Vspkrant 2017 nr1 web

Page 1

DE VL A AMSE SCRIP TIEKRANT · Jaargang 5 · n°1 · 2017

Ne em m m e e!

SHARE YOUR KNOWLEDGE

ij

Een uitgave van Scriptie vzw om sterke eindwerken van Vlaamse studenten in de kijker te zetten | JAARGANG 5 · n°1 · 2017 Scriptie vzw · Rozenweg 4b · 1731 Zellik · t 02 463 59 20 · info@scriptieprijs.be www.scriptieprijs.be · www.scriptieprijs2014-18.be · www.scriptiebank.be  scriptieprijs  scriptievzw

Bordspel waarschuwt voor

gevaren van sociale media 3

SPEURHOND MOET VLIEGEND HERT REDDEN

Ianthe Terpelle leidde haar hond op om de beschermde keversoort op te sporen

Social Girls: het ziet eruit als een smartphone, maar het is een spelbord dat kwetsbare meisjes de gevaren van sociale media moet bijbrengen. Bedenkster Silke Verhulst (21) oogst heel wat bijval. Ook Sensoa is enthousiast: ‘Jongeren laten nadenken heeft veel meer effect dan een waslijst aan risico’s opsommen.’ Een scriptie waar een spelbord, een dobbelsteen en meer dan tweehonderd speelkaarten bij horen: je ziet het niet elke dag. Social Girls komt uit de koker van Silke Verhulst (21), pas afgestudeerd in de sociale readaptatiewetenschappen aan de University Colleges Leuven-Limburg (UCLL).

4

EEN MACHINE ALS THESIS VIVES-studenten ontwerpen goedverkopende palletdispenser

“Meisjes bleken online veel vrienden te hebben die ze van haar noch pluim kenden.”

“Ik kreeg het idee toen ik stage liep bij Espero, een organisatie voor bijzondere jeugdzorg. Tijdens mijn stage merkte ik dat heel wat problemen van de meisjes te maken hadden met sociale media. Haast elke dag gebeurde er wel iets, dikwijls door contact met onbekenden. Bleek dat de meisjes

Silke Verhulst ontwikkelde een spelbord om meisjes te wijzen op de gevaren van social media.

online opmerkelijk veel vrienden hadden: vaak valse profielen, mensen die ze van haar noch pluim kenden. Als ze dan ingingen op de vraag om naaktfoto’s te sturen, waren de problemen niet veraf.” Verhulst wou de pubermeisjes dan ook sensibiliseren over grensoverschrijdend gedrag op sociale media. Daar was ook duidelijk vraag naar. “Begeleiders in de jeugdzorg hadden nood aan een spel om dat bespreekbaar

te maken. Om het er op een ontspannen manier over te hebben, zonder met het vingertje te zwaaien.” Het spel is nu al in verschillende leefgroepen een schot in de roos en kan op bijval rekenen van organisaties als Sensoa en Child Focus. Ook leerkrachten tonen interesse om de speldoos naar hun klas te halen. 5 Lees meer op pagina 3

4&5

PLANTEN INZETTEN OM STADSLUCHT TE ZUIVEREN

Microben op klimopplanten kunnen bijdragen aan een zuiverdere lucht

Onderzoek UGent toont aan dat dove ouders soms voorkeur geven aan kind met zelfde handicap Met zijn thesisonderzoek naar de kinderwens van dove koppels won Kristof Jakiela de Vlaamse Scriptieprijs. 5 Lees er alles over op p. 2

7

ALLOCHTONE LEERLINGEN ZIJN VAKER SLACHTOFFER EN DADER VAN PESTEN

Jop Van der Auwera voerde een pestonderzoek bij 1800 leerlingen uit het secundair onderwijs

©Tim Dirven


DE VL A AMSE SCRIP TIEKRANT · Jaargang 5 · n°1 · 2017

2

BINNENL AND

Trots op zoveel knap onderzoek nuttig onderzoek. Vlaanderen is top op vlak van wetenschap en innovatie, en daar mogen we best wat trotser op zijn! Het is tijd dat we de resultaten van ons onderzoek zo ruim mogelijk verspreiden, want onderzoek en ontwikkeling zijn niet alleen de basis voor economische groei en meer welvaart, maar ook voor meer welzijn. Maar: je kan niet trots zijn op iets dat je onvoldoende kent. Daarom moeten onze wetenschappers en onderzoekers tonen waar ze mee bezig zijn. Liefst op een heldere en aantrekkelijke manier.

Stel het je voor: een student werkt zich maandenlang uit de naad om een goed doordachte en interessante bachelor- of masterproef te schrijven. Hij of zij denkt na, neemt enquêtes af, verwerkt gegevens, schrijft, verbetert en concludeert. Al dat harde werk kost bloed, zweet en tranen. Na maandenlang zwoegen is het huzarenstuk eindelijk klaar. Prachtig werk, denkt die student zelf. En dan... belandt heel dat werk in de schuif, om er vervolgens nooit meer uit te komen. Jammer, toch? Niet alleen jammer voor die studenten, maar ook zonde voor bedrijven, middenveldorganisaties, overheid en burgers zoals u beste lezer. Kortom: jammer voor iedereen die de bevindingen zou kunnen gebruiken om onze wereld weer een beetje beter te maken. We hebben in Vlaanderen zoveel goede onderzoekers en zoveel excellent en

Goede en vooral duidelijke wetenschapscommunicatie is het middel bij uitstek om mensen mee te laten genieten van alle ontdekkingen, klein of groot. Het is trouwens ook de beste reclame voor STEM – science, technology, engineering en mathematics. We hebben nood aan meer jongeren in STEM-richtingen en willen hen daarvoor warm blijven maken. En wie kan er beter fungeren als rolmodel dan de wetenschappers zelf? De Vlaamse Scriptieprijs neemt hier een belangrijke taak op: dankzij de Scriptieprijs staan veelbelovende onderzoekers en hun onderzoek in de spotlights. Deze wedstrijd geeft jonge wetenschappers een stem, zodat ze nog meer als voorbeeld kunnen dienen. En ook de Scriptiekrant zorgt er mee voor dat al die excellente bachelor- en masterproeven niet in de schuif belanden, maar in de etalage staan waar iedereen ze kan zien. Philippe Muyters Vlaams minister van Economie, Innovatie, Werk en Sport

INZICHTEN UIT INZICHTEN UIT JE BOEKEN KOMEN?

“Ik wist dat de kansen klein waren, maar toch heb ik stiekem gehoopt dat ons kind net als ik doof zou zijn.” Dennis Deschildre (31) uit Tielt is de trotse papa van de kleine Finn (21 maanden). “Ik hou zielsveel van hem. Maar met een doof kind kan je een iets intensere band hebben.” Uit onderzoek van de UGent blijkt dat wel meer dove ouders de voorkeur geven aan een kind dat niets hoort. “Toen mijn vriendin Sarah zwanger werd, zijn we niet echt bezig geweest met de vraag of ons kind al dan niet doof zou zijn”, zegt Dennis Deschildre, die zelf doof geboren is. “We hebben wel laten onderzoeken hoe groot de kans was. Maar onze aandacht ging vooral naar hoe we ons kind zouden opvoeden. Dat was onze voornaamste bezorgdheid.”

Bloeien

vanaf dag één Vlaamse Gebarentaal gebruikt. Zo groeit mijn zoon op met het gevoel dat dit ook zijn taal is.” “Dove ouders vrezen soms dat een horend kind de negatieve kijk op doofheid van anderen zal overnemen”, legt Jakiela uit. “Ze zijn bezorgd dat hun kind op termijn geen gebarentaal meer zal willen gebruiken.”

Embryo’s selecteren

Ze mogen dan een voorkeur hebben, uit het onderzoek blijkt dat ouders niet geneigd zijn om die door te drukken via embryoselectie. In theorie is het nochtans mogelijk om je als ouder, via ivf en genetische screening van embryo’s, te verzekeren van een doof kind.

“Sommige doven zien hun doofheid als een verrijking in plaats van een beperking.”

“Wij hebben die vraag in vijftien jaar tijd nog maar één keer gekregen”, zegt Petra De Sutter van de fertiliteitskliniek van het UZ Gent. “We zijn er niet op ingegaan. Dove mensen lijken hun doofheid veeleer te ervaren als een deel van hun identiteit in plaats van als een medisch probleem. Ik kan dat goed begrijpen. Maar het belang van het kind staat voorop.” Met zijn onderzoek wou Kristof Jakiela zelf geen stelling innemen. "Ik wou vooral in gesprek gaan met dove koppels om zo meer inzicht te krijgen in hun denken en leefwereld, een wereld waar wel als horenden erg weinig over weten. Ik hoop met mijn onderzoek dan ook te kunnen bijdragen tot een beter begrip van wat het betekent om doof te zijn."

Een doof kind verkiezen, doet bij veel KRISTOF JAKIELA mensen wellicht de Winnaar Scriptieprijs 2016 wenkbrauwen fronsen. Wie wil zijn kind nu opzadelen met een beperking? Maar dove ouders zien dat vaak helemaal anders, zegt moraalwetenschapper Kristof Jakiela. Hij voerde voor zijn masterproef aan de UGent diepteinterviews met drie koppels om zo meer inzicht te krijgen in een thema waar nog weinig over Kristof Jakiela won met zijn thesisonderzoek de Vlaamse Scriptieprijs geweten is. Jakiela won met zijn onderzoek 2016 en sleepte zo 2.500 euro in de de Vlaamse Scriptieprijs. “De dove ouders wacht. Dit artikel van de hand van Jonas geven aan dat ze de contacten en steun Mayeur en Kim Clemens verscheen op binnen de Dovengemeenschap niet zouden 24 december 2016 in Het Nieuwsblad. kunnen missen. Dankzij die gemeenschap De scriptie van Kristof Jakiela haalde kunnen ze bloeien en zich volledig ontwikverder De Morgen, De Standaard, kelen. Ze zien hun doofheid niet als een beHet Laatste Nieuws en Metro. Kristof perking maar als een verrijking, of als maar mocht ook aan tafel schuiven bij Interne een klein verschil. Soms ervaren ze barrièKeuken op Radio 1. Beluister dat gesprek res, maar ze weten uit ervaring: iemand die via bit.ly/KJInternekeuken niet hoort, kan toch perfect een zelfstandig en kwaliteitsvol leven leiden.”

JE BOEKEN KOMEN? Haal je neus uit de boeken en steek hem eens in De Morgen. Zo kom je tot nieuwe straffe en verrassende inzichten. Want De Morgen stelt ook de niet-evidente vragen die er écht toe doen. Niet om tegendraads te zijn, wel omdat vooruitgang uit de botsing van ideeën komt. Haal je neus uit de boeken en steek hem eens in De Morgen. Neem nu een studentenabonnement en lees De Morgen vanaf € 10,95/maand. Zo kom je tot nieuwe straffe en verrassende inzichten. Want De Morgen stelt ook de niet-evidente vragen die er écht toe doen. Niet om tegendraads te zijn, wel omdat vooruitgang uit de botsing van ideeën komt. 10,95/maand. Neem nu een studentenabonnement en lees De Morgen vanaf €€11,50

vo stu de nte n

ONDERZOEK UGENT TOONT DAT DOVE OUDERS SOMS VOORKEUR GEVEN AAN KIND MET ZELFDE HANDICAP

Toch leefde tijdens de zwangerschap stiekem de hoop bij Dennis dat ook zijn kind doof zou zijn, een hoop die hij wel met meer lotgenoten blijkt te delen. “Niet omdat ik minder zou houden van een kind dat wel hoort. Maar omdat ik wist dat ik een andere, iets intensere band met hem zou kunnen opbouwen als we dezelfde taal en cultuur zouden delen.”

WIE ZEGT DAT WIE ZEGT DAT DE STRAFSTE DE STRAFSTE

-65or% vo stu %n -6de5ornte

“Ik hoopte stiekem dat mijn zoon ook doof zou zijn”

Profiteer nu op demorgen.be/student Profiteer nu op demorgen.be/student

DM_Abo_Student2016_1_1p_DeStudent.indd 1

13-09-16 15:06

DM_Abo_Student2016_1_1p_DeStudent.indd 1

13-09-16 15:06

Nu Finn 21 maanden is, kan hij al een hele reeks gebaren. Nederlands leert hij in de kinderopvang, bij familie en van zijn moeder. “Maar hij kan intussen ook woorden als brood, koek en fietsen gebaren”, zegt Dennis. “En ook het woordje nog. Ik heb

Ontdek Kristofs scriptie op scriptiebank.be/doofheid en bekijk een video over zijn werk op bit.ly/Kjakiela. Promotor: prof. dr. Veerle Provoost


DE VL A AMSE SCRIP TIEKRANT · Jaargang 5 · n°1 · 2017

3

BINNENL AND Social Girls: het ziet eruit als een smartphone, maar het is een spelbord dat kwetsbare meisjes de gevaren van sociale media moet bijbrengen. Bedenkster Silke Verhulst (21), genomineerd voor de Bachelorprijs, oogst heel wat bijval. Ook Sensoa is enthousiast: ‘Jongeren laten nadenken heeft veel meer effect dan een waslijst aan risico’s opsommen.’ Stel, je wordt op Instagram aangesproken door iemand van een modellenbureau. Jij... a) stuurt meteen verschillende foto’s naar die persoon, why not? b) praat er eerst over met vrienden en volwassenen. c) gelooft er niks van en klikt het weg. Het is maar een van de vele dilemma’s en cases uit het gezelschapsspel Social Girls, recht uit de koker van Silke Verhulst, pas afgestudeerd in de sociale readaptatiewetenschappen aan de University Colleges Leuven-Limburg (UCLL). Een scriptie waar een spelbord, een dobbelsteen en meer dan tweehonderd speelkaarten bij horen: je ziet het niet elke dag. Social Girls, dat pubermeisjes wil sensibiliseren over grensoverschrijdend gedrag op sociale media, is nu al in verschillende leefgroepen een schot in de roos. Ook leerkrachten in het Brusselse tonen interesse om de speldoos naar hun klas te halen.

Valse profielen

Het voorlopig enige spelbord ligt bij Espero, een organisatie in Brussel voor bijzondere jeugdzorg. Precies daar kwam Verhulst op het idee. “Toen ik er stage liep, merkte ik dat heel wat problemen van de meisjes te maken hadden met sociale media.

Bordspel waarschuwt voor gevaren van

sociale media

Haast elke dag gebeurde er wel iets, dikwijls door contact met onbekenden. De meisjes hadden in hun leefgroep amper interactie met elkaar, ze zaten elk op hun eigen scherm te kijken.

dat is erg gevoelig. Begeleiders in de jeugdzorg hadden nood aan een spel om dat bespreekbaar te maken. Om het er op een ontspannen manier over te hebben, zonder met het vingertje te zwaaien.”

