Vlaamse Scriptiekrant december 2018

Page 1

Benieuwd naar straffe eindwerken van Vlaamse studenten? MI J NEEM MEE!

3 LEREN VAN K3

Maatschappijkritisch meezingen

4 PARASIETEN ZOEKEN IN AFRIKA Van leverbotworm tot zombieslak

6 DELEN OF VERBERGEN?

Wat weet u over uw elektronisch medisch dossier?

7 DELIVEROO ALS MELKBOER Herbruikbare verpakkingen voor leveringsdiensten

Sterke eindwerken van Vlaamse studenten in de kijker voor het grote publiek |

JAARGANG 6 · N° 5 · DECEMBER 2018

Scriptie vzw · Léopoldstraat 6 · 1000 Brussel · T 02 463 59 20 · info@scriptieprijs.be www.scriptieprijs.be · www.scriptieprijs2014-18.be · www.scriptiebank.be  scriptieprijs  scriptievzw

Dan betaalt u te veel! In een experiment kreeg handelsingenieur Sebastiaan Michiels (VUB) zijn proefpersonen zo ver, dat ze bereid waren bijna 40 procent meer te betalen voor dezelfde smartphone. Alleen maar door ze een paar cijfers te laten overtypen. Kan u even aantonen dat u geen robot bent? In het dagelijkse leven zou het wellicht een vreemde vraag zijn, maar op het internet moeten we wel vaker bewijzen dat we een mens zijn, en geen robot. Deze korte testjes heten captcha’s. Internetgebruikers vinden deze captcha’s hoogstens vervelend en beseffen niet dat ze in handen van sluwe verkopers potentieel verre van onschuldig zijn. Hoe kunnen enkele vervormde cijfers ons zo in de luren leggen?

overgetypt moet worden. Omdat dit gebeurt onder het voorwendsel dat de verkoper wil nagaan of de gebruiker geen robot is, leidt dit niet tot achterdocht.

“Webwinkels kunnen irrelevante ankers namelijk gemakkelijk en goedkoop integreren in captcha’s en zo de consument misleiden”

Ankers Als iets te ingewikkeld wordt, neemt ons brein een binnenweg. Beslissen hoeveel we voor een huis willen betalen bijvoorbeeld, is geen eenvoudige opdracht. De vraagprijs van de verkoper gebruiken we daarom als ‘anker’ waarop we onze eigen schatting baseren. Als we de vraagprijs te hoog vinden, passen we die aan naar beneden. Maar nooit voldoende. Hoe hoger de vraagprijs, hoe hoger de prijs die we uiteindelijk willen betalen. Hoe lager de vraagprijs, hoe lager. Een effect waar zelfs vastgoedexperts slachtoffer van worden, zo bleek uit eerdere studies. Verontrustender is dat ook irrelevante getallen anchoring-effecten kunnen veroorzaken. Zo blijken advocaten een hogere straf te eisen voor dezelfde feiten, als ze eerst een hoger aantal ogen gooiden met een paar dobbelstenen. Toch is het niet nodig om nu elk contact met getallen te vermijden. Een irrelevant getal bekijken, is op zich niet voldoende. Belangrijk is de vergelijkingsvraag: er werd aan de advocaten ook expliciet de vraag gesteld of het aantal maanden gevangenisstraf hoger of lager moest liggen dan het getal dat ze net geworpen hadden. Een sterk effect, maar gelukkig worden we in de praktijk snel achterdochtig als we irrelevante getallen, zoals die van dobbelstenen, moeten vergelijken met een verkoopsprijs.

Captcha rijmt op gotcha Sebastiaan Michiels toont in zijn masterproef aan dat een praktische toepassing wel degelijk mogelijk is. Webwinkels kunnen irrelevante ankers namelijk gemakkelijk en goedkoop integreren in captcha’s om zo de consument te misleiden. Bij de meest bekende captcha moet de gebruiker een combinatie van vervormde cijfers en letters overtypen. De vervormde cijfers zijn de perfecte drager voor een anker, bijvoorbeeld 532.

“Consumenten vinden captcha’s niet verdacht, ze gaan ervan uit dat de cijfers lukraak gekozen werden door de computer”

Consumenten vinden captcha’s niet verdacht, ze gaan ervan uit dat de cijfers lukraak gekozen werden door de computer. En minstens even belangrijk: een captcha verplicht de consument om voldoende aandacht te besteden aan het anker. Enerzijds omdat de vervormde cijfers moeilijk leesbaar zijn, anderzijds omdat het getal

Smartphone Sebastiaan Michiels voerde een experiment uit bij 232 studenten. Dat leidde tot veelbelovende resultaten – toch voor verkopers. Alle proefpersonen kregen op een fictieve website eenzelfde merkloze smartphone te zien. Een eerste groep kreeg een captcha met letters – en dus zonder ankers – voorgeschoteld. Een tweede groep moest twee getallen in een captcha vergelijken en de hoogste waarde overtypen. Deze groep bleek, zoals verwacht, onderhevig aan het anchoring-effect en schatte de prijs van de smartphone maar liefst 135 euro -of 38 procent- hoger dan de groep zonder ankers. Verkopers zouden dus hun omzet kunnen verhogen door het verstoppen van getallen in een captcha. Uiteraard ten koste van de consument. Sluwe verkopers en reclamejongens kennen vele manieren om consumenten te misleiden. Sommige van die trucs raken later ook bij het geïnformeerde publiek bekend. Sebastiaan Michiels: “Tot op heden bestond er geen praktische toepassing voor anchoring effecten op basis van irrelevante getallen. Mijn masterproef toont nu echter aan dat captcha’s gebruikt kunnen worden om de betalingsbereidheid van consumenten te verhogen. Laat dit een waarschuwing zijn: wij mensen zijn eenvoudig te beïnvloeden. Het ultieme bewijs dat we geen robots zijn is hierbij geleverd.”

Meer weten? scriptiebank.be/captcha Promotor: prof. dr. Leo Van Hove


DE VL A AMSE SCRIPTIEKRANT · Jaargang 6 · n° 5 · December 2018

2

ONDERWIJS

Cyberpesten, een virtuele realiteit STUDENT ONTWIKKELT 360°-ANIMATIEVIDEO OM PESTGEDRAG AAN TE KLAGEN Cyberpesten kan een bijzonder overweldigende ervaring zijn. Om dat duidelijk te maken, ontwikkelde Tom Franck (AP Hogeschool Antwerpen) als allereerste Belgische student een 360°-animatievideo, waarbij je zelf het doelwit wordt van pestberichten. Het doel? “Jongeren bewustmaken van het feit dat cyberpesten allesbehalve onschuldig is. En dat er hulp beschikbaar is als ze dat nodig hebben.”

