Link 2015 6

Page 1

Magazine

D E VE R B I N D I N G TU SS E N TEC H N O LO G I E, MAR KT E N M E N S

Magazine

december 2015 | nummer 6 | jaargang 17

DUTCH INDUSTRIAL SUPPLIERS & CUSTOMER AWARDS 2015 DEMCON EN MEVO BESTE TOELEVERANCIERS, ADDITIVE INDUSTRIES TOP-KLANT AIRBORNE SIEMENS DIGITAL FACTORY COMPOSITES FIELDLAB VAN START DIGITAL TWIN MOET ZORGEN VOOR INDUSTRIËLE REVOLUTIE

THEMA KETENAANSPRAKELIJKHEID – GEDEELDE VERANTWOORDELIJKHEID?

JAAP GELLING DAMEN SHIPYARDS

‘VOORKOMEN ‘ACHTERUIT WERKEN’ VERSNELT BOUW AANZIENLIJK’


U wilt snelle ĂŠn betrouwbare leveringen? U bent op zoek naar kostenbesparingen? Wij bieden u onze Demand Planning. WE ARE THE ENGINEERS OF PRODUCTIVITY.

Dem

and

Pla

nni

ng

Supply chain integratie door samenwerking en transparantie !' " ! $ # " ! ! !# ! " !# " # % " " !# • • • • •

Kortere en betrouwbare levertijden Kostenbesparing door kleinere voorraden Kostenbesparing door ideale bestelgrootte Kritsche delen meer zichtbaar voor uw productieproces Wereldwijd planning netwerk

Smart Industry

Duurzaam innoveren begint met Festo. Met onze TCO inzichten en aantoonbare resultaten bieden wij u graag de mogelijkheid om uw kosten te verlagen en uw concurrentiekracht te vergroten. Transparantie is daarbij ons uitgangspunt.

Sustainable innovation ! $ & $ & ( $ & $

Festo FestoBV BV 015 0152518726 2518759 www.festo.nl www.festo.nl


Magazine

6/15

D E VE R B I N D I N G TU SS E N TEC H N O LO G I E, MAR KT E N M E N S

14

THEMA

24

36

Dutch Industrial Suppliers & Customer Awards 2015

KETENAANSPRAKELIJKHEID – GEDEELDE VERANTWOORDELIJKHEID?

DISCA 2015 TALKSHOW TOONT VEELZIJDIGHEID VAN DE NEDERLANDSE INDUSTRIE

DEMCON EN MEVO BESTE TOELEVERANCIERS, ADDITIVE INDUSTRIES TOP-KLANT Hoeve Mereveld bij Utrecht was op 25 november het decor voor de veertiende uitreiking van de Dutch Industrial Suppliers & Customer Awards (DISCA). Met een recordaantal nominaties en drie – soms verrassende – winnaars. Demcon werd uitgeroepen tot best knowledge supplier, MEVO mag zich best logistics supplier noemen en het piepjonge Additive Industries is de best customer. Voorafgaand stond de talkshow – van cyber security tot 2theloo – in het teken van passie.

Het open en eerlijk delen van kennis en verantwoordelijkheden is cruciaal voor het concurrentievermogen van de keten, zeker in de ‘connected’ toekomst waar bovenal een korte time-to-market telt. Zijn ketenpartners tot openheid en het verdelen van de aansprakelijkheid bereid? Kan er wel steeds meer vooraf worden vastgelegd in contracten? Verdelen de contractanten de opbrengsten, bevoegdheden en verantwoordelijkheden eerlijk? En wat als het mis gaat?

48

INNOVATIE AIRBORNE SIEMENS DIGITAL FACTORY COMPOSITES FIELDLAB VAN START

DIGITAL TWIN MOET ZORGEN VOOR INDUSTRIËLE REVOLUTIE Composiet is een materiaal met vele voordelen, maar het verwerken ervan is een traag proces met veel handwerk. Binnen het Airborne Siemens Digital Factory Composites Fieldlab, dat begin deze maand is geopend, moet een volledig gedigitaliseerd en geautomatiseerd proces worden ontwikkeld. Dat moet het materiaal aantrekkelijk maken voor grote series en Nederland (weer) voor industriële productie.

INTERNATIONAAL ZAKENDOEN

32

43

50

PROCESVERBETERING JAAP GELLING (DAMEN SHIPYARDS)

‘VOORKOMEN ‘ACHTERUIT WERKEN’ VERSNELT BOUW AANZIENLIJK’ OVER HIGHTECH STARTERS EN HUN INNOVATIES, FINANCIERINGSPROBLEMEN EN ANDERE UITDAGINGEN

Damen Shipyards doet al decennia aan standaardisatie en is er groot mee geworden. Inmiddels heeft de Gorinchemse scheepsbouwer, samen met IPL Advies, de volgende stap gezet, naar smart customization. Dat kan het aantal engineeringsuren met een factor vier verkleinen, zo blijkt uit een pilot.

‘Dat Mexicanen graag alles zouden uitstellen tot mañana, slaat nergens op’ Amerikaanse hands-on mentaliteit, goede infrastructuur en dicht bij grote markten ‘Buy American, dat is hier echt een issue’ Nederlandse bedrijven kunnen profiteren van digital manufacturing-beleid VS

PROCESVERBETERING

34

56

58

Positieve vibes in Veghel Vanderlande Industries PLM Experience (VIPE) geeft handling-specialist grip op een steeds langere lifecycle Veelbelovende, volwassen technologie vergt nog missiewerk Rockwell presenteert zijn connected enterprise-innovaties aan de wereld Nu erop, straks erover Ahrend legt samen met cards PLM Solutions fundament voor configure-to-order

ZIE VERDER PAGINA 5

december 2015

3


).36 .: %0 7.3 ! #.,/+%2% 1.+32).As innovative technology partners we support leading high tech companies in the development and manufacturing of their products. With 450 dedicated engineers we support or act as the Research and Development department of our customers.

30 %6/%02)1% +)%1 )- 2(% $.,!)-1

)2( .30 %6#%++%-2 /0.$3#2)4)27 5%

%,)#.-

)&% #)%-#% %!+2(

32.,.2)4%

,!'% 0)-2)-'

.-13,%0 +%#20.-)#1 %+%#.,

0!; # 0!-1/.02 -&0!1203#230%

'0. &..$

1 ! 1712%, 13//+)%0 5% .: %0

(%+/ 2. 1(.02%- 2(% $%4%+./,%-2

#.,/+%,%-2!07 #.,/%2%-#%1

2),% !-$ #0%!2% ! 1312!)-!"+% !-$

2. .30 #312.,%01

#.,/%2)2)4% !$4!-2!'% !2 ! #., /%2)2)4% /0)#% /%0&.0,!-#% 0!2).