Daar hadden ze dan opmerkelijk veel vrienden: vaak valse profielen, mensen die ze van haar noch pluim kenden. Als ze dan ingingen op de vraag om naaktfoto’s te sturen, waren de problemen niet veraf.” Zelf is ze “hard bezig” met Facebook, Twitter en Instagram. En na tien jaar bij de Chiro is een spel bedenken een tweede natuur. Verhulst: “Voor mijn bachelorproef kon ik k iezen tussen kennis of een product. Ik wilde iets tastbaars afleveren, iets bruikbaars. Thema’s als loverboys, naakt voor de webcam zitten, sexting:

“Thema’s als loverboys, naakt voor de webcam zitten, sexting: dat is erg gevoelig. Begeleiders in de jeugdzorg hadden nood aan een spel om dat bespreekbaar te maken” SILKE VERHULST Bedenkster Social Girls

Bij Sensoa, het Vlaams expertisecentrum voor seksuele gezondheid , reageren ze enthousiast. Ook zij zouden graag één of twee speldozen in hun leermiddelenbank stoppen, die leraars dan gratis kunnen ontlenen. “De sterkte van het spel is dat het recht vanuit de leefwereld van de meisjes vertrekt”, meent educatief medewerker Wa n nes Magits. “Het legt net links naar websites waar ze vaak op zitten, eerder dan die media te schuwen. Met de duidelijke boodschap: pas toch op voor wie aan de andere kant zit.” ‘Sexting is onuitwisbaar’, zo signaleert een van de speelkaarten. Twee jaar

Speurhond moet vliegend Een verstopte kever van zeven centimeter vinden vereist geen technologie, wel de neus van een hond. Het huisdier van Ianthe Terpelle (30), om precies te zijn. Haar Pekkie werd opgeleid om vliegende herten op te sporen en de bedreigde insectensoort zo te kunnen beschermen. Onderzoekers zijn alvast enthousiast over de nieuwe speurhond.

Een volwassen exemplaar van het bedreigde vliegende hert.

Hoe komt iemand erop om zijn hond de geur van een insect te laten herkennen, met als doel de kever op te sporen? Voor de Limburgse Ianthe Terpelle (30), in juni afgestudeerd als agro- en biotechnoloog aan de Odiseehogeschool, was het een evidente keuze voor haar bachelorproef vorig jaar. “Een eindwerk over landbouwdieren of slachthuizen zag ik niet zitten, geef mij maar honden. Zeker de mijne.” Een goede keuze, zo blijkt uit haar nominatie voor de Bachelorprijs 2016. Drie maanden lang trainde ze, met hulp van een agente die drugs- en explosievenhonden bij de politie opleidt, Pekkie tot een speurhond gespecialiseerd in vliegende herten.

geleden legde onderzoek nog bloot dat 47 procent van de Vlaamse jongeren (15-21 jaar) een tekstbericht over seks had verstuurd. Acht procent had een webcamgesprek in onderbroek gevoerd.

Grote kuis

Sexting is dezer dagen een hot topic. Getuige een recente lezing van Sensoa, waar de zaal afgeladen vol zat. Magits: “Leerkrachten zeggen ons ook: ‘Wij moeten toch meer kunnen vertellen dan enkel ‘doe het niet’. Jongeren er zelf over laten nadenken en praten, met zo’n gezelschapsspel, heeft dan ook veel meer effect dan een waslijst van gevaren opsommen. Dat is een aanpak die loont.” Sensibiliseren tijdens het spelen, Silke Verhulst zag het al gebeuren. “Die gedragsverandering merk je al snel op. Veel meisjes zeiden me: ‘Ik ga meteen grote kuis houden op Facebook.’ Zo kwetsbaar als ze achter hun eigen schermpje zitten, zoveel sterker komen ze uit het spel, als ze horen hoe anderen in dezelfde situatie reageren.” Wie als eerste bij de home-knop is, wint. “Al is er geen echte winnaar. Iedereen wint erbij: het thema is besproken. De ervaringen zijn gedeeld.”

Dit artikel van de hand van Eline Delrue verscheen op 1 december 2016 in De Morgen. Meer weten? scriptiebank.be/socialgirls Promotor: Ben Nicolai

hert redden

Eerst door het beest een larve van de kever te laten zoeken in één lege bloempot, daarna in een gevulde pot en nog later tussen zes potten. “Of in confituurpotjes, verstopt in mijn veranda”, zegt Ianthe. “Nu snuffelt hij er nog op zoek naar larven, maar ze zitten er niet meer, dus moet ik Pekkie er zo veel mogelijk weghouden. Geen larve betekent geen beloning, maar dan zou zijn motivatie dalen.” Arno Thomaes, wetenschappelijke onderzoeker aan het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, is laaiend enthousiast over de geslaagde training. In zijn tuin van 25 vierkante meter vindt Pekkie in vier op de vijf keer de larve binnen de drie minuten. “Dat is een grote stap voor mijn werk”, zegt Thomaes. Om de Ianthe Terpelle leerde haar hond Pekke keverlarven op te sporen. populatie in kaart te brengen, moest hij zich tot nu toe baseren op waarnemingen van wetenschappers of toevallige wandelaars die het vliegende hert spotten. “Het vliegende hert is “Op die locaties kan ik de kevers dan zoeken. bedreigd, dus moeten we ze Maar slechts één uur per avond in augustus, want enkel dan vliegen ze een paar weken opvolgen. Pekkie is een grote rond, op voorwaarde dat het warm genoeg is. Gemiddeld heb ik dus 20 uur per jaar om stap voor mijn werk” de kevers te zoeken.” Pekkie snuffelt de hele ARNO THOMAES zomer lang.

Broedplek

Waarom in godsnaam? Omdat de bedreigde diersoort beschermd is. “Dus moeten we volgens Europese richtlijnen de verspreiding opvolgen en hun habitat beschermen”, zegt Thomaes. Vindt Pekkie een vliegend hert in een woonwijk, dan zorgt Thomaes voor

Wetenschappelijk onderzoeker

een broedplek in de buurt. “Op een pleintje vlakbij graven we bijvoorbeeld de stam van een afgezaagde boom in, zodat de kevers een leefplek hebben. Zo houden we ze in stand.”

©Ianthe Terpelle

Dit artikel van de hand van Silke Remmery verscheen op 16 december 2016 in Het Nieuwsblad. Ianthe's scriptie haalde verder De Gazet van Antwerpen en Het Belang van Limburg. Haar werk leverde haar een nominatie voor de Bachelorprijs 2016 op. Meer weten? scriptiebank.be/vliegendhert Promotor: Hilde Vervaecke


DE VL A AMSE SCRIP TIEKRANT · Jaargang 5 · n°1 · 2017

4

WETENSCHAP & TECHNOLOGIE

Een machine als thesis

Microben op k zich met vuile

LIMBURGSE DOCTORAATSS

Kunnen microben op klimopplanten bijdragen aan een zuiverdere lucht? Volgens Diepenbekenaar Vincent Stevens (24) wel. Hij is de winnaar van de EOS-prijs, de scriptieprijs van het wetenschapsmagazine EOS. Stevens ontdekte dat microben op klimopplanten zich kunnen voeden met dieseluitlaatgassen. “Op termijn zouden we kunnen spreken over geoptimaliseerde groene luchtzuiveringsstations in steden waarbij planten en hun microben de lucht zuiveren.”

