Gemeente Leek Historisch

Page 1



Vooraf Wat is de voormalige gemeente Leek in de afgelopen eeuwen veranderd. De gemeente ontstond in 1811 in de Franse Tijd en is sindsdien, op een aantal kleine grenscorrecties na, gelijk gebleven. 207 jaar heeft de gemeente met haar dorpen en gehuchten bestaan. Een gebied in het Westerkwartier waarin een aantal kleine vrij zelfstandige dorpen veranderden in moderne dorpen met moderne bedrijven en winkels. Leek en Tolbert werden eigenlijk een groot woongebied met veel woonen industriewijken. De geschiedenis is levendig, overal is nog iets te zien van de historie van de gemeente Leek. Nienoord stond centraal en heeft sterk bijgedragen tot de ontwikkeling van het gebied. De geschiedenis van de voormalige gemeente Leek kunt u in dit album in tekst en beelden beleven. Op verzoek van Jumbo-Leek hebben we met veel plezier een verzamelalbum over de geschiedenis van de voormalige gemeente Leek, die in 2018 is opgegaan in de nieuwe gemeente Westerkwartier, samengesteld. Leden van de Historische Kring Gemeente Leek en omstreken en van Fredewalda/ CazemierBoerderij in Tolbert hebben een verzamelalbum samengesteld: oude foto’s en begeleidende teksten. Natuurlijk kan niet alles in zo’n album worden opgenomen. Er moest een selectie worden gemaakt. Alle dorpen zijn zo goed mogelijk vertegenwoordigd: Leek, Tolbert, Oostwold, Lettelbert, Enumatil, Midwolde, Zevenhuizen en ook Nietap in Drenthe. We wensen u veel spaar-, lees- en kijkplezier bij deze bijzondere uitgave van een album over de voormalige gemeente Leek.

Historische Kring Gemeente Leek en omstreken, Fredewalda/CazemierBoerderij

Colofon:

Jumbo en de samenstellers van het boek hebben getracht alle beeldrechthouders van de in dit boek opgenomen illustraties te bereiken. Eventuele rechthebbenden die vooraf niet zijn benaderd, kunnen contact opnemen met de uitgever van het boek (Jumbo). 3


D

e gemeente Leek 1811-2018

Op een zandrug door water en veengebieden van Groningen naar Marum gingen mensen wonen en er ontstonden dorpen met bakstenen Middeleeuwse kerken. Er kwamen kerspelen, dorpen waar kerkelijk en later ook burgerlijk recht werd gesproken. De kerspelen Oostwold, Lettelbert, Midwolde en Tolbert vormden later samen de gemeente Leek. Ook “gehuchten” hoorden tot de kerspelen; genoemd worden Dijkstreek, Diepswal, Boerakker en de Holm, de Traan, de Pasop en de Haspel. Tijdens de verdere vervening onder de jonkers van Nienoord ontstonden de dorpen Leek en Zevenhuizen. Enumatil aan het Hoendiep ontwikkelde zich ook tot een dorp met een kerk en een school. In 1531 werd de rechtsspraak aan Nienoord geschonken. Nienoord werd zo het bestuurlijk centrum in Leek en het oostelijk deel van Vredewold tot de Franse Revolutie. In de 16e eeuw kwam dus Wigbold van Ewsum naar Midwolde en liet daar een nieuw oord, Nienoord, bouwen. Hij wilde de venen in Vredewold ontginnen. Maar eerst moesten afvoerkanalen voor de turfschepen worden gegraven: zo ontstond Zevenhuizen.

Nederlandse Hervormde kerk te Lettelbert

Nienoord werd machtig in Midwolde en Leek, zoals Auwema in Tolbert de macht kreeg. Langzaam werden de schulden voor Nienoord te groot, het kasteel brandde af. Er werd een nieuw gebouw gebouwd: de huidige Borg Nienoord. Van Panhuys woonde er, hij en zijn familie verdronken in het Hoendiep. Ondertussen waren er in de Franse revolutie gemeenten ontstaan, in onze omgeving de gemeenten Tolbert en Leek. In 1811 werd dan uiteindelijk de gemeente Leek gevormd. Eén van de eerste burgemeesters was Johannes Hendricus Leuringh, die de boerderij Sintmaheerdt bewoonde. Hij werd één van de eerste schouten (burgemeesters) van Leek in het begin van de 19e eeuw. Dan begint de nieuwe tijd en komt er voor de gemeente Leek een gemeentelokaal. Later werd het woonhuis van Van Panhuys het gemeentehuis. Het mooie gemeentehuis staat er nog altijd. In 2018 is de gemeente Leek opgeheven en opgegaan in de grotere gemeente Westerkwartier, samen met de gemeenten Grootegast, Marum en Zuidhorn en een klein deel van de gemeente Winsum: Garnwerd. 4

Borg Nienoord


Er is een aantal verenigingen dat zich bezighoudt met de geschiedenis van de gemeente Leek. In Lettelbert hebben Jan Bousema en Nelie Kemme in het boek ‘Een klein en gering dorp de geschiedenis van Lettelbert’ verteld. In Leek is er een boek gemaakt en in Zevenhuizen is enige tijd geleden een boek gemaakt over de Tweede Wereldoorlog. Ook zijn er boekjes uitgegeven over Midwolde en Tolbert. Dit historische Jumbo-album is gerealiseerd in samenwerking met de Stichting Oudheidkamer Fredewalda/CazemierBoerderij en de Historische Kring Gemeente Leek en omgeving. De Stichting Oudheidkamer Fredewalda is in 1994 opgericht met de opdracht zorg te dragen voor het cultureel erfgoed van Tolbert en haar omgeving, het te bewaren en vorm te vinden om dit tentoon te stellen. De Oudheidkamer vindt haar onderkomen in de historische boerderij aan de Hoofdstraat 27 in Tolbert, samen met het Dorpshuis, de CazemierBoerderij. De Historische Kring Gemeente Leek en omstreken In de regio werd in 1986 de Historische Kring gemeente Leek en omstreken opgericht. Hoewel de gemeente Leek op 1 januari 2019 is opgegaan in de nieuwe gemeente Westerkwartier, is de naam gehandhaafd. ‘En omstreken’ heeft in het bijzonder betrekking op het ‘tweelingdorp’ Leek-Nietap, waarvan Nietap – omstreeks 1693 als douanedorp ontstaan – in de gemeente Noordenveld ligt. De in 1986 georganiseerde dia-avond ‘Een praatje bij een plaatje’ is inmiddels uitgegroeid tot een ong. 500 leden tellende historische vereniging. Van een gestencild kwartaalblad in de eerste tien jaar van het bestaan krijgen de leden nu ieder kwartaal een 32 pagina’s tellend en in ‘full colour’ gedrukt exemplaar in de bus. Jaarlijks worden er lezingen georganiseerd. De Historische Kring Gemeente Leek en omstreken heeft inmiddels boeken laten verschijnen, tentoonstellingen georganiseerd en speciale nummers uitgegeven over zaken als onder andere de Drachtster Tram, de Leekster Courant, drukkerij Bronsema, 500 jaar Reformatie en scheepvaart op het Leekster Hoofddiep en ver daar buiten. Er is inmiddels een goed gevulde bibliotheek opgebouwd die ondergebracht is in de bodewoning, naast de het voormalige gemeentehuis van Leek.

Bodewoning, onderkomen van de Historische Kring te Leek

Cazemierboerderij, onderkomen van Fredewalda te Tolbert

Plaatsnaambord Lettelbert

5


Landschap en dorpen In onze tijd zet de mens de natuur naar zijn hand. Dat was 1000 jaar geleden, toen op het grondgebied waar later de gemeente Leek zou ontstaan, wel anders. De eerste kolonisten vestigden er zich; de natuurlijke omstandigheden bepaalden hoe. Door terpen op te werpen konden vruchtbare kleigebieden aan de Waddenkust bewoond worden. Na een periode van uitgebreide veenvorming, verder het land in, raakten onder andere de twee noordoost-zuidwest liggende zandruggen Langewold en Vredewold overveend. Daar vormde zich laagveen. Door stijging van de zeespiegel kwam er later een laagje klei overheen. Op deze gebieden vormden zich woldvegetaties. Hieraan hebben veel dorpen hun naam met -wold(e) te danken. Tussen de zandruggen Langewold en Vredewold stroomde vanuit het hoogveenmoeras, ten westen van het latere Marum, de Oude Riet. Op Vredewold en ten zuiden ervan, was hoogveen ontstaan. Langewold werd omstreeks het jaar 1000 vanaf de noord-oeverwal van de Oude Riet gekoloniseerd; de Oude Riet was destijds de enige manier om je als mens in het moerassige gebied te begeven. Datzelfde gebeurde vanaf de zuidoeverwal van de Oude Riet richting Vredewold. De kolonisten groeven afwateringssloten om af te wateren en daarna landbouw te bedrijven. Werd het hen door inklinking en oxidatie te nat onder de voeten, dan ontgonnen ze in het verlengde nieuwe gronden totdat vaste grond onder de voeten werd verkregen. Daar waar nu op de zandrug Vredewold tussen 1000 en 1300 de dorpen Tolbert, Midwolde, Lettelbert en Oostwold zijn ontstaan: randveenontginningen in een coulisselandschap: opstrekkende percelen en opschuivende bebouwingslinten. Enumatil, Leek en Nietap zijn halverwege de vijftiende en zestiende eeuw als kruisdorpen ontstaan: op een kruispunt van een landen waterweg. Voor Leek was dat het in 1555 gegraven Leekster Hoofddiep; de eerste veenkoloniale vaart in Stad en Ommelanden die toegang bood tot het Nienoordse veen. Toen veenarbeiders zich omstreeks 1650 permanent in het hoogveengebied vestigden, ontstond daar de enige veenkolonie in de voormalige gemeente Leek: Zevenhuizen. Door een grote veenbrand in 1833 is het dorp daarna meer noordelijk komen te liggen. Dat was eerst aan de huidige Oudestreek en na 1833 meer richting Evertswijk.

6

1

Zicht op centrum van Leek in 1792, tekening gemaakt door H. Lofvers


2

Het Leeksterhoofddiep door het centrum van Leek, met vrachtboot en sluis; ansichtkaart uitgegeven door Firma Aptroot (1907)

4

Zicht op Hoofdstraat te Tolbert met winkels en in het midden de Nederlands Hervormde kerk (1900)

3

Staande op de til in het Molenkanaaltje met zicht op de Tolberterstraat richting het Hoofddiep te Leek (1895)

5

Oprijlaan naar Nienoord, gezien vanaf de Nederlands Hervormde kerk te Midwolde (1900)

7


6

Ansichtkaart met zicht op pastorie en Nederlands Hervormde kerk van Lettelbert. Lucas, Fokke, Geert en Leonardus Smeding poseren op de voorgrond (1900)

8

Ansichtkaart van dorp Oostwold, met links de pastorie en rechts achter de bomen de Nederlands Hervormde kerk (1905)

8

7

Links postkantoor te Enumatil; op de foto, Janke Smeda en meneer Zinkema, hij was manufacturier, ansichtkaart (omstreeks 1903)

9

Brug over de Haspelwijk bij café Deelstra te Zevenhuizen, elke keer moest de brug open voor turfvervoer (1910)


10

Dorpsgezicht Zevenhuizen, draaibrug over de Jonkersvaart met rechts het Hoofddiep, achter de bomen Café Reijntjes (1916)

12

Luchtfoto van Coulisselandschap, op de voorgrond de Diepswal met het Leeksterhoofddiep; goed te zien is de afscheiding van de weilanden (1979)

11

Tekening uit 1918, gemaakt door Ids Wiersma, van de Kromme Kolk tussen Leek en Zevenhuizen, Hoofddiep gegraven (1555)

13

Een fraai stukje landschap langs het fietspad LeekLettelbert, op de achtergrond de kerktoren van Midwolde (1967)

9


Vervening, dorpen en schansen Met de aanschaf van een hoogveenmoeras kon de turfwinning voor de Van Ewsums op Nienoord nog niet beginnen. Het moeraswater moest er deels uit; vaarwater moest ‘blijven’. Een peperdure infrastructuur moest daarvoor ook het betreden van, en werken in, dat moeras mogelijk maken. Zes kilometer veenkoloniale vaart, veertien houten verlaten en andere kunstwerken waren daarvoor nodig. Pas in 1562 werden de eerste Nienoordse turfjes geturfd. Toen was er vooraf al heel veel in geïnvesteerd. dat wisten ze op Nienoord. Een ongestoorde turfwinning en een financieel gunstige toekomst lonkten. Het liep anders. Tussen 1580 en 1594 woedde in deze omgeving een ware schansenstrijd als onderdeel van De Opstand (1568-1648). Het moeras bleek een effectief verdedigingsmiddel; de Spaansgezinde troepen werden zo gedwongen ‘droge’ routes te nemen op weg naar de stad Groningen. Passen door de moerassen, waarop graaf Willem Lodewijk met de aanleg van schansen – aarden verdedigingswerken – doorgang probeerde te verhinderen. Zo kwam er in 1592 een schans ‘op de Leke’ die moest voorkomen dat de vijand vanuit NoordDrenthe het Westerkwartier binnen zou vallen. In 1593 sloot Willem Lodewijk ook de pas ‘op de Zwartendijk’ af. Daar wisten de Spaansgezinde troepen toch langs te komen en werd halsoverkop ‘de Wolveschans’, even buiten Leek aan het Leekster Hoofddiep, opgeworpen. Een gouden greep, want Verdugo, de Spaanse legeraanvoerder moest onverrichter zake terugkeren naar Drenthe. Bij de schansen Enumatil (1589) en Lettelbert (1591) was al eerder slag geleverd. 10

De schans Enumatil werd door toepassing van een list veroverd. In plaats van uit een turfschip, zoals Breda bekendheid heeft gekregen, verstopten soldaten zich in een smokkelschip, dat geen argwaan wekte. Lettelbert werd in de annalen omschreven als een molshoop, die geslecht diende te worden. Hetgeen na inname niet gebeurde. Het Nijenoerter Veen bracht de borgbewoners in de loop der eeuwen zowel slechte tijden: de turfwinning lag tijdens de Schansenoorlog stil; turfvoorraden werden verbrand; faillissement rond 1600; waterstaatkundige problemen vooral met betrekking tot de verlaten; dure aanpassingen zoals de drie windwatermolens aan het Molenkanaal, als goede tijden: tijdens de bewindvoering van met name Georg Wilhelm von Inn- und Knyphausen in de tweede helft van de zeventiende eeuw werd er goed verdiend. Dat was aan de uitstraling van de toenmalige borg te merken; pracht en praal alom! In Zevenhuizen zijn nog restanten van deze verveningshistorie te vinden in met name kanaalpanden. Wat het Leekster Hoofddiep betreft, is de Diepswal, dat is het kanaalpand vanaf Leek tot aan de Kromme Kolk, een ‘kleine’ weergave van wat het ooit geweest is. Daar vind je nog (scherpe) bochten in het kanaal, een totaal in 2020 gerenoveerde sluis en resten van een sluis die in 1897 (gebouwd in 1784-1786) al is gerenoveerd.


14

Kaart omstreeks 1640 van de Leeksterschans met als opschrift: ”Le Fort sur le Passage De Lecke”

15

Huis van Dr. Lette in 1909, huis is afgebroken om ruimte te maken voor tunnelbak bij Nienoord

11


16

Toegangspoort Nienoord met kanonnen (1967)

17

18

De brug over het Hoofddiep, bij de Kromme Kolk nabij Zevenhuizen. De boerderij was van de Familie Melessen (1935)

Turfschipper Jan Hut aan het Boveneind, op weg naar een klant in Nietap met paard en wagen vol turf (1930) 12


19

Molenkanaal uitmondend in het Leeksterhoofddiep, aan de overkant de scheepswerf van Hessel Veenstra, deze werf ligt in Nietap (1935) 20

Luchtfoto van Enumatil met de schans aan de westzijde van het Hoendiep (1956)

21

Straat “Schans” te Enumatil met op de achtergrond de korenmolen “Ebenhaëzer” (1972) 13


22

De sluis aan de Diepswal, links is de Roomsterweg en rechts is de weg naar Zevenhuizen (1975)

23

Een schip passeert de sluisdeuren te Diepswal, de sluis is nog steeds aanwezig

24

Pakhuis en woning van brandstofhandel Kok, de familie op de boot, de schepen liggen vast in het ijs (omstreeks 1910) 14


25

4e man van links is brandstofhandelaar Roelof Kok (1930)

26

Luchtfoto van de wijk Wolveschans te Leek. Links De Waterborg, rechts beneden eindigt het Molenkanaal (1980)

27

Schanscomité toont hier een maquette van de Leeksterschans, op de foto: R. v.d. Sluis, S. J. Th. Homan, G. Hadders, en S. Franke (1992) 15


Kerken en Borgen Kerken

Met het christendom kwamen hier eerst de houten kerken, daarna werden de kerken met bakstenen gebouwd. De bakstenen kerken staan in onze oudste dorpen: Tolbert, Midwolde en Lettelbert, kerken uit het begin van de 13e eeuw. Deze katholieke kerken werden na de reformatie in de 16e eeuw protestants. Eigenlijk hoort Oostwold ook in het rijtje thuis maar die kerk werd in 1908 vervangen door een nieuwe kerk. Een nieuwe kerk met de toren aan de oostkant, terwijl oudere kerken altijd de toren aan de westkant hebben. De kerk van Midwolde werd na de bouw van de borg Nienoord door de bewoners van Nienoord verfraaid. Het praalgraf is een topstuk van Nederland. Enumatil was lange tijd kerkelijk verbonden met Lettelbert en had dan ook lang geen eigen kerk. Leek en Zevenhuizen hadden eerst ook geen eigen kerk. De bevolking van Leek en Zevenhuizen kerkte in Midwolde. Leek kreeg in 1660 een kerk: de Nienoordkapel. Enumatil en Zevenhuizen kregen pas een eigen kerk in de loop van de 19e eeuw na de Afscheiding. De gereformeerde kerk in de Tolberterstraat werd later een kerk voor de gereformeerde kerk vrijgemaakt.

Borgen

De familie Van Ewsum was al rijk en machtig in de omgeving van Middelstum. Er werd door de Van Ewsums veel grond in onze omgeving opgekocht. Rond 1524 liet Wigbold van Ewsum de nieuwe borg Nienoord bij Midwolde bouwen. Na Wigbolds dood in 1528 zette zijn weduwe Beetke van Rasquert de machtsuitbreiding door. In 1531 kreeg de familie op Nienoord het erfelijk grietmanschap van de hele landstreek Vredewold. Een machtsbasis die de familie op Nienoord hield tot 1795. Leek ontstond door de activiteiten vanuit Nienoord. De kerk in Leek, de Nienoordkapel, werd door hen gebouwd. In 1672 was er een nationaal rampjaar, voor Nederland en ook voor Nienoord. Daarna is Nienoord opnieuw opgebouwd, door de toenmalige bewoners Georg Wilhelm von Inn- und Knyphausen en Anna van Ewsum. Een volledig beschilderde danszaal, een schelpengrot en een monumentale ingangspoort: elementen die nog bewonderd kunnen worden maar er is veel fraais verdwenen. De macht van de bewoners van de borg Nienoord was de oorzaak dat andere borgen in de omgeving niet echt tot ontwikkeling kwamen. De Auwemaborg in Tolbert is, net als de familie Auwema, eigenlijk altijd ondergeschikt geweest aan Nienoord. 16

28

Afbeelding van schilderij van Nienoord, zoals het er misschien heeft uitgezien in de 16e eeuw


30

29

Nienoordkapel te Leek, gebouwd in 1660, in opdracht van de bewoners van Nienoord (1931)

Schelpengrot, op landgoed Nienoord, deze is in 1700 gebouwd (1920)

32

31

Interieur van de eetkamer van de borg Nienoord (vóór 1900)

Foto uit 1942 van de Nederlands Hervormde kerk aan de Hoofdstraat te Midwolde, kerk gebouwd (circa 1300) 17


33

Zicht op achterzijde van de Nederlands Hervormde kerk aan de Hoofdstraat te Oostwold (1950)

34

Nederlands Hervormde kerk aan de Hoofdstraat te Lettelbert (1966)

35

De Nederlands Hervormde kerk aan de Hoofdstraat te Tolbert

18

36

Gereformeerde kerk aan het Hoofddiep te Zevenhuizen, inmiddels afgebroken (1966)


37

38

Gereformeerde kerk vrijgemaakt in de Tolberterstraat te Leek (1967)

Voormalig gebouw van de Hervormde Evangelisatie aan de Tolbertervaart in Tolbert (1975)

39

Ansichtkaart van interieur van de kerk van Midwolde, met de graftombe van de bewoners van Nienoord, afbeelding dateert van voor de restauratie (1912)

40

Op de plek van de oude borg Auwema: huize Auwema, met op de voorgrond de familie Veeze (1921)

19


Landbouw, veeteelt en gerelateerde industrie Lang geleden voorzagen de eerste bewoners van dit gebied in hun levensbehoeften door vee te houden en voedsel te verbouwen: ‘overlevingslandbouw’. Rond het jaar 800 kwamen Friese kolonisten naar dit gebied om zich op de zandrug Vredewold te vestigen. Het veen achter hun boerderij mochten ze ontginnen en werd hun eigendom. Zo ontstonden de opstrekkende heerden.

Om efficiënter te produceren werden landbouwmachines aangeschaft. Grotere machines, zoals de dorsmachine, vaak gezamenlijk. Door de oprichting van de zuivelfabrieken hoefde er thuis geen melk meer verwerkt te worden. De melk ging in bussen met de melkrijder of met een bootje naar de aanvankelijk handgedreven Coöp Zuivelfabriek in Zevenhuizen of de Stoomzuivelfabriek LIJEMPF in Tolbert (1916-1970).

De landbouwgronden breidden zich in de 16e eeuw uit toen Wigbold van Euwsum in het zuidelijk deel van deze streek de vervening ter hand nam. De landbouw was en bleef kleinschalig. De eigendommen bestonden uit kleine percelen. Bij overlijden werd het land verdeeld, er was geen geld. De opbrengsten waren gering, de grond was arm, de afwatering slecht. Maar toch kon de boer door hard werken ‘overleven’. Door bevolkingsgroei in de 18e eeuw ontstond voedselschaarste. Landbouw en veeteelt werden belangrijk. De veedichtheid nam toe, met als gevolg: grote uitbraken van veepest, miltvuur en koepokken. Naar aanleiding hiervan werd in 1821 in Utrecht de Veeartsenijkundige School opgericht. In 1912 vestigde zich de eerste Rijksveearts in Tolbert.

Iets nieuws waren de grasdrogerijen, die in verband met het gebrek aan krachtvoer voor koeien werden opgericht. Krachtvoer als veekoek met kokos of soja was in de crisisjaren (1930-1940) en WOII moeilijk te krijgen. In Midwolde kwam in 1940 de Grasdrogerij Midwolde e.o. GA, terwijl in 1947 aan de Diepswal een particuliere grasdrogerij werd opgericht, die later overging naar de Coöp. Grasdrogerij Boerenbelang Diepswal e.o. Eeuwenlang hadden de boeren in dit gebied een gemengd bedrijf. Het graan werd gemalen in de molen Windlust (1851), die in Tolbert stond, en in Enumatil in de achtkanter Eben Haëzer (1907). De laatste staat er nog en is recreatief in bedrijf. Het stro werd verwerkt in de strokartonfabriek Erica II te Oostwold(1926), die in 1971 stopte. In deze streek werd geen graan meer verbouwd. Rond 1970 was de landbouw in ons gebied geheel op de veeteelt gericht. De akkers werden weidegrond, de tractor verving het paard.

Landbouwcrisis en kunstmest

In het laatste kwart van de 19e eeuw heerste in heel Europa de landbouwcrisis. Oorzaak was import van goedkoop graan en andere landbouwproducten uit Amerika en Canada, waardoor de prijzen kelderden. Een lichtpuntje was de komst van kunstmest rond 1880, wat voor hogere opbrengsten zorgde.

Tijd voor vernieuwing!

De boeren verenigden zich in landbouwcoöperaties om gezamenlijk in te kopen en een vuist te maken tegen de particuliere handel. Op initiatief van de Coöp Landbouw Aankoopvereniging Tolbert e.o., (1892-1997), kwam er in 1910 een Boerenleenbank in Leek. 20

Nieuwe tijd

Het veebedrijf is inmiddels gemechaniseerd en het aantal veehouderijen geminimaliseerd. Er zijn nu enkele grote, moderne bedrijven die werken met melkrobots, computergestuurd, om de soms honderden koeien te melken. Veranderingen zijn er altijd.


41

De Familie Reijntjes op de foto bij hun korenmolen aan de Holm te Tolbert (1920)

42

Aardappelmeelfabriek “De Drie Provinciën” te Oostwold (1924)

21


43

H. Vos uit Zevenhuizen, met personeel bij de dorsmachine (1928)

44

Jan Hummel met de auto, een Willys Six, en aanhanger van de bodedienst van Jan Cornelis Klijn te Tolbert (1930)

22


45

Boerderij aan het Holmerpad 7 te Tolbert van Wolter Willem Schaaf, zijn fiets staat voor het raam (1956)

46

Boerderij van H.C. Cazemier, met op de voorgrond tramlijn (1966)

47

Het met de hand opsteken van hooi op de wagen achter tractor (1966) 23


48

Lading gras op kar bij de grasdrogerij (1966)

49

Zuivelfabriek, gelegen aan Hoofddiep 12 te Zevenhuizen (1960)

50

Voorzijde van de melkfabriek LIJEMPF te Tolbert (1966) 24


51

Melkman R. IJbema met zijn melkwagen (1969)

52

Nostalgisch plaatje van de strokartonfabriek Erica II te Oostwold (1970)

53

Ansichtkaart met het pluimveebedrijf van Frederik Eringa, huis aan de Kokswijk 27 te Zevenhuizen 25


Verkeer en vervoer Vroeger waren de waterwegen de hoofdwegen. Via de Oude Riet kwamen de bewoners zich in onze omgeving vestigen. In het midden van de 16e eeuw werd door de bewoners van de borg Nienoord een kanaal gegraven, ter ontsluiting van het veengebied en om de turf af te voeren. De waterwegen werden voor al het vervoer gebruikt. In het begin van de 18e eeuw was er al een geregelde veerdienst tussen Leek en Groningen. Daarnaast waren er trekschuiten tussen de dorpen die mede het openbare vervoer uit vroegere eeuwen vormgaven. De wegen over land waren een groot deel van het jaar niet goed begaanbaar. Er is wel een postkoetsroute geweest die ook onze omgeving aandeed. Het was de route tussen Lemmer en Groningen. De Postwagen in Tolbert ontleent zijn naam daaraan. De route ging vanaf Tolbert via Midwolde, Pasop, Enumatil naar Groningen. Leek was de thuishaven van een echt schippersgilde, met schippers die naar Engeland, Frankrijk en zelfs naar de landen rond de Oostzee voeren. De schepen waren zeilschepen. In de tweede helft van de 19e eeuw kwamen er stoomschepen. In 1905 kreeg Tolbert een eigen verbinding met de waterwegen: de Tolbertervaart. Niet lang daarna, in 1913, begon de Drachtster Tram te rijden. Deze stoomtram werd een concurrent van het vervoer te water. De Drachtster Tram reed tussen Drachten en Groningen: via Marum, Nuis, Niebert, Tolbert, Leek en verder door de kop van Drenthe naar de stad. Al in de jaren ‘20 kwam er nieuwe concurrentie: busvervoer. De wegen werden geplaveid en de auto’s werden beter. In 1925 komt er een nieuwe busdienst tussen NietapLeek en Groningen. Niet toevallig via de dorpen Tolbert, Midwolde, Lettelbert, Oostwold, De Poffert en Hoogkerk naar Groningen: een andere route dan de tram. Er kwamen ook bodediensten met vrachtauto’s, zoals de bodedienst van de familie Homan. In 1948, enkele jaren na de oorlog, werden er geen personen meer met de tram vervoerd. Er kwamen na de oorlog ook steeds meer personenauto’s op de weg. Eind jaren ‘50 kwam de Rijksweg 43, dwars door een leeg gebied aangelegd en bedoeld om het verkeer door de dorpen te ontlasten. Later werd dat de A7. De A7 had geen kruisingen meer en was overal meerbaans.

