Van protectionistisch naar pedagogisch

Page 1

Mediawijsheid is niet gewoon belangrijk. Het is absoluut cruciaal. Mediawijsheid bepaalt of kinderen een instrument van de media zijn of de media een instrument zullen zijn dat ze kunnen gebruiken. ~ Linda Ellerbee


Van protectionistisch naar pedagogisch De P van protectionisme Het Nederlandse mediawijsheiddiscours heeft nogal eens een moraliserend karakter. Wie de tweets, posts en publicaties rondom mediawijsheid bekijkt, stuit vaak op één van De Zes P’s, zoals Justine Pardoen ze ironisch op een rijtje zette : pas op voor Pesten, Porno, Prostitutie, Privacy, Passwords en Paypal. Deze manier van kijken naar mediawijsheid zien we bijvoorbeeld terug in de voorlichtingsvideo Waar is Chris?:

Een knap gemaakte en hilarische video, dat zeker, maar wel één waarin mediawijsheid gelijkgesteld wordt met het vermijden van gevaren. De clip eindigt met een oproep aan ouders: U zou in werkelijkheid uw kinderen beschermen. Doe dat dan ook op het internet. Kritische mediawijsheid pro’s bestempelen deze manier van kijken naar mediawijsheid als ‘protectionistisch’. In Engeland schreef David Buckingham er een kritische paper over. In Nederland wijdde Jeroen Gerth er een kritische blogpost aan en voerde MediaSavvy er een kruistocht tegen. Wat is er mis met protectionisme? Niemand is er immers tegen dat kinderen veilige wachtwoorden kiezen, de webcam uitlaten voor oude viezerikken en geen gemene tweets sturen aan klasgenootjes. Het probleem van de protectionistische benadering is dat het de uitdagingen waar de opvoedende generatie in de mediasamenleving voor staat simplificeert en reduceert. In deze paragraaf wil ik verkennen hoe een pedagogische benadering van mediawijsheid, die de opvoedende taak van de volwassen generatie serieus neemt, eruit ziet. Dit pleidooi voor een pedagogisch benadering betekent niet dat alle Nederlandse mediawijsheidinitiatieven protectionistisch zijn, integendeel. Er zijn ook talloze goede en inspirerende initiatieven (waarover later meer). Van dit soort initiatieven hadden er evenwel méér kunnen zijn gestart als mediawijsheid bewuster vanuit een pedagogisch perspectief zou worden benaderd. Hoe ziet zo’n pedagogische benadering van mediawijsheid eruit? 2


De P van pedagogisch Mediawijsheid is per definitie een pedagogische aangelegenheid. Mediawijsheid kun je niet kopen bij bol.com; mediawijsheid moet je leren. Laten we de definitie van mediawijsheid van de Raad voor Cultuur er nog even bij nemen: Mediawijsheid is het geheel van kennis, vaardigheden en mentaliteit waarmee burgers zich bewust, kritisch en actief kunnen bewegen in een complexe, veranderlijke en fundamenteel gemedialiseerde wereld

Die kennis, vaardigheden en mentaliteit leer je niet overnight. Zoals Albert Einstein stelde: “wijsheid is de levenslange inspanning om het te verwerven”. Mediawijsheid is dus ook een zaak van levenslang leren. Je zou daarom verwachten dat de mediawijsheidinitiatieven, die na het startschot door de Raad voor Cultuur in 2005 in Nederland in gang zijn gezet, een heel pedagogische sfeer zouden ademen. Dit is echter niet het geval. Hoe komt dit? @ Allereerst is mediawijsheid in de aanvangsfase vooral opgepakt door journalisten, filmmakers, ict’ers, taalkundigen en bibliothecarissen. Allemaal professionals – maar niet pedagogisch geschoold. @ Deze professionals valt ook weinig te verwijten, want ze hadden heel weinig pedagogisch houvast. Het is de laatste decennia droevig gesteld met de Nederlandse pedagogiek. De laatste Nederlandse pedagoog wiens ideeën maatschappelijke bekendheid genoten was Martinus Jan Langeveld, maar deze vlaggendrager van de pedagogiek is inmiddels ook alweer ruim twintig jaar geleden overleden. Op dit moment houdt Micha de Winter het pedagogische gedachtengoed in Nederland hoog. Maar omdat hij er vrijwel alleen voor staat, is zijn impact beperkt. In landen waar de pedagogiek nog wél volop bloeit – de VS en Duitsland – merk je dat het mediawijsheiddiscours een pedagogischer karakter heeft. @ Ten slotte bestaat er in Nederland een grote kloof tussen het technologische en het pedagogische domein. Dit geldt voor veel landen ter wereld. Immers, wie bij de studiekeuze besloot ‘iets met kinderen’ te gaan doen, koos niet voor techniek. Maar in Nederland is de kloof groter dan elders ter wereld. Dit komt door een diepgeworteld sentiment in de Nederlandse sociale sector dat technologie en humaniteit elkaar wederzijds uitsluiten. Deze technologievijandigheid is in de VS geheel onbekend, wat je merkt in de warme ontvangst van technologie in het pedagogische domein. Sterker nog, zonder de universiteiten in de VS hadden we nu geen internet gehad. Tijd dus voor een bijspijkercursus pedagogiek voor mediawijsheid pro’s.

3


1

Het kind is okay

Jean-Jacques Rousseau is de vader van de moderne pedagogiek. Zijn in 1762 uitgegeven boek Émile, of over de opvoeding is het meest gedrukte pedagogische boek ooit. Het boek opent met de zin: Alles is goed zoals het uit de handen van de Schepper komt.

Met de Schepper bedoelde Rousseau de natuur. De zin wordt daarom standaard uitgelegd als: het kind is van nature goed. In mijn favoriete pedagogische theorie, de Amerikaanse invitational theory, vinden we dit grondbeginsel in modernere termen geformuleerd. Het eerste (van de vijf) uitgangspunten van de invitational theory luidt: All people (children/pupils/students) are able, valuable, and responsible, and should be treated accordingly.

Kinderen zijn in staat tot meer dan we denken en zijn van nature geneigd tot verantwoordelijk gedrag. Dit betekent niet dat kinderen nooit domme dingen doen of rottigheid uithalen. Het betekent wel dat elke pedagogische interventie ervan uit moet gaan dat het kind in staat is het juiste te doen en verantwoordelijk te handelen. De succesvolle methodiek Positive Parenting Program (Triple P) is bijvoorbeeld op dit uitgangspunt gebaseerd.

2

Wees positief

Als opvoeder moet je altijd uitgaan van het goede. Met preken, corrigeren of straffen bereik je niets, wist John Locke in de 18de eeuw al. Alleen als je kinderen of jongeren aanspreekt op hun potentieel om dingen goed te doen kun je positieve dingen bereiken. De invitational theory zegt dat de opvoeder in zijn/haar houding respect, vertrouwen en optimisme naar het kind moet uitstralen. Een heel praktische uitwerking is de 1 op 4 regel van de Positive Behavior Support methodiek: elke negatieve kwalificatie van gedrag (‘dat kun je beter zo niet doen’) dient opgevolgd te worden door ten minste vier positieve kwalificaties (‘heel goed dat je dit zo doet’ – en dat maal vier). De Zwitserse pedagoog 4


Pestalozzi zei het begin 19de eeuw nog simpeler: “Erziehung is Liebe, sonst nichts.”

3

Opvoeden doe je samen

Opvoeden wordt al te vaak opgevat als een zaak waarbij volwassenen kinderen iets aanleren. Prominente pedagogen hebben zich altijd verzet tegen deze simplistische voorstelling. John Dewey, de grondlegger van de Amerikaanse pedagogiek, hamerde er al op dat de opvoeder in elke pedagogische situatie net zoveel moet leren als het kind. De invitational theory, die zich voor een groot deel baseert op de pedagogiek van Dewey, stelt: Educators and educated are in this thing together.

Opvoeden is een proces van cultuurtransformatie. De volwassen generatie heeft bepaalde zienswijzen en handelingspatronen. Maar cultuur verandert, en opvoeding is het scharniermoment waarop deze verandering plaatsvindt. De volwassen generatie mag dus nooit autoritair aan de jongere generatie dicteren ‘hoe het moet’, maar moet altijd open staan voor verandering. In de toekomst zullen dingen anders gaan, en de goede pedagoog luistert naar zijn of haar kroost om signalen over die aanstaande cultuurverandering op te pakken. De Nederlandse socioloog Abram de Swaan noemde het moderne gezin daarom een ‘onderhandelingshuishouden’. Micha de Winter pleit in zijn inaugurele rede voor een ‘eigentijdse participatiepedagogiek’. Als we willen dat jongeren zich ontwikkelen tot verantwoordelijke medeburgers, zullen we ze verantwoordelijkheid moeten leren dragen, en dat doe je door ze vroeg verantwoordelijkheid te geven. Opvoeding, aldus De Winter, geef je samen vorm.

4

Het proces is belangrijker dan het doel

De Chinese wijsgeer Lao-Tzu sprak 1500 jaar geleden de wijze woorden: “Zelfs de langste reis begint met de eerste stap.” Daarmee bedoelde hij dat je je nooit moet richten op een doel dat heel ver weg ligt, maar moet focussen op het doen van het juiste in het hier-en-nu.

5


Pedagogen hebben deze wijsheid goed begrepen. Rousseau beklaagde zich al over opvoeders die de kindertijd massaal opofferden aan einddoelen over hoe kinderen als volwassenen zouden moeten worden. John Dewey maakte er in zijn klassieker Democracy and Education een basisprincipe van: het doel van opvoeding mag nooit de boventoon voeren over waar het pedagogische proces op elk gegeven moment om vraagt. De ideale opvoeder kijkt niet naar waar het kind uiteindelijk uit zou moeten komen, maar uitsluitend naar wat op dit moment het kind een stap verder brengt in zijn of haar ontwikkeling. De Duitse pedagoog Theodor Litt sprak over de “onwenselijkheid van een vormingsideaal”: opvoeding kan het beste plaatsvinden zonder een model van ‘de ideale volwassene’, maar het beste ‘gewoon’ proberen de ontwikkeling van het kind te begunstigen. De invitational theory formuleert deze gedachte heel praktisch: het gaat er niet om waar je als opvoeder naar toe wilt, maar hoe je te werk gaat.

5

Zorg voor de omgeving

De Reggio Emilia pedagogiek spreekt over drie opvoeders. De eerste opvoeder is het kind zelf; de tweede opvoeder is de volwassene; de derde opvoeder is de omgeving, of de ruimte. Wat je als opvoeder doet is volledig afhankelijk van de omgeving waarin je opvoedt. Reggio Emilia scholen hebben daarom een bijzonder warme en inspirerende inrichting:

Micha de Winter beklaagt zich over het gebrek aan pedagogische kwaliteit van de omgeving in Nederland. Volgens De Winter is er sprake van ‘een gat in de opvoeding’. In een samenleving die geheel niet pedagogisch ingericht is, staan ouders en beroepsopvoeders er alleen voor. De omgeving moet pedagogischer, aldus De Winter.

6


6

Aansluiten bij de belevingswereld

Bijna iedereen kent wel een Comeniusschool in de eigen omgeving, maar vrijwel niemand is bekend met de pedagogiek van Johann Amos Comenius, de eerste pedagoog van de moderne tijd. In 1658 publiceerde hij het leerboek Orbis Pictus (De Wereld In Beeld), dat in heel Europa hét standaard leerboek werd. Revolutionair aan zijn boek was dat het uitging van de onmiddellijke ervaringswereld van het kind. In het boek stond alles wat kinderen in hun alledaagse ervaringswereld tegenkwamen afgebeeld, van vogels en akkers tot kappers en hoepelspelen. Sindsdien is aansluiten bij de belevingswereld een sine qua non van iedere pedagogiek. We zien het bijvoorbeeld terug in het concept van ‘de zone van naaste ontwikkeling’ van de Russische pedagoog Lev Vygotsky.

Pedagogisch handelen is alleen effectief in de zone die de opvoedeling nét één stapje verder brengt. Verwant is ook John Dewey’s fameuze motto (4.470.000 hits op google): Learning by doing Kinderen leren pas op het moment dat het er voor hen toe doet. Pas als je in je handelen op een probleem stuit, sta je open om te leren. Een voorbeeld: je kunt leerlingen proberen de tweede hoofdwet van de thermodynamica uit te leggen. Op een enkele bolleboos na zullen allen in slaap vallen. Als je diezelfde leerlingen echter de tweede hoofdwet probeert te laten snappen in een vliegerwedstrijd, zullen ze veel geïnteresseerder zijn. Moderne onderwijskundige concepten als probleemgestuurd onderwijs, ‘adaptief leren’, ‘natuurlijk leren’ en just-in-time leren zijn hedendaagse uitwerkingen van Dewey’s leren-door-tedoen-principe.

7

Idealisme

Opvoeden is geen wetenschap; opvoeden is een ambacht. Elk ambacht heeft z’n beroepsethos. Van een arts verwachten we zorgvuldigheid, van een piloot betrouwbaarheid, dapperheid van een militair en integriteit van een bestuurder. Van een opvoeder verwachten we idealisme. Een pedagoog moet gelóven in een zonnige toekomst voor de aan hem of haar toevertrouwde kinderen. Een pedagoog moet gelóven dat de toekomstige generatie het beter zal gaan doen dan zijn of haar eigen generatie. Een pedagoog, kortom, moet geloven in, of in ieder geval hopen op, een betere wereld. Loris Malaguzzi, Célestin Freinet, Erin Gruwell, François Marin en anderen: al deze pedagogische helden handelden vanuit dit idealisme. 7


8

Opvoeden = democratie

Opvoeden gaat niet louter, zoals velen het nogal eens doen voorkomen, om het aanleren van juist gedrag of het bijbrengen van regeltjes over hoe je je dient te gedragen. Dat is een beperkte visie. Opvoeden gaat om het ontwikkelen van de democratische attitude. Inspireren om te leven volgens de vitale waarden van onze cultuur: vrijheid, gelijkheid, broederschap; tolerantie, rationaliteit, nieuwsgierigheid, objectiviteit,

zelfreflexiviteit, vergevingsgezindheid, respect, solidariteit en ontwikkelingsgerichtheid. John Dewey schreef daarom: Education is not preparation for life. Education is life itself.

Micha de Winter echode dit in het Nederlandse taalgebied: democratisch burgerschap is geen vanzelfsprekendheid, maar iets dat je moet leren. Een goede pedagoog probeert daarom al in de kindertijd een democratische omgeving te creëren, waarin kinderen leren te denken en handelen volgens onze meest dierbare waarden.

9

Mondigheid

Ten slotte dient de opvoeding de opgroeiende generatie mondig te maken. Mondig denkt u? Dat klinkt erg seventies – en dat is het ook. Mondigheid als opvoedingsdoel stamt uit de kritische pedagogiek, die in de jaren ’70 en ’80 in West-Europa de pedagogiek beheerste, en in Duitsland en de VS nog steeds. Volgens deze neomarxistisch geïnspireerde pedagogiek heeft de westerse samenleving niet louter vooruitgang gebracht. Winstbejag, machtsmisbruik, kortetermijndenken, aantasting van het milieu, racisme, seksisme, onderdrukking en uitbuiting zijn ongewenste neveneffecten van onze huidige maatschappijordening. Willen we als mensheid vooruit, dan zullen we de opgroeiende generatie weerbaar moeten maken tegen de 8


indoctrinaties door commercie, politiek en media. Kinderen moeten ge-empowered worden om te begrijpen dat het hebben van een d-cup, een cabrio Mercedes en een villa in Beverly Hills niet per se het hoogste is dat een mens kan bereiken, en dat een internetmeldpunt een schijnoplossing is voor de complexe problemen die samenhangen met globalisatie. De kritische pedagogiek wil jongeren leren dit soort ideologische propaganda te doorprikken, zodat ze leren autonoom keuzes te maken, en bij kunnen dragen aan een betere, rechtvaardiger maatschappij. Ira Shor definieerde de opgave van de opvoeding in zijn boek Empowering Education: Critical Teaching for Social Change (1992) als het aanleren van: [m]anieren van denken, lezen, schrijven en spreken die dieper gaan dan … eerste indrukken, dominante mythes, officiële verklaringen, traditionele clichés, overgeleverde wijsheden en oppervlakkige meningen om de diepere betekenis, sociale context, ideologieën en persoonlijke consequenties van iedere handeling, gebeurtenis, object, proces, organisatie, ervaring, tekst, onderwerp, beleid, discours en massamedia te doorgronden.

