Link 2016 Oost Nederland Special NL

Page 1

SMART INDUSTRY IN OOST-NEDERLAND: VOEDINGSBODEM VOOR INNOVATIE EN GROEI

D E VE R B I N D I N G TU SS E N TEC H N O LO G I E, MAR KT E N M E N S

Special

2015/2016

BOOST VOOR SMART INDUSTRY VAN MASTERCLASS TOT FIELDLAB CROSS-OVERS MAAKINDUSTRIE MET FOOD, HEALTH EN CREATIEVE SECTOR HEEL VEEL ‘OM DE HOEK’

REMEHA: STAALTJE OOST-NEDERLANDSE OPTIMALISERING

LEAN PRODUCEREN IN DE KETEN

DENNIS SCHIPPER DEMCON GROEP

‘OVERHEID, GA MEER STUREN OP WERKGELEGENHEID’


U wilt maximale prestaties in de kleinste ruimtes? U wilt maatwerk voor light assembly en elektronica? :LM ELHGHQ HIÄ– FLĂşQWH DXWRPDWLVHULQJ DIJHVWHPG RS XZ EHKRHIWHQ WE ARE THE ENGINEERS 2) 352'8&7,9,7<

“

Dennis van Beers, Directeur Festo BV.

Een uitdaging voor machinebouwers om met innovatieve oplossingen te komen die individuele en veelal extreem lichte producten aankunnen maar daarbij toch universeel zijn in te zetten. Dat gebeurt gelukkig ook al op grote schaal. Ik zie het niet alleen in de hoogwaardige assemblageprocessen in de elektronica-industrie, maar tevens in de medische en laboratoriumwereld, bijvoorbeeld bij het geautomatiseerd nemen van monsters en het uitvoeren van analyses. Onontbeerlijk om snel een beslissing te kunnen nemen ]RGDW HHQ RSWLPDOH EHKDQGHOLQJ YRRU HHQ VSHFLą HN ]LHNWHEHHOG kan worden bepaald.Goede oplossingen voor light assembly, goede oplossingen voor innovatieve verpakkingssystemen. Precies dåår ligt een stukje van de toekomst.� Festo BV

Sustainable innovation 6HFXULW\ _ 6LPSOLFLW\ _ (IÄ… FLHQF\ _ &RPSHWHQF\

015 2518759 www.festo.nl


INHOUD 4 6 8 14 15 16

19 20 23 24 26 31 32 35 36 38 39

DENNIS

NIEUWS Dennis Schipper (Demcon Groep): ‘Overheid, ga meer sturen op werkgelegenheid’ Boost: Smart Industry in Oost-Nederland – Ondernemers aan het stuur GREAT-project voor hernieuwbare energie helpt innovaties de internationale markt op Health-innovators en hightech-maaksector vinden elkaar Rondetafeldiscussie over relatie tussen overheid en (smart) industrie: Maakbedrijven centraal in het ‘BadenWürttemberg van Nederland’ Food partnership: Nederlandse innovatie, Canadese springplank CENTERFOLD Smart Industry in Oost-Nederland: voedingsbodem voor innovatie en groei Cross-overs creëren marktkansen voor foodinnovatie, van appels tot frietjes Personeelsbeleid en groei bij AWL hand in hand Volop financieringsmogelijkheden voor start-ups, verbetering blijft mogelijk NieuweWeme heeft aan containerbouw krachtige groeimotor Staaltje Oost-Nederlandse optimalisering: Lean produceren in de keten Gezamenlijk beursbezoek creëert netwerk in binnen- en buitenland VIRO en IMS ontwikkelen generieke besturingssoftware voor ‘4.0’ productieplatform KORT Ook creatieve sector zoekt cross-over met maakindustrie

SLIM ORGANISEREN

De uitnodiging van de uitgevers van Link om deze special mede invulling te geven, heb ik met veel plezier aanvaard. Want al doen we met Demcon steeds meer internationaal en hebben we –– naast andere locaties – een sterk groeiende vestiging in Eindhoven, we blijven een Enschedees, een Twents, een Oost-Nederlands bedrijf. De regio gaat mij aan het hart – uit eigenbelang, zeker, maar er is meer. Ik kom ze tegen en lees erover in Link, de ‘parels’ die zo kenmerkend zijn voor de maakindustrie in Oost-Nederland. Bedrijven die slim en innovatief bezig zijn en gestaag groeien. Ik ben blij dat ik er voor deze special enkele heb kunnen aandragen. Ze werken bijvoorbeeld al aan smart industry. Daar wordt heel veel over gepraat, hier in Oost-Nederland zijn bedrijven al aan het ‘smart’ snijden, buigen, lassen, meubelmaken, data uitwisselen en wat al niet. Soms laten die parels zich te weinig horen, waardoor kennisinstellingen hen niet zien staan, overheden niet weten hoe zij hen beter kunnen ondersteunen in hun groei en investeerders de hand op de knip houden. Dat moeten we met z’n allen in de toekomst zien te voorkomen. En dat kan, weet ik uit eigen ervaring als het gaat om investeringskapitaal. Sinds Demcon aan de weg timmert met z’n incubator, melden zich private partijen die willen investeren in de startende en doorgroeiende bedrijven die wij onder onze hoede hebben. Die investeerders weten de weg te vinden naar de Demcon Campus – dat laatste is misschien nog wat voorbarig, maar de plannen ogen in ieder geval goed. Laat het symbool staan voor het ecosysteem dat ik in Oost-Nederland zie ontstaan. Waar ondernemingen – groot en klein – innoveren en groeien, waar kennisinstellingen en overheden open staan voor de behoeften van die diversiteit aan bedrijven en waar (publieke en private) investeerders de benodigde middelen kunnen verschaffen. Als we dat slim organiseren, dan komt het met die Oost-Nederlandse smart industry in wording helemaal goed. DENNIS SCHIPPER Ceo Demcon Groep www.demcon.nl

Op verzoek van Link Magazine heeft Dennis Schipper het gasthoofdredacteurschap voor deze special Oost-Nederland op zich genomen, met de van hem bekende ondernemersgeest. Daarvoor onze dank. De uitgevers, Mireille & John van Ginkel

COLOFON Magazine

COLOFON

Deze special ‘Smart Industry in Oost-Nederland: voedingsbodem voor innovatie en groei’ is bijgevoegd bij Link Magazine van februari 2016. Link Magazine is een managementblad over eigentijdse vormen van samenwerking tussen bedrijven onderling en tussen bedrijven, (semi-)overheid, universiteiten en hogescholen. Link Magazine verschijnt zesmaal per jaar.

2015/2016 UITGEVER H&J Uitgevers Mireille van Ginkel Postbus 101, 2900 AC Capelle a/d IJssel (010) 451 55 10 06 51 78 41 97 (010) 451 53 80 (fax) www.linkmagazine.nl

REDACTIEADVIESRAAD J. Beernink MSc (Golden Egg Check), ing. B. Draaijer (KLS Netherlands), J.A.L.M. van Erp MSc (Holland High Tech), ir. J.F.M.E. Geelen (Océ), ir. R. van Giessel (voormalig ceo Philips CFT), ing. A.L. Goudriaan MBA (Bosal), ing. J.B.P. Hol (Legrand Group), ir. T.J.J. van der Horst (TNO), prof. dr. ir. J.G.H. Joosten (Dutch Polymer Institute), ir. W. Jouwsma (Bronkhorst High-Tech), R.J.C.M. Kok (voormalig president OTB Group), ir. M.W.C.M. van den Oetelaar (Bosch Rexroth), ir. Th.J.O. Pehrson (Festo), dr. ir. M. Peters (president & ceo Moba Group), dr.ir. D.A. Schipper (Demcon), E. Severijn (Siemens PLM Software Benelux), H.G.H. Smid (Variass Group), ir. W.W.M. Smit MMC (DBSC Consulting), ing. N.J.F. van Soerland MBA (Philips Healthcare), ir. H.H. Tappel (Frencken Europe), prof. dr. L.H.J. Verhoef (TU Eindhoven), W.B.M. van Wanrooij (IBN Productie), ir. S.J. Wittermans (ASML) HOOFDREDACTIE Martin A.M. van Zaalen, Dennis Schipper (gasthoofdredacteur) EINDREDACTIE Hans van Eerden, redactie@linkmagazine.nl AAN DEZE SPECIAL WERKTEN MEE Maaike Büchner, Pim Campman, Tamara Franke, Lucy Holl, Wilma Schreiber

COVERFOTO Arjan Reef GRAFISCHE VORMGEVING Primo!Studio, Delft DRUK Ten Brink Offset, Meppel ABONNEMENTEN u 63,50 per jaar ABONNEMENTENADMINISTRATIE EN OFFICEMANAGEMENT Mireille van Ginkel mireille.vanginkel@linkmagazine.nl (010) 451 55 10, 06 51 78 41 97 (010) 451 53 80 (fax) ADVERTENTIE-EXPLOITATIE John van Ginkel john.vanginkel@linkmagazine.nl (010) 451 55 10, 06 53 93 75 89 VOLGEND NUMMER Het eerstvolgende nummer van Link Magazine verschijnt 15 april 2016. Het thema van dit nummer is ‘Complexiteit managen’. ISSN 1568 - 1378 Niets uit Link Magazine mag worden overgenomen of gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever. Deze uitgave is met grote zorgvuldigheid samengesteld. Desondanks kan de uitgever geen aansprakelijkheid aanvaarden bij eventuele onjuistheden. Aan de inhoud van deze publicatie kunnen geen rechten worden ontleend.

Special Oost-Nederland - februari 2016

3


NIEUWS TECHNIEKPACT TWENTE: LEREN PROGRAMMEREN Smart Industry is ook voor het Techniekpact Twente een belangrijk thema, verklaart programmadirecteur Ton Beune. ‘Wij willen de regio profileren als hightech en richten ons vooral op de topsector HTSM. Je kunt het Techniekpact beschouwen als onderdeel van de Human Capital agenda voor Smart Industry. Vanwege de toenemende productieautomatisering en robotisering moet er naast het traditionele vakmanschap meer aandacht komen voor de vakman die kennis heeft van programmeren en voor de ict’er die begrijpt wat er in productieprocessen gebeurt. Wij haken daarom aan bij landelijke initiatieven om op basisscholen aandacht te besteden aan programmeren. We leg-

gen ook een link naar hogeschool Saxion, waar de eerste LEGO Education Innovation Studio op het Europese vasteland is gevestigd. Kinderen kunnen daar op een speelse manier kennismaken met techniek en programmeren.’ Terwijl landelijk de werkgelegenheid in de HTSM daalt, neemt deze nog toe in Twente. Dus moet het Techniekpact alle zeilen bijzetten om instroom, doorstroom en behoud van technisch talent te stimuleren. De cijfers laten een positief beeld zien, al heeft dat succes natuurlijk meerdere vaders. Zo ligt in Twente de instroom in de techniekprofielen op havo en vwo boven het landelijk gemiddelde en neemt het aandeel studenten in de techniek-

opleidingen aan Saxion en Universiteit Twente gestaag toe, tot 33 procent in 2014. Beune: ‘Er moet nog wel een schepje bovenop, want de doelstelling voor 2020 is dat veertig procent van de scholieren uit het voortgezet onderwijs voor een technische vervolgstudie kiest.’ Het groeipotentieel van de hightech maakindustrie is ook de reden waarom het Techniekpact samenwerkt met Twente Branding, om de regio aantrekkelijk te maken voor Twentse alumni die nu elders werken en voor ervaren arbeidskrachten uit het buitenland. Ook een actiepunt is behoud voor de regio van buitenlandse studenten na hun afstuderen. Actueel is de vluchtelingenproblematiek. Beune

verkent nu de mogelijkheden om hoogopgeleiden uit die categorie te bemiddelen naar Twentse bedrijven. Een nieuw speerpunt is het ontwikkelen van lokale agenda’s, om op lokaal niveau de binding tussen scholen en bedrijven te versterken. ‘Daarmee kan techniek voor kinderen eerder gaan leven. Het is natuurlijk best spannend op de UT of Saxion, maar er zijn veel technische bedrijven om de hoek, waar vader of moeder bijvoorbeeld werkt. Dat sluit direct aan de op belevingswereld van kinderen. Laat scholen lokale ondernemers voor de klas halen.’ www.techniekpacttwente.nl

HUMAN TALENT GELDERLAND PAPIER

Imagoverbetering bij de jeugd begint ook in de papierindustrie met ‘open huis’. Foto: VAPA

Met acht bedrijven en zo’n 2.200 medewerkers in de papier- en kartonindustrie is Gelderland de ‘papierprovincie’ van Nederland. Zoals wel meer sectoren kent de papierindustrie een haperende instroom van goed opgeleid technisch personeel, zoals operators, techneuten en procestechnologen, op mbo- en hbo-niveau. Bovendien zal er de komende tijd een grote uitstroom naar pensionering op gang komen. Het was reden genoeg voor de VAPA,

4

opleidingscentrum van en voor de Nederlandse papier-, karton- en golfkartonbranche, om met steun van de provincie Gelderland het project ‘Human Talent Gelderland papier’ te starten. ‘Iedereen heeft met papier en karton te maken, maar realiseert zich niet hoe dat gemaakt wordt, laat staan dat dat hier in Gelderland gebeurt’, zegt projectleider Joris Spaan. Doel van het project is technisch talent te ontwikkelen en behouden, de instroom te bevor-

Special Oost-Nederland - februari 2016

deren en het imago van de sector te verbeteren. ‘We hebben proeftuinen ingericht om aan dat doel te werken. Zo is er een stagebureau gekomen, dat bemiddelt tussen bedrijven en onderwijsinstellingen voor stages op mbo- en hbo-niveau.’ Nederland heeft geen papieropleiding, dus een vanzelfsprekende aanvoer van stagiairs is er niet. Die moeten komen van opleidingen chemie en procestechniek. ‘In dat kader versterken we de contacten met de opleiding Chemie van de Hogeschool Arnhem Nijmegen en het talentprogramma procestechnologie van ISPT (Institute for Sustainable Process Technology, red.). Wat betreft het mbo zijn er contacten met het Graafschap College in Doetinchem en Aventus in Apeldoorn over het opnemen van papiertechnologie in de reguliere opleidingen.’ In een andere proeftuin is een nulmeting ontwikkeld. ‘We hebben een beeld van hoe de operator 2020 eruitziet. Als bedrij-

ven nu mensen aannemen, weten ze waarop ze moeten focussen. Ze doen die nulmeting om te kijken waar de verbeterpunten zitten. In de proeftuin voor human resource development kijken we wat medewerkers op de werkvloer aan competenties nodig hebben op hun werkplek, zodat bedrijven een passende ontwikkeling aan hun medewerkers kunnen aanbieden. We willen daarvoor sectorbrede competentieprofielen opstellen.’ De financiering van het project ‘Human Talent Gelderland papier’ komt van de papierbedrijven en de provincie Gelderland. In april 2016 loopt het af, maar de bedrijven willen ermee door, want de eerste successen zijn er, meldt Spaan. ‘Zo zijn al 25 hbo-stagiairs geplaatst, die zonder dit project niet waren gekomen. En de bedrijven overleggen nu over strategisch personeelsbeleid, ze pikken elkaar niet meer de operators af. De imagostap is gemaakt, nu willen de bedrijven het ontwikkelen en behouden van medewerkers en het bevorderen van de instroom borgen in een nieuwe organisatievorm, de Human Factory. De gesprekken met de provincie over ondersteuning lopen nog.’ www.vapa.nl


MARKT AAN DE HORIZON Jaap de Rijk deed met zijn softwarebedrijf Luminis meerdere opdrachten voor Philips Analytical (nu PANalytical) en ontmoette er Johannes Bethke. Toen die in 2010 besloot om zelfstandig een idee voor een nieuw principe van materiaalanalyse met behulp van röntgentechniek verder te gaan ontwikkelen, gaf Luminis aan graag te willen meedoen. Samen richtten ze er in 2010 EnTech Scientific voor op. Toepassingen zouden er ongetwijfeld talrijke zijn, maar al snel besloten ze zich in eerste instantie op het securitydomein te richten. Met hulp van subsidies uit diverse programma’s (Interreg, Point-One en Eurostars) deden ze behoorlijk fundamenteel onderzoek. Na proof-ofprinciple, patentaanvragen en succesvolle labexperimenten diende zich de industrialisatie richting de markt aan. Naast het zoeken naar investeerders, diende EnTech een projectvoorstel in bij de EU. Het Horizon 2020 SME Instrument bood kansen, en security sloot naadloos aan bij de thema’s binnen dat programma. ‘Security was al een kernthema in Europa en dat is de laatste jaren alleen maar meer geworden. Daar-

binnen kozen wij voor airport security, met name het screenen van bagage op verboden stoffen zoals explosieven. Met onze methode kunnen we een brede range aan materialen identificeren achter een barrière; een koffer hoeft dus niet te worden uitgepakt bij controle. Vaste stoffen maar ook vloeistoffen – daarmee zijn we onderscheidend ten opzichte van andere baggage screeningmethoden op basis van röntgentechniek.’ Het Enschedese EnTech diende een zogeheten fase-1 aanvraag in bij Horizon 2020, om de relevantie van het concept binnen het programma te laten toetsen. Dat werd gehonoreerd, waarna het bedrijf een beroep deed op ontwikkelingsmaatschappij Oost NV voor ondersteuning bij de fase-2 aanvraag. ‘Zij hebben ons daarbij ondersteund en ook contact gelegd met de experts van RVO.nl die het voorstel hebben gereviewd. Dat heeft het voorstel beter gemaakt. Het indienen was eind vorig jaar en nu zijn we in gespannen afwachting. We willen ons prototype door- en uitontwikkelen naar een systeem dat geïntegreerd kan worden in grote

Identificatie van verdachte stoffen in bagage. Illustratie: EnTech

bagagescanningsystemen op luchthavens.’ Huidige EnTech partners zijn onder meer VIRO (Hengelo, Ov) voor het mechatronisch systeemontwerp, Luminis Arnhem voor de software, het Amerikaanse Canberra (doorontwikkeling van het detectiesysteem), het Nederlands Forensisch Instituut (voor experimenten met explosieven) en een Duits Fraunhofer-instituut (voor certificering). ‘We willen op twee vliegvelden real life-testen doen en gaan met hulp van Oost NV’s participatiebedrijf PPM Oost op zoek naar investeerders. Die fase-1 aanvraag heeft ons

zichtbaarheid gegeven in het Europese netwerk. Zo werden we uitgenodigd voor het High Technology Investment Program van de EU en mochten we ons presenteren op een ‘investor summit’, het Alpine High-tech Venture Forum in Lausanne, waar we in onze categorie de ‘Best Presentation Award’ wonnen.’ Zo heeft EnTech in Europa zijn horizon kunnen verruimen. www.entech-scientific.eu www.oostnv.nl www.ppmoost.nl www.rvo.nl

NIEUWE IMPULS VOOR SMART BENDING FACTORY Eind januari ontvingen enkele Oost-Nederlandse Smart Industry-projecten subsidie vanuit OP-Oost, het Operationeel Programma EFRO 2014-2020 Oost-Nederland. Voor de Smart Bending Factory, voorloper onder de landelijke fieldlabs (zie pagina 8), kwam twee miljoen euro beschikbaar, de ene helft van het rijk, de andere helft uit Gelderland (EFRO en provincie). Andere gehonoreerde projecten waren onder meer SLIM2 en FreeForm, elk goed voor bijna zes ton. In het SLIM2-project werkt een consortium aan een nieuw flexibel productieplatform met innovatieve systemen voor integrale procesbesturing en kwaliteitscontrole. Het doel is een nieuwe generatie ‘smart industry’ productiemiddelen te ontwikkelen, resulterend in een geavanceerd

flexibel productieproces (Smart Manufacturing Platform) voor de hightech maakindustrie. In het FreeForm-project gaat het om een gestandaardiseerd systeemplatform met een hoge mate van flexibiliteit voor het verpakken van verse voedingsmiddelen.

Dit in antwoord op de verregaande standaardisering van verpakkingen, die de food-industrie maar zeer beperkte variatie en nauwelijks onderscheidend vermogen biedt. FreeForm-technologie moet optimale vormvrijheid bieden, door product en verpakking

op elkaar te laten aansluiten, resulterend in lagere investeringskosten, lagere kostprijs, snellere omsteltijd en sneller produceren voor de markt. www.op-oost.eu

WERKBEZOEK AAN ZUID-DUITSLAND De Zuid-Duitse deelstaten Beieren en Baden-Württemberg – tezamen de industriële hightech motor van onze oosterburen – zoeken actief samenwerking met Europese regio’s. Reden voor de Nederlandse consul-generaal in München, Peter Vermeij, om Nederlandse regio’s uit te nodigen voor een werkbezoek. Dit voorjaar is de beurt aan Overijssel. De kiem werd gelegd tijdens een ont-

moeting tussen Vermeij en de Twente Board. Op 28 en 29 april zal een kleine delegatie, onder aanvoering van de Overijsselse gedeputeerde economie Eddy van Hijum, acte de présence geven, onder meer op ‘Tweede Koningsdag’. Traditioneel geven op die dag de Nederlandse ambassades en consulaten een receptie. In Van Hijum’s gevolg onder andere enkele ondernemers en represen-

tanten van Kennispark Twente, waaronder de Universiteit Twente en onderzoekscentrum TPRC. Op de agenda staan ontmoetingen met deelstaatministers en werkgeversorganisaties. Als vervolg zal er in ieder geval een tegenbezoek plaatsvinden en verder kan ontwikkelingsmaatschappij Oost NV handelsmissies gaan organiseren naar Zuid-Duitsland. munchen.nlconsulaat.org

Special Oost-Nederland - februari 2015

5


DENNIS SCHIPPER KIJKT VERDER DAN DEMCON’S EXPANSIE

GROEIBRILJANT VRAAGT AANDACHT VOOR COLLEGA-PARELS High-end technologieleverancier Demcon groeide in 2015 met bijna 25 procent. Autonoom – in medical systems en de nieuwe tak industrial systems – en door overnames. Voeg daarbij de incubatorfunctie die Demcon met veel enthousiasme invult en de ambities voor serieproductie, en het verklaart waarom Demcon alweer bijna uit het in 2013 betrokken Enschedese hoofdkantoor barst. Ceo Dennis Schipper droomt van een Demcon Campus die ruimte biedt voor verdere expansie. En van regionale overheden die bedrijven met jaar op jaar een stevige groei centraal stellen in hun economisch beleid.

Demcon’s hoofdkantoor in Enschede, met rechts de recente uitbreiding met productiefaciliteiten.

DOOR HANS VAN EERDEN

emcon groeide vorig jaar met bijna vijftig medewerkers tot 250 totaal. Verdeeld over het hoofdkantoor in Enschede, het in 2013 betrokken voormalige pand van Ericsson R&D, uitgebreid met productiefaciliteiten, en de vestigingen in Eindhoven (de al flink aangedikte Brainportsatelliet), Amsterdam, Oldenzaal, Groningen en Münster (D). En dit jaar wil ceo Dennis Schipper ook weer vijftig medewerkers plussen. Demcon werd groot in de high-tech systems, maar inmiddels is medical devices met een omzetaandeel van vijftig procent de grootste businessunit. Dat zit ’m in eerdere overnames als Finapres Medical Systems (non-invasieve bloeddrukmeters) en Macawi Medical Systems (beademingsapparatuur) die serieproductie en marktpresentie in met name Duitsland meebrachten. In 2015 kwamen Inbiolab (meten van spierspanning) en Nymus 3D (visualisaties voor onder meer de medische wetenschap) erbij. Daarnaast blijkt de nieuwe tak industrial systems een voltreffer. Demcon startte die in 2014, onder meer om met speciaalmachinebouw voor uiteenlopende sectoren de afhankelijkheid van de grillige semicon te verminderen. Natuurlijk is ASML nog steeds een grote opdrachtgever, waarvoor het testsystemen blijft bouwen. Naast de opkomst van industrial systems vindt Schipper de snelle internationalisering van

D

PRIJZEN 2015 was het jaar van de prijzen. Het hooggeprofileerde Demcon scoorde jarenlang matig in Link’s eigen Dutch Industrial Suppliers Awards. Maar eind vorig jaar was het zover, Demcon werd uitverkoren tot best knowledge supplier. Dennis Schipper reageerde opgelucht: ‘Ik geef toe: een prijs winnen is mooi. Ik vind dat we deze prijs terecht hebben gewonnen. Al meer dan twintig jaar bedenken we oplossingen voor onze klanten, we denken mee vanaf de ontwikkelingsfase en maken samen unieke producten. Deze prijs is voor alle 250 mensen die bij Demcon werken.’ Haast nog meer verguld is hij met de prijs die zijn mededirecteur Peter Rutgers, het ‘technisch geweten’ van het bedrijf, ten deel viel. Rutgers ontving van de DSPE (Dutch Society for Precision Engineering) de Rien Koster-prijs,

6

vernoemd naar de godfather van het nauwkeurig construeren en positioneren. Koster legde aan de UT de basis voor de Twentse mechatronica, waarvan Demcon een prominente exponent is. Schipper deed zijn promotieonderzoek bij Koster en werkte in die tijd samen met student Peter Rutgers. Samen richtten ze vervolgens Demcon op, in 1993. Schipper: ‘Peter is belangrijk. Als we met hem bij een klant aan tafel zitten, hebben we meteen een goed inhoudelijk verhaal. Prachtig dat hij die prijs heeft gewonnen.’

Special Oost-Nederland - februari 2016

De prijswinnaars van 2015, Peter Rutgers en Dennis Schipper.


zijn bedrijf opmerkelijk. ‘Die is al goed voor twintig procent van de omzet, van Duitsland en België tot Singapore en Japan. We zetten vooral in op Duitsland. Waarom in Palo Alto of China kijken als je nog zoveel bij de buurman kunt doen. We zijn er al een paar keer geweest met een handelsmissie onder leiding van Freerk Faber (directeur van het World Trade Center Twente, red.). Laagdrempelig, met de juiste bedrijven mensen in de groep, zodat je ook elkaar goed leert kennen.’ Dennis Schipper: ‘Mijn boodschap aan de overheid: ‘Jullie zijn die groeibedrijven vergeten, ga meer sturen op werkgelegenheid.’’

DEMCON CAMPUS Consequentie van de gestage groei is dat Demcon in zijn hoofdkantoor, pas drie jaar geleden betrokken, al weer tegen grenzen opbotst. ‘We lopen vast met onze productieruimte, waar we medische producten in serie maken, en de speciaalmachinebouw, wat vaak fysiek grote projecten zijn. Hier op het oudste deel van het Business & Science Park (BSP) in Enschede staan enkele gebouwen leeg. In een daarvan zouden we onze opgeschaalde productielijnen en de grote projecten kwijt kunnen. Ook onze incubator zou daarin passen. We hebben nu al een wachtlijst van partijen die bij ons willen huren. Starters vanuit de Universiteit Twente (UT), maar ook doorgroeiers die onderdeel willen uitmaken van ons concept. Wij bieden flexibele huisvesting, coachen de jonge ondernemers, verzorgen voor hen zo nodig engineering tegen incompany-tarieven en geven hen toegang tot onze werkplaats. In sommigen investeren wij ook. Het heeft uitstraling als ze hier zitten, het helpt hen en ons. Wij introduceren hen bij onze klanten, zij doen ook opdrachten voor ons.’ Inmiddels is Demcon in gesprek met een projectontwikkelaar. ‘Die doet veel science parken en heeft gevoel voor incubators, gebouwen met ontmoetingsplekken waar je elkaar niet kunt ontlopen. Zo wil ik een verbinding leggen met de UT, die hier aan de overkant van de Hengelosestraat zit, en een campus maken. Dit deel van het BSP moet door een kwaliteitsimpuls weer een hightech uitstraling krij-

Foto’s: Arjan Reef

gen, zodat onze hoogopgeleide werknemers er graag werken en verblijven. Gemeente en provincie weten ervan en iedereen is enthousiast, ze zien dat er hier eindelijk weer iets gebeurt.’ Met een schuin oog kijkt Schipper naar de campus die rond Thales in Hengelo (Ov) wordt ontwikkeld, het High Tech Systems Park Twente. ‘Dat is een positieve ontwikkeling, met mooie faciliteiten. Je ziet dat het bedrijven aantrekt. Daarom wil ik hier een Demcon Campus.’

WERKGELEGENHEID Zo wil Demcon ook investeren in de publieke ruimte, omgekeerd verwacht Dennis Schipper initiatief van de publieke sector. ‘Veel overheidsinvesteringen voor innovatie gaan nu naar universiteiten. Dat zorgt voor start-ups en uitvindingen, maar ik zie geen multiplier in de banen. Programma’s die binnen afzienbare tijd, twee tot drie jaar, tot werkgelegenheid leiden, ik vind dat je als overheid verplicht bent daarin te investeren. Demcon is zelf een start-up geweest, zonder meer, maar richt je als overheid niet alleen op die start-ups en universiteiten, ga veel meer de bestaande industrie versterken en verbeteren. Laat de overheid gaan praten met de bedrijven die jaarlijks tien procent of meer groeien. Vraag hun hoe de overheid hen kan faciliteren zodat zij nog sneller kunnen groeien. Dat hoeft niet met geld, maar kan ook met andere dingen, bijvoorbeeld in de infrastructuur.’

Schipper vraagt het niet zozeer voor zijn Demcon, want hij kan z’n eigen boontjes wel doppen en weet de weg naar overheden en onderwijsinstellingen te vinden. Veel collegabedrijven die het ook goed doen en jaar op jaar groeien, laten zich echter niet horen en worden niet gezien door de overheden. ‘Ik ken hier zat Twentse parels, bedrijven die elk jaar vijftig man groeien of die over drie jaar verdubbeld zijn. Houd op met alleen die startups, want als je goed kijkt zijn er voldoende bestaande bedrijven met groeikansen. Wil je alleen op uitvindingen of vooral op werkgelegenheid sturen? Ik ben niet negatief over de overheid, maar wil juist helpen, door te proberen de industrie beter te organiseren en daadwerkelijk als gesprekspartner voor die regionale overheid en de provincie te laten fungeren. Als voor hen groei van de werkgelegenheid binnen enkele jaren de kpi is, dan moeten zij de industrie uitnodigen om met voorstellen te komen, daarover met elkaar een convenant sluiten en vervolgens afrekenen. Als een bedrijf de afspraken niet nakomt en niet die groei van duurzame banen vertoont, dan wordt het vanzelf een minder interessante gesprekspartner voor de overheid. Ik probeer nu samen met enkele collega’s, bezorgde ondernemers uit de Twentse HTSM-wereld, een netwerk op te zetten dat de ambitie heeft om voor die groei te gaan.’ www.demcon.nl

Special Oost-Nederland - februari 2016

7


BOOST: SMART INDUSTRY IN OOST-NEDERLAND

ONDERNEMERS AAN HET STUUR Na de lancering van de landelijke Actieagenda Smart Industry in 2014 was OostNederland er snel bij om werk te maken van een regionale vertaling. Logisch, want de maaksector en de topsector High Tech zijn er sterk vertegenwoordigd. In de eerste reeks van tien landelijke fieldlabs had Oost-Nederland een grote inbreng – de in Varsseveld gevestigde Smart Bending Factory kwam zo ongeveer als eerste van de grond. Ondernemers namen het voortouw, onder meer voor masterclasses waarin ook business modeling aan bod komt. Vorig jaar februari werd de actieagenda Boost gelanceerd: Smart Industry Oost-Nederland. Een eerste balans.

DOOR HANS VAN EERDEN

I

n Smart Industry draait het om de integratie van ict en geavanceerde technologieën in de industriële productieketen. Boost – de actieagenda voor Smart Industry in Oost-Nederland – ondersteunt de maakindustrie die zich volgens deze filosofie smart wil ontwikkelen. Daarmee versterkt die haar internationale concurrentiepositie en via cross-overs – zo is de bedoeling – ook die van sectoren als HTSM, Agro-Food, Energie- en Milieutechnologie en Life Sciences & Health.

Februari 2015 werd Boost gelanceerd door een kleine dertig partners en in rap tempo ontwikkelt zich een vruchtbare samenwerking van (mkb-)bedrijven, kennisinstellingen, brancheorganisaties en overheden in de regio. Het eerste jaar was er een van opbouw en bewustwording, met veel voorlichtingsbijeenkomsten, workshops, Smart Cafés en initiatieven voor bijvoorbeeld fieldlabs.

BUIGEN Fieldlabs zijn een speerpunt: praktijkomgevingen waarin bedrijven en kennisinstellingen

doelgericht Smart Industry-oplossingen ontwikkelen, testen en implementeren. OostNederland is via Boost inmiddels bij veel landelijke fieldlabs betrokken. Van deze fieldlabs hebben de Smart Bending Factory en Secure Connected Systems Garden hun wortels in de regio. Zij zijn al volop actief. ‘Bij 247TailorSteel is de 2D-productie van gesneden plaat en buis volledig gedigitaliseerd en geautomatiseerd. In het fieldlab Smart Bending Factory willen we de stap naar 3D maken door de vervolgbewerkingen erbij betrekken, te beginnen met het buigen of kanten.’ Dat vertelt Michaël Hazersloot, manager Smart Bending Factory bij 247TailorSteel in Varsseveld. ‘Ter ondersteuning van dit proces hebben we september 2015 een (inmiddels goedgekeurde, red.) EFRO-aanvraag ingediend. Naast alle lasersnijmachines staan bij ons nu twee nieuwe kantbanken, voorzien van volledig geautomatiseerde gereedschapwissel. De klant uploadt zijn STEP-file, SOPHIA (Sophisticated Intelligent Analyser) analyseert het product, deelt het op in vlakke plaat, buis en gebogen plaat, genereert snij- en kantprogramma’s en een offerte ‘in een paar muisklikken’. De door 247TailorSteel in eigen beheer ontwikkelde software zijn wij nu samen met onze zeven partnerbedrijven en onderwijsinstellingen in het fieldlab aan het testen en uitrollen. Klanten kunnen zo hun doorlooptijd van weken naar dagen verkorten en zien de integrale kosten met 20-25 procent dalen. De eerste resultaten zijn zeer bemoedigend.’

DELEN

Voor de Smart Bending Factory staan bij 247TailorSteel twee kantbanken opgesteld.

INSPIREREND JAAREVENEMENT 2016 Begin februari vond het landelijke Smart Industry Jaarevenement 2016 plaats, waarvoor dit jaar OostNederland partnerregio was. Veel van hetgeen in dit artikel staat beschreven passeerde in Apeldoorn de revue. Het inspirerende event barstte van de ‘stateof-the art-snufjes’ en pitches van koplopers en bood ruimte voor ontmoeting en vermaak (een Robotband). Sprekers als Willem Vermeend (hoogleraar en publicist), Ad van Berlo (designstudio VanBerlo) en Marc Hendrikse (NTS-Group) deelden hun

8

‘lessons learned’ en ‘best practices’. Tot de sprekers behoorden ook Gerben Edelijn, ceo van Thales Nederland (gastheer van de ‘Garden’), Marjolein Boezel (Van Raam) en Maarten van Riemsdijk (Saxion). Met het mede-organiseren van het event onderstreepte Boost de leidende positie die OostNederland nastreeft in de Smart Industry.

www.smartindustry.nl/jaarevent

Special Oost-Nederland - februari 2016

In de ‘Garden’ draait het om het veilig delen van data, verklaart Evelien Bras, manager Business Innovation bij Thales in Hengelo (Ov). ‘In Smart Industry zijn bedrijven uit de hele keten op allerlei manieren digitaal met elkaar verbonden. Het gaat om één productieproces, uitgevoerd door meerdere bedrijven die als één opereren om internationaal competitief te zijn. Dat vraagt meer aandacht voor cyberveiligheid. In onze projecten gaat het om online samenwerken en dat vergt vertrouwen. In het fieldlab werken we daarom aan oplossingen voor cybersecurity voor Smart Industry. Dit doen we met een twintigtal bedrijven en kennisinstellingen. Mijn persoonlijke opinie is dat Smart Industry goed past bij Oost-Nederland, vanwege de industriële achtergrond, de hoge netwerkdichtheid en een stuk pragmatisme.’ In het fieldlab lopen twee projecten. De aanleg van een secure infrastructuur moet het veilig delen van data mogelijk maken. In een tweede project wordt gewerkt aan extended PLM, Product Lifecycle Management over meerdere


AMBACHT ÉN HIGH-TECH IN MEUBELINDUSTRIE ‘Van een traditionele meubelfabriek, bekend om z’n stoelen, ontwikkelen wij ons tot een specialist in 3D massief houten onderdelen die we in ‘single-piece flow’ maken en tot alles kunnen assembleren. Want de markt vraagt ons om snel, flexibel en klantspecifiek, ja zelfs gepersonaliseerd, te leveren. Onze productie wordt gedigitaliseerd en volgens de principes van Lean Manufacturing en Quick Response Manufacturing ingericht. Wij koppelen het vakmanschap van ons ambacht aan heel moderne technologie, waardoor wij een versnelling krijgen die de lokale meubelmaker of de fabrikant met alleen een high-tech machine niet kunnen halen. De grote meubelmerken maken inmiddels volop gebruik van onze mogelijkheden. Via Oost NV hebben wij contact gelegd met de UT en de proeftuin Smart Meubelindustrie om deze omslag te kunnen maken.’ www.bsmfactory.com Jan Stroo, Directeur BSM Factory (Borculo)

organisaties heen die met elkaar verbonden zijn op een veilige manier.

LASSEN Er is verder een Smart Welding Factory gestart waar twaalf bedrijven in de Achterhoek en

Twente samenwerken aan oplossingen rond robotlassen. ‘Wij bouwen onze zoutstrooimachines al ‘smart’: klantspecifiek geassembleerd met standaardmodules’, vertelt deelnemer Fred Harbers, technisch directeur van Aebi Schmidt Nederland in Holten. ‘Maar voor het

in hoge kwaliteit lassen van enkelstuks en kleine series producten zochten we nog ondersteuning. We hadden namelijk moeite met het probleemloos overzetten van een CAD-tekening naar een robotlasbaar programma. Om deze reden hebben wij samen met tank- en

Ontwikkeling en Engineering van mechatronische systemen Wil jij onderdeel zijn van een innovatieve organisatie waar multidisciplinaire teams samenwerken aan uitdagende, grensverleggende projecten? Dan ligt er bij DEMCON een geweldige kans op je te wachten. DEMCON Is een high-end technologieleverancier van producten en systemen, met als focusgebieden hightech

systems, industrial systems en medical devices. Als system supplier kan DEMCON de gehele behoefte van de klant afdekken, van proof-of-principle, protoype en pre-productie tot serieproductie. Versterk onze denktank, ervaar waar we met elkaar toe in staat zijn en tot welke prachtige ontwikkelingen dat leidt. www.demcon.nl

Special Oost-Nederland - februari 2016

9


Integrated automation had its day:

The future belongs to SCALABILITY+ www.br-automation.com/ScalabilityPlus

Your machine technology Our technology packages Integrated automation PCs & Panels PLC systems Motion control Safety technology


Een ‘Smart Industry’ faciliteit bij Thales: de productieunit voor printed circuit-boards. Foto’s: Willem van Walderveen

apparatenbouwer Gems uit Vorden het initiatief voor dit fieldlab genomen. Samen met NIL (Nederlands Instituut voor Lastechniek), LAC (Laser Applicatie Centrum) en diverse robotleveranciers werken we aan de oplossing: een verzameling kleinere deel-lasprogramma’s waarmee snel en flexibel een compleet lasprogramma voor een nieuw product kan worden opgebouwd. In de ‘smart-projecten’ merk ik dat veel jonge mensen zich aangesproken voelen op hun (digitale) competenties. Maar ook de generatie die niet met een laptop opgroeide is vaak enthousiast over Smart Industry.’ En zo zijn er nog meer initiatieven. In samenwerking met het landelijke fieldlab Campione werkt Boost onder de naam Camino aan een fieldlab rond preventief onderhoud aan infrastructuren zoals wegen, waterwerken en elektriciteitsvoorziening. Verder zijn er proeftuinen Flexible Manufacturing en Smart Meubelindustrie in ontwikkeling en komt er een Thermoplastisch Applicatiecentrum waar mkb’ers de eventuele omslag naar thermoplastisch composiet kunnen verkennen. Een ander initiatief richt zich op de (toepassings) mogelijkheden van augmented reality.

NIEUWE VAARDIGHEDEN Smart Industry stelt nieuwe eisen aan de kennis en vaardigheden van medewerkers. Niet alleen voor automatisering en digitalisering, maar ook voor nieuwe technologieën als 3Dprinting en robotisering. Naast het mbo ontwikkelen ook de hogescholen in Oost-Nederland (HAN, Saxion en Windesheim) rond het thema Smart Industry nieuwe onderwijsprogramma’s (minors en Masters) en verzorgen ze bijscholing van bestaande medewerkers. De hogescholen hebben verder lectoraten ingesteld, van waaruit docenten en studenten bedrijven kunnen helpen bij de invoering van Smart Industry. Verder zijn op meerdere plaatsen opleidingen voor bijvoorbeeld het proLassen bij Aebi Schmidt.

grammeren van robots in ontwikkeling. ‘Bij Saxion kijken we naast de techniek ook naar de sociaal-economische aspecten’, zegt Maarten van Riemsdijk, lector Smart Industry & Human Capital, Saxion Academie Mens en Arbeid. ‘We hebben daartoe een Netwerk Smart Industry opgericht en bundelen onze krachten op het gebied van innovatie en ondernemerschap, identiteitsmarketing, internationaal ondernemen, HRM, organisatiestudies en ethiek. We onderzoeken wat Smart Industry betekent voor mensen, bedrijven en samenleving. Mensen gaan anders werken en hebben andere vaardigheden nodig, bedrijven moeten zich anders organiseren, nieuwe businessmodellen ontwikkelen en nieuwe samenwerkingsvormen zoeken. Wij werken samen met onder meer Thales, Trumpf, Norma, Voortman Steel, WWINN, Bronkhorst HighTech en Pas Reform. Ik maak me wel zorgen over de bedrijven die niet aangesloten raken op Smart Industry. Wij willen hen concreet helpen, bijvoorbeeld bij het opnieuw inrichten van hun productieproces, het verbeteren van de samenwerking in teams, en het leggen van meer verantwoordelijkheid op de werkvloer. Dit jaar starten we met een nieuwe master-

FLEXIBEL RICHTING ‘SMART FACTORY’ Voor Oost-Nederland is het belangrijk dat bedrijven samen met kennisinstellingen de kansen verkennen van flexibel en klantspecifiek – ‘first time right’ – produceren tegen lagere kosten. Vosteq Industry Consulting Group in Almelo is daarbij actief betrokken. Directeuren Harry van de Vosse en Willem Lenselink: ‘In de afgelopen drie jaar hebben we met Vosteq meer dan zestig klanten ondersteund bij productieverbetering en het beter laten renderen van een productieautomatisering. ‘Wij helpen hen bij het optimaliseren van het samenspel in organisatie, logistiek en techniek en bijvoorbeeld bij het schrijven van de functionele specificaties voor aanschaf van een nieuwe automatiseringsoplossing. Klanten waarderen de vreemde ogen bij het opmaken van

specificaties, daarnaast zijn leveranciers blij met de helder afgebakende specs. In de afgelopen drie jaar hebben we zes klanten begeleid naar het niveau van een ‘smart factory’, waarin de werkvoorbereiding en productie integraal gedigitaliseerd en geautomatiseerd zijn.’ Deze insteek sprak Kennispark Twente en ontwikkelingsmaatschappij Oost NV aan, mede de reden waarom zij vanuit Boost stappen naar een beoogde proeftuin Flexible Manufacturing faciliteren en een netwerk bijeenbrengen. Geïnteresseerde partners zijn onder meer de Universiteit Twente, Hogeschool Saxion en bedrijven als Demcon, Lionix en Z-tech. Zij zijn op zoek naar flexibele productieprocessen en concepten, waarin ict en systemen flexibel samenwerken, configu-

reerbaar zijn voor meerdere taken en eenvoudig met modules zijn uit te breiden. ‘In deze beoogde proeftuin gaan we werken aan de genoemde thema’s. We willen onze kennis en ervaringen beter toegankelijk maken voor de markt door het ontwikkelen van simulatiebouwstenen. Daarmee kunnen wij dan sneller tot een advies komen. Misschien leidt het tot een simulator voor productieprocesverbetering en tot een configurator voor specificatie van flexibele en beter renderende automatiseringsoplossingen.’

www.vosteq.nl

Special Oost-Nederland - februari 2016

11


Impressie van een masterclass. Foto: Stan Bouman

opleiding en we kunnen ook bestaande medewerkers bijscholen. Omgekeerd leren we veel van de bedrijven.’

modellen, technologische trends, productietechnologieën, digitalisering, data analytics, innovatie en marketing, en de human touch. De deelnemers blijken de sessies als inspirerend te ervaren en gaan in hun bedrijf concreet aan de slag gaan met wat ze hebben opgestoken. Ook blijven ze met elkaar contact houden voor het uitwisselen van kennis en ervaringen.

PRAKTISCH MASTERCLASSES Al kort na de presentatie van de landelijke Actieagenda Smart Industry in 2014 zetten Achterhoekse ondernemers het onderwerp op de agenda. Bedrijven als Royal Lovink Industries en 247TailorSteel namen samen met ACT, Oost NV en CIVON het initiatief tot masterclasses Smart Industry & Business Modeling. Onder het motto ‘voor ondernemers, door ondernemers’ werd een leertraject met een serie van zeven interactieve masterclasses opgezet. Januari 2015 gingen de voorbereidingen concreet van start en in juni was de eerste bijeenkomst, met tien Achterhoekse bedrijven uit de high-tech maakindustrie. Naast Lovink en 247TailorSteel namen ook bedrijven als Kupan, Van Raam, Bronkhorst High-Tech en CAD2M deel. Elk bedrijf nam deel met een team van vier tot zes mensen. Tijdens de masterclasses gaan de deelnemers met elkaar in dialoog en experts delen hun kennis en inzichten over strategie en business-

volgende serie masterclasses. In totaal zijn er dit jaar drie series voor elk tien bedrijven. Het CIVON fungeert in innovatiecentrum ICER te Ulft als gastheer voor de masterclasses en luistert mee om de uitkomsten te kunnen vertalen naar nieuwe opleidingen. Kees Nieuwenhuijse, directeur van het CIVON in Doetinchem: ‘In de MBO-opleiding Engineering van het Graafschap College wordt meer aandacht besteed aan het aansluiten van IT op de productie. Er is daar al geïnvesteerd in vier robots; de leerlingen kunnen er leren hoe ze die robots vanuit internetapplicaties moeten aansturen. Verder wordt er gewerkt aan een tweejarige associate degree-opleiding Smart Industry, die de Hogeschool Arnhem Nijmegen in Doetinchem kan gaan verzorgen. Ook werken we samen met Saxion.’

OOK DIENSTEN Een van de deelnemers aan de eerste serie masterclasses was Van Raam uit Varsseveld. ‘Wij bouwen aangepaste, merendeels elektrische fietsen in 24 modellen die we klantspecifiek assembleren. Een deel van de productie hebben we gerobotiseerd en ook andere

Het landelijk projectbureau Smart Industry ondersteunt het initiatief, zegt Marjonne van den Hout, projectleider Masterclasses Smart Industry & Business Modeling. ‘Zij ziet dat wij verder gaan dan de bewustwording waartoe de meeste initiatieven zich tot dusver beperken. Ondernemers werken plannen uit, presenteren die tijdens de laatste sessie en krijgen feedback van hun collega’s. Die praktische slag zie je nog nergens. Dit past in de profilering van de regio Achterhoek met haar vele maakindustrie als centrum van Smart Industry.’ Op 19 april Van Raam ontwikkelt een app waarmee hun elektrische fietsen op een smartphone zijn uit te lezen. 2016 start in Ulft de

PRODUCTIEPROCESSEN SLIM VERBETEREN ‘IJssel Technologie helpt klanten concurrerender te worden door productieprocessen slim in te richten en te onderhouden. We adviseren bedrijven hoe ze de organisatie rondom productie continu kunnen verbeteren door in alle processen de klantwaarde voorop te stellen. IJssel Technologie is zich meer op technische automatisering gaan toeleggen om processen nog slimmer te kunnen verbeteren. Daarom hebben we eind vorig jaar Technaut Automation Solutions overgenomen, waardoor het aantal medewerkers van IJssel Technologie inmiddels is gegroeid tot circa 400. Nieuwe technologieën – denk aan big data, collaborative robotics en augmented reality – toetsen wij aan onze smart principes, alvorens ze slim in te zetten. Omdat wij ervan overtuigd zijn dat de mens de bepalende factor in verbetering is, hebben wij voor onze eigen mede-

12

werkers en die van onze klanten de IJT Academie opgericht. Deze levert ook een bijdrage aan de masterclasses Smart Industry & Business Modeling in de Achterhoek. In onze Smart Industry workshop kunnen deelnemers kennismaken met nieuwe technologieën en de smart principes, en bouwen aan een klantspecifiek, betrouwbaar en efficiënt proces.’ ijsseltechnologie.nl

In de Smart Industry workshop van de IJT Academie komen onderwerpen als configure-to-order, augmented

Rien Slingerland Directeur IJssel Technologie (hoofdkantoor Zwolle)

Special Oost-Nederland - februari 2016

reality, 3D-printen en collaborative robotics aan de orde.


KANSEN IN EUROPA Onder noemers als Industrie 4.0 en Smart Industry besturing op. Ondernemers in de maakindustrie die vindt de industriële (r)evolutie wereldwijd plaats. De van het project willen profiteren, kunnen zich melEuropese Unie heeft het daarom benoemd tot een den bij Kennispark Twente en ontwikkelingsmaatbelangrijk thema in haar onderzoeks- en subsidieschappij Oost NV. MIND (Medische Innovatie Nederland-Duitsland) draait om de ontwikkeling van programma’s. Dat biedt bedrijven, heel nadrukkelijk innovatieve producten, processen en diensten die ook mkb’ers, mogelijkheden voor internationale een antwoord geven op de economische en maatsamenwerking. Zo hebben diverse Oost-Nederlandschappelijke uitdagingen in de zorg. Er zijn drie se fieldlabs vanuit EFRO (Europees Fonds voor thema’s: thuiszorg, zelfmanagement & telemedicine; Regionale Ontwikkeling) al subsidie ontvangen of medische devices; en preventie. Andere Interregzijn daarvoor nog in de running. In het programma projecten zijn Rocket (Regional Collaboration on Vanguard – New Growth through Smart SpecialiKey Enabling Technologies), Food2020 (productsation – werken meer dan twintig Europese regio’s en procesontwikkeling, reductie van grondstoffensamen in clusters aan thema’s als duurzame energebruik, en de food-arbeidsmarkt) en S2M gie, halfgeleiderindustrie, biobased economie en (Sustainable Surfaces & Membranes – duurzame, ‘value-added manufacturing’. De provincies kunnen multifunctionele materialen voor antimicrobiële in het kader van Vanguard samen met partnerregio’s oppervlakken en membraantechnologieën). Alle proEU-projecten opzetten die openstaan voor Oostjecten zullen in de loop van 2016 starten met deelNederlandse mkb’ers. name van tientallen Duitse en Nederlandse bedrijIn het nieuwe programma Horizon 2020 gaat het ven; voor iPro, Rocket, MIND en Food 2020 zijn er onder meer om grote internationale consortia waarin nog ondersteuningsmogelijkheden. kennisinstellingen samenwerken met grote én kleinere bedrijven. Zo biedt het Horizon 2020-programma Manunet III het technologische mkb financiering info@oostnv.nl voor r&d-activiteiten, opening van nieuwe (internatiowww.eu-opportunities.eu nale) markten en versterking van de concurrentiepositie. Manunet III staat vanaf 2017, onder voorbehoud van goedkeuring door Brussel, open voor het Oost-Nederlandse bedrijfsleven; de prois de ie 4.0 Industr d n vincies Gelderland en Overijseurs. In ro le vakb elingen dustrië ntwikk in o e te sel zijn daarvoor financier. De s land d n ts o n o va dien is reld gro s dpunt e d n w in ekt ra s ’s B n kans op goedkeuring van een ontbre esse, rland e iteraard nover M partne U n ve d a r. n e ie H a v s rl o n aanvraag is hoger dan bij andere e Hann en inte as Ned rdigd in bedrijv jaar. o t 2014 w a o it a d w g l Horizon 2020-projecten. n t ri vertege t. Boos eind ap r ie k e n e rk r o t z a te e e s da Vorig jaar zijn voor het nieuwe vies, h beursb erland g en ad or een st-Ned in o o v verh c t O n a e e Interreg VA-programma Deutschmet co g, en h g bied hmakin reiding geleidin e cten. tc e a b rb ta m o n o o n land-Nederland – onder meer gev c e vat de edane iteiten g v m ti p o c o t a a e D anbod rse financierd door de provincies – diverg van d ciaal a et dive en spe pvolgin ld. e o zoek m r e is e b e 6 twikke 1 m se projecten ontwikkeld. Daarvan is trie on ver 20 onder s o t u n e d n m a ver in H volg maak Hanno l Prep4 met name iPro (Intelligente Producten elderse Dots’ in G de tite r e e e d rt th d a it n g O ers u da Sm en Processen) gekoppeld aan Smart nnectin dernem nsagen tto ‘Co o ti o k m ‘A oor on t v e er h Industry; het project levert ict-innovaties om de zal ond r rijgen tten. Boost n elkaa rt te ze a a op het gebied van product- en process e je lt d kaa re p a o p l a e all ationa y’ intern Industr

KA

EUR N I N E NS

bedrijfsprocessen zijn geautomatiseerd’, vertelt financieel/HRM directeur Marjolein Boezel. ‘Omdat wij willen bijblijven met de ontwikkelingen rond Smart Industry hebben we meegedaan. Het was een eyeopener voor ons: we hebben er een businessmodel uitgewerkt waarin we naast producten ook diensten gaan ontwikkelen. We werken nu aan een app voor het uitlezen van relevante data van de elektrische fiets; met die informatie kunnen we de service richting klant slimmer – preventief – organiseren. Ook gaan we een platform creëren voor een stukje co-creatie met onze eindgebruikers. Samen met hen willen we nieuwe producten en diensten ontwikkelen.’

SENSOR SOLUTIONS AND SYSTEMS For all areas of the automation industry As a global player, we stand for comprehensive system expertise, continuous innovation, the highest quality, and the greatest reliability. Balluff means technological variety and first-class service. Our 2450 worldwide employees are working to ensure this.

Systems and Service

Industrial Networking and Connectivity

Industrial Identification

Object Detection

Linear Position Sensing and Measurement

Condition Monitioring and Fluid Sensors

O PA

Accessories

2016 Met de ondernemers aan het stuur wil Boost in 2016 vol doorpakken. Er komen nieuwe innovatieprojecten, de fieldlabs krijgen meer draagvlak en diepgang, opleiding & training voor Smart Industry wordt geïntensiveerd en de blik gaat meer richting het buitenland – Duitsland voorop. www.smartindustryoost.nl www.smarthubacademy.nl www.247tailorsteel.com www.aebi-schmidt.nl www.vanraam.nl saxion.nl/site/index/smartindustry www.civon.nl

www.balluff.nl

Balluff B.V. Europalaan 6a, 5232 BC ‘s-Hertogenbosch Phone +31-73-6579702

1

6/24/2013 4:12


GREAT-PROJECT VOOR HERNIEUWBARE ENERGIE HELPT INNOVATIES DE INTERNATIONALE MARKT OP

KLEINE STAPPEN, GROTE AMBITIES Voor startende bedrijven, bijvoorbeeld op het gebied van hernieuwbare energie, ligt de weg naar de buitenlandse markt vol met drempels. Van taal en cultuur tot afwijkende regels en benodigde investeringen. Het Europese GREAT-project voorzag in een ‘laagdrempelig’ steuntje in de rug. OostNederlandse starters konden een beroep doen op vouchers voor marktverkenning, matchmaking of consortiumvorming. ‘De voucher heeft ons enorm geholpen om aansluiting te vinden op de internationale markt.’

DOOR HANS VAN EERDEN

an oudsher is de energiesector sterk vertegenwoordigd in Gelderland, met bedrijven als NUON, Alliander, KEMA/DNV GL en Tennet. In Arnhem en omstreken is maar liefst een derde van alle elektriciteitsgerelateerde werkgelegenheid in Nederland gevestigd. Rond deze kern groeit een actief cluster van jonge ondernemingen die zich richten op innovatieve en duurzame producten voor smart energy. De provincie stimuleert deze ontwikkeling en dat was reden om deel te nemen aan het Interreg IVB-project GREAT (Growing Renewable Energy Applications and Technologies) in een consortium met vier andere regio’s in Noordwest-Europa (in Ierland, Schotland, Engeland en Vlaanderen). Ontwikkelingsmaatschappij Oost NV ontwikkelde in dat kader support voor internationalisering, bestaande uit vouchers ter waarde van 2.000, 4.000 of 6.000 euro. Daarmee konden mkb’ers marktverkenning, matchmaking of consortiumvorming financieren. In totaal ontvingen twaalf mkbers één of meerdere GREAT-vouchers. Hun cases betroffen onder meer elektriciteitsopslag, CO2-afvang, energiebesparing en warmtekrachtkoppeling. Drie ondernemers vertellen over hun internationale avonturen.

V

BUZZ Gewassen in kassen gaan van kooldioxide (CO2) in combinatie met warmte en zonlicht sneller groeien. Door deze CO2 ter plekke te produceren, wordt het hoogste rendement – economisch én milieutechnisch – behaald. Dit kan door CO2 te verwijderen uit rookgassen en direct te gebruiken. Het Engelse Energy4Growth levert daarvoor installaties op

14

Bovendien is hij eenvoudig in (on)diep water te installeren, goedkoop te onderhouden en vriendelijk voor vissen. Partners zijn onder meer QConcepts Design & Engineering (Doetinchem) voor de productie van schoepen uit composiet, Hollarts Kunststoftechniek (Didam) voor de lamellen en lokale civieltechnische ingenieursbureaus voor uitvoering van installatieprojecten. Voor marktonderzoek in Duitsland gebruikte DeepWater-Energy twee GREAT-vouchers. ‘Kleinschalige Wasserkraft speelt daar al tientallen jaren, maar nog niet bij klein verval’, verklaart technisch directeur Dolf Pasman. ‘Hoe lang is de Rijn in Duitsland wel niet; die kan al vele megawatts opleveren.’ Ondertussen is een eerste opdracht binnen voor een waterkrachtcentrale in de IJssel bij Doesburg, die eind 2016 moet worden opgeleverd. En RVO.nl heeft subsidie toegekend voor een demonstratieproject in Suriname.

WATERSTOF

basis van technologie die door CarbonOrO (Nijmegen) en CATO Engineering (Arnhem) is ontwikkeld. Voor een marktverkenning en versterking van de samenwerking in GrootBrittannië vroeg CATO een voucher aan. Directeur Immanuël Jurg: ‘Die heeft het formaliseren van de afspraken voor consortiumvorming versneld.’ Veelbelovend was in Engeland het contact met een grote afvalverwerker die een nieuw kassencomplex van meer dan tien hectare bij een afvalverbrandingsinstallatie wil bouwen. Voorts hebben al zeker tien andere Britse partijen interesse getoond. ‘In de niche van CO2-afvang voor de tuinbouw zijn wij een voorloper. Ook vanuit het Westland komen nu steeds meer vragen. De buzz in de markt begint te komen.’

MODERNE WATERMOLEN Waterkracht was iets voor snelstromend water en een groot verval. De horizontaal draaiende Oryon Watermill van het Arnhemse DeepWater-Energy is juist geschikt voor langzaamstromend water met klein verval. Het potentieel is wereldwijd enorm. Vergeleken met de ouderwetse, verticaal draaiende watermolen heeft de Oryon Watermill een veel hoger rendement, dankzij een uitgekiende constructie met draaibare lamellen in de schoepen.

Special Oost-Nederland - februari 2016

Het is misschien wel dé energiebron van de toekomst voor decentrale en mobiele toepassingen: waterstof. HyET uit Arnhem ontwikkelt er stille compressoren voor die uniek zijn vanwege de hoge druk die ze genereren. Die hoge druk maakt een hogere opslagcapaciteit mogelijk waardoor bijvoorbeeld elektrische auto’s met een brandstofcel een groter bereik kunnen krijgen. Een Noors bedrijf wil daarvoor de technologie van HyET gaan toepassen. In Noorwegen is namelijk veel goedkope energie (zoals waterkracht) beschikbaar om waterstof te produceren en elektrische auto’s zijn er al populair, maar hun bereik is nog beperkt. De hoop is nu gevestigd op brandstofcelauto’s die op waterstof ook grotere afstanden kunnen bestrijken. Met een GREAT-voucher bezocht HyET Oslo en Bergen om contact te leggen met partijen uit het hart van de Noorse waterstofindustrie. Dit resulteerde in een Noorse projectsubsidie voor een joint venture tussen HyET en Noorse partijen om tot marktontwikkeling te komen. ‘De voucher heeft ons enorm geholpen om aansluiting te vinden op de internationale markt’, zegt technisch directeur Peter Bouwman. ‘En met de kennis die we zo opdoen, kunnen we ook in Nederland groeien.’

www.greatproject.eu.com www.cato-engineering.com www.deepwater-energy.com www.hyet.nl


HEALTH-INNOVATORS EN HIGHTECH-MAAKSECTOR VINDEN ELKAAR

HEEL VEEL ‘OM DE HOEK’, MAAR NIET ALTIJD Start-ups in de health-sector en hightech-maakbedrijven, in Oost-Nederland vind je beide te kust en te keur. Ideaal, omdat de start-up zijn innovatie ‘om de hoek’ kan laten produceren. ‘Negentig procent van de partijen waarmee wij samenwerken zit in deze regio’, zegt er een. Maar soms is wat nodig is zó specifiek, meldt de ander, dat het alleen lukt met een partij verder weg – tot in Rusland aan toe.

DOOR PIM CAMPMAN De DiaLin, een innovatieve inwendige insulinepomp, ontwikkeld door IPaDiC.

I

PaDiC in Deventer ontwikkelt de DiaLin, een innovatieve inwendige insulinepomp. Veel ingenieuzer, compacter/lichter en betrouwbaarder dan het al circa dertig jaar gangbare – en al die tijd niet of nauwelijks verbeterde – pompsysteem. De DiaLin doseert de insuline veel nauwkeuriger, dankzij een slimme sensor, wat ruim vijftig procent insuline uitspaart. Bovendien reduceert hij het aantal ziekenhuisopnames (en, als dat toch eens moet, is een operatie veel minder ingrijpend), is hij zelfreinigend (geen verstoppingen meer), gaat hij twintig jaar mee – en is hij via bluetooth op elke plek in de wereld uit te lezen.

pij Oost NV zijn we sponsoren aan het zoeken om dat traject van clinical trials en uiteindelijk marktintroductie te kunnen doorlopen; daarbij kijken we bijvoorbeeld ook naar crowdfunding.’ Oost NV helpt ook bij het vinden van partijen die de diverse componenten voor de drie onderdelen waaruit de DiaLin bestaat – insulinepomp, service-eiland en communicatie-unit (à la een smartphone) – gaan maken. Het is nog even te vroeg om namen te noemen, maar Gerrit Stam wil wel kwijt dat ‘negentig procent van de partijen’ in OostNederland zijn thuis heeft.

UNIEKE KANS ‘De DiaLin bespaart type-1 diabetespatiënten, die alleen met een inwendige insulinepomp geholpen zijn, een hoop ellende en stress; en omdat alles dubbel is uitgevoerd is de patiënt altijd in control’, vertelt Gerrit Stam, algemeen directeur van IPaDiC (Internal Pump and Diabetes Control). En hij kan het weten, want is zelf al twintig jaar ‘aan de pomp’. ‘Ik weet wat er niet goed is en moet veranderen. Dit is een unieke kans; die krijgen we geen tweede keer.’ De DiaLin, een idee van de bekende internist en diabetes-specialist Henk Bilo (Isala Klinieken, Zwolle), is conceptueel nagenoeg klaar. ‘We staan in de startblokken om het eerste fysieke prototype te gaan bouwen.’ Mede dankzij Health Innovation Park in Zwolle, van wiens faciliteiten IPaDiC gebruik maakt. ‘Met hun hulp en die van ontwikkelingsmaatschap-

VERRE TE PREFEREREN Bij de Hemoclear, waar Medical2Market (van anesthesioloog Arno Nierich, eveneens verbonden aan de Isala Klinieken) z’n tanden inzet, ligt dat anders. Dat vertelt Marcel Zwaal, die de zakelijke kant van M2M voor zijn rekening neemt. ‘Hemoclear is een even ingenieus als simpel systeem om wondvocht dat tijdens of na operaties vrijkomt te filteren (lees: te zuiveren) en de dan schone rode bloedcellen terug te geven aan de patiënt. Wat niet alleen duur donorbloed scheelt, maar ook medisch te prefereren is boven bloed van een ander toedienen. Het kan al lang: met zogeheten cell savers, grote en dure apparaten die – anders dan de Hemoclear – eigenlijk alleen op OK’s worden ingezet. En die wat ruwer omgaan met het kwetsbare materiaal dan de Hemoclear,

die de eenvoud heeft van bijvoorbeeld een koffiefilter, omdat hij gewoon de zwaartekracht benut en niet, zoals in die cell savers, centrifugaalkrachten. Maar kijk dieper en je ziet heel slimme technologie. Met name in het filter (disposable, voor eenmalig gebruik), een nanofolie met heel kleine en precieze perforaties die worden gemaakt met behulp van een cyclotron. Een Duits bedrijf, gekend producent van nierdialysefilters waarmee Medical2Market eerder had samengewerkt, had niet meteen een goede oplossing. Maar wel contacten met een bedrijf dat die wel had – in Rusland. ‘Die heeft ons goed geholpen om de Hemoclear verder te brengen’, zegt Marcel Zwaal. Voor dat essentiële onderdeel dus geen maakpartner in Oost-Nederland – ‘we denken dat die Duitse partner het filter gaat maken’. Maar voor de andere componenten – filterbehuizing en meer – zijn maakbedrijven ‘om de hoek’ wel degelijk in de race. ‘Voor assemblage en verpakken zijn cleanroomcondities een must’, verklaart Zwaal tot besluit. Nou, die zijn er volop in Oost-Nederland. Alle reden voor Oost NV om het innovatietraject voor de Hemoclear eerder al te ondersteunen bij de eerste EFRO-financiering en recent via RedMedtech Ventures.

www.hemoclear.com www.ipadic.com

Special Oost-Nederland - februari 2016

15


RONDETAFELDISCUSSIE OVER RELATIE TUSSEN OVERHEID EN (SMART) INDUSTRIE

MAAKBEDRIJVEN CENTRAAL IN HET ‘BADEN-WÜRTTEMBERG VAN NEDERLAND’ De decentralisatie van het regionaal economisch beleid gaf de provincies een sterkere rol. In een rondetafeldiscussie, half januari in Ewijk, verkennen vertegenwoordigers van politiek en bedrijfsleven in Oost-Nederland de invulling van die rol.

DOOR HANS VAN EERDEN

et beste wat ‘Den Haag’ kon besluiten, die decentralisatie; alleen had er achteraf gezien meer geld bij gemogen’, trapt Eddy van Hijum, Overijssels gedeputeerde voor economie en financiën en voormalig Tweede Kamerlid voor het CDA, af. ‘Vanuit de provincies kunnen we beter verbindingen leggen tussen bedrijven, kennisinstellingen en overheden. We zetten in op een aantal topsectoren en kunnen daar met innovatie echt stappen zetten. Ik ben optimistisch over het economisch klimaat in Oost-Nederland.’

‘H

GATEN EN NETWERKEN Bert Dommerholt van Dovideq Medical (Deventer) plaatst een kritische noot. ‘We hebben ’s werelds enige volledig automatische meetinstrument voor endoscopen ontwikkeld, dat in ziekenhuizen de veiligheid verbetert en kosten reduceert. Toch heeft Dovideq bijna voor een failliet gestaan. Lukt het ons al haast niet om financiering aan te trekken voor groei, dan geldt dat ook voor veel andere bedrijven.’ Dovideq slaagde uiteindelijk met hulp van een lening uit het Innovatiefonds Overijssel; vorige maand werd die afgelost. ‘Zonder die lening waren we er niet meer geweest, maar de rente was wel hoog, boven de tien procent.’ Die moeite om aan geld te komen duidt op marktfalen, stelt Michiel Scheffer, Gelders gedeputeerde voor economie, onderwijs en Europa. ‘Oost-Nederland heeft in de crisis instrumenten ontwikkeld om dat gat te vullen. Maar ook overheden moeten alle risico’s verdisconteren, waardoor de (marktconforme, red.) rente hoog is.’

16

Om innovatie te stimuleren zouden overheden naast financiële ook fysieke ruimte kunnen creëren, alwaar, aldus Scheffer, ‘bedrijven bij elkaar binnenlopen en makkelijk contact maken bij het koffieapparaat.’ Al kan het zonder die fysieke nabijheid ook lukken, vertelt Michiel van Mil. Zijn Anoxia Europe (Putten) ontwikkelde voor het euthanaseren van dieren een nieuw middel, stikstofschuim, dat dierenleed zoveel mogelijk beperkt. De eerste versie van het systeem is al wereldwijd verkocht en voor de verdere ontwikkeling is er steun van ontwikkelingsmaatschappij Oost NV. ‘De netwerken zijn er wel, je hoeft niet in één gebouw te zitten. In de regio hebben we toeleveranciers als Parker Hannifin en Twente Medical Systems International, allebei in Oldenzaal.’ De overheid kan bedrijven wel degelijk helpen, maar verschillen tussen de twee provincies wat betreft hun innovatieregelingen zijn soms verwarrend. Scheffer: ‘Als het aan ons ligt, doen we zoveel mogelijk samen.’ Van Hijum valt bij: ‘We moeten nog meer elkaars sterktes benutten en dingen afstemmen.’

VERBINDINGEN EN BOTSINGEN Toch heeft Oost-Nederland z’n zaakjes goed voor elkaar, steekt Tom van der Horst de gedeputeerden een hart onder de riem. Vanuit TNO was hij betrokken bij de ontwikkeling van Smart Industry actieagenda’s, landelijk en voor Oost-Nederland (Boost). ‘Economische groei aanjagen vergt technologische innovatie, die de topsector high-tech moet genereren. Oost-Nederland is daar met de Universiteit Twente (UT) en veel maakindustrie goed van voorzien. De kern van de uitdaging is innovaties van universiteiten koppelen aan toepas-

Special Oost-Nederland - februari 2016

singsdomeinen en verbanden leggen met maakbedrijven.’ Michiel Scheffer haakt enthousiast in: ‘We hebben hier de moeder aller cross-overs: die van de maakindustrie, de sector die de grootste toegevoegde waarde genereert, met topsectoren als agro-food, health en energie. Van Putten tot Winterswijk in Gelderland, en in Overijssel net zo, heb je in elk dorp een kerk, een café én een maakbedrijf dat in zijn specifieke niche tot de wereldtop behoort. We zijn hier het Baden-Württemberg (deelstaat in Zuidwest-Duitsland, red.) van Nederland. En met de valleys, zoals Food Valley, hebben we agglomeratievoordeel: bedrijven en kennisinstellingen leggen daar verbindingen en uit de ‘botsingen’ tussen die partijen komt innovatie voort.’ De regio heeft bovendien – volgens een Elsevier-ranking – de best valoriserende en meest ondernemende universiteit van Nederland, die in Twente, vult Van Hijum aan. ‘Daar hebben we een ecosysteem voor innovatie.’ (Overigens is Wageningen UR volgens Elsevier de best samenwerkende universiteit.)

SCALE-UPS Het klinkt gespreksleider Dennis Schipper van Demcon (Enschede) nog iets te veel als de ‘maakbare samenleving’. ‘Te vaak zie je technologische innovatie bij start-ups terechtkomen die vervolgens niet groeien. Nieuwe technologie moet meer bij bestaande bedrijven landen. De vraag is hoe je versnelling van de groei krijgt, met hulp van thema’s van internationale allure die een aanzuigende werking hebben. De afgelopen jaren is bijvoorbeeld veel geld naar nanotechnologie gegaan; daar zijn bedrijven van vijftig man uit voortgekomen, maar geen wereldspelers. Omdat de vindingen van wereldklasse die bijvoorbeeld Mesa+ aan de UT heeft gedaan, niet zijn gekoppeld aan ondernemers van wereldklasse. Dat is vooraf niet geborgd, nu is het toeval of een ‘voorbijganger’ die technologie oppikt.’


Tom van der Horst valt Schipper bij. ‘Naast startups zijn ook scale-ups nodig. Ideeën zijn er genoeg, maar een rode loper is nodig om die bal van innovatie te laten doorrollen.’ Schipper: ‘Ik ben geen voorstander van ‘gratis’ geld. Er moet wel een toets zijn op de kwaliteit van de ondernemer.’ Bert Dommerholt: ‘De eerste vraag moet zijn: hoe is er geld te verdienen met die innovatie? Maar daar zijn veel techneuten niet mee bezig.’ AnneJaap Deinum van Hollander Techniek, system integrator met vestigingen in onder meer Apeldoorn en Almelo, ziet ook dat de grootste uitdaging voor start-ups ligt in hun doorgroei. ‘Die vergt andere competenties. Start-ups zijn technisch georiënteerd, werken inside-out. Als ze groter worden, moeten ze hun bedrijf op de markt inrichten, maar dan haken techneuten vaak af.’ Hoe staan de universiteiten, die toch de meeste start-ups genereren, in deze kwestie, wil Theo Föllings van Oost NV weten. ‘Zijn zij bereid de ontwikkeling van hun kennis meer businesswise in te zetten?’ Volgens Dennis Schipper wel: ‘Geld maakt alles vloeibaar. Dat geld moet je aan de ondernemers geven, niet aan de universiteiten. Dat probeert de overheid nu ook, met de TKI’s (topconsortia voor kennis en innovatie, red.).’

GEMENGDE ERVARINGEN Bedrijven faciliteren is zeker een belangrijke rol voor de overheid. Operationeel directeur Guido Roncken van machinebouwer VMI (1.200 medewerkers, hoofdkantoor in Epe, productievestigingen wereldwijd) heeft gemengde ervaringen. ‘Vijf jaar geleden zijn we met bedrijven op de Noordoost-Veluwe in actie gekomen omdat de technische opleidingen bijna geen jeugd meer trokken. Met steun van de provincie hebben we de Techniek Academie opgericht. Die telt nu honderd leerlingen, een factor tien meer dan bij de start. Ik was ervan onder de indruk hoe snel we met de overheid zaken konden doen.’ Dat zelforganiserend vermogen in de regio’s wil de provincie ondersteunen, verklaart Gelders gedeputeerde Scheffer. VMI, de grootste werkgever in Epe, zint al vijf jaar op uitbreidingsplannen. Roncken: ‘Al die tijd zijn we bezig met het bestemmingsplan en dat duurt nog wel een paar jaar. Overheden wijzen naar elkaar, heel stroperig. Maar wij kunnen geen nee zeggen tegen klanten, want dan zijn we hen voorgoed kwijt. We hebben grond gekocht in Polen om ook daar te gaan

Deelnemers aan de rondetafeldiscussie in Ewijk: Anne-Jaap Deinum, senior business consultant Hollander Techniek; Bert Dommerholt, ceo Dovideq Medical; Theo Föllings, businessunitmanager Oost NV; Tom van der Horst, business director strategies for industry & innovation TNO; Eddy van Hijum, gedeputeerde provincie Overijssel; Michiel van Mil, directeur Anoxia Europe; Guido Roncken, coo VMI Group; Michiel Scheffer, gedeputeerde provincie Gelderland; Dennis Schipper, ceo Demcon Groep (gespreksleider). Foto’s: Gerard Verschooten

produceren.’ Scheffer hoorde onlangs van de kwestie. ‘Het ligt nu op mijn bureau. Wij hebben een rodeloperbeleid en willen procedures voor bedrijven versnellen, maar kennen soms dilemma’s en ongelooflijk mondige burgers. Ik maak binnenkort een afspraak met VMI.’ Dennis Schipper knikt instemmend. ‘De overheid moet bedrijven die duurzame werkgelegenheid bieden centraal stellen. Als zij extra banen kunnen creëren, vraag hun wat ze daarvoor nodig hebben. Omgekeerd, als de regionale overheid er bijvoorbeeld 2.000 arbeidsplaatsen bij wil, met welke ondernemers kan ze daarover afspraken maken, een convenant afsluiten? Netwerken genoeg, maar niet hiervoor. Moet ik er dan weer een netwerk bij maken?’ Tom van der Horst: ‘De uitdaging voor de overheid is om het bedrijfsleven een stem in regionale ontwikkeling te geven.’ Schipper: ‘Het Techniekpact is eigenlijk het enige thema – het dreigend gebrek aan technisch talent, red. – waarop ondernemers zich echt hebben verenigd, met ook overheden.’

SMART INDUSTRY Dat Techniekpact, rond onderwijs en techniekpromotie, is cruciaal nu de smart industry zich aandient, zoals bij VMI, dat zijn klanten steeds meer ziet automatiseren en zelf ook slimmer moet gaan werken. Guido Roncken: ‘We moeten sneller opleiden en bijscholen, en bijvoorbeeld mechanische engineers omscholen naar softwareontwikkelaars, die haast niet te krijgen zijn.’ Tom van der Horst: ‘Bedrijven willen hier in de regio blijven, maar moeten wel de omslag naar die smart industry kunnen

maken, softwareontwikkeling aan machineontwerp kunnen koppelen.’ Schipper ziet daar een kans voor (Oost-)Nederland. ‘De systems engineering die dit vraagt is een echt Nederlands vak; daarom zijn voor ons de afgestudeerden die zijn geschoold in systeemdenken het belangrijkste ‘product’ van de universiteit.’ Vlak ook de rol van de system integrators niet uit, zegt Anne-Jaap Deinum. ‘Zij hebben de kennis om alle machines en systemen te koppelen. Samenwerken is de kern van smart industry.’ En gelukkig heeft het hbo ook aangehaakt, meldt Föllings. ‘Het Boost-programma heeft aan de hogescholen in Oost-Nederland lectoraten smart industry opgeleverd.’ Typisch een onderwerp voor het hbo, onderschrijft Schipper. Maar blijf kritisch, geeft Van der Horst mee. ‘Die lectoren moeten niet hun eigen ‘hobby’s’ volgen, maar doen wat smart industry voorstaat: ict en maakindustrie integreren.’

NAOBERSCHAP Die samenwerking is nog niet vanzelfsprekend, weet Schipper. ‘Ik ken snelgroeiende bedrijven in de regio die het maar niet lukt om een relatie met de UT of hogeschool Saxion op te bouwen. Terwijl hun groei misschien wel meer banen oplevert dan twintig start-ups.’ Gedeputeerde Van Hijum heeft het tijdens zijn ‘stages’ bij Overijsselse bedrijven zelf kunnen horen. ‘Ik ben ervan overtuigd dat de infrastructuur voor innovatieondersteuning goed in de grondverf staat. De bekendheid van de regelingen en fondsen is echter nog niet altijd voldoende en tussen univer-

Special Oost-Nederland - februari 2016

17


siteiten en bedrijven zit nog wel eens een mismatch. In Overijssel helpen de open innovatiecentra en organisaties als Kennispark Twente en Kennispoort Regio Zwolle de bedrijven die zich aandienen goed, maar die komen nog niet altijd vanzelf. Kennispoort bijvoorbeeld is wel goed bezig om tot in de haarvaten voeling te houden met maakbedrijven.’ Gelderland heeft daarvoor het instrument van de regionale centra voor technologie, vult Michiel Scheffer aan. ‘We hebben in Oost-Nederland geen dominante speler of sector die de rol van regisseur vervult. We moeten het hebben van makelen en schakelen, verbindingen zoeken, de naoberschap benutten. We kunnen hier bijvoorbeeld makkelijk cross-overs maken.’ Ook naar het buitenland, Duitsland voorop, luidt de ambitie. Dat doet Oost-Nederland nog veel te weinig, vindt Van der Horst. ‘Laat Enschede (waar het Duitse Fraunhofer-instituut voor productietechnologie een projectcentrum op de UT-campus opent, red.) de poort naar

Duitsland zijn, juist rond Industrie 4.0.’ De provincies zetten wel meer in op uitgaande handelsmissies, van Zuid-Duitsland (Overijssel, eind april 2016) tot China (Gelderland, vorig najaar), en raken daarmee de juiste snaar bij Schipper: ‘In Zuid-Duitsland zit zoveel industrie en is het tekort aan goede mensen nog groter dan hier; wij moeten daar, liefst in kleinschalige handelsmissies, melden dat wij het voor hen kunnen oplossen.’

LAUNCHING CUSTOMER De overheid kan innovatie ook aanjagen in de rol van launching customer. Dat komt echter nog maar mondjesmaat van de grond. Te vaak letten ook overheden bij hun aanbestedingen vooral op de prijs en belemmeren bepalingen over bijvoorbeeld omvang of eerdere ervaring de deelname van mkb’ers. Of overheden spelen niet actief in op de nieuwe kansen die (Europese) regelgeving biedt. Reden waarom Michiel van Mil uitweek naar Duitsland voor

het testen van Anoxia’s innovatieve verdovingsmiddel. ‘We konden daar sneller terecht met onze technologie, omdat de overheid er nauwgezet de nieuwe Europese richtlijnen volgt.’ Nederland mag actiever worden, erkent Van Hijum: ‘We moeten in aanbestedingen de mate van innovatie meer belonen. Dat gebeurt al wel, in Twente bijvoorbeeld voor de toepassing van composieten.’ En het Ermelose Luminorsolutions, dat de Veluwse Innovatieprijs 2015 won met zijn glasparels voor lichtgevende wegbelijning, is inmiddels gekoppeld aan het infrastructuurbedrijf van de provincie Gelderland, meldt gedeputeerde Scheffer. ‘Op infrastructuurgebied zijn wij een directe speler, maar in de zorg bijvoorbeeld niet. Daar organiseren wij wel fieldlabs die bedrijven kansen geven om hun innovaties te testen.’ Ook de Koninklijke Landmacht, van oudsher een gesloten organisatie, biedt innoverende bedrijven tegenwoordig kansen, weet Theo FĂśllings. Hij doelt op ‘Concept Development and Experimentation’: de Landmacht wil samen met bedrijven nieuwe technologieĂŤn en concepten in een realistische omgeving testen. Dennis Schipper vond launching customers bij overheidsgerelateerde partijen die ontwikkeling bij zijn bedrijf neerlegden in ruil voor een gegarandeerde afname. Laat de overheid haar rol als launching customer koppelen aan de maatschappelijke uitdagingen, bepleit Tom van der Horst tot slot. Oost-Nederland telt meer dan genoeg innovatieve bedrijven die daar oplossingen voor kunnen ontwikkelen.