54

Station Tolbert, de Drachtster Tram staat langs het perron (1916) 26


55

Stoomboot Leek-Nietap met kapitein Aukens van Belkum, hij voer een vrachtdienst tussen Leek en Groningen, hier aangemeerd bij het Bootplein te Leek (1920)

57

De haven in Tolbert, laden en lossen van goederen (1950)

56

Onverharde weg langs de Jonkersvaart te Zevenhuizen, vrachtschip in het kanaal

58

Ansichtkaart van De Postwagen te Tolbert, de voormalige halteplaats voor de postkoets Groningen - Lemmer (1912)

27


59

Autobus Leekster Tak van Jan Veninga te Nietap (1930)

61

Bode Jan Hoolsema met zijn transportfiets, hij vervoert hier de pakjes van exportslager Van Dam (1939)

28

60

Visboer H. Jonkman onderweg met zijn kar (1952)

62

Later kreeg Jan Hoolsema een vrachtwagen voor zijn bodedienst (1946)


63

Rolschaatsen op de Midwolderweg tijdens autoloze zondag i.v.m. oliecrisis (1964)

65

Bij werkvoorzieningsschap “De Zevensprong”, de auto’s van het personeel staan geparkeerd voor de deur (1975)

64

De Drachtster Tram en de ESA bus komen elkaar tegen in de Tolberterstraat

66

Kijkend richting Groningen vanaf viaduct, met de caravan op vakantie (1990)

29


Leek en Tolbert: industriekern Tot ver in de 19e eeuw was er in Leek en omgeving sprake van ambacht en bescheiden industrie, zoals Touwslagerij Sjoerd van der Baan, Drukkerij en Uitgeverij Bronsema Leek, Houtwarenfabriek Kok in Nietap. Er waren al enige landbouw gerelateerde fabrieken zoals in Oostwold, de strokartonfabriek. In 1959 werd het anders als gevolg van de publicatie in 1956 van het Centraal Planbureau. In deze eerste Nota Ruimtelijke Ordening, werden de gemeenten Roden en Leek aangewezen als secundaire industriekernen. Bedrijven die zich in deze gemeenten wilden vestigen kregen een rijksbijdrage en dat was aantrekkelijk. Bovendien was Leek aantrekkelijk voor de vestiging van industriële bedrijven door de aanwezigheid van een behoorlijk aanbod van arbeidskrachten dat voor een deel gewend was aan het werken in een fabriek, met name ’s winters in de suikerfabrieken in Groningen en Hoogkerk. Leek had ook een Lagere Technische School (LTS), een ULO en allerlei andere voorzieningen zoals hotels, bioscoop en zaalruimte. De gunstige ligging nabij de stad Groningen en de goede verbindingen daarmee dankzij de RW 43, nu de A7. Daarnaast bood Leek recreatieve voorzieningen op het Landgoed Nienoord en het Leekstermeer. De eerste bedrijven die zich als gevolg van het aanwijzen als industriekern in Leek/Tolbert vestigden waren o.a. Laboratorium Glaswerk Bedrijf Elgebe, Katoenspinnerij Bamshoeve, Nederlandsche Tank- Apparaten- en Machinefabriek Netam, Swedish Griffin en Hunter Douglas in Leek en Nederlandse Kasregisteronderneming en Versol in Tolbert. Vestigden de industrieën zich in eerste instantie op door de gemeente ingerichte terreinen zoals Vredewold (nu Industriepark Leek) en Oldebert in Tolbert, later werden 30

achtereenvolgens industrieterrein Diepswal, Leeksterhout en Leeksterveld aangelegd. Vooral de ligging aan de A7 is daarbij van grote betekenis voor het aantrekken en vestigen van bedrijven geweest. Door de komst van industrieën naar Leek/Tolbert nam het inwonertal toe waardoor het aantal voorzieningen ook toenam zoals bijv. het zwembad, Jeugdpark Nienoord, tennisbanen, een scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs, enz. Dankzij al die voorzieningen werd het weer aantrekkelijk voor bedrijven om zich hier te vestigen en voor mensen om hier te wonen.

67

Voormalige kalkbranderij Mulder aan de Diepswal te Leek (1905)


68

Werklui in de bedrijfshal van Netam (1960)

69

De kantoren van Netam: Nederlandse tank-, apparaten- en machinefabriek (1966)

71

70

In het midden van deze luchtfoto de touwbaan, de straten eromheen zijn er al te zien, de huizen nog niet (1962)

Zicht in de fabriek van de touwbaan van Sj. v.d. Baan in 1971, hier de kleine kar op de lange baan, snaar voor katoentouw tot 12 meter 31


72

Jongelui aan het werk bij de trommels met knijpers bij “Knieper Kok” (1963)

74

Interieurkiekje van de N.V. Nederlandse Kasregister Onderneming, gevestigd aan de Oldebertweg in Tolbert (1965)

32

73

Handarbeid in de schoenfabriek Versol, aan de Feithsweg in Tolbert (1963)

75

Controle van de Luxaflex in de bedrijfshal (1965)


76

Glasblazer bezig met glasbranden in het bedrijf Elgebe, op het Industriepark in Leek (1965)

78

Acodeq Noord Nederland b.v., kunststoffenindustrie, er werden o.a. kratten gemaakt (1990)

77

Drukkerij en boekhandel Bronsema, hier werd de Leekstercourant gemaakt (1966)

79

De werknemers verlaten de exportslagerij van Dam op de fiets naar huis.

33


Onderwijs Basisonderwijs

Toen de Heer van Nienoord in 1795 een nieuwe onderwijzer moest benoemen voor de school in Oostwold, koos hij zijn knecht Harm Hendriks, die noch kon lezen noch kon schrijven. Want ‘dat was toch van geen enkel belang in zo’n dorp’. De eerste scholen in onze gemeente waren in Midwolde en Tolbert. De scholen hoorden bij een kerk en de onderwijzer was ook koster, voorzanger en organist. De klassen waren meestal zeer groot en naar onze begrippen was het er een rommeltje. Schoolmeesters werden benoemd door de Heer van Nienoord, hadden geen opleiding en leerden hun vak in de praktijk. In 1645 was Leek Midwolde voorbij gestreefd in grootte. Het dorp kreeg zelf een school. Het schooltje stond aan de Kerkweg en had één klaslokaal. Vanaf 1800 komt er meer structuur in het onderwijs. Schoolmeesters moesten eerst een soort examen doen en de goeden onder hen kregen veel invloed in het dorp. In 1868 kwam er een nieuw schoolgebouw aan de Tolberterstraat, waar nu De Tip begint. Na diverse verbouwingen en uitbreidingen deed het dienst tot 1956 toen de Centrumschool aan de Samuel Leviestraat in gebruik werd genomen. De eerste christelijke lagere school is in gebruik genomen in 1897 en stond ook aan de Tolberterstraat, hoek Schoollaantje, nu Euroweg, in 1951 vervangen door nieuwbouw aan de Van Panhuyslaan. De bevolking van de gemeente is enorm gegroeid sinds Leek als ‘groeikern’ werd aangewezen in 1959. De behoefte aan lagere (basis)scholen en kleuterscholen groeide enorm. Er werden veel nieuwe christelijke en openbare scholen bijgebouwd. Inmiddels groeit het onderwijs niet meer, wat diverse vormen van samenwerking en fusies op gang heeft gebracht. Het basisonderwijs in Leek en omgeving wordt nu bestuurd door de stichting ‘Quadranten’, die veel scholen in de wijde omgeving beheert. In Leek zijn dat 4 scholen, 2 staan in Tolbert en 2 in Zevenhuizen en ook Oostwold heeft een school. Zeven van deze scholen bleven openbaar of christelijk, 2 zijn samenwerkingsscholen. Na de Tweede Wereldoorlog werd de eerste kleuterschool opgericht in het gebouw ‘Station Leek’, Tolberterstraat. In 1985 werden deze scholen opgenomen in het basisonderwijs als de groepen 1 en 2. Behalve de scholen in Leek is er ook een 4-klassige openbare basisschool in Nietap die bestuurd wordt vanuit Roden. Geheel gescheiden van de ontwikkelingen in Leek heeft zich nog een andere basisschool ontwikkeld in het vrijgemaakt Gereformeerd onderwijs met twee basisscholen, één in Leek en één in Enumatil.

34

Voortgezet onderwijs

Al vanaf begin vorige eeuw kende Leek een Vaktekenschool in het pand waar nu dorpshuis De Til is gevestigd. In 1950 ontstond hieruit de Technische school met een gemengd openbaar/christelijk bestuur. In Tolbert (openbare) en Zevenhuizen (christelijke) is jarenlang huishoudonderwijs aangeboden. Aan de Tolberterstraat verrees in 1922 de (Oude) ULO voor uitgebreid lager onderwijs, later opgegaan in de MAVO en nog weer later het VMBO. De invoering van de Mammoetwet (1968) bood de mogelijkheid om in Leek het HAVO en later VWO aan te gaan bieden. Er verrezen houten noodgebouwen aan de Wethouder Hamsterlaan. Alle voortgezette opleidingen zijn in het jaar 2000 gefuseerd tot de Regionale Scholengemeenschap De Borgen met drie vestigingen aan de Waezenburglaan in Leek: de Olde- en Nijeborg voor VMBO en de Lindeborg voor HAVO, atheneum en gymnasium, een vmbo-vestiging in Grootegast (Woldborg) en in Roden (Ronerborg), alsmede een praktijkschool in Roden, de Esborg. Alle types onderwijs tot 18 jaar zijn daarmee in Leek vertegenwoordigd. Gelukkig is men in de loop van de eeuwen het belang van goed onderwijs gaan inzien. In de (voormalige) gemeente Leek is nu een groot aanbod van nagenoeg alle soorten onderwijs vanaf basisonderwijs tot en met het voortgezet onderwijs.


80

Kleuterschool De Halte, in het voormalige station van Leek, op de voorgrond is een deel van de rails te zien waarover de goederentrein in 1954 reed

81

Openbare lagere school van Leek, deze school bestond maar 20 jaar, meester Clason was hier hoofd van de school (1872)

82

Openbare lagere school te Midwolde, later woonhuis van Frits Swart, hij was hoofd van de Jenaplanschool (1900) 35


83

Christelijke Lagere School met het verenigingsgebouw “Het houten Hemeltje” achter de school van meester Duisterwinkel.

84

Ansichtkaart van de Christelijke school te Oostwold (1930)

85

Gereformeerde school aan de Dorpsstraat te Enumatil (1949) 36


86

Openbare lagere school en woning van hoofd der school te Tolbert (1964)

87

Scholengemeenschap Westerkwartier-Noordenveld, noodlokalen aan de Wethouder Hamsterlaan te Leek (1966)

88

De Christelijk Nationale school, later de Van Panhuysschool te Leek (1966) 37


89

Openbare lagere school, de Centrumschool, aan de Samuel Leviestraat te Leek (1966)

91

Openbare lagere school naast De Til te Leek (1990)

90

Christelijk Nationale lagere school te Oost-Indië, nu woonhuis, de tekst boven de deur is nog altijd aanwezig (1976) 38


92

Gebouw in het midden van de foto is de Vaktekenschool te Leek, later werd dit de bibliotheek en daarna dorpshuis De Til (1940)

93

Luchtfoto van de ULO en de woning van het hoofd der school te Leek (1960)

94

Lagere Technische School te Leek (1980)

39


Verenigingen

De dorpen in de voormalige gemeente Leek hebben een rijk verenigingsleven. Roemrucht is sinds 1963 de Showband Concordia uit Zevenhuizen, die meermalen hoge ogen gooide op het Wereld Muziek Concours in Kerkrade: 4 keer goud. Ze traden binnen en buiten Europa op. In Tolbert is in 1948 Muziekvereniging Woldhoorn (thans Flexx Music Woldhoorn) opgericht. Leek kent sinds 1937 uit een fusie de Christelijke Muziekvereniging Harmonie. Nog veel ouder is ‘t Leeksterbloempje, oorspronkelijk rond 1865 opgericht als fanfarecorps, maar nu vooral actief als blaaskapel De Koetsebloazers. De wat grotere dorpen hebben één of meer zangverenigingen gekend. Mannen-, vrouwen-, kinder- en gemengde koren met een verschillende signatuur en levensduur: kerkelijke en wereldlijke koren, bejaardenkoor, shantykoor. Het zijn er te veel om ze apart te noemen. De operettevereniging Burlesque heeft een kort, maar succesvol bestaan geleid. Voor (christelijke) koren en korpsen uit de hele regio werden jarenlang concoursen georganiseerd op het terrein van Landgoed Nienoord, vanaf 1955 in het openluchttheater Podium Nienoord. Toneelverenigingen zijn er ook. Zo zijn er rederijkerskamers, die van oorsprong trachten hun leden vooruit te brengen in het juist gebruik van taal en optredens in het openbaar, door middel van improvisaties, voordrachten van verhalen en gedichten en het spelen van eenakters en blijspelen of drama’s. We kennen Heidebloem in Zevenhuizen (opgericht in 1876), Ons Genoegen in Leek (1892) en Vredewold (1900) in Tolbert. Niet ongenoemd mag blijven het zogenaamde “Sprookje”, van oorsprong een groep toneelspelers (vaak onderwijsgevenden en ouders) uit de Vereniging Volksonderwijs (later Vereniging voor Openbaar Onderwijs). Nog steeds spelen zij voor duizenden leerlingen van basisscholen in december een sprookjesachtige voorstelling, eerst in het Corsotheater (1937) te Leek en na sluiting (1994) in De Postwagen in Tolbert. Inmiddels wordt er jaarlijks gespeeld voor leerlingen van diverse scholen uit de hele omgeving. De Speelgroep Leek speelt meestal stukken in het openluchttheater. Het Corsotheater is ook jarenlang het domein geweest van Carnavalsvereniging Koetsetoeters, een wat vreemde eend in de bijt in een weinig katholieke omgeving. Tolbert kent twee fenomenen: de Bolhoedenclub (een inmiddels uitstervend groepje trouwe kameraden, die tijdens hun activiteiten kenbaar waren aan hun verplichte bolhoed) en de Spekclub Smakelijk Eten. Ook Zevenhuizen heeft zo’n Spekclub. Dat is een soort spaarkas, maar dan voor vlees. Het hele jaar betalen de leden wekelijks een klein geldbedrag, om vervolgens op een uitdeeldag – meestal in slachtmaand november of vlak voor de kerst – het zo bijeen gespaarde vleespakket op te halen.

40

Uiteraard zijn er tal van sportverenigingen. De dorpen Zevenhuizen (sinds 1946), Tolbert en Leek hebben voetbalverenigingen. De rivaliserende clubs vv Tolbert (anno 1946) en vv Leek-Rodenburg (1932), die op hetzelfde sportcomplex Rodenburg spelen, zijn pas in 2013 gefuseerd. De christelijke vereniging VEV ’67 heeft een eigen complex in de nieuwbouwwijk Oost-Indië. Pelikaan S is een roemruchte club uit Oostwold, opgericht in 1957. In dat dorp is korfbalclub OWK. Op sportpark Rodenburg verblijven ook een korfbalclub met die naam en de Base- en Softbal Club ‘Knights’. De IJsvereniging Leek uit 1871 is de oudste van de verenigingen, die zich op glad ijs begeven. Hun baan ligt op Landgoed Nienoord en wordt ’s zomers gebruikt voor windhondenraces. Ook Tolbert, Zevenhuizen en Lettelbert hebben ijsbanen. Genoemd moet worden het Departement Vredewold van de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen, die in 1837 werd opgericht en in de loop der tijd onder meer verantwoordelijk was voor de totstandkoming van een Nutsbibliotheek (1867), de Nutsspaar- en Voorschotbank (1906), een vaktekenschool (1909) en de ‘Neutrale’ kleuterschool (1929). Het heeft zijn maatschappelijke functie verloren, maar bestaat nog steeds en organiseert lezingen, bijeenkomsten en excursies. De Vereniging voor Vreemdelingenverkeer ter bevordering van het toerisme heeft bestaan van 1909 tot ongeveer 2014. Voor het organiseren van activiteiten voor de bevolking zijn er Verenigingen voor Volksvermaken in Leek en Tolbert, in Zevenhuizen is er de Stichting Promotie 7huizen en in meerdere plaatsen is er een Oranje- of soortgelijke vereniging. Er zijn verschillende afdelingen van de Nederlandse Bond van Plattelandsvrouwen (nu NBvP/Vrouwen van Nu) geweest, soms met afsplitsingen. In 1937 ontstond de afdeling LeekZevenhuizen; in 1945 ging Zevenhuizen zelfstandig verder en gingen Leek en Nietap samen (opgeheven in 2021). De Tolberter afdeling bestaat sinds 1938. Ook Oostwold had een afdeling. Daarnaast waren/zijn er vrouwenverenigingen op kerkelijke grondslag (Passage, Hervormde Vrouwenvereniging e.d.) of neutraal getint (Nederlandse Vereniging voor Huisvrouwen). Tenslotte noemen we de verenigingen voor dorpsbelangen, bijvoorbeeld in Tolbert (Oldebert; anno 1921), Zevenhuizen (DES; Door Eendracht Sterk; 1953), en die van de dorpen Enumatil, Oostwold, Lettelbert (1955), Midwolde en Nietap/ Terheyl. Zij behartigen de belangen van hun dorpsbewoners op uiteenlopende wijze.