“Goeiemorgen, ik hoop dat je goed geslapen hebt. Vandaag wordt een zonnige dag, ongeveer 25°C.” Zo begint de dag in de virtuele wereld van Tom Franck. Geen vuiltje aan de lucht. “Uw hoverboard is helemaal opgeladen.” Dat hoverboard is een ingreep om de virtuele wereld iets aangenamer te maken om in rond te wandelen, zo vertelt hij achteraf. “In het echte leven blijf je gewoon stilstaan, in een 360°-video beweeg je. Het gevolg: duizeligheid en verwarring. Het hoverboard geeft je het gevoel dat je op een logische manier beweegt.”

“Alleen voor de personages heb ik echte beelden gebruikt. Om het realistischer te maken, maar ook omdat personages ontwerpen zeer tijdsintensief is.” Lelijke trui Niet alle jongeren hebben al een virtualrealitybril opgezet, maar een 360°-video hebben ze meestal wel al eens bekeken. Een 360°-animatiefilm gaat nog een stap verder. Tom Franck: “Alleen voor de personages heb ik echte beelden gebruikt. Om het realistischer te maken, maar ook omdat personages ontwerpen zeer tijdsintensief is. Zo kon ik het meeste van mijn tijd investeren in storytelling: hoe bouw ik een verhaal op?”

Hoe verder de video afspeelt, hoe grimmiger de sfeer. Van een opmerking over een lelijke trui tot ronduit hatelijke pestboodschappen, het wordt allemaal op ons afgevuurd. De (Engelstalige) vertelstem blijft even neutraal: “Wij detecteren een daling van uw geluksniveau.” Therapeuten Cyberpesten is een relatief nieuw fenomeen. Het aanpakken is allesbehalve eenvoudig, want alles gebeurt online en uit het zicht van volwassenen. Om een beter begrip te krijgen, ging Tom Franck voor zijn

project praten me t d e t herapeuten van TEJO, de jongerenorganisatie voor wie hij deze video maakte. Bij TEJO werken professionele therapeuten op vrijwillige basis. Ze bieden jongeren tussen 10 en 20 jaar laagdrempelige ondersteuning aan. Het uiteindelijke doel van de video? “Ik wil jongeren bewustmaken van het probleem en indien nodig, hen ertoe aanzetten om contact op te nemen met TEJO.” Het resultaat wordt vandaag gretig opgepikt. Door de doelgroep, jongeren en leraren, maar ook door bedrijven en evenementen die het als een voorbeeld van innovatie zien. Zo was de video aanwezig op de Dag van de Wetenschap en tijdens SuperNova in Antwerpen.

Meer weten en video bekijken? scriptiebank.be/360video Promotor: TEJO

Eerste spelletjesboek voor slechtziende kleuters Een spelletjesboek voor slechtziende kleuters? Yana Dooms (AP Hogeschool) bewees dat het kan. In haar boek geen overbodige informatie, maar duidelijke tekeningen in reliëf, voelmaterialen en een cd-rom. “Ook voor slechtziende kleuters zijn doeboekjes belangrijk voor de ontwikkeling. Ze bevorderen de fijne motoriek en de creativiteit.” Een vriendin van Yana is slechtziend. Ze vertelde dat het voor haar niet eenvoudig was om als kind aangepaste boeken te vinden. Voor Yana was dit de start van haar project: een boek ontwerpen voor slechtziende kleuters, met spelletjes en opdrachten. Het was een origineel idee, wat ook betekende dat ze weinig voorbeelden had om zich op te baseren. Ze verdiepte zich in het onderwerp. Ontwerpen voor slechtzienden bleek niet zo eenvoudig. Sommige kleurencombinaties zijn niet zichtbaar. Te kleine afbeeldingen zijn onduidelijk, bij te grote afbeeldingen verliezen slechtzienden al snel het overzicht. Dun papier is te doorschijnend, gerecycleerd papier is te grauw, glanzend gelamineerd papier geeft soms een storende schittering en ga zo maar door. Als studente Grafische en Digitale Media wist ze hoe ze creatief kon omspringen met al deze beperkingen. “Het boekje is mat

Ze voegde ook een cd-rom bij het doeboekje, waarop alle opdrachten voorgelezen worden. Op de cd-rom staan ook telkens liedjes die bij de opdrachten passen. Deze liedjes zong ze, samen met een koor, zelf in. “Zo worden de kleuters ook auditief gestimuleerd.”

gelamineerd. Daarin heb ik geprikt met een naald, zodat er bolletjes ontstaan die de kleuters kunnen voelen. In het uiteindelijke resultaat combineer ik verschillende texturen. Sommige elementen hangen vast met velcro, waardoor de kleuters ze eruit kunnen halen om ze daarna op de juiste plek vast te kleven.”

Doolhof Puzzelen, muisjes tellen, appels in een boom hangen en een eendje vinden in een doolhof: de opdrachten zijn divers en aangepast aan de leefwereld. Niet alleen voor

slechtziende kleuters. “Toen ik het boekje ging testen in de kleuterklas, waren ook de andere kindjes geïnteresseerd.”

“De liedjes op de bijhorende cd-rom heb ik samen met een koor zelf mee ingezongen. Zo worden de kleuters ook auditief gestimuleerd.” YANA DOOMS

Al snel bleken kleuteronderwijzers enthousiast en ook slechtzienden waren onder de indruk van het initiatief. Er was interesse in het boekje, maar Yana kon niet helpen. “De school had mijn exemplaar van het doeboekje bijgehouden. Daarom ben ik volledig opnieuw begonnen zodat ik nu een tweede exemplaar heb.” Ze schreef zich in voor wedstrijden, zoals de Scriptieprijs, om zo aandacht en eventueel ook een budget te vinden om haar project op een grotere schaal uit te geven. “Ik hoop nog altijd dat uitgeverijen mijn werk oppikken.”

Meer weten? scriptiebank.be/doeboek Promotoren: Pascal Bouckaert & Véronique Verbraeke


DE VL A AMSE SCRIPTIEKRANT · Jaargang 6 · n° 5 · December 2018

3

M A AT S C H A P P I J

Wat we leren van K3 zijn en diversiteit. Toch zijn het zelf drie mooie, blanke en slanke meisjes in drie dezelfde outfits. En kinderen leren ook van boodschappen d ie n ie t b ew u s t educatief zijn. De verhouding tussen creative inhoud enerzijds en marketing andezijds is dus zeer complex.”

“Van Afrika tot in Amerika, wij zijn zoveel mooier als we samen zijn.” Zowel de oude als de nieuwe K3 schrikken er niet voor terug om een standpunt in te nemen. Actuele thema’s zoals verdraagzaamheid, klimaatverandering en gender worden in vlot meezingbare liedjes gegoten. Toch was onderzoek naar de educatieve waarde naar onze populairste meisjesgroep tot voor kort braakliggend terrein. Pedagoog Marjolein Van De Noortgate (Universiteit Gent)vulde de leemte op en schreef haar masterproef over de liedjesteksten van K3. Ze interviewde de drie huidige zangeressen en hun tekstschrijver en onderzocht via tekeningen hoe jonge kinderen betekenis geven aan de teksten. Wat is de impact van K3 op hun wereldbeeld? Maatschappijkritiek Eerst analyseerde ze de inhoud van de teksten. “De liedjes van K3 beslaan een breed gamma aan thema’s, zoals liefde, feest en samenhorigheid. Het overstijgen van verschillen is daarbij belangrijk. De teksten benadrukken de discrepantie tussen de huidige samenleving en een ideale, vredevolle toekomst. Het is een vorm van maatschappijkritiek die ze op een positieve manier formuleren.”

"Van Michael Jackson tot John

Lennon: K3 is zeker niet de eerste

groep die educatieve boodschappen verwerkt in hun liedjes"

© Studio 100

Va n M ichael Jackson tot John Lennon: K3 is zeker niet de eerste groep die educatieve boodschappen verwerkt in hun liedjes. Marjolein: “Eerder onderzoek toonde al aan dat luisteren naar zulke liedjesteksten zorgt voor een daling in agressieve gedachten, vooroordelen en discriminerend gedrag. Zeker als de tekstschrijver rekening gehouden heeft met de interesses, waarden en emoties van de luisteraar.” Marjolein Van Den Noortgate blijft ook kritisch: “Er is natuurlijk een verschil tussen wat K3 zingt en wat K3 doet. Veel liedjesteksten gaan over de schoonheid die vanbinnen zit, over het belang van jezelf

Tekenen over K3

Award Een boodschap verkondigen via K3, het is inderdaad niet eenvoudig. Ook tekstschrijver A lain Vande Putte stelt zich soms vragen. Zoals over wat nu precies de meerwaarde is van producten als ‘kippenwit van K3’. Toch is hij allesbehalve blind voor de voordelen van marketing. “Ik kom zelf uit de alternatieve muziekwereld, maar via die weg preek je vooral voor eigen kerk. Als wij met K3 de genderproblematiek aankaarten dan staat

dat meteen in alle kranten. Een impact die je nu eenmaal niet kan loskoppelen van de fantastische marketingmachine die Studio 100 is.” In het liedje Prinsesje en Superman zingt K3 voor het eerst letterlijk over homoseksuelen en genderrollen en dat veroorzaakte inderdaad een mediastorm. Marjolein: “Niet alle ouders waren even opgezet met dit thema in de muziek van hun kinderen. Holebivereniging Çavaria was wél tevreden en holebizender OUTtv schonk hen zelfs een award.” Wat is het concrete resultaat? Marjolein: “Bij K3 zien ze de impact met hun eigen ogen, bijvoorbeeld als jongens naar hun optreden komen in een jurkje. De wereld van K3 is vrolijk, liefdevol en tolerant.”

Meer weten? scriptiebank.be/k3 Promotor: Prof. dr. Kris Rutten

En plots zag ik het verschil tussen opinies en vooroordelen. Dat was mijn klik. Gert (21) De Morgen-lezer sinds de rel met de teruggestuurde Soedanezen.

Via tekeningen onderzocht Marjolein Van Den Noortgate of kinderen uit het eerste, tweede en derde leerjaar de educatieve boodschap van een liedje ook effectief oppikken. De kinderen hadden hier geen moeite mee. Ze gaven een persoonlijke interpretatie, die verderging dan de oppervlakkige betekenis van de tekst. Julie (3e leerjaar) maakte een tekening over Prinsesje en Superman, een lied dat gaat over homoseksualiteit en gender. In de nabespreking vertelde ze: “Een meisje kan ook met een meisje zijn en een jongen met een jongen. En dat mag, want iedereen is hetzelfde.”

Klaar voor de klik? De Morgen lanceert het KLIKSTARTER abonnement voor studenten. Voor maar 9,95 euro per maand krijg je toegang tot alle artikels - ook met een plusje - op demorgen.be, de mobiele site en de nieuwsapp. Maandelijks opzegbaar. Ontdek nu op demorgen.be/klikstarter


DE VL A AMSE SCRIPTIEKRANT · Jaargang 6 · n° 5 · December 2018

4

WETENSCHAPPEN

Op zoek naar parasiet in Afrika Voor zijn masterthesis reisde microbioloog Hans Carolus (KU Leuven) zes weken lang naar het Karibameer in Zimbabwe. Samen met een team lokale biologen zocht hij er naar zoetwaterslakken. Of beter gezegd, naar trematoden, de parasieten die zich via deze slakken verspreiden. Het Karibameer ligt op de grens tussen Zambia en Zimbabwe en is het grootste kunstmatige meer ter wereld. Het is een gedroomd speelterrein voor biologen: het meer is eigenlijk een ondergelopen vallei, waardoor alle leven er nog relatief nieuw is. Bovendien stikt het er van de parasieten, wat niet uitzonderlijk is voor een Afrikaans meer. Helaas zijn er in Zimbabwe weinig middelen voor de moleculaire technieken die nodig zijn om die parasieten correct te identificeren. 'Verwaarloosde' parasieten De onderzoekers focusten zich op trematoden. Trematoden zijn parasitaire

platwormen. Er zijn tot nu toe maar liefst 18.000 verschillende soorten trematoden beschreven, maar één ding hebben ze allemaal gemeen: ze ontwikkelen zich als larven in zoetwaterslakken, waarna ze die verlaten om mensen of dieren te infecteren. De ziektes die ze veroorzaken vallen onder de zogenaamde ‘verwaarloosde ziektes’, die wetenschappelijk en financieel erg onderbelicht zijn.

“We hebben op basis van DNA, een eigen diagnosemethode ontwikkeld. Deze methode kan over de hele wereld ingezet worden.”

Parasieten identificeren op basis van het uiterlijk is erg moeilijk, als je weet dat de slakken soms maar enkele millimeters

groot zijn. De parasieten zijn zelfs nauwelijks zichtbaar met het blote oog. Het gevolg: een te grote foutenmarge. En dat is een probleem, voor biologen, voor de veiligheid van de bevolking, de veeteelt en de visserij. Een oplossing is het gebruik van DNA-analyse voor identificatie. Invasie Hans Carolus: “Vroegere DNA-analysemethodes zochten alleen naar soorten die runderen of mensen konden infecteren. Daarom ontwikkelde ik voor mijn thesis eerst een nieuwe, aangepaste diagnosemethode. Die kan alle trematodensoorten detecteren, maar geeft ook informatie over parasieten die belangrijk zijn voor mensen en vee. Met die methode sluiten we dus valse negatieven uit: als we nu geen trematoden vinden, zijn er echt geen aanwezig.” Een techniek die over de hele wereld ingezet kan worden in het parasietenonderzoek. Tijdens de zes weken in Zimbabwe verzamelden de onderzoekers zoveel mogelijk zoetwaterslakken, waarvan ze achteraf

het DNA analyseerden. En lang niet alle slakken en trematoden waren lokale bekenden. Zoals een slak uit Noord-Amerika, een drager van Fasciola of leverbotworm, die mensen, vee maar ook olifanten kan infecteren. De schuldige van deze invasie aan invasieve soorten? De waterhyacint, een Amerikaanse sierplant die het goed doet in het kunstmatige meer. Niet alleen is deze plant het perfecte overzeese transportmiddel voor geïnfecteerde zoetwaterslakken, ze overwoekert bovendien grote delen van het meer.

Meer weten? scriptiebank.be/parasiet Promotoren: prof. dr. Filip Volckaert, dr. Tine Huyse, prof. dr. Maxwell Barson

Een siet op Y was in A der Leu aan hog par kleu eind voo

Hans Carolus gidst ons door een aantal van zijn foto's

“Dit is het ‘scoopen’ om slakken te verzamelen. Sediment (zand, steentjes en grind) en drijvend materiaal (zoals waterplanten) worden gecontroleerd op slakken. De waterhyacint overwoekert het meer.”

“Dit is het uitwerpen van een ‘dredge’ om sediment, waterplanten of ander drijvend materiaal te verzamelen en te controleren op de aanwezigheid van slakken. Een dredge is een variant van een ‘scooping’-net, maar dan voor stalen dieper in het meer. Door de vele krokodillen en nijlpaarden in het meer is het op sommige plaatsen niet mogelijk dieper in het meer te gaan, dan wordt er een dredge gebruikt."

“Hier kijk ik door een binoculaire microscoop om de parasietenlarven te zoeken die de slak verlaten. Als ik die vind, dan breng ik die voorzichtig over naar een draagglaasje voor een foto (met een lichtmicroscoop). Vervolgens worden de larven in ethanol bewaard voor latere identificatie op basis van DNA.”

“Hier zie je het beeld onder de microscoop: parasitaire larven hebben hier net een geïnfecteerde slak verlaten en met hun zwemstaart gaan ze op zoek naar hun eindgastheer. Vermoedelijk is het een Fasciola soort en dus een potentiële parasiet van mens, rund of wilde herbivoor.”

“Dit is mijn favoriete foto... Het alledaags zicht: een visser ki

“Het Karibameer is het grootste do pas na de bouw van de Karibadam voor studies over zijn biologie, geol zijn overblijfselen van


DE VL A AMSE SCRIPTIEKRANT · Jaargang 6 · n° 5 · December 2018

5

WETENSCHAPPEN

ten

Een hoofd vol gaten doet beter horen

Zombieslakken in Zimbabwe

© Gilles San Martin

n bijzondere ontdekking was Leucochloridium, de parat die een slak verandert in een 'zombieslak'. Een topper YouTube, maar wat vooral opvallend is: deze parasiet s voorheen nog nooit ontdekt in Zimbabwe, zelfs niet Afrika. Het is een van de invasieve soorten die de onrzoekers identificeerden in het meer. ucochloridium neemt het brein van de slak over. Op nsturen van de parasiet verplaatst die slak zich naar gergelegen, zonnige plaatsen. Ondertussen nestelt de rasiet zich in de voelsprieten en vormt daar pulserende urrijke banden. Zo wordt de slak opgemerkt door de dgastheer van de parasiet: een vogel met een appetijt or slakken.

t Karibameer zit vol met nijlpaarden, dit is dus een ijkt naar een groep nijlpaarden die zonnebaden.”

oor de mens gemaakte meer in de wereld. Het ontstond m in de jaren 60. Het meer is jong, wat zeer interessant is logie, geografie, economie... De dode bomen in het meer de bomen die ooit de vallei hebben bebost.”

Dit is de hagedis die Pieter Livens onder de scanner plaatste voor zijn onderzoek: de bruine anolis.

Denk je soms dat je hoofd vol gaten zit? Wel, bij een hagedis is dit letterlijk het geval. Master in de fysica Pieter Livens (Universiteit Antwerpen) legde voor zijn masterproef een hagedis onder de scanner en onderzocht hoe geluidsgolven door zijn kop reizen. Helemaal anders dan bij ons, zo blijkt. Voor we bij de hagedis komen, eerst twee andere vragen: waarom communiceren muizen met een hoog piepend geluid en olifanten met lage tonen? En hoe weten we uit welke richting een geluid komt? De lengte van een geluidsgolf bepaalt hoe hoog een geluid is. Hoe korter de golf, hoe hoger het geluid. Hoe langer, hoe lager. Nu moeten mensen en dieren een geluid niet alleen horen, we moeten ook uitvissen waar het geluid vandaan komt. Voor ons is dit handig om bijvoorbeeld een verloren gsm terug te vinden, dieren willen weten in welke richting ze moeten vluchten bij naderend gevaar. Meterslange golven Geluid lokaliseren: hoe doen we dat? Daarvoor moeten we ons hoofd gebruiken. Wanneer geluid langs ons hoofd reist, gaat de golf vervormen. Hierdoor nemen de beide oren elk een andere golf waar. Dankzij deze twee verschillende signalen kunnen de hersenen berekenen waar de bron van het geluid zich bevindt, zoals ze dat ook bij onze ogen doen. Vervorming van een golf treedt op wanneer de golf korter is dan het object waar het op terechtkomt, of precies even lang. Daarom zijn radiogolven trouwens zo lang: zelfs als ze een gebouw tegenkomen, zullen ze nog

niet vervormen. Zo komen ze onbeschadigd bij je radiotoestel aan, die de meterslange golven opnieuw omzet in, bijvoorbeeld, schlagers. De geluidsgolf moet dus even lang zijn als of korter zijn dan je hoofd. Een olifantenkop is groot: hij kan dus lagere tonen lokaliseren. Een muizenhoofd is klein: een muis lokaliseert alleen maar hoge tonen.

De lengte van een geluidsgolf bepaalt hoe hoog een geluid is. Hoe korter de golf, hoe hoger het geluid. Hoe langer, hoe lager. Het ene oor in, het andere oor uit Nu, wanneer we deze redenering toepassen op reptielen, vogels en andere niet-zoogdieren, blijkt dit helemaal niet meer te kloppen. Een kip, bijvoorbeeld, hoort het best rond een golflengte van 17 cm (2000 Hz). Nu is de kop van een kip allesbehalve 17 cm breed. Hetzelfde bij de hagedis: die hoort het beste bij een golflengte van maar liefst 49 cm... Hoe komt dat? Pieter Livens legde voor zijn masterproef een hagedis onder de scanner en maakte een 3D-computermodel van zijn hoofd. Zo’n hagedissenkop is volledig anders opgebouwd dan een zoogdierenkop. Wij hebben een aparte neus-keelholte en twee gehoorgangen. Bij een aantal

niet-zoogdieren, zoals de hagedis, zitten er grote openingen in de tussenschotten tussen deze drie holtes. Zo ontstaat er een grote ruimte tussen beide oren, waardoor de geluidsgolf ononderbroken van het ene oor naar het andere kan reizen. Het geluid komt versterkt toe aan de binnenzijde van het andere trommelvlies. Dankzij de unieke combinatie van geluid aan de buitenzijde én aan de binnenzijde van het oor, kunnen de hersenen van de hagedis berekeningen maken en zo ook lange geluidsgolven lokaliseren. Toch zijn wetenschappers nog altijd niet op de hoogte van hoe deze geluidslokalisatie nu precies werkt. Alle berekeningen blijven het uitzonderlijke hoortalent van de hagedis onderschatten. Hoe beter de beeldvormingstechnieken worden, hoe beter we begrijpen wat er zich nu precies in het hoofd van de hagedis afspeelt. Kennis die van belang kan zijn om het beschadigd gehoor van mensen opnieuw te herstellen. Zij moeten het, net als de hagedis, met slechts één in plaats van drie gehoorbeentjes doen.

Meer weten? scriptiebank.be/hagedis (Co-)Promotor: Prof. dr. Joris J.J. Dirckx & Dr. Pieter Muyshondt


DE VL A AMSE SCRIPTIEKRANT · Jaargang 6 · n° 5 · December 2018

6

MEDISCH

Het elektronisch medisch dossier:

delen of verbergen? Een vraag die extra duidelijk klinkt bij chronisch zieken. “Hun dossier is vaak extra complex en dus ook veel moeilijker om op te volgen.”

Uw medisch dossier wordt vandaag niet meer op papier bijgehouden, maar elektronisch. En dat heeft gevolgen. Want nu kiest u zelf welke persoonlijke medische gegevens u aan welke arts toont. Laetitia Cooreman (Universiteit Gent) onderzocht het standpunt van de patiënt hierover. “Er bestaat een duidelijke vraag naar meer informatie over de werking van het elektronisch medische dossier.”

“Vandaag volgt slechts een heel beperkt aantal mensen effectief hun eigen dossier op. Er bestaan nochtans verschillende Belgische systemen om dit te doen, zoals CoZo, PatientConsent en Patient Health Viewer. Er zijn extra inspanningen nodig om deze tools bekend te maken bij het grote publiek.”

Laetitia nam plaats in verschillende wachtruimtes van artsen in het UZ Gent en sprak er iedereen aan die er binnenkwam. In totaal 738 patiënten vulden haar vragenlijst in. “Daaruit is gebleken dat patiënten zich mee verantwoordelijk voelen over hun medisch dossier.” Of de ondervraagde patiënten al dan niet bereid zijn om gegevens beschikbaar te maken voor artsen, hangt af van verschillende factoren. “Informatie uit het verleden beschouwen ze als minder relevant en zullen ze dus sneller afschermen. Psychische problemen, onvruchtbaarheid, hiv-besmetting, druggebruik en andere gevoelige informatie: het wordt niet zo graag

7 van de 11 miljoen Belgen gaven al hun toestemming om hun elektronisch dossier te laten inkijken door artsen.

gedeeld. Bovendien blijken oudere mensen gevoeliger voor privacy, net als vrouwen.” Tegelijkertijd beseft een groot deel van de ondervraagde patiënten dat het verbergen van informatie de kwaliteit van de zorg niet ten goede komt. “Als ze gevoelige informatie toch delen, is het in de eerste plaats om de arts beter te informeren.”

Onbekende tools De kennis over het elektronisch medisch dossier laat vaak te wensen over. “Hoewel de meeste bevraagden al gehoord hebben van het elektronisch medisch dossier, vindt minder dan de helft de werking voldoende duidelijk. Driekwart zou meer informatie willen ontvangen.”

Meer weten? scriptiebank.be/emd Promotor: Prof. dr. Ignaas Devisch

Wanneer de doden de levenden helpen Als er een familielid overlijdt in het ziekenhuis, gaan we er gemakshalve vanuit dat de diagnose van de dokter correct is. Toch is dat niet altijd het geval. Meer klinische autopsies zorgen voor medische vooruitgang en betere beslissingen, maar Sarah Ahannach maakt zich zorgen. “Het aantal correcte diagnoses van doodsoorzaak stagneert, terwijl het aantal autopsies blijft dalen.” Bij het woord autopsie denken veel mensen meteen aan forensische autopsie en al zeker als ze vaak naar misdaadseries kijken: een forensisch patholoog gaat op zoek naar bewijzen bij een verdacht overlijden of ongewoon sterfgeval. Maar er bestaat ook zoiets als een klinische autopsie. Aan welke ziekten overleed een patiënt? Iets minder vaak op tv, maar bijzonder relevant voor de wetenschap, de politiek én de nabestaanden.

Bio-medisch wetenschapper Sarah Ahannach analyseerde voor haar masterproef alle klinische autopsieaanvragen van 2015 tot en met 2017 in het UZ Leuven. Ze vergeleek de diagnose op het aanvraagformulier van de arts met de uiteindelijke conclusie van het autopsieverslag. In maar liefst één op de vijf gevallen werd na de autopsie de klinische diagnose weerlegd en werd een nieuwe of bijkomende doodsoorzaak gevonden. Op zich niets abnormaal of onverwacht. “Het percentage evolueert amper, zelfs als we honderd jaar terug in de tijd gaan. Opmerkelijk, want met alle medische vooruitgang en nieuwe technieken, zoals geavanceerde scans, kan men nu sneller en beter diagnoses stellen. Men zou dus eigenlijk geen verrassingen meer verwachten.” Toch ging het aantal klinische autopsieaanvragen de laatste decennia dramatisch achteruit. En niet alleen bij ons in België: in

de jaren 90 van de vorige eeuw onderzocht men nog een derde van alle overlijdens wereldwijd, vandaag is dat nog amper 2%. Laat dat nu net een gevolg zijn van dat blind vertrouwen in de medische en technologische vooruitgang: artsen stellen minder vaak vragen bij de gestelde diagnose. Maar ook religieuze keuzes, een grotere gevoeligheid voor zelfbeschikking en lage financiële compensaties liggen aan de basis. Vooruitgang Een klinische autopsie gebeurt om verschillende redenen. Voor de nabestaanden, om zonder vragen afscheid te nemen. Voor hen kan de correcte diagnose van een erfelijke ziekte trouwens levens redden. Politici en andere beleidsmakers baseren zich dan weer voor hun beslissingen op gezondheidsstatistieken. Als er heel veel mensen over-

lijden aan hartfalen, bijvoorbeeld, is het belangrijk om maatregelen te nemen. Maar eerst moeten die cijfers uiteraard kloppen.

In de jaren 90 van de vorige eeuw onderzocht men wereldwijd nog een derde van alle overlijdens, vandaag is dat nog amper 2%. Als laatste is de klinische autopsie van groot belang voor de medische vooruitgang. Was de diagnose juist? Werkt een therapie? Hebben we iets gemist? Zo kunnen toekomstige overlijdens vermeden worden. Of zoals Sarah Ahannach het zegt: “Meer klinische autopsies zijn een goede basis voor een betere kwaliteitszorg in de ziekenhuizen. De doden kunnen de levenden helpen.”

Meer weten? scriptiebank.be/autopsie Promotoren: Prof. dr. Elisabeth Dequeker, Prof. dr. Eric Verbeken, dr. Wim Develter


DE VL A AMSE SCRIPTIEKRANT · Jaargang 6 · n° 5 · December 2018

7

I N N OVAT I E

Van Deliveroo tot moderne melkboer

Brand aan boord? Leer eerst Japans

STUDENT ONTWERPT HERBRUIKBAAR VERPAKKINGSSYSTEEM VOOR BEZORGDIENSTEN

STUDENTEN HOGERE ZEEVAARTSCHOOL VERHOGEN BRANDVEILIGHEID AAN BOORD

Moderne maaltijdbezorgers zoals Deliveroo werken graag met wegwerpverpakkingen. Handig: ben je klaar met eten? Dan gooi je de overgebleven stapel zakjes en bakjes meteen in de vuilbak. Oud-student productontwikkeling Glenn Verhaege (Universiteit Antwerpen) gaat niet akkoord. “De wetgeving op wegwerpmateriaal zal alleen maar strenger worden, de overstap naar herbruikbare verpakkingen is onvermijdelijk. ” Deliveroo, Uber Eats of Smartmat: mensen laten vandaag massaal eten aan huis leveren. Glenn Verhaege: “Toen ik iets wou doen aan het afvalprobleem, kwam ik al heel snel bij de deliverysector terecht.” Zijn idee: NOMM, een systeem met mooie kommen, een isolerende sleeve en een dienst die alles achteraf weer ophaalt en afwast. Een soort moderne versie van de melkboer. Of dit de sector defi nitief gaat veranderen? Glenn gelooft alvast van wel. Overschakelen op een herbruikbare verpakking is niet evident, toch niet als je het gemak van een wegwerpverpakking gewoon bent. Glenn Verhaege, productontwikkelaar: Dat klopt. Daarom heb ik lang nagedacht hoe ik mijn systeem voor iedereen zo aantrekkelijk mogelijk kan maken. Als consument is het voordeel duidelijk: de smaak en de kwaliteit van de maaltijd blijven veel langer behouden dan bij zo’n wegwerpbakje. En een mooie kom is gewoon aangenamer om uit te eten. Ook met de grootste ergernis van de fietskoeriers heb ik rekening gehouden: onderweg mag er niets lekken of omvallen. Hoe reageren de restaurants? Ik ging praten met de restauranthouders en bij hen is er een actieve vraag naar een alternatief. Vaak strookt een wegwerpverpakking niet met hun imago en zijn ze op zoek naar een duurzame en mooie oplossing. Voor mijn thesis heb ik een schatting gemaakt: als je rekent dat een bestelling uit verschillende doosjes en potjes bestaat, zal een restaurant gemiddeld meer dan dertigduizend verpakkingen per jaar besparen.