©Fraxinus

Bij een thesis denk je doorgaans aan een lijvige bundel papier. De scriptie van Manuel Viaene en Sophie Delameilleure viel iéts groter uit. Zij maakten een machine om pallets te verdelen waarvan al 6 exemplaren werden verkocht. Via hun bacheloropleidingen willen hogescholen studenten klaarstomen voor het werkveld. Hogescholen werken daarom vaak samen met bedrijven voor stages en voor eindwerken. Zo gingen Manuel Viaene en Sophie Delameilleure, studenten ontwerp-en productietechnologie (VIVES Hogeschool) op vraag van Fraxinus, een bedrijf gespecialiseerd in machinebouw, de uitdaging aan om voor hun scriptie een palletverdeler te ontwerpen.

“Na heel wat verfijningen kwamen we tot een goed uitgewerkt ontwerp dat aan alle eisen voldeed.” studenten MANUEL VIAENE en SOPHIE DELAMEILLEURE

Basis voor transport

Pallets zijn onmisbare schakels in de logistiek. Ze vormen letterlijk de basis waarop men allerlei goederen stapelt voor transport. In productiehallen en magazijnen staan dan ook bergen lege pallets, die wachten om geladen te worden met goederen. Om plaats te besparen, kan men pallets best stapelen, maar tegelijk moet het mogelijk zijn om een pallet snel en efficiënt van zo’n stapel te halen. Daarom kregen de studenten de opdracht om een palletdispenser te ontwerpen: een machine die zowel lege pallets kan stapelen als, op vraag van een magazijnier, een lege pallet van de stapel kan aanreiken.

Van 35 schetsen tot 1 ontwerp

Viaene en Delameilleure liepen meteen hard van stapel. Viaene: “Na een voorstudie maakten we zo’n 35 verschillende schetsen en tekeningen in 3D, waarna we met de meest efficiënte en best realiseerbare ontwerpen verdergingen. Na heel wat verfijningen

kwamen we tot een goed uitgewerkt ontwerp dat aan alle eisen voldeed.” Met het op papier zetten van een beloftevol ontwerp was de opdracht voor de studenten al geslaagd. Maar Viaene en Delameilleure gingen een stap verder: ze overtuigden hun opdrachtgever om hen de machine ook echt te laten bouwen. De verschillende onderdelen gingen in productie, waarna de studenten die zelf volledig monteerden en programmeerden tot een volautomatische machine (zie foto).

Werking

Delameilleure licht de werking van de machine toe: “De dispenser heeft twee vorken die uit de zijwanden komen en de pallet grijpen in de zijopeningen. Daarna gaan de vorken omhoog om de pallet op te tillen. Op de rollenbaan kan dan een nieuwe lege pallet worden geladen die tot onder de eerste pallet wordt gebracht, waarna de machine die bovenop de nieuwe pallet legt. De machine kan zo tot 18 pallets op elkaar stapelen. Wanneer een heftruckchauffeur dan één losse pallet nodig heeft, grijpt de machine de stapel net boven de onderste pallet. De stapel wordt opgetild zonder de onderste pallet, die via de rollenbaan wordt afgevoerd naar de heftruckchauffeur.” De machine werkt zowel met de standaard industriepallets als de smallere europallets.

Commercieel succes

Het werk van de studenten bleef niet zonder resultaat. Een bedrijf toonde al in de ontwerpfase interesse in hun dispensers. Samen met hun opdrachtgever mochten de studenten hun werk voorstellen aan het bedrijf in kwestie, dat prompt een bestelling plaatste voor zes dispensers.

Deze scriptie haalde o.a. Metro, De Krant van West-Vlaanderen & Engineeringnet. be en leverde Manuel Viaene en Sophie Delameilleure een nominatie voor de Bachelorprijs op. Meer weten? Bekijk een video op scriptieprijs.be/thesismachine en de scriptie op scriptiebank.be/palletdispenser Promotor: Geert Furniere

Vincent Stevens behaalde zijn bachelor biologie aan de Universiteit Hasselt en studeerde met grootste onderscheiding af als biochemicus aan de Universiteit A ntwerpen. Vandaag werkt hij voor zijn doctoraatsstudie opnieuw aan de UHasselt, meer bepaald bij het Centrum voor Milieukunde. “Ik ben al van jongs af aan geboeid door de natuur, het lag voor de hand dat ik iets in die richting zou studeren. Ik ben tevreden dat al mijn interesses nu ook samenvallen in mijn wetenschappelijk werk.” Het is algemeen bekend dat planten een grote rol spelen in de zuivering van de lucht. Tijdens zijn thesisonderzoek onderzocht Stevens of microben op planten – bacteriën en schimmels - daar ook bij betrokken zijn.

Sociaal aanvaarde plant

“Er is de jongste jaren veel aandacht voor fytoremediatie. Dat is een moeilijk woord voor de zuivering van vervuilde omgevingen met planten en hun microben”, zegt Stevens. “Mijn onderzoek focust op klimop omdat het een plant met veel voordelen is. Klimop verliest zijn bladeren niet, is goed bestand tegen droogte en het onderhoud beperkt zich tot het verwijderen van wildgroei. Ook belangrijk: het is een maatschappelijk aanvaarde plant.

Mensen zouden het doorgaans niet storend vinden als er ergens klimop wordt geplaatst.”

“Microben zijn véél meer dan ziekteverwekkers. Ze kunnen ons helpen om lucht te zuiveren.” Eos-laureaat VINCENT STEVENS

Groene zuiveringstations

Dat is het toekomstbeeld dat Vincent Stevens voor ogen heeft. Groene zones die slim worden ingepast bij stedelijke infrastructuur. “Maar ik zie de mogelijkheden nog breder dan bijvoorbeeld een wand met klimop naast de snelweg. Stadsplanners zouden er ook strategisch rekening mee moeten houden. Als we onze onderzoeksresultaten kunnen optimaliseren, dan kan je gaan nadenken over geoptimaliseerde


DE VL A AMSE SCRIP TIEKRANT · Jaargang 5 · n°1 · 2017

5

W E T E N S C H A P & T EC H N O L O G I E

limop voeden

Goud voor groener

diesellucht

aluminium

STUDENT WINT EOS-PRIJS

Matthias Floru is de winnaar van de Agoriaprijs, de onderscheiding voor de beste technologiescriptie in Vlaanderen. De burgerlijk ingenieur werkte in zijn winnende thesis aan de valorisatie van smeltloos gerecycleerd aluminium. “Duurzaamheid koppelen aan industriële bruikbaarheid en rendement is een belangrijke troef voor de toekomst”, stelt Mieke Vermeiren van Agoria Vlaanderen.

Matthias Floru studeerde in juni 2016 met grote onderscheiding af aan de KU Leuven. Voor zijn scriptie deed hij onderzoek naar smeltloze recyclage van aluminium. “De productie van aluminium vraagt veel energie, liefst zes keer zoveel dan bij eenzelfde hoeveelheid staal. Minder produceren en meer recycleren is dus de boodschap. Helaas gaat bij de recyclage veel aluminium verloren omdat aluminium tijdens het hersmelten oxideert”, aldus Floru. ©Serge Minten

groene luchtzuiveringsstations om de problematiek van luchtvervuiling tegen te gaan.” Volgens Stevens denken mensen nog altijd voornamelijk in negatieve termen als het over microben gaat. “Microben zijn véél meer dan ziekteverwekkers. Slechts enkele veroorzaken ziekten bij bijvoorbeeld de mens. Microben, in het bijzonder bacteriën, zijn bekend om hun enorme metabole versatiliteit. Dat wil zeggen dat ze zich snel kunnen aanpassen aan veranderende omstandigheden, en dat ze uiteenlopende voedingsstoffen gebruiken. Tijdens het onderzoek hebben we bacteriën ontdekt die zich voeden met schadelijke componenten die in dieseluitlaatgassen zitten en die vervolgens omzetten in water en koolstofdioxide. Op die manier kunnen ze bijdragen in de strijd tegen luchtvervuiling.”

