Vlam 7

Page 1

VLAM

driemaandelijks magazine van Jong Groen ERKENNING P702077 | V.U. Gert-Jan Abrams, Sergeant De Bruynestraat 78-82, 1070 Brussel

ED I T IE JA N/FEB/M A A 2016

DOSSIER

Food for Thought Rutger Bregman : “Het nieuws is de grootste bron van desinformatie”

DOSSIER

Filet Divers, d’Anvers

PB- PP

BELGIE(N) - BELGIQUE


GROENL AND • SATIRE

DAGEN ZONDER BELEID

Dagen Zonder Vlees (DZV) is al toe aan de vijfde editie. Als het van de regering afhangt, is dat nog maar een begin. “Wat de burger zélf doet, behoeft geen beleid meer!” “Aanvankelijk vond ik dat DZVgedoe maar niks,” zegt minister van Volksgezondheid Maggie De Block. “Ik ben dokter, ik weet hoe belangrijk een dagelijkse portie proteïnen is. En plus, wie kan nu anderhalve maand lang zonder 200 gram onglet of een sappig tussenribstuk?”

bemoeien met het verkeersgedrag of de weginfrastructuur van vrije burgers,” aldus Galant. “Dus lanceerde ik een oproep aan de mensen om zélf iets aan die honderden verkeersdoden te doen.”

verkeersdoden, dagen zonder stakingen!” roept Galant, ook bevoegd voor NMBS. “Dagen zonder fraude,” probeert staatssecretaris Sleurs. Minister van Financiën Van Overtveldt mokt: “Dat wilde ik net zeggen!”

“Dat was niet zo’n groot succes,” zegt Kris Peeters. “Maar dat doet er niet toe,” corrigeert premier Charles Michel. “Cruciaal is dat we de methode-DZV verder gaan uitrollen: een website waarop je je kan inschrijven, enkele BV’s die meedoen en een flinke dosis peer pressure.”

Minister van Justitie Koen Geens blijft voorzichtig: “Voor Dagen zonder misdaad zullen we niet meteen alle burgers kunnen mobiliseren, maar ik mag hopen op een gestadige uitbreiding met toenemend succes.” Zijn collega Jambon straalt meer vertrouwen uit: “Dagen zonder terreur moet lukken, toch zeker zo’n 360 dagen per jaar. En Dagen zonder scheurtjes, natuurlijk, maar dat is iets voor op langere termijn.”

“Maar enkele maanden geleden zagen we het licht tijdens een barbecue van het kernkabinet,” vult Jan Jambon aan, minister van Binnenlandse Zaken. “We moeten ons niet blindstaren op dat vegetarisme. Het gaat ’m om de werkvorm van DZV, en die sluit naadloos aan bij ons regeerakkoord, dat inzet op een minimale overheid.” Minister Alexander De Croo knikt: “Een digitale minimale overheid.”

“Mijn regering ijvert voor een kleine overheid. Minarchisme, quoi. Dus willen we dat onze burgers zich op zo veel mogelijk beleidsdomeinen zelf organiseren. De burgeropvang van vluchtelingen in het Maximiliaanpark was al een begin, maar we zien het veel groter. Als burgers zich engageren rond verschillende ‘dagen zonder dingen die we als overheid willen ontmoedigen’, kunnen we erg veel besparen.”

Mobiliteitsminister Jaqueline Galant experimenteerde in oktober al met een gelijkaardig concept: “Ik vond niet dat ik mij als liberale minister mocht

Gevraagd naar voorbeelden, buitelen de excellenties over elkaar heen. “Dagen zonder suiker,” haast dokter De Block zich. “Dagen zonder

2

Defensieminister Steven Vandeput mompelt iets als “Dagen zonder vrede”, maar zijn woorden verdwijnen in de algehele consternatie wanneer een indringer wordt gevat: Ben Weyts, minister van Mobiliteit van de concurrerende Vlaamse Regering. Onder het roepen van “dagen zonder België!” wordt hij snel verwijderd uit de federale gebouwen. “Dagen zonder indringers?,” schrijft staatssecretaris Francken peinzend op.


EDITO

INHOUD

JONG GROENEN Wat een topteam zijn jullie toch! Ondanks alle tegenslagen zo massaal op straat komen om een ambitieus en bindend klimaatakkoord te eisen. Op 6 december in Oostende, maar ook op 29 november overal te velde, en op 12 en 13 december in Parijs tijdens de Climate Games. Hoedje af voor Climate Express, voor haar moed, doorzettingsvermogen en piekfijne organisatie van een gigantische mars (14.000 man!) in een minimum aan tijd. We blikken er in deze Vlam op terug, zodat we ons nog een keer kunnen opladen aan zoveel dynamiek en optimisme. Een dikke, dikke merci aan iedereen. Maar, ook na het klimaatakkoord in Parijs zijn wij #niettestoppen. Jong Groen blijft onze regeringen nauwlettend in de gaten houden. Eén van onze partners in crime is natuurlijk Climate Express. De leading lady herself, Natalie Eggermont, vond tussen het sensibiliseren en protesteren door nog een gaatje om eigenhandig een boek te schrijven. Je leest er alles over in deze eerste editie van de Vlam 2016. Verder is in december ons traject rond voedsel volop uit de startblokken geschoten. Met onze #boerenverdienenbeteractie maakten we heel Vlaanderen en Brussel duidelijk dat het zo niet langer kan. In 2016 gaan we echter een stapje verder en werken we een valabel alternatief uit voor het huidige conventionele voedselsysteem. Onze Vlamredactie blikt in deze editie alvast terug op het eerste deel van dit traject.

p4

DOSSIER I Food for Thought

p8

IN BEELD Klimaatactie

p9

F R A P P A N T Gratis elektriciteit door fietskracht

p 10

GE VAT Sociaal aspect van voetbal

p 12

INTERVIEW Rutger Bregman “Het nieuws is de grootste bron van desinformatie”

p 16

DOSSIER II Filet Divers, d’Anvers

p 18

JONG Natalie Eggermont van Climate Express

p 21

AFDELING IN DE KIJKER Limburgse geestdrift

p 22

CULT UUR Hoop

Maar we hoeven niet te wachten tot het congres om creatief te bouwen aan een andere, socialere, meer rechtvaardige wereld. In deze Vlam spreken we met Rutger Bregman, alom bekend omwille van zijn ideeën over het basisinkomen. Maar welke andere suggesties heeft hij om onze samenlevingen te vernieuwen? Je leest het op pagina 12. Verder hebben we het ook over voetbal, want zelfs voetbal kan de wereld veranderen. Tijdens de activiteiten van Jong Groen gaan we het komend voorjaar op dit elan verder. We brainstormen over oplossingen voor discriminatie en racisme. Daarnaast focussen we op radicalisering en feminisme. En zo gaan we door en door, tot we de ideale wereld bereikt hebben :). Graag tot op één van onze activiteiten. In afwachting daarvan, heel veel leesplezier met dit pareltje!

Céline en sielke, voorzit ter en ondervoorzit ter

3

slagen Ondanks alle tegen straat kwamen we massaalenopbind end om een ambitieuse eisen” klimaatakkoord t


DOSSIER I

FOOD FOR THOUGHT Voeding om je tanden op stuk te bijten

Het jaarthema van Jong Groen is dagelijkse kost voor iedereen: ‘Food for Thought - naar een nieuw voedselsysteem’. De eerste drie activiteiten leidden tot heel wat inspirerende, maar ook verwarrende gedachten. Tijd om ze in een hapklaar dossier te ordenen!

© bigstock

Op 12 november gingen de woordvoerster van Boerenbond en de directrice van BioForum met elkaar in debat. Ze waren het erover eens dat het huidige landbouwsysteem aan een grondige verandering toe is, maar op andere punten was het water nog te diep. Vervolgens was er op 19 december een themadag in Kortrijk met verschillende sprekers: een vrijwilligster van De Landgenoten, een verantwoordelijke van Foodact, bioboer Thierry Baucarne en Sam Magnus, jonge witloofboer en ondervoorzitter van de Groene Kring. Ten slotte voerde Jong Groen op 28 december in zeven Vlaamse steden actie met de slogan “Boeren verdienen beter!” Mensen op straat mochten raden hoeveel winst boeren maken. Dat landbouwproducten vaak met verlies worden verkocht, was voor het publiek een eyeopener. Jong Groen is duidelijk voorbereid op het congres ‘Food for Thought’ op zaterdag 30 april. Kom jij ook? Voed dan eerst je gedachten rond vijf aspecten van ons voedsel!

4


DOSSIER I

De lijst met problemen in ons huidig voedselsysteem is ellenlang. Vooreerst zijn er steeds meer boeren die de ‘schop’ over de haag gooien: gemiddeld verdwijnen in België 25 boerderijen per week. In vergelijking met tien jaar geleden telt Vlaanderen 39% minder landbouwbedrijven. De kans bestaat dat er in 2030 geen landbouwbedrijven in België meer zijn, afgezien van grootschalige organisaties waarin het contact tussen de landbouwer en de consument onbestaande is. De redenen om de boerenstiel vaarwel te zeggen zijn begrijpelijk. Boeren maken amper winst met hun groenten, fruit, vlees, granen … soms verkopen ze zelfs met verlies. Die precaire financiële situatie van landbouwbedrijven is deels te verklaren door de bikkelharde concurrentiestrijd van supermarkten om de laagste prijs. Een tweede verklaring is het problematische lock-in systeem. Alle radertjes in het productie- en verkoopproces zijn strikt op mekaar afgestemd. Een landbouwer heeft amper de keuzevrijheid om daarvan af te wijken. Een voorbeeld daarvan is het Belgisch witblauw, een ras van vleeskoeien dat gekweekt wordt om superdik te worden. De meeste slagers kunnen geen ander vlees meer verwerken, waardoor alternatieve rassen niet meer worden gekweekt. Het enthousiasme van Belgen die toch staan te popelen om te beginnen boeren, wordt bij aanvang al getemperd. Het is aartsmoeilijk om aan grond te geraken, landbouwgrond is immers schaars en duur. Weinig boeren hebben voldoende startkapitaal om grond te kopen. De beste oplossing? Zorgen dat je familieleden hebt die aan landbouw doen.

© bigstock

“O H O H I K H E B Z O R G E N ”

Een volgend heikel punt is overproductie. Het oorspronkelijke idee van “Nooit meer honger” was vlak na de Tweede Wereldoorlog begrijpelijk. Het heeft echter overproductie in de hand gewerkt, boeren produceren nu meer dan ze verkopen. Bovendien gooien supermarkten en gezinnen veel eetbare overschotten weg. Absurd als je weet dat sommige mensen elke cent die naar eten gaat, twee keer moeten omdraaien. Een laatste probleem is de zware druk die de landbouw uitoefent op het leefmilieu. Door op de foute manier om te gaan met onze landbouwgronden, putten we de bodems volledig uit. Bovendien zijn de concentraties van bestrijdingsmiddelen in bodems en op gewassen te hoog. Deze chemische middelen zijn enorm schadelijk voor het milieu en de mens. De gezondheid van de boer lijdt daar trouwens het meest onder.

FAIR TR ADE, OOK VOOR ONZE BOEREN Er is een groeiende groep consumenten die wel belang hecht aan een eerlijke prijs voor de boer.

5

Deze ‘eerlijke prijs’ betekent dat de landbouwer voldoende winst maakt met de verkoop van zijn producten om in zijn levensonderhoud te kunnen voorzien. Maar tussen dromen en daden staat de werkelijkheid. 90% van onze aankopen gebeurt in supermarkten. En daar zit het probleem. Om hun klanten toch maar de laatste prijs aan te bieden, zetten supermarkten landbouwers onder druk om hun waren met verlies te verkopen. Boeren zijn prijsnemers geworden. De prijs die de supermarkten voorstellen is te nemen of te laten. Als een boer niet akkoord gaat met de voorgestelde prijs, vinden supermarkten hetzelfde product makkelijk ergens anders. De oplossing lijkt voor de hand liggend: rechtstreeks bij de boer kopen. Korte keten-verkoop van landbouwproducten is in opmars. Sommige boerderijen hebben een winkel waar ze hun producten rechtstreeks aan klanten verkopen en een correcte prijs kunnen vragen. Een bijkomend voordeel is dat consumenten een beter zicht hebben op de herkomst van hun voeding en er bewuster mee omgaan.


DOSSIER I

© bigstock

Visserijmarketing (VLAM) zijn kanttekeningen te maken. Het VLAM prijst vlees aan van dieren ‘van bij ons’, maar verzwijgt dat onze dieren gevoed worden met soja uit Zuid-Amerika. De productie van die soja gaat ten koste van het regenwoud en zorgt voor een verregaande bodemuitputting.

Toch blijft de korte keten-verkoop voorlopig een nichemarkt. Praktische bezwaren staan in de weg. Ten eerste moet je investeren in een winkelruimte. Daarnaast vraagt het ook extra middelen om producten klaar te maken voor verkoop. Zo moet een melkboer niet alleen melk verkopen om rendabel te zijn, maar ook ijs, rijstpap, yoghurt … Het is niet voor elke landbouwonderneming haalbaar om daarvoor het nodige materiaal aan te schaffen. Ten slotte hebben boeren niet altijd de opslagcapaciteit om hun voedingswaren zelf te bewaren. Gelukkig bestaan er ook andere manieren waarop boeren toch een eerlijke prijs voor hun producten kunnen krijgen. Zo kunnen ze zich verenigen in coöperatieven. Dat maakt het voor landbouwbedrijven mogelijk om samen dure machines aan te kopen. Ook staan de boeren in een coöperatieve sterker om aan supermarkten een eerlijke prijs te vragen voor hun producten.

SPELER OF SPEELBAL VA N D E W E R E L D M A R K T ? Of we nu willen of niet: landbouw is in de 21ste eeuw al lang geen lokaal fenomeen meer. Onze boeren spelen mee op de mondiale landbouwmarkt. En het spel is niet eenvoudig. Dat mondiale karakter zorgt in de eerste plaats voor oneerlijke concurrentie. Wie bijvoorbeeld in België tomaten kweekt, moet het in de prijzenstrijd opnemen tegen tomatenproducenten uit Zuid-Europese landen, waar de weersomstandigheden gunstiger zijn. De vrije markt zorgt er daarnaast voor dat boeren, maar ook consumenten afhankelijk zijn van wat ergens anders wordt geproduceerd. Dat leidt tot absurde situaties. Zo kan je in ons land lang zoeken naar brood gemaakt van Belgisch graan. We gebruiken immers geïmporteerd graan uit Polen. Graan dat in België verbouwd wordt, dient als veevoer. Ook bij de campagne ‘Lekker van bij ons’ van het Vlaams Centrum voor Agro- en

6

Toch is de markt volgens sommigen nog niet vrij genoeg. De onderhandelaars van TTIP (Transatlantisch Trade and Investment Partenership) willen met hun verdrag de handel tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten stimuleren in de hoop economische groei te creëren. Ook de Boerenbond was er tijdens het debat van overtuigd dat een goed handelsakkoord voordelig zou zijn voor onze boeren. Bioforum sprak zich niet uit tégen een handelsakkoord, op voorwaarde dat het niet raakt aan de strenge Europese normen. Bovendien stellen zij zich de vraag wie hier beter van zal worden. De boer … of eerder de retailindustrie?

B E L G I Ë B I O? Biologische landbouw werkt vanuit respect voor mens, dier en milieu. Bodemvruchtbaarheid staat centraal: de bodem wordt gevoed en niet de plant. Dat kan onder andere door voldoende vruchtwisseling en diversiteit van teelten. Ook moeten bioboeren de kringloop sluiten op regionaal sectorniveau. Mest van biovee moet bijvoorbeeld afgezet worden op bioboerderijen in de buurt. Bestrijdingsmiddelen zijn uit den boze. Het is wel toegelaten om natuurlijke vijanden van planten in te zetten en mechanisch onkruid te wieden. Ziektes worden voorkomen door resistente rassen te kiezen en teelten te diversifiëren. Controleorganen zien er op toe dat de biologische boerderijen deze Europese regels naleven.


DOSSIER I

Aangezien de biologische landbouw het natuurlijke groeiritme van dieren en planten respecteert, verloopt het productieproces trager en zijn de producten duurder. Toch is 5,8% van de Europese landbouw momenteel biologisch. De vraag overstijgt zelfs het aanbod. Met gemiddeld 0,8% biologische landbouw mist België echter de trein. Boeren voelen zich dus nog gehinderd om voluit voor bio te kiezen. Het feit dat er zo weinig biologische landbouwbedrijven zijn, vormt op zich al een probleem. Als een boer bijvoorbeeld biologisch vlees wil kweken, moet hij zijn vee laten slachten in een biologisch gecertificeerd slachthuis. Vaak moet hij daarvoor verder rijden dan een conventionele boer; niet erg praktisch en duurder. Toch beweegt er iets in België. Zowel de Boerenbond als de Groene Kring erkennen het belang van duurzame landbouw. Al was het maar omdat minder waterverbruik, meststoffen en bestrijdingsmiddelen de kosten verminderen. Positief nieuws dus dat biologische technieken overgenomen worden in de gangbare landbouw.

BELEID OF BURGER A AN ZET? Wie kan de pijnpunten uit ons voedselsysteem halen? Tijdens de activiteiten bleek dat het Belgische beleid geen duidelijke keuzes maakt om veranderingen teweeg te brengen. Zo zijn er te weinig middelen om de korte keten-verkoop en de biologische landbouw verder uit te bouwen. Joke Schauvliege verdeelt de budgetten op basis van de grootte van landbouwbedrijven. Biologische landbouw krijgt dus maar een luttele fractie omdat hun aandeel in de totale productie enorm klein is. Zo krijgen bioboeren geen eerlijke kans om zich verder te ontwikkelen. Tijdens het debat verklaarde de Boerenbond dan

maar zelf middelen te voorzien voor biolandbouw. Als het beleid achter blijft, is het aan de consumenten om keuzes te maken. Als zij voor streekgebonden, seizoensgebonden en biologische landbouwproducten kiezen, zal de markt zichzelf ten dele reguleren. Daarnaast moeten klanten de mogelijkheid krijgen een eerlijke prijs te betalen aan de boer. Voedselteams zijn hier al volop mee bezig. Het zijn groepen mensen uit dezelfde buurt die samen hun producten rechtstreeks bij de boer kopen, uit respect voor boer en milieu. Ook om de discrepantie tussen overproductie en mensen die honger hebben weg te werken, worden projecten op poten gezet. Op de themadag legde de verantwoordelijke van Foodact uit hoe het Kortrijkse OCMW te werk gaat. Vrijwilligers inventariseren enerzijds welke voedingswaren er telkens in de rekken blijven liggen en anderzijds wat de voedselbehoeften van mensen in armoede zijn. Deze twee inventarissen worden op elkaar afgestemd. Op die manier zorgen ze ervoor dat het eten dat anders in de vuilbak belandt, nu nog opgegeten wordt. Zelfs op het tekort aan landbouwgrond kwam in april 2014 een antwoord van de coöperatie De Landgenoten. Zij kopen via de verkoop van aandelen, via schenkingen en erfenissen landbouwgrond en eventueel bijhorende gebouwen aan. Boeren kunnen daar op een duurzame manier gebruiksrechten van krijgen. Daar zijn twee voorwaarden aan verbonden: ze moeten biologisch gecertificeerd zijn en sterk lokaal georiënteerd zijn.

© bigstock

Nog hoopvoller is dat sommige conventionele boeren de stap naar biologische landbouw wagen.

Zo vertelde landbouwer Thierry Baucarne hoe hij langzamerhand aan het overschakelen is naar biologische landbouw, perceel per perceel. Op de vraag of dat rendabel is, antwoordde Baucarne dat hij de kost van bestrijdingsmiddelen die wegvalt, kan aanwenden om onkruid mechanisch te wieden. Meer nog: de winst op zijn biologisch geteelde groenten is vaak groter. Biologische landbouw kan dus een weg zijn naar een eerlijke prijs voor de boer.

Manieren genoeg dus om stap voor stap te werken aan een beter voedselsysteem!

7

Auteur: C aroline Robberecht s


IN BEELD

KLIMAATMARS + ACTIES Zowel op 29 november als op 6 december waren Jong Groenen op verschillende klimaatacties aanwezig om hun stem te laten horen en ministers wakker te schudden.

8

f o t o' s : S i e n V e r s t r a e t e n e n L o r i n M i g n o l e t


FRAPPANT

GRATIS ELEKTRICITEIT DOOR FIETSKRACHT?

MISSIE Bhargava schat dat er 700 miljoen mensen in India zijn die niet meer dan twee of drie uur per dag elektriciteit krijgen. Dit gebrek aan elektriciteit stelt zowel problemen in het dagelijkse als het professionele leven. Om dat aan te pakken heeft Bhargava de Free Electric-machine ontworpen, een machine waarmee mensen zelf elektriciteit kunnen genereren – zonder vervuiling.

PL ANNEN VOOR DE TOEKOMS T De machine is compact, licht en simpel. Het werkt zo: een persoon trapt op de pedalen van een hybride fiets. Het wiel van de fiets drijft een vliegwiel aan, dat op zijn beurt een

generator aandrijft. Deze generator laadt dan een batterij op. Een uur trappen levert 24 uur elektriciteit op zonder extra gebruikskosten of vervuiling. Er wordt genoeg elektriciteit opgewekt om tegelijk 24 lampen, een ventilator, een telefoon en oplader voor een tablet van stroom te voorzien. Billions in Change is van plan om twee versies van de fiets te produceren. Voor mensen in armere landen zal de fiets enkel bedoeld zijn voor het opwekken van elektriciteit en dus een redelijk lage prijs hebben. De productie van dit type gaat begin dit jaar van start in Indië. Voor mensen in rijkere landen zou de fiets meer toeters en bellen hebben, inclusief een lithium-ion-batterij en esthetische snufjes. Dit type fiets zou in februari of maart 2016 in de VS geproduceerd worden. Voor elke fiets die verkocht wordt in een rijk land, wordt er een fiets gegeven aan iemand in een arm land. Voorts kondigt Billions in Change drie andere belangwekkende projecten aan. De machine Rain maker transformeert zeewater of vervuild water in proper, drinkbaar water. Uniek aan dit systeem is dat de Rain Maker haar warmte-energie recycleert. Limitless Energy is dan weer een machine die warmte van onder de aardkorst zou kunnen halen en die op een milieuvriendelijke manier omzetten in elektriciteit.

9

© bigstock

Het klinkt bijna te mooi om waar te zijn, fietsen om in energie te voorzien? Het initiatief Billions in Change werd opgericht door de Amerikaanse miljardair Manoj Bhargava om oplossingen te creëren en te implementeren voor de globale basisproblemen – water, energie en gezondheid. Volgens de organisatie zal dit project miljarden mensen uit de armoede krijgen en het leven van iedereen verbeteren.

TECHNO -FIX Mochten de plannen van Bhargava en zijn ingenieurs gerealiseerd worden dan zou dat goed nieuws zijn. Toch moeten we niet alle heil verwachten van een zogenaamde “techno-fix”. Superrijken vergaren in deze samenleving alsmaar meer kapitaal, terwijl het onderaan de piramide moeilijker wordt om te overleven. De fiets mag geen excuus zijn om niet te werken aan een rechtvaardige belastingen en sociale herverdeling.

Auteur: Steven Leysen


GEVAT

KAN VOETBAL DE WERELD REDDEN?

Een hoogtepunt in de komende sportzomer moet het EK voetbal worden. Tussen tien juni en tien juli nemen de beste 24 Europese landenploegen het in Frankrijk tegen elkaar op. Naast het sportieve zal het economische belang van de sport ook duidelijk worden. Multinationals als McDonald’s en CocaCola hebben er maar al te graag miljoenen voor over om hun naam aan het populaire spelletje te verbinden. Maar kan dat spelletje ook iets positief toevoegen aan onze samenleving? Kan voetbal de wereld redden?

Na het overschouwen van bovenstaande vraag is het goed mogelijk dat u als lezer nogal schamper reageert. De donkere kant van het voetbal is wel degelijk nog steeds prominent aanwezig in onze maatschappij. Het hooliganisme mag dan misschien wel grotendeels verdwenen zijn uit de stadions in West-Europa, dat betekent niet dat de harde kern nog steeds buiten die stadions afspreekt om een robbertje te vechten en in landen als Polen draaien wedstrijden tussen rivaliserende teams niet zelden uit op veldslagen. Neem daar nog eens bij

dat racisme ondanks de campagnes van overheden en organisaties zoals de UEFA en de FIFA welig tiert en dat er nog steeds miljoenen euro’s verdiend worden met matchfixing en je krijgt helemaal een negatief beeld van de sport. Niet geheel onterecht trouwens.

TO BUILD A BETTER FUTURE De reden voor deze uitwassen? Vaak wordt de populariteit van het voetbal daarbij betrokken. Waar je ook komt, de kans dat je een voetbalfan

10

ontmoet is niet gering. Het trekt veel mensen aan, ook met minder goede bedoelingen, en het is big business. Zie daar een gevaarlijke cocktail voor al wat minder fraai is in deze wereld. Maar de populariteit van het voetbal kan evengoed in de andere richting gebruikt worden. Zoals de Engelse voetbalbond het in zijn slagzin zegt: “Using the power of football to build a better future”. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat in Groot-Brittannië de eerste zogenaamde communityprogramma’s in de jaren tachtig het levenslicht zagen waarbij ingezet


GEVAT

3,7 procent van hun inkomsten afstaan aan social responsibility-programma’s en jaarlijks gemiddeld 55 miljoen euro investeren in gemeenschapswerk en daarbij 18 miljoen mensen bereiken. Om even de vergelijking te maken: het budget waarop Anderlecht, de rijkste club in België, draait bedraagt ongeveer 45 miljoen euro. Groot-Brittannië is bovendien geen alleenstaande case, ook in Duitsland is men al jaren geleden tot het inzicht gekomen dat voetbal meer is dan 22 spelers die achter een bal hollen. Centraal bij onze Oosterburen staat het concept ‘Fanprojekt’. Sinds 1993 werd er over gans het land bijna vijftig van dergelijke projecten op poten gezet door een nationaal coördinatieteam bestaande uit vertegenwoordigers van de voetbalbond, de overkoepelende sportbond, de vereniging van steden en gemeenten en verschillende ministeries en de deelstaten. De inhoud van de projecten is heel verschillend: onder meer de bestrijding van rechts-radicalisme bij supporters, maar ook sociaalpsychologische begeleiding.

wordt op de buurt en fanbasis rond de verschillende clubs. Voetbal is aan de andere kant van het Kanaal iets voor en met de gemeenschap. Elke profclub heeft er een jeugd- en sportmanager, een onderwijskracht en welzijnswerker. Daarnaast moeten spelers zich in hun vrije tijd verplicht inzetten voor de initiatieven die de club organiseert zoals workshops in scholen en liefdadigheidsevents. De middelen die daarvoor worden vrijgemaakt zijn best indrukwekkend. De Engelse voetbalploegen worden algemeen als de rijksten ter wereld beschouwd, maar daar staat ook tegenover dat ze

Beide voorbeelden hebben gemeenschappelijk dat het om grootschalige projecten gaat, maar ook met kleinere ingrepen kan je een verschil maken. Nederland toont dat aan. Daar zet de voetbalbond zich samen met de plaatstelijke club en overheid via de Cruyff Courts in voor straatvoetbal om zo verwaarloosde buurten een nieuwe dynamiek te geven en mensen bij elkaar te brengen. “Op een voetbalveld is iedereen gelijk”, luidt de achterliggende filosofie.

RODE DUIVELS ALS ROLMODELLEN

al een tijdje op de weg van de gemeenschapswerking ingeslagen en vaak ook met mooie resultaten. Zo is er bijvoorbeeld in Gent ‘Voetbal in de Stad’ dat twee jaar geleden nog bekroond werd met de award voor beste gemeenschapswerking in ons land en onder andere inzet op het smeden van samenwerkingsverbanden met het Gentse maatschappelijke middenveld en supportersbetrokkenheid bij AA Gent en bij de gemeenschapswerking te verhogen. Maar de bovenstaande cases uit het buitenland tonen aan dat er nog heel wat groeimogelijkheden zijn en er voor een harmonieuzer geheel gezorgd kan worden. Waarom niet bijvoorbeeld de Rode Duivels meer bij dit verhaal betrekken? Toegegeven: velen van hen hebben hun inkomsten veilig in Luxemburg ver weg van de Belgische fiscus geparkeerd en met de term ‘rolmodellen’ dient spaarzaam omgesprongen te worden, maar Vincent Kompany – die zelf drie jaar geleden met BX Brussels een club uit de grond stampte die ook een pedagogisch project voor jongeren wil zijn - groeide bijvoorbeeld zelf op in de schaduw van het station van Brussel-Noord. Niet bepaald een buurt waar je met een voorsprong aan het leven start. Zij zijn het levende bewijs dat je via het voetbal een grote impact kan hebben op thema’s als integratie en sociale ontplooiing en hebben over gans het land – en ver daarbuiten – een uitstraling die kenmerken als afkomst en gender ver overstijgt. Een pact met de duivel(s) kan daardoor wel eens het ontbrekende puzzelstukje zijn om de sociale kracht van het voetbal ten volle in ons land te benutten. De wereld gaan we daar niet mee redden, maar het is alvast een mooie start.

Hoe zit het dan in ons land? Ook de Belgische clubs en de Pro League zijn

11

A u t e u r : T h o ma s Lamm


NIETS IS WAT HET LIJKT, ALLES KAN


INTERVIEW

Rutger Bregman (27 jaar) is Nederlands historicus en opiniemaker, schrijft voor De Correspondent en schreef prijswinnende boeken zoals ‘De geschiedenis van de vooruitgang’ en ‘Gratis geld voor iedereen’. Afgelopen december was hij in Antwerpen om op het NextStage-evenement van Groen te praten over het basisinkomen. Jong Groen kon Bregman vooraf spreken over andere ideeën, zoals de maakbaarheid van de maatschappij, de noodzaak van een nieuwe utopie en de (ir)relevantie van het links-rechts denken.

Uw schrijven weerspiegelt een groot vertrouwen in de deugdelijkheid van de mens. Waar komt die overtuiging vandaan? Van de dagelijkse realiteit. Je kan dagelijks veilig naar werk of school gaan zonder dat je wordt opgeblazen. Je laat je sjaal vallen in de trein en iemand raapt die voor je op. Het alledaagse goede is zo alomtegenwoordig dat we het niet meer zien. Dat is wat Mathieu Ricard de banaliteit van het goede noemt. Als mensen echt beesten zijn, wat filosofen zoals Hobbes en Nietschze zeggen, dan zou zoiets als de menselijke samenleving niet kunnen bestaan. Vertrouwen is het echte water waarin we zwemmen en daarom zijn uitzonderingen op dat normale, zoals een aanslag, zo schokkend voor ons.

Waarom zien we dan zoveel ellende in het journaal of in de krant? Omdat het nieuws de grootste bron van desinformatie is. Aardig wat onderzoek toont aan dat hoe vaker je naar het nieuws kijkt, hoe slechter je wereldbeeld wordt. Vroeger werd ons wereldbeeld gevormd door bijvoorbeeld de pastoor of de partijleider.

Vandaag zijn het de media, maar die geven een door en door onrealistisch beeld van de werkelijkheid. Nieuws gaat altijd over de uitzonderingen en nooit over de regel. Naarmate de wereld rijker, veilig en gezonder wordt, zullen de slechte uitzonderingen meer in het nieuws komen. Dat creëert een negatief mensbeeld, waardoor mensen steeds pessimistischer worden. Dat is nu net het treurige. De Nederlandse psycholoog Paul Schnabel heeft het kort samengevat als het ‘met mij gaat het goed, met ons gaat het slecht’-syndroom. Dat zie je in de hele westerse wereld. Als je vraagt: “Hoe gaat het met je?”, dan antwoordt 90% “Goed.” Als je vraagt: “Hoe gaat het met je land?”, dan zegt 90% dat het slecht gaat.

U hebt een groot geloof in de maakbaarheid van de maatschappij. Wat bedoelt u daarmee? Dat is niet echt een geloof, eerder een empirische constatering. In de middeleeuwen had men omtrent 1300 in de Lage Landen het visioen van een Luilekkerland, een plek waar er werd voorzien in al je behoeften,

13

waar je lui kon wezen, waar vrije seks mogelijk zou zijn en noem maar op. Stel, je neemt met een tijdmachine zo’n middeleeuwer naar onze tijd, laat hem zien hoe ver we zijn gekomen en vraagt hem dan op het einde van de rondleiding zijn reactie. Dan zegt hij waarschijnlijk: “Dit is Luilekkerland! Dit is min of meer wat wij hebben gedroomd.” En dan zeggen we dat de samenleving niet maakbaar is? Hoe een samenleving moet georganiseerd zijn, zit heus niet in onze genen. De immense vooruitgang van de afgelopen tweehonderd jaar is niet het gevolg van een natuurwet of iets dergelijks. Dit hebben we zelf gedaan. Dus natuurlijk is de samenleving maakbaar! Dat gaat niet volgens een simpele blauwdruk natuurlijk, maar dat er zoiets bestaat als vooruitgang in de wereldgeschiedenis is zo evident als wat.

Heeft onderwijs een belangrijke rol in die maakbaarheid van de maatschappij? Ja, dat is één van de klassieke motoren natuurlijk. Een andere zeer belangrijke factor in die maakbaarheid is de opmars van technologie en de


INTERVIEW

daarmee gepaard gaande welvaart van de maatschappij. Vandaag denken mensen bij vooruitgang aan de allernieuwste iPhone of een ander gadget. Alleen moeten we ons afvragen of die ten dienste staan van ons. De echte vraag van onze tijd is niet welke technologie eraan komt, maar welke technologie willen we? En wat voor sociale arrangementen horen daarbij? Daarin kunnen we gewoon kiezen.

