Vlaamse Scriptiekrant herfst 2020

Page 1

Benieuwd naar straffe eindwerken van Vlaamse studenten? K ON T DE ! IER HE T H

Sterke eindwerken van Vlaamse studenten in de kijker voor het grote publiek |

JAARGANG 8 · herfst 2020

Scriptie vzw · Léopoldstraat 6 · 1000 Brussel · t 02 463 59 20 · info@scriptieprijs.be www.scriptieprijs.be · www.scriptiebank.be  scriptieprijs  scriptievzw

FORENSISCH ONDERZOEK IN DIGITALE TIJDEN

Politie bijt zich vast in bluetooth 2

INSPECTEUR HEEFT GEEN IMPACT OP DE SCHOOLKEUZE

Een gsm wordt onderschept. Iedere seconde telt. Alle netwerkverbindingen zijn verdacht, de onderzoekers schakelen het toestel daarom meteen uit. Via een ‘remote wipe’ kunnen criminelen het bewijsmateriaal immers ook vanop afstand wissen. Hierop plaatsen ze de telefoon in een kooi van Faraday, waarna ze de volledige inhoud van de gsm integraal kopiëren en veilig opslaan om te analyseren.

i n g e b o u wd e t o o l v a n Android: de Android Debug Bridge – normaal gezien wordt deze tool gebruikt bij de ontwikkeling van nieuwe apps of functionaliteiten voor Android.”

T 4

‘RIJDEND ZIEKENHUIS’ VOOR BEHANDELING BEROERTES

oetsaanslagen op een draadloos toetsenbord, je smartphone met je wagen synchroniseren, een foto versturen naar je laptop: als er data draadloos overgedragen wordt tussen twee toestellen over een korte afstand, is de kans groot dat dit via bluetooth gebeurt. We gebruiken deze verbindingen vaker dan we denken, en tijdens een gerechtelijk onderzoek kan je bluetoothgeschiedenis potentieel interessante informatie opleveren voor de recherche. Toch worden deze connecties momenteel niet opgespoord.

Cyber crime

Dat kan beter, dacht Nick Casier. Hij studeerde af als ‘Computer and Cyber Crime Professional’ aan de HoWest en onderzocht hoe je bluetoothverbindingen wél kan opsporen op een verdachte telefoon. Maar er is een probleem: wat op het ene toestel functioneert, werkt niet noodzakelijk op een ander toestel.

6

PAKISTAANSE WOONCULTUUR: INSPIRATIE VOOR COHOUSERS

“Mobiel forensisch onderzoek is een aparte tak binnen het digitaal forensisch onderzoek, net omdat het zo’n uitdaging is. Het is een echt kat-en-muisspelletje: mobiele technologie evolueert razendsnel en de diversiteit tussen de verschillende fabrikanten maakt het er ook niet makkelijker op om de onderzoeksmethodes up-to-date te houden. Voor mijn onderzoek heb ik mij gefocust op het Androidbesturingssysteem. Iedere fabrikant

ontwikkelt zijn eigen versie van Android, en mijn methode moest dus voor al die versies werken, zonder noemenswaardige wijzigingen aan de toestellen aan te brengen.”

Kinderpornografie

Nick Casier ging daarom op zoek naar de digitale sporen of artefacts die een bluetooth koppelingsverzoek achterlaat: “Wanneer we digitale technologieën gebruiken, blijven er sporen achter zonder dat dit expliciet de bedoeling is. Ook een koppelingsverzoek creëert zulke artefacts. Daaruit kunnen we heel wat informatie afleiden, zoals het tijdsstip van de connectie en het unieke adres van het tweede toestel. ” “Het versturen van een bestand, zoals een foto, heeft zijn eigen typerend gedrag en ook dat kunnen we uit het artefact afleiden. Binnen de seconde zien we een koppeling en het onmiddellijk verbreken van die koppeling. Zulke informatie is zeer waardevol bij bijvoorbeeld onderzoek naar kinderpornografie.”

Levensduur

“Via de bestaande tools lukt het helaas nog niet om deze artefacts op te sporen. We moesten dus een nieuwe methode uitwerken. We vonden de artefacts via een standaard

Maar de levensduur van een artefact is niet oneindig, niet alle artefacts blijven even lang bestaan. “Wanneer je bijvoorbeeld een foto verstuurt via bluetooth, dan creëer je automatisch een artefact met potentieel © Depositphotos waardevolle informatie voor een gerechtelijk onderzoek. In tegenstelling tot andere artefacts, heeft dit type maar een korte levensduur: het verdwijnt wanneer je de bluetooth-verbinding verbreekt. Dit kan je doen door het toestel uit te schakelen, vliegtuigstand in te schakelen of door gewoon door de bluetooth af te zetten.” “Momenteel wordt daar geen rekening mee gehouden in de procedure bij inbeslagname. De netwerkverbindingen zo snel mogelijk uitschakelen is dan nog altijd de grootste prioriteit. Nochtans is het zo dat er tijdens het mobiel digitaal onderzoek geen wijzigingen in het systeem aangebracht mogen worden. Daarom zouden deze artefacts best eerst gekopieerd worden. Via de methode die ik ontwikkelde, kan dit snel en zonder technische kennis van de persoon die de inbeslagname uitvoert.”

Meer weten? scriptiebank.be/bluetooth Promotoren: dr. ir. Daan Pareit en Kris Carlier

7

VOETBALFANS HERKEN JE AAN HUN BOORMACHINE

5

CONFLICTMINERALEN: DE PRIJS VAN ONZE SMARTPHONE

8

WAT ONZE EMOTIES VERTELLEN OVER ONZE DEMOCRATIE


DE VL A AMSE SCRIPTIEKRANT · Jaargang 8 · her fst 2020

2

ONDERWIJS DE MENING VAN DE INSPECTEUR HEEFT ZELDEN IMPACT OP DE SCHOOLKEUZE

“Doorlichtingsverslagen worden amper gelezen door ouders” Geloofwaardigheid

Een goede schoolkeuze is het begin van een geslaagde schoolcarrière. Maar hoe komt het dan dat zo weinig ouders de weg vinden naar de doorlichtingsverslagen? Onderwijswetenschappers Charlotte Aerts en Joeri Berloo (UAntwerpen) onderzochten het in hun masterproef: “Ouders moeten vandaag zelf actief op zoek gaan naar deze verslagen. Dat kan beter.”

Toch was er een groep die wél zeer goed op de hoogte was. “Bij de ouders die tewerkgesteld zijn in het onderwijs is een opmerkelijk verschil vast te stellen. Zij maakten bijna allemaal gebruik van een doorlichtingsverslag bij het maken van een schoolkeuze.”

“Ouders moeten nu zelf actief op zoek gaan naar een doorlichtingsverslag, als ze er al op de hoogte van zijn”

N

aar welke school stuur ik mijn kroost? In België is het mogelijk om zelf de school van je voorkeur te kiezen: een belangrijke, maar vaak moeilijke keuze voor jonge gezinnen. Wie dat wenst, kan daarom op de website van de Vlaamse overheid de doorlichtingsverslagen inkijken. Daarin lees je zwart-op-wit de kritische bevindingen en aanbevelingen van de schoolinspecteur. In het kader van hun masterproef, spraken Charlotte Aerts en Joeri Berloo met 20 ouders over hun ervaringen, om te onderzoeken wat de impact is van doorlichtingsverslagen op hun keuzes – helaas blijkt die impact nog altijd klein tot onbestaande. “Binnen dit onderzoek gaf de overgrote meerderheid van de ouders aan dat ze nooit doorlichtingsverslagen gebruiken bij het maken van een schoolkeuze. Sterker nog, meer dan de helft van deze ouders wist niet wat een doorlichtingsverslag was of waar ze dit verslag konden vinden.” Een conclusie die eerder al bevestigd werd in onderzoek van het GO! Onderwijs uit 2012.

