Vlam 6

Page 1

VLAM

driemaandelijks magazine van Jong Groen ERKENNING P702077 | V.U. Gert-Jan Abrams, Sergeant De Bruynestraat 78-82, 1070 Brussel

E D I T I E O K T/ N O V/ D E C 2015

DOSSIER

Het ABC van Divestment

DOSSIER

Een leven op straat in Congo Abdalla Omari: “We zijn niet uniek, ik ben niet uniek”


GROENL AND • SATIRE

Autofederatie reageert op dieselgate:

VROEM, VROEM, VROEM! Terwijl Volkswagenbezitters en overheden met de handen in de haren zitten, wijst autofederatie Febbecac op het meest voor de hand liggende antwoord op Dieselgate: “We hebben meer wagens nodig.”

Het hoeft geen betoog dat zulke onrealistisch-radicale ideeën niet rondwaren bij autofederatie Febbecac. Voor voorzitster Brigitte-Marie Walschaerts is het klaar als een klontje: het antwoord op #VWGate is niet minder maar méér autogebruik. We vragen haar hoe de vork precies aan de steel zit.

In september begon de crisis bij Volkswagen, door digital leaders algauw #VWGate gedoopt. Bleek dat de Duitse autobouwer sjoemelsoftware installeerde in dieselwagens, om milieutests te manipuleren en zo met een minimale investering de toch al niet zo strenge milieunormen te slim af te zijn.

Wat ligt volgens u aan de kern van deze crisis?

Volgens sommige hippie-fundamentalisten zet het hele debacle de discussie over de onhoudbaarheid van onze mobiliteit op scherp. In links-extremistische middens klinken inmiddels talloze bizarre vragen: moeten we wel zo veel met de wagen rijden? Moet de auto wel de alfa (romeo) en omega van onze steden en gemeenten blijven, van onze ruimtelijke ordening? Zorgen meer nabijheid, kwaliteitsvol openbaar vervoer en betere fietsinfrastructuur niet voor sympathiekere oplossingen voor mens en milieu?

Brigitte-Marie Walschaerts: “Da’s makkelijk: fietsers. Het is door de miljoenenlobby van die perfide wegpiraten dat Europa belachelijke milieunormen hanteert. Geen wonder dat een autoconstructeur, die toch in een moeilijke economische realiteit moet functioneren, dan op de duur zijn toevlucht zoekt tot methodes die stricto sensu niet als legaal kunnen worden beschouwd. Maar bon, die crisis is er nu, dat kunnen we niet meer terugdraaien. Wij denken bij Febbecac graag vooruit, want vooruit is de richting. Vraag me dus liever welke oplossing we voorstellen!”

Welke oplossing stellen jullie voor? BMW: “Goeie vraag. Meer overheidssteun zou moeten gaan naar de

2

auto-industrie in deze moeilijke tijden. Gedaan met de honderden miljoenen euro’s die naar fietsfabrieken en wandelschoenmagnaten worden gesluisd. Daarenboven pleiten wij voor meer projecten als Uplace, dat zelfs volgens de luchtfietsers van Groen voor meer autoverkeer zorgt en dus een positief effect zal hebben op de verkoop van wagens.”

Maar hoe is daarbij het dieselprobleem van de baan? BMW: “Dat is nu het mooie: de overheid moet niet inzetten op meer wagens tout court, maar op meer benzinemotoren. De bouw en verkoop van bezinewagens moeten dringend artificieel de hoogte worden ingejaagd. Op dit moment heeft ongeveer 61% van de auto’s in België een dieselmotor. Hoe krijg je dat percentage naar beneden? Door relatief meer benzinewagens te verkopen! Volgens onze berekeningen zou een surplus van 500.000 nieuwe benzinewagens kunnen zorgen voor een daling van het aandeel dieselwagens tot onder de 50%. Ik daag u uit een efficiëntere manier te vinden om dat te bereiken.”

Auteur: simon horsten


EDITO

INHOUD

Na een deugddoende zomer is Jong Groen knallend in een nieuw werkjaar gevlogen, met een nieuw bestuur dat barst van de energie. Wij mogen het komende jaar uw voorzitter en ondervoorzitter zijn. Belinda geeft zich volledig als internationaal secretaris en Brendan heeft heel wat in petto voor de afdelingen. Stefanie, Jeroen, Thomas, Elise en Ilias boksen met veel enthousiasme een kalenderjaar vol activiteiten in elkaar en bouwen mee aan een diverser, rebelser en moderner Jong Groen. Omdat we de moedwillig slechte aanpak van de vluchtelingencrisis niet langer konden aanzien, maakten we er een filmpje over. Wat als Theo Francken minister van volksgezondheid was, zou hij dan ook maar 250 patiënten per dag behandelen? Een compleet onzinnige limiet, die ook hijzelf niet kan rechtvaardigen. Later liepen we als Jong Groen mee in de #refugeeswelcome mars van het burgerplatform, u weet wel, die extreemlinkse activistenpost uit het Maximiliaanpark. Omdat we, samen met 15 000 anderen, onze stem in dit debat willen laten horen. Een stem die zeker de moeite waard is om te horen, is die van Abdalla Omari, kunstenaar en vluchteling. Lees zijn interview middenin deze Vlam. Er is nog een ander cruciaal thema dit najaar, dat wat ons betreft de nieuwsbulletins te weinig beheerst. U raadt het al: het klimaat en de voorbereiding van de COP21. Wij vullen die leegte in en doen dit vanuit de meest uiteenlopende invalshoeken: politiek, religieus, militair, maatschappelijk… Je zag vermoedelijk een van onze filmavonden passeren, of je was een van de deelnemers aan onze themadag klimaat of ons herfstweekend. En in deze editie zocht onze Vlam-redactie uit wat divestment, ofwel het omgekeerde van 'investment', kan betekenen in het hele klimaatverhaal.

p4

DOSSIER I Een leven op straat in Congo

p7

IN BEELD Startdag

p8

F R A P P A N T Maatwerk

p 10

TE GAST Act4Change

p 12

INTERVIEW Abdalla Omari Een Syrische kunstenaar in Brussel

p 16

DOSSIER II Het ABC van divestment

p 19

AFDELING IN DE KIJKER Jong Groen Brasschaat-Kapellen

p 20

JONG Een vonkje solidariteit

p 22

CULT UUR Klein verzet

Nu vraag je je misschien af wat je zelf kan doen in de strijd tegen klimaatverandering? Simpel: ga met ons mee naar de grote klimaatmars, op 29 november in Parijs. De klimaatbeweging verovert er die dag de straten om aan de wereldleiders duidelijk te maken dat het tijd is voor actie. We dagen je trouwens uit. Hoe meer Jong Groenen ons vergezellen naar Parijs, hoe meer leden van het nationale bestuur verkleed naar Parijs gaan. Challenge accepted? In afwachting van Parijs, of onderweg naar daar, is er nog deze nieuwe Vlam. Geniet ervan. Wij zien elkaar terug onder de Eiffeltoren. Céline en sielke, voorzit ter en ondervoorzit ter

3

ing Ook op de nationalegebentliogep tegen de besparin Jong Groen mee.”


DOSSIER I

EEN LEVEN OP STRAAT IN CONGO (DRC) Duizenden kinderen leven op straat in Lubumbashi, de hoofdstad van de provincie Katanga in Congo (DRC). De meesten werden door hun families verstoten nadat die door de dood van een of beide ouders versplinterden en het kind als behekst werd bestempeld.

1 Leons Ntumba herstelt zijn hemd met naald en draad die hij mag gebruiken in Bakanja Ville.

2 Olivier, één van de kleine straatjongens, weent. Het is vrijdag en in het weekend keren de kinderen terug naar hun opgespoorde familie, als beide partijen daar klaar voor zijn. Olivier wil liever in het centrum blijven.

1

3 In Bakanja Ville wordt een hoopje afval verbrand, de manier bij uitstek in Lubumbashi om van je afval af te raken.

4 De jongere kinderen kunnen zich wassen in een bad dat buiten staat opgesteld, vlakbij de toiletten.

5 Freddy Kazadi heeft zijn slaap gevonden. In de grote zaal van Bakanja Ville slapen alle kinderen samen. Iedereen heeft zijn eigen kleine matje en deken. Bedden zijn er niet.

Overdag poetsen de kinderen schoenen of verzamelen ze lege flessen voor het statiegeld. ‘s Avonds verzamelen ze het geld dat ze verdiend hebben en koken ze samen. Fufu, een vaste brij verkregen uit maniok staat vaak op het menu. Slapen doen de kinderen in groep, vaak voor winkeltjes met toestemming van de eigenaar. Die weet immers dat de kans op

4

diefstal een pak kleiner wordt wanneer er een hoopje kinderen voor de deur ligt. Lubumbashi vat 's nachts vuur; brandende afvalbergjes verlichten de straten. Straatkinderen helpen het vuilnis te verzamelen en houden het vuur gaande. Geweld van andere enfants de la rue en drugs zijn een deel van het bestaan


DOSSIER I

4

2

5

van de kinderen. Alcohol en marihuana zijn twee populaire genotsmiddelen, al vergrijpen de jongsten, sommige kinderen zijn slechts vijf jaar oud, zich vooral aan het snuiven van lijm. Dit doen ze om de pijn van de straat te verlichten. 3

In het opvangcentrum Bakanja Ville kunnen de jongens onder hen terecht

5

om zich te wassen, een cruciale dienst. De slaapzaal, die overdag ontspanningsruimte is, vult zich 's nachts met een dertigtal kinderen: een onaangename geur. Dunne lappen isolatieschuim doen dienst als matras. Het netwerk Oeuvres Maman Marguerite dat Bakanja uitbaat probeert steevast de kinderen te


DOSSIER I

6 Antoinette Mbuyi is een van de werknemers van het gespecialiseerde tewerkstellingsbureau Ma誰sha en helpt voormalige straatkinderen aan een stageplek of werk.

7 Een groepje straatkinderen hangt rond op straat en snuift lijm.

8 Kinderen en jongeren werken

6

7

herenigen met hun families en de plooien glad te strijken. Het biedt de kinderen een tijdelijk dak boven het hoofd, ontspanning, scholing en helpt hen, als alles goed loopt, aan een baan en een leven weg van straten die naam onwaardig.

overdag op straat om iets te verdienen. Deze jongen zoekt lege flesjes om statiegeld te verzamelen.

8

Met de hulp van het netwerk slagen veel voormalige straatkinderen erin zich op te werken en werk te vinden. Het gespecialiseerde tewerkstellingsbureau Ma誰sha draagt hier een grote verantwoordelijkheid. Voormalige straatkinderen worden ondernemer of kunnen bij iemand aan de slag,

6

al eindigt zeker niet elk verhaal zo positief.

De journalistieke reis van Jago Kosolosky en Jef Boes werd mogelijk gemaakt door VIA Don Bosco en Ondernemers voor Ondernemers.

A u t e u r : J a g o Ko s l o s k y, F o t o' s : J e f B o e s


IN BEELD

IN BEELD: STARTDAG Op zaterdag 26 september organiseerde Jong Groen een knaller van een startdag: boeiende vormingen, leuke babbels en een symbolische actie.

De Europese leiders bereikten een akkoord over de spreiding van vluchtelingen over de 28 lidstaten. Over hoe ze de oorzaak van deze crisis wil aanpakken horen we echter nog steeds geen woord. Politici focussen op de vluchtelingen binnen hun eigen grenzen, maar vergeten de mensen die nog op de vlucht zijn. Opdat deze vele anonieme slachtoffers niet vergeten zouden worden, plaatsten we op deze startdag een kruis ter herdenking van de onbekende vluchteling op het Sint-Pietersplein in Gent.

7

F o t o’s : L e n e Va n S t e e n w i n k e l


FRAPPANT

MAATWERK Ooit al eens afgevraagd waar het etiket op je Vlamexemplaar vandaan komt? We trokken naar het maatwerkbedrijf Gandae in Gent waar ons magazine geëtiketteerd wordt en kregen zo een beter inzicht in de werking van de sector. Vandaag stelt Gandae ongeveer 300 mensen tewerk en telt het twee vestigingen, maar het begon vijftig jaar geleden allemaal zeer kleinschalig. “Gandae is in 1965 aan de Kantienberg opgericht door enkele families bij wie kinderen een bepaalde handicap hadden”, legt huidig algemeen directeur Ninnia Cours uit. “Nadat vervolgens enkele maanden later een wetgeving uitgewerkt werd en subsidies vrijkwamen, is het zeer snel gegaan. Enkele jaren later werkten er reeds 100 mensen voor Gandae en moesten we verhuizen naar de huidige locatie van onze vestiging aan de Gaardeniersweg.”

GELIJKMATIGE BEDRIJFSWERKING Die groei blijkt ook uit het diverse aanbod van diensten. Zo verpakt Gandae onder meer producten in folie, verpakt het goederen manueel, maakt het staalwaaiers en vult het vloeistoffen en poeders af. Daarnaast zet het bedrijf in op enclavewerk, waarbij werknemers met een begeleider bij een klant worden tewerkgesteld.

8


FRAPPANT

“Eigenlijk functioneren we volgens een omgekeerde logica”, pikt plant manager Johan Bijn in. “De meeste bedrijven zoeken werknemers voor hun werk, wij zoeken werk voor onze werknemers. Waar we precies op inzetten verandert dus ook gedurig. Op welke activiteiten we ons precies toeleggen hangt af van verschillende factoren, maar we houden vooral rekening met onze doelgroepmedewerkers. Als je maar op één ding focust, kan het zijn dat je als bedrijf zonder werk valt. Dat kan niet de bedoeling zijn. Door op meerdere activiteiten in te zetten krijg je door het jaar heen een gelijkmatige bedrijfswerking. Qua strategie proberen we altijd een meerwaarde te bieden aan onze klanten. We willen niet in concurrentie gaan met andere bedrijven door de goedkoopste prijzen aan te bieden, maar beschikken wel over een aantal troeven, zoals onze opslagcapaciteit en onze flexibele inzetbaarheid.”

“Andere bedrijven zoeken werknemers voor hun werk, wij zoeken werk voor onze werknemers” Naast de sociale missie van Gandae is het economische aspect dus ook heel belangrijk voor het bedrijf. “Een klant komt niet naar jou omdat je een sociaal doel hebt”, zegt Ninnia Cours daarover. "Die illusie moeten we ons niet maken. Ze komen vooral omdat we flexibel zijn en kwaliteit en stipte leveringen kunnen bieden aan een goede prijs. De productie is dus net zo belangrijk als de mensen die hier werken. We houden natuurlijk ook rekening met waartoe iedereen in staat is. Het economische en het sociale aspect kan je in ieder geval niet los zien van elkaar. Doordat we

de afgelopen vijftig jaar steeds hebben kunnen uitbreiden, hebben we een stevige marktpositie kunnen verwerven. Als we ons beperkt hadden tot één enkel ateliertje, hadden we nooit aan zo'n grote groep mensen werk kunnen bieden.”

B E S P A R I N G S O P E R AT I E Wat de toekomst van Gandae en haar collega-bedrijven betreft zal het maatwerkdecreet van de Vlaamse regering dat sinds april van dit jaar van kracht is een grote rol spelen. Beschutte werkplaatsen zoals Gandae, die mensen met een licht tot matige handicap tewerkstellen, worden in die nieuwe wetgeving gelijkgeschakeld met de sociale werkplaatsen die op hun beurt zich focussen op mensen met een alcohol- of drugsverslaggeving of langdurig werklozen. Samen vormen ze voortaan de zogenaamde maatwerkbedrijven. “Er zijn nog zeer veel onzekerheden”, vindt Ninnia Cours. “We weten bijvoorbeeld nog niet op hoeveel subsidies we volgend jaar zullen kunnen rekenen. Wat wel vaststaat, is dat we het met minder zullen moeten doen. Voor sommige werkplaatsen gaat het zelfs over aanzienlijke bedragen, waardoor de bestaanszekerheid van die ondernemingen in het gedrang komt. We zien de inhoud van het decreet dus zeker als een besparingsoperatie.

9

De vroegere sociale werkplaatsen kunnen nu rekenen op de hoogst mogelijke subsidie, omdat de wetgeving veel belang hecht aan doorstroming naar de reguliere arbeidsmarkt. Voor een beschutte werkplaats is het natuurlijk veel moeilijker om voor die doorstroming te zorgen. In al die jaren zijn er immers slechts enkele van onze werknemers naar een regulier bedrijf overgestapt. De evaluatie met het oog op doorstroming – jaarlijks tien procent – wordt een grote uitdaging. Sociale en beschutte werkplaatsen komen dus onder hetzelfde decreet terecht, ondanks de duidelijke verschillen. Toch ben ik niet pessimistisch. We zullen vooral sterker moeten staan." De ganse hervorming leeft op de werkvloer van Gandae, maar het is duidelijk dat de werknemers ook plezier vinden in hun werk. “Ik ben hier nu al 24 jaar in dienst”, licht Noël (foto rechts) toe. “Ik heb hier al in verschillende ateliers gewerkt en het steeds naar mijn zin gehad. De sfeer tussen de collega’s zit ook goed. Ik heb hier al veel vrienden gemaakt. Ook na het werk spreken we soms af.” “Elke werknemer is hier anders”, voegen begeleiders Tamara en Nathalie toe. “Iedereen moet je dus anders benaderen, wat altijd even zoeken is. Ook voor de werknemers zelf. Eens je dat echter in de vingers hebt loopt het vlot. Dit is een zeer mooie job!"

A u t e u r : T h o m a s La m m • F o t o’s : L e n e Va n S t e e n w i n k e l



TE GAST

In deze rubriek nodigen we een organisatie of persoon uit voor een gastbijdrage. Dit keer werd dat Act4Change.

FALEN OM TE SLAGEN – met een alsmaar stijgend niveau van ontginning, productie en consumptie.

W I E E N WAT I S ACT4CHANGE?

Om dat te realiseren hebben we onder andere de SDG Academy opgericht. Een project waarbij we jongeren willen informeren over de Sustainable Development Goals, de 17 opvolgers van de Millenniumdoelstellingen. Dit internationaal kader van de Verenigde Naties moet ons de weg wijzen naar een duurzame maatschappij. Een knap initiatief want deze doelstellingen vormen een leidraad en bieden duidelijkheid over waar we mogelijks kunnen beginnen om verandering te realiseren.

Dus hoe begin je de wereld te veranderen, als zelfs het meest ambitieuze plan voor duurzame ontwikkeling de oude paradigma's blijft aanvaarden? Wij proberen hier een antwoord op te bieden met Generation T, een fris netwerk van inspirerende duurzame jongeren dat op 10 november gelanceerd werd. 100 jongeren die elk in hun domein voor concrete verandering zorgen en tonen hoe het wel kan. Want als eerste generatie die armoede kan oplossen en de laatste om buitensporige opwarming af te wenden, rust er een enorme verantwoordelijkheid op onze schouders. Er staan ons uitdagende experimenten te wachten rond de uitvoering van de deeleconomie, nieuwe voedselketens en stadslandbouw. Maar we zullen ook moeten omgaan met een veranderend klimaat en de ecologische en sociale gevolgen hiervan.

Act4Change is opgericht met het doel om geëngageerde jongeren samen te brengen rond duurzame ontwikkeling. De duurzame generatie is groter dan ooit, maar vaak wordt naast elkaar aan dezelfde uitdaging gewerkt zonder elkaar te kennen. Wij willen jongeren met een hart voor duurzaamheid ondersteunen en stimuleren om hun eigen projecten uit te voeren. Hierbij combineren we steeds leren, doen en netwerken.

Met doelstellingen die problemen van het verlies van biodiversiteit, overbevissing, ontbossing en bescherming van ecosystemen aankaarten, blijkt er ook op internationaal niveau een groeiend bewustzijn te bestaan over de nefaste gevolgen die het streven naar oneindige industriële groei heeft op onze planeet. Toch is de kern van het SDG programma voor ontwikkeling en armoedebestrijding gestoeld op het oude model van industriële groei

Misschien nemen we best de raad van Samuel Beckett ter harte: “Ooit geprobeerd, ooit gefaald, dat maakt niet uit. Probeer het opnieuw, faal opnieuw, faal beter.” We moeten met andere woorden vallen, opstaan en weer doorgaan, experimenteren en innoveren om een oplossing te vinden voor deze cluster van lokale en mondiale uitdagingen. Eén ding is zeker: we zullen ons de komende tijd niet gauw vervelen.

Act4Change ontstond uit verontwaardiging over onze maatschappij die de urgentie van het klimaatdebat niet inziet en uit het onwankelbare geloof dat jongeren de drijvende kracht voor verandering. Een sleutelelement om jongeren te empoweren om verandering na te streven, is een bredere kennis over actuele onderwerpen, met de nodige context en wetenschappelijke gegrondheid.

11

Wie? Gemotiveerde jongeren (18-35) die de wereld een fikse draai in de goede richting willen geven. Een greep uit onze projecten: ȴȴ Masterclass Duurzame Ontwikkeling: een weekend lang genieten van topsprekers, een diverse groep en duurzaam eten ȴȴ Generation T(ransition): de generatie die de wereld in België wil en zal veranderen (www.generation-t.be/nl) ȴȴ Community Entrepreneurship Action Learning: hoe jongeren een buurt ten goede kunnen transformeren (www.ceal-network.org) Meer info? Kijk op www.act4change.be of mail naar info@act4change.be. En natuurlijk, like ons op Facebook voor de laatste updates.

