Vlaamse ScriptieKrant Juni 2017

Page 1

je Win met scriptie

DEEL JE KENNIS

Een uitgave van Scriptie vzw om sterke eindwerken van Vlaamse studenten in de kijker te zetten | JAARGANG 5 · N° 2 · JUNI 2017 Scriptie vzw · Rozenweg 4b · 1731 Zellik · t 02 463 59 20 · info@scriptieprijs.be www.scriptieprijs.be · www.scriptieprijs2014-18.be · www.scriptiebank.be  scriptieprijs  scriptievzw

3

Inferno in de Brusselse Innovation Vijftig jaar later voelen we nog altijd de effecten op de Belgische samenleving

‘Dumpster diving’ in Vlaanderen: Een diner uit de

4

Gekoppeld rijden

Vrachtwagens kunnen tot 5 procent besparen

vuilnisbak ©iStock

6

Tous ensemble

Migratieachtergrond verdwijnt wanneer Rode Duivels spelen

Eten en goederen uit vuilnisbakken halen: het klinkt voor veel mensen niet erg aanlokkelijk. Toch komt het fenomeen, dumpster diving, ook in België voor. Criminologe Leyla Altmiskara (UGent) onderzocht de motieven van de ‘divers’ in Vlaanderen voor haar masterthesis. Leyla Altmiskara: “De Vlaming gooit jaarlijks gemiddeld 18 tot 26 kg bruikbaar voedsel weg. Wereldwijd liggen die cijfers nog hoger. Toch zijn ongeveer één op de negen mensen in de wereld chronisch ondervoed. Als reactie hierop doen steeds meer mensen aan ‘dumpster diving’. Dit is een fenomeen waarbij personen nog bruikbare goederen recupereren uit vuilnisbakken van supermarkten, restaurants, ... Helaas is deze activiteit nog altijd illegaal in België. Het strafrecht beschouwt dumpster diving namelijk als diefstal.”

Zwervers

8

Patrimonium in Brussel

Linsy Raaffels wil met haar onderzoek architectenwoningen beschermen

Criminologe Leyla Altmiskara wou meer weten over de drijfveren van de dumpster divers. Hiervoor ging ze drie maanden op pad met verschillende mannelijke en vrouwelijke divers. Tien ervan, tussen de 20 en 65 jaar, heeft ze geïnterviewd.

Squashracket

Maar waarom zou iemand in containers willen snuffelen? Alle geïnterviewde dumpster divers doen dit voornamelijk uit ecologische

en maatschappelijk overwegingen. Door te dumpster diven willen zij de verspilling van voedsel en andere waren tegengaan. Maar één persoon binnen de groep zei met dumpster diving begonnen te zijn uit financiële noodzaak. Daarnaast vinden de divers het ook gewoon leuk en spannend om te doen. Je weet natuurlijk nooit wat je kan tegenkomen. Zo hadden ze onder andere al een nieuw squashracket, nieuwe loopschoenen, een fles rosé en een doos waspoeder gevonden. Voor de rest vinden ze het een leuke activiteit om met vrienden te doen of geven ze de buit weg aan sociale projecten zoals volkskeukens.

“Veel mensen categoriseren goederen en eten te snel als onbruikbaar”

Er bestaat nog altijd te weinig beleid rond voedselverspilling en dumpster diving. Dumpster divers hebben zo hun eigen idee over nodige veranderingen. Volgens enkelen onder hen is er een mentaliteitswijziging nodig. Veel mensen categoriseren goederen en eten te snel als onbruikbaar. Bovendien moeten supermarkten meer verantwoordelijkheid

krijgen, maar hiervoor moet men de wetgeving wijzigen. Zo stellen ze onder andere voor dat supermarkten de dag voor de vervaldatum verplicht moeten worden om waren weg te schenken aan bijvoorbeeld voedselbanken.

De bekendste dumpster diver in Vlaanderen is ongetwijfeld Steven de Geynst oftewel de ‘Muffin Man’. Hij werd in 2010 opgepakt voor het stelen van enkele slecht gebakken muffins uit een afvalcontainer. In eerste aanleg kreeg hij een gevangenisstraf van zes maanden voorwaardelijk. In februari 2012 werd hij door het Hof van Beroep in Gent vrijgesproken. Zijn strijd tegen voedselverspilling geeft hij, ondanks de heisa, niet op.

Deze scriptie werd belicht in De Morgen. Meer weten? Raadpleegde de scriptie via scriptiebank.be/dumpsterdiving Promotor: Prof. Dr. Tom Decorte


DE VL A AMSE SCRIPTIEKRANT · Jaargang 5 · n° 2 · Juni 2017

2

ONDERWIJS

Kinderen van kleuterbegeleiders hebben een grotere actieve woordenschat

Truijen: "Kleuterbegeleiders weten als geen ander hoe ze taal en communicatie bij kleuters kunnen stimuleren." ©iStock

“Het aanleren van een basiswoordenschat is één van de belangrijkste doelen in de kleuterschool”, zegt logopediste Gitte Truijen. Kleuterleiders weten dus als geen ander hoe taal en communicatie bij kleuters te stimuleren. Spreken kinderen van kleuterleiders dan beter dan leeftijdsgenootjes? Kleuterbegeleiders moeten jonge kinderen in de kleuterklas helpen ontwikkelen, waarbij een sterke nadruk ligt op de taalontwikkeling. In hun opleiding krijgen zij dan ook vakken als ‘taalvaardigheid’ en ‘communicatieve vaardigheden’. Hierdoor weten kleuterleiders als geen ander hoe ze taal en communicatie bij kleuters kunnen stimuleren. Gitte Truijen, bachelor in de logopedie aan de Thomas More Hogeschool, ging in haar scriptie na of het taalgebruik van kinderen van kleuterleiders verschilt van andere kleuters. Om dat na te gaan bestudeerde Truijen de actieve woordenschat, woorden die het kind zelf gebruikt, van twee groepen kleuters, gemiddeld zo’n 3,5 jaar oud. De ene groep bestond uit 44 kinderen waarvan de moeder kleuterjuf was, de andere uit 44 kinderen van niet-leerkrachten waarvan minstens één ouder een diploma hoger onderwijs had.

"De overheid zou de rol van kleuterleiders in de maatschappij moeten vergroten"

Overheid

Truijen merkte daarbij op dat kinderen van kleuterbegeleiders duidelijk een grotere actieve woordenschat hebben dan kinderen van niet-leerkrachten. Truijen: “Dit is belangrijke informatie voor de overheid. Zij zou de rol van de kleuterbegeleiders in de maatschappij

moeten vergroten. Zo zouden zij bijvoorbeeld deel kunnen uitmaken van opvoedingscursussen. Hiermee zouden (toekomstige) ouders dan op een adequate manier met hun kinderen leren communiceren.”

Meerwaarde

Daarnaast lijkt een samenwerking tussen kleuterbegeleiders en logopedisten volgens Truijen een goed idee: “Logopedisten kunnen hen bijvoorbeeld tips geven over hoe ze kunnen omgaan met kinderen die last hebben van een taalstoornis. Tenslotte kunnen de resultaten uit het onderzoek ook bekeken worden als een positieve noot voor het M-decreet. Het doel van dit decreet is zoveel mogelijk kinderen les te laten volgen in het gewone onderwijs. Een samenwerking tussen logopedisten en kleuterleiders zou hiertoe kunnen bijdragen.”

Hoeveel woorden kennen kinderen? • 1,5 jaar: ca. 70 woorden • 2,5 jaar: 400 - 500 woorden • 3-4 jaar: ca. 600 woorden

Het is uit de botsing van ideeën dat vooruitgang voortkomt.

Waarin zijn kinderen met kleuterleiders als ouder beter?

De kindjes kregen afbeeldingen voorgelegd die ze moesten benoemen. De woorden die kinderen van kleuterbegeleiders beter kenden waren bijvoorbeeld 'slurf' en 'zinken'. Daarnaast slaagden deze kinderen er bv. ook beter in om drie soorten vogels uit het hoofd op te noemen.

De scriptie van Gitte Truijen verscheen in Metro. Meer weten? scriptiebank.be/taalontwikkeling

Daarom laat De Morgen geen enkele vraag nog onbeantwoord en geen enkel antwoord onbevraagd. Meer inzicht begint bij .

Promotor: Catherine Cornette DM_ProgrammaScriptie_127x187.indd 1

06-06-17 16:00


DE VL A AMSE SCRIPTIEKRANT · Jaargang 5 · n° 2 · Juni 2017

3

GESCHIEDENIS

De brand in de Innovation:

Het Inno-effect op de Belgische

samenleving

Vijftig jaar geleden lieten 251 mensen het leven in de verwoestende brand in de Innovation in Brussel, een van de grootste naoorlogse rampen in België. Als eerste historicus schreef Siegfried Evens (KULeuven) een studie over de brand en hoe het drama België veranderde.

Bijna iedereen heeft wel eens in de Brusselse Nieuwstraat rondgelopen. Tijdens het slenteren en koopjesjagen in ’s lands bekendste winkelstraat kom je in het midden Galeria Inno tegen. Op dezelfde plaats stond in 1967 het populaire grootwarenhuis ‘À l’Innovation’. Vijftig jaar geleden ontvouwde zich op die plek één van de grootste naoorlogse rampen van België.

Vlammen

Op 22 mei 1967, rond de middag, waren zoals gewoonlijk veel mensen naar de winkel afgezakt. Velen onder hen wilden graag de ‘US Parade’, een Amerikaanse promotieactie, bezoeken of kwamen naar het restaurant om er te lunchen. Plots zag een verkoopster van kinderkledij op haar afdeling vlammen in een opslagkamertje. De Brusselse brandweer werd gebeld, maar de omvang van de ramp was gigantisch. Volgens getuigen stond de winkel in een kwartier in lichterlaaie. Honderden mensen zaten gevangen in het gebouw. In totaal kostte de catastrofe aan 251 mensen het leven.

Gevaarlijke stoffen

Maar hoe is het zover kunnen komen? Evens: “De brand zat er al langer aan te komen. Niet alleen de vuurontwikkeling door gasophoping boven het vals plafond van het opslagkamertje zorgde voor de snelle verspreiding. Er waren nog heel wat andere factoren. Zo was er bijvoorbeeld een gebrek aan evacuatiemiddelen, was de winkel moeilijk bereikbaar, was er een groot aantal gevaarlijke stoffen en was het personeel weinig voorbereid. Het waren deze elementen die in de weken en maanden nadien een publiek en politiek debat in gang zetten.

“De brand zorgde voor een angstpsychose: veel mensen hadden net na de ramp schrik voor eenzelfde gebeurtenis.”

Oorzaak

Er circuleerde een gerucht dat communistische radicalen achter de brand zouden zitten. De oorlog in Vietnam was op dat moment namelijk bezig. Het verhaal werd nog eens versterkt door tientallen bommeldingen in de dagen na de ramp. Evens ontkracht dat gerucht. Hij dook in de gerechtelijke dossiers om de echte oorzaak te achterhalen. “Om te weten wie er aansprakelijk was, startte het gerecht een onderzoek. Experts toonden aan dat de brand een ongeluk van technische

De brand in de Innovation kostte het leven aan 251 mensen.

aard was. De Innovation had bepaalde regels, zoals de voorschriften over evacuatiemogelijkheden, niet nageleefd. Het grootwarenhuis bleef echter, merkwaardig genoeg, buiten een strafrechtelijke vervolging.”

