6 minute read

Lente of schijn in Turks-Amerikaanse betrekkingen?

lente of schijn in Turksamerikaanse betrekkingen?

Het is november van het jaar 1800. Een schip met de naam “united States” nadert istanbul en vraagt toestemming om voor anker te gaan. De Osmaanse autoriteiten staan met de mond vol tanden, want zij kennen de amerikaanse vlag niet en de Verenigde Staten van amerika zegt ze ook niets. toentertijd mochten de Verenigde Staten voor handelsdoeleinden de Osmaanse zeeën bevaren met toestemming van istanbul en onder algerijns toezicht. En kijk wat er nu, 209 jaar later, gebeurt als een amerikaanse president turkije bezoekt! Heel het land staat op zijn kop en president Obama wordt als een megafilmster, een verlosser verwelkomd. afgezien van dit enthousiasme, blijft het de vraag wat dit bezoek voor de turks-amerikaanse betrekkingen betekent en voor de de turkse rol in de regio en in Europa. Een analyse.

Advertisement

Het bezoek van de Amerikaanse president Barack Hussein Obama aan Turkije begin april stond in het teken van verbetering van de wederzijdse betrekkingen die sinds de Golfoorlog tot een dieptepunt gedaald waren. De verwachtingen met betrekking tot de immens populaire president waren hooggespannen. Velen zagen in hem de man die nijpende Turkse problemen zou kunnen oplossen zoals: hoe om te gaan met de separatistische PKK, wat te beslissen met betrekking tot het verdeelde Cyprus, welk standpunt in te nemen aangaande de Armeense kwestie en hoe de obstakels voor het Europese lidmaatschap uit de weg te ruimen.

De Turkse problemen en de verwachtingen van de Verenigde Staten ten aanzien van deze NAVO-bondgenoot waren al bekend. Ze waren opgenomen in het rapport “Herstel van een verbroken relatie” van de hand van de gezaghebbende adviseur dr. Elizabeth Sherwood-Randall, die bij de Amerikaanse Veiligheidsraad verantwoordelijk is voor beleid met betrekking tot Europa. Daarin stond dat Obama binnen de eerste honderd dagen van zijn ambtstermijn Turkije zou moeten bezoeken. In haar rapport adviseert Sherwood-Randall (waarvan een samenvatting verscheen in de Turkse editie van Newsweek van 14 april jl. ) Amerika allereerst Turkije te steunen bij het verhinderen van de infiltratie van de PKK vanuit Irak. “Ten tweede moeten wij ervoor zorgen dat Turkije zich niet op het Midden-Oosten, maar op Europa blijft oriënteren,” benadrukt de adviseur.

De oproep die Obama begin april in Tsjechië aan de Europese leiders deed, om Turkije snel toe te laten tot de Unie, moet gezien worden als een onderdeel van dit Amerikaanse plan. Hoewel de Franse president zich boos maakte over Obama’s oproep, houden de Amerikanen onverkort aan hun mening vast. In Sherwood-Randalls rapport wordt ook gezegd dat Turkije erkend moet worden als een trouwe en westerse bondgenoot en als beloning opgenomen moet worden in de Europese familie. Volgens Sherwood-Randall vormen twee kwesties het grote struikelblok voor toetreding van Turkije tot de EU: Cyprus en Armenië. Volgens het Amerikaanse plan moet Turkije haast maken met onderhandelingen om tot een herenigd Cyprus te komen. De Turkse Cyprioten willen dit graag – bleek ook bij een referendum – maar de tegenpartij is er sterk op tegen.

Het probleem ontstaat ook omdat Turkije Cyprus niet als aparte staat erkent en op haar beurt doet de internationale gemeenschap hetzelfde met de Noord-Turkse republiek Cyprus. De beide partijen in Cyprus hebben intussen 24 keer een rondetafelgesprek gehad en het ziet ernaar uit dat de impasse doorbroken zal worden. Amerika heeft namelijk laten weten dat de beide delen – onder toeziend oog van de Verenigde Naties en de VS – zelf tot een oplossing moeten komen, en dat Amerika anders zelfs bereid is het Turkse gedeelte apart te erkennen om het uit zijn isolement te halen. De Verenigde Staten willen de komende tijd bij wijze van signaal schepen sturen

naar Noord-Cyprus en denken er serieus over om het Turkse deel van Cyprus open te stellen voor het toerisme en handel. Op die manier probeert Amerika een doorbraak te forceren en zo het Turks-Griekse conflict op het eiland op te lossen.

