4 minute read

Ahmet Davutoğlu: ambitieuze alleseter

Directeur lily Sprangers van het turkije instituut ontmoet geregeld kopstukken uit de turkse politiek. recentelijk nodigde zij nog minister ahmet Davutoğlu van Buitenlandse zaken uit voor een bezoek aan Den Haag. in dit stuk geeft Sprangers haar persoonlijke visie op het nieuwe buitenlandse beleid van turkije.

Bijna twintig jaar na het einde van de Koude Oorlog zijn veel landen nog steeds op zoek naar een nieuwe rol voor zichzelf. Met het aantreden in mei 2009 van prof. dr. Ahmet Davutoğlu (Konya, 1959) als minister van Buitenlandse Zaken lijkt het formuleren van een nieuw buitenlands beleid eindelijk gestalte te krijgen. Begin oktober was Davutoğlu op bezoek in Nederland. In Den Haag gaf hij, op uitnodiging van Instituut Clingendael en het Turkije Instituut, voor een volle zaal zijn visie op het Turkse buitenlandse beleid. Het werd een gloedvol betoog, passend bij de zeer ambitieuze agenda die deze voormalige hoogleraar voor het Turkse buitenlandse beleid heeft. Hij streeft naar ‘zero problems’ met de buurlanden (met name Armenië, Syrië, Iran), een grotere rol voor zijn land in het Midden- Oosten, maar ook een onverminderd sterke focus op het EU-lidmaatschap. Dit activistische, assertieve beleid staat in sterk contrast met de (passieve) Turkse positie ten tijde van de Koude Oorlog (loyaal NAVO-lid, derhalve geen bemoeienis met de Kaukasus en Centraal-Azië; moeizame relaties met het Midden-Oosten; dominante plaats voor een strategische relatie met Israël).

Advertisement

De voor Europa relevante vraag is of de combinatie van een krachtige rol in de regio zich laat combineren met een verdere toenadering tot de EU, principieel, maar ook qua politieke en diplomatieke draagkracht. En staan nadrukkelijke openingen naar het eveneens islamitische Midden-Oosten niet op gespannen voet met de voor het EU-lidmaatschap noodzakelijke hervormingen?

Davutoğlu is er juist van overtuigd dat beide ambities elkaar versterken. Dat is de kern van zijn opvatting over de ‘strategische diepte’ die Turkije in zijn ogen uniek maakt. Turkije behoort zowel tot het westen als tot het oosten; keuzes maken is in dit opzicht niet nodig. Goede relaties met de buurlanden en met het Midden-Oosten als geheel maken Turkije gewild als EU-lid. Wil Europa een ‘global player’ zijn, dan kan het niet om Turkije heen, aldus Davutoğlu. Het belang van Turkijes strategische ligging is zijn belangrijkste troefkaart en zijn hyperactieve buitenlandse beleid moet iedereen daarvan overtuigen. Davutoğlu beschikt over goede papieren. Er zijn weinig ministers van Buitenlandse Zaken die op zo’n gedegen wetenschappelijke carrière kunnen bogen. Henry Kissinger en Madeleine Albright zijn voor de hand liggende namen. Misschien nog een maatje te groot als vergelijking, maar de ambitie om uit te groeien tot Turkijes meest invloedrijke minister is er zeker.

In zijn lezing memoreerde hij een ander voor hem belangrijk inzicht, namelijk dat veel van de internationale theorie eurocentrisch is en ontwikkelingen en beschavingen buiten Europa en de Verenigde Staten ontkent. Zijn ervaringen als universitair docent

‘wil Europa een global player zijn, dan kan het niet om turkije heen, aldus Davutoğlu’

Ahmet Davutoğlu samen met Maxime Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken

aan de International Islamic University in Maleisië, waar hij begin jaren negentig werkte, waren hier mede debet aan.

Davutoğlu ging een stukje terug in de geschiedenis en legde uit hoe Europa altijd een politiek evenwicht heeft nagestreefd met als doel stabiliteit. “Na het Congres van Wenen, aan het slot van de Napoleontische oorlogen, maar ook na de Eerste Wereldoorlog ontstond er in Europa een nieuw machtsevenwicht, een nieuwe ´Balance of power`. Na de Tweede Wereldoorlog werden de Verenigde Naties opgericht en natuurlijk de Europese Unie, allemaal met één doel: stabiliteit. Nu is de situatie echter radicaal veranderd en wankelen die oude structuren. Nieuwe landen zoals China verschenen als spelers op het wereldtoneel. Dit dwingt de Europese naties met een nieuwe respons te komen. Hoe we op de ontwikkelingen reageren, zal de toekomst van Europa gaan bepalen.”

Volgens Davutoğlu speelde Europa tot in de twintigste eeuw een ‘globale’ rol, maar na de koude oorlog was zijn macht tanende. “Amerika en de Sovjet-Unie traden naar voren als de twee nieuwe grote machtsblokken. De oprichting van de EU was uitdrukkelijk bedoeld om van Europa weer een wereldmacht te maken. Dat was de correcte visie, maar de verwerkelijking ervan laat nog altijd op zich wachten. Europa staat nu voor de keuze om samen met Turkije en enkele andere landen opnieuw een ´Global Power´ te worden dan wel slechts als een lokaal, continentaal machtsblok voort te bestaan. Gaan we deze uitdaging niet aan, dan blijft er slechts een Europa over dat het alleen binnen de grenzen van het eigen continent voor het zeggen heeft.” Ook Turkije staat volgens de minister voor de uitdaging om deel uit te gaan maken van grotere machtsblokken in Europa en/of in de regio. “Turkije streeft er als land naar een regionale eenheid met zijn buren tot stand te brengen en zo een stabiliserende invloed op het hele gebied te hebben. Als dan de intenties van Turkije en de EU samenvallen, zou het positieve resultaat daarvan drie, vier, ja zelfs tien keer zo groot kunnen zijn. Het gaat hierbij niet slechts om het lokale belang van de EU en dat van Turkije, maar om een wereldomspannend geheel. De wereldvrede zou daarmee gediend zijn. Wij geloven dat een Turks lidmaatschap van de EU onze gezamenlijke doelstellingen een stukje dichter bij zal brengen,” aldus Davutoğlu.

This article is from: