Tulpia nr. 21, Voorjaar 2011.

Page 1

Twee werelden één blad www.tulpia.nl / Jrg 6 Nr 21 / VOORJAAR 2011 / € 2,95

Jubileumnummer Tulpia 5 jaar!

Aysel Bodur RAAKT de ziel

DE HEMEL IS VAN IEDEREEN

HOOG BEZOEK AAN TURKIJE


Expertise en betrouwbaarheid zijn onze instrumenten

ADA accountancy biedt u als ondernemer verschillende diensten aan voor een zeer lage prijs en verzorgt daarbij uw gehele administratie voor een all in-tarief. De diensten die ADA accountancy haar cliënt biedt zijn:

Bijhouden van de financiële administratie (sorteren en coderen van boekstukken, inboeken in boekhoudsysteem, controles, crediteuren, etc.) Exploitatie-overzicht (omzet-, kosten- en winstoverzicht) Opstellen van de jaarrekening Debiteurenbeheer Verzorgen aangifte omzet- en loonbelasting

Ada Accountancy T.T. Vasumweg 18 1033 SC Amsterdam Telefoon: 020-694 6600 Fax: 020-694 1800

Begeleiding van startende ondernemers Verzorgen van uw salarisadministratie Verzorgen van uw belastingaangifte Snelle en effectieve uitvoering van notariële zaken B.V.'s oprichten Eenmanszaken omzetten naar B.V. Taxeren/waarde bepalen van bedrijven Lid maken van brancheorganisaties zoals ABU, NBBU, SVU en VRO

Vestiging in Arnhem Broekstraat 32 6828 PZ Arnhem Telefoon: 026-3895377 Fax: 026-4437152

www.ada-accountancy.nl info@ada-accountancy.nl

Organogram Bestuur Feiten en cijfers Jaarverslag Transparantieverslag

Vestiging in Den Haag Zichtenburglaan 31-6 2544 EA Den Haag Telefoon: 070-4274357 Fax: 070-3638097



IN DEZE EDITIE Tulpia 1

onze missie Tulpia is een onafhankelijk tijdschrift dat probeert een brug te slaan tussen de beleveniswerelden van Turken en Neder­landers en tussen Nederland en Turkije. Wij zijn bindend en niet scheidend. Onze missie is hoop te voeden en al het goede dat wij in ons bergen aan elkaar te tonen.

08 Turken verliezen de slag om het Westland 10 Fotopia: de lange reis naar Tulpia

Tulpia 2

14 Tulp, tulpomanie, Tulpia TULP, TULPOMANIE, TULPIA / p. 14

Tulpia 3

20 Naakte waarheid verbreekt het zwijgen 23 Karsu’s piano brengt oost en west bijeen 25 Kerken in Istanbul

Colofon

Tulpia 4

TULPIA JRG 6 / NR 21 / VOORJAAR 2011  WWW.TULPIA.NL

Postbus 56822, 1040 AV Amsterdam Tel: +31 (0)20- 222 19 82

28 Fotopia: de hemel is van iedereen NAAKTE WAARHEID VERBREEKT HET ZWIJGEN / P. 20

Hoofdredactie Tuncay Çinibulak

Tulpia 9

42 De top vergt assimilatie

het christelijke gelaat van istanbul / p. 25

Tulpia 12

50 Lente of schijn in Turks-Amerikaanse betrekkingen?

Tulpia 14

54 Ingenieur van de menselijke ziel

Grafisch ontwerp Ingrid Scheinhardt

56 Ahmet Davutoğlu: ambitieuze alleseter

Vertegenwoordiging in Turkije Yusuf Deniz Çinibulak (Istanbul)

Coverfoto Tulpia Media Team

Tulpia 5

40 Güler Sabancı – 'First lady' van het Turkse zakenleven

Eindredactie Guus Bal

Uitgever Sakine Güzeldere / Uitgeverij Tulpia Media

30 Mevlâna: ontworteling, liefde en de weg naar god

36 In het kielzog van de koningin

Redactie Martin Hulsing (chef) Suna Floret, Erhan Gürer, Sonja Havermans, Frans Jeursen, Kyra Kuitert, Maaike Lange

Correspondenten Boris Peters (Brussel), Marc Guillet (Istanbul), Slawomira Kozienieć (Istanbul)

17 De historische band tussen de Keukenhof, tulpen en Turken

Tulpia 17

58 Dichter bij Tulpia Mevlâna: ontworteling, liefde en de weg naar god / p. 30

Tulpia 21

08 Tulpia: van bolletje tot tulpenveld 60 Baby vaderland Cyprus en het Turkse EU-lidmaatschap 64 Strategische betekenis van Turkije voor EU

© Tulpia 2011

66 Servicepagina

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt via internet, door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever of auteursrechthebbende.

columns

09 Tuncay Çinibulak: welkom 09 Süleyman van den Broek: zomer doet vrouwen ontluiken prinses mÁxima steelt de harten in turkije / p. 36

47 Süleyman van den Broek: topje van de ijsberg 49 Jean Tillie: Geert Wilders en Limburg 63 Kálmán Benkö: de lusten en lasten van de EU

4 Tulpia / jaargang 06 / nr 21


Güler Sabancı – 'First lady' van het Turkse zakenleven / p. 40

elitevorming onder Turken in nederland / p. 42

Het is allemaal zes jaar geleden begonnen; Het idee om een nieuw blad te lanceren. Twee vrienden begonnen laat in de avond hun ideeën als gekken op papier te zetten. Hoe vaker de barkeeper langs kwam om in te schenken, hoe gekker werden de ideeën. Er werd een nachtje over geslapen en de volgende dag keken de stichters van het blad elkaar lachend aan. Dat was het teken dat het idee was geboren. Gaandeweg ontkiemde in het voorjaar van 2005 het idee tot een mooie tulp. Het blad noemden zij Tulpia. Na de zomervakantie waren alle voorbereidingen klaar om in het najaar te beginnen met de productie. Er werden journalisten, fotografen, schrijvers, grafische vormgevers, administratieve en commerciële medewerkers, drukkers en distributeurs aangetrokken. Tulpia vond ook een geschikte redactieruimte op de zevende verdieping van een robuust gebouw aan de Van de Sande van Bakhuizenstraat in Amsterdam; het oude gebouw van het weekblad Elsevier. Ik was zelf een paar keer in dat gebouw geweest voor een sollicitatiegesprek. Op 27 januari 2006 rond 16.00 uur ging de deurbel. Het was een medewerkster die het blad van een drukkerij in Antwerpen had opgehaald. De medewerkers stormden allen tegelijk naar buiten en namen snel een exemplaar van het eerste nummer in handen. De geboorte van Tulpia was geen idee meer, maar een hard feit. Lezers bleken even enthousiast te reageren als de makers ervan. Met een nieuw elan werden de koppen weer bij elkaar gestoken om de volgende nummers te gaan maken. De eerste twee jaren waren de moeilijkste periode in het leven van het blad. Tulpia kon financieel het hoofd nog net boven het water houden. Veel adverteerders en abonnees namen een afwachtende houding aan. Zij keken eerst de kat uit de boom en dat was ook wel te begrijpen. Nederlandse Turken hadden zich in veel sectoren als succesvolle ondernemers bewezen, maar een kwalitatief goed tijdschrift uitgeven, was voor hen toen nogal nieuw.

president barack obama in turkije / p. 50

Ahmet Davutoğlu: de nieuwe kissinger / p. 56

hoe onmisbaar is turkije voor de europese unie? / p. 64

In 2008 keerde het tij. Tulpia had een goede reputatie opgebouwd en qua bladformule bleek het goed aan te slaan bij de lezers, sponsors en de adverteerders. Vanaf juli van dat jaar begon Tulpia dan ook aan een nieuw leven. Het blad en de redactie werden verder geprofessionaliseerd en de verschijningsfrequentie werd verhoogd van vier naar zes nummers per jaar in 2010. Zo worstelend was inmiddels al vijf verstreken. Het was tijd om dat te vieren. Op de redactie werd een levendige discussie gevoerd wat we in dit jubileumnummer moesten zetten. Al gauw viel de term “Best of Tulpia”. Dat bleek echter een hels karwei te zijn. Ieder kwam met zijn eigen top-tienartikelen en foto’s. Uiteindelijk is er een keuze gemaakt voor de artikelen die u in dit nummer aantreft. Dit betekent echter niet dat de andere artikelen inferieur zijn, maar omwille van ruimte, leesbaarheid en de variatie is dit toch de beste keuze. In mijn optiek pasten vooral de onderzoeken, studies en de vele speciale thema’s die we hebben geplaatst in de rubriek Tulpia Focus in dit nummer. Hierbij valt te denken aan een vergelijkende studie tussen de maatschappelijke positie van Nederlandse Turken en Marokkanen, de zoektocht naar Turks-Nederlandse schrijvers, de emancipatie van de vrouw en de TurksEuropese betrekkingen. Dit nummer is een consensuseditie geworden, waar wij trots op zijn. Ik hoop dat u dat ook bent. Ik wens u veel leesplezier met dit jubileumnummer en zie uw bevindingen graag tegemoet. Wij hopen u ook de komende vijf jaren te mogen begroeten met nieuwe edities van Tulpia. Tuncay Çinibulak Hoofdredacteur

Tulpia / jaargang 06 / nr 21 5

TWEE WERELDEN ééN BLAD

Beste lezer(es),

TULPIA INHOUD

JUBILEUM TULPIA


6 Tulpia / jaargang 06 / nr 21


Europese betrekkingen en nog veel meer. In mei 2005 kwamen de initiatiefnemers weer bij elkaar in hetzelfde café in hartje Amsterdam. Dit keer bestelden zij alleen koffie. Enquêtes, aantekeningen en notities van de gesprekken werden op tafel gelegd. De vriendelijke ober kreeg medelijden met de beide mannen en bood hun diverse malen een glaasje wijn van het huis aan. Hij had echter geen succes. Pas tegen middernacht werd er een flesje wijn geopend en werd de teerling geworpen. Er moest een blad het levenslicht zien dat de naam Tulpia zou moeten krijgen. Dit blad moest met het ene been in de Turkse en met het andere in de Nederlandse samenleving staan. Vandaar hun motto: Twee werelden, één blad. Zaken, cultuur en reizen werden de belangrijkste pijlers ervan. Later kwam daar nog een vierde pijler bij: Turks-Europese betrekkingen. Na de zomervakantie werd er een begin gemaakt met de productie van het eerste nummer, de huisvesting en andere belangrijke zaken. In Fotopia kunt u een fotoreportage lezen over de vele kilometers die wij hadden afgelegd. Op 27 januari 2006 was het dan zover. Ons voorgevoel had de weg geplaveid voor een rijp idee dat de geboorte had gegeven aan het eerste nummer van Tulpia. Dat debuutnummer sloeg bij de lezers goed aan. Vele reacties kwamen binnen, maar ook goede tips en kritiek om het blad verder te ontwikkelen. Deze ontvingen wij met open armen op de redactie en gingen daarmee aan de slag voor het tweede, derde, vierde en nu het eenentwintigste nummer dat u in handen houdt. Het openingsartikel van dat nummer, “Turkse uitzendbureaus failliet door komst Polen”, sloeg in als een bliksem aan de heldere hemel. De Nederlandse media stortten zich op dit onderwerp en de vakcentrale FNV besloot te onderzoeken hoe het mogelijk was dat de komst van de Poolse seizoenarbeiders het faillissement van 900 van de 1200 Turkse uitzendbureaus in Haaglanden veroorzaakte. Dit onderwerp kwam zelfs in de Tweede Kamer ter sprake. Wij waren zeer aangenaam verrast door dit allemaal, maar bij de discussies en de publicaties werd helaas de naam van Tulpia nooit genoemd. Toch waren wij trots op onze inspanningen. Deze klapper beschouwden wij als het bewijs dat goede journalistiek wel loonde. Wij hadden namelijk een steentje in

een vijver gegooid, dat een overstroming had veroorzaakt. Aangemoedigd door de kracht van ons steentje en zijn concentrische cirkel zetten wij onze avontuur voort. Aanvankelijk was het de bedoeling om Tulpia maandelijks uit te geven, maar door de startproblemen werd er besloten driemaal per jaar uit te komen en geleidelijk te groeien naar vier, vijf, zes en tien nummers. Twee jaar lang kwam Tulpia drie maal per jaar uit. Pas in 2008 kwam de langverwachte groei. In dat jaar verschenen er vier nummers en het jaar daarop volgden er vijf edities. In 2010 kwamen er zes nummers uit. Ons voornemen is om dit jaar ook zesmaal uit te komen en in 2012 de verschijningsfrequentie te verhogen naar 10 nummers per jaar. Het is eind november. Op de redactietafel liggen de 20 nummers van Tulpia kriskras door elkaar. De vraag was hoe we dit nummer aan u zouden presenteren. Al snel kwam de term “Best of Tulpia” aanwaaien. Maar dat bleek geen makkelijke opgave te zijn. Toch hopen wij een mooie compilatie van de voorgaande nummers voor u te hebben gemaakt. Op de redactie dachten wij ook over ons succesformule na. Wat was het geheim van ons succes? Het antwoord daarop was: een goed blad staat of valt met een goede uitgeverij, een goede staf van schrijvers, fotografen, promotors, verkopers en last but not least natuurlijk de lezers en adverteerders. Hoe meer inkomsten Tulpia genereerde, hoe meer middelen, tijd en energie terugvloeiden naar het blad. Toch betekende dit niet dat de kwaliteit en het aanbod van onderwerpen vanzelf beter werd. De hoofdredactie moest elke keer een handige acrobaat spelen om diverse ballen goed in de hand te houden: aan de ene kant spraakmakende onderwerpen brengen die de lezers elke keer verrassen en aan de andere kant zakennieuws zo goed mogelijk verpakken om zo de sponsors en de adverteerders tevreden te stellen. Dit spel van balanceren hebben wij al vijf jaar naar onze mening goed weten te spelen. Wij zijn vastbesloten om onze acrobatische kunsten ook in de komende periode aan u te mogen tentoonspreiden en nog vele mooie nummers te maken. Wij hopen dat Goethe ons hierbij bijstaat, want wensen zijn voorbodes van hetgeen wat we daadwerkelijk hopen te realiseren: de bolletjes te laten bloeien tot een mooi tulpenveld.

Tulpia / jaargang 06 / nr 21 7

door redactie tulpia  fotografie tulpia media team

W

ensen zijn voorgevoelens van hetgeen u daadwerkelijk in staat bent te realiseren," heeft Johann Wolfgang von Goethe ooit gezegd. De peetvaders van Tulpia, een taalkundige en een journalist-dichter, geloofden Goethe op zijn woorden, maar ook in hun eigen kunnen. Op een decemberavond en -nacht van 2004 begonnen zij hun voorgevoelens uit de gevangenschap van hun ziel te redden. Zij gooiden de ramen van hun gedachten open. Ideeën bevrijdden zich uit de camera obscura en daalden neer op het papier. Als een zwerm trekvogels bedekten zij alle hoeken van het papier en begonnen zij te zingen. Iedere vogel zong zoals die gebekt was, maar dat leverde de meest uiteenlopende ideeën op. Er werd gezongen voor een reisblad, een zakenblad, een blad over literatuur, kunst en cultuur, filosofie en religie, geschiedenis en reizen. Hoe later de avond, hoe dieper de initiatiefnemers diep in het glas hadden gekeken. Het gezang van de vogels was op een gegeven moment aan dovemans oren gericht. De dag erna kwam laat voor de peetvaders van Tulpia in Amsterdam. In de middaguren werden de notities weer tevoorschijn gehaald en begon de generale repetitie voor de vogels. Al gauw verlieten groepen een voor een de vruchtbare grond onder hun poten. Slechts een handjevol vogels bleef over. Om ze niet onnodig af te schrikken, werd besloten om hun boodschappen aan diverse groepen van potentiële lezers voor te leggen. Na enkele maanden begonnen de ideeën zich opnieuw te groeperen. Onze zoektocht had ons geleerd dat niemand zat te wachten op een reisblad of op een blad over filosofie of over zaken. Men wilde namelijk niet alleen weten wat voor moois er allemaal aan de Turkse kusten was te zien, maar ook wat er in Ankara, in Istanbul en in de rest van het land zich afspeelde. Bovendien gaven de respondenten te kennen dat zij zich vooral interesseerden voor de ontwikkelingen binnen de Turkse gemeenschap in Nederland, in de Turks-Nederlandse en de Turks-Europese betrekkingen. Het moest daarnaast een blad worden van hoge kwaliteit en kleurrijk zijn. Uit de enquêtes en de tweegesprekken bleek ook dat er meer behoefte was aan een magazine dat zou moeten gaan over de handel tussen Nederland en Turkije, zaken, cultuur, politiek, reizen, Turks-

TULPIA 21

Tulpia: van bolletje tot tulpenveld


& Nederlands-Turks business-

aart 2006 € 3.95 cultuurmagazine • februari/m

TWEE WERELDEN ÉÉN

BLAD

door Tuncay Çinibulak  fotografie Uygar Özel

TULPIA 1

In de ban van Istanbul Kulsan marcheert voor cultuur Deloitte en KOBI trainen Turkse ondernemers

Doruk Akın voor Tulpia

Handel tussen Nederland en Turkije groeit

S TURKSE UITZENDBUREAU POLEN FAILLIET DOOR KOMST

Tulpia 1: feb-apr 2006 In dit eerste nummer van Tulpia brachten wij niet alleen een bijzonder artikel over de Turkse uitzendbureaus in Haaglanden, maar ook over cultuur, reizen, zaken en wetenschap. In de rubriek Fotopia leest u de weg die we hebben af moeten leggen om onze ideeën aan de man te brengen. Daarnaast hadden we een artikel over twee helden van Stichting Kulsan die de Turkse muziek in Nederland promoten, een reisverhaal door Istanbul en Hasankeyf. In de rubriek Business onthulden we een onderzoek dat in samenwerking met het accountancykantoor Deloitte is gemaakt over de potentie van de Turkse ondernemers in Nederland. Verder stond dit nummer in het teken van de handel tussen Turkije en Nederland, een portret van de twee ambassadeurs van de Turkse muziek in Nederland. Verder wijdden we een artikel aan de passie van Doruk Akin, zusje van onze Almelose schoonheidskoningin Azra Akin, voor ons blad en een reportage over de stad van twee werelden: Istanbul.

Turken verliezen de slag om het Westland DEN HAAG - Steeds meer Turkse loonbedrijven en uitzendbureaus leggen het af tegen de aanzwellende Oost-Europese concurrentie. 80 procent van de Turkse uitzendbureaus zou hierdoor failliet zijn gegaan. Een trend die vooral is te zien in de regio Haaglanden.

Uitzendbureau van Zeki Barut in den Haag

“V

ijf jaar geleden waren er in deze stad ongeveer 700 Turkse uitzendbureaus. Nu zijn dat er nog maar 150. Er is dus nog maar twintig procent over­gebleven,” zegt Güven Alkılıç van het Turkse Platform in Den Haag. Deze trend lijkt te gelden voor heel Zuid-Holland. Volgens Zeki Barut van

8 Tulpia / jaargang 06 / nr 21

uitzendbureau Oranje in Den Haag waren er drie jaar geleden nog 1200 uitzendbureaus in Zuid-Holland. “Daar zijn er nog maar 300 van over. 75 procent is dus ter ziele gegaan.” Den Haag is traditioneel de uitvals­basis voor veel uitzendwerk naar de kassen in het Westland. Vooral in die sector wringt de arbeidsmarkt. Nog niet zo gek lang geleden


‘In deze regio zijn nog maar 20% Turkse uitzendbureaus over’

Ruim vierhonderd jaar geleden haalde de beroemde Nederlandse plantkundige Carolus Clusius (1526-1609) de tulp naar Nederland. Deze plant werd hier zodanig goed verzorgd en gekweekt dat zij later tot een symbool en het meest geliefde exportproduct van Nederland geworden is. Zo’n veertig jaar geleden haalden Nederlanders Turkse werkkrachten naar dit waterland. Zij hielpen de Nederlandse economie opbloeien, maar ze benutten zelf ook de geboden kansen, schoten stevig wortel en maakten zelf eveneens een bloei door. Leden van de nu ongeveer 365.000 zielen tellende Turkse gemeenschap zijn op elk niveau van de Nederlandse samenleving vertegenwoordigd en dragen met hun talrijke werkgevers, succesvolle zakenlieden, juristen, artsen, politici, schrijvers en kunstenaars nog steeds bij aan de bloei van dit land. De Turkse aanwezigheid hier te lande wordt dan ook zeer gewaardeerd, zoals blijkt uit straatnamen als Atatürk in AmsterdamNoord, de Istanboeldreef in Rotterdam en de Ankaradreef in Utrecht. Mijn vader - die tot de eerste generatie immigranten behoorde - heeft het niet verder geschopt dan eenvoudig arbeider in de Nefit-fabriek (bekend van de cv-ketels) te Deventer. Maar hij heeft zijn zeven kinderen wel veel kansen geboden om in Nederland een betere toekomst op te bouwen. Dankzij het gunstige ontwikkelingsklimaat voor de tulp hier in Nederland probeer ik als zoon mijn plicht tegenover mijn vader af te kopen door hier een monument voor hem op te richten. Op dit moment houdt u dit minimonument, , in handen. Hiermee wil ik een brug slaan tussen twee werelden: de Nederlandse en de Turkse cultuur en tevens de Nederlandse tulpenkwekers bedanken voor de kansen die zij de Turkse gastarbeiders geboden hebben. Wij zochten een naam die als symbool zou kunnen dienen voor deze twee werelden. Al snel kwamen wij op het woord tulp dat kenmerken van beide landen in zich verenigt. is weliswaar een gefingeerde naam, maar hij betekent voor ons: “De twee werelden van de tulp”. Binnen deze werelden richten wij ons voornamelijk op business, toerisme en cultuur. Dat doen we in de vorm van nieuws, reportages, interviews en columns. Wij bieden u, geachte lezer, een bloemlezing uit de Turkse en Nederlandse cultuur en hopen op een positieve waardering, tips en suggesties. Heel graag zien wij al uw reacties tegemoet. Namens de voltallige redactie en overige medewerkers wens ik u heel veel leesplezier met het blad .

Andersom: de toevloed van bedrijven die zich richten op werken in de kas, maar ook bij andere branches voor uitzendbedrijven, is echter groot. Aan die kant zijn er heel wat bedrijven bijgekomen sinds de uitbreiding van de EU naar Oost-Europa.”

Tulpia / jaargang 06 / nr 21 9

TULPIACOLUMN

WELKOM

tuncay Çinibulak / hoofdredacteur XXXXXXXX

waren Turken heer en meester in de kassen – vanouds een arbeidsintensieve bedrijfstak. En zij kregen hun werk vaak weer via agrarische loonbedrijven die ook door Turken werden gerund. Die tijden zijn voorbij. De kassen dampen nog als tevoren, maar de behoedzame vingers die de plantjes strelen zijn niet meer Turks. Het zat er al aan te komen (vaak na maatregelen tegen het illegale circuit), maar nu is het wezenlijk geworden. De Westlandse tuinders hebben liever Polen. Minder duur en minder gezeur, vinden ze. Cijfers zijn moeilijk te krijgen. De Kamer van Koophandel Haaglanden kan alleen maar een trend bevestigen. Daarin bestaan aanwijzingen dat veel Turkse ondernemers en hun werknemers de druk van de OostEuropese concurrentie niet aankunnen. Maar hoeveel Turkse loonbedrijven in de afgelopen vijf jaar ten onder zijn gegaan, valt niet na te trekken . “Wij registreren nu eenmaal niet naar etnische achtergrond,” zegt een woordvoerder. “En dat zou in de praktijk ook lastig zijn, omdat veel etnische ondernemers, zeker die van de tweede generatie, hun bedrijf inschrijven onder oer-Hollandse namen.“ Maar een zekere statistische lijn ziet de Kamer van Koophandel wel. Veel aloude loonbedrijven en uitzendbureaus leggen het loodje sinds de uitbreiding van de Europese Unie in 2004. Oorzaak, zeggen de Turken, zijn de Polen. Dat kan de KvK dus niet met cijfers onderbouwen. Daar registreert men slechts faillissementen en nieuwe inschrijvingen. Maar die nieuwe aanmeldingen komen wel overwegend uit Oost-Europa, beaamt de KvK-woordvoerder. “Als je het breed bekijkt zie je twee ontwikkelingen. De markt op zich groeit niet – dat is één.


door Uygar Özel

TULPIA 1

DE LANGE REIS NAAR TULPIA

Dag 1 > Tijd: 05.00 uur. 10,7 km. “Vroeg opgestaan kom je eerder aan”.