*HW VPDUW ZLWK 5DSLG 6WDU

:LM FUHsUHQ ELM WRRQDDQJHYHQGH 1HGHUODQGVH SURGXFWLHEHGULMYHQ UXLP LQQRYDWLH +LHUGRRU ZRUGW GH SUHVWDWLH YDQ GH HQJLQHHUV SURGXFWLH RQGHUQHPLQJ YHUVWHUNW

(QJLQLD LV 6LHPHQV 7HFKQRORJ\ 3DUWQHU HQ OHYHUW 3/0 RSORVVLQJHQ YLD 5DSLG 6WDUW LPSOHPHQWDWLH 0HHU ZHWHQ" VRIWZDUH HQJLQLD QO ‡ VRIWZDUH#HQJLQLD QO ‡

18

Special Oost-Nederland - februari 2016


FOOD PARTNERSHIP TUSSEN ENSCHEDE EN PRINCE EDWARD ISLAND

NEDERLANDSE INNOVATIE, CANADESE SPRINGPLANK De Canadese levensmiddelenindustrie wil leren van Nederland, dat zich heeft ontwikkeld tot de mondiale leider in foodinnovatie. Vanaf het Oost-Canadese Prince Edward Island richten Canada’s Smartest Kitchen en de Food Island Partnership hun blik onder meer op Food Valley en Enschede.

beterde houdbaarheid van kreeft en andere schaaldieren) en vijf in de agrofood (onder meer houdbaarheid van aardappelproducten en nieuwe verpakkingen voor vlees). De kracht van Het Foodatelier en DéDutch is dat ze fabrikanten kunnen helpen om de wensen van de consument te vertalen naar nieuwe

DOOR HANS VAN EERDEN

V

anwege de kleine thuismarkt en de grote concurrentie moeten Nederlandse foodbedrijven zich onderscheiden door innovatie, hoge productiviteit en nicheproducten. Weg van de bulk en de lage marges, die richting wil de De samenwerking met Oost-Nederland moet helpen om Prince Edward Island te profileren als ‘a place of origin for premium food products in Canada.’ Canadese foodindustrie Foto’s: Food Island Partnership ook inslaan. Met deze boodschap waren Peter product- en verpakkingsontwerpen. De proCrooks, ceo van r&d-centrum Canada’s SmarVERPAKKINGSINNOVATIE vinciale overheid van PEI ondersteunt de test Kitchen, en Sebastian Manago, ceo van de De twee Enschedese partijen onderhouden projecten financieel. Food Island Partnership, onlangs op werkbesamen met de European Packaging Gallery zoek in ons land. De Food Island Partnership sinds 2013 contacten met Canada. Afgelopen is representant van de foodindustrie op Prince najaar bezocht Joris Leferink, international KENNISUITWISSELING Edward Island, dat zich als een van de leidenbusiness developer voor Het Foodatelier en ‘Deze samenwerking is van strategisch belang de foodregio’s van Canada opwerpt. Het DéDutch, de eerste Food Island Day op Prince voor ons’, zeggen Peter Crooks en Sebastian eiland is ook de thuisbasis van Canada’s SmarEdward Island (PEI). Hij vertelde er over het Manago. ‘Wij willen leren van Nederland. test Kitchen. Crooks en Manago bezochten, Nederlandse perspectief op food- en verpakDeze kennis van product- en procesinnovatie onder begeleiding van ontwikkelingsmaatkingsinnovatie en de vertaling van foodtrends kunnen we niet in Noord-Amerika vinden. schappij Oost NV, onder meer Food Valley. in nieuwe verpakkingsconcepten. Contacten Met kennisuitwisseling hopen wij oplossingen Daar legden ze contacten met onderzoekers en heeft hij er al gelegd met de PEI Fishermen’s te vinden voor foodfabrikanten die met hoge bedrijven als foodinnovatiedienstverlener Association en Loblaws, de grootste retailer in productiviteit en meer toegevoegde waarde TOP. Eerder al waren ze in zee gegaan met de Canada. De samenwerking krijgt dit jaar connichemarkten willen bedienen.’ De samenWageningse bedrijven Solynta (veredeling van creet gestalte met zeven opdrachten die Het werking moet ook helpen om Prince Edward aardappelen met zaad) en NSure (kwaliFoodatelier en DéDutch gaan uitvoeren voor Island te profileren als ‘a place of origin for teitstesten voor aardappels, fruit en bloemen). Canadese foodfabrikanten die behoefte hebpremium food products and a destination for In Deventer spraken ze met Akzo Nobel ben aan vernieuwing van producten en verculinary excellence in Canada’, vult Manago Research over zoutvervangers en in Enschede pakkingen. Het gaat om twee visverwerkende aan, en Canadese bedrijven voet aan de grond met Het Foodatelier en DéDutch. bedrijven (aantrekkelijke presentatie en verin Europa bezorgen. Omgekeerd biedt de samenwerking Nederlandse bedrijven toegang tot een interessante markt. ‘Prince Edward Island kan voor hen de brug naar Canada THE DUTCH PACKAGE zijn.’ Joris Leferink beaamt dat en trekt het breder: ‘De smaken verschillen. Canada’s Smartest Kitchen kan helpen producten uit Vanuit Enschede onderhouden drie nauw verwante lenindustrie samen met kennisinstituten en verpakons land op smaak te brengen voor de Noordpartijen de Canadese connectie. Het Foodatelier kingsspecialisten onderzoek doet op het gebied van Amerikaanse markt. Of denk aan groente en werkt sinds 2001 voor de levensmiddelenindustrie structural packaging en processing. Thema’s zijn fruit, dat wordt het nieuwe vlees en vis. In en ontwikkelt nieuwe marktstrategieën en foodkostenefficiency, duurzaamheid en convenience Amerika zie je na de WHO-publicatie over concepten en -producten. In 2013 werd DéDutch (inclusief houdbaarheid en gebruiksgemak). EPG telt bewerkt vlees veel vraag naar alternatieven. In afgesplitst als zelfstandige specialist in food packazo’n 35 leden, voor tweede derde bedrijven, van Europa was de regelgeving al dichtgetimmerd ging die de volledige keten van agro tot en met Aviko tot Zwanenberg. Ook buitenlandse bedrijven, op gebied van hygiëne en grondstoffen. consument bestrijkt. Uit een samenwerking tussen zoals de Canadese projectpartners, kunnen lid worNoord-Amerika is nog niet zover, daar liggen DéDutch en de Universiteit Twente is de European den om toegang te krijgen tot de ontwikkelde kennis. dus kansen.’ Canada kan daarvoor de springPackaging Gallery (EPG) voortgekomen, met een plank zijn. www.hetfoodatelier.nl financiële bijdrage vanuit het Agrofood-innovatieprogramma van de provincie Overijssel. EPG is een onafhankelijk kennisplatform waar de levensmidde-

www.dedutch.eu www.epgallery.nl

canadassmartestkitchen.ca foodislandpei.ca

Special Oost-Nederland - februari 2016

19


SMART INDUSTRY IN OOST-NEDERLAND VOEDINGSBODEM VOOR INNOVATIE EN GROEI

KAMPEN

Z

LEGENDA Fieldlab/proeftuin Smart Industry Campus

• •

HARDERWIJK

Open innovatiecentrum

APELDOORN

Centre of Expertise

START-UP- EN VALORISATIEPROGRAMMA’S

G E L D E R L A N

• StartLife www.start-life.nl • RedMedtech Ventures www.redmedtechventures.nl • Koplopers aan de A1 www.kennispark.nl • Gelderland Valoriseert www.gelderlandvaloriseert.nl

• CBBE (Biobased Economy)

MEER OOST-NEDERLANDSE INITIATIEVEN

• Smart Dairy Farming 2.0 • Smart Meubelindustrie

ARNHEM

• Wageningen Campus

• Proeftuinen ten behoeve van agro-food marktintroducties www.oostnv.nl/page/proeftuinen • Embedded Field Labs voor de zorg www.health-valley.nl/projecten/ embedded-field-labs • www.overijssel.nl/thema's/economie/ innovatie/

www.smartindustryoost.nl

EDE

RENKUM

• Algae Parc • Stichting Hout Research • CAT-Agrofood

• Biorefinery Campus

WAGENINGEN TIEL NIJMEGEN

• Novio Tec • Mercator


• Smart Polymeric Materials • Polymer Campus • Health Innovation Park

WOLLE

HARDENBERG

• Green Pac / iLab • Polymer Science Park

• Veterinair Kenniscentrum Oost Nederland (VKON)

DEN HAM

O V E R I J S S E L

• Secure Connected Systems Garden • High Tech Systems Park Twente

ALMELO

• Integraal Praktijkcentrum / STODT

NIJVERDAL TechYourFuture Technicampus

• North and East Netherlands: Region of Smart Factories

Cleantech Center

HENGELO

• Open Innovation Center Advanced Materials (OICAM)

ENSCHEDE

DEVENTER

N D

HAAKSBERGEN • Texperium

• SEECE (Sustainable Electrical Energy) • Automotive

ZUTPHEN

• Smart Space Industry

• Smart Bending Factory

VELP

• TechForFuture

DOETINCHEM WINTERSWIJK

• AgroDier

ch Campus Technology & Science Park

• Innovatiecampus Kennispark • Center for Medical Imaging – North East Netherlands (CMI-NEN) • ThermoPlastic composite Research Center (TPRC) • High Tech Factory • Sanderink Technology Centre • Laser Applicatie Centrum • European Membrane Institute Twente • European Packaging Gallery • LEO Center for Service Robotics • Drone Centre Netherlands • Centre4Cloud

• Energy Campus • Watt Connects • InnoSportLab Papendal • Game Garden Gelderland

• Designing Ultra Personalised Products (UPPS) • Flexible Manufacturing • Camino • Sociale Innovatie • Smart Welding Factory

VARSSEVELD • ICER innovatiecentrum

ULFT

DISCLAIMER Deze kaart is een momentopname. Het Oost-Nederlandse innovatielandschap zelf kent ook innovatie en groei.


ADVERTO RIAL

TWENTE; EEN INSPIREREND ECOSYSTEEM VOOR ROBOTICA Ze verschijnen in vele vormen en zijn al bijna niet meer weg te denken uit ons dagelijks leven. De robot is overal en zijn bestaan leidt tot veel discussie. Nemen ze het werk van ons over of ondersteunen ze ons juist waar we dat straks zelf niet meer kunnen?

In Twente geloven ondernemers, onderwijsinstellingen en onderzoekers in de vele mogelijkheden en innovaties die de robot met zich meebrengt. Aan de Universiteit van Twente wordt binnen de groep Robotics and Mechatronics al jaren onderzoek gedaan naar het effect van deze ontwikkelingen op onze maatschappij. Hoogleraar Stefano Stramigioli’s fascinatie voor robots begon tijdens een voorstelling van Star Wars, die hij als kind bezocht met zijn vader in Bologna. ‘Over 30 jaar vinden we robots net zo vanzelfsprekend als de mobiele telefoon nu. Alle technologie kent gevaren, maar robotica heeft ons heel veel te bieden!’ Collega hoogleraar Vanessa Evers is een veelgevraagd spreker over sociale intelligentie bij robots en zit aan tafel tijdens het World Economic Forum in Davos. Twente biedt haar een inspirerend ecosysteem. ‘Er zijn weinig plekken op aarde waar je zo gezond en groen kunt leven terwijl er toch een intellectuele economie bestaat waarin je je als wetenschapper kunt ontplooien.’ Bijzonder is de samenwerking tussen onderwijsinstellingen in Twente. Onderzoek dat ontstaat op de universiteit worden in praktijk gebracht op hogeschool Saxion, binnen de opleiding en het lectoraat Mechatronica. De kennis van werktuigbouw, elektrotechniek en informatica is een veelgevraagde combinatie bij bedrijven. Ook op het ROC van Twente kunnen studenten een opleiding mechatronica volgen, waardoor zij steeds beter in staat zijn om de ‘vacatures van de toekomst’ in te vullen. Afgestudeerden van deze opleidingen dragen met hun kennis niet alleen bij aan het succes van het MKB maar ook aan dat van de grotere bedrijven in de regio. Voortman Steel Machinery in Rijssen is zo’n bedrijf, een speler die met zijn tijd meegaat en zichzelf in de toekomst ziet als ‘machine bouwend IT-bedrijf ’.

In Twente wordt sinds jaar en dag samengewerkt aan de voorsprong in kennis en kunde en aan oplossingen van wereldse klasse. Lees meer op www.twente.com/robotica

Twente Branding Twente is een regio waar kennis gedeeld wordt. Initiatieven als de Smart Welding Factory waar de allernieuwste toepassingen op lasgebied worden ontwikkeld of een platform als LEO Robotics, dat Oost-Nederland als leider op het gebied van robotica op de kaart zet, zorgen voor een klimaat van kennis en innovatie. Het is een broedplaats voor talent en startup bedrijven zoals KITE Robotics en Clear Flight Solutions.

Hengelosestraat 500 7521 AN Enschede 053 - 483 68 38 info@twente.com www.twente.com


CROSS-OVERS CREËREN MARKTKANSEN VOOR FOODINNOVATIE

APPELS BETER VERKOOPBAAR, FRIETJES VOLAUTOMATISCH GEBAKKEN Agrofood, hightech en maakindustrie in Oost-Nederland kunnen elkaar versterken en samen tot innovatie komen. Twee aansprekende voorbeelden. dat percentage nog hoger.’ De innovatie zorgt ervoor dat appels comateus raken – eenVAN AMERONGEN maal uit de koeling duurt het Rob Veltman, directeur bij Van Amerongen, een paar weken voor alle proweet er alles van. Na zeven jaar bij Food & cessen weer op gang komen. Biobased Research (Wageningen UR) trad hij ‘Deze natuurlijke behandeling in 2003 als onderzoeker in dienst van de Tielse heeft geen effect op de rijping specialist in fruitbewaring. Aanleiding voor en de smaak. Appels blijven zijn innovatie was een schilziekte (scald) die harder en groener, en daardoor zich voordoet nadat appels uit de controlled beter verkoopbaar.’ atmosphere van een koelcel komen. ‘De schil De gebruiker hoeft alleen het wordt zwart, het fruit waardeloos. Tot voor Louise Fresco (bestuursvoorzitter Wageningen UR) had de primeur van het eerappelras in te voeren, het kort voorkwam een antioxidant dat probleem; ste frietje uit de frietmachine van Caenator. Foto: Koen Verheijden Advanced Control of Respiradie werd echter in de EU verboden. Een altertion-systeem van Van Ameronnatief was er niet.’ beste businessplan en Roest kreeg de gelegengen laadt vervolgens automatisch de benodigTot Van Amerongen aan de slag ging met een heid de frietmachine te presenteren op onder de instellingen voor de optimale respiratienieuw systeem dat de ademhaling van het meer de Food Valley Expo. Op 2 september waarde. Het bedrijf draait met deze nieuwe fruit – de respiratiequotiënt – in de koelcel vorig jaar nam Louise Fresco, voorzitter van technologie mee in het Gelderse programma kan bepalen en daarop met dynamische de raad van bestuur van Wageningen UR, de ‘Proeftuinen ten behoeve van agro-food begassing kan reageren. ‘Zo vermijd je fereerste portie friet in ontvangst. ‘De exposure marktintroducties’, ontwikkeld door ontwikmentatie bij extreem lage zuurstofwaarden, was enorm, in Nederland en ver daarbuiten. kelingsmaatschappij Oost NV. De nadruk ligt waardoor fruit naar de knoppen gaat’, verEr meldden zich veel klanten, waaronder de op marktontwikkeling en internationalisering. klaart Veltman. ‘Maar je hebt wel de laagst Franse supermarktketen Casino Group. Zij Van Amerongen werkt samen met instituten mogelijke zuurstofwaarde, waarbij fruit de draaien mee in het bèta-programma waarin in Spanje, Italië, België, Brazilië en de VS. minste warmte produceert. Dat betekent voor zij twintig machines gaan testen op gebruiksVeltman: ‘Zij testen rassen en valideren ons koelcellen in Nederland een energiebesparing gemak, aansluiting op hun betaalsysteem, systeem. Er draaien nu 24 koelcellen van elk van twintig procent. In het buitenland, bij dagelijkse verkopen. Daarna willen ze de 300 ton in twee Spaanse laboratoria en we doorgaans minder efficiënte koelcellen, ligt komende vijf jaar minimaal 200 machines per hebben vijftig systemen verkocht. jaar afnemen’, aldus een trotse Roest. Nabij Tiel gaat het om drie fruitAPPELS LANGER VERKOOPBAAR Ander goed nieuws is dat VDL overweegt de bedrijven met in totaal 61 koelmachine te assembleren en wellicht ook te cellen. Wageningen UR en wijzelf 6,0 financieren. Want dat is momenteel de bottlebegeleiden de bedrijven.’ 5,8 neck: Caenator heeft een miljoen euro nodig om z’n innovatie in de markt te zetten. ‘Of CAENATOR 5,6 eigenlijk 500.000 euro, want als we een inVoor Bastiaan Roest zijn het evenvesteerder vinden, zou Oost NV’s participatieeens spannende tijden. Zijn bedrijf 5,4 bedrijf PPM Oost diens bijdrage kunnen Caenator (Latijn voor ‘dinergast’) matchen. En de tijd begint te dringen vanwege uit Wageningen ontwikkelde een 5,2 onze leverplicht richting Casino.’ Kijkend naar volautomatische frietmachine. Het de klanten die zich reeds gemeld hebben, ziet eerste prototype, in China 5,0 de toekomst er rooskleurig uit – ook qua gebouwd, bleek niet te voldoen aan werkgelegenheid. ‘Om aan de vraag te kunnen de Europese wet- en regelgeving. 4,8 voldoen, moeten we doorgroeien naar een Dus zocht Roest de samenwerking productie van negentien machines per dag met Wageningen UR. ‘De uitdaging 4,6 oftewel zo’n 5.000 op jaarbasis’, aldus Roest. bij het produceren van een goede ‘We zitten momenteel in de valley of death: frietmachine lag vooral in de food4,4 over het product is iedereen enthousiast, maar technologie en minder in de technu de financiering nog.’ niek van de machine zelf.’ Hij kreeg financiële steun van StartLife, een DIRECT ZONDER ACR MET ACR NA OOGST NA 4 MAANDEN KOELCEL + 1 WEEK OP 18ºC programma van Oost NV en Wageningen UR voor technostarters. www.van-amerongen.com Het Advanced Control of Respiration (ACR)-systeem van Van Amerongen verlengt de bewaartijd van appels buiten de koelcel. De partners dachten mee over het www.caenator.com HARDHEID (KG/CM)

DOOR WILMA SCHREIBER

Special Oost-Nederland - februari 2016

23


GESPREK MET PIET MOSTERD EN ZIJN OPVOLGER BRAND VAN ’T HOF

PERSONEELSBELEID EN GROEI BIJ AWL HAND IN HAND Piet Mosterd is vorige maand teruggetreden als ceo van AWL, bouwer van lasmachines voor de automotive. Tijd voor een terug- en vooruitblik met de vertrekkende ceo en diens opvolger, Brand van ’t Hof. Een gesprek over pionieren, het belang van een goed personeelsbeleid, roadmaps en de ‘te lage robotdichtheid’ in Nederland.

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

et is een vrijdagochtend, bij AWL in Harderwijk zijn de parkeerterreinen vol. Op het deel voor de bezoekers staan veel auto’s met Duitse kentekenplaten. Want ook op vrijdag zijn de automotive-klanten volop bezig met het testen van de lasstraten die zij bij AWL in ontwikkeling en productie hebben. Piet Mosterd stopt, vijfentwintig jaar nadat hij AWL via een management buy-out uit een faillissement had verworven. Het wezenskenmerk van de onderneming is in die periode kaarsrecht overeind gebleven: een specialist in het ontwikkelen en bouwen van productiesystemen voor het lassen en ‘koudverbinden’ van met name automotive-onderdelen, met derhalve veel klandizie over de Nederlandse oostgrens.

H

PIONIEREN Tegelijk is er veel veranderd sinds 1993. Alleen al de omvang: van 48 man toen naar nu zo’n 450 personeelsleden, van wie 300 in Harderwijk en de rest verspreid over de vestigingen in China en Tsjechië en het eveneens Harder-

wijkse MechDes Engineering. Ook op tal van andere aspecten lijkt de onderneming niet veel meer op die van begin jaren negentig. Mosterd definieert een ontwikkelingstraject in vieren: de pioniersfase (’93-’98), de technologiefase (’99-’07), de professionaliseringsfase (’08-’14) en de globaliseringsfase (vanaf ’14). Belangrijkste verandering in die eerste fase is de technologische verbreding, van alleen

‘Het begint bij medewerkers die gewoon hun creativiteit gebruiken’

weerstandslassen (de afkorting AWL staat niet voor niets voor Apparatenbouw WeerstandLas en Techniek), naar ook het booglassen en koudverbinden. Robotgestuurd. Hij motiveert: ‘Natuurlijk weet de klant wat hij op korte termijn wil met de productielijn die hij bij ons bestelt. Maar na één of twee jaar dienen zich allerlei productwijzigingen aan die

ONDERSCHEIDEN Op 1 januari 2016 is Piet Mosterd formeel teruggetreden als algemeen directeur van AWL, 25 jaar nadat hij de onderneming had overgenomen. In die tijd heeft hij het bedrijf fors laten groeien en zo veel hoogwaardige werkgelegenheid gecreëerd. Daaraan heeft ook bijgedragen zijn inzet voor regionale – en nationale – (onderwijs)initiatieven, zoals De Techniek Academie, Veluwe Portaal, Platform Techniek Noordwest Veluwe, Nederlands Instituut voor Lastechniek en Laser Applicatie Centrum. De burgermeester van Nunspeet, uit wiens handen Mosterd afgelopen december een koninklijke onderscheiding (Ridder in de Orde van OranjeNassau) ontving, stelde het zo: ‘Piet zorgt er mede voor dat men in de provincie weet dat de Veluwe meer is dan natuur en recreatie/toerisme. Wij zijn een ondernemend gebied, waar we niet zo houden van ‘window dressing’, maar wel stevig inzetten op innovatie. De rol van Piet was hierin onmiskenbaar en zijn inzet is zeker gewaardeerd en opgemerkt.’

24

om andere productiemethoden vragen. Direct na de doorstart hebben wij ingezet op het bieden van flexibiliteit aan de klant. En dat was soms pionieren, ja. Het je als bedrijf eigen maken van het ontwikkelen en produceren van booglasapparatuur gaat niet vanzelf. Er werden missers gemaakt. Maar die konden we ons veroorloven, omdat we altijd op andere projecten voldoende winst maakten.’ ‘Sterker nog, na de doorstart was 2004 het enige jaar waarin we een – klein – verlies hebben gedraaid’, vult Brand van ’t Hof aan, per 1 januari de opvolger van Mosterd als ceo. Een man die niet toevallig over ‘wij’ spreekt: als engineer bij AWL begonnen werkt hij al ruim 26 jaar nauw samen met Mosterd.