Einde van de Spoedcursus Pedagogiek voor Mediawijsheid Pro’s. Hoe laten deze uitgangspunten zich vertalen naar een pedagogisch aanpak van mediawijsheid?

Buitenland Voor Amerikaanse en Duitse mediawijsheid pro’s zijn de negen pedagogische uitgangspunten vanzelfsprekend. Ze vormen het achtergrondkader van waaruit ze werken. Neem bijvoorbeeld de core principles van de Amerikaanse National Association for Media Literacy Education: 1.

2. 3. 4.

5.

NAMLA requires the development of critical thinking skills and active inquiry. This principle stresses the importance of understanding the origins of media messages. Every message was created by an individual with inherent biases, but also with a specific calculated message, for a specific reason. What are those biases, what are the underlying messages and what are they for, and what language is used to convey those messages? Media literacy will always be an expanding subject, with new technology, and new media platforms. Students should be able to access information, and express information through all forms of media. This educational field is not a one-time exercise, but an ongoing process, with both the students and educators interacting and growing. The goal of media literacy education is informed, reflective, and engaged participants. Educators should encourage free thought, varying perspectives, and respect amongst peers. A media literate individual is not influenced by the media, nor are they necessarily against the media. Students should learn to think for themselves, rather than shifting from absorbing mass media influences, to absorbing an opposing point of view. Media is an integral, and valuable part of society. Media makers should be viewed as creative members of society. Negative aspects, such as violence, racism, and corporate influence should be addressed by media literacy education. Through this conversation, empowerment is possible — the power of critical analysis, but also of creation.

Ook het recentelijk opgestelde European Charter for Media Literacy ademt deze pedagogische sfeer: We support the principle that every European citizen of any age should have opportunities, in both formal and informal education, to develop the skills and knowledge necessary to increase their enjoyment, understanding, and exploration of the media. We believe that media literate people should be able to:  Use media technologies effectively to access, store, retrieve and share content to meet their individual and community needs and interests;  Gain access to, and make informed choices about, a wide range of media forms and content from different cultural and institutional sources;  Understand how and why media content is produced; 9


   

Analyse critically the techniques, languages and conventions used by the media, and the messages they convey; Use media creatively to express and communicate ideas, information and opinions; Identify, and avoid or challenge, media content and services that may be unsolicited, offensive or harmful; Make effective use of media in the exercise of their democratic rights and civic responsibilities.

Binnenland Deze pedagogische benadering van mediawijsheid staat nogal in contrast met de manier waarop het onderwerp in Nederland vaak benaderd wordt. Een afbeeldingencollage:

10


We leggen deze protectionistische benadering van mediawijsheid langs de pedagogische meetlat.

Het kind is okay Laat het aan jongeren zelf over, en ze klikken standaard op de eerste link op Google, gamen te lang, uploaden ongepaste foto’s en bellen veel te lang met dure betaaldiensten. Wordt het kind hier ingeschat als ‘able, valuable, and responsible’? FAIL 11


Wees positief Leerlingen verbieden mobieltjes aan te hebben op school, leerlingen arresteren voor hun tweets, jongeren verbieden bepaalde films te kijken of games te spelen, vermanend toespreken over hun omgang met beltegoed: worden jongeren hier positief benaderd? FAIL

Opvoeden doe je samen Wij als volwassenen kiezen slimme wachtwoorden en geven die nooit zomaar weg, weten welke informatie betrouwbaar is en welke niet, uploaden geen compromitterende foto’s op Facebook en gaan nooit topless op de webcam. Wij weten hoe het moet; nu de jongeren nog. Is er hier sprake van een wederzijds leerproces? FAIL