Dag 7 > Tijd: 13.47 uur. 548 km . Uitgerust en met frisse moed zetten we hoopvol onze reis voort.

Dag 63 > Tijd: 16.47 uur. 5657 km. Soms gaat het ons voor de wind, soms valt alles ineens tegen. “Rijping komt met het reizen.”

Dag 77 > Tijd: 16.43 uur. 5980 km. Tegen de avond keren we naar de stad terug.

Dag 109 > Tijd: 23.08 uur. 8600 km. Elke tunnel heeft een uitgang.

Dag 124 > Tijd: 17.27 uur. 9108 km. Ons uitzicht tijdens een haastig avondmaal.

10 Tulpia / jaargang 06 / nr 21


Dag 22 > Tijd: 11.42 uur. 1213 km. De voorbereidingen komen nu goed van de grond. Wij stijgen op.

Dag 47 > Tijd: 13.32 uur. 2785 km. Rijdend over smalle, steile wegen. Bladeren beginnen te vallen, maar onze (over)moed groeit gestaag.

Dag 84 > Tijd: 14.06 uur. 7312 km. Ondanks het Hollandse weer rijden wij met Turks enthousiasme gewoon verder...

Dag 96 > Tijd: 16.59 uur. 8042 km. Wij meten ons eventjes met het vliegtuig.

Dag 130 > Tijd: 17.46 uur. 9413 km. Opeens liepen onze sporen door elkaar heen.

Dag 137 > Tijd: 14.30 uur. 10.077 km. Tulpia schittert in onze handen. Alstublieft!

Tulpia / jaargang 06 / nr 21 11


& Nederlands-Turks business-

- augustus cultuurmagazine • mei

2006 € 3,95

TWEE WERELDEN ÉÉN

BLAD

Het eerste nummer van Tulpia is met groot enthousiasme en veel waardering ontvangen door een brede lezerskring. Dat blijkt niet alleen uit het aantal mondelinge en schriftelijke reacties en steunbetuigingen, maar ook uit de nieuwe abonnees en adverteerders.

TULPIA 2

Istanbul: de hoofdstad van moskeeën

Crisisberaad Turkse reisorganisaties Topconferentie Hotiad: Turkije nieuw investeringsparadijs

ENTHOUSIASME

Historische band tussen Keukenhof, tulpen en Turken

N TURKEN KIEZEED HUN RAADSL EN

WORD ABONNEE

E VACATURES E SIMKAARTEN • NIEUW 50 GRATIS LEBARA MOBIL

Tulpia 2: mei-aug 2006 Het eerste nummer van Tulpia is met groot enthousiasme en veel waardering ontvangen door een brede lezerskring. Dat blijkt uit de reacties en steunbetuigingen, waarover u hiernaast kunt lezen. In dit tweede nummer staan de volgende onderwerpen centraal: een terugblik op de gemeenteraadsverkiezingen van afgelopen maart, de historische band tussen de Keukenhof, tulpen en Turken, de aankomende conferentie van de Nederlands-Turkse Ondernemersvereniging Hotiad en het crisisberaad van de Turkse reisorganisaties. Een schokkend stuk is dat over de dramatische schooluitval onder Turkse jongeren in Nederland.

12 Tulpia / jaargang 06 / nr 21

Ons openingsartikel met als titel “Turkse uitzendbureaus failliet door komst Polen” werd snel opgepikt door andere Nederlandse en Turkse media. Ieder medium bracht dit nieuws geheel op eigen wijze en de discussie wordt nog tot op heden zowel in de media als in de Tweede Kamer of bij de vakcentrales gevoerd. Dat verheugt mij, maar graag zou ik de naam van Tulpia bij deze discussies willen horen of in de berichten willen zien. Ik hoop dat de media ook ons tweede nummer met belangstelling volgen. Dit is het tweede nummer en tevens de zomer­editie. Hierin staan de volgende onderwerpen centraal: een terugblik op de gemeenteraads­verkiezingen van afgelopen maart, de histo­rische band tussen Keukenhof, tulpen en Turken, de aankomende conferentie van de Nederlands-Turkse Ondernemersver­eniging Hotiad en het crisisberaad van de Turkse reisorganisaties. Een schokkend stuk is dat over de dramatische schooluitval onder Turkse jongeren in Nederland. In onze vaste rubriek Arabul in Istanbul (“Zoek & vind in Istanbul”) is er speciale aandacht voor de moskeeën en in onze nieuwe rubriek Oranjerood belichten we de Nederlands-Turkse cultuurverschillen en overeenkomsten in gemengde huwelijken. De doorstart van het tweede nummer heeft iets langer geduurd dan verwacht. Maar intussen hebben wij onze redactie kunnen versterken met enkele nieuwe medewerkers en hebben wij talloze vruchtbare gesprekken met onze lezers gevoerd. Ook is er veel moeite besteed om de lay-out van Tulpia te vernieuwen en is het aantal pagina’s van 84 naar 92 vergroot. Ten slotte hebben wij een grote verhuizing meegemaakt. Met dit nummer wens ik u veel leesplezier toe en ik hoop op een positieve waardering ervoor. Uw kritiek, suggesties en tips blijven altijd welkom. Het volgende nummer van zal medio september verschijnen. Graag tot dan. Tuncay Çinibulak Hoofdredacteur


UW BRIEVEN

professioneel uit. De fotografie en opmaak spreken erg aan en de economische items passen goed in het format. Veel succes en hoge oplages toegewenst.

Fred van Duijvenbode Communicatieadviseur Kamer van Koophandel Rotterdam

welkomstwoord. Kunt u dat niet beter op de website plaatsen, want dat miste ik daar. Eén pagina aan agenda vond ik een beetje te weinig. Dat mogen er wat mij betreft drie worden. Ook iets meer artikelen graag over de kansen op de arbeidsmarkt. Ik ben benieuwd naar het tweede nummer.

Yasemin Yıldırım

“Ik ben erg blij met de geboorte van Tulpia. Ik hoop dat dit blad daadwerkelijk een brug slaat tussen twee culturen en dat het een goed beeld geeft van alle aspecten van het moderne Turkije, de ontwikkelingen binnen de Turkse gemeenschap hier en alle andere interessante ontwikkelingen in Nederland. Ik wens Tulpia dan ook een lange en glansrijke toekomst toe.”

Tacan İldem

Ik ben erg ontroerd door uw welkomstwoord. U zegt daarin dat u met Tulpia een monument heeft opgericht voor uw vader, dat u ons Nederlanders bedankt voor de geboden kansen aan uw vader en vele andere Turken die deze kansen goed benut hebben. Wat een prachtige tekst en een positieve benadering! Ik verzoek u dit welkomstwoord in het tweede nummer nogmaals te plaatsen, zodat mensen die het misschien niet gelezen hebben er ook kennis van kunnen nemen. Met uw prachtige blad Tulpia bewijst u dat integratie ook anders kan. Geen Haags gezeur en verdachtmakingen over en weer, maar een positieve benadering en daadkracht. U probeert twee werelden bij elkaar te brengen. Dat is een nobel doel dat door velen in dit land als voorbeeld genomen mag worden. Ik hoop dat u inderdaad een bloemlezing uit de beide culturen in uw blad weergeeft en wens u veel succes.

Adriaan van Gelderen Zakeman / Den Haag

ambassadeur van Turkije in Nederland

Van harte gefeliciteerd met je blad Tulpia. Het ziet er goed uit en het doet me deugd er bekende namen in tegen te komen zoals die van Rogier Slop. Ik denk dat je een interessante markt hebt aangeboord, op de kruising van twee culturen. Als je de trots, ondernemingszin en dynamiek van de Turkse gemeenschap weet vast te leggen, kun je volgens mij een aansprekend blad maken.

Peter ter Horst Hoofdredacteur Intermediair / Haarlem

Wat een mooi, uitnodigend nieuw blad! Ook voor mij als blanke medeburger leuk om te lezen en zo een inkijkje te krijgen in het Turkse ondernemen. Bijzonder interessant vond ik uw artikel over de Turkse en Marokkaanse uitzendbureaus die failliet dreigen te gaan door de komst van de Polen. Misschien mag daarbij nog wel wat meer de hand in eigen boezem worden gestoken: zijn ‘onze’ Turken misschien te duur? Of werken ‘wij’ wel hard en secuur genoeg? Want dat is de vraag die naar voren komt als zoveel uitzend­ bureaus er de brui aan geven.

Klaasjan Baas Veel sterkte en succes met Tulpia (leuk gevonden trouwens, die naam). Ik heb het met plezier gelezen. Eén tip: kijk uit dat het niet een blad wordt met te veel reclame. Veel succes verder.

mr. Coşkun Çörüz Lid Tweede Kamerfractie CDA / Den Haag

Van harte gefeliciteerd met de geboorte van uw nieuwe blad. Het ziet er verzorgd en

Journalist / Hilversum

Proficiat met uw goede initiatief Tulpia. Toen ik het blad zag, dacht ik: ‘O, weer zo’n goedkoop Turkenblad of een blad als vele andere. Maar toen ik het begon te lezen, merkte ik dat het inderdaad een bijzonder en uniek kwaliteits­ magazine is dat veel nuttige informatie bevat. Een mooie samenstelling van diverse onderwerpen. Ik vond de reportage over Istanbul het mooist. En natuurlijk uw bemoedigende

Studente Economie en Bestuurskunde Amsterdam

Proficiat! Het eerste nummer van Tulpia ziet er schitterend uit. Ik ben er het hele weekend mee bezig geweest. De artikelen hebben een hoog realiteitsgehalte en geven veel inzicht in problematieken die zich onttrekken aan mijn lekenoog. Ik vind de foto’s en reportages heel interessant. De reportage over Istanbul boeide mij. Ik wil er zelf ook heengaan. Ook het stuk over Didyma vond ik interessant. Het artikel over de komst van de Poolse gastarbeiders gaf mij een gevoel van herhaling in de geschiedenis. Gesettelden (Turken) versus nieuwe groepen, wat goed uit het artikel duidelijk wordt. Kortom: een goed begin. Ga zo door.

Atie Schoonbeek Onderwijskundige / Amsterdam

Ik feliciteer u uit de grond van mijn hart met uw blad Tulpia. Ik ben blij dat u een kwaliteitsmagazine heeft gelanceerd dat het niveau van de eerste generatie overstijgt. Wij van de jongere generaties hebben daadwerkelijk behoefte aan zulke bladen. Ik hoop dat u zich niet voornamelijk gaat richten op Amsterdam en Istanbul. Ik wens u veel succes met de volgende edities.

M. Behsat Üvez Muzikant / Groningen / www.barana.nl

Ik heb het blad goed bekeken. Het is zonder overdrijving een prachtig tijdschrift. Het is alsof dit niet je eerste nummer, maar je honderdste is. Het is met grote zorg, kennis en ervaring samengesteld. Ik ben trots op je product. Het zal mij niet verbazen als er mensen jaloers worden op je succes. Je hebt echter nog een lange en kronkelige weg te gaan, maar een goed begin is het halve werk. Geliefde dichter, want zo heb ik jou leren kennen, ik feliciteer je nogmaals en wens je veel succes.

Yavuz Nüfel Dichter/schrijver Rotterdam

Tulpia / jaargang 06 / nr 21 13


TULPIA 2 door Tuncay Çinibulak  fotografie Uygar Özel

Tulp, tulpomanie, In Nederland groeiden er oorspronkelijk niet veel bloembollen. En zeker onze bekendste Nederlandse bloem, de tulp, kwam hier niet voor. Bloembollen leerde men pas goed in Nederland kennen in de 16de eeuw. De eerste bloembol die echt de aandacht trok was de tulp en die groeide in Turkije.

D

e ambassadeur van Oostenrijk in Turkije kreeg een paar tulpenbollen van de Ottomaanse sultan cadeau. Deze gaf de bollen aan de Leidse hoogleraar Carolus Clusius [1526-1609], de grondlegger van de Hortus Botanicus in Leiden. Juist tijdens het leven van deze Vlaming (die eigenlijk Charles de l’Écluse of Karel van der Kluis heette) ontwikkelde de botanie zich tot een gespecialiseerde wetenschap. Clusius kreeg de tulpenbollen omdat hij heel veel onderzoek naar bloemen en kruiden deed. De tuin waarin Clusius proeven met tulpenbollen deed, bestaat overigens nog steeds. Deze heet de Clusiushof en hoort bij de hortus van Leiden. Overigens wilde Clusius zijn tulpen niet verkopen; hij wilde er 14 Tulpia / jaargang 06 / nr 21

alleen maar proeven mee doen. Maar op een keer werden al zijn bollen gestolen uit de hof. De bollen waren namelijk heel veel waard en dat trok natuurlijk volk aan dat alleen maar snel rijk wilde worden! Alleen de puissant rijken konden bloembollen kopen. Deze werden in de 17de eeuw enkel door apothekers verkocht, omdat men meende dat ze geneeskrachtig waren. Rond de belangrijkste steden, zoals rond Amsterdam, waren landgoederen waar de rijken uit de 17de en 18de eeuw hun zomerverblijf hadden en graag wilden opscheppen met hun dure tulpen. Veel van die oude landgoederen zijn inmiddels verdwenen. Een paar namen van bekende landgoederen zijn: Huys ter Spekke, Huys te Manpad en Huis Sandvliet.

‘Alleen de puissant rijken konden bloembollen kopen’


Tulpia De Keukenhof is een populaire locatie voor onvergetelijke fotomomenten

In het park dat bij Huis Sandvliet hoorde werd voor het eerst in 1949 de bekende bloembollententoonstelling De Keukenhof ingericht. Tulpomanie Rond 1634 wilden steeds meer rijken tulpenbollen kopen. Er begon toen een dwaze handel in tulpenbollen. Niet alleen bollenliefhebbers waren bezig bollen te kweken en met de bollenhandel, ook allerlei lieden die niets van bollen wisten, maar alleen snel rijk wilden worden, stortten zich op de bollen. Dit werd ‘tulpomanie’ of tulpenrage genoemd. Men verkocht een bol die men niet eens bezat aan een ander die hem weer door wilde verkopen en die eigenlijk geen geld had. Dit soort handel wordt gewoonlijk windhandel genoemd. Voor één bol werden krankzinnige bedragen, wel tot 2200 euro betaald. Vaak kregen de kopers alleen een stuk papier waarop stond dat ze de eigenaar waren van een bol; de bollen zelf zagen ze meestal niet eens (en soms bestond zo’n bol ook helemaal niet!) Er was zelfs iemand die zo graag een bol wilde hebben dat hij één bol ruilde tegen twee ladingen graan, twee ladingen rogge, vier vette ossen, twaalf vette schapen, 5000 liter wijn, 35 liter bier, 1500 kilo boter, 500 kilo kaas,

een zilveren beker en een pak lakense stof. Enkele jaren later, begin 1637, kwam er een bruusk einde aan heel deze dwaze wind­ handel. Sommigen waren heel rijk geworden, maar anderen waren totaal verarmd, want failliet gegaan.

Bloembollen worden goedkoper In de 18e eeuw raakte Nederland bekend als bollenland. De bol bleef alleen betaalbaar voor de rijken in binnen- en buitenland. In de 19e eeuw ging men steeds meer bollen kweken, waardoor de bollen goedkoper werden. Omdat gewone mensen ook steeds meer gingen verdienen, konden er steeds meer bollen verkocht worden. Vanaf die tijd heeft de bollenhandel zich steeds verder uitgebreid. De kwekers hebben methoden gevonden om veel bollen van goede kwaliteit te kweken. Tegenwoordig worden bloembollen nog steeds heel mooi gevonden. Kijk maar eens hoeveel toeristen er komen als de bloemenvelden in bloei staan. En dan hebben we het nog niet eens over de Keukenhof of over een bloemencorso! In 2006 ontstond ons blad Tulpia als eerbetoon aan deze prachtige Turks-Nederlandse bloem. Tulpia / jaargang 06 / nr 21 15


De Keukenhof

16 Tulpia / jaargang 06 / nr 21


In elk Turks familiefotoalbum lachen ze je hartelijk toe. Hele gezinnen, poserend tussen de tulpen in de Keukenhof. Mijn ouders, zussen en broers – toen nog jong – kijken met stralende ogen naar de objectieven. Turken en de Keukenhof hebben een bijzondere band met elkaar weet ik nu. Vroeger kon ik maar niet begrijpen waarom mijn landgenoten per se een dagje naar deze megatuin gingen alsof het een heilig oord was. Pas later begon ik hun liefde en nieuwsgierigheid voor de Keukenhof te begrijpen. De tulp is vier eeuwen geleden uit Turkije naar Nederland gebracht. Intussen hebben bollenkwekers hier met zorg vele soorten en kleuren gekweekt. En dat maakt de Turk elk jaar opnieuw nieuwsgierig.

Tulpia / jaargang 06 / nr 21 17

TULPIA 2 door Tuncay Çinibulak  fotografie Uygar Özel

De historische band tussen de Keukenhof, tulpen en Turken


De Keukenhof trekt jaarlijks meer dan een miljoen toeristen aan

V

orige week bezocht ik dus met mijn vrouw, dochtertje en andere familieleden de Keukenhof. Ook wij lieten ons tussen de tulpen vereeuwigen en liepen urenlang langs de tulpenbedden. Wij waren vooral benieuwd naar de nieuwe aanwas: de Rembrandt van Rijn-tulp. Er is al een tulp genoemd naar de grote meester. Maar ter ere van de 400ste verjaardag van deze schilder is er een nieuwe tulp naar hem genoemd. “De 400ste verjaardag van Rembrandt vieren we ook, omdat deze grootste Nederlandse schilder uit deze buurt komt en omdat de Keukenhof zich graag profileert op het raakvlak van natuur en cultuur,” vertelt Annemarie Gerards, manager Marketing & Communicatie bij de Keukenhof. “De gedoopte tulp is gewonnen door de bekende veredelaar Jan Ligthart uit Breezand,” vervolgt zij trots. De firma en de familie Ligthart hebben onlangs ook het boek Tulpengoud op de markt gebracht. Een beetje ongeduldig lopen wij richting de nieuwe tulpen. Deze staan in bloei in een groot portret van de schilder. Onze nieuwsgierigheid wordt beloond, want deze tulpensoort overtreft alle klassieke tulpen. De Rembrandt van Rijn is een laatbloeier en heeft een ronde bloem. Als pottulp wordt hij 18 Tulpia / jaargang 06 / nr 21

15 cm hoog en als snijbloem 40 cm. Hij heeft een scherpe knop met een brede gele rand. Wij nemen vele foto’s van het tulpenrijke portret en lopen verder. “Per jaar worden er in de Keukenhof zeven miljoen tulpen en andere pracht­ bloemen allemaal met de hand geplant,” vertelt Gerards trots. “De Keukenhof trekt jaarlijks 700.000 bezoekers uit binnen- en buitenland. Inmiddels is het aantal deelnemende bollenbedrijven van 10 naar ruim 90 gegroeid. Elk jaar worden de allerbeste en aller­mooiste bolbloemen van Nederland in de Keukenhof tentoongesteld. De Keukenhof is uitgegroeid tot een van de bekendste plekken van Nederland en een van de meest gefotografeerde bezienswaardigheden ter wereld,” aldus Gerards De hele dag hebben wij doorgebracht in deze kleurrijke tuin. We konden onze ogen maar niet afhouden van de prachtige tulpen die in alle soorten en kleuren hun vroegere landgenoten begroetten. En wij voelden ons één met hen, want als er een plek in Nederland is die de kenmerken van de Turkse en de Nederlandse cultuur met elkaar verenigt, die synoniem is voor dit tijdschrift Tulpia, dan is dat zeker de Keukenhof wel.

‘De Keukenhof is een van de meest gefotografeerde bezienswaardigheden ter wereld’


Portret van Rembrandt van Rijn

De Keukenhof in vogelvlucht In 1949 nam de toenmalige burgemeester van Lisse, mr. W.J.H. Lambooy, samen met een tiental vooraanstaande bloem­ bollenkwekers het initiatief voor een jaarlijks terugkerende bloemententoonstelling in de openlucht. Al snel lieten ze hun oog vallen op Landgoed de Keukenhof. De gemeenteraad van Lisse steunde het initiatief financieel. Ook vanuit diverse vakorganisaties werd instemming betuigd en onder leiding van tuinarchitect W. van der Lee gingen honderden arbeiders aan de slag om de Engelse tuin van Zocher te veranderen. De Keukenhof is niet altijd het prachtige landgoed geweest zoals we het nu kennen. In de 15de eeuw maakten de 32 hectare van het huidige park onderdeel uit van het enorme landgoed van Slot Teylingen. Van 1401 tot 1436 zwaaide de Gravin van Holland, Jacoba van Beieren, hier de scepter. Een deel van haar landgoed liet ze gebruiken als kruiden- en groentetuin. Elke dag verzamelde de gravin hier hoogstpersoonlijk de verse ingrediënten voor in de keuken. Hieraan dankt het huidige Landgoed Keukenhof zijn naam.

In 1857 kregen de bekende tuin- en land schapsarchitecten 'Zocher & Zoon' de opdracht een park te ontwikkelen. Beide heren hadden eerder in Amsterdam een vergelijkbare taak uitgevoerd waar zij het Vondelpark ontwierpen. Wie nu op de Keukenhof komt herkent hun hand in het gebied rondom de Beukenlaan. De majestueuze bomen en de vijver stammen uit die tijd. In de jaren daarna is Landgoed Keukenhof steeds verder ontwikkeld tot het huidige 32 hectare grote park. In het eerste jaar bezochten meteen 236.000 mensen de tentoonstelling. Een bewijs dat burgemeester Lambooy en de kwekers een juiste inschatting hadden gemaakt. Naarmate de jaren vorderden, groeide Keukenhof door naar een bezoekersaantal van 600.000 tot 700.000 mensen per jaar, met uitschieters naar ruim 900.000. Onder hen vele 'Groten der Aarde', zoals de Amerikaanse presidenten Eisenhower en Clinton en de Engelse koningin Elizabeth. Ook viel de Keukenhof de eer te beurt het decor te zijn van het eerste publieke optreden van Prinses Máxima, indertijd nog de verloofde van Kroonprins Willem-Alexander.

‘Wij waren vooral benieuwd naar de nieuwe aanwas: de Rembrandt van Rijn-tulp’

Tulpia / jaargang 06 / nr 21 19


& Nederlands / Turks business-

r cultuurmagazine • novembe

‘06- januari ‘07 • € 4,95

TULPIA 3

TWEE WERElDEN ÉÉN

BlAD

De carrièredrang van Gülsüm dağlı

tentoonstelling: istanbul op de dam Bloei Fortis Bank in turkije ya huizenmarkt in alan booming business

opstelten leidt ir handelsmissie naar izm

Naakte waarheid verbreekt het zwijgen

Tulpia 3: nov 2006-jan 2007 De afgelopen zomer wilde kennelijk het estafettestokje niet overdragen aan de herfst en bleef ons maar aangenaam weer bezorgen. Maar afgezien van de warmte was het ook een heel interessant najaar. De Tweede Kamerverkiezingen van 22 november 2006 en de ontwikkelingen daaraan voorafgaand maakten de afgelopen periode extra spannend. Voor veel Turken had deze helaas een bittere bijsmaak door de zogenoemde ‘Armenië-kwestie’, waarover u het een en ander kunt lezen in onze politieke analyse alsmede in het interview met de scheidende ambassadeur van Turkije Tacan İldem. In dit nummer leest u over de handelsreis van de Rotterdamse burgemeester Opstelten naar Izmir, de bloei van Fortis Bank in Turkije, de Nederlandse run op zomerhuizen in Alanya en de Dutch Dream van Nederlandse ondernemers van Turkse origine. Op het gebied van kunst en cultuur staan we uitvoerig stil bij de tentoonstelling ‘Istanbul aan de Dam’. De Turkse kunstfotografe Aysel Bodur doorbreekt in haar fragiele naaktheid allerlei taboes en de rijzende ster van Amsterdam, Karsu, brengt met haar piano oost en west bijeen. Nieuwe rubrieken in dit nummer zijn: Cu­ linair, Cultuurservice, Vastgoedindustrie, Sohbet (een goed gesprek) en de column van de levenskunstenaar Süleyman van den Broek. Dit keer hebben we in onze rubriek Sohbet een interessant gesprek met oudminister L.J. Brinkhorst van Economische Zaken.