Special Oost-Nederland - februari 2016

Piet Mosterd, sinds afgelopen december Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Foto: AWL

PERSONEELSBELEID In de tweede fase werd het gevoerde personeelsbeleid van AWL doorslaggevend. Piet Mosterd heeft al die jaren veel tijd gestoken in het onderhouden van goede contacten met onderwijsinstellingen, van mbo- tot universitair niveau en – ook als de marktvraag ’ns wat minder was – consequent stage- en afstudeerplekken ter beschikking gesteld. Toen het er op aan kwam technologisch stappen te maken om de eigen concurrent voor te blijven én de klant te helpen in diens concurrentiestrijd, betaalde die investering zich uit in succesvolle personeelswerving. Daardoor beschikte AWL over de benodigde academische en ‘boerenslimheid’ om tijdig ook het laserlassen aan het technologieportfolio toe te voegen. ‘In die periode is hier iemand gepromoveerd op het softwarematig oplossen van het probleem dat ontstaat doordat de laserstraal beïnvloed wordt door trillende lucht (refractie, red.) boven de hete laserlas’, illustreert Mosterd. ‘Maar het concept van onze beam switches was vooral het resultaat van logisch nadenken’, geeft Van ’t Hof aan. ‘Een laser kun je niet zomaar uitschakelen als je ’m even niet nodig hebt. Dus werd de energie opgevangen in een zogeheten absorber. Wij hebben een systeem ontwikkeld waarbij de laser op dat moment via optica naar elders wordt gericht, om daar laswerk te doen.’ Mosterd: ‘Natuurlijk was de


GLOBALISEREN De huidige globaliseringsfase brak aan in 2014 met het binnenhalen en uitvoeren van het eerste ‘globale project’: voor de productie van de stoelframes voor BMW werden de lijnen geleverd voor plants in zowel Europa, de VS als Azië. De voorbereiding daarop was in feite gestart met een pregnante klantvraag in 2010. Mosterd verhaalt: ‘Een klant, waar we al jaren een uitstekende relatie mee hadden, stelde: ‘Als je, wat je me in Europa levert, ook vanuit China kunt leveren, blijven we klant. Anders ga ik voor het geheel een andere leverancier zoeken.’ Eigenlijk kwam die oproep te vroeg, maar in 2012 zijn we gaan kwartiermaken in China en in 2014 zijn we daar met zeven man van start gegaan. Intussen hebben we er al 35 man aan het werk.’

CONFIGURE-TO-ORDER

Piet Mosterd (links) en Brand van ’t Hof bij een AWL-lasmachine: ‘De cto van General Motors heeft hier gezien wat wij voor Opel doen. Nu schrijft GM ons voor als leverancier van de lasproductielijnen aan al zijn stoelenleveranciers.’ Foto: Maarten Hartman

uitwerking van de oplossing verre van gemakkelijk, maar het begint bij medewerkers die gewoon hun creativiteit gebruiken.’

VOORUIT EN NAAR BUITEN De derde fase was er een waarin de blik meer en meer vooruit en vooral naar buiten werd gericht. In die periode begon AWL met marketing en communicatie en met het opstellen en consequent updaten van roadmaps. Van ’t Hof: ‘We maakten op dat moment bijvoorbeeld alleen de apparatuur voor het lassen van de zittingdelen van autostoelen voor bepaalde klanten. We zijn ons gaan afvragen wat we moesten doen om te zorgen dat we de productieapparatuur voor veel meer delen konden gaan leveren, ook voor de tracks en de recliners waar de stoel op naar voren en achteren glijdt, en andere verstelelementen. Wij zijn naar de hele stoel gaan kijken: welke technologie was nodig om dat geheel effectief en betrouwbaar te produceren?’ ‘En omdat stoelen lichter moeten worden’, vult Mosterd aan, ‘zijn we ons gaan verdiepen in hogesterktestaal, lichter van gewicht en sneller lasbaar, maar alleen

met laserlassen. We hebben onze ideeën gepresenteerd op een klantendag en binnen een half jaar hadden wij vijf nieuwe, grote opdrachten binnen.’ Bij dat vooruitblikken werden de demografische ontwikkelingen meegenomen. ‘De WestEuropese samenleving vergrijst. Over tien jaar kun je hier de maakindustrie alleen nog maar overeind houden door slim, met robotica, te automatiseren. Zeker de Nederlandse industrie zal daartoe moeten investeren, want de robotdichtheid in ons land is, vergeleken met elders, bijzonder laag. Klanten in Duitsland vertellen ons: ‘Zorg dat ik hier slimmer kan produceren, zodat ik niet met het werk naar China hoef.’ Alleen zo voorkom je dat de maakindustrie hier verdwijnt’, is Mosterd’s overtuiging. Van ’t Hof: ‘Over vijf of tien jaar maken wij nog steeds lasproductielijnen, maar het kunststoflassen zal naar verwachting opkomen. En wát je last, zal anders zijn. De zelfrijdende auto zal straks geen bumpers meer nodig hebben.’ ‘Maar’, vult Mosterd aan, met een lach, ‘ook voor de waterstofauto zijn er zittingen nodig.’

Volgens de FD Gazelle ranking heeft AWL over de jaren 2012-2014 een groei van 82 procent beleefd, naar een omzet van 78 miljoen euro. Afgelopen jaar heeft de onderneming ‘even wat moeten terugschakelen’, maar Mosterd en Van ’t Hof hebben ‘alle reden om aan te nemen dat de groeitrend in 2016 wordt hervat’. Mosterd, trots: ‘Recent heeft de cto van General Motors hier met eigen ogen gezien wat wij voor Opel doen. Nu schrijft GM ons voor als leverancier van de lasproductielijnen aan al zijn stoelenleveranciers.’ Maar die groei noopt wel tot nieuwe stappen. Tweeeneenhalf jaar geleden is AWL gestart met configure-to-order van de lascelbouw. ‘Wij zijn natuurlijk een echt engineering-to-order bedrijf, maar om de productieaantallen die de markt vraagt te kunnen blijven produceren, moeten we de komende vijf jaar meer gaan standaardiseren. Dat scheelt natuurlijk in engineering en intern zijn er dan mensen die vrezen dat er niets meer te engineeren overblijft. Feit is dat wij de afgelopen periode zo’n 130 mensen hebben moeten aannemen om de groei bij te benen’, weet Mosterd. ‘We gaan ervan uit dat dit proces nog wel even aanhoudt, zowel hier als bij de buitenlandse vestigingen.’

LOSLATEN En dat is nu net iets waar hij zich zorgen over maakt: ‘Om te blijven groeien, moeten we mensen werven en opleiden en daar zullen niet alleen maar toppers bij zitten. Dat houdt me bezig. Maar Brand is ervan overtuigd dat we dat kunnen managen. Ik geef me daaraan over. Ja, ik heb graag controle, maar ik heb de laatste jaren steeds meer taken, geleidelijk aan, aan Brand overgedragen. Ik heb echt het gevoel dat ik het nu ook kan loslaten’, aldus Piet Mosterd, die nog wel drie dagen in de week bij AWL te vinden zal zijn. ‘Niet voor de operatie, maar voor de strategie. Met name om te voorkomen dat we ergens iets laten liggen aan markt- en technologische innovaties.’ www.awl.nl

Special Oost-Nederland - februari 2016

25


VOLOP FINANCIERINGSMOGELIJKHEDEN VOOR START-UPS, VERBETERING BLIJFT MOGELIJK

‘POKON’ VOOR INNOVATIE Het idee, het talent én het kapitaal zijn doorslaggevende factoren voor innovatie. Oost-Nederland kent een waaier van regelingen die voorzien in de financieringsbehoefte van starters, mits die goed onderbouwd aantonen kansrijk te zijn. Merendeels fondsen met publiek geld – dat als ‘Pokon’ de voedingsbodem creëert voor nieuwe bedrijvigheid en werkgelegenheid. DOOR PIM CAMPMAN

oor start-ups die in de zin van marktsucces – substantiële omzet- en werkgelegenheidsgroei – kansrijk zijn, kent Oost-Nederland verscheidene publieke financieringsinstrumenten. Risicovol kapitaal dat de provincies Gelderland en Overijssel, rijksoverheid en/of Europese Unie in de vorm van ‘zachte’ leningen of participaties fourneren. Hieronder enkele cases met jonge ondernemingen die steun ontvingen van partijen als ontwikkelingsmaatschappij Oost NV en haar participatiebedrijf PPM Oost, en van startup- en valorisatieprogramma’s als StartLife, Koplopers aan de A1, Gelderland Valoriseert en RedMedtech Ventures. Die bieden niet alleen sec geld, maar ook ondersteuning en begeleiding, zoals bij het formuleren van de businesscase. En ze introduceren die starters in hun grote netwerken van experts op relevante deelgebieden, poten-

V

tiële investeerders en (productie)partners. Oost-Nederland heeft ‘enorme kansen’ om in hightech innovatie haar partij in de wereld mee te blazen, stelt Jaap Beernink. Hij is cofounder van Golden Egg Check, dat start-ups, incubators en gevestigde bedrijven helpt om door de bril van venture capitalists naar hun businesscase(s) te kijken en die scherp te krijgen, Jaap Beernink: ‘Een financieringsstrategie lijkt bij de ondernemers geregeld te ontbreken.’ Foto: Golden Egg Check investor-ready. Het Enschedese bedrijf heeft daartoe een online toolset ontwikkeld (met inmiddels circa 2.500 systeem in Twente. Aan innovatieve ideeën is gebruikers) en biedt daarnaast coaching, daar geen gebrek. ‘KPMG’, zegt Beernink, marktresearch en due diligence aan. ‘rankt Twente en Brainport (regio Eindhoven) in de top-vier van aantrekkelijkste innovatieregio’s in de EU.’ Maar wat goed is kan altijd FINANCIERINGSGAP beter. Op het vlak van financiering ziet hij Hightech starters verstoken in hun eerste vier onvolkomenheden. ‘Vooral in die risicovolle jaar 820.000 euro, becijferde Golden Egg vroege fase, vóór de marktintroductie, zie je Check in onderzoek naar het financieel eco-

ROCKSTART-ACCELERATOR: BRUXLAB

’S WERELDS GROOTSTE TANDENKNARS-DATABASE Rockstart, organisator van acceleratorprogramma’s voor start-ups, streek voor haar gloednieuwe Digital Health Accelerator-initiatief neer in Nijmegen. Liefst 220 starters vanuit de hele wereld deden een gooi naar de tien beschikbare plekken. De ‘gelukkigen’, scherp geselecteerd, startten oktober vorig jaar op de Novio Tech Campus. Om in 180 dagen megastappen te maken op het pad van prachtidee tot marktrijp, succesvol product. Binnenkort presenteren ze hun businesscase onder meer aan potentiële investeerders. Want de vervolgstappen – validatie en certificering, prototyping en (serie)productie – vergen veel geld. Bruxlab, een van de tien, ontwikkelt een methodiek om in een pril stadium tandenknarsen te diagnosticeren – wat ernstige gebitsschade kan voorkomen. De start-up ontwikkelt een app die gedurende de slaap tandenknarsen (bruxisme) feilloos waarneemt en comprimeert tot een geluidsopname. Met aanvullende tools kan de tandarts adequaat diagnose stellen en een remedie aanbieden, bijvoorbeeld een

26

‘bitje’ of ook wel botox. Volgens Michiel Allessie (tandarts) en Ad Linssen van Bruxlab tackelt dat een onderschat probleem. ‘Bekend is dat stress, roken, alcohol, antidepressiva, drugs en cafeïne bruxisme kunnen opwekken. Onze app geeft daar klaarheid over: leg je smartphone drie nachten op je nachtkastje en je komt erachter of je tandenknarst – elke nacht of bijvoorbeeld alleen van zaterdag op zondag omdat je fiks aan de alcohol gezeten hebt. Dan weet je: Als ik dat minder, dan hoef ik dat – vervelende – bitje niet in te doen.’ De tandarts stelt de uiteindelijke diagnose, de slimheid zit ’m in het algoritme. ‘Met circa 7.000 tandenknarsgeluiden heb ik de grootste gevalideerde database ter wereld.’ Allessie heeft de ontwikkeling tot nu toe uit eigen zak betaald. Rockstart helpt hem om de puntjes op de i te zetten. ‘Ze geven workshops en coaching, wijzen op zaken waar je niet aan gedacht hebt. En ze introduceren je bij potentiële financiers. Verder hebben we toegang tot faciliteiten van de Radboud Universiteit om zaken te testen en valideren.’ Linssen: ‘In ruil voor

Special Oost-Nederland - februari 2016

deze ondersteuning en 20.000 euro in cash krijgt Rockstart een aandeel van acht procent.’ De Rockstart Digital Health Accelerator wordt financieel en anderszins gesteund uit fondsen van PPM Oost. Deze eerste keer en, als de evaluatie positief uitvalt, ook in 2017 en 2018. www.bruxlab.com www.rockstart.com


GELDERLAND VOOR INNOVATIE: HAMWELLS

E-SHOWER EEN WELDAAD VOOR HUID, BEURS EN MILIEU Een douchesysteem dat elke druppel water zeven keer hergebruikt – hygiënisch en brandschoon. Dat is de e-Shower, die de Arnhemse start-up Hamwells Europe recent introduceerde. De e-Shower bespaart negentig procent water en tachtig procent energie (gas, stroom), vertelt Wouter Chömpff. En z’n prestaties zijn met een app uit te lezen; hij streamt zelfs muziek. ‘Mensen willen natuurlijk geen douchesysteem dat vies is en stinkt omdat er dood water achterblijft, bacterie-aangroei is of filters vollopen. De e-Shower is en blijft brandschoon en is onderhoudsvrij.’ Volgens Chömpff dankzij slimmigheden zoals het ‘single pipe’-systeem, de elektronica en ook de eenvoud. ‘We hebben zes patenten lopen.’ Hamwells werkt sinds eind 2014 aan de innovatieve eco-douche. ‘We zoeken een beetje naar het ‘Apple-model’: zelf productontwikkeling en marketing doen en elders laten produceren. Zodat we snel kunnen opschalen.’ De start-up financierde de ontwikkeling aanvankelijk volgens het ‘family &

een grote financieringsgap – vraag en aanbod matchen vaak niet. Een financieringsstrategie lijkt bij de ondernemers ook geregeld te ontbreken, ze kijken niet verder dan de eerstvolgende ronde.’ Verder constateert Beernink dat ondernemer en investeerder lang niet altijd dezelfde taal spreken; ze vormen te weinig een team dat – in beider belang – het succes van

friends’-principe’. Wat PPM Oost het vertrouwen gaf om een pre-seed-lening (75.000 euro) te fourneren. ‘Dat heeft significant bijgedragen aan de ontwikkeling naar massaproductie. En ze hebben ook fijne introducties verzorgd bij potentiële investeerders/financiers. We verwachten dat die eerste echte investeringsronde succesvol zal verlopen. Het is nu zaak om geloofwaardigheid op te bouwen en zo snel mogelijk een stuk van de markt te pakken – voordat een gigant als Hans Grohe ons passeert.’ De Hamwells e-Shower, die inmiddels het KIWA-keur heeft, ontvangt ook steun uit Climate-KIC, de Europese accelerator voor klimaatverandering.

www.hamwells.com

de start-up vooropstelt. ‘Beheersen van het risico van de investering wordt vaak belangrijker gemaakt dan een optimale kans creëren. Dan worden in partjes relatief kleine beetjes geld – tegen veel te stringente voorwaarden – vrijgegeven. Gevolg: de start-up komt op slot te zitten, de potentie verstikt – de kans dat er een wereldbedrijf ontstaat

verkleint.’ Worden op die vlakken verbeteringen doorgevoerd, dan gaat, voorspelt Jaap Beernink, Oost-Nederland echt los. goldeneggcheck.com www.oostnv.nl www.ppmoost.nl

LEES VERDER OP PAGINA 28

FINANCIERING CLEANTECH & ENERGY: 2-B ENERGY

NIEUWE WINDTURBINE VINDT VLIEGWIEL VOOR GROEIFINANCIERING Vorige maand was het zover: de nieuwe windturbine van 2-B Energy uit Hengelo (Ov) produceerde de eerste stroom. Een mijlpaal na zeven jaar ontwikkeling in het megaproject. De turbine is een opvallende verschijning tussen haar ‘zusjes’ op het windmolenpark in de Groningse Eemshaven. Ze heeft twee in plaats van drie bladen en staat op een vakwerkmast (à la een elektriciteitsmast). En ze kijkt niet – zoals die andere – ‘in de wind’, maar zorgt de wind juist altijd ‘in de rug’ te hebben. En er zijn meer verschillen, aldus ceo Herbert Peels. ‘De basisgedachte is: minder materiaal en componenten en een langere levensduur. Daar hebben we consequent aan vastgehouden, voor elk turbineonderdeel en het hele netwerk er omheen. Dat bespaart op materiaal-, installatie- en onderhoudskosten, downtime, et cetera.’

Resultaat: een offshore-windturbine met een dertig tot veertig procent lagere kostprijs per geproduceerde kilowattuur. ‘We brengen de demonstrator in de Eemshaven nu trapsgewijs op nominaal vermogen (6 megawatt, red.) om te zien of alles doet wat het moet doen, bij verschillende windsnelheden. Certificering is dan de volgende stap; heb je die dan kun je met meer overtuigingskracht de markt op.’ Een zó groot – ook risicovol – project vergt miljoenen euro’s. 2-B Energy haalde die op bij private partijen (als de Franse durfinvesteerder Truffle Capital en Shell) en bij publieke (PPM Oost). Voor het volgende project – twee turbines voor de Schotse kust, bouw in 2017 –

stappen Schotse/Engelse investeerders in. ‘De volgende financieringsronde is in voorbereiding. Daarbij gaat het om ‘groeifinanciering’, voor de fase van uitrollen en opschalen.’

2benergy.com

Special Oost-Nederland - februari 2016

27


VERVOLG VAN PAGINA 27

STARTLIFE: VITALFLUID

BLIKSEMS GOED IN DESINFECTEREN EN STERILISEREN Met plasma-geactiveerd water kun je desinfecteren, steriliseren en de groei van gewassen stimuleren; net zo goed of beter dan chemicaliën als chloor en pesticiden dat kunnen – en 100 procent milieuvriendelijk. Uit een EFRO-project waarin de TU Eindhoven, Wageningen UR Glastuinbouw, Radboudumc, FloraHolland, Alewijnse, Bactimm en Filtex samenwerkten, kwam de Nijmeegse start-up VitalFluid voort. In 2014 ging die de uitdaging aan om een apparaat (reactor) te ontwikkelen dat de klant op locatie kan inzetten om zelf ‘plasma-activated water’ (PAW) te produceren. Oprichter-directeur Paul Leenders: ‘Deze maand leveren we de eerste laboratorium-unit uit, aan een zaadveredelingsbedrijf.’ Een hoge elektrische spanning over twee elektroden waarlangs water stroomt veroorzaakt een ‘bliksemschicht’, waardoor reactieve zuurstof- en stikstofdeeltjes uit de lucht in het water oplossen. Het ‘nieuwe’ water dat zo ontstaat, PAW, blijkt heel goed ziekteverwekkers als bacteriën, algen

en schimmels te bestrijden. PAW is dus in potentie een uitstekend werkend, goedkoop en milieuvriendelijk alternatief voor de gangbare, vaak bijtende goedjes in onder meer land- en tuinbouw, waterzuivering en medische sector. ‘Wij focussen op de agricultuur en waterzuivering. Uit praktijkonderzoek bleek onder meer dat PAW de houdbaarheid van snijbloemen significant verlengt en een goed gewasbeschermingsmiddel is. En PAW kan in vaaswater voor snijbloemen net zo goed of zelfs beter werken dan chloortabletten.’ VitalFluid ontvangt financiering uit een aantal hoofdzakelijk publieke fondsen. Waaronder het GO Programma Oost-Nederland, EFRO, Climate-KIC en – sinds begin dit jaar – StartLife. Dit valorisatieprogramma van het ministerie van EZ en de provincie Gelderland helpt vroege-fase start-ups

in de agrofood en biobased economy met ‘zachte’ leningen, advies en diensten om de stap van ‘idee naar bv’ te maken. www.vitalfluid.nl

KOPLOPERS AAN DE A1: SOUNDINSIGHT/4SILENCE

SONOCAT HOUDT HERRIE IN DE HAND Met de SonoCat van de Enschedese start-up SoundInSight kunnen akoestisch engineers op elke locatie en real time geavanceerde geluidsmetingen doen – met de data kunnen ze met een ongeëvenaarde accuratesse ongewenste geluiden (lawaai, geroezemoes, wat dan ook) bestrijden. Het handheld device – formaat brillenkoker – bevat diverse slimmigheden, legt Eric de Vries uit. Hij is ceo van 4Silence, spin-off van de Universiteit Twente, dat

enige tijd geleden een baanbrekende methode lanceerde voor het reduceren van de overlast van verkeerslawaai. En dat nu met SoundInSight zijn tweede troefkaart uitspeelt: de SonoCat. Algoritmen brengen met hulp van acht heel kleine microfoons de geluidssituatie in voertuigen, kantoren, concertzalen, huizen in kaart: de intensiteit maar ook waar het geluid precies vandaan komt – en dus waar dempende materialen het meeste effect hebben. ‘Ik kan een auto muisstil maken. Door het interieur vol te stouwen met isolatie; maar dan is er geen plek meer om te zitten. En door het exterieur nog beter te isoleren, maar dat maakt de auto breder, hoger en zwaarder – vangt ie

meer wind en slurpt ie meer brandstof. Met onze oplossing kun je in de rijdende auto vaststellen waar de herrie precies vandaan komt en waar je dus optimale maatregelen kunt nemen – ook kun je bepalen hoe goed geluidsabsorberende materialen in specifieke situaties werken.’ De SonoCat is in het laatste stadium van ontwikkeling. Met dank aan de financiers voor het ontwikkeltraject, waaronder Oost NV. ‘Die heeft ons onder meer geholpen aan geld uit het ‘Proof of Concept’-fonds en bij het schrijven van een investor-ready businessplan.’ www.soundinsight.nl