De schoolkeuze is een belangrijke, maar vaak moeilijke keuze voor jonge gezinnen © Artur Verkhovetskiy

“Toch geloven de meeste ouders in het advies dat een doorlichtingsverslag formuleert”, vult Joeri Berloo aan, “Ouders benoemen de onderwijsinspecteurs als professioneel, deskundig en betrouwbaar.”

Nochtans zijn het vooral deze ouders, die de geloofwaardigheid van dit verslag in twijfel trekken. Charlotte Aerts: “Veel leerkrachten gaven aan dat scholen nog snel zaken gingen aanpakken, wanneer ze weten dat de onderwijsinspectie langskomt. Dit maakt dat een doorlichtingsverslag niet altijd als een eerlijke bron wordt beschouwd.”

Wegen op het schoolbeleid

Tijdens het onderzoek lieten de twee studenten de ouders kennismaken met het doorlichtingsverslag. Een succes, zo blijkt. Hoewel veel ouders aangaven moeilijkheden te hebben met de opbouw en de woordkeuze,

zouden ze het verslag allemaal gebruiken bij een nieuwe schoolkeuze. Charlotte Aerts en Joeri Berloo vinden het dan ook jammer dat deze informatie zo slecht doorstroomt naar de doelgroep. “Wanneer de Vlaamse overheid doorlichtingsverslagen aanbiedt als informatieve bron bij het maken van een schoolkeuze, zou men verwachten dat ouders gemakkelijker de weg vinden naar deze verslagen. Ouders moeten er nu zelf actief naar zoeken, als ze er al op de hoogte van zijn.” “Wanneer we willen dat de mening van ouders doorweegt op het beleid van scholen, moeten we de doorlichtingsverslagen op een meer toegankelijke manier aanbieden. Dat kan door scholen de verslagen op hun website te laten posten of het doorlichtingsverslag te plaatsen op websites die ouders vaak gebruiken om een school te zoeken, zoals de onderwijskiezer.”

Meer weten? scriptiebank.be/doorlichtingsverslagen onderwijs.vlaanderen.be/ doorlichtingsverslagen Promotoren: prof. dr. Jan Vanhoof, Amy Quintelier

E CO N O M I E

Copycats verleiden in de supermarkt Freeway

Handelswetenschapper Paulien Heylen (KU Leuven) onderzocht in haar masterproef hoe huismerken ons proberen te verleiden, door zich te spiegelen aan de grote A-merken: “Hoe minder A-merken in de supermarkt, hoe sneller we naar een copycat grijpen.”

Dit effect speelt niet alleen bij grote retailers zoals Delhaize, Colruyt en Albert Heijn. Ook discounters zoals Aldi en Lidl hebben intussen een beperkt aantal A-merken in hun assortiment opgenomen. Fans van Nutella, Milka en Coca Cola vinden intussen ook hun gading in de discounters, een beslissing die mee aan de basis ligt van de sterke groei in dit segment. En wie fan is van merken, laat zich ook vlot verleiden door de copycat.

T

erwijl hun klanten rustig tussen de rekken wandelen en hun keuze maken, voeren de supermarkten een harde strijd om ieder winkelkarretje zo winstgevend mogelijk te maken.

“Verleiden doen supermarktketens onder meer via ‘premium copycats’. Dit zijn huismerken die als twee druppels water lijken op een bekend product van een A-merk” Verleiden doen de supermarktketens onder meer via ‘premium copycats’. Dit zijn huismerken die als twee druppels water lijken op een bekend product van een A-merk, maar

Door de A-merken te imiteren, verleiden supermarkten hun klanten om voor het huismerk te kiezen ©Anya Berkut

toch goedkoper zijn. Een gewiekste manier om eventuele twijfels weg te nemen over de kwaliteit van het product - als de verpakking dezelfde kleur heeft als het A-merk, dan zal de inhoud ook wel dezelfde smaak hebben? Paulien Heylen voerde voor haar masterproef een enquête bij 200 respondenten: “Uit mijn

onderzoek bleek dat consumenten sneller grijpen naar premium copycats wanneer er weinig A-merken in de winkel aanwezig zijn. We vermoeden dat dit komt omdat deze consumenten zich onzeker voelen tijdens het winkelen. Wanneer ze hun favoriete A-merk niet terugvinden, gaan ze op zoek naar een alternatief dat hierop lijkt.”

In Lidl is de cola van Freeway een voorbeeld van een copycat die goed is in het imiteren van het origineel. De verschillen met de originele Coca Cola-producten zijn miniem. Vergelijk je de zero, light en klassieke colavarianten van Freeway met die van Coca Cola, dan zie je dat het kleurgebruik van de twee concurrenten haast identiek is. Welke kies jij?

Meer weten? scriptiebank.be/copycats Promotoren: prof. dr. Kathleen Cleeren en Henri Defoor


DE VL A AMSE SCRIPTIEKRANT · Jaargang 8 · her fst 2020

3

MEDIA HOE DIVERS ZIJN DE VLAAMSE KINDERZENDERS?

WANNEER DE GRENZEN TUSSEN JOURNALISTIEK EN LITERATUUR WEGVALLEN

Een kijkend kind ziet anders

Een lange en gevaarlijke reis Een analyse van journaliste Elise Van Roy (KU Leuven) Is het literatuur of is het journalistiek? Het is beide. Narratieve journalisten overschrijden de grenzen van de twee genres om een uniek eindproduct te creëren. Het boek Tranzyt Antwerpia van Pascal Verbeken en Herman Selleslags is daar geen uitzondering op.

Televisie kan kinderen rolmodellen bieden wanneer die ontbreken in het dagelijkse leven

Komen kinderen via de Vlaamse kindertelevisie wel voldoende in aanraking met personages in allerlei kleuren, met verschillende seksualiteiten en genders en met mensen met een beperking? Communicatiewetenschapper Emma Devos (UGent) onderzocht het in haar masterproef.

T

elevisie biedt kijkers, in het bijzonder kinderen, een blik op de wereld. “De invloed van televisie op kinderen kan niet ontkend worden”, stelt Emma Devos. “Maar dat maakt hen ook kwetsbaar voor wat ze zien, omdat dit gevolgen kan hebben voor hun ontwikkeling als mens in de maatschappij. Het medium televisie kan kinderen opvoeden, tenminste als dat gebeurt op de juiste manier. Vrouwen kunnen verliefd worden op vrouwen, anderen verplaatsen zich in een rolstoel, niet iedereen is blank: televisie kan kinderen rolmodellen bieden wanneer die ontbreken in het dagelijkse leven. Het leert hen ook om tolerant en verdraagzaam te zijn voor anderen.”

Voor de buis

het syndroom van Down en een kindje dat verlamd is. Toch blijft het aandeel mensen met een beperking laag. Ook zien we amper vrouwen op Ketnet: twee derde van de personages is een man.” Op dat vlak doet VTM KIDS het beter: “Op VTM KIDS zien we meer vrouwen, maar die zender schenkt dan weer geen aandacht aan seksuele diversiteit of aan personages met een beperking. Studio 100 TV scoort op alle vlakken behoorlijk goed, maar toont minder etnische diversiteit dan de andere twee zenders.”