%#(-)#!+ .&25!0%

- !$$)2).- 2. $%4%+./,%-2 5.0*

%#(!20.-)#1

).36 !+1. 13//+7 #.,/+%2%

+%#20.-)#1

/0.$3#21 ()1 )1 !#()%4%$ !2 2(%

(71)#1 /2)#1

+%4%+ .& 0%/+!#%,%-2 /!021 !-$

0%#)1).- %#(!-)#1

)- 2(% !11%,"+7 .& ,.$3+%1

-$3120)!+ !2(%,!2)#1

13"1712%,1 !-$ 9 -)1(%$ /0.$3#21

%,.2% .+32).-1

8 )-&. 1).36 %3 8 555 1).36 %3

+31 (0)40 2635000 | )-&. ##, -+ | 555 ##, -+


EN VERDER: 7 13

39 40

53

54

60 61 62 64 67

70 73

74 77 87

MARTIN

UIT DE MARKT COLUMN ‘Be smart’: bespaar belasting en realiseer dubbel voordeel Smart Industry en de Innovatiebox hebben veel met elkaar gemeen INDUSTRIEBELEID ‘De meest ondernemersvriendelijke provincie’ Overijsselse gedeputeerde Eddy van Hijum MENS EN ORGANISATIE ‘Een manager moet niet alles willen regisseren en beschermen’ Overleven en innoveren vergt transparantie en loslaten BRAINPORT INDUSTRIES ‘Wow, hier wil ik werken!’ Bouw Brainport Industries Campus steeds waarschijnlijker ONDERZOEK Samen ten strijde tegen steeds onzichtbaardere gevaren ICCC bundelt onderzoek voor groeiend aantal sectoren KENNISMANAGEMENT Octrooieren en dan exploiteren NLO helpt Alucha bij vermarkting van ip COLUMN Ook de werkvloer moet focussen op de klant Voor innovatie is hele organisatie nodig PARTNERS Van vijftig typen naar twee SMC pakt technische en logistieke uitdagingen van FEI op INNOVATIE IoT helpt het net overleven Alliander en NI presenteren IoT-case PROCESVERBETERING Betere communicatie, betere ketchup Koning & Hartman ontwikkelt complete propositie voor Smart Industry PARTNERS Doel: de optimale productielijn Korte lijnen tussen Weiss, IMS en diens klant INNOVATIE Van niks tot bètasysteem in amper twee jaar Additive Industries ontwikkelt en bouwt industriële 3D-metaalprinter in ‘moordtempo’ STRATEGIE ‘Europa ontbeert Gründergeist’ Wake-up call ceo Bosch KORT AGENDA

COLOFON Magazine

COLOFON

Link Magazine is een managementblad over eigentijdse vormen van samenwerking tussen bedrijven onderling en tussen bedrijven, (semi-)overheid, universiteiten en hogescholen. Link Magazine verschijnt zesmaal per jaar.

JAARGANG 17, NUMMER 6, DECEMBER 2015 UITGEVER H&J Uitgevers Mireille van Ginkel Postbus 101, 2900 AC Capelle a/d IJssel (010) 451 55 10 06 51 78 41 97 (010) 451 53 80 (fax) www.linkmagazine.nl

ZEKERHEID

Buiten zie ik een groepje mannen op de knieën. Nee, geen biddende moslims. Stratenmakers, bezig de opritten een wat geleidelijker verloop te geven, zodat de overburen met hun movers de caravans makkelijker op hun plek krijgen. De aannemer in kwestie neemt dat klusje mee in een opdracht van de gemeente om alle bomen aan de overkant van de straat ‘te vervangen’. Vorige week zijn allereerst de dertig jaar oude bomen afgezaagd en direct in hun geheel afgevoerd, ik neem aan om mij het in stukken zagen ervan te besparen. Want ik was tegen de hele operatie. Maar in de minderheid toen ambtenaren de bewoners hun voorstel voorlegden. Een belangrijk argument vóór was dat wortels de voortuinen in bezit hadden genomen. En natuurlijk dat er nu een potje voor beschikbaar was. Voor het jaareinde moest nog wat geld op. Drie weken werk voor een man of vijf, uitgerust met shovels en ander kostbaar materieel. Minstens twintig mille dus, voor wat meer mover- en schoffelgemak voor mijn (zeven) overburen. Laat ik voor de nuance ook het sterkste argument vermelden dat over tafel ging: de wortels drukten tegen de fundamenten aan. Natuurlijk een gelegenheidsreden, maar toon dat maar eens aan. Dus accepteer je de behoefte van de meerderheid aan zekerheid. Want stel dat het mis gaat? Stel dat over tien of twintig jaar de buurman, tussen het bijzettafeltje en de driezitsbank, plots een wortel omhoog ziet komen? Wat dan? Wie draait dan voor de kosten op? Nu is er een groeiende groep professionals met een businessmodel dat hen blij doet opleven van een kans op tegenslag, hoe klein ook. Tuurlijk aannemers, verzekeraars en advocaten, maar ook octrooideskundigen, inkopers en smart industry-technologieleveranciers. Als het thema ketenaansprakelijkheid van deze uitgave van Link iets duidelijk maakt, is het wel dat in de hedendaagse industrie ‘zekerheid bieden’ hét verdienmodel is. Steeds meer tijd en geld gaan heen met het op voorhand vastleggen van het intellectueel eigendom (ook al bestaat het nog niet en ontstaat het misschien wel nooit), met het opstellen en actualiseren van nda’s, het aan een ander toebedelen van eventuele vervolgschade en het daartoe met sensoren en connectivity zichtbaar maken van de root cause. Zelf ben ik niet van het slag mens dat zich graag bezighoudt met allerlei rampscenario’s; ik krijg meer energie van positieve perspectieven. En ik ben er van overtuigd dat dat voor vrijwel iedereen geldt, ondanks de verbreiding van die verdienmodellen van het type short-gaan. Want als de mens zich van nature graag zou bezighouden met gevaren die er nog niet zijn maar zouden kunnen ontstaan, was de verzekeringspolis al uitgevonden vóór het wiel. Niet voor niets kon tot tien jaar geleden worden volstaan met een fax van een tekening, met daarover heen geschreven: ‘Graag honderd stuks.’ Kon vijf jaar geleden niemand wakker liggen van het feit dat hij geen real time data had van de temperatuur van zijn lagers. En kan nu nog geen enkele kapitein instemmen met een internetverbinding met de wal opdat de reder zijn schip kan monitoren en spare parts in de eerstvolgende haven kan klaarleggen. Liever ziet hij wel waar het schip strandt. Met een gevoel van verlies en nostalgie kijk ik mijn kaalgezaagde straat door. Ik wens u allen fijne feestdagen en een veilig en vooral gezond 2016. MARTIN VAN ZAALEN Hoofdredacteur Link Magazine

RAAD VAN ADVIES J. Beernink MSc (Golden Egg Check), ing. B. Draaijer (KLS Netherlands), J.A.L.M. van Erp MSc (Holland High Tech), ir. J.F.M.E. Geelen (Océ), ir. R. van Giessel (voormalig ceo Philips CFT), ing. A.L. Goudriaan MBA (Bosal), ing. J.B.P. Hol (Legrand Group), ir. T.J.J. van der Horst (TNO), prof. dr. ir. J.G.H. Joosten (Dutch Polymer Institute), ir. W. Jouwsma (Bronkhorst HighTech), R.J.C.M. Kok (voormalig president OTB Group), ir. M.W.C.M. van den Oetelaar (Bosch Rexroth), ir. Th.J.O. Pehrson (Festo), dr.ir. D.A. Schipper (Demcon), E. Severijn (Siemens PLM Software Benelux), H.G.H. Smid (Variass Group), ir. W.W.M. Smit MMC (DBSC Consulting), ing. N.J.F. van Soerland MBA (Philips Healthcare), ir. H.H. Tappel (Frencken Europe), prof. dr. L.H.J. Verhoef (TU Eindhoven), W.B.M. van Wanrooij (IBN Productie), ir. S.J. Wittermans (ASML) HOOFDREDACTIE Martin A.M. van Zaalen EINDREDACTIE Pim Campman, Hans van Eerden, redactie@linkmagazine.nl AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE Jos Cortenraad, Lucy Holl, Harm Kolen, Wilma Schreiber, Ferdinand Veldmans COVERFOTO Maarten Hartman GRAFISCHE VORMGEVING Primo!Studio, Delft DRUK Ten Brink Offset, Meppel

martin.vanzaalen@linkmagazine.nl @martin.vanzaalen #linkmagazine.nl

ABONNEMENTEN u 63,50 per jaar ABONNEMENTENADMINISTRATIE EN OFFICEMANAGEMENT Mireille van Ginkel mireille.vanginkel@linkmagazine.nl (010) 451 55 10, 06 51 78 41 97 (010) 451 53 80 (fax) ADVERTENTIE-EXPLOITATIE John van Ginkel john.vanginkel@linkmagazine.nl (010) 451 55 10, 06 53 93 75 89 VOLGEND NUMMER Het eerstvolgende nummer van Link Magazine verschijnt 12 februari 2016. Het thema van dit nummer is ‘Software-centric verandert de keten: nieuwe businessmodellen en machtsverhoudingen’. ISSN 1568 - 1378 Niets uit Link Magazine mag worden overgenomen of gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever. Deze uitgave is met grote zorgvuldigheid samengesteld. Desondanks kan de uitgever geen aansprakelijkheid aanvaarden bij eventuele onjuistheden. Aan de inhoud van deze publicatie kunnen geen rechten worden ontleend.

december 2015

5


5 stages of

The Connected Enterprise

SECURE AND UPGRADE

ASSESSMENT Create the blueprint fo or a secure and collaborative operation.

WORKING DATA CAPIT IT TAL A Define and organize data to deliver per fo ormance-critical inffo ormation fo or better, real-time decision-making.

Securely update IT/OT network and controls to modern, inffo ormation-enabled technologies.

ANALLYTICS Transffo orm inffo ormation into operational benefits that can help lower costs, increase productivity and improve customer satisfaction.

7JTJU UIF Connected Enterprise QBHF PO XXX SPDLXFMMBVUPNBUJPO OM Copyright © 2015 Rockwell Automation, Inc. All Rights Reserved.

OPTIMIZE AND COLLABORATE T Leverage predictive capabilities to respond faster to external events and changing market conditions.


UIT DE MARKT KLEINERE TOELEVERANCIERS MAKEN HOOGSTE WINSTEN NieuweWeme werd in 2002 oem’er door er één over te nemen. Met de overname van HOAF ging er ‘een compleet nieuwe wereld’ open voor de moduleleverancier uit Oldenzaal. Het begin van een jarenlang proces dat ‘hartstikke leuk, maar absoluut niet gemakkelijk’ was, vertelt directeur Ben Nieuwe Weme. Een grote uitdaging was het integreren van een sterk technisch georiënteerde leverancier en een oem’er met veel kennis van gasgestookte infraroodtechnologie voor onder meer onkruidverbranders en glasbuigovens. ‘HOAF zat in Nijkerk, maar ik heb het al snel naar Oldenzaal gehaald. Want als ik er niet bovenop had gezeten, was het mislukt.’ Zo kon hij de sterktes van de toeleverancier inzetten voor de oem’er. ‘Andersom hebben wij van HOAF geleerd wat het betekent internationaal actief te zijn. Ineens waren we

niet meer de leverancier met de pet in de hand, maar dé deskundige op het gebied van infraroodtechnologie die plotseling mensen uit heel de wereld over de vloer kreeg en die zelf voor miljoenen aan metaalwerk ging uitbesteden.’ Al dat ontwikkelwerk en die verkoopactiviteiten kostten natuurlijk wel veel geld, maar HOAF is nu, samen met Qdel, een andere oem’er in de groep, dé cashcow van het bedrijf. Het verhaal staat opgetekend in het ABN Amro-rapport ‘Van leverancier naar oem’er’, dat deze maand verschijnt. Daaruit blijkt echter ook dat het helemaal niet vanzelfsprekend is dat ‘oem’er worden’ de weg opent naar hogere, double-digit marges. Juist de kleinere toeleveranciers blijken de hoogste ebitda-marges te maken (13,6 procent), terwijl de kleinere oem’ers juist de laagste winstpercentages behalen (7,2 pro-

cent). ‘In de industrie leeft het idee dat juist de grote oem’ers er vandoor gaan met hoogste winsten, ons onderzoek laat zien dat dat de kleinere toeleveranciers zijn’, aldus sector banker industrie David Kemps. ‘Toeleveranciers investeren veel in hun machinepark en de kennis van hun werknemers. Anderzijds moeten oem’ers juist veel investeren in onderzoek en ontwikkeling zonder direct zicht op succes. Daarnaast kost de vastlegging van het intellectueel eigendom en het opzetten en onderhouden van een merk en een internationaal distributiekanaal veel geld.’ Het rapport zet alle voor- en nadelen van het oem-schap op een rij, net als de barrières die een toeleverancier moet nemen om oem’er te worden – door het overnemen van een bestaand bedrijf óf door het zelf opzetten van een oem-bedrijf. Zoals Daan Kersten heeft gedaan. Samen

met Jonas Wintermans richtte hij Additive Industries op, dat in november zijn eerste 3D-metaalprinter lanceerde (lees elders in deze Link). Kersten’s primaire driver was het zien van een gat in de markt. ‘En in Nederland bestaat een uitstekend ecosysteem van hightech toeleveranciers om in samenwerking daarmee een printer van wereldniveau te ontwikkelen en bouwen. Ik heb het niet gedaan omdat het oem-schap een hogere marge zou bieden of meer vrijheid om zelf de koers te bepalen. Als leverancier kun je dat immers ook, door zelf goed na te denken over de logische volgende stap in de ontwikkeling van je klant, over diens roadmap. Veel leveranciers hebben echter niet die proactiviteit ontwikkeld en investeren niet mee, maar wachten de opdracht van de klant af.’ insights.abnamro.nl (download rapport)

GOEDE GROEI IN STAATSKREDIETVERZEKERING Het recente artikel over exportfinanciering (Link nr. 5, oktober 2015) belichtte de rol van staatskredietverzekeraar Atradius Dutch State Business (DSB). Exporterende bedrijven toonden waardering (‘Wij worden door hen goed bediend’, aldus Damen Shipyards) maar plaatsten ook kritische noten. Onder meer over de gestelde eisen, bijvoorbeeld op milieugebied. Atradius DSB zou daarin, ingegeven door overheidsbeleid, strenger zijn dan Europese collega-staatskredietverzekeraars. Er zou geen level playing field zijn voor Nederlandse exporteurs. Vinco David, hoofd Internationale Betrekkingen en Ontwikkeling van Atradius DSB, reageert. Hij kan melden dat de stijgende lijn in het volume uitgereikte polissen (van vijf miljard euro in 2012 naar 7,1 miljard vorig jaar) zich in 2015 doorzet. Nederlandse bedrijven – niet alleen de grote jongens, ook het mkb – maken steeds meer gebruik van staatskredietverzekering. En hun speelveld is intussen redelijk gelijk, zegt David, in ieder geval tussen de OESO-landen. Punt is dat China geen OESO-lid is. Zo kan het dat Danieli Corus voor export naar dat land te maken heeft met de OESOmilieu-eisen voor een relatief ‘vuile’ sector als de staalindustrie – en dus

niet opkan tegen lokale concurrenten voor wie alleen de Chinese milieuregels gelden. Voor instrumenten die buiten de kredietverzekering – en dus buiten het bereik van Atradius DSB – liggen, is er ook niet altijd een level playing field, erkent David. Landen, ook uit OESOgelederen, gaan soms verder dan Nederland, bijvoorbeeld met directe exportfinanciering door de overheid. Nederland gaat ervan uit dat banken daarin kunnen voorzien. Sinds kort ook met hulp van een nieuw instrument van Atradius DSB, de exportkredietgarantie. Die moet pensioenfondsen, verzekeraars en andere institutionele beleggers aanmoedigen om banken geld te verschaffen voor exportfinanciering. ‘Want banken hadden er in de kredietcrisis niet altijd geld meer voor. Inmiddels is voor de exportkredietgarantie al ruim een miljard euro getrokken, vooral in grotere transacties. Voor het mkb hebben we iets soortgelijks ontwikkeld, de directe garantie. Een koper kan z’n leverancier een wissel, of promesse, geven: hij belooft een bepaald bedrag op een bepaalde dag te betalen. Die verplichting staat los van de prestatie die de exporteur onder het contract moet leveren en daarmee is de wissel verhandelbaar geworden. Door de wissel meteen te

verkopen aan bijvoorbeeld een bank, kan de leverancier toch snel z’n geld krijgen. De bank ontvangt dan van ons de garantie dat hij z’n geld terugkrijgt als die wissel niet wordt betaald. Binnenkort gaan wij deze garantie ook al verstrekken vóórdat er is geleverd. Zo kan de wissel werkkapitaal verschaffen aan Nederlandse exporteurs. Bij kleine transacties, voor banken onaantrekkelijk vanwege de relatief hoge transactiekosten, kunnen wij die wissels zelfs rechtstreeks kopen. Dat doen we onder het Dutch Good Growth Fund, voor ontwikkelings- en opkomende lan-

den. Het is de eerste keer in onze historie dat we niet alleen verzekeren maar ook financieren.’ Kortom, Vinco David ziet veel mogelijkheden voor exporteurs die financiering zoeken. ‘Eén ding nog. Bij export wordt aan leveranciers vaak een bankgarantie (op leveringsperformance, red.) gevraagd. Die gaat ten laste van hun kredietruimte bij de bank. Wij hebben instrumenten om dekking te bieden als die garanties worden opgevraagd. Daarmee speelt een leverancier kredietruimte vrij. Dit is vrij populair bij het mkb.’ www.atradiusdutchstatebusiness.nl

EC: 16 MILJARD VOOR ONDERZOEK EN INNOVATIE De Europese Commissie investeert in 2016-2017 zestien miljard euro in onderzoek en innovatie. Dit onder de vlag van het Horizon 2020-programma, waarbinnen in de periode 2014-2020 in totaal 77 miljard euro beschikbaar is voor innovatie-onderzoek en -projecten die het dagelijks leven verbeteren. Die 16 miljard euro wordt deels geïnvesteerd in onderzoek naar autonome, zelfrijdende voertuigen (100 miljoen). Voor onderzoek naar het Internet of

Things is 139 miljoen beschikbaar, voor modernisering van de Europese industrie een miljard en voor nieuwe technologieën die helpen misdaad en terrorisme op te sporen 27 miljoen. Ook ligt er 232 miljoen klaar voor verduurzaming van Europese steden en 670 miljoen voor de ontwikkeling van de Europese kringloopeconomie. ec.europa.eu/programmes/ horizon2020 www.rvo.nl/horizon-2020

december 2015

7


Apps Available at EBV! TQ by EBV TQ by EBV Issue 17 | 2015

OF SMART SYSTEMS

Issue 15 | 2014

THE

OF CLOUD TECHNOLOGY

THE QUINTESSENCE

QUINTESSENCE Future Know-How. Discovered Today.

Issue 16 | 2015

OF INDUSTRY 4.0

THE QUINTESSENCE

IN CONVERSATION WITH HUGO FIENNES | 8

In conversation with Gesche Joost 8

On the fascination of the connected world

Elementary particles | 18 Essential electronic components of the Cloud

UPDATE FOR THE CAR | 46

A slice of reality 42 Expert discussion 78

The Smart Factory 16

Always online with the Tesla Model S

Round-table discussion | 68 Big chances for newcomers

EBV Products

Marketing Innovative Products

Marketing Innovative Products

Spring

2/2015

3/2015

1/2015

EBV Products

Marketing Innovative Products

SUMMER

Edition

on the Beach

INGREDIENTS:

4 c l Marketing 4 c l Innovation 4 c l Products

Download Now! For more information, please visit the

Distribution is today. Tomorrow is EBV! www.ebv.com

at www.ebv.com/app.


UIT DE MARKT ‘NEDERLAND VOORBEELD VOOR MAAKINDUSTRIE ZUID-AFRIKA’

SUCCES IS NIET DE SLEUTEL TOT

GELUK GELUK IS DE SLEUTEL TOT SUCCES. ALBERT SCHWEITZER

Ondertekening van de overeenkomsten. Staand vanaf tweede van links premier Mark Rutte, Lindiwe Zulu (minister of business development), EZ-staatssecretaris Martijn van Dam en Nederlands ambassadeur Marisa Gerards. Aan tafel van links naar rechts Thabiso Taaka (voorzitter ISDA), Peter van Harten (Isah) en Ian Huntly (ceo van Isah-partner Rifle-Shot Performance). Foto: Isah

Zuid-Afrika investeert de komende jaren miljarden in negentien strategische projecten die banengroei en meer economische groei moeten opleveren. Isah Business Software helpt daarbij, door maakbedrijven aldaar te ondersteunen bij het herinrichten van hun bedrijfsprocessen. Onlangs, tijdens de Nederlandse economische missie naar Afrika, ondertekende het Tilburgse bedrijf daartoe twee overeenkomsten. Isah is initiator van het Manufacturing Accelerator Program (MAP), dat maakbedrijven wereldwijd helpt om te innoveren en productiever en concurrerender te worden. ‘Onze businesssoftware geeft bedrijven inzicht in en overzicht over hun bedrijfsprocessen’, verklaart Isah’s business developer Peter van Harten. In de overeenkomst tussen ISDA (Industrialisation Supplier Development Association) en MAP Worldwide/ MAP South Africa heet MAP de preferred solution voor de hervorming van toeleveranciers van de grootste staatsbedrijven. De tweede overeenkomst is tussen MAP, ISDA en Transnet, dat de komende jaren grootscheeps in infrastructuurverbetering investeert. ‘De bouw van 1.064 locomotieven en 3.000 treinstellen zal de economie en werkgelegenheid een boost geven. De negentien voor-

genomen projecten gaan naar verwachting 2,5 miljoen directe banen opleveren.’ Daarnaast ondersteunt Isah ZuidAfrikaanse maakbedrijven om samenwerkingen met Nederlandse bedrijven aan te gaan. Isah organiseerde, samen met FME en RVO.nl, al twee missies waarin ruim twintig Zuid-Afrikaanse bedrijven naar ons land kwamen. ‘Nederland is voor Zuid-Afrika een voorbeeld in modernisering van de maakindustrie. De manier waarop we hier samenwerken om win-win’s te creëren, spreekt ze daar heel erg aan. Zij zoeken partnerships waar beide kanten iets aan hebben.’ De maakbedrijven aldaar hebben, zegt Van Harten, nog een weg te gaan in verbetering van prijs/kwaliteit, leverbetrouwbaarheid, performance. ‘Vandaar dat wij ze als Isah ondersteunen. Nederlandse maakbedrijven kunnen een mooie accelerator zijn om die ommezwaai versneld te maken. Waarbij MAP en ISDA, samen met de ZuidAfrikaanse maakbedrijven, tevens de mogelijkheden bezien om snel in te stappen in Smart Industry.’ mapprogram.info www.isah.com/nederland