Auteurs: mathieu soete , Vincent Bellinkx en Stephanie Hermants


Š Sien Verstraeten


INTERVIEW

Abdalla Omari, Syrische kunstenaar in Brussel

“WE ZIJN NIET UNIEK. IK BEN NIET UNIEK.” Hij werkte eerder in Syrië en Georgië, zijn schilderijen verspreiden zich sindsdien langzaam over de ganse wereld. Nu legt Abdalla Omari (29) in een klein atelier in hartje Brussel de laatste hand aan een machtige nieuwe reeks, ‘The Vulnerability Series’. Op de houten vloer ontrolt hij één voor één de enorme doeken. “Als je je schoenen uittrekt, mag je er wel over wandelen, hoor.”

Hoe kwam je in Georgië terecht?` “Ik was schilder in Damascus, maar daar werd het almaar gevaarlijker. Het was steeds lastiger om je mening tegen het regime te kunnen uiten, zelfs via kunst. Bovendien stond de militaire dienstplicht me nog te wachten. Dus heb ik op een bepaald moment zonder lang nadenken beslist om weg te trekken. Mijn broer woonde toen in Tbilisi en het leek me een goed idee om zo ver mogelijk van Syrië weg te reizen. Toen ik op de kaart zag dat Georgië ergens bij Rusland lag, dacht ik: dat zal wel ver genoeg zijn.”

Wat betekent Brussel voor jou? “In de eerste plaats ben ik naar hier gekomen om ‘The Vulnerability Series’ te maken. Dat is een reeks schilderijen waarin ik politieke leiders als kwetsbare personen voorstel. Daarvoor heb je rondom je democratie en vrijheid nodig, je kan er moeilijk aan beginnen werken in Syrië of Noord-Korea. Het zou Kim Jong-un behoorlijk storen als hij zijn portret als verwend kind zou zien. Dan kan je als schilder maar beter in Brussel zitten.”

“Met de dans en het schilderij vertel ik iets over mijn verhaal, mijn land, mijn tragedie” “Prettig is bovendien dat het zo kosmopolitisch is, niemand is hier buitenlander. En zo’n vreemde stad, ook: alles loopt door elkaar, je kan nooit voorspellen hoe de stad er enkele honderden meter verder of binnen een paar jaar zal uitzien. Ik hoorde eens een uitdrukking die ik graag herhaal: Brussel is de beste vergissing die Europa ooit heeft begaan.”

13

“Voor de rest vraag ik niet veel van de plek waar ik woon. Een balkon, mooi licht dat binnenvalt, een goede omgeving om te schilderen. En een keuken, ik kook graag.”

Hoe lang denk je nog te werken aan ‘The Vulnerability Series’? “Nu ben ik nog volop bezig met het portret van Merkel, maar ik zou alles graag zo snel mogelijk afwerken. Het is tijd om de reeks tentoon te stellen. Daar kruipt veel tijd in, ik werk als onafhankelijk kunstenaar zonder manager of agent, dus ik moet ook zelf op zoek naar locaties en contracten afsluiten, al dat gedoe.” “De lijst met leiders die ik zou kunnen schilderen, groeit alle dagen aan. Nog ideeën voor machtige mensen die niet mogen ontbreken? Ik vind het wel interessant om nieuwe slachtoffers te bedenken. Maar op een bepaald moment moet ik gewoon stoppen. Misschien doe ik nog wel een Belgisch politicus. Die minister van migratie, bijvoorbeeld."

Welk deel van ‘The Vulnerability Series’ is je het dierbaarst? “De beeltenis van de Syrische president Assad als bootvluchteling vind ik conceptueel en artistiek de beste, maar een woord als ‘dierbaar’


INTERVIEW

MACHT EN KWETSBA ARHEID ‘Charms of war’ is de reeks schilderijen waarmee Omari een groter publiek vond. Begrijpelijk: de beelden van Syrische kinderen in oorlogssituaties grijpen onmiddellijk aan. Omari laat hen recht in de ogen van de toeschouwer kijken, waardoor ze ondanks de vaak zichtbare pijn nooit iets onderdanigs krijgen. Zowel de kindergezichten als de situaties baseerde de schilder op bestaande slachtoffers van het oorlogsgeweld. In ‘The Vulnerability Series’ toont Omari dan weer de kwetsbaarheid van wereldleiders. Hij geeft landlopers, hooligans en andere randfiguren de herkenbare gelaatstrekken

van Obama (zie foto voorpagina), Poetin, Ahmadinejad, Merkel of Erdogan. François Hollande en Nicolas Sarkozy zitten als clochards naast elkaar in de goot. Toch worden de schilderijen nergens karikaturaal. Er spreekt een zachtheid en humor uit die de kwetsbaarheid nog meer in de verf zet. Het meest beladen beeld is ongetwijfeld dat van de Syrische president Bashar al-Assad, met doorweekte kleren en een papieren bootje op zijn hoofd. Een brave huisvader, gevlucht uit zijn eigen land. Bekijk enkele van Omari’s werken op www.abdallaomari.com

zou ik er niet voor gebruiken. Ik heb niet, zoals veel andere kunstenaars, het gevoel dat mijn schilderijen als kinderen zijn voor mij, ik heb er geen heilige band mee. Maar in ieder geval denk ik dat beeld, idee en uitvoering het beste samenkomen bij Assad. Wellicht omdat ik bij hem geen research moest doen zoals bij andere leiders, omdat ik natuurlijk erg verbonden ben met hem en heel het Syrische verhaal.”

“Ik dacht: waarom is iedereen hier zo depressief?” Vertrekken je kunstwerken van een concreet beeld of van het verhaal dat je wil delen? “Ik vertrek altijd van een verhaal. Het beeld is maar een medium om te vertellen. Iedereen heeft verhalen te vertellen, het is belangrijk die te delen.”

Wat is je ambitie als kunstenaar? “Gehoord worden. Dat is alles. Ik zou graag bekend zijn louter om gehoord te worden en zo meer invloed te hebben door mijn werk. Om te kunnen doen wat ik graag doe. Ik hoor graag wat mensen zien in mijn schilderijen en hoop toch een paar dingen te kunnen overbrengen. Ik denk dat appreciatie voor veel mensen belangrijk is. Ik wil geen grote dingen veranderen, maar ik hoop af en toe iets kleins te kunnen doen.”

Je lijkt in je atelier enkel relatief nieuwe schilderijen te hebben liggen. Heb je nog doeken van je vorige project, ‘Charms of war’? “Nee, de schilderijen van die reeks zijn allemaal ergens anders. Ik kon ze niet meer bijhouden. Gedurende

14


INTERVIEW

twee jaar leefde ik tussen beelden van Syrische kinderen met traumatische oorlogservaringen, ze omringden mij wanneer ik opstond en wanneer ik terug ging slapen. Dat was op de duur te veel. Alle schilderijen van dat project zijn gebaseerd op echte kinderen, verhalen die ik zelf verzamelde of die bevriende journalisten met me deelden. Heftige beelden.” “Zo is er Nayef, een jongetje dat bij een aanval op zijn dorp nabij Aleppo in een ogenblik veertig familieleden verloor. Een raket was per abuis op het dorp gevallen. Toen Nayef voor een televisiecamera vertelde over zijn tragedie, plengde hij niet één traan. Het was indrukwekkend en waanzinnig dat een kind, elf jaar oud, niet eens meer kon huilen na zo’n gebeurtenis.”

