3 minute read

lily Sprangers: koerdisch pijnpunt

motor

Europa op hun bordje. “De MOEL’ers worden geronseld door uitzendbureaus, die ze ook huisvesten met veel te veel mensen in één pand. De verantwoordelijke bedrijven zijn nauwelijks onder de indruk van de boetes die we ze opleggen.”

Advertisement

Eerdere problemen in de deelgemeente, zoals drugsoverlast, zijn sterk afgenomen. Dat blijkt ook uit de cijfers, maar de veiligheidsbeleving van de bewoners is nog steeds niet heel erg groot. Volgens Gonçalves gaat het om een ‘generatieconflict’. Het gaat veelal om jeugdoverlast, rondhangende jongeren die mensen lastig vallen, van wie een deel tegen de criminaliteit aanzit. “Het zijn vooral incidenten.”

‘een negatieve oppositie, gericht op afbraak, werkt niet’

De komende vier jaar werkt de coalitie aan een nog beter Delfshaven. De voorzitter hoopt dat de oppositiepartijen – VVD, CDA en Leefbaar Rotterdam – iets meer op samenwerking zullen inzetten. “Zij hebben de afgelopen periode alleen maar hard oppositie gevoerd, ” zegt Gonçalves, op een berustende manier. “Zij zullen ook wel hebben gemerkt dat het voeren van een negatieve oppositie, gericht op afbraak, niet werkt.”

kOerdisCH piJnpUnT

Terugkomend uit Boekarest, waar mijn zus en haar gezin tot afgelopen zomer woonden, vond ik de aankomst op Atatürk Airport zelf ook altijd een thuiskomst in de beschaving. De welvaart van Nişantaşı kan zich immers moeiteloos meten met de chicste wijken van Parijs en Istinye Park doet niet onder voor de Köningsallee of P.C. Hooftstraat. Dit staat echter wel in schril contrast met de Koerdische regio’s. De grootste stad, Diyarbakır, ooit knooppunt van handelsroutes en een paar eeuwen terug de derde stad in Anatolië, groeide in 20 jaar van 120.000 naar 1,2 miljoen inwoners. Analfabetisme, vooral onder vrouwen, is er schrikbarend hoog, de werkloosheid eveneens en de voedselbanken zijn voor een deel van de inwoners het belangrijkste middel om te overleven. Meisjes trouwen in dit gebied rond hun 13de. Gezinnen met acht, negen kinderen zijn eerder regel dan uitzondering. Een bezielde burgemeester en enkele NGO’s doen hun best om her en der bescheiden moderniseringen door te voeren of te bepleiten, maar de druk van de traditie, de algehele instabiliteit, de politieke tegenstellingen tussen de PKK, de BDP en gematigden drukken elke substantiële vorm van vooruitgang de kop in. Toch zijn ook in Diyarbakır anno 2010 zaken bespreekbaar die vijf jaar geleden volstrekt taboe waren. Op dat punt loopt de ontwikkeling met de rest van Turkije parallel. Voor het overige gaan alle verworvenheden van het afgelopen decennium goeddeels aan deze uithoek voorbij. Hoe erg is dat? Afgezien van het menselijk leed blijft generatie op generatie veroordeeld tot gebrekkige ontwikkeling en armoede, dit beïnvloedt de prestaties van Turkije enorm. De zeer slechte sociaaleconomische situatie in het zuidoosten trekt een zware wissel op de ‘performance’ van het land als geheel. Dat geldt ook voor de beoordeling van de individuele bezoeker. Dat Turkije een 16de plaats inneemt op de wereldranglijst van economieën is nauwelijks voorstelbaar voor wie de armoede in de regio beziet. Maar dat doen nu net niet veel mensen. Waarom zou je ook? Heel verheffend is het niet. Maar het is wel een niet weg te moffelen realiteit. En dat is voor de Turken een groot probleem. Immers, konden landen als Portugal, Griekenland en Spanje nog gewoon EUlid worden zonder dat hun regionale discrepanties waren opgelost (dat gebeurde namelijk met behulp van overvloedige EUfondsen), voor Turkije gaat die vlieger niet op. Niet alleen omdat de betreffende fondsen drastisch zijn ingekrompen, ook omdat de getalsmatige verhoudingen tussen de arme regio’s in bijvoorbeeld een land als Portugal fundamenteel anders waren dan in het geval van Turkije. Turkije zal dus uit eigener beweging deze enorme kloof moeten overbruggen. De regering probeert dat te doen via omvangrijke investeringen in het z.g. GAP Project, maar het effect daarvan is moeilijk meetbaar en soms zelfs uitgesproken discutabel. Daarnaast heeft de regering Erdoğan als onderdeel van het ‘democratisch initiatief’ ook een Koerdische opening, het aangaan van een dialoog, afgekondigd. Net als in een ander groot land in Europa gaat het vooral om de mentaliteit. De ‘Mauer im Kopf’. Turken vinden de Koerden die zijn gebleven letterlijk achtergebleven, voor zover ze er al bij stil staan. Een Turk spreken die ooit in Batman of Diyarbakır is geweest, is namelijk nog een hele opgave. Op hun beurt voelen de Koerden zich tweederangs inwoners van een bewust achtergestelde regio. Zo zeer zelfs dat velen hun enige heil in gewapende afscheiding zien. Voeg daarbij de hardnekkigheid van de tribale, patriarchale cultuur en je snapt waarom de ‘Koerdische opening’ nog lang geen afsluiting zal krijgen.

This article is from: