuwsberichten op onder meer www.puuropreis.nl en in Tulpia stortten binnen- en buitenlandse media zich massaal op de naturistische primeur in Turkije.

De binnenplaats van Adaburnu Gölmar

Betrekkingen TurkijeIsraël naar dieptepunt De populariteit van de Turkse premier Erdoğan groeit enorm in de Arabische wereld. Directe aanleiding is zijn felle afwijzing van de aanval van Israëlische commando’s op een Turks schip, dat met hulpgoederen op weg was naar de Gazastrook. Bij het gewelddadige incident, eind mei, kwamen zeker tien Turken om het leven. “Niet de luie Arabische leiders, maar een Turk zet zich moedig in voor de Palestijnse zaak. Hierdoor is hij een stapje dichter gekomen bij de positie van regionale leider”, concludeerde de Amerikaanse nieuwszender CNN. De reacties op de Israëlische actie waren wereldwijd afwijzend. De Grieks-Israëlische militaire oefeningen, die tot 3 juni zouden doorgaan, werden meteen afgelast. De VN-Veiligheidsraad veroordeelde de Israëlische agressie als ‘onaanvaardbaar’. Er werd ook voorgesteld om de kwestie grondig te onderzoeken. Israël gaf namelijk aan dat het land uit verdediging het Turkse schip Mavi Marmara heeft bestormd, ‘omdat er bekende

terroristen van Al Qaida en Jihad aan waren’. Groot-Brittannië, Frankrijk, Rusland, China, Brazilië en de Arabische vertegenwoordiger gaven tijdens het topoverleg in de VN-Veiligheidsraad onder meer aan dat de Israëlische blokkade van de verpauperde Gazastrook zo snel mogelijk moet worden beëindigd.

Schuldenlast drijft boeren de cel in In het westen van Turkije lagen ooit de rijke landbouwgronden, die het hele land van voedsel voorzagen. Vandaag de dag zitten vrijwel alle boeren tot hun nek in de schulden. Hele families belanden in de gevangenis en vele duizenden leven met de dreiging van arrestatie, omdat zij hun schulden niet kunnen afbetalen. De kinderen van de boeren – die tien jaar geleden nog rijk waren – trekken naar de grote steden op zoek naar werk. Sommige vaders kunnen de schande niet verdragen en plegen zelfmoord.

De schaal van de ramp die zich op het Turkse platteland voltrekt is nog niet helemaal duidelijk, maar die lijkt enorm. Vanuit het hele land komen soortgelijke berichten binnen, maar landelijke cijfers zijn nog niet bekend. Overal is het verhaal hetzelfde. De boeren gaan ten onder aan de torenhoge schulden die zij op zich hebben genomen, vaak voor het kopen van een tractor. De kosten van brandstof, mest, pesticiden en arbeid zijn bovendien flink gestegen, terwijl de verkoopprijzen voor hun producten zijn gestagneerd of zelfs gedaald. De deurwaarder neemt de tractor in beslag; en tegen de familieleden, die borg stonden voor het aflossen van de schuld, wordt een arrestatiebevel uitgevaardigd. In het dorp Gökçalı, in de provincie Çanakkale, zitten bijvoorbeeld alle 280 huishoudens diep in de schulden. De dorpelingen vertellen bij het zien van een politieauto ‘als de wiedeweerga naar de heuvels te vluchten’. Het dorpshoofd zit al in de gevangenis, omdat hij garant stond voor de schuld van een van de inwoners. Om dezelfde reden is ook tegen de imam van het dorp een arrestatiebevel uitgevaardigd. Tulpia / jaargang 05 / nr 18 17


TULPIA ACTUEEL door ERHAN GÜRER  fotografie Tuncay Çinibulak

“Turken en Nederlanders hebben veel overeenkomsten” Uğur Doğan, de nieuwe Turkse ambassadeur, is in het bijzonder verheugd over de aandacht die Nederlandse ouders aan hun kinderen geven. “Ook voor Turkse mensen is familie belangrijk. De manier waarop Nederlanders zorgen voor hun kinderen lijkt op die van de Turkse ouders.”

U

ğur Doğan is geboren in de provincie Afyon in 1954, getrouwd met Manolya Doğan met wie hij vier kinderen heeft. Doğan heeft bedrijfskunde gestudeerd aan de Boğaziçi Universiteit in Istanbul en sinds 1979 werkt hij bij het Turkse ministerie van Buitenlandse Zaken. Na functies in binnen- en buitenland werd hij ambassadeur in Saoedi-Arabië. Na een tussenstop in Ankara, tussen 2007 en 2009, werd hij aangesteld als ambassadeur in Nederland. Zijn hobby’s zijn wandelen, fietsen en tennis.

Hoe zou u Nederland typeren? “Nederland staat bekend om zijn positieve houding tegenover het milieu, de openheid ten opzichte van andere culturen, de vrijheid van meningsuiting en om de successen op het gebied van handel en economie. Ik ben in de gelegenheid geweest om deze eigenschappen persoonlijk te observeren sinds ik hier gearriveerd ben.”

Wat vindt u van Nederland en de Nederlanders? “Tot op zekere hoogte delen Turken en Nederlanders dezelfde waarden en eigenschappen. Familie, de natuur, en genegenheid voor alle levende wezens zijn belangrijk voor beide volken. Ook kinderen zijn belangrijk voor beide gemeenschappen, beide zijn gewoon hun kinderen groot te brengen door gerichte aandacht te schenken aan hun opvoeding. In mijn mening zijn Turken en Nederlanders beide zeer familie-gerichte mensen.”

Hoe ziet u de Turkse gemeenschap in Nederland? “Hun successen zijn zeer opmerkelijk. Hun maatschappelijke positie als succesvolle onder­ 18 Tulpia / jaargang 05 / nr 18

nemers, de successen van de Turkse studenten en hun integratiegraad; al die dingen hebben mijn werk gemakkelijker gemaakt. Natuurlijk hebben zij hun problemen, maar ik heb alle vertrouwen dat de mensen in de Turkse gemeenschap door zullen gaan met hun bijdrage te leveren aan deze maatschappij.”

Aan welke thema’s gaat u als ambassadeur werken? “Mijn voornaamste doel is om te helpen de stabiele en goede betrekkingen tussen Nederland en Turkije verder te ontwikkelen. Wat mij bijzonder tevreden stemt, zijn de goede economische betrekkingen tussen onze beide landen. Het totale handelsvolume bedraagt ongeveer 5,5 miljard Amerikaanse dollars per jaar en Nederland heeft zich in de top drie van buitenlandse investeerders in Turkije geschaard. De rol van de Turkse gemeenschap is daarbij heel belangrijk, want deze vormt een natuurlijke brug tussen beide landen. Een betere participatie van de Turkse gemeenschap in het politieke, economische, culturele en sociale leven in Nederland zal die band nog verder versterken. Het is om die reden dat, naast mijn diplomatieke taken, ik door zal gaan met het aanmoedigen van de Turkse gemeenschap met betrekking tot hun volledige participatie in de Nederlandse samenleving.”

Wat vindt u van de Nederlandse opstelling, als het gaat om de toetreding van Turkije tot de Europese Unie? “De beslissing van de EU om toetredingsonderhandelingen met Turkije te beginnen is genomen op 17 december 2004, tijdens het EU-voorzitterschap van Nederland. Nederland steunt ons lidmaatschap van de EU. Als we de discussie over de toetreding van

Turkije boven de dagelijkse politieke belangen tillen en vanuit een strategisch oogpunt bekijken, dan zal de bijdrage die Turkije kan leveren aan de EU duidelijk worden. Dat Turkije een potentiële economische macht in de wereld is, is bekend. Ook neemt de culturele en politieke invloed van Turkije evenredig toe. Het is om deze reden dat ik, in deze fase van de onderhandelingen, de objectieve, faire en toekomstgerichte benadering van de EU voor Turkije’s lidmaatschap, en de steun van Nederland in deze zeer belangrijk vind.”

Hoe is het om Turkije te vertegenwoordigen in het buitenland? “Het is allereerst een grote verantwoordelijkheid maar ook een enorme eer. In Den Haag omvatten mijn verantwoordelijkheden niet alleen de bilaterale relaties met Nederland maar ook die met de internationale organisaties gevestigd in deze stad.”

In 2012 wordt gevierd dat Nederland en Turkije 400 jaar diplomatieke betrekkingen onderhouden. Wat doet de ambassade in dit kader? “In 1612 is de eerste Nederlandse ambassadeur naar Istanbul gezonden en in hetzelfde jaar is door Sultan Ahmet I de ‘ahidname-i hümayun’ (handelsprivilege) toegekend aan Nederland. De eerste permanente vertegenwoordiger van het toenmalige Ottomaanse Rijk, Yahya Karaca Paşa, kwam naar Den Haag in 1859. Turkije hecht groot belang aan een grootscheepse viering van 400 jaar Nederlands/Turkse betrekkingen. Wij zijn bezig om structuren te helpen opzetten, die nodig zijn voor de organisatie van de activiteiten in beide landen. In deze werken we nauw samen met de Nederlandse autoriteiten.”


Uğur Doğan

Tulpia / jaargang 05 / nr 18 19


TULPIA ACTUEEL door FRANS JEURSEN

Spiegel van de Turkse poëzie Je zou het de Bijbel van de Turkse poëzie kunnen noemen; het meer dan lijvige boek met werk van 38 zorgvuldig geselecteerde Turkse dichters. Een verslag van de presentatie in Rotterdam.

D

e Nederlandse mentaliteit staat te boek als nuchter en prozaïsch. Misschien moeten we dat ook zo uitleggen: dat Nederland een plek is, die zich bij uitstek leent tot het schrijven van proza. Zeker, we hebben geweldige dichters, zoals Gerrit Achterberg, maar binnen onze cultuur van ‘wat koop je daar nu voor’ blijven die toch glanzende uitzonderingen. In Turkije is dat radicaal anders. Dichters en gedichten maken in dat land deel uit van de bloedsomloop en de polsslag van het leven van alledag. De mensen luisteren naar dichters die hun werk reciteren, kennen gedichten van buiten en op hun beurt reageren dichters ook op veranderingen in de samenleving. Poëzie staat in Turkije midden in het leven en het leven staat daar midden in de poëzie. Wij Nederlanders kunnen veel van en over de Turkse cultuur, geschiedenis en emoties leren door kennis te nemen van de Turkse poëzie, vooral van die van vandaag. In de 20ste eeuw is de Turkse poëzie qua ontwikkeling meegegaan met alle soms radicale veranderingen in de maatschappij, maar ook met de introductie van nieuwe genres, zoals het vrije of blanke vers. De pluriformiteit is verrassend groot. Die stelt ons in staat ons in te leven in het volk op straat, maar verschaft ons ook toegang tot overpeinzingen die in het geheime innerlijk van individuen verborgen blijven. Turken kennen hun poëzie en wij leren hen beter kennen door die poëzie te lezen. Wat dat betreft kan het belang van het multiculturele project van de Universiteit van Leiden, om een overzicht te maken van de moderne Turkse poëzie, nauwelijks worden overschat. Moderne Turkse Poëzie, een kolossaal, tweetalig boek van rond de 700 pagina’s, met daarin het werk van 38 zorgvuldig geselecteerde Turkse dichters, werd zaterdag 24 april ten doop gehouden in de voortreffelijk gesorteerde boekhandel De Balustrade aan de Grote Visscherijstraat in Rotterdam. Ceremoniemeester Sytske Sötemann, die met 20 Tulpia / jaargang 05 / nr 18

Mehmet Yıldırım en Mehmet Çetin voor het indrukwekkende eindresultaat tekenende, vermeldde terloops hoe lang deze ‘baby’ in de couveuse had gelegen: alle vertalingen waren al vijf jaar geleden klaar. Tel daar nog eens alle jaren bij voor het zorgvuldig vertalen met oog voor klank en ritme van elk afzonderlijk gedicht. Dat gebeurde door tal van deskundigen, onder wie Mehmet Yıldırım ’s ex-student Erhan Gürer. We begrijpen dan veel beter dat het hier gaat om een herculische prestatie, die onze bewondering verdient. Laten we de drie samenstellers eens voorstellen. Mehmet Yıldırım doceert Turkse taal- en letterkunde in Leiden. Mehmet Çetin is eerst en vooral dichter. “We leven in zo’n slechte wereld, dat ik het wel van me af moet schrijven. Anders red ik het niet”, zei hij. Toch is hij wel degelijk gevoelig voor de lichtere kanten van het bestaan. “Ik schrijf niet alleen over mijn eigen gevoelens, maar ook over wat vrienden en kennissen mij vertellen.” Sytske Sötemann ten slotte is een zeer begaafd vertaalster, die zelfs promoveerde op de Turkse poëzie in de vroege 20ste eeuw. Drie culturele en taalkundige zwaargewichten dus. Zoals te verwachten viel, werden in De Balustrade gedichten van de grote Turkse poëet Nazım Hikmet voorgedragen. Onder meer Mijn Uitvaart, waarin de plechtstatigheid van zo’n gebeurtenis wordt doorbroken door alledaagse problemen, zoals het transport van de kist vanuit het huis van de over­ ledene. Iedere Turk kent het werk van deze ook in politiek opzicht revolutionaire dichter en zo ervoeren de toehoorders andermaal hoe nauw leven, werk en dichtkunst in Turkije met elkaar zijn verweven. Ook de gedichten Voor jullie van Orhan Veli Kanık, De steen van Birhan Keskin en De meisjes van de weverij van Refik Durbaş werden met verve tweetalig voorgedragen. Elk gedicht werd muzikaal ondersteund door de Belgische artiest Tabar Çatalpınar. Hij voerde onder meer een muziekstuk uit in twee versies: een Armeense en een Turkse.

‘Poëzie staat in Turkije midden in het leven’ Bij dat laatste nummer kon hij niet nalaten te vermelden dat de Armeense versie al bestond lang voordat de eerste Turkse stammen in Anatolië waren verschenen. De vele aanwezigen beseften allemaal hoe bijzonder deze gebeurtenis was en hoe uitzonderlijk het is dat een uitgeverij zich aan zo’n omvangrijk project waagt. Een standaardwerk als Moderne Turkse Poëzie zal immers niet zo snel over de toonbank gaan als een roman van Heleen van Royen en ook de prijs van 39,90 euro is voor sommigen wellicht een drempel. We kunnen echter niet voldoende benadrukken dat de prijs een schijntje is voor het werkelijk kolossale boek en de tijd en moeite die het produceren ervan hebben gevraagd. Sytske Sötemann prees uitgeverij Atlas dan ook in warme bewoordingen. Door deze poëtische brug tussen twee naties en twee culturen kan het begrip tussen Nederland en Turkije en tussen Nederlanders en Nederlandse Turken sterk worden bevorderd. Het grote aantal Nederlanders dat naar de bijeenkomst in Rotterdam was gekomen, is een indicatie dat de fundamenten voor een beter wederzijds begrip al lang zijn gelegd.


H

ij is lang en rijzig, met het voor­ komen en het hoofd van een Romeinse senator. Toch werd hij niet geboren in het centrum van de klassieke wereld, maar in wat dichter J.C Bloem ooit noemde De Gaten Gattes (het gat der gaten). U weet wel: de plek waarvan cabaretier Herman Finkers ooit zei: een stoplicht springt op rood, een ander weer op groen, in Almelo is altijd wat te doen. Daar bezocht Henk Boom het Erasmus Lyceum en direct daarna al kreeg hij in 1963 een baan bij het Dagblad van het Oosten. Waar zijn belangstelling lag, was dus vanaf het begin al overduidelijk: de journalistiek. Gretig om zich zoveel mogelijk in het vak te bekwamen, reisde hij elke zaterdag naar Amsterdam om een cursus journalistiek te volgen aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. In de hoofdstad kreeg hij les van Henri Knap, destijds journalist en columnist voor Het Parool, die bekend stond als de man met het vlinderstrikje en als Dagboekanier. Maar ja, een journalist moet zich specialiseren en Henk koos voor de popmuziek. Niet zo gek, want in dezelfde tijd was hij manager van de groep de Drummclan (Henk rookte Drum). Hij kreeg de jongerenpagina in de krant onder zijn beheer, die ook Drumm heette, en publiceerde interviews en kritieken. Journalistiek opent natuurlijk de wereld en het was dan ook niet te verwachten dat Henk op één plaats zou blijven. Hij verkaste naar Tilburg en kreeg een aanstelling bij het Nieuwsblad van het Zuiden. Weer terug in Twente werd hij redacteur radio en televisie bij het dagblad Tubantia, maar muziek bleef de hoofdschotel. Henk versloeg onder meer het Eurovisie Songfestival en bezocht popconcerten. Vanwege zijn voorkeur voor country and western reisde hij ook naar

het Amerikaanse Nashville en sprak er met grootheden als Jerry Lee Lewis. Het waren in ieder geval niet de minsten die hij voor de microfoon kreeg. Wie kan zich er op beroemen in het Okura in Amsterdam gezellig met Mick Jagger te hebben gekletst of met Lou Reed aan de bar te hebben gehangen? Henk introduceerde zelfs countrystar Emmylou Harris in Nederland toen niemand nog enig idee had wie dat was. Toch werd hij, toen hij 33 was, dit leven zat en zocht hij iets anders. Ter afsluiting van zijn carrière als popcriticus interviewde hij Dolly Parton en toen was de koek op. Hij wilde reizen, de wereld in, en Henk pakte het vliegtuig naar Mexico. Het plan was om twee jaar te reizen, maar het werden er zeven. Wie droomt daar niet van? Ondertussen contracteerde de Haagsche Courant hem als correspondent Mexico. Aan de andere kant van de wereld ontmoette hij ook zijn huidige Nederlandse vrouw. Samen kwamen ze in 1985 terug naar Europa en Henk werd chef buitenland bij zijn Haagse werkgever. Voor wie de wereld heeft gezien, is Nederland al gauw te benauwd: een landje van eng afgebakende hokjes en eindeloze vergaderingen. Dan maar naar een land dat nog het meest op het kleurrijke en weidse Mexico leek: Spanje. Daar waren genoeg interessante dingen om artikelen over naar huis te sturen, zoals de Olympische Spelen in Barcelona en de wereldtentoonstelling in Sevilla. Henk Boom werd correspondent te Madrid en dat is hij vandaag de dag nog steeds. Was hij slechts een internationaal journalist gebleven, dan was dat al bijzonder genoeg. Henk had echter meer pijlen op zijn boog. In de loop der jaren kreeg hij steeds meer belangstelling voor geschiedenis. Op het Mexicaanse eiland Isla Mujeres zag hij

Henk Boom

kinderen op het strand zandkastelen bouwen, maar dan in de vorm van Azteekse piramides. Hij begreep dat kastelen iets typisch Europees waren en dat de historische context daar heel anders was. In Nederland ontdekte hij ooit een boek uit 1847, getiteld Mijne reisportefeuille of omzwervingen door Overijssel in het najaar van 1846, ernstig en luimig verteld door H. (Harm) Boom. Dat werk interesseerde Henk als reiziger uiteraard.

‘Kletsen met Mick Jagger, borrelen met Lou Reed’ Voor zijn toenmalige Twentse werkgever Tubantia deed hij in 1982 de tocht van zijn naamgenoot over, verdiepte zich in de tijd en de omstandigheden, en stuurde elke dag een verhaal over waar hij nu weer was. Daar bleef het niet bij: meer geschiedenis en nog meer. Gaandeweg raakte hij in het bijzonder gefascineerd door de 16de eeuw en publiceerde het boek 1506 met verhalen van een fictieve reiziger en chroniqueur Hendrick Vandenzavel, die bij belangrijke historische gebeurtenissen aanwezig was. Zo kwam hij op keizer Maximiliaan I van Oostenrijk en later op de Turkse geschiedenis. Voor Tulpia schreef hij een serie boeiende artikelen over plaatsen die sultan Süleyman de Prachtlievende heeft bezocht; plaatsen die Henk vervolgens bezocht voor zijn boek De Grote Turk, dat in het najaar zal verschijnen. De verwachtingen zijn hoog gespannen en we kijken uit naar wat er verder allemaal nog uit zijn pen zal vloeien. Wie verre reizen doet, kan immers veel verhalen. Henk Boom reist over de wereld, maar ook door de tijd. Dat gegeven maakt zijn werken dubbel interessant. Tulpia / jaargang 05 / nr 18 21

TULPIA ACTUEEL

Journalist/schrijver Henk Boom (1945) houdt niet van bureaus en kantoortuinen; de wijde wereld is zijn geliefde werkgebied. In zijn nieuwste boek staat sultan Süleyman de Prachtlievende centraal, zoals trouwe lezers van dit magazine zullen weten. Het achtste deel van zijn serie, elders in deze editie, gaat over Boeda (Hongarije).

door FRANS JEURSEN  fotografie HENK BOOM

Kroniekschrijver op doortocht


door MARTIN HULSING  fotografie Deelgemeente delfshaven

TULPIA ACTUEEL

Carlos Gonçalves

Delfshaven, de Rotterdamse Na de raadsverkiezingen zijn ook in de deelgemeenten coalitieonderhandelingen begonnen. In Delfshaven hebben PvdA en GroenLinks elkaar op 15 april gevonden. Het nieuwe akkoord – Met Vertrouwen naar de Toekomst – zet voor de komende vier jaar de lijn van de voorgaande bestuursperiode in de Rotterdamse deelgemeente voort.

D

e voortgaande ontwikkeling van Delfshaven als bloeiende en creatieve deelgemeente is een belangrijk thema uit het bestuursakkoord. Verder heeft er een zogenaamde herijking van de financiën plaats, in samenhang met algemene bezuinigingen. De voorzitter van de deelgemeente, Carlos Gonçalves, zal zich in de komende periode sterk maken voor de ‘plus’ op Rotterdam West. “De positieve ontwikkelingen van de vorige regeerperiode moeten worden voortgezet. Dat is uiterst belangrijk. Dat is niet alleen mijn wens, maar van de gehele coalitie.” Volgens Gonçalves is voor deze ontwikkelingen een stevige basis nodig, omdat anders de kans bestaat dat de deelgemeente wegzakt in een negatieve spiraal. De deel­ gemeente gaat dan ook bij de hogere overheden aankloppen om de ontwikkelingen op het gebied van de gebouwde omgeving, de sociale samenhang en de veiligheid voort te zetten. Dit om de kansen die er zijn te ver22 Tulpia / jaargang 05 / nr 18

zilveren. De voorzitter van de deelgemeente ziet Delfs­haven als de motor van een nieuwe bloeiperiode voor Rotterdam. “Delfshaven heeft daarvoor de potentie.” De opdracht van hogerhand is om te werken met minder financiële ruimte. Er moet worden bezuinigd, maar tegelijk moet er ook worden geïnvesteerd. Geen eenvoudige opdracht. “We gaan heroverwegen: dat wil zeggen alle activiteiten bekijken en opnieuw beoordelen op doelmatigheid, effectiviteit, nut en noodzaak. Hervormen is gericht op doelmatigheid, bijvoorbeeld door afspraken te maken gericht op resultaat, activiteiten te clusteren en slimmer te investeren. Bezuinigen kan door efficiënter te werken, met als doelstelling om de schadelijke effecten van bezuinigingen zoveel mogelijk te beperken.” Investeren wil de coalitie in duurzaamheid en sociale samenhang, met extra aandacht voor mensen die buiten de boot dreigen te vallen. De voorzitter schrikt er niet voor terug om de problemen van Delfshaven te benoemen.

“De bevolkingssamenstelling leidt tot problemen op het gebied van taal, werk en opleiding. Lokale bewoners moeten ook kunnen profiteren van de regionale ontwikkelingen. Het is daarbij van belang de bevolking te ondersteunen met taalonderwijs en scholing in het algemeen.” Een ander probleem in de deelgemeente zijn de MOEL’ers; bestuurstaal voor mensen uit Midden- en Oost-Europese Landen (MOEL). Gonçalves: “Het gaat om mensen uit bijvoorbeeld Bulgarije, Polen of Roemenië, die veelal werkzaam zijn in de tuinbouw in het Westland. Het gaat heel vaak om tijdelijk werk. Ze wonen in Delfshaven onder erbarmelijke omstandigheden en dat veroorzaakt ook weer veel overlast bij de bewoners. Geregeld wordt de gehele huisraad op straat gegooid.” Eigenlijk worden de mensen uit Delfshaven dubbel gepakt: het werk uit het Westland gaat aan hun neus voorbij, maar zij krijgen wel de problemen van de instroom uit Oost-


motor Europa op hun bordje. “De MOEL’ers worden geronseld door uitzendbureaus, die ze ook huisvesten met veel te veel mensen in één pand. De verantwoordelijke bedrijven zijn nauwelijks onder de indruk van de boetes die we ze opleggen.” Eerdere problemen in de deelgemeente, zoals drugsoverlast, zijn sterk afgenomen. Dat blijkt ook uit de cijfers, maar de veiligheidsbeleving van de bewoners is nog steeds niet heel erg groot. Volgens Gonçalves gaat het om een ‘generatieconflict’. Het gaat veelal om jeugdoverlast, rondhangende jongeren die mensen lastig vallen, van wie een deel tegen de criminaliteit aanzit. “Het zijn vooral incidenten.”

‘Een negatieve oppositie, gericht op afbraak, werkt niet’ De komende vier jaar werkt de coalitie aan een nog beter Delfshaven. De voorzitter hoopt dat de oppositiepartijen – VVD, CDA en Leefbaar Rotterdam – iets meer op samenwerking zullen inzetten. “Zij hebben de afgelopen periode alleen maar hard oppositie gevoerd, ” zegt Gonçalves, op een berustende manier. “Zij zullen ook wel hebben gemerkt dat het voeren van een negatieve oppositie, gericht op afbraak, niet werkt.”

Tulpia / jaargang 05 / nr 18 23

TULPIACOLUMN

T

erugkomend uit Boekarest, waar mijn zus en haar gezin tot afgelopen zomer woonden, vond ik de aankomst op Atatürk Airport zelf ook altijd een thuiskomst in de beschaving. De welvaart van Nişantaşı kan zich immers moeiteloos meten met de chicste wijken van Parijs en Istinye Park doet niet onder voor de Köningsallee of P.C. Hooftstraat. Dit staat echter wel in schril contrast met de Koerdische regio’s. De grootste stad, Diyarbakır, ooit knooppunt van handelsroutes en een paar eeuwen terug de derde stad in Anatolië, groeide in 20 jaar van 120.000 naar 1,2 miljoen inwoners. Analfabetisme, vooral onder vrouwen, is er schrikbarend hoog, de werkloosheid eveneens en de voedselbanken zijn voor een deel van de inwoners het belangrijkste middel om te overleven. Meisjes trouwen in dit gebied rond hun 13de. Gezinnen met acht, negen kinderen zijn eerder regel dan uitzondering. Een bezielde burgemeester en enkele NGO’s doen hun best om her en der bescheiden moderniseringen door te voeren of te bepleiten, maar de druk van de traditie, de algehele instabiliteit, de politieke tegen­ stellingen tussen de PKK, de BDP en gematigden drukken elke substantiële vorm van vooruitgang de kop in. Toch zijn ook in Diyarbakır anno 2010 zaken bespreekbaar die vijf jaar geleden volstrekt taboe waren. Op dat punt loopt de ontwikkeling met de rest van Turkije parallel. Voor het overige gaan alle verworvenheden van het afgelopen decennium goeddeels aan deze uithoek voorbij. Hoe erg is dat? Afgezien van het menselijk leed blijft generatie op generatie veroordeeld tot gebrekkige ontwikkeling en armoede, dit beïnvloedt de prestaties van Turkije enorm. De zeer slechte sociaaleconomische situatie in het zuidoosten trekt een zware wissel op de ‘performance’ van het land als geheel. Dat geldt ook voor de beoordeling van de individuele bezoeker. Dat Turkije een 16de plaats inneemt op de wereldranglijst van economieën is nauwelijks voorstelbaar voor wie de armoede in de regio beziet. Maar dat doen nu net niet veel mensen. Waarom zou je ook? Heel verheffend is het niet. Maar het is wel een niet weg te moffelen realiteit. En dat is voor de Turken een groot probleem. Immers, konden landen als Portugal, Griekenland en Spanje nog gewoon EU-lid worden zonder dat hun regionale discrepanties waren opgelost (dat gebeurde namelijk met behulp van overvloedige EU-fondsen), voor Turkije gaat die vlieger niet op. Niet alleen omdat de betreffende fondsen drastisch zijn ingekrompen, ook omdat de getalsmatige verhoudingen tussen de arme regio’s in bijvoorbeeld een land als Portugal fundamenteel anders waren dan in het geval van Turkije. Turkije zal dus uit eigener beweging deze enorme kloof moeten overbrug­ gen. De regering probeert dat te doen via omvangrijke investeringen in het z.g. GAP Project, maar het effect daarvan is moeilijk meetbaar en soms zelfs uitgesproken discutabel. Daarnaast heeft de regering Erdoğan als onderdeel van het ‘democratisch initiatief’ ook een Koerdische opening, het aangaan van een dialoog, afgekondigd. Net als in een ander groot land in Europa gaat het vooral om de mentaliteit. De ‘Mauer im Kopf’. Turken vinden de Koerden die zijn gebleven letterlijk achtergebleven, voor zover ze er al bij stil staan. Een Turk spreken die ooit in Batman of Diyarbakır is geweest, is namelijk nog een hele opgave. Op hun beurt voelen de Koerden zich tweederangs inwoners van een bewust achtergestelde regio. Zo zeer zelfs dat velen hun enige heil in gewapende afscheiding zien. Voeg daarbij de hardnekkigheid van de tribale, patriarchale cultuur en je snapt waarom de ‘Koerdische opening’ nog lang geen afsluiting zal krijgen.

LILY SPRANGERS / directeur turkije instituut

KOERDISCH PIJNPUNT


KIJK OP ZAKEN door FRANS JEURSEN  fotografie sanne ploegaert

Bescheiden, maar met mate MCA Communicatie, specialist in etnomarketing en communicatie met allochtonen, slaat een nieuwe weg in. Het Utrechtse mediabureau moet zichtbaarder worden, stelt de nieuwe directeur Danilo Nedic. Een portret.

Z

onder enige terughoudendheid mag je hem een geslaagd kind van een gastarbeider noemen. Op zijn 35ste is Danilo Nedic benoemd tot directeur van MCA Communicatie in Utrecht. Een mooie prestatie voor een ventje, dat in zijn derde levensjaar zijn geboorteplaats Kraljevo in Centraal-Servië moest achterlaten omdat zijn vader in Nederland werk had gevonden. De kleine industriestad, gelegen op zo’n 60 kilometer ten zuiden van de hoofdstad Belgrado, werd verruild voor een economische metropool: Rotterdam. “De Maasstad heeft me echt gegrepen”, zegt hij stellig. We zitten in zijn werkkamer aan de achter­kant van een statig pand in het Utrechtse Museumkwartier. De binnentuin staat vol aangenaam groen, de hoge ramen en deuren laten op deze lentedag veel zonlicht vallen op het bureau van de jonge directeur. En Rotterdam is nog altijd zijn stad, daar heeft tien jaar Zeeuws-Vlaanderen niets aan kunnen veranderen. “Omdat mijn vader daar een goede vaste baan kreeg, besloten mijn ouders die kant op te verhuizen. En als kind heb je dan weinig te kiezen.” Uiteindelijk keerde Danilo Nedic terug naar Rotterdam, als student bedrijfseconomie aan de Erasmus Universiteit. “Het is echt mijn stad geworden. ‘Niet lullen, maar poetsen’, dat spreekt me enorm aan.” Na zijn afstuderen rolde hij eigenlijk als vanzelf de reclamewereld in, concludeert de directeur. Even lonkte de kunstacademie, maar zijn passie voor de creatieve industrie kon Nedic natuurlijk ook gebruiken in de wondere wereld van de reclame. Hij werd eerst strateeg bij de BVH Groep, daarna consultant bij MCA Communicatie en Bureau Keesie en uiteindelijk marketeer bij energieproducent Eneco. Begin 2010 keerde hij terug naar MCA in de functie van directeur. De eerste maanden hebben hem bevestigd

24 Tulpia / jaargang 05 / nr 18

in het idee dat MCA Communicatie mooi werk doet. Een prettige constatering, daar niet van, maar je verdient er geen euro meer door. Veel meer mensen dan nu het geval is, vooral in de eigen branche, moeten dan ook gaan horen van het Utrechtse bureau. “Mijn ambitie is om meer podium te geven aan ons werk. Bescheidenheid is prima, maar je mag best wat van je kennis en kunde laten zien.” Nedic wil die naamsbekendheid vergroten door in 2010 vaker de vakpers te halen, onder meer met de eigen campagnes. Over dat werk gesproken: de directeur zegt desgevraagd vooral trots te zijn op de campagne voor Telesur. Onder het motto ‘Twee landen, één gevoel’ werd in 2008 een speciale simkaart gelanceerd, die goedkoop mobiel bellen mogelijk maakt tussen Suriname en Nederland. De introductie was zo succesvol, aldus Nedic, omdat de doelgroepen al in een heel vroeg stadium bij de ontwikkeling van het product werden betrokken. “Dan doen we eigenlijk bij al onze opdrachten en die keuze betaalt zich altijd uit.”

‘Niet lullen, maar poetsen’, dat spreekt me enorm aan.” De directeur besluit met een actueel voorbeeld. “Het ministerie van VWS ziet graag meer mensen met de trein reizen, vooral ouderen. Daartoe is ‘Ik Spoor’ ontwikkeld: een workshop, die 55-plussers weer enthousiast maakt voor reizen met de trein. Het vraagt echter om een heel specifieke aanpak om mensen van bijvoorbeeld boven de zestig vertrouwd te maken met de ov-chipkaart. Dat lukt in onze ogen alleen maar als je hen vroegtijdig bij de ontwikkeling van zo’n campagne inschakelt.”

Maatwerk bieden MCA Communicatie afficheert zich als kleurrijk communicatiebureau. Het bedrijf heeft inmiddels 15 jaar ervaring op het gebied van etnomarketing, onderzoek en communicatie met allochtonen. De opdrachten worden uitgevoerd door een team van vijf fulltime medewerkers in het kantoor in de binnenstad van Utrecht, aangevuld met een pool van allochtone freelancers. “We hebben het dan over honderden professionals, die we op basis van een specifieke vraag of project bij elkaar kunnen brengen”, legt directeur Danilo Nedic uit. Marktonderzoek is ook een belangrijk onder­deel van het aanbod van MCA. “Daarin kunnen we heel gericht opereren. Een studie naar specifieke groepen, buurten of welstandsklassen? Het kan allemaal. Zo doen we inmiddels geregeld onderzoek onder de Turkse gemeenschap, in opdracht van Tulpia. Waar het al tijd om gaat, is het bieden van maatwerk”, aldus Nedic. Naast al deze activiteiten distribueert MCA Communicatie ook geregeld via het eigen netwerk MeerInfo en promotieteams brochures en mailings op zo’n 200 locaties in Nederland. Meer informatie over het bureau is te vinden op www mcacommunicatie.nl


Danilo Nedic

Tulpia / jaargang 05 / nr 18 25


KIJK OP ZAKEN door ERHAN GURER  fotografie Norbert Voskens

‘Connecting People van Nokia had mijn persoonlijke slogan kunnen zijn’

Fatma Kaya

26 Tulpia / jaargang 05 / nr 18


“Diversiteit moet je doen” Fatma Kaya (40) beweegt zich al 15 jaar op het snijvlak van diversiteit, emancipatie, arbeidsmarkt en onderwijs. Vanuit verschillende rollen en functies levert ze binnen tal van organisaties haar diensten aan. Twee jaar geleden begon zij met haar zus Neriman een adviesbureau. Een gesprek met deze startende ondernemer. Hoe is Kaya Concept ontstaan? “Een beetje door de omstandigheden. Ik ben geen ondernemer van nature, maar ik ben wel een heel ondernemende persoon. Ik was heel actief binnen en buiten mijn werk, op het gebied van diversiteit, talentontwikkeling en projectadvies. Toen ik bij de Abvakabo geen verdere loopbaan meer zag, heb ik besloten om van mijn passies – verbinden en inspireren – een onderneming te maken. Ik was financieel goed voorbereid met eigen spaargeld en met geld dat ik van mijn werkgever meekreeg.” Hoe draait de onderneming? “Tot nu toe is het goed gegaan en zijn de opdrachten vooral via ons eigen netwerk binnengekomen. Door de economische crisis merk ik dat het lastiger is en ben ik voor het eerst in de situatie beland dat ik actief acquisitie aan het doen ben. Dat is voor mij een uitdaging en een kans om te zien hoe ik als ondernemer ben.”

Wat doet Kaya Concept precies? “Ik ben adviseur en projectmanager en ik begeleid diversiteit- en talentontwikkelingsprojecten bij bedrijven en organisaties. Ik heb bijvoorbeeld een project gedaan voor de Taskforce Diversiteit in Schoolbesturen. Mijn zus doet het onderdeel werving en selectie van ons bedrijf.”

Waarom diversiteit en talentmanagement? “In de eerste plaats omdat dat mijn expertise. Daarnaast begeleid ik graag organisaties bij het anders kijken naar talent. We hebben ons motto ‘verbinden en inspireren’ genoemd, omdat dat mijn tweede natuur is. Het zit in de familie. Het onvoorwaardelijk mensen aan elkaar verbinden, heeft mijn zus ook. Diversiteit en talentontwikkeling zijn witte plekken in veel organisaties. Er wordt nog altijd beoordeeld op basis van een CV of gekeken naar de mensen die zich het meest

opvallend profileren. Diversiteit is meer dan kijken naar kleur, sekse of leeftijd. Het is ook kijken naar (niet altijd zichtbare) vaardigheden en kwaliteiten. Vooral bij (semi)overheidsorganisaties zie ik dat het hoofd ‘ja’ zegt, maar het hart nog ‘nee’. Dat is het verschil met grote bedrijven als Shell, Delta Lloyd, Rabobank die het als een business case zien en niet als iets maatschappelijk verantwoords. In de VS zijn ze bijvoorbeeld veel verder. Ik nam daar onlangs deel aan het International Visitor Leadership Program en heb daar gesproken met mensen over diversiteit. Daar kunnen talenten gewoon doorstromen en andere mechanismen, zoals onderhuidse waarden en normen en vooroordelen, spelen daarbij veel minder een rol.”

Kun je daar een voorbeeld van geven? “Ik zie mensen in mijn omgeving die met hun kwaliteiten een veel hogere positie hadden kunnen verwerven als ze in een andere omgeving hadden gezeten. Vooral bij de overheid worden ondernemende ambtenaren weinig gewaardeerd en benut. Als grootste werkgever moet de overheid het goede voorbeeld geven. Wat is de opbrengst van 25 jaar doelgroepenbeleid of diversiteitbeleid? Diversiteit moet je doen. Diversiteit is nog steeds een overtuigingsbusiness. Mensen kun je alleen overtuigen door ze eerst te inspireren. Ik gebruik daarom vaak rolmodellen en hun verhalen als inspiratiebron om andere te enthousiasmeren. Dit doe ik door elke maand via www.honderdprocenteigenwijs.nl en www.divaznetwerk.nl verhalen te publiceren van inspirerende mensen.”

Wat hebben managers nodig om de diversiteit op de werkvloer te managen? “Ik heb zelf een slagzin ontwikkeld. ‘Diversiteit vereist organisaties met PIT en leiders met FLAIR’. PIT staat voor passie, intelligentie en talent en FLAIR staat voor flexibiliteit, loyaliteit, authenticiteit, inhoud en reflectie.

Er wordt nog steeds op eenzelfde manier beoordeeld en mensen zijn nog altijd het liefst op zoek naar iemand die op hen lijkt. Als ouder manage je kinderen die verschillend zijn van karakter. Welke ouders zijn succesvoller? Ouders die al hun kinderen op dezelfde manier benaderen of de ouders die rekening houden met hun verschillende karakters? De arbeidsmarkt en de werkvloer veranderen, maar we hobbelen nog steeds achter de feiten aan. Het is de uitdaging voor de nieuwe managers om talent te herkennen en vervolgens te erkennen. Niet omdat het politiek correct of maatschappelijk verantwoord is, maar omdat je organisatie zo beter overleeft in een veranderende wereld. ‘Wij zijn altijd zo geweest en we willen het zo houden’, dat werkt niet meer. Diversiteit is een onderdeel van de innovatie en duurzaamheid. Zonder dat zullen organisaties het niet redden.”

