Link 2018, JubileumSpecial

Page 1

D E VE R B I N D I N G TU SS E N TEC H N O LO G I E, MAR KT E N M E N S

Magazine Magazine

december 2018 | nummer 6 | jaargang 20

THEMA 20 JAAR ONTWIKKELINGEN IN DE NEDERLANDSE INDUSTRIE KETENSAMENWERKING IN AL DIE TIJD NIET WEZENLIJK VERANDERD UITBESTEDEN VAN ONTWIKKELING NAUWELIJKS OP GANG GEKOMEN VAN ENGINEER-TO-ORDER NAAR CONFIGURE-TO-ORDER MODULARISATIE RUKT OP

UITGEVERS MIREILLE EN JOHN VAN GINKEL

‘VERBINDEN, DAAR DRAAIT LINK MAGAZINE OM’


Wij feliciteren Link Magazine met het 20- jarig bestaan!

Your motion Pneumatic | Electric | Our solution

Festo BV 015 25 18 890 www.festo.nl


Magazine D E VE R B I N D I N G TU SS E N

Jubileumspecial TEC H N O LO G I E, MAR KT E N M E N S

INHOUD 4 THEMA 20 JAAR ONTWIKKELINGEN IN DE NEDERLANDSE INDUSTRIE • Clustervorming en open innovatie gaven industrie nieuw elan ‘Voorheen was het ieder voor zich, nu zochten ze elkaar op’ • Samenwerken in de toeleverketen in twintig jaar niet wezenlijk veranderd Uitbesteden van ontwikkeling komt traag op gang • Miljoenen variabelen en AI ten spijt: gezond verstand is nog steeds cruciaal ‘ASML-mensen hebben toen geleerd bovenal realistisch te forecasten’ • Servitization wint terrein, maar kleine bedrijven lopen aanzienlijk achter ‘Geen sprintje, maar een marathon’ • Van engineer-to-order naar configureto-order Specialiseren in standaardiseren • Is de start-up van toen nu een scale-up? ‘Iedere keer denk je dat je er bent en dan duurt het nog weer een jaar’

MARTIN

HET ‘CONFLICT’ ALS SUCCESFACTOR

‘Without conflict, there can be no trust.’ Een quote uit ‘The subtle art of not giving a f*ck’, een internationale bestseller van blogger Mark Manson. Dat het boek zo’n succes is, begrijp ik wel. Het zijn ruim tweehonderd pagina’s aan self-help guide om een blijer mens te worden, doordesemd met stellingen waarmee je het eigenlijk al je hele leven eens bent, alleen kom je daar nu pas achter, als je ze leest. ‘Zonder conflict kan er geen vertrouwen zijn’, is er daar één van. En Manson geeft erbij aan dat dat niet alleen tussen echtgenoten speelt. Het geldt voor elke relatie, ook die tussen de medewerker van de uitbesteder en die van de toeleverancier. Met andere woorden: elkaar af en toe de waarheid vertellen, letterlijk en figuurlijk bedoeld, is cruciaal voor een goede relatie, ook een van het zakelijke type. Voor deze jubileumuitgave hebben we een zestal ontwikkelingen in de industrie van de afgelopen twintig jaar, sinds de start van Link Magazine in 1999, geïnventariseerd. En als je door je oogharen heen naar die verhalen kijkt, dan zie je steeds weer dat ‘open communiceren’ het verschil maakt. Of het nu het fenomeen ‘open innovatie’ betreft, een vorm van samenwerking die de maakindustrie na 2000 weer perspectief gaf. Of het nu gaat om de boosheid over de falende forecast in 2001 die ervoor gezorgd heeft dat alle ketenpartijen zich realiseerden dat ze hun vraag toch vooral realistisch moesten voorspellen, om puinhopen in de toekomst te voorkomen. Of het nu gaat om het op hoger niveau uitbesteden, ook van de ontwikkeling, een trend die nog altijd stagneert, juist vanwege dat gebrek aan openheid en dus vertrouwen. Of dat het gaat om de trend naar configure to order, die van een gebrek aan openheid juist een impuls heeft gekregen, of die naar servitization die pas wat zal worden als ketenpartijen hun data durven te delen.

24

INTERVIEW MET DE MAKERS Uitgevers Mireille en John van Ginkel over twintig jaar Link Magazine ‘Lef en geloof: meer hadden we niet toen we ons blad begonnen’

33

VISIE Industriële managers blikken terug en vooruit ‘De grootste kans is tevens onze grootste uitdaging’

Open, eerlijke samenwerking is evenzeer nodig voor het maken van een magazine. In deze uitgave een interview met de twee mensen die de spil vormen van dit magazine: John en Mireille van Ginkel. Ik werk inmiddels negentien jaar met hen samen. Link publiceert niet alleen over klant-leverancierrelaties, naar mijn bescheiden mening geven we ook het goede voorbeeld!

39

TERUGBLIK 20 jaar Link Magazine: 20 covers, 20 coverartikels Er is niets veranderd, maar alles is anders

MARTIN VAN ZAALEN Hoofdredacteur Link Magazine

COLOFON Magazine

COLOFON

Dit is een speciale jubileumuitgave bij het decembernummer van Link Magazine. Het blad bestaat twintig jaar. Link Magazine is een managementblad over eigentijdse vormen van samenwerking tussen bedrijven onderling en tussen bedrijven, (semi-)overheid, uni-versiteiten en hogescholen. Link Magazine verschijnt zesmaal per jaar.

martin.vanzaalen@linkmagazine.nl @MartinvanZaalen #linkmagazine.nl

RAAD VAN ADVIES ing. P.A.M. van Abeelen (ISAH), J. Beernink MSc (Golden Egg Check), ing. D.M. van Beers (Festo BV), J.C.A. Buis MBA (RR Mechatronics), ing. B. Draaijer (V en M Regeltechniek), F.M. Eisma (Trumpf Nederland), ir. J.F.M.E. Geelen (Océ), ir. R. van Giessel (voormalig ceo Philips CFT), H. Gijsberts (Thermo Fischer), ir. M.H. Hendrikse (NTS-Group, HTSM-boegbeeld), ing. J.B.P. Hol (Legrand Group), ir. T.J.J. van der Horst (TNO), ir. M.W.C.M. van den Oetelaar (Bosch Rexroth), dr. ir. M. Peters (president & ceo Moba Group), dr. ir. D.A. Schipper (Demcon), E. Severijn (Siemens PLM Software Benelux), J.A.J. Slobbe (ITM Group), H.G.H. Smid (Variass Group), ir. W.W.M. Smit MMC (DBSC Consulting), ing. N.J.F. van Soerland MBA (Philips Healthcare), ir. H.H. Tappel (Bronkhorst High-Tech), W.B.M. van Wanrooij (IBN Productie), ir. S.J. Wittermans (ASML)

ADVERTENTIE-EXPLOITATIE John van Ginkel john.vanginkel@linkmagazine.nl (010) 451 55 10, 06 53 93 75 89

HOOFDREDACTIE Martin A.M. van Zaalen EINDREDACTIE Pim Campman, Lucy Holl, Wilma Schreiber redactie@linkmagazine.nl AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE Hans van Eerden COVERFOTO Bart van Overbeeke GRAFISCHE VORMGEVING Primo!Studio, Delft DRUK Veldhuis Media, Raalte ABONNEMENTEN u 68,50 per jaar

Niets uit Link Magazine mag worden overgenomen of gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever. Deze uitgave is met grote zorgvuldigheid samengesteld. Desondanks kan de uitgever geen aansprakelijkheid aanvaarden bij eventuele onjuistheden. Aan de inhoud van deze publicatie kunnen geen rechten worden ontleend.

VOLGEND NUMMER Het eerstvolgende nummer van Link Magazine verschijnt 12 februari 2019. Het thema van dit nummer is ‘Steeds minder arbeidsproductiviteitsgroei – oorzaken en oplossingen’.

ISSN 1568 - 1378

DECEMBER 2018 UITGEVER H&J Uitgevers Mireille van Ginkel Bosscheweg 76, 5151 BE Drunen (010) 451 55 10 06 51 78 41 97 uitgever@linkmagazine.nl www.linkmagazine.nl

Link Magazine 20 jaar - december 2018

3


THEMA

CLUSTERVORMING EN OPEN INNOVATIE GAVEN INDUSTRIE NIEUW ELAN

TWINTIG JAAR LINK MAGAZINE TWINTIG JAAR MAAKINDUSTRIE

‘VOORHEEN WAS HET IEDER VOOR ZICH, NU ZOCHTEN ZE ELKAAR OP’

Begin 1999 verscheen de eerste uitgave van

Modulebouw is niet nieuw, maar pas de laatste jaren rukt echte modularisatie op. Een klantorder vergt dan nog slechts beperkt specifieke engineering en is vooral een kwestie van configuratie: van engineer-to-order (eto) naar configure-to-order (cto). Het klinkt logisch, maar ooit was speciaalmachinebouw het summum: ‘Wij maken alleen specials.’ Omdat de ‘pijn’ (risico’s, doorlooptijd, menskracht) bij oem’ers nu hoog is, hebben ze cto inmiddels breed omarmd.

Link Magazine. Het was een tijd waarin de Nederlandse industrie vooral geassocieerd werd met walmende schoorstenen, impopulair in politiek Den Haag en bij jongeren die voor hun studiekeuze stonden. En het was een sector waarin de afstanden tussen de schakels in de keten groot waren en oem’ers hun jobbers opjoegen. Waarin nagenoeg uitsluitend klantspecifiek gewerkt werd en het woord ‘servitization’ weliswaar reeds bedacht was, maar niemand zich er nog een businessmodel bij kon voorstellen. In dit jubileumthema komt een aantal belangrijke ontwikkelingen aan bod. Wat is er de afgelopen twintig jaar veranderd, en wat juist niet? En wat zijn daarvoor de belangrijkste factoren? De technologie, de digitalisering of – toch vooral en nog steeds – de mens?

Het industriebeleid heeft bijgedragen aan de revival in de maakindustrie, aldus Bronkhorst-medeoprichter Wybren Jouwsma, die lid was van het Innovatieplatform. Foto: Arjan Reef

DOOR HANS VAN EERDEN

‘T

oen de ict-bubbel in 2001 in elkaar sodemieterde, realiseerde het ministerie van EZ zich dat het toch aan industriebeleid moest doen’, schetst Wybren Jouwsma de uitgangspositie voor de industrie een kleine twintig jaar geleden. De maakindustrie gaat de medeoprichter, nu commissaris van fabrikant van mass-flowmeters Bronkhorst High-Tech, nog altijd aan het hart. ‘Jan-Peter Balkenende richtte toen het Innovatieplatform op. De verwachtingen waren enorm hoog, maar zo snel ging dat in Den Haag natuurlijk niet.’ Jouwsma werd gevraagd vanuit de geleding hightech mkb toe te treden. ‘We zeiden meteen dat het mkb moest worden gestimuleerd’, schetst Jouwsma de ambities. ‘Daar kwamen innovatievouchers voor en innovatieprestatiecontracten. Minister Brinkhorst heeft dat toen echt doorgezet. Naast de echte vernieuwers zijn ook bredere groepen bereikt die innovatief bezig waren; daar hadden de brancheverenigingen een grote stem in. Verder kwam er al snel een plan om het technisch onderwijs te stimuleren, maar dat ging heel traag. Ook

4

Link Magazine 20 jaar - december 2018

keken we waar Nederland goed in was en wat we moesten stimuleren: de sleutelgebieden. Daar moesten maatschappelijke doelstellingen bij; zo zijn de topsectoren ontstaan. Voorheen was het ieder voor zich, nu zochten bedrijven elkaar op om samen plannen voor innovatie te ontwikkelen.’ Het was een beleid van lange adem, maar Jouwsma onderschrijft dat er een revival in de maakindustrie is, waaraan het industriebeleid van de overheid zeker heeft bijgedragen. Het huidige Smart Industry-initiatief ziet hij als een logisch verlengstuk. ‘Als het Innovatieplatform (in 2010 opgeheven, red.) nu nog bestond, zou het dat zeker stimuleren.’ Met een glimlach: ‘Misschien heeft het beleid wel zo goed gewerkt dat de industrie daardoor nu met schaarste worstelt, aan technisch talent, technisch talent, maar in de toelevering bijvoorbeeld ook aan materialen en elektronicacomponenten.’

managing consultant Joost Krebbekx mede aan de basis van de topsector High Tech Systemen & Materialen. ‘Toen de maakindustrie in het verdomhoekje zat en alles richting China ging, bracht het inzicht dat de hightech industrie belangrijk is voor de economische ontwikkeling van Nederland de ommekeer. De crisis versterkte dat besef, want onze sterk exportgedreven industrie had daar minder last van. In opdracht van de Nederlandse Vereniging voor Precisie Technologie verzorgden we een breed gedragen inzending bij het Innovatieplatform. Met HTSM hebben we de neuzen in de maakindustrie dezelfde kant op gekregen en kwam er ook weer bestuurlijke interesse voor de sector.’ Naast de inhoudelijke vernieuwing in het industriebeleid noemt Krebbekx als belangrijke succesfactor het werken in clusters. Zelf draagt hij daar stevig aan bij. ‘Twintig jaar geleden had je brancheverenigingen waarin bedrijven horizontaal met collega’s communiceerden, of verticaal met klanten. Nu zie je op regionaal niveau collectieve verbanden ontstaan, waarin bedrijven ook nieuwe thema’s oppakken, zoals human capital. De krachtigste initiatieven zijn die welke bottomup worden geïnitieerd, waarbij verantwoording moet worden afgelegd aan de deelnemende bedrijven, niet aan bestuurders.’ Krebbekx wijst onder meer op het Innovatiecluster Drachten, Brainport Industries en PhotonDelta.

CLUSTERS Adviesbureau Berenschot zat dicht bij het vuur toen het topsectorenbeleid tot stand kwam. Samen met kompaan Math de Vaan stond senior

SLIMME PRODUCTIEMIDDELEN De spil van het cluster in Drachten is Philips, dat daar voor de scheerapparatenproductie een


complete smart factory heeft opgezet. Dankzij die ontwikkeling, die Philips al inzette voordat de Smart Industry-beweging in 2014 op gang kwam, kan deze fabriek weer meer shavers produceren. Velen zien hierin een vorm van reshoring: productie die naar Oost-Europa of Zuidoost-Azië was verplaatst en nu weer terugkeert om redenen van kwaliteit, korte levertijden, meer maatwerk dichtbij de klant, enzovoort. Philips zelf wil daar niet van weten. Als global bedrijf dat overal ontwikkel- en productiesites heeft en wereldwijd kopers van zijn producten, staat het neutraal in de keuze voor productiesites. De laatste vijf jaar is Europa, waaronder dus Drachten, concurrerender geworden dankzij haar kracht in ontwikkeling van productiesystemen en de opkomende digitalisering.

CHINA Voor heel veel producten blijft China de logische productiesite, stelt AMS Group. Het bedrijf profileert zich als ‘een van de zeer weinige succesvolle Europese producenten in China voor het laten maken van innovatieve producten en apparaten’. Hoofdkantoor, r&d en projectmanagement bevinden zich in Amsterdam; inkoop, engineering en assemblage in China. In vijftien jaar groeide AMS naar acht miljoen euro omzet, voor volgend jaar is tien miljoen begroot. Oprichter Bart Bakkum: ‘Er is dus wel degelijk behoefte aan toelevering vanuit Azië.’ Hij bestrijdt al jaren de gangbare beeldvorming over China: inferieure kwaliteit en ‘copy-copy’. ‘De Nederlandse toeleverindustrie specialiseert zich meer en meer op de superhightech. Wij richten ons op het gat dat net daaronder ontstaat; dat is nog steeds hightech, niks geen low-end manufacturing. Wij werken samen met gerenommeerde partijen als Van Berlo, Sioux, Demcon, Faber, Neopost en Ultimaker. Wij zijn een maakbedrijf zonder eigen

Ook in Bakkums ogen is er eigenlijk nauwelijks sprake van reshoring. En doet AMS niet alles in China. ‘We kopen zo nodig in Nederland, Duitsland of Taiwan in voor onze assemblage in China.’ Alles hier houden om niet ‘alles aan China weg te geven’, is voor Bakkum geen optie. ‘China investeert gigantisch in robotica, artificial intelligence, cleanIn 2006 deed Rick Harwig deze oproep aan de universiteiten: ‘Doe niet alleen aan open tech, enzovoort. Wat innovatie, maar ook aan open wetenschap.’ Anno 2018 juicht hij het TU/e-initiatief voor Duitsland en Neder- de Eindhoven Engine toe. Foto: Bart van Overbeeke land investeren in Industrie 4.0/Smart Industry is slechts promilles OPEN INNOVATIE daarvan. Dat schip kun je niet meer keren, dus ‘Industrie verdwijnt, industrie verschijnt’ is ook kunnen we maar beter op die Chinese boot het verhaal van Rick Harwig. Hij ging in 1978 bij komen. In de Smart Industry-aanpak mis ik Philips werken in ic-voorontwikkeling, waar een echter het aspect internationale samenwerking.’ eind aan kwam toen Philips vanwege geldgebrek een proeffabriek moest sluiten. De Philipsresearch leverde wel wat op, want ASML kwam BLIJVEN PRODUCEREN eruit voort, maar Harwig concludeerde dat verWilliam Smit, partner/mede-eigenaar van DBSC zakelijking geboden was. ‘We moesten andere Consulting, mocht veertig jaar geleden al, tijdens partijen betrekken bij r&d en zo meer geld zijn studie bedrijfskunde, stoeien met de vraag of binnenhalen. Via open innovatie konden we dan produceren in Nederland nog wel mogelijk was. van elkaar leren.’ In het eerste decennium van Toen ging het om metaal sec. Later verkeerde hij deze eeuw leidde Harwig Philips Research op de als consultant in de werelden van groothandel, High Tech Campus Eindhoven (HTCE), daarna automotive, metalektro en logistiek. ‘Ook in de was hij (tot 2010) cto van het gehele concern. In maakindustrie. Die sector was toen totaal niet die rollen promootte hij open innovatie zoals dat sexy.’ Zijn conclusie was echter telkens dezelfde: op de HTCE gestalte kreeg. ‘Voor mij loopt er een ‘We moeten het als Nederland niet alleen van directe lijn van de sluiting van die proeffabriek dienstverlening hebben, maar ook blijven pronaar open innovatie.’ duceren, anders wordt onze economie een reus Na zijn pensionering was Harwig jaren trekker van het strategische thema ‘energie’ bij de TU Eindhoven (TU/e) en werd duurzame energievoorziening ook privé een passie. Hij daagt de grote Brainport-bedrijven uit: ‘Een ASML zou al z’n daken vol panelen kunnen leggen en daarmee zelfvoorzienend worden, zelfs energie aan z’n omgeving leveren. Dat zou de energietransitie in Brainport meer schwung geven.’ En de TU’s kunnen met het thema energie hun maatschappelijke betrokkenheid versterken; onderwerpen als energieopslag en nieuwe ‘brandstoffen’ vergen nog veel onderzoek. op lemen voeten. Juist met productie kan ons In breder verband juicht Harwig het initiatief land onderscheidend zijn, zolang we innovativan TU/e-hoogleraar Maarten Steinbuch voor viteit en creativiteit maar blijven koesteren.’ Zorgen maakt hij zich wel over het ondernemende Eindhoven Engine toe. Daarin moeten innode karakter, nu steeds meer grotere zelfstandige verende bedrijven en onderwijsinstellingen gezadga-bedrijven (met directeur-grootaandeelhoumenlijk onderzoek doen aan maatschappelijk en der) onderdeel worden van internationaal opeindustrieel relevante thema’s. Het is daarmee een rerende, meer bureaucratische bedrijven. ‘Het soort vervolg op de HTCE: een groot instituut aantal ‘echte’ ondernemers met een eigen visie (toen Philips, nu de TU/e) stelt zich open voor en ontwikkelingsdrive neemt af.’ Maar hij blijft haar omgeving. optimistisch: ‘De hoogwaardige maakindustrie in Nederland blijft bestaan vanwege de complexiteit www.bronkhorst.com en ‘kleefvastheid’ van het netwerk. Alleen veel www.berenschot.nl kleinere toeleveranciers zullen steeds meer moeiwww.philips.nl te krijgen met aanhaken bij de toenemende comwww.ams-site.com plexiteit die de digitalisering met zich meebrengt.’ www.dbsc.nl

‘Met HTSM hebben we de neuzen in de maakindustrie dezelfde kant op gekregen’

machines: we kopen op klantspecificatie onderdelen in die we integreren in subassemblages of eindproducten.’ Bedrijven kloppen om verschillende redenen bij AMS aan. ‘Omdat ze in Europa tegen capaciteitsbeperkingen aanlopen, omdat ze in Azië niet weten hoe ze nieuwe technologieën moeten integreren in hun toeleverketen of door coördinatieproblemen toch niet goedkoop uitkomen. Van lage kostprijs willen ze naar een lage total cost of ownership en zoeken daarvoor een system supplier die toelevering vanuit China regelt. En dan zijn er start-ups, zonder emotie vanuit het verleden, die voor hun product, meestal elektronica, op de beste plek willen zitten en dat is Zuid-China.’

Link Magazine 20 jaar - december 2018

5


THEMA 20 JAAR ONTWIKKELINGEN IN DE NEDERLANDSE INDUSTRIE SAMENWERKEN IN DE TOELEVERKETEN IN TWINTIG JAAR NIET WEZENLIJK VERANDERD

UITBESTEDEN VAN ONTWIKKELING KOMT TRAAG OP GANG Het is misschien wel de vraag die het beste de ontwikkeling van de maakindustrie in de afgelopen decennia karakteriseert: wie doet wat? Twintig jaar geleden was die vraag al hoogst actueel en werd de professionalisering van de toeleverancier ingezet, voor uitbesteding op hoger niveau: van build-to-print naar build-to-spec en verder. Rode draad is de samenwerking en communicatie tussen de partijen in de keten.

DOOR HANS VAN EERDEN

W

ie doet wat? De vraag werd actueel door de ontmanteling van verticaal geïntegreerde conglomeraten zoals Philips. Enerzijds kozen spin-outs, zie ASML, van meet af aan voor uitbesteding van productie. Anderzijds kwamen maakbedrijven van Philips als toeleveranciers beschikbaar voor de industrie in den brede. In die nieuwe wereld, met ook nog de lagelonenlanden in opkomst, moesten toeleveranciers zich op hun positie beraden.

T&U AGENDA Een mijlpaal was de Nationale T&U Agenda die Nevat (Nederlandse Vereniging Algemene Toelevering) in 2000 presenteerde. Nevat voorzag een toenemende neiging tot uitbesteden en een verregaande specialisatie van toeleveranciers. Zo

METEN AAN SAMENWERKING Adviesbureau Berenschot was nauw betrokken bij de co-creatie van deze instrumenten, samen met de industrie. Ze worden nu nog wel gebruikt, meldt senior managing consultant Joost Krebbekx, om de maturity van ketenpartners te bepalen en hun strategische fit. ‘Altijd een goede investering om dat te doen. Het verbaasde mij toen al dat sommige bedrijven heel opportunistisch diepgaande partnerships aangaan waaraan allerlei risico’s en belangen zijn verbonden. Een goede voorbereiding maakt meer mogelijk. Het klopt dat de twee instrumenten tijd vergen, maar het assessment heeft wel enorm geholpen bij de strategische positionering van toeleveranciers.’ Krebbekx betreurt het dat de DCN-meting van de kwaliteit van ketensamenwerking, niet zo’n succes is geworden. Hij verwijst naar de almaar toenemende vereiste snelheid van handelen. ‘Die zorgt ervoor dat er – voor kortere of

‘De praktijk is dat de grote oem’ers de leveranciers nog steeds niet als evenwaardig zien’

kwam er een nieuwe typologie voor toeleveranciers: de mainsuppliers met daaronder de comakers en jobbers maakten plaats voor generieke en applicatie system suppliers en process en parts suppliers. Specialisatie was ook het credo voor complete ketens; tempo-, kosten- en innovatieketens. Er werden instrumenten ontwikkeld om tot nieuwe businessmodellen te komen. Het Nevat Maturity Assessment hielp toeleveranciers hun positie in de toeleverketen te bepalen, hun professionaliteit afgezet tegen het wensbeeld en de daaruit af te leiden verbeterrichtingen. Met de Demand Chain Navigator (DCN) konden toeleveranciers en uitbesteders een soortgelijke exercitie uitvoeren voor hun samenwerking in de keten.

6

Link Magazine 20 jaar - december 2018

langere termijn – alleen maar meer samenwerkingen in allerlei (cluster)verbanden tot stand komen. Bedrijven moeten daar hun belangen inleggen en de revenuen er weer snel kunnen uithalen. De kunst van het samenwerken is een heel strategische competentie.’

• ‘De kunst van het samenwerken is een heel strategische competentie.’ • ‘Je kunt niet zeggen dat de trend van gezamenlijke ontwikkeling massief heeft doorgezet.’ • ‘In het Eindhovense zijn ze met z’n allen bezig met een rondedans om dezelfde grote oem’ers.’ • ‘Langzamerhand groeit het besef dat early supplier involvement onvermijdelijk is.’

creperen’. De noodzaak van strategische vernieuwing was toen al duidelijk, zegt hij. ‘Toeleveranciers moesten zich gaan specialiseren.’ En tien jaar later droeg hij bij aan een rapport van Nevat (samen met ABN AMRO), getiteld ‘Raising the bars’. Smit: ‘Dat is nog steeds actueel. Oem’ers definiëren hun onderscheidend vermogen en wat daarvoor nodig is blijven ze zelf ontwikkelen in hun machines. Maar allerlei andere modules die niet zo spannend zijn voor hun kerncompetentie besteden ze uit. Worden die dan nog op specificatie van de klant gebouwd of gaan specialisten die zelf ontwikkelen?’ ‘Raising the bars’ hanteert voor die laatste optie de benaming original module manufacturer. ‘Je ziet nu dat die toeleveranciers zich tot een soort halve oem’er ontwikkelen voor modules zoals transportbanden, palletiseermachines en allerlei andere handling-apparatuur. Als specialist houden ze ook bij wat de volgende stap in de ontwikkeling van zo’n module moet worden.’ Het compleet buiten de deur zetten van specifieke modules zet door, meent Smit. ‘Oem’ers gaan daarvoor met een aantal strategische toeleveranciers om tafel, met wie ze hun roadmap delen.’ De ultieme verschuiving van verantwoordelijkheid richting toeleverancier is oemwhitebox. Daarbij legt een oem’er niet alleen productie en ontwerp maar ook het complete lifecycle management voor een module bij één partij. Is dat een in hoge mate klantspecifieke module, dan is er echter geen directe spin-off naar een bredere markt.

EXCELLEREN OF CREPEREN Een ander instrument dat Krebbekx ontwikkelde, samen met collega-consultant William Smit, is de scoremethodiek voor de DISCA, de jaarlijkse uitverkiezing van Link van beste toeleverancier (en klant). Smit, sinds 2004 partner/medeeigenaar van DBSC Consulting, schreef al in 1998 mee aan een boekje getiteld ‘Excelleren of

ONTWIKKELING UITBESTEDEN Henk Tappel kan aan de hand van zijn eigen loopbaan de ontwikkeling goed schetsen. Hij begon in 1987 bij Philips Electron Optics, dat later opging in het Amerikaanse FEI (nu Thermo Fisher Scientific). Tappel werkte er als mechanisch ontwerper en productmanager en zag hoe


Optimale bescherming voor mens en machine

Productie bij tbp in 1982 en 2018. Foto’s: tbp

het bedrijf langzaam steeds meer ging uitbesteden, onder meer bij collega-(ex-)Philips-onderdelen, zoals Philips Machinefabrieken (nu VDL ETG), Frencken en Neways. ‘De kerntechnologie voor de elektronenkolom van de microscopen bleven we altijd zelf doen. Maar te beginnen bij de mechanische consoles, ging er steeds meer productie naar buiten. Later kwam de behoefte om ook engineering en ontwikkeling uit te besteden. Daarvoor zijn een paar mooie projecten uitgevoerd, in 2006 geboekstaafd in het CPIM-rapport (Collaborative Product Innovation in Manufacturing, red.).’ Tappel stapte toen net over naar Frencken, waar hij directeur werd. CPIM beschreef gezamenlijke ontwikkelprojecten van oem’ers als Philips, Assembléon en FEI enerzijds met toeleveranciers als Prodrive, Frencken, NTS, Sioux en CCM. Zo werkte Frencken

samen met Philips aan de ontwikkeling van een patiënten-tafel. Interessant was ook de Phenom tafelelektronenmicroscoop, waarvoor FEI samenwerkte met onder meer NTS en Sioux.

SAFETY by Murrelektronik

Ons breed pakket van oplossingen voor maximale veiligheid

LEVERANCIERSBELEID 4.0 ‘Daarna is het heel lang stil gebleven; je kunt niet zeggen dat de trend van gezamenlijke ontwikkeling massief heeft doorgezet’, constateert Tappel. ‘Volgens mij met name omdat de inkoopafdelingen van de grote oem’ers zich niet a priori wilden vastleggen op ontwikkeling en productie van een module door één partij. Daardoor kon geen van de grote toeleveranciers specialist worden op een bepaald onderwerp, een bepaalde technologie, voor een bepaalde module. In het Eindhovense zijn ze met z’n allen bezig met een ronde-

Optimale bescherming voor mens en machine. Veiligheidstechnologie is een belangrijk onderdeel binnen de industriële automatiseringstechniek. Decentrale installatieconcepten van Murrelektronik maken het mogelijk om de hoogste veiligheidscategorieën voor het totale systeem te bereiken. Murrelektronik biedt hiervoor diverse oplossingen voor verschillende applicaties, en dat met een perfecte prijs-kwaliteitverhouding.

www.murrelektronik.nl

LEES VERDER OP PAGINA 9

Link Magazine 20 jaar - december 2018

7


VDL ETG HEEFT O.A. VACATURES VOOR: SYSTEM ARCHITECT PROJECT MANAGER MECHANICAL ENGINEER

Houd jij van technische uitdagingen? Ontwikkelen en produceren op het randje van het maakbare? Dan past VDL ETG perfect bij jou. Met zo’n 2.000 collega’s werken we wereldwijd aan complexe en innovatieve mechatronische systemen voor hightech productieapparatuur voor de verdere ontwikkeling van computerchips, het bestrijden van ziekten, het onderzoeken van het heelal en het begrijpen van details in cellen en moleculen.

SOFTWARE ENGINEER MANUFACTURING ENGINEER PROGRAM MANAGER QUALITY ENGINEER

www.werkenbijvdl.nl recruitment@vdletg.com

Werken bij VDL ETG betekent veel vrijheid en diversiteit. Diversiteit in projecten en klanten, vrijheid door de grote mate van verantwoordelijkheid die je krijgt binnen je functie. Je werkt met de nieuwste technieken binnen je vakgebied om producten en productieprocessen continue te verbeteren. De combinatie van engineering en hightech productiefaciliteiten onder één dak maakt VDL ETG een unieke werkgever met veel doorgroeimogelijkheden in binnen- en buitenland.

VDL Enabling Technologies Group bv De Schakel 22 • 5651 GH Eindhoven T +31 (0)40 263 86 66 • info@vdletg.com • www.vdletg.com


Naar uitbesteding op een hoger niveau. Bron: MTA

VERVOLG VAN PAGINA 7

dans om dezelfde grote oem’ers. Allemaal snappen ze iets van vacuüm, thermische problemen en mechatronica. Iedereen moet de investering in die kennis doen, maar slechts één krijgt de klus. En dan zegt de klant ook nog vaak dat de toeleverancier niet iets vergelijkbaars voor de concurrent mag doen. De praktijk is dat de grote oem’ers de leveranciers nog steeds niet als evenwaardig zien. Als directeur van Frencken zat ik het liefst om tafel met de baas van de klant. Maar zoveel van die kleinere klanten hadden we niet. En als een ceo van een grote klant op bezoek kwam, was dat omdat er wat de prijs af moest.’ Het zal een van de redenen zijn dat Tappel twee jaar geleden overstapte naar Bronkhorst HighTech in Ruurlo, fabrikant van mass-flowmeters. Daar hij is zelf baas van zo’n klant en zit hij zeker een dag in de week met toeleveranciers om tafel. ‘Ik heb nu bij een ingenieursbureau twee man aan ontwikkelcapaciteit ingekocht. Niet fixed price, ze mogen ook fouten maken, maar daarvoor terug wil ik toegang tot alle kennis waarmee zij in aanraking komen. Ze moeten daarnaast een doorlopende kennisdrager worden voor een onderdeel van ons productenpakket.’ Tappel noemt het ‘leveranciersbeleid 4.0’: raamcontracten voor vijf jaar met toeleveranciers, die hun de tijd en financiële ruimte verschaffen om voor de klant in kennis en productietechnologie te investeren en ontwikkeling te doen. ‘Natuurlijk praten we elk jaar met elkaar, van directie tot directie, en als het dan niet helemaal bevalt, hebben beide partijen vier jaar om bij te buigen of de relatie af te bouwen.’

vanaf dag één gaan samenwerken met toeleveranciers en zijn we vrijer in de keuze van productietechnieken dan collega-systeembouwers die wel zo’n historie hebben’, verklaart salesdirector John Willems. ‘Voor nieuwe competenties zoeken wij zo nodig nieuwe partners.’ Ook de eigen competenties heeft MTA in de loop der jaren uitgebreid: niet alleen efficiënt produceren, maar ook nieuwe vormen van assemblage integreren, doorlooptijden verkorten en snel modules kunnen testen. Alles wat daarop invloed heeft, wordt al in het ontwerp vastgelegd. ‘In die fase heb je impact op de keuzes die worden gemaakt, wat betreft productietechnologie, materialen en testen bijvoorbeeld’, zegt Sjaak Janssen, senior industrialisation specialist bij MTA.

INDUSTRIALISATIE Precies met dat begrip industrialisatie duidt MTA een belangrijk deel van zijn dienstverlening. ‘Het bekende V-model voor productontwikkeling (van concept en specificatie via ontwerp tot realisatie en validatie, red.) geldt ook voor productieontwikkeling. Als de architectuur voor een nieuw product wordt bepaald, moet je dus ook al weten hoe je de machine daarvoor moet bouwen. Dus moet iemand met kennis van productie al in die beginfase meekijken. Veel productiemensen moeten echter iets concreets in handen hebben en vinden het lastig om in de conceptfase al input te geven.’ Door dan wel al in te stappen, wil modulebouwer MTA naar een strategische relatie met de klant, maar daarvoor krijgt het nog niet altijd de ruimte. ‘Veel oudere, verticaal geïntegreerde oem’ers zijn nog huiverig om system suppliers te betrekken bij hun ontwikkeling.’

GEEN HISTORIE De terughoudendheid om ontwikkeling uit te besteden komt tot uitdrukking in de – zeer trage – beweging van build-to-print naar build-to-spec. Het modulegewijs uitbesteden, op het niveau van build-to-print, kwam twintig jaar geleden al op. Nu pas raakt build-to-spec – waarbij de toeleverancier zelf ontwikkelt op basis van slechts functionele specificaties van de klant – enigszins in zwang (zie de illustratie). Een bedrijf dat in die ontwikkeling meegaat is MTA inHelmond. MTA begon in 2002 meteen als modulebouwer. ‘Wij hadden geen historie in produceren met bijvoorbeeld verspaning of plaatwerk. Daarom zijn we

LEVEREN AAN KLANT VAN KLANT De onderliggende vraag, zelf doen of uitbesteden, blijft altijd gesteld worden, zegt Joost Krebbekx. Gedreven door capaciteit, technologie en/of competentie. ‘Adaptieve bedrijven groeien doordat ze nieuwe competenties opdoen en oude competenties, die niet meer tot hun kern behoren, in de keten leggen.’ tbp electronics in Dirksland speelt daar al jaren op in door steeds meer taken van klanten over te nemen. Toch presenteert de leverancier van printed circuit board assemblies (electronic manufacturing services) zich niet als system supplier, zegt ceo Ton Plooy. ‘Want wij

doen geen ontwikkeling in eigen huis. Ik wil geen concurrent van onze opdrachtgevers worden. Het ontwerp doet de klant zelf of, als hij daarom vraagt, wij schakelen er een design house voor in.’ Maar verder kwam er in de loop der jaren toch steeds meer terecht op het bordje van tbp, dat zich richt op high mix, high flex, low volumeproducten op basis van de nieuwste technologie. Daar heeft het elektronicabedrijf door zijn nadruk op early supplier involvement zelf om gevraagd. ‘Wij willen voor onze opdrachtgevers zorgen door te streven naar absolute kwaliteit. Met het oog op Design for eXcellence (DfX) hebben wij een intensieve samenwerking met de ontwerper, omdat veel kwaliteitsissues in het ontwerp niet met de functionaliteit maar met de maakbaarheid en testbaarheid hebben te maken.’ Ook op logistiek gebied breidt de dienstverlening van tbp zich gestaag uit.

EARLY INVOLVEMENT ONVERMIJDELIJK Samenvattend stelt Plooy: ‘De grootste verandering in de afgelopen twintig jaar is dat onze opdrachtgevers steeds minder zelf doen; ze willen producten waar ze geen zorgen meer om hebben. Langzamerhand groeit het besef dat early supplier involvement onvermijdelijk is. Producten worden steeds kleiner en complexer, terwijl een steeds hogere kwaliteit en langere levensduur geëist worden.’ Een volgende stap wil tbp zetten door die kwaliteit en levensduur voorspelbaar te maken. ‘We gaan de first-pass yield in productie en de mean time before failure tijdens gebruik vooraf berekenen. De first-pass yield vermelden we al in onze offertes, maar voor de mtbf staat dat nog in de kinderschoenen; daarop kan de opdrachtgever zijn keuzes, bijvoorbeeld voor bepaalde componenten, baseren.’ Deze ambities vertalen zich in de investeringen: ‘We bereiken nu het punt dat onze investeringen in software die in equipment overtreffen. Daarom zoeken we nu ook andere mensen. Handjes zijn nog steeds hard nodig en dat zal zo blijven, maar veel verschuift naar een it-achtige omgeving.’ www.berenschot.nl www.dbsc.nl www.bronkhorst.com www.m-t-a.nl www.tbp.nl

Link Magazine 20 jaar - december 2018

9


On time On budget To specification In co-creation From start to finish

Make complex easy

Our customers and business partners choose to do business with us, because we enable them to focus on their core activities, while we help them develop and optimize their manufacturing processes and products. MasĂŠvon Group

www.masevongroup.com

lives high technology and quality. Every day.

Elektronica-oplossingen voor uiteenlopende toepassingen Protonic ontwikkelt cruciale onderdelen voor de besturing van intelligente machines en apparaten voor uiteenlopende toepassingen. Research, engineering en productie: Protonic heeft hiervoor alles in huis. In co-creatie met u onderzoeken, simuleren, ontwikkelen en testen wij maatwerkoplossingen. Met als resultaat dat u nieuwe producten volgens een beter ontwerp in kortere tijd en tegen lagere kosten op de markt kunt brengen. Protonic feliciteert alle winnaars DISCA’18 info@protonic.nl | www.protonic.nl

10

Link Magazine 20 jaar - december 2018


THEMA 20 JAAR ONTWIKKELINGEN IN DE NEDERLANDSE INDUSTRIE MILJOENEN VARIABELEN EN AI TEN SPIJT: GEZOND VERSTAND IS NOG STEEDS CRUCIAAL

‘ASML-MENSEN HEBBEN TOEN GELEERD BOVENAL REALISTISCH TE FORECASTEN’ De modernste supply chain planning & optimization software kan voor het voorspellen van de marktvraag met miljoenen variabelen rekening houden. Ook gaan, zeker bij de grote oem’ers, de inkopers veel realistischer te werk dan bijna twintig jaar geleden toen door de internetbubbel voor miljarden euro’s aan technologie in één klap volkomen onverkoopbaar werd. Toch zijn verrassingen ook anno 2018 niet uit te sluiten, en dan komt het nog steeds op flexibiliteit aan.

• ‘Nu gaat het er allemaal veel professioneler aan toe, zeker bij ASML.’ • De wijze van forecasten is sterk verbeterd. • Toch zijn stevige leveringsproblemen nog steeds goed mogelijk. • ‘De rol van het management is en blijft cruciaal.’

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

V

oorjaar 2002. In Business-Sociëteit Ravensdonck vindt een memorabele rondetafeldiscussie plaats, waarin de deelnemers elkaar stevig de maat nemen. Dat is kort nadat ASML afkondigde geen 300-plus wafersteppers te gaan bouwen, maar zo’n tweehonderd minder. Volledig afhankelijk van de zeer volatiele semicon-sector, die dan nog nagenoeg geheel afhankelijk is van pc-verkopen, hakt de internetbubbel er in Veldhoven fors in. Een van degenen die met een strak gezicht aan tafel zit, is Hans Büthker. De toenmalig directeur van Stork Industrial Modules in Eindhoven (nu VDL Industrial Modules), een eerstelijns toeleveranciers van ASML, is totaal en zeer onaangenaam verrast door de mededeling. ‘Wij hadden de kelders volstaan met onverkoopbare technologie. Ik denk dat er toen bij alle toeleverende bedrijven in het Brabantse samen voor vele miljarden euro’s is verdampt.’

LERING GETROKKEN Dat had veel te maken met de weinig professionele manier waarop destijds geforecast werd, vertelt hij. ‘In die tijd joeg ASML zijn toeleveranciers op tot grote hoogten, om maar verzekerd te zijn van materiaal. Stork en veel andere suppliers wisten uit ervaring wel dat die vraag niet gehaald zou worden, dus deden we daar gemakkelijk 30 procent vanaf. Als de vraag dan daalde of steeg, zorgde dat voor grote opzweepeffecten’, aldus Büthker, tegenwoordig hoogste baas bij het Britse GKN Aerospace. Het staat hem nog glashelder voor de geest. ‘Nu gaat het er allemaal veel professioneler aan toe, zeker bij ASML. De mensen daar hebben toen geleerd dat ze bovenal realistisch moeten forecasten, juist om onzekerheden in de keten te voorkomen.’ Tegenwoordig zijn er de nodige geavanceerde digitale (ERP-)systemen, die de inkoper en supply chain manager in staat stellen diep de keten in te kijken. ‘Daarbij hebben zeker de grotere oem’ers en system suppliers de kwaliteiten in huis om de data die ze daarmee vergaren juist te

Een foto van de memorabele rondetafeldiscussie uit 2002. Hans .Büthker (derde van rechts), toenmalig directeur van Stork Industrial Modules, een van de eerstelijns toeleveranciers van ASML, was zeer onaangenaam verrast door de mededeling van de chipmachinebouwer. ‘Wij hadden de kelders volstaan met onverkoopbare technologie.’ Foto: Rita van Biesbergen

interpreteren. Maar dieper in de keten, op het tweede- of derdelijns-niveau, kunnen kleinere toeleveranciers zitten die de vertaalslag van de cijfers naar een goede supply chain-tactiek niet kunnen maken. Het management vertaalt een geforecaste groei dan niet adequaat in het tijdig werven van nieuwe mensen en bestellen van extra productiecapaciteit. Terwijl goede mensen niet zomaar te vinden zijn en de doorlooptijd van complexe productiemachines gemakkelijk twaalf tot achttien maanden kan bedragen. Zo’n partij kan voor heel grote problemen in de keten zorgen.’

INCIDENTEN EN CRISES Professioneel forecasten is sinds 2002 gemeengoed geworden in menige maakindustrieketen. Maar nog niet in alle ketens en in alle haarvaten, aldus Büthker. Stevige leveringsproblemen zijn nog steeds goed mogelijk. ‘Er kunnen zich ook technische incidenten voordoen. Zoals vrij recent

bij een motorenleverancier van de A320. Waardoor bij Airbus heel veel vliegtuigen zonder motoren stonden te wachten op afbouw. Ik denk dat dat niet goed te voorkomen is. Ook bij de F35 (de JSF, red.) zag je dat. Je kunt ervan overtuigd zijn dat je alles goed geïndustrialiseerd hebt, dan nog valt er toch ineens wat tegen. En zie je de oem’ers en eerstelijns toeleveranciers vol op zo’n supplier duiken om ’m weer op gang te helpen.’ Ook plotse marktbewegingen blijven bestaan en hun effecten hebben, denkt Büthker. ‘Doordat chips echt overal inzitten, is de semicon tegenwoordig een veel meer ‘uitgedempte’ markt. Ook in de vliegtuigbouw zijn de schommelingen veel minder heftig geworden. Maar, die sector beleefde door de kredietcrisis wel tachtig procent vraaguitval. Je op zo’n crisis goed voorbereiden, zal lastig blijven.’

LEES VERDER OP PAGINA 13

Link Magazine 20 jaar - december 2018

11


De eerste volautomatische Laser. Zorgt voor het gehele proces: Van de tekening tot en met het gesorteerde deel.

Bent u al toe aan een doorbraak in lasersnijden? Ervaar een revolutionair nieuw machineconcept, welke uw doorlooptijden halveert. De intelligente volautomaat neemt alle processtappen over. EĂŠn druk op de knop programmeert uw snij- en uitlaadproces, snijdt uw delen hoogdynamisch en sorteert automatisch. Ontdek de TruLaser Center 7030: www.trumpf.info/cltkn9


VERVOLG VAN PAGINA 11

ONDUIDELIJKHEID ‘De wijze van forecasten is sinds 2000 ingrijpend verbeterd’, aldus Geoff Locket van Quintiq, een onderdeel van Dassault Systémes en specialist in supply chain planning & optimization software. Locket voert al ruim twintig jaar demand planning-projecten uit, voor verschillende ‘blue chip’ondernemingen als Quantas, General Motors en Coca Cola, en heeft dus de nodige historische bagage. ‘In die tijd konden bedrijven niet veel verder dan een paar maanden vooruitkijken en moesten ze zich goeddeels baseren op de verkopen van de maand ervoor. Voor het nauwkeurig herkennen van verkooppatronen bestonden toen de instrumenten nog niet. Onduidelijk was of een vraagverandering alleen voor een bepaald product en alleen voor een specifieke klant gold, of voor het complete assortiment en grote klantgroepen.’

MILJOENEN VARIABELEN Tegenwoordig zijn er tools, inclusief supply chain planning-systemen voorzien van kunstmatige intelligentie, die rekening houden met miljoenen variabelen. Zoals met de vraagontwikkeling in

impact van bepaalde discussies op social media, et cetera. Ook is het veel eenvoudiger geworden om alle perspectieven – van sales, logistiek, productie – op die data te integreren in een forecast, aldus Locket. En die uitkomsten te vertalen naar consequenties voor een bepaalde productieafdeling of een specifiek distributiecenter. Of in scenario’s en de waarschijnlijkheid dat die realiteit zullen worden. ‘Dat een forecast er zover naast zit als in 2002 in de semicon, is tegenwoordig vrijwel onmogelijk.’ Wat nog steeds onverminderd telt: het management moet de forecasting-resultaten vertalen in de juiste beslissingen. Om dat zo ‘De wijze van forecasten is sinds 2000 ingrijpend verbeterd’, zegt Geoff Locket goed mogelijk te ondersteunen, is van Quintiq, specialist in supply chain planning & optimization software. de software niet alleen veel intelli- Maar, erkent hij: verrassingen kunnen zich ook nu nog makkelijk voordoen. Foto: Dassault Systémes genter geworden, maar presenteert die de resultaten ook op een kleine ondernemer die net het Excel-tijdperk toegankelijke wijze. ‘Tot 2005 waren demand achter zich heeft gelaten.’ planning-systemen veelal losse, best of breed softwareprogramma’s, afkomstig van verschillende leveranciers. Tegenwoordig maken ze integraal SNEL REAGEREN onderdeel uit van een Maar Locket erkent dat verrassingen zich nog complete suite, waarin steeds gemakkelijk kunnen voordoen. Door techook de ERP-, PDM- en nisch falen, bewuste manipulatie of force majeur PLM-software is opgeergens in de toeleverketen. ‘Of bijvoorbeeld door nomen. De resultaten zoiets als het dieselschandaal. Het is voor bedrijkunnen helemaal op de ven dan ook zaak dat ze niet alleen goed geïnforgebruiker in kwestie wormeerd zijn over vraagontwikkeling, maar ook in den toegesneden, zodat staat zijn daar zo snel mogelijk op te reageren. bijvoorbeeld de logistiek De Chinese industrie kon de solarmarkt in hanmanager gemakkelijk den krijgen mede omdat die veel sneller wist te kan beslissen of en hoereageren op de plots snel groeiende vraag naar veel opslagruimte hij zonnepanelen. De rol van het management moet vrijmaken. De interfaces zijn sterk verbedaarin is en blijft cruciaal.’ terd: geen complexe cijferreeksen, maar hele toegankelijke, dagelijks geactualiseerde dashboards www.gknaerospace.com die eenvoudig zijn te begrijpen, ook voor die www.3DS.com/quintiq

‘Dat een forecast er zover naast zit als in 2002 in de semicon, is nu vrijwel onmogelijk’

een specifieke markt of met macro-economische ontwikkelingen, maar ook – meer in detail – met het effect van een promotieactie van de eigen onderneming of een belangrijke concurrent, de

ZEHNDER: GOEDE FORECASTER De Zwolse productievestiging van de Zehnder Group, fabrikant van ventilatieproducten voor de utiliteits- en woningbouw, krijgt van haar leveranciers veel lof voor de kwaliteit van forecasten. Behalve de nodige software speelt gut feeling en ondernemerschap daarin een belangrijke rol, vertelt category manager Henk Woning. ‘Wij hebben, verspreid over de wereld, ruim vijftien marketing-businessunits (MBU, red.). Omdat die met beide voeten in de markt staan en een directe relatie met klanten en afnemers hebben, weten zij goed wat de verwachtingen zijn. Maandelijks geven ze van elk product door hoeveel ze de komende twaalf maanden denken te verkopen. Eerdere verkoopcijfers, activiteiten die ze gaan ontplooien om een specifiek product aan de man te brengen en seizoensinvloeden worden in de forecast meegenomen. Ook kijken ze naar actuele ontwikkelingen. Een paar jaar geleden was er veel te doen over de luchtkwaliteit in klaslokalen, waarop de overheid 165 miljoen euro vrijmaakte om die te verbeteren. In onze bereke-

ningen namen we mee dat we een deel van die markt meepakken.’ Alle input wordt, met de softwaretool Prevero van Unit4, vertaald naar verwachte verkoopcijfers per product. De forecast voor twaalf maanden wordt maandelijks bijgesteld (rolling forecast). Zeker als er afwijkingen zijn, wordt de oorzaak achterhaald en, zo nodig, verdisconteerd in de eerstvolgende forecast. In de negen jaar dat Woning bij Zehnder werkt, heeft hij geen grote meeof tegenvallers meegemaakt. Wat helpt is dat Zehnder vooral actief is in bestaande markten, met producten die innovaties zijn van eerdere releases. ‘Ook telt dat onze belangrijkste markt, de woningbouw, vrij traag reageert op marktontwikkelingen, omdat projecten gemakkelijk een looptijd van anderhalf, twee jaar kunnen hebben. Toen de effecten van de kredietcrisis van 2018 ons begonnen te raken, hadden we die al versleuteld in de forecast. Op nieuwe markten is forecasten natuurlijk lastiger.’ De forecastcijfers worden wekelijks, aan de hand van de stuklijsten per product uit hun SAP-ERP, omgezet naar

forecasts op onderdeelniveau voor de plusminus vijftig key-suppliers van Zehnder Zwolle. Henk Woning: ‘Wij werken make to order. Zodra wij orders van onze MBU’s binnenkrijgen gaan bij ons de inkooporders uit naar onze leveranciers. Wat georderd is, gaat van de forecast af.’ Een accuraat forecastsysteem, dat de vestiging (voorheen J.E StorkAir, overgenomen in 2002) al jaren hanteert. Een belangrijke reden waarom Zehnder als runnerup eindigde in de strijd om de Best Customer Award (DISCA’18, zie pagina 14 van de december-uitgave). Na de implementatie van nieuwe software denkt Woning de toeleveranciers nog beter te kunnen bedienen. ‘Tot voor kort werd dat werk in Excel gedaan. Met Prevero zijn onze MBU’s nog beter in staat een zo accuraat mogelijke forecast aan te leveren.’

www.zehndergroup.com www.prevero.com

Link Magazine 20 jaar - december 2018

13


THEMA 20 JAAR ONTWIKKELINGEN IN DE NEDERLANDSE INDUSTRIE SERVITIZATION WINT TERREIN, MAAR KLEINE BEDRIJVEN LOPEN AANZIENLIJK ACHTER

‘GEEN SPRINTJE, MAAR EEN MARATHON’ Reeds in 1988, tien jaar voor Link Magazine startte, viel de term servitization voor het eerst. Sindsdien hebben aardig wat maakbedrijven op dat vlak stappen gezet. Maar veel andere nog altijd niet, de digitalisering (die zorgt voor de voor dienstverlening zo handige data) ten spijt. De turnaround van sec producent naar leverancier van totaaloplossingen – producten inclusief diensten eromheen – is dan ook niet simpel, brengt risico’s met zich mee en het management moet er vierkant achter staan. Vooral mkb-bedrijven durven of kunnen die switch vaak niet aan.

En je moet heel goed begrijpen hoe je klant werkt, wat hij wel en niet wil en wat zijn bottlenecks zijn’, zegt hij. Los daarvan is geld verdienen met diensten nog steeds een probleem. ‘Om een oplossing te verkopen, bijvoorbeeld een product met servicecontract erbij, moet je hoger in de organisatie zijn, omdat men daar veel meer oog heeft voor risico’s en risico’s afdekken. Dat doe je niet even snel met engineers en salesmensen die gewend zijn vanuit de techniek te denken en te werken.’

NOODZAKELIJKE WEG Kortom, geen makkelijke weg, maar wel een noodzakelijke en potentieel lucratieve, aldus ABN AMRO-onderzoek. Servitization, stelt de bank, kan eruit bestaan dat bedrijven naast hun kernproducten proactief ook reparatie- en revisiediensten, spare parts en bijvoorbeeld trainingen aanbieden. En ook wel diensten als consultancy, financieringen, verzekeringen en logistieke oplossingen. ‘Binnen de industrie is servitization relevanter dan ooit. De afnemende toegevoegde waarde van de productieactiviteiten is een van de oorzaken. Door snel kopieergedrag van concurrenten wereldwijd, zijn producten en maakprocessen steeds korter onderscheidend. Prijs is nog de enige onderscheidende factor, maar veel oem’ers en toeleveranciers gaan liever niet mee in de race to the bottom. Ze zoeken dus naar andere manieren om waarde toe te voegen’, aldus de opstellers van het rapport.

PAY PER CHICKEN Link Magazine en de TU Eindhoven organiseerden in het recente verleden diverse bijeenkomsten rond het thema ‘servitization’. Half december vorig jaar was Lely, fabrikant van robotica voor de melkveehouderij, de gastheer. Foto: Sam Rentmeester

DOOR PIM CAMPMAN

A

l met al ziet Ed Nijssen, hoogleraar technology marketing aan de TU Eindhoven (faculteit Industrial Engineering), dat er de laatste tien, vijftien jaar ‘een belangrijke shift’ gaande is. ‘Best veel bedrijven zijn dat pad opgegaan en andere hebben het op de radar. Daarnaast krijgt servitization binnen een heel aantal bedrijven nog niet de managementaandacht die het zou moeten hebben.’ Nijssen benoemt daarmee twee cruciale factoren: moeten, omdat bedrijven die niet in die trend meegaan het vroeg of laat moeilijk krijgen en kansen missen. En managementaandacht, of beter: management push, omdat die onmisbaar is voor de slaagkans.

14

Link Magazine 20 jaar - december 2018

ONZEKERHEID Die laatste constatering kwam ook naar voren uit een marktonderzoek van PA Consulting Group. Vrij vertaald: veel managers zien op tegen de onzekerheid die de switch met zich meebrengt. Anders gezegd: ze vinden de impact op de traditionele manier van werken en de organisatie(cultuur) te groot – temeer omdat, als je die transitie ingaat, niet 100% helder is hoe het nieuwe model tot meer omzet en betere resultaten gaat leiden. Ed Nijssen snapt dat wel. ‘Producten inclusief services verkopen, of misschien wel services inclusief producten, vergt een significant andere insteek en werkwijze dan sec producten verkopen. Je moet bijvoorbeeld veel klantgerichter te werk gaan en in je ontwikkelproces het servicedeel meteen integreren in het technische deel.

De digitalisering, nieuwe ontwikkelingen op softwaregebied (zoals CRM-, ERP- en MESsystemen) en fenomenen als het Industrieel Internet of Things (IIoT) en big data mining stellen maakbedrijven steeds beter in staat om hun apparaat of machine remote te spotten, te resetten en te upgraden – en ook om klanten machine-to-machine functionaliteiten aan te bieden. Ed Nijssen: ‘Uit je wereldwijde installed base kun je tegenwoordig enorm veel data halen. Als je daar goede analyses op loslaat, kun je zo nieuwe en slimme diensten creëren. Dat begint echt een grote vlucht te nemen.’ Servitization komt in bepaalde eindgebruikerleverancierrelaties ook tot uiting in nieuwe, soms verrassende businessmodellen. Een veelgenoemde is ‘power by the hour’, waarin de luchtvaartmaatschappij aan motorenbouwer Rolls Royce een afgesproken fee per gevlogen uur betaalt. Enigszins vergelijkbaar: treinbouwer Alstom wordt voor de hogesnelheidstrein van Londen naar Glasgow betaald naar rato van het aantal passagiers. Een lucratief businessmodel, vertelde


Tim Baines, professor aan de Aston Business School in Birmingham, een poos geleden tijdens een voordracht in Arnhem: het aantal passagiers op dat traject is sindsdien met 140 procent gestegen. Tijdens diezelfde meeting vertelde Marc van Lith, tot september dit jaar service director bij Marel Stork Poultry Processing in Boxmeer, dat ook dat bedrijf flinke stappen zet op het vlak van servitization. Al laat het businessmodel ‘pay per chicken’ nog wel even op zich wachten.

over onderhoud enzovoort.’ Nijssen vindt dat er soms te makkelijk over servitization wordt gedacht. ‘Dat pad op gaan is geen sprintje, maar een marathon. Van sec product naar product en dienst, vervolgens de output van je machine bij de klant garanderen en tot slot het hoogste niveau waarop je bij wijze van spreken aan de winst probeert bij te dragen.’