Een betekenisvolle uitspraak van Albert Schweitzer. Het is de basis van onze werkwijze tijdens het vervullen van uw directie, management of senior sales positie. Capaciteiten en kennis zijn goed, maar het meest nastrevenswaardig zijn de juiste persoonlijkheid en motieven. Daarom zoeken wij naar de mens die we gelukkig maken met het aangebodene. Zodat zijn of haar karakter, loyaliteit en geestdrift het verschil maken bij het verwezenlijken van uw organisatiedoelen én uw succes.

REP MAAKT GELUKKIG Wilt u weten op welke onnavolgbare wijze we dat al 10 jaar doen? Bel 026 351 0020 of kijk op www.rep-recruitment.nl.

Specialist in directie, management en senior sales posities


Born to bend. Meer mogelijkheden voor u: Buigmachines van TRUMPF.

TruBend machines creëren een passie voor buigen. Van de kleinste elektronicadelen tot en met groot formaat dikke plaat – efficient bewerkt u een breed productportfolio. De eenvoudige bediening en uiterste precisie laten niets te wensen over. Zorgvuldig ontworpen details maken de buigmachines tot een ergonomische werkplaats - en laten het hart van iedere bediener sneller kloppen. Hiermee wordt iedere TruBend machine de basis voor uw succes. Wanneer kiest u voor TRUMPF? www.nl.trumpf.com The TruBend 5130 has received the following awards:


UIT DE MARKT SUCCESVOLLE SAMENWERKING HOUDIJK-WILLEMS Dit najaar hebben de fabrikant van koekjeshandlinglijnen Houdijk en Willems Machinebouw hun pilot afgerond. ‘En het is goed gegaan’, vertelt Willems-dga Marco van Geel. De pilot hield in dat Willems voor het eerst niet aan de slag ging met productietekeningen, maar dat een layouttekening volstond. ‘In feite niet meer dan een schets van de transportsystemen met basisgegevens als hellingshoeken, lengtes en bochten. De details hebben wij, met ons engineeringsbedrijf Promatec, zelfstandig uitgewerkt. Het succes heeft te maken met de focus van Promatec op engineering van aan- en afvoersystemen rond de machines van onze oem-klanten. Samen kunnen we de klant totaal ontzorgen, van inkoop

en productie tot assemblage en testen van de lijn. We merken dat steeds meer klanten op een hoger niveau willen uitbesteden. Zodat ze meer tijd overhouden voor de eigen kerntechnologie en makkelijker kunnen opschalen als de markt daarom vraagt’, zegt Van Geel. Het succes van de pilot hangt daarnaast samen met scherpe afspraken en een doordachte taakverdeling. ‘Het is natuurlijk niet de bedoeling dat wij naar eigen inzicht allerlei componenten kiezen. Voor dit werk loggen wij in op de databases van Houdijk, zodat we direct een actueel inzicht hebben in hun standaardcomponenten.’ De volgende stap in de samenwerking is factory acceptance test van de banden bij Willems.

‘Daarna gaan die direct naar de klant, waar de complete koekjes-

handlinglijn wordt opgebouwd.’ www.willemsmachinebouw.nl

Willems-dga Marco van Geel: ‘Gezien de snelle groei die Hordijk doormaakt, komen die opdrachten op dat hoge uitbestedingsniveau zeker.’ Foto: Willems Machinebouw

INDUSTRIE VERGEET DAT MENSEN BELANGRIJKER ZIJN DAN ROBOTS Volgens recent Oracle-onderzoek naar medewerkersbetrokkenheid voelt minder dan een derde van de werknemers zich meestentijds betrokken bij het werk – terwijl ruim de helft denkt dat meer betrokkenheid de productiviteit verhoogt. Slechts 28 procent zegt dat zijn/haar bedrijf op een proactieve manier met hem/haar communiceert. Verder vinden de meeste ondervraagden dat hun leidinggevende slecht of zeer slecht is in regelmatig feedback geven. Oscar Lausegger, strategic hcm director Benelux, ziet in de uitkomsten een sterke behoefte aan een andere rol van de hr-afdeling. ‘Bedrijven zijn vergeten dat hun medewerkers interne klanten zijn. Terwijl gemotiveerde medewerkers vasthouden en werven net zo belangrijk wordt als klanten vasthouden en werven. Als in 2020 de vergrijzing op haar hoogtepunt is, zal ook de industrie die druk gaan voelen. De productiesector zal niet alles kunnen oplossen met automatisering en robotisering. Efficiëntie – niet steeds nieuwe medewerkers willen inwerken en de productielijnen maximaal bezetten – maakt het vasthouden van mensen steeds belangrijker. Optimale betrokkenheid van medewerkers is cruciaal voor de smart industry. De kern is dat je snapt wat medewerkers bezighoudt en daarop stuurt. Nu ondergaan we het vaak als mensen vertrekken.’ Lausegger pleit ervoor dat hr-afde-

lingen meer oog krijgen voor wat er in de wereld gebeurt en hoe dat hun bedrijf raakt. ‘Binnenkort lopen er voor het eerst vijf generaties op de werkvloer bij grote bedrijven en de etnische diversiteit wordt steeds groter. Voor millennials en straks de Generatie Y is de scheiding werk-

LOET!

privé veel minder groot. Dit maakt it tot een onmisbaar hr-instrument. Hoe geef je het hr-beleid zo vorm, dat je de medewerkersbeleving voor iedereen positiever kunt maken? De

hr-afdeling moet tegenwoordig ook een marketingafdeling zijn en het voortouw nemen bij verhoging van de werknemersbetrokkenheid.’ www.oracle.com