“Studio 100 TV scoort op alle vlakken behoorlijk goed, maar toont minder etnische diversiteit dan de andere twee zenders” Heteroseksuele mannen

Een week lang bekeek Emma Devos kinderprogramma’s tijdens primetime: het moment waarop de meeste kinderen voor de buis zitten. Ze stemde af op drie Vlaamse kinderzenders: Ketnet, VTM KIDS en Studio 100 TV en focuste zich op gender, seksuele voorkeur, etniciteit en het hebben van een beperking. Hoe divers zijn onze kinderprogramma’s?

Grote lijnen zijn dus moeilijk te trekken, toch zijn er een paar overeenkomsten. “We zien nog altijd een dominantie van heteroseksuele mannen. Mensen met een beperking blijven over het algemeen onzichtbaar. Op het vlak van etnische diversiteit zijn de omroepen gelukkig wél mee met de huidige multiculturele maatschappij en tonen ze mensen met verschillende huidskleuren uit meerdere culturen met een eigen verhaal.”

“Het kleuterprogramma Tik Tak toonde verschillende kinderen met het syndroom van Down en een kindje dat verlamd is. Toch blijft het aandeel mensen met een beperking op Ketnet eerder laag”

Emma Devos voert een warm pleidooi, niet alleen voor meer diversiteit, maar ook voor meer creativiteit bij de programmamakers. “Vlaamse kindertelevisie heeft nog wat te leren. Met uitzondering van Ketnet, wordt een beperking vaak uitsluitend vertegenwoordigd door mensen in een rolstoel. Lesbiennes en transvrouwen, mensen die zich niet als man of vrouw identificeren: ze blijven opvallend afwezig in onze kinderprogramma’s.”

Geen enkele zender stak erboven uit, zo bleek uit haar onderzoek. Toch waren de verschillen tussen de omroepen onderling groot: “Ketnet toont het vaakst mensen met een kleurtje en vergeet ook mensen met een beperking niet: het kleuterprogramma Tik Tak toonde verschillende kinderen met

Meer weten? scriptiebank.be/kijkendkind Promotor: prof. dr. Stijn Joye

Benjamin zei: “Ik ga naar ergens anders.”

I

n 1911 vertrekt een zekere Benjamin Kopp uit zijn Poolse geboortedorp Nowe Miasto nad Pilic. Nu zijn moeder gestorven is, heeft de dertienjarige jongen nog meer het gevoel verstikt te worden door de strenge voorschriften van de Joodse gemeenschap. Hij wil er dus weg, en zijn broer Simcha biedt hem een uitweg. Die was een paar jaar eerder al naar de Verenigde Staten getrokken en stuurt nu tickets, geld en instructies naar Benjamin, om hem achterna te reizen. Het zou een lange en gevaarlijke reis worden. Vooral het eerste deel is een heikele onderneming: hij moet vanuit Polen dwars door het Europese vasteland om uiteindelijk havenstad Antwerpen te bereiken. Van daaruit zou hij een schip van de Red Star Line nemen.

Pascal Verbeken gebruikt verhaaltechnieken uit de literatuur om van een journalistiek stuk ook een mooi verhaal te maken

Jaren later pent Kopp de memoires van zijn leven neer. Het zijn dan ook die memoires die Pascal Verbeken ertoe aangezet hebben een deel van Benjamins reis over te doen, samen met fotograaf Herman Selleslags. De twee maken een rondreis door Polen, die naast het verhaal van Kopp in Tranzyt Antwerpia aan bod komt. Maar er is meer…

het én journalistiek én literatuur, omdat dit boek – en bij uitbreiding het hele genre – kenmerken van beide vertoont. Wat dit boek nog extra bijzonder maakt, is dat het ook kenmerken van een aantal andere genres bevat: Tranzyt Antwerpia is, naast een narratief journalistiek verhaal, een reisverhaal. De reis van Benjamin Kopp staat bovendien model voor de reis die zo vele van zijn tijdsgenoten maakten, daarom kunnen we het boek ook een ‘focusverhaal’ noemen. En ook opvallend: ieder hoofdstuk is opgevat als een brief die Pascal Verbeken aan de dertienjarige Benjamin Kopp schrijft: het boek is dus ook een soort briefroman. Als mijn masterproef één ding duidelijk kan maken, laat het dan zijn dat narratieve journalistieke teksten – zoals Tranzyt Antwerpia er ook een is – zich in geen geval in een hokje laten duwen en braafjes de conventies van een bepaald genre volgen. De narratieve journalistiek bevindt zich ‘ergens’ in het midden tussen conventionele journalistiek en literatuur. In die zin kunnen we stellen dat boeken als deze het beste van twee werelden kunnen samenbrengen: journalistieke feitendrang en literaire esthetiek vormen de basis, het verlangen om een goed verhaal te vertellen is als het ware het cement tussen beide.

Meer weten? Lees de volledige analyse én scriptie in de Vlaamse ScriptieBank: scriptiebank.be/tranzyt

Een ‘en-en-verhaal’

Tranzyt Antwerpia behoort tot een bijzonder genre, namelijk dat van de narratieve journalistiek. Het boek vertelt zonder enige twijfel een journalistiek verhaal. Centraal bij zulke verhalen staat het gegeven dat niets verzonnen mag zijn en daar houdt Verbeken zich inderdaad aan. Toch lijkt dit boek veraf te staan van de journalistieke stukken die we dagelijks onder ogen krijgen. Dat komt omdat het verhaal literair aanvoelt: niet omdat er verzonnen dingen instaan, maar omdat Verbeken verhaaltechnieken uit de literatuur gebruikt om van het journalistiek stuk ook een mooi verhaal te maken. Denk daarbij aan dialogen, uitgewerkte karakteriseringen en een plot. Het is dus geen kwestie van kiezen tussen journalistiek en literatuur. In zekere zin is

Tranzyt Antwerpia is een boek uit 2013 en is te vinden in de bibliotheek. Recent verscheen Brutopia van dezelfde auteur, verkrijgbaar in de boekhandel. Promotor: prof. dr. Hilde Van Belle


DE VL A AMSE SCRIPTIEKRANT · Jaargang 8 · her fst 2020

4

GENEESKUNDE

Kleuren tegen kanker Het intekenen van een tumor is vandaag een tijdrovend proces. Want wanneer je als kankerpatiënt radiotherapie ondergaat, wil je natuurlijk dat de arts deze zo precies mogelijk bestraalt. Maar… wat als je sinds je laatste therapie afgevallen bent of wat als de tumor intussen gekrompen is? Fysicus Jeffrey De Rycke (UGent) zocht in zijn masterproef naar een oplossing en vond die in machine learning.

K

anker is nog steeds één van de grootste vijanden van de mens. Een universele oplossing ligt niet voor de hand. Het is immers niet één ziekte, maar een verzameling van meer dan honderd varianten. Daarom bestaan er intussen ook verschillende behandelingen. Bij radiotherapie bestraalt de behandelende arts de tumor met ioniserende straling. Hierbij wil hij of zij uiteraard zo weinig mogelijk gezond weefsel raken - gelukkig is dit vandaag op twee manieren mogelijk.

Gezonde organen sparen

Het eerste principe steunt op het verschil in stralingsgevoeligheid tussen tumoren en gezond weefsel. Gezonde cellen zijn beter in staat zichzelf te herstellen dan kankercellen. Vooral bij lage stralingsdosissen is dit verschil relatief sterk. Daarom kiest men er vaak voor de tumor meerdere keren over meerdere dagen te bestralen. Zo wordt de tumor stukje voor stukje kapot bestraald, terwijl het gezonde weefsel tijd heeft gehad om te herstellen tussen twee bestralingen door.

