Slash 18 - najaar 2018

Page 1

18 NAJAAR 2017

MAGAZINE VAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN

5.000 x ‘hora est’

TU/e-HOOGLERAAR CARLIJN BOUTEN: ‘BINNEN NU EN TWINTIG JAAR LATEN WE HET LICHAAM ZICHZELF GENEZEN’

ENERGY-SPECIAL: ALUMNI WERKEND AAN DE ENERGIETRANSITIE


02

FORWARD/

Masi Mohammadi begon in 2003 als masterstudent Bouwkunde aan de TU/e. In 2010 promoveerde ze en zes jaar later werd ze hoogleraar Smart Architectural Technologies binnen de unit Architecture Urban Design & Engineering (AUDE). Haar intreerede hield ze op 30 juni 2017.

m.mohammadi@tue.nl

TEKST NORBINE SCHALIJ FOTO BART VAN OVERBEEKE

De start van alles

‘Sinds mijn afstuderen heb ik onderzoek gedaan naar ouderenhuisvesting. Dat is de start van alles. Door dat onderzoek kwam ik in een promotietraject en kreeg ik een baan als UD aan de TU/e. In 2012 volgde een lectoraat aan de HAN en nu heb ik een hoogleraarpositie. Ik wilde graag in de wetenschap werken, maar het gaat in wezen om mijn passie voor onderzoek naar slimme woonomgevingen voor - voornamelijk oudere - mensen.’

Droom

‘Ik wil bijdragen aan de kwaliteit van leven van bewoners door een empathische woonomgeving te creëren die mensen snapt, mensen kent, mensen aanvoelt en op mensen reageert. Ik hoop dat wij daarmee een nieuw stadium van de slimme woonomgeving kunnen opzetten. Er is meer longitudinaal onderzoek nodig op het gebied van de slimme woonomgeving, dat kunnen we doen in onze living labs.’

Op pagina 43 backward / met Sidarto Bambang Oetomo

Menselijke maat

‘De menselijke maat vormt het uitgangspunt voor een geslaagd gebouw. Neem bijvoorbeeld het gebouw Vertigo, waar de faculteit Bouwkunde in gehuisvest is. Je merkt dat het ontworpen is door mannen. En wellicht voor mannen? Primair om onderwijs te geven en door het open karakter wat minder geschikt voor onderzoek. Ik vind het een mooi gebouw, een voorbeeld van duurzaamheid, maar minder ‘vrouwvriendelijk’. Het beïnvloedt zelfs mijn koopgedrag bij aanschaf van schoenen. Nu kijk ik behalve of ze mooi zijn, ook of ik ermee naar mijn kamer kan lopen. Ik heb een werkkamer op een tussenverdieping, die via een trap te bereiken is. Een trap met treden van ijzeren raster. Daar passen geen naaldhakken op. En de kamer is prachtig, met een glazen pui, maar daar kan ik niet goed zitten met een rokje aan. Dat glas is goed bedoeld en stimuleert sociale contacten. Toch heb ik het onderste deel afgedekt met ondoorzichtige folie.’

Alles tegelijk

‘Het hoort bij mij om steeds meerdere dingen tegelijk te doen. Ik deed in Iran twee studies: Cartografie en Civiele Techniek. In mijn studietijd werkte ik bij het Ministerie van Economische Zaken in Teheran én had ik een bedrijf voor constructief ontwerpen. Tijdens mijn promotietijd in Eindhoven was ik ook projectleider van drie projecten. En nu ben ik hoogleraar aan de TU/e en tegelijk lector Architecture in Health bij de Hogeschool Arnhem Nijmegen.’

Theorie en praktijk

‘Mijn deeltijdbanen vullen elkaar aan. Bij de TU/e ligt het accent op de technische kant en de wetenschappelijke onderbouwing. De HAN richt zich op toepassing in de praktijk. Ik heb daar een multidisciplinair team met onder andere een antropoloog en twee sociologen; het gaat daardoor vaker over de impact van gebouwen op mense­lijk welzijn.’


NR.18 NAJAAR 2017 / MAGAZINE VAN DE

no.18 NAJAAR 2017

16

Plastic rups die loopt op licht

4/5 NU De TU/e op de Dutch Design Week

10

Carlijn Bouten wil het lichaam zichzelf laten genezen

COLOFON Slash is het magazine voor externe relaties en alumni van de Technische Universiteit Eindhoven en verschijnt drie keer per jaar. Gehele of gedeeltelijke overname van artikelen uit Slash is alleen toegestaan na overleg met de redactie en met bronvermelding. Voor het gebruik van foto’s of illustraties is toestemming van de maker nodig. www.tue.nl/slash

18

5.000 x ‘hora est’

Redactieadres Technische Universiteit Eindhoven, Commu­nicatie Expertise Centrum, Postbus 513, 5600 MB Eindhoven, e-mail slash@tue.nl, Tel (040) 247 33 30/247 4020 Hoofdredacteur Han Konings Eindredactie en coördinatie Brigit Span Bladconcept Maters & Hermsen Journalistiek, CEC. Vormgeving Natasha Franc

28

Het nut en de schoonheid van wiskunde

Redactieadviesraad drs. Steef Blok, prof.dr. Carlijn Bouten, mr.drs. Ben Donders, prof.dr.ir. Maarten Steinbuch Drukwerk Schrijen-Lippertz, Voerendaal Wilt u adverteren in Slash? Meer informatie bij H&J Uitgevers, Tel (010) 451 55 10 Wilt u Slash ontvangen? Meld u aan op www.tue.nl/slash ISSN: 2212-8468

!

IN ENGLISH PLEASE • Slash is ook volledig Engelstalig beschikbaar als PDF op www.tue.nl/slash

KEEP IN TOUCH Interesse in samenwerking met de TU/e, in ­studeren, werken of promoveren aan de TU/e, of het contact onderhouden als alumnus? ­Alstublieft, onze contact­gegevens.

38/39 PLANNER/ VERKENNER Heien en coachen

32 SPECIAL ENERGY

41 VAN START

Directeur Energy Laetitia Ouillet brengt energy-alumni in beweging

Lightyear: elektrische auto’s op zonne-energie

Samenwerking (strategisch ­partnership, contract research) TU/e Innovation Lab, +31 (0)40 247 48 22, Innovationlab@tue.nl Werken of promoveren Dienst Personeel en Organisatie +31 (0)40 247 20 90, jobs@tue.nl Ontwerpers­opleidingen Stan Ackermans ­Institute +31 (0)40 247 24 52, sai@3tu.nl Studeren (bachelor, master) Onderwijs en Studenten Service Centrum, +31 (0)40 247 47 47,

studeren@tue.nl Alumni +31 (0)40 247 34 90, alumninet@tue.nl Persvoorlichting en Communicatie Communicatie ­ Expertise Centrum +31 (0)40 247 48 45, cec@tue.nl, www.tue.nl


04 05

NU/

TEKST HAN KONINGS FOTO’S TOM VAN ROOIJ

INTERACTIEVE TORENTJES

voeden de discussie

Hoe breng je tussen een gemeente, burgers en andere belanghebbenden een constructieve discussie op gang over publieke kwesties? Met deze vraag in haar achterhoofd ontwierp PhilĂŠmonne Jaasma, promovenda bij de faculteit Industrial Design, het productservice-systeem [X]Changing Perspectives. De interactieve tafels en torentjes - tokens van Jaasma zullen te zien en uit te proberen zijn tijdens de Dutch Design Week, die dit jaar plaatsvindt van 21 tot en met 29 oktober. Op de tentoonstelling Mind the Step presenteren de vier technische universiteiten in het Klokgebouw hun meest aansprekende projecten.


NR.18 NAJAAR 2017 / MAGAZINE VAN DE

Meer weten over hoe [X]Changing Perspectives werkt? vimeo.com/philemonne/oosterhout

Door fysieke sociale interactie tussen mensen ontstaan vaak een pluriform begrip van een situatie en complementaire ideeën. Philémonne Jaasma gaf aan handen en voeten aan dit uitgangspunt. Verspreid over vijftien tafels gaan tot honderdtwintig mensen op zoek naar oplossingen voor publieke vraagstukken. Door middel van zes torentjes die op die tafels aanwezig zijn en ermee in contact staan, kunnen de groepen hun positie bepalen ten opzichte van zo’n vraagstuk. Die interactieve torentjes staan symbool voor de diverse aspecten die daar volgens de deelnemers onderdeel van uit maken, zoals een klokje voor geduld of generatieverschillen. Door in samenspraak met elkaar de torentjes op de tafel een bepaalde plek te geven, wordt duidelijk waar ieders prioriteiten liggen en hoe die met elkaar samenhangen. De resultaten van alle groepen worden samengevoegd in een real-time visualisatie die zorgt voor het delen van inzichten. Op basis daarvan kan gediscussieerd worden en worden uiteindelijk taken verdeeld. Vorig jaar experimenteerde Jaasma al een dagje op de DDW met haar prototypes. Het afgelopen jaar heeft zij het systeem ingezet in een vijftal sessies voor verschillende gemeenten in het land en inmiddels is [X]Changing Perspectives beschikbaar voor verhuur op aanvraag. Maar er zijn natuurlijk nog veel meer TU/e-projecten te bekijken en mogelijk ook uit te proberen, zowel vanuit de faculteit Industrial Design als vanuit de faculteit Bouwkunde. Op www.mindthestep.nl vind je meer informatie over deze tentoonstelling. Op maandag 23 oktober is er een speciale avond­openstelling van Mind the Step voor TU/e-alumni. Zie het bericht hierover op pagina 9.


06 07

MEMO/

TU/e innovation Space opent in september Op 14 september opent TU/e innovation Space haar deuren in het Gaslab. TU/e innovation Space is een community die de ontwikkeling van interdisciplinair contextueel en toegepast onderwijs, ontwerpen en ondernemerschap in de ingenieurswetenschappen ondersteunt. Een plek waar studenten leren omgaan met complexe maatschappelijke en industriële uitdagingen, prototypes maken en innovaties realiseren in samenwerking met onderzoekers, het bedrijfsleven en andere belanghebbenden. Bouwend op de sterke wetenschappelijke samenwerking die de TU/e met het bedrijfsleven heeft, ondersteunt TU/e innovation Space de ontwikkeling van een ecosysteem dat de ambitie heeft de beste ingenieurs voor de industrie te leveren, de ‘Ingenieur voor de Toekomst’. TU/e innovation Space wil hiermee bijdragen aan de ontwikkeling van ingenieurs die beter voorbereid zijn op de huidige behoeftes van de markt en wil hier een zichtbare en inspirerende etalage voor zijn. www.tue.nl/innovationspace

Solar Team Eindhoven aan start World Solar Challenge met vijfzitter ‘Stella Vie’

Alumnus Rick Scholte ingenieur van het jaar Ingenieursvereniging KIVI heeft TU/e-alumnus Rick Scholte uitgeroepen tot ‘ingenieur van het jaar’. TU/e-alumnus Rick Scholte mag zich een jaar lang ‘Ingenieur van het Jaar’ noemen. De oprichter en directeur van Sorama, dat geluidscamera’s ontwikkelt die geluid driedimensionaal in beeld kunnen brengen, wil komend jaar nadrukkelijk aandacht vragen voor de risico’s van geluidsvervuiling, vooral voor kinderen. De 38-jarige alumnus, in 2008 gepromoveerd aan TU/e-faculteit Werktuigbouwkunde, vertegenwoordigt komend jaar bij diverse evenementen ingenieurs­ vereniging KIVI. www.sorama.eu/

Solar Team Eindhoven (STE) doet van 8 tot 15 oktober weer een gooi naar de winst in de Cruiser-klasse van de Bridgestone World Solar Challenge. Met hun zonnegezinswagen Stella Vie, met plaats voor vijf in plaats van vier personen, gaan zij de ruim drieduizend kilometer lange strijd aan door de outback van Australië. De NOS en VPRO doen dagelijks verslag van de Nederlandse teams in de World Solar Challenge in het programma Oranje Boven, Down Under. Volg het team op solarteameindhoven.nl.

Stella Vie in een notendop Gewicht: circa 380 kilo Afmetingen: 5 meter lang, 1,65 meter breed, 1,22 meter hoog Oppervlakte dak: 5 vierkante meter Aantal inzittenden: 5 Batterij: 50 kilo Range: 1000 kilometer op 1 lading (op een zomerdag in Nederland)


NR.18 NAJAAR 2017 / MAGAZINE VAN DE

Milieuvriendelijke stadsauto van biomaterialen

Studententeam TU/ecomotive presenteerde in mei hun auto Lina. Bijzonder aan de auto is dat het chassis, carrosserie en het interieur van de auto volledig zijn vervaardigd uit natuurlijke materialen. Het team wil laten zien dat de auto niet alleen zuinig is, maar ook is geproduceerd met oog op duurzaamheid. De superzuinige stadsauto is dankzij haar lage gewicht van zo’n 300 kilogram extreem efficiënt. De auto wordt onder andere RDW-gekeurd en is geschikt voor vier personen. tuecomotive.nl

Marina van Damme Beurs voor steriele DrillCover Elise Huisman, TU/ealumna Biomedische Technologie, heeft de Marina van Damme Beurs gewonnen. Ze ontvangt 9.000 euro voor onderzoek naar de ontwikkeling van alternatieve chirur­ gische boren voor ontwikkelings­landen, zoals de Drill­Cover. Dit is een steriele hoes waarmee een ‘gewone’ boormachine veilig kan worden gebruikt voor chirur­gische ingrepen. tue.nl/marinavandamme

Twee keer zilver voor Tech United op RoboCup

Het robotvoetbalteam van de TU/e is er niet in geslaagd zijn wereldtitel te prolongeren op de RoboCup 2017, het wereldkampioenschap voor intelligente robots dat eind juli werd gehouden in Japan. In een spannende finale verloor Tech United met 6-3 van grote concurrent Water uit China. Het was voor de Eindhovenaren de tiende WK-finale op rij. Het team kan met twee zilveren medailles naar huis, want ook in de competitie voor ‘hulp-in-huis’robots behaalde het team met hun robot AMIGO de tweede plek. techunited.nl


08 09

MEMO/

Recordaantal van zeven Vidi-beurzen Zeven TU/e’ers krijgen dit jaar een Vidi-beurs van 800.000 euro van onderzoeksfinancier NWO. Nog nooit eerder had de TU/e zoveel Vidi-winnaars. De laureaten en hun Vidi-projecten: Daniël Lakens (IE & IS) wil onderzoeken hoe psychologen zo efficiënt mogelijk empirische kennis kunnen genereren, rekening houdend met zowel statis­ tische aspecten als de middelen en doelen van onderzoekers. Tom de Greef (W&I) wil DNA gebruiken om de interactie tussen cellen en eiwitten te kunnen meten. Patricia Dankers (ICMS) wil biologische eigenschappen meegeven aan plastic implantaten, zodat deze als het ware kunnen ‘praten’ met lichaamscellen. Björn Baumeier (ICMS) wil nieuwe computersimulatietechnieken ontwikkelen om te begrijpen hoe en waarom elektronen zich door spiraalvormige moleculaire structuren voortbewegen - kennis die van belang kan zijn voor het ontwikkelen van bio-sensoren, organische leds, of het splitsen van water met zonlicht om schone brandstoffen te maken.

Daniël Lakens, Alex Alvarado, Patricia Dankers, Tom de Greef, Björn Baumeier, Tom Oomen en Job Beckers (vlnr). Foto Bart van Overbeeke Tom Oomen (W) houdt zich bezig met zelflerende regel­systemen voor in complexe apparaten zoals scanners en printers. Met zijn beurs wil Oomen het mogelijk maken dat dergelijke hightechmachines zelf een optimale aansturing voor hun bewegende onderdelen berekenen uit de overvloed aan gegevens die moderne apparaten verzamelen met ingebouwde sensoren. Alex Alvarado (EE) wil geavanceerde wiskunde gebruiken om te bepalen hoeveel informatie er maximaal kan worden verstuurd via glasvezel, en hoe we het datatransport zo kunnen inrichten dat deze capaciteit ook optimaal wordt benut. Job Beckers (TN) wil onderzoeken hoe deeltjes van enkele nanometers opladen in plasmaomgevingen.

Windtunnel opent in december

Donderdag 14 december wordt de gloednieuwe atmosferische grenslaagwindtunnel van de faculteit Bouwkunde geopend. In dit type windtunnel worden de luchtstromen nabij het aardoppervlak waarheidsgetrouw nagebootst. De TU/e is de enige Nederlandse universiteit met een dergelijke faciliteit. De windtunnel is uitgerust met state-of-the-art en gedeeltelijk zelf ontworpen meet­ apparatuur. Hij is gehuisvest in gebouw Ventur in de zuidoostelijke hoek van de TU/e-campus. Hoogleraar Bert Blocken en zijn team zullen de

windtunnel inzetten voor onderzoek en valorisatie, met zes speerpunten: gebouwde omgeving, maritieme technologie, luchtkwaliteit, windenergie, voertuigen en sport. Commerciële opdrachten zullen uitgevoerd worden voor advies­ bureaus, scheepsbouwers, voertuigbouwers, overheden en sportteams uit binnen- en buitenland. Ook de vele studententeams aan de TU/e zullen er hun wagens, motoren, vliegtuigen en drones kunnen testen. De opening bijwonen? Registreer je op www.aanmelder.nl/windtunnel.


NR.18 NAJAAR 2017 / MAGAZINE VAN DE

Denk mee over de toekomst van de TU/e

Graveren in Alumni Avenue tijdens het Science Festival

De TU/e bereidt zich voor op de toekomst. Alumni zijn van harte welkom om samen met studenten, medewerkers en het College van Bestuur op 27 september (Engelstalig) en 4 oktober (Nederlandstalig) deel te nemen aan dialoogsessies over het toekomstige profiel van de TU/e. Als je interesse hebt, stuur dan een mailtje naar strategie@tue.nl.

Exclusieve avondopenstelling tijdens DDW-expositie ‘Mind the Step’ Ook dit jaar is er weer een Alumni Netwerkborrel tijdens de Dutch Design Week. Op maandag 23 oktober zijn alumni van harte welkom tijdens een exclusieve avondopenstelling van de expositie ‘Mind the Step 2017’. Onder het genot van een hapje en drankje is er volop gelegen­heid om de tentoonstelling te bezichtigen en te netwerken met andere alumni. Onze alumni ontvangen bij aankomst een DDW-ticket (t.w.v. €19,50) dat tot en met 29 oktober gratis toegang biedt tot allerlei activiteiten en exposities tijdens de Dutch Design Week. Voor meer alumni-informatie en aanmelding evenementen: www.tue.nl/universiteit/alumni/ alumni-activiteiten/agenda/

Het Science Festival (voorheen TU/eXperience Day) op 8 oktober biedt alumni een mooie gelegenheid om de band met hun alma mater te verstevigen. De deuren van Alumni Avenue (loopbrug tussen Matrix en MetaForum) staan die dag tussen 12.00 en 17.00 uur wijd open voor alumni die hun naam en afstudeerjaar in het glas willen graveren. De entree is via de ingang gebouw MetaForum. Aanmelden is niet nodig.

Inspirerende Open Lectures in najaar De TU/e organiseert dit najaar samen met de High Tech Campus Eindhoven twee Engelstalige Open Lectures over de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen binnen de TU/e. Op donderdag 19 oktober spreekt Sonia Heemstra de Groot, hoogleraar Heterogeneous Network Architectures aan de faculteit Electrical Engineering, over ‘Wireless research beyond 5G’. Emiel Hensen, decaan van TU/e-faculteit Scheikundige Technologie en hoogleraar Moleculaire Catalyse houdt op donderdag 23 november een lezing over ‘The Role of Catalysis in the Clean Energy Transition’. De lezingen vinden plaats op de High Tech Campus van 16.00 - 17.00 uur.


10 11

KOPSTUK/

Carlijn Bouten heeft een ambitieus voornemen. Regeneratieve geneeskunde moet de komende twintig jaar van laboratoriumexperiment uitgroeien tot vast onderdeel van het zorgpakket. Uiteindelijk moet deze innovatieve technologie patiënten met versleten weefsels, organen of gewrichten daadwerkelijk gaan helpen. Om dat te realiseren, coördineert de TU/e-hoogleraar Cardiovasculaire Regeneratie de komende tien jaar onderzoeksgroepen van de universiteiten van Eindhoven, Utrecht en Maastricht in hun queeste naar de mogelijkheden van de regeneratieve geneeskunde. ‘We willen van hype naar hoop.’

Carlijn Bouten TU/e-hoogleraar Cell-Matrix interaction in Cardiovascular Regeneration



12 13

KOPSTUK/

TEKST FRITS VAN OTTERDIJK FOTO’S VINCENT VAN DEN HOOGEN

I

Ieder lichaam ontstaat uit een eicel en zaadcel en groeit op eigen kracht uit tot een complex, zelfstandig wezen. Wetenschappers en medici zien kansen in deze fantastische eigenschap. Met slimme biomaterialen en kennis van de moleculaire celbiologie willen ze het lichaam helpen om zélf versleten weefsels en organen te repareren. Hoewel de regeneratieve geneeskunde nog in de kinderschoenen staat, zijn de verwachtingen hooggespannen. Ook bij de patiënten. ‘Hebt u een nieuw klepje voor me?’ Het jongetje van elf jaar kijkt Carlijn Bouten vragend aan. Het is een van die confronterende vragen die de hoogleraar vaker te verwerken krijgt tijdens bijeenkomsten voor hartpatiënten. ‘Dat zijn schrijnende momenten’, beaamt Bouten. ‘Je kunt niets beloven, alleen maar toezeggen dat je er hard aan werkt. Dat is vaak al voldoende voor ze.’ In haar werkkamer hangt de handtekening van het jongetje, samen met die van andere patiënten. ‘Los van alle brochures en de helpdesks, houd ik ze zelf ook op de hoogte en beantwoord persoonlijk hun vragen.’ Met hetzelfde engagement schreef Bouten in samenwerking met TU/e-hoogleraar Bert Meijer, UMC-hoogleraren Marianne Verhaar en Hans Clevers, en met Pamela Habibovic en Clemens van Blitterswijk van de Universiteit Maastricht een onderzoekaanvraag. Het kostte haar 540 uren. ‘Zelfs onder de douche of in bed ben je ermee bezig. Iedereen vraagt me steeds hoe ik dat doe in combinatie met het moederschap. Met mijn kinderen in het zwembad zit ik tijdens de vakantie te pennen en te skypen tot diep in de nacht.

En ’s morgens weer ontbijt op tafel zetten, volle bak. Omdat mijn gezin belangrijk voor me is, moet je soms op de rem trappen. Gelukkig snapt mijn man (Frank Baaijens, rector van de TU/e, red.) dat ik tijdens het schrijven van zo’n aanvraag door moet. Hij heeft me daarin enorm gesteund. Ook mijn kinderen leven mee, ze waren ongelooflijk trots en blij dat het is gelukt. Maar van dat soort vakanties heb ik nu wel een kater.’

SPRAAKMAKEND ‘Ik wil eigenlijk alles halen, altijd, honderd procent, daar moet ik voor uitkijken. Als er bij mij iets mislukt, en dat zie ik bij veel wetenschappers, dan blijf je doorgaan en doorgaan.’ ‘Het is een stuk gemakkelijker nu, maar je moest eens weten hoeveel dames op de TU/e nog moeite hebben om ‘nerd’ te mogen zijn. Kom daar maar eens voor uit, dat je liever in de boeken dan de disco zit. Ja, dat rolmodel wil ik wel zijn, wetenschap is ongelooflijk leuk en je mag je ambitie najagen.’ ‘In het MDR-programma schuilen twee revoluties. We hebben respect voor het lichaam, dat moet het zelf doen, alleen helpen we het op een slimme manier. En we zijn vernieuwend door onze multidisciplinaire samenwerking.’

‘Mijn ambitie is mijn grootste struikelblok’ Ambitie en doorzettingsvermogen kun je Bouten niet ontzeggen. Altijd op het hoogste niveau willen presteren, of het nu musiceren, tennis, judo of wetenschappelijk onderzoek is. ‘Het is mijn grootste struikelblok. Je legt de lat hoog en faalt dus eigenlijk voortdurend’, glimlacht ze. ‘Je wilt van jezelf winnen. Zoiets gaat soms ten koste van je omgeving, maar vooral van jezelf.’ Al haar inspanningen in 2016 zijn dit voorjaar beloond met een zogeheten Zwaartekrachtsubsidie van 18,8 miljoen euro om regeneratieve geneeskunde verder te ontwikkelen. Uitgesmeerd over tien jaar en het aantal onderzoeksgroepen gaat het om een relatief bescheiden bedrag. ‘Het is vooral de erkenning dat we vernieuwend onderzoek gaan doen. Dat vind ik een eer en daar ben ik ongelooflijk trots op.’ Deze fierheid in Bouten zal haar niet snel doen zwichten voor een grote pot onderzoeksgeld in het buitenland, zoals eerder TU/e-talent Maaike Kroon


NR.18 NAJAAR 2017 / MAGAZINE VAN DE

LOOPBAAN CARLIJN BOUTEN Carlijn Bouten is opgeleid in functionele anatomie, biomechanica en fysiologie aan de faculteit Bewegingswetenschappen, Vrije Universiteit Amsterdam (MSc 1991) en behaalde haar doctorstitel aan de TU/e in 1995. Ze heeft postdoc-onderzoek uitgevoerd aan de Univer­ siteit Laval in Quebec, de Universiteit van Londen en de TU/e. In 1998 werd ze universitair docent Cellulaire Biomechanica aan TU/e-faculteit Werktuigbouwkunde. In 2002 werd ze benoemd tot universitair hoofddocent Tissue Engineering aan de faculteit Biomedische Technologie, waar ze een persoonlijk hoogleraarschap verkreeg in 2010. Ze is sinds 2017 lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) en kreeg kort daarvoor een Zwaartekrachtsubsidie toegekend van 18,8 miljoen euro om het MDR-onderzoeksprogramma uit te voeren. Eerder kreeg ze in 2002 een NWO Aspasia-subsidie voor haar werk aan skeletspier tissue engineering en in 2003 werd haar onderzoek op het gebied van cardiovasculaire tissue engineering beloond met een Vici-subsidie.

die in Abu Dhabi een eigen onderzoeksgroep mocht opzetten. ‘Ik vind het belangrijk om mijn kennis daar neer te zetten, of terug te brengen, waar ik ben opgeleid, waar geld in mij is gestoken. Ik beschouw dat wel een beetje als verplichting. Ik heb een tijd in Boston gewerkt in een heel ander onderzoekklimaat. Dat zorgt voor een frisse kijk op zaken. Ik zou best opnieuw inspiratie op willen doen in het buitenland. Natuurlijk is geld belangrijk om te doen waar je goed in bent, om verder te komen, maar mijn gezinssituatie laat een lang verblijf in een ander land niet toe. We moedigen onze studenten aan om in het buitenland ervaring op te doen. Negentig procent van de studenten gaat ook en iedereen komt sterker terug. Het hoeft niet per se China of de Verenigde Staten te zijn,

het kan ook Luik of Leuven zijn. Als je maar eens buiten de geijkte paden treedt.’