TE GEMAKKELIJK GEDACHT Genoemde businessmodellen leiden tot customer intimacy: langjarige, innige relaties die, als het goed is, voor beide partijen profijtelijk zijn. En waar concurrenten vrijwel niet tussen kunnen komen – mede, zegt professor Nijssen, omdat de switchkosten voor de klant erg hoog kunnen zijn. Wat wel en niet kan op servitization-vlak, hangt volgens hem sterk af van de klantsituatie en die verschillen enorm. Zo staat in de semicon niet één onderneming toe dat leveranciers remote data uitlezen uit hun machines – want dan zou strikt confidentiële proces- en productinformatie wel eens bij concurrenten terecht kunnen komen. Nijssen: ‘Lely (uit Maassluis, red.) heeft in ons land veel succes met zijn melk- en voederrobots. Had opa veertig koeien, de melkveehouder van nu moet in zijn eentje zeg tachtig koeien managen – en wil dat efficiënt kunnen doen. Maar in de VS heb je enorme farms, die risico’s zelf kunnen afdekken en zelf kunnen beslissen

‘Als techniek, markt en organisatie bij elkaar komen, heb je de succesfactoren te pakken’

SAMEN OPTREKKEN Vooralsnog zijn het hoofdzakelijk grote bedrijven die servitization oppakken. De kleinere bedrijven lopen aanzienlijk achter, zo blijkt uit onderzoek. Door beperkte kapitaalkracht en misschien ook wel door gebrek aan daadkracht. ‘Je moet de organisatorische uitdagingen niet onderschatten. Cruciaal is dat het management de cultuur- en organisatorische vraagstukken goed aanpakt. Als

techniek, markt en organisatie bij elkaar komen, heb je de succesfactoren te pakken.’ Het bewustzijn bij de kleinere bedrijven dat er op dat vlak iets gedaan moet worden, neemt wel toe, merkt Nijssen. ‘Zo constateerde machinebouwer WEMO uit Den Bosch tijdens een door Link Magazine georganiseerde rondetafel waarbij ik ook aanwezig was, dat de grote bedrijven meteen geld, mensen en middelen alloceren om stappen te zetten in servitization. En dat dit voor bedrijven van hun formaat heel moeilijk is. Daarom stelde WEMO voor met een aantal vergelijkbare bedrijven gezamenlijk onderzoek naar servitization te doen en daarvan te leren. Binnenkort praten we daar weer over en dan schuiven onder andere Lely en Aebi Schmidt (fabrikant van onder meer zoutstrooimachines uit Holten, red.) aan.’ Ter afsluiting spreekt Nijssen zijn waardering uit voor de aandacht die Link Magazine besteedt aan servitization. ‘Het is een belangrijke trend en een kans voor maakbedrijven. Mooi dat jullie daarin een katalysator proberen te zijn tussen bedrijfsleven, universiteiten en andere partijen die ermee bezig zijn – of overwegen ermee aan de slag te gaan.’

www.tue.nl insights.abnamro.nl

Het team van itsme feliciteert Mireille en John van Ginkel en het hele team van Link! In 20 jaar is Link uitgegroeid tot veel meer dan een magazine. Met het juiste gevoel voor de mens en markt, aanstekelijk enthousiasme, keihard werken en toonaangevende initiatieven als de Dutch Industrial Suppliers en Customers Awards is Link een vaste meerwaarde in de Nederlandse maakindustrie.

Reken op ons voor nog meer succesvolle verbindingen tussen technologie en mens!

Link Magazine 20 jaar - december 2018

15


Kemie Helmond

Wij creëren plekken voor de maakindustrie.

Benier Nieuwkuijk

Nobels Noordwijkerhout

r! 20 bjoaua w Heem feliciteert Link Magazine

Lemo Haarlem

Bosman van Zaal Aalsmeer

www.heembouw.nl

I-MAKE Optimale productieplanning Juiste voor- en nacalculatie Configureren van producten Digitale productieopdrachten Beheer van gereedschappen

ERP-SOFTWARE VOOR PRODUCTIEBEDRIJVEN OP BASIS VAN MICROSOFT DYNAMICS NAV

Integratie met CAD software Traceerbaarheid en kwaliteit

16

Link Magazine 20

www.i-make.nl

www.gronddatabank.nl


THEMA 20 JAAR ONTWIKKELINGEN IN DE NEDERLANDSE INDUSTRIE VAN ENGINEER-TO-ORDER NAAR CONFIGURE-TO-ORDER

SPECIALISEREN IN STANDAARDISEREN Modulebouw is niet nieuw, maar pas de laatste jaren rukt echte modularisatie op. Een klantorder vergt dan nog slechts beperkt specifieke engineering en is vooral een kwestie van configuratie: van engineer-to-order (eto) naar configure-to-order (cto). Het klinkt logisch, maar ooit was speciaalmachinebouw het summum: ‘Wij maken alleen specials.’ Omdat de ‘pijn’ (risico’s, doorlooptijd, menskracht) bij oem’ers nu hoog is, hebben ze cto inmiddels breed omarmd. DOOR HANS VAN EERDEN

P

ost en Dekker engineers & consultants in Amsterdam is van dezelfde leeftijd als Link Magazine en heeft zich als ingenieursbureau altijd op cto toe-gelegd. Al heette het in de begindagen nog niet zo. ‘Wij noemden het knowledge-based engineering’, vertelt directeur Eric-Jan Dekker. ‘Met slimme parametrische modellen klantwensen in CAD verwerken.’ Het bureau is specialist in het structureren, integraal ontwerpen en borgen van complexe, configure-to-order productfamilies. Modularisatie – het denken in termen van standaardmodules die in verschillende varianten beschikbaar zijn om de potentiële klantvraag efficiënt af te dekken – legt daarvoor het fundament. Belangrijkste voordelen: kortere doorlooptijd, lagere kosten in engineering, minder risico met maatwerk en eenvoudige uitbesteding van standaard-modules, zodat de oem’er in zijn core business sneller kan opschalen.

PIJNBESTRIJDING Het heeft Post en Dekker wel tijd gekost. ‘We begrijpen het, maar dit kan bij ons niet: wij maken alleen maar specials’, was in het begin meestal de reactie. Daarna bleef het vaak beperkt tot een voorstudie, om te bewijzen dat cto mogelijk was, en misschien nog een pilot. Het werd als ingewikkeld ervaren en vergde te veel verandering, in het product en in de organisatie.’ Pas in

het huidige decennium is cto aan een opmars bezig. Dat heeft te maken met de ‘pijn’ die bedrijven nu op een aantal punten voelen, aldus Dekker: risicoreductie, doorlooptijdverkorting en beschikbaarheid van technisch opgeleide mensen. ‘De faalkosten nemen toe en dat risico moet juist weg. Groei is eveneens een belangrijke drijfveer. Bedrijven zien dat ze veel meer kunnen doen in de markt, maar dat lukt niet als ze aan eto vasthouden.’ Wat daarbij volgens Dekker ook helpt, is de voortschrijdende digitalisering. Bedrijven willen bijvoorbeeld iets doen met servitization, diensten aanbieden op basis van de big data die ze uit hun machines bij klanten kunnen halen. Maar dan moeten die machines wel zijn opgebouwd uit standaardmodules. ‘Als het allemaal speciaalmachines zijn, heb je bijvoorbeeld geen vergelijkingsmateriaal voor de analyse van die data.’

Post en Dekker hielp Boon Edam bij het ontwikkelen van een lijn modulaire beveiligingspoortjes. In het midden Eric-Jan Dekker. Foto: Danny de Jong

MODULEBOUW

Nu cto gemeengoed is geworden, verschuift de focus naar het continu managen van productportfolio’s. Dat kan bijvoorbeeld aan de hand van de actuele verkopen van productvarianten: wat wordt wel of niet gevraagd? Dezelfde vraag voor de technologieroadmap van de oem’er: moet die leiden tot een nieuwe definitie van de productfamilie of zelfs een compleet nieuwe systeemarchitectuur? Zo is de transformatie naar cto een doorlopend proces. Anderzijds is modulebouw natuurlijk geen nieuw fenomeen. Een specialist als MTA in Helmond legt zich al vanaf de oprichting in 2002 toe op het efficiënt en met korte doorlooptijd produceren van testbare modules. In de filosofie van MTA bestrijkt cto alle bedrijfsprocessen van een oem’er en diens supply chain. Als een productfamilie of machineMedeoprichter Patrick Geerts van MTA (links) in 2003 in gesprek met inkoper John Koolen van Fuji Seal Europe: ‘We zijn in staat om binnen tien werkdagen na platform goed voor cto is inafroep de bouwgroepen, inclusief klantspecifieke aanpassingen, uit te leveren.’ gericht, wordt het relatief eenFoto: Bart van Overbeeke voudig om complete standaard-

modules uit te besteden bij een of meerdere system suppliers, vertelde salesdirector John Willems eerder in Link.

NAAR KLEINERE EENHEDEN MTA brengt het modulair denken een stap verder door binnen modules functionele eenheden te onderscheiden. Standaardisatie op een lager functioneel niveau maakt cto nog efficiënter, verklaren Willems en zijn collega Sjaak Janssen, senior industrialisation specialist. ‘Voorheen was het lastig productiemensen al in de conceptfase bij het systeemontwerp te betrekken. Nu is het overzichtelijker en kunnen zij eenvoudig de input geven die helpt om de maakbaarheid te verbeteren.’ Bovendien zijn in kleinere eenheden mechanica, elektronica en software eenvoudiger te integreren vanuit een functionele invalshoek; dat voorkomt een verkokerde ontwikkeling van modules. Doorlooptijd is ook een issue, zegt Janssen. ‘Als we voor een complex apparaat modules ontwikkelden en bouwden, kon het zomaar enkele weken duren voordat we iets hadden dat we konden testen om vast te stellen of er iets mis LEES VERDER OP PAGINA 19

Link Magazine 20 jaar - december 2018

17



VERVOLG VAN PAGINA 17

was. Nu we modules in kleinere eenheden opdelen en die allemaal parallel ontwikkelen en bouwen, hebben we bij wijze van spreken binnen een paar dagen al feedback. Ja, dat betekent veel energie steken in het bewaken van de interfaces tussen die eenheden. Maar voor de complete module moet dat ook, alleen gebeurt dat dan meer ‘onder water’.’ Het is juist een voordeel die interfaces expliciet te moeten definiëren, wil Janssen maar zeggen. ‘Het maakt meteen duidelijk waar de pijnpunten zitten. Daar ligt een rol voor de systeemarchitect.’

TOEKOMST Over pijn gesproken: is er nog toekomst voor de speciaalmachinebouwer? Tumakon engineering & machinebouw, onderdeel van de Tuinte groep in Hengevelde, profileert zich (nog) als zodanig. Link Magazine belt op het juiste moment, reageert salesmanager Rob Snijders. ‘We zijn druk doende een strategische wijziging in ons verdienmodel door te voeren. Met ouderwetse eto is over een paar jaar geen droog brood meer te verdienen. Klanten zoeken naar proven technology die wij met cto snel kunnen inzetten. Dan kunnen we ons vervolgens in een project focussen op het aandeel speciaalmachinebouw dat nog overblijft.’ Momenteel ontwikkelt Tumakon een aantal standaardplatforms waarop het machines klantspecifiek wil configureren. Hergebruik kan alleen als

Expertise – Passion – Automation

de kennis van cto breed in de eigen organisatie is verspreid, verklaart Snijders. ‘Na afsluiting van een project houden we een reviewronde. We lopen om een machine heen en bespreken welke onderdelen we uit cto hebben gehaald en welke we op maat hebben ontwikkeld en wat daarbij de leerpunten waren.’ Tumakon deelt de standaardplatforms in naar het type proces, zoals een lineair assemblageproces of een circulair produc- Een productielijn die Tumakon voor een automotiveklant heeft ontwikkeld op basis van tie-proces, en het type pro- een van z’n standaard-CTO-platforms. Foto: Tumakon duct dat over een machine Daarvoor hebben we een pool van partners.’ of lijn gaat. ‘Vervolgens kijken we welke technieTegelijkertijd blijft Tumakon zich profileren als ken de markt vraagt, zoals pick & place, robotica, speciaalmachinebouwer. ‘Dat betreft zo’n dertig vision en lastechniek. Daarbij laten we op het procent van onze projecten. Daar zijn grotere platform voldoende ruimte voor het invoegen risico’s aan verbonden en gelden andere condities van specifieke bewerkingsstappen en uitwisselen voor. Meer en meer doen we voorstudies voordat van modules. Want er moeten tegenwoordig we een definitieve offerte uitbrengen. Op die steeds meer verschillende producten over die ene manier dekken we risico’s af voor ons en voor uit standaardmodules samengestelde productiede klant.’ lijn kunnen. Daar zit ’m de complexiteit in, er komen in een lijn steeds meer technologieën samen. www.postendekker.nl Van veel technieken hebben wij zelf de kennis in www.m-t-a.nl huis en waar nodig schakelen we specialisten in. www.tumakon.com

Onze bedrijfsnaam verandert... SMC Pneumatics BV wordt SMC Nederland BV SMC is inmiddels veel meer dan alleen pneumatiek. Daarom vervalt met ingang van 1 januari 2019 ‘Pneumatics’ en worden wij SMC Nederland BV. Ons nieuwe internetdomein: www.smc.nl Welkom bij SMC Nederland! www.smc.nl

Link Magazine 20 jaar - december 2018

19


MORE TOUCH. MORE PC. MORE POWER. www.br-automation.com/multitouch

< < < < < < < < <

Automation Panel | Panel PC | Automation PC Multi-touch | Single-touch Widescreen | 4:3 Landscape | Portrait Support arm | Cabinet | Stainless steel Any combination possible Smart Display Link 3 | 100 m Intel Core i3 | i5 | i7 | Xeon Intel Atom Bay Trail


THEMA 20 JAAR ONTWIKKELINGEN IN DE NEDERLANDSE INDUSTRIE IS DE START-UP VAN TOEN NU EEN SCALE-UP?

‘IEDERE KEER DENK JE DAT JE ER BENT EN DAN DUURT HET NOG WEER EEN JAAR’ FLINK is het katern in Link Magazine waarin hightech starters voor het voetlicht worden gebracht. Zoek ze na een paar jaar nog eens op en de één heeft zich laten opkopen, de ander is een nieuw pad ingeslagen, maar de derde ligt helemaal op koers. Dat laatste geldt voor Leddriven in Breda en Ioniqa in Eindhoven. Ze groeien en bloeien. ‘Ondernemen is niet alles willen doen op de markt, maar je eigen gevecht kiezen.’ DOOR LUCY HOLL

O

ver vijf jaar 20 miljoen omzet is toch wel het minimum-scenario.’ Dat zei Erik van Beusekom, managing director van Leddriven in Breda, in een FLINK-artikel in 2014. Zijn bedrijf (opgericht in 2010) deed destijds mee aan het NextOEM-coachingsprogramma en dacht supersnel te groeien met slimmere led-voedingen. Van Beusekom moet er nu hartelijk om lachen. ‘Dat was wel een erg boude uitspraak. We zaten toen op 1,2 miljoen euro. We hebben technologisch grote stappen gezet en zijn hard gegroeid. De fase van start-up of zelfs scale-up is voorbij. Maar die 20 miljoen hebben we nog niet bereikt; de omzet zit nu tussen de 5 en 10 miljoen.’ Leddriven onderscheidt zich door zijn enorme kennis van energiezuinige, slimme voedingen en meest ideale led-behuizingen. ‘De led-markt is een extreem uitdagende markt, de situatie is de afgelopen jaren compleet veranderd’, zegt Van Beusekom. ‘Toen we begonnen, kwamen we maandelijks vele nieuwe led-bedrijven tegen. Iedereen wilde die markt op: door te produceren, door advies te geven aan bedrijven die wilden omturnen naar led, door kant-en-klare producten uit Azië te importeren…’ Er zijn grote spelers gekomen en gegaan, waaronder General Electric, dat zich heeft teruggetrokken uit markten buiten Amerika. ‘De klassieke product-lifecycle heeft zich in zo korte tijd voltrokken dat we nu al met

• ‘Je kunt nooit op je lauweren rusten. Maar dat is het leuke aan ondernemen.’ • ‘De opportunistische partijen zijn verdwenen. Maar iedereen worstelt nog in zijn nieuwe rol.’ • ‘We zijn gegroeid omdat we de juiste segmenten hebben opgezocht.’ • ‘Er komen veel enthousiaste reacties, maar een deal rondbreien kost tijd en geld.’ • ‘Innovatie vraagt geld, dat er niet is omdat er nog geen bewezen productieproces is en andersom.’

een volwassen markt te maken hebben. Er is een grote shake out geweest, de opportunistische partijen zijn verdwenen. Maar iedereen worstelt nog in zijn nieuwe rol.’ Van Beusekom surft naar de site van Signify, voorheen Philips Lighting (‘O, interessant, ze zijn hun eigen aandelen aan het terugkopen, goed om te weten’) en citeert een zin uit een persbericht. ‘‘De markt is aan het veranderen, het maken van een lampje is niet meer datgene wat je onderscheidt’, schrijven ze. Inderdaad, het is nu IoT wat de klok slaat. Alleen met connected service en véél functionaliteit op je lampen kun je je staande houden.’ In de oude lichtmarkt was het dozenschuiven. Tegenwoordig is een projectaanpak noodzakelijk. Van Beusekom noemt als voorbeeld – Leddriven was er niet bij betrokken – The Edge in Amsterdam, het prestigieuze nieuwe hoofdkantoor van Deloitte/AKD: verlichting, internet, beveiliging, alles Managing director Erik van Beusekom van Leddriven, gefotografeerd in zijn werkplaats is geïntegreerd. De verin 2014: 'Je kunt nooit op je lauweren rusten. Maar dat is het leuke aan ondernemen.’ lichting ‘weet’ waar menFoto: Com-magz sen in het gebouw zijn.