Failed state

De gebeurtenis had een zogenaamd ‘Innoeffect’ op België. “De brand had een impact op honderden families die hun dierbaren verloren. Ze zorgde bovendien voor een angstpsychose, veel mensen hadden net na de ramp namelijk schrik voor eenzelfde gebeurtenis. Er werden tal van solidariteitsacties opgezet zoals het opvangen van weeskinderen. Nog een effect, en misschien wel het belangrijkste, was die op de politieke besluitvorming. Tijdens de brand kwamen verschillende politici opdagen om zich te profileren. Daarnaast kwam er al snel kritiek van onder andere de brandweer, de publieke opinie en veel politici tegen de toenmalige rooms-blauwe regering. Ze eisten dat de regering sneller actie zou ondernemen. De brand had namelijk aangetoond dat de Belgische regelgeving rond brandveiligheid, in vergelijking met het buitenland, ondermaats was. In de ogen van veel buitenlandse experts leek België daarom ook een failed state”, vertelt Evens. Het duurde nog een jaar voordat de regering nieuwe Koninklijke Besluiten rond brandveiligheid implementeerde. Tot de jaren 2000 volgden er nog KB’s over de thematiek.

Architectuur

De ramp had ook een tastbaar effect in het straatbeeld van Brussel. Evens: “De stad Brussel maakte van de gelegenheid gebruik om de Nieuwstraat en de omliggende straten grondig te moderniseren. De wijk moest

©Ron Kroon, Nationaal Archief

bredere straten en hedendaagse architectuur krijgen. Dat alles werd gepland rond een spiksplinternieuwe Innovation die een voorbeeld werd van brandveiligheid.” Ten slotte besliste de stad om de Nieuwstraat tot een voetgangerszone om te vormen, opdat chaotische verkeerssituaties, zoals tijdens de ramp, niet meer zouden voorvallen. Vijftig jaar na de brand is het Inno-effect, zowel in de academische wereld als bij het brede publiek, nog altijd relevant. Evens: “Dit onderzoek levert een belangrijke bijdrage aan de literatuur over rampen zoals ‘Disaster Studies’. Dit is een jong, opkomend

onderzoeksdomein. Daarnaast herinneren rampen vandaag, zoals de recente aanslagen in Brussel, hoe groot de impact kan zijn op zowel politiek als maatschappelijk vlak.

Meer weten? scriptiebank.be/inno-effect Promotor: Prof. Dr. Leen Van Molle

Siegfried Evens

DE BRAND IN DE INNOVATION Witsand Uitgevers

Siegfried Evens werkte zijn masterscriptie verder uit tot het boek ‘De brand in de Innovation. De geschiedenis van de ramp die België veranderde.’ (Witsand Uitgevers). Je kan het boek met 10% korting bestellen via www.witsand.be/winkel Gebruik daarvoor de couponcode scriptiebank Witsand Uitgevers


DE VL A AMSE SCRIPTIEKRANT · Jaargang 5 · n° 2 · Juni 2017

4

T ECH N O L O G I E

Besparingen tot 5% als vrachtwagens gekoppeld rijden

Gezondheid van br meten met senso

50 METER

15 METER

Gekoppeld rijden, waarbij vrachtwagens in een treintje elkaar volgen, krijgt een steeds belangrijkere rol. “Deze methode kan voor transportbedrijven besparingen opleveren tot 5%”, stelt ingenieur Thomas Vyncke (KULeuven) vast in zijn masterscriptie.

die een grote overlap hebben in routes. Zij kunnen, grotendeels door die overlap bij kortste routes in combinatie met planningsynchronisatie, in totaal tot 5% besparen. Kleinere bedrijven met minder overlap tussen de eigen routes zouden met andere bedrijven moeten samenwerken om tot 2% te besparen.

Je hoort het wel af en toe in het nieuws: een brokstuk uit een tunnel of van een brug dat naar beneden gevallen is. Ingenieur Tom Jonckers (KU Leuven) ging op onderzoek en ontwikkelde voor zijn thesis reksensoren die beschadigingen sneller kunnen opsporen.

“De Europese en Belgische wegtransportsector staan voor verschillende uitdagingen. Een dreigend personeelstekort en lage verkoopsmarges belemmeren een succesvolle bedrijfsvoering. Daarbovenop neemt de Europese Commissie ook nog eens verschillende acties. Zo wil ze bijvoorbeeld de uitstoot van broeikasgassen verminderen, innovatie in de sector aanwakkeren en de verkeersveiligheid doen stijgen. Gekoppeld rijden kan een antwoord op al deze uitdagingen bieden”, aldus Thomas Vyncke.

Wegtrein

Bij gekoppeld rijden vormen (gedeeltelijk) geautomatiseerde vrachtwagens, die op korte afstand elkaar volgen, een soort van ‘wegtrein’. Via een draadloos communicatiesysteem houden de vrachtwagens contact met elkaar (zie illustratie boven) . Daarnaast zijn ze uitgerust met sensoren die de omgeving scannen om de veiligheid te garanderen. Door dicht bij elkaar te rijden verlaagt de luchtweerstand. Zo verbruiken vrachtwagens minder brandstof en stoten ze dus minder CO2 uit. Ook de personeelskost zakt. Vyncke: “Hierdoor kan de besparing op de voertuigkilometerkost tussen de 5% en de 15% liggen, afhankelijk van hoe men de trucks en de chauffeurs inzet.”

“Door gekoppeld rijden stoten vrachtwagens minder CO2 uit”

"De kortste route is niet langer de goedkoopste" THOMAS VYNCKE

Wetskader

Het klinkt als muziek in de oren, maar we zijn er nog niet. Er zijn al tests uitgevoerd, maar tot nu toe zijn bedrijven nog niet overgestapt naar gekoppeld rijden. Hiervoor zijn er volgens Vyncke belangrijke stappen nodig: ”De regering moet een concreet wetskader ontwerpen dat gekoppeld rijden mogelijk maakt. Daarnaast moet het consumentenvertrouwen in gekoppeld rijden opgekrikt worden. Maar ook de technologie zelf moet nog getest en gevalideerd worden om de veiligheid te garanderen.”

Routekeuze

De verschillende voertuigkilometerkosten voor onafhankelijk en gekoppeld rijden kan een impact hebben op de routekeuze en planning van transportbedrijven. De kortste route is immers niet langer steeds de goedkoopste en meest ecologische. Gekoppeld rijden kan zo aanleiding geven tot routewijzigingen. Die impact zien we vooral bij grotere bedrijven

"Bruggen en tunnels trillen als er auto's over of doorrijden."

Dit artikel verscheen in Metro. Meer weten? scriptiebank.be/gekoppeldrijden Promotor: Prof. Dr. Dirk Cattrysse

‘Door Brusselse tunnels rijden is je leven riskeren’, kopte De Standaard op 25 november 2015, nadat een brokstuk van één op twee meter loskwam van de Rogiertunnel en op auto viel. Gelukkig waren er geen gewonden. Het toont wel hoe erg het gesteld is met de kwaliteit van de Belgische weginfrastructuur. Recent nog pakte het weekblad Knack uit met een groots onderzoek naar de ‘Belgische brokkelbruggen’.

Trillingen

Jonckers: “Ieder jaar worden er heel wat bruggen en tunnels in België geïnspecteerd om hun gezondheid in te schatten. De exacte locatie van schade aan de infrastructuur is echter moeilijk te bepalen. Hiervoor zou men trillingstesten kunnen gebruiken. Iedere structuur trilt wanneer er een auto over rijdt of een voetganger over wandelt. Zelfs de wind laat de constructies bewegen. Het schoolvoorbeeld van die trillingen is de Tacoma Narrow Bridge in de Verenigde Staten. Deze brug maakte extreme bewegingen en vervormde helemaal als ze belast werd (zie kader). Gelukkig zijn zulke gevallen zeldzaam. Normaal gezien blijven de trillingen zo klein dat gebruikers ze niet merken.”

“Voorgaande trillingstesten waren niet nauwkeurig genoeg voor praktische toepassingen”

Hierboven zie je de ontwerpen van Jonckers

kan men voorspellen tegen welke frequentie een bouwwerk gaat trillen en welke vorm deze zal aannemen.” Trillingstesten lijken krachtige instrumenten om schade op te meten, maar in de praktijk zijn ze nog niet nauwkeurig genoeg. Bovendien worden ze niet overal gebruikt: om ze te gebruiken moet men de constructie, waar de metingen moeten gebeuren, afsluiten voor het verkeer. Hierna wordt de constructie belast om de metingen uit te voeren.

Rekken

“Het trillingsgedrag van een constructie bevat een schat aan informatie over haar structurele gezondheid. Theoretisch gezien

Het zou volgens Jonckers veel praktischer zijn om permanent een meetsysteem aan constructies te bevestigen. Op die manier kan je de gezondheid van een bouwwerk


DE VL A AMSE SCRIPTIEKRANT · Jaargang 5 · n° 2 · Juni 2017

5

WETENSCHAP

ruggen oren

Stel je vragen aan een echte wetenschapper 'Hoe snel kan een vlieg vliegen?'* Het is een van de vele vragen die op de website ikhebeenvraag.be wordt gesteld. Iedereen kan er met een Nederlandstalige vraag gratis terecht om vervolgens een antwoord te krijgen van een expert. Ikhebeenvraag.be is een online platform dat in 2008 werd opgericht door 34 Vlaamse en federale wetenschappelijke instellingen, universiteiten en hogescholen. Het wordt gesteund door de Vlaamse overheid. Je kan er terecht met wetenschappelijke vragen over allerlei onderwerpen: biologie, fysica, taal, geschiedenis en nog veel meer. Op dit moment is er een archief van ongeveer 15.000 vragen. Rond de 1.000 wetenschappers van Belgische onderzoeksinstellingen, universiteiten en hogescholen staan paraat om te antwoorden.

“De grootste groep vraagstellers is tussen de 31 en 50 jaar oud”

Coenen: "We doen ons best om iedere vraagsteller minstens op weg te zetten naar een antwoord."

©Reinhold Behringer

De Tacoma Narrows Bridge, geopend in 1940 in de Verenigde Staten, kreeg de bijnaam Galloping Gertie. Deze brug van zes miljoen dollar begon bij wind de vreemdste bewegingen te maken. Nog geen halfjaar na de opening stortte deze brug in. Voor wie de spectaculaire beelden van de brug in volle beweging wil zien: surf naar Youtube en zoek op ‘Tacoma Bridge Collapse’ op langere termijn opvolgen. Jocnkers ontwikkelde daarvoor twee hoogperformante reksensoren. “Deze mechanische apparaten (zie foto) zorgen ervoor dat de trillingen van het bouwwerk geconcentreerd en uitvergroot worden op een kleine meetsectie. Hierdoor kunnen veel kleinere trillingen accuraat gemeten worden. Bijgevolg kan de structurele gezondheid van het bouwwerk ook beter ingeschat worden. De reksensoren die ik ontwikkelde voor mijn thesis bereiken een uitvergroting van de trillingen van 73. Dit maakt het mogelijk om trillingen tot wel 73 keer kleiner dan voorheen te meten”, aldus Jonckers.

Bart Coenen, coördinator van ikhebeenvraag.be: “De meeste vragen gaan over biologie, maar de laatste tijd stijgen de vragen over exacte wetenschappen. Ook de leeftijd varieert. Het project richt zich tot mensen van alle leeftijden. De grootste groep vraagstellers is tussen de 31 en 50 jaar oud, gevolgd door de 11- tot 15-jarigen. De groep van 65-plussers is wat minder vertegenwoordigd, maar stijgt wel ieder jaar. We bereiken ongeveer evenveel mannen als vrouwen.” Hoelang je moet wachten op een antwoord? Coenen: “Dat hangt er een beetje vanaf. Sommige vragen vereisen wat opzoekingswerk. Helaas lukt het ons ook niet om alle vragen te beantwoorden. Soms is er geen enkele vrijwillige wetenschapper in huis die ze kan of wil beantwoorden of is de wetenschap er nog niet uit. Toch doen we ons best om iedere vraagsteller minstens op weg te zetten naar een antwoord.” *De klassieke huisvlieg, Musca Domestica, kan tot 7,2 km per uur vliegen. Veel sneller dan bv. een mug (2 km/u).

Op de website vind je de meest uiteenlopende vragen, hieronder kan je een greep uit het assortiment lezen. Maakt de zon geluid? (Patricia, 42 jaar)

Petra Vanlommel (Solar-Terrestrial Centre of Excellence): “Ja, de zon maakt geluid. Alleen kan je het niet horen. Geluid is een drukgolf en heeft lucht, water of een ander materiaal nodig om zich te kunnen verplaatsen. In de ruimte is er niets, daarom is het zo stil. Het geluid van de zon kan niet ontsnappen.”

Waarom kunnen poezen beter in het donker kijken dan mensen?

(Myla, 12 jaar) Dirk Danschutter (VUB): “Katten hebben op de binnenkant van hun oog een reflecterende laag cellen. Mensen hebben die niet. Om kleuren te zien hebben wij kegelvormige staafvormige cellen op de binnenkant van ons oog. Die zijn bij ons meer aanwezig waardoor wij meer kleuren zien. Katten zien wel gemiddeld zes tot zeven keer beter.”

Waar komt snot vandaan? (Dominiek, 42 jaar)

Professor Luc Bouwens (VUB): “Onze neusholten zijn bekleed met slijmvlies. Daarin zitten cellen die voortdurend slijm aanmaken. Deze moeten stofdeeltjes en ziekteverwekkers vangen die eraan blijven plakken, zo komen de deeltjes niet in de luchtpijp terecht. In die luchtpijp zitten ook slijmcellen. Wanneer je slijm en stof met elkaar vermengt krijg je snot.”

Korneel De Rynck, winnaar van de Vlaamse Scriptieprijs 2008, schreef het boek 'In Europese Velden'. Het is een van de meest uitgebreide reisgidsen over de bezienswaardigheden van de Eerste Wereldoorlog.

We geven twee reisgidsen weg! Wil jij er eentje winnen? Stuur dan een mailtje naar info@scriptieprijs2014-18.be met het antwoord op de volgende vraag: 'Hoeveel landen doorkruiste de auteur voor zijn boek?'

Dit artikel verscheen op Engineeringnet.be Meer weten? scriptiebank.be/reksensor Promotor: Prof. dr. ir. Edwin Reynders, Prof. dr. ir. Guido De Roeck en Prof. dr. ir. Mattias Schevenels

©iStock

Schrijf of schreef jij een bachelor- of masterproef over een bepaald facet van de Eerste Wereldoorlog? Surf naar www.scriptieprijs2014-18.be en win tot 1.000 euro met je scriptie.


DE VL A AMSE SCRIPTIEKRANT · Jaargang 5 · n° 2 · Juni 2017

6

SPORT

Jan Wauters: nog altijd een monument in de Vlaamse sportjournalistiek Op 4 juni 2010 stierf Jan Wauters, één van Vlaanderens meest geroemde sportjournalisten. Historicus Cisse Michiels schreef een masterthesis over diens heldenstatus: “Wauters zette een nieuwe standaard binnen de sportjournalistiek.”

Wauters gaf de nieuwe soort sportjournalistiek mee vorm en doopte het de ‘confrontatiejournalistiek’. Hij was de eerste Vlaamse sportjournalist die er zijn handelsmerk van maakte niet de sport, maar het journalistieke als basis te nemen. Een kritische benadering van de sportwereld was daarbij cruciaal.

telkens verrassende manier de sportgebeurtenissen. Daarbij was volgens Wauters de formulering, de kunst van het juiste woord op de juiste plaats en spanningsopbouw gebruiken cruciaal. Hij zette een nieuwe standaard die tot op vandaag voelbaar is binnen de sportverslaggeving. Michiels: “Het was de combinatie en de dynamiek van de twee, entertainment én de kritische noot, het uitroepteken én het vraagteken, die hem maakten tot de journalist die hij was. Daarom ook de uitspraak op zijn begrafenis

“Jan Wauters is voor mij de Eddy Merckx van de sportjournalistiek, zo was er maar één en zal er maar één zijn.” Dat zei Peter Vandenbempt in het Radio 1-programma ‘De ochtend’ na de dood van de journalist op 4 juni 2010. Het vat perfect samen wat voor indruk hij bij veel (collega-)journalisten, maar ook mensen daarbuiten, naliet.

door Guy Mortier: ‘Jan Wauters was de definitieve sportjournalist’.”

Meer weten? Raadpleeg de scriptie van Cisse Michiels op scriptiebank.be/janwauters Promotor: Prof. Dr. Dries Vanysacker

Jan Wauters

°10/02/1939 † 4/06/2010 Studies: Germaanse filologe in Leuven

Heimelijk

Eigenlijk zag het er niet meteen naar uit dat Wauters, die opgroeide in het Antwerpse dorpje Kalfort, een grote carrière als sportjournalist zou uitbouwen. Heimelijk droomde hij er wel van. Liefst wou hij in de voetsporen treden van radiohelden als Hubert van de Vijver en Maurice Dieudonné, maar hij kwam niet meteen met de journalistiek in aanraking. Na zijn studies Germaanse filologie in Leuven ging hij aan de slag als leerkracht. Toevallig ontmoette hij Piet Theys, op dat moment de voorman van de Vlaamse radiojournalistiek. Theys nam Wauters onder zijn vleugels en leerde hem de kneepjes van het vak. Dit betekende, vijftig jaar geleden, de start van zijn veelgeprezen carrière bij de openbare omroep.

Mooipraterij

Niet alleen stond hij aan het begin van een nieuwe loopbaan, op dat moment waaide er ook een nieuwe wind door de sportjournalistiek. Deze stond haaks op de ‘mooipraterij’ die het métier tot dan toe kende. Jan

De Vlaamse sportpers bestempelt Rode Duivels als Romelu Lukaku en Divock Origi nauwelijks als voetballers van buitenlandse afkomst. Zo blijkt uit een onderzoek van journalisten Dries Mombert en Godfried Roelant (VUB). Tussen 2002 en 2014 veranderde de etnische samenstelling van de Belgische nationale voetbalploeg grondig. In 2002 waren er slechts twee spelers, Branko Strupar en Emile Mpenza, met een migratieachtergrond die geselecteerd werden voor het WK voetbal in Japan en Zuid-Korea. Veertien jaar later maken elf Rode Duivels met een allochtone achtergrond deel uit van de spelerskern. Dries Mombert en Godfried Roelant vonden deze evolutie opvallend. Voor hun masterscriptie in de journalistiek zochten zij uit of die trend ook een impact had op de Nederlandstalige geschreven sportverslaggeving in Vlaanderen. Hiervoor doken ze maar liefst 726 artikels op van de kranten van De Standaard en Het Laatste Nieuws.

Panter

Mombert en Roelant: “Uit ons onderzoek bleek dat wanneer de Rode Duivels de grasmat betreden, integratieproblemen en communautaire strubbelingen verdwijnen. Op zo’n dagen staat de Belgische bevolking als één blok achter de natie. Voor de twee kranten is de afkomst van de Rode Duivels met een migratieachtergrond van weinig belang. Heel sporadisch zijn er zijn er verwijzingen naar de vreemde roots. Zo werd Moussa

CARRIÈRE:

Jan Wauters zette een nieuwe standaard die tot op vandaag voelbaar is binnen de sportverslaggeving” CISSE MICHIELS

• Leerkracht • Midden jaren ’60: radiosportredactie van de BRT • Vanaf 1974: hoofdredacteur radiosport redactie • 1974-1998: creatie van het radioprogramma ‘Wat is er van sport?’ • ’70: Samen met Herman De Coninck nam hij voor Humo interviews af van mensen uit de Belgische sportwereld. • Hij verzorgde de verslaggeving van maar liefst van 8 WK’s voetbal, 4 olympische spelen en 25 Rondes van Vlaanderen ©Michiel Hendryckx

Entertainment

Die kritische stijl betekende niet dat sport geen entertainment meer mocht zijn. Wauters verzorgde bijna 40 jaar lang de rechtstreekse radioverslaggeving bij de belangrijkste sportwedstrijden. Hij beschreef met zijn bevlogen stijl als taalvirtuoos op een concrete, maar

VARIA: • •

In 2011 kwam Jan Wauters bij Humo’s Pop Poll als winnaar uit de bus in de categorie “Wie zou u graag zien verrijzen?” De VRT reikt jaarlijks de “Grote Prijs Jan Wauters” uit, een erkenning voor mediapersonen die uitmuntend en creatief met taal omgaan

Migratieachtergrond verdwijnt op het voetbalveld Vince the Prince

Kompany (links) heeft grote impact op hoe pers over spelers met vreemde afkomst bericht.

Dembélé in De Standaard eens vergeleken met een ‘sierlijke panter’. Axel Witsel werd in Het Laatste Nieuws geprezen omwille van zijn ‘Afrikaanse souplesse’.” Heel uitzonderlijk was er een negatieve link tussen een speler en zijn buitenlands afkomst. Begin jaren 2000 was Branko Strupar wel vaker het kind van de rekening bij slechte prestaties van de nationale voetbalploeg. Zijn Kroatische afkomst werd dan iets meer benadrukt in de verslaggeving.

©Wikimedia

“Eens de Rode Duivels de grasmat betreden, verdwijnen integratieproblemen en communautaire strubbelingen. De bevolking staat dan als één blok achter de natie.”

Opvallend is de rol die Kompany kreeg in de verslaggeving en de impact op de voorstelling van spelers met een vreemde afkomst. “De menselijke en voetballende kwaliteiten van de kapitein van de Rode Duivels hadden een enorm symbolisch overwicht in de sportverslaggeving tussen 2002 en 2014. Een voorbeeld hiervan is de WK-kwalificatiewedstrijd tegen Servië in juni 2013, waarin Kompany met een gebroken oogkas bleef voetballen tot het bittere eind. De manier waarop ‘Vince the Prince’ toen in de pers verscheen, heeft heel wat andere spelers met een migratieachtergrond geholpen”, aldus Mombert en Roelant.

Meer weten? Scriptiebank.be/rodeduivels Promotor: Dr. Jan Jagers


DE VL A AMSE SCRIPTIEKRANT · Jaargang 5 · n° 2 · Juni 2017

7

G E ZO N D H E I D

Polio in België: “Duizenden mensen dragen nog altijd de pijnlijke gevolgen” Sinds 50 jaar is het in België verplicht kinderen te vaccineren tegen polio. De ziekte lijkt daarmee verholpen. Toch beseffen veel mensen niet dat er in ons land nog altijd patiënten zijn die de pijnlijke gevolgen ervan dragen. Lauranne Verhasselt bezocht er een deel voor haar scriptie en legde de pijnpunten bloot. Vaccin

Paralytische poliomyelitis, afgekort polio, is een fysieke handicap ten gevolge van een besmettelijke ziekte veroorzaakt door het poliovirus. Meestal treedt er verlamming of spierzwakte op in één of meerdere ledematen. Weinig mensen weten nog wat polio is of denken dat de ziekte in België niet meer bestaat, maar dat klopt niet. Verhasselt: “Hoewel polio sinds de opkomst van het vaccin eind jaren ‘50 lijkt uitgeroeid, zijn er vandaag de dag nog altijd duizenden mensen die de pijnlijke gevolgen van de ziekte dragen.” Verhasselt heeft hen daarom in haar eindwerk een stem gegeven. Sommige ouders bricoleerden eigenhandig een rolstoel om hun kind te helpen.

Voedingsinformatie op verpakkingen mist effect Reclame

‘Rijk aan vezels’, het is een slagzin die je wel eens terugvindt op verpakkingen. Daarnaast zou een voedingswaardetabel een klant informatie moeten geven. Maar werkt dit wel? Marketingstudente Anneleen Hanssens (KU Leuven) trok voor haar thesis op onderzoek uit.

“De wereldgezondsheidsorganisatie (WHO) waarschuwt voor een Europese obesitasepidemie tegen 2030. Om consumenten te helpen bij het maken van gezonde keuzes tijdens voedingsaankopen wordt een voedingswaardetabel op de verpakking gezet”, vertelt Hanssens. Voedingsclaims als ‘rijk aan calcium’ prijken dan weer op producten om een bepaald bestanddeel in de verf te zetten. Ongeveer 59 procent van de consumenten heeft echter moeilijkheden met het begrijpen van de tabels.

Natuuryoghurt

Anneleen Hanssens vroeg zich dan ook af zo’n waardetabel of voedingsclaim een effect heeft op het wel of niet aankopen van een product. Voor haar onderzoek zette ze een experiment op met één gezond product, natuuryoghurt, en één ongezond voedingsmiddel, een pot choco. Als voedingsclaim gebruikte ze ‘minder suiker’. Beide producten voorzag ze van een neutraal label zodat de respondenten zich niet door het merk lieten leiden. Hanssens bevroeg vervolgens nagenoeg 500 respondenten via een online vragenlijst over de twee producten. In totaal

kregen ze vier variaties van voedingsinformatie voorgeschoteld. Hanssens plaatste enkel een voedingstabel op de verpakking, alleen een voedingsclaim, een combinatie van de twee of helemaal geen extra info op de producten. En wat bleek? Ze zag geen effect op de aankoopintentie van een product met enkel een voedingswaardetabel of met de combinatie van een voedingswaardetabel en een voedingsclaim.

“Ongeveer 59 procent van de consumenten heeft het moeilijk de tabels te begrijpen” ANNELEEN HANSSENS

Een voedingsclaim alleen heeft zelfs een negatief effect op de aankoopintentie. Doordat die claim niet kan worden gecontroleerd door het ontbreken van de waardetabel, wordt dit mogelijk als reclame beschouwd. Alleen wanneer de voedingsclaim op een als gezond gepercipieerd product staat, kan de aankoopintentie stijgen. Als er dus een effect is op het al dan niet kopen van een product komt dit door het product op zich. De aankoopintentie voor het gezonde product blijkt groter dan het ongezonde aangezien mensen zelf inschatten wat gezond of ongezond is. Hanssens: “De resultaten zijn belangrijk voor verpakkingsmanagers. Doordat de tabel zijn effect mist, kan de manager deze evengoed weglaten. Zo komt er plaats vrij om het logo of merk extra in de kijker te zetten. Ook de overheid heeft baat bij de resultaten. Die moet op zoek gaan naar andere manieren om de bevolking gezondere keuzes te laten maken.”

Meer weten? scriptiebank.be/voedingsinfo Promotor: Dr. Kathleen Cleeren

Bricoleurs du coeur

De conversaties met patiënten bood Verhasselt een inkijk in hun opvoeding. Sommige ouders handelden voornamelijk uit bezorgdheid en zagen hun kind als een kwetsbaar patiëntje dat ze moesten beschermen. Andere ouders stimuleerden de zelfstandigheid van hun kind met polio en verwachtten dat hij of zij in de pas zou lopen met leeftijdsgenootjes. Een laatste groep ouders zat daar ergens tussenin. Over het algemeen deden de ouders hun uiterste best om hun kind een goede verzorging te geven en aan hun herstel te werken. Sommigen bricoleerden eigenhandig verschillende hulpmiddelen zoals een rolstoel om hun kind te ondersteunen. Het enige dat bij de steun door ouders, maar ook door dokters en verzorgers, over het hoofd werd gezien was de emotionele kant van de zaak. Op dat vlak voelden sommige mensen, die nog altijd met de gevolgen zitten van de ziekte, zich wat in de steek gelaten.

Sommige patiënten voelden zich op emotioneel gebied in de steek gelaten

School, werk en vrije tijd

De patiënten waarmee Verhasselt sprak gingen bijna allemaal naar een reguliere school, waar de meesten goed werden opgenomen in de klasgroep. In hun vrije tijd namen ze, als ze niet met hun revalidatie bezig waren, deel aan het verenigingsleven, kozen ze een aangepaste sport of voerden ze eerder passieve activiteiten uit. Verhasselt: “Ook hun latere werkleven werd bij de meesten niet te veel beïnvloed door hun ziekte. Zij konden een relatief normaal werkleven opbouwen. Zo heeft twee derde van de mensen met polio er een actieve beroepscarrière van 20 jaar op zitten. Uitzonderlijk moesten sommigen hun carrière vroegtijdig beëindigen doordat ze te kampen kregen met het postpoliosyndroom. Dit syndroom gaat gepaard met pijn, vermoeidheid en een verslechterde motoriek.

Verzorging

Gezondheidswerkers weten niet altijd hoe ze moeten omgaan met patiënten die afzien door hun ziekte. De thesis kan hen hiervoor handvaten geven. Niet alleen is Verhasselst eindwerk bevorderlijk voor de zorg van poliopatiënten, ook andere mensen met uiteenlopende ziektes kunnen ermee geholpen worden. “Ik denk dan bijvoorbeeld aan jonge mensen die een aanzienlijk tijd in een ziekenhuis moeten blijven. Ook hun opvang is belangrijk”, aldus Verhasselt.

De scriptie van Lauranne Verhasselt verscheen in De Morgen. Met haar eindwerk won ze bovendien de Masterproefprijs 2016 van het Damiaanfonds van de KULeuven. Meer weten? scriptiebank.be/polio Promotor: Prof. Dr. Pieter Verstraete


DE VL A AMSE SCRIPTIEKRANT · Jaargang 5 · n° 2 · Juni 2017

8

WO N E N

Patrimonium in Brussel dreigt verloren te gaan Veel mensen kennen de erfenis van Victor Horta in Brussel, maar daarbuiten zijn er nog veel andere pareltjes van architectenwoningen te zien. Ingenieurarchitecte Linsy Raaffels (VUB) bracht er in haar scriptie maar liefst 252 in kaart. Als iemand een woning wil ontwerpen, gebeurt dit voornamelijk op basis van voorbeelden die ze zien. Linsy Raaffels: “Een klant denkt aan gekende opties om een mooie woonst te laten ontwerpen, maar een architect denkt anders. Wanneer die namelijk voor zichzelf een woning ontwerpt, stapt hij of zij vaak buiten de comfortzone. Architecten komen op die manier vaak met een spannend nieuw experiment op de proppen, waarmee ze de architecturale wereld een ongeziene wending kunnen geven.” Het zijn die aparte projecten in Brussel, vanaf de late achttiende eeuw tot 1970, die ze in haar masterproef in de kijker wilde zetten.

