Jong Groen magazine: Vlam 10

Page 1

VLAM

driemaandelijks magazine van Jong Groen ERKENNING P702077 | Afgiftekantoor: Gent X V.U. Gert-Jan Abrams, Sergeant De Bruynestraat 78-82, 1070 Brussel

E D I T I E O K T/ N O V/ D E C 2016

Rami Anis: “Je mag de hoop nooit opgeven” DOSSIER

Jongeren en politiek: een haatliefdeverhouding Biomarktjes in Vlaanderen: redacteur Eva gaat op stap

PB- PP

BELGIE(N) - BELGIQUE


GROENL AND • SATIRE, HEL A A S

SCHAUVLIEGE EN CO: MOEDIG EN TOEKOMSTGERICHT De klimaatministers stellen dit najaar hun plan voor. “Het is ambitieus, concreet en meteen uitvoerbaar. Minder mag je toch niet verwachten?”

Slechts een jaar na het historische klimaatakkoord van Parijs hebben de vier bevoegde Belgische ministers hun huiswerk voor de volgende drie decennia met verve afgerond. Met Marie Christine Marghem als federale leider van het kwartet, Joke Schauvliege voor Vlaanderen, Paul Furlan voor Wallonië en Céline Frémault voor Brussel, zaten vier moedige bestuurders rond de tafel om de onderhandelingen tot een glorieus einde te brengen. Het plan stippelt een duidelijk pad uit naar een klimaatneutraal België tegen 2050, al zullen de grootste inspanningen nog voor 2030 geleverd worden. “Dat is ook logisch,” verklaart Marghem, “hoe langer we wachten, hoe duurder de noodzakelijke update van onze samenleving zal uitvallen. Daarom kiezen we er bijvoorbeeld voor om vanaf vandaag volop in te zetten op hernieuwbare energie, en dus de lopende monstersubsidies voor kerncentrales en de fossiele brandstoffenindustrie tot nul te herleiden. Bedrijfswagens en tankkaarten zullen

we evenmin nog subsidiëren. Het vrijgekomen geld gaat naar groene energie, fiets- en wandelinfrastructuur en de uitbreiding van het aanbod en de dienstverlening in het openbaar vervoer. Een totale kentering,” glundert de immer goedlachse Marghem. Ook Joke Schauvliege glimt van enthousiasme: “We gaan de vleesindustrie aanpakken – vooral de grootschalige export van varkensvlees is ecologische waanzin – en van permacultuur de norm maken op onze akkers. Op die manier kweken we op weinig oppervlakte ontzettend veel gezonde groenten en fruit. Extra voordeel: dieselverslindende landbouwmachines ruimen baan voor fijne arbeidsplaatsen in een propere omgeving. Als minister van landbouw heb ik gelukkig alle instrumenten in handen om deze prachtige revolutie vorm te geven.” “Dat we ambitieus zijn, mag niet verbazen,” vult minister Furlan aan. “België is een rijk land, met voldoende kennis en economische weerbaarheid

2

om in sneltreinvaart een magnifiek klimaatbeleid uit te rollen. We zijn dit ook verplicht aan onze burgers én aan landen die historisch veel minder broeikasgassen hebben uitgestoten dan ons vroeg geïndustrialiseerd land. ’t Is daarom ook evident we onze bijdrage aan het internationale klimaatfonds niet enkel onverwijld betalen, maar ook spontaan verdubbelen.” Brussels minister Frémault: “Zelfs al zouden broeikasgassen geen probleem vormen, dan nog verdedigde ik de maatregelen uit ons plan. Ze zorgen immers hoe dan ook voor een gezondere leefomgeving, hechtere sociale banden, minder stress en meer schoonheid. Een betere samenleving, quoi.” “De samenwerking tussen ons vier verliep overigens vlekkeloos,” sluit Schauvliege af terwijl Marghem een traantje wegpinkt. “Het is prettig elkaar te kunnen versterken. Dat die collegiale sfeer leidt tot een mooiere, rechtvaardige en veilige samenleving, is een bekroning waarvan ik welhaast begin te blozen.”

Auteur: Simon Horsten


EDITO

INHOUD

Spannend. Onze eerste edito! Wanneer we dit schrijven, zijn we exact twee weken bezig. En wat een zotte twee weken waren dat. We werden meteen in het wereldje van PoJo (politieke jongerenbeweging) voorzitters gekatapulteerd. Een heel mannelijk wereldje, maar dat terzijde. We waren nog niet verkozen of er was al de Frats van Minister Gatz. Die besliste namelijk om de zeven jongerenbewegingen uit het jeugddecreet te schrijven. Weg subsidies. Vanaf volgend jaar, 2017 dus, verliezen we een heel groot deel van onze werkingsmiddelen en daar gaan we natuurlijk niet mee akkoord. Net op het moment dat Minister Gatz aankondigt te investeren in jongeren en engagement, jongeren zoals jullie dus, neemt hij deze beslissing. Jammer dat Gatz’ woorden niet gelijk staan aan zijn daden. Maar we laten ons niet doen, u hoort nog van ons! To be continued dus… Tussen het persberichten schrijven en actievoeren door, beseften we ook ineens wat onze voorgangsters dag in dag uit realiseerden. We wisten ongeveer waar we ons aan konden verwachten, maar kregen de laatste weken toch enorm veel respect bij voor Céline en Sielke. Dus een welgemeende merci, lieverds. Jullie opvolgen is een hele eer en als we al half zoveel betekenen voor Jong Groen als jullie de afgelopen jaren, dan zijn we al megatrots op onszelf. Ook Thomas, Ilias, Brendan en Jeroen willen we hier nog eventjes in de bloemetjes zetten. Duusd keer merci voor het vree wijze bestuursjaar, maar we zien jullie hopelijk snel terug op een activiteit! We zijn klaar om te knallen. Jarno, Aimen, Stijn, Remco, Jonathan, Elise en Eva, dat is uw geweldig bestuur voor dit jaar – je leert hen verder in deze Vlam kennen - en na een geweldig bestuursweekend zijn we klaar om wat zotte activiteiten op jullie af te vuren. Samen met jullie maken we er een crazy jaar van! We zien jullie dus snel op een van de activiteiten? Veel plezier met deze Vlam vol interessante artikels. Zet je dus rustig op de trein, in de zetel, in de les … waar je ook maar wil en geniet van deze editie. xoxo

Belie en Bockie

PS: Vragen/opmerkingen/suggesties/gratis knuffels/liefde/ iets anders? Stuur ons zeker een mailtje. We luisteren graag naar jullie! stefanie@jonggroen.be of belinda@jonggroen.be

3

p4

DOSSIER I Jongeren en politiek: een haat-liefdeverhouding

p7

FRAPPANT #startdag16

p8

IN BEELD Het nieuwe bestuur stelt zich voor

p 10

JONG De blokkade tegen succesvolle integratie

p 12

INTERVIEW Rami Anis

p 15

AFDELING IN DE KIJKER Jong Groen Ieper-Poperinge geeft groene jongeren een stem

p 16

DOSSIER II ‘Van LeRensbelang’: een participatief traject naar nieuwe eindtermen

p 20

OP STAP Biomarktjes in Vlaanderen

p 22

CULT UUR Cowspiracy : the sustainable secret


© sien verstraeten

JONGEREN EN DE POLITIEK: EEN HAATLIEFDEVERHOUDING grootschalig Europees onderzoek genaamd ‘The Millenial Dialogue’. Waarom is deze generatie het minst geïnteresseerd in de politiek? En is het een terechte veronderstelling? Welke rol spelen jongerenpartijen hierin en wat zou gebeuren mochten ze niet meer naar behoren kunnen werken, omdat er geen geld meer is?

De millenials (jongeren geboren tussen 1990 en 2000) zijn niet geïnteresseerd in de politiek, maar wel op de hoogte van de actualiteit en bereid om te stemmen mochten er vandaag verkiezingen plaatsvinden. Dat is een van de tien grote bevindingen van de Stichting voor Europese Progressieve Studies (FEPS) na een 4


DOSSIER I

Uit een enquête bij 1000 jongvolwassenen in héél België blijkt dat 55% niet erg geïnteresseerd of helemaal niet geïnteresseerd is in de politiek. Enkel religie en theater staan nog lager op hun interesselijst. 49% van de bevraagden heeft zelfs het gevoel minder interesse in de politiek te hebben dan de generatie van hun (groot)ouders.

Ten derde vinden ze dat de huidige politiek nauwelijks, of zelfs niks, voor hen oplevert. Mede daardoor zijn 2 op de 3 jongeren van mening dat hun visie door politici genegeerd wordt. Bijna de helft van de respondenten vindt zelfs dat de oudere generaties bevoordeeld worden door de politici of dat politici jongere generaties willen controleren en beperkingen opleggen.

M A A R W A A R O M?

DESINTERESSE ≠ A P AT H I E

Ten eerste vinden jongeren de hedendaagse politieke stromingen nauwelijks inspirerend. Bovendien vinden ze partijpolitieke activiteiten erg onaantrekkelijk. Amper 1 op de 20 bevraagden nam al deel aan politieke bijeenkomsten en slechts 1 op de 10 gaat weleens naar een betoging. Vergelijk: bijna 1 op de 3 jongeren doet aan teamsport. In het algemeen vinden jongeren dat er vandaag de dag weinig te beleven valt op politiek vlak, in tegenstelling tot de domeinen sport, cultuur en kunst. Ten tweede voelen ze zich niet vertegenwoordigd door (traditionele) partijen, laat staan door hun gemeenteraadsleden of volksvertegenwoordigers. 56% van de bevraagden vindt dat er heel weinig tot geen politici hen aanmoedigen om betrokken te raken bij de politiek.

“Jongeren voelen zich steeds minder thuis in traditionele partijen. Ze zoeken hun heil bij protestpartijen, soms bij progressieve partijen.”

Maar laat je niet misleiden, jongeren willen niet afgeschilderd worden als ongeïnteresseerd of als boos op en teleurgesteld in de wereld. Bijna 9 op de 10 Belgische jongeren voelen zich gelukkig met hun leven en 3 op de 4 zijn optimistisch over de toekomst. Deze cijfers zijn allebei ongeveer gelijk aan het Europees gemiddelde.

“Jongeren willen niet afgeschilderd worden als ongeïnteresseerd, of als boos op en teleurgesteld in de wereld.” Zoals in het begin reeds aangegeven, is de kennis van jongeren over politiek en de actualiteit erg groot. Minstens 7 op de 10 bevraagden zijn zich bewust van alle grote partijen in België, even veel jongeren geven aan dat vooral de economische, ecologische en veiligheidstoestanden van invloed zullen zijn op de levensstandaard in de toekomst. 53% is van mening dat intolerantie tussen mensen met diverse afkomst zal toenemen. Daarnaast is 32% van de jongeren op de hoogte van de controversiële

5

vrijhandelsakkoorden tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten, de zogenaamde TTIP. Jongeren hebben ook hun eigen prioriteiten. Als ze in de regering zouden zitten, zouden ze werkgelegenheid, gezondheidszorg, onderwijs en armoedebestrijding (allemaal openbare uitgaven) bovenaan op het programma plaatsen. Jongeren hebben ook hun criteria die de mate waarin zij een politicus vertrouwen, bepalen. In de Belgische top 3 van ‘kwaliteiten voor een verkozen politicus’ staan eerlijkheid, betrouwbaarheid en intelligentie. Een knap uiterlijk vinden ze een pak minder belangrijk.

RED ELIJK HERVORMINGSGEZIND Op het vlak van verkiezingen zijn jonge Belgen redelijk hervormingsgezind. 42% van de bevraagden vindt het belangrijk om aan verkiezingen deel te nemen, met als belangrijkste reden dat het over hun toekomst gaat. Bovendien denken ze dat het gebruik van moderne technologie hun participatie zal vergroten, vooral als het mogelijk is om online of via een mobiele applicatie hun stem uit te brengen (84%). Stemrecht voor 16en 17-jarigen vinden ze echter geen prioriteit voor nu. Zoals eerder aangehaald voelen jongeren zich steeds minder thuis in traditionele partijen, de zogezegde partijen van het establishment. Ze zoeken vaak hun heil bij protestpartijen, soms bij progressieve partijen. Dat fenomeen is ook elders in Europa zichtbaar. In Spanje wint Podemos verder aan populariteit, in Oostenrijk zijn het de Groenen, in Schotland is het de SNP. De Labour Party van het Verenigd Koninkrijk is een uitzondering,


DOSSIER I

aangezien de nieuwe partijleider Jeremy Corbyn steeds populairder wordt, niet alleen bij werklieden, maar ook bij jongeren. Dat werd ook bevestigd in hun partijcongres van eind september, waarin hij weer verkozen werd met een nog hoger percentage dan midden september vorig jaar (61,8% ten opzichte van 59,5%) bij een partij die aanzienlijk groter werd na zijn eerste verkiezing. Anderzijds treden er rechtse partijen aan die de stem van de ontgoochelde burger vertolken. In Frankrijk is dat het Front National, in Nederland de PVV, in het Verenigd Koninkrijk het UKIP, in Duitsland de AfD en in Oostenrijk de FPÖ. Helaas halen zij meer stemmen bij elke lokale, regionale of nationale verkiezing. Erg onrustwekkend, gezien de manier waarop ze het debat over onder andere migratie en diversiteit voeren.

D E # F R AT S VA N G AT Z Wij moeten de jongeren een positief alternatief geven voor hoe het er nu aan toe gaat in de politiek. Zaken als onderwijs, gezondheidszorg, openbaar vervoer, armoedebestrijding en milieu- en klimaatbeleid vinden wij als maatschappij erg belangrijk. En daar houden politieke jongerenorganisaties zich vooral mee bezig, ze maken de jongeren warm voor een inclusieve politiek die steeds vooruit moet gaan. Dankzij de subsidies die ze krijgen, kunnen ze onafhankelijk blijven van hun moederpartij, en dat is soms erg belangrijk bij bepaalde kwesties waar jongeren zich nauw bij betrokken voelen – wettelijke vriendschap, onderwijshervorming, softdrugsbeleid, stemrecht, seks, enzovoort. Door de aangekondigde schrapping van werkingssubsidies voor politieke

“Daar houden politieke jongerenorganisaties zich vooral mee bezig: ze maken de jongeren warm voor een inclusieve politiek die steeds vooruit moet gaan.” jongerenorganisaties tegen volgend jaar, staat die onafhankelijkheid op het spel en veel jongeren dreigen de mond gesnoerd te worden. Als dat gebeurt, zal de apathie tegenover de politiek alleen maar toenemen en daar kunnen protestpartijen, maar ook bepaalde rechtse partijen, op inspelen. De Vlaamse Jeugdraad ziet - net als Jong Groen overigens - het verdwijnen van deze subsidies als een verarming in het jeugdwerklandschap. De politieke jongerenorganisaties zijn “unieke spelers in ons landschap die jongeren politieke vaardigheden bijbrengen, sterk inzetten op debat, diverse meningen opzoeken en expliciet inzetten op burgerschapsvorming”, zo luidt hun reactie over de bewuste beslissing van Vlaams minister Sven Gatz. Moeten we nog wachten totdat jongeren hun vertrouwen in de democratie volledig kwijtraken?

6

Hoe staan andere politieke jongerenorganisaties hiertegenover? Jong CD&V, Jongsocialisten en COMAC (de studentenbeweging van PVDA) verzetten samen met Jong Groen tegen de beslissing van Minister Gatz en roepen op om die beslissing terug te draaien. Jong VLD treurt deze beslissing niet: “Het is perfect mogelijk om anno 2016 mensen zelf te laten beslissen welke organisaties ze willen steunen. Dat is de beste garantie om te zorgen dat subsidies nuttig terecht komen”, aldus voorzitter Maurits Vande Reyde. Jong N-VA juicht de beslising zelfs toe. “Weg met de verdoken partijfinanciering via de subsidies voor het jeugdwerk”, dixit voorzitter Tomas Roggeman. Langs Franstalige zijde hebben zowat alle politieke jongerenorganisaties een carte blanche tegen de beslissing van Minister Gatz uitgegeven: “Les organisations de jeunesse politiques jouent un rôle fondamental pour faire vivre les débats au niveau des jeunes et comme espace dans lesquels ceux-ci peuvent s’impliquer et s’engager!”

A u t e u r s : A sh e r S e r r a n a e n Ca r o l i n e R o bb e r e c h t e


FRAPPANT

#STARTDAG16 Werkjaar ‘16-‘17 uit de startblokken

© Rembert Debergh

Zaterdag 17 september sprongen jong groenen uit heel Vlaanderen samen met hun afdeling de trein op richting het Antwerpse Ecowerkhuis. Al voor de tweede maal werd daar het startschot van het nieuwe werkjaar gegeven: hét evenement bij uitstek om oude Jong-Groengezichten terug te zien en nieuwe welkom te heten.

Starten deden we met ‘Het ABC van het ecologisme’, zeg maar een crash course over de basisbeginselen van het ecologische verhaal. Groenlid van het eerste uur Jan Mertens vertelde meer over de essentie en de kracht van het ecologisme. Vervolgens schoven voormalig voorzitster Céline Van Den Abeele en Vlaams volksvertegenwoordiger Imade Annouri mee aan tafel om - elk aan de hand van één foto - uit te leggen wat ecologisme voor hen en hun generatie betekent. Na een korte pauze waren er diverse workshops. Zo vertelde columnist Guido Everaert over de kracht van

het verhaal en hoe wij als politieke jongeren storytellingtechnieken kunnen gebruiken om onze boodschap duidelijk te maken. Voor de creatievelingen onder ons waren er workshops over hoe je met eenvoudige grafische creaties een boodschap gemakkelijker kan verspreiden via sociale media. In de workshop ‘Eerste Hulp bij Startende Afdelingen’ konden nieuwe of startende afdelingen tal van tips en tricks sprokkelen om lokaal meer actief en zichtbaar te zijn. Formaat vzw stond in voor het kringgesprek ‘Parlé Diversité’, waarin Jong Groenen niet alleen werden uitgenodigd om

7

actief na te denken over diversiteit en racisme in de samenleving, maar ook stilstonden bij de drempels waarmee diverse jongeren binnen Jong Groen worden geconfronteerd. Na een warme afscheidsspeech van voormalig voorzitster Céline en de afzwaaiende bestuursploeg nam Jong Groen Antwerpen ons nog even op sleeptouw naar het nabije Krugerplein. Daar dronken we nog een glas bij een ondergaande herfstzon, voor we weer naar huis spoorden met een rugzak vol goesting om er weer een heel jaar voor te gaan!

A u t e u r : J a n J a n ss e n s


IN BEELD

HET NIEUWE BESTUUR: NICE TO MEET YOU stefanie – Co -voorzit ster Aangenaam, Stefanie is de naam. Als je me opzoekt op Tinder vind je de volgende beschrijving: ‘stiekeme wereldverbeteraar’ (maar da’s ons geheim als we matchen). En als je dit leest, in de Vlam, matchen we zeker. Dit jaar ben ik samen met Belinda jullie co-voorzitster. Kom dus gerust af met al je vragen/suggesties/klachten/ positieve noten/knuffels/liefde en alle andere dingen, mijn deur staat open voor jullie. Tot snel!

REMCO – Internationaal secretaris Als student geschiedenis heb ik geleerd de wereld beter te begrijpen. Als werkmens in de Noord-Zuid sector heb ik geleerd dat héél véél antwoorden starten in onze eigen samenleving. En als Internationaal Secretaris van Jong Groen wil ik samen met jullie en andere jonge groenen wereldwijd, bouwen aan een sterk, groen alternatief. Want het is godverdomme onze toekomst!

BELINDA – Co -voorzit ster

JARNO

Ik ben geboren op 3400 m boven zeeniveau, maar aangespoeld aan ons zèètje. Ik heb een rollende ‘r’ en ben even groot als Shakira. Door mijn werk ben ik terug vlees gaan eten. Ik heb in zes verschillende landen gewoond en kan bijgevolg vloeken (maar ook liefhebben) in evenveel talen.

Ik ben dit jaar bestuurslid van Jong Groen. Ik ben 22 jaar oud en woon in Mechelen/Brussel. Ik hou ervan om mijn tijd te spenderen met het bekijken van gekke kattenfilmpjes, skateboarden, en occasioneel een pint te veel drinken.

8


IN BEELD

stijn EVA Ik ben Eva, 21 jaar, en ik zit nu in mijn master politieke wetenschappen aan de VUB. Afgelopen jaar was ik op Erasmus in Montpellier, Zuid Frankrijk, echt een geweldige stad om te leven. En vóór mijn studie woonde ik in Nederland, jaja, er zit dus een “Hollandse” in het bestuur van Jong Groen! Waarom ik mij engageer voor Jong Groen? Elke vorm van ongelijkheid en onrecht (gender, racisme, misbruik van de natuur en dieren) zorgt ervoor dat ik in actie wil schieten. Ik wil kunnen dromen en hopen op een mooie toekomst en actief daaraan meebouwen. Verder doe ik graag aan yoga en hou ik erg van in het bos wandelen, I love nature!

AIMEN Ik ben getogen in Vilvoorde, maar geboren onder de zon. Ik hou van rurale natuur, maar ben tegelijk een stadsrat op twee poten. Ik ben Nederlandstalige Arabier met een très Franse tong, altijd klaar om te betogen, als je vuiligheden in mijn mooie Zenne wilt lozen. Ik voel me héél héél Belg, een beetje Vlaams en net niet Waal, maar vraag me nooit om te kiezen, want ik ben een Afro-Europeaan.

ELISE Het Jong Groen-verhaal begon voor mij toen ik, als student sociaal werk, stage mocht lopen in de organisatie. Nu, een paar jaar later, ben ik niet alleen als student in Gent blijven plakken (politieke wetenschappen), maar zet ik me ook nog heel graag in als vrijwilliger binnen Jong Groen. Ik heb dan ook heel veel zin in het komende jaar!

9

Ik ben Stijn en ik ben van plan jullie dit jaar lastig te vallen met hard science. Vergeet even alle politieke correctheid, we gaan over naar wetenschappelijke correctheid. Voor elk probleem een oplossing! Niet uit codexen, niet uit woordenboeken, maar uit handboeken! Dat is toch de theorie, of niet?

JONATHAN – Afdelings verant woordelijke Ik ben Jonathan Ribbens (23) en ik kom uit Dilbeek in de provincie VlaamsBrabant. Ik studeer wijsbegeerte & moraalwetenschappen aan de VUB, kort gezegd: filosofie. Sinds oktober mag ik aan de slag als (jouw) afdelingsverantwoordelijke. Mijn hobby’s: zwemmen, fietsen en genieten van goeie films en series.


Blijkbaar is de perceptie van een Belg nog steeds een blanke persoon die Nederlands praat, altijd en overal.

10


JONG

DE BLOKKADE TEGEN SUCCESVOLLE INTEGRATIE Meghi Dibra is een Belgisch meisje met Albanese roots. Ze is 16 jaar oud, geboren en getogen in Mortsel. Desondanks blijkt ook zij nog elke dag te worstelen met het wrange gevoel niet thuis te horen in België. “Van waar ben jij?” is een vraag die ik geregeld naar het hoofd geslingerd krijg.

“Mijn beide ouders hebben een Albanese achtergrond, maar ook ik voel me vaak nog Albanese in plaats van Belgische.” Meghi wordt ook vaak beschouwd als Albanese, ondanks haar Belgische nationaliteit en bewustzijn. “Met mijn moeder praat ik Albanees, ook als ik over straat wandel. Wanneer ik een winkel binnenstap en wil afrekenen, schrikken de mensen aan de kassa ervan dat ik Nederlands praat. Vaak krijg ik dan nog een compliment dat ik goed Nederlands praat. Er wordt meteen een label op mij geplakt: een buitenlander of niet-Belg. Of men spreekt mij meteen aan in het Engels, dat is nog erger. Ik ben Belg, maar Belgen maken me tot Albanese.” “Ik denk dat het komt door het culturele aanpassingsvermogen van vele Vlamingen,” gaat ze verder. “Men heeft blijkbaar vaak de neiging om meteen Engels te praten tegen

toeristen, of om gewoontes aan te nemen van de persoon met wie men in contact staat. Dat wordt soms ten onrechte en op verkeerde momenten gebruikt. Maar ik neem niemand iets kwalijk, het is zeker goed bedoeld.” Legt dit een aspect van onze cultuur bloot die een blokkade vormt tegen succesvolle integratie? Meghi is overtuigd van wel. We zijn er zelf blind voor, aangezien het een gewoonte is, het is ingebakken. Bijgevolg word je, ongeacht hoe goed je ingeburgerd of hoe gesocialiseerd je bent, als nieuwe Belg alsnog buitengesloten van je eigen gemeenschap.

de multiculturele samenleving - zou een identiteitscrisis kunnen zijn voor een Belg met een migratieachtergrond. Dan lonkt het pad naar een extremistisch maar identiteitsstabiel gedachtengoed. En dit is net wat men wil tegengaan met het integratiebeleid.

Etnische stereotypes zijn nog steeds al dan niet zichtbaar aanwezig in onze samenleving en daar moeten we ons bewust van zijn. Dat zou al een deel zijn van de oplossing.

Een integratiebeleid op lokaal niveau zou effectiever zijn, omdat het dan op maat is van elk individu. Een algemene inburgeringscursus is geschikt om kennis en bewustzijn bij te brengen, maar dan moet er tegelijkertijd gesleuteld worden aan de houding van de ‘tegenpartij’: u en ik. Buddyprojecten op kleine schaal kunnen écht het verschil maken: burgers van je eigen gemeente of stad die zich vrijwillig inzetten om migranten te helpen integreren. We zouden allemaal verdraagzamer kunnen zijn. Als je rechtstreeks in contact komt met andere culturen en huidskleuren, zal je beeld van mensen in het algemeen zeker veranderen. Belangrijker nog: niemand wordt uitgesloten en sociale cohesie wordt op een natuurlijke wijze versterkt.

Bovendien is de integratiepolitiek van vandaag helaas niet erg effectief. Het is te kort door de bocht om te denken dat enkel een cursus inburgering zou werken, zonder rekening te houden met het volledige plaatje. Het gevaarlijke gevolg van onder meer dat aanpassingsvermogen - en onze houding ten opzichte van migratie en

Tot slot heeft Meghi beslist om binnenkort haar studies verder te zetten in Albanië. “In Albanië word ik als Belgische beschouwd, omdat ik westers-denkend ben. Dat is minder erg dan op basis van je huidskleur beoordeeld te worden. We zien wel wat de toekomst mij te bieden heeft. Maar ik kom zeker terug.”

“Ik ben Belg, maar Belgen maken me tot Albanese.”

11

Auteur: B r e n d Va n Ra n sb e e c k


INTERVIEW

RAMI ANIS

De olympiër die zijn medaille reeds won nog voor hij in het zwembad sprong

“Je mag de hoop nooit opgeven”


INTERVIEW

Afgelopen zomer schitterden onder meer Michael Phelps en Pieter Timmers in het olympisch zwembad van Rio de Janeiro, maar ook Rami Anis (25) leverde er een dijk van een prestatie. De in Eeklo wonende Syrische vluchteling nam onder de vlag van het IOC deel. Hij geraakte weliswaar tot twee maal toe niet door de reeksen van de 100m vrije slag en 100m vlinderslag op de 31ste Olympiade, maar had zijn mentale medaille reeds lang op zak. Met slechts zes maanden voorbereiding als bagage toonde hij de wereld wat er mogelijk is als je de hoop niet verliest.

Bijna drie maanden na het einde van het grootste sportevenement vinden we Rami Anis terug in het stedelijk zwembad van zijn woonplaats Eeklo, blinkend in zijn outfit van het olympische vluchtelingenteam. Normaal gezien traint hij dagelijks in Gent, maar omdat hij in de namiddag zwemles gaf aan jonge vluchtelingen, besloot hij om er aansluitend te blijven trainen. “Gisteren heb ik ook nog een school bezocht voor vluchtelingen om er te gaan spreken”, voegt Rami er aan toe. “Ik wil me in de toekomst zeker meer engageren voor dergelijke initiatieven. Het geeft me een goed gevoel om te kunnen helpen. Ik wil de kinderen hoop geven en tonen dat ze ondanks hun status als vluchteling ook een volwaardige toekomst kunnen uitbouwen. Als jonge gast keek ik ook op naar de oudere zwemmers. Ik hoop dat ik de kinderen kan inspireren. Al blijf ik in de eerste plaats een zwemmer en probeer ik op dat vlak mijn ambities waar te maken.”

Het is ondertussen zeer snel gegaan voor je. Ongeveer een jaar geleden vroeg je asiel aan in België, maar je had er toen een heel parcours opzitten. Kan je dat even schetsen? “In 2011 moest ik Aleppo, waar ik woonde, ontvluchten. De bombardementen hadden het leven er zeer

13

gevaarlijk gemaakt. Ik trok de grens over richting Istanbul waar mijn broer woonde en kon me er aansluiten bij de zwemploeg van Galatasaray, het meest prestigieuze team van heel Turkije. Ik kon er echter enkel terecht om te trainen. Deelnemen aan competities was onmogelijk, omdat je daarvoor een Turks paspoort nodig hebt, wat ik uiteraard niet in mijn bezit heb. Ik heb het er vier jaar volgehouden, maar kreeg steeds meer het frustrerende gevoel dat ik mijn zwemcarrière en mijn kansen om progressie te boeken aan het vergooien was. Daarom besloot ik naar België te trekken. Via een hachelijke overtocht met een rubberbootje richting Griekenland lukte het uiteindelijk ook. Eerst woonde ik in Charleroi, maar daar vroeg de plaatselijke zwemclub 200 euro om er te mogen trainen. Toen ik vervolgens in contact kwam met mijn huidige coach Carine Verbauwen, verhuisde ik naar Eeklo.”

Toen je in februari begon te trainen waren de Olympische Spelen slechts een halfjaar verwijderd. Hoe moeilijk was het om die droom te verwezenlijken? “Het klinkt als een cliché, maar ik had het totaal niet verwacht. Ik durfde er zelfs niet over te dromen. Ik had al een paar maanden niet meer getraind. Eerst wilde ik proberen om op het Belgische niveau bij de beteren


INTERVIEW

te horen in mijn vaste discipline, de vlinderslag. Het was zeer hard trainen. Ik ben bijvoorbeeld de eerste maanden dertien kilo afgevallen. Dat uiteindelijk het IOC me uit de lijst van een veertigtal sporters pikte om deel uit te maken van het tienkoppige team hoorde ik van Yusra Mardini, de andere Syrische zwemster die in Duitsland leeft en ook geselecteerd was. We waren allebei superblij.”

‘Het is leuk om te merken dat mensen hier fier zijn op mij. Sommigen vragen zelf om een selfie.’ Wat is je drie maanden na je olympische avontuur nog allemaal bijgebleven? “Ik heb een koffer vol mooie herinneringen. Het was een hele ervaring en ik heb heel veel mensen leren kennen. Overal waar je kwam in het olympische dorp zag je de beste sporters van deze planeet rondlopen. Ik heb een selfie kunnen maken met Rafael Nadal, de bekende tennisser. Jammer genoeg niet met recordolympiër Michael Phelps, mijn idool (lacht). In het trainingsbad heb ik wel naast hem gezwommen, maar ik durfde hem niet aan te spreken omdat hij nog een wedstrijd moest afwerken. Het mooiste moment vond ik de openingsceremonie. Heel het publiek leek uit te kijken naar het moment dat we met het vluchtelingenteam het stadion binnen stapten en juichte ons toe. Het was een onbeschrijfelijk gevoel.”

Wat heb je geleerd van je debuut op de Olympische Spelen? “Dat het leven zo veel mooie kansen schenkt. Zoals ik eerder al aanhaalde, mag je de hoop nooit opgeven.

Michael Phelps in Rio is daar een uitstekend voorbeeld van. Na een depressie en alcoholproblemen stond zijn comeback op losse schroeven, maar hij bleef doorgaan en behaalde in Brazilië opnieuw vijf gouden medailles en één keer zilver.”

Hoe kijk je op sportief vlak terug op de Olympische Spelen? “Ik geraakte op de 100m vrije slag en vlinderslag niet door de reeksen, maar dat kwam voor een groot stuk door het feit dat ik slechts een half jaar voorbereiding had en veel kilo’s moest verliezen. De omstandigheden waren bovendien ook allemaal nieuw voor me. De stress heeft zeker meegespeeld. Maar ik ben er zeker van dat ik binnen vier jaar in Tokio beter ga presteren, aangezien ik nu een volledige voorbereiding kan afwerken. Ik zal helemaal klaar zijn en veel meer competitie in de benen hebben dan toen ik in Rio de Janeiro aantrad. Het IOC heeft alvast bevestigd dat ze het vluchtelingenteam zeker blijven ondersteunen tot de volgende Olympische Spelen.”

Wat is je ambitie binnen vier jaar in Tokio? “Een medaille. Ik besef dat ik daarvoor nog heel wat sneller moet zwemmen (in Rio de Janeiro was een tijd van 51”58 nodig voor het podium, red.), maar ik ben ervan overtuigd dat niets onmogelijk is. Als ik elk jaar één seconde vooruitgang boek, moet het mogelijk zijn.”

Ondertussen verblijf je in Eeklo. Heb je er een goed contact met de lokale bevolking? “Ik ken al veel mensen in Eeklo. Het is leuk om te merken dat de mensen hier fier op me zijn. Sommigen vragen zelfs een selfie met mij (lacht). En eind september heeft de stad een receptie voor me georganiseerd. Dat was een

14

mooi moment. Net als het bezoek aan koning Filip”

Niet iedereen ziet vluchtelingen even graag komen naar België. Hoe sta je daar tegenover? “In elk land zijn er wel mensen die meeleven met vluchtelingen en het omgekeerde. Maar daar ligt ook een taak voor mij en de andere nieuwkomers. Het is aan ons om te tonen dat we even veel talenten en ambities bezitten als andere mensen. We zijn niet zo stereotiep als sommigen ons voorstellen. Dat is belangrijk om duidelijk te maken.”

Volg je ondertussen het nieuws over de oorlog die nog steeds in Syrië woedt? “In het begin volgde ik het heel hard, maar dat had een serieuze negatieve invloed op mijn gemoed. Daarom probeer ik om wat afstand te nemen, maar ik kan het ook niet helemaal loslaten. Ik voel me immers nog heel sterk verbonden met Syrië. Ik probeer nog dagelijks naar het nieuws te kijken, maar het maakt me verdrietig. Zwemmen is op dat vlak dan ook een soort afleiding voor me. Het is positief dat je je kan focussen op je ambities. Eigenlijk zouden alle vluchtelingen dat moeten doen.”

Denk je dat een oplossing in het conflict mogelijk is? “Niemand kan dat zeggen. Toen ik vertrok in Syrië, dacht ik dat het na twee maanden opnieuw veilig zou zijn en ik opnieuw zou kunnen terugkeren. We hadden nooit oorlog gekend, maar nu zijn we reeds vijf jaar verder. Ik zou niets liever hebben dan dat de oorlog zou stoppen en we ons opnieuw in ons land kunnen vestigen. Dan zou ik ook opnieuw onder de vlag van mijn land kunnen zwemmen. Dat is de ambitie van elke atleet.”

a u t e u r s : Th o m as La m m & Mayada S r o u j i f o t o' s : © 2 0 1 6 I n t e r n at i o n a l O ly m p i c C o m m i t t e e


AFDELING IN DE KIJKER

Op de workshop houtbewerking leerden we insectenhotels maken.

Hoewel in de Westhoek een groot aantal jongeren de groene zaak een warm hart toedraagt, kregen deze jongeren tot voor kort geen echte stem. Bram Vervisch bracht hier verandering in en Jong Groen Ieper kreeg vorm. Hij vond in zijn kennissenkring enkele jongeren met een groen hart die geen discussie uit de weg gaan. Ook Poperinge toonde interesse en zo werd Jong Groen IeperPoperinge geboren. Jong Groen Ieper-Poperinge bestaat voornamelijk uit jongeren die actief zijn in jeugdbewegingen. Hierdoor staan we dan ook dicht bij de jeugd. We hopen om via onze activiteiten nog meer jongeren aan te spreken en onszelf zichtbaar maken. We willen

frisse ideeën brengen met jongeren die hun mening willen geven en die wel zin hebben in politiek debat. Ieper en Poperinge zijn beide bruisende steden die wel vernieuwen, maar waar op sommige vlakken toch een nóg progressiever beleid mag gevoerd worden. Een groot hekelpunt voor Ieper is bijvoorbeeld het stadsverkeer in de binnenstad, waarbij bussen de grootste schade aanrichten. Ook stellen we ons vragen bij de nieuwe wijken die overal als paddenstoelen uit de grond schieten, terwijl de bevolking daalt. Het huidige bestuur mag eens wakker worden geschud!

onze rolschaatspiste in september wilden we een ecologisch alternatief bieden aan de energieverslindende ijspistes. Naast de piste was er ook een infostand en een bar waar we bieren van biobrouwerij “De Plukker”, fruitsappen en wijn van de Wereldwinkel en zelfgemaakte cupcakes aanboden. Er was ook een draaitafel waarop iedereen zijn van onder het stof gehaalde LP’s nog eens kon draaien en later op de dag was er nog een sessie houtbewerking waarbij we insectenhotels maakten. Het weer was uitstekend en de opkomst was groter dan verwacht.

In de zomer kwamen we verschillende malen samen om de vorm van onze afdeling te bespreken en te zoeken naar een ludieke startactiviteit. We zochten activiteiten in Ieper en/of Poperinge die volgens ons beter konden en kwamen uit bij de winterse schaatspistes die menig marktplein in België bezetten. Met

Het volgende agendapunt is ons bestuur meer vorm geven en ook een debatavond staat op het verlanglijstje. Nieuwe leden zijn meer dan welkom! Ook als je in de gemeentes rond Ieper of Poperinge woont, mag je altijd afkomen. Je kan ons contacteren via onze facebookpagina of via ieper@ jonggroen.be. Hopelijk tot binnenkort!

15

A u t e u r : S a m Va n c ay s e e l e foto: Rembert Debergh

© Linde De Vos

JONG GROEN IEPERPOPERINGE GEEFT GROENE JONGEREN EEN STEM


DOSSIER II

VAN LERENSBELANG Een participatief traject naar nieuwe eindtermen

De 10 trekkers van het eindtermendebat

Š V l aa m s e S c h o l i e r e n ko e p e l v z w

Š Fab i a n M e l b e r

Een onderwijshervorming, de politieke wereld heeft er al jaren de mond van vol. Wil je het basis- en secundair onderwijs hervormen, dan kun je niet om de eindtermen heen. Minister van onderwijs Hilde Crevits (CD&V) opende begin 2016 het langverwachte debat hierover.


DOSSIER II

Eindetermen?

Eindtermen zijn minimumdoelen waarvan de Vlaamse overheid vindt dat leerlingen ze moeten verwerven om te kunnen functioneren in de samenleving en om door te stromen naar hoger onderwijs en/of de arbeidsmarkt.

De wereld verandert razendsnel en alle ogen zijn op het onderwijs gericht om tegemoet te komen aan nieuwe maatschappelijke uitdagingen. Iedereen laat zich wel eens verleiden tot een uitspraak over hoe dat precies zou moeten gebeuren. Logisch, want elke burger krijgt ooit in zijn leven met onderwijs te maken. Daar speelde Crevits op in door er een breed maatschappelijk debat van te maken dat niet ging over concrete lesinhouden of -methodes, maar waarbij naar de essentie gezocht werd. Het Departement Onderwijs stelde drie externe partners aan om vorm te geven aan het traject waarvan de richting bepaald werd door de volgende vier centrale vragen: 1. Wat moet elke jongere op school leren om deel te nemen aan de maatschappij van morgen? 2. Wat moet elke jongere op school leren om zich persoonlijk te ontwikkelen? 3. Wat moet elke jongere op school leren om later aan het werk te kunnen? 4. Wat moet elke jongere op school meekrijgen om levenslang verder te kunnen leren? ‘Van LeRensbelang’ was geboren, een mooi staaltje participatie in drie fasen.