EOS-prijs

Tijdens zijn doctoraatsstudie wil Stevens verder uitzoeken welke microben het best voor de taak bestemd zijn en of

het mogelijk is om ze op klimopplanten te plaatsen. “Tijdens mijn thesis heb ik mij gefocust op dieselvervuiling, maar op termijn wil ik kijken of ik hetzelfde kan doen met fijn stof.” De jury van EOS duidde Stevens aan als winnaar uit 149 inzendingen. Hij ontving zijn prijs –een iPhone- op 20 december in het stadhuis van Brussel. “Die iPhone is leuk, maar mijn onderzoek werd ook –en dat vind ik veel interessanter– gepubliceerd in Eos Magazine”, aldus Stevens.

Deze scriptie haalde Het Belang van Limburg en EOS Magazine. Ontdek Vincents werk op scriptiebank.be/fytoremediatie Promotor: prof. dr. Jaco Vangronsveld

“Aluminium produceren kost véél energie, liefst zes keer zoveel dan bij eenzelfde hoeveelheid staal. Minder produceren en meer recycleren is dus de boodschap.” Agoria-laureaat MATTHIAS FLORU

Wetenschappers van de KU Leuven zijn er reeds in geslaagd op laboschaal aluminium te recycleren zonder het te hersmelten. Via reiniging, precompactie en extrusie kunnen ze aluminium met nagenoeg dezelfde eigenschappen als conventioneel aluminium verkrijgen. Maar om de nieuwe recyclageprocestechnologie te doen slagen, moet ze worden gevaloriseerd. Lees: de aluminiumproducten moeten de weg naar de markt vinden. Dat valorisatietraject vormde het uitgangspunt van de thesis van Floru.

“De jonge ingenieur toonde aan dat smeltloze smeltloze recyclage van aluminium verspaningsafval een kleinere ecologische impact heeft dan het traditionele recyclageproces”, zegt Mieke Vermeiren van Agoria Vlaanderen. “Bovendien blijkt de technologie erg interessant vanuit bedrijfseconomisch oogpunt en kan het dus een markt vinden”. “Het beste bewijs daarvan is dat we bezig zijn met het ontwikkelen van de eerste toepassing van ons gerecycleerde aluminium”, zegt de laureaat. “Zo maken we dragende profielen ter ondersteuning van sierfaçades voor het bouwbedrijf Wuyts”.

Onderzoek vertalen naar de industrie

De Agoriaprijs, een jaarlijks initiatief van technologiefederatie Agoria en Scriptie vzw, wordt sinds 2008 uitgereikt als deelprijs van de Vlaamse Scriptieprijs. Naast een cheque van 500 euro levert het winnen van de Agoriaprijs Floru ook een managementopleiding aan de Vlerick Business School op. Zo wil Agoria de laureaat helpen om de verdere vertaalslag van zijn onderzoek naar de industrie te maken.

Deze scriptie haalde Het Nieuwsblad en Engineeringnet.be Meer weten? scriptiebank.be/groenaluminium Promotor: Prof. dr. ir. Joost Duflou

JOIN THE PLATEOTE AM Maak kans op € 1.000 en persaandacht voor je werk +++++++++++++++++++++++++++

2014-18 staat in teken van de herdenking van 100 jaar Wereldoorlog I, het eerste internationale conflict op wereldschaal. Miljoenen militairen en burgers lieten daarbij het leven. Het is van groot belang om de herinnering aan de Groote Oorlog levendig te houden en de bewustwording bij jongere generaties te stimuleren. Om die reden richten het Departement internationaal Vlaanderen en Scriptie vzw de Scriptieprijs 100 Jaar Groote Oorlog in. Met deze prijs willen we kwalitatieve scripties over Wereldoorlog I stimuleren én in kaart brengen. Schrijf of schreef jij een bachelor- of masterproef over WO I? Deel dan je onderzoek door deel te nemen aan de wedstrijd. Je maakt kans op geldprijzen tot 1.000 euro en heel wat persaandacht voor je eindwerk. Alle info op www.scriptieprijs2014-18.be

Help Ben, de plateosaurus

zijn plaats te vinden in de Dinogalerij van het Museum voor Natuurwetenschappen. Voor het eerst in 100 jaar wordt er nog eens een nieuw en origineel dinofossiel in Brussel tentoongesteld. Met zijn 10 miljoen jaar zal Ben de oudste Brusselaar zijn! Steun dit unieke project en kom bij het Plateoteam.


DE VL A AMSE SCRIP TIEKRANT · Jaargang 5 · n°1 · 2017

6

SPORT Twee op de drie scheidsrechters in het jeugdvoetbal geeft aan al met agressie door spelers te zijn geconfronteerd. Dat blijkt uit de thesis van Jens Kowalewski, master in de criminologie aan de KU Leuven. Naast de terugkeer naar de schoolbanken luidt september ook de competitiestart in het jeugdvoetbal in. Naast de tienduizenden spelers binden ook zo'n 3.500 scheidsrechters wekelijks de voetbalschoenen aan. Helaas beleven die niet altijd plezier aan het spelletje. Zo blijkt uit een online enquête van criminoloog Kowalewski bij 253 scheidsrechters dat 66% van de refs in het jeugdvoetbal reeds te maken kreeg met verbale agressie door spelers. Daarnaast gaf 37,5% aan al eens bedreigd te zijn geweest, terwijl bijna één op tien scheidsrechters zelfs fysiek werd belaagd.

Scheidsrechters in jeugdvoetbal vaak belaagd

Winst boven plezier

Kowalewski ging via diepte-interviews met 14 personen, zowel scheidsrechters, jeugdvoetballers als -coördinatoren, op zoek naar oorzaken van de agressie tegenover de man met het fluitje. “Een mogelijke verklaring is dat spelers zich zodanig inleven in de wedstrijd en laten meeslepen door de competitieve sfeer dat ze de regels uit het oog verliezen.” Het legt volgens Kowalewski ook meteen een belangrijk pijnpunt bloot: “Spelers ervaren vaak druk om goed te presteren en leggen zo minder nadruk op het beleven van plezier. Als alles in teken staat van het winnen, durft men daarvoor ver gaan, soms té ver.”

“Zeker in het jeugdvoetbal zien we dat een verhitte sfeer langs de zijlijn het gedrag van de spelers op het veld negatief beïnvloedt.”

Een andere oorzaak schuilt bij de (rol van de) scheidsrechter zelf, stelt Kowalewski. “E en scheidsrechter heeft een erg moeilijke opdracht. De ref moet in een korte tijdspanne een hele hoop beslissingen nemen, die steeds één partij zullen benadelen. Heeft men als scheidsrechter een gebrek a a n u it stra l i ng , autoriteit of ervaring, dan is men helaas sneller vatbaar om het slachtoffer te worden van agressie.”