“Van al de architectenwoningen in Brussel is slechts 2 procent in ere hersteld” De architectenwoning van Paul Hankar kan je terugvinden in de Defacqzstraat 71 in Sint-Gillis.

©Steve Cadman

Win tot 2.500 euro met je scriptie! Ben je bijna afgestudeerd en heb je je bachelor- of masterproef afgewerkt? Laat jij het resultaat van dat harde werk liever niet in de kast wegkwijnen? Doe dan mee met de Vlaamse Scriptieprijs!

Bewustmaking

Linsy Raaffels ontdekte tijdens haar scriptieonderzoek maar liefst 252 fascinerende architectenwoningen in onze hoofdstad, in de meest uiteenlopende stijlen. Maar er zijn er nog meer, Raaffels’ teller staat momenteel op 270. “De kennis van het Brusselse patrimonium is nog niet compleet. Er bestond dus ook nog geen concrete overzichtslijst van architectenwoningen. Sommige mensen die in de woningen leven, weten zelfs niet dat het een architectenwoning is”, aldus Raaffels. Van al deze woningen

in Brussel is slechts 2 procent in ere hersteld. “Bovendien dreigt, door de bevolkingsgroei en de gronddruk, een deel verloren te gaan”, zegt Raaffels. Daarnaast is er maar één van de woningen die zij oplijstte opengesteld voor het grote publiek, namelijk het huis van Victor Horta. Om hier iets aan te doen, lanceert Raaffels in haar thesis een voorstel om ook de privéwoning van Louis Herman De Coninck open te stellen voor bezoekers. "Die woning heeft een groot erfgoedpotentieel. Kenmerkend is dat ze gebouwd werd met experimenteel beton metselwerk." Raaffels ziet voor de woning een museumfunctie weggelegd, maar wil er daarnaast ook een artist-in-residence-unit, een boekencafé en een ruimte voor lezingen en workshops in huisvesten. "Dergelijke projecten om woningen open te stellen, spelen een cruciale rol om het brede publiek op het belang van ons patrimonium te wijzen. Op die manier krijgen mensen beter voeling met ons erfgoed."

Linsy’s thesis verscheen in Bruzz, De Standaard en Knack. Voor haar onderzoek kreeg ze bovendien de Brussels Studies Institute Award 2016. Momenteel werkt ze haar onderzoek, in samenwerking met Barbara Van der Wee Architects, verder uit in een doctoraat aan de VUB. Meer weten? Scriptiebank.be/architectenwoningenBXL Promotor: Prof. Dr. Inge Bertels Copromotor: Prof. Dr. Stephanie Van de Voorde Ontwerppromotor: Prof. Jonas Lindekens

Hoe kan je deelnemen aan de Vlaamse Scriptieprijs? Schrijf een kort journalistiek artikel (max. 1.000 woorden, ongeveer één A4) over je scriptie en upload dit voor 2 oktober 2017 samen met je eindwerk op www.scriptieprijs.be

Wil je enkele van deze pareltjes met eigen ogen aanschouwen? Trek je wandelschoenen aan of spring op je fiets en ga op ontdekking in de hoofdstad. Linsy Raaffels doet alvast wat suggesties.

De uitreiking Een prijs zonder uitreiking is als een scriptie zonder bronnenvermelding. De Vlaamse Scriptieprijs en de deelprijzen worden elk jaar op een prestigieus event uitgereikt. Dit jaar vindt de uitreiking op 18 december plaats in de Minard in Gent, dit in samenwerking met de Universiteit Gent.

Volg de Vlaamse Scriptieprijs op  scriptieprijs en  @scriptievzw

De ScriptieKrant is een uitgave van Scriptie vzw. Scriptie heeft als missie wetenschap, techniek en innovatie dichter bij het grote publiek te brengen en het werk van jong onderzoekstalent meer bekendheid te geven. Tatiana De Wée, Arnaud Zonderman en deelnemende studenten | verantwoordelijke uitgever: Arnaud Zonderman · Rozenweg 4b · 1731 Zellik

— Louis Herman De Koninck – Vronerodelaan 105 in Ukkel

Raaffels: “Voor mij is dit hét voorbeeld van wat een architect met zijn eigen woning kan bereiken. De Koninck heeft er een nieuwe ontwerpfilosofie op losgelaten (het Existenzminimum) waar hij zelf erg door geïntrigeerd was."

— Georges Volcrick – Jagersveld 13 in Watermaal-Bosvoorde

Raaffels: “Volcrick moest rekening houden met zijn gezin: van zijn vrouw mocht hij de ongewone keuze voor materialen enkel doorvoeren in zijn atelier. Hij koos daar dan ook voor asfalt voor de vloer en stro voor het plafond."

COLOFON

teksten:

Trek zelf op huizensafari in Brussel

vormgeving:

www.grase.be

— Jean-Jules Eggericx – Vinkstraat 126 in Watermaal-Bosvoorde Raaffels: “Deze architect heeft zijn eigen woning opgevat als een pilootproject voor de woningtypes in zijn latere tuinwijken Le Logis et Floréal."

De Vlaamse Scriptieprijs wordt ondersteund binnen het Actieplan Wetenschapsinformatie, een initiatief van de Vlaamse Overheid.

Meer woningen vind je in een interactieve kaart op scriptieprijs.be/architectenwoningen


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.