Tumortekenen

Voor de tweede manier gaat men de tumor en de gezonde organen zo precies mogelijk opsporen. Hiervoor neemt men een CT-scan van de patiënt. Dit levert een 3D-beeld op dat

gemakkelijk uit meer dan 250 gewone beelden kan bestaan. Daarna is het een kwestie van zo accuraat mogelijk de organen en de tumor in te tekenen in gespecialiseerde software - een so or t professionele kleurplaat voor oncologen. Deze software stelt met die informatie automatisch een stralingsplan op. Het doel: de gezonde organen zoveel mogelijk sparen en de tumor voldoende bestralen.

De intekening van een CT-beeld. Rood: hart, lichtblauw: longen, paars: slokdarm, geelgroen: ruggenmerg. Volle lijn: originele intekening, stippellijn: eigen gegenereerde intekening.

Maar het intekenen van de organen kan redelijk wat tijd innemen. Ook is deze intekening niet permanent: de patiënt kan afvallen of de tumor kan krimpen tussen twee bestralingen door. Wat als er een methode bestond die de organen automatisch intekende? Dan zou men veel sneller kunnen starten aan de behandeling én zou men de stralingsplannen kunnen aanpassen tussen twee bestralingen.

Machine learning

Hoe leert een baby wandelen? We proberen recht te staan, vallen om en proberen opnieuw. Elke poging leren we wat meer. Hoe houd ik mijn balans? Hoe kan ik de ene voet voor de andere zetten zonder om te vallen? Elke keer leren we van onze vorige actie en worden we beter. Als we een machine zouden maken die hetzelfde leerproces heeft, dan zouden we geen gesofisticeerde algoritmes en diepgaande programma’s moeten schrijven. Slechts een algemene structuur die eender welke taak kan leren door deze taak keer op keer uit te voeren

en zichzelf te verbeteren door de gekregen feedback. Dit is de basis van machine learning. We geven het computermodel een doel, definiëren een maatstaf die ons model vertelt hoe goed het de taak kan uitvoeren en zorgen ervoor dat het model zichzelf kan verfijnen aan de hand van deze feedback.

3D-beeld van de intekening. De a de fig

resultaten van de radiotherapie bij de patiënt die het beste vertellen of ons model al dan niet toegepast kan worden en niet de technische machine learning metrieken.”

RayStation

Voor zijn masterproef trainde De Rycke een model dat automatisch de organen intekent op de CT-beelden. Dit model verlicht het werk van de clinici en vermijd verschillen tussen het werk van clinici onderling. De Rijcke: “We gingen ook een stap verder dan vorige onderzoeken. Deze gebruikten vaak technische machine learning standaarden om te oordelen of de intekening al dan niet gelukt was. Wij laadden de resultaten op in RayStation, een computerprogramma dat stralingsplannen opmaakt, en vergeleken ze zo met de originele intekening. Het zijn uiteindelijk de

“Onze ingetekende beelden werden positief onthaald door een klinisch expert van het UZ Gent”

he ge O de da C

En met succes. “Onze ingetekende beelden werden positief onthaald door een klinisch expert van het UZ Gent. In de toekomst willen we

“Rijdend ziekenhuis” belooft snelle behandeling voor beroertes Drieminutenregel Een eerste horde bleek de drieminutenregel. Demarsin: “Deze werd ingevoerd om lange rijtijden van een ander type ziekenwagen, het paramedisch interventieteam (PIT), te vermijden.

Wat als je bij een beroerte al meteen in de ziekenwagen een correcte diagnose en behandeling zou krijgen? De mobile stroke unit maakt het mogelijk: deze revolutionaire, aangepaste ziekenwagen belooft een indrukwekkende tijdswinst van 35 tot 45 minuten. Toch is dit succes afhankelijk van heel wat voorwaarden. Werktuigkundig ingenieur Arnout Demarsin (KU Leuven) onderzocht in zijn masterproef de invoering van de MSU in Leuven.

De 112

Ook belangrijk is de correcte identificering van potentiële beroertes door de noodlijn 112. Het blijkt in de praktijk niet altijd eenvoudig om een beroerte na een kort telefoongesprek te herkennen: slechts 30 tot 40% wordt correct geïdentificeerd. In Berlijn is daarom een vragenlijst ontworpen om de medewerkers hierbij te helpen. Na invoering steeg de herkenningsgraad naar 50 tot 60%. Door deze vragenlijst eerst ook bij ons in te voeren, zal de MSU dus een stuk meer patiënten kunnen helpen.

I

edere dag krijgen gemiddeld 53 mensen in ons land een beroerte. Bij een beroerte is de bloedtoevoer naar een deel van de hersenen verstoord. Hierdoor sterven hersencellen in sneltempo af en loopt de patiënt permanente hersenschade op, wat dramatische gevolgen kan hebben. Ongeveer 80% van de beroertes wordt veroorzaakt door een klonter in de hersenslagaderen. Een klonteroplossend middel of, indien nodig, een operatie kan op dat moment levens redden. Maar niet alle ziekenhuizen bieden deze behandelingen aan. Daarom moeten patiënten regelmatig nog van ziekenhuis wisselen, waardoor kostbare tijd verloren gaat.

Ziekenhuis op wielen

De mobile stroke unit of MSU is een gespecialiseerde ziekenwagen die volledig

de nieuwe mobile stroke unit. En dat heeft grote gevolgen: aangezien ziekenwagens zo wijdverspreid zijn over Vlaanderen, zal er bijna altijd wel ergens een ziekenwagen meer dan drie minuten dichter bij de patiënt zijn dan de MSU. De MSU zal dus maar zelden kunnen uitrijden. Een uitzondering maken op de drieminutenregel is daarom essentieel om van de MSU een succesverhaal te maken.”

Een mobile stroke unit van het Duitse Rode Kruis © Sciatis

uitgerust is om nog voor aankomst in het ziekenhuis een diagnose te stellen. Hierdoor kan de behandeling met het klonteroplossende middel zelfs al bij de patiënt thuis starten. De patiënt wordt daarna onmiddellijk naar het juiste ziekenhuis gebracht. UZ Leuven onderzocht de impact van een dergelijke gespecialiseerde ziekenwagen in de omgeving van Leuven. De manier waarop de MSU ingezet wordt, heeft immers een grote invloed op de meerwaarde ervan.

Ook de PIT is vrij nieuw op onze wegen en krijgt de voorkeur bij ernstige situaties zonder acuut levensgevaar. Maar er zijn er voorlopig nog niet heel veel van actief, waardoor de PIT soms erg lang moet rijden om de patiënt te bereiken. Daarom is de drieminutenregel in het leven geroepen. Dit houdt in dat een gewone ziekenwagen altijd voorrang krijgt als hij meer dan drie minuten dichter bij de patiënt is.” “Deze drieminutenregel zou ook gelden voor

Gunstige omstandigheden

Hoeveel patiënten de MSU in realiteit kan opvangen, hangt dus af van verschillende factoren. Daarbij denken we aan de drieminutenregel en de efficiëntie van de 112, maar ook bijvoorbeeld aan de organisatie van de bemanning en de werkuren. Demarsin: “In gunstige omstandigheden helpt de MSU tot 35% van alle patiënten met een beroerte. Zijn de omstandigheden niet goed aangepast aan

de va da on

D de zi in de de be va

P sc zo de pa de


DE VL A AMSE SCRIPTIEKRANT · Jaargang 8 · her fst 2020

5

I N T E R N AT I O N A A L

r

Het Europese gevecht tegen

conflictmineralen HOE HOOG IS DE PRIJS VAN ONZE SMARTPHONE?

aangeduide doorsnede is het CT-beeld van guur hiernaast.

et model verder verfijnen door meer data te ebruiken en meer organen te leren herkennen. Ook willen we een 3D-model opbouwen door e intekening van een CT-beeld niet van enkel at beeld te laten afhangen, maar ook van de CT-beelden ervoor en erna.”