20 Tulpia / jaargang 06 / nr 21

De ontklede mens is een belangrijk thema in het werk van de Turks-Nederlandse fotografe Aysel Bodur (1977), dochter van een voormalige imam. Op veel afbeeldingen staat ze ook zelf, in zo’n geval met de camera verbonden via een lange draadontspanner. ‘Ik regisseer niet. Ik klik als mijn gevoel goed is’.

D

e wensdroom om naar het buitenland te gaan, is nauwelijks bewaarheid geworden of het paradijs Neder­land vertoont de eerste barsten. Overmand door verdriet en teleurstellingen besluit Aysel Bodur op een winterse dag simpelweg haar gevoel te volgen en blootsvoets op een weg te gaan staan. Deze confrontatie met zichzelf vraagt om meer en een dag later legt ze in een doorsnee straat in Aalsmeer haar kleding af en poseert ze naakt voor haar eigen camera. “Het toestel is dan mijn partner. Op zo’n moment ben ik eigenlijk de enige op de wereld.” En zo wordt fotografie haar therapie. “Het creëert opluchting, dus probeer je steeds een stap verder te gaan. Neen, door erover te praten, helpt niet. Het gaat om de foto.” We treffen elkaar in haar bovenwoning in een buitenwijk van Amsterdam. Het interieur ademt sfeer, kunstzinnigheid ook. Op de eettafel staat haar geopende laptop, waarop ze speels het ene na het andere mooie beeld oproept. Alles in zwart-wit. “Kleur vind ik te realistisch, te hard. Nu is het meer een fantasiewereld, theatraal,” verklaart de kunstenares.

We voelen plots mee met Johan De Vos, een Belgische fotografierecensent, die haar manier van fotograferen typeert als ‘die van de jaren zeventig, met de drang om een basis­ werkelijkheid weer te geven’. Volgens hem veroorzaken de naaktfoto’s ook ‘een zekere plechtigheid’. ‘Het verwijst naar de kunst en het verwekt erotische gevoelens’, zo staat in zijn recensie van een expositie van Bodurs werk, vorig jaar in een galerie in België. Weer anderen omschrijven haar foto’s als een psychologisch onderzoek naar zichzelf en naar de mensen om haar heen, een zoektocht die al in haar jongste jeugd moet zijn ontstaan. “Mijn moeder leefde in Ankara, mijn vader in Marmaris, achthonderd kilo­meter uit elkaar. Ik wilde altijd al naar het buitenland, op die plek in Turkije voelde ik me nooit helemaal thuis.” Als reactie op dat innerlijke ongenoegen zweert ze op 13-jarige leeftijd haar godsdienst af. In ’93 brengt een Hollandse jongen (‘m’n eerste liefde’) Nederland dichterbij; drie jaar later voegt ze de daad bij het woord. Tot 2001 studeert ze aan de Rietveld Academie in Amsterdam (‘pas na drie maanden kwam ik


TULPIA 3 door John de Graaff  fotografie Aysel Bodur Een foto uit de serie Family Ties, in een badhuis in Ankara

‘De familieband is nu heel anders, er is intimiteit ontstaan‘ Aysel Bodur

Tulpia / jaargang 06 / nr 21 21


‘Ik probeer de ziel te bereiken door de naaktheid‘ Zelfportret op rangeerterrein

erachter dat het een kunstacademie was’) en vormt ze zich als professioneel fotografe. De inspanningen op de academie worden uiteindelijk bij het afstuderen beloond met de Esther Kroonprijs, een aanmoedigingsprijs voor jong talent. Nog in datzelfde jaar heeft ze haar eerste solotentoonstelling.

Familieband Maar hiermee is haar zoektocht nog lang niet ten einde. Integendeel: Aysel Bodur blijft grenzen opzoeken, blijft ook grenzen doorbreken. “Ik probeer de ziel te bereiken door de naaktheid,” zegt ze daarover. “En ik ben niet bang voor mijn eigen camera. Het is eigenlijk het meest vertrouwde wat ik heb.” Op haar reis naar de diepste gevoelens van de mens komt ze toch weer in Turkije terecht, bij haar familie. In Ankara haalt ze haar moeder, haar broer, diens vrouw en hun 22 Tulpia / jaargang 06 / nr 21

twee kinderen over om mee te gaan naar een badhuis, voor een besloten fotosessie. “Ze hebben dat voor mij gedaan, prachtig! Voor het eerst zagen mijn broer en ik elkaar naakt. Sindsdien is de familie­band heel anders, er is intimiteit ontstaan.” Ook haar vader, een voormalige imam, heeft ze uiteindelijk in zijn huiselijke omgeving bloot geportretteerd. Om hem in verwarring te brengen, droeg ze daarbij zelf ook geen kleding. “Hij zag het allemaal eerst als een straf: ‘Wat heb ik je misdaan dat je me dit aandoet?’ Maar ik was voor het eerst in mijn leven echt trots op hem als vader. Dat hij dit voor mij over had!” Op het levensgrote portret staat haar vader naakt voor dichtgeschoven gordijnen, enigszins onvast aangezien hij zich met alcoholische drank over de drempel van de schaamte heeft getrokken. Het beeld is groots door de

hulpeloosheid van de oude man in combinatie met de macht van de jonge, fotograferende dochter. Haar werk, het zal niemand verbazen, is dus veel meer dan het bedienen van een sluiter. Ze is dan ook niet elke dag met haar Hassel­blad of technische camera in de weer; daarvoor is het proces te tijdrovend, te emotioneel ook. “Het is een proces van maanden, soms jaren. Ik regisseer ook niets, ik klik als mijn gevoel goed is. Ik weet niet twee jaar van tevoren wat er allemaal gaat gebeuren. Ik fotografeer naar behoefte, niet om kunst te maken.” Meer informatie: www.ayselbodur.com


Boven de piano in het Amsterdamse restaurant Kilim hangen oorkondes van muziek­prijzen. Het krantenartikel met een foto van haar op de deur over de World Scholar Athlete Games in New York verwelkomt de gasten bij binnenkomst. En eenmaal binnen komen pianomuziek en de geur van Turkse gerechten je tegemoet. De muzikale verzorging staat op het conto van een rijzende Amsterdamse ster.

“D

e kick is het applaus,” zegt Karsu Dönmez met stralende ogen tussen twee nummers door. Ze zit achter de piano met een microfoon voor haar mond. Haar gezicht weerspiegelt de muziek, terwijl haar lichaam ritmisch met de rustige jazzy klanken meebeweegt. “Meestal zing ik jazz gemengd met pop en soul. En soms Turkse klassiekers,” vertelt ze na het zingen van een door haarzelf geschreven en gecomponeerd nummer. Karsu is pas zestien, bescheiden, welbespraakt en bovenal muzikaal. De afgelopen twee jaar trad ze op in het Amsterdamse Concertgebouw, in het Krasnapolsky Congres­centrum, op het Leidseplein tijdens Koninginnedag en zelfs in Amerika. En samen met de producer van zangeres Do heeft Karsu een begin gemaakt met opnamen voor haar eigen album. Het is haar – in tegen­stelling tot andere jonge zangeressen als bijvoorbeeld Britney Spears – niet te doen om de pakjes en de presentatie. Bij haar draait het puur om de muziek – en vooral livemuziek is haar ding. “In drie minuten kan ik mijn gevoelens naar mijn publiek overbrengen,” legt ze uit. Haar jonge leeftijd

maakt dat die emoties puur en oprecht zijn. Daarmee weet ze het publiek te raken.

Mozart Karsu begon op haar zesde met muzieklessen en speelt vanaf haar achtste piano. Ze werd hierin aangemoedigd door haar ouders. “Mijn ouders vonden muziekles belangrijk voor mijn algemene ontwikkeling.” De ouders Dönmez kochten daarom in plaats van een nieuwe auto voor zichzelf een prachtige witte piano voor hun dochter. Karsu oefende hierop tot 2003 voornamelijk klassieke stukken van componisten als Mozart, Chopin en Bartók. In dat jaar trad de jonge pianiste niet alleen voor het eerst voor driehonderd man op. Ze ontdekte ook dat ze talent voor zang had. Na het piano-optreden van Karsu tijdens het Open Podium op het Calandlyceum was de beurt aan een gerenommeerde Nederlandse zangeres. Toen Karsu haar hoorde zingen, dacht ze: “Dat kan ik ook! Eigenlijk zong ik ook wel vaak onder de douche of met mijn haarborstel in de hand. Maar tot dan toe had ik nooit beseft dat ik ook echt kon zingen.” En zowaar had Karsu het lef om een jaar later op datzelfde Open Podium iets heel Tulpia / jaargang 06 / nr 21 23

TULPIA 3 door Sonja Havermans  fotografie TULPIA MEDIA TEAM

Karsu’s piano brengt oost en west bijeen


Karsu Dönmez tijdens een optreden in Bos en Lommer, Amsterdam

anders te laten horen. Ze zong en speelde er het helemaal alleen ingestudeerde nummer ‘Foolish Games’ van de Amerikaanse zangeres Jewel. “Alle spots van De Meervaart waren op me gericht en ik zag helemaal niets. Ik bracht mijn nummer ten gehore en het was doodstil in de zaal. Na afloop weerklonk er enthousiast applaus.” Nog diezelfde avond werd de winnares van het Open Podium gevraagd door de Kunstbende om mee te doen aan hun talentenjacht. Daar werd ze tweede.

Amerika Een hoogtepunt in haar nog korte muzikale carrière waren haar optredens in Amerika. Op uitnodiging van de Amerikaanse ambassadeur mocht zij Nederland vertegenwoordigen tijdens The World Scholar Athlete Games in Rhode Island. “Ik ging in mijn eentje naar Amerika. Elke dag zong ik zes uur in een koor en luisterde ik zes uur naar toespraken over honger, wereldvrede en het broeikaseffect.” Karsu maakte vrienden met leeftijdgenoten uit allerlei landen en haalde 2000 dollar op voor het goede doel. “En het optreden daar in een groot koor was heel speciaal,” zegt zij enthousiast. Karsu blikt even vooruit. Haar ouders vinden dat ze, nu ze nog op school zit, het 24 Tulpia / jaargang 06 / nr 21

‘Geen videoclips op MTV of een bliksemcarrière à la Idols. Ik heb nog heel veel te leren, wil ik ooit in de Amsterdam Arena komen te staan.‘ rustig aan moet doen. “Dus geen videoclips op MTV of een bliksemcarrière à la Idols. Dat vind ikzelf ook, want ik heb nog heel veel te leren, wil ik ooit in de Amsterdam Arena komen te staan.” De rijzende ster van Amsterdam gaat eerst haar havo afmaken. Daarna wil ze als vervolgopleiding het conservatorium gaan doen. De komende jaren zal Karsu maar beperkt optreden. Naast haar school zal zij haar tijd vooral gebruiken om met behulp van haar muziekleraren en de mensen van de studio haar talenten verder te ontwikkelen. Ooit hoopt zij haar debuut-cd met eigen gecomponeerde stukken uit te brengen. Karsu: “Ik leer steeds mijn muzikale grenzen te verleggen. Die cd moet daar het resultaat van worden. Ik leef elke dag naar dat ultieme moment toe.”


TULPIA 3 door Yusuf Deniz Çinibulak / ISTANBUL  fotografie Yavuz Meyveci

St.-Antonius van Paduakerk

Kerken in Istanbul In elke aflevering van onze vaste rubriek Ara bul in Istanbul (“Zoek & vind in Istanbul”) gaan we op zoek naar een belangwekkend thema in de stad. In het vorige nummer van Tulpia hadden we al enkele unieke moskeeën in Istanbul belicht. In deze aflevering staan we stil bij een aantal interessante kerken die de stad rijk is.

A

ls de stad ontwaakt door de warme zonnestralen, de duiven van de daken naar de straten afdalen en de kinderen weer de leegte en de stilte een halt toeroepen, loop ik via de steegjes in het centrum van Istanbul (Beyoğlu) naar mijn bestemming in de stad. Vrouwen en mannen in het zwart gekleed gaan met een vredig gezicht naar de Grieks-orthodoxe kerk Ayia Triada bij het Taksim-plein. Ik wens hun goede morgen en hun warme tegengroet vervult mijn hart met vreugde. In dit meest joodse

en christelijke gedeelte van de stad, Beyoğlu, staan synagogen, moskeeën en kerken broederlijk naast elkaar. Wat kerken betreft: er zijn er tientallen, variërend van Anglicaanse, Armeense, Bulgaarse, Grieks-orthodoxe, Duitsprotestantse tot Spaans-katholieke.

St.-Antonius van Paduakerk Van het Taksim-plein loop ik in de richting van de Galata-toren en de Galata-brug via de winkelstraat Istiklâl Caddesi, zeg maar de Kalverstraat van Istanbul. Ik passeer het Ne-

derlandse Consulaat en bereik de St. Antonius van Paduakerk, de grootste katholieke kerk van Istanbul. Een onoplettende voorbijganger zal nooit merken dat daar een kerk is, omdat ze geheel verscholen gaat achter een voorgevel. Deze kerk is een van de meest bewonderenswaardige monumenten in haar soort. De Antonius-kerk werd in 1725 gebouwd voor de vele handelaren en hun gezinnen die in Istanbul verbleven. Ze werd in 1912 door de in Istanbul geboren en getogen Italiaanse architect Giulio Mongeri in Tulpia / jaargang 06 / nr 21 25


Agia Irini Kerk

een neogotische stijl omgedoopt. Italiaanse priesters zorgden voor de mis en katholieken uit vele Europese landen woonden deze bij. Als je er binnenloopt, word je verwelkomd door de aangestoken kaarsen. Terwijl de mis bezig is, lopen toeristen nog in en uit. In het boekenrek liggen veel boeken, ansichtkaarten en allerhande informatiemateriaal over de kerk. Bijbels in vele talen worden er tegen kostprijs aangeboden. Binnen heerst er vrede, rust en vooral liefde en respect voor Jezus Christus (die door moslims vereerd wordt als de profeet Isa). Ik verlaat de St.-Antonius van Paduakerk en daal langs de Galata-toren af naar de Galata-brug en steek over naar het Topkapi-paleis waar zich ook de Aya Sofya en de Sultan Ahmet-moskee bevinden.

Agia Irini Istanbul is vele grote en kleine kerken rijk en één van de stille getuigen van een rijk verleden vind ik de Agia Irini (kerk van de Heilige Vrede). Deze behoort tot de oudste christelijke heiligdommen en vormt de op één na grootste Byzantijnse kerk van de stad. Ze staat op het eerste hof van het Topkapipaleis. De Agia Irini-kerk werd in 400 n Chr. door Constantijn de Grote op de plaats van 26 Tulpia / jaargang 06 / nr 21

‘Binnen heerst er vrede, rust en vooral liefde en respect voor Jezus Christus‘ een Aphrodite-tempel gebouwd en aan de heilige vrede opgedragen. En deze vreed­ zame functie straalt dit monument nog altijd uit. Ik bezoek deze kerk soms om de drukte van de stad te ontlopen en rust en innerlijke vrede te vinden. In de jaren dat de beroemde Basiliek Aya Sofya (325 n. Chr.) nog niet als zodanig bestond, was de Agia Irini de hoofdkathedraal van de stad. Hier werd onder keizer Theodosius I in 381 na. Chr. het tweede oecumenische concilie gehouden. Tijdens de Nicaea-opstand in 532 ging ook zij in vlammen op en werd vijf jaar daarna opnieuw ingewijd. Na de verovering van Istanbul in 1453 door sultan Mehmet II, bijgenaamd Fâtih (de Veroveraar), werd de kerk in het paleisgebied opgenomen en diende lange tijd als arsenaal. Als je nu in de kerk loopt, merk je maar weinig van de sombere tijden die de kerk daarna meegemaakt heeft. Want in de 19e eeuw werd hier de eerste antiekverzameling bewaard en van 1908 tot 1950 deed deze


De Bulgarenkerk St.-Stephanus

kerk dienst als wapenmuseum. Deze functie druist helemaal in tegen haar naam, die van de Heilige Vrede. Zo lopend door de kerk, probeer ik een mooie draai te geven aan die laatste functie door te zeggen dat die wapens misschien wel bloed aan hun handvatten hadden en mensen van hun levens hadden beroofd, maar dat ook zij het hebben moeten afleggen tegen de vreedzame rust die zo inherent is aan kerken. Ook nu dient de Agia Irini-kerk, een museum, vreedzame doeleinden, waaronder tentoonstellingen en concerten van religieuze aard.

De Bulgarenkerk St.-Stephanus Ik loop een stukje terug naar de wijk Eminönü, sla linksaf en loop langs het water richting de wijk Balat, waar de Bulgarenkerk van St.-Stephanus staat. Ik ben altijd al benieuwd geweest naar deze kerk, doordat ze een interessante geschiedenis en architectuur heeft. In Istanbul leeft er een kleine Bulgaarse gemeenschap. Deze is in de loop van de laatste twee decennia iets gegroeid. Toch zijn er maar weinig jongeren die hun zoete zondagslaap na een vermoeiend nachtleven verruilen voor de kerkgang. Ik nader tegen de namiddag de grijze, verbazingwekkende kerk aan de Mürsel Paşa

Caddesi 85. De Bulgarenkerk van St.-Stephanus is geheel gemaakt van ijzer – zelfs de zuilen en galerijen. Ze werd in 1871 in Wenen gebouwd en helemaal naar de Gouden Hoorn (Haliç) verscheept en aan de oever geassembleerd. Deze adembenemende kerk wordt nog altijd door de Bulgaarse gemeenschap in Istanbul gebruikt. De marmeren tomben van de eerste Bulgaarse patriarchen zijn voortdurend met bloemen bedekt. De kerk bevindt zich in een aangenaam park vol bomen en bloemenhagen dat aan de Gouden Hoorn grenst. De Bulgaarse gemeenschap in het Otto­ maanse Istanbul had toentertijd dringend behoefte aan een eigen kerk, omdat deze zich had afgesplitst van het Grieks-orthodoxe patriarchaat. Eerst kwamen de gelovigen bijeen in een houten kerk, maar om de Grieken te overtroeven, lieten zij de St.-Stephanus bouwen. Dat de kerk van ijzer is heeft vooral een andere reden. De hun toegewezen grond was nogal zacht, waardoor een doorsnee kerk­ gebouw bij de geringste aardbeving veel eerder tegen de vlakte kon gaan. En Istanbul heeft al eeuwenlang rekening te houden met aardbevingen…

Tulpia / jaargang 06 / nr 21 27


& Nederlands / Turks business-

/ april cultuurmagazine • maart

2007 • € 4,95

TWEE WERELdEN ÉÉN

BLAd

TULPIA 4

sezen aksu kwam, zong en overwon Turkey Now van start Koningin Beatrix en prinses Máxima naar Turkije uNESco roept 2007 tot Mevlana jaar Het best bewaarde geheim van Prinseneiland de hemel is van iedereen

uitgebreide agenda Istanbul • business • culinair • columns •

Tulpia 4: mrt-apr 2007 Cultureel voorjaar Voorjaar 2007 is goed begonnen. Dit nummer van Tulpia staat dan ook helemaal in het teken van de cultuur. In het kader van het spetterende Turkey Now Festival treden topartiesten, musici, acteurs en dansers uit Istanbul in Nederland op. Enkele van deze artiesten slaan een muzikale brug tussen de Turkse en de Nederlandse cultuur. Zo vergezelt de befaamde Nederlandse bassist Eric van der Westen bijvoorbeeld de Turkse cellist Uğur Işık en speelt de wereldberoemde Nederlandse jazztrompettist Eric Vloeimans samen met de Turkse gitarist Onur Ataman en zijn ensemble. Ook in het oosten van het land klinken warme voorjaarsstemmen. Sound of Istan­ bul is het thema van het festival OostCultuur. In verschillende steden in Overijssel zijn er optredens, toneel- en filmvertoningen. En dan niet te vergeten de “Ontsluierende ont­ moetingen” in het kader van de serie “Turkije Nu” in Podium Mozaïek in Amsterdam. De directeur van deze culturele instelling doet in dit nummer zijn ambities uit de doeken. Dit voorjaar is ook goed begonnen met lezingen in de Nieuwe Kerk en activiteiten rond de 800ste verjaardag van de Turks-Perzische dichter en filosoof Mevlâna. Wij staan ook dit keer uitvoerig stil bij de vele gezichten van Istanbul. In onze vaste rubriek Ara & bul in Istanbul schitteren Istanbulse paleizen en maken we een nostalgisch uitstapje naar de Prinseneilanden van Istanbul. Tot slot berichten wij over het bezoek van koningin Beatrix, prinses Máxima en prins Willem-Alexander aan Turkije en zetten wij een andere vorstin - de koningin van de Turkse popmuziek - Sezen Aksu in een warm voorjaarszonnetje.

28 Tulpia / jaargang 06 / nr 21


Tulpia / jaargang 06 / nr 21 29

door Süleyman van den Broek

“Mocht je je een dag beroerd voelen, of vastzitten aan zeewieren, vergeet dan niet naar de hemel te kijken. Die is van jou. De hemel is van iedereen,” zingt de Turkse protestzanger Zülfü Livaneli. De hemel is troostend en een bron van inspiratie. Dat wisten veel Nederlandse schilders al eeuwen geleden, zoals Johannes Christiaan Schotel (1787 – 1838) en Andreas Schelfhout (1787 – 1870). Zij leefden als het ware in de hemel en hun liefde voor de wolkenluchten kwam tot leven in hun schilderijen. Wanneer ik mijn gedachten wil ordenen of mijn fantasie wil uitlaten, richt ik mijn blik op de prachtige wolkenluchten boven Nederland. Deze zijn een spiegel van Gods schepping en/of de menselijke ziel. Daar voer ik ongestoord prettige gesprekken met goden, componisten, dichters en schilders. Aan de moderne mens gaat de hemelse schoonheid vaak onopgemerkt voorbij. Toch blijft de hemel ons onvermoeid boeien en herinnert ons eraan dat wij ondanks alle verschillen, grenzen en geestelijke barrières een paraplu hebben die van ons allemaal is.

TULPIA 4

De hemel is van iedereen


TULPIA 4 door Tuncay Çinibulak

Mevlâna: ontworteling, liefde en de weg naar god De organisatie voor vrede en veiligheid van de Verenigde Naties, UNESCO, heeft 2007 tot het “Jaar van Mevlâna” uitgeroepen. Dit naar aanleiding van de 800ste verjaardag van de Turks-Perzische filosoof, dichter en mysticus Mevlâna. Een biografische schets.

E

euwenlang was de Perzische dichter en mysticus Jalal al-Din Rumi (1207-1273), oftewel Mevlâna, alleen in het Midden-Oosten en Azië bekend. Maar nu heeft ook het westen hem ontdekt als een van de allergrootste literaire en spirituele persoonlijkheden die de wereld ooit gekend heeft. Zijn werken worden vrijwel in alle talen vertaald en hij krijgt een betere plek in de leer van soefisme. Hij is al op jonge leeftijd ontheemd van zijn geboorteplaats, waardoor hij van plaats tot plaats moest trekken. Vanwege zijn humanistische en mystieke filosofie is hij gemeengoed geworden van vele volkeren en vereerd als het rasechte kind uit eigen bodem. Jalal al-Din Rumi, die in het westen Rumi wordt genoemd en in Turkije Mevlâna (“onze heer”), werd geboren in Balkh op 30 september 1207. Balkh, gelegen in het huidige Afghanistan, was destijds onderdeel van het Perzische rijk. Zijn eigen naam was Mohammed met de titel Jalal al-Din ofwel heer. Vanaf de 15de eeuw werd hij Mawlâwi genoemd, afgeleid van zijn titel Mulla-yirum (de geleerde meester van Anatolië). Sinds de 19de eeuw is zijn bekendheid in het westen gestadig gegroeid. Hier gebruikt men zijn naam Rumi, afkomstig van het Romeinse Anatolië. Zijn vader Mohammed ibn Hussain Khatibi, beter bekend als Baha’ al-Din Walad was een uitstekende soefi­meester. Vanaf 1210 verlaat 30 Tulpia / jaargang 06 / nr 21

de familie en een groep volgelingen van zijn vader de geboortestreek en trok naar het westen. Zeer waarschijnlijk was dat onder invloed van het dreigende gevaar van de Mongolen die met hun leider Djhengis Khan Perzië waren binnengevallen en daar een verschrikkelijke slachting onder de bevolking aanrichtten. Op deze tocht verbleef de groep regelmatig voor langere tijd in een bepaalde stad. De eerste stad was Nayshapur. Hier ontmoette Jalal al-Din de grote Perzische dichter Farid al-Din’Attar. Daarna trokken zij naar Bagdad, waar zij zeer gerespecteerd werden en veel theologen en soefi’s ontmoetten. Via Mekka gingen ze naar Syrië waar ze een aantal jaar bleven wonen en waar Jalal al-Din klassieke Arabische dichtkunst schijnt te hebben gestudeerd. Daarna trokken zij naar Anatolië, waarschijnlijk op uitnodiging van de Seltsjoekse sultans. In eerste instantie vestigden zij zich in Karaman (Centraal-Turkije), waar de moeder van Mevlâna in 1225 overleed. Hier trouwde de achttienjarige Mevlâna en werd zijn eerste zoon geboren. Een paar jaar later trok de familie naar de plaats Konya, eveneens in Turkije, waar men zich definitief vestigde. Konya, dat ook voorkomt in de Bijbel, in het boek Handelingen van de apostelen, was in die jaren een vredige thuishaven in de islamitische wereld, die geteisterd werd door de invasie van de Mongolen. Konya en omgeving was het


De dolende derwisjen tijdens een ceremonie

‘Sinds de vonk van de liefde in mijn hart ontvlamde, verslond ze alles in haar gloed!’

Mevlana Jalal-e-Din Mevlavi Rumi

Tulpia / jaargang 06 / nr 21 31


middelpunt van religieuze activiteiten. Dit was mede te danken aan de cultuur en religie, die de vele vluchtelingen meebrachten. De vader van Mevlâna werd professor aan een van de vele scholen in Konya. Toen hij in 1231 stierf, volgde hij hem op als leermeester. Hij was deskundig op het gebied van rechtsgeleerdheid, theologie en soefisme en hij had een groot aantal leerlingen. Op het gebied van het soefisme werd hij door een oud-leerling van zijn vader ingewijd in alle aspecten. Na de dood van de Sultan (1235) ontstond er een onrustige tijd als gevolg van het oprukken van de Mongolen, die ook een aantal steden in Oost-Anatolië hadden veroverd. In die tijd zwierven er ook zogeheten derwisjen door het land. Vreemde mannen, vaak gekleed in dierenhuiden en met ijzeren ringen rond hun armen en in hun oren, met een geheel eigen soefitraditie, die sterk afweek van de klassieke soefitraditie. In het jaar 1244 ontmoette Mevlâna de rondtrekkende derwisj Sham-i Tabrizi (“zon van het geloof”). De ziel van Mevlâna raakte in vuur en vlam voor deze jongeman, die hem inwijdde in het mysterie van de goddelijke liefde. Hij maakte kennis met extatische muziek, zang en dans en begon op een zeker moment zelf met het reciteren van gedichten zoals blijkt uit: ‘Sinds de vonk van de liefde in mijn hart ontvlamde, verslond ze alles in haar gloed! Ik zette boeken en verstand aan de kant en leerde gedichten, liederen en gezang.’ Zijn omgeving was echter minder gelukkig met de vreemde indringer, die zo’n grote invloed op de meester had. Op 5 december 1247 verdween Shams op raadselachtige wijze en werd nooit meer teruggevonden. Aangenomen wordt dat hij vermoord is door jaloerse volgelingen. Mevlâna was geheel ontdaan en gedurende enkele jaren zocht hij Shams tevergeefs in Damascus. Daar kwam hij tot volgende gedicht: ‘Waarom zou ik zoeken? Ik ben hetzelfde als hij. Zijn essentie spreekt door mij. Ik heb naar mijzelf gezocht.’ Mevlâna keerde vervolgens terug naar Konya en richtte zich geheel op het geven van les in het soefisme. Ook ontwikkelde hij in die tijd de sama, de spirituele dans, waarmee de Mawlâwi-orde zo beroemd is geworden. 32 Tulpia / jaargang 06 / nr 21

In die tijd schreef hij ook veel gedichten die hij ondertekende met de naam van zijn verdwenen vriend Shams-i Tabrizi. Op verzoek van een van zijn leerlingen begint hij met het schrijven van de eerste verzen van het grote gedicht dat het Mathnawi wordt genoemd. ‘Luister naar het riet van de fluit, hoe het vertelt en hoe het klaagt, gekweld door de pijn van het afscheid! Sinds ik gesneden werd uit het riet van mijn vaderland, huilt heel de wereld mee op mijn klanken. Ik zoek een hart, gebroken door scheidingsverdriet, waaraan ik kan vertellen over de pijn van het scheiden.’ De Mathnawi zou uiteindelijk uitgroeien tot zes boeken met meer dan 25.000 verzen en bevat – in de woorden van de dichter zelf – de wortels van de wortels van de wortels van de wortels van de religie en ontsluiert de mysteriën van de meest verfijnde wetenschap van God, de veiligste weg tot God en het meest duidelijke bewijs van God. Het stuk is later ook wel de ‘Koran van Perzië’ genoemd. In de periode dat Mevlâna de Mathnawi dicteerde, onderrichtte hij ook veel leerlingen en voerde hij gesprekken met de politieke leiders van die tijd, die hij spiritueel trachtte te leiden. Van zijn gehoor maakten ook vrouwen deel uit. Uit de vele brieven die hij in die tijd schreef, blijkt dat hij zich inzette voor de armen. Een ander belangrijk werk was de Fihima Fihi, bedoeld voor de volgelingen als leerwerk over spiritualiteit. In de zomer van 1273 werd hij ziek en op 17 december 1273 tegen zonsondergang overleed hij. Eerder had hij zijn vrienden met de gedachte getroost dat de dood geen scheiding betekende, maar vereniging, zoals weergegeven in zijn gedicht: ‘Als ze mij op de dag van mijn dood. diep in de aarde neerlaten – denk dan niet dat mijn hart nog op de aarde verwijlt. Als je mijn draagbaar voorbij ziet komen, laat het woord “scheiding” dan niet horen, want het Ontmoeten en Vinden waar ik steeds naar hunkerde, zijn dan mijn deel. Klaag niet “afscheid, ach afscheid!” als men mij geleidt naar het graf, want achter het gordijn wacht mij een zalige aankomst…..

‘Mevlâna ontwikkelde de sama, de spirituele dans, waarmee de Mawlâwi-orde zo beroemd is geworden.’


Dolende derwisjen tijdens een festival in Istanbul

Het water zegt tegen wie vies is: ‘Kom hier.’ Wie vies is zegt: ‘Ik schaam me zo.’ Het water zegt: ‘Hoe kan je schaamte worden weggewassen zonder mij?’ Luister, o druppel, geef jezelf op zonder spijt, en win in ruil daarvoor de Oceaan. Luister, o druppel, gun jezelf deze eer, en wees beveiligd in de armen van de Zee. Wie zou er ooit zo gelukkig kunnen zijn? Een Oceaan die een druppel het hof maakt! In Godsnaam, in Godsnaam, verkoop en koop direct! Geef een druppel, en verwerf deze Zee vol parels.

Zuiver van hart, trekken we, lerend, de wereld door en raken in de ban van alles om ons heen. Je bent steeds ergens naar op zoek, maar het ontgaat je dat je dat wat je zoekt al bent.

Teruggekeerd is die maan die de hemel zelfs in zijn dromen nooit heeft gezien. Zij bracht een vuur dat geen water kan blussen. Zie het huis van mijn lichaam en aanschouw mijn ziel – de een in vervoering door de beker van Zijn liefde, de ander erdoor verwoest. Toen de herbergier de metgezel werd van mijn hart, veranderde mijn bloed in wijn, mijn hart in gebraden vlees. Wanneer het oog vol is van Zijn beeld, verkondigt een stem: ‘Leve de beker, leve de wijn!’ Toen mijn hart de oceaan van de Liefde aanschouwde, dook het erin en zei: ‘Zoek me dan als je kan!’ Het gelaat van Sjams oed-Din, de trots van Tabriz, is de zon – Alle harten zeilen als wolken achter hem aan.

Alchemie van Liefde Vanuit een andere wereld komt u tot ons. Van voorbij de sterren en de lege ruimte. U bent boven alles verheven, zuiver, onverstelbaar mooi. U brengt ons de essentie van liefde. Wie met u in aanraking komt, wordt op slag een ander mens. Waar u aanwezig bent, is geen plaats voor wereldse zorgen en smart. De vreugde die u brengt, beroert de harten van alle mensen, heer of slaaf, koning of onderdaan. Uw genade maakt ons sprakeloos. Al wat slecht is, verandert in goed. U bent de meester-alchemist. U ontsteekt het vuur van de liefde in hemel en op aarde, in de harten en zielen van alle schepselen. Uw liefde verenigt het zichtbare en onzichtbare, alle tegenstellingen in de wereld. Al wat aards is, Maakt u weer heilig.

Tulpia / jaargang 06 / nr 21 33


& nederlands / Turks business-

r 2007 • € 4,95

/ septembe cultuurmagazine • juni

TwEE wERELDEn ÉÉn

ontdek een wereld in turkije

BLAD

Máxima’s onvergetelijke bezoek

TULPIA 5

Unieke pelgrimage naar Spanje Hoe de koningin de tulp terugbracht

Hare Majesteit de Koningin Paleis Noordeinde Postbus 30412 2500 GK ‘s-GRAVENHAGE

Amsterdam, 20 juni 2007

tamya Proef wijn met Mezopo

er zom ie edit

De tweede natuur van

iris Travel

Betreft: zomereditie van TULPIA

Business • agenda columns • Boeken •

Tulpia 5: jun-sep 2007 In deze special kunt u lezen hoe de reisorganisatie Iris Travel zich inzet om het toerisme naar Turkije te bevorderen. Daarnaast krijgt u door het coververhaal in vogelvlucht een kijkje in toeristisch Turkije. Speciaal voor dit nummer hebben wij een reis gemaakt naar het uiteinde van Klein-Azië om de onontdekte delen ervan voor u te verkennen. Ten slotte hebben wij in onze vaste rubriek ‘Blik op Istanbul’ twee bijzondere bazaars in kaart gebracht en geven wij verder nog wat handzame tips. In onze vaste rubriek ‘Wat ons bindt’ treft u impressies aan van het koninklijke bezoek aan Turkije en in Fotopia een exclusieve fotoreportage over prinses Máxima. Een interview met de ‘first lady’ van het Turkse zakenleven maakt tevens onderdeel uit van dit nummer, maar ook, hoe een NederlandsTurkse familie van Mezopotamya zich inzet om de Nederlander kennis te laten maken met Turkse wijnen en hoe Ada Accountancy handen tekort komt om de groeiende vraag het hoofd te bieden. Op cultureel gebied hebben wij voor u een interessante pelgrimage van een Turkse zakenman naar Santiago de Compostela in Spanje. Verder hebben wij vier interessante columns. Vanaf deze plaats heet ik allereerst onze nieuwe columnist Marc Guillet van harte welkom. Ten slotte leest u een nieuwsartikel over de strijd om de Turkse beller in Nederland. Deze zomereditie wil u als gids vergezellen op uw vakantie. Daarom mag u hem niet thuis laten. Verder wens ik u een fijne zomer en prettige vakantie toe. Of op z’n Turks: İyi tâtiller!

34 Tulpia / jaargang 06 / nr 21

Majesteit,

Als lid van de geaccrediteerde Nederlandse pers en als hoofdredacteur van het Nederlands/Turkse business- en cultuurmagazine TULPIA mocht ik in uw kielzog verslag doen van uw staatsbezoek aan Turkije. Met dit bezoek heeft u de historische banden tussen onze beide landen opnieuw aangehaald en nog hechter gemaakt. Tijdens het galabal ter ere van uw bezoek in het Çırağan-Kempinski-hotel te Istanbul heeft u eventjes met mij gesproken waarna ik u het vorige nummer van TULPIA mocht overhandigen. Daar u zich benieuwd toonde naar een volgende editie van dit blad heb ik de eer u deze hierbij te doen toekomen. Een verslag van mijn impressies van uw bezoek aan Ankara, Kayseri en Istanbul vindt u op pagina 68; een fotoreportage van prinses Máxima treft u aan op pagina 82. Sinds de oprichting, nu twee jaar geleden, van het blad TULPIA tracht het een brug te slaan tussen de Nederlandse en Turkse cultuur. Uw historische bezoek aan Turkije heeft ons streven alleen maar versterkt: in de komende nummers willen wij het beste van beide culturen bieden. Ten slotte wens ik u veel leesplezier met deze zomereditie van TULPIA en ik hoop dat de verslagen over uw bezoek u bevallen en tevens hoop ik u bij een andere gelegenheid nogmaals te mogen ontmoeten.

Tuncay Çinibulak, MA Hoofdredacteur TULPIA


De Koningin en hunne Koninklijke Hoogheden de Prins van Oranje en Prinses Máxima der Nederlanden bewaren ook heel goede herinneringen aan dit bezoek. Met gevoelens van de meeste hoogachting, C.H.A. Hogewoning Algemeen secretaris van Hare Majesteit de Koningin

Op verzoek van Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Máxima der Nederlanden zeg ik u hartelijk dank voor de zomereditie van het magazine TULPIA met daarin een verslag van het bezoek van de Prins en de Prinses aan Turkije. Met gevoelens van de meeste hoogachting, Mw drs. J.F. Zaaier Persoonlijk adviseur van Zijne Koninklijke Hoogheid de Prins van Oranje en Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Máxima der Nederlanden

Dit jaar heb ik de overgang van lentegroen naar zomergroen van wel zeer dichtbij meegemaakt. Door mijn hunkering naar de zomer was mijn innerlijke behang allang omgeverfd in groen en verlangde ik naar een bloemrijk vrouwenlandschap. Ook thuis heersten er alle schakeringen van groen. Alles wat jaloers werd op groen heb ik eigenhandig vervangen. Ik heb een nieuw dekbedovertrek, een nieuwe zitbank, nieuwe gordijnen, kaarsen, (wand)tapijt en andere kleren gekocht. Allemaal groen. De gifgroene planten op mijn balkon en het plantsoen ervoor ademen eveneens groen. Ik raak in het bos alles aan dat maar naar groen wijst. Groen weerspiegelt mijn levenslust. Met een variant op Descartes’Latijnse gezegde: Virido, ergo sum (Ik ben groen, dus ik leef). Met de naderende broei van de zomer komen er zomaar twee meesterlijke gedichten geruisloos mijn wereld binnen. Het ene is van de nog weinig bekende Nederlands-Turkse dichter Ferman Aras, als opgenomen in zijn bundel “De waslijn van mijn gedachten” en dit luidt: NADER TOT MIJ nader mij schone vrouw wees niet bang want in de zomer staan gelovigen dichter bij de godheid veel verder van de godsdienst en dat was goed zei de heer en liet liefde neerdalen was ook hijzelf niet bang nader tot mij Mijn andere favoriet is het gedicht van Ivo van Strijtem uit de bundel “Het broei­ en van de zomer”. Hierin wordt de komst van de zomer als volgt aangekondigd: ZOMER wat zijn de vrouwen toch weer mooi gelukt dit jaar deze zomer vouwt ze open geuren kleuren fruit in zwaar beladen bomen peren pruimen krieken kersen zo rijp sappig en helder de ogen de lucht de lange blote benen de gele groene rode truitjes en de borsten daaronder bij elke stap hier zijn we weer wat is dit toch een wondere wereld vol vrouwen geuren en kleuren Zo’n zomer hoop ik tegemoet te gaan, of het nou in Turkije is of in Nederland!

Tulpia / jaargang 06 / nr 21 35

TULPIACOLUMN

Hare Majesteit de Koningin heeft mij gevraagd u hartelijk te bedanken voor het prachtig uitgegeven cultuurmagazine TULPIA. Uw reportages over het staatsbezoek aan Turkije geven op een fraaie manier het succes weer.

ZOMER DOET VROUWEN ONTLUIKEN

SÜleyman van den Broek / Levenskunstenaar

Brieven


TULPIA 5 door Tuncay Çinibulak / ANKARA-AMSTERDAM  fotografie TULPIA MEDIA TEAM

In het kielzog van de koningin Koningin Beatrix, prinses Máxima en prins Willem-Alexander waren dit voorjaar op staatsbezoek in Turkije. Zij werden daarbij vergezeld door minister van Buitenlandse Zaken Maxime Verhagen, minister van Economische Zaken Maria van der Hoeven en een aantal prominente Nederlandse industriëlen. Het was een historisch bezoek, doordat Turkije voor het eerst na vierhonderd jaar zulke hoge Nederlandse gasten mocht ontvangen. TULPIA’s hoofdredacteur had de eer om in het kielzog van H.M. de koningin mee te reizen naar Ankara, Kayseri en Istanbul en geeft hier zijn indrukken van die reis weer. “Toen Máxima glimlachte, lachten in haar stem duizenden kinderen mee.”

O

mdat ik voor Radio 1 van de Evangelische Omroep verslag zou doen vanuit Ankara kwam ik twee dagen eerder in de Turkse hoofdstad aan dan de koningin. Snel peilde ik even de stemming onder de Turken. Daarbij viel het mij weldra op dat het vroegere beeld van Nederland allang niet meer bestond. Van het sprookjesachtige koninkrijk, de tolerante natie en wereldberoemde buitenlandersvriendelijkheid was bitter weinig overgebleven. Zo konden de Turken hier maar niet begrijpen hoe het toch mogelijk was dat islamitische scholen en moskeeën in brand gestoken waren als reactie op de moord van Theo van Gogh. Evenmin konden ze vatten waarom Nederlanders zich zo druk maakten om de Armeense kwestie en zij vroegen zich af waarom de kandidatuur van drie Turkse politici was gedwarsboomd. En zo werden er nog wat kleine en grote kwesties aangeroerd. Behalve de Nederlandse voetbalsterren Ruud Gullit, Marco van Basten, Johan Cruijff en Pierre van Hooijdonk kende

36 Tulpia / jaargang 06 / nr 21

men eigenlijk niemand meer. Aan dat beeld kwam gelukkig een abrupt einde toen het regeringsvliegtuig in Ankara landde. Nederland maakte hier een heuse comeback. Althans, die kant leek het wel op te gaan. De belangstelling van de Turkse media was overweldigend en iedere taxichauffeur herinnerde zich ineens weer dat oude beeld van Nederland. Ik dacht bij mezelf: “Majesteit, reusachtig bedankt! U brengt deze twee naties dichter bij elkaar, wat ook het streven van TULPIA is: ‘Twee werelden – één blad’.” Tegen de middag van diezelfde dag kreeg ik een telefoontje uit Izmir. Het was mijn oude vader die met mijn moeder Nederland vaarwel had gezegd om na een arbeidzaam bestaan in Nederland de rest van hun leven in Turkije door te brengen. Hij vroeg mij om vooral veel foto’s van de ‘dochter van onze koningin Juliana’ te maken. De naam Juliana sprak hij met veel passie en warmte uit alsof zij een dierbaar familielid was. Eigenlijk was dat ook niet gek, want veel Turkse gastarbeiders beschouwden koningin


Prinses Máxima voor het parlementsgebouw in Ankara

Juliana als de moeder van de natie en denken nog altijd met warmte aan haar terug als ware zij hun moeder geweest. In het Turks klinkt Juliana inderdaad ook warm. Mijn vader had mij dat een keer in aanwezigheid van zijn Turkse vrienden in Deventer uitgelegd. “Juli is een warme maand en ana betekent in het Turks moeder. Juli-ana. Betekent dus ‘warme moeder’. Haar persoonlijkheid is in haar naam gegrift.” Met deze gedachte ben ik in het kielzog van onze koningin in Ankara meegegaan naar het mausoleum van Atatürk, het presidentiële paleis en het Turkse parlement. Het waren vluchtige, maar intense en historische impressies. In Kayseri bezochten wij het Kayseri-huis en de werkplek van de meubelgigant van Turkije, de familie Boydak. Hier ging het meer om zaken en culturele banden met de Turkse remigranten. Het bezoek aan Istanbul had vooral een cultureel karakter, zoals de bezoeken aan de moskee/kerk Aya Sofya en de boottocht aan de Bosporus. Hoogtepunt van dit staatsbe-

zoek was voor mij het galabal in het vroegere Çırağan-paleis in Istanbul. Daar werden wij, leden van de Nederlandse pers, één voor één aan koningin Beatrix voorgesteld. Zelf was ik doodgemoedereerd tot ik eenmaal oog in oog kwam te staan met Hare Majesteit. Beelden uit een lang vervlogen verleden kwamen voor mijn geestesoog. Vanuit haar linkeroog keek koningin Juliana mij glimlachend toe. Zij omhelsde de Turkse gastarbeiders – waaronder mijn vader – die veertig jaar geleden naar het koude kikkerlandje waren gekomen. Zij was hen nog altijd dankbaar voor hun inzet voor de wederopbouw van Nederland. Mijn vader passeerde eveneens de revue. Hij verrichtte zwaar werk in de metaalfabriek Nefit in Deventer. Als jonge vent zwoegde hij in de hoop zijn gezin een betere toekomst te kunnen bieden. Ineens begreep ik de onvoorwaardelijke liefde van mijn vader voor koningin Juliana. Prins Claus glimlachte vanuit het rechteroog van koningin Beatrix, de wereld aanschouwend. Hij genoot van de gedachte dat

‘De naam Juliana sprak hij met veel passie en warmte uit alsof zij een dierbaar familielid was‘

Tulpia / jaargang 06 / nr 21 37


Koningin Beatrix betreedt het Turks parlement

hij wereldwijd in de harten van de mensen voortleefde alsof de hele mensheid zijn eigen familie was. Trots maar met een zekere afstandelijkheid keek hij naar zijn zoon Willem-Alexander en zijn schoondochter Máxima. Zijn bezorgdheid over Nederland, Europa en de wereld probeerde hij te verbergen, maar deze was dwars door die glimlach heen zichtbaar. Ik begroette hem vriendelijk, gaf de koningin een hand en liep door. Na haar toespraak begaf de majesteit zich onder het publiek en liet door haar betrokken houding de Turkse remigranten aldaar voelen dat zij nog altijd hun koningin is. Jong en oud deed zijn verhaal bij koningin Beatrix en er werden heel wat ervaringen in Nederland en Turkije uitgewisseld. Geduldig luisterde ik naar haar en toen er zich een geschikt ogenblik voordeed, begroette ik haar nogmaals en overhandigde haar een exemplaar van TULPIA. Ter ere van dit bezoek hadden wij alle paleizen van Istanbul voor de koningin op een rijtje gezet en uitvoerig beschreven. Een andere ster op het galabal was prinses Máxima. Zij leek zich helemaal in haar 38 Tulpia / jaargang 06 / nr 21

element te voelen, zo onder de mensen. Zij straalde de vreugde van een moeder in blijde verwachting uit. Toen zij glimlachte, klonken in haar stem de vrolijke stemmen van miljoenen kinderen die dit jaar het levenslicht zagen of nog zullen zien. Zij leek in Istanbul oprecht gelukkig en genoot zichtbaar van haar gesprekken met de remigranten. Onderwijl streek zij, hoogzwangere vrouw, met haar handen geregeld over haar buik. Zo lopend in de lege straten van Istanbul op weg naar mijn hotelkamer was ik vervuld van een warm gevoel. Dat gevoel wilde ik delen met mijn vader. Met de komst van de koningin, de kroonprins en de prinses keerde ook de tulp terug naar haar oorspronkelijke vaderland en markeerde zo een nieuw begin in de Turks-Nederlandse betrekkingen. Mijn onvoorwaardelijke liefde voor Istanbul kreeg hiermee een nieuwe dimensie. Koningin Beatrix, prins Willem-Alexander en prinses Máxima maakten deze stad door hun officiële bezoek nog mooier.

‘Na vierhonderd jaar kreeg Turkije voor het eerst dit voorjaar hoog bezoek vanuit Nederland‘


Leden van het Koninklijk Huis, politici en zakenmensen komen in Ankara aan

400 jaar betrekkingen: van tulp tot Máxima Nederland onderhield ongeveer vierhonderd jaar lang goede betrekkingen met het Osmaanse Rijk (1281-1923) en zijn latere erfgenaam Turkije. Die bijzondere band begon al in 1612 met een tulpenbol en kreeg – net als de tulp – vele soorten en kleuren. Dit gemeenschappelijke symbool van beide landen is inmiddels als water, lucht en aarde met elkaar verbonden. Nederlanders hadden al eeuwen daarvoor Turkije doorkruist op weg naar het Midden of Verre Oosten, maar in 1612 was Cornelis Haga de eerste Nederlandse ambassadeur die officieel de Lage Landen ging vertegenwoordigen in Istanbul. De betrekkingen zijn sindsdien altijd heel goed geweest, op twee korte onderbrekingen na. Tussen 1798 en 1802, toen de Bataafse Republiek als bondgenoot van Frankrijk gestraft werd voor de Franse aanval op Egypte. De Nederlandse ambassadeur uit Istanbul werd toen naar Boekarest verbannen. Een ander geval was tijdens de inlijving van het Koninkrijk Holland door Napoleon van 1810 tot 1813. Toen waren de betrekkingen helemaal bekoeld.

Het zou tot 1804 duren voordat het Ottomaanse Rijk een diplomatieke post kreeg in Nederland. De enige missie ervoor was in 1709. Deze moest schadevergoeding vorderen voor koopwaar die door Zeeuwse muiters uit een Frans schip gekaapt was. Pas een eeuw later, in 1804, werd onder sultan Selim III (1789-1807) de in Amsterdam gevestigde Griekse koopman Petro Marcella benoemd tot Ottomaanse consul. De eerste permanente diplomatieke vertegenwoordiger werd pas in 1855 naar Den Haag gestuurd. De betrekkingen zijn sindsdien altijd goed onderhouden. Ook de Eerste Wereldoorlog had weinig gevolgen voor de Nederlands-Ottomaanse betrekkingen, doordat Nederland neutraal was in die oorlog. De goede betrekkingen zetten zich ook na de stichting van de Republiek Turkije in 1923 gewoon door. De periode erna kenmerkt zich door hechtere banden tussen de beide landen en in Europees verband. Turkije vroeg begin jaren zestig van de vorige eeuw het lidmaatschap van de Europese Economische Gemeenschap (EEG) aan, tekende er een associatieverdrag mee en stuurde

vervolgens gastarbeiders naar Nederland en andere delen van Europa. In 1996 werd Turkije kandidaat-lid van de Europese Unie die in 2004 onder Nederlands voorzitterschap de onderhandelingen voor het volledige lidmaatschap opende. In 2001 bezocht de Turkse president Ahmet Necdet Sezer Nederland waarbij hij koningin Beatrix uitnodigde om zijn land te bezoeken. Na vierhonderd jaar kreeg Turkije voor het eerst dit voorjaar hoog bezoek vanuit Nederland. Over vijf jaar zullen beide landen hun vierhonderdste jubileum feestelijk vieren. Inmiddels is er in Nederland een heuse Turkse gemeenschap van zo’n 365.000 zielen ontstaan, laat de handel tussen Nederland en Turkije een groeiende lijn zien en verkiezen jaarlijks een miljoen Nederlandse vakantiegangers Turkije boven alle andere landen. Turkije heeft één ambassade, twee consulaten en een honorair consulaat in Nederland. Andersom heeft Nederland drie diplomatieke vertegenwoordigingen in Turkije. Naast de ambassade in Ankara is er het consulaat-generaal in Istanbul en een honorair consulaat in Izmir.

Tulpia / jaargang 06 / nr 21 39


TULPIA 4 door Marc Guillet / istanbul  fotografie Slawomira Kozienieć / TULPIA MEDIA TEAM

Güler Sabancı – 'First lady' van het Turkse zakenleven Wat een spectaculair uitzicht! Hier, op de 25ste verdieping van de 'Twin Towers' van het Sabancı-hoofdkwartier, geniet Güler Sabancı (51) van het schitterende panorama van haar geboortestad. "Kijk eens hoe modern en dynamisch deze metropool is," zegt de Turkse zakenvrouw trots over deze ruim 2600 jaar oude havenstad aan de Bosporus.

O

p de achtergrond klinkt klassieke muziek. Aan de muur hangt een geschilderd bord met de beeltenis van haar kleurrijke, ongeschoolde oom Sakıp, die van de familieholding een wereldbedrijf maakte. Hij lijkt goedkeurend toe te kijken hoe zijn favoriete nicht, die hij kort voor zijn dood in 2004 als opvolger aanwees, zijn erfenis beheert en moderniseert. Een conglomeraat van 65 bedrijven, 10 joint ventures en 46.600 werknemers in 11 landen. Met een eigen bank, de Akbank, die fungeert als vlaggenschip en de op twee na grootste bank van Turkije is met 35,8 miljard dollar aan bezittingen en beheerd vermogen. Andere kernactiviteiten zijn auto's, levensmiddelen, cement, textiel en energie. Vrijgezel Güler Sabancı is een celebrity van formaat; een vrouw met een enorm privévermogen en volgens het Amerikaanse tijdschrift Forbes de machtigste vrouw in Turkije.

Cocktailjurk Foto's van haar staan bijna even vaak in de bladen als die van soapsterretjes. We zien Güler in cocktailjurk op weg naar een concert van Andrea Bocelli. Met een honkbalpetje op bij de opening van haar Toyotafabriek. Tijdens een toespraak tot studenten van haar Sabancı- universiteit. Genietend van vakantie in haar favoriete Italiaanse regio: Umbrië. Met koningin Beatrix bij de opening van de tentoonstelling 'Istanbul 40 Tulpia / jaargang 06 / nr 21

– De Stad en de Sultan' in De Nieuwe Kerk in Amsterdam met 300 topstukken, onder meer uit het Sabancı-museum. Als de superchef van SA behoort de 'first lady' van het Turkse zakenleven tot de internationale jetset. Pronken met dure juwelen, auto's of kleding, zoals veel Turkse onder­ nemers graag doen, is echter aan haar niet besteed. Qua kleding en gedrag past ze eerder in de Hollandse calvinistische traditie: doe maar gewoon, werk hard en wees spaarzaam. Vandaag gaat ze gekleed in een donker broekpak. Ze draagt pretentieloze gouden oorbellen, heeft amper make-up en haar sluikvallende lichtbruine haar zit in een gemakkelijke, zakelijke coupe. "Zorg er wel voor dat ik er een beetje en profil en gesticulerend op sta," regisseert ze de fotograaf. Want hoewel alles aan haar 'no nonsense' uitstraalt, is ze wel degelijk ijdel. Zoals altijd is ze bang dat ze 'te dik' op de foto overkomt, zo zegt ze met haar donkere, doorrookte stem.

Doortastend Een vrouw op deze toppositie is extra bijzonder in deze patriarchale samenleving. Toch werd ze niet zo maar op de troon gezet. Güler studeerde bedrijfskunde, had haar sporen als manager verdiend en een reputatie opgebouwd als doortastende zakenvrouw die geen onnodige risico's neemt en strategisch denkt. Vanaf de 25ste verdieping bestuurt zij haar zakenimperium. Dezelfde verdieping

waar op 9 januari 1996 een bloedbad werd aangericht toen twee communistische extremisten de directiekamer binnenvielen en Özdemir Sabancı en twee aanwezigen met kogels doorzeefden. De moord op de Turks-Armeense journalist Hrant Dink riep bij haar weer herinneringen op aan de koelbloedige executie van haar oom, zo geeft zij toe. Hoewel de moord op Dink een extreem voorbeeld is van het groeiende nationalistische verzet tegen moderniseringen is Sabancı niet pessimistisch. "Turkije is op weg naar de EU en is druk bezig om de wet- en regelgeving aan te passen aan de EU-criteria. Vertragingen zijn onvermijdelijk. Het belangrijkste is dat Turkije op koers blijft. De reis is misschien van groter belang dan het reisdoel. En op reis leer je je vrienden het beste kennen."

Ego Kiezers in Nederland en Frankrijk horen op dit moment niet tot de vrienden van Turkije. Een meerderheid stemde in 2005 in beide landen tegen de Europese Grondwet, onder meer uit verzet tegen een mogelijke toekomstige toetreding van Turkije. Sabancı vindt de argumenten van de Nederlandse tegenstanders – moslims hebben andere normen en waarden dan wij, en we kunnen zo'n groot, arm land er niet bij hebben – getuigen van een gebrek aan kennis van zaken. "Er wonen en werken al 15 miljoen moslims


links Güler Sabancı boven Sabancı Towers

in Europa. EU-landen profiteren inmiddels van de enorme handel met Turkije. Politici in Nederland en Frankrijk gebruiken angst en onwetendheid bij de burgers over Turkije om op de korte termijn stemmen te winnen." Het streelt haar ego dat The Financial Times haar met stip op 9 heeft gezet in de top van de machtigste vrouwen in Europa. "Liever zou ik de meest succesrijke vrouw worden genoemd,” zegt Sabanci. "Ik geloof in succes en in de macht van succes. Ik ben iemand die sterk resultaatgericht is." Al zo'n 20 jaar bekleedt zij nu managementfuncties. Van dichtbij heeft zij kunnen observeren hoe mannen en vrouwen leiding geven. "Van generaliseren hou ik niet. Vast staat wel dat vrouwelijke managers en ondernemers een hoger EQ hebben. Daarom zijn wij beter in teamwork. We hebben meer organisatietalent, meer inlevingsvermogen en we zijn beter in de omgang met mensen. Mijn stijl kenmerkt zich door participatie en teamwork."

Picasso Hoewel haar dagen gevuld zijn met vergaderingen, strategiesessies en conferenties heeft Sabancı toch nog tijd voor haar liefhebberijen. "Ik hou van kunst. Ik sta aan het hoofd van het Sakıp Sabancı-museum dat vorig jaar een Picasso-tentoonstelling had. Privé verzamel ik Seltsjoekse en hedendaagse Turkse kunst. En ik hou ervan om naar concerten te gaan." Duizenden jaren geleden begonnen boeren ten zuiden van de Kaukasus en in OostTurkije wijn te maken. Desondanks is Turkije er nooit in geslaagd om wijnen van wereldklasse te produceren. "Dat heeft niets te maken met het feit dat wij moslims zijn," zegt Sabancı fel, "maar alles met het verstikkende overheidsmonopolie op wijnproductie.” "Elf jaar geleden begon ik in Thracië met mijn eigen wijn, Gülor. Het staatsbedrijf Tekel wordt eindelijk geprivatiseerd. In de toekomst moeten wij in staat zijn wijnen te produceren die kunnen concurreren met de beste van de wereld. We hebben een zonnig klimaat en goede grond, dus waarom niet?"

‘Vast staat wel dat vrouwelijke managers en ondernemers een hoger EQ hebben. Daarom zijn wij beter in teamwork.‘

Tulpia / jaargang 06 / nr 21 41


ummer themaN de opmars vaN migraNteN iN NederlaNd

in Plus: hoe doen Turken het ? Duitsland, Belgie en Australië blad Twee werelden één

Nieuwe

TULPIA 9

elite

Jaargang 3 • nr 9 herfst 2008 • € 4,95

De top vergt assimilatie

nders Steeds meer nieuwe Nederlahappelijke klimmen hoger op de maatsc hegemonie ladder. Hoe hebben ze de doorbreken? van 'de blanke man' kunnen

Tulpia 9: herfst 2008 Een voorhoede om na te volgen Amper 40 jaar na de eerste groep Turkse gastarbeiders zitten hun kinderen aan de directietafel met hun toenmalige bazen en bestuurders. Tegenwoordig levert de Turks-Nederlandse gemeenschap meer dan fysieke arbeidskrachten: echte ondernemers, wetenschappers, kunstenaars, bestuurders. Sommigen van hen zult u ook in dit blad tegenkomen. Het zijn er te veel om op te noemen. Vandaar ook dat de artikelen in dit nummer niet als compleet beschouwd moeten worden: ze zijn slechts illustratief voor de mijlpaal die wij hebben bereikt. Met dit nummer willen wij een bestaand proces (elitevorming) zichtbaar maken voor sommige doemdenkers die blijkbaar domicilie houden op een verre planeet. We wilden de elitevorming binnen de verschillende migrantengemeenschappen in Nederland, de Turkse in het bijzonder, nader bekijken. En zelfs daarbuiten. Hoever zijn onze ‘lotgenoten’ in Duitsland, België en Australië? Ik kan u alvast verklappen: wij, Turkse Nederlanders, doen het lang niet zo slecht. Integendeel! Maar we willen met dit themanummer meer dan ons gelijk halen. We willen dat we leren van elkaars ervaringen. Wij hopen de komende generatie ook rolmodellen voor te houden, in de hoop dat zij dit beseffen, want bedenk: voorhoedes zijn er om na te volgen.

42 Tulpia / jaargang 06 / nr 21

Een nieuwe elite staat op, een elite die gekleurd is. Hoe verloopt de elitevorming binnen de verschillende migrantengemeenschappen in Nederland, de Turkse in het bijzonder? Welke wegen leiden naar de top? En volgen migranten dezelfde weg als autochtonen? Is onderwijs het ultieme antwoord? Volgens Ruben Gowricharn heeft de polarisering in Nederland de elitevorming bij de migranten bevorderd.

W

anneer iemand een hbo- of universitaire studie heeft afgerond, behoort hij of zij niet automatisch tot de elite. Het is een misverstand dat vaak bij migranten heerst, vertelt Ruben Gowricharn, hoogleraar multi­culturele samenleving aan de Universiteit van Tilburg. Hij begrijpt het misverstand wel: “Migranten halen een diploma om ‘respect’ te krijgen. Om te laten zien: ‘Kijk, ik ben geen wandelend sociaal probleem.’ We denken dat we er zijn, als we een diploma behaald hebben, maar dan begint het spel pas.” Elite is gewoon een ander woord voor leiderschap, zegt Gowricharn. “De middenklasse is de grote kweekvijver waaruit de elite moet voortkomen.” Ruben Gowricharn behoort tot de eerste migranten in Nederland die zich tot de wetenschappelijke elite mogen rekenen. Hij studeerde sociologie en economie, promoveerde aan de Universiteit Utrecht en bekleedde in 2002 de FORUM/Verwey-Jonker-leerstoel voor multiculturele en transnationale vraagstukken. Elke etnische groep volgt zijn eigen route naar een sociaal niveau, aldus de hoog-

leraar. Het traject dat gekozen wordt, is afhankelijk van de hulpbronnen en de centrale waarden in de gemeenschap. Bij de Turkse gemeenschap bijvoorbeeld is ondernemerschap de drijvende kracht. Elitevorming levert geen eenduidig beeld op. Ze vindt namelijk plaats op verschillende niveaus; binnen de eigen gemeenschap, binnen de sector, op nationaal of internationaal niveau et cetera. Tegelijkertijd zijn het processen die bij de verschillende migrantengroepen gefragmenteerd verlopen. Tien jaar geleden constateerde Gowricharn dat het in de ambtenarij, wetenschap en het bedrijfsleven ontbrak aan een allochtone elite. “Het zijn sectoren waar extra eisen worden gesteld. Als je hoog in de ambtenarij of wetenschap wilt komen, heb je politieke connecties nodig. Je wordt niet zomaar secretaris-generaal. Het zijn meestal politieke benoemingen.” In het algemeen geldt nog de uitspraak, zegt Gowricharn, dat allochtonen zich niet weten te hand­ haven in de politieke elite. Hij denkt dat ze het ambacht van de politiek nog niet genoeg in de vingers hebben.


TULPIA 9 door Mercita Coronel Professor Ruben Gowricharn

Het bedrijfsleven is weer een ander circuit met contacten. Hier is men sterk afhankelijk van de rijken. Als arme migrant heb je geen contacten in die kringen, maar je kunt er bijvoorbeeld in doordringen door een huwelijk.” In de wetenschap is de concurrentie volgens de hoogleraar erg groot. “Als men moet kiezen voor een witte vrouw of zwarte man als collega, dan kiest men de witte vrouw. Gewoon omdat de witte vrouwenbeweging politiek veel sterker is. Maar witte vrouwen staan ook emotioneel en cultureel veel dichter bij die witte man. Voor die witte man is het natuurlijker om een blanke vrouw te kiezen wanneer er posities verdeeld worden .” Er is in principe weinig verschil in social climbing tussen migranten en autochtonen, maar het beetje verschil is vaak beslissend, vertelt Gowricharn. Het gaat om prestaties, contacten en acceptatie. Maar juist die contacten en acceptatie liggen bij veel autochtonen ‘natuurlijker’ dan bij allochtonen. Autochtonen hoeven zich ook minder te bewijzen. “Een allochtone hoogleraar bijvoorbeeld wiens taal net niet vloeiend en gepolijst is zoals bij zijn collega’s heeft al

een vlekje. Hij moet dus iets gaan compenseren, wil hij als volwaardig worden gezien, want constant wordt je gewogen.”

We hebben toch twee allochtone staatssecretarissen: Nebahat Albayrak en Ahmed Aboutaleb? “De Turken en Marokkanen vertonen een sterke toename in mobiliteit, mede onder invloed van het ‘islamitische gevaar’. Als men in Europa niet zo bang was geweest voor moslimterrorisme, dan weet ik niet of Aboutaleb en Albayrak zo snel naar boven zouden zijn geschoten. Ze hebben een hoge politieke marktwaarde. De gedachte is dat moslims een potentieel gevaarlijke gemeenschap vormen, omdat het een ‘broeinest is van terrorisme’. Dat gevaar moet je bedwingen door de voormannen in je eigen gemeenschap op te nemen, ze als rolmodellen te adverteren en hun bepaalde verantwoordelijkheden te geven. Je gaat dus naar deze ‘allochtone’ gemeenschappen kijken met de vraag: ‘Wie zijn daar betrouwbare bondgenoten. Wie kan ik als bestuurder gebruiken om mijn orde, mijn samenleving te beschermen, wie

spreekt mijn taal?’ Als die onderliggende angst niet bestond, zouden die mensen veel minder interessant zijn voor de blanke elite. De politieke context gaat meebepalen hoe graag men je wil hebben.”

Zijn er sectoren waarin migranten wél uitblinken? “In de geneeskunde. Als je nu een ziekenhuis binnenwandelt, struikel je over de tweede- generatiespecialisten. Maar je ziet ze nog niet in de top van de piramide, dat wil zeggen in het bestuur van ziekenhuizen. Dat is misschien een kwestie van tijd. Kijk naar voetbalclubs. Je ziet allochtonen actief als speler, als trainer, maar niet in de bestuurskamer van de club, de plek waar de macht ligt. Het geld wil men delen, de status ook wel, maar niet de macht, zo lijkt het. In Nederland wordt de bestuurswereld mede gekenmerkt door een regentencultuur. Het is het circuit van ons-kent- ons. Je moet bij de incrowd horen of er ingetrouwd zijn. Met andere woorden: je prestaties brengen je heel ver, maar als je niet tot de incrowd behoort, dan kom je er niet.”

Tulpia / jaargang 06 / nr 21 43


Ex-CEO Ortel Mobile Celal Oruc

Welke weg leidt verder tot de elite? “In Nederland denkt men dat er maar één weg is die naar het Paradijs van Oranje leidt, maar elke migrantengroep volgt wat de inte­ gratie betreft zijn eigen traject. Bij Turken ligt de kracht in hun ondernemerschap. De zwarte Surinamers en Indische Nederlanders hebben de huwelijksmarkt als motor. Je hebt de diplomamarkt voor Hindoestanen. Het zijn verschillende kanalen langs welke de inte­gratie zich voltrekt en men in maatschappelijk opzicht naar een hoger niveau kan stijgen. Opvallend is bovendien dat Turken, in tegenstelling tot Surinamers, als groep integreren. In het Turkse ondernemerschap gaan bedrijven van generatie op generatie. We hebben het dan over de groeiende middenstand, maar daarbinnen heb je een groep die excelleert en die een grote omzet draait. Dat is de elite. Deze Turken hebben bedrijven in Nederland, in Duitsland en in Turkije. Ze onderhouden immers internationale contacten. Vooral de tweede generatie ontwikkelt een 44 Tulpia / jaargang 06 / nr 21

Aysel Erbudak, CEO Slotervaartziekenhuis

ander ondernemerschap: toerisme, het bankwezen, ict en zakelijke dienstverlening. Turken zijn de beste ondernemers onder de migranten. Neem bijvoorbeeld Den Haag, dat wordt de Hindoestanenstad van Nederland genoemd. Toch zie je dat Turken het daar beter doen. De Hindoestaan blijft vaak steken op het niveua van het afhaalrestaurant. De Turk maakt daar dan een gelegenheid van met glamour en allure, waardoor hij ander publiek trekt. De ambities en de stijl zijn anders. De Turk hier heeft Turkije als voorbeeld met zijn grote welvaart. Wat bij Turken ook meer speelt dan bijvoorbeeld bij Hindoestanen, is het element van trots. Liever een kleine baas dan een grote knecht. Vrijheid, zelfstandigheid dat hoort per definitie bij een ondernemer, maar Turken koppelen dit ook aan trots, respect en eer. Andere randvoorwaarden voor het beklimmen van de maatschappelijke ladder, zijn ondersteuning door de familie, de aanwezigheid van rolmodellen en huiswerkbegeleiding.”

Hoe verloopt het elitevormings­ proces van migranten in Neder­ land in vergelijking met andere landen? “Als je een vergelijking trekt met de autochtone Nederlanders of de zwarte Amerikanen dan is het bij de migranten in Nederland heel snel gegaan. De ontwikkeling van onderklasse naar middenklase, getuigt van een grote veerkracht. Voor een deel zijn de autochtone Nederlanders overigens zelf verantwoordelijk voor die snelle sociale stijging. De stigmatisering van allochtonen heeft namelijk averechts gewerkt. Ze heeft ambitie gekweekt. Ik neem altijd als voorbeeld het Marokkaanse of Turkse meisje dat op vierjarige leeftijd van het platteland naar Nederland komt en in een postindustriële samenleving belandt. Op haar negentiende werkt ze al als officemanager. Begrijp je wat voor sprong ze heeft gemaakt! Moslims horen veel negatieve dingen over zichzelf en van de weeromstuit gaan ze dat compenseren. Ze gaan laten zien


Hoe doet Nederland het in ver­gelijking met andere landen? “Nederland doet het slechter dan Engeland. De Engelse democratie is veel liberaler. Engelsen zijn altijd gewend geweest aan een multiculturele situatie. Ze hadden te maken met Schotland, Wales en Ierland. Migranten zijn tot in de hoogste politieke elite te vinden, ze zijn zelfs lord. Engelsen hebben namelijk altijd veel breder gekeken, want de wereld was van hen. Engelsen zijn een elitegericht volkje. Elites uit andere culturen, een sjeik of maharadja, konden ze respecteren. De universiteiten Oxford en Cambridge zijn op die basis georganiseerd. De elite uit de hele wereld komt daar studeren. Nederland is veel te provinciaal. We stellen heel veel voorwaarden voordat we een klein beetje ruimte maken voor de ander. Die voorwaarden zijn zo beperkend, dat de meesten afhaken. Frankrijk doet het weer minder dan Neder­land, waarschijnlijk doordat het een veel nationalistischer en universalistische ideologie heeft. Iedereen is een neutrale burger en een kloon van de andere burger. Formeel telt je afkomst niet: ‘We zijn gewoon burgers van de republiek Frankrijk’. Dat is assimilatiepolitiek. Als gevolg hiervan raken grote groepen mensen buitengesloten, zie de Parijse opstanden. Zij vormen een bewijs dat opgelegde assimilatie niet werkt.”

Zal de allochtoon ooit het eliteniveau van de autochtoon bereiken? dat ze studeren, goed Nederlands spreken, diploma’s halen. Ze worden bijna braver dan de Hollanders. In de Verenigde Staten daarentegen wordt er minder gezeurd, dus bestaat er ook minder behoefte aan compenseren. Wat je overkomt, is je eigen schuld, vindt men in Amerika. De prikkel in de VS is vrijheid en eigen verantwoordelijkheid en dat werkt bij migranten.”

