link Magazine 2022, #02

Page 1

DE VERBINDING TUSSEN TECHNOLOGIE, MARKT EN MENS april 2022 | nummer 2 | jaargang 24

ZAKENDOEN IN VOLSTREKT ONZEKERE WERELD ‘MOETEN WE ONZE RUSSISCHE KLANTEN NU IN DE STEEK LATEN?’

TNO GAAT DOOR TOT EN MET INDUSTRIALISATIE AANTONEN DAT HET ECHT WERKT

THEMA KLIMAATCRISIS OOK HET MKB MOET ‘PARIJS’ HALEN. HOE?

BIANCA BRAUN (MAXON):

‘HOOFDKANTOOR WAS STRATEGIE NOG AAN HET BEDENKEN, HIER WERD DIE AL TOEGEPAST’


stro ke Y :

73,5 84

25.4 mm/s

48 V D

C

P 3.5 ba

r

F 01 : 35

.6 N

F ADD =

o

www.festo.nl


#2/22 12 THEMA

62

OOK HET MKB MOET ‘PARIJS’ HALEN. HOE?

DE VERBINDING TUSSEN TECHNOLOGIE, MARKT EN MENS

34

Zelf bepalen hoe en in welk tempo welke klimaatdoelstellingen gehaald worden, is er voor de industrie niet meer bij. Er komen steeds meer rapportageverplichtingen. Wat doen maakbedrijven: zit duurzaamheid in hun beleid, zetten ze stappen richting circulariteit? Welke ketens geven het goede voorbeeld?

74

TALKING INDUSTRY ZAKENDOEN IN EEN VOLSTREKT ONZEKERE WERELD

‘MOETEN WE ONZE RUSSISCHE KLANTEN NU IN DE STEEK LATEN?’ Half maart was er een TalkING Industry bij Inther Group in Venray, met ruim van tevoren bedachte stellingen. Maar door de Russische invasie kreeg alles ineens een andere lading en inhoud. ‘Je doet het eigenlijk nooit goed.’

ONDERNEMERSCHAP MAXON-BESTUURSLID BIANCA BRAUN

‘HOOFDKANTOOR WAS STRATEGIE NOG AAN HET BEDENKEN, HIER WERD DIE AL TOEGEPAST’ Bianca Braun bezoekt om de vier jaar alle bijna dertig maxon-vestigingen in de wereld. Eind maart was ze bij maxon benelux in Enschede. Een week lang gingen zij en haar team het gesprek aan met medewerkers en klanten. ‘Ik wil echt horen wat goed gaat en wat verbeterd kan worden.’

49 OVER HIGHTECH STARTERS EN HUN INNOVATIES, FINANCIERINGSPROBLEMEN EN ANDERE UITDAGINGEN

Met onder meer een verhaal over UMS in Oss. De Nederlandse stikstofcrisis is voor het bedrijf met zijn elektrificatiekits eigenlijk ‘a blessing in disguise’.

PROCESVERBETERING

INDUSTRIEBELEID TNO GAAT VOORTAAN DOOR TOT EN MET DE INDUSTRIALISATIE

32

Valk Welding zet stap naar cto met software van Togetr Ook specials moeten standaard zijn

42

Hydrauvision boekt met PRO.FILE tijd- en kwaliteitswinst ‘Het werkt prettiger en zo komen we tegemoet aan steeds hogere klanteisen’

AANTONEN DAT HET ECHT WERKT TNO beslaat een groot deel van het ontwikkeltraject van complexe B2B-technologie en -producten. Maar daarmee zijn de toepassingen vaak nog niet marktrijp. TNO gaat daarom nu nog een stap verder.

AUTOMATISERING

46

Woningnood, stikstofprobleem en gebrek aan vakmensen maken bouwrobots aantrekkelijk ‘Robotiseren kan alleen als alles in de bouwketen klopt’

56

Juki installeert bij Confed geautomatiseerde productielijn voor pcb-assemblage Vertrouwen kweken in coronatijd

ZIE VERDER PAGINA 5

april 2022

3



EN VERDER: 7 27

UIT DE MARKT

28

OVERNAME VHE benut geld en kennis PE Torqx voor nieuwe strategie: minder markten, meer technologieën ‘We willen een elektronicaspecialist met gevoel voor mechanica worden’

31

INNOVATIE Windfarm Installation Vessel van Huisman moet floating offshore wind versnellen Met assemblage en installatie op zee zijn turbines eerder operationeel

38

CONFIGURE-TO-ORDER LINK-platform Smart Customization|CtO bij AWL Het logisch productmodel als slim startpunt voor configure-to-order

45

SMART FACTORY MPDV ondersteunt bedrijven die willen uitgroeien tot slimme fabriek Uiteindelijk nemen systemen zelf de beslissingen

COLUMN Duurzame eisen óók aan het mkb – bereid u voor!

59

STRATEGIE Marcel Slot completeert management team Mechatronics Division Frencken ‘Hoe goed zijn we in onze kerncompetenties vergeleken met concurrenten?’

67

OPTIMALISATIE De ‘SOLL’ duidelijk krijgen vraagt goed doorvragen van Yellax ‘Deel van klanten heeft gewenste situatie niet goed op het netvlies’

68

INNOVATIE 28 engineers van Beenen volcontinu voor Huhtamaki aan de slag Europese regelgeving rond plastic substitutie geeft vleugels

71

PROCESINNOVATIE Sleegers Technique en SMC starten r&d-traject ‘Een hygiëne-plusje op de machine zetten’

72

KETENPARTNERS Panasonic Industry benadrukt met nieuwe strategie eigen rol van marktspecialist Focus van getekende order naar hechte klantrelatie

76

DIENSTVERLENING Verrijking contact moet opdrachtgevers 247TailorSteel verleiden tot nóg meer orders ‘Gelukkige klanten zijn onze grootste marketingtroef’

78

SAMENWERKING Symbiotische verbinding tussen Jeveka en Bossard Group Naar slimmere oplossingen en meer persoonlijke aandacht

80

UIT DE MARKT (Vervolg)

PRAATJES VULLEN MARTIN GEEN VACATURES Drie tevreden ogende heren in pak op een rij. De foto is gevoegd bij een persbericht over Hi Delta. Begin deze maand gelanceerd door één van die drie heren, de commissaris van de koning van Zuid-Holland. Hi Delta moet een nieuw cluster van bestaande clusters worden en zo de samenwerking tussen disciplines, organisaties en bedrijven vergroten, de omzet verhogen en – dan komt het – extra banen creëren. Maar liefst 30.000! Ze komen toch nog steeds met grote regelmaat voorbij: persberichten vol superlatieven over ‘bundelingen van krachten’ om het concurrentievermogen van de (regionale) industrie te verhogen en meer jobs te scheppen. Een voorbeeld daarvan is het investeringsprogramma Nxtgen Hightech van HTSM dat voor de uitvoering uit het Nationaal Groeifonds wil putten. Maar ook het Rotterdamse Cambridge Innovation Center dat het ‘ondernemersklimaat wil te versterken’ en TechLeap dat recent nog drie voorstellen deed om met start-ups en scale-ups ‘het economisch herstel’ te bevorderen. Allemaal initiatieven om het industriële ecosysteem te versterken en… werkgelegenheid te creëren. Maar hét probleem in de industrie is natuurlijk niet de werkgelegenheid, maar het gebrek aan mensen om alle vacatures te vullen. Ook menig ondernemer wil die makke niet zien, of denkt zich sexy genoeg te kunnen profileren om dat schaarse – liefst jonge – technische talent aan te kunnen trekken. Dus kondigen ze hun groeistrategie af met als concrete target een verdubbeling van het personeelsbestand binnen vijf jaar. Met als onvermijdelijk concreet resultaat dat óf dat doel niet gehaald wordt, óf dat collega-bedrijven, die net even te veel waren afgeleid door de waan en de klant van de dag, hun personeel zien vertrekken. Het faillissement van een concullega of het opdoeken van de Nederlandse divisie door de buitenlandse moeder wordt tegenwoordig in menige directiekamer met heimelijk enthousiasme ontvangen vanwege het daardoor vrijkomende personeel. Ook wordt er arglistig gekeken naar het onbenutte reservoir van 1,6 miljoen landgenoten. Die staan langs de kant met een serieuze lichamelijke handicap, met een leeftijd die een paar jaar geleden allang VUT-gerechtigheid bood of met een uiterst onhandige studiekeuze. In die laatste categorie zouden er in Nederland zo’n 100.000 mbo’ers thuis zitten met in hun bagage een opleiding tot interieuradviseur, medewerker sport en recreatie of dierenartsassistent. ‘Thea Studeert Techniek’ en al die andere, tientallen projecten ten spijt zien de Doekle Terpstra’s hier kansen om van alfa’s bèta’s te maken. Nu mag je toch aannemen dat al die tevreden ogende heren – CvdK’s, prinsen en andersoortige boegbeelden, die achter deze baanscheppende initiatieven zitten – weten dat ze water naar de zee aan het dragen zijn. Vaak net over de top van hun politieke en bestuurlijke carrière, of in het confronterende besef dat die nooit meer echt van de grond zal komen, zien ze kans zich nog eens te laten fotograferen, glimlachend op een rij, terwijl op de achtergrond de gestage dreun van de subsidiepompen is te horen. Daarom in deze uitgave aandacht voor een andere, veel relevantere mantra dan ‘banen creëren’: digitalisering. Als antwoord op de centrale vraag in het thema: ‘Ook het mkb moet Parijs halen. Hoe?’ Want dat nieuwe, circulaire businessmodel is alleen uit te rollen en dat gevecht tegen het laagste-prijsadagium is alleen te winnen door te digitaliseren. Dat het ook een antwoord is op de arbeidsmarktkrapte is dan mooi meegenomen. MARTIN VAN ZAALEN Hoofdredacteur Link Magazine

martin.vanzaalen@linkmagazine.nl @MartinvanZaalen #linkmagazine.nl

COLOFON Magazine

COLOFON

Link Magazine is een managementblad over eigentijdse vormen van samenwerking tussen bedrijven onderling en tussen bedrijven, (semi-)overheid, universiteiten en hogescholen. Link Magazine verschijnt zesmaal per jaar.

JAARGANG 24, NUMMER 2, APRIL 2022 UITGEVER H&J Uitgevers Mireille van Ginkel Bosscheweg 76 5151 BE Drunen (010) 451 55 10 06 51 78 41 97 uitgever@linkmagazine.nl www.linkmagazine.nl

RAAD VAN ADVIES ing. P.A.M. van Abeelen (ISAH), J. Beernink MSc (Golden Egg Check), ing. D.M. van Beers (Festo BV), P. Berting (Huisman), J.C.A. Buis MBA (RR Mechatronics), ing. B. Draaijer (V en M Regeltechniek), F.M. Eisma (Trumpf Nederland), ir. R. van Giessel (voormalig ceo Philips CFT), H. Gijsbers (Thermo Fisher), ir. M.H. Hendrikse (HTSM-boegbeeld), ing. J.B.P. Hol (Legrand Group), ir. T.J.J. van der Horst (TNO), S. Kleijngeld (Inther Group), dr. ir. M. Peters (ceo Plantlab), dr. ir. D.A. Schipper (Demcon), E. Severijn (Siemens PLM Software Benelux), J.A.J. Slobbe (VMI), H.G.H. Smid (Variass Group), ir. W.W.M. Smit MMC (DBSC Consulting), ir. H.H. Tappel (Bronkhorst High-Tech),

VOLGEND NUMMER Het eerstvolgende nummer van Link Magazine verschijnt 17 juni. Het thema van dit nummer is: ‘Hoe slaan we de brug tussen de software- en hardware-engineers?’

HOOFDREDACTIE Martin A.M. van Zaalen AEINDREDACTIE Lucy Holl, Wilma Schreiber redactie@linkmagazine.nl AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE Martijn Boerkamp, Jan Broeks, CHans van Eerden, David Kemps, Marjolein de Wit-Blok en Riejanne Wolswinkel COVERFOTO Robbert Brink GRAFISCHE VORMGEVING Primo!Studio, Delft DRUK Veldhuis Media, Raalte

Niets uit Link Magazine mag worden overgenomen of gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever. Aan de inhoud van deze publicatie kunnen geen rechten worden ontleend.

ABONNEMENTEN u 77,00 exclusief BTW per jaar ADVERTENTIE-EXPLOITATIE John van Ginkel john.vanginkel@linkmagazine.nl (010) 451 55 10, 06 53 93 75 89

ISSN 1568 - 1378

april 2022

5


UIT DE MARKT FEDA INTRODUCEERT VAKPASPOORT Branche-organisatie FEDA heeft de – industriebrede – IndustryID geïntroduceerd, een vakpaspoort waarmee gevolgde opleidingen op een eenvoudige manier geregistreerd worden. Met IndustryID kunnen opdrachtgevers makkelijker inzien wat de competenties zijn van technici die werken aan hun installaties. Verder wordt de technicus waardevoller op de arbeidsmarkt, doordat hij beter inzicht kan bieden in de gevolgde leerpaden. Zijn werkgever weet waar leemtes zitten en aanvullende trainingen nodig zijn. ‘Het is een bewijs van je skills en geeft je zo als het ware toegang tot de operationele of onderhoudshandelingen die je mag uitvoeren. De houder kan aantonen dat hij een bepaalde opleiding met succes heeft afgerond en dat de instantie waar hij die opleiding gevolgd heeft aan alle vereisten van de branche voldoet. Het maakt bijvoorbeeld een zzp’er waardevoller op de arbeidsmarkt. Een ondernemer kan ermee aantonen dat hij over het personeel beschikt met wie onderhoud op een goede en veilige manier kan worden uitgevoerd. De

plantmanager heeft de zekerheid van een lage downtime.’ Aldus Marc Vissers, bestuurslid van de FEDAcademie, initiatiefnemer van IndustryID, over de voordelen van de IndustryID. FEDA-voorzitter Arjan Coppens: ‘Technologieën ontwikkelen zich continu, en in een razendsnel tempo. Met IndustryID willen we een leven lang leren in de techniek een impuls geven. Het leerpad wordt inzichtelijk en transparant, en daarmee ook de competenties en gevolgde opleidingen. Doordat vervolgens alleen mensen met de juiste kennis werken aan technische installaties, verhogen we kwaliteit en veiligheid in het industriële proces.’ IndustryID is een vakpaspoort waarmee skills op een simpele manier vastgelegd kunnen worden. De trainer voegt behaalde trainingen toe. Daarna vindt nog een controle plaats door de organisatie achter IndustryID, zodat er altijd zekerheid is over de juistheid van de geregistreerde opleidingen en persoonsgegevens. Het systeem waarschuwt de gebruiker ook proactief

Arjan Coppens. Foto: FEDA

als de geldigheid van het diploma afloopt. Door de NFC-chip of QRcode op de IndustryID-pas te scannen, kan het online opleidings- en competentieprofiel worden ingezien. De gebruiker bepaalt zelf wanneer iemand toegang krijgt tot de informatie. Dit systeem is in alle industrieën en branches toepasbaar. IndustryID-passen zijn gratis ver-

krijgbaar voor cursisten van de aangesloten technische opleiders. FEDAcademie zet zich in voor een leven lang leren in de techniek. Komende tijd zullen steeds meer technisch opleiders en brancheorganisaties aanhaken bij dit industriebrede initiatief, zo is de bedoeling www.feda.nl

BOUWSTENEN VOOR QUANTUMCOMPUTERS KLAAR VOOR MASSAPRODUCTIE Onderzoekers van QuTech (een samenwerking van TNO en TU Delft) en Intel hebben voor het eerst de bouwstenen van een quantumcomputer, genaamd qubits, gemaakt met dezelfde industriële productiefaciliteiten waarmee ook conventionele computerchips in massa worden geproduceerd. Hun resultaten zijn gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Nature Electronics. Quantumcomputers gaan in de toekomst zeer complexe berekeningen uitvoeren, door bijvoorbeeld scheikundige reacties te berekenen of om te zien hoe goed een medicijn werkt. De basis van een normale computer zijn bits en daarvan zitten er miljarden in de chips van bijvoorbeeld een smartphone. Quantumcomputers daarentegen gebruiken quantumbits, oftewel ‘qubits’. Deze worden voornamelijk in het lab gemaakt. Grootschalige productie, zoals dat bij normale computerchips gebeurt, was tot nu toe nog niet mogelijk. Het zou dus mooi zijn om dezelfde productieprocessen als voor compu-

6

april 2022

terchips te gebruiken. Jarenlange ontwikkelingen hebben geleid tot standaard productieprocessen en ontwerpregels, waarmee elke computerchip ontworpen en op grote schaal geproduceerd kan worden. Wetenschappers hebben al eerder aangetoond dat ze qubits kunnen maken in silicium, het standaard materiaal voor computerchips. Maar een qubit zit net iets anders in elkaar en er worden andere eigenschappen gevraagd. De vraag is daarom of het mogelijk is om ze ook op een grote schaal te produceren. ‘Het antwoord is ja’, zegt hoofdonderzoeker Lieven Vandersypen van QuTech. De chips gemaakt door Intel leverden niet alleen hoogwaardige qubits op, ze konden er ook ineens tienduizenden tegelijk maken. ‘Zoveel qubits tegelijk produceren was niet mogelijk met de technologieën die we in het lab gebruiken. En belangrijker, meer dan de helft van onze qubits mislukken doorgaans. In dit geval hebben we een succesvolle opbrengst van 98 procent.’ Dit is zeer belangrijk als

Foto: QuTech

quantumcomputers op grote schaal miljoenen qubits nodig hebben. Nederland is aardig bezig op het gebied van quantumtechnologie. Dit trekt ook de aandacht van bedrijven zoals Intel en Microsoft die al grote samenwerkingsverbanden in ons land hebben. Daarnaast is Nederland flink bezig om een quantum-ecosysteem op te zetten. De overkoepelende organisatie Quantum Delta NL

overziet alle nationale ontwikkelingen en kan met de onlangs verstrekte overheidsinvestering van 615 miljoen euro hieraan een flinke bijdrage leveren. Ook op het gebied van halfgeleidertechnologie staan Nederland al sterk, met marktleider ASML. Nu deze twee werelden samen lijken te komen, zijn de verwachtingen hooggespannen. www.qutech.nl


EXTRA DEFENSIEBUDGET LAAT ZICH NIET SNEL OMZETTEN IN WAPENS Nederland moet zijn budget voor defensie zo snel mogelijk opvoeren naar de 2-procent-NAVO-norm en de bestedingen naar voren halen, zo werd onlangs in het Tweede Kamerdebat over de Rusland-Oekraïnecrisis bepleit. Even eerder liet de Duitse bondskanselier Olaf Scholz weten 100 miljard euro vrij te maken voor defensie. Het zijn een paar signalen van de versterking van de Europese legers die de komende jaren wordt doorgevoerd. Maar al zijn het directe reacties op de oorlog in het oosten van Europa, het vrijmaken van extra budget is niet direct een antwoord op het geweld. Daarvoor vergt het teveel tijd om al die euro’s om te zetten in gevechtsvoertuigen, straaljagers, fregatten en wat dies meer zij. Alleen al het opzetten en uitvoeren van aanbestedingstrajecten kost doorgaans jaren. Dat geldt zelfs voor het produceren van de uitontwikkelde tanks als waarmee het DuitsNederlandse tankbataljon is uitgerust dat momenteel in de Baltische staten gelegerd is. Maar het geldt ook voor systemen als vrachtauto’s en drones die in eerste instantie ontwikkeld zijn voor civiel gebruik, en in aangepaste vorm ook ingezet zouden kunnen worden voor defensiedoeleinden. ‘Producten die al op de plank liggen, zijn vaak nog niet goed aangesloten op de wensen van de strijdkrachten en het aanpassen kost tijd’, weet Peter Buiting, communicatieadviseur bij de stichting Nederlandse Industrie voor Defensie & Veiligheid (NIDV). Deze branche-organisatie is ooit mede opgericht door de ministeries van Defensie, Buitenlandse Zaken en Economische Zaken, juist om de behoeften van Defensie en het aanbod van de industrie beter op elkaar te laten aansluiten. De ‘defensieindustrie’ in Nederland – in casu de leden van de NIDV – bestaat grotendeels uit (mkb-) bedrijven waarvoor defensie louter één van de markten is waarop zij actief zijn, goed voor in doorsnee 10 tot 15 procent van de omzet. Dat heeft te maken met de lange looptijd

van projecten die van bedrijven veel voorinvestering vraagt en met de zeer hoge kwaliteits- en certificeringseisen. Tegelijk is Defensie vaak de enige klant voor een product of er moet worden geconcurreerd met buitenlandse staatsbedrijven om naar bondgenoten te exporteren. ‘Toch is Defensie ook een goede klant, die voor miljarden aan diensten en producten inkoopt per jaar en niet conjunctuurgevoelig is’, aldus Buiting. Dat laatste bleek tijdens de coronacrisis. Zo heeft de Duitse krijgsmacht in 2020 de tijdelijke dip in het aanbod van werk voor de industrie benut om onderhoud aan defensiematerieel naar voren te halen. Ook in Nederland heeft Defensie meegewerkt om een aantal opdrachten eerder te laten uitvoeren. Het Coronaloket bij de NIDV heeft hierin een belangrijke rol gespeeld. De geldende norm is dat als Nederlandse defensieopdrachten gegund worden aan de industrie in een ander EU-land er wordt samengewerkt met Nederlandse partners. En vice versa. ‘Dat vraagt ook om actieve deelname van het mkb. Dat gaat niet vanzelf, terwijl er kansen liggen. Makers van eindproducten zijn op zoek naar hoogwaardige partners hier. Die zijn er, en dat willen we ook faciliteren. Intellectueel eigendom, exportvergunningen, internationaal contractrecht: je kunt er maar beter op voorbereid zijn.’ Voorts kampt het leger in alle linies met personeelstekorten. Vandaar dat in de Strategische Kennis-en Innovatieagenda 2021-2025 en de Defensievisie 2035 maatregelen zijn opgenomen om personeel met de industrie uit te wisselen. Zo loopt er een initiatief om vrachtwagenchauffeurs op te leiden tot reservist zodat ze ook inzetbaar zijn voor defensiedoeleinden. Ook willen de strijdkrachten waar nodig materieel van de industrie kunnen leasen, bijvoorbeeld vliegtuigen of vliegtuigonderdelen. www.nidv.eu

ENGINEERED-TO-SPEC MOTION SYSTEMS

2Z-Theta assembly

5-Axis XY2Z-Theta motion system for high-dynamic wafer metrology applications Find more on: www.PM.nl/motionsystem

info@PM.nl www.PM.nl

april 2022

7



UIT DE MARKT QUBE: MINDER OMKIJKEN NAAR REPETEREND WERK De meer complexe robotlascellen voor grote series waren er al. Net als uiteraard het laswerk voor de kleinere series die handmatig worden gerealiseerd. Maar daartussenin was nog een gat te vullen, zo zagen ze bij machinebouwer AWL en technologiebedrijf OMRON. Dus gingen de twee partijen samen aan de slag en kwamen tot de Qube. Een cobotlascel voor repeterend laswerk van zo’n tien tot tienduizend stuks en volgens Stephan Pruiksma, innovatiemanager bij OMRON Benelux, eenvoudig te bedienen. ‘Dat laatste was echt een voorwaarde. De Qube staat op de productievloer naast de handlasser, die je niet moet belasten met een te complexe bediening van de robotcel. Daar is die persoon niet toe opgeleid, in plaats daarvan wilden we de lasser zo veel mogelijk in zijn of haar eigen wereld laten. Daarom hebben we ingezet op een laagdrempelige en gebruiksvriendelijke bediening, zodat de Qube snel z’n werk kan doen.’ Voordeel daarvan is bovendien dat de cobotcel juist dat deel van het werk overneemt dat voor de handlasser minder interes-

sant is, zegt Pruiksma. ‘Er is wereldwijd een tekort aan handlassers, als ze afhaken komt dat deels door het repeterende werk. Met de Qube valt dat weg, bedrijven kunnen zo alsnog de wat grotere series realiseren.’ AWL is gevestigd in Harderwijk, OMRON in onder meer Hoofddorp. Het zijn diezelfde vestigingen waar de Qube is ontwikkeld, met de beoogde afzetmarkt van de cobotcel wereldwijd. In een vroeg stadium is een aantal exemplaren van de Qube bij klanten van AWL neergezet, vertelt Pruiksma. ‘Zie die bedrijven als launching customers, waar we de Qube direct productie hebben laten draaien om zo veel mogelijk feedback op te halen om het product zo snel mogelijk te optimaliseren.’ De eerste gesprekken tussen AWL en OMRON over de cobotcel dateren van twee jaar geleden. ‘Was corona er niet geweest, dan hadden we de Qube een jaar eerder kunnen lanceren’, zegt Pruiksma, die terugkijkt op een project met specifieke uitdagingen. ‘Die zaten ’m onder meer in de positionering. Een cobot kan een weg bepalen tussen verschillende

Lasser en cobotcel werken samen. Foto: AWL/OMRON

ingeleerde punten – lineair of circulair – maar bewaakt daarbij de veiligheid over het gebaande pad op alle assen. Lassen vraagt daarentegen juist om het heel nauwkeurig en consistent aflopen van dat pad, zonder een belemmering door externe factoren. Ook hadden we te maken met de behoefte aan een laagdrempelige interface, waarbij we als het ware zo veel mogelijk in het hoofd van de handlasser moesten kruipen.’ Volgens Pruiksma is aan beide aspecten voldaan. ‘En daarmee ook aan

wat een innovatie vandaag de dag vraagt. De ontwikkeling van een toepassing zoals de Qube vergt meer en meer een multidisciplinaire aanpak. Machines worden complexer, wat vraagt om steeds meer disciplines. Je kunt die allemaal in eigen huis willen hebben, het werkt al snel veel efficiënter om elkaars expertise te benutten. Hoe dat uitpakt, hebben AWL en wij tijdens de ontwikkeling van de Qube ervaren.’ www.awl.nl industrial.omron.nl

WERELD VAN KWANTUMTECHNOLOGIE PRESENTEERT ZICH OP LASER WORLD OF PHOTONICS ceo van Trumpf, leverancier van onder andere de laserbron voor de EUV-chipmachine van ASML, zijn visie op hoe die technologieën elkaar kunnen versterken. Hij doet dat tijdens het Conference program 2022. Laser World Of Photonics is een beurs met een historie die teruggaat tot 1973. Tijdens de laatste editie in 2019 trok het event 1.325 exposanten en 34.000 bezoekers uit 82 landen. Naar verwachting zullen de bezoekersaantallen dit jaar lager zijn, maar wel van ‘hogere kwaliteit’, in casu van beslissings- en hoger wetenschappelijk niveau, aldus exhibition director Anke Odouli tijdens een perspresentatie. Ruim 20 procent komt uit het werkveld van electrical engineering en halfgeleiders. Een tweede belangrijk bezoekerssegment (17 procent) is afkomstig uit de precisiemechanica. Plusminus Artist impressie World of Quantum. Illustratie: Messe München 15 procent is actief Kwantumtechnologie gaat naar verwachting de snelheid en rekenkracht van computer, de kwaliteit van sensoren en de beveiliging van digitale communicatie zeer sterk verhogen. Lasertechnologie en fotonica worden alom gezien als sleuteltechnologieen voor de implementatie van kwantumtechnologie. Vandaar dat op de beurs Laser World Of Photonics (26-29 april in Messe München) – voor het eerst - een complete hal is vrijgemaakt voor demonstraties en presentaties op het gebied van kwantumtechnologie, onder de noemer World of Quantum. Om de brug te slaan tussen de twee werelden geeft Peter Leibinger,

in de machinebouw. Het event in München biedt behalve de conferentie en de beurs met stands tal van application panels, guided tours en een career center. Vanuit Nederland zijn onder andere Admesy, Anteryon, Lionix, NTS Optel, PHIX Photonics Assembly en Photonis aanwezig op de beursvloer. Voorts is er veel vertegenwoordiging uit Duitsland, maar ook uit China en de VS. Vanuit Nederland geeft op de

beursvloer ook World of Quantum acte de presence: Delft Circuits, QuiX Quantum en Single Quantum. Duitsland komt met onder meer met Hübner, het Bundesministerium für Bildung und Forschung en Fraunhofer Institut. Fraunhofer werkt in Nederland nauw samen met QuTech, een samenwerkingsverband van TU Delft en TNO op het terrein van de kwantumtechnologie. www.world-of-photonics.com

Met een nieuwe clouddienst vervult Isah de rol van SCSN Service Provider voor haar klanten. Kijk op de achterpagina

1

Maak het met Isah.

april 2022 25-11-2021 9 12:07


CHANGING THE GAME OF MECHATRONICS BETTER TOGETHER

We develop mechatronic products in such a way that they can be produced in series, at a pre-defined price point, at a pre-defined quality level and with the shortest time-to market. Our unique “V2-way of working” enables viable business cases. Product and production design run concurrently and are continuously coordinated and synchronized during the development process. This is how we make a difference in the world of mechatronics.

FIND OUT MORE MTAGROUP.NL


UIT DE MARKT SENTECH TREKT PRIVATE EQUITY AAN VOOR GROEI EN MARKTDIVERSIFICATIE Eind maart dit jaar werd bekend dat investeringsmaatschappij Smile Invest een meerderheidsbelang heeft genomen in Sentech in Nieuwkuijk. Deze leverancier van geïntegreerde sensoroplossingen voor met name de semiconmarkt werd in 2000 opgericht door Marcel Figge en telt momenteel ruim zestig medewerkers. Commercieel directeur Marco Leeggangers en operationeel directeur Hermen Kobus nemen de bestuurlijke eindverantwoordelijkheid op zich, Figge gaat zich richten op strategische langetermijnprojecten. De kapitaalinjectie moet Sentech in staat stellen de groeistrategie te verwezenlijken die drie jaar geleden werd omarmd: innovatieve oem’ers in Noord-West Europa bedienen. ‘We richten ons met name op oem’ers zoals Agrifac, ASML en DAF, en daar zijn er in Nederland niet zo veel van. En degenen die er zijn, zijn al klant bij ons. Dus willen we groeien in landen als Duitsland, België, Oostenrijk en Zwitserland.’

De autonome groei van Sentech in de semicon is fantastisch, aldus Figge. De hightech markt groeit echter zo snel dat voor marktverbreding en een goede balans overnames noodzakelijk zijn. ‘Daar hadden we nog geen ervaring mee en het is ook niet iets wat je via trial & error wilt uitvinden. Dus zijn we begin 2021 op zoek gegaan naar een partij die ons daarin kan ondersteunen.’ Uiteindelijk viel de keus op Smile (Smart Money for Innovation Leaders) Invest. ‘Zij focussen op innovatieve bedrijven en begrijpen dat je eerst moet investeren om later rendement te kunnen behalen. Een ander pluspunt is dat het een evergreen is, die zijn geld betrekt van vermogende particulieren; er zit dus geen bancair of pensioengeld achter. Bovendien kennen ze geen verplichte exitdatum. En, misschien nog wel belangrijker, we hadden een gigantische klik met hun mensen.’ Door een professionele partij als Smile Invest aan Sentech te koppe-

2 4

len, verwacht Figge de beoogde marktdiversificatie sneller te kunnen realiseren en dan dus met name in het buitenland. Inmiddels heeft hij de bestuurlijke leiding overgedragen, om daar vanuit de raad van advies zelf een belangrijke rol Marcel Figge: ‘Overnames doen is niet iets wat je via trial & error wilt uitvinden.’ in te kunnen Foto: Sentech gaan spelen. ‘Nu ik de handen vrij heb, ga ik op zoek naar waardoor ik vanzelf meer bestuurder bedrijven die geschikt zijn om te dan ondernemer werd. Daarom kijk acquireren om zo heel concreet ik uit naar mijn nieuwe rol. Want ik invulling te geven aan de groeistrate- ben toch meer ondernemer, daar gie. De afgelopen jaren is Sentech krijg ik heel veel energie van.’ steeds verder geprofessionaliseerd, www.sentech.nl

INDUSTRIE IN CIJFERS 1 7 06

85 9 3

BANK: VERMINDEREN UITSTOOT VOORWAARDE VOOR KREDIET De GHG (greenhouse gas)-uitstoot van de industriële klanten in het kredietportfolio van ABN AMRO is berekend op 1.957 kton in 2020, 114 kton meer dan in 2019. De bank houdt deze gegevens tegenwoordig bij omdat aan het uitstoten van broeikasgassen risico’s verbonden zijn: die wil ABN AMRO graag managen. De risico’s van bedrijven die geen circulaire stappen zetten, zullen in werkelijkheid hoger zijn wanneer de negatieve maatschappelijke gevolgen van hun handelen worden meegerekend, zo stelt de bank. Met bedrijven die nog niet voldoen aan de sustainability requirements policy van ABN

AMRO gaat de bank ‘de dialoog aan’. Van onderpresteerders wordt niet direct afscheid genomen, maar ze moeten wel bereid en in staat zijn binnen drie jaar tot substantiële verbeteringen te komen. Bij bedrijfsovernames gaan ESGcompliant ondernemingen voor een hogere prijs van de hand, zo meldt KienhuisHoving advocaten en notarissen. Bronnen: ‘ABN AMRO Non-financial data & engagement 2020’ en het rapport ‘Financiële verantwoording in de circulaire economie’, februari 2022 www.abnamro.com www.kienhuishoving.nl

april 2022

11


NEDERLANDSE ECONOMIE MOET HAAST MAKEN MET VERDUURZAMING

THEMA

HOOG TIJD VOOR DE VOLGENDE INDUSTRIËLE REVOLUTIE

OOK HET MKB MOET ‘PARIJS’ HALEN. HOE?

De wereld heeft tot 2030 de tijd om de ernstigste klimaatverandering te voorkomen. In het nieuwste rapport dat eind februari verscheen, was het VN-Klimaatpanel IPCC pessimistischer dan ooit over de ontwrichting die gaande is. De natuur kan de waterschaarste, droogte en hitte niet meer bijbenen. Onze afhankelijkheid van fossiele brandstoffen moet razendsnel verminderen. Nederland streeft dit decennium naar minstens 55 procent minder broeikasgassen vergeleken met 1990. Uiterlijk in 2050 moeten we een circulaire economie zijn, qua productie en consumptie. Een rondgang leert dat maakbedrijven nog geen grote stappen zetten. Vaak omdat klanten wel veel roepen over duurzaamheid, maar uiteindelijk toch gaan voor de laagste prijs. En een circulair businessmodel is voor de eerstelijns modulebouwer veel aantrekkelijker dan voor een metaalbewerker verderop in de keten. ‘Maak afspraken met jezelf, is mijn advies. Het is net als stoppen met roken. “Oké, nu is het genoeg geweest, nu gaan we het voortaan anders doen.”’

voor de industrie niet meer bij. Op last van de

Zelf bepalen hoe en in welk tempo welke klimaatdoelstellingen gehaald worden is er maatschappij bepaalt de rechter het tempo, zo heeft Shell inmiddels ervaren. En die rechter krijgt snel meer wetten in handen. Europese richtlijnen verplichten binnen enkele jaren CO2uitstoot en grondstoffenverbruik drastisch te verlagen én dat – digitaal en controleerbaar – te rapporteren. Grote ondernemingen hebben die verplichting nu al. Wat doen maakbedrijven: zit duurzaamheid in hun beleid, voelen ze zich (mede-)verantwoordelijkheid voor de uitstoot in de keten, zetten ze stappen richting circulariteit? Raken ze de grote multinationals als klant kwijt als ze niet adequaat over hun emissies en afvalstromen kunnen rapporteren?

DOOR LUCY HOLL

‘D

e wereld verandert, nu u nog’, begon Milieudefensie eerder dit jaar haar brief aan 29 grote bedrijven met een omvangrijke CO2-footprint, waaronder DSM, KLM, ABN AMRO, Ahold Delhaize, Boskalis, ExxonMobil en LyondellBasell. Of ze maar een klimaatplan willen inleveren dat Milieudefensie vervolgens kan laten doorrekenen door het gerenommeerde NewClimate Institute. Shell ging hen al voor: in een opzienbarende rechtszaak van Milieudefensie tegen toen nog Royal Dutch Shell oordeelde de rechter dat het bedrijf zijn activiteiten in lijn moet brengen met

Esther Kersten (ImpactX): ‘Mkb’ers willen misschien wel in beweging komen, maar dan moeten ze er meteen iets aan hebben, want ruimte om vrijblijvend te experimenteren is er niet.’ Foto: ImpactX

12

april 2022

Welke ketens geven het goede voorbeeld?

een reductiepad dat hoort bij het 1,5-gradendoel van het Verdrag van Parijs: Shell moet al zijn controle en invloed gebruiken om de wereldwijde uitstoot die gepaard gaat met de productie en producten van de Shell-groep tot 2030 bijna te halveren.

• ‘Bedrijven moeten zich goed herpositioneren

TWEE HANDEN OP ÉÉN BUIK

• ‘Veel mkb’ers zien de meerwaarde van circulair

voor de toekomst.’ Zou het schrikken zijn als ze ineens bij uw bedrijf op de stoep zouden staan? Wat zou u doen? Hoe (niet-)CO2-neutraal en circulair is uw bedrijf eigenlijk? Hoe zit het met de eigen producten en processen en vooral ook de complete maakketen? Nederland verandert van een lineaire in een duurzame, circulaire economie, en in 2050 moet het echt zover zijn. De hele wereld verbruikt 100 miljard ton grondstoffen per jaar, waarvan nu pas 9 procent circulair is. Dat kan niet meer, de aarde is uitgeput. Dus er is nog wat te doen. Duurzaamheid en circulariteit zijn twee handen op één buik. Duurzaamheid draait om verminderd gebruik van (bewerkte) grondstoffen en fossiele energie, en vooral ook om reductie van de negatieve uitstoot tijdens de gehele levenscyclus. Circulariteit gaat om efficiënter gebruik en waardebehoud van (bewerkte) grondstoffen, componenten en producten in kringlopen: dat zorgt voor levensduurverlenging, minder inzet van (virgin) materialen en een al met al lagere impact bij (her)gebruik. Met als resultaat ecologische, economische en sociale winst. De supplychain is verzekerd van de beschikbaarheid van grondstoffen met behoud van kwaliteit en eigenschappen. Maar hard gaat het nog niet in Nederland: volgens de Nieuwe Economie Index 2022 (NEx) van MVO Nederland is 15,4 procent van het Nederlandse bedrijfsleven duurzaam te noemen. Die jaarlijkse index is daarmee 1,3 procentpunt

ondernemen niet meteen.’ • Sommige klanten vinden circulariteit

fantastisch, andere vinden het niks.’ • ‘Gebruik wordt in de toekomst belangrijker

dan eigendom.’ • ‘Het lijkt of iedereen nu op iedereen zit te

wachten.’

gestegen vergeleken met 2021. MVO Nederland kijkt voor de NEx naar de gemiddelde score op zeven thema’s, waaronder circulariteit, echte prijzen, transparante ketens en groene energie. Nog maar krap 13 procent van onze complete economie verdient het predicaat circulair.

DINOSAURUSSENKERKHOF Oud-Unilevertopman Paul Polman snapt dat niet goed. Bedrijven kunnen het verschil maken tussen een leefbare en een onleefbare aarde, benadrukt hij overal waar hij komt. En daar kunnen ze nog geld aan verdienen ook. Duurzame bedrijven presteren beter, blijkt volgens hem uit onderzoek na onderzoek. Ze trekken makkelijker goede, gemotiveerde mensen aan en staan sterker in de markt. Na zijn vertrek bij Unilever richtte Polman stichting Imagine op, om te werken aan de transformatie van industrieën. ‘De vraag is simpel’, zei hij onlangs tijdens een online bijeen-


komst van Harvard Business Review. ‘Wordt de wereld een betere plek omdat jouw bedrijf bestaat, of niet? Onze lineaire manier van werken heeft veel opgeleverd, maar nu zitten we met een onleefbare aarde. Bedrijven moeten zich goed herpositioneren voor de toekomst. Wie gaat zitten afwachten en alle signalen negeert, eindigt op het dinosaurussenkerkhof. Bedrijven kunnen profiteren van het oplóssen van de problemen, niet door ze te creëren.’ Net zero is volgens hem niet genoeg, netto positief is het devies: bedrijven moeten meer opleveren dan ze beschadigen. Punt. ‘Netto positief ’ is ook de titel van het boek dat hij recentelijk publiceerde samen met duurzaamheidsexpert Andrew Winston. Polman: ‘Elke ceo, elke manager en elke bestuurder ziet heus wel dat het niet snel genoeg gaat.’ Hij weet: ‘De transitie is complex en natuurlijk is er weerstand. Het gaat om een persoonlijke verandering, de verandering van je bedrijf en van het complete systeem, alles.’ Veel ondernemingen zitten nog lekker veilig in de CSR-mode, Corporate Social Responsibility. Maar met zonnepanelen op het dak, minder bedrijfsafval en elektrische auto’s voor de deur komen we er niet. Polman: ‘Minder slecht is niet meer goed genoeg. Het gaat om compleet andere businessmodellen die regenerative, restorative en reparative zijn.’

CHAINHOLDER VALUE Netto positieve bedrijven hebben vijf belangrijke kenmerken. Ze nemen verantwoordelijkheid voor hun impact op de wereld, denken aan de lange termijn, optimaliseren de waarde voor alle stakeholders, werken over de eigen bedrijfsgrenzen heen aan veranderingen en zien het rendement voor aandeelhouders niet als hoofdzaak. Polman: ‘Het gaat niet langer om shareholder value maar om chainholder value. Veel bedrijven denken dat ze met het uitbesteden in de keten meteen ook hun verantwoordelijkheden mee uitbesteden. Velen zitten in scope 1 en 2. Maar klimaatverandering zit in scope 3.’ Waarbij scope 1 slaat op alle directe CO2-uitstoot, door alle activiteiten binnen de eigen productie. Scope 2 omvat de indirecte uitstoot door de opwekking van elektriciteit, warmte en koeling en stoom in installaties die geen eigendom zijn, maar waar het

Illustratie: Josje van Koppen

uitleggen waarom hun bedrijf bestaat, los van simpelweg ‘winst in euro’s maken’. ‘Als we één ding nodig hebben, is het een andere definitie van succes’, zegt Polman. ‘Blijf niet hangen in die beperkte meetlat van winst en rendement. Kom uit die zelfingenomenheid over hoe goed het gaat met de omzet, heb de moed om duurzame doelen te stellen en samen te werken.’ Juist kleine en middelgrote (familie)-bedrijven zijn in zijn ogen in potentie adoptief en disruptief. Daar komen de veranderingen vandaan, kijk naar de automotive, de food of de energiesector. ‘Natuurlijk opereert iedereen in lange productieketens, maar laat je helpen door grotere bedrijven, platforms en werkgeversorganisaties. Neem duurzaamheid mee in je business.’

VER-VAN-MIJN-BEDSHOW

de klei. Zo sprak ze afgelopen tijd zo’n twintig mkb’ers in de industrie over circulariteit en waar ze tegenaan lopen. Dit als onderdeel van het onderzoek Competencies for the CE van Antwerp Management School en Breda University of Applied Sciences. Den Haag mag dan denken dat een circulaire economie het beloofde land is en het speerpunt binnen de BV Nederland. ‘Maar voor het mkb is het nog de ver-van-mijnbedshow’, relativeert Kersten. ‘De lopende business vraagt alle aandacht, zeker nu. Veel mkb’ers hebben nog geen compleet beeld van circulair ondernemen en zien de meerwaarde niet meteen. Ze willen misschien wel in beweging komen, maar dan moeten ze er meteen iets aan hebben, want ruimte om vrijblijvend te experimenteren is er niet.’ Natuurlijk is er wat veranderd. ‘Een paar jaar geleden hoorde ik nog wel eens: “Duurzaamheid? Dat zie ik niet als onze tak van sport.” Dat is verleden tijd. Maar het industriële mkb stoeit met mensen, tijd, capaciteit. Er is groei, er zijn groeipijnen, er zijn leverproblemen. Toeleveranciers moeten aan steeds hogere eisen voldoen qua

Duurzaamheidsexpert en oprichter van ImpactX Esther Kersten staat regelmatig met de voeten in

LEES VERDER OP PAGINA 14

‘WE HEBBEN EEN ANDERE DEFINITIE VAN SUCCES NODIG’

bedrijf wel van profiteert. Scope 3 zijn indirecte emissies die ontstaan door de activiteiten van een organisatie, zoals alles wat uitbesteed is in de keten en het gebruik van de geleverde producten. Polman en Winston hebben een Net Positive Readyness Test op hun site www.netpositive.world staan, zodat bedrijven zichzelf kunnen scoren: kennen ze hun eigen footprint, kunnen hun managers, medewerkers en andere stakeholders

april 2022

13


THEMA OOK HET MKB MOET ‘PARIJS’ HALEN. HOE? VERVOLG VAN PAGINA 13

leverbetrouwbaarheid en kwaliteit. Dat is de huidige realiteit van het mkb.’ Klanten geven niet per se stimulansen. Die roepen misschien wel over duurzaamheid, maar inkopers laten het nog niet altijd in hun gedrag zien. Kleine bedrijven vinden dat lastig. Die willen duidelijkheid en helderheid, voordat ze echt moeite gaan doen en zich herpositioneren. ‘Willen we echt versnellen, dan moeten we dezelfde taal spreken, dezelfde terminologie gebruiken. Wat behelst zoiets als re-use of remanufacturing precies? Wat is duurzaam, wat is circulair?’

VOORTOUW NEMEN Geen grote transitie zonder hobbels, benadrukt Kersten. ‘De ommezwaai richting circulair is iets van de lange adem, het vraagt een andere mindset.’ Bovendien verschillen voor mkb’ers die metalen onderdelen leveren of juist complete hightech modules, handelingsperspectief en kansen: de modulebouwer kan echt partner worden van z’n oem’er, daar zit veel meer innovatie en waardecreatie in. De businesscase is misschien makkelijker. Hij kan na gebruik zijn module terugnemen en er tijdens de levensloop veel van leren. Hoe lager een toeleverancier in de keten zit, hoe lastiger. Hoe kapitaalintensiever de machines en modules, hoe meer kansen. Wacht je tot anderen in de keten het voortouw nemen of ga je je actief positioneren om bij de koplopers te komen? Kersten noemt een bedrijf als Solarge een mooi voorbeeld van dat laatste. Het betreft een initiatief van bouwbedrijf Heijmans, TNO, kennisinstituut Solliance en kunststoffabrikant SABIC. Solarge startte in 2018 met de ontwikkeling van lichtgewicht photovoltaic modules. Het wil met zijn solartechnologie de energietransitie helpen versnellen en werkt volop samen binnen het hightech ecosysteem in ZuidNederland. ‘Solarge heeft natuurlijk het voordeel dat het compleet nieuw is opgezet. Jonge bedrijven hebben het makkelijker om echt vanuit een duurzaamheidsfilosofie te starten. Gevestigde bedrijven hebben bepaalde, geoptimaliseerde manieren van werken: ze moeten hun processen omgooien, hun logistiek, de bedrijfscultuur…’

CIRCULAR BY DESIGN Voor Wido van den Bosch, managing director van Brink Industrial in Hoogeveen, was er geen keuze. Een jaar of negen geleden werd hij medeeigenaar van het bedrijf in seriematige, klantspecifieke oplossingen op het gebied van dun plaatmateriaal. Brink was zwaar verliesgevend. ‘Als we toen het roer niet drastisch omgegooid hadden, waren we er nu niet meer geweest’, weet hij zeker. Dat ging allemaal vrij toevallig. Brink Industrial produceert de afvalbakken van zusterbedrijf Lune waarin afval gescheiden verzameld wordt. ‘De overheid introduceerde destijds het VANGbeleid, van afval naar grondstof: scheiden aan de bron en het sluiten van grondstofketens zou de norm worden. Op een ministerie hoorde ik de term circulariteit voor het eerst vallen. Daar wilde ik meer over weten. Ik heb me aangesloten

14

april 2022

bij een aantal circulaire initiatieven. Het netwerk was destijds heel klein, ik kende iedereen, we waren roependen in de woestijn. Maar mijn bedrijf stond onder water, dus dan is het heel simpel: ik moest per definitie anders gaan ondernemen.’ Allereerst besloot Van den Bosch om het complete Lune-assortiment te herontwerpen en circulair te maken. Hij gelooft sterk in circularity by design. ‘Niemand begreep wat we deden, maar ik zag dat grote corporates er langzaam wel op aansloegen. Ik merkte veel voordelen in onze productie. Het klantontkoppelpunt – heel belangrijk gezien onze klantspecifieke producten – kwam steeds verder naar achter te liggen. We konden steeds meer standaardiseren en dus ging de kostprijs omlaag.’ Wat er aan circulaire kennis was opgedaan, kon Brink Industrial vervolgens ook toepassen op zijn plaatproducten. Inmiddels vertellen de salesmensen tijdens elk gesprek met industriële klanten dat Brink niet alleen wil engineeren en produceren, maar ook wil meedenken om tot de meest duurzame en circulaire oplossingen te komen. ‘Sommige klanten vinden het fantastisch: die helpen wij met hun circulaire propositie. Andere vinden het niks en zeggen dat het in hun markt echt niet speelt. “Houd op, wij krijgen precies voorgeschreven wat we moeten leveren en daar staat nooit een duurzaamheidseis tussen”, kreeg ik eens te horen. We zenden veel, maar luisteren ook goed: als een klant er niets mee wil, dan laten we het. Opdrachtgevers die er wel voor open staan, gaan echt de toegevoegde waarde inzien.’

OPPIKKEN Van den Bosch vertelt over klant Van Straten Medical, producent en leverancier van chirurgisch instrumentarium en disposables. Tijdens een overleg over een order kwam het gesprek op circulariteit. Bart van Straten, één van de directeuren, liep langs, ving wat op en wilde meer weten. Het idee ontstond om samen een compleet nieuw product te ontwikkelen, een circulair instrumentennet waarin operatiegereedschappen op OK’s worden klaargelegd en later ook weer worden gereinigd. Brink Industrial ontwierp het product van gerecycled staal en produceert het. Ziekenhuizen hebben grote interesse in circulaire producten, omdat ze enorm veel moeten weggooien. Van Straten levert inmiddels steeds meer circulaire producten en past er zelfs zijn businessmodel op aan, aldus Van den Bosch. ‘Het is heel erg afhankelijk van het management of een bedrijf aan de slag gaat met duurzaamheid.’ Hij heeft nu ook een adviesbureau, MadeCircularBy, om andere bedrijven te ondersteunen bij hun overstap van een lineaire naar een circulaire manier van zakendoen. Het bureau doet onder meer een programma samen met Rabobank, en is betrokken bij ‘Noord-Nederland verdient circulair’ van drie provincies. ‘Daar komen mkb’ers op af die iets gehoord hebben maar niet weten hoe te handelen. Het vraagt toch een ingrijpende heroriëntatie. Dat is best moeilijk.’

Wido van den Bosch (Brink Industrial): ‘Niemand begreep wat we deden, maar ik zag dat grote corporates er langzaam wel op aansloegen.’ Foto: Peter Timmer

Desondanks ziet Van den Bosch langzamerhand meer industriële bedrijven hun verantwoordelijkheid in de keten nemen en nadenken over hun footprint. Wie vooroploopt kan nieuwe markten aanboren, is zijn overtuiging. ‘Een obstakel is dat mensen denken dat duurzaam en circulair per definitie duurder is. Dat hoeft helemaal niet. Het gaat niet alleen om producten, maar ook om businessmodellen. Gebruik wordt in de toekomst belangrijker dan eigendom.’ Hij geeft toe: de markt is daar nog niet helemaal klaar voor. Geld lenen is spotgoedkoop, dus kopen organisaties hun spullen in plaats van te kiezen voor bijvoorbeeld product-as-a-service. Brink Industrial is anno 2022 koploper in de metaal qua circulariteit en bovendien smart industry, weet Van den Bosch. Het bedrijf heeft veel geïnvesteerd in digitalisering en robotisering, er is een autonome productielijn voor het plaatwerk. Die hoge mate van automatisering in combinatie met circulair denken is waar het om draait. ‘Industrie 5.0’ heeft Brink Industrial geen windeieren gelegd. ‘Veel bedrijven lezen wat over circulariteit, zien iets op een beurs en doen vervolgens niets. Begin er gewoon mee, het gaat niet vanzelf maar probeer eens wat uit.’

NET ALS STOPPEN MET ROKEN Nog zo’n mkb’er die actief omdenkt, is verpakkingsexpert Faes uit Reusel, die alle mogelijke kunststof, aluminium, houten, kartonnen en andere verpakkingen levert aan onder meer de hightech industrie, medische sector en defensie. Directeur Johan Faes: ‘We stoeien al een tijdje met duurzaamheid. Mensen denken daarbij al snel aan het milieu, maar het gaat ons ook om bijvoorbeeld goed werkgeverschap en het opbouwen van langdurige relaties met klanten en leveranciers. En als we het hebben over onze CO2footprint: we zijn meer dan gemiddeld bezig om zo verantwoord mogelijk met de leefomgeving om te gaan. We gebruiken minder of andere grondstoffen, hergebruiken verpakkingsproducten en recyclen ze beter.’ Sommige klanten vragen erom en vinden het belangrijk dat Faes op circulariteit inzet. Tegelijkertijd: ‘Als het in de industrie


een half procent meer kost, wordt het nog vaak stil aan de andere kant.’ De retail is wat dat betreft al verder, die voelt meer sociale druk vanuit de maatschappij. ‘De industrie is terughoudender, duurzaam ondernemen is iets vrijblijvends. Inkopers willen altijd de beste prijs-kwaliteitverhouding, heel begrijpelijk. Maar als de maakindustrie te weinig doet, betalen we met zijn allen straks fors voor onze veel te grote CO2-footprint.’ Faes praat met zijn klanten, reikt oplossingen aan voor efficiënter, slimmer en duurzamer verpakken, biedt een returnable packaging service en proeft heel langzaam meer interesse. ‘Veel hangt af van het management in bedrijven, zegt ook hij. ‘Daar begint het. Maak afspraken met jezelf, is mijn advies. Het is net als stoppen met roken. “Oké, nu is het genoeg geweest, nu gaan we het voortaan anders doen.”‘

DOCKINGSYSTEEM Een innovatie waarvan Faes dit jaar een werkend prototype ontwikkeld wil hebben, is Cleanroom Connect. Het idee is om een gestandaardiseerd dockingsysteem te introduceren voor componenten en producten die tussen cleanrooms getransporteerd worden en tot nog toe meerdere lagen plastic om zich heen krijgen. ‘Dat inpakken is echt monnikenwerk. Het inzetten van containers scheelt arbeid en materiaal. Het leidt dus ook tot kostenbesparingen.’ Faes merkt een behoefte in de hightech, ziet wat er verbeterd kan worden en biedt het aan. Zo

denkt het bedrijf ook na over nieuwe businessmodellen zoals packaging-as-a-service. Blijft de leverancier eigenaar van de verpakkingen, dan kan ook gerichter nagedacht worden over circulair ontwerp, materialengebruik en re-use. De containers binnen Cleanroom Connect hoeven straks ook niet per se eigendom te zijn van klanten. Heel interessant, volgens de directeur, maar ‘het leidt ook tot nieuwe financiële vragen als ik straks een vloot aan verpakkingen in de wereld heb staan en moet beheren.’ Is er meer ketendwang nodig is om veranderingen in gang te zetten? Johan Faes heeft die druk vanuit klanten niet echt nodig, zegt hij. Maar het helpt misschien wel als industriële toeleveranciers heldere vragen vanuit hun oem’ers krijgen. ‘Het lijkt of iedereen nu op iedereen zit te wachten. Terwijl circulaire en duurzame oplossingen meteen ook een grotere klanttevredenheid met zich mee kunnen brengen. En onder de streep gaan bedrijven uiteindelijk kosten besparen. Dat weet ik zeker.’

INTRINSIEKE MOTIVATIE Een veel genoemd en geroemd bedrijf dat sterk inzet op zero carbon, is Schneider Electric, wereldwijd leverancier van producten en diensten op het gebied van onder meer industriële automatisering, energiemanagement, klimaatrisicobeoordeling en decarbonisatie van de supplychain. Het werd vorig jaar uitgeroepen tot het meest duurzame bedrijf op aarde. ‘Het is mooi

Johan Faes (Faes): ‘We stoeien al een tijdje met duurzaamheid. Mensen denken daarbij al snel aan het milieu, maar het gaat ons ook om bijvoorbeeld goed werkgeverschap en het opbouwen van langdurige relaties met klanten en leveranciers.’ Foto: Marijke Krekels

om te werken bij een onderneming met zo’n sterke intrinsieke motivatie om iets te betekenen voor de wereld. Terwijl we tegelijkertijd een commercieel bedrijf zijn’, zegt Sander van Dasselaar, vicepresident industrie Nederland en België. Wereldwijd werken er 150.000 mensen bij Schneider Electric, in Nederland zijn dat er meer dan 450. ‘Tot voor kort waren we de grote onbekende als brand in onze marktdomeinen en we LEES VERDER OP PAGINA 17

Als specialist in aandrijven en positioneren leveren wij hoogwaardige componenten, diensten en complete oplossingen voor de apparaat- en machinebouw in de Benelux. Uw applicatiewensen staan hierbij centraal.

april 2022

15


WE BUILD YOUR EXPERTISE

ProCleanroom is jouw partner voor clean air solutions PROFESSIONALS IN CLEANROOM TECHNOLOGY De kracht van ProCleanroom Bij ProCleanroom geloven we dat de beste cleanrooms en flowkasten worden gerealiseerd rondom de expertise die in deze stofarme ruimtes plaats gaat vinden. Dus nemen we het kritische proces van onze klanten als startpunt voor de ontwikkeling van onze cleanrooms en laminaire flowkasten. Vanuit kennis over jouw expertise ontleden we het kritische proces in de stofarme omgeving en ontdekken zo de eisen waaraan onze producten moeten voldoen. ProCleanroom is jouw partner voor clean air solutions. Van ontwerp, fabricage, installatie en ISO-validatie tot het inrichten van de ruimtes, accessoires en consumables. Onze oplossingen sluiten naadloos aan op jouw behoeften.

Kwaliteit en snelle levering Meer dan 16 jaar ervaring Permanent en mobiel Flexibel ontwerp

Meer informatie? Neem contact met ons op:

+31 (0)40 400 28 74 info@procleanroom.com www.procleanroom.com


THEMA OOK HET MKB MOET ‘PARIJS’ HALEN. HOE? VERVOLG VAN PAGINA 15

zijn hard bezig om daar verandering in te brengen. Die erkenning als impact company helpt daarbij natuurlijk.’ Het futuristische gebouw The Edge in Amsterdam, hoofdkantoor van Deloitte/AKD en bestempeld als het meest duurzame kantoorgebouw ter wereld, is bijvoorbeeld helemaal voorzien van technologie van SE. ‘We kunnen veel verschil maken voor onze klanten, zeker in de bouw en industrie.’

gedreven waardepropositie. Stel, een levensmiddelenfabrikant vraagt ons of we kunnen helpen met zijn digital factory journey. Dan halen we een of meer machinebouwers erbij en ontwikkelen samen een proof of concept: hoe kunnen machines gekoppeld worden, wat voor data komen eruit, hoe regel je tijdig onderhoud op afstand? We bouwen een softwarematige schil om de productie heen, zodat er optimaal en energieefficiënt geproduceerd kan worden.’

TE COMPLEX EN MONDIAAL SOFTWARE-INSTEEK Van Dasselaar vertelt hoe Schneider Electric een jaar of tien geleden begon met campagnes gericht op energiebesparing in de industrie. Wat is het aandeel van energie in de kostprijs, hoe kan een productielijn efficiënter draaien? ‘Ach, een kilowattuur kost toch niets. Al zouden we daar 10 procent op besparen, wat dan nog?’, was toen vaak de reactie. Pas de laatste twee jaar merkt hij verandering. ‘Mensen beseffen dat we zo niet door kunnen gaan, dat fossiele grondstoffen niet oneindig voorhanden zijn en dat we de wereld beter moeten achterlaten voor volgende generaties.’ Maar qua urgentie kan er wel een tandje bij. In de machinebouw mogen duurzaamheid en circulariteit nog veel meer gaan leven, stelt hij. ‘We kijken met klanten naar slimme investeringen in hard- en software, bijvoorbeeld voor energiemanagement. De kost gaat zoals altijd voor de baat uit. Stel dat ze 20.000 euro moeten investeren, waarmee jaarlijks zeg 8 procent op het energieverbruik bespaard kan worden in hun productieprocessen. Dan nog aarzelen ze soms om het geld echt uit te geven.’ Door de toegenomen digitalisering leveren standaardapplicaties nu overigens ook al continu een scala aan data op en is er steeds meer inzicht in de processen. Machinebouwers kunnen zelf duurzamer produceren en hun geleverde producten en diensten verder optimaliseren. ‘Kleine en middelgrote partijen zijn soms nog sterk mechatronicagedreven. Wil je je machines smart maken, dan is vooral ook een software-insteek nodig. Onze missie is om machinebouwers en eindgebruikers dichter bij elkaar te brengen. Schneider Electric is in beide markten actief. We willen één software-

In de eigen vestigingen zet Schneider Electric sterk in op CO2-neutraliteit, investeert meer dan ooit in r&d om met slimme, duurzame, circulaire klantoplossingen te komen, en selecteert zijn toeleveranciers bewust daarop: hoe duurzaam ondernemen die, wat is hun strategie? Voorbeeld van een grote partner met veel oog voor sustainability is DSM: samen halen ze oude visnetten uit zee, DSM verwerkt de netten tot een grondstof die Schneider Electric voor de productie van wandcontactdozen gebruikt. Ketendwang, waarbij oem’ers hun suppliers verplichten op duurzaamheid in te zetten, vindt ook Van Dasselaar lastig. ‘Hoe krijg je dat voor elkaar? Het overgrote deel van de Nederlandse machines gaat de hele wereld over: klanten in Zuid-Afrika of Mexico komen echt niet met stevige duurzaamheidseisen richting toeleveranciers in Nederland. Die ketens zijn veel te complex en mondiaal. Gelukkig maken we wel al veel stappen, in gesprek met elkaar.’

WHY VAN HET PASPOORT Zowel Brink Industrial, Faes als Schneider Electric weten nog niet goed wat ze van digitale productpaspoorten moeten denken. De EU wil dat paspoortensysteem in 2026 een heel eind klaar hebben: een goed beveiligde database in de cloud, waarin ketenpartijen tijdens de complete levenscyclus van een product informatie moeten vastleggen over de ecologische footprint: van grondstof, productie en transport tot (her)gebruik en afbraak. Het paspoort biedt de overheid vervolgens de grondslag om het grondstoffenverbruik en de CO2-uitstoot te beprijzen. ‘Dat paspoort is erg onbekend in het bedrijfs-

Sander van Dasselaar (Schneider Electric): ‘Mensen beseffen dat we zo niet door kunnen gaan, dat fossiele grondstoffen niet oneindig voorhanden zijn en dat we de wereld beter moeten achterlaten voor volgende generaties.’ Foto: Tom van den Dool

leven, onze klanten hoor ik er nog helemaal niet over’, zegt Faes. Brink Industrial doet mee met aanbestedingen waarbij soms wel LCA’s, life cycle assessments, gevraagd worden om de milieubelasting te bepalen. Van den Bosch: ‘Het is goed dat je weet waar materialen en halfproducten vandaan komen, maar tegelijkertijd moeten we er niet in doorslaan. Wat moet ik met een vraag naar de oorsprong van het gebruikte staal als producenten als Tata het ijzererts op één hoop gooien en mengen? We leveren desgevraagd al een hoop data aan onze klanten als hun klanten iets willen weten.’ Schneider Electric kijkt alvast hoe het invulling kan geven aan die verplichte productpaspoorten. Van Dasselaar: ‘Maar wat is de why ervan, wat voor meerwaarde heeft het als er al zoveel digitale databronnen zijn en er al zoveel traceerbaar is?’

• www.netpositive.world • www.brinkindustrial.nl • www.faes-packaging-solutions.com/nl • www.se.com/nl/nl

De beste meetresultaten met Mitutoyo MCOSMOS v5.0 & MiCAT planner www.mitutoyo.nl

april 2020

17


THEMA OOK HET MKB MOET ‘PARIJS’ HALEN. HOE?

GREEN DEAL EU DWINGT INDUSTRIE TOT VERDERE DIGITALISERING

OM COMPETITIEF ÉN ESG-COMPLIANT TE BLIJVEN

Er is EU-wetgeving op komst die de industrie dwingt duurzaam te worden en jaarlijks de resultaten van hun inspanningen te rapporteren. Die verplichting geldt eerst enkel de grotere bedrijven. Maar, omdat die alleen adequaat kunnen rapporteren als ze van hun leveranciers de benodigde data krijgen, geldt die verplichting de facto ook al voor het mkb. Digitaliseren is dus niet alleen nodig om competitief, maar ook om compliant te blijven. IT-providers zijn inmiddels doende hun software erop voor te bereiden.

• Wat (grote) bedrijven doen om aan de ESG-

• • •

De elementen van de Europese Green Deal. Bron: EU

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

D

e Europese Unie werkt aan een nieuw rechtskader voor een duurzame economie. Europa wil in 2050 klimaatneutraliteit bereiken. Geconfronteerd met de agressie van gasleverancier Rusland is de kans groot dat de unie het gebruik van fossiele brandstoffen nog veel sneller wil terugdringen. Duurzaamheid wordt daarbij niet alleen afgemeten aan milieucriteria, maar ook aan de hand van sociale en bestuursmaatstaven, kortweg geduid als de ESG-criteria (Environmental, Social & Governance). Europese bedrijven worden geacht zich in hun bedrijfsvoering niet alleen in te spannen om illegale houtkap te voorkomen, maar bijvoorbeeld ook om kinderarbeid tegen te gaan. Wat bedrijven doen om aan die ESG-criteria te voldoen, moeten ze in de nabije toekomst open-

18

april 2022

baar maken. Met de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) voert de Europese Unie een verplichting in om over niet-financiële duurzaamheidsindicatoren te rapporteren. De EU-richtlijn moet al in januari 2024 van toepassing worden voor het begrotingsjaar 2023. Europese bedrijven met ten minste 250 werknemers – dat zijn er tienduizenden – moeten zich eraan houden. En, de facto, ook hun honderdduizenden toeleveranciers. Ze moeten hun rapportages in een gestandaardiseerd digitaal formaat indienen bij een nationaal ondernemingsregister, zodat de automatische uitlezing van kerncijfers mogelijk is.

CO2-UITSTOOT RAPPORTEREN Bedrijven in Nederland met honderd werknemers en meer moeten al eerder, naar verwachting per 1 januari 2023, in actie komen vanwege de

criteria te voldoen, moeten ze in de nabije toekomst openbaar maken. En dat geldt de facto ook voor hun toeleveranciers. Digitalisering is cruciaal om verantwoording af te kunnen leggen aan de vele stakeholders. ‘Het ERP-systeem van Isah, specifiek ingericht voor projectgestuurde en toeleverende maakbedrijven, is daar al in grote mate op voorbereid.’ De PLM-tool in het Xcelerator-portfolio van Siemens ondersteunt industriële bedrijven reeds om de duurzaamheid van hun bedrijfsvoering te vergroten.

Normerende regeling werkgebonden personenmobiliteit (onderdeel van het Klimaatakkoord). Dat betekent dat ze de CO2-uitstoot die gepaard gaat met de mobiliteit van hun personeel jaarlijks digitaal moeten rapporteren, zo duidt Eric Mantelaers, hoofd professional practical department en audit partner van accountantsorganisatie RSM. Dat betreft dus alleen nog het personenvervoer. De CSRD zal die CO2-rapportageverplichting uitbreiden. Mantelaers illustreert: ‘Stel je hebt vijftig eigen vrachtauto’s: moderne wagens uitgerust met een Euro 5- of 6-motor. Dan word je geacht bij te houden hoeveel kilometers die maken en met hoeveel – volgens een genormeerde omrekenformule – CO2-uitstoot dat gepaard gaat. Je accountant controleert dat. Kun je die gegevens niet leveren, dan heb je een probleem. Want dan zal de accountant geen goedkeuring kunnen geven aan je jaarrekening.’

DIGITALISERING Het gaat hier om gegevens die digitaal moeten worden bijgehouden en gerapporteerd. Digitalisering van de bedrijfsvoering is dus niet langer alleen van belang voor het realiseren van flexibele en betrouwbare productieprocessen die de klanten kostenefficiënt en op tijd van kwaliteitsproducten voorzien. Digitalisering wordt ook cruciaal om verantwoording af te kunnen leggen aan de stakeholders als de accountant, overheden, klanten, leveranciers, personeel, omwonenden, et cetera. ‘Stel nu’, zo vervolgt Mantelaers zijn voorbeeld, ‘dat die vijftig eigen trucks niet voldoende zijn. Voor nog eens tien vrachtauto’s aan


taliseerd bent dat je de relevante data snel en tegen lage kosten kunt presenteren. Zo niet, dan krijg je die lening niet, of hooguit tegen verzwaarde voorwaarden.’ Uit de hoek van private equity en strategische kopers klinkt een vergelijkbaar geluid: bedrijven die ESG-compliant zijn, worden tegen een hogere prijs gekocht, signaleert KienhuisHoving advocaten en notarissen.

ERP Het ERP-systeem speelt vanzelfsprekend een belangrijke rol in het administreren van alle financiële en niet-financiële data. Maar om ‘zijn’ ERP helemaal klaar te maken voor de klimaatneutrale toekomst zijn wel aanpassingen nodig, weet Frank Groot, ceo van ERP-leverancier Isah. Hij constateert dat zijn klanten ‘nog niet allemaal bezig zijn Parijs te halen’ en om die reden hun klimaatimpact gehalveerd willen hebben in 2030. Wel is een deel van de klandizie, al dan niet geïnstigeerd door grote multinationale klanten, doende met het inrichten van een circulair, as-aservice businessmodel. Een model waarin niet eenmalig betaald wordt voor de aanschaf van een product, maar middels een (maandelijkse) abonnementsvergoeding voor het gebruik ervan. Een model ook waarin er retourstromen ontstaan.

VERTALEN NAAR AS-A-SERVICE Zo’n model heeft behoorlijk wat implicaties. Het ERP-systeem van Isah, specifiek ingericht voor projectgestuurde en toeleverende maakbedrijven, is daar al in grote mate op voorbereid, aldus Groot. ‘Maar het moet in de programmatuur uit-

Frank Groot: ‘We moeten de programmatuur nog explicieter vertalen naar de nieuwe as-a-service businessmodellen.’ Foto: Isah

capaciteit maak je een afspraak met een transportbedrijf. Dat beschikt echterStel overdat uitsluitend drukkelijker worden benoemd. een klant Euroons 4-wagens. Als je as-a-service dan beslist die inzet maar van een machine in de markt nieten mee in jekapot verslaglegging, zet dattedenemen machine gaat. Als hijomdat dan daarmee de COheeft met zijn klant afgesproken dat die hem de van je onderneming 2-uitstoot kapotte kan toesturen en(die hemnog in afwachting uitkomt boven de norm moet worden daarvan direct eendan nieuwe moet hijop datjeals vastgesteld, red.), zul jestuurt, je accountant pad vinden. Blijkt dan dat die vervoerder de gevraagde data niet kan leveren, dan heb je een nog groter LEES VERDERprobleem.’ OP PAGINA 21

DWANG

Expertise – Passion – Automation

Maar, zoveel wordt ook duidelijk: die ingehuurde vervoerder heeft dan nog veel meer problemen. ‘Nu al willen beursgenoteerde ondernemingen geen zaken doen met toeleveranciers die niet goed zijn gedigitaliseerd en daardoor de gevraagde ESG-data niet kunnen leveren. Met andere woorden: ook al ben je een bedrijf met maar tien mensen op de loonlijst, als je grote bedrijven als klant hebt word je ook om redenen van accountability gedwongen je processen goed te digitaliseren.’ Hetzelfde geldt inmiddels als je bij de bank SMC geeft duurzaamheid serieuseen aandacht. bij om de lening wilWij ofdragen die wil herfinancieren, weet hij: schadelijke gevolgen voor het milieu te beperken. Daarom zijnje wij ‘Grote banken eisen nu al dat zodanig gedigi-

Producten ontwikkelen met aandacht voor het milieu altijd op zoek naar duurzamere oplossingen, met CO2-reductie als topprioriteit.

Producten ontwikkelen die compact en licht zijn – daar ligt onze passie. Ze vereisen minder grondstoffen om te produceren en minder tijd om te verwerken. En sommige verbruiken ook minder energie. Scan de QR-code en lees meer over onze inspanningen voor een milieuvriendelijke toekomst. SMC, de kennispartner voor duurzaamheid in de industrie.

smc.nl

april 2022

19



VERVOLG VAN PAGINA 19

zodanig kunnen vastleggen. De ‘te verwachten retouren’ moeten op de juiste manier weer inzichtelijk worden gemaakt. We kunnen deze processen nu al ondersteunen bij onze klanten want de achterliggende structuren daarvoor zitten reeds in ons systeem. Maar we moeten de programmatuur nog wel explicieter vertalen naar de nieuwe as-a-service businessmodellen.’

AS-MAINTAINED Dat speelt ook op het moment dat de kapotte machine van de klant binnenkomt. ‘Die kan dan niet alleen onder zijn artikelnummer geregis-

circulaire as-a-service proces nog beter te ondersteunen zullen we het meer centraal moeten stellen in onze programmatuur.’

PLM ERP is dus voor de gehele keten cruciaal om de stap te zetten naar ESG-compliancy. Datzelfde geldt voor de inzet van PLM. Siemens Digital Industries Software biedt met zijn Xcele-ratorportfolio onder meer een PLM-tool die industriële bedrijven reeds ondersteunt om de duurzaamheid van hun bedrijfsvoering te vergroten. Zo biedt de Teamcenter Product Cost Management-module inzicht in de CO2-opbouw (en de kosten ervan) van een product en de processen waarmee het geproduceerd is. Het noopt een machinebouwer tot het uitsluitend inzetten van leveranciers van grondstoffen, componenten en productietools die de data over de emissies die met hun leveringen gepaard zijn gegaan op een adequate manier kunnen leveren. En die ook garanderen dat hun manier van werken voldoet aan de (EU-)richtlijnen die daarvoor gelden. Dat er bijvoorbeeld geen gebruik is gemaakt van materialen die gevaarlijk zijn of afkomstig uit conflictgebieden, aldus portfolio development director Gregor Hiller.

‘KUN JE DIE GEGEVENS OVER JE CO2-UITSTOOT NIET LEVEREN, DAN HEB JE EEN PROBLEEM’

treerd worden. Immers, het apparaat verkeert in een bepaalde status van onderhoud. Er zullen onderdelen vervangen moeten worden, andere onderdelen moeten worden opgeknapt. Dat maakt die machine uniek en dus moet die worden geregistreerd onder zijn unieke serienummer dat de machine bij zijn ‘geboorte’ heeft gekregen. Dit geeft inzicht in zowel de as-built als de asmaintained structuur van de machine.’ Hetzelfde geldt voor de modulen en onderdelen waaruit de machine is opgebouwd, vervolgt Groot. Aan de hand van bijvoorbeeld de R-ladder-verdeling, in zes stappen van reuse (gereed voor hergebruik) naar recover (alleen nog geschikt om energie uit de materialen te winnen). ‘Je wilt dan kunnen vastleggen wat het oordeel is van je onderhoudsmonteur over die module of dat onderdeel en wat er dan vervolgens mee gebeurt: repareer je het zelf, wordt het voor reparatie teruggestuurd naar de leverancier ervan, of wordt het opgeslagen zodat het later als batch kan worden geretourneerd?’

BIJHOUDEN CO2-OPBOUW Isah heeft zijn ERP-software, specifiek dus bedoeld voor maakbedrijven, al tientallen jaren geleden voorzien van softwaremodulen voor het registreren van servicehandelingen. ‘Hiermee kunnen bedrijven ook retourstromen afhandelen. Maar toen we die software schreven, was dat vanuit het idee dat het verlenen van service aan de klant met bijbehorende retourstromen een bijzaak was. Voor meer en meer klanten wordt dat nu een hoofdzaak. De onderliggende structuur daarvoor is dus al in ons pakket aanwezig. Zoiets als het bijhouden van de CO2-opbouw in de BOM vergt niet meer dan het toevoegen van een extra veld in een productrecord. Echter, om dat

DIGITAL TWIN Met de Xcelerator-software kan van een product een digital twin worden gemaakt zodat het functioneren ervan digitaal kan worden gesimuleerd. Daarmee kan de ontwerper, voordat er ook maar iets is geproduceerd, nagaan hoe hij dat product bijvoorbeeld zo licht mogelijk kan maken. ‘Gebruikmakend van bijvoorbeeld de vormvrijheid die 3D-printing hem biedt, kan hij een component voor een vliegtuig zo ontwerpen dat het zo min mogelijk weegt. Dat scheelt materiaal, en gedurende de lifecycle van het vliegtuig scheelt het ook heel veel energiekosten en CO2-uitstoot’, illustreert Pieter Dejonghe, presales & business development manager BeNeLux.

Gregor Hiller: ‘Een Nederlandse scheepsbouwer heeft met onze software een schip ontworpen dat 6 tot 10 procent minder brandstof verbruikt dan het voorgaande ontwerp.’ Foto: Siemens

LIFECYCLE Met een digital twin en de simulatiemogelijkheden is ook inzichtelijk te maken hoe een product zich tijdens zijn leven zal gedragen. Hiller: ‘Een Nederlandse scheepsbouwer heeft met onze software een schip ontworpen dat 6 tot 10 procent minder brandstof verbruikt dan het voorgaande ontwerp. Dit omdat de ontwerper kon kiezen voor die materialen en die constructie die de boot veel lichter maakten. Hij kon tijdens het modelleren bijvoorbeeld rekening houden met de – energiekostende – vibraties die ontstaan bij een bepaalde snelheid in specifieke omstandigheden. En het schip zo ontwerpen dat het zo goed mogelijk – remote en on site – te onderhouden is, zodat het zo lang mogelijk meegaat.’ ‘Of neem de batterij voor een auto’, pakt Dejonghe over: ‘Met de software in het Xcelerator-portfolio kan de fabrikant die zo ontwerpen dat die zo lang mogelijk mee gaat. Dat de batterij nog een tweede leven kan krijgen als een peak shaver. En dat die aan het eind van zijn leven goed gerecycled kan worden omdat er gebruik is gemaakt van goed te scheiden, recyclebare materialen.’

WAARHEID

Het Xcelerator-portfolio stelt de gebruiker in staat van al zijn producten en processen een single source of truth vast te leggen. En zo vast te leggen, hoeveel gewicht is bespaard en hoeveel CO2-emissie dat scheelt. Hoeveel langer onderdelen meegaan en hoeveel grondstoffen dat uitmaakt. Gekoppeld aan ERP kan zo gemakkelijk EC-RICHTLIJN: CHECK VOLLEDIGE WAARDEKETEN en getrouw vastgelegd worden in hoeverre een onderneming aan de geldende ESG-doelen heeft voldaan, alduswaar Hiller. Eind februari publiceerde de Europese Commissie een zijn in sectoren het risico op misstanden het voorstel voor een richtlijn die bedrijven gaat verplichten hun volledige waardeketen te checken op ESG-misstanden en die ook aan te pakken. In eerste instantie geldt die zorgplicht alleen voor bedrijven met meer dan 500 medewerkers en een netto-jaaromzet van €150 miljoen of meer. Voor bedrijven met minimaal 250 medewerkers en minstens €40 miljoen omzet gaan de regels twee jaar na invoering ook gelden als ze actief

grootst is als de textiel, de landbouw en de mineralenwww.rsmnl.com Daarmee blijft de rest van het bedrijfsleven •winning. buiten schot. De regels gaan ook op voor het mkb •nietwww.isah.com www.sw.siemens.com die veelal onderdeel vormen van de waarde•omdat keten van de grotere bedrijven die hun toeleveranciers dus zullen (moeten) dwingen mee te doen.

• www.ec.europa.eu april 2022

21


THEMA OOK HET MKB MOET ‘PARIJS’ HALEN. HOE?

POMPKETEN PAKT GEZAMENLIJK VERANTWOORDELIJKHEID OM CIRCULARITEIT DICHTERBIJ TE BRENGEN

‘RETOUREN BEVATTEN EEN ENORME HOEVEELHEID INFORMATIE’ Ontbrak vijf jaar geleden de urgentie voor circulariteit, inmiddels is deze onweerlegbaar geworden onder invloed van overheidssturing (het rijksbrede programma ‘Nederland circulair in 2050’), componentenschaarste, hoge grondstof- en energieprijzen en de geopolitieke situatie. Dat besef lijkt een belangrijke succesfactor voor het initiatief Circopomp – gesteund door vijf fabrikanten en vijf groothandels, onder regie van Circospin – dat deze maand van start gaat en pompen circulair wil maken. Dit door voor de complete keten inzichtelijk te maken hoeveel pompen retour komen en wat ermee gebeurt. DOOR WILMA SCHREIBER

E

en jaar geleden startten Marco Pastoor en Franjo Stakovic het bedrijf Circospin. Dat helpt als regisseur ketenpartijen bij het implementeren van circulariteit. Pastoor had bij de Deense pompenfabrikant Grundfos, zijn voormalige werkgever, samen met de technische groothandel Technische Unie, al een take-back project opgezet. Bij deze pilot in circulariteit werden kleine pompen via één groothandel teruggenomen en bij de fabriek afgeleverd, voor remanufacturing. Een presentatie voor branchevereniging Holland Pomp Groep volgde. ‘De vraag was: moeten we circulariteit niet met de gehele keten oppakken? Vervolgens hebben we in een aantal sessies met enkele groothandels, fabrikanten en grote installatiebedrijven een gemeenschappelijke deler bedacht, om daar als keten mee te starten’, vertelt Pastoor. Inmiddels zitten alle vijf fabrikanten – Wilo, Grundfos, KSB, DAB en Biral – en alle vijf groothandels – Wasco, Rensa, Technische Unie, Plieger en Solar – aan tafel en hebben zij commitment uitgesproken voor Circopomp.

SIMPEL PROCES Tot nu toe hadden installateurs in de dagelijkse praktijk te maken met diverse merken pompen en konden ze die alleen terugbrengen bij de vaste groothandel van de betreffende fabrikant. Aangezien installateurs pompen van meerdere leveranciers servicen, bemoeilijkte dit de retourstromen. ‘Zo’n project wordt alleen succesvol als het simpel is, dat installateurs niet hoeven na te denken bij wie ze wat moeten terugbrengen. Daarom is het belangrijk om dit als keten op te pakken, zodat het niet uitmaakt waar de installateur de pomp koopt, hij kan deze terugbrengen bij de groothandel waar hij de meeste zaken mee doet, net als bij bierkratjes in de supermarkt. Dat is het sterke van een ketenproces’, betoogt Pastoor. ‘Om zo’n ketenproces op te tuigen, zijn onderlinge afspraken, eenduidigheid en vertrouwen onontbeerlijk. Alle tien partijen hebben daar nu blijk van gegeven.’

RAPPORTAGE PER BAK

Circospin regelt het proces vanaf de vijf groothandels: daar komen inzamelbakken voor pompen. Volle bakken worden getransporteerd naar een hub en naar sociale werkplaatsen. De pompen worden uitgesorteerd naar merk en eventueel naar een volgende verkeersstap. ‘Een fabrikant kan bijvoorbeeld aangeven dat hij bepaalde pompen apart wil hebben voor één bepaalde fabriek, of omdat die voor hem de meeste waarde hebben. Of andere juist niet, omdat deze niet meer inzetbaar zijn vanwege te hoog energiegebruik of nieuwe regelgeving’, schetst Pastoor. Circospin rapporteert vervolgens per bak hoeveel pompen erin zitten, van welke merken en houdt ook bij hoe lang het duurt voor een bak vol zit. ‘De groothandel weet zo precies wat verzameld wordt en waar de oude pompen heen gaan. En dat is Circospin regelt het proces vanaf de vijf groothandels: daar komen inzamelbakken voor pompen. Foto: Circopomp nieuw. Want hoewel alle ketenpar-

22

april 2022

• ‘De vraag was: moeten we circulariteit niet met

de gehele keten oppakken?’ • ‘Zo’n project wordt alleen succesvol als het

simpel is, dat installateurs niet hoeven na te denken bij wie ze wat moeten terugbrengen’ • ‘De angst bij fabrikanten is dat een gereviseerde pomp een slechte kwaliteit betekent, maar dat is niet het geval.’ • ‘Groothandels en fabrikanten geven zo samen een boodschap af: als dit voor pompen mogelijk is, kan het ook voor andere producten.’ • ‘Wil je het tot een succes maken, dan moet je het samen doen.’

tijen precies kunnen vertellen hoeveel pompen ze verkopen, weten ze niet hoeveel er retour komen’, zegt Pastoor. ‘Terwijl het voor de groothandel interessant is te weten of er in retouren patronen te ontdekken zijn qua merken of type pomp en installateur. Ook voor fabrikanten bevatten retouren een enorme hoeveelheid informatie. Als bijvoorbeeld één type pomp vaak retour komt, kunnen zij onderzoeken waar dat aan ligt en in geval van een productiefout het product verbeteren.’

URGENTIE VOELBAAR Businessmanager Onderdelen Rob van Ewijk van technische groothandel Wasco is ervan overtuigd dat circulariteit pas gaat werken als de eindklant de urgentie voelt. ‘Die urgentie is er nu. Vanuit de markt krijgen we steeds vaker de vraag om producten niet alleen op te halen, maar ook te laten zien wat er vervolgens mee gebeurt: hoe ze worden verwerkt tot grondstof, via recyclen, refurbishen enzovoort’, zegt hij. ‘Dat betekent ook dat fabrikanten niet alleen moeten kijken hoe ze een product zo goedkoop mogelijk kunnen produceren, maar ook hoe dit te refurbishen is. En vervolgens aan de voorkant kijken hoe ze de pomp anders bouwen zodat deze makkelijker te repareren is.’

BRANCHEBREED UITSPREKEN Technische groothandel Rensa startte met fabrikant Wilo een vergelijkbaar initiatief op (Repump). ‘Maar als signaal naar de markt, hebben we ons project laten integreren met Circopomp. Het is belangrijk om dit nu ketenbreed uit te spreken’, stelt Rik Welling, als vestigingsdirecteur in Doetinchem verantwoordelijk voor landelijke key accounts op service en onder-


houd. ‘Zelf beschikken we wel over globale informatie rond het aantal kilo’s materiaal en het aantal pompen, maar dat gaat niet zo diep als waar komt de pomp vandaan en waar gaat die naartoe. Dat is het mooie van een ketenbreed initiatief, dat pompen worden hergebruikt in plaats van verschrot. Het gaat immers om grote aantallen.’

REVERSED LOGISTICS Pastoor beaamt dat de samenleving steeds meer focust op het verhaal achter de levensduur van een product: hoe is reparatie geregeld, wat V.l.n.r. Rob van Ewijk (Wasco), Franjo Stakovic (Circospin), Rik Welling (Rensa), Robert Esseboom (Wasco) en Marco Pastoor (Circospin): gebeurt ermee na ‘Mooi om te zien dat de keten bij circulariteit zegt: dit doen we met zijn allen.’ Foto: Grietje Mesman vervanging? ‘Jaarlijks komen er zo’n 850.000 dit ook in een grotere impact op CO2-reductie, nieuwe circulatiepompen op de markt, waarbij de KOUDWATERVREES oude op de afvalberg verdwijnen: een groot zwart energiebesparing en worden minder producten Ook Welling constateert dat de installatiemarkt gat. En dat is nog maar één productgroep. De onnodig verbrand.’ Robert Esseboom, projectnog huiverig staat tegenover refurbishment, tervraag is wie de verantwoordelijkheid neemt: de leider circulariteit bij Wasco, ziet ernaar uit wijl het bij telefoons en auto’s al gemeengoed is. fabrikant levert aan de groothandel. En die weer circulariteit breder te trekken naar allerlei typen ‘Met revisie of refurbishment sta je in onze hanaan de installateur die het product in een gebouw onderdelen. ‘Ik ben eigenaar van een installatiedel meteen 1-0 achter. De angst bij fabrikanten is plaatst’, zegt hij. De reversed logistics blijkt heel bedrijf geweest en heb me er altijd over verbaasd dat een gereviseerde pomp een slechte kwaliteit dat je bij een storing nieuwe onderdelen erin betekent, maar dat is schroeft, die langer meegaan dan de levensduur niet het geval: er zit van de ketel. Dankzij Circopomp heeft de klant veel werk aan.’ Van straks wél de keus tussen nieuw of gereviseerd.’ Ewijk stelt dat die koudwatervrees ook leeft bij installateurs en AMBASSADEURS monteurs. ‘Technische Hoewel het opzetten van Circopomp de nodige mensen willen het tijd heeft gekost, onder meer vanwege zorgen beste voor de klant en over het kostenaspect, overheerst binnen de niet iets repareren en branche nu het besef dat het een must is deze de dag erna gebeld taak op te pakken. Het proces is ingericht, de worden dat het weer logistiek geregeld en medewerkers van de betrokkapot is. Daarom is het ken organisaties geïnformeerd. Circopomp zet goed om samen met een social-mediacampagne richting installateurs de leverancier te kijken op, daarnaast promoten fabrikanten en grootwat je wel kunt reviseren, waar iedereen achter handels het initiatief zelf richting hun eigen lastig. ‘Decennialang waren de stromen één kant staat. Als een installateur zo’n product kan verklanten. Stakovic: ‘Alle tien partijen hadden al een op gericht, nu komt er een steeds grotere stroom kopen met een garantiesticker van de leverancier, terug. Want het is natuurlijk raar dat je hier zeker animo voor circulariteit. Voor Circospin is het nog spannend maar doen ze het eerder.’ producten weggooit en elders ter wereld grondwas de uitdaging daarin de synergie te vinden stoffen met veel moeite uit de grond haalt. qua strategie, beleid, mens & organisatie, bewustBinnen Circopomp hebben we met elkaar de wording en logistiek. Die zoektocht naar de OLIEVLEKWERKING conclusie getrokken dat we als keten de verantgemeenschappelijke factor heeft geleid tot CircoMet Circopomp willen alle branchepartijen woordelijkheid nemen. Wij maken voor de instalpomp. Mooi om te zien dat de keten bij circucirculariteit concreet vorm geven en zo een stap lateur inzichtelijk welke bijdrage hij levert. Ik zie verder brengen in de dagelijkse praktijk. ‘Grootlariteit zegt: “Dit doen we met zijn allen”.’ de honger bij pompfabrikanten om te leren van handels en fabrikanten geven zo samen een Welling beaamt het belang van samen optrekken. de auto-industrie, waar reeds gewerkt wordt met boodschap af richting de markt: als dit voor ‘Wij komen bij heel veel klanten, maar ook bij codes en materiaalpaspoorten. Het liefst herpompen mogelijk is, kan het ook voor andere heel veel klanten niet. Zo heeft elke groothandel gebruiken we morgen 99 procent van alle producten. Dat creëert bewustwording en heeft zijn klantencategorieën en productgroepen. producten, zodat de groothandels naast nieuwe hopelijk ook een olievlekwerking naar andere Wil je het tot een succes maken, dan moet je het ook gerecyclede of gecertificeerde gebruikte grote bedrijven’, aldus Stakovic, die stelt dat Cirsamen doen. Daarom zijn we Circopompproducten kunnen aanbieden. Maar zo’n transitie cospin ook projecten uitwerkt voor andere proambassadeurs.’ van een lineaire naar een circulaire economie ducten en doelgroepen. ‘Als we dit initiatief kunkost tijd.’ nen uitbreiden naar meer producten, resulteert www.circopomp.nl

‘DECENNIALANG WAREN DE STROMEN ÉÉN KANT OP GERICHT, NU KOMT ER EEN STEEDS GROTERE STROOM TERUG’

april 2022

23


THEMA OOK HET MKB MOET ‘PARIJS’ HALEN. HOE?

WOODY BUILDING CONCEPTS STAAT MET ‘LEGOBLOKKEN’ KLAAR VOOR DE BOOST MET HOUT

HOUTBOUW: STRAKS VOORAL KWESTIE VAN PRIJS-KWALITEIT Op de oude voet doorgaan met het gebruik van grondstoffen is geen optie meer. Duurzaam en circulair is wat het moet zijn, zo vinden ze ook bij Woody Building Concepts. Het bedrijf – binnenkort gevestigd in een volledig houten nieuwbouw in het Brabantse Nieuwkuijk – biedt houtbouwconcepten met standaard maatvoeringen. Mocht die CO2-taks op beton en staal er komen, dan kan het in hun ogen met hout echt los.

DOOR JAN BROEKS

H

out duurzaam? Je kunt het net zo goed veelzijdig noemen, afgaand op de voordelen van het materiaal die commercieel manager Job Kuijpers opsomt. Hout zorgt voor een lagere CO2-footprint tijdens winning en transport. Het is licht en dus snel te verwerken en het houdt CO2 vast. En wat te denken van de esthetische waarde? ‘Hout is rustgevend, de uitstraling ervan verhoogt het werkplezier. Bovendien maak je er als bedrijf een statement mee – ook richting de nieuwe generatie werknemers. Zij hechten meer dan ooit aan een werkgever die duurzaamheid voorop zet en dat laat zien met het gebouw. Voor een van onze klanten was de strijd om personeel dé reden om de voorgevel van zijn nieuwbouw zo veel mogelijk van hout te maken.’ En ja, een houten gebouw heeft akoestisch gezien z’n uitdagingen. ‘Maar door massa toe te voegen en met oog voor detaillering is dat wel op te lossen.’

HOUT VERSNELT Betonnen kolommen en houten liggers worden meer en meer gecombineerd in distributiecentra, zoals ook blijkt uit de door Woody Building Concepts en zusterbedrijf Hercuton gerealiseerde projecten voor logistiek. De keuze voor hout ligt voor de hand, vertelt Maarten Bakker, algemeen directeur Cluster Bedrijfshuisvesting van Janssen de Jong Groep. ‘We kunnen er snel mee bouwen, bovendien zorgt het met onze standaardisatie voor een waardevoller gebouw. En beton, afkomstig van ons zusterbedrijf New Horizon, is in de nabije toekomst circulair. Circulair beton verlaagt de CO2-footprint met meer dan 60 procent. Dat heeft veel impact, zeker wanneer je bedenkt dat beton verantwoordelijk is voor 8 tot 9 procent van de wereldwijde CO2-uitstoot.’

• www.woodybuildingconcepts.nl 24

april 2022

MODULAIR EN CIRCULAIR Woody Building Concepts richt zich op kantooromgevingen, workspaces en logistieke gebouwen en werkt zo veel mogelijk met standaard maatvoeringen. Dat maakt de houten delen onderling uitwisselbaar en later Job Kuijpers, commercieel manager bij Woody Building Concepts, benadrukt de waarde opnieuw inzetbaar. van hout in de strijd om personeel. ‘Met een houten gebouw maak je als bedrijf een Kuijpers zou graag zien statement.’ Foto’s: Woody Building Concepts dat die modulaire, circulaire aanpak gangandere bedrijven hebben opgedaan.’ baar wordt voor de hele markt. ‘Veranderen Die totaalaanpak is onderscheidend, volgens Bakmoeten we toch echt met z’n allen doen. Met ker. ‘Sommige partijen ontwerpen alleen, andere Houtlab geven we alvast het goede voorbeeld – bouwen alleen. Wij doen beide en daarvan zijn er practice what you preach.’ in Nederland – voor hout – niet veel. Desgewenst Vandaar ook de investering in een multifunctiokunnen we alles leveren: van ontwerp tot en met nele, volledig houten nieuwbouw, langs de A59. bouw, montage en onderhoud.’ Cluster Bedrijfshuisvesting van Janssen de Jong Groep, waar Woody Building Concepts onderdeel van is, laat het bouwen. Wanneer het begin 2023 INITIËLE INVESTERING STRUIKELBLOK klaar is, prijkt er straks Houtlab op de gevel en Waar die aanpak toe leidt, blijkt onder meer uit krijgen ook andere bedrijven uit de groep er hun bedrijfsverzamelgebouw HoutWerk in Utrecht. plek. Maarten Bakker, algemeen directeur van het Dit circulaire pand is door Woody Building cluster: ‘We creëren ruimte om samen te werken Concepts volledig van hout gemaakt. Een en te engineeren. En ook om samen te experiopdracht van ontwikkelaar Lingotto, die de menteren en te innoveren op het gebied van meerwaarde van hout inziet en de initieel hogere circulariteit en duurzaamheid.’ investering in het materiaal ervoor overhad. Dat laatste is volgens Kuijpers de reden dat de boost met hout vooralsnog uitblijft. ‘Hout is op GEBOUWFUNCTIE LEIDEND voorhand iets duurder dan bijvoorbeeld beton. Betonbedrijf Hercuton en staalbedrijf Remco Ruimtebouw behoren eveneens bij Cluster Dat is vooral een kwestie van vraag en aanbod, Bedrijfshuisvesting. Bijt dat elkaar niet, wanneer met momenteel een ondercapaciteit bij de je vol inzet op hout als alternatief? Bakker vindt houtverwerkende industrie.’ van niet. ‘Veel hangt af van de functie van een Die investering loskrijgen is uitdagend, zegt gebouw, enkel en alleen hout is niet altijd de Kuijpers. Maar de markt verandert. Bedrijven beste oplossing. Daarom kijken we binnen de nemen meer en meer hun verantwoordelijkheid groep ook hoe we andere materialen zo duurop het vlak van duurzaamheid, al dan niet gedrezaam mogelijk kunnen inzetten (zie kadertekst, ven door de eisen van hun klanten. ‘Bovendien red.) en profiteren we met Woody Building heeft hout ten opzichte van beton en staal een Concepts juist van de kennis die we met onze lagere TCO (total cost of ownership, red.). De


restwaarde is hoger, doordat het beter opnieuw te verwerken is. Ook is hout relatief licht, waardoor er bespaard kan worden op de onderconstructie.’ Tot slot verwijst Bakker naar de verwachte CO2taks op onder andere beton en staal. ‘Mocht die

‘VERANDEREN MOETEN WE TOCH ECHT MET Z’N ALLEN DOEN’

heffing er komen, dan is hout acuut goedkoper. Dat gaat zorgen voor nieuwe klanten, vanwege de nog betere prijs-kwaliteitverhouding.’

AANGROEI MINUTENWERK Voor de bouw gebruikt Woody Building Concepts duurzaam FSC-gecertificeerd hout uit Europa, waar de benodigde bomen ook weer worden aangeplant. De groei gaat sneller dan je denkt, vertelt Bakker. ‘Neem de hoofddraagconstructie van HoutWerk, die omvat bijna vijfhonderd kuub vurenhout. Diezelfde hoeveelheid is in Noord-Europa binnen 3,5 minuut

weer aangegroeid.’ Zulke cijfers vormen de basis van het materiaalpaspoortensysteem waarmee de bouw vooroploopt, bedoeld als overzicht van de ecologische footprint tijdens de levenscyclus van een product. Kuijpers: ‘Wat wij doen sluit daarop aan, bijvoorbeeld met BIM (building information modelling, red.). Daarin staan naast het 3Dontwerp inmiddels ook alle materialen en hun herkomst. Voor ons is een paspoort niet meer dan een druk op de knop, als bewijs dat je alles goed hebt vastgelegd.’ Uit alle ontwikkelingen rondom houtbouw ‘Als er een CO2-taks komt, dan is hout acuut goedkoper’, aldus Maarten Bakker, spreekt ook een herwaardering van het mate- algemeen directeur van Cluster Bedrijfshuisvesting van Janssen de Jong Groep. riaal. Bakker: ‘Ooit was hout het hoofdbestanddeel voor de bouw. In de in een inspirerende omgeving met elkaar willen vorige eeuw is het vervangen door beton, maar samenwerken. Dus moet er echt een reden zijn nu komt het meer en meer terug. Deels door de om naar kantoor te komen en te werken in een duurzame eigenschappen, en toch ook vanwege verbindende omgeving. Hout draagt daaraan bij, de uitstraling. Na corona moeten kantoorgebouen dat hebben steeds meer bedrijven goed in de wen een soort clubhuizen worden, waar mensen gaten.’

Protonic ontwikkelt en produceert industriële elektronica voor OEM’ers en heeft hiervoor alle kennis in huis. • Research • Engineering • Productie info@protonic.nl

www.protonic.nl

april 2022

25


ADVERTORIAL

OREEL EN AWETA PLUKKEN BEIDEN DE VRUCHTEN VAN HUN SAMENWERKING

ONDERDELEN GESORTEERD NAAR ASSEMBLAGELIJNEN VOOR SORTEERMACHINES One-stop shop zijn voor klanten als machinebouwer Aweta, daar zet het Friese metaalbewerkingsbedrijf Oreel Metal Components & Assemblies op in. ‘Onze strategie is een zo compleet mogelijke toelevering door middel van een divers machinepark en 150 breed opgeleide vakmensen. Zo kunnen we alles snel in eigen huis organiseren en de doorlooptijd kort houden’, aldus directeur Sytse Oreel.

Oreel stroomlijnt niet alleen zijn werkprocessen richting klanten, maar biedt ook de eigen medewerkers een aangename werkomgeving. Foto: Oreel

HIGH-MIX, LOW-VOLUME Oreel in Hallum focust op kleine series (high-mix, low-volume) met een uitgebreid machinepark dat uniek is voor Nederlandse begrippen. ‘Niet alleen ultramodern maar ook extreem divers, net als onze klanten. Daardoor hoeven zij niet voor iedere bewerking naar een andere leverancier. Compleet toeleveren is dan ook ons specialisme: van lasersnijden en kanten met een bereik van 12 meter tot de snelste fiberlasers voor snijden en laserlassen. Maar we bieden ook diensten als het lasersnijden van profielen, verspanen en assembleren; meestal kom je daarvoor bij meerdere bedrijven terecht. Alles is erop gericht de klant te ontzorgen.’ Voor de nabewerking werkt het bedrijf samen met een aantal vaste partners.

Aweta bouwt sorteer- en verpakkingslijnen voor groente en fruit. Oreel levert plaatwerkonderdelen gesorteerd aan bij Aweta, waar ze meteen naar de assemblagelijn gaan. Foto: Aweta

GROENTE- EN FRUITSORTEERMACHINES Een van de klanten waar Oreel deze strategie – ruim 10 jaar – in praktijk brengt, is Aweta in Pijnacker. Dit bedrijf in groente- en fruitsorteermachines besloot zijn onderdelen niet langer zelf te fabriceren, maar in te kopen bij Oreel en in de eigen fabriek te assembleren. Sytse Oreel: ‘Uitbesteding van het plaatwerk betekende voor Aweta een belangrijke kostenbesparing. Voor ons ligt de uitdaging in het in de juiste kwaliteit, op tijd en in de juiste aantallen leveren van onderdelen.’ STRAKKE PLANNING, EFFICIËNTE SAMENWERKING De planning is strak, heldere communicatie cruciaal. ‘Aweta werkt met een taktplanning, waarbij ze elke drie dagen een machine in elkaar zetten. Wij moeten elke keer een bestelling op maat aan machineonderdelen aanleveren. Inclusief uitbesteding – twee derde van de onderdelen moet worden gepoedercoat of verzinkt – hebben we vijftien dagen voor de productie’, zegt Sytse Oreel. ‘Dat vergt een efficiënte samenwerking. Met name omdat de producten zodanig gesorteerd worden geleverd, dat ze rechtstreeks naar de assemblagelijn kunnen gaan. Door de intensieve samenwerking zijn ingangscontrole, wegleggen in magazijnen en andere niet-waardetoevoegende activiteiten minder relevant geworden en kan de assemblage meteen beginnen.’ DOORLOOPTIJDVERKORTING Intern streeft Oreel op alle fronten naar doorlooptijdverkorting. ‘Zo hebben we de orderverwerking op de afdeling werkvoorbereiding geautomatiseerd, wat betekent dat een order binnen een halve dag gereed is voor productie’, vertelt Sytse Oreel. ‘Ook op softwaregebied proberen we eruit te halen wat erin zit, met als doel snel en foutloos leveren. Onze papierloze fabriek zorgt voor continu actuele data in onze processen.’

VERBETERDE WERKPROCESSEN Oreel en Aweta plukken beiden de vruchten van de samenwerking. ‘Je houdt elkaar scherp en legt de lat steeds een stukje hoger. Veel zaken die we voorheen als onmogelijk inschatten, hebben we dankzij dit partnerschap toch weten te realiseren’, aldus Sytse Oreel. ‘Aweta is nu in staat snel op en af te schalen en met de planning te schuiven. We hebben allebei ons werkproces kunnen verbeteren en dat heeft ons ook commercieel geen windeieren gelegd.’ Peter Vermaat, manager Production & Procurement bij Aweta benadrukt eveneens de meerwaarde van samenwerking tussen oem’er en toeleverancier: ‘Door samen problemen op te lossen, zijn wij tot een optimale leverperformance gekomen met Oreel.’


DAVID David Kemps is sector banker Industrie bij ABN AMRO.

david.kemps@nl.abnamro.com www.abnamro.nl/nl/zakelijk/insights

DUURZAME EISEN ÓÓK AAN HET MKB – BEREID U VOOR! Het vooruitzicht van een lange periode met hoge energieen grondstofprijzen geeft de energie- en circulaire transitie in Nederland een flinke duw. Duurzame energieopwekking en recycling zijn de beste manieren om onafhankelijker te worden van het Russisch gas en grondstoffen. De industrie moet dus zo snel mogelijk verduurzamen. Banken spelen hierin een belangrijke rol, door de financiering van deze overgang. Ook ABN AMRO heeft zich gecommitteerd aan het Nederlandse Klimaatakkoord. Daarbij streven we niet alleen naar het verlagen van het eigen energie- en materiaalverbruik, maar ook naar een lagere CO2-emissie van onze klanten. Financiële instellingen moeten al sinds 2018 rapporteren over bijvoorbeeld CO2-uitstoot. Met de komst van de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) gaat deze rapportageplicht vanaf volgend jaar gelden voor alle beursgenoteerde en grote ondernemingen. Bij klanten die voor krediet komen, hanteert ABN AMRO een kwalitatieve duurzaamheidsvragenlijst. Hierop staan sectorspecifieke vragen over onder andere certificering, lidmaatschappen, interne vastlegging en duurzame ambities. Op basis daarvan krijgt de klant een score: below par, par of above par vergeleken met andere klanten in dezelfde subsector. Deze score bepaalt samen met de kredietrisicoscore of een financiering wordt gegeven en tegen welke rente. Voor de CSRD zal deze kwalitatieve toets echter niet meer genoeg zijn. Vanwege de CSRD moeten banken en grote bedrijven steeds vaker gedetailleerde informatie opvragen bij hun industriële toeleveranciers over niet-financiële resultaten

als CO2-uitstoot en duurzame certificaten. Dat noopt hen te investeren in duurzaamheid, maar wat houdt dat precies in? De nieuwe EU Taxonomie geeft in eenduidige taal duidelijkheid en classificering of een investering het stempel ‘duurzaam’ mag dragen. Deze EU Taxonomie dient als een leidraad bij het meten van duurzaamheid, zodat accountants duurzaamheidseffecten makkelijker in het jaarverslag kunnen integreren. Zo kunnen duurzame koplopers steeds beter worden onderscheiden van niet-duurzame achterblijvers. Tot zover de CSRD-stok van de EU en de overheid. Er zijn gelukkig ook wortels zoals overheidssubsidies, fiscale voordelen en innovatieprogramma’s. Ook banken belonen steeds vaker duurzaam gedrag. Een mooi voorbeeld is de Sustainability Linked Loan (SLL). Deze lening, ook beschikbaar voor het mkb, kent geen financiële ratio’s zoals solvabiliteit, maar uitsluitend duurzaamheidsratio’s. Denk aan energie-efficiëntie of het gebruik van recyclede grondstoffen of het aannemen van personeel met een afstand tot de arbeidsmarkt. Haalt het bedrijf tijdens de looptijd van de lening de afgesproken ratio’s, dan krijgt het een jaarlijkse rentekorting. Zo niet, dan betaalt het een boeterente. De SLL is wereldwijd een van de snelst groeiende type leningen. Momenteel zijn er geen directe wettelijke eisen aan duurzame verslaglegging door het mkb, maar wel indirecte. De overheid, de banken en nu ook de grotere, industriële afnemers gaan informatie opvragen bij hun mkb-toeleveranciers over bijvoorbeeld de CO2-uitstoot van een bewerking of product. Bereid u dus voor!

Digital Black Belts: impuls voor uw digitale transformatie Industrie is dé aanjager van technologie en heel belangrijk voor de economie. In een sterk internationaal en concurrerend speelveld vervullen Nederlandse bedrijven hierin een bijzonder grote rol. Onder invloed van industrie 4.0 komen steeds meer data beschikbaar en nemen digitalisering, automatisering en robotisering een steeds hogere vlucht. Herkenbaar issue? De digital Black Belts van Berenschot helpen uw organisatie deze digitale transformatie succesvol door te voeren. Dus op naar sneller, kwalitatief beter en goedkoper presteren – in de fabriek en op kantoor. Kunt u wel wat digitaal vermogen gebruiken? Neem dan contact op met Sander Hoenderdaal, senior consultant Operational Excellence, via 06-25390326 of s.hoenderdaal@berenschot.nl

GRONDLEGGER VAN VOORUITGANG

april 2022

27


OVERNAME

VHE BENUT GELD EN KENNIS PE TORQX VOOR NIEUWE STRATEGIE: MINDER MARKTEN, MEER TECHNOLOGIEËN

‘WE WILLEN EEN ELEKTRONICASPECIALIST MET GEVOEL VOOR MECHANICA WORDEN’ VHE liet zich vorig jaar overnemen. Want het Eindhovense bedrijf wil groeien, sterker nog, het móet groeien. Het koos voor Torqx Capital Partners, vanwege de kapitaalkracht én het strategische inzicht die het private equity-bedrijf inbracht. Inmiddels is de strategie in uitvoering, onder meer met een project waarin naar vestiging in andere innovatiehubs gekeken wordt. ‘Zouden wij ook in Enschede zitten, dan weet ik zeker dat we veel meer voor Demcon zouden doen.’

• ‘Behalve geld hadden we extra strategische

• • •

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

E

ind 2020 zat Joop Essing samen met zijn zakenpartner Marc van Happen. In de weken ervoor waren er uitvoerige gesprekken gevoerd met groepen klanten. De conclusie daaruit was dat VHE strategische stappen moest zetten: het bedrijf moest gaan groeien, zowel in omzet als in capabilities. Een grotere schaal, enerzijds om kostenefficiënt te kunnen voldoen aan de steeds hogere verwachtingen van grote oem-klanten, anderzijds om meer inkoopkracht te hebben richting de grote elektronicafabrikanten. De onderneming was op dat moment zo’n vijf jaar onderdeel van het portfolio van Greendelta. Onder de hoede van dit private equity-bedrijf (PE) was VHE 2,5 keer zo groot geworden. Voor verdere groei was navenant meer geld nodig en

TORQX: KAPITAAL, NETWERK EN EXPERTISE Torqx Capital Partners investeert in de Benelux in middelgrote bedrijven – onder andere in de productie, distributie en dienstverlening. In bedrijven die ‘de potentie hebben om meerwaarde te creëren’. Geinvesteerd wordt in overnames, investeringsplannen, verbeteringen binnen de organisatie, transformaties van ondernemingen en buy-and-build strategieën. Bij overnames wordt meestal een meerderheidsaandeel genomen. ‘Behalve dat we kapitaal verstrekken, bieden we onze partners ook ons netwerk en onze expertise aan. Alles met als doel om de volle groeicapaciteit van hun ondernemingen te benutten’, aldus het PE-bedrijf op zijn website. In het portfolio van Torqx zitten naast VHE onder meer CSi Packaging, Fabory, Sonic Equipment en de Cable Connectivity Group. Torqx heeft vestigingen in Bussum en in het Belgische Leuven.

• www.torqxcapital.com 28

april 2022

daar vond het betrekkelijk kleine fonds zich niet de geschikte partij voor. Dus gingen Essing en Van Happen op zoek naar alternatieven.

inhoud nodig om groeistappen goed te kunnen zetten.’ ‘Torqx heeft een goede naam in het sterker maken van ondernemingen.’ Een klant mag met zijn orders maximaal 20 procent van de omzet uitmaken. ‘Klanten hebben ons laten weten dat ze met hooguit dertig toeleveranciers willen werken.’ ‘Torqx stapt weer uit als we VHE niet meer voldoende kunnen ondersteunen.’

KEUZE VOOR PE VHE laten overnemen door een strategische partij zoals een groot familiebedrijf werd overwogen, maar die optie viel snel af omdat de twee directeuren aan het roer wilden blijven. Een management buy-out werd ook nog even afgetast: Essing en Van Happen hadden immers al een aandeel van 25 procent. ‘Maar we zagen in dat we – behalve geld – extra strategische inhoud nodig hadden om de groeistappen goed te kunnen zetten.’ Dus kwamen ze uit bij private equity. ‘Met Greendelta hadden we daar al plezierige ervaringen mee opgedaan. Torqx Capital Partners heeft een goede naam in het sterker maken van de ondernemingen waarin ze investeren. En ze hadden voldoende geld voor het realiseren van onze plannen’, verhaalt Essing.

KLANTEN GERUST Deze keuze werd ook goed ontvangen door de grote klanten van VHE, waaronder ASML. Private equity staat er bij overnames niet altijd vanzelfsprekend meteen goed op bij dergelijke partijen, vaak uit zorg over de continuïteit. Maar dat was nu geen issue, aldus Essing: ‘Belangrijk voor hen was dat Marc en ik in het bedrijf blijven. En Torqx was ook voor hen een bekende, betrouwbare partij.’ Voorts willen klanten graag weten wie nu precies de geldschieters achter het PEfonds zijn. Ook het antwoord op die vraag stelde de klanten gerust, vertelt Rik Leunissen, partner van het fonds en ook aanwezig bij het gesprek.

GEEN CHINEES GELD Het kapitaal van Torqx, 150 miljoen euro geïnvesteerd vermogen, is deels afkomstig van de Torqx-partners, deels van vijf grote institutionele beleggers waaronder een vehikel van Gordon Moore (die van de halfgeleiderwet en medeoprichter van Intel). Een Chinese partij zit er niet bij, verzekert Leunissen, maar meer details wil hij niet geven: ‘Bij private equity wordt al

gauw die vraag naar de herkomst van het kapitaal gesteld. Eigenlijk vreemd, want als je naar de bank gaat voor een lening vraag je je toch ook niet af bij wie dat geld vandaan komt? Terwijl juist PE-bedrijven, vanwege hun vaak grote omvang, gehouden zijn aan de ESG-richtlijnen (environmental, social en governance, red.) van de EU. Dat geldt ook voor ons.’ Torqx, vervolgt Leunissen, is geen afstandelijke financierder, maar een betrokken ondernemer. ‘Want wij zitten er dus zelf in met ons privévermogen. Dat drijft ons extra om bij de partijen die we overnemen te zorgen voor momentum, voor koppeling. Vandaar ook de naam Torqx. Dat doen we door niet alleen kapitaal te bieden, maar ook inhoudelijke strategische kennis. Door die toe te voegen, willen we bereiken dat de overgenomen onderneming de klanten meer toegevoegde waarde biedt en zo haar concurrentievermogen vergroot.’

DRIE MARKTEN In juli vorig jaar werd de overname beklonken. Vervolgens gingen Van Happen en Essing aan de slag om de strategie, die ze in grote lijnen al hadden opgezet, nader in te vullen samen met het accountteam van Torqx: Leunissen en zijn collega en associate Willem van der Graaf. Allereerst werd gekozen voor een beperkter aantal markten. VHE richt zich nu primair op de semicon, de hightech industry en de smart energy (waaronder EV), duidt Essing. ‘Voorheen zagen we elke opdracht als een kans en deden daarom ook veel voor – zeg maar – de algemene industrie. Bestaande klanten in dat segment blijven we gewoon bedienen, maar bij het verwerven van nieuwe klanten richten we ons op die drie focusmarkten.’ De ratio achter de keuze voor de semicon is dat


VHE daar reeds veel voor doet en dus al fors geïnvesteerd heeft om aan de zeer hoge eisen ervan te voldoen. ‘Wat je daarvoor moet optuigen, wordt in de algemene machinebouw niet gevraagd, daar is goed goed genoeg. De zeer hoge cleanliness en andere kwaliteitseisen in de semicon kun je alleen daar terugverdienen. En naarmate je vaker op dat niveau werkt, word je er steeds beter in.’ De keuze voor de semicon is ook een van de redenen voor de groeiambities van VHE: ‘Deze sector groeit snel. Om te voorkomen dat klanten als ASML een te groot aandeel uitmaken van onze omzet, willen we groeien bij andere klanten, in de semicon of in onze twee andere targetmarkten.’

Private equity staat er bij overnames niet altijd vanzelfsprekend meteen goed op bij grote klanten, vaak uit zorg over de continuïteit. Maar dat was nu geen issue, aldus Joop Essing, ceo VHE (rechts): ‘Belangrijk voor hen was dat Marc en ik in het bedrijf blijven.’ Links Torqx-partner Rik Leunissen. Foto: Com-magz

COMPETENTIES VERWERVEN CO-DEVELOPER Een klant mag met zijn orders maximaal 20 procent van de omzet uitmaken. Tegelijk richt VHE zich juist op die drie strategische markten, omdat het daar de grotere klanten denkt te vinden die minimaal een kwart miljoen euro per jaar bij het Eindhovense bedrijf uitbesteden. Voorts mikt VHE op klanten die de ruimte geven om de rol van co-developer te vervullen. ‘Klanten met wie we zo dus een intensieve relatie kunnen opbouwen, van wie we een echte partner kunnen zijn. Dergelijke klanten hebben we al. Met hen samenwerken voelt alsof we in een joint venture zitten.’

Voor het invullen van die pcba- en plaatwerkcompetenties zien Essing en Leunissen drie opties: nieuwe arbeidskrachten aanstellen, samenwerken met partners en bedrijven overnemen. Die eerste is met de huidige krappe arbeidsmarkt ook voor VHE een heel lastige.

daging van een tweede project. ‘Een derde: we werken nu vrijwel uitsluitend voor bedrijven in een straal van dertig kilometer, want goed codevelopment kan alleen als de klant op niet meer dan tien minuten rijden zit. Maar er zijn nog andere interessante innovatiehubs in Nederland, in Twente, rond Delft en in Drachten. Is het zin-

‘VOORHEEN ZAGEN WE ELKE OPDRACHT ALS EEN KANS’

BREDER PALET Voorts is in de sessies met Leunissen gekozen voor een breder palet aan technologieën. VHE heeft zich tot nog toe ontwikkeld tot een specialist in het engineeren en produceren van kabels en kabelbomen, van besturingspanelen en -kasten, en van motion control-technologie. ‘Daar voegen we de engineering en productie van pcba’s en plaatwerk aan toe. Dat stelt ons in staat de complete elektronica van een machine te verzorgen. Nee, we willen geen slap aftreksel van brede system suppliers als NTS of Frencken worden, maar een elektronicaspecialist met ook nog gevoel voor mechanica. Die tevens zorg draagt voor het lifecycle management ervan: het borgen van de beschikbaarheid in de markt van onze installed base.’ En ook daarin schuilt een groeimotief: ‘Klanten hebben ons laten weten dat ze niet langer met driehonderd maar met hooguit dertig toeleveranciers willen werken; die hun een totaaloplossing kunnen bieden, over de hele voortbrengingsketen – van conceptontwikkeling en design tot en met service.’

Bezoekers van het pand in Eindhoven worden in de ontvangstruimte meteen geconfronteerd met een beeldscherm dat een forse lijst van vacatures toont. De tweede optie bewijst zich reeds als een probaat middel om zich breder te kunnen opstellen. ‘Voor pcba’s werken wij nu al samen met leveranciers als Van Mierlo en Neways.’ Voor de laatste optie voeren Essing en consorten reeds gesprekken met kandidaten. De strategie is inmiddels in uitvoering en daartoe vertaald naar een lange lijst van projecten. Essing en Leunissen pakken er ter illustratie drie uit: ‘Het lifecycle management, het tijdig traceren van obsoleties, hebben we voor elkaar. Maar welke services kunnen we nog meer bieden?’, duidt Essing de centrale vraag van een van de projecten. ‘Voorts willen we de productie flexibiliseren, willen we nog beter in staat zijn pieken en dalen op te vangen’, formuleert Leunissen de uit-

vol ons ook daar te vestigen?’ Essing, zelfbewust: ‘Zouden wij bijvoorbeeld ook een vestiging in Enschede hebben, dan weet ik zeker dat we veel meer voor Demcon zouden doen. Wij zijn zeer complementair aan Demcon.’

UITSTAPPEN? Rest de – voor de hand liggende – vraag aan private equity: wanneer stapt Torqx weer uit? ‘Dat doen we’, aldus Rik Leunissen, ‘als we de overtuiging krijgen dat we VHE niet meer voldoende kunnen ondersteunen. Als VHE in een fase is beland waarin ze bepaalde specialistische kennis nodig hebben die wij niet kunnen bieden. Of als ze dusdanig gegroeid zijn dat verdere groei een investering vergt die niet meer past bij de omvang van ons fonds.’

• www.vhe.nl april 2022

29


Door innovaties de metaalbranche verduurzamen Purified Metal Company (PMC) is ‘s werelds eerste bedrijf dat op een verantwoorde wijze verontreinigd staalschroot verwerkt tot een hoogwaardige grondstof. Fellowmind hielp PMC bij het vormgeven van de bedrijfsvoering, het stroomlijnen van processen en de inrichting van een toekomstbestendig IT-landschap.

“Dankzij Fellowminds ervaring met de staalbranche en logistiek management spraken we snel dezelfde taal.” Bert Bult, directeur Purified Metal Company

Meer weten over dit project of de mogelijkheden voor jouw organisatie? Kijk op www.fellowmind.nl


INNOVATIE

WINDFARM INSTALLATION VESSEL VAN HUISMAN MOET FLOATING OFFSHORE WIND VERSNELLEN

MET ASSEMBLAGE EN INSTALLATIE OP ZEE ZIJN TURBINES EERDER OPERATIONEEL Enorme windturbines, dobberend ver op zee: in de markt van windenergie heeft floating offshore wind de toekomst. Hoe sneller dat gaat, hoe groter de boost voor de energietransitie. En ook: hoe geringer de afhankelijkheid van een fossiele brandstof als gas. Het is dan ook die versnelling waar equipmentbouwer Huisman zich de afgelopen tijd op richtte. Resulterend in het ontwerp van een schip, dat het mogelijk maakt de enorme turbines op zee in elkaar te zetten en te installeren. DOOR JAN BROEKS

V

er op zee, waar het constant waait, kunnen windturbines o zo rendabel uitpakken, zeker nu hun vermogen steeds groter wordt. Toch kent die omgeving ook haar specifieke uitdagingen. Want turbines in de bodem vastzetten, is met een diepte van meer dan honderd meter – alleen al qua kosten – geen optie. Dus zit de oplossing in turbines op zogenaamde floaters, drijvend op zee. Het is de toekomst voor windenergie, zegt Peter Berting, director global business development bij Huisman. ‘Niet alleen in Europa. Ook langs de kust van Japan, Zuid-Korea, het westen van de Verenigde Staten en een deel van China komen er veel floating-offshore-projecten aan.’ Daar ligt meteen ook de focus van Huisman. Het bedrijf – met de hoofdvestiging in Schiedam – ontwerpt en produceert het installatiematerieel voor dergelijke floaters, zoals metershoge kranen met specifieke lagersystemen en bewegingsgecompenseerde grippers die de volledig geassembleerde turbines nauwkeurig positioneren. Maar het gaat verder dan die techniek alleen, stelt Berting. ‘Ons bedrijf maakt concepten. Die toetsen we aan de markt en ontwikkelen we voor klanten. Tegelijkertijd kijken we ook waar processen veiliger, sneller en efficiënter kunnen. Zo is het idee voor dit schip ontstaan.’

BESTAANDE INSTALLATIE OMSLACHTIG Met de huidige logistiek en processen vindt de installatie van de molens nog grotendeels plaats op land. En neem van Berting aan: dat is omslachtig. ‘De floater wordt geproduceerd, naar een haven bij het windpark gebracht en daar pas na minimaal een week opgebouwd. Alleen al voor dat proces moet je infrastructuren aanpassen, los van de langere doorlooptijden en buffervoorraden op locatie. Is de turbine eenmaal geassembleerd, dan gaat een konvooi aan sleepboten de zee op, om daar de turbine met ankerlijnen te bevestigen.’ Al die logistieke impact en vertragingen aan land: dat moest anders, zo vonden ze bij Huisman. Dus gingen ze zo’n drie jaar geleden

aan de slag met het ontwerp van een schip. Berting: ‘We willen innoveren. We zijn een familiebedrijf, hebben een visie voor de lange Model van een Windfarm Installation Vessel. Foto: Huisman termijn. Ook als het gaat om duurzame proces schuift ineen, wat de installatie van de energie, waarvan we vinden dat we daar onze turbines op zee versnelt. Wachten op vergunninbijdrage aan moeten leveren.’ gen voor aanpassingen op land en uitbreiding van de Marshall-ports is niet meer nodig; met het ALLES AAN BOORD schip kun je onafhankelijk aan de slag. En per dag Het resultaat is de zogeheten Windfarm Instalgemiddeld één turbine op een floater plaatsen, lation Vessel, kortweg WIV. Een schip van ruim met bovendien 80 procent inzetbaarheid. Dat zijn 235 meter lang en zo’n 88 meter breed, met zo’n 300 dagen per jaar; een stuk meer dan in het ruimte voor alle componenten en de benodigde, bestaande proces.’ bewezen technologie voor installatie en logistiek. Daardoor kunnen processen en kosten aan land worden overgeslagen. Zo ook bij de MarshallMILJOENEN VERSUS MILJARDEN port, een haven dicht bij het te bouwen offshore Met de ontwikkeling van het schip mikt Huisman windpark. Berting: ‘Toeleveringen gaan niet naar op installateurs en windparkontwikkelaars. Wie de haven, maar direct naar het schip. Intussen overgaat tot de bouw van het schip, krijgt hiervindt de installatie van de floater plaats op zee, voor van Huisman het benodigde equipment en waarna het schip arriveert en de turbine op de de concepttekeningen. Vervolgens is het aan de floater plaatst.’ klant om een geschikte scheepswerf te zoeken en Met het schip volgen processen elkaar dus niet Huisman te informeren wanneer het bestelde op, maar verlopen ze parallel. ‘Dat is toch wel de materieel geïntegreerd moet worden in het schip. grote kracht van dit ontwerp’, zegt Berting. ‘Het Al met al een miljoeneninvestering, al staan daar volgens Berting de totale besparing en versnelde stroominkomsten voor de ontwikkelaar tegenover. ‘Vergeet bovendien niet de context: een investering van miljarden euro’s per park.’ Huisman bevindt zich met het schip momenteel in de validatiefase, daarna kan het volgens Berting in drie jaar worden gebouwd. ‘Tegen die tijd zijn turbines met een vermogen van 16 megawatt de standaard. Met een windpark van zo’n 250 molens zorgt dat voor 4 gigawatt en daarmee de energievoorziening voor 4 miljoen huishoudens. Waarbij je met het door ons ontworpen schip daar drie, misschien zelfs vier jaar eerder mee kunt starten. En de investering van nu straks een groot voordeel wordt.’ ‘Wachten op vergunningen voor aanpassingen op land en uitbreiding van de Marshall-ports is niet meer nodig’, aldus Peter Berting van Huisman. Foto: Bart van Overbeeke

• www.huismanequipment.com april 2022

31


PROCESVERBETERING

VALK WELDING ZET STAP NAAR CTO MET SOFTWARE VAN TOGETR

OOK SPECIALS MOETEN STANDAARD ZIJN Valk Welding in Alblasserdam ontwikkelt en bouwt kant-en-klare lasrobotsystemen voor onder meer de maakindustrie. In het kader van configure-toorder heeft het bedrijf een productconfiguratiemodule geïmplementeerd van Togetr. Een module die past in het softwaresysteem van het bedrijf, waarbij cto Adriaan Broere streeft naar het onderbrengen en koppelen van alle data.

DOOR MARJOLEIN DE WIT-BLOK

D

e robotprojecten van Valk Welding zijn voor een deel standaard. Valk Welding wil met zijn lasrobotsystemen waar mogelijk van engineering-to-order naar configure-to-order overgaan. Foto: Valk Welding Meer dan 90 procent ervan is opgebouwd uit een Panasonic robot, gecombineerd die opdrachten verwacht ik ondersteuning van de met een plc die voor de specifieke toepassing vertrouwt Broere op de mogelijkheden van de software; ik wil er in elk geval zeker niet door wordt geprogrammeerd, plus uiteraard de behuidige generatie configuratiesoftware. Hij is beperkt worden.’ nodigde gereedschappen. Daarnaast ontwikkelt gefascineerd door de mogelijkheden en weet en bouwt het bedrijf ook regelmatig specials. precies wat hij wil om een bedrijf als Valk Wel‘Het is een van onze sterke punten om ook ding maximaal efficiënt te laten functioneren. INSTELBAAR NAAR NIVEAU voor afwijkende vraagstukken een oplossing te ‘Dat gaan we realiseren door waar mogelijk van De configuratiemodule van Togetr komt tegemoet aan deze strikte eis. Broere: ‘Ik kan deze module integreren in ons eigen systeem maar ook via de cloud koppelen aan mijn Exact-software en de 3D-wereld van Panasonic. Bovendien is hierin alle kennis en ervaring te borgen die we de afgelopen jaren hebben opgebouwd, door die te vertalen in regels. Zo voorkom je fouten en dat kennis en ervaring wegvloeit als een gespecialiseerde medewerker het bedrijf verlaat.’ Verder kunnen met de software bepaalde niveaus leveren’, geeft Broere aan. ‘Deze worden ontwikengineering-to-order over te gaan naar configureingesteld worden, afgestemd op de gebruiker. keld door de diverse specialisten die we in huis to-order’, geeft hij aan. ‘Dit betekent dat je niet Jonge, onervaren salesmedewerkers kunnen in hebben en die door de jaren heen waardevolle iedere opdracht vanaf bijna nul begint te ontwerhun modus dan uitsluitend de eenvoudige vragen kennis en ervaring hebben opgebouwd.’ pen, maar je oplossing samenstelt uit een groot doorlopen en hierin keuzes maken. Waar het aantal standaardmodules. Een voordeel is dat je complexer wordt, krijgen ze geen toegang en sneller en efficiënter kunt werken, hoewel je wel zullen de bijbehorende keuzes uiteindelijk door NIET VANAF NUL oog moet houden voor vraagstukken die niet met een senior of de afdeling engineering worden Om deze kennis en ervaring te borgen en het standaardpakket te realiseren zijn. Juist voor gemaakt. Een ervaren verkoper krijgt daarentezodoende steeds efficiënter te kunnen ontwerpen,

‘EEN VOORDEEL IS DAT JE SNELLER EN EFFICIËNTER KUNT WERKEN’

32

april 2022


gen juist alle vrijheid om zijn kennis van zaken in te zetten, zodat er al veel meer ontwerpprocessen gedurende het verkoopproces aan bod komen. Dit betekent dat de salesmedewerker op zijn eigen niveau kan werken, de afdeling engineering een stukje ontlast wordt, de kans op fouten geminimaliseerd en werkzaamheden niet twee maal worden uitgevoerd, zo duidt Broere de voordelen. Alex Wilbrink, managing director van Togetr in Veenendaal vult aan: ‘Door deze module is Valk Welding uiteindelijk in staat om lasoplossingen snel en efficiënt te configureren. Dit leidt tot lagere engineering- en voorraadkosten voor Valk, een snelle levering en mogelijk ook tot lagere kosten voor de klant. Wezenlijk hierbij is de samenhang tussen productconfigurator, de in de loop van de tijd groeiende klantspecifieke stuklijst en de planning en uitvoering.’

WAUW-ERVARING Met de implementatie van de configuratiemodule is Valk Welding nog (lang) niet klaar. Broere: ‘Wij staan bij onze klanten bekend als innovatief en zij verwachten regelmatig iets nieuws van ons. Op dit vlak zijn we onder meer bezig om onze 3D-modellen te koppelen aan virtual reality en augmented reality. Via VR kun je met een speciale bril het 3D-model zien nog voordat het gebouwd is en er zelfs omheen lopen. Dit kan een belangrijke meerwaarde opleveren bij het nemen van beslissingen. Het bekijken van 2D- of 3Dtekeningen op het scherm is nog steeds niet hetzelfde als het model op ware grootte te zien

VALKWELDINGPORTAL: VROEGTIJDIG PROBLEMEN SIGNALEREN De configuratiemodule van Togetr maakt deel uit van het ValkWeldingPortal, kortweg: VaWeP. Dit portal is voor Valk Welding ontwikkeld door Togetr en inmiddels onderdeel van een nieuwe generatie businessapplicaties. Het bedrijf heeft zich door Valk laten inspireren tot onder andere de koppeling van gestructureerde en ongestructureerde data in de vorm van bijvoorbeeld e-mails of activiteiten. Binnen het platform zijn al deze data willekeurig met elkaar te koppelen. Dit maakt diverse soorten analyses mogelijk en bovendien is alle informatie voor iedereen binnen het bedrijf bereikbaar. Adriaan Broere: ‘Zo kun je eenvoudig van één project alle mailwisselingen en de daaruit voortvloeiende afspraken bekijken. Maar bijvoorbeeld ook alle informatie over een specifieke robot of klant. Bijzonder waardevol om snel bepaalde analyses uit te voeren die van belang kunnen zijn voor een volgende stap.’

en te zien functioneren.’ Als de koppeling naar AR gemaakt kan worden, krijgt de klant nog meer mogelijkheden om de oplossing te ervaren en virtueel te testen. ‘Naast het feit dat je hiermee een wauw-ervaring creëert, voorkom je zo fouten die je pas ontdekt wanneer het model is gebouwd en kun je in een heel vroeg stadium al zo ver mogelijk optimaliseren. Het zijn bovendien mooie middelen voor onze eigen engineers om hun ontwerpen te controleren

Verder is het platform goud waard om medewerkers op de juiste momenten en de juiste vlakken aan te sturen. ‘Op basis van VaWeP kan ik precies volgen wat er gebeurt op een dag bij medewerkers. Enerzijds voelt dit misschien als ‘big brother is watching you’, maar omdat we het op de juiste manier gebruiken, ervaart niemand dit als zodanig. Het is juist een uitstekende tool om vroegtijdig problemen te signaleren. Als je ziet dat iemand weinig klantcontacten heeft, dan is het goed om even te sparren waar dit aan ligt. Is de verkoper verlegen, dan is een training misschien een goede oplossing. Is hij veel te lang bezig met een klant omdat deze voortdurend het programma van eisen verandert, dan kan hij misschien op bezoek gaan met een meer ervaren verkoper die helpt om op de juiste punten knopen door te hakken. We komen er altijd uit.’

voordat de afdeling assemblage ermee aan de slag gaat. Het is nog niet zover, maar dat is een kwestie van tijd.’

• www.valkwelding.com • www.togetr.nl

april 2022

33


ONDERNEMERSCHAP

MAXON-BESTUURSLID BIANCA BRAUN AUDIT VESTIGING IN NEDERLAND: ‘DÉ SEMICONSPECIALIST’

‘HOOFDKANTOOR WAS STRATEGIE NOG AAN HET BEDENKEN, HIER WERD DIE AL TOEGEPAST’

Bianca Braun: ‘Dat acteren bleek toch ook niet zo opwindend als ik dacht: het is vooral veel wachten en teksten uit het hoofd leren. Maar het was goed om even wat anders te doen. Toen wist ik zeker dat ik de zakenwereld in wilde.’ Foto’s: Robbert Brink

34

april 2022


DOOR LUCY HOLL

Bianca Braun, lid van de raad van bestuur en hoofd interne audits bij aandrijfspecialist maxon, bezoekt om de vier jaar alle bijna dertig vestigingen in de wereld. Eind maart was ze bij maxon benelux in Enschede. Een week lang gingen zij en haar team het gesprek aan met medewerkers en klanten. ‘Het is heel intensief. Ik wil echt horen wat goed gaat en wat verbeterd kan worden.’

B

ianca Braun ademt maxon. Braun, nu 43, wilde haar leven lang al in het familiebedrijf gaan werken. ‘Als kind vond ik dat mijn vader een geweldige baan had, hij was altijd in een goed humeur. Het reizen over de wereld, de hightech omgeving, de ontmoetingen met fijne mensen, onze mooie producten. Het leek me wel wat.’ Haar overgrootvader vond ooit het scheerapparaat uit en startte Braun. Haar opa verkocht dat bedrijf in de jaren zestig. Maar maxon, in 1961 opgericht onder de naam Interelectric AG, bleef in de familie. Haar vader, Karl-Walter Braun (76), maakte maxon tot een wereldspeler en is nog steeds grootaandeelhouder. Het bedrijf telt inmiddels zo’n 3.000 medewerkers en de jaaromzet ligt omgerekend op 660 miljoen euro. De hoofdlocatie bevindt zich in het Zwitserse Sachseln, zo’n 25 kilometer ten zuiden van Luzern.

BOLLYWOOD-FILMS Bianca Braun studeerde economie en technologiemanagement en deed indertijd al allerlei – ‘geheel onbetaald’ – werk bij maxon, onder meer bij het auditteam. Na haar afstuderen had ze ineens twijfels over het uitgestippelde pad, regelrecht het familiebedrijf in. Ze studeerde een tijdje filosofie en vertrok vervolgens met een vriendin naar India om in Bollywood-films te gaan spelen. ‘Mijn vader liet me doen. Dat acteren bleek toch ook niet zo opwindend als ik dacht: het is vooral veel wachten en teksten uit het hoofd leren. Maar het was goed om even wat anders te doen. Toen wist ik zeker dat ik de zakenwereld in wilde.’ Braun promoveerde destijds eerst nog op een onderzoek naar niet-beursgenoteerde familiebedrijven. Haar boek daarover verscheen precies tijdens de financiële crisis in 2008. Alle media sprongen er bovenop, de eerste oplage was razendsnel uitverkocht. In 2020 publiceerde ze de update ‘Successful on and off the stock exchange’, waarvoor ze samen met Sonja Kissling tien beursgenoteerde en tien niet-beursgenoteerde familiebedrijven interviewde. De promotietour voor het boek viel door de coronapandemie in het water. ‘Van dat vervolg zijn nog stapels exemplaren over.’

GEEN FRANK VREEMD VERMOGEN Al die interviews overtuigden haar er nog meer van dat ze in een onderneming als maxon wilde werken. Niet-beursgenoteerd, alles gefinancierd met eigen vermogen, geen frank van de bank geleend. Bianca Braun: ‘Je hebt heel oude familiebedrijven waar de vierde, vijfde of volgende generatie aan het roer staat. Bij ons zijn het in feite nog steeds de eerste en tweede generatie, mijn vader en zijn kinderen. We zijn zoals dat heet een poema: een snelle, relatief jonge, dynamische partij in de hightech wereld. Veel wendbaarder dan een bedrijf waar al meerdere generaties elkaar zijn opgevolgd.’ Tien jaar geleden werd Braun hoofd van het interne auditteam, dat toen al een decennium bestond. ‘Het was een idee van mijn vader. Maxon breidde wereldwijd sterk uit, de locaties kregen veel vrijheid, maar er waren destijds niet veel controlemechanismen. Nu is alles natuurlijk sterk gedigitaliseerd en komen er continu cijfers binnen op het hoofdkantoor. Dat wil overigens niet

zeggen dat audits overbodig worden: we willen medewerkers en klanten echt face-to-face ontmoeten in hun eigen omgeving en hun ideeën horen.’

• ‘We zijn een poema: een snelle, relatief jonge, dynamische partij in de hightech wereld.’ • ‘Tijdens een audit willen we medewerkers en klanten ontmoeten, en hun ideeën horen.’ • ‘Hier wordt veel samen met klanten ontwikkeld, dat leidt tot hechte langetermijnrelaties.’ • ‘Het vraagt vertrouwen van klanten om bij ons te komen voor een compleet systeem.’ • ‘Door steviger op de markten te focussen, spreken we de taal van onze klanten nog beter.’

Wat doe je tijdens zo’n week precies? ‘Eerst is er een kick-off meeting met het complete managementteam en vertel ik over onze auditdoelen en planning. Het auditteam krijgt een rondleiding, met hier in Enschede speciale aandacht voor de uiterst geavanceerde cleanroom klasse 6: die vind ik zeer imposant. We geven een workshop over risicomanagement en dan gaan we interviewen en luisteren. Ik ga altijd met een team mensen vanuit Zwitserland op pad, ieder met zijn eigen specialisme: van riskmanagement, kwaliteitsmanagement en engineering tot financiën en sales. Ze spreken met de lokale mensen zaken tot in detail door. Intussen concentreer ik me op onderwerpen als algemeen management, strategie en management development. Ik wil echt uitgebreid met elk lid van het managementteam praten en horen wat er goed gaat of verbeterd kan worden. We bezoeken deze week ook twee hightech klanten, beide in Twente dit keer: een start-up met veel potentieel, en een klant die al jaren zaken doet met maxon en zelfs nog één van onze eerste motoren heeft draaien in zijn productie.’

Wat karakteriseert maxon benelux volgens jou? ‘De mensen hier zijn open, direct en vriendelijk: het is makkelijk om met ze in gesprek te gaan. Het opleidingsniveau is hoog, de innovatieprojecten hebben veel kwaliteit, er wordt veel samen met klanten ontwikkeld – bijvoorbeeld in de semicon – en dat leidt tot hechte langetermijnrelaties. Zo groeien we mee met onze klanten in sectoren die lokaal van belang zijn. Maxon is als geheel natuurlijk sterk gefocust op hightech. In Zwitserland hebben we onze grote innovatie- en roboticalabs. In de VS zitten we in de buurt van Boston, niet ver van MIT. En in Nederland werkt maxon samen met de universiteiten van Delft, Twente, Eindhoven en Wageningen. We hebben ons YEP, Young Engineers Program: studenten doen innovatieprojecten waarin aandrijfsystemen van maxon worden gebruikt zodat ze ons leren kennen voor de toekomst.’ Wat is de achtergrond van de recente rebranding van maxon motor in maxon? ‘Bedrijven kennen ons van de elektromotoren, maar we leveren veel bredere oplossingen, complete systemen. Het gaat ook om alle omliggende hard- en LEES VERDER OP PAGINA 37

april 2022

35


­


Bianca Braun: ‘We vinden het geven van vrijheid heel gewoon en heel belangrijk. Hoe beter ergens gepresteerd wordt, hoe meer vrijheid.’

VERVOLG VAN PAGINA 35

software, van gearboxes en human machine interfaces tot en met de besturingssoftware en batterijmanagementsystemen. Dat is trouwens ook wel opmerkelijk aan Nederland: hier was die systeembenadering al langer heel gewoon. Wij zaten op het hoofdkantoor nog te bedenken wat onze strategie zou worden en hier werd die al toegepast: maxon is hightech, low volume en gefocust op complexe systemen. Het vraagt vertrouwen van klanten om bij ons te komen voor zo’n compleet systeem en niet alleen voor een motor. Daar bouwen we elke dag aan.’ En dan werken jullie ook nog eens aan een wereldwijde matrixstructuur? ‘Klopt. Al decennia lang zijn er maxon-locaties over de hele wereld, in de VS, in Azië, in Europa. Tegelijkertijd is maxon sterk in markten als industrial, medical, aerospace en mobility solutions. De samenwerking tussen de locaties over de landsgrenzen heen binnen die specifieke markten wordt steeds MAXON-TOP IN HUIS belangrijker. We verkopen geen frisdrank, we leveren complexe producten waarbij de vestigingen Hoe reageren medewerkers bij maxon hun kennis en competenties nog als er een week lang zo’n heel team veel meer moeten delen. Een vanuit het hoofdkantoor rondloopt? matrixstructuur maakt het niet Mark van Zutphen, manager marketing & eenvoudiger, omdat die veel sales bij maxon benelux (65 medewercommunicatie vraagt. We moeten kers): ‘Maxon is een familie, het topmahelder in beeld hebben waar welke nagement is heel makkelijk benaderbaar, kennis zit. Maxon benelux bijvoorje proeft dat ze er plezier in hebben om beeld is echt dé semiconspecialist met ons mee te kijken. Medewerkers binnen heel maxon. Door steviger krijgen bij maxon veel vrijheid om te op de markten te focussen, spreken laten zien wat ze kunnen. Als je mensen we de taal van onze klanten nog die vrijheid en verantwoordelijkheid beter. Die klanten hebben zelf geeft, doen ze het ook beter. Ze zijn vaak ook vestigingen over de hele trots op hun bedrijf. Natuurlijk zijn wereld. Tegelijkertijd kunnen collega’s wat gespannen als zo’n de maxon-locaties natuurlijk een auditteam eraan komt. “Relax”, heb ik beroep doen op de grote groep gezegd. “Wees eerlijk en als je iets r&d-mensen in Zwitserland: het is niet weet, dan zeg dat gewoon.” Het wereldwijde aanwezigheid met een auditteam ziet veel over de hele wereld, Zwitsers kwaliteitsstempel.’ daar kunnen we alleen maar van leren en ons voordeel mee doen.’

Hoe vrij zijn de vestigingen om hun eigen koers te varen? ‘We vinden het geven van vrijheid heel gewoon en heel belangrijk. Hoe beter ergens gepresteerd wordt, hoe meer vrijheid. We willen entrepreneurs in elk maxon-onderdeel, niet alleen in Sachseln.’ Legt Zwitserland wel businessdoelen op? ‘Een familiebedrijf als maxon denkt op de lange termijn. Bij ons kunnen ontwikkelingstrajecten met klanten zomaar vijf tot acht jaar duren. We stellen geen strakke EBIT-doelen, we hebben zelfs heel lang geen strikte groeidoelstellingen gehad. Nu we richting de miljard frank omzet willen, hebben we natuurlijk kpi’s, maar die zijn vooral intern gericht: we doen niet aan windowdressing.’

‘DE INNOVATIEPROJECTEN HIER HEBBEN VEEL KWALITEIT’ Wat is na deze week je advies aan de mensen hier in Enschede? ‘Ze moeten het succesverhaal voortzetten. Toen ik hier jaren geleden voor het eerst was, zat maxon weggestopt in wat verdiepingen in een kantoorpand. Nu staat er een prachtig eigen gebouw waar toegewijde mensen werken, de groei is goed. Ik ben gelukkig.’ Maar als je toch een punt moet noemen? ‘Oké, ook vanuit Enschede moet nog veel meer gedeeld worden binnen de groep. Zodat de aanwezige kennis en competenties niet alleen leiden tot meer business in de Benelux, maar ook wereldwijd. Maak die expertise meer te gelde. Natuurlijk krijgen de mensen nog wel wat meer details en aanbevelingen van ons auditteam te horen. Maar die zijn niet voor de openbaarheid...’

• www.maxongroup.nl

april 2022

37


CONFIGURE-TO-ORDER

BIJEENKOMST LINK-PLATFORM SMART CUSTOMIZATION|CTO BIJ AWL

HET LOGISCH PRODUCTMODEL ALS SLIM STARTPUNT VOOR CONFIGURE-TO-ORDER Het is – half februari bij AWL in Harderwijk – alweer de vierde bijeenkomst binnen een jaar van het Link-platform Smart Customization|CtO. De deelnemers kennen elkaar intussen en wisselen technische ervaringen uit over hun vorderingen met cto (configure-to-order). Het verslag van de bijeenkomst is interessant voor de Link-lezer die al met cto bezig is of zich er alleen nog maar op oriënteert. Al was het maar om te lezen over het logisch productmodel dat AWL hanteert als startpunt voor modularisatie en de reis richting configuratie. DOOR HANS VAN EERDEN

G

astheer AWL is een machinebouwer en systeemintegrator die vanuit zijn specialismen verbindingstechnologie (lassen en lijmen), logistieke automatisering en assemblage drie markten bedient. Het bedrijf is groot geworden met automatisering van het laserlassen voor de automotive; voor deze markt bouwt het robotlasinstallaties voor de productie van autostoelen en carrosseriedelen. Daarnaast bedient het bedrijf de algemene industrie, met productielijnen rond lasprocessen voor bijvoorbeeld bouwhekken en sprinklerbuizen, en de logistiek, met robots inclusief vision en grippers voor handling van pakketten, kratten, kisten,

enzovoort. Het bedrijf heeft zijn hoofdkantoor in Harderwijk en telt 600 medewerkers en zes productievestigingen verspreid over drie continenten.

MEERDERE WAARHEDEN AWL begon in 2015 met het modulariseren van zijn machines voor de automotive, met als eerste resultaat de modulair opgebouwde M-Line. Dat vertelt technology manager Victor de Heij, die zijn ‘passie voor configureren in de B2B’ al bij verschillende bedrijven kon uitleven voordat hij een jaar geleden bij AWL in dienst trad. Waarom zou je eigenlijk modulariseren, vraagt hij zich af. Daar zijn legio motivaties voor, zo blijkt uit de reacties van de platformleden. Van standaardi-

• ‘Bij AWL zijn we met modulariseren begonnen om de markt meer variëteit te kunnen bieden, terwijl we intern de complexiteit wilden reduceren.’ • Om het denken erover te vereenvoudigen, hanteert AWL het begrip logisch productmodel. • Maar om dat vervolgens te gaan configureren met complete mechatronische standaardmodules, dat blijkt in de praktijk voor veel partijen toch lastig te zijn. • ‘Misschien moet je accepteren dat er twee werelden zijn, van de hardware en de software, die vragen om specifieke PLM-tooling.’ • ‘Over een paar jaar kan AWL zijn producten voor 80 procent configureren, terwijl we nu nog maar op 30 procent standaard zitten.’

seren om schaalbaarheid te realiseren, meer doen met minder inspanning of de flexibiliteit vergroten, tot de doorlooptijden verkorten of inkoopvoordeel behalen. ‘Bij AWL zijn we ermee begonnen om de markt meer variëteit te kunnen bieden, terwijl we intern de complexiteit wilden

PLATFORM SMART CUSTOMIZATION|CTO Het platform Smart Customization|CtO is vorig jaar gestart op initiatief van Link Magazine en vier experts in configure-to-order (cto): Post en Dekker engineers & consultants (modularisering van productfamilies), IPL Advies (ERP-selectie en -implementatie, organisatieverandering voor smart customization), system supplier MTA Group (industrialisatie voor seriematige productie) en Yellax (automatisering van elektrotechnische engineering). Cto komt voort uit het ontwikkelen van producten zoals apparaten en machines vanuit een klantgerichte gedachte, met modularisatie als basis. Elk product wordt met configure-to-order klantspecifiek opgebouwd uit slim gedefinieerde standaardmodules die in verschillende varianten beschikbaar kunnen zijn. Vervolgens is met slechts beperkte of zelfs helemaal geen engineerto-order vrijwel elke klantvraag efficiënt af te dekken; vandaar de term smart customization. Het Link-platform wil bedrijven helpen om met cto de stap naar de praktijk te zetten en daarvoor de (bedrijfsculturele) drempels te slechten die er liggen bij engineering, sales en ict. Aan de vierde bijeenkomst, bij AWL in Harderwijk, namen naast de initiatiefnemers de volgende bedrijven deel: BluePrint Automation, verpakkingsmachinebouwer; Boon Edam, leverancier van toegangssystemen

38

april 2022

zoals draaideuren; Broshuis Parts Production, onderdeel van trailerbouwer Broshuis; GSE Dispensing, ontwikkelaar van doseersystemen voor inkt en verf; Heering, bouwer van geklimatiseerde vrachtwagens; Moba, ontwikkelaar van eiersorteermachines; en VMI, machinebouwer voor onder meer het produceren van autobanden en het verpakken van pillen. Gespreksleider was Evert Rietdijk, die na een lange loopbaan in de hightech maakindustrie

onlangs ceo werd van een start-up op het gebied ven energieopslag.

• www.awl.nl • www.ipl.nl • www.mtagroup.nl • www.postendekker.nl • www.yellax.com


reduceren. Niet alleen omdat in de industrie alles sneller en goedkoper moet, maar ook omdat we nog inefficiënt werkten door de aanwezige ‘silo’s’ in onze organisatie en de onnauwkeurigheid in onze data. We communiceerden nog niet goed met elkaar en hadden daardoor wel vijf of zes ‘waarheden’. Elke afdeling gebruikte bijvoorbeeld weer een andere naam voor een module. Hadden we het dan wel over hetzelfde? Dat was niet altijd duidelijk.’

EENVOUDIG FUNCTIONEEL MODEL Om het denken over modulariseren te vereenvoudigen en aan een kapstok op te hangen, introduceerde De Heij bij AWL het begrip logisch productmodel, ‘dat je zelfs nog goed aan de directeur kunt uitleggen’. Het is een eenvoudig functioneel model van het te ontwikkelen product, zoals een machine of een apparaat. Het model beschrijft alle mogelijke functies van bijvoorbeeld een machine: een frame dat alles bij elkaar houdt, de verschillende bewerkingen die de machine kan uitvoeren, de handling van ingangsmateriaal en gereed product, de machineveiligheid, et cetera. Ze zijn er in drie soorten: functies die in elke uitvoering van het product nodig zijn, functies waarvoor uit meerdere varianten kan worden gekozen, en tot slot functies die optioneel zijn en dus wel of niet worden geselecteerd. Al deze functies komen in een blokschema te staan en het configureren van een product is dan niets anders dan een ‘wandeling’ door dat schema maken, waarbij onderweg beslissingen worden genomen.

Het logisch productmodel wordt vervolgens vertaald in standaardmodules waaruit een product kan worden opgebouwd. Dat gaat nog vooral over de hardware, oftewel de mechanica en de elektronica/elektrotechniek, maar op zich kan de software er ook bij worden betrokken, vertelt De Heij. ‘We hadden bij AWL het voordeel dat onze softwarejongens al werkten volgens ISA-88 (een standaard met modellen voor het logisch indelen van productieproVictor de Heij (AWL) introduceert cessen, red.). Wij konden hen dus het logisch productmodel. makkelijk meekrijgen om ook de Foto’s: Gonny van Duinen software modulair op te zetten.’ Maar om dat allemaal telkens te integreren in één module en vervolgens te gaan configureren met complete twee werelden zijn, van de hardware en de softmechatronische standaardmodules, met mechaware, die vragen om specifieke PLM-tooling, nica, elektronica en software erin, dat blijkt in waarbij een bovenliggend systeem zorgt voor de de praktijk voor veel partijen toch lastig te zijn, multidisciplinaire connectie.’ Frank-Jan Evers, volgens algemeen directeur Theo Klaassen van manager operations van Heering, kan die scheiYellax. ding van werelden echter niet accepteren. ‘Software kun je misschien niet in een PLM-systeem configureren, maar wel in een productconfiguraSOFTWARE CONFIGUREREN tor.’ Evers werkt aan het multidisciplinair modelBij software is sprake van andersoortige requireleren van het productportfolio ten behoeve van ments, die in gangbare, artikelgebaseerde systeconfiguratie en doet dat samen met onderzoekers men voor PLM (product lifecycle management) en studenten van de TU Eindhoven, om maar in de regel niet beschikbaar zijn, verklaart Frans Gouwenberg, manager structuring engineering bij VMI. ‘Misschien moet je accepteren dat er LEES VERDER OP PAGINA 40

april 2022

39


Eric Koster (Moba): ‘Onze inpakrobots krijgen de complete besturingssoftware mee en we configureren simpelweg door de benodigde opties aan te vinken.’

Maarten Hummelen (GSE Dispensing): ‘Wij sluiten met onze klanten servicecontracten af op basis van hun softwaregebruik. Dit hebben we geleerd van ERP-leveranciers die ook zo afrekenen voor de software die ze leveren.’

VERVOLG VAN PAGINA 39

aan te geven dat het zeker niet eenvoudig is. Bij Moba maken ze het zichzelf juist gemakkelijk; daar werken ze onder meer met ‘overcomplete’ software, zegt manager mechanical engineering Eric Koster. ‘Elke inpakrobot krijgt de complete besturingssoftware mee en we configureren simpelweg door de benodigde opties aan te vinken. Dat kunnen we doen bij de klant, maar soms ook al in onze fabriek of bij engineering.’ In principe is dit ook makkelijk te doen met een niet-fysiek product als software; zonder de bijpassende hardware en mechanica kan een klant de extra softwaremodules toch niet gebruiken en levering van deze reeds ontwikkelde softwaremodules kost niets extra. Dat die software wel degelijk waardevol kan zijn, illustreert Maarten Hummelen, mede-eigenaar van GSE Dispensing. ‘Wij sluiten met onze klanten servicecontracten af op basis van hun softwaregebruik; de contractprijs wordt mede gebaseerd op het aantal softwaremodules dat ze gebruiken. Dit hebben we geleerd van ERP-leveranciers die ook zo afrekenen voor de software die ze leveren.’ Zo zijn er meer ‘zachte’, niet-fysieke zaken te configureren. Bij draaideurenbouwer Boon Edam zou dat bijvoorbeeld de veiligheidscertificering kunnen zijn, vertelt cto Mark Dingerdis. ‘Voor ons is echter de Europese CE-richtlijn altijd de standaard, ook voor producten die bijvoorbeeld naar Azië gaan. De eisen

Voorbeeld van een logisch productmodel voor een booglasproces. Bij het doorlopen van dit model zijn er vragen over het type lasrobot, het aantal robots, de gewenste lastoorts, de stroombron, het type lasdraad en tot slot het aantal lastoortsreinigers en hun type. De doorgaande verticale lijn is het standaardmodel dat AWL biedt en de rode en groene lijnen met ‘zijstapjes’ geven varianten op dat standaardmodel weer.

40

april 2022

zijn daar minder hoog, maar het gaat ons om de mensen en hun veiligheid, dus wij houden vast aan CE.’

TOP-DOWN Met het logisch productmodel in de hand is voor De Heij wel duidelijk ‘hoe het balletje voor modulair gaat rollen’. ‘De vraag was altijd waar je moest beginnen: bij engineering of bij sales? Voor de M-Line zijn we aan de achterkant begonnen,

Franc Magnee, directeur productmanagement en applications engineering. ‘We hebben de hele bak met modules uit verschillende projecten genomen en daaruit afgeleid wat we als standaard konden definiëren. Dat complete verhaal hebben we in één keer bij sales gelegd, waardoor het wel lang duurde voordat ze dat allemaal hadden verwerkt en geaccepteerd.’ De Heij schetst vervolgens een top-down aanpak voor modularisering die begint met het opstellen van een logisch productmodel. Aan de hand daarvan maakt engineering een eerste set-up van hoe het product er modulair uit zou kunnen zien. Die wordt vertaald naar een basismodel voor sales. De feedback die hierop komt, leidt tot een tweede versie van het productmodel, waarop concept-engineering volgt en sales zijn model verfijnt. In nog een iteratieslag kan er een derde, verbeterde versie van het logisch productmodel komen, vindt detail-engineering plaats en voegt sales pricinginformatie toe. Daarmee is de modulaire productstructuur wel gedefinieerd en kan in ieder geval sales ermee op pad.

‘ELKE AFDELING GEBRUIKTE EEN ANDERE NAAM VOOR EEN MODULE. HADDEN WE HET DAN WEL OVER HETZELFDE?’ met standaardisering en detailengineering van bestaande modules.’ Zo doet 99,9 procent van de bedrijven het, weet Evers. Maar het is niet ideaal, aldus De Heij. ‘Gevolg was namelijk dat het bij de rest van de organisatie maar moeilijk landde. Ook intern heb je een not invented here-syndroom. Die aanpak was bottom-up en dat is in dit soort gevallen niet handig.’ Ook bij BluePrint Automation begonnen ze bij engineering, vertelt

PRODUCTMANAGEMENT Dit multidisciplinaire proces valt onder de noemer productmanagement en dat is een functie die veel bedrijven pas recent hebben ingevoerd, om het gat tussen sales en engineering te dichten. Jeffrey Vroemen begon in 2019 bij AWL als projectmanager en werd een jaar later productmanager. ‘Dat was in het begin wel een zoektocht: wat is de rol van productmanagement in een projectenorganisatie?’ Vroemen verwoordt het als volgt: ‘Ik ben verantwoordelijk voor het succes van het product, van het vervullen van de klantwensen tot het uitfaseren van het product bij end-of-life. In de praktijk noem ik mezelf ook wel het duizenddingendoekje.’ Vervolgens illustreert hij voor de robot ROSI die AWL ontwikkelt voor de logistieke markt, hoe marktwensen worden vertaald in een logisch productmodel. ROSI wordt opgebouwd vanuit een frame en krijgt een robot voorzien van grippers die verschillende uitvoeringen kunnen hebben, afhankelijk van de te ver-


Tot slot schetst Loc Pham, sinds 2020 system engineer bij AWL, de weg naar configuratie die het bedrijf de laatste jaren heeft bewandeld. Omdat de start met de M-Line bij r&d en engineering had gelegen, kreeg Pham de vraag hoe de informatie naar sales kon worden overgedragen. ‘Want de kennis over bijvoorbeeld de afhankelijkheden tussen de verschillende modules van de M-Line zat in de hoofden bij r&d. Een document met lange lappen tekst op een server plaatsen, dat was niet de oplossing om de informatie bij sales te krijgen.’ Pham greep daarom terug op de analogie met een kookboek, waarin niet alleen de ingrediënten en het keukengerei staan beschreven, maar ook de bereidingswijze en het eindresultaat. Hij besloot, bij wijze van ‘kookboek’, zelf een configurator voor sales te bouwen, volgens de structuur van het logisch productmodel. Doordat de afhankelijkheden in de configurator zijn inge-

MENSEN MEEKRIJGEN

de configurator die engineering uiteindelijk ook

Bedrijven kunnen modularisering en cto nog zo slim organiseren, ze moeten wel de mensen meekrijgen. Daar kunnen nog drempels liggen. ‘We moeten ook naar het businessproces kijken’, stelt Victor de Heij van AWL. ‘Als daarin niets verandert, blijf je projecten verkopen.’ Want verkopers willen verkopen wat de klant vraagt, is ook de ervaring van Melanie van Beek, innovation & design manager bij Broshuis. ‘Wij zijn begonnen met sales de standaarden te laten bepalen. Daaruit kwamen 120 verschillende modellen voort. Als ze bij een bepaalde klant tien stuks van iets hadden verkocht, werd dat meteen een nieuw standaardmodel. Met zoveel verschillende modules kunnen we natuurlijk geen inkoopvoordeel behalen. We moeten minder dienend en meer sturend zijn in sales.’ De keuze moet niet op basis van tekeningen, lees concrete projecten, plaatsvinden, maar op basis van functies, zegt De Heij.

Maar niet alleen bij sales liggen drempels. Ook in engineering en montage kunnen er weerstanden zijn, weten ze bij AWL. Engineers zien te weinig uitdaging in het configureren van orders met standaardmodules, en monteurs vinden het seriematig in elkaar zetten van standaardproducten saai. Techneuten zoeken juist de uitdaging in het projectmatig telkens weer het wiel uitvinden voor een unieke order, monteurs willen puzzelen op hoe ze een machine het beste in elkaar kunnen zetten. Tegelijk ziet De Heij ook nieuwe kansen. Hooggeschoolde monteurs doen de moeilijke klussen, mensen met een lager mbo-niveau of zij-instromers het routinematige montagewerk. Zo biedt het logisch productmodel uiteindelijk ook een oplossing voor een urgent arbeidsmarktprobleem, het tekort aan technisch geschoold personeel.

al veel keuzes worden vastgelegd. Pham noemt als voorbeeld de locatie waar een machine zal gaan draaien. Die legt al meteen een hoop dingen vast, waar in het vervolg niet meer apart naar hoeft te worden gevraagd. Zoals de vereiste certificering (CE voor Europa en UL voor Amerika), de netspanning (110 of 230 V) en het type contactstekker.

WAARDE Zo heeft Pham de configurator uitgewerkt als proof-of-concept voor sales en de basis gelegd voor

gaat gebruiken. AWL is dus nog onderweg richting configuratie als standaardwerkwijze. Waar staat het Harderwijker bedrijf over twee tot drie jaar, wil directeur Eric-Jan Dekker van Post en Dekker tot slot weten. ‘Dan kunnen we onze producten voor 80 procent configureren, terwijl we nu nog maar op 30 procent standaard zitten’, antwoordt De Heij. ‘Dan begrijpen onze mensen dat hergebruik van standaardmodules de sleutel is voor ons succes en vinden ze het ook leuk. Dan is onze r&d-afdeling volwassen en zien we binnen AWL ook de waarde van r&d.’

TAURUS XXL lasersnijden in een gloednieuw design De nieuwe Taurus is dankzij haar unieke modulariteit ideaal geschikt voor het snijden van extra grote platen. Het machinebed is minimum 10 meter lang en kan worden uitgebreid in stappen van 4 meter tot maximaal 42 meter. • Hoge dynamiek bij het snijden van grote platen • XXL snijden van platen tot 3200 mm breed, 30 mm dik • Geschikt voor diverse materialen, extra grote of meerdere platen • Verkrijgbaar met geavanceerde bevelkop

PUNCH

We help you bring bare metal to life: lvdgroup.com

LASER

BRING BARE METAL TO LIFE

INTEGRATE

KOOKBOEK

bouwd, kunnen met het antwoord op één vraag

BEND

werken producten. Daarbij is techniek nodig om die producten te kunnen detecteren, denk aan vision, en uiteraard is er power- en dataconnectiviteit. Vroemen deelt de verschillende functies in volgens het bekende Treacy & Wiersema-model met technology, customer en cost leadership. Het frame hoeft alleen maar goed en goedkoop te zijn, met robots en detectie wil AWL juist technologisch vooroplopen en bij de grippers gaat het om kennis van de klantspecifieke producten die ze moeten verwerken. Zo weet AWL waar het op moet focussen bij het uitwerken van een configureerbare productstructuur voor ROSI.

SHEET METALWORKING, OUR PASSION, YOUR SOLUTION

april 2022

41


PROCESVERBETERING

HYDRAUVISION BOEKT MET PRO.FILE TIJD- EN KWALITEITSWINST

‘HET WERKT PRETTIGER EN ZO KOMEN WE TEGEMOET AAN STEEDS HOGERE KLANTEISEN’ Hydrauvision ontwikkelt en bouwt geavanceerde aandrijfsystemen. Om de bijbehorende duizenden ontwerpbestanden goed te beheren en vlot vindbaar te maken, is het twee jaar geleden gestart met de implementatie van PRO.FILE. Inmiddels is de complete mechanical engineering in het PLM-systeem ondergebracht. Dat scheelt zoekwerk, voorkomt fouten en maakt het mogelijk de kritische offshore-klant snel en correct de documentatie te leveren waar hij om vraagt.

Technotron, ook hier in Schoondijke. Deze twee bedrijven werken nu samen in onze divisie Electrics. Die stelt ons in staat de totaaloplossingen te bieden waar de klant om vraagt.’ En Hydrauvision is daardoor inmiddels uitgegroeid tot een onderneming met ruim 270 mensen op de loonlijst, verspreid over acht locaties.

GOED DATABEHEER

Hugo Botter (PLM Xpert, links) en Adri Overbeeke (Hydrauvision). Botter: ‘Een workflow is heel geduldig. Iemand kan een tekening klaarmaken voor approval, maar als degene die het moet goedkeuren geen actie onderneemt, gebeurt er niets.’ Foto's: Ruben Broekhuis

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

H

ydrauvision, met zijn hoofdkantoor in het Zeeuws-Vlaamse Schoondijke, is specialist ‘op alle terreinen waar aandrijftechniek een centrale rol speelt’, vertelt salesmanager Rogier Geleijn. ‘Dat doen we in verschillende sectoren en op verschillende manieren. Met de combinatie van hoogwaardige engineering, inventiviteit en vasthoudendheid bieden wij pasklare oplossingen voor de meest uiteenlopende vraagstukken.’ Geleijn doet zijn verhaal staand naast een enorme, felgele machine waarmee werknemers op zeer gecontroleerde en veilige wijze op zee overgezet kunnen worden, van een schip op offshore-olieplatforms of windturbines. Het imposante apparaat is een voorbeeld van maatwerk, geëngineerd door het 25 engineers sterke team dat Hydrauvision paraat heeft. De machine wordt hydraulisch in beweging gebracht, aangedreven door een powerunit.

42

april 2022

Dergelijke geavanceerde systemen bestaan vaak uit submodules. ‘Daarmee kunnen onze engineers, dankzij diepgaande kennis en ervaring van applicaties, een kosteneffectieve en energieefficiënte oplossing leveren, variërend van een powerpack tot een funderingsmachine.’

TOTAALOPLOSSINGEN BIEDEN Om te voorzien in de toenemende vraag naar duurzame oplossingen moest er kennis vergaard worden van het elektrificeren van aandrijvingen. Daartoe zijn recentelijk twee overnames gedaan, vertelt Geleijn: ‘Wij zijn groot geworden met het oplossen van complexe problemen van de klant. Dan bieden we graag een totaaloplossing. Klanten willen verduurzamen en steeds meer elektrificeren. Dat vraagt om kennis van regelaars, permanentmagneetmotoren, bekabeling en energiemanagementsystemen. Om die kennis te verwerven, hebben we vorig jaar Danfoss Editron in Heerenveen overgenomen en recentelijk

Om de (kosten)efficiency van het werk te verhogen en tegelijk de kwaliteit van de producten en processen te verbeteren, is eind 2019 de implementatie gestart van het PLM-systeem PRO.FILE, met PLM Xpert als implementatiepartner. Van de kant van Hydrauvision gaf manager engineering Adri Overbeeke leiding aan het project. ‘Wij maken hier complexe machines. Alleen al het stuk mechanical engineering bestaat vaak uit 4.000 à 5.000 unieke bestanden: CAD-modellen, maar ook stuklijsten, constructiedossiers, contracten, mailwisseling met de klant… Belangrijk is die goed te beheren. Heel belangrijk is dat er nooit twee verschillende files met dezelfde naam gaan circuleren. We zijn hier gaan werken met 3D-CAD-systemen. Met de oude Verkennersoftware vergde het veel tijd om na een wijziging een document te bevriezen maar de vorige versie wel te bewaren, zodat je er altijd naar terug kunt gaan. In PRO.FILE gaat dat volledig automatisch. En je kunt bijvoorbeeld een rekenrapport van een bepaalde component aan de tekening daarvan hangen. PRO.FILE zorgt dat alles wat bijeen hoort aan elkaar gelinkt wordt. Daardoor kunnen we altijd heel snel de juiste tekening en alle bijbehorende informatie vinden.’

MINDER FOUTEN Door de overgang naar model-based design (MBD) hoeven er ook geen 2D-tekeningen meer gemaakt te worden voor gebruik in de werkplaats. ‘Dat levert al veel tijdwinst op. Onze monteurs werken vanaf beeldschermen met precies die 3D-modellen die voor hen relevant zijn. In welke mate wij nu een grotere workload aankunnen, kan ik niet precies zeggen, op dit moment zijn we vooral nog aan het investeren. Maar werken met PRO.FILE zal ons vooral in de toekomst veel tijd besparen. En het levert een hogere kwaliteit: er worden minder fouten gemaakt zoals het werken met verkeerde versies of onvolledige informatie, want alle noodzakelijke documentatie is altijd voorhanden. Dat werkt prettiger en zo komen we ook tegemoet aan de eisen van onze


klanten. Met name de offshore stelt steeds hogere eisen aan de kwaliteit en volledigheid van de documentatie.’

DIGITAL TWIN Sinds de start van het implementatietraject heeft de focus gelegen op mechanical en hydraulical engineering. Want die produceren het leeuwendeel van de documenten. Maar dat wil niet zeggen dat electrical en software engineering niet ook nog in PRO.FILE ondergebracht gaan worden, aldus Overbeeke. ‘In die disciplines was de nood minder hoog. Voor electrical engineering maken we gebruik van Eplan en daarin worden projecten al in een database geborgd. Maar het is vanzelfsprekend veel werkbaarder voor onze mensen als iedere engineer met dezelfde, integrale PLM-databackbone werkt. Je kunt dan wijzigingen over verschillende disciplines gecontroleerd doorvoeren en zo beter samenwerken.’ ‘Door alles in PRO.FILE onder te brengen’, vult Hugo Botter aan, ‘creëer je een complete samenhangende digital twin van het product. Dat maakt het delen van informatie veel gemakkelijker. Een document wordt vaak maar door één of enkele mensen aangemaakt, maar door tientallen medewerkers geraadpleegd’, benadrukt de managing director van PLM Xpert de voordelen.

GEEN STAPPEN VERGETEN De implementatie van een veelomvattend programma als PRO.FILE heeft veel impact op de manier van werken van de mensen. Het dwingt hen alle geldende procedurestappen ook daadwerkelijk te zetten – tot op zekere hoogte. ‘Tekeningen en andere documenten moeten altijd gereleased worden door een geautoriseerde reviewer voordat ze verder het proces in gaan. Dit was voorheen niet goed dichtgetimmerd. In PLM kan dat allemaal geregeld worden. Het is nu niet meer mogelijk een tekening naar Productie te sturen die nog niet is vrijgegeven’, illustreert Overbeeke. ‘Tegelijkertijd biedt PRO.FILE wel de mogelijkheid indien nodig bochten af te snijden.’ De zogeheten quick release, duidt Botter: ‘Als een bepaalde leidinggevende niet aanwezig is maar daarop wachten is ook niet mogelijk, dan kunnen stappen overgeslagen worden. Ja, die vrijheid van

handelen zorgt er ook voor dat de medewerkers het nieuwe systeem sneller omarmen. Onze klant bepaalt altijd zelf de restricties en vrijheden van een goedkeuringsprocedure. Als hij vindt dat die in een workflow van drie stappen kan, dan legt hij dat vast in drie stappen. Wij ondersteunen wel bij het maken van die keuzes.’

SUPER KEY USER Het naar eigen wensen inrichten van het PLMsysteem, van de classificatiestructuur tot en met de opzet van te volgen processtappen, is in PRO.FILE een kwestie van configureren. Dit heeft een van de engineers van Hydrauvision gedaan, on site en op afstand begeleid door mensen van PLM Xpert. Deze engineer, door Overbeeke aangewezen als super key user, kreeg de ruimte zich

‘ALLE NOODZAKELIJKE DOCUMENTATIE IS ALTIJD VOORHANDEN’

relevant is. Verder is een begin gemaakt met het onderbrengen van de hydraulic engineering-files in PRO.FILE; daarna gebeurt hetzelfde met de electrical en software engineering-documentatie. Ook is een paar maanden geleden gestart met het installeren en configureren van Pro.Ceed en het trainen van de medewerkers in deze PRO.FILEmodule, gericht op het ondersteunen van het taakgericht afhandelen van projecten en processen. Botter: ‘Een workflow is heel geduldig. Iemand kan een tekening klaarmaken voor approval, maar als degene die het moet goedkeuren geen actie onderneemt, gebeurt er niets. Pro.Ceed zorgt ervoor dat wanneer een taak is uitgevoerd en het werk klaar is voor de volgende stap, automatisch de juiste persoon een mededeling krijgt dat hij daarmee aan de slag moet binnen een bepaalde termijn. Gebeurt dat niet, dan volgt er een zogeheten escalatie.’

INSTALLED BASE optimaal te verdiepen in PRO.FILE. Dat brengt Botter op een leerpunt: ‘Deze engineer ging – engineers eigen – als hij iets niet wist zelf op zoek naar de oplossing. Wat een paar keer leidde tot suboptimale keuzes. Daarin hadden wij wat proactiever moeten acteren.’

UITROL OVER BEDRIJF De super key user fungeert nu nog als eerste aanspreekpunt voor het gehele bedrijf, bijgestaan door key users op de nevenvestigingen van Hydrauvision die ter plaatse ondersteuning bieden. De uitrol over de complete organisatie, verhaalt Overbeeke, liep wat anders dan gepland: ‘Het plan was eerst hier in Schoondijke vertrouwd te raken met het systeem. Daarvoor hadden we een pilot ingericht die we helemaal hier zouden ontwerpen en bouwen. Vervolgens werd het productiewerk ervoor verplaatst naar de vestiging in Raamsdonksveer en moesten mensen ook daar snel in PRO.FILE getraind worden. Je hebt dan als voordeel dat iedereen, ongeacht de locatie, met dezelfde informatie werkt. Maar als mensen niet goed getraind zijn, tast dat wel het draagvlak voor het nieuwe systeem aan.’

TAAKGERICHTHEID Salesmanager Rogier Geleijn: ‘Hydrauvision biedt graag een totaaloplossing. Om extra kennis te verwerven, hebben we vorig jaar Danfoss Editron overgenomen en recentelijk Technotron.’

Hydrauvision, met zijn hoofdkantoor in het Zeeuws-Vlaamse Schoondijke, is specialist op alle terreinen waar aandrijftechniek een centrale rol speelt.

Dat informatiegat is inmiddels gelukkig gedicht. Alles omtrent mechanical engineering is nu op de gewenste manier in PRO.FILE ondergebracht en toegankelijk gemaakt voor iedereen voor wie dat

Daarna worden de drie overgenomen bedrijven – naast Danfoss Editron en Technotron is dat Fundex Equipment, specialist in funderingssystemen – aan PRO.FILE gehangen. Van belang, aldus Overbeeke, want er is steeds meer samenwerking tussen de onderdelen. ‘Engineers bij Fundex in Middelburg werken samen met engineers hier aan een hybride powerunit voor de aandrijving van een funderingssysteem. Dan is het natuurlijk een uitkomst als ook bij Fundex gebruik wordt gemaakt van dezelfde database als hier. Dat vergt wel dat we ook alle productdata van Fundex en de andere twee bedrijven in PRO.FILE gaan opnemen.’ Ten slotte is het de bedoeling het installed base management met het nieuwe PLM-systeem te gaan ondersteunen: ‘Wij hebben bijvoorbeeld meer dan honderd powerunits staan bij klanten over de hele wereld. Om precies bij te houden in welke configuratiesystemen wanneer naar welke klant de deur uit gaan en wat er tijdens onderhoud gedurende de life cycle aan gewijzigd wordt, willen we ook daarvoor PRO.FILE gaan gebruiken. Zodat onze servicemensen nooit voor verrassingen komen te staan.’

• www.plmxpert.nl • www.pro-file.com/nl • www.hydrauvision.com Van dit interview is ook een videocast en podcast beschikbaar.

april 2022

43


Hoe ik machines leer spreken

OPTIME Stelt mij in staat om meer dan 100 machines binnen enkele uren te monitoren – dat maakt OPTIME een eenvoudige en economische oplossing voor conditiebewaking. www.schaeffler.nl/optime


SMART FACTORY

MPDV ONDERSTEUNT BEDRIJVEN DIE STAPSGEWIJS WILLEN UITGROEIEN TOT SLIMME FABRIEK

UITEINDELIJK BESLISSEN DE SYSTEMEN ZELF In een smart factory besturen intelligente machines en logistieke systemen zichzelf. Ze wisselen continu data uit over de productie-processen en reageren automatisch op veranderingen. Softwaredienstverlener MPDV, expert in manufacturing excellence solutions (MES), organiseerde recentelijk een webinar over de vraag hoe het ervoor staat met die smart factory en hoe klanten ernaartoe kunnen groeien. Spuitgietbedrijf Timmerije in Neede implementeerde ruim twee jaar geleden de MES-oplossing HYDRA van MPDV en is al een aardig eind op weg.

DOOR LUCY HOLL

T

immerije produceert met zijn 130 medewerkers hoogwaardige complexe kunststoffen spuitgietproducten op meer dan vijftig machines. Die worden wekelijks alles bij elkaar al snel 75 keer omgebouwd. In de productie worden meer dan 1.500 verschillende soorten kleur- en grondstoffen gebruikt, en meer dan 1.600 verschillende matrijzen. Timmerije had een gedateerd MES-systeem draaien en koos voor HYDRA van MPDV onder meer vanwege het scala aan mogelijke modules, die bovendien gefaseerd ingevoerd kunnen worden. Het gaat om modules voor zowel productiecontrole, kwaliteitsmanagement als human resources. ‘Nu kunnen we bijvoorbeeld in detail volgen welke machines bezet zijn, welke orders daarop geproduceerd worden en wanneer ze gereed zijn’, vertelt Pim Peeters, controller & IT-manager bij Timmerije, tijdens het webinar. ‘Gekoppeld aan ons ERP-systeem biedt het MES de tools om onze kwaliteit en leverbetrouwbaarheid verder te verhogen en te leveren tegen de juiste kosten.’ In de productie staan nu zeventien terminals waarop medewerkers kunnen inloggen om te zien wat er moet gebeuren. Plus grote overzichtsschermen waarop alle machines zijn weergegeven met een kleurstatus: welke draaien productie, welke zijn in ombouw, welke hebben een storing? Peeters: ‘Er is veel informatie beschikbaar, onder meer over de overall equipment effectiveness. Voor zo’n uitgesproken ombouwfabriek als Timmerije is dat kengetal cruciaal.’ Hij noemt de MES-implementatie een uitdaging omdat er uiteenlopende machines van diverse merken en leeftijden op de werkvloer staan, elk met eigen software. ‘Het was een spel tussen onze technische mensen, de specialisten van MPDV en de machineleveranciers.’ En het gaat nog steeds door: ‘Nu zijn we bezig de procesdatamodule te implementeren om ons spuitgietproces nog beter te beheersen. We willen fouten en problemen met machines en matrijzen in een nog vroeger stadium detecteren. Hiermee gaan we de komende maanden live.’

CONTROL LOOP MPDV heeft zijn hoofdvestiging in het ZuidDuitse Mosbach, een kleine honderd kilometer Control loop van de productie. boven Stuttgart. Het legt Illustratie: MPDV zich al decennia toe op het ontwikkelen en implementeren van MES en bouwt ook in Nederland zijn klantenkring gestaag uit. Accountmanager Charles van der Pluijm: ‘In 2016 hebben we ons vierstappenmodel voor de implementatie van een smart factory gepubliceerd, met bij iedere stap een whitepaper. Vorig jaar kwam daar de publicatie From the 4-Stage Model to a Control Loop of the Smart Factory bij. Er gebeurt zoveel in de industrie, technisch en organisatorisch. Productiesystemen verzamelen steeds gedetailleerdere informatie. Bedrijven moeten inspelen op kortere levenscycli, kleine batchgroottes en een steeds hogere productiviteit.’ De vier stappen gelden onverminderd voor wie wil uitgroeien tot een slimme fabriek. Het begint met de transparante fabriek (met data over werkplekken en machines). De volgende stap is de reactieve fabriek (kwaliteitsmanagement en productieplanning komen erbij). Dan volgt de autonome fabriek (met veel zelfregulering aan de hand van alle data). Stap 4 is de functioneel gekoppelde fabriek (met interfaces tussen ERP, MES, PLM en alle andere systemen). Productiebedrijven zitten in uiteenlopende fasen, aldus Van der Pluijm. HYDRA speelt daar met zijn modules flexibel op in. Bovendien is er nu ook HYDRA X, dat focust op AI.

BESLISSINGEN MPDV heeft een helder beeld voor ogen, vertelt Henry Eckhardt, senior productmanager smart factory solutions vanuit Duitsland tijdens het MPDV-webinar. ‘Vandaag de dag maken de MPDV-producten industriële productie transparant, in de nabije toekomst komen ze met voorstellen voor productiebeslissingen. En uiteindelijk nemen ze zelf die beslissingen: AI controleert en reguleert de complete productieprocessen.’ Samen met AI-specialist PerfectPattern uit

München richtte MPDV daarom Aimes (Artifical intelligence for manufacturing excellence solutions) op, dat standaard AI-functionaliteit binnen MES integreert en klantspecifieke projecten uitvoert. ‘We hebben het over reinforcement learning: productiesystemen leren continu bij en brengen de productieplanning naar een hoger niveau.’

AMC IN TWENTE MPDV werkt nauw samen met onderzoeks- en onderwijsinstituten, waaronder Fraunhofer. Maaike Slot, research engineer en digital twinning specialist bij het Fraunhofer Project Center bij Universiteit Twente, vertelt dat ze bouwen aan een advanced manufacturing center (AMC). ‘Die nieuwe fabriek gaat niet produceren, maar toont de nieuwste technologische mogelijkheden. Het wordt een flexibele leeromgeving, waar studenten en bedrijven kunnen ontdekken, experimenteren en testen.’ Connectiviteit, het verbinden van machines aan de digitale infrastructuur, staat voorop. Slot: ‘De industrie is de afgelopen jaren sterk bezig geweest om complexiteit aan productieomgevingen toe te voegen, door robotisering, automatisering, imaging en sensoriek. Het gaat steeds meer om data vangen en er iets mee doen.’ Een MES-systeem vormt daarbij een uitstekende ondersteuning op de productievloer. Middleware gaat volgens haar steeds belangrijker worden. ‘Hoe breng je op basis van de juiste data de juiste informatie bij de juiste persoon?’ Kijk op www.linkmagazine.nl voor een uitgebreid, eerder artikel over de implementatie van HYDRA bij Timmerije.

• www.mpdv.com • www.timmerije.nl april 2022

45


ROBOTISERING

WONINGNOOD, STIKSTOFPROBLEEM EN GEBREK AAN VAKMENSEN MAKEN BOUWROBOTS AANTREKKELIJK

‘ROBOTISEREN KAN ALLEEN ALS ALLES IN DE BOUWKETEN KLOPT’ De bouw staat voor een enorme uitdaging. Woningnood en verduurzaming vragen om moed, creativiteit en investeringen in technologie. Bouwrobots bieden nieuwe perspectieven. Leontien de Waal, sector banker bouw bij ABN AMRO, bracht de opmars van robots in de bouwsector in kaart en weet ook waar de aandachtspunten zitten. DOOR RIEJANNE WOLSWINKEL

D

e Actieagenda Wonen, die is opgesteld door ruim dertig partijen, beschrijft de noodzakelijke bouw van een miljoen woningen tot 2030. Daarnaast ligt er de opgave voor renovatie en transformatie van nog eens anderhalf keer zo veel gebouwen. Terwijl de broeikasgasuitstoot die gepaard gaat met bouwen drastisch omlaag moet. Tegelijkertijd moeten bouwproducten betaalbaar blijven en is er een personeelstekort. Robotiseren en prefabriceren kunnen een cruciale bijdrage leveren aan het behalen van de ambitieuze doelen, aldus De Waal. In het rapport ‘Bouwrobots winnen terrein; markt verdriedubbelt in 2030’ onderscheidt ABN AMRO zeven categorieën robots voor gebruik in de bouw. De meest voorkomende zijn inspectie-

drones, autonoom bouwmaterieel, slooprobots en 3D-betonprinters. Ook zijn er exoskeletten (robotpakken die zwaar werk vergemakkelijken) en constructie- en inspectierobots. Al deze robots kunnen, nu of op termijn, bijdragen aan versnelling in de bouw. De Waal verwacht dat de markt voor robots in de Nederlandse bouwsector tot 2030 met maar liefst 227 procent zal groeien. Dat is een jaarlijkse stijging van 14,1 procent en gaat gepaard met een investering van ruim 300 miljoen euro.

PERSONEELSTEKORTEN OPLOSSEN

Robots kunnen helpen de enorme personeelstekorten in de bouw het hoofd te bieden. Ruim 23 procent van de vacatures is onvervulbaar, schrijft De Waal in het rapport. Bovendien kunnen robots ingewikkelde opdrachten overnemen. De Waal: ‘De inzet van robots en drones voor inspectie van daken en kozijnen neemt toe. Ze zien bijvoorbeeld of er warmtelekken zijn of welke kozijBEDRIJVEN IN ROBOTISERING nen aan vervanging toe zijn. Daardoor kan er veel sneller en preciezer worden gewerkt, zonder In het ABN AMRO-rapport is een lijst opgenomen van bedrijven overal dat hiervoor een steiger moet worter wereld die robots ontwikkelen en van partijen die ze al in gebruik den opgesteld. Deze inspectiedrohebben. Een overzicht van de Nederlandse bedrijven: nes zijn ook vriendelijk in prijs.’ Daarnaast kunnen robots vies, 3D-PRINTING INSPECTIEDRONES & -DIENSTEN zwaar en gevaarlijk werk doen. • Bruil • Aeroscan ‘Dat is aantrekkelijk’, zegt De • Concr3de • Atmos UAV Waal. ‘Maar ook leuk werk kun je • CyBe Construction • Avular robotiseren, dankzij artificial • DUS Architects • DroneQ Robotics intelligence en augmented reality.’ • MX3D • Dutch Drone Company En dat kan wringen. ‘Er zijn in de • Studio RAP • Robor Electronics bouw veel ambachtsmensen, die • Twente Additive Manufacturing • Spotr.ai het prachtig vinden om een mooie • Vertico 3D gevel te metselen. Maar wat als je INSPECTIEROBOTS met een steenstripgevel dezelfde AUTONOOM BOUWMATERIEEL & SOFTWARE • ExRobotics look-and-feel kunt verkrijgen? – • Robot Security Systems Dan gaat de metselaar aan de slag • ROSEN Europe als operator bij de steenstriprobot. CONSTRUCTIEROBOTS • TU Delft Dat zijn grote veranderingen, • Brownline maar voor de enorme personeels• KITE Robotics EXOSKELETTEN tekorten is het een oplossing.’ • KOKS Robotics • InteSpring Dit vraagt wel een mindshift in • Stack3D • Skelex het onderwijs. Het hoger onder• VertiDrive wijs is overigens zelf een belangSLOOPROBOTS rijke aanjager van robotisering: • Sherpa Miniloaders veel hogescholen en technische

46

april 2022

Leontien de Waal, sector banker bouw bij ABN AMRO: ‘Als je met een steenstripgevel dezelfde look-and-feel kunt verkrijgen, gaat de metselaar straks aan de slag als operator bij de steenstriprobot. Dat zijn grote veranderingen, maar voor de enorme personeelstekorten is het een oplossing.’ Foto: Eric Brinkhorst

universiteiten in ons land zijn al jarenlang bezig met de doorontwikkeling van robots.

BIJDRAGE AAN VERDUURZAMING Een ander voordeel van robots is hun bijdrage aan verduurzaming in de bouw. Robots zijn goed in repeterend werk en doen dat heel efficiënt en effectief. Dat leidt tot minder materiaalgebruik, minder afval en uiteindelijk tot een duurzamer gebouw, zo staat te lezen in het rapport. 3D-printers maken lichtere, maar even stevige bouwconstructies mogelijk. Dit bespaart materiaal. Ook is door prefabbouw minder werk nodig op de bouwplaats en verlaagt dit het aantal transportbewegingen. Door het precisiewerk in de fabriek is er minder afval. Dat scheelt veel CO2-, stikstof- en fijnstofuitstoot. Tot slot verbetert robotisering de veiligheid en gezondheid van werknemers, hoewel er met autonoom bouw-


materieel ook weer nieuwe risico’s ontstaan. Voor de inzet van robots op de bouwplaats bestaat nog geen wetgeving rond veiligheid.

printers. Daarvoor moeten alle specificaties goed in het systeem zitten. Dus moet je processen standaardiseren en automatiseren. Robotiseren kan pas daarna. En dat is vaak een hele kluif.’

gebruikmaken van Building Information Modelling (BIM). Deze softwaretool, waarin bouwwerken worden ontworpen en digitaal gebouwd, is een goed beginpunt voor het aansturen van robots. De tool vormt een uniforme basis om te komen tot de juiste productiespecificaties. Ook kunnen data vanuit het ontwerp en de realisatiefase bewaard worden. ‘Dat is vanuit de aannemerij gezien ontzettend handig voor onderhoud. Stel dat een woning modulair is gebouwd, dan kun je in de toekomst gemakkelijk modules en componenten vervangen. Razend interessant als je woningen levert aan woningcorporaties.’

EERST DIGITALISEREN Een aantal grote bouwondernemingen, zoals Van Wijnen, Plegt-Vos en TBI, investeert op dit moment fors in fabrieken met meerdere robots. Zij werken hiervoor samen met hardwareleveranciers en IT-partijen. Voor nieuwbouw en prefab worden 3D-betonprinters en constructierobots al ingezet. Op bouwplaatsen zelf is dit nog niet veel aan de orde, weet De Waal. ‘Binnen zijn robots beschermd tegen regen en wind. Dat maakt het makkelijker om ermee te starten.’ De investering bedraagt per robot al gauw honderdduizenden euro’s. Dit betreft niet alleen de robot zelf, maar ook de bijbehorende software, adviesuren en programmeerwerkzaamheden. Daarom spreekt De Waal haar bewondering uit voor de kleinere partijen die ermee aan de slag gaan. ‘Heel knap wat ondernemingen nu al voor elkaar boksen. De komende jaren vormen een leerproces om te ontdekken hoe we robotisering slim kunnen inrichten en systemen aan elkaar kunnen knopen.’ Digitalisering is namelijk de basis. Robots dragen bij aan slimmer en efficiënter werken, en verlagen door hun kracht en nauwkeurigheid de faalkosten, die nu vaak meer dan 10 procent van de bouwkosten omvatten. Maar, zegt De Waal, ‘bedenk goed voor welke uitdagingen de robot een oplossing is en welke voorbereidingen daarvoor nodig zijn. First time right is een belangrijke vereiste, bijvoorbeeld bij 3D-beton-

OPENHEID VEREIST Een bouwproduct zoals een woning bestaat uit veel verschillende onderdelen en er zijn veel partijen bij betrokken. Dat maakt robotisering in de bouw complex. Ook de cultuur in de bouwsector helpt niet mee. De Waal: ‘Om te kunnen robotiseren, moet alles in de toeleveringsketen kloppen. Daarvoor moet je heel open en transparant zijn

PARTIJEN VERBINDEN ABN AMRO wil graag bedrijven in de complete keten aan elkaar verbinden, besluit De Waal. ‘Wij zijn van origine een verstrekker van vreemd vermogen. Maar daarnaast hebben we connecties met partijen aan de risicodragende kant, zoals in private equity. Wij spelen graag een rol in matchmaking. Heb je een veelbelovende aanpak bedacht en wil je opschalen, dan kunnen wij zeker helpen bij het leggen van contacten. Want ik geloof in de potentie van robotisering.’

‘DE KOMENDE JAREN VORMEN EEN LEERPROCES’

• www.abnamro.nl/nl/zakelijk/insights

richting leveranciers en dat kan concurrentiegevoelig zijn.’ Dan helpt de brede beschikbaarheid van diensten die robotisering mogelijk maken. Er zijn talloze bedrijven die software, sensoren, dataanalysediensten en AI-oplossingen leveren. Uit onderzoek, dat De Waal in het rapport aanhaalt, blijkt dat vier op de vijf architecten in Nederland

Het ABN AMRO-rapport ‘Bouwrobots winnen terrein; markt verdriedubbelt in 2030’ is via deze QR-code te lezen.

Duurzaam investeren zonder uitval of verrassingen met de FactoryScan van itsme Als Dutch Industrial Supplier of the Year ondersteunt itsme uw succes met groene innovaties en slimme renovaties van bestaande processen. Duurzame investeringen die snel groene resultaten opleveren: SmartSavings noemen we dat. Onze specialisten van itsme Industrial Automation en itsme Lighting Technology bieden met de FactoryScan slimme groene oplossingen voor maximale prestaties. Voorkom uitval en wees op tijd voor product end-of-life met de itsme FactoryScan. Wij brengen uw situatie in kaart en zorgen voor duurzame oplossingen. De itsme FactoryScan is beschikbaar voor levensduurbepaling en duurzame alternatieven van Danfoss frequentieregelaars, voor toekomstbestendige vervangingsplanning van al uw Siemens componenten en voor groene

verlichtingsoplossingen van Philips. Kijk voor meer informatie op onze website onder het thema SmartSavings of scan de QR-code en maak vandaag nog een afspraak met onze specialisten voor de itsme FactoryScan! itsme | Making You Succeed!

www.itsmenederland.nl

april 2022

47


Waarom datacentralisatie de toekomst is en hoe u dit realiseert.

Eén stap is bij het ‘smart’ maken van engineering en productieprocessen onmisbaar: het centraliseren van data. Makkelijker gezegd dan gedaan. In deze whitepaper leest u hoe u deze IT-transformatie als paneel- of machinebouwer in gang zet en in welke bredere context van digitalisering dit past. Maar niet voor we de urgentie hebben geschetst.

In de whitepaper leest u: • • •

Waarom datacentralisatie van essentieel belang is voor engineering Hoe u deze IT-transformaties als paneel- of machinebouwer in gang zet In welke bredere context van digitalisering data-centralisatie past

Meer weten? Download gratis de whitepaper via: solutions.eplan.nl/whitepaper-waaromdatacentralisatie-toekomst-is? of scan de QR-code.


FLINK bericht over de wereld van starters en hun innovaties, financieringsproblemen en andere uitdagingen. De naam, FLINK, haakt natuurlijk aan bij die van dit magazine, maar duidt bovenal op een wezenlijke karaktereigenschap van elke startende hightech ondernemer waar de interesse van (formal) investors naar uitgaat – meer nog dan naar de innovatie in kwestie: heeft de starter doorzettingsvermogen, weet hij mensen voor zich te winnen met zijn overtuigingskracht, durft hij beslissingen te nemen?

IN DEZE FLINK: 52 Opschaling is balanceeract voor Vectioneers low-level machinebesturing 54 Demcon Innovatie Fonds: actieve ondersteuning van hightech start-ups 55 Deeptech spinouts worden ‘gewurgd’ door voorwaarden universiteiten

Ook zware asfaltwalsen worden bij UMS geëlektrificeerd, toont Lars Kool op de werkvloer. Foto: Com-magz

UMS HEEFT VEILIGHEID EN OPENHEID ALS KERNWAARDEN, OM TRANSITIE NAAR ELEKTRISCH TE VERSNELLEN

STIKSTOFCRISIS MAAKT VAN NEDERLAND UITSTEKENDE ‘STARTMARKT’ De Nederlandse stikstofcrisis is voor UMS ‘a blessing in disguise’. Wil de bouwketen goed aan de slag kunnen, dan moet die vanwege de strenge milieueisen hier het grote aantal diesels op de bouwplaats snel vervangen door elektrische aandrijvingen. Juist die ontwikkelt UMS en levert ze als kits. Tegelijkertijd bereidt het bedrijf uit Oss zich zo voor op een schaalvergroting. Want die regels gaan straks ook elders in Europa gelden. Dat buitenland is inmiddels wakker geworden en weet Oss te vinden. DOOR MARTIN VAN ZAALEN

B

ij aankomst valt meteen het grote aantal auto’s op, zoveel dat ze ook op de grasstroken geparkeerd staan. Eenmaal binnen bij UMS is de intensiteit zowat

voelbaar. Hier is het te doen. Hier, in deze onopvallende grijze dozen op een bedrijventerrein in Oss, vindt pionierswerk plaats. Van een soort dat de volle aandacht trekt van de complete bouwketen. Van de grote bouwbedrijven, de oem’ers van kranen, graafmachines, asfaltwalsen en ande-

re werktuigen, de verhuurders en importeurs van dat materieel en ook van kennisinstellingen als universiteiten en hogescholen, en van overheden.

POOLSHOOGTE NEMEN Spil in al die activiteit is ceo Lars Kool, van nature al wat chaotisch en nu treffen we hem ook nog ’ns op een dag die – meer dan in doorsnee – het etiket ‘gekkenhuis’ verdient. Het interview vindt dan ook eerst zonder hem plaats, met alleen zijn communicatieman Hans Hoogendoorn. Kool steekt wel op een gegeven moment het verhitte hoofd om de hoek van de deur om zich te verLEES VERDER OP PAGINA 50

april 2022

49


VERVOLG VAN PAGINA 49

excuseren: de ene afspraak stond niet in zijn agenda en het bezoek voor de andere was veel te vroeg. Hoogendoorn neemt alvast de rondleiding voor zijn rekening. Kool komen we dan een paar keer tegen, met klanten in zijn kielzog. Mensen uit de VS, Frankrijk, Duitsland en Nederland, zo wordt duidelijk. De ene groep vertegenwoordigt een groot Nederlands bouwconcern, de andere een Amerikaanse oem’er van grote telescoopkranen. ‘Het bouwbedrijf is hier’, verduidelijkt Hoogendoorn, ‘niet omdat we dat zelf zullen gaan beleveren. Het is de klant van onze klant. Die wil zelf poolshoogte nemen, voordat ze in onze producten investeren.’

HAAST GEBODEN De investering betreft het elektrificeren van kranen, graafmachines en ander bouwmaterieel. Nu zijn dat nog vrijwel allemaal dieselaangedreven machines, maar door de stikstofcrisis in Nederland moet van de Raad van State de uitstoot van stikstof bij bouwwerkzaamheden in 2030 tot nul zijn teruggebracht. Haast is dus geboden en daar-

merken in uiteenlopende stadia van afbouw en opbouw. In een hoek staan twee stevige, splinternieuwe Hyundai-graafmachines, de motorkap geopend wat zicht geeft op een forse, glanzende dieselmotor. Even verderop twee 26 tons gravers van Liebherr waar een groot deel van de dieselequipment is uitgebouwd. Daarnaast een Daftruck waar alle ‘diesel’ vanaf is: twee monteurs zijn doende het batterijmanagementsysteem in te bouwen. Want dat is wat er bij UMS in de kern gebeurt: het ombouwen van dieselaangedreven tot elektrisch aangedreven voertuigen.

GEEN OMBOUWER ‘Maar we zijn geen ombouwers’, verzekert Kool, als hij zich uiteindelijk even heeft weten los te maken van zijn bezoekers, nadat hij die heeft laten voorzien van een lunch en een van zijn ervaren medewerkers heeft gevraagd alvast de aftrap van zijn presentatie te verzorgen. ‘Neem die Hyundai-graafmachines. De eerste paar doen wij. Onze engineers analyseren de bestaande constructie, ontwerpen daarvoor een elektrificatiekit, waarna onze monteurs die inbouwen. Dat in nauwe samenspraak met de oem’er. Engineers van Hyundai komen hier ook over de

vloer, om zich ervan te verzekeren dat wat wij inbouwen aan hun kwaliteitsstandaarden voldoet. Heel belangrijk, want zonder dat kunnen Hyundai en hun importeurs de geëlektrificeerde uitvoeringen niet verkopen, er geen fabrieksgarantie op geven en er geen service op verlenen.’

GLIDERS UMS ontwikkelt en legt in detail de configuratie van de elektrificatiekit vast en de wijze waarop die moet worden ingebouwd. Vervolgens bouwt het bedrijf de 0- en de 1-serie in. Daarna is het aan de oem’ers om de grote series te gaan bouwen. ‘Hyundai is nu bezig in België een plant op te zetten waar zogeheten gliders worden geassembleerd: bouwwerktuigen, compleet met alle hydrauliek, maar zonder aandrijving. Wij gaan daarvoor dan de elektrificatiekits in serie leveren, waarna Hyundai ze zelf inbouwt’, verduidelijkt Kool zijn businessmodel. Dat model is in zijn hoofd ontstaan in een periode waarin hij voor verschillende elektrificatiebedrijven werkte en daar vooral zag hoe hij het niet wilde doen. ‘Dat waren typische ombouwers. Bedrijven die zo snel en goedkoop mogelijk bestaande machines elektrificeren. Zonder oog

KITS, PACKS EN BUSSEN

‘WIJ BOUWEN DE 0- EN 1-SERIES, OEM’ERS DE GROTE SERIES’

om wordt er in ons land relatief veel bouwmaterieel geëlektrificeerd. ‘Ja, Nederland is voor ons een uitstekende startmarkt. Hier kunnen we ons voorbereiden op een schaalvergroting die nodig is om straks heel Europa te gaan beleveren. Want Nederland heeft dan wel zijn stikstofcrisis, de EU heeft het klimaatakkoord van Parijs ondertekend. Overheden van andere Europese landen zullen dus snel volgen met vergelijkbare eisen aan hun bouwsector’, verzekert Hoogendoorn.

ORIËNTEREN Partijen in de bouwketen – en die in het buitenland – realiseren zich dat terdege en zijn zich aan het prepareren. En dat doen ze onder andere door naar Oss te komen, om zich daar eerst te oriënteren en vervolgens – als het goed is – over te gaan tot het doen van orders. Niet bij UMS zelf, maar bij de oem’ers en de importeurs van werktuigen als Liebherr, Daf, Bobcat, Hyundai en Magni. Op de werkvloer treffen ze er machines van die

50

april 2022

De Hyundai HX260 Electric in actie bij de dijkversterking Gorinchem-Waardenburg. Foto: UMS

De kits die UMS (Urban Mobility Systems, opgericht in 2016 door Lars Kool) ontwikkelt en bouwt, zijn volledig klant- en voertuigspecifiek. Maar afgezien van de stalen frames waarin ze een plek krijgen, zijn ze opgebouwd uit louter gestandaardiseerde onderdelen van grote automotive suppliers als Bosch, Hella en Bender. De kerntechnologie van UMS zit in de centrale besturingssoftware. Aan de klantkant zijn de partners oem’ers als Hyundai, DAF, Magni, Liebherr en Dynapac (asfaltwalsen). Kennispartners zijn onder andere de Technische Universiteiten van Eindhoven en Delft en de HAN University of Applied Sciences. Onderdeel van de kits zijn de batterijpacks die UMS in eigen huis opbouwt uit losse cellen. Die competentie wordt ook benut voor het bouwen van lithium-ion-accu-

packs die ingezet worden voor off-grid stroomvoorziening van bouwplaatsen en evenementen en voor het balanceren van het elektriciteitsnet als de aanwezige elektriciteitsinfrastructuur niet genoeg energie kan leveren. Voorts profileert UMS zich ook als oem’er van kleinformaat, lichtgewicht bussen voor binnenstedelijk vracht- en personenvervoer onder de merknamen Zolution, Mission en Vision. Ten slotte is het distributeur van (mobiele) snellaadsystemen van Kempower, speciaal bedoeld voor plekken waar een flink aantal laadpunten nodig is, zoals grote bus- en vrachtwagendepots, logistieke centra en bouwplaatsen.

• www.urbanmobilitysystems.nl


voor de klant, service en veiligheid en dus zonder interesse in de lange termijn. De accu’s die deel uitmaken van onze kits, zijn modules die 130 kWh kunnen leveren. Dan wil je geen lekkages, dan wil je dat deze echt waterdicht zijn. Veiligheid is onze belangrijkste kernwaarde. Als elektri-

openheid. ‘Monteurs van oem’ers komen naar hier om samen met onze mensen de kits in te bouwen en dat goed in de vingers te krijgen. Zo motiveren we ook hen voor die elektrificatie, maken we duidelijk dat de transitie ook hun voldoende werk zal bieden. Wij laten onze klan-

‘ZELF WIL IK HIER TOCH VOORAL ONTWIKKELEN AAN NIEUWE TECHNOLOGIE’

VERSTERKING

ficatie leidt tot ongelukken, is het vertrouwen erin snel verdwenen, wat de transitie naar elektrisch weer vertraagt. Gezien de klimaatproblematiek hebben we daar geen tijd voor. Er is dringend behoefte aan strenge veiligheidsrichtlijnen om te voorkomen dat cowboys zonder kennis van zaken de markt op gaan. Dat zeg ik niet om concurrentie tegen te houden. Er is meer dan genoeg werk!’

ten en eindgebruikers precies zien hoe we hier te werk gaan. Stellen hen in de gelegenheid ons te auditen en met eigen ogen vast te stellen dat wij aan alle TÜV- en CE-normeringen voldoen. Eenmaal in business beleveren wij ze onze kits compleet met alle specificaties. Nee, het is niet de bedoeling dat ze die zelf gaan namaken, daar tekenen ze contracten voor. Maar verder hebben wij hier geen geheimen.’

GEEN GEHEIMEN

JEUGD BETREKKEN

Een tweede belangrijke kernwaarde van UMS, ook met als doel de transitie te versnellen, is

Ook studenten van roc’s, hogescholen en universiteiten zijn van harte welkom. Op de werkvloer

De e ectiviteit en e ciency van je installatie verhogen? Wil je met jouw installatie ultranauwkeurig verplaatsen, bewegen of positioneren? Heeft je

is het kale onderstel te bewonderen van een testtruck van De Rooy, de Nederlandse truckracer die al jaren furore maakt met hoge eindklasseringen in de Dakar-rally. Het onderstel staat er omdat dit omgetoverd gaat worden tot een elektrische racetruck, die begin volgend jaar zal deelnemen in een nieuwe klasse. Dat ombouwen gebeurt samen met automotive-studenten van de HAN University of Applied Sciences. ‘De jeugd heeft de toekomst. Dus steken wij veel tijd in het betrekken van scholen en het begeleiden van studenten.’

Jonge mensen die Kool ook hard nodig zal hebben om zijn ambities waar te maken. Nu worden in Oss alleen de 0- en 1-series ingebouwd. Ruimte voor de grotere series moet er komen in de nieuwbouw die UMS gepland heeft op de Kleefse Waard, het voormalige Akzoterrein in Arnhem waar inmiddels meer bedrijven zijn neergestreken die duurzame energie als kernbusiness hebben. Voor het productiewerk daar gaat UMS op zoek naar minstens honderd mensen. En ook het management kan nog wel enige versterking gebruiken, vertrouwt Lars Kool zijn bezoek toe. Alweer op weg terug naar zijn gasten, telefoon in de hand, met een van zijn medewerkers onder de knop: ‘Er staan momenteel diverse vacatures open. Zelf wil ik hier toch vooral ontwikkelen aan nieuwe technologie.’

Maak nu een afspraak voor een gratis inventarisatie!

Gecerti ceerd Motion Control expert High-end totaaloplossingen op maat

installatie momenteel een hoge omsteltijd? Of zou je graag het energieverbruik willen verlagen?

Geïntegreerde servomotoren

Als Motion Control expert heeft VSE voor al deze vragen een oplossing op maat. Dankzij de integratie van zeer e ciënte en zuinige servomotoren kunnen

Alle gerenommeerde platformen

wij de e ectiviteit en e ciency van jouw installatie gegarandeerd verhogen.

vse.nl/motion

24/7 servicedienst

Motion is our drive

april 2022

51


OPSCHALING IS BALANCEERACT VOOR VECTIONEERS LOW-LEVEL MACHINEBESTURING

ONDERWEG VIA PROJECTEN NAAR PRODUCTEN De markt voor robots en autonome voertuigen, zoals agv’s in de logistiek, is hot. Allerlei start-ups en gevestigde hardwarebedrijven springen erop in, terwijl ze daarvoor niet de benodigde software-ervaring hebben. Een laagdrempelige oplossing biedt Vectioneer in Maastricht met zijn cloudgebaseerde platform voor de lowlevel besturing van complexe systemen. Oprichter Philippe Piatkiewitz zit nu met zijn bedrijf in de ‘moeilijke fase’ tussen start-up en scale-up. Wat wordt z’n businessmodel en waar vindt hij groeifinanciering? DOOR HANS VAN EERDEN Philippe Piatkiewitz: ‘Onze besturingsoplossing is hardware-onafhankelijk, schaalbaar en snel.’ Foto: Vectioneer

P

iatkiewitz startte in 2010 met Vectioneer in de industriële automatisering. Omdat gerenommeerde (Duitse) machinebesturingen in zijn ogen niet voldeden, ontwikkelde hij er zelf een: een realtime motion control-systeem dat zorgt voor de complexe low-level bewegingstaken in machines. Het werkt zoals de menselijke hersenen onbewust de bewegingen van het lichaam aansturen, reden waarom de besturing Motorcortex is gedoopt. ‘Op de scheidslijn tussen hardware en software voor een specifieke toepassing ontzorgen wij de engineers’, verklaart Piatkiewitz. ‘Veel bedrijven gebruiken bijvoorbeeld ROS (robot operating system, red.) voor de besturing op hoog niveau, met vision-bibliotheken en dergelijke. Als ROS wil praten met de hardware, kan daar de besturing van een robotleverancier tussen zitten, óf die van ons, als zo’n bedrijf iets nieuws gaat bouwen. Wij zitten in die tussenlaag en er zijn verder geen start-ups op dat niveau van de low-level besturing actief.’

HARDWARE-ONAFHANKELIJK Wat is belangrijk volgens Piatkiewitz? ‘Ten eerste dat we hardware-onafhankelijk zijn. Grote partijen die ook besturingen leveren, zijn vooral geïnteresseerd in verkoop van hardware. Zij hebben belang bij een lock-in, terwijl wij puur een softwarebedrijf zijn en die lock-in liever niet zien, in het belang van onze klanten. In de toekomst wordt alle hardware commodity, maar leveran-

52

april 2022

ciers doen alle mogelijke moeite om dat te voorkomen door zoveel mogelijk slimmigheid in hun producten te stoppen. Als je die slimmigheid naar onze softwarelaag trekt, kun je de hardware juist inwisselbaar houden.’ Tweede punt is schaalbaarheid. ‘Steeds meer applicaties voor gedistribueerde systemen vereisen die schaalbaarheid, bijvoorbeeld in de logistiek. Als lopende banden worden vervangen door agv’s (automatisch geleide voertuigen, red.), heb je het over honderden of duizenden tegelijk. Ons systeem kan daarvoor besturing en beheer, bijvoorbeeld updates, verzorgen. Huidige PLC-systemen zijn daar niet op ingericht.’ Tot slot noemt Piatkiewitz toegang tot de data. ‘Wij gebruiken moderne, open interfacestandaarden om data supersnel uit te wisselen tussen machines onderling en met hoger liggende systemen. Juist tussen grote aantallen systemen tegelijk, wat met een Industrie 4.0-standaard als OPC UA niet kan. Onze cloudgebaseerde oplossing is geschikt voor netwerken van samenwerkende machines zonder dat een centrale bottleneck de schaalbaarheid limiteert.’

NO CODE, LOW CODE, ANY CODE Het liefst maakt Piatkiewitz standaard bouwblokken, voor motion control, communicatie, dataverwerking, enzovoort. Daarmee kunnen gebruikers zelf hun applicaties bouwen. De inkomsten komen dan uit licenties op die standaardsoft-

wareproducten. Z’n geld verdient hij nu echter vooral met projecten. Want de markt vraagt totaaloplossingen. ‘Maakbedrijven springen bijvoorbeeld in op die exploderende agv-markt. Klanten die motoren of tandwielkasten produceren en nul verstand van software hebben, gaan nu robots bouwen en hebben behoefte aan een kant-en-klare besturingsoplossing. Zij willen software die doet wat het moet doen, in plaats van bouwblokken om daarmee zelf de software te maken. Zo verdienen we vooral geld met projecten, terwijl we juist licenties op die bouwblokken willen verkopen. Maar we hebben niet de luxe om onze eigen weg te volgen en reageren daarom op wat de markt vraagt.’ Zo is het devies van Vectioneer ‘no code, low code, any code’. ‘Op al die vlakken willen we klanten kunnen bedienen. Bij ‘no code’ kopen klanten een complete applicatie en hoeven ze alleen maar te configureren. Bij ‘low code’ hoeven ze zeg maximaal twintig regels te programmeren om een applicatie te maken. ‘Any code betekent dat klanten kunnen kiezen welke programmeertaal ze gebruiken om hun applicatie bouwen, terwijl ze nog steeds kunnen interfacen met onze standaardbouwblokken.’

ZOEKEN NAAR STRATEGISCHE PARTNER Deze pragmatische opstelling is ingegeven door het feit dat Vectioneer voor groeifinanciering nog geen investeerder heeft gevonden. Het bedrijf,


met inmiddels tien medewerkers, kan zich dus niet exclusief toeleggen op productontwikkeling; projecten zorgen voor brood op de plank. ‘We zitten nu in een moeilijke fase. We zijn geen startup meer die met 100.000 euro is geholpen, maar ook nog geen scale-up die miljoenen omzet. Die tussencategorie blijkt moeilijk te financieren. We gaan daarom eerst nog meer proof verzamelen, meer omzet genereren met onze producten, door klanten voor ons cloudplatform binnen te halen.’ Dat gaat niet vanzelf, merkt Piatkiewitz. ‘We missen de marketingkracht en het blijft lastig uitleggen wat Motorcortex doet. Software is onzichtbaar en dat maakt het ook moeilijk om er veel geld voor te vragen.’ Komt bij dat software altijd moet wachten op de hardware, die twee tot drie jaar van idee tot product vergt. Toch noteert Vectioneer groei. ‘Er komen steeds meer aanmeldingen, tot uit Brazilië, van bedrijven die ons platform willen uitproberen. In Japan hebben we al drie klanten die robots zijn gaan bouwen. Zij helpen ons nu met demo’s in hun stand op een belangrijke roboticabeurs daar. Eigenlijk is het wel goed dat we nog geen enorme zak geld hebben gekregen. Want dan is de verleiding groot om je eigen weg te volgen in ontwikkeling en even geen sales meer te doen; dan verlies je je klant uit het oog.’ De zoektocht draaide lang om de keuze tussen een puur financiële partij of een strategische partner. Inmiddels neigt Piatkiewitz naar de tweede optie. ‘We zijn in gesprek met een aantal strategische en ook ontwikkelpartners – nee, ik kan geen namen noemen. Enerzijds zoeken we

een partner die ervaring heeft met SaaS (software as a service, red.) en kan helpen om de levering van besturingssoftware via ons cloudplatform verder te professionaliseren. Anderzijds zijn grote Duitse industriële bedrijven geïnteresseerd in onze motion control en ons online platform. Zij

‘EIGENLIJK IS HET WEL GOED DAT WE NOG GEEN ENORME ZAK GELD HEBBEN GEKREGEN’

beseffen dat de toekomst voor besturing ligt in de webbrowser, maar zijn te log om dat zelf snel te ontwikkelen. Voordeel is dat zij ons in hun markt kunnen introduceren. We kijken naar iedereen die goede ideeën, geld en een netwerk heeft.’

RETROFIT EN UPGRADE Tegelijkertijd hecht Piatkiewitz waarde aan het uitvoeren van concrete projecten bij klanten. ‘Daardoor snappen we hun problemen. En een project voor de US Air Force heeft me doen inzien dat we eigenlijk levensverlengend bezig zijn. Voor de Amerikanen hebben we oude vluchtsimulatoren voorzien van onze nieuwe besturing. Daardoor hebben zij voor de helft van

het geld een oplossing waar ze weer tien jaar mee vooruit kunnen, terwijl ze geen aanpassingen hoeven te doen aan de omgeving van die simulatoren. Omdat wij hardware-onafhankelijk zijn, is onze aanpak geschikt om oude systemen te retrofitten met een nieuwe besturing.’ Bestaande industriële robots met een eigen, gesloten besturing kan Vectioneer ook – projectmatig – van zijn systeem voorzien. Daarmee zijn ze makkelijker te besturen en presteren ze beter. Maar voor een enkele robot loont zo’n upgrade niet. De meerwaarde ligt bij grote aantallen robots voor speciale toepassingen. ‘Er zijn ook fabrikanten die industriële robots zonder besturing leveren, of low-cost robots met een besturinkje. Die kunnen wij van onze besturing voorzien om de gebruiker meer mogelijkheden te bieden.’ Bijvoorbeeld voor een nieuwe tak van sport die Piatkiewitz ziet opkomen, haptische devices. ‘Bij veel taken die met robots worden geautomatiseerd blijft de mens toch nodig. Of het nu gaat om het schoonmaken van scheepsrompen of het picken van producten, de robot kan niet overal goed bij of maakt wel eens een fout. Dus hoe laat je dan de mens op afstand met de robot werken. Dat vergt haptische feedback, om te voelen waar die scheepswand precies zit of hoe dat product moet worden opgepakt. De benodigde snelle communicatie voor real-time gevoel bieden wij met ons systeem.’

• www.vectioneer.com • www.motorcortex.io

Maak een duurzame keuze via de groene selectie van Van Egmond Groep Als we over vijftig jaar nog een prettig leefbare planeet willen hebben, moeten we onze uitstoot van CO2 sterk verlagen. Met onze duurzaamheidsdoelstellingen zetten wij stevig in op CO2-reductie in de gehele keten. Dit geldt ook voor ons aanbod aan artikelen. Via de Portal van Van Egmond Groep zijn meer dan 1 miljoen artikelen verkrijgbaar. Maar hoe maak je vanuit ons assortiment de juiste keuze om jouw machine of installatie te verduurzamen? Om jou hierbij te helpen, hebben wij een groene selectie beschikbaar gesteld.

Meer dan 45.000 producten Meer dan 45.000 producten uit ons kernassortiment zijn in de Portal gekenmerkt als duurzaam product. Deze producten bevatten eigenschappen waarmee bij toepassing energie kan worden bespaard. Daarnaast zijn producten uit deze selectie, vergeleken met soortgelijke producten, mogelijk energiezuiniger.

Meer 60.000 productenfabrikant Opdan basis van artikeldata Het kenmerken van een product als duurzame keuze is gebaseerd op de door fabrikant aangeleverde gegevens op het gebied van het energielabel. Hierbij worden gegevens aangehouden volgens de nieuwe Energy Label Regulations (ELR) die per 1 september 2021 is ingegaan.

Vergelijk voor een duurzame keuze Via de Portal vergelijk je eenvoudig de kenmerken en specificaties van (duurzame) producten met elkaar. Door een keuze te maken voor een product met het kenmerk ‘duurzaam product’, maak je automatisch een groene(re) keuze.

Bekijk onze groene selectie op vanegmond.nl/groene-selectie

april 2022

53


KORT DEMCON INNOVATIE FONDS: ACTIEVE ONDERSTEUNING VAN VEELBELOVENDE HIGHTECH START-UPS Recent heeft initiatiefnemer Jemy Pauwels, managing director van Demcon Investment, de stap gezet naar de lancering van een nieuw, onafhankelijk investeringsfonds, het Demcon Innovatie Fonds. Aan het nieuwe innovatiefonds heeft zich al een aantal private investeerders gecommitteerd. Pauwels zoekt nu publieke cofinanciering om dit eerste fonds nog sneller en verder in omvang toe te laten nemen. In eerste instantie omvat het fonds een totaalbedrag van 10 miljoen euro. ‘We willen meer interessante investeringen kunnen doen en willen daarom meerdere fondsen opzetten’, aldus fondsmanager Pauwels. ‘Per jaar krijgen we 60 tot 80 aanvragen binnen van start-ups of scale-ups die zowel technische als financiële ondersteuning vragen en dat aantal stijgt alleen maar. Door de stap te zetten naar een nieuw onafhankelijk innovatiefonds kunnen we nog meer waarde toevoegen aan de BV Nederland.’ Naast het onafhankelijke fondsmanagement van het nieuwe innovatiefonds is Pauwels ook actief voor de al bestaande investeringsmaatschappij Demcon Investment. Middels Demcon Investment houdt technologieleverancier en producent Demcon zich al enkele jaren actief bezig met corporate venturing-activiteiten. Demcon is een technologiebedrijf, wereldwijd actief met ruim 1.000 medewerkers en een jaaromzet van meer dan 130 miljoen euro. Demcon Investment selecteert nauwgezet. Het is altijd op zoek naar interessante minderheidsparticipaties. ‘We verstrekken risicodragend kapitaal (2 ton tot 1,5 miljoen euro) aan vroege-fase-bedrijven. Dat zijn bedrijven waar we vanuit onze business – waaronder Demcon Advanced Mechatronics, Demcon Production en Demcon Industrial Systems – een dominante rol kunnen vervullen in de technologieontwikkeling.’ Zo’n start-up zou zonder een grote, stevige ontwikkelpartner vrij zeker niet verder komen. ‘Wij hebben met onze duizend medewerkers alle mogelijke disciplines in huis en kunnen echt vanaf het meest prille idee meedenken en meewerken: dat loopt van

54

april 2022

haalbaarheidsstudie, functioneel ontwerp, alpha- en bèta-design, prototype tot en met de doorontwikkeling, het marktrijp maken, de certificering maar ook de (serie)productie. Start-ups kunnen direct schakelen met onze engineers.’ Demcon Investment geeft rugwind qua financiering en wil bedrijven actief ondersteunen met kennis, kunde, huisvesting en faciliteiten als cleanrooms en productie- en assemblagelijnen. Ook de bedrijven waarin wordt geinvesteerd vanuit het nieuwe Demcon Innovatie Fonds kunnen desgewenst gebruik maken van deze inzet vanuit Demcon Investment, op basis van het ‘at arms length’principe. Pauwels: ‘Bij ons overheerst een sterke ondernemerscultuur. We weten als geen ander waar jonge bedrijven mee te maken krijgen en lopen graag met hen mee in die begintijd. We krijgen er veel voor terug: we komen zelf in nieuwe markten terecht. En die bijdrage als technologiepartner en uiteindelijk wellicht producent van systemen en onderdelen draagt bij aan de groei van Demcon.’ Start-ups melden zich spontaan bij Demcon. Maar bovenal zoeken Pauwels en consorten zelf actief, bijvoorbeeld rondom universitaire hotspots als Enschede, Delft, Groningen, Eindhoven en Maastricht. ‘Wij hebben veel contacten met incubators en zijn betrokken bij uiteenlopende platforms voor starters, zoals Imec.istart. Ook zijn er nauwe banden met bijvoorbeeld TNO Tech Transfer. We werken intensief samen met venture capitalfondsen en publieke fondsen.’ Momenteel zijn er twaalf deelnemingen, waarbij altijd per definitie naast Demcon ook andere investeerders betrokken zijn. In het portfolio zitten bijvoorbeeld LiGalli MedRing die de vaginale MedRing 2.0 ontwikkelt waarmee vrouwen zichzelf gecontroleerd medicijnen kunnen toedienen. Een ander voorbeeld is CryoSolWorld dat samen met Demcon de VitroJet heeft ontwikkeld, een instrument om onderzoeksmateriaal heel snel in te vriezen zodat het geschikt is voor bestudering in de

elektronenmicroscoop. Alia Instruments is bezig de Alia Density Meter, een non-nucleaire dichtheidsmeter, op te schalen. Een veelbelovende start-up is ook Flexiramics, ontwikkelaar en producent van een nieuw flexibel keramisch vezelmateriaal met toepassingen in onder andere batterijen, elektronica en olie- en gasfiltratie. ‘Het zijn allemaal Jemy Pauwels. Foto: Demcon ontwikkelingen met TRL (Technology Readiness Levels) 4-5 tot en met leveren als engineering partner of uiteindelijk TRL 9. De ondernemer producent.’ Als het bedrijf op een onderneemt en neemt de lead. gegeven moment rijp is voor een exit Demcon haakt aan waar het deskunen andere investeerders staan voor digheid kan bieden. Dit zijn stuk de deur, dan werkt Demcon daaraan voor stuk voorbeelden zoals we het mee. Het geld kan vervolgens in voor ogen hebben. Ondernemers nieuwe participaties gestoken komen bij ons met een initiële vraag worden. om te investeren en een bijdrage te www.demcon.com

LVD START LVD ROBOTIC SOLUTIONS OP LVD Robotic Solutions vergroot de expertise en het marktbereik van LVD op het vlak van robotautomatisering aanzienlijk. Het nieuwe bedrijf combineert de ervaring van het KUKA-team met de expertise van LVD voor het technisch ontwerp van robotsystemen voor de plaatbewerking. Daarbij ligt de nadruk op semi- of volautomatisch offline geprogrammeerde robots, korte doorlooptijden en snelle omzetting van ‘art-to-part’ – van een 3D-digitaal model naar een geplooid stuk. Met de integratie van robottoepassingen in het automatiseringsportfolio heeft LVD een volledig aanbod in handen om bedrijven in al hun productieactiviteiten te ondersteunen. LVD Robotic Solutions neemt het engineering- en projectmanagementteam van KUKA Benelux over. De verkoop en service-activiteiten

van KUKA-robots blijven als afzonderlijke entiteit van KUKA Benelux bestaan en richten zich naar integratoren en eindklanten, zoals LVD Robotic Solutions. Beide ondernemingen blijven opereren vanuit het kantoor in Houthalen-Helchteren. Met een hoogstaand portfolio en diepgaande domeinexpertise van de nieuwe medewerkers zal LVD Robotic Solutions klanten, die zich in de meest uiteenlopende takken van de industrie bevinden, gepaste roboticaoplossingen kunnen bieden, ver buiten de markt van de plaatbewerking. LVD Robotic Solutions specialiseert zich in gestandaardiseerde robotoplossingen voor plaatbewerking met LVD-producten, zoals Dyna-Cell, Ulti-Form en Leancell, en de programmeersoftware CADMAN-SIM. www.lvdgroup.com www.kuka.com


DEEPTECH SPIN-OUTS WORDEN ‘GEWURGD’ DOOR VOORWAARDEN UNIVERSITEITEN Terwijl Nederlandse tech-startups het afgelopen jaar recordbedragen hebben opgehaald, is er een groep die zich buitengesloten voelt: deeptech oprichters. Neem kunstmatige intelligentie, een zeer concurrerend deeptech segment. Nederland heeft per hoofd van de bevolking de hoogste dichtheid van AI-start-ups in de EU. Maar hoewel Nederlandse AIstart-ups 8 procent van alle VC-deals aantrekken, volgens gegevens uit 2021, vertaalt zich dat in slechts 3 procent van de totale financiering die Nederlandse start-ups vorig jaar hebben opgehaald, aldus onderzoek van Sifted in opdracht van Techleap. Het is een algemene observatie dat Europa meer gespecialiseerde investeerders nodig heeft om beginnende start-ups in deeptech te koesteren. En dat geldt zeker voor Nederland. ‘Deeptech bedrijven zijn kapitaalintensiever – ze hebben dure ingenieurs, hardware en apparatuur nodig – en dat vereist een bepaalde risicobereidheid die veel Nederlandse investeerders niet hebben’, zegt Thomas Mensink, start-up- en investeringsanalist bij analyticsbedrijf Golden Egg Check.

Sifted ontdekte dat van de tien meest actieve deeptech-investeerders – degenen die in de afgelopen vijf jaar de meeste deeptech rondes, inclusief follow-on rondes, hebben vergaard – er niet een zijn kantoor in Nederland heeft. De lijst van de tien grootste deeptech financieringsrondes van 2021 wordt gedomineerd door Britse, Duitse en Franse bedrijven. ‘Telkens als ik een financieringsronde doe, kan ik mijn lijstje van vijf jaar geleden tevoorschijn halen; de namen zijn niet echt veranderd – en de lijst is niet zo lang’, zegt Johan Feenstra, ceo van semiconbedrijf Smart Photonics. Deeptech bedrijven – waarvan er veel van universiteiten komen – zouden gebaat zijn bij beter advies helemaal aan het begin van hun traject, vertellen meerdere investeerders en oprichters aan Sifted. Om te beginnen duurt het te lang om spin-outs van Nederlandse universiteiten los te maken, zegt Ton van ’t Noordende, investor-in-residence bij Quantum Delta NL, een overheidsprogramma dat quantumtechnologie ondersteunt. Een standaardmodel voor intellectueel eigendom dat gedeeld

wordt door universiteiten ‘is de eerste verandering die ik zou willen zien’, zegt hij. Het volgende probleem voor spin-outs is dat ze het risico lopen investeerders tegen te komen die hen binden aan ‘een krankzinnige term sheet, die inhoudt dat ze te veel eigen vermogen weggeven. Lokale investeerders of accelerators – meestal met de beste bedoelingen – kunnen soms de verkeerde adviezen of oplossingen geven aan jonge bedrijven.’ Universiteiten kunnen ook royalty’s op inkomsten heffen, wat nog meer complicaties voor spin-outs oplevert. Er zijn maar een paar universiteiten, bijna allemaal in de VS en het VK, die consistent beleid voeren voor het opzetten van succesvolle bedrijven en daarvoor ruimschoots beloond worden. ‘Het is moeilijk om in Nederland een spin-out te realiseren op een manier die je bedrijf aantrekkelijk maakt voor investeerders’, zegt Tim van de Rijdt, chief marketing officer bij Mosa Meat, een foodtechbedrijf in Maastricht. Grote succesvolle spin-outs blijven een zeldzaamheid: van de 24 Nederlandse unicorns is er geen enkele uit de acade-

mische wereld voortgekomen. ‘Het kan ook anders; we kunnen leren van andere succesvolle modellen’, voegt hij toe. Stef van Grieken, medeoprichter van biotechbedrijf Cradle: ‘Het is echt triest om de investeerdersdossiers te lezen van academische start-ups met veel potentieel, wetende dat ze binnen een paar jaar ten onder gaan, simpelweg omdat ze gewurgd worden door de voorwaarden van hun eigen universiteiten.’ Van Grieken ziet graag een hervorming, omdat van de 250 snelst groeiende bedrijven in Nederland vorig jaar slechts 2 procent (vijf start-ups) door universiteiten wordt gesteund. ‘We hebben muren van gewapend beton opgetrokken tussen de academische wereld en de start-up wereld’, zegt hij. Voor zijn bedrijf Cradle wilde hij heel graag een Nederlandse professor aan boord wilde nemen als adviseur, maar hij werd verslagen ‘door de bureaucratische lagen die ermee gepaard gaan. Dus moesten we uiteindelijk twee Amerikaanse professoren aantrekken.’ www.sifted.eu www.techleap.nl

Enhancing reliability. Driving flexibility. Simplifying integration. RocketLinx® Ethernet Switches

For more information, visit

pepperl-fuchs.com/pr-rocketlinx

Full-featured Ethernet switches for strong cyber security and maximum performance

Combination of Gigabit speed RJ45 copper ports and SFP fiber ports in a single device enables flexible adaption to individual networking applications

Designed for reliability: network redundancy, rugged metal housings and extended temperature ranges

april 2022

55


PRODUCTIEAUTOMATISERING

JUKI INSTALLEERT BIJ CONFED GEAUTOMATISEERDE PRODUCTIELIJN VOOR PCB-ASSEMBLAGE

VERTROUWEN KWEKEN IN CORONATIJD De zakelijke sociale onderneming Confed assembleert in haar vestiging in Amersfoort onder meer printed circuit boards (pcb’s). Omdat de bijbehorende SMD-productielijn sterk verouderd raakte, besloot het bedrijf te investeren in een moderne, volledig geautomatiseerde lijn. De pandemie maakte het lastig om de juiste partner te vinden, maar het is gelukt. De Duitse vestiging van het Japanse Juki Automation Systems bleek in staat om de eisen en wensen van het bedrijf te vertalen naar een technische oplossing. Daarmee is niet alleen de output sterk verhoogd, maar ook het aantal productiemogelijkheden uitgebreid.

eindelijk tot een (veel) hogere output.’ Om een goede uitvraag te kunnen doen, formuleerde Confed nauwkeurig haar programma van eisen en zette dit uit bij drie potentiële toeleveranciers. Daarbij ging het niet uitsluitend om de levering van de productielijn zelf, maar tevens om een opslagsysteem voor componenten, de integratie met de managementsoftware van de lijn en de integratie met het ERP-systeem. Confed investeerde al eerder in dat ERP-systeem om verschillende processen te optimaliseren. Zo krijgen alle verpakkingen van onderdelen bij binnenkomst een unieke QR-code waaraan uiteenlopende gegevens zijn te koppelen. Bijvoorbeeld de dag en het tijdstip van binnenkomst, de leverancier, de opslaglocatie, het product waarvoor het specifieke onderdeel is bedoeld et cetera. De componenten worden vervolgens geautomatiseerd opgeslagen in geconditioneerde kasten waarin deze ESD-proof (Electro Static Discharge) worden bewaard. Lentfert: ‘Het was een belangrijke eis dat de nieuwe productielijn naadloos zou aansluiten op ons systeem. Tevens was het noodzakelijk dat hij geschikt zou zijn voor mogelijke toekomstige uitbreidingen in het kader van kwaliteit of efficiëntie, zoals bijvoorbeeld een automatisch inspectiesysteem.’

DE JUISTE PARTNER ZOEKEN

Directeur Peter Hobbelen: ‘Veelal ontstaan contacten wanneer je elkaar echt ontmoet. Digitaal is dat een stuk lastiger.’ Foto: Michael Kamp

DOOR MARJOLEIN DE WIT-BLOK

D

e geautomatiseerde assemblage van pcb’s bij Confed bestaat – in een notendop – uit de aanvoer van pcb’s, het nauwkeurig aanbrengen van soldeerpasta op de juiste punten, het plaatsen van de elektronicacomponenten en vervolgens het soldeerproces zelf dat zich voltrekt in een temperatuurgestuurde oven. Confed assembleert de printplaten in haar eigen vestiging in Amersfoort, en levert deze los aan klanten of gebruikt ze in de assemblage van uiteenlopende klantspecifieke elektrotechnische modules. Daarbij beheerst Confed het volledige proces: van ontwerp en prototype tot aan serieproductie van de printplaten. Ceo Peter Hobbelen: ‘Ons bedrijf maakt al langer gebruik van een geautomatiseerde lijn die op zich prima producten levert. Gelet op de nieuwe ontwikkelingen werd hij echter steeds langzamer en ook de onderhoudskosten liepen op. Daarnaast

56

april 2022

raakten de volumes die onze klanten bestelden op een gegeven moment aan de grenzen van onze productiecapaciteit, terwijl we ook niet meer in staat waren om de trend naar miniaturisatie te volgen. De lijn was hiervoor eenvoudig niet geschikt: dat maakte het steeds moeilijker om er geld mee te verdienen. En dat terwijl de markt goed is. Onder meer omdat we een kentering zien in de productie van printplaten in Azië. Die wordt steeds vaker teruggehaald naar het westen.’

Het was lastig om in coronatijd de juiste partner te vinden. Hobbelen: ‘Veelal ontstaan contacten wanneer je elkaar echt ontmoet. Bijvoorbeeld op een beurs. Je hebt dan de mogelijkheid om elkaar de hand te schudden, elkaar echt te zien en te horen en het juiste onderbuikgevoel te ontwikkelen. Digitaal is dat echt een stuk lastiger. Toch waren we redelijk zeker van onze zaak toen we

‘DE VOLUMES DIE ONZE KLANTEN BESTELDEN RAAKTEN AAN DE GRENZEN VAN ONZE PRODUCTIECAPACITEIT’

HOGERE SNELHEID EN BETERE EFFECTIVITEIT Het bedrijf maakte een analyse van de situatie en de stappen die nodig waren om onder andere een hogere output te behalen. Verbeteringen die Confed in staat zouden stellen om aan de huidige marktvraag te voldoen. Cto Marcel Lentfert: ‘Uit deze analyse concludeerden we dat een investering in een snellere en slimmere productielijn zou leiden tot een verbetering van de effectiviteit, tot kortere omsteltijden en uit-

kozen voor de Duitse vestiging van het Japanse bedrijf Juki Automation Systems.’ Juki Automation Systems ontwikkelt, bouwt en levert wereldwijd SMD-productielijnen en automatiseert naar wens tevens de omringende processen. Daarbij kan het bedrijf zowel losse modules als complete


lijnen leveren inclusief alle benodigde software. Salesmanager Thomas Kempf ging met de aanvraag van Confed aan de slag. ‘Ik kende het bedrijf in eerste instantie alleen van hun website en was nieuwsgierig naar de exacte ideeën en wensen. Hiervan kreeg ik al snel een indruk toen ze hun eigen analyse met ons deelden en een overzicht stuurden van de producten die zij in Amersfoort maken.’

STARTEN MET DE BASIS De bedrijven kwamen overeen dat het verstandig was om met de basis te starten. Dat betekende: een geautomatiseerde productielijn die start bij de invoer van de pcb’s en eindigt wanneer de printplaat afgekoeld de oven heeft verlaten. Het idee was om deze basis eerst goed werkend te krijgen in de productieomgeving en vervolgens verder na te denken over uitbreidingen en optimalisaties. Lentfert: ‘Dat Juki een geautomatiseerde lijn kon leveren was duidelijk. Hiervoor had het bedrijf voldoende referenties bij andere bedrijven. Voor ons was het spannender of het zou lukken om de lijn binnen de afgesproken tijd te integreren in onze omgeving waarin onder meer het ERP-systeem draait. Zij waren er zeker van dat het hen zou lukken en gaven hiervoor ook een garantie af.’

TERUGBLIK Confed werd niet teleurgesteld. Voor de kerst van 2021 draaide de lijn haar eerste producten. Een paar maanden later kan Confed vaststellen dat de

Een lijnopstelling van Juki Automation Systems. Foto: Juki

geautomatiseerde lijn – die náást de oude productielijn draait – voldoet aan het programma van eisen. De daadwerkelijke output komt bovendien overeen met de berekende output: Confed kan daadwerkelijk de grotere volumes draaien waar klanten om vragen. Tevens kunnen ook zeer kleine onderdelen geplaatst worden die passen in de trend van miniaturisatie. Hobbelen: ‘We zijn onder de indruk van de prestaties van Juki. Het bedrijf is haar afspraken nagekomen en heeft alles in het werk gesteld om de machine op het afgesproken tijdstip draaiende te hebben. Bij installatie en inbedrijfname loop je altijd wel tegen zaken aan die nog opgelost moeten worden. Ook daarbij hebben zij alle support geleverd. En niet alleen technisch. Er zijn bijvoorbeeld meerdere mensen op training geweest. Een van hen kreeg corona en kon dus niet op locatie

deelnemen. Juki heeft ervoor gezorgd dat hij online toch volledig kon aanhaken en de training succesvol kon afronden.’

ONLINE BAND En dat alles in een tijd waarin bijna elk bedrijf problemen had om bestelde goederen tijdig te ontvangen. Hobbelen: ‘Terugkijkend kan ik echt zeggen dat het ons gelukt is om online een band op te bouwen waarin we open met elkaar kunnen communiceren en elkaar wederzijds vertrouwen. Een prima basis om verder te gaan met de volgende stappen: het schrijven van programma’s en het formuleren van wensen voor uitbreidingen die ons helpen nog efficiënter te produceren.’

• www.confed.eu • www.juki-smt.com

IN Your Future The world is rapidly changing: New production, new mobility, new energy, new normal. We at Panasonic Industry develop the technological building blocks to create the future with you.

april 2022

57


ADVERTORIAL

DEELNAME AAN NEVAT-PROJECT VOOR DUURZAME INZETBAARHEID VAN MEDEWERKERS

BINDEN EN BOEIEN BIJ BOZ BOZ Group, tier-1 toeleverancier van precisieplaatwerk, investeert in machines en software maar zeker ook in haar medewerkers. Ervaren medewerkers gaan de komende jaren met pensioen, aan bestaande medewerkers wordt getrokken en nieuwe instroom van vakgericht personeel is uitdagend, terwijl er ook nog eens andere competenties worden gevraagd. Daarom heeft BOZ duurzame inzetbaarheid hoog op de agenda staan en neemt het deel aan een NEVAT-project over dat thema. Binden en boeien staat nu en de komende jaren centraal bij het bedrijf in Bergen op Zoom. ‘Onze ambitie is ‘Affiniteit met en gevoel voor techniek zijn belangrijk, maar in eerste instantie draait het vooral om de wil en het enthousiasme van mensen. om de beste werkgever in deze regio te worden.’

B

OZ Group (145 medewerkers) is gespecialiseerd in ontwikkeling & engineering, plaatbewerking, poedercoaten en assemblage. Het bedrijf levert plaatdelen, lichte constructies, modules en compleet geassembleerde machines en apparaten aan onder meer de voedingsmiddelen-, agro-, elektrotechnische, medische en farmaceutische industrie en de machineen apparatenbouw. BOZ groeit en bouwt gestaag aan haar ‘smart factory’, door te investeren in digitalisering, nieuwe machines, slimmere logistieke processen en goed opgeleide, gemotiveerde medewerkers.

UPDATE In de huidige tijd, waarin ontwikkelingen elkaar steeds sneller opvolgen, is het belangrijker dan ooit dat medewerkers – ook bij BOZ – die kunnen bijbenen. Reden voor het bedrijf om deel te nemen aan Update, Project Leren & Ontwikkelen Toeleveranciers. Dit project ging vorig jaar van start op initiatief van NEVAT, branchevereniging voor toonaangevende toeleveranciers. Het doel is een tool te ontwikkelen om de leercultuur binnen maakindustriebedrijven positief te stimuleren en te faciliteren. Dit als antwoord op vragen over het bevorderen van de duurzame inzetbaarheid van medewerkers: ‘Hoe doe je dat? Wat heb je nodig? Hoe krijg of houd je de mensen bevlogen en betrokken? Hoe zorg je dat ze ook over vijf of tien jaar nog vitaal en inzetbaar zijn?’ AMBITIEUZE WERKGEVER ‘Begin dit jaar hebben we geïnvesteerd in nieuwe software en machines, maar onze voornaamste focus ligt op versterking van de organisatie’, vertelt directeur Corné van Opdorp. ‘De medewerkers zijn ons belangrijkste kapitaal en zij verdienen aandacht en de mogelijkheid tot verdere ontwikkeling. De komende jaren gaan veel medewerkers die nog een LTS-opleiding hebben genoten met pensioen. De kans is dat kennis en vakmanschap daarmee wegvloeien; daarvan zijn we ons bewust. Gelukkig hebben we veel van hun kennis in systemen kunnen borgen. Intussen worden er ook andere competenties gevraagd van onze medewerkers dan jaren geleden, onder meer voor digitalisering en robotisering. Voor de instroom van nieuwe medewerkers kijken we ook naar andere doelgroepen, zoals zijinstromers en mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Hun technische kennis is vaak minder, dus investeren wij veel in opleidingen. Maar juist ook onze bestaande medewerkers verdienen het dat we investeren in hun inzetbaarheid. We merken dat er veel aan hen wordt getrokken, dus willen we ook hen binden en boeien. Onze ambitie is om de beste werkgever in de regio te worden op ons vakgebied en dat moeten we uitstralen.’ ONONTGONNEN CAPACITEITEN Daarom doet BOZ mee aan het project van NEVAT voor duurzame inzetbaarheid. ‘Als we onze mensen helpen zich verder te ontwikkelen, hebben zij daar profijt

Corné van Opdorp, directeur van BOZ Group: ‘We willen onze medewerkers weer meer onderlinge binding laten ervaren en onze waardering uiten voor hun inzet en loyaliteit.’

van en wij als organisatie ook. We moeten nog meer de onontgonnen capaciteiten bij medewerkers aanspreken. Iemand is in z’n vrije tijd bijvoorbeeld voorzitter of penningmeester van een sportclub, maar doet bij ons niets met die vaardigheden. Dat is een gemiste kans. Het betekent dat wij met een andere bril naar de cv’s en competenties van mensen moeten kijken. Natuurlijk zijn affiniteit met en gevoel voor techniek belangrijk, maar dat is voor een deel aan te leren. In eerste instantie draait het vooral om de wil en het enthousiasme van mensen. Of neem de bekende reguliere POP-gesprekken, over persoonlijke ontwikkelingsplannen. De methodiek daarvan sluit onvoldoende aan bij de maakindustrie. Daar willen we in het project een eigen draai aan geven.’ OPEN DAG EN FEEST Nog even over binden en boeien gesproken, op 11 juni viert BOZ (uitgesteld) het 45-jarig bestaan. ‘We houden dan een open dag. Daar kunnen onze nieuwe medewerkers het bedrijf aan hun familie en vrienden laten zien en doen we aan werving gericht op de regio. Ter afsluiting is er een feest voor onze medewerkers. Belangrijk, want in coronatijd – zoals ook zichtbaar in de maatschappij – is er afstand ontstaan tussen medewerkers. Letterlijk door de 1,5 meter en het thuiswerken, maar ook figuurlijk door verschillen in opvattingen. Met een open dag en feest willen we onze medewerkers weer meer onderlinge binding laten ervaren en onze waardering uiten voor hun inzet en loyaliteit.’ In crisistijd – na corona nu Oekraïne – blijft de band met de klant recht overeind, meldt Corné van Opdorp tot slot. ‘Ons orderboek is gelukkig nog altijd goed gevuld.’ BOZ Group Bongaertsweg 8 4612 PL Bergen op Zoom T +31 (0)164 24 09 10 F +31 (0)164 25 29 65 E boz@bozgroup.eu I www.bozgroup.eu


STRATEGIE

MARCEL SLOT, VP TECHNOLOGY & ENGINEERING, COMPLETEERT MANAGEMENTTEAM MECHATRONICS DIVISION

‘HOE GOED ZIJN WE IN ONZE KERNCOMPETENTIES VERGELEKEN MET CONCURRENTEN?’ Frencken Mechatronics, onderdeel van de Frencken Group, opereert wereldwijd en meer dan ooit als één geheel. De ontwikkelaar en producent van uiterst nauwkeurige high-end systemen en componenten heeft het managementteam aangevuld met Marcel Slot, sinds een jaar verantwoordelijk voor technologie en engineering binnen de divisie. Hij speurt met een brede blik continu naar nieuwe mogelijkheden qua technologie en markten. ‘Dat we al meerdere malen in de top 5 van technologiefondsen op de beurs in Singapore hebben gestaan: daar mogen we heel trots op zijn.’

DOOR LUCY HOLL

F

rencken Mechatronics heeft de afgelopen tijd veel energie gestoken in een up-to-date technology roadmap. Wat zijn Marcel Slot: ‘Ik werd geattendeerd op de functie bij Frencken Mechatronics, er was een klik en ik zei tot mijn eigen verbazing dit keer ja.’ de grote business drivers van de Foto: Bart van Overbeeke hightech onderneming, wat verwachten klanten, voor welke competenties cleaning en reinheid, systemen in extreme omde ranking hoger dan wellicht vooraf ingeschat, komen ze specifiek naar Frencken? En wat zijn de gevingen zoals high vacuum, motion control, zoals motoren. Andere zijn zo interessant dat technology drivers: waarin is het bedrijf heel goed, particle optics en motoren’, zegt Marcel Slot, Frencken er flink in wil gaan investeren. waarin zou het nog beter willen worden? vice president technology & engineering MechaSlot: ‘Nee, welke dat zijn, kan ik niet zeggen.’ De ‘Het is erg belangrijk om onze kerncompetenties tronics Division. ‘Vervolgens start de dialoog ontwikkelingen in markten en technologieën heel helder te hebben. Wij zijn sterk in onder binnenshuis over hoe belangrijk specifieke gaan snel. Roadmapping is dan ook een continue meer precision engineering en manufacturing, competenties zijn voor onze business, wat bepaalt activiteit, die jaarlijks een update vergt. onze waarde? Doel is te komen tot een ranking. Hoe verhouden de kerncompetenties zich tot AMBITIES MEE VORMGEVEN elkaar als we kijken hoe stevig we deze beheersen, Slot was bij zijn vorige werkgever, Océ, nu onder• ‘Het is erg belangrijk om onze kerncompetenties hoe goed zijn we erin vergeleken met onze deel van Canon, ook intensief bezig met roadconcurrenten? En hoe attractief zijn ze voor mapping. Hij werkte er dertig jaar, laatstelijk als heel helder te hebben.’ onze business, kunnen we er nog tien jaar mee director technology planning. Ruim een jaar • ‘Bij Frencken kan ik mijn ideeën kwijt.’ vooruit, hoeveel omzet halen we eruit, hoe vaak geleden stapte hij over naar Frencken. ‘Ik werd • ‘We willen een goed verhaal hebben in speelt welke kerncompetentie een rol in klantregelmatig benaderd door executive search bugesprekken met klanten en bij het aangaan projecten?’ reaus en ging soms ook wel praten, maar ik had van nieuwe partnerships.’ Voor dat soort discussies moet je echt de tijd nooit gedacht dat ik daadwerkelijk nog eens zou • ‘Elk ontwerp moet goed landen in de productie.’ nemen, benadrukt Slot. ‘Natuurlijk zijn er geen vertrekken bij Océ. Toen werd ik geattendeerd op • ‘We geven projectteams heel expliciet vorm compleet nieuwe, onverwachte kerncompetenties de functie bij Frencken Mechatronics, er was een vanuit een dedicated afdeling.’ uitgekomen, dat zou ook raar zijn want die ontwikkel je niet één, twee, drie.’ Sommige scoren in LEES VERDER OP PAGINA 61

april 2022

59


MPDV We Create Smart Factories MPDV is de marktleider voor IT-oplossingen in de productie. Wij bieden producten, oplossingen en diensten op basis van een brede expertise. MPDV ondersteunt bedrijven uit alle branches en van elke omvang op hun weg naar Smart Factory. “We” staat voor ongeveer 500 werknemers van MPDV. Uiteindelijk zijn het de mensen die de kwaliteit van het bedrijf bepalen. Elke dag ontwikkelen de teams van MPDV slimme productie-oplossingen. Zij hebben MPDV gemaakt tot wat we vandaag zijn met hun passie voor hoogwaardige producten, hun kennis en hun teamspirit: de marktleider voor IT-oplossingen in de maakindustrie met meer dan 40 jaar ervaring in productieomgevingen. “Create” staat voor wat MPDV doet. Wij jagen digitalisering in productie aan en maken bedrijven concurrerend. Wij hebben steeds de vinger aan de pols en kennen de noden van onze klanten zeer goed. We beheren competence centers, staan in constante uitwisseling met onze gebruikers en ontwikkelen

onze oplossingen verder volgens de vereisten. Daarbij concentreren wij ons op de essentie en onderscheiden ons zo van de massa. „Smart Factories“ is de visie van een zelfregulerende fabriek van de toekomst waar machines en logistieke systemen zich zo zelfstandig mogelijk organiseren. MPDV ondersteunt bedrijven bij het omzetten van deze visie in realiteit. Wij leveren met onze producten een belangrijke bijdrage om ervoor te zorgen dat fabrieken zich ontwikkelen tot echte Smart Factories en voorop blijven lopen in de technologie. De focus blijft liggen op mensen als integraal onderdeel van waardecreatie. De MPDV-groep bestaat uit de volgende ondernemingen: •

• • •

MPDV Mikrolab GmbH en MPDV-dochterondernemingen in China, Maleisië, Singapore, Zwitserland en de VS. AIMES GmbH FELTEN Group Perfect Production GmbH

www.mpdv.group/en


VERVOLG VAN PAGINA 59

klik en ik zei tot mijn eigen verbazing dit keer ja. Ik zag een snel groeiend bedrijf met een mooie, lange historie. Ik ontdekte hoe Frencken wereldwijd functioneert en dat het als beursgenoteerd bedrijf in Singapore al jarenlang regelmatig bij de top 5 techfondsen behoort. De visie en ambitie van de groep, met Frencken Mechatronics als de grootste divisie daarbinnen, spraken me aan. Bij een werkgever als Canon met zijn 180.000 medewerkers sta je toch nooit helemaal zelf aan het roer. Bij Frencken kan ik mijn ideeën kwijt.’ Slot ziet hetzelfde gebeuren bij collega’s in het managementteam, die eveneens van grote ondernemingen naar een system supplier als Frencken overstapten. Fokko Leutscher, president van de Mechatronics Division bijvoorbeeld, werkte voorheen onder meer bij ASMI. Rutger van Galen, sinds kort vice president Mechatronics Europe & US, zat lang bij Fokker. Willem Bos, vice president finance van de divisie, was jarenlang verbonden aan Philips. ‘Allemaal professionals uit andere takken van sport, met veel ervaring, voor wie het aantrekkelijk is om de enorme ambities van Frencken mee vorm te geven. En dat geldt ook voor de managementniveaus daaronder.’

GLOBAL FOOTPRINT CRUCIAAL De Frencken Group telt 3.700 medewerkers wereldwijd, de jaaromzet in 2021 was 515 miljoen euro waarvan 442 miljoen afkomstig uit de mechatronicatak. De divisie heeft bedrijfsonderdelen in Europa, de VS, Singapore, Maleisië en

‘WAAR TER WERELD BESCHIKKEN WE OVER WELKE COMPETENTIES EN HOE VERTALEN WE DIE IN KLANTWAARDE?’

China, en werkt voor klanten in onder meer de medische, semiconductor- en analytische industrie. Sinds 2020 is er dus één centraal managementteam onder leiding van Fokko Leutscher, dat de mechatronicadivisie wereldwijd leidt. Slot: ‘In dat team waren functies voor sales & business development, finance en operations al ingevuld. Mijn functie was de laatste en nieuw binnen de divisie. Dat geeft ook vrijheid voor eigen invulling.’ Het doel: meer dan ooit als één divisie opereren, kennis delen, competenties over de landsgrenzen heen maximaal uitnutten en klanten waar ook ter wereld qua ontwikkeling en productie het beste bieden. Oem’ers zijn internationaal vertegen-

woordigd en willen ook wereldwijd bediend worden. Frenckens global footprint is cruciaal. Slot: ‘We versterken de banden tussen sales, technologie, engineering en productie. We moeten heel goed weten waar ter wereld we over welke competenties beschikken en hoe we die vertalen in klantwaarde. Frencken is een hightech bedrijf dat hightech oplossingen levert: we willen een goed, gedegen verhaal hebben in gesprekken met klanten en bij het aangaan van nieuwe partnerships. Vandaar ook het belang van die heldere technology roadmap.’

MOTIVERENDE WISSELWERKING Als technology & engineering-verantwoordelijke heeft Slot regelmatig samen met collega’s van sales contact met klanten om te proeven wat er leeft in de markt en wat er in de nabije toekomst wordt gevraagd. ‘We moeten heel duidelijk voor ogen hebben hoe hun producten en applicaties werken en wat ons werk daaraan bijdraagt. Dat geldt voor alle medewerkers binnen de organisatie. Of we nu modules leveren voor elektronenmicroscopen van Thermo Fisher, voor een medisch-technologisch product van Philips of machines van ASML.’ In zijn eerste week bij Frencken deed Slot al een verrassende ontdekking, toen hij engineers vroeg waarom ze voor Frencken hadden gekozen in deze war on talent op de arbeidsmarkt. ‘Ze zeiden: “We kunnen hier een ontwikkeling van begin tot eind meemaken, we zien het resultaat van ons werk”. Vanaf de eerste oriënterende klantgesprekken tot en met de producten die de fabriek uit komen. Bij veel bedrijven werken engineers 95 procent van hun tijd achter hun CAD-station. Ze zien eigenlijk nooit wat er in de fabriek gebeurt. Hier ervaren ze dat wel en als er problemen zijn, zijn ze ook in de fabriek aanwezig. En als het nodig is, betrekken ze hierbij ook collega’s in Azië of de VS. Mechatronica en precision engineering zijn zo complex: laat diverse disciplines vooral samenwerken bij de inrichting van de productie. Anders bied je geen ware end-to-end solution.’ Die wisselwerking tussen mensen in de productie, designers en engineers motiveert en zorgt voor betere en beter maakbare producten. ‘Zo’n veelgehoorde kreet als design for manufacturability klinkt geweldig, maar werkt pas echt als medewerkers met eigen ogen zien of hun collega’s de ontwerpen ook echt kunnen produceren en assembleren. Elk ontwerp moet goed landen in de productie.’

TECHNOLOGY ARCHITECT Met de nauwere samenwerking tussen alle disciplines in het achterhoofd heeft Frencken vorig jaar ook de afdeling New Product Creation (NPC) ingericht, met daarin alle projectmanagers. Bij de

start van ieder nieuw klanttraject wordt er een team samengesteld met de meest geëigende mensen uit sales, inkoop, engineering, kwaliteitsmanagement, productie en planning. ‘Dat soort projectteams waren er altijd al, maar nu geven we ze heel expliciet vorm vanuit een dedicated afdeling, om het proces optimaal in te richten. Als er een engineering change request komt van de klant, komt dat ook daar terecht. Wat is er nodig voor deze wijziging: nieuwe technologie, engineering, inkoop?’ Slot heeft bovendien een nieuwe functie binnen Frencken geïntroduceerd, de technology architect, waarvan er nu één is aangenomen en er meer moeten komen. Zo’n technology architect werkt op het grensvlak van engineering en sales, en is zowel intern als extern een goede gesprekspartner, aldus Slot. ‘Hij komt niet bij de klant om direct een deal te sluiten, maar om hem uitgebreid te spreken en te begrijpen. Intern is het geen pure engineer, maar iemand die uitgesproken de verbinding zoekt.’ En nog iets nieuws: Frencken is bezig met het inrichten van global core competence teams. In geval van overduidelijke kerncompetenties, bijvoorbeeld het uiterst schoon assembleren met extreem hoge eisen aan reinheid, is het goed om wereldwijd binnen de mechatronicadivisie kennis te delen en dezelfde standaarden en methoden te hanteren.

PLATFORMDENKEN Marcel Slot is binnengekomen met decennia ervaring opgedaan bij oem’er Océ. Het denken in roadmaps is hem op het lijf geschreven en ook het denken in platforms omarmt hij, zodat er niet telkens vanaf scratch ontwikkeld hoeft te worden. Hoe kan Frencken platforms voor bijvoorbeeld motoren of motion control definiëren. ‘We blijven daarbij klantspecifieke oplossingen leveren, maar het is sneller en efficiënter om dat te doen vanuit een platform. Vergelijk het met een autochassis, dat ook de basis vormt voor allerlei modellen. Sectoren zoals de automotive en IT werken al langere tijd met platforms, maar dit kan zeker ook in de mechatronica. Stel, we ontwikkelen een eigen platform voor besturingstechniek, dan kunnen we dat vervolgens bij zeg 80 procent van nieuwe ontwikkeltrajecten inzetten.’

OBSTAKELS Slot zit vol plannen bij zijn nieuwe werkgever. Gevraagd naar obstakels, noemt hij vooral het tekort aan technisch talent. ‘Hoe kunnen we ons profileren op de arbeidsmarkt op een manier die bij ons past? Verwacht van ons geen hippe, Coca-Cola-achtige reclames. Frencken is een degelijk bedrijf. Dat was voor mij extra reden om voor Frencken te kiezen: houd je aan je afspraken, wees eerlijk en integer, denk altijd klantgericht. Dat past goed bij mij. We zijn redelijk bescheiden, al moeten we natuurlijk niet té bescheiden zijn. Dat we al meerdere malen in de top 5 van technologiefondsen op de beurs in Singapore hebben gestaan: daar mogen we heel trots op zijn.’

• www.frenckengroup.com april 2022

61


TALKING INDUSTRY

HOE KAN DE INDUSTRIE MARKTEN BEDIENEN IN EEN VOLSTREKT ONZEKERE WERELD?

‘MOETEN WE ONZE RUSSISCHE KLANTEN NU IN DE STEEK LATEN?’ Half maart was er een TalkING Industry bij Inther Group in Venray, zoals altijd georganiseerd door Link Magazine en ING. Met een bedrijfsbezoek vooraf en een rondetafeldiscussie waaraan dit keer negen ceo’s en managers uit de maakindustrie deelnemen. En met ruim van tevoren bedachte stellingen over problemen in de toeleverketen, tekorten op de grondstoffenmarkt en de krapte op de arbeidsmarkt. Maar door de Russische invasie in Oekraïne krijgt alles ineens een andere lading en inhoud. Dilemma’s komen op tafel. ‘Je doet het eigenlijk nooit goed.’ DOOR LUCY HOLL

T

afelvoorzitter Peter Smit, partner bij Kloepfel Consulting Benelux in Houten, wil bij elke nieuwe stelling die hij inbrengt eerst een rondje ‘ja’ of ‘nee’. ‘Met Rusland doe je geen zaken in de huidige situatie’, is de eerste stelling. Smit is zelf acht jaar lang hoofd inkoop geweest bij Lely, producent van robots en datasystemen voor de melkveehouderij, en hoorde dat zijn voormalige werkgever momenteel niets meer exporteert naar Rusland en Belarus. De omzet van Lely in die landen is verhoudingsgewijs laag vergeleken met die in bijvoorbeeld de VS, voegt hij eraan toe. ‘Maar hoe ga je als bedrijf met dit soort issues om? Is het ja

of nee?’ Nee, we doen geen zaken meer, klinkt het om tafel. Deelnemers volgen de koers van Nederland en de EU, zeggen ze. Rick Valkenburg, salesmanager bij VHE Industrial Automation in Eindhoven, wil een nuancering aanbrengen: ‘We doen ook niet rechtstreeks zaken met Rusland, maar ik geloof niet dat we Poetin daarmee nou zo erg raken. Natuurlijk, het is een statement vanuit Europa. Ik kan me echter voorstellen dat het voor veel bedrijven een heel lastige keuze is.’

CONTINUE WORSTELING ‘De Russische markt maakt voor ons een significant deel van de omzet uit’, vertelt Jack Coumans, manager purchase bij machinebouwer Van Aar-

• ‘Wij hebben besloten geen nieuwe orders aan te nemen uit Rusland.’ • ‘Onze offertes waren tot voor kort zeven dagen geldig, nu één dag.’ • ‘De industrie moet keuzes maken voor de langere termijn.’ • ‘Onze strategie is om partnerships aan te gaan met strategische toeleveranciers.’ • ‘Wij hebben al jarenlang een volledig open calculatiesysteem.’

sen in Panheel. ‘We hebben jaren gebouwd aan goede relaties en een netwerk, dat is daar erg complex. Moeten we onze klanten nu in de steek laten? Hoe pakken we het aan met servicen? Dat zijn vragen waar we continu mee worstelen.’ Natuurlijk speelt mogelijke imagoschade een rol: ‘Stel dat onze producten de grens overgaan en daar staat toevallig net een cameraploeg te filmen. Andere klanten willen misschien geen zaken meer met ons doen als ze weten dat wij doorleveren. Maar na vandaag komt er nog een dag. Moeten we dan alles daar maar opgeven?’

IMPACT VAN DE OORLOG Gert Jan Braam, sector banker Industry, en Raymond Klaassen, sectordirecteur Industry, Food & Agri bij ING regio Zuid-Oost, lieten aan het begin van de bijeenkomst bij Inther Group wat infographics zien die de wereldwijde afhankelijkheid van de Nederlandse industrie nog eens onderstrepen. De invasie vraagt om een snelle herinrichting van de supplychains, aldus ING. Grofweg de helft van het goederentransport uit China gaat per spoor via Rusland en is sinds de oorlog stilgevallen. Daar komt bij dat het transport over zee ook fors ontregeld is door het zeer snelle, wereldwijde herstel van de economie na corona.

62

april 2022

Machine-industrie

Bedrijven hebben te maken met: • sterk oplopende energieprijzen en veel verstoringen van goederentransporten • vertraagde of gestokte handelsstromen tussen China en de EU en stilgevallen handel met Rusland

• opnieuw ontregelde toelevering, met alle oplopende levertijden en prijsstijgingen van dien. Voor de oorlog uitbrak, verdiende de industrie van alle bedrijfssectoren op twee na het meeste aan de vraag vanuit Rusland.


Warehouse-automatiseerder en system integrator Inther Group laat die Russische markt voorlopig voor wat het is, zegt managing director Stefan Kleijngeld (zie het uitgebreide interview met hem in Link Magazine 1-2022). ‘We zoeken de situatie niet op. Voorop staat dat we onze medewerkers op geen enkele manier in gevaar willen brengen.’

STRAKKE REGELGEVING

Aan tafel bij deze TalkING Industry zitten (met de klok mee): Lucy Holl (Link Magazine), Koos Spierings (Spierings Mobile Cranes), Rick Valkenburg (VHE Industrial Automation), Arno Bouwmeester (Nedinsco), Peter Thijssen (Vostermans), Jack Coumans (Van Aarsen), Anton van Limpt (Bestronics), Stefan Kleijngeld (Inther Group), Raymond Klaassen (ING), Geert van der Sanden (VGI-Willems), Peter Smit (Kloepfel Consulting), John van Ginkel (Link Magazine). Gert Jan Braam (ING) ontbreekt op de foto. Foto’s: Vincent Knoops

Waar trek je qua zakendoen de grens? Dat is heel lastig, er zijn veel meer landen op de wereld met een dubieuze politiek of handelswijze, aldus de aanwezigen. Peter Thijssen, vice president supply chain management van Vostermans Companies in Venlo, producent van onder meer axiaal ventilatoren voor agrarische en industriële markten: ‘Wij hebben besloten om lopende orders aan Rusland uit te leveren, maar geen nieuwe orders aan te nemen. Wellicht komen er wel indirect producten van ons in Rusland

terecht, maar dat is dan de keuze van onze klanten.’ Voor Nedinsco in Venlo, gespecialiseerd in camerasystemen voor militaire voertuigen en vaartuigen, is de keuze heel makkelijk, zegt ceo Arno Bouwmeester. ‘Defensie heeft zeer strakke regelgeving. We mogen niet aan onder meer Rusland of Saoedi-Arabië leveren. Dat is heel helder. Wat we doen, kunnen we goed uitleggen. We weten het per definitie niet beter dan de overheid.’

PANIEK Voor andere industriële sectoren is dat beleid vanuit de overheid er juist niet of is het veel vager. Als heel strikt werd opgelegd dat zakendoen 100 procent verboden is, was het makkelijker geweest, ook in de communicatie naar de markt, verzuchten deelnemers aan de discussie. Coumans: ‘Nu is het toch wat zwabberen, je doet LEES VERDER OP PAGINA 64

Waar zou de waterstofindustrie zijn zonder Kepser?

Velen zien waterstof als brandstof voor de toekomst. Bij Kepser zien we het als duurzame oplossing voor vandaag. Technologie om waterstofgas op locatie te produceren wordt op een steeds grotere schaal haalbaar en beschikbaar. Technologie waaraan Kepser graag bijdraagt. Zo vervaardigen wij diverse modules voor hypermoderne waterstofgasinstallaties. Weten hoe Kepser nog meer bijdraagt aan innovatie en duurzaamheid? Lees ons verhaal op kepser.nl

april 2022

63


TAAIE MATERIE

VERVOLG VAN PAGINA 63

het eigenlijk nooit goed.’ Op veel staalproducten zit een ban, met paniek op de staalmarkt tot gevolg. Op gas zit dan weer geen ban (tenminste, op het moment van de discussie). ‘Indirect gebruiken we wel grondstoffen uit Rusland’, aldus Koos Spierings, ceo van mobiele-hijskranenbouwer Spierings Mobile Cranes uit Oss. ‘Er zitten restricties op staal, maar niet op platen, en van die platen zijn we afhankelijk. Waar kunnen we die elders in de keten halen? Wat gaan de prijzen doen?’

ANDERS ORGANISEREN Het is een opstapje naar de volgende stelling: ‘De invasie vraagt per definitie om snelle herinrichting van de supplychains.’ Dat levert aan tafel meer nee’s dan ja’s op. Ja, omdat het een conflict is waar de industrie langdurig de gevolgen van gaat ondervinden. Maar nee, want het is niet dé driver. Die herinrichting was al gaande, de oorlog versterkt het alleen maar. De stokkende aanvoer en beschikbaarheid plus de enorme prijsstijgingen van grondstoffen, materialen en transport – onder meer door de coronacrisis – spelen al langer: dat zijn de echte drivers. Bedrijven aan tafel zijn soms ook al jaren bezig om het anders te organiseren. VGI-Willems RVS Machinebouw, leverancier van roestvast stalen (en aluminium) systemen voor de machineen apparatenbouw in Hapert, heeft zijn bedrijfsmodel vijf, zes jaar geleden al compleet anders ingericht, aldus directeur Geert van der Sanden: ‘Sindsdien doen we in principe alles zelf en werken we veel samen met bedrijven in de directe omgeving. Ook om onze klanten flexibiliteit te garanderen. Ik heb alleen een groot probleem met de verkrijgbaarheid van rvs.’ Kleijngeld van Inther Group: ‘We zitten wel in extreme omstandigheden: eerst Covid, nu de oorlog. Voorheen waren er af en toe problemen met prijzen en verkrijgbaarheid. Nu zitten we al heel lang in een situatie waar niemand grip op heeft. Dat moet triggeren om toeleverketens anders te gaan inrichten. De industrie moet keuzes maken voor de langere termijn.’ Bovendien komt daar nu het issue duurzaamheid steeds nadrukkelijker bij, klinkt het om tafel. Plus de steeds hogere kwaliteitseisen en de gevraagde snelheid vanuit de markt.

Intussen heeft iedereen het verder over reshoren, en het gebeurt misschien ook wel vaker, aldus Bouwmeester van Nedinsco. ‘Maar zijn we niet heel erg verwend? Als alles straks weer rustig is en we kunnen onze spullen in China of Rusland of waar dan ook opnieuw een paar procent goedkoper krijgen: gaan we dan toch weer voor het geld?’ De ambitie om te reshoren is er, maar hoe zit dat in de praktijk? Bedrijven kunnen het wel willen, maar is de capaciteit er, is het echt kostenefficiënt? Taaie materie, stelt Thijssen van Vostermans. ‘Er is ongelooflijk veel productie verdwenen naar Azië. Het is erg moeilijk om die nu weer in Europa onder te brengen, je vindt bijna geen fabrikanten die werk met lage toegevoegde waarde tegen acceptabele prijzen willen doen – als ze überhaupt al capaciteit voor je beschikbaar hebben op korte termijn.’ Terughalen kan alleen door slimmer en flexibe-

lerte werken, weet iedereen aan tafel. Door te standaardiseren, processen nog sterker te automatiseren en heel stevig grip te krijgen op de kosten. Want los van alle hick-ups, corona en geopolitiek: op lange termijn telt maar één ding in de keten en dat zijn de kosten. Ook MVO, maatschappelijk verantwoord ondernemen dicht bij huis, is echt geen reden genoeg. Bouwmeester: ‘MVO wordt ontzettend gehypet, maar moet je zeg 10 procent meer betalen voor je spullen, dan zegt iedereen: “O, doe toch maar niet.”’

Stefan Kleijngeld: ‘Voorop staat dat we onze medewerkers op geen enkele manier in gevaar willen brengen.’

april 2022

lokaal te doen. We bouwen onze volledige constructie in Nederland en onze producten lenen zich daar ook voor. Collega-bedrijven doen de constructie van de chassis in Oost-Europa, maar dat willen wij niet. Wij zetten vol in op automatisering om zo veel mogelijk hier te kunnen doen en worden steeds bevestigd in die strategie van niet buiten de deur of in ieder geval niet ver weg.’ Kleijngeld van Inther ziet een ontwikkeling die zeker tot verandering aanzet: ‘Voorheen bouwden we sterk op de flexibiliteit van de toeleverketen. Maar de laatste tijd geven toeleveranciers geen exacte levertijden meer af. Ze weten het ook niet. Dus moeten we heel creatief zijn en andere kanalen aanboren.’ Valkenburg legt de vraag op tafel hoe het zit met multiple sourcen. Klanten vragen VHE expliciet om andere componenten met dezelfde functionaliteit te gebruiken als dat nodig is. ‘We proberen door engineering en re-engineering daarop in te spelen en zo toch de juiste oplossing te bieden.’ Ook veel andere deelnemers slagen erin second sources te benutten. ‘Maar het lukt slechts ten dele’, zegt Thijssen. ‘Het is niet makkelijk om specifieke componenten ineens elders onder te brengen. Dus is onze strategie om partnerships aan te gaan, heel nauwe relaties met strategische toeleveranciers te onderhouden.’ Netwerken zijn van levensbelang, beamen anderen. Je kunt de organisatie van je toeleveranciers niet veranderen, maar wel ambassadeurs zoeken binnen die organisaties, werken aan heel directe, stevige contacten. Wat ook effectief is: sterke relaties opbouwen hogerop in de organisatie.

‘HET WAS MAKKELIJKER GEWEEST ALS ZAKENDOEN 100 PROCENT VERBODEN IS’

NIET VER WEG

64

Peter Thijssen: ‘Wij hebben besloten om lopende orders aan Rusland uit te leveren, maar geen nieuwe orders aan te nemen.’

Stelling 3 ligt in het verlengde van de vorige stelling: ‘Toeleveringsproblemen na corona bewijzen de noodzaak van een nieuwe supplychainstrategie.’ Moet de strategie worden aangepast? In zijn bedrijf niet, zegt Koos Spierings. ‘We hebben al dertig jaar de ambitie om zo veel mogelijk

KEUZE BIJ DE KLANT Stelling 4 gaat over de prijzen: ‘Bij abrupte verhogingen van inkoopprijzen moet je direct in gesprek met afnemers, om margeproblemen voor te zijn.’ Op deze vraag komt slechts één nee, van Anton van Limpt, ceo van Bestronics in Veldhoven, een productie- en assemblagebedrijf dat zich richt op de industriële en elektronicamarkt:


‘Wij hebben al jarenlang een volledig open calculatiesysteem: kosten, marges, klanten weten alles op voorhand. In de huidige markt van excessen leggen we elke keuze bij de klant neer: we laten weten waar en tegen welke prijs we kunnen inkopen en willen akkoord daarop. Een klant betaalde recentelijk voor één componentje alles bij elkaar ruim een miljoen euro meerprijs om toch te kunnen blijven leveren aan zijn eindklanten. Hij kent de woekerprijzen en bepaalt zelf wat hij ermee wil.’ Van Limpt overlegde eens met een grote Amerikaanse klant. ‘Ik gooi onze open calculatie op tafel en hij zegt: “Ik wil die marge van jullie naar beneden.” Ik zeg: “Nee, doen we niet.” Hij zegt: “Dat is het antwoord dat ik wilde horen.” Openheid van zaken werkt heel goed.’ Koos Spierings vertelt hoe hij afgelopen jaar zijn klanten stuk voor stuk heeft bezocht om het over het geld te hebben: ‘Ons orderboek zit lang van tevoren stampvol. Ineens kwamen leveranciers allemaal met substantiële prijsverhogingen. We hebben binnenshuis veel discussies gehad. Kunnen we klanten meer gaan factureren? Kaart het bij hen aan, zeiden sommigen. Dat is in onze sector echt niet gebruikelijk, deal is deal. De marge stond echter gigantisch onder druk en de prijsverhogingen lagen volledig buiten onze macht. Toen zijn we overal in Europa persoonlijk langsgegaan, je hebt het wel over machines van een miljoen euro. Iedereen begreep en accepteerde ons verhaal. Ik had een uitgebreide financiële presentatie en onderbouwing bij me, maar die heb ik nauwelijks gebruikt, het bleek vooral een kwestie van onderling vertrouwen.’

PIJN DELEN Andere deelnemers aan tafel hebben de kostenclausule nu ook standaard in het contract staan, wat meestal wordt geaccepteerd. ‘Iedereen snapt dat de kosten ergens gemaakt worden’, stelt Kleijngeld. ‘Toen er voor tonnen prijsverhoging van staal aankwam, hebben we gezegd: “Hoe kunnen we de taart met zijn Koos Spierings: ‘We hebben al dertig jaar de drieën verdelen: klant, ambitie om zo veel mogelijk lokaal te doen.’ toeleverancier en wij?” We delen de pijn.’ slikken we het maar. Bovendien is bij ons de Geen enkele ketenpartij kan het in zijn eentje toegevoegde waarde in vergelijking met de kosten oplossen. Van der Sanden: ‘Onze offertes waren van ingekocht materiaal erg groot.’ tot voor kort zeven dagen geldig, nu zijn we naar De complete keten beseft dat de wereld veranderd één dag gegaan. Je vertelt je klant daarmee echt is. Iedereen zit in hetzelfde schuitje. Twee jaar niks nieuws.’ Valkenburg: ‘Stel, klanten willen niet geleden was een deal een deal, en bevatten mee met prijsverhogingen en een toeleverancier contracten veel te weinig clausules. Toen was het kiepert compleet om. Dan hebben ze ook een bij het uitbrengen van offertes vooral afwegen groot probleem.’ wat de concurrentie deed. Nu is klip-en-klaar dat Het verschilt ook wel weer sterk per industrie, die met dezelfde problematiek te maken heeft. zegt Bouwmeester. ‘Nedinsco heeft met defensie contracten lopen tot 2029. De prijzen liggen vast, je maakt geen schijn van kans als je teruggaat en INSPANNING EN CREATIVITEIT meer geld vraagt. Het kan natuurlijk ook andersStelling 5 tijdens de TalkING Industry krijgt om uitpakken: dan steken wij het geld in onze alleen maar ja’s: Personeelstekort remt de groei zak. Als het water ons aan de lippen staat, moeten we praten. Maar zolang het enigszins te dragen is, LEES VERDER OP PAGINA 66

april 2022

65


Peter Smit: ‘De grote vraag blijft wat er gaat gebeuren in de wereld. Straks schieten we in een recessie en moeten we weer reorganiseren.’

VERVOLG VAN PAGINA 65

van het bedrijf. Valkenburg: ‘Het is niet alleen het tekort, maar ook het vinden van de juiste mensen. We hebben het werk zo ingericht dat we echt niet alleen zeer specialistische medewerkers nodig hebben. Desondanks zitten we bijvoorbeeld met te weinig engineers.’ Er komen wel mensen op vacatures af, maar niet degenen die we willen, zegt Van der Sanden. ‘Het is niet altijd wat we nodig hebben, het blijft behelpen.’ Thijssen: ‘Op de lange termijn remt het de groei van Vostermans niet. Op korte termijn hebben we wel meer mensen nodig om de productiecapaciteit te verhogen. Maar met veel inspanning en creativiteit kunnen we onze vacatures nog steeds invullen.’

En hoe is het bij Nedinsco, wordt er met een knipoog gevraagd. Iedereen wil nu in de defensie-industrie werken toch? Bouwmeester: ‘We hebben onze productie verregaand geautomatiseerd. De bottleneck zit bij Engineering. We moeten bijvoorbeeld projecten weigeren omdat de klant heel snel een prototype wil terwijl we daar de capaciteit niet voor hebben. Terwijl er daarna zeg nog 5 miljoen euro aan werk in het verschiet ligt: als we de ontwikkeling en het prototype binnen hebben, komen klanten vervolgens ook bijna altijd bij ons voor de productie.’ Dus wil Nedinsco meer r&d-partners die bijvoorbeeld softwaredelen kunnen ontwikkelen.

extra en verleiden medewerkers van mkb’ers om over te stappen. Gewoon maar laten gaan dan, daar is weinig aan te doen. Inther Group werkt wel met loyaliteitsbonussen na een aantal jaren dienstverband. Kleijngeld: ‘We groeien extreem en doen veel aan employer branding. Ieder semester lopen hier ook vijftien tot twintig stagiairs en afstudeerders rond van wie er naderhand hopelijk vijf tot acht blijven.’ Goede contacten met scholen, het organiseren van openbedrijvendagen en zelf speuren via LinkedIn kan soelaas bieden. Plus vervolgens een goede onboarding, al dan niet via een eigen academy of bedrijfsschool. Gespreksleider Smit: ‘De grote vraag blijft wat er gaat gebeuren in de wereld. Straks schieten we in een recessie en moeten we weer reorganiseren.’ De industrie zit momenteel in zo’n onstuimige groei, het gaat hard, misschien wel onnatuurlijk hard. Met het grote tekort aan mensen en materialen tot gevolg. Gestaag groeien is dan misschien toch beter, is de conclusie aan tafel.

LOYALITEITSBONUSSEN

• www.aarsen.com • www.bestronics.nl • www.ing.nl/industrie • www.inthergroup.com • www.kloepfel-benelux.com • www.nedinsco.com • www.spieringscranes.com • www.vgiwillems.nl • www.vhe.nl • www.vostermans.com

Wat Spierings zorgen baart, is dat er steeds meer hogere functies ingevuld worden met interimmers. ‘Daardoor wordt het steeds lastiger om gekwalificeerd personeel te vinden en het kost ons als bedrijven veel extra geld. Het zijn ook vaak kortetermijnoplossingen.’ Bureaus bellen bovendien mensen bij bedrijven weg en incasseren zo lekker, klinkt het aan tafel. Of grote oem’ers bieden 1.200 euro in de maand

Partner in Strategische R&D Productontwikkeling Speciaalmachinebouw Prototypebouw Onze klanten zijn vooruitstrevend in hun markt en bevinden zich voornamelijk in hightech sectoren, zoals medisch, lucht- en ruimtevaart, semicon en food. Op de foto de voor Jansen Precisie Techniek ontworpen laserlasmachine, voor het lassen van 0,3mm capillairs.

heeft de wil en het vermogen om uw probleem op te lossen

66

april 2022

www.trios.nl


OPTIMALISATIE

DE ‘SOLL’ DUIDELIJK KRIJGEN VRAAGT GOED DOORVRAGEN VAN YELLAX

‘DEEL VAN KLANTEN HEEFT GEWENSTE SITUATIE NIET GOED OP HET NETVLIES’ Yellax ondersteunt bedrijven in de industriële automatisering bij het optimaliseren van hun ontwerpprocessen. Om de weg van ‘IST’ naar ‘SOLL’ te doorlopen, moet Yellax de juiste vragen stellen; niet alleen over het product maar zeker ook over de organisatie. Soms confronterend voor de klant die er dan achter komt eigenlijk niet goed te weten waar zijn focus ligt.

DOOR MARJOLEIN DE WIT-BLOK

V

eel maakbedrijven moeten efficiënter gaan werken vanwege een tekort aan goed geschoold technisch personeel. Dit is onder meer mogelijk door in het ontwerpproces te standaardiseren en te modulariseren. Theo Klaassen, algemeen directeur bij Yellax: ‘In feite wil je bij dit soort processen van de huidige situatie (IST) naar een gewenste situatie (SOLL) komen. Welke roadmap daarbij hoort, is per bedrijf afhankelijk van de ambitie, de visie en de strategie.’ Voordat Yellax überhaupt kijkt naar optimalisatie van de ontwerpprocessen en modularisatie van producten, worden eerst de organisatie en de organisatiestructuur geanalyseerd. ‘Daarna zoomen we in op de ontwerpprocessen zelf en stellen de vraag of deze monodisciplinair, multidisciplinair of mechatronisch moeten worden gestandaardiseerd en gemodulariseerd. Vervolgens richten we ons op de ontwerpbenadering en bedrijfswaarde van een organisatie. Sturen op kosten of juist op effectiviteit of betrouwbaarheid zijn immers duidelijk andere benaderingen.’

WAT WIL DE KLANT De ‘IST’-situatie vormt het uitgangspunt van een roadmap en is meestal eenvoudig in kaart te brengen. Het eindpunt van de roadmap is vaak minder duidelijk: waar wil de klant eigenlijk naartoe? Klaassen: ‘De vraagstelling waarmee klanten contact opnemen, ligt vaak in het verkorten van de ontwerptijd, het verbeteren van de kwaliteit en uniformiteit van het ontwerpdocument of de wens om kennis en standaarden te borgen zodat het wiel niet voortdurend opnieuw wordt uitgevonden.’ Het is dan zaak om deze brede vraagstellingen te concretiseren en dat betekent: doorvragen. ‘Vanuit onze ervaring weten we inmiddels welke vragen we moeten stellen om niet alleen de behoeften van de klant

Theo Klaassen, algemeen directeur bij Yellax: ‘Voordat we überhaupt kijken naar optimalisatie van ontwerpprocessen en modularisatie van producten, analyseren we eerst de organisatie en de organisatiestructuur.’ Foto: Yellax

boven tafel te krijgen, maar ook om hem een reëel beeld te laten krijgen van de mogelijkheden om bij zijn einddoel te komen. Vaak willen bedrijven de stap in één keer zetten, maar is het verstandiger om in kleinere stappen naar het gewenste doel te gaan. Dus het is ook belangrijk om de tussendoelen goed te definiëren. Juist tijdens dit doorvragen blijkt dat bij een deel van de klanten de gewenste situatie eigenlijk niet goed op het netvlies staat.’

PROJECT EN PROCES Is een bedrijf bijvoorbeeld op zoek naar een projectresultaat of juist een procesresultaat? In het eerste geval ondersteunt Yellax de klant bij het zo efficiënt mogelijk ontwerpen van een project. Daarbij ligt de focus op data-engineering, standaardiseren en genereren binnen de kaders van een project. Bij een procesresultaat is een bedrijf veel meer bezig met de lange termijn en de toekomstbestendigheid van de onderneming. Hier is dan niet alleen het technische aspect van belang, maar ook de meer zachte kanten waarin bijvoorbeeld leiderschap, verandermanagement, strategie en het maken van keuzes centraal staan. Veel minder concreet, maar wel belangrijk. Klaassen: ‘De praktijk heeft ons ook geleerd om projecten en processen gescheiden te houden. Bij een projectresultaat moet je je níet richten op het verbeteren van processen en andersom. Dit

lijkt tegenstrijdig, maar is juist de reden dat we in staat zijn onze klanten te helpen om in behapbare stappen naar het einddoel te komen.’

EERST OPTIMALISATIE, DAN TRANSITIE Welke stappen gezet moeten worden, hangt volgens Klaassen ook af van de volwassenheidsfase waarin een bedrijf zich bevindt. ‘Als Yellax hebben we vijf fasen gedefinieerd. Veel bedrijven met ‘potentie voor optimalisatie’ bevinden zich in fase 1 of 2. In het traject naar volwassenheid ondersteunen we de faseovergang door eerst te optimaliseren en daarna de transitie richting een volgende fase in gang te zetten. Hiermee bereik je op een behapbare manier een toekomstbestendig multidisciplinair ontwerpproces waarin we zorgen dat de samenhang tussen de disciplines aanwezig is. Daarbij werken we zowel top-down als bottom-up. Bij top-down ga je uit van de functionaliteit van je product en zoekt daar de juiste ontwerpstructuur bij. Wanneer je bottom-up werkt, ga je juist uit van het bestaande ontwerp. Hiermee zijn zeker quick wins te behalen, maar het is wel vaak gericht op korte termijn. We werken graag met klanten aan een toekomstbestendige ontwerpbenadering.’

• www.yellax.com april 2022

67


INNOVATIE

28 ENGINEERS VAN BEENEN VOLCONTINU MET EN VOOR HUHTAMAKI AAN DE SLAG

EUROPESE REGELGEVING ROND PLASTIC SUBSTITUTIE GEEFT VLEUGELS Huhtamaki Leeuwarden, fabrikant van machines voor de productie van fiber- en pulpverpakkingen, staat aan de vooravond van een duurzame doorbraak. Nadat het bedrijf voor onder andere McDonald’s een gladde variant van zogeheten smooth molded fiber had ontwikkeld voor de dekseltjes op de koffiebekers, meldt de ene na de andere opdrachtgever zich aan de poort in de Friese hoofdstad voor andere producten. En ook binnen de Huhtamaki Group kan deze innovatie op veel interesse rekenen. Met de laatste technologieën en de inmiddels jarenlang lopende samenwerking met system integrator Beenen moeten plastic verpakkingen op termijn plaatsmaken voor milieuvriendelijker varianten.

systemen, het drogen, persen of vanwege extra eisen van klanten. ‘Japan is bijvoorbeeld heel kritisch op hygiëne en accepteert alleen witte eierdoosjes, zodat vuil er direct op te zien is. Dat vereist ook extra functionaliteiten in de machine’, aldus Gerke Boersma, afdelingsmanager mechatronica & digital technologies bij Huhtamaki. Doorgaans lopen er met Beenen zo’n tien projecten parallel, met 28 engineers die volcontinu met en voor Huhtamaki aan de slag zijn. ‘Wij werken met Beckhoff, een enorm modulair systeem waar je alles mee kunt. Maar de 1.001 opties voor aanen uitzetten vergen veel knowhow en kunde, die zit bij Beenen. Hun seniore medewerkers betrekken we ook echt in ontwerpkeuzes, zij lopen mee vanaf tekening tot inbedrijfstelling en verdere verbetering.’ Naast de developmenttak kent Huhtamaki ook een groep die zich bezighoudt met deployment en rough molded fiber: uitontwikkelde machines die vermarkt worden.

SPECIFIEK PROCEDÉ Het proces voor het ontwikkelen van nieuwe machines is ingrijpend veranderd, stelt Boersma. ‘Tot de jaren ’10 werkten we met z’n allen aan één, hooguit twee machines, nu bedenken we een complete machinelijn. Een aantal machines daarvoor kopen we in, andere ontwikkelen we van scratch met Beenen. We werken daarbij tegelijkertijd aan meerdere projecten. Huhtamaki wil investeren, want duurzaamheid staat Gerke Boersma van Huhtamaki (links) en Alex van Dalen van Beenen. Boersma: ‘Wij werken met Beckhoff, een enorm modulair systeem waar je alles mee kunt. Maar de 1.001 opties voor aan- en uitzetten vergen veel knowhow en kunde, die zit bij Beenen.’ Foto: Simon van der Woude hoog in het vaandel.’ In genoemde periode startte het bedrijf opnieuw met plannen voor substitutie van plastic producten. Een productielijn DOOR WILMA SCHREIBER gehele wereld. Het contact met Beenen stamt uit voor kant-en-klaar-maaltijdverpakkingen zag als 1985 en mondde gaandeweg uit in een partnerschap, ook al omdat Huhtamaki zelf maar een eerste het licht. Later volgden productielijnen e Leeuwarder tak van Huhtamaki is paar besturingsmensen in dienst heeft. Als system voor papieren koffiebekerdekseltjes. Daarvoor van origine een Nederlands bedrijf integrator houdt Beenen zich bezig met indus(Leo Reitsma), dat een eigen eierdooswerd een specifiek procedé ontwikkeld als triële automatisering voor de machinebouw en fabriek (rough molded fiber) had en tegenhanger van de rough molded fiber voor de voedingsmiddelen-, water- en inframarkt, met zelf de machines daarvoor ontwikkelde. Na de toepassing in eierdozen en bekerhouders van Huhtamaki en Philips in Drachten (scheerappaovername door het Finse Huhtamaki veranderde onder andere McDonald’s. ‘Inmiddels werken raten) als grootste klanten. Het bedrijf heeft twee de naam in Huhtamaki Molded Fiber Technode nieuwe machinelijnen prima en zijn we deze vestigingen, in Zwolle en Heerenveen, en zo’n logy. De productiefabriek voor eierverpakkingen met een team continu aan het verbeteren.’ 250 medewerkers. staat nog steeds in Franeker, de machinebouwtak is inmiddels vanwege ruimtegebrek naar TOONBEELD Leeuwarden verhuisd, inclusief proeffabriek waar PARALLELLE PROJECTEN Alex van Dalen, managing director bij Beenen, machines worden getest voor ze naar de klant wijst op het feit dat Huhtamaki vooroploopt als Tot vorig decennium betrof de samenwerking gaan. De vestiging Leeuwarden telt tussen de alleen eierdoosmachines, waar continu verbetehet gaat om toepassing van de nieuwste technolo150 en 200 medewerkers en heeft klanten over de ringen in aangebracht werden: in verwarmingsgieën. ‘De nieuwe machine is echt het toonbeeld

D 68

april 2022


van smart industry: de snelste computers, moderne bekabeling, de beste visioncamera’s om goede inspecties te kunnen doen, robotica en software die nieuwere series machines nog sneller maakt. Soms is het zelfs nog geen proven technology’, schetst hij. ‘Dat is ook nodig, want de lijn die we nu bouwen moet de standaardlijn worden. Als je dat met oude technologie doet, zijn over vijf jaar de onderdelen niet meer te krijgen.’ Boersma tempert de lofzang enigszins. ‘We lopen net niet helemaal voorop, want dat heeft ons in het verleden pijn gedaan. Maar we zijn zeker innovatief en actueel.’

matiseren, voor een fabriek in bijvoorbeeld Azië kan dat niet uit vanwege de lage lonen.’

HOGERE HYGIËNE-EISEN Per jaar levert Huhtamaki tientallen machineprojecten uit, die in Leeuwarden worden geassembleerd, proefgedraaid, getest en op transport gezet naar de fabrieken. ‘Onze medewerkers reizen mee om de technische dienst ter plekke te trainen in de omgang met de machine. Daar hebben we ook simulatoren voor gebouwd. En

dat je de eierdoosjes niet met het blote oog kunt tellen – plaatsen we hekken voor de veiligheid. Uiteraard wel zo, dat onderhoudsmensen goed bij de machine kunnen.’ Een ander nieuw punt voor Huhtamaki zijn de hogere hygiëne-eisen voor producten die in direct contact staan met voedingsmiddelen. Boersma: ‘Regelgeving echoot in alles door: in de machine, in de besturing en daar worden ook keuringen op gedaan.’ Ook de komende tijd blijft Huhtamaki Group investeren in de Leeuwarder machinefabriek om

GROTERE KLANTENKRING Momenteel heeft Huhtamaki een aantal fabrieken voor de productie van rough-moulded-fiber en één voor smooth-moulded-fiber verpakkingen, wat er op termijn – als de substitutie van plastic gaat vliegen – veel meer zullen worden. ‘Binnen de Huhtamaki-groep leveren we aan zo’n tien fabrieken en buiten de groep nog aan de nodige licentiehouders. Dit betreft ook concurrenten in andere markten of landen. En met die plasticsubstitutie wordt onze klantenkring in één keer een stuk groter’, stelt Boersma. Vandaar ook dat Huhtamaki mikt op volledig geautomatiseerde lijnen die producten van voor tot achter kunnen opleveren. ‘Als wereldspeler leveren we echter ook machinelijnen waarvoor nog operators nodig zijn. Welke techniek we uitrollen, hangt af van het betreffende land. In Nederland zijn de lonen hoog en is het interessant om volledig te auto-

‘REGELGEVING ECHOOT IN ALLES DOOR: IN DE MACHINE, IN DE BESTURING EN DAAR WORDEN OOK KEURINGEN OP GEDAAN’

nadat een machine in bedrijf gesteld is, kunnen ze ons 24/7 bellen en helpen wij op afstand de machine weer up & running te krijgen’, zegt Van Dalen. Hoewel het standaard machines betreft, zijn vaak allerlei aanpassingen noodzakelijk. ‘De voltages kunnen per land uiteenlopen, net als de frequenties en dan heb je een andere motor of drive nodig. En omdat eierdooslijnen best gevaarlijke machines zijn – ze draaien zo snel

met de laatste stand der techniek te kunnen werken. ‘We willen nu de simulatie van machines verder uitbouwen, zodat we via een digital twin de software van de machines kunnen ontwikkelen en valideren.’

• www.huhtamaki.com/en/fiber-technology • www.beenen.nl

Confed groeit en dus investeren wij in onze klanten en in onze toekomst. Door forse uitbreiding van onze SMT-capaciteit in 2022 kunnen wij aan de sterk stijgende vraag op EMS-gebied blijven voldoen. Efficiënter, meer capaciteit en traceable tot op componentniveau. Dit is waar onze one stop service ook Vind ons op www.con in de toekomst voor staat. fed.eu of bel 033-4541340 Engineering en ontwikkeling

Kabelassemblage, kabelconfectie en

Protoshop

paneelassemblage

PCB assemblage

Inkoop en logistiek

Modulebouw

Life cycle management

Seriematige assemblage

april 2022

69


“De klik met het team was groot. Zeer toegankelijk, met een enorme drive en bereidheid voor totale ontzorging.”

Klantcijfer

9.0

Textaafoam

www.heembouw.nl

www.gronddatabank.nl

In Tilburg realiseerde Heembouw de nieuwe huisvesting voor Textaafoam. Het bedrijfspand voor deze toonaangevende industriële groothandel voor meubelstoffen in Europa bestaat uit een bedrijfshal (12.395 m²) met kantoor (1.992 m²) en mezzanine (725 m²). De eyecatcher in het ontwerp van Heembouw Architecten is de hoofdentree met showroom. Quadrant4 was namens de opdrachtgever verantwoordelijk voor de implementatie van het nieuwe kantoor concept, directievoering en de bouwbegeleiding.


PROCESINNOVATIE

SLEEGERS TECHNIQUE EN SMC STARTEN R&D-TRAJECT ROND VOEDSELVEILIGHEID

‘EEN HYGIËNE-PLUSJE OP DE MACHINE ZETTEN’ In de vleesverwerkende industrie waarin speciaalmachinebouwer Sleegers Technique actief is, heeft voedselveiligheid de hoogste prioriteit. Dus is het bedrijf continu op zoek naar nieuwe wegen om de machines nog hygiënischer te ontwerpen, te bouwen en te laten draaien. Kennispartner SMC Nederland ontwikkelt mee aan dergelijke innovaties en helpt zo de koploperpositie van Sleegers Technique te versterken. DOOR WILMA SCHREIBER

S

leegers Technique in Nieuwkuijk is al sinds 1993 actief in de speciaalmachinebouw voor de levensmiddelen-industrie. Het portfolio omvat onder meer een machine voor het snijden en presenteren van carpaccio die, voorzien van plastic velletjes, vervolgens wordt verpakt. De circa dertig medewerkers werken tevens voor grote productiebedrijven in de hamburger- en baconbusiness. Naast de uitgebreide lijn standaardmachines ontwikkelt het bedrijf in nauw overleg met klanten machines op maat. ‘Vorig jaar zijn we een r&dafdeling gestart om voortdurend te kunnen innoveren en trendsetter te zijn in de markt. SMC is hierin een belangrijke kennispartner om de komende jaren gezamenlijk aan nieuwe trajecten te gaan werken’, stelt ceo Huub Sleegers. ‘Doel is steeds voedselveiligheid te kunnen waarborgen en daarvoor apparatuur te bouwen met de vereiste hygiënisch ontworpen componenten.’

‘Voor ons als innovator is Sleegers een mooie partij, omdat zij als early adopter nieuwe technieken willen inzetten en ons uitdagen te blijven doorontwikkelen’, zegt Ivo Gels van SMC (rechts). Naast hem Huub Sleegers, ceo van Sleegers Technique. Foto: SMC

hoog niveau op r&d-gebied te gaan samenwerken. ‘De laatste vijftig jaar zijn er veel schandalen geweest rond voedselveiligheid, denk aan salmonella- en legionellabesmettingen. Wij pretenderen een machinebouwer te zijn die hygiënische aspecten hoog in het vaandel heeft staan’, vertelt Sleegers. ‘Het reinigen van de machines is belangrijk, maar ook de hygiëne van de kasten waar alle onderdelen ingebouwd zijn en waarin perslucht wordt gebruikt. Daarvoor gaan we met SMC nu een ontwikkeltraject in: om die perslucht te beheersen en te monitoren.’ Die monitoring betreft onder meer het kiemgetal en de relatieve vochtigheid in en buiten de kast.

VEILIG EN DUURZAAM

INNOVATOR MEETS EARLY ADOPTER

SMC Nederland is gespecialiseerd in pneumatische componenten en onderdeel van het Japanse moederbedrijf, dat wereldwijd ruim 20.000 medewerkers telt. Het bedrijf profileert zich als dé kennispartner voor veilige en duurzame technologie in de industriële automatisering. Ivo Gels, food industry specialist bij SMC, pakt die uitdaging dagelijks op. Zijn doel is klanten te helpen met het praktisch toepassen van geldende wetten en normen door deze te vertalen naar ontwerp en product. ‘Wij kijken hoe klanten technologie in hun machine (willen) toepassen en hoe ze dat zo veilig mogelijk kunnen doen’, zegt hij.

SMC levert componenten die de hoge kwaliteit perslucht realiseren. Twee jaar geleden is een actief koolstoffilter aan het pakket toegevoegd, dat oliegeur wegneemt. ‘In de hygiënische kast komt de perslucht in aanraking met levensmiddelen. Dat filter voorkomt dat de perslucht invloed heeft op smaak en geur van het product’, verklaart Gels. ‘Ook hebben wij een microbacterieel filter ontworpen dat de kleinste deeltjes tegenhoudt. Voor ons als innovator is Sleegers een mooie partij, omdat zij als early adopter nieuwe technieken willen inzetten en ons uitdagen te blijven doorontwikkelen.’ Sleegers beaamt dat voedselveilig ontwerpen geldt als gedragscode voor alle machines die het bedrijf levert. ‘Dat is ook een belangrijk verkoopargument van ons, dat machines hygiënisch gebouwd worden én blijven, dat ze geen vervui-

BEHEERSEN EN MONITOREN De inmiddels jarenlange samenwerking is een van de redenen dat SMC nu is gevraagd om op

lende elementen in zich dragen. Daar willen we samen met SMC proactief mee bezig zijn.’

IDEAALPLAATJE Het project staat nog in de kinderschoenen: dit jaar wil Sleegers hoge prioriteit geven aan r&d, samen stappen voorwaarts zetten in prototypebouw, in luchtbehandeling en monitoring op het gebied van voedselveiligheid. ‘Dit ondersteund met ingebouwde software, zodat we de kwaliteit van de perslucht kunnen beïnvloeden en beheersen en naar een hoog niveau kunnen brengen.’ Metingen in de machines moeten Sleegers in staat stellen te acteren op bijvoorbeeld een toename in persluchtverbruik en eventuele afwijkingen te onderzoeken, real-time en online. Dat sluit naadloos aan bij de wijze waarop SMC het merendeel van zijn producten ontwikkelt. ‘We denken niet vanuit een vast pakket, maar ontwikkelen producten die precies aansluiten op de vraag van de klant’, stelt Gels. ‘De samenwerking met Sleegers helpt daarbij, want uiteindelijk hebben zij nog veel meer kennis van de behoeften in de markt dan wij.’ Het ideaalplaatje is voor beiden helder. ‘Een hygiënische kast, waarbij we een aantal parameters online kunnen monitoren, de kwaliteit van het klimaat in de kast kunnen beheersen en proactief klanten kunnen waarschuwen als er processen gaande zijn die de voedselveiligheid in gevaar brengen. Waarbij we zo een plusje op de machine zetten.’

• www.sleegerstechnique.com • www.smc.nl april 2022

71


KETENPARTNERS

PANASONIC INDUSTRY BENADRUKT MET NIEUWE STRATEGIE EIGEN ROL VAN MARKTSPECIALIST

FOCUS VAN GETEKENDE ORDER NAAR HECHTE KLANTRELATIE Your Committed Enabler. Dat is de nieuwe slogan van Panasonic Industry dat meer dan ooit inzet op de eigen rol van marktspecialist. Zo ook bij Panasonic Industry Benelux in Best, waar ze graag het voortouw nemen. Optimaal faciliteren van wat nodig is voor hechte klantrelaties op de lange termijn, jezelf verantwoordelijk tonen voor een duurzame en circulaire samenleving: alles draait om de juiste mindset. Om het vertrouwen dat dit het beste is voor alle partijen.

DOOR JAN BROEKS

P

eopleBeforeProducts, zo staat er in het pand van Panasonic Industry in Best groot op de muur. Die order van morgen? Belangrijk weliswaar, maar lang niet zo belangrijk als de samenwerking met klanten op de lange termijn. Dat brede, eigen aanbod aan componenten, systemen en oplossingen voor elektronica en industriële automatisering? Goed om erover te vertellen, maar dan alleen als er eerst uitgebreid is geluisterd naar de ander. Jeroen Coolen, managing director van Panasonic Industry Benelux, kan het niet vaak genoeg benadrukken: zakendoen gaat over ménsen. Over verantwoordelijkheid nemen voor de ander. Vandaar de vraag die Coolen de leveranciers weleens stelt: verdienen zij wel genoeg aan hun afnemer? De vraag kan wat verrassen, vertelt Coolen, maar is wat hem betreft niet meer dan normaal. ‘Zeker na de afgelopen twee jaar. Als de pandemie iets duidelijk heeft gemaakt, is het wel dat we zo’n situatie samen moeten opvangen.’ Ronald van Seters, key accountmanager bij Panasonic Industry, knikt instemmend. ‘We komen met z’n allen uit een tijd dat onderdelen er altijd waren. Hoe anders is dat nu. Het is vervelend om klanten te moeten vertellen dat iets niet leverbaar is, al blijkt juist dan wat een hechte klantrelatie waard is.’ Ja, bouwen aan zo’n relatie vraagt tijd, beaamt Van Seters. En eenvoudig is dat niet, wanneer je zoals hij lang gewend was voor die getekende order te gaan. ‘Toch zijn de beste partnerships van nu de trajecten waar we het langst mee bezig zijn geweest. Ik noem onze klanten ook steeds vaker onze partners.’

WAT JE ZELF DOET Rekening houden met elkaar, samen op zoek gaan naar andere oplossingen. Dan is de link naar een duurzame toekomst en steeds weer bijdragen

72

april 2022

aan een circulaire economie niet ver weg. Goed, ze weten in Best heus wel dat ze met een team van zo’n twintig personen niet de hele wereld kunnen verbeteren. Maar om het er dan maar bij te laten? Dus schenken ze hier op kantoor Usawa-koffie. Lokaal gebrand, met minimaal twee keer de fairtradeprijs voor de boeren in Afrika en Zuid-Amerika. Kerstpakketten gaan niet meer naar de eigen medewerkers en klanten, maar naar de plaatselijke voedselbank. Ook Panasonic Industry Benelux zet met de nieuwe strategie onder andere in op het verduurzamen wordt onderzocht van de omgeving waarin het zelf actief is. Links key accountmanager Ronald van Seters, naast hoe het eigen hem managing director Jeroen Coolen. Foto: Vincent Knoops kantoorpand duurzamer kan worden gemaakt, zoals ook het Panasonic-concern ernaar streeft GOED FACILITEREN de eigen fabrieken CO2-neutraal te maken. En Coolen werkt inmiddels meer dan 25 jaar bij dan al die reizen, onder meer naar het Europese Panasonic Industry. ‘Voorheen ging het hier voor hoofdkantoor van Panasonic Industry in het 80 procent over producten – en dan verder nog Zuid-Duitse Ottobrunn: corona heeft duidelijk over alles eromheen. Dat is volledig omgedraaid.’ gemaakt dat digitaal overleggen veel vaker kan. Logisch ook, stelt hij: de focus op productver‘Je moet kijken welke invloed je zelf kunt uitkoop is niet houdbaar. ‘Concurreren op prijs, oefenen’, vindt Coolen. ‘Niets doen is geen optie, waarmee onderscheid je je dan?’ Nee, dan liever alles valt of staat met de juiste mindset.’ de blik op samenwerking. Op oplossingen, en


– meer dan ooit – op marktspecialisatie, met in het geval van Panasonic de blik op onder andere de automotive, medtech, packaging en agrisector. Het is de koers waarvan ze volgens Coolen hier in Best geloven dat die alle partijen het meest brengt. ‘Ongeacht of het gaat om onze klant, leverancier of die ene partij waarvan wij denken dat we die ergens bij kunnen betrekken. We willen optimaal faciliteren en doelen op een betrokken manier mogelijk maken.’

schien nog een stip op de horizon, al gaat het daar wat hem betreft wel heen. ‘Onze technische man hier, maar ook een marktspecialist van ons Europese hoofdkantoor: we zijn als Best relatief klein, maar hebben wél de back-up van een internationaal moederconcern. Dat zorgt voor veel kennis, die we snel onafhankelijk van tijd en

merken dat we helpen bij wat nu én in de toekomst speelt. Ongeacht of het gaat om een specifieke aanlevering, een compleet nieuwe techniek of over de vraag hoe je met mensen en klimaat omgaat.’ Het is de kunst, zo zegt Van Seters, om rustig te blijven wanneer het resultaat langer op zich laat wachten. ‘Daar hebben we het hoofd-

SAMEN OPTREKKEN Kortom, Your Committed Enabler. Gericht op de langere termijn bij klanten, voor de periode van zo’n vijf tot tien jaar. Het hoort bij een purpose driven company, vertelt Van Seters, en past bij de koers die ook Panasonics klanten varen. ‘Steeds meer organisaties stellen de langere termijn voorop, en daarmee ook thema’s als verduurzaming en circulariteit. In dat opzicht trekken we samen op.’ Waarbij dan geldt, zo benadrukt Van Seters, dat het niet enkel bij woorden moet blijven. ‘De behoefte om te innoveren en snel te schakelen is in alle markten groot. En dat naast de ambitie om te groeien. Dat vraagt om een andere inzet van kennis. Om de mogelijkheid zelf snel te kunnen reageren en om andere vormen van samenwerking aan te gaan.’

‘CONCURREREN OP PRIJS, WAARMEE ONDERSCHEID JE JE DAN?’

locatie kunnen inzetten. En precies dat is wat we met de structuur van een platform willen bereiken, om pas veel later in het traject daadwerkelijk te verkopen.’ Dat dit risico’s met zich meebrengt, wanneer een potentiële klant plots afhaakt? ‘Dat is dan maar zo. Alles valt of staat met vertrouwen, daar zijn we heilig van overtuigd.’

RUSTIG BLIJVEN IS DE KUNST OP NAAR EEN PLATFORM Meer concreet gaat het bij dat laatste om de opzet van een platform, zegt Coolen. Nu is dat mis-

Juist met samenwerkingsverbanden gebaseerd op een platform kan volgens Coolen de klant breed worden bediend. ‘Onze klanten gaan duidelijk

kantoor wel van moeten overtuigen: het gaat niet om de lijn, maar om die stip.’ Bovendien wordt de samenwerking met het hoofdkantoor alleen maar intensiever, benadrukt Coolen. ‘Je kunt wel zeggen dat je ervaren bent in wat je doet, juist dan moet je ervoor niet blind erop te gaan varen. Andere personen bij de eigen trajecten betrekken zorgt voor een andere kijk. Juist als alles goed gaat, moet je bezig zijn met de periode over vijf jaar.’

• https://industry.panasonic.eu

april 2022

73


INDUSTRIEBELEID

OM TE VOORKOMEN DAT KANSEN BLIJVEN LIGGEN, GAAT TNO NU DOOR TOT EN MET DE INDUSTRIALISATIE

AANTONEN DAT HET WERKT ÉN IN SERIE GEPRODUCEERD KAN WORDEN TNO beslaat een groot deel van het ontwikkeltraject van complexe B2B-technologie en -producten, van onderzoek en ontwerp tot het opleveren van een werkende demonstrator. Maar daarmee zijn de toepassingen vaak nog niet marktrijp. Soms vraagt het van de industrie nog jaren van investeren. Dikwijls vinden bedrijven de risico’s te groot, waardoor innovatiekansen niet worden verzilverd. TNO gaat daarom nu nog een stap verder, tot en met de industrialisatie. ‘Zo helpen we de Nederlandse hightech zijn internationale koploperspositie te versterken en het verdienvermogen van ons land te vergroten.’

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

I

n de expositieruimte op de begane grond van het TNO-gebouw in Delft staat een systeem opgesteld waarmee een spiegel van de European Extremely Large Telescope (E-ELT) bestuurd kan worden. Het betreft de zogeheten demonstrator van het apparaat dat een aantal jaren geleden is ontwikkeld met marktpartijen als VDL. Hiermee toonde TNO aan dat de hoogwaardige motion-control-technologie die erin besloten ligt naar behoren werkt. Van het systeem moesten vervolgens 798 stuks geproduceerd worden. Want de schotel van de telescoop telt dat aantal spiegels, elk afzonderlijk te besturen zodat de sterrenkijker exact op het gewenste stukje van het heelal gericht kan worden. Hoe het systeem het best – in casu meest kostenefficiënt – in een kleine serie geproduceerd zou kunnen worden, moest VDL echter zelf uitzoeken. En dat wil TNO veranderen, vertelt Mark Courage.

TOT EN MET TRL 9

‘TNO’, legt Courage uit, ‘speelt de hoofdrol in het proces van wat we noemen orchestrating innovation: we brengen een aantal marktpartijen bijeen die een vergelijkbaar probleem delen. Dan zetten wij de eerste stappen. Het risico dat we dat probleem uiteindelijk niet kunnen oplossen, dat er geen werkend systeem komt, ligt grotendeels bij TNO. Zo helpen we de Nederlandse industrie innovatiestappen te zetten die ze in hun eentje te riskant zouden vinden of waarvoor de benodigde expertise ontbreekt.’

ERVARING IN FIELDLABS Met orchestrating innovation heeft TNO inmiddels de nodige ervaring opgebouwd binnen de Smart Industry-fieldlabs. De meest succesvolle is het Smart Connected Supplier Network. ‘Verschillende bedrijven in de Brainport-regio hadden dezelfde problemen met de overdracht van ERP-data naar ketenpartners. Binnen het samenwerkingsverband van dat fieldlab was er voldoende slagkracht om tot een nieuwe, open communicatiestandaard te komen. TNO was ervoor nodig om de boel op gang te brengen.’ In een ander fieldlab, SAM|XL (Smart Advanced Manu-

Courage is sinds begin dit jaar directeur smart industry bij de kennisinstelling, na een lange carrière bij ingenieursbureau en system integrator Bilfinger TNO-WHITEPAPER OVER PRODUCTPASPOORT, Tebodin, waar hij als project- en lijnmanager industriële projecten voor verschillende marken in De roep om duurzaamheid is groter dan ooit en wordt verbinnen- en buitenland heeft der versterkt doordat de oorlog in Oekraïne de toelevering gerealiseerd. TNO kende hij van grondstoffen als olie, gas en metaal op losse schroereeds, onder andere van een proven zet. Tegelijkertijd worden bedrijven ook steeds meer ject gericht op de ontwikkeling verantwoordelijk gehouden voor hun CO2-footprint, door van een installatie voor het overheden, banken en andere stakeholders. Deze ontwikomzetten van CO2 in een grondkelingen maken een circulaire economie onontkoombaar. stof voor duurzame vliegtuigHierin kan het productpaspoort een cruciale rol spelen. brandstof. Een project in een In dit paspoort leggen bedrijven de samenstelling en vroege ontwikkelingsfase, op technische gegevens van hun producTRL (Technology Readiness Level) ten van a tot z digitaal vast. ‘De tijd is 3. TNO beslaat een groot deel aangebroken voor een nieuwe, digitale van dat ontwikkelspectrum, tot industriële revolutie’, aldus inhoudelijk en met TRL 9 (proof of conexpert Elmer Rietveld in de whitepaper cept), waarin een demonstrator ‘Inventarisatie productpaspoorten of een pilotfabriek wordt opge2021’ (maart 2022). leverd die naar behoren werkt.

74

april 2022

• ‘Technologie naar volwassenheid brengen is

een lang traject waar individuele bedrijven voor terugschrikken.’ • Bedrijven hebben hulp nodig om los te komen van de ‘commodity magnet’. • Circulaire ontwerp- en productietechnologieën worden de komende jaren snel belangrijker. • ‘We monitoren voortdurend de toegevoegde waarde van programma’s voor de samenleving.’

facturing, red.), wordt ontwikkeld aan een robotscanner die grote metaaloppervlakken, zonder destructie, ultrasoon kan controleren op haarscheurtjes. ‘Die ontwikkeling kan interessant zijn voor de vliegtuigindustrie, voor het onderhoud aan de installed base. Maar ook voor machinebouwers die hiermee hun productportfolio kunnen uitbreiden. Deze technologie naar volwassenheid brengen is echter nog een lang traject waarvoor individuele bedrijven al snel terugschrikken.’

NOG JAREN INVESTEREN Want met een werkende demonstrator of een testopstelling in handen zijn commerciële partijen bij lange na nog niet aanbeland bij het moment dat de technologie de markt op kan en er inkomsten mee gegenereerd kunnen worden. ‘De testopstelling geeft natuurlijk een goed, inspirerend beeld van hoe het werkt. Maar het bedrijf dat de technologie of het product wil commercialiseren, moet er soms nog enkele jaren geld in

CRUCIAAL VOOR CIRCULAIRE ECONOMIE


lasersatellietcommunicatie, die een oplossing bieden voor de groeiende vraag naar meer en sneller dataverkeer, dat nodig is voor Internet of Things. Het kan wel tien keer sneller zijn dan de huidige dataoverdracht, goed voor een terabyte aan data per seconde, oftewel het gelijktijdig streamen van 200.000 Netflixfilms in HD-kwaliteit. In dit project willen we verder gaan en naast het aanleveren van de demonstrators ook zorgen voor een technologie waarmee kosteneffectief high mix, low volume, low defects geproduceerd kan gaan worden. Natuurlijk ‘Het risico dat we een probleem uiteindelijk niet kunnen oplossen, dat er geen werkend systeem worden de vergoekomt, ligt grotendeels bij TNO’, aldus Mark Courage, directeur smart industry bij TNO. dingen voor bijFoto: Com-magz voorbeeld licenties aan TNO voor de ondernemer dan hoger. Maar investeren. Vaak zijn er al geïnteresseerde klanten, de risico’s voor de partijen die de demonstrators maar die willen alleen afnemen op voorwaarde gaan vermarkten, nemen af. Bijkomend voordeel dat het systeem tien keer goedkoper wordt dan is dat de innovatiekracht en het verdienvermogen de demonstrator.’ Dat vraagt value engineering, van de industrie op deze wijze sneller worden re-engineering en de bereidheid het risico te vergroot. Voor deze laser-satellietcommunicatienemen dat de kostenverlaging niet slaagt. Ondertechnologie kan vanaf 2030 een markt meer dan wijl betaalt de ondernemer TNO licentiekosten een miljard euro per jaar in het verschiet liggen.’ voor de product- en technologieontwikkeling. ‘Om al die redenen zien ondernemers nogal eens af van het implementeren van nieuwe innovaties COMMODITY MAGNET op TRL 7 en 8. Daardoor blijven innovatiekansen Bedrijven hebben hulp nodig om los te komen liggen. Kansen waarmee de Nederlandse hightech van de ‘commodity magnet’, constateert Courage. zijn internationale koploperspositie mogelijk had ‘Een innovatief product kan in eerste instantie met veel winst worden verkocht. Totdat de concurrentie de achterstand heeft ingehaald. Vanwege de opgebouwde merkwaarde kun je dan nog even een iets hogere prijs hanteren, maar uiteindelijk concurreer je louter nog op prijs. Om niet in deze negatieve spiraal terecht kunnen versterken. En het Nederlandse verdiente komen, dient onze industrie voortdurend te vermogen had kunnen vergroten. Niet alleen met innoveren. Nederland beschikte ooit over een de industrialisatie en het vermarkten van de techvoorsprong in windenergie. Maar omdat de nologie of producten, maar ook met de productie terugverdientijden te lang waren en dus de ervan, in goed gedigitaliseerde, toekomstbestenrisico’s voor het bedrijfsleven te groot, hebben dige fabrieken.’ andere landen die leidende positie overgenomen. Om dat in de toekomst te voorkomen, wil TNO MILJARDENMARKT een grotere rol spelen in de ontwikkeling van ‘Wij ontwikkelen momenteel, samen met meerproductietechnologie.’ dere bedrijven’, vervolgt Courage, ‘systemen voor

‘TNO SPEELT DE HOOFDROL IN ORCHESTRATING INNOVATION’

DUURZAAMHEID EN DIGITALISERING Courage tekent erbij aan dat het niet alleen maar om geld verdienen gaat. Duurzaamheid is een ander, minstens zo belangrijk doel. Te lang is plastic een goedkoop materiaal geweest omdat de klimaat-footprint ervan niet in de kostprijs was meegenomen. De Europese Green Deal en het nationale Klimaatakkoord gaan daar een eind aan maken en dus zullen circulaire materialen en ontwerpen productietechnologieën de komende jaren snel belangrijker gaan worden. Die slag kan echter niet geslagen worden zonder digitalisering. ‘Voor het creëren van die digital twin van de productiefaciliteit en een productpaspoort van het eindproduct. Want daarmee kun je volledig digitaal bepalen hoe je de life cycle van dat product en de materialen die erin verwerkt zijn – design for disassembly – steeds verder kunt verbeteren en verlengen. Maar ook voor het kunnen monitoren en beheersen van alle retourstromen. En voor het laten functioneren van een smart grid, zodat vraag en aanbod rond elektriciteit en warmte altijd gematcht worden.’

SMART FACTORIES Verder noemt Courage ook supply security en human resources – en het tekort daaraan – als voorname thema’s. ‘Robots gaan een steeds belangrijkere rol spelen in de fabrieken van de toekomst. Daarom werken we binnen TNO aan software die het programmeren van robots veel gemakkelijker moet maken. Maar die smart factories zullen ook in staat moeten zijn hun supply goed te regelen, door gebruik te maken van data vanuit hun gehele, mondiale supplychain. Dan maakt het niet meer uit of er een boot vastloopt in het Suezkanaal of dat ergens havens op slot gaan vanwege een pandemie. Daarvoor moeten veel data gedeeld worden, maar wel op een veilige manier. Bij het onderzoek daarnaar is TNO eveneens betrokken.’

MAATSCHAPPELIJKE WAARDE Kortom, grote maatschappelijke vraagstukken die TNO wil helpen oplossen, in afstemming met Europese collega-instituten, om te voorkomen dat het wiel vaker dan eens wordt uitgevonden. De Nederlandse industrie moet en kan in het ontwikkelen van die oplossingen een belangrijke rol spelen. Daarvoor wil TNO zijn TRL-scope verbreden en zelfs nog een stapje verder gaan. TNO doet zijn werk binnen een groot aantal vraaggestuurde programma’s, zoals smart industry, semiconductor equipment, duurzaam bouwen, windenergie en de circulaire economie. ‘Onze unit Strategische Analyses & Beleid monitort voortdurend, aan de hand van een groot aantal KPI’s, de toegevoegde waarde van het werk binnen die programma’s voor de samenleving. Zo formuleren we een strategie voor de Nederlandse industrie. En komen we tot de thema’s waar onze industrie primair op moet inzetten om de meeste maatschappelijke waarde – duurzaamheid, winst, werkgelegenheid – te creëren.’

• www.tno.nl april 2022

75


DIENSTVERLENING

VERRIJKING CONTACT MOET OPDRACHTGEVERS 247TAILORSTEEL VERLEIDEN TOT NÓG MEER OPDRACHTEN

‘GELUKKIGE KLANTEN ZIJN ONZE GROOTSTE MARKETINGTROEF’ 247TailorSteel groeit snel, digitaliseert in hoog tempo én investeert volop in de eigen buiten- en binnendienst. Want hoewel al veel klanten hun weg naar het online platform Sophia® hebben gevonden voor het plaatsen van bestellingen, haalt het bedrijf nog niet het maximale uit de klantcontacten, zo stelt ceo Carl Berlo. ‘Als er 1 miljoen op tafel ligt, ben ik niet tevreden met 900.000, dan wil ik die laatste 100.000 ook.’ Persoonlijk contact en nog beter aansluiten bij de behoeften van de klant, moeten dat doel dichterbij brengen.

‘Wat ik daar geleerd heb, is dat je heel goed met klanten moet omgaan als je digitaliseert. Zakendoen blijft een proces tussen mensen. Omdat bij 247TS de werkwijze vooral digital based was richting klanten, vlakte de groei wat af. Dan laat je een stuk liggen.’ Dus werd de buitendienst uitgebreid en kregen zij een andere opdracht mee. ‘Niet langer je beperken tot wat ons Sophiaportaal kan bieden, maar ook kijken met welke extra aanpassingen je een klant nog tevredener maakt en zo het verschil kunt maken. We doen het al goed, maar ik wil het maximale eruit halen. Als er 1 miljoen op tafel ligt, ben ik niet tevreden met 900.000, dan wil ik die laatste 100.000 ook.’ Momenteel telt 247TS zo’n 22.000 klantbedrijven die minimaal één keer per jaar iets bestellen, aldus Berlo. Daar komen er elke maand 300 bij.

VERRIJKING CONTACT Om een beter beeld van klanten te krijgen zijn er klantprofielen opgesteld. ‘Op basis van gesprekken en data hebben we De hoge digitalisering zorgt bij 247TailorSteel voor een leverbetrouwbaarheid van meer dan 99 procent, ook in tijden van materiaalschaarste. persoonlijke behoeften Foto: 247TailorSteel van klanten in kaart gebracht’, zegt hij. Die verrijking van een persoonlijke benadering DOOR WILMA SCHREIBER ‘Niet alles is al gedigitaliseerd, zoals bij ons. Om alle orders te verwerken, kunnen wij ook betreft klanten die op dagelijkse of wekelijkse onmogelijk anders.’ basis bestellingen doen. ‘Bedrijven met een arl Berlo, nu ruim een jaar actief als potentie van 1 miljoen euro en meer aan orders ceo bij 247TailorSteel (hierna 247TS) – dat op maat gesneden metalen platen, kunnen bijvoorbeeld laten weten hoe ze willen buizen en kantdelen levert, blijft zich dat wij hun spullen aanleveren. Als iemand tien verbazen over hoe hard het bedrijf groeit: in 2021 tafels bij ons bestelt – tien bladen, veertig poten – met maar liefst 70 procent. De productiecapaciverpakt ons systeem dat nu op twee pallets: blateit in Varsseveld zit aan de max, de derde fabriek den en poten. Maar misschien heeft die klant veel in Duitsland opent in augustus. En het aantal liever tien pakketjes met elk een complete tafel.’ medewerkers moet eind dit jaar toegenomen zijn van 700 nu tot 850. ‘We hebben nog heel wat te DIENSTBAAR BLIJVEN insourcen’, lacht Berlo. ‘Dat betekent dat we niet Genoemde verdieping komt ‘bovenop alle andere alleen klanten maar ook nieuwe medewerkers voordelen’ die 247TS klanten biedt. ‘We moeten zullen moeten verleiden. Want binnen nu en de laagste kostprijs kunnen bieden, vanwege onze drie jaar willen we zeven fabrieken erbij hebben.’ hoge machinebezettingsgraad, het hoogste In zijn ogen is de branche op veel punten nesting-percentage (veel kleine orders uit één PROCES TUSSEN MENSEN modern, maar worden producten uiteindelijk plaat kunnen halen, red.) en daarmee de laagste Eerder was Berlo vijftien jaar ceo-eigenaar van gemaakt door ambachtsmensen en machines. ATAG, een bedrijf dat hij eind 2020 verkocht. afvalratio. En als grote afnemer kunnen we

C

76

‘WE KIJKEN MET WELKE EXTRA AANPASSINGEN WE EEN KLANT NOG TEVREDENER MAKEN’

april 2022


uiteraard ook een goede inkoopprijs bedingen’, zegt Berlo. Verder zorgt de hoge digitalisering voor een leverbetrouwbaarheid van meer dan 99 procent, ook in tijden van materiaalschaarste. ‘Materiaalleveranciers kijken toch naar de grootte van hun klant en het toekomstperspectief. Ons groeiverhaal is inmiddels ook in het buitenland

bekend: de vijfde fabriek staat gepland in België, de zesde in Oostenrijk. Leveranciers benaderen óns.’ Tegelijk beseft Berlo dat 247TS afhankelijk blijft van opdrachtgevers. ‘Dus moeten we dienstbaar blijven aan de klant, daarom hebben we de verkoop binnendienst verdubbeld. Als een klant

belt, heeft hij daar een reden voor en ik wil klachten dezelfde dag afgehandeld hebben. Gelukkige klanten zijn onze ambassadeurs, onze sterkste marketingtroef.’

• www.247tailorsteel.com

KLANT TOM-LOCK: ‘ALS EEN VERPAKKING BETER KAN, GA IK IN GESPREK’ Een dezer dagen gaat de site van Tom-Lock live. Het bedrijf, met zes medewerkers en een kantoor en warehouse in Arnhem, levert een kastensysteem voor bedrijfswagens. Inmiddels zijn zo’n zestig auto’s ingebouwd als testcase en heeft ceo Mischa Koops ook een 3D-tekenprogramma laten ontwikkelen, waarmee klanten zelf hun bedrijfsbus kunnen inrichten. Het systeem is bedacht door industrieel ontwerper en compagnon Nout van Heumen. Koops is al 2,5 jaar klant bij 247TailorSteel en linkt zijn webshop aan het platform Sophia om inbouwbedrijven en andere klanten zo snel mogelijk te kunnen bedienen. ‘Het digitaal platform Sophia is heel helder en werkt prettig voor ontwerpers. Op de tekentafel bedenk je een product, je stuurt een STEP-bestand naar Sophia en binnen enkele minuten krijg je prijs en levertijd door. Ook ’s avonds laat wanneer doorgaans de beste ideeën ontstaan’, zegt hij. En de feedback van Sophia op het ontwerp vóór productie verkleint de foutgevoeligheid. ‘Bijvoorbeeld dat je de radius van een la 2 graden moet aanpassen of dat een gaatje te dicht bij de rand zit. Ideaal voor prototypebouw, bijna sciencefiction. En dus ook geen

discussies meer met je leverancier over dat de tekening niet helder is.’ Klantspecifiek ingeregeld Hoewel het bestelproces bij 247TailorSteel volledig gedigitaliseerd is, is in sommige gevallen intermenselijk contact onontbeerlijk, stelt Koops. ‘Soms constateren wij dat iets een maand geleden nog mogelijk was en nu ineens niet meer. In zo’n geval komt onze contactpersoon op bezoek om dit samen te onderzoeken en gaat hij vervolgens te rade bij de engineeringafdeling van 247TailorSteel. En als je gelijk hebt, geven ze dat ruiterlijk toe en zorgen ze dat het wél mogelijk wordt. Het is dus niet zo dat als het met de portal niet kan, dat er dan streep onder komt.’ Ook als Tom-Lock wensen heeft omtrent verpakkingen, meldt Koops zich bij zijn contactpersoon. ‘Onze onderdelen zijn best kwetsbaar, dus als we zien dat de verpakking beter kan, ga ik daarover in gesprek. ‘En mijn ervaring is dat dit dan geheel op maat voor een klant wordt ingeregeld. Ze denken met je mee en komen ook buiten Sophia om met goede oplossingen.’

Eigen fabriek ‘ouderwets’ Verder heeft Mischa Koops nog een reden om te kiezen voor 247TailorSteel: zijn eigen ambitie om met Tom-Lock de meest duurzame bedrijfswageninrichting van Europa neer te zetten. ‘In onze gedachte is het behoorlijk ouderwets om zelf een fabriek neer te zetten met machines en kantbanken. Het is dan veel mooier dat je een club hebt die dit voor iedereen wil faciliteren. Eentje die investeert in de nieuwste technieken en die de meest moderne hightech apparatuur heeft staan, waar 24/7 gebruik van gemaakt wordt. Dat loont zich uiteraard ook voor hen’, verklaart hij. ‘Als wij zelf zouden investeren in machines, zouden die drie kwart van de dag stilstaan. Zo vaak van machines wisselen, is voor een bedrijf van onze omvang niet te doen. En dankzij hun schaalgrootte kunnen ze ook groter staal en aluminium inkopen, wat scheelt in de prijs.’

• www.tom-lock.com

www.FutureElectronics.com

april 2022

77


SAMENWERKING

SYMBIOTISCHE VERBINDING TUSSEN JEVEKA EN BOSSARD GROUP

NAAR SLIMMERE OPLOSSINGEN EN MEER PERSOONLIJKE AANDACHT Op 1 januari 2022 is de Zwitser Tobias Berchtold gestart als nieuwe general manager bij Jeveka in Almere. Dit familiebedrijf werd oktober vorig jaar overgenomen door Bossard Group, wat betekent dat hij aan het begin staat van een nieuw tijdperk. Hierin ligt de focus op groei. ‘De bedrijven werken al bijna 35 jaar uitstekend samen en door deze overname kunnen zij elkaar optimaal aanvullen op vlakken als productontwikkeling en service.’

DOOR MARJOLEIN DE WIT-BLOK

J

eveka is een technische groothandel in industriële bevestigings- en montagetechniek. Ook Bossard Group, een Zwitsers bedrijf dat in 1831 is opgericht, is gespecialiseerd in producten voor bevestiging en montage, en levert daarnaast engineering en logistieke en automatiseringssystemen in het kader van smart factory. Bijvoorbeeld de SmartBin: een volledig geautomatiseerd logistiek systeem waarin de voorraad bevestigingsmiddelen wordt gemonitord op basis van het gewicht. Sensoren detecteren wanneer de bakken leeg raken en geven dit signaal via een internetverbinding door aan Jeveka, die vervolgens de juiste producten automatisch aanvult. Het is een van de vele voorbeelden die het bedrijf maken tot meer dan alleen een leverancier van bevestigingsmiddelen.

PASSIE VOOR PRODUCTIE De wens vanuit Jeveka om te groeien en klanten nog beter te bedienen met producten en diensten van Bossard, leidde in 2021 tot de definitieve overname door Bossard Group. Daarmee droeg de familie Veltkamp de leiding van het bedrijf

over aan de nieuwe general manager Tobias Berchtold. Deze in Zwitserland geboren ingenieur heeft zijn leven lang al een passie voor alles wat met productie te maken heeft. ‘Ik heb in mijn werkende leven altijd heel bewust bij productiebedrijven gewerkt. Toen Bossard Group mij tien jaar geleden vroeg om bij hen te beginnen op de afdeling verkoop, heb ik dus eerst goed moeten nadenken. Van ‘Mensen bedienen in productieomgevingen is mij op het lijf geschreven’, aldus Tobias Berchtold, sinds 1 januari de nieuwe general manager van Jeveka. productie naar handelsbedrijf, Foto’s: Jeveka was dat de juiste keuze?’ De twijfels bleken onterecht. ven: mensen bedienen in productieomgevingen ‘Juist doordat ik bij Bossard Group ging werken, vanuit een bedrijf dat overigens zelf ook een kwam ik bij de meest uiteenlopende productieeigen productieafdeling heeft.’ bedrijven over de vloer die onze producten en logistieke systemen inzetten voor hun eigen corebusiness. De ondersteuning van onze klanten heb UITGELEZEN KANS ik bovendien mogen doen in verschillende uitNa jaren buiten Europa te hebben gewerkt, is hoeken van de wereld.’ Berchtold noemt het een Berchtold nu gestart in Nederland. Hij ziet de hele uitdaging om binnen ieder land met zijn overname van Jeveka door Bossard als een uiteigen cultuur en mensen de lokale problematiegelezen kans voor beide bedrijven om zich verder ken te achterhalen en vervolgens de beste oploste ontwikkelen. ‘Voor Jeveka betekent de oversing aan te bieden. ‘Het is mij op het lijf geschrename vooral een uitbreiding van het productassortiment en logistieke oplossingen’, geeft hij aan. ‘Door het wereldwijde netwerk van Bossard kan het bedrijf bovendien veel beter zijn internationale klanten bedienen. Jeveka blijft wel op eigen lijnen produceren en ontwikkelen, maar kan daarbij slim gebruik maken van de expertise en capaciteit van Bossard Group.’ Bossard Group op zijn beurt kan leren van de wijze waarop Jeveka de service heeft georganiseerd. Een thema waarmee het bedrijf ook al eerder aan de slag was gegaan, maar door de overname van Jeveka nog grotere stappen in kan zetten. ‘Nog meer de verbinding met klanten maken, advies geven en op basis daarvan dan uiteindelijk producten leveren. Via Jeveka binnen de Benelux.’

PRODUCTONTWIKKELING In de toekomst zet Jeveka een intelligente, gedigitaliseerde werkbank op de markt, die uiteenlopende gegevens van montagewerkzaamheden meet en logt.

78

april 2022

Met de overstap naar Nederland verlegt Berchtold tevens zijn eigen focus. ‘Waar ze in Azië vooral in grote aantallen produceren omdat de


lonen daar laag zijn, zullen we het in Europa en dus ook in Nederland vooral moeten hebben van slimme oplossingen en persoonlijke aandacht. Op die thema’s zal ik me de komende tijd dan ook verder richten.’ Wat slimme oplossingen betreft, is Jeveka al langer bezig om niet alleen standaard en klantspecifieke bevestigings- en montageartikelen te ontwikkelen, maar tevens aanverwante producten die de bestaande klantengroep kunnen onder-

bepaalde schroef of bout moet worden aangehaald. Of dit nu door een mens of een robot gebeurt: deze informatie wordt gemeten en opgeslagen, wat een bepaalde garantie geeft voor de verbinding.’

KORTE DOORLOOPTIJDEN Met een tweede voorbeeld geeft Berchtold aan hoe de twee bedrijven via automatisering inspelen op de behoefte van klanten om snel hun producten op de markt te kunnen zetten. ‘Zo kan de klant zijn tekeningen bij ons uploaden, waarna wij direct een indicatie geven van de kosten bij bepaalde aantallen. Vervolgens is de bestelling naar wens meteen te plaatsen’, zegt hij. ‘Kijk je naar prototypen, dan kunnen we niet alleen ondersteunen met de bevestigingsmiddelen maar ook met enkelvoudige draai- en freesdelen. Zodanig dat de klant zijn prototype snel kan samenstellen, testen en – eventueel na aanpassingen – kan starten met produceren.’

‘FAMILIEBEDRIJVEN HEBBEN TOCH HET BETERE WIJ-GEVOEL’

steunen. Ook op dat vlak past het bedrijf uitstekend bij Bossard Group. Via Bossard zal Jeveka in de toekomst onder andere een intelligente, gedigitaliseerde werkbank op de markt zetten. Hier worden uiteenlopende gegevens van montagewerkzaamheden gemeten en gelogd in het kader van bijvoorbeeld kwaliteit en traceerbaarheid. Berchtold: ‘Daarnaast biedt de werkbank informatie die relevant is voor specifieke werkzaamheden. Bijvoorbeeld het moment waarmee een

‘IK WAARDEER DE DIRECTHEID’ Tobias Berchtold heeft met zijn wereldwijde ervaring geen moeite gehad om zich in Nederland te vestigen. Ook al heeft hij het afgelopen half jaar vanwege corona nog niet echt van de Nederlandse cultuur kunnen proeven door bijvoorbeeld uitjes met collega’s of andere gezamenlijke activiteiten. ‘Wat ik tot nu toe heb gezien, bevalt me prima. Nederlanders zijn over het algemeen vrij direct, maar dat weet ik wel te waarderen. Wat me verder opvalt, is dat ik hier met iedereen in het Engels kan communiceren nu ik nog geen Nederlands spreek. Dat is in Zwitserland en Duitsland echt anders en vergemakkelijkt natuurlijk mijn functioneren in de organisatie.’

dat beide bedrijven al jarenlang op zeer goede voet met elkaar samenwerken, zijn het allebei familiebedrijven. Dat betekent toch een andere sfeer, loyaliteit en het betere wij-gevoel. Bovendien werken familiebedrijven meer met een langetermijnvisie, omdat ze geen rekening hoeven te houden met aandeelhouders die liever voor kortetermijnwinsten gaan. Allemaal factoren die een bedrijf extra prettig maken om met elkaar aan de toekomst te werken.’

LANGETERMIJNVISIE Berchtold heeft alle vertrouwen in de symbiose tussen Jeveka en Bossard Group. ‘Naast het feit

• www.jeveka.com • www.bossard.com

Vacancy: Laboratory & Cleanroom Facilities Manager for TNO at Holst Centre in Eindhoven

Contributing to the Healthcare Devices for the future. Envision it. Holst Centre, an innovation centre that is powered by imec and TNO, is all about creating technology that adds to the quality of life. TNO at Holst Centre works with a range of thin-film technologies, that have very interesting potential in the large societal challenges in expanding healthcare and the energy transition. In order to direct, implement and support the changes in the facilities for the development of these technologies at TNO at Holst Centre, we are looking for a Laboratory and Cleanroom Facilities Manager to create and maintain an effective and safe state-of-the-art laboratory environment at TNO at Holst Centre. Learn more about this opportunity:

april 2022

79


Uw ERP systemen verrijken

ȯ ɹȌƵDz ȁƊƊȲ ƵƵȁ ȺǘȌȯ˜ȌȌȲٌ

Een ERP systeem bouwen dat

met (mobiele) apps die

of warehouse management

wél past als een jas, en wat u

innovatie mogelijk maken en

oplossing die grip geeft op uw

helpt zich te onderscheiden van

versnellen?

processen?

uw concurrentie?

Vanenburg - uw gids naar Industry 4.0!

Over Vanenburg:

Wij kenmerken ons door:

Vanenburg is een onafhankelijke ICT-dienstverlener.

• 40+ jaar kennis en ervaring op het gebied van

Wij zijn experts in het ontwikkelen van zakelijke ICT-oplossingen en geloven dat bedrijven zich kunnen

ERP & bedrijfssoftware • Ontwikkeling van ERP extensies & -integraties en

onderscheiden en beter kunnen presteren dan hun

zakelijke apps met innovatieve technologieën zoals

concurrenten door hun ICT te moderniseren.

ƧǶȌɐƮ‫ ة‬ƦǞǐ ƮƊɈƊ‫ ة‬XȌÀ Ƶȁ ƊȲɈǞ˛ƧǞƊǶ ǞȁɈƵǶǶǞǐƵȁƧƵ • Eigen software producten voor applicatie-ontwikkeling

Vanenburg helpt organisaties om hun medewerkers,

• Gebruik van platformen als Google Cloud en Salesforce

systemen, leveranciers en klanten productiever te maken.

• Solide ontwikkel- & projectmanagement aanpak

Diverse klanten in de maakindustrie mogen wij reeds bedienen. Een greep uit ons klantportfolio:

www.vanenburg.com


UIT DE MARKT BIJ LTJ DOEN ZE NIET AAN ‘DACHTEN’, MAAR ALLEEN AAN ‘ZEKER WETEN’ In 2016 begon Toon Janssen opnieuw. Voordat hij in Wijchen met zijn start-up begon, besprak hij het businessmodel dat hij in zijn hoofd had met enkele goede zakelijke relaties, onder wie Menko Eisma, directeur van Trumpf Nederland. Eisma is daar intussen 25 jaar in dienst en zo lang kennen hij en Janssen elkaar al: ‘Hij was een van mijn eerste klanten.’ Er was dus meer dan voldoende onderling vertrouwen om open en eerlijk naar elkaar te zijn. Nadat Janssen zijn model uiteen had gezet, zei Eisma hem dan ook onomwonden dat hij er beter aan deed zijn ‘echte passie’ als leidraad aan te houden. De primaire drijfveer voor Eisma om zijn advies te geven was geen strikt persoonlijke, ook al kennen ze elkaar dus al een kwart eeuw. ‘Nee, als een directe concurrent van Toon bij mij zou aankloppen zou ik hem net zo goed mijn beste advies geven. Ik vind het belangrijk voor de BV Nederland dat de hightech industrie hier blijft en niet over de grens verdwijnt. Dat is ook in ons belang. Om als sector voldoende concurrerend te blijven heb je ondernemers als Toon nodig. Mensen met de energie, het lef, de ervaring en de passie om na een faillissement (met CMF, red.) opnieuw te beginnen en succesvol te zijn in een zo kosten-intensieve, veeleisende

business als de hightech.’ Janssen nam het advies ter harte, richtte zijn start-up Laser Technology Janssen (LTJ) erop in en is sindsdien gegroeid van drie mensen (inclusief zijn vrouw Ans, ‘ooit de eerste vrouwelijke automonteur van Nederland’ en een oud-medewerker van CMF) naar de huidige elf. Belangrijk voor dat succes is dat er binnen LTJ niet aan ‘dachten’ wordt gedaan, maar aan zeker weten, door te kijken en te meten, duidt Janssen in zijn Nijmeegse tongval. ‘Wij werken veel voor eerstelijns toeleveranciers van de grote hightech oem’ers. Die zetten de eisen van hun klant een-op-een naar ons door. Dan gaat het natuurlijk om kwaliteit leveren en op tijd zijn. Dat je de meest hoogwaardige materialen gebruikt, dat je alles meet en test – conform de protocollen – en goed documenteert. Daarom heb ik al bij de start geïnvesteerd in een goede digitalisering van al onze processen. “We gaan hier niets met Excel oplossen”, hebben we direct met elkaar afgesproken.’ Die opstelling is nodig, weet Janssen door decennia aan ervaring. ‘Experience makes it possible is niet voor niets onze slogan. Want wij maken hier uitsluitend complexe producten.’ Het uitgangspunt is veelal zeer dunne folie vanaf 0,07 tot 1 millimeter met een uitloop tot 2 milli-

Toon Janssen (links) en Menko Eisma. Foto: LTJ

meter in materialen als rvs, aluminium, titanium of fosforbrons. Daar worden onder meer veertjes en machinedelen van gemaakt voor bijvoorbeeld medische toepassingen. Het kan gaan om dubbelgekromde oppervlakken die eerst worden geperst of gezet en daarna gesneden en gelast. Bestemd dus voor de medtech, maar ook voor de luchtvaart, ruimtevaart, semicon en de optica. Producten die moeten voldoen aan hoge reinheidseisen. ‘Het snijden doen we in een geconditioneerde ruimte. Het laserlassen van draai-, frees- en AM-delen, de helium-lektesten, drukvaltesten en het reinigen en verpakken vinden plaats in een ISO 6 klasse-cleanroom. We gebruiken bijzondere tools die we zelf ontwikkelen en produceren. Het is werk

waar veel ervaring voor nodig is. Om te zorgen dat er steeds weer op de juiste manier ingemeten, getest en geborgd wordt.’ LTJ legt zich daarbij toe op het, samen met de klant, engineeren en produceren van de proto’s en de series erna tot 2.000 stuks op jaarbasis. Voor dat werk heeft het behalve in mensen en digitalisering ook geïnvesteerd in moderne equipment als metaalbewerkingsmachines van Trumpf. ‘Maar wat ik hier precies heb staan, dat hoeft niet in het artikel. Onze klanten heten we welkom in ons meetlab, van waaruit ze een overzicht hebben op de productievloer. Het gaat erom dat onze klanten precies dat krijgen wat ze nodig hebben.’ www.lasertechnologyjanssen.com

GHYSELS ZOEKT EN COACHT PROJECTMANAGERS VOOR DE INDUSTRIE Bart Ghysels werkte jarenlang bij grote recruitmentorganisaties waaronder YER, toen hij steeds meer de wens kreeg om zelf helemaal zijn stempel te drukken op de manier van werken. Hij concludeerde dat hij het meeste affiniteit heeft met projectmanagement, waarbij professionals invloed uitoefenen zonder per se de dagelijkse leiding te hebben. Coördinatie, communicatieskills, stakeholdermanagement: het is allemaal even belangrijk voor goede projectmanagers. Dus besloot hij GHYSELS op te richten, een recruitment-, consultancy- en coachingbureau dat projectmanagers, programmamanagers en projectmanagement officers matcht aan industriële bedrijven in de fase van r&d tot industrialisatie, of het nu

scale-ups zijn of multinationals. Ghysels houdt kantoor op de High Tech Campus in Eindhoven en werkt voor organisaties door heel Nederland. ‘Als ik iemand neerzet bij een bedrijf, zit daar altijd coaching bij’, zegt Ghysels. ‘Ik geloof sterk in het coachen van mensen. Ik werk samen met coaches van het Project Management Institute Nederland. Projectmanagers krijgen een aantal uur coaching per maand. Daarin komt onder meer aan de orde hoe het gaat bij de opdrachtgever, hoe het projectmanagement is ingericht en in welke fase het project zit.’ Bart Ghysels houdt zichzelf vooral bezig met zoeken en matchen. Het is heel verschillend wat voor iemand bedrijven willen. Het hangt van het

type industrie en project af. ‘Veel organisaties willen het schaap met de vijf poten. Een Nederlandstalige projectleider met minstens tien jaar ervaring in hun sector bijvoorbeeld.’ Professionals zijn in de industrie lastig te vinden. Dat is voor Ghysels niet anders. ‘Maar ik bijt me erin vast, ik spreek dagelijks projectleiders, mijn netwerk wordt steeds groter.’ Hij kijkt bij kandidaten uitgebreid naar hun kennis en ervaring, hun persoonlijkheid en het type organisatie waar ze het beste bij zouden kunnen passen. In de nabije toekomst wil Ghysels kennisdelingssessies opzetten, waarin projectmanagers van uiteenlopende bedrijven elkaar ontmoeten en kunnen leren van experts en van elkaar, bijvoorbeeld door cases uit de

Bart Ghysels. Foto: Ghysels

praktijk te behandelen. ‘Ik wil een combinatie van matching, coaching en kennis delen. Daar krijg ik enthousiaste reacties op.’ www.ghysels.nl

april 2022

81


ADVERTORIAL

WEG MET DE SILO’S: ENGINEERING EN PRODUCTIE WILLEN EEN CENTRAAL DATAPLATFORM De consument eist steeds vaker nieuwe variaties van producten. Om aan die vraag te voldoen moeten machinebouwers en hightech toeleveranciers hun innovatie en productie versnellen. Een nieuwe machine ontwerpen, bouwen en testen – of een bestaande machine aanpassen – kan veel sneller wanneer alle afdelingen van het bedrijf zicht krijgen op elkaars data – of beter: op alle data. Heeft jouw bedrijf al een centrale verzamelplaats voor data?

EEN DIGITAAL PRODUCTIEPROCES De vraag vanuit de consument heeft een directe impact op de leveranciers. De toenemende vraag naar nieuwe variaties van producten leidt ertoe dat de productlevenscyclus steeds korter wordt. Dat betekent dat nieuwe producten, en daarmee ook machines, steeds sneller op de markt moeten komen. Om de concurrentie voor te blijven moeten maakbedrijven met deze toenemende druk op de time-to-market om kunnen gaan. De klant verwacht niet alleen sneller te kunnen beschikken over de nieuwe machine, die moet tegelijk ook beter én goedkoper zijn dan de vorige versie. Dat verplicht machinebouwers om in te zetten op meer flexibiliteit en efficiëntie in het ontwerp, test en productieproces. Alleen op die manier slagen ze erin concurrerend te blijven. DATA IN SILO’S Digitalisering is hierbij het sleutelwoord. De beschikbaarheid van een 360° view van de hele levenscyclus van het product – van ontwerp tot productie en service na verkoop – zorgt ervoor dat alle afdelingen optimaal aan de ontwikkeling van het product samenwerken. Het doel is om de concurrentie voor te blijven. Wat zien we in de praktijk? Bedrijfsafdelingen zijn vaak in silo’s georganiseerd, elk met hun eigen systemen en data. Wanneer het ontwerp van het product klaar is, gooien de collega’s van engineering het design over het spreekwoordelijke scheidingsmuurtje van de productieafdeling. Daarna gaat productie aan de slag, met weer andere systemen. Of erger nog: met Excel, pen en papier. Van een automatische doorstroming van data tussen de afdelingen is geen sprake. Uit ervaring weten wij dat engineering vaak al behoorlijk ver is gevorderd op het vlak van digitalisering, maar in de productieafdeling maken papieren werkinstructies, losse e-mails en Excel-bladen de dienst uit. De potentie van de investering in digitalisering die bij engineering heel vaak al is gebeurd, blijft onderbenut wanneer productie daar niet in dezelfde mate op aansluit. REM OP EFFICIËNTIE Dat engineering en productie niet digitaal op elkaar zijn afgestemd, kan voor een flinke rem op de efficiëntie en flexibiliteit zorgen, die het bedrijf zo broodnodig heeft. Niet-geïntegreerde, papieren workflows maken het moeilijk om vanuit productie feedback terug te koppelen naar engineering. De connectie met het ERP-systeem loopt moeizaam: denk aan over te tikken papieren bonnen, met alle risico op fouten van dien. Er is geen zicht op de status van een productierun, op de

geleverde kwaliteit, op fouten of onderbrekingen, enzovoort. Een engineer besteedt soms wel de helft van zijn tijd aan dataacquisitie: het verzamelen en valideren van de juiste data. Is er in de productie een wijziging vereist, dan kan dat in de praktijk dus een impact hebben van letterlijk tientallen manuren, omdat er tussen de datasilo’s geen communicatie mogelijk is. Omdat de doorstroming v an data niet digitaal gebeurt kan productie ook maar beperkt visueel werken, bij gebrek aan link met de 3D-data van engineering. Het zijn allemaal elementen die de uiteindelijke doorlooptijden verlengen. GEMEENSCHAPPELIJK DATAPLATFORM Een bedrijf dat engineering en productie wil stroomlijnen, kan dat door te zorgen voor een gemeenschappelijk dataplatform. Weg met de silo’s! Zodra de data centraal beschikbaar is, kunnen de afdelingen sneller op elkaar inspelen. Dat leidt tot een snellere time-to-market, minder problemen rond productiekwaliteit en minder recalls. Digitalisering begint dus ook hier met een uniforme verzamelplaats voor documenten en stuklijsten, naast alle mechanische, elektronische, software- en simulatiegegevens. Die single source of the truth biedt een solide basis om de samenwerking tussen afdelingen te optimaliseren en zo de efficiëntie en flexibiliteit van je Product Lifecycle Management gericht aan te pakken. WIL JIJ AAN DE SLAG MET EEN SIMULATIE VAN JOUW PRODUCTIEOMGEVING? NEEM DIRECT CONTACT OP.

cards PLM Solutions ondersteunt bedrijven bij het opzetten van een digitale fabriek. Ook kunnen wij desgewenst het gehele proces in opdracht voor u uitvoeren.


UIT DE MARKT SCHEIDEND ‘MISTER NPAL’ ZORGDE DAT MKB’ERS VERDER KWAMEN DAN DE INKOPER Ondernemers bijeen brengen. Met elkaar persoonlijk in gesprek brengen. Al pratend met Folkert van der Meulen – over de 28 jaar die hij als eerst als manager bij de NOM en later als directeur van NPAL bezig is geweest met de ontwikkeling van de Noord-Nederlandse industrie – dringt zich dat als vanzelf als rode draad op. Belangrijk in die bijna drie decennia zijn de programma’s geweest van de Stichting TxU Noord-Nederland (een initiatief van onder meer de NOM). De primaire insteek was bij te dragen aan het professionaliseren van het NoordNederlandse mkb. Dat werd bij uitstek gedaan door die persoonlijke ontmoetingen te organiseren, tussen de ondernemers van mkb-bedrijven en directeuren van de grote, internationaal opererende ondernemingen als Suikerunie, Avebe en Philips Drachten. ‘Die vertelden dan open over hun inkoopstrategie. Welke eisen ze precies stelden aan snelheid, betrouwbaarheid, kwaliteit en veiligheid. Voor de mkb-ondernemers was het vaak de eerste keer

Part

dat ze met iemand van de directie zelf in contact kwamen. Dat ze verder kwamen dan de projectleider, of de inkoper die het vooral over een lagere prijs wilde hebben’, aldus Van der Meulen in de voor hem zo kenmerkende energieke, enthousiaste verteltrant. De mkb’ers die die professionaliseringslag wilden maken, werden samengebracht voor sessies met consultancies als Berenschot om tot een afgewogen strategie te komen, als vertaling van de wensen van die internationale klant: ‘Wat is precies je core? Welke kwaliteit streef je na en hoe richt je je processen daarvoor in, zodat het in één keer goed gaat? Een bedrijf als Beenen in Heereveen, toen nog onder directeur Freerk Popma, maar ook PMF Mechanical in Uithuizen onder directeur Henk Slik heb ik in de jaren erna grote stappen zien maken. Dat zijn nu internationale topbedrijven met veel jonge talenten aan boord.’ Van der Meulen werd in 2009 directeur van NPAL (Noordelijke ProductiviteitsAlliantie). Het kenniscir-

of the

culatie- en inspiratieknooppunt voor de noordelijke industrie, gericht op het ondersteunen van producerende bedrijven en hun technische dienstverleners om hun gezamenlijke productiviteit te verbeteren. De alliantie is een initiatief van Van der Meulen. ‘Want de aandacht in de industrie ging teveel uit naar product- en marktinnovatie. Op het terrein van procesverbetering gebeurde veel te weinig!’ Om de focus daarop te krijgen staat ook binnen NPAL de persoonlijke ontmoeting centraal. ‘NPAL zorgt er niet voor dat bijvoorbeeld Teijin Aramid beter gaat draaien. We zorgen wel dat de plantmanager om tafel komt met zijn key contractors. Zo hebben we met Teijin en Avebe en contractors als Stork en Wagenborg projecten gedraaid om de overlegstructuur op operationeel, tactisch en strategisch niveau tussen alle ketenpartijen te verbeteren. Om onderhoudstops sneller en beter uitgevoerd te krijgen. Maar tegelijkertijd om te zorgen dat de samenwerkingsrelaties echt strategisch worden.’

Folkert van der Meulen neemt afscheid. Foto: J. de Boer

Medio maart vond in Assen de NPAL-dag plaats, met het afscheid van Folkert van der Meulen als ‘hoofdact’. Met speeches en als slotakkoord een staande ovatie voor ‘Mister NPAL’. Gevraagd naar het mooiste moment in al die jaren dringt zich juist dat afscheid aan hem op. ‘Meer dan 300 man bijeen, terwijl ze het allemaal hartstikke druk hebben…’ Om er meteen relativerend aan toe te voegen dat al die ondernemers ook kwamen om > LEES VERDER OP PAGINA 88

WERKEN IN HET NOORDEN Zuurstof voor het leven

smart

icdrachten.nl

Kijk voores op ur onze vacat res .nl/vacatu icdrachten

Voor een betere toekomst samenwerken in een inspirerende omgeving met de juiste mensen

Enjoy Green Energy

22

4300

1500

45

50

Internationale bedrijven

fulltime equivalent

Innovatie FTE

nationaliteiten binnen de bedrijven

product introducties (p/jr)

april 2022

83


Safe Storage Scalable Design SmartGrid

We build modular, flexible and scalable

SmartGrid is a cleantech solution provider of energy storage systems that are fundamentally safe, easily scalable and inherently smart. Europalaan 202 7559 SC Hengelo (OV) The Netherlands +31 88 020 3900 info@SmartGrid.com

We are here to contribute to the global energy transition

We believe in a sustainable future


SMARTGELEVERD GEÏNVESTEERD Link Magazine bericht over de levering van of de investering in smart technologie en de toegevoegde waarde daarvan voor de gebruiker. Voor meer informatie: www.linkmagazine.nl

GELEVERD

ENERGIETRANSITIE

Solarge kan grootschalig gaan produceren

ELEKTRIFICATIE

Heliox heeft nu 100 steden van laadsystemen voorzien Ook de e-bussen in het Amerikaanse Seattle worden sinds kort opgeladen via de laadsystemen van Heliox. Daarmee staat de teller voor het bedrijf, gevestigd in meerdere landen en met het hoofdkantoor in Best, nu op 100 steden wereldwijd. Heliox kon in Seattle aan de slag voor King County Metro, dat inmiddels als openbaar vervoerder de eigen e-bussen laat rijden via Heliox’ laadinfrastructuur. Het

project in Seattle is een van de grootste e-busprojecten van de VS, zeker nu King County Metro komend jaar nog eens 40 elektrische bussen toevoegt aan de eigen vloot. Vorig jaar al zorgde Heliox voor ruim 2 miljoen laadsessies in de steden waar de eigen systemen zijn geïnstalleerd. Omgerekend zorgt dit dagelijks per e-bus voor een besparing van 3.000 à 4.000 ton aan CO2. www.heliox-energy.com

LASTECHNOLOGIE

Valk Welding opent vestiging in Ierland Valk Welding heeft sinds kort ook een vestiging in Ierland, bedoeld om daar met de eigen lasrobottechnologie de maakindustrie verder te ondersteunen. Al voor de start van de nieuwe vestiging realiseerde Valk Welding projecten in Ierland, waar zoals in veel andere landen sprake is van een tekort aan vaklassers. Bedrijven zoeken dan ook naar

oplossingen voor een continue en geautomatiseerde productie, waar Valk Welding op inspringt met lasrobotsystemen en lasbenodigdheden. Met de nieuwe vestiging erbij heeft het bedrijf nu negen dochterondernemingen in Europa, naast het hoofdkantoor in Alblasserdam. Er werken in totaal bijna 200 mensen. www.valkwelding.com

Zonnecelproducent Solarge in Weert kan starten met de grootschalige productie van lichtgewicht, recyclebare zonnepanelen. Het benodigde kapitaal is binnen, dankzij financiering door meerdere investeerders. Onder hen ook Sytse Bouwer, oprichter van GroenLeven en momenteel actief namens vermogensbeheerder en investeerder

Acquario. Solarge gebruikt als dragermateriaal biogebaseerde of gerecycelde kunststoffen: de panelen wegen tot 50 procent minder dan exemplaren die zijn opgebouwd met aluminium of glas. Dit maakt de Solarge-panelen geschikt voor daken met een lichte constructie. www.solarge.com

AGRO

Machinebouwer Steketee breidt uit naar Noord-Brabant De wereldwijde vraag naar onkruidbestrijdingsmachines groeit, zo blijkt onder andere uit de uitbreiding door machinebouwer Steketee, dat deel uitmaakt van de Lemken Groep. Steketee in Stad aan ’t Haringvliet maakt machines zoals cameragestuurde schoffelinstallaties en kan via een investering door Lemken uitzien naar een nieuwe

productiefaciliteit. Die komt in Dinteloord en maakt daar straks deel uit van het Agro Food Cluster Nieuw Prinsenland. Als alles volgens verwachting verloopt is de nieuwe fabriek in het tweede deel van 2023 klaar en kunnen bij Steketee 30 nieuwe medewerkers aan de slag. www.steketee.com www.lemken.com

BOUW & INFRA

Installatie TU/e-studenten zet reststromen om in basalt Reststromen zoals vliegas, slib en shredderresidu die worden omgezet in spoorballast en tuintegels. Het is in een notendop het resultaat van de CORE MAGMA, zoals de oveninstallatie van studenten van de TU/e heet. Met hun vinding zorgen de studenten, actief binnen het aan de universiteit verbonden team CORE, dat vliegas minder vaak wordt gedumpt. Ook zorgen ze voor een duurzamer basaltproduct, als alter-

natief voor de natuurlijke variant die nu vanuit mijnen in het buitenland naar Nederland wordt getransporteerd. ProRail en TU/e hebben de CORE MAGMA grotendeels gefinancierd. Ook TU/e-alumni Jan van Gemert (voormalig ceo Gemco Casting) en Hans Fischer (voormalig ceo Tata Steel) hebben bijgedragen aan de financiering. www.tue.nl/en/our-university/ community/core/

GEÏNVESTEERD METAAL

Voortman-campus krijgt engineering center Machinebouwer Voortman Steel Machinery in Rijssen is gestart met de bouw van een Engineering Center. Daarin komen naast een r&d-hal en multifunctioneel bedrijfsrestaurant ook kantoren en een vergadercentrum. Gebruikers van het gebouw moeten er een transparante en open werkomgeving gaan ervaren, gericht op

samenwerking. Dat laatste staat dan ook centraal op de Voortman Campus, waarvan het Engineering Center straks deel uitmaakt. Tussen het Engineering Center en het Experience Center, dat op de campus al z’n plek heeft, komt een parkeergarage van drie lagen. www.voortman.net

april 2022

85


ADVERTORIAL

TECHNOBIS HIGH TECH SOLUTIONS IS PARTNER VOOR PRODUCTONTWIKKELING EN SERIEPRODUCTIE

FOCUS OP MEDTECH, PHARMATECH EN BIOTECH Technobis High Tech Solutions in Alkmaar heeft zich de afgelopen jaren strategisch verder ontwikkeld tot partner van oem’ers en start-ups voor productontwikkeling en serieproductie. Het bedrijf focust op drie verwante markten: medtech, pharmatech en biotech. Die ontwikkelen op eenzelfde manier producten en stellen vergelijkbare eisen aan kwaliteit en certificering. Hiervoor heeft Technobis High Tech Solutions alle benodigde competenties en is het ISO 13485-gecertificeerd. ‘Onze ambitie is uitgroeien tot een gevestigde system supplier in Europa.’

Na de overname van Technobis Group in 2019 door Active Capital Company heeft Technobis High Tech Solutions haar strategie herijkt, vertelt managing director Alex de Leth. ‘Onze missie is gezamenlijk met onze klanten en partners producten te realiseren voor drie markten: medtech, pharmatech en biotech. Wij willen met productontwikkeling en serieproductie verder Technobis High Tech Solutions regisseert de keten, voor vervaardiging van componenten en levering doorgroeien naar module- en systeemleverancier voor van standaardcomponenten, en verzorgt zelf de productontwikkeling en het assembleren en testen. onze kernmarkten. Daarvoor hebben we ingezet op digitalisering, met onder meer een upgrade van ons ERPsysteem, en verdere professionalisering van onze organisatie.’ apparaat of machine bouwde. We streven naar langetermijnrelaties met klanten. We bouwen complete systemen in serie, bijvoorbeeld EUROPESE SYSTEM SUPPLIER een confocale microscoop, maar produceren ook modules die de klant De drie genoemde markten ontwikkelen op eenzelfde manier producten in z’n systemen kan integreren.’ en stellen vergelijkbare eisen aan kwaliteit en certificering; denk aan reinheid en veiligheid. “Wij zijn ISO 13485-gecertificeerd en hebben alle AANSPREKENDE PROJECTEN benodigde competenties in huis: mechatronica, fijnmechanica, software, Als voorbeeld van een aansprekend project noemt De Leth een quality assurance, regulatory affairs, design for manufacturing & assem- medisch apparaat voor een klant waarvoor de de preproductie is bly en serieproductie. Nu zijn we vooral actief in Nederland, Duitsland, gedaan ten behoeve van het MDR-certificeringstraject (Europese België en de UK. Onze ambitie is uitgroeien tot een gevestigde system Medical Device Regulation, red.). Verder gaan we een chirurgische supplier in Europa. We hebben nu dertig medewerkers en willen groeien tang met force feedback produceren; die geeft de chirurg gevoel voor naar vijftig tot zestig mensen in engineering en productie.’ wat hij vastpakt. Voor de medische isotopenproductie bij Nuclear Research Group hebben we twee systemen ontwikkeld waarmee zij uit VAN IDEE TOT SERIEPRODUCT bestraald Xenon-gas Jodium-125 kunnen halen, voor de behandeling Als productontwikkelbedrijf ondersteunt Technobis High Tech Soluvan prostaatkanker. Aan die systemen, voor inzet in een hot cell, tions klanten – oem’ers én start-ups – van idee tot serieproductie. worden hoge veiligheidseisen gesteld. Recent zijn we gestart met een Dat begint al bij het opstellen van de business case, aldus De Leth. ‘Als apparaat voor thermotherapie, om tumoren in de hals-hoofdregio op je bijvoorbeeld de business requirements niet handig opstelt, maakt dat te warmen; dat werkt bevorderend bij radio- en chemotherapie. de certificering van het product lastiger. Wij hebben daar veel ervaring mee.’ Voor productie heeft Technobis High Tech Solutions in de afgeloECOSYSTEEM VOOR START-UPS pen 25 jaar een omvangrijke supply chain opgebouwd in Nederland en Over start-ups gesproken: “Voor hen bouwen wij een ecosysteem low-cost landen. ‘Wij regisseren de keten, voor vervaardiging van comrondom ons bedrijf. We kunnen hen goed helpen, met onze techniponenten en levering van standaard- sche kennis en productiecapaciteit, maar ook met huisvesting. En voor componenten, en verzorgen zelf in financiering hebben we participatie- en royalty-modellen. We investeAlkmaar de productontwikkeling ren niet rechtstreeks, maar dragen wel ‘in kind’ bij, door gereduceerde en het assembleren en testen.’ ontwikkelkosten te rekenen.’ Dit incubatormodel is ook interessant voor oem’ers, zegt Alex de Leth tot slot. ‘Start-ups komen met innoLANGETERMIJNRELATIES vatieve dingen, die we aan oem’ers kunnen laten zien. Omgekeerd hebben die oem’ers uitgebreide netwerken, waar we start-ups kunnen MET KLANTEN introduceren. Wij fungeren als intermediair en zorgen zo voor Technobis High Tech Solutions wil kruisbestuiving.’ met middelgrote series uitgroeien tot een echt productiebedrijf, zonder afscheid te nemen van productTechnobis High Tech Solutions ontwikkeling. ‘Want daar begint het Pyrietstraat 2 altijd mee. Maar wij zijn niet meer Alex de Leth, managing director 1812 SC Alkmaar van Technobis High Tech Solutions: de ‘technische dokter’ van vroeger T +31 (0)72 302 00 40 ‘Wij willen met productontwikkeling die alleen maar bijzondere probleE alex.deleth@technobis.com en serieproductie doorgroeien naar I www.technobis-hightechsolutions.com men oploste en dan een enkelstuks module- en systeemleverancier.’


UIT DE MARKT SMINK GROUP BRENGT OPERATIE NAAR NEXT LEVEL Smink Group ontwikkelt en produceert samenstellingen voor het transporteren van zeer zuivere gassen en vloeistoffen, waarbij specialistisch laswerk een essentieel onderdeel is. Het bedrijf, dat in 1989 als eenmanszaak werd opgericht door René Smink, richt zich met name op de halfgeleider- en farmaceutische industrie. Belangrijke klanten zijn ASML en Aixtron. Smink heeft vestigingen in Veghel en Kerkrade en telt zo’n 130 medewerkers. Christian Rademaker, sinds september vorig jaar in dienst als chief operations officer, versnelt, mede door zijn eerdere ervaring als inkoopmanager bij VDL ETG, het proces om Smink naar het niveau van operational excellence te brengen. Het afgelopen jaar groeide Smink al flink in omzet van 20 naar 30 miljoen euro en komend jaar ligt de lat met 40 miljoen nog een stuk hoger. De bestaande cleanroom van 150 vierkante meter bleek onvoldoende voor het toenemend aantal klanten en de andere typen producten. Dus investeerde Smink in de industriële infrastructuur in Veghel: het bedrijf betrok het buurpand erbij zette een nieuwe cleanroom neer, plus nieuwe kantoorruimte en een bedrijfsrestaurant. ‘Die uitbreiding was absoluut noodzakelijk om de groei te kunnen faciliteren en te voldoen aan de steeds hogere eisen van klanten omtrent reinheid’, stelt Rademaker. Met de nieuwe cleanroom erbij is de totale cleanroomruimte met

450 vierkante meter een stuk groter. Er is een testruimte voor hoge druk en heliumlektesten voor de specialistische lassamenstellingen, en een inspectiezone om te verifiëren zien of producten particle-vrij zijn. Op dit moment voldoet de cleanroom aan Grade 4-eisen voor de reguliere producten van ASML. ‘In de toekomst willen we naar Grade 1 en 2. De assemblageruimte voor Grade 2 is inmiddels gerealiseerd, voor Grade 1 hebben we ruimte gereserveerd’, aldus Rademaker. Daarnaast is er geïnvesteerd in een volautomatische ultrasoon reinigingsstraat en is er ruimte ingericht voor een toekomstige bake-out en meten van producten. Ook qua interne logistiek zet Smink grote stappen. Zo zijn er in het magazijn twee volautomatische opbergsystemen van Hänel geplaatst en wordt de lay-out van de productieomgeving voor het lassen opnieuw onder de loep genomen. ‘Op die manier willen we meer ruimte voor assemblage creëren. Half oktober moet deze ruimte helemaal 5S op orde zijn’, zegt Rademaker. ‘Daarnaast gaan we in de oude cleanroom alleen nog zaag-, buig- en laswerk doen en verhuizen alle assemblagewerkzaamheden naar de nieuwe ruimte. De totale slag in operational excellence moet resulteren in groei qua volume en marges en bijdragen aan de ontwikkeling van eigen producten.’ Hiertoe heeft Smink voor de organisatie en de businessunits per kwartaal doelstel-

SCHNEIDER ELECTRIC VERPAKT STEEDS DUURZAMER Schneider Electric, wereldwijd leverancier van producten en diensten op het gebied van onder meer industriële automatisering en energiemanagement, werd vorig jaar uitgeroepen tot het meest duurzame bedrijf ter wereld. In lijn daarmee gebruikt het sinds kort alleen nog maar duurzame verpakkingen als er nieuwe producten gelanceerd worden. Ook voor bestaande producten stapt het gefaseerd over naar duurzamere alternatieven. Die nieuwe verpakkingen zijn voor minimaal 70 procent gemaakt van gerecycled materiaal. Schneider kiest bij voorkeur voor bruine dozen, zodat ze niet langer gebleekt hoeven te worden. De groene verf op de

nieuwe verpakkingen is op basis van plantaardige olie of water. Het bedrijf heeft berekend dat de overstap naar duurzaam verpakken zorgt voor veel minder gebruik van nieuw houtpulp, tot 60 procent minder chemische stoffen in het grondwater, tot 60 procent minder waterverbruik en tot 88 procent minder stof in de lucht. Oude verpakkingen worden eerst opgemaakt. In Nederland is momenteel al ruim 5 procent van de producten voorzien van een duurzame verpakking, dat wordt 100 procent in 2025. Meer over Schneider Electric en duurzaamheid in het artikel vanaf pagina 12. www.se.com/nl/nl

lingen geformuleerd, die per jaar worden geactualiseerd en vanuit de directie worden vertaald naar activiteiten op de werkvloer. Met deze investeringen naar Smink 3.0 wil het bedrijf zich bovendien profileren als De nieuwe cleanroom van Smink, waarmee de totale cleanroomruimte van aantrekkelijke werkgever. ‘Met het bedrijf op 450 vierkante meter komt. Foto: Smink het oog op de schaarse resources willen we niet we nog beter in staat zijn klanteisen alleen leuk en uitdagend werk biete begrijpen, heel flexibel zijn den, maar ook qua werkomgeving en ondanks alles op tijd leveren concurrerend zijn. Want gezien de conform die eisen. Waarbij de ontwikkelingen bij ASML, dat moeimateriaalbeschikbaarheid misschien te heeft de groei bij de eindklanten nog wel de grootste uitdaging is te volgen, zal er bij ons additionele vanwege het daarmee gepaard druk ontstaan op onze organisatie’, gaande efficiëntieverlies.’ verwacht Rademaker. ‘Dus moeten www.smink-group.com

Romex one stop ESD & cleanroom supplier voor de high tech industrie

OOK IN HET ASSORTIMENT Hoogwaardige soldeerbouten en soldeersystemen van Weller!

+31 317 - 39 87 87

www.romex.nl

info@romex.nl

april 2022

87


UIT DE MARKT SPECIALIST MEDICIJNDISTRIBUTIE: ‘MAAKINDUSTRIE, DAAG ONS UIT!’

“That’s one small step for a man, one giant leap for mankind.” Neil Armstrong, 21th July 1969

FAULHABER stappenmotoren

One Step ahead In iedere toepassing die vraagt om betrouwbaarheid en stevigheid brengen stappenmotoren van FAULHABER u één stap dichter bij uw doel. FAULHABER Benelux B.V. info@faulhaber.nl www.faulhaber.com/am3248/nl

De markt voor gepersonaliseerde medicijndistributie neemt een steeds hogere vlucht. Zo merken ze in elk geval bij Global Factories in Den Haag, gespecialiseerd in oplossingen voor het geautomatiseerd herverpakken, verifiëren en distribueren van multi-dose-medicijnen. Nam de omzet van het bedrijf vorig jaar toe met ruim 15 procent, dit jaar pakt de verwachte omzet nog eens 30 procent hoger uit, vertelt coo Arno Bracco Gartner. ‘Onze markt groeit al tien jaar, de laatste pakweg vijf jaar is er sprake van een aanhoudende versnelling.’ Global Factories, dat ook vestigingen heeft in Duitsland en Vietnam, bestaat sinds 2000, is opgericht door werktuigbouwkundig ingenieur Richard van den Brink en zorgde voor de eerste machine die voorverpakte medicatie machinaal kan controleren. Deze zogeheten MDMtechniek wordt nu wereldwijd afgenomen. Later ontwikkelde en realiseerde het bedrijf ook de VBM-blistermachine, die zorgt voor de verpakking, verificatie en documentatie van medicijnen in blisterkaarten. Voorheen installeerde Global Factories veelal één of twee machines per locatie. Hoe anders is dat nu, ziet Bracco Gartner. ‘Projecten groeien enorm in omvang, en wij verwachten dat die trend zich zal voortzetten. Kijk alleen al naar een partij als Amazon, dat als logistiek dienstverlener is ingestapt in de wereld van gepersonaliseerde medicijndistributie. Er is sprake van een consolidatiegolf, waardoor wij onze automatiseringsoplossingen op grotere schaal kunnen inzetten.’ Als redenen voor de groei noemt Bracco Gartner de wereldwijde demografische ontwikkeling en de toename van het gebruik van multi-dose-medicatie. ‘Mensen leven langer, wat de behoefte aan

een veilige en efficiënte medicijndistributie vergroot.’ Ook is er op internationale schaal sprake van een groeiend tekort aan personeel in ziekenhuizen, verzorgingstehuizen en apotheken. ‘Dat zorgt voor een hogere werkdruk bij bestaand personeel – en daardoor meer kans op menselijke fouten.’ Voor automatisering met blisters – medicatie verpakt in cupjes – heeft Global Factories de capaciteit en kennis om zelf een volledige endto-end-oplossing aan te bieden. Voor oplossingen gebaseerd op pouches – medicatie in zakjes – ligt dit anders. Global Factories maakt binnen dit segment diverse detectiemachines met eigen gepatenteerde vision-technologie. Deze machines valideren het werk van een verpakkingsmachine en hebben volgens Bracco Gartner nog een tweede voordeel. ‘Wet- en regelgeving stelt in steeds meer landen eisen aan rapportage en traceability van medicijndistributie. Ook daar draagt de software achter onze visiontechnologie aan bij.’ Global Factories houdt onderzoek, ontwikkeling en engineering voor alle machines in eigen hand. Voor de assemblage van de systemen werkt het bedrijf samen met lokale partners. Gaat het daarnaast om een verdere optimalisatie van de huidige machines en uitbreiding van het productportfolio, dan staat Global Factories open voor input vanuit de Nederlandse (maak)industrie. Bracco Gartner: ‘Hoe kunnen we ons road-to-market-proces nog efficiënter inrichten? Waar kan het slimmer, beter? Daag ons uit, zo zou ik willen zeggen tegen Nederlandse bedrijven die onze maakindustrie ondersteunen. We maken graag gebruik van jullie ervaring, ook omdat onze supplychain hierop is ingericht.’ www.globalfactories.com

> VERVOLG VAN PAGINA 83

WE CREATE MOTION

88

april 2022

elkaar te ontmoeten. ‘Om kennis uit te wisselen, elkaar te inspireren. Dat is de waarde van het NPAL-platform. Daarom is het aantal leden gegroeid van de dik 30 waarmee we begonnen naar 146 bedrijven nu. Grote en middelgrote bedrijven als Essity, FrieslandCampina, Beenen, TBI... Dat we al die ondernemers hebben

weten te binden. Daar ben ik supertrots op.’ De Noord-Nederlandse industrie zal Van der Meulen ook de komende jaren ‘aan hart blijven gaan’, maar wel meer van afstand. ‘We gaan eerst twee maanden met een oud campertje naar Italië en daarna zie ik wel wat er op mij afkomt.’ www.npal.nl


BROODRECYCLERAAR BAKKERSGRONDSTOF ZOEKT FINANCIERING EN MACHINE Met het behalen van het FSSC 22000-certificaat voldoet Bakkersgrondstof in Didam sinds kort aan alle eisen voor voedselveiligheid. Een mooie opsteker, vindt medeoprichter en bakker Sebastiaan Hetterschijt. ‘Het is onze license to sell.’ Hoe graag zou hij dan ook doorpakken samen met zijn twee compagnons, om zo het brood dat door bakkers in Nederlands dagelijks terugkomt uit de winkels alsnog te recyclen tot nieuw brood. Maar goed, eerst de benodigde financiering, die volgens Hetterschijt neerkomt op een bedrag van 2,5 miljoen euro. ‘Onze aanvraag voor een EUsubsidie – gericht op circulariteit – loopt, en investeringsmaatschappij Oost NL draagt bij voor maximaal 35 procent. Daarnaast moeten we zelf op zoek naar risicodragend kapitaal, via de bank dan wel investeerders.’ Komt de financiering rond, dan hoopt Bakkersgrondstof op te schalen met een nieuwe machine. Inclusief visionsysteem voor detectie en controle en gerealiseerd door een machinebouwer, waarnaar Hetterschijt en zijn compagnons nog op

zoek zijn. ‘We hebben gesproken met meerdere partijen, maar tot een match is het nog niet gekomen.’ Intussen loopt er met huurmachines en Bakkerij Koenen in Westervoort al wel een pilot, vertelt Hetterschijt. ‘Koenen is aangesloten bij Topbakkers, dat je kunt zien als Nederlandse grootste netwerk van lokale bakkers. Het gaat om zo’n 60 bakkerijen. Kunnen we met hen allemaal samenwerken, dan gaat het van de huidige 500 kilogram aan retourbroden per week naar ruim 100.000 kilogram per week.’ Een fikse opschaling, beseft Hetterschijt, die er meteen aan toevoegt dat meer capaciteit simpelweg nodig is voor een duurzame toekomst. ‘Vanuit bakkerijen in Nederland belanden dagelijks in totaal zo’n 400.000 tot 800.000 broden in de feed-keten. Dat is enorm zonde, zeker nu de mogelijkheid er is om het brood te recyclen. En het zo op te waarderen van feed naar food.’ Voor dat proces haalt Bakkersgrondstof het overtollige brood op, waarna dat wordt omgezet in broodmeel en uiteindelijk in desembrood. Duurzaam brood dus, zo

Foto: Pixabay

stellen de drie initiatiefnemers, waarmee horecagelegenheden hun eigen CO2-footprint verlagen. Bovendien speelt naast verduurzaming ook de afhankelijkheid van grondstoffen mee. Een aspect dat met de oorlog in Oekraïne wellicht actueler is dan ooit. Juist Oekraïne is een grote exporteur van tarwe, die door het conflict schaars is geworden en daardoor op de wereldmarkt flink duurder is geworden. Dat merken ook bakkers in Nederland: zo stelde

de bakkersbranche begin maart dat de prijs voor een brood richting de vijf euro gaat. Hetterschijt volgt de ontwikkelingen vanzelfsprekend op de voet. ‘Vooropgesteld, de situatie in Oekraïne is verschrikkelijk. Maar hoe wrang ook, tegelijk laat die zien hoe afhankelijk we zijn van grondstoffen. Door die niet weg te gooien maar te hergebruiken, maakt recycling ons hier onafhankelijker.’ www.bakkersgrondstof.nl

SSE 2022 HANNOVER ME

E T A E R C S ’ T LE Y R T S U D N I TH E W O R R O M O T OF oduction. gital & green pr Get ready for di ation at #HM22 rm sfo an strial Tr Experience Indu 22 May – 2 June 20 Be part of it: 30 m .co se hannovermes

HOME OF INDUSTRIAL PIONEERS

april 2022

89


ADVERTORIAL

GOVERS ACCOUNTANTS/ADVISEURS PASSIE VOOR DE FINANCIËLE PERFORMANCE VAN BEDRIJVEN IN DE MAAKINDUSTRIE

QLTC EN UW ACCOUNTANT EN BELASTINGADVISEUR U bent actief in een industriële en hightech omgeving en stelt hoge eisen aan uw leveranciers van goederen en diensten. U verwacht van uw toeleveranciers goederen en diensten van uitstekende kwaliteit en een hoge leverbetrouwbaarheid. U wilt dat ze hun knowhow up to date houden, en state-of-the-art oplossingen bieden. En dat alles tegen een redelijke prijs. Het is onze ervaring dat dit evengoed geldt voor de diensten van accountants en belastingadviseurs.

e zijn een middelgroot kantoor – met een historie van meer dan 90 jaar – in het hart van de Brainport-regio. We hebben een sterke focus ontwikkeld op ondernemingen in de toeleverketens van semicon, automotive, energy & infrastructure, industrial, food processing en medical. We ondersteunen oem’ers, 1st en 2nd/3rd-tier suppliers, start-ups en scale-ups in hun groeiambities. Onze klanten behoren tot de top in hun sector, of wij ondersteunen hun ontwikkeling daarnaartoe. Dat doen we door een grote kennis van hun bedrijfsactiviteiten en van de supply chains waarin ze actief zijn. Door accountancy en belastingadvies in te bedden in de strategische context van onze klanten. Door een actieve oriëntatie op de ontwikkeling van nieuwe businessmodellen met aantrek-

W

kelijke verdienmodellen, gebruik makend van fiscale faciliteiten. Door een continue focus op productiviteit en performanceverbetering. Uitgangspunten zijn het leveren van een hoge toegevoegde waarde en het realiseren van een aantrekkelijk rendement.

Wij helpen ondernemersdromen realiseren. Benieuwd wat we voor u kunnen doen? Neem contact op met: • Harm Kolen via +31 (0) 6 51 46 72 51 of mail via kolen@govers.nl • Paul Mencke via + 31 (0) 6 10 92 37 30 of mail via mencke@govers.nl

OVERNAMEKANDIDATEN KRITISCH DOORLICHTEN Bij het beoordelen van overnamekandidaten (due diligence) richten we ons vooral op de kwaliteit van de winst van het bedrijf, in relatie tot de achterliggende prestaties. We willen weten of de opbrengsten overwegend bestaan uit eenmalige projecten, of dat er sprake is van ‘recurring’ ofwel terugkerende omzet. Zitten er boekhoudkundige baten in of zijn de baten daadwerkelijk gerealiseerd? Zitten er eenmalige baten/lasten in de winst die genormaliseerd moeten worden? Hoe is de spreiding van omzet naar klanten, en in welke mate worden er creditnota’s verstrekt? Wanneer neemt de onderneming winst (op orders), worden dreigende verliezen tijdig geboekt. Wat is de kwaliteit van het voorspellend vermogen? Wordt de capaciteit van het bedrijf evenwichtig benut, en is er ruimte om schommelingen op te vangen? Uiteraard besteden we ook aandacht aan de ontwikkeling van het werkkapitaal.

Govers Accountants / Adviseurs Beemdstraat 25 5653 MA Eindhoven Tel. +31 40 2 504 504 www.govers.nl


SAMENONDERNEMEN Link Magazine signaleert fusies, allianties en overnames in de industrie. Voor meer informatie: www.linkmagazine.nl

OVERNAMES

ALLIANTIES

FOOD

PRECISIETECHNOLOGIE

Selo gaat voor expansie

DSPE en Mikrocentrum halen banden aan

Selo Food Group, producent van machines voor voedselverwerkende bedrijven, is overgenomen door Rabo Investments. De overname van het Twentse bedrijf, gevestigd in Hengelo en Oldenzaal en werkzaam voor onder andere Unilever, moet leiden tot verdere expansie in binnen- en buitenland. Selo telt zo’n honderd medewerkers en heeft een jaarlijkse omzet van enkele tientallen miljoenen euro’s. Het bedrijf splitste zich een paar jaar geleden af van de Japanse verpak-

kingsproducent Omori Machinery, dat Selo in 2015 overnam van Nordian Capital. Inmiddels heeft Rabo Investments wereldwijd ruim 1,8 miljard euro geïnvesteerd in de sectoren food & agri, gezondheidszorg en duurzaamheid. Zo werd de investeringstak van de Rabobank in september vorig jaar medeaandeelhouder van maakbedrijf Havatec in Nieuw-Vennep. www.selo.nl www.raboinvestments.com

Van den Broek hoort nu bij Wilvo Group met de overname het dienstenaanbod naar eigen zeggen nog completer maakt. De drie overnames volgen nadat Wilvo in de eerste helft van 2019 een meerderheidsbelang in het bedrijf overdroeg aan private equity investeerder Borromin Capital Fund IV. www.vdbroekbv.nl, www.wilvo.nl

Netwerkbedrijf Alliander en leverancier van zonne-energie GroenLeven hebben onlangs in Oosterwolde de eerste Nederlandse waterstoffabriek naast een zonnepark geopend. Energie van de zon wordt er via panelen omgezet in waterstof, bedoeld om te onderzoeken welke rol waterstof kan spelen in gebieden waar opgewekte zonne-energie niet het elektriciteitsnet op kan. Dit laatste is een

toenemende uitdaging, nu er steeds meer wind- en zonneparken bijkomen maar de capaciteit op het net achterblijft. Vandaar het onderzoek naar de inzet van waterstof, die als duurzame brandstof voor auto’s kan dienen en bovendien inzetbaar is als opslag van duurzame energie. www.alliander.com, www.groenleven.nl

Neste voorziet DHL Express van renewables

Nedaero heet binnenkort Patria Netherlands

Make your products future proof 11 & 12 / 05 ANTWERP EXPO

ENERGIETRANSITIE

LUCHTVAART

LUCHTVAART

Nedaero uit Zevenaar en Alphen aan de Rijn komt in Finse handen. Patria, zelf internationaal leverancier voor de luchtvaartsector met vestigingen in meerdere Europese landen, neemt 100 procent van de aandelen over. Nedaero (34 medewerkers) legt zich toe op de productie, reparatie en levering van

maakindustrie. Hun samenwerking bestaat al zo’n vijftig jaar, wat onder andere heeft geleid tot de jaarlijkse Precisiebeurs van Mikrocentrum. Die beurs blijft een centrale rol spelen: DSPE gaat nog meer inhoudelijke bijdragen leveren, bijvoorbeeld in het lezingenprogramma. www.dspe.nl, www.mikrocentrum.nl

Alliander en GroenLeven zetten zonnestralen om

METAAL

Wilvo Group in Bergeijk doet van zich spreken met een derde overname in korte tijd. Nam Wilvo in 2020 verspaningsbedrijf GFM over en in 2021 metaalbedrijf Iteq, nu komt ook plaatsgenoot Van den Broek Precision & Tooling bij de groep. Van den Broek bewerkt fijnmechanische precisieonderdelen en deed dat de afgelopen jaren al voor metaalbewerker Wilvo, dat

DSPE en Mikrocentrum gaan nog meer met elkaar samenwerken, wat moet resulteren in meer gezamenlijke evenementen en een versterkte kennisuitwisseling voor de eigen achterban. DSPE (Dutch Society for Precision Engineering) is de Nederlandse branchevereniging voor precisietechnologie, Mikrocentrum richt zich als kennis- en netwerkorganisatie op de hightech- en

onderdelen voor civiele en militaire helikopters en vliegtuigen en verdubbelde de afgelopen vijf jaar de omzet. Met de overname verandert de naam Nedaero binnenkort in Patria Netherlands. www.nedaero.com www.patriagroup.com

Vervoerder DHL Express en Neste, wereldwijd producent van hernieuwbare brandstoffen, gaan een nieuwe strategische samenwerking aan. Concreet moet die ervoor zorgen dat DHL de komende vijf jaar zo’n 320.000 ton – dat is ongeveer 400 miljoen liter – van de Neste MY Sustainable Aviation Fuel (SAF) afneemt. De overeenkomst is

DESIGN ELECTRONICS

een van de grootste als het gaat om het koolstofarm maken van de luchtvaartlogistiek. DHL was in 2020 al de eerste vervoerder die gebruikmaakte van Neste MY SAF voor vluchten vanuit San Francisco en Amsterdam. www.dhlexpress.nl www.neste.com

1

120 EXPOSANTEN

2

+50 SPREKERS

3

VR/AR ZONE

4

AI-HUB - DEMO’S

5

DEMO’S WERKBAAR WERK

MATERIALS Registreer nu via www.ae-expo.be

april 2022

91


UIT DE MARKT ADVANCED ENGINEERING: GROOTS EVENEMENT VOOR PRODUCTONTWIKKELING Op 11 en 12 mei vindt Advanced Engineering plaats, evenement voor innovatieve productontwikkeling in Antwerp Expo. Onder het motto Make your products future proof gaan 50 verschillende sprekers in op trends en actuele vraagstukken. Bezoekers leren welke innovaties blijvend zijn en waar ze op moeten inzetten. 130 exposanten brengen hun diensten in alle facetten van productontwikkeling onder de aandacht. De toegang is gratis. Easyfairs organiseert het congres en de beurs voor de derde keer, maar dit jaar voor het eerst in Antwerp Expo. Advanced Engineering biedt onderdak aan toonaangevende exposanten, expertises en ontwikkelingen. Jeroen Arnouts, head of events bij Easyfairs: ‘Antwerpen is ook voor Nederlandse bezoekers heel goed te bereiken. We verwachten product engineers, r&d-mensen en innovation managers die hun producten willen voorbereiden op de toekomst.’ Het uitgebreide congresprogramma is interessant voor de

complete maakindustrie. ‘Voor iedereen die bezig is om zijn producten beter te maken of te ontwikkelen’, zegt Jeroen. ‘In de ochtenden hebben we inspiratiesessies met vooraanstaande sprekers en in de namiddag zijn er gespecialiseerde sessies rond technische thema’s.’ Op de beurvloer vinden de bezoekers oplossingen voor alle facetten van productontwikkeling: van het begin van de productieontwikkeling, het design tot de keuze voor materialen en de toevoeging van elektronica. ‘Innovaties werken immers sectoroverstijgend en productieprocessen beïnvloeden elkaar.’ Wat voorbeelden? Binnen Design & Prototyping zijn er bedrijven die bijvoorbeeld engineering services, CAD/CAM en 3D-printing bieden. In de categorie Materiaal zijn er leveranciers van prestatieonderdelen en componenten, precisieproductie en testen. Bij de Elektronicaleveranciers & connectiviteit staan bedrijven in chips, embedded software, mobiele technologie, apps, batterijtechnologie, VR en AR, en kunstma-

Togetr ERP

Smart Manufacturing Platform

Foto: Easyfairs

tige intelligentie. Zo zijn met VR en AR kostenefficiënt producten te ontwerpen en testen. En met AIapplicaties voor de industrie kunnen planners, operators en ingenieurs beter geïnformeerde beslissingen nemen. Rond die laatste onderwerpen kunnen bezoekers in unieke belevingszones daadwerkelijk ervaren wat het doet. In de VR &

AR-zone worden demo’s gedaan. In de AI-zone valt alles rondom deze veelbelovende technologie te ontdekken en helpen innovatieve bedrijven de bezoekers hun AI-strategie te bepalen. Advanced Engineering is gratis toegankelijk. Aanmelden is noodzakelijk en kan via www.ae-expo.be.

Een enkele versie van de product waarheid is essen eel voor Valk Welding. Het combineert CPQ, engineering, werkvoorbereiding en service. Deze eenduidigheid voorkomt fouten, reduceert de me-to-market en biedt een betere service voor Valk Welding klanten. Een exibel aanbod van standaard producten, con gureerbare producten en specials versterkt de commerciële slagkracht. Adriaan Broere, CTO Valk Welding Group - PLM

Togetr biedt een Smart Manufacturing Pla orm dat maakbedrijven in staat stelt om producten slim te con gureren, fabrieken te digitaliseren, exibel en slim te produceren en leveringsketens beter te plannen. Kies net als Valk Welding voor Togetr met geïntegreerde product con gurator!

www.togetr.nl

92

april 2022


HYBRIDE WERKEN: HET KANTOOR VOORAL OM TE SPARREN Ook bij producent Essity, multinational in onder andere incontinentiemateriaal, moesten twee jaar geleden medewerkers zo veel mogelijk thuiswerken. En dat is dusdanig goed bevallen dat het kantoorpersoneel nu hybride kan werken: een deel van de week thuis, een deel op kantoor. Daarvoor is gekozen onder andere op basis van individuele gesprekken met een groot aantal medewerkers en leidinggevenden. ‘De belangrijkste vraag in die gesprekken was “Wat is voor jou de beste plek om je werk zo efficiënt en prettig mogelijk te doen?”’, zegt Loek Ligthart, HR director Essity Nederland. ‘We zagen verschillen tussen jonge medewerkers en de

oudere, meer ervaren mensen. Jonge mensen zijn toch vaker nog wat zoekende naar de manier waarop ze hun werk het beste kunnen doen, moeten nog gevoel te krijgen voor de cultuur van de onderneming. Dan zijn informele, intercollegiale contacten belangrijk; alleen online contacten zijn dan onvoldoende. De oudere werknemers daarentegen ervoeren vooral dat ze minder in de files stonden. Zij hebben vaak de ruimte thuis en vonden daar werken relaxter. Los van de leeftijd was het voor een aantal mensen lastig de balans werk-prive goed te houden. Conclusie derhalve: het thuiswerken zetten we voor het kantoorpersoneel door, maar in hybride vorm.’

DE GROOTSTE BELEMMERINGEN VOOR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE Nederland kent een Uitvoeringsprogramma Circulaire Economie, met daarin onder meer een Transitieagenda circulaire economie. Drie jaar geleden lanceerden overheid, VNO-NCW/MKB-Nederland, Het Groene Brein en MVO Nederland het Versnellingshuis om bedrijven met advies en ondersteuning terzijde te staan. Dat kwam recentelijk in de Week van de Circulariteit met de publicatie ‘Rode Draden 2022’. Bedrijven die al langer met circulair ondernemen bezig zijn, noemen als grootste belemmeringen: 1. Beleid, wet- en regelgeving. Bestaande wet- en regelgeving, of juist het ontbreken ervan, werkt volgens 70 procent van de circulaire bedrijven sterk belemmerend. Denk aan afvalwet- en regelgeving en kwesties rond de (afval)status van een materiaal. ’Overheid, doe iets aan het ongelijke speelveld’, zeggen ondernemers. 2. Coördinatie van de transitie. Noch overheden, noch brancheorganisaties coördineren de transitie echt stevig, oordelen koplopers. Dat kan misschien niet anders in deze vroege fase van de circulaire transitie. Maar het is wel nodig. Circulair ondernemen gaat over het optimaliseren van de eigen bedrijfsprocessen én van de ketens, sectoren en regio’s. 3. Prijs versus waarde. Ruim twee derde van de circulaire bedrijven vindt dat milieubelastende effecten van productie en consumptie niet voldoende in rekening zijn gebracht. Er moet meer met true pricing gedaan worden. 4. Richting van de transitie. Waar

moeten we met zijn allen naartoe? Op welke circulariteitsstrategie (Rladder) moeten bedrijven inzetten? Wat geldt voor hun sector en grondstoffen? Bedrijven weten overigens zelf wel waar ze heen willen. 5. Markt voor circulaire producten en diensten. Slechts een kwart van de respondenten vindt dat er genoeg vraag is naar circulaire producten en diensten. Met reguliere ondernemers moet geconcurreerd worden op prijs, en de acceptatie van circulaire producten en diensten is nog niet optimaal. Pilots draaien goed, maar launching customers vinden is lastiger. 6. Financiering. Vooral kleinere en innovatieve circulaire bedrijven hebben moeite met het regelen van financiering. Typisch circulaire businessmodellen met hun andere risico’s passen vaak niet binnen traditionele financieringsvoorwaarden. 7. Handel in secundaire grondstoffen en producten. Het aanbod van secundaire grondstoffen, producten en materialen is onvoldoende voorspelbaar als het gaat om kwantiteit, kwaliteit en timing. Het is een complex en tijdrovend proces om veiligheid, staat en functionaliteit te onderzoeken. 8. Kosten van arbeid. Met de huidige kosten van arbeid zijn circulaire activiteiten niet rendabel te krijgen, oordelen bedrijven. Dat geldt vooral als ze zich bezighouden met repair, refurbishment en remanufacturing. Bron: Rode Draden 2022, Versnellingshuis Nederland Circulair www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/ circulaire-economie

Die keuze is ook gevoed door de ervaringen van het management met het op afstand hebben van hun medewerkers. ‘Pre-corona waren er leidinggevenden die er niet voldoende vertrouwen in hadden dat medewerkers hun uren ook thuis wel zouden maken. Maar menig manager is vervolgens blij verrast. De performance is al die tijd goed geweest. Supergoed zelfs in het begin van de coronatijd. Toen was er alom veel commitment om ons samen door die lastige tijd heen te slaan. Dat gold bij uitstek voor iedereen betrokken bij het opvangen van de sterke schommelingen in de vraag naar onze producten.’ Daar kwam bij dat het aantal uren dat mensen beschikbaar waren omhoog ging, want niemand stond meer in de file. Tegelijk ontstond wel het besef dat er voor het in stand houden van de binding met elkaar en het bedrijf ook ruimte en plek moeten zijn voor die persoonlijke contacten. ‘We hebben borrels en een kerstfeest digitaal gehouden, maar dat werkt niet echt. Die persoonlijke contacten zijn superbelangrijk als er creativiteit gevraagd wordt. Ook daarom gaan we hybride werken en het kantoor vooral gebruiken voor die persoonlijke ontmoeting, om te sparren met collega’s en tot innovatieve ideeën te komen.’ De r&d-mensen zitten in teams verspreid over een groot aantal vestigingen. Ze waren al gewend online te brainstormen. ‘Zij zullen ook in de toekomst elkaar persoonlijk blijven ontmoeten, maar we zullen wel nog kritischer dan voorheen kijken naar de meerwaarde van reizen. Dat geldt ook voor onze technische mensen. In coronatijd hebben we bijvoorbeeld in Gennep een zeer grote productiemachine geïnstalleerd

HR director Loek Ligthart. Foto: Essity Nederland

en in gebruik genomen. Voorheen zou er veel heen en weer gevlogen zijn tussen de machinebouwer in Amerika en Gennep. Nu is die kennisoverdracht grotendeels op afstand gedaan met virtual en augmented reality en instructievideo’s. Met succes, dus dat blijven we doen. Uit kostenoverweging, maar we willen ook een duurzaam bedrijf zijn dat de eigen ecologische footprint zo klein mogelijk houdt.’ Dat het hybride werken ‘normaal’ wordt, krijgt overigens niet louter applaus. ‘Niet voor niets zijn er nu meer jonge mensen met psychosociale klachten dan ooit’, constateert Josephine Engels, lector Arbeid en Gezondheid van de HAN. ‘De afgelopen twee jaar zijn veel mensen gedwongen tot tegennatuurlijk gedrag, zonder de sociale contacten die ze nodig hebben om zich prettig te voelen. Of corona nu verdwijnt of niet, het thuiswerken zal onderdeel worden van het nieuwe normaal, dat ander – tegennatuurlijk – gedrag vraagt. Als mensheid hebben we daar geen ervaring mee. Welke impact dat heeft op de kwaliteit van leven en werken, kunnen we pas over een jaar of vijf zeggen.’ www.essity.nl www.han.nl/onderzoek/lectoraten/ lectoraat-arbeid-gezondheid/

Isah treedt toe tot SCSN als Service Provider. Kijk op de achterpagina

2

Maak het met Isah.

april 2022 25-11-2021 93 12:08


ABI. INNOVATIE IN UITVOERING. De kracht van het idee blijkt uit de realisatie. Als specialist op het gebied van aandrijvingen, motion control en robotics weten we waar we het over hebben. Of het nu om standaard oplossingen of specialistisch maatwerk gaat: alles begint met DENKEN. In een zo vroeg mogelijk stadium. Wat is de werkelijke vraag? Welke oplossing sluit hier perfect op aan? En dat dan tot in de puntjes uitvoeren. Dat is wat we het best KUNNEN, als familiebedrijf met bijna 100 jaar ervaring. De dienstverlening van ABI gaat van advisering tot realisatie. Inclusief naadloos aansluitende begeleiding en professionele trainingen. En altijd vanuit bevlogen vakmanschap. Dat is waar we het voor DOEN.

AANDRIJVINGEN - MOTION CONTROL - ROBOTICS

94

april 2022

www.abi.nl februari 2020

81


UIT DE MARKT PERSONALIA Stephan Kleijngeld, algemeen directeur van Inther Group, en Peter Berting, director global business

development bij Huisman, zijn beiden toegetreden tot de raad van advies van Link Magazine. Redactie en uitgevers raadplegen de raad onder meer om de thema’s van het blad vast te stellen.

Cadmes Benelux heeft met Anoek Schellings

sinds 1 maart een nieuwe managing director. Schellings werkt al zeventien jaar bij het softwarebedrijf, en was afgelopen jaren operationeel directeur. Ze volgt nu Gerbert Thelissen op, die 24 jaar managing director was bij Cadmes Benelux en om gezondheidsredenen een stap terug doet. Wel blijft Thelissen aan het bedrijf verbonden als adviseur van de directie.

Thomas Marzano wordt

global head of brand & digital bij ASML. Hij komt van Philips waar hij ruim 24 jaar werkte in allerlei functies. Afgelopen jaren was hij ook bij Philips global head of brand. Marzano richt zich bij ASML op de verdere merkontwikkeling en op employer branding. Toen Thomas destijds bij Philips begon (zijn eerste functie was sound designer) werkte zijn vader Stefano Marzano er ook. Stefano was van 1991 tot 2011 chief design officer en ceo van Philips Design bij Royal Philips International.

Tjark TjinA-Tsoi start

vanaf 1 juni dit jaar als ceo en voorzitter van de raad van bestuur van TNO. Daarmee volgt hij Paul de Kroon op, die de functie sinds 1 maart 2015 vervulde.

Tjin-A-Tsoi is momenteel voorzitter van de raad van bestuur en ceo van non-profitorganisatie Sanquin en was van 2014 tot 2020 directeur-generaal van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Bij familiebedrijf Bendertechniek staat nu de derde generatie aan het roer. De broers David en Maurits Bender namen onlangs alle aandelen over van het bedrijf in Veenendaal dat sinds 1966 bestaat. Er werken zo’n veertig personen, die samen de verspanende metaal- en kunststofverwerkende industrie bedienen met draai-, frees- en slijpmachines.

Marc Hendrikse is

toegetreden tot het bestuur van Stichting Mikrocentrum Nederland, dat zich als kennis- en netwerkorganisatie richt op de hightech- en maakindustrie. Hendrikse werkte jarenlang in de technologische industrie, was onder meer ceo van NTSGroup en is momenteel boegbeeld van de Topsector High Tech Systemen en Materialen (HTSM). Bij Mikrocentrum

wordt Hendrikse ook bestuursvoorzitter; die functie neemt hij vanaf 2023 over van Roel Fonville, voormalig topman van Philips Healthcare.

Vinod Subramaniam is de

nieuwe voorzitter van 4TU.Federatie, waarbinnen de vier Nederlandse technische universiteiten hun kennis en ervaring bundelen. Subramaniam is voorzitter van het college van bestuur van Universiteit Twente en neemt het voorzitterschap over van Louise Fresco van Wageningen University & Research (WUR). Naast adviseur is Ielse Lohuis sinds kort ook directeur van PKM in Nieuwegein. Daarmee volgt ze bij het adviesbureau, dat zich richt op de metaal- en technische sector, interim-directeur Peter de Wever op. Lohuis gaf eerder leiding aan ELVE Management & Opleiding en opleidings- en certificeringsinstituut IBEX.

NIEUWE VOORZITTER VMO WIL ARBEIDSMARKTKRAPTE AANPAKKEN Eind maart heeft Lucien Perizonius het voorzitterschap van de Verenigde Maakindustrie Oost (VMO) overgedragen aan Rob van den Nieuwboer. Tijdens een verlate nieuwjaarsreceptie – omgedoopt tot Voorjaarsreceptie – nam Perizonius afscheid na vier jaar waarin er door corona weinig persoonlijke ontmoetingen mogelijk zijn geweest, toch de belangrijkste toegevoegde waarde van de Oost-Nederlandse ondernemersvereniging. Van den Nieuwboer, reeds enkele jaren bestuurslid van de VMO, maakte in zijn korte speech vanaf het podium in De Verééniging in Hengelo duidelijk daaraan graag weer ruim baan te geven. Geld daarvoor is er in elk geval voldoende met een reserve van ruim een ton. Een belangrijk onderwerp voor de komende jaren is de krappe arbeidsmarkt waar de maakindus-

die jongeren te stimuleren tot herscholing, aldus de nieuwe voorzitter. Van den Nieuwboer is mede-eigenaar van Holland Hydraulics in Hen-

Rob van den Nieuwboer. Foto: Jaap Baart Fotografie

trie mee kampt. Van den Nieuwboer haalde recente berichtgeving in onder andere het FD en EW aan over de plusminus 100.000 jongeren die een mbo-opleiding volgen met weinig baankansen. VMO gaat met onderwijsinstellingen ‘schakelen’ om

gelo waarvan hij de dagelijkse leiding onlangs heeft overgedragen aan zijn zoon Bram. www.vmo.nl

HMI oplossingen voor extreme omstandigheden - Robuust en duurzaam - Voor elke toepassing de juiste HMI - Voor de meest veeleisende omgevingen

schurter.com

april 2022

95


isah.com

DIGITALE COMMUNICATIE IN DE KETEN MAAK HET MET ISAH

Isah treedt toe tot SCSN als Service Provider Met een nieuwe clouddienst vervult Isah de rol van SCSN Service Provider voor haar klanten. Zo blijven we dicht bij onze klanten staan en helpen we hen om hun koppositie te behouden dankzij meer digitale communicatie in de keten!

Smart Connected Supplier Network (SCSN): Slim en efficiënt samenwerken met klanten en toeleveranciers Eenmalig aanmelden bij een SCSN Service Provider Eenvoudig en efficiënt data uitwisselen met aangesloten bedrijven

Lees meer op isah.com/scsn

Maak het met Isah.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.