“Ik heb niet het gevoel dat mijn schilderijen als kinderen zijn voor mij, ik heb er geen heilige band mee” “De eerste keer dat ik het project in zijn geheel aan het publiek toonde, was in Tbilisi. Ik was natuurlijk dolgelukkig tijdens de opening van de tentoonstelling, blij dat ik mijn beelden eindelijk kon delen. En door zo lang tussen die schilderijen te hebben geleefd, was ik me er niet meer goed van bewust hoe shockerend ze wel waren. Dus ik dacht: waarom is iedereen hier zo depressief? Mensen zagen de schilderijen, lazen de verhalen en liepen huilend op me af, ik moest de hele tijd sussen. Best een grappig moment.”

Heb je al plannen voor een volgend project? “Naakte vrouwen. Zoiets zit al lang in mijn achterhoofd, maar het wil er maar niet uitkomen. Ach, we zien wel wat komt. De keuze voor een project loopt altijd via vreemde kronkels.”

Je maakt ook video’s waarin je schilderijen en jijzelf figureren. Zo kunnen we je in ‘Extremely happy about war’ (2012) zien dansen bij het maken van het gelijknamige schilderij. Heb je die ontlading soms nodig? “Dat was razend slecht, ondertussen dans ik veel beter! Maar inderdaad, je hebt genoeg humor nodig om met sommige toestanden om te gaan. Sarcasme is voor mij vaak zelfs de enige manier om tragedies als de aanhoudende oorlog in Syrië te benaderen. Je moet niet altijd respect tonen voor tragedies door ernstig te blijven. Met die dans en het schilderij vertel ik iets over mijn verhaal, mijn land, mijn tragedie.” “Humor is voor veel mensen nodig om de dag door te komen. Lachen, dansen, drinken.”

Je hele leven lijkt kunst te ademen, maar toch studeerde je eerst Engelse literatuur in Damascus. Waarom? “Ik was jong en naïef. Rondom mij zeiden mensen dat ik naar de universiteit kon gaan. Dat streelde mijn ego, maar achteraf bekeken was het niet zo’n goede beslissing. Tegelijk heb ik dan maar een kunstopleiding gevolgd en meegewerkt aan kunstvideo’s en animatiefilms. Tekenen deed ik wel al van toen ik nog niet kon lopen. De literatuuropleiding heb ik afgewerkt en vervolgens naast me neergelegd. Ik heb er geen spijt van, maar ik doe er niets meer mee.”

15

Keer op keer komt in je werk de confrontatie met macht terug. Wat is macht voor jou? “Macht is wat ik niet heb. Als individu sta ik zwak. Ik hou niet van machtsrelaties, in politiek, economie, religie … Zo ontstellend veel ongelijke verhoudingen tussen mensen die gelijkwaardig zouden moeten zijn. Daarom heb ik veel kinderen geschilderd. Om een andere vorm van macht te laten zien. Geen klassieke macht, gelinkt aan agressie en overheersing, maar macht in kwetsbaarheid. In toegeven dat je kwetsbaar bent, zwaktes hebt.”

“Macht is wat ik niet heb” Wat is jouw zwakte? “Dat ik een mens ben, zeker? Ik heb geen extreme ideeën ofzo. Ik lijk op jou, op anderen. We hebben misschien verschillende karakters en levens, maar in de grond lijken mensen op elkaar. We zijn niet uniek. Ik ben niet uniek. Zwak zijn is menselijk zijn.”

Focussen je schilderijen daarom zo vaak op de ogen? Om die macht en kwetsbaarheid van mensen het publiek direct te doen aanspreken? Om de herkenbaarheid te vergroten? “De ogen zijn in mijn werken meestal het scherpst geschilderd. Ogen geven leven aan mensen en trekken meteen de aandacht. Ik vind het ook prettig om niet het hele schilderij met dezelfde scherpte schilderen.”

Auteur: Simon Horsten


DOSSIER II

HET ABC VAN DIVESTMENT Divestment /dʌɪˈvɛstm(ə)nt/ — afstand doen van aandelen, activiteiten, of dergelijke omwille van een financiële, politieke, sociale of ethische reden. Het tegenovergestelde van ‘investment’. Er zijn diverse motieven om te divesteren: om af te zijn van nietrelevante of falende bedrijfsvormen, om fondsen te vergaren of om de (nieuwe) wetgeving na te leven. Maar tegenwoordig is het voornamelijk het sociale en ecologische aspect van divestment dat meer en meer aan populariteit wint. Het komt erop neer dat bedrijven, pensioenfondsen, banken, universiteiten, overheden enz. ervoor zorgen dat ze niet langer investeren in de fossiele industrie of in projecten of bedrijven met duidelijk asociale gevolgen. Afstand doen van investeringen gaat niet altijd zonder slag of stoot. Bedrijven leveren de grootste bijdrage aan klimaatverandering, maar soms ontkennen ze dat het milieu er heel slecht aan toe is. Daarom willen we iets doen om hun milieuvervuilende activiteiten tegen te houden en hen aansporen om te divesteren.

E E N B E E TJ E GESCHIEDENIS Een eerste voorbeeld van sociaal divestment vond plaats in de tweede helft van de 20ste eeuw. Zuid-Afrika

kende toen nog een segregatiesysteem waarbij zwarten en blanken volledig van elkaar werden gescheiden, beter bekend als het Apartheidsregime. Toen een VN-voorstel om over te gaan tot economische sancties werd geblokkeerd door het Verenigd Koninkrijk kwam er een heuse beweging op gang met de oproep om te divesteren. In de jaren 70 ontstond voor die divestment-campagne een momentum in de VS. Stilaan werden universiteiten zich bewust van de sociale problematiek in Zuid-Afrika. Organisaties en bedrijven werden opgeroepen om afstand te doen van hun Zuid-Afrikaanse belangen en aandelen. Ook stadsbesturen en nationale overheden hadden oren naar deze oproep. Uiteindelijk stemde het Amerikaanse Congres een wet die alle Amerikaanse investeringen in Zuid-Afrika stopzette. Die maatregel miste zijn doel niet. Veel kapitaal vloeide weg waardoor Pretoria in de nesten kwam. Toen de Apartheidsmaatregelen ontbonden werden en Nelson Mandela werd vrijgelaten, nam het vertrouwen in Zuid-Afrika stilaan terug toe.

