Vlaamse ScriptieKrant juni 2018

Page 1

Benieuwd naar straffe eindwerken van Vlaamse studenten? MI J NEEM MEE!

Sterke eindwerken van Vlaamse studenten in de kijker voor het grote publiek |

JAARGANG 6 · N° 3 · JUNI 2018

Scriptie vzw · Rozenweg 4b · 1731 Zellik · T 02 463 59 20 · info@scriptieprijs.be www.scriptieprijs.be · www.scriptieprijs2014-18.be · www.scriptiebank.be  scriptieprijs  scriptievzw

VEEL MINDER VROUWEN IN LOKALE POLITIEK DAN OP REGIONAAL OF FEDERAAL NIVEAU

3 EN ZE DATEN NOG LANG EN GELUKKIG Of hoe reality-tv nog vaak onrealistisch is

Gemeentehuis blijft nog te vaak mannenbastion Een vrouw als burgemeester is nog altijd de grote uitzondering. Meer nog: eens ze de sjerp bemachtigen, blijkt er minder plaats voor vrouwen in het schepencollege. Maar waarom gaat de emancipatie in de gemeentepolitiek zo traag?

W 4-5 CHEMO OP DE SOFA Thuisverplegers onvoldoende opgeleid voor opvolging patiënten

aar is de vrouw in de gemeentepolitiek? Terwijl in het Vlaams Parlement met 44 procent vrouwen een genderevenwicht in het verschiet ligt, domineert de man nog steeds het lokale niveau. Slechts 36 procent van de gemeenteraadsleden is vrouw. Het aantal vrouwelijke burgemeesters ligt nog een stuk lager: slechts 14 procent. Wat bovendien opvalt: eens een vrouw burgemeester is, daalt ook het aantal vrouwelijke schepenen. Dat blijkt uit de masterproef van VUB- student politicologie Sebastien Dewailly, die het aantal vrouwelijke mandatarissen op lokaal vlak bestudeerde in 2005 en 2011, telkens een jaar voor de verkiezingen. “Een nieuw inzicht”, zegt zijn promotor Karen Celis, professor politicologie en een autoriteit op dit vlak. “Het lijkt erop dat er aan compensatie wordt gedaan. Er is al een vrouw burgemeester, dus moeten we verder geen inspanningen leveren, wordt dan gedacht. Je ziet dat fenomeen vaak opduiken. Mensen denken te snel dat er een evenwicht is bereikt en daarom valt de vooruitgang stil.”

6 WEDSTRIJD – WIN EEN BOEK VAN “IK HEB EEN VRAAG” 200 boeiende wetenschapsvragen beantwoord

Machtsbehoud Maar waarom is het toch zo moeilijk om vrouwen echt te lanceren in de lokale politiek? Professor Celis wijst naar het feit dat vrouwen nu eenmaal minder tijd over hebben omdat ze meer instaan voor de zorg van het gezin. Maar ze ziet nog een andere verklaring. “Hoe centraler de verandering wordt aangestuurd, hoe groter het effect. De nationale partijleiding

Ook Tongeren telt met Open VLD-er Patrick Dewael een mannelijke burgemeester.

heeft veel meer grip op wat er gebeurt op federaal en Vlaams niveau. Genderpatronen kunnen daarom sneller doorbroken worden.” Op lokaal niveau zijn de meeste afdelingen in eerste plaats bezig met machtsbehoud, en dan spelen ze vaak op veilig. Ze kiezen voor meer van hetzelfde. Wie voorheen burgemeester of schepen is geweest, zal vaak ook de volgende keer de lijst willen trekken. En vaak zijn dat mannen. Een evenwichtige verdeling tussen man en vrouw is bovendien veel minder een issue in de gemeentepolitiek. Als er federaal of Vlaams amper vrouwen in de regering zitten, levert dat meteen debat op. Op lokaal vlak passeert dat geruisloos. Celis is daarom voorstander om, zoals in Brussel en Wallonië, te verplichten dat minstens een derde van de schepenen een vrouw is.

Stijgende trend? Toch zit er ook een (kleine) verbetering in de cijfers. In 2005 waren er nog slechts 7 procent vrouwelijke burgemeesters, in 2011 steeg hun aandeel al naar 8,8 procent. In 2017 zijn het er intussen 14 procent. Ook het aandeel schepenen zit in stijgende lijn. Zal er bij de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober opnieuw een stap voorwaarts worden gezet?

De masterproef van Sebastien Dewailly werd belicht in De Morgen. Meer weten? scriptiebank.be/mannenbastion Promotor Prof. Dr. Karen Celis

Er zit nieuws & geld in je scriptie! 7 WORDT DE BELGISCHE KUST HET NIEUWE ARUBA? Temperatuur stijgt aan tempo van meer dan 2°C per eeuw

Win tot 2.500 euro en persaandacht voor je werk! (Bijna) afgestudeerd? Doe mee met de Vlaamse Scriptieprijs: schrijf een artikel over je onderzoek en dien dit samen met je scriptie in.

> Alle info op www.scriptieprijs.be < > Deadline 30 september 2018 < Volg ons op  scriptieprijs  @scriptievzw

scriptieprijs


DE VL A AMSE SCRIPTIEKRANT · Jaargang 6 · n° 3 · Juni 2018

2

ONDERWIJS

Schooluitstap: een volle bus is een hele klus Waarom gaan niet alle leerlingen mee op schooluitstap? Wat doet thuisblijven met leerlingen, ouders en leraren? En hoe overtuig je ouders om hun kind toch mee te sturen? Dat onderzocht Lies Cokelaere in haar banaba-proef, opleiding Zorgverbreding en Remediërend leren. Ze won er de Klasseprijs voor beste onderwijsscriptie mee.

H

et onderwerp voor haar scriptie landde tijdens haar stage op de multiculturele Freinetschool Mandala in Gent. Op het programma: 5 dagen zeeklassen voor 44 leerlingen. Toen de bus vertrok, zaten er slechts 28 leerlingen op. “Bij de leraren zat de ontgoocheling hoog”, zag Lies Cokelaere. “Allemaal parels van mensen, vol begrip en idealen, anders geef je geen les in een multiculturele school. Maar die dag hoorde ik atypische uitspraken tegen thuisblijvers. Daar schrok ik van.” “Het was een bizarre schooldag. Leraren waren terecht ontgoocheld en gefrustreerd. Zij werken zo’n uitstap wekenlang uit, laten hun gezin 5 dagen achter. Maar ook de leerlingen die thuisbleven waren uit hun gewone doen en vermeden elk contact met hun leraren. Net als hun ouders.”

