Vlam 5

Page 1

VLAM

driemaandelijks magazine van Jong Groen ERKENNING P702077 | V.U. Lies Corneillie, Sergeant De Bruynestraat 78-82, 1070 Brussel

E D I T I E J U L /A U G /S E P 2015

Paul Verhaeghe : “De nieuwe autoriteit is gebaseerd op het collectief” DOSSIER

70 jaar einde WO II

Met 10.000 Belgen naar Parijs voor de klimaattop p23 DOSSIER

De kwaliteit van werk


GROENLAND

MIGRATIESTOP IS HET NIEUWE KLIMAAT “Ander en beter”, klinkt het bij Céline Van Den Abeele, voorzitster van Jong Groen. De politieke jongerenorganisatie liep jarenlang in de frontlinie van het klimaatdebat, maar schakelt nu over op een hipper discours. “Wil je als organisatie blijven groeien, dan moet je durven vernieuwen.” Jong Groen strijdt sinds decennia op verschillende manieren voor een sterker klimaatbeleid. Daaraan lijkt nu een einde te zijn gekomen. Onder impuls van merkenspecialist Noël Callebaut wordt het roer helemaal omgegooid. De voorzitster legt uit: “Jong Groen heeft al een nieuw logo en een nieuw tijdschrift (‘Peper’ veranderde in 2014 in ‘Vlam’), maar het is wat sneu om enkel vormelijk mee te gaan met de tijd. Daarom hebben we reclameman Noël Callebaut ingehuurd om een doorlichting te maken van ons merk en enkele inhoudelijke pistes aan te reiken om ons nog beter in de markt te plaatsen.” Callebaut stelde na maanden onderzoek een indrukwekkende powerpointpresentatie voor, rijkelijk gelardeerd met stockfoto’s en Engelse woorden. Daaruit bleek dat Jong Groen al te lang in dezelfde vijver vist.

Noël Callebaut: “Dat ecologisme is zó begin 21ste eeuw. Iedereen heeft dat discours intussen overgenomen. De values van Jong Groen zijn tegendraadsheid en hipness; hoe kan je die nog ernstig nemen als Obama, Jong CD&V en de paus jouw boodschap verkondigen – als zelfs rechters jouw zaak gelijk geven?” Het was dus duidelijk dat Jong Groen het geweer van schouder moest veranderen om een nieuw publiek te kunnen aanboren. Van ‘klimaat’ geen sprake meer. “Die klimaatverandering… Sorry: dat is al 40 jaar hetzelfde gezeik, daar ligt geen jongere nog wakker van. Muzikanten spelen nu toch ook andere melodietjes dan The Beatles? Welaan dan. Always change a fading theme.” Bleef de hamvraag: welk thema kan klimaatverandering vervangen? Van Den Abeele: “Daarover hebben we op het zomerkamp in Oostduinkerke een heuse brainstorm georganiseerd. Met post-its enzo, dat had Callebaut bedacht. En die brainstorm liet geen twijfel: we moeten het voortaan hebben over migratiestop. Dat is echt the new kid in town.” Bijkomend voordeel: het woord ‘klimaat’ in de standpunten kan gewoon worden vervangen door ‘migratiestop’. “Zo moesten we niet eens een nieuw congres organiseren: onze standpunten blijven geldig,” glundert de voorzitster.

2

Een voorbeeld van zo’n standpuntzin: “De nodige klimaatmaatregelen zouden de economische groei op lange termijn nauwelijks hinderen, terwijl de economische, sociale en culturele gevolgen van non-actie catastrofaal zullen zijn” wordt heel eenvoudig “De nodige migratiestopmaatregelen zouden de economische groei op lange termijn nauwelijks hinderen, terwijl de economische, sociale en culturele gevolgen van non-actie catastrofaal zullen zijn.” Zinnig en begrijpelijk! Noël Callebaut besluit: “Als brand consultant kan ik alleen maar tevreden zijn dat de transitie van klimaat naar migratiestop zo vlot verloopt. Laat de massa maar pleiten voor een klimaatbeleid, Jong Groen zoomt voortaan in op de noodzaak van een migratiestop.”

Say what?! Jong Groen tegen het klimaat en voor een migratiestop? Natuurlijk niet! Hoe meer medestanders in de klimaatstrijd, hoe beter. Daarom gaan we met z’n allen naar Parijs voor de grote klimaatoptocht van 29 november.

Auteur: Simon Horsten


EDITO

INHOUD

VERLEDEN, HEDEN EN TOEKOM S T We waren pas lid van Jong Groen toen Paul Verhaeghe kwam spreken op een themadag over identiteit. In zijn lezing toonde hij aan hoe onze identiteit, doordrongen is geraakt van het neoliberalisme. Met open mond zaten we te luisteren, en te knikken. Haarfijn legde hij uit hoe het neoliberalisme, een ideologie zoals een ander, als 'natuurlijk' en 'onvermijdelijk' wordt aangevoeld doordat het is doorgedrongen in alle lagen van ons bewustzijn. En dat het kan en moet bestreden worden. Held. Het interview met Paul Verhaeghe is echter niet het enige wat deze editie van de Vlam opnieuw zo razend interessant maakt. We weten allemaal dat de Eerste Wereldoorlog exact 100 jaar geleden volop woedde, maar wij gaan dieper in op de herinnering van de Tweede Wereldoorlog. Na het verleden, blikken we ook vooruit. Waar veel mensen – verkeerdelijk – het gevoel hebben dat klimaatverandering een ver van hun bed show is nadert de volgende VN klimaatconferentie in Parijs ondertussen met rasse schreden. Vooral onze tocht daarnaar toe, met de Climate Express, wordt nu wel heel concreet. Ticket al geboekt? Mooi zo, leun dan rustig achterover. Nog niks vastgelegd? Surf dan razendsnel naar www.climate-express.be. Vervoeg ons en de 9999 andere Belgen naar Parijs om er de wereldleiders een geweten te schoppen. Wil je nog vrienden overtuigen? Yves Pepermans legt op pagina 10 uit hoe je dat het beste doet.

p4

DOSSIER I 70 jaar einde WO II

p7

F R A P P A N T Jonge Europese groenen

p8

IN BEELD Zomerkamp: ‘Een Nieuwe Wereld’

p 10

TE GAST Yves Pepermans: Het klimaat is geen thermometer

p 12

INTERVIEW Paul Verhaeghe over zijn nieuwe boek Autoriteit

p 16

DOSSIER II De kwaliteit van werk (en vrije tijd)

p 19

AFDELING IN DE KIJKER Jong Groen Antwerpen

p 20

JONG Tournevie

p 22

CULT UUR Redders van de klimaatondergang

Een ander klimaatbeleid dat de verdere opwarming van de aarde effectief tegengaat. Samen tonen dat er wel degelijk een alternatief is voor het allesverslindende, allesverwoestende neoliberalisme. Dat is voor Jong Groen de kern van een nieuwe wereldorde zoals we die op ons zomerkamp begin juli schetsten. Kon je er niet bij zijn? Geen nood, we brengen alles voor jou in woord en beeld. Meer zelfs, in deze Vlam serveren we meteen enkele concrete voorstellen voor deze nieuwe wereld. Een 30-uren werkweek bijvoorbeeld, in plaats van collectief aan onze burn-out te werken. Een deeleconomie bijvoorbeeld, zoals o.a onze eigenste Olivier Beys en Jan Keustermans er nu één hebben opgestart in Brussel. Al terug van vakantie? Nog aan het aftellen naar je langverwachte vertrek? Gewoon lekker thuis? Deze Vlam doet het goed op zowel Belgische als buitenlandse zomerdagen, aan het strand of in de bergen, of gewoon aan de Blaarmeersen. Enjoy! Céline en Eline, voorzit ter en ondervoorzit ter

3

, Een ander klimaatwbearlemiding dat de verdere op ectief van de aarde eff tegengaat.”