Wat zijn jouw kwaliteiten? “Ik ben trouw en loyaal aan mijn vrienden en relaties. Ik investeer veel in ze. Tegelijkertijd kan ik ook heel confronterend zijn. Ik kan inspireren en enthousiasmeren. Ik verbind mensen. Connecting People van Nokia had mijn persoonlijke slogan kunnen zijn.”

Wat zou je jongeren adviseren die voor zichzelf willen beginnen? “Niet meteen voor jezelf beginnen, zeker niet in een sector waar veel mensen met werk- en levenservaring zitten. Ga eerst carrière maken en je kwaliteiten ontwikkelen bij een bestaand bedrijf, zorg dat je een netwerk opbouwt en voldoende financiële buffers hebt om klappen op te vangen. Want ondernemen betekent ook lef hebben. Maar als je een droom hebt en je gelooft er in… ga er dan gewoon voor!” www.kayaconcept.nl www.divaznetwerk.nl www.honderdprocenteigenwijs.nl

Tulpia / jaargang 05 / nr 18 27


KIJK OP ZAKEN door onze correspondent in ISTANBUL MARC GUILLET  fotografie Slawomira Kosiniec

Rajesh Patel en Atilla Aytekin

Meekijken met de ondernemer Exact, het beursgenoteerde en grootste Nederlands softwarebedrijf van Rajesh Patel, heeft een joint venture gesloten met Triodor, een software ontwikkelingsbedrijf met vestigingen in Amsterdam en Istanbul. Atilla Aytekin, CEO van Triodor, legt uit waarom voor Turkije is gekozen als eerste exportland voor het boekhoudprogramma Exact Online.

“W

e zijn erg trots dat Exact voor ons bedrijf heeft gekozen om haar nieuwste hightech product in Turkije uit te brengen”, zegt Atilla Aytekin van Triodor in paleis Çırağan Kempinski in Istanbul. “Het gaat om een boekhoudpakket via internet dat Exact de laatste drie jaar in Nederland en België heeft uitgebracht. Het is een groot succes. Ruim 12.000 bedrijven (30.000 gebruikers) hebben de software nu.”

Waarom is voor Turkije gekozen als eerste exportland voor deze boekhoudservice? “Turkije is een grote, dynamische markt met een jonge, goed opgeleide bevolking. Elk jaar studeren hier 400.000 studenten af. 28 Tulpia / jaargang 05 / nr 18

Het gebruik van internet groeit explosief. Turken zijn de actiefste internetgebruikers in Europa. Daarnaast bestaat het Turkse bedrijfsleven voor 99 procent uit het middenen kleinbedrijf. Allemaal factoren die van Turkije een interessante markt maken voor online boekhoudsoftware.”

Turkije heeft dus een enorme potentie? “Zeker. Het bruto nationaal product groeide de afgelopen vier jaar met 122 procent. Turkije is qua omvang de zeventiende economie in de wereld en de zesde van Europa. De Turkse economie groeide met 7,4 procent sinds 2002. Turkije is een opkomende markt. Er is een bevolking van meer dan 72 miljoen. Plus de aanpassing van techniek is heel snel

hier. Dus in plaats van Duitsland, Frankrijk of Engeland heeft Exact gewoon gekozen om in Turkije te beginnen.”

Waarom heeft Exact voor Triodor gekozen? “Exact kon ook zelf naar Turkije komen. Maar hun standpunt is: we moeten niet in ieder land het wiel opnieuw uitvinden. Daarom zijn ze op zoek gegaan naar een heel goede lokale partner. Een partner die de lokale markt goed kent en technisch goed geschoold is om het product te ondersteunen. Exact vond onze ondernemende geest zo frappant, en ook de passie die wij hebben. Ze weten gewoon dat wij ervoor gaan. Ze hadden ook voor een heel groot bedrijf kunnen kiezen, maar ze kozen voor Triodor.”


Wat houdt het boekhoudprogramma in? “In plaats van een doos met bonnetjes aan de administrateur te geven, kan de onder­nemer zelf de bonnetjes online invoeren. Aan de andere kant kan de administrateur zien hoe de ondernemer de bonnetjes invoert, wat hij goed en fout doet. Dat was tot nu toe niet mogelijk. Het oude systeem is heel duur en tijdrovend. Met Exact Online kijkt de boekhouder over de schouder van de ondernemer mee. Volgens het onderzoeksbureau Gartner zal tussen nu en 2015 gemiddeld 62 procent van de MKB’ers in de wereld op het gebied van financiële en bancaire producten alles via internet gaan doen. In de ontwikkelde landen zal dat oplopen tot 80 en 90 procent. We gaan gewoon die kant op, alles wordt webbased.”

Is het wel veilig om je boekhouding via het web te doen? “Vrijwel iedereen doet zijn bankzaken via internet. Dus je meest waardevolle bezit, je geld, doe je wel via internet. Daar hebben mensen geen vraagtekens meer bij en dat gaat heel gemakkelijk. Dus waarom zou je je bonnetjes niet via internet doen? Wij hebben hetzelfde beveiligingssysteem als een bank. Dezelfde certificaten.”

Hoe lang is er aan het product gewerkt? “Met een groep van tien man hebben we een jaar lang gewerkt om het boekhoud­ programma Exact Online te lokaliseren, aan te passen aan de lokale markt en weten regelgeving. We hebben nieuwe modules geschreven. In Turkije heb je een iets ander boekhoudsysteem dan in Nederland. In Turkije mag je bijvoorbeeld geen andere grootboekrekeningnummers gebruiken. Hier ligt alles vast. In Turkije zegt de overheid welke nummers je moet gebruiken. In Nederland mag je vrij met die nummers omgaan. Dat moesten we programmeren. Dus dat hebben we helemaal zelf gebouwd in Turkije.”

V

orige keer schreef ik dat mensen wel erkennen dat het leven onzeker is, maar dat ze daar niet zo goed mee kunnen omgaan. We streven uiteindelijk naar controle over en beheersing van ons leven. Hoe doen we dat? We stoppen met roken om gezond te blijven, we sluiten verzekeringen af, we plannen onze loopbanen, we beheersen onze financiën en we passen op voor dronkenschap en verboden liefdes. Kortom, we leven ‘netjes’ en ‘beheerst’. Wie langer kijkt naar de manier waarop mensen hun leven proberen te beheer­ sen, ontdekt opvallende gemeenschappelijkheden. Allereerst is er altijd sprake van een acuut probleem: we drinken te veel, we hebben te weinig geld, we leven ongezond, we willen iets aan het milieu doen, we zijn onverzekerd, noem maar op. Als we het probleem hebben geconstateerd, dan volgt min of meer automatisch een indeling in ‘goeden’ en ‘slechten’. Dat wil zeggen: mensen die het probleem wel hebben (de mensen bij wie we nu horen) en mensen die het probleem niet hebben (de mensen bij wie we graag willen horen). Als we bijvoorbeeld stoppen met roken, heb je mensen die roken en mensen die niet roken. En als we gaan sporten, heb je mensen die sporten en mensen die dat niet doen. Het leven beheersbaar maken, betekent ook dat we een ideaal eind­ doel formuleren: ik wil 80 kilo wegen, ik wil niet meer roken, ik wil minder drinken, ik wil gezond zijn, ik wil monogaam zijn, enz. In één zin samengevat: ik wil het goede doen. Een ander kenmerk van het beheersbaarheids denken is dat we iets verzinnen om bij het ‘goede’ te komen. Dit zijn uitspraken als: ik kijk elke ochtend in de spiegel en zeg tegen mezelf dat ik niet meer rook, ik ga drie keer per week naar de sportschool, ik ga alleen nog maar met mijn fiets naar mijn werk, ik ga elke dag eten uit de ‘schijf van vijf’... Iets abstracter geformuleerd: ieder beheersbaarheids denken (1) formuleert een acuut probleem; (2) dichotomiseert de wereld in ‘goeden’ en ‘slechten’; (3) formuleert een ideaal einddoel en (4) beschrijft een manier om bij dat ideale einddoel te komen. Het beheersbaarheids denken heeft een groot gevaar: het lijkt erg veel op het radicale en extremistische denken. In elk radicaal denken zit een gevoel van acute bedreiging en een neiging om de vijand uit te vergroten. De links-extremisten achten zich bedreigd door imperialisme en fascisme. De rechts-extremisten zijn vooral beducht voor de toename van ‘volksvreemde’ krachten en internationalis­tische complotten (bijvoorbeeld van de VN, joden en bolsjewieken). De religieuze extremisten zien andersgelovige ‘kruisvaarders’, se­ cularisten en afvalligen als de belangrijkste vijanden. Radicaal denken verwerpt ook de bestaande wereldorde. Alle extremisten koesteren de opvatting dat het kwaad diep is doorgedrongen in de bestaande instituties en dat vandaar uit po­ sitieve krachten gewurgd dreigen te worden. De links-extremisten beschouwen het kwaad als de dictatuur van het kapitaal die de geesten van de arbeiders­ klasse en de progressieve mensen vergiftigt. De rechts-extremisten geloven dat vijanden van het volk aan de macht zijn en dat zij de historische levensbronnen (cultuur, traditie) van het volk vergiftigen. De religieuze extremisten denken dat overal ongelovigen aan de macht zijn, die het ware geloof marginaliseren en de gelovigen corrumperen. Tegenover het Kwaad staat ook altijd een utopie van de goede, harmonieuze wereld. Het Kwaad mag dan ver zijn opgerukt, maar nog steeds zijn er krachten van het Goede, die het Kwaad kunnen verslaan en een harmonieuze, utopische wereldorde kunnen bewerkstelligen. De utopie neemt de vorm aan van de dictatuur van het proletariaat, die zal leiden tot een klassenloze maatschappij of van een zuivere volkse samenleving die een ware gemeenschap vormt of van een wereld waarin alle mensen vrijwillig en uit overtuiging hetzelfde geloof aanhangen en daardoor in volkomen harmonie de wetten van God kunnen realiseren. De structuur van het radicale denken is gelijk aan de structuur van het beheersbaarheids denken. Dat maakt dat radicalisme en extremisme steeds weer de kop op steken. Laten we dus vooral de onzeker­ heid vieren en de illusie van een 100 procent beheersbare wereld opgeven.

Tulpia / jaargang 05 / nr 18 29

TULPIACOLUMN

“Ja. Het grootste bedrijf in Turkije op het gebied van boekhouding is Logo. Ook beurs­genoteerd. Maar Logo heeft nog geen webbased product. Het idee van online boekhouden is erg nieuw in Turkije. Daarom moeten we ook veel investeren in de mindsetting van de MKB’er. Want voor hem is ons product speciaal bedoeld.”

ONZEKERHEID

Jean Tillie / Bijzonder hoogleraar verbonden aan de Universiteit van Amsterdam

Zijn jullie de eerste die online boekhoudsoftware in Turkije op de markt brengen?


blik op brussel door Frans Jeursen fotografie tulpia media team

Turkse media berichten objectief over de Armeense kwestie, Nederlandse media niet De Turkse en Nederlandse media berichten elk op hun eigen manier over de betrekkingen tussen Turkije en Europa, en over de Armeense kwestie. MCA Communicatie deed onderzoek in opdracht van Tulpia. Nederlandse media zijn volgens de ondervraagden duidelijk tegen de Turkse toetreding, Turkse media zijn echter vooral voor.

D

irect maar een heet hangijzer rond de mogelijke toetreding van Turkije tot de Europese Unie: hoe wordt er bericht over de Armeense kwestie? Oftewel de Armeense slachtoffers van en voor 1915 in het Osmaanse Rijk? Minder dan de helft van de Nederlandse Turken meent dat de Turkse media over de Turks-Armeense kwestie neutraal verslag hebben gedaan (47%). Opvallend is dat het vertrouwen relatief groot is bij Turken die zich nog altijd in eerste instantie Turk voelen (53%). Het vertrouwen neemt heel sterk af bij Nederlandse Turken, die zich vooral Nederlander voelen (25%). In deze groep bevinden zich ook de meeste mensen, die de Turkse media helemaal niet neutraal achten (53%). Hoe meer Nederlander dus, des te sceptischer. Heel opvallend noemen de onderzoekers het dat er een groep is, die bovenal geloof hecht aan de neutraliteit van weergave door de Turkse media. Het gaat om Nederlandse Turken, die zichzelf op de allereerste plaats zien als Euro­peanen (60%). Die laatste groep is er echter in grote meerderheid (69%) van overtuigd dat de Neder­landse media helemaal niet neutraal zijn, wanneer er bericht wordt over de Armeense kwestie. Dat vindt trouwens ook een meerderheid (55%) van de mensen die zich vooral als Turk zien. Vreemd genoeg: hoe meer Europeaan, des te positiever ten aanzien van de Turkse media en hoe negatiever tegenover de Nederlandse berichtgeving over de Armeense kwestie. Standpunten worden natuurlijk in hoge mate bepaald door de informatie die mensen 30 Tulpia / jaargang 05 / nr 18

verzamelen. Onder de Nederlandse Turken is de informatiebehoefte over de kwestie Turkije/Europese Unie groot (74%). De meeste ondervraagden worden gevoed door de televisie (54%) en nog eens 32% gaat het internet op. Ruim een kwart (28%) koopt een tijdschrift om op de hoogte te blijven en 26 % vormt zich via gesprekken met vrienden en familie een actueel beeld van de stand van zaken. Uiteraard wordt er verschillend geoordeeld over tijdschriften en kranten. Over het algemeen vindt 71% van de ondervraagden dat de krant Hürriyet goede informatie verschaft over Turkije /EU. Over het blad Zaman is 62% zeer tevreden. Van de in Neder­land verschijnende Turkse of Turkstalige media is Tulpia het enige blad dat structureel aandacht besteedt aan de Turks-Europese betrekkingen en de EU. Van de Turkse Nederlanders zegt minder dan de helft (45%) door de media voldoende te worden geïnformeerd om zich een gefundeerde mening over de kwestie te kunnen vormen. Toch stelt slechts 31% resoluut en nadrukkelijk dat de media in deze opdracht tekortschieten. Daartussen zweeft een grote groep mensen die het klaarblijkelijk niet zo precies weet of wil weten. De Armeense kwestie mag heel belangrijk zijn, maar uiteraard bepaalt die deels of Turkije mag, respectievelijk moet toetreden tot de EU of niet. Wat dat betreft, is de invloed van de media groot en hun (politieke) standpunt over een eventuele Turkse toetreding tot de EU een factor van gewicht. Meer dan de helft (54%) vindt dat de Nederlandse media duidelijk tegen toetreding gekant zijn

‘Van de ondervraagden vindt meer dan de helft dat de Turkse media niet neutraal zijn’


Turkse kranten en tijdschriften

en slechts 21% leest daar in Nederlandse media iets positiefs over. Een grote meerderheid van de ondervraagden (71%) meent dat de Turkse media er uitgesproken voor zijn. In de ogen van het Turks/Nederlandse lezerspubliek zijn de kampen in de media dus duidelijk te onderscheiden en verlopen de tegenstellingen langs nationale lijnen. Dan resten nog vragen als: wie geloof je, de Turkse of de Nederlandse media? Welke media spreken de waarheid en geven neutraal – lees objectief – weer hoe de zaken liggen of hoe de discussies verlopen? Van de mensen die zich Turk voelen, gelooft 53% dat de Turkse media neutraal zijn in hun berichtgeving. Onder de Turkse Nederlanders, die zich zien als Europeanen, ligt dat percentage zelfs op 60. Van degenen die zich primair Nederlander voelen, spreekt een kwart over neutrale Turkse berichtgeving. Deze antwoorden wijken sterk af als het gaat om de objectiviteit van de Nederlandse media. Voelt men zich vooral Turk, dan gelooft 16% in de Nederlandse neutraliteit. Ziet men zichzelf als Nederlander, dan ligt dat percentage op 44. Bij Turks/Nederlandse ‘Europeanen’ heeft 31% vertrouwen in een objectieve Nederlandse berichtgeving. Dat roept echter de vraag op waar iemands meest fundamentele loyaliteiten liggen. Als het gaat om wie zich nadrukkelijk Turk voelt, is er een duidelijke verschuiving

tussen eerste en tweede generatie Turkse Neder­landers: van 83 naar 60%. Een bescheiden 17% voelt zich Nederlander, maar in de praktijk blijkt dat alleen gebaseerd op het feit dat men nu eenmaal een Nederlands paspoort heeft (59%), of dat iemand of een van de ouders in Nederland is geboren (50%). In een aantal gevallen spreekt de Nederlandse cultuur iemand het meeste aan (12%), maar emotionele verbondenheid met Nederland is totaal afwezig. Geen van de respondenten maakt daar melding van! Heel sterk is de band met Turkije. Van de hele etnische groep voelt 35% zich in eerste instantie Turks of beschouwt zich als zodanig, omdat men zelf (47%) of (een van) de ouders in Turkije is geboren (22%), dan wel Turks is opgevoed en Turkse normen en waarden prefereert (21%). Achttien procent hecht veel waarde aan zijn Turkse identiteit. De helft van deze groep voelt zich ook Europeaan. Dat laatste is niet vreemd want ruim 66% van de ondervraagden vindt dat de Turkse en de Europese cultuur goed tot heel goed bij elkaar passen. Ook hier scoren de ´Europeanen’ ronduit verrassend met wel 95%. Klaarblijkelijk moet men primair ‘Euro­ peaan’ zijn om zich nog intenser Turks te voelen en nog meer vertrouwen te stellen in de Turkse media, dan degenen die Turks zijn als hun eerste en meest basale loyaliteit aangeven.

