Franciscanen.nl, nr. 5, september/oktober 2010

Page 1

franciscanen .nl 5 minderbroeders franciscanen

3

Energie ontvangen op de Derkinderenstraat

6

Mensen helpen God te vinden

8

Van twee kanten: over besturen

jaargang 5 • september/oktober 2010


vooraf

minderbroeders franciscanen

De inspiratie van Franciscus blijft doorwerken Als deze editie verschijnt, is de vakantietijd voorbij. Het onderwijs draait al weer op volle toeren en tal van organisaties en instellingen zijn aan een nieuw ‘werkjaar’ begonnen. Maar ook in de vakantieperiode is de bladproductie van ‘Franciscanen.nl’ gewoon door­

Franciscanen.nl is het tweemaan­ delijkse contactblad van de minder­

gegaan. Het resultaat brengt de veelzijdigheid van het franciscaanse leven in beeld.

broeders franciscanen in Nederland. Het heeft tot doel een breed publiek op de hoogte te brengen van het franciscaanse denken en doen. Abonnement: Gratis aan te vragen via tel.: 030 2324080 en e-mail: provincialaat@franciscanen.nl. Vrijwillige bijdragen ter bestrijding van de onkosten zijn welkom op ING-bankrekening 10.33.896 t.n.v. ‘minderbroeders Utrecht’. Redactie: Ton Peters ofm (hoofdredacteur) Peter van Zoest (eindredacteur)

Op het provinciaal kapittel van de Nederlandse franciscanen, eind mei in Denekamp, werd besloten dat ‘vergroening’ van de huizen speciale aandacht moet krijgen. De communiteit aan de Derkinderenstraat in Amsterdam geeft het goede voorbeeld, zo is hiernaast te lezen. Provinciaal Jan van den Eijnden besteedt op pagina 4 aandacht aan de samenwerking van franciscanen in Europees verband. De slinkende provincies slaan de handen steeds meer ineen “want”, zo concludeert hij, “de toekomst van de nieuwe generatie broeders zal niet in hun provincie, maar in Europa liggen”. Maarten Lemmers ofm sluit hier met een ‘overweging’ passend bij aan. In ‘De binnenkant’ vertelt ‘mensen-mens’ Ben van Bronkhorst ofm enthousiast over zijn leven als parochiepastor: “Dát vind ik nou belangrijk: samen met mensen God vinden in de doodgewone dingen.” In ‘Van twee kanten’ komt Jan van den Eijnden opnieuw aan het woord. Hij reageert op wat de joodse Marla Polak zegt over ‘leiding geven’. De rubriek ‘Nieuws’ belicht in woord en (vooral) beeld de activiteiten van de Stichting Franciscaanse Voettochten die sinds 1995 mensen meeneemt in het voetspoor van Franciscus. In de jongerenrubriek op de achterkant komen enkele deelnemers aan een ‘roepingenweekend’ aan het woord over ‘broeder of zuster worden?’. De inspiratie van Franciscus blijft op allerlei fronten doorwerken.

Ger Marcellis (redactiesecretaris) Maarten Lemmers ofm, Ton van ­

De redactie

­Oosterhout ofm, Joop Sierat. Ontwerp en drukwerk: ART= ontwerp- en reclameburo www.art-is.nl

Woorden van Franciscus

Contact:

Geloofd ben je, mijn Heer, door onze moeder, zuster aarde, die ons in leven houdt en voedt. Kruiden en vruchten brengt zij voort, planten en bloemen in bonte pracht.

Franciscanen.nl, Deken Roesstraat 13, 3581 RX Utrecht, tel.: 030 2324080, e-mail: redactie@franciscanen.nl, website: www.franciscanen.nl. Foto omslag: Beeld van een franciscaanse voettocht (pagina 10). ISSN 1871-7217 - TNT reg.nr. 135658

Detail fresco, Assisi.

2


Duurzaam franciscaans

Op het dak van het pand van de franciscaanse communiteit aan de Derkinderenstraat in Amsterdam zijn een jaar geleden achtentwintig zonnepanelen geplaatst. De franciscanen deden met succes een beroep op de nieuwe subsidieregeling voor deze energievoorziening. Wat zijn de ervaringen tot nu toe? Stroommeter in de huiskamer van de communiteit.

Energie ontvangen op de Derkinderenstraat “In de winter leveren de panelen zo’n tien tot twaalf kilowattuur per dag”, vertelt Rob ­Hoogenboom, vicarius (plaatsvervangend overste). “Maar in de zomerperiode op zonnige dagen levert de zon ons ruim twintig kilo­wattuur, per maand bijna zeshonderd kilowattuur. Met één kilowattuur kun je tien lampen van honderd watt een uur laten ­branden, je kunt er ook een was mee draaien.”

Broeder zon De meeste stroom gebruiken de franciscanen niet zelf, maar leveren ze terug aan het net. “Het kan goed zijn”, grapt Rob Hoogenboom, “dat lezers van dit blad, die schone stroom van de Nuon afnemen, de stroom gebruiken die van het dak van de Derkinderenstraat komt.” In de huiskamer van de communiteit is op een meter af te lezen hoeveel stroom er op dat moment binnenkomt, en hoeveel per dag respectievelijk per maand. “Het is opvallend hoe vaak huisgenoten de toets van deze meter indrukken om te zien hoe het er mee staat. Daar zit trots in. We houden elkaar op de hoogte als er weer een dagrecord gebroken wordt, of stellen bij een bedekte hemel vast dat er ‘vandaag niet zo veel stroom binnenkomt’.” Aldus de vicarius. “Ook mensen die ons bezoeken worden steevast langs de panelen geleid. We zijn zo verwonderd dat dit technisch mogelijk is, en dat je met zulke simpele middelen bij kunt dragen aan een schoner milieu en de CO2-uitstoot, die zo belastend is voor het milieu, beperken kunt.”

Dubbel glas

“Al eerder toen het platte dak vernieuwd moest worden, is een isolerende laag op het dak aangebracht. Verder zijn de meeste ramen van dubbel glas voorzien. Dat betekende al een aanzienlijke vermindering van ons energiegebruik. Bij de laatste verbouwing van de toiletten hebben we er voor gekozen ‘ledlampjes’ aan te leggen; lampjes die drie watt stroom gebruiken. Dat is toch weer een groot verschil met de lampen van zestig of vijfen­ zeventig watt die we er tevoren in hadden. Er hangt wel een prijskaartje aan die lampjes. Je betaalt meer, maar het is goed besteed geld: een investering in toekomst en het behoud van de aarde.”

Het aanleggen van deze zonnepanelen staat in het kader van ‘vergroening’ niet op zichzelf.

Peter van Zoest

Hij filosofeert: “Dit leven van wat ‘heer ­broeder Zon schenkt’ lijkt op ‘leven van de wind’. Er is alleen een houding van ontvankelijkheid nodig; je openstellen voor de energie en straling die er is. Dat staat in scherp contrast met het aantasten van de aarde. De lekkende oliebron van BP laat zien waar dit ‘uitzuigen’ van de aarde toe kan leiden. Het maakt je ook bewust dat er zo veel meer mogelijk is, en dat zon en wind aan een stad als Amsterdam zo veel energie leveren kunnen dat huishoudens geen ‘vuile’ energie hoeven te gebruiken.”

3


nieuws

Franciscaans overleg leert Europees denken Op 1 juli vond in München in aanwezigheid van minister generaal José Rodríguez Carballo, de plechtige oprichting plaats van de Duitse provincie H. Elisabeth. Deze verenigt vier voormalige franciscaanse provincies in Duitsland, met in totaal 380 broeders, verdeeld over 46 huizen. De provinciaal van de Nederlandse franciscanen, Jan van den Eijnden, was bij de oprichting als voorzitter van de COTAF. Wat dat is, legt hij uit.

Het bestuur van de nieuwe Duitse provincie. V.l.n.r.: Michal Blasek, Damian Bieger, Maximilan Wagner, Norbert Plogmann (provinciaal), Cornelius Bohl (vicarius), Heribert Arens.

De Orde van de Minderbroeders is wereldwijd opgedeeld in provincies en custodieën. De provinciaals en custoden zijn verenigd in dertien conferenties. Eén daarvan is de ‘Conferentia Transalpina Franciscana’ (‘Franciscaanse Conferentie boven de Alpen’), COTAF. Hierin zijn de provinciaals verenigd van Duitsland, Frankrijk (twee provincies), Nederland, Vlaanderen, Hongarije, Roemenië, Oostenrijk (en Zuid Tirol), en de custos van ­Zwitserland. Tweemaal per jaar komen wij met ons negenen bij elkaar in een van de provincies. We wisselen ervaringen uit en bespreken zaken waarover het generaal bestuur ons advies vraagt.

Taalprobleem Onze conferentie beslaat een heel groot gebied: van de Noordzee tot de Zwarte`Zee en van de Oostzee tot de Middellandse Zee. De provincies onderscheiden zich geweldig van elkaar. ­Franciscaan-zijn in Roemenië is echt iets anders dan in ­Nederland. Het is altijd weer boeiend om mee te maken hoe wij elkaar toch als broeders herkennen en ontmoeten. Gemakkelijk is dat niet altijd. Ook al niet vanwege het taalprobleem. Wij moeten altijd van tolken gebruik maken. Dit taalprobleem is er ook een van de oorzaken van dat wij in onze conferentie geen gemeenschappelijke projecten hebben. In andere conferenties vind je soms een gezamenlijk noviciaat of interprovinciale communiteiten. Wij hebben lang gedacht en gesproken over een gezamenlijk noviciaat, maar dat is niet van de grond gekomen. Wel worden er regelmatig bijeenkomsten georganiseerd voor de vormingsverantwoordelijken en voor de

4

verantwoordelijken voor ‘Gerechtheid, Vrede en Eerbied voor de Schepping’ bijvoorbeeld. In het jubileumjaar 2009 hebben we op conferentieniveau een mattenkapittel gevierd. Om iets aan het taalprobleem te doen hebben we onlangs besloten dat kandidaten voor de orde minstens één van de ordestalen (Italiaans, Spaans en Engels) moeten kunnen spreken en verstaan.

Uitdagingen De bijeenkomsten zijn voor alle provinciaals telkens weer een ervaring van het internationale karakter van onze orde. Tegelijk is het een oefening in interculturaliteit. We zouden die niet willen missen, al ervaren wij telkens weer hoe moeilijk echte interculturaliteit is. Het is een rijkdom maar ook een hindernis op weg naar gezamenlijkheid. Bij ingewikkelde beslissingen ­kunnen wij ons er achter verschuilen om geen beslissing te hoeven nemen. Hier staat tegenover dat wij iets moeten met elkaar, want ondanks alle verschillen ervaren we dat wij voor dezelfde uitdagingen staan: heel onze conferentie staat voor de uitdaging onze franciscaanse roeping te leven in een wereld die daar steeds minder een boodschap aan lijkt te hebben. In alle provincies loopt het aantal roepingen terug. Er zijn verschillende provincies in onze conferentie die zich om hun voortbestaan zorgen moeten maken. Daarom is het goed dat wij meer en meer leren Europees te denken, want de toekomst van de nieuwe generatie broeders zal niet in hun provincie, maar in Europa liggen. Alleen daarvoor al is het belangrijk dat de COTAF bestaat. Jan van den Eijnden ofm


overweging

Wil je leven als religieus? Wel, dan klop je gewoon ergens aan bij een of andere kloosterpoort. Word je binnengelaten, dan blijf je eerst een tijd lang als gast in de abdij. Wanneer blijkt dat het over en weer goed bevalt, dan word je door vader abt opgenomen in de rij van de monniken. En dan blijf je je verdere leven horen bij die abdij. Eeuwenlang is dit een herken­ bare levensvorm geweest.

Huis noch kluis Maar in 1183 - zo staat te lezen in een oude kroniek - komen er opeens zwerfpredikers in beeld. Het is een heel nieuw soort religieuzen. Ze hebben geen vaste verblijfplaats. Twee aan twee trekken ze door het land. Meestal zijn ze barrevoets en gaan ze gekleed in een pij van ongebleekte ruwe wol. Bezit hebben ze niet. Op een heel eenvoudige manier preken ze voor het volk. Soms krijgen ze onenigheid met de bisschop. Een kwart eeuw later trekt ook Franciscus van Assisi op die manier door het Umbrische land. Hij heeft een zekere zwerflust over zich. Zijn leven lang blijft hij onderweg. Meestal is hij in gezelschap van een paar broeders. Al heel gauw gaan de broeders van Franciscus tot ver boven de Alpen. Ook naar Holland, een land voorbij Vlaanderen, dat volgens de eerder vermelde kroniek helemaal door het water verzwolgen is geweest. Toen de broeders een landstreek in Duitsland bezochten, werd nog eens duidelijk hoe moeilijk het is in contact te komen met de bevolking als je de taal van het land niet spreekt. “Zijn jullie misschien monniken?”, zo werd hun gevraagd. “Zullen we voor jullie een klooster bouwen?” De broeders van Franciscus wisten helemaal niet wat een klooster was. Maar op de een of andere manier hebben ze toch kenbaar weten te maken wat ze graag wilden: “Wijs ons maar een plekje aan, dicht bij de rivier. Dan kunnen we zo nu en dan onze voeten wassen.”

Uit het testament van Franciscus: “De broeders moeten er goed voor uitkijken kerken, armoedige woningen en alles wat voor hen gebouwd wordt, in bezit te nemen. Ze kunnen er te gast zijn als vreemdeling en pelgrim. Zo past het bij de heilige armoede die we in de regel hebben beloofd.”

Grot in franciscaanse kluizenarij, Fonte Colombo, Italië.

5


de binnenkant

Mensen Hij groeide op in Hernen, vanouds een franciscaanse parochie onder de rook van Alverna: Ben van Bronkhorst ofm. Zijn hele kerkelijke loopbaan werkte hij als parochiepastor. In Weert, Venray en de Bommelerwaard. De laatste jaren als deken. “Mensen op het spoor zetten om God te vinden”, zegt hij stellig, als hem gevraagd wordt naar de rode draad in zijn pastorale werk. Ben raakte geboeid door de franciscanen die in de parochie werkten. Alles speelde zich af rond de St.-Judocuskerk in Hernen. En daar waren franciscanen zolang hij zich kan herinneren. Die regelden alles: de vieringen, scouting, de lessen op school. Bijna vanzelfsprekend werd hij misdienaar en wist hij het in de vijfde klas zeker: “Ik wil pastoor worden en franciscaan”, zei hij zijn moeder. Geboeid was hij door de manier waarop die franciscanen met de mensen omgingen en hen stimuleerden om dat ook zo te doen.

Door elkaar gedragen Hij ging naar Megen en haalde zijn HBSdiploma in Oss. Vervolgens deed Ben zijn noviciaat in Weert en studeerde hij in Venray, De Bilt en Amsterdam. Want hij wilde werken in een parochie. Nooit gedacht aan de missie? “Nee, geen missie,” antwoordt hij pertinent, “liefst een kleine overzichtelijke parochie om samen met mensen op weg te gaan.” Op weg waarheen? “Ik wilde samen met mensen proberen God te ontdekken in de doodgewone dingen; niet hoogdravend, maar simpel en dichtbij. Bij mijn afscheid vorig jaar kreeg ik dingen die mensen samen gemaakt hadden. Daaraan heb ik ervaren: Er is ‘iets’ gebeurd; veel goeds! En het is fijn geweest!” De St.-Judocuskerk in Hernen.

6


helpen God te vinden een viering gedaan had, wenste een oude Italiaanse broeder hem “arrivederci in paradiso”. Het klonk als: “Ooit zien we elkaar zeker weer.” Ben nam het mee als bemoediging.

Ben van Bronkhorst tijdens zijn afscheidsviering.

Franciscus

Op de vraag of hij daarbij geleid wordt door bepaalde bijbelteksten, antwoordt Ben: “Bij ‘bibliodrama’, het spelen van een bijbelverhaal, koos ik altijd voor het verhaal van de lamme die door zijn vrienden gedragen wordt en door het dak wordt neergelaten tot voor de voeten van Jezus. Ook samen met medebroeders speelde ik dat verhaal. Soms had ik de rol van de man die op bed ligt, maar ook was ik wel eens één van zijn vrienden. Daarin ligt mijn spiritualiteit: met elkaar krachten bundelen. Aanvankelijk deed ik dat met medebroeders, later met mensen in de parochie. Dan voelde ik me als een vis in het water!” Ben vertelt: “In de liturgie bijvoorbeeld. Eens kwamen er nieuwe mensen in de gezinsvieringengroep. Ik legde ze de vraag voor om ‘voetstappen van God’ in beeld te brengen in een viering. Ze zaten met de handen in het haar. Toen wees ik ze op de doodgewone dingen om die voetstappen aan te geven, zoals de liefde van mensen onder elkaar, de schoonheid van de natuur en bijvoorbeeld wat mensen sámen allemaal doen. Toen viel het kwartje. Dát vind ik nou belangrijk: samen met mensen God vinden in de doodgewone dingen. En ik durf wel te zeggen: we hebben gezocht en gevonden!”

Ben vertelt dat hij op zijn negentiende jaar afscheid moest nemen van zijn vader. Juist op het moment dat hij wilde intreden. Maar thuis was er voor hem als oudste van zes kinderen ook genoeg te doen. Een oom stelde hem voor de keus: twee jaar werken en dan pas de stem van je hart volgen, of nu doen. “Ik heb meteen de stap gezet en er nooit spijt van gehad. Maar een ziekenhuis durfde ik niet meer in te gaan. Tot er een parochiaan met dezelfde ziekte waaraan mijn vader overleed in het ziekenhuis lag. Toen ben ik gegaan en was mijn angst verdwenen ... Zo worden mensen door elkaar gedragen.”

Reisleider Ooit werd Ben gevraagd om te assisteren als reisleider naar Israël en Griekenland. Dit resulteerde in vele reizen in de voetstappen van Jezus en de leerlingen. “Daar heb ik ervaren hoe evangelieteksten kunnen ontroeren: als je zelf moet gaan met het stof aan je voeten of met uitzicht op de leliën in het veld. Dan worden de gewone teksten tot woorden die je doen volschieten.” Ben vindt het heerlijk om pelgrims het Heilig Land te laten zien en te vertellen wat er gebeurd is. Een speciale herinnering bewaart hij aan de ‘Kapel van het Verraad’. Nadat hij daar