95

Muziekkorps Het Leeksterbloempje is in 1865 opgericht als fanfarecorps en is er nog altijd als blaaskapel

96

De Koetsebloazers is onderdeel van de muziekvereniging Het Leeksterbloempje uit Leek (1985)

41


97

98

Heren van IJsvereniging Leek, die is opgericht in 1871 en in 2021 al 150 jaar bestaat

Leden van de Christelijke Sportvereniging V.E.V. (Vlug en Vaardig) uit Leek (1937)

99

Voetbalvereniging Leek behaalde in 1979 de eerste klasse in het amateurvoetbal

101

Muziekvereniging (later Showband) Concordia te Zevenhuizen, opgericht in 1963, loopt langs het Hoofddiep 42

100

Leden van de Nederlandse Bond van Plattelandsvrouwen, afdeling Leek-Nietap, zijn een dagje op stap (1955)

102

Volksdans- en muziekvereniging Woldhoorn Tolbert bij het afscheid van burgemeester Zwart in de aula van het Nienoordcollege (1984)


103

Opening van het Sportcentrum aan de Sunckemalaan te Leek in 1987 door burgemeester S. Langedijk-de Jong

104

Leden van de in 1900 opgerichte Rederijkerskamer “Vredewold” Tolbert (1992)

106

Sleuteloverdracht door burgemeester Th.P. Zwart aan prins Carnaval, voor de bodewoning naast het gemeentehuis aan de Tolberterstraat te Leek (1996)

105

Operettevereniging Burlesque uit Leek, speelt in 1995 de voorstelling “Hochzeitsnacht im Paradies”

107

De pupillen van de Honkbalclub Knights werden kampioen van de Noordelijke competitie (1998) 43


Joodse gemeenschap

Het dorp Leek is ontstaan tijdens de afgraving van het hoogveen. Wigbold van Ewsum, bewoner van de borg Nienoord liet in 1556 het Leekster Hoofddiep graven voor afwatering, het toegankelijk maken van het gebied voor de winning van turf en het vervoeren van turf. Economische activiteiten rond veenarbeiders en turfschippers trokken ook veel koop- en handelslieden aan. Omdat in Leek veel handel werd gedreven, kwamen er veel Joden wonen en werken. In 1705 werd er al melding gemaakt van een Joodse inwoner “op de Leek”. Veel Joodse immigranten kwamen uit Duitsland. Ook in onze regio bleek het vaak moeilijk een vestigingsvergunning te krijgen en daarom bleven sommigen een tijd rondtrekken voor zich definitief te kunnen vestigen. Joden mochten geen overheidsfuncties bekleden en ook geen lid zijn van gilden. Daarom leefden de meeste Joden in deze contreien van vee- en vleeshandel en handel in manufacturen. In 1796 kregen de Nederlandse Joden het volledige burgerrecht en mede daardoor nam het aantal Joodse gezinnen hier toe. In 1742 vestigde Victor Samuel vanuit het Duitse Leer zich met zijn gezin in Nietap. Victor Phillippus van der Reis wordt gezien als de grondlegger van de groeiende Joodse gemeenschap in Leek/Nietap. In 1809 werd mede door zijn initiatief de synagoge van Leek ingewijd. De aanwezigheid van zowel de Joodse begraafplaats (1783), synagoge (1809) en iets later (1855) de Joodse school, maakte het voor Joodse gezinnen heel aantrekkelijk om in Leek te gaan wonen. De Joden in Leek en omgeving spraken het dialect van het dorp waar ze woonden en deden mee in het economische leven. Men woonde naast elkaar en leerde over elkaars gebruiken. 44

De “vreemdelingen” maakten deel uit van de samenleving, ook al spraken ze onderling Jiddisch. Vanaf 1900 kwamen beide werelden elkaar langzaam maar zeker nader. Joodse en niet-Joodse inwoners deden volop mee aan het bloeiende verenigingsleven. Ook bekleedden Joden functies in het openbare leven wat vijftig jaar eerder nog ondenkbaar was geweest: o.a. lid van de gemeenteraad in Leek, zoals Samuel Levie. De Tweede Wereldoorlog maakte hier een abrupt einde aan. In het Westerkwartier werden 83 Joodse mannen, vrouwen en kinderen weggevoerd en vermoord, velen uit Leek. Hun bezittingen werden geroofd, hun huizen werden voor een zacht prijsje onderhands verkocht. De synagoge in Leek aan het Boveneind werd gebruikt als kerk en later als groentewinkel. Het gebouw is in 1978 afgebroken. Met de groei van het dorp Leek ligt de eens eenzaam gelegen Joodse begraafplaats midden in een woonwijk en de bewoners kunnen zien wat is overgebleven van wat een bloeiende gemeenschap was. Het Joodse schooltje is afgebroken, herbouwd met oude steentjes en is sinds 1995 een museum. Het is een kenniscentrum voor de lokale Joodse geschiedenis en feesten. Loofhuttenfeest, Pesach en Chanoeka krijgen in het schooltje de aandacht die ze verdienen. In Leek/Nietap liggen voor de weggevoerde en omgebrachte Joodse inwoners Stolpersteine.

info: www.museumjoodseschooltje.nl


108

109

Samuel Asser Lehmans, overleden in 1898, hij is schoonzoon van Victor van der Reis (1870)

Zicht op Boveneind te Leek met bijna onherkenbaar de synagoge midden tussen de huizen (1906)

110

Levie Oudgenoeg, geboren 14-11-1860, overleden 08-04-1940, hij ventte met vis en galanterieën (1920)

111

Centrum van Leek met de aanlegplaats voor de veerboot, op de kade staan de meubels van het bedrijf van Aptroot (1920)

45


112

Geslachte varkens van slachterij Van Dam op weg naar het laadperron van de tram aan de Tolberterstraat (1925)

113

Werklui voor Kerkweg 10, de manufacturenwinkel van Samuel en Mozes Levie, foto uit de jaren ’20

115

114

Toegangshek uit 1936 van de Joodse begraafplaats, gebouwd in Amsterdamse Schoolstijl Stolperstein voor Elzina Oudgenoeg, geboren 1 maart 1928, omgebracht in Auschwitz op 11 december 1942

46


116

De gemeenteraad met staand 4e van links Samuel Levie, rond 1930 in het vroegere gemeentehuis, hoek Boveneind-Tolberterstraat

118

Winkelpand van de Familie Denneboom aan het Piepke te Leek (1963)

120

De tot groentezaak verbouwde synagoge, tot in de oorlog was hier de synagoge van de Joodse gemeenschap (1970)

117

Dorpsgezicht vanaf het Piepke, naar de Tolberterstraat kijkend, met links het pand van Denneboom (1935)

119

Vleeswarenfabriek Van Dam, foto uit 1967, de Familie van Dam is weggevoerd in de oorlog en niet meer teruggekomen

121

De weg rechts is de Samuel Leviestraat, links: de voormalige slagerij, hier diende het Joodse schooltje als garage (1970) 47


Tweede Wereldoorlog gemeente Leek De eerste gesneuvelde

Bevrijding

Tolbert luchtoorlog

Zevenhuizen/Nederlands Indië

Op 10 mei 1940 vielen de Duitse troepen Nederland binnen. Ondanks dat het Nederlandse leger niet goed was uitgerust werd op diverse plaatsen in het land de Duitse opmars vertraagd. Dit gebeurde onder andere bij Kornwerderzand. Hier was aan het begin van de Afsluitdijk een verdedigingsgordel aangelegd om eventuele invallers te stuiten. Toen de Duitse troepen arriveerden, ondervonden zij hevige weerstand. Ter ondersteuning van de verdediging werden twee schepen van het IJsselmeer-flottielje naar de kust van Friesland gestuurd om de verdedigers te ondersteunen. Bij Stavoren gaf Hare Majesteit “Friso” met de kanonnen vuur af, richting de aanvallers. Tijdens deze actie werd het schip door Heinkel bommenwerpers type 111 gebombardeerd. Het schip ging hierbij verloren en 3e luitenant Teo Kattouw uit onze gemeente kwam hierbij op 12 mei 1940 om het leven.

Al in 1940 begon de Engelse luchtmacht (RAF) met luchtaanvallen op Duitsland. Regelmatig vlogen over onze gemeente groepen vliegtuigen op weg naar hun doelen. Dit gebeurde in de beginjaren ’s nachts. Het eerste vliegtuig dat in Leek (Lindensteinlaan) neerstortte was een Blenheim bommenwerper in de nacht van 13 februari 1941. Dit vliegtuig werd door een Duitse “nachtjager” neergeschoten en de gehele bemanning kwam om het leven. Zij liggen begraven op het Esserveld te Haren. Het herkenningsplaatje van een bemanningslid werd later op de crashplaats gevonden door iemand uit de gemeente. Aan de Noorderweg te Tolbert kwam op 20 februari 1944 een Lancaster bommenwerper naar beneden. Enkele bemanningsleden konden het vliegtuig met een parachute verlaten maar het toestel vloog al zo laag dat de vliegers Lawrence en Bolt bij de crash om het leven kwamen. Zij liggen begraven op het kerkhof van Tolbert. Een ander bemanningslid van dit toestel ligt in Noordwijk begraven, zijn parachute ging niet op tijd open.

48

Leek werd bevrijd op zondag 15 april 1945 door de Royal Canadian Dragoons. Komende vanuit Nieuw Roden reed een aantal “Staghound” lichte verkenningstanks Leek binnen. Omdat de Duitsers al lang verdwenen waren ging dit zonder slag of stoot. De Leekster bevolking dromde om de Canadezen samen om de bevrijders te aanschouwen. Daarna gingen de Canadezen verder met hun taak en verdwenen weer. De BS (binnenlandse strijdkrachten) zorgden voor orde en rust. In de weken na de bevrijding werden soldaten van het “Westminster Regiment” in Leek ingekwartierd. Bij Nienoord werd een Canadees kampement opgebouwd. Vele Canadese soldaten werden bij Leekster families ondergebracht waarbij vriendschappen voor het leven ontstonden. In het café “Oude Bank” was het “Orderly Room” van de C- compagnie gevestigd.

