Vlam 4

Page 1

VLAM

driemaandelijks magazine van Jong Groen ERKENNING P702077 | V.U. Lies Corneillie, Sergeant De Bruynestraat 78-82, 1070 Brussel

E D I T I E A P R / M E I /J U N 2 0 1 5

DOSSIER

Bruinkoolmijnen DOSSIER

Meertaligheid op school

Chantal Mouffe: “Kiezen tussen centrum-links en centrum-rechts is kiezen tussen Pepsi-Cola en Coca-Cola.”


GROENLAND

EEN BESCHEIDEN VOORSTEL (onderstaand fragment komt uit een verfomfaaide nota die werd gevonden in de Wetstraat, Brussel)

… zo beschikt ook de detentiesector over talloze pistes ter optimalisering van de omzet. Waar zijn de meeste efficiëntiewinsten in de detentiesector te boeken? Welnu, het hoeft geen betoog dat onze detentiehuizen bij wijlen tot de nok toe gevuld zijn met eerder nutteloze sujets, die de investeringen van overheidswege verre van terugverdienen. De cijfers schreeuwen om een grotere sense of urgency: we spreken algauw van ettelijke miljoenen euro’s per jaar die wij ophoesten, louter voor de kost en inwoon van de mislukte medemens. Welke moderne staat sluit mensen op die niet te empoweren zijn tot arbeidskrachten? Wat is het nut van een stapel cretins die handenvol geld kosten en nooit eens een steentje bijdragen? Neen, de Groei waar ons land als geheel baat bij heeft, ondervindt geen steun van een ondoordacht detentiebeleid. Omdat oplossingsgericht denken in ons DNA zit, stellen wij een tweesporenpad voor dat enerzijds bestaat uit de eliminatie van redundate elementen en anderzijds uit een slimme selectie van op te sluiten arbeidskrachten. Spoor één: downsizen. Gevangenisstraffen van minder dan 5 jaar worden niet geïmplementeerd.

Wie wél wordt opgesloten maar economisch geen significante bijdrage levert, wordt zo spoedig mogelijk fysiek geëlimineerd. Overigens dient de rechtspreker te allen tijde rekening te houden met het vooropgestelde target: elk gerechtelijk arrondissement zal jaarlijks een op voorhand vastgelegd quotum van verdachten moeten veroordelen voor een op voorhand vastgelegd aantal jaren. Op die manier vermijden we in de toekomst overbevolking en lijden ook de economische activiteiten binnen de detentiecentra niet onder een willekeurig komen en gaan van arbeidskrachten. Voorspelbare factoren vormen tenslotte de eerste grondstof van een stabiele economie. Spoor twee: quality based recruitment. Gezien de arbeid waarin wij voorzien voor de detentiecentra hoofdzakelijk fysieke arbeid betreft, selecteren we gedetineerden volgens het prototypemodel: hoe beter de verdachte het prototype van de ideale arbeider benadert, hoe langer de straf die wordt uitgesproken door rechter of jury. Dit maakt de bepaling van de strafmaat ook net iets eenvoudiger voor de rechtspreker. Dat prototype kan nog middels de nodige research verfijnd worden, maar uiteindelijk zal het draaien om gezonde jongemannen, rond de 20 jaar, liefst niet te hoog opgeleid en ev. zonder familie. Daarenboven veroordelen we zo vaak mogelijk Maghrebijnse jongens, bij

2

uitstek Berbers, die immers bekendstaan om hun bereidheid en aanleg tot hard, taai werk. De verschillende gerechtelijke arrondissementen zullen leren om het prototype zonder veel omhaal te kunnen herkennen én om bij twijfel tussen verschillende verdachten resoluut te kiezen voor het veroordelen der nuttigste verdachte. Wij slaan op deze manier tal van vliegen in één klap. Zo maken we komaf met de flink onpraktische situatie van de overbevolking in de gevangenissen, verkrijgen we een gegarandeerde toestroom van kwaliteitsvolle onbetaalde arbeidskrachten en – last but not least – krikken we onze competentiekracht met de ons omliggende landen weer op. Abstractie gemaakt van de gedetineerden zelf, zorgt deze regeling uitsluitend voor win-winsituaties.

Niet overtuigd? Jong Groen vindt dat gevangenen recht hebben op een eigen stem, een ernstig debat en een humaan beleid. Daarom organiseren we op 23 mei een themadag rond gevangenen, in Gent. Meer info op www.jonggroen.be/ themadaggevangeniswezen

Auteur: Simon Horsten


EDITO

INHOUD

JONGE, GROENE LEZER S, Jullie zullen het ook wel al gemerkt hebben. Onze beleidsmakers ontketenen tegenwoordig een heksenjacht tegen iedereen die een steuntje in de rug nodig heeft. Met foute cijfers en onzinnige clichébeelden blijft deze rechtse tripartite iedereen die het wat moeilijker heeft, wegzetten als profiteur. Een uitgekiende strategie om op langere termijn de onderlinge solidariteit te ondergraven en grote besparingen te realiseren met het uithollen van de sociale zekerheid. Met Jong Groen gaven we een krachtig tegensignaal, met onze kersverse congrestekst maakten we duidelijk dat we armoede en sociale ongelijkheid in onze samenleving niet langer dulden. We formuleerden meer dan 60 concrete, ambitieuze beleidsvoorstellen die komaf maken met deze schandvlek. Onbetaalbaar? Luchtfietserij? Onzin! Onze samenleving is er welvarend genoeg voor, het enige wat ontbreekt is politieke wil. Ondertussen twee jaar geleden bogen we ons op ons congres over het thema jeugdwerkloosheid en ook die congrestekst bood de politici een resem oplossingen aan. Helaas zien we op het terrein weinig verbetering, zo getuigen twee Jong Groenen in deze Vlam. Het is dan ook onze taak als Jong Groen om dit thema blijvend op de politieke agenda te zetten, tot er een oplossing komt. Want in de wereld van Jong Groen behoren niet alleen armoede en sociale uitsluiting tot het verleden, maar krijgen jongeren, ook zonder ervaring, alle kansen.

p4

DOSSIER I Meertaligheid op school

p7

F R A P P A N T Privacy op het internet

p8

IN BEELD Congres (W)arme samenleving

p 11

TE GAST Écolo j

p 12

INTERVIEW Chantal Mouffe over links populisme

p 16

DOSSIER II Bruinkoolmijnen

p 19

AFDELING IN DE KIJKER Jong Groen Gavers

p 20

JONG Twee jongeren en hun zoektocht naar werk

p 22

CULT UUR Teer zand, stevig stuk

In onze wereld behoren fossiele brandstoffen ook tot de voltooid verleden tijd. Onze uitstap naar de bruinkoolmijnen toonde nog maar eens aan wat voor schade de ontginning van fossiele brandstoffen aanricht. Nóg een extra argument voor hernieuwbare energie. Hoeveel nog alvorens ook het conservatieve bewind het licht ziet? We leven in een rijk en welvarend land, maar we staan ook voor heel wat uitdagingen. Hoe beschermen we in deze digitale tijden ons recht op privacy? Hoe maken we onze kinderen klaar voor de globaliserende wereld? Jong Groen heeft niet altijd voor alles een pasklaar antwoord, maar we gaan er wel altijd samen naar op zoek. Benieuwd naar de eerste aanzetten tot antwoorden, de contouren van onze ideale wereld? Lees gerust verder in deze Vlam, of kom gewoon af naar een van onze volgende activiteiten. Graag tot dan!

Céline en Eline, voorzit ter en ondervoorzit ter

3

Met onze nog kersakvetrsene we congrestekst ma armoede en duidelijk dat we id in onze sociale ongelijkhe langer dulden. samenleving niet


DOSSIER I

MEERTALIGHEID OP SCHOOL Onze multiculturele samenleving heeft ontegensprekelijk een invloed op het onderwijs. Jarenlang werd in scholen vastgehouden aan het idee dat uitsluitend het gebruik van het Nederlands in de klas en op de speelplaats anderstalige leerlingen op de goede weg kon helpen. Maar stilaan lijkt die visie onder druk te komen staan.

In Vlaanderen wordt vijftien procent van de kinderen in de basisscholen en tien procent in het secundair thuis opgevoed in een andere taal dan het Nederlands, een grote uitdaging voor ons onderwijs. De oorspronkelijke redenering om daarop een antwoord te bieden was redelijk eenvoudig: hoe meer Nederlands, hoe beter. De thuistaal van anderstalige leerlingen werd uit de scholen verbannen en in de plaats daarvan kwam een intensief taalbad. “Anders leren ze het nooit”, was het credo.

te laten gaan. Het is bovendien ook nergens bewezen dat je constant de input van het Nederlands nodig hebt om de taal te leren. Een hele dag onderwijs krijgen in het Nederlands heeft bovendien ook negatieve effecten. Anderstaligen kunnen op die manier nooit tot rust komen in hun thuistaal en dreigen zo af te haken. En daarbovenop komt ook nog eens dat wie zijn moedertaal beter onder de knie heeft, sneller ook een tweede taal zal oppikken.

“Dat bestond uit twee delen”, legt pedagogisch begeleidster van het departement Onderwijs en Opvoeding van de Oost-Vlaamse provinciehoofdstad Sara Gielen uit. “Enerzijds wilden we de thuistaal van anderstalige leerlingen erkennen en zo het welbevinden van de kinderen verhogen. Anderzijds liep in twee van de vier betrokken scholen ook een deelproject waarbij Turkse leerlingen de mogelijkheid kregen te leren lezen en schrijven in hun eigen taal en zo linken te leggen naar het Nederlands.”

Die focus blijkt echter geen garantie op succes. Om verder te bouwen op de metafoor van het taalbad, schreven docent van de vakgroep Taalkunde van de UGent Piet Van Avermaet en hoogleraar Taalkunde Stef Slembrouck vorig jaar in een essay dat we eerder moeten spreken over een taalzwembad. Sommige kinderen zullen namelijk wel het Nederlands opzuigen als een spons en zonder problemen kunnen zwemmen, maar bij anderen lukt dat niet. Die laatste groep is meer gebaat bij ‘watergewenning’ waarbij de thuistaal wordt ingezet om het ‘zwemmen’ vlotter

Meertaligheid is geen probleem, het is een troef.

Op basis van de resultaten en de ervaringen van leerkrachten en begeleiders schreef Gielen samen met haar collega Ayşe Işçi het boek ‘Meertaligheid: een troef’. Een toepasselijke titel volgens de auteurs. “Vaak wordt meertaligheid op school als een probleem beschouwd, maar dat hoeft niet zo te zijn. Het thuistaalproject toonde aan dat het gebruik van de thuistaal helemaal geen negatief effect heeft op de taalvaardigheid in het Nederlands van de leerlingen. En het werd eveneens duidelijk dat de kinderen zich meer op hun gemak voelden in de klas.

Projecten die inzetten op meertaligheid in het onderwijs zijn schaars, maar het Gentse stadsbestuur is er reeds enkele jaren actief mee bezig. Tussen 2008 en 2012 liep er een proefproject in twee initiatieven voor buitenschoolse opvang en in vier scholen netoverschrijdend: ‘Thuistaal binnen onderwijs en opvang’.

4


DOSSIER I

daarop. “We zijn heel gevoelig als het over taal gaat. Het project had nochtans steeds als doel dat anderstalige kinderen aan het einde van de rit op een degelijk niveau het Nederlands onder de knie zouden hebben, nog steeds de standaard- en voertaal in onze samenleving. Zo mochten bijvoorbeeld leerlingen tijdens groepswerkjes hun thuistaal gebruiken, maar moest vervolgens de presentatie voor de klas wel in het Nederlands gebeuren. De thuistaal werd dus niet de ganse tijd toegelaten. Het werd als een opstapje gebruikt.”

Ook op de speelplaats was dat het geval, de scholen gaven aan dat het toelaten van de thuistaal niet gelijk staat aan kliekjesvorming en uitsluiting op de speelplaats. Zulke problemen vallen op te lossen met het maken van duidelijke taalafspraken. Als er bijvoorbeeld een kindje bij een groep komt staan die niet de taal spreekt, moet er worden overgeschakeld naar het gemeenschappelijke Nederlands. De rol van de leerkracht en het team rond de school is daarbij belangrijk. “Je moet niet optreden als een politieagent”, legt Sara Gielen uit. “Het draait eerder om bewustwording creëren bij de kinderen. De boodschap aan hen is dat hun taal welkom is op school, we sluiten niet uit met taal. Met kleine veranderingen kan je als leerkracht al heel wat bereiken. Een familiemuur waarop de kinderen foto’s van thuis

kunnen plakken is bijvoorbeeld een uitstekend voorbeeld dat vaak al wordt toegepast. Zo geef je de thuisidentiteit van het kind een plaats. Bovendien toonde het thuistaalproject ook aan dat de attitudes van de leerkracht tegenover de leerlingen veranderden. Ze hadden vaak een grotere waardering voor de meertaligheid van hun klas.” Het Gentse proefproject wierp duidelijk zijn vruchten af. Toch kreeg het stevige kritiek te verduren. Zo spraken N-VA’ers Zuhal Demir en Peter De Roover over een feitelijke apartheid en ook partijgenoot Siegfried Bracke liet zich niet onbetuigd door te stellen dat er op wetenschappelijke basis achterstelling werd georganiseerd. “Het is jammer dat die kritiek vooral op het buikgevoel en clichés gebaseerd was”, reageert Sara Gielen

5

Het proefproject is afgerond, maar dat betekent niet dat er geen verdere initiatieven worden genomen verzekert Gielen. “Het positief omgaan met meertaligheid is en blijft een actiepunt in de beleidsnota van Schepen van Onderwijs, Opvoeding en Jeugd Elke Decruynaere (Groen)”, licht ze toe. “We gaan er dus verder mee aan de slag in scholen en de buitenschoolse opvang door middel van begeleiding en ondersteuning, waarbij we ons boek dat bedoeld is voor leraren en de andere betrokken actoren als leidraad gebruiken. En verder focussen we onder meer op de ondersteuning van de pedagogische begeleiders van de verschillende netten en organiseren we collegagroepen voor leerkrachten en directies om ervaringen uit te wisselen en om de twee jaar een studiedag om het maatschappelijk draagvlak te vergroten. Ten slotte is er nog de actie samen met de Stedelijke Bibliotheek Gent om het aanbod anders- en meertalige boeken bekend te maken bij leerkrachten, ouders en kinderen. Een veelzijdige waaier aan initiatieven dus. Dat heeft ook belangstelling van buitenaf gewekt. Er bestaat bijvoorbeeld reeds interesse in ons project in Brussel en Antwerpen.”


DOSSIER I

Volgens schepen Elke Decruynaere bestaat er in steden zoals Brussel en Antwerpen interesse in het Gentse proefproject ‘Thuistaal binnen onderwijs en opvang’. Onze redactie trok naar Antwerpen en sprak met Jeroen Verhaert, een 31-jarige leerkracht, over de lokale stand van zaken.

Klopt het dat een dergelijk project ook in Antwerpen van nut kan zijn? Zeker. Antwerpen staat na Rotterdam op de tweede plaats wat betreft het aantal verschillende culturen in één stad, en dus vóór miljoenensteden zoals New York. Heel veel leerlingen spreken een andere taal thuis, en dat is zeker niet alleen Frans, Turks of Arabisch.

Is die meertaligheid een troef, zoals Sara Gielen zegt? Uiteraard is de aanwezigheid van verschillende talen een absoluut pluspunt, maar het brengt wel heel wat spanningen met zich mee. Het zou gemakkelijker zijn als iedereen dezelfde taal zou spreken. Maar meertaligheid is nu eenmaal een feit, en daar moeten we zo goed mogelijk mee omspringen. Het is de plicht van het onderwijs, en bij uitbreiding van heel de maatschappij, om positief om te gaan met de verschillen die er zijn in de klas.

Wat maakt dit project in het bijzonder dan interessant? Voor leerlingen die niet snel een taal opnemen, is het belangrijk hen ook in de eigen taal te laten werken. Een klassieke schoolse benadering van

Na a m Jeroen Verhaert School / Jaren / Richtingen Stedelijk Lyceum Quellin. Verschillende groepen van de onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers (OKAN). Duurtijd loopba an 5 jaar in verschillende scholen. A antal leerlingen met anders talige achtergrond op huidige school In OKAN 100%, in secundair 80% à 90%

enkel intensief Nederlands spreken en leren, heeft weinig zin. Via projecten en lessen waarin de taal minder centraal staat (sport, crea, koken …) leren ze vaak even veel Nederlands als in de klas. Op mijn school vragen we soms aan de leerlingen om iets naar hun moedertaal te vertalen. Bovendien organiseren we één keer per jaar een taal- en cultuurdag. Leerlingen met dezelfde moedertaal zitten dan tijdens enkele lesuren samen om de dag voor te bereiden. Dat mag in hun moedertaal, maar de presentatie gebeurt in het Nederlands.

Nederlands uiteraard. Zo krijgen anderstalig opgevoede leerlingen een eerlijke kans om af te studeren. Helaas is dat niet altijd het geval. Nog te vaak krijgen anderstalig opgevoede leerlingen niet de kansen die ze verdienen. Velen van hen worden meegezogen in het watervalsysteem door misvattingen. Zo wordt niet altijd begrepen dat de fouten op hun testen eerder te wijten zijn aan het niet begrijpen van de vraag in plaats van het niet kennen van een antwoord. Daarin heeft het onderwijs nog heel wat werk voor de boeg.

De metafoor van het taalzwembad die Piet Van Avermaet gebruikt is dus toepasselijk?

Voor welke andere talige uitdagingen staat ons onderwijs nog?

Dat is zeker het geval. Sommige leerlingen leren heel snel Nederlands omdat ze een goede opleiding hebben genoten in hun thuisland, een groot taalgevoel hebben of een familielid hebben waarmee ze Nederlands kunnen spreken. Maar niet iedereen neemt een nieuwe taal vlot op. In dat geval is het interessant om hen te laten baden zodat ze stelselmatig hun plan leren trekken in het Nederlands. In de verschillende scholen waar ik al les heb gegeven, merkte ik dat sommige leerkrachten geen rekening hielden met fouten tegen het Nederlands, behalve bij het vak

De grootste uitdaging is het realiseren van gelijke kansen. In een stad zoals Antwerpen, waar leerlingen met totaal verschillende achtergronden samenkomen, werkt het huidige onderwijssysteem niet meer efficiënt. Meer dan ooit moeten leerlingen individueel begeleid kunnen worden. Het kan niet dat leerlingen die niet volmondig Nederlands spreken al op voorhand hun toekomst verliezen. Natuurlijk is er tijd en geld nodig om hervormingen door te voeren. Maar aangezien de jeugd de fundering van de maatschappij is, mogen we er niet voor terugdeinzen.

6

A u t e u r s : Th o m as La m m e n F e m k e M e e u s e n


FRAPPANT

ONLINE PRIVACY Als je een website bezoekt of een app gebruikt, zijn er tientallen bedrijven die over je schouder meekijken. Dat zijn adverteerders, datahandelaren en analysebedrijven. Het spioneren vindt plaats via ingewikkelde software. Wat research leert dat het in beperkte mate mogelijk is om jezelf daarvan af te schermen. Het fenomeen roept heel wat ethische vragen op. Hoe ver mogen bedrijven gaan in het verwerven van inkomsten? Kan dit ingeperkt worden met wetgeving? Of dienen we zoals Silicon Valley verkondigt privacy gewoon te vergeten?

BIG BUSINESS Internetbedrijven zoals Google verzamelen informatie over hun gebruikers met behulp van trackers. ‘Big data’ is de gigantische collectie informatie die in cyberspace wordt opgeslagen en wacht om op een of andere manier georganiseerd te worden. Het is een benadering van marketing die merken en organisaties in staat stelt te leren over consumenten en hun strategieën aan te passen. Het begint wanneer je reclame op maat te zien krijgt. Soms gaat het nog een stap verder: ‘dynamic pricing’ is de praktijk waarbij de prijs automatisch wordt bijgesteld aan de hand van gebruikersdata.

ETHISCH Privacy is onderdeel van ethische kwesties. Er bestaat een spanning tussen privacy en andere belangen, zoals strafvordering en bestrijding van ongewenst gedrag. In de context van commerciële belangen rijst de vraag of data-opslag opweegt tegen de voordelen van de op de gebruiker afgestemde computerfunctionaliteit.

Misschien moeten we eens nadenken over wat we in de eerste plaats willen zijn: burgers of consumenten?

S O C I A L E P R I VA C Y iMinds-onderzoeker Ralf de Wolf relativeert op mediawijs.be de veel voorkomende stelling dat privacy dood is: “Beschouwd vanuit het perspectief van de sociale privacy (ten opzichte van andere mensen), denk ik niet dat privacy dood is. We zien dat mensen op heel veel verschillende manieren hun privacy trachten te managen en enigszins de controle proberen te behouden over hun persoonlijke informatie. Privacy is niet dood. Voor mij is privacy eerder een proces dan een einddoel. Zo ga je bijvoorbeeld private informatie toelichten aan iemand anders om een vertrouwensrelatie op te bouwen met die persoon; of wil je een poosje alleen zijn om over jezelf na te denken. […] Misschien klopt deze stelling wel bij privacy ten opzichte van andere actoren, zoals Google, maar ten opzichte van andere mensen is privacy zeker niet dood.”

7

E R A S I N G D AV I D In de documentaire ‘Erasing David’ uit 2010 wil filmmaker David Bond weten hoeveel persoonlijke informatie over hem is opgenomen in de digitale bestanden van de overheid en privéorganisaties en vraagt hij zich af wat er met die informatie gebeurt. David komt er al snel achter dat zijn ideeën over privacy achterhaald zijn. Hij heeft niets te verbergen, maar er is genoeg te vrezen in de gedigitaliseerde maatschappij. Momenteel bestaat er geen sluitende manier om je te beschermen tegen dit soort praktijken, maar er zijn wel een aantal dingen die je kan doen om minder sporen na te laten.

www.mediawijs.be www.erasingdavid.com www.demorgen.be/technologie/ zo-scherm-je-je-privacy-beter-afa2279626

Auteur: Steven Leysen


IN BEELD

CONGRES (W)ARME SAMENLEVING

Leuven, tien uur op een zaterdagochtend. Heel wat Jong Groen-leden zijn op weg naar het Provinciehuis van Vlaams-Brabant voor een boeiende congresdag. Hun doel voor vandaag? Het standpunt van Jong Groen over armoede en sociale uitsluiting vastleggen. Het uiteindelijke resultaat is een reeks beleidsvoorstellen om armoede en sociale ongelijkheid drastisch aan te pakken. Actie is meer dan nodig. De cijfers liegen er immers niet om: 1 op de 11 Vlamingen leeft met een inkomen onder de armoededrempel. Neen, Jong Groen wil geen arme samenleving.

8


IN BEELD

De centrale gedachte doorheen het congres was het doorbreken van de gedachte ‘eigen schuld, dikke bult’. Armoede is geen eigen keuze, maar een gevolg van ongelijke kansen en maatschappelijke structuren. Net zoals een dobbelsteen in een spel, bepaalt je toevallige achtergrond voor een groot deel je startpositie in het leven. Tijdens de middagpauze ondervonden we in een spel aan den lijve hoe het voelt om met ongelijke middelen aan de startstreep te komen. Op welke manier moet dit eeuwenoude probleem van armoede dan het beste aangepakt worden? Volgens Jong Groen is een basisinkomen één van de grote beleidsprioriteiten in de strijd tegen armoede. Met het basisinkomen heeft iedereen onvoorwaardelijk recht op een inkomen. Op deze manier wordt niet enkel financiële armoede aangepakt, het opent ook op andere vlakken perspectieven. Mensen krijgen de

mogelijkheid om zo veel te werken als ze willen, zich in te zetten via vrijwilligerswerk of die ene passie te ontwikkelen. Mensen zijn zich niet altijd bewust van de rechten die ze hebben, een efficiëntere dienstverlening is dus noodzakelijk. Jong Groen pleit daarom voor de oprichting van het Gemeenschapshuis, dat het huidige OCMW moet vervangen. Kind en Gezin, wijkgezondheidscentra, justitiehuizen, jeugdorganisaties enzovoort worden allemaal op één centrale plaats samengebracht. Dat zou niet alleen moeten zorgen voor een toegankelijke dienstverlening, maar brengt ook verschillende groepen van de samenleving met elkaar in contact. Mensen in armoede stellen vaak omwille van de kosten een bezoek aan de dokter uit. Om aan deze situatie een einde te maken, wil Jong Groen dat basisgezondheidszorg gratis is voor

9

iedereen, dus ook voor mensen zonder papieren. Geestelijke gezondheid is even belangrijk en moet daarom ook gratis aangeboden worden. Niet enkel gezondheid, maar ook een kwalitatieve woning is een basisrecht. Woningcoöperatieven zijn voor Jong Groen een manier om huisjesmelkerij, leegstand en de ongelijkheid op de huizenmarkt aan te pakken. Het congres besliste niet enkel om openbaar vervoer toegankelijk te maken voor iedereen, maar ook om het gratis te maken voor personen in armoede. Door een gebrek aan mobiliteit zijn namelijk bepaalde maatschappelijke rechten en openbare dienstverlening letterlijk en figuurlijk onbereikbaar. Ook op vlak van energie werden er grote stappen vooruit gezet. Niemand kan afgesloten worden van gas, elektriciteit of leidingwater. Het statuut, dat recht geeft op een minimale levering van energie moet volgens Jong Groen automatisch worden toegekend.


IN BEELD

Iedereen heeft het recht om een studie naar keuze te volgen. Helaas botsen studenten nog op heel wat drempels. Die moeten volgens Jong Groen verdwijnen. Het inschrijvingsgeld voor het hoger onderwijs kan niet zomaar worden verhoogd, er moeten uniforme criteria komen voor studenten met een leefloon zodat de willekeur verdwijnt én studeren en werken moet (financieel) haalbaar zijn. Onbetaalbaar denk je? Jong Groen heeft daarop heel wat antwoorden klaar! Ten eerste: voer een financiële transactietaks in. Deze belasting wordt betaald op aandelen, obligaties, wisselkoersen enzovoort. De taks is enkel bedoeld voor de financiële markten. Gewone verrichtingen tussen consumenten worden dus niet belast met de financiële transactietaks. Een tweede manier om onze maatregelen te financieren is via de invoering van een vermogenswinstbelasting. Ook de bestrijding van fraude, en zeker fiscale fraude, zorgt voor herverdeling. Het is duidelijk, Jong Groen kiest voor een samenleving die kansen geeft aan iedereen, een samenleving die alle vormen van ongelijkheid bestrijdt en waar er geen plaats is voor armoede. Kortom, Jong Groen kiest resoluut voor een warme samenleving.

10

Auteur: Elise De Meulenaere


TE GAST

Écolo j – de franstalige zusterorganisatie van Jong Groen – kreeg carte blanche op deze pagina van Vlam

UNE NOUVELLE COPRÉSIDENCE ET DE NOMBREUX PROJETS POUR ÉCOLO J! Le 21 avril 2015 est une date à retenir dans l’histoire d’écolo j: deux duos se présentaient à la coprésidence. Deux duos pour donner un nouvel élan à écolo j! Ensemble, ils ont relevé le pari de proposer un programme ambitieux pour les deux années à venir. Complémentaires, les deux équipes vont travailler ensemble pour défendre les alternatives existantes face aux crises actuelles. Après les questions (im)pertientes des électeurs, c’est finalement le slogan ‘Press Change’, porté par Esther Ingabire et Nicolas Raimondi, qui a convaincu les membres. Selon eux: "Avec écolo j, osons réinvestir notre futur en proposant des alternatives, soyons les acteurs du changement et prenons le Paris de défendre la justice climatique et sociale." Pendant les deux années que dure leur mandat, une de leurs priorités seront les enjeux climatiques avec la Conférence des Parties à Paris. Afin de marquer les 10 ans d’écolo j, ils comptent miser encore plus sur la mobilisation dans les mouvements sociaux, l’implication des membres et les actions coup-de-poing.

BIOGRAPHIE Nicolas Raimondi a 23 ans et habite la commune de Flémalle. Il suit un master en relations internationales à l’Université Libre de Bruxelles. Engagé depuis 2011 chez écolo j, il a co-présidé écolo j ULg de 2012 à 2014, pour ensuite poursuivre son engagement en tant que trésorier de l’organisation. Il affectionne la thématique du climat avec les défis du changement climatique, les questions de démocratie et l’enseignement.

11

Esther Ingabire habite à Ixelles et est originaire de Ath. Elle est âgée de 28 ans et travaille actuellement à la Fédération des Jeunes Verts Européens et au Groupe des Verts au Parlement européen. Elle occupait le poste de représentante Relie-F (fédération d’organisation de jeunesse) auprès d’écolo j. Elle est sensible à la justice sociale, les relations Nord-Sud et les matières européennes.


INTERVIEW

12


INTERVIEW

CHANTAL MOUFFE HOUDT VURIG PLEIDOOI VOOR LINKS POPULISME minderheid, rechtsstaat. Chantal Mouffe geldt als een Nu, opgelet: ik interpreteer de van de meest toonaangevende liberale traditie niet economisch politieke denkers van onze maar politiek. Ik zeg dus niet dat tijd. Momenteel staat ze democratie automatisch voortkomt opnieuw in het centrum van uit kapitalisme. Verre van! de belangstelling omdat haar Ten tweede: de combinatie van liberale en democratische tradities gedachtegoed de Griekse gaat niet over democratie op zich, regering en het Spaanse maar over onze vorm van democratie, Podemos inspireert. in het Westen. Het woord ‘democratie’ Maar haar doorbraak kwam is afgeleid van demos en kratos: de al in 1985, toen ze samen met macht van het volk. Maar dat idee Ernesto Laclau de klassieker kan verschillend worden ingevuld in verschillende historische contexten. Hegemony and Socialist Strategy We moeten dus zeker niet zeggen: schreef. Volgens Mouffe moet “Voor democratie in Afrika of India er vandaag harder dan ooit moet je ons liberale democratische gevochten worden voor een bestel toepassen”. De inbedding van democratische en sociale democratie in de liberale traditie is politiek. specifiek voor de Westerse samen-

Waaruit bestaat voor u de moderne democratie? Ik zie een combinatie van twee moeilijk verenigbare historische tradities: de eerste is de democratische traditie, met de nadruk op solidariteit en het idee van machthebbers als ‘eerste onder gelijken’. De andere is de liberale traditie: vrijheid van het individu, pluralisme, respect voor de

leving en geschiedenis, ik pretendeer dus zeker niet dat deze combinatie overal zal werken.

Waarom beschrijft u onze huidige situatie als ‘post-democratisch’? Van werkelijke democratie is nauwelijks nog sprake. Dat komt omdat een economische interpretatie van de liberale traditie de overhand heeft gekregen. De neoliberale interpretatie van de liberale traditie is gewoon

13

erg problematisch. Ze is er gekomen als een doelbewuste politieke keuze, ingezet door Thatcher en Reagan eind jaren zeventig. Het is zeker niet alleen het gevolg van globalisering of technologische ontwikkelingen. Door verdedigers van neoliberale globalisering wordt het wel vaak zo voorgesteld. Precies daarom houden ze vol dat er geen alternatief is. Dat is wat ik in vraag stel. In mijn ‘agonistische’ interpretatie van de liberale democratie ga ik ervan uit dat onze samenleving altijd deels het resultaat is van een zekere politieke hegemonie (overwicht) – maar ik stel ook dat totale hegemonie per definitie onmogelijk is. Politieke keuze is er dus altijd, en dat fundeert mijn pleidooi voor radicale democratie: we moeten ons richten op het terugbrengen van democratie in onze samenleving, en we kunnen dat doen door destabilisatie van de huidige neoliberale hegemonie, in de poging een nieuwe te vestigen.

U gelooft dat het benoemen van een gemeenschappelijke vijand de voorwaarde is voor politiek. Om democratie en politieke betrokkenheid terug te brengen moeten we


INTERVIEW

inderdaad opnieuw over ’wij’ en ‘zij’ gaan spreken. Politiek engagement vereist altijd de constructie van een fundamenteel breekpunt tussen maatschappelijke projecten die elkaar de hegemonie betwisten. Ik noem dat breekpunt ook wel de frontier. Maar in het politieke midden is daar momenteel geen sprake meer van: sinds de val van de Muur in 1989 is er in grote lijnen consensus onder de politieke elite. Kiezen tussen centrum-links en centrum-rechts is tegenwoordig als kiezen tussen Pepsi-Cola en CocaCola. Dat werkt natuurlijk niet erg motiverend! De consensus in het midden heeft ervoor gezorgd dat veel mensen hun belangstelling voor verkiezingen hebben verloren. De samenleving is gedepolitiseerd geraakt, en dit schept natuurlijk een uitstekende voedingsbodem voor populistische bewegingen. Veel mensen hebben terecht het gevoel dat ze niet meer betrokken zijn bij de politieke besluitvorming. Als er dus een charismatisch leider opstaat die tegen de gevestigde orde ageert, heeft die heel wat kans van slagen. Als de politieke frontier tussen de centrum-linkse en centrum-rechtse elite wordt opgeheven, komt deze na verloop van tijd dus vanzelf terug als een tegenstelling tussen de ‘elite’ (de centrumpartijen) en het ‘volk’ (iedereen die zich voelt buitengesloten).

Kan u daarvan een voorbeeld geven? Laten we Frankrijk nemen: Marine Le Pen van Front National zegt dat het allemaal draait om ‘het volk’ versus ‘de UMPS’. Het UMP is centrum-rechts en PS centrum-links. Dergelijke uitspraken zijn alleen mogelijk als er eerst een zekere gelijkenis bestaat tussen de elites. Als Marine Le Pen ‘UMPS’ zegt, herkennen mensen dat.

Het betekent dat er niet veel verschil is tussen Sarkozy en Hollande. Maar in principe is er natuurlijk geen enkele reden waarom de populistische mobilisatie op rechts zou moeten gebeuren en niet op links. Dat is dus wat ik voorstel. De enige manier om het rechts-populisme de wind uit de zeilen te halen, is de ontwikkeling van populisme op links.

De enige manier om het rechts-populisme de wind uit de zeilen te halen, is de ontwikkeling van populisme op links.

U zei dat tien jaar geleden al en heeft zich destijds vast niet populair gemaakt bij het linkse establishment. Absoluut niet, nee! Het linkse establishment is op dat vlak nog steeds nauwelijks in beweging te krijgen. De ontwikkeling van het linkspopulisme in Zuid-Europa is in feite nog maar juist begonnen.

Precies ja, het zuiden ... Kunt u misschien uitleggen waarom ze uw verhaal schijnbaar zo goed hebben begrepen in Zuid-Europa en niet in het noorden? Volgens Íñigo Errejón Galván van de Spaanse partij Podemos is het linkse populisme in het zuiden vooral het gevolg van de economische situatie

14

en de enorme besparingen in Spanje, Griekenland, Portugal – en in Ierland met Sinn Féin (nationalistisch-links georiënteerde partij). Galváns verklaring is dus vooral economisch, en er is inderdaad een situatie ontstaan die omschreven kan worden als een humanitaire crisis. Maar de intellectuele ontwikkelingen zijn toch ook erg belangrijk. Neem nu Syriza. Deze partij is gegroeid uit een eurocommunistische partij die zichzelf al in 1968 losmaakte van Moskou. Na 1989 werd deze partij tot Synaspismós herdoopt, dat nu de kern vormt van Syriza. Dus voor Griekenland speelde niet alleen de bedroevende economische situatie mee, maar ook dat er al langer een politiek gedachtegoed bestond waarin actief werd nagedacht over het veroveren van de hegemonie. In Spanje ligt dat anders, maar ook daar is politiek gedachtegoed heel belangrijk. Podemos werd opgericht door drie professoren van de Universidad Complutense in Madrid (UCM). Wat mensen als Pablo Iglesias en Juan Monedero proberen te doen is Hegemony and Socialist Strategy direct in de praktijk te brengen. Er is een directe en duidelijke invloed van onze ideeën in Spanje. De leiders zijn linkse intellectuelen, die zich gerealiseerd hebben dat het probleem met de M15- en Indignados-bewegingen de weigering was zich met het politieke establishment te bemoeien. Er was een ongelooflijke mobilisatie, honderdduizenden verontwaardigde mensen in de straten. Toen volgden er verkiezingen en de rechtse Partido Popular won met absolute meerderheid! Dat was de reden om te zeggen: “Wacht, dit is een groot probleem, we moeten iets doen.” Vervolgens zijn ze met Podemos gestart.


INTERVIEW

Bent u niet bang dat nieuwe partijen als Syriza of Podemos na verloop van tijd vanzelf zullen ‘bureaucratiseren’ en deel worden van de elite waar ze nu tegen vechten? Natuurlijk is het een voortdurende strijd, maar ik geloof dat instellingen veranderd kunnen worden. We worden in het noorden van Europa geconfronteerd met de opkomst van rechts-populisme. Het enige dat daartegen te doen valt, is de ontwikkeling van populisme op links, daar ben ik absoluut van overtuigd. Vorige week in Parijs werd me verteld dat ze aan de linkerflank nog steeds ellenlange discussies hebben over hoe om te gaan met Marine Le Pen. Dan denk ik: je moet begrijpen wat Marine Le Pen is. Er wordt in Frankrijk gezegd dat ze antisemitisch en racistisch is, net zoals haar vader. Dus men denkt haar nog steeds te kunnen bestrijden door middel van morele veroordeling. Daarbij wordt gesteld dat al degenen die voor Marine Le Pen hebben gestemd niet voldoende onderwijs hebben gekregen. Dergelijk elitisme is zeer gevaarlijk. De manier om Marine Le Pen te bestrijden, zegt men, is ‘onderwijs, onderwijs, onderwijs’ – maar dat is werkelijk een ridicule gedachte. Het enige waar Le Pen mee bestreden kan worden is met populisme op links. De oplossing is de constructie van een ander volk, dat immigranten en nieuwkomers verwelkomt, en tegen datgene dat Podemos zo treffend la Casta noemt.

In België zitten we natuurlijk met de N-VA opgescheept. De groenen hebben in Vlaanderen vaak de lijn aangenomen van ‘verbinden’ tegen de ‘polarisering’ van de N-VA. Maar het lijkt erop alsof de N-VA met hun uitgesproken

polariserende politiek u heel wat beter heeft begrepen. U vindt een discours van ‘verbinden’ waardeloos? Mijn lijn is: verbinden is goed, construeer een ‘wij’, maar om dat te doen moet je ook een ‘zij’ construeren. Politiek bestaat uit polarisatie en al die tendensen richting consensus, daar heb ik niet veel mee. In België is de beweging Hart Boven Hard / Tout Autre Chose interessant. Het is het type organisatie dat ik erg kan waarderen. Populisme op links kan nooit alleen een partij zijn, het is altijd een partij-beweging. Dat is ook wat er zo interessant is aan Syriza en Podemos: ze zien zichzelf als iets tussen partij en beweging in.

Wat te denken van de coalitie tussen Syriza en radicaal rechts? Ze valt goed te rechtvaardigen met uw theorie over een gemeenschappelijke vijand, maar is het wel een gezonde coalitie? Ik denk dat het slim was van Tsipras. Natuurlijk, het was beter geweest als Syriza de absolute meerderheid had gehaald, maar nu had Tsipras een bondgenoot nodig. Bovendien is ANEL geen extreem-rechts, het is een afgescheiden groep van het centrum-rechtse Nieuwe Democratie, en bestaat dus uit conservatieve nationalisten. Sommigen zeiden dat Syriza een coalitie had moeten vormen met POTAMI, maar dat was een erg slecht idee geweest. POTAMI is sterker dan ANEL, en had dus meer offers gevraagd. Daarnaast is POTAMI een sociaalliberale pro-Europese partij, en heeft dus geen sterke visie tegen de besparingspolitiek. Ze hadden Tsipras ongetwijfeld al tijdens de formatie tot compromissen gedwongen. Maar ik

15

geloof vooral dat het slim was omdat het Tsipras laat zeggen: niet alleen ‘wij, radicaal links’ zijn tegen besparingen, maar ‘wij, het Griekse volk van links tot rechts’! Dat idee ‘radicaal links’ is natuurlijk sowieso al belachelijk, want Syriza is niet extreem-links, zelfs al is de naam ‘partij van radicaal links’. Ze vertegenwoordigen eerder een vorm van sociale democratie in zijn originele betekenis.

Groene kwesties moeten altijd breder worden getrokken, willen ze daadwerkelijke politieke betekenis krijgen. Waar past een groene partij in uw ideeën van links populisme? Groene vraagstukken moeten zonder enige twijfel onderdeel uitmaken van een linkse populistische beweging, maar ik ben geen voorstander van een politiek die zich uitsluitend op groene thema’s richt. Waar het mij uiteindelijk om draait is het veranderen van de huidige hegemonie. Groene kwesties moeten altijd breder worden getrokken, willen ze daadwerkelijke politieke betekenis krijgen. Maar ik zou zeker hetzelfde zeggen over feminisme. Ik denk dat het belangrijk is om een reeks groene en feministische kwesties uit te bouwen, en dus ben ik voorstander van wat ik radicale democratie noem – en daarom beschouw ik links-populisme als het bredere politieke doel om deze kwesties in te bedden.

A u t e u r : P e p i j n Va n E e d e n


DOSSIER II

BRUIN-KOOL-MIJN Vijf jaar geleden hoorde ik voor het eerst over bruinkool toen ik bij een vriend in Berlijn logeerde. Zijn appartement lag aan een boulevard op de vierde verdieping van een immens gebouw en was gigantisch. Elke ruimte werd verwarmd met een traditionele tegelkachel, gevoed met bruinkool. De bewoner vertrouwde me toe dat dit een lastig karwei was: de bruinkool moest via de trap naar boven gesjouwd worden, het vergde heel wat handigheid om de kachel aan te krijgen, het efficiënt verwarmen van een ruimte was geen sinecure en bovendien was het toch ook ‘niet zo goed voor het milieu’. Daarentegen was verwarmen met bruinkool best goedkoop en ook lekker nostalgisch, dus leek het hem voorlopig ok om op deze manier te blijven stoken. 16


DOSSIER II

© L e n e Va n S t e e n w i n k e l

wordt weggenomen waardoor de bruinkoollaag vrij komt. Het gaat dus om dagbouw.

BRUINE KOOL Bruinkool of ligniet bestaat uit resten van moerasplanten die in afwezigheid van zuurstof in de ondergrond onder toenemende druk zijn ingekoold. Bij verder inkolen zou het zich verharden tot steenkool, wat dus dieper ligt dan de bruinkool. Bruinkool vind je terug op dieptes van 300 à 400 meter. Het wordt dus, in tegenstelling tot steenkool, in open mijnen gedolven. De bovenste grondlaag (zand en klei)

Het West-Europese bruinkoolbekken strekt zich uit over een totale oppervlakte van ongeveer 2500 km2 van Aken tot Keulen in Duitsland en in het Nederlandse Zuid-Limburg. In België vinden we bruinkool zeer lokaal terug, bijvoorbeeld in het Kempens Bekken.

ONTGINNING In België werd er tijdens de Tweede Wereldoorlog spriet, een zachte vorm van bruinkool, uit de grond gehaald in de regio van Mol. Omwille van de toen heersende steenkoolschaarste, besliste de gemeente over te gaan tot de ontginning van spriet om die tegen een lage prijs aan gezinnen in nood door te verkopen. Buiten dit soort occasionele ontginningen, is er nooit op grote schaal bruinkool ontgonnen in ons land. In Nederland werd bruinkool wél industrieel ontgonnen. Vanaf 1917 was er een intensieve exploitatie van de bruinkoolvelden onder andere nabij Brunssum en Heerlen en dat tot in 1968 toen de laatste mijn de deuren sloot.

17

In Duitsland wordt sinds de 19de eeuw op grote schaal bruinkool opgegraven. Momenteel zijn er nog vier grote sites in gebruik: Inden, Fortuna / Bergheim, Garzweiler en Hambach. Duitsland beschikt over ongeveer 40 miljard ton aan exploiteerbare bruinkoolreserve. Daarvan is er al 6 miljard ton opgegraven aan een tempo van ongeveer 150 miljoen ton per jaar.

FOSSIEL Mijn vriend in Berlijn benutte bruinkool als huishoudbrandstof voor zijn tegelkachel, een typisch Duits gebruik dat steeds meer tot het verleden behoort. De energie-efficiëntie ervan is immers laag en er komt giftig zwavel vrij bij de verbranding. Toch vind je dit type kachels in heel wat huizen nog terug. Momenteel wordt bruinkool echter hoofdzakelijk gebruikt om elektriciteit mee op te wekken in bruinkoolkrachtcentrales. Niet enkel in Duitsland, maar ook in Oostenrijk, Polen, Tsjechië en Griekenland. Op Duitse bodem alleen al liggen er zo’n 60-tal.Vaak net naast de mijnen, om de transportafstand tussen mijn en centrale minimaal te houden. Dit zorgt natuurlijk ook voor een dubbele impact op de omgeving.


DOSSIER II

ONTHEEMDING Laten we als voorbeeld de bruinkoolmijn in het Duitse Hambach nemen, waar in maart een dertigtal Jong Groenen op verkenning ging. Men begon met de exploitatie van het gebied in 1978. De mijn is momenteel ongeveer 370 meter diep en strekt zich uit over 85 km2. Ter vergelijking: dit is anderhalf keer de oppervlakte van Leuven. Per jaar wordt er zo’n 40 miljoen ton bruinkool gedolven. Nodeloos aan te halen dat er op die grote oppervlakte wel wat natuur en mens te vinden zijn - of beter: waren. In naam van het ‘gemene goed’ werden hier de voorbije decennia heel wat mensen onteigend. Volledige dorpen werden leeggehaald en elders heropgebouwd. De spookdorpjes aan de rand van het reeds ontgonnen gebied wachten de komst van de immense graafmachines af. De mensen die hier leefden, kregen een som van de overheid om hun leven ergens anders herop te nemen. Sommigen aanvaardden het geld, sommigen vonden het te weinig, enkele oudere inwoners bleven koppig ter plekke. De mortaliteit piekte; de psychosociale impact is reëel. De gemeentebesturen steken echter niet te veel stokken in de wielen van de ontginnende multinational, want ook zij bezitten aandelen van het bedrijf en willen hun dividenden uitgekeerd zien op het einde van het jaar. Bovendien is het bedrijf een van de grootste werkgevers in de regio.

S TA R W A R S ON THE MOON Naast de mens, lijdt ook de natuur. Het landschap wordt drastisch hertekend. Om het mogelijk te maken de bruinkoollagen te bereiken, graven

dag en nacht de grootste machines ter wereld (220 meter lang, 96 meter hoog, 13 500 kilo) de aardbodem af. De grond die ze daarbij afgraven, wordt via immense transportbanden naar de ontgonnen delen gebracht om daar de mijnput terug op te vullen. Op deze manier schuift de mijn per jaar zo’n 300 meter op. Het bedrijf tekent mooie plannen uit om deze grond terug vruchtbaar te maken en er bossen op aan te leggen, maar tot op heden is daar nog bijzonder weinig van te merken.

STOFFIG Bij de ontginning komen er bovendien heel wat schadelijke stoffen vrij. Van tijd tot tijd bestuiven grote installaties verneveld water over de mijnput om de verspreiding van het fijnstof tegen te gaan. Door op grote diepte te graven, komt natuurlijke, radioactieve materie (voornamelijk Kalium-40) aan de oppervlakte te liggen. Het stof is dus niet alleen fijn, maar ook nog eens verhoogd radioactief. Daarnaast worden in de regio verhoogde concentraties arseen en lood gemeten. Deze komen vrij bij de verbranding van de bruinkool in de krachtcentrales.

W AT E R R E S E R V E Om de ontginning tot op bijna 400 meter diepte mogelijk te maken, moet er constant grondwater – ongeveer 1200 miljoen m3/dag – opgepompt worden uit de site. Dit grondwater wordt op een tweetal kilometer buiten de perimeter via tapinstallaties terug de grond ingepompt. Zo probeert de ontginner het grondwaterpeil niet al te veel te beïnvloeden, maar studies wezen uit dat de impact van het pompen zich tot in Nederland laat voelen. De waterspiegel is er grondig verstoord.

18

HAMBACHER FORST BLEIBT! De enorme impact van de bruinkoolontginning op mens en milieu laat heel wat mensen niet onberoerd. Zo besliste een groep jongeren in april 2012 om het Hambacher Forst te bezetten. Dit bos ligt in de exploitatieperimeter van de Hambachmijn en aan de rand van de tot op heden afgegraven mijnput. Met hun bezetting proberen de activisten de verdere uitbreiding van de mijn tegen te houden. Een harde kern leeft er sinds drie jaar in boomhutten, ondergrondse gangen en zelfgemaakte barakken in en rond het bos. Tot op heden is het de politie niet gelukt de kampementen definitief op te breken en zolang de bezetters blijven, kan de bezette oppervlakte niet afgegraven worden. In augustus willen de bosbewoners een van de gigantische graafmachines stilleggen. Ze nodigen iedereen uit om hier een handje te helpen bij deze massale actie van burgerlijke ongehoorzaamheid.

A U S G E C O2 H LT. D E De inwoners van Hambacher Forst worden gesteund door het bredere activistische Duitse netwerk AusgeCO2hlt. Deze groep kant zich tegen wat ze noemen het ‘fossiel-nucleaire kapitalisme’ en eist de onmiddellijke stop van de bruinkoolontginning in heel Duitsland. Het geloof in een andere economie is volgens hen onlosmakelijk verbonden met het exclusief gebruik van groene energie. Elk jaar organiseren ze een klimaatkamp waarbij ze naast activistische trainingen, ook heel wat inhoudelijke input geven over de milieuproblematiek. Het klimaatkamp wordt druk bezocht door een 500-tal jongeren van over heel Europa en is een uitstekende plek om de groene banden aan te halen!

a u t e u r : S o e t k i n H o e ss e n


AFDELING IN DE KIJKER

JONG GROEN GAVERS

Jong Groen Gavers is heel spontaan ontstaan uit enkele groengezinde jongeren uit de regio Zuid-WestVlaanderen. De voorzitter van Groen Harelbeke bracht enkele geëngageerde en geïnteresseerde jongeren uit Harelbeke en Deerlijk samen om te polsen of er goesting was om een afdeling van Jong Groen op te richten. Die goesting bleek er wel degelijk te zijn en er kwamen zelfs hele interessante ideeën naar voren die naar meer smaakten. Eén ding was wellicht heel duidelijk vanaf het begin: er heerst een grote ontevredenheid over de plannen van onze huidige regering en er is een behoefte naar een andere, meer ecologische en solidaire samenleving. Vanaf dan is de bal aan het rollen gegaan en kwam de groep Jong

Groenen geregeld samen. Het leuke is dat iedereen een verschillende achtergrond, levensloop en studie heeft. Daardoor kan je veel van elkaar opsteken. Bovendien gebeurt alles vanuit een spontane, enthousiaste ingesteldheid, zonder druk, en dat zorgt voor vlotte en leuke vergaderingen. Jong Groen Gavers wil in grote lijnen streven naar een duurzame samenleving waarin solidariteit en rechtvaardigheid centraal staan. Daarvoor gaan ze lokaal te werk en proberen ze zoveel mogelijk jongeren te bereiken met uiteenlopende activiteiten. De startactiviteit vindt plaats in mei. Met die activiteit wil Jong Groen Gavers jongeren uit de buurt warm maken voor Jong Groen en aantonen dat het ook anders kan. De avond

19

wordt ingedeeld in verschillende thema’s en per thema komen enkele mensen uit de streek aan het woord. Jong Groen Gavers streeft ernaar om haar activiteiten heel laagdrempelig te houden, zodat zoveel mogelijk jongeren uit de buurt zich welkom voelen. De bedoeling is om jongeren te doen nadenken en hun interesse voor bepaalde thema’s op te wekken. Tot nu toe kwamen er al veel positieve reacties. De groep blijft zich ook uitbreiden met enthousiaste jongeren en dat kunnen we alleen maar toejuichen. We moedigen alle nieuwsgierige jongeren aan om ons op te zoeken en ons eventueel te vervoegen.

Jong Groen Gavers

a u t e u r s : A m é l i e La g a e e n L i sa Va n D o o r n


JONG

WIE ZOEKT DIE VINDT!? Twee jongeren en hun zoektocht naar werk Iedereen kent wel iemand die jong is, al dan niet een diploma heeft, ontzettend gemotiveerd is om aan de slag te gaan, maar toch geen job vindt. De regering-Di Rupo heeft het voor pas afgestudeerden die niet onmiddellijk een baan vinden alvast niet gemakkelijk gemaakt. Ze beperkte de inschakelingsuitkering in de tijd. Naar schatting 30.000 jongeren zullen daardoor in 2015 hun uitkering verliezen. “Wie wil werken, vindt wel een job”, luidt het vaak, maar Maaike en Nicky bewijzen dat de dagelijkse praktijk helemaal anders is voor jongeren. Allebei stonden ze te popelen om te werken, maar toch konden ze amper terecht in de sector waar hun studieachtergrond lag. Maaike studeerde voor architectingenieur, en deed er nog computerwetenschappen bij. Een makkie om aan de bak te geraken. Of toch niet? “Toen ik afstudeerde, in de zomer van 2013, begon ik met volle moed te solliciteren”, legt Maaike uit. “In het begin wist ik niet goed wat te zoeken, en zocht vooral naar IT- functies. Na het bezoeken van een jobbeturs ontdekte ik dat een job als projectleider in de bouw mij meer zou liggen. Ik schreef gepersonaliseerde

sollicitatiebrieven en maakte een uitgebreide studie van ieder bedrijf waar ik aan de slag wilde. Ondanks mijn inspanningen werd slechts één op tien brieven beantwoord.”

Maaike: “Niet kennis, maar ervaring is macht.” “Ik had ook een eigen website en een profiel op LinkedIn”, vervolgt Maaike. “Dat profiel heeft mij aan enkele interviews geholpen bij grote bedrijven, maar ik kreeg meestal valse hoop. De reden waarom ik vaak niet weerhouden werd, was mijn gebrek aan ervaring. Vooral bij IT-vacatures geven werkgevers de voorkeur aan bachelors die een meer praktische vorming achter de rug hebben.”

20

“Ik botste ook nog op andere hindernissen. De wereld van de bouw en de architectuur is een mannenwereldje. Tijdens interviews kreeg ik vaak de vraag “of ik het allemaal wel zou aankunnen, van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat werken”. Bij één bedrijf lieten ze mij een week bedenktijd om toch eens na te denken over de fysiek zware kant van de job. Maar dit was mijn droomjob! Het kon niet zwaar genoeg zijn wat mij betreft. Uiteindelijk werd er voor een andere kandidaat gekozen.” Financieel was het plaatje niet rooskleurig voor Maaike. “Ik kreeg immers geen uitkering, omdat ik nog in mijn wachttijd zat”, licht ze toe. “Ik heb moeten lenen bij mijn ouders om de huur te betalen. Pas na een half jaar vernam ik dat ik recht had op een leefloon van het OCMW. Het is jammer


JONG

dat je nergens wordt geïnformeerd over waarop je al dan niet recht hebt als je werkloos bent.” “Of ik spijt heb van mijn hogere studies? Jazeker. Ik voel mij belogen. Ze zeggen altijd “met een diploma geraak je er wel”. Niets is minder waar. Als ik opnieuw kon kiezen, was ik voor een meer praktische opleiding aan een hogeschool gegaan. Niet kennis, maar ervaring is macht. “ Uiteindelijk vond Maaike een job. In de zomer van 2014, na een jaar vruchteloos zoeken, kreeg ze een job als calculator bij een bouwbedrijf aangeboden. Het is een job onder haar niveau. Ze werkt lange dagen en ze moet het stellen met een contract van bepaalde duur, maar toch is ze gelukkig dat ze iets heeft gevonden. Zo zie je maar: een diploma brengt niet altijd soelaas. Hooggeschoolden en zeker universitairen ontbreekt het vaak aan ervaring. Maar soms is ervaring ook niet alles. De partner van Maaike, Nicky, kan ervan meespreken. Nicky koos in het middelbaar voor een praktische richting, schilderdecoratiewerker. De laatste drie jaar wisselde ze één dag studeren af met vier dagen werken. Een leercontract levert financieel niet veel op – ze verdiende 17.5 euro per gewerkte dag – maar daar stond natuurlijk een hoop ervaring tegenover. “Ik behaalde mijn diploma als schilder, en had drie jaar ervaring toen ik mijn middelbaar afmaakte”, doet Nicky haar verhaal. “Toch was het moeilijk om aan werk te geraken. Ik hoorde vaak dat ik niet genoeg ervaring had. Bovendien werd ik als vrouw vaak buiten gekeken. Bij de VDAB werd ik doorverwezen naar een consulent bij SBS die mijn dossier ter harte zou nemen. Ze verplichtten mij om te solliciteren

voor een job als loodgieter of elektricien. Dat is absurd, want van waterleidingen of elektriciteit weet ik helemaal niets. Als ik niet zou solliciteren op dat soort vacatures, kon ik echter mijn uitkering verliezen. Het feit dat ik geen rijbewijs heb, bleek een bijkomend argument om mij niet aan te nemen.”

Nicky: “Ze verplichtten mij om te solliciteren voor een job als loodgieter of elektricien.” De sollicitatietraining die SBS aanbood bracht geen zoden aan de dijk. “Het was een regelrechte klucht”, zegt Nicky. “Uiteindelijk gaf ik de meeste training, omdat veel cursisten anderstalig waren en de docente zelf niet genoeg Engels kon. Van de consulente moest ik niet alleen solliciteren voor functies waar ik helemaal geen kaas had van gegeten, maar ik moest mij ook flexibel opstellen naar reistijd

toe. Voor één vacature zou ik drie uur onderweg zijn geweest om er te geraken, maar dat vond ik van het goede te veel . Mijn weigering leidde weer tot een felle discussie met de SBS–consulente die opnieuw dreigde om mijn uitkering te laten intrekken.” Na een aantal interimjobs bij bpost, als inpakster aan de lopende band, in de tuinbouw en als magazijnier, zat Nicky ongeveer een jaar zonder werk. “Door vele verschillende jobs aan te nemen, twijfelden werkgevers aan mijn motivatie. Ik had immers zoveel verschillende dingen gedaan – wat wilde ik dan eigenlijk echt? Uiteindelijk vond ik een baan als kuisvrouw. Ik werkte onder een halftijds contract, maar de werkgever beloofde me dat ik na verloop van tijd voltijds in dienst zou worden genomen. Zo’n contract is er natuurlijk nooit gekomen.” Vorig jaar kreeg Nicky te horen dat ze leed aan MS. Ze bleef nog enkele maanden verder werken als kuisvrouw tot ze de kracht niet meer had. Nu leeft ze van een uitkering.

“Wij zijn geen liefdadigheidsinstelling” Een selectie uit het sollicitatiedagboek van Maaike: WDP: “We zijn tot de vaststelling gekomen dat we jou niet gaan weerhouden.” Arcadis: “Zeer interessant profiel. We zullen nog contact opnemen.” — Niets meer van gehoord Jaspers-Evers: Geen antwoord ontvangen Scheys Beton: Onvoldoende werkervaring Zolders: “Ah … oei, de vacature was al ingevuld.” Houben: “Uw kandidatuur werd zorgvuldig geëvalueerd, maar werd echter niet verder weerhouden.” Eurostation: “Het is te risicovol om u aan te nemen (wegens te weinig ervaring).” UZ Leuven: “U komt niet in aanmerking voor de verdere selectieprocedure.”

21

A u t e u r : L i e s Na e r t


CULT UUR

Teer zand, stevig stuk voor het hoofdpersonage. Daarna vraagt men aan het publiek welke andere keuzes aan het verhaal een andere wending zouden geven.

ACTIVISME OF GEZIN V O O R O P? Het stuk gaat niet alleen over teerzand, maar ook over de twist. De spelers denken samen met het publiek - ook na over welke acties geoorloofd zijn om op te komen tegen praktijken die het leefmilieu schaden. Zo maken we kennis met de koppels Dirk en Linde en Helena en Simon. Zij leven bewust en ecologisch. Op een maandelijkse brunch beslissen Helena en Linde naar een briefing te gaan over de bezetting van de sporen aan de fabriek waar men teerzand verwerkt. Nog voor Linde naar de briefing kan gaan, verneemt het koppel dat ze een kind verwachten. Dat leidt tot een verhitte discussie en zorgt voor spanning in de relatie: kan Linde nog mee op de sporen gaan zitten of is het beter dat ze haar activisme loslaat? Ook Simon kent zijn interne strijd. Zo wil hij in het reclamebureau waar hij werkt de veggiedag uitbreiden naar een veggieweek. Hij probeert collega’s en de raad van bestuur ervan te overtuigen ook over te gaan tot actie om zo de directie te overhalen.

Klimaat in 2015 gaat in de eerste plaats over de klimaatonderhandelingen, eind dit jaar in Parijs, maar ook lokaal zijn er steeds meer burgers die ‘opstaan’ voor een wereld met minder vervuiling en meer protest tegen grote bedrijven die nieuwe bronnen willen exploiteren om aan aardolie te komen. Bedrijven zoals de raffinaderij die, zo raakte onlangs bekend, in de haven van Antwerpen zou komen om teerzand dat in Canada wordt ontgonnen hier te ontdoen van olie. In dat licht voerden enkele vrijwilligers dit voorjaar een toneelstuk op in Gent, Antwerpen, Leuven en Brussel. Onder begeleiding van de noord-zuid ngo Intal, UMove4Peace en Labo VZW repeteerden 11 jongeren een drietal maand voor het forumtheaterstuk ‘When things heat up’. Het stuk volgde het principe van het ‘theater van de onderdrukten’.

Het publiek mag dan op het podium komen en zich, letterlijk, achter één van de hoofdpersonages scharen. Dat biedt de mogelijkheid een personage te vervangen en de scene op een andere manier te laten aflopen. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk dat Simon meer collega’s probeerde te zoeken om zijn idee te ondersteunen of kan Linde eerder voor minder intensieve acties kiezen.

T H E AT E R VA N D E O N D E R D R U K T E N Het theater van de onderdrukten ontstond in de jaren 60 in Zuid-Amerika onder impuls van Augusto Boal. De acteurs uiten in een toneelstuk het onrecht dat ze in hun eigen leefwereld ervaren en brengen zo de dialoog op gang als eerste stap richting sociale verandering. Het onrecht of de onderdrukking die de acteurs zelf ervaren, wordt in een verhaal gegoten dat in eerste instantie slecht afloopt

Het is door het publiek zelf op de scene te laten deelnemen, dat je toont dat er vaak tegenstrijdige keuzes zijn. Volgens August Boal eindigt het stuk niet in de zaal, maar vormt het een start voor discussie en reflectie nadien …

22

A u t e u r : Ja n Ja n ss e n s


ZOMERKAMP ‘EEN NIEUWE WERELD’

AGENDA Z aterdag 23 mei Themadag Gevangeniswezen

Woensdag 1 tot zondag 5 juli Zomerkamp ‘Een nieuwe wereld’

Interessante sprekers, filmfragmenten, ervaringsspelen, zon en zee

Vrijdag 28 tot zondag 30 augustus Zomerweekend van Groen

Woensdag 1 tot zondag 5 juli Oostduinkerke

www.jonggroen.be/nieuwewereld

Jong Groen is een politieke jongerenorganisatie die jongeren de kans geeft mee te bouwen aan een betere wereld. Een wereld met aandacht voor de problemen van alle mensen en het milieu. Jong Groen wil zoveel mogelijk jongeren bij groene politiek betrekken. Dit doen we door een fris en gevarieerd activiteitenaanbod. We bouwen mee verder aan het groen-progressieve gedachtegoed en verspreiden het. Standpunten, activiteiten en meer info over Jong Groen op www.jonggroen.be.

DOE MEE

Werk ten mee a an dit nummer:

Je kan ook lid worden van Jong Groen. Zo ontvang je niet alleen gratis dit tijdschrift, maar blijf je via de ledennieuwsbrief ook op de hoogte van alle activiteiten. Lid worden van Jong Groen kost je helemaal niets en doe je heel eenvoudig op www.jonggroen.be/ikdoemee

Olivier Beys, Brendan De Baets, Eline Deblaere, Elise De Meulenaere, Soetkin Hoessen, Simon Horsten, Thomas Lamm, Steven Leysen, Femke Meeusen, Lies Naert, Céline Van Den Abeele, Pepijn van Eeden, Imke Vanderlinden, Wim Vandewijngaerde, Lene Van Steenwinkel Leen Verheyen, Sien Verstraeten

Volg ons op twitter (@jonggroen) en facebook, of lees meer via #jonggroenleest

Hoofdredactie: Sien Verstraeten Vormgeving: MadebyHanna.com Heb je interesse om de redactie te vervoegen? Mail dan vliegensvlug naar sien@jonggroen.be.

Gedrukt op 100% post-consumer recyclagepapier met vegetale inkten.


GROENE SMOEL

In de groene smoel tonen we telkens een ander gezicht van Jong Groen.

WARDA Dit is de afdeling Duitse Literatuur in de Faculteitsbibliotheek Letteren & Wijsbegeerte van de Universiteit Gent. Hier liggen de werken en de bronnen waar ik als literatuurwetenschappelijk onderzoeker dagelijks mee aan de slag ga. Ik werk aan een doctoraat rond Islam en religieuze identiteiten in Duitse migratieliteratuur. Boeken en bibliotheken maken al sinds ik klein was een magische indruk op mij. Ze zijn ons cultureel erfgoed, ons collectief geheugen. Het spreekt voor zich dat dit van onschatbare waarde is. Het is een deel van mij en ik ben een deel van hen. Ik hoop dat mijn proefschrift hier binnen enkele jaren ook ter beschikking van de wetenschap gesteld kan worden. Onderwijs, cultuur, duurzaamheid en jeugd zijn thema’s die me nauw aan het hart liggen en waar ik regelmatig mee bezig ben via vrijwilligerswerk. In februari werd ik

ook verkozen als VN Jongerenvertegenwoordiger bij de Vlaamse Jeugdraad. Daarnaast ontdek ik graag nieuwe keukens en vind ik het leuk om te experimenteren met nieuwe gerechten. Dagen Zonder Vlees is daar een ideale periode voor. Mijn dromen verschillen niet van de dromen van anderen: een gezond, gelukkig en lang leven met een liefdevol gezin. Op een dag wil ik ook mijn kennis en ervaringen doorgeven aan nieuwe generaties. Niet alleen via onderzoek, maar bijvoorbeeld ook door voor een klas te staan. En op wereldschaal droom ik van meer openheid, meer diversiteit, meer duurzaamheid en ook een klein beetje een terugkeer naar de basis. Ik heb het gevoel dat wij uit het oog verloren hebben wat écht belangrijk is in het leven: familie, vrienden, tijd voor jezelf en voor anderen, gezond leven, bewegen, sporten, hobby’s, doen wat je echt gelukkig maakt.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.