F A S E 1 : D E 50 D A G E N VA N H E T O N D E R W I J S De eerste fase werd ‘de 50 dagen van het onderwijs’ gedoopt en liep van 3 februari tot 24 maart 2016. Het opzet was om zo veel mogelijk ideeën rond de vier vragen te verzamelen bij een zo groot mogelijke groep van burgers en organisaties. De campagnewebsite www.onsonderwijs.be (te raadplegen tot eind 2016) was het centrale platform. Wie zich registreerde kon zijn of haar opinie lanceren waar anderen dan op konden reageren. Deze input werd ook gedeeld en geliket via sociale media, wat dan weer andere reacties losweekte. De website riep ook op om zelf debatten in real life te organiseren en bood daarvoor ondersteunend materiaal aan. Er vonden zowat 170 debatten plaats die op hun beurt een licht lieten schijnen over nieuwe visies. Tot slot leverde ook de media in deze startfase een belangrijke bijdrage in de vorm van opiniestukken, blogs, interviews … De 50 Dagen van het Onderwijs bereikte bijna 20.000 burgers, waarvan er ongeveer 5.000 actief meewerkten. De organisatie zelf noemt dit in haar eindrapport een succes. Lora Hasenbroekx, voorzitster van de Vlaamse Scholierenkoepel (VSK), stelde in de tweede Vlam van dit jaar dat de betrokkenheid echter gerust nog verhoogd en verbreed kan worden. Zij opperde dat het zinvol zou zijn om de straat op te trekken om eens te luisteren naar toevallige voorbijgangers. Op die manier betrek je ook burgers die niet uit zichzelf hun stem laten horen in het onderwijsdebat. Als leerkracht kan ik het belang daarvan alleen maar beamen. In ons korps van iets meer dan 70 leraren werd amper gepraat over ‘Van

17

leRensbelang’. Welgeteld één mail kregen we om ons uit te nodigen voor één van de 5 nachten (fase 2 van het traject). Niemand kwam naar school om onze mening te vragen.

De 10 Dat deed de Vlaamse Scholierenkoepel wél. Ten eerste schoven zij tien leerlingen naar voren als uithangbord van de VSK in het traject rond de eindtermen. Samen met deze 10 organiseerden ze de Dag van de 100. Daar motiveerden ze 96 scholieren uit verschillende secundaire scholen om leerlingen van hun school inspraak te geven in het eindtermendebat. Meer nog: de aanwezige scholieren verlieten het Vlaams parlement met een concreet plan voor uiteenlopende acties. De VSK trok ook zelf naar scholen om met leerlingen in gesprek te gaan. Zo verzamelden zij input van een bonte en representatieve mix van jongeren.

Door al haar acties slaagde de VSK er in om 17.000 Vlaamse en Brusselse jongeren te betrekken, uit verschillende richtingen, netten en koepels; van uiteenlopende achtergronden en leeftijden. Bovendien gaf de VSK op 15 april de kans aan meer dan 35 beleidsmakers om een dag op de schoolbanken door te brengen. Een zeer originele reality check voor mensen die op papier beslissen wat er met ons onderwijs moet gebeuren. Door al deze acties


DOSSIER II

slaagde de VSK erin 17.000 Vlaamse en Brusselse jongeren te betrekken, uit verschillende richtingen, netten en koepels en van uiteenlopende achtergronden en leeftijden.

F A S E 2: D E 5 N A C H T E N Na de paasvakantie volgde de tweede fase van ‘Van leRensbelang’. In elke provincie (Brussel en Vlaams-Brabant werden samen genomen) vond de laatste twee weken van april vijf keer een nacht van het onderwijs plaats die telkens volgens hetzelfde stramien verliep. Eerst werden de resultaten van de eerste fase beknopt voorgesteld in 14 clusters. Ze bieden een duidelijk overzicht van wat uit deze fase naar voren kwam als zijnde essentieel voor jongeren om op school aan te leren. 1. Zelfkennis en persoonlijke ontwikkeling 2. Sociale (intermenselijke) competenties 3. Zelfredzaamheid en praktische competenties 4. Kennis en gebruik van talen 5. Kritisch en probleemoplossend denken 6. Kennis van en omgaan met politieke en maatschappelijke vraagstukken 7. Kennis van en omgaan met levensbeschouwelijke en ethische vraagstukken 8. Kennis van en omgaan met ICT en nieuwe media 9. Kennis van en omgaan met duurzaamheidsvraagstukken 10. Leercompetenties 11. Professionele competenties 12. Wetenschappelijke en onderzoekscompetenties 13. Kennis van en omgaan met kunst en cultuur 14. Basiskennis

Dan volgde een reflectie op deze resultaten door een spreker uit de academische wereld en één of twee scholieren van ‘de 10’. Vervolgens gingen divers samengestelde groepen rond de tafel zitten om één cluster kritisch te bekijken. Wat moet er bijvoorbeeld zeker wel in het onderwijs aan bod komen rond zelfredzaamheid en praktische kennis? En moeilijker: wat is overbodig? In een tweede ronde namen de deelnemers plaats rond een nieuwe tafel met andere mensen en rangschikten ze de clusters op een bord van tien. Op die manier probeerden ze de belangrijkste te selecteren.

F A S E 3: H E T O N D E R W I J S F E S T I VA L Op 13 mei opende het Vlaamse Parlement zijn deuren voor het Onderwijsfestival, de feestelijke afsluiter van het hele traject. Zowat 400 leerlingen en 400 volwassenen - parlementsleden, leerkrachten, experts, mensen uit het brede onderwijsveld en daarbuiten - gingen met elkaar in gesprek over de resultaten van de twee vorige fases. Er werd gekozen voor een festivalconcept waarbij deelnemers hun eigen programma konden samenstellen. Er was voor ieder wat

Wat leert ‘Van leRensbelang’ ons? Tijdens de 5 nachten deden enkele sprekers uit de academische wereld eenzelfde vaststelling. Veruit iedereen is het eens over de kwalificerende functie (kennis en vaardigheden ontwikkelen) van het onderwijs, maar de subjectiverende en socialiserende functie leveren heel wat meer discussie op. Uit de clusters blijkt dat mensen een groot belang hechten aan persoonlijke vorming (subjectiverend) en het voorbereiden op een leven als lid van de gemeenschap (socialiserend). Sommigen zijn echter van mening dat vooral ouders hun kinderen op deze domeinen moeten vormen. Anderen vinden dat net de school volop moet inzetten op de subjectiverende en socialiserende functie, omdat niet elke thuissituatie daar voldoende stimulansen voor aanreikt.

18

Hoe dan ook, uit het debat komt een duidelijk gemis naar voren van deze functie in het onderwijs. Dat bewijst ook het eindrapport van de VSK. Zij concluderen dat jongeren onderstaande zes thema’s van lerensbelang vinden: ȴȴ Gezond en wel ȴȴ Mentaal in evenwicht ȴȴ Eigen kracht ȴȴ Klaar voor het leven na het middelbaar ȴȴ Verbonden met elkaar ȴȴ Met beide voeten in de wereld Jongeren verwachten dat onderwijs hen niet alleen kennis en vaardigheden bijbrengt. Ze dromen van een school die hen begeleidt om tot evenwichtige volwassenen uit te groeien, die met kennis van zaken en met respect voor de ander in de wereld staan.


© V l aa m s e S c h o l i e r e n ko e p e l v z w

DOSSIER II

wils: panelgesprekken, lezingen, presentaties, American debates, speeddating met parlementsleden, stellingenspel … De VSK bouwde het Hof van Scholieren, een zaal ingericht als een waar eindtermenparadijs voor scholieren.

IN DE TOEKOMS T ‘Van leRensbelang’ leverde een schat aan informatie op waarmee beleidsmakers aan de slag kunnen om de eindtermen te herdefiniëren. Dat wordt omwille van verschillende redenen geen makkelijke oefening. De VSK beseft dit en belooft in haar Scholierenrapport ‘Van leRensbelang’ op te volgen, zodat het geen lege doos blijft, maar effectief navolging krijgt in concrete beleidsafspraken. Ook andere participanten zouden dit opvolgingsengagement moeten opnemen.

In de tweede plaats is er enkel verzameld wat volgens burgers van lerensbelang is, maar een evaluatie van de huidige eindtermen ontbreekt. De VSK geeft in haar rapport zelf aan dat jongeren nu al vinden dat het schoolprogramma propvol zit. Het kan dus niet de bedoeling zijn om enkel zaken toe te voegen; er zal ook geschrapt moeten worden in de huidige eindtermen. We moeten m.a.w. nagaan wat in de samenleving van de 21ste eeuw niet langer van lerensbelang is. Dat hoeft geen onoverkomelijk probleem te zijn aangezien de meeste elementen uit de 14 clusters eigenlijk al verweven zitten in de eindtermen die momenteel in voege zijn, alleen niet altijd even expliciet en dwingend. Of ze al dan niet aan bod komen op school hangt daardoor grotendeels af van het individuele initiatief dat leerkrachten en directies nemen.

19

Dat brengt ons ten slotte bij een dimensie van het debat waar vele deelnemers mee worstelden: er werd alleen gefocust op het wat en niet op het hoe. Een zeer dunne grens, zeker omdat Vlaamse scholen de vrijheid hebben om vanuit hun pedagogische visie vorm te geven aan de eindtermen. Nochtans is de vorm in vele gevallen van cruciaal belang. Jongeren kunst en cultuur bijbrengen kan je bijvoorbeeld niet door er (enkel) les over te geven. Om leerlingen professionele competenties aan te leren, moeten ze de kans krijgen om in een arbeidscontext ervaring op te doen. Er gebeurt op scholen al heel veel rond de 14 clusters, maar dit is niet altijd even zichtbaar. Hoog tijd om al deze projecten in kaart te brengen, te evalueren en uit te wisselen. Dat kan de opstap zijn naar een volgend participatief traject over het hoe.

Geraadpleegde bronnen Bamps, H., Berghmans, E., Nuytemans, M., Steyvaert, J., Steyvaert, S., Vanrespaille, L. (2016). ONSONDERWIJS.BE – VAN LERENSBELANG. Participatief publiek debat over de eindtermen. Rapport. Geraadpleegd op 3 oktober 2016 via www. onsonderwijs.be Vlaamse scholierenkoepel vzw. (2016). VAN LERENSBELANG? SCHOLIERENRAPPORT. Wat 17.000 leerlingen in de nieuwe eindtermen willen. Geraadpleegd op 3 oktober 2016 via www.scholierenkoepel.be/artikels/wat17000-leerlingen-de-eindtermen-willen

Onderwijs laat Jong Groen niet los: het is het thema van ons herfstweekend in Gent (hostel De Draecke). Interesse om mee te denken? Hou dan zeker 25-27 november vrij in je agenda!

A u t e u r : Ca r o l i n e R o bb e r e c h t s


OP STAP

BIOMARKTJES Een biomarkt is een geweldige plek om je boodschappen te doen. Waarom zou je nog een supermarkt bezoeken als je alles vers, gezond en lokaal kunt kopen? Vlam ging op stap naar drie biomarktjes in Vlaanderen om te ontdekken wat je er allemaal kan krijgen en om de sfeer op te snuiven. 1. L O U S B E R G M A R K T - GENT

1

Naast de vele voedselteams en de biomarkt op het Maria Hendrikaplein voor het station Gent-Sint- Pieters elke zondagvoormiddag, kunnen bioliefhebbers nu ook van maandag tot en met zaterdag terecht in ‘biosupermarkt’ Lousbergmarkt.

Naast een markt wil de Lousbergmarkt ook een ontmoetingsplaats zijn voor de buurt én voor andere Gentenaars uiteraard. Centraal in de hal is ‘Dochters Van De Jaegher’ gevestigd met enkele tafels en picknickbanken. De twee zussen gaan in hun zogenaamde cosy kitchen aan de slag met marktverse producten, op vrijdag in combinatie met duurzame vis. Verder maken ze chutneys, pickles, confituren, smoothies en thee.

1

© J o n as Va n Ma l d e g h e m

Wie de markt binnenstapt, wordt meteen verwelkomd met de geur van versgebakken brood en een breed assortiment van biogroenten van lokale telers en kaas van de coöperatieve kaasmakerij Het Hinkelspel. Door de verhuis van de productiehal van die laatste hadden ze een grote ongebruikte ruimte en zochten ze gelijkgestemde partners voor een nieuwe invulling.

20

Waarom een biomarkt?

Op een markt komen producten meestal vers van boeren uit de streek. Dit stimuleert de lokale werkgelegenheid en is milieuvriendelijker, aangezien producten minder ver vervoerd moeten worden. Daarnaast heeft een biomarkt nog een aantal extra voordelen. Biologische landbouw is meestal beter voor het klimaat en duurzamer dan gangbare landbouw, en werkt zo milieuvriendelijk mogelijk. Chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest, die de lucht, de bodem en het grondwater verontreinigen, worden niet gebruikt. Ook GGO’s zijn niet toegelaten in de biolandbouw. In plaats daarvan werken bioboeren samen met het ecosysteem: ze werken met natuurlijke bestrijdingsmiddelen, bewaken de biodiversiteit en zorgen goed voor de bodem. Een gezonde bodem kan ook nog eens beter koolstof in de bodem opslaan, wat klimaatverandering tegengaat.


OP STAP

Zevenduizend bezoekers krijgen ze hier gemiddeld per week over de vloer, in het weekend staat er zelfs een rij tot buiten en moeten mensen wachten om naar binnen te mogen. Zoals de eigenaar zelf zegt: “We hebben te veel klanten, dus elke nieuwe biomarkt is welkom. Maar mensen komen altijd terug naar hier, omdat ons aanbod groter is en de prijzen lager door onze schaalvoordelen”. Doordat deze markt zo ruim en drukbezocht is, kunnen ze alles in grote hoeveelheden bestellen. Zo wordt de uiteindelijke kost per product lager. De eigenaar moedigt dan ook elk nieuw initiatief voor een biomarkt aan. Hij heeft onder andere geholpen om de nieuwe overdekte biomarkt in Gent op te zetten. Het valt me op dat alles hier goed betaalbaar is en dat er een zeer groot aanbod is aan groente, fruit, zuivel, vlees en brood. Zelfs koffie, chocola, confituur, koekjes en verschillende soorten wijn zijn hier verkrijgbaar, en er staat een hele rij met bakken waar je zelf rijst, linzen en noten uit kunt scheppen. Alles wat je nodig hebt dus!

2

3 3. B I O M A R K T F A L C O N PLEIN - ANT WERPEN Elke zondag van 8 tot 16u is er op het Falconplein in Antwerpen, vlakbij het MAS, een klein biomarktje. Je zou er zo aan voorbij lopen. Maar als je het eenmaal weet te vinden, kom je hier zeker vaker. Je vindt hier een groenteen fruitkraam met een mooi gamma aan verse groenten, fruit, kruiden, sappen en theetjes, een kraam met biologisch vlees en een kraam met gebak van speltbloem en biobroden. Af en toe staat er ook een notenkraam en kan je er bloemen, kersen of biologische olijfolie van kleine boeren in Spanje kopen. De groenten zijn hoofdzakelijk afkomstig van boeren uit de buurt (Westmalle, Muizen), om de lokale productie te stimuleren, hun een eerlijke prijs te bieden en zo veel mogelijk seizoensgebonden producten te kunnen aanbieden. De tropische groenten en fruit die niet lokaal te verkrijgen zijn, komen van een biogroothandel. Ook de eitjes komen nu nog van de groothandel, maar ze zijn in overleg met een boer uit Westmalle om de eitjes rechtstreeks van hem te kopen.

