3 minute read

Helden achter straten

Grote Nederlanders hebben hun naam gegeven aan straten, bruggen, pleinen en parken. Maar weten we eigenlijk wie ze waren? In deze rubriek wekt Tulpia hen opnieuw tot leven. Deze keer: filosoof, humanist en auteur Desiderius Erasmus van Rotterdam (1466/1467/1469?-1536)

Redelijk duurt het langst

Advertisement

Bij het horen van zijn naam denkt iedereen, die ooit van hem heeft gehoord, aan kalme redelijkheid en tolerantie. Als we dan vervolgens zijn befaamde portret zien van de hand van de grote schilder Hans Holbein de Jonge weten we het zeker: een bedachtzaam man die zijn hersens gebruikte voor hij handelde. Een vriendelijk mens misschien ook, te oordelen naar de vage glimlach om zijn mondhoeken en oh ja, bovenal iemand van boeken. Zijn handen rusten immers op een rood ingebonden boekwerk met een lint dat je tussen de pagina’s legt om aan te geven waar je was gebleven. Erasmus is een instituut geworden. Niet gek voor het onwettige kind van een priester uit Gouda en diens huishoudster Margaretha Rutgers. De moeder van Geert Geertszoon, want zo heette de jongen voordat hij zijn geleerdennaam Desiderius Erasmus kreeg, ging ‘ver weg’ van Gouda bevallen in Rotterdam om de schande niet uit te laten lekken. Vandaar dat die laatste stad hem tot op de dag van vandaag claimt als een van haar grote zonen. Ondanks zijn ‘geboortedefect’ pakten de zaken voor hem niet slecht uit. Hij bezocht de Latijnse School in Deventer, toentertijd een eersteklas onderwijsinstituut. Daarna deed hij, onder druk van zijn voogden, zijn intrede in het Augustijnerklooster van Stein bij Gouda. Zo vader zo zoon, zou je kunnen zeggen. Op 24 april 1492 werd Erasmus tot priester gewijd en drie jaar later ging hij naar de wereldstad Parijs om theologie te studeren. Aan kennis van de Romeinse en Griekse Klassieken en van de geschriften van de humanisten ontbrak het hem toen al niet. Erasmus maakte carrière in Frankrijk om vervolgens naar Engeland te gaan, waar hij naast de jonge Hendrik VIII ook de humanist Thomas More ontmoette, de auteur van het wereldberoemde boek Utopia. Terug in Parijs schreef de Nederlander in 1500 snel een boek over spreekwoorden. Hij had namelijk geld nodig, omdat hij van al zijn Engelse geld was beroofd door de Britse douane. Gelukkig werd dit boek Adagia de eerste bestseller van de begintijd van de boekdrukkunst. Er volgden aansluitend drie jaar Italië. Op de terugweg schreef hij zijn beroemdste boek De Lof der Zotheid, een vrolijke, maar scherpe satire op de misstanden van zijn tijd. En zo bleef Desiderius Erasmus zijn leven lang reizen en vele tientallen boeken publiceren (in het Latijn) over onderwerpen van pedagogie tot theologie. Die werken staan nu bijna allemaal online. In zijn tijd werd hij gezien als een van de grootste humanistische denkers. Op 12 juli 1536 stierf hij in het Zwitserse Bazel. Zijn laatste woorden waren: Lieve God. Een Augustijner monnik, een zeer invloedrijke denker, een speler op het wereldtoneel en van 1516-1521 zelfs raadsheer van Keizer Karel V. Altijd en overal pleitte Erasmus voor tolerantie en gematigdheid. Over joden deed hij weliswaar de meest krasse uitspraken, naar hij kwam wel op voor hun burgerrechten. Men ziet hem wel als een wegbereider van Luther, maar Erasmus zelf vond dat de Duitse hervormer veel te hard van stapel liep. Ook wat dat betreft pleitte hij voor verdraagzaamheid en kalmte: het was zijn handelsmerk. Overal in het roerige en turbulente Europa van die dagen werd Erasmus daarom bewonderd en gerespecteerd. Kortom, een nuchtere en verstandige Nederlander. Veel instellingen dragen daarom zijn naam, maar wie hij was ontgaat klaarblijkelijk toch nog steeds velen. Bij een onderzoek in 2003 bleek 65% van de ondervraagde Rotterdammers te denken dat Erasmus de architect van de Erasmusbrug was.

Desiderius Erasmus, geschilderd door Hans Holbein

This article is from: