Franciscanen.nl, nr. 4, juli/augustus 2010

Page 1

franciscanen .nl 4 minderbroeders franciscanen

3

Vlees of geen vlees?

6

Hart voor de kerk

8

Van twee kanten: over lijden en dood

jaargang 5 • juli/augustus 2010


vooraf

minderbroeders franciscanen

‘Franciscanen.nl’ opnieuw ‘provincieproject’ ‘Franciscanen.nl’ is een van de vier ‘provincieprojecten’ van de Nederlandse franciscanen. Dit betekent dat het uitdrukkelijk steun krijgt van de orde. Zoals te lezen is op pagina 4 besloot het provinciaal kapittel van de franciscanen om het blad voor de bestuursperiode van 2011 tot

Franciscanen.nl is het tweemaan­ delijkse contactblad van de minder­

en met 2013 opnieuw aan te wijzen als provincieproject.

broeders franciscanen in Nederland. Het heeft tot doel een breed publiek op de hoogte te brengen van het franciscaanse denken en doen. Abonnement: Gratis aan te vragen via tel.: 030 2324080 en e-mail: provincialaat@franciscanen.nl. Vrijwillige bijdragen ter bestrijding van de onkosten zijn welkom op ING-bankrekening 10.33.896 t.n.v. ‘minderbroeders Utrecht’.

De kapittelleden waren “zeer te spreken” over een evaluatie van de redactie, zo is te lezen in een brief aan hoofdredacteur Ton Peters ofm. Het kapittel neemt een aanbeveling vanuit de redactie over om de komende drie jaar te onderzoeken of er op het gebied van bladen “binnen de franciscaanse orden en lekenbewegingen meer samenhang en samenwerking kan gaan groeien”. Het bestuur van de franciscanen zal bekijken, hoe het beste invulling aan deze aanbeveling kan worden gegeven. Deze editie van Franciscanen.nl biedt weer een afwisselende mix van onderwerpen. Zo gaat Guy Dilweg ofm in op de veelgehoorde vraag: “Zijn jullie franciscanen vegetariërs?” Bij het nieuws over het provinciaal kapittel heeft Maarten Lemmers een overweging over het ‘Mattenkapittel’. Voor ‘De Binnenkant’ sprak hij met Leo van Ulden ofm. Joop Sierat laat een humanist en een franciscaan aan het woord over lijden en dood. Daarnaast is er aandacht voor de noodgedwongen sluiting van twee communiteiten. Fer van der Reijken sprak voor de achterkant met een middelbare scholiere over haar ervaringen tijdens een verblijf in het klooster te Megen.

Redactie: Ton Peters ofm (hoofdredacteur)

De redactie

Peter van Zoest (eindredacteur) Ger Marcellis (redactiesecretaris) Maarten Lemmers ofm, Joop Sierat. Ontwerp en drukwerk: ART= ontwerp- en reclameburo www.art-is.nl

Woorden van Franciscus Zolang aan onze wensen wordt voldaan, weten we amper van geduld of ongeduld. Pas als onze wensen geen gehoor vinden, merken we hoe geduldig we echt zijn. Eerst dan leren we onszelf goed kennen.

Contact: Franciscanen.nl, Deken Roesstraat 13, 3581 RX Utrecht, tel.: 030 2324080, e-mail: redactie@franciscanen.nl, website: www.franciscanen.nl. Foto omslag: Kapittelleden na een viering op weg naar de vergaderzaal tijdens het driejaarlijkse­provinciaal kapittel van de Nederlandse franciscanen (pagina 4). ISSN 1871-7217 - TNT reg.nr. 135658

Detail fresco, Assisi.

2


Duurzaam franciscaans

Vlees of geen vlees?

Guy Dilweg als kippenboer van het Franciscaans Milieuproject.

“Zijn jullie franciscanen vegetariërs?” Die vraag wordt vaak gesteld aan minderbroeders. Franciscus geniet immers grote bekendheid als ‘dierenvriend’. Ligt het dan niet voor de hand dat zijn volgelingen geen vlees of vis eten? Een simpele vraag. Het antwoord is minder simpel, zoals Guy Dilweg ofm uitlegt. Hij is coördinator van het Franciscaans Milieuproject in Stoutenburg. Wel of geen vlees? Als jonge franciscaan hield ik me helemaal niet met die vraag bezig. Als het maar goedkoop en sober was. Eénmaal in de week naar de markt en het daar dan de rest van de week mee doen. Koopjes jagen: drie hamburgers voor de prijs van twee.

De man die zich bijzonder aangetrokken voelde tot de dieren om hem heen en die hen ‘broeder’ en ‘zuster’ noemde. Hoe was dat dan te rijmen met al dat vlees op de franciscaanse dis?

Rammelende maag

Toen we twintig jaar geleden het Franciscaans Milieuproject op touw gingen zetten, kozen we met zijn allen voor het vegetarisme, ieder vanuit een eigen overtuiging. Of het nu te maken had met negatieve gevolgen van onze vleesconsumptie voor de ontwikkelingslanden of met de lengte van ons spijsverteringstelsel waardoor we al of niet gedetermineerd zouden zijn om wel of geen vlees te eten. Ik bleef echter schipperen, wokte bij de chinees niet alleen groente maar ook een stukje kip en vond

Als Franciscus zijn broeders uit bedelen stuurde, mochten ze alles eten wat hun werd aangeboden. Als je uit bedelen gaat met een rammelende maag, kun je niet kieskeurig zijn. Maar onze magen rammelen nog maar zelden. En als ze dat doen, gaan we naar de winkel waar we kunnen kiezen uit een overvloed van voedzame producten. Maar van de andere kant was Franciscus toch ook degene die in al het levende de goedheid van God zag.

Bekering

3

het gênant om me voor mijn medebroeders als vegetariër uit te geven. Tot het moment, ik weet het nog precies, dat ik de kippen aan het voeren was en er uit mijn binnenste de heldere overtuiging opsteeg: ik wil niet dat er voor mijn eten dieren worden gedood. Dat was het moment waarop ik vegetariër werd. Ik heb er nu ook geen moeite meer mee daar rond voor uit te komen. Daarbij gun ik ieder ander best wel een stukje vlees. Ik heb het zelf ervaren: zo’n bekering komt niet door druk van buitenaf, maar door helderheid van binnenuit. Guy Dilweg ofm Foto boven: Koken met de seizoenen op Stoutenburg.


nieuws Van 25 tot en met 28 mei vond in Denekamp het driejaarlijkse provinciaal kapittel van de ­N ederlandse franciscanen plaats. Het kapittel evalueerde het gevoerde beleid en zette beleidslijnen uit voor de komende drie jaar. “Een inspirerende ontmoeting met als adagium: ‘Niet wat kúnnen we nog, maar wat wíllen we’!” Dat zegt kapittelganger Ton Peters ofm in een terugblik.

Kapittelleden op weg naar de vergaderzaal..

Beeld van een kapittelvergadering.

Het provinciaal bestuur: foto: v.l.n.r.: Herman Piek, Frans Gerritsma, Guy Dilweg, Jan van den Eijnden, Wim Pot, Rob Hoogenboom.

‘Een inspirerende ontmoeting’ “Het is een broederlijke ontmoeting geworden: in besprekingen, bij het vieren van de eucharistie en in andere gebedsmomenten, in bezinning en onderlinge gesprekken”, zo vertelt Ton Peters. “Het was weldadig de ruimte te ervaren om met elkaar te komen tot goede antwoorden op vaak moeilijke vragen.”

Keuzes Het kapittel is een belangrijke bijeenkomst voor de Nederlandse franciscanen geweest, omdat er beslissingen zijn genomen met het oog op hun toekomst. “Met een steeds geringer wordend aantal broeders moeten er keuzes gemaakt worden. Dat geldt in het bijzonder het aantal communiteiten. Wil een communiteit leefbaar blijven, dan is het zaak dat er voldoende broeders samenwonen of samenkomen om onze franciscaanse levensstijl op eigentijdse wijze vorm te kunnen geven. Vooral ook voor de jongere broeders is het belangrijk om bij elkaar te wonen en zo elkaar te steunen. Concreet is besloten ons naar de toekomst toe te concentreren op twee communiteiten: Amsterdam (Derkinderen­straat) en Megen. Daarnaast wordt er geïnvesteerd in het ‘vitaliseren’ van de andere communiteiten door een vanuit het generaal bestuur in Rome op gang gebracht bezinningsproces rond de vraag: ‘Waar leidt de Geest mij/ons naar toe?’”

Provincieprojecten Bij het kapittel van drie jaar geleden is besloten tot het uitdrukkelijk steunen van een viertal projecten: het Franciscaans Jongerenwerk in Megen (met als nevenlocaties Amsterdam en

Delft), het Franciscaans Centrum voor Spiritualiteit ‘La Verna’ in Amsterdam, het magazine Franciscanen.nl en het Tijdschrift voor Verkondiging (in samenwerking met de Vlaamse minderbroeders). “Deze projecten zijn in de besprekingen tijdens dit kapittel geëvalueerd”, aldus Ton Peters. “Kritische vraag daarbij was steeds: hoe kunnen wij onze franciscaanse ‘missie’ gestalte geven? Besloten is de ondersteuning van deze projecten voor de komende drie jaar te continueren. Verbreding - zowel inter­ nationaal als binnen de Franciscaanse Beweging - kan hierbij een rol spelen.”

Nieuw bestuur Welke andere belangrijke onderwerpen zijn op het kapittel aan de orde geweest? “Ouderenzorg en ‘vergroening’ van de huizen. Onderzocht wordt hoe de franciscanen vorm kunnen blijven geven aan hun eigen religieuze levenswijze in de zorgcentra waar zij wonen. Daarnaast wordt gekeken naar wat er mogelijk is op het gebied van duurzaamheid. Dat geldt dan zowel in materieel opzicht - denk aan zonne- en windenergie - als voor onze stijl van leven.” Het kapittel koos op de laatste vergaderdag een nieuw definitorium (bestuur): Guy Dilweg, Rob Hoogenboom, Herman Piek en Wim Pot. Provinciaal Jan van den Eijnden en vice-provinciaal Frans Gerritsma zijn in 2007 voor een periode van zes jaar gekozen en blijven in functie. Peter van Zoest

4


overweging

Mattenkapittel Het was een drukte van belang bij de kleine boskapel. Het liep tegen Pinksteren. En dan zouden er duizenden broeders bij elkaar komen, hier op dit kleine stukje grond in de omgeving van het kerkje van Portiuncula dat Franciscus in bruikleen had gekregen van de benedictijnen. Waar moesten die broeders uit alle landen toch worden ondergebracht? De gemeente liet een groot huis bouwen. Daarin zouden de broeders dan hun ‘kapittel’ kunnen houden. Zou Franciscus zelf ook komen? “Nee”, zei iemand, “Franciscus is al lang dood. Hij is op een van zijn reizen gestorven. Ze zeggen dat hij verdronken is. Maar er

wordt ook wel beweerd dat hij is vermoord.” En dan opeens, tussen al die broeders overal vandaan, is Franciscus er toch. Je kunt zien dat hij heel erg ziek is. Hij kan haast niet op zijn

Kerkje van Portiuncula in de basiliek van Santa Maria degli Angeli, Assisi.

benen staan. Maar aan de levendige blik in zijn ogen is toch ook te zien dat zijn geestkracht nog ongebroken is. Hij bekijkt het grote huis dat nog in aanbouw is. Hij stroopt de mouwen op en begint eigenhandig het huis af te breken: “Geen huis voor deze vrije vogels, want zo’n mooi dak boven ons hoofd hebben wij niet nodig.” Namens de gemeente komt iemand tussenbeide: “Franciscus, dit is gemeentebezit. Daar mag je je niet aan vergrijpen.” Dan laat hij het huis ongemoeid. Maar de broeders maken er geen gebruik van. Want ze hebben matten gevlochten. Daar kun je heel goed onder slapen. Ze vergaderden een paar dagen lang. Er moest een nieuwe algemene overste worden gekozen: een ‘generale minister’ noemden ze zo iemand. Een paar maanden tevoren was broeder Petrus van Catani, de vorige generale minister, gestorven. Er moesten ook plannen worden gemaakt, want ze wilden naar de landen boven de Alpen gaan. Hoe kwamen die duizenden broeders eigenlijk aan voldoende voedsel om een paar dagen lang te kunnen bivakkeren bij het kerkje van Portiuncula? Wel, daarin werd voorzien door de mensen uit de omgeving. Die droegen allerlei soorten brood aan en groenten en water. Voor de zieke broeders hadden ze zelfs appelwijn meegebracht. Toen dit eerste ‘mattenkapittel’ uit de franciscaanse geschiedenis was afgelopen, zijn de broeders nog een paar dagen bij elkaar gebleven om op te eten wat er aan voedsel over was gebleven. “Wat is de orde toch groot geworden, Franciscus!”, zei iemand tegen hem. “Ach, ik wou maar dat we met veel minder broeders waren, maar dan wel mensen die al die bewondering echt waard zijn”, zuchtte Franciscus. Broeder Jordanus van Giano heeft over dat alles geschreven. Het moet zijn gebeurd in 1220 of 1221. Maarten Lemmers ofm

5


de binnenkant Leo van Ulden ofm is afkomstig uit Leiden. Daar zag hij in 1942 het levenslicht. “Ons gezin was niet kerkelijk meelevend”, vertelt hij. “Mijn ouders hadden geen katholieke krant. Er was ook geen lid­m aatschap van de KRO. Ik mocht wel mijn eerste communie doen. En van toen af was ik de enige uit ons gezin die wekelijks deelnam aan de kerkdiensten in de parochie.”

Hart voor de kerk

In 1960 trad hij in bij de franciscanen. “Franciscus draagt in zijn regel de broeders op met trouw en toewijding te werken. ‘Als je geen vak kent, moet je er maar een gaan leren’, vond hij. Ik werd in mijn studiejaren opgeleid om pastor te worden.”

Friesland “Meteen na mijn priesterwijding kwam ik terecht bij het ‘Apostolaat Minderbroeders Friesland’. En daarmee raakte ik verzeild in het Noorden. Het is al weer ruim veertig jaar geleden. Binnenkort gaat dat hoofdstuk van mijn leven ophouden. Ik heb hier graag gewoond en gewerkt.” Wanneer je Leo bezoekt in de pastorie van Sneek, neemt hij je mee naar het kerkgebouw. Uit het orgel komen prachtige romantische klanken. De kerkdeuren staan hier altijd open. In het portaal hangt een prikbord met kleine vierkanten briefjes. Het zijn gebedsintenties van mensen die zomaar even binnenlopen. Op een briefje staat te lezen: “God, geef toch dat mijn man weer thuis komt, want de kinderen en ik missen hem zo.” Vele ontroerende woorden zijn er. Daarmee komt al het lief en leed van de samenleving het huis van God binnen. Ook briefjes met Japanse of Chinese karaktertekens zijn er. En papiertjes met een Spaanse of Portugese boodschap voor God. Of er wel eens iets wordt gestolen wanneer de kerkdeuren openstaan? “Belangrijk is niet wat hier wordt gehaald, maar veel meer wat er wordt binnengebracht in al die boodschapjes. De kerk met de open deuren is zoals Jezus in de kribbe die zijn armen wijd opent, en als de gekruisigde Jezus van wie de armen naar alle kanten zijn open gespreid. Wanneer je geen littekens in handen en voeten wilt oplopen, moet je je deuren natuurlijk niet openzetten. Maar waartoe dient dan zo’n kerk?” Leo vertelt wat er gebeurde op 14 februari 2010. “Het was carnavalszondag. De prins van Sneek was bij me geweest. We hebben om elf minuten over twaalf de deuren opengezet voor een speciale carnavals­

6


viering. Geen gewone weekenddienst, maar een bijzondere bijeenkomst voor alle mensen uit Sneek. Zeer orthodoxe baptisten schoven aan bij notoire atheïsten. Een van de wethouders van de gemeente zat naast een kansloos moedertje met haar kind in een wandelwagentje. Het werd een feestelijk samenzijn dat heel de stad goed deed. In dit kerkgebouw werd even zichtbaar dat het ons gaat om ruimte, om leven en laten leven. Over de wereld mag het zonnige schijnsel komen van het leven-naar-het-evangelie dat Franciscus en zijn broeders voor ogen stond.”

Steeds moeilijker

jaar geleden, steeds meer broeders van onze franciscaanse provincie hun heil gingen zoeken buiten het kerkelijke werk. Er zou een heel nieuwe maatschappij aanbreken. Daaraan wilden ze een bijdrage leveren. En dat hebben ze ook zeker gedaan. Maar het is zoals een Amsterdamse wethouder eens zei: ‘In gelul kun je niet wonen.’ Misschien dat de herkenbare vormen van onze kerkelijke aanwezigheid in dit gebied een goede springplank hadden kunnen zijn voor nieuw franciscaans elan. Dat had hier heel geschikt kunnen landen. De kracht van de broeders van Franciscus is eeuwenlang geweest dat ze hartelijke biechtvaders waren en dat ze een spirituele adem bliezen door de structuren van de kerk. Veel van de woeligheid van de jaren zeventig ging aan het Apostolaat Minderbroeders Friesland voorbij. Maar bij het slinken van het aantal Nederlandse broeders werd het steeds moeilijker hier aanwezig te zijn op de manier die we hadden ontwikkeld: op eenmansposten wonende broeders die elkaar regelmatig treffen voor de broederlijke ondersteuning van een reëel stuk pastoraat. Nu zijn er nog maar vijf broeders in onze regionale communiteit.” “Ik ben nu achtenzestig jaar. De provinciaal heeft me gevraagd in 2010 van hier te vertrekken. Misschien kan ik elders nog een seniorencommuniteit gaan versterken. Op mijn leeftijd moet je niet meer een echte baan aannemen. Maar een bijdrage geven aan het samenleven van broeders is een zinvolle opdracht. Bij het ouder worden kunnen mensen vereenzamen en zichzelf gaan verwaarlozen. Wellicht kan ik helpen een samenbindend en spiritueel klimaat te bevorderen.”

Waren er ook dieptepunten waren in die veertig jaren? “Oh ja. Vooral toen, zo’n vijfendertig

Maarten Lemmers ofm

Maatschappij “Bij de medebroeders die hier hebben gewerkt voor het Apostolaat Minderbroeders Friesland heeft steeds voorop gestaan dat we er niet alleen zijn voor het kerkelijke leven, maar ook voor de maatschappij waarvan we als burgers deel uitmaken. Die openheid naar de wereld is een franciscaanse trek die altijd sterker was dan het binnenkerkelijk gekrakeel dat elders nogal eens de broeders uiteendreef.” “Ik houd heel innig van de kerk”, zegt Leo. “Zij wordt altijd aangeduid als een vrouw. Als man van de kerk moet je zo’n vrouw kussen, niet vanwege het skelet dat haar gestalte overeind houdt, maar om wie ze is. Ik houd van de kerk, niet om haar structuren, maar om de warmte die ik bij haar aantref wanneer de zangkoren aan het oefenen zijn, wanneer de communicantjes aantreden, als ik bij een kraambezoek getuige mag zijn van de warmbloedigheid van het leven zelf, als ik bij het zuchten van een stervende de franciscaanse groet mag uitspreken: ‘Vrede en alle goeds’.”

7


van twee kanten

Een humanist en een franciscaan over … Sjef Graat.

Sjef Graat is humanistisch raadsman in het Leids Universitair Medisch Centrum. Binnen de dienst Geestelijke Verzorging heeft hij er dagelijks te maken met lijden en sterven. Is dat alleen negatief uit te leggen? Familieleden en patiënten vragen hem om woorden van bemoediging en troost in moeilijke tijden. Hoe troostend kunnen zijn woorden zijn?

Hij is katholiek opgevoed, maar keerde zich af van de God van zijn jeugd. “Ik kan moeilijk leven met het idee van een God die het goede beloont en het kwade bestraft”, zegt Sjef. Hij noemt zichzelf agnost. “Of God bestaat weet ik niet. Ik heb niet de behoefte zijn bestaan te bevestigen of te ontkennen, maar als er een God is, staat hij buiten mijn belangstellingssfeer.” In zijn werk als geestelijk verzorger heeft hij vooral te maken met mensen die gebukt gaan onder het lijden en de naderende dood. Dat mensen lijden en sterven is een gegeven. De dood hoort bij het leven, en voor Sjef is dat niet negatief. Kwaad is de tegenhanger van goed, lelijk de tegenhanger van mooi en dood de tegenhanger van leven. En het bestaan van beide noemen we ‘het leven’. Niet met het lijden en dood heeft hij moeite, maar wel met de onrechtvaardigheid die het leven in zich heeft. Waarom moet de ene mens zoveel van het lijden dragen en lijkt de buurman zo onbekommerd en zorgeloos door het leven te dansen? Hoe troostend kunnen woorden zijn? “Voor mij is de trouw aan de patiënt het belangrijkste. Zijn lijden meedragen kan ik niet maar ik probeer wel met zijn of haar verdriet en pijn mee te leven. Soms kan dat, maar heel vaak kun je niet anders dan naast het bed zitten. ‘Jouw troost’, zegt een patiënt, ‘is dat je me niet in de steek laat en dat ik dan voel: er is iemand die mij ziet.’” Voor Sjef heeft het leven alleen de zin die hij er zelf aan probeert te geven. Lijden en sterven zijn even zinloos als de aardbeving die zo maar ontstaat. Het gaat niet om de aardbeving, maar om wat je er als slachtoffer van die aardbeving mee kunt doen. In het jargon van de geestelijke verzorging heet dat ‘zingevingsproblematiek’: hoe kun je zin geven aan de situatie waarin je verkeert; wat doet het onrecht met me en hoe kan ik dat in mijn leven ombuigen? Of Sjef gelooft in een toekomst na dit leven? “Als ik dood ga, loopt het leven geleidelijk aan af. De herinnering vervaagt. Mijn leven houdt op en ik ga weer op in het universele zoals het korreltje zand op het wijde strand.” Sjef: “Gelovigen praten zo dankbaar over het ‘geborgen zijn in de palm van zijn hand’. Als je God depersonaliseert, kan ik wellicht met hen meevoelen. Ik voel me beter thuis bij het beeld van de eindeloos grote oceaan. Hier en daar zie je de witte schuimkopjes ineens opduiken en weer verdwijnen. Laat ik maar zo’n kopje zijn dat weer terugvalt in het grote geheel van de oceaan, de druppel die oplost en zich één maakt met de watermassa. Er is een verschil in visie van de ‘gelovige’ en de humanist. Voor de gelovige is er een verticale lijn naar een God die te maken heeft met lijden en dood. De humanist is daar niet zo in geïnteresseerd. Hem gaat het uitsluitend om de horizontale houding van mens tegenover medemens, maar misschien zijn dat slechts woorden en is de praktijk van het omgaan met mensen die lijden niet zo heel veel anders.”

8


lijden en dood Ton van Oosterhout.

Ton van Oosterhout is franciscaan en was 27 jaar werkzaam als pastor in de zorg voor verstandelijk gehandicapten te Deurne. Hij zag het als een persoonlijke opdracht om mensen ter zijde te staan in situaties van ziekte en dood. Herkent hij zich in de humanistische visie? Ziet hij vanuit de franciscaanse kijk op mensen overeenkomsten en verschillen?

“Of mijn benadering van lijden en dood typisch franciscaans is, weet ik niet”, zegt Ton, “maar ook voor mij is het zingevingsverhaal belangrijk. Bij het overlijden van een bewoner span ik me vooral in om bij het afscheid ‘het leven te vieren’ en te laten zien dat het een waardevol leven was, ondanks de handicap of beperking. De cliënt laat op zijn eigen manier en met zijn eigen mogelijkheden een beeld van God zien. En wij doen dat op onze manier. Met dat doel heb ik ook geïntroduceerd om in het totale zorgplan het levensverhaal van de cliënt op te nemen, als zingevingsverhaal.” Ton ziet overeenkomsten, maar ook verschillen. “Eens maakte ik een ‘humanistische’ afscheidsviering mee van een overleden collega. Overheersend was de sfeer van het gemis van deze nog jonge man, naast de bijzondere persoon die hij geweest was. Na afloop had ik het gevoel dat er iets ontbrak. Allereerst de Plek waar Franciscus overleed dankbaarheid om wie hij geweest was en hoe hij aan in de basiliek Santa Maria degli Angeli, Assisi. ons geluk had bijgedragen met zijn mogelijkheden. Iets wat ondanks alles blijvend is. Daarnaast miste ik het ‘lotgenoot-zijn’: ieder van ons loopt met de dood in de schoenen en van ieder moeten we eens afscheid nemen op zijn of haar moment. Deze beide elementen bezorgen ons een vorm van solidariteit in leven en in sterven. Ze versterken de wederzijdse waardering en plaatsen zijn/haar overlijden in een breder perspectief. Daarin beleef ik meer dan de toevalligheid van geboren worden, sterven en een vervagende herinnering. Franciscus spreekt in zijn Zonnelied over sterven en over de ‘tweede dood’. Voor mijn gevoel beperkt het humanisme zich tot een ‘eerste’ dood: een definitief einde. Voor Franciscus heeft de tweede dood te maken met het verbreken van de relatie tot God en de mensen. Dan is er geen opgaan in het universele zoals een zandkorrel aan het strand of de druppel in de watermassa, maar dan is er ‘deel zijn’ van de schepping in relatie met de Eeuwige.” “Ik signaleer dus verschillen van mijn beleving met die van een humanist in de waardering en het vieren van het leven, in de ervaring van sterven en dood, in de wijze van afscheid nemen, in het beleven van zingeving en een uiteindelijke Zingever. En dat is meer dan ‘spraakgebruik’.” Joop Sierat

9


nieuws

Mensen In Weert is 14 mei op 88-jarige leeftijd Jan Poland overleden. Hij trad in 1949 in bij de franciscanen. Hij was kok in ­Bleijer­heide, Venray, Drachten, ­Watersleijde, Katwijk en Weert en Utrecht. Kenmerkend voor zijn dienstbaarheid was dat hij in Weert ‘tafeltje-dekje’ in het leven riep, waarvoor hij waardering kreeg van de burgerlijke overheid. Vanaf 1999 verbleef hij in zorgcentrum Hieronymus te Weert. Hier was hij de communiteit van dienst als organist en chauffeur.

Het driejaarlijkse provinciaal kapittel, dat van 25 tot en met 28 mei plaatsvond in Denekamp, koos op de laatste vergaderdag een nieuw definitorium (bestuur): Guy Dilweg, Rob Hoogenboom, Herman Piek en Wim Pot. Provinciaal Jan van den Eijnden en vice-provinciaal Frans Gerritsma zijn in 2007 voor een periode van zes jaar gekozen en blijven in functie. Hans van Bemmel ofm heeft 27 juni afscheid genomen van Delft en de H. Ursulaparochie in die stad. Dat gebeurde tijdens een eucharistieviering in de Maria van Jessekerk. Hoofdcelebrant was Adrianus kardinaal Simonis. Na afloop reikte burgemeester Bas Verkerk hem de erepenning van de stad Delft uit. Daarmee is hij ereburger van Delft geworden. Diaken Hans van Bemmel was elf jaar actief in Delft. Hij is medeoprichter van het RK Stadsdiaconaat Delft e.o., de Delftse voedselbank, de non-foodbank en de vakantiebank. Binnenkort verhuist hij naar het minderbroedersklooster in Megen en verlegt hij zijn werkterrein naar het nabijgelegen Veghel. Behalve ereburger van Delft is de franciscaan ook de ‘Bekendste Delftenaar’. Hij kreeg dit titel eind vorig jaar na een verkiezing, uitgeschreven door een plaatselijke krant.

Panden aan de Jodenbreestraat in Amsterdam (links) en in Leiden (rechts) die de franciscanen gaan verlaten.

Twee communiteiten opgeheven De franciscaanse communiteiten in Leiden en aan de Jodenbreestraat in Amsterdam worden komend najaar opgeheven. Het provinciaal ­kapittel van de orde, dat van 25 tot en met 28 mei in Denekamp plaatsvond, heeft hiertoe besloten. Op 17 juni bracht minister-provinciaal Jan van den Eijnden de direct betrokkenen in Leiden per brief op de hoogte van het besluit om de stad na vijf eeuwen te verlaten. In Amsterdam is de voorgenomen sluiting eerder al in kleine kring bekendgemaakt. Omdat het aantal franciscanen in Nederland door vergrijzing en weinig intredingen afneemt, is het nodig communiteiten op te heffen. In dat licht heeft het kapittel besloten de jongere broeders te concentreren in Megen en Amsterdam (Derkinderenstraat), waar de communiteiten nauw verbonden zijn met twee belangrijke projecten: het Franciscaans Jongerenwerk (Megen) en het Franciscaans Centrum voor Spirituele Ontwikkeling La Verna (Amsterdam). Met het vertrek uit Leiden komt een einde aan vijfhonderd jaar franciscaanse aanwezigheid in deze stad. De franciscanen verrichtten er pastoraal, sociaal en diaconaal werk en waren actief in het middelbaar onderwijs. “Het besluit om een huis op te heffen is altijd een pijnlijk besluit”, schrijft de minister-provinciaal. “Er zijn altijd argumenten vóór en tegen, maar uiteindelijk móet er wel een besluit genomen worden. En dat hebben we met pijn in het hart gedaan. We weten dat wij met dit besluit ook anderen pijn zullen doen. Wij zijn ons er ook terdege van bewust dat wij een historisch besluit genomen hebben. De franciscanen gaan weg uit de plaats waar zij het langste wonen. Toch heeft het kapittel gemeend dit besluit niet uit de weg te mogen gaan. De franciscanen hopen dat zij daarbij - zeker op den duur - op begrip van de Leidenaren mogen rekenen. Zij zijn dankbaar voor alles wat zij in Leiden hebben mogen doen, voor de gastvrijheid die zij er hebben genoten en de vriendschap die hun betoond is. Wij hebben veel om Leiden dankbaar voor te zijn!”

10


de mystieke weg. We lezen oude teksten van christelijke woestijnvaders. Ze vormen het vertrekpunt voor een uitwisseling over wat ons ten diepste beweegt: de wonden opgelopen op onze levensreis en ons verlangen naar heelheid en vrede in ons zelf; ons verlangen ook naar God. Naast samen lezen en uit­ wisselen, oefenen we vormen van meditatie in en nemen we tijd voor eigen verwerking.

Franciscaans

In deze cursus ga je een proces van heelwording aan door het maken van een kaartspel dat bestaat uit veertig mandala’s. Met het maken van dit spel kijk je naar jezelf en naar jouw spiritualiteit. Belangrijke thema’s die onlosmakelijk met leven verbonden zijn,

worden verkend en uit­ gediept. Aan het eind heb je niet alleen een ontdekkingstocht naar ­jezelf achter de rug. Je hebt ook een eigen gemaakt mandalalevensspel in handen, dat je kunt gebruiken om in contact met jezelf te blijven. Voor het proces dat je aangaat is tijd nodig. Het bestaat daarom uit ­eenentwintig bijeenkomsten, van september 2010 tot en met eind 2011. Opgave geldt voor de totale cursusduur. Betaling gebeurt per blok.

Met pijn in het hart!

Gun jezelf stilte, rust

te Waspik data 6-10 september prijs € 330,-

Mandala levensspel

Je loopt rond met pijn in je hart, het doet zeer en je weet 2010 Elk jaar organiseert het Franciscaans Jongerenwerk­in er geen raad mee. In deze Megen een groots opgezet midweek kun je alleen en/ treffen voor en door jongeren of met andere jongeren stil van 16 tot 30 jaar. Dit geloofs­ staan bij de pijn in je hart. We feest, met een programma dat doen mee met het dagritme momenten van bezinning en van de broeders. Elke dag ontmoeting, van creativiteit is er gelegenheid voor een en uitwisseling bevat, vindt dit persoonlijk gesprek met een jaar voor de elfde keer plaats­. broeder. Daarnaast is er ruimte Thema: ‘Licht uit licht!’ om te bidden, stil te zijn, te data 8-10 oktober wandelen en te lezen. prijs € 50,- (bij opgave vóór data 18-22 oktober 10 september: € 40,-) prijs € 65,-

en gebed! Het Franciscaans

langstellenden. Zaterdagavond Op zaterdag 2 oktober houden om 19.00 uur ontvangst met we een speciale Franciscus­ koffie en thee in de Huiskamer. viering om 20.00 uur. Vanaf Om 20.00 uur begint de Francis­ 19.30 uur ontvangst met koffie cusviering met aansluitend een en thee in de huiskamer en gezellig samen zijn rond de na de viering een gezellig haard. Zondagochtend na het ­samenzijn rond de haard. ontbijt en tot de lunch alle tijd Graag vooraf aanmelden. om te wandelen of te nietsnutten. Tot slot van 14.00 tot Franciscus arran­ 16.00 uur genieten van de gement Dit weekend is een dertiende Stoutenburglezing. data 2-3 oktober speciaal arrangement voor donateurs, liefhebbers en be- prijs € 40,- (inclusief viering,

­Jongerentreffen

Franciscusviering

Jongerenwerk biedt door het jaar heen allerlei weekends en midweken aan met een bepaald thema en een erop afgestemd programma. Maar je kunt natuurlijk ook als jongere individueel te gast zijn. Samen met andere gasten doe je mee met het ritme van de broeders en verder ben je vrij om je dag zelf een goede invulling te geven.

overnachting, ontbijt, lunch en lezing) € 30,voor donateurs.

Stoutenburglezing

Ieder jaar wordt rond de sterfdag van Franciscus een openbare lezing georganiseerd, waarin iemand die op een inspirerende manier veel doet op het gebied van milieu of natuur wordt gevraagd om het publiek daar deelgenoot van te maken. Het is nu nog

11

data eerste blok:

22 september, 6 en 20 oktober, 3 en 17 november, 1 en 15 december tijd 10.00-12.00 uur prijs € 100,- per blok

Voor meer informatie en opgave: Derkinderenstraat 82 1062 BJ Amsterdam tel.: 020 3467530 e-mail: info@laverna.nl website: www.laverna.nl

Voor meer informatie en opgave: Fer van der Reijken ofm Kloosterstraat 6 5366 BH Megen tel.: 0412 465770 / 465780 e-mail: fjwmegen@hetnet.nl website: www.franciscanen.nl, ‘Jongeren’

niet bekend wie dit jaar de lezing houdt. Nadere informatie volgt. datum 3 oktober tijd 14.00-16.00 uur prijs € 6,- (inclusief consump- tie). € 4,- voor donateurs Voor meer informatie en opgave: Stoutenburgerlaan 5 3835 PB Stoutenburg tel.: 033 4945500 e-mail: post@stoutenburg.nl website: www.stoutenburg.nl

Franciscaans Jongerenwerk

Stoutenburg

locatie klooster Lumina,

leven Een midweek over

Activiteiten Franciscaans Milieuproject

Vanuit de liefde

La Verna

activiteiten


‘Genoten van drie prachtige dagen’ Ingrid Coenen (6 VWO) van het Merletcollege in Cuijk verbleef samen met acht andere leerlingen en twee docenten van 1 tot en met 3 maart dit jaar bij de franciscanen in Megen. Een interview over haar ervaringen.

Wat waren je verwachtingen?

heb ik binnen laten komen. Als je een

Voordat ik naar het klooster ging, wist ik

vriendschap met mensen op die manier

niet zo goed wat ik moest verwachten. In

begint en de ander doet dat ook, dan leer

de voorbereidende lessen kregen we een

je elkaar erg snel en goed kennen op een

programma en was ons al wat verteld,

bijzondere manier.

maar ik wist niet precies hoe het zou zijn. Achteraf weet ik ook dat niemand me

Wat vond je het hoogtepunt

dat had kunnen vertellen. Je moet het

van je kloosterverblijf?

zelf voelen. Ik hoopte heel erg dat ik drie

Dat was voor mij het bezoek aan de claris-

dagen wat rust kon vinden, dat ik kon

sen. We woonden een viering bij met veel

leren begrijpen waarom mensen de keuze

zang. Het lijkt wel alsof je alleen zuster

maken voor een kloosterleven.

bij de clarissen mag worden, als je goed kunt zingen! Wat een prachtstemmen.

Jullie hebben met ons mee­

Ik herinner me nog een jonge zuster,

gebeden. Hoe vond je dat?

die voorzong. Ik kon mijn ogen niet van

Het bidden was bijzonder, het is gek om

haar afhouden zo prachtig zong ze.

eens een keer de tijd te krijgen om na te denken. Ik geloof niet dat ik in m’n ‘nor-

Conclusie?

male leven’ ooit op een stoel ga zitten en

Ik heb echt genoten van de drie prachtige

gewoon eens tien minuten de tijd neem

dagen. De sereniteit, de rust, de religie,

om na te denken of iets te doen als ‘bid-

het geloof, de gesprekken, de mensen,

den’. Het werden voor mij momenten van

de omgeving, de contacten … het hele

bezinning. De intensieve gesprekken die

‘kloostergevoel’. Ik vond het zo jammer

we hadden over niet altijd even gemak-

om afscheid te nemen en thuis was ik erg

kelijke onderwerpen doen veel met je.

verdrietig. Maar inmiddels kijk ik er met

Tijdens het bidden kon je dat in alle rust

veel plezier op terug en ben ik dankbaar

laten bezinken.

dat ik dit mee heb mogen maken.

Hebben jullie ook veel met

Fer van der Reijken ofm

elkaar gepraat? Ik leerde in gesprekken nieuwe mensen kennen en bouwde met hen zelfs een goede band op; een band die nu nog steeds voortduurt. Alleen dat al is iets moois dat ik aan het klooster heb overgehouden. Ik heb mezelf opengesteld. Alle emoties


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.