“De echte vraag van onze tijd is niet welke technologie eraan komt, maar welke technologie willen we?” Het staat niet in de sterren geschreven hoe de technologie in 2050 moet zijn en wat voor samenleving daarbij hoort. Je kan naar een superluie samenleving evolueren zoals in de film ‘Wall-E’. Maar je kan er ook voor zorgen dat we een samenleving worden waar onderwijs gericht is op hoe we wíllen leven, waar we ons best doen om goed te leven, en die niet enkel gericht is op de arbeidsmarkt. Dat zijn allemaal keuzes. We kunnen naar een samenleving gaan die extreem ongelijk is, waar 1% de macht heeft, of we kunnen naar eentje gaan die ons allen dient, met een basisinkomen bijvoorbeeld. Dat zijn allemaal heel wezenlijke vragen.

Vandaag de dag heeft men enkel oog voor de maakbaarheid van het individu. Falen we dan niet ergens als maatschappij? Jazeker! Bovendien is links helemaal meegegaan in die verschuiving van maakbaarheid van de samenleving naar maakbaarheid van het individu. Vroeger werd werkloosheid als een falen van het systeem aanzien. De

staat of de markt creëerde gewoon niet genoeg banen. Vandaag ligt dat aan jezelf omdat je gewoonweg te weinig employability of human capital hebt. Dus ze sturen je naar een cursus waarvan wetenschappelijk is aangetoond dat die je werkloosheid alleen maar zal verlengen. Dat maakt echter niet uit, want we geloven dat het probleem bij jou ligt. België besteedt van alle landen ter wereld relatief het meeste aan zulk ‘activerend arbeidsmarktbeleid’. Onderzoek na onderzoek laat echter zien dat het niet werkt, dat het peperduur is, kosteninefficiënt, vernederend en toch gaan we ermee door. Waarom? Omdat dit een mooi voorbeeld is van wat men als “realistisch” beschouwt. Het is realistisch omdat het onderdeel vormt van de status quo die zegt dat werkloosheid een individueel probleem is. De oplossing zou bij het individu liggen, terwijl er geen jobs zijn. Er worden geen banen geschept, maar die werklozen, ja, dat zijn de echte luieriken, zegt men dan. Links is helemaal meegegaan in dat verhaal en daarom zit het ook zo vreselijk vast. Ik denk dat ik ook daarom vaak te horen krijg dat ik onrealistisch ben. Die reacties sterken me in het gevoel dat ik toch de goede toon heb aangeslagen. Je moet opnieuw definiëren wat überhaupt kan en mogelijk is.

Dat soort utopie is al helemaal uitgedacht. Het is een top-down stappenplan dat geen andere utopie duldt. Het is een mooi beeld, want iedereen is blij in zulke utopieën. Als iemand echter zegt van niet, dan gaat zijn kop eraf. In de praktijk zijn dat utopieën die ontaarden in een dystopie. Toch is met alle kritiek over het utopisch denken, zoals bij Popper en Arendt, het kind met het badwater weggegooid.

“Het alledaagse goede is zo alomtegenwoordig dat we het niet meer zien.” Dat is jammer, want er is namelijk een heel andere variant van utopisch denken die bescheiden is en begint met de twijfel. Twijfel aan de status quo. Dat is de belangrijkste functie van die tweede variant. Het is een visioen tegenover de huidige samenleving. Stel je nu eens een wereld zonder armoede voor. Stel je eens een wereld zonder grenzen voor. Stel dat je werkweek slechts 15 uur telt. Kan het niet anders? Kunnen we niet gaan experimenteren in die richting? Kunnen we niet stapje voor stapje een andere kant op? Deze vorm van utopisch denken twijfelt, is bescheiden en duldt ook andere utopieën. Laat al die ideeën maar lekker botsen. Dat is de motor van de democratie.

U stelt dat we nood hebben aan een nieuwe utopie. Wat bedoelt u daarmee? We hebben in het verleden immers slechte ervaringen gehad met utopieën.

Vandaag staat de links-rechts tegenstelling terug op scherp. The end of history lijkt geschiedenis. Valt dat te vieren of te betreuren?

Ik maak een onderscheid tussen twee varianten van het utopisch denken. Een eerste variant kent iedereen, namelijk de blauwdruk. Die zie je terug bij Lenin, Stalin, fascisme, enzovoort.

Dat hangt ervan af wat je met linksrechts bedoelt. De tegenstellingen van de jaren 70 zijn zeker en vast weg. De sociaal-democraten zijn tegenwoordig even rechts als de rechtse

14


INTERVIEW

partijen in de jaren 80. Politieke partijen lijken meer en meer op elkaar. Dat verklaart ook het fenomeen van de zwevende kiezer: er is gewoonweg niet zoveel meer te kiezen. In die zin klopt het dat het verschil minder belangrijk is geworden. De behoefte aan echt links in de historische betekenis van het woord is groter dan ooit. Dat links is tegen de status quo, voor het voortdurend bevragen van de macht en stelt de vanzelfsprekendheid van de samenleving in vraag. Dat is ook één van mijn missies: om links weer te claimen. Tegenwoordig zullen leuke mensen op hippe feestjes zelden toegeven dat ze links zijn. Links, dat is zuur, dat is mijn oom met bierbuik die vrij beschamend is op familiefeestjes. Dat is wat jonge mensen associëren met links. Als je hen dan vraagt of ze niet boos worden over het hoe er in de financiële sector aan toe gaat, over het basisinkomen, of we niet anders moeten werken, dan blijkt ineens iedereen extreem-links te zijn. Alleen zullen ze dat niet zeggen. Hoe erg zit een politieke beweging in crisis als mensen wel de ideeën delen, maar niet durven zeggen dat ze links zijn?

U noemt uzelf dus links, maar niet al uw ideeën vallen op te delen volgens die klassieke breuklijn. Sommige aspecten van mijn ideeën hebben inderdaad wel enkele klassiek-rechtse elementen. Mijn geloof in de kracht van het individu en weerstand tegen betutteling zijn zeer liberale principes. Of denk aan het potentieel van migratie als welvaartsverhogend, dat zit economisch in de klassiek-rechtse hoek. Wat dat betreft, probeer ik door die scheidslijn heen te gaan.

Als je me echter op de man af zou vragen waar ik ten diepste naar op zoek ben, dan zou ik graag de Nederlandse socioloog Willem Schinkel willen citeren. Die zegt: “Ik zoek naar een positie links van links.” Het hedendaagse links is zo in het realistische midden terecht gekomen. Ik wil net onrealistisch zijn. En onuitstaanbaar. Ik vind dat veel meer jonge mensen dat zouden moeten doen. Wat nu onrealistisch, onuitvoerbaar en onuitstaanbaar is, kan over dertig jaar gewoon beleid zijn. Zo is het in de geschiedenis al vaak gelopen.

Een laatste vraag om af te sluiten. Kent u Kristof Calvo? Alleen via Twitter.

Hij schreef onlangs een boek over possibilisme, een term die u hem zou ingefluisterd hebben. Acht u het possibilistisch om met deze generatie af te stappen van het economisme (een term van Jesse Klaver, GroenLinks)? Jazeker! Het possibilisme is optimistisch noch pessimistisch, maar erkent dat het anders kan. Dat is het fundament van ieder links denken. Als je zegt: “We hebben nu eenmaal bindende afspraken binnen Europa”, dan kan je bijna niet meer links zijn. Je moet dus geloven dat het anders kan en vooral ook beter. Het probleem dat ik met Jesse Klavers betoog heb over economisme, waarmee hij eigenlijk neoliberalisme bedoelt, is dat hij zich heel hard afzet tegen het rendementsdenken, tegen de dominantie van de econoom. Je framet iets en je bent daar tegen. Don’t think of the pink elephant en ineens ziet iedereen overal roze olifanten.

15

Je moet niet tegen iets pleiten, maar pleiten waar je voor bent. Je moet de woorden heroveren. Je moet zeggen dat het hedendaagse rendementsdenken geen rendement oplevert, maar dat jouw idee dat wel doet! Eentje met hoofdletter R. Geen neprendement zoals diploma-inflatie, maar echt rendement van kinderen die worden opgeheven uit armoede. De groei in de westerse wereld is in de afgelopen 30 jaar, sinds we gans de boel geprivatiseerd hebben, nog nooit zo laag geweest. Ook is niets zo bureaucratisch als de markt. Je moet eens een telefoonabonnement opzeggen, dan merk je het wel. Al die dingen moet je dus omdraaien. Je moet je niet alleen verzetten tegenover een tegenstander, maar werkelijk woorden heroveren. Dat is echt links zijn.

A u t e u r : W i m Va n d e w i j n g a e r d e • F o t o’s : s i e n v e r s t r a e t e n


DOSSIER II

FILET DIVERS, D’ANVERS Volgens de cijfers die het Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR) in juni 2015 publiceerde, zijn er wereldwijd bijna 60 miljoen mensen op de vlucht voor oorlog, conflicten en vervolging. Een klein deel van deze vluchtelingen bereikte vorig jaar Europa. Om hen in onze samenleving op te vangen, is er allereerst crisisopvang nodig. Maar dat is slechts het begin. De vluchtelingen moeten na de initiële opvang in asielcentra immers een leven in onze maatschappij uitbouwen. Daarbij spelen vrijwilligersprojecten en sociale organisaties een cruciale rol. Filet Divers is een Antwerpse armoedeorganisatie die specifiek inzet op de opvang van nieuwkomers in onze maatschappij. Het centrum werd in 2004 opgericht uit onvrede met de klassieke organisatie van maatschappelijk werk. Yves Bocklandt, coördinator Sociale Projecten bij de Bond Zonder Naam, vertelt: “In de jaren negentig vond er, door de grote migratiestromen naar Europa, een verschuiving plaats in de groep hulpbehoevenden waarmee armoedeorganisaties werden geconfronteerd. Waar we eerst te maken hadden met een voornamelijk autochtoon publiek, kwamen er toen veel nieuwe Belgen om hulp vragen.” Dit nieuwe publiek had zijn eigen specifieke noden. Bond Zonder Naam moest op zoek naar een aangepast antwoord. Na overleg met verschillende armoedeorganisaties die met dezelfde evoluties geconfronteerd werden, werd Filet Divers opgericht.

T W EE PIJLER S De naam van het project zegt het al, ‘Filet Divers’ draait om diversiteit. Met een 140-tal vrijwilligers worden naar schatting 7.000 mensen uit 68 verschillende landen door de organisatie geholpen. Filet Divers zet in op twee domeinen: materiële hulp en sociale omkadering. Materiële hulp biedt de organisatie via de Sociale Kruidenier, een winkel voor mensen met een laag inkomen. “We verkopen voedings-, verzorgings- en onderhoudsproducten tegen zeer lage prijzen”, aldus Bocklandt. “We beschouwen de mensen die bij ons komen winkelen als echte klanten. Zo bieden we op een respectvolle manier hulp aan mensen die in armoede leven.” Sinds 2004 is vooral het sociale aspect van de organisatie uitgebreid. “Nadat we de Sociale Kruidenier hadden opgericht, zagen we dat onze klanten ook nood hadden aan

16

menselijk contact. We hebben dan een ontmoetingsruimte gecreëerd, waarin mensen van verschillende nationaliteiten met elkaar in gesprek kunnen gaan. Op die manier kunnen ze hun sociaal netwerk vergroten, waardoor ze uit de isolatie van de armoede kunnen breken.” Ook organiseert Filet Divers kookworkshops en ontspannend activiteiten. Daarnaast is er een moestuinproject en een houtatelier. “We focussen op de talenten en de capaciteiten van onze mensen. Taal mag daarbij geen belemmering zijn.”

I N T E G R AT I E Naast materiële hulp en sociale omkadering van kwetsbare groepen, zet Filet Divers in op maatschappelijke integratie. De afgelopen weken, onder andere naar aanleiding van de gebeurtenissen in Keulen, is dat echter een heikel thema. In de media


DOSSIER II

rijzen er stemmen die twijfel zaaien over de slaagkansen van integratie. Bocklandt stelt vast dat er zich een mentaliteitsverandering voordoet. “De autochtone bevolking ziet dat onze samenleving evolueert richting superdiversiteit en dat werkt angst in de hand. Men maakt zich zorgen over de economische gevolgen van migratie, net als over de zogenaamde erosie van westerse waarden en normen. Angst zorgt echter voor verdeeldheid en we hebben nu juist nood aan verbondenheid.” Ook bij Filet Divers vindt het bestuur dat er een verhoogde aandacht moet zijn om normen en waarden bij vluchtelingen over te brengen. “In het verleden,” zo zegt Bocklandt, “hebben we misschien te weinig aandacht gehad voor integratie.” Nu werkt Filet Divers samen met inburgeringscoaches en worden er Nederlandse conversatiegroepen georganiseerd. “Het gaat er vooral om een ontmoetingsplaats

te creëren. Zo krijgt een vreemde samenleving voor nieuwkomers een menselijk gelaat en is het voor hen makkelijker om aansluiting te vinden bij de maatschappij.”

hebben vluchtelingen of migranten het moeilijk om een job te vinden en de taal te leren. Door het gesprek met nieuwkomers aan te gaan, ontstaat er meer begrip voor die problemen.” Precies daar begint een warme, empathische samenleving.

GEEN EEN Z IJD IG VERHA AL Gemeenschapszin is volgens Filet Divers dan ook een belangrijke invalshoek voor het politieke beleid. Inburgering is natuurlijk geen eenzijdig verhaal waarbij het vooral de nieuwkomer is die zich moet aanpassen aan onze samenleving. Ook de autochtone bevolking zal volgens Bocklandt een inspanning moeten leveren om van immigratie naar ons land een succesverhaal te maken. “We moeten een dialoog op gang brengen, een dialoog gebaseerd op wederzijds respect. Het is belangrijk dat we luisteren naar elkaar. Migratie is een breuk in iemands leven. Vaak

17

De vluchtelingen die vanaf de zomer van 2015 vanuit het Midden-Oosten en Afrika naar Europa vertrokken, worden nu nog in asielcentra opgevangen. In het voorjaar van 2016 zullen er veel mensen uit die centra als erkende vluchtelingen naar armoedeorganisaties doorstromen. Het bestuur en de vrijwilligers van Filet Divers staan in ieder geval met open armen klaar om nieuwkomers in onze samenleving op te vangen. En u?

A u t e u r : Sa r a h M e n u • F o t o’s : F r a n k y V e r d i c k t


JONG

NATALIE EGGERMONT, MACHINIST VAN DE CLIMATE EXPRESS

“Uitgedaagd worden in je denken is van onschatbare waarde”

Het zijn hectische tijden voor Natalie Eggermont. De spoedarts in opleiding, filosofe en alpiniste zit achter het stuur van Climate Express. De klimaattrein vertrok voor de internationale top eind 2015 naar Parijs, werd en cours de route afgeleid naar Brussel en strandde uiteindelijk in Oostende. Met succes: meer dan 10.000 klimaatbetogers bereikten de kust. In tussentijd vond Eggermont nog de ruimte om een boek te schrijven en pakt ze volop dozen in om zich voor te bereiden op haar verhuis naar Kortrijk. Een blitzgesprek dan maar. De klimaattop in Parijs is afgelopen. Wat gebeurt er nu met Climate Express? We zitten in een heroriënteringsfase. Wat kunnen we doen als organisatie die strijdt voor het klimaat en sociale rechtvaardigheid en die aan massamobilisatie wil doen? Rond welke

thema’s gaan we werken? Daar denken we dezer maanden met de organisatie over na. De klimaattop en de internationale onderhandelingen zijn voor ons niet je van het. De top in Parijs was een handig opstapje om klimaat opnieuw op de agenda te krijgen. Nu willen we ons terug richten op de Belgische context. België is één van de slechtste leerlingen van de klas, terwijl we wel een sterke klimaatbeweging hebben: dat moet anders. De komende jaren gaan we een waakhond zijn die de regering bijt. Bij dossiers als pakweg de kernuitstap, bedrijfswagens of de besparingen bij NMBS en De Lijn willen we kunnen wegen op het debat. Massamobilisatie gaat voor ons verder dan een jaarlijkse betoging van A naar B. We willen alle acties die er zijn naar boven brengen om te tonen hoe hard klimaat leeft.

Hoe zie je die mobilisatie lukken? Het klimaatthema leeft sowieso al meer dan vroeger. We kiezen ervoor om een positief verhaal te brengen. Geen doemverhalen over

18

overstromingen vertellen, maar ‘ja’ zeggen tegen de veranderingen die we willen. We pleiten voor een nieuwe maatschappij, met bestaande alternatieven. De klimaatbetoging in Oostende is ook een succes geweest doordat de regering ons de weken voordien een paar grote cadeaus heeft gegeven: minister Marghem die de klimaattrein mist omdat ze met Electrabel onderhandelt, het uitblijven van het Belgische klimaatakkoord, de beslissingen rond Uplace … Allemaal zaken waar mensen terecht zeer verontwaardigd over waren.

