Tulpia nr. 16, Februari 2010

Page 1

nu tijdelijk voor

€ 2,95

Twee werelden één blad www.tulpia.nl / Jrg 5 Nr 16 / feb mrt 2010 / € 2,95

Coşkun Sabah te zien op turkey now-festival

Betoverende stad Van Byzantium tot Istanbul

leyla Çakir en internationale vrouwendag

Zangeres Hadise Vlaams fenomeen wil de wereld veroveren met columns van jean tillie, imre de groot, lily sprangers en verder: tulpia actueel, kijk op zaken, blik op Brussel, tulpia forum en reizen



Hightech kan eenvoudig zijn. Levensechte film- en muziekbeleving, gewoon thuis. Maak kennis met het 3·2·1 GSX DVD home entertainment-systeem van Bose. ®

Home cinema uit slechts twee zichtbare luidsprekers.

automatisch de muziek waarvan u het meest geniet en doet voor-

Genieten van het krachtige geluid van een BOSE 3·2·1 -systeem

stellen voor andere nummers die u al lang niet meer hebt afgespeeld.

®

wordt nu nog gemakkelijker. Het 3·2·1

®

®

GSX DVD home

entertainment-systeem, gebaseerd op de exclusieve TrueSpace

®

Eenvoudig te installeren en te gebruiken. Dankzij de

digitale signaalverwerking, brengt films en muziek tot leven

HDMI-aansluiting is het makkelijk om uw HDTV aan te sluiten.

met geluid dat u lijkt te omringen. Twee krachtige GEMSTONE

Het 3·2·1 GSX-systeem kan uw dvd’s upscalen naar 1080p

®

®

®

luidsprekerarrays en een uit het zicht te plaatsen ACOUSTIMASS -

(full HD) voor een betere beeldkwaliteit. Het elegante media

module produceren een vol, ruimtelijk geluid waarvan

center is uitgerust met alle functies die u nodig hebt om te

u zou verwachten dat alleen een systeem met vijf

genieten van films en muziek, inclusief een dvd/cd-speler

luidsprekers het kan produceren.

en een am/fm- ontvanger. Met de universele afstandsbediening kunt u uw systeem en de meeste aangesloten apparatuur

Intelligente muziekweergave. Het systeem kan ook

eenvoudig bedienen.

uw favoriete muziek opslaan (tot 200 uren cd- en MP3 muziek) en is uitgerust

Overtuig uzelf. Vraag om een demonstratie bij de

met het nieuwe en innovatieve

geautoriseerde Bose dealer en hoor wat er gebeurt

uMusic + intelligente weergavesysteem. ®

wanneer hightech en eenvoud samenkomen.

Dit systeem ontwikkelt de vaardigheid om muziek voor u uit te zoeken, selecteert

VOOR FILMS. VOOR MUZIEK. VAN BOSE.

3·2·1 GSX ®

DVD home entertainment-systeem Voor dealer-adressen bel +31 (0)299 - 390290, e-mail consumenteninfo@bose.com of bezoek www.bose321.nl


TULPIA JRG 5 / NR 16 / FEB MRT 2010  WWW.TULPIA.NL Postbus 56822, 1040 AV Amsterdam Tel: +31 (0)20-337 64 90 / 222 19 82 Hoofdredactie Tuncay Çinibulak Redactie Suna Floret, Erhan Gürer, Frans Jeursen, Sonja Havermans, Kyra Kuitert, Maaike Lange Eindredactie John de Graaff  Correspondenten Boris Peters (Brussel), Marc Guillet (Istanbul)  Grafisch ontwerp Ingrid Scheinhardt Vertegenwoordiging in Turkije Yusuf Deniz Çinibulak (Istanbul) Uitgever Sakine Güzeldere / Uitgeverij Tulpia Media. De rubriek ‘Blik op Brussel’ is mede mogelijk gemaakt door een subsidie van het Europafonds. Coverfoto Eurovision Songfestival  © Tulpia 2010 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt via internet, door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever of auteursrechthebbende.

Colofon

de beleveniswerelden van Turken en Nederlanders. Tulpia is kort na de moord op Theo Van Gogh opgericht door Tuncay Çinibulak met het doel de communicatie tussen autochtonen en allochtonen te bevorderen.

Mission statement Tulpia is een tweemaandelijks tijdschrift met artikelen over actuele thema’s m.b.t. Nederland en Turkije en over zakendoen, cultuur en toerisme. Het blad probeert een brug te slaan tussen

FOCUS Nawal El Saadawi, Voorvechter vrouwenrechten / p. 40

Pafemme Gaat onder Nezos Demirel verder / p. 45

Hypatia van Alexandrië (schilderij van Charles William Mitchell, 1885)

EMANCIPATIE toen en nu / p. 39

8 maart is internationale vrouwendag. Op deze speciale dag wordt de aandacht gevestigd op de maatschappelijke en juridische positie van de vrouw overal ter wereld en vooral op wat daar aan schort. Niet overal hebben de vrouwen dezelfde rechten als mannen, niet overal worden ze gelijkwaardig behandeld. In deze aflevering van de rubriek Focus vragen we ons af wat de strijd om gelijke rechten en het feminisme de afgelopen eeuw hebben bereikt, en vooral wat er nog te bereiken valt.

46 Leyla Çakırs nieuwe stijl

48 Stoere vrouwen in opmars

4 Tulpia / jaargang 05 / nr 16 Leyla Çakır pakt het anders aan / p. 46

Marie Curie is een lichtend voorbeeld / p. 40

40 “He zus, ze houen ons er onder”

45 Nezos Demirel aan het roer

Stoere vrouwen nemen het heft in eigen hand / p. 48


08 Festival Turkey Now van start

Nieuw jaar, nieuwe kansen

10 Stagiaires weg van Istanbul

Het eerste nummer van dit nieuwe jaar geeft, zoals u zult merken, blijk van een nieuw elan. Ook werken we reeds met grote bezieling en enthousiasme aan de volgende nummers.

12 Slachtoffers gecrashte Turkish Airlines in actie 14 Etyen Mahçupyan over vriend Hrant Dink Şevval Sam, een meertalige nachtegaal / p. 8

16 Onderzoek: vallen allochtonen voor de PVV? 18 Gemeenteraadsverkiezingen in Delfshaven

KIJK OP ZAKEN 20 ADA Accountancy leeft van vertrouwen

en advies 22 Atilla Aytekin winnaar Turkey Trade Award

Etyen Mahçupyan over zijn vriend Hrant dink / p. 14

COVER STORY 24 Megaster Hadise: “Niets is onmogelijk”

TWEE WERELDEN EEN STAD 28 Van Byzantium tot Istanbul 32 Nederlander verliefd in Istanbul 34 Istanbul trekt bruidsjurk aan

BLIK OP BRUSSEL Hadise wil haar naam waardig zijn / p. 24

50 De lange weg van EGKS naar de EU 52 Hervormingen in Turkije zijn broodnodig

REIZEN 56 Sultan Süleyman viel voor Wenen 61 Festival rond de bijzondere bloedbloem 64 Wandelen met Kyra in Drenthe Sultan Süleyman, een macho bij Wenen / p. 56

Ondanks de sneeuw staat Tulpia volop in bloei. In 2006 en 2007 brachten we drie nummers per jaar uit, in 2008 vier, vorig jaar vijf. Dit jaar kunt u zes nummers van Tulpia tegemoet zien. Dit jaar staat Istanbul als culturele hoofdstad in de schijnwerpers. Deze stad van twee werelden krijgt in ons magazine alle aandacht. Vandaar ook dat we een nieuwe rubriek in het leven hebben geroepen, getiteld: Twee werelden, één stad. Naar aanleiding van internationale vrouwendag op 8 maart hebben wij onze rubriek Focus dit keer geheel gewijd aan de emancipatie van de vrouw. U maakt kennis met historisch belangrijke vrouwen en met de huidige voorvechters van het feminisme en de vrouwenbeweging. Verder breng ik graag een onderzoek over de komende gemeenteraadsverkiezingen onder uw aandacht, evenals onze artikelen over bedrijven, cultuur en reizen. Ik wens u nogmaals een gelukkig jaar en veel leesplezier met dit nummer.

columns 17 Jean Tillie: verkiezingen 38 Lily Sprangers: vrouwenrechten in bloei 54 Imre de Groot: Europeanen Turkije-moe

diversen 06 Fotopia 19 Tulpia Forum naar het besneeuwde drente / p. 64

55 Servicepagina

Tuncay Çinibulak, MA Hoofdredacteur

Tulpia / jaargang 05 / nr 16 5

TWEE WERELDEN ééN BLAD

Tulpia actueel

TULPIA INHOUD

IN DEZE EDITIE


fotopia

Istanbul staat dit jaar in de schijnwerpers. Veel kunstenaars en modeontwerpers grijpen deze kans om hun werken tentoon te spreiden. In deze showroom worden twee gezichten van Istanbul getoond: De moderne, Westerse en de klassiek Ottomaanse.

6 Tulpia / jaargang 05 / nr 16



TULPIA ACTUEEL tekst en beeld Tuncay Çinibulak

Een bloemlezing uit Turkije De derde editie van het culturele festival Turkey Now is van start gegaan. Tot 4 april wordt er op de Nederlandse podia een bloemlezing van muziek, dans, film en theater uit Turkije en van de Nederlandse bodem getoond. De organisatie, Stichting Kulsan, meldt dat de belangstelling voor de concerten tot nu toe enorm is. Dit laatste ligt in de lijn der verwachtingen, want er zijn toppers als Kibariye, Coşkun Sabah, Şevval Sam, Hüseyin Turan, Rojin en Serkan Çağrı. Speciaal voor dit festival reisde Tulpia naar Istanbul en sprak met een aantal van deze sterren. De prins van de romantiek

Terwijl Coşkun Sabah zijn kraag rechtzet om te poseren, wordt hij opgeschrikt door een man. “Mijn god, bent u het echt? Ik kan mijn ogen niet geloven”, zegt hij verrast. “Ja, ja, ik ben het,” reageert Coşkun Sabah, zanger en de beste Ud-speler van Turkije, gelaten. “Abi, laat mij even je handen kussen,” gaat zijn fan verder. “Nee, nee, u bent ouder dan ik,” zegt hij en omhelst de fan. Hij maakt hem duide­lijk dat hij verder moet met zijn werk. De man maakt snel een foto met zijn mobiele telefoon en loopt aarzelend weg. “Ik ben een tijdje uit beeld geweest,” gaat de artiest verder terwijl hij poseert. “Maar ik maak weer een come back.” Coşkun Sabah (1952) is half Armeens en half Assyrisch, geboren en getogen in de Koerdische stad Diyarbakır. Zoals vele andere musici is muziek hem met de pap­lepel ingegoten. Zijn vader speelde Ud en bij de Armeniërs, Assyriers en de Koerden is muziek 8 Tulpia / jaargang 05 / nr 16

een onmisbare vorm van troost en een deel van het dagelijkse leven. Velen spelen een instrument of zingen, al doen zij dat niet altijd professioneel. Coşkun groeide op in zo’n muzikale omgeving en begon vanaf zijn elfde zelf de Ud, een droog klinkende dikke luit, te spelen. Hij heeft bovendien een gouden stem. In Turkije wordt hij gezien als de prins van de romantische muziek. Al zijn albums gaan over vlammende liefdes en verlangens. Ik ben verliefd op jou (Aşığım Sana), Het liefdesboek (Aşk Defteri), Als tortelduif wachtend op de lente (Baharı bekleyen kumrular gibi) en Zo is ons liefdeslied (İşte bizim hikayemiz), zijn een aantal populaire albums. Al zijn liedjes bereikten stuk voor stuk de hitlijsten. Met zijn stem veroverde hij in één klap een plek in de harten van miljoenen muziekliefhebbers in Turkije. Hij begon zijn loopbaan in de cafés en bars van Istanbul totdat hij in 1970 door de grote meester Nurettin Selçuk werd ontdekt.


Şevval Sam

Coşkun Sabah

“Hij heeft naar mij geluisterd en heeft gezegd dat ik in zijn orkest moet spelen. Ik was toen een jaar of zestien en werkte samen met echte virtuozen.” Pas nadat hij begon te zingen, werd hij tot de belichaming van de romantische prins. Een andere bijnaam kreeg hij ook: de rokkenjager. Hij verwisselde van geliefde alsof hij een ander overhemd aantrok. Nog altijd is hij zeer in trek bij de jonge vrouwen. In deze rij hoort ook een Nederlandse schoonheid, Annabeth Berendsen, Miss Holland 1988. “Tijdens een concert van mij in Nederland had ik haar leren kennen,” lacht Coşkun. “Wij hebben zelfs samen geacteerd in de film “Anılar”. Van het ene kwam het andere en we verloofden ons. Dat duurde wel ‘een heel jaar lang’ en daarna zijn we uit elkaar gegaan.” Coşkun komt graag naar Nederland omdat ook een deel van zijn herinneringen hier verspreid liggen, vertelt hij. “Natuurlijk hoop je weer oude bekenden tegen het lijf te lopen, maar ook omdat ik het spannend vind om op te treden. Tot nu toe heb ik nooit voor een festivalpubliek gespeeld. Nu moet ik voldoen aan de verwachtingen van echte muziekliefhebbers.”

vooruit, omdat in Turkije de naam Sam alom bekend is. Haar moeder, Leman, is al vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw een vermaarde zangeres. Şevval trad in haar voetsporen en betoverde mensen vooral met haar zuivere stem en bescheiden persoonlijkheid. In het restaurant Demeti, in de Istanbulse wijk Sıraselviler, komt zij dan ook onopgemerkt binnen. Zij gaat naar de keuken, groet het personeel, hangt haar jas zelf op en treedt met een breed glimlach binnen. “Mijn ouders waren beiden professionele musici en ze zongen in twintig talen,” vertelt zij op kalme toon en neemt zij een slokje van haar Turkse thee. “Zij hebben mij kennis laten maken met muziek uit diverse culturen. In hun lijn heb ik ook in het Armeens, Grieks, Joods, Palestijns en Koerdisch gezongen.” Al snel werd zij hierdoor echter een doorn in het oog van de nationalisten in Turkije. Die namen haar vaak onder vuur, vooral vanwege het feit dat zij ook in de Armeense taal zong. “Gelukkig heeft het grote publiek mij omarmd en de ultranationalisten bleven roependen in de woestijn”

Een meertalige nachtegaal

Een andere topper is zonder meer zangeres Şevval Sam. Naast haar muzikale kwaliteiten wordt zij ook geroemd om haar acteertalent. Zij speelt in diverse televisie series, waaronder “Gül Beyaz”, de witte roos, en heeft met wijlen de artiest Kazım Koyuncu een album uitgebracht. Haar beroemdheid snelde haar

Haar multiculturele houding heeft haar diverse malen kopzorgen bezorgd. “Tijdens een concert in België stond een man op en riep dwars door mijn zang heen:’Wij zijn hier niet gekomen om naar de Armeense zang te luisteren’. Ik heb hem gevraagd om in dit geval de zaal te verlaten, want ik had meer Armeense liederen in mijn repertoire. Het liep daar bijna uit de hand. Toch zie je dat

de meeste Turken het heel leuk vinden om liederen in andere taal te horen, want onze culturen zijn met elkaar verweven. Turkije is multicultureel.”

‘Hij verwisselde van geliefde alsof hij een ander overhemd aantrok‘ Met haar eerste album, Sek (puur), vestigde zij in 2006 haar naam. Een jaar later werd zij onderscheiden door de Yıldız universiteit als de beste zangeres van het jaar 2007. Toen zij haar tweede album, “Istanbul Secret’s” met internationaal bekende musici als Rob Garza (Verenigde Staten) en Benjamin Escorizo & Radio Tarifa (Spanje) uitbracht, kon haar populariteit niet meer stuk. Tijdens het Turkey Now Festival zal ze dan ook veel uit dit album zingen. “Voor mij is elk concert een even spannend. Ik hoop dat ook te ervaren in Nederland.”

Voor de volledige agenda kijk op:

www.turkeynowfestival.nl en www.tulpia.nl

Tulpia / jaargang 05 / nr 16 9


TULPIA ACTUEEL door ONZE CORRESPONDENT IN ISTANBUL marc guillet  fotografie slawomira kozieniec

“Ik droom van werken in Turkije en Nederland” Twee stagiaires van het ROC Leiden hebben tijdens een verblijf van acht weken in Turkije ‘het land van hun ouders’ op een heel andere manier leren kennen. “Het is hier allemaal veel strenger.”

W

ow, wat een uitzicht! Op de voorgrond de drukke haven van Kadıköy met veerboten die over de Bosporus varen tussen dit Aziatische deel van Istanbul en de Europese kant. In de verte de skyline van de oude stad met de drie toeristische topattracties naast elkaar: het Topkapı-paleis, de Aya Sophia en de Blauwe Moskee. Sercan Ersoy (20) en Merve Işcen (17), stagiaires van het ROC Leiden, zijn geluksvogels. Elke dag genieten zij van dit uitzicht, vanuit het accountantskantoor op de derde verdieping, waar ze acht weken in de praktijk leren wat het beroep van administrateur inhoudt. Nu, aan het eind van hun stageperiode, beseffen ze dat ze in heel korte tijd ook heel veel hebben geleerd over het echte Turkije, het land van hun ouders. “Voorheen kwamen we hier alleen op vakantie. Dan krijg je toch een ander beeld van Turkije,” zegt Merve. Zo ontdekten ze dat ze in sommige opzichten hun Turks moesten bijspijkeren. “Aller­lei termen die ze hier op het accountantskantoor gebruiken, kenden wij bijvoorbeeld niet,” aldus Sercan. Ook de werkcultuur in Turkije is anders. Merve: “De eerste dagen konden we nog niet zo goed inschatten hoe lang het ons zou kosten om naar het werk te gaan en kwamen we te laat. De baas zei meteen: ‘In Neder­land gaat het er misschien anders aan

10 Tulpia / jaargang 05 / nr 16

toe, maar hier hoor je op tijd te komen’.” In Turkije is de bedrijfscultuur ook veel hiërarchischer. “Als hier de directeur of anderen die boven je staan binnenkomen, moet je meteen opstaan. Er is meer respect, ook wel angst,” zegt Sercan. In een aantal opzichten wordt er minder efficiënt gewerkt, zo merkten de stagiaires. Sercan: “In Nederland zit je gewoon een hele dag op kantoor. Alles gaat veel mak­kelijker. Voor betalingen maak je gewoon een acceptgirokaart aan. We zijn vaak naar het belastingkantoor geweest voor klanten. Ik denk dan ‘waarom bellen ze niet of sturen ze de papieren niet gewoon op?’. Voor een wijziging of een stempel moet je een heel eind weg. Dat kost veel tijd.” De druk om het efficiënter aan te pakken is niet zo groot, omdat arbeid in Turkije weinig kost. En er zijn talloze werklozen die alles willen aanpakken. Merve: “Hier maken ze van alles werk. Daarom is de dienstverlening veel groter dan in Nederland. Heel veel wordt aan huis bezorgd. Als je hier naar een tankstation gaat, staan er allerlei mannetjes klaar die voor je tanken en je ruiten schoonmaken. In Nederland moet je zelf tanken.” Het ROC Leiden is in het kader van zijn beleid internationalisering en diversiteit al sinds 2005 actief in Turkije. De mbo-opleiding heeft inmiddels twee partnerscholen: het Kadıköy Ticaret Anadolu Meslek Lisesi, een handelsschool in Istanbul, en een soort­gelijke school in de hoofdstad Ankara.

“Ons doel is door onderwijskundige samenwerking en uitwisseling van leerlingen meer kennis te krijgen van verschillende culturen,” zegt Hugo Snabilie, directeur van de unit Handel & Economie van het ROC Leiden. De Turkse partnerscholen zoeken bedrijven uit die voldoen aan de criteria voor stageplaatsen. In Istanbul kunnen leerlingen

‘In Nederland doen de rijken normaal’ onder meer stage lopen bij Fortis, Canon, de Kamer van Koophandel, Ural Medikal, IKEA, Anadolu Sigorta (de grootste ver­ zekeraar van Turkije), het accountants­ kantoor waar Sercan en Merve stage lopen en SBS, een bedrijf in medische apparatuur. In Ankara zijn er drie bedrijven bereid om stagiaires uit Leiden te begeleiden: het Duitse bedrijf MAN, dat bussen produceert; Beyaz Filo, een leasemaatschappij; en Rigips, een van oorsprong Frans bedrijf dat bouwmaterialen en cementblokken produceert. Hugo Snabilie is druk bezig met het uitbreiden van het netwerk aan bedrijven in Turkije waarmee het ROC Leiden een langdurige relatie wil aangaan. “De filosofie van ons beleid is dat de leerlingen die onze opleiding met een diploma verlaten, komen te werken in een internationaal georiënteerde,


Merve Işcen en Sercan Ersoy aan het werk in Istanbul

multiculturele maatschappij,” zo benadrukt de directeur. “De beste voorbereiding daarop is ervaring in het buitenland. Zo’n stage heeft een behoorlijke impact. Onder meer op hoe je aankijkt tegen andere landen. Het maakt je opener naar andere culturen.” Merve en Sercan, die beiden nog bij hun ouders wonen, zijn daar goede voorbeelden van. Ze hebben veel geleerd. En niet alleen over het vak van accountant. Ze zijn in Istanbul heel snel zelfstandig en volwassen geworden. “We moesten alles zelf regelen,” zegt Merve. “De taken in huis verdelen. Hoe we met geld moeten omgaan. Kleding wassen. Alles.” Beiden zijn erg enthousiast over hun stage en hun verblijf in deze dynamische wereld­ stad. Het leven in Istanbul is veel opwindender dan in Den Haag. Merve: “In Neder­land is er niet veel te beleven. Je hebt echt een standaardleventje daar. School, werk, terug naar huis. Dan tv kijken. Hier kun je na het werk nog van alles doen. De winkels zijn tot heel laat open. ’s Zondags is het overal heel druk en gezellig. In Nederland is er op zondag niets te beleven.”

Sercan miste vooral zijn moeder en zijn vrienden. “Eerlijk gezegd zou ik hier niet willen wonen. Alleen als ik rijk zou zijn. Hier zijn de verschillen tussen rijk en arm heel groot. In Nederland zijn er allerlei voor­zieningen voor armere mensen. Hier niet. En in Nederland hebben mensen gelijke rechten; ze zien je als een mens, en je hebt recht op dezelfde behandeling in ziekenhuizen bij voorbeeld. Hier in Turkije heb je twee soorten ziekenhuizen: privéziekenhuizen voor mensen met geld en dan de staatszieken­huizen waar je bijvoorbeeld uren moet wachten voor je aan de beurt bent.” Die tweedeling tussen arm en rijk in Turkije is hen allebei opgevallen. Merve: “Als je geld hebt, word je behandeld als een koning. Dat is niet goed. Dat heb ik wel gezien.” Sercan: “In restaurants zag ik vaak een tweedeling van gasten: de ene kant van het restaurant was voor de rijken en de andere kant voor de rest. Aan de kant van de rijken zijn de menu’s zonder prijzen! Ze maken echt veel onderscheid. Rijken laten ook graag zien hoe rijk ze zijn. Ze komen met hun grote auto aan, stappen voor de deur uit en laten iemand

van het personeel de wagen parkeren. In Nederland doen de rijken normaal, maar hier zie je echt het verschil.” Een eye-opener voor hen was dat ze in Istanbul ook worden gezien als ‘buiten­ landers’. Hun Turks is afwijkend. Ze zien er qua kleding anders uit, vooral wanneer ze les hebben op de partnerschool. “De Turkse leerlingen mogen geen kleurige kleding aan op school, geen make-up, geen sieraden. Als de leraar binnen komt, moet iedereen gaan staan. Het is hier veel strenger,” zegt Merve. Ze zijn het land van hun ouders met andere ogen gaan bekijken. “De Turkse jongeren zijn hier moderner dan ik dacht,” aldus Sercan. “Minder conservatief dan de Turkse jongeren in Nederland.” Beiden willen later gebruik maken van hun meertaligheid en het feit dat ze zowel de Nederlandse als de Turkse cultuur goed kennen. Na het behalen van hun diploma administrateur op het ROC willen ze allebei een vervolgopleiding aan het hbo doen en accountant worden. Merve: “Werken in Turkije en Nederland, dat is mijn droom.”

Tulpia / jaargang 05 / nr 16 11


TULPIA ACTUEEL door JOHN DE GRAAFF

“Bij een luchtramp kom je nooit met de schrik vrij” Op 25 februari 2009 crashte de Boeing 737-800 van Turkish Airlines kort voor de landing op de Polderbaan van Schiphol. Het vliegtuig boorde zich die ochtend tegen half elf in een akker. Daarbij vonden negen van de 135 inzittenden de dood. De slachtoffers van de ramp zijn al een jaar bezig met juridische procedures. Deze kunnen wel twee jaar in beslag nemen. “In de tussentijd moeten de slachtoffers verder in het reine Frans Vreede

S

komen met het leven.”

inds die waanzinnige woensdag is hij met het drama bezig, bijna elke dag. Frans Vreede (59), advocaat luchtrecht bij AKD in Rotterdam, vertegenwoordigt inmiddels 21 slachtoffers, zowel Nederlanders als Turken. Naast zwaar lichamelijk letsel, zoals een gebroken rug en verbrijzelde benen, is er binnen de groep ook sprake van ernstige psychische schade, zoals herbeleving. In sommige gevallen is er sprake van maanden revalidatie, zelfs van een zesde operatie. “Bij een luchtramp kom je nooit met de schrik vrij. Ook mensen die zonder fysiek letsel uit de wrakstukken zijn geklommen, krijgen na verloop van tijd vaak psychische klachten. Voor velen is dat ongeveer nu,” stelt Vreede. Als voorbeeld van hoe fout het kan gaan, noemt hij de zaak van een ernstig gewonde cliënt. Deze Turkse Nederlander dreigde ondanks alle regelingen in ons land overal naast te grijpen. “Zijn huurflat lag op drie hoog en had geen lift. Hij kon dus zijn huis niet in of uit. Verhuizen naar een grotere flat was er door zijn gezinssamenstelling niet bij. Bovendien bleek al snel dat de man zijn zware werk als stoffeerder nooit meer zou kunnen uit­oefenen. 12 Tulpia / jaargang 05/ nr 16

Met mijn team hebben we gelukkig een oplossing voor dit gezin weten te vinden.” Van definitieve vergoedingen is volgens hem pas sprake bij een medische eind­ toestand. “Geen van de gevallen is nog zo ver, wel zijn er voorschotten van enkele tien­ duizenden euro’s betaald, maar een aantal slachtoffers kan uiteindelijk op tonnen rekenen. Ja, de onder­handelingen met Turkish Airlines lopen heel goed. De maatschappij doet het alle­maal heel zorgvuldig.” Begonnen als transportjurist kwam Frans Vreede via een gewonnen zaak over de luchtvaart terecht in het segment dat nu met recht zijn specialiteit mag worden genoemd. Hijzelf is daar betrekkelijk laconiek onder. “Ach, je weet hoe dat gaat. Je wint een zaak, je schrijft erover, er komt een nieuwe zaak en voor je ’t weet ben je specialist”, en die concludeert koeltjes dat de crash van vlucht TK1951 een ‘bijzondere zaak’ oplevert. “Er zijn namelijk veel overlevenden en dat komt niet zoveel voor bij luchtrampen,” stelt Vreede, met een verwijzing naar het ongeval met het verkeerstoestel van Air France. Dat vliegtuig verdween begin juni 2009 boven de Atlantische Oceaan in slecht weer plotseling van de radar.

‘De onder­handelingen met Turkish Airlines lopen heel goed’


Hotel voor naturisten Wie in Turkije naturistisch wilde recreëren, was tot voor kort aangewezen op het maken van een bootreis. Daar is verandering ingekomen door de ontdekking van de Nederlandse reisorganisatie Internatuur en haar internationale partners van Natunion. Zij hebben de exclusieve rechten verworven van Adaburnu, het eerste naturisten all-inclusive hotel in Turkije. Rondom de moderne accommodatie, gelegen op een schiereiland op 56 kilometer van het bekende Marmaris, is tussen 8 uur ’s morgens en 8 uur ’s avonds naturisme toegestaan. Alleen in het restaurant en in de receptie is het dragen van kleding verplicht. Het in juli 2009 geopende Adaburnu ligt direct aan de kust. Voor het hotel ligt een textielstrand, waar topless baden is toegestaan. Op ongeveer 20 minuten rijden met een (gratis) shuttlebus ligt in een beschutte baai een privé naaktstrand van het hotel. Het heldere water is ideaal voor liefhebbers van zwemmen of snorkelen. Op het strand zijn allerlei voorzieningen, zoals een bar, sportvoorzieningen, douches en toiletten. Het strand hoort bij een groot ongerept natuurgebied, waar de gasten ook zonder kleding mogen rondlopen.

Hulpverleners bij het neergestorte toestel

Alle 228 inzittenden – op weg van Rio de Janeiro naar Parijs – kwamen om het leven. Bij een ongeluk is de luchtvaartmaatschappij in principe altijd aansprakelijk, aldus Vreede. In het geval van Turkish Airlines is er echter ook sprake van technische mankementen aan het toestel. Door een falende radiohoogtemeter is ook de aansprakelijkheid van fabrikant Boeing in het geding. En zo heb je ineens te maken met de Verenigde Staten, waar de wetgeving in sommige gevallen sterk afwijkt van die in Europa, en eventuele vergoedingen in bedragen met veel nullen voor de komma worden geschreven. Eerst maar even een significant verschil. “Bij een vliegramp kan sprake zijn van een bijnadoodervaring: de Nederlandse wet kent hiervoor geen financiële tegemoetkoming, de Amerikaanse wel. Wij als advocaten zijn verplicht om onze cliënten op dergelijke verschillen te wijzen, wat we er zelf ook van mogen vinden.” AKD heeft haar cliënten aanbevolen om de zaak in de VS in handen te geven aan Clifford Law Offices in Chicago. Deze kenners van de luchtvaart handelen in dit geval op basis van no cure no pay. “Clifford

denkt echter een keiharde zaak te hebben, aangezien fabrikant Boeing van de problemen met de hoogtemeters wist, maar er nog niets aan had gedaan om ze op te lossen. Dat was vooral een taak van de piloten.” De procedure in de VS kan volgens Vreede wel twee jaar in beslag nemen. “In de tussentijd moeten de slachtoffers verder in het reine komen met het leven. Ze doen cursussen ter bestrijding van vliegangst, want ze moeten in het kader van de procedure mogelijk allemaal in de VS voor een jury verschijnen. Ja, het zou uiteindelijk om vergoedingen van miljoenen dollars per persoon kunnen gaan.” Zij die ‘met de schrik vrijkwamen’ óók? “Inderdaad,” benadrukt Vreede. “In Nederland kan ik voor hen weinig doen. Maar in Amerika kunnen ook zij een forse schadevergoeding claimen.” Dan nog even terug naar woensdag 25 februari 2009, de dag van TK1951. “Waar ik was toen ik het hoorde? Ik zat in de auto en kreeg een telefoontje van kantoorgenoten. Je kunt er dan donder op zeggen dat wij werk krijgen. Want op dit gebied zijn er maar weinig specialisten in ons land.”

Turks Museum Hoorn gaat naar Den Haag Het wegvallen van de gemeentelijke subsidie dwong het Turks Museum in de Wisselstraat in Hoorn eind 2009 zijn deuren te sluiten. Reden voor het besluit waren de teleurstellende bezoekersaantallen en het gebrek aan draagvlak binnen de kleine Turkse gemeenschap in Hoorn. De collectie wordt in haar geheel overgedragen aan het Turks Museum Nederland in Den Haag, waarvan het beeldmateriaal in bruikleen wordt gegeven. Het eigendom van het bruikleen blijft bij oprichter/eigenaar Şenol Oçaklı. Het Haagse museum is begin 2009 opgericht. Het bestuur van het Turks Museum in Hoorn steunt het voortgaan in het Turks Museum Nederland, dat in Den Haag een enthousiaste en brede aanpak voorstaat.

Tulpia / jaargang 05 / nr 16 13


TULPIA ACTUEEL door SUNA FLORET

Hrant Dinks opvolger over democratisering Drie jaar geleden werd in Istanbul de Turks-Armeense journalist Hrant Dink vermoord door Turkse nationalisten. De hoofdredacteur van de Armeens-Turkse krant AGOS was een geliefde intellectueel in de stad. De daders zitten inmiddels vast, maar onbekend is nog altijd welke duistere krachten achter de aanslag zitten. Onze nieuwe medewerkster Suna Floret woonde de herdenking van Hrant bij en sprak met zijn opvolger bij AGOS, Ethen Mahçupyan. “Hrant heeft een enorme leegte achtergelaten.”

O

nder de huidige regering van de conservatieve premier Tayyip Erdoğan doen zich interessante ontwikkelingen voor. Zijn AK-partij (partij voor gerechtigheid en welvaart) voert een actief buitenlands beleid, heeft bevroren betrekkingen sinds de Eerste Wereldoorlog uit de ijskast gehaald en hij heeft een handreiking gedaan naar de Koerdische deel van de bevolking. Dit allemaal onder de noemer: demokratik açılım, democratische opening. Hoewel de regering Erdoğan van links en rechts onder vuur ligt, lijkt zij vastbesloten op de ingeslagen weg door te gaan.

Hoe kijkt u tegen de normalisering van de Turks-Armeense betrekkingen? “We leven in een verbonden wereld. En deze twee landen hebben een gezamenlijke cultuur, ze hebben samen een paradigma gecreëerd. Uiteindelijk moeten de grenzen worden geopend. De toestand waarin de twee buren in de laatste zeventien jaar hebben gezeten, was niet vanzelfsprekend. Daarom steun ik het openen van de grenzen van harte.”

Wat is het verschil met tien jaar geleden? 14 Tulpia / jaargang 05 / nr 16

‘Hrant Dink wilde het onbespreekbare bespreekbaar maken’ Waarom konden deze stappen toen niet worden gezet? “Waarom is Obama nu wel als president in de VS gekozen en niet tien jaar geleden? De stem van het volk verandert. Zodra de mentaliteit van een volk verandert, ontstaat er een behoefte aan nieuwe politici. Zo is er in Turkije de laatste vijftien jaar veel ontwikkeling geweest in de islamitische groeperingen. Eén resultaat daarvan is de AK-partij en die kijkt nu eenmaal anders tegen de wereld aan dan andere partijen.”

Denkt u dat de AK-partij de architect is van de nieuwe ontwikkelingen tussen Armenië en Turkije? “Absoluut. Als de AK-partij nu niet de touwtjes in handen had gehad, dan was er niet


Hrant Dink

eens een kans geweest om de grenzen te laten openen, laat staan de daadwerkelijke realisatie daarvan.”

U bent de plaatsvervanger van Hrant Dink. Voelt u enige druk? “Hrant Dink was een zeer goede vriend van mij. We waren iedere dag samen en ik zag wat hij bij de krant deed. Het was niet zo dat ik een functie naar me toegeschoven kreeg waarvan ik niet wist wat die inhield. Het was een natuurlijke overgang in mijn leven. Maar uiteindelijk heeft de dood van Hrant Dink zo’n enorme leegte achtergelaten, dat de dingen bij de krant soms als onbelangrijk aanvoelen. AGOS is voor mij absoluut geen last, is dat ook nooit geweest. Het was een taak die moest worden overgenomen en er was niemand anders die dat zou kunnen doen.”

Heeft de dood van Hrant Dink de journalistiek bij AGOS veranderd? Is er een bepaalde angst bij uw journalisten? “Nee, precies het tegenovergestelde. Vooral de Armeense jongeren zijn zich nog moediger gaan gedragen. Op de ouderen heeft de gebeurtenis een andere invloed gehad.

Etyen Mahçupyan

Zij waren al angstig en zenuwachtig. Na de moord op Hrant Dink voelden de oudere Armenen dat ze gelijk hadden om zich zo angstig te voelen. De redactie van AGOS is jong en daarom kan ik met gemak zeggen dat wij met moedige journalisten werken.”

Denkt u dat het in de toekomst makkelijker wordt voor de Armeniërs om te zeggen dat ze Armeens zijn? Zonder hier terughoudend over te doen? “Er ontstaat nu al een trend. Turkse families die Armeense kennissen hebben, spreken dit tegenwoordig zonder aarzelen uit. In 1915 zijn veel Armeense kinderen opgenomen in Turkse gezinnen. Er zijn honderdduizend Turkse gezinnen die een band hebben met een Armeen. Als de Turken al kunnen zeggen dat ze een Armeen kennen, dan is het voor de Armeen zelf ook een stuk makkelijker om hier voor uit te komen. In Turkije hebben de mensen in een wereld geleefd waar je afkomst niet wordt verteld. Tegenwoordig wilt iedereen laten weten waar ze vandaan komen. Het lontje voor deze groeiende beweging in Turkije heeft Hrant Dink aangestoken.”

Was dat het doel van Hrant Dink met AGOS? “Hij wilde met zijn krant zeggen: ‘Wij bestaan ook, wij zijn er ook’. En ook: ‘In Turkije leven ook Armeniërs’. Ten tweede wilde hij duidelijk maken dat de twee groepen de gezamenlijke geschiedenis verschillend interpreteren. Hij wilde de verschillen bespreekbaar maken. Vorige week schreef een van onze journalisten het volgende in onze krant: ‘Hrant Dink wilde het onbespreekbare bespreekbaar maken’. In mijn ogen heeft hij zijn doel bereikt.”

‘AGOS is voor mij absoluut geen last, is dat ook nooit geweest’

Tulpia / jaargang 05 / nr 16 15


TULPIA ACTUEEL door frans jeursen

Hebben allochtonen ook hart voor de PVV? Ware democratie kan niet bestaan zonder een actieve rol van burgers. Die brengen hun stem uit en kiezen zo hun vertegenwoordigers. Woensdag 3 maart wordt er gestemd voor nieuwe gemeenteraden. Bureau MCA Communicatie deed aan de vooravond van deze verkiezingen onderzoek naar de voorkeuren van de Nederlandse bevolking. Opmerkelijk: één procent van de Turken en Marokkanen zegt te stemmen op de PVV van Geert Wilders.

H

et zegt misschien iets over de staat van het land, maar bijna de helft van de Nederlandse burgers heeft geen idee wanneer de volgende gemeenteraadsverkiezingen worden gehouden. Tweederde van de Marokkanen weet van niets (65%), gevolgd door Turken en Antil­ lianen (beiden 54%) en Surinamers (52%). Van de autochtone Nederlanders moest 46% het antwoord schuldig blijven. Natuurlijk zijn er groepen die beter zijn geïnformeerd. Eenentwintig procent van de autochtone Nederlanders wist dat de ver­ kiezingen in maart 2010 zijn, tegen 12% van de Turken. Opnieuw bengelen de Marok­ kanen wat betreft kennis over verkiezingen onderaan met slechts 9%. Onder hen die niet de verkiezingsmaand maar wel het jaar konden noemen, ontliepen Turken, Surinamers en Nederlanders elkaar met respectievelijk 15, 16 en 17% niet veel. Antillianen deden het wat dat betreft het beste met 22%. 16 Tulpia / jaargang 05 / nr 16

Allochtone mannen (48%) en jongeren tussen 15 en 29 jaar (44%) wisten het vaakst wanneer de eerstkomende gemeenteraadsverkiezingen waren. Vrouwen scoorden 39%. De belangstelling voor dit onderwerp neemt bij de groep ouder dan 65 jaar heel sterk af. Slechts 17% van hen wist wat en wanneer. Weten wanneer is natuurlijk geen garantie dat men daadwerkelijk naar de stembus gaat. Van de Nederlanders zegt 59% te gaan kiezen en van alle allochtone groeperingen in ons land zijn de Turken met 53% het meest bereid de daad bij het woord te voegen. Surinamers, Marokkanen en Antillianen zijn duidelijk minder geïnteresseerd met 44, 36 en 32%. Opvallend zijn de grote aantallen twijfelaars; mensen die nog niet weten of ze het stemhokje zullen opzoeken. Antillianen aarzelen in 36% van de gevallen. Daarna komen Marokkanen en Surinamers met 28 en 26%. Hekkensluiters in dit opzicht zijn de Nederlanders en de Turken met resp. 15 en 16%.

En welke politieke partij gaat uiteindelijk met de eer strijken? Heel opmerkelijk is de sterke voorkeur van Marokkanen (33%) en Turken (24%) voor de PvdA die bij de andere groepen beduidend minder in de smaak valt. Het meest dichtbij komen nog de Surinamers (19%), maar autochtone Nederlanders en Antil­lianen zijn met 11 en 15% duidelijk minder enthousiast over de partij van Wouter Bos. De SP doet het met 17% het best onder Marokkanen, maar scoort bij alle andere groepen onder de tien procent. GroenLinks neemt in dit geheel een bijzondere positie in. Het is eigenlijk de enige partij na de PvdA die over de hele linie een hoge populariteit geniet. Tien procent van de Turken loopt daar warm voor, 19% van de Marokkanen, 15% van de Surinamers, 12% van de Antillianen en last but not least 14% van de Nederlanders. Treurig is het gesteld met de aanhang van CDA en VVD, iets beter met D66. Onder allochtonen komt de aanhang van CDA en VVD nergens boven


‘De PvdA doet het nog altijd goed bij Turken en Marokkanen’ vindt het heel belangrijk, een interessant verschil in waardering. Ook Surinamers en Antillianen scoren hier hoog met respec­ tievelijk 40 en 48%, maar het meest verbazingwekkend is wel het hoge aantal Nederlanders dat het woord belangrijk aankruiste: liefst 30%. Tegelijk vind je onder die laatste groep ook het hoogste percentage mensen dat daar geen enkel belang aan hecht, te weten 22. De andere groepen komen hier niet hoger dan 10%; de Turken scoren wat dat betreft het laagst met 4%. Wat de daadwerkelijke uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen wordt, moeten we natuurlijk afwachten. Prognoses worden niet zelden door de feiten gelogenstraft en de verdeelde meningen over politieke hete hangijzers zoals de AOW kunnen een sterke zo niet beslissende invloed hebben op het stemgedrag. Dat laatste behoort echter tot het wezen van de democratie en zo hoort het ook te gaan.

D

e opschudding was groot, na de gemeenteraadsverkiezingen van 7 maart 2006. De Volkskrant schreef onder de kop De zwarte middelvinger: “De allochtone stem verraste in de grote steden de lokale politiek. Het was alsof een zwarte hand zich tot een vuist balde, zo hard op de tafel sloeg dat de glazen ervan rinkelden en alle aanwezigen geschrokken opkeken.” Rond de 80% van de belangrijkste etnische groepen in de grote steden had PvdA gestemd en dat bleek doorslaggevend voor de lokale politieke machtsverhoudingen. Volgend diezelfde Volkskrant had de PvdA in Rotterdam het zelfs als expliciete strategie: zoveel mogelijk stemmen van de allochtone kiezer trekken: ‘We zijn bijvoorbeeld naar de Mevlana-moskee gegaan en we hebben ze uitgelegd dat ze deze ene keer geen CDA moesten stemmen, omdat ze Leefbaar Rotterdam er dan gratis zouden bij krijgen. Nou, dat snapten die mannen wel, hoor.’ Rotterdam leek etnisch verdeeld: de PvdA met een grote allochtone achterban versus Leefbaar Rotterdam met een grote autochtone achterban. Tegelijk met de verrassing kwamen er zorgelijke geluiden. De Volkskrant schreef dat het succes van de PvdA in Rotterdam een nadeel had: ‘Cliëntelisme ligt op de loer. Veel allochtone kiezers verwachten iets terug van degenen die zij met voorkeursstemmen in het zadel hebben geholpen. Zo gaat dat in het thuisland immers ook.’ Wouter Bos liet in Het Parool optekenen dat hij ‘ongelukken’ voorzag met de nieuwe allochtone raadsleden. Veel allochtone kandidaten reageerden verontwaardigd. Op de website van de PvdA kwamen tal van reacties binnen. ‘Dit voelt als een dolkstoot in de rug’, schreef er één. Toenmalig PvdA-kamerlid en huidig staatssecretaris Nebahat Albayrak vermoedde dat Bos verkeerd was geciteerd en voegde daaraan toe dat ‘het juist een goede ontwikkeling is dat mensen met voorkeursstemmen in de raad komen. Een stevige band met de kiezer, dat willen we toch zo graag?’ Een en ander deed Gabriël van den Brink, hoogleraar bestuurskunde aan de Universiteit van Tilburg, in NRC verzuchten dat hij de reacties op de allochtone stem ‘benepen, enghartig en regentesk’ vond: “Eerst werden alloch­ tonen bekritiseerd omdat ze niet naar de stembus gingen. Nu doen ze dat wel, en vinden we dat ze op de verkeerde kandidaten hebben gestemd.” Toen kwamen de Tweede Kamerverkiezingen en was het weer raak. PvdA en CDA eisten van hun Turkse kandidaten dat ze de Armeense genocide zouden erkennen. Het resultaat was dat er kandidaten van de partijlijsten werden verwijderd. Dit deed de toenmalige Rotterdamse wethouder Orhan Kaya (zelf van Koerdische afkomst) in het AD verzuchten: ‘Het lijkt wel op een klopjacht op Turkse raadsleden. Iedereen moet plots kleur bekennen, en dan nog wel over zo’n gevoelig onderwerp als genocide.’ De belangenorganisatie Turks Forum riep alle 164.000 kiesgerechtigde Turken op om uit protest op D66 te stemmen en meer specifiek op Fatma Köser-Kaya, die niet door haar partij was gedwongen een oordeel te vellen over de gebeurtenissen uit het begin van de vorige eeuw. Als ik, anno 2010, met allochtone Nederlandse kiezers praat, blijken deze gebeurtenissen nog vers in het geheugen te liggen. Veel etnische Nederlanders beschouwen de discussies uit 2006 nog steeds als onfris. Gecombineerd met het ronduit vijandige klimaat ten opzichte van etnische minderheden en het succes van de PVV in de opiniepeilingen belooft dat niet veel goeds. De grootste kans is nog dat veel etnische Nederlanders wegblijven bij de komende gemeenteraadsverkiezingen. Dat zou erg jammer zijn, want als de raadsverkiezingen van 2006 iets hebben bewezen, is het wel dat stemmen er toe doet. Op lokaal niveau kan de etnische stem zelfs doorslaggevend zijn.

Tulpia / jaargang 05 / nr 16 17

TULPIACOLUMN

VERKIEZINGEN

Jean Tillie / Bijzonder hoogleraar verbonden aan de Universiteit van Amsterdam

de 7%. Het meest opmerkelijk is misschien toch wel dat nog altijd 1% van de Turken en Marokkanen zijn stem uit zou brengen op de PVV van Geert Wilders (en 8% van de Nederlanders). We zouden daarvoor voorzichtig de verklaring aan willen dragen dat het gaat om groepen geseculariseerde en hoger opgeleide personen, die niet al te positief staan tegenover de islam. Uit eerder onderzoek van MCA bleek reeds het verband tussen een hogere opleiding en ongelovigheid en wellicht speelt dit hier ook een rol. De voorlopigheid van deze prognose blijkt echter wel uit de grote groep mensen, die nog geen partij heeft gekozen. Hier spannen Antil­lianen de kroon met niet minder dan 47%, gevolgd door Turken met 40%. Marok­ kanen zijn met 23% van alle groepen het meest zeker zijn van hun zaak. Uit de interviews kwam duidelijk naar voren dat allochtone groepen onder de Neder­landse bevolking veel waarde hechten aan allochtone kandidaten op de kieslijsten. Achtentwintig procent van de Turken vindt dat heel belangrijk en 50% vindt het belangrijk. Ook 55% van de Marokkanen is die laatste mening toegedaan, maar slechts 12%


TULPIA ACTUEEL door frans jeursen

Lokale nuance of landelijke lijn? Woensdag 3 maart zijn er gemeenteraads­ verkiezingen. Een belangrijk moment, aangezien de maatregelen van de lokale overheden het publiek heel direct kunnen raken. In de Rotterdamse deelgemeente Delfshaven wordt al druk campagne gevoerd. En wat blijkt: plannen zijn er volop.

W

e trappen af met het CDA. Die partij wil vooral de samen­ leving activeren mee te doen in de politieke besluitvorming. “Uiteindelijk moeten de bewoners het voor het zeggen hebben en meebeslissen,” zegt Ali Ünal. Zijn partij hecht grote waarde aan het bevorderen van de veiligheid op straat, voor zowel de bewoners als de ondernemers. “De politie moet de winkeliers meer ondersteunen en beveiligen en hard optreden tegen asociaal gedrag. Als de straten beter worden schoongehouden, verhoogt dat het gevoel van veiligheid.” In de deelgemeente leven ruim 71.000 mensen van vaak zeer uiteenlopende etnische herkomst in een gebied van nauwelijks zes vierkante kilometer. Om die reden is het bewaren en stimuleren van eenheid van cruciaal belang. Carlos Gonçalves van de PvdA legt daar namens zijn partij het zwaartepunt. “Wij gaan voor een deelgemeente als thuishaven voor iedereen. Niet je afkomst 18 Tulpia / jaargang 05 / nr 16

is belangrijk, maar wat je mogelijkheden zijn in de toekomst. We willen Delfshaven van probleemgebied tot kansrijk gebied maken en zowel op economisch als sociaal gebied investeren in het scheppen van een perspectief van hoop. Verder trachten we een goede relatie tot stand te brengen tussen werkgever en werknemer. Ook het bevorderen van de veiligheid telt voor ons zwaar.” Dat laatste onderwerp is ook voor Leefbaar Rotterdam, afdeling Delfshaven, van groot belang. “De onrust op straat is een indicatie van de sociale situatie,” concludeert Ruud Ruigendijk. “Ouderen durven de deur niet meer uit en vereenzamen. Crimineel gedrag is een gevolg van achterstand en werkloosheid. Een manier om dit tij te keren, is om jongeren weer beter te scholen. Wat ons betreft zou de oude lts weer moeten worden ingevoerd, zodat jongeren een echt vak kunnen leren. Bovendien moet iedereen Nederlands spreken. We streven naar een grotere inte­gratie

‘Niet je afkomst is belangrijk, maar je mogelijkheden in de toekomst’ van alle bevolkings­groepen en anderzijds willen we de toestroom van kansarmen naar Delfshaven stoppen.” Leefbaar Rotterdam vindt dat de politieke laag van de deelgemeenten überhaupt moet worden opgeheven. Dat zou volgens de partij jaarlijks 500 euro lastenverlichting per huishouden opleveren. D66 streeft net als het CDA naar het bevorderen van de actieve deelname van de bevolking aan de besluitvorming. De partij hecht erg veel belang aan goed onderwijs, maar legt het accent anders dan Leefbaar Rotterdam. “We moeten meer vertrouwen hebben in de eigen kracht van Rotterdammers en Delfshave­ naren,” zegt Marcel Mos, voorman van D66 in de deelgemeente. “We moeten hun participatie in

het bestuur zien te bevorderen.” Kernpunt in de plannen voor de komende bestuursperiode is voor D66 een ‘groenere’ deelgemeente. “Dat houdt onder meer in dat wij hier de school meer willen benadrukken als ‘centrum’. We streven naar een clustering van activiteiten op jeugdgebied en naar een koppeling van buurt­ activiteiten voor de jeugd op cultureel en sportief vlak rond de school.” Volgens Mos is in Delfshaven wat betreft veiligheid de laatste jaren te veel de nadruk gelegd op repressie. “Er was ook te weinig aandacht voor het plegen van achterstallig onderhoud. En we willen meer speelplaatsen voor kinderen en meer groen in de buurt.” De sfeer in buurten hangt uiteraard sterk af van de woon-


TULPIAFORUM

omstandigheden. Illegaal onderverhuren, met als gevolg ‘over­bewoning‘, is de VVD bijvoorbeeld een doorn in het oog. De partij wil hier iets tegen doen. Ze heeft bovendien als speerpunt in haar beleid de bouw van meer koopwoningen in het (middel) dure segment, om zo een betere balans tussen sociale huur­ woningen en vrijesectorwoningen te krijgen. Uiteraard staat bij de VVD het streven naar economische zelfstandigheid van de Delfshavenaren voorop. De partij staat voor een forse vermindering van het aantal opvangvoorzieningen voor dak- en thuislozen en drugsverslaafden, omdat die beter over de stad kunnen worden verspreid. Ook een snellere berechting van criminele jongeren geniet de voorkeur bij de liberalen. Hekkensluiter in dit overzicht is GroenLinks. De partij strijdt onder aanvoering van Karen Bebelaar uiteraard voor een ‘groener’ Delfshaven. Een belangrijk speerpunt uit het verkiezings­ programma is een kapverbod voor monumentale bomen, maar de partij kijkt ook over de grenzen van de deel­gemeente heen. Zo streed GroenLinks al met succes tegen de bouw van een nieuwe kolencentrale op de Eerste Maasvlakte. Ook is GroenLinks sterk gekant tegen het almaar toenemende cameratoezicht en surveilleren in de wijken. Zoveel hoofden, zoveel zinnen. En dat geldt ook voor de programma’s van de politieke partijen in Delfshaven. Thema’s hebben afwisselend een lokaal en een nationaal stempel. De partijen zijn zich echter zonder uitzondering bewust van de voornaamste problemen van de deelgemeente. Uiteraard verschillen ze wat betreft de prioriteiten en het aangedragen oplossingen, net als op landelijk niveau. Delfshaven laat op lokaal niveau zien welke keuzes politieke partijen landelijk maken. Wellicht kunt u daar straks bij het bepalen van uw eigen keus uw voordeel mee doen.

Murat Ersoy

Uğur Pekdemir

Erdinç Saçan,

voorzitter Multipotentials

voorzitter TANNET

voorzitter Stichting de Nieuwe Generatie

Politieke partijen zetten bij verkiezingen Turken vaak laag op een kandidatenlijst. Marokkanen doen het wat dit betreft veel beter. Ze zijn in het maatschappelijk verkeer ook veel zichtbaarder dan Turken. Er zijn Marokkaanse wethouders, de burgemeester van Rotterdam is van Marokkaanse afkomst enz. Waarom blijven de Turken zo achter? Sterke band eigen identiteit

Minder politieke dieren

Lijsttrekkers van Turkse afkomst

Turken spreken liever Turks en blijven binnen de eigen kring. Bij de tweede generatie Turken zien we verrassend genoeg dat ze niet veel verschillen van de eerste. Marokkaanse jongeren daaren­tegen hebben veel minder moeite om afstand te nemen van eigen taal, cultuur en tradities. Het lijkt er bovendien op dat de Marokkaanse gemeenschap in twee groepen is verdeeld: de probleemgroep en de groep succesvolle Marokkanen. De Turken zitten er precies tussen­ in en ontwikkelen zich samen als een groep. Ik zal niet versteld staan als de volgende generatie Turkse Nederlanders de revolu­ tionaire ontwikkeling doormaakt op socio-economisch vlak. Wij Turken lijken ons nog steeds niet voldoende thuis te voelen in Nederland. Daarnaast lijken wij minder bewijsdrang te vertonen. En dat is niet zo raar, als men inziet wat voor sterke band er is met de Turkse culturele identiteit. Dit is wel aan het veranderen. Wellicht niet zo snel als bij anderen, maar ik ben ervan overtuigd dat de Turkse bevolking zich steeds meer op Nederland zal richten. De kansen van velen van ons liggen immers hier en dat zien we steeds beter in.

In de Nederlandse politiek bespeuren we gelukkig meer en meer potentie aan intercreatie. Sinds de invoering van het kiesrecht voor inwoners met een niet-Nederlandse nationaliteit in 1986 is het aandeel van Turkse Nederlanders in politiek en bestuur verder toe­genomen. Momenteel zijn vier Turkse Nederlanders lid van de Tweede Kamer; één Turkse Nederlandse is staatssecretaris. Ook op lokaal niveau zien we een groei van Turkse raadsleden. Na de verkiezingen in 1994 werden 32 Turkse Neder­ landers lid van de gemeenteraad. In 1998 waren dit er 74, in 2002 113 en in 2006 al 200. Ik vergelijk liever geen etnische groepen met elkaar, maar misschien zijn Turken, geen politieke dieren. Marokkanen worden vaak in ambtelijke functies geplaatst, waardoor ze zichtbaarder zijn in het openbaar. De heersende opinie is dat Marokkaanse criminele jongeren door Marokkaanse gezag­dragers moeten worden aangesproken. Vandaar wellicht de grotere zichtbaarheid van Marokkaanse politici. Turken zijn vooral bezig met ondernemen.

Sinds de eerste gemeenteraadsverkiezingen waarbij ook mensen zonder Nederlands paspoort konden stemmen, groeien de aantallen raads­leden van allochtone afkomst gestaag. Hoogtepunt waren de vorige raadsverkiezingen waarin meer dan 150 raadsleden van Turks afkomst zijn gekozen. Raadsleden van allochtone afkomst worden vaak slecht begeleid, ze hebben niet de ervaring die veel autochtonen wel hebben. Er zijn in het verleden veel problemen geweest met gekozen raadsleden. Ze kwamen bijvoorbeeld met voorkeursstemmen in de raad, terwijl de lokale partij dat niet had verwacht en dat ook niet zag zitten. Ik zie gelukkig een verandering. Veel meer jonge raadsleden zijn gekozen en ze proberen zich te handhaven. We zien ook steeds meer wethouders van Turkse afkomst. Kijk maar naar Helmond, Gilze-Rijen, Rotterdam. In maart 2010 zijn er ook lijsttrekkers van Turks afkomst. In Helmond en in diverse Rotterdamse deelraden. Ik ben dus positief ingesteld. Het kan altijd beter en ik hoop dat veel meer jongeren een bewuste stap maken richting de politiek.

Tulpia / jaargang 05 / nr 16 19


kijk op zaken door john de graaff  fotografie tulpia media team

“Je verkoopt advies en vertrouwen” Ondernemers van Turkse afkomst zijn blij met ADA Accountancy, een bedrijf dat opereert vanuit Amsterdam, Den Haag en Arnhem. “Zij zoeken het avontuur, wij zorgen voor het formele gedeelte.”

I

n het bedrijfsverzamelgebouw aan de Zichtenburglaan in Den Haag klinkt bij tijd en wijle ritmisch gehamer. Het pand is de nacht ervoor bezocht door inbrekers en de timmerlieden doen er alles om de kantoren voor de avond valt te voorzien van nieuw hang- en sluitwerk. Bij ADA Accountancy, op de zesde verdieping, gaat ondanks alles het werk gewoon door. Een Turkse man, de blauwe envelop van de Belastingdienst stevig in de rechterhand, krijgt in zijn eigen taal tekst en uitleg over zijn aangifte. ‘Voor belasting’ zijn de enige woorden, die we uit het relaas kunnen halen. Nog even en ook dit dossier krijgt een plek tussen de tientallen ordners langs de lange wand van het kantoor. De onderneming van de broers Adnan (45), Atalay (42) en Mehmet Mutlu (39) mag zich sinds kort een jonge twintiger noemen. Met evenveel personeelsleden, verdeeld over vestigingen in Amsterdam, Den Haag en Arnhem. Wie dit in de jaren negentig van de vorige eeuw zou hebben voorspeld, toen Adnan Mutlu na een heao-studie bedrijfseconomie in Zutphen zelfstandig administrateur werd, die man of vrouw was waarschijnlijk voor gek uitgemaakt. “Tachtig tot negentig procent van onze klanten, we hebben er inmiddels een kleine driehonderd, is van Turkse afkomst,” stelt Adnan Mutlu. “Wat wij hen kunnen bieden? Vertrouwen en dienstverlening. Daar gaat het om, dat komt echt op de eerste plaats. Je verkoopt vertrouwen en advies.” Die honderden ondernemers in vooral het midden- en kleinbedrijf (mkb) voelen zich zodanig tot ADA aangetrokken dat er inmiddels in veel gevallen sprake is van een 20 Tulpia / jaargang 05 / nr 16

langjarige zakelijke band, maar niet alleen de kleine zelfstandige in de kledingreparatie, de mensen achter de vele stedelijke supermarktjes of de initiatiefnemers van uitzendorganisaties dingen naar de gunst van ADA, ook grote ondernemingen hebben de weg naar het middelgrote accountantskantoor gevonden. “Zo werken we onder meer voor Turkish Airlines en de Döner Company, bekend van de winkels op de stations van de Nederlandse Spoorwegen,” zegt Adnan Mutlu over de bekendste twee accounts. ADA staat al deze ondernemingen, van klein tot groot, onder meer bij in het doen van belastingaangifte, begeleidt hen bij belastingzaken, het maken van de jaarbalans en het verwerken van de salarisadministratie. “Wij regelen in feite het formele gedeelte. Op die manier kan een ondernemer doen wat hij of zij moet doen: ondernemen,” stelt de directeur, maar ADA doet nog veel meer. Ook Nederlandse of Turkse ondernemers, die eens over de grens van dat andere land willen kijken, kunnen bij Adnan en de anderen terecht. “We hebben een link met Turkije. Voor bedrijven die in een ander land iets willen opzetten, kunnen wij bemiddelen. Waar we het dan in de praktijk over hebben? Over confectie, de bloemenindustrie, technische bedrijven, en meer van dat soort zaken. Een ondernemer zoekt nu eenmaal avontuur, en meer winst, natuurlijk!” En dan is het maar goed dat er bedrijven zijn zoals ADA, want het wordt de Nederlandse ondernemer, allochtoon én autochtoon, soms wel heel erg lastig gemaakt. Neem de elektronische belastingaangifte. “Het is of digitaal of niet,” stelt Adnan. “Op zich is dat prima, maar dan moet het bij de

Belastingdienst wel perfect zijn geregeld. En dat is het niet, en die problemen zijn hier merkbaar. Ik zie het nut van digitale aangifte echt wel, want dan wordt het voor iedereen makkelijker. Maar wij merken dat het rommelt bij het UWV en de Belastingdienst. Veel klanten krijgen bijvoorbeeld onnodige brieven en andere correspondentie. En dat moeten wij dus allemaal uitzoeken.” Maar ja, de groei moet ergens vandaan komen, zullen we maar zeggen.

‘Vaak is er sprake van een jarenlange zakelijke band’ In de schaarse vrije tijd zijn de broers achter ADA trouwens op een heel ander terrein actief. Onder aanvoering van Atalay, die zich voetbalmakelaar mag noemen, verzorgen ze onder de naam Happy Exploitatie en Evenementen trainingskampen voor professionele voetbalclubs. “Via ons hebben onder meer De Graafschap, Feyenoord, Heerenveen, Vitesse, TOP Oss, VVV Venlo en AGOVV al eens overwinterd in Turkije. In de zomer doen we het andersom: dan halen we Turkse clubs naar Nederland, zoals Fenerbahçe en Beşiktaş.” Voor dit jaar hebben de Mutlu’s iets nieuws in petto: het Achterhoektoernooi. “Een kleine vierkamp met ten minste een Nederlandse, Turkse en Duitse topclub,” stelt Adnan Mutlu. Succes verzekerd, want zoiets kun je natuurlijk wel aan accountants overlaten.


Ada: Arnhem, Mehmet Mutlu (derde van links) onder Adnan mutlu (midden)

Meer informatie is te vinden op:

www.ada-accountancy.nl Naam: Adnan Mutlu Geboren: 1 februari 1965 in Ankara Loopbaan: middelbare school in Turkije, in 1980 naar Nederland. Opleiding mbo, hbo, heao bedrijfseconomie Naam: Mehmet Mutlu Geboren: 15 januari 1970 in Ankara Loopbaan: mavo, mts, hbo Naam: Atalay Mutlu Geboren: 1 maart 1968 in Ankara Loopbaan: mbo, opleiding tot voetbalmakelaar

Tulpia / jaargang 05 / nr 16 21


kijk op zaken door MAAIKE LANGE  fotografie netuba

Investeren in kennis De Netherlands Turkey Trade Award 2009 is gewonnen door Triodor. Een nieuwe mijlpaal voor Atilla Aytekin, medeoprichter van het softwareontwikkelingbedrijf.

A

tilla Aytekin is net terug uit Istanbul. Hij reist met grote regelmaat op en neer tussen Nederland en Turkije. “Deze keer ben ik vermoeider teruggekomen dan anders. We hadden een overvol programma en slechts enkele dagen de tijd.” Aytekin is medeoprichter van het softwareontwikkelingbedrijf Triodor. Het hoofdkantoor met veertig werknemers staat in Amsterdam. In Istanbul werken honderd engineers in het ontwikkelingsbedrijf. Aytekin is trots op het winnen van de Netherlands Turkey Trade Award. Hij beschouwt het als een mijlpaal. In 2008 scoorde hij ook al. Toen ontving hij uit handen van Lodewijk Asscher, wethouder van economische zaken in Amsterdam, de Amsterdamse Ondernemersprijs. “Het geeft aan dat we goed bezig zijn. Al onze mede­werkers zijn echt trots.” De Turkey Trade Award wordt elke twee jaar uitgereikt door de Turkse minister van Handel. Twee jaar geleden loerden Aytekin en zijn medeondernemers al voorzichtig naar de prijs. “We realiseerden ons

22 Tulpia / jaargang 05 / nr 16

toen voor het eerst dat die prijs heel goed past bij onze manier van ondernemen. Wij zijn daarom ook extra blij met de omschrijving van de jury.” De Turkey Trade Award is een onderscheiding voor ondernemers die de kloof tussen Nederland en Turkije proberen te dichten. Grote bedrijven als Euroke en Stork waren eveneens genomineerd. Zij slaan een brug tussen Nederland en Turkije door grote investeringen in Turkije te doen. Honderden miljoenen per jaar. “Wij investeren geen miljoenen euro’s,” zegt Aytekin, “wij investeren vooral in kennis. Wij hebben er geen handen, maar hoofden, zoals we vaak zeggen. Wij zijn het enige en grootste bedrijf dat op technologisch gebied investeringen doet. Dat is precies die brugfunctie.” Triodor zette in Turkije een belang­ wekkend softwarecentrum op. De klanten van Triodor bestaan voor tachtig procent uit Neder­landse bedrijven, zoals Lely Industries en de Nederlandse Dakdekkers Associatie.

‘Wij kunnen ons bewegen in zowel de Nederlandse als de Turkse cultuur’


Atilla Aytekin (tweede van rechts)

“In eerste instantie leggen wij ons toe op de opdracht zoals de klant die formuleert, maar wij denken mee. Na verloop van tijd dragen we zelf nieuwe ideeën en mogelijkheden aan en zo worden we van volger ook voorloper.” Voor Lely Industries betekent dat het verfijnen en optimaliseren van de software voor de melkrobot in de melkindustrie. Met de melkrobot is het melken volledig geauto­ matiseerd geraakt en is ook de totale bedrijfsvoering op een melkveebedrijf veranderd. Volgens Aytekin is het succes van zijn bedrijf te danken aan de tweeledige culturele achtergrond. “Wij kunnen ons bewegen in zowel de Nederlandse als de Turkse cultuur. Beide culturen kennen we tot in de puntjes. Je kunt ook een softwarebedrijf in India beginnen, maar onze kracht is juist de kennis van déze twee werelden. Het grootste deel van ons werk bestaat uit communicatie. Met een goede communicatie kun je klanten werven en binden. Als je dezelfde grapjes snapt en het over dezelfde dingen hebt, dan ga je sneller met elkaar in zee. Bij ons bedrijf

in Turkije zitten mensen die zowel Turks als Nederlands spreken.” Atilla Aytekin wilde altijd al onder­nemer worden. Tijdens zijn studententijd handelde hij in spijkerbroeken en bespande hij tennis­ rackets. Toen al zorgde hij voor zijn eigen bijverdiensten. In 2003 richtte hij samen met enkele partners Triodor op. “We groeien voortdurend. We maken strakke planningen en budgetteringen voor de komende jaren. In ons schema kun je precies zien waar we in 2015 moeten staan. Maar je moet ook intuïtief kunnen handelen. Alleen ratio is te zwart-wit. Er moet ook een goed gevoel kunnen ontstaan met een klant op een terras in Istanbul onder het genot van een glas bier.” De Trade Award helpt bij het aantrekken van nieuwe klanten. “Ons bedrijf krijgt hierdoor extra vertrouwen. ‘Hé, jullie hebben de Trade Award gewonnen’, wist laatst een nieuwe klant van ons. Dan kun je meteen een paar stappen overslaan in het gesprek en sneller overgaan tot de inhoud. Zo hoeven we steeds minder uit te leggen.”

‘Met goede communicatie kun je klanten werven en binden’

Tulpia / jaargang 05 / nr 16 23


is onmogelijk

door Tuncay Çinibulak  fotografie emi

cover story

NIETS...

Ze heeft al veel onderscheidingen ontvangen, haar albums gaan als warme broodjes over de toonbank en haar nummers staan op de hitlijsten in Turkije en België. Wekelijks worden haar videoclips op YouTube door miljoenen fans bekeken. Hadise maakt zich op de top te bereiken, iets wat andere Turkse artiesten niet is gelukt. Een exclusief interview met een megaster die haar naam waar wil maken.

Z

e is de belichaming van een droom. “Eigenlijk een halve droom,” zegt Hadise Açıkgöz glimlachend. “Ik ben pas aan het begin van mijn avontuur, en heb nog een lange weg te gaan.” Op de vraag naar welke eindbestemming het avontuur haar zal voeren, antwoordt ze met een luide lach: “Ach, als ik dat nu al vertel, heb ik alles weggegeven.” Pas aan het eind van het interview zal ze op het thema terugkomen. We ontmoeten de ster in haar woning in het Noord-Belgische plaatsje Mol, hemelsbreed niet ver van Eindhoven. Hadise bruist van energie, heeft altijd een positieve instelling. Het liefst zou zij het gesprek wandelend, rennend of dansend willen doen. Toch is zij niet rusteloos, in de zin van overmatig impulsief. Integendeel, zij verdeelt haar tijd en energie met overleg en gebruikt haar kansen met verstand. “Geduld is een bittere boom, maar haar vruchten zijn zoet, zegt de Fransman. Met impulsiviteit en haast kom je niet ver. Ik moet rust hebben om de creativiteit in me de vrije loop te kunnen laten. Mijn levens­houding is: je moet op het juiste moment en op de juiste

24 Tulpia / jaargang 05 / nr 16

plaats de juiste beslissingen nemen. Ik ben een gevoelsmens. Als ik voel dat ik in actie moet komen, dan doe ik dat, maar altijd in overleg met de mensen om me heen.” Hadise (25) is zelfverzekerd, haar glimlach zeer ontwapenend. Zij lijkt haar persoonlijkheid al te hebben gevormd. Al haar inspanningen zijn er op gericht haar doelen te bereiken. “Ik zoek naar manieren, paden en middelen die mij naar mijn einddoel kunnen brengen. De teksten op mijn album Kahraman (de held, red.) omschrijven wat dat betreft precies hoe ik in het leven sta. Ik zing geen smartlappen en gebruik geen teksten die ik niet zelf heb geschreven of die niet in mijn belevingswereld passen.” Hoewel Hadise, zoals gezegd, nog een lange weg heeft te gaan, kijkt zij al tevreden terug op haar bliksemcarrière. “Als ik in de spiegel naar mezelf kijk, zie ik dat ik geluk uitstraal. Ik ben dolgelukkig met mezelf.” De zangeres vindt dat zij de juiste ziel, talent en persoonlijkheid in het juiste lichaam heeft. “Ik ben de Almachtige en mijn ouders dan ook oneindig dankbaar voor wat ze voor mij hebben gedaan, om mij te laten worden wat ik ben geworden.”

‘Ik gebruik geen teksten die niet in mijn belevingswereld passen’


Hadise Tulpia / jaargang 05 / nr 16 25


Hoe gelukkig Hadise momenteel ook moge zijn, toch is haar leven niet alleen maar rozen­ geur en maneschijn geweest. Op 11-jarige leeftijd heeft zij de scheiding van haar ouders moeten verwerken. Zij durft het nauwelijks te zeggen, maar misschien was dat wel een kans om zichzelf verder te ontwikkelen. Zij heeft twee zussen en een broertje. Haar oudere zus Hülya staat haar bij als een van haar managers. Het is echter vooral haar moeder die een grote rol heeft gespeeld in haar leven, zowel wat betreft opvoeding als carrière. “Ik heb van mijn moeder geleerd om dingen te waarderen, liefdevol te zijn en respect te tonen voor bepaalde normen en waarden.” Altijd was haar moeder haar grote idool. “Mijn muzikale genen zijn van haar afkomstig,” vertelt ze rustig. “Zij had en heeft nog steeds een prachtige stem en zong veel Türk sanat müziği (hoogste vorm van de Turkse zangkunst, red.). Op de een of andere manier heeft zij geen carrière gemaakt, maar zij heeft mij wel enorm gesteund en gestimuleerd. Ook mijn zelfverzekerdheid heb ik van haar geërfd.” Haar moeder heeft haar vier kinderen vrij opgevoed. Om die reden is Hadise niet alleen met de Turkse, maar ook met de westerse muziek opgegroeid. “Ik ben groot geworden met de muziek van Prince en Tina Turner, om een paar voorbeelden te noemen. Vooral Tina Turner heeft mij altijd geïnspireerd. Zij bruist van onuitputtelijke energie en straalt altijd iets positiefs uit. Zij is nog altijd mijn idool. Ook Turkse diva’s, als Ajda Pekkan en Sezen Aksu, bewonder ik echter zeer.” Ondanks de scheiding heeft Hadise een goede band met haar vader. “Hij is heel trots op me. Vader verzamelt alle krantenartikelen over mij en heeft daarvan een privéarchief aangelegd.” Hadise, in het Turks ‘een fenomeen’, heeft werkelijk een bliksemcarrière gemaakt. In 2006 brak ze in België door met haar album Sweat en de hit Stir me up. Daarna kwam ze in de schijnwerpers van de Turken in Europa en in Turkije en groeide het aantal fans 26 Tulpia / jaargang 05 / nr 16

wereldwijd sterk. In de zomer van 2006 werd Stir me up het meest ‘hotte’ nummer in de clubs van Turkije en de Turkse scène. Daarna raakten de dingen in een stroom­versnelling. Hadise was geregeld op de Turkse televisie te zien en behoorde in zeer korte tijd tot de meest bekende Turkse artiesten. Ze ontving liefst drie onderscheidingen. Zo won zij de twee TMF Awards Best Urban 2006 en 2007 (België) en een Altin Kelebek Award voor Best New Artist 2007 (Turkije). Twee jaar later bereikte haar carrière een nieuw hoogtepunt. Zij heeft tijdens het Eurovisie Songfestival 2009 Turkije vertegenwoordigd met haar lied Düm Tek Tek. Turkije eindigde hiermee als vierde. Toch was dat voor haar geen reden tot droevigheid. “Mijn doel was natuurlijk nummer één te zijn, maar ik wilde in ieder geval de top vijf halen. Het was kennelijk zo voorbestemd, maar ik heb veel ervaring opgedaan. Ik was ook een beetje de kandidaat van België en kreeg veel bemoedigende reacties.” Sertap Erener – die voor Turkije op het Euro­v isie Songfestival van 2003 de eerste plaats bereikte – heeft haar bijvoorbeeld al geluk gewenst. Haar muziek is zeer swingend en ritmisch. “Ik put daarvoor uit mijn ervaringen. Eigenlijk zijn er veel dingen die mij de signalen geven, die we inspiratie noemen. Waarschijnlijk heb ik de gave om die snel op te vangen. Je hoeft maar om je heen te kijken: er is altijd wel iets dat je boeit of iemand die indruk op je maakt. Daarnaast heb ik ook grote affiniteit met de vrije natuur. Die houdt mij een spiegel voor. Daarin kijk ik dan terug en ondervraag ik mezelf, terwijl ik tegelijkertijd vooruit denk.” Hadise heeft niet alleen met haar stem en haar uiterlijke schoonheid miljoenen weten te betoveren, maar vooral ook met haar dynamische dans. Zij was van jongs af aan ritmisch ingesteld en heeft altijd danslessen gevolgd. “Dat doe ik nog steeds. Ik train en ik leer er nieuwe choreografieën bij.” Er zijn plannen om volgend jaar een serie concerten te geven in Nederland en België.

Hadise zingt in het Turks en in het Engels. Ze spreekt perfect Nederlands, maar op de vraag of zij ook in deze taal gaat zingen, antwoordt zij stellig: “Ik zeg niet ‘nooit’, maar ik denk het niet. De talen waarin ik mijn gevoelens goed uit kan drukken zijn Turks en Engels. Dat is altijd zo geweest en ik vrees dat dit ook zo zal blijven.”

‘Neem je lot in je eigen hand en trek geluk naar je toe’ Ze heeft nog wel een goede raad voor de Turkse jongeren in Nederland en elders in Europa. “Mijn advies aan de Turkse jongeren en vooral aan de meisjes is: niets is onmogelijk. Durf te dromen en weet dat je dromen vaak een voorbode zijn van wat je later daadwerkelijk zult bereiken. Volg een goede opleiding, ontwikkel je tot een onafhankelijk individu. Ga niet passief door het leven. Neem je lot in je eigen hand en trek geluk naar je toe. Wij leven in twee culturen. Neem van beide culturen de beste elementen. Ik hou van de Turkse hartelijkheid, passie en respect voor bepaalde waarden. Belgen prijs ik aan vanwege hun goede werkwijze. Ze zijn strikt, professioneel en werken systematisch. Ik heb van beide werelden iets in me. Mijn persoonlijkheid, dans en muziek zijn geworteld in de oosterse en de westerse muziektradities.” Ten slotte. Hadise lacht. “Ja, ten slotte kan ik zeggen dat ik de lat heel hoog heb gelegd. Ik ben dan ook iedereen zeer dankbaar die mij wil steunen om mijn doel te halen.” En wat is dat doel? “Ik wil als eerste Turkse artieste op wereldniveau doorbreken en omarmd worden zoals Jennifer Lopez of Madonna. En daar hoort ook een Grammy Award bij.”


Hadise Tulpia / jaargang 05 / nr 16 27


door Frans Jeursen

istanbul

TWEE WERELDEN ÉÉN STAD

Byzantium, Constantinopel, Istanbul Een stad van wonderen en raadsels; van keizers, veldheren, sultans en derwisjen; van denkers, dichters, schrijvers, kunstenaars, gelukzoekers en revolutionairen. Istanbul: knooppunt van wegen en ontmoetingsplek van culturen en volkeren. Welk verleden heeft die magistrale stad aan de Bosporus?

V

roeg in de Europese geschiedenis zwermden de Grieken uit over de Middellandse Zee om kolonies te stichten. Ze zaten werkelijk ‘als kikkers rond de vijver’. Byzas van de stad Megara vroeg aan het Orakel van Apollo in Delphi waar hij met zijn kolonisten heen moest. De god antwoordde: ‘Tegenover de blinden’. Toen de schepen bij de plek van het huidige Istanbul aankwamen, zagen ze een stad aan de overkant: Chalkedon, nu bekend als Kadıköy. De bewoners moesten wel totaal blind zijn geweest om niet te zien dat de plek tegenover hen veel beter was. Byzas stichtte daar rond 600 v. Chr. de stad die voortaan naar hem Byzantion of Byzantium zou heten, tenminste dat vertelt ons de legende. De Griekse wereld met zijn onafhankelijke stadstaten werd na enkele eeuwen verzwolgen door het enorme Romeinse Rijk dat zich uitstrekte van Noord-Schotland tot

28 Tulpia / jaargang 05 / nr 16

aan Perzië. Verscheidene keizers betwistten elkaar de troon, maar uiteindelijk won Constantijn, de eerste christenkeizer. Hij koos in 324 n. Chr. Byzantium als het ‘Nieuwe Rome’, dat weldra Constantinopel ging heten en voortaan hoofdstad van het rijk zou zijn. De keizer bracht er onmetelijke rijkdommen uit het hele imperium naar toe. Rome’s glorietijd was voorbij. In de tijd van de Grote Volksverhuizing, rond het jaar 400, stak er figuurlijk gesproken een storm op vanuit het oosten. Barbaarse stammen als Hunnen, Vandalen en Vis­gothen trokken plunderend en brandstichtend het rijk binnen. Constantinopel verdedigde zich met succes. De reusachtige muren van keizer Theodosius II (450 n. Chr.) lieten niemand door, maar de oude hoofdstad Rome en het westen van het rijk zonken af in de nacht van de vergetelheid en kwamen onder het

Istanbul is dit jaar culturele hoofdstad van Europa. Met een geschiedenis van meer dan 2500 jaar is de stad het religieus en het cultureel centrum en de hoofdstad van twee imperiums geweest, maar heeft ook vandaag niets aan vitaliteit en schoonheid ingeboet. Istanbul is een stad waar Oost en West als twee geliefden elkaars hand vasthouden. In een serie van zes afleve­ ringen probeert Tulpia de lezer een spiegel voor te houden. In deel twee passeert de rijke historie van de stad de revue.


‘Istanbul is hoe dan ook belangrijk’

Bellini-Mehmet

bestuur van Gothen en Vandalen. Constantinopel stond daarentegen aan het begin van een sprookjesachtige bloeiperiode. De Romeinen zouden de stad blijven regeren tot 1453 n. Chr. Een hoogtepunt was de regering van keizer Justinianus I die trouwde met Theodora, de exotische dochter van een berentemmer uit een circus. Onder hun bewind werd de reusachtige kathedraal Aya Sophia gebouwd. Om het imperium te vergroten, zwermden Justinianus’ legers, geleid door zijn bekwame generaals Narses en Belisarius, uit over Italië, het nabije oosten en Noord-Afrika. Byzantium beheerste de wereld en op de wetboeken van Justinianus, zelf een jurist, steunt in tal van landen nog altijd veel wetgeving. Net als Constantijn zetelde hij, paus en keizer tegelijk, in de eetzaal van zijn paleis als een weer op aarde teruggekeerde Christus omringd door exact twaalf ‘apostelen’.

De opkomst van de islam leidde een reeks wrede oorlogen met de Arabieren in, maar hoewel Byzantium vaak werd belegerd slaagde niemand er ooit in de stad te nemen. De schepen van de Byzantijnse vloot spuwden uit allerlei koperen buizen en siphons het gevreesde en onblusbare Griekse vuur en legden vijandelijke Arabische boten in de as. Bul­garije kwam op als militaire macht, maar werd uiteindelijk na het jaar 1000 op het hoogtepunt van de bloei van het rijk veroverd door de befaamde Keizer Basilius II, bijgenaamd de Bulgarendoder. Toen keerde het tij echter al. Keizer Alexius Comnenus (1081) wilde Jeruzalem, waar het heilig graf van Christus was, bevrijden uit de greep van de islam en vroeg West-Europa om hulp. De kruistochten waren het resultaat. Onafzienbare drommen gepantserde mannen kwamen uit Frankrijk en Europa en reisden via Constantinopel naar Palestina voor de strijd. In die dagen al

wierpen de West-Europese bezoekers afgunstige blikken op de stad en haar rijkdommen. In 1204 week een kruistocht geleid door de blinde Doge Enrico Dandolo van Venetië af van haar route. Op instigatie van de Doge, Byzantium was immers wat betreft zeevaart en handel een concurrent van de lagunestad, werd de aanval geopend op de medechristenen aan de Bosporus. De stad werd veroverd, maar zo beschadigd en leeggeplunderd dat ze die agressie eigenlijk nooit meer te boven is gekomen. Graven werden opengebroken en overleden keizers beroofd van hun gouden kronen. Ergere barbaren dan de vrome kruisvaarders had de stad tot dusver niet gezien. Toen de keizers uiteindelijk na meer dan vijftig jaar ‘Latijnse’ heerschappij de macht herwonnen, was de oude glorie voorgoed verdwenen. Toch bleef de stad die West-Europa tegen zoveel barbaren uit het oosten, noorden en zuiden had beschermd uiterst belangrijk. Tulpia / jaargang 05 / nr 16 29


Atatürk

Reeds tijdens de regeringen van Baslius II waren aan de oostzijde van Anatolië Turkse stammen opgedoken, zoals de Seldsjoeken, de Danishmenden en later de Ottomanen. Geleidelijk aan veroverden die het enorme gebied en toen de Byzantijnse keizer Diogenes Romanus IV in 1071 door verraad binnen zijn eigen leger bij Manzikert een verpletterende nederlaag leed tegen de Seldsjoekse Sultan Alp Arslan was het hek van de dam. Anatolië was voor Byzantium een korenschuur en een reservoir van soldaten geweest. Die raakte men nu kwijt. Grotere delen van Anatolië vielen in Turkse handen en de Byzantijnse macht wankelde. De stad Constantinopel was sinds de ramp van 1204 in verval en de bevolking liep van een miljoen terug tot enkele tienduizenden mensen, die op braakliggende terreinen in het centrum naast de glorieuze paleizen van weleer boomgaarden en akkers aanlegden. Reizigers die de Gouden Hoorn invoeren schreven dat ze zelfs her en der in het stadscentrum windmolens zagen staan. Gezanten uit de Europese landen die bij de keizer op 30 Tulpia / jaargang 05 / nr 16

audiëntie kwamen, meenden dat in zijn kroon glasparels zaten in plaats van edelstenen. Toen sloeg voor het Byzantijnse Rijk het laatste uur. In 1453 sloot Sultan Mehmet II Fatih de stad van alle kanten in met zijn geharde troepen. In een uiterst gewaagde en inventieve manoeuvre rolden hij zijn oorlogsschepen op houten balken over de heuvelkam van Pera naar de binnenhaven van de Gouden Hoorn. Even leek het nog of Europa te hulp zou schieten maar een Westerse vloot kwam door tegenwind één dag te laat. De laatste Byzantijnse christenkeizer Constantijn XI vuurde zijn schamele troepen aan tot op het laatste moment, legde toen zijn mantel af en stortte zich bij de stadspoort met zijn zwaard in de hand in de vechtende menigte. Nooit is er meer een spoor van hem gevonden. Met de intocht van de Turken in 1453 veranderde de stad van naam. Overal rond Constantinopel hadden wegwijzers gestaan met het Griekse opschrift ‘Eis tin Polin’ oftewel ‘naar de stad’. Deze verkeersmededeling werd verbasterd tot ‘Istanbul’. Onder Turkse

‘Lang beten de aanvallers hun tanden stuk op de dikke muren’ heerschappij bloeide de kwakkelende stad weer op, om opnieuw een bruisend centrum van handel en cultuur te worden. In het Topkapi-paleis, hoog op de heuvel boven het blauwe water van de Bosporus, zetelden voortaan de sultans van wie de bekendste zonder twijfel Süleyman de Prachtlievende (Kanuni Sultan Süleyman) was. Diens ‘Monogram’ staat nog altijd boven de toegangspoort van het luisterrijke gebouw. Süleymans geniale architect Sinan schiep in Istanbul en daarbuiten gebouwen van grote schoonheid en elegantie. Met licht gevulde sierlijke ruimtes onder koepels die bijkans lijken te zweven. Buiten de muren van Istanbul


Istanbul vanaf de Bosporus

marcheerden Süleymans legers onder tromgeroffel naar het westen en onderwierpen landen als Hongarije. In 1529 beukten de Turkse stormrammen zelfs vergeefs op de poorten van Wenen. Verder kwamen de Ottomaanse veroveraars nooit. In 1566 stierf Süleyman en begon de langzame neergang van het Osmaanse Rijk. Zwakke sultans volgden elkaar op. Na 1826 brak een tijdperk van bestuurlijke hervormingen aan en in 1877 werd het eerste parlement ingesteld, maar het rijk brokkelde steeds verder af. ‘Istanbul’ kon steeds moeilijker het rijk bij elkaar houden en in 1908 annexeerde Oostenrijk Bosnië-Herzegovina en werd Bulgarije onafhankelijk. In de Eerste Wereldoorlog stond Turkije aan de Duitse kant en bij de Vrede van Parijs in 1018 werd het Ottomaanse Imperium danig verkleind. In 1920 riep Mustafa Kemal Pasja de nationale vergadering bijeen in Ankara en werd Turkije een republiek. Ankara werd de regeringshoofdstad, maar Istanbul bleef de grote internationale metropool die het altijd was geweest. Bij een volkstelling in

1924 telde de stad 1.165.866 inwoners; in 1990 7,5 miljoen en tegenwoordig al meer dan 16 miljoen. Handel en industrie floreren en wat betreft kunst en cultuur is het nog altijd het onbetwiste centrum van de Turkse republiek. In de jaren tachtig van de vorige eeuw kwam Istanbuls burgemeester Bedrettin Dalan met een omvangrijk plan tot stadsvernieuwing. Tegenwoordig overspannen twee moderne bruggen de Bosporus. De Boğaziçi Köprüsü ging in 1973 open, op de vijftigste verjaardag van de Turkse republiek, en verbindt Ortaköy aan de Europese zijde met Beylerbeyi aan de Aziatische kant. De Fatih Sultan Mehmet Köprüsü verbindt sinds 1988 Rumeli Hisarı en Anadolu Hisarı. De bruggen verbinden en scheiden dus tegelijk Europa en Azië. Hetzelfde zou gezegd kunnen worden van Istanbul zelf en van Turkije in zijn algemeenheid. De beslissing of Turkije EU-lid mag worden, bepaalt vermoedelijk achteraf of Istanbul met recht in 2010 culturele hoofdstad van Europa kan worden genoemd.

‘Keizer Constantijn bracht onmetelijke rijkdommen uit het hele imperium naar de stad’

Tulpia / jaargang 05 / nr 16 31


door Armand Sağ  fotografie tulpia media team / turks museum hoorn

istanbul

TWEE WERELDEN ÉÉN STAD

Een uitzonderlijke liefde Ambassadeur Cornelis Calkoen mocht in de 18de eeuw in Istanbul een innige relatie onderhouden met de beeldschone Beyazgül Hanım, mejuffrouw Witte Roos. Een verhaal vol gebroken harten.

A

l zijn er maar weinig gemengde relaties bekend onder Nederlanders en Turkse Nederlanders, het fenomeen is voor beide landen niet nieuw. Al in de tijd van de Nederlandse ambassadeur Cornelis Calkoen (1696-1764) waren er verhalen bekend van bruisende liefdesaffaires tussen Nederlanders en Turken. Het mooiste verhaal komt voor rekening van de vrijgezelle Calkoen zelf. Hij kwam in 1726 aan in de Osmaanse hoofdstad Istanbul en won meteen de harten van de Osmanen met zijn weelderige geschenken. Zo kreeg sultan Ahmet de Derde (1703-1730) onder meer fluweel, iets wat toen nog niet bekend was binnen het Osmaanse Rijk. Ook in zijn privéleven leefde Calkoen als een moderne playboy, een reeks lokale vrouwen viel voor zijn charmes. Velen van hen waren hofdames aan het Topkapi-paleis en afkomstig uit de Kaukasus, het MiddenOosten en de Slavische landen. Via deze vrouwen, die veel informatie over interne Osmaanse zaken doorgaven aan Calkoen, kon de Nederlandse ambassadeur zijn relatie met de Osmaanse sultan optimaliseren. Mede hierdoor bleef Calkoen maar liefst 18 jaar in Istanbul en werd hij één van de meest succesvolle diplomaten van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Een keerpunt in zijn leven werd echter de ontmoeting met de beeldschone en inmid-

32 Tulpia / jaargang 05 / nr 16

dels legendarische Beyazgül Hanım (letterlijk: Mejuffrouw Witte Roos). Een innige relatie tussen de twee was al snel realiteit. Hun liefde, alhoewel onwettig en duidelijk geen strikt lichamelijke relatie, kenmerkte zich al in die tijd als ‘de ultieme liefde’; een vroegmoderne variant op Romeo en Julia. De relatie werd oogluikend toegestaan door hun strenggelovige Osmaanse omgeving en Beyazgül leek geaccepteerd te worden als de minnares van Calkoen. Beyazgül werd zelfs afgebeeld op een snuifdoos; een rijkelijk met goud en diamanten versierd doosje dat elke welgestelde man in de 18de eeuw bij zich had. In de Osmaanse kronieken wordt naar Beyazgül verwezen als een ‘een vrijgelaten slavin uit Cirkassië of Montenegro’, waardoor haar etniciteit Armeens dan wel Slavisch zou moeten zijn. Dat Beyazgül juist werd vrijgelaten doordat men haar liefde voor Calkoen niet langer kon negeren, is vrij aannemelijk. Hoe krachtig hun liefde ook was, hij was niet bestand tegen de werkelijkheid. Calkoen werd door Den Haag teruggeroepen. Hij beloofde zijn geliefde Beyazgül terug te keren en vroeg haar op hem te wachten. Het liep echter totaal anders dan Calkoen had verwacht: de reis van Istanbul naar Nederland duurde zeven maanden en bij aankomst kreeg Calkoen prompt het ambassadeurschap voor Frankrijk aangeboden. Wetende dat die benoeming zou leiden tot

een langere scheiding met zijn geliefde Beyazgül, weigerde Calkoen. Hij hamerde er vervolgens op om weer een functie in het Osmaanse Rijk te mogen bekleden. De Staten-Generaal, destijds het hoogste orgaan in Nederland, ging hiermee akkoord mits hij eerst een tijdelijke functie in het Poolse Dresden zou vervullen.

‘We zijn erg nuchter van aard, maar ’s nachts horen we toch geruis of geluiden’ Tegen zijn wil stemde Calkoen hiermee in, om zo uiteindelijk herenigd te kunnen worden met Beyazgül. Het lot werkte echter niet mee en Calkoen was genoodzaakt langer in Polen te verblijven. Pas in 1761, ruim 17 jaar na zijn vertrek uit Istanbul, kreeg hij opdracht om terug te keren naar Nederland. Meteen daarna, in 1763, kreeg hij zijn tweede benoeming als Nederlands ambassadeur in Istanbul. Trouw gebleven aan zijn Beyazgül was Calkoen tot dan altijd ongehuwd en kinderloos gebleven. Maar het noodlot sloeg toe: vlak voor zijn vertrek uit Nederland stierf Cornelis Calkoen op 67-jarige leeftijd. Beyazgül ontving nooit bericht van de dood van haar geliefde en wachtte tevergeefs


boven Beyazgul onder Cornelis Calkoen

op hem aan de poorten van de Nederlandse ambassade (Palais de Hollande) in Istanbul. Ze stierf uiteindelijk voor de ingang van de ambassade aan een gebroken hart. De gedachte dat Calkoen haar was vergeten en daarom niet terugkeerde, werd haar noodlottig. Niemand durfde haar de waarheid te vertellen. Op de plek van haar dood herrees naderhand een standbeeld van een slapende Beyazgül. Het standbeeld staat nog steeds in de tuin van het Palais de Hollande, maar heeft voor de latere Nederlandse ambassadeurs en consuls een nare bijsmaak gekregen. De legende dat Beyazgül nog steeds wacht op Calkoen en iedere nieuwe Nederlandse ambassadeur en/of consul bezoekt, doet de ronde. Een niet bij name genoemde Nederlandse consul beweerde de geest van Beyazgül aan zijn bed te hebben gehad. Het verhaal werd ondersteund door de Nederlandse consul-generaal Jan Giesen en zijn echtgenote Corrie: “Wij zijn erg nuchter van aard, maar toch horen we ’s nachts wel eens geruis of geluiden, alsof er iemand rondzwerft door het gebouw. Ook komt het voor dat er zomaar dingen zijn verplaatst, of dat de pianoklep plotseling openstaat...” Zo is op de legendarische liefde tussen Calkoen en Beyazgül, net zoals zoveel andere historische liefdes, het ‘happily ever after’ niet van toepassing. Tulpia / jaargang 05 / nr 16 33


Istanbul in sneeuw

fotografie Selahattin Sevi

istanbul

TWEE WERELDEN ÉÉN STAD

34 Tulpia / jaargang 05 / nr 16


Sultan Ahmet Moskee (Blauwe moskee) links Ortakรถy Moskee

Tulpia / jaargang 05 / nr 16 35


boven De Bosporusbrug onder Reizigers in de rij bij de historische tram.

36 Tulpia / jaargang 05 / nr 16


boven Het winkelcentrum van Ortakรถy. onder De anders zo drukke autobaan die naar het zakenkwartier in Maslak leidt.


TULPIACOLUMN LILY SPRANGERS / directeur turkije instituut

Elk weekend Turks ontbijt van 11.00-15.00 uur Theatercafemozaiek@podiummozaiek.nl 020-5800383

70%

KORTING

OP ALLE BESTEMMINGEN NAAR VAST EN MOBIEL !*

550 min

367 min

367 min

287 min

330 min

367 min

367 min

220 min

550 min

440 min

VAST

MOBIEL

€ 0,06 € 0,075 NU BELLEN NAAR INTERNATIONALE BESTEMMINGEN VANAF € 0,04!

0

*Voor inf ormatie

www.ortelmobile.nl

ORTEL ORTEL* NAAR

rting en actievoorwaarden: www.ortelmobile.nl/ko

connecting the world

A4_70%korting_1209.indd 1

38 Tulpia / jaargang 05 / nr 16

28-12-2009 14:20:50

HOE ZAT DAT NOU OOK AL WEER?

V

rouwenrechten zijn mensenrechten, is een veel gehoorde kreet in kringen van ontwikkelingssamenwerking en internationaal recht. Wie kijkt naar de worsteling op dit terrein in landen als Afghanistan en Pakistan kan zich daar makkelijk iets bij voorstellen. Maar de focus vanuit het ‘westen’ staat nu eenmaal soms haaks op breed gedragen opvattingen over de (beperkte) rol van de vrouw, zoals die in andere regio’s al eeuwen dominant is. Deze tegenstelling zie je ook ieder jaar weer terug in het Progress Report van de Europese Commissie (www.turkije-instituut. nl/Voortgangsrapport%20EU/) waar de voortgang op het gebied van emancipatie een belangrijke toetssteen is. Formeel is in Turkije met de stichting van de republiek in 1923 de positie van de vrouwen gelijk gesteld aan die van de mannen. Dat een totale omkering van eeuwenoude gewoontes niet met één (of zelfs met meerdere) pennenstreken valt te verwezenlijken, wekt geen verbazing. Vrouwen bleven dus vanuit ‘westerse’ optiek achtergesteld, hoewel algemeen vrouwenkiesrecht in Turkije eerder was geregeld dan in onder meer … België en Canada! Nog steeds scoort Turkije echter zeer laag op de zogenoemde Gender Index (129ste van 134 landen, zie ook www.turkije-instituut.nl/Gender%20Gap--438). Hordes Turkse NGO’s breken zich daar het hoofd over, aangezien de oorzaken complex zijn. Geringe politieke participatie (weinig vrouwelijke parlementsleden, nog lager percentage lokale politici, nauwelijks vrouwen in de top van de politieke partijen) zou een van de structurele oorzaken zijn. Eén symptoom van de achterblijvende positie van vrouwen, dat altijd veel verbazing oproept bij hen die vaak in Istanbul en Ankara zijn voor zaken, is de lage (landelijke) arbeidsparticipatie van vrouwen. Die daalde de afgelopen paar jaar zelfs van 32 naar 24%. Migratie van het platteland (waar vrouwen in de landbouw wel werkten) naar de steden (waar betaalde arbeid voor diezelfde groep vrouwen cultureel niet haalbaar is) is daar debet aan. Dat arbeidsparticipatie een onmiskenbare graadmeter voor vrouwenemancipatie is, wordt algemeen erkend. Maar hoe zat dat nu ook al weer in Nederland? Ons land kent een hoge arbeidsparticipatie onder vrouwen (59%), maar een groot deel hiervan bestaat uit parttime banen: 45% van de Nederlandse vrouwen is economisch zelfstandig, tegenover 70% van de Nederlandse mannen (cijfers CBS 2007/ mei 2009). Twintig, dertig jaar geleden lag dat echter nog heel anders. In tegenstelling tot de ons omringende landen, kent Nederland traditioneel een patroon van eenverdieners. De man als enige kostwinner was tot ver in de jaren ’80 het dominante patroon. In 1960 bedroeg de arbeidsparticipatie van vrouwen in Nederland nog maar 20%. In 50 jaar is die – door het sterk gestegen opleidingsniveau van vrouwen en de toegenomen flexibilisering van de arbeidsmarkt – bijna verdrievoudigd, waarbij de grootste sprong overigens pas gemaakt is na 1985. Die ontwikkeling werd ingezet doordat steeds meer vrouwen na het krijgen van een kind bleven werken. Hoe revolutionair deze veranderingen ook mogen zijn, aan de gelijkheid van mannen en vrouwen als het gaat om betaalde arbeid schort het ook in Nederland nog hopeloos. In een vergelijkbare functie verdienen vrouwen gemiddeld € 16.000 en mannen € 25.000 (Gender Gap Index, november 2009), dat is een verschil van 36% ten nadele van de vrouwen, waarmee Nederland op dit punt op een 81ste plaats komt in de lijst van de 134 onderzochte landen. Ter vergoelijking kan worden aan­ gevoerd dat het grote aandeel van parttime functies hier natuurlijk een rol speelt, maar ook in fulltime functies verdienen vrouwen nog steeds stelselmatig minder dan hun mannelijke collega’s. Kortom, als in een land als Nederland, waar gelijkheid al lang in wetten is vast­ gelegd en de mentaliteit de afgelopen twintig, dertig jaar een enorme omslag heeft gemaakt, nog zoveel valt te verbeteren, dan lijdt het geen twijfel dat de Progress Reporten tot ver in dit decennium kritisch zullen berichten over de situatie op dit vlak in Turkije.


FOCUS Nawal El Saadawi, Voorvechter vrouwenrechten / p. 40

Pafemme Gaat onder Nezos Demirel verder / p. 45

Leyla Çakır pakt het anders aan / p. 46 Hypatia van Alexandrië (schilderij van Charles William Mitchell, 1885)

EMANCIPATIE toen en nu 8 maart is internationale vrouwendag. Op deze speciale dag wordt de aandacht gevestigd op de maatschappelijke en juridische positie van de vrouw overal ter wereld en vooral op wat daar aan schort. Niet overal hebben de vrouwen dezelfde rechten als mannen, niet overal worden ze gelijkwaardig behandeld. In deze aflevering van de rubriek Focus vragen we ons af wat de strijd om gelijke rechten en het feminisme de afgelopen eeuw hebben bereikt, en vooral wat er nog te bereiken valt.

Marie Curie is een lichtend voorbeeld / p. 40

Stoere vrouwen nemen het heft in eigen hand / p. 48

Tulpia / jaargang 05 / nr 16 39


door FRANS JEURSEN

tulpia focus

“Hé zus,...

ze houen ons eronder” Gelijkwaardigheid, gelijke rechten, gelijke behandeling. Meer dan honderd jaar, en eigenlijk al veel langer, vechten vrouwen ervoor als volwaardige mensen te worden geaccepteerd. Dat dit anno 2010 nog altijd geen absolute vanzelfsprekendheid is, mag zonder meer een historische schande worden genoemd.

‘De vrouw bracht samen met de slang en via de appel het kwaad in de wereld’ Hypatia van Alexandrië (schilderij van Charles William Mitchell, 1885)

40 Tulpia / jaargang 05 / nr 16


Madame Curie (1867-1934) Maria Salomea (Marie) Sklodowska, in haar tweede vaderland Frankrijk ook bekend als Marie Curie. Pools/Frans natuurkundige en scheikundige. Probeerde aan de universiteit van Warschau te studeren, maar werd afgewezen. Vertrok naar Frankrijk in 1891 en studeerde aan La Sorbonne in Parijs. Pionier op het gebied van radioactiviteit. Eerste vrouwelijke docent ooit aan La Sorbonne. Met haar man Pierre Curie winnaar van de Nobelprijs voor natuurkunde in 1903 en voor scheikunde in 1911. Dochter Irene Joliot Curie (1897-1956) won eveneens de Nobelprijs voor scheikunde. Ze werd de eerste vrouwelijke Franse minister ooit.

Mary Wollstonecraft (1759-1797) Engelse schrijfster en feministe. Werkte voor een uitgeverij, schreef en vertaalde. In 1792 vertrok ze naar Frankrijk om met eigen ogen de revolutie te zien. Schreef in 1792 na een vernederend aanbod van een man om in een driehoeksrelatie te stappen A Vindication of the Rights of Woman, een van de eerste feministische boeken.

John Stuart Mill (1806-1873) Engelsman en zonder meer de meest invloedrijke denker van de 19de eeuw. Mill was filosoof en econoom. Als hoogbegaafd kind kende hij het Griekse alfabet al met drie. In 1818 begon hij aan een studie logica. Een van zijn belangrijkste werken heet dan ook System of Logic. Zijn vrouw Harriet Taylor had grote invloed op zijn denken. In 1865, nog voor hij haar kende, werd hij parlementslid en in die functie toonde hij zich een groot voorvechter van het vrouwenkiesrecht. Vier jaar later publiceerde hij Over de onderdrukking van de vrouw, waarin hij de vrouwenrechten verdedigde. Er wordt overigens gefluisterd dat zijn vrouw de eigenlijke auteur was.

”D

e man is het hoofd van het gezin,” zei mijn moeder altijd. Meesmuilend en triom­ fantelijk liet ze daar dan steeds op volgen: “Maar ik ben het nekje en daar draait alles om.” Een klein gebaar van verzet tegen de katholieke gezagsverhoudingen. Een opstand in pocketformaat tegen de figuur van de ‘pater familias’ in het algemeen in het Nederland van de jaren vijftig. Toch had de vrouw niet altijd de tweede viool gespeeld. In de Griekse en Romeinse tijd waren er behoorlijk veel zelfstandige dames, soms met aanzienlijke vermogens en uitgestrekte landerijen. Ja, vrouwen schopten het zelfs tot alom gerespecteerd wiskundige en filosoof, zoals de beroemde hypatia van Alexandrië (370-415 n. Chr.) die in 415 echter door Christelijke fnatici vermoord werd. Later, tijdens de hoge Middeleeuwen, stonden vrouwen min of meer op gelijke voet met de man, konden ze zelf hun brood verdienen en hun salaris was nauwelijks minder. Daarna ging het echter snel bergafwaarts met de rechten van vrouwen. Het christendom was het roerend met zichzelf eens: de vrouw was een zondig wezen, ze bracht in samenwerking met de slang en via de appel het kwaad in de wereld en was de ‘poort’ waardoor de duivel de maatschappij binnenkwam. Zo iemand had alleen als ‘soort’ al ‘schuld’. Daarom kon de vrouw eigenlijk geen verantwoordelijkheid dragen. Vrouwen waren bovendien een soort kinderen. Nou ja, er waren natuurlijk grote koninginnen, zoals de Engelse koningin Elisabeth I, maar die heette niets voor niets The Virgin Queen. Eigenlijk diende de vrouw onder curatele te staan. Eeuwenlang ging haar bezit dan ook bij een huwelijk automatisch over in handen van haar man en in Nederland was ze zelfs tot 1956 handelingsonbekwaam. Dat laatste wil zeggen dat ze niet rechts­geldig contracten kon tekenen of aankopen kon doen, zonder uitdrukkelijke toestemming van haar echtgenoot. Politieke rechten voor vrouwen ontbraken ook al helemaal en ze konden geen openbare functies vervullen, in publieke ambten worden gekozen of zelf kiezen. Vervolg­ opleidingen waren er alleen voor jongens.

Wat moest je eigenlijk aan met wezens die waren onderworpen aan steeds terugkerende menstruatiepijnen en aan weerzinwekkende barensweeën. Charles Darwin zei het zo: “Enkele van de vermogens die het sterkst bij vrouwen voorkomen zijn kenmerkend voor de lagere rassen en daarmee voor een lagere staat van beschaving.” Was zo’n ‘lager wezen vervelend’ dan kon een ‘corrigerende tik’ nog wel eens helpen en haar weer in het gareel brengen. In de romans van Louis Couperus en in Terug naar Oegstgeest van Jan Wolkers proeven we nog iets van die verstikkende keurigheid en christelijke kleinburgerlijkheid van de Nederlandse maar ook van de Europese samenleving van toen. In seksueel opzicht was het al niet beter. In mijn familie gaat het verhaal over grootvader de dominee. Die zou elke avond als een plank rechtop in bed hebben gezeten in zijn hansop en met strak gelaat de volgende zin hebben uitgesproken: “Vrouw, wenst gij nog bediend te worden, zo niet welterusten.” Waarbij het antwoord waarop werd gehoopt er dik bovenop lag. Toch veranderde vanaf het midden van de negentiende eeuw het patroon. Niet alleen grote romanheldinnen – zoals Theodor Fontane’s Effi Briest, die na een affaire met een andere man niet met hangende pootjes naar haar ouders terugging maar een zelfstandig bestaan opbouwde – verzetten zich tegen de kleinerende overmacht der mannen. Een nieuwe generatie bewuste en intelligente vrouwen was op komst. Het ging daarbij om emancipatie: het streven naar gelijke behandeling en gelijke rechten, eerlijkere maatschappelijke verhoudingen en gelijkstelling voor de wet. Emancipatie is daarom de algemene term waarbinnen feminisme datzelfde maatschappelijke en politieke streven aanduidt maar nu louter gefocust op de positie van vrouwen. De verwantschap tussen beide begrippen maakt het soms moeilijk een onderscheid te maken tussen krachtige vrouwen die barrières doorbraken en door hun voorbeeld anderen inspireerden, zij die streefden naar sociale gerechtigheid in brede zin en ten slotte de leeuwinnen die voor de vrouw als zodanig op de barricaden klommen. Tulpia / jaargang 05 / nr 16 41


Emmeline Pankhurst (1858-1928) Stichtster van de Engelse ‘suffragettebeweging’ (suffrage = kiezen). Ze streed voor vrouwenkiesrecht in Groot-Brittannië. Stichtte in 1903 de Woman’s Social and Political Union. Ze werd zeer bekend vanwege haar militante optreden en acties. Om die reden zat ze ook vaak in de gevangenis. Daar hield ze verscheidene hongerstakingen om haar argumenten kracht bij te zetten.

Een voorbeeld van de eerste groep vrouwen was tweevoudig Nobelprijswinnares Marie Curie (1867-1934). Ze liet zich bij haar drang naar natuurkundig onderzoek door geen enkele sociale belemmering tegenhouden en werd de eerste vrouwelijke docent aan de prestigieuze Franse universiteit La Sorbonne. Ook haar dochter won de Nobelprijs voor natuurkunde. Veel politiek bewuster waren daarentegen dames als Clara Zetkin en Rosa Luxemburg (1871-1919), beiden vurige strijdsters voor het socialisme, en de laatste zelfs een martelares voor de goede zaak. In de jaren zeventig van de 20ste eeuw herontdekte de vrouwenbeweging Rosa Luxemburg hoewel zij zich nooit specifiek op dit thema heeft geprofileerd. Steeds benadrukte Luxemburg dat de bevrijding van de vrouw integraal deel moest uitmaken van de bevrijding van de arbeidersklasse, en dat omgekeerd de bevrijding van de arbeidersklasse nooit volledig kon zijn zonder de bevrijding van de vrouw. En dan zijn er de echte feministes. Honderd jaar voor Rosa Luxemburg was de Britse schrijfster Mary Wollstonecraft al in woede ontstoken toen ze in een Frans boek las dat vrouwen echt wel genoeg hadden aan een opleiding om het huishouden te doen. Ze schreef A Vindication of the Rights of Woman (1792) en daarmee een van de eerste feministische boeken. Pikant detail is dat juist ook een man voor de vrouwenrechten opkwam. De Britse filosoof John Stuart Mill (18061873) streed daar in het Engelse parlement voor en schreef in 1869 een fel boek over met de titel The subjection of women. Vrouwen weigerden nog langer ‘minder’ te zijn. Zowel de industriële revolutie als het liberalisme en de Verlichting inspireerden de feministen. Ze eisten sociale veranderingen en daarvoor was kiesrecht voor vrouwen nodig. De strijd hiervoor was het felst in Engeland. Daar begon de zogeheten eerste feministische golf met de ‘suffragettebeweging’ van Emmeline en Christabel Pankhurst. De publieke opinie in Groot-Brittannië 42 Tulpia / jaargang 05 / nr 16

Aletta Jacobs (1854-1929)

schilderde de suffragettedames vaak af als zure lelijke vrouwen die geen man konden krijgen, maar het tegendeel was meestal waar. De suffragettes organiseerden grote demonstraties, ketenden zich vast aan de hekken van parlementsgebouwen, stichtten brandjes of gooiden winkelruiten in. Ze wilden dat de regering serieus ging praten over de rechten van vrouwen. Een belangrijke suffragette Emily Wilding kwam zelfs om het leven toen ze op de renbaan het paard van de koning probeerde tegen te houden.

‘Na de Middeleeuwen ging het snel bergafwaarts met de rechten van vrouwen’ De eerste feministische golf sloeg naar Nederland over. In 1872 gaven operazangeres Mina Kruseman en Betsy Perk samen lezingen over de achtergestelde positie van de vrouw. Het publiek was geschokt door hun opvattingen, maar hun aanhang groeide snel. Uit deze kringen kwam de befaamde Aletta Jacobs naar voren Ze was de eerste vrouw die tot de middelbare school werd toegelaten en ze schreef de strenge minister van Binnenlandse Zaken, Rudolf Thorbecke, een brief om de universiteit te mogen bezoeken. Zo werd ze de eerste vrouwelijke arts in Nederland en in 1894 richtte ze de Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht op. Maar pas in 1922 werd het algemeen vrouwenkiesrecht in de Grondwet vastgelegd.

Voorvechtster voor hoger onderwijs voor vrouwen. Eerste vrouw die naar de hbs mocht, zij het alleen als toehoorster. Vroeg de liberale minister Thorbecke toestemming om aan de universiteit te studeren. Deed artsexamen in 1877/1878, promoveerde in 1879. Vestigde zich als huisarts in Amsterdam en gaf seksuele voorlichting, onder meer over voor­ behoedsmiddelen. Streed voor vrouwenkiesrecht. In 1894 medeoprichtster van de Vereeniging Voor Vrouwenkiesrecht. In 1903 voorzitter van deze vereniging. Leefde in een vrij huwelijk met de politicus Carel Gerritsen.

Wilhelmina Drucker (1847-1925) Kind van een ongehuwde moeder. Een van de eerste Nederlandse feministes. Richtte in 1885 de Vrije Vrouwen Vereniging op met socialistische achtergrond. Hieruit ontstond in 1894 de Vereeniging Voor Vrouwenkiesrecht. Publiceerde in het tijdschrift Evolutie (1893-1926).

Rosa Luxemburg (1871-1919) Pools/Joodse activiste. Moest als 16-jarige vanwege revolutionaire activiteiten de wijk nemen naar Zwitserland. Studeerde rechten en promoveerde daarin cum laude. Een van de leidsters van de linkervleugel van de Sozialsdemokratische Partei Deutschland (SPD). Antimilitaristisch en ageert tegen komende (wereld)oorlog. Begint in 1914 met Karl Liebknecht de krant Die Internationale. Ze vindt de SPD te gematigd en te weinig gekant tegen de oorlog. Luxemburg en Liebknecht richtten eerst de Spartakusbund op en vervolgens in 1918 de Kommunistische Partei Deitschland (KPD). In 1919 worden beiden vermoord door knokploegen van de regering, de zogeheten Freikorpsen.


Joke Smit (1933-1981)

Gek genoeg kregen de vrouwen al eerder passief kiesrecht, het recht in de Tweede Kamer te worden gekozen. In 1918 trad daarom de eerste vrouwelijke parlementariër Suze Groeneweg aan voor de SDAP, de voorloper van de PvdA. Niet minder formidabel was Wilhelmina Drucker. Deze veelgevraagde spreekster was betrokken bij de oprichting van verscheidene verenigingen, zoals de Vrije Vrouwen Vereniging die streefde naar ‘juridische, economische en politieke gelijkstelling van de vrouw’. Wat leverde de ‘eerste golf’ nu op? Kiesrecht, een doorbraak in de mogelijkheden om hoger onderwijs te volgen en een complete mentaliteitsverandering. Dat vrouwen een baan zochten, werd niet langer onfatsoenlijk gevonden. Ook kwamen er ver­beteringen in sociaal-seksueel opzicht. Voortaan had de vader van een onwettig kind een onderhoudsplicht, totdat het kind meerderjarig werd. Toen stagneerde de ontwikkeling van vrouwen. De grote economische depressie van 1929 trok alles­ verwoestend over de wereld. Mensen hadden nu al hun aandacht en kracht nodig om te overleven. Door de depressie en de latere Tweede Wereldoorlog raakte de vrouwenstrijd echter niet in vergetelheid. Vrouwen toonden zich ook in intellectueel opzicht de gelijken van mannen. Wereldberoemd werd in 1949 het boek De Tweede Sexe van de Franse filo­sofe en feministe Simone de Beauvoir. Hierin werd elke afhankelijkheid van een man ontraden en er de nadruk op gelegd dat vrouwen economisch zelfstandig moesten worden. Het werk is nog altijd een van de grote klassiekers van het feminisme. Een andere mijlpaal vormde De vrouw als Eunuch uit 1970 van de Australische activiste Germaine Greer (1939-*). Hierin keerde ze zich tegen de man als ‘heteroseksuele veroveraar’. De man moest zelf worden geëmancipeerd en bevrijd van zijn misplaatste superioriteitsgevoel. De tweede feministische golf van de jaren zestig, zeventig en tachtig van de vorige eeuw stond nog steeds voor drie dingen: de vrouw moest de kans krijgen een vrij mens te worden, haar vermogens te ontwikkelen

Gevierd en gerespecteerd Nederlands feministe. Johanna Elisabeth (Joke) Smit studeerde Franse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Redacteur van het literaire tijdschrift Tirade. Wetenschappelijk hoofdmedewerkster aan het Instituut voor vertaalkunde van de UvA en in 1971 gemeenteraadslid voor de Partij van de Arbeid. Vocht voor het recht van de vrouw zelf te mogen beslissen over abor­ tus. Brak door met het artikel Het onbehagen van de vrouw, dat in 1967 in De Gids verscheen. Met Hedy D’Ancona oprichtster van de feministische actiegroep Man Vrouw Maatschappij (1968). Publiceerde over vrouwen­rechten, en pleitte voor even­ wichtige verdeling tussen man en vrouw van betaald en onbetaald werk.

‘Een ‘corrigerende tik’ wilde nog wel eens helpen om de vrouw in het gareel te brengen’ en ze diende erkend te worden als volwaardig lid van de samenleving. De omstandigheden leken gunstig. De ijzeren greep van de godsdienst werd minder, het aantal hoger opgeleide vrouwen groeide en steeds meer getrouwde vrouwen hadden een baan. Vanaf de jaren zestig werd de seksuele moraal bovendien veel losser. Anderzijds kwam er steeds meer nadruk te liggen op de rol van de vrouw als moeder en huisvrouw en werden werkende vrouwen nog altijd lager betaald. Allemaal tegen­strijdige zaken, die vrouwen een beklemmend gevoel gaven en leidden tot het ontstaan van het ‘huisvrouwensyndroom’, een complex van psychische en lichamelijke klachten. In Nederland kwam de doorbraak van de tweede golf in 1967 met het artikel ‘Het onbehagen bij de vrouw’ van Joke Smit (19331981). Moederschap en werken buitenshuis bleken onmogelijk te combineren en daar moest iets aan worden gedaan; bijvoorbeeld het meer gelijk verdelen van taken. Samen met Hedy D’Ancona (1937-*), die later minister van Volksgezondheid werd, richtte Smit Man Vrouw Maatschappij (MVM) op. Die beweging streefde onder meer naar de emancipatie van ‘vrouwelijke waarden’ zoals

Simone de Beauvoir (1908-1986) Frans filosofe, schrijfster en feministe. Studeerde aan La Sorbonne literatuurwetenschappen, wiskunde en filosofie. Ontmoette de filosoof Jean Paul Sartre die haar levensgezel werd. Vanaf de Tweede Wereldoorlog begon ze zich voor politiek te interesseren en later zou ze een belangrijke rol gaan spelen in de vrouwenbeweging. Baanbrekend was haar boek De Tweede Sexe, waarin ze pleit voor de economische onafhankelijkheid van de vrouw. Ze was tegen het huwelijk omdat dat voor de vrouw volledige afhankelijkheid met zich mee bracht. “Je moet dan leven in een morele, psychische, totale innerlijke afhankelijkheid van een man; dat zou geen enkel menselijk wezen mogen accepteren.” Bijgevolg leefde ze met Sartre in een open relatie waarin beide personen onafhankelijk bleven. Tulpia / jaargang 05 / nr 16 43


Hedy D’Ancona (1937-*) Nederlands sociologe en sociaal geografe (cum laude), politica en feministe. Begon haar carrière als tv-producer. Zat jarenlang voor de PvdA in de Eerste Kamer en in het Europees Parlement. Werd staats­secretaris voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid in het kabinet Van Agt II (1981-1982) en minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur in het kabinet Lubbers III (1989-1994). Hedy D’Ancona is medeoprichtster van het tijdschrift Opzij, waarvan ze hoofdredacteur was van 1972 tot 1981. Met Joke Smit stichtte ze in 1968 de actiegroep Man Vrouw Maatschappij.

‘Het huishouden was vervelend, een sleur en soms zelfs totaal gekmakend’ Nawal El Saadawi (1931-*) Studeerde medicijnen in Caïro in 1949. Haar tweede huwelijk liep stuk omdat haar man haar verbood om te schrijven. Richtte het blad Health op en werd daarvan hoofdredactrice. In 1972 werd ze uit die functie ontslagen vanwege haar politieke standpunten met betrekking tot vrouwenbesnijdenis, seksualiteit en religie. Werkte voor de Verenigde Naties en wel voor het Programma voor Vrouwen in Afrika en in het Midden-Oosten. In 1981 moest ze naar de gevangenis vanwege kritiek op het bewind van president Sadat. Ze richtte de Asian Women Solidarity Association op die in 1991 werd verboden. El Saadawi verzet zich tegen de onderdrukking van vrouwen in vooral de moslimwereld. Haar boeken zijn in Egypte en sommige andere Arabische landen verboden.

44 Tulpia / jaargang 05 / nr 16

gevoel. Waarom zouden mannen hun emoties niet meer tonen en waarom moesten ze altijd zo stoer doen? Anderzijds klonk de kreet ‘Hė zus, ze houen ons eronder’, die Smit als titel voor een boek gebruikte, behoorlijk flink en krijgshaftig. Het was een variatie op de eerste versregel van het socialistische strijdlied, de Inter­ nationale. Vrouwen mochten klaarblijkelijk wel hun ‘spierballen’ laten rollen. Natuurlijk was er op het gebied van arbeid, onderwijs en politiek nog niet genoeg bereikt. Er kwamen nieuwe thema’s als seksualiteit, huwelijk en gezin. Belangrijk werd de strijd om het recht op abortus. Onder het motto ‘Baas in eigen buik’ gingen vrouwen met borden en spandoeken de straat op. Man Vrouw Maatschappij wist door te dringen tot het kabinet Den Uyl en in 1977 werd D’Ancona de eerste staatssecretaris van Emancipatie. Bekend was ook de

linkse feministische actiegroep Dolle Mina, vernoemd naar Wilhelmina Drucker, die luid protesterend tegen de ongelijkheid van mannen en vrouwen door de straten van Amsterdam trok. Radicaler waren Paarse September – een zinspeling op de Palestijnse terreurgroep Zwarte September – en Vrouwenkollektief. Minder luidruchtig maar net zo belangrijk was de benoeming van Marga Klompé als eerste vrouwelijke minister van Maatschappelijk Werk namens de KVP. Zij bracht de Algemene Bijstandswet tot stand. In 1980 kwam de Wet gelijke behandeling, die stelde dat er geen verschil mocht worden gemaakt tussen mannen en vrouwen in de toegang tot opleidingen en in tal van arbeidsrechtelijke opzichten. Tegenwoordig kun je spreken van een derde feministische golf, maar die vormt niet meer zo’n eenheid als de voorgaande twee. Hierbij gaat het voornamelijk om de culturele en religieuze achterstelling van vrouwen uit bijvoorbeeld Somalië, Turkije en Marokko. De onderdrukking van de islamitische vrouw vormt hierbij een hoofdthema en in sommige moslimlanden worden voorzichtig al enkele oude wetten en tradities losgelaten. In 2003 werd bijvoorbeeld in Marokko een wet aangenomen die vrouwen meer rechten geeft bij scheiding en een betere positie in erfrechtkwesties. Coryfeeën binnen deze beweging zijn de Marokkaanse Fatima Mernissi, de Turkse Duygu Asena en de Egyptische arts Nawal El Saadawi. Ook in onze polders zijn er echter vrouwen opgestaan die de fakkel opnamen in de strijd voor gelijkberechtiging, zoals Fındık Demir en Nezos Demirel. Daarmee is geen eind aan het feminisme gekomen, want nog steeds is er ongelijkheid. Denk maar eens aan de discussies over het ‘glazen plafond’, dat vrouwen zou beletten door te dringen tot de hoogste regionen van vooral het bedrijfsleven. De strijd gaat dus voort.


“ Turkse vrouwen presteren...

In tal van grote steden en dorpen zijn via PaFemme netwerken opgericht waar vrouwen van verschillende achtergrond, etniciteit en leeftijd met regelmaat de koppen bijeen steken om te overleggen of advies uit te brengen. Meestal in clubjes van acht tot tien vrouwen van wie minimaal 80 procent van allochtone afkomst is. Nezos Demirel

“D

e vrouwen geven adviezen aan de lokale overheid of aan andere organisaties of ze signaleren problemen op het gebied van integratie,” stelt voor­zitter Nezos Demirel van PaFemme, het landelijke overlegorgaan dat de emancipatie van zwarte-, migranten- en vluchtelingenvrouwen in Nederland stimuleert. “Maar ze zijn er echter ook om andere vrouwen te motiveren deel te nemen aan de samenleving en economisch onafhankelijk te worden. Het is voor de emancipatie van de vrouw belangrijk om aan het arbeidsproces deel te nemen en je eigen geld te verdienen. De vrouwen in zo’n netwerk hebben vaak een voorbeeldfunctie voor andere vrouwen.” Nezos Demirel (39), geboren in Turkije en opgegroeid in Brabant, vervult ook een voorbeeldfunctie. “Ik wil mezelf niet ophemelen hoor,” vertelt ze serieus, “maar door mijn daadkracht heb ik veel voor elkaar gekregen.

De rest is autochtoon. Daardoor ben ik voor sommige andere vrouwen een voorbeeld geworden.” Vijf jaar geleden werd ze voorzitter van het landelijk overlegorgaan PaFemme. De burgemeester van haar woonplaats Bergen op Zoom droeg haar destijds voor. “Ik kwam de burgemeester af en toe tegen bij lokale integratiebijeenkomsten. Zij vroeg mij toen mee te gaan naar een restaurant. Zou jij je vleugels niet verder uit willen slaan?, vroeg de burgemeester.” Nezos was op dat moment loopbaanbegeleider van allochtone vrouwen, betrokken bij verscheidene integratieprojecten en net haar eigen bedrijf gestart. Gesteund door zoveel vertrouwen van de burgemeester ging ze in op het voorstel en werd zodoende voorzitter van PaFemme. Dat is ze sindsdien gebleven. Nezos:“Ik ben trots op mijn functie. Ik combineer het met mijn andere werkzaamheden. Ik zou elke zwarte, migranten- of vluchtelingenvrouw willen adviseren aansluiting te

‘De Turkse vrouwen emanciperen snel, in één generatie dichten wij een enorm gat’

Tulpia / jaargang 05 / nr 16 45

tekst en beeld MAAIKE LANGE

tulpia focus

200 procent”


tulpia focus door SUZAN YÜCEL

zoeken bij autochtone netwerken. We kunnen niet zonder elkaar, we hebben elkaar allemaal nodig.” Vanuit haar functie als voorzitter heeft ze intussen een goed beeld van het verloop van de emancipatie van allochtone vrouwen. Er is nog een hoop werk te verzetten. Maar, ook met de emancipatie van de Nederlandse vrouw loopt het volgens haar niet zo’n vaart. Het is een kwestie van geduld en gestaag doorwerken. “Nederland loopt wat betreft emancipatie achter bij veel andere landen. Bij allochtone vrouwen verschilt het niveau per situatie. De achtergronden zijn zo verschillend. Mijn ouders hebben slechts een geschiedenis van veertig jaar in Nederland. Het verschil tussen waar mijn moeder vandaan komt en ik nu sta, is groot. De Turkse vrouwen emanciperen snel, in één generatie dichten wij een enorm gat. Vrouwen in mijn leeftijdscategorie presteren wel 200 procent. We zijn ambitieus. Als ik dat weer vergelijk met Turkse dames die nu 24 jaar zijn en van hbo of universiteit komen, dan is er opnieuw een groot verschil. Zij maken weer heel andere keuzes. Ze kiezen voor een sociaal leven. Een parttime baan en aandacht voor kinderen, vrienden en hobby’s. Daarin lijken ze steeds meer op hun autochtone Nederlandse leeftijdsgenoten.” In mei bestaat PaFemme vijf jaar. Hoe ziet Nezos de toekomst van de organisatie? “Emancipatie is verbinding maken met de maatschappij. Dat proces is niet zomaar opeens klaar. We kunnen met PaFemme nog meer bereiken als we ons aansluiten bij een sterke bestaande organisatie. Dat willen we gaan doen, maar we weten nog niet welke. Maar zo zullen we onze emancipatie naar een nog hoger niveau kunnen tillen.”

Stichting PaFemme is voort­ gekomen uit de Stichting Participatie Team, geïnstalleerd door de Commissie Participatie van Vrouwen uit Etnische Minderheidsgroepen PaVEM, met als doel gemeenten te helpen bij het realiseren, implementeren en uitvoeren van emancipatiethema’s. In de Commissie PaVEM hadden zitting prinses Máxima, voormalig VVD-minister Hans Dijkstal en voormalig GroenLinks-fractievoorzitter Paul Rosenmöller. Stichting PaFemme viert in mei 2010 haar lustrum en wordt tot die periode ondersteund door het Oranjefonds. Hierdoor is prinses Máxima nog steeds betrokken bij de activiteiten van PaFemme. Af en toe brengt zij een bezoek aan een lokaal team.

46 Tulpia / jaargang 05 / nr 16

“Eigenlijk zou...

het elke dag 8 maart moeten zijn” Leyla Çakır loopt vaak voorop. Zo is ze de eerste voorzitter van de Nederlandse moslimvrouwenorganisatie Al Nisa, die al vanaf haar geboorte moslim is. “Plotseling moest ik nadenken over een vrouwenissue als emancipatie.”

”H

a, mevrouw Leyla, eindelijk ontmoet ik u. U bent de enige vrouw van wie ik brieven ontvang.” Als Leyla Çakır haar anekdote deelt, leunt ze breed lachend voorover en klapt haar handen tegen elkaar. “Ik viel zelfs op bij de ambassadeur van religieuze zaken, die onze moskee in Geleen kwam openen,” lacht ze opgewekt. Al mag Leyla nu aan het roer staan van de Nederlandse moslimvrouwenorganisatie Al Nisa en zich buigen over zaken als emancipatie en de positie van de vrouw, de kneepjes van het voorzitterschap heeft ze vooral geleerd in een mannenwereld. Leyla was de eerste vrouwelijke voorzitter van een moskeebestuur in Nederland die unaniem is gekozen door hoofdzakelijk mannelijke leden. Een unicum. Als de 31-jarige terugblikt dan kom het woord ‘eerste’ wel vaker voor. Zo was ze samen met haar gezin de eerste Turkse familie in het Zuid-

Limburgse Geleen, de eerste Nederlands/ Turkse met een hbo-diploma sociaal pedagogische hulpverlening op zak in die regio, en is ze momenteel de eerste voorzitter van Al Nisa die al vanaf haar geboorte moslim is. “Ik merkte pas dat het bijzonder was om als vrouw in een moskeebestuur te zitten na 11 september en de moord op Theo van Gogh,” zegt ze nuchter. “De islam, met al haar aspecten, stond in de picture. En ik als vrouwelijke voorzitter viel de media al gauw op. Weinigen hebben de aanslagen van zo dichtbij meegemaakt als ik. Gelukkig had ik een goede band opgebouwd met de politie en buurtbewoners door vaak de wijk in te gaan en mensen uit te nodigen voor een kop koffie in de moskee. Die gesprekken wierpen hun vruchten af na alle commotie, want iedereen hield met liefde een oogje in het zeil.” Leyla valt niet alleen plaatselijk op door haar sociale bekwaamheid en daadkracht, en wordt in 2006 door de toenmalige voorzitter


Leyla Çakır

van de landelijke organisatie Al Nisa gevraagd of ze haar rol wil over­nemen. “Huh? dacht ik. Tegelijkertijd was ik ook enorm gevleid. Alleen moest ik goed nadenken. Ik was vooral een mannenwereldje gewend en nu moest ik plotseling nadenken over vrouwenissues als emancipatie en de positie van de vrouw. Daar wist ik weinig van. De eerste vraag die ik mezelf altijd stel is: kan ik iets betekenen en heb ik hier tijd voor?” Tijd wilde ze toentertijd vooral vrijmaken voor zichzelf na een drukke periode bij de moskee en haar werk als welzijnswerker. Uiteindelijk ging ze in 2007 toch akkoord met een voorzitterschap van Al Nisa, in 1982 opgericht door Nederlandse bekeerlingen die meer informatie wilden over de islam in hun eigen taal, en wisselde ze het zuiden in voor het centraal gelegen Utrecht. “Het is een uitdaging. Ik begon veel te lezen over de positie van de vrouw in de islam en woonde bijeenkomsten bij over de rol van

de vrouw. Bij Al Nisa is iedereen vrij om te zijn zoals die is. Emancipatie betekent voor mij dan ook dat vrouwen zelfbewust en vrij zijn om hun eigen keuzes te maken. Of je nu liever een huisvrouw bent, of de top wilt bereiken. Als het maar een bewuste keuze is.” Dat ze de visie van Al Nisa daarmee uitdraagt is het voorbeeld van een trainingsweekend die de organisatie heeft georganiseerd over de positie van de vrouw binnen de islam. Islamitische vrouwen van conservatief tot liberaal slaan zelf de boeken open om vervolgens een eigen interpretatie te geven op de rol van de vrouw binnen de islam. “Gelukkig komen er steeds meer vrou­ welijke geleerden die islamitische bronnen benaderen vanuit vrouwelijk perspectief. Want tot op de dag van vandaag is dit vooral door mannen gedaan of wordt er weinig aandacht geschonken aan het werk van vrouwen. In ons maandblad portretteren we maandelijks een moslimvrouw die veel voor de islamitische

‘Weinigen hebben de aanslagen van zo dichtbij meegemaakt als ik’ geschiedenis heeft betekend of nog steeds betekent, omdat dit in vergetelheid raakt,” zegt Leyla met haar zuidelijke tongval. Haar taak als voorzitter neemt ze bloedserieus getuige haar parttime baan bij kunstinstelling Imagine IC. “Om voldoende tijd te hebben voor Al Nisa.” Ze hoopt met haar voorzitterschap zeker een bijdrage te leveren aan de emancipatie van de moslimvrouw. “Eigenlijk zou het iedere dag 8 maart, internationale vrouwendag, moeten zijn. Even stilstaan bij de positie en de rechten van de vrouw.”

Tulpia / jaargang 05 / nr 16 47


door Maaike de lange

rubrieks tulpia focus naam

“ W at ligt er...

in jouw winkelmandje?” De actiegroep Stoere Vrouwen zet zich in voor een mooiere wereld. Ook steeds meer allochtone vrouwen sluiten zich aan. “Vrouwen houden van shoppen, maar ze hebben ook een groot verantwoordelijkheidsgevoel ten aanzien van de wereld.”

“A

lles lekker aanzetten. En stampen, stevig met de voeten op de grond, dames, laat maar horen. En duw je borst vooruit.” De regisseuse marcheert voor de groep uit. “Blijf dicht bij elkaar, marcheren in rijen van twee. Links, rechts, links, links. En zwaaien met de armen.” Het is een vrijdagochtend. Een grote groep jonge vrouwen stapt in hoog tempo rond in een zaal aan het Spui in Amsterdam. De vrouwen oefenen voor een ludieke protestmars die ze later die middag houden in het centrum van de stad. Ze gaan de warenhuizen in om mensen bewust te maken van hun koopgedrag. Wat heb jij in je winkelmandje liggen? Weet je wel waar het product vandaan komt? Is het wel duurzaam? Op deze manier probeert de actiegroep Stoere Vrouwen de wereld een klein beetje te verbeteren. ‘We gaan de natuur redden, mensen ver weg een goed inkomen geven en dieren netjes behandelen’, staat op de web­site www.stoerevrouwen.nl. Dit alles dus met alleen maar vrouwen. “Vrouwen zijn een daadkrachtige doel-

48 Tulpia / jaargang 05 / nr 16

groep,” legt Tahné van Wonderen uit. “Ze houden van shoppen en lol maken, maar ze hebben ook een groot verantwoordelijkheidsgevoel ten aanzien van de wereld.” Ruim twee jaar geleden werd de ludieke actiegroep opgericht. Inmiddels hebben zich 650 vrouwen uit het hele land aangesloten. In elke grote stad, van Maastricht tot Groningen, is een zogenaamd regiment van deelnemers te vinden, dat zo nu en dan bij elkaar komt om een opzienbarende actie op touw te zetten. “Wij nemen absoluut geen feministisch standpunt in,” benadrukt Van Wonderen. “Met onze vrouwengroep proberen we zoveel mogelijk mensen bewust te maken van onze leefomgeving.” Ook steeds meer allochtone vrouwen sluiten zich aan bij Stoere Vrouwen. Er hebben zich al Turkse, Spaanse en Marokkaanse vrouwen gemeld. Ze zijn nog in de minderheid, maar ze weten intussen wel de weg te vinden naar de actiegroep. “We zijn daar erg blij mee,” zegt Van Wonderen. “Hoe meer zielen, hoe meer vreugd. We zijn tot nu toe nooit bewust bezig geweest om Turkse of andere allochtone vrouwen aan ons te binden.


‘Als je bewust wilt leven, hoef je niet gelijk alles te laten‘

De actiegroep Stoere Vrouwen

Ons motto is vooral dat iedereen welkom is. Maar het is wel interessant om te zien of het onze invalshoek zal beïnvloeden. Wakker Dier bijvoorbeeld is gestart met een actie voor halal-vlees. Dat is in Nederland lang niet altijd zo halal als wordt gesuggereerd. Volgens islamitische wetten mag een dier niet onderhevig zijn aan onmenselijke behandeling voor het tijdstip van slachting. Maar Nederlands vlees dat halal is geslacht, komt in de regel uit de vee-industrie. Aandacht vragen voor dit soort thematiek past ook bij ons.” “Ik ben eigenlijk niet zo’n protestmens,” vertelt deelneemster Melissa uit Delft. “Op straat loop ik meestal aan acties voorbij. Maar toen ik op internet over Stoere Vrouwen las, voelde ik me meteen aangesproken. Dit is echt een goed doel.” Haar vriendinnen hadden minder zin om mee te doen. “Zij vinden alles wel best, ze hebben een vriendje en bekommeren zich om het huishouden. Kijk, daar krijg ik nou de kriebels van.” Voor Nynke Sietsma geldt eenzelfde soort verhaal. Ze is vanaf het allereerste uur betrokken bij de actiegroep. “De groep bestaat

uit inspirerende vrouwen, die allemaal een missie hebben.” Bij haar begon het als puber toen haar moeder een abonnement op de groentetas nam. “We aten plotseling alleen nog maar biologisch en er was in huis niets lekkers meer te snaaien. Intussen heb ik zelf ook de groentetas, en koop ik zoveel mogelijk verantwoorde kleding.” De middag breekt aan. De vrouwen kleden zich om in hun opvallende outfit: een groen legertenue met daaronder roze pumps. De lippen worden aangezet met fel gekleurde lippenstift. Zo gaan de dames steevast de straat op. Twee aan twee. Zingend. Van Wonderen: “Stoere Vrouwen is iets positiefs. We zijn jong en sterk, hebben vaak een goede baan en willen iets voor de samenleving betekenen. Als je bewust wilt leven, hoef je niet gelijk alles te laten. Je kunt keuzes maken.” Het ultieme doel is dat in meerdere grote steden tegelijkertijd pelotons van vrouwen de straat opgaan om consumenten op hun koopgedrag te wijzen. In sommige steden is intussen ook een afdeling opgericht die vegetarische tapaswedstrijden houdt en kledingruilfeesten. Tulpia / jaargang 05 / nr 16 49


blik op brussel door frans jeursen  fotografie europese commissie

Van EGKS via EEG naar EU De EGKS, de eerste vorm van Europese eenheid, had tot doel om via de controle over de productie van kolen en staal de kans op oorlog te verkleinen. Zestig jaar later krijgt de Europese Unie zelfs een eigen president. Een beeld van alle levensfasen.

I

n 1945 kwam een einde aan de Tweede Wereldoorlog. Grote delen van Europa waren verwoest, volkeren ontwricht. Opnieuw, want al in de Eerste Wereldoorlog was men geconfronteerd met een verlies van mensenlevens op een schaal als nooit tevoren. De herhaling van deze gruwelijke gebeurtenissen, met een tussenruimte van slechts 27 jaar, gaf de doorslag tot de oprichting van een Europees samenwerkings­ verband. Hadden eminente personen als Guiseppe Mazzini, Victor Hugo en Richard Coudenhove-Kalergi reeds ideeën ontwikkeld voor een vorm van Europese eenheid om oorlog te voorkomen, nu volgde de eerste concrete stap. De Raad van Europa werd in 1949 opgericht, de eerste organisatie die betrekking had op heel Europa. De vader van de latere Europese Unie, de Franse minister van buitenlandse zaken Robert Schuman, stelde de oprichting voor van een Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS). Staal en kolen waren immers de voornaamste ingrediënten voor oorlog. Gemeenschappelijke controle hierover zou een belangrijke rem zijn. Met het Verdrag van Parijs werd de EGKS in 1951 een feit. Samen daarmee kwamen de Hoge

50 Tulpia / jaargang 05 / nr 16

Autoriteit (nu de Europese commissie) en de Algemene Vergadering (nu het Europese Parlement) tot stand. Een commissie, geleid door de Belgische politicus Paul-Henri Spaak, pleitte in 1956 voor een intergouvernementele conferentie over kernenergie en gemeenschappelijk markt. De wens voor grotere economische eenheid resulteerde in 1957 in het befaamde Verdrag van Rome, dat de stichting inhield van de Europese Economische Gemeenschap (EEG). Tegelijk ontstond Euratom, de Europese Kermenergie Commissie. De drie gemeenschappen werden in 1967 bijeengebracht in één instelling. In 1973 traden Engeland, Ierland en Denemarken toe; de eerste van een reeks uitbreidingen. Een tweede had plaats toen Griekenland in 1981 lid werd en een derde in 1986 toen Portugal en Spanje werden toegelaten. Voortaan zouden er ook algemene verkiezingen voor het Europees Parlement van 410 leden worden gehouden. De eerste gekozen president van het parlement werd in 1979 de Française Simone Veil. In 1987 vroeg Turkije het lidmaatschap aan. Zoals we weten is dat politiek nog altijd een heet hangijzer. Na de val van de Muur en het verdwijnen van het IJzeren Gordijn en de


hereniging van de twee Duitslanden werd de deur echter wel snel opengezet voor een aantal voormalige communistische landen in Oost-Europa. Met die golf van uitbreidingen op komst werd op 7 februari 1992 het Verdrag van Maastricht getekend. De Europese Unie was een feit. In de jaren negentig werd de gemeenschappelijke munt zichtbaar aan de horizon en in 1994 kwam de Europese Monetaire Unie tot stand. In 1999 werd de euro gelanceerd als munteenheid en ontstond de Europese Centrale Bank. De nationale valuta’s werden in 2002 vervangen door eurobiljetten en euromunten. Er was niet alleen vooruitgang: bij de oorlogen in Bosnië en bij de kwestie Kosovo bleek het onvermogen van de EU om tot een gezamenlijk standpunt te komen. Om de EU op het vlak van buitenlandse politiek effectiever te maken werd in 1999 het Verdrag van Amsterdam gesloten. Het Verdrag van Nice (2001) bereidde de uitbreiding van de unie met tien nieuwe leden voor en de Europese Commissie begon te werken aan een Europese Grondwet, die werd ondertekend in 2004. Sommige regeringen ratificeerden de grondwet op eigen initiatief, maar andere landen hielden een referendum.

De Nederlandse en Franse bevolkingen verwierpen de grondwet resoluut met respectievelijk 61 en 58 procent van de stemmen. De mensen keerden zich tegen een grondwet die te veel macht aan een centralistisch orgaan zou verlenen. Een schok ging door de EU. De grondwet werd ingetrokken, maar de meeste veranderingen keerden toch terug in het zogeheten Verdrag van Lissabon. Velen juichten vorig jaar dan ook de Ierse afwijzing toe, als een keuze voor het behoud van de eigen nationale aard, cultuur en instituties. De vraag is echter blijven liggen of de inhoud van het Verdrag van Lissabon, de ‘aangepaste grondwet’, moet worden opgevat als een ‘brug te ver’ als het gaat om het behoud van de nationale vrijheid van staten. Wat dat betreft was het Ierse ‘nee’ en vervolgens ‘ja’ een belangrijk keerpunt. De gevolgen moeten nog blijken. En nu krijgt de Europese Unie zelfs een president, die van de EU een slagvaardiger eenheid moet maken, het buitenlands beleid moet verbeteren en de economische concurrentie met de Aziatische tijgers moet aangaan. Een heel andere taakstelling dan 60 jaar geleden.

‘Duidelijk ‘neen’ tegen de grondwet in Nederland en Frankrijk‘

Tulpia / jaargang 05 / nr 16 51


door onze correspondent in brussel boris peters

blik op brussel

EUROPARLEMENTARIËR RIA OOMEN:

“Hervormingen in Turkije zijn broodnodig” Er moet nog ongelooflijk veel gebeuren om van Turkije een modern, welvarend land voor iedere burger te maken. Dat stelt Europarlementariër Ria Oomen-Ruijten (CDA), rapporteur over de toetreding van Turkije tot de Europese Unie. “Politie, justitie, leger en een deel van de traditionele happy few willen alles graag bij het oude laten.”

“I

k prijs wat te prijzen valt en ik bekritiseer en veroordeel dat wat te veroordelen is,” zegt Ria Oomen-Ruijten in haar kantoor in Brussel. De CDA-Europarlementariër is namens het Europees Parlement rapporteur inzake de mogelijke toetreding van Turkije. Jaarlijks beoordeelt ze de voortgang van Turkije op weg naar een mogelijk lidmaatschap van de Europese Unie. Met het aanvragen van de status van kandidaat-lidstaat, die het land in december 2004 verwierf, heeft Turkije aangegeven zich te willen binden aan de ‘criteria van Kopenhagen’. “Die vormen het hart van de politieke samenwerking in de EU. Het gaat om het hebben van een democratie, een rechtstaat en collectieve en individuele vrijheden,” aldus de rapporteur. Dat Turkije een commitment is aan­ gegaan om te voldoen aan die criteria vindt Oomen uitermate belangrijk. “Niet alleen voor Europa, maar vooral voor het land zelf. Als je van Turkije een modern, welvarend land wilt maken voor alle burgers dan zijn

52 Tulpia / jaargang 05 / nr 16

hervormingen broodnodig.” Ze constateert dat er nog ‘ongelooflijk veel’ moet gebeuren voordat Turkije aan de Kopenhagen-criteria voldoet. Oomen, die Turkije geregeld bezoekt, vindt het ‘een prachtig land met heel veel mogelijkheden’, maar ze constateert dat er nog grote verschillen zijn tussen regio’s en dat er een diepe kloof bestaat tussen verschillende bevolkingsgroepen. Vooruitgang vindt ze dat er in Turkije tegenwoordig over gevoelige thema’s – de positie van de Koerden, de rechten van niet-moslims en de rol van het leger – kan worden gediscussieerd. “Wat ik het Turkse parlement en de samenleving vraag is om datgene waar nu openlijk over wordt gediscussieerd om te zetten in concrete actie en wetten.” Pogingen daartoe worden nu nog vaak gefrustreerd. Als voorbeeld noemt de rapporteur de pogingen om de jurisdictie van het militaire hof te beperken. “Dan zie je dat een voorstel wordt aangenomen in het parlement, maar dat er vervolgens iemand naar het constitutionele hof loopt om het weer ongedaan te

maken. Er moet in Turkije een nieuwe grondwet komen die een seculiere staat garandeert en waarin alle rechten en plichten van de burgers, individueel en collectief, zijn vastgelegd. Zolang die er niet is, kan er altijd een partij naar het constitutionele hof stappen. Daar waar er al wel wetgeving is, blijven implementatie en naleving achter, aldus Oomen. “Ook een politieman in een klein politie­ bureau in Anatolië moet ervan overtuigd zijn dat wanneer zich een vrouw meldt met een probleem op bijvoorbeeld het gebied van eerwraak dat hij dan ook werkelijk iets moet doen.” Ze constateert verder dat de Turkse justitie wel onafhankelijk is, maar niet altijd onpartijdig. Niettemin zijn er in Turkije dingen gebeurd, die Oomen vijf jaar geleden niet voor mogelijk had gehouden. “Ongeveer twee jaar geleden bezocht ik de burgemeester van Dyarbakır die het gevang in moest omdat hij de uitnodiging voor een nieuwjaars­ bijeenkomst in het Engels en in het Koerdisch had opgesteld. Sinds 1 januari 2009 zijn er in


‘Het gaat om het hebben van een democratie, een rechtstaat en collectieve en individuele vrijheden‘ Turkije 24 uur per dag tv-uitzendingen in het Koerdisch, en wordt er gesproken over het erkennen van alle culturele rechten van de Koerden, dat is ongelooflijk.” Een paar dagen na deze uitspraak wordt in Turkije de Koerdische partij DTP verboden door het Turkse grondwettelijk hof. Oomen veroordeelt die stap en zegt het als ‘een stap terug te zien in het Turkse democratiseringsproces’. Dat er onder druk van de EU meer gedaan is aan vrouwenrechten in Turkije en dat er wetgeving is tegen eerwraak en gedwongen huwelijken is volgens Oomen ‘goed voor de vrouwen en goed voor Turkije’. Het is echter aan de Turkse samenleving en niet aan de EU om het tempo van het veranderingsproces voor Turkije te bepalen, vindt ze. “Ik hou de Turkse politiek en de bevolking slechts voor dat een snelle voortgang met hervormingen in het belang van elke Turkse burger is.” Om het veranderingsproces goed te laten verlopen is een mentaliteitsverandering binnen de Turkse samenleving nodig, vindt Oomen. “Bij de politie, justitie, in het leger en een deel van de traditionele happy few zit nog sterk het gevoel dat men alles bij het oude moet houden.” Of en wanneer Turkije uiteindelijk in de EU komt, kan de CDA-politica niet zeggen. “Onderhandelen is niet alleen een lang­ durig proces, het is ook een proces waarvan de uitkomst niet vooraf vast staat. Of Turkije uiteindelijk lid van de EU zal worden, is in de eerste plaats een keuze die het land zelf moet maken. Maar indien het uiteindelijk zover komt, zal het een heel ander Turkije zijn dan het huidige.”

Ria Oomen

Tulpia / jaargang 05 / nr 16 53


hier? Alleen voor MKB’ers slechts €500,-

www.tulpia.nl sales@tulpia.nl

54 Tulpia / jaargang 05 / nr 16

TULPIACOLUMN

advertentie

Imre de Groot / sociaal geograaf

Uw

Met hangen en wurgen

A

ls we de uitkomst van de meest recente enquêtes mogen geloven, zijn er momenteel evenveel Europeanen voor als tegen de komst van Turkije bij de Europese Unie. Dit keer gaat het in beide gevallen om 47%, blijkt uit het onderzoek, uitgevoerd in vijf EU-landen door de Boğaziçi Universiteit in Istanbul, de Granada Universiteit in Spanje en de Autonome Universiteit van Madrid. Ze ondervroegen in augustus en september 2009 vijfduizend inwoners van Groot-Brittannië, Frankrijk, Duitsland, Polen en Spanje. Al voor het lezen van deze uitslag, moet ik bekennen, zag ik door de bomen het bos niet meer. Is de Turkse toetreding nuttig omdat we door de vergrijzing in de EU jonge nieuwe werkkrachten nodig hebben of komen de Turken onze banen inpikken; vormt Turkije een brug tussen de islamitische wereld en Europa of staan de Turken aan de grenzen te trappelen van ongeduld om Europa te islamiseren en Nederland met een woud van minaretten te bedekken. Ik weet eigenlijk niet meer wat ik er van moet denken. Bijna dagelijks worden we gebombardeerd met nieuwe cijfers en argumenten voor en tegen de toetreding en een grote Turkije-moeheid heeft zich van mij meester gemaakt. Het onderwerp is mij tegen gaan staan en ik kan nauwelijks nog enige interesse opbrengen voor nieuwe ontwikkelingen of standpunten. Sterker nog, door de aanhoudende stroom van krantenartikelen en tv-uitzendingen ben ik eigenlijk kwijtgeraakt waar het nu allemaal in de kern over gaat. Zo leidt te veel informatie alleen maar tot verwarring en desoriëntatie, in plaats van ons op het juiste spoor te houden en van de cruciale gegevens te voorzien om een standpunt te bepalen. Eigenlijk wil ik helemaal niet meer weten dat in Frankrijk 64% van de bevolking tegen een Turkse toetreding tot de EU is en in het rooms-katholieke Polen verrassend genoeg 54 % vóór. Zoals het mij bij het thema van de Turkse toetreding vergaat, vergaat het ongetwijfeld volksstammen van in principe wel degelijk politiek geïnteresseerde en bij internationale ontwikkelingen betrokken mensen. Dat is een heel slechte zaak. Het aanhoudend getouwtrek en de altijd maar weer tegenstrijdige berichtgeving maken dat ze onderhand hun buik vol hebben van het onderwerp. Zo slaat maximale openheid om in haar tegendeel en straks zijn het alleen nog maar de portefeuillehouders van politieke partijen die zich met de zaak bezig willen houden. Zou je een techniek willen bedenken om ‘het volk’ buiten een bepaald besluitvormingsproces te houden en als politicus zelf ongehinderd je gang te kunnen gaan, dan is het overstromen van het electoraat met ‘informatie’ even effectief als het verzwijgen en achterhouden daarvan. In deze val moeten we niet trappen; we moeten ondanks alles alert blijven. De vroegere PvdA-politicus Joop den Uyl stond er om bekend dat hij debatten in de Tweede Kamer soms tot diep in de nacht kon rekken, zodat iedereen volslagen uitgeput in de banken hing. Dan kwam Den Uyl met een vlammend betoog en diende een motie in ter stemming. Het gerucht gaat dat sommige versufte Kamerleden al lang niet meer op hun hoede waren en zo voor iets stemden waar ze bij vol bewustzijn mordicus tegen waren geweest. Anderen gaven, zegt men, Den Uyl zijn zin omdat ze fysiek echt totaal aan het eind van hun Latijn waren en eindelijk naar huis wilden gaan en slapen. Europa is niet het Den Haag van de jaren zeventig van de vorige eeuw. Den Uyl plande zijn monologen en ‘overvallen’ vermoedelijk minutieus, al wordt er wel gezegd dat hij ook van nature zeer lang van stof was. Groot verschil met het heden is en blijft echter dat de problemen van toen ons vandaag heel wat overzichtelijker en minder complex voorkomen. Nu worden we er telkens aan herinnerd dat aan een kwestie tal van aspecten zitten, zoals een moreel, politiek, economisch, geografisch, strategisch, diplomatiek, ecologisch en ga zo maar door. Toch moeten wij het er niet bij laten zitten. Het probleem van de Turkse toetreding, zou je kunnen zeggen, is veel te belangrijk om het alleen maar aan journalisten en politici over te laten!


Sommige recensenten noemen Hasan Ali Toptaş een ‘Oosterse Kafka’. Vast staat in elk geval dat de beklemmende sfeer die zijn beroemde voorganger zo meesterlijk wist op te roepen ook in Toptaş’ werk aanwezig is. Wat is koortsdroom en wat is wrange en vaak onbegrijpelijke werkelijkheid? Een reeks bizarre gebeurtenissen in een dorp vormt de rode draad van de vertelling; of is er wel sprake van een lijn die we kunnen volgen? Moeilijk te zeggen. Soms lijkt alles wat er gebeurt het werk

Verboden Liefde Net als in de recente verfilming van Komt een vrouw bij de dokter van Kluun draait in de roman Verboden Liefde alles om overspel. Maar wat een ontstellend niveauverschil ten gunste van de Turkse schrijver Halid Ziya Uşaklıgil! Orhan Pamuk - niet de minste als het op literatuur aankomt - zegt dat dit boek voor de Turken dezelfde betekenis heeft als Madame Bovary van Gustave Flaubert voor de Fransen, als Effi Briest van Theodor Fontane voor de Duitsers en Anna Karenina van Leo Tolstoi voor de Russen. Veel hogere lof is nauwelijks denkbaar, maar het gaat in elk geval om een grote Turkse klassieker. Oorspronkelijk publiceerde Uşaklıgil zijn roman in 1898 als feuilleton en

Dwarse vrouwen, verbindingen en verbeeldingskracht We zijn gewend de wereld op te delen in sociale hokjes en categorieën. Dat ontneemt ons wel eens de blik op wat mensen van heel verschillende herkomst met elkaar verbindt. In dit geval gaat het om een ‘schrijverscollectief van vrouwen’. Dames van volstrekt verschillende etnische komaf maken in Dwarse vrouwen de balans op van multicultureel Nederland. ‘Dwars’ kun je hier op verschillende manieren uitleggen. Zo betekent ‘Dwars’ wel tegendraads, maar ook

van een zieke geest en volgen voorvallen elkaar schijnbaar zonder enige verband op. De plaatselijke kapper, zoals altijd spil in het sociale leven, verdwijnt. Dan blijkt het mooiste meisje van het dorp spoorloos. Vervolgens verdwijnen er nog meer personen. Het pas verkozen dorpshoofd blijkt niet bij machte licht in de zaak te brengen. Uiteindelijk blijft de mogelijkheid over dat de klant van de kapper al deze voorvallen bedenkt, terwijl hij in de stoel achteroverleunt en in de spiegel kijkt. De vertelling zweeft tussen gematigd magisch

realisme en een zwarter soort van fantasie. Kort na het verschijnen ervan in Turkije in 2006 won Toptaş hiermee de prestigieuze ‘Orhan Kemalprijs’. Nu is deze merkwaardige maar van kaft tot kaft boeiende roman in het Nederlands vertaald door Veronica Divendal. De Schaduwlozen zal voor menigeen een literaire openbaring zijn.

wel in hetzelfde tijdperk als waarin de drie bovengenoemde romans ontstonden. De lijn die door alle drie de werken loopt is die van een vrouw die haar hart verliest aan een andere man dan haar wettige echtgenoot en daar uiteindelijk aan ten onder gaat. Voor de rest wijken de werken heel sterk van elkaar af en de redenen van de ontrouw zijn heel verschillend. In Verboden Liefde hunkert de vrouwelijke hoofdpersoon, de 22-jarige Bihter, naar een leven vol sociaal aanzien en rijkdom. Om die reden trouwt ze met de veel oudere Adnan, maar dat blijkt een ernstige vergissing. Haar hart blijft bij dit alles onbevredigd en ze valt als een blok voor de jonge neef van haar man. Tel daar nog een haast ziekelijke liefde en

bezitsdrang van Adnans dochter ten aanzien van haar vader bij op plus het onverstandige besluit van Adnan een veel jongere vrouw te huwen en het recept is geleverd voor een spannend verhaal vol diepte- en hoogtepunten. Literair werk van de bovenste plank.

het leggen van verbanden langs andere lijnen dan de gangbare. Extra dwars was wellicht ook het feit dat telkens een auteur werd gekoppeld aan een coauteur met een andere sociale positie, een andere achtergrond of van een andere generatie. Achtereenvolgens verschijnt een bijzondere stoet van personen: Marokkaans/Nederlandse vrouwen die tot de sociale ‘groeiers’ behoren; een ‘excuustruus’ en dames met kinderen die heel handig hun bestaan op de rails weten te krijgen en te houden. Een buitengewoon informatief en goed geschreven

boek dat een must is voor degenen die willen weten wat de stand van zaken is op vlakken als inburgering en multiculturele samenleving.

Hasan Ali Toptaş 254 pagina’s, € 19.90 Uitgeverij Atlas ISBN: 9789045000978

Halid Ziya Uşaklıgil Vertaling door Hanneke van der Heijden en Margreet Dorleijn Gebonden, 447 pagina’s, € 34.95 Uitgeverij Athenaeum, Polak & Van Gennep ISBN: 9789025363321

Redactie Joke van der Zwaard, Janine Janssen, Saskia Keuzen­ kamp en Fouazia Outmany 148 pagina’s, € 19,90 Uitgeverij Aksant ISBN: 9789052603575

Tulpia / jaargang 05 / nr 16 55

SERVICEPAGINA

De schaduwlozen


56 Tulpia / jaargang 05 / nr 16


In het zesde deel van zijn reis in het voetspoor van sultan Süleyman (1520 1566) neemt Henk Boom ons mee naar Wenen. De Oostenrijkse hoofdstad werd in 1529 belegerd door het Osmaanse leger, maar tot een verovering kwam het niet. Sneeuw gooide roet in het eten.

‘M

aandag 23 september 1529. Aankomst van de sultan in het kamp bij Wenen. ’s Nachts regent het heftig. De janitsaren en sipahi’s hebben het fort geheel omsingeld’. Zo werd het droogjes opgeschreven in het dagboek dat voor Kanuni sultan Süleyman werd bijgehouden, nadat hij in mei 1529 met een groot leger was vertrokken uit Constantinopel. Doel was om Boeda (toen nog niet verbonden met Pest) te heroveren op de Habsburgers. Ondanks grote tegenslagen als gevolg van het aanhoudende slechte weer werd de hütbe, het traditionele vrijdaggebed, begin september weer gelezen in de haastig herstelde moskee binnen de muren van Boeda. Om aartshertog Ferdinand I en zijn broer Karel V een lesje te leren, besloot Süleyman verder op te trekken tot aan de muren van Wenen. Was het werkelijk zijn bedoeling om de stad te veroveren en in te lijven bij het Osmaanse rijk? Of was de belegering van Wenen

eigenlijk alleen maar ondernomen om te laten zien tot hoever het Osmaanse leger kon penetreren in het christelijke Europa? Veel historici denken dat de verovering van Wenen het opstapje had moeten zijn voor de aanval op Rome. “Ik geloof daar niets van. Wenen was in 1529 helemaal geen belang­rijke stad. En al zeker niet de residentie van de aartshertog. De sultan wilde alleen zijn spierballen laten zien.” Dat is het verhaal dat de Weense historicus Matthias Pfaffenbichler mij vertelt in het Kunsthistorisch Museum in Wenen. Terug naar het najaar van 1529. Volgens de kronieken had Süleyman een leger verzameld van 120.000 man, 20.000 kamelen, 400 kanonnen en een vloot van 400 rivierboten. Volgens Joseph Hammer-Purgstall, de veel geciteerde Oostenrijkse historicus die zich in de negentiende eeuw geheel wijdde aan de geschiedschrijving over het Osmaanse rijk, werd Wenen verdedigd door niet meer dan 16.000 soldaten die de beschikking hadden over 72 kanonnen. Ondanks het feit dat het Tulpia / jaargang 05 / nr 16 57

tekst en fotografie henk boom

Süleyman wilde Wenen zijn spierballen tonen

tulpia reizen

Serie: in het voetspoor van de prachtlievende


Verlaten gebouwen, die ooit behoorden tot Paleis Neugebäude, herinneren aan de plek waar in 1529 de imperiale tent van Süleyman stond. vorige pagina Kort voor de belegering van Wenen worden gevangen genomen soldaten van aartshertog Ferdinand voor de sultan geleid.

leger van janitsaren (het keurskorps van de sultan) en sipahi’s (de gevreesde Osmaanse cavalerie) dus veel talrijker was dan het handjevol verdedigers, moest op zaterdag 13 oktober het sein voor de aftocht worden gegeven. Het was gaan sneeuwen. Vroeger dan normaal was de winter ingevallen. De soldaten van de sultan hadden op de heenweg al genoeg klimatologische ellende meegemaakt. Ze wilden terug naar huis. Uiteraard was Wenen in 1529 een stuk kleiner dan nu. Maar iets is toch nog wel te herleiden. De Stephansdom stond er toen ook al. Het beeldje van een Turkse sipahiruiter op de hoekgevel van Freyung en Heidenschuss herinnert aan de legende dat een bakkersknecht daar een ondergrondse mijn van de Turken onschadelijk zou hebben gemaakt. De Tscherkessenplatz zou zijn naam te danken hebben aan de Turkse ruiter Çerkes die bijna door de verdediging van de stad had weten te breken. Schotten Ring en Kärntner Ring zijn namen die aangeven waar zich vroeger de belangrijkste poorten in de toenmalige verdedigingswal bevonden. In 58 Tulpia / jaargang 05 / nr 16

de zijwanden van de graftombe in de Vo­tiv­ kirche – met de stoffelijke resten van graaf Nicholaas Salm, die in 1529 de verdediging van de stad leidde – zijn reliëfs aangebracht met beelden van de belegering. Een restaurant met de naam De Zwarte Kameel; het Türkenschanzpark; de overal verkrijgbare croissant die zijn vorm dankt aan de Turkse halve maan; de veel geroemde Wiener Kafé in Café Central en nog een paar straatnamen, veel meer Turkse ‘herinneringen’ zijn er niet. Birol Kılıç, uitgever van de Yeni Vatan Gazetesi (de Nieuwe Vaderland Krant) maakt zich grote zorgen over de invloed van die herinneringen op de integratie van de ruim 240.000 Turken die in Oostenrijk wonen. “De meesten hebben misschien nog wel eens van Süleyman gehoord maar over de belegering van Wenen weten ze amper iets. Maar zodra ze in Wenen komen, worden ze wel op negatieve wijze met een stukje van hun eigen geschiedenis geconfronteerd. Bij veel Oostenrijkers zijn de gebeurtenissen in 1529 in het collectieve geheugen achtergebleven als een bedreiging. Dan wordt er met enige scepsis

‘Alle sprookjes over Duizend-en-een-nacht leken op slag geboren op de Simmeringer Heide‘


Het ruiterstandbeeld van prins Eugen van Savoye (dat niet aan de belegering van 1529 maar aan die van 1683 herinnert). Onder de hoeven van het paard de Turkse halve maan. Geen goed voorbeeld om de Turkse gemeenschap in Wenen te laten integreren.

gewezen naar de Turken die hier wonen maar niet willen integreren.” Kılıç slaakt een luide zucht in zijn kantoor in het centrum van Wenen. “De hele geschiedenis van Süleyman wordt eigenlijk gebruikt om de Turken opnieuw negatief af te schilderen. Want eigenlijk hebben we te maken met een beeld van de Turkse geschiedenis dat voor een groot deel is gebaseerd op de propaganda van toen en dat nadien nooit is gecorrigeerd.” Zwijgend kijkt hij naar buiten en dan… “Hoe kun je nou als 14-jarige Weense jongen positief over Süleyman denken als hij op straat granieten kogels tegenkomt met het opschrift dat die door de Turken werden gebruikt om Wenen in puin te schieten?” De kogels en een beeldje van een sipahiruiter zijn niet meer weg te denken uit het oude centrum in Wenen. Er zijn wel meer plaatsen waar de bezoeker wordt geconfronteerd met de gebeurtenissen uit 1529. In het twintig kilometer zuidelijk van Wenen gelegen Perchtoldsdorf is een klein Osmaans Museum ingericht met kopieën van propaganda-

afbeeldingen en kaarten. Een lapje van de originele tent van Süleyman in het Weense legermuseum blijkt een stuk tentdoek te zijn uit de belegering van 1683. Een handvol pijlen, zwaarden en dolken is achtergebleven in de museumverzameling waarover Matthias Pfaffenbichler de scepter voert. De meest merkwaardige ‘herinnering’ is te vinden in Simmering, nu een buitenwijk van Wenen, toen een klein dorp waar in september 1529 de imperiale tent van Süleyman werd opgezet. Want zover konden de kogels van de kanonnen uit Wenen niet komen. ‘Na de vierde halte uitstappen’ is het advies van de buschauffeur als ik na aankomst met de metro in Simmering instap in een bus die me naar de plek zou moeten brengen. Als ik bij de vierde halte uitstap, sta ik in the mid­ dle of nowhere. Hier en daar een paar huizen. Een man en vrouw die onkruid wieden. Het enige dat op de aanwezigheid van een tent duidt, is een aankondiging van circus Safari. Een smalle geasfalteerde weg eindigt na 800 meter bij een honderd meter brede fortificatie, vervallen en met hekken afgesloten.

‘De meeste Turken weten amper iets over de belegering van Wenen‘

Tulpia / jaargang 05 / nr 16 59


Turkse executie van christelijke gevangenen. Een beeld uit de collectie van het Osmaanse museum in Perchtoldsdorf.

Het zijn de restanten van Paleis Neugebäude. Hier stond tijdens de belegering de burchttent van Süleyman. Volgens sommige berichten waren er 6000 kamelen nodig geweest voor het transport. Het ging niet om één tent maar om een tentencomplex, opgebouwd op basis van het hiërarchische patroon van het Topkapı Paleis in Constantinopel. Een buitenplaats voor het voetvolk, een binnenplaats voor de dignitarissen, inclusief vergader- en diner­tent en een privétent (met tuin!) voor de sultan. Süleyman had het hele tentencomplex achtergelaten toen hij en zijn leger in oktober overhaast aan de terugtocht waren begonnen, op de hielen gezeten door regen, sneeuw en ijzel. De Habsburgers waren lyrisch. Zo’n mobiel paleis van satijn, zijde en katoen met gouden knoppen op de tentstokken hadden ze nooit eerder gezien. Alle sprookjes over Duizend-en-een-nacht leken op slag geboren op de Simmeringer Heide. Keizer Maximiliaan II, de zoon van Ferdinand I, kon zijn hang naar pracht, praal en pronk niet langer bedwingen. Hij gaf 60 Tulpia / jaargang 05 / nr 16

opdracht tot de bouw van een nieuw paleis (Neugebäude) op de plaats waar de burchttent van Süleyman had gestaan. Met grote nauwkeurigheid werden daarbij dezelfde architectonische lijnen gevolgd van het imperiale tentenpatroon. Het enige verschil was dat het paleis werd opgetrokken uit baksteen, onderbroken door zestien torens, zo mooi dat ze volgens ooggetuigen een verwarrende uitwerking hadden op de zintuigen. Het werd een enorm lusthof aangelegd met immense tuinen waar, zo wisten de kroniekschrijvers te melden, zeker 2000 tuinmannen in livrei werkten. Damherten, leeuwen, tijgers en reeën zouden er vrijelijk hebben rondgelopen. Turkse gezanten, die in de zeventiende eeuw het Neugebäude passeerden op de laatste reisdag van Pressburg, het huidige Bratislava, naar Wenen, wilden altijd even de muren aanraken. Daarbij zouden ze in tranen zijn uitgebarsten als eer­ betoon aan Süleyman en de dagen dat hij Wenen had belegerd.

Wenen In het zesde deel van zijn reis in het voetspoor van sultan Süleyman (1520-1566) voert journalist Henk Boom ons mee naar Wenen. De Oostenrijkse hoofdstad werd in 1529 belegerd door het Osmaanse leger maar tot een verovering kwam het niet. De kronieken zijn bewerkingen van passages uit Boom’s boek over Süleyman dat uitgeverij Athenaeum dit najaar op de markt zal brengen.


Festival rond... door CEVAHIR VARAN EN SABRI VARAN  fotografie sabri varan

tulpia reizen

de Bijzondere Bloedbloem

In zijn reeks fotoreportages over het binnenland van Turkije neemt Sabri Varan ons dit keer mee naar Iznik en Derbent. Beide plaatsen in de provincie Bursa hebben een bijzondere band met Griekenland. Tulpia / jaargang 05 / nr 16 61


boven De bijzondere bloedbloem onder De vrouwen bereiden het eten voor. vorige pagina het landschap van Derbent

62 Tulpia / jaargang 05 / nr 16


I

Iznik dankt haar bekendheid vooral aan één gebeurtenis, die je gerust historisch mag noemen. In het jaar 325, toen de stad nog de Griekse naam Nicea droeg, had er het eerste concilie van de katholieke kerk plaats. In deze algemene vergadering met liefst 318 bisschoppen, voorgezeten door keizer Constantijn de Grote, werd de officiële leer van de toenmalige kerk en van de latere Roomskatholieke en Oosters-orthodoxe kerk vastgelegd. In de eeuwen die volgden, veranderde er uiteraard het nodige. Zo was Nicea tussen 1204 en 1261 tijdelijk de hoofdstad van het Byzantijnse Keizerrijk. In 1331 werd ze onderdeel van het Ottomaanse Rijk. In de Middeleeuwen kreeg de stad op de oostelijke oever van het gelijknamige meer haar huidige naam. In de 16de en 17de eeuw ontwikkelde de kera­ miek­­­industrie zich sterk in de stad, die bekend werd onder de naam Iznik Çini. İznik-tegels werden gebruikt in veel Turkse moskeeën, zoals de Sultan Ahmet en Rüstem Paşa, vanwege hun decoratieve en kleurrijke karakter. Twee eeuwen later werd Iznik weer grotendeels agrarisch en verhuisde de tegel­industrie verhuisde naar Kütahya. Vandaag

De goochelaar is bezig met een truc.

de dag is nog maar een klein deel van de 35.000 in­ woners actief in de keramiek. Iznik is echter nog altijd een bezoek waard, onder meer door de indrukwekkende stadsmuren en de goed bewaard gebleven oude gebouwen. Op vijftien minuten rijden met de auto ligt een heel andere wereld. Een kleine eeuw geleden bestond het dorpje nog niet eens, maar nu is Derbent een gebied vol bedrijvigheid. De verandering kwam 85 jaar geleden, toen vanuit Griekenland een kleine volksverhuizing naar deze plek op gang kwam. De band tussen de inwoners van Derbent en hun geboortegrond in Griekenland is hecht. Geregeld gaan mensen terug om kennissen en vrienden te bezoeken, of die komen op hun beurt naar het Turkse dorp voor een logeerpartij. Nam die reis vroeger twee maanden in beslag; nu ben je met de auto in een kleine tien uur ‘over’. Veel bezoekers komen tijdens het jaarlijkse festival rond de unieke ‘bloedbloem’, die alleen in Derbent en directe omgeving groeit. Pogingen om de bloem elders te kweken, liepen namelijk allemaal op een faliekante mislukking uit… Tulpia / jaargang 05 / nr 16 63


tulpia reizen door kyra kuitert  fotografie Carolien van den Handel

Naar het...

besneeuwde Drenthe In de serie ‘Wandelen met Kyra Kuitert’ lag het accent tot nu toe op het landschap van de drukbevolkte provincies in het westen van het land. Voor deze winterwandeling reizen we af naar het rustige Drenthe. We worden beloond met een besneeuwd landschap en eeuwenoude hunebedden. 64 Tulpia / jaargang 05 / nr 16

Woonboerderij


Verstild bos

D

renthe heeft een landschap met een grote schoonheid, bestaande uit natuurgebieden met bossen, heidevelden en zandverstuivingen. Het aloude akkerland wordt op veel plekken omzoomd door bosjes. Enkele meters lager liggen de weilanden, waar hout­wallen zorgen voor fraaie doorkijkjes. Drenthe is relatief dunbevolkt maar het recreatief aanbod staat op een hoog plan, met volop fiets- en wandelpaden en een veelheid aan horecagelegen­heden. Het is niet voor niets dat veel gepensioneerden na hun werkzame leven de drukke Randstad verlaten en in Drenthe gaan wonen, als het even kan in een verbouwd boerderijtje met rondom een grote tuin. Voor deze groep is zelfs een nieuw werkwoord bedacht: Drenthenieren. We reizen van de provinciehoofdstad Assen naar Norg, een prachtig voorbeeld van een typisch esdorp. Een esdorp of brinkdorp is een van de dorpsvormen op de zandgronden in Nederland. Ze zijn over het algemeen ontstaan in de Hoge Middeleeuwen (1000 tot ± 1250 na Chr.). Esdorpen hebben een aantal

overeenkomsten. Ze hebben een brink (waar de koeien en schapen elke avond en ochtend bijeenkwamen). Daar plantte men eiken of populieren om te gebruiken als bouwmaterialen. Door de groei van de dorpen kwam die brink later vaak in het centrum van het dorp te liggen. Norg heeft wel vijf brinken! Op de brink vonden en vinden vaak markten plaats. De es was de gemeenschappelijke akker. Vaak ligt deze wat hoger dan het dorp; die hoge ligging is deels ontstaan door de wijze van bemesting van de essen, en deels doordat de locaties van zichzelf al hoger lagen. Het centrum van Norg biedt een ruime variatie aan eetgelegenheden en winkeltjes. In café-restaurant Het Wapen van Norg, tegen­ over de 12de-eeuwse kerk, eten we een dikke pannenkoek voordat we de witte kou instappen. We kiezen voor een variatie op een wandeling, die is aangeboden op www.ontrack. nl, een website met routes voor wandelaars, fietsers en kanoërs. We beginnen onze wandeling in het dorpje Westervelde, bij de parkeerplaats van Hunebed Westervelde aan de Hoofdweg. Hunebedden, of gemeenschappelijke grafkelders, zijn de oudste graven die we

‘De dieren hebben zich deze koude dag goed verstopt, wij zien niets bewegen.‘ in Nederland kennen. Ze zijn gemaakt door het zogeheten Trechterbekervolk, genoemd naar de vorm van het meest voor­komende aardewerk dat in en bij de hunebedden werd aangetroffen. We wandelen vanaf de parkeerplaats Westervelde in, met zijn vele oude boerderijen. Na het bord bebouwde kom linksaf, over de zandweg met schelpenpad naar links. Rechtsaf de zandweg richting Veenhuizen (beroemd om zijn gevangenismuseum), het pad schuin links en doorlopen tot het fietspad. Dan gaan we de eerste weg links en wandelen op de Reeweg rechtsaf. We steken de voorrangsweg over en gaan rechtsaf het fietspad op, langs de gratis toegankelijke informatieschuur van Natuurmonumenten. Tulpia / jaargang 05 / nr 16 65


Hunebedden

We nemen de eerste weg links en negeren het bord doodlopende weg. In de bocht het paadje rechtsaf en doorlopen tot de T-splitsing. Linksaf en bij de Piet Brummelbank naar links, voorbij de weilanden rechtdoor het bos in. Rechtsaf tot de brede kruising; weer rechtsaf en wandelen op de zandweg links tot de klinkerweg. Dan links en na 20 meter rechts het bos in. Over het begroeide pad lopen we door tot de T-splitsing. Volgens verhalen doorkruisen we nu een geweldig gebied voor vogelliefhebbers, die hier in warmere tijden kwartel, kievit en grutto kunnen observeren. Ook komen hier reeën voor. De dieren hebben zich op deze koude dag blijkbaar goed verstopt, want wij horen of zien niets bewegen. We vervolgen ons pad tot de kruising en gaan dan linksaf en wandelen door tot de T- splitsing. Rechtsaf en de zandweg volgen tot de asfaltweg. Toen we deze weg volgden door Westervelde kwamen we vanzelf weer bij de parkeerplaats. De tenen ietwat bevroren maar verder lekker warm van deze ruim twee uur durende wandeling stappen we gelouterd in de auto voor onze terugtocht naar het drukke westen. 66 Tulpia / jaargang 05 / nr 16

Hunebedden Hunebedden zijn gemaakt van grote zwerfkeien, de zwaarste wegen wel meer dan 40 ton! Deze stenen zijn tijdens de voorlaatste ijstijd door gletsjervorming uit Scandinavië naar Noord-Nederland ‘geduwd’. De grootste concentratie hunebedden vinden we in de provincie Drenthe met als centra Borger en Emmen. In Drenthe zijn 52 hunebedden zichtbaar. Tientallen zijn in de loop der jaren gesloopt en vernield; de keien leenden zich namelijk goed voor het maken van wegen, dijken en kerken. Maar sinds het jaar 1734 (!) genieten de hunebedden een beschermde status. De grootste keien vormen het geraamte van het graf; een dubbele rij rechtopstaande draagstenen waarop de dekstenen als dak werden geplaatst. Aan de uiteinden stonden twee sluitstenen waardoor een rechthoekige ruimte ontstond die in lengte varieerde van drieënhalf meter tot liefst twintig meter. Je kon vrijwel rechtop staan in een hunebed, en destijds helemaal, omdat de mensen toen veel kleiner waren dan nu.

Bij de bouw was de plaats waar de zon opkwam bepalend voor de richting van de hunebedden. Aan de zonzijde is meestal de ingang. De ruimten tussen de draagstenen werden opgevuld met kleine stenen. Verder bedekte men het graf met zand en zoden, zodat slechts een langwerpige heuvel zichtbaar was waarbij de toppen van de dekstenen in het landschap zichtbaar bleven. Het blijft een raadsel waarom de hunebedbouwers zich zulke enorme inspanningen getroosten om hun doden een rustplaats te geven. Het duidt in ieder geval op een sterke voorvaderverering en een rotsvast geloof in het hiernamaals. Meer informatie: www.hunebedcentrum.nl

Over de auteur Kyra Kuitert studeerde landschapsarchitectuur en heeft een passie voor wandelen. In een serie artikelen neemt ze je mee op ontdekkingsreis door het Nederlandse landschap.


HIER EEN POST­ZEGEL PLAKKEN

TULPIA Postbus 56822 1040 AV Amsterdam


nu tijdelijk voor

€ 2,95

twee werelden één blad

orhan pamuk Het museum van de onscHuld

www.tulpia.nl Jrg 4 nr 14 / nov dec 2009 / € 4,95

nazim hikmet ingenieur van de menselijke ziel

reizen een gebeds­ kleed onder Het nacHt kastje

tWEE WERELDEN ééN bLAD www.tulpia.nl / jrg 4 nr 15 / dec jan 2010 / € 2,95

istanBul WAS LANG EEN WARE SPROOKJESWERELD

POPStER kİbariye OPENt DERDE tuRKEy NOW-fEStivAL

hEt PALEiS vAN DE buRGEmEEStER iN safranBolu

WIN EEN TICKET NAAR ISTANBUL MET TURKISH

Waar blijven de Turkse schrijvers? Bejan matur: de hoofdstad van de eenzaamheid met columns van süleyman van den Broek, Jean tillie, kalman BenkÖ en verder: tulpia actueel, kiJk op zaken, Brussels lof, tulpia forum en reizen

istanbul 2010 culturele hoofdstad van Europa

AIRLINES!

met columns van süleyman van den Broek, kalman BenkÖ, lily sprangers en verder: tulpia actueel, kijk op zaken, Brussels lof, tulpia forum en reizen

Nieuwe abonnees van Tulpia maken elke twee maanden kans op een vliegticket naar Istanbul. Wij verlenen daarnaast flinke kortingen en ook geven wij diverse geschenken weg, zoals boeken en wijnen. We noemen in dit verband de roman ‘Het Museum van de Onschuld’ van Orhan Pamuk en ‘Aşk-ı Memnu’ (‘Verboden Liefde’) van Halid Ziya Uşaklıgil. Voor aanmelding en een overzicht van alle geschenken voor nieuwe abonnees ga naar onze website: WWW.TULPIA.NL

Knip de coupon uit en stuur hem op naar Tulpia

GRAAG WIL IK MIJ ABONNEREN OP HET TIJDSCHRIFT TULPIA  DHR.  MEVR. NAAM ADRES POSTCODE / WOONPLAATS TELEFOON E-MAIL REKENINGNUMMER KRUIS AAN  4 NUMMERS + 1 NR. GRATIS

€ 11,80

 6 NUMMERS + 2 NRS. GRATIS

€ 17,70

 12 NUMMERS + 3 NRS. GRATIS OF EEN GESCHENK

€ 35,40

 15 NUMMERS + 4 NRS. GRATIS OF EEN GESCHENK

€ 44,25

 18 NUMMERS + 5 NRS. GRATIS OF EEN GESCHENK

€ 53,10


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.