Hoge inzet

Ook de wedstrijdomstandigheden blijken bepalend. Bij een wedstrijd met een hoge inzet, zoals een kampioenenmatch of een wedstrijd tussen rivaliserende clubs is de kans groter dat de emoties hoog oplaaien met agressie, zowel op als naast het voetbalplein, tot gevolg. Kowalewski: “De rol van de

toeschouwers is daarbij erg belangrijk. Zeker in het jeugdvoetbal zien we dat een verhitte sfeer langs de zijlijn het gedrag van de spelers op het veld negatief beïnvloedt.” De supporters zijn maar één schakel in het raderwerk. Kowalewski ziet een belangrijke rol weggelegd voor de hele club: spelers, trainers, supporters, ouders en clubbestuurders. “Elk van deze personen heeft een visie op wat mag en niet mag op een voetbalveld. Die visies geven vorm aan de clubcultuur en bepalen zo de mate waarin agressie wordt getolereerd.” Om agressie uit het jeugdvoetbal te bannen moet volgens Kowalewski dan ook iedereen, van speler en trainer tot supporter en bestuurder, zijn verantwoordelijkheid opnemen.

Deze scriptie haalde Metro. Meer weten? scriptiebank.be/jeugdvoetbal Promotor: prof. dr. Stefaan Pleysier

G E ZO N D H E I D

Gewassen langs spoorweg bevatten metaal Wie groenten kweekt in een tuin nabij een spoorweg kan die beter grondig wassen voor consumptie. Door het spoorverkeer bevatten ze verhoogde metaalconcentraties, zo blijkt uit onderzoek aan de UGent en UAntwerpen. Bij fijn stof denken we vaak aan autoverkeer, maar recent onderzoek toont aan dat ook het spoorverkeer door de uitstoot van kleine metaaldeeltjes bijdraagt tot luchtvervuiling. “Die metaalpartikels komen vrij door de wrijving en slijtage van wielen, remmen, sporen, bovenleiding en de pantograaf (het onderdeel bovenop de trein dat contact maakt met de bovenleiding, nvdr) en door de uitstoot van dieseltreinen”, stelt master in de bio-ingenieurswetenschappen Sofie Longueville. Onder leiding van professoren Roeland Samson en Gijs Du Laing nam ze in haar scriptie het effect van het spoorverkeer op het kweken van groenten onder de loep. Met zo’n 3.631 kilometers spoorlijnen, 5.832 kilometers bovenleidingen en ruim 4.300 spoortoestellen is het Belgische spoornet één van de dichtstbespoorde en drukst bereden netten in Europa. In landelijke gebieden doorkruisen de treinsporen akkers en graslanden, terwijl ze in steden vaak grenzen aan tuinen, waaronder ook volkstuintjes. Longueville: “De Vlaamse overheid bracht in kaart dat 17% van de Vlaamse volkstuinen

in de onmiddellijke nabijheid van spoorwegen ligt. Zo verhuurt de NMBS-holding zelf tuinen naast de spoorweg. In 2007 waren dat 546 volkstuinen verspreid over Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.”

“17% van de Vlaamse volkstuinen ligt in de onmiddellijke nabijheid van treinsporen.”

Grenswaarde overschreden

Longueville verzamelde voor haar onderzoek stalen in maïsvelden, maar kweekte zelf ook sla en nam daarbij bodemstalen in volkstuinen, allemaal gelegen langs spoorwegen. Na analyse van die stalen bleek dat het spoorverkeer duidelijk zorgt voor een verhoging van metaalconcentraties in de gewassen en de bodem erlangs. “In de sla en maïs vonden we onder andere verhoogde aluminium-, cadmium-, ijzer- en zinkconcentraties, terwijl we in de bodemstalen een verhoogde aanwezigheid van cadmium, chroom, ijzer en zink opmerkten.” Die metaalpartikels komen deels via de lucht op de gewassen terecht, maar sommige metalen worden ook via de bodem door de gewassen opgenomen. Is er dan sprake van gevaar voor de gezondheid? Longueville: “Dat moet

Het is een vertrouwd beeld: volkstuintjes langs de spoorweg

verder onderzoek uitwijzen. Het is wel zo dat van alle gevonden metalen er enkel voor cadmium een maximum toelaatbare waarde bestaat. Die grenswaarde bleek bij vijf van de 127 stalen die we onderzochten te zijn overschreden. Dat wijst toch op een mogelijk gevaar voor de gezondheid van consumenten.”

Groenten wassen

In afwachting van verder onderzoek heeft Longueville raad voor groentekwekers: “Het is belangrijk voldoende afstand te houden tot een spoorweg en enkel te telen op een locatie windopwaarts van het spoor.

©Roeland Hermans

Ook het gebruik van een serre of het kweken in een bak met potgrond is aan te raden. Tot slot helpt het wassen van de groenten om de metaalconcentraties te verlagen.”

Dit artikel verscheen in Metro. Raadpleeg de scriptie via scriptiebank.be/metaalingewassen


DE VL A AMSE SCRIP TIEKRANT · Jaargang 5 · n°1 · 2017

7

ONDERWIJS

Allochtone leerlingen vaker slachtoffer én dader van pesten: waarom? CRIMINOLOOG JOP VAN DER AUWERA WON DE KLASSEPRIJS MET ZIJN PESTONDERZOEK Culturele verschillen kunnen een aanleiding zijn voor pesten. Daarom ging Jop Van der Auwera (KU Leuven) voor zijn masterscriptie na of jongeren met een migratieachtergrond tot een risicogroep behoren. Blijkt dat ze vaker gepest worden én zelf pesten. Oorzaak? “Het ‘wij versus zij’-denken.” Remedie? “Heterogene klassen.”

D E CI J F E R S • Allochtone jongeren worden meer gepest dan autochtone.

13,3% van de allochtone en slechts 8,6% van de autochtone jongeren werden slachtoffer van klassiek pesten (o.a. slaan, uitsluiten, roddels, vernederingen). Bij cyberpesten is het verschil iets kleiner: waar 4,7% van de autochtonen aangeeft online gepest te zijn, is dat bij de allochtonen 6,7%.

Wat maakt jouw onderzoek nieuw? Jop Van der Auwera: “Ik ging specifiek na of er een verschil in pestgedrag is tussen autochtonen en allochtonen. Belgisch wetenschappelijk onderzoek daarnaar is zeldzaam. Zeker als het gaat over de verschillende pestvormen, de beleving en de perceptie van klassiek en cyberpestgedrag bij daders, slachtoffers en getuigen. Met mijn bevindingen wil ik leraren beter informeren. Leraren onderschatten immers pesten, zo zegt ander onderzoek. Ze helpen leerlingen vanuit die foute perceptie of zwijgen het thema soms liever dood, terwijl het net bespreekbaar moet zijn.”

Waarom zijn er zoveel allochtonen slachtoffer van pesten? Jop Van der Auwera: “Typisch voor pestslachtoffers is dat zij op de een of andere manier ‘anders’ zijn: de ‘jongen met het rode haar’ of ‘het meisje met de beugel’ … In die zin vallen ook leerlingen met een gekleurde huid, een andere tongval of aparte kledij op. Dat maakt hen een makkelijk doelwit voor pesters. Of ze vaker gepest worden door autochtonen – ‘etnisch pesten’ – dan door hun peers, heb ik niet specifiek onderzocht, maar ik vermoed van wel.”

Of voelen jongeren met een migratieachtergrond zich sneller geviseerd? Jop Van der Auwera: “Dat effect heeft wellicht meegespeeld. Ik bedoel daarmee niet dat allochtonen die aangeven slachtoffer te zijn, eigenlijk níet gepest worden. Ik denk wel dat allochtonen die zeggen dat ze gepest worden, veerkrachtiger zijn. Dat ze geleerd hebben: ik moet opkomen voor mezelf en het vertellen als er iets aan de hand is, zodat ze er iets aan doen. Autochtonen die gepest worden, komen daar uit schaamtegevoel minder makkelijk voor uit, zo blijkt uit ander onderzoek. De mentaliteit is bij hen eerder: ik moet het zelf zien op te lossen.”