“Scholen mogen niet vergeten dat er meer is dan de pure kostprijs van de reis. Niet alle kinderen hebben een slaapzak, reiskoffer of kledij voor een week” Waarom houden sommige ouders hun kind thuis? “Zee- of bosklassen kosten geld. Veel scholen organiseren spaaracties, betalen zelf een deel van de koek of sturen kinderen gratis op uitstap. Maar daarvoor moeten ouders vaak door een administratieve rompslomp, waarop ze afhaken. Plus: scholen mogen niet vergeten dat er meer is dan de pure kostprijs van de reis. Niet alle kinderen hebben thuis een degelijke slaapzak, een stevige reiskoffer, kledij voor een week.” “Maar de kostprijs is zeker niet de enige reden om kinderen thuis te houden. Sommige culturen kennen de meerdaagse schooluitstap niet. Die ouders weten niet hoe ze met bos- of zeeklassen om moeten. Andere ouders zijn zeer beschermend en laten hun kinderen niet graag los, vinden de uitstappen te ver of vrezen racisme onder de kinderen.”

Stellen die ouders de uitstappen ook in vraag? “Heel soms zien ouders meerdaagse uitstappen meer als plezier maken dan als leren. Maar zelfs die ouders zijn niet blind voor de vaardigheden die hun kinderen daar aanleren. Ze geven zelf aan dat een meerdaagse schooluitstap hun kinderen zelfredzamer maakt.” “Leraren stellen de bos- of zeeklassen ook soms in vraag. ‘Waarom nog tonnen energie investeren als de halve klas op school blijft? Schaffen we de uitstap niet beter af?’ Doe dat niet. Uitstappen schrappen is met een grote bocht rond de multiculturele realiteit heen lopen.”

© Kevin Faingnaert

Lies Cokelaere: “Thuisblijvers riskeren tijdens en na de uitstap uit de klasgroep te vallen.”

Zijn thuisblijvers vooral een probleem op multiculturele scholen? “Daar speelt het meer. Maar op minder superdiverse scholen heb je ook ouders die twijfelen. Voor hen is het nog moeilijker om te verantwoorden waarom ze hun kind thuishouden. Omdat de grotere meerderheid van ouders en leraren het heel logisch vindt dat iedereen meegaat. Op multiculturele scholen moeten ouders zich vaker verantwoorden naar hun eigen omgeving als ze hun kind wel meesturen.”

Wat doet thuisblijven met de leerlingen? “Die kinderen komen in een moeilijke spreidstand terecht. Ze willen loyaal zijn naar hun leraren en ouders. Een kind kan aan zijn leraar vertellen dat het mee wil en 2 uur later aan zijn ouders dat het liever thuisblijft. Zonder te liegen. Kinderen willen graag gezien worden. Ze willen goed doen voor hun leraren en ouders, maar lopen daarin vast.”

“Uitstappen schrappen is met een grote bocht rond de multiculturele realiteit heen lopen” “Thuisblijvers riskeren tijdens en na de uitstap uit de klasgroep te vallen. Als je achteraf met de uitstap aan de slag gaat in de klas, probeer dan ook de thuisblijvers te betrekken. Luister en spreek met ze. Laat ze zelf voorstellen doen. Willen ze graag foto’s zien of over de uitstap praten met een klasvriend? Kansen genoeg om ze toch te betrekken, kinderen zijn daarin heel creatief.”

“Sommige ouders zijn zeer beschermend, vinden de uitstappen te ver of vrezen racisme onder de kinderen”

Welk effect heeft thuisblijven op ouders en leraren? “Ouders voelen veel druk van leraren en directeurs. Meegaan is toch logisch, horen ze. Einde gesprek. Maar als je hun zorgen snel van tafel gooit, voelen ze zich niet gerespecteerd als ouder. Als hun kinderen niet mee mogen, krijgen ze het signaal dat ze hun kinderen te kort doen. Terwijl het soms echt niet lukt.” “Als leraren er niet in slagen om ouders te overtuigen, komt dat binnen als een persoonlijke nederlaag. Onterecht. Als ze dan horen dat schooluitstappen een grote, onbekende stap zijn binnen sommige culturen, brengt dat rust.”

“Ouders vragen heel concrete informatie over activiteiten. Geef ze daarom het programma vooraf, toon video’s van een vorige editie of laat kinderen daarover vertellen. Ze willen zekerheid over gescheiden slaapplekken – misschien kunnen ouders de kampplaats vooraf bezoeken? – en zien het liefst attesten over halalvoeding. Een ouder mee in de kookploeg kan dat ook oplossen.” “Ouders wensen ook dat scholen hun uitstappen uitbouwen: eerst 2 dagen weg, dan langer. En ze vinden dat een meerdaagse uitstap ook dichtbij kan. ‘Waarom naar de Ardennen, in de buurt zijn toch ook bossen?’”

Welk eigen advies voeg je daar graag nog aan toe? “Zie ook het verhaal en twijfels van de ouders. Neem tijd voor een gesprek. Achter hun angsten zitten vaak zorgen en doelstellingen die je als leraar ook hebt. Ik ben de laatste om te zeggen dat je alle ouders kan overtuigen. Maar als je luistert naar hun vragen en vanuit die gedeelde zorg vertrekt, krijg je mensen mee. Ook leerlingen en ouders van wie je het niet had verwacht.”

Je liet ouders en kinderen tips formuleren. Welke blijven je bij? ‘Kinderen suggereerden zelf om ouders toe te laten te telefoneren tijdens de meerdaagse uitstap. Het grappige is: sommige scholen geven ouders die kans. En dan bellen ze niet eens vaak naar hun kinderen. Weten dat het mag, stelt ouders blijkbaar gerust.” “Iemand stelde voor om alle leerlingen bij vertrek een cadeau te geven. Een pluchen beer, zodat ouders weten dat kinderen troost vinden op een moeilijk moment. Een beetje opportunistisch, maar het speelt ook in op diezelfde nood: wat als mijn kind heimwee heeft, of een moeilijk moment?”

Dit interview door Bart De Wilde verscheen op Klasse.be Meer weten? scriptiebank.be/schooluitstap Promotor: Kris Maes


DE VL A AMSE SCRIPTIEKRANT · Jaargang 6 · n° 3 · Juni 2018

3

MEDIA

En ze daten nog lang en gelukkig In de echte wereld staan de verhoudingen tussen mannen en vrouwen onder hoogspanning. Zou het kunnen dat de weerslag daarvan te merken is in datingshows? Blind Getrouwd en Vind je lief, de recentste uit het genre, breken alvast met een aantal hardnekkige clichés, zo blijkt uit een analyse van Anke Lion (UGent).

hierboven beschreven staat. Je ziet de koppels in een dagelijkse omgeving, ze worstelen met problemen, ook uiterlijk zijn ze ‘gewoner’ dan de kandidaten van eerdere reeksen. De makers werken met een documentaire-stijl, die verschilt van het ‘sprookjesnarratief’ van vroegere datingshows. Maken we een bescheiden revolutie mee in tv-land?

J

e hebt de liefde zoals die echt is. En je hebt de liefde zoals die wordt voorgesteld in Disney-films en romantische komedies. ‘Die tonen een heel stereotiep beeld’, zegt Lion, master in de communicatiewetenschappen aan de UGent. ‘Ze gaan over hetero-relaties tussen een succesvolle, zelfzekere man en een mooie, jonge, onzekere vrouw. Het huwelijk wordt voorgesteld als het ultieme doel, en daar eindigen de films ook mee - je ziet niet hoe het het koppel later af gaat. Welnu, datzelfde patroon zie je in de datingshows, waarin nochtans beweerd wordt dat echte mensen er een echte relatie willen aangaan.’

“Reality-tv kan nog een pak realistischer”

© VTM

‘Blind Getrouwd’ breekt met de clichés van vorige datingshows.

Altijd een rijke man… In haar scriptie analyseerde Lion er zes, die de afgelopen 15 jaar op de Vlaamse televisie te zien waren: Olivier de Rijke (VTM, 2003), Wie wordt de man van Wendy? (VTM, 2006), De Bachelor (VTM, 2011), Singl3s (VIJF, 2014), Vind je lief (VRT, seizoen 2, 2016) en Blind getrouwd (VTM, seizoen 1, 2016). Vooral de eerste vier grossierden in de clichés. Verliefd worden, dat doe je blijkbaar in een chique villa, liefst op een tropische locatie, waar je kan gaan zeilen of gokken, en uiteraard verfijnd eten in dure restaurants. En hoe komt het dat geld nooit een probleem is? Omdat de man rijk is. Hij is een provider, zo noemen wetenschappers dat - zoals die prinsen met hun kastelen.

“Verliefd worden doe je blijkbaar in een chique villa op een tropische locatie” …en een hulpeloze vrouw ‘De vrouwelijke kandidaten hebben een traditioneel manbeeld’, zegt Lion. ‘Hun ideale man moet groot zijn, gespierd, iemand die hen op hun plaats durft te zetten...’ De vrouwen - slank, jong, blank, met lang haar - worden

dan weer voorgesteld als jaloers en onzeker. ‘Ze worden met opzet in situaties gebracht waarin ze zich ongemakkelijk voelen. Voor een vrouw met hoogtevrees wordt een vlucht met een luchtballon georganiseerd. Een andere vrouw gaat waterskiën, een sport die zij nog nooit gedaan heeft, zodat hij haar kan komen redden als ze valt. Zo bevestigen de programmamakers, zoals de Disney-films, dat dat de normale verhoudingen zijn in een relatie.’

Reality wordt realistischer

‘Het zou kunnen dat dit een trend is’, zegt Lion. ‘Ook Matchmakers, dat net op Vier liep, mikt op authenticiteit. Al is er nog veel werk aan de winkel. Op één homo in Vind je lief na, waren alle koppels tot dusver hetero. Ze zijn ook bijna allemaal blank en behoren tot de middenklasse. Reality kan dus nog een pak realistischer.’ VTM lijkt dat alvast te hebben begrepen. Voor het nieuwe seizoen van Blind Getrouwd gaat de zender op zoek naar holebi’s.

Meer weten? scriptiebank.be/realitydate Promotor: Prof. Dr. Daniël Biltereyst

Al is er de laatste jaren een ander type datingshow opgekomen. Vind je lief en Blind Getrouwd wijken nadrukkelijk af van wat

BUITENL AND INGENIEUS PATIËNTENFORMULIER HELPT INTERVENTIETEAMS MEDISCHE INFORMATIE OVER SLACHTOFFERS VERZAMELEN

“Hopelijk kan dit veel mensen Vijftig talen

Bij rampen is het uiterst belangrijk om snel medische informatie te verzamelen over de slachtoffers. Verpleegkundige Frank de Jong (Odisee) ontwikkelde daarom een patiëntenformulier waarmee interventieteams bij rampen aan de slag kunnen om zo bijvoorbeeld de uitbraak van ziektes tijdig te detecteren.

Daarom ontwikkelde de Jong een systeem met een elektronisch verwerkbaar, medisch patiëntenformulier. “Op mijn formulier kan ingevuld worden welke problemen de patiënt heeft, zodat de statistieken correct en gedetailleerd kunnen worden bijgehouden en er een globaal beeld gevormd kan worden. Nu worden er ook gegevens bijgehouden, maar dat gebeurt veel minder nauwkeurig. Ook voor de patiënt zelf is dit formulier handig, want er staat ook op welke zorg hij of zij allemaal heeft gekregen. Hij krijgt een dubbeltje mee, zodat hij dat kan laten zien bij latere raadplegingen door dokters.”

D

e oorlog in Jemen zorgde eind 2016 voor de ergste cholera-uitbraak ooit volgens de Verenigde Naties. Cholera veroorzaakt braken en zware diarree en is vooral voor kinderen, bejaarden en zieken levensbedreigend. De ziekte was uitgebroken door de slechte hygiënische omstandigheden die met de oorlog gepaard gaan. Zo zijn bijvoorbeeld de waterleidingen kapot waardoor mensen zich niet meer kunnen wassen en geen toegang hebben tot drinkbaar water. Door die slechte omstandigheden kon de cholera-bacil zich razendsnel verspreiden. Net in die situaties is het belangrijk medische informatie van slachtoffers tijdig te verzamelen.

Humanitair vrijwilliger Frank de Jong (50): “Hulpverleners hebben in zo’n situatie echt nood aan informatie over klachten, diagnoses, verstrekte zorg en demografie. Zo kunnen zij bijvoorbeeld de uitbraak van ziektes, zoals cholera in Jemen,

in nood helpen”

© Frank de Jong

Frank de Jong: IT-er, verpleegkundige én humanitair vrijwilliger.

tijdig detecteren”, aldus de Jong, zelfstandig IT-er die aan Odisee een bijkomende opleiding verpleegkunde afwerkte. Zelf is hij al tien jaar humanitair vrijwilliger, onder meer als logistiek ondersteuner bij het Belgische hulpverleningsteam B-Fast. Tijdens een interventie in de Filipijnen na de doortocht van tyfoon Haiyan in 2013 besefte hij dan ook hoe belangrijk, maar ook hoe moeilijk, het is om medische data tijdens een ramp te verzamelen.