7

Maar Ben maakte in 1963 en 1992 ook reizen naar Assisi en de franciscaanse plaatsen in de omgeving. Wat hij daar gevonden heeft? “Franciscus heeft in mijn leven altijd een grote rol gespeeld, al wist ik niet precies wat ik met hem aan moest. Ik dacht dat veel dingen die ik om me heen zag gebeuren er gewoon bij hoorden. Ik nam ze als vanzelfsprekend aan en vroeg me niet af waarom en waartoe. Dat besefte ik pas toen er medebroeders weggingen. Toen ontdekte ik dat ik ‘t moest doen op mijn eigen manier. Ik moest er doorheen kijken, en ook door de geschriften en het communiteitsleven. Ik besefte: ‘Kijk om je heen en zie!’, daar gebeuren bijzondere maar doodgewone dingen. En die mis je pas, als ze er niet meer zijn. Dan slaat dat een gat in je leven, en maakt je onzeker, twijfelend aan de zinvolheid ervan.” Zo heeft Ben Franciscus herontdekt en ook zijn band met de orde. In de Bommelerwaard woonden de broeders ooit met een communiteit van een man of twaalf. Ben was de enige die over bleef. Bij hem werd toen de band met de mensen in zijn parochie sterker. “Met hen heb ik hier zoveel bijzonders meegemaakt”, blikt hij terug. En of hij het wilde of niet: Ben moest bij zijn pensionering afscheid nemen in alle zeven parochiekerken waarin hij actief geweest was. “Dat geeft aan dat er toch veel goeds gebeurd moet zijn. Samen hebben we dan toch iets van God gevonden,” besluit Ben. Ton van Oosterhout ofm


van twee kanten

Een joodse vrouw en een franciscaan over ... Malka Polak.

Malka Polak is bestuursvoorzitter van de Joodse Gemeente in Leiden. Hoewel deze gemeente slechts zestig leden telt, is zij op vele terreinen actief (joods studiecentrum, onderwijs, voorlichting, historie, pastoraal). Hoe ziet zij haar leiderschapsfunctie en hoe vindt ze in haar werk inspiratie in de joodse traditie?

De Nederlands-Israëlitische gemeenschap in Leiden is een zelfstandig kerkgenootschap. “Onze gemeenschap telt veel ouderen en mijn functie als voorzitter is daarom vooral een ‘doe-functie’”, vertelt ze. Niet dat ze dat erg vindt, want juist in dat concreet en praktisch bezig zijn liggen haar sterke kanten. Ze bezoekt de ouderen en zieken, geeft voorlichting in de synagoge aan groepen en schoolklassen, organiseert lezingen en verzorgt de maaltijden tijdens feestdagen en diensten. Haar voorzitterschap typeert ze kort als “coördineren en vooral zelf veel doen”. Binnen het Nederlands jodendom wordt het joods bestuursrecht altijd sterk onderscheiden van het religieus gedeelte. Dat laatste ligt haar minder. “Ik geloof in God, maar dat alle regels en voorschriften door Jahweh op de Sinaï zijn gegeven, gaat me te ver. Religie is sterk cultureel bepaald. Ik heb te veel kennis van zaken over wat mensen er zelf bij gemaakt hebben en dat maakt me kritisch.” Malka Polak voelt zich meer thuis in het bestuurlijke. Haar voorzitterschap noemt ze “uit de nood geboren”, omdat er te weinig geschikte kandidaten zijn. “Eigenlijk mis ik de noodzakelijke zakelijke hardheid”, geeft ze aan. “Ik vind het moeilijk om harde beslissingen te nemen en heb er moeite mee wanneer in zo’n kleine gemeenschap niet iedereen op dezelfde lijn gaat zitten.” Of ze in haar werk geïnspireerd raakt door haar joodse achtergrond? “Eigenlijk vind ik het verschrikkelijk om als ‘jood’ aangesproken te worden, want behalve een joodse gelovige ben ik vooral een gewoon mens zoals ieder ander.” Toch wordt ze beïnvloed door haar joodse achtergrond. “Ik kom uit een heel warm, Hollands-joods gezin, waarin saamhorigheid en belangeloosheid heel belangrijk waren. Mijn oma bijvoorbeeld, legde heimelijk een pakketje soepvlees op de trap als ze wist dat mensen geen geld hadden voor een goede sabbath-maaltijd. Dat hoefde niemand te weten. Ik ben er mee opgegroeid om klaar te staan voor anderen zonder daar ruchtbaarheid aan te geven. Open staan voor andere mensen. Goed doen, maar je er niet op laten voorstaan dat je goed doet. ‘Wat je voor anderen doet, doe dat in stilte!’ Jammer, dat deze aspecten ook binnen het jodendom minder aan bod lijken te komen. In Israël rijden de ambulances met het opschrift ‘donated by jewish ... etc.’ en ook hier in Nederland vinden sommige joodse bestuurders zich erg belangrijk. Ik weet niet waar het precies geschreven staat, maar in de Verbondsboeken wordt herhaaldelijk gesproken over het geven van ‘tienden’, ‘het kleden van naakten, het voeden van hongerigen en het belangeloos steunen van armen’. Misschien herken ik in de wijze waarop ik me inzet in een vergrijzende gemeenschap ook wel iets van een overlevingsdrang. Soms denk ik dat wij door onze geschiedenis een soort ‘overlevings-gen’ bezitten, waardoor we in alle situaties proberen het overzicht te houden. Omdat wij eeuwenlang moesten strijden om te overleven, kregen we als het ware iets mee om daar alert op te zijn. Tegelijkertijd hebben we onze humor die het bloedserieuze ook weer wat weet te relativeren. Nee, je moet me maar niet aanspreken op mijn bestuurskwaliteiten vanuit de joodse traditie, maar nu ik er over nadenk ... ja er zit toch wel een stuk joodse achtergrond in!”

8


besturen Jan van den Eijnden.

Jan van den Eijnden is minister provinciaal van de Nederlandse franciscanen. De orde ondergaat de gevolgen van de vergrijzing en telt in Nederland nog ongeveer honderdveertig broeders. Ziet hij overeenkomsten en verschillen tussen zijn visie op ‘besturen’ en die van Malka Polak? En wat is de invloed van Franciscus op zijn stijl van besturen?

“Wat me opvalt is dat zij het bestuurlijke leidinggeven onderscheidt van het religieuze. Ik denk dat we op het bestuurlijk vlak niet zo veel verschillen. Dat is ook niet herkenbaar joods of franciscaans.” Voor Jan van den Eijnden zijn het bestuurlijke en religieuze karakter van het leidinggeven niet onderscheiden maar lopen duidelijk door elkaar. “De broederschap bij haar religieuze roeping te houden, vind ik het belangrijkste en dat vraagt om een heel eigen wijze van besturen.” Leidraad voor de bestuursstijl van een minister provinciaal is de brief die Franciscus schrijft aan een van zijn ministers. Sleutelwoord in deze brief is ‘barmhartigheid’. Ook al zouden de daden van een broeder zondig zijn, “steeds zult gij voor zulke mensen barmhartig zijn”. Het belang van de individuele broeder staat zo centraal dat daar in de bestuursstijl van Jan van den Eijnden de nadruk op ligt. “Maar dat kan op het bestuurlijk vlak wel spanning geven. Bij mij mag een broeder alles aangeven en voorstellen, maar dat kan het besturen wel ingewikkeld maken. Laat ik het zo zeggen ... Ik bid even hard voor het welzijn van de gehele broederschap als voor de vrije keuze van de afzonderlijke broeder.” Als bestuurder was Franciscus zelf niet bepaald het grote voorbeeld. Hij had de mond vol over het dienend leiderschap, maar kon zich soms ook heel autoritair gedragen. Franciscus was vooral een charismatisch leider. “En misschien is dat charisma juist wat de broeders in een minister provinciaal, dus ook in mij, willen zien. Ik hoop ook dat ik daar een beetje in gegroeid ben. Eigenlijk is het gigantisch wat je formeel als provinciaal allemaal mag en kunt doen en hoe groot de ‘macht’ - ik hou niet van dat woord - is die je hebt, maar hier in Nederland werken we heel democratisch en worden alle belangrijke zaken met het bestuur en in overleg met de broeders besloten. Ik ben meer een bestuurder die het wil hebben van hartelijkheid en begrip, een minister die zaken kan bereiken, niet op grond van verplichtingen, maar van broederlijkheid. Nog maar heel zelden heb ik iemand tot iets moeten verplichten en daar ben ik blij om.” Joop Sierat

9


nieuws

Wandelen in het voetspoor van Franciscus

Mattie Jeukens.

De Stichting Franciscaanse Voet­tochten organiseert op 3 oktober in Maastricht een ‘Tochtgenotendag’. De bijeenkomst vindt plaats in het Trefcentrum naast de pastorie van de Onze Lieve Vrouw van Lourdeskerk. Uitgenodigd zijn wandelaars, familie en vrienden van de stichting. Drijvende kracht achter het initiatief is Mattie Jeukens ofm. Hij begon vijftien jaar geleden voet­tochten te organiseren ‘in het voetspoor van ­Franciscus’ langs de plekken waar de heilige uit Assisi leefde. Jaarlijks zijn er drie meerdaagse voettochten: twee in Italië en één rond het Franse Vézelay, de oudste franciscaanse plek in Frankrijk. Daarnaast is er een fresco-studiereis in Italië en zijn er enkele dagtochten: een kapellentocht in Limburg en een tocht van franciscaans Maastricht naar franciscaans Hasselt (België). Mattie Jeukens: “Op de grote meerdaagse tochten kunnen steeds maximaal achttien mensen mee. Dat is een hanteerbaar aantal.

Het basisuitgangspunt is om wandelend iets te proeven van wat Franciscus en Clara en hun volgelingen bezield heeft. Voor mijzelf is broeder- en zusterschap daarbij heel belangrijk. Ik vind dat het kostbaarste geschenk wat Franciscus ons heeft gegeven. Naar elkaar omzien, elkaar als pelgrims ­accepteren zoals iedereen is. Onderweg wordt dat broederen zusterschap heel concreet. Je leert elkaar heel goed kennen. Heel veel doe je samen: wandelen, koken, eten, wassen, slapen en wakker worden. Toch kan ieder die individuele ruimte en vrijheid nemen die hij of zij denkt nodig te hebben. Het is nooit saai.

Telkens weer krijg ik er heel veel energie van. Het doet me goed en daarom ga ik er nog steeds mee door. Na de tocht is het nooit helemaal over. Er blijven contacten. Je komt elkaar bij een ééndaagse tocht nog een keer tegen; mensen willen een tweede keer mee. Als je er eenmaal van hebt geproefd, wil je meer!” Stichting Franciscaanse Voettochten Voltastraat 25, 6224 EK Maastricht tel.: 045 5226462 (b.g.g. 043 3634348), e-mail: sfv@live.nl

Mensen In het ziekenhuis in Leiden overleed op 7 juli Nico Niele. Hij werd 89 jaar oud en was 59 jaar franciscaan. Zijn leven bestond uit zorgen voor anderen, en velen konden rekenen op zijn belangstelling. Dit kwam sterk naar voren in zijn werk als kok te Katwijk, Weert, Nijmegen en Heerlen: iedereen was welkom en kon ‘aanschuiven’. Op velerlei wijzen kon hij genieten van wat het leven bood: de natuur, muziek en zang, tekenen en schilderen. Dat maakte hem tot een blijmoedig mens die in zijn manier van doen anderen liet delen in zijn vreugde in het leven.

10


Advent met Clara Apocalyps, hoop

van Assisi en de

in tijden van crisis

Als het een stil verlangen in u is om eens een eigen tekening of schildering van

Apocalyptische literatuur in de bijbel wil hoop bieden in spannende tijden. De Apocalyps van Johannes bevat woorden

tarot In deze cursus leef je met Clara van Assisi naar Kerstmis toe. Elke keer trek je een tarotkaart. De vraag waarmee je die trekt komt uit het leven van Clara;

Franciscaans

Thematische

Jezus! Wie was Jezus daar

­Jongerentreffen

­avonden in Delft

2010 Elk jaar organiseert het Franciscaans Jongerenwerk in Megen een groots opgezet ­treffen voor en door jongeren van 16 tot 30 jaar. Dit geloofs­ feest, met een ­programma dat momenten van bezinning en ontmoeting, van creativiteit en uitwis­seling bevat, vindt dit jaar voor de elfde keer plaats­ vinden. Thema: Licht uit licht! data 8-10 oktober prijs € 50,-

Thematische avonden voor jongeren van 18-30 jaar. Elke twee maanden een bijeenkomst op de vrijdagavond van 18.00-21.00 uur. We eten samen soep en brood en gaan daarna bezinnend verder. Begeleiding: Theo van Adrichem ofm. Locatie communiteit franciscanen, Raamstraat 78, 2613 Delft

en toen? Hoe komt Hij in het Nieuwe Testament en in films naar je toe? Wie is Hij voor jou? We lezen teksten, kijken naar films, luisteren naar de stilte en gaan met elkaar in gesprek. Je hebt ook veel tijd voor jezelf. Een midweek voor jongeren van 18-30 jaar. locatie minderbroeders klooster, Megen data 15-19 november prijs € 65,-

Retraiteweek We bieden

Meeleefweekend

Nacht van de Nacht

rust, ritme en ruimte aan maximaal twaalf retraitegasten. Je gaat mee in het ritme van Stoutenburg, met daarbinnen alle ruimte om van de rust te genieten en je eigen programma te volgen. Voor wie wil, bieden wij de mogelijkheid tot een gesprek en/of één dagdeel mee te werken. data 11-15 oktober prijs € 125,- (donateurs € 100,-)

In dit weekend kun je meeleven in de communiteit in een dagritme van werken en meditatie. We werken ­ binnens- en buitenshuis van 9.00-13.00 uur en van 15.00-17.00 uur, onderbroken door koffie- en theepauzes. Maximaal tien deelnemers. data 25-28 november prijs € 85,-

De ‘Nacht van de Nacht’ is een landelijke activiteit om aandacht te vragen voor het belang van de nacht en de duisternis. In het weekend dat de klok verzet wordt, zijn er in het hele land activiteiten onder het motto: ‘Beleef de duisternis’. Op zaterdagavond 30 oktober vanaf 19.00 uur is er ontvangst met koffie en thee. Om 20.00 uur start de Nacht van de Nacht-

Maria getekend

11

de kaart zelf gaat over jouw levenssituatie. data 26 november, 3 en 17 december tijd 14.00-16.00 uur prijs € 50,Voor meer informatie en opgave: Derkinderenstraat 82 1062 BJ Amsterdam tel.: 020 3467530 e-mail: info@laverna.nl website: www.laverna.nl

Franciscaans centrum voor spirituele ontwikkeling

voor mensen in crisis: bewogen, confronterend en bemoedigend. data 9 en 23 november, 14 december tijd 14.00-16.00 uur prijs € 35,-

Voor meer informatie en opgave: Fer van der Reijken ofm Kloosterstraat 6 5366 BH Megen tel.: 0412 465770 / 465780 e-mail: fjwmegen@hetnet.nl website: www.franciscanen.nl, ‘Jongeren’

­ andeling. Zondagochtend w 31 oktober om 9.00 uur ontbijt, gevolgd door onze maandelijkse viering. prijs € 45, (donateurs € 35,-) Voor meer informatie en opgave: Stoutenburgerlaan 5 3835 PB Stoutenburg tel.: 033 4945500 e-mail: post@stoutenburg.nl website: www.stoutenburg.nl

Franciscaans Milieuproject

een madonna te maken, dan biedt deze cursus u een mooie gelegenheid. Tekenervaring is niet nodig. data 9 en 23 november, 7 december tijd 19.30-21.30 uur prijs € 35,-

Franciscaans Jongerenwerk

is God niet alleen liefde. Liefde is ook God, ze tilt ons op naar God. Voor wie in ‘iets’ gelooft, en moeilijk kan duiden wat dat ‘iets’ is, heeft Augustinus enkele boeiende dingen te zeggen. data 8 en 22 november, 6 december tijd 20.00-22.00 uur prijs € 35,-

Stoutenburg

Liefde Volgens Augustinus

La Verna

activiteiten


‘Broeder of zuster worden?’ Elk jaar vinden er onder de titel ‘Broeder of zuster worden?’ drie ­‘roepingenweekenden’ plaats, afwisselend bij de clarissen in ­Megen of Nijmegen en bij de franciscanen in Megen. Van 18 tot 20 juni ­namen tien belangstellenden deel aan het weekend in clarissen­ klooster ‘De Bron’ in Nijmegen rond het thema: ‘Wie of wat stimuleert je op de weg van je roeping en wie of wat houdt je ervan af?’

Na aankomst van de deelnemers,

bezighoudt en ik besef dieper dat ik een

vrijdag­middag, was er een vesper­

bloem ben die nog verder mag ontluiken.”

viering, gezamenlijke maaltijd en een kennis­makingsronde. Zaterdagochtend

Cora: “Ik wist niet wat ik kon verwachten,­

verdiepten we ons in het weekendthema.

maar ik heb me hier heerlijk thuis

’s Middags was er de gelegenheid voor

­gevoeld. Tot nu toe dacht ik dat ik ‘ja’ of

persoonlijke gesprekken met de bege­

‘nee’ moest zeggen, maar dit weekend

leiders en leidde zuster Beatrijs een

stimuleert me om in kleine stappen meer

uur lang meditatieve dans in de kapel.

ervaring op te gaan doen. Ik heb hier een

Andere ingrediënten van het weekend

sabbattijd doorgemaakt en ik hoop in

waren: een bijbelgesprek met de zusters,

Canada twee weken mee te leven in een

­(eucharistie)vieringen, gezellig samen-

boeddhistisch klooster.”

zijn, een gesprek rond de vraag ‘Ben je verder gekomen op je weg?’ en een

Marieke: “Ik neem zóveel mee! Het was

evaluerende en biddende afsluiting.

heerlijk om hier ondergedompeld te wor­ den en je eens niet zo apart te voelen met

Enkele reacties van deelnemers:

je roeping. Ik heb manieren gevonden om er beter met mijn omgeving over te

Chantal: “Voor mij was het de eerste keer

kunnen praten en ik mag mijn eigen maat

dat ik meedeed. Ik vond het fijn om te

volgen (ik wil nogal eens teveel!).”

delen met mensen die net als ik met dit soort vragen rondlopen. Dit weekend

Joachim: “Fijn dat er meer mensen zijn die

leerde me dat Ik niet eens zo heel veel

denken en voelen zoals ik! De afgelopen

dingen heb die me van mijn roeping

tijd ben ik op de weg van mijn roeping

afhouden en dat ik eraan toe ben om

niet echt opgeschoten. Dit weekend helpt

stappen te gaan zetten.”

me om nu plekken te gaan bezoeken en met enkele broeders in gesprek te gaan.”

Jean: “Het hele weekend heeft de ­roepingenkaars gebrand; een mooi

Rosy: “Ik ben misschien wel een beetje

­symbool. Het enthousiasme en de zelf­

te veel met mijn roeping bezig geweest.

bewuste houding van de deelnemers

Hierdoor kwam er druk op te staan. Daar­

zullen me helpen het vlammetje van mijn

voor in de plaats heeft dit weekend me

roeping brandend te houden. Jammer

rust gebracht en ook me ook de ruimte

dat we maar met twee mannen hebben

gegeven voor twijfels.”

deelgenomen. Ik voel me gesterkt om meer met anderen te durven delen wat me

Fer van der Reijken ofm


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.