‘We zijn als wetenschappers niet in competitie’

Bouten blijft dus nog wel even in Nederland en gaat samen met vooraanstaande materiaalwetenschappers, celbiologen, weefseltechnologen en artsen in Nederland multidisciplinair toponderzoek neerzetten. Ze wil kruisbestuiving en samenwerking op hoog niveau tot stand brengen. ‘Mijn impact zit in het creëren van kansen waar onze onderzoeksvelden samenkomen. We vormen een team en zijn als wetenschappers niet in competitie maar gaan het juist sámen doen. De onderwerpen zijn duidelijk, de aanpak is vrij. Hè, goed om dat een keer hardop te zeggen.’ Het klinkt haast opgelucht, een ontboeze­ ming na een lange diplomatieke reis.


14 15

KOPSTUK/

Het onderzoeksprogramma ‘Materials-Driven Regeneration’ (MDR) moet als een vliegwiel fungeren om biomaterialen te realiseren die natuurlijk herstel in het lichaam in gang zetten en regisseren, daarna langzaam oplossen, om zo weer uit het lichaam te verdwijnen. ‘We boeken al successen. Zo kunnen we een versleten bloedvat vervangen door een speciale mal waarin bloedcellen zich hechten en uitgroeien tot een nieuw bloedvat. Ook met hartkleppen lukt dat steeds beter. Een aantal jonge hartpatiënten hebben we hiermee kunnen helpen.’ Bouten is voorstander van een ‘papercliptechnologie’, doeltreffend en eenvoudig toepasbaar, zodat medische oplossingen ook hun weg vinden naar ziekenhuizen in bijvoorbeeld Afrika of India en een revolutie veroorzaken in de geneeskunde. ‘Als we een doorbraak realiseren, besparen we straks miljoenen mensen een langdurig ziekteproces. Hun levenskwaliteit zal sterk verbeteren en de zorgkosten zullen verminderen.’ Gevraagd naar haar wetenschappelijke droom, volgt een lange stilte. Dan resoluut: ‘Ik wil weten hoe de organisatie van een weefsel ontstaat om die na te kunnen maken. En ik wil echt dat wij binnen nu en twintig jaar een aantal patiënten kunnen genezen. Van hype naar hoop. Het is een lange weg maar die hype moet weg. Het moet echt geïntegreerd worden in onze dagelijkse ziekenhuispraktijk. Regeneratieve geneeskunde zit straks in het zorgverzekeringspakket. Toegankelijk maatwerk voor alle patiënten.’ De gedrevenheid van Bouten is ook de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) niet ontgaan. Op 8 juni is ze geïnstalleerd als lid. ‘In die rol wil ik het multidisciplinair onderzoek naar voren brengen. Het was lastig om te kiezen in welk domein ik actief wil zijn: technisch of medisch? Het wordt het technische domein.

Maar ik blijf meedenken met het medische’, voegt ze er snel aan toe.

‘Ik wil binnen nu en twintig jaar patiënten kunnen genezen’

Terwijl het MDR-programma op stoom komt en ze haar nieuwe rol als KNAW-lid gaat vervullen, houdt Bouten haar dagelijkse bezigheden aan de faculteit Biomedische Technologie. De toestroom van studenten is afgelopen jaren geëxplodeerd. Het zet de verhouding onderzoek-onderwijs voor hoogleraren en docenten behoorlijk onder druk. ‘Ik beschouw dat niet als druk maar als een fantastische flow. We hebben een heel groot lab en het MDR-programma is een boost voor de groep. Voor een student of een promovendus die hieraan werkt, is het een enorme stimulans omdat het wetenschap is die patiënten een beter leven kan bezorgen. Ik vind onderzoek doen en daarover aan studenten vertellen allebei leuk. Alleen die stapels tentamens nakijken kost nu meer tijd. We leren gaandeweg efficiënter om te gaan met grotere groepen studenten. Ik heb altijd alles zelf gedaan. Dat is druk. Misschien moet ik meer keuzes maken en minder perfectionistisch proberen te zijn. Maar weet je, het heeft me wel gebracht waar ik nu ben.’

Meer informatie over het MDR-programma: goo.gl/mLKhM2

Bekijk de film over het project ImaValve, dat lichaamseigen hartkleppen maakt. goo.gl/UYZRSc



16 17

INGEZOOMD/

PLASTIC RUPS ‘LOOPT’ OP LICHT TEKST TOM JELTES BEELD BART VAN OVERBEEKE

Aan TU/e-faculteit Scheikundige Technologie is een type kunststof ontwikkeld dat vervormt onder de invloed van licht. Hiermee maakten de onderzoekers een soort plastic rups, die wordt aangedreven door één statische lichtbron. De onderzoekers klemden een strookje van het materiaal in een frame dat korter is dan het strookje zelf, waardoor het al direct bol staat. Ze belichtten het vervolgens schuin van voren met geconcentreerd ultraviolet licht. Doordat de ene kant van het materiaal krimpt onder invloed van licht, en de andere kant juist uitzet, bolt het belichte deel van het strookje naar beneden, waardoor een kuil ontstaat in de strook.

die het geheel als een rups laat ‘lopen’, weg van het licht. De gedachte is dat de vinding mogelijk kan dienen voor transport van kleine objecten op moeilijk bereikbare plaatsen, en voor het schoonhouden van oppervlakten zoals zonnecellen.

TU/e-onderzoeker Anne Hélène Gélébart met de plastic rups.

Hierdoor komt het volgende stuk van de strook in het licht te liggen. Op deze manier verplaatst de kuil zich naar achteren en ontstaat een continue golfbeweging,

Een filmpje van de ‘plastic rups’ is te bekijken op: goo.gl/JedBQd


NR.18 NAJAAR 2017 / MAGAZINE VAN DE

0,5 cm s snelheid van de plastic rups



19

ALUMNI/

TEKST ANTOINETTE VAN DER VORST, BRIGIT SPAN EN TOM JELTES FOTO’S PRIVÉ-ARCHIEVEN EN ODETTE BEEKMANS

NR.18 NAJAAR 2017 / MAGAZINE VAN DE

Vijfduizend keer ‘hora est’ aan TU/e

Het onderzoek als avontuur De vijfduizendste promovendus verdedigde afgelopen zomer zijn proefschrift aan de TU/e. De universiteit zag in haar ruim 61-jarige bestaan heel wat promovendi komen en gaan. Mannen en vrouwen die zich in verschillende decennia vol overgave stortten op wetenschappelijk onderzoek. Vijf interviews met alumni over pionieren, nieuwsgierigheid, successen boeken en doorzettingsvermogen.

Rinus Vlaardingerbroek

gepromoveerd in 1959

De eerste TU/e-doctor

E

igenlijk komt dit verhaal te laat voor Rinus Vlaardingerbroek. De allereerste aan de TU/e gepromoveerde doctor kan zijn verhaal niet meer zelf vertellen; op 21 april 2016 overleed hij op 85-jarige leeftijd aan de complicaties van een operatie die hij onderging vanwege een maagtumor. Maar zijn vrouw Annie en zijn ‘wetenschappelijke kleindochter’ Carola van Pul nemen de honneurs voor hem waar ‘want hij had het een grote eer gevonden om zijn verhaal te mogen vertellen.’ Het was 15 december 1959, drie jaar na de oprichting van de TU/e, toen Rinus Vlaardingerbroek (1931) als eerste promovendus het ‘hora est’ hoorde klinken. Met zijn proefschrift ‘Small-signal performance and noise properties of microwave triodes’, een studie van actieve componenten voor communicatie­systemen, mocht hij zich voortaan doctor noemen. ‘We vonden het een beetje spannend toen hij zijn proefschrift moest verdedigen’, herinnert Rinus’ vrouw Annie (86) zich.

lechtigheid bij de promotiep la van Pul. Rinus en Annie van Caro

Met de hand Rinus werkte tijdens zijn promotie bij het Philips Natuurkundig Laboratorium, waar hij na zijn studie aan de TU Delft naartoe ging. Het was een drukke tijd, zegt Annie: ‘We wisten niet anders dan dat hij altijd aan het werk was. Hij heeft een jaar of vier, vijf gedaan over zijn promotie. ’s Avonds lag ie dan op de grond lekker te schrijven. En ’s nachts schoot hij wel eens wakker met een idee. ‘Dat moet ik toch even opschrijven’, zei hij dan. Hij schreef alles met de hand, en een juffrouw typte het uit’. Hij promoveerde bij professor Knol. ‘Ze kenden elkaar goed, mijn man en professor Knol’, zegt Annie. ‘Hij hield een beetje van ons denk ik.’ En die nauwe band, die manier van met elkaar omgaan, zette Rinus zelf voort in zijn relatie met promovenda Carola van Pul.

Papieren Rinus Carola van Pul (41, uhd aan faculteit Technische Natuurkunde en klinisch fysicus in het Máxima Rinus Vlaardingerbroek. Medisch Centrum) De verdedigingsceremonie van kreeg toen ze interesse toonde in de promotieplek ‘MRI zichzelf, zonder mij daarbij een bij pasgeboren kinderen’ Rinus minderwaardig gevoel te geven. als co-promotor toege­wezen. Hij was iemand die oprecht ‘Rinus was van het slag dat geïnteresseerd is in anderen niet thuis kan stilzitten’, zegt en begreep waar ik als natuurCarola. In het laatste deel van kundige mee bezig ben.’ Ook na zijn carrière bij Philips maakte haar promotie bleven ze contact hij zich het vakgebied rond houden. ‘We probeerden elkaar magnetic resonance imaging twee keer per jaar te zien en (MRI) eigen, uit pure interesse. stuurden elkaar mailtjes. Rinus Hij schreef er na zijn pensionering noemde mij zijn wetenschappelijke zelfs een boek over, dat een kleindochter en voor mij voelde standaardwerk werd. ‘Ik gebruik dat ook zo. dat boek nog steeds in mijn colleges aan de TU/e’, zegt Ik heb nu zelf een promovendus Carola. ‘We noemen dat boek die ik begeleid, de cirkel is rond. ook wel eens de ‘papieren Rinus.’ De benaderbaarheid die Rinus had, probeer ik door te geven. Afleiden met de hand En Rinus blijft altijd bij me in Carola herinnert zich Rinus als mijn werk: als ik slordig ben ‘heel wiskundig, hij was sterk in met mijn wiskunde, heb ik fysische formules en vond het soms het idee dat hij over mijn belangrijk om te weten hoe iets schouder meekijkt.’ werkt. Ik moest veel met de hand afleiden van hem voor mijn proefschrift. Hij was zeker van


20 21

ALUMNI/ gepromoveerd in 1979

Miek Scheffers-Sap

Gedreven door nieuwsgierigheid

T

oen ze promoveerde, waren ze bij de toenmalige Technische Hogeschool nog niet gewend dat dames promotieonderzoek deden. In het promotiereglement stond niets over kleding voor een dame bij de verdediging van haar proefschrift. Dus koos Miek Scheffers-Sap (nu 65) voor een mooie jurk en een stelling die zei dat er duidelijkere richtlijnen moesten komen voor zowel vrouwen als mannen.

Het was 1970 en een technische studie was toen niet erg gangbaar ‘voor een meisje’. Toch koos Miek voor Scheikundige Technologie. ‘De opleiding telde 160 eerstejaars, waarvan 8 meisjes. Het feit dat ik een technische studie deed, riep vaker weerstand op dan bewondering. Niet zozeer bij onze mannelijke medestudenten, dat waren onze maatjes. Maar verder moest ik me vaak bewijzen. Het heeft ervoor gezorgd dat ik een extra tandje bijzette, ik wilde laten zien dat ik niet onderdeed voor de jongens.’ Uitproberen Na haar studie, die ze in ’75 afrondde bij Organische Chemie, kreeg Miek een promotieplaats aangeboden. ‘Ik was toen zelf nog zoekend: was research echt iets voor mij? Met de promotieplaats kon ik dat uitproberen.’ Ze startte met een synthetisch onderzoek naar het maken van

ar proefschrift. rdediging van ha ve de ns de tij Miek

stoffen. Dat liep echter vast. ‘Toen heb ik geleerd: een vraag stellen aan jezelf om een hypothese te onderzoeken, betekent dat je een bepaalde weg inslaat. Onderzoek betekent ervaren of je een goede kant op bent gegaan. Het kan ook zijn dat je een dichtgemetselde gang inloopt. Dat bleek bij mij het geval. Ik moest opnieuw beginnen. Ik stortte me toen op een theoretisch kwantumchemisch onderzoek naar co-enzymen.’

Weer terug aan de TU/e, maar dan

voor de collegebanken.

iets dat misschien over vijftig jaar pas echt gebruikt zal worden. Wetenschappers moeten kansen krijgen en zaken kunnen onderzoeken zonder dat ze op korte termijn resultaat moeten laten zien.’

Computers Rekencentrum ‘Ik heb een aantal aannames gedaan en daarop ben ik gaan rekenen met computers. Ik had grote kaartenbakken met kaarten die ik in het Rekencentrum in een computer stopte. De volgende dag ging ik kijken wat de computer had uitgerekend. Het kwam heel nauw: soms verwachtte ik een dik pak papier, maar bleek er niets te liggen. Dan had ik een komma verkeerd gezet.’

Het onderwijs in Miek leerde veel van haar promotie. Oók dat haar hart toch niet lag bij de echte research. Ze sloeg een onderzoekbaan bij Shell af en werd docent Scheikunde en Natuurkunde op een havo- en vwo-school. ‘Ik had een hoop kennis en vond het jammer dat alleen ík die dingen wist over mijn mooie vak. Dus koos ik voor lesgeven.’

Klein radartje Na vier jaar onderzoeken sloot Miek haar promotieperiode af. ‘Wat er uiteindelijk met ‘mijn’ resultaten gedaan is, weet ik eigenlijk niet zo goed. Als promovendus ben je vaak een klein radartje in een groot geheel. In kleine stapjes lever je een bijdrage aan

Ze maakte zich in het onderwijs sterk voor de koppeling van ‘theorie’ met het dagelijks leven. ‘Op school leerden leerlingen vooral vanuit concepten en niet vanuit de context. Ik ben de vertaling gaan maken en bedacht verhalen waarbij leerlingen begrepen waarom de vakken Scheikunde en Natuurkunde belangrijk zijn.’

Chemie Aktueel Miek heeft met die insteek veel veranderd en betekend voor het schoolvak Scheikunde. Inmiddels maakt ze - samen met drie anderen - al 28 jaar context­ opgaven voor docenten in het voortgezet onderwijs, in de vorm van het tijdschrift Chemie Aktueel. ‘Ik vind het leuk om docenten en daarmee hun leerlingen mee te nemen naar de grenzen van de wetenschap. Mijn eigen nieuwsgierigheid drijft me daarin.’ Docent aan de TU/e De laatste jaren van haar carrière brachten Miek weer terug naar de TU/e. Daar was ze aansluitings­ docent vo-wo bij de faculteit Scheikundige Technologie en docent bij de Lerarenopleiding (ESoE). ‘Ik heb het heel fijn gevonden dat ik mijn kennis daar mocht delen. Dat ik met de leraren in opleiding stoeide over de vraag ‘hoe zorg je dat een leerling leert’? Ik hoop dat ik een goede ambassadeur ben geweest voor de natuurwetenschappen en voor meer meisjes in de technische vakken.’


NR.18 NAJAAR 2017 / MAGAZINE VAN DE

gepromoveerd in 1993

Lex Augusteijn

Compilerbouw als succesformule

V

an een functie bij het natuurkundig laboratorium van Philips ging Lex Augusteijn via een promotie aan de TU/e naar het opstarten van de succesvolle spin-out Silicon Hive, later opgekocht door Intel. Door zijn kennis van compilerbouw, die hij tijdens zijn promotieonderzoek uitbreidde, kon hij vorig jaar ‘al’ op 59-jarige leeftijd stoppen met werken. ‘Het feit dat ik gepromoveerd ben, heeft echt uitgemaakt’, zegt Lex. Een door mensen begrepen programmeertaal omzetten naar een programma dat door een computer begrepen wordt: dat is compileren. Lex Augusteijn weet er alles van. Afgestudeerd als elektrotechnicus aan de TU Twente, promoveerde hij als informaticus aan de TU/e. Zo heeft hij kennis van beide vakgebieden. Compilerbouw is de rode draad in zijn loopbaan. Parallelle systemen ‘Na mijn studie was de wens er al om te gaan promoveren. Ik woonde in Twente en verhuisde voor de liefde naar Den Bosch. Zo kwam ik in de jaren tachtig bij het Natlab terecht. Het was de tijd van de opkomst van parallelle computersystemen. Het Natlab van Philips wilde ook van die parallelle systemen gaan maken, en vroeg mij compilers ervoor te maken. Toen mijn werk promotiewaardig bleek, ben ik in mijn eigen tijd een proefschrift gaan schrijven.’ Diep gaan Het was een zware tijd, vertelt Lex. ‘Ik had een baan, een promotie, een vrouw en twee jonge kinderen. Mijn vrouw komt veel lof toe, ik was heel erg druk in die tijd. Ik vond het bijzonder om in mijn onderzoek heel diep te gaan. Je komt andere dingen tegen dan je in eerste instantie verwacht.

Mijn promotie was intellectueel bevredigend, maar toen het af was, slaakte ik wel een zucht van verlichting. Ik had een gevoel van ‘zo, nu kan ik verder met de rest van mijn carrière’.’ TriMedia Na zijn promotie is Lex in de compilerbouw blijven werken. Met veel succes. ‘In 1996 kwam binnen Philips het verzoek om mee te werken aan de TriMedia chip. Een bekende processor uit die tijd. Die moest geprogrammeerd worden en er moest een compiler voor komen. Ik ging er in een team mee aan de slag. Zo kreeg ik expertise in zogenaamde ‘very long instruction word media processoren’: processoren die goed parallel kunnen rekenen en daardoor belangrijk zijn voor de signaalverwerking voor videoapparatuur. De techniek die we ontwikkelden, bestond niet alleen uit een compiler, maar uit een ontwerp voor zowel de compiler als de processor. Een zinvol en bruikbaar product, zo bleek uit het succes van de TriMedia chip.’ Silicon Hive Begin jaren 2000 besloot Philips dat er binnen het bedrijf geen belangstelling meer was om verder te gaan met het ontwerpen van processoren. Lex en zijn collega’s richtten toen Silicon

g. Lex tijdens zijn verdedigin Hive op, een spin-out binnen de Philips Incubator. Ze startten met twaalf man. In 2007 volgde verzelfstandiging. Lex leidde toen de compilerbouw binnen Silicon Hive als chief scientist. Het bedrijf groeide naar zeventig man met klanten over de hele wereld, waaronder Samsung en Intel. Die laatste partij kocht Silicon Hive in 2011 op. De club groeide uit tot een cameradivisie binnen Intel van zevenhonderd man. Aanzien ‘Het feit dat ik gepromoveerd was, maakte echt uit binnen een groot Amerikaans bedrijf als Intel. Ik kreeg aanzien door mijn kennis van compilerbouw maar ook door mijn titel. Ik heb daardoor

Lex ontvangt zijn bul.

mooie dingen kunnen doen. Tot er vorig jaar een bezuinigings­ ronde kwam. Ik kreeg een aanbod om vervroegd uit te stappen, en dat nam ik aan. ‘Mijn technische carrière heeft me de mogelijkheid gegeven eerder te stoppen met werken. Sinds oktober 2016 werk ik niet meer en richt ik me op wat ik leuk vind.’ Een van die dingen is fotografie. Een grote hobby waarin Lex zijn passie verenigt met zijn ervaring. Hij maakt onder meer high speed foto’s. Een momentopname van bijvoorbeeld een kogel die een gloeilamp doorboort. ‘De programmeertaal voor de apparatuur die ik gebruik, heb ik zelf gemaakt. Zo blijf ik me nog steeds bezighouden met mijn vak.’


22 23

ALUMNI/ gepromoveerd in 2011

Reinoud Lavrijsen

Waar doorzettingsvermogen je brengt

V

olhouden, doorzetten, jezelf leren kennen en tegen je grenzen aanlopen. Die zaken zijn typerend voor zijn promotie, zegt Reinoud Lavrijsen (37). Als je iets wilt bereiken, moet je hard werken, want iemand anders doet het niet voor je. Het harde werk werpt nog steeds vruchten af: de resultaten van Reinouds onderzoek worden steeds verder uitgewerkt én gebruikt in alledaagse toepassingen. Zijn eigen carrière bracht hem naar Cambridge en de Nationale Wetenschapsquiz, die hij vorig jaar won. ‘Ik zei altijd: ik wil nooit promoveren. Ik wilde het bedrijfsleven in. Maar dat liep toch anders. Na mijn hbo-studie Toegepaste Natuurwetenschappen wilde ik meer diepgang en koos ik voor Toegepaste Natuurwetenschappen op de TU/e. Ik bleek talent te hebben om te onderzoeken, te graven. En dus ging ik promoveren.’ Magnetische domeinwanden Reinoud deed onderzoek naar het verplaatsen van magnetische domeinwanden met behulp van elektrische stromen. ‘Denk aan een harde schijf van een computer: een grote metallische schijf met allemaal kleine magneetjes. Door die op een bepaalde manier in te stellen, kunnen we data opslaan. Dat is best een ingewikkeld proces. Om die reden hoor je een harde schijf ook altijd eerst even heel hard werken voordat hij is opgestart en zijn werk gaat doen.’

Reinoud hield zich bezig met de vraag: wat als we informatie nu verplaatsen dóór een materiaal, door gebruik te maken van een elektrische stroom? Dat zou ervoor kunnen zorgen dat een harde schijf sneller is en nooit meer crasht. Het werkte. ‘We kwamen erachter dat informatie verplaatsen door een materiaal mogelijk is, je hebt er alleen een heel hoge stroomdichtheid voor nodig. We onderzochten verder en uiteindelijk zijn we uitgekomen bij het gebruik van een zwaar metaal. Daarmee creëren we een pure spin-stroom die ervoor zorgt dat je gegevens kunt opslaan. Deze magnetische informatie blijft altijd behouden.’ De technologie die Reinoud mede ontwikkelde, wordt binnen­kort toegepast in nieuwe geheugen­ chips voor computers en mobiele telefoons. ‘Het is heel bijzonder

Reinoud met zangeres Frédériq ue Spigt, met wie hij de Nationa le Wetenschapsquiz won. om zoveel concreet resultaat te zien van je promotie. Niet iedere promovendus maakt dat mee.’ Doorzettingsvermogen Reinoud kijkt met veel plezier terug op zijn promotietijd. ‘Ik heb veel geleerd. Er waren zware momenten, van die tijden dat je denkt: er is te weinig wetenschappelijke output, ik kom niet verder. Dan is het een kwestie van volhouden en doorgaan. Doorzettingsvermogen is wel de eigenschap die ik in mijn promotietijd verder heb ontwikkeld. Mede daardoor, en door de begeleiding en samenwerking met collega’s, ben ik zo ver gekomen.’ Via Cambridge terug op het nest Aan het eind van zijn promotie werd hij uitgenodigd om onderzoek te komen doen aan de universiteit van Cambridge. Hij bracht daar ruim twee jaar door. ‘Geweldig om te kunnen mee-

Reinoud tijdens de verdediging van

zijn proefschrift.

draaien in de top van de wetenschap. Maar ik merkte ook dat ik er niet altijd wilde blijven. Ik kwam terug op mijn vertrouwde nest, terug op de TU/e. Daar ben ik nu univer­sitair docent en heb ik binnen de vakgroep Fysica van nanostructuren een eigen onderzoeksveld. Ik begeleid afstudeerders en promovendi, samen met hoog­leraren.’ Continu ontwikkelen Plannen voor de toekomst heeft Reinoud volop: ‘Ik houd van de academische wereld. Het feit dat je jezelf er continu kunt blijven ontwikkelen, trekt me. Ik wil graag doorgroeien naar universitair hoofddocent en misschien zelfs hoogleraar. De combinatie onderzoek en onderwijs vind ik heel erg leuk. En op werkgebied is er ook veel moois gaande; we zijn nu bezig met het maken van nanodeeltjes voor tumorbehandeling bij kanker.’


NR.18 NAJAAR 2017 / MAGAZINE VAN DE

gepromoveerd in 2017

Sultan Jumayev

Turkmeense wereldburger is 5.000ste TU/e-doctor

S

ultan Jumayev is de vijfduizendste promovendus van de TU/e. Maar hij is ook de eerste Turkmeen die hier een doctorstitel ontvangt; een wereldburger die vriendschappen belangrijker vindt dan zijn werk.

Toen hij tijdens een werkbezoek in Duitsland van zijn promotor Elena Lomonova hoorde dat er iets bijzonders was met zijn promotie - de vijfduizendste van de TU/e - was zijn eerste gedachte eigenlijk: ai, nog meer gedoe. Want de promotie van Sultan Jumayev was al niet standaard hij volgde een zogeheten ‘double degree’-programma, voortvloeiend uit een samenwerking tussen de TU/e en de Finse Lappeenranta University of Technology.‘Dat komt erop neer dat je één onderzoek doet, en ook één proefschrift schrijft, maar dat je begeleid wordt vanuit twee universiteiten, en je proefschrift ook aan beide instellingen verdedigt.’ Eerste Turkmeen De promotie van Jumayev is nog op een derde manier bijzonder: hij is de eerste Turkmeen die de doctorstitel aan de TU/e behaalt. Zijn vaderland ligt ingeklemd tussen Iran en Afghanistan in het zuiden, en Oezbekistan en Kazachstan in het noorden. Turkmenistan is een schaars bevolkt en relatief arm land, hoewel het over diverse bodemschatten beschikt, waaronder olie. Maar het was ook onderdeel van de voormalige Sovjet-Unie. ‘Dat betekent dat iedereen die dat wilde, toegang had tot goed onderwijs. Mijn ouders zijn dan ook hoog opgeleide mensen,

en ook ik ben nog naar een op de Russische leest geschoeide school geweest, waar ik naast Turkmeens ook vloeiend Russisch heb geleerd.’ Cultuurshock Na de middelbare school vertrok Jumayev naar Sint-Petersburg om een ingenieursopleiding te volgen. De overgang van het afgelegen Turkmenistan naar de Russische metropool was groot. ‘Rusland ligt qua cultuur tussen Azië en Europa in, weet ik nu, maar het verschil voelde voor mij destijds als gigantisch. De mensen in Sint-Petersburg waren een stuk geslotener dan ik gewend was. Na verloop van tijd lukte het me toch om de sleutel naar het hart van de Russen te vinden. ’

Traditioneel Turkmeens leven In zijn vierde jaar in Sint-Petersburg hoorde hij over de mogelijkheid om een master te volgen aan de Finse Lappeenranta University. De kans die hij in Finland kreeg, voorkwam dat Jumayev na zijn studie in Sint-Petersburg naar Turkmenistan terugkeerde om daar ‘in de olie’ te gaan werken. Voor hem was de kans op een traditioneel Turkmeens leven dan groot geweest, denkt hij. ‘Werken, een huis kopen, trouwen, kinderen krijgen. Ik ben blij dat ik in plaats daarvan de kans heb gekregen om iets van de wereld te zien.’ Hoewel de Finse universiteit hemelsbreed slechts tweehonderd kilometer van Sint-Petersburg staat, was de cultuur aan de andere kant van de grens heel anders, zo ondervond hij. ‘Gelukkig maakte ik ook daar vrienden en ik wilde graag blijven, maar er was op dat moment na de crisis geen werk.

Ik had al bijna een ticket terug naar Turkmenistan geboekt toen ik hoorde over de double degree en mocht solliciteren bij Elena Lomonova. Dat zij een Russische achtergrond heeft, was voor mij een gelukje, denk ik. ‘ Hij werd aangenomen als promovendus op een project waarin hij een model ontwikkelde om elektro­motoren op basis van permanente magneten te ontwerpen. Dergelijke motoren zijn bij uitstek geschikt om extreem hoge rotatiesnelheden mee te bereiken, wat ze geschikt maakt voor bijvoorbeeld draagbare beademingsapparatuur - de testcase in het geval van Jumayevs project. Vriendschappen Na een aanloop van een half jaar onderzoek in Finland vestigde de Turkmeen zich in Eindhoven. ‘Weer liet ik alles achter en moest nieuwe vrienden maken, want zonder vriendschappen kan ik niet leven. Gelukkig viel dat mee, want Nederlanders blijken socialer dan Finnen. Sowieso verdiep ik me tegenwoordig in culturen zonder te oordelen. Aan elke goede eigenschap van een samen­ leving is namelijk wel een nadeel verbonden, en andersom.’

Beekmans eiking. Foto Odette n toe bij zijn bul-uitr lta Su kt ree sp va mono Promotor Elena Lo


Vijfduizend keer ‘Hora est’

TEKST BRIGIT SPAN INFOGRAPHIC JORIS FISELIER FOTO’S BART VAN OVERBEEKE

Promovendi zijn voor universiteiten de belofte voor de toekomst, een kweekvijver van talent. In de 61 jaar dat de TU/e bestaat, zijn er inmiddels ruim 5.000 opgeleid. We hebben wat opmerkelijke feiten en cijfers eruitgelicht.

Promotoren top 10 Welke TU/e-hoogleraren begeleidden in de loop der jaren de meeste promovendi?

85

Eindhoven de snelste

72

Bert Meijer (ST)

Promovendi in Eindhoven zijn, samen met die van Tilburg University, het snelst in het afronden van hun promotie. Ze doener gemiddeld 4,5 jaar over. Het landelijk gemiddelde ligt rond de 5 jaar.

Rutger van Santen (ST)

61

60

Han Meijer (ST)

Verhouding mannelijke/ vrouwelijke promovendi

Maarten Steinbuch (W) 52

Vrouwen

50

Mannen

17,3%

82,7% Piet Lemstra (ST)

Frank Baaijens (BMT)

50

Bert de With (ST)

49

Harry Timmermans (B)

47

46

Aantal promovendi per jaar Van de eerste… Marinus T. Vlaardingerbroek promoveert op 15 december 1959 als eerste aan de -toen nog- Technische Hogeschool, faculteit Elektrotechniek. Hij promoveerde op een studie van actieve componenten voor communicatie-systemen. De titel van zijn proefschrift: ‘Small-signal performance and noise properties of microwave triodes’.

René Janssen (ST)

Jan Janssen (W)

45

41 28

24 13 1

1959 1960

1965

1970

1975

1980

1985


Top 10 nationaliteiten TU/e-promovendi

Nederland

54,6%

Waren er de eerste decennia vooral Nederlandse promovendi aan de TU/e, in 1991 promoveerde de eerste Chinees hier.

Duitsland

Rusland

2,2

1,3 1,3 Roemenië

België 1,4

2,1

1,4 Turkije

Italië

1,5

Iran

4,4

27,8%

China

2,0

In 2016 waren er PhD-studenten van maar liefst 40 verschillende nationaliteiten die hier hun doctorstitel haalden.

India

Overige landen

Aantal promoties per faculteit Scheikundige Technologie (ST)

1.125 Technische Natuurkunde (TN)

892 Electrical Engineering (EE)

711 Werktuigbouwkunde (W)

631 Wiskunde & Informatica (W&I) Industrial Engineering and Innovation Sciences (IE&IS)

Bron: Bureau voor Promoties en Plechtigheden TU/e

245

604

213

511

216

Bouwkunde (B)

263 Biomedische Technologie (BMT)

230 163

Industrial Design (ID)

85 Eindhoven School of Education (ESoE)

43

125

…tot de 5000ste 77

2,9%

Cum laude Sinds 1999 kent de TU/e het predikaat ‘cum laude’ toe aan promoties. 2,9 % van alle dissertaties werd tot nu toe voltooid ‘met lof’.

1990

1995

2000

2005

De 5.000ste promotie aan de TU/e vindt 58 jaar na de allereerste promotie plaats. Sultan Jumayev (faculteit Electrical Engineering) uit Turkemenistan verdedigde op 1 juni 2017 zijn dissertatie ‘High-speed slotless permanent magnet machines’. Zijn proefschrift leverde Jumayev een dubbel doctorale graad op: aan de Lappeenranta University of Technology in Finland en de TU/e.

2010

2015

2017


26 27

5X1/

WATERSTOF UIT EEN MEMBRAANREACTOR Waterstof is een veelgebruikte grondstof voor de chemische industrie, en wordt bovendien gezien als een belangrijke energiedrager voor een duurzame toekomst. De huidige productiemethoden van waterstof kosten echter veel energie, en ook het transport ervan is erg inefficiënt. Arash Helmi (faculteit Scheikundige Techno­ logie) werkte daarom aan een reactor waarmee lokaal op kleine schaal zeer pure waterstof kan worden gemaakt. Daarvoor werd een zogeheten wervelbed-membraanreactor ontwikkeld, waarin de reactie- en scheidingsstap van het productieproces worden gecombineerd met behulp van een speciaal membraan - een halfdoorlatend vlies met het metaal palladium als belangrijkste ingrediënt.

TEKST TOM JELTES FOTO’S BART VAN OVERBEEKE

DRAADLOOS INTERNET MET INFRAROOD LICHT De hoeveelheid draadloze communicatie via radiofrequenties - denk aan WiFi en Bluetooth - neemt binnenshuis snel toe, met capaciteitsproblemen en storingen tot gevolg. Chin Wan Oh (faculteit Electrical Engineering) keek daarom naar een alternatief, waarbij bundels infrarood licht worden gebruikt in plaats van radiogolven. Ze maakte hiervoor gebruik van zogeheten tralies, die de bundel doen afbuigen over een hoek die afhankelijk is van de exacte golflengte van het licht. Zo kon ze door de golflengte te variëren de bundel richting de ontvanger sturen, zonder bewegende compo­ nenten te gebruiken. Bovendien heeft licht een veel grotere datacapaciteit dan radiogolven: Oh bereikte recordsnelheden van meer dan veertig gigabits per kanaal per seconde over een afstand van enkele meters.

5X1 minuut

Slash spitte door de stapel meest recente proef­schriften en lichtte er vijf voor je uit. Dat is in vijf minuten informatie opnemen waar je anders uren aan had ­moeten besteden.


NR.18 NAJAAR 2017 / MAGAZINE VAN DE

SLIMME RAMEN VOOR EEN BETER KLIMAAT Infrarood licht zie je niet, maar dit onzichtbare deel van het zonlicht kan wel flinke invloed hebben op de temperatuur binnenshuis. Hitesh Khandelwal (faculteit Scheikundige Technologie) maakte daarom ruiten die infrarood licht doorlaten als het koud is, en het juist weerkaatsen onder warme omstandigheden. Met deze ‘slimme ramen’ kan bespaard worden op zowel verwarming als airconditioning. Hij gebruikte hiervoor een dubbele laag vloeibare kristallen tussen twee glasplaten, die met elektrische spanning geschakeld kan worden tussen transparant en reflecterend voor infrarood licht, terwijl ze volledig transparant zijn voor zichtbaar licht. Daarnaast maakte de Indiër een coating die automatisch meer infrarood licht doorlaat bij afnemende temperatuur.

GROENER VERVOER VAN BLOEMEN Bloemen en andere bederfelijke producten worden vrijwel uitsluitend vervoerd met vliegtuigen en vrachtwagens. Deze vervoermiddelen zijn namelijk het snelst - belangrijk voor producten die dagelijks in waarde dalen - maar ze zijn ook relatief duur en belastend voor het milieu. De geavanceerde logistieke modellen van de Iraanse promovenda Maryam SteadieSeifi (faculteit Industrial Engineering & Innovation Sciences) maken een milieuvriendelijker oplossing mogelijk door vrachtschepen en treinen helpen in te passen in het bestaande lucht- en wegverkeer, zonder dat dit ten koste gaat van de winst. Volgens haar berekeningen zou er één centraal Nederlands magazijn voor laadeenheden zoals kratten, pallets en containers moeten komen.

EIWITTEN EN IJS IJsbindende eiwitten zijn cruciaal om in koude klimaten te overleven. Zo hebben bepaalde vissen deze eiwitten in hun bloed om te voorkomen dat ze bevriezen in zeewater met ijskristallen. Ook zijn er bacteriën die langgerekte ijsbindende eiwitten gebruiken om zich aan ijsoppervlakken vast te ketenen, waardoor ze meer toegang hebben tot zuurstof en voedingsstoffen. Anneloes Oude Vrielink (faculteit Scheikundige Technologie) ontwikkelde een nieuwe methode om de relatie tussen de moleculaire structuur en activiteit van deze eiwitten te onderzoeken. Ze vond onder meer dat de bacteriële ijsbindende eiwitten bijzonder goed bestand zijn tegen trekkrachten.


28 29

VONK/

TEKST JOEP HUISKAMP FOTO’S BART VAN OVERBEEKE


j.s.h.v.leeuwaarden@tue.nl

NR.18 NAJAAR 2017 / MAGAZINE VAN DE

‘IK WERK AAN WISKUNDE

waar we vrijwel alles rigoureus bewijzen’

Gissingskunst, zo werd in de negentiende eeuw de tak van wiskunde genoemd die nu stochastiek of de wetenschap van kansrekening heet. Johan van Leeuwaarden (38) is sinds 2012 hoogleraar in dat vak. Met een groep van TU/e-collega’s en een Zwaartekrachtsubsidie van zo’n twintig miljoen doet hij wiskundig onderzoek naar netwerken. Zijn passie ligt bij onderzoek en onderwijs, maar hij is allerminst een kamergeleerde. Als lid van de Jonge Akademie spant hij zich in om een groot publiek te overtuigen van het nut en de schoonheid van wiskunde.


30 31

VONK/

‘I

k ben een Eindhovenaar; mijn beide opa’s werkten bij Philips. Ik ging op jonge leeftijd naar de middelbare school en kon moeilijk kiezen. Wiskunde vond ik leuk, maar Nederlands en Frans wellicht nog leuker. Ik heb veel gelezen van W.F. Hermans. Bijna elke zin van Hermans doet je twijfelen aan je eigen formuleringen. Ook het absurdistische in zijn werk en de rol van het toeval trokken me aan. Dat ik in Tilburg econometrie ben gaan studeren, was ingegeven door praktische overwegingen. Het leek me een uitdagende studie waarmee je veel kanten uit kon. Als student had ik een bijbaan bij restaurant Le Connaisseur in Eindhoven. Ik begon als luikloper. Dan breng je eten van de keuken naar de tafel. Later mocht ik gasten welkom heten, overboekingen oplossen en misgelopen bestellingen alsnog in goede banen leiden. In mijn studie vond ik macro-economische en strategische vraagstukken weliswaar boeiend, maar ik zocht naar verdieping in de wiskunde. Die heb ik gevonden bij mijn promotor Onno Boxma in Eindhoven. Mijn proefschrift ging over prestatieanalyse van internetverkeer. Later is mijn onderzoek opgeschoven naar stochastiek en kansrekening in brede zin, en vooral de theorie van complexe netwerken. Ik werk aan wiskunde waar we vrijwel alles rigoureus bewijzen. Je maakt ontelbaar veel keuzes in een poging iets te bewijzen. Intuïtie speelt een grote rol. Daarom vind ik kansrekening boeiend: bewijzen zijn vaak origineel en de stellingen vragen om duiding.

‘Ik nam afscheid van de bankwereld met een slechte speech en HEMA appelflappen’ Ik werd na mijn promotie benaderd door recruiters uit het bedrijfsleven en kreeg een baan aangeboden als wiskundig onderzoeker bij ING in Amsterdam. Een prachtige baan


NR.1 NR.18 NOVEMBER NAJAAR 2017 2011 / MAGAZINE VAN DE

met mooie vooruitzichten, maar ik ben er na zes weken al gestopt. Ik miste het onderzoek en heb met een slechte speech en een doos HEMA appelflappen afscheid genomen van de bankwereld. Ik vertrok als postdoc naar Duitsland en Canada, kreeg een Veni-beurs, een aanstelling als universitair docent aan de TU/e, en heb een klein jaar gewerkt op Manhattan. Dat was een geweldige tijd en ik heb er een wetenschappelijk netwerk opgebouwd dat tot op de dag van vandaag van grote waarde is. Afgelopen zomer werkte ik in Boston om nieuwe inspiratie op te doen, onder meer bij Microsoft en MIT. Tegenwoordig werken we in mijn groep aan complex networks. Dat kan gaan om sociale netwerken, maar ook om de verbonden apparaten die samen het Internet of Things vormen. De wiskunde die helpt om dergelijke grote netwerken te beschrijven, is niet gericht op details, maar eerder op universeel of kritiek gedrag. In de theorie die we ontwikkelen, nemen we bijvoorbeeld een groot netwerk als het internet als uitgangspunt. Dat laten we oneindig groot worden, of we versnellen de tijd van de processen op dat netwerk. Juist bij dit soort schalingen van tijd en ruimte ontdekken we relevante fenomenen. Met collega Sem Borst doe ik onderzoek naar distributed algorithms, eenvoudige regels die draadloos verkeer in complexe netwerken effectief kunnen regelen. Ook ontwikkelen we algoritmen voor het regelen van dataverkeer in datacenters en in de cloud. En met collega Remco van der Hofstad onderzoek ik onderliggende structuren van netwerken, zoals Facebook of citatie­ netwerken. Zo kijken we bijvoorbeeld naar driehoeksrelaties: wat is de kans dat twee van jouw Facebookvrienden ook vrienden zijn? Met onze wiskundige theorie proberen we dan te verklaren - en te bewijzen - wat we in de Facebookdata zien. De theorie verder ontwikkelen is ons doel. Zodra er een wiskundige formulering van een sociaal of technisch vraagstuk ligt, heb je een startpunt voor samenwerking.

Onze universiteit is goed in het leggen van dwarsverbanden tussen verschillende disciplines. Initieel vraagt het veel van onderzoekers om samen te werken, maar na investering kan er iets heel moois ontstaan. Ik koester de samenwerking binnen de wiskunde, met onder meer Sem en Remco, en investeer momenteel veel in nieuwe samenwerkingen met de natuurkunde. In Boston werkte ik afgelopen zomer met natuurkundigen die netwerken in het brein en de kosmos onderzoeken, en aan de TU/e werk ik sinds een aantal jaren samen met Servaas Kokkelmans op het gebied van quantumnetwerken.

‘Je moet voortdurend met de toekomst bezig zijn’ Rector Hans van Duijn polste me in 2011 voor de functie van graduate program director wiskunde. Als junior van 33 was ik ongetwijfeld niet de eerste aan wie de vraag gesteld werd. Ik had net een flinke research grant gekregen die me volledig vrijspeelde voor onderzoek, maar ik heb tegen de stroom in gekozen om ook dat bestuurlijk werk als program director te gaan doen. Ik heb met veel plezier meegewerkt aan de ontwikkeling van de PhD-programma’s en de master­opleidingen. Vooruitkijken en keuzes maken spreekt me aan en het helpt als je je goed kunt verplaatsen in wat andere mensen beweegt en wat de organisatie nodig heeft. Kaders zetten en vervolgens zoveel mogelijk mensen meekrijgen. Ik vind dit soort werk belangrijk, naast onderzoek en onderwijs: je moet op alle drie die terreinen scherp blijven. Een universiteit moet voortdurend met de toekomst bezig zijn en ik wil ook graag meedenken over de strategie voor 2030. De groei in studenten, maar ook de indrukwekkende digitalisering dwingen ons om echt te veranderen. Wat betekent dat voor ons onderwijsmodel?

Daarnaast vind ik wetenschapspopularisatie belangrijk. Met TU/e-collega Patricia Dankers ben ik actief in de Jonge Akademie, onderdeel van de KNAW. Ik doe mee aan Mingler, waar kunstenaars en onderzoekers samenwerken. Zo gaf ik met TU/e-fellow en kunstenaar Koert van Mensvoort een duolezing over data en de maakbare mens. Daarnaast heb ik wat masterclasses voor middelbare scholieren ontwikkeld en veel columns geschreven. Mijn netwerk is daardoor flink gegroeid en zo werd ik uitgenodigd om colleges over wiskundige onderwerpen te geven voor de Universiteit van Nederland. Maar ik heb geen tijd om op alle uitnodigingen in te gaan. Mijn vrouw en ik hebben drie prachtige kinderen van drie, vier en zes en willen het werk en gezinsleven in balans te houden.

‘Mijn ambities op onderzoeksgebied zijn groter dan ooit’ Ik ben nu 38, maar heb het gevoel pas net te zijn begonnen. Mijn ambities op onderzoeks­ gebied zijn groter dan ooit. De groep heeft een krachtige impuls gekregen door de Zwaartekrachtsubsidie. Ik wil internationaal blijven meedraaien aan de top en dan blijft voortdurende vernieuwing nodig. Mijn aller­ grootste ambitie is in deze jaren een paar mensen op te leiden die tot de wereldtop gaan behoren. Jonge talenten moeten ons vakgebied verder kunnen uitbouwen, bijvoorbeeld op het snijvlak van de wiskunde en natuurkunde. Ik maak deel uit van een school en wil daar zelf ook weer een draai aan geven. Ik voel heel sterk dat ik voortbouw op het werk van mijn voorgangers. Nu ik zelf een groep leid, voel ik dat sterker dan vroeger.’

Op www.universiteitvannederland.nl kunnen de colleges van Johan van Leeuwaarden worden teruggekeken.


32 33

ENERGY SPECIAL/

‘We moeten alles op al om klimaatschade

Sinds haar tienerjaren is energie haar passie. Na jaren in het bedrijfsleven op het gebied van duurzame energie werkzaam te zijn geweest, maakte Laetitia Ouillet (39) vorig jaar de overstap naar de academische wereld. Als nieuwe directeur van de TU/e Strategic Area Energy zoekt ze onder meer schaalbare oplossingen voor een fossielvrije maatschappij in de verre toekomst. Het bijeenbrengen van alumni die zich bezighouden met de energietransitie is de eerste stap die daartoe moet leiden. De energy-alumni zelf zijn positief.

uillet Laetitia O


TEKST NICOLE TESTERINK FOTO’S BART VAN OVERBEEKE

lles zetten

te beperken’ Net als veel collega’s in het energie­transitie-veld vreest Laetitia Ouillet dat we met ingrijpen te laat zijn en klimaatomstandigheden mee gaan maken die we niet meer kunnen terugdraaien. Toch is de nieuwe kartrekker van de TU/e Strategic Area Energy ook positief en wil ‘alles op alles zetten’ om deze consequenties waar mogelijk te beperken. Dat er daarvoor andere wegen ingeslagen moeten worden, was Ouillet snel duidelijk. Ze wil grootschalig fundamenteel onderzoek, in afwijking van andere universiteiten die proeftuinen en kleinere experimenten omarmen. Volgens haar ligt de focus te veel op de nabije toekomst en moet er juist meer aandacht komen voor de tweede stap in de energietransitie. En daar kunnen kennisinstellingen als de TU/e het verschil gaan maken.

‘Fundamenteel onderzoek moet de focus zijn van het transitiebeleid’ ‘De oplossingen om het Klimaatverdrag van Parijs te halen liggen er. Wel staan veel van die oplossingen nog aan het begin van het ontwikkelingsproces, dus er is genoeg werk aan de winkel.

Ik denk dat de echte uitdaging niet zozeer ligt in de technologie zelf, maar vooral in het opnemen ervan in het dagelijks leven. Ondertussen moet de innovatiepijplijn wel gevuld blijven worden. Binnen de TU/e werken we aan een aantal thema’s om na 2025 de overstap mogelijk te kunnen maken naar een volledig CO2vrije toekomst. Een veelbelovend onderwerp is chemergy - de opslag of conversie van energie in nuttige producten.’ ‘Een huidig nadeel van duurzame energie is dat het zich niet laat sturen. Het is niet altijd aanwezig op de momenten dat het nodig is en op andere momenten is het er juist in overvloed. We werken aan warmteopslag, en het inzetten van nieuwe brandstoffen als metal fuels en solar fuels. Ook aan het draadloos transporteren van elektriciteit - bijvoorbeeld van belang voor een stabiel net en het mogelijk ontlasten ervan en in het elektrisch vervoer - doen we veel onderzoek en hebben daarvoor een state-of-the-art laboratorium.’ ‘En hoe kunnen we het al uitgestoten CO2 verminderen, is bijvoorbeeld opslag in een bepaald poreus materiaal mogelijk? Voor al die vraagstukken is fundamenteel onderzoek essentieel, en dat is in het huidige subsidieklimaat waar het draait om toepasbaarheid en samen-

Eerste bijeenkomst alumni­ netwerk FromTUe2NRG Op donderdag 14 december vindt op de TU/e-campus de eerste bijeenkomst van het nieuwe alumninetwerk FromTUe2NRG plaats. Vanaf 14.30 uur zijn alumni welkom voor lab-bezoeken. Vanaf 16.00 uur zullen alumni aan het woord zijn over hun studie en huidige werkzaamheden. De middag staat in het teken van gezelligheid, met een informeel en afwisselend programma rondom energie­-transitie en onze alumni. Meer informatie over het programma, aanmelding en exacte locatie volgt. Ons netwerk is nog niet compleet. Ben je nog niet uitgenodigd voor de LinkedIn-groep, laat het ons weten via energy@tue.nl of www.linkedin.com/ groups/13541132

werkingen met het bedrijfs­leven niet altijd makkelijk. Zolang fundamenteel onderzoek nog niet de focus vormt van het transitiebeleid, moeten wij zelf inventief zijn.’

Broedplaats voor versnellen innovatief onderzoek ‘In de vele gesprekken die ik voer met mensen uit het bedrijfsleven, blijkt dat ze op de TU/e gestudeerd hebben zonder dat ze dat actief uitdragen. En ook op geen enkele lijst van de TU/e voorkomen, hoewel het vaak om alumni gaat die invloedrijke posities hebben binnen de energiesector. We zijn bezig met een nieuw energietransitie-alumni-netwerk, From TU/e to Energy (#fromTUe2NRG). Het samenbrengen van mensen met verschillende visies en kennis kan werken als een broedplaats en zo innovatief onderzoek

versnellen. Tegelijkertijd draagt een goed netwerk bij aan het uitdragen van onze visie. En wie weet kunnen we op langere termijn mogelijk op deze manier crowdfunding vinden voor veelbelovend fundamenteel onderzoek dat buiten de subsidieregels valt, zoals een aantal solar fuel projecten.’ Hoewel Ouillet met haar economie- en econometrieachtergrond soms - zoals ze zelf lachend zegt - ‘de enige niet-techneut aan de TU/e lijkt’, zit ze met haar helikopterview en jarenlange kennis van de duurzame energie­ markt bij onder meer Nuon en Eneco nu op de juiste plek. ‘Ik spreek de taal van het bedrijfsleven en kan kennis bundelen en verbinden, een goede uitganspositie. Nu ik werkzaam ben aan het front van de innovatie, krijg ik meer inzicht in de knelpunten. Ik ben realistischer geworden over de energietransitie. Tegelijkertijd zie ik ook waar uitdagingen en kansen liggen en waar we gezamenlijk - onderzoekers en alumni - grote stappen kunnen zetten.’ www.fromTUe2NRG.nl


34 35

ENERGY SPECIAL/

‘Positief over de energietransitie met een kritische noot’ ‘Wereldwijd is een meerderheid overtuigd dat we de overstap naar volledige duurzame energie moeten maken. Dat was een aantal jaar geleden toen ik begon met studeren nog heel anders. Er zijn tegenwoordig steeds meer partijen die zich inzetten voor de energietransitie. Zo zien we ook hele nieuwe sectoren die willen verduurzamen, zoals de financiële sector en modeen voedingsmiddelenindustrie. Als internationaal adviesbureau met een leidende positie op het gebied van energie en duurzaamheid helpt Ecofys hen om adequaat te reageren op en te profiteren van de wereldwijde energietransitie. Over de energie­ transitie ben ik positief met een kritische noot. Er wordt veel gepraat, er is alleen meer actie nodig om onder de 2°C opwarming te blijven.’ ‘Daadwerkelijke actie met grootschalige impact vergt tijd. Nieuwe partijen moeten gaan samenwerken, vertrouwen in elkaar krijgen en regelgeving moet worden aangepast. Er zijn moeilijke keuzes te maken en er zijn meerdere goede opties. Elke keuze roept weerstand op, verandering doet namelijk pijn. Maar niet veranderen is geen optie aangezien dit desastreuze

gevolgen zal hebben. Het is nu tijd voor leiderschap, van iemand met een goede duurzame visie die niet bang is om knopen door te hakken.’

Minke Goes (27) studie master Sustainable Energy Technology 2013-2015 functie consultant Ecofys

‘We zien vaak dat niet de techniek zelf de grootste barrière is, maar de koppeling van de diverse systemen. Nieuwe technologie helpt ons daarbij stap voor stap vooruit. Vanuit de TU/e komen veel duurzame innovaties en mensen met de ambitie om nieuwe dingen te ontwikkelen. We vinden het belangrijk dit te ondersteunen. Daarom is Ecofys een van de sponsoren van het TU/e Solar Team, dat recent de nieuwste zonne-gezinsauto Stella Vie presenteerde.

Daarnaast zijn we sterk betrokken bij Energy Now, het jaarlijkse energietransitie-congres dat georganiseerd wordt door studententeam TU/e Team Energy - waarvan ik in mijn studententijd een van de oprichters was. Ook Team Energy zorgt voor het bijeenbrengen van alumni en studenten in het energie-werkveld. Door het maken van deze persoon­lijke contacten ontstaan nieuwe sectoroverstijgende initiatieven. Juist die hebben we nodig om tot actie over te gaan.’


NR.18 NAJAAR 2017 / MAGAZINE VAN DE

‘Windenergie op zee concurreert nu

met ‘Als lid van het RVO-team Wind op Zee ben ik zeer positief over de ontwikkelingen binnen onze sector. Het is ongekend wat er afgelopen jaar bereikt is. De Nederlandse tenderaanpak - waarbij energieproducenten biedingen kunnen indienen voor de aanleg en exploitatie van een nieuw te bouwen windpark op zee - blijkt succesvol. De eerste twee tenders hebben voor een spectaculaire prijsdaling van offshore windenergie gezorgd, waardoor we nu zelfs komend najaar Nederlands eerste subsidieloze tender kunnen uitschrijven. Was windenergie op zee eerst een van de duurdere technieken, nu concurreert het met fossiele energie. De wereld staat op z’n kop.’ ‘De overheid is deze regeerperiode meer de regie gaan voeren wat betreft duurzame energie en dat zorgde voor nieuwe samenwerkingen. RVO.nl heeft een belangrijke rol bij de versnelling van duurzame energievoor­ zieningen. Wederzijds vertrouwen is essentieel; er worden grote investeringen gedaan - productie­ faciliteiten, windturbines - en de sector wil graag zekerheid.

fossiele energie’ Dat zie je terug in de kostprijs. En dat we steeds meer risico’s kunnen wegnemen, zie je direct terug in die prijs. Een goede kennisinfrastructuur - met onder meer TU/e-connecties - speelt hierbij zeker een rol.’ ‘Een gemeenschappelijke opleiding schept een band, het voelt als ‘thuiskomen’ om met een TU/e’er samen te werken. Een extra stukje comfort en vertrouwen. Het zou mooi zijn als we als oud-TU/e’ers een beweging in gang kunnen zetten voor nog meer duurzame energie in Nederland. Het opzetten van een alumni-netwerk is een mooie aanzet daartoe. Laten we gezamen­lijk kijken of we naast onze sterke positie onder het wateroppervlak ook de technologie boven zee­niveau op een hoger platform kunnen tillen. Innovatief onderzoek en enthousiaste afgestudeerden zijn van groot belang; we staan te schreeuwen om goed gekwalificeerd personeel. Windenergie heeft de toekomst en het is toch formidabel om daar je steentje aan te mogen bijdragen!’

Frank van Erp (47) studie Technologie Management 1992-1996 functie senior adviseur hernieuwbare energie Rijksdienst voor Ondernemend Nederland


36 37

ENERGY SPECIAL/

‘Biomassa is prima aanvulling op zonneen windenergie’ ‘Discussies over duurzame energie focussen nog te veel op zon en wind. Maar ook andere groene alternatieven zoals energie uit biomassa hebben we nodig voor een succesvolle energietransitie. Met name in de problematiek rond de onbalans van het elektriciteitsnet - door het fluctuerende aanbod van wind en zon wordt de afstemming complexer - kan biomassa een betekenisvolle rol spelen. Via Engie ben ik betrokken bij een aantal wereldwijde houtchips- en houtpelletfabrieken die biomassa voor onze centrales en klanten leveren. Hout in de vorm van chips of pellets levert bij verbranding duurzame energie. Een prima aanvulling op zonneen windenergie.’ ‘Nu de kosten voor zonne- en windenergie drastisch aan het dalen zijn, zal de financiële ondersteuning worden aangepast. Dat biedt nieuwe kansen voor andere alternatieven. Ook zou bij de kostprijs van bijvoorbeeld biomassa rekening gehouden moeten worden met de - nu vermeden - kosten van netbalance­ring en energieopslag, zodat de groene energie-discussie eerlijker gevoerd kan worden. Om het transitieproces verder te ver­snellen, moeten we ook de wet- en regelgeving onder de loep nemen. Waar in de praktijk

nog steeds nationale regels gelden voor duurzame criteria en soms niemand weet waar hij aan toe is, zou het veel efficiënter kunnen door in elk Europees land dezelfde regels te laten gelden.’ ‘Het is een heel positieve ontwikke­ ling dat er de afgelopen jaren steeds meer aandacht is voor duurzame energie, ook vanuit de TU/e. Een netwerk van professionals die raakvlakken hebben, en kennis en expertise, kunnen zeker bijdragen aan de techno­ logische innovatie die we in onze sector hard nodig hebben. Als technologisch hoogstaand bedrijf werken we bij Engie samen met een heel aantal Europese universiteiten. TU/e-talent is altijd welkom!’

Maarten Gnoth (48) studie International Technological Development studies 1991-1994 functie manager Business Development Biomass Upstream, Engie


NR.18 NAJAAR 2017 / MAGAZINE VAN DE

‘De

energietransitie moet voor iedereen

bereikbaar zijn’ ‘Als Nuon zien we onszelf als één van de drijvende krachten achter de energietransitie. We streven er dan ook naar om Nederland binnen een generatie op een volledig fossielvrije energie­ voorziening te laten draaien. We investeren fors in windenergie en zijn trots dat we de tweede grootste offshore windoperator van Europa zijn. Hiermee dragen we sterk bij aan de duurzame energieproductie. Ook bouwen we het kolenvermogen af en staan we klanten bij om ‘klimaatslimmer’ te leven; zelfs het leasen van zonnepanelen is via ons mogelijk. De energie­ transitie moet voor iedereen bereikbaar zijn.’

‘Al jaren houden we ons bezig met e-mobility vraagstukken en investeren we in elektrische voertuigen en de infrastructuur voor elektrisch rijden. We geloven in elektrificatie van de maatschappij. Dat lijkt paradoxaal omdat we dan weer meer elektriciteit gaan verbruiken, maar we weten hoe we groene energie kunnen opwekken. Het vergroenen van processen die nu op gas of benzine draaien, zoals autorijden en verwarmen, staat daarentegen nog in de kinderschoenen. Qua warmtetransitie staan we nog aan het begin, terwijl we een aanzienlijk deel van onze CO2-voetafdruk kwijt zijn aan het verwarmen van gebouwen en woonhuizen.

Dat moet echt anders. Meer subsidie richting warmtetransitie om het proces te versnellen. De technologie moet verder ontwikkeld worden - de huidige warmtepompen zijn bijvoorbeeld nog geen ideale oplossing vanwege de omvang en geluidsoverlast en zijn momenteel nog te duur. Maar zodra je volume krijgt, wat we ook bij zonne- en windenergie hebben gezien, dalen de kosten enorm. Zo’n extra subsidie-zetje is daarom essentieel.’ ‘Het opslaan van energie biedt flexibiliteit en zo kunnen duur­ zame energiebronnen optimaal gebruikt worden. We werken daarom aan een nieuwe technologie om overtollige groene energie om te zetten in

vloeibare ammoniak of waterstof. Op momenten waarop er geen groene stroom voorradig is, kan de waterstof die in de ammoniak wordt opgeslagen als CO2-vrije brandstof in gascentrales worden ingezet. We willen hiervoor - en voor het doen van fundamenteel onderzoek naar andere nieuwe technologische ontwikkelingen meer samenwerken met universiteiten. Denk aan technologie rondom het gebruik van data, het verwerken van de toenemende stroom gegevens wordt steeds belangrijker. Het gaat erom gezamenlijk slimme combinaties te vinden zodat we de energietransitie kunnen versnellen. Het bedrijfsleven, de universiteit én z’n alumni kunnen een perfecte broedplaats vormen om die combinaties te ontdekken.’

Martijn Hagens (45) studie Technische Bedrijfskunde 1990-1996 functie Chief Operating Officer (COO) Nuon, Sr. Vice President Customers & Solutions Vattenfall


38 39

PLANNER/VERKENNER

TEKST TINY POPPE FOTO BART VAN OVERBEEKE

Beiden rondden aan de TU/e een studie af. De planner koos het pad dat het meest in lijn is met zijn opleiding. De verkenner waagde zich buiten de grenzen van zijn opleiding. Hoe het allemaal begon ‘Tijdens mijn afstuderen ontstond een nieuw concept om op het land te heien, een dieselhei. Met dat idee stapte ik naar Philip de Goey, hoogleraar verbrandingstechnologie, en hij adviseerde me op dat gebied stage te gaan lopen. Vervolgens heb ik me meer dan een half jaar in Argentinië met verbrandingstechnologie beziggehouden. Omdat ik het een heel leuk onderwerp vond, ben ik erop afgestudeerd in 2008. Meteen daarna, aan de vooravond van de vastgoedcrisis, ben ik met dit bedrijf begonnen. Helaas was er - toen wij klaar waren met het prototype - geen markt voor.’

Slechte start De net gestarte ondernemer liet zich hierdoor niet uit het veld slaan en ging handelen in heihamers, trilblokken en kranen en maakte daarmee een mooie omzet. ‘Omdat ik voelde dat er een markt was voor het heien met water, ben ik daar in 2011 mee begonnen. Na diverse succesvolle testen zag het er hoopgevend uit en toen zijn we steeds grotere machines gaan maken.’ PLANNER JASPER WINKES Leeftijd 35 Functie • oprichter en directeur Fistuca B.V. Studies • 2000 - 2008: Werktuigbouwkunde TU/e • 2005 - 2006: Mechanical engineering, University of Buenos Aires

Kostenbesparend en minder geluidsoverlast De afgelopen jaren heeft Winkes een techniek ontwikkeld waarmee met water op zee windmolenfunderingen geheid kunnen worden; BLUE Piling Technology. ‘Dit is kosten­ besparend en geeft veel minder geluidsoverlast. Geluid is op zee een groot probleem omdat het veel geld kost om dat te reduceren en het is schadelijk voor zeeleven. De huidige manier van heien op zee beschadigt de palen en is funest voor het milieu.’

Testen Bij Fistuca B.V. zijn inmiddels dertien mensen in dienst die allen bezig zijn met het ontwerpen en verder ontwikkelen van het product dat nog niet op de markt is. Maar volgens Winkes is er wel veel interesse en zijn er nu veel grote energiebedrijven die gaan meebetalen aan een offshore-demonstratie. Daarnaast zijn er ook partijen die met deze techniek willen gaan heien. ‘Maar we moeten nog wel aantonen dat de machine goed werkt. Dat gaan we dan ook laten zien volgend jaar als we op de Tweede Maasvlakte gaan testen.’

Toekomst Winkes wil graag in de toekomst het gros van alle funderingen voor windturbines op zee kunnen heien en daarmee de kostprijs voor windenergie op zee omlaag brengen. ‘Dan kunnen we concurreren met andere vormen van conventionele energiebronnen. We hebben nog meer innovaties die dat mogelijk maken. Maar daar kan ik nog niets over zeggen.’


TEKST BRIGIT SPAN FOTO BART VAN OVERBEEKE

NR.18 NAJAAR 2017 / MAGAZINE VAN DE

Scheikunde én management ‘Scheikunde vond ik heel leuk, maar bedrijfskunde trok me ook. Mijn oom adviseerde me eerst een écht vak te leren, management kon daarna altijd nog. Scheikunde werd het, waarbij ik afstudeerde in de groep van professor Bert Meijer, mét een certificaat technische bedrijfskunde. Na mijn studie wist ik niet wat ik wilde doen. Bert bood me een baan aan voor een jaar.’ Hierna ging het snel: Sagitta werd betrokken bij de plannen voor het oprichten van het Institute for Complex Molecular Systems, en werd er uiteindelijk managing director. Het verbouwen van het oude ketelhuis van de TU/e tot nieuw onderkomen voor het ICMS kwam ook op haar bordje terecht. ‘Ceres, zoals het pand nu heet, past het ICMS als een jas. Ik wilde dat het een gebouw werd waarin mensen elkaar gemakkelijk vinden en samenwerken.’

Nieuwe dingen ‘Ik houd vooral van nieuwe dingen doen. Dus kwam het Intelligent Lighting Institute erbij en het vervangen van een zieke directeur bedrijfsvoering aan een faculteit. Ik maakte lange dagen. Mijn werk was mijn hobby, ik vond het fantastisch. Tot ik op een gegeven moment merkte dat ik het steeds moeilijker vond om naar de TU/e te gaan. Uiteindelijk moest ik toegeven dat ik een burn-out had en heb ik heel hard moeten werken om weer terug te komen.’

Eigen baas ‘Toen ik terugkwam bij ICMS na mijn burn-out, voelde ik dat het tijd was voor iets nieuws. Ik wilde voor mezelf beginnen. Dat doe ik met Studio Sagitta, waarbij ik interieuradvies geef. Ik startte ook een opleiding tot coach en doe projectwerk, onder meer aan de TU/e bij innovation Space. Het feit dat ik eigen baas ben, geeft wel meer vrijheid. En ik neem alleen projecten aan waar ik een klik mee heb.’

Geen goed of fout ‘Tijdens mijn opleiding aan de TU/e leerde ik dat iets goed was of fout. Tijdens mijn opleiding tot coach moest ik dat loslaten. Het gaat om de combinatie tussen ervaring, gevoel en modellen. Dankzij mijn studie Scheikundige Technologie weet ik hoe je dingen aanpakt en oplost en kan ik me goed inleven in mensen die heel ander werk doen. Mijn voorkeur ligt bij het coachen van hoger-opgeleiden, omdat dat goed aansluit bij mijn achtergrond en ervaring. Het mooie aan coachen is dat je werkt met gemotiveerde mensen, die echt vooruit willen. Ik ben klaar voor deze nieuwe uitdaging!’

VERKENNER SAGITTA PETERS Leeftijd 37 Functies • Projectmanagement Huisvesting en inrichting TU/e innovation Space • Coördinator training ‘Your VENI proposal: idea to grant’, TU/e • Sagitta Peters Coaching en Training • Eigenaar Studio Sagitta - interieuradvies • Managing director Institute for Complex Molecular Systems • Managing director Intelligent Lighting Institute

Studies • 2016 - 2017 Post-HBO beroepsopleiding tot Coach Practitioner • 2008 - 2014 Diverse opleidingen en trainingen rondom leidinggeven • 1998 - 2004 Scheikundige Technologie, met certificaat Technologie Management, TU/e


Facing a challenging technological design issue? PDEng trainees offer your organization an innovative solution > > > > > >

4TU. School for Technological Design STAN ACKERMANS INSTITUTE

On-site execution of a design project Within industry or healthcare institutions Selection of the best MSc students Knowledge of the latest design methods Scientific support from university experts www.4tu.nl/sai


41

VAN START/

In ‘Van Start’ vertellen TU/e-starters over hun eigen bedrijf.

NR.18 NAJAAR 2017 / MAGAZINE VAN DE

TEKST NORBINE SCHALIJ FOTO BART VAN OVERBEEKE

Hoe

begon Lightyear

?

Arjo: ‘Nadat we klaar waren met Solar Team Eindhoven kwamen we vanaf januari 2016 met zes collega’s op donderdagavonden bijeen. We noemden onszelf Magical Engineers en zochten naar oplossingen om wereldproblemen aan te pakken. Klimaat, honger, oorlogen…Waar kunnen wíj een bijdrage leveren? Onze ervaring en kennis zit vooral bij vervoer en duurzame energie en we besloten ons te richten op klimaatproblematiek.’

LIGHTYEAR Solar powered electric cars Qurein Biewenga (27)

Wat

is jullie oplossing

?

‘Een jaar lang rekenden we allerlei gekke ideeën door’, zegt Arjo. ‘Zonnepanelen op zee of het elektrificeren van containerschepen. Dat laatste was géén goed idee. We zijn uiteindelijk toch weer bij zonneauto’s uitgekomen. Dat past ook goed in de drie trends die je wereldwijd ziet: elektrisch rijden, autonoom rijden en deelauto’s. Er mist nog een mondiale infrastructuur om te laden. Onze elektrische auto die zichzelf met de zon oplaadt, is daar een oplossing voor.’ De Postcode Loterij vond dat ook: Lightyear won al 100.000 euro en een plek in de finale van de Green Challenge.

Finance & Operations

Arjo van der Ham (26) Research & Development

Lex Hoefsloot (26) CEO

Koen van Ham (26) Design

Martijn Lammers (28) Strategy

Waarom

een eigen bedrijf

?

Waar

loop je tegenaan

?

Wat

ging soepel

?

Wat kost

de Lightyear One

?

Qurein: ‘We zijn geen non-profit organisatie, dan krijg je namelijk moeilijker investeerders mee. Dat is de reden dat we commercieel te werk gaan bij de oplossing van een wereldprobleem. Dat het een níeuw bedrijf moet zijn, komt doordat wij in een totaal ander straatje bezig zijn dan de traditionele autobedrijven. We willen iets compleet nieuws en gebruiken een andere architectuur van autobouwen. Je bouwt eigenlijk andersom. We beginnen bij het verlagen van het energieverbruik door een vermindering in de luchtweerstand en verkleining van de massa. Dit kan door slim gebruik te maken van koolstofvezelmaterialen.’

Arjo, spontaan: ‘Je komt een heleboel shit tegen’. Diplomatieker: ‘De Nederlandse regelgeving is niet geschikt voor start-ups. Bijvoorbeeld: Iedere medewerker, ook de allereerste, moet je minimumloon betalen. Ook als er nog geen geld in het potje zit.’

Het team is niet snel tevreden. ‘Alles kan beter, we hebben extreem hoge kwaliteitseisen en ambities’, zegt Qurein. Maar het vinden van partners en klanten en de media-aandacht bij de launch vielen ons erg mee’, zegt Arjo. ‘Er zijn al tussen de 40 à 50 serieus geïnteresseerden. Die uit linksrijdende landen moeten we voorlopig even laten wachten.’

Qurein: ‘De eerste serie, met een oplage van enkele duizenden Lightyears, gaat 119.000 euro kosten. Latere modellen worden goedkoper.’

www.lightyear.one

Arjo van der Ha m

(links) en Qurein Biewenga


42

AGENDA / GESTELD

oktober

8

oktober

TU/e Science Festival

Kom naar het TU/e Science Festival op zondag 8 oktober en laat je inspireren door de wereld van technologie en wetenschap. Deze dag is onderdeel van het Weekend van de Wetenschap. Plaats: TU/e-campus Tijd: 12.00 - 17.00 uur Meer info: www.hetweekendvandewetenschap.nl/activiteiten/tuexperience-day

oktober

13

2nd Friday op de TU/e

Op 13 oktober haalt het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI) hun succesactiviteit 2nd Friday van de High Tech Campus naar de TU/e. De formule is als volgt: een flinke portie inspiratie door middel van een interactieve lezing of workshop en daarna met een biertje/frisje in de hand gezellig netwerken met technische talenten. Het thema is ‘Boost your career’, waarbij ervaren trainers je meer inzicht geven in hoe je je beter profileert, salarisonderhandelingen voert en hoe je het beste kunt netwerken. Plaats: innovation Space TU/e (Gaslab) Tijd: 16.30 - 19.00 uur Meer info en inschrijven: goo.gl/sJzWum

oktober

20 21

Open dagen TU/e voor vwo’ers november

Zit je in 4-, 5- of 6-vwo en heb je interesse in een bacheloropleiding aan de Technische Universiteit Eindhoven? Bezoek dan een van onze Open dagen. Plaats: Auditorium TU/e Tijd: 09.00 - 15.30 uur Meer info en inschrijven: www.tue.nl/opendagen

november

24 25 Talent Event Dit carrière-evenement focust zich met name op big data, e-commerce en IT en is bedoeld voor young professionals uit het hbo en wo. De TU/e-opleiding Data Science zal ook op het event aanwezig zijn. Plaats: Jaarbeurs Utrecht, entree via hal 8 Meer info: www.talent-event.nl

‘Although the Dutch healthcare system is considered effective, it requires much tolerance when in pain because as a system it is over-distributed with narrow-band communication channels.’ Stelling bij het proefschrift ‘Automated Design Space Exploration for Component-Based Real-Time Distributed Systems’ van Kostas Triantafyllidis.

‘The relationship between German and Belgian beer is similar to the one between Italian and French food.’ Stelling bij het proefschrift ‘Growth of nanowire solar cells’ van Alessandro Cavalli.

‘Short presenta­ tions require long preparations.’ Stelling bij het proefschrift ‘Large Matroids Enumeration and typical properties’ van Jorn van der Pol.

‘The current implementation of the peer-review process was appropriate in a time when horse-drawn carriages were used to communicate scientific results.’ Stelling bij het proefschrift ‘Biosensing Based on Tethered Particle Motion’ van Emiel Visser.

‘Going for coffee with friends is part of everyday life in Greece, while in the Netherlands going for coffee is a social event that has to be planned days or even weeks in advance.’ Stelling bij het proefschrift ‘Automated Design Space Exploration for Component-Based Real-Time Distributed Systems’ van Kostas Triantafyllidis.

‘Progressive does not always mean better (unless rock music is the topic)’. Stelling bij het proefschrift ‘Growth of nanowire solar cells’ van Alessandro Cavalli.


43

Sidarto Bambang Oetomo (1951), emeritus hoogleraar Pediatrische toepassingen van Ambient Intelligence, was tevens kinderarts-neonatoloog in het Máxima Medisch Centrum. Op 2 juni 2017 hield hij zijn afscheidsrede.

s.bambang.oetomo@tue.nl

TEKST TOM JELTES FOTO BART VAN OVERBEEKE

Sterfte couveusebaby’s

Comfort

‘Toen ik in 1983 begon als jongste staflid van de afdeling Neonatologie van het toenmalige Academisch Ziekenhuis Groningen, was de sterfte bij prematuren nog aanzienlijk. Dat werd voornamelijk veroorzaakt door onrijpheid van de long en een tekort aan longsurfactant - een stofje dat ervoor zorgt dat de longblaasjes bij het uitademen open blijven staan. Ik ben kort daarna betrokken geweest bij de eerste klinische studies naar het toedienen van surfactant. Die behandeling is heel succesvol gebleken: de sterfte van couveusebaby’s is erdoor teruggebracht van 35 á 40 procent naar minder dan 10 procent.’

‘Na mijn overstap naar het Máxima Medisch Centrum in Veldhoven ben ik de neonatologie van een heel andere kant gaan bekijken. Ik kwam tot het besef dat pijn, stress en scheiding van de moeder een negatieve invloed hebben op de ontwikkeling van de kinderen. Dat bleek toen al uit de literatuur, maar niemand zocht naar oplossingen om het comfort van couveusebaby’s te verhogen. Collega-onderzoekers richten zich op nieuwe medicijnen, of het verbeteren van beademings­technieken en protocollen. Nog steeds zijn wij naar mijn weten de enigen in de wereld die technische devices ontwerpen voor meer comfort in de couveuse.’

Enthousiasme

‘In 2007 kwam ik als deeltijdhoogleraar in de groep Designed Intelligence. Ik was positief verrast door de interesse van mijn collega’s daar in de neonatologie en in het bijzonder de omstandigheden op de Neonatal Intensive Care Unit. De ideeën die we aandroegen, werden direct door teams van enthousiaste studenten uitgewerkt tot prototypes. En ook buiten de faculteit Industrial Design, met name bij Technische Natuurkunde en Electrical Engineering, stonden de ingenieurs altijd open voor onze plannen en werden onze suggesties vaak snel opgepakt. Dat was fantastisch.’

Op pagina 2 forward/ met Masi Mohammadhi

Moeder

‘Het gevoel van nabijheid van de moeder zorgt ervoor dat couveusebaby’s minder stress ervaren. Die nabijheid proberen we na te bootsen met de Hugsy, een soort kruising tussen een matras en een dekentje, dat vibreert in het ritme van de hartslag van de moeder. Je ziet dat de kinderen er helemaal rustig van worden. Ik twijfel er dan ook niet aan dat het goed werkt, maar dat moeten we nog wel wetenschappelijk aantonen. Dat doen we door de hartritme­ variabiliteit te meten en te kijken naar de hoeveelheid van het knuffelhormoon oxytocine in het speeksel. Dat zijn nieuwe, objectieve manieren om de stress te meten.’

Dan maar zelf DOEN

‘Couveusebaby’s ervaren veel ongemak door de plakelektrodes die worden gebruikt om hun hartslag, ademhaling en zuurstofopname te meten. Bovendien maakt de bedrading het lastig om het kind uit de couveuse te tillen voor een knuffel. Om dat op te lossen, is het Smart Jacket bedacht, waarbij de elektrodes zijn verwerkt in een babypakje. Dat idee is inmiddels doorontwikkeld tot een volledig draadloos systeem: de Bambi-Belt. Toen zich geen partijen meldden om dit concept naar de markt te brengen, overreedde mijn zoon Fabio me om dat dan maar samen te doen in de vorm van een startup: Bambi Medical.’


44

OORSPRONG/

Brandstof

NR.18 NAJAAR 2017 / MAGAZINE VAN DE

TEKST TOM JELTES FOTO BART VAN OVERBEEKE

Sinds Homo erectus vuur leerde beheersen, gebruikt de mensheid vuur en brandstof om te koken, voor warmte en verlichting en als bescherming tegen wilde dieren. In de moderne tijd kwamen daar transport en industriële toepassingen bij, terwijl het open houtvuur steeds meer werd vervangen door andere brandstoffen en verbrandingstechnieken. Aan de TU/e wordt onderzoek gedaan naar verbrandingstechnologie en nieuwe, duurzame brandstoffen.

2017 Diverse groepen binnen de TU/e, onder leiding van hoogleraren René Janssen, Emiel Hensen en Erwin Kessels, doen onderzoek naar zogeheten Solar Fuels: synthetische brandstoffen die met behulp van duurzaam opgewekte energie worden gevormd uit water en koolstofdioxide. Dit gebeurt onder meer in samenwerking met energie-instituut DIFFER.

Ca. 1 miljoen jaar geleden De vroege mensensoort Homo erectus lijkt vuur te hebben gebruikt, wellicht zelfs om eten mee te bereiden. De brandstof bestond waarschijnlijk uit bladeren en takken.

Ca. 3.500 v. Chr. Vroegst bekende gebruik van steenkool in de omgeving van Shenyang, China. Later zou grootschalige winning van deze fossiele brandstof de industriële revolutie mogelijk maken.

Ca. 10.000 v. Chr. Met de opkomst van de veeteelt komt ook het verbranden van mest in zwang.

Ca. 2.000 v. Chr. In het Babylonische rijk bestonden waarschijnlijk al lampen op aardolie/gas.

Ca. begin jaartelling In Romeinse geschriften wordt turf (gedroogd veen) genoemd als brandstof. Turf was vooral populair in gebieden waar weinig hout voorhanden was.

1839 Sir William Robert Grove demonstreert een voorloper van de brandstofcel, waarin waterstof indirect reageert met zuurstof om elektriciteit op te wekken.

1942 Als onderdeel van het Amerikaanse Manhattan-project uit de Tweede Wereldoorlog wordt de Chicago Pile-1 gebouwd, de eerste kernreactor. Hierin fungeert uranium als ‘brandstof’. De energie komt vrij door kernsplijting, en niet - zoals bij traditionele brandstoffen - door een reactie met zuurstof.

2014 Promovendus Georgy Filonenko (TU/e-faculteit Scheikundige Technologie) vindt met hulp van twee bachelorstudenten een katalysator om waterstof en koolstofdioxide razendsnel om te zetten in mierenzuur, en vice versa. Deze vinding legt de basis voor Team FAST, het Eindhovense studententeam dat in 2017 een stadsbus op mierenzuur bouwde.

1958 In Los Alamos National Laboratory slagen ze erin om twee deeltjes deuterium te laten samensmelten tot een helium-ion en een snel neutron. Het was één van de stappen die ooit moeten leiden tot energie uit kernfusie. Een combinatie van deuterium en tritium (beide zijn zwaardere varianten van waterstof) lijkt overigens gunstiger als brandstof voor kernfusiereactoren.

2016 Hoogleraren Philip de Goey en Niels Deen van de groep Multiphase & Reactive Flows (Werktuigbouwkunde) zien in metaalpoeder een potentiële duurzame brandstof. Voordelen zijn de grote energiedichtheid en herbruikbaarheid: met behulp van duurzaam opgewekte energie kan de door verbranding gevormde metaaloxide weer worden opgewerkt tot bruikbaar metaalpoeder. Op dit vlak is ook een studententeam actief: Team Solid.

2009 Promovendus Michael Boot (TU/e-faculteit Werktuigbouwkunde) ontwikkelt CyclOx, een brandstof(toevoeging) gemaakt van lignine, een natuurlijke stof die onder meer vrijkomt als afvalproduct bij het maken van papier. Bijmengen van tien procent CyclOx halveert de roetuitstoot van dieselmotoren (zie foto).


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.