Meer weten? Scriptiebank.be/radiotherapie Promotoren: prof. dr. ir. Barbara Vanderstraeten en prof. dr. Luc Van Hoorebeke

Hoge kindersterftecijfers, systematische verkrachting, massamoord, slavenarbeid en corruptie. Aan de grondstoffen voor onze nieuwe smartphone hangt een veel hoger prijskaartje dan wat we uiteindelijk in de winkel betalen. Nieuwe Europese wetgeving zou soelaas moeten brengen, maar is dat wel zo? Voor zijn thesis ging master in de internationale betrekkingen Jessy Thomas Ohanu Kalonda (UAntwerpen) in gesprek met verschillende Europese organisaties en onderwierp deze wetgeving aan een kritische analyse.

M

aar wat zijn dat, conflictmineralen? Jessy Ohanu: “Het gaat concreet over vier mineralen: tin, tantaal, wolfraam en goud. Je vindt deze grondstoffen in allerlei toepassingen, zoals onder meer smartphones, laptops, printers, auto’s, juwelen... Deze grondstoffen zijn zo alomtegenwoordig, dat we bijna niet meer zonder kunnen. Ze maken ons moderne leven een stuk eenvoudiger.” “Kijken we vanuit het standpunt van de landen waar deze grondstoffen vandaan komen, dan is de impact op de levenskwaliteit allesbehalve positief. Gewapende groepen strijden er iedere dag om deze mineralen te controleren, om zo conflicten te financieren. We denken hierbij onder meer aan de problemen in Congo. Maar helaas zijn er over de hele wereld gelijkaardige voorbeelden te vinden.”

Mensenrechten

ere

e vereisten, dan is dit slechts 3%. Het voordeel an de MSU wordt dan bijna volledig tenietgeaan. Daarom is het belangrijk om de MSU niet ndoordacht in te voeren.”

De mobile stroke unit heeft het potentieel om e zorg voor patiënten met een beroerte aanienlijk te verbeteren. En dat is nodig, want de nzet is hoog. Wereldwijd overlijdt ongeveer een erde van de patiënten en blijft nog eens een erde permanent zorgbehoevend. Een beroerte elandt daarmee op de derde plaats in de lijst an de meest voorkomende doodsoorzaken.

Op 1 januari 2021 publiceert de Europese Unie daarom een nieuwe wetgeving tegen deze conflictmineralen. Jessy Ohanu: “Met deze wetgeving wil de EU vermijden dat bedrijven bijdragen aan conflicten en mensenrechtenschendingen gelinkt aan de ontginning ervan.” “Europa vraagt daarom aan bedrijven om de herkomst van deze vier mineralen te controleren. De invoerende bedrijven, of toch een beperkt deel ervan, moeten onderzoeken of alles correct verloopt volgens de wetgeving van de betrokken landen. Wat zijn de levensomstandigheden voor de mensen rondom de mijn? Wordt de mijn bewaakt door gewapende rebellen? Werken er kinderen?” “Door de bedrijven op hun verantwoordelijkheid te wijzen, hoopt men de cyclus van geweld te doorbreken. Want hoe minder bedrijven uit dit soort mijnen kopen, hoe minder geld er is om wapens te kopen, wat

Een wolfraammijn in Congo, waar ook kinderen aan de slag zijn

dan weer een rem zou zetten op de gewapende conflicten. Maar er bestaan sterke twijfels of de EU deze doelstellingen wel zal halen.”

“De conflictmineralen maken ons leven makkelijker, maar in de landen van herkomst zorgen ze voor veel ellende” De Europese wetgeving is immers gebaseerd op gelijkaardige Amerikaanse wetgeving, de Dodd-Frank Act uit 2010. “Als gevolg van deze wet zijn er al een aantal problemen opgedoken. Zo zorgde de Amerikaanse wetgeving voor een ‘mineralenembargo’: bedrijven begonnen potentiële probleemlanden te vermijden, waardoor de lokale bevolking in de steek gelaten werd. Bovendien was de wet niet in staat om de grondoorzaken van het geweld aan te pakken.”

Tekortkomingen

Om na te gaan of Europa beter zal doen met deze nieuwe en aangepaste wetgeving, sprak Jessy Ohanu met Justice & Paix, ActionAID en IPIS Research: drie ngo’s die werken

Patiënten die binnen de 90 minuten de gechikte behandeling krijgen, hebben dubbel oveel kans om geen blijvende gevolgen van e beroerte over te houden in vergelijking met atiënten die pas na drie uur behandeld woren. Time is brain.

Meer weten? scriptiebank.be/msu Promotoren: prof. dr. ir. L. Pintelon, prof. dr. R. Lemmens, dr. J. Demeestere

© Julien Harneis

rond sociale rechtvaardigheid, mensenrechten en duurzame vrede. Daarnaast sprak hij ook met een bedrijf uit de sector, Linak. “Ze gaven allen aan dat de wetgeving zijn sterktes heeft, maar ook heel wat tekortkomingen. Om te beginnen is het aantal bedrijven dat onder deze wetgeving valt veel te klein, stellen ze. Het zou alleen gaan om grote bedrijven, die de mineralen in hun ruwe vorm importeren. Maar je kan deze mineralen evengoed in gesmolten vorm of als afgewerkt product invoeren, waardoor de wetgeving niet meer van toepassing is. Bovendien zijn de criteria zo vaag dat het moeilijk is om op te maken wie er exact onder valt en wie niet” “Daarnaast is het belangrijk dat de sancties sterk genoeg zijn, anders zal de wet geen impact hebben. Maar ook hier blijft veel onduidelijk. Wie gaat deze sancties opleggen: de nationale of de Europese overheid?”

Hoopvol

“Als laatste gaven de organisaties aan dat de mineraalproducerende landen te weinig betrokken werden in het maken van de wetgeving. Hun mening werd genegeerd, waardoor de link met de praktijk te zwak is.” Toch was men ook voorzichtig hoopvol: “ De n ieuwe wetgeving kan een platform zijn waar nieuwe maatregelen aan toegevoegd kunnen worden. Hopelijk is het een eerste stap in de goede richting.”

Meer lezen? scriptiebank.be/conflictmineralen De vier conflictmineralen: tin, tantaal, wolfraam en goud.

© Rob Lavinsky

Promotor: prof. dr. Marijke Verpoorten


DE VL A AMSE SCRIPTIEKRANT · Jaargang 8 · her fst 2020

6

WO N E N

Wat westerse cohousers kunnen leren van de Pakistaanse wooncultuur

De traditionele ‘charpae’ bedden zijn licht en gemakkelijk verplaatsbaar. Ze dienen ook als zetel of zelfs als eettafel.

Van gezinnen, senioren tot alleenstaanden: cohousing spreekt meer en meer mensen aan in ons land. Zouden eeuwenoude Pakistaanse woontradities een bron van inspiratie kunnen zijn voor deze westerse cohousingprojecten? Interieurarchitecte Fateha Sh Naveed (UHasselt) onderzocht het en analyseerde beide woonculturen in haar masterproef.