EIGEN GEVECHT KIEZEN De markt mag dan mature zijn maar blijft turbulent. ‘Maar het mooie is dat we als Leddriven zelf in de hand hebben wat we aan producten presenteren. We kunnen ons nog steeds onderscheiden met onze nieuwe generaties voedingen en zeer specialistische producten en toepassingen’, aldus Van Beusekom. Leddriven beweegt zich in de green fields van de led-markt. ‘Ook wij zijn van-

zelfsprekend sterk bezig met connected oplossingen. De focus is verschoven van hardware naar software. We hebben een paar interessante producten in de wachtkamer staan waarvoor we het juiste moment van uitrollen zoeken.’ Hij kan er nog niet meer over zeggen, maar wees ervan verzekerd: Leddriven blijft weg van de bulkmarkt. LEES VERDER OP PAGINA 23

Link Magazine 20 jaar - december 2018

21


DMG MORI Netherlands B.V. Wageningselaan 48 3903 LA Veenendaal (0318) 55 76 11


and Indorama launching breakthrough food packaging technology’. En op 13 september: ‘Ioniqa launching first PET plastic up-cycling plant’. Het grote werk kan beginnen. De nieuwe fabriek moet 10.000 ton hoogwaardige grondstof per jaar opleveren voor de productie van petflessen via een ingenieuze upcyclingmethode. Afvalverwerkers leveren straks afval frisdrankflessen en andere producten van polyethyleentereftalaat aan. De Ioniqa-technologie wint alle grondstoffen terug. Slimme magnetische vloeistoffen zorgen ervoor dat de kleurstoffen en verontreinigingen zorgvuldig eruit worden gehaald. Met de zuivere grondstoffen maakt Indorama, wereldwijd marktCeo Tonnis Hooghoudt van Ioniqa Technologies: ‘Je hebt mooie plannen in je hoofd. leider in pet-flessenverpakkinDe werkelijkheid is meestal een ander verhaal.’ Foto: Ioniqa gen, knijpflessen voor bijvoorbeeld mayonaise of ketchup voor klant Unilever. Dat proces kan eindeloos VERVOLG VAN PAGINA 21 herhaald worden, dat is uniek. ‘Dat is het verraderlijke aan de led-markt: hij is erg groot, wereldwijd gaat er jaarlijks 20, 30 GAME CHANGER miljard om. Er zijn zo veel segmenten, maar je Bij het vorige interview voor Link, drie jaar moet echt je eigen gevecht kiezen, zeker als klein geleden, was Ioniqa net bezig een proeffabriek bedrijf. We zijn gegroeid omdat we de juiste op te zetten, bij Plant One in het havengebied segmenten hebben opgezocht.’ van Rotterdam. ‘Onze circulaire oplossing is een Een voorbeeld van een project dat Leddriven op echte game changer’, zei ceo en co-founder Tonnis het lijf geschreven is, is het vervangen van de Hooghoudt destijds. Tien jaar geleden startte buitenverlichting op de Brightlands Chemelot Ioniqa in zijn r&d-lab op het TU/e-terrein in Campus bij Geleen. Projectpartners waren het Eindhoven. ‘Het kost veel meer tijd dan gedacht Franse Dietal en het Maastrichtse Professional & om zo’n bedrijf goed van de grond te krijgen’, Sustainable Performance Lighting. ‘Dat was niet zegt Hooghoudt. ‘Als ondernemer heb je mooie lampje eruit, led erin: er hangt nu een wolk van plannen in je hoofd. De werkelijkheid is meestal 10.000 explosie-veilige led-lampen in de buiteneen ander verhaal. Het is een laverend traject, van lucht die continu met elkaar communiceren. De voortdurend je processen aanpassen en steeds drivers moesten aan extreem hoge eisen voldoen weer je verhaal vertellen om investeerders mee te wat betreft weersomstandigheden, levensduur, krijgen en partners te vinden. In 2016 hebben wij explosieveiligheid en connectiviteit. Je kunt niet onze demonstratiefabriek in Rotterdam gebouwd zomaar tussendoor een lampje komen vervangen en dan duurt het vele maanden voordat de eerste op zo’n terrein.’ flessen gemaakt en getest konden worden. Het Leddriven heeft langzamerhand naam opgemoet veilig zijn voor de levensmiddelenindustrie. bouwd. ‘We hebben nu een goed gevoel van wat Iedere keer denk je dat je er bent en dan duurt bij ons past qua omvang van een project, inzet het nog weer een jaar.’ van slimme technologie en aantal spelers. Het De circulaire economie is inmiddels met een blijft een bijzondere markt: led-techniek bestaat opmars bezig en dat werkt mee. Hooghoudt: ‘Er nog niet lang op industriële schaal, maar led is nu was altijd al aandacht voor recycling, maar de al een commodity aan het worden. Je kunt nooit pijn was nog niet zo heftig dat partijen daadop je lauweren rusten. Maar dat is het leuke aan werkelijk gingen bewegen. Nu is duidelijk dat er ondernemen.’ iets in het systeem moet veranderen. 100 procent recycling is mogelijk. Het kan. Dat willen we met onze technologie laten zien.’ ZUIVERE GRONDSTOFFEN De r&d blijft in Eindhoven, de demofabriek in Op diezelfde Brightlands Chemelot Campus gaat Rotterdam en de industriële productie komt in volgend voorjaar de nieuwe plant draaien van Geleen. ‘De afstanden in Nederland zijn gering. Ioniqa Technologies. Het hoogste punt van de ‘Rotterdam’ was destijds beschikbaar en betaalfabriek is net bereikt. Het bedrijf uit Eindhoven baar. Voor de nieuwe fabriek scoort Chemelot heeft dit jaar twee belangrijke persberichten de goed qua locatie, infrastructuur en support.’ wereld ingestuurd. Op 4 april: ‘Unilever, Ioniqa

AANVOER IS UITDAGING Partner Indorama kent Ioniqa al vanaf de start van het onderzoek op de TU/e. ‘Wij waren op labschaal aan het experimenteren, dus voordat je elkaar echt vindt moet je toch wel bij een demonstratiefabriek zijn aanbeland. Unilever hebben we actief benaderd: dit kunnen we, hebben jullie interesse? People-planet-profit vinden ze heel belangrijk. Een leven zonder plastic verpakkingen in hun sector is niet mogelijk, dus ze zoeken oplossingen.’ De contracten met diverse aanbieders van afval liggen er ook al. Er wordt veel geklaagd over plastic afval, maar het is nog best een uitdaging om voldoende aanvoer te regelen, aldus Hooghoudt. ‘De markt moet zich beter gaan organiseren, daar ligt ook een rol voor de overheid.’ Hij noemt de technologie van Ioniqa nog steeds redelijk uniek op de wereld. ‘Natuurlijk zijn er andere initiatieven op het gebied van PET-polyester, maar wij staan in de voorhoede, wij zijn de eersten die gaan lanceren. We richten ons nu op de PET-flessen, maar er zijn veel meer toepassingen mogelijk. We hebben met Unilever al gekeken naar polyester sportshirts. Dan heb je het over hetzelfde materiaal en dezelfde principes.’

DEAL RONDBREIEN Het lastigste de afgelopen jaren vond Hooghoudt om steeds weer geldbronnen aan te boren: innovatie vraagt geld, dat er niet is omdat er nog geen bewezen productieproces is en andersom. Zo’n aaibaar plan als dat van Boyan Slat met zijn Ocean Cleanup helpt. ‘Wij hadden een veel technischer verhaal en bedrijven nemen niet zomaar een nieuwe technologie aan boord. Elke start-up of scale-up zit met hetzelfde: er komen veel enthousiaste reacties, maar een deal rondbreien kost tijd en geld. We zijn nu met twintig medewerkers, onder wie vijf studenten en vijf zzp’ers. Dat verdubbelt als volgend jaar de fabriek start.’ Geleen met zijn 10.000 ton is nog maar het begin. Echt opschalen vraagt andere partijen. ‘Dan heb ik het over miljardenbedrijven, die op zoek zijn naar blauwdrukken van bewezen processen. We zien het niet als onze rol om overal fabrieken uit te rollen. We licenseren onze platformtechnologie en ontwikkelen door, naar andere plastics, bioplastics, textiel. De vraag naar het terughalen van grondstoffen is gigantisch.’ www.ioniqa.com www.leddriven.nl

Link Magazine 20 jaar - december 2018

23


INTERVIEW MET DE MAKERS UITGEVERS MIREILLE EN JOHN VAN GINKEL OVER TWINTIG JAAR LINK MAGAZINE:

‘LEF EN GELOOF: MEER HADDEN WE NIET TOEN WE ONS BLAD BEGONNEN’ ‘H&J Uitgevers’ staat er op de voordeur van de Ginkelse Hoeve aan de Bosscheweg in het Brabantse Drunen. De H van Hennie de Ruijter, de J van John van Ginkel, ingewikkelder is het niet. Twintig jaar geleden stapten ze samen op bij Wolters Kluwer. Ze hadden een nieuw tijdschrift voor de maakindustrie voor ogen waarvoor de grote uitgever geen ruimte had. Link Magazine was geboren. ‘Er zijn ceo’s die het blad in het weekend van begin tot eind lezen en het op maandagmorgen volgeplakt met geeltjes met aantekeningen het hele bedrijf doorsturen.’

Uitgevers John en Mireille van Ginkel: ‘Het draait in het blad om mensen: die moeten overleven, innoveren, veranderen, inspelen op trends.’ Foto: Bart van Overbeeke

DOOR LUCY HOLL

J

ohn van Ginkel: ‘Laatst gaf een ceo van een technologisch bedrijf een enorm compliment. We hadden hem uitgenodigd voor de DISCA, de Dutch Industrial Suppliers & Customer Awards. “Gefeliciteerd met jullie mooie en waardevolle magazine, het is een verrijking voor de berichtgeving over techniek en industrie”, mailde hij terug. In het allereerste nummer van Link had het bedrijf al een dubbele advertentiepagina. Het ging over hun nieuwe systeem voor elektronisch vergaderen. Heel leuk

24

Link Magazine 20 jaar - december 2018

om dat twintig jaar later terug te lezen.’ Mireille van Ginkel (de dochter van Hennie, de vrouw van John. Ze startte niet lang na de start fulltime bij H&J Uitgevers. Hennie is inmiddels gestopt): ‘En laatst was je ook heel erg ontroerd. De dga van één van de DISCA-finalekandidaten had in zijn agenda gekeken, maar liet weten dat hij in Duitsland zat tijdens de uitreiking. Anders was hij gekomen, benadrukte hij. Hij bedankte John persoonlijk. Dat is echt erkenning voor ons werk.’ John: ‘Het betekent dat we serieus worden genomen in de markt. Dat wil toch ieder mens. Ver-

bindingen leggen, daar draait het blad om. Dat vind ik het allerbelangrijkst. Het staat ook op de cover van elk nummer: Link Magazine: de verbinding tussen technologie, markt en mens.’ Mireille: ‘Het is niet altijd makkelijk geweest die afgelopen twintig jaar, maar we hebben veel lol in wat we doen. Het zijn al die mensen die wij en onze redacteuren spreken, al de verhalen die we horen. Heel interessant en ook leerzaam voor onze lezers om er een journalistiek verhaal over te maken. Soms zijn bedrijven helemaal niet uit op media-aandacht, maar gunnen ze wel een interview aan Link. We brengen veel verhalen van


enthousiaste ondernemers die serieus bezig zijn met hun bedrijf en bijzondere dingen doen in de wereld. De industrie is een prachtige sector om een magazine voor te maken. We hebben regelmatig rondetafelgesprekken en debatten: sommi-

‘Als je ergens in gelooft, dan zie je niet meer dat het ook wel eens níet zou kunnen lukken’

ge deelnemers hebben niet het hoogste woord, maar laten achteraf weten dat ze het geweldig vonden dat ze erbij waren omdat ze zo veel interessante dingen gehoord hebben.’

HENNIE DE RUIJTER, MEDE-OPRICHTER EN OUD-UITGEVER

‘RESPECT VOOR DE KLANT STAAT VOOROP BIJ ONS’ ‘Vijf jaar geleden ben ik gestopt als uitgever, maar ik help nog steeds mee bij belacties voor de DISCA en ik maak afspraken voor John. Het is altijd leuk om bedrijven te bellen. Link is een succes geworden, dat mag ik wel zeggen. Maar de eerste jaren waren heel lastig en vroegen veel doorzettingsvermogen. En wat geluk. Om een blad te maken, heb je advertenties nodig. Om advertenties te krijgen, moet je eerst goede relaties opbouwen met klanten. Mensen wilden toch zien of Link zou beklijven, hoe enthousiast je er zelf ook over bent. Het was veel geduld hebben en veel investeren in de klanten. Ik ben geen geduldig mens, maar wél als het om mijn klanten gaat. We kregen veel medewerking uit de markt, misschien vooral ook omdat we oprechte interesse in ondernemers hebben. We hebben respect voor de ander en weten goed wat er gebeurt in de industrie. Ik leerde veel van klanten, ik leefde met ze mee. Goede advertentiewerving én een goede redactionele inhoud gaan samen. We hebben een langdurige relatie

met de meeste redactieleden. We horen als uitgevers veel uit de markt. Als het interessant is, kan de redactie ermee aan de slag. Bedrijven maken altijd tijd voor een gesprek, ook omdat we waar maken wat we beloven. Ik heb mooie herinneringen aan de gesprekken die we in het begin hadden met topmensen uit de industrie, onder wie Karel Hubée van Philips en Jan Vercoulen van Océ, ze zetten ons aan het denken. Ze toonden grote wijsheid, oprechte belangstelling en emotie. We maakten afgelopen twintig jaar toch maar mooi iedere twee maanden een Link en zetten steeds voorzichtig stappen voorwaarts. We zijn een echt familiebedrijf. Ook mijn man Leo was er vanaf het begin nauw bij betrokken en deed van alles en nog wat. Helaas maakt hij dit jubileum niet meer mee. Ik was altijd heel blij met een nieuw nummer. De eerste jaren voegden we zelf bijsluiters toe, we plakten stickers, al dan niet vanuit de kofferbak van de auto. Prachtig toch om zo te beginnen.’

ZOLDERKAMER John: ‘Een van onze USP’s als uitgevers en redactie is dat we heel veel van de markt weten. Ik bel veel, ik lees veel, ik bezoek continu bedrijven. Ik stap overal op af en kijk wie ik met wie in contact kan brengen. Zo is het

twintig jaar geleden ook begonnen.’ Mireille: ‘Hennie was toen 55, John 31. Ze begonnen letterlijk op een zolderkamertje. Hennie heeft in de loop van de jaren vaak genoeg geroepen:

was het nu stoer of stom om mijn baan als verkoopmanager industriële bladen bij Wolters KluLEES VERDER OP PAGINA 27

Link Magazine 20 jaar - december 2018

25


Wilt u een sprong maken in de ontwikkeling van uzelf en uw bedrijf?

g

Bekijk het trainingsaanbod van de Berenschot Academy • Hoe word ik een toponderhandelaar? • Strategie in een digitaliserende wereld • Managen van een agile organisatie

www.berenschotacademy.nl

voor een maakdeel te weinig maakc

26

Link Magazine 20 jaar - december 2018


MARTIN VAN ZAALEN, HOOFDREDACTEUR | ARTIKELENSCHRIJVER SINDS 2000 VERVOLG VAN PAGINA 25

wer op te zeggen?’ John: ‘Maar we geloofden in onze plannen. We waren de bureaucratie, het politieke spel bij zo’n grote organisatie zat. We zijn indertijd met de markt gaan praten, onder anderen met oud-Philips-topman Karel Hubée. Hij heeft ons gemotiveerd en geholpen. “Je moet een blad maken voor de industrie over de mensen, de processen en de veranderingen”, zei hij. Bedrijven die zich snel kunnen aanpassen, zijn de winnaars. En schrijf vooral kritisch over organisaties, maar doe dat altijd vanuit een positieve insteek. Die woorden zijn me altijd bijgebleven.’ Mireille: ‘Maar binnen die uitgeverij lukte het niet om een blad te gaan maken met een echt nieuwe look & feel.’ John: ‘Najaar ’98 presenteerde Hennie haar plannen voor Link nog wel in het managementteam van Wolters Kluwer. Binnen tien minuten was ze terug. “Ik heb mijn baan opgezegd, we gaan voor onszelf beginnen”, zei ze. Ik ging met haar mee natuurlijk. Als je ergens in gelooft, dan zie je niet meer dat het ook wel eens níet zou kunnen lukken. We zijn met de hele wereld gaan praten en we kregen veel goodwill. De ene topman introduceerde ons bij de volgende. We hadden veel lef en geloof. Er was nauwelijks geld, maar ons netwerk breidde snel uit.’

‘OPENHEID IS ÉÉN VAN DE SLEUTELS VAN HET SUCCES’ ‘Het maken van Link doe ik nu al bijna twintig jaar en vind ik na al die tijd nog steeds hartstikke leuk. Natuurlijk zijn er soms de strubbelingen en is er vrijwel altijd de tijdsdruk. Maar het maken van een journalistiek product – want dat is Link toch echt, in tegenstelling tot veel andere industriële magazines – vind ik geweldig om te doen. De balans zoeken en vinden tussen enerzijds het – vanzelfsprekend vaak commercieel gedreven – belang van de geïnterviewden en anderzijds dat van de lezer, die graag wil leren van de ervaringen van anderen, wordt nooit routine. Daarom is het elke keer weer een boeiende uitdaging om tot een magazine te komen dat een realistisch beeld geeft van wat samenwerking tussen mensen in de industriële toeleverketens allemaal vraagt. Met actuele voorbeelden uit de praktijk die tonen wat er mis gaat, hoe problemen worden opgelost en wat in een bepaalde situatie de beste oplossing is. Juist over dat leerproces schrijven en een compleet magazine maken is geweldig om te doen. Om zo met journalistieke middelen de Nederlandse industrie verder te helpen. Want dat doen we met Link, weet ik uit alle reacties op onze artikelen. En ik leid dat natuurlijk ook af uit het marktsucces dat Link Magazine al die jaren is geweest, nog steeds is en ook naar mijn overtuiging nog heel lang zal blijven. Enige digitalisering zal dat wel vragen. Net als de bedrijven waarover we schrijven, zullen ook wij daarin onze energie moeten steken.

Zo’n zinvol magazine maken, geeft mij veel voldoening. En dat samen met redacteuren, fotografen, tekenaars, vormgevers, drukkers en natuurlijk met de uitgevers, John en Mireille. We doen dat in een virtuele organisatie. We treffen elkaar natuurlijk regelmatig persoonlijk, maar de meeste communicatie gaat over de mail en per telefoon. En dat werkt nu al twintig jaar. Ik denk dat dat komt door de openheid die we onderling betrachten. Ik ben ooit bij Link betrokken geraakt, door toen nog Hennie en John, juist omdat ik het nodige had aan te merken op de uitgave die zij net gemaakt hadden, met een artikel over de Universiteit Twente waar ik toen nog werkte. Terwijl kritiek geven nogal eens een breekpunt is in een relatie, was dat in ons geval juist het startpunt. Juist die onderlinge openheid, het elkaar complimenten kunnen maken maar ook kritiek kunnen geven, zonder dat dat de kwaliteit van de samenwerking aantast, is denk ik een van de sleutels tot het succes van Link. Toen John vorig jaar vijftig werd, heb ik ’m in een kort speechje ‘mijn vriend’ genoemd, en dat meen ik van harte: hij is mijn klant, maar evenzeer mijn vriend. Het klinkt misschien wat onbescheiden, maar je zou kunnen zeggen: Link publiceert niet alleen over klantleverancierrelaties, we geven ook het goede voorbeeld!’

VILLA IN DE WOESTIJN Mireille: ‘In het eerste nummer konden we in ons comité van aanbeveling – nu de raad van advies – meteen al een reeks klinkende namen noemen, onder wie ook Jan Vercoulen, destijds r&d-directeur bij Océ. Hij was met KIC bezig, Kennisintensieve Industrieclustering. ‘Je bouwt geen villa in de woestijn’, was de titel boven een interview met hem in het eerste nummer. Als uitbesteders en toeleveranciers Early Supplier Involvement en co-development niet oppakken,

dan verdwijnt alles uit Nederland.’ John: ‘De omslag naar meer ketensamenwerking begon toen net. Oem’ers wilden terug naar hun core business en meer uitbesteden aan hun toeleveranciers. De concepten waren er toen ook, al zien we nog steeds dat dat samenwerken over afdelingen en over bedrijven heen lastig blijft.’ Mireille: ‘Het was in de tijd dat overal in

HANS VAN EERDEN, EINDREDACTEUR 2002-2017 | ARTIKELENSCHRIJVER 2000-NU

‘BIJ LINK HEB IK DE REVIVAL VAN DE MAAKINDUSTRIE VAN NABIJ MOGEN MEEMAKEN’ ‘Het mooiste van schrijven voor Link is bij een mkb’er op bezoek gaan in een willekeurig dorp in Nederland. Daar ontdekken dat er een wereldmarktleider in een of andere exotische machinebouwniche zit of een supergespecialiseerde toeleverancier, en in gesprek gaan met een directeur bij wie bescheidenheid, trots en eigenzinnigheid om voorrang strijden. Een geïnterviewde vertelde mij eens dat hij Link las vanwege de verha-

len van ‘lotgenoten’: net als hij directeur-eigenaren die worstelen met strategische vragen (wel of niet oostwaarts, wel of niet verder automatiseren, hoe aanhaken op Smart Industry, enzovoort) en daar in eigen huis misschien met niemand over kunnen sparren. Link is zo’n sparringpartner. Bij Link heb ik de revival van de maakindustrie van nabij mogen meemaken – en wie weet hebben wij er een steentje aan bijgedragen.’

Nederland rond zong dat de maakindustrie echt gedoemd was om ten onder te gaan. Alles verhuist naar Oost-Europa en China, werd er geroepen. We moeten vooral een dienstenland worden, dacht ook de overheid. Maar als de industrie verdwijnt, dan zakken we af en hebben we niks meer. Dat was voor ons ook een drive om met Link te beginnen en door te gaan.’ John: ‘Met uurtje-factuurtje ben je snel uitgerangeerd in de wereld. Het gaat erom dat je ook weet hoe je dingen maakt.’

ALTIJD EEN MENS OP DE COVER Mireille: ‘Het eerste nummer stond redactioneel nog niet goed. Met de aanstelling van Martin van Zaalen, nu al weer negentien jaar geleden, is daar direct meer structuur in gekomen. En de opmaak was achteraf gezien rommelig. Dat hebben we meteen veranderd. Vanaf het tweede nummer staat er ook steeds een mens groot op de cover.’ John: ‘Het draait om mensen: die moeten overleven, innoveren, veranderen, inspelen op trends. De lezer die we voor ogen hebben, heeft kennis van technologie, denkt multidisciplinair en

LEES VERDER OP PAGINA 29

Link Magazine 20 jaar - december 2018

27


Gefeliciteerd met het 20-jarig jubileum!

MATLAB SPEAKS

DEEP LEARNING mathworks.nl/deeplearning

©2018 The MathWorks, Inc.

With just a few lines of MATLAB® code, you can use CNNs and training datasets to create models, visualise layers, train on GPUs, and deploy to production systems.


LUCY HOLL, EINDREDACTEUR | ARTIKELENSCHRIJVER SINDS 1999

‘WHAT A DIFFERENCE A DAY MAKES’ VERVOLG VAN PAGINA 27

opereert marktgericht. We kregen meteen veel positieve reacties op de inhoud, de markt noemde het blad onderscheidend. We kregen al snel een aantal trouwe adverteerders die geloofden in ons verhaal.’ Mireille: ‘Als je nu naar de DISCA kijkt, zit heel industrieel Nederland in de zaal. Maar makkelijk was die begintijd niet. We hebben wat geleurd en gesleurd om onze eerste evenementen vol te krijgen.’ John: ‘We zijn met die award-uitreiking begonnen omdat leden van het Link-comité vonden dat we de industrie positief over het voetlicht moesten brengen.’ Mireille: ‘Ik zie tijdens een van de eerste keren nog zes grote uitbesteders op krukken zitten en de toeleveranciers die ze genomineerd hadden op stoelen ervoor. Frencken uit Eindhoven won en directeur Jack van Sprang was zichtbaar ontroerd. “We krijgen vaak te horen wat we niet goed doen, maar het is zo belangrijk om te horen wat we wel goed doen”, zei hij. “Ook voor onze mensen.” De eerste uitreiking van de awards in 2002 op de ESEF was wat armoedig qua ambiance. Later werd het grootser en gingen we met ING samenwerken.’

PIM CAMPMAN, EINDREDACTEUR | ARTIKELENSCHRIJVER SINDS 2006

‘DE NALATENSCHAP VAN PHILIPS’ ‘In de regio Eindhoven, waar ik woon, zien veel voormalig Philips-werknemers de ‘afkalving’ van hun company met lede ogen aan. Een tiental productdivisies, dik 400.000 personeelsleden wereldwijd (van wie 100.000 in Nederland!), een wereldspeler in zowat alles waar een stekker aan zit; das war einmal. Als freelance journalist, met een verleden op de Philips Persdienst, heb ik me verre gehouden van dat soort sentimenten. Wat me mede dankzij opdrachtgevers als Link Magazine gelukt is. Die open(d)en deuren naar interviews met talloze denkers en doeners – en naar diepgaand inzicht in de aanhoudend turbulente ontwikkelingen in de maakindustrie. Inzichten/ontwikkelingen die ik in mijn artikelen aan de Link-lezers tracht over te brengen. Vaak weggehaald bij bedrijven, groot en klein, die uit Philips zijn voortgekomen en die binnen die ooit gigantische Philipsfamilie nooit zo succesvol zouden zijn geworden als ze vandaag zijn. Link Magazine duidt dat, al twintig jaar. Mooi daar een steentje aan bij te dragen.’

‘Het was eind 1999. Ik had een afspraak met uitgevers Hennie de Ruijter en John van Ginkel om te bespreken of ik de eindredactie en productiecoördinatie van het nog piepjonge Link Magazine zou gaan doen. Geen idee hoe ze eruit zagen. In de lounge van het NH Hotel in Utrecht liep ik een paar rondjes op zoek naar wat ingetogen uitgeverstypes. Maar daar zaten ze: Hennie, perfect gekapt en gekleed, met veel sieraden, en John, strak in het pak, met zijn voorkeur voor opvallende horloges. Oké, dus dat waren de mensen die het aandurfden om een compleet nieuw blad in de markt te zetten over samenwerken in de industrie. Gewoon recht door zee, lekker tegendraads, echte ondernemers bleken het. Ik was net begonnen aan een sabbatical na een stel banen in de kranten- en tijdschrijftenjournalistiek, maar rust heb ik sindsdien nauwelijks meer gehad. Met de uitgevers – jaren later nam Mireille van Ginkel de plaats van haar moeder Hennie in – en een stel betrokken éénpitters vormen we nu al jaren een virtuele organisatie. We zien elkaar voor enerverende redactievergaderingen (inmiddels in de prachtige Ginkelse Hoeve van John en Mireille in Drunen: nooit verwacht dat ze uit Rotterdam zouden vertrekken) en produceren regulier nummer na regulier nummer, en vele specials tussendoor. En elk jaar is er de uitreiking van de

John: ‘Zo hebben we het altijd gedaan: we hebben een idee, er is soms nauwelijks geld, maar we bepalen richting en beginnen gewoon. We zijn echte doorzetters en willen verandering teweeg brengen.’

begeerde best suppliers en best customer awards. Volgens mij hadden Hennie, Mireille en ik alle drie de tranen in de ogen toen de eerste ondernemers in de maakindustrie de awards kregen. Bekend en berucht zijn de MOET-jes en SVP-tjes die de uitgevers in het blad willen hebben. Want tsja, we moeten als redactie toch eigenlijk wel zeker een verhaal of nieuwtje schrijven over dat en dat bedrijf, daar bestaat een warme band mee. ‘Hoi Luus, ik heb een prachtig onderwerp. En dit is echt een artikel dat jij moet schrijven, ik heb al gezegd dat jij ze gaat benaderen’, belt John dan. En hij heeft gelijk: er zijn geweldige verhalen uit de Nederlandse maakindustrie te halen. Af en toe zijn het haast Japanse toestanden als ik middenin de nacht weer eens een artikel zit af te maken of als er in het laatste weekend voor het drukken van het blad tientallen opgemaakte pagina’s heen en weer gaan tussen de vormgever en de redactie voor de laatste controle. Het punt is dat je niet meer met Link kunt stoppen, en er ook niet meer mee wilt stoppen. Toen John trouwde met Mireille, zong ik in het familiekoortje hun lievelingslied mee: ‘What a difference a day makes’. Wat een verschil heeft die ontmoeting in Utrecht gemaakt.’

Mireille: ‘We hebben veel te maken met mkb’ers, we zijn hetzelfde soort mensen, met hart voor de zaak.’ LEES VERDER OP PAGINA 31

BART VAN OVERBEEKE, FOTOGRAAF

De Eindhovense fotograaf Bart van Overbeeke fotografeert al jaren voor Link Magazine. Een van zijn meest geslaagde foto’s vindt hij deze, met vader Wim en zoon Willem van der Leegte van VDL. www.bvof.nl

Link Magazine 20 jaar - december 2018

29


Stel je eens voor‌ wat als je aan een fabriek alles kon veranderen

Met Bosch Rexroth als partner speelt jouw fabriek ook in de

behalve de vloer, de muren en het dak? En dat in slechts enkele

toekomst een rol van betekenis in het dynamische en wereldwijde

dagen! Dat betekent een aanzienlijk sneller productieproces en

productienetwerk.

de wendbaarheid om vlot in te spelen op een continue veranderende marktvraag.

www.factory-of-the-future.rexroth

The Factory of the Future Now. Next. Beyond.


AAD DERWORT, VORMGEVER SINDS 2000

‘DE VORMGEVING IS REDELIJK TIJDLOOS TE NOEMEN’ ‘Ik ben al sinds de tweede jaargang bij Link Magazine betrokken als grafisch vormgever. Het was in het begin een gezamenlijke zoektocht naar een vorm die goed zou passen bij het redactionele karakter van het magazine. We kwamen uiteindelijk uit op een heldere, zakelijke ‘no-nonsense’ vormgeving. Als voorbeelden lagen destijds bladen als Elsevier en Time op tafel. Het idee was dat zoiets goed zou matchen met de lezersdoelgroep. Het uiterlijk van Link Magazine is door de jaren heen niet ingrijpend veranderd, er zijn wel steeds kleine, subtiele aanpassingen gedaan. De vormgeving is daarom misschien redelijk tijdloos te noemen. Die jarenlange samenwerking met de uitgevers en de redactie maakt ook dat er onderling een hechte band is

VERVOLG VAN PAGINA 29

EEN EN AL HERKENNING John: ‘Op een gegeven moment zijn we ook met de rubriek FLINK begonnen, om starters met maakcompetenties te belichten. Ik sprak erover met William Pijnenburg, voormalig dga van AAE. Starters verdienen aandacht voor het lef en de durf die ze tonen om met nieuwe ontwikkelingen en innovaties nieuwe producten op de markt te brengen. Maak het niet zo ingewikkeld, zei William, noem het gewoon FLINK.’ Mireille: ‘Hun verhalen inspireren. Lezers denken terug aan hun eigen begintijd.’ John: ‘Iedere Link-lezer kan een potentiële toeleverancier, financier of launching customer van zo’n starter zijn. Daar wordt iedereen beter van. We willen een FLINK-netwerk opzetten. Net zoals we al een DGA Platform hebben opgericht. Afgelopen keer waren de dga’s bij Voortman Steel Machinery in Rijssen te gast: mensen die elkaar niet zo snel zouden ontmoeten, wisselen informeel van gedachten. Dat is een en al herkenning. Rondetafelgesprekken – soms samen met partners als ING of de TU/e – over bijvoorbeeld servitization of Smart Industry, zijn sowieso niet meer weg te denken uit het blad. Over servitization komt een vervolgonderzoek in samenwerking met de TUE. Hierin investeren bedrijven om de haalbaarheid en toegevoegde waarde te onderzoeken en het netwerk te vergroten. Link zal daarin een rol van betekenis blijven spelen.’

STERK TEAM Mireille: ‘Ik vind het geweldig leuk om te horen dat sommige ceo’s Link mee naar huis nemen en het blad in het weekend van begin tot het eind lezen. Op maandagmorgen gaat het volgeplakt

ontstaan en dat we vaak aan een half woord van elkaar genoeg hebben om precies te weten wat er moet gebeuren. Dat maakt het prettig en efficiënt om aan Link Magazine te werken en daardoor kunnen we ook heel flexibel zijn bij de – vaak hectische – productie van het magazine. Het is na al die jaren nog steeds heel fijn om aan het blad mee te mogen werken, omdat ik veel vrijheid ervaar, het vertrouwen is groot. En alle credits voor Hennie, Mireille en John die dit project destijds hebben aangedurfd en tot op de dag van vandaag een prachtig managementmagazine voor de maakindustrie weten te realiseren. Ook mooi om te zien dat een papieren kwaliteitsmagazine in tijden van voortdenderende digitalisering nog steeds zijn bestaansrecht bewijst. Chapeau!

met kennis van zaken.’ Mireille: ‘Link Magazine telt nu vaak negentig à honderd pagina’s. Dat hadden we in de begintijd nooit durven dromen.’ John: ‘Los van het aantal pagina’s: we willen bovenal een blad maken dat er toe doet. Om de kracht van Nederlandse maakindustrie te laten zien, zijn we ook de Duitstalige special gaan maken die op de Hannover Messe wordt uitgedeeld. Er staat nu een sterke basis, met de reguliere Link en ook de regiospecials. Ik geloof zeker dat we bijdragen aan een betere beeldvorming over de industrie. Elke keer dat een blad van de drukker is, bellen we meteen hoofdredacteur Martin van Zaalen. “En, wat vind jij ervan? Ben je tevreden over het resultaat?” Wij zijn trots op ieder nummer.’

met geeltjes de organisatie door om mensen te wijzen op ontwikkelingen. Het kan zijn dat www.linkmagazine.nl papieren bladen geen toekomst hebben, maar als ik dan hoor JOSJE VAN KOPPEN , ILLUSTRATOR van die geeltjes, denk ik dat de gedrukte Link nog steeds veel meerwaarde heeft.’ John: ‘Wij uitgevers maken Link met een sterk team van redactieleden, fotografen, vormgever en illustrator. Ervaren schrijvers onder wie Martin van Zaalen, Hans van Eerden, Pim Campman, Jos Cortenraad en Lucy Holl, en vormgever Aad Derwort zijn al vanaf het begin aan ons verbonden en hebben veel kennis van zaken. We zijn een virtuele organisatie. Niemand staat bij ons op de pay roll. Door klein te blijven, komen we ook mindere tijden door. Iedereen heeft het Link-gevoel. Dat is essentieel. Nu zetten we ook een content management-tak op, waarbij we teksten kunnen leveren voor Josje van Koppen: ‘Ik teken al voor Link sinds het eerste nummer. Deze illustratie is bedrijven, geschreven van augustus 2012. Het was een vrij abstract verhaal over innovatief denken en door onze redacteuren zoeken naar new business waarin Nederland kan uitblinken. In zo’n artikel komen vaak verschillende mensen aan het woord met verschillende meningen. Daar zoek ik dan de grootste gemene deler in: Nederland, kennis, flexibiliteit. Een illustratie moet de nieuwsgierigheid prikkelen en uitnodigen tot lezen.’ www.josjevankoppen.nl

Link Magazine 20 jaar - december 2018

31


THE INTEGRATOR.

LINKING INDUSTRY AND INNOVATION. VSE houdt het overzicht en houdt het simpel. Voor u! ALS HET GAAT OM: Motion control

IndustriĂŤle automatisering

HygiĂŤnisch ontwerp

Robot-integratie

Vision & Sound applicaties

Service & onderhoud

www.vse.nl

Digitalization extends your reach. How do you thrive in the age of disruption? With Siemens digital innovation solutions, you can digitalize your entire innovation process, from the idea through production to your customers. Get smarter. Go faster. Think bigger. Transform your business.

siemens.com/plm

32

Link Magazine 20 jaar - december 2018


VISIE INDUSTRIËLE MANAGERS BLIKKEN TERUG EN VOORUIT

‘GROOTSTE KANS IS TEVENS GROOTSTE UITDAGING’ Bij een jubileum hoort een terug- en een vooruitblik. Hieronder de beschouwing en de visie van een aantal industriële managers. Met hun antwoord op twee vragen: 1. Welke ontwikkeling in de afgelopen jaren heeft de meeste impact gehad op jouw bedrijf? 2. Waar liggen voor jouw bedrijf de komende jaren de grootste kans en de grootste uitdaging?

MENKO EISMA MANAGING DIRECTOR TRUMPF NEDERLAND MEESTE IMPACT ‘De meeste impact voor ons bedrijf de afgelopen jaren heeft de economische groei gehad, met daaraan direct gekoppeld het tekort aan technici.’

GROOTSTE KANS/UITDAGING ‘De komende jaren zal de industrie veranderen. De focus zal verlegd worden van machines naar proces. Voor deze transitie is partnerschap

en samenwerking essentieel en het vergt veel afstemming, goede afspraken en een goede voorbereiding. Dat vraagt om aandacht voor de medewerker – zowel die van ons zelf als van onze klanten –, om die mee te krijgen in deze verandering. Pakken we dat goed op, dan biedt die ontwikkeling volop kansen.’ www.trumpf.com/nl_NL/

PAUL MENCKE PARTNER BIJ GOVERS ACCOUNTANTS/ADVISEURS MEESTE IMPACT ‘Als bedrijf voelen we de economische ontwikkelingen. Momenteel bevinden we ons in een hoogconjunctuur, met alle gevolgen van dien. De beschikbare capaciteit wordt vol benut, het is de kunst om mensen te binden en te boeien. In de wetenschap dat het wellicht niet (nog) beter zal worden. In de huidige tijd, met een hoge bezettingsgraad en hoge uitbreidingsinvesteringen, ligt in mijn optiek het begin van de – helaas – onvermijdelijke neergang.’

GROOTSTE KANS/UITDAGING ‘Maatschappelijk voel ik de druk van de huidige dominantie van het beheers-, control- en audit-denken.

Die dominantie geldt voor accountantskantoren en banken, maar ook in ketens zoals de automotive. Pak je die twee ontwikkelingen – de economische en de maatschappelijke – samen, dan kom je bij de paradox van groei: groei brengt complexiteit en dat is de ‘silent killer’ van groei. Binnen die paradox is er behoefte aan (behoud van) ondernemende geesten, aan een ‘founders’ mentality’. De kans en de uitdaging binnen de paradox van groei is het ontzorgen van onze klanten, door te zorgen dat ze voldoen aan wet- en regelgeving, zonder dat ze de aanpak gaan ervaren als een knellend keurslijf.’ www.govers.nl

HAROLD VAN WAARDENBURG MANAGING DIRECTOR EPLAN SOFTWARE & SERVICES

ELGAR VAN DER BIJ

MEESTE IMPACT

GROOTSTE KANS/UITDAGING

SALES DIRECTOR MASÉVON TECHNOLOGY GROUP

‘Bedrijven in de paneelbouw hebben de afgelopen jaren de noodzaak tot digitalisering van werkprocessen ingezien. Het tekort aan technisch personeel heeft gezorgd voor vraag vanuit de machinebouw en system integrators naar oplossingen die het mogelijk maken meer te doen met dezelfde mensen. De ‘digital twin’ heeft duidelijk zijn intrede gedaan. Alleen door te digitaliseren kan deze bedrijfstak levensvatbaar blijven in Nederland.’

‘Alhoewel meer en meer bedrijven de digitale tansformatie omarmen, is dit toch nog maar 20 procent van het totaal. Er is dus de komende jaren nog veel missiewerk te doen om bedrijven bewust te maken. Smart customization, smart engineering en smart manufacturing is nog voor te veel bedrijven een ver-van-mijn-bedshow. EPLAN wil in dit missiewerk een leidende rol spelen in de besturingstechniek, energieverdeling en paneelbouw.’ www.eplan.nl

MEESTE IMPACT ‘De snelheid waarmee de vraag van bestaande en nieuwe klanten, op gebied van technologie en flexibiliteit, zich heeft ontwikkeld.’

GROOTSTE KANS/UITDAGING ‘De mogelijkheid om onze roadmap te kunnen laten aansluiten op die van onze klanten is onze grootste kans. Het daarbij vasthouden aan onze kernwaarden is de belangrijkste uitdaging.’ www.masevon.com

Govers Accountants/Adviseurs

GUIDO BERGMAN DIRECTEUR MATAS ELECTRONICS MEESTE IMPACT

GROOTSTE KANS/UITDAGING

‘De grootste winst is onze automatisering geweest. We hebben een koppeling gemaakt met in totaal twaalf databases en zo de administratieve handelingen beperkt. We hebben de gangbare logistieke processen vervangen door simpele scanbewegingen. Op de achtergrond verwerken wij automatisch de gegevens in de verschillende databases.’