Een herbruikbare verpakking heeft natuurlijk ook nadelen. Wie gaat dat afwassen? Goede vraag. Noch de bezorgdiensten, noch de restaurants stelden zich kandidaat. Dan rest alleen nog de consument zelf, maar of de voedselveiligheid daar wel bij vaart... Daarom is het de bedoeling dat NOMM de verpakkingen niet alleen zal produceren en aanleveren, maar ook afwassen. Wie haalt alles op? Ophalen kan op verschillende manieren. De consument brengt de lege borden en kommen zelf terug. Of de koeriers halen ze op terwijl ze wachten op een nieuwe bestelling. Uiteraard in ruil voor een klein bedrag. Mijn uiteindelijke doel? Een systeem gebaseerd op het principe van de melkboer. Klanten nemen een abonnement op een leveringsdienst, bijvoorbeeld voor drie maaltijden per week. De lege kommen geven ze mee aan de koerier op het moment dat ze een nieuwe bestelling ontvangen. En hoe zit het met de economische haalbaarheid? Met de hulp van twee handelsingenieurs heb ik alles nagerekend. Dit systeem kan vandaag al perfect rendabel zijn, vandaar dat ik er ook echt in geloof. Ik geef toe, er is nog een mindshift nodig bij de consument. Maar voor de bezorgdiensten is het een kwestie van overleven: de wetgeving op wegwerpmateriaal zal in de toekomst alleen maar strenger worden. Vanaf het moment dat ze beseffen dat er geld mee te verdienen valt, zal de overstap volgens mij niet lang duren...

Arne Dobbelaere en William Van Laken, twee studenten van de Hogere Zeevaartschool Antwerpen bouwden minutieus het brandblussysteem van een schip na. Een primeur, die levens kan redden. Want door al in het klaslokaal te oefenen met dit schaalmodel, weten toekomstige officieren nu precies wat ze moeten doen wanneer er brand uitbreekt. Antwerpse havenbedrijven zijn enthousiast. In de machinekamer van een koopvaardijschip breekt een hevige brand uit. Het blussysteem, dat er sinds de bouw van het schip aanwezig is, werd nog nooit gebruikt. De kapitein is verantwoordelijk voor de veiligheid aan boord, maar heeft tijdens zijn opleiding nooit concreet geleerd hoe het blussysteem werkt. Een zogenaamde ‘fi re drill’ vond nooit plaats. Deze levensbedreigende situatie komt nog vaak voor op schepen. Maar er is beterschap op komst: dankzij een schaalmodel van een volledig CO2-blussysteem leren officieren in spe nu grondig omgaan met het systeem tijdens de lessen brandveiligheid. De oorzaken van ongevallen met CO2blussystemen zijn soms hallucinant. Pijpleidingen die verkeerd werden aangesloten tijdens de bouw van het schip, onzorgvuldige inspecties van het blussysteem tot een rederij die de activeringsinstructies alleen in het Japans meegaf. Maar de belangrijkste oorzaak van ongevallen was een gebrek aan kennis bij de bemanningsleden. Die weten te weinig hoe ze het systeem moeten gebruiken en wat de gevaren ervan zijn. Nochtans leiden deze ongevallen regelmatig tot de dood van bemanningsleden.

Meer weten? scriptiebank.be/delivery Promotor: dr. Els Du Bois & dhr. Filip Fransen (deSter)

Vertraging Om de studenten een duidelijk beeld te geven van een CO2-blussysteem, werkten Arne en William uitsluitend met onderdelen die effectief voorkomen of gebruikt

worden aan boord. Zo bouwden ze, vanaf nul, een zeer realistisch schaalmodel. De ventilatie valt automatisch uit, de verschillende alarmen gaan op de juiste tijdstippen af en een mechanisme vertraagt het systeem minimum dertig seconden. Zo krijgt de bemanning de tijd om de machinekamer te verlaten voor de CO2 vrijkomt.

“De kapitein is verantwoordelijk voor de veiligheid aan boord, maar heeft tijdens zijn opleiding nooit concreet geleerd hoe het blussysteem werkt” De Hogere Zeevaartschool en enkele Antwerpse havenbedrijven stelden een budget ter beschikking. Eén van die bedrijven is gespecialiseerd in de installatie en het onderhoud van CO2-blussystemen. De medewerkers van dat bedrijf zijn zich bewust van de problematiek: bij onderhouds- en inspectiebeurten op schepen krijgen ze nog regelmatig vragen van officieren. “Kan je mij eens uitleggen hoe het systeem juist werkt?” en “Hoe moet ik het systeem activeren als het nodig is?” Het bedrijf was daarom meteen bereid om het project te steunen. De zaakvoerder stelde een groot deel van de noodzakelijke onderdelen ter beschikking en gaf tips voor de bouw van het schaalmodel. De twee studenten ontwierpen, naast het schaalmodel, ook een handleiding en maakten een instructievideo.

Meer weten? scriptiebank.be/blussysteem Promotor: Vincent Leysen


DE VL A AMSE SCRIPTIEKRANT · Jaargang 6 · n° 5 · December 2018

8

GESCHIEDENIS

Aller à la soupe OF HOE SOEP BELGIË REDDE TIJDENS DE EERSTE WERELDOORLOG

Historicus

Luc De Munck wint Scriptieprijs 100 Jaar Groote Oorlog

© Stadsarchief Antwerpen

Intussen meer dan honderd jaar geleden eindigde de Eerste Wereldoorlog. Heel Europa werd tijdens die oorlog getroffen door een voedselcrisis. Ook België had last van voedseltekort en loste dit op door onder andere de volkssoep op te richten. Jong, oud, rijk, arm, iedereen ging aanschuiven om een gratis kom soep te krijgen. Aller à la soupe werd al snel een begrip en redde veel levens in België. Oud-studente journalistiek Babette Plessers (Erasmushogeschool Brussel) verdiepte zich in het onderwerp. De oorlog breekt uit in 1914 en de Britten sluiten meteen de grenzen. Ze willen niet dat het graan dat ze invoeren naar België in Duitse handen valt. Vanaf dan lijden de Belgen honger, maar er is niemand die het voedselprobleem aanpakt. De regering is gevlucht naar Frankrijk en het koningshuis zit in Engeland. Uiteindelijk komt de voedselhulp op gang, voornamelijk vanuit de Verenigde Staten. Die hulp wordt uitgedrukt in calorieën. Een burger moet zo’n 2000 à 3000 calorieën binnenkrijgen en een soldaat wel 4000 à 5000. Dat ideale aantal calorieën wordt verdeeld onder verschillende porties, waaronder een portie soep van 500 calorieën. Al blijkt die soep niet altijd effectief zo voedzaam te zijn. Meestal wordt er voor de soepen ingevroren vlees gebruikt als calorie-aanbrenger. Maar als gevolg van de schaarste wordt het soepvlees meerdere keren gebruikt waardoor het zijn voedzaamheid verliest. Volkssoep Naarmate de oorlog vordert, wordt de voedselnood groter. Hierdoor ontstaat er in België een fenomeen dat uniek is in Europa, de volkssoep of la soupe populaire, soepkeukens die voor iedereen toegankelijk zijn. Soepkeukens voor hulpbehoevenden bestaan al langer in België, maar daar moet je bewijzen dat je arm bent. Vanaf 1916