16

ENK ELE CIJFER S In tijden van aanslepende klimaatverandering moeten we ons herinneren dat wij als gewone ‘klant’ of ‘consument’ de macht in handen hebben om verandering teweeg te brengen. Maar hoe zit dat precies in elkaar? Het IPCC, het klimaatpanel van de VN, heeft al vastgesteld dat we drastisch minder koolstofdioxide (CO2) moeten uitstoten om de temperatuurstijging onder controle te houden. Dat komt neer op sterk terugdringen van gas, olie en voornamelijk steenkool als energiebron. De organisatie Fossil Free Indexes heeft een lijst van 100 publieke steenkoolbedrijven en een top 100 van publieke olie- en gasbedrijven wereldwijd, gerangschikt volgens hun potentiële CO2-uitstoot en hun hoeveelheid steenkool-, olieof gasreserves. Samen hebben deze 200 bedrijven dit jaar alleen een potentiële uitstoot van 556 gigaton(!) CO2, bijna de helft van de maximumhoeveelheid die we mogen uitstoten tot 2050 om een temperatuurstijging van 2°C te vermijden (1240 gigaton om precies


DOSSIER II

te zijn). Let op: de totale reserve aan fossiele brandstoffen in heel de wereld bevat nog 11 000 gigaton CO2, dat is enorm. Divestment betekent dus dat het geld dat momenteel geïnvesteerd wordt in die bedrijven zal verplaatsen naar andere, meer duurzame sectoren – waardoor hun fossiele activiteiten op lange termijn belemmerd wordt. Op dit moment hebben 450 instellingen wereldwijd zich al ingezet voor een fossielvrije toekomst, goed voor een bedrag van 2,6 biljoen dollar (2,3 biljoen euro).

A AN DE SL AG

© bigstock

Cijfers, allemaal goed en wel, maar hoe loopt dat concreet? Hoe kan je zelf overgaan tot actie? –– Neem contact op met de organisatie of het bedrijf dat je wil aansporen tot divestment, bijvoorbeeld je universiteit. Vraag of je de boekhouding kan inkijken. Neem gerust een (student) boekhouder mee, hij / zij kan je helpen met het begrijpen van de gegevens. Je kan ook meteen zien bij welke bank het bedrijf is aangesloten en eventueel van welke andere bedrijven ze aandelen hebben. Op basis daarvan kan je de organisatie of het bedrijf vragen om bepaalde investeringen stop te zetten en je kan alternatieven voorstellen. Dit kan je natuurlijk individueel doen, maar het signaal wordt sterker als je zoveel mogelijk mensen verzamelt die de oproep ondersteunen.

Het vraagt natuurlijk wat opzoekingswerk en de nodige dosis motivatie. Toch loont het de moeite. Groot zal immers je voldoening zijn als je erin slaagt om een organisatie of bedrijf zover te brengen te divesteren, voor een toekomst zonder steenkool-, olie- en gasbedrijven.

–– Als de instelling weigert om zijn boeken te laten inkijken, kan je proberen om beroep te doen op de Wet op Openbaarheid van Bestuur. –– Als laatste middel kan je vrienden,

Ben je op zoek naar ondersteuning? We helpen je graag op weg door je met de juiste mensen in contact te brengen, mail gerust naar sien@jonggroen.be.

klasgenoten en collega’s overtuigen om een protestactie te houden. Sluit je aan bij de divestment-beweging, bijvoorbeeld via www.gofossilfree.org/paris, waar je kan uitzoeken waar in je buurt er campagnes voor divestment zijn.

17

INTERESSANT LEESVOER –– Naomi Klein, No Time –– F ossil Free, een koepel van NGO’s, verenigingen en universiteiten die divesteren in fossiele brandstof (www.gofossilfree.org) –– David Ray Griffin, Unprecedented: Can civilization survive the CO2-crisis? –– The Carbon Underground 200, de top 100 steenkoolbedrijven en top 100 olie- en gasbedrijven (www.fossilfreeindexes.com/research/ the-carbon-underground)

Auteur: A sher Serrana


RECEPT

GEHAKTSCHOTEL MET CHAMPIGNONS, PREI EN WORTELPUREE

Liever geen boontjes uit Kenia, kiwi’s uit Nieuw-Zeeland of kip uit Brazilië op je bord? Geniet dan van deze ecologisch verantwoorde, makkelijke en vooral lekkere winterse ovenschotel:

INGREDIËNTEN ✔✔ ✔✔ ✔✔ ✔✔ ✔✔ ✔✔ ✔✔ ✔✔ ✔✔ ✔✔ ✔✔ ✔✔ ✔✔ ✔✔

( V O O R 4) :

500 g aardappelen 500 g wortelen 1 ui 1 teentje look 250 g champignons 250 g gehakt van tofu of seitan 1 el sojasaus 800 g prei 5 dl sojaroom ½ tl Provençaalse kruiden Arachideolie Nootmuskaat Peper Zout

BEREIDING: –– Snijd de aardappelen en de wortelen in grote stukken en kook ze apart. –– Hak de ui en de look fijn en snijd de champignons in plakjes. –– Laat de ui glazen in een beetje olie, voeg de look en de champignons toe en laat 10 minuten sudderen. –– Voeg het gehakt, de sojasaus, de Provençaalse kruiden, zout en peper toe. –– Verwarm de oven voor op 180° C. –– Fruit de in stukken gesneden prei in een beetje olie gedurende 10 minuten.

–– Voeg 1,5 dl sojaroom toe en meng goed. –– Kruid met zout en peper. –– Verdeel het gehakt-champignonmengsel over de bodem van een ovenschotel. –– Breng vervolgens een laag prei aan. –– Plet de wortelen en de aardappelen met sojaroom tot puree. –– Breng op smaak met nootmuskaat, zout en peper, en bedek de prei met de wortelpuree. –– Zet de schotel 30 minuten in de oven en lees ondertussen je favoriete boek. Smakelijk!

18

B r o n : w w w. r e c e p t e n 4 s e i z o e n e n . b e


AFDELING IN DE KIJKER

JONG GROEN BRASSCHAATKAPELLEN INSPIREERT Het is koud maar gezellig wanneer een enthousiaste groep jongeren in het voorjaar van 2015 een Jong Groen-afdeling opricht voor Brasschaat en Kapellen. De voorbije maanden is die energieke groep alsmaar gegroeid. Ze kunnen nu al terugblikken op een heleboel activiteiten om jongeren warm te maken voor het ecologische gedachtegoed. Leeftijdsgenoten uit Brasschaat en Kapellen samenbrengen, ze informeren over politiek en hen gevoelig maken voor ecologische thema’s, dat werd van begin af aan ons doel. Tijdens boeiende cafégesprekken bespraken we tussen pot en pint wat we allemaal konden doen. Onze allereerste activiteit liet niet lang op zich wachten. In mei gaven we de aftrap met 'Het ABC van het ecologisme' door Jan Mertens. Hij dompelde ons onder in de wereld van het ecologisme. In de zonnige zomervakantie organiseerden we, in samenwerking met de Jong Socialisten van Brasschaat en Kapellen, een tooggesprek over jeugdbeleid met Vlaamse parlementsleden Imade Annouri (Groen) en Tine Soens (Sp.a). Vanuit alle windstreken

kwam jong en oud naar onze gezellige terrasbabbel waarbij rake vragen werden gesteld. Hoe democratiseren we het jeugdbeleid? Welke rol moeten jeugdraden in de toekomst spelen? Wat met stemrecht onder de 18 jaar? Jong Groen Brasschaat-Kapellen was ook aanwezig op het 'Feest op het Dorpsplein' in Kapellen. Op onze stand verkochten we enkele ecologisch getinte producten zoals gepimpt water, walnoten en vegetarische wraps. De opbrengst ging naar Vluchtelingenwerk Vlaanderen. Als eerste activiteit van het nieuwe werkjaar ontvingen we eind september voormalig Groen-boegbeeld Mieke Vogels. Ze vertelde ons over haar boek De rekening van de verzuiling, waarin ze uit de doeken doet hoe we de

19

welzijns-en gezondheidszorg efficiënter kunnen maken door heilige huisjes in vraag te stellen. We hebben al een geslaagd jaar achter de rug maar de vorige activiteiten smaken naar meer. In de komende maanden staan er immers nog een filmavond, quiz en fietstocht op het programma! Reken er ook maar op dat we onze traditie van gezellige cafégesprekken zullen verderzetten. Veel om naar uit te kijken dus! Wil je graag jouw stem laten horen? En heb je zin om deel uit te maken van een toffe groep jongeren? Neem dan snel een kijkje op onze Facebook- en Twitterpagina. Mailen kan uiteraard ook via brasschaat-kapellen@jonggroen.be. Hopelijk tot op een van onze volgende activiteiten!

