Aandacht en tijd

Page 1

Aandacht en tijd Hans kuijs





Voorwoord

Scriptum - inscriptie is het achterlaten van schrift of beeld op en/of in vaste ondergrond, zoals steen, hout of papier. Ik wil hierbij nog een drager inbrengen, de inscriptie van gebeurtenissen vastgelegd in het brein. Veel gaat er verloren in de tijd door oorlogen en geweld. Monumenten ooit opgericht in een cultuur ter herinnering aan belangrijke gebeurtenissen worden in de tijd vernietigd. Naar mijn mening blijft alleen een inscriptie altijd overeind en dat is wat er in het brein gegrift is. Daar is het terecht gekomen ontwikkeld door de waarneming in het persoonlijke, de omgeving waarin je verblijft en de mondiale gebeurtenissen. Het werk is de afspiegeling van zo'n inscriptie. Dat ook ter zijner tijd geheel of gedeeltelijk zal verdwijnen. Alleen over wat er in het brein gekerfd staat kunnen wij zeggenschap blijven houden.

Hans Kuijs, 19 december 2018 Leveroy.



Aandacht en tijd drs. Ridsert Hoekstra


‘Fluister, luisterboom’, 1996 253 x 240 x 150 cm smeedijzer, hout, organisch materiaal

Zijn werk is voor mij een raadsel, meestal. Toch fascineert het werk mij en blijft me bij. Beelden kunnen dwingend zijn. Terugkomen in je geest en je kunt ze toch geen plaats geven, ze niet in die orde plaatsen, die je met je beelden en gedachten van de wereld hebt gemaakt. Soms is er geen plaats en blijft het beeld buiten je orde hangen. Hans Kuijs maakt geen werk voor boven de bank. Zijn beelden zijn vaak van een complexiteit die je kunnen 5


overrompelen bij de eerste aanblik, echter je wordt daarentegen ook aangetrokken om echt te gaan kijken. Er zijn beelden bij die ik liever niet zie maar door de kunstenaar van belang geacht worden om aan ons als toeschouwer te tonen. Het is een compromisloos gevecht van het leven met de dood. Het is misschien ongepast om hier nu te denken aan een andere kunstenaar, Philippe Vandenberg. Hij schilderde ook vreselijke dingen en veranderde van schilderstijl op dat moment dat hij dat nodig vond zonder enig compromis aan de heersende kunstopvattingen. Ik wilde ooit een expositie van zijn werk houden, maar een van mijn medewerkers van het museum zei tegen mij dat ik dat beter niet kon doen: “Waarom de mensen lastig vallen met zulke obsessies, die ook nog pijn doen?”

‘ZT’, 2000 - 2001 36,5 x 32,5 cm

‘Kill them all’, 2005 – 2007 210 x 200 cm

olie op hout

olie op doek

Ook Hans Kuijs is compromisloos in zijn omgang met stijlen en de kunstwereld. Maar hij is op een manier toch anders dan mijn aangereikte vergelijking. Hij maakt niet alleen vreeswekkende dingen. Er zijn ook bloemen, of een schip, een vogel die op een tak zit. Ik zie bij hem meer hoop, een breder gevoel dat je ziel optilt, verheft zei men vroeger.

6


‘Wakend oog’, 1998

‘Als kunstenaar ben ik onschuldig maar als

180 x 140 cm olie op doek

mens…’, 1998 70 x 60 cm gem. techniek op doek

‘De mond getuigd’ 2011

‘Zalig zijn zij die niet zien en toch weten’, 2011

70 cm x 60 cm tempera op doek

40 x 30 cm tempera op doek

7


‘Tegen elke prijs…’, 2013 120 x 100 cm olie op doek

8


‘Verweer’, 2011 120 x 100 cm olie / potlood op doek

Ik wil wat schrijven over Hans Kuijs en zijn werk. Waarom toch? Om het verstaanbaar te laten zijn voor anderen? Ach, laat toch iedereen die naar zijn werk wil kijken zijn eigen beelden en woorden vinden. Beelden zijn er toch om beelden op te roepen? Van een beeld op een sokkel naar een beeld in je geest. Ja, geest. 9


Ik bedoel dat een beeld in je lijf en kop achterblijft als beeld, als gevoel. Ik wil u niets uitleggen. Deelgenoot wil ik u maken van mijn belevenis, misschien vindt u die de moeite waard, misschien ook niet, en dan slaat u de bladzijde om en gaat verder naar iets anders. En er is nog iets waarom ik dit schrijf. Ik heb het Hans beloofd, “Ik waardeer je oordeel”, zei hij ooit. Nu, dat vind ik helemaal niet prettig. Ik wil helemaal geen oordeel geven, niet over de ‘kwaliteit’, niet over de ‘plaats in de kunst’, niets daarvan. Laat anderen dat maar doen. Die kunnen het echt beter, vind ik. Het meest waardeer ik Liesbeth Schreuder. Zij is goed bevriend met Hans en kunsthistoricus. Zij weet dat soort vragen te behandelen. Ik kan wat zij schrijft niet verbeteren. Ik wil u alleen schrijven over wat ik beleef, wanneer ik bij Hans ben in zijn atelier. Of wanneer ik kijk naar zijn werk thuis, waar ik een paar werken om mij heen heb. Of in zijn publicaties, op internet en boekvorm.

10


Eerste Indrukken Mijn eerste ontmoeting met het werk van Hans Kuijs was in een stadje hier over de grens in Duitsland. Het was in een groot onderkomen huis in de oude binnenstad. Op de bovenste etage had Hans Kuijs in een kale kamer een teil neergezet en uitgescheurde krantenfoto’s aan de muur geprikt en op de grond uitgespreid. Er was een tekst bij. Dat hier in deze kamer een Turkse, wellicht een andere, arbeidsmigrant met zijn gezin had gewoond. De foto’s toonden taferelen van stukken uit de stad, van plaatsen in Turkije, enkele ansichtkaarten, beschreven. Ze lagen op de kale houten vloer of geplakt aan de muur. Met de zinken teil maakte het geheel een desolate indruk. Eigenlijk verlaten, niet meer bewoond, ooit bewoond geweest. Nu leeg. Alleen een herinnering aan een schamel overleven. De betrokkenheid van dit geëxposeerde op het gewone leven, op de dramatiek van het gewone leven, pakte mij. De presentatie op die zolderkamer was onderdeel van een expositie van een kunstenaarsgroep uit Roermond, bedoeld als uitwisseling met een kunstenaarsgroep uit Duitsland. Veel later toen ik als conservator, directeur werkte voor het Stedelijk Museum Roermond was ik betrokken bij het opzetten van een expositie van zijn werk op vier kamers van de eerste etage. Deze kamers waren gegroepeerd rond het trappenhuis van de woningen die in de laatste helft van de 19de eeuw door de architect Pierre Cuypers waren bewoond. Woningen die deze architect als jongeman in 1853 had ontworpen en laten bouwen. De objecten die Hans exposeerde maakten weer een heftige indruk op mij. Vooral een eg die op de grond was neergezet met foto’s, wederom van het drama van het dagelijks leven. Op de eg opgeprikt en doorboord een reproduktie van de Christusfiguur. En met een ander object dat is afgebeeld op de eerste pagina met als titel;’ ‘Fluister, luisterboom’, schijnt hij uitdrukking te willen geven 11


aan het onfortuinlijkheid van het menszijn en het godsbesef.

‘Hij moest reizen voordat wat anders zou sterven’, 2004 165 x 150 x 130 cm eg, krantenknipsels, foto

12


Somber en heftig. Ik voelde wel, dit heeft te maken met lijden, met doodgaan. Dat soort beelden achtervolgt me. En ik kan ze geen plaats geven in mijn orde, het blijft pijn doen. Enkele voorbeelden:

Expositie, Plateau 2018

13


Expositie, ‘Stroom’, de mijn Beringen België 2012

14


Hans Kuijs is geboren in het Brabantse Helmond en is daar ook opgegroeid. Dat is nu meer dan 70 jaar geleden. Hij woont nu in een boerderij, een woning en een hoge schuur onder een kap, in het land bij Leveroy. Het land is leeg met hier en daar een bosje. De boerderij ligt aan een bescheiden landweg op het einde van een oprit. De boerenwoning met de tot atelier verbouwde schuur is omgeven door akkers en een eikenbosje. Er is een groentetuintje achter het huis. Ervoor ligt een zanderig plaats met een kippenren. Een zeer grote okerkleurige herdershond bewaakt het terrein. Een Turkse Herder. Groot genoeg om een wolf aan te kunnen. De waker over de kudde schapen. Als de hond buiten is, ligt ze aan een lang touw anders gaat zij op onderzoek uit in de omgeving. Elke ochtend wandelt Hans met dit grote dier in de omgeving. Dat is altijd oppassen, want de herder is opvliegend naar andere honden.

15


Onder het hoge dak van de schuur is het atelier. De ruimte is wit. Een grote houtkachel verwarmt in de winter de hoge ruimte. De hond is meestal binnen en ligt rustig en vriendelijk. Zij geeft een gevoel van veiligheid. Zij bewaakt en beschermt Hans en zijn omgeving. Ik moet wat vertellen over Hans dat voor mij erg belangrijk is in de ontmoetingen met Hans, en met zijn werk. Hans kent en doorvoelt de pijn van het leven. Hij glijdt niet zo glad door het leven heen als ik. Ik denk wel eens dat ik ben zoals een eend. Een eend wordt niet nat omdat het water als waterdruppels van zijn veren glijdt. Hans wordt nat, ik niet.

16


Eerlijkheid en zelfonderzoek

“Dat ben jij niet” en daaraan voorafgaand: “Het is wel heel goed werk dat je maakt, maar jij bent dat niet”. Op de academie van Den Bosch was het dat de Japanse kunstenaar/docent Muichi Ogura die dat tegen hem zei. Hans heeft het mij verteld en het verhaal is ook invoelend beschreven door Liesbeth Schreuder in de uitgave ‘Tijdslijn

1970/2014 Hans Kuijs’. Het was helemaal op het einde van zijn jaren aan de academie. Daar had Hans al naam gemaakt met zijn constructivistisch, abstract werk, strak, geometrisch en kleurrijk. Ik ben het eigenlijk niet eens met die uitspraak over dat hij dit werk zelf niet zou zijn. Deze abstracte zeer kleurrijke werken zijn uitgebalanceerd en ademen. Ze hebben rust en stralen rust uit. Deze rust, het opgaan in de vorm en in de balans van de kleur, dat hoort ook bij Hans Kuijs zoals ik hem ken. Zoals hij staat voor zijn boerderij, wachtend tot ik uit mijn auto stap. Deze momenten zijn zeldzaam, maar ze zijn er wel. Bestaat een mens uit één stuk, of zijn we een samenspel van alle krachten, in en buiten ons? Of kan een kunstwerk de toeschouwer in balans brengen? Of zelfs de maker ervan in evenwicht brengen? Ik geloof dat een kunstwerk als het ware in je kan kruipen, je kunt een kunstwerk ondergaan. Door het kunstwerk te ondergaan, kan je veranderen, ook al is het maar tijdelijk. Iedereen kent deze ervaring bij het luisteren naar muziek. Ik ervaar dat deze intense ervaring je ook kan overkomen met beeldende kunst, dans of theater. Overigens is het adagium “ben u zelf” voor de kunstvakopleidingen een dwingende richtlijn voor authenticiteit en oorspronkelijkheid geworden. Voor vele studenten is dat een brug te ver. 17


Hans heeft na de academie zijn stijl radicaal veranderd. Er was ook iets met die abstractie die hem niet tot rust bracht, maar juist ongerust maakte. Hij vertelde mij dat juist de abstractie die geen betekenis wil geven en alleen de vorm en de kleur wel, dat deze abstractie uiteindelijk uitkomt bij het punt dat er niets meer is. Er is dan een soort loskomen van alles wat er is. Hij vreesde dat punt. Hij noemde mij verschillende keren de lotgevallen van Mark Rothko die een einde aan zijn leven maakte. “Als er niets meer is, dan is het een groot wit licht. En dan is er een zwart, alomvattend zwart, zo zwart dat je er in verdwijnt.” Dit was niet een weg die hij tot het einde wilde lopen en hij keerde zich op het einde van zijn academietijd om.

“Door zijn eerlijkheid en zelfonderzoek kwam Hans Kuijs vanzelf terecht in andere uitdrukkingsvormen van onzekerheid dan het bezwerende en verzoenende constructivisme”, schrijft Jan van Haaren. Deze gevoelige waarnemer en kunsthistoricus was directeur van de academie in Den Bosch en volgde de ontwikkeling van Hans op de voet. Van Haaren schrijft dit naar aanleiding van een expositie van Hans Kuijs in 1984. De schilderijen die Hans na de academie maakte zijn heftige weergaven van het dagelijks zichtbare. Fel van kleur en beweging. Van Haaren schrijft:“Hij belandde in de uitdrukking

van verwarrende gevoelens; in voorstellingen van angst, twijfel en raadselachtigheid (.......) Een nieuw fauvisme typeert de actuele kunstbeoefening. Zij staat bol van de angst. Het maken van schrikbeelden als bezwering (.........) verzoenen het gruwelijke en angstaanjagende met schoonheid”

18


‘Jungle’, 1980 160 x 180 cm olie op doek

19


Vrouwen Angstaanjagend gecombineerd met schoonheid is inderdaad een kenmerk van veel schilderijen die Hans maakte tussen 1980 en 1984. Maar niet het portret van zijn dochter in 1984. Hij schilderde een prachtig slank kind, een jonge vrouw gaat het worden, naakt, haar huid is heel licht van kleur en het hoofdhaar valt lang op haar rug. Ze houdt een bal omhoog schuin voor zich uit, terwijl ze frontaal staat en de toeschouwer onbevreesd en oplettend aankijkt. Haar naam is Kamala. Dat is sanskriet voor Lotusbloem. Kamala, ook verwijzend naar de godin van het licht, moeder van de wereld, vaak afgebeeld staande op een lotusbloem. Hoe verleidelijk is het hier niet nu ook het beeld op te roepen van de godin Aphrodite geschilderd door Botticelli, opstijgend uit het schuim van de golven. En is de bal die ze omhoog houdt misschien een schijf, een zonneschijf? De kracht en onbevangenheid van het jonge leven is hier in liefde uitgebeeld. Het is 1984.

Vier jaar later in 1988 schildert hij een strand, een stille zee, wolken erboven, een bootje ligt klein op de vloedlijn. Het is er stil. Verlaten Strand. Er is iets verschrikkelijks gebeurd. 20


‘Kamala, meisje met de bal’, 1984 – 1886 180 x 140 cm olie op doek

21


‘Verlaten strand’, 1988 olie op doek 80 x 90 cm

1987 Kamala, zijn jonge dochter werd dodelijk getroffen door een auto. En raakte in coma. Hans scheurde van verdriet. Haar dode lichaam werd naar het kerkhof gebracht. Haar paard begeleidde de stoet. Hij scheidde van Gerrie, haar moeder. Hij vond een andere vrouw, Wilma Een weg naar een klooster in India, een boerderij in het land van Leveroy en ging daar samen wonen.

1996 22


‘Een kwestie van tijd en ruimte’, nr. 1 2018 fotobeeld

23


Ook daar onderkende hij het verlies door de volgende afgebeelden schilderijen. Een afbeelding waarbij een begin van de zwangerschap is waar te nemen en de op de andere afbeelding zijn vrouw vlak voor haar scheiding.

24


‘Gerrie, vrouw met mantel’, 1980 200 x 150 cm olie op doek

25


‘Fujiyama’, 1987 – 1991 200 x 100 cm olie op

26


‘Wilma’, 2016 120 x 100 cm olie op doek

Nu het is 2019. Het is reeds twee jaar geleden dat zijn partner is gestorven.

27


‘Een kwestie van tijd en ruimte’, nr. 2 2018 fotobeeld

28


In een blauwe ruimte met twee ramen zit een gele vogel op een tak en kijkt naar buiten

‘Het laatste licht’ 2016 100 x 120 cm olie op doek

Het is mijn beschrijving van een schildering in het boek Rondom

Haar dat Hans maakte na het overlijden. Het gedicht dat hij naast deze schildering plaatste begint met de regels: Door het raam gezien het laatste licht raakt nog even de karteling van de bladeren

29


De vogel is voor Hans een bode van het nieuwe leven, van het vliegen. Dit schilderij is gemaakt in de periode vlak na de openbaring van de ziekte. Een ervaring van oneindige verlorenheid opent zich na de dood van zijn geliefde. Deze ervaring krijgt vorm in de gedichten en in beeld. In het volgende vertel ik over mijn ervaring toen ik een aantal voor mij belangrijke werken van Hans Kuijs tot mij door liet dringen. Het omgekeerde laat zien wat leven is Ik lees de gedichten van Hans in zijn boek ‘Rondom haar’. Het thema is verlies en afscheid van haar na de dood. Het laatste stuk van het boek draagt de titel ‘Modnor raah’. Is het Iers? Na enige ledigheid in mijn hoofd zie ik de omdraaiing ‘Rondom haar’. De subtitel hiervan is directer: ‘Het omgekeerde van de medaille laat

zien wat leven is’. Er volgen dan vier kleine aquarellen. Ik zal beschrijven wat ik zie.

30


‘Het verblijf in gedachten’, 2015 serie van 4 61 x 46 cm aquarel op papier

31


32


33


34


In drie van de vier afbeeldingen zijn figuren geplaatst in een ruimte die beperkt is door een hoek, dat is een vloer en twee wanden. De ruimte van de laatste drie is een rood, gevarieerd. De ruimte van de eerste afbeelding is donkerblauw. De ruimte is juist een buitenhoek. De menselijke figuur staat op de hoek van een gebouw. Deze figuur op de hoek van het blauwe gebouw is donker, geblakerd. De figuur is frontaal weergegeven, misschien kijkt hij ons wel aan. Het is een dunne man, naakt, neergezet in een paar lijnen. In zijn handen houdt hij twee brandende toortsen. Nee, ik kijk niet goed, die toortsen zijn het verlengde van zijn armen. Hij houdt deze toortsen niet omhoog maar naar beneden en kruislings voor zich. Toch gaan de vlammen niet omhoog maar naar beneden. Zijn de toortsen wellicht vlammenwerpers? De figuur staat met beide voeten op een klein ovaal. Dat ovaal is ook donker geblakerd. Over de lengterichting loopt een streep die de ovaal in twee gelijke helften heeft verdeeld, zoals over een koffieboon, maar ook zoals over de hersenen. Het ovaal spiegelt zich op de donkerblauwe vloer. De man is aan zijn rechterzijde gevat in een brede gele verfstreep die zich heeft gemengd met het blauw van de ruimte, van het gebouw. De brede gele streep is daardoor groenig geworden. Aan de linkerzijde van de man is een raam in het blauwe gebouw. Achter het raam zit een vogel in een boom en die boom met zwarte takken heeft gele en rode strepen, dezelfde als die welke uit de ‘vlammenwerper’ komen. Voordat ik een mogelijke betekenis toe ken aan dat wat ik zie, ga ik naar de tweede afbeelding. Afbeelding twee. Een kale kop in dikke zwarte verfstreken frontaal afgebeeld kijkt mij aan. Het is een Januskop want het rechteroog is tegelijk het linkeroog van een hoofd en profil. Het hoofd is geel 35


en omgeven door een zacht magenta-rood gekleurde krans. Het hoofd of is het de kop, is geplaatst in een hoek met gele wanden en staat op een licht groene sokkel. Er zitten wat rood magenta spetters op de groene sokkel. Het lijkt wel bloed. Afbeelding drie. Deze afbeelding is complexer, heeft meer elementen. Weer een figuur in een hoek geplaatst. Op een blauwe cilindervormige sokkel, veel kleiner dan de groene sokkel van afbeelding twee. Deze cilinder staat op een paars gekleurde vloer, de wanden zijn in een rood naar het oranje toe. Op deze blauwe sokkel staat rechtop een vrouwenfiguur, in huidkleur, heel tenger, naakt, haar lang tot aan haar knieen. Op haar hoofd een oranje-huidkleurig en vlamvormig object, bijna even groot als haar romp. Zij en de ‘vlam’ zijn omgeven door 17 of 18 rode bolletjes die met elkaar zijn verbonden door een dunne rechte lijn. Deze lijn begint bovenaan bij de ‘vlam’, gaat over de buik van de vrouw, langs haar voeten en weer omhoog aan haar rechterzijde eindigend in het laatste rode bolletje. Dat bolletje is gevat in een los in de ruimte zwevend object. Het heeft dezelfde kleur en ‘huid’ als de ’vlam’ . De vorm lijkt ook wel wat op de vlam maar is een beetje blauwig van kleur en ook wel iets groter. Het zou ook kunnen zijn dat de dunne lijn tussen de rode bolletjes de omgekeerde richting gaat als ik hier heb beschreven. Dus dat de ‘vlam’ het eindpunt is. Er zijn nog twee afbeeldingen in deze rode ruimte met paarse vloer. Aan de linkerzijde is er een geelkleurige boogvormige uitgang met een trap van drie treden. De uitgang kan ook een ingang zijn en is evenals de treden geel. Aan de overzijde van de ruimte is een klein menselijk kopje dat zich voorover buigt. Het heeft geen lijfje. Wel heeft het een soort blauwe plooirokje aan.

36


De vierde afbeelding borduurt wellicht voort op deze derde afbeelding. Op dezelfde plaats in de ruimte is nu een veel groter menselijk hoofd afgebeeld, ook vooroverbuigend. Het zou eerder een vrouw kunnen zijn dan een man. De wanden zijn een rood met daaronder een geel, de vloer is een bruin. De ogen van het hoofd kijken omhoog naar een blauw cilindervormig object dat lijkt omhoog te zweven naar een plaats iets boven het voorhoofd. Daar zou het blauwe object kunnen ‘landen’. Op die plaats is een spiraal die gevormd wordt door een draad. Deze draad of lijn gaat naar beneden naar de vloer en komt in een andere spiraal terecht, of vormt zo een spiraal. Het zou natuurlijk ook hier kunnen zijn dat de dunne lijn de omgekeerde richting gaat als ik hier heb beschreven. Dus dat de plaats boven het voorhoofd het eindpunt is. Ik kan van deze serie afbeeldingen geen coherent verhaal maken, wel een aantal losse suggesties. Waarbij de titel die wijst op de omkering kan helpen bij het vinden van betekenis. De eerste geblakerde figuur in het donkere blauw staat voor de reiniging van het lichaam. Het vuur maakt de ziel los van het lichaam. Vergelijk de rituele verbranding van de doden bij de Hindoes. De vogel in de brandende boom lijkt hetzelfde te willen zeggen. Een soort bevrijding van het leven, tot een nieuw leven. De tweede figuur heeft de zeer vitale kleuren geel, magenta en groen, en is in verwarring, hij kijkt naar twee kanten, bevindt zich op een tweesprong, weet niet waar ie aan toe is. Het is de man van de overleden vrouw, lijkt me. De derde figuur is raadselachtig voor mij. Wat zijn deze rode bolletjes, wat die ‘vlam’? Is het een soort levensziel? En het grotere zwevende object een soort grotere ziel? Een wereldziel? Ik vermoed een samenhang van de lijn tussen die bolletjes en de lijn in de volgende afbeelding waarin deze lijn een spiraal maakt. 37


Geen rechte lijn, geen begin en einde, een spiraal, altijd doorgaan. De rode bolletjes zouden dan momenten in het aardse leven kunnen zijn. Momenten van heftige emotie verbonden door een levenslijn. Een levenslijn van de vrouw die op die blauwe cilindervormige sokkel staat. Of is het een lingam? Want in de volgende afbeelding heeft diezelfde blauwe cilinder de vorm van een lingam, zo lijkt het. Dan zou de levenslijn mede bepaald worden door het sexuele, de levensenergie. Bij de vrouwelijke figuur lost deze lingam op in die spiraalvormige beweging van de draad. Spiraal, een kosmische oneindigheid. En dan kom ik ook weer bij het vogeltje tussen de takken in de brandende boom. Nieuw leven. In elk geval maakt deze vierde afbeelding een heftig contrast met de tweede afbeelding van de figuur in twijfel. Wanneer ik dit geheel zie, en mij de tijd neem me er in te verdiepen, vind ik de afbeeldingen rijk aan ervaringen, en troostrijk. Direct na de dood Een van andere werken die hij maakte na het overlijden van zijn levenspartner is een drieluik. Het rechter luik toont een man met een schop, staand en rustend bij het graven in een kuil. Uit de kuil stijgt een naakte witte man op. Op het middendeel van het drieluik is een man in bad afgebeeld. Hij hangt over de rand van het bad en is dood. De toeschouwer die bekend is met de kunstgeschiedenis ziet bij eerste oogopslag het portret ‘Dood van Marat’ (1793), een leider van de Franse Revolutie, doodgestoken in de badkuip, geschilderd door David. Bij nadere beschouwing zien we dat het niet een bad is maar een bad met een deksel. Het deksel is gecapitonneerd. Het linkerpaneel is rood van kleur tot aan de horizon. In het rood 38


staan afgebeeld zijdelings een jonge naakte vrouw die haar rechterarm bij haar hoofd houdt. Verzorgt ze haar haren? En er staat afgebeeld een jongen, een kind, met een ballon. Samen maar toch apart, staan ze in de rood gekleurde leegte. Op de horizon ligt een lam, de pootjes bijeen gebonden. Ook dat is voor de geschoolde blik duidelijk: dat is het offerlam. Los van elkaar zijn deze afbeeldingen raadselachtig. Samen zeggen ze meer. De eerste twee geven samen een beeld van het verlangen naar de dood. En de laatste geeft een herinnering aan het leven van onschuld. Dat zou, denk ik, voor de toeschouwer duidelijk kunnen zijn. Hans vertelde mij later de directe context, en die is mij dus alleen bekend omdat hij mij die heeft medegedeeld. De gravende man kwam als beeld bij hem op toen hij na de dood van zijn vrouw de tuin omspitte. De tuin waarin zij met zoveel dagen met liefde had gewerkt. Bij het spitten werd het Hans teveel. Het ging gewoon niet meer. De witte figuur? Ja, wellicht is hij dat zelf. De badkuip op het middenpaneel is een kist en die kist met deksel is een vrieskist. Ook een directe verwijzing naar wat werkelijk gedaan is. Het verlangen om in een vrieskist te gaan zitten beving Hans. Met een flinke slok alcohol op zou een levend verblijf in zo’n kist niet lang duren. Hij heeft het niet gedaan, maar wel geprobeerd. En de kunst? De verwijzing naar Marat is misschien pathetisch, en misschien ook alleen maar gekozen omdat het een zeer bekende afbeelding is. Bij Hans Kuijs met zijn grote kennis van de kunstgeschiedenis, mag je er van uit gaan dat toen hij een eigen ervaring in beeld bracht, dat hij precies wist wie hij heeft afgebeeld. Over de linkerafbeelding met daarop afgebeeld het lam, de jongen met de ballon en de jonge vrouw, vertelde hij dat hijzelf dat jongetje is. En die vrouw? zijn overleden geliefde? Of zijn overleden dochter? Dat kan het ook zijn. Want wat je helemaal niet 39


kan zien, is dat wat is overgeschilderd. De jongen houdt nu een ballon vast, maar eerst was dat een jongen die een paard bij de teugels vasthoudt. Het is een directe verwijzing naar naakte paardemenner (1906) van Picasso. Zo vloeien de dood van zijn dochter in 1987 en die van zijn vrouw in 2017 samen. Omdat ze beide pijn doen en bijeen horen en beide op moeten gaan in iets anders dan de liefde en het leven dat er was. Hans heeft me ook gezegd dat de dood ook een mogelijkheid is voor een nieuw begin. Nu, dat is ook gewoon zo. Maar die overgang gaat gepaard met verlies van een geliefde die achter blijft. Wie dood gaat, gaat naar een andere wereld en de geliefde blijft achter in die oude wereld.

40


‘De les’, 2017 nr 1,2,3 130 x 100 cm olie op doek

41


42


43


Kan godsdienst nog helpen? Een ander drieluik dat in dezelfde periode van rouw en zich hervinden is ontstaan gaat over de wereldreligies. Dat heeft Hans me gezegd. Ik heb hem niet gevraagd waarom hij juist deze drie grote godsdiensten in deze periode van rouw moest maken. Ik ken de onderlinge positie van de delen van dit drieluik niet, misschien is die ook willekeurig. Maar de drie panelen horen bijeen en zijn ook in dezelfde periode geschilderd. Ze gaan over rouw, over verder gaan, over liefde. Op een paneel is een liggend lam afgebeeld waarvan de pootjes bijeen gebonden zijn, wachtend op de slacht. Wat anders? Het lam ligt op een soort keukentafeltje met een lade en kijkt ons indringend aan. Het is een offerlam. Het grote offerfeest van de islamitische gelovigen. Met dat feest wordt het offer van Abraham herdacht. Het verhaal gaat dat Abraham op Gods bevel zijn zoon zou offeren en tenslotte kon volstaan met het offeren van een lam. De onvoorwaardelijke toewijding aan God, het lot, of de goden, of de voorzienigheid wordt in dit verhaal verbeeld. Datzelfde offerlam is in de christelijke religie weer symbool van de Christus geworden die zich uit liefde opoffert voor de verlossing van de mensheid, maar dat is hier denk ik niet bedoeld. In het islamitische offerfeest wordt het geofferde dier gedeeld met degenen die zo arm zijn dat zij het zich niet kunnen veroorloven. Ook dat is het idee van opoffering, het delen van de liefde. En aan die liefde gaat een lam dood. Wordt aan de liefde opgeofferd. Het lam kijkt ons aan en ligt op de keukentafel. Dood en liefde komen zo wel erg dichtbij.

44


‘De aanschouwing’, 2018 100 x120 cm olie op doek

45


Een tweede paneel toont een boom met brede takken en om de stam heen een slang die omhoog kruipt. Dit is de boom der kennis, de oeroude mythe van het paradijs die Jodendom en Christenheid delen. Ik ben zelf een katholieke jongen, ik weet dat zonder na te denken. De kop van de slang lijkt een klein mensenhoofd. De staart van de slang is gewikkeld om het hoofd van de liggende gedaante aan de voet van de boom. De gedaante van een naakte man op zijn rug. Is hij dood? De figuur is getekend niet geschilderd, wit. Opzij van de boom staan twee gedaanten, een man en een vrouw, die kijken naar de liggende figuur. Op dezelfde wijze weergegeven als de liggende figuur. Naakt, getekend, niet geschilderd, wit. Dit is het paradijs en de boom der kennis. De man en de vrouw - dat zullen wel Adam en Eva zijn. Maar wat is die liggende figuur aan de voet van de boom? en waarom heeft de slang - die de mens heeft verleid tot de kennis van goed en kwaad en hem daarmee uit de wereld van onschuld heeft buitengesloten - waarom heeft die slang de staart om het hoofd van die dode mens gewikkeld? en waarom heeft de slang een hoofd? Opvallend is dat de gehele afbeelding warm van kleur is. Het linkervlak is een groen met een blauwe ondergrond en het rechtervlak is een levendig roodbruin met toetsen van geel, alles zeer levendig en met een vitale streek geschilderd. In groot contrast met deze kleuren en levendigheid zijn de witte gedaanten. Ze lijken uitgespaard in dit vlak en er niet tot dit levendig en warm geheel te behoren. Ze zijn ergens anders. Dit is een afbeelding met figuren bekend in de christelijke religie. Geen symbolen maakt Hans. De beelden die hij maakt kunnen een reeks associaties mogelijk maken. Als we weten dat deze beelden zijn gemaakt in de context van de dood van een geliefde, dan worden hier geen zekerheden uitgesproken, maar fluistert deze afbeelding van de boom in het paradijs. Over de overgang van de ene wereld naar de andere. 46


We verstaan het gefluister niet, maar voelen toch wat er hier wordt aangeduid.

‘De verbinding’, 2018 100 x 120 cm olie op doek

Een derde paneel toont ons een witte koe in de volle lengte van opzij weergegeven, waarmee ze het vlak bijna geheel vult. Het dier verspert ons de weg. Wij westerlingen herkennen de afbeelding van dit dier als de heilige koe van het Hindoeïsme. De koe die men niet mag verdrijven of wegjagen. Het dier kijkt ons vragend aan. Er zit een snee in haar flank waaruit een mensenhoofd hangt aan een dunne zwarte lijn. Die lijn is 47


doorgezet in het gezicht dat met een paar dikke zwarte streken is neergezet. De verfvegen lopen onder het hoofd nog door waardoor het hoofd de indruk geeft van de romp afgesneden te zijn. Is de lijn een navelstreng? De afbeelding plaatst mij voor een raadsel. Is het al maar denkende en droevige hoofd uit de heilige eenheid gevallen? De wachtende koe kijkt ons aan, alsof het wil zeggen… ja wat? verder?

‘De voorzienigheid’, 2018 100 x 120 cm olie op doek

Overigens valt het op dat alle drie de afbeeldingen zich afspelen in een besloten ruimte. De beslotenheid van de ruimte maakt dat de afbeeldingen dichtbij zijn, dicht bij ons zijn. Het betrekken van de drie grote godsdiensten is voor Hans geen obligate 48


handeling. Het is gebaseerd op zijn eigen fysiek ervaring van de beelden die deze grote godsdiensten gebruiken om de grote overgang van deze wereld naar een andere wereld verbeelden. Beelden die bij Hans weer andere beelden oproepen en die aan de basis liggen van zijn werk. Zo is het ook met zijn gebruik van beelden afkomstig uit de kunstgeschiedenis. Ook hier is het gebruik van beelden niet obligaat, geen pose van “kijk mij eens weet hebben�. Hij doet een beroep op ons vermogen geraakt te worden door deze beelden die ons collectieve geheugen dragen. Zoals Hans door deze beelden wordt geraakt in zijn ziel en daar een ander beeld laat ontstaan. Precies zo heeft hij de catalogus van het MoMa gebruikt. Hij schilderde alle afbeeldingen over. Hij deed er jaren over. Soms zie je nog de originele reproductie, meestal zijn deze bedekt met het nieuwe. Het boek is als boek intact. De hardcover is bedekt door een dodenmasker, of is het een afgietsel van een levende mens?

49


50


51


52


Besluit Het werk van Hans Kuijs vraagt aan de kijker voortdurend: “Wat zie je?” en de kijker blijft vaak met die vraag achter. Kan die vraag niet beantwoorden. Wel een omschrijving geven van wat hij ziet en zich bewust rekenschap geven van wat hij ziet. Het werk van Hans Kuijs vraagt aandacht en tijd. Hij laat ons vaak achter met onszelf. En zo worden de beelden levend. Zijn beelden ontstaan uit het besef van vergankelijkheid, het besef van dood en leven; van de werking van het mannelijke en vrouwelijke in ons. En ook het besef van het eeuwige tijdloze. Dat beeld dat Hans Kuijs ons hiervan geeft kan wel niet direct leesbaar zijn maar wel een stempel achterlaten in de geest. Hij zet de wereld binnen onszelf op zijn kop.

‘De wereld op zijn kop’, 2011 plasticine en plastic h.37 x br.18 x d.20 cm

53


‘Een kwestie van tijd en ruimte’, nr. 3 2018 fotobeeld

Inmiddels heeft hij een andere levenspartner gevonden, ‘Maria’.

54


blauwe stad aan smaragd groen water jij doorklieft en neemt haar randen mee bij elk seizoen als je door het aanstormend water zwelt kalf je af de stad het moment voelt en de stad omarmt haar rivier 2 augustus 2017



Colofon: Redactie en vormgeving Hans Kuijs

Tekst: drs.Ridsert Hoekstra, oud directeur Stedelijk Museum Roermond Gedicht: Hans Kuijs Afbeeldingen: Hans Kuijs Philippe Vandenberg Uitgever: Hanzo Art books

ISBN: 978-90-828671-9-0

Niets uit deze uitgave mag gepubliceerd worden zonder toestemming. Š 2019 Hans Kuijs, www.hanskuijs.com, hans.kuijs@hotmail.nl






Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.