De Digital Native

Page 1

“ Als je wilt weten hoe zakelijk leiderschap er over drie tot vijf jaar uitziet, kijk dan naar wat er nu gebeurt in online games� ~ Byron Reeves (Stanford University)


De Digital Native Ik gok dat 97% van de lezers van Mediawijsheid Pro de uitdrukking ‘digital native’ wel eens tegen is gekomen. Ook denk ik dat zeker 94% weet wat het begrip betekent: een digital native is een jongere, geboren na 1980, groot geworden met digitale media en bijgevolg een ‘native speaker’ van de nieuwe media taal. Verder vermoed ik dat zo'n 78% de term zelf wel eens gebruikt heeft, in een tweet, op het werk bij de koffieautomaat, of op een verjaardagsfeestje tegen je nichtje. Ten slotte gok ik dat niet meer dan 3% de teksten van Marc Prensky, de bedenker van het begrip, er op nageslagen heeft. Ik beken zelf ook schuld: ik gebruikte het begrip al wijd en zijd voordat ik überhaupt wist wie Prensky was. De term sprak bij mij iets aan, voorzag in een behoefte om een fenomeen te duiden waar ik tot dan toe drie volzinnen voor nodig had. Ook bij vele anderen sloeg de term aan. Inmiddels heeft “digital natives” op Google zo’n twee miljoen hits. Maar omdat het zo’n lekker bekkend begrip is, dat uitstekend gebruikt kan worden om te provoceren en te plagen, of juist te vleien en “Wel een beetje immigrant hè? ;-)” complimenteren, is de ‘digital native’ nogal een eigen leven gaan leiden. Tijd dus om terug te keren naar de bron: wat zegt Prensky er zelf over?

17 x anders Opgegroeid in de flitsende, interactieve mediasamenleving, heeft de digital native zich anders ontwikkeld dan z’n papa en mama. Volgens Prensky doen digital natives zeventien dingen anders dan digital immigrants. Digital Natives communiceren anders

Digital Natives delen anders

2


Digital Natives kopen & verkopen anders

Digital Natives ruilen anders

Digital Natives creĂŤren anders

3


Digital Natives ontmoeten anders

Digital Natives coรถrdineren anders

Digital Natives evalueren anders

4


Digital Natives gamen anders

Digital Natives leren anders

Digital Natives evolueren anders

5


Digital Natives zoeken anders

Digital Natives doen anders verslag

6


Digital Natives programmeren anders

Digital Natives socializen anders

Digital Natives groeien anders op

7


Huh? Alleen maar plaatjes? Waar is de tekst? U bent een digital immigrant. Leest u de 17 kenmerken van de Digital Native, inclusief toelichtingen, op uw gemak na in Prensky’s boek Don’t Bother Me Mom – I’m Learning! op de pagina’s 40-51.

Dít eist de digital native De digitale native is bekender, maar Don Tapscotts analyse van de digital native is diepgaander. Tapscott schreef een tweeluik dat voor iedere mediawijsheid pro onmisbare kost is: Growing Up Digital uit 1997 en het vervolg Grown Up Digital uit 2009. In het eerste boek beschreef hij met vooruitziende blik “de opkomst van de netgeneratie”; in de sequel doet hij uit de doeken “hoe de netgeneratie uw wereld verandert”. Eic Schmidt, tot dit jaar baas van Google, schreef erover: “Grown Up Digital laat de wereldveranderende kracht van de netgeneratie zien. Als je hun impact wilt begrijpen, lees dan dit boek.” Beide boeken staan vol interessante observaties over de nieuwe gewoonten, automatismen, normen, waarden en denkwijzen van digital natives. Hier wil ik er één hoofdstuk voor u uitlichten: hoofdstuk 3 van Grown Up Digital: The Eight Net Gen Norms: Characteristics of a Generation. Daarin beschrijft Tapscott acht veranderde verwachtingen bij de digital native (die Tapscott overigens aanduidt als ‘Net-Genners’). Die andere verwachtingen van de digital native gaan overigens niet aan alle digital immigrants voorbij, zoals te zien in het geinige filmpje over de bibliotheek (getipt door @bibliotheek20).

8


En deze van Social Media Wijs:

De acht nieuwe verwchtingen van digital natives: Digital Natives verwachten vrijheid “We houden allemaal van vrijheid, maar niet in de mate zoals deze generatie doet. Keuzevrijheid is als zuurstof voor ze”. @ DI’s hebben het maar moeilijk met de information overload; DN’s gedijen erbij @ DN’s zijn uitstekend in staat tot filteren van relevante reclameboodschappen en informatiekanalen @ DN’s gebruiken nieuwe media technologie om “traditionele beperkingen van het bureauleven” te omzeilen Digital Natives verwachten customization “Toen ik jong was, kon ik The Mickey Mouse Club echt niet customizen. Vandaag de dag kunnen jongeren de mediawereld om zich heen geheel naar wens aanpassen: hun bureaubladen, websites, beltonen, screensavers, nieuwsbronnen en vermaak.” @ DN’s hebben geen ‘toegang tot’ het internet; ze passen het web aan hun eigen wensen aan. @ DN’s verwachten dat alles customizable is: banen, producten, diensten. @ DN’s verwachten zelfs een My Government Digital Natives verwachten openheid “Terwijl de oudere generatie de beschikbaarheid van klantenbeoordelingen bejubelt, is dit voor de netgeneratie de normaalste zaak van de wereld.” @ Of het nu gaat om de lessen die ze volgen, het bedrijf waar ze willen gaan solliciteren, de sportclub waarvan ze lid willen worden of de makelaar bij wie ze een huis gaan kopen: DN’s verwachten volledige, transparante informatie en talrijke klantenbeoordelingen. @ DN’s weten als geen ander wanneer ze zaken op het internet niet moeten vertrouwen. 9


Digital Natives verwachten integriteit @ Het internet vervaagt de grenzen tussen bedrijven, organisaties en instellingen aan de ene kant en hun klanten, belanghebbenden en activisten aan de andere. @ Het is een mythe dat DN’s ‘ongeinteresseerd’ zijn en geen normen en waarden zouden hebben. Integendeel: eerlijkheid, beleefdheid, transparantie en betrouwbaarheid zijn kernwaarden voor DN’s – en ze verwachten die van de instituties om hen heen. @ Dit is logisch, doordat DN’s geleerd hebben hun oordelen te baseren op de enorme hoeveelheid (wetenschappelijke, journalistieke en crowdsourcing) informatie die ze gewend zijn tot hun beschikking te hebben. @ Er waren nog nooit zoveel jongeren betrokken bij goede doelen, maatschappelijke organisaties en andere sociale causes. @ DN’s gaan alleen in zee met organisaties die hun waarden en normen delen. Digital Natives verwachten samenwerking “Ze beinvloeden elkaar via wat wij ‘N-vloed netwerken’ noemen – online netwerken van Net-Genners die merken, bedrijven, producten en beoordelingen bespreken.” @ Op Facebook en msn zijn DN’s gewend alles wat ze ondernemen te delen, overleggen en bespreken; dat verwachten ze ook van hun activiteiten op school, op hun werk en in de samenleving. @ DN’s accepteren geen strikt hierarchische relaties tussen ouderen en henzelf, maar verwachten inspraak en medezeggenschap (of het nu om productontwikkeling, onderwijs, of huiselijke zaken gaat). Digital Natives verwachten snelheid “The Net-Gen heeft een need for speed – en niet alleen in hun videogames.” @ DN’s zijn ongeduldig (en weten dit van zichzelf). @ DN’s verkiezen het simultane instant chat boven het trage e-mail. @ DN’s willen voortdurend feedback kunnen geven en krijgen Digital Natives verwachten lol @ Serieuze zaken als werk en school moeten speels uitgevoerd kunnen worden, want daaraan zijn DN’s in de videogames die ze gespeeld hebben gewend geraakt. @ DN’s verwachten hun creativiteit te kunnen inbrengen bij alles wat ze ondernemen. Digital Natives eisen innovatie “Toen ik jong was, ging innovatie zo snel als een gletsjer; tegenwoordig gaat innovatie in de zesde versnelling”. @ DN’s willen altijd de nieuwste devices, niet omdat ze zo cool zijn, maar omdat ze er meer mee kunnen dan met de vorige generatie. @ DN’s willen de vrijheid hebben om zaken op eigen, creatieve manieren uit te voeren – ze gaan er net als in games vanuit dat er meerdere stragieën mogelijk zijn om een doel te bereiken en willen deze paden vrijelijk kunnen exploreren. @ DN’s verwachten dat ook hun omgeving (school, werk) voortdurend innoveert. 10


Generatie Einstein Er is ook een analyse van de Digital Native van Nederlandse bodem: Generatie Einstein: slimmer, sneller en socialer van Jeroen Boschma en Inez Groen. Inmiddels heeft het boek een derde editie gekregen, met de iets gewijzigde ondertitel slimmer, sneller, volwassener. Immers, de Digital Native is groot geworden. In de beschrijving van de jonge Einsteins herkennen we het generatieportret van Prensky en Tapscott. Een stukje van die beschrijving: [J]ongeren die alles delen op internet, die zichzelf terugvinden in gênante situaties op YouTube, die foto’s van zichzelf en anderen op internet plaatsen, gewoon om lekker te lachen. Die meer vertrouwen op hun vrienden, dan op bedrijven en instellingen, want sinds ze ‘doelgroep’ zijn geworden is de wereld niet zo eerlijk tegen hen. Die door hebben gekregen hoe media werkt, die door schade en schande geleerd hebben wie je wel en wie je niet kunt vertrouwen, en vaak kiezen voor het mond-tot-mondcircuit en het officiële communicatiekanaal niet meer vertrouwen. Die opgegroeid zijn met zoveel kwaliteit, dat ze dat ook eisen van anderen, van hun werkgevers, van hun docenten.

In onderstaande word cloud staan de dertien eigenschappen die de Generatie Einstein volgens Boschma & Groen kenmerkt:

Voor mediawijsheid pro’s is Generatie Einstein wel iets minder interessant dan Prensky en Tapscott, omdat het meer over veranderde jeugdidentiteit in het algemeen gaat, dan specifiek over de nieuwe media habits van in de mediasamenleving grootgeworden kids.

Weerstand Het is logisch dat een concept dat de oudere generatie wegzet als immigranten met een digitale achterstand, op weerstand stuit bij de oudere generatie. In een voetnoot bij een andere tekst van de hoofdauteur van dit boek, schreef Mary Berkhout, programmamanager van Mediawijzer.net: Ik heb wat tegen de termen digital immigrant/native. Omdat er (1) wat fatalistisch in zit: een immigrant bereikt namelijk nooooit het niveau van een native; en (2) de natives van nu over 20 jaar zelf weer immigrants zijn. 11


Instructietechnoloog Terry Freedman vind het een gesjeesde vinding van “techno-romantici”. Onderzoekers en mediawijsheidorganisaties buitelen over elkaar heen om de mythe van de digital native te ontkrachten. In het prestigieuze onderzoek EU Kids Online, uitgevoerd onder leiding van Sonia Livingstone, staat het op de #1 positie in de Top Tien Mythes over jeugd en media. Vorig jaar kwam in Nederland een rapport uit waarbij zelfs de hele titel aan de ontkenning van het bestaan van de digital native werd gewijd. Een interessant rapport, boordevol interessante informatie over mediagebruik van tieners, verbeeld in mooie infographics. Maar wie in het rapport op zoek gaat naar heldere ontkrachting van de mythe van de digital native, vindt die niet (wat het vermoeden doet rijzen dat de titel vooral gekozen is om mediaexposure te krijgen – wat natuurlijk heel mediawijs is). Wie “Myth of the Digital Native” intikt op Google komt bij heel wat verschillende (meer en minder) wetenschappelijke artikelen, presentaties en papers. De meeste daarvan proberen vooral aan te tonen dat jongeren echt niet allemaal zulke wizzkids zijn, zoals dit onderzoek dat laat zien dat studenten prima filmpjes kunnen kijken en socializen, maar er maar heel matig in slagen media in te zetten voor studiedoeleinden. Andere onderzoeken gaan diepgravender op de materie in, zoals dit artikel, dat concludeert dat het concept van de digital native verhult dat in de harde werkelijkheid grote groepen jongeren buiten de digitale boot vallen (waaronder meisjes, kinderen uit gezinnen met lagere sociaaleconomische status, en allochtone jongeren). Tijd dus om een criticaster aan het woord te laten. Wie konden we daar beter voor vragen dan de wetenschapper die de landelijke televisie haalde met haar onderzoek waarin ze aantoonde dat jongeren absoluut niet kunnen googlen: Amber Walraven.

De Digital Native bestaat niet − door Amber Walraven Ik vind het prachtig hoor, al die mensen die blijven roepen: ‘Het onderwijs moet radicaal anders! Er zit een totaal nieuw soort leerlingen in de klas! Onderwijs en docenten kunnen niet achterblijven! Leerlingen lachen ons uit!’ Als dat is wat nodig is om docenten zichzelf te laten blijven ontwikkelen, om docenten aan de gang te krijgen met het integreren van ict in het onderwijs, om meer te weten te komen over wat er nodig is om dit goed te doen: blijf het gerust roepen hoor. Maar het is natuurlijk niet waar wat je roept. 1. Geen leerling is gelijk Net zo min als leerlingen vóór de digitale revolutie gelijk waren, hetzelfde konden en hetzelfde wilden, is dat nu ook niet het geval. Niet elke leerling vindt het leuk om via een game iets te leren, niet elke leerling vindt het leuk om zelfontdekkend te leren, niet elke leerling wil met een iPad leren. Sommigen wel, anderen niet. Daardoor is het dus onzin om het onderwijs radicaal om te gooien. Leerlingen zitten daar over het algemeen ook totaal niet op te wachten. Die willen weten wat er geleerd moet worden voor het proefwerk, en ze willen dat de docent vertelt wat ze moeten leren. De rest kost allemaal veel te veel moeite. Voorbeeld uit mijn eigen praktijk: ik liet studenten een wiki bouwen in plaats van hoorcolleges te volgen. Dat ging aardig, al hadden studenten moeite te bepalen of ze nu genoeg kennis over het onderwerp kregen. Ook bleef het bij 12


samenvatten van artikelen en ging niemand verbanden leggen of wijzigingen maken in elkaars teksten. Ik vroeg aan het eind van het vak wat ze er van vonden. Voor de meesten ontbrak er structuur. Ze hadden graag dat ik aan had gegeven hoe vaak ze minimaal iets moesten toevoegen en hoe vaak ze minimaal op elkaars stukken moesten reageren. En ja, ze hadden ook moeite met het doorgronden van de structuur van zo'n wiki... Waren dit nu exponenten van een generatie die zo anders leert? Die zulke totaal andere vaardigheden heeft dan wij? En als we Facebook willen gebruiken, is de eerste reactie: nee, dat hoeft echt niet op school, dat is privé! Of dan heb je een Twitterhashtag voor je vak, ben je als docent de enige die twittert... Ik denk dat veel leerlingen school liever school houden, en digitaal liever thuis doen. 2. Schijn bedriegt Het lijkt alsof ze zoveel kunnen. Maar onderzoek wijst uit dat dat niet zo is. De informatie op internet kritisch evalueren, beseffen wat je wel en niet online zet, een formulier online invullen, je belastingaangifte digitaal doen. Dat laatste kan natuurlijk ook aan de belastingdienst liggen, maar sla de literatuur er op na, en je kan niet anders concluderen dan dat we onze jeugd stelselmatig overschatten. Maar we kunnen er natuurlijk niet onderuit: we zullen echt wel iets moeten veranderen. Want misschien dat de leerlingen niet anders zijn – de maatschappij is dat wel. De vaardigheden waar een beroep op wordt gedaan zijn niet anders hoor (voor we die discussie weer gaan krijgen...). Ze komen alleen in een andere mate en op andere manieren voor. En daar moet het onderwijs op inspringen. Maar, terug naar mijn studenten, toen ik het probeerde, inspelen op andere vaardigheden... Ze gaven toe dat mijn vak anders was, zo anders dan de andere vakken die ze in dezelfde periode volgden, dat ze er niet goed raad mee wisten. Dat ze zich daarom niet echt hadden verdiept in het schrijven van een wiki. Dat ze zich liever richtten op dat wat ze al kenden en konden. Luisteren en opdrachten maken zoals de docent het wilde hebben. Als we het onderwijs en de leerlingen dus een échte dienst willen bewijzen, gaan we niet roepen dat elke leerling zit te wachten op verandering. Want ze houden het liever bij het oude. Maar omdat het noodzakelijk is om de leerlingen wel goed te leren omgaan met ict en media, zullen we het onderwijs toch radicaal moeten veranderen. Liefst in 1 keer. Alles. Overnight. Want anders hebben zowel leerlingen en docenten wéér een uitvlucht. Verstuurd vanaf mijn iPhone

13


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.