Nederland bemoeit zich dus te veel met migranten. Is dat in tegenspraak met de veel besproken ‘vermijdingscultuur’ die in Nederland zou heersen ten aanzien van migranten? “Ik heb nooit in die vermijdingscultuur geloofd. Daarvoor is men in Nederland te bemoeizuchtig. In de verzuilde maatschappij heeft die cultuur in zekere mate bestaan. Anderzijds was dat ook schijn, want protestanten en katholieken hielden elkaar goed in de gaten. Binnen deze groepen bestond

er veel onderdrukking, met name van vrouwen en van andersdenkenden. De macht was immers afhankelijk van de grootte van je achter­ban. Die moest je dus in bedwang en in het gareel houden. ‘Als je je niet conformeert aan de regels en de cultuur van mijn zuil, moet je je eigen zuil maar opbouwen.’ Tegenwoordig is deze mentaliteit niet meer beperkt tot ‘zuilen’, maar heeft ze zich ontwikkeld tot een nationale reflex. ‘Opdonderen’, zoals de nationalistische politici zeggen. Na de ontzuiling en de periode van individualisering kreeg de huidige generatie autochtone Nederlanders last van ‘zuilen­eczeem’. De komst van groepen migranten met een sterke collectieve identiteit riep bij de individualisten echter de herinnering wakker aan het systeem, waarvan ze dachten dat het afgeschaft was. Het is waar: de verzuilde maatschappij is ter ziele, maar in cultureel opzicht bestaat ze desondanks voort in de vorm van emoties en reflexen.”

“Elitevorming is nooit voltooid. De elite wisselt en rouleert, maar ik denk dat allochtonen nooit zullen kunnen opklimmen tot het niveau van autochtonen. Kijk, elite dwingt assimilatie af. In 1950 onderzocht een Amerikaanse socioloog de militaire, economische en politieke elite van zijn land en ontdekte dat het overgrote deel van die elite bestond uit blanke, protestante mannen. Vijftig jaar later verrichtten twee onderzoekers precies hetzelfde onderzoek. Wat ontdekten ze? De samenstelling van de elite was sterk veranderd: er was sprake van een sterke toename in het aantal vrouwen, zwarten, Aziaten en Hispanics. Joden waren naar verhouding sterk oververtegenwoordigd. De elite bleek veel meer divers dan voorheen. De leden van deze elite waren allemaal geassimileerd aan de blanke cultuur. Die vrouwen zaten bijvoorbeeld sigaren te roken in de board of directors en kregen samen met die mannen golfles. De zwarten hadden allemaal Princeton en Cambridge gevolgd. Is dat culturele diversiteit of witwasserij? Tulpia / jaargang 06 / nr 21 45


Wanneer je over de elite spreekt, dan heb je het over economische belangen en over macht. In Nederland wordt men onrustig bij evidente culturele verschillen; dat was ook zo in de verzuilde maatschappij. Daarentegen stellen overeenkomsten de mensen gerust. Vandaar dat ze hier altijd zoeken naar het gemeenschappelijke. In een liberale democratie zou je tot de elite moeten kunnen behoren zonder dat je assimileert. Zo liberaal democratisch is Nederland dus niet.”

U hoort tot de wetenschap­pelijke elite. U bent dus geassimileerd? “Ik voel mij niet geassimileerd, maar ik ben het wel, onbedoeld en onbewust. Dat blijkt bijvoorbeeld uit mijn taalgebruik. Ik spreek over ‘spruitjeslucht’ en ken gezegdes. Assimilatie kun je ook aflezen aan de overeenkomsten in humor, mimiek, smaak en emoties. Ik merk pas in Suriname hoezeer ik geassimileerd ben. Het beklimmen van de maatschappelijke ladder gaat met dilemma’s gepaard. Elke groep moet voor zichzelf uitmaken of ze tot de elite wil behoren en onder welke voorwaarde: verkoop je je ziel, trouw je in? Ik heb geluk gehad, ik heb niets hoeven te verkopen. Ik heb wel een prijs moeten betalen: mijn sociale leven. Bij de een is de prijs hoger dan bij de ander. Bijvoorbeeld de verplichting om je moeder te ontvangen weegt in andere culturen zwaarder dan bijvoorbeeld in de Nederlandse. Stel dat je een artikel moet schrijven en je broer staat voor de deur en morgen moet het artikel klaar zijn. Wat doe je? Als je hem twee of drie keer de deur wijst, dan komt die broer niet meer langs en vindt hij je aanstellerig. Aan de ene kant is hij trots op je, aan de andere kant voelt hij zich gekwetst dat je hem niet naar behoren kunt ontvangen.”

Opklimmende migranten kunnen niet van twee wallen eten? “Als je op de maatschappelijke ladder stijgt, leidt dat tot sterke individualisering. Daardoor raak je los van je eigen sociale milieu en vereenzaam je. Je raakt je oude vrienden kwijt, maar je Hollandse collega’s omarmen je ook niet van harte. Je bent dus nergens meer echt thuis.”

Atilay Uslu, CEO Corendon

46 Tulpia / jaargang 06 / nr 21


economische globalisering, verdere democratisering van de samenlevingen, enorme toename van communicatiemiddelen en een nieuw type individualisme dat zich niet de les laat lezen door een handjevol aristocraten. In het afgelopen decennium probeert de elite dan ook met ijzeren hand de neoconservatieve normen en waarden op te leggen aan onze multiculturele samenleving. Dit heeft alleen maar een polariserend effect gehad en vergrootte ook nog de kloof tussen allochtonen en autochtonen. De huidige individuen richten hun leven niet in volgens een religieus of ideologisch model, maar zoeken wereldwijd op het internet naar bruikbare ideeën en kopiëren deze. Aansluitend bij deze trend zijn er moslimjongeren,

verschillende lagen binnen de piramide is nog altijd intact gebleven. Elke poging om hun afzonderlijke functies op te heffen is op niets uitgelopen. Zelfs in het door Marx voorspelde paradijs van arbeiders en boeren maakt(e) een getalsmatig kleine elite de dienst uit. De leden van deze elite waren allesbehalve boeren en arbeiders. Elke samenleving creëert zijn eigen elite. Weliswaar is er een trage beweging van komen en gaan en verschuiven de accenten daarbinnen, maar een samenleving zonder elite is ondenkbaar. Het is nu eenmaal een natuurwet: elke kudde behoeft een herder, ieder bedrijf een directeur, elke politieke partij een leider en iedere samenleving een elite. In het boek “Gaat de elite ons redden”, samengesteld door Krijn van Beek en Marcel Ham, zetten diverse auteurs uiteen hoe het ‘elitelandschap’ in Nederland sinds de jaren zestig veranderd is en hoe de elite bezig is met een stoelendans. Een ding maakt het boek duidelijk. De piramide vertoont barsten door de druk vanuit de onderlaag van de samenleving. De aartsconservatieve elite is in het geheel niet van plan om de deur van zijn goed bewaakte bastion op een kiertje te zetten voor nieuwe leden, en al helemaal niet voor leden van een vreemde, nietwesterse cultuur. Juist door deze starre houding is er een ander soort elite ontstaan die een deel van de macht naar zich toe heeft getrokken: de media-elite. Daarin zijn wel allochtone sterren opgenomen zoals Nilgün Yerli, Ali B. en Jörgen Raymann. Dit idee van alternatieve elitevorming lijkt goed aan te slaan bij onze allochtonen. Zij zijn dan ook bezig om hun eigen piramide te bouwen, maar tegelijkertijd blijven zij op de deur van de autochtone elite bonken. Uit het eerder genoemde boek blijkt dat de ‘polderelite’ het erg moeilijk heeft met het veranderende maatschappelijke klimaat in Nederland en daarbuiten. Zij zoekt een balans tussen de duizelingwekkende gevolgen van de

die hoogleraar Paul Cliteur in dit boek de “Kopieeren-plak”-moslims noemt. Zij richten hun leven wel in volgens de islam, maar stellen hun eigen heilige boek samen door teksten uit de Koran of van elders te kopiëren en deze daarin te plakken. Deze jongeren onttrekken zich aan de normen en waarden van de Nederlandse elite en rechtvaardigen hun intolerante houding door te spieken in hun plakboekje. Zoiets beangstigt de Nederlandse elite. De overgrote meerderheid van de nieuwe Nederlanders moet echter ook niets hebben van deze fanaten. Van de andere kant kunnen zij zich niet herkennen in de top van de Nederlandse piramide. Toch blijven ze aan de weg timmeren. Om hun doel te bereiken leveren de nakomelingen van de gastarbeiders steeds betere managers, ondernemers, politici, intellectuelen, kunstenaars en schrijvers. Tegelijkertijd zijn allochtone bevolkingsgroepen hard bezig om een eigen elite te vormen als een soort bufferzone tussen hun eigen fanaten en de ‘Poldertop’. In dit nummer lezen we hoe de Turkse Nederlanders dit aanpakken. Of dit wenselijk is, is een punt van discussie, maar naar mijn mening is dit een logisch gevolg van opklimmen van gastarbeider tot prominent lid van deze samenleving. En daar is niets mis mee. De piramide van Marx is in mijn beleving in gewijzigde vorm nog altijd intact gebleven. De nieuwe onderklasse wordt nu merendeels gevormd door migranten en allochtonen. Deze levert op haar beurt leden aan de middenklasse. De pastoor, de priester en de rabbijn schuiven een stukje op om plaats te maken voor de imam. Nog altijd is de top van de ijsberg wit. Het gevaar hiervan is dat er meerkoppige elites in Nederland zullen ontstaan die elkaar kunnen dwarsbomen. Dat kan nooit voor veel cohesie zorgen tussen de oude en de nieuwe Nederlanders. Het is de hoogste tijd voor meer kleur aan de top.

Tulpia / jaargang 06 / nr 21 47

TULPIACOLUMN

U kent vast wel de ‘piramide van het kapitalistische systeem’. Deze bestaat uit zes niveaus. Onderaan draagt de arme onderklasse de feestvierende middenklasse. In de laag erboven bevindt zich het leger en een niveau hoger staan de geestelijken. Aan de top van de piramide staat tenslotte de elite, bestaande uit het koningshuis, de kapitalist en de adel. Samen dragen zij het heilige kapitaal. Sommigen van u hoor ik nu al zeggen dat die piramide, tezamen met Marx, allang verdwenen is, maar niets is minder waar. De mensen op de verschillende niveaus ervan zullen inmiddels wel plaats hebben gemaakt voor anderen en misschien zijn er wel één of twee lagen bijgekomen of verdwenen, maar de essentie van elk van de

SÜleyman van den Broek / Levenskunstenaar

TOPJE VAN DE IJSBERG


zingen de europese verkie nu mét bijlage over

meral polat Een rijzende ster in film en theater nazim Hİkmet Wederopstanding van een dichter

TULPIA 12

blad Twee werelden één

Half om Half

e lente? obama, een nieuw Jaargang 4 • nr 12 ZOMEr 2009 • € 4,95

Tulpia 12: zomer 2009 De zomer brengt vreugde met zich mee: is het niet vanwege de groene bladeren, de vlinders en de diverse geuren en kleuren buiten, dan is het wel door de inhoud van dit blad. In deze zomereditie brengen wij naast artikelen over actuele onderwerpen ook stukken die u heel de zomer door kunt lezen. Zo blijven wij u berichten over de gevolgen van de economische crisis en over de tips om die te overleven. Verder treft u in dit nummer een analytisch stuk aan over het geruchtmakende bezoek van president Barack Obama aan Turkije en de nasleep daarvan. Om voor u de vinger aan de pols te houden, de stemming zuiver te peilen en dit historische bezoek van dichtbij te volgen reisde ik in eigen persoon naar Turkije. In onze rubriek Tulpia Focus zijn verhalen opgenomen van mensen die vertellen over de voors en tegens van hun biculturele achtergrond. Altan Erdoğan, hoofdredacteur Revu en Europarlementariër Emine Bozkurt komen hier uitvoerig aan het woord. Vanuit Istanbul bericht onze correspondent over de ‘wederopstanding’ en de stijgende populariteit van de Turkse ‘dichter der dichters’ Nazım Hikmet. Samen met dit nummer brengen wij ook een bijlage uit over de Europese verkiezingen van 4 juni. We leggen de werking van de Europese Unie uit en besteden aandacht aan de Turks-Europese betrekkingen. In de bijlage vindt u bovendien de standpunten die de Nederlandse politieke partijen innemen ten aanzien van het Turkse lidmaatschap van de Europese Unie.

48 Tulpia / jaargang 06 / nr 21

Bijlage: Europese Verkiezingen In de geglobaliseerde wereld speelt de EU een steeds grotere rol. De financiële en economische crisis, het klimaatvraagstuk, het wereldwijde tekort aan voedsel maken de Unie alleen maar belangrijker. Ook in de levens van de burgers is de EU steeds prominenter aanwezig. Een groot deel van de wet- en regelgeving komt momenteel uit ‘Brussel’. De Europese Commissie, het dagelijks bestuur van de EU, stelt regels en wetten voor. De Raad van Europa, die bestaat uit ministers van de verschillende aangesloten landen, geeft daar al dan niet zijn goedkeuring aan. Ook de taken van het Europees Parlement zijn van groot gewicht. Het EP moet niet alleen instemmen met nieuwe wetten, maar is tevens op Europees niveau de enige

controlerende macht. Via het EP kunnen burgers de bestuurders controleren en zo nodig ter verantwoording roepen . De vraag is echter: hoe functioneren de Europese Unie en het Europees Parlement precies? Hoe wordt Europa bestuurd? Bovenal: wat is het belang van de EU voor de burgers in het algemeen en voor migranten in het bijzonder? Op deze en andere vragen hopen wij met deze bijlage een antwoord te kunnen geven. Wij houden een dossier bij op onze website, waar u de resultaten van een recente opiniepeiling, artikelen en columns kunt vinden. Ook in de zomereditie en in de opvolgende nummers kunt u in de rubriek Brussels Lof alles lezen over de EU en de Turks-Europese betrekkingen.

E u r o pa Een uitgave van Tulpia maga

zine

www.tulpia.nl

 Europese

verkiezingen

 Wat doet de

Europese Unie?


Die lage lonen wijzen ook op de structurele economische achterstand van Limburg. De werkloosheid in Limburg is altijd relatief hoog geweest. De sluiting van de mijnen veroorzaakte gedurende lange tijd een hoge werkloosheid. Vóór de sluiting was niet minder dan 15% van de beroepsbevolking werkzaam in de mijnen. De moeizame geschiedenis met Nederland, de negatieve beoordeling van de zuidelijke cultuur en de sociaaleconomische achterstand hebben veel Limburgers het gevoel gegeven dat ze achtergesteld werden en niet voor vol werden aangezien. Nu zijn binnen de psychologie diverse reacties op een minderwaardigheidscomplex bekend. Je kunt depressief worden en veel gaan drinken, maar je kunt ook gaan overcompenseren. In dit geval heel hard laten zien dat je wél bij Nederland hoort. En zo komen we bij Geert Wilders. Het politieke programma van de PVV staat voor een monocultureel Nederland. Een Nederland waar de islam niet getolereerd wordt en waar de westerse, ‘Hollandse’ waarden als maatstaf dienen. Limburgers die overcompenseren willen daar héél graag bij horen en stemmen dus op ‘ein vaan us’. Wilders staat nu in de peilingen op 26 zetels. Het ongeluk lijkt zich dus ook buiten Limburg te verspreiden. Veel PVV-stemmers hebben het gevoel dat Nederland uit elkaar valt en dat ze een minderheidscultuur vormen. Economisch gezien komt de krediet­crisis hard aan. Zijn de aanhangers van Geert Wilders allemaal psychologisch overcompen­serende kiezers met een minderwaardigheidscomplex?

Tulpia / jaargang 06 / nr 21 49

TULPIACOLUMN

Geert Wilders heeft bij de afgelopen Tweede Kamerverkiezingen negen zetels gewonnen. Dat komt neer op ongeveer 6% van de stemmen. In Limburg stemde bijna 12% op de Partij van de Vrijheid. Dat is relatief hoog en wijst op specifieke redenen om op de PVV te stemmen. Theo Bovens, voorzitter van de CDA-afdeling Limburg, liet in de NRC van 24 november 2006 hierover optekenen: “Blijkbaar is men gevoelig voor zijn anti-islamstandpunt, ook al zijn hier weinig allochtonen (...) Als Wilders tamboereert op de joods-christelijke cultuur, dan appelleert dat hier aan een ‘Heimat’-gevoel. Het is de angst om de eigen, Limburgse identiteit te verliezen. Daar komt bij dat hij ‘ein vaan us’ is. Hij spreekt nog Limburgs ook.” Limburg blijkt geen gelukkige provincie te zijn. Zo lezen we in de NRC van 2 december 2006 dat waar weinigen gelukkig zijn, Wilders populairder is. De combinatie ‘ein vaan us’ en veel ongeluk in de provincie fascineert. Het wijst namelijk op een heel andere reden waarom Limburg massaal op Geert Wilders heeft gestemd: het structurele Limburgse minderwaardigheidscomplex. Dit minderwaardigheids­complex komt voort uit de combinatie van drie omstandigheden: het heeft lang geduurd voordat Limburg een volwaardige Nederlandse provincie was, de Limburgse cultuur was een minderheidscultuur die geproblematiseerd werd en Limburg heeft economisch gezien structureel in een achterstandspositie verkeerd. Limburg is de voorlaatste toegevoegde provincie aan het huidige Nederland. De laatste was Flevoland. Limburg heeft een lange geschiedenis van oorlog en wel of niet bij De Nederlanden horen. Limburgse gebieden zijn bezet geweest door Spanjaarden, Fransen, Oostenrijkers en Duitsers. Je kon bij wijze van spreken gaan slapen als Oostenrijker en wakker worden als Nederlander of Pruis. Het heeft ook 10 jaar geduurd voordat de grondwet in Limburg van kracht werd. Pas vanaf 1850 kunnen we Limburg zien als een volwaardige Nederlandse provincie. Limburgers hebben altijd dubbelzinnige gevoelens ten aanzien van ‘Holland’ gehouden. Verhuizen naar boven de rivieren wordt vaak als migratie gezien en veel voormalige migranten gaan op een gegeven moment weer ‘terug’. De Limburgse cultuur is in Nederland een minderheidscultuur. Deze cultuur werd vlak na de Tweede Wereldoorlog als problematisch gezien. Het land moest weer worden opgebouwd en men had het gevoel dat de economische wederopstanding in Limburg tegengewerkt werd door de specifieke zuidelijke cultuur. De jonge socioloog J.J.A. van Doorn wijdde er in Mensch en Maatschappij in 1947 twee artikelen aan onder de titel ‘De economische geest te Maastricht’. Van Doorn constateerde dat er een ‘primitieve middeleeuwse sfeer’ in Maastricht hing. Dit kwam vooral door de houding ten aanzien van arbeid, tijd en geld. Van Doorn observeerde dat arbeid steeds als middel werd gezien om geld te verdienen en niet als levensdoel. Voor de Limburger bestond er geen intrinsieke waarde aan werk op zich. Het zwaartepunt lag bij de vrije tijd. Hard werken was in zekere zin taboe. De ‘zakengeest’ was ook gering: bestellingen werden vergeten en opdrachten werden niet uitgevoerd. Aan kleren en uitgaan wordt veel geld besteed. Gespaard wordt er wel, maar hoofdzakelijk om het in één keer tijdens carnaval uit te geven. De lonen zijn opvallend laag omdat geld de Limburger eigenlijk niet interesseert.

jean tillie / bijzonder hoogleraar

HET MINDERWAARDIG­HEIDS­COMPLEX VAN LIMBURG EN GEERT WILDERS


TULPIA 12 door Tuncay Çinibulak | Analyse  fotografie tulpia media team

Lente of schijn in TurksAmerikaanse betrekkingen? Het is november van het jaar 1800. Een schip met de naam “United States” nadert Istanbul en vraagt toestemming om voor anker te gaan. De Osmaanse autoriteiten staan met de mond vol tanden, want zij kennen de Amerikaanse vlag niet en de Verenigde Staten van Amerika zegt ze ook niets. Toentertijd mochten de Verenigde Staten voor handelsdoeleinden de Osmaanse zeeën bevaren met toestemming van Istanbul en onder Algerijns toezicht. En kijk wat er nu, 209 jaar later, gebeurt als een Amerikaanse president Turkije bezoekt! Heel het land staat op zijn kop en president Obama wordt als een megafilmster, een verlosser verwelkomd. Afgezien van dit enthousiasme, blijft het de vraag wat dit bezoek voor de Turks-Amerikaanse betrekkingen betekent en voor de de Turkse rol in de regio en in Europa. Een analyse.

H

et bezoek van de Amerikaanse president Barack Hussein Obama aan Turkije begin april stond in het teken van verbetering van de wederzijdse betrekkingen die sinds de Golfoorlog tot een dieptepunt gedaald waren. De verwachtingen met betrekking tot de immens populaire president waren hooggespannen. Velen zagen in hem de man die nijpende Turkse problemen zou kunnen oplossen zoals: hoe om te gaan met de separatistische PKK, wat te beslissen met betrekking tot het verdeelde Cyprus, welk standpunt in te nemen aangaande de Armeense kwestie en hoe de obstakels voor het Europese lidmaatschap uit de weg te ruimen. De Turkse problemen en de verwachtingen van de Verenigde Staten ten aanzien van deze NAVO-bondgenoot waren al bekend. Ze waren opgenomen in het rapport “Herstel van een verbroken relatie” van de hand van de gezaghebbende adviseur dr. Elizabeth Sherwood-Randall, die bij de Amerikaanse Veiligheidsraad verantwoordelijk is

50 Tulpia / jaargang 06 / nr 21

voor beleid met betrekking tot Europa. Daarin stond dat Obama binnen de eerste honderd dagen van zijn ambtstermijn Turkije zou moeten bezoeken. In haar rapport adviseert Sherwood-Randall (waarvan een samenvatting verscheen in de Turkse editie van Newsweek van 14 april jl. ) Amerika allereerst Turkije te steunen bij het verhinderen van de infiltratie van de PKK vanuit Irak. “Ten tweede moeten wij ervoor zorgen dat Turkije zich niet op het Midden-Oosten, maar op Europa blijft oriënteren,” benadrukt de adviseur. De oproep die Obama begin april in Tsjechië aan de Europese leiders deed, om Turkije snel toe te laten tot de Unie, moet gezien worden als een onderdeel van dit Amerikaanse plan. Hoewel de Franse president zich boos maakte over Obama’s oproep, houden de Amerikanen onverkort aan hun mening vast. In Sherwood-Randalls rapport wordt ook gezegd dat Turkije erkend moet worden als een trouwe en westerse bondgenoot en als beloning opgenomen moet worden in de Europese familie.