DOSSIER I

ZEVENTIGJARIGE HERDENKING WO II

“We mogen nooit vergeten, maar moeten wel proberen te vergeven” Op twee september herdenken we dit jaar het zeventigjarige einde van de Tweede Wereldoorlog (WO II). Het Japanse keizerrijk tekende toen de capitulatie nadat in Europa de oorlog die in totaal 50 – 70 miljoen mensen het leven kostte er in mei 1945 reeds opzat. Ondertussen zijn decennia verstreken en sterft de generatie die de oorlogsjaren heeft meegemaakt stilaan uit, maar toch zijn er nog getuigen die hun verhaal willen vertellen. Jan van den Kerkhof (92) was tussen 1968 en 1988 voor de toenmalige CVP burgemeester in Edegem, maar als zestienjarige maakte hij in Hoboken - waar hij toen woonde en zijn ouders het lokale gildehuis uitbaatten - het begin van WO II in ons land vanop de eerste rij mee. “Op de ochtend van 10 mei 1940 hoorde ik ineens een gedonder”, herinnert hij zich. “Het bleken Duitse stuka’s te zijn. Een van de vliegtuigen gooide zich vanuit de blauwe hemel in een duikvlucht richting de pontonbrug die Belgische genietroepen even daarvoor op de Schelde hadden aangelegd, maar hij miste het doel. Dat was mijn eerste ervaring met de oorlog.” Daar zou het evenwel niet bij blijven. Op 12 mei beval de Belgische regering alle mannen tussen 16 en 35 jaar om richting Zuid-Frankrijk te trekken. Ook Jan van den Kerkhof bevond zich samen met een twintigtal Chiro- en schoolvrienden in die groep. In de chaos van de eerste oorlogsdagen zou de reis van 1.200 km een ware

calvarietocht worden. Pas in Ieper zou de groep de verantwoordelijken van het leger en de rijkswacht ontmoeten, waarna de reis per trein en te voet verdergezet kon worden. In Abbeville ontsnapte de groep maar nipt aan een Duits bombardement, maar uiteindelijk bereikten ze Narbonne. “Ondertussen had België zich overgeven, wat tot grote woede bij de Franse bevolking leidde”, legt Van den Kerkhof uit. “Het leger heeft ons toen moeten ontzetten, waarna we in een voormalige kamp voor soldaten uit de Spaanse burgeroorlog terecht kwamen. Het leven was daar verre van gemakkelijk. We konden enkel beschikken over de dingen die we van thuis hadden meegenomen en voedsel dat we bij elkaar scharrelden. Na enkele dagen hadden we bovendien af te rekenen met een vlooienplaag. Toen ik vertrok woog ik 85 kilo. Dat daalde al snel tot 67. Ondertussen hielden we ons bezig met trainingen omdat het de bedoeling was dat we zouden doorreizen naar Marokko om ons verder voor te

4

bereiden op de strijd. Half augustus kregen we evenwel het bericht dat we opnieuw naar huis moesten.” Terug in Hoboken aangekomen ging Jan van den Kerkhof aan de slag bij de scheepmakers van Cockerill, waar men verplicht aan Duitse oorlogsboten werkte. “Ik had me toen ook bij het verzet aangesloten”, vertelt de voormalige Edegemse burgemeester. “Zo konden we die boten voldoende saboteren. Daarnaast hielp ik samen met mijn vader, de pastoor en mijn latere schoonvader Engelse piloten die waren neergeschoten om te kunnen onderduiken. Tot de geallieerden in september in 1944 in Antwerpen arriveerden hebben we ongeveer veertien van hen in de kelder van de plaatselijke kerk ondergebracht. Daar konden ze aansterken, waarna ze vertrokken. Uiteraard was dat verzetswerk niet zonder risico’s. Als dat toen bekend was geraakt stond dat gelijk aan een doodvonnis, daar was ik me van bewust. Toch heb ik er niet lang over getwijfeld om die keuze te maken.


© B i g s t o c k — R e ë n sc e n e r i n g va n d e l aat s t e g e v e ch t e n u i t d e t w e e d e w e r e l d o o r l o g i n E u r o pa

DOSSIER I

Van thuis uit had ik de vaderlandsliefde met de paplepel meegekregen. Ik wilde iets doen voor België.” Niet iedereen maakte die keuze. Om uiteenlopende redenen (ideologisch, religieus, economisch, enz.) werd er in ons land ook samengewerkt met de Duitse bezetter. “Ik kan niet anders dan dat af te keuren, maar we kunnen ook niet negeren dat de weerstand eveneens fouten gemaakt heeft. Dat is niet populair om te zeggen, maar het is wel zo. Het doodslaan en martelen van zwarten (burgers die collaboreerden met de Duitsers, red.) was een schande en heeft na de oorlog nog veel haat veroorzaakt. We mogen nooit vergeten wat er in die tijd gebeurd is. De wonden zitten soms zeer diep, maar we moeten wel proberen te vergeven. Op dat vlak waren een waarheids- en verzoeningscommissie zoals die na de Apartheid bestonden in Zuid-Afrika een goede

zaak geweest. Daar waren er mensen die niet kleingeestig dachten, zodat er iets mooi uit de miserie kon groeien. Dat is in ons land nooit gelukt. Spijtig, want nu is het te laat.” WO II heeft Van den Kerkhof niet pessimistischer gemaakt. Hij heeft zich sindsdien altijd ingezet voor verzoening. “Toen ik nog Edegems burgemeester was, kwam de oudstrijdersvereniging me op een dag de plannen voorleggen om de geallieerde oudstrijdersbonden uit te nodigen in onze gemeente”, haalt hij daar een anekdote over aan. “Ik stuitte eerst op weerstand, maar op mijn vraag zijn daar ook de Duitsers, Oostenrijkers en Italianen aan toegevoegd. Dat is uiteindelijk een mooi feest geworden met fijne gesprekken. Die soldaten van de Wehrmacht waren vaak ook maar gewone jongens zoals de Belgen. Een van hen die bij me logeerde verwoordde het zelf treffend: “Waarom hebben we toen moeten vechten?”

5

Uit dat feest zijn nog mooie vriendschappen ontstaan.” Na zijn burgemeesterschap engageerde Jan van den Kerkhof zich in de oudstrijdersvereniging de Koninklijke Nationale Strijdersbond (KNSB). “We komen nog regelmatig samen voor een vergadering, maar een belangrijke taak is ook de herinnering in leven te houden”, licht hij toe. “Zo organiseren we voordrachten op scholen, maar voor het onderwijs zelf is er ook een belangrijke taak weggelegd om de positieve en negatieve zaken uit de periode van WO II uit te leggen aan de jeugd. De generatie die de oorlog nog heeft meegemaakt wordt steeds minder talrijk, toch vrees ik niet dat de kennis en de herinneringen zullen verloren gaan. Binnen de KNSB kunnen we nog op sympathisanten rekenen en de herdenking aan WO I heeft heel wat mensen wakkergeschud. Hetzelfde kan ook voor WO II gebeuren.”


DOSSIER I

Stille getuigen Naast de verhalen van getuigen zijn er in ons land voldoende plekken die ons herinneren aan de waanzin van oorlog. Vlam licht er twee uit. FORT EBEN-EMAEL

K AZERNE DOSSIN

Het grootste Belgische fort dat net onder de taalgrens ligt en op een steenworp van het Nederlandse Maastricht, vormde het toneel bij de Duitse inval in ons land in de vroege ochtend van 10 mei 1940. Het bouwwerk werd in het interbellum gebouwd met als bedoeling een bres te dichten tussen de Maas en het Albertkanaal, waar tijdens WO I een groot deel van de Duitse troepen ons land binnenvielen. Kosten noch moeite werden gespaard bij de bouw en al snel kreeg het fort dat door 1.200 militairen bemand werd de stempel als oninneembaar.

Deze voormalige legerkazerne in Mechelen doet ons herinneren aan het donkerste waartoe de mensheid in staat is. De kazerne die in 1756 werd gebouwd in opdracht van Maria Theresia van Oostenrijk werd immers tijdens WO II door de Nazi’s gebruikt als doorgangskamp om Joden en zigeuners te deporteren naar het concentratiekamp Auschwitz-Birkenau. Eind juli 1942 arriveerden de eerste mensen. In totaal zouden er tot en met 31 juli 1944 meer dan 25.000 op de trein richting het concentratiekamp gezet worden. Slechts 1.240 personen keerden levend terug, minder dan vijf procent dus.

De praktijk draaide evenwel pijnlijk anders uit. Duitse zweefvliegers benutten bij hun aanval maximaal het feit dat het plateau maar zwak bewapend was en eigen moderne wapens deden de rest. Na anderhalve dag strijd moest Eben-Emael reeds capituleren, waardoor het Duitse leger sneller kon doorstoten. Tot op de dag van vandaag kan je het fort bezoeken. Individuele bezoekers kunnen er enkel op dagen terecht die op de website prijken. Groepen zijn het ganse jaar welkom, mits reservatie. Adres: Rue du Fort 40, 4690 Eben-Emael

Het geheel werd na een grondige renovatie vier jaar geleden herdoopt tot ‘Kazerne Dossin, Memoriaal, Museum en Documentatiecentrum over Holocaust en Mensenrechten. Naast de vervolgingen door de Nazi’s wil het complex immers ook andere schendingen van mensenrechten in beeld brengen. Het centrum dat ook enkele tijdelijke tentoonstellingen herbergt is de ganse week toegankelijk, behalve op woensdagen en feestdagen als Nieuwjaar, Kerstmis, Rosh Hashana (Joods Nieuwjaar) en Jom Kippoer. Adres: Goswin de Stassartstraat 153, 2800 Mechelen

Na de bevrijding werd de Dossinkazerne een interneringskamp van de Belgische repressie, waarna het na de oorlog zijn oorspronkelijke functie als school voor de administratie van het leger terugkreeg. In de jaren 70 vertrok de krijgsmacht er, waardoor het gebouw in verval geraakte. In 1989 trok het Mechelse stadsarchief er echter in en op vraag van enkele joodse verenigingen werd er ook plaats gemaakt voor het Joods Museum van Deportatie en Verzet en een documentatiecentrum.

6

A u t e u r : Th o m as La m m


FRAPPANT

JONGE EUROPESE GROENEN: #ITSOURFUCKINGFUTURE Van 4 tot 7 juni verzamelde de Federation of Young European Greens (FYEG) in hartje Kaukasus om nieuwe resoluties en interne regels te stemmen. Tbilisi zorgde bovendien voor maar liefst twee Belgen in het nieuwe bestuur van FYEG. Net op tijd terug van de zondvloed in de Georgische hoofdstad, brengen we jullie graag op de hoogte van wat er zich allemaal heeft afgespeeld bij de Europese Jong Groenen in Tbilisi, Georgië. De Algemene Vergadering valt elk jaar samen met FYEG’s Summer Conference. 24 member organizations (mo’s) namen naast het stemmen over interne procedures en resoluties ook deel aan workshops over het Klimaat, Vrede en Democratie. Zo werd FYEG’s aankomende klimaatcampagne voorgesteld, met aantrekkelijke visuals en een veelzeggende #itsourfuckingfuture. Hou jullie ogen de komende maanden dus zeker open!

bij wie deze thema’s nauw aan het hart liggen. Krachtvoer voor our fucking future! Naast de resoluties raakten ook Teo Comet (Vino, Finland) en onze collega Laura Carlier (écolo j, Wallonië) met groot enthousiasme tot woordvoerders verkozen. Teo is geen onbekende in FYEG en voor Laura is de Klimaattop in Parijs een van de topprioriteiten. “Europa zal dit jaar zeker van ons horen,” aldus Teo Comet. Beiden straalden moed en enthousiasme uit. Na ettelijke verkiezingsronden – tussen de chacha (de lokale drank, die vooral ‘s avonds zijn nut bewees) door, kwam ook een nieuw uitvoerend comité tot stand: Johannes Butscher (Scottisch Young Greens), Morgan

Henley (Mladí zelení, Tsjechië), Cengiz Kulac (Junge Grüne, Oostenrijk), Tornike Kusiani (Georgian Young Greens), Iryna Okseniuk (Green Youth of Ukraine) en Marie Pochon (Jeunes Ecologistes, Frankrijk). Ook zij gaan hun uitdagingen met passie tegemoet. Huidig Secretaris Generaal Shenna Sanchez werd herverkozen en MODOM uit Macedonië werd uiteindelijk opgenomen als nieuwe kandidaat lid-organisatie. Ten slotte komt er ook een nieuw redactieteam voor FYEG’s must read e-zine ‘Ecosprinter’ met Aleksandra Koleczek, Josh Makalintal, Fabian Wagner en onze eigen Belinda Torres Leclercq. Schrijf zeker in om op de hoogte te blijven van wat de Europese Groenen bezighoudt!

We keurden nieuwe resoluties goed over hoe we de financiële crisis in Europa moesten aanpakken, het dringende Europese migratiebeleid en de bezetting van de Westelijke Sahara. Gemoederen konden al eens hoog oplopen – zoals het ook hoort bij deze materies – maar daaruit bleek vooral de toewijding van de mensen Auteurs: Belinda Torres- Leclercq,

7

Maa r t e n L u cas , N o r d i n e S a ï d i Ma z a r o u


IN BEELD

ZOMERKAMP ‘EEN NIEUWE WERELD’ Van woensdag 1 tot zondag 5 juli vertoefde Jong Groen in zomerse sferen. Op het zomerkamp onderzochten we de politieke machtsverdeling in de wereld én wierpen we een blik op de toekomst. Hoe ziet onze nieuwe wereld eruit? Het was een heerlijke week vol discussie en verbroedering, zweten en zwemmen.

Voor Jong Groen is de conclusie duidelijk: het dominante discours van het neoliberalisme moet dringend doorbroken worden. Hoog tijd dat de politiek in Vlaanderen, België en Europa lessen trekt uit de geschiedenis, de neoliberale oogkleppen afzet en oog heeft voor de vele alternatieven die voorhanden zijn.

Op Europees vlak willen we een echte dialoog, democratische ruimte voor de EU-lidstaten om hun eigen koers te varen én, last but not least, een degelijk klimaatbeleid.

Jong Groen voerde actie om te ijveren voor een ambitieus en bindend klimaatakkoord. Met de actie wilden we toeristen sensibiliseren over het toegenomen aantal kwallen in de Noordzee, als gevolg van de opwarming van de aarde. De klimaatverandering verstoort met andere woorden nu al onze zomer. Hoeveel verder willen we het nog laten komen?

8


IN BEELD

F o t o' s : R u t h N o y e n s

9


TE GAST

HET KLIMAAT IS GEEN THERMOMETER Pleidooi voor een andere groene strategie We verdoezelen de oorzaken van klimaatopwarming: de beleidskeuzes die de macht van de fossiele brandstofindustrie, het groeimodel en het ongebreidelde kapitalisme in stand houden.

Klimaatpolitiek heeft zich laten gijzelen door cijferfetisjisme dat doel met middel verwart, de oorzaken verdoezelt, de ruimte voor debat beperkt, oplossingen op de lange baan schuift en de mensen koud laat. Door anders met klimaatverandering om te gaan, komen we tot een ruimer en constructiever debat. “Waanzin is altijd hetzelfde blijven doen en toch een ander resultaat verwachten”, zou Albert Einstein ooit hebben gezegd. Dat citaat lijkt van toepassing op de manier waarop we klimaatbeleid organiseren. Dit jaar krijgen we de zoveelste top van de laatste kans om de wereld te vrijwaren van de Apocalyps, maar de kans is groot dat ook editie 21 de hoge verwachtingen niet inlost. De internationale klimaatonderhandelingen zijn tegenwoordig meer een rem dan een hefboom voor sociaal-ecologische vooruitgang. Toch hoeft niet alle hoop te vervliegen. Het probleem van het klimaatbeleid wordt duidelijk wanneer we de vergelijking maken met het gezondheidsbeleid. Onze levensverwachting is de afgelopen eeuw spectaculair

10

toegenomen door geleidelijke, collectieve beslissingen die de oorzaken van vroegtijdige sterftes wegnemen (investeringen in onderzoek, toegankelijke gezondheidszorg, betere levensomstandigheden en hygiëne, enz). Bij het klimaatbeleid verwart men echter oorzaak en gevolg. Bij het opstellen van klimaatbeleid is er vanaf dag één voor gekozen om de emissies van broeikasgassen als hoogste doel te stellen en lijkt het klimaat een thermostaat die men zachter of harder kan zetten door een prijs op CO2 te plakken. Het broeikaseffect is echter wat complexer dan een centrale verwarmingsketel en emissies zijn net als levensverwachting een gevolg van ons handelen. De daling van emissies moet daarom ook het gevolg zijn en niet het doel van het beleid. Het beperken van de klimaatopwarming tot 2 °C ten aanzien van het pre-industriële niveau als centrale objectief van het beleid is het summum van het omdraaien van doel, middel en gevolg. Het doel van progressieve groene politiek moet niet zijn de mondiale temperatuur op het niveau van de 19de eeuw te houden, maar om iedereen gelijke toegang te geven tot degelijk onderwijs, gezond voedsel, schone energie, openbaar vervoer, energiezuinige woningen, openbare ruimte, enz. Omdat we ons blindstaren op die 2 °C verdoezelen


TE GAST

leven om een ramp in de toekomst te vermijden, roept vooral meer onverschilligheid op. Een nieuw klimaatverhaal moet de klimaatcrisis als katalysator voor alternatieven gebruiken die een antwoord bieden op de dagelijkse bezorgdheden van mensen, maar ook de confrontatie durven aangaan met de actoren die zulke verandering verhinderen.

we ook de oorzaken van het probleem: de beleidskeuzes die de macht van de fossiele brandstofindustrie, het groeimodel en het ongebreidelde kapitalisme in stand houden. De focus op de 2 °C versterkt het idee dat er een akkoord moet komen rond een en dezelfde aanpak voor de hele wereld (bijvoorbeeld een mondiale koolstofmarkt), in plaats van een veelheid aan verschillende strategieën en beleidsinstrumenten die grotere nationale en lokale legitimiteit genieten en vooral sneller ingevoerd kunnen worden. Het vooropstellen van de 2 °C-grens is ook een (mislukte) poging om het politieke debat over oplossingen te beëindigen door middel van wetenschap. De keuze voor deze of gene temperatuurdoelstelling is echter altijd politiek, net als de keuze voor een bepaald beleid om de opwarming te beperken. De ideale temperatuur voor de aarde bepalen is nooit zuivere wetenschap. Een temperatuurdoel dreigt ook de verantwoordelijkheid op de lange baan te schuiven. Een politicus die in 2015 afspreekt dat er iets gebeurd

moet zijn in 2100 (geen gevaarlijke klimaatopwarming) is eigenlijk bezig met de zaak door te schuiven naar zijn opvolgers om maar zelf geen concrete maatregelen te moeten nemen. Het is ook een beleidsdoel dat erg moeilijk te controleren valt. Ten laatste kan je ook moeilijk stellen dat de klimaatopwarming tot 2 °C beperken een wervend project voor de toekomst inhoudt. Ook al getuigt het van flauwe humor of ronduit dommigheid, de meeste mensen denken bij een temperatuurstijging van enkele graden nog steeds meer aan de Provence dan aan hoge koorts.

Er zijn verbanden genoeg tussen klimaatverandering en dé topprioriteit van de Vlaming: zijn pensioen. Als Groen burgers wil mobiliseren om van België een klimaatkampioen te maken, dan moet het van strategie veranderen. Het klassieke verhaal dat we nu allemaal moeten samenwerken en in het heden wat soberder gaan

11

Laat me alvast eindigen met een suggestie voor het eerste hoofdstuk van dit nieuwe klimaatverhaal. Er zijn verbanden genoeg tussen klimaatverandering en dé topprioriteit van de Vlaming: zijn pensioen. Verschillende recente studies tonen aan dat heel wat pensioenfondsen, onder het motto “spaar voor je pensioen en graaf je eigen graf”, volop in de verdere ontginning van fossiele brandstoffen blijven investeren. Al die investeringen kunnen leiden tot een zogenaamde ‘koolstofbubbel’ die uiteen dreigt te spatten indien besloten wordt tot een krachtig klimaatbeleid. Ofwel zal de lobbymachine op volle toeren draaien en verhinderen dat er een klimaatbeleid met die naam waardig komt, ofwel blijven al die fossiele brandstoffen onder de grond en worden al die investeringen waardeloos. We kunnen deze knoop doorhakken door te kiezen voor een energiebeleid en pensioenpolitiek die elkaar aanvullen in plaats van tegenwerken en zich niet onderwerpen aan de aprilse grillen van de markt. Dat kan door terug te investeren in plaats van te besparen op de eerste pensioenpeiler en de hernieuwbare energietransitie. Dat zijn keuzes die we kunnen maken zonder de medewerking van China of de VS. Zo’n keuzes zouden zelfs tot 60.000 bijkomende jobs in België kunnen creëren. Alle hoop is dus nog niet vervlogen.

Auteur: Y ves Pepermans


INTERVIEW

PAUL VERHAEGHE OVER ZIJN NIEUWE BOEK AUTORITEIT Bottom-up en horizontaal

12


INTERVIEW

Psycholoog en psychoanalyticus Paul Verhaeghe schetst in zijn vorige boek Identiteit (2012) hoe de rebellie tegen de dwingende sociale structuren van eind jaren zestig zich vertaalde in een individueel maakbaarheidsideaal en steeds sterkere vermarkting: niemand durft meer uit de toon te vallen in een sterk op competitie gerichte samenleving. Iedereen is zelf verantwoordelijk om ‘het’ te maken, en falen is je eigen schuld. De permanente druk leidt tot vervreemding, psychologische ziektebeelden, en een algemeen gevoel van onbehagen.

© Sien Verstraeten

Al met al een inktzwarte diagnose van ons huidige samenleven. Maar in september komt Verhaeghes nieuwe boek uit: Autoriteit. Ondanks de op het eerste gezicht wat intimiderende titel is hij daarin merkelijk positiever. Wordt dit boek net zo baanbrekend? De titel ‘Autoriteit’ zal veel van onze rebelse jonge leden niet erg sympathiek in de oren klinken. Wat bedoelt u er precies mee? Ik behoor tot de generatie van ’68, dus autoriteit was voor mij oorspronkelijk ook een vies woord. De bevrijdingstheologie, de seksuele revolutie, de antiautoritaire opvoeding, de antipsychiatrie: het zijn allemaal

13

bewegingen die in de jaren zestig en zeventig in opstand kwamen tegen de patriarchale autoriteit. Vijftig jaar verder zien we een sterke roep om die autoriteit te herstellen. Ook in mijn vakgebied, de psychoanalyse en psychotherapie, gaan er stemmen op pro disciplinering of zelfs om de traditionele vaderfiguur te herwaarderen. Ik heb me daar altijd slecht mee kunnen identificeren. Tegelijk moeten we wel vaststellen dat er een probleem is. Zoals ik in mijn vorige boek al aangeef, is de relatie tot autoriteit een belangrijk onderdeel van onze identiteit – en die relatie is vandaag grondig verstoord. In de marge van mijn denken worstelde ik jarenlang met deze vraag. Alle puzzelstukjes vielen in elkaar na het lezen van een essay van Hannah Arendt uit 1954, waarin ze een cruciaal onderscheid maakt tussen macht en autoriteit. Macht is altijd uitgesteld geweld. Het is een ongelijke relatie tussen twee entiteiten. Autoriteit is daarentegen gebaseerd op een drieledige structuur. De eerste onderwerpt zich op vrijwillige basis aan een tweede op grond van een door hen gezamenlijk erkende derde. Die derde factor is eeuwenlang het patriarchaat geweest en ging gepaard met piramidale, hiërarchische organisatiestructuren.

Dus moet autoriteit opnieuw worden omarmd? Na het lezen van Arendt werd me duidelijk dat autoriteit geen synoniem hoeft te zijn met patriarchale autoriteit. Het probleem van onze tijd is dat het patriarchaat verdwenen is, als grondende derde factor, en dat er


INTERVIEW

nog onvoldoende een nieuwe grond voor een nieuwe autoriteit in de plaats is gekomen. Dat de grond onder het patriarchaat is weggevallen betekent dat we het automatische gezag van de leraar, de politieagent, de dokter, de vader des vaderlands niet kunnen herstellen. Integendeel: elke herstelpoging valt noodgedwongen terug op die tweeledige structuur, met als gevolg dat macht de plaats inneemt van autoriteit. Dat introduceert willekeur en is zeer gevaarlijk. We zien dat op allerlei manieren terug: natuurlijk in de bewapening van de politie, GAS-boetes, of de komst van paramilitairen op straat na de aanslagen in Parijs, maar ook in het onderwijs en de zorg. De traditionele piramidale autoriteitsstructuren zijn bijna zonder uitzondering disfunctionele machtsbastions geworden.

De nieuwe autoriteit is gebaseerd op het collectief. De oplossing is dus geen afschaffing maar een heruitvinding van autoriteit. Dat klopt, in de betekenis van: hergronding. Veel huidige oplossingspogingen proberen de vroegere autoriteit te herstellen, en dat mislukt. Het lijkt op wat er bij radicale antiautoritaire communes vaak gebeurde: nadat alle regels worden losgelaten, staan er “als vanzelf” dominante figuren op die per decreet bepalen wat er moet gebeuren. Dat is macht, geen autoriteit. De uitdaging waar wij voor staan, is het vinden van een nieuwe grond voor autoriteit, waar we met een grote meerderheid achter staan.

We moeten autoriteit niet afschaffen, we moeten een nieuw ‘derde punt’ vinden waar we met zijn allen in geloven. Ik ben ervan overtuigd dat we daar volop mee bezig zijn, en dat dit een radicale omkering inhoudt. De vroegere autoriteit was gebaseerd op het geloof in de Grote Leider, de vaderfiguur die boven iedereen stond. De nieuwe autoriteit is gebaseerd op het collectief. De traditionele organisatiestructuur was top-down en piramidaal, de nieuwe is bottomup en horizontaal. Dat betekent niet dat die autoriteit vanzelf beter zal zijn dan de vorige. Groepen kunnen zeer dwingend zijn, we zullen krijtlijnen moeten uitzetten voor een ethische werking van de nieuwe vormen. Bij de klassieke Grote Verhalen ligt het paradijs altijd in het hiernamaals. Of het nu gaat om het arbeidersparadijs van het socialisme of het belastingparadijs van de neoliberalen: we offeren ons op voor een doel dat pas bereikt wordt in de verre toekomst. De nieuwe collectieve vormen richten zich op nabij gelegen, concrete doelen. Ze gaan over hoe we ons vervoer regelen, hoe we onze kinderen verzorgen of hoe we samen energie kunnen opwekken.

Het opzetten van allerlei collectiefjes is natuurlijk prachtig. Maar richt het veel uit tegen de bestaande structuren of de neoliberale bezuinigingen door de overheid? Dat is de vraag. Het zal gaan over een botsing tussen macht en een nieuwe vorm van autoriteit. Ik weet het niet. Wat ik wel weet is dat de samenleving sowieso aan het veranderen is. Als we andere grote maatschappelijke veranderingen in het verleden bekijken, dan verlopen die ofwel via relatief plotse revoluties, ofwel via geleidelijke transities. Een plotse overgang

14

van de ene autoriteit naar de andere bracht altijd bloedige revoluties met zich mee. Ik hoop natuurlijk dat het deze keer vredig zal gaan, maar dat is niet voorspelbaar. Ik hoop dat de transitiebeweging het zal halen.

Hoe kijkt u aan tegen grote corporaties die veel geld verdienen met het faciliteren van nieuwe horizontale organisatievormen, vooral in het digitale format: Uber, Airbnb, Facebook ...? Een combinatie tussen kapitalisme en het collectieve kan heel goed. Het bekendste voorbeeld is het Braziliaanse bedrijf Semco. Het is een corporatie met winstoogmerk en kan dus moeilijk communistisch genoemd worden. Tegelijk hebben de werknemers de hand in alle besluitvorming, inclusief winst- en verliesverdeling, over aanwervingen en ontslag, over de organisatie van hun eigen werk. Dit is een sterk economisch voorbeeld van een collectief. En dan heb je ook de nieuwe vormen van de commons. Maar het klopt zeker dat achter veel horizontale netwerken nog piramidale structuren schuilen. Het neoliberale kapitalisme is er steeds in geslaagd kritische tegenstemmen op te nemen in haar eigen model. Dat risico bestaat nu ook. Maar het world wide web verandert wel alles, echt alles. Het is nog te vroeg om ferme uitspraken te doen over hoe en wat er precies verandert. Er zal vooral veel afhangen van de generatie van de zogenaamde digital natives – degenen die met internet zijn groot gebracht. Wat je nu al wel ziet, is dat er aan snel tempo meer bewustwording ontstaat over de mogelijkheden tot samenwerking en delen. Ik ben best hoopvol gestemd.

Als de nieuwe collectieven inderdaad recht tegenover het vermolmende partriarchaat staan,


INTERVIEW

is het dan niet gek dat ze vooral bevolkt worden door hogeropgeleide blanke mannen? Het vijfde hoofdstuk in Autoriteit heet ‘Het tijdperk van de vrouw’. Wij beseffen dat nog nauwelijks, maar de machtsverhoudingen zijn razendsnel aan het veranderen. Dat heeft eerst en vooral te maken met het opleidingsniveau. De verhouding in het hoger onderwijs is nu 60/40 in het voordeel van vrouwen en gaat naar 70/30. De effecten daarvan zijn simpelweg gebaseerd op de macht van het getal. Maar – en dit is nog veel belangrijker – het is de organisatiestructuur die bepalend werkt. Ik bedoel: ook met Lagarde aan de top van het IMF blijft de organisatie piramidaal gestuurd. Zolang de organisatiestructuur niet verandert, maakt een vrouw of een man niet veel verschil. Wanneer het nieuwe collectieve model doorgang vindt, moet je goed beseffen dat het groepen zijn die beslissen, met horizontaal leiderschap. Mannen en vrouwen zullen naast elkaar staan.

De representatieve democratie wordt nog steeds gedomineerd door partijpolitiek, die grotendeels piramidaal werkt. Hoe moet dat uitwerken in de toekomst als de samenleving zich steeds horizontaler organiseert? Dat zal inderdaad een hele omslag vragen. Maar ook die is al bezig. Vooral bij de groenen, stel ik me zo voor. Maar ook bij andere partijen komen horizontale overlegstructuren op. Het algemene beeld is dat de jongere generatie deze nieuwe manier van werken naar voren schuift, terwijl de oude generatie de macht wil behouden binnen het oude model. De splitsing horizontaal / verticaal staat in principe los van

de splitsing links/rechts. Inderdaad oogsten figuren op rechts als Bart de Wever succes door terug te vallen op het patriarchale model. Toch moet dit vroeg of laat mislukken, zoals gezegd, omdat de grond eronder is weggevallen – elke poging ertoe wordt heel snel machtsuitoefening. Daarbij moeten we ons realiseren dat dit piramidale model van de N-VA evenzeer het handelsmerk was van het vroegere socialisme. Ik denk dat Groen vanuit haar ontstaansgeschiedenis relatief dicht bij de basisgroepen staat en al druk bezig is nieuwe modellen te implementeren. Alleen al het feit dat jullie ervan uitgaan dat een voorzitter maar een beperkt aantal jaar kan aanblijven wijst daarop. In piramidale structuren blijft iedereen aan de top zo lang mogelijk zitten totdat hij of zij daar weggewerkt wordt. Om een horizontale democratie goed te laten werken zijn er duidelijke krijtlijnen nodig. Dat is precies het verschil tussen de jaren zeventig en nu. Denk aan Elinor Ostrom en haar beschrijving van bepaalde voorwaarden opdat commons goed kunnen functioneren.

Er ontstaat een snelle bewustwording bij mensen over de mogelijkheden van samenwerking en delen. Even iets anders – dat hier toch mee in verband staat. Hoe bezie je de situatie in Griekenland?

zeker geen goede zaak. Maar een referendum zoals dat in Griekenland is natuurlijk geen deliberatieve democratische gang van zaken, en dat is voor mij toch de meest aangewezen bestuursvorm.

Wat is precies het verschil? Binnen een deliberatieve democratie wordt er niet door het hele volk gestemd. Er wordt een representatieve groep uit de gemeenschap geselecteerd op basis van gender, opleidingsniveau, etnische achtergrond, leeftijd, aan wie één bepaald probleem voorgelegd wordt, bijvoorbeeld energievoorziening. Deze groep krijgt gedurende een aantal dagen objectieve informatie vanuit verschillende invalshoeken, heeft ruimschoots de kans tot discussie en overleg en kan dan overgaan tot stemming. Een pilootexperiment in Texas ging over energievoorziening en had als resultaat dat Texas vandaag meer uit hernieuwbare energie put dan uit olie! Deze vorm van democratie heeft dus een ontzettende impact. Democratie is natuurlijk nooit af, het blijft altijd een project. Maar wat ik nu zie is de uitholling van de centralistische democratie. Het algemeen kiesrecht is in de vorige eeuw geïntroduceerd en heeft vooral in de tweede helft goed gewerkt, maar binnen dit kader heeft zich inmiddels een verkozen aristocratie ontpopt. Tegelijkertijd wordt democratie op een decentraal niveau opnieuw uitgevonden. Steden werken horizontaler, kunnen burgers meer betrekken. Ze hebben bijvoorbeeld vaak een veel ambitieuzer klimaatbeleid dan bovenliggende politieke niveaus. Het toont aan hoe we ondanks alles hoopvol moeten zijn voor de toekomst.

Ik denk dat ik ook NEE had gestemd, want doorgaan op deze manier is

15

A u t e u r : P e p i j n Va n E e d e n


DOSSIER II

DE KWALITEIT VAN WERK (EN VRIJE TIJD)

Š bigstock

Werkbaar werk en de 30-urenweek als interessante pistes

16


DOSSIER II

Onze job vult een groot deel van ons leven in. Voor wie er geen heeft, creëert het een afwezigheid waarmee het niet altijd even eenvoudig omgaan is. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de recente debatten over de kwaliteit van werk, zoals dat over werkbaar werk en het idee van de 30-urenweek, op veel belangstelling kunnen rekenen. Wie de laatste maanden de kranten erop na sloeg, liep grote kans om op één van de volgende begrippen te stuiten: indexsprong, economische groei, loonkosthandicap, enzovoort. Dagen, weken en maanden werden we inzake werk en economie beziggehouden met deze eerder kwantitatieve aangelegenheden. De financierbaarheid van de sociale zekerheid kwam vanuit deze kwantitatieve insteek centraal te staan in het politieke debat. Langer werken en een indexsprong zijn maar twee van de vele besparingsmaatregelen die de federale regering trof. Na maanden discussie hierover verschoof de aandacht recent naar de kwalitatieve kant van de zaak. Naast de tax shift doken nu ook werkbaar werk en (in mindere mate) de 30-urenweek op. Werk en economie zijn niet alleen een kwantitatief en financieel gegeven. Ze zijn ook ten zeerste verbonden met onze levenskwaliteit. We moeten ons dan ook vragen stellen bij de impact die de organisatie van werk heeft op ons welbevinden op het werk en in de vrije tijd. Het financiële kan natuurlijk niet verwaarloosd worden, ‘er moet brood op de plank komen’. Toch wordt financieel realisme nog te vaak ingeroepen als excuus om niet

verder na te denken over andere organisatievormen van werk en economie. De vraag hoe het nog gaat met al die werkende mensen in hun job en wat ze van die job vinden, bijvoorbeeld, komt niet aan bod bij een louter kwantitatieve kijk. In het licht van het langer werken, is het bovendien opvallend dat slechts 1 op de 20 Belgen het (momenteel) ziet zitten om tot 67 jaar te werken. De huidige discussies rond werkbaar werk en de 30-urenweek, die ook kwalitatief naar werk kijken, stellen deze vragen wel.

WERKBA AR WERK Eén van de initiatieven rond de kwaliteit van werk in Vlaanderen is dat van ‘Werkbaar werk’. Opdat een job werkbaar kan worden genoemd, moet ze voldoen aan vier voorwaarden. De werknemer of zelfstandige ondernemer beschikt in dat geval over voldoende leerkansen op het werk, is gemotiveerd, is niet problematisch psychisch vermoeid ten gevolge van het werk en de verhouding tussen werk en privé is in balans. Sinds 2004 brengt de Stichting Innovatie & Arbeid de werkbaarheid van de jobs in Vlaanderen in kaart. Op basis van de survey van 2013 oefent slechts 54,6 % van de werknemers en 51,4 % van de zelfstandige ondernemers in Vlaanderen een job uit die ‘werkbaar’ is. Het doel van de Vlaamse overheid is om tegen 2020 het aandeel werkbare jobs voor werknemers op 60 % te brengen. Voor zelfstandige ondernemers ligt de lat op 55 %. Met een stijging in de werkbaarheidsgraad van 2,3 % tussen 2004 en 2013 bij de werknemers en 3,7 % tussen 2007 en 2013 bij de zelfstandige ondernemers kan je je afvragen of we wel op de goede weg zijn. Los daarvan zou het doel altijd 100 % werkbare jobs moeten zijn, toch? Ook Groen is zich bewust van deze

17

problematiek en wil inzetten op meer werkbaar werk. Aan de vooravond van 1 mei pleitte Groen-voorzitster Meyrem Almaci voor een actieplan rond werkbaar werk. Dat plan moet stress en burn-out op het werk trachten te voorkomen. Een belangrijk instrument hiervoor ziet zij in de Work Ability Index die de werkbaarheid zou monitoren en moet toelaten om in te grijpen daar waar het mis dreigt te gaan. Groen is ervan overtuigd dat te veel mensen uit de boot vallen, onder andere met burn-out, omwille van stresserende omstandigheden op het werk. Op een volledige loopbaan bekeken zou 20 % van de werknemers geconfronteerd worden met een burn-out. Dat tast niet alleen het welzijn van mensen en de gezinnen aan, er is ook een grote financiële kost aan dit fenomeen voor de bedrijven, stelt Groen. Om in de toekomst met ‘een onderbouwd en doordacht beleidsalternatief’ te kunnen komen, organiseerde Groen op 28 april een expertencommissie rond werkbaar werk. Meer concrete voorstellen zullen dus volgen.

D E 30 - U R E N W E E K Een ander voorstel waarmee de kwaliteit van arbeid en de levenskwaliteit in het algemeen kan worden aangepakt, is dat van de 30-urenweek. Hevige voorstanders in het huidige debat van de 30-urenweek zijn de vrouwenorganisatie Femma en de politieke partij PVDA. Femma wijst ons erop dat met dit voorstel bovendien ook heel wat te doen valt aan de gendergelijkheid op het gebied van werk en aan de klimaatproblematiek. Groen pleit al langer voor een arbeidsduurvermindering tot eventueel 30 of 32 uren. Het was onder andere Mieke Vogels die al jaren terug met dit idee op de proppen kwam.


© sh u t t e r s t o c k

DOSSIER II

De 30-urenweek kadert in de traditie van eisen tot arbeidsduurvermindering. Stel je voor, aan het begin van de 20ste eeuw bestond een werkdag uit ongeveer 10 uur en werkten werknemers 6 dagen op 7. In 1921 werd in België de 8-urige werkdag ingevoerd en werkte men 48 uren per week. In 2003 werd de 38-urenweek ingevoerd. Waarom zou het dan nu tijd zijn voor de 30-urenweek? Wel, een 30-urige werkweek geeft, ten eerste, meer ademruimte om een job en zorg beter te combineren, aldus Femma. De werkbaarheidsmonitor van 2013 geeft aan dat voor bijna 11 % van de werknemers in Vlaanderen de balans hierin problematisch is. Bij deze maatregel zouden vrouwen nog meer gebaat zijn dan mannen. Nu zijn het namelijk vooral vrouwen die een stap terug zetten in hun professionele carrière om meer zorgende taken op zich te nemen. Deeltijds gaan werken of gebruik maken van tijdskrediet wordt nog steeds vooral door vrouwen gedaan. Hetgeen grote gevolgen heeft op het gebied van de loonkloof, pensioenkloof en carrièrekansen. Een algemene norm van 30 uur instellen zou ervoor zorgen dat veel vrouwen niet deeltijds hoeven te gaan werken. Op die manier worden ook depressie en stress aangepakt. Femma verwijst

naar onderzoeken die aantonen dat wanneer taken in de vrije tijd onder druk komen te staan vanuit het werk, de kans op depressie en stress toeneemt. Bovendien geeft het mensen de kans om in hun vrije tijd meer kwaliteitsvolle relaties met familie, kinderen, vrienden en buren te onderhouden. Nog een belangrijk punt dat naar voren geschoven wordt, is de herverdeling van werk. Die herverdeling zou voor meer jobs kunnen zorgen. Doordat de groep van actieven wat minder gaat werken zou er werk ontstaan voor diegenen zonder werk. Zo eenvoudig is het echter niet. Werk is niet zomaar deelbaar, stelt denktank Poliargus. Studies tonen echter aan dat een arbeidsduurvermindering die met deze complexiteit rekening houdt, wel degelijk kan bijdragen tot extra werkgelegenheid, aldus nog Poliargus. Tot slot zijn er ook de voordelen op het gebied van het klimaat. Een vermindering in het aantal loonarbeidsuren leidt namelijk tot een lagere CO2-uitstoot. Bij een daling van het jaarlijks aantal loonarbeidsuren met 10 % zou de CO2-uitstoot met 15 % zakken. Eén van de redenen hiervoor is dat wanneer mensen meer tijd hebben, ze minder zoeken naar middelen die tijdsbesparend zijn zoals de wagen, kant-en-klare maaltijden, sterk voorverpakte voeding, elektrische apparaten, enzovoorts.