Hoe komt dat allochtone jongeren zélf vaker pesten? Jop Van der Auwera: “Ik denk uit emancipatiedrang. Doordat allochtonen als ‘anders’ worden bekeken, voelen ze zich minderwaardig. Zo ontstaat een gevoel van machtsonevenwicht tussen ‘wij’ en ‘zij’. Door te pesten, proberen ze macht, dominantie en aanzien te verwerven, met als ultieme doel de ingebeelde kloof te dichten. We zien trouwens dat ze niet alleen autochtonen pesten. Ook door hun allochtone peers (van andere of dezelfde afkomst) te pesten, denken ze beter geaccepteerd te worden door de meerderheidsgroep.

Het probleem is groter in scholen met weinig allochtone leerlingen? Jop Van der Auwera: “Ja, daar is die kloof tussen ‘wij’ versus ‘zij’ immers groter en blijken allochtonen inderdaad vaker pester. Ze moeten als minderheid ‘extra hun best doen’ om status te verwerven. Naarmate het

• Allochtonen pesten ook zelf vaker.

Bij de allochtone jongeren geeft 11,3% aan het afgelopen jaar iemand gepest te hebben, terwijl het percentage van 3,1% autochtone pesters opmerkelijk lager ligt. Ook het verschil bij cyberpestgedrag is duidelijk, met 4% allochtone tegenover 1,2% autochtone pesters.

Jop Van der Auwera bevraagde liefst 1.800 leerlingen voor zijn pestonderzoek

aantal allochtonen stijgt, blijken allochtonen en autochtonen even vaak dader. Als we naar slachtoffers kijken, ligt dat wat anders: weinig allochtone leerlingen in de klas zorgt ervoor dat vooral zíj worden gepest, maar wanneer het aantal allochtone leerlingen stijgt, worden autochtonen vaker slachtoffer.”

“Leraren onderschatten pesten.” Het aantal leerlingen met een migratieachtergrond stijgt, het risico op pesten dus ook? Jop Van der Auwera: “Niet noodzakelijk. Mijn onderzoek geeft niet aan of pesten afneemt naarmate scholen gemengder zijn, wel dat het verschil tussen het aantal autochtone en allochtone pestkoppen verdwijnt als er meer allochtone leerlingen in de klas of school zitten. Idealiter evolueren we dus naar een gezonde mix van culturen in scholen, want dat verkleint de kloof. Maar het echte werk ligt bij elk van ons, bij leraren, ouders … Kinderen spiegelen zich aan ons. Zolang we zelf mensen met een andere taal, uiterlijk of cultuur het label ‘anders’ opkleven, blijft het ‘wij vs. zij’-gevoel bestaan. Als we evolueren naar een schoolcultuur zonder stigmatisering, hoeft de superdiverse samenleving niet te resulteren in een ‘pestcrisis’.”

Criminoloog Jop Van der Auwera (KU Leuven) bevraagde 1808 leerlingen in 13 verschillende secundaire scholen in Vlaanderen en Brussel. Hij won met zijn masterscriptie de Klasseprijs 2016, deel van de Vlaamse Scriptieprijs. Dit interview werd afgenomen door Nele Beerens en verscheen op 16 februari 2017 op Klasse.be Bekijk Jops scriptie op scriptiebank.be/pestonderzoek Promotor: prof. dr. Stefaan Pleysier

©Boumediene Belbachir

Wiskunde saai? Helemaal niet! Luna Delange & Elien Eggermont, twee kersverse leraren die afstudeerden aan de Arteveldehogeschool, bewijzen met hun eindwerk dat de wiskundeles helemaal niet saai hoeft te zijn. Zij ontwikkelden leermiddelen en workshops om wiskunde op een speelse en motiverende manier aan de man te brengen in de 1B-klas in het secundair onderwijs.

Bruikbaar in de praktijk

“We wilden vooral een eindwerk maken dat écht bruikbaar was”, stelt Eggermont. “Dankzij een samenwerking met de Gentse VIP-school konden we echt in de praktijk staan. Zo kregen we voeling met de problematiek in de B-stroom en de heterogeniteit van het publiek.” De laureaten kregen er ook de kans om hun materiaal uit te testen, om zo te zien wat aansloeg bij de leerlingen en wat niet. “Het was mooi om aan het eind te horen dat leerlingen wiskunde normaal saai vinden, maar dat ze er dankzij onze aanpak plezier aan beleefden.”

Didactische ijver

Elien Eggermont (l) en Luna Delange (r)

De 1B-klas is een aanpassingsklas waar leerlingen die hun getuigschrift lager onderwijs niet behaalden een tweede kans krijgen om alsnog dat diploma te halen. “Veel leerlingen die in de 1B-klas instromen, hebben weinig schoolse succeservaringen achter de rug. Daardoor is hun motivatie vaak laag. Bovendien vinden veel leerlingen wiskunde een moeilijk vak. Toch is het in het dagelijkse leven belangrijk dat alle leerlingen een basis wiskunde onder de knie hebben”, verklaart Delange de keuze voor het onderwerp. Hun oplossing om de leerlingen toch wiskunde bij te brengen? Een nieuwe, speelse aanpak van het vak. Zo ontwikkelden ze onder meer verschillende spelletjes, inclusief handleidingen en spelborden, met ronkende namen als “Breuk het slot”, “Tafelsport” en “De weetkunde driehoek”.

De twee dames ontvingen voor hun werk de Bachelorprijs, goed voor 1.500 euro. Met die prijs bekronen Scriptie vzw en de Vlaamse hogescholen een sterk en actueel eindwerk dat inzetbaar is in het werkveld. De jury verklaart waarom ze, na lezing van 184 inzendingen, voor deze scriptie koos. “Luna Delange en Elien Eggermont bewijzen dat je wiskunde op een leuke manier kan aanbrengen bij een moeilijke groep als de 1B-klas, zolang je daarbij maar probleemen oplossingsgericht werkt en vanuit van de leefwereld van de leerlingen vertrekt. Hun werk is een extreem goed voorbeeld van de didactische ijver die veel leerkrachten aan de dag leggen. Het enthousiasme droop werkelijk van deze scriptie af.”

Met hun scriptie haalden Luna Delange en Elien Eggermont Het Nieuwsblad en Made in Antwerpen. Ontdek de scriptie en raadpleeg de spelletjes via scriptiebank.be/wiskundeonderwijs Promotor: Els Coussement


DE VL A AMSE SCRIP TIEKRANT · Jaargang 5 · n°1 · 2017

8

JOB

LIFEST YLE

Overgekwalificeerd “De lokroep van fast en toch tevreden fashion is moeilijk te weerstaan” DUURZAME KLEDIJ NOG ONVOLDOENDE POPULAIR BIJ JONGE CONSUMENTEN Weinig jonge consumenten zijn geneigd om de modieuze, budgetvriendelijke fast fashion in te ruilen voor duurdere duurzame kledij. Tot die conclusie komt Orpha de Lenne (UAntwerpen) in haar masterproef.

Zo’n 21% van de Belgische werknemers is overgekwalificeerd voor de job die hij of zij uitoefent. Toch hoeft die situatie niet noodzakelijk tot jobontevredenheid te leiden, stelt Mattias Van Hulle in zijn scriptie. In België oefent één vijfde van de werknemers een job uit waarvoor een lager diploma vereist is dan hetgeen ze behaalden. “Die overkwalificatie kan voor ontevredenheid, frustratie en stress zorgen”, stelt kersvers socioloog Mattias Van Hulle (VUB). “Maar of iemand die situatie echt als negatief gaat ervaren, hangt in grote mate af van een aantal kenmerken -zogenaamde coping resources. Die zullen uitmaken in hoeverre men met stress kan omgaan.” Via gesprekken met jonge, overgekwalificeerde werknemers onderscheidde Van Hulle drie kenmerken die helpen om de werkpositie niet als negatief aan te voelen.

“Staar je niet blind op anderen die schijnbaar beter presteren.” Betekenisvol werk

“Eerst en vooral is een gevoel van verbondenheid met het werk belangrijk: wie vindt dat hij zijn persoonlijkheid in de job kwijt kan, of aangeeft dat de job net zijn persoonlijkheid verrijkt doordat die vaardigheden zoals bijvoorbeeld assertiviteit helpt ontwikkelen, zal zich minder overgekwalificeerd voelen.” Ook het gevoel betekenisvol werk uit te voeren helpt om zich niet overgekwalificeerd te voelen. Zo voelen werknemers die het gevoel hebben dat ze een belangrijke schakel zijn in het functioneren van het bedrijf zich nuttig en beter in hun werksituatie. Een laatste belangrijke aspect is de directe steun van de collega’s.

“Een goede ondersteuning door de collega’s helpt om sociale stress tegen te gaan. Maar ook de werkgever kan daarin bijsturen door, via bijvoorbeeld een takenpakket op maat, een gevoel van verantwoordelijkheid aan te wakkeren bij de overgekwalificeerde werknemer.”

Prestatiemaatschappij

Die factoren kunnen dus helpen om stress in een overgekwalificeerde job tegen te gaan, sterker zelfs: ze kunnen in bepaalde gevallen het gevoel overgekwalificeerd te zijn volledig wegnemen. “Maar uit mijn studie blijkt dat als die kenmerken niet aanwezig zijn, de werknemer stress ervaart, zich niet op zijn plaats voelt en dus op zoek zal gaan naar ander werk”, stelt Van Hulle. “Ook hangt er in onze prestatiemaatschappij nog een groot sociaal stigma rond overkwalificatie. We vergelijken ons vaak met een referentiegroep, meestal personen met eenzelfde profiel. Zo merken we dat wie collega’s heeft die ook overgekwalificeerd zijn, beter kan omgaan met de eigen situatie. Maar wanneer een persoon die hij als gelijke beschouwt, zoals een ex-klasgenoot met hetzelfde diploma, een betere functie toegewezen krijgt, zal de overgekwalificeerde werknemer de eigen situatie plots wel als een probleem zien.” Van Hulle raadt dan ook aan om zich niet blind te staren op gelijken die schijnbaar beter presteren. “Een meer filosofische houding kan helpen om de druk te verminderen. Maar ook de werkgever kan, via bijvoorbeeld extra trainingen en vorming, overgekwalificeerde werknemers tevreden houden.”

Dit artikel verscheen in Metro. Bekijk de scriptie op scriptiebank.be/overgekwalificeerd Promotor: prof. dr. Christophe Vanroelen

Voor de scriptie van Orpha de Lenne, master in de strategische communicatie, werden 879 Belgische, Nederlandse en Duitse jongeren tussen de 18 en 26 jaar oud bevraagd over hun koopgedrag van zogenaamde fast fashion. De Lenne: “Fast fashion verwijst naar het fenomeen waarbij catwalktrends van luxemerken snel worden gereproduceerd in een budgetvriendelijke mode waarmee ze toegankelijk worden voor het grote publiek. Denk aan wat je in rekken van ketens als Zara of H&M vindt.” Het resultaat is trendy kledij aan een aantrekkelijke prijs, wat fast fashion bijzonder populair maakt bij jongeren. Dat blijkt ook uit de enquête van de Lenne. Liefst 96,9% van de bevraagde jongeren koopt fast fashion.

Duistere kant

Maar fast fashion heeft ook een duistere kant. De Lenne. “Het probleem is dat fast fashion een zeer competitieve markt is. Dat maakt dat bedrijven productiekosten zo laag mogelijk houden wat helaas moeilijk te verzoenen is met duurzaamheid. Vele fast fashion-ketens zijn dan ook niet vies van dierenleed, milieuvervuiling, sweatshops met slechte werkomstandigheden, kinderarbeid en lage lonen.” Nieuwsmedia berichten geregeld over die onethische dimensie. Denk aan de instorting van de Rana Plaza-fabriek in Bangladesh in 2013, waarbij meer dan 1.000 arme textielarbeiders het leven lieten. Volgens verschillende Amerikaanse onderzoeken creëren zulke mediaberichten een zekere bewustwording bij de consument, maar dat wil de Lenne relativeren. “De verkoop bij Primark, één van de ketens waarvoor kledij werd geproduceerd in de Rana Plaza-fabriek, steeg na de instorting zelfs met 20%.”

Ecologische ommezwaai

Ook in haar eigen onderzoek bevroeg de Lenne jongvolwassenen over een aantal van deze schandalen. Slechts 3,6% van de ondervraagden bleek reeds van alle schandalen te hebben gehoord. “Mediaberichten over de onethische praktijken grijpen jonge consumenten heus wel aan. Maar ze blijken helaas niet voldoende om een ecologische ommezwaai in hun koopgedrag te veroorzaken”, stelt de Lenne. Zo gaf zo’n 77% van de respondenten aan in de toekomst fast fashion te zullen blijven kopen, terwijl duurzame kledij niet erg populair blijkt.

“Mediaberichten over onfrisse praktijken grijpen jongeren wel aan, maar niet voldoende om hun koopgedrag te veranderen.” Hoewel de jonge consumenten die wel als positief ervaren, blijkt slechts 50% van de respondenten geregeld duurzame kledij aan te kopen. “Het bescheiden budget van jongvolwassenen gekoppeld aan de modieuze én goedkope kledij die fast fashions-ketens aanbieden maakt dat jonge consumenten moeilijk aan de lokroep van die ketens kunnen weerstaan. Ook het gebrek aan kennis over welke merken precies verantwoord ondernemen speelt in de kaart van fast fashion”, besluit de Lenne.

Dit artikel verscheen in Metro. Bekijk deze scriptie op scriptiebank.be/fastfashion Promotor: prof. dr. Laura Vandenbosch

COLOFON De Vlaamse ScriptieKrant is een driemaandelijkse uitgave van Scriptie vzw. Scriptie heeft als missie wetenschap, techniek en innovatie dichter bij het grote publiek te brengen en het werk van jong onderzoekstalent meer bekendheid te geven.

Alle scripties uit deze ScriptieKrant vind je terug via www.scriptiebank.be. In deze uitgebreide thesisbank kan je meer dan 4.000 scripties bekijken en downloaden.

teksten:

Wil je graag op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen rond de Vlaamse Scriptieprijs?

Arnaud Zonderman en deelnemende studenten | vormgeving: Anne Van Hootegem · grase.be Arnaud Zonderman · Rozenweg 4b · 1731 Zellik

verantwoordelijke uitgever:

De Vlaamse Scriptieprijs wordt ondersteund binnen het Actieplan Wetenschapsinformatie, een initiatief van de Vlaamse Overheid.

Abonneer je op onze nieuwsbrief via www.scriptieprijs.be Volg ons op  scriptieprijs  scriptievzw


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.