I

nterieurarchitecte Fateha Sh Naveed heeft zelf Pakistaanse wortels. “Als dochter van geïmmigreerde ouders ben ik met twee culturen opgegroeid: thuis de Pakistaanse cultuur, daarbuiten de Belgische cultuur.” “Op vlak van ‘wonen’ ontdekte ik al vrij vroeg dat de Belgische en Pakistaanse wooncultuur grotendeels hetzelfde waren. Zo hebben wij uiteraard ook een zetel waar wij op zitten als we televisie kijken en eten wij aan een eettafel. Toch merkte ik dat er kleine verschillen waren. Soms maken wij op een andere manier gebruik van de ruimte.”

“Het huis heeft een enorme emotionele waarde in Pakistan” “Als er veel familie over de vloer komt en er niet genoeg plaats is aan de eettafel, leggen wij een tafelkleed op de grond, zodat ook daarrond al zittend gegeten kan worden. Ook al lijkt dit vreemd en ongewoon, voor mij was het vrij normaal en het zorgde voor de meest gezellige momenten.”

Platteland

E e n c o hou s i n g p r o j e c t r o n d he t Karmelietessenklooster in Gent wakkerde haar interesse aan: “Het project deed me denken aan enkele Pakistaanse woongewoontes.”

Een rijkelijk versierde, grote haveli (Haveli van Nau Nihal Singh). © Shaguftakarim

- Haveli “De letterlijke vertaling van haveli is ‘herenhuis’, maar dat is weinig Bovenaanzicht van een traditionele haveli, met correct. Het is een traditionele woaanduiding van windcirculatie. © Fateha Sh Naveed ning die je vooral in warme klimaten tegenkomt. Haveli’s bestaan uit één of meer centrale patio’s met daarFamilie rond de verschillende kamers. De patio is In een gezamenlijk familiesysteem wonen een ontmoetingsplaats, ontspanningsruimis de norm in Pakistan. “Dit betekent dat een te en een plaats waar rituele ceremonies en gezin samenwoont met familie tot de tweede feesten gehouden worden. Een dikke muur generatie. Ouders, broers, zussen, echtgenoomhult de haveli en biedt de familie privacy ten, grootouders, ooms, tantes, kleinkindeen bescherming tegen de hitte. Een gemeenren,... Een gemiddeld gezin in Pakistan telt schappelijk centraal deel en de verschillende 6,8 personen. Wanneer je met de hele familie woonunits eromheen: het is ook een indeling samenwoont, dan zit je dus al snel aan een die voor Belgische cohousingprojecten veel grote groep mensen.” voordelen heeft.” “Traditioneel blijven de zonen bij de ouders wonen nadat ze getrouwd zijn. De dochters gaan bij hun echtgenoot wonen, en dus bij de schoonouders. Hierdoor veranderen de grenzen van het huishouden mee met de tijd en naargelang de wijziging van familiepatronen.”

“De kamers in een haveli krijgen regelmatig een andere invulling en als het te warm is in de zomer, slapen de Pakistani in de veranda, op de patio of op het dak”

- Multifunctionaliteit De kamers in een haveli krijgen regelmatig een andere invulling en als het te warm is

in de zomer, slapen de Pakistani in de veranda, op de patio of op het dak. De traditionele ‘charpae’ bedden zijn licht en gemakkelijk verplaatsbaar. Ze dienen ook als zetel of als zelfs als eettafel. “Multifunctionaliteit, verplaatsbaarheid en flexibiliteit zijn typisch voor de Pakistaanse wooncultuur, zowel in de relaties onderling, in ruimtes als in meubels. In een cohousingproject kan je dit toepassen door de ruimtes een multifunctionele invulling te geven.”

- Stille ruimte In de Pakistaanse wooncultuur voorzien bewoners vaak een bidruimte in hun woning. In een aangepaste vorm, kan ook zo’n ruimte een verrijking zijn voor een westers cohousingproject, stelt Fateha: “Waarom geen multifunctionele stille ruimte voorzien voor de bewoners? Deze kan je bijvoorbeeld inzetten als bibliotheek, studeerruimte, mediteerruimte of bidruimte.”

WAT IS COHOUSING? Gemeenschappelijke woonvormen kennen in België heel wat vormen en gradaties, van leefgemeenschappen, gemeenschapshuizen tot centraal wonen en cohousen. “Cohousers beschikken elk over een eigen privé-unit met sanitair en keuken, maar delen ook een aantal gemeenschappelijke ruimtes zoals een eetzaal, hobbyruimte, gastenkamers… Zelden wordt de keuze om te cohousen om financiële redenen gemaakt, want cohousing vraagt aanvankelijk een vrij stevige investering. Maar je krijgt er veel voor terug: de ecologische en sociale voordelen wegen voor de meeste cohousers zwaarder door dan de financiële.”

“Het huis heeft een enorme emotionele waarde in Pakistan. Mensen die niet meer thuis wonen, omdat ze gaan studeren bijvoorbeeld, bellen dagelijks naar huis. Het samenwonen staat er centraal, het toont hoe belangrijk familie is voor mensen in Pakistan.”

Het bleek een inspiratiebron voor haar masterproef. Ze verdiepte zich in beide culturen en onderzocht wat cohousers kunnen leren van de Pakistaanse wooncultuur. Ze focuste zich voornamelijk op de gebruiken uit steden zoals Pesjawar, Multan en Rawalpindi: “Op deze plaatsen hebben de mensen nog een eerder authentieke manier van wonen. Een stad zoals Islamabad is vrij gemoderniseerd, waardoor het verschil met de westerse wooncultuur kleiner is.”

Meer inspiratie uit westerse cohousingprojecten en oosterse wooncultuur lees je in de masterproef scriptiebank.be/wooncultuur Promotor: Saidja Heynickx

Binnenplein van een cohousingsproject in Kruisem © Jo Coune


DE VL A AMSE SCRIPTIEKRANT · Jaargang 8 · her fst 2020

7

SPORT

De handdoek in de ring Stoppen met topsport: het loopt niet altijd van een leien dakje. Bewegingswetenschappers Wiebe Ceulemans en Dries Dictus (KU Leuven) pleiten daarom in hun masterproef voor een betere begeleiding van topsporters na hun carrière. “De overgang van professioneel sporter naar pensioen is hard, zowel mentaal als fysiek. Het zou goed zijn om atleten hier beter op voor te bereiden.” Dit schreef een ex-olympisch kampioene crosscountry ski.

J

e zou het niet meteen verwachten, maar stoppen met topsport is vaak een harde noot om te kraken. Niet alleen zijn er de eventuele fysieke gevolgen van blessures en de jarenlange extreme druk op het lichaam, na een topcarrière krijgt een groot deel van de sporters ook zware klappen op mentaal vlak.

Sportpensioen

Eenzaamheid, depressie, angst: verschillende onderzoeken toonden aan dat heel wat topsporters met vergelijkbare problemen kampen wanneer ze hun carrière afsluiten. Betere begeleiding tijdens de overgang naar het sportpensioen zou dan ook veel leed kunnen voorkomen. Wiebe Ceulemans en Dries Dictus onderzochten daarom de impact van sociale identiteiten op deze problematiek. “Afhankelijk van de groepen waartoe men behoort, hebben

EX-VELDRIJDERS NIELS ALBERT EN SVEN NYS zijn doelen bereikt? Blijft hij of zij nog op andere manieren actief binnen de sport?