MINDER WERKEN, K A N D AT W E L? Een vaak gehoorde kritiek op het voorstel van de 30-urenweek is dat het onbetaalbaar is. Een 30-urenweek met loonbehoud zou het uurloon sterk doen stijgen. Op die manier concurreren we ons uit de markt en

18

laat het nu net dat zijn wat de huidige regeringen willen tegengaan via de loonlastenverlagingen. Er is echter meer keuzevrijheid dan dat. Om dit te zien, is het nodig de volgende redenering te volgen. De welvaart die wij allen samen in ons land produceren, kan worden omgezet op drie manieren: in winst voor de organisatie, in loon voor de werknemer of in tijd. Die eerste twee zijn eenvoudig te begrijpen. Het geld vloeit naar de één of de ander. Deze welvaart creëren we binnen een bepaalde tijd. Dat noemen we de productiviteit. Als die productiviteit stijgt, genereren we evenveel welvaart op een kortere tijd. We kunnen dan even lang of langer werken voor meer winst of loon. Of, we kunnen de tijd die we gewonnen hebben via de productiviteitsstijging minder gaan werken voor evenveel winst of loon. Als we nu uitgaan van een loonbehoud dan zou, op basis van een simulatie van denktank Poliargus, bij een productiviteitsstijging van 1,25 % per jaar een 30-urenweek in ons land mogelijk zijn binnen een termijn van 18,5 jaar. Een 35-urenweek zou dan al mogelijk zijn binnen 6,5 jaar. Het is dus belangrijk deze maatregel te zien als iets voor de lange of middellange termijn. In tegenstelling tot wat sommigen ons willen doen geloven, kan het dus wel degelijk anders. Wie zich verschuilt achter financiële noodzaak, verhult het volledige plaatje inzake werk en economie. Steeds vaker kunnen en durven mensen hun werk bekijken vanuit een gevoel van eigenwaarde en stellen ze de overdreven lasten ervan in vraag. Is dat niet iets waar we als samenleving op moeten inzetten om echt over welvaart voor iedereen te kunnen spreken?

A u t e u r : B a r t S ch o l i e r s


AFDELING IN DE KIJKER

JONG GROEN ANTWERPEN Feestjes, debatten en zelfs natuur in ’t stad Antwerpen is een bruisende en boeiende stad met veel potentieel voor een andere mobiliteit en groene stadsontwikkeling. Denk aan Ringland, maar ook aan het autovrij maken van het historisch stadscentrum. Jong Groen Antwerpen wil het eerste aanspreekpunt en platform zijn voor jongeren die streven naar een duurzame en sociaal inclusieve stad. Met de huidige burgemeester is dat niet altijd even gemakkelijk – zoals Kermit de Kikker al zong: it ain’t easy being green – maar opgeven staat niet in ons woordenboek.

Hoe bereiken we jongeren? We kiezen voor een sterke focus op inhoudelijke verdieping en verbreding. Zo organiseren we gespreksavonden over een welbepaald thema dat leeft bij jongeren in ’t stad. Vorig jaar waren dat onderwijs, mobiliteit, natuur en jeugdinitiatieven. We kwamen samen in het Atheneum om te debatteren over meertaligheid in onderwijs. In een fijne koffiebar op het Moorkensplein in Borgerhout ging het dan weer over mobiliteit. De laatste editie ging door onder de

noemer ‘#beweegAstad: hoe kunnen jongeren de stad veranderen?’. Telkens nodigen we een aantal experts uit om hun kennis te delen, om vervolgens met elkaar in gesprek te gaan of zelfs kleinere werkgroepjes te vormen. We vinden het belangrijk om de aanwezige jongeren zelf zoveel mogelijk aan het woord te laten. We merken dat die avonden steevast op veel interesse en positieve feedback kunnen rekenen. Bij Jong Groen Antwerpen is er ook nog liefde voor … groen. Half april

19

organiseerden we een heus natuurweekend. Samen met een gids trokken we erop uit om te zien welke verborgen groene plekken er in Antwerpen te vinden zijn en welke fauna en flora de stad nog rijk is. We breidden er meteen een nacht gezellig kamperen op onze eigen Linkeroever aan vast. Natuurlijk kan de boog niet altijd gespannen staan. Om al die activiteiten te plannen, moet er vergaderd worden. Dat doen we in één van de vele sfeervolle kroegen die Antwerpen rijk is – keuze te over. Jong Groen Antwerpen organiseerde dit jaar ook tot driemaal toe het intussen beruchte feestje Shake That Green Ass. We vinden het belangrijk dat iedereen zich welkom voelt en zijn of haar plek vindt. We proberen dan ook actief nieuwe mensen te verwelkomen. Zo sloten dit jaar o.a. Eva, Marie en Zindzi zich aan. Zij vlogen met een verbazingwekkende dosis energie meteen in de ‘Klimaatrebellen’-een uitdaging van Jong Groen nationaal. En ze wonnen die! Als prijs krijgen we binnenkort Jonathan Lambregs (jongerenvertegenwoordiger Vlaamse Jeugdraad voor klimaat bij de VN) op bezoek als spreker. Trots dat we zijn! In september starten we met een nieuw politiek werkjaar. Volg je dat graag of wil je actief meewerken aan een beter Antwerpen? Laat dan iets weten via femke@jonggroen.be.

Jong Groen Antwerpen @jgantwerpen

Auteur: Femke Meeusen


© Sien Verstraeten

JONG

TOURNEVIE


Het werkt zoals een bibliotheek: in ruil voor een kleine jaarlijkse bijdrage krijg je ongelimiteerde toegang tot een breed assortiment kwaliteitsgereedschap. Dat is goedkoop en ecologisch. Tournevie wil zo een alternatief bieden voor duurdere huur- en verkooppunten. Als non-profit uitleendienst voor werktuigen gingen ze net van start in hartje Brussel. Een van de jonge initiatiefnemers Olivier Beys vertelt wat hen drijft. Delen is hip en als je er de website van Tournevie op naslaat, word je daarvan overtuigd door een prachtig mission statement. Zes korte titels leiden ons in de goede richting: bespaar geld; help het milieu; eenvoudige toegang; bouw mee aan Brussel; leer bij en maak deel uit van een gemeenschap. Dat klinkt allemaal heel ambitieus. En misschien tegelijkertijd even vanzelfsprekend.

Nu worden onze menselijke noden te veel benaderd vanuit een zuiver rationeel marktdenken: mensen ontmoeten elkaar op de markt en het enige wat hen bindt zijn de markttransacties tussen hen. Maar we zien heel duidelijk dat meer en meer mensen zich daar slecht bij voelen. Wij willen een alternatief bieden.”

Een lidmaatschap voor een jaar kost 20 euro, snel terugverdiend als je al eens de handen uit de mouwen steekt. Verder verklein je de afvalberg, stimuleer je reparatie en zet je je af tegen de wegwerpcultuur. Het is ook makkelijk: je hoeft niet al je vrienden af te bellen naar die ene boormachine. Voor de leergierigen onder ons: er zullen workshops worden aangeboden om de werking van het gereedschap beter te leren kennen en specifieke technieken aan te leren. En last but not least, je werkt mee aan de uitbouw van een Brusselse gemeenschap waarin zelfredzaamheid, economische autonomie, creativiteit en samenwerking centraal staan. Met andere woorden: voor elk wat wils.

Olivier: “Een economie gebaseerd op samenwerking met drie even belangrijke takken: de markt, de overheid en de commons. Die laatste zijn als het ware basisgoederen die voor iedereen vrij beschikbaar zijn bijvoorbeeld water, lucht, enz. Wij voegen daar dan heel concreet een reeks praktische werktuigen aan toe. Maar misschien het belangrijkste aspect aan de commons wel nog het optreden van ongedwongen samenwerking bij het delen ervan. Die deeleconomie hoeft de markteconomie niet te vervangen. Maar ze vormt wel een noodzakelijke aanvulling erop.”

Wat heeft jullie ertoe aangezet om met Tournevie te beginnen? Olivier: “We zijn ervan overtuigd dat er nood is aan een andere economie. Er is een gebrek aan een plek waar het economische en het sociale samenkomen. Die willen wij net creëeren.

Hoe ziet jullie alternatief er dan uit?

“Een mens is in de visie van Tournevie dan ook meer dan een homo economicus die als individu op zoek gaat naar de meest efficiënte en rationele manier om zijn eigen behoeftes te vervullen. Het samenwerken tussen mensen biedt een antwoord op de leegte die de berekende mens ten deel valt.”

21

© Sien Verstraeten

JONG

Jullie deden beroep op Growfunding om jullie project op te starten. Hoe verliep dat? Olivier: “Growfunding biedt in feite een platform waarop je je Brusselse project kunt voorstellen. Je neemt contact op met de organisatie en samen schat je dan in hoe haalbaar het project is. Daarnaast organiseren ze workshops over hoe een Growfunding-campagne op te bouwen en een breed netwerk te mobiliseren voor je project. Ten slotte bieden ze ook ondersteuning met de ondertiteling / vertaling van je campagnefilmpje en zetten ze het project online van zodra de campagne op punt staat. Het is wel handig dat je op al die zaken beroep kunt doen, maar het blijkt toch dat je mensen het meeste face to face overtuigt van je zaak door met hen te praten!”

De Growfunding-campagne sloot midden juli succesvol af: de doelstelling werd met ca. 110% gehaald. Het project kan dus tegen het einde van de zomer van start gaan. Proficiat!

Check zeker ook eens de website: www.tournevie.bxl

A u t e u r : S o e t k i n H o e ss e n


CULT UUR

© mijnLeuven

Redders van de klimaatondergang

GUERRILLA GARDEN

Met zestien zijn ze, de enthousiaste jongeren die Leuven willen redden van de klimaatondergang: de klimaatambassadeurs.

Het hoogtepunt van de uitdagingen brak aan toen er bij het ochtendgloren van 26 juni een park verrees op het Martelarenplein. De ambassadeurs hadden man en macht verzameld om samen een pop-up tuin aan te leggen net voor het station. Een guerrilla garden. De nog slaapdronken Leuvenaars konden een nieuw park op hun dagelijkse tocht naar het werk aanschouwen. In de loop van de dag werd deze prachtige guerrilla garden een trekpleister voor Jan en alleman. De fijne achtergrondmuziek en alle lachende gezichten maakten het plaatje compleet.

In oktober 2014 gingen zestien jonge klimaatambassadeurs, onder begeleiding van ‘mijnLeuven’, de uitdaging aan om de stad van de klimaatondergang te behoeden. Ze formuleerden twaalf ambitieuze klimaatuitdagingen, voor zichzelf en alle inwoners van Leuven, om aan een ecologische stad te bouwen.

ENKELE UITDAGINGEN Al snel lieten ze de eerste uitdaging los op 150 personen. Twee ambassadeurs wilden voedselverspilling aanpakken en zochten niet-goed-genoeg-voor-de-winkel-maar-welvoor-de-vuilnisbelt-eten op om er een grote maaltijd mee te maken. Een heerlijke maaltijd en 150 gevulde magen zetten de problematiek rond voedselverspilling opnieuw duidelijk op de kaart.

Al snel geraakten mensen gewend aan dit fenomeen. De teleurstelling was dan ook des te groter toen de tuin weer verdween. Het verdwijnen ervan is echter relatief. Enkele gelukkige passanten mochten een stukje van de tuin mee naar huis nemen waardoor het idee blijft voortleven in de Leuvense stadstuintjes.

J O N G G E L E E R D, V E R Z E K E R D VA N M O R G E N

Een dikke maand later probeerden drie andere klimaatambassadeurs in de gehele maand januari zo min mogelijk afval te produceren. Onderling maakten ze er, samen met hun hele familie, een wedstrijd van. Zo werden zij en hun vrienden bewust van de hoeveelheid afval dat één gezin produceert.

Van energiespeurders tot mobiliteitsonderzoekers. Van experimenteren met ruileconomie tot zelf schoonheidsproducten maken. De klimaatambassadeurs waren nergens vies van. Reken er maar op dat deze zestien jongeren het hier niet bij zullen laten. Een klimaatondergang kan Leuven alvast niet meer deren.

En zo volgden er nog verschillende uitdagingen die telkens opnieuw de aandacht eisten voor de milieuproblematiek.

22

A u t e u r : G e r t- Ja n A b r a m s


CLIMATE EXPRESS 29 november

klimaatmars Parijs Jong Groen gaat mee met de trein uit Brussel www.climate-express.eu

AGENDA Jong Groen is een politieke jongerenorganisatie die jongeren de kans geeft mee te bouwen aan een betere wereld. Een wereld met aandacht voor de problemen van alle mensen en het milieu. Jong Groen wil zoveel mogelijk jongeren bij groene politiek betrekken. Dit doen we door een fris en gevarieerd activiteitenaanbod. We bouwen mee verder aan het groen-progressieve gedachtegoed en verspreiden het. Standpunten, activiteiten en meer info over Jong Groen op www.jonggroen.be.

Dinsdag 8 september Bestuursverkiezingen, Brussel

Zaterdag 26 september Startdag, Gent

DOE MEE Je kan ook lid worden van Jong Groen. Zo ontvang je niet alleen gratis dit tijdschrift, maar blijf je via de ledennieuwsbrief ook op de hoogte van alle activiteiten. Lid worden van Jong Groen kost je helemaal niets en doe je heel eenvoudig op www.jonggroen.be/ikdoemee

Werk ten mee a an dit nummer: Gert-Jan Abrams, Olivier Beys, Eline Deblaere, Soetkin Hoessen, Simon Horsten, Thomas Lamm, Femke Meeusen, Ruth Noyens, Bart Scholiers, Belinda Torres-Leclerq, CĂŠline Van Den Abeele, Pepijn van Eeden, Imke Vanderlinden, Leen Verheyen, Sien Verstraeten Hoofdredactie: Sien Verstraeten Vormgeving: MadebyHanna.com Heb je interesse om de redactie te vervoegen? Mail dan vliegensvlug naar sien@jonggroen.be.

Volg ons op twitter (@jonggroen) en facebook, of lees meer via #jonggroenleest

Gedrukt op 100% post-consumer recyclagepapier met vegetale inkten.


GROENE SMOEL

In de groene smoel tonen we telkens een ander gezicht van Jong Groen.

KIM Toen ik lid werd van Jong Groen, was ik niet van plan om een echt actieve rol op te nemen. Gelukkig had Jong Groen Aalst toen een heel leuke oprichter, Anaïs, die me persoonlijk contacteerde om eens kennis te maken. Themadagen, startdagen en zomerkampen van Jong Groen nationaal hebben ook een grote invloed gehad op mijn 'goesting' om lokaal aan de slag te gaan. Jong Groen Aalst heeft ondertussen een heus bestuur, we organiseerden al een filmavond 'Vanishing of the bees', dit najaar wordt die vervolgd door een discussieavond met Bart Staes. Verder gaan we nog picknicken, op jeugdhuizentocht en houden we een alternatieve markt. We werken ook regelmatig samen met andere politieke jongeren en steunen elkaar als we gelijklopende belangen te verdedigen hebben. Ik ben dus veel met politiek bezig. Maar ik speel ook graag tabletop games. Samen met mijn vriendin bezoek ik heel wat musea en we proberen toch zoveel mogelijk van ons klein stukje van de wereld te zien. Dit speelplein 'Ten Rozen' ligt naast mijn deur en is een bron van zeer veel vreugde. Het is een van de weinige echt toegankelijke groene plekken in mijn buurt. Mensen – jong en oud – spelen hier, maken muziek, doen aan yoga, voetballen of zitten gewoon op een bankje. Het is een verzamelplek voor nieuwe en doorwinterde bewoners, bezoekers van ver en dichtbij. Jammer genoeg is het voortbestaan van dit plein nooit zeker, al decennialang bestaan er plannen om hier een woonwijk van te maken. Maar dat zal niet zonder slag of stoot gebeuren. Ik droom ervan om ooit een webwinkeltje op te richten. En ik wil natuurlijk een leuke toekomst met de mensen van wie ik hou, met een verder politiek engagement. Voor Jong Groen Aalst wens ik een heel actieve werking en een verzekerde toekomst. Ik hoop zoveel mogelijk mensen te betrekken om samen te werken aan een duurzame wereld voor iedereen (kumbaya!).


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.