‘Slechts 16% van de Turken gelooft dat de Nederlandse media objectief zijn’

Tulpia / jaargang 05 / nr 18 31


blik op brussel door onze correspondent in istanbul MARC GUILLET  fotografie TUNCAY ÇINIBULAK

Westen bezorgd over nieuwe Turkse buitenlandse politiek De groeiende economische macht van Turkije gaat hand in hand met een zelfbewuster buitenlands beleid. Ankara is niet langer tevreden met de historische rol als brug tussen Oost en West. Vanaf nu wil Turkije de spil zijn in de regio. De Turkse toenadering tot landen als Iran en Syrië, evenals de kritiek op Israël, leiden er echter toe dat beleidsmakers en waarnemers in Washington en in Europese hoofdsteden zich afvragen of de regerende AK-partij zich afkeert van het Westen. Critici van premier Erdoğan hebben voorbeelden te over. Er wordt aan herinnerd dat de AK-partij voortkomt uit de politieke islam en er wordt gesuggereerd dat de premier een geheime agenda heeft om van de seculiere republiek van Atatürk een tweede Iran te maken. Professor Bernard Lewis, die veel over Turkije publiceerde, was medio mei in The Wall Street Journal de meest prominente van de waarnemers die de alarmklok luidden. Want Turkije heeft vriendschappelijke banden aangeknoopt met het regime in Syrië. Het legde de rode loper uit voor de leider

‘Goed nabuurschap is een van de pijlers van het EU-beleid’

Ahmet Davutoğlu

L

eerlingen in Turkije krijgen op school nog steeds oude stereotypen ingeprent, zoals ‘de enige vriend van een Turk is een Turk’ en de bezwering dat Turkije wordt omringd door vijanden. Veel officieren en andere ultranationalisten geloven heilig dat de Europese Unie en Amerika complotten smeden om Turkije te verdelen onder Koerden en Armeniërs. Het wantrouwen tegen wie dan ook in het buitenland – zowel bondgenoot als vijand – is diep verankerd in de nationale psyche. Buiten de schoolmuren en kazernes zijn Turkse diplomaten en ministers ondertussen 32 Tulpia / jaargang 05 / nr 18

druk bezig de oude clichés te ontmantelen en een nieuwe buitenlandse politiek vorm te geven. De verrassende uraniumdeal die premier Erdoğan, samen met de Braziliaanse president Luiz Lula da Silva, in Teheran met Iran sloot is een sprekend voorbeeld van het nieuwe beleid. Het is zelfbewuster en minder eenzijdig pro het Westen zoals tijdens de Koude Oorlog. Turkije is voor het tweede jaar lid van de Veiligheidsraad en groeit in zijn rol als regionale grootmacht. Het land aan de Bosporus is een zwaargewicht aan het worden, mede gebaseerd op zijn toenemende economische macht. Het is nu de 17de economie in de wereld.

van Hamas in 2006. Premier Erdoğan stelde dat ‘geen moslim genocide kan plegen’ en leek daarmee de Soedanese leider Omar alBashir in bescherming te willen nemen. Bovendien kritiseerde Erdoğan de aanvallen van Turkije’s ‘strategische partner’ Israël op Gaza als ‘buitensporig geweld’, noemde hij Gaza een ‘concentratiekamp’ en liep hij demonstratief het podium af na een verbale aanvaring met president Peres tijdens het World Economic Forum. Daarnaast verbood Ankara Israëlische gevechtsjagers voor het eerst mee te doen aan Anatolian Eagle, een jaarlijkse NAVO-oefening


B

ij het zien van de nationale vlag moet menigeen een traantje wegpinken. Van de Europese tegenhanger – een cirkel van gouden sterren op een blauwe ondergrond – raken slechts weinigen van de kook. Eurocommis­ sarissen wellicht uitgezonderd. Met een warm gevoel van trots kijken veel Nederlanders naar de nationale driekleur als die bijvoorbeeld wordt gehesen bij de uitreiking van medailles op de Olympische Spelen. ‘Dat hebben wij achter onze dijken toch maar mooi weer geflikt’, lijkt de onderliggende gedachte. Ook in andere Europese landen maakt de eigen vlag emoties los. Duitsers sneuvelen liefst met de vlag in de hand voor ‘das Vaterland’; Fransen krijgen vochtige ogen bij de aanblik van hun tricolore en Britten plakken heel onderkoeld hun Union Jack op alles wat los en vast zit: van koffiemokken tot lichtgevende condooms. Voor één vlag lopen in Europa maar weinigen warm: die van het eigen Europa. Hoe komt dat toch? Ik kan maar één reden bedenken: de diepe kloof tussen het Europese erfgoed en de nieuwe bestuurlijke supranationale structuren. Als ik weer eens in Egypte ben, voel ik me altijd de hoogbeschaafde Europese Effendi, drager van een trotse oude cultuur met digitale televisie en combi­ natiewasdrogers. Terug in Nederland is ‘Europa’ plots gereduceerd tot een bestuursapparaat in Brussel en Straatsburg. Dat komt volgens mij door het ontbreken van enerzijds een herkenbaar Europees gezicht en anderzijds een gevoelsmatige band met de mensen die aan het Europese roer staan. Hoe dan ook: landelijke politici staan dichter bij de burger, dan welke prominente Euro­ pese bestuurder ook. Die kom je in het dagelijks leven ook nooit tegen, je kent vaak hun persoonlijke verhaal niet en in interviews gaat het alleen maar over hun missie en visie.

‘Europa moet persoonlijker worden’ Geheel onbegrijpelijk is het verschil in sentiment voor de nationale of Europese vlag dus ook weer niet. Wie niet voldoende duidelijk wordt gemaakt wat de ware economische, maar ook culturele, achtergrond van de Europese vlag is, trekt zich het liefst terug op eigen nationaal terrein; ja, soms zelfs in de eigen etnische groep. Dan heeft ‘Europa” plots niets meer met tradities en een gemeenschappelijk lot van doen; dan blijft er een lege bestuurlijke huls over. Juist in het zich afzet­ ten daartegen zien we een kracht ontstaan die de Europese cultuur sterker versnippert dan ooit en ‘lokaal’ maakt. Rembrandt is dan in de eerste plaats ‘van ons’ Hollanders en niet van hen; Erasmus is een Nederlander en geen Europees humanist. ‘Europa’ zou juist het gedachtegoed van Beethoven beter en duidelijker moe­ ten uitdragen: Alle Menschen werden Brüder’. Dat is een typisch Europees ideaal dat individuen en volkeren kan samenbinden, een ‘vlag’ waar we ons allemaal onder willen scharen. Wil ‘Europa’ ooit, zoals de Amerikanen zeggen, de hearts and minds van alle Europeanen winnen, dan moet ze eerst en vooral duidelijk maken dat ze een rechtstreeks uitvloeisel en de vrucht is van onze gezamenlijke geschiedenis. En helaas is juist geschiedenis al langere tijd op middelbare scholen een keuzevak, dat niemand die op een goede carrière mikt op zijn lijst zet. Europa moet dus persoonlijker worden, zodat de gewone burger op straat een emotio­ nele band gaat voelen met de Europese symbolen en de vlag!

Tulpia / jaargang 05 / nr 18 33

TULPIACOLUMN

EMOTIONELE BAND

BÉLA VAK / politicoloog

in Turkije sinds midden jaren ‘90. Allemaal bewijzen dat Turkije onder de AK-partij een ‘moralistische’ en ‘islamitische’ buitenlandse politiek voert, zo betoogt Soner Çagaptay van het Washington Institute for Near East Policy. Ahmet Davutoğlu, de Turkse minister van Buitenlandse Zaken, stelt met nadruk dat Turkije het Westen de rug niet toekeert. Samenwerking met de Verenigde Staten en lid worden van de EU zijn strategische pijlers van het buitenlandse beleid. Maar Turkije is meer assertief geworden en de belangen lopen niet altijd parallel. Davutoğlu is de architect van de heroriëntatie van het beleid dat hij samenvat met ‘geen problemen met de buren’. Daar komen opvallende initiatieven uit voort. Zoals de toenadering tot Armenië. Het aanhalen van de economische en diplomatieke banden met buurlanden als Syrië, Irak en Iran. Goed voor gasleveranties en voor de Turkse ondernemers. Tegen de zin van de generaals steunde premier Erdoğan in 2004 het Annan-plan voor een hereniging van Cyprus. En hij blijft er bij de nationalisten op Noord-Cyprus op aandringen dat onderhandelingen moeten doorgaan. Er is vooruitgang in de relatie ‘no war, no peace’ met aartsvijand Griekenland. Tijdens zijn bezoek aan Athene ondertekende Erdoğan in mei niet alleen 22 akkoorden, maar ook een symbolische wapenstilstand in het stadion waar de eerste Olympische Spelen werden gehouden. En vorige week sloten Rusland en Turkije diverse energie- en handelsakkoorden, onderdeel van een groeiende relatie die door president Medvedev werd omschreven als ‘een volwaardig strategisch partnerschap’. Het activisme van de Turkse diplomatie wordt verwelkomd door de Europese Unie, zoals blijkt uit de voortgangsrapportage die elk najaar wordt gepubliceerd. Goed nabuurschap is immers een van de pijlers van het EU-beleid. Het oplossen van de problemen met de buren gaat niet zonder problemen, zoals blijkt uit de moeizame toenadering tot Armenië. Vaak is het net als in de Osmaanse Mehter mars: twee stappen vooruit en een achteruit. Maar één ding staat vast: Turkije is niet is niet langer tevreden met de historische rol als brug tussen Oost en West. Vanaf nu wil het de spil zijn in de regio.


Expertise en betrouwbaarheid zijn onze instrumenten

ADA accountancy biedt u als ondernemer verschillende diensten aan voor een zeer lage prijs en verzorgt daarbij uw gehele administratie voor een all in-tarief. De diensten die ADA accountancy haar cliënt biedt zijn:

Bijhouden van de financiële administratie (sorteren en coderen van boekstukken, inboeken in boekhoudsysteem, controles, crediteuren, etc.) Exploitatie-overzicht (omzet-, kosten- en winstoverzicht) Opstellen van de jaarrekening Debiteurenbeheer Verzorgen aangifte omzet- en loonbelasting

Ada Accountancy T.T. Vasumweg 18 1033 SC Amsterdam Telefoon: 020-694 6600 Fax: 020-694 1800

Begeleiding van startende ondernemers Verzorgen van uw salarisadministratie Verzorgen van uw belastingaangifte Snelle en effectieve uitvoering van notariële zaken B.V.'s oprichten Eenmanszaken omzetten naar B.V. Taxeren/waarde bepalen van bedrijven Lid maken van brancheorganisaties zoals ABU, NBBU, SVU en VRO

Vestiging in Arnhem Broekstraat 32 6828 PZ Arnhem Telefoon: 026-3895377 Fax: 026-4437152

www.ada-accountancy.nl info@ada-accountancy.nl

Organogram Bestuur Feiten en cijfers Jaarverslag Transparantieverslag

Vestiging in Den Haag Zichtenburglaan 31-6 2544 EA Den Haag Telefoon: 070-4274357 Fax: 070-3638097


FOCUS tulpia focus wellust en gesneden komkommers / p. 36

tulpia focus turken willen graag pleasen / p. 41

oriëntalisme de versluierde blik op het oosten In West-Europa bestaan al heel lang stereotype beelden van het mysterieuze, Nabije Oosten. Die berusten groten­deels niet op eigen ervaringen, maar werden gevoed vanuit de literatuur. Vooroordelen en misverstanden waren het resultaat, maar soms ook scherpe observaties. We bespreken het verschijnsel “oriëntalisme”, zoeken naar de wortels er van en trachten er een verklaring voor te geven.

twee werelden een stad grieken verdwijnen nooit uit istanbul / p. 43

istanbul de slag om een nieuwe wereldstad / p. 48

reizen in het voetspoor van de prachtlievende: boeda / p. 56

Tulpia / jaargang 05 / nr 18 35


door FRANS JEURSEN

tulpia focus

W ellust...

en gesneden komkommers Oriëntalisme oftewel het dominante westerse beeld van het Oosten in culturele zin, zoals dat ontstond in de tweede helft van de 19de eeuw. Een verhandeling over visuele kunsten, stereotypen en schuimend overkokende fantasieën.

A

ls kind las ik niet alleen gretig de verhalen van Karl May over Winnetou en Old Shatterhand, maar ook diens ‘tweede reeks’ van vijftien delen. Die begon met het boek Kara Ben Nemsi, de held uit de woestijn oftewel Old Shatterhand in het Nabije Oosten. Niet toevallig kon je je als Nederlands kind in de verzuilde jaren vijftig goed vereenzelvigen met de superieure en diep christelijke Duitse reiziger die achter die naam schuil ging; al werd er in de avonturen­ verhalen altijd een warm plekje ingeruimd voor de o zo trouwe maar niet al te snuggere Arabier Hadji Halef Omar. Deze kleine en bijna baardloze ‘assistent’ van de Germaanse superman was echter slechts een ‘inlander’ en daarmee was in feite alles gezegd. Later leer je een en ander wat te relativeren, maar de smaak voor het sprookjesachtige en mysterieuze Nabije Oosten heb je dan al te pakken. Het niet eens zo verborgen, denigrerende waardeoordeel dat je meekreeg is 36 Tulpia / jaargang 05 / nr 18

hardnekkig, want je nam het onbewust over. Anderzijds droom je als puber al in stereotypen van bloedmooie vrouwen met glanzende stevige borsten in de harem van de sultan, bewaakt door wrede, zwarte en met scherpe kromzwaarden bewapende eunuchen. Deze odalisques rustten geheel naakt en even bevallig als uitgesproken wellustig, ja zogezegd hapklaar, aan de rand van grote waterbekkens waarin geurige lelies dreven. Ze hunkerden er bovendien in diepste wezen 24 uur per dag naar om zich te laten overweldigen en te nemen door de grote blanke ontdekkingsreiziger. Zoiets had ik immers al gelezen in de roman Aziyadé van de Franse literator, en Istanbul-bezoeker, Pierre Loti. In de 19de eeuw, en vooral in de tweede helft ervan toen het Europees kolonialisme hoogtij vierde, was de Oriënt een enorme hype. Reisboeken van stoutmoedige kerels die bijvoorbeeld in vermomming de heilige stad Mekka binnendrongen en uit de eerste hand van hun gevaarlijke avonturen verslag

deden, waren niet aan te slepen en in de Oriëntalistische schilderkunst nam het thema van het zwoele ‘Morgenland’ een hoge vlucht. Wat is nu eigenlijk oriëntalisme? De toonaangevende en politiek correcte definitie is nog altijd van de Palestijns-Amerikaanse auteur Edward Said. Die in 1978 in zijn boek Orientalism stelde dat westerse kunstenaars en wetenschappers een absolute scheidslijn wilden aanbrengen tussen het Westen en het Oosten en het Oosten wilden bombarderen tot de ‘Absolute Ander’. Met deze constructie probeerden de Oriëntalisten, vertelde hij hoofdredacteur Tuncay Çini­bulak in 1996 in Cardiff, de superioriteit van het Westen aan te tonen door de inferioriteit van het Oosten te accentueren. Ook trachtten ze het nietsontziende politiek en economisch imperialisme van de Europese kolonialen te legitimeren. Ook de schrijfster Rana Kabbani, auteur van Europese Mythen over de Orient, deelt die mening. Zij spreekt met nauwelijks onder-


Jean-Léon Gérôme, 1898. Het aansteken van de waterpijp

drukte woede over de diep gefrustreerde slechteriken en perverse racisten, die in Europa bepalend waren voor de beeldvorming. Wij zien hun standpunten echter als te veel bezield door al dan niet gerechtvaardigd postkoloniaal ressentiment. Volgens ons is er veeleer sprake van een universeel en eeuwenoud sociaal mechanisme. De strenge regels die een samenleving ordenen en bijeenhouden en het individu in het gareel, verzwakken immers met de toenemende afstand van het ideologische centrum. Al achtduizend jaar terug, in het beroemde epos Gilgamesh, blijken de hoofdpersoon en zijn ‘vriend’, de natuurmens Enkidu, ‘zomaar’ de vrije loop te geven aan hun driften, nadat ze de strak bestuurde stad Uruk hebben verlaten. Ze vermoorden zonder enige aanleiding of reden de reus Humbaba die in het cederbos woont. Verder weg van het centrum vallen moraal en ethiek totaal weg en krijgen primaire driften zoals geweld en seks de vrije teugel. Dat is dan

zowel angstaanjagend als uiterst aanlokkelijk. ‘Ver weg’ ontbreekt zelfs alle samenhang in de natuur, zodat middeleeuwse schrijvers konden dromen van landen, waar mensen zonder hoofd rondliepen met een gezicht in hun borstkast, en van streken, waar zomaar losse benen op eigen houtje rondhuppelden. In dat meer elementaire en minder politieke kader zien wij het verschijnsel van het oriëntalisme als een ‘uitlaatklep’, hoewel we niet willen ontkennen dat de specifieke ‘koloniale’ context ervan in de 19de eeuw daar heel goed bij aansloot. Ook de koloniën waren immers ‘ver weg’ en het toevluchtsoord bij uitstek voor alle excentriekelingen, schurken en mislukkelingen, die niet ‘pasten’ in de benauwend keurige – erger nog, Victoriaanse (!) – Westerse samenleving van de 19de eeuw. Anderzijds belichaamde de Oriënt dan ook weer een universeel menselijk ideaal van onbedorvenheid en zuiverheid van warmte en liefde met een intensiteit die in Europa ongekend was. Het Oosten was tegelijk ge-

‘Odalisques rustten naakt en even bevallig als wellustig aan de rand van grote waterbekkens’ degenereerd en ideaal. Mozart prees hemelhoog Bassa Selim, de nobele en grootmoedige heerser, in zijn opera Die Entführung aus dem Serail. Het Oosten was en bleef dus een plek van uitersten. In tegenstelling tot Edward Said kijken wij naar het oriëntalisme van de oude Grieken die het Oosten hemelhoog bewonderden om zijn diepe wijsheid en kennis, maar de walgelijke verwijfdheid van de Perzen verfoeiden terwijl ze die tegelijkertijd om hun erotische uitspattingen benijdden. Tulpia / jaargang 05 / nr 18 37


links Het Ottomaanse Rijk 1798-1923 rechts Mehmet II neemt Constantinopel in, geschilderd in 1876

De ambivalentie ten aanzien van het Oosten begon dus al vroeg. En dan was er de klassieke held Marcus Antonius, vriend van Julius Caesar en geslaagd veldheer. Hij verkeerde voortdurend in een spagaat tussen enerzijds de Severitas, het Romeinse plichtsgevoel, stabiliteit, verantwoordelijkheid en tucht en anderzijds de betoverende zinnelijke charmes van Cleopatra, het extreme lichamelijke genot en de maatschappelijke bandeloosheid. Marcus Antonius zegt in Shakespeare’s toneelstuk Anthony and Cleopatra: ‘Egypte’s sterke kluisters moet ik breken of dwaze liefde is mijn verderf’. Hij roept wanhopig: ‘O valse Egyptische wier boezem het hoogste doel mijns levens was’. En jawel, de onverenigbaarheid van beide polen lust en plicht, Oost en West leidt tot de smartelijke dood van beide geliefden. Uiteraard was noodlottige hartstocht voor latere generaties iets heerlijks om in te zwelgen. Trouwens, de net als de Romeinen moreel strenge, maar in tegenstelling tot die laatste beslist niet ‘koloniale’ joden, keken ten tijde van Jezus zelf met minachting en vrees naar de spreekwoordelijke Oosterse verleidster, de bloeddorstige en wrede Salome. Die voerde voor koning Herodes de uitzinnig erotische 38 Tulpia / jaargang 05 / nr 18

dans van de zeven sluiers op met als beloning het afgehakte hoofd van Johannes de Doper. Al lang voor de literaire en schilderkunstige rage van het oriëntalisme van de eind 19de eeuw verpersoonlijkte deze fatale vrouw voor veel Europeanen de alle morele wil brekende seksualiteit van het Oosten. De geheime verlokking daarvan werd keer op keer geschilderd door grote kunstenaars, van Caravaggio, Gustave Moreau, Franz von Stuck en Aubrey Beardsley tot Gustav Klimt. De befaamde Duitse componist Richard Strauss weidde zelfs een hele opera aan haar. En dan waren er de nog veel minder ‘koloniaal’ te noemen betrekkingen tussen Europa en Turkije van de 16de tot en met de 18de eeuw. In die dagen van de grote Europese ontdekkingsreizen raakte men steeds sterker gefascineerd door het exotische en werd de handel veel internationaler. De Ottomanen werden steeds minder gezien als een militaire bedreiging en het westen ontdekte meer en meer de Turkse koffie. Turkse interieurinrichting, kleding, ambachtelijke kunst en decoratie werden bij de elite, die wilde tonen een open geest te hebben, een middel zich te onderscheiden. Dit verschijnsel, dat vooral in het 18de-eeuwse Frankrijk sterk was en