Na veertien jaar is dit de laatste cartoon van Loet van Moll. Hij gaat met pensioen. Zijn cartoons gingen vaak over uiteenlopende – complexe – vormen van (gebrek aan) samenwerking in de industrie. Hij wist ze te verbeelden, glashelder in slechts zes tekeningetjes en met een relativerende lach. Waarmee hij keer op keer aantoonde dat een rake illustratie meer kan zeggen dan duizend woorden. Wij danken hem zeer hartelijk voor al die jaren van creativiteit en wensen hem alle goeds. De redactie

december 2015

11


STREAMLINE YOUR CABINET. UNLEASH THE SERVO. www.br-automation.com/ACOPOSmotor


COLUMN HARM KOLEN ‘BE SMART’: BESPAAR BELASTING EN REALISEER DUBBEL VOORDEEL Harm Kolen - Belastingadviseur, Govers Accountants/Adviseurs mart Industry en de Innovatiebox hebben veel met elkaar gemeen. Het zijn hot items voor industriĂŤle bedrijven en technische toeleveranciers. Een bedrijf kan veel voordeel behalen door smart te zijn. Door een slimme inzet van ict kunnen machines binnen een fabriek, of zelfs binnen de keten, met elkaar worden verbonden. Dit kan de flexibiliteit (in productvraag, volume en timing), de productiviteit en daarmee de winstgevendheid van bedrijven vergroten. Door te ontwikkelen en te investeren in nieuwe technologische productieprocessen of onderdelen daarvan – die vaak ict- of softwaregedreven zijn – kunnen bedrijven bovendien een substantieel belastingvoordeel realiseren. Indien bijvoorbeeld eigen engineers en ict’ers worden ingezet om het interne productieproces te vernieuwen, te automatiseren of te robotiseren, kan de aanvraag van een S&O-verklaring (inzake speur- en ontwikkelingswerk) een korting op de afdracht van loonbelasting opleveren. Een dergelijke WBSO-beschikking kan tevens toegang bieden tot de Innovatiebox: de door het slimmer produceren behaalde winst wordt lager – tegen effectief vijf procent vennootschapsbelasting – belast. Octrooien, die eveneens toegang tot de Innovatiebox geven, worden overigens niet of nauwelijks aangevraagd. Klaarblijkelijk zijn ze voor zelf gedane ontwikkelingen in eigen, interne productieprocessen nauwelijks relevant. Zoals bedrijven blijven ontwikkelen in nieuwe producten en productieprocessen, ontwikkelt zich ook de belastingwetgeving.

S

Onder druk van andere landen is de Nederlandse overheid gehouden de Innovatiebox in de loop van 2016 aan te passen. De eerste contouren van de vernieuwde regeling zijn inmiddels bekend. De vernieuwde Innovatiebox zal meer aansluiten bij octrooien. Dit zou kunnen betekenen dat bedrijven die ‘smart’ produceren een belastingvoordeel gaan verliezen. Of toch niet? Voor het Nederlandse midden- en kleinbedrijf zal in de nieuwe regeling een uitzondering gelden. Ondernemingen met een groepsomzet tot maximaal vijftig miljoen euro en een winst van maximaal 7.5 miljoen – behaald door innovatie, zonder octrooi, maar met WBSO-beschikking – kunnen gebruik blijven maken van de Innovatiebox, maar dan in beperktere vorm. Naar verwachting komt er tevens een nieuw toegangscriterium. Het gebruik van software en auteursrechten daarop zullen toegang gaan geven tot de vernieuwde Innovatiebox. Softwareontwikkelaars en de ictindustrie zijn blij met deze toevoeging. Maar dat zal evenzeer gelden voor de smart industry, die bij uitstek veel investeert in nieuwe software en ict. Nog een tip voor smart bedrijven met een lopende Innovatieboxafspraak: ga snel naar de Belastingdienst om de afspraak voor een aantal jaren onder de huidige, ruimere regels te verlengen, om zodoende te kunnen blijven profiteren van een eventuele overgangsregeling. ‘Be smart’: leuker en slimmer kunnen wij het niet maken! www.govers.nl

CREATING MACHINES TOGETHER

MTA is een innovatieve, exibele en hightech System Integrator gespecialiseerd in het ontwikkelen en bouwen van complete mechatronische machines en systemen. Onze afdeling New Business onderscheid zich als ontwikkelpartner op het gebied van mechatronica, kennis van nieuwe productietechnieken en kennis op het gebied van dunne ďŹ lms en substraten. Onze afdeling Regular Business onderscheid zich als realisatiepartner in het produceren, assembleren en functioneel testen van machines en systemen binnen een optimale organisatie van kwaliteit, exibiliteit, innovatiekracht en kostenbeheersing.

Waterbeemd 8 Ĺ” Industrieterrein 8949 Ĺ” 5705 DN Helmond Ĺ” U +31 (0)492 47 49 92 Ĺ” G +31 (0)492 47 45 10 Ĺ” JOGP!N U B OM Ĺ” www.m-t-a.nl

december 2015

13


SPANNING ROND UITREIKING DISCA-PRIJZEN

EINDELIJK EERSTE PLEK VOOR DEMCON

Dutch Industrial Suppliers & Customer Awards 2015

Hoeve Mereveld bij Utrecht was op 25 november opnieuw het decor voor de uitreiking van de Dutch Industrial Suppliers & Customer Awards (DISCA). De veertiende editie alweer, met een recordaantal nominaties en drie – soms verrassende – winnaars. aanwezigen mogen via internet een stem uitbrengen. Het wordt een close finish: de jury heeft bijna e zitten er zo ontspannen bij aan het tien minuten nodig om de scores afsluitende diner; de 150 directeuren en te verwerken en te wegen. In de managers uit de Nederlandse maakintussentijd wordt Dennis Schipper dustrie. De wijn vloeit, er worden smakesteeds onrustiger. ‘Het zal toch lijke gerechten opgediend, de gesprekken zijn zo niet weer....’ Zo nerveus ben ik geanimeerd dat de performance van zangeres en niet meer geweest sinds ik verpianist amper wordt gehoord. Maar schijn Dennis Schipper, directeur van best knowledge supplier Demcon: ‘Deze prijs is voor kering vroeg aan mijn vriendin,’ bedriegt. Richting dessert stijgt de spanning en zegt de nuchtere (import-)Twen- alle 250 mensen die bij ons werken.’ Foto’s: Sam Rentmeester wordt het stiller in de zaal. De prijzen voor de tenaar. ‘Dat ik me nog zo druk beste toeleveranciers moeten immers nog worden zou maken. Ik geef toe: een prijs winnen is mooi.’ uitgereikt. Die tellen zwaar in ondernemersland er dan ook nog een prijs mee wint, geweldig.’ Na het verlossende woord lijkt de Demcon-baas en zijn mooie binnenkomers in acquisitietrajeceven door emoties overmand als hij het podium ten. Ook voor uitbesteders is winst, van de Best VERRASSEND opstapt. Snel hervindt hij zijn zelfverzekerdheid. Customer Award, een groot compliment. Twee winnaars die nog niet eerder de prijs in ‘Ik vind dat we deze prijs terecht hebben gewonhanden hebben gehad. En voor de derde, in de nen. Al meer dan twintig jaar bedenken we opcategorie best customer, is dat ook bijna onmogeNERVEUS lossingen voor onze klanten, we denken mee lijk: Additive Industries bestaat nog maar drie Dennis Schipper, directeur van Demcon, lijkt het vanaf de ontwikkelingsfase en maken samen jaar. Het Eindhovense bedrijf wint het nét voor niet te raken. ‘Ach’, zegt hij, ‘we zijn al meerdere unieke producten. Deze prijs is voor alle 250 de Dorel Juvenile Group Europe uit Helmond. malen voor een award genomineerd. Nu zitten we mensen die bij Demcon werken. Ik ben er blij Ongetwijfeld draagt de pitch van Thomas Paulen ook hier bij de finalisten. Mooi, maar ik reken mee.’ van designbureau Van Berlo daaraan bij. Hij nergens op.’ Dat wordt anders als juryvoorzitter houdt een gloedvol betoog over het piepjonge Henk Volberda, hoogleraar in Rotterdam, bekend bedrijf, dat erin is geslaagd een bijzondere 3Dmaakt dat Demcon en AME samen gaan uitmaSPANNING printer te ontwerpen en te bouwen, geschikt voor ken wie de award in de categorie best knowledge De spanning in de categorie best logistics supplier industrieel gebruik. ‘We hebben hem net uitgesupplier mee naar huis mag nemen. De jury heeft is ook te snijden. In de finale moet het relatief leverd’, zegt Daan Kersten, ceo en medeoprichter zijn oordeel gereed, twee pitches van klanten kleine MEVO Precision Technology uit Ruurlo van Additive Industries. ‘Een bijzonder project gaan voor de definitieve beslissing zorgen. De het opnemen tegen EBV Elektronik. De laatste, waarin we onze toeleveranciers alle credits geven. onderdeel van een groot EuroWe hebben de printer echt samen gebouwd. Deze pees concern, stond al drie keer award had ik echter niet verwacht.’ op het DISCA-podium en lijkt favoriet. De twee pitches van klanten ontlopen elkaar niet veel en dus is het weer rekenen HARTELIJK DANK! geblazen voor de jury, nadat ook de zaal via internet haar oordeel heeft gegeven. Het dubbeltje valt Halverwege de DISCA-uitreikingen vond er een ernrichting MEVO. Tot vreugde stig incident plaats, met gelukkig een goede afloop. van directeur Frans Verhaegh. Een van de gasten werd plots onwel. Met doortastend ‘Dit geeft zo’n goed gevoel’, zegt optreden wist Harald IJpelaar (naast inkoper ook bhvhij. ‘We zijn een kleine onderer bij Frencken), met ondersteuning van onder andeneming met relatief weinig klanren Anke Rosemann van Brainport Industries en Rens ten. Dan is het toch prachtig als Wagter van EBV, het leven van de bezoeker te redden. zij je nomineren. Blijkbaar doen Die herstelt inmiddels voorspoedig. Namens hem en we het goed. We doen in ieder zijn vrouw en de uitgeverij en redactie van Link Magazine: bijzonder hartelijk dank aan alle hulpverleners. Juryvoorzitter Henk Volberda (links) met directeur Frans Verhaegh van best logistics sup- geval wat we beloven, leveren plier MEVO: ‘We doen in ieder geval wat we beloven, leveren kwaliteit en denken mee.’ kwaliteit en denken mee. Als je DOOR JOS CORTENRAAD