Nederland was bevrijd, maar in het voormalige NederlandsIndië was het nog “onrustig”. Britse soldaten kwamen om toezicht te houden en de orde te handhaven nadat de Japanners zich hadden overgegeven. De lokale bevolking wilde echter een eigen staat onder een eigen bestuur. De toenmalige Nederlandse regering stond dat niet toe. Eerst gingen OVW‘ers (oorlogsvrijwilligers) naar Indië maar vanaf 1946 werden ook dienstplichtigen verplicht om te gaan dienen in de “Oost”, om daarbij de Nederlandse aanspraak op Indië te behouden. Zo ook twee jongens uit Zevenhuizen: Jan van Dijk (dienstplichtige) en Jilko de Kleine (OVW-er). Beiden keerden niet terug. Nadat Jan een maand in Indië was, verdronk hij op 22 juli 1947, tijdens het zwemmen in een rivier. Jilko kwam om het leven tijdens een ongeluk op 4 november 1947, toen hun jeep in een ravijn stortte en hij daaronder terecht kwam.

Een overlevende van het concentratiekamp

Velen, met name joodse inwoners, overleefden de oorlog niet. Katrijn Huizinga uit Tolbert overleefde het concentratiekamp wel. In juli 1944 was ze opgepakt en via Vught naar de concentratiekampen Ravensbrück en Dachau afgevoerd en daar werd ze door de Amerikanen bevrijd.


122

123

Autobus van de Leekster Tak getrokken door 2 paarden op de Tolberterstraat, voor het huis van exportslager Van Dam (1941)

124

De Tolberter vrouw die twee concentratiekampen overleefde.

Bemanning van Engelse bommenwerper, het vliegtuig werd in de nacht van 19 op 20 februari 1944 neergeschoten nabij Tolbert

125

Twee paarden die twee auto’s trekken vanwege gebrek aan brandstof, op de achtergrond het Gemeentehuis van Leek (1944)

126

In juni 1944 werd de mannelijke bevolking door de Duitsers verplicht zogenaamde mangaten te graven. Hier een groep putjesscheppers uit Lettelbert 49


127

Mussert en Jb. Maarsingh van de NSB, hier lopende in de Tolberterstraat te Leek

128

Oppakken van NSB’ers en opsluiten bij exportslachterij Van Dam te Leek, 16 april 1945

130

129

Nederlandse Arbeidsdienst (N.A.D.) kamp aan de Hoofdstraat tussen Midwolde en Tolbert

50

Teo Kattouw, luitenant ter zee der 3e klasse, omgekomen bij gevechtshandelingen aan boord van Hr. Ms. Friso, op het IJsselmeer, 12 mei 1940


131

132

Herdenkingsmonument, tussen Boveneind en Kerkweg. Monument vervaardigd door Ids Willemsma, onthuld op 29 april 1988

Gedenkteken bij de Haspel te Zevenhuizen, ter nagedachtenis aan Leo van Dongen, Dirk de Jong en Ritze Vos, door de SD doodgeschoten in de nacht van 23 op 24 oktober 1944

133

134

Oorlogsgraven monument op de algemene begraafplaats te Zevenhuizen, beeld onthuld door koerierster Aukje Kooistra op 5 mei 1948

Joodse schooltje met panelen met namen van weggevoerde Joden, rechts een gedeelte van de Centrumschool (2000)

51


Bekende personen en zaken De bewoners van landgoed Nienoord zijn verreweg de bekendste inwoners van de gemeente Leek geweest. De families Van Ewsum, Van In- en Kniphuizen en Van Panhuys kenden roemruchte telgen. Zij lieten hun sporen na in Leek en wijde omgeving, in en rond de borg Nienoord, maar ook in de kerken van Leek en Midwolde. Zij zijn nauw verbonden met de geschiedenis van de regio. Mr. Ferdinand Folef baron van In- en Kniphuizen (1804-1884) was heer van Nienoord en burgemeester van Leek en Marum. De ongehuwde borgbewoner werd de Dolle Jonker genoemd en was geliefd bij de burgers, mede vanwege zijn wat onaangepast gedrag. Hij veroorzaakte echter ook een brand in de borg, die er toe leidde dat het kasteel naderhand werd afgebroken. Na zijn overlijden werd zijn oomzegger Jhr. Johan Æmilius Abraham eigenaar van de borg, die op oude fundamenten in 1884 werd herbouwd als herenhuis in art nouveau-stijl. Van Panhuys was burgemeester van Tietjerksteradeel (1864-1880) en Groningen (1880-1883) en lid van Provinciale Staten van Friesland (1866-1883). Hij was commissaris des Konings in Groningen (1883-1893) en in 1893 enige tijd commissaris van de Koningin in Overijssel. Hij was vicepresident van de Raad van State (1893-1897) en vervolgens Minister van Staat (1898-1907). Zijn zoon Jhr. Hobbe van Panhuys (1868-1907) was burgemeester van Leek en lid van Provinciale Staten van Groningen. Ook was hij kamerheer in buitengewone dienst. Samen met zijn vader en hun beide echtgenotes en de koetsier verdronken zij in het Hoendiep nabij Groningen, toen hun koets in dichte mist te water raakte op 6 november 1907. De latere burgemeester Sijbrigje (Siepie) (Langedijk-)de Jong is ook lid van de Tweede Kamer geweest (1973-1981, PvdA) en staatssecretaris van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening in het tweede kabinet van Agt. (1981-1982). Zij bekleedde verschillende functies in het landelijk partijbestuur. Andere Kamerleden uit de gemeente Leek waren mevr. R.M. (Ineke) de Haas-Berger (Leek, PvdA) en econoom prof. Henk de Haan (Lettelbert, CDA). Succesvolle sporters zijn Kim Polling (1991; judoka, Zevenhuizen), Rutger Smith (1981; kogelstoter / discuswerper, Leek) en Jacqueline Poelman (1973; atletiek / sprintster, Leek). Allen presteerden op nationaal, Europees en wereldniveau en namen deel aan meerdere Olympische Spelen. 52

In Boerakker woont de gelauwerde kinderboekenschrijver Harm de Jonge. In 2007 kreeg hij de twintigste Woutertje Pieterse Prijs voor het boek “Josja Pruis”. Hij werd meermalen genomineerd voor De Jonge Gouden Uil en in 2012 kreeg hij een Zilveren Griffel voor het boek “Vuurbom”. In 2014 schreef hij het zestigste Kinderboekenweekgeschenk. In zijn beginjaren als kunstenaar woonde Gerrit Postma (Gerriet, 1932-2009) in Tolbert. Hij kreeg nationale en internationale bekendheid en exposeerde op tal van plaatsen in de hele wereld. Personen of organisaties die zich verdienstelijk hebben gemaakt voor de gemeenschap zijn door het gemeentebestuur onderscheiden met de Gemeentelijke Legpenning of de Leekster Tak. Deze laatste onderscheiding is met name bedoeld voor hen die, komend van buitenaf, veel hebben betekend voor de samenleving en is vooral uitgereikt in het kader van economie, welzijn, zorg, sport, kunst en cultuur enz. De Leekster Tak was van oorsprong een papieren versiering die schaatsers op hun kleding speldden ten teken dat ze de schaatstocht naar Leek hadden afgelegd. De Gemeentelijke Legpenning werd met name toegekend aan scheidende bestuurders (burgemeesters, wethouders, directeur van scholen) en invloedrijke inwoners. De Hedde Jan Cazemier-manege te Tolbert heeft nationale en internationale bekendheid als paardensportcentrum, waar bekende ruiters regelmatig deelnemen aan wedstrijden. Het Familiepark op Landgoed Nienoord trekt nationaal en internationaal bezoekers tijdens de jaarlijkse Internationale Stoomdagen rond Hemelvaartsdag. Pinksteren staat in het teken van een vierdaagse grote pinksterkermis in het centrum van Leek en Nietap. Rondom dit festijn vinden tal van popconcerten en andere muzikale manifestaties plaats. Op tweede pinksterdag is er een grote warenmarkt, die zich uitstrekt over het centrumgebied van Nietap en Leek. De markt wordt al vele decennia gehouden. Ook de weekmarkt op donderdag bestaat al sinds 1798! Op het Landgoed Nienoord is het Nationaal Rijtuigenmuseum, dat jaarlijks door velen wordt bezocht.