Dan blijft er voor Turkije nog maar één obstakel over op de weg naar het lidmaatschap van de Unie: de Armeense kwestie. De Turks-Armeense kwestie is in de TurksEuropese betrekkingen een heet hangijzer. Turkije weigert het woord genocide in de mond te nemen en vindt dat er tijdens de oorlog onder Osmaans regime in 1915 aan beide kanten is gemoord en geplunderd. Toch heeft de druk die Amerika uitoefent om de betrekkingen te normaliseren effect. Vlak voor Obama’s bezoek startte de Turkse staatsradio TRT een dagelijkse uitzending in het Armeens en de beide landen maken zich op om de grenspost bij Alican te openen voor handel en verkeer. Er is aan beide kanten van de grens vreugde, want mensen willen open grenzen en geen hoge muren.

Het Turkse enthousiasme is echter getemperd door de rede die president Obama op 24 april tijdens een Armeense herdenking hield. Ankara vindt dat Obama partij heeft gekozen voor de Armeniërs en in bedekte termen gerefereerd heeft aan ‘holocaust’ of genocide. Ondanks Azerbeidzjaanse protesten gaan de toenaderingspogingen tussen Turkije en Armenië toch door.

Azerbeidzjan heeft deze toenadering namelijk als een broederlijk verraad bestempeld. De Azeri’s vinden dat er met Armenië alleen gepraat mag worden als dat land zich uit het bezette gebied Karadağ terugtrekt. Via Turkije zette dit buurland Armenië onder druk, maar nu Turkije een andere koers volgt, staat Azerbeidzjan alleen in zijn strijd om zijn grondgebied terug te winnen. Premier Erdoğan vond de Azerbeidzjaanse reactie voorbarig en meent dat de onderlinge toenadering goed is voor de hele regio. En hij lijkt gelijk te krijgen, want op 7 mei zijn Armenië en Azerbeidzjan in Moskou besprekingen begonnen om hun wederzijdse geschillen te beslechten.

Nu terug naar de Turks-Amerikaanse relaties en de keerzijde van de Amerikaanse inspanningen. Turkije speelt van oudsher een strategische rol in het Midden-Oosten en de Kaukasus, een rol die in geografisch en economisch opzicht steeds belangrijker wordt. Amerika wil er alles aan doen om Turkije achter zich te krijgen, en wel om de volgende redenen:

In Turkije is een anti-westerse generatie opgestaan die niets moet hebben van het westen. De populariteit van Amerika in Turkije is na het Turks-Amerikaanse conflict tijdens de Golfoorlog verder afgenomen nadat vorig jaar ook bleek dat de ‘zoekgeraakte’ Amerikaanse wapens in handen van de Koerdische PKK waren. Dit alles drukte de betrouwbaarheid van president Bush in Turkije omlaag tot 3 procent. Een deel van die jongeren vindt zelfs dat de AKP-regering Cyprus als losgeld weggeeft aan de Europese Unie en Griekenland en te veel concessies doet aan Armenië. Ook de recente gemeenteraadsverkiezingen van 29 maart bewijzen dit: premier Erdoğans AKP verloor veel stemmen aan de nationalisten.

In ruil voor de Amerikaanse inspanningen willen de Verenigde Staten dat Turkije hen op militair en diplomatiek terrein bijstaat: Amerika wil namelijk dat Turkije helpt om Iran in bedwang te houden of de betrekkingen te normaliseren. Dit geldt ook voor Syrië. De VS willen bovendien dat Turkije nog meer troepen levert voor de strijd tegen de Taliban in Afghanistan en Pakistan. Amerika en Turkije hechten veel waarde aan een stabiel Irak en aan de bestrijding van het terrorisme. Amerika wil daarom niet dat Turkije Noord-Irak binnenvalt nadat de Amerikaanse militairen uiterlijk 2011 dat land verlaten. Turkije doet er alles aan om de vorming van een onafhankelijk Koerdistan in Noord-Irak te voorkomen. De Koerdische leiders hebben dit begrepen en zijn diplomatieke banden aangegaan met Ankara nu zij inzien dat zonder Amerikaanse steun een Koerdistan als aparte staat een droom blijft.

Ook op economisch gebied heeft Amerika Turkije nodig als bondgenoot. Om de westerse afhankelijkheid van Ruslands gas te doorbreken wil Amerika Turkije tot een belangrijk doorvoerland maken van de Centraal-Aziatische en in het bijzonder de Azerbeidzjaanse gas en olie. Hiervoor zijn een stabiel Turkije en een pro-westerse houding van het land onontbeerlijk.

President Obama’s bezoek aan Turkije markeert slechts het begin van een lente in Turks-Amerikaanse betrekkingen. Over het algemeen wordt aangenomen dat Obama’s constructieve inspanningen ten goede zullen komen aan de Turks-Amerikaanse en de Turks-Europese betrekkingen en dat zij zullen bijdragen aan het bevorderen van hun wederzijdse belangen in de regio. Dat is maar te hopen.

This article is from: