Sdvo veiligheidsboek

Page 1

SAMEN ARBEIDSONGEVALLEN VOORKOMEN

Iedere werkgever heeft de wettelijke verplichting er voor te zorgen dat zijn werknemers over alle informatie beschikken betreffende de risico’s die hun werk met zich meebrengt - dit zijn gevaren die arbeidsongevallen kunnen veroorzaken. Alsook moeten ze informatie geven over enerzijds de preventiemaatregelen die de werknemer dient te nemen tegen deze risico’s en anderzijds het gebruik van de op het werk aan te wenden persoonlijke beschermingsmiddelen. Zo zijn ook de werkgevers-reders verplicht er voor te zorgen dat hun werknemers-vissers deze belangrijke informatie krijgen die de bescherming van hun veiligheid en gezondheid, zowel tijdens het werk op zee als hun werk aan en op de kaai. De vissers worden blootgesteld aan grote risico’s die kunnen leiden van ernstige tot zelfs dodelijke arbeidsongevallen. Om deze reden heeft de Stichting voor Duurzame Visserijontwikkeling, in samenwerking met Previs, een handboek opgemaakt waarin overzicht wordt gegeven van deze risico’s, alsook de te nemen preventiemaatregelen en de voorziening van de persoonlijke beschermingsmiddelen. Dit handboek, samengesteld uit veiligheidsinstructiekaarten, werd met medewerking van personen die tientallen jaren ervaring hebben in het visserijgebeuren zowel op zee als aan de wal en die dus weten waarover ze spreken. In dit handboek wordt met behulp van foto’s en figuren een goed te begrijpen uitleg gegeven. Deze instructiekaarten zijn een uiterst nauwkeurige weerspiegeling van de gevaren die in het visserijgebeuren aanwezig zijn. De reder zal dit handboek ter beschikking stellen op de brug van ieder schip. Iedere werknemer-visser moet in al zijn doen en laten overeenkomstig de door de reder gegeven instructies in dit handboek, naar zijn beste vermogen zorg dragen voor zijn eigen veiligheid en gezondheid en deze van elke andere betrokken persoon. Maak daarom op de juiste wijze gebruik van de daarin beschreven beschermingsmaatregelen en de te dragen persoonlijke beschermingsmiddelen. Het opvolgen van deze instructies kan arbeidsongevallen voorkomen en kan zelfs levens redden!

ir. Durand Philippe Arbeidsinspectie voor het Toezicht op het Welzijn op het Werk.


VEILIG VISSEN … EEN REALITEIT Het heeft lang… te lang geduurd voor de notie “veiligheid” aan boord van onze Belgische vissersschepen ernstig werd genomen. Niet dat het aan goede intenties ontbrak, maar mogelijk wel aan het juiste instrument. De eerste schuchtere pogingen om over veiligheid in de visserij te praten kwamen er jaren geleden pas met de oprichting van de “Nationale Gemengde Commissie ter Voorkoming van Arbeidsongevallen op Zee”. Een initiatief dat zijn oorsprong vond in een I.A.O.-conventie van Genève… inmiddels achterhaald door de “Work in Fishing Convention” van de internationale arbeidsorganisatie en het “Technisch Comité Visserij van het Fonds voor Arbeidsongevallen” (FAO). Hoewel de sociale partners, samen met het FAO en de bevoegde inspectiediensten de beste bedoelingen hadden kwam een echt veiligheidsbeleid voor de zeevisserij binnen dit forum uiteindelijk toch niet van de grond wegens gebrek aan middelen. De komst van de externe dienst voor preventie & bescherming op het werk PROVIKMO binnen de visserij en het activeren van PREVIS (PREventie VISserij) door de overheveling van het Zeevissersfonds naar SDVO betekenden de echte doorbraak. Mede dank zij de inbreng van zowel Europese als Vlaamse middelen konden nieuwe initiatieven worden ontwikkeld. De komst van nautisch veiligheidsspecialist Rudy Van Agt als preventiecoördinator en de huidige coördinator Ronny Lagast, zorgden ervoor dat veiligheid aan boord, onder de vissers echt een gespreksonderwerp werd. De vele veiligheidworkshops kenden een onverwacht succes en de PREVIS-nieuwsbrieven en veiligheidsfiches, die met de regelmaat van een klok in circulatie werden gebracht, waren absoluut vernieuwend en inspirerend. Tegelijk maakte ook de overheid werk van de controle op de naleving van de welzijnswet in de visserij, waardoor ook bij de reders het nodige bewustzijn voor een gedegen veiligheidsbeleid meer en meer is beginnen groeien. Resultaat van deze verzamelde inspanningen is het voorliggend veiligheidshandboek, dat niet alleen uniek is omwille van het feit dat een dergelijk naslagwerk voor de visserij nog nooit werd gerealiseerd, maar ook door het concept en de inhoud. Voor de reders en schippers aan boord bestaat een losbladige versie die toelaat, naargelang van de noodwendigheid of het incident dat zich voordoet op het schip, om de gepaste veiligheidsfiche ter hand te nemen en onder de aandacht van de vissers te brengen. Ook de bevoegde instanties en overheidsinstellingen kunnen hiervan gebruik maken en hun veiligheidshandboek aanvullen met nieuwe fiches die in de toekomst ter beschikking zullen worden gesteld. De vissers ontvangen een gepersonaliseerd exemplaar van de gebundelde versie en gehoopt wordt dat ook de “leerlingen-vissers” hiervan gebruik zullen maken tijdens hun opleiding.

-2-


Het veiligheidshandboek is meertalig. Het houdt rekening met het vissersjargon gebruikt in de verschillende vissershavens en uiteraard met de juiste terminologie in het correct Nederlands. Nu reeds blijkt veel belangstelling te bestaan op Europees niveau voor het Belgische veiligheidshandboek visserij en verwacht wordt dat het heel binnenkort tot de verplichte boorddocumenten zal behoren. Deze publicatie betekent een mijlpaal voor het veiligheidsbeleid in onze sector. Zonder het pionierswerk van Rudy Van Agt, Ronny Lagast, Marc Feys en Philippe Durand was dit boek nooit gerealiseerd. De vissers, de sector en SDVO zijn hen hiervoor zeer dankbaar. Ivan VICTOR, Voorzitter.

Ronny Lagast

Rudi Vanagt

-3-

Feys Marc


BESTAND

OMSCHRIJVING

TITEL VEILIGHEIDSKAART.

INHOUDSTABEL

A Algemeen. A100 A101 A102 A103 A104 A105 A106 A107 A108 A109 A110 A120 A121 A122

ONVEILIG GEVOEL BASIS VEILIGHEID STAPPEN AAN BOORD SCHEEPSJONGEN ORDE EN NETHEID KOKEN UITGLIJDEN PBM: HELM GOEDE COMMUNICATIE AAN&AFMEREN STABIEL OPSTELLEN MEDISCHE VERZORGING OGEN BESCHERMEN GALVOCHT IN DE OGEN

A123 A124 A130 A131 A140 A141

ONDERKOELING MIDDELENGEBRUIK STAPELEN BOVENDEKS LOOSPOORTEN WACHTLOPEN ATTENT BLIJVEN

p.27

A142 A143 A144 A150 A151

AANVARING STRANDEN INSTRUCTIES VAARTUIG MANIPULEREN LASTEN TRAP-LADDER

p.37

A152 A153 A160 A161 A162 A163

HOOG WERK ROESTIGE KABELS ZWARE DEUREN OPSLEPEN ANKERS DROOGZETTEN

p.46

p.7 p.9 p.11 p.13 p.15 p.16 p.17 p.18 p.19 p.20 p.21 p.23 p.25 p.26

p.29 p.30 p.31 p.33 p.35

p.39 p.41 p.43 p.45

p.47 p.48 p.49 p.51 p.53

Onveilig gevoel schipper & bemanning Basis opleiding veiligheid, cfr STCW 95 Het veilig van en aan boord stappen. Begeleiding van de scheepsjongens. Orde en netheid aan boord. Het koken aan boord Uitglijden aan boord De veiligheids helm Op een vissersvaartuig is er altijd veel lawaai. Aan- en afmeren. Zich stabiel opstellen/opletten met de handen Medische verzorging aan boord. Ogen beschermen Tijdens het strippen van de vis (het gutten) galvocht in de ogen krijgen. Onderkoeling of hypothermie. Middelengebruik aan boord. Stapelen van kettingen en netten bovendeks. Loospoorten altijd vrij houden Wachtlopen / Goede zeemanschap Steeds attent blijven ‘s nachts Op dek en op de brug. Risico tot aanvaring op zee. Stranden; vrijwillig of onvrijwillig Instructies bij veranderen van vaartuigen Het manueel behandelen van zware lasten. Ladders en trappen opklimmen bij slingerend schip. Werken op hoogte. Roestige kabels Zware luiken/deuren openen/sluiten bij storm Laten opslepen. Gebruik van ankers aan boord. Schip op slippe of in een droogdok steken.

M Motoristen. M200 M201 M202 M203 M210 M210b M211

GEVAREN MACHINEKAMER ELECTRICITEIT WERK LIERKAMER BATTERIJEN HEFTRUCK VORKHEFTRUCKTHERM-VIK GASSNIJBRANDER

p.55 p.57 p.59 p.61 p.63 p.65 p.69

Gevaren in de machinekamer Veilig werken aan electrische installaties Veilig werken in de winchkamer. Veilig werken aan batterijen Veilig werken met een heftruck-vorklift. Heftruck met thermische motor Veilig werken met een gassnijbrander

Lijst der veiligheidskaarten – oproepen bestand - 20100615 -4-

1/3


BESTAND M212 M213

OMSCHRIJVING HAAKSE SNIJMACHINE ELECTRODE LASPOST

R&B Reddingsmiddelen & Brand

TITEL VEILIGHEIDSKAART. Veilig werken met een haakse snijmachine p.73 Veilig werken met een electrode laspost p.71

p.75

R&B300 R&B310

VEILIGHEIDSPLAN REDDINGSMIDDELEN

Het Veiligheidsplan Welke reddingsmiddelen zijn er aan boord; dde symbolen p.79 Opblaasbare reddingsgordel met MOB alarm

R&B311 R&B312

OPBLAASBARE REDDINGSGORDEL DRIJVEND PAK

R&B313

REDDINSVLOT

R&B320 R&B321 R&B322 R&B350

HELICOPTER MAN OVER BOORD SCHIP VERLATEN BRAND: WAT AAN BOORD

p.83

R&B351 R&B352

BRAND ALGEMEEN BRAND MACHINEKAMER

p.93

p.77

Het dragen van een drijvend pak en/of Oliegoed met beperkt drijfvermogen p.82 Opstelling van het reddingsvlot aan boord. p.81

p.85 p.87 p.91

p.95

Evacuatie met Helicopter Man Over Boord Schip verlaten Brand detectie & protectie; wat is er aan Boord: symbolen. Brand aan boord. Brand in machinekamer

V Vistechnieken. V400 V401 V402 V410 V411 V420 V421 V422 V423 V424

LIER-VRIJE VAL VERHAALKOP NETTENROL GETESTE SLUITINGEN… TALURID IN KUIL KRUIPEN KUIL IN BAK WINDEN VIS LOSSEN VISRUIM GEBRUIK VAN MESSEN

V425 V430 V431 V432 V433 V440 V441 V442

KUILSTROP OBSTRUCTIE IN SCHROEF VISSEN STORM VAREN STORM BIJLIGGEN VOLSLEPEN GROTE STEEN VASTSLAAN MET VISBOEL

V443 V444

KAPSEIZEN KLEINERE OPVISSEN BOM

p.97 p.99 p.101 p.102 p.103 p.105 p.107 p.109 p.111 p.113 p.115 p.117 p.119 p.121 p.123 p.125 p.127 p.129 p.131 p.133

Bediening lier ( winch ) knop vrije val. Veilig werken met de verhaalkop Bedienen van een nettenrol. Geteste sluitingen, haken en kettingen. Vistalie of lenter breekt aan de talrid. In de kuil kruipen voor uittrekken van vis. Viskuilen in visbakken winden. Lossen van de vis (vangst totale zeereis). Werken in het visruim (vispit). Het gebruik van messen in netten en het strippen (gutten) van vis. Kuilstrop breekt af bij binnenwinden viskuil. Tros- kuil- korre of kuiltouw in de schroef. Vissen bij storm (dwars vissen). Varen van storm. Bijliggen in geval van zware storm. Het net volslepen met zware grond. Grote steen gevangen. Vastslaan met een visboel aan een obstructie op de zeebodem Kapseizen kleinere vaartuigen / Marelec Het opvissen van springtuigen.

Lijst der veiligheidskaarten – oproepen bestand - 20100615 -5-

2/3


BESTAND V450 V451 V452 V453 V454 V455

OMSCHRIJVING

TITEL VEILIGHEIDSKAART.

p.137 VEILIGHEID VEILIGHEIDGIEK: GIEK:INLEIDING INLEIDING p.140 EXTRA TROMMEL p.141 VANDAMME PATENT p.143 KANTELHAAK; deel 1 p.145 KANTELHAAK, deel 2 p.147 VEILIGHEID GIEK

V460

WEGZETTEN VISBOELEN

p.149

V461 V462 V463 V464 V465 V466 V467 V468

KETENS VOOR VISBOEL VISBOEL BINNEN ZETTEN GIEK KRUIPEN VISSEN een VISBOEL OVERSLAAN GIEK GIEK PLOOIEN RESERVE KORRESTOK STAANDE WANT

p.151 p.153 p.155 p.157 p.158 p.159 p.161 p.163

Beveiliging gieken: Inleiding Beveiliging gieken: Extra trommel Beveiliging gieken: Vandamme patent Beveiliging gieken: Kantelhaak; deel 1 Beveiliging op gieken: Vast of doorroest ? Veiligheid op gieken worden niet gebruikt door verkeerde plaatsing Gevaarlijke situaties bij het wegzetten van de netten. Korte of lange ketens om visboel op te zetten. Visboelen binnenzetten In de giek kruipen voor reparatie. Vissen met één visboel bij boomkorvaartuigen. Het overslaan van de gieken ( bokken). De giek (bok) plooien tijdens het vissen. De reserve korrestok in elkaar steken op zee Het veilig bedrijven van staand want visserij

Lijst der veiligheidskaarten – oproepen bestand - 20100615 -6-

3/3


KAARTNUMMER A 100 01/08/2010

ONVEILIG GEVOEL VOOR SCHIPPER EN BEMANNING.

Het uitoefenen van de visserij is vandaag zeker veel moeilijker geworden, dit o.a. door een complexe en strenge regelgeving opgelegd door de Europese Unie. Een bijkomend gevolg zijn de vele controles aan boord door de bevoegde instanties op zee en aan wal. De veelvuldige uitgevoerde controles betreffen: de maten van de viskuil, de hoeveelheid en de soorten vis (apart gesorteerd) in het visruim, het afmeten van de vis (minimum maten) het nazien van het EU logboek (hierin moet de totale vangst ieder 24u correct ingevuld worden), …. Deze controles nemen veel tijd in beslag en er is steeds kans dat een overtreding wordt vastgesteld. Indien de controles bij nacht gebeuren, komt men soms onaangekondigd aan boord. Zij naderen het schip langs achter en met gedoofde lichten. Onverwachts staat er dan midden in de nacht een doodvreemde persoon naast je op de brug: dit is afschrikwekkend. Het is uiteraard ook zeer pijnlijk voor de visser om de vis, die als te veel gevangen (quota’s opgevist) aanzien wordt, terug overboord dient gegooid. Niet te vergeten dat de meeste van deze terug gegooide vis reeds dood is en dus dient als voer voor de meeuwen. Dat ook door deze enorme druk op de vissers er arbeidsongevallen worden vastgesteld, daarover hoeft niemand zich te verwonderen. Dit is zeker één van de redenen waarom geschoold personeel de visserij verlaat. Regelgeving, wetten en controles zijn zeker nodig, maar mogen de veiligheid van schip en bemanning niet in gevaar brengen.

DENK AAN UW VEILIGHEID. - Wordt de stress te groot, grijp dan zeker NOOIT naar een jointje, alcohol, of andere drugs. - Overtuig dat je steeds met goede bedoelingen de visserij bedrijft. - Wees voortdurend op de hoogte van de wetgeving en pas deze wetten nauwgezet toe.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be © -7-

A 100


De controle aan boord van een vaartuig.

De kuils afmeten, op de vroegere en de huidige wijze.

Rapportering van de opgenomen gegevens.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be Š -8-

Over boord gooien van vis.

A 100


KAARTNUMMER A 101 01/08/2010

HET BELANG van de BASIS OPLEIDING VEILIGHEID cfr STCW-95.

De basis opleiding veiligheid, cfr STCW 95, is de minimum opleiding die elke zeeman, waar ook ter wereld, moet gevolgd hebben alvorens men mag varen op een koopvaardijschip. Alhoewel dit wereldwijd, nog niet vereist voor de visserij, zijn er toch al landen die dit wel verplicht hebben voor hun vloot. De Belgische overheid heeft nu ook deze opleiding verplicht in de Belgische visserij. Het belang van deze opleiding kan niet genoeg benadrukt worden.Tijdens de vijfdaagse opleiding worden bepaalde zaken na de theorie in de praktijk ingeoefend. De opleiding A-VI/1 bevat vier modules: 1 2 3 4

Kennis van persoonlijke overlevingstechnieken Kennis van brand preventie en bestrijding Kennis van E.H.B.O. Kennis van persoonlijke veiligheid, samen werken in nood en gebruik reddingsvlot

Naast deze opleiding eist de Belgische overheid ook nog de volgende opleidingen: - voorkoming van vervuiling op zee en - voorkomen van arbeidsongevallen aan boord. Hierbij enkele voorbeelden, van wat er o.a. aangeleerd wordt: - Een vlot in het water gooien en opentrekken. - In het water springen met de reddingsgordel of met een drijvend pak aan en in het vlot proberen te kruipen (zeer moeilijk activiteit). - Kennis van de overlevingsmiddelen aan boord van het vlot. - Wat allemaal mee te nemen in het vlot. - Alle soorten reddingsmiddelen komen aan bod; ook SART, EPIRB enz…. - Tijdens het EHBO onderricht leert ook iedereen het reanimeren van een slachtoffer en het gebruik van een defibrillator op een levensechte pop. - Tijdens de brandbestrijding opleiding wordt na de theorie ook de praktijk van brandbestrijding aangeleerd. Previs is in 2009 gestart om alle vissers de kans te geven om deze opleiding te volgen, en heeft hiervoor een overeenkomst – die over meerdere jaren loopt - afgesloten met het VDAB opleidingscentrum te Zeebrugge.

DENK AAN UW VEILIGHEID. HET VOLGEN VAN EEN BASIS OPLEIDING VEILIGHEID, cfr STCW-95, KAN LATER AAN BOORD UW LEVEN EN DAT VAN ANDEREN REDDEN.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be -9-

©

A 101


De STCW opleiding in het zwembad.

Eerste Hulp bij Ongevallen.

Brandbestrijding.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 10 -

Š

A 101


KAARTNUMMER A 102

VEILIG VAN en AAN BOORD STAPPEN.

01/08/2010

Het van en aan boord stappen is één van de belangrijkste oorzaken van de arbeidsongevallen in de visserij ( 5 % of 1 op 20). Wanneer men niet achter een sluis ligt (zoals in Zeebrugge of in Oostende) kan men afwisselend een groot of een klein verval hebben naargelang, het HW of het LW is. Alhoewel de situatie in Zeebrugge ideaal is, gebeuren er ook daar nog ongevallen. Bij het aan boord stappen, (vaak SPRINGEN) is de zijde van het schip dikwijls glad. Bij het dan verder op dek springen van op de zijde belandt men vaak tussen de kettingmatten (steennetten), korren en andere materialen die daar liggen. Hierbij kan men zijn voet omslaan of enkel breken. In een vreemde haven bij een verval van 6 à 7 meter, klauteren de vissers in het steennet of langs de borgen omhoog of omlaag om van boord te geraken. Ook als het schip afdrijft durven de vissers al eens een sprong wagen om aan boord te geraken. ‘s Nachts, terwijl iedereen slaapt, en zeker in een toestand van onvolledige concentratie, is het risico groot om bij een verkeerde sprong tussen wal en schip te vallen, met mogelijks gevaar voor verdrinking. Previs is met een proefproject gestart om het van en aan boord stappen veiliger te maken. Dit door een ladder gecombineerd met enkele andere aanpassingen of gangway te plaatsen.

DENK AAN UW VEILIGHEID. - Kom ‘ s nachts, indien mogelijk niet alleen aan boord. - Als je niet zeker bent, waag zeker geen sprong aan boord. - Pas ook op bij het aan of van boord stappen voor de natte, bevroren of visslijm op de zijde (reling) aanwezig.

Traptreden geplaatst binnen boord.

Laddersysteem te gebruiken bij een groot verval.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be © - 11 -

A 102


Gangway aan boord van de Z45.

Succesvol project. Men kan veilig van en aan boord stappen. Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be Š - 12 -

A 102


KAARTNUMMER A 103

BEGELEIDING VAN DE SCHEEPSJONGEN(S).

01/08/2010

Wanneer een scheepsjongen aan boord aangemonsterd wordt is het onze taak om op een verantwoorde manier voor zijn opleiding en begeleiding te zorgen. Wijs hem op de vele gevaren en op de noodzaak om veilig te werken en gebruik te maken van de persoonlijke beschermingsmiddelen. Laat hem de veiligheidskaarten en het veiligheidsplan aandachtig lezen. Bij zijn taken aan boord staat hij altijd onder begeleiding van een bemanningslid. Ook als de scheepsjongen zeeziek is moet hij, alhoewel hij zich ellendig voelt, zijn taken aan boord uitvoeren. In dit geval moet op dek nog meer aandacht aan hem besteed worden en mogen we hem zeker niet uit het oog verliezen. Vergeet ook niet dat vele zaken die voor de visser automatismen zijn geworden, voor de scheepsjongen nog ongekend zijn en nog moeten worden aangeleerd, zoals op een slingerend schip koffie maken, koken op het fornuis. Daarom een beker koffie bij storm slechts half vol doen. Nooit alleen deuren of luiken openen en nooit alleen op dek gaan bij slecht weer. GEEF HEN EEN AANGENAME EN VOLWAARDIGE OPLEIDING ZODAT ZE VAN HET VISSERSLEVEN HOUDEN EN IN DE SECTOR BLIJVEN. MAAK HET DEZE NIEUWELINGEN AANGENAAM, ZE ZIJN DE TOEKOMST VOOR DE SECTOR. Om als scheepsjongen te kunnen meevaren is er minimaal de Basic Safety training STCW A-VI/1 vereist.

DENK AAN DE VEILIGHEID. - maak dat de scheepsjongen altijd zijn veiligheidshelm, opblaasbare reddingsgordel, en andere persoonlijke beschermingsmiddelen, draagt als hij op het dek komt. - laat de scheepsjongen nooit bij slecht weer alleen op het dek komen of laat hem nooit alleen achter op het dek.

Luister naar de uitleg van de schipper op de brug.

Vermoeid na een zware taak.

Zie achterzijde: informatie over zeeziekte. Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 13 -

Š

A 103

1/2


Zeeziekte Zeeziekte is een apart fenomeen binnen de scheepvaart. De ene persoon hangt de hele tocht over de reling terwijl een ander niks mankeert. Wat is eigenlijk zeeziekte? Het antwoord op deze vraag kunt u hier lezen.

Oorzaken

Bij mensen die zeeziek worden kloppen de bewegingen van het evenwichtsorgaan vaak niet met wat de ogen zien en worden ze misselijk. Het evenwichtsorgaan zit in het oor. Zo helpen je ogen je van de wal in de sloot. Zo ontstaat zeeziekte, omdat je evenwichtsorganen registreren dat het schip open neer deint. Volgens je ogen echter, die jouw positie proberen te bepalen aan de hand van het (meedeinende) schip, beweegt er relatief gezien niets? En daar sta je dan: je evenwichtsorgaan vertelt je hersenen dat je beweegt, maar je ogen ontkennen dat. Je hersenen snappen er niks meer van en raken ‘in de war.

Scheepsbewegingen

We onderscheiden 3 scheepsbewegingen: Stampen. Hierbij duikt de boeg van het schip telkens in de golven om onmiddellijk weer omhoog te komen. Rollen. Hierbij beweegt het schip zich om zijn horizontale lengte as. Het zal telkens van links naar rechts en terug bewegen. Gieren. Hierbij beweegt het schip zich om zijn verticale lengte as. Het draait als het ware om zijn middelpunt. Wanneer nu een schip alleen een beetje stampt zal zeeziekte minder snel op de loer liggen dan wanneer er een combinatie van 2 of 3 bewegingen optreden.

Symptomen

Zeeziekte wordt gekenmerkt door de volgende verschijnselen: duizeligheid, misselijkheid, braken. bleke gelaatskleur en zweten, beklemming tot angst, hoofdpijn, geeuwen en slaperigheid. Zuchten en hyperventilatie en vaak verlies van interesse in de omgeving. Het zich rillerig voelen en zelfs een verandering in bloeddruk. De slaperigheid, de afnemende werklust en de futloosheid maken de inzetbaarheid van het bemanningslid beperkt. Door plat te gaan liggen en de ogen te sluiten probeert de patiënt het conflict tussen de ogen, evenwichtorgaan en de hersenen uit te schakelen.

Adviezen om zeeziekte te bestrijden zonder qebruik van medicijnen.

Drink geen koffie, kooizuurhoudende drank. Eet geen zuur fruit of ander zware kost. Drink 12 uur van tevoren geen alcohol en koffie. Zorg dat je uitgerust bent, stress is killing. Kleed je warm en zorg dat je droog blijft. Blijf geïnteresseerd in je omgeving en ga wat doen. Het sturen van het schip kan zeeziekte voorkomen. Gebruik normale maaltijden en blijf licht verteerbare dingen eten (biscuits). Frisse lucht en zicht op de horizon zijn goede remedies, blijf dus niet binnen. Neem deze maatregelen niet te laat.

- 14 -


KAARTNUMMER A 104

ORDE EN NETHEID AAN BOORD.

01/08/2010

Zoals men weet is het nog altijd zo dat de visser meer dagen doorbrengt op zee aan boord van het schip dan thuis bij zijn familie. Het is veel aangenamer om het verblijf aan boord door te brengen op een schip dat altijd netjes is. Als de schipper een beurtrol opmaakt aan boord om de taken gelijkmatig te verdelen, dan neemt dit voor de bemanning een weinig tijd in beslag om dit doel te bereiken. De taakverdeling is meestal als volgt: de schipper neemt de brug voor zijn rekening, de motorist de machine- en winchkamer en de matrozen het kombuis en de logies (kamers). Orde en netheid zijn ook belangrijk om ziektes en arbeidsongevallen (vb uitglijden door vette vloer voor het fornuis) te voorkomen. Ook de persoonlijke hygiëne is van groot belang. Met de aard van het werk dat aan boord gedaan wordt is het dagelijks douchen, geen overbodige luxe. Wees net en rein dan zal je de vriend van de schipper zijn.

DENK AAN UW VEILIGHEID. -

Steeds grondig de handen wassen voor het koken. Na het eten steeds de tafel reinigen en de vaat doen, laat ze niet staan want deze kunnen ook gemakkelijk op de grond vallen bij een slingerend schip. Ledig regelmatig de vuilbak, in kleinere ruimtes kan dit zeer onaangenaam ruiken. Na het douchen: de douche en de wasbak reinigen, denk ook aan je collega’s. Reinig regelmatig voedselkasten, frigo’s en diepvries; ook de rubber afdichtingen. Iedere dag de leefplaatsen aan boord stofzuigen. Ververs elke dag je kleding en het beddegoed na iedere zeereis. Op het einde van elke zeereis moet het ganse schip zowel buiten als van binnen reinigen. Pas op voor de zeepproducten, zij kunnen gladheid veroorzaken.

Reinigen aan dek. Pas op het detergent kan gladheid veroorzaken.

Kombuis in propere toestand houden.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 15 -

Vergeet de bijna verborgen hoekjes niet.

©

A 104

1/1


KAARTNUMMER A 105

Het KOKEN aan BOORD

01/08/2010

Daar een schip altijd in beweging is, kan het koken aan boord soms heel gevaarlijk zijn. Dit zal er zeker niet op verbeteren als het storm wordt en dit kan, in de winter, soms wel een ganse zeereis duren. Niet alleen de motorist, die iedere dag een warme maaltijd klaar maakt, maar alle bemanningsleden moeten voorzichtig zijn, wanneer ze het fornuis gebruiken. Gebruik nooit de friteuse bij slecht weer, de olie kan bij het slingeren overlopen en brand veroorzaken.

DENK AAN UW VEILIGHEID. - Potten en pannen op het fornuis altijd zeevast zetten (met de stormlatten). - Bij slecht weer: potten en pannen slechts voor de helft vullen; zodat die niet kunnen overlopen bij hevige, onverwachtse slingeringen van het vaartuig. - Als je potten of pannen van het fornuis neemt, zet ze altijd op natte doeken neer. - Pas ook op met alle hete vloeistoffen, en ook met de messen op de tafel liggen. - Ook op de tafel in het kombuis, alles zeevast zetten. - Vul de friteuse nooit hoger dan aangegeven (met “MAX”), en doe dit voor de afvaart, dus nooit op zee. - Een friteuse in brand: - bij een elektrische friteuse: eerst de elektriciteit afleggen; - bij een gewone pot: eerst het vuur onder pot uit doen; Daarna: het blusdeken, vochtige doek of dweil erover schuiven en een tijdje afgedekt houden. - Als de scheepsjongen eten wil bereiden op het fornuis, hou dan goed in de gaten of hij dit ook veilig aanpakt, help waar nodig. Ook bij een kop koffie, een halve tas vullen.

De potten staan zeevast op het fornuis

De potten en pannen zijn naast het fornuis op een natte doek geplaatst.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 16 -

Opstelling van het branddeken in de kombuis.

©

A 105


KAARTNUMMER A 106

Het UITGLIJDEN

01/08/2010

Op zee is een vaartuig altijd in beweging, zowel bij mooi weer (deining) als bij stormweer (hevige slingeringen). Onder die omstandigheden moet de visser zijn werkzaamheden uitvoeren. Het is niet gemakkelijk zich te verplaatsen op een slingerend vaartuig. Een vaartuig maakt zes van elkaar onafhankelijke bewegingen; namelijk drie rotatie bewegingen: slingeren, stampen en gieren en drie translatie bewegingen: schrikken, verzetten en dompen. Het zich verplaatsen is daardoor moeilijk controleerbaar waardoor men gemakkelijk zijn evenwicht verliest. Bovendien is het houten werkdek bijna altijd nat en glad door overkomend buiswater, door zeewater dat door de loospoorten komt of via waterpompen op het dek wordt gestoken. Wanneer het dek standvastig nat is ontstaat er ook algenvorming. Ook de ingewanden van de vis, die bij het strippen (gutten) op dek terecht komen, kunnen het risico voor vallen en uitglijden in grote mate vermeerderen.

DENK AAN UW VEILIGHEID. - Draag altijd uw veiligheidslaarzen voor een betere grip op het dek. - De veiligheidshelm beschermt uw hoofd bij het vallen. - Het dek meermaals per jaar schilderen met antislip verf of verf gemengd met zand of glaskorrels. - Voorzien van voldoende grijppunten op het schip kan het vallen sterk verminderen. - Na ieder zeereis het werkdek reinigen door mbv hoge druk methode. - Na iedere sleep de ingewanden van de vis verwijderen van het dek.

Glad dek door zeewater en visingewanden.

Glad dek door zeewater en grondvuil.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 17 -

Š

A 106

1/1


KAARTNUMMER A 107

PBM

VEILIGHEIDSHELM

01-08-2010

Het is niet altijd even gemakkelijk aan boord van een schip om te werken met een veiligheidshelm. Bovendien voldeed de helm, welke in het pakket PBM (Persoonlijke BeschermingsMiddelen) opgenomen was, niet aan alle eisen voor de werkzaamheden op zee. Daarom heeft Previs in 2008 een proefproject opgezet om een goede helm te vinden. Op meerder vaartuigen werden verschillende veiligheidshelmen getest. Eén type helm (“petzl” helm) werd na deze tests unaniem als de perfecte helm aangeduid. Deze helm is kleiner van formaat, zodat de kap van de beschermkledij erover kan getrokken worden. Daarenboven is de helm voorzien van een degelijke kinriem, een zweetband en een praktische draaiknop om de maat aan te passen. Daarenboven is deze helm zeer licht, zodat ze niet hinderlijk aanvoelt op het hoofd. Een zonneklep is ook niet meer voorzien, waardoor het gemakkelijker is om omhoog te kijken zoals bv in het visruim.Deze helm voldoet ook aan alle Europese normen. De helm moet steeds gedragen worden als men van de accommodatie op het dek komt, wenselijk in het machinekamer en zeker verplicht als men onder zware lasten werkt.

DENK AAN UW VEILIGHEID. - Draag steeds de helm bij alle werkzaamheden waarbij er gevaar is dat voorwerpen naar beneden kunnen vallen, zie of er een risico aanwezig is om het hoofd te stoten. - De helm moet gedragen worden bij het werken aan de visboelen, het inhalen van de netten (vistalie haak), het in de kuil kruipen, het lossen van de vis, … . - Ga steeds van onder een gevaar weg, ga naar een veiliger plaats op dek, of onder de kappe, ... .

PETZL VERTEX BEST

Helmdracht toegepast.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 18 -

Helm verplicht!!!

©

A 107

1/1


KAARTNUMMER A 108

LUID & DUIDELIJK COMMUNICEREN

01/08/2010

Aan boord van een schip is er altijd lawaai dat veroorzaakt wordt door een draaiende hoofdmotor en hulpmotor(-en). Tijdens het inhalen en vieren van de netten komt daar nog het lawaai van de winch (lier) bij. Ook het verwerken van de vis brengt extra geluidsoverlast mee. Met deze geluiden leert men leven. Dit lawaai is niet alleen hinderlijk, maar kan leiden tot gevaarlijke situaties. Dit kan de communicatie tijdens de werkzaamheden zodanig verstoren, dat instructies verkeerd begrepen worden. Daarom is het aan te raden om Bevelen Luid Naar Elkaar Te Roepen; vb : alles los, meer opwinden, vieren maar, van onder, aan de kant, oppassen, stop, hou je vast, enz‌. Langdurige blootstelling aan lawaai hinder veroorzaakt ook gehoor verlies.

DENK AAN UW VEILIGHEID. - Aan boord altijd luid spreken tegen elkaar, soms is het nodig om te roepen. - Ook de schipper moet luid roepen om zich verstaanbaar te maken: bijvoorbeeld door het raam in de brug of door middel van portofoons of intercom. - Bij het bedienen van de lier (winch) MOET er bovendien een goed zichtbaar contact zijn tussen bediener en de aangever. - men kan ook communiceren door gebruik van handtekens.

Goede communicatie kan van levensbelang zijn.

Lawaai afkomstig van de lierwerking.

Lawaai afkomstig van de hoofdmotor.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 19 -

A 108

1/1


KAARTNUMMER A 109

AAN- EN AFMEREN.

01-08-2010

Het aan- en afmeren is voor de vissers een routineklus, maar toch niet zonder risico’s. Men moet zich realiseren dat er grote krachten ontstaan op de trossen als de schipper de schroef inschakelt om het schip van of tegen de kade te manoeuvreren. Er staat steeds een bemanningslid op de bak (kappe) om de voorspring, of op het achterschip, om de achterspring te bedienen. Als er teveel krachten op een tros komt kan het gemakkelijk gebeuren dat de tros doorviert, dit mag men niet trachten te verhinderen door een aantal slagen bij te nemen. Dit is een zeer gevaarlijke toestand met kans op breken van de tros. Wacht tot de schipper de schroef heeft uitgeschakeld. Bij het aan- en afmeren moet de schipper altijd rekening houden met de heersende wind en stroming. Bij sterke stroming en/of zware wind kan de schipper meer motor kracht nodig hebben.Veel schepen beschikken reeds over boegschroeven waardoor het veel simpeler wordt om het schip van of naar de kade te manoeuvreren. Denk eraan, hoe meer vaart in het schip, hoe minder efficiënt de boegschroef is.

DENK AAN UW VEILIGHEID. - Draag altijd uw werkvest, de veiligheidshelm, -handschoenen en -laarzen bij het af- en aanmeren. - Bij het winden of vieren van een tros (spring), sta best zo ver mogelijk naar achter, uit de breekbaan van de trossen ( zeer gevaarlijk bij doorbreken van de tros ). - Sta op het dek of op de bak nooit met een voet in een bocht van de meertros.

Voorbeeld van stevige voortros met beschermde oog. Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 20 -

©

Goed en fout afgemeerd.

A 109

1/1


KAARTNUMMER A 110 01-08-2010

ZICH STABIEL OPSTELLEN op DEK; AANDACHT WAAR MEN de HANDEN PLAATST

Vissers moeten zich voortdurend verplaatsen op een bewegend schip. Daarom dient men zich meestal met een hand vast te houden op plaatsen waar er gevaar schuilt. Ook worden, bij gebruik van de winch, de kettingen, de kabels en touwen manuele handelingen uitgevoerd. Telkenmale is er bij deze interventies een risico tot handkwetsuren. Enkele voorbeelden van dergelijke risicovolle handelingen: - Het opwinden van de visbakken: lenterhaak inpikken. - Het gebruik van de verhaalkop. - Het binnenwinden of vieren van de netten: spranken (kettingen). - Het in- of uitpikken van haken, zoals de vistaliehaak, haken van lange en korte ketens om de visboelen klem te zetten. - Kuiltouw en kuilstroppen die dicht komen. - Het toepassen van de stroppen bij het hijsen.

DENK AAN UW VEILIGHEID. - Gebruik steeds de veiligheidshandschoenen waar er gevaar is voor handkwetsuren. - Kijk goed uit aan boord waar je de handen legt of plaats bij het uitvoeren van werkzaamheden. - Bij het zich vasthouden in geval van noodzaak: kijk uit naar het gevaar voor klemming van de handen. - Bij het uitvoeren van handelingen waarbij een tweede persoon betrokken is : steeds een duidelijke en goed hoorbare communicatie (cfr schipper die vanaf de brug niet steeds de werkzaamheden kan zien).

Klemmingsgevaar tussen schakels en sluitingen.

De kettinghaak die een gevaar vormt bij op spanning komen.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be Š - 21 -

Het gebruik van de verhaalkop.

A 110

1/1


��������� �������� ������������� ��������

��������������� ����������������� ������������� ������������� ����������

���������� ��� �������� ����������������� ������������������ �����

������������ ������ �����

������������������ �������������� �������������� ��������������

���������������� �������������� �������������������

��������������� �������������� ������������� ������������� ����������������� ������������������ ������� ���������������

���������������� �����������������

- 22 -


KAARTNUMMER A 120

MEDISCHE VERZORGING AAN BOORD.

01-08-2010

Aan boord is er een medicijnkist met daarin een aangepast assortiment aan medicijnen, verbanden, pleisters en injecties. De producten worden gebruikt voor het behandelen van: - kwaaltjes zoals verkoudheid, griep, tandpijn, diaree enz… - ernstige ziekten zoals longontsteking, hartproblemen, allergie, enz… - lichte tot zware verwondingen of brandwonden. De medicijnkist bevat een lijst met handleidingen van de medicijnen waarvoor ze kunnen gebruikt worden. De medicijnkist moet minimaal jaarlijks gekeurd worden door een, hiervoor door de scheepvaartcontrole erkende, apotheker. Hierbij zorgt de apotheker ervoor dat de medicijnkist terug aangevuld en de vervallen medicijnen vervangen worden. De reder krijgt hiervan een afschrift. De schipper houdt toezicht over de medicijnkist op zee en indien nodig behandelt hij een zieke persoon aan boord met medicijnen. Uiteraard moeten – de tijdens de reis gebruikte medicijnen - vóór elke zeereis aangevuld worden. Bij ernstige ziekte of ongeval kan de schipper contact opnemen via Oostende radio om een dokter te raadplegen. Hierbij moet men de waargenomen symptomen van de zieke of bijzonderheden over de gekwetste doorgeven. Evacuatie met helikopter kan ook via de kustwacht aangevraagd worden. Het kan voorvallen dat een injectie moet toegediend worden, hiervoor is de passende opleiding noodzakelijk. Vraag dit aan uw huisarts of de arbeidsgeneesheer hoe je dit het best uitvoert. Er wordt in vraag gesteld of iedere visser jaarlijks tegen griep moet ingeënt worden? Hetzelfde tot inenting voor tetanus, gezien de werkzaamheden aan boord. Aan de bevoegde overheid werd door Previs een verzoek ingediend om op basis van het onderzoek door PROVIKMO, de inhoud van de medicijnkist aan te passen. Er wordt gewacht op een nieuw Koninklijk Besluit. In de basis veiligheidsopleiding, cfr STCW 95, die alle vissers, dankzij PREVISSDVO kunnen volgen zit ook een uitgebreide EHBO cursus.

DENK AAN UW VEILIGHEID. - Hou de medicijnkist altijd gesloten. Het kan gebeuren, dat zonder vragen, medicijnen uit de kist gebruikt worden voor andere doeleinden. - Lees altijd goed de bijsluiter als je medicijnen toedient. Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 23 -

©

A 120

1/2


De medicijnkist bevattende verschillende famaceutische producten.

Redding van boord van een gekwetst bemanningslid.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 24 -

Š

A 120

2/2


KAARTNUMMER A 121

De OGEN BESCHERMEN en BEHANDELEN.

01-08-2010

Het gebeurt regelmatig aan boord van een vissersvaartuig dat een bemanningslid een vreemd voorwerp in een oog krijgt. Dit kan veroorzaakt worden door vele factoren, zoals: - Roeststukjes, o.a. bij werken aan de kettingmatten (roestige kettingen). - Galvocht, bij het gutten van de vis (zie A 122) - Slijm en grondvuil door het spartelen van de vis. - Vuil zeewater uit de kluts (grondvuil en vis) die in de visbakken ligt . - Detergent tijdens het kuisen van het schip, dekken en motorkamer. - Rondvliegend vuil tijdens het gebruik van de luchtdrukmachine om sluitingen (sikkels) aan te zetten. - Vuil en stof bij het doorbranden of door slijpen van kettingen en weiers (kabels). - Meekijken, zonder lasbril, bij laswerken, gevolg lasogen, wat zeer pijnlijk is. - Door straling van dolmans vuisten. - ……………………. Previs beveelt aan alle reders aan, om tenminste één oogspoel fles aan boord te plaatsen. DENK AAN UW VEILIGHEID. - Bij risico tot oogkwetsuren, draag steeds de veiligheidsbril. - Zeker niet in het oog wrijven. - Bij oogongevallen kunnen enkele seconden beslissend zijn om volledig of gedeeltelijk het zicht te verliezen, daarom is een snelle toegankelijkheid tot een oogspoeling noodzakelijk. Het is ten zeerste aanbevolen dat ieder schip enkele oogspoel flessen voorziet, zodat na een ongeval men deze ogenblikkelijk kan gebruiken. - Zich onmiddellijk naar de kombuis begeven en het oog overvloedig spoelen met de daartoe speciaal aangebrachte oogspoeling. - Indien er blijvende klachten zijn, in verband met het oogkwetsuur, dan niet twijfelen en met het vaartuig binnenlopen en een oogarts raadplegen. Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be © - 25 -

A 121

1/1


KAARTNUMMER A 122 01-08-2010

GALVOCHT in de OGEN tijdens het STRIPPEN van de VIS

Gutten (strippen ) van de vis is één van de voornaamste taken aan boord van de vissersvaartuigen. Veel vis gaat door de handen van de vissers en het strippen ervan is daarbij een automatisme geworden. Men brengt een vinger in de kieuw zodat de vis niet kan wegglijden. Met een andere vinger oefent men druk uit op de onderkant aan de ingewanden. Door deze methode van vastgrijpen worden de ingewanden aan de bovenkant van de vis bolvormig. Hierdoor kan men nu met een mes gemakkelijker een inkeping maken en de ingewanden van de vis verwijderen. Voor platvissen is de gutting meestal maanvormig. Tijdens het strippen gebeurt het veel dat men in de galblaas van de vis snijdt waardoor het galvocht in de ogen kan belanden. De gal staat namelijk onder druk door de methode van vasthouden van de vis. Galvocht in de ogen is bijzonder pijnlijk. Gedurende een korte tijd kan men zelfs even niet meer zien. Doch dit fenomeen gaat meestal geleidelijk over en de visser kan zijn werkzaamheden hervatten.

WERK STEEDS VEILIG: - Zeker nooit in de ogen wrijven: omdat het galvocht zeer pijnlijk en irriterend werkt, is dit een bijna automatische reactie. Dit kan echter de kwetsuur verergeren. Vergeet namelijk niet dat uw handen tijdens het gutten zeer vuil kunnen zijn. - Wanneer het oog geïrriteerd blijft, is het aan te raden zich te verhelpen met een oogbad of spoeling (Zie kaart A121).

Het verwijderen van de ingewanden uit pladijs, tong en zeeduivel.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be © - 26 -

A 122

1/1


KAARTNUMMER A 123

HYPOTHERMIE OF ONDERKOELING.

01-08-2010

De vissers bevinden zich steeds in koude wateren. In de zomer haalt de temperatuur van het zeewater in de Noordzee nauwelijks 16°C. In de winter daalt deze temperatuur tot 5 à 6°C. Er sterven meer drenkelingen door onderkoeling dan door verdrinking. Oorzaken hiervoor zijn: onvoldoende kennis, paniek, denken dat alleen zwemmen je warm houdt, enz … Overlevingstechnieken worden aangeleerd tijdens de basis opleiding veiligheid cfr STCW 95. Previs zorgt ervoor dat alle vissers deze opleiding kunnen volgen.

Schema van geschatte OVERLEVINGSTIJDEN:

WATERTEMPERATUUR o° c 5° c 1o° c 15° c 20° c 25° c

GESCHATTE OVERLEVINGSTIJD IN HET WATER ongeveer 9 minuten ongeveer 1 uur ongeveer 1 uur en 45 minuten ongeveer 6 uur en 30 minuten ongeveer 30 uur ongeveer 4 dagen of langer

Men spreekt van onderkoeling of hypothermie als de kerntemperatuur van het lichaam gezakt is beneden de 35° Celsius.

Schema: verband LICHAAMSTEMPERATUUR

LICHAAMSTEMPERATUUR 37° c 35° c 33° c 31° c 29° c 27° c

/

VERSCHIJNSELEN:

VERSCHIJNSEL BIJ ONDERKOELING toename van de stofwisseling- rillen desoriëntatie, verlaagde hartslag en verwardheid spierstijfheid,grote pupillen en krampen slachtoffer geraakt bewusteloos bewusteloos, hartstilstand, grens tussen leven en dood de dood kan intreden, geen reanimatie meer mogelijk

DENK AAN UW VEILIGHEID. -

-

-

Draag steeds een werkvest (opblaasbare reddingsgordel) en/of uw drijvend pak. In het water: niet zwemmen (enkel korte afstanden); neem de HELP houding aan. Hierdoor wordt je overlevingstijd in het water verlengd met 90%. Eens aan boord houdt de drenkeling in een horizontale positie. Liefst lauwe gesuikerde dranken toedienen, geen alcoholhoudende dranken. Geen natte kledij verwijderen: het slachtoffer in een aluminium reddingsdeken wikkelen. Het slachtoffer niet laten bewegen, dit kan een plotse hartstilstand veroorzaken. Controleer de ademhaling en de hartfunctie.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be © - 27 -

A 123

1/2


- 28 -

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be Š

A 123

2/2


KAARTNUMMER A 124

MIDDELENGEBRUIK

01-08-2010

Alcohol en druggebruik zijn een hedendaags maatschappelijk probleem, waaraan ook de visserij niet ontsnapt. Mede door het bemanningstekort is het zeker niet eenvoudig om aan preventie en hulpverlening te doen. Zware arbeid onder soms moeilijke omstandigheden met daarbij een te kort aan slaap zijn eigen aan de visserij. Drank of drugs worden soms als middelen beschouwd om hieraan te ontsnappen en richten altijd veel schade aan. De Provincie West-Vlaanderen en verschillende werkgroepen uit de visserijsector hebben hiervoor samengewerkt. Een duidelijke handleiding werd ter beschikking gesteld voor reders en haar bemanning. Ieder schip werd voorzien van folders en informatie over alcohol- en drugsbeleid in de visserij. De verantwoordelijkheid van de reder als veiligheidsadviseur van het schip, en de schipper – enerzijds als mandataris van de reder en anderzijds als de wettelijke gezagvoerder aan boord - staan hierin centraal. Onder de gebruikers zitten zeer goede werkers, die echter op termijn, door toenemend middelengebruik, voor de visserij verloren dreigen te gaan. Iedereen moet helpen om betrokkenen van hun verslaving af te geraken. Het is noodzakelijk dat de aanpak tegen middelengebruik door alle betrokkenen aan boord gedragen worden. De doelstelling in deze globale aanpak is niet om deze personen te straffen, maar wel om ze te helpen van hun verslaving af te geraken zodat ze hun beroep verder in alle veiligheid kunnen uitoefenen.

DENK AAN UW VEILIGHEID. - Bij het lopen van de wacht, denk aan jouw verantwoordelijkheid op de brug: er kunnen heel gevaarlijke situaties ontstaan . - Ook aan dek; je brengt niet alleen jezelf in gevaar, maar ook je werkmakkers. - Laat je helpen.

Houd het veilig blijf nuchter.

De medewerkers aan de actie.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 29 -

De slogan voor de visserij.

Š

A 124

1/1


KAARTNUMMER A 13O 29-09-2010

STAPELEN BOVENDEKS van KETTINGEN, NETTEN, enz...

Wanneer een schip in de vaart wordt genomen, zijn alle dekken vrij, het is in deze toestand dat de stabiliteit nauwkeurig wordt berekend. De zeevaartinspectie houdt wel degelijk rekening met het gewicht van vismateriaal (schatting). Nadien worden op de dekken materialen vastgemaakt zoals kettingen, korren, bespekte kuils, een reserve visboel (bestaande uit twee korijzers en een korrestok, in twee delen) en nog tal van ander gerief. Soms worden ook kleine of grotere veranderingen aan het schip aangebracht en dit samen met de jaarlijkse verflagen zorgen voor een belangrijke wijziging van de stabiliteit.Aanvullende kan gezegd worden dat bij de meeste vissersvaartuigen deze stabiliteit al nipt berekend werd. Zonder het te beseffen kan het schip, met de jaren, minder stabiel worden. Een goede kennis hierover is daarom zeer belangrijk. In de workshop “Vissers Vissen Veilig” wordt een passende info gegeven, en wordt dit nog eens aan de hand van een model van een vissersschip aanschouwelijk voorgesteld.

DENK AAN UW VEILIGHEID. - Steeds moeten alle onnodige materialen van de bovendekken worden verwijderd, alsook de vismaterialen en zoveel mogelijk onderdeks gestoken, daar zijn de passende ruimtes voorzien. - Leg ook geen materialen voor de loospoorten zodat die altijd behoorlijk kunnen blijven functioneren (water op dek die niet wegkan maakt het schip nog meer onstabiel). - men moet steeds bewust zijn van vrije vloeistoffen op het dek. -gewicht op hoogte (bollen) enz.

Geen overbodig materiaal op dek stockeren. Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 30 -

©

A 130

1/1


KAARTNUMMER A 131

LOOSPOORTEN ALTIJD VRIJ HOUDEN

01-08-2010

Een loospoort is een soort kantelpoort dat het water (buiswater, golven …) dat op het dek komt onmiddellijk terug buitenboord afvoert. Als één of meerdere loospoorten niet goed werken dan blijft het water op het dek staan en kan het schip daardoor onstabiel worden, dit komt door het extra gewicht van het water op dek en het vrij vloeistof effect. Vissers durven nog al eens voor een loospoort materialen vastmaken, die dan de goede werking ervan verhinderen . Als er tijdens het varen, loslopend van storm, een enorme massa zeewater aan boord komt dan kan het wel eens gebeuren dat de loospoorten het water niet snel genoeg kunnen afvoeren waardoor er een onstabiel schip ontstaat. In dit geval onmiddellijk de motor verminderen tot stop en uw schip met zijn steven op de wind leggen zodat al het water kan afvloeien.

DENK AAN UW VEILIGHEID. Voor uw veiligheid altijd de loospoorten vrij houden en de goede werking ervan regelmatig controleren. – De loospoorten regelmatig smeren. - Als er iets tussen de as zit, verwijder dat onmiddellijk. - Zorg ervoor dat NOOIT materialen voor de loospoorten zijn geplaatst, want deze kunnen de goede werking ervan belemmeren.

Hier is de loospoort voldoende vrij.

De werking van de loospoort wordt belemmerd door de korrestok.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 31 -

©

A 131

1/1


��������� �������� ������������� ��������

��������������� ����������������� ������������� ������������� ����������

���������� ��� �������� ����������������� ������������������ �����

������������ ������ �����

������������������ �������������� �������������� ��������������

���������������� �������������� �������������������

��������������� �������������� ������������� ������������� ����������������� ������������������ ������� ���������������

���������������� �����������������

- 32 -


KAARTNUMMER A 140

WACHTLOPEN / GOEDE ZEEMANSCHAP

01-08-2010

Een vaartuig, bezig met vissen, is beperkt manoeuvreerbaar, maar het is geweten dat een bokkentreiler zonder probleem kan bijdraaien naar Sb of Bb. Het is daarom aangewezen als er binnen de 6 zeemijl een groot schip afkomt op aanvaringskoers, dat men beter zelf van koers verandert en aan dit schip de vrije vaart geeft. Doe dit ruim op tijd en met een ruime koersverandering. Vergeet ook niet dat vele containeren fruitschepen snelheden van meer dan 20, zelfs 25, knopen lopen. Dit noemt “goede zeemanschap”. Men neemt immers een goede beslissing in het belang van de veiligheid van schip en bemanning. Ook hier geldt immers: “HET IS BETER VOORKOMEN DAN GENEZEN”. Wacht nooit tot op het laatste moment om een beslissing te nemen. Tijdens de wacht waakt u over en bent u verantwoordelijk voor de veiligheid van schip en bemanning.Speciale aandacht is zeker vereist bij het vissen in een verkeersscheiding stelsel. Het vissen is er wel niet verboden, maar ook daar gelden de aanvaringsregels. De verkeersscheiding stelsels zijn speciaal opgesteld om een veilige doorvaart van de scheepvaart te garanderen. Een vissersschip mag dus de veilige doorvaart niet belemmeren. In dit verband werden door de autoriteiten reeds boetes opgelegd. We verwijzen hier expliciet naar de betreffende artikels (o.a. art 9 & 10) opgenomen in het aanvaringsreglement.

DENK AAN UW VEILIGHEID. -

Hou altijd een goede uitkijk. Altijd op radar, de nabije schepen vervolgen of die geen aanvaringskoers sturen. Hou ook de andere instrumenten in de gaten: kompas, plotter, GPS, Marelec, … ‘s Nachts controleer eens op het paneel of alle navigatielampen wel branden. Houdt altijd de ALDISLAMP (indien aan boord) klaar voor gebruik. De beste manier om de aandacht te trekken, ook bij dag is met de Aldislamp ten minste 5 korte flitsen op de brug van het ander schip geven, en dit zo nodig herhalen.

Gevolgen van slechte zeemanschap.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be © - 33 -

Nagaan of schepen niet te dicht naderen. A 140

1/2


IEDERE WACHTSMAN MOET (pas op niet limitatieve opsomming): -

-

-

Als hoofd van de wacht over de nodige getuigschriften beschikken. Over goede zeemanschap beschikken. De kennis hebben van de navigatiemiddelen. De automatische stuurinrichting kunnen bedienen. Tijdens het vissen, kunnen werken met de vislieren. Indien nodig, koersveranderingen kunnen uitvoeren, dit snel en efficiënt. De kennis hebben van het zendmateriaal en gesprekken kunnen voeren. De manoeuvreereigenschappen van het eigen vaartuig kennen. Volledige kennis hebben van het aanvaringsreglement en de navigatielichten. De passende interventies kunnen uitvoeren in verband met de weersgesteldheid, het druk verkeer, nabijheid van gevaren, …. zowel onder als boven water. De brug mag NOOIT onbemand zijn. Nooit de brug verlaten zonder behoorlijk te zijn afgelost: alle nodige instructies overmaken. Men blijft de verantwoordelijkheid dragen tot de volgende wachtsman op de hoogte is van de situatie. Indien er twijfel is aan de bekwaamheid van de aflossende wachtloper, dan wordt de wacht niet overgedragen en wordt de schipper verwittigd. Tracht zoveel mogelijk voldoende fit te zijn bij het ’s nachts wacht lopen. De doelmatigheid van de wacht mag niet in het gedrang komen door: vermoeidheid, ziekte, drugs en alcohol. Bij opkomende storm, slechte zichtbaarheid, nabijheid van gevaren (erg druk verkeer), nabijheid van het verkeersscheiding stelsel, …… de schipper verwittigen die meestal in zijn hut achter de brug slaapt. Bij het vast komen van de visboel weten wat te doen. Weerberichten en barometer regelmatig controleren. Opgelet als er veel water aan boord komt (bij storm) voor stabiliteitsveranderingen van het schip. Bij koud weer voldoende aandacht voor “freezing spray”. Voldoende afstand houden van boortorens en windmolens. ……

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be © - 34 -

A 140

2/2


KAARTNUMMER A 141 29-09-2010

STEEDS ATTENT BLIJVEN, ook bij NACHT op de BRUG en op DEK

Vissers werken, zolang de zeereis duurt, dag en nacht met soms korte tussenpozen waarin kan gerust worden. Als hoofd van de wacht, tijdens de nachtelijke uurtjes, is het vaak vechten tegen de vermoeidheid. De voortdurende bewegingen van het schip werken bovendien zware vermoeidheid in de hand, dit leidt tot concentratieverlies. Eveneens op dek, met de vele gevaren waaraan de vissers zijn blootgesteld, is er steeds aandacht vereist. Door de IMO (International Maritime Organisation) is vermoeidheid, wereldwijd in de scheepvaart, als één van de hoofdoorzaken van scheepsincidenten erkend. In vergelijking met grote koopvaardij schepen, is de kans op oververmoeidheid in de visserij is nog veel groter, door het zwaardere werkritme en de hevige bewegingen van het schip.

DENK AAN UW VEILIGHEID. -

Bij vermoeidheid op de brug: zet ramen en deuren open, loop wat rond, en/of regelmatig je gelaat wassen met koud water.

-

Het alarm op de automatische piloot MOET steeds aanblijven. Hierdoor moet je om de paar minuten het alarm afduwen. Bij het niet afduwen gaat het alarm over gans het schip.

-

Aan dek tijdens het bedienen van de lier en het verwerken van de vis, luid en duidelijk blijven praten met elkaar.

-

Gebruik zeker geen middelen om wakker te blijven

-

Gebruik de vrije uren om zoveel mogelijk om uit te rusten. Laat TV, films en computerspelletjes links liggen aan boord.

Pas op niet in slaap vallen!

Attent zijn als je van wacht bent.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 35 -

Indien je het moeilijk hebt de vensters en deuren openen.

©

A 141

1/1


��������� �������� ������������� ��������

��������������� ����������������� ������������� ������������� ����������

���������� ��� �������� ����������������� ������������������ �����

������������ ������ �����

������������������ �������������� �������������� ��������������

���������������� �������������� �������������������

��������������� �������������� ������������� ������������� ����������������� ������������������ ������� ���������������

���������������� �����������������

- 36 -


KAARTNUMMER A 142

RISICO van AANVARING

01-08-2010

Aanvaringen komen voor ten gevolge van heel wat mogelijke oorzaken. Deze kunnen technische aard zijn zoals: het uitvallen van de motor, blokkeren van het roer, enz… . Ook menselijke fouten kunnen aan de basis liggen, zoals: inschattingsfout, verkeerde beslissing, een onoplettendheid, oververmoeidheid (wachtloper die indommelt), enz… . Soms bevissen vissersvaartuigen allemaal dezelfde visgrond en is extra aandacht vereist als vaartuigen kris kras door elkaar vissen. Mistig weer verhoogt het risico tot aanvaren. Soms wordt wel eens contact gelegd met de VHF. De gesprekken zijn niet altijd even vriendelijk, maar een goede onderlinge communicatie is noodzakelijk. Voor het belang van goede wacht lopen verwijzen we naar de kaarten A 140 en A 141. Als er toch een aanvaring gebeurt, onder gelijk welke omstandigheden, is het altijd de schipper die direct zal nagaan of er geen lek onder de waterlijn is en of er risico bestaat tot zinken. Indien de beide vaartuigen in elkaar zijn vastgehaakt, moet eerst worden nagegaan of één van de vaartuigen niet zal zinken bij het loskomen. In functie van de eigen mogelijkheden, is men altijd verplicht assistentie te verlenen aan het andere vaartuig. Als het schip water maakt, pomp via de lensinrichting zoveel mogelijk water overboord en probeer met de bemanning het gat zo goed mogelijk dicht te maken. Verminder eventuele slagzij door over te pompen of gewichten te verplaatsen.

DENK AAN UW VEILIGHEID. - De wachtloper op de brug verlaat nooit zijn post en zeker niet in drukke vaarwaters. - De schipper moet op de brug aanwezig zijn in drukke vaarwaters, en bij mistig weer. - Als er na een aanvaring onmiddellijk gevaar is tot zinken, dan de bemanning laten bijeenkomen op de daartoe aangeduide verzamelplaats, om zo nodig het schip te verlaten (zie STCW cursus). Denk erom uw eigen schip is altijd de beste reddingsboot. - Probeer het lek te dichten. - De lensinrichting moet steeds in goede werking zijn. Test of gebruik deze regelmatig (wat meestal op vissersvaartuigen ook gebeurt). - Een goede communicatie onderling, met kustwacht, portcontrol en/of radarcentrales is noodzakelijk, maak er altijd en voortijdig gebruik van zonder te twijfelen. - ATIJD TRACHTEN EEN AANVARING TE VOORKOMEN; vermijd zoveel mogelijk dichte situaties met de schepen - GOEDE ZEEMANSCHAP IS VOORUIT DENKEN. Hou de aldislamp daarom steeds klaar voor gebruik.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 37 -

©

A 142

1/2


Zware aanvaring stuurboord.

Zijdelings aanvaring waarbij ook de giek geplooid.

Een verwrongen giek na aanvaring.

Aanvaring met zware inslag aan stuurboordzijde.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 38 -

Š

A 142

2/2


KAARTNUMMER A 143

STRANDING: VRIJ- OF ONVRIJWILLIG

01-08-2010

Vastlopen met het schip op een zandbank, of op het strand kan iedereen overkomen. De vissers vissen veel langs zandbanken en als ze vaartlopende zijn durven ze ook al eens dicht onder de kust of een zandbank lopen. Bij het uitvallen van de motor kan men bij ongunstige wind en/of getij stranden. Men moet dit proberen te vermijden door ruimschoots van het strand of zandbanken te varen. Zodoende heeft men, bij motorpech of een obstructie in de schroef, nog de tijd om het anker te gebruiken. Als men bij mooi weer vastloopt moet onmiddellijk gereageerd worden door de motor te minderen en direct het schroef uit te schakelen. Probeer dan vervolgens voorzichtig achteruit te slaan om te zien of het schip niet van de zandbank glijdt. Komt het vaartuig niet los, wacht dan best tot het volgende hoog water alvorens het opnieuw te proberen. Als het dan niet lukt zal men de hulp moeten inroepen van een sleepboot. Men mag ook niet vergeten dat zelfs bij mooi weer, de branding op het strand of op een zandbank zeer gevaarlijk kan zijn. Er kan zelfs gevaar dreigen om het schip te verliezen. Ook kan het gebeuren dat we het schip vrijwillig laten stranden, dit om het zinkende vaartuig te redden. Dit kan voorvallen indien men niet snel genoeg het water uit het schip kan pompen. Bijvoorbeeld bij een lekkage veroorzaakt door aanvaring, of een afgebroken zeekraan of zeewaterleiding enz ‌ .

DENK AAN UW VEILIGHEID. -

Na het vastlopen van het schip begeeft de bemanning zich onmiddellijk naar de brug of de afgesproken verzamelplaats.

-

Iedereen moet zijn reddingsgordel aandoen.

-

De kustwacht altijd verwittigen bij het vastlopen en hen op de hoogte houden over de verdere evolutie.

-

Er moet steeds gecontroleerd worden op lekkages, zowel tijdens het vastzitten als na loskomen van het schip (schroefasdichting niet vergeten!).

-

Eventueel wordt het vlot in gereedheid gebracht.

-

Zorg dat de ankerwinch altijd vrij is en werkt.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be Š - 39 -

A 143


Vastgelopen op de klippen.

Vastgelopen op het strand

Vastgelopen op het strand.

Vastgelopen op een zandbank.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be Š - 40 -

A 143


KAARTNUMMER INSTRUCTIES bij VERANDEREN van VAARTUIG A 144 01-08-2010

Indien de visser van vaartuig verandert moet er met allerlei nieuwe factoren rekening gehouden worden. Ieder vissersvaartuig is anders gebouwd, zodat ook de manier van werken aan boord verschilt. Opdat de veiligheid niet in het gedrang zou komen is het noodzakelijk en wettelijk verplicht dat de reder en schipper het nieuwe bemanningslid grondig informeert en telkens nagaat of betrokkene dit begrepen heeft. -

-

Het nieuwe bemanningslid krijgt grondig informatie over het veiligheidsplan. Hij controleert of alle reddingsmiddelen en brandbestrijdingsmiddelen zich wel op de aangeduide plaatsen bevinden, zo niet maakt hij daar melding van. Hij leest aandachtig alle veiligheidskaarten en vraagt uitleg indien nodig. De schipper informeert uitgebreid betrokkene hoe de instrumenten, zoals de automatische piloot, plotter, GPS, dieptemeter, VHF, radar, Marelec, …… werken. Waar bevindt zich de bediening van het algemeen alarm en de misthoorn. De schipper legt ook de werking van de vislier uit, zoals de bediening van de vislijnen, bokkeweiers en lenters. De beveiligingen op de gieken moeten grondig worden uitgelegd. Een belangrijk punt bij de bediening van de lier is de bedieningsknop vrije val, hierover wordt het bemanningslid uitgebreid geïnformeerd. Wat te doen als men bij het wachtlopen vast slaat met de visboel (visboelen), bv aan een wrak, moet grondig worden uitgelegd. Hetzelfde geldt ook bij het vangen van zware grond, zoals sterren (rispen), slijk, drijfzand, klei, …… De schipper waarschuwt het nieuw bemanningslid dat bij twijfel hem onmiddellijk te waarschuwen. De schipper slaapt meestal achter de brug. Op het dek dienen de overige bemanningsleden hun nieuwe bemanningslid in al zijn taken bij te staan. Er moet rekening gehouden worden dat dit alles nieuw is voor hem. Bij ieder schip is de manier van werken anders, na enige tijd kan dan deze persoon zijn activiteiten zonder gevaar uitvoeren. Betrokkene moet rekening houden dat de bewegingen bij ieder schip anders kunnen zijn.

Ook wordt hij verwittigd dat aan boord geen middelen gebruikt worden die de veiligheid van schip en bemanning in gevaar kunnen brengen.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be © - 41 -

A 144

1/2


DENK AAN UW VEILIGHEID. Ieder visser moet zich bewust zijn van goede zeemanschap die het best kan omschreven worden als: - verantwoord gedrag op zee. - Gebruik van gezond verstand. - Ervaring en gevoel voor de heersende omstandigheden. - Opleiding en veel oefenen. - Snelle en goede beslissingen nemen op het juiste moment. DENK EROM DE BESTE OVERLEVINGSTECHNIEK AAN BOORD IS HET VOORKOMEN VAN ONGEVALLEN.

Een zicht op de videoplotter

Zicht op de brug

Bakboord kant vislier

De schipper bedient de lier op de brug.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be Š - 42 -

A 144

2/2


KAARTNUMMER A 150

MANUEEL BEHANDELEN VAN ZWARE LASTEN

01-08-2010

Aan boord van een vissersvaartuig is het voortdurend noodzakelijk om te tillen, te trekken of te duwen aan zware voorwerpen, dit vindt altijd plaats op een bewegend werkdek. Trekken aan zware kettingen, opgeviste stenen over boord gooien, manden of kisten vis op tillen of versleuren, zware netten vertrekken enz. Al deze handelingen behoren tot de dagelijkse werkzaamheden van een visser. Het is dan ook niet verwonderlijk dat men in de visserij veel met rugklachten te maken heeft. Bij deze werkzaamheden gebeuren dan ook regelmatig incidenten of ongevallen.

DENK AAN UW VEILIGHEID. -

-

-

Daar tillen toch niet te vermijden is, wees dan voorzichtig met lasten die zwaarder zijn dan 25 kg, voer deze activiteit uit met twee personen. Wees aandachtig als je een steen overboord gooit, en wanneer deze toch te groot is om te dragen door één persoon, rol de steen op een stukje net. Met meerdere personen kun je dan de steen over boord gooien. Als het om een grote rotsblok of grote steen gaat: neem dan de lenter (jomper) rond de steen en windt deze op, en gebruik de passende slingering van het schip voor het over boord gooien. Oppassen deze werkzaamheden gebeuren tijdens het slingeren van het schip, neem dus ruim afstand van de last. Het gevaar bestaat eveneens dat de steen uit zijn lus terug op het dek valt. Help elkaar om kisten of mandjes te verplaatsen of om aan kettingen te trekken.

Let steeds op een goede houding, aangepaste veiligheidslaarzen kunnen bij het tillen veel helpen. Zie de instructie op de keerzijde van dit document.

Goede manier om de steen over boord te krijgen, er wordt gebruik gemaakt van een hijsband en de vistalie.

Correcte manier voor het stapelen van de viskisten.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 43 -

Geen correcte manier voor het stapelen van de viskisten.

©

A 150

1/2


Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 44 -

Š

A 150

2/2


KAARTNUMMER A 151

LADDERS EN TRAPPEN OP- EN AFKLIMMEN

01-08-2010

Ladders en trappen vind je overal op een schip. Voorbeelden hiervan: langs de mast, naar de kappe, naar het bootdek, naar de brug, naar de benedendeks in het visruim, nettenruim, de motorkamer en de logies. Een veel voorkomend ongeval is het verliezen van zijn evenwicht, staande op trap of ladder, door een plotse beweging van het schip. Het gebeurt ook vaak dat vissers een trap of ladder bestijgen met slechts één hand, omdat ze in de andere hand iets dragen dat ze nodig hebben om werkzaamheden uit te voeren. De trap of ladder kan ook glad zijn door detergenten, vetten, olie of ingewanden van vis die aan uw schoeisel blijven kleven: hou daar rekening mee.

DENK AAN UW VEILIGHEID. -

-

-

Gebruik een schouder- of rugtas om materiaal naar boven mee te nemen; dan heb je beide handen vrij om de ladder te klimmen. Steeds de ladder stevig vasthouden aan de treden, met beide handen. Pas de driepuntenregel toe bij het beklimmen: twee handen en één voet of één hand en twee voeten. Bij slingering eventjes wachten voordat je verder klautert tot het schip stilligt.

Vaste ladders in mast met kraainest.

Vaste ladders om op de bak/kap te geraken.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 45 -

©

A 151

1/1


KAARTNUMMER A 152

WERKEN OP HOOGTE.

01-08-2010

Het gebeurt veel dat men op zee in de mast moet klimmen om een blok te smeren of te vernieuwen, een lenter (vistalie-jomper) door de jomperblok (diaboloblok) steken of ook om een navigatielampje te vernieuwen. Bij ieder schip is langs de mast een ladder voorzien. Er zijn schepen die boven op de mast met een kraaiennest zijn uitgerust, wat zeer veilig is bij het gebruik. Indien het schip slingert blijft het altijd gevaarlijk om in de mast te klimmen. Zeer gevaarlijk wordt het, wanneer men slechts met één hand de ladder vast neemt terwijl men in de andere hand bv de vetpot of lenterhaak meeneemt. Beide handen moeten steeds vrij zijn bij het beklimmen van een ladder. Eens men zich boven bevindt kan men dan het werk uitvoeren, en terzelfder tijd ervoor zorgen dat men niet valt.

DENK AAN UW VEILIGHEID. - Draag, bij werken in de mast, steeds een veiligheidsharnas, er zijn overal mogelijkheden voorzien waar men deze kan inhaken. - Gebruik een schouderzak om materiaal naar boven mee te nemen; dan heb je beide handen vrij om de ladder te klimmen. - Grotere werkzaamheden, zoals het vernieuwen van een blok in de mast, worden bij voorkeur uitgevoerd in de haven, waar het schip dan ook stilligt. Bij zware blokken (rollen) maak gebruik van een kraan en een hangbak.

Werkzaamheden in de mast.

Smeren van de rollen in de mast.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 46 -

Schilderwerken in de radarmast.

©

A 152

1/1


KAARTNUMMER A 153

ROESTIGE KABELS

01-08-2010

Aan boord van een schip is alles steeds blootgesteld aan zeewater en lucht waardoor altijd snel roestvorming optreedt. Roestige kabels (weiers) verliezen aan kracht. Op roestige kabels vormen zich bovendien snel vleeshaken (stekkers) waaraan men zich vlug kan verwonden. Zijn er veel vleeshaken, dan is de kabel aan vervanging toe . Wacht men te lang om de kabels te vervangen, dan kan dat op zee voor veel problemen zorgen: zoals het afbreken van de kabel van de gieken (bokken), of het afbreken van de kabel van de vistalie (lenter, jomper) of zelf het afbreken van de vislijnen (korretouwen) na een ruk tijdens het vissen op zee. Dit kan niet alleen ernstige gevolgen hebben voor de veiligheid maar ook voor het financiële luik. Het is veel gemakkelijker en veiliger in de haven om kabels te vervangen dan wanneer men op zee is. Wanneer de kabels in orde zijn is de kans veel kleiner om in de giek (bok) te moeten kruipen of in de mast bij een slingerend schip. Soms kan het gebeuren dat men de kabels in elkaar moet splitsen (= lange splits); denk erom dat de kabel hierdoor minder sterk wordt.

DENK AAN UW VEILIGHEID. - Kabels regelmatig nazien en tijdig vervangen. - Bij het splitsen: altijd veiligheidsbril opzetten en de passende veiligheidshandschoenen (“niet de gutters”) dragen. - Let steeds goed op bij het gebruik van een splitshoorn (marlspijker) dit is een gevaarlijk werk. - Ook opletten bij het opendraaien van de kabel (om te splitsen), het kan gebeuren dat deze door de druk terugschiet en kan men gekneld raken met de handen. - Bij het vervangen van een weier in de giek of in de mast: altijd gebruik maken van zijn opblaasbare reddingsgordel, helm en veiligheidsharnas.

Roestige vislijn met slechts een klem.

Steeds drie klemmen gebruiken!

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 47 -

Verkeerd geplaatste klemmen.

©

A 153

1/1


KAARTNUMMER A 160 29-09-2010

ZWARE LUIKEN EN DEUREN OPENEN & SLUITEN BIJ STORMWEER

Tijdens het openen of sluiten van deuren en luiken wordt men vaak verrast door een plotse slingering van het schip waardoor men de greep op de deur of luik kan verliezen. Hierdoor kan men met de handen, vingers of voet geklemd raken. Ernstige letsels kunnen worden opgelopen. Deze deuren en luiken zijn zeer zwaar en voorzien van verscheidene grendels zodat alles waterdicht kan worden afgesloten. Op zee kunnen er bij zwaar weer grote krachten op de deuren optreden (slingering van het schip, zeewater, ……).Bij dergelijk zwaar weer is het voor de bemanning dan ook telkens een grote inspanning om veilig binnen en buiten te geraken. Daarom zal deze activiteiten altijd worden uitgevoerd met meerdere bemanningsleden. Een persoon neemt de deur vast, terwijl de andere persoon kan buitentreden om dan de deur over te nemen, of vast te klikken. Vervolgens kan dan de rest van de bemanning ook veilig naar buitenkomen. Vergeet niet als het storm is de deuren telkens opnieuw veilig dicht te doen.

DENK AAN UW VEILIGHEID. - Bij storm altijd de deuren afsluiten met alle grendels; controleer daarbij of de deuren wel waterdicht zijn. - deuren altijd afsluiten binnenhalen netten.(vastliggen). - Om het veiliger te maken, bij het op/van dek te komen, kan de schipper het schip telkens voor de wind leggen.

Gesloten waterdichte deuren.

Een geopende zware deur.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 48 -

©

A 160

1/1


KAARTNUMMER A 161

LATEN OPSLEPEN

01-08-2010

Door zware motorpech of obstructie in de schroef (door netten, kabels, …) zijn mogelijkheden om zich te laten opslepen, door een ander vissersvaartuig of sleepboot. Binnen de 60 zeemijl van de Belgische kust kan sleepboothulp aangevraagd worden van “de VLOOT”. Beide vaartuigen (gesleepte en sleper) moeten zich voorbereiden. Het opgesleepte vaartuig maakt met de vislijnen een hanepoot op de voorsteven. De sleeptros wordt op die hanepoot vastgemaakt. Indien een vissersvaartuig sleept, maakt ook deze een hanepoot met de vislijnen, waarop de andere kant van de sleeptros wordt vastgemaakt. Indien een bokkentreiler sleept, kan deze, bij mooi weer, zijn vislijnen in de gieken laten zitten, doch bij slecht weer worden de vislijnen door de voorgalg naar een blok op het achterschip geleid. Pas op, een sleeptros is rekbaar en dus zeer gevaarlijk op het ogenblik dat ze breekt. Eens vastgemaakt, legt de sleper zich langzaam op koers. De sleeplijn wordt traag en ver uitgevierd zodat deze gedurende de ganse duur van de sleep slap ligt. Hierdoor zal de sleeplijn minder snel breken. Daarom ook wordt de snelheid geleidelijk opgevoerd en aangepast aan het weer en de sleep. Tegenaan de haven wordt de snelheid verminderd en de sleeplijn ingekort. Om de haven binnen te lopen wordt meestal de sleep doorgegeven aan een sleepboot. Is er geen sleepboot beschikbaar, sleep naar binnen op dead slow met fel ingekorte sleeplijn. Aandacht indien men moet achteruit slaan, kan het opgesleepte vaartuig tegen je botsen. Voor het aanmeren is het veel veiliger om het opgesleepte vaartuig langszijde vast te maken. Zorg dat de achtersteven ruim achter dat van het opgesleepte vaartuig ligt; dit om toch beter te kunnen manoeuvreren.

DENK AAN UW VEILIGHEID. -

Tijdens de voorbereiding van de sleep: attent blijven, veiligheidshelm en opblaasbare reddingsgordel dragen. Als de sleper dichtbij komt, om de verbinding te maken, moet deze zeer voorzichtig manoeuvreren, zeker als er veel deining staat. Vóór de sleper zijn schroef inschakelt MOET iedereen de bak (kappe) verlaten Als de sleper zijn schroef inschakelt, dan altijd eerst het roer midscheeps leggen en aandachtig zijn dat er niets in het schroef draait. Na het slepen: de voorlopers van de vislijnen afkappen (zijn door de sleep lamgetrokken). Want de visboelen worden daarmee opgewonden of gevierd en de bemanning moet daar onderstaan om werkzaamheden uit te voeren.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 49 -

©

A 161

1/2


Voorbeeld van hanepoot en sleeptros. Sleeptros slap in het water.

Naderen haven, tros wordt ingekort (met tros rechtstreeks vastgemaakt op de bak).

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 50 -

Š

A 161

2/2


KAARTNUMMER A 162

GEBRUIK VAN ANKERS

01-08-2010

Om het anker op te winden, beschikken de meeste grotere vaartuigen over een ankerwinch. Deze inrichting maakt het gemakkelijker om voor anker te komen. Bij oudere vaartuigen en bij kleinere schepen moet men alles eerst in gereedheid brengen om voor anker te gaan. Het anker moet aan dek worden losgemaakt en de ankerketting eraan bevestigd worden. Vervolgens wordt het oog van de korretouw (vislijn) van de visboel losgemaakt en aan de ankerketting bevestigd. Anker en ankerketting worden daarna buiten boord gewonden. Het geheel is nu klaar om ten anker te gaan. Deze werkzaamheden zijn zwaar en risicovol. Er zijn veel verschillende redenen om voor anker te gaan, zoals: onder de wal schuilen bij zware storm / om bij motorpech een stranding op een zandbank, strand of rotskust te vermijden / bij motorpech buiten een pas of verkeerscheiding stelsel (cfr zeekaart) te blijven. In al deze gevallen zal dit meestal snel moeten gebeuren en blijft de aandacht tot veilig werken.Om een verloren visboel op te dreggen wordt een dreganker gebruikt. Hierbij wordt het korretouw, aan de kant waar de visboel verloren werd, door de giek op een ankerketting gestoken. Aan die ketting wordt dan het dreganker bevestigd. Ook deze werkzaamheden zijn gevaarlijk. Dit alles wordt dan naar de zeebodem gevierd met het doel de visboel op te dreggen. Wanneer de visboel opgedregd wordt is het een uitzonderlijk werk om deze terug aan boord te nemen en vervolgens opnieuw visklaar te maken.

DENK AAN UW VEILIGHEID. - Bij het in gereedheid brengen van een boeg- of dreganker: altijd veiligheidshelm dragen, sta niet onder de lasten en gebruik veilige stroppen. - Het opwinden van anker en -ketting, het overboord en terug aan boord zetten, vergen oplettendheid en goede communicatie.

Soorten ankers

Een boeganker

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 51 -

Dreganker visboel opgedregd.

Š

A 162

1/1


��������� �������� ������������� ��������

��������������� ����������������� ������������� ������������� ����������

���������� ��� �������� ����������������� ������������������ �����

������������ ������ �����

������������������ �������������� �������������� ��������������

���������������� �������������� �������������������

��������������� �������������� ������������� ������������� ����������������� ������������������ ������� ���������������

���������������� �����������������

- 52 -


KAARTNUMMER A 163 01-08-2010

SCHIP OP SLIPPE (SLIPWAY) ZETTEN, of in een DROOGDOK STEKEN

Jaarlijks moet een vissersvaartuig worden droog gezet voor onderhoud en onderwater schouwing. Het kan ook gebeuren dat, door andere omstandigheden (zoals bv. een tros in de schroef, enz…), een vaartuig moet droog gezet worden.Het vaartuig dat in het droogdok of op de slippe moet, manoeuvreert zich ertussen en wordt vastgezet op de blokken (in midden van droogdok). Vervolgens wordt schip droog gezet zodat de werkzaamheden kunnen beginnen. Deze werkzaamheden kunnen zijn: onder hoge druk de begroeiing afspuiten, het schilderen met een “anti-fouling” laag, zinkstukken vernieuwen, controle van het roer, schroef en schroefas (de schroef moet om de twee jaar worden verwijderd voor controle en eventueel herstelling). Enkel bij grote slijtage, vermindering in diameter moet de schroefas eruit. Om op de slipway van en aan boord te geraken wordt een ladder tegen het schip geplaatst. De te nemen hoogte kan opmerkelijk zijn en het wordt dan ook zeer gevaarlijk om van en aan boord te komen. Op deze hoogte moet men dan over de verschansing kruipen om vervolgens aan boord te springen, dit is ook een risicovolle activiteit. In een droogdok is steeds een vaste trap geplaatst en een veilige gangway (passerelle met leuning voorzien) zodat het veel gemakkelijker is om aan of van boord te geraken.

DENK AAN UW VEILIGHEID. -

-

Draag altijd uw veiligheidshelm, werkhandschoenen en veiligheidslaarzen als er werkzaamheden worden uitgevoerd in het droogdok, of op de slippe. Indien men met werkmateriaal omhoog of omlaag klautert: gebruik dan een rugzak of draagtas zodat men de beide handen kan gebruiken om op en af de ladder te klauteren. Lees altijd de aangegeven instructies op het veiligheidsbord van de slippe.

Persoonlijke beschermingsmiddelen, maak een analyse vooraf.

handbescherming

oogbescherming

hoofdbescherming

voetbescherming

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 53 -

©

Valbeveiliging A 163

1/2


Veiligheidsvoorschriften voor droogdok

Schip geplaatst op blokken op de slippe (slipway).

Schip is gestut door zijdelingse steunen tegenaan het schip en de wand van het droogdok.

Werkzaamheden kunnen aangevat worden: schroef, roer, straalbuis, zinkstukken, ‌..

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 54 -

Š

A 163

2/2


KAARTNUMMER M 200

GEVAREN in de MACHINEKAMER.

01-08-2010

Na iedere sleep begeeft de motorist zich naar de machinekamer. Hierbij controleert hij of alles in orde is in de motorkamer, zoals: het oliepeil nagaan, dagtank vullen en eventueel gasolie overpompen om het schip recht te houden (bij slagzij), filters vervangen of reinigen, het visruim regelmatig leegtrekken, temperaturen nazien en eventueel noteren, enz… . 0ok moet regelmatig een controle uitgevoerd worden op lekken van olie of brandstof, evenals van zeewater. Lekken moeten zo snel mogelijk worden gedicht en alles moet opgekuist worden, dit moet om brand en mogelijke ongevallen te vermijden. In afwachting van een goede dichting, vang de lekkage zo goed mogelijk op. Hou de bilge in de machinekamer steeds leeg door ze over te pompen naar de “marpoltank”. Zorg voor goede verlichting in de machinekamer. Hou de gehele machinekamer proper: trappen, ladders vloerplaten …, dit om ongevallen te voorkomen. Draag steeds gehoorbescherming in de machinekamer, want regelmatige blootstelling aan een hoog lawaai niveau geeft onherstelbare gehoorschade tot gevolg. BRAND Preventie en Bescherming: Zie ook kaart R&B352, de machinekamer is de plaats aan boord met het grootste risico tot brand. Voorkomen is beter dan genezen. Werp daarom vodden doordrenkt met olie of olie derivaten steeds in de speciale rode afvalbak. Ieder vaartuig heeft van Previs een dergelijke afvalbak ontvangen. Het is noodzakelijk dat gehele bemanning op de hoogte is van de correcte procedure bij een grote brand in de machinekamer. Voor ieder vaartuig heeft Previs een specifieke veiligheidskaart opgesteld en ter beschikking gesteld.

DENK AAN UW VEILIGHEID. - Na gebruik worden alle losse materialen onmiddellijk terug veilig opgeborgen. - Bij het betreden van de machinekamer steeds gehoorbescherming dragen. - Controleer regelmatig de alarmen (zeker het bilge alarm) op hun goede werking. - De alarmen moeten over het ganse schip altijd een hoger geluidsniveau geven dan de motor. Ook bij het dragen van de gehoorbescherming moet het alarm hoorbaar zijn. - Alle laaghangende buizen en scherpe randen afschermen en “zwart/geel schilderen”. - Draaiende delen moeten afgeschermd worden om contact te vermijden. - Hete oppervlakken en buizen in de motorkamer moeten afgeschermd worden. - Bij werken aan elektrische installaties of aan elektrisch materieel moeten de passende maatregelen worden genomen: zie kaart M201 - Pas op bij lekken van koelmiddel: koelgassen kunnen verstikkend werken !!! - Op de brug kunnen de temperatuur en druk van de hoofdmotor en hulpmotoren gecontroleerd worden, en indien nodig stilgelegd. - Indien werkzaamheden nodig aan de motoren of in elektrische kast(en) dan moet de motorist zeker altijd vooraf de schipper verwittigen. Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 55 -

©

M 200

1/2


Het dragen van gehoorbescherming in de machinekamer.

Een bovenzicht van de motor tijdens een herstelling.

Een voorbeeld van een proper en onderhouden machinekamer.

Netheid is ver te zoeken !

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 56 -

Š

M 200

2/2


KAARTNUMMER M 201 01-08-2010

VEILIG WERKEN aan ELEKTRISCHE INSTALLATIES.

Werkzaamheden uitvoeren aan elektrische installaties blijven altijd zeer risicovol. In het verleden zijn aan boord van vissersvaartuigen reeds meerdere dodelijke ongevallen voorgevallen. Daarom is het zeer belangrijk dat de motorist op de hoogte is van de elektrische gevaren. Een passende opleiding op vlak van elektriciteit is dus noodzakelijk. Daarbij komt nog dat de motorist (of de uitvoerder der werken) volledig op de hoogte moet zijn van de elektrische installaties van het vaartuig. Een groot deel van het werk van de motorist kan zijn; oa: - Verlichting: dekverlichting, navigatielichten en binnenverlichtingen - Batterijen (zie kaart M203) en de verdeelkast met zekeringen en schakelaars. - De spanningsomvormers en de generatoren. - De waterdichte drukknoppen, noodschakelaars en andere schakelaars aan dek.

DENK AAN UW VEILIGHEID. -

Vooraleer de werkzaamheden aan elektriciteit uit te voeren, altijd de schipper verwittigen. Zijn de verdeelkasten vergrendeld, niet toegankelijk voor onbevoegden. De stroomonderbrekers en zekeringen zijn altijd toegankelijk. Het elektrisch schema van de gehele installatie moet altijd aanwezig zijn. Bij twijfel tijdens een reparatie roept een expert op voor hulp (bv via radio). Een duidelijke aanduiding der kringen. Controleer alle onregelmatigheden: naakte draden, beschadigingen, enz … Bij vervanging van lampen altijd de betreffende kring onderbreken. Test regelmatig de noodverlichting en de noodbatterijen. Tijdens werkzaamheden, dan bijzondere voorzichtigheid in vochtige omgevingen. Gebruik steeds isolerend gereedschap, passende persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s).. en isolerende rubberen matten op de vloerplaten. Vooraf de spanning onderbreken om een slachtoffer te helpen. De EHBO- instructies moeten gekend zijn. Alle gloeidraadlampen kunnen brandwonden veroorzaken. De beschermkappen van dekverlichting blijven steeds in goede staat. Het voorkomen van statische elektriciteit kan schrikreacties veroorzaken, en ook oorzaak zijn van een ongeval. Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be © - 57 -

AM 201 2/2


Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be Š - 58 -

AM 201 2/2


KAARTNUMMER M 202

WERKEN in de WINCHKAMER

01-08-2010

De motorist moet altijd eerst de schipper op de hoogte brengen als hij werkzaamheden moet uitvoeren in de winchkamer (lierkamer). Terwijl hij de werkzaamheden uitvoert mag zeker niemand de lier bedienen. Daarom is hiervoor in de lierkamer een noodstop voorzien, die hij induwt. De noodstop moet ingeduwd blijven zolang de werkzaamheden duren. Als de schipper toch gebruik moet maken van de winch, dan verwittigt hij eerst de motorist, zodat deze tijdelijk de winchkamer kan verlaten na het uittrekken van de noodstop. Bij het smeren of bijregelen van de lier staat men dicht bij de trommels, dit is zeer gevaarlijk, daarom steeds uitvoeren met een ingeduwde noodstop. Als men de vislijnen (korretouwen), bokkeweiers (giekenkabels) of jompers (vistalie, lenter) vernieuwd, moet altijd iemand in de winchkamer staan. Hij slaat met een hamer de kabels op de trommel mooi strak tegen elkaar, zodat de kabels op de trommels niet geblokkeerd geraken tijdens het vieren. De luiken, aan de voorkant van de lierkamer, worden bij dit werk open gezet. Goede communicatie tussen de brug en de winchkamer is hierbij noodzakelijk. Ook moet één persoon bij de noodstop staan. Bij het aflopen van de weiers (kabels) op de kade moet men zeer attent zijn, vooral als dit gebeurt met een heftruck. Goede communicatie is zeer belangrijk tussen de betrokken personen: de heftruck begeleider, iemand op de kade vóór het schip, de man voor de lierkamer aan boord en de schipper in de brug. Iedereen moet elkaar goed in het oog houden om met het passende sein onmiddellijk de werkzaamheden te doen stoppen.

DENK AAN UW VEILIGHEID. -

Bij het vernieuwen van de kabels (vislijnen): moet de schipper altijd aandachtig zijn om de noodstop op de brug onmiddellijk te kunnen bedienen.

-

Ook bij routine werkje zoals het even smeren: - vooraf schipper verwittigen - noodstop induwen vooraleer het smeren te beginnen.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 59 -

©

M 202

1/2


Werkzaamheden in de lierkamer.

Zicht op de trommels in de lierkamer, beperkte ruimte !

Aanslaan van de kabel bij het opwinden van de trommel.

Werken aan de lier (winch - truiel)

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 60 -

Š

M 202

2/2


KAARTNUMMER M 203

VEILIG WERKEN aan BATTERIJEN.

01-08-2010

Indien men batterijen wil monteren of demonteren moet men volgende in gedachten houden: a) Bij het loskoppelen van de klemmen, altijd eerst de minklem loskoppelen. Een metalen handgereedschap dat tegelijk de plusklem (of een tussenklem) en het metaal van het schip (massa) raakt kan een kortsluiting doen ontstaan. Het gevolg hiervan kan brand zijn. Als de minklem eerst verwijderd is kan dit niet meer voorvallen. In extreme gevallen is mogelijk dat een geladen batterij een sleutel laat vast lassen aan de massa van het schip. Dit door de ontstane kortsluitvonken. De batterijen staan weliswaar op een doorgaans ongevaarlijke spanning, maar ze kunnen gevaarlijk grote stromen, vonken en temperaturen opwekken als het fout gaat. b) Bij het verplaatsen van de gedemonteerde batterijen, dan de batterijen zoveel mogelijk rechtop houden. Indien het batterijzuur er uit loopt, zoals bij niet onderhoudsarme batterijtypes, kan dit schade aan mens en schip toebrengen. Denk hier ook aan bij het bewaren van oude of kapotte batterijen. c) Het lood en andere stoffen in de batterijen zijn schadelijk voor het zeemilieu. Geef ze dan ook af ter recyclage aan de wal. d) Bij het aankoppelen van een batterij, werk in omgekeerde volgorde: eerst de plusklem en daarna de minklem.

DENK AAN UW VEILIGHEID. -

Batterij laden: voor het loskoppelen de batterijlader volledig uitschakelen

Bij het verplaatsen van de batterij, draag zuurbestendige handschoenen en een veiligheidsbril. Vergewis u ervan dat alle doppen aanwezig zijn en dat ze behoorlijk vastzitten. Zie veiligheidskaart Provikmo in bijlage. Algemeen: de batterijruimte moet goed geventileerd zijn. Werk nooit aan of nabij batterijen met een brandende sigaret of ander open vuur. Batterijen kunnen tijdens het laden waterstofgas (knalgas) afgeven.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 61 -

Š

M 203

1/2


-

BATTERIJ en BATTERIJLADER VIK nr

VEILIGHEIDSINSTRUCTIEKAART ARAB - artikel 54 quater 4. (KB Arbeidsmiddelen : Codex Titel VI Hoofdstuk I artikel 8.3. en 8.4.)

Onderwerp : Serienummer : Situatieplan: Fabrikant /leverancier Datum fabricatie Datum opmaak

Doel en normaal gebruik. De batterijlader wordt gebruikt voor het opladen van batterijen onder lage spanning (tot 12 volt gelijkspanning). De voedingsspanning wordt genomen vanaf het elektrisch net 220 volt wisselspanning. De inrichting dient gebruikt te worden binnen de grenzen door de fabrikant opgelegd. Alleen gekwalificeerd personeel mag de inrichting bedienen, deze personen hebben de gepaste opleiding genoten. Risico’s Voorkomingsmaatregelen Algemeen

Storing bij het aansluiten.

Storingen bij het afkoppelen

De algemene veiligheidsrichtlijnen van toepassing in de rederij zijn na te leven. Voor elk gebruik moeten de beveiligingen worden getest en nagezien, ze mogen niet worden uitgeschakeld of buiten werking gesteld. De afschermingen moeten steeds op hun plaats zijn bevestigd en correct vastgezet en bijgeregeld. De inrichting niet in werking stellen wanneer de machine buiten dienst werd gesteld voor het uitvoeren van onderhoud of herstellingen. Een waarschuwingsbordje "VERBODEN IN TE SCHAKELEN" werd geplaatst. De elektrische toevoerkabel wordt van het net afgeschakeld, of de hoofdschakelaar vergrendeld, hierdoor is de inrichting volledig in veiligheid. Na het onderhoud of herstellingen moeten de veiligheidsinrichtingen telkens worden teruggeplaatst. Uit te voeren handelingen bij het aansluiten: - Indien nodig ontkoppel en verwijder de batterij volgens de procedure en plaats de batterij op de daartoe voorzien plaats; - Controleer het water(zuur)peil (zonodig bijvullen) zorg dat de verluchtingsopeningen in de stoppen steeds open zijn; - Controleer of de gelijkrichter af staat, verifieer de leidingen, alles in orde? - Koppel de batterij aan de gelijkrichter; - Breng de toevoerspanning op de gelijkrichter en zie het goed functioneren van de gelijkrichter na. Uit te voeren handelingen bij het afkoppelen: - Zie na of de gelijkrichter afgeslagen is. Indien er overdreven gasvorming is dan onmiddellijk de verantwoordelijke informeren; - Schakel de gelijkrichter eerst uit; - Is de contactsleutel verwijderd ? - Koppel de gelijkrichter af van de batterijen; - Hang de draden op de daartoe voorzien plaats; - De batterij is klaar om in een voertuig te plaatsen.

Risico’s

Voorkomingsmaatregelen

Gebruik steeds geschikt gereedschap; Ongevallen bij het Draag beschermkledij: zuurhandschoenen, sluitende kledij; verwisselen van de batterij Reinig eventueel de gemorste vloeistof. Kortsluiting op de Gebruik elektrisch niet geleidend ofwel geïsoleerde werktuigen; batterij Gebruik handschoenen; Leg nooit metalen voorwerpen op de batterijen !! Ontploffing - Rookverbod - vuurverbod - nooit lassen; - Gebruik enkel vonkvrije apparaten en gereedschap; - Ga na of de verluchting in het lokaal functioneert (werkt automatisch). Bij storing verwittig onmiddellijk de verantwoordelijke. - Ga na of de ventilatie openingen van de batterijen vrij en proper zijn Oververhitting - Gebruik de aangepaste lader voor het te laden toestel (batterij); - Sluit de lader niet onmiddellijk aan indien de temperatuur van het elektroliet hoger is dan 35°C Abnormaal - Zet het laden stop en verwittig onmiddellijk de verantwoordelijke waterverbruik Het overlopen van het Neem bij het verwijderen van het overgelopen elektrolyt speciale elektrolyt voorzorgsmaatregelen: - Individuele bescherming: handschoenen, bril, kledij, botten; - Opnemen met inerte korrels, of neutraliseren met soda oplossing. Risico's voor de Gebruik zuurbestendige handschoenen, veiligheidsbril of gelaatsmasker, gezondheid beschermkledij en beschermschoeisel. De inrichting moet van het net worden afgeschakeld en vergrendeld, het Normaal onderhoud van waarschuwingsbordje "VERBODEN IN TE SCHAKELEN" werd geplaatst. de inrichting. De reinigingswerkzaamheden met zorg uitvoeren. Uit te voeren De nodige en aangepaste stofmasker dragen. herstellingen. De herstellingen en onderhoudwerken zoals voorzien door de fabrikant mogen alleen door een daartoe opgeleid en bevoegd persoon worden uitgevoerd. Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s). Tijdens de activiteiten moet worden overwogen om PBM’s te dragen, maak een gerichte risicoanalyse. Volgende persoonlijke beschermingsmiddelen komen aan bod: veiligheidshandschoenen, aangepaste werkkledij; verplicht dragen signalisatiekledij; oogbescherming: veiligheidsbril; verplicht dragen van de helm en de veiligheidsschoenen; gehoorbescherming bij lawaai hoger dan 85 dB(A), adembescherming.

datum: . . / . . / 2010

2/2

datum: 01 / 06 / 2010

M 203

visum preventieadviseur – arbeidsgeneesheer

©

visum preventieadviseur

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be

- 62 -


KAARTNUMMER M 210 01-08-2010

VEILIG WERKEN met een HEFTRUCKVORKLIFT

Bijna iedere rederij heeft in het pakhuis een heftruck staan. Het pakhuis dient voor het opslaan van allerhande reservematerialen. Ook wordt daarin vismateriaal hersteld en nieuw gemaakt zoals: kettingmatten, een stel bollen, kuils, nieuwe korren , onderpees, enz… . Als het schip binnenligt worden gebruikte materialen van boord gehaald en vervangen door nieuwe. Het gebruik van een heftruck vergemakkelijkt tal van deze werkzaamheden. De heftruck wordt ook gebruikt om de vislijnen of andere kabels van de trommels van de lier te trekken. Om een heftruck te besturen is er een bevoegdheidsverklaring vereist. Hiervoor moet de bestuurder onder andere een aangepaste opleiding hebben genoten. PREVIS-SDVO geeft elke reder samen met enkele bemanningsleden de kans om een dergelijk opleiding te volgen. Gebruik de heftruck nooit als een hijswerktuig: van zodra men een opgehangen last opneemt met een heftruck wordt deze beschouwd als een “kraan”. Indien dergelijke activiteiten nodig zijn, moet deze heftruck hiervoor driemaandelijks gekeurd worden. Hang dus bijvoorbeeld geen vat, vol kettingen, aan de heftruck, maar zet dit vat eerst op een pallet.

DENK AAN UW VEILIGHEID. -

-

Heftrucks worden door de vissers ook gebruikt om de vislijnen van de trommels van de lier( winch ) te trekken. Wees altijd voorzichtig en zorgt voor een goede communicatie zowel aan boord als op de kade. Altijd op de heftruck een goed zicht bewaren, zowel vooruit als achteruit. Nooit de heftruck over beladen, raadpleeg het lastendiagram. Als een zwaar gewicht van op het schip moet gelicht of aan boord gezet worden maak dan dat nooit iemand onder de last staat. Volg nauwgezet de veiligheidsinstructiekaart op voor het veilig besturen van de heftruck. Zie de bijlage aan deze kaart “M210b”.

Type vorklift.

Plaatsen van vis met vorklift in een koelcel

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 63 -

Plaatsen van vis in een containerwagen.

©

M 210


Het correct opnemen van netten op een pallet geplaatst.

Indien een heftruck gebruikt wordt om een hangende last op te nemen, is er een verplicht periodieke keuring door een externe dienst voor technische controle (EDTC) wettelijk verplicht.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 64 -

Š

M 210


Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk

Afdeling risicobeheersing – Team veiligheid Dirk Martensstraat 26/1 – 8200 BRUGGE Tel. 050 47 47 69 – Fax 050 47 47 98 e-mail: risicobeheersing@provikmo.be

VEILIGHEIDSINSTRUCTIEKAART ARAB - artikel 54 quater 4. en het KB Arbeidsmiddelen (Codex Titel VI Hoofdstuk I artikel 7.)

Onderwerp

HEFTRUCK MET THERMISCHE MOTOR

Type Serienummer Fabrikant/leverancier Datum fabricatie Datum indienststelling

-

Kaart nummer M210 bijlage

PREVIS - SDVO

Doel en normaal gebruik van de heftruck.

Een heftruck wordt gebruikt om goederen op te nemen (van de grond of van op een bepaalde hoogte) en te verplaatsen naar een welbepaalde plaats (op de grond of naar een bepaalde hoogte). De richtlijnen van de constructeur / fabrikant moeten steeds worden opgevolgd. De heftruck mag niet worden overbelast, er moet steeds gewerkt worden binnen de aangegeven grenzen van de inrichting, zie het lastendiagram. Indien de heftruck wordt gebruikt voor nemen van hangende lasten, dan dient er een wettelijk verplicht periodieke controle uit gevoerd door een externe dienst voor technische controle van de werkplaatsen (EDTC).

Risico’s

Voorkomingsmaatregelen.

De algemene veiligheidsinstructies voor het geheel van de onderneming blijven Algemene risico’s steeds van toepassing. Alleen een daartoe opgeleid persoon mag deze inrichting besturen. Een bewijs van deze vorming moet kunnen voorgelegd worden. Het betreft hier een veiligheidsfunctie. De bestuurder moet een medisch onderzoek ondergaan (+ jaarlijkse medisch onderzoek). Steeds rekening houden met de mogelijkheden van het toestel: de lastentabel opvolgen. De afscherming ter bescherming tegen vallende voorwerpen (FOPS) en de beveiliging tegen kantelen zijn aanwezig (ROPS). De punten van de checklist moeten dagelijks voor het gebruik van de machine Niet overlopen check list. worden overlopen, De niet conforme punten moeten direct gemeld worden aan de directe verantwoordelijke. Het tanken van brandstof gebeurt op de voorziene plaats en met in acht name van veiligheidsvoorschriften (dieselpomp / gasflessen). Explosie / Geen open vuur toegelaten. Brand Brandblusser is steeds in de nabijheid en gebruiksklaar. Bij het extra opladen van de batterij: de voorgeschreven veiligheidsrichtlijnen opvolgen, zie hierna. De contactsleutel wordt weggenomen bij het onbeheerd achterlaten van de Moeilijke bestuurbaar- heftruck. Regelmatig onderhouden en controleren, en zorg dat de heftruck steeds in heid. Rijden door onbevoegden. goede staat is. De pedalen met antislip zijn nog steeds intact. Uit te voeren handelingen bij het aansluiten: Storingen bij het opladen - Verwijder de contactsleutel en trek de remmen op; - Ontkoppel de batterij volgens de veiligheidsprocedure; van de batterij - Controleer het elektrolyt (zonodig bijvullen) zorg dat de verluchtingsopeningen in de stoppen steeds open zijn; Vorkheftruck

1/4 - 65 -


Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk

Afdeling risicobeheersing – Team veiligheid Dirk Martensstraat 26/1 – 8200 BRUGGE Tel. 050 47 47 69 – Fax 050 47 47 98 e-mail: risicobeheersing@provikmo.be

Risico’s

Voorkomingsmaatregelen.

- Controleer of de batterijlader af staat, verifieer de leidingen: isolatie in orde? - Koppel de batterij aan de batterijlader; - Zet de batterijlader op en zie het goed functioneren van de batterijlader na. Opeenvolgende handelingen bij het afkoppelen van de batterij. - Is de contactsleutel nog steeds verwijderd ? Storingen bij het afkop- Zie na of de batterijlader uitgeschakeld is of in stand-by staat. pelen van de batterij na - Indien er overdreven gasvorming is, dan onmiddellijk de verantwoordelijke opladen. erbij roepen. - Schakel de batterijlader eerst uit; - Ontkoppel de batterijlader van de batterijen; - Hang de verbindingskabels op de daartoe voorzien plaats; - De batterij is klaar als voor gebruik. - Gebruik niet elektrisch geleidend, ofwel geïsoleerde werktuigen; Kortsluiting op de batterij - Gebruik passende veiligheidshandschoenen; - Leg nooit metalen voorwerpen op de batterijen !!! Neem bij het verwijderen van het overgelopen elektrolyt speciale voorzorgsHet overlopen van het maatregelen: elektrolyt batterij. - Persoonlijke bescherming: handschoenen, bril, kledij, botten; - Opnemen met inerte korrels, of neutraliseren met soda oplossing. De banden vertonen aan het oppervlak geen gebreken, de groeven zijn nog duiSlippen. delijk voldoende. De staat van de banden regelmatig nazien. Tijdens het rijden moeten de ledematen steeds binnen het frame blijven. Vermoeienis Goede zithouding aannemen, de stoel (en stuurkolom) aanpassen zodat de zithouding ergonomisch is. Dagelijks olie en koelinrichting nazien. Smeer- en brandstoflek- Gebreken signaleren aan de direct verantwoordelijke. Uitsluitend tanken op de voorziene plaats. ken. Staat van de batterij regelmatig nazien. Vonken, brandgevaar. De lokalen, waar de heftrucks zich verplaatsen, worden voldoende verlucht. Brandstofdampen / gasdampen. - Niet rijden of draaien met opgeheven lading. Het aanrijden en verplet- - Het draaien mag alleen gebeuren bij zeer lage snelheid en op lage hoogte. Bij rijden moet de lading steeds in achterover stand genomen. teren van personen en ma- De hellingen worden achterwaarts af- en voorwaarts opgereden. teriaal. Kantelen, verlies - Geen lading vervoeren die het uitzicht in de rijrichting belemmert. van lading. - Geen passagiers meenemen wanneer daar niet de voorziene aangepaste zitplaatsen voorhanden zijn. - De afgelijnde doorgangen met voldoende breedte gebruiken. - De kruispunten overzichtelijk houden, verwittigen en traag doorrijden. - Vloer is steeds in goede staat, vlak en vrij van alle belemmeringen. - Goede verlichting van het geheel der werkplaats. Alle defecten signaleren aan de direct verantwoordelijke. Aanrijdingen Remmen regelmatig controleren: proberen voor het in gebruik nemen. De lichten nazien en defecten signaleren (regelmatig controle). Lekken in het hydraulisch circuit signaleren: Ongewenst dalen van de - controle op lekken aan de koppelingen; Vorkheftruck

2/4 - 66 -


Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk

Afdeling risicobeheersing – Team veiligheid Dirk Martensstraat 26/1 – 8200 BRUGGE Tel. 050 47 47 69 – Fax 050 47 47 98 e-mail: risicobeheersing@provikmo.be

Risico’s

Voorkomingsmaatregelen.

last. Bedieningsmoeilijkheden

- de staat van de leidingen; - de zuigerdichtingen; - de hijskettingen, … Tijdens het rijden moeten de ledematen steeds binnen het frame blijven. Kwetsuren Goede zithouding aannemen, de stoel aanpassen zodat de zithouding aangepast wordt. De gordel steeds gebruiken. De gepaste persoonlijke beschermingsmiddelen zijn te dragen. Dit hulpstuk monteren op de heftruck zoals de fabrikant dit Gebruik als borstelmachi- voorschrijft. ne Zich beschermen tegen de wegvliegende en draaiende delen: passende persoonlijke beschermingsmiddelen en geen derden in de omgeving toelaten. De werkzaamheden mogen alleen door een daartoe bevoegd persoon worden Normaal onderhoud van de uitgevoerd: bijvoorbeeld door de leverancier. Geen onderhoud uitvoeren aan de heftruck wanneer deze nog aan de energiebron is aangeschakeld: batterij ontinrichting koppelen. Voor de batterijlader: deze volledig Uit te voeren herstellinafschakelen van het elektriciteitsnet, de gen. vergrendelprocedure is steeds van toepassing, een plaatje met vermelding “buiten dienst – in herstelling door ……………….” moet worden aangebracht.. Voor het uitvoeren van werken onderaan de heftruck door de bevoegde persoon dan moeten de nodige beveiligingsstutten geplaatst zijn. De heftruck blijft gevrijwaard tegen vallen of kantelen. Het overwegen voor gebruik van de passende persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM’s) gebeurt na een gerichte risicoanalyse: helm; veiligheidsschoePersoonlijke beschernen; handschoenen; veiligheidsbril / gelaatsscherm; werkkledij; gehoorbemingsmiddelen. scherming; aangepaste ademhalingsbescherming; veiligheidsharnas.

Specifieke risico's.

Actie(s) bij noodgevallen

Bijkomende preventiemaatregelen:

VERWONDING OF LETSEL: Laat u verzorgen door de EHBO-helper. Bij ernstig letsel: volg de NOODPROCEDURE. BIJ BRAND OF CALAMITEIT: Volg de NOODPROCEDURE.

Datum: 29 / 09 / 2010

Datum: . . / . . / 2010

Visum preventieadviseur

Visum preventieadviseur - arbeidsgeneesheer

Vorkheftruck

3/4 - 67 -


Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk

Afdeling risicobeheersing – Team veiligheid Dirk Martensstraat 26/1 – 8200 BRUGGE Tel. 050 47 47 69 – Fax 050 47 47 98 e-mail: risicobeheersing@provikmo.be

NR

CHECKLIST HEFTRUCK – controledomein.

1.

Inspecteren van de vloer onder het vorkheftruck. Nazien of de heftruck olie of water heeft gelekt. Rondom het vorkheftruck kijken, is er schade waar te nemen aan het toestel, indien wel, welke? Het niveau van het koelwater van de motor, is deze op het normale peil ? Het oliepeil van de motor, is deze in orde ? De remvloeistof is deze op het normale peil ? Het zuurpeil van de accu’s, peil in orde ? De elektrische verbindingen nog intact ? De accu’s zijn volgens de voorschriften geladen en in orde bevonden. Zijn de banden nog volledig intact, geen scheuren in de rubberen bekleding, de velgen zijn in goede staat? Het loopvlak van de wielen is nog volledig in orde ? Zijn de wielmoeren goed aangespannen ? Zijn de vorken nog in goede staat, ze vertonen geen zichtbare vervormingen of breuken? Zijn de vorken goed geplaatst in de geleiders, zijn ze vastgezet met de daartoe voorziene toebehoren? De kettingen, kettingwielen en de kettinghouder van de hefsysteem zijn in goede staat voor een veilig gebruik van de heftruck tijdens het hijsen en verplaatsen van de last? De hydraulische inrichting voor het hijsen en dalen is in orde: De hydraulische leidingen; de hydraulische koppelingen; de hydraulische vijzel; ze vertonen geen zichtbare gebreken ? De beveiliging om de bestuurder te beschermen tegen vallende voorwerpen is geplaatst en is volledig in orde ? (FOPS) De veiligheidsinstructies zijn duidelijk zichtbaar op de heftruck aangebracht. Deze instructies zijn gekend door de bedienaar? De voorzieningen zijn aanwezig om de bestuurder te beschermen in geval de heftruck zou kantelen ? (ROPS) Het lastendiagram is op de heftruck aangebracht en volledig en duidelijk leesbaar. De achterzijde van het vorkheftruck: Verlichting in orde ? De remlichten in orde ? De richtingaanwijzers zijn in orde op goede werking? Alle de markeringen / signaleringen zijn nog in goede toestand ? Het geheel is proper, moet worden schoongemaakt ? De voorzijde van het vorkheftruck: Verlichting in orde ? Alle functies nazien voor het starten van het werk ! De richtingaanwijzers zijn in orde op goede werking ? De markeringen voldoen, moeten worden schoongemaakt Op het vorkheftruck: Is de lading goed opgenomen voordat ze verplaatst wordt ? Het evenwicht van de lading is voortdurend verzekerd? Het zicht van de bestuurder wordt niet gehinderd door de opgenomen lading?

2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13.

14.

15. 16. 17. 18. 19.

20.

21.

22.

OK

NOK

NVT

Opmerkingen

Er is een blustoestel op een steun geplaatst en op een in het oog vallend en gemakkelijk te bereiken plaats. Het blustoestel is bedrijfsvaardig: ze is geïdentificeerd; een indicatie duidt aan wanneer ze laatst zijn nagezien. De verzegeling is intact.

Vorkheftruck

1/4

- 68 -


KAARTNUMMER M 211

VEILIG WERKEN met een GASSNIJBRANDER

01-08-2010

In de visserij wordt veelvuldig gebruik gemaakt van een gassnijbrander, zowel op de kade als aan boord. Voorbeeld van dergelijke activiteiten zijn: het doorbranden van kettingen, sluitingen of wire’s (kabels) aan de visboelen. De brander wordt aangesloten op één zuurstoffles en één gasfles. Deze flessen moeten altijd verticaal opgesteld worden, bij voorkeur op een klein verhoogd plateau. Dit gebeurt meestal aan de zijkanten van de bak (kappe) of onder de open bak, namelijk waar er steeds voldoende ventilatie is. De flessen moeten zeer goed worden vastgemaakt. Deze flessen kunnen loskomen door het slingeren van het schip en door de massa’s water die aan boord overkomen bij slecht weer. De beide flessen zijn voorzien van een reduceereenheid met manometer (rood op gasfles; blauw op zuurstoffles). De rubberen slangen (rood voor gas en blauw voor zuurstof) moeten steeds netjes worden opgerold nabij de flessen. Op de uiteinden van de slangen is de snijbrander gemonteerd. Vóór de snijbrander is op iedere slang een terugslagklep geplaatst.In het verleden zijn, met het gebruik van de snijbrander aan boord, reeds meerdere ernstige arbeidsongevallen voorgevallen, waarvan sommige met dodelijke afloop. DENK AAN UW VEILIGHEID. - Altijd zeer voorzichtig zijn met het aan boord brengen van zowel gas- als zuurstoffles, ze zijn zeer onhandelbaar en glijden gemakkelijk weg. - Na het snijbranden altijd de afsluitkranen op de flessen direct dichtdraaien. - De passende veiligheidsbril en veiligheidsschoeisel dragen bij het snijbranden. Ernstige brandwonden aan de voeten door stukjes gloedheet metaal zijn een veel voorkomend ongeval. - Verwijder altijd lucifers en aansteker uit je kledij. - Bekijk aandachtig de preventiemaatregelen veiligheidsinstructiekaart van Provikmo over het veilig gebruik van de gassnijbrander.

Een goede opstelling van de flessen

geen toelaatbare opstelling van de acetyleenfles !!

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be © - 69 -

Het snijbranden van kettingen, pas op voor nabrand!! (netten). M 211

1/2


- 70 -

VEILIGHEIDSINSTRUCTIEKAART

De gassnijbrander (chalumeau)

VIK nr

Brand -explosie.

Algemeen

Risico’s

Datum : 22 / 10 / 2009

M 211

2/2

Datum : . . / . . / 2009

Visum preventieadviseur-arbeidsgeneesheer

Volgende persoonlijke beschermingsmiddelen worden geadviseerd (PBM’s) na risicoanalyse: - Veiligheidshandschoenen; - Nauwsluitende en aangepaste kledij ( geen sieraden of horloges); - Veiligheidsbril - aangepast lasbril - Helm / helm met aangepast scherm. - Veiligheidsschoenen en beenbescherming; - Lederen schort.

Onderhoud en controleer steeds de goede staat van: - De leidingen: zuurstof en acetyleen; - De flessen met hun afsluitkranen; - De brander: gassnijbrander - chalumeau; - De vlam terugslagbeveiligingen zijn aanwezig; - De reduceerventielen met de manometers; - Regelmatig nazicht van reduceerventielen, terugslagbeveiligingen.

- Afzuiging van de schadelijke rookgassen tijdens het werken met de snijbrander; - Aangepaste ademhalingsbescherming dragen; - In besloten ruimten voortdurende aanvoer van verse lucht; - Onderhoud de apparatuur zoals is vermeld op de onderhoudsvoorschriften; - Geen flessen met acetyleen in de kelderverdieping of besloten ruimten brengen.

Draag geschikte werkkledij, bescherm u tegen het gloeiend metaal, richt de snijstraal van u weg en hou tevens rekening met de personen die in de nabijheid komen.

- Gebruik de gepaste veiligheidsbril met voldoende afscherming voor de ogen; - Neem een glassoort met aan gepaste lichtdoorlating (de filtergradatie, die noodzakelijk is hangt af van de sterkte van de las/snijstroom).

Visum interne preventieadviseur

Persoonlijke beschermingsmiddelen.

Materieel

Verstikking, hinder voor de ademhaling.

Brandwonden

Verblinding van de ogen.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be ©

Alleen personen die een aangepaste opleiding hebben gekregen mogen deze inrichting bedienen en gebruiken. Bij ieder onregelmatigheid, onmiddellijk de werkplaatsverantwoor-delijke oproepen voor bijstand. - Spoor de lekken op aan de gasflessen, reduceertoestellen met bijhorende inrichtingen en de rubberslangen. Indien nodig voer de nodige herstellingen uit – sporr lekken op dmv zeepwater of aangepaste spuitbus; - Bij levering de flessen steeds met zeepwater op eventuele lekken controleren; - De gassnijbrander enkel en alleen gebruiken waarvoor het voorzien is. - De instellingen van de gasdrukken : zuurstof, actyleen gas regelen zoals voor de gassnijbrander is voorzien (raadpleeg de gegevens op het toestel); - Er is een brandblusapparaat is aanwezig op ieder wagentje (een bluseenheid = 6 kg poederblusser ABC). - De flessen, zelfs leeg, behoedzaam hanteren, niet stoten noch laten vallen. De flessen nooit voortrollen; - De flessen steeds verankeren en vastzetten. Bij een vaste opstelling dan 1 meter tussen de flessen bewaren (zuurstof - acetyleen); - Steeds maken dat de flessen onmiddellijk kunnen worden afgesloten; - De afsluitkappen op de lege flessen geschroefd laten. - In geval van brand de flessen afsluiten en de flessen afkoelen; - Verifieer de juiste plaats van de terugslagvlam beveiliging (terugslagklep) op maximum 1 meter van de snijbrander (acetyleenleiding).

Voorkomingsmaatregelen

De gassnijbrander van de oxy-acetyleen laspost wordt toegepast voor het snijden van metaal op basis van het wegblazen van gesmolten metaal. De inrichting kan ook aangewend worden voor het aan elkaar brengen van metalen delen. Dit gebeurt eveneens op basis van smelten van metaal.

Het gebruik van de inrichting.

Serienummer : Situatieplan: Fabrikant /leverancier Datum fabricatie Datum opmaak

Onderwerp :

Artikel 54 quater 4. van het A.R.A.B. Titel VI hoofdstuk I artikel 8.3. en 8.4. van de CODEX (KB Arbeidsmiddelen)


KAARTNUMMER M 212

VEILIG WERKEN met een HAAKSE SLIJPMACHINE.

01-08-2010

Een haakse slijpmachine (schijfmachine) wordt heel vaak gebruikt om sluitingen, kettingen en staaldraad (weiers) door te schijven. De haakse slijpmachine wordt vooral gebruikt op die plaatsen waar men met de snijbrander moeilijk bij raakt. Een versleten stel rubberen bollen zit op een stevige weier goed aangedrukt met rubberen ringen en kettingen, waar je dan om de 4 à 5 bollen een klem tussensteekt. Als men dit moet afbreken is de hulp van een haakse slijpmachine dan de oplossing. Het gebruik van de haakse slijpmachine is handig maar zeker niet zonder gevaar. Men kan zware kwetsuren oplopen bij het bedienen van een slijpmachine, uiterste voorzichtigheid is geboden.

DENK AAN UW VEILIGHEID. �

Belangrijke opmerking in verband met het gebruik: De haakse slijpmachine dient te worden gebruikt zoals dit is voorgeschreven in de handleiding van de constructeur, dus deze voorschriften nauwgezet opvolgen.

Draag hierbij altijd de voorgeschreven persoonlijke beschermingsmiddelen.

Bekijk aandachtig de preventiemaatregelen opgenomen in de veiligheidsinstructiekaart hierna weergegeven. Hierin wordt vooral geschreven over het veilig gebruik van de haakse slijpmachine.

Hierboven is een zeer gevaarlijke toestand weergegeven, de bedienaar van de slijpmachine: draag geen veiligheidsbril en staat in een zeer gevaarlijke houding. Het doorschijven van een onder spanning staande kabel leidt meestal tot zeer ernstige arbeidsongevallen.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 71 -

©

M 212

1/2


- 72 -

PDU-230 801200 Voor 1995 08 mei 2008

Haakse slijpmachine Hitachi

Machine nummer

Elektrisering

Kwetsuren aan de handen, ogen. Lawaai.

Stukspringen slijp / snijschijf

Algemeen

Risico’s.

©

Datum : 22 / 10 / 2009

Visum interne preventieadviseur

M 212

2/2

Datum : . . / . . / 2009

Visum preventieadviseur-arbeidsgeneesheer

Gebruik steeds slijp- of snijschijven die in goede staat zijn en die aangepast zijn aan de machine en voor het bewerken van het betreffende werkstuk. Geen te grote druk uitoefenen op de slijpmachine. Indien van toepassing klem het werkstuk zoveel mogelijk vast in een bankschroef of een equivalente machine zodat het niet weggeslingerd wordt. Enkel toestellen uitgerust met een elektrische schakelaar van “dodemanstype” zijn te gebruiken. Bij herstelling of wisselen van onderdelen moet het toestel volledig van het elektriciteitsnet worden afgeschakeld. Er zeker van zijn dat het toestel niet door derden opnieuw in het stopcontact kan worden geplaatst. Werk steeds met de slijpmachine van uw lichaam weg, zodat u niet het evenwicht Verliezen evenwicht, verliest bij het afschampen. val, … De handgreep zit goed vast en blijft proper. De slijpschijf met beide handen vastnemen. Volg nauwgezet de instructies voor monteren en demonteren van de schijf door de Trillingen. fabrikant opgegeven. Zorg voor de juiste speling tussen schijf en as. Voor het gebruik van de nieuwe schijf de machine een drietal minuten onbelast laten draaien. Bij het uitvoeren van de slijpwerkzaamheden moet steeds een veiligheidsbril of Wegvliegende delen, gelaatsscherm worden gebruikt. Bij stofvorming moet stofmasker worden gedragen. voorwerpen, Vermijd het dragen van loshangende kledij en lange haren. Het gevaar voor …stofvorming. meegesleurd worden met draaiende delen is mogelijk. De motor niet afkoelen door intens contact met de handen. Brandgevaar Indien de motor een te hoge temperatuur bereikt, dan het toestel onbelast laten Brandwonden. draaien hierdoor zal de ventilator het geheel sneller afkoelen. Zorg steeds voor een schone en overzichtelijke werkpost : brandbare stoffen uit de omgeving verwijderen, want er kunnen zich bij het slijpen of snijden vonken vormen. Hou een brandblusapparaat binnen handbereik, voorzie indien nodig een vonkenscherm. Persoonlijke Het overwegen voor gebruik van de passende persoonlijke beschermingsmiddelen beschermingsmiddelen. (PBM’s) gebeurt na een gerichte risicoanalyse: helm; veiligheidsschoenen; handschoenen; veiligheidsbril / gelaatsscherm; werkkledij; gehoorbescherming; aangepaste ademhalingsbescherming; veiligheidsharnas. Kwetsuren. Het plots starten van de motor.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be

De algemene veiligheidsrichtlijnen voor het geheel van de werkplek en het bouwplaatsreglement zijn strikt op te volgen. Regelmatig de toestand van de haakse machine nazien met als doel de eventuele defecten te ontdekken : Is het snoer beschadigd / de schakelaar / het motorhuis? Bij het functioneren van de machine, is er een ongewoon geluid? Is er een ongewone geur bij de machine? Worden ongewone temperaturen of trillingen waargenomen? Alle defecten onmiddellijk vakkundig door een daartoe bevoegd persoon laten herstellen. Reinig en onderhoud het toestel niet met ontvlambare of met toxische producten. Volg stipt de gebruiksaanwijzingen van de fabrikant op. Controleer na een schok de slijp / snijschijf op gebreken. Rem de slijpschijf nooit af. Vermijd schokken en bruuske aanraking met de slijp / snijschijf. Oefen geen te grote druk uit op de slijp / snijschijf : de snelheid mag niet merkbaar vertragen. Vermijd oververhitting door langdurige bewerking. Nagaan of het toerental vermeld op de machine niet hoger is dan het toerental opgenomen op de slijpsteen. Zet de machine steeds af na gebruik. Draag veiligheidshandschoenen en oog- of gelaatsbescherming. Het geheel van slijp / snijschijf wordt steeds met de voorziene afschermingen gebruikt. Alleen de slijpschijf gebruiken wanneer deze goed geaard of dubbel geïsoleerd is. Pas op kortsluiting is nooit uitgesloten. De originele hulpstukken mogen niet worden verwisseld of geplaatst terwijl het toestel nog op het net is aangesloten. De machine niet neerwerpen, maar wel met zorg behandelen, want er kan isolatieschade worden veroorzaakt. De snoer uit de contactdoos halen door de contactstop vast te nemen, niet door aan de snoer trekken. De snoer niet over een scherp voorwerp trekken en leg de snoer weg van plaatsen waar er gevaar is voor vallende scherpe voorwerpen, olie of scheikundige producten. Verlengsnoeren niet in de doorgangen plaatsen en niet op de vloer laten slingeren.

Preventiemaatregelen.

Gebruik van de machine. De draagbare slijpschijf of ook nog haakse slijpschijf genoemd, wordt gebruikt voor het bewerken van metaal, beton of steen. De bewerkingen kunnen zowel het snijden als het slijpen zijn. Het risico voor ongeval ligt bij dit toestel zeer hoog. Handen, vingers ogen en het gehoor vormen een kwetsbare partij. Daarom ook dat de onderstaande instructies voor veilig werken goed in acht zijn te nemen. Het zijn alleen de aangepaste hulpstukken, die door de fabrikant worden aanbevolen, die bij de machine mogen gebruikt worden. De door de fabrikant voorgeschreven afmetingen van de slijp / snijschijven moeten strikt worden opgevolgd.

Type - model Serienummer Fabrikant/leverancier Datum fabricatie Datum indienststelling

Onderwerp

VEILIGHEIDSINSTRUCTIEKAART

ARAB - artikel 54 quater 4. en het KB Arbeidsmiddelen (Codex Titel VI Hoofdstuk I artikel 8.3. en 8.4.)


KAARTNUMMER M 213

VEILIG WERKEN met een ELEKTRODE LASPOST

01-08-2010

Het elektrisch lassen is een veelvoorkomende activiteit aan boord, zowel in de machinekamer als op het dek. Op het dek kan het gebeuren dat de hielen van de schaatszolen moeten opgelast worden. Deze slijtage komt voor door het vissen in scherpe grond. Meestal worden dan schakels van kettingen of een lat ijzer opgelast. Soms kan het ook gebeuren dat de ogen op de visboel doorgesleten zijn en afbreken, dit ten gevolge van het enorme gewicht van de visboel, ook hier dient gelast. Ook ver ingesleten ophangbouten voor visblokken worden opnieuw opgelast. Het is van hoog belang nooit te wachten tot er iets breekt, daarom laat het specifiek laswerk doen door een erkende smid aan wal. Het is veel veiliger langs de kade dan op zee. Ook lekkende leidingen, die kunnen voorkomen in de machine kamer of lierkamer, worden bij voorkeur, weggenomen en op dek hersteld met behulp van laswerken. Indien toch laswerken in de machinekamer moeten worden uitgevoerd, neem dan eerst en vooral de nodige veiligheidsvoorschriften in acht zodat er geen brand kan ontstaan (afval wegruimen, solventen of andere brandbare producten verwijderen, lasdoek plaatsen, enz‌).

DENK AAN UW VEILIGHEID. - Draag hierbij altijd de voorgeschreven persoonlijke beschermingsmiddelen. Bekijk aandachtig de preventiemaatregelen veiligheidsinstructiekaart van Provikmo over het veilig gebruik van de elektrode laspost.

Op dek: het oplassen van de hielen op de schaatszolen. Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be Š - 73 -

M 213

1/2


- 74 -

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be Š

M 213

2/2


KAARTNUMMER R&B 300

HET VEILIGHEIDSPLAN

01-08-2010

Op een veiligheidsplan is alles terug te vinden wat met veiligheid aan boord van een schip te maken heeft ivm reddingsmiddelen, noodsignalen en brand veiligheid. Enkele voorbeelden: waar bevinden zich de reddingsgordels, reddingsvlotten, de reddingsboeien, brandblussers, bediening brandblusinstallatie, snelafsluiters, het vluchtluik, noodstoppen, enz... . Het veiligheidsplan is voor ieder schip verschillend. Dit veiligheidsplan moet worden opgehangen op een goed zichtbare plaats, zodat iedereen van de bemanning het gemakkelijk kan bekijken. Dit kan bijvoorbeeld op de brug, of in de gang tussen brug en machinekamer, of in het kombuis. Voor de veiligheidsdiensten (bv brandweer) moet er één dergelijk plan in een rode waterdichte koker aan dek bewaard worden (onder de bak). Het is voor de bemanning noodzakelijk in kennis te zijn, in verband met de veiligheid, waar alles zich bevindt aan boord. Indien een gevaarlijke situatie moest ontstaan gaat er aldus geen kostbare tijd verloren met het zoeken naar bijvoorbeeld een reddingsgordel, vuurpijlen, enz… . DE SCHIPPER MOET STEEDS AAN EEN NIEUWE BEMANNINGSLID HET VEILIGHEIDSPLAN TONEN EN DAARBIJ DE NODIGE UITLEG VERSCHAFFEN.

DENK AAN UW VEILIGHEID. - Bij ieder veiligheidsmiddel is het bijhorende pictogram aangebracht. - Nooduitgangen steeds vrijhouden (controleer dit regelmatig). - Controleer ook regelmatig of alle reddings- en andere veiligheidsmiddelen in goede staat zijn zoals voorbeeld de reddingsboei met het licht en de lijn: a- brand het lichtje nog? b- is de lijn zorgvuldig opgeschoten (niet verward)? c- is de reddingsboei gemakkelijk uit zijn grepen te halen?

REDDINGSVLOT

REDDINGSBOEI

REDDINGSGORDEL

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 75 -

©

BRANDBLUSAPPARAAT R&B 300

1/2


- 76 -

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be

Š

R&B 300

2/2


KAARTNUMMER R&B 310 01-08-2010

WELKE REDDINGSMIDDELEN aan BOORD? De VEILIGHEIDSSYMBOLEN

Voor elk reddingsmiddel bestaat er een internationaal symbool. Aan de hand van het symbool kan men, op het veiligheidsplan van het vaartuig, zien waar dit reddingsmiddel zich aan boord bevindt. Deze symbolen zijn bij het betreffende reddingsmiddel aangebracht. Een overzicht van de symbolen van de reddingsmiddelen, die zich aan boord kunnen bevinden zijn hierna weergegeven.

DENK AAN UW VEILIGHEID. Het is zeer belangrijk dat men de betekenis van deze symbolen kent.

Reddingsvlot

Reddingsgordel

Overlevingspak

Reddingsboei.

Reddingsboei met lijn

Reddinsgboei met licht

EPIRB

SART

Portofoon

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be Š - 77 -

Verzamelplaats

Reddingsboei met licht en rooksignaal

MEDICIJN KIST R&B 310

1/2


VUURPIJLEN

DRIJVEND TOESTEL

OPBLAASBARE REDDINGSVEST MET MOB ZENDER

VEILIGHEIDSPLAN

Op het veiligheidsplan vindt men ook nog de volgende veiligheidssignaleringen.

Richting naar nooduitgang.

Plaats van de nooduitgang.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be Š - 78 -

R&B 310

2/2


KAARTNUMMER R&B 311 01-08-2010

PBM: OPBLAASBARE REDDINGSVESTEN, VOORZIEN VAN EEN MOB ZENDERTJE.

In de Belgische visserij zijn in 40jaar tijd (tussen 1960 en 2000) ±50 vissers over boord gevallen en verdronken. Het is wettelijk verplicht dat iedere visser, tijdens de werkzaamheden gedurende de zeereis aan dek, de reddingsvest draagt. De reddingsvest is opblaasbaar. Indien men in het water valt, blaast deze reddingsgordel zich automatisch op, zodat men blijft drijven. Men kan ook deze reddingsgordel manueel in werking te stellen, dit kan door aan het rood bolletje te trekken. Wanneer men langdurig in het water ligt, en het drijfvermogen vermindert, dan kan men via een slangetje zelf lucht bijblazen. Previs heeft een uitgebreide studie gemaakt over het gebruik van MOB alarmsystemen. Daaropvolgend heeft de overheid budgetten vrijgemaakt om alle vissersvaartuigen te voorzien van opblaasbare reddingsvesten met ingebouwde MOB zender. De bijhorende ontvanger is voorzien op de brug. Het elektronisch Man Over Boord (MOB) alarm systeem bestaat enerzijds uit een zendertje (grootte van een pakje sigaretten) en een ontvanger op de brug. Het zendertje wordt aan de reddingsvest bevestigd. Wanneer men overboord valt begint na 5 seconden het zendertje uit te zenden op 121,5 Mhz. Op de brug krijgt men dan een luid alarm, tevens geeft de ontvanger een richting aan (per 15°) waarin de drenkeling zich bevindt. De Belgische kustwacht is ook uitgerust met een dergelijke ontvanger, hiervoor staan de bijhorende antennes op verschillende strategische plaatsen voor de kust opgesteld. Dankzij de combinatie van een onmiddellijke alarmering en het drijvend houden van de drenkeling, worden de overlevings- en reddingskansen van de drenkeling merkelijk verhoogd. Bovendien zijn de meeste Search And Rescue (SAR) helikopters en vaartuigen uitgerust met ontvangst- en homing installatie om gemakkelijk de drenkeling te kunnen vinden. Wees voorzichtig met de opgepikte drenkeling, want meestal zal deze onderkoelingsverschijnselen vertonen. De geleverde reddingsvestjes zijn gemakkelijk afwasbaar en van een verwisselbare kraag voorzien. De reddingsvestjes vormen geen belemmering voor het uitvoeren van de verschillende werkzaamheden aan boord.

DENK AAN UW VEILIGHEID. - Draag altijd de reddingsvest aan dek. - ga van de gedachte af bij mij zal dit niet gebeuren

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 79 -

©

R&B 311

1/2


Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 80 -

Š

R&B 311

2/2


KAARTNUMMER R&B 312 01-08-2010

BPM: HET DRIJVEND PAK en/of OLIEGOED met BEPERKT DRIJFVERMOGEN

Een drijvend pak behoort tot het basispakket Persoonlijke Beschermings Middellen (PBM) dat de vissers via het zeevissersfonds verkrijgen. Dit PBM wordt in de visserij, vooral tijdens de winter, veel gedragen bij de werkzaamheden aan de visboelen. Het is warm om dragen en biedt ook veiligheid voor de persoon bij overboord vallen. De persoon in kwestie blijft drijven en, ondanks dat het pak niet waterdicht is, werkt het toch altijd voor een stuk isolerend, en zorgt voor een goede thermische bescherming. Het drijfvermogen is echter beperkt en daarom is het raadzaam om altijd de opblaasbare reddingsgordel met MOB zender boven het drijvend pak te dragen. Bij het verlaten van het schip (schipbreuk), draag het drijvend pak met erboven op de vaste Reddingsgordel. Om te werken op zee dragen de vissers oliegoed om hen te beschermen tegen overkomend buiswater, om aan de lopende band te staan, om te gutten, om in de viskuil te kruipen of om aan de netten te werken die altijd nat zijn. Dit oliegoed beschermt hen ook bij het halen van de netten. Heden draagt men oliegoed met een drijvend vermogen. Als men over boord valt blijft men op zijn oliegoed drijven en door de gele fluoricerende kleur is men zeer opvallend. Dit type oliegoed is ook te combineren met het MOB alarm systeem.

DENK AAN UW VEILIGHEID. - Als de visboelen in de haken opstaan, terwijl het schip aan het varen is, wordt altijd aangeraden om het drijvend pak en/of de opblaasbare reddingsgordel te dragen. Tijdens de werkzaamheden moet de visser namelijk, met regelmaat, op de verschansing staan en in het steennet (kettingmat) klauteren.

Drijvend pak

Drijvend pak

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 81 -

Werkvest.

Š

R&B 312

1/1


KAARTNUMMER R&B 313

OPSTELLING VAN HET REDDINGSVLOT

01-08-2010

Op vissersvaartuigen is het zeer moeilijk om een goede plaats voor het reddingsvlot te vinden. Bij de meeste schepen wordt het vlot achter de brug op het bootdek geplaatst. Dit dek loopt op vele vaartuigen niet door over de volle breedte van het vaartuig. Hierdoor wordt het zeer moeilijk om het vlot te water te laten. Bij kapseizen bemoeilijken vele hinderpalen, zoals: touwen; kabels en antennen ‌ het boven water komen van het vlot. Het zou kunnen blijven steken onder een obstakel ondanks het hydrostatisch los systeem. Daarom beschikken reeds verschillende vaartuigen over twee reddingsvlotten op de brug geplaatst in een soort glijbaan. Hierdoor kunnen de vlotten zeer snel over boord worden gezet.

DENK AAN UW VEILIGHEID. - Tijdens de werkzaamheden nooit netten over het vlot gooien, altijd het vlot vrij houden. - Na keuring altijd nazien of het vlot veilig en goed is vastgemaakt. - Altijd nazien of het vlot bevestigd is aan het schip. - Tijdens de STCW-95 opleiding krijgen de vissers de volledige werking van het vlot onderricht, dit zowel in theorie als in de praktijk.

Het reddingsvlot is slecht opgesteld: staat tussen obstakels.

Voorbeelden van goed opgestelde reddingsvlot met glijbaan.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 82 -

Š

R&B 313

1/1


KAARTNUMMER R&B 320

EVACUATIE met een HELIKOPTER

01-08-2010

De schipper kan beslissen - eventueel na overleg met een dokter aan wal via Oostende radio of dichtbij gelegen kuststation - om een ernstig ziek of gewond bemanningslid te evacueren. De schipper verwittigt de kustwacht, die ervoor zorgt dat de getroffene zo snel mogelijk van boord wordt gehaald door een helikopter. Bij een vissersvaartuig is het bootdek de aangewezen plaats om te hijsen. Indien geen bootdek, zoals bij kleinere vaartuigen, dan het achterschip. Indien het schip moet verlaten worden (zinkend schip, grote brand, … ) kan het zijn dat de bemanning, na zenden van “MAYDAY” bericht, door een helikopter van boord wordt gehaald. Zelfs als men reeds in het reddingsvlot heeft plaatsgenomen, kan een helikopter de bemanning komen oppikken. Bij een evacuatie door een helikopter (en ook bij oefening) dient men het volgende in acht te nemen: - Een helikopter veroorzaakt een zeer sterke “downwind”, zorg ervoor dat alle los touwwerk en ander licht materiaal weggeborgen of goed vastgemaakt wordt. - Door de draaiende rotor wordt statische elektriciteit opgewekt: laat de kabel (of de hieraan verbonden koper draad) altijd eerst met het schip (of het water, in geval van het vlot) contact maken en pas daarna de draad of de duiker vast nemen. - De helikopter piloot zal zijn instructies geven via VHF (in het vlot, gebruik de portofoon). Volg zeker altijd deze gegeven instructies op. Zo nodig zal vanuit de helikopter een bord getoond worden met erop het te gebruiken VHF kanaal. - Als de helikopter boven het schip hangt zet de radar uit.

DENK AAN UW VEILIGHEID. - Wees voorzichtig wanneer er interventies met een helikopter, iedereen op dek draagt zijn opblaasbare reddingsgordel en goed zichtbare kledij. - De hijskabel zeker nooit vastmaken aan het schip. - Bij nacht, de deklichten laten branden, maar nooit schijnen naar de helikopter, gevaar tot verblinding van de piloot. - Tijdens het ophijsen laat men zich leiden door de crew van de helikopter.

Gewonde persoon wordt van boord gehaald, let op de koperen draad.

De helikopter boven het vaartuig tijdens het opwinchen van slachtoffer

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 83 -

De winchman helikopter toont een bord met VHF kanaal.

©

R&B 320

1/2


Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 84 -

Š

R&B 320

2/2


KAARTNUMMER R&B 321

MAN OVER BOORD.

01-08-2010

Een man over boord situatie is een ongewenst gebeuren dat regelmatig voorvalt in de visserij. Zoals reeds vermeld in kaart R&B311, zijn er na het over boord vallen, in 40 jaar tijd (tussen 1960 & 2000) ±50 vissers gestorven of vermist. Voor een uiteindelijke goede afloop van een dergelijk incident hangt veel af enerzijds van de drenkeling zelf en anderzijds van de snelle en correcte tussenkomst van de andere bemanningsleden. DE DRENKELING ZELF: draagt hij de opblaasbare reddingsgordel (met MOB zender), of ander drijvend hulpmiddel – neemt hij de H.E.L.P. positie aan, hierdoor kan hij zijn overlevingstijd in het water aanzienlijk verlengen. AAN BOORD: Zo snel mogelijk brug verwittigen en boei werpen. Nu positie vastleggen en koers veranderen en naar de MOB-positie varen. Een goede uitkijk houden en maatregelen nemen om drenkeling(en) aan boord te kunnen nemen. De kustwacht en nabije scheepvaart verwittigen. Let op als je de nageworpen boei terug vindt zonder de drenkeling; laat deze boei drijven, zodat je tijdens de verdere zoekactie een referentie punt hebt. Bovendien drijft de boei af op dezelfde manier (richting en snelheid) als de drenkeling. PREVIS bezorgt alle vaartuigen een specifieke Veiligheidskaart “Man Over Boord” (in 2 exemplaren), om op te afficheren op de brug, en in het kombuis.

DENK AAN UW VEILIGHEID. - KEN DE RICHTLIJNEN VOOR HET VERLATEN VAN HET SCHIP (zie verso “Man over Boord”). - draag de opblaasbare reddingsgordel (met MOB zender),

- ken de houding H.E.L.P. positie – zie hieronder de tekeningen.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be © - 85 -

R&B 321

1/2


MAN OVER BOORD 1en 2. DICHTSTE BOEI NA GOOIEN & BRUG VERWITTIGEN Indien de boei niet voorzien is van licht en rooksignaal, gooi dan nadien nog een boei met licht en rooksignaal uit.

3. BRUG: POSITIE VASTLEGGEN: MOB functie op GPS en/of ECDISC MOB boei (met rook- & lichtsignaal) nagooien UITKIJK: Probeer drenkeling in het oog te houden MANOEUVREER naar de MOB-POSITIE, en tot bij de BOEI; Als drenkeling niet bij de boei is: BOEI LATEN DRIJVEN, De boei wordt het referentie punt voor verdere zoekactie. VERWITTIG KUSTWACHT & NABIJE SCHEEPVAART; zendt “Pan Pan” bericht uit VHF Kan 16 en met DSC op de VHF en MF. 4. DEK: Klaar maken om drenkeling op te pikken: Netten over boord hangen; welke zijde, afspreken schipper Thermisch deken klaar leggen in accommodatie 5. HET NADEREN: Nader de drenkeling vanuit de BOVENWINDSE KANT, zodat de

drenkeling in kalm water in een positie aan de lijzijde kan opgepikt worden. Ga in geen geval achteruit naar de persoon toe: de drenkeling kan naar de schroef toe gezogen worden.

6. HET OPPIKKEN: Probeer drenkeling met zijn rug naar u toe uit het water te halen Is hij duidelijk ONDERKOELD; liefst HORIZONTAAL uit water halen. 7. VERZORGING DRENKELING: Wees bij iedere drenkeling attent op mogelijke onderkoeling, ook wanneer deze geen duidelijke symptomen vertoont. Zie cursus E.H.B.O. Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be © - 86 -

R&B 321

2/2


KAARTNUMMER R&B 322

SCHIP VERLATEN

01-08-2010

Dit is het scenario waarvan een zeeman hoopt dit nooit te moeten meemaken. Jammer genoeg kan het noodzakelijk zijn, wanneer men bv het inkomende water niet kan beperken, of een brand niet onder controle krijgt, dan moet men het vaartuig verlaten. Wettelijk is bepaald dat in principe: “de beslissing om het schip te verlaten genomen moet worden door de gezagvoerder, in overleg met de voornaamste officieren”. Naar de visserij toe kan men dit interpreteren dat “de schipper de beslissing neemt, in overleg met één of meerdere ervaren leden van de bemanning”. Er moet steeds getracht worden deze beslissing in het logboek te vermelden. Bij het nemen van deze beslissing moet men ook in gedachte houden, dat het schip zelf nog steeds de beste reddingsboot is. Anderzijds mag men ook het schip niet te laat verlaten. Uiteindelijk mag slechts één leidraad worden gevolgd: HOE KUNNEN WIJ HET BEST DE GEHELE BEMANNING IN VEILIGHEID BRENGEN. PREVIS bezorgt alle vaartuigen een specifieke Veiligheidskaart “Schip Verlaten” (in 2 exemplaren), om te afficheren op de brug, en in het kombuis.

DENK AAN UW VEILIGHEID. - KEN DE RICHTLIJNEN VOOR HET VERLATEN VAN HET SCHIP (zie bijlage “Schip verlaten”). - NEEM GEEN ONNODIGE RISICO’s (persoonlijke spullen niet trachten te redden): BRENG JEZELF EN ANDEREN NOOIT IN GEVAAR.

E.P.I.R.B.

S.A.R.T.

V.H.F. PORTOFOON

NEEM ZE ALTIJD MEE IN HET VLOT Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be © - 87 -

R&B 322

1/4


Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be Š - 88 -

R&B 322

2/4


VEILIGHEIDSFICHE

SCHIP VERLATEN

________________________________________________________ 1. ALGEMEEN ALARM ACTIVEREN 2. NOOD bericht uitzenden met DSC op VHF en MF (midden frequentie; indien aan boord) 3. SCHIET één of meerdere VUURPIJL(en) AF (indien onder de kust of indien een vaartuig in zicht is) 4. MEENEMEN IN VLOT: Walkie –Talkie (met de speciale batterij; rode batterij) EPIRB & SART (indien aan boord) LOGBOEK VUURPIJLEN (resterende vuurpijlen van de brug) Extra: Water en voedsel Kledij 5. AANDOEN OVERLEVINGSPAK ; indien niet a/b: DRIJVEND PAK REDDINGSGORDEL; Bij voorkeur Vaste Reddingsgordel

6. VERZAMELEN BIJ VLOT

IS IEDEREEN AANWEZIG ?

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be © - 89 -

R&B 322

3/4


7. VLOT TE WATER LATEN (zie schema op pagina 2/4). Is vanglijn vast aan schip? Werp container over boord Trek vanglijn volledig uit; geef korte krachtige ruk aan vanglijn Trek opgeblazen vlot tegen schip Probeer droog in te schepen 8. SNIJ VANGLIJN DOOR & VERWIJDER JE NAAR VEILIGE ZONE (minimum 4 scheepslengtes) 9. OP DE VEILIGE AFSTAND: Drijfanker uitzetten Drenkeling(en) uit het water redden Vloer oppompen (niet bij een vlot met een thermische vloerlaag) Overkapping dicht doen. 10. WERK MEE AAN UW REDDING: ZORG VOOR OPTIMALE CONDITIE Laat iedereen een zeeziekte pil nemen Verzorg de gewonden Voldoende ventileren (laat het niet te warm worden in het vlot) Hou de moed erin - Geloof in uw redding. ZORG DAT JE GEMAKKELIJK OPGESPOORD WORDT Bevestig EPIRB met een lijn aan het vlot Bevestig SART aan de roede en steek ze door een uitkijkopening indien geen SART, blaas dan de RADARREFLECTOR op en bevestig deze aan de roede en steek ze in een uitkijkopening Activeer een MOB alarm. Hou permanente UITKIJK; met seinlamp en seinspiegel bij de hand Hou pyrotechnische middelen droog en klaar houden voor gebruik.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be Š - 90 -

R&B 322

4/4


KAARTNUMMER R&B 350 29-09-2010

BRAND DETECTIE- & BESTRIJDINGSMIDDEL aan BOORD? - SYMBOLEN

Voor elke brand detectie- en bestrijdingsmiddel bestaat er een symbool. Aan de hand van het symbool kan men op het veiligheidsplan van het vaartuig terug vinden waar dit middel zich aan boord bevindt. Deze symbolen zijn ook aan te brengen bij het betreffende middel. Hierna volgt een overzicht van de symbolen, van de brand detectie- en bestrijdingsmiddel, die zich aan boord kunnen bevinden.

DENK AAN UW VEILIGHEID. Het is zeer belangrijk dat men de betekenis van deze symbolen kent.

ROOKDETECTOR

ALARMSIGNAAL

Vaste CO2 of FM 200 of NOVEC installatie.

CO2 HANDBLUSTOESTEL

POEDER HANDBLUSTOESTEL

WATER HANDBLUSTOESTEL

BRANDBLUSPOMP

BLUSDEKEN

BRANDSTOF SNELAFSLUITER

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be Š - 91 -

BRANDSLANG

VENTILATIEFLAP of -KLEP.

CO2 of FM 200 of NOVEC ALARM R&B 350


��������� �������� ������������� ��������

��������������� ����������������� ������������� ������������� ����������

���������� ��� �������� ����������������� ������������������ �����

������������ ������ �����

������������������ �������������� �������������� ��������������

���������������� �������������� �������������������

��������������� �������������� ������������� ������������� ����������������� ������������������ ������� ���������������

���������������� �����������������

- 92 -


KAARTNUMMER R&B 351

BRAND aan BOORD: ALGEMEEN

01-08-2010

Brand aan boord op zee, is de ergste nachtmerrie van iedere zeeman. De meeste branden aan boord van schepen wereldwijd gebeuren in de machinekamer. Ook brand in de keuken komt frequent voor. Oorzaken van brand zijn ook: roken in bed (5%), slecht werkend elektrisch toestel, hoofdkussen te dicht bij leeslamp … . Behalve bij een ontploffing begint een brand klein, maar kan zeer snel uitbreiden. Vroegtijdige detectie is zeer belangrijk. Immers een kleine brand kan nog gemakkelijk geblust worden. Bij het blussen met water moet men steeds rekening houden met twee zaken: - gevaar van elektrisering (dus eerst de elektriciteit van het brandend lokaal afzetten) – verlies aan stabiliteit van het vaartuig door het ophopen van bluswater (gebruik daarom liever een nevel straal ipv volle straal: met een zelfde hoeveelheid water, bereik je een groter blusoppervlak). Het is van essentieel belang dat de bemanning weet wat te doen, vandaar ook dat een degelijke opleiding noodzakelijk is. Hiervoor heeft Previs reeds enkele belangrijke initiatieven genomen: - Veiligheidsopleiding cfr STCW95, inclusief brand bestrijding, voor alle vissers - Ieder vaartuig wordt voorzien van een blusdeken in het kombuis. - Verschillende initiatieven hebben betrekking op machinekamerbrand (zie R&B 352)

DENK AAN UW VEILIGHEID. -

-

Nooit roken in bed. Slecht werkend elektrisch toestel niet gebruiken eerst vakkundig herstellen. Hou op regelmatige basis een brandoefening met de ganse bemanning. Steeds de reddingsmiddelen in veiligheid brengen en klaar voor gebruik. Te nemen maatregelen zijn vervat in het Engelse woord voor brand: F I R E: Find = Vind: je ruikt brandlucht – zoek de oorzaak/locatie Inform = Alarmeer: roep naar een maat,… zorg dat iemand anders ook op de hoogte is. Restrict = Beperk: neem maatregelen om de brand te beperken; bv deur dicht doen, patrijspoort sluiten, Winchkamer: kabelsleuven dichten met natte vodden Extinguish = Blus: als je denkt de brand te kunnen blussen: doen. Maar denk om je veiligheid, een brand kan snel uitbreiding nemen. Het vuur wordt aangewakkerd door de wind en zal uitbreiden naar de lijzijde, leg daarom het schip zo t.o.v. de wind dat het vuur zich niet kan uitbreiden: 1. BRAND OP HET VOORSCHIP: schip voor de wind leggen; 2. BRAND OP HET ACHTERSCHIP: schip op de wind leggen; 3. BRAND AAN STUURBOORD: SB wordt de lijzijde; 4. BRAND AAN BAKBOORD: BB wordt in de lijzijde gebracht.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 93 -

©

R&B 351

1/2


Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 94 -

Š

R&B 351

2/2


KAARTNUMMER R&B 352

BRAND in de MACHINEKAMER

01-08-2010

Wereldwijd gebeuren de meeste scheepsbranden in de machinekamer. Brandoorzaken kunnen zijn: olie- en brandstof lekkages; spontane ontbranding van vodden, doordrenkt met olie, brandstof of detergenten, elektrische storingen, …. Hiervoor heeft Previs reeds meerdere initiatieven genomen: - In samenwerking met de zeevaartinspectie werd een veiligheidskaart “BRAND Machinekamer” met bijpassende stickers voor elk vaartuig ter beschikking gesteld. - Voor elk vaartuig is een speciale afvalbak overgemaakt, te plaatsen in de machinekamer. Om hierin de doeken vervuild met olie (of dergelijke producten) te bergen. - Na een proefproject op twee schepen, is gebleken dat het wenselijk is alle vaartuigen, die dit nog niet bezitten, uit te rusten met een brand detectie (met extern alarm) in machinekamer. - Ander proefproject: het sluiten deur machinekamer/winchkamer, van op afstand In de veiligheidskaart “brand machinekamer” wordt o.a. vermeld om bij brand in de motorkamer, de ventilatie te stoppen en de machinekamer volledig af te sluiten. Op sommige vaartuigen zijn machine- en de winchkamer één ruimte. Bij het volledig afsluiten van de machinekamer, mag men op deze vaartuigen zeker niet vergeten de kabelgaten, waar de vislijnen, giekenkabels en vistalies (lenter, jomper) doorlopen, in de winchkamer af te dichten met natte vodden.

DENK AAN UW VEILIGHEID. -

-

De schipper moet zijn bemanning attent maken op de veiligheidskaart “Brand in Machinekamer”. Alle ventilatieflappen en -luiken altijd gangbaar houden, deze kunnen vastroesten of zijn vast geschilderd. Deuren motor- en winchkamer, regelmatig smeren en gangbaar houden. Als schuiven worden gebruikt om de flappen af te sluiten, zorg dat ze op een veilige en gemakkelijk bereikbare plaats bewaard worden en in goede staat blijven. Vodden met olie, fuel of detergenten doordrenkt in de speciale afvalbak brengen. Hou de machinekamer proper en ledig regelmatig de bildges in de “marpoltank”. Diesel- of olielekken zo snel mogelijk herstellen, en tussentijds steeds opvangen. Test met de bemanning regelmatig het afsluiten van de machinekamer en winchkamer, zodat iedereen op de hoogte is hoe te reageren. Houd aan boord met de bemanning regelmatig een brandoefening, uw leven kan ervan afhangen.

Voorbeeld van een veiligheidskaart “Brand in Machinekamer” : zie keerzijde. Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 95 -

©

R&B 352

1/2


Z 105

ATLAS

BRAND MACHINEKAMER

Vaste installatie: NOVEC 1230 GAS -------------------------------------------------------------------------------------------------

1.

SLUIT TOEGANGSDEUR & STOP MOTOR

2.

STOP BRANDSTOFTOEVOER, TREK SNELAFSLUITERS

3.

OPEN NOVEC BEDIENINGSKAST; naast deur machinekamer automa-

Boven de deur naar de machinekamer

tisch treedt nu in werking:

- VENTILATIE FANS STOPPEN - TRIMPOMP EN SEPARATOR STOPPEN - NOVEC ALARM GAAT IN WERKING Verlaat onmiddellijk de machinekamer

4.

IS NOG IEMAND IN MACHINEKAMER Iedereen verzamelt op de brug

Ja / neen

5.

SLUIT ALLE VENTILATIE FLAPPEN, - Plaats 2 SCHUIFPLATEN: Bb & Sb achter brugdeur De schuifplaten zelf worden op de brug bewaard

- Grote Flap achteraan schouw dicht doen

Op bevel schipper; 6 TREK de HENDEL OM NOVEC-FLES TE OPENEN ------------------------------------------------------------------Hou de machinekamer dicht, laat je opslepen naar een haven, en betreedt enkel de machinekamer met de brandweer erbij. (HET NOVEC GAS blust de brand, maar zal de temperatuur in de machinekamer niet doen dalen; dus is er groot gevaar dat de brand terug opflakkert bij het openen van de deur of ventilatie klep.)

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 96 -

Š

R&B 352

2/2


KAARTNUMMER BEDIENING LIER ( WINCH ) KNOP VRIJE VAL. V 400 01-08-2010

Op sommige schepen kan alles met de lier bediend worden vanuit de brug; zoals het vieren en aanwinden van de vislijnen (korretouwen), bokkeweiers (giekenkabels), lenters (vistalies, jompers) en veiligheidsweier van de gieken. Dit is afhankelijk van de hoeveelheid trommels waarover de lier beschikt. Een heel belangrijke knop op het paneelbord van de lier is de “VRIJE VAL KNOP” die voorzien is voor noodgevallen zoals bv. als het schip dreigt te kapseizen. Wanneer het schip met een visboel vast komt aan een wrak, en grote slagzij maakt, kan men door het gebruik van de vrije val knop het schip onmiddellijk recht leggen. Hiervoor duwt men het hendeltje van de vislijn, aan de kant waar men slagzij heeft, voorover en gelijktijdig de vrije val knop in. Hierdoor loopt de vislijn nu met een enorme snelheid van de trommel van de lier, zolang de vrije val knop ingedrukt wordt. Op sommige schepen kan men zelfs, wanneer men zonder elektriciteit valt (winchmotor dus uitvalt), nog altijd gebruik maken van de knop vrije val. Bij een dergelijke uitvoering wordt bij het indrukken van de vrije val knop, met de rest luchtdruk, de rem nog geopend. De vrije val knop wordt vaak ook gebruikt om bij het overslaan van de giek deze zo snel mogelijk terug af te vieren. De grotere schepen beschikken over het “Marelec” veiligheidssysteem. Bij het vast komen wordt automatisch zowel de kracht van de motor verminderd als de vislijn uitgevierd (bij sommige schepen vermindert de motor en geven enkel alarm bij te grote trekkracht). Beschikt men niet over een “Marelec”, verminder dan altijd eerst de motor tot stop en vier dan de vislijn uit, zodat het veiligheidssysteem op de gieken kan geactiveerd worden.

DENK AAN UW VEILIGHEID. - Het van groot belang dat schipper en bemanning steeds op de hoogte zijn van de volledige bediening van de winch (lier), inclusief de vrije val bediening.- In de haven, onder veilige omstandigheden, test regelmatig de vrije val bediening uit

Bediening van de lier van op de brug.

Bediening lier, knop vrije val.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be © - 97 -

V 400 1/2


- 98 -

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be Š

V 400 2/2


KAARTNUMMER V 401

VEILIG WERKEN met de VERHAALKOP

01-08-2010

De verhaalkop is een verlengstuk van de winch (lier, trui) dit zowel aan Sb of aan Bb. De verhaalkop wordt veelvuldig gebruikt, niet alleen bij het halen van de netten – om zowel het kuiltouw als de vistalie (lenter) op te winden - maar ook bij verschillende andere werkzaamheden, zoals het opwinden van zware kettingen, het vervangen van een korrestok of korijzers, enz… . Bij het bedienen van de verhaalkop moet men altijd voorzichtig en aandachtig te werk gaan. Er is steeds gevaar dat men met een hand of arm meegesleurd wordt door de draaiende verhaalkop. Neem nooit teveel slagen rond de verhaalkop, hierdoor kan de hele boel, zonder dat men iets doet, blijven doorwinden (besnijden - beknijpen). Boven de verhaalkop is er een NOODSTOP aangebracht. Als men deze indrukt wordt de lier (winch, trui) onmiddellijk gestopt. Ook op vaartuigen waarbij de vistalie op de trommel van de lier zit, en dus bediend wordt in de brug, wordt de verhaalkop nog veel gebruikt.

DENK AAN UW VEILIGHEID. - Hou de handen altijd op voldoende afstand van de verhaalkop (ongeveer 30 cm). - Draag altijd veiligheidshandschoenen bij het werken met de verhaalkop; in de weier van de lenter kunnen vleeshaken zitten die verwondingen kunnen veroorzaken. - Als men voelt dat er niet genoeg slagen op de verhaalkop liggen, tijdens het opwinden van de netten vol zware grond: dan niet tegen houden of slagen erbij nemen, dit is zeer gevaarlijk. Laat alles los en spring opzij; let op, sta nergens met de voeten in. - Als de kuiltouw of lenter op de verhaalkop blijft doordraaien: dan direct de noodstop induwen. De schipper kan dan de verhaalkop in tegenovergestelde richting laten teruglopen zodat de slagen kunnen ontward worden. - Bij zwaarte in de kuil, waarbij het moeilijk gaat om te winden en het zo heftig trilt dat men moet schrikken: druk dan op de noodstop, zodat het trillen ophoudt. Dan laat de schipper voorzichtig de verhaalkop teruglopen tot de kuil in het water gevierd is.

GEVAARLIJK: staat met hand tegen verhaalkop.

Goede houding aan de verhaalkop – zie ook noodstop.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be © - 99 -

Persoon staat netjes uit kuiltouw kringen. V 401

1/2


Niet opletten aan de verhaalkop.

Bij het aanslaan: altijd aandachtig zijn.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be Š - 100 -

V 401

2/2


KAARTNUMMER V 402

BEDIENEN VAN EEN NETTENROL.

01-08-2010

Een nettenrol is een zeer nuttig hulpmiddel om de netten en bijhorigheden op te slaan. De nettenrollen staan op het achterschip bij hektreilers. Sommige bokkentreilers worden, of zijn reeds, omgebouwd en hierbij voorzien van een nettenrol om als twinrigger te vissen. Een belangrijk gevaar bij het gebruik van nettenrollen is het feit dat de schipper vanaf de brug weinig zicht heeft op het geheel dat op het achterdek is geplaatst. Bij het inhalen en vieren van de netten is de schipper dan ook voor een groot deel afhankelijk van de communicatie van de bemanning. Tijdens het bedienen van de lier, motor en besturing van het schip heeft hij bijna geen overzicht wat achteraan het schip gebeurt. Veel schepen zijn daarom op het achterdek zelf uitgerust met een tweede bedieningsstand van de nettenrol. Hierdoor ontstaat er een beter overzicht en kan bij gevaar onmiddellijk gereageerd worden. Ook een noodstop voor de nettenrol is een zeer veilige inrichting. Een groot gevaar bestaat erin dat een bemanningslid op de nettenrol wordt meegetrokken.

DENK AAN UW VEILIGHEID. -

Blijf altijd op een veilige afstand tijdens het inhalen van een treilnet. Pas op, tijdens het halen of wegzetten, voor de op het dek liggende lijnen. Visborden zijn zeer zwaar en groot, ze kunnen bij slecht weer onverwachtse bewegingen maken: gevaarlijk bij het opvangen en het in- en uitpikken. De nettenrollen draaien zeer snel, neemt afstand terwijl deze draait.

Netten worden gevierd vanaf de trommel van de nettenrol.

Bediening van de nettenrol vanuit de achterkant van de brug.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 101 -

Inwinden van de netten op de trommels van de nettenrol. Persoon staat op veilige afstand.

Š

V 402

1/1


KAARTNUMMER V 410

GETESTE SLUITINGEN, HAKEN EN KETTINGEN.

01-08-2010

Haken, sluitingen en kettingen die altijd onder hoge spanning staan moeten altijd van goede kwaliteit en gekeurd zijn. Dit dient nauwgezet bekeken bij de aankoop. Men kan dit herkennen door het keurmerk dat erin geslagen is. Overschrijdt nooit de aangegeven trekkracht of SWL (Safe Working Load). De verschillende maten van kettingen en sluitingen kunnen worden uitgedrukt in diameters. Waar te gebruiken: GETESTE SLUITINGEN - voorborgen, achterborgen, borg om de giek op zijn gepaste hoogte te houden, bokkeweier (giekekabel), korretouw, spranken, visboelen, veiligheid op gieken, blokken (rollen) in de mast of giek, enz. GETESTE KETTINGEN - Op visboelen of als lange of korte kettingen om de visboelen op te vangen als ze tegen boord genomen worden of als verlengstuk van een borg of veiligheid op de giek, enz. GETESTE HAKEN: - Aan een vistalie (lenter, jomper), alsook aan de geteste kettingen die ingepikt worden om de visboel dicht te winden, om de spranken in te korten, enz.

DENK AAN UW VEILIGHEID. -

Soms wordt een eenvoudiger versie van een haak zelf gemaakt door een sluiting aan één kant af te branden. Doe dit NOOIT. Vergeet niet ook getest materiaal raakt na enige tijd versleten, kijk dit regelmatig na. Wanneer één of meerdere schakels in een geteste ketting gelast worden, dan gaat een deel van de sterkte verloren. Gebruik deze niet meer als geteste ketting.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 102 -

©

V 410

1/1


KAARTNUMMER V 411

VISTALIE OF LENTER BREEKT aan de TALURID KLEM

29-09-2010

Om een oog in een kabel (weier) aan te brengen, wordt er door veel leveranciers een talurid (persklem) gebruikt ter vervanging van een splitsing. Een talurid wordt onder hoge druk samen geperst. Het grote nadeel van een talurid, is dat de weier op deze plaats niet meer kan plooien. Bij het opwinden van de netten gaat het oog met haak van de vistalie door de diaborol. Hierbij is er kans dat de kabel (weier), net voor de talurid, afbreekt. Bij het afbreken van de vistaliekabel valt de haak en de netten op het dek. Omdat een gesplitste oog plooibaar is gaat deze gemakkelijker door de rol. Hier zal de kabel (weier) niet zo gemakkelijk breken.

DENK AAN UW VEILIGHEID. - Previs adviseert om steeds het systeem van een gesplitste oog toe te passen. - Vervang regelmatig de vistalie (lenter) - (roest, kinken en vleeshaken (stekkers)). - Draag steeds de veiligheidshelm. - Draag aangepaste veiligheidshandschoenen. - Het splitsen van de weier gebeurt door een persoon die hiervoor de passende opleiding heeft genoten en dit met volle aandacht uitvoert.

Gesplitste weier.

Een weier met talurid

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 103 -

Zwakke delen achter de talurid.

Š

V 411

1/1


��������� �������� ������������� ��������

��������������� ����������������� ������������� ������������� ����������

���������� ��� �������� ����������������� ������������������ �����

������������ ������ �����

������������������ �������������� �������������� ��������������

���������������� �������������� �������������������

��������������� �������������� ������������� ������������� ����������������� ������������������ ������� ���������������

���������������� �����������������

- 104 -


KAARTNUMMER V 420 01-08-2010

IN DE KUIL KRUIPEN voor UITTREKKEN VAN VIS

Voor het verwijderen van tongen of andere vissen die in de mazen van de kuil gekopt zitten kruipt altijd één van de bemanningsleden in de viskuil. Ook om controle uit te oefenen kruipt men in de viskuil, omdat men vanuit de viskuil een beter zicht heeft op beschadigingen. In de viskuil is het altijd een risico dat er nog een steen naar beneden valt, die boven het strop of in de spekking verstrengeld zit. Het is duidelijk dat wanneer een steen op iemand zijn hoofd valt, dit ZEER ERNSTIGE GEVOLGEN KAN HEBBEN. Daarom heeft previs voor een aangepast helm gezorgd met kinband die voldoet aan de europese normen en waarover de vissers hun beschermkledij kunnen trekken. (zie kaart A107) Wees ook voorzichtig als men in de viskuil zit: want door de onverwachte beweging bij het slingeren van het schip kan het ganse net - dat nog voor een groot deel buitenboord hangt - de viskuil terug over boord trekken.

DENK AAN UW VEILIGHEID. - Nooit in de viskuil kruipen zonder HELM. - Als de viskuil uitgeschud is, altijd kijken of er geen stenen achtergebleven zijn, vooraleer er iemand inkruipt.

PETZL VERTEX BEST

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be © - 105 -

V 420

1/ 2


De volle kuil wordt opengetrokken en de vis valt in de visbak.

Een zicht op de kuil hoe de vis gekopt zit in de mazen.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be Š - 106 -

V 420

2/ 2


KAARTNUMMER V 421

VISKUILEN in VISBAKKEN WINDEN.

01-08-2010

Tijdens het halen van de netten worden beide viskuilen over de zijde gewonden tot boven de visbakken. Dan wordt de viskuil opengetrokken en de vangst (kluts) verspreid zich in de bakken. Het is zeer moeilijk en gevaarlijk om de kuil open te trekken door het slingeren van het schip en daarbij nog het groot gewicht van de viskuilen (door stenen, zand, zeesterren, schelpen enz‌ ). Daarbij durft er al eens iemand in de visbak te kruipen om de viskuil open te trekken wat zeer gevaarlijk is, wat streng verboden is.

DENK AAN UW VEILIGHEID. - Steeds je veiligheidshelm dragen bij het halen van de netten. - Plaats een bakloper in de visbak, zodat de kuil klem komt te zitten en gemakkelijker kan geopend worden. - De persoon die aan de verhaalkop staat en de schipper op de brug dienen aandachtig te zijn en goed te luisteren naar de persoon aan en bij de kuil.

Kuil opgevangen door bakloper

Kuil in de visbak zonder bakloper. Persoon staat in de visbak: gevaarlijk, dus verboden handeling.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 107 -

Š

V 421

1/2


Zicht hoe bakloper is bevestigd.

Kuil kan niet meer bewegen, want zit geklemd tussen de zijde en de bakloper.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 108 -

Š

V 421

2/2


KAARTNUMMER V 422

LOSSEN van de VIS (vangst totale zeereis)

01-08-2010

Als eenmaal een vissersvaartuig is afgemeerd in de haven wordt gestart met het lossen van de vis. Het visruim wordt open gemaakt en de kisten worden bovengewonden ( 5 Ă 10 kisten per keer) en op de kade gezet. Vanaf de kade worden ze door een vorklift naar de veilinghal voor sortering gebracht. Deze hele operatie is risicovol, zowel aan boord in het visruim als op de kade, o.a. door het gebruik van heftruck kunnen ongevallen voorkomen.

DENK AAN UW VEILIGHEID. - Draag tijdens het lossen van de vis altijd de veiligheidshelm in het visruim. - Bij sommige vaartuigen wordt nog een losliertje gebruikt, oppassen dat het touw niet besnijdt (oprollen van touw zonder begeleiding), regelmatig de slagen uit het touw draaien zodat het touw soepel blijft. - Bij het op elkaar zetten van kisten: oppassen voor de vingers. - Zorg steeds voor duidelijke en goede communicatie met elkaar: vanuit het visruim naar dek, en van dek naar de kade. - De vermoeidheid en de drang naar thuis, op het einde van de reis kan leiden tot minder aandacht voor het werk (lossen). - Steeds goed oppassen wanneer de vorklift op de kade de vis opschept en rond rijdt.

Lossen van de vis op de kade.

Het gebruik van de heftruck.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 109 -

Het aanslaan van de visbakken in het ruim van het schip. Helmdracht verplicht!

Š

V 422

1/2


- 110 -

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be

HET LOSSEN VAN DE VIS.

Š

V 422

2/2


KAARTNUMMER V 423

VEILIG WERKEN in het VISRUIM (VISPIT)

01-08-2010

Bovendeks wordt de vis gesorteerd, gegut (gestript), gewogen en gewassen in een trommel, waarna de vis via een schuif opgevangen wordt in het visruim. In het visruim houden enkele bemanningsleden een viskist onder de schuif. Op deze wijze wordt dan kist na kist gevuld: laag ijs, laag vis, laag ijs …, daarna de volgende viskist enz.De viskisten worden vervolgens op elkaar gestapeld in het visruim (8 tot 10 hoog), soort bij soort en vastgesjord.Steeds aandacht voor gladheid in het visruim. Dit komt door visslijm dat uit de kisten loopt en door het ijs, dat overal aanwezig is. De ijsmachine produceert in het visruim ± 2000 kg ijs per 24 uur. Bij slingerend schip is het valgevaar van de kisten in het visruim veel groter. Ook het stapellen van de volle viskisten bij een schip dat slingert is zeer gevaarlijk.

DENK AAN UW VEILIGHEID. -

-

-

Zorg ervoor bij het stapelen dat de onderste kisten reeds gesjord zijn. Altijd met twee personen de volle viskisten stapellen .( 8 tot 10 hoog). (zie A 150) Bij het stapellen van de viskisten kan men gemakkelijk met de vingers of handen tussen de viskisten geraken: draag veiligheidshandschoenen. Draag in het visruim altijd een veiligheidshelm en veiligheidsbotten zowel op zee en ook tijdens het lossen aan de kade.

Vastsjorren van viskisten in het visruim.

Vis wordt in mand gevuld via schuif

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 111 -

Laag ijs – laag vis – laag ijs.

©

V 423

1/1


��������� �������� ������������� ��������

��������������� ����������������� ������������� ������������� ����������

���������� ��� �������� ����������������� ������������������ �����

������������ ������ �����

������������������ �������������� �������������� ��������������

���������������� �������������� �������������������

��������������� �������������� ������������� ������������� ����������������� ������������������ ������� ���������������

���������������� �����������������

- 112 -


KAARTNUMMER V 424 01-08-2010

Het GEBRUIK van MESSEN in NETTEN en het STRIPPEN (GUTTEN) van VIS

Vissers maken aan dek veelvuldig gebruik van messen; om de vis te gutten (strippen) alsook om in de korren te werken. Een levende vis strippen met handschoenen is een moeilijke activiteit. Het gebruik van veiligheidshandschoenen zijn noodzakelijk om aantal handkwetsuren te verminderen. Om in de korren te werken worden allerlei soorten messen gebruikt, zoals bijvoorbeeld kartelmessen die dienen om een korre van de tros te snijden of om de bespekking van de korre te snijden enz. Ondanks het feit dat dit voor de vissers een routine werkje is, gebeurt het regelmatig dat men zich snijdt zowel bij het gutten als bij het werken in de korre (netten). Snijwonden zorgen zelden voor problemen (infecties) daar het zeewater zorgt voor ontsmetting. Toch is het raadzaam ieder wondje extra te ontsmetten en te verzorgen. Tijdens het sorteren van de vangst moet men steeds voorzichtig zijn voor bepaalde vissoorten, die ernstige verwondingen kunnen veroorzaken, zoals zeewolven, zeeduivels, ruige roggen en pietermannen.

DENK AAN UW VEILIGHEID. - Ontsmet ieder wondje, en bedek het met een hechtpleister. Tijdens werkzaamheden komt men veel in aanraking komt geroeste kabels of kettingen. - Gebruik steeds scherpe messen: botte messen kunnen vlugger ernstige snijwonden veroorzaken. - Zorg dat men ingeĂŤnt bent tegen tetanus (klem).

Mazen van het net zuiveren met mes. Zeewolf bijt en laat niet meer los. Gebruik van mes bij het gutten. Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 113 -

Š

V 424

1/1


��������� �������� ������������� ��������

��������������� ����������������� ������������� ������������� ����������

���������� ��� �������� ����������������� ������������������ �����

������������ ������ �����

������������������ �������������� �������������� ��������������

���������������� �������������� �������������������

��������������� �������������� ������������� ������������� ����������������� ������������������ ������� ���������������

���������������� �����������������

- 114 -


KAARTNUMMER V 425 01-08-2010

KUILSTROP OF GROMMER DIE AFBREEKT TIJDENS BINNENWINDEN VISKUIL.

Als men de vistalie haak (lenter- of jomper haak) inpikt in de grommer, om de viskuil binnen te winden, is het mogelijk dat de kuilstrop of grommer wegens het grote gewicht afbreekt. Want de viskuil, als men deze uit het water windt, heeft een zeer hoog gewicht (doordat bij de vis er ook van alles tussenzit, zoals stenen, zand, slijk, grint, zeesterren enz‌,) Door het breken van de grommer of kuilstrop vliegt de lenterhaak door de diaboloblok met een enorme snelheid op het werkdek. Hierdoor ontstaat voor de bemanningsleden, die op het werkdek bezig zijn, een levensgevaarlijke situatie. .

DENK AAN UW VEILIGHEID. - Draag altijd de veiligheidshelm. - Sta nooit tijdens het binnenwinden van de viskuil, als je er niet nodig bent, op het werkdek waar de lenter haak kan terecht komen. - Vernieuw regelmatig de grommer en de kuilstrop (slijtage); aandacht want de kuilstrop zit soms verdoken in de bespekking aan de achterkant van de kuil. - Bouw een veiligheidsysteem in. Dit bestaat uit een kabel (weier) van enkele meters, die aan de ene kant bevestigd wordt aan de mast en aan de andere kant uitmondt op een stalen ringel, waardoor de lenter (vistalie) doorloopt. Wanneer de lenterhaak losschiet, wordt hij tijdens zijn val veilig opgevangen in deze ringel en kan hij niet meer op het dek neerstorten.Voor iedere Bokketreiler stelt PREVIS dergelijke uitrusting ter beschikking.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be Š - 115 -

V 425

1/2


Het systeem met ring. De katrol hangt aan een verbindingskabel tussen voor- en achtermast.

De katrol in het midden van de mast. Kan gevierd worden tot tegen de lier (trui). Vistalieweier die door de ring loopt is hier goed zichtbaar. Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be Š - 116 -

V 425

2/2


KAARTNUMMER V 430

OBSTRUCTIE in de SCHROEF

01-08-2010

Het komt regelmatig voor dat een vissersvaartuig geconfronteerd wordt met een obstakel, dat in de schroef draait. Bijvoorbeeld: een kuiltouw kan in de schroef draaien, of iets kan worden opgezogen door de straalbuis dat drijft tussen water en wind. Dit komt ook veelvuldig voor doordat er veel versleten materialen over boord worden gegooid.Om het schroef te bevrijden, probeer eerst voorzichtig voor of achteruit te slaan, tot het materiaal uit de schroef verdwenen is. Lukt dit niet dan is het soms nog mogelijk verder te vissen. Als men dan geen hinder ondervindt, vist men verder doch er dient echter blijvende controle te zijn i.v.m. oplopende motortemperaturen. Indien de schroef volledig geblokkeerd zit, of de motor temperatuur loopt te hoog op: sleephulp oproepen (zie A 161). Laat je opslepen naar de dichtstbijzijnde haven, waar een duiker de schroef vrijmaakt. Vaak moet het vaartuig droog gezet worden om de schroef vrij te maken en een controle uit te voeren op eventuele schade. Extra aan aandacht als iets in de schroef draait, bij storm weer of in/of nabij een verkeerscheiding stelsel. Deze toestand kan voor schip en bemanning een hoog risicovolle situatie opleveren, daar het vaartuig niet meer bestuurbaar (onmanoeuvreerbaar) is.

DENK AAN UW VEILIGHEID. - Bij onmanoeuvreerbaarheid: dan onmiddellijk de navigatielichten veranderen, om aan te duiden dat u volledig onmanoeuvreerbaar bent. De toplicht(en) of vislichten worden vervangen door de twee rode lichten. - Bij dreigende aanvaring moet alle middelen worden gebruikt om de aandacht te trekken. De seinlamp (aldislamp) gebruiken, tijdelijk het zwaailicht aansteken en de misthoorn gebruiken. - Verwittig ook altijd de KUSTWACHT, dit is zeker nodig in of nabij een verkeersscheidingsstelsel. - Als men door windrichting bij storm te snel afdrijft, naar bijvoorbeeld de kust of een zandbank, probeer dan zo snel mogelijk voor anker te komen. - Steeds de bemanning aan dek laten werken met reddingsvest en in afwachting van hulp blijft iedereen op de brug ( verzamelplaats).

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 117 -

Š

V 430

1/2


Een geheel van visnetten in de schroef gedraaid.

De netten verwijderd uit de schroef.

Schade door zware ketting in de schroef. Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 118 -

Š

V 430

2/2


KAARTNUMMER V 431

VISSEN bij STORM (DWARS VISSEN)

01-08-2010

Bij het groot segment (de grotere vaartuigen) van de vissersvloot wordt bijna altijd gevist, ook bij zware storm. Zolang er wat gevangen wordt, gaan de netten overboord. Deze schepen zijn sterk gebouwd en beschikken over de nodige PK’s. Om een goede snelheid te kunnen aanhouden wordt dan meestal dwarszee gevist. Bij die weersomstandigheden moeten nog altijd de netten gehaald worden en de vis verwerkt, wat dan uiteraard verhoogde veiligheidsrisico’s inhoudt. Om de netten op te halen houdt de schipper het schip voor de wind. Op doodstop (heel langzaam varen) worden de kuils gelost en terug opgemaakt. Veel schippers laten de bemanning eerst de vis verwerken en wegbergen vooraleer de netten terug te vieren. De netten worden dan meestal teruggevierd als iedereen het dek heeft verlaten. Als de schipper toch doorvist, terwijl de bemanning onder de bak (kappe) staat om de vis te verwerken, MOET hij de bemanning verwittigen via de parlofoon, als hij het schip wil draaien. Ook als de bemanning terug naar het achterschip gaat, nadat het werk klaar is, verwittig de bemanning dan eerst de schipper, zodat hij het schip voor de wind kan leggen tot iedereen veilig binnen is. Eén van de bemanningsleden verwittigt dan de schipper dat iedereen het dek heeft verlaten. Het blijft altijd zeer gevaarlijk te blijven vissen bij storm. De kans op het breken van kabels of sluitingen… is veel groter. Bij het vastslaan aan een wrak is het gevaar voor de veiligheid van de bemanning en het vaartuig veel groter.

DENK AAN UW VEILIGHEID. - Altijd uw opblaasbare reddingsvest dragen bij zwaar weer. - De weerberichten en barometerstand veelvuldig opvragen. - Wacht altijd om op dek te komen tot het schip voor de wind ligt. - Oppassen met het openen of sluiten van de deuren van storm ( zie A 160). - De luiken waterdicht afsluiten en verzekeren met schroefmoeren. - Zorg ervoor dat het schip geen slagzij maakt. - De bemanning gaat altijd gezamenlijk op of van het dek, NOOIT alleen. - Ken je grenzen tijdens het vissen. Stop tijdig.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 119 -

©

V 431

1/2


Vissen bij stormweer.

Vissen bij stormweer.

Vissen bij stormweer.

Vissen bij stormweer.

Gieken door het water getrokken.

Enorme krachten op de gieken.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 120 -

Š

V 431

2/2


KAARTNUMMER V 432

VAREN bij STORM

01-08-2010

Terwijl het schip op dead-slow (laagste motorkracht) voor de wind wordt gehouden, worden de visboelen op het dek gezet. De schipper laat de bemanning de korrestok (buis - pijp) vastmaken met touwen aan de verschansing om dan de spranken dicht te winden. Sommige vaartuigen nemen hun lenter (vistalie) onder het korretouw (vislijn) door en pikken deze in het midden van de buis, met als doel deze dicht te zetten op de verhaalkop en zo vast te leggen. De viskuil wordt aan de knevel (korvijnagel) op de mast vastgemaakt, evenals de korre en de kettingmat (steennet) zodat tijdens het stomen (varen, loslopend) de werking van de loospoorten niet wordt gehinderd. De kuiltouwen worden vakkundig opgeschoten en vastgemaakt. Alle losse materialen worden van het dek verwijderd. De luiken worden waterdicht vergrendeld, de ganse bemanning verlaat het dek en gaat naar binnen. De deuren worden gesloten en vergrendeld. EEN VAN DE BEMANNINGSLEDEN VERWITTIGT DE SCHIPPER DAT IEDEREEN HET DEK HEEFT VERLATEN. Dekverlichting wordt afgezet voor een goede uitkijk. De schipper draait het schip op koers en past de motorsnelheid aan in functie van de heersende weersomstandigheden. DENK AAN UW VEILIGHEID. - Als er te veel zeewater aan boord komt (grondzee) waarbij de loospoorten het water niet snel genoeg afvoeren, kan er een zeer gevaarlijke situatie ontstaan. De wachtlopende MOET direct de motor drastisch minderen en het schip op de zee leggen tot al het zeewater van het dek is. - Bij storm altijd verplichten de opblaasbare reddingsvest te dragen. - Als er iemand van de bemanning toch nog op het dek moet, als er bv. iets los is gekomen, dan zal de schipper de motor minderen en het schip op de zee houden tot die persoon terug binnen is.

Varen bij zware storm.

Binnenlopen bij zware storm.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 121 -

Š

V 432

1/2


STORM OP ZEE

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 122 -

Š

V 432

2/2


KAARTNUMMER V 433

BIJLIGGEN in geval van ZWARE STORM.

01-08-2010

Dagelijks raadpleegt de schipper verscheidene malen de weerberichten, voor het gebied dat ze bevaren of bevissen, dit vooral in de winter. De vissers hebben de gewoonte om zo lang mogelijk te blijven vissen, ook bij storm, namelijk zolang er iets te vangen valt. Bij zware storm, als er toch gestopt wordt met vissen, dan moeten eerst de visboelen binnengezet worden, daarbij wordt alles aan dek verzekerd (gestouwd). Deze handeling zijn niet zonder gevaar (zie kaart V462). Als de visboelen op het dek staan, wordt alles vakkundig vastgesjord en begeeft de volledige bemanning zich naar binnen in het schip. De schipper is duidelijk verwittigd dat iedereen veilig binnen is (zie A160). De schipper draait het schip, motor op slow, met de steven op de zee en past de snelheid aan zodat het schip rustig op de zee blijft liggen. Men houdt het schip zo tot het beter weer wordt en opnieuw kan worden gestart met vissen. Dit is een zeer veilige manier om een zware storm op zee te trotseren.

DENK AAN UW VEILIGHEID. - Op dek worden alle netten stevig vastgemaakt en alle luiken en deuren waterdicht afgesloten, zodat niemand nadien meer op het dek hoeft te zijn. - Gezamenlijk begeeft iedereen zich naar achteren, zich goed vasthoudend aan de grijppunten, om dan de schipper te verwittigen dat iedereen veilig binnen is. - Controleer of alle loospoorten vrij zijn om het overtollig buiswater snel te kunnen afvoeren (zie A131). De loospoorten kunnen verstopt geraken door netten of touwen, daarom alles goed vastmaken aan knevels (korvijnagels).

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 123 -

Š

V 433

1/2


Het bijliggen in geval van zware storm.

Het bijliggen in geval van zware storm.

Met de steven op de wind en de zee.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 124 -

Š

V 433

2/2


KAARTNUMMER V 440

Het NET VOLSLEPEN met ZWARE GROND

29-09-2010

Het kan gebeuren tijdens het vissen dat men de netten vol sleept met zware grond zoals zand, grint, drijfzand, slijk of rispen (kleinere soort zeester). Op vaartuigen uitgerust met het Marelec beveiligingssysteem zal men dit vroegtijdig opmerken, en wordt – in functie van de uitvoering - de snelheid van het schip automatisch verminderd, en eventueel ook de vislijnen gevierd. Op schepen die geen Marelec systeem hebben, behelpt men zich door steeds de snelheid van het schip te controleren. In ieder geval als men bemerkt dat de snelheid sterk vermindert, dan is men bijna zeker dat de netten aan het volslepen zijn. Het is moeilijk om netten, vol met zware grond, boven water te winden en bovendien om de gieken (bokken) te toppen. In dit geval ziet men de visboelen door hun gewicht, bij het boven water komen, recht op en neer staan. Om de netten te zuiveren, door middel van woeling, zal de schipper de snelheid opdrijven tot volle kracht. Dit is zeker niet zonder gevaar en moet daarom geleidelijk gebeuren. Het valt voor dat het net openscheurt aan één kant, waardoor het ganse gewicht aan de andere kant komt te liggen. Hierdoor kan het vaartuig ogenblikkelijk kapseizen.

DENK AAN UW VEILIGHEID. De volgende voorzorgen worden genomen: de dekdeuren en luiken sluiten, iedereen heeft werkvest en/of drijvend pak aan. Ga daarna als volgt te werk: - Men moet GELEIDELIJK de snelheid van het schip opvoeren. - De schipper blijft altijd bij zijn lierbediening in de brug om in geval van nood de visboelen in vrije val te vieren. - Indien de zware net inhoud niet los komt, worden de visboelen gedraaid en omgekeerd naar de zeebodem gevierd. Hierdoor wordt ze al vissend kapot getrokken zodat het gewicht uit de netten verdwijnt. (Zo gaat men ook te werk met een zware netinhoud enkel aan één zijde.).

Inhoud kuil met zware grond Zware kuil aan dek boven de bak (foto midden). Kuil wordt binnengewonden met zware inhoud (foto links).

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be © - 125 -

V 440

1/1


��������� �������� ������������� ��������

��������������� ����������������� ������������� ������������� ����������

���������� ��� �������� ����������������� ������������������ �����

������������ ������ �����

������������������ �������������� �������������� ��������������

���������������� �������������� �������������������

��������������� �������������� ������������� ������������� ����������������� ������������������ ������� ���������������

���������������� �����������������

- 126 -


KAARTNUMMER V 441

GROTE STEEN GEVANGEN

01-08-2010

Bij het bovenhalen van de netten kan het af en toe gebeuren dat er een grote steen werd gevangen. Door een harde ruk tijdens het vissen op de kettingmatten (steennets) kunnen één of meerdere sluitingen breken. Hierdoor ontstaat er een groot gat in de kettingmat en kan gemakkelijk een grote steen worden gevangen. Bij het binnenwinden van de kuil moet men altijd voorzichtig te werk gaan: zorg dat iedereen uit de gevarenzone is. Bij het opentrekken van de viskuil boven de visbak: voorzichtig zijn en zeker niet in de visbak staan. Houdt, bij het opentrekken, de kuil zo laag mogelijk in de visbak. Denk erom dat er een steen van enkele tonnen in gewicht kan uitvallen. Eenmaal de steen in de visbak is de volgende gevaarlijke handeling deze zware steen terug overboord te krijgen. Pas op bij een slingerend schip dan ontstaat een verhoogd risico bij. Men kan proberen om de vistalie (lenter-jomper), rond de steen, in zijn eigen haak te pikken. Vervolgens de lenter hoog genoeg op te winden om bij het slingeren van het schip - juist wanneer de steen over de zijde gaat - de vistalie gelijktijdig genoeg te vieren. Hierdoor kan de steen niet meer terug aan boord vliegen. Bij mooi weer, wanneer het schip niet slingert, moet men de steen zelf terwijl het in de lus hangt een duw geven om het overboord te krijgen. Dit kan uiteraard heel gevaarlijke handeling zijn, wees daarom heel voorzichtig. Eens de steen over boord moet het oog van de lenterhaak met een touw op de knevel worden afgestopt. De vistalie nu verder doorvieren, zodat de steen uit de lus in het water valt. De schipper noteert hiervan de positie. Als de kuil met de steen in de visbak hangt, dan kan het gebeuren dat door het gewicht van de steen men de kuil niet open krijgt. Men is dan verplicht om met een mes een snede te maken in de rug van de kuil, groot genoeg tot de steen eruit valt. Als de steen begint te schuiven dan moet men snel achteruit springen wanneer die steen uit de kuil in de visbak valt.

DENK AAN UW VEILIGHEID. � �

Bij het opwinden kan de steen uit de lus vallen: Iedereen moet voldoende afstand houden. Draag hierbij altijd de veiligheidslaarzen en de helm.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be © - 127 -

V 441

1/2


Een steen die niet zomaar over boord wordt gegooid.

De steen moet een geduwd worden om over boord te worden gekregen.

De lenter wordt rondom de steen bevestigd in de visbak.

Steen is buiten boord gewonden en kan afgevierd worden nadat hij is afgestopt.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be Š - 128 -

V 441

2/2


KAARTNUMMER V 442 01-08-2010

VASTSLAAN met een VISBOEL aan een WRAK of OBSTRUCTIE OP DE ZEEBODEM.

Het vastslaan met een visboel aan een wrak, rots of een andere hindernis op de zeebodem, gebeurt regelmatig. De vaartuigen beschikken over plotterkaarten met een grafiek van de zeebodem van alle visgronden die ze bevissen en waarop alle hindernissen aangeduid staan. Door storm en/of getijdenstromingen kan echter een wrak of hindernis, zelfs vele jaren na verzanding, terug bloot komen op de zeebodem. Het vastslaan kan ook het gevolg zijn van een onoplettendheid van de wachtloper. Het schip zal altijd onmiddellijk slagzij maken aan die kant, waar men vast slaat. Dit vastslaan kan zeer hevig zijn; dan moet men onmiddellijk: - de motorkracht sterk verminderen; - de vislijn uitvieren, aan de vastliggende kant, zodat het schip zich opnieuw recht. Bij vaartuigen uitgerust met een MARELEC systeem, worden bij het vastslaan automatisch de vislijn gevierd en de motorkracht verminderd. Dit is een uitermate zeer veilig systeem. Hierna moeten we direct de veiligheid op de gieken (bokken) activeren. (zie V450 tot V455) Lig je met één visboel vast, dan windt men direct, nadat de kracht van de motor gehaald is, de andere visboel op en laat men die giek plat liggen. Dit om te voorkomen dat men ook niet met deze visboel zou vast komen en om te vermijden dat deze onder de romp van het schip komt en verwart in de andere visboel. Zo beletten we dat we de twee visboelen aan één kant zouden krijgen. Als de veiligheid op de giek geactiveerd is, probeert men dan voorzichtig de visboel op te winden. Niet blijven doorwinden wanneer dat het niet lukt. Wacht dan de kentering van het getij af. Hierdoor vergroot de kans voor het loskomen van de visboel. n

DENK AAN UW VEILIGHEID. Leg tijdens het vissen nooit de Marelec af. - Draag altijd de reddingsvest: bij het plots kapseizen kan dit uw leven redden. - Bij het op dek komen alle deuren en luiken sluiten. - Altijd direct gebruik maken van uw veiligheid op de gieken. - Bij het opwinden van een vast geslagen visboel: moet de bemanning altijd op een veilige plaats staan. Daar het geheel onder hevige spanning staat kan gemakkelijk iets breken. - Iedere wachtloper (op de brug) moet op de hoogte zijn van wat te doen bij vastslaan alsook de werking van de lier (winch-trui). -

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 129 -

©

V 442

1/2


Vaartuig komt vast, giek komt in het water - bakboordzijde.

Visboel wordt opgewonden in de giek.

Zicht stuurboord, andere kant vaartuig, omhoog komende bok.

De schipper neemt een hoog risico, volledig zijde komt onder water.

Bemanning staat op de zijde van het schip.

Zicht op de giek die reeds getopt is en de volledige zijde onder water.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 130 -

Š

V 442

2/2


KAARTNUMMER V 443

KAPSEIZEN KLEINERE VAARTUIGEN.

01-08-2010

Bij het vastslaan aan een obstructie op de zeebodem, of bij het volslepen van de netten met zware grond, is het gevaar op kapseizen veel groter bij de kleinere dan grotere vissersvaartuigen. Grotere schepen beschikken veelal, door de grotere breedte, over meer drijfvermogen. Zij zijn bovendien met een Marelec uitgerust (zie ook kaart V442 ) en de recentere beschikken over het beste veiligheidssysteem op de gieken (zie kaart V451),. Ook het bemanningsaantal speelt hierbij een rol. Op grotere schepen is er altijd iemand op de brug, zodat bij vastslaan, onmiddellijk kan gereageerd worden. Bij kleinere schepen, hierbij bedoelen we de eurokotters (tot 24 meter) en kustvaartuigen, is het aantal bemanningsleden veel kleiner. Dit is meestal beperkt tot drie personen. Bij dergelijk aantal personen is het evident dat de schipper ook deelneemt aan de werkzaamheden op dek. In deze periode bevindt zich niemand in de brug. Bij vastslaan, terwijl iedereen zich aan dek bevindt, kan dit leiden tot zeer gevaarlijke situaties. Bij kleinere vaartuigen beschikt men niet over een Marelec en is de veiligheidsbediening van de gieken meestal met een kantelhaak (zie kaart V453-454). Het Marelec systeem vermindert het gevaar op kapseizen. Bij vastslaan of zware netten worden de vislijnen automatisch gevierd en valt de overbelasting weg. Ook wordt automatisch de kracht van de motor weggehaald.

DENK AAN UW VEILIGHEID. - De veiligheidssystemen op de gieken moeten altijd in perfecte staat zijn. Het uittesten moet op regelmatig basis gebeuren wanneer men aan de kade ligt. - Ieder bemanningslid moet vertrouwd zijn met de lier bediening, de instrumenten aan boord en wat te doen bij vast slaan. - Indien uitgerust met een Marelec, zet deze dan NOOIT af.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be Š - 131 -

V 443

1/2


Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be Š - 132 -

V 443

2/2


KAARTNUMMER V 444

Het OPVISSEN van SPRINGTUIGEN.

01-08-2010

Het kan nog altijd gebeuren dat men, tijdens het halen, een bom of mijn in de visnetten terugvindt. Bij het over de zijde winden van de viskuil kan men meestal zien als er een springtuig aanwezig is. In dit geval mag men de kuil niet verder binnen winden. Deze nu terug zakken om dan de viskuil rondom af te snijden zodat het springtuig terug in zee valt naar de zeebodem toe. De schipper op de brug moet onmiddellijk de positie noteren en deze doorgeven aan de KUSTWACHT en ook aan andere vissersvaartuigen in de omgeving. Als men echter reeds de viskuil aan boord gewonden heeft en bij het open trekken een springtuig vaststelt in de visbak, dan ontstaat een gevaarlijke situatie. Probeer het springtuig vast te leggen zodat het, in geval van slecht weer, niet heen en weer kan rollen. De schipper roept hulp in van de kustwacht die dan de ontmijningsdienst verwittigt. Verder wordt niets ondernomen totdat er hulp komt opdagen. Allen wachten dan op het achterdek (bij het vlot). Tracht nooit de bom zelf over boord te winden. Dit kan fataal worden voor schip en bemanning. Immers wanneer men de bom opwindt kan hij bij het slingeren van het schip heftig tegen de zijde van het schip slaan. Men kan ook brokken springstof opvissen die er als een tegelvorm uitzien. Deze producten dan onmiddellijk terug over boord gooien.

DENK AAN UW VEILIGHEID. - Ga altijd uiterst behoedzaam om met springtuigen. - Indien de bemanning moet wachten op de ontmijningsdienst, dan verzamelen op achterdek (bij het vlot) daarbij moet iedereen de reddingsvest dragen. - Een springtuig (obus) nooit zelf proberen te ontmantelen met de bedoeling de koperen huls te bewaren. - Ook steeds de berichten aan zeevarenden lezen (NAVTEX), wanneer je op de kust vist of een gebied doorkruist, waar er kunnen schietoefeningen plaatsvinden.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 133 -

Š

V 444

1 /4


Springtuig in kettingmat opgevist. Men tracht het tuig weg te houden van de zijde van het schip.

Een springtuig dat terug over boord wordt gezet.

Het springtuig wordt met behulp van de vistalie terug over boord gezet!

Na tussenkomst van de Marine wordt het springtuig tot ontploffing gebracht.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 134 -

Š

V 444

2 /4


Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 135 -

Š

V 444

3 /4


Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 136 -

Š

V 444

4 /4


KAARTNUMMER V 450

BEVEILIGING op de GIEKEN: INLEIDING

01-08-2010

WAAROM een VEILIGHEID OP DE GIEKEN? Bij bokkentreilers is het vastslaan met een visboel steeds een hoog risico. Het aangrijpingspunt van de trekkracht bevindt zich immers op het einde van de giek, dus ver van de middellijn van het schip. Bij het vastslaan ontstaat hierdoor onmiddellijk een grote slagzij. Naarmate de kracht nog vergroot, zal ook de slagzij toenemen met gevaar tot kapseizen. Daarom is iedere bokkentreiler voorzien van een veiligheid op de gieken. Door de veiligheid in werking te zetten wordt het aangrijpingspunt van de trekkracht van de top van de giek naar de scheepszijde gebracht; dus veel dichter bij de middellijn van het schip. Hierdoor neemt de slagzij af en verkleint in grote mate het risico tot kapseizen. Tijdens de workshop “Vissers Vissen Veilig”, module 1 “stabiliteit” (ingericht door PREVIS) wordt dit door de scheepvaartcontrole uitvoerig toegelicht. Aan de hand van een model (door PREVIS ter beschikking gesteld) wordt dan alles ook nog eens zeer aanschouwelijk voorgesteld.

Er zijn drie verschillende veiligheidssystemen op de gieken: 1. De “VEILIGHEIDSKABEL MET EXTRA TROMMEL”: zie kaart V451 2. Het “VANDAMME-PATENT”: zie kaart V452 3. De “KANTELHAAK OP DE GIEK”: zie kaart V453 en 454

DENK AAN UW VEILIGHEID. - Tracht nooit bij het vastliggen uw visboel op de top van de giek op te winden, maak altijd gebruik van uw veiligheidssysteem. - Soms is het beter om de kentering van het getij af te wachten, het kan immers voorvallen dat je vanzelf loskomt zonder iets te doen. - Er zijn 2 voorwaarden die steeds moeten vervuld zijn voor de goede werking: 1)- Materiaal: alle onderdelen en kabels moeten in goede staat verkeren: dus regelmatig controleren, smeren en zo nodig vernieuwen. 2)- Mensen: de volledige bemanning moet goed op de hoogte zijn van de procedure om in en uit veiligheid te gaan. Oefen dit geregeld op een veilige plaats (in haven). Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be © - 137 -

V 450

1/3


VEILIGHEIDSKABEL OP EXTRA TROMMEL (V451)

HET VANDAMME PATENT (V452)

KANTELHAAK OP DE GIEK (V453 en 454).

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be © - 138 -

V 450

2/3


Door de veiligheid in werking te zetten wordt het aangrijpingspunt van de trekkracht van de top van de giek naar de scheepszijde gebracht; dus veel dichter bij de middellijn van het schip. Hierdoor neemt de slagzij af en verkleint in grote mate het risico tot kapseizen.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be Š - 139 -

V 450

3/3


KAARTNUMMER VEILIGHEID op de GIEKEN: V 451 1). VEILIGHEIDSKABEL OP EXTRA TROMMEL. 01-08-2010

Veiligheidskabel op extra trommel is zeker het beste systeem. De volledige bediening gebeurt vanuit de brug. Men kan dus steeds onmiddellijk in veiligheid gaan. De visblok is immers bevestigd op een kabel die op een aparte trommel op de lier zit. Ook na het vrijkomen kan men dan de visblok gemakkelijk weer in de top van de giek winden. Om dit systeem te kunnen toepassen moet men over een lier beschikken met acht trommels of meer. In kaart V455 wordt het volgend probleem vermeld: dat de blokken op de kappe (bak) en/of in de galg te ver naar binnen staan. Door het in veiligheid gaan, kan de vislijn afbreken omdat ze op de zijde van het schip komt te liggen. Bij het veiligheidssysteem met extra trommel is dit niet hinderlijk, omdat men zelf bepaalt, bij het zakken van de blok uit de top van de giek, tot op welke afstand men de blok van de scheepszijde brengt. Op vaartuigen die uitgerust zijn met dergelijk veiligheidssysteem kan het “in en uit veiligheid” gaan snel en probleemloos worden uitgevoerd. Op deze vaartuigen moet dan ook nooit getwijfeld worden om onmiddellijk in veiligheid te gaan.

DENK AAN UW VEILIGHEID. - Goed onderhoud en regelmatige controle blijven van hoofdbelang. - Een oefening dient op regelmatige wijze uitgevoerd (in de haven).

Veiligheidskabel op extra trommel. Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be © - 140 -

V 451

1/1


KAARTNUMMER VEILIGHEID op de GIEKEN: V 452 2). VANDAMME PATENT 01-08-2010

In veiligheid gaan: Bij dit systeem moet men, om in veiligheid te gaan, de giekdraad (bokkewire) doorvieren tot de haak open gaat (naar beneden zakt) zodat de visblok dan over die haak schuift om zo tegen de scheepszijde te komen. Dit systeem wordt dus, eveneens, vanuit de brug bediend. Uit veiligheid gaan: Eenmaal de visboel los is van de obstructie wordt die boven water gewonden, tot tegen de zijde van het schip. Hoog genoeg zodat de visboel gemakkelijk kan afgestopt worden aan een knevel (korvijnagel) in de zijde met een stevig touw. Als de visblok terug in de giek hangt kan men het touw over de knevel losgooien, zodat ook de visboel terug in de top van de giek hangt, nadat men de vislijn wat opgewonden heeft. Wel oppassen als men de visboel losgooit van over de knevel dat je nergens met je voeten instaat. De schipper op de brug bedient nu de lier in twee standen. Terwijl hij de vislijn in vrije val viert (stand één in korte snokken), windt hij de bokkenwire op (stand twee) tot de visblok terug op zijn plaats in de top van de giek zit. Bij het Vandamme patent kunnen er zich wel problemen vormen als de stalen elleboog, die op de giek gemonteerd is, geplooid is. Hierdoor kan de visblok er immers niet afschuiven, en kan men dus niet in veiligheid komen: dit is een zeer gevaarlijke situatie. Een ander mogelijk probleem is er als de ringel niet over de sluiting wil schuiven. Tijdens de workshop module 1 “stabiliteit” is gebleken dat voor sommige schippers het Vandamme patent ideaal is en voor andere helemaal niet deugt. Daarom is het zeker aan te raden om ervaringen met elkaar uit te wisselen. Men kan altijd leren van elkaar; zoals bijvoorbeeld: is de sluiting niet te zwaar, of is de ringel die op de visblok zit te klein, enz… . Het mogelijk probleem van de verkeerde plaatsing van blokken op bak en/of in de galg (zie kaart V455) geeft geen probleem bij het Vandamme patent. Namelijk bij het zakken van de blok uit de top van de giek bepaalt men zelf tot op welke afstand men de blok van de scheepszijde brengt. Alhoewel de bediening dus ook volledig vanuit de brug gebeurt, is het duidelijk dat er bij dit systeem meer problemen kunnen optreden.

DENK AAN UW VEILIGHEID. - Tracht nooit bij het vastliggen uw visboel op de top van de giek op te winden, maak altijd gebruik van uw veiligheidssysteem. - Hier geldt zeker goed onderhoud en regelmatige controle enerzijds en anderzijds regelmatige oefening met de volledige bemanning.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be © - 141 -

V 452

1/2


Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be Š - 142 -

V 452

2/2


KAARTNUMMER VEILIGHEID op de GIEKEN: 3). “KANTELHAAK OP DE GIEK”, deel 1 V 453 01-08-2010

De kantelhaak is bevestigd (gelast) op de onderkant van de giek (bok). De kantelhaak blijft gesloten door een sluiting, die er over geschoven is. Achter de haak is het oog van de beveiligingskabel (weier) bevestigd. Deze kabel loopt langs de giek naar het uiteinde door een geleiderol, bovenaan de giek, die vast gemaakt is aan de blok van de vislijn. Aan dit bovenoog van de beveiligingskabel is een stevig touw bevestigd. Om in veiligheid te gaan moet men aan dek komen en de sluiting, die over de kantelhaak zit, open slaan met een mokerhamer. Hierdoor wordt het aangrijpingspunt van vislijn verplaatst van de top van de giek naar een veilige punt op het voorschip (voorgalg). Het stevig touw wordt na het openslaan van de sluiting van de kantelhaak eerst vastgemaakt op een knevel (korvijnagels). Dan wordt geprobeerd de visboel op te winden. Eenmaal los van de obstructie wordt de visboel tot tegen de zijde gewonden. Uit veiligheid. De visboel wordt afgestopt met een stevig touw rond de knevel en vastgemaakt. Door het gewicht is het onmogelijk de visblok, samen met de visboel, in de top van de bok te winden. Het stevig touw wordt losgemaakt en via een geleiderol naar de verhaalkop gebracht. Terwijl men de visblok terug in de top van de giek windt, viert de schipper geleidelijk het korretouw (vislijn). Eenmaal de visblok op zijn plaats in de giek is, wordt het oog van de kabel terug in de kantelhaak gelegd, de sluiting erover en verder beveiligd. Daarna wordt de visboel, die vastgemaakt is door middel van een touw op de knevel, losgegooid en komt de visboel opnieuw in de top van de bok. Nu wordt de giek opgewonden en hopen maar dat er weinig schade is aan de visboel. -Bij het openslaan van de sluiting komt de kantelhaak soms niet open. (kaart V454). -Een ander mogelijk probleem is de verkeerde plaatsing van blokken op bak en/of in de galg (kaart V455). -Ook komt het soms voor dat men de kantelhaak probleemloos openslaat, en de haak toch niet opengaat wegens de grote druk op de beveiligingskabel bij het vastliggen. Deze verschillende problemen samen met de eerder omslachtige procedure om terug uit veiligheid te gaan hebben ook tot gevolg dat men minder vlug geneigd is om in veiligheid te gaan.

DENK AAN UW VEILIGHEID. - Tracht nooit bij het vastliggen uw visboel op de top van de giek op te winden, maak altijd gebruik van uw veiligheidssysteem. - Hier geldt ook enerzijds goed onderhoud en regelmatige controle en anderzijds regelmatige oefening met de volledige bemanning. - Vernieuw regelmatig de veiligheidskabel; deze draagt het volle gewicht van visboel. - De onderdelen van de kantelhaak regelmatig nazien op slijtage. - Als het toch moest gebeuren dat de kantelhaak niet wil opengaan, en het schip maakt veel slagzij aarzelt dan niet om de vrije val knop te gebruiken. Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be © - 143 -

V 453

1/2


Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be Š - 144 -

V 453

2/2


KAARTNUMMER KANTELHAAK OP DE GIEK�: V 454 3). KANTELHAKEN VAST OF DOORROEST, deel 2 29-09-2010

Doordat de kantelhaak weinig gebruikt wordt (zie ook V453), kan het gebeuren dat de kantelhaak op de giek, door roest of verf, vast komt. Dit is zeer gevaarlijk, want als men wil in veiligheid gaan, dan zal dit niet lukken met het gevaar voor kapseizen tot gevolg. In 2009 is er een ernstig arbeidsongeval gebeurd toen de sluiting, die over de kantelhaak zit, door zware roestvorming, afbrak. Hierdoor is de visboel, die in de korte haken opstond, op het dek gestort met als gevolg een zwaar gekwetste persoon. Previs heeft dan aan alle reders met vaartuig(-en) uitgerust met het kantelhaak systeem als veiligheid op de gieken, aanbevolen om volgende beveiliging toe te passen: het stevig beveiligingstouw, dat op het bovenste oog van de veiligheidskabel gesplitst is, op een knevel (korvijnagels) stevig vast te maken en de rest dan op de bak te leggen. Zeker niet veel spatie gebruiken. Het is de bedoeling dat dit stevig touw, indien de visboel omlaag stort, de visboel opvangt vooraleer deze te ver is doorgezakt. Daarom mag de spatie niet te groot zijn. Deze beveiliging is heel eenvoudig en behoedt de bemanning voor ongevallen. Wanneer op de kantelhaak de sluiting of de scharnierpunten afbreken belet dit dat de visboel neerstort. Het heeft trouwens reeds zijn nut bewezen. Men mag zeker nooit vergeten dat het volledige gewicht van de visboel op de kantelhaak trekt. Als er op de kantelhaak, of de veiligheidsweier iets breekt dan stort de visboel op het dek neer, op de plaats, waar iedereen aan het werken is.

DENK AAN UW VEILIGHEID - Als men de kantelhaak niet open krijgt, aarzel dan niet om uw visboel in vrije val af te vieren: een mensenleven is meer waard dan een visboel. - Onderhoud (smeren) en controleer, tijdens het binnenliggen in de haven, regelmatig de kantelhaken. - Het is noodzakelijk om in de haven regelmatig, wanneer de bok plat ligt op de kade, de kantelhaak eens open te slaan. Dan kan men zien of alles perfect werkt en niets aan vervanging toe is.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be Š - 145 -

V 454

1/2


Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be Š - 146 -

V 454

2/2


KAARTNUMMER V 455 01-08-2010

BEVEILIGING op GIEKEN worden niet GEBRUIKT door VERKEERDE PLAATSING

Als men tijdens het vissen vast komt aan een voorwerp onder water en het schip maakt redelijk slagzij is het hoog dringend om de veiligheid los te maken op de giek. Bij veel schepen ziet men dat zowel de blokken (rollen) op de kappe (klaprol op de bak) en/of de blokken in de galg (paal) te ver naar binnen staan. Deze slechte plaatsing heeft tot gevolg dat, wanneer ze in veiligheid moeten gaan, de vislijn (korretouw) op de zijde van het schip komt te liggen en veelal onder het schip trekt. Hierdoor bestaat er een grote kans dat de vislijn afbreekt. Dit afbreken komt voor door de grote trekkracht in de vislijn op het snijdend deel van de verschansing. Wanneer de vislijn afbreekt, met het verlies van de visboel tot gevolg, is dat natuurlijk een grote financiĂŤle tegenslag. In feite is dit enkel een probleem bij vaartuigen die uitgerust zijn met het kantelhaak systeem als veiligheid op de gieken. Met de beide andere veiligheidssystemen kan men immers zelf bepalen hoe dicht men de visboel bij de scheepszij windt, wanneer men in veiligheid gaat.

DENK AAN UW VEILIGHEID. -

Ga steeds in veiligheid wanneer men niet los raakt en de slagzij groot wordt.

-

Voor de beide veiligheidssystemen op de gieken, die bediend wordt van op de brug, kan het geen kwaad dat de blokken teveel naar binnen staan. Want als men vast slaat kan men meteen de blok in de top van de giek naar de zijde brengen tot op een afstand dat men zelf bepaalt. Deze afstand kan tot ongeveer een meter van de zijde zodat het korretouw niet onder de zijde kan.

Klaprol op de bak te ver naar binnen

De galgrol staat te ver naar binnen

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 147 -

V 455

1/1


��������� �������� ������������� ��������

��������������� ����������������� ������������� ������������� ����������

���������� ��� �������� ����������������� ������������������ �����

������������ ������ �����

������������������ �������������� �������������� ��������������

���������������� �������������� �������������������

��������������� �������������� ������������� ������������� ����������������� ������������������ ������� ���������������

���������������� �����������������

- 148 -


KAARTNUMMER V 460 01-08-2010

GEVAARLIJKE SITUATIES bij het WEGZETTEN van de VISBOELEN

Als de viskuil opgemaakt is wordt hij vastgehouden door een bemanningslid d.m.v. het kuiltouw. De kuiltouw heeft meerdere toepassingen zoals: - aan de knevel vooraan vastleggen van de visboel zodat deze niet kan ronddraaien; - het vastleggen van de viskuil zodat deze niet overboord kan getrokken worden. - Bij het halen van de netten: de viskuil via de kuiltouw op de verhaalkop te winden. Deze handelingen moeten steeds met zorg worden uitgevoerd. De juiste procedure voor het wegzetten van de netten: - De schipper schakelt het schroef in en legt het schip op koers. - Bijzetten van de motor tot volle kracht om de viskuil over boord te krijgen. - Hij geeft een fluitsignaal als teken dat de bemanning eerst de kuiltouwen moet losgooien van de viskuilen en nadien de visboelen. - De viskuilen vliegen nu met een enorme snelheid overboord, want de schipper viert nu tegelijk ook zijn gieken (bokken). Eenmaal het kuiltouw losgegooid is, kan niets de kuil nog tegenhouden, pas op deze actie is onomkeerbaar.

DENK AAN UW VEILIGHEID. - Sta tijdens het losgooien nooit tussen de zijde van het schip en de viskuil. - Sta tijdens het losgooien nooit met je voeten in de kuiltouw. - Pas op voor de handen bij het losgooien van de kuiltouw op de knevel (korvijnagels). - Tracht nooit de kuil of inschoot af te stoppen als deze reeds is losgegooid; (bijvoorbeeld als er nog een strop rond de staart (inschoot) zit enz.

Kuil wordt vastgehouden aan de knevel.

Kuil wordt losgegooid, alles is veilig

Kuil vliegt met geweldige kracht over boord.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 149 -

Š

V 460 1 /2


KORRESTOK WORDT MET DE KUILTOUW OP EEN KNEVEL VASTGELEGD.

VISKUIL VLIEGT MET GROTE SNELHEID OVER BOORD

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 150 -

©

V 460 2 /2


KAARTNUMMER V 461 01-08-2010

KORTE of LANGE KETENS om VISBOEL VAST TE ZETTEN.

Op zee gebeurt het regelmatig dat een visboel tegen boord wordt genomen voor herstelling, zowel bij kalme als bij woelige zee. De schipper viert de visboel enkele meters in het water en begint met het opwinden van de giek (bok) tot deze tegen de verschansing komt. Hierna kan de bemanning de korte of de lange ketens waaraan een haak is bevestigd inpikken. De schipper viert de giek wat terug en zet de visboel in de ketens dicht. Tijdens deze werkzaamheden kan er altijd iets misgaan: bv. de giek die overslaat zodat de visboel binnenslaat, of een keten die afbreekt tijdens het dichtwinden, enz‌ . Hierbij zijn er in het verleden reeds verschillende ernstige ongevallen gebeurd . Wees daarom steeds attent.

DENK AAN UW VEILIGHEID.

- Bij Bepaalde manoeuvres is het zeer geraadzaam om voldoende achteruit te gaan, want tijdens het dichtwinden kan een keten breken of kan de visboel binnenslaan. - Gebruik altijd geteste kettingen, sluitingen en haken, dit maakt het veel veiliger. Zie ook V 410 - Draag altijd de veiligheidshelm tijdens de werkzaamheden. Visboel in korte haken

Visboel in lange haken.

Bij het uitvoeren van risicovolle werken dan zeker de opblaasbare reddingsvest dragen

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 151 -

Š

V 461

1/1


��������� �������� ������������� ��������

��������������� ����������������� ������������� ������������� ����������

���������� ��� �������� ����������������� ������������������ �����

������������ ������ �����

������������������ �������������� �������������� ��������������

���������������� �������������� �������������������

��������������� �������������� ������������� ������������� ����������������� ������������������ ������� ���������������

���������������� �����������������

- 152 -


KAARTNUMMER V 462

VISBOELEN BINNENZETTEN

01-08-2010

Om naar een ander visgrond te lopen of om naar de haven terug te keren worden de visboelen op dek gezet. Dit is een routine werk voor de bemanning, maar bij een hevig slingerend schip is dit toch risicovol en niet zonder gevaar. DE VEILIGE PROCEDURE: - Hou het vaartuig op deadslow v贸贸r de wind, zodat het schip veel rustiger ligt. - De besturing op autopiloot: de schipper heeft de handen vrij om lier te bedienen. - Vier de visboel in het water, top de giek tot visboel juist onder de zijde komt, zodat deze niet binnen kan slingeren. - De korte haken inpikken, giek tot 20掳 afvieren en visboel dichtwinden in korte haken. Dit gebeurt allemaal relatief zeer snel zodat de giek geen kans krijgt om over te slaan. - Nu begint de bemanning de korren en kettingmatten (steennets) binnen te winden. - Als de netten op het dek liggen viert de schipper de korrestok op het dek door gelijktijdig de lenter, ingepikt in het midden van de korrestok, dicht te houden en samen met het korretouw te vieren. - De giek wordt meteen afgevierd nadat de visboel op het dek staat. - De korrestok wordt vastgesjord en de spranken worden dichtgewonden. - Als iedereen van het dek is, kan de schipper de motor op volle kracht zetten. Op die vaartuigen waar de bediening van de vistalie moet gebeuren op de verhaalkop, tijdens het binnenzetten van de korrestok, is nog meer aandacht vereist. Want als de schipper het korretouw viert, dan draait de verhaalkop in tegenovergestelde richting, terwijl een bemanningslid de lenter gelijkmatig moet meevieren.

DENK AAN UW VEILIGHEID. - De bemanning moet de nodige persoonlijke beschermingsmiddelen dragen, inclusief helm en werkvest. - Zorg voor goede en duidelijke communicatie: Dek-Brug en op Dek onderling.

Visboel wordt tegen boord gewonden.

Net wordt binnengewonden.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be 漏 - 153 -

Korrestok wordt op het dek gezet. V 462

1/2


De volgorde voor het binnenzetten van de visboel.

Visboel wordt tegen boord gewonden.

Viskuil wordt binnengewonden.

Rest van de Korre wordt binnengewonden.

Steennet wordt binnengewonden.

Voor het binnenwinden van de Korrestok wordt de vistalie ingepikt in het midden.

De Korrestok en schaatsen worden op het dek gewonden.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be Š - 154 -

V 462

2/2


KAARTNUMMER V 463

In de GIEK KRUIPEN voor REPARATIE

01-08-2010

Soms gebeurt het op zee dat de weier (kabel) van de bok (giek) breekt of dat een blok in de bok, die niet meer draait, moet vervangen worden. Roestvorming is vaak de oorzaak van het afbreken van de giekweier. Ook door ander omstandigheden kan de weier breken (bv als de giek binnenslaat en in vrije val gevierd wordt). Om dit te herstellen moet er altijd iemand in de bok kruipen wat zeer gevaarlijk is, zowel bij goed of slecht weer.

DENK AAN UW VEILIGHEID.

- Om op de bok te kruipen: draag altijd: - DRIJFPAK of REDDINGSVEST; - VEILIGHEIDS HARNAS aandoen, waaraan een touw is bevestigd, dat continu door iemand op het schip vastgehouden wordt. - Aan wal, controleer en smeer regelmatig de blokken (rollen) en kabels. Door de gieken op de kade te vieren, kan men dit gemakkelijker en veiliger uitvoeren. - Blokken, rollen en andere bewegende delen die vastzitten, moeten onmiddellijk gangbaar gemaakt worden. - Het vervangen van de weier van de giek, als deze roestig of versleten is, kan veiliger gebeuren terwijl men aan de kade ligt. - Op zee kan het gebeuren, indien er geen reserve weier aan boord is, dat de twee delen van de weier op elkaar gesplitst worden. Aandacht een lange splits verminderd de trekkracht van de weier.

De werkzaamheden die gebeuren op de giek vragen de nodige persoonlijke beschermingsmiddelen: werkvest of drijfvest, veiligheidharnas met verbinding naar het vaartuig toe. Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be Š - 155 -

V 463

1/2


OEF DAT WAS EVEN SCHRIKKEN. Heel gevaarlijk: in de giek kruipen terwijl men aan het vissen is. Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be Š - 156 -

V 463

2/2


KAARTNUMMER V 464 01-08-2010

VISSEN met één VISBOEL bij BOOMKORVAARTUIGEN

Vissen met één visboel is zeer gevaarlijk. In het verleden zijn hierdoor reeds meerdere vaartuigen gekapseisd. Het was namelijk de gewoonte bij goede visvangst, wanneer een net gescheurd was, verder te vissen met één visboel terwijl men het ander net herstelde. Wanneer een visboel aan boord is opgezet in de ketens, dus giek op 45°, en de andere visboel op de zeebodem, wordt gevaarlijk veel slagzij gemaakt tijdens het vissen. Als men dan moest vast komen en is er een grote kans op kapseizen. Vissen met één visboel moet dan ook ten sterkste afgeraden worden. In de huidige toestand met alle visverplichtingen wordt deze methode vermoedelijk niet meer toegepast. Indien dan toch nog geprobeerd wordt te vissen met één visboel hopen wij dat hij de workschop stabiliteit gevolgd heeft en de nodige lessen eruit getrokken heeft. Het vissen met twee visboelen in de gieken is al zeer gevaarlijk, dus ….

DENK AAN UW VEILIGHEID. -

Vis nooit met één visboel. Niet vissen als er herstellingen aan het net aan één kant worden uitgevoerd, laat het schip drijven. Neem geen onnodige risico’s.

De opblaasbare reddingsvest redt levens.

Schip vissend met één visboel is ZEER gevaarlijk.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 157 -

©

V 464

1/1


KAARTNUMMER V 465

Het OVERSLAAN van de GIEKEN (bokken).

01-08-2010

Wanneer bij sterke bries of storm de visboelen tegen boord of aan dek gezet worden kan het gebeuren dat de gieken (bokken) overslaan. Indien de visboel nog niet op het dek staat als de giek overslaat, dan ontstaat er een zeer gevaarlijke situatie. Iemand van de bemanning op het dek aanwezig kan dan gemakkelijk geraakt worden door de visboel en ernstig verwond worden. Als een giek overslaat moet de schipper de visboel zo snel mogelijk terug afvieren, eventueel in vrije val. Hierdoor komt de giek met een ruk tot stilstand waardoor het mogelijk is dat de bokkenweier (giekenkabel) afbreekt. Als dit gebeurt dan moet iemand van de bemanning in de giek kruipen om de kabel te vervangen wat bij slecht weer nog extra gevaarlijker wordt (zie kaart V463). Een bijkomend gevaar is dat de giek zelf plooit, wat het dan zeker niet gemakkelijker maakt om de visboel binnenboord te krijgen.

DENK AAN UW VEILIGHEID. -

-

Een schip ligt veel stiller als men het voor de wind houdt. Daarom is het veel veiliger werken als het schip op doodstop voor de wind wordt gehouden, om een visboel op het dek te zetten. Eens voor de wind, zet de autopiloot aan, dan heeft de schipper zijn handen vrij om de lier (winch) te bedienen, en dus sneller in te grijpen. Tevens kan hij de bemanning op dek in de gaten te houden en waarschuwen tegen eventuele gevaren.

Bij binnenzetten van visboel bestaat de kans dat de giek overslaat.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be Š - 158 -

Giek geplooid na vieren vrije val.

V 465

1/1


KAARTNUMMER V 466

DE GIEK (BOK) PLOOIEN tijdens het VISSEN

01-08-2010

Als men tijdens het vissen een harde ruk krijgt op de vislijn (korretouw), of men slaat met de visboel in de grond dan kan het voorvallen dat vrijwel plots de bok (giek) plooit. De visboel aan de kant van de geplooide giek wordt dan voorzichtig bovengewonden en men zal proberen de giek zo ver mogelijk te toppen – volgens de omstandigheden – om nadien de visboel op het dek binnen te zetten. Tijdens deze werkzaamheden moet de bemanning voorzichtig te werk gaan en zeker nergens onder doorlopen. Er is nu een situatie ontstaan waarbij er gemakkelijk iets kan breken. Doordat de giek zo verwrongen is, is het mogelijk dat de voor- of achterborgen moeten worden doorgebrand. Bij deze interventie kan de giek plots naar voren schieten. Het is daarom aan te raden tijdens het doorbranden van de kabels dat iedereen uit de gevarenzone blijft. De visboel wordt dan met behulp van de beide lenters (jompers) verder binnengewonden en op het dek gezet. Zowel de visboel als de giek worden vakkundig vastgesjord, zodat er tijdens het vaartlopen naar de haven niets kan breken.

DENK AAN UW VEILIGHEID. - Altijd voorzien zijn van reddingsvest en veiligheidshelm tijdens de werkzaamheden. - Bij storm en hevig slingeren van het schip wordt het nog gevaarlijker om de werkzaamheden naar behoren te kunnen uitvoeren. - De communicatie tussen de brug en de bemanning moet steeds vlekkeloos verlopen.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 159 -

©

V 466

1/2


Giek of bok geplooid.

Visboel wordt binnengewonden, een zeer moeilijke taak.

Bezig met binnenwinden van de visboel.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 160 -

Š

V 466

2/2


KAARTNUMMER V 467

RESERVE VISBOEL in ELKAAR STEKEN op ZEE.

01-08-2010

Het kan gebeuren dat tijdens het vissen men op de vislijnen (korretouwen) een zware ruk krijgt. Dit is goed merkbaar op het Marelec veiligheidssysteem (piek aanduiding). Bij het opwinden van de netten kan het dan gebeuren dat de korrestok (buis, pijp) geplooid of in twee is gebroken. Met een gebroken of geplooide buis is het aan boord zetten van de visboel veel moeilijker en dus ook gevaarlijker. Het vervangen van een korrestok op zee is een zeer gevaarlijke karwei. Zowel door de beperkte ruimte op dek als door de bewegingen van het vaartuig. Bij dergelijke werksituaties zijn er reeds vele ernstige ongevallen (zelfs dodelijke). De buis waarvan een gedeelte aan stuurboord en een gedeelte aan bakboord ligt kan tot 12 meter lang zijn. De twee delen worden in elkaar gewonden met behulp van de lier. Dit wordt uitgevoerd door middel van zware touwen en lenter (jomper) op de verhaalkop of op de winch trommel. Dit alles moet dan nog netjes in elkaar passen (pas op roestvorming) zowel de buizen of de korijzers (schaatsen, slees) om terug een geheel te vormen.

DENK AAN UW VEILIGHEID. - Is men maar enkele uren van een haven verwijderd dan is het aan te raden om voor deze werkzaamheden binnen te lopen. Dit kan veiliger op de kade uitgevoerd worden. - De korrestok moet in zuivere toestand gebracht worden vóór het samenbouwen (roestvorming, zand en vuiligheid in de holten van de pijpen.). - Let op: steeds goed aan de kant staan, wanneer er moet gewonden worden. - Opdat de buis niet weg zou kunnen tijdens het opwinden of vieren, bevestigt men touwen op de buis en op knevels (korvijnagel). Op een knevel kan dan het touw gevierd of aangehaald worden.

Schaats – slee vanachter de trap halen, niet gemakkelijk.

Korrestok in de zijde geplaatst.

Korrestok in de zijde geplaatst over de ganse lengte.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be © - 161 -

V 467

1/2


KORRESTOK GEPLOOID.

KORRESTOK GEBROKEN waardoor BINNENZETTEN GEVAARLIJK WORDT.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be © - 162 -

V 467

2/2


KAARTNUMMER HET VEILIG BEDRIJVEN VAN “STAAND WANT” V 468 VISSERIJ 01-08-2010

Meer en meer rederijen kiezen voor passieve visserij, dit met daartoe nieuwe types vaartuigen. Het is reeds aangetoond dat men de verschillende soorten passieve visserij volledig beheerst, waaronder ook de staand want visserij. Deze nieuwe type vaartuigen zijn volledig overdekt, wat het allemaal veel veiliger maakt tijdens de werkzaamheden op dek. Deze vaartuigen beschikken ook over een snelheid die soms de 20 knopen haalt. Daar deze vaartuigen meestal vertoeven in de kustwateren en zich soms verplaatsen met grote snelheid is het aangewezen om steeds een goede uitkijk te houden, want men moet ook rekening houden met de vele pleziervaart en hobby vissers. Het bedrijven van de visserij bestaat er in om verscheidene stukken netten uit te zetten, soms mijlen ver. Het wegzetten van de netten gebeurt op het achterschip, waar eerst een anker wordt uitgezet, gevolgd door het net, terug een anker met daaraan de boei en zo steeds opnieuw tot de schipper bepaald dat er genoeg netten uitstaan. Tijdens het uitvieren, als eenmaal het anker overboord gegooid werd, volgt het net met een grote snelheid. De bovenkant van het net bestaat uit drijvers terwijl de onderkant verzwaard is. Het is een risicovol werk, want tijdens het uitvieren kan het bemanningslid verstrikt geraken in de lopende netten en overboord worden getrokken. Deze netten zijn gemaakt uit zeer fijn garen waar men gemakkelijk in blijft happeren met kledij, handen en voeten, …. Het ophalen van deze netten gebeurt op de zijde van het schip. Dankzij de GPS, de boeien en het vlagje zijn de netten gemakkelijk terug te vinden. De netten worden via de powerblock op het schip gerold. Afval wordt uit de netten verwijderd en de vis wordt manueel ontward of ontkieuwd. Aandacht wanneer er netten op het dek liggen, bij het slingeren van het schip geraakt men gemakkelijk verward met de voeten en kan men ten val komen.

DENK AAN UW VEILIGHEID. -

Ruimschoots aan de kant staan tijdens het vieren van de netten. Het dek vrijhouden tijdens de werkzaamheden, men kan gemakkelijk verward geraken met de laarzen in de netten en struikelen. Opgepast voor de handen tijdens het bedienen van de powerblock. Tijdens de werkzaamheden op het dek het drijvend oliegoed of opblaasbaar reddingsvestje dragen. Als er een stuk net verward is tijdens het uitvieren, nooit ingrijpen. Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 163 -

©

V 468

1/2


Netten worden uitgevierd vanop het achterschip

De powerblock

Netten worden geleid in de bakken.

De netten worden ontward, het is een intensieve bezigheid.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be - 164 -

Š

V 468

2/2


KAARTNUMMER

W 001

WOORDENSCHAT VISSERIJ.

Datum opmaak: 2010 09 29

BAKLOPER: Touw die gespannen is van de bak tot aan de brug en dient, als de viskuil binnengewonden wordt, om deze op te vangen en stil te houden bij een slingerend schip. BEPERKT MANOEUVREERBAAR: Wanneer bijvoorbeeld een schip aan het vissen is, dan is hij beperkt manoeuvreerbaar door zijn visboelen, wat wil zeggen dat hij moeilijk naar stuurboord of bakboord kan uitwijken. BESNIJDEN: Een vistalie(lenter) of kuiltouw kan op de verhaalkop gemakkelijk besnijden wanneer je te veel slagen neemt. Als de ene slag over de ander valt op de verhaalkop, dan blijft het kuiltouw of lenter doorwinden zonder dat iemand iets doet. Hierdoor ontstaat een gevaarlijke situatie, de noodstop induwen en de lier laten teruglopen tot alle slagen er kunnen afgenomen worden. BIJZETTEN OF MINDEREN: Als de schroef ingeschakeld is wordt het toerental van de motor opgedreven of verminderd. BOKKENWEIER OF GIEKENKABEL: Weier( kabel) op de lier (winch) om de gieken (bokken) op te winden of te vieren. De bediening gebeurt vanuit de brug. BOOTDEK: Bovendek achter de brug waar veel vissers gebruik van maken om hun netten te herstellen BORGPENNEN: Om uw geteste sluitingen te beveiligen zodat de moer niet van de bout kan vallen. BRUG-STUURHUT: Plaats waar alles aanwezig is voor het besturen van het schip, navigatie en de bediening van de lier. BUISWATER: Het zeewater die aan boord van het schip komt, bij bries of stormweer, noemt men buiswater. Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be Š - 165 -

W 001

1 / 11


COMBIKOTTER: Is een modern vaartuig dat zowel met de visborden op het achterschip als met de boomkorren kan vissen. DEINING: Na storm, wanneer het weer beter wordt, kan het soms dagen duren voordat de golfslag afneemt. DIABOLOBLOK-JOMPERBLOK: dit zijn blokken waar de vistalie-lenter-jomper doorloopt. DOK-SLIPPE: Dit is een plaats waar een schip droog gezet wordt om het te reinigen, te schilderen en volledig na te zien voor de jaarlijkse schouwing. GALG: Is een zware paal waar een blok (rol) aan bevestigd is en waar dan de vislijnen (korretouwen) doorlopen dit zowel aan stuurboord als aan bakboord. GIEK-BOK: Zijn twee lange armen die op de mast zijn gemonteerd en kunnen getopt en gevierd worden via kabels (bokkeweiers) die op de lier zitten. Ze kunnen bediend worden van in de brug. GOEDE ZEEMANSCHAP: Is een beslissing nemen die indruist tegen de reglementering op zee, maar dient om de veiligheid van schip en bemanning te vrijwaren. GRAMMET: Tegen de aanzet van de kuil worden aan weerszijden op de zijde van de kuil ogen gevormd door touwwerk en bevestigd met bindsels. Door deze ogen loopt het kuilstrop die dan bij het aanwinden de kuil toetrekt zodat geen vis meer kan ontsnappen. GRIP OF GRIJPPUNTEN: Die inrichtingen zijn aangebracht rondom het schip zodat men zich vast kan houden bij de hevige slingeringen van het schip

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be Š - 166 -

W 001

2 / 11


GROMMER: Op de grommer zitten de ogen van het kuiltouw en de kuilstrop te samen. Bij veel schepen zit er ook een stalen ringel op de grommer die dan dient om de haak van de lenter in te pekken. GRONDVUILTE: In de kuil zit buiten de vis ook nog veel ander materiaal, zoals stenen, zeesterren, zand, schelpen, kolen, plastiek, blikken, enz… Dit wordt grondvuilte genoemd. GUTTEN OF STRIPPEN: Is met een mes de ingewanden uit de vissen verwijderen (routine). HALEN VAN DE NETTEN: De netten worden acht tot twaalf maal per etmaal opgewonden. KANTELHAAK / KLIPHAAK OP DE GIEK (BOK): Dit is een beveiligingsysteem op de gieken en is te gebruiken bij het vastslaan van het schip. Een sluiting die over de kantelhaak is bevestigd, wordt opengeslagen zodat het gevaar zich verplaatst van de top van de giek naar de voorzijde van het schip, waardoor het gevaar duidelijk afneemt. KAPPE, ONDER DE KAPPE of BOVEN DE KAPPE: Wordt soms ook bak genoemd: bijvoorbeeld “op de bak of onder de bak enz”, Op de bak of kappe is de plaats waar het schip vastgemaakt wordt bij het afmeren. Onder de kappe of bak staat de visverwerker waar de bemanning de vis sorteert en stript (gut). Onder de kappe staat de bemanning droog en beschermd bij de werkzaamheden. KAPSEIZEN: Een schip dat over zijn punt gaat draait verder door en is onomkeerbaar,hij kapseist. KETTINGMATTEN-STEENNETS: Met drie of vijf schakels ketens worden met behulp van sluitingen matten gemaakt dit om de stenen op de bodem tegen te houden als je in scherpe grond vist. KINK: Een kink of lus in touwwerk, zoals het kuiltouw is gevaarlijk. Wanneer men met de voet daar in staat kan tijdens het wegzetten van de netten men meegetrokken worden en over boord slaan.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be © - 167 -

W 001

3 / 11


KLAPROL: In plaats van een voorgalg met blok in hebben veel schepen een klaprol op de bak (kappe). Een klaprol draait om een as wanneer men de giek plat legt of volledig topt en hij steeds de juiste houding aanneemt. De klaprol heeft als dienst de vislijnen te begeleiden. KLUTS: Als de vissers van de kluts spreken, dan is dat alles dooreen in de visbakken, zoals vis, stenen, sterren, schelpen, enz… KNEVEL-KORVIJNAGEL: Zijn twee stalen pinnen die onder elkaar gelast zijn op bepaalde plaatsen op het schip waar nodig en dienen om een touw of weier af te stoppen of vast te maken. KOMBUIS: Dit is een plaats waar onze vissers bijeenkomen om te koken, eten en zich te ontspannen (tv). KORIJZERS-SLOFFEN-SLEE’S-ROLSLOFFEN: Worden op de uiteinden van de korrestok (pijp) gestoken en dienen om de visboel plat over de zeebodem te laten slepen. KORREN-VISSENDE-AAN HET NET-KORRE LIGGEN. Een vissersvaartuig die aan het vissen is. KORRESTOK: Is een zware stalen buis(pijp) waar de korijzers en netten aan bevestigd worden. In de visserij worden pijpen gebruikt van minimum 4 meter en maximum 12 meter. KORTE OF LANGE KETENS: Dit zijn ketens waarop aan de ene kant een haak zit en de andere kant aan de verschansing van het schip is vastgemaakt. Deze ketens dienen wanneer een visboel tegen boord wordt gewonden om ze in de korijzers te pikken en ze dicht te winden. Hierdoor komen de visboelen stil te hangen en kan de visser de reparatie aan het net naar behoren uitvoeren. KUILSLOT: Om de kuil te sluiten met de pooklijn werd een speciale knoop (kattestaart) gebruikt. Tegenwoordig worden speciale sloten gebruikt waar de pooklijn doorloopt en die eenvoudig met enkele hamerslagen kan sluiten of openen.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be © - 168 -

W 001

4 / 11


KUILSTROP: Een kuilstrop zit rond de kuil bevestigd waarvan de ogen, samen met de oog van de kuiltouw op een grommer zitten. Een kuilstrop dient om de kuil dicht te winden tijdens liet opwinden van de kuiltouw. KUILTOUW: Dient om de kuil aan te winden op de verhaalkop. LIER- OF WINCHKAMER: Is een aparte kamer onder de brug waar de lier (winch) gemonteerd is. LIER-WINCH-TRUI: Bestaat uit vier, zes of acht trommels en wordt gebruikt om de vislijnen (korretouwen), bokkenweiers (giekenkabels), lenters (vistalies) of de veiligheid van de gieken op te winden of te vieren. De bediening van de lier gebeurt in de brug. LOOSPOORTEN -SCHUIVEN - KANTELPOORTEN: dienen om het zeewater, die soms in overvloedig aan boord komt (buiswater), terug te laten afvloeien. LOSSEN VAN DE VISVANGST: De visvangst wordt gelost in kisten en opgewonden vanuit het visruim tot op de kade, vanwaar ze naar de vismijn gebracht worden voor sortering MOB AFKORTING: Betekend man over boord. ONDERDEKS: Dit zijn de ruimten die zich onder dek bevinden zoals het visruim, het nettenruim enz. MOB ZENDERT.JE: Is een zendertje die ieder bemanningslid bij zich draagt aan boord. Als een persoon overboord valt dan geeft het zendertje binnen enkele seconden een signaal naar de ontvanger in de brug. NETTENRUIM-VOORKOT: Plaats waar reservenetten, pakken fluwe, garen en ander reservemateriaal opgeslagen worden.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be Š - 169 -

W 001

5 / 11


NOODSTOP: Knop die zich meestal boven de verhaalkop bevind . Als men de noodstop induwt dan stopt onmiddellijk de volledige werking van de lier( trui-winch ). OPWINDEN- VIEREN: De activiteit waarbij de netten worden opgewonden (halen) of vieren, dit gebeurt met de lier (winch, trui). PANNE-MOTORPECH (MAKASIS): Motor van het schip is stilgevallen door ongekende redenen, indien dit niet zelf opgelost kan worden, dan wordt sleephulp ingeroepen. PEES: Op de korre(net) spreekt men van een bovenpees of onderpees. De bovenpees is bevestigd aan de rug van de korre en de onderpees dient om de buik van de korre aan te bevestigen. Zowel boven als onderpees dienen om de korre te versterken. POOKLIJN: Is een gevlochten stuk touw die door de onderste mazen van de kuil gestoken wordt om de viskuil te sluiten met een kuilslot of met een knoop (kattestaart). REDDINGSVESTJE: Is een licht vestje die aan boord gedragen wordt tijdens de werkzaamheden. Wanneer een bemanningslid overboord valt wordt binnen 10 seconden het reddingsvestje automatisch opgeblazen. REDDINGSGORDEL: Niet te verwarren met het reddingsvestje. Het wordt aangetrokken in noodgevallen zoals bij het verlaten van het schip tijdens een noodgeval aan boord. SCHIP OP DE ZEE HOUDEN: Bij zware storm, als er besloten wordt om bij te liggen (niet meer te vissen), wordt het schip met zijn steven bij matige vaart op de zee gehouden. SCHOON DEK MAKEN: Na ieder zeereis wordt het schip zowel van buiten of van binnen gereinigd.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be Š - 170 -

W 001

6 / 11


SCHRIKKEN op de VERHAALKOP: Bij liet opwinden van een zwaarte op de verhaalkop of met de kuiltouw of met de vistalie (lenter) kan liet gebeuren dat alles begint te trillen zodat men eventjes voorzichtig moet terugvieren, een beetje schrikken zoals onze vissers zeggen. SCHROEF AFTREKKEN: Van op de brug wordt de schroefbediening op stop gezet. SLAGZIJ: Een schip die overhelt aan stuurboord of bakboord heeft slagzij. EEN SLEEP-, EEN TREK: Om de twee tot drie uur worden de netten bovengehaald, als dan opnieuw de netten afgevierd worden is de sleep of trek herbegonnen. SPEKKEN- BESPEKKING -BESPEKT: Dit zijn uitgerafelde touwen die men op de buik van de korren en kuils legt om slijtage te vermijden wanneer men in stenen vist. SLUITINGEN- SIKKELS: Worden aan boord veelvuldig gebruikt, zowel getest als niet getest (aan sleepketting). Geteste sluitingen (sikkels) worden gebruikt om bv. blokken of borgen vast te maken. Gewone sluitingen worden gebruikt om vb. kettingmatten te maken. SMEREN VAN BLOKKEN (ROLLEN): Rollen (blokken) moeten veelvuldig gesmeerd worden. In alle draaiende delen aan boord wordt vet gepompt, heden gebeurt dit bij veel schepen reeds volledig automatisch. SPLITSEN-SPLITSING-GESPLITST-SPLITSHOQRN-MARLSPIJKER: In een kabel (weier) aan boord zoals de vislijnen, lenter enz. worden ogen gesplitst om die met een sluiting aan iets te kunnen bevestigen. Doordat dit soms stevige kabels zijn worden deze eerst uitgedraaid om dan met behulp van een splitshoorn te splitsen. Een splitshoorn (marlspijker) is een stevige stalen scherpe pin die men zeker nodig heeft om door de kabel te steken tijdens het splitsen. SPRANKEN: Is een soort hanepoot (ketting) die bevestigd is op de korijzers en korrestok en uitmond op het korretouw (vislijn).

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be Š - 171 -

W 001

7 / 11


EEN EINDJE STOMEN: Uitdrukking die nog veel gebruikt wordt, we gaan een eindje stomen is we gaan een eindje varen, loslopend (niet vissend) TALRID: Is een stalen loden buis, die na het maken van een oog in een weier, de twee parten samenkomen om dan samengeperst te worden onder zeer hoge druk. TROMMELS van de LIER-WINCH. Een lier aan boord van een vissersvaartuig bestaat uit verschillende trommels, er kunnen vier, zes of acht trommels op een lier zitten. De nieuwe kotters beschikken over een acht trommelwinch of meer, die dan dienen om de vislijnen, bokkeweiers, lenterweiers en kabels van de veiligheid op te winden of te vieren. VANDAMME PATENT: Is een veiligheidssysteem bevestigd in de top van de giek (bok). Dit systeem wordt gebruikt tijdens het vastslaan van de visboelen aan een onbekend voorwerp. Het dient om het gevaar die in de giek ontstaat naar het schip te verplaatsen. VAN DE WACHT ZIJN- WACHTLOPER: Op de brug is altijd iemand aanwezig in de vorm van een beurtrol voor de ganse bemanning (motorist is uitzondering, is meestal kok aan boord) dit voor de ganse reis om de navigatie in goede banen te leiden. VANGST: Als men spreekt van de vangst, is dit het totaal aantal kisten vis die men aan boord heeft na een zeereis. Men kan spreken van een slechte, een goede vangst of een redelijke vangst. VAN KOERS VERANDEREN- KOERS VOORLIGGEN- KOMPASKOERS. Als bijvoorbeeld de schipper spreekt van NE (45°) voorliggen is dit de te sturen koers, doch als hij spreekt van E (90°) dan moet hij van koers veranderen tot E de voorliggende koers is. Op het kompas zijn er 32 KOMPASSTREKEN, waarvan de kompaskoers, rekening houdend met de variatie en deviatie, de ware koers is. VASTSLAAN-VASTKOMEN: Met de visboel vastslaan aan een onderwater voorwerp zoals rots, wrak, enz…

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be © - 172 -

W 001

8 / 11


VERHAALKOP: Op de uiteinden van de lier zijn de verhaalkoppen bevestigd. De verhaalkoppen dienen om het kuiltouw of vistalie (lenter) op te winden. De persoon die aan de verhaalkop staat moet altijd attent blijven. VERHAALKOP LATEN TERUGLOPEN: Als bijvoorbeeld een kuiltouw op de verhaalkop beknijpt, tijdens het binnenwinden van de kuil, wordt de lier (winch) via de noodstop onmiddellijk gestopt. Dan kan de schipper de verhaalkop in omgekeerde richting laten teruglopen en dit tot het kuiltouw opnieuw volledig gelijkloopt op de verhaalkop. VERSCHANSING- RELING- DE ZIJDE: Is een verhoging rondom alle dekken en schip ter bescherming tegen het zeewater VERVAL: Is het verschil tussen hoog water en laag water. Soms kan het verschil zeer groot zijn door de getijen. VISBAK: Niet te verwarren met de viskisten. De visbak dient om de vangst op te vangen als de viskuil open getrokken wordt. VISBOEL: Is het volledige net die bestaat uit spranken, korijzers, korrestok, kettingmatten (steennetten) rubberen bollen en het totale net met de viskuil. VISGRONDEN: Zijn de gebieden op zee die door de vissers op een bepaalde periode van liet jaar bevist worden. Deze visgronden zijn van een naam voorzien zoals van westen of van oosten de Falls of de diepen van de Galloper of de Sole put enz. VISKORREN-NETTEN: Een volledig net aangepast aan de manier van vissen die bestaat uit rug, buik, spie, winzen en inschoot (staart). VISKUIL-KUIL: Is een verstevigd stuk net onderaan de staart waar de vis, tijdens het vissen, in verzamelt wordt.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be Š - 173 -

W 001

9 / 11


VISLIJNEN-KORRETOUWEN: dit zijn de stalen kabels waaraan een visboel op de spranken (hanepoot) is bevestigd en door de vele geleiderollen naar de lier (winch) loopt. Ze kunnen bediend worden van in de brug (vieren-halen). VISRUIM: Ruimte onderdeks waar de viskisten opgeslagen worden in een koelcel. VISTALIE-LENTER-JOMPER: Is een weier(kabel) waaraan een haak is bevestigd, die loopt door de diaboloblok (jomperblok) en eindigt op de trommel van de lier (winch) of wordt bediend op de verhaalkop. De vistalie dient om een last binnen te winden zoals bijvoorbeeld de viskuil. VLEESHAKEN-STEKKERS: Weiers (kabels) die versleten en roestig worden kunnen vleeshaken vertonen die tijdens de werkzaamheden aan boord iemand ernstig kunnen verwonden. VOOR DE WIND HOUDEN Het schip voor de wind houden wordt veel gedaan tijdens de werkzaamheden omdat het vaartuig veel minder slingert en de bemanning haar werk naar behoren kan uitvoeren. (Boelen binnen zetten - boel opzetten bij slecht weer). VOOR EN ACHTERBORG: Dient om de giek (bok) op zijn plaats te houden. VRIJBOORD: Het is de afstand van de zeespiegel tot aan het dek. VRIJE VAL: Ingeval van nood kan men op de brug op het bedieningspaneel van de lier een knop indrukken waardoor de vislijnen (korretouwen) in vrije val kunnen gevierd worden. WEIERS-KABELS-STAALDRAAD: Wordt zeer veel gebruikt aan boord zoals er zijn, de vislijnen, de borgen, de lenters en de bokkeweiers, enz.. Deze zijn te verkrijgen in alle maten als voorbeeld met diameter 18, 24, 28, 32 en 36. ZEEREIS: Het aantal dagen dat een schip op zee verblijft.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be Š - 174 -

W 001

10 / 11


ZWAARTE IN KUIL: Als men de viskuil binnenwint kan het gebeuren dat deze volzit met zand, grint, stenen, zeesterren of slijk. Hierdoor krijgt de kuil een zeer groot gewicht en wordt het gevaarlijk wanneer men deze binnenwint. Soms valt het voor dat iets breekt: uit de gevarenzones blijven, nergens onderstaan en helm dragen.

Voor meer informatie: Previs +32 59 50 95 55 previs@sdvo.be Š - 175 -

W 001

11 / 11


Met dank aan : de heer Mellaerts De foto’s in dit boek werden aangewend ter verduidelijking van een situatie. De auteur is niet verantwoordelijk voor personen die herkenbaar zijn of die toevallig voorkomen op een foto. ----Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur. © – SDVO, 2010

- 176 -


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.