21

© E va B r e u e r

Een markt die elke dag behalve maandag open is en die zich in een overdekte hal bevindt, dat is toch bijna een supermarkt? Dat is mijn gedachte voordat ik de grootste biomarkt van Brussel bezoek. De markt bevindt zich in een mooie, oude industriële hal, vlak achter het station Brussel-Kapellekerk. Op 10 minuten stappen van metro Anneessens is het zeer goed bereikbaar, dat blijkt mede uit het grote aantal bezoekers dat ze hier hebben.

© E va B r e u e r

2. T E R R A B I O, O F T E W E L DE MARCHÉ BIO DES TA N N E U R S - B R U S S E L

De groenten zijn hoofdzakelijk afkomstig van boeren uit de buurt om de lokale productie te stimuleren en hun een eerlijke prijs te bieden. A u t e u r : E va B r e u e r


© cowspiracy

CULT UUR

Cowspiracy: The Sustainable Secret Dat industrie, transport en landbouw grote uitstoters zijn van schadelijke stoffen weet iedereen. Maar wat met de impact van de vleesindustrie op het waterverbruik? Regisseur Kip Andersen en producer Keegan Kuhn willen met ‘Cowspiracy’ (2014), een documentaire die ze volledig via crowdfunding financierden, misschien wel de meest onderbelichte en doodgezwegen impact op het milieu door de vleesproducerende industrie niet langer verzwijgen. Zo trekken ze met hun camera langs verschillende internationale milieuorganisaties om hen de problematiek voor te leggen.

En daar blijft het niet bij. Ruim een derde van het drinkbaar water wordt gebruikt voor het produceren van vlees. Dat verlaagt niet alleen drastisch de watertafel, maar zorgt ook voor bodemerosie en verwoestijning, wat het dan weer moeilijk maakt om andere gewassen te kweken. (Meer weten? Cowspiracy.com)

PUBLIEK GEHEIM In de documentaire gaan de documentairemakers langs bij de bekende milieuorganisaties om te vernemen waarom zij er niet rond strijden, maar een duidelijk antwoord krijgen ze niet echt. En daar is misschien wel een reden voor. Zo zijn er in Brazilië de afgelopen 20 jaar maar liefst al 1.100 milieuactivisten gestorven die streden tegen de ontbossing van het Amazoneregenwoud dat stelselmatig wordt gekapt om meer vee te kunnen hoeden. De organisaties die wel kritische opmerkingen durfden te geven in de documentaire zagen dat kort na het verschijnen ervan verschillende geldschieters zich terugtrokken. Wie in Amerika openlijk durft te protesteren komt zelfs op een FBI-lijst omdat de acties ‘de economie en openbare orde verstoren’. Kortom, een documentaire die tot nadenken stemt!

ENK ELE CIJFER S Wist je bijvoorbeeld dat er voor één liter melk 1.000 liter water nodig is? Of er evenveel water nodig is voor één hamburger als voor 2 maanden douchen? Of dat voor een hamburger die maar 4 dollar kost er eigenlijk voor 11 dollar schade aan het leefmilieu wordt toegebracht? Alle emissies die worden uitgestoten voor het kweken van de dieren, het transport van en naar de slachthuizen en de distributie ervan naar de winkels zijn dan ook een groot aandeel in de dagelijkse uitstoot over heel de wereld.

22

A u t e u r : ja n ja n ss e n s


HERFSTWEEKEND #HWEA16

AGENDA Vrijdag 25 tot zondag 27 november Herfstweekend, Gent

Van 25 tot 27 november trekt Jong Groen naar

dinsdag 6 december

jaarlijkse gewoonte op herfstweekend met de

Debatavond GGO’s, Brussel

Waalse vrienden van écolo j. Dit jaar trekken we

Zaterdag 17 december

naar jeugdherberg De Draecke in het prachtige

Themadag Fiscaliteit

Gent en werken we rond het thema ‘Onderwijs’. vrijdag 25 tot zondag 27 november 2016 www.jonggroen.be/herfstweekend

Jong Groen is een politieke jongerenorganisatie die jongeren de kans geeft mee te bouwen aan een betere wereld. Een wereld met aandacht voor de problemen van alle mensen en het milieu. Jong Groen wil zoveel mogelijk jongeren bij groene politiek betrekken. Dit doen we door een fris en gevarieerd activiteitenaanbod. We bouwen mee verder aan het groen-progressieve gedachtegoed en verspreiden het. Standpunten, activiteiten en meer info over Jong Groen op w w w.jonggroen.be.

Volg ons op twitter (@jonggroen), facebook, en snapchat of lees meer via #jonggroenleest

DOE MEE Je kan ook lid worden van Jong Groen. Zo ontvang je niet alleen gratis dit tijdschrift, maar blijf je via de ledennieuwsbrief ook op de hoogte van alle activiteiten. Lid worden van Jong Groen kost je helemaal niets en doe je heel eenvoudig op w w w.jonggroen.be/ikdoemee.

Werk ten mee aan dit nummer: Michiel Baumers, Eva Breuer, Rembert Debergh, Stefanie De Bock, Raf D’haese, Simon Horsten, Jan Janssens, Thomas Lamm, Caroline Robberechts, Asher Serrana, Mayada Srouji, Belinda Torres Leclercq, Sam Vancayseele, Lieselot Van Maldeghem, Brend Van Ransbeeck Eindredactie: Lieselot Van Maldeghem Vormgeving: MadebyHanna.com Heb je interesse om de redactie te vervoegen? Mail dan vliegensvlug naar lieselot@jonggroen.be.

Gedrukt op 100% post-consumer recyclagepapier met vegetale inkten.


In de groene smoel tonen we telkens een ander gezicht van Jong Groen.

MICHIEL Het Klaverpark is een van die heerlijke, rustige plaatsen in het centrum van Leuven. Omdat ik opgegroeid ben in de buurt van Leuven en er nu ook studeer en op kot zit, ben ik grote fan van deze stad. Ik vind het zalig om bij de eerste of laatste warme dagen van het jaar in dit parkje wat te komen lezen of te studeren. Bovendien ligt het Klaverpark middenin een gezellige buurt in Leuven waar ik misschien ooit wel wil wonen. Momenteel studeer ik dus nog in Leuven. Nadat ik eerst een éénjarige opleiding tot bakker gevolgd heb, zit ik intussen in mijn eerste master bio-ingenieur, optie levensmiddelentechnologie. Sinds mijn bakkersopleiding ben ik gefascineerd door brood. Als ik een namiddag vrij heb, probeer ik vaak van alle broden, taarten of andere dingen uit. Er is bovendien niks leukers dan met mijn vriendin te picknicken met zelfgebakken broodjes. Dat zijn de hoogtepunten van de zomer! Verder volleybal ik in een heel plezante ploeg en speel ik ook cello bij Violet, een strijkorkest dat zijn opbrengst deelt met verschillende goede doelen. Na de verkiezingen in 2014 had ik het gevoel dat ik meer wilde doen dan af en toe een bolletje inkleuren, want de wereld verdient een stuk beter dan wat er toen (en nu nog altijd) in het vooruitzicht was. Jong Groen was toen de ideale uitlaatklep voor deze ideeën, en is nu nog altijd een leuke groep waar ik blijf bijleren en nadenken over maatschappelijk belangrijke thema’s. Ik wil graag nog wat van de wereld zien. Daarmee bedoel ik niet alleen dat ik nog wil reizen, maar ook dat ik de wereld en de maatschappij in al haar aspecten wil ontdekken. Ik denk dat ik daar voor mezelf nog veel uit kan leren. Ik hoop dat ik ooit het gevoel heb dat ik echt iets betekend heb voor onze planeet en de mensen erop, en dat ik niet gewoon een verbruiker van de aarde zal zijn. Ik ben dan ook actief in het bestuur van Jong Groen (Stu)Leuven. Er is nog een lokale afdeling van Jong Groen dichtbij, dus dat is handig en vooral heel interessant!

© Ra f D’ha e s e

GROENE SMOEL


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.