Niels Albert

© Peter Huys

Welke problemen er opduiken na het sportpensioen is ook sterk afhankelijk van de omstandigheden waarin een topsporter zijn carrière beëindigt. Het maakt immers een groot verschil of een sporter bewust kan kiezen om te stoppen. Heeft de sporter we allemaal een aantal sociale identiteiten. Zo kan iemand, naast een sportcarrière, ook bijvoorbeeld een vader zijn van drie kinderen, studeren of aan vrijwilligerswerk doen.” “Toch zien we dat veel topsporters tijdens hun carrière bijna uitsluitend focussen op hun identiteit als sporter: het feit dat iemand een sporter is, staat centraal en dat bepaalt in grote mate hun zelfbeeld. Wanneer dit wegvalt, kan dit een grote impact hebben.” Op zich is dit is niet verwonderlijk: uit onderzoek is meermaals gebleken dat sociale

Dit verschil werd heel tastbaar toen veldrijders Niels Albert als Sven Nys beiden hun fiets aan de haak hingen. Bij Niels Albert werden hartproblemen vastgesteld, waardoor hij verplicht werd om de sport vaarwel te zeggen. Albert getuigde achteraf in een televisie-interview over de moeilijke periode waar hij toen doorging. Sven Nys daarentegen, zette bewust een punt achter zijn carrière op een moment dat hij zijn sportieve doelen had bereikt. Nys bleef zich inzetten voor de sport als coach, ambassadeur en analist. Voor hem was deze overgang veel makkelijker om dragen. identiteiten belangrijk zijn voor ons welzijn. “Vooral bij de overgang tussen ingrijpende levensveranderingen, zoals de overgang van het werkveld naar het pensioen, is het belangrijk om deze sociale identiteiten te behouden of aan te vullen.”

Betere begeleiding

Om te onderzoeken in welke mate dit ook geldt voor topsporters, beantwoordden 150 ex-topsporters een reeks vragen over hun carrièrebeëindiging, identiteiten en welzijn. De resultaten bevestigden de vermoedens van de onderzoekers.

“We zien dat veel topsporters tijdens hun carrière bijna uitsluitend focussen op hun identiteit als sporter. Wanneer dit wegvalt, kan dit een grote impact hebben” “Sporters die een verlies ervaren van hun persoonlijke identiteit als sporter kampen vaker met mentale en fysieke gezondheidsproblemen. Ook bleek dat zowel het behouden van sociale groepen die men had tijdens de carrière, als het verwerven van nieuwe sociale groepen na de carrière de gezondheid en het welzijn ten goede komen.” Deze inzichten kunnen zorgen voor een betere begeleiding van topsporters die hun carrière afsluiten. En, zo bleek uit hun onderzoek, daar is vandaag duidelijk vraag naar.

Meer weten? scriptiebank.be/sportpensioen Promotor: prof. dr. Katrien Fransen

Echte voetbalfans herken je aan hun boormachine Beleggen bij Belfius of BNP Paribas? Boren met een Metabo of een Makita? Supporters van Club Brugge zouden geen seconde mogen twijfelen. Maar klopt dat wel in de praktijk? Laten supporters zich zo makkelijk verleiden door de sponsors van hun favoriete ploeg? “Grote sponsors zien een groot effect, kleine sponsors bereiken alleen de loyale fans.”

zichtbaarheid. Hoofdsponsors krijgen een ereplaats op de shirts van de spelers, gewone partners vallen minder op.” Dat dit verschil in sponsorniveau een duidelijke invloed heeft op de effectiviteit van de sponsoring, kwam ook in zijn onderzoek naar voren. “Fans bleken wel degelijk een betere koopintentie te hebben voor de hoofdsponsor en premium sponsor in vergelijking met gelijkaardige merken die geen sponsor zijn.”

V

oor zijn masterproef Toegepaste Economische Wetenschappen onderzocht Vic Berends (VUB) of supporters van Club Brugge producten van de sponsors verkiezen boven gelijkaardige alternatieven van concurrenten. Vic Berends: “Bijna alle sportteams worden gesponsord door bedrijven en die financiële steun is meestal ook broodnodig om te overleven als club.”

“Bijna alle sportteams worden gesponsord door bedrijven en die financiële steun is meestal ook broodnodig om te overleven als club”

Om die koopintentie te meten, toonde hij aan meer dan 800 supporters van Club Maar bij een derde Brugge verschillende merken, sponsor, een gewone partwaarna hij de deelnemers telkens ner van Club Brugge K.V., was een aantal gerichte vragen voorhet verschil in koopintentie schotelde. Sommige merken waren tussen de sponsor en zijn consponsor van de club, anderen niet. current nauwelijks merkbaar. Om een vertekening van de resulta“Sponsoring als hoofdsponten tegen te gaan, liet hij niet weten sor is met andere woorden of het getoonde merk al een stuk effectiever, maar de dan niet een sponsor investeringen zijn uiteraard was. navenant.” Ruud Vormer, middenvelder bij Club Brugge.

Premium

“Voetbalclubs vormen allesbehalve een uitzondering op die regel. Maar bedrijven investeren uiteraard niet zomaar in een team, het moet ook iets opbrengen. Sponsors willen vooral de koopintentie van de fans beïnvloeden: dat is namelijk een goede voorspeller van het uiteindelijke koopgedrag.”

Shirtsponsor Unibet scoort goed bij de fans

De merken koos hij bewust uit verschillende sponsorniveaus van Club Brugge. Berends: “Voetbalploegen hebben meestal een groot aantal sponsors, die opgedeeld worden in verschillende niveaus: hoe hoger het niveau, hoe hoger de bedragen die de bedrijven investeren in de ploeg. Deze investeringen worden beloond met een betere

Kijken ze regelmatig wedstrijden op televisie?” “Opvallend: voor de merken die premium sponsor of hoofdsponsors zijn, zoals Belfius en Unibet, bleek er geen verschil in koopintentie tussen de loyale en de minder loyale fans. Noch de psychologische band met de club, noch het gedrag van de fans had een effect op de koopintentie, bij alle fans was die even hoog.”

“Wil je als kleine sponsor scoren, dan focus je je maar beter op de ‘echte’ fans” Maar kijken we naar de kleinere sponsors, zoals Metabo, dan merkte hij wél een verschil. “Alleen een kleine groep van ‘zware’ fans verkozen ook vaker de kleine sponsor. Wil je als kleine sponsor scoren, dan focus je je dus maar beter op deze doelgroep.” De echte voetbalfan herken je dus wel degelijk aan zijn boormachine.

© Belga

Loyaliteit

Ook de relatie die de fan heeft met de club, speelt een rol, zo bleek uit de enquête. “In mijn onderzoek maakte ik een onderscheid tussen verschillende soorten fans, op basis van hun teamloyaliteit: enerzijds keek ik naar hun psychologische band met de club, anderzijds naar hun gedrag. Wonen ze vaak wedstrijden bij?

Meer weten? scriptiebank.be/voetbalsponsoring Promotor: prof. dr. Caroline Buts


DE VL A AMSE SCRIPTIEKRANT · Jaargang 8 · her fst 2020

8

POLITIEK

WAT ONZE EMOTIES ONS VERTELLEN OVER DE TEVREDENHEID MET DE DEMOCRATIE

“Negatieve emoties zijn een tikkende tijdbom onder onze democratie” Een analyse van politicoloog Benjamin Blanckaert (VUB) Het voorbije jaar waren we in grote delen van de wereld getuige van boze klimaatbetogers die vrezen voor de toekomst. In hun slogans richtten ze zich tot de politiek: “What do we want? Climate justice! When do we want it? Now!” In een gezonde democratie kunnen de emoties soms hoog oplaaien, maar wat vertellen ze ons eigenlijk over de tevredenheid met de werking van de democratie?