Z

14

december 2015


BEST KNOWLEDGE SUPPLIER 2015 WINNAAR: DEMCON

RUNNER-UP: AME

De focus van high-end technologieleverancier Demcon, opgericht in 1993 als mechatronisch ingenieursbureau, ligt op high-tech systems, industrial systems en medical devices. De fullservice system supplier telt nu 250 medewerkers en bedient (internationale) oem’ers met proof-ofprinciple, prototype, pre-productie en serieproductie. Het hoofdkantoor is gevestigd in Enschede, nevenvestigingen zijn er in Eindhoven, Amsterdam, Oldenzaal, Groningen en Münster (D). De jury: ‘Ze beschikken over zeer hoogwaardige, fundamentele en toegepaste kennis – op wereldniveau – van de ontwikkeling van hoognauwkeurige, mechatronische, unieke producten. Zij zijn in staat hun ontwikkelingswerk te doen op basis van functionele specificaties. Dankzij hun inzet wordt het tempo van ontwikkelen drastisch versneld, ook doordat ze oplossingsrichtingen goed kunnen onderbouwen. Werken ook met een fixed price voor bepaalde ontwikkelingstappen. Laten de ip aan de klant en maken daarover vooraf heldere afspraken, zoals ze over alles helder communiceren. Dat laatste wordt versterkt doordat ze ‘om de hoek’ gesitueerd zijn.’ www.demcon.nl

Applied Micro Electronics (AME) ontstond in 1996 als spin-off van de TU Eindhoven. Nu is het in Eindhoven gevestigde AME een onafhankelijke ontwikkelaar en producent van hoogwaardige elektronische producten. Het bedrijf levert uiteenlopende systemen voor onder meer e-bikes, liften, handlingsystemen en industriële automatisering. De jury: ‘Ze zijn goed in staat te werken met functionele specificaties en die in korte tijd te vertalen naar concrete elektronica, al dan niet voorzien van kunststofmechanica die goed geautomatiseerd en snel te produceren is. Werken conform een helder stappenplan en communiceren doorlooptijdproblemen proactief en tijdig. Zijn scherp geprijsd, wat bij de grote series in het

segment waarin zij actief zijn heel belangrijk is. Zijn ook sterk in het proactief oplossen van problemen, ook al liggen die elders in het ontwikkel- en productieproces. Met dit bedrijf zijn voorts goed afspraken te maken over de ip en zij geven de klant de ruimte twee jaar na afronden van hun ontwikkelingsinzet te gaan benchmarken.’ www.ame.nu

De zaal mag stemmen.

We zijn op zoek naar technisch onderlegde, commerciële, daadkrachtige, ondernemende collega’s voor alle mooie toekomstige mechatronische ontwikkelingen die we op stapel hebben staan.

“Hoe kunnen we het electrische en mechanische domein hier integreren? Ideeën?”

Be here. Be the future. Herken je de taal van de mensen die je hier ziet afgebeeld? Heb je

“________ ________ ______ _____________ _____________”

gezonde business ambities op het gebied van mechatronica? Dan ligt er bij DEMCON een geweldige kans op je te wachten. We ontwikkelen baanbrekende projecten met als focusgebieden hightech-systems, industrial systems en medical devices. Als system supplier kan DEMCON de gehele behoefte van de klant afdekken, van proof-ofprinciple, prototype en pre-productie tot serieproductie. Versterk onze denktank, ervaar waar we met elkaar toe in staat zijn en tot welke prachtige ontwikkelingen dat leidt.

Meer info: www.bethefuture.nl

december 2015

15


BEST LOGISTICS SUPPLIER 2015 WINNAAR: MEVO PRECISION TECHNOLOGY

RUNNER UP: EBV ELEKTRONIK

MEVO produceert fijnmechanische onderdelen en modules voor de hightech industrie. De technisch hoogwaardige onderdelen worden gebruikt in onder meer meet- en regelinstrumenten, optische instrumenten, speciale machinebouw, automobielindustrie en de medische branche. MEVO is gevestigd in Ruurlo, waar ongeveer 35 mensen werken. In het Tsjechische Trencin vindt een groot deel van de productie plaats, met 45 medewerkers. MEVO beschikt op beide locaties over een uitgebreid bestand aan cnc-bestuurde machines die alle bewerkingen kunnen uitvoeren. De jury: ‘Een zeer flexibel bedrijf dat te allen tijde gefocust is op de opdracht van de klant. De logistieke performance is op vrijwel alle variabelen honderd procent. Dat is mede te danken aan hun investeringen in lean en in nieuwe machines, gebaseerd op een strategische visie die goed bij de oem-klant aansluit. Zij zijn in staat een multidisciplinair team op te bouwen dat uitstekend samenwerkt met het team van de klant. Dankzij deze leverancier kan de klant snel tot proto’s komen, kunnen de eigen engineers zonder wachttijd in één flow doorwerken aan een ontwikkeling en daarmee sneller naar de markt.’ www.mevo.nl