INNOVATIEFONDS OOST-NEDERLAND: OJAH (BEETER)

BEET MET PLANTAARDIGE VLEESVERVANGERS Nooit van Beeter gehoord? Grote kans dat je op de verpakking van een plantaardige vleesvervanger het Beeter-icoon aantreft. In dat geval komt de grondstof van Ojah in Ochten, dat veel – en steeds meer – groothandels, supermarkten en restaurants belevert. Frank Giezen vatte met twee kompanen in 2005 het idee op om plantaardige eiwitten te gaan textureren uit soja – duurzaam geteeld, niet genetisch gemanipuleerd. Op basis van een inmiddels gepatenteerde extrusietechnologie, die hun product de ‘beet’ van vlees geeft. Wat flexitariërs – mensen die wel vlees eten, maar minder – over de streep trekt. In 2009 werd Ojah opgericht. ‘We wilden een productiebedrijf stichten. Geen kosten drukken door te outsour-

28

cen, de technologie juist dicht bij onszelf houden. Die kennis is zó uniek; geef je die uit handen, wat heb je dan nog, wat is je bedrijf dan nog waard? Dat wilden we niet, al kozen we daardoor wel voor ‘de moeilijke route’.’ Mede omdat daar heel veel geld bij komt kijken. Een bank wilde meedoen, mits we een cofinancier vonden. ‘Toen werd PPM Oost, samen met venture capitalist StartGreen, aandeelhouder. En dat zijn ze nog steeds, wat we als een compliment beschouwen. Ze zien dat we steeds meer waard worden – en hun, door de exit nog even uit te stellen, meer geld opleveren. Prima, we houden ze er graag bij. Ze helpen op juridisch vlak, weten de weg naar EFRO-subsidies (Europees Fonds voor Regionale Ontwikke-

Special Oost-Nederland - februari 2016

ling, red.) en hebben een netwerk van experts en potentiële investeerders.’ Ondertussen krijgt Ojah (25 medewerkers) ook buiten Nederland steeds meer voet aan de grond. ‘Om te kunnen blijven concurreren met die grote jongens als Nestlé en Campina, moeten we echt groot groeien.’ www.beeter.nl



30

Special Oost-Nederland - februari 2016


NIEUWEWEME HEEFT AAN CONTAINERBOUW KRACHTIGE GROEIMOTOR

NU AL EEN RECORDJAAR Snelle installatie ter plaatse, zekerheid dat alles naar behoren functioneert, goedkoop vervoer en weinig grondbeslag. Deze voordelen van het bouwen van installaties in containers zorgen dat de NieuweWeme Groep met die activiteiten een stevige groeimotor in handen heeft. Een betrekkelijk eenvoudig, ‘midtech’ concept waarmee het Oldenzaalse bedrijf, samen met zijn vooral regionale klanten, over de hele wereld succes heeft. DOOR MARTIN VAN ZAALEN

E

en Israëlische ondernemer krijgt opdracht een afwaterwaterzuiveringsinstallatie te bouwen voor een babypoederfabriek in het Amerikaanse Vermont. Net over de Duitse grens in Goch komt hij de zuiveringsinstallatie tegen die NieuweWeme Technische Montages daar heeft gebouwd voor een aardappelmeelfabriek, in opdracht van Aqana uit Sneek. Een installatie volledig opgeborgen in containers en ter plaatse in drie weken geïnstalleerd. ‘Ik ben met hem aan de praat geraakt en binnen acht weken had ik de opdracht binnen voor de bouw van een elektrotechnische en mechanische installatie compleet met software, goed voor de inhoud van zeven containers’, verhaalt directeur Ben Nieuwe Weme over een van de groeimotors van zijn Oldenzaalse NieuweWeme Groep.

300 PROCENT GROEI Het jaar is net een week oud als hij kan stellen dat zijn onderneming met containerbouw over 2016 300 procent gaat groeien ten opzichte van 2015. Vooral in de laatste maanden van het afgelopen jaar kwam de ene na de andere grote opdracht binnen. ‘Ik mag van mijn operations manager niet meer naar buiten’, zegt hij met een grijns, terwijl hij zijn mobieltje weglegt na de directeur van Waste Treatment Technologies te hebben beloofd ’m terug te bellen. Dit Almelose ingenieursbureau, gespecialiseerd in de ontwikkeling van afvaloplossingen, is zijn opdrachtgever voor de bouw van afvalvergistingsinstallaties in het

Ben Nieuwe Weme: ‘Op het moment dat de container op transport gaat, is 98 procent van al het installatiewerk gedaan en weet de klant zeker dat het op de goede manier is gebeurd.’ Foto: Arjan Reef

Canadese Vancouver en het Poolse Lubartow. ‘Wij zorgen dat de door hen ontwikkelde technologie daar in vier tot zes weken wordt geïnstalleerd. Voorheen hadden zij voor dat soort klussen een half jaar een manager op locatie, die met een team van installateurs en in voortdurend overleg met de klant de installatie in zijn geheel ter plekke opbouwde. Juist als je zolang ter plaatse bent, worden er altijd weer nieuwe eisen gesteld en heb je te maken met gas-, water- en elektra-aansluitingen die op onhandige plaatsen zitten en waarvoor oplossingen moeten worden gebouwd. Terwijl je daar dan niet zomaar meerwerk voor kan rekenen. Nu bouwen wij hier in Oldenzaal in een paar maanden tijd de complete installatie op, verschepen die goedkoop gewoon op een containerschip en sluiten ’m ter plekke aan. Als dan de aansluitingen lastig zitten, is het voor de eindklant vanzelfsprekend dat daar extra uren voor worden geschreven.’

ZEKERHEID BIEDEN Een ander voordeel van het containerconcept is de zekerheid dat alles werkt. Op het LEES VERDER OP PAGINA 33

NAAR 125 MAN PERSONEEL Per 23 december 2015 is de NieuweWeme Groep formeel uitgebreid met metaalbewerker Niemeijer, waarmee al langer intensief werd samengewerkt en waarin de groep veel van het metaalwerk voor de andere onderdelen onderbrengt. De groep bestaat voorts uit NieuweWeme Technische Montages, HOAF Infrared Technology, Infra Heat Techniek en handelsbedrijf Qdel. Met Niemeijer erbij komt het totaal aantal medewerkers op 125 en de omzet boven de 20 miljoen euro.

Special Oost-Nederland - februari 2016

31


STAALTJE OOST-NEDERLANDSE OPTIMALISERING

LEAN PRODUCEREN IN DE KETEN Het Apeldoornse Remeha, de nummer drie producent ter wereld op de verwarmingsmarkt, werkt nauw samen met een aantal toeleveranciers uit de regio. De kruisbestuiving werpt haar vruchten af voor alle partijen.

Van links naar rechts Daniël Lentink (Lentink), Frank Dijkman (Ovimex), Edu Veldhuis (Remeha) en Wim Simons (Timmerije) in de assemblageafdeling bij Remeha in Apeldoorn. Foto: Arjan Reef

DOOR WILMA SCHREIBER

a de overname van het Franse De Dietrich Thermique en de Engels-Italiaanse Baxi Group in 2004, respectievelijk 2009 heeft Remeha nu zo’n 6.000 medewerkers in dienst, die gezamenlijk een omzet van 1,7 miljard euro realiseren. De Europese markt noemt director operations Edu Veldhuis volwassen. ‘Dat betekent dat we kijken naar andere groeimarkten. Zo hebben we afgelopen zomer een van onze Chinese toeleveranciers overgenomen, die in Shanghai al assemblagewerkzaamheden verrichtte en nu ook op kleine schaal productie gaat draaien voor de lokale markt. En verder moet ook de acquisitie van het Amerikaanse ECR expansie mogelijk maken.’ Voor de beoogde groei van Remeha is naast innovatie van de hardware ook digitalisering een must. ‘Connected devices, die alle via internet met elkaar verbonden zijn, hebben de – nabije – toekomst. We zijn momenteel dan ook bezig met een aantal pilotprojecten op dit gebied. Software wordt veel belangrijker, je ziet nu al apps om de

N

32

thermostaat in te stellen. Die ontwikkeling zal zich in sneltreinvaart doorzetten in de verwarmingsindustrie.’

MODULAIRE KETELS Voorts streeft het Apeldoornse bedrijf naar meer logistieke flexibiliteit en kostenreductie, reden om in te zetten op modulair opgebouwde ketels, zoals de TZERRA. Een van de redenen is dat hierdoor een deel van de assemblage buiten de deur kan gebeuren. Bijvoorbeeld bij Timmerije in Neede en Lentink in Varsseveld, dat de stalen plaatwerkdelen levert. ‘Wij hebben in een lean-traject een speciale montagebaan opgezet, die direct is gekoppeld aan een van onze volautomatische poedercoatstraten. Hierop monteren wij alle omkasting die nodig is voor de Remeha cv-ketels. Dit resulteert voor Remeha in een hoge constante kwaliteit met daaraan gekoppeld een lage kostprijs. Voor ons betekende dit een boost op montagegebied’, verklaart directeur-eigenaar Daniël Lentink. Het productieproces van Remeha zelf is al jaren gebaseerd op de principes van lean,

Special Oost-Nederland - februari 2016

kennis die het bedrijf deelt met toeleveranciers. ‘Wij streven naar de ultimate factory. Zo hebben we vorig jaar een pick-to-lightstraat geopend, waarin operators op indicatie van lampjes de juiste componentenconfiguratie voor de onderhanden ketel krijgen aangereikt’, vertelt Edu Veldhuis. ‘En nu werken we nog met voorraad voor drie, vier dagen en worden alle onderdelen op kanban-basis (eenvoudig (visueel) systeem voor logistieke besturing, red.) aangeleverd voor dagelijks gebruik. Over twee jaar willen we alles direct aan de baan, zonder magazijn.’ De assemblage gebeurt nog handmatig. ‘Dat heeft zo zijn nadelen. We gaan kijken naar robotisering, ook met het oog op de duurzame inzetbaarheid van medewerkers, kwaliteitsverbetering en uiteraard de kosten.’ Automatisering is niet altijd vanzelfsprekend, zo blijkt bij Timmerije, dat de kunststofkap voor de TZERRA spuitgiet. ‘Voor Remeha is het belangrijk dat in deze kap functies geïntegreerd kunnen worden en de consument wil een mooie ketel, daarom spuitgieten we de kap met een hoogglansafwerking’, vertelt directeur Wim Simons. Timmerije doet tevens een deel van de assemblage van de ketels in de eigen sociale werkplaats. ‘Het aanbrengen van isolatie, stickertjes en een rubberen afdichtprofiel. Handmatige bewerkingen die we tot nu toe niet gerobotiseerd of geautomatiseerd hebben. De technologie is er wel, maar uit milieuoverwegingen kiezen we daar niet voor.’

MILIEUWINST Een ander hot item is namelijk mvo (maatschappelijk verantwoord ondernemen). Remeha doet al aan refurbishen – het terughalen van componenten voor hergebruik – en wil dit in de nabije toekomst verder uitbreiden. ‘Dat betekent een lagere prijs voor de klant, met dezelfde garantie, en wij hoeven het niet als afval te behandelen’, aldus Veldhuis. De eindigheid van fossiele brandstoffen stelt Remeha eveneens voor een uitdaging. ‘Denk aan programma’s als ‘Nul op de meter’, waarbij woningen zelf voorzien in hun energie. De


vraag is: wat stel je daar tegenover? Een aantal jaar geleden introduceerden wij de eVita, een slimme hr-ketel die warmte en warm water levert en groene stroom opwekt. Momenteel leveren wij hybride systemen, cv-ketels met warmtepomp, en kijken we tevens naar energieopslag, dat wordt steeds belangrijker.’ In het licht van mvo werkt Remeha met het selfassessment EcoVadis en verwacht deze duurzaamheidsevaluatie ook van zijn leveranciers. Andere milieuwinst is gelegen in het feit dat de partners op korte afstand van elkaar zijn

LEVEREN NAAR BEHOEFTE Een andere met de klant meedenkende supplier is Ovimex, specialist in totaaloplossingen in ict en print, dat de technische handleidingen voor alle verwarmingsketels van Remeha verzorgt. Het Deventer bedrijf ontwikkelde een tool voor digitaal drukken op maat. ‘Met het oog op eventuele wijzigingen wil Remeha geen grote voorraad aanhouden. We werken met een forecast van een week. Omdat die forecast niet vastligt, is ons systeem zo ingericht dat het voor- en achteruit kan kijken en

‘In de toekomst wil ik nog beter gebruik maken van de gespecialiseerde kennis van onze toeleveranciers’

gehuisvest, waardoor ook grote volumes logistiek geen bottleneck vormen. ‘Wij doen mee aan de milk run van Remeha: elke dag haalt een vrachtwagen onze producten op, op basis van forecast en slottijden sluiten die precies aan op hun productieruns’, aldus Wim Simons van Timmerije. ‘En voor service kunnen we met drie kwartier ter plekke zijn.’ Ook zijn bedrijf kijkt naar mogelijkheden voor refurbishing. ‘De kunststofkap is goed te recyclen. We zijn druk doende ons productieproces softwarematig daarop in te richten.’

zo naar behoefte kan leveren’, verklaart algemeen directeur Frank Dijkman. Ovimex belevert via vijf transportkarren dagelijks op maat de vijf productielijnen van Remeha. ‘Dat doen we vijf dagen per week, vijftig weken in het jaar. Met als extra check het geijkt wegen om zeker te zijn dat we precies de goede aantallen documentatiesets leveren.’ Ook Lentink rijdt op kanban-basis dagelijks naar Apeldoorn, met de stalen omkastingen voor de cv-ketels. Tevens draagt de supplier uit Varsseveld zorg voor een stuk preassem-

VERVOLG VAN PAGINA 31

klant Lukoil. ‘Via mond-tot-mond-reclame kwamen zij erachter dat wij hoog staan in een ranking van leveranciers van ATEX-gecertificeerde (explosieveilige, red.) installaties’, verklaart Nieuwe Weme hoe zijn containers ook in de Russische olie- en gassector terechtkomen. ‘Voor containerbouw hebben we nu zeven klanten, waarvan de meeste hier in Nederland gevestigd zijn. De eindklanten zijn voor negentig procent buitenlands, maar onze opdrachtgevers zijn vaak midtech bedrijven

moment van het interview wordt in Oldenzaal een ontziltingsinstallatie gebouwd voor Salttech uit Sneek. ‘Nog voor het eind van de maand komt de klant hier om ’m uitgebreid te testen. Wij zorgen met een generator voor hetzelfde voltage als in Texas, waar de installatie gebruikt zal worden voor het ontzouten van water dat nodig is bij de winning van schaliegas. Op het moment dat de container op transport gaat, is 98 procent van al het installatiewerk gedaan en weet de klant zeker dat het op de goede manier is gebeurd. Het enige waar hij nog voor moet zorgen is een betonplaat in die Texaanse woestijn. Mijn mensen stellen ’m dan binnen vier dagen werkingsgereed op.’ Een derde voordeel is dat er met containers compact kan worden gebouwd. Zo zal de zuiveringsinstallatie in Vermont slechts 225 vierkante meters Amerikaanse grond vergen. ‘Containers zijn goed stapelbaar tot negen hoog.’

MIDTECH Behalve voor ontzilting en zuivering worden de containers van NieuweWeme ook gebruikt voor energieopwekking, persluchtsystemen, (lamineer)ovens (die het onderdeel HOAF van de NieuweWeme Groep ontwikkelt en bouwt) en pompinstallaties. Voor dat laatste is het Hengelose Rosscor een klant die bijvoorbeeld meerfasenpompen engineert voor eind-

blage. ‘Isolatie aanbrengen past niet bij Remeha aan de lijn en is daarom naar ons verlegd. Daarnaast monteren we ook losse onderdelen, zoals kunststofdelen en rubberen slangetjes’, vertelt Daniël Lentink. Hij noemt een hoge automatiseringsgraad als belangrijke meerwaarde. ‘Daardoor kunnen onze machines platen zeer efficiënt snijden, dit heeft produceren met minder afval – lees goedkopere productie – tot gevolg.’

PLATFORM Samenvattend is Remeha’s operationeel directeur Edu Veldhuis dik tevreden over de samenwerking. ‘Ovimex, Lentink en Timmerije ontzorgen ons, dankzij hun stabiele operationele en logistieke performance. Daarnaast haken ze snel in op verzoeken van onze kant en zijn ze betrouwbaar qua planning, wat belangrijk is voor onze time-to-market.’ Is er dan niets te wensen over? ‘Ja, early supplier involvement. In de toekomst zou ik nog beter gebruik willen maken van hun gespecialiseerde kennis en hier een platform voor oprichten, zodat Remeha hun meer vrijheidsgraden kan bieden om te komen tot nog betere producten.’

www.remeha.nl www.lentink.nl www.ovimex.nl www.timmerije.nl

verwoordt Ben Nieuwe Weme het. ‘Midtech heeft als bijkomend voordeel dat je je niet voortdurend zorgen hoeft te maken over het weglekken van je intellectueel eigendom. De hightech kopen we in als die voldoende is uitontwikkeld.’

ONDERHANDELEN Overigens bouwt NieuweWeme ook installaties (skids) zonder de containerbehuizing. ‘Aan een Thaise eindklant gaan we 108 skids leveren voor een grote ontziltingsinstallatie’,

‘Als je slim bent, valt er zoveel meer toegevoegde waarde te genereren en geld te verdienen met midtech’

uit de directe omgeving. Net zoals wij zelf ook een midtech bedrijf zijn. Het hightech werk dat met name in het Eindhovense wordt gedaan is ook heel belangrijk, maar als je slim bent valt er zoveel meer toegevoegde waarde te genereren en geld te verdienen met midtech. Zo ben ik ook op het concept van de containerbouw gekomen. Eenvoud is modulair conceptueel denken in het kwadraat. Oftewel, om met Einstein te spreken, E = mc2’,

vertelt de directeur om de snelle groei nog maar ’ns te illustreren. ‘Nee, ook qua werkkapitaal is dat geen probleem. De banken zijn zeer loyaal geworden. Verder is het een kwestie van onderhandelen. Voor het werk in Vancouver had ik al een half miljoen euro van de aanneemsom bijgeschreven gekregen, terwijl ik nog geen schroef had ingekocht.’ www.nieuweweme.nl

Special Oost-Nederland - februari 2016

33



GEZAMENLIJK BEURSBEZOEK CREËERT NETWERK IN BINNEN- EN BUITENLAND

WEGWIJZER NAAR DE INTERNATIONALE MARKT Liesbeth van den Akker van Abelan Fibor Packaging in Zutphen en Maria Lijding van Smart Signs Solutions in Enschede hebben vorig jaar een stel interessante nieuwe contacten opgedaan. Net als andere Oost-Nederlandse ondernemers die via ontwikkelingsmaatschappij Oost NV beurzen in het buitenland bezoeken. Zij ontdekken er nieuwe kansen op internationale markten. geïnteresseerd om mee te gaan. Smart Signs levert gepersonaliseerde fgelopen november vertrok een bus en dynamische informet zo’n dertig deelnemers naar de matiesystemen voor beurs Medica 2015 in Düsseldorf (D). gebouwen. ‘Ik wilde Ze gingen mee met de Match2Medica nog beter weten wat er Tour 2015 van Oost NV, dit keer met als gaande is in de markt. thema ‘Digital Health Smart Devices’. Drie Wie zijn onze concurdagen lang werden ze ondergedompeld in de Smart Signs ziet onder meer kansen in ziekenhuizen, reden voor directeur Maria Lijding renten, wat doen zij? grootste medische marktplaats van de wereld. om de Medica 2015 in Duitsland te bezoeken. Foto: Hartmut Benz Met wie kunnen we Om inspiratie op te doen, mogelijke handel in samenwerken? Ik heb het vizier te krijgen en bovenal om hun netFibor uit Zutphen. ‘Fibor maakt massief bijvoorbeeld gesproken met een bedrijf dat werken uit te breiden. De ontwikkelingsmaatkartonnen verpakkingen voor onder meer de complete systemen levert voor de gezondschappij organiseerde het beursbezoek samen groente- en fruitsector. We zijn altijd op zoek heidszorg in Europa en dat groter is dan wij. met Health Valley, Health Innovation Park en naar nieuwe markten. We hebben vier dagen Wellicht willen zij hun portfolio uitbreiden Kennispark Twente en wil ondernemers met op de beurs gestaan met een grote fontein: met onze producten.’ Een ziekenhuis vroeg internationaliseringsplannen ook op deze onze verpakkingen voor tomaten en meloenen Smart Signs onlangs een offerte uit te brengen manier ondersteunen. De deelnemende werden nat maar bleven stevig en stabiel.’ Dat voor een project. ‘We kunnen niet exact levebedrijven uit de sector Life Sciences & Health maakte indruk. De fontein trok veel aandacht. ren wat ze willen, maar dankzij de Medicaen de medisch-technologische industrie konVan den Akker deed een aantal goede contactour heb ik nu een contact opgedaan waarmee den van te voren aangeven wat voor contacten ten op waarmee ze nu verder aan de slag gaat. we wellicht samen alsnog kunnen bieden wat ze zochten. Tegen een aantrekkelijke reissom ‘Je moet het langzaam opbouwen, zeker in dit het ziekenhuis wil.’ kregen ze een toegesneden programma gebosoort landen. Ik heb veel geleerd over de Turkden. De provincies Gelderland en Overijssel se markt. Je begint in elk nieuw land bij nul, gaven een financiële bijdrage. FONTEIN IN ANTALYA dus als je kunt leunen op een organisator die Salesmanager Liesbeth van den Akker trok de weg weet, dan is dat zeer welkom. Het met de producten van Abelan Fibor Packaging MOOIE CONSTRUCTIE Holland Paviljoen zag er fantastisch uit en we in Zutphen begin december veel bekijks op de Toen directeur Maria Lijding van Smart Signs konden alles samen betalen.’ belangrijke agrarische vakbeurs Growtech Solutions van de reis hoorde, was ze meteen Eurasia in het Turkse Antalya. ZORGEN VOOR VERVOLG De Nederlandse De ondernemers komen vaak enthousiast Export Combinaterug. En gaan over tot de orde van de dag. tie en Oost NV Daarom houdt Oost NV de vinger aan de hadden daar net pols. De nieuwe beursbezoeken zijn ook als in 2013 en alweer in voorbereiding. Dit jaar reist 2014 voor een opnieuw een groep af naar de Medica in Holland PavilDüsseldorf. Half april kunnen bedrijven naar joen gezorgd. Connecting Healthcare IT in Berlijn en eind Van de veertien april is er bijvoorbeeld weer de Hannover bedrijven in het Messe. Liesbeth van den Akker en Maria Lijpaviljoen kwading gaan ongetwijfeld vaker mee, zeggen ze. men er acht uit Lijding: ‘Het is een prima opzet, ook om ons Oost-Nederland, netwerk in de eigen regio uit te breiden.’ waaronder Cyklop uit Zwolle, www.smartsigns.nl Dutrion uit www.abelan.com Ommen, Gulliremco.lucassen@oostnv.nl Abelan Fibor Packaging presenteerde zich eind vorig jaar op de agrarische vakbeurs Growtech Eurasia in Turkije. Foto: Fibor Packaging mex uit Borne en (informatie over beursbezoeken) DOOR LUCY HOLL

A

Special Oost-Nederland - februari 2016

35


VIRO EN IMS ONTWIKKELEN GENERIEKE BESTURINGSSOFTWARE VOOR ‘4.0’ PRODUCTIEPLATFORM

‘HET KOST MOEITE OM DINGEN SIMPEL TE MAKEN’ Flexibiliteit en schaalbaarheid zijn trefwoorden voor de moderne productiesystemen van Industrie 4.0. Ingenieursbureau VIRO is na de recente uitbreiding met software & control-competenties uitgerust voor de ontwikkeling van een toolkit voor de bijpassende systeemarchitectuur. Machinebouwer IMS gebruikt de toolkit om zijn nieuwe generatie flexibele en schaalbare productiesystemen van de benodigde besturingsintelligentie te voorzien.