135

136

Familieportret borgbewoner, gemaakt in 1899, van Mr. J.Æ.A. van Panhuys (1837-1907) en kleinzoon Bram van Panhuys (1894-1961)

Hessel Johannes Smit voor zijn café Het Boschhuis aan de Bosweg 13 te Leek, uiterst rechts Bouwe Veenma, eigenaar van het Theehuis te Midwolde (1925)

137

138

Loco-burgemeester A. Appelhof reikt in 1962 scheidend burgemeester Mr. W.J.Ph. van Waning namens de gemeenteraad legpenning van de gemeente Leek in goud uit

Vanaf 1798 is op donderdag al een weekmarkt op De Dam in Leek (1967)

53


140

139

Pinkstermarkt en -kermis zorgen rond het Pinksterweekend al decennia lang voor drukte en vertier in het centrum van Leek en Nietap (1970)

141

Molenvanger Jelmer Hovinga toont triomfantelijk één van zijn vangsten (1977) 54

Meester R. Heys voor de kerk van Midwolde, hij gaf daar rondleidingen (1975)

142

Concours Hippique bij de Hedde Jan Cazemiermanege achter de Postwagen aan de Hoofdstraat in Tolbert (1981)


143

Loco-burgemeester J. W. Bulten hangt in 1984 mevrouw S. Langedijk-de Jong de ambtsketen om tijdens haar installatie tot burgemeester van Leek

144

Internationale stoomdagen op het Jeugdpark Nienoord (1990)

146

Het maken van de Leekster Tak, een trofee bestaande uit 9 papieren roosjes, dat je kocht als je op de schaats in Leek was geweest

145

Gerriet Postma, een bekend geworden kunstenaar, die woonachtig was op boerderij Dolersheem te Tolbert (1990)

147

Huldiging van judoka Kim Polling door toenmalig wethouder Tanja Haseloop (2013) 55


Middenstand en horeca

“Woar volk is, is neren”, zegt de Groningse uitdrukking. Ofwel: waar mensen zijn is handel. Geen wonder dus, dat winkels en kroegen vooral te vinden zijn op drukke plekken, niet zelden bij kruispunten van weg- en waterwegen. Het Leekster Hoofddiep was in het verleden zo’n drukke vaarweg waarlangs zich veel afspeelde. In het gebied rond Bosweg, Tolberterstraat, De Dam, ’t Piepke en Boveneind in Leek waren en zijn de meeste winkels te vinden. Sommige trekken kopers tot uit de wijde omtrek: de schoenenzaak van Heijs en een aantal kledingzaken zijn er een goed voorbeeld van. De Joodse familie Denneboom bestierde aan ’t Piepke een bekende kledingzaak, en meer Joodse ondernemers waren in Leek te vinden tot de gruwelen van de Tweede Wereldoorlog er een eind aan maakte. Vroeger en nu was er een veelheid aan winkels te vinden met een vrijwel compleet aanbod: bakkers, slagers, kruideniers en kappers waren in bijna elke straat te vinden. Het Leekster Warenhuis was een voorloper van Blokker, Hema en Action. In 1928 startte Geert Postma een winkel met producten voor Dieren, Vogels en Zaden. Onder de naam DiVoZa groeide het uit tot een (inter)nationaal bekend familiebedrijf in paardensportartikelen, met meerdere vestigingen in Nederland. Het is begrijpelijk dat de meeste winkels in Zevenhuizen zich min of meer in een lint langs het water bevonden. Minder dan in Leek is er sprake van een (winkel)centrum. Dat is juist weer wel het geval in Tolbert, waar de meeste middenstanders zich in het zicht van de toren vestigden (Hoofdstraat, Zuiderweg). Vanaf 1900 stichtten vele ambachtslieden en neringdoenden hun winkels en onderneminkjes. Na een bloeiperiode in de jaren ’60 begon de bedrijvigheid echter af te nemen en is het aantal winkels sterk teruggelopen. In dorpen als Midwolde, Lettelbert, Oostwold en Enumatil beperkte het winkelaanbod zich grotendeels tot bakkers, slagers en kruideniers; voor andere zaken moest men naar de grotere dorpen in de buurt. Fred van der Werff was een ondernemer die onder meer een winkel had op De Dam in Leek. Hij was de eerste die het aandurfde om met een supermarkt-formule te gaan werken. Hij richtte een distributiecentrum op het industrieterrein tussen Leek en Tolbert op en vestigde tal van winkels in NoordNederland. Zijn bedrijf werd later overgenomen door Jan de Boer, dat vervolgens overging in Super de Boer en uiteindelijk in Jumbo. Niet alleen winkels, maar ook cafés, soms zelfs met hotelkamers en feestzalen, waren in alle dorpen te vinden. In Enumatil waren er drie rond de brug te vinden, waarvan twee in combinatie met een bakkerij. Het derde, café Otter, staat op de hoek van Hoendiep en Westerdijk. Het pand is niet echt meer herkenbaar als café, maar het oorspronkelijke interieur is er nog steeds in te vinden en is erkend als Rijksmonument. 56

In Oostwold stond café De Spitse Horn (naast de brug bij De Poffert) en in het dorp stond Bondshotel Bandringa, later Otter, nu ’t Witte Paard. Het café in Lettelbert is al lang afgebroken; het stond naast de brug over het Lettelberter diep. Roemrucht was het danscafé van Hendrik Smit, later Bouwe Veenma in Midwolde. Velen hebben hier hun partner gevonden tijdens gezellige feestavonden. Na een periode van leegstand werd Theehuis Vredewold (Gasterij Theehuis/Gasterij Inkies) er in gevestigd. Tolbert kende in de Hoofdstraat café De Postwagen, café Steven Akker (het monumentale pandje De Drie Pijlers) en het al lang afgebroken café De Unie (schuin tegenover de CazemierBoerderij). Kleinere zaken als De Doedelzak en Anwi roepen wellicht herinneringen op. Buiten het centrum lagen bijvoorbeeld Hoek van Holland aan de Holm en café Bakker aan ’t Kret (Matsloot). Ook in Zevenhuizen was horeca. Bekend waren café Deelstra aan de Oudestreek en café Suurd, later Pruim aan het Hoofddiep, dat zou uitgroeien tot een wijd en zijd geroemd uitgaanscentrum. Bij de draaibrug naar Jonkersvaart stond café Reijntjes en aan de Haspel is café Pruim, nu Kajuiter. In Nietap (hoe toepasselijk die naam: Nieuwe Tap) vinden we onder meer café De Waag. Het Bonte Paard (Tramhalte Nietap) is al lang afgebroken. Het centrum van Leek kende De Drie Provinciën (Braam, Akkerman, nu Zeeman) en het Boschhuis (nu fietsenzaak Profile). Op de hoek Tolberterstraat/ De Dam stond café Poppema, waarin jarenlang het gemeentehuis van Leek was gevestigd. Op de hoek ’t Piepke/De Dam was hotel/café De Hulst (Reijntjes) gevestigd, met daarnaast het café van Duurt van Dijk (H. van der Heide/M. Otter). Café Poll stond aan de Schreiershoek (Zevenhuister Veerhuis). Ook in de Tolberterstraat waren cafés te vinden: Van Belkum/van der Meer/Hofman/Ottens (naast het voormalige postkantoor), Otter (nu De Buurvrouw), Jajum/Mazzel, en De Oude Bank (waarin vroeger de Raiffeisenbank/Boerenleenbank zat; de kluis is er nog). Langs het water naar Zevenhuizen waren nog meerdere zaken te vinden, zoals Sportvriend aan het Boveneind en Liewes/Neef aan de Diepswal. En het zal niemand verbazen, dat overal in de gemeente Leek hier en daar een ‘stille knip’ te vinden was, waar onderweg een borrel gekocht kon worden.


148

Café Reijntjes bij de brug

149

Café-restaurant Boschhuis aan de Bosweg in Leek, is al sinds vele jaren een winkelpand (1928)

57


150

Café Pestman, (later café De Waag) net over de grens met Leek in Nietap (1930)

151

In de jaren ’30, ’40 stond aan de Hoofdstraat in het centrum van Tolbert de Essopomp voor het bedrijf van C.A. Veeze

58

152

Café-restaurant van Bouwe Veenma tegenover de kerk in Midwolde, met de doorrid vroeger voor paarden en rijtuigen, maar hier al met auto’s te zien (1935)


153

Het kruidenierswinkeltje in Oostwold van Gerrit Mulder, bij de deur van de winkel staat mevr. Mulder (1935)

154

Links de kapperszaak van Hendrik Wieringa, daarnaast het postkantoor en verderop de Hervormde kerk van Enumatil (1953)

155

Tolberterstraat te Leek met links de klompenwinkel van Buist en daarnaast het Leekster Warenhuis (1955)

59


156

De manufacturenwinkel van Fokkema aan het Hoofddiep te Zevenhuizen, waar verderop de toren van de Hervormde kerk nog net te zien is (1960)

157

158

Deur van het in 1961 gesloten café Poll, ook wel het Zevenhuister Veerhuis genoemd, aan de Schreiershoek 3 in Leek

60

De niet meer bestaande supermarkt van Renkema aan de Zuiderweg, naast de kerk in Tolbert (1996)


159

Eén van de eerste supermarkten van ondernemer Fred v.d. Werff aan de Dam in Leek (naast cáfe voorheen Duurt van Dijk) (1970)

160

Het nu als woonhuis in gebruik zijnde café van S. Akker, Hoofdstraat 57 tegenover de kerk in Tolbert, met het uithangbord “De Drie Pijlers” (1975)

161

Winkel in Midwolde van Ties Cazemier en Jantje de Boer, die de winkel in 1959 overnamen van de weduwe van Berend van Dijk

61


Spaaroverzicht spaar ze alle 161!

O O O O O O O O O O O O O O O O O 62

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17

O 18 O 19 O 20 O 21 O 22 O 23 O 24 O 25 O 26 O 27 O 28 O 29 O 30 O 31 O 32 O 33 O 34

O O O O O O O O O O O O O O O O O

35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51

O O O O O O O O O O O O O O O O O

52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68

O O O O O O O O O O O O O O O O O

69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85

O O O O O O O O O O O O O O O O O

86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102

O O O O O O O O O O O O O O O O O

103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119

O O O O O O O O O O O O O O O O O

120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136

O O O O O O O O O O O O O O O O O

137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150 151 152 153

O O O O O O O O

154 155 156 157 158 159 160 161



, Leek, Waezenburglaan 47 , Leek, Industriepark 5R


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.