A u t e u r s : A n t o n R o m ba u t e n C h r i s t o p h e D e C o s t e r


JONG

EEN VONKJE SOLIDARITEIT Je kon er niet naast kijken de laatste maanden: confronterende beelden van gestrande gezinnen in het hartje van onze samenleving. Met een knagend buikgevoel stel je je vragen: “We moeten hen toch meer kunnen bieden dan een tent in een park?”, “Bureaucratie boven basisbehoeften, waar zijn we eigenlijk mee bezig?”. In plaats van passief en misnoegd op die vragen te blijven kauwen, besloten enkele enthousiaste Antwerpse moeders zelf een steentje bij te dragen, dat werd de inzamelactie ‘Mama’s voor Mama’s’.

KET TINGREACTIE Wat een dag gedoneerde spullen ophalen ging worden, groeide in geen tijd uit tot een grootschalig actieplan. Of om het met de lichtjes spottende woorden van de wederhelft van één van de oprichters te zeggen: “Op nen halven dag zijt ge plots nen ngo”. Ze kregen een ruimte ter beschikking in de gebouwen van de Federatie voor Marokkaanse Verenigingen in Borgerhout en richtten een Facebook-pagina op. Initiatiefnemer Lynn legt uit: “Tegen onze verwachtingen in, lagen de tafels al snel boordevol luiers, verzorgingsproducten voor moeder en kind, en babyvoeding. Hoewel we er niet om vroegen, werden ook wij overladen met kleding en soms helaas zelfs met zakken rommel waarvan je alleen maar kon denken: dat heeft iemand een tripje naar het containerpark uitgespaard.” Los daarvan werd de inzamelactie vooral een waardevolle, hart-

20


JONG

we een tas thee aangeboden en werd er spontaan gepraat over de werking en de huidige toestand in het centrum. Met zes baby’tjes van minder dan een jaar en minstens zeven zwangere vrouwen in huis, kunnen ze de kleine goudmijn aan verzorgingsproducten voor moeder en kind goed gebruiken.” Missie geslaagd, einde ‘Mama’s voor Mama’s’, of toch niet?

verwarmende ervaring. “Tussen het uitsorteren door, belden we rond naar asielcentra,” vertelt Ina, een andere initiatiefnemer. “Op Linkeroever waren ze wildenthousiast toen ze te horen kregen dat we ondertussen honderden nog verpakte luiers en verhuisdozen vol maandverband, inlegkruisjes, zeep, tandpasta, billenzalf, vochtige doekjes, papflessen en babyvoeding hadden klaarstaan. Ook winterkleding voor de allerkleinsten, jasjes en schoentjes waren welkom.”

WIN-WIN-WIN Maar wat met al die andere spullen? Mama’s voor Mama’s liet zich inspireren door de groeiende kritiek van mensen die vinden dat de golf van solidariteit voor vluchtelingen misplaatst is, aangezien er meer dan genoeg Belgen het zelf ontzettend moeilijk hebben. Dus organiseerden ze een snuistermarkt met alle nog verkoopbare kleding, accessoires, knuffels en andere speelgoedartikelen aan miniprijzen.

Om het gezellig te maken, stond er vers gebak en traditionele muntthee klaar. De opkomst was eerder teleurstellend in verhouding tot al het werk dat er was ingekropen, maar alles samen sprokkelden ze toch nog een kleine driehonderd euro bij elkaar. Er bleef dus nog steeds een berg donaties over, die dringend nieuw onderdak zochten. De baby- en kinderkleding, en het speelgoed konden uiteindelijk terecht bij Moeders voor Moeders. De spullen voor volwassenen gingen naar armoedeorganisatie Al Ikram.

A L S H E T K R I E B E LT, MO E T JE HELPEN Lynn getuigt: “Het meest memorabele moment was zonder twijfel de ontvangst in het asielcentrum van het Rode Kruis op Linkeroever. Toen we de reactie van de medewerkers zagen, beseften we pas echt dat ons initiatief effectief alle moeite meer dan waard was. Tussen het uitladen door kregen

21

Uit het gesprek in het asielcentrum bleek dat er nood is aan veel meer dan zuiver materiële ondersteuning, zeker voor kersverse moeders. Ze sluiten zich vaak op en blijven zo met vragen en twijfels over het moederschap en de opvoeding van hun kind(eren) worstelen. De ideeën die erop volgden, vormen het begin van wat hopelijk zal uitgroeien tot een duurzaam uitwisselingsproject tussen een groepje geëngageerde mama’s uit het Antwerpse en de vrouwen en kinderen in het opvangcentrum. Het plan is om (twee-)maandelijks samen te komen, elkaars cultuur te leren kennen en kennis op een gezellige en een allesbehalve belerende manier uit te wisselen. Wat er uiteindelijk met de opbrengst van de snuistermarkt gebeurde? Ina: “We hebben even gepolst waar ze op Linkeroever nog nood aan hadden en zijn op hun verzoek stimulerend speelgoed voor baby’s onder een jaar gaan kopen. We kregen een knusse kinderwinkel zo ver om twintig procent korting te geven om ons doel te steunen. Daardoor konden we zorgeloos kiezen voor duurzame, houten spullen, boeken en kwalitatieve badspeeltjes. Tijdens onze eerste geplande multiculturele ‘mamameet’ op 16 oktober mogen we de aanwezige mama’s een pakketje cadeau doen.” Helpen helpt (en het is nog aanstekelijk ook).

A u t e u r : Ly n n F o r m e s y n


CULT UUR

Une douce révolte — Het klein verzet

© EPO

Sinds zo’n anderhalf jaar probeert onze goedmenende regering ons ervan te overtuigen dat besparen moet. We moeten door de zure appel bijten, er is geen alternatief. Geen alternatief voor een indexsprong, voor besparingen in de cultuursector, in het onderwijs en in de zorg. Krimpen om daarna te groeien, oefeningen in stroomlijnende efficiëntie, socio-economische survival of the fittest.