Giulio Rosati: Haremdans

een voorloper vormde van het 19de-eeuwse oriëntalisme, noemde men Turquerie. De grote maar toch kille kracht van het westers rationalisme had immers een emotionele tegen­pool nodig. Belangrijke personen lieten zich portretteren in wijde gewaden, met kragen van hermelijn en met tulbanden op het hoofd. Men rookte, gehuld in Turkse kledij, Turkse tabak uit Turkse waterpijpen. De westerling wilde nu heel precies weten hoe de Oriënt eruitzag en de schilder Jean-Etienne Lyotard, die in 1738 met een Britse ambassadeur Turkije bezocht, beeldde dan ook in detail Turkse vrouwen af. Op het muzikale vlak en ingelast in opera’s fantaseerde men korte Turkse ‘loopjes’, want de echte Turkse muziek was zoals Mozart reeds opmerkte ‘pijnlijk voor de oren’. Dat brengt ons op een belangrijk aspect van het 19de-eeuwse oriëntalisme. Het was grotendeels een literaire beweging die werd ‘vertaald’ in de visuele kunsten en wel in taferelen waarin de nadruk lag op het kleurige spektakel. Vanaf 1704 kende men overal in Europa de vertaling door de Fransman Antoine Galland van de verhalen van Duizend en een nacht, maar zelfs invloedrijke briefschrijfsters als Lady Mary Montagu, echt­genote van de Britse

ambassadeur in Istanbul, geloofde, hoewel ze ter plekke woonde, dat ze waarheidsgetrouwe beschrijvingen waren. Omgekeerd leverde de Oriënt de dichters en romanschrijvers stijlfiguren op om een gesublimeerd en verheven beeld van de ‘meest verheven vorm van romantiek’ te schetsen in tegenstelling tot het ‘gereserveerde’ Westen. In het Oosten was alles mogelijk en Lady Montagu’s correspondentievriend Alexander Pope schreef zelfs dat daar ‘de komkommers gesneden worden geoogst’. Het beroemde schilderij De dood van Sar­danapalus van een van de meest befaamde Oriëntalisten, Eugène Delacroix, werd vervaardigd in 1827 voordat de kunstenaar ooit in het Oosten was geweest. Op het doek vindt men alle stereotypen van de ‘Europees geviseerde Oriënt. Die had hij echter ontleend aan Lord Byron’s populaire gedicht Europe’s Orient. Een oosterse wreedaard ligt op een bed met olifantskoppen en ziet emotieloos toe hoe zijn naakte concubines worden doodgestoken in smachtende houdingen van erotische overgave. De omgeving is ‘oosters’ weelderig, maar de vrouwen doen merkaardig ‘westers’ aan. De meeste afgebeelde vrouwen zouden Tsjerkessen kunnen

‘De grote, kille kracht van het westers rationalisme had een emotionele tegenpool nodig’

Tulpia / jaargang 05 / nr 18 39


Ingrès Grande Odalisque

‘De schrijvers Potgieter en Jacques Perk liepen rond met een Ottomaanse fez op het hoofd’ zijn en dus niet donker van huid. Zo zijn ze oosters maar niet afstotend ‘anders’ en ook keurig naar ‘Europese’ normen geproportioneerd. Ondanks het feit dat Delacroix later in 1832 Algiers bezocht, greep hij in 1860 nog voor thema’s terug op de vertellingen van Duizend en één nacht. Een andere grote kunstenaar, Dominique Ingres, schilderde in 1814 reeds het arche­ type van de odalisque, de haremdame, zonder ooit een voet in het Oosten te zetten. Hij werd geïnspireerd door de brieven van Lady Montagu. Bij Ingrès kookt de fantasie schuimend over; het vrouwenlichaam is sterk en onnatuurlijk verlengd, maar werd wel een dominante icoon van de tijd. Het Bain Turc, van dezelfde schilder, is eigenlijk nog typerender 40 Tulpia / jaargang 05 / nr 18

voor het genre. De ronde vorm van de afbeelding maakt de kijker een voyeur die door het sleutelgat loert, ja en daadwerkelijk baden doet hier bijna niemand. Het is een ophoping van warme, licht bezwete borsten, buiken en dijen. Maar liefst 26 vrouwen die lui liggen te niksen, want oh ja, de oosterse vrouw is niet alleen duivels sluw, wispelturig, een toverkol, een heks en liederlijk tot op het bot, maar ook aartslui. Dat sloot goed aan bij het beeld van de oosterse man die niets deed dan lanter­ fanten, roken en sadistische spelletjes bedenken, zo heel anders dan de hard werkende en oprechte Franse en Britse bourgeois. Maar laten we niet overdrijven. De hang naar het Oosten kwam bij veel westerlingen niet slechts voort uit een hang naar fysieke wellust, maar werd ook geboren uit diepe religieuze en ethische gevoelens. Men reisde naar het Oosten om de realiteit van de Heilige Schrift te reconstrueren en zo kon het gebeuren dat de bekende Nederlandse Bijbel­illustrator J.H. Isings (1884-1977) Jezus afbeeldde met een Arabische hoofddoek. Ook hier achter de dijken sloeg het literaire oriëntalisme toe. Diverse Nederlandse dichters apprecieerden de Arabische poëzie als de uiting van de rijke, maar primitieve traditie van een sympathiek

en onbedorven natuurvolk. De schrijvers Potgieter en Jacques Perk liepen rond met een Ottomaanse fez op het hoofd en de schilder Marius Bauer werd beroemd met zijn taferelen van de sensuele Oriënt. Alles natuurlijk ook om deze verre, eigenlijk tijdloze en pittoreske wereld te contrasteren met Nederland als ‘morele natie’. Toch is er ook nog een andere positieve zijde aan het Europese oriëntalisme. Het is niet alleen een document en een spiegel van verdrukt menselijk verlangen. Niet alles was stereotype en verhitte verbeelding. Ali Can Ertug, de senior vicepresident van Sotheby’s, het grote veilinghuis, zei onlangs: “Bepaalde afbeeldingen eren mij als Turk, ze bevatten belangrijke historische documentatie over mijn erfgoed dat deels verloren is. Ik vind de oprechte belangstelling van veel Oriënta­ listen en hun soms heel accurate observaties vleiend en waardevol.” Met name de werken van schilders als Rudolf Ernst, John Frederic Lewis en Jean-Léon Gérôme doorstaan de toets der kritiek, maar ook panorama’s van de Bosporus die er nu heel anders uitzien. Misschien hoog tijd voor een herwaardering van een culturele stroming en voor een meer genuanceerd beeld ervan.


tulpia focus door JOHN DE GRAAFF  fotografie Slawomira Kosiniec

Ronald de Bruijn

“ Turken...

willen graag pleasen” Verwachtingen sluiten zelden aan bij de werkelijkheid. Daar kunnen Mark Schütz en Ronald de Bruijn over meepraten. De Nederlanders leven sinds kort in Istanbul.

B

eiden moesten hun beeld met betrekking tot het leven in Turkije scherp bijstellen, toen ze in de culturele en economische hoofdstad van Turkije terechtkwamen. De percepties die ze van thuis meekregen, botsten met de realiteit zodra ze in de stad arriveerden en het leven in de metropool beter leerden kennen. Mark Schütz (26), derdejaarsstudent communicatie aan de Hogeschool Zeeland in Vlissingen, woont sinds begin februari

in Istanbul. Als Erasmus-student mag hij er een semester studeren. “Ik heb voor deze stad gekozen, omdat ik van cultuur en geschiedenis houd”, aldus Mark. “Ik kon ook naar een van de landen in de Europese Unie, maar ik wilde per se naar een islamitisch land. Uit nieuwsgierigheid en om mezelf te confronteren met mijn eigen opvattingen over Turkije en de islam. Daarnaast is Istanbul goedkoper dan andere steden, dat was een bijkomende reden.”

In het begin probeerde hij bewust zijn vooroordelen weg te drukken. Het bleek echter dat hij rationeel anders in elkaar zat dan emotioneel. “Toen ik in de eerste dagen op straat liep, dacht ik ‘ze zien me als een rijke westerling; de zakkenrollers zullen me zeker zien als doelwit’. Dat was ook de reden dat ik in de eerste week mijn laptop niet durfde mee te nemen naar de Kadir Has universiteit in Fatih, het oude deel van de stad. Ik voelde me in die begindagen alleen in deze miljoenenstad.” Tulpia / jaargang 05 / nr 18 41


Mark Schütz

Hij realiseerde zich dat zijn opvattingen over landen met een moslimmeerderheid waren beïnvloed door de berichtgeving in Nederland en het politieke debat over minder­ heden, integratie en de islam. “De aanslagen van 9/11 op New York en Washington zijn gekoppeld aan het terrorisme van al-Qaeda, en die club wordt weer gelijkgesteld aan de islam. Dan ben je toch geneigd negatief te denken over de islam en de moslims. Ik ben echter heel verbaasd over de vriendelijkheid van de mensen. Hoe modern het hier is. Studenten kleden zich hip. De universiteit ziet er mooier uit dan mijn hogeschool. De meeste docenten hebben in Amerika gestudeerd. Veel studenten zijn heel erg op Amerika gericht. Zo vinden ze het bijvoorbeeld vreselijk dat er een Turkse versie is van MTV, omdat ze die een slechte kopie vinden van het echte MTV. De paradox is echter dat studenten op Istiklal Caddesi protesteren tegen Amerika, maar dat velen ondertussen naar de Verenigde Staten willen om daar verder te gaan studeren.” Turkije lijkt volgens hem nog in een ander opzicht heel erg op Amerika. De kloof tussen arm en rijk is er veel groter dan in Nederland. “Op de Galatabrug zie je van die rammelbakken, nog net geen Trabant. En vlak daarachter een Porsche Cayenne.” Ook voor Ronald de Bruijn kwamen de percepties, die hij vanuit Nederland had meegenomen, niet uit. “Ik dacht dat er alleen vrouwen met hoofddoekjes zouden zijn. Dat alle mannen snorren zouden hebben. En dat alle leidinggevenden een speldje met de beeltenis van Atatürk op hun revers zouden hebben. 42 Tulpia / jaargang 05 / nr 18

Geen van die vooroordelen bleek te kloppen.” De Bruijn is mededirecteur van Adversite­ ment, een web- and mobile site optimization consultancy bureau in Nederland, dat is gespecialiseerd in web analytics en eMarketing intelligence voor online marketingacties. “Met een team van gecertificeerde specialisten helpen wij organisaties zoals Vodafone, Funda, Ditzo en Bol.com.” Hij studeerde aan de Universiteit van Amsterdam en was senior consultant bij het Haagse advies- en ingenieursbureau Tebodin. Zijn belangstelling gaat uit naar innovatie, mensen en culturen, vooruitgang, boeken en nieuwe dingen leren. Daarom vertrok hij naar Rusland om er in Moskou voor het Nederlandse bedrijf Kappa Packaging een verpakkingsfabriek voor golfkarton op te zetten. Toen dat avontuur achter de rug was, kwam een jaar geleden Istanbul op zijn pad. Een stad en een cultuur vol verrassingen. “Als je bij mensen thuis komt, worden alle registers opengetrokken, van hartelijkheid en gastvrijheid. Echt fantastisch. Maar afspraken nakomen vinden ze moeilijk en je moet vaak lang op je geld wachten en er achter­aan gaan.” Opvallend vindt hij ook de hiërarchie. “Daardoor duurt het in de meeste bedrijven veel langer voor er beslissingen worden genomen. Er is een gebrek aan zelfvertrouwen, waarschijnlijk veroorzaakt door die strakke hiërarchie. Organisatorisch zit het anders in elkaar. Dat ligt aan de cultuur. Dat ligt ook aan het onderwijssysteem. Mensen worden niet gestimuleerd om na te denken, maar

om feiten uit het hoofd te leren en te reproduceren. Vragen stellen in het onderwijs wordt niet gewaardeerd. Het wordt ze met de paplepel ingegoten dat ze dienen te luisteren naar de docent. Dat gaat zo door tot op de universiteit en in het bedrijfsleven.”

‘Het geld brandt Turken in de hand’ Turken werken allemaal erg hard en hebben een veel langere werkweek dan gemiddeld in de Europese Unie. “Maar dat harde werken is om hun inefficiënte manier van werken te compenseren”, aldus De Bruijn. Mediterraan noemt hij de levensstijl van de Turken. “Ze leven van dag tot dag. Het geld brandt in de hand. Sparen doen ze niet. Ze zijn erg statusgericht. Mensen in een bar of restaurant trakteren, vinden ze belangrijk, ook al hebben ze weinig geld. Dure merkkleding, dikke auto’s, sierraden. Dat werkt allemaal statusverhogend. Ook de plek van je huis is van belang; men ontleent daar status aan.” Aan de andere kant is hij erg onder de indruk van de dienstverlening in Turkije. “De servicegerichtheid zit de Turken in de genen. Die is, onder meer in restaurants, top. Turken zijn confrontatiemijdend. Ze willen graag anderen pleasen. Juist door al deze omstandigheden biedt Turkije een gevarieerd leven en enorme kansen in het bedrijfsleven. Mits je ermee om weet te gaan.”


TWEE WERELDEN ÉÉN STAD

De Griekse cultuur en de Griekse minderheid worden in Istanbul met uitsterven bedreigd. Leefden er kort na de Eerste Wereldoorlog nog 130.000 Grieken in de stad, vandaag de dag zijn het er nog slechts 2200. Maar een ommekeer is aanstaande. “Zodra Turkije lid wordt van de EU, komt er vrij verkeer van personen en kunnen steeds meer Grieken zich hier vestigen.”

T

urken kijken verrast op als ze een stoet gekostumeerde en dansende feestgangers voorbij zien trekken in hartje Istanbul. De vrolijke muziek uit klarinet, trekharmonica en viool klinkt vertrouwd, zoals in de oude Griekse en Armeense taveernes van Beyoğlu, maar de kleurrijke, fantasierijke kledij trekt de aandacht, want dit is het enige carnaval ter wereld in een islamitisch land. Een vrouw met een mes door haar hoofd danst met twee mannen: de een is verkleed als oliesjeik, de ander als Einstein. Een vrouw met krulspelden, een XL-boezem en een uitpuilend achterwerk probeert haar echtgenoot met een deegroller tot de orde te roepen. En een man met een half opengeknipte afvalemmer als hoofddeksel vraagt aandacht met het opschrift: Don’t ignore me because I’m rubbish. De kleine stoet van Grieken, Turken en Armeniërs – amper honderd deelnemers – krijgt instemmend applaus van buurt­bewoners en voorbijgangers in de wijk Kurtuluş. Ook dat is bijzonder, want Turkse media en nationalistische politici schilderen de christelijke Grieken en Armeniërs graag af als vijanden

van de Turkse staat. De organisatoren van het zogeheten Tatavla-carnaval hebben bewust geen publiciteit gezocht. “Omdat we niet wilden dat ons feest verstoord zou worden,” zegt Hüseyin Irmak. “Ons enige doel is mensen te herinneren aan een cultuur die dreigt te verdwijnen.” De Griekse cultuur en de Griekse minder­heid worden inderdaad met uitsterven bedreigd. Voor de Eerste Wereldoorlog woonden er ruim 1,5 miljoen Grieken in Anatolië, Istanbul en Thracië onder het gezag van de sultans. Zeker 180.000 van de 850.000 inwoners van Istanbul waren Grieken. Een kleine minderheid van hen had de Griekse nationaliteit. De meeste families waren de zogeheten Rum, Grieken die waren geboren in wat nu Turkije is en er al ontelbare generaties leefden. De drie belangrijkste keerpunten in de relatie tussen de Turkse moslims en de christelijke Grieken waren de verovering van de Byzantijnse stad Constantinopel, de vrijheidsoorlog van de Grieken tegen de Osmaanse overheersing (1821-1828) en de Turkse onafhankelijkheidsoorlog tegen het Griekse bezettingsleger in het westen van

Anatolië (1921-1922). De Grieken hadden altijd gedroomd van een herstel van Byzantijns Griekenland en dus een herovering van Constantinopel en Anatolië. Die droom leek na de Eerste Wereldoorlog uit te komen. Griekenland verwierf westelijk Thracië van Bulgarije. Het vredesverdrag van Sèvres (1920) met Turkije bepaalde dat Griekenland Europees Turkije – zonder Constantinopel – en Smyrna (het latere Izmir) zou verkrijgen. De Turkse nationalisten onder leiding van generaal Mustafa Kemal weigerden het verdrag te ratificeren en trokken ten strijde tegen de Griekse invasietroepen, die Ankara naderden. Het Turkse volksleger verdreef alle Griekse troepen. Met het Verdrag van Lausanne (1923) was de droom van een Griekse expansie in Anatolië vervlogen. Het betekende het einde van de Griekse aan­ wezigheid in de stad Izmir (Smyrna) en de rest van het nieuwe Turkije – met uitzondering van Istanbul – en van de Egeïsche eilanden Imbros en Tenedos. Er werd besloten tot een bevolkingsruil. Ruim een miljoen Grieken in Turkije werden gedwongen te vertrekken naar Griekenland. In ruil daarvoor haalden de Turken hun Tulpia / jaargang 05 / nr 18 43

door onze correspondent in Istanbul MARC GUILLET  fotografie SLAWOMIRA KOZIENIEC

istanbul

“Grieken zullen nooit uit Istanbul verdwijnen”


Griekse priester geeft brood

volksgenoten weg uit de stad Saloniki en uit Macedonië. Met het Verdrag van Lausanne werd de eerste etnische zuivering in de twintigste eeuw goedgekeurd. In 1923 waren er nog 130.000 Grieken in het kosmopolitische Istanbul. Een op de zes inwoners was toen Grieks. Door intimidatie, bureaucratische pesterijen, deportaties en een pogrom in 1955 daalde het aantal Grieken gestaag. “Inmiddels zijn er nog amper 2200 Grieken over. En dat zijn voor het overgrote deel 50-plussers,” constateert priester Dositheos Anağnostopulos, de woord­voerder van de oecumenische patriarch Bartholomeus I. Dat de Griekse minderheid met uitsterven wordt bedreigd, is goed te zien in Fener, de oude volkswijk waar het Grieks-orthodoxe patriarchaat is gevestigd. Tot 1955 was dit een welvarende wijk met mooie herenhuizen waar veel Griekse kooplieden, artsen, advocaten, docenten, taveerne-eigenaars, makelaars, apothekers en andere vaklieden woonden. Op 6 en 7 september 1955 trokken door Turkse media opgehitste nationalisten door de wijk en sloegen alles wat van nietmoslims was kort en klein. Bij de antichristelijke rellen werden circa tien Grieken vermoord. In deze wijk en in Beyoğlu, aan de overkant van de Gouden Hoorn, werden meer dan duizend huizen, vijfduizend winkels, 44 Tulpia / jaargang 05 / nr 18

73 kerken, 23 scholen en twee begraafplaatsen geplunderd, in brand gestoken en vernield. Duizenden Grieken sloegen op de vlucht en zochten een veilig heenkomen en een nieuw bestaan in Griekenland, Canada en de Verenigde Staten. Als ik door Fener loop, zie ik overal nog littekens van de lawine van haat die deze wijk toen overspoelde. Talloze huizen met geblakerde gevels, kozijnen zonder ramen, halve ruïnes met veel onkruid. Veel andere huizen zijn verwaarloosd. Deze welvarende wijk is een rafelrand van de stad geworden, waar arme migranten van het platteland zijn neergestreken. “Er wonen in deze wijk geen Grieken meer,” zegt Anağnostopulos. In de Grieks-orthodoxe kerken is treurig­ heid ook troef. In de fraai gerestaureerde Aya Triada (1905) in de wijk Kadıköy bijvoorbeeld. Het is de grootste van de vijf Grieksorthodoxe kerken in deze Aziatische wijk van Istanbul, waar aan het begin van de vorige eeuw moslims nog in de minderheid waren. Grieken (26 procent), Armeniërs (26 procent) en Joden (4 procent) woonden vreedzaam samen met hun moslimburen. Tijdens de zondagsdienst die ik in de Aya Triada bijwoon, zijn er welgeteld 28 gelovigen, voor het merendeel vrouwen. “Er waren maar acht Grieken in de kerk,” zegt George Stefanopoulos na afloop. “De andere twintig

vrouwen waren orthodoxe christenen uit Georgië, Roemenië en Oekraïne, die hier werken als huishoudsters.” De voor­zitter van de tot driehonderd zielen gekrompen Griekse gemeenschap in Kadıköy lacht als hij zegt: “Ik ben nu 66 en de jongste van de Grieken hier.” Stefanopoulos is, in tegenstelling to veel andere Grieken, niet bang om te praten over de problemen die de Griekse minderheid heeft. Hij was docent wiskunde aan de Boğaziçi universiteit en is nu hoofd van zijn faculteit aan de Işik universiteit. Discriminatie, intolerantie en bureaucratische pesterijen die de vrijheid van godsdienst in de praktijk aan banden leggen, komen nog steeds voor, hoewel er vrijwel geen Grieken meer zijn. “De Turkse staat heeft sinds 1923 veel geld en bezittingen van de Grieken gestolen. En dat gaat nog steeds door. Eigendommen, scholen en winkels worden van onze stichtingen gestolen. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens heeft ons herhaaldelijk in het gelijk gesteld.” Toestemming wordt geweigerd om repa­ raties aan kerken te verrichten, zoals de Aya Yorgi, die tijdens de aardbeving van 1999 zwaar werd beschadigd. En er worden ook moedwillig vernielingen aangericht aan eigen­­ dommen van de Grieks-orthodoxe Kerk. Zo gooiden Turkse ambtenaren op 13 november 2007 alle ruiten in van een klooster op een van


Grieks carnaval

de Prinseneilanden voor de kust van Istanbul. Daarnaast vernielden ze de sponningen en gooiden ze alle dakpannen kapot, omdat, zo zeiden ze, er geen vergunning was voor de renovatie.

‘Ons enige doel is mensen te herinneren aan een cultuur die dreigt te verdwijnen’ “Onze gemeenschap kon sinds de Turkse verovering van Constantinopel in 1453 zijn identiteit behouden door onze eigen kerken en scholen, door vast te houden aan onze godsdienst en taal,” stelt Stefanopoulos. “Maar sinds het begin van de moderne Turkse republiek in 1923 worden we systematisch gediscrimineerd en verjaagd. Wij voelen ons gegijzelden in ons eigen land. Wij hebben de Turkse nationaliteit. We zijn hier geboren, betalen onze belastingen, vervullen onze dienstplicht en voldoen aan alle andere verplichtingen die ook andere Turkse burgers hebben. Volgens het Verdrag van Lausanne zijn wij een beschermde minderheid. Deson-

danks worden we behandeld als tweederangs­ burgers. We hebben geen gelijke rechten. Turkse burgers van Griekse afkomst (Rum) kunnen geen rechter worden, geen officier van justitie of generaal.” Patriarch Bartholomeus verzuchtte in december in het Amerikaanse tv-programma ‘60 Minutes’ dat hij en andere Griekse christenen zich ‘soms gekruisigd voelen’ door het beleid van de Turkse overheid. Hij heeft alle problemen – zoals de weigering om het sinds 1971 gesloten Grieks-orthodoxe theologische seminarie op het eiland Heybeliada te heropenen – herhaaldelijk voorgelegd aan premier Erdoğan en andere ministers, maar slechts vage antwoorden gekregen. “Desondanks willen we hier blijven,” zo benadrukte de patriarch. Dat is ook de mening van Michael Vasiliadis, hoofdredacteur van het Griekse dagblad Apoyevmatini in Istanbul. “De Rum, de Griekse minderheid in Istanbul, zal nooit uitsterven. Ik voorzie een wedergeboorte.” Als ik vraag waar zijn optimisme op is gestoeld zegt hij: “Rum zijn hier al meer dan tweeduizend jaar. Het klopt dat de overgrote meerderheid van de Grieken, die hier is geboren, oud is. Maar door de ontspanning tussen Griekenland en Turkije en het huidige neoliberale economische beleid komen er steeds meer Grieken naar Istanbul om hier

te werken en te studeren. De afgelopen vijf jaar zijn er 150 Grieken naar hier gekomen. Ze komen met de bedoeling om een jaar te blijven, maar velen vinden het hier zo leuk dat ze hier blijven. Er zijn hier veel meer kansen dan in Griekenland. Er worden op de universiteiten veel vriendschappen gesloten tussen Turkse en Griekse studenten, dat zie ik aan mijn zoon Minas. Die is nu actief bij het pas opgerichte radiostation ‘Nor Radio’. Hij verzorgt elke dinsdag en donderdag een uitzending van anderhalf uur in het Grieks. Het station zendt ook uit in het Turks, Arabisch, Koerdisch, Armeens en Laz. Dit is een van de tekenen van de nieuwe tolerantie die begint op te bloeien. Het feit dat het oude Tatavla-carnaval nieuw leven wordt ingeblazen, is ook zo’n signaal dat er sprake is van een nieuwe vitaliteit en samenwerking tussen Grieken en Turken op plaatselijk niveau. Bovendien is Turkije als kandidaat lidstaat van de Europese Unie verplicht om zich te houden aan allerlei verplichtingen op het gebied van mensenrechten. Daarom zijn wij de grootste voorstanders van het lidmaatschap van Turkije van de Europese Unie. Zodra Turkije lid wordt, komt er vrij verkeer van personen en kunnen steeds meer Grieken zich hier vestigen.”

Tulpia / jaargang 05 / nr 18 45


Ankina Kalรงiyan (links) en Rita Erkiyan


De 60.000 Armeniërs in Istanbul zijn over het algemeen goed opgeleid, trots op hun cultuur en ze weten wat ze willen. De Armeniërs leven in vrede met de Turken, maar in het dagelijkse leven worden ze er soms nog aan herinnerd dat ze anders zijn.

R

ita Erkiyan (56) drinkt bij haar beste vriendin Ankine Kalçiyan (57) haar dagelijkse kopje koffie. Ankine woont in Osmanbey, een wijk met veel Armeniërs. Ze kennen elkaar al sinds hun kindertijd. Onderling praten de dames Armeens, maar terwijl de koffie wordt ingeschonken, switchen ze naar het Turks en beginnen ze, met een klein accent, te vertellen. “We hebben op dezelfde Armeense basisschool gezeten”, vertelt Rita, een gepensioneerde bankmedewerkster. “Daar hebben we elkaar ontmoet. De meeste Armeniërs in Istanbul plaatsen de kinderen op een Armeense basisschool. Zo leren ze de taal spreken, krijgen ze de cultuur mee en maken ze vrienden.” “Op de Armeense scholen wordt veel aandacht besteed aan talen, waardoor vele Armeniërs meerdere talen vloeiend spreken, vooral Engels en Frans”, voegt Ankine toe. “Zo hebben onze kinderen, wat taal betreft, vaak een voorsprong op de Turken als ze op zoek gaan naar een baan.” De Armeniërs in Istanbul zijn over het algemeen hoog opgeleid; velen hebben een eigen zaak. Het juweliersvak is zeer populair bij de oudere generatie en je treft bijvoorbeeld in de Grand Bazaar nog steeds veel Armeniërs, die toeristen proberen te overtuigen om sieraden te kopen. Net als bij de Turken heerst het gevoel van ons kent ons nog erg sterk. Ze werken graag samen en lossen problemen onderling op. Rita draagt een ketting. Ze pakt de hanger beet en laat die zien. “Ik heb altijd een

kruis om mijn nek hangen, maar ik loop met mijn afkomst of religie niet te koop. Het liefst zeg ik er niks over en op straat praat ik alleen Turks. Het is niet zo dat ik mezelf wil verstoppen, maar er zijn nog steeds een hoop Turken die niets van Armeniërs moeten hebben. Ook al voel ik me volledig in vrede met de Turken, soms gebeuren er dingen waardoor ik me weer bewust wordt van mijn afkomst. Toen ik nog werkte en de banken werden gesloten omdat het Suikerfeest was, vonden sommige collega's het onterecht dat ik ook vrij had, omdat ik als christen toch geen Suikerfeest vierde.”

‘Op een gegeven moment zal het verleden niet meer uitmaken’ Ankine, die altijd huisvrouw is geweest, heeft geen negatieve ervaringen. “Wat ik wel merk is dat de Turken en Armeniërs weinig van elkaar weten. Zo liet een van de grote nieuwszenders op de televisie een item zien over carnaval. Het nieuwsbulletin meldde dat de christenen carnaval vieren, omdat de lente was aangebroken, terwijl de echte reden het begin van de christelijke vasten­ periode was. Er wordt me ook gevraagd waar ik vandaan kom. Maar ik was hier al. Ik kom nergens vandaan. Waarschijnlijk weet ik zelf ook te weinig over de Turken en ik hoop dat

dat bij de jongere generatie verandert.” Verandering klinkt goed, maar bepaalde culturele aspecten blijven zo belangrijk dat er waarschijnlijk meer nodig is dan tijd alleen. Zo zijn de kinderen van Rita en Ankine ook naar een Armeense basisschool gestuurd en de kleindochter van Rita eveneens. Zo komen de kinderen pas op 12-jarige leeftijd, ook al spreken ze perfect Turks, echt met Turkse leeftijdsgenoten in contact. Het geloof speelt een belangrijke rol in die keuze. “Als we onze kinderen niet naar Armeense basisscholen sturen”, stelt Akina, “dan krijgen ze niks meer van ons geloof mee. In Istanbul zijn er een hoop kerken en wij bezoeken ze vaak. Ik voel me thuis in alle kerken en ik wil dat mijn kinderen dat meekrijgen.” Op de vraag of ze veel contact hebben met andere Armeniërs, antwoorden ze in koor 'nee'. “Het is niet meer zoals vroeger”, vertelt Rita. “Er zijn ook steeds minder Armeniërs. Veel van onze vrienden zijn vertrokken naar Amerika of Frankrijk. Na de moord op Hrant Dink (de Turkse journalist van Armeense afkomst werd in januari 2007 in Istanbul op straat doodgeschoten, red.) zijn er nog meer weggegaan. Vooral de hoogopgeleiden vertrekken naar een ander land. De huidige generatie is heel anders. Op een gegeven moment zal het verleden niet meer uitmaken. Dat merken we bij onze kinderen al.” Ankina slaakt een zucht en staat op om koffie te halen. Op weg naar de keuken zegt ze: “Wij zijn Armeniërs geweest in stilte. Ik hoop dat onze kleinkinderen van de daken kunnen roepen dat ze Armeens zijn.” Tulpia / jaargang 05 / nr 18 47

tekst en beeld SUNA FLORET

De Armeniërs lijden in stilte

istanbul

TWEE WERELDEN ÉÉN STAD


door frans jeursen

istanbul

TWEE WERELDEN ÉÉN STAD

De slag om een nieuwe Na een belegering van 53 dagen valt op 29 mei 1453 Constantinopel in handen van Turkse strijders. Istanbul is geboren. Maar de priester met de gouden kelk is sindsdien nooit meer verschenen.

D

e Byzantijnse keizer Constantijn XI wordt in het najaar van 1452 benaderd door een Hongaar. Deze Urban biedt aan reuzenkanonnen voor hem te gieten. Jammer genoeg is zijn prijs te hoog en bovendien hebben de Byzantijnen niet de juiste materialen om het geschut goed te laten werken. Urban loopt direct over naar de aartsvijand, sultan Mehmet II, die hem met open armen ontvangt. Vervolgens trekt de Turkse vorst maandenlang kalm en methodisch troepen uit zijn rijk samen. Op paasmaandag 2 april 1453 verschijnen die – vergezeld van groepen fanatieke derwisjen – onder de reusachtige muren van de bedreigde wereldstad Constantinopel. Zo’n 200.000 aanvallers staan tegenover een schamele 10.000 ver­dedigers, onder wie 3000 Italianen uit Venetië en Genua. De Genuees Giovanni Giustiani Longo is van hen de meest prominente. Hij is keizer Constantijn XI spontaan te hulp gekomen met een privélegertje 48 Tulpia / jaargang 05 / nr 18

van 700 man. Van de machtige Europese vorsten die door Constantijn onophoudelijk om hulp zijn gevraagd, steekt niemand ook maar een vinger uit om de medechristenen aan de Bosporus te verdedigen tegen het gevaar uit het oosten. Als de sultan zich op 5 mei bij zijn leger voegt en zijn tenten laat opslaan tegenover de Romanuspoort, waar de stadsmuren uit een driedubbele fortificatie bestaan, begint het artilleriebombardement bijna direct, onder meer met… het kanon van Urban. Acht ton zwaar is het, acht meter lang en het kan projectielen afvuren van 700 kilo. Het wordt in positie gesleept door zestig ossen en tweehonderd man. Het ding is zo log en kolossaal dat het slechts zeven keer per dag kan worden afgevuurd, maar het resultaat mag er steeds zijn. Elke keer worden grote bressen in de muren geslagen. Maar door de lange tussenpozen – nodig voor het herladen – weten de toegesnelde Byzantijnse mannen en vrouwen

de gaten met puin te dichten. De strijd golft wekenlang heen en weer en uiteindelijk laten veel Turkse commandanten de moed zakken. Het zal nooit lukken. De sultan besluit tot een laatste poging. Op 24 mei 1453 zijn er binnen de stadsmuren onheilspellende voortekenen over een goede afloop. Het is volle maan, maar dan volgt plots een maansverduistering van drie uur. Keizer Constantijn geeft priesters opdracht de icoon van de moeder Gods in processie door de stad rond te dragen. Dezelfde icoon viel echter tot ieders afgrijzen uit zijn houder en op dat moment barst een wolkbreuk los van regen en hagel. De volgende dag hangt er een dichte mist die pas tegen de avond optrekt. Dan verschijnt er een mysterieus lichtschijnsel, dat van de fundamenten van de Aya Sophia omhoog kruipt naar het grote vergulde kruis op de top van de koepel. Ook de Turken in hun kamp buiten de muren nemen dit angstaanjagende fenomeen waar.


linkerpagina De oude stadsmuren van Constantinopel boven Constantinopel, afgebeeld in de kroniek van Neuremberg

wereldstad Maandag 28 mei, de 52ste dag van de belegering, stopt het aanhoudende bombardement en hangt er een diepe stilte. De sultan heeft een rustdag bevolen, voorafgaand aan de grote laatste aanval. De Byzantijnen beseffen dat het beslissende moment nabij is. In de stad leidt de keizer zelf een processie met iconen en relikwieën en die laat hij zelfs ook over de stadsmuren ronddragen. Dan spreekt hij de verzamelde troepen toe: “Dieren rennen weg voor dieren, maar jullie zijn mannen met een dapper hart en jullie zullen deze stomme bruten tegenhouden, en jullie zwaarden en speren in ze stoten, zodat ze weten dat ze niet vechten tegen hun eigen soort maar tegen de meesters van dieren.” ’s Avonds dromt de bevolking van Constantinopel spontaan samen in de grote kathedraal, de Aya Sophia, om te bidden. De keizer keert terug naar zijn paleis in Blachernae, neemt warm afscheid van zijn huishouding en rijdt te paard naar de muren voor een laatste inspectie. De beslissende aanval begint in de vroege morgen van 29 mei met tromgeroffel en trompet­geschal. Strijdkreten vullen de lucht. Rij na rij bestormen de Turkse troepen het zwakke punt in de muren bij de Romanuspoort, maar schouder aan schouder vechtend weten de keizer en de Genuese

krijgsheer Giustiani en hun mannen steeds weer de vijand terug te drijven. Dan treden de beter getrainde Anatolische troepen van Ishak Pasha aan. Ook de tweede Turkse golf loopt echter stuk op de gepantserde formaties van verdedigers en hun schijnbaar ondoordringbare muur van schilden en speren. Giustiani heeft al zes uur lang hard gevochten en iedereen put moed uit deze bijzondere prestatie. Maar vlak voor het aanbreken van de dageraad raakt hij zwaar gewond. De keizer vraagt hem op zijn post te blijven, maar de Italiaan is te zwak om door te vechten en zijn mannen dragen hem weg naar zijn schip. Als ze hun commandant zien verdwijnen, zinkt de Genuezen de moed in de schoenen en trekken ze zich terug uit de strijd. De verdediging van Constantinopel wankelt, en de Janitsaren, de Turkse keurtroepen, zien hun kans. Weldra beheersen ze de buitenmuur en de binnenmuur. Tegelijk komen 50 Turken de stad binnen door een klein deurtje (kerkoporta), dat zomaar open blijkt te staan. Ze beklimmen de toren boven het poortje en Ulubatli Hasan hijst als eerste de Ottomaanse vlag. Zijn kreten en die van zijn medestrijders lokken andere belegeraars in groten getale. Zij klimmen over de bressen die de kanonnen in de muren hebben geslagen en stormen naar binnen.

Nu ziet de keizer, die na het verdwijnen van Giustiani alleen de verdediging moet leiden, dat alles verloren is. Hij legt kalm en rustig zijn tekenen van keizerlijke waardigheid af en stort zich met enkele getrouwen en met geheven zwaard in het strijdgewoel. Constantijn XI Paleologus, laatste der Romeinse keizers, sterft als een anoniem soldaat en nooit is er meer een spoor van hem teruggevonden. Constantinopel is gevallen en wordt zoals in die dagen gebruikelijk intensief geplunderd en verwoest. Het verhaal gaat dat op het moment dat de Turkse strijders de Aya Sophia binnendringen de in ceremonieel gewaad gestoken priester, die net de mis opdraagt, zich met de gouden kelk in de hand omdraait, ‘in’ de muur stapt en verdwijnt. Volgens de legende komt hij slechts tevoorschijn als Istanbul weer een christelijke stad wordt. Ironisch is het dat juist de Janitsaren bij de belegering de doorslag geven. Het zijn dus de uit hun gezin weggehaalde, gedwongen als Turkse soldaat opgeleide en verplicht geïslamiseerde christenkinderen die de stad – en daarmee het Romeinse rijk – na bijna 2000 jaar de doodssteek toebrengen. Met de intocht van sultan Mehmet II – die voortaan ook Fatih oftewel de veroveraar zal heten – wordt Istanbul geboren. Tulpia / jaargang 05 / nr 18 49


tekst en beeld sabri varan  bewerking martin hulsing

tulpia reizen

Het begin...

van de lente

Als zigeuners muziek horen, beginnen ze meteen te dansen rechterpagina Moeder en dochter

50 Tulpia / jaargang 05 / nr 18



H

Het Duinfeest, Hidrellez Bayramı, is een belangrijk festiviteit in Turkije en bij Turken in de dia­ spora, maar nauwelijks in andere islamitische landen. Het is de viering van de symbolische ontmoeting tussen Hızır en İlyas (Elia), daar waar de zee het vasteland ontmoet. Over de oorsprong van dit lentefeest bestaan verschillende opvattingen. Door sommigen wordt het omschreven als een dag ter ere van de Mesopotamische en de Anatolische beschaving. Anderen plaatsen het in de oude Turkse en Aziatische gewoonten en gebruiken van voor het ontstaan van de islam. Het is eigenlijk niet mogelijk het Duinfeest toe te schrijven aan één enkele traditie. Al sinds lange tijd wordt deze dag gevierd in heel veel verschillende landen en culturen. Hızır staat symbool voor de lente en het leven. Hij is waarschijnlijk een van de oudste goden uit het Midden-Oosten – voordat er een moslim- of christelijk geloof bestond, voorafgaand aan de Romeinse of Griekse beschaving. De Turkse naam Hızır is een transliteratie uit het Arabisch van Al-Kidr, dat zoiets als de Groene of de Groene Man betekent. Hızır is onsterfelijk, omdat hij het Water van het

52 Tulpia / jaargang 05 / nr 18

Leven heeft gedronken. Hij is een heilige die wonderen kan verrichten. De Groene Man redt mensen in nood, geeft hulp aan de goede mensen, maakt de zieken gezond, steunt de dieren en de natuur. Hij staat symbool voor het geluk. De Bijbelse tegenhanger van Hızır, die ook wordt geassocieerd met water, is de profeet Elia (İlyas). Hızır staat naast İlyas. De een is niet opgegaan in de ander. In de Turkse folklore is het Duinfeest net zo goed beïnvloed vanuit de Arabische als vanuit de Joodse traditie. De Hızır festiviteiten van 6 mei, de Hızır-Ilyas dag, wordt in het Turks dan ook gewoonlijk afgekort tot Hidrellez Bayramı, het Hidrellez feest. In Istanbul wordt het Duinfeest jaarlijks gevierd. Het grootste festival is dat in Ahırkapı, waar niet alleen veel Istanbullu, maar ook heel veel toeristen op afkomen. Ook de christenen vieren Hizdrellez in Istanbul als dag van de lente, de ortho­doxen in de Aya Yorgi en de katholieken in de St. Georges. In sommige delen van Turkije wordt zelf gevast, waarmee de dag een extra ritueel tintje krijgt.


linkerpagina Het meer van Tunca boven Dansend het duinfeest tegemoet

Het Duinfeest in Edirne Voor een bijzondere beleving van Hidrellez neem ik de bus van Istanbul naar Edirne. Het is een ritje van slechts drie uur. Deze stad in het noordwesten van Turkije, vlak bij het drielandenpunt aan de grens met Bulgarije en Griekenland, is door vrijwel alle denkbare legers uit de Europese geschiede­ nis met een bezoek vereerd. Hier wordt het Duinfeest op de meest uitbundige wijze gevierd. De feestelijkheden beginnen al een dag eerder met het ontsteken van een groot vuur. Om in de stemming te komen, bezoek ik de moskee van Selimiye, het mooiste gebouw van de stad. De moskee werd in de 16de eeuw gebouwd in opdracht van Sultan Selim II door bouwmeester Sinan, die het zelf als zijn grootste prestatie beschouwde. Het meesterwerk is mooier dan de eerder

door hem ontworpen Süleymaniye moskee in Istanbul. De ruimtebeleving en de schitte­ rende lichtval zijn adembenemend. Alvorens ik me in het feestgedruis werp, laat ik in stilte de schoonheid van Sinans levenslange zoektocht naar perfectie op me inwerken. Door de hele stad zijn er gezellige terrassen en restaurants. Overal wordt gezamenlijk gegeten en gedanst. De mensen geloven dat Hızır juist in de nacht de mensen te hulp schiet. Daarom laat men de deuren van de huizen open. Eens in het jaar kan er wens worden gedaan aan Hızır. Om die over te brengen, moet men zich aan de juiste procedure houden. In de vroege ochtend van 6 mei, nog voor zonsopkomst, gaat men naar de eigen tuin om daar bij een rozenstruik een replica van het meest vurig gewenste te plaatsen. Het is een ritueel zonder woorden, zonder geluid.