DE CONTEX T VER ANDEREN Hoe denk je over het klimaatakkoord van Parijs? Genuanceerd. De onderhandelingen vinden niet plaats in een vacuüm, maar in een wereld met extreme ongelijkheid, gedreven door winstbejag en kortetermijndenken. Bovendien zijn het geen wetenschappers die onderhandelen, maar politici. Zelfs de fossiele brandstoffenindustrie is betrokken bij zo’n top. In die context is het een mirakel dat er een


JONG

akkoord uit komt met de ambitie om de opwarming van de aarde te beperken tot een stijging van 1,5° C. Maar de vraag is: zie je als klimaatbeweging die lastige context als een gegeven waarin je naar het best mogelijke akkoord streeft, of wil je net die context aanpakken? Moeten we niet strijden voor een wereld waarin landen als gelijken aan tafel zitten, zonder privébelangen of winstbejag, een wereld waarin mens en milieu centraal staan? Met die ambitie in het achterhoofd is dat akkoord zonder meer slecht.

de Klimaatcoalitie en Oxfam, over de AB en de Vooruit, tot Ecokerk en de Gezinsbond. De bedoeling is natuurlijk om die partners te behouden. Onze grote mobilisatiekracht komt van die organisaties. Voorlopig hebben we vooral druk gezet op de regeringen. Nu willen we ook verder bouwen aan het kenbaar maken en verspreiden van de alternatieven, zoals energiecoöperatieven.

NIET LOUTER POLITIEK, NIET ZONDER POLITIEK Politici worden vaak in groep als zondebok beschouwd, terwijl er ook in het parlement een duidelijke oppositie is. Welke rol zie je weggelegd voor politieke partijen? Tja, politici moeten natuurlijk bezig zijn met klimaat. Sommige partijen doen dat meer dan andere. Het zou

“Het is de opdracht van politici om de democratie uit te breiden, mee op straat te komen, naar de mensen te luisteren” Hoe denk je dat te veranderen? De klimaatbeweging ademde vroeger op het ritme van de jaarlijkse klimaattoppen. Dat is iets waar we meer en meer van af willen stappen. We gaan tussendoor meer gezamenlijke campagnes voeren. In mei doen we dat bijvoorbeeld wereldwijd tégen fossiele brandstoffen en kernenergie, vóór hernieuwbare energie in de handen van het volk.

We willen onze samenwerkingen in België verder uitbouwen. Voor de klimaatmars hadden we al meer dan honderd partnerorganisaties: van

© Sien Verstraeten

Werken jullie dan ook samen met concrete klimaatinitiatieven, energiecoöperatieven, transitiegroepen?


JONG

goed zijn als die aan de macht komen. Maar de discussie zal wel altijd blijven: kan de strijd voor een echte verandering van de samenleving zich beperken tot het parlement? In die zin is het ook een opdracht van politici om de democratie uit te breiden, mee op straat te komen, naar de mensen te luisteren.

Je kan de vraag ook omdraaien: kan de strijd voor een echte verandering wel voorbijgaan aan het (partij)politieke werk? Ik denk dat ik daarover duidelijk ben in mijn boek: je hebt altijd een hoger niveau nodig om een goed kader te scheppen voor grote veranderingen. Om lokale initiatieven in een stroomversnelling terecht te laten komen. Als we moeten wachten tot iedereen een windmolen in z’n achtertuin heeft gebouwd, gaan we er niet komen. Om de klimaatverandering te beperken tot 2 of zelfs 1,5° C, moeten de emissies binnen twee à drie jaar hun piek bereiken om daarna te dalen. Dan heb je meer nodig dan lokale of individuele acties. En plus, in Duitsland zien we dat de Energiewende heel erg van onderuit komt en dat de overheid die wel ondersteunt, maar anderzijds weigert de energiemultinationals de wacht aan te zeggen. En dus volgen die niet. De bevolking kan wel ‘ja’ zeggen tegen hernieuwbare energie, als de staat niet ‘neen’ zegt tegen bruinkoolcentrales, blijven de foute keuzes bepalend.

rechtvaardige manier gebeuren. Als ieder voor zich eraan begint, zonder breder kader, zal dat nooit lukken. Laat de transitie over aan de vrije markt, en je krijgt de huidige situatie. Wie kan zich vandaag een ecologische levensstijl permitteren? De rijke, blanke middenklasse. Dat is niet rechtvaardig.

INSTANT VOLDOENING Zou je je voor een ander thema even intens kunnen engageren? Ik ben hier in gerold. Tijdens mijn studies moraalfilosofie heb ik een thesis gemaakt over internationale rechtvaardigheid en global governance. Dat interesseert me nog steeds ontzettend, maar het zijn thema’s die redelijk abstract blijven. Daarnaast ben ik ook opgegroeid met een grote liefde voor de natuur. Onze ecosystemen zijn van zo’n ongrijpbare waarde, dat het waanzin is ermee te spelen zoals we nu doen. Als alpiniste kan ik geweldig genieten van het uitzicht op gletsjers en besneeuwde bergtoppen. Dat wil ik later kunnen delen met mijn kinderen.

Een veeleisende job combineren met een even inspannend engagement, daarvoor moet je wel heel overtuigd zijn. Twijfel je soms ook?

Als overheid beschik je over immense budgetten om een omslag te kunnen realiseren. Je hebt dat politieke niveau dus nodig voor de opdracht waarvoor we staan.

Goh, ik heb wel even getwijfeld aan mijn keuze voor geneeskunde. Ik ben na die opleiding gaan werken bij het Tropisch Instituut. Een toffe job, maar ik moest vier keer per jaar verre vliegreizen maken en dat is moeilijk verteerbaar voor een klimaatactiviste.

En tot slot, het belangrijkste: de transitie moet op een sociaal

Als je vaak in het buitenland verblijft, ben je ook meestal een

20

buitenstaander. Iets wezenlijks veranderen als burger kan je het best in je eigen land, waar je de taal spreekt en mensen en organisaties kent. Daar heb je de meeste impact.

“Strijden voor een wereld waarin landen als gelijken aan tafel zitten, zonder privébelangen of winstbejag” Iedereen die me kent, dacht een paar jaar geleden nog dat ik ongetwijfeld bij Artsen Zonder Grenzen zou gaan werken, België achter me zou laten en met een Afghaan zou trouwen. Maar het verste dat ik geraakt ben, is West-Vlaanderen. Ook exotisch. Nu goed, ook in België had ik natuurlijk voor een ngo kunnen gaan werken om me in te zetten voor het klimaat. Uiteindelijk heb ik echter beslist om spoedarts te worden. Het is soms zwaar en vermoeiend om die twee persoonlijkheden te onderhouden, maar het leuke is dat mijn job me telkens weer met de voeten op de grond plaatst. Heel wat collega’s en patiënten gaan met mij in discussie over het klimaat, kernenergie, bedrijfswagens of de vluchtelingencrisis. Voor mij is het van onschatbare waarde om voortdurend te worden uitgedaagd in je denken. Bovendien: de strijd als klimaatactivist kan soms frustreren. Dan doet het al eens deugd om als arts te werken. Een patiënt komt met pijn aan op de spoed, je lapt hem op en twee uur later bedankt hij je en vertrekt. Dan voel je de instant voldoening waar iedereen af en toe nood aan heeft.

A u t e u r : S i m o n H o r s t e n • F o t o’s : S i e n V e r s t r a e t e n


AFDELING IN DE KIJKER

LIMBURGSE GEESTDRIFT

Jong Groen Limburg, we zijn en blijven een beetje speciaal. Onze werking richt zich op geëngageerde en enthousiaste jongeren uit de provincie Limburg. Dat brengt verschillende uitdagingen met zich mee. Maar we starten dit jaar opnieuw vol goede moed en met 200% goesting om ons traject van vorig jaar verder te zetten. Jong Groen Limburg bestaat al een hele tijd, sinds eind 2014 waait er een frisse wind door de werking. Samenkomen doen we in Hasselt, de best bereikbare plaats, maar onze activiteiten organiseren we op verschillende locaties in Limburg. Zo organiseerden we vorig jaar een volledig vegetarische, eerlijke en biologische korte-ketenbrunch in het natuurgebied ‘Het Hageven’ in Neerpelt. Daarnaast zetten we een houthakkersactie op touw in Bokrijk en organiseerden we de evenementen Toogpraat en Café Verde in Hasselt. Het hoogtepunt van het voorbije jaar was de houthakkersactie in Bokrijk. Om op een ludieke manier aandacht te vragen voor het Essersbos, trokken we onze houthakkerskleren aan. Het Belang van Limburg schreef er een artikel over en een ludiek filmpje

werd massaal gedeeld op sociale media. Een meer dan geslaagde actie, dus. Ook organiseerden we voor het eerst Toogpraat en Café Verde in Hasselt. De laatste activiteit kwam tot stand in samenwerking met Jong Groen StuHasselt. Deze kersverse studentenafdeling bevindt zich nog in een experimentele fase. Hun doel is om ook onder studenten Jong Groen te doen opleven. Dit jaar zetten we ons traject verder. We organiseren opnieuw Café Verde en Toogpraat en ook de brunch vindt naar goede gewoonte weer plaats.