“Het formulier bewees al zijn efficiëntie op grote festivals waar ook steeds heel wat medische hulp nodig is”

ook qua patiëntenrechten. “Het formulier is al getest op grote festivals waar ook steeds heel wat medische hulp nodig is. Daar bewees het z’n efficiëntie”, aldus de Jong. Op dit moment werkt hij met zijn promotor, spoedarts Gerlant van Berlaer (UZ Brussel), verder aan de ontwikkeling van het crisisdata-formulier en het achterliggende systeem. “Het systeem wordt verder getest in samenspraak met de WHO. Mijn promotor heeft in Genève ondertussen gesprekken gevoerd met verschillende landenteams die veel interesse toonden in de tool. Daarnaast zijn we ermee aan de slag gegaan bij migranten uit Soedan, Ethiopië en Eritrea die nu in het Maximilaanpark in Brussel verblijven."

Frank de Jong won met zijn scriptie de Bachelorprijs 2017, goed voor 1.500 euro. Zijn scriptie werd belicht in de Gazet van Antwerpen en Het Nieuwsblad. Meer weten? scriptiebank.be/crisisdata

Het formulier is in vijftig talen beschikbaar, zowel op papier als digitaal, en voldoet aan de standaarden die de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) oplegt,

Promotor: Gerlant van Berlaer


DE VL A AMSE SCRIPTIEKRANT · Jaargang 6 · n° 3 · Juni 2018

4

T ECH N O L O G I E

Chemotherap

Er is seks na de dood van een partner

NOOD AAN BETERE OPLEIDING THUISVERPLE

De chemo lekte soms uit de pomp, zoals te zien is op het draagzakje.

© Pixabay

Wie zijn partner verliest, voelt de aarde onder zijn voeten wegschuiven. Toch moet je je langzaamaan weer voorbereiden op een nieuwe toekomst. Maar hoe ziet die eruit? En hoe ga je om met de nieuwe gevoelens en verlangens die daar hoogstwaarschijnlijk deel van zullen uitmaken? Seksuoloog Stefan Rolf (KU Leuven) peilde naar de ervaring van mensen die hun partner verloren aan kanker en schuwde daarbij geen enkel taboe.

K

anker is een van de voornaamste doodsoorzaken in België: in 2013 was meer dan een vierde van de overlijdens daaraan te wijten. Over de seksualiteits-en relatiebeleving van weduwen of weduwnaars is echter weinig bekend. “Dood en seks zijn de twee grote thema’s van het leven. En toch wordt er zo weinig over gepraat,” zegt Rolf. “Ik was geïnteresseerd in de relatie-en seksualiteitsbeleving van mensen die hun partner verloren aan kanker. De gesprekken waren openhartig en gingen van verliefdheid en seksuele verlangens tot zelfbevrediging, fantasieën en seks toe.”

Unieke uitdagingen “Een van de grootste problemen voor de nabestaanden is vaak eenzaamheid: ze missen hun ‘maatje’ en verlangen naar de vriendschap en intimiteit uit hun vorige relatie,” zegt Rolf. “Dat is vaak ook een van de redenen waarom ze op zoek gaan een nieuwe relatie.” Maar dit brengt ook unieke uitdagen met zich mee. Overgebleven partners hebben vaak te kampen met complexe en tegenstrijdige gevoelens van angst, spanning, opwinding, plezier. Het moeilijkste blijkt om iemand te vinden die aan de hoge standaard die door de overleden partner is gezet, kan voldoen. Rolf koos voor een fenomenologische studie: een die de individuele ervaring van mensen centraal stelt. “Het is een zeer gevoelig onderwerp,” zegt hij daarover. “Ik contacteerde een aantal organisaties die rond rouwverwerking werken en van daaruit hebben mensen actief contact met mij opgenomen. Dat bleken dan een man

en zes vrouwen te zijn. Ik ben vooral dankbaar dat deze mensen zo open zijn geweest. Uiteindelijk gaat het over zeer intieme dingen, waar mensen sowieso al niet vaak over praten, laat staan na de dood van je partner en alle andere gevoeligheden die dat met zich meebrengt.”

“Dood en seks zijn de twee grote thema’s van het leven. En toch wordt er zo weinig over gepraat” Niet representatief Uit de gesprekken distilleerde Rolf vier grote terugkerende thema’s: de overleden geliefde is nog steeds erg aanwezig in het leven van de weduwe of weduwnaar; de terugkeer naar een ‘ik’; de omgeving en het onderwerp seks en (nieuwe) relaties; en tegenstrijdige gevoelens en gedachten over het verdergaan met het leven. “Die thema’s kun je niet los van elkaar zien,” zegt hij. “Maar dit is geen handleiding, geen aanbeveling, hoogstens een beschrijving van hoe het zou kunnen zijn.” Dit niet wil zeggen dat mensen zich hierin of in sommige aspecten ervan, niet kunnen herkennen. Tegelijk toont de studie ook aan dat niet iedereen op dezelfde manier omgaat met rouw en seksualiteit na de dood van zijn of haar partner. “Ik hoop dat dankzij dit onderzoek het grote publiek beter zal kunnen begrijpen wat mensen doormaken na het verlies van een partner aan kanker, en hoe zich dat uit op seksueel en relationeel vlak.”

Naalden werden onoordeelkundig afgeknipt en leidingen niet vakkundig afgekoppeld.

Kankerpatiënten kunnen nu ook thuis een deel van de chemokuur krijgen. Ze worden dan opgevolgd door een thuisverpleegkundige. Maar er worden nog te veel fouten gemaakt. Jolien Cloes, Sofie Kinders en Yvonne Offermans (PXL Hogeschool) brengen in hun scriptie ‘Chemo in de sachoche’ het probleem in kaart en ontwikkelden e-learningpakketten om thuisverpleegkundigen te begeleiden.

V

erzorgd kunnen worden in de vertrouwde omgeving blijft voor veel mensen een meerwaarde. Kankerpatiënten die, indien hun gezondheid het toelaat, hun chemotherapie thuis kunnen laten doorgaan, ervaren daardoor minder stress en meer comfort. Minder hospitalisatiedagen betekent ook een fikse besparing voor de gezondheidszorg. Maar chemotherapie toedienen vraagt kennis van zaken en is niet altijd zonder gevaren, voor de patiënt of voor de verpleegkundige. In het ziekenhuis zijn alle middelen voorhanden om het medisch afval weg te gooien en zijn de verpleegkundigen op de dienst oncologie voldoende opgeleid, dankzij een verplichte opleiding. Thuisverpleegkundigen mogen in België deze handelingen echter uitvoeren ongeacht hun opleidingsgraad en zonder bijkomende opleiding. En dat brengt problemen met zich mee in de praktijk.

Weinig kennis

Meer weten? scriptiebank.be/watnakanker Promotor: Prof. Dr. Erick Janssen

Bij chemotherapie wordt het product Fluorouracil intraveneus toegediend. Het heeft als taak de kankercellen te vernietigen. Het product wordt toegediend via een een draagbaar pompje dat met een katheter in de ader van de patiënt wordt ingebracht. Bij thuisverzorging is het de bedoeling dat de thuisverpleegkundige het pompje afkoppelt en het daarna dubbel verpakt. De patiënt moet

daarna het pakje afgeven bij het eerstvolgende ziekenhuisbezoek. De naald moet door de thuisverpleegkundige in een naaldcontainer worden gegooid. Dat is de geijkte procedure. “In de praktijk blijkt een groot deel van de thuisverpleegkundigen echter ernstige fouten te maken tijdens dit proces, grotendeels omdat ze niet over voldoende kennis beschikken,” zegt promotor Caroline Hauquier. Uit de anonieme enquête die Cloes, Kinders en Offermans afnamen bij 71 zelfstandig thuisverpleegkundigen bleek namelijk dat slechts 14% op alle handelingen de correcte methode toepaste. Maar liefst 86% van hen wist niet hoe ze op een correcte manier het pompje moesten afkoppelen en veilig moesten opbergen.

“We willen geen beschuldigende vinger uitsteken naar thuisverplegers, maar ons onderzoek bewijst dat er nood is aan extra opleiding en betere opvolging” ONDERZOEKSTER CAROLINE HAUQUIER

Losse eindjes en naalden In een tweede fase van het onderzoek gingen de studenten de chemopompjes zélf controleren in een aantal ziekenhuizen in Limburg. Uit de controle van 78 pompjes stelden ze vast dat er zeer ernstige fouten gemaakt werden, die schadelijk zijn voor de gezondheid van de patiënt, thuisverpleegkundige én die van de verpleegkundige in het ziekenhuis, die


DE VL A AMSE SCRIPTIEKRANT · Jaargang 6 · n° 3 · Juni 2018

5

T EC H N O L O G I E

pie op de sofa

EEGKUNDIGEN VOOR OPVOLGING PATIËNTEN

Verpleegkundige ontwikkelt instructievideo over

hoorapparaten

Hoewel veel ouderen in woonzorgcentra een hoorapparaat dragen, blijkt uit onderzoek dat zorgverleners onvoldoende knowhow hebben over de zorg van de apparaten. Verpleegkundige Tine Van Dessel (Thomas More Hogeschool) ontwikkelde een instructievideo om dat probleem te verhelpen.

M

de pompjes in ontvangst neemt. Zo zat in veel gevallen de afgekoppelde chemopomp niet in een afgesloten zak, of was de leiding doorgeknipt. Soms zat de naald los in het zakje of stak ze door het plastic heen. Allemaal fouten die op lange termijn ernstige gevolgen kunnen hebben.

Online leren Dankzij de enquête en het onderzoek van de pompjes konden de studenten vaststellen op welk vlak de problemen zich precies voordoen. Op basis daarvan ontwikkelden ze een e-learningpakket met filmpjes waarin de procedure voor thuisverpleging en de opvolging van de chemotherapie stap voor stap wordt uitgelegd. De korte versie toont hoe je het pompje correct afkoppelt en hoe je op een veilige manier het afval verwijdert. De uitgebreide versie behandelt de chemo en zijn gevaren, het pompje, en wat je moet doen met het besmet afval. De filmpjes lieten ze vervolgens zien aan de verpleegkundigen die hadden meegewerkt aan de enquête. De bevraging die daarna werd gedaan toonde een daadwerkelijke verbetering van de kennis.

Nood aan regularisering “Dit onderzoek pleit voor meer supervisie en opleiding voor zelfstandig thuisverpleegkundigen,” zegt Hauquier. “Een van de grote frustraties bij verpleegkundig personeel in het ziekenhuis is namelijk dat zij verplicht zijn opleidingen te volgen, maar dat die regels niet gelden voor zelfstandig thuisverpleegkundigen. Er is een grote nood vanuit het werkveld aan regularisering voor thuisverpleegkundigen. We willen onder geen beding een beschuldigende vinger uitsteken naar onze collega’s, maar hebben bewijzen verzameld om betere maatregelen te kunnen treffen in de toekomst.”

Meer weten? scriptiebank.be/chemoopdesofa Promotor: Caroline Hauqieur

et de vergrijzing van de bevolking neemt ook het aantal mensen dat een hoorapparaat nodig heeft door ouderdomsslechthorendheid toe. Vermits een groot deel van de ouderen in een woonzorgcentrum terechtkomt, zou je denken dat zorgverleners ook weten hoe ze moeten omspringen met hoorapparaten. Toch blijkt dit niet het geval te zijn.

“Soms gingen hoorapparaten zelfs mee in de douche of het bad, met een defect tot gevolg”

Tine Van Dessel: “In België is er nog geen concreet onderzoek naar gevoerd, maar in Noorwegen geeft amper 1 op de 10 zorgkundigen zelf aan voldoende op de hoogte te zijn van het gebruik van de apparaatjes. Ook bij onderzoek in Nederland doken veel problemen op: zo verwisselden zorgverleners linker- en rechtertoestellen ondanks het duidelijk zichtbare verschil of waren batterijen al weken leeg voordat iemand het opmerkte. Soms gingen apparaten zelfs mee in de douche of het bad, met een defect tot gevolg.”

Laatste loodjes?

Dit is je ‘bijna-afgestudeerd-checklistje’    

Ein-de-lijk die scriptie afwerken en indienen voor de Scriptieprijs Die ene syllabus from hell in een ritueel vreugdevuur verbranden Reisje, festival en belachelijk lang uitslapen zonder schuldgevoel Aansluiten bij LM (minder cool, maar wel belangrijk  )

Als je begint te werken, moet je je verplicht aansluiten bij een ziekenfonds. Bij LM krijg je royale tegemoetkomingen voor brillen en lenzen, sport, dieet, psychologische begeleiding en nog veel meer. Alle voordelen van LM vind je op www.lm.be.

Piepgeluiden Van Dessel boog zich in thesis over het probleem. Ze liet zich daarbij inspireren door haar vriend die zelf een gehoorverlies heeft en sinds zijn vijfde een hoorapparaat draagt. “Hij leerde mij heel veel over het gebruik ervan. Toen ik verder ging studeren besefte ik dat de basiszorg nergens in mijn opleiding aan bod kwam. Ook tijdens mijn stage en vakantiewerk in woonzorgcentra merkte ik dat zorgverleners weinig kennis van het apparaatje hebben.” Dus ontwikkelde Van Dessel een filmpje waarin ze op een eenvoudige manier het volledige reilen en zeilen van het hoorapparaat uitlegt. “Je krijgt er ook enkele trucjes te zien: zo kom je te weten dat je kan testen of een hoorapparaat nog werkt door er je handen omheen te houden. Maakt het apparaat dan piepgeluiden, dan weet je dat het nog werkt.” Het filmpje wordt nu gebruikt bij de opleiding verpleegkunde aan de Thomas More Hogeschool.