‘Het is een ritueel zonder woorden, zonder geluid’

Tulpia / jaargang 05 / nr 18 53


Nostalgie in de wijk rechterpagina boven Takken staan symbool voor geluk onder Selimiye Moskee bij nacht

Ik wil graag eindigen met de woorden van het mooie lied, Hidrellez, van de beroemde zangeres Sezen Aksu: Het is lente Ik heb een rode buidel aan een tak vastgemaakt In de naam van mijn liefde In een tweepersoonskamer De berg is groen, de takken zijn groen Ze zijn wakker voor het feest

Het is aan me voorbij gegaan Deze lente is het feest Huil niet Duinfeest Huil niet voor mij Ik zaaide het verdriet Wij zullen de liefde oogsten

54 Tulpia / jaargang 05 / nr 18


Tulpia / jaargang 05 / nr 18 55


tekst en beeld HENK BOOM

tulpia reizen

Serie: in het voetspoor van de prachtlievende

Een sultan en een moederborst in Boeda In het achtste en de laatste deel van zijn reis in het voetspoor van sultan SĂźleyman (1520-1566) neemt Henk Boom ons mee naar Boeda (Hongarije). Vanaf deze verheven heuvel wilde de Grote Turk in 1541 het Allah Akbar over heel Europa verspreiden.

Uitzicht op Pest met op de achtergrond het paleis in Boeda aan de overzijde van de Donau


F

ier en standvastig zit Eugen Savoyai (1663-1736) op zijn bronzen paard voor het kasteelpaleis op de heuvel van Boeda. Het uitzicht over de Donau, met aan de andere kant Pest, dat wil zeggen het tweede deel van de Hongaarse hoofdstad, is majestueus. “Misschien wel het mooiste van de wereld”, schreef de Britse reizigster W.P. Byrne in 1869. “Geen enkele veroveraar die ooit dit deel van de Donau wist te bezetten, kon ontkomen aan het uitzicht over deze grensloze uitgestrektheid om vervolgens uit te roepen: ‘Wat een plek voor een paleis’.” Als de strategie van sultan Süleyman succesvol zou zijn afgesloten met de verovering van Europa had op deze heuvel aan de Donau zijn standbeeld moeten staan en niet dat van Eugen Savoyai, de Hongaarse versie van de Franse generaal François-Eugène. Die kennen wij weer als prins van Savoy-Carignan, want hij was tussen 1716 en 1724 de (afwezige) stadhouder van de Oostenrijkse Nederlanden. Dat vriend Savoyai in Boeda in brons is gegoten, heeft hij te danken aan de voort­ varendheid waarmee hij in 1718 de Turken versloeg bij Petrovaradin en Belgrado, de twee plaatsen waar de Osmaanse opmars in 1521 was begonnen. Daarmee voorkwam hij een nieuwe Turkse bezetting van Hongarije nadat sultan Ahmed III Oostenrijk de oorlog had verklaard. Eugène verrichte zijn werk in dienst van de Habsburgers, niet het meest geliefde koningshuis in Hongarije.

‘Van al die moskeeën in Boeda staat niet één steen meer op de ander’ Savoyai is dus de Hongaarse versie van Savoy. Dat kan ook wel eens anders uitpakken. ‘Samurai’, schreeuwt een jonge Japanse toerist verrukt als hij vluchtig kennis neemt van het naambordje op de sokkel en vervolgens opgewonden maar gedisciplineerd meeloopt met de groep voor een bezoek aan het paleis dat ooit toebehoorde aan Matthias Corvinus (1443-1490), de beste koning die Hongarije ooit heeft gehad. Zou hij werkelijk denken dat op dat paard een in brons gegoten Japanse ridder zit? Het paleis waarin hij even later verdwijnt, is in de loop der eeuwen vele keren verbouwd, verwoest en gerestaureerd. Net zoals de geschiedschrijving. Wat nooit veranderde, is het karakter van Tulpia / jaargang 05 / nr 18 57


Uitzicht op het Rudasbad aan de Donau

deze verheven plek. De heuvel is gemaakt voor heersers. Hier werd Charles van Anjou in 1309 tot koning gekroond. Hier hadden de twee huwelijksplechtigheden plaats van Matthias Corvinus. Hier werd Franz Joseph I in 1867 tot koning van Hongarije gekroond, een gebeurtenis die Franz Liszt aangreep om zijn Missa Coronationalis (de Hongaarse kroningsmis) te componeren. Vanaf deze heuvel wilde Süleyman in 1541 het Allah Akbar over heel Europa verspreiden. In de derde week van augustus in 1541 stond de sultan, samen met een indrukwekkend leger, voor de poorten van Boeda (toen nog zonder Pest), zoals eerder was gebeurd in 1526 en 1529. Lang duurde het beleg niet. Op vrijdag 2 september maakte Süleyman, begeleid door zijn zoons Selim en Beyazid en gevolgd door enkele vizieren en leden van de divan, een triomfantelijke intocht in Boeda. Ditmaal was de Grote Turk met andere bedoelingen gekomen. Wat in voorgaande jaren was verzuimd, zou nu wel gebeuren: Boeda werd als stad en provincie toegevoegd aan het Osmaanse rijk. Het gezelschap, wetende dat het de dag van de totale triomf was, stopte bij de Onze Lieve Vrouwenkerk. Daar moesten 58 Tulpia / jaargang 05 / nr 18

de Latijnse riten wijken voor de soera’s uit de koran. Het zou tot 1687 duren voordat er weer uit de bijbel kon worden gelezen. Aan de annexatie was een bizar voorval voorafgegaan dat zich in de zomer van 1540 in het paleis in Boeda afspeelde. De prelude tot de spraakmakende gebeurtenis was het overlijden van de 53-jarige János Zapolya, op 22 juli. Het bericht daarover veroorzaakte politieke turbulentie in Istanbul en Wenen. Was de vermaledijde graaf van Transsylvanië, die tot twee keer toe de heilige Stephanuskroon uit handen van Süleyman had ontvangen, net als zijn voorganger Lodewijk II kinderloos gestorven? In dat geval zou Hongarije definitief toevallen aan het Habsburgse rijk. Zo was het vastgelegd in een verdrag dat Zapolya en aartshertog Ferdinand van Oostenrijk in 1538 in het diepste geheim in Nagyvárad in Transsylvanië (nu Oradea in Roemenië) hadden gesloten. Daarmee had Zapolya zich bereid verklaard de macht over te dragen aan de Habsburgse vorst, mits er geen kleine Janos zou zijn. Wat de buitenwereld op 22 juli niet wist, werd daags daarna als een ware triomf bekendgemaakt. Vier dagen vóór zijn overlijden had Zapolya’s echtgenote Isabella Jagiello, de

‘Het Turkse bad is de enige zichtbare erfenis’ dochter van de Poolse koning Sigismund, het leven geschonken aan een zoon. Daarmee verviel de overeenkomst met Ferdinand. Alleen… was het wel een zoon van Isabella en Zapolya? Ferdinand twijfelde. Woedend was hij geweest toen hem het nieuws over de geboorte van János junior had bereikt. Ook in Istanbul werden de wenkbrauwen gefronst. De divan, de regering van het Osmaanse rijk, kwam in spoedberaad bijeen in het Topkapı-paleis. Met het overlijden van Zapolya had Süleyman een weliswaar onbetrouwbare maar toch belangrijke vazal verloren in Hongarije. De geboorte van zijn zoon, als het zijn zoon tenminste was, opende echter nieuwe perspectieven. De verontruste sultan stuurde een afgezant naar Boeda, waar de familie Zapolya intussen weer in het koninklijk paleis was getrokken. De diplomaat kreeg de opdracht mee dat hij met alle mogelijke


Het standbeeld van de derwish-heilige Gül Baba die in 1541 in Boeda aankwam, samen met sultan Süleyman

middelen moest vaststellen of Zapolya inderdaad een zoon had nagelaten die als erfgenaam rechten kon laten gelden op Transsylvanië en het legaat van Matthias Corvinus. Maar hoe moest het bewijs worden geleverd in een tijd dat DNA-onderzoek nog een onbekend wetenschappelijk fenomeen was? Isabella, de weduwe van Zapolya, wist er raad op. Tot verbijstering van de gezant, het hofpersoneel en haar adviseurs ontblootte ze tijdens een officiële ontvangst haar bovenlichaam en gaf haar kind zonder enige gêne de borst. De baby dronk gretig van de moedermelk. Meer bewijs was niet nodig. Het was haar kind. Niemand die er aan twijfelde dat haar overleden echtgenoot ook de vader was. De gezant was zo onder de indruk dat hij op de grond knielde en de voeten van de baby kuste. Voor hem waren er geen twijfels meer. Hij keerde terug naar Istanbul met het nieuws dat de kleine János de wettige erfgenaam was van de overleden Zapolya. Tot zijn dood in 1571 zou hij net als zijn vader weer graaf van Transsylvanië zijn. Het grootste deel van Hongarije zou tot 1687 onder bestuur van de Verhevene Porte blijven. Met de definitieve komst van de Turken in 1541 telde Hongarije ineens drie godsdien-

sten. Toch waren de moslims ver in de minderheid. De bevolking bleef christelijk met dat verschil dat het protestantisme steeds meer terrein won ten koste van het katholicisme. ‘Liever Turks dan paaps’, zouden de watergeuzen later in Nederland zeggen. In Hongarije was het liever Turks dan Habsburgs. Dat laatste betekende voor menigeen immers een terugkeer naar het afgezworen katholicisme. Maar van islamisering, zoals dat bijvoorbeeld in Bosnië plaatshad, was in Hongarije geen sprake. Rond 1570 was meer dan driekwart van de Hongaarse bevolking zelfs protestants. Weinig Turkse invloed, verhoudings­ gewijs weinig moslims, maar wel anderhalve eeuw Osmaans bewind en een eeuwige vijand als herinnering. Is daar nog iets van te zien in Boedapest? Niet veel. Als ik mijn licht opsteek in het Történi Múzeum, het Historisch Museum van de Hongaarse hoofdstad, wordt mij als bezoeker gemeld dat sultan Süleyman het paleis in 1526 na de slag bij Mohács ‘bezette en leeg haalde’. Over de gebeurtenissen in 1541 geen woord. Ietwat informatiever is een oude plattegrond van Boeda met daarop de plaatsen waar tijdens het Osmaanse bewind moskeeën stonden. Tien in totaal: de Sultan Süleyman

‘De weduwe Isabella ontbloot tot verbijstering van iedereen haar bovenlichaam’ moskee, de Overwinningsmoskee, de centrale moskee, de Pasja moskee, de Janitsaren Aga moskee, de Paleismoskee, de Badmoskee, de Mirad Pasja moskee, de Haji Sefer moskee en de Osman Bey moskee. Tien? De Turkse reiziger Evliya Çelebi telde in de zeventiende eeuw 34 moskeeën en drie derwisj-kloosters toen hij Boeda bezocht. Waar die andere 24 moskeeën hebben gestaan, vermeldt de museuminformatie niet. Van al die moskeeën staat bovendien niet één steen meer op de ander. Ook in het Nationaal Museum (Magyar Nemzeti Múzeum) word ik amper wijzer. Eén hoekje van zaal zes is ingericht met enkele afbeeldingen die herinneren aan de Osmaanse tijden. En voorwaar, er hangt een schilderij van Szulejmán szultan, naast een portret van aartshertog Ferdinand. Iets is iets. Tulpia / jaargang 05 / nr 18 59


60 Tulpia / jaargang 05 / nr 18


linkerpagina De belegering van Boeda in augustus 1541 volgens een Osmaanse kroniek boven Een van de vele standbeelden in Boeda die herinneren aan de strijd tegen de Turken

En in het straatbeeld? Weinig is er te zien dat lijkt op een verwijzing naar de jaren dat de Turk heer en meester was. Enkele details liggen opgesloten in het woord török (Turk). Het zijn drie straatnamen: Török utca, Mecset (moskee) utca en Gül Baba utca. Die laatste straat leidt naar het beeld van Gül Baba, een Turkse derwisj-heilige, die in 1541 in gezelschap van Süleyman aankwam in Boeda en daar kort na het beleg overleed. In opdracht van de pasja van Boeda werd zijn sarcofaag ondergebracht in een türbe, een klein achthoekig mausoleum. Die laatste rustplaats veranderde in 1686, toen de Habsburgers weer heer en meester in Boeda waren, in een kapel die aan de jezuïeten werd geschonken. De begraafplaats bleef echter een bescheiden pelgrimsoord voor moslims met als gevolg dat de oorspronkelijke bestemming in 1885 werd hersteld. Na een moeizame klim door de naar hem genoemde straat, een heuvelopwaarts lopende, ietwat sinistere weg met hobbelkeien, sta ik oog in oog met het beeld van Gül Baba. Daar krijg ik te lezen dat de türbe is gesloten wegens verbouwingswerkzaamheden. Maar de plek is pure Osmaanse poëzie. In zijn biografie over

de Donau schrijft de Italiaanse schrijver Claudio Magris dat Gül Baba daar op zijn sokkel staat ‘niet met de trotse oogopslag van de bezetter van weleer maar met de serene afstand van iemand die zijn ziel aan Allah heeft verpand’. Als ik via een andere route afdaal naar het stadsrumoer loop ik door enkele rozenperkjes. Dat hebben de bewoners van die wijk toch maar mooi te danken aan de Turken. De wijk heet Rószadomb oftewel Rozenheuvel. Anders zou ook niet kunnen. Gül Baba betekent in het Turks ‘vader der rozen’. Geen Turkse erfenis in Boedapest? Toch wel. Maar dan gaat het over de hammam want de Hongaarse hoofdstad is rijkelijk bedeeld met Turkse baden. Zoals het Rudasbad aan de Donau-oever in Boeda. Binnen herinnert een plaquette met het opschrift Szokolli Musztafa (de toenmalige pasja) en de jaartallen 15661578 aan de bouw van het bad. Waar niets meer van is terug te vinden, zijn de moskee en de karavanserai in welke omgeving de Turken hun baden aanlegden. Er moest stromend water zijn, want dat was voorschrift voor de rituele reiniging alvorens de Turk de moskee mocht betreden. Wat nog steeds origineel is

van dit bad, is de koepel waarin kleine glazen venstertjes met een doorsnee van amper tien centimeter zijn verwerkt die dankzij het gekleurde glas een diffuus licht doorlaten waardoor het achthoekige bassin daaronder een betoverende hemel krijgt. Alsof er in al die eeuwen niets zou zijn veranderd aan de oever van de Donau. De Turk zij geprezen, denk ik, als ik mij wentel in Turks badgenot. Eerst het bad onder de koepel met een watertemperatuur van ongeveer 35 graden. Een lichte geur van mineralen en eucalyptus beroert mijn neus. Daarna het bassin van 42 graden. Vervolgens het stoombad tot 66 graden. Tot slot dompel ik mij onder in het piepkleine bassin met ijskoud water. Mijn huid tintelt. Ik voel me herboren als een standbeeld in brons. DE GROTE TURK Dit is het laatste deel van een serie bewerkingen van passages uit het boek van journalist Henk Boom over het leven van sultan Süleyman, dat uitgeverij Athenaeum dit najaar onder de titel De Grote Turk op de markt brengt.

Tulpia / jaargang 05 / nr 18 61


DOOR Kyra Kuitert  fotografie Carolien van den Handel

tulpia reizen

Ervaar...

het Limburgse heuvellandschap Limburg is onze meest ‘buitenlandse’ provincie. Langs de Maas in het noorden en midden glooit het landschap licht, in het zuiden ‘heuvelt’ het stevig. Op de hellingen liggen soms prachtige boomgaarden en er zijn zelfs wijngaarden! Een schitterend gebied om te voet te ontdekken, zo leert deze nieuwe aflevering van de serie ‘Wandelen met Kyra Kuitert’.

V

ele miljoenen jaren overspoelde de zogeheten Krijtzee grote delen van West-Europa. In die tijd, het valt nu moeilijk voor te stellen, vormde Zuid-Limburg de kust. Schelpen en kalkrijke zeedieren vormden op de bodem een dikke laag kalk. Later zou het land langzaam omhoog worden gedrukt. Rivieren en beken zochten zich daar een weg door en slepen dalen uit. In de langgerekte, smalle hellingbossen en op de rotsige dalwanden leven planten- en dierensoorten die nergens anders in Nederland worden aangetroffen, zoals orchideeën en bijzondere vlindersoorten. Het golvende landschap bedekt bodemschatten als steenkool en mergel. Dat had helaas minder fraaie gevolgen: de vestiging van steenkolenmijnen, met bijbehorende donkere steenbergen en fabriekscomplexen, en grote mergelafgravingen hebben hun sporen in het Limburgse land achtergelaten. Daarnaast heeft de winning van grind, bruinkool en zilverzand enorme gaten in het gebied achtergelaten. Ook de winning van kalksteenblokken ten behoeve van de huizenbouw had gevolgen voor het landschap. Eerst begon men dit gesteente aan de opper­vlakte te winnen maar al vanaf de Middeleeuwen werden er ondergrondse,

62 Tulpia / jaargang 05 / nr 18

soms zeer complexe, gangenstelsels aan­ gelegd. Er zijn 170 ondergrondse labyrinten geteld, waarvan de grootste in de SintPietersberg, met een totale ganglengte van ongeveer 200 kilometer. Een aantal van deze onderaardse stelsels, zoals in het toeristische Valkenburg, worden geregeld opgesteld voor bezoekers. Ze zijn zeker een bezoek waard. Tijdens het Pleistoceen (het tijdperk dat 2,5 miljoen jaar geleden begon) zijn grote delen van Zuid-Limburg nog eens afgedekt met een laag fijnkorrelige leem, die door de wind vanuit noordelijker streken werd aangevoerd. Dit is de bekende vruchtbare lössgrond. Agrarisch gezien is Limburg onze meest evenwichtig gemengde provincie. Van alles is er ongeveer evenveel: tuinbouw, akkerbouw, intensieve veehouderij en melkvee. Het noorden van Limburg heeft eigen specialiteiten als asperges, champignons en aardbeien. Er zijn veel boeren die fruit te koop aanbieden. Ga er beslist eens langs, al was het maar om de spreekwoordelijke Limburgse gemoedelijkheid en gastvrijheid te ervaren! Op een mooie voorjaarsdag lopen wij in Zuid-Limburg een deel van het Pelgrimspad. De naam van dit pad verwijst speels naar de oude pelgrimsroute naar Santiago de

‘Het Pelgrimspad heeft een totale lengte van 465 kilometer’ Compo­stella in Spanje. Het volledig gemarkeerde Pelgrimspad heeft een totale lengte van 465 kilometer en loopt van Amsterdam, via ’s-Hertogenbosch naar de Belgische grens onder Maastricht. De route voert langs een aantal (kleinere) bedevaartsplaatsen en andere plaatsen van religieus belang in de provincies Brabant en Limburg. Wij beginnen de route bij het station van Voerendaal en lopen in zuidelijke richting. De route is goed te volgen met behulp van het wandelgidsje van het Pelgrimspad, dat we bij de bibliotheek hebben gehaald, en via de roodwitte markeringen onderweg. Onze 10-jarige medewandelaar vond het een leuk spelletje om te zien wie als eerste deze merktekens opmerkte. Nadat we onder de snelweg door zijn, wordt het rustig en lopen we langs een heuvelachtig open terrein. Vanaf het plaatsje Ubbachsberg wordt het landschap


Fachbau-huis in Limburg

afwisselender, met prachtige uitzichtpunten. Wij hebben het geluk dat de vele fruitbomen in volle bloei staan. Geregeld lopen we dan ook langs een wolk van witte bloesem. In Gulpen kunt u in elk café van een glaasje Gulpener bier geniet. Dat wordt traditiegetrouw gebrouwen met water uit de lokale beek en milieuvriendelijk geteelde hop en gerst van de boeren uit Limburg. In Gulpen is een station, dus als u vindt dat het na ongeveer 15 kilometer welletjes is geweest, dan kunt u hier de bus nemen. De liefhebber loopt verder richting Wijlre, waar het pad niet alleen langs de watermolen en het kasteel van Wijlre loopt, maar ook pal langs de Gulpener bierbrouwerij. Hierna volgt een lekkere klim waarbij het weidse uitzicht het bijbehorende gezweet ruimschoots goed maakt. Na een afdaling volgt de route een groen wandelpad langs het riviertje de Geul richting Schin op Geul. In dit dorpje is niet alleen een bushalte maar ook een treinstation, vanwaar wij een trein terug richting Voerendaal hebben genomen. Er komen hier veel toeristen, dus een leuke horecagelegenheid voor een verdiend hapje en drankje is snel gevonden. En dan merken we dat we in het Bourgondische zuiden zijn; het eten is erg smakelijk en de porties ronduit royaal…

Nog meer wandelen

Over de auteur

Dit is de laatste aflevering van de serie ‘Wandelen met Kyra’. Ik hoop dat het inspiratie heeft gebracht om het mooie, afwisselende landschap van Nederland eens te voet te verkennen. Meer inspiratie en voorbeelden van wandelingen zijn te vinden in de fraai uitgevoerde Capitool Wandelgidsen, complete boxen met gidsen en kaarten van wandelingen in Nederland. Daarnaast bieden ook steeds meer websites kant-en-klare fiets- en wandeltochten aan, meestal gratis te downloaden. Een nieuwe aanvulling is dat ook GPS-informatie van routes is te downloaden, zoals op www.fietsenwan­ delweb.nl. Op deze site moet je begin- en eindpunt van je route invullen en je kunt desgewenst de bezienswaardigheden toevoegen die je onderweg wilt zien. Ver­ volgens wordt de mooiste (dat is overigens niet altijd de kortste) route uitgezocht met routebeschrijving, routekaart en eventueel ook met GPS-track.