Dat je geen werk vindt, dat is je eigen schuld, dus we helpen je voortaan ook liever niet meer overleven met een wachtuitkering tot je de job van je leven vindt. Dat je het moeilijk hebt om de touwtjes aan elkaar te knopen, daar heb je waarschijnlijk zelf voor gezorgd, dus moet je nu op de blaren zitten. Om het nog maar niet te hebben over die vluchtelingen die denken dat ze hier een beetje van onze sociale zekerheid kunnen komen genieten!

weer; andere zijn enorm succesvol. Maar ze hebben alle gemeenschappelijk dat ze mensen samenbrengen die meer willen zijn dan een radartje in het huidige ecologisch en sociaal erg bezwarende en puur rationele economisch netwerk. Met hun kleine verzet verbeteren ze de wereld. Een prachtig boek doorspekt van menselijke verhalen! Ongeveer gelijktijdig met het boek verscheen de filmdocumentaire Une douce révolte van de Belgische regisseur Manuel Poutte. Hij zoomt op een gelijkaardige manier in op de verhalen van mensen die zich op hun eigen kleine manieren verzetten tegen het huidige systeem. Zo is er iemand die – ervan overtuigd dat het anders kan – zijn eigen politieke partij wil oprichten. We zien hem markten afschuimen om handtekeningen te verzamelen voor zijn zaak: décroissance. Maar we zien ook hoe zijn ideologie pijnlijk de kop wordt ingedrukt wanneer geen enkele journalist het de moeite vindt langs te komen op zijn persconferentie. Toch verliest hij de moed niet.

Gelukkig zijn er ook mensen die denken dat het anders kan. Mensen die geloven dat er wél een alternatief is; dat de maatschappij niet hoeft te zijn zoals ze nu is. En die mensen vind je niet alleen in België, maar overal ter wereld. Tine Hens ging voor haar boek Het klein verzet op zoek naar zo’n mensen. Zij zijn er allemaal wél van overtuigd dat er alternatieven zijn voor het harde neoliberale maatschappijmodel dat op de meeste plaatsen in zwang lijkt te zijn. We reizen in haar boek Europa af: van Londen tot Thessaloniki, van Schönau over Amsterdam, Doel, Gent, Parijs en Grenoble naar Barcelona en Porto. Overal ontmoet ze mensen met projecten die met vallen en opstaan vorm geven aan wat ook wel eens smalend de transitiebeweging wordt genoemd. In de praktijk zijn ze bezig met het opzetten van alternatieve muntsystemen, gereedschapsbibliotheken, gemeenschapstuinen, met de ecologisch en ethisch verantwoorde productie van smartphones, enz. Sommige projecten groeiden organisch en verdwenen

In een andere scene zien we hoe enkele vrijwilligers in een buurthuis een alternatieve munteenheid opzetten. De voornamelijk bejaarde bevolking van de wijk is eerst meewarig. Maar al vrij snel blijkt dat iedereen wel iéts in de aanbieding heeft: een goede babbel, een kop koffie, een gsm-adapter, een kappersbeurt. Het sociale weefsel in de buurt versterkt opnieuw; mensen komen weer bij elkaar over de vloer. Kleine verhalen, groot verzet … Tine Hens, Het klein verzet, uitgeverij EPO vzw, 2015. www.unedoucerevolte.com

22

Auteur: Soetkin Hoessen


CLIMATE EXPRESS 29 november

klimaatmars Parijs Jong Groen gaat mee met de trein uit Brussel www.climate-express.eu

Jong Groen is een politieke jongerenorganisatie die jongeren de kans geeft mee te bouwen aan een betere wereld. Een wereld met aandacht voor de problemen van alle mensen en het milieu. Jong Groen wil zoveel mogelijk jongeren bij groene politiek betrekken. Dit doen we door een fris en gevarieerd activiteitenaanbod. We bouwen mee verder aan het groen-progressieve gedachtegoed en verspreiden het. Standpunten, activiteiten en meer info over Jong Groen op www.jonggroen.be.

Volg ons op twitter (@jonggroen) en facebook, of lees meer via #jonggroenleest

AGENDA

Werk ten mee a an dit nummer:

zondag 29 november

Christophe De Coster, Sielke Eeckhout, Lynn Formesyn, Soetkin Hoessen, Simon Horsten, Jago Koslosky, Thomas Lamm, Femke Meeusen, Sander Meyskens, Ruth Noyens, Anton Rombaut, Bart Scholiers, Asher Serrana, Belinda Torres-Leclerq, Céline Van Den Abeele, Wim Vandewijngaerde, Lene Van Steenwinkel, Leen Verheyen, Sien Verstraeten

Klimaatmars, Parijs

Zaterdag 19 december Themadag ‘Food for thought’, Kortrijk

Zaterdag 6 februari Nieuwjaarsreceptie, Brussel

DOE MEE Je kan ook lid worden van Jong Groen. Zo ontvang je niet alleen gratis dit tijdschrift, maar blijf je via de ledennieuwsbrief ook op de hoogte van alle activiteiten. Lid worden van Jong Groen kost je helemaal niets en doe je heel eenvoudig op www.jonggroen.be/ikdoemee

Eindredactie en fotoredactie: Sien Verstraeten Vormgeving: MadebyHanna.com Heb je interesse om de redactie te vervoegen? Mail dan vliegensvlug naar sien@jonggroen.be.

Gedrukt op 100% post-consumer recyclagepapier met vegetale inkten.


GROENE SMOEL

In de groene smoel tonen we telkens een ander gezicht van Jong Groen.

NORDINE Na de verkiezingen van vorig jaar en na veel te veel geklets op café, besloot ik dat ik effectief iets positiefs moest doen met mijn ideeën. Doordat mijn visie op bijna elk probleem overeenkomt met die van Groen, kwam ik bij die partij uit. En dan was er Jong Groen, met een enthousiasme om u tegen te zeggen, daar wou ik bij horen. En zo geschiedde. Het grootste deel van mijn tijd gaat natuurlijk naar mijn werk, als ingenieur voor infrastructuurwerken. Daarnaast ben ik dus veel bezig met (Jong) Groen. Bij Groen Antwerpen volg ik de werkgroepen stadsontwikkeling, diversiteit en sociaal. Bij de Europese jonge Groenen (FYEG) zit ik in de werkgroepen ‘Migration, identity and culture’ en ‘Peace and conflict’. En ik ben kersvers lid van de raad van bestuur van Jong Groen als personeelsverantwoordelijke. Politiek is dus echt wel één van mijn favoriete bezigheden. Daarnaast train ik een dames-zaalvoetbalploeg en speel ik in een cafévoetbalploeg. Ik kook heel graag, vooral voor vrienden en familie en ik hou ervan op café te gaan, zowel voor een koffie als voor een feestje. Verder lees ik al eens een boek en kijk ik heel graag naar films en series, als ik ze goed vind tenminste, anders zet ik ze soms iets te snel af. Ik hou erg van reizen, zo leer je mensen met verschillende achtergronden kennen. Ik ben me zeer bewust van het vervuilend effect ervan, maar het is ook belangrijk om een open geest te hebben. De pracht van andere landen en culturen draag je mee. Een terminal is sowieso een fascinerende plaats, je ziet er ontmoetingen en afscheid, zoveel mensen kruisen mekaar hier. Soms mogen we ook beseffen hoe bevoordeeld we zijn in België, dat besef komt er des te meer wanneer je terugkomt. Waar ik van droom? Ik wil mij nog heel hard amuseren en leuke mensen leren kennen, nog mooie reizen maken en veel lekker eten. En wereldvrede.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.