Tine Van Dessel werd met haar scriptie genomineerd voor de Bachelorprijs 2017. Meer weten? scriptiebank.be/hoorapparaten Promotor: Kristine Sels


DE VL A AMSE SCRIPTIEKRANT · Jaargang 6 · n° 3 · Juni 2018

6

T ECH N O L O G I E

Zegt de ene

computer tegen de andere

Computers worden almaar slimmer, en ze kunnen steeds beter menselijk gedrag imiteren. Maar dat ze ook moppen kunnen vertellen? Dat was nieuw voor ons. Thomas Winters (KU Leuven) bewees het.

W

inters, master in de ingenieurswetenschappen aan de KULeuven, schreef een algoritme waarmee computers zelf grappen kunnen genereren. Dit, bijvoorbeeld, is een grap die door zijn (Engelstalige) robot werd bedacht: “ I like my coffee like I like my women: black.” Nog eentje? “I like my coffee like I like my women: Irish.” En vooruit, nog een, om het af te leren. “I like my women like I like my films: silent.”

“Philippe Geubels hoeft nog niet meteen te vrezen voor zijn job”

U merkt het: een avondvullende show zit er nog niet in. Daarvoor zit er iets te weinig variatie in het repertoire. Dat komt door hoe de computer zichzelf leert moppentappen: naar analogie.

die makkelijk in een formule te gieten is. 'Ik hou van mijn X zoals van mijn Y: Z.' Vervolgens werd de e-humor op hetzelfde forum ter beoordeling aangeboden, aan een publiek van bijna tienduizend man.

Grappen als sociale lijm

e-humor Winters voerde hem honderden bestaande grappen, door mensen gemaakt, gekoppeld aan de beoordeling ervan door bezoekers van een online moppenplatform. Door die met elkaar te vergelijken leerde de robot herkennen wat mensen leuk vinden. Omdat een machine een voorkeur heeft voor herkenbare patronen, koos Winters een soort woordgrap

ë

S T RI J D E W

ë

D

Het resultaat? Philippe Geubels hoeft nog niet meteen te vrezen voor zijn job: slechts 11,4% van de virtuele grappen werden echt grappig gevonden. Al is dat tegelijk heel knap. Van de menselijke moppen op het platform scoorden er immers maar 22,6% een gulle lach. De robot die Winters bouwde, is dus half zo geestig als een echte mens.

Funny Siri Je kan je afvragen waarom een computer moppen moet leren tappen. Grappen hebben een sociale functie. Mensen vertellen grappen om vrienden te maken, om een lief te versieren, om het ijs te breken in een nieuwe omgeving, om een band te smeden onder collega’s, om conflicten op te lossen en, in uitzonderlijke gevallen, om er geld mee te verdienen en beroemd te worden. Waarom zou je dat willen uitbesteden aan een computer? Wel, Winters ziet mogelijke toepassingen bij computers die nu al met mensen communiceren, zoals Siri van Apple. Die zouden met een beetje humor nog aangenamer worden om mee te werken.

Of de virtuele grappen kunnen een inspiratiebron vormen voor echte komieken. Voor als die om nog een laatste witz verlegen zitten. Iets met koffie, en een vrouw.

Meer weten? scriptiebank.be/robotkomiek Promotor: prof. dr. Danny De Schreye en Vincent Nys

WIN EEN EXEMPLAAR VAN HET GROTE “IK HEB EEN VRAAG”-BOEK Waar begint een regenboog? Waarom blijft een spin niet in haar eigen web kleven? En hoe werkt wifi? Stuk voor stuk boeiende vragen waarop je een antwoord vindt op www.ikhebeenvraag.be Dat platform werd in 2008 gelanceerd door Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen in Brussel om groot en klein de mogelijkheid te geven hun vragen aan een wetenschapper te stellen. Het platform kent een groot succes met duizenden vragen van het publiek die helder door wetenschappers werden beantwoord. Naar aanleiding van de 10e verjaardag van het platform bundelde Bart Coenen, de coördinator van Ik Heb Een Vraag, 200 wetenschapsvragen van nieuwsgierigen van alle leeftijden met de antwoorden van wetenschappers in een overzichtsboek. Stephanie Dehennin zorgde voor prachtige illustraties. En wij mogen 10 exemplaren weggeven!

Wil je kans maken op een exemplaar van dit prachtige boek? Surf dan naar scriptieprijs.be/boekwedstrijd en beantwoord de prijsvraag!


DE VL A AMSE SCRIPTIEKRANT · Jaargang 6 · n° 3 · Juni 2018

7

K L I M A AT

Wordt de Belgische

kust het nieuwe Aruba?

‘Warmer en minder wind aan de kust.’ Klinkt als een weerbericht van een zomerdag, maar het is helaas de lineaire trend van het Belgische kustklimaat tussen 1950 en nu. Wiskundige Elke Debrie dook in onontgonnen statistieken van de weerstations van Koksijde en Oostende en maakt zich zorgen: “De temperatuur stijgt aan 2°C per eeuw.”

krachtige wind neemt in zowel Oostende als Koksijde een duik. Het aantal dagen met zwakke tot matige wind neemt vooral in Oostende markant toe. Deze trend van verzwakkende wind wordt ook op andere plaatsen in de wereld opgemerkt. Aan dit tempo zouden de windmolens van Belwind en C-Power aan de kust in 2067 een derde minder energie opwekken dan in 2017. “Het verschil is groot, omdat een klein verschil in windpatroon (-12%) verhoudingsgewijs grote gevolgen heeft voor de hoeveelheid opgewekte elektriciteit (-32%)”, legt Elke uit. “Dat is jammer, want wind is misschien wel de meest duurzame en veelbelovende energiebron.”

H

et klimaat verandert, en de mens is daarvoor verantwoordelijk, op zijn minst gedeeltelijk. Daarover zijn wetenschappers het eens. Vooral op de Noordpool wordt het warmer, maar het kwik stijgt op bijna alle plaatsen op aarde. Ook aan de Belgische kust? Dat onderzocht Elke Debrie voor haar masterthesis in de wiskunde. Geadviseerd door een meteoroloog en een statistica, ging ze op zoek naar patronen in het Belgische kustweer. Ze analyseerde de gegevens van de weerstations op de luchtmachtbasis in Koksijde en op de luchthaven in Oostende, van de jaren 1950 tot nu. Die waren nog nooit grondig geanalyseerd, in tegenstelling tot de gegevens van het KMI in Ukkel en Zaventem.

“Aan dit tempo zouden de windmolens aan de kust binnen 50 jaar tot een derde minder energie opwekken dan nu het geval is”

De verzwakkende wind kan de energiewinning uit windturbines sterk doen dalen.