‘Die liggen in de omarming van Industrie 4.0 en het verder optimaliseren van de digitale communicatie in de keten. Zowel met onze klanten en leveranciers, de toeleveranciers van software en onze machines. Met onze key partners is er in 2018 een mooie basis gelegd zodat we dit verder kunnen uitrollen in 2019-2020.’ www.matas.nl

Onze klanten behoren tot de top in hun sector, of wij ondersteunen hun ontwikkeling daar naar toe. Dat doen we door een hoge kennis van de waardeketens, door focus op performanceverbetering, en door actieve oriëntatie op de ontwikkeling van nieuwe businessmodellen met aantrekkelijke verdienmodellen. Beemdstraat 25

T 040 2 504 504

5653 MA Eindhoven

F 040 2 504 599

Postbus 657

E mencke@govers.nl

5600 AR Eindhoven

I www.govers.nl

Link Magazine 20 jaar - december 2018

33


Uw sector is ons vertrekpunt.

Als ondernemer wilt u graag een bank die aandacht heeft voor uw sector. Onze sectorspecialisten denken graag met u mee. Zij zijn op de hoogte van de actuele ontwikkelingen binnen de industrie. En weten wat nu nodig is om uw plannen op korte en lange termijn te realiseren. Voor meer informatie: abnamro.nl/industrie


RICHARD MIJNHEER

PAUL VAN ABEELEN

CEO 3T

DIRECTEUR ISAH BUSINESS SOFTWARE

MEESTE IMPACT ‘Dat we als dienstverlener de laatste jaren een aantal ingrediënten (bouwblokken), zoals MINT, PEPPER, VIPER en PythonVIEW voor klantspecifieke oplossingen hebben ontwikkeld waardoor we intern een behoorlijke stap in kennisontwikkeling hebben gezet én nieuwe klanten

hebben gekregen die daarvan gebruikmaken.’

GROOTSTE KANS/UITDAGING ‘We zien kansen om met name geografisch te groeien. De uitdaging is daarbij vooral om goede medewerkers te vinden.’ www.3t.nl

ROB VERHOEVEN MARKETING PROGRAM MANAGER BOSCH REXROTH MEESTE IMPACT

GROOTSTE KANS UITDAGING

‘De verschuiving van bestaande technieken naar nieuwe innovaties, waarbij verschillende technieken worden gecombineerd. Van enkelvoudige toepassingen naar complete samengestelde elektro-hydraulische systemen en oplossingen. Dat heeft de afgelopen jaren grote impact gehad.’

‘De grootste kans zit in het ondersteunen van onze klanten bij het zetten van de juiste stappen naar de fabriek van de toekomst. Hierbij is de uitdaging dat we blijven verbeteren en innoveren om deze kansen waar te maken.’ www.boschrexroth.com

TANJA VAN TRUIJEN COMMERCIEEL DIRECTEUR PROTONIC HOLLAND

MEESTE IMPACT

heeft hier enorm aan bijgedragen.’

‘De digitalisering van de werkvloer en de digitale communicatie in de ketens van onze klantenklanten (paperless office and production) hebben voor ons bedrijf de meeste positieve impact gehad, uiteraard extra gestuwd door de groeiende economie. Daarnaast zien we bij onze klanten een steeds grotere behoefte om continu, volledig financieel in-control te zijn, om tijdig te kunnen bijsturen. Onze eigen, volledig geïntegreerde financiële module

GROOTSTE KANS/UITDAGING ‘Op dit moment zien we dat veel bedrijven op zoek zijn naar een nieuw volledig geïntegreerd ERP-systeem. Daar ligt onze grootste groeikans. Onze grootste uitdaging is voldoende goed gekwalificeerde medewerkers te vinden, die passen in onze bedrijfscultuur en onze kernwoorden ‘Samen Oprecht Verbeteren’ onderschrijven.’ www.isah.com

HUUB VAESSEN DIRECTEUR BALLUFF NEDERLAND MEESTE IMPACT

GROOTSTE KANS/UITDAGING

‘Belangrijke redenen voor ons sterke resultaat zijn de positieve marktontwikkeling wereldwijd, een bijzonder sterke groei in belangrijke branches zoals de auto-, verpakkings-, levensmiddelen-, semiconductor- en drankenindustrie en in de machine- en systeembouw.’

‘De grootste kansen liggen in de algemeen toenemende behoefte aan automatisering in veel andere branches. Voorts kunnen we de vruchten plukken van de integratie in 2017 van iss innovative software services en Matrix Vision in de Balluff Groep.’ www.balluff.nl

MEESTE IMPACT ‘De sterke groei van de consumentenmarkt heeft ook zijn weerslag op onze industrie. Door de aanhoudende vraag naar nieuwe technologieën hebben wij te dealen met kortere levenscycli, gedwongen kostprijsverlaging en langdurige en ingewikkelde ontwikkeltrajecten.’

ERIC-JAN DEKKER DIRECTEUR POST EN DEKKER MEESTE IMPACT

GROOTSTE KANS/UITDAGING ‘Voor embedded software en (highend) hardware zijn er de komende jaren genoeg kansen. De uitdagingen zitten ’m in het beschikbaar krijgen van genoeg ontwikkelaars en engineers. Dat vraagt ook om een maakindustrie die jonge mensen voldoende uitdagingen biedt. Immers, geen kennisindustrie zonder een maakin-

dustrie. En, de kosten van de complexe en lange ontwikkeltrajecten stijgen. Kunnen die straks nog wel voldoende omgeslagen worden over producten?’ www.protonic.nl

‘De meeste impact heeft gehad dat onze oem-klanten de uitdaging zijn aangegaan om meer modulair te werken. Waar men tien, vijftien jaar geleden zei “We maken alleen maar specials”, zegt men nu “We willen kortere doorlooptijden, minder risico en onze klanten in de gelegenheid stellen te configureren”. Hiermee is de deur naar slimme systeemarchitectuur opengezet en hebben veel van onze projecten dit thema. Daarnaast is belangrijk geweest dat de oem de next generation platforms nu

in zijn roadmap heeft zitten. Strategische system development is tegenwoordig voor ons aan de orde van de dag.’

GROOTSTE KANS/UITDAGING ‘De grootste kans is ons te profileren als developmentteam. Wij ontwikkelen en borgen succesvolle platforms volgens bewezen, succesvolle roadmaps. Ons team doet dat in nauwe samenwerking met het team van de oem’er. De grootste uitdaging is ons werk sneller en effectiever te doen.’ www.postendekker.nl

Link Magazine 20 jaar - december 2018

35



CORNÉ FIJNEMAN

RENÉ DE KEIJZER

MANAGER TECHNICAL SUPPORT ENGINEER & MARKETING MURRELEKTRONIK

CEO FMI HOLDING

MEESTE IMPACT

GROOTSTE KANS/UITDAGING

‘De laatste jaren is de acceptatie van het actief toepassen van decentrale I/O-systemen in de machinebouw en bij oem’ers enorm toegenomen. Dat is ook logisch. Wie wil er immers geen slimme en kostenverlagende oplossing in zijn applicatie? Deze ontwikkeling draagt bij aan een serieuze groei van onze organisatie.’

‘Onze kracht is het meedenken, in oplossingen, in nauwe samenwerking met de klant. Hiervoor zijn mensen met een solide technische knowhow geen wens maar een must. De uitdaging voor ons zit ’m dan ook vooral in het vinden en behouden van vakbekwame technische mensen.’ www.murrelektronik.nl

JURRE OORLOG CORPORATE MANAGER SALES & MARKETING TEESING MEESTE IMPACT ‘Meerdere ontwikkelingen. De sterk groeiende hightech sector, een organisatiewijziging binnen de Teesing Group én een ERP-implementatie voor alle vestigingen wereldwijd. En dat allemaal tegelijk.’

GROOTSTE KANS/UITDAGING ‘De grootste kans is het nog verder – digitaal - transformeren van het bedrijf, van een onderneming met

een groothandelsfunctie met producten naar een waarde-leverancier met services. Zo groeien we steeds verder naar onze klanten toe. De uitdaging zit vooral in het werven van nieuw personeel en het behouden van bestaand. En voorts in het meenemen van de mensen in de snelle verandering van onze systemen en omgeving.’ www.teesing.com

CASPER GERRITSEN ALGEMEEN DIRECTEUR VAN EGMOND GROEP MEESTE IMPACT

GROOTSTE KANS/UITDAGING

‘Naast sterke autonome groei heeft de acquisitie van EMG van de Meerakker sterk bijgedragen aan de ontwikkeling van ons bedrijf.’

‘De kansen liggen in het verder ontzorgen van onze klantrelaties met het dienstenportfolio van Van Egmond Groep. De uitdaging is het vinden en binden van enthousiaste collega’s om onze dienstverlening nog verder uit te kunnen breiden.’ www.vanegmond.nl

DAVID KEMPS SECTOR BANKER INDUSTRIE ABN AMRO MEESTE IMPACT

GROOTSTE KANS/UITDAGING

‘Er zijn twee ontwikkelingen. Ten eerste de digitalisering. Particuliere klanten en ondernemers willen graag zelf en direct hun eigen bankzaken regelen. Ten tweede zien wij dat de overgang naar een meer duurzame samenleving een enorme impact heeft op onze bank. Twee op de drie beleggers willen duurzaam beleggen. Samen met de andere banken hebben we het Circulaire Economie en het Nationaal Grondstofakkoord ondertekend. Onze ambitie is in 2020 1 miljard euro aan circulaire assets te financieren, 1 miljoen ton CO2-uitstoot te reduceren en 100 circulaire deals te doen.’

‘De grootste kans is tevens onze grootste uitdaging: duurzaam financieren vraagt om langetermijnvisie en vaak langere financieringslooptijden. Voorts hebben veel duurzame innovaties zich nog niet bewezen op industriële schaal. ABN AMRO’s gematigd risicoprofiel dwingt dan tot creatieve financieringsoplossingen, samen met partners. Een mooi voorbeeld is ‘Product-as-a-Service’. De aanbieder (bijvoorbeeld een machinebouwer) van zo’n PaaS-propositie heeft veel meer voorfinanciering nodig. Ook wordt zijn balans veel ‘langer’ omdat hij de assets in bezit houdt.’ https://insights.abnamro.nl/

MEESTE IMPACT ‘De overname van Irmato heeft een sterke invloed gehad op de ontwikkeling van FMI van jobber tot proces supplier tot industrieel dienstverlener (main supplier). Het zette FMI op de kaart van maakindustrie Nederland.’

GROOTSTE KANS/UITDAGING ‘Het consolideren van de huidige bedrijfsomvang in termen van organisatie, propositie, supply chain management en winstgevendheid. Boeien en binden van mensen – met autonomie, QRM, Laloux/zelfsturing – wordt het speerpunt van ons

beleid. FMI wordt een uniek bedrijf om voor te werken.’ www.fmi.nl

BEN NIEUWE WEME DIRECTEUR NIEUWEWEME GROEP MEESTE IMPACT ‘Dat overheden - niet alleen in Nederland, maar wereldwijd – milieuregels steeds strakker hanteren is van grote invloed geweest op onze bedrijfsvoering. Binnen de NieuweWeme Groep zorgt dat voor meer business voor met name twee onderdelen. Voor HOAF Infrared Technology, producent van machines voor chemievrije onkruidbestrijding, en voor NieuweWeme Containers, gespecialiseerd in onder meer het

ontwikkelen en produceren van containerized waterbehandelingsinstallaties.’

GROOTSTE KANS/UITDAGING ‘De afgelopen vijf jaar hebben we binnen de NieuweWeme Groep een complete supply chain opgetuigd. Dit zorgt op korte en langere termijn voor meer marge en maakt ons minder afhankelijk van toeleveranciers en hun personele bezetting.’ www.nieuweweme.nl

PIET TAK DIRECTEUR B&R INDUSTRIËLE AUTOMATISERING MEESTE IMPACT ‘De afgelopen jaren is B&R fiks gegroeid in de markt van de (hoogwaardige) seriële machinebouw door het aanbieden van oplossingen in plaats van producten of componenten. De eindgebruiker staat voor steeds grotere uitdagingen. Hij moet zorgen voor flexibiliteit (seriegrootte één), een veilige productieomgeving, energiebesparing, planbare servicestops, integratie van office- en factory automation (IT en OT) en snelle levering. Deze eindgebruiker verwacht van zijn machineleverancier antwoorden op deze uitdagingen. Vervolgens zoekt de machinebouwer een partner zoals B&R.’

GROOTSTE KANS/UITDAGING ‘Voor B&R ligt de grootste kans in de schaalvergroting die we met de naamsbekendheid de reputatie en het netwerk van ABB kunnen bereiken. Met name buiten Europa. Door daarnaast fors te investeren in strate-

gische ontwikkelingen (ACOPOStrak, SuperTrak, Vision, OPC UA TSN, krachtige softwaretools et cetera) blijven we vooroplopen in de industriële automatisering. Dat dit meer dan wishful thinking is, blijkt uit de forse investering van 100 miljoen euro die ABB/B&R dit voorjaar gedaan heeft in de bouw van een groot competence centre in Eggelsberg, Oostenrijk.’ www.br-automation.com

Link Magazine 20 jaar - december 2018

37


Credit: Krones AG

VOOR AL UW UITDAGINGEN, BIEDT BALLUFF EEN COMPLETE EN DUURZAME SYSTEEMOPLOSSING. Wij doen dit door het leveren van hoogwaardige producten, service als ook netwerk oplossingen. Waar u als producent nog niet aan heeft gedacht, heeft Balluff al voor u ontwikkeld. Dit om uw productie proces zo optimaal mogelijk te laten verlopen. Ons uitgebreide pakket bestaat onder andere uit: Sensors, RFID, Vision, Optical Identification, Safety, Industrial Networking en Connectivity. Balluff is klaar voor de smart industry, u ook? Balluff B.V. · Europalaan 6a · 5232 BC ’s-Hertogenbosch · Nederland Tel. +31 73 6579702 · Fax +31 73 6579786

www.balluff.nl


TERUGBLIK 20 JAAR LINK: 20 COVERS, 20 COVERARTIKELS

ER IS NIETS VERANDERD, MAAR ALLES IS ANDERS Wie het Link-archief induikt en de covers van de afgelopen twee decennia leest, bekruipt regelmatig het gevoel: er is niets veranderd. Neem de allereerste hieronder, nummer 3 van jaargang 1, waarin de Duitse hoogleraar Vollmann betoogt dat kétens concurreren en niet bedrijven. Nog steeds valt die wijsheid bij congressen en seminars op te tekenen. Tegelijkertijd schud je meewarig het hoofd bij het teruglezen van de torenhoge ambities van de toenmalige Imtech-ceo René van der Bruggen. Ook ervaar je soms pijn bij het zien van foto’s van mensen die er niet meer zijn. Maar ook trots, bij de cover van Wim en Willem van der Leegte. De enige keer in 20 jaargangen dat we twee ondernemers tegelijk de voorplaat gunden.

juni 1999

Prof. Thomas Vollmann over ondernemend samenwerken

‘NIET ONDERNEMINGEN CONCURREREN, MAAR KETENS’ ‘Bedrijven die op de juiste manier waardeketens weten te organiseren, worden de nieuwe winnaars.’ Dat zegt professor Thomas Vollman van het International Institute for Management Development (IMD) in Lausanne. Want, zo zegt hij, de wensen van de klant gaan de productieketen dicteren. Bedrijven zullen strategische keuzes moeten maken: welke klanten bied ik welk pakket van producten en diensten aan? En met wie werk ik samen om dat voor elkaar te krijgen? Vollmann: ‘In het verbinden van de schakels is het geld te verdienen.’

november 2000

DAF ziet te weinig ontwikkeling bij regionale toeleverancier

‘MISSCHIEN GAAT HET WEL TE GOED IN ONS LAND’ Gedwongen door de markt is truckfabrikant DAF op zoek naar ‘meedenkende’ toeleveranciers. Volgens bestuurder Martien de Louw en inkoopdirecteur Jos Smetsers is dat in de eigen regio een moeizaam proces. ‘Misschien gaat het wel te goed’, opperen ze.

april 2001

TNO Industrie wil mkb via roadmapping laten nadenken over broodnodige innovaties

WAARHEEN LEIDT DE WEG? ‘Trage innovatie nekt fabrikanten van zaktelefoons’, kopte het Financieele Dagblad onlangs. De markt is verzadigd van oude modellen en technische problemen houden de komst van nieuwe uitvoeringen van bijvoorbeeld Ericsson en Nokia tegen. Roadmapping kan dergelijke missers voorkomen. TNO Industrie gebruikt deze techniek om haar klanten gestructureerd naar de toekomst te laten kijken. Roadmapping wordt steeds populairder. ‘De omzet van een bedrijf moet over een paar jaar komen uit producten die het nu nog helemaal niet levert.’

september 2002

Gesprek met topman Nico Koole

‘HOOG’ UITBESTEDEN? ÉCHT GELOOF ONTBREEKT BIJ OCÉ Océ wil wel ‘hoog’ uitbesteden, maar het echte geloof in het succes ervan ontbreekt. De markt waarin Océ graag zit, kent weinig standaardisatie. En het investeren in ontwikkelingen die ze mogelijk alleen bij Océ kunnen wegzetten, is voor veel toeleveranciers niet verleidelijk. Het blijkt vaak erg lastig, stelt Nico Koole, directeur productie en logistiek van Océ: ‘Want we moeten tijdens de engineering produceren en engineeren tijdens de productie.’

LEES VERDER OP PAGINA 41 Link Magazine 20 jaar - december 2018

39



J

J

5 N 4 • september 2003

MANAGING CO-OPETITION

Jan Aalberts: ketenbouwer

MANAGEMENT • MARKETING • TECHNOLOGIE

MANAGEMENT • MARKETING • TECHNOLOGIE

NICHESPELER OP EUROPESE SCHAAL

Jan Aalberts: Nichespeler op Europese schaal

Wat wil Welschen? Toeleveranciers moeten specialiseren

Henk Scheepers (ASML) wil af van afhankelijke toeleveranciers

Samenwerken in de toeleverketen? Dat klinkt mooi, maar het zegt Jan Aalberts niet zoveel. Het gaat er uiteindelijk om dat je iets levert dat de uitbesteder wil en de concurrent niet biedt. In dit simpele uitgangspunt ligt ook het succes van Aalberts Industries besloten. Een grootschalige nichespeler met meer dan honderd vestigingen waarin volledige productieketens zijn ondergebracht. Vanuit de bossen bij Doorn bestiert businessman en ‘ketenbouwer’ Aalberts zijn Europees concern. Daar zochten we de president en ceo op.

Dutch Industrial Suppliers Awards 2003

And the winners are... Sioux en Reurings

Extra: TxU-special met Noordelijke verbeterprojecten

THEMA

6 N 2 • april 2004

september 2003

MANAGING CO-OPETITION

LASTIG MAAR LIEF: DE MARKT VOOR MEDISCHE TECHNOLOGIE

ESEF-LinkIndustriedebat: ‘Innovatieplatform is foute boel’

Kritische consument eist cross-industry benadering

THEMA

BETER INKOPEN = BETER VERKOPEN

april 2004

Inkoper Henk Scheepers wil minder afhankelijke toeleveranciers

I N N OVE R E N I N TEC H N O LO G I E, MANAG E M E NT E N MAR KETI N G

ASML WEEGT - EN VERSCHUIFT ZIJN SUPPLY BASE

6/05

Magazine

Toen Henk Scheepers tweeëneenhalf jaar geleden de hoogste inkoper van ASML werd, hadden de toeleveranciers net een stevige douw gekregen van de plots ingestorte orderportefeuille van de chipmachinefabrikant. ASML heeft daarom zijn forecast verbeterd, stelt Scheepers, maar werkt sindsdien ook hard aan het competitiever maken van zijn supply base. Toeleveranciers worden gemeten en ‘blijven ze teveel in het rood scoren, dan is het dag en tot ziens’.

Extra: TxU-special over veilig werken

Ellen de Brabander (DSM)

Universiteiten leiden te veel generalisten op Staying West

400.000.000 paperclips, twee man personeel

THEMA Big is beautiful?

december 2005

Stevige rondetafeldiscussie over arbeidsmarktperspectieven maakindustrie

TE VEEL AFGESTUDEERDEN HEBBEN DE VERKEERDE SCHAATSEN AAN Kijkend naar de arbeidsmarktperspectieven van de Nederlandse maakindustrie, is er dan reden tot zorg of tot optimisme? Het is in feite die vraag die centraal staat tijdens de zeer geanimeerde, soms zelfs geëmotioneerde rondetafeldiscussie tussen topmensen uit het bedrijfsleven en de politiek. Voorzitter Jan Vercoulen, voormalig cto van Océ, wordt op z’n wenken bediend nadat hij de vraag op tafel heeft gelegd: ‘Hoe staat die industrie er over tien jaar voor?’ en eraan heeft toegevoegd: ‘U hoeft vanavond niet te polderen.’ DSM-deputy cto Ellen de Brabander: ‘Wat wij nodig hebben in de research zijn niet het soort generalisten, maar mensen die één vak heel goed beheersen.’

23-11-2006

16:40

Pagina 1

I N N OVE R E N I N TEC H N O LO G I E, MANAG E M E NT E N MAR KETI N G

december 2006

Cto Rick Harwig over Philips en research

6/06

Ma Magazine Magazin Magazi Magaz Maga Mag

Cto Rick Harwig, over Philips en research

Marktgedreven en opportunistisch Do’s and don’ts van outsourcing

Een gewaarschuwd uitbesteder...

THEMA Groeien: noodzaak of keuze?

MARKTGEDREVEN EN OPPORTUNISTISCH In zijn formuleringen is cto Rick Harwig marktgedreven, zoals het Philips van tegenwoordig wil zijn. Al lang geen techneutenbedrijf meer dat al z’n onderzoek zelf wil doen. Maar een ‘market-driven’ bedrijf dat waar mogelijk relevante technologie gewoon inkoopt bij de concurrent – en vice versa – en ‘embryonale’ markten ‘zo opportunistisch mogelijk’ benadert. ‘Met een klein groepje mensen, dat daarbuiten alles regelt en voor financiering van de volgende stap weer terugkomt bij Philips.’

LEES VERDER OP PAGINA 43

Link Magazine 20 jaar - december 2018

41



06-02-2008

13:13

Pagina 92

I N N OVE R E N I N TEC H N O LO G I E, MANAG E M E NT E N MAR KETI N G

10 JA

A R!

8 0 0 9 - 2 1 9 9

1/08

I N N OVE R E N I N TEC H N O LO G I E, MANAG E M E NT E N MAR KETI N G

februari 2008

Werfdirecteur Thecla Bodewes is techneut én klantenbinder

2/07

SNELLE BESLISSER IN DE SCHEEPSBOUW

Mag M Magazine Magazin Magazi Magaz Maga a

Magazine

Werfdirecteur Thecla Bodewes

Klantenbinder én techneut

Thecla Bodewes, directeur van scheepswerf De Kaap in Meppel en van Scheepswerven Gebr. G. en H. India wil uit schaduw China treden Bodewes in Hasselt, is altijd, maar dan ook altijd Kunnen ze het of kunnen ze het niet? met scheepsbouw bezig. Er is nog zo veel te doen en THEMA De supply chain wordt volwassen (?) te bedenken, zegt ze. Nu ook weer. Samen met de elektrotechnici van Alewijnse en de werktuigbouwers van MSN is Bodewes een boot op brandstofcellen aan het bouwen voor rederij Lovers in Amsterdam. Thecla Bodewes ruikt een nieuwe, interessante markt. ‘Wie wil, heeft werk. Dat is mijn overtuiging. We zitten altijd vol.’

Extra: TxU-special over de procesindustrie Extra: Profiel Festo Nederland

René van der Bruggen (Imtech)

Groot zijn doet groter groeien VDL Industrial Modules richting mechatronica

Redesign geeft goedkope handjes het nakijken

THEMA Terug naar de Gouden Eeuw

april 2007

René van der Bruggen wil met Imtech Europese topspeler worden

GROOT-ZIJN DOET GROTER GROEIEN

I N N OVE R E N I N TEC H N O LO G I E, MANAG E M E NT E N MAR KETI N G

Magazine februari 2010 • jaargang 12 • nummer 1

Sinds zijn verzelfstandiging groeit Imtech snel. Uit noodzaak, omdat het geen optie was om zich te beperken tot de ‘verschralende’ Nederlandse thuismarkt. Maar ook omdat de technisch dienstverlener als een van de grootste spelers van Europa beter in staat is de brede, multidisciplinaire diensten te bieden waar de klant om vraagt. Een gesprek met degene die leiding geeft aan dit groeiproces, ceo René van der Bruggen.

Ab van der Touw (ceo Siemens Nederland)

UIT OP LANGETERMIJNCONTRACTEN MET TOELEVERANCIERS

THEMA ACTIEVE/PASSIEVE TOELEVERANCIERS/ UITBESTEDERS

NIEUWE STRATEGIE ANGST+PFISTER MEER WINST DOOR CONSOLIDATIE SUPPLY BASE

GOING GLOBAL HIGH-MIX LOW-VOLUME INDUSTRIE ONTDEKT MALEISIË

februari 2010 juni 2009

I N N OVE R E N I N TEC H N O LO G I E, MANAG E M E NT E N MAR KETI N G

Werken doet directeur Ben Nieuwe Weme eigenlijk nooit Magazine

‘IK HEB ER ONTZETTEND VEEL SCHIK IN’

juni 2009 • jaargang 11 • nummer 3

Dit jaar staat de NieuweWeme Groep in Oldenzaal in het teken van NieuweWeme Backstage. De groep viert haar twintigjarig jubileum en de meest uiteenlopende bedrijven, verenigingen en scholen mogen komen kijken wat er achter de schermen gebeurt. ‘Dat is voor alle partijen leuk, ook voor ons. Buitenstaanders komen soms met de meest verrassende ideeën’, zegt directeur Ben Nieuwe Weme.

Directeur Ben Nieuwe Weme (NieuweWeme Groep)

THEMA

PHILIPS LIGHTING

MEER TE DOEN DAN OOIT

ENERGIE KOST STEEDS MEER ENERGIE

HEEFT DE LED-KETEN COMPLEET

VOORBEREIDEN OP EEN STEILE WEG OMHOOG

Siemens voelt zich helemaal thuis in Nederland

‘WIJ ZIJN EEN HAAGS EN EEN HENGELOOS BEDRIJF’ Siemens Nederland boekte over 2009-2010 een winst en een omzetstijging van 35 procent. Het bedrijf voelt zich dan ook senang in dit land, maakt ceo Ab van der Touw duidelijk. Ondanks de aankondigde bezuinigingen op innovatiesubsidies en de maatschappelijke druk op de overheid om toch vooral Nederlandse bedrijven de aanbestedingen te gunnen.

LEES VERDER OP PAGINA 45

Link Magazine 20 jaar - december 2018

43


www.vanegmond.nl Elektrogroothandel IndustriĂŤle Automatisering Kenniscentrum

Wij feliciteren LINK Magazine met haar 20-jarig jubileum! Van Egmond Groep Winnaar DISCA-award Best Logistic Supplier 2018 A Sonepar Company


februari 2011

Magazine

FEI-evp Rob Fastenau vertrekt naar TU Delft

Magazine februari 2011 • jaargang 13 • nummer 1

AMERIKAANSE INVESTERINGSBEREIDHEID BELANGRIJK BREEKPUNT THEMA NEDERLANDSE INDUSTRIE, SURFER OP DE NEUE DEUTSCHE WELLE

VDL ETG WIL KWALITEITEN OOK GRAAG HIER KWIJT GEZOCHT: STEVIGE BRABANTSE SOLAR-OEM’ER

NEDERLANDSE VLIEGTUIGINDUSTRIE NOG NIET UIT DE CRISIS PERSPECTIEF MET DOORSTART FOKKER

Sinds 1 januari is Rob Fastenau hoogleraar en decaan van de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica aan de TU Delft. Al in april kondigde FEI Company zijn vertrek per ultimo 2010 aan. Een afscheid dat nodig werd toen het Fastenau duidelijk werd dat de Amerikaanse board wel activiteiten uit Eindhoven wil weghalen, maar er ‘onvoldoende investeringsbereid’ tegenover zet.

Magazine

I N N OVE R E N I N TEC H N O LO G I E, MANAG E M E NT E N MAR KETI N G

I N N OVE R E N I N TEC H N O LO G I E, MANAG E M E NT E N MAR KETI N G

december 2012 | nummer 6 | jaargang 14

DUTCH INDUSTRIAL SUPPLIERS AWARDS 2012 VDL ETG EN LABO WINNEN, ACHIEVEMENT AWARD VOOR PRODRIVE VOLGENDE FASE IN KETENOPTIMALISATIE SUPPLY CHAIN FINANCE

JOS BENSCHOP ASML

‘GROOTSTE UITDAGING NU IS NIET ARROGANT TE WORDEN’

THEMA REGION FOR REGION

december 2012

Magazine

april 2013 | nummer 2 | jaargang 15

TOEKOMST IN NEDERLAND? PANEELBOUW UIT DE KLEM

I N N OVE R E N I N TEC H N O LO G I E, MANAG E M E NT E N MAR KETI N G

Magazine

Jos Benschop: ‘Onze grootste uitdaging nu is niet arrogant te worden’

INSPIRATIE EN TRANSPIRATIE Zou ASML satellieten ontwikkelen en bouwen, dan zou er regelmatig een uit de hemel vallen. Daarvoor is de ontwikkeltijd van twee á drie jaar die het Veldhovense bedrijf zich permitteert gewoonweg te kort. Maar in de markt van chipproductiemachines is snelheid – naast innovatieve kwaliteit – cruciaal. Dat de helft van de keuzen voor technische oplossingen even later fout blijkt te zijn, doet daar niets aan af. ‘Onze grootste uitdaging nu is niet arrogant te worden. Niet te gaan denken dat onze manier van werken nu eenmaal het beste is.’

WILLIAM PIJNENBURG AAE

GROEI DANKZIJ STERKE WIL EN ENTHOUSIASME

OP ZOEK NAAR DE NIEUWE ASML XYZTEC: NU DE REST VAN DE WERELD

THEMA ROBOTICA – MEER INDUSTRIE, MEER DAN INDUSTRIE

april 2013

EEN STERKE WIL EN ENTHOUSIASME

februari 2014 Magazine Magazine

247TailorSteel lanceert ‘persoonlijke assistent’ voor online plaat en buis

I N N OVE R E N I N TEC H N O LO G I E, MANAG E M E NT E N MAR KETI N G

William Pijnenburg ziet zijn AAE per investeringsronde sterk groeien

‘METAALINDUSTRIE IS BUITENGEWOON CONSERVATIEF’

februari 2014 | nummer 1 | jaargang 16

Dát is de rode draad in het bestaan van zijn bedrijf: zodra hij fors heeft geïnvesteerd, trekt de orderstroom fors aan. Een verklaring ervoor? William Pijnenburg van AAE heeft die niet direct voorhanden. Maar dan verwoordt hij het kernachtig: ‘Het enthousiasme van mij en mijn medewerkers.’

TOPIC SMART CUSTOMIZATION ONDERSCHATTING VAN HET VERANDERTRAJECT DEZENTJÉ HAMMING (FME) WIL DAT RUTTE VOORBEELD MERKEL VOLGT ‘FOCUS OP DIENSTVERLENING WAS EEN BLUNDER’

THEMA INDUSTRIE 4.0 VEREIST DIGITALE (KETEN)STRATEGIE

CAREL VAN SORGEN 247TAILORSTEEL.COM

‘METAALINDUSTRIE IS BUITENGEWOON CONSERVATIEF’

‘Wat wij doen heeft alles te maken met Industrie 4.0: op een intelligente manier met elkaar samenwerken.’ Dat zegt Carel van Sorgen van 247TailorSteel.com, die al jaren een portal runt waar klanten volautomatisch gesneden plaat en buis kunnen bestellen. Met de lancering van SOPHIA (Sophisticated Intelligent Software) op de ESEF zet hij de volgende stap. ‘Zij is een soort persoonlijke assistent die het de klant nog gemakkelijker maakt en diens total cost of ownership verder verlaagt.’

LEES VERDER OP PAGINA 47

Link Magazine 20 jaar - december 2018

45



D E VE R B I N D I N G TU SS E N TEC H N O LO G I E,

Magazine Magazine

I N N OVE R E N I N TEC H N O LO G I E, MANAG E M E NT E N MAR KETI N G

MAR KT E N M E N S

december 2016

Magazine Magazine

Wim en Willem van der Leegte over hoe toeval, ondernemerszin en openheid VDL groot hebben gemaakt

april 2015 | nummer 2 | jaargang 17

december 2016 | nummer 6 | jaargang 18

‘KANSEN ZIEN, DURVEN EN DAN SAMEN BESLISSEN’

BOON EDAM, POST EN DEKKER EN MMID ONTWIKKELEN ‘SMART’ BEVEILIGINGSPOORTJES ‘PORTIER 2.0’ RESULTAAT VAN OPEN SAMENWERKING

EGBERT-JAN SOL TNO/SMART INDUSTRY BIJ ZWOLSE TRUCKBOUWER ROLT EERSTE LNG-TRUCK VAN DE BAND DAF ZWEERT BIJ DIESEL, SCANIA GAAT VOOR GAS

WAARSCHUWT INDUSTRIEEL NEDERLAND

NIEUWE, BRABANTSE OEM’ER LITEQ ZELFBEWUST ‘WIJ WILLEN 60 PROCENT MARKTAANDEEL’

ACHTERHOEK GRIJPT DE MACHT TRIOS EN MEILINK BESTE TOELEVERANCIERS, IHI HAUZER BESTE KLANT

THEMA ARBEIDSMARKT EN ONDERWIJS: AFSTEMMING LASTIGER DAN OOIT

april 2015

Smart Industry-directeur Egbert Jan Sol waarschuwt industrieel Nederland

WIM EN WILLEM VAN DER LEEGTE VDL GROEP

GROOT GEWORDEN DOOR ONDERNEMINGSZIN, OPENHEID EN TOEVAL

Tijdens de fotosessie is Wim van der Leegte ‘moeilijk te regisseren’, zo meldt de fotograaf. Uitgelaten, zoals een THEMA DIGITALISEREN VIA mens kan zijn als een zware taak met groot succes is EEN ANALOGE ROUTE volbracht. Na een halve eeuw droeg hij begin november zijn functie over aan zijn zoon Willem. Een gesprek met Wim en Willem, over het overnemen en integreren van bedrijven, een strategie die nooit een strategie blijkt te zijn geweest, maar die het Eindhovens bedrijf razendsnel heeft doen groeien. Tegelijk een kennismaking met de nieuwe topman: ‘Ik realiseer me heel goed dat ik zonder mijn achternaam nu, op mijn leeftijd, geen president-directeur zou zijn van zo’n grote onderneming.’

‘UITGEKNEPEN’ TOELEVERANCIER MOET NÚ INVESTEREN

D E VE R B I N D I N G TU SS E N TEC H N O LO G I E, MAR KT E N M E N S

Magazine

De Nederlandse industrie moet nú investeren in technologie, mensen en schaalvergroting. ‘Want de 55-jarige ondernemer die denkt dat hij zijn pensioen nog wel kan afwachten, heeft straks geen bedrijf meer om te verkopen’, waarschuwt Smart Industry-directeur Egbert Jan Sol. Het nog jonge luchtvaartbedrijf Airborne geeft het goede voorbeeld en gaat samen met Siemens een digital factory opzetten.

Magazine

december 2017 | nummer 6 | jaargang 19

TOPIC HOGER TOELEVEREN, BETER SAMENWERKEN ‘EEN MAAKPARTIJ ALS DIRIGENT VAN HET KOOR IN PLAATS VAN EEN OEM’ER, DAT IS WENNEN’

AAE, VEDOS EN KULICKE & SOFFA PAKKEN DE WINST ‘BELONING VOOR DOEN WAT JE ZEGT EN BELOOFT’

RENÉ DE KEIJZER FMI

WIL BLIJVEN GROEIEN, MAAR HEEFT WEL EEN BOVENGRENS

THEMA D E VE R B I N D I N G

PRODUCEREN ÉN PIONIEREN ONDER ÉÉN DAK

TU SS E N TEC H N O LO G I E, MAR KT E N M E N S

april 2018

Magazine

Marinka Nooteboom manoeuvreert trailerbouwer naar sterke uitgangspositie

Magazine

april 2018 | nummer 2 | jaargang 20

EERST LEAN, DAN SMART GS METAAL BOUWT MET TRUMPF, DIGITAL FACTORY VOOR ZICHZELF ÉN CONCULLEGA’S WIRELESS TECHNOLOGIE IS VOLWASSEN, DE BAL LIGT NU BIJ APPLICATIEONTWIKKELAARS DOORBRAAK DER DRAADLOZE DINGEN

THEMA GENERATIE Z OP DE FABRIEKSVLOER

MARINKA NOOTEBOOM NOOTEBOOM TRAILERS

MANOEUVREERT HAAR BEDRIJF NAAR STERKE UITGANGSPOSITIE

PROFESSIONALISERINGSSLAG VAN START Steeds hogere klanteisen, bij een vloedgolf aan technologische innovatiemogelijkheden en een krappe arbeidsmarkt. De drie externe ontwikkelingen nopen ‘special trailerbouwer’ Nooteboom zijn organisatie verder te professionaliseren. Dus wordt er momenteel veel energie gestoken in onder andere modularisatie, automatisering en het opleiden van de medewerkers, om ze voor te bereiden op nieuwe taken en ze ondernemender te maken. Dat laatste past helemaal bij de leiderschapsfilosofie van de ceo die verantwoordelijkheden graag zo laag mogelijk legt. Een gesprek met Marinka Nooteboom.

december 2017

Ambitieuze René de Keijzer (FMI) wil blijven groeien, maar heeft wel een bovengrens

‘WE ZIJN ALWEER IN GESPREK’ Eén kans om zelfstandig ondernemer te worden had René de Keijzer al aan zijn neus voorbij zien gaan toen hij in 2002 het metaalbedrijf Fijn Mechanische Industrie in Bergen op Zoom kon overnemen, met een achtergestelde lening van de eigenaren. Sindsdien heeft hij zijn FMI uitgebreid met tien overnames, twee joint ventures en vijf nieuwe bedrijven. Het is zijn ambitie te blijven groeien, vanuit een persoonlijke motivatie en omdat de markt vraagt om schaalgrootte. ‘Maar een positie zo hoog mogelijk in de keten van de grote oem’ers, die streven we niet na.’

Link Magazine 20 jaar - december 2018

47


isah.com

DOOR INZICHT STUREN OP RESULTATEN? JE MAAKT HET MET ISAH

Voor veel maakbedrijven is realtime inzicht in het productieproces een uitdaging. Zo ook voor Sollas; producent van high tech verpakkingsmachines. Zij pakte deze uitdaging op. En met succes.

Wilt u weten hoe Sollas 10% meer rendement realiseerde? Download de gratis case study op:

blog.isah.com/rendement

De concurrentiepositie is verbeterd en het rendement is toegenomen met maarliefst 10%.

Maak het met Isah.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.