Het proces is belangrijker dan het doel Wij weten precies wat we willen: lespakketten die kids in twee uur sharp leren om nooit meer gemene tweets te sturen aan klasgenootjes, hun Hyves account op private te zetten en geen extreem agressieve games te spelen. Is het proces belangrijker dan het doel? FAIL

Zorg voor de omgeving Scholen doen er alles aan een op ontwikkeling gerichte omgeving te creëren. Daar gaan we vanuit. Nu nieuwe en sociale media steeds meer mogelijkheden bieden voor kennisdeling en interactie, doen scholen er alles aan om deze een plek binnen het onderwijsleerproces te geven. Toch? Helaas, scholen verbieden laptops en mobieltjes massaal. Zorg voor de omgeving? FAIL

Aansluiten bij de belevingswereld Digital Natives leven op sociale netwerken, communiceren via whatsapp en ping en maken vrienden op Xbox Live. Haken onze mediawijsheidinitiatieven daarbij aan? Aantal mediawijsheid apps op de iPhone of Android market: 0. Op Facebook: 0. Op de Wii: 0. Wel bestoken we ze met brochures en stichtelijke Donald Ducks. Aansluiten bij de belevingswereld: FAIL

Idealisme We vatten de leerdoelen van de fotocollage samen: de ideale jongere is spaarzaam met betaalsmsjes, zet z’n DS-Lite op tijd uit, kiest ingewikkelde wachtwoorden en jokt nooit over z’n leeftijd. Zien we hier bevlogen opvoeders aan het werk die ook het mediadomein willen benutten om het maximale in jongeren naar boven te halen? FAIL

Opvoeden = democratie Nog één keer terug naar de collage: gebruiken de mediawijsheidprofessionals die achter deze plaatjes zitten het mediadomein om onze meest vitale democratische waarden met nog meer energie te laten herleven bij de opgroeiende generatie? FAIL

Mondigheid Helpen deze initiatieven jongeren om kritische burgers te worden, die de onderliggende ideologieën van mediaboodschappen kunnen doorgronden? FAIL Gelukkig kan het ook anders. 12


Bovenstaande afbeeldingen zijn van de mediawijsheidprojecten Splitsz, Hollywood in de Klas en Mediamasters. We zien stralende en trotse kinderen – het resultaat van een pedagogische aanpak.

Het kind is okay Deze projecten starten vanuit de gedachte dat jongeren tot heel veel in staat zijn. Hollywood in de Klas laat kinderen een eigen film maken, Splitsz laat jongeren een eigen verzonnen ‘idool’ promoten, Mediamasters geeft jongeren enerverende opdrachten mee, allen in de overtuiging dat ze deze taken tot een goed einde weten te brengen. Het kind is okay? PASS 13


Wees positief Kinderen en jongeren worden in deze projecten niet aangesproken op wat ze mogelijk allemaal fout kunnen doen met media, maar op wat ze er mee kunnen realiseren, opbouwen en creëren. Wees positief? PASS

Opvoeden doe je samen Alle drie de projecten worden binnen een schoolcontext aangeboden. Niet alleen de leerlingen leren, maar ook de leerkrachten. Bij Splitsz en Mediamasters worden bovendien de ouders betrokken. Opvoeden doe je samen? PASS

Het proces is belangrijker dan het doel Alle projecten hebben weliswaar een doel: bij Hollywood in de Klas het maken van een film, bij Splitsz beroemdheid van je ster, en bij Mediamasters het volbrengen van de game. Bij HidK en MM is er zelfs een hoofdprijs: de finale van het HidK festival winnen of de beste Mediamasters klas 2011 worden. Maar dit zijn geen leerdoelen. De leerdoelen – inzicht krijgen in de werking van media en deze strategisch kunnen inzetten – zijn ‘verstopt’. Alles draait om het proces: kinderen die actief en enthousiast bezig zijn met media. Het proces belangrijker dan het doel? PASS