Volgens Sherwood-Randall vormen twee kwesties het grote struikelblok voor toetreding van Turkije tot de EU: Cyprus en Armenië. Volgens het Amerikaanse plan moet Turkije haast maken met onderhandelingen om tot een herenigd Cyprus te komen. De Turkse Cyprioten willen dit graag – bleek ook bij een referendum – maar de tegenpartij is er sterk op tegen. Het probleem ontstaat ook omdat Turkije Cyprus niet als aparte staat erkent en op haar beurt doet de internationale gemeenschap hetzelfde met de Noord-Turkse republiek Cyprus. De beide partijen in Cyprus hebben intussen 24 keer een rondetafelgesprek gehad en het ziet ernaar uit dat de impasse doorbroken zal worden. Amerika heeft namelijk laten weten dat de beide delen – onder toeziend oog van de Verenigde Naties en de VS – zelf tot een oplossing moeten komen, en dat Amerika anders zelfs bereid is het Turkse gedeelte apart te erkennen om het uit zijn isolement te halen. De Verenigde Staten willen de komende tijd bij wijze van signaal schepen sturen


President Obama brengt een bezoek aan het mausoleum van AtatĂźrk in Ankara

Tulpia / jaargang 06 / nr 21 51


naar Noord-Cyprus en denken er serieus over om het Turkse deel van Cyprus open te stellen voor het toerisme en handel. Op die manier probeert Amerika een doorbraak te forceren en zo het Turks-Griekse conflict op het eiland op te lossen. Dan blijft er voor Turkije nog maar één obstakel over op de weg naar het lidmaatschap van de Unie: de Armeense kwestie. De Turks-Armeense kwestie is in de TurksEuropese betrekkingen een heet hangijzer. Turkije weigert het woord genocide in de mond te nemen en vindt dat er tijdens de oorlog onder Osmaans regime in 1915 aan beide kanten is gemoord en geplunderd. Toch heeft de druk die Amerika uitoefent om de betrekkingen te normaliseren effect. Vlak voor Obama’s bezoek startte de Turkse staatsradio TRT een dagelijkse uitzending in het Armeens en de beide landen maken zich op om de grenspost bij Alican te openen voor handel en verkeer. Er is aan beide kanten van de grens vreugde, want mensen willen open grenzen en geen hoge muren. Het Turkse enthousiasme is echter getemperd door de rede die president Obama op 24 april tijdens een Armeense herdenking hield. Ankara vindt dat Obama partij heeft gekozen voor de Armeniërs en in bedekte termen gerefereerd heeft aan ‘holocaust’ of genocide. Ondanks Azerbeidzjaanse protesten gaan de toenaderingspogingen tussen Turkije en Armenië toch door. Azerbeidzjan heeft deze toenadering namelijk als een broederlijk verraad bestempeld. De Azeri’s vinden dat er met Armenië alleen gepraat mag worden als dat land zich uit het bezette gebied Karadağ terugtrekt. Via Turkije zette dit buurland Armenië onder druk, maar nu Turkije een andere koers volgt, staat Azerbeidzjan alleen in zijn strijd om zijn grondgebied terug te winnen. Premier Erdoğan vond de Azerbeidzjaanse reactie voorbarig en meent dat de onderlinge toenadering goed is voor de hele regio. En hij lijkt gelijk te krijgen, want op 7 mei zijn Armenië en Azerbeidzjan in Moskou besprekingen begonnen om hun wederzijdse geschillen te beslechten. Nu terug naar de Turks-Amerikaanse relaties en de keerzijde van de Amerikaanse inspanningen. Turkije speelt van oudsher een strategische rol in het Midden-Oosten en de Kaukasus, een rol die in geografisch en economisch opzicht steeds belangrijker wordt. Amerika wil er alles aan doen om Turkije achter zich te krijgen, en wel om de volgende redenen: 52 Tulpia / jaargang 06 / nr 21

President Gül ontvangt Obama in het presidentiële paleis in Ankara


In Turkije is een anti-westerse generatie opgestaan die niets moet hebben van het westen. De populariteit van Amerika in Turkije is na het Turks-Amerikaanse conflict tijdens de Golfoorlog verder afgenomen nadat vorig jaar ook bleek dat de ‘zoekgeraakte’ Amerikaanse wapens in handen van de Koerdische PKK waren. Dit alles drukte de betrouwbaarheid van president Bush in Turkije omlaag tot 3 procent. Een deel van die jongeren vindt zelfs dat de AKP-regering Cyprus als losgeld weggeeft aan de Europese Unie en Griekenland en te veel concessies doet aan Armenië. Ook de recente gemeenteraadsverkiezingen van 29 maart bewijzen dit: premier Erdoğans AKP verloor veel stemmen aan de nationalisten. In ruil voor de Amerikaanse inspanningen willen de Verenigde Staten dat Turkije hen op militair en diplomatiek terrein bijstaat: Amerika wil namelijk dat Turkije helpt om Iran in bedwang te houden of de betrekkingen te normaliseren. Dit geldt ook voor Syrië. De VS willen bovendien dat Turkije nog meer troepen levert voor de strijd tegen de Taliban in Afghanistan en Pakistan. Amerika en Turkije hechten veel waarde aan een stabiel Irak en aan de bestrijding van het terrorisme. Amerika wil daarom niet dat Turkije Noord-Irak binnenvalt nadat de Amerikaanse militairen uiterlijk 2011 dat land verlaten. Turkije doet er alles aan om de vorming van een onafhankelijk Koerdistan in Noord-Irak te voorkomen. De Koerdische leiders hebben dit begrepen en zijn diplomatieke banden aangegaan met Ankara nu zij inzien dat zonder Amerikaanse steun een Koerdistan als aparte staat een droom blijft. Ook op economisch gebied heeft Amerika Turkije nodig als bondgenoot. Om de westerse afhankelijkheid van Ruslands gas te doorbreken wil Amerika Turkije tot een belangrijk doorvoerland maken van de Centraal-Aziatische en in het bijzonder de Azerbeidzjaanse gas en olie. Hiervoor zijn een stabiel Turkije en een pro-westerse houding van het land onontbeerlijk. President Obama’s bezoek aan Turkije markeert slechts het begin van een lente in Turks-Amerikaanse betrekkingen. Over het algemeen wordt aangenomen dat Obama’s constructieve inspanningen ten goede zullen komen aan de Turks-Amerikaanse en de Turks-Europese betrekkingen en dat zij zullen bijdragen aan het bevorderen van hun wederzijdse belangen in de regio. Dat is maar te hopen.

Tulpia / jaargang 06 / nr 21 53


OrHan PaMUK heT MuseuM van de Onschuld

TWee Werelden ÉÉn Blad

TULPIA 14

WWW.TUlPia .nl 2009 / € 4,95 JrG 4 nr 14 / OKT nOv

naZiM HiKMeT ingenieur van de Menselijke ziel

Ingenieur van de menselijke ziel

reiZen een geBedskleed Onder heT nachTkasTje

WaaR BlIjVEN DE TURKsE sCHRIjVERs? Bejan Matur: de hoofdstad van de eenzaamheid MeT COlUMnS van SÜleyMan

van Den BrOeK, Jean

Tillie, KalMan BenKÖ

en verDer TUlPia aCTUeel,

KiJK OP ZaKen, BrUSSelS

lOF, TUlPia FOrUM en

reiZen

Nazım Hikmet werd in 1902 geboren in Thessaloniki, dat destijds nog deel uitmaakte van het grote Ottomaanse

Tulpia 14: nov-dec 2009 Ik heb het genoegen u mee te delen dat het uiterlijk van ons tijdschrift geheel restyled is en de inhoud sterk verbeterd. We hebben de vorm afgestemd op het nieuwe karakter van Tulpia. Er zijn nieuwe rubrieken bijgekomen zoals Kijk op Zaken, Tulpia Forum, Helden achter straten en Wandelen met Kyra Kuitert. Zo proberen wij de inhoud van het tijdschrift steeds rijker te maken en het niveau ervan te verhogen. Ditmaal staat de rubriek Tulpia Focus in het teken van de literatuur met hoofdletter L. We stellen een aantal vragen die dringend een antwoord behoeven en schetsen een beeld van de huidige situatie van Turken in de Nederlandse en Europese ‘Republiek der letteren’. Schrijver Sadık Yemni laat zijn licht schijnen over de vraag waarom er zo weinig Turkse auteurs van Nederlandse bodem zijn. In dit kader komen ook de schrijvers Erdal Balcı, de Nederlandse Marokkaan Hassan Bahari en Jan Brokken aan het woord. Verder hebben wij in dit nummer artikelen en columns over actuele zaken, over politiek, onderwijs, geschiedenis en vele andere onderwerpen. Wij hopen dat de nieuwe inhoud en de nieuwe vorm bij u in de smaak valt. Uw reacties en bevindingen zien wij als altijd met belangstelling en in dankbaarheid tegemoet.

54 Tulpia / jaargang 06 / nr 21

imperium. Zijn vader Nazım Bey was ambtenaar; zijn grootvader Nazım Paşa, een ster in de buitenlandse dienst, schreef al poëzie. Zijn moeder Aişa Calila, bij wie Pools bloed door de aderen stroomde, was schilderes. Via hen kwam Nazım Hikmet terecht in een artistiek milieu.

A

mper 17 jaar oud publiceerde hij zijn eerste dichtbundel. Toch leek de toekomst iets anders voor hem in petto te hebben. Nazım junior ging naar de marineacademie, maar een slechte gezondheid dwong hem zijn opleiding daar te staken. Na de Turkse nederlaag in de Eerste Wereldoorlog vertrok hij naar Oost-Turkije om daar als leraar aan de slag te gaan en zich aan te sluiten bij Kemal Paşa, de latere Atatürk. In 1921 reisde Nazım naar Rusland, gefascineerd als hij was door de revolutie en het inspirerende vooruitzicht van sociale rechtvaardigheid. Aan de Lomonosov universiteit in Moskou ontmoette hij kunstenaars en studenten van over de hele wereld. In 1924 keerde hij terug naar zijn vaderland, maar daar werd Nazım al spoedig gearresteerd omdat hij voor een links blad werkte. Hij ontsnapte in 1926 naar Rusland en werkte met Majakovsky aan het schrijven van toneelstukken en poëzie. Een algemene amnestie maakte het hem in 1928 mogelijk naar zijn geboorteland terug te keren, maar als communist werd hij voortdurend door de geheime politie in de gaten gehouden. Vijf van de tien volgende jaren bracht hij in de gevangenis door, veroordeeld op grond van allerlei valse aanklachten. Het is werkelijk verbazingwekkend dat Nazım Hikmet in

die tijd maar liefst negen boeken publiceerde die een enorme invloed hadden op de Turkse poëzie. Hij lapte de conventionele Turkse regels voor dichtkunst aan zijn laars, introduceerde het gebruik van blanke verzen en van de volkstaal. In die tijd werkte hij onder meer als boekbinder, journalist, vertaler, scenarioschrijver bij de film. Hij moest immers een grote familie onderhouden waartoe zijn tweede vrouw, haar twee kinderen en zijn moeder behoorden. Zijn vader was inmiddels overleden. In 1938 werd Hikmet gearresteerd op beschuldiging het Turkse leger via het gedicht Het epos van Sjeikh Bedreddin te hebben aangezet tot muiterij. Deze 15de eeuwse revolutionair verzette zich tegen de overheid en Hikmets tegenstanders meenden dat hij een parallel trok met het heden. De rechtszaak had plaats op een oorlogsschip en Nazım Hikmet werd onderworpen aan allerlei vernederingen en kwellingen. Zo moest hij op de brug van het schip heen en weer lopen tot hij er bij neerviel en in een latrine in een halve meter vuil gaan staan. Hij doorstond alles door luidkeels te zingen. In de gevangenis produceerde hij onder meer zijn epische meesterwerk Menselijke Landschappen. In 1949 pleitte een internationaal comité, met daarin onder anderen


TULPIA 14 door Frans Jeursen  fotografie Lütfü Özkök Nazım Hikmet

Pablo Picasso en Jean-Paul Sartre, voor zijn vrijlating. Toen de eerste Turkse democratische regering ooit aan de macht kwam, werd Nazım in het kader van een algemene amnestie vrijgelaten. In 1950 won Hikmet met de illustere Pablo Neruda de Internationale Russische Vredesprijs, maar hij kreeg van Ankara geen uitreisvisum om de prijs zelf in ontvangst te nemen.

‘Hikmet bleek een held en een schepper tegelijk’ In die periode ging het een paar keer bijna mis. Tweemaal probeerde men hem in Istanbul met een auto dood te rijden en hij werd op 51-jarige leeftijd plotsklaps opgeroepen voor militaire dienst aan de ijskoude Russische grens. Dat zou hij met zijn zwakke gezondheid niet hebben overleefd. Hikmet trachtte daarom in een storm op een bootje naar Roemenië te ontsnappen. Het kleine vaartuig dreigde te zinken en hij wuifde naar een Roemeens schip voor hulp. De bemanning, goed communistisch afgericht, moest eerst naar Boekarest bellen voor instructies en zo was het bijna te laat. Toen hij tenslotte uitgeput aan boord werd gehesen en naar

de officierscabine strompelde, hing daar een enorme portretfoto van hemzelf met de tekst ‘Red Nazım Hikmet’ (uit de gevangenis)... En dat terwijl hij al een jaar op vrije voeten was! Hikmet werd naar Moskou gebracht en verbleef in het beroemde schrijversdorp Peredelkino. De Turkse regering weigerde zijn vrouw en kinderen te laten afreizen. Daarop ging hij zelf reizen en zag de wereld: Rome, Havanna, Parijs, Peking en zelfs Tanganjika. In Amerika was de communist uiteraard niet welkom. Hikmet nam de nationaliteit aan van zijn Poolse moeder, omdat de Turken hem hadden beroofd van zijn staatsburgerschap. Zijn rode haar en blauwe ogen had hij immers, naar eigen zeggen, geërfd van een 17de eeuwse revolutionaire Poolse voorvader. Nazım Hikmet stierf in 1963 in Moskou aan de gevolgen van een hartaanval. Daar werd hij ook begraven. Zijn gedichten en toneelstukken werden in eerste instantie zeer populair in Griekenland en Frankrijk. In 1964 werd in Turkije de ban op zijn werk opgeheven en in de jaren zeventig begon zijn werk sterk aan te slaan bij een aantal Amerikaanse schrijvers. Gaandeweg verschenen er ook steeds meer vertalingen, onder meer in het Grieks, Duits, Italiaans en Russisch. Hikmet heeft het in zijn gedichten in één

adem over zijn land en over de wereld. Zijn gedichten zijn tegelijk privé en openbaar te noemen, hij spreekt niet alleen over gevoelens maar ook over feiten. Zijn werk is speels, maar tegelijk ernstig en men prijst algemeen zijn vermogen tot bijna kinderlijke blijheid met het leven. Volgens hem is kunst een gebeurtenis in zowel sociaal als literair opzicht. Dat men hem serieus genoeg nam om hem te vervolgen en gevangen te zetten, onderschrijft in zekere zin de waarheid van die visie. Hikmet profileerde zichzelf als een heroïsche figuur. Zoals de dichter schrijft, zo leeft hij ook en andersom. Jean-Paul Sartre merkte op dat Hikmet de mens zag als iets wat door hemzelf werd gemaakt. Door vast te houden aan zijn centrale uitgangspunten bleek hij een held en een schepper tegelijk. Een paar maanden voor zijn dood schreef Nazım Hikmet een gedicht waarin hij vaarwel zegt aan zijn buren in Moskou. Een machtige mijmering over hoe zijn doodskist vanaf de vierde verdieping omlaag moet worden gebracht. Ik bedoel je moet het leven zo serieus nemen Dat je zelfs zeventig jaar oud , bijvoorbeeld, nog olijven plant En niet opdat die achterblijven voor je kleinkinderen Maar omdat zelfs al vrees je de dood, je er toch niet in gelooft Omdat het leven, bedoel ik, ‘zwaarder’ weegt. Tulpia / jaargang 06 / nr 21 55


TULPIA 14 door Lily Sprangers  fotografie europese commissie

Ahmet Davutoğlu: ambitieuze alleseter Directeur Lily Sprangers van het Turkije Instituut ontmoet geregeld kopstukken uit de Turkse politiek. Recentelijk nodigde zij nog minister Ahmet Davutoğlu van Buitenlandse Zaken uit voor een bezoek aan Den Haag. In dit stuk geeft Sprangers haar persoonlijke visie op het nieuwe buitenlandse beleid van Turkije.

B

ijna twintig jaar na het einde van de Koude Oorlog zijn veel landen nog steeds op zoek naar een nieuwe rol voor zichzelf. Met het aantreden in mei 2009 van prof. dr. Ahmet Davutoğlu (Konya, 1959) als minister van Buitenlandse Zaken lijkt het formuleren van een nieuw buitenlands beleid eindelijk gestalte te krijgen. Begin oktober was Davutoğlu op bezoek in Nederland. In Den Haag gaf hij, op uitnodiging van Instituut Clingendael en het Turkije Instituut, voor een volle zaal zijn visie op het Turkse buitenlandse beleid. Het werd een gloedvol betoog, passend bij de zeer ambitieuze agenda die deze voormalige hoogleraar voor het Turkse buitenlandse beleid heeft. Hij streeft naar ‘zero problems’ met de buurlanden (met name Armenië, Syrië, Iran), een grotere rol voor zijn land in het Midden- Oosten, maar ook een onverminderd sterke focus op het EU-lidmaatschap. Dit activistische, assertieve beleid staat in sterk contrast met de (passieve) Turkse positie ten tijde van de Koude Oorlog (loyaal NAVO-lid, derhalve geen bemoeienis met de Kaukasus en Centraal-Azië; moeizame relaties met het Midden-Oosten; dominante plaats voor een strategische relatie met Israël). De voor Europa relevante vraag is of de combinatie van een krachtige rol in de regio zich laat combineren met een verdere toenadering tot de EU, principieel, maar ook qua politieke en diplomatieke draagkracht.

56 Tulpia / jaargang 06 / nr 21

En staan nadrukkelijke openingen naar het eveneens islamitische Midden-Oosten niet op gespannen voet met de voor het EU-lidmaatschap noodzakelijke hervormingen? Davutoğlu is er juist van overtuigd dat beide ambities elkaar versterken. Dat is de kern van zijn opvatting over de ‘strategische diepte’ die Turkije in zijn ogen uniek maakt. Turkije behoort zowel tot het westen als tot het oosten; keuzes maken is in dit opzicht niet nodig. Goede relaties met de buurlanden en met het Midden-Oosten als geheel maken Turkije gewild als EU-lid. Wil Europa een ‘global player’ zijn, dan kan het niet om Turkije heen, aldus Davutoğlu. Het belang van Turkijes strategische ligging is zijn belangrijkste troefkaart en zijn hyperactieve buitenlandse beleid moet iedereen daarvan overtuigen. Davutoğlu beschikt over goede papieren. Er zijn weinig ministers van Buiten­landse Zaken die op zo’n gedegen wetenschappelijke carrière kunnen bogen. Henry Kissinger en Madeleine Albright zijn voor de hand liggende namen. Misschien nog een maatje te groot als vergelijking, maar de ambitie om uit te groeien tot Turkijes meest invloedrijke minister is er zeker. In zijn lezing memoreerde hij een ander voor hem belangrijk inzicht, namelijk dat veel van de internationale theorie eurocentrisch is en ontwikkelingen en beschavingen buiten Europa en de Verenigde Staten ontkent. Zijn ervaringen als universitair docent

‘Wil Europa een global player zijn, dan kan het niet om Turkije heen, aldus Davutoğlu’


Ahmet Davutoğlu samen met Maxime Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken

aan de International Islamic University in Maleisië, waar hij begin jaren negentig werkte, waren hier mede debet aan. Davutoğlu ging een stukje terug in de geschiedenis en legde uit hoe Europa altijd een politiek evenwicht heeft nagestreefd met als doel stabiliteit. “Na het Congres van Wenen, aan het slot van de Napoleontische oorlogen, maar ook na de Eerste Wereldoorlog ontstond er in Europa een nieuw machtsevenwicht, een nieuwe ´Balance of power`. Na de Tweede Wereldoorlog werden de Verenigde Naties opgericht en natuurlijk de Europese Unie, allemaal met één doel: stabiliteit. Nu is de situatie echter radicaal veranderd en wankelen die oude structuren. Nieuwe landen zoals China verschenen als spelers op het wereldtoneel. Dit dwingt de Europese naties met een nieuwe respons te komen. Hoe we op de ontwikkelingen reageren, zal de toekomst van Europa gaan bepalen.” Volgens Davutoğlu speelde Europa tot in de twintigste eeuw een ‘globale’ rol, maar na de koude oorlog was zijn macht tanende. “Amerika en de Sovjet-Unie traden naar voren als de twee nieuwe grote machtsblokken. De oprichting van de EU was uitdrukkelijk bedoeld om van Europa weer een

wereldmacht te maken. Dat was de correcte visie, maar de verwerkelijking ervan laat nog altijd op zich wachten. Europa staat nu voor de keuze om samen met Turkije en enkele andere landen opnieuw een ´Global Power´ te worden dan wel slechts als een lokaal, continentaal machtsblok voort te bestaan. Gaan we deze uitdaging niet aan, dan blijft er slechts een Europa over dat het alleen binnen de grenzen van het eigen continent voor het zeggen heeft.” Ook Turkije staat volgens de minister voor de uitdaging om deel uit te gaan maken van grotere machtsblokken in Europa en/of in de regio. “Turkije streeft er als land naar een regionale eenheid met zijn buren tot stand te brengen en zo een stabiliserende invloed op het hele gebied te hebben. Als dan de intenties van Turkije en de EU samenvallen, zou het positieve resultaat daarvan drie, vier, ja zelfs tien keer zo groot kunnen zijn. Het gaat hierbij niet slechts om het lokale belang van de EU en dat van Turkije, maar om een wereldomspannend geheel. De wereldvrede zou daarmee gediend zijn. Wij geloven dat een Turks lidmaatschap van de EU onze gezamenlijke doelstellingen een stukje dichter bij zal brengen,” aldus Davutoğlu. Tulpia / jaargang 06 / nr 21 57


nu tijdelijk voor

€ 2,95

Twee werelden één www.TulpIa.nl / Jrg 5

blad

nr 17 / apr meI 2010 / €

2,95

FadİMe ÖrGÜ Op De BreS VOOr nIeuwe generaTIeS

reporTaGe OnTDeK ISTanBul In TaCHTIg uur

FUnda arar ZangereS Op ZOeK naar eeuwIge rOem

TULPIA 17

Het nieuwe reizen Inspirerend Turkije

MeT colUMns van jean

Tillie, béla vaK, lily spranGers

en verder: TUlpia acTUeel,

KijK op zaKen, bliK op

brUssel, TUlpia FocUs,

reizen en ForUM

Tulpia 17: apr-mei 2010 Na de lange winter die we nu eindelijk definitief achter ons hebben, klinken de beginwoorden van Herman Gorters beroemde gedicht ‘Mei’ ons als muziek in de oren. Om daar alvast een voorschot op te nemen, besteden we ruim aandacht aan de alternatieve toeristische mogelijkheden in het land. We voeren u uiteraard eerst mee naar Istanbul. In deze stad is niet alleen veel unieks te zien, daar beginnen ook veel tochten naar andere delen van het veelzijdige, altijd afwisselende en verrassende Turkije. Ook introduceren we in ons tijdschrift twee nieuwe rubrieken. In ‘Gedenkwaardig’ staan we stil bij jaarlijks terugkerende bijzondere momenten of gebeurtenissen. ‘Dichter bij Tulpia’ wil een podium bieden aan opkomend literair talent. Dichters of schrijvers die korte verhalen schrijven, kunnen hun werk insturen naar de redactie. Wellicht is dit voor velen een buitenkans om hun beste literaire creaties aan een breder en geïnteresseerd publiek te presenteren. We beginnen deze rubriek met een aantal bijzondere gedichten van de nogal onbekende, maar niet onbeminde Ferman Aras.

58 Tulpia / jaargang 06 / nr 21

Het gedicht is de kortste weg van hart tot hart. De versvorm bestond al voordat de mensheid grote beschavingen wist op te bouwen. In gedichten kun je de basis van een cultuur terugvinden, zoals in psalmen en in de Griekse heldendichten Ilias en Odyssee. Om via het hart te communiceren, start Tulpia deze nieuwe rubriek. In de eerste aflevering komt dichter Ferman Aras (39) aan het woord. Gedichten van hem verschenen al in verscheidene bladen. Aras staat op het punt gedichten en korte verhalen te bundelen. Tulpia plaatst ook een aantal van zijn debuutgedichten. Laat ook úw dichtader rijkelijk vloeien en stuur ons uw eigen werk of dat van uw favorieten. Dat kan via redactie@tulpia.nl

onbevangen een gouden schot in de roos de schutter springt een gat in de lucht en de roos klapt stilletjes dood doodsbang ben ik niet voor het slaan maar toen jouw hart zwak sloeg sloeg dat van mij op hol met plezier kraak ik harde noten toen de rust dan zich meester maakte verliet het orkest het gebouw

oud-kind een trotse vader neemt de baby van de moeder en gaat op reis brengt het in de tuin van eden naar het hotel der slapelozen naar het museum van god nu het oude kind vermoeid de avond tegemoet gaat legt hij het in de armen van zijn moeder die het wurgt en haar zwarte adem op hem laat neerdalen het ex-kind verwordt tot vruchtbare grond de aartsvader plant zijn zaad stort tranen sust de oermoeder in slaap en wacht op de komst van de lente


bastaard

de bruid

een kreupele hinde

een oude man in Azerbeidzjan

een gevluchte dag

sprong

bewaart zielen in potjes

uit het noorden scheurde de nacht open

in de rode bus

’s nachts opent hij de poort

zette de tram

voor ongeboren kinderen

zijn glazen tanden

begroette hij de vrouw de een blijft staan voor Alexander

het sneeuwde

met een ijzige glimlach die in mijn armen lag

Dzjengis Khan en Attilla de Hun

op 13 juli klopte ik aan

de ander ruikt aan de pot van

de deur

Iwan de Verschrikkelijke

ging niet opzij

Stalin en Hitler

op het balkon

vlak voor de sluiting

schoonheid of het stille

hing

schiet een jongen het museum binnen

verdriet op dit gezicht?

schone schijn wat is mooier? uw glimmende

aan een slap koord jouw groene japon

raakt de pot van Shakespeare,

te huiveren

Mevlana Rumi, Dante en Tagore aan

(Aandenken aan Frida Kahlo)

vermoeid ligt hij nu onder een boom en vraagt aan de wind

opus dei

die lentebloesem ademt, of hij weet aan welke pot hij geroken heeft?

toen ik mijn gezicht tot ge godheid gewend had hoorde ik: uw stem in de moskee mijn heer Jezus Christus ik legde mij op de schoot van Moeder Natuur en hoorde u weer u gaf een vioolconcertje samen met uw collega-profeten Mozart, Bach, Albinoni, Kruidvat.