21

Verder blijven we opvolgen wat er in onze ‘eikenhouten’ provincie gebeurt. En als de gelegenheid zich voordoet zal Jong Groen Limburg weer van zich laten horen, zoals in het dossier Essers. In de toekomst willen we kleinere, efficiënte Jong Groen-afdelingen laten groeien. Zo worden de verplaatsingsafstanden kleiner en de drempel om bij Jong Groen aan te sluiten lager. Deze lokale afdelingen kunnen dan op de steun van Jong Groen Limburg rekenen. We blikken dus terug op een geslaagd jaar, en voor het nieuwe jaar: meer van dat!

A u t e u r : Sa r a M o n s i e u r s


CULT UUR

Hoop doet anders (samen)leven "Je hebt maar drie tot vijf procent mensen nodig om de wereld te veranderen", klinkt het tijdens de voorstelling Hoop. Dit slotstuk van Stijn Devillés crisistrilogie (Hebzucht, Angst en Hoop) zuigt je moeiteloos mee in een verhaal dat zich afspeelt in 2018. De theaterauteur en zijn gezelschap Het Nieuwstedelijk brengen een maatschappijbeeld tot leven dat je dwingt na te denken over alternatieven, over manieren om de huidige 'wereldverslechteraars' (sic) op andere ideeën te brengen. Het engagement druipt van het podium en met dank aan de gedreven livemuzikanten en dansers dringen de krachtige, soms tragische, maar vaak humoristische dialogen extra hard door.

VERANDER ALLES

"Er is niet één groot plan, maar wel vele kleine initiatieven, vaak gegroeid van onderuit. Omdat we zelf wat willen veranderen. Van kleine tips om zelf je steentje bij te dragen tot grote technologische innovaties of baanbrekende ideeën. Omdat hoop veelvoudig is, zitten daar soms ook onverwachte of contrasterende dingen tussen. Alleszins: er is een hoop hoop."

Misschien nog straffer dan het theaterstuk zelf, is de website ‘Verander Alles’. Op dit Wordpress-pareltje pronkt een verzameling positieve, ecologische en innovatieve initiatieven. Van burgerinitiatieven als Hart boven Hard, Stop TTIP en repair cafés tot milieuvriendelijke concepten als de kruidenier zonder verpakkingen, carpoolen, samentuinen, swishing (oude kledij ruilen voor 'nieuwe' tweedehandse items) en Trash is for Tossers. Kortom: een indrukwekkende collectie tips om de afvalberg te verkleinen en hoopgevende projecten die de wereld trachten te verbeteren.

We leven niet in een tijdperk van verandering. We leven in een verandering van tijdperk. De werkelijkheid is niet onveranderlijk. Alles zou anders kunnen zijn. Utopieën kunnen de manier waarop de wereld vandaag draait ontmaskeren als slechts één van vele mogelijkheden. Dit zal veel van ons vragen. Het zal op grote weerstand stoten. Maar het kan. We moeten eigenlijk alleen beslissen, dat we het ook willen.

D O E Z E L F M E E! Op Verander Alles staan verder nog heel wat links naar websites met schitterende voorbeelden die je kan volgen om een bijdrage te leveren aan een betere samenleving. Ga ook gerust eens kijken bij Big Green Smile, een oase aan natuurlijke en ecologische producten. Heb je zelf een goed idee, of wil je de mensen van Het Nieuwstedelijk een hoopvol initiatief leren kennen? Daarvoor kan je altijd terecht op info@nieuwstedelijk.be.

citaat uit hoop

Hoop speelt nog tot eind maart in verschillende zalen in Vlaanderen. www.nieuwstedelijk.be/veranderallesVlaanderen'

22

A u t e u r : Ly n n F o r m e s y n • F o t o’s : Kat r i j n Va n G i e l


congres

AGENDA

FOOD FOR THOUGHT

Z aterdag 20 februari Themadag ‘Een Ander Europa’, Brugge

Z aterdag 12 ma art Bezoekdag Food for Thought

zaterdag 30 april

Z aterdag 2 april Dag voor Lokale Afdelingen

www.jonggroen.be/congres

Jong Groen is een politieke jongerenorganisatie die jongeren de kans geeft mee te bouwen aan een betere wereld. Een wereld met aandacht voor de problemen van alle mensen en het milieu. Jong Groen wil zoveel mogelijk jongeren bij groene politiek betrekken. Dit doen we door een fris en gevarieerd activiteitenaanbod. We bouwen mee verder aan het groen-progressieve gedachtegoed en verspreiden het. Standpunten, activiteiten en meer info over Jong Groen op www.jonggroen.be.

DOE MEE

Werk ten mee a an dit nummer:

Je kan ook lid worden van Jong Groen. Zo ontvang je niet alleen gratis dit tijdschrift, maar blijf je via de ledennieuwsbrief ook op de hoogte van alle activiteiten. Lid worden van Jong Groen kost je helemaal niets en doe je heel eenvoudig op www.jonggroen.be/ikdoemee

Sam Deroo, Sielke Eeckhout, Lynn Formesyn, Simon Horsten, Thomas Lamm, Steven Leysen, Femke Meeusen, Sarah Menu, Sara Monsieurs, Caroline Robberechts, Céline Van Den Abeele, Wim Vandewijngaerde, Leen Verheyen, Sien Verstraeten

Volg ons op twitter (@jonggroen) en facebook, of lees meer via #jonggroenleest

Eindredactie en fotoredactie: Sien Verstraeten Vormgeving: MadebyHanna.com Heb je interesse om de redactie te vervoegen? Mail dan vliegensvlug naar sien@jonggroen.be.

Gedrukt op 100% post-consumer recyclagepapier met vegetale inkten.


GROENE SMOEL

In de groene smoel tonen we telkens een ander gezicht van Jong Groen.

SARAH Ik studeer in Antwerpen. Eerst heb de opleiding letteren afgemaakt, nu ga ik nog een bijkomende master volgen. In mijn vrije tijd lees ik graag, zowel fictie als non-fictie, meestal verschillende boeken tegelijk. Momenteel ben ik verslingerd aan Rüdiger Safranski, een Duitse filosoof die me met zijn meesterlijke biografieën van Heidegger en Schopenhauer helemaal heeft betoverd. Ik ben ook weg van de geschiedenisboeken van Philipp Blom. Daarnaast ga ik bijna elke avond drie kwartier tot een uur lopen in het Te Boelaerpark in Borgerhout. Voor mij is dat het ideale moment om de dagelijkse beslommeringen te vergeten en mijn gedachten de vrije loop te laten. De negentiende-eeuwse auteur Henry David Thoreau drukte het goed uit: “Het komt mij voor dat mijn gedachten beginnen te stromen op het moment dat mijn benen beginnen te bewegen.” Af en toe kom ik hier in ‘Papa Jos’ iets drinken, een pittoresk cafeetje in de universiteitsbuurt. Vooral de inrichting, met antieke meubels, kaarslicht en afgebladderde muurschilderingen, is heel charmant. Er gaat een soort huiselijke gezelligheid van uit die je in weinig andere cafés hier terugvindt. Bovendien is het hier meestal vrij rustig – geen geschreeuw van dronken studenten, dus. Mijn keuze voor Jong Groen? We worden dagelijks geconfronteerd met actuele problemen. Op een gegeven moment besefte ik dat ik niet enkel toeschouwer wilde zijn, maar mee over mogelijke oplossingen wilde nadenken. En aangezien mijn ideeën over het algemeen overeenstemmen met die van (Jong) Groen, leek het mij interessant om me aan te sluiten. Op die manier leer ik bij over politiek en kan ik mijn maatschappelijk engagement vormgeven. Zo schrijf ik artikels voor dit tijdschrift, Vlam, en zit ik bij Jong Groen Antwerpen. Ik heb veel dromen, te veel zelfs. Ik kijk er vooral naar uit om ouder te worden – hoewel dat natuurlijk wel vanzelf gaat. Ik hoop dat ik door verschillende ervaringen op te doen en meer kennis te vergaren, ook meer zelfinzicht krijg. Dan kan ik mijn wilde toekomstdromen misschien in realistische doelstellingen omzetten.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.