Het wordt warmer… Wat bleek? Aan de Belgische kust wordt het duidelijk warmer. De gemiddelde temperaturen stijgen aan een tempo van meer dan 2°C per eeuw. De zomers zijn heter geworden en de winters milder. De statistiek is glashelder: dit is een echte trend, geen toevallige schommeling. Die opwarming van onze kuststreek kan gevaarlijke gevolgen hebben op de evolutie van planten- en diersoorten, stelt Elke: “Een markant voorbeeld is dat van de tijgermug. Britse onderzoekers ontdekten al dat de Aziatische tijgermug op komst is naar onze streken. Die mug draagt soms virussen die infectieziekten veroorzaken, zoals gele koorts, dengue en

zikakoorts. Vroeger zaten ze in Zuid-Europa, nu bieden meer noordelijk gelegen regio’s de ideale omstandigheden.” Elke reikt andere pistes van onderzoek aan: “Welke trekvogels verdwijnen er uit het Zwin? Of hoe ontwikkelen zich de flora in de IJzermonding?”

… en de wind gaat liggen Ook met de wind is er wat aan de hand. Vooral de metingen in Oostende tonen een uitgesproken tendens: de windsnelheid is er gemiddeld 5 meter per seconde, maar verandert aan een vaart van gemiddeld -1,2 m/s per eeuw. Het aantal dagen per jaar met

Een afname in wind heeft nog een ander kwalijk gevolg: minder luchtcirculatie. Vooral in verstedelijkte gebieden, zoals Vlaanderen, blijft de luchtvervuiling dan hardnekkiger hangen.

Meer weten? scriptiebank.be/kustklimaat Promotor: prof. dr. Els Goetghebeur en David Dehenauw

GESCHIEDENIS

Spaanse griep in België werd zwaar onderschat In het begin van het jaar 1919 meldden Belgische kranten met verstomming dat de Spaanse griep wereldwijd miljoenen dodelijke slachtoffers had gemaakt. Terwijl in onze buurlanden de burgers de omvang van de ziekte kenden, was de Belgische bevolking lange tijd niet op de hoogte. Laurine Hendrickx dook in oude archieven naar verklaringen.

D

e masterproef Onderschat en onbeantwoord. De publieke perceptie van de Spaanse griep in de Belgische context is goed getimed. Het is een eeuw geleden dat de Spaanse griep in zes maanden tijd liefst 30 miljoen slachtoffers maakte. Toch berichtte de Belgische pers nauwelijks over de ziekte. Laurine Hendrickx vlocht uit hoe de Belgische politieke, medische en militaire autoriteiten en ook de pers op de Spaanse griep reageerden in vier periodes: de intrede van de ziekte in het voorjaar en de zomer van 1918, de zeer dodelijke periode oktober-november 1918, het jaar 1919 en de lichtere nasleep in de jaren 1920-1930.

Bezetting Het was de oorlogscontext die de ziekte doorgang bood. Verzwakte soldaten waren drager van de ziekte en de internationalisering bij de bevrijding deed de griep nog eens stevig doordrukken in oktober-november 1918. Uiteindelijk zou de ziekte in ons land zo’n 280.000 levens eisen. Zo stierven er meer mensen aan de griep dan door de gevechten.

Het katholiek blad Het Vlaamsch heelal weet de ziekte aan de bloote halsen en borsten van vrouwen, slavinnen eener onzinnige mode

het Bulletin de l’Académie Royale de médecine de Belgique verscheen helemaal niet”, weet Laurine. “Pas vanaf juli 1918 verschijnen de eerste berichten in de pers, die de mening van buitenlandse artsen overnemen, omdat de Belgische burgerartsen niet vrij konden spreken of gevlucht waren, opgevorderd voor het leger of zelf ziek waren geworden. De informatie moest uit de buitenlandse berichtgeving komen, maar daar koos men ervoor geen paniek te zaaien. Bovendien trad de Duitse bezetter allicht zelf censurerend op.” De griep ging bovendien even snel weer liggen als hij was opgedoken. Op het hoogtepunt van de griep vierden we de bevrijding en kon er vrijuit bericht worden, maar toen ging de griep dus ook naar zijn einde toe en even later raakte het land in de ban van de wederopbouw.

Griep toont kleine kantjes De Belgische bevolking had geen idee van de toedracht. “We leefden hier onder Duitse bezetting. De regering bevond zich in ballingschap in Le Havre, dus politieke communicatie was er niet en ook het parlement lag stil. En

De scriptie van Laurine legt ook de kleine kantjes van de mens bloot. De geneeskunde had onder invloed van Louis Pasteur bijvoorbeeld een mooie reputatie opgebouwd. Dat bleef beter zo en berichten over de machteloosheid van de artsen kwamen dan ook

amper voor. Tegelijk prezen kwakzalvers in kranten bereidingen aan die de griep moesten buiten houden. De ziekte maakte het ook mogelijk schuldigen aan te duiden. Het katholiek zondagsblad Het Vlaamsch heelal zag de oorsprong van de griep in zedelijk verderf: ‘Wij bedoelen de bloote halsen en borsten van vrouwen, slavinnen eener onzinnige mode.’ Anderen zagen de oorzaak van het kwaad in de Chinese arbeiders aan het Franse front of bij de bolsjewieken. “Niemand weet echter waar de griep vandaan komt”, stelt Laurine. In 1920 in de socialistische Vooruit stond dat zo: ‘Deze ziekte is niet meer Spaansch dan Belgisch: zij is ongelukkiglijk internationaal.’

Meer weten? scriptiebank.be/spaansegriep Promotor: prof. dr. Marnix Beyen


DE VL A AMSE SCRIPTIEKRANT · Jaargang 6 · n° 3 · Juni 2018

8

R ECH T

Stagiairs familie- en verbintenissenrecht lopen binnen de advocatuur het meeste risico op burn-out

Erfenissprong brengt geld bij wie het nodig heeft

Ook de advocatuur ontsnapt niet aan burn-out, een van de ziektes van deze tijd. Vooral jonge stagiair-advocaten die werken in het familieen verbintenissenrecht, lopen risico. Dat blijkt uit de masterscriptie van Kirsten Van de Steen (UGent).

V

an de Steen nam ook depressie bij advocaten onder de loep. Ze stuurde 1.148 enquêtes naar de advocaten van de balie Gent van wie de gegevens te vinden waren op de website van de balie. Tussen de 175 en 210 advocaten vulden ze in. Van hen had 5,46 procent symptomen van burn-out. Bijna 30 procent vertoonde tekenen van depressie. Ter verduidelijking: burn-out en depressie worden vaak over dezelfde kam geschoren, maar dat is niet terecht. Burn-out is een energiestoornis, en depressie een stemmingsstoornis. “Burn-out wordt wel eens een mismatch tussen de jobvereisten en je persoonlijkheid genoemd”, aldus Van de Steen. “Bij depressie is er een meer algemeen gevoel van neerslachtigheid.”