Tulpia / jaargang 06 / nr 21 59

door FERMAN ARAS

op de 17-septemberstraat

DICHTERBIJTULPIA

Frida


blik op brussel door onze correspondent in Brussel BORIS PETERS

Baby vaderland Cyprus en het Turkse EU-lidmaatschap De toekomst van Cyprus is nauw verbonden met een eventueel Turks lidmaatschap van de Europese Unie. Alleen als er een oplossing komt voor de kwestie Cyprus lijkt een Turks lidmaatschap mogelijk. Sinds kort wordt er weer intensief onderhandeld tussen Grieksen Turks-Cyprus.

D

e kwestie Cyprus hangt al jaren als een donkere wolk over de onderhandelingen van Turkije met de EU over toetreding. Turkije moet zo snel mogelijk Cypriotische boten en vliegtuigen toelaten tot haar havens en luchthavens en het Turkse leger terugtrekken van het Turkse deel van het eiland, zo vindt een groot gedeelte van het Europees Parlement. Egemen Bagış, de Turkse minister van Staat die de onderhandelingen met de EU leidt, zei begin februari in Londen dat toetreding tot ‘de Europese Unie een belangrijk proces is, maar niet zo belangrijk dat Cyprus ervoor zal worden opgeofferd’. Ondertussen wordt er gewoon onderhandeld over een oplossing voor het sinds 1974 opgedeelde eiland. Het Turkse leger bezette toen het noordelijke deel van het eiland. Volgens Turkije gebeurde dit omdat Griekse kolonels pogingen ondernamen om het hele eiland Grieks te maken. Turks-Cyprus wordt alleen door Turkije erkend. De republiek Cyprus, die het zuidelijke deel van het eiland beslaat, is echter sinds 2004 lid van de EU. Volgens de TurksCypriotische leider Mehmet Ali Talat zijn de onderhandelingen de laatste tijd behoorlijk 60 Tulpia / jaargang 06 / nr 21

Vlag Cyprus

goed vooruitgegaan. Vooral door ‘geïntensiveerde gesprekken’, die hij begin van dit jaar had met de Grieks-Cypriotische president Dimitris Christofias. Talat zei dit in februari in Brussel op een bijeenkomst van het European Policy Center. Volgens hem dateert de laatste grote kans op een oplossing alweer uit 2004. In dat jaar werd een referendum gehouden over het zogenoemde Annan Plan, genoemd naar de toenmalige secretaris-generaal van de Verenigde Naties. Volgens het plan zou een nieuwe staat Cyprus worden gecreëerd, die het hele eiland moest beslaan met uitzondering van de Britse legerbases. Die staat zou bestaan uit een confederatie van twee deelstaten: een Grieks-Cypriotische en een Turks-Cypriotische. De federale regering waarin deze twee deelstaten samen komen, zou zeer beperkte bevoegdheden krijgen. De Turks-Cyprioten omarmden het plan, maar de Grieks-Cyprioten stemden in groten getale tegen, waardoor het werd verworpen. Tussen 2004 en 2008 werd er niet onderhandeld. In deze situatie kwam verandering door het aantreden van de GrieksCypriotische leider Dimitris Christofias.

‘Eroğlu staat een hardere koers voor dan Talat; hij wil meer politieke autonomie voor Turks-Cyprus’


boven Lefkose Kibris onder Mehmet Ali Talat en Dimitris Hristofyas

Tulpia / jaargang 06 / nr 21 61


Mehmet Ali Talat ontvangt oud-president Jimmy Carter en bisschop Tutu van Zuid-Afrika

Momenteel wordt gepraat, aangemoedigd door de VN, over de vorming van een federale regering op basis van politieke gelijkheid van twee staten die elk ook zelfstandig bevoegdheden moeten krijgen. Hoever die bevoegdheden moeten gaan, is onderwerp van onderhandeling. Er wordt onder meer gesproken over het delen van de macht, bestuur, de relatie met de EU, de economie, veiligheidsgaranties en bezit. In januari bezocht secretaris-generaal Ban Ki-Moon van de Verenigde Naties Cyprus om beide partijen aan te moedigen door te gaan met de besprekingen. Hij constateerde daarbij dat er op basis van gelijkheid werd onderhandeld. De Turks-Cypriotische leider Talat maakte daar in Brussel een kanttekening bij. Volgens hem is er geen sprake van gelijkheid omdat Grieks-Cyprus is erkend door de VN en de EU, terwijl Turks-Cyprus niet erkend is en daardoor geïsoleerd is van de rest van de wereld. 62 Tulpia / jaargang 06 / nr 21

Talat zei verder dat de EU, die officieel geen rol speelt in de onderhandelingen, de GrieksCyprioten zou kunnen vragen om een meer flexibele opstelling en Noord-Cypriotische producten zou kunnen toelaten tot de EU om zo de isolatie van Noord-Cyprus op te heffen. Vanwege de presidentsverkiezingen in Turks-Cyprus, op 18 april, werden de onderhandelingen drie weken voorafgaand aan die stemming stilgelegd. In de verkiezingen nam Mehmet Ali Talat het op tegen de rechtse politicus Derviş Eroğlu van de nationale eenheidspartij UBP. Op voorhand werden al zorgen geuit. “Indien Talat wint, zal er continuïteit zijn. Als Eroğlu de winnaar is, weten we niet hoe hij zich zal opstellen inzake de onderhandelingen tussen Turks- en Grieks-Cyprioten,” zei Alexander Downer, speciaal gezant van de Verenigde Naties voor Cyprus. Diplomaten en ook bronnen binnen de VN gaven echter voor de verkiezingen al aan bezorgd te zijn dat bij

‘Eroğlu staat een hardere koers voor dan Talat en wil meer politieke autonomie voor Turks-Cyprus’ winst voor Eroğlu de onderhandelingen wel eens in een impasse zullen geraken. Maar in uitspraken voor de verkiezingen heeft Eroğlu aangegeven dat indien hij wint hij de onderhandelingen voort zal zetten. “De dag dat ik ben gekozen, zal ik Christofias ontmoeten en zullen de onderhandelingen voortgaan,” aldus Eroğlu in de Cyprus Mail. Duidelijk is wel dat hij een hardere koers voorstaat dan Talat en meer politieke autonomie wil voor Turks-Cyprus.


glastuinbouw. Is het Hongaarse verhemelte aangetast of is het plotseling chic om veel meer te betalen? Is hier sprake van een echte vraag of van bedenkelijke machinaties? De gewone man in de straat weet het antwoord wel: de kosten van het levensonderhoud worden door het bedrijfsleven en de handel over de gehele breedte kunstmatig opgedreven. Als we daarbij bedenken dat een normaal salaris in Hongarije rond de drie- à vierhonderd euro schommelt, bedreigt de ´westerse’ producten- en prijzengolf niet alleen de boeren, maar ook de consumenten in de kern van hun bestaan. Daarbij komt het feit dat ook de stortvloed aan nieuwe Europese regels veel kleinere bedrijven vrijwel geen overlevingskansen biedt.. Een bekende restauranthouder in Boedapest die het afval voorheen aan een boer met varkens afstond, een regeling waar beiden van profiteerden, moet nu de restjes voor een aanzienlijk bedrag laten vernietigen. Dat werd hem te duur en hij zag zich gedwongen zijn zaak te sluiten. Andere traditionele en lokale producten, zoals sommige kaassoorten, voldoen niet aan EU-regels en mogen opeens na honderden jaren niet meer gemaakt en verkocht worden. Zo stoot men de kleine producenten met bizarre en bovendien zinloze bureaucratie het brood uit de mond. Voor de welgestelden, zoals de oude communisten en de nieuwe economische elite, is dit alles geen punt, want die doen immers goede Europese zaken. Hun portemonnee wordt dikker en dikker en die van de armen steeds dunner. Is het Europese ideaal van “eenheid en welvaart voor allen”, wel te verenigen met deze, overal in de EU optredende sterke tweedeling? De Hongaarse regering zou het in ieder geval niet aandurven de volgende Europese stap te zetten en de euro, weer zo´n efficiënt instrument van prijsverhogingen en winstmaximalisatie, in te voeren. De Hongaren hebben een traditie van gewapend verzet tegen onderdrukkers van het volk. Dat lieten ze al in 1956 zien. Ook de nieuwe Hongaarse premier Gordon Bajnai, een multimiljardair van begin veertig, en zakenvriend van het vorige gefortuneerde, maar tegelijk socialistische staatshoofd, is zich daar terdege van bewust. Met het oog op het lidmaatschap van de EU adviseer ik de Turkse regering eens een kijkje te gaan nemen in de nieuwe lidstaten en te leren van wat daar al mis is gegaan. Misschien zal Ankara dan voorzichtiger zijn met het gebonk op de Brusselse deur en een afgewogen besluit nemen bij de onderhandelingen. De Turkse media zouden een keer met de boeren in Hongarije moeten gaan praten. Wellicht dat ze dan het Turkse volk zouden moeten informeren dat het niet alles goud is wat er blinkt in Brussel en bij de Europese Unie.

Tulpia / jaargang 06 / nr 21 63

TULPIACOLUMN

Kandidaat-lid Turkije wil dolgraag en ‘koste wat het kos- lid’ worden van de Europese Unie. De eenwording brengt ongetwijfeld veel voordelen, maar volgens historicus Kálmán Benkö heeft in Turkije niemand oog voor de negatieve gevolgen ervan. Om de Turken een spiegel voor te houden, beschrijft hij wat de dagelijkse praktijk in het EU-land Hongarije is als het gaat om de lokale economie en de boeren. Ooit poogde Napoleon Europa te verenigen, maar in de sneeuw van Moskou en op het gras van Waterloo sneuvelde zijn droom. Met de stichting van de Europese Unie is dat visioen na eeuwen een nieuw leven ingeblazen. De nobele gedachte is dat een verenigd Europa ons allen op een ‘hoger plan’ brengt en van de unie een instelling maakt die zich economisch en politiek kan meten met grote mogendheden als de Verenigde Staten en China. Voor dit doel zijn zelfs oude vijanden uit het communistische Oostblok toegelaten om het idee meer kans van slagen te geven. De EU is inmiddels bijna zestig jaar oud. De economische en politieke eenheid groeit. Toch zitten er schaduwkanten aan het eenheidsideaal, waar de planners in Brussel wellicht wat te weinig rekening mee houden. Oost-Europa is namelijk naast een integraal deel van een groeiend politiek en sociaal geheel ook een nieuwe ‘markt’ voor de grotere bedrijven. Die maken in de nieuwe lidstaten gebruik (maar ook misbruik) van de hun toegezegde tijdelijke belastingreducties. Tot verbazing van de lokale regeringen verplaatsen ze na afloop van die periode hun hele fabriek naar het volgende land om opnieuw van een gunstig belasting- klimaat te kunnen profiteren. Ter plekke blijven de werklozen achter bij lege en kale fabrieksgebouwen. Deze en andere bijverschijnselen van de Europese unificatie en van regelingen die met heel andere bedoelingen opgezet werden, hebben een zeer nadelig effect op het welzijn van de lokale bevolkingen. Een voorbeeld: ooit had Hongarije de best draaiende economie van Oost-Europa, nu balanceert het land op de rand van het bankroet. Overal in de winkels verdringen in plastic verpakte West-Europese producten met hoge ‘westerse’ prijzen massaal de goedkope producten van de lokale landbouw en veeteelt. Kleine boeren gaan daardoor met duizenden tegelijk failliet. Ze worden gewoon buitengesloten door handelsfirma’s en winkelketens die een voordelige, soms zelfs gesubsidieerde ‘Europese deal’ maken met zakenpartners in het westen. Ooit at ik in Hongarije met smaak spotgoedkope, echte zongerijpte Hongaarse paprika’s, bijna een nationaal symbool, nu vind ik in het schap in de winkel alleen nog maar de veel duurdere, geplastificeerde en smakeloze “California paprika’ uit de Nederlandse

Kálmán Benkö / historicus

DE LUSTEN EN LASTEN VAN DE EU


blik op brussel door Mercita Coronel  fotografie tulpia media team

Strategische betekenis van Turkije voor EU De toetreding van Turkije tot de Europese Unie (EU) is feitelijk van groter belang voor de EU dan voor Turkije, meent Alfred Pijpers van Instituut Clingendael. In dit interview legt hij uit waarom.

”T

urkije is niet alleen economisch, maar vooral strategisch van belang voor de Europese Unie, ook al lijkt de kans op een volwaardig lidmaatschap van Turkije aanzienlijk kleiner dan veertig jaar geleden. Het referendum voor de Europese grondwet werd in Nederland en in Frankrijk ineens uitgelegd als een nee tegen de Turkse toetreding. De Europese publieke opinie is onder leiding van de Franse president Sarkozy en de Duitse bondskanselier Merkel verder gekanteld. De gebeurtenissen na 11 september 2001 in de Verenigde Staten gingen daar natuurlijk aan vooraf. De perceptie van een islamitische dreiging alsmede de veronderstelde onverenigbaarheid van de islam met democratie heeft sindsdien postgevat in het westerse denkpatroon. Merkel spreekt nu van een status aparte, een ‘bevoorrecht partnerschap’ voor Turkije in plaats van een volwaardig EU-lidmaatschap.”. Pijpers verbaast zich over de nieuw opgeworpen hindernissen, cultureel en religieus van aard. “De EU is immers vooral ontstaan uit een economische behoefte en niet zozeer uit een gemeenschappelijk cultureel en religieus besef. De Europese Unie centreert zich niet rondom een christelijk idee, maar om een economisch en politiek concept. De Europese politieke samenwerking, de fase na de economische integratie, is nooit echt van de grond gekomen en lijkt vooralsnog een brug te ver. De vrees voor een islamitische 64 Tulpia / jaargang 06 / nr 21

wetgeving in Europa wanneer Turkije lid wordt, is niet realistisch. Voor het doordrukken van een belangrijke beslissing dient het voorstel 55 procent van de lidstaten achter zich te krijgen. Hiervoor zijn 17 landen nodig. Desondanks vrezen de publieke opinie en de politici voor islamisering van de EU.

‘Pijpers verbaast zich over de nieuw opgeworpen hindernissen, cultureel en religieus van aard’ De indruk is dan ook dat alleen Turkije baat heeft bij het EU-lidmaatschap, bijvoorbeeld om onze subsidies af te snoepen en onze arbeidsmarkt te overspoelen met jonge werkkrachten. Dit staat in schril contrast met een andere realiteit. Turkije is in veel opzichten onmisbaar voor de Europese Unie, maar daar hoor je weinig mensen over. Dit kandidaat-lid is in eerste instantie van grote betekenis voor de stabiliteit en veiligheid op het Europese continent. Turkije heeft na de VS het grootste leger binnen de NAVO. Bij de vorming van een Europees leger kan Turkije een grote rol spelen en kan de EU onafhankelijker van de Verenigde Staten een eigen veiligheidsbeleid voeren. Het land neemt

geografisch gezien ook een strategische positie in tussen Europa en het Midden-Oosten, Centraal-Azië en de Kaukasus. De oliepijpleiding uit de Kaspische Zee, Azerbeidzjan, loopt via Turkije. Dat maakt het westen minder afhankelijk van het Midden-Oosten. Het Turkse lidmaatschap kan eveneens bijdragen aan de verbetering van de betrekkingen tussen Europa en de Arabische wereld. Het kan bovendien een democratisch rolmodel zijn voor andere islamitische landen.” “Dat Turkije een strategische positie inneemt, is onlangs weer eens gebleken. De aanval van Israël op Syrië van een maand geleden was eigenlijk alleen mogelijk omdat Turkije Israël toestemming gaf om zijn luchtruim te gebruiken. Turkije is verder de naaste buur van het olierijke en instabiele Irak. Beide landen hebben een verdrag gesloten. Desondanks heeft Turkije Iraaks grondgebied betreden en is onder protest van Irak op PKK-leden gaan jagen. Als lid van de Europese Unie zou Turkije Irak niet zomaar kunnen binnenvallen. Dat moet vooral Europa inzien en de strategische betekenis van Turkije meer waarderen.”

De rubriek ‘Blik op Brussel’ is mede mogelijk gemaakt door een subsidie van het Europafonds.


boven Alfred Pijpers onder Turkse militairen tijdens het bezoek van Koningin Beatrix

Tulpia / jaargang 06 / nr 21 65


SERVICEPAGINA door redactie Tulpia

JAN BROKKEN BALTISCHE ZIELEN Na een gevangenschap van zes jaar werd Aina Roze, de dochter van boekhandelaar Janis Roze in Riga, vrijgelaten uit een Siberische strafkolonie. Haar moeder Emma moest in Siberië achterblijven. Ze vertikte dat. Haar twintigjarige dochter was door de dwangarbeid sterk verzwakt, ze wilde haar vergezellen. Emma ontsnapte en reisde met haar dochter mee. De vrouwen legden duizenden kilometers af, verstopt in treinen en vrachtwagens, of lopend. Toen ze Letland ten slotte bereikten, moest Emma onderduiken. Elf jaar lang diende ze als huishoudster bij een professor in Riga. De kinderen van haar zoon wisten niet wie ze was en spraken haar aan met ‘tante’. Pas in 1959 durfde ze te zeggen: ‘Wees nu maar aardig voor me, ik ben jullie oma.’ De verbijsterende geschiedenis van de familie Roze is een van de tientallen verhalen die Jan Brokken optekende. Van 1999 tot 2010 zocht hij in Estland, Letland en Litouwen naar levensgeschiedenissen. Baltische zielen geeft een onthutsend beeld van de twintigste eeuw, met al zijn illusies, desillusies, doctrinaire twisten en waanzinnige moordlust. Beroemdheden en gewone stervelingen wisselen elkaar af in Baltische zielen. Marcus Rothkowitz uit Daugavpils, de latere schilder Mark Rothko. En Ilja Sundelevitsj, die Tallinn moest verlaten en twintig jaar later naar Estland terugkeerde. De beeldhouwer Jacob Lipchitz uit Litouwen. En Loreta Asanaviciuté, die in 1991 door een Russische tank werd overreden. Roman Kacew uit Vilnius, de latere schrijver Romain Gary/Emile Ajar. En Herman Simm, die zijn land, het onafhankelijke Estland, verraadde. De filosofe Hannah Arendt uit Königsberg. En Liselotte barones Von Wrangel, die verbannen werd naar Hitler-Duitsland. In Estland reconstrueert Jan Brokken de lange weg naar de vrijheid die de componist Arvo Pärt aflegde. In Riga realiseert hij zich welke titanenstrijd de violist Gidon Kremer met zijn vader leverde, die gebukt ging onder de dood van vijfendertig familieleden in de concentratiekampen. Reizend door het heden, door jonge, trotse, onafhankelijke landen, ziet Jan Brokken schimmen uit het verleden opdoemen. Hij laat zien hoe afschuwelijk maar ook hoe bijzonder mensen kunnen zijn. In geen van zijn boeken komt zo veel geweld voor als in Baltische zielen, in geen van zijn boeken komt de lezer zo veel tederheid en lotsverbondenheid tegen. Rijk geïllustreerd!

66 Tulpia / jaargang 06 / nr 21

Jan Brokken, Baltische zielen. Uitgeverij Atlas Paperback 464 pagina's ISBN: 9789045006598. Prijs: € 24,90


MARCEL KURPERSHOEK VOLG DE WOLKEN Boven Babylon, in Klein-Azië, verdwijnen de mythische rivieren Eufraat en Tigris in een doolhof van bergen en kloven. Legers en volken werden er opgeslokt en verdwenen. Alsof hij een moderne documentaire maakt, vertelt de Atheense filosoof en schrijver Xenophon hoe hij 2400 jaar geleden een tocht door dat doolhof overleefde. Met tienduizend Griekse huurlingen vocht hij zich een weg naar de Zwarte Zee. In Volg de wolken reist Marcel Kurpershoek ze achterna. Maar in het donkere hart van het Turkse Oosten laat zijn Europese kompas hem in de steek. Raadsels, geheimen, sprookjes, leugens en verzinsels tollen er rond als zandduivels in de woestijn. Hij zoekt zijn weg langs de kerkdorpen van Syrisch-orthodoxe christenen, Armeense overlevenden, Koer­dische stammen, Turkse staatsdienaren, tussen moslims en christenen, Europa en Azië. De cryptochristenen rond de verlaten Grieksorthodoxe kloosters in de Pontische Alpen wijzen hem uiteindelijk de weg naar de Zwarte Zee. Als ware hij Odysseus lokt Kurpershoek de schimmen die hem de oude waarheden vertellen uit de onderwereld. Hij is klaar voor de oversteek. Marcel kurpershoek (1949), arabist en Midden-Oostenspecialist, geniet wereldwijd bekendheid als een der drie kenners van de orale poëzie van de bedoeïenen uit het Lage Kwartier, die hij vastlegde in een wetenschappelijke studie en waarover hij verhaalde in Het woeste Arabië. Daarnaast publiceerde hij de essaybundel Wie luidt de doodsklok over de Arabieren?, Onzalig Jeruzalem en De tragopan van Kohistan. In 2008 verscheen In Limbo. Zijn werk is in het Engels en het Arabisch vertaald. Marcel Kurpershoek, Volg de Wolken Amstel Uitgevers Paperback 320 pagina's ISBN: 9789045704500. Prijs € 22,50.

Tulpia / jaargang 06 / nr 21 67


Beste startende ondernemer, de Belastingdienst onderneemt altijd met u mee. Kom eens langs bij een van onze gratis voorlichtingsbijeenkomsten. U wilt een eigen bedrijf beginnen. Dan komt er een hoop op u af. Daarom organiseren de Kamer van Koophandel en de Belastingdienst samen voorlichtingsbijeenkomsten voor startende ondernemers. En zo hebben we nog meer tips en activiteiten die het ondernemen makkelijk maken. Dus doe uzelf een plezier en maak als startende ondernemer een goede start op belastingdienst.nl/starters

Leuker kunnen we ’t niet maken. Wel makkelijker.


Articles inside

Servicepagina

3min
pages 66-68

Strategische betekenis van Turkije voor EU

3min
pages 64-65

Kálmán Benkö de lusten en lasten van de EU

4min
page 63

Ahmet Davutoğlu: ambitieuze alleseter

4min
pages 56-57

Dichter bij Tulpia

3min
pages 58-59

Ingenieur van de menselijke ziel

6min
pages 54-55

Lente of schijn in Turks-Amerikaanse betrekkingen?

6min
pages 50-53

De top vergt assimilatie

12min
pages 42-46

In het kielzog van de koningin

13min
pages 36-41

Mevlâna: ontworteling, liefde en de weg naar god

13min
pages 30-35

Fotopia: de hemel is van iedereen

2min
pages 28-29

Kerken in Istanbul

5min
pages 25-27

Karsu’s piano brengt oost en west bijeen

3min
pages 23-24

De historische band tussen de Keukenhof, tulpen en Turken

4min
pages 17-19

Tulp, tulpomanie, Tulpia

3min
pages 14-16
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.