Zorg voor de omgeving Op de set van HidK draait alles om plezier. Splitsz en Mediamasters zien er fantastisch uit: beide games spelen zich af binnen een omgeving die een lust voor het oog is, en vol zit met prikkels tot verder onderzoeken en creëren. Zorg voor de omgeving? PASS

Aansluiten bij de belevingswereld Alle kids hebben wel ’s iets gefilmd met hun mobiel: in HidK mogen ze aan de slag met professionele apparatuur. De Splitsz omgeving lijkt op Habbo en MM biedt een heuse adventure game-omgeving. Aansluiten bij de belevingswereld? PASS

Idealisme Bij alle drie de projecten druipt de bevlogenheid van de makers ervan af. Ze bieden kinderen de mogelijkheden het beste op mediagebied uit zichzelf naar boven te halen. Idealisme? PASS

Opvoeden = democratie Deze projecten kennen geen juiste antwoorden of perfecte scenario’s. De beste oplossingen zijn de oplossingen die de jongeren zélf weten te vinden, waarbij ze uitgedaagd worden tot samenwerking en cocreatie. Mediawijsheidprojecten als inspiratie voor een democratische (media)samenleving? PASS

Mondigheid Door kinderen zelf actief aan de slag te laten met media leren ze en passant de taal van de media te spreken. Ze leren mediaboodschappen te creëren, ontwikkelen mediastrategieën en krijgen inzicht in de werking van door anderen gebruikte mediatechnieken. Dragen ze bij aan de mediamondigheid van de opgroeiende generatie? PASS

14


Besluit Kinderen hebben het al zwaar genoeg in de mediasamenleving van vandaag. Ze crossen door weer en wind met onze ochtendkranten om de nieuwste smartphone te kunnen betalen. Als de kranten bezorgd zijn moeten ze zich ook nog ’s druk maken om hun online rep en daarna de rotte krabbels en pings van vervelende vrienden managen. Laten we proberen het ze daarbij als volwassen generatie niet nog lastiger maken. Kinderen en jongeren zitten niet te wachten op een volwassen generatie die ze vermanend toespreekt over hun onverantwoordelijke en onnozele online gedrag. Kinderen hebben volwassenen nodig die samen met hen de uitdaging aangaan om van de mediasamenleving een mooiere en betere samenleving te maken. En laten we nu eerlijk zijn: die uitdaging is voor onszelf al lastig genoeg. Heb je nét een Facebook account aangemaakt, kom je erachter dat je óók nog op Google+ en Pinterest moet. Heb je braaf DWDD gekeken, begint een collega bij de koffieautomaat over P&W, dat je tot je schaamte niet gezien hebt. De mediasamenleving is complex en stelt ons voor tal van opgaven waarbij wij ook de juiste koers niet precies weten. Je ziet de afschuwelijke beelden in Homs, maar weet óók niet wat je hiermee aan moet. En of Nederland beter af is met de gulden of de euro: wie het écht weet, mag het zeggen. Vluchten in protectionisme betekent: deze uitdagingen uit de weg gaan. Kiezen voor een pedagogische benadering betekent: deze uitdagingen samen met de opgroeiende generatie aangaan. Zoals Barack Obama stelde: We lose ourselves when we compromise the very ideals that we fight to defend. And we honor those ideals by upholding them not when it’s easy, but when it is hard.

Al is het niet altijd makkelijk: mediawijsheid zal pedagogisch zijn, of ze zal niet zijn.

Further Reading Wie geïnspireerd is geraakt door deze paragraaf van Mediawijsheid Pro en meer wil lezen over een echt pedagogische benadering van mediawijsheid verwijs ik graag naar het boek Digital Literacies: Social Learning and Classroom Practices. Dit boek is samengesteld door een team van échte pedagogen – aan universiteiten verbonden pedagogen en in de praktijk werkzame leerkrachten – die daarnaast verstand hebben van nieuwe en sociale media. In de hoofdstukken laten ze zien hoe je sociale netwerken, video’s en wiki’s, blogs en virtuele werelden pedagogisch adequaat in kan bedden in leerprocessen. Verplichte kost dus voor alle mediawijsheid pro’s.

15


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.