“Bijna 30% van de ondervraagde advocaten vertoonde tekenen van depressie” Oorzaak gezien in werk Vooral vrouwen scoorden hoog op burn-out en depressie. Veertig procent van de advocaten met een burn-out is advocaat-stagiair, voor depressie is 25 procent advocaat-stagiair. De helft van de personen met een burn-out is tussen de 21 en 30 jaar, bij depressie is dat dik 37 procent. Uit het onderzoek van Van de Steen blijkt dat een meerderheid van de advocaten die een burn-out hebben, de oorzaak daarvan alleen in het werk ziet. Dertig procent van de bevraagden met een burn-out zegt 51 tot 60 uur per week te werken, 20 procent werkt zelfs meer dan 60 uur per week.

© Pixabay

“Advocaten hebben recht op 5 uur psychologische bijstand. Dat is te weinig”

Hulplijn alleen onvoldoende Advocaten kunnen sinds 1 januari 2017 de klok rond terecht bij de telefoonlijn Rehalto Luistert voor een gesprek met een psycholoog, maar die bijstand noemt Van de Steen onvoldoende. Ze pleit ervoor dat advocaten onbeperkt terecht zouden kunnen in de praktijk van de psychologen, en niet de vijf uur die nu voorzien is. “Daarmee kun je misschien een diagnose stellen, maar geen behandeling uitvoeren”, luidt het. Van de Steen suggereert ook nog een onafhankelijke lijst met psychologen. “Op die manier kunnen advocaten die geen beroep willen doen op de psychologische bijstand georganiseerd via de balie, ook de weg vinden naar professionele hulp.”

Deze scriptie werd belicht in De JuristenKrant en in Het Laatste Nieuws. Meer weten? scriptiebank.be/advocatuur

Bij een vrijwillige erfenissprong komen kleinkinderen rechtstreeks tot het nalatenschap van hun grootouders. Dat kan handig zijn, want dan krijg je geld op een leeftijd dat je het echt kan gebruiken. “Die kans wordt helaas zeer weinig gegrepen. In haar huidige bestaansvorm is deze juridische formule niet aantrekkelijk genoeg”, zegt juriste Lien Van Goethem.

M

ensen worden steeds ouder. Bijgevolg erven mensen vaak pas van hun ouders als ze zelf op pensioen gaan. Terwijl ze vooral geld kunnen gebruiken om een huis af te betalen of hun kinderen te laten studeren. In 2012 werd dan ook de vrijwillige erfenissprong ingevoerd. Die is gebaseerd op de ‘plaatsvervulling na verwerping’. Als een kind een erfenis verwerpt wanneer een ouder komt te overlijden, kan het kleinkind of kunnen de kleinkinderen de plaats van hun ouder invullen en (hun deel van) de erfenis genieten. Die plaatsvervulling na verwerping betekende een verbetering van de wetgeving van vóór 2012. Tot dan diende het kind van de erflater de nalatenschap eerst te aanvaarden, om ze vervolgens aan de kleinkinderen te kunnen schenken. Fiscaalrechtelijk oninteressant, door een cumulatie van schenkingsrechten en successierechten.

“Je kunt de nalatenschap enkel volledig verwerpen als je wil dat je kinderen je plaats innemen”

Promotor: Prof. dr. Yves Jorens

COLOFON De ScriptieKrant is een uitgave van Scriptie vzw. Scriptie heeft als missie wetenschap, techniek en innovatie dichter bij het grote publiek te brengen en het werk van jong onderzoekstalent meer bekendheid te geven. teksten:

Marjorie Blomme, Tom Naegels, Johan De Crom en Arnaud Zonderman www.grase.be verantwoordelijke uitgever: Arnaud Zonderman · Rozenweg 4b · 1731 Zellik vormgeving:

De Vlaamse Scriptieprijs wordt ondersteund binnen het Actieplan Wetenschapsinformatie, een initiatief van de Vlaamse Overheid.

Alles of niets

In haar scriptie ‘De erfenissprong. Welke rol kan de vrijwillige erfenissprong vervullen binnen een modern erfrecht?’ uit Van Goethem evenwel ook kritiek op de relatief recente ‘plaatsvervulling na verwerping’: “Je kunt de nalatenschap enkel volledig verwerpen als je wil dat je kinderen je plaats innemen. Het gaat dus om ‘alles of niets’ overhouden en wie wil niet wat geld opzij houden voor zijn oude dag?” “Er moet in de eerste plaats een gedeeltelijke erfenissprong mogelijk worden”, zegt Lien. “Pas bij die vrijheid gaan de mensen er echt voor kunnen kiezen.” “Tweede voorwaarde voor succes is dat de sprong fiscaal interessanter wordt. Ook bij de plaatsvervulling na verwerping moeten vandaag nog successierechten betaald worden. Dus moeten dan de nog weinig

kapitaalkrachtige kleinkinderen plots veel geld vrijmaken”, stelt Lien. “Het is wel zo dat er in totaal maar éénmaal successierechten moeten betaald worden om het geld bij de kleinkinderen te krijgen, omdat een generatie wordt overgeslagen.”

“Mensen worden steeds ouder. Het gevolg is dat mensen steeds vaker pas van hun ouders erven als ze zelf op pensioen gaan, hun huis afbetaald is en ze het geld dus minder nodig hebben”

Hervormingen van minister Geens betekenen alvast een stap in de goede richting: sinds kort worden successierechten niet meer berekend op het totale bedrag en dus in een hogere belastingschaal, maar per erfdeel dat de kinderen apart toekomt. Zo blijven ze elk belast in een lagere schaal.

Eenvoud maakt pracht Voor Lien Van Goethem is het evenwel duidelijk: er moet voor een gedeeltelijke vrijwillige erfenissprong gekozen kunnen worden en ook het systeem moet fiscaal interessanter worden. “Ik pleit voor een nieuwe manier om de vrijwillige erfenissprong te realiseren, zonder gebruik te moeten maken van de plaatsvervulling na verwerping. Dat kan door een aanvaarding met doorgeefrecht. De erfgenaam ontvangt dan de erfenis maar mag binnen een bepaald tijdsbestek een gedeelte daarvan belastingvrij doorgeven aan zijn eigen kinderen.” Zo kan volgens Lien de vrijwillige erfenissprong een succes worden. “Het is een juridische tool om successieplanning in extremis mogelijk te maken, na het overlijden. Vooraf hoeft niets geregeld te worden en het is de erfgenaam die bepaalt wat er verder met het geld gebeurt. Hij is ook het best geplaatst om te zien wat hijzelf en zijn kinderen op dat moment nodig hebben.”

Meer weten? scriptiebank.be/erfenissprong Promotor: Prof. Dr. Mark Delanote


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.