geraakt de zegswijze: aller à la soupe ingeburgerd. Het grootste deel van de bevolking ging immers elke dag naar de volkssoep. De behoefte aan soep brengt ook entrepreneurs met zich mee die wel brood zien in soepbedrijfjes. In Antwerpen ontstaat er het soepbedrijf Soep Van Boom. Moemoe Eulalia Van Boom kan door het gebrek aan voedsel haar kinderen niet meer voeden. Daarom trekt ze naar het welstandsbureel van de stad Antwerpen in de hoop daar met haar businessplan, bouillon verkopen aan de uitgehongerde wijk, liefdadigheid te verkrijgen. Uiteindelijk krijgt ze 250 Belgische frank. Daarmee koopt ze een grote soepketel en soepbeenderen. De Bouillon wordt verkocht aan 20 centiem per liter. Vanaf het begin is de bouillon een enorm succes. Na enkele maanden kan Moemoe Van Boom de 250 frank al terugbetalen aan de stad. Later zou Soep Van Boom contracten krijgen om soep te leveren aan de Antwerpse scholen.

“Vooral in tijden van schaarste is soep bij uitstek dé meest efficiënte manier om grote groepen mensen te voeden”

Soldaten en kinderen De Amerikaanse voedselhulp wordt vooral gegeven aan schoolkinderen, baby’s en soldaten aan het Belgische front. In 1916 wordt in België De Weeg (nu bekend als Kind en Gezin) opgericht. De moeders krijgen er melkpoeder mee als alternatief voor borstvoeding. Voor schoolkinderen wordt een speciaal koekje gebakken dat veel calorieën bevat en ze krijgen gratis soep en boterhammen op school. De militairen krijgen in oorlogstijd voorrang op de bevolking, omdat zij gezond moeten blijven om het land

te verdedigen. Het rantsoen van een soldaat hangt natuurlijk af van de voedingsmiddelen die voorhanden zijn, maar ook van de rang en de nationaliteit van de soldaat. Franse troepen krijgen wijn te drinken en Indiërs krijgen meer rijst in hun rantsoen. Er wordt ook een speciale koek ontworpen: de soldatenkoek. Hommes-soupe In de loopgraven wordt het eten geleverd vanuit de keukens in het kantonnement achter het front. Het voedsel wordt dan in grote bakken met stro geladen om het eten warm te houden. Deze worden dan naar het front gedragen door etenhalers, ook wel hommes-soupe genoemd. Sommige loopgraven zijn ingericht als kleine dorpjes en beschikken over primitieve keukentjes en open vuren waarop gekookt kan worden. Duitse soldaten koken op een veldkeuken, een uitvinding die het mogelijk maakt om dichter bij het front te koken. Ook kent men een stootkar waarop een soort fornuis staat: een Russische uitvinding, die al snel de bijnaam goulashkanon of locomotif à soupe meekrijgt. Of men de soep nu kookt op een stootkar of ze wordt gebracht door een homme-soupe, of men gaat ze halen bij de volkssoep, vaak is het de enige warme maaltijd die verkrijgbaar is. Vooral in tijden van schaarste is soep bij uitstek dé meest efficiënte manier om grote groepen mensen te voeden. Ook tijdens de Grote Depressie in Amerika en tijdens de Tweede Wereldoorlog is soep een populair middel om massa’s mensen te voeden. Soep redt mensenlevens in tijden van schaarste en we kunnen zonder overdrijven stellen dat de oprichting van de volkssoep België tijdens de Eerste Wereldoorlog heeft gered van een humanitaire crisis.

De tweede Scriptieprijs 100 Jaar Groote Oorlog gaat naar historicus Luc De Munck, een 62-jarige archivaris op rust uit Grimbergen. In zijn winnende geschiedenisscriptie ontkracht hij een aantal denkbeelden over Belgische verpleegsters tijdens de oorlog. “Er wordt vaak beweerd dat er tijdens de oorlog amper tot geen Belgische verpleegsters actief waren. De soldaten zouden vooral door buitenlandse verpleegsters zijn verzorgd, maar dat klopt niet”, aldus De Munck. Hij ontving een geldprijs van 1000 euro. Master in de taal- en letterkunde Emma Demarée (Universiteit Gent) schreef een scriptie over het anonieme oorlogsdagboek ‘Crux Christi Nostra Corona’ en wist daarbij de identiteit van de auteur, de Britse verpleegster Oliver Mary Mercer-Clements, te ontrafelen. Zij won de tweede prijs, goed voor 500 euro. Historica Alexia Coussement (KU Leuven) sleepte de derde prijs (250 euro) in de wacht met haar scriptie over kunsthandelaars. De KlasCementsprijs voor de sterkste WOI-scriptie uit de lerarenopleiding ging naar kleuteronderwijzers Delphine De Hulsters en Margot Declercq. Met de Scriptieprijs 100 Jaar Groote Oorlog bekroonden Scriptie vzw en het Departement Buitenlandse Zaken van de Vlaamse Overheid tijdens de eeuwherdenking sterke thesissen over de Eerste Wereldoorlog.

Meer weten? scriptieprijs2014-18.be

COLOFON De ScriptieKrant is een uitgave van Scriptie vzw. Scriptie heeft als missie wetenschap, techniek en innovatie dichter bij het grote publiek te brengen en het werk van jong onderzoekstalent meer bekendheid te geven. TEKSTEN:

Elke De Winter en studenten · VORMGEVING: www.grase.be

VERANTWOORDELIJKE UITGEVER:

Arnaud Zonderman

Léopoldstraat 6 · 1000 Brussel

Meer weten? scriptiebank.be/soepkeuken Promotor: mevr. Ria Goris en dhr. Guy Delforge

De Vlaamse Scriptieprijs wordt ondersteund binnen het Actieplan Wetenschapsinformatie, een initiatief van de Vlaamse Overheid.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.