IN HET KORT Emoties spelen een belangrijke rol in de politiek: ze bepalen in sterke mate onze tevredenheid over de werking van de democratie. Wanneer intense negatieve emoties de overhand nemen en volledig genegeerd worden door politici en beleidsmakers, zijn ze een tikkende tijdbom voor de democratie. Maar emoties leggen ook de pijnpunten van de samenleving bloot. Wanneer beleidsmakers verstandig omspringen met de negatieve gevoelens van de kiezer, wordt de democratie er net sterker van.

J

e hoeft maar even op Facebook te scrollen, de krant te lezen of het nieuws te volgen om vast te stellen dat iedereen een eigen -kritische- mening heeft over de politiek. Wanneer we denken aan de politiek ervaren we bepaalde emoties. Tot op zekere hoogte zijn negatieve en positieve emoties inherent aan een levendige democratie. Sterker nog, het kunnen uiten van onze emoties op een constructieve manier, is van vitaal belang voor de democratie. Daar waar klimaatbetogers zich waarschijnlijk boos of ongerust voelen wanneer ze denken aan het gevoerde klimaatbeleid, zijn anderen net hoopvol, blij of zelfs opgelucht.

“De democratie wordt terecht geprezen voor haar veerkracht en aanpassingsvermogen” Emocratie: waar het gevoel regeert

Emoties zijn altijd al belangrijk geweest in de politiek: om massa’s te mobiliseren, om het volk te overtuigen tijdens debatten en onderhandelingen, ... Aristoteles had dit al heel vroeg door wanneer hij schreef over ‘pathos’ en het belang van retorica om anderen te overtuigen. Politici bespelen voortdurend onze emoties, bijvoorbeeld door voldoende emotie in hun boodschap te steken en levendige taal te gebruiken wanneer ze de bevolking toespreken. Emoties zijn een handig strategisch hulpmiddel en worden vaak gepolitiseerd, soms ten koste van de democratische tevredenheid van de kiezer.

Crisis van de democratie

Emoties spelen duidelijk een belangrijke rol binnen onze democratie. Diezelfde democratie staat vandaag echter onder druk door lange regeringsonderhandelingen, toenemende polarisatie, globale uitdagingen (bijvoorbeeld klimaatopwarming), populisme, extreme partijen, … Bovendien worden de burgers steeds kritischer en staat het vertrouwen in de politiek op een zéér laag pitje. Zó laag, dat sommigen zelfs spreken over “de crisis van de democratie”. Onze democratie berust op de politieke steun van haar burgers. Als we de democratie willen

Klimaatbetogers in Brussel: burgers worden almaar kritischer en emoties laaien soms hoog op. ©Pelle De Brabander

behouden, is het van levensbelang dat de kiezers tevreden zijn over de werking ervan. Democratische tevredenheid geeft immers een indicatie van de essentiële steun voor het democratische regime. Nu blijkt dat emoties ons (politieke) doen en laten zodanig kunnen sturen, is het een logische stap om na te gaan of positieve en negatieve emoties over de politiek ook de tevredenheid over de werking van de democratie kunnen beïnvloeden. Om dit te onderzoeken, heb ik een kwantitatieve analyse uitgevoerd op de data van een grootschalige survey die werd afgenomen bij meer dan 7000 Belgische kiezers in 2019.

“In een ideale wereld beschikken onze politici over een behoorlijke hoeveelheid emotionele intelligentie en empathie” Hoop doet (de democratie) leven

Mijn onderzoek lijkt te bevestigen wat we allemaal intuïtief aanvoelen. Politieke emoties zijn inderdaad zéér belangrijke verklarende factoren van de mate van tevredenheid over de werking van de democratie in België. Positieve emoties gaan gepaard met meer tevredenheid van de kiezer over de democratische werking, terwijl negatieve emoties samenhangen met minder tevredenheid over de werking van de democratie. Dit betekent dat hoe meer negatieve emoties de kiezer ervaart, des te minder tevreden hij of zij zal zijn over de democratische werking. Het omgekeerde geldt voor de positieve emoties.

“Emoties kunnen de pijnpunten van de samenleving blootleggen” Boze klimaatbetogers zullen dus minder tevreden zijn over de werking van de democratie dan burgers die hoop putten uit het klimaatbeleid. Van alle afzonderlijke emoties blijkt uitgerekend boosheid de sterkst verklarende emotie te zijn. Hoe bozer iemand zich voelt over de Belgische politiek, hoe ontevredener deze persoon zal zijn met de werking van onze democratie.

Een tikkende tijdbom

Als we de democratie willen behouden, is het dus belangrijk dat er een evenwichtige balans is tussen negatieve en positieve emoties. Wanneer intense negatieve emoties gedurende een lange periode de overhand nemen en volledig genegeerd worden door politici en beleidsmakers, zijn ze een tikkende tijdbom voor de democratie. Zo kunnen ze ons samenlevingsmodel figuurlijk doen opblazen. Negatieve emoties zouden het democratische systeem kunnen ondermijnen doordat ze samenhangen met een lage mate van tevredenheid over de democratie. Politici die bewust inspelen op die negatieve emoties van de kiezer en deze emoties moedwillig uitvergroten uit eigenbelang, dreigen zichzelf op lange termijn te ondergraven. Is de ondergang van onze vertrouwde bestuursvorm nabij?

Het nut van negatieve emoties

Het fatalistische scenario kan vermeden worden. De democratie wordt terecht geprezen voor haar veerkracht en aanpassingsvermogen. Emoties dragen een signalerende

COLOFON De ScriptieKrant is een uitgave van Scriptie vzw. Scriptie heeft als missie wetenschap, techniek en innovatie dichter bij het grote publiek te brengen en het werk van jong onderzoekstalent meer bekendheid te geven. teksten:

Elke De Winter en studenten | vormgeving: www.grase.be | verantwoordelijke uitgever: Arnaud Zonderman · Leopoldstraat 6 · 1000 Brussel

De Vlaamse Scriptieprijs wordt ondersteund binnen het Actieplan Wetenschapsinformatie, een initiatief van de Vlaamse Overheid.

en informatieve functie met zich mee. Ze zijn nuttig omdat ze de pijnpunten van de samenleving blootleggen. Zo leren beleidsmakers via de negatieve emoties van de bevolking wat er leeft in de samenleving en waar de burgers wél of niet achter staan.

“Als we de democratie willen behouden, is het van levensbelang dat de kiezers tevreden zijn over de werking ervan” Niet lang na de klimaatbetogingen kwam de EU met haar Green Deal op de proppen. Ook de Belgische klimaatministers hebben de bezorgdheden “gehoord”. Wanneer beleidsmakers verstandig omspringen met de negatieve gevoelens van de kiezer, wordt de democratie er sterker van. In een ideale wereld beschikken onze politici over een behoorlijke mate van emotionele intelligentie en empathie. Politieke leiders moeten immers de emoties van de bevolking kunnen lezen en hier op een verantwoordelijke manier op kunnen reageren. Zijn onze leiders zich daar momenteel voldoende van bewust? Een gewaarschuwd man of vrouw is er twee waard.

Meer weten? scriptiebank.be/emocratie Promotor: prof. dr. Didier Caluwaerts


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.