In gesprek over de flexibele systeemarchitectuur die VIRO ontwikkelt voor launching customer IMS: van links naar rechts Barry te Dorsthorst (IMS), Theo de Vries (VIRO), Ton Pothoven (IMS/WWINN) en Jacob Vlasma (VIRO). Foto: Arjan Reef

DOOR HANS VAN EERDEN

V

IRO is een groeiend internationaal ingenieursbureau, gespecialiseerd in engineering en projectmanagement, met 600 medewerkers en hoofdkantoor in Hengelo (Ov). Klanten voor machinebouw en industriële projecten vragen VIRO om over de totale keten – van idee en engineering tot productie en inbedrijfname van een machine – ondersteuning te bieden en waarde toe te voegen. Dat kan in de vorm van onder meer kwaliteitsverbetering, doorlooptijdverkorting, kostenreductie, flexibilisering en inbreng van expertise, vertelt Jacob Vlasma, vestigingsleider Hengelo. Reden voor VIRO om zijn dienstenpakket verder uit te breiden. Jongste aanwinst is de afdeling Soft-

36

ware & Control, die VIRO verwierf door de overname vorig jaar van negen medewerkers van het Enschedese Imotec. Onder leiding van Theo de Vries ontwikkelt deze afdeling technologie en high-end software voor de besturing van machines en andere mechatronische systemen. Nu kan VIRO klanten op het gebied van Industrie 4.0 ondersteunen met geavanceerde software, systems engineering en slimme concepten voor systeemarchitectuur.

ONVOORSPELBAAR Een van die klanten is IMS in Almelo, onderdeel van de WWINN Group (negentig medewerkers). IMS ontwikkelt en bouwt productiesystemen voor de semi- en hooggeautomatiseerde productie van veelal kleine, samengestelde producten. Dit zijn bijvoor-

Special Oost-Nederland - februari 2016

beeld componenten voor consumentenelektronica, denk aan smartphones, en medische devices. ‘Wij zijn actief sinds 1999’, vertelt algemeen directeur Ton Pothoven, ‘en het begon met maatwerk, dedicated systemen voor een bepaald product. Vervolgens kwamen er modulaire systemen, die binnen een productiefamilie flexibel verschillende producten kunnen maken. Nu is er vraag naar flexibele, schaalbare productieplatformen, vooral van bedrijven die productie in Europa dicht bij hun innovatiecentra willen houden. Zij willen al vroeg in de lifecycle, als een productontwerp nog niet helemaal vastligt en de productieaantallen nog niet groot zijn, automatiseren; dit met het oog op loonkosten en kwaliteit. Maar ze willen het risico vermijden van een grote investering in een dedicated machine voor een product waarvan de levenscyclus nog onvoorspelbaar is. Daarom ontwikkelen wij nu een platform dat flexibel en herconfigureerbaar is, zoals bestaande machines, maar ook meer schaalbaar en programmeerbaar. Eén machine moet productieflows voor heel uiteenlopende producten kunnen verwerken. Met zo’n generiek platform kunnen klanten flexibel meegaan in de dynamiek van hun markt.’

BESTURINGSINTELLIGENTIE Het nieuwe concept van IMS, METIS 4.0 genaamd, kent een hoge mate van flexibiliteit. Het vergt dan ook veel besturingsintelligentie om het systeem optimaal te benutten, verklaart Pothoven. ‘Onze eigen expertise ligt vooral in de ‘real time’-wereld, waar het gaat om motion control en de afloop van productiestappen op een machine. De flexibele besturing van complete productiecellen en -lijnen is voor ons relatief nieuw. Om dat naar een hoger niveau te tillen, zijn we een partnerschap met VIRO aangegaan. Zij doen al veel mechanische engineering voor ons en door de komst van Theo en de competenties van diens groep diende zich deze gelegenheid aan. Zij ontwikkelen een toolkit die aansluit op onze


behoefte: besturingsintelligentie die niet alleen een interface heeft naar onze laag-niveau machinebesturing maar ook componenten van derden kan integreren en vooral de interfacing verzorgt naar de buitenwereld, van ERP (de productieplanning op het hoogste niveau, red.) tot onderhoudssystemen. Dat is de flexibiliteit van Industrie 4.0.’

HERGEBRUIK Theo de Vries licht het concept van VIRO toe: ‘De systeemarchitectuur is in de basis zo opgezet dat met relatief weinig inspanning aanpassingen voor specifieke automatiseringsoplossingen zijn te realiseren. We ontwikkelen eerst de basisfunctionaliteit en laten zien dat die goed werkt en betrouwbaar is.’ Pothoven: ‘Daarmee doen jullie op besturingsniveau hetzelfde als wij aan de fysieke kant doen: een architectuur creëren met een aantal bouwblokken die je kunt hergebruiken om snel, kosteneffectief en vooral voorspelbaar een klantspecifieke oplossing te genereren.’ IMS fungeert als een launching customer voor de toolkit die VIRO aan het ontwikkelen is. Wel wil VIRO daar nog klanten uit andere marktsegmenten bij betrekken, vult De Vries aan. ‘Onze toolkit moet echt generiek zijn en om dat te bereiken willen we deze ook voor andere partijen toepassen. Hiervoor is een ipfilosofie (voor intellectual property, red.) geintegreerd in de softwarearchitectuur, zodat met respect voor de commerciële belangen

van IMS er geen componenten in de toolkit komen die onderscheidend zijn voor hun concurrentiepositie. De uitdaging is om de juiste mate van flexibiliteit en schaalbaarheid te vinden.’ Daar ligt het belang van de samenwerking, reageert Barry te Dorsthorst, electrical engineer bij IMS. ‘Wij hebben concrete ideeën over flexibiliteit, maar jullie zorgen dat ook andere ideeën, die misschien minder met onze markt te maken hebben, in de toolkit komen.’ Flexibiliteit is de grootste uitdaging voor IMS, erkent Pothoven. ‘Onze systemen moeten heel verschillende productvormen kunnen verwerken. We willen zo min mogelijk specifieke engineering hoeven doen, want dat kost tijd en brengt risico met zich mee. Het beste is een flexibele oplossing die er relatief eenvoudig uitziet.’ Dat beaamt Theo de Vries. ‘Maar mijn stelling is: het kost moeite om dingen simpel te maken. Dat maakt het juist interessant.’ Essentieel in de visie van VIRO is de openheid van de systeemarchitectuur, zodat de klant zelf of derden de besturing kunnen uitbreiden. Te Dorsthorst: ‘De overgang van onze ‘real time’-besturing naar de hogere besturingslaag wordt een heel open interface, gebaseerd op communicatiestandaarden.’ De Vries: ‘We moeten interfacen naar heel veel systemen, maar we kunnen niet alles en moeten dus keuzes maken. Ook daarvoor is het goed om met meerdere partijen te praten en de toolkit al direct in uiteenlopende projecten in te zetten.’

VOORSPRONG VIRO gaat de toolkit niet vermarkten als een softwareproduct, verklaart Jacob Vlasma. ‘We gaan ’m inzetten om kosteneffectief, met relatief korte doorlooptijd en gegarandeerde kwaliteit specifieke projecten voor klanten uit te voeren. Met de toolkit willen wij de concurrentiepositie van de keten – de klant met ons als dienstverlener – versterken.’ De ontwikkeling van de toolkit is een doorlopend proces, maar onderdelen die klaar zijn zal IMS meteen toepassen in nieuwe systemen. Pothoven: ‘Over een paar jaar hebben we een compleet demonstreerbaar systeem. Wij zijn vrijwel zeker de eerste die dat in het veld gaat brengen. Onze concurrenten leveren nog vooral dedicated systemen, maar we zien hen nu ook modulaire oplossingen op de markt brengen. Met METIS 4.0 hopen we onze voorsprong te herstellen. We vinden in ieder geval verrassend veel weerklank bij klanten. Onze benadering kan uitstekend worden toegepast in hoogvolumeproductie in Azië, maar ons eerste doel is de flexibiliteit te creëren die partijen in Europa vragen. Met ons platform en de toolkit van VIRO kunnen zij een generieke investering doen die ze niet met één specifiek product hoeven terug te verdienen.’

www.ims-nl.com www.viro.nl

Special Oost-Nederland - februari 2016

37


KORT STARTSCHOT VOOR EUROPEES CLEAN MOBILITY CENTER Eind januari is het Clean Mobility Center, ‘European center for business innovation’, officieus van start gegaan. ‘Nieuwe energieoplossingen zijn noodzakelijk om de CO2-uitstoot, waar mobiliteit een grote rol in speelt, te verminderen. Gezien de omvang en complexiteit van de bestaande uitdagingen zijn deeloplossingen echter niet toereikend’, aldus Allegodirecteur Anja van Niersen, een van de kartrekkers. Het Clean Mobility Center richt zich op innovatieve oplossingen voor alle vormen van mobiliteit die te verduurzamen zijn, waaronder auto’s, bussen, fietsen en vracht-

wagens. Het gaat om het innoveren en/of efficiënter gebruiken van het voertuig zelf, de infrastructuur en de direct aan mobiliteit gerelateerde duurzame energieopwekking en -opslag. Het centrum vestigt zich met een testlocatie, showroom en onderzoeksfaciliteiten op Industriepark Kleefse Waard (IPKW) in Arnhem. De oprichters zijn Allego, CGI, DEKRA, DNV GL, EL-KW en IPKW. Ook de Gemeente Arnhem, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN), Stichting kiEMT, Oost NV, ROC Rijn IJssel, SEECE (Sustainable Electrical Energy Centre of Exper-

Impressie van het Clean Mobility Center op Industriepark Kleefse Waard in Arnhem.

tise) en SUEZ zijn aangesloten bij het initiatief. Op 21 april vindt

de officiële opening plaats. cleanmobility.eu

MADE IN HOLLAND AWARD 2016 VALT IN OOST-NEDERLAND Machinefabriek Boessenkool, PillenGroup, Romias en Exner Ingenieurstechniek zijn genomineerd voor de Made in Holland Award 2016. De award is in het leven geroepen om prestaties van Nederland als (maak)industrieland in de schijnwerpers te zetten. De uitreiking is half maart in Utrecht, tijdens de vakbeurzen ESEF en TechniShow in de Jaarbeurs. Machinefabriek Boessenkool (Almelo) dingt mee met de Drone4Agro en de PillenGroup

(Lichtenvoorde) met het HeatFun Comfortpanel; deze genomineerden zijn ESEF-deelnemers. Uit de inzendingen voor de TechniShow Innovatie Award heeft de jury

38

genomineerden komen uit OostNederland. www.esef.nl www.technishow.nl

NIEUW CYCLOTRON IN RADBOUDUMC Het Radboudumc heeft een nieuw cyclotron (deeltjesversneller) van Siemens Healthcare in gebruik genomen. Daarmee kan het Nijmeegse ziekenhuis kortlevende radioactieve stoffen (radiofarma-

ELEKTRISCHE REUZENTREKKER VOOR INGANG TWEEDE KAMER Vorige maand bood Ineke Dezentjé Hamming-Bleumink, voorzitter van FME (de ondernemersorganisatie voor de industrie), het rapport ‘Nederland maakt’ aan alle partijvoorzitters aan. Met het oog op de parlementsverkiezingen in 2017 duidt het rapport het belang van de technologische maakindustrie als trekker van de Nederlandse economie. Ter opluistering van deze aanbieding stond er voor de deur van de Tweede Kamer in Den Haag letterlijk een trekker, als voorbeeld van technologische innovatie uit de Nederlandse

Romias (Enter) met de robotbesturing Romias-MI en Exner Ingenieurstechniek (Druten) met het Instant Robot Programming system geselecteerd. Alle vier de

maakindustrie. De Multi Tool Trac is gebouwd door Machinefabriek Boessenkool uit Almelo. De ontwikkeling gebeurde in samenwerking met Wissels Techniek, Van Ham Organisatie & Advies en zeven biologische akkerbouwers onder de vlag van de Osse Equipment Manufacturing Group. De Multi Tool Trac is ’s werelds eerste grote elektrische tractor. Hij maakt het werk van de boer plezieriger en duurzamer en houdt het natuurlijke bodemmilieu optimaal in stand. www.multitooltrac.com www.fme.nl

Special Oost-Nederland - februari 2016

ca) produceren en die heel snel aan de patiënt toedienen. Zo worden weefsels, organen en processen beter in beeld gebracht. Dat helpt de arts om een betere keuze te maken tussen de verschillende

NEDERLAND MAAKT! Oveer het belang van de industrie en industriële waardeketens vo oor Nederland

behandelmethoden voor kanker, stofwisselingsziekten of hart- en neurologische aandoeningen, zoals de ziekte van Alzheimer en Parkinson. www.radboudumc.nl www.siemens.com


OOK CREATIEVE SECTOR ZOEKT CROSS-OVER MET MAAKINDUSTRIE

‘KWALITEIT EN DUURZAAMHEID, LIEFST OOK OOGVERBLINDEND MOOI’ ‘Innoveren is een voorwaarde om als bedrijf in de creatieve sector mee te kunnen blijven doen. Dat is alleen mogelijk door samenwerkingsverbanden aan te gaan met andere sectoren, in ons geval de maakindustrie. En duurzaam innoveren doe je in de regio.’ Dat zegt Mars Holwerda van StudioMOM in Arnhem. Ook plaatsgenoot Maison the Faux kiest voor de innovatieroute, door samen met open innovatiecentrum Texperium in Haaksbergen creatieve duurzame kleding te ontwerpen. DOOR TAMARA FRANKE

O

ost-Nederland kent steeds meer samenwerking tussen verschillende topsectoren. Zo zoeken ook de creatieve sector en de maakindustrie elkaar op voor innovaties. Mooie voorbeelden zijn StudioMOM / Identity & Design en Maison the Faux, beide in Arnhem. StudioMOM profileert zich met het ontwerpen van producten ‘met een sterke, heldere identiteit’. Modelabel Maison the Faux focust op ambacht, innovatie en visie als antwoord op de wegwerpcultuur. Tessa de Boer van Maison the Faux: ‘Ontwerpen van creatieve duurzame kleding, dat is onze focus, en dat is meer dan alleen elk jaar een nieuwe kledinglijn. Juist binnen de modeindustrie is duurzaamheid nog moeilijk te vinden. De duurzame producten die er zijn, zijn vaak lelijk en voldoen niet aan de eisen voor haute couture-ontwerpen. Daar willen wij verandering in brengen.’

RECYCLEN Maison the Faux werkt aan een innovatie met Texperium, het open innovatiecentrum voor

hoogwaardige textielrecycling in Haaksbergen. ‘We hebben contact met hen gezocht om te praten over de mogelijkheden van een gerecycled garen dat voldoet aan de eisen van de haute couture. Samen met hen zijn wij nu bezig met de ontwikkeling van een reeks garens die er mooi uitzien. Dat is spannend. Texperium heeft de technische kennis, zij ontwikkelen het garen. Wij twisten en twijnen het garen en gebruiken dat in onze nieuwe collectie. Doel is dat de draad daarna voor iedereen beschikbaar komt.’ Tessa de Boer is enthousiast over de rol van ontwikkelingsmaatschappij Oost NV als sparringpartner, onder meer bij het aanvragen van projectfinanciering. ‘Wij zijn creatief en ondernemend, maar realiseren ons dat we geen verstand hebben van financieringstaal. Zij vullen deze leemte en beschikken over een geweldig netwerk waar je als jonge ondernemer enorm veel profijt van hebt.’ De Volkskrant heeft Maison the Faux uitgeroepen tot modetalent van 2016. ‘Daar zijn we enorm blij mee. In eerste instantie ziet iedereen ons als modelabel en daar liggen zeker onze roots. Maar zelf zien we ons meer als creatieve studio. We willen meer dan alleen mode en ook andere producten doorontwikkelen. We blijven bezig met verbetering, een verschil maken, een positieve verandering, dat is ons doel.’

NETWERK

StudioMOM ontwierp de hoogrendement-houtkachel Oak, die lokaal wordt geproduceerd. Foto: Wanders

StudioMOM profiteerde van het uitgebreide netwerk van Oost NV. Mars Holwerda: ‘Zo hebben we onze partner Wanders in Netterden gevonden. Wij ontwikkelen constant nieuwe concepten. Maar het mooist is als we dat ook in de regio kunnen produceren. Dan ben je pas echt kleinschalig en duurzaam bezig. En dat is precies wat de houtkachel Oak van Wanders is geworden, een staalkaart van een aantal bedrijven in de regio die gezamenlijk dit product maken. De duurzaamheid zit in het hoge rendement van de kachel en in het concept van lokale productie. Je maakt alleen wat nodig is en hebt daardoor weinig voorraad. De schoonheid maakt ook dat mensen een product koesteren en lang houden. Dat is waar wij steeds naar zoeken bij

Maison the Faux ontwerpt creatieve duurzame kleding.

onze producten: kwaliteit en duurzaamheid, liefst ook oogverblindend mooi. Wij willen flexibel, lokaal en interessant zijn, dat kan als je in de regio produceert.’ StudioMOM laat haar producten liefst in de regio produceren in plaats van in lagelonenlanden. ‘Je bent dan niet flexibel. Het is lastig om even te overleggen met mensen in India of Polen. Los van de afstand is de taal vaak een barrière. Innovatie is noodzakelijk, anders stagneer je als bedrijf. Innovatie is zeker in Gelderland optimaal als je regionale samenwerking aangaat. Juist door kennis te delen kun je tot geweldige nieuwe producten komen. Als je even bij elkaar langsgaat om een tussenfase te bekijken en samen te bespreken welke kant je op wilt, kom je tot nieuwe ideeen. Je kunt makkelijker iets uitproberen, dus wordt het veel innovatiever. Dit is de toekomst: kleinschalig, in de regio, met gedeelde kennis die stimuleert om samen mooie duurzame producten te ontwerpen en maken.’ www.maisonthefaux.com www.studiomom.nl

Special Oost-Nederland - februari 2016

39


Maakbedrijven renderen met Isah Business So ware Isah Business Software vormt de spil van alle bedrijfsprocessen en biedt volledig inzicht en overzicht. De so ware is toegespitst op de maakindustrie en wordt wereldwijd in vele branches toegepast. Wij investeren continu in Research & Development om vandaag, maar ook over 10 jaar te voldoen aan de wensen en eisen van het maakbedrijf. Daarbij hebben we een duidelijk

Kennismaken? Kijk op isah.nl of bel 088 4724 000

doel voor ogen: het maakbedrijf beter laten renderen. Dat is de inzet van onze mensen, organisatie en business so ware.

DE NUMMER

SOFTWARE VOOR DE MAAKINDUSTRIE.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.