Kyra Kuitert studeerde landschaps­ architectuur en heeft een passie voor wandelen. In een serie artikelen heeft ze de lezer van Tulpia meegenomen op een ontdekkingsreis door het Neder­ landse landschap.

Tulpia / jaargang 05 / nr 18 63


SERVICEPAGINA

Tacitus als experimenteel schrijver Literair zijn de Historiën van Publius Cornelius Tacitus interessanter dan de Annalen, die vijftig jaar beslaan en frag­ mentarisch zijn, concludeert vertaler Vincent Hunink in de boekenrubriek van NRC. Al vijftien jaar houdt hij zich bezig met deze befaamde Romeinse geschiedschrijver uit de eerste eeuw van onze jaartelling, die voor veel middelbare scholieren als de Mount Everest van moei­ lijk Latijn geldt. Hunink bestrijdt die mening en zegt dat iedere klassieke auteur zo zijn eigen moeilijkheden met zich mee­ brengt als het op vertalen aan­ komt. Hij prijst Tacitus’ scherpe oog voor de verhoudingen van diens eigen tijd en ontkent dat hij een domme conservatieve reactionair was. In het verle­ den werden in lijn met senator Tacitus grote reputatie nogal plechtstatige vertalingen afge­ leverd, maar dat heeft Hunink willen vermijden. Classicus Guus Bal bekeek voor ons magazine een stuk tekst uit diens werk en beoordeelt dat

De tweespalt na de Profeet In juni 632 sterft de stichter van de islam zonder een opvolger te hebben aangewezen. Het leek voor de hand te liggen dat zijn schoonzoon Ali, die als een zoon voor hem was, het leider­ schap op zich zou nemen. Maar Aïsha, Mohammeds favoriete en invloedrijke vrouw, weet haar vader Abu Bakr als eerste kalief benoemd te krijgen. Als Ali vijf­ entwintig jaar later alsnog kalief wordt, is het verzet tegen hem zo gegroeid, dat er zich twee richtingen beginnen af te teke­ nen. Ali wordt vermoord, en uit­ eindelijk zal ook zijn zoon Hus­ sein omkomen in de Slag van

64 Tulpia / jaargang 05 / nr 18

uitgesproken positief. Hij merkt op dat het flitsende van Tacitus’ stijl, de kortheid die ontstaat door het weglaten van voeg­ woorden enhulpwerkwoorden in het bondige en soms zelfs wat bonkige Nederlands van de vertaler heel goed tot uitdruk­ king komt. Bij de passage 1.41 die wij Bal voorlegden plaatst hij wel een kantteke­ ning. Hunink gebruikt daar het spookwoord ‘messenslijpers’, dat lijkt op het wel bestaande messentrekkers, maar ook dat dekt de lading van het Latijnse tegenwoordige deelwoord ‘occidentes’ (degenen die hem vermoordden) niet. Conclusie: op dit enkele punt na lof voor de vertaling, die niet alleen zeer correct is, maar te­ vens de geest van de gebruikte taal recht doet. Voor wie vloei­ end proza verwacht, zal Tacitus’ tekst in het begin misschien nog even wennen zijn. Ook staan er voor de niet-kenner tal­ loze verwijzingen in het betoog naar personen van wie hij wel­ licht nog nooit heeft gehoord. Dat neemt echter niet weg dat we hier de polsslag voelen van de Romeinse geschiedenis

van uur tot uur en van dag tot dag. Voor iedereen die over de drempel wil stappen en zich in het Romeinse leven van zo’n tweeduizend jaar geleden wil storten een absolute aanrader.

Karbala, waarbij een overmacht aan (soennitische) soldaten het opneemt tegen tweeënzeventig (sjiitische) getrouwen van Hus­ sein. Het schisma is een feit, en de vroege tegenstellingen tussen de aanhangers van Ali (shiat Ali) en de volgelingen van de Profeet werken tot vandaag de dag door. Lesley Hazleton studeerde psychologie en schreef veel over het Midden-Oosten voor onder andere The New York Times, The Nation, New York Review of Books, Esquire en Vanity Fair. Ze schreef meerdere boeken, waaronder een boek over Jeru­ zalem, waar ze lange tijd heeft gewoond.

‘Het boek is vaak spannend in zijn beschrijving van de gebeur­ tenissen lang geleden, zoals de tragische gebeurtenissen van Karbala in 680 […] Hazleton heeft zich ondergedompeld in het werk van de vroege moslimse historici en in mo­ derne wetenschap […]' The Wall Street Journal.

Tacitus Historiën Vertaling: Vincent Hunink ISBN: 978 90 253 6715 2 Aantal pagina's: 307 Uitgeverij: Athenaeum Polak & Van Gennep Prijs: € 29,95

De tweespalt na de Profeet. Het intrigerende verhaal van de sjiitische en soennitische rivaliteit. Lesley Hazleton ISBN: 978 90 546 0173 9 Aantal pagina's: 272 Uitgeverij: Bulaaq Prijs: € 22.50


’s Avonds bedrijfskunde studeren in Rotterdam, 2-jarige parttime opleiding

MScBA / drs. BEDRIJFSKUNDE

Voorlichtingsavonden: (aanvang 19.30 uur) donderdag 3 juni, dinsdag 29 juni, donderdag 15 juli en dinsdag 10 augustus 2010 Aanmelden en / of brochure: www.rsm.nl/pto e-mail pto@rsm.nl tel. 010 - 408 1897 / 408 1455 Erasmus University Rotterdam School of Management, practical action ght, thou cal criti

www.rsm.nl/pto

Turkse afkomst, Nederlandse toekomst In de media gaat de aandacht vooral uit naar allochtonen die moeizaam integreren. Stichting De Nieuwe Generatie laat in haar boek 'Turkse afkomst, Neder­ landse toekomst' 47 succes­volle Turken aan het woord. Gemakkelijk was hun loopbaan niet, zo blijkt uit de interviews. De stichting wil nu alloch­ tonen die wat meer moeite hebben met het veroveren van een plaats in de samenle­ ving inspireren. Niet door ze te betuttelen, maar door ze onderling hun levensverhaal met elkaat te laten delen, zoals

dat van professor Mehmet Aksit, marechaussee Mustafa Bal, kandidaat-Kamerlid Yeşim Candan, muzikante Karsu Dönmez, officier van justitie Ayla Ekiz, miss Nederland Deniz Akkoyun, studentvoorzitter Halil Karaaslan, bankdirecteur Uğur Pek­demir, toponder­ nemer Atilay Uslu en financieel analist Mustafa Soykan die als student een beurs van twee ton weigerde omdat hij wars is van positieve discriminatie.

Turkse afkomst, Nederlandse toekomst Samensteller: Erdinç Saçan

www.sacan.nl/internetinsonu/ 27mei2010/boek www.turkseafkomstnederland­ setoekomst.nl/boek-bestellen. html

Tulpia / jaargang 05 / nr 18 65



Gratis vakantiepakket t.w.v. € 130,bij iedere cursus en opleiding! Ga voor het NTI • Voordelig lesgeld

• Digitale examens

• Flexibel studeren

• Het mooiste welkomstcadeau

• Groot en breed aanbod

• Digitale leeromgeving

• Ruim 65 jaar ervaring

• Subsidiemogelijkheden

• Professioneel

• EVC-mogelijkheden

lesmateriaal

• Studeren op kosten van

• Erkende diploma’s

• Ruim 70.000 studenten

• Studeren op kosten van

• Modern

je werkgever

+

de belastingdienst

• Persoonlijke mentor

• Als beste beoordeeld

• Iedere dag starten

een prachtige koffer van

• Goede examenvoorbereiding

*

Kies uit ruim 400 cursussen en opleidingen UNIVERSITY • Master of Business Administration (MBA) • MBA Primer HBO-OPLEIDINGEN “DE HBO-OPLEIDINGEN VAN HET NTI KOMEN GOED UIT DE BUS” ** • HBO Toegepaste Psychologie • HBO Rechten • HBO Leraar Basisonderwijs (PABO) • HBO Sociaal Pedagogische Hulpverlening (SPH) • HBO Cultureel Maatschappelijke Vorming (CMV) • HBO SPD Bedrijfsadministratie • HBO Personeelsmanagement • HBO Bedrijfseconomie (BE) • HBO Small Business en Retailmanagement • HBO Bedrijfskundige Informatica (BI) • HBO Commerciële Economie (CE) • HBO Management, Economie en Recht (MER) • HBO Communicatie • HBO Internationale Bedrijfskunde • HBO Hogere Europese Beroepen Opleiding (HEBO)/European Studies • HBO Vakopleiding Bedrijfsadministratie en Accountancy MBO-OPLEIDINGEN • MBO Beveiliger • MBO Particulier Beveiliger NIEUW! • MBO SPW-3 • MBO Pedagogisch Werker 3: Kinderopvang NIEUW! • MBO SPW-4 • MBO Medewerker Maatschappelijke Zorg NIEUW! • MBO Onderwijsassistent • MBO Doktersassistent NIEUW! • MBO Arbeidsmarkt gekwalificeerd Assistent (AKA) NIEUW!

Je kunt eer! altijd m

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •

MBO Apothekersassistent MBO Administratief Medewerker NIEUW! MBO Bedrijfsadministratief Medewerker MBO Commercieel Administratief Medewerker MBO Commercieel Medewerker Binnendienst MBO Boekhoudkundig Medewerker MBO Commercieel Medewerker Marketing & Communicatie MBO Directiesecretaresse/ Managementassistent MBO Secretaresse MBO Juridisch Secretaresse MBO Medisch Secretaresse MBO Secretarieel Medewerker MBO Sociaal Cultureel Werker MBO Sociaal Dienstverlener MBO Sociaal Juridisch Medewerker MBO Schoonheidsspecialist MBO Helpende Welzijn MBO Verzorgende MBO Zorghulp NIEUW! MBO Helpende Zorg en Welzijn MBO Verpleegkunde MBO Toerisme Vakopleiding Pedicure Vakopleiding Schoonheidsspecialist

• • • • • • • • • • •

BEROEPSOPLEIDINGEN Nagelstyling Visagie en Haarstyling met Tom Sebastian Modestyling met Tom Sebastian NIEUW! Manicure NIEUW! Binnenhuisarchitectuur Interieurstyling Basistheorie Taxateur o.z. (voorheen Makelaardij O.G.) • Ondernemer MKB • Sociale Hygiëne • Vakbekwaamheid Cafébedrijf • Stresscounselling • Schoolcounselling • Bedrijfscounselling • Relatiecounselling • Basisopleiding Dierenartsassistent • Dieren EHBO • Doorstroomopleiding Dierenartsassistent • Nemas® Basiskennis Management (NBM) • Nemas® Middle Management (NMM) • Mode-adviseur • Criminologie • Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA) • Event Security Officer • • • • • • •

• • • • • • • • • • • • • • • • • • •

Basis medische vakken Medische terminologie Sportmassage Drogist en Zelfzorg Verkoop in de drogisterij Assistent Drogist Toeristisch Medewerker Binnenland (TMB) Desktop Publisher (DTP) Journalistiek schrijven Zakelijk schrijven Zakelijke communicatie (Duits/Engels/ Frans) NIMA Communicatie-A NIMA Marketing Oriëntatie NIMA Marketing-A NIMA Marketing-B Wft Hypothecair Krediet Wft Basisdeskundigheid Wft Levensverzekeringen Wft Schadeverzekeringen Wft Beleggen Erkend Hypotheekadviseur Logistiek medewerker Logistiek teamleider CCV Vakbekwaamheid goederenvervoer CCV Chauffeursdiploma Taxi Basisopleiding Aerobic Docent NIEUW! Basisopleiding Fitness Docent NIEUW! AALO Aerobic Docent NIEUW! AALO Fitness Docent NIEUW! Webshop starten NIEUW!

ADMINISTRATIE • Basiskennis Boekhouden (BKB) • Basiskennis Calculatie (BKC) • Financial Assistant • Praktijkdiploma Boekhouden (PDB) Financial and Cost Accounting • Blind typen voor volwassenen • Blind typen voor kinderen • Basiskennis Loonadministratie (BKL) • Praktijkdiploma Loonadministratie (PDL) • Medewerker Personeelzaken (MPZ) • Boekhouden op de pc • Schriftelijke Communicatie Nederlands (SCN) • Houder administratiekantoor • Juridisch Medewerker Bedrijfsrecht (JMB) • Moderne Bedrijfsadministratie (MBA) • Medewerker Loonadministratie • Bestuurlijke Informatievoorziening (BIV) TAALCURSUSSEN • Spaans (beginners/gevorderden) • Engels (beginners/gevorderden)

• • • • • • • • • • •

Duits (beginners/gevorderden) Frans (beginners/gevorderden) Russisch (beginners/gevorderden) Nederlands foutloos schrijven en spreken Nederlands als tweede taal (NT2) Nederlands voor buitenlanders Italiaans • Indonesisch Papiamento • Turks Zweeds • Arabisch Nieuwgrieks • Portugees Marokkaans

INFORMATICA / PC • Webpage designer • Europees Computer Rijbewijs (ECDL 4.0.1) • Windows XP/Vista • Microsoft Excel • Microsoft Access • Microsoft Office • Microsoft Outlook • Microsoft Powerpoint • Microsoft Word • MCSA NIEUW! • MCSE NIEUW! • MCTS NIEUW! • MCDST NIEUW! • Dreamweaver NIEUW! • Fireworks NIEUW! • Javascript NIEUW! • AutoCAD 2010 NIEUW! • CompTIA A+ NIEUW! • CompTIA Network+ NIEUW! HOBBY EN VRIJE TIJD • Praktische psychologie • Kinderpsychologie • Sportpsychologie • Parapsychologie • Massage • Filosofie • Korte verhalen en romans schrijven • Kinderboeken schrijven

• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •

*Bekijk de actievoorwaarden op www.nti.nl

Zelf sieraden maken Afslanken Cultuurgeschiedenis Schoonheidsverzorging Cartoon- en striptekenen Detective Yoga Organisatiepsychologie NIEUW! Cultuurpsychologie NIEUW! Digitale fotografie Fotografie Gezonde voeding Haarverzorging Het verzorgen van uw huisdier Het verzorgen van uw paard Persoonlijke groei Tekenen Tekenen & schilderen Aquarelleren Schilderen met olieverf en acryl Tuinarchitectuur met Rob Verlinden Astrologie Podcasting Praktische electronica Wijzer met geld NIEUW! Weddingplanner NIEUW!

SPECIAAL VOOR 50+’ERS • Windows Vista voor 50+ • Internet en e-mail voor 50+ • Windows XP voor 50+ • Een leven lang vitaal voor 50+ • Digitale fotobewerking voor 50+ SPOEDCURSUSSEN • Windows Vista NIEUW! • Windows XP NIEUW! • Microsoft Office NIEUW! • Zakelijke communicatie Engels NIEUW!

ANTWOORDCOUPON 

Ik heb interesse in de volgende opleiding(en) en ontvang hierover graag een studiegids:

..............................................................................................................................................................................

Ik wil snel starten met de opleiding:

..............................................................................................................................................................................

Bel mij voor meer informatie over de opleiding(en):

.............................................................................................................................................................................. Dhr. / Mevr.: ................................................................................................................... Voorletter(s): ................

**Onafhankelijke bron: Keuzegids Hoger Onderwijs 2010.

Straat: ..................................................................................................................................Nummer: ................ Postcode: ............................Plaats: ......................................................................................................................

Inschrijven: www.nti.nl of bel 071 - 561 00 77

Telefoon: ............................................E-mail: ...................................................................................................... Stuur deze bon in een open envelop, zonder postzegel, vandaag nog naar: NTI, Antwoordnummer 10500, 2300 VL Leiden

TU013


www.turkishairlines.com

www.goturkey.com Turks Nationaal Verkeersbureau Tel: (070) 346 99 98 Fax: (070) 364 44 68 info@welkominturkije.nl


Articles inside

in de voetsporen van Süleyman de Prachtlievende

10min
pages 56-61

Servicepagina

9min
pages 64-68

Wandelen met kyra

4min
pages 62-63

Het begin van de lente

4min
pages 50-55

de slag om een nieuwe wereldstad

5min
pages 48-49

de Armeniërs lijden in stilte

3min
pages 46-47

Grieken zullen nooit uit istanbul verdwijnen

8min
pages 43-45

Béla vak: emotionele band

20min
pages 33-42

turkse media berichten objectief over de Armeense kwestie, nederlandse media niet

5min
pages 30-31

jean tillie: onzekerheid

5min
page 29

Westen bezorgd over nieuwe turkse buitenlandse politiek

2min
page 32

Meekijken met de ondernemer

1min
page 28

diversiteit moet je doen

4min
pages 26-27

Bescheiden, maar met mate

3min
pages 24-25

lily Sprangers: koerdisch pijnpunt

3min
page 23

delfshaven, de rotterdamse motor

2min
page 22

Gebroken moederhart door een ontvoerd kind

10min
pages 14-17

turken en nederlanders hebben veel overeenkomsten

3min
pages 18-19

turken eisen miljoenen van nederlandse overheid

3min
page 12

lintjesregen is er ook voor allochtonen

2min
page 13

Helden achter straten

3min
page 11

Spiegel van de turkse poëzie

8min
pages 20-21

Gedenkwaardig

3min
page 10

dichter bij tulpia

5min
pages 8-9
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.