Het podium van de Dutch Industrial Suppliers Awards is bekend voor EBV Elektronik. Het bedrijf won de award in 2004, was daarna met de regelmaat van de klok finalist en werd in 2013 uitgeroepen tot Best Logistics winnaar. EBV werd opgericht in 1969 en maakt sinds 2000 deel uit van Avnet Inc, een van de grootste semiconductorspecialisten in Europa. EBV telt ruim 900 medewerkers en is met 62 kantoren gevestigd in 28 landen. Vanuit het Duitse Poing worden alle klanten snel en efficiënt beleverd. EBV betrekt veel componenten bij grote ondernemingen als Toshiba, Freescale, Texas Instruments, Avago en Fujitsu, en levert aan branches als de energiesector, de medische industrie en de automobielsector. Bij de Nederlandse vestiging in Maarssenbroek werken ruim vijftien mensen. De jury: ‘Pure logistiek dienstverlener die ook de kleine aantallen voor prototypes snel en accuraat kan aanleveren. Zijn bij mogelijke leveringsproblemen in hun supply chain in staat heel snel om te schakelen naar alternatieve fabrikanten. In voorkomende gevallen zijn zij bereid een deel van het risico over te nemen. De risico’s die er zijn worden tijdig en op een heldere manier naar de klant gecommuniceerd. Is een goed georganiseerd bedrijf dat ook

16

december 2015

EBV haalde het net niet in de categorie best logistics supplier. Aan de pitch van jurylid Hanneke van Wageningen (tbp electronics) lag het niet.

gedurende de vakanties precies dezelfde kwaliteit levert. Is ook een goed geautomatiseerd bedrijf.’ www.ebv.com


BEST CUSTOMER 2015 WINNAAR: ADDITIVE INDUSTRIES Additive Industries, opgericht in 2012, presenteerde vorige maand een eerste industrieel 3Dmetaalprintsysteem, MetalFAB1 geheten, tijdens de beurs Formnext in Frankfurt (D); lees ook het artikel elders in deze Link. Er werken nu 28 mensen en dat worden er wel meer, verwacht ceo Daan Kersten. ‘We hebben ambitieuze plannen. Er ligt een enorme markt open. We willen onze 3D-metaalprinters wereldwijd wegzetten. Door het modulaire ontwerp kunnen we maatwerk leveren. Ook is het mogelijk om te werken met meerdere materialen in één machine. Zo’n machine is er nog niet. We houden echter vast aan een grote rol voor onze toeleveranciers. Zij ontwikkelen mee, bouwen modules en samen zetten we de machine in elkaar. Dat hebben we met de eerste twee MetalFAB1-systemen al gedaan en dat is ons uitstekend bevallen. Daarom zullen we in mensen vooral groeien op de afdelingen ontwikkeling, sales en support, niet meteen in productie.’ De jury: ‘Een nog jonge oem’er, die alle successen gezamenlijk met zijn partners viert. Is een klant die goed op de hoogte is van de sterktes van zijn toeleveranciers, die daarop ook zijn uitgeselecteerd. Zij worden dan ook als strategisch en gelijkwaardig behandeld, gericht op een langdurige samenwerking. Ze worden tijdig

bij de ontwikkeling betrokken, krijgen de ruimte voor hun specialismen en een proactieve houding wordt op prijs gesteld. Additive Industries komt afspraken altijd na, betalingen worden op tijd gedaan.’ www.additiveindustries.com

RUNNER-UP: DOREL JUVENILE GROUP EUROPE

kelen en te investeren en ook samen de revenu eerlijk te delen. Zijn zeer transparant over ontwikkelingsstrategie, productmanagement en inkoopstrategie. Betrekken hun key suppliers al in een zeer vroeg stadium bij ontwikkelingstrajecten, stellen hun proactieve houding zeer op prijs en zijn open over hun prijscalculatie en marktverwachtingen. Zijn betrouwbaar: een man een man, een woord een woord. Rekeningen worden altijd op tijd betaald.’ europe.doreljuvenile.com

Dorel Juvenile Group Europe is ontwikkelaar en producent van artikelen voor baby’s en jonge kinderen. Het bedrijf voert bekende merken als Maxi-Cosi, Bébé Confort, Quinny, Safety 1st en Baby Art. De artikelen van Dorel worden verkocht in meer dan tachtig landen wereldwijd. Het bedrijf, opgericht in 1932, heeft vestigingen in dertien landen en er werken in totaal ruim 900 mensen. Een van de hoofdvestigingen is Helmond, waar Dorel nieuwe producten ontwikkelt en test. Ook is Helmond centrum voor marketing en verkoop. De jury: ‘Ze zijn bereid samen met hun strategische Daan Kersten, ceo van best customer Additive Industries: ‘Deze award had ik niet verwacht.’ toeleveranciers te ontwik-

H I G H P R EC I S I O N PA RT S , P ROTO A N D S E R I A L SYST E M S , S P EC I A L M AC H I N E S , P R I N T I N G & A SS E M B LY AU TO M AT I O N

The Ar t of Mechatronics

AAE, The Art of Mechatronics, is an advanced high-tech machine manufacturer located in Helmond with an international reputation. With more than 200 highly motivated employees we make products which are subdivided into three business units: high precision parts, proto and serial systems and our own assembly and printing machines (Grauel). We also develop and produce special machines which are 100% customer specific. By combining knowledge of technology and pure craftsmanship with passionate people we are able to find solutions that always seamlessly meet the demands, require-

www.aaebv.com www.grauel.com

ments and preferences of our customers. Co-development means to think, dare and act together. This is our great strength.

A AE The Ar t of Mechatronics

december 2015

17


DE BIJNA-WINNAARS

TOEGEWIJDE TOELEVERANCIERS, OPEN UITBESTEDERS

Dutch Industrial Suppliers & Customer Awards 2015

Waar gewonnen wordt, wordt ook verloren. Toch kun je van ‘verlies’ nauwelijks spreken als je de DISCA-finale haalt. Immers, van de vele honderden genomineerde bedrijven komt maar een handvol zover. Hieronder een portret van deze bijna-winnaars, deze toptoeleveranciers en -uitbesteders. DOOR JOS CORTENRAAD

matisering en combineert state-of-the-art technologie met geavanceerde engineering om klanten in vrijwel elke industrie complete oplossingen te bieden voor machine- en procesautomatisering, motion control, hmi en geïntegreerde veiligheidstechniek. De jury prijst B&R om zijn ‘sterk modulair denken. De ingenieurs hebben veel kennis van systeemarchitectuur. Ze luisteren goed naar de klant, leiden desgewenst medewerkers van de klant op en zijn bereid compleet nieuwe standaarden te ontwikkelen’. Zelf zegt B&R met Powerlink en openSAFETY standaarden te hebben neergezet. www.br-automation.com

BEST LOGISTICS SUPPLIERS

Best Logistics Suppliers

NOSSIN

Winnaars en overige finalisten op het DISCA-podium. Foto: Sam Rentmeester

BEST KNOWLEDGE SUPPLIERS TRIOS PRECISION ENGINEERING TRiOS uit Neede is specialist in fijnmechanica. Het bedrijf ontwikkelt en bouwt uiterst nauwkeurige apparatuur: machines die grijpen, bundelen, verbinden, schuiven, scheiden, wikkelen, positioneren of transporteren, op de honderdste millimeter nauwkeurig. Tot de klanten behoren grote en kleine ondernemingen in de medische sector, de transportindustrie, de offshore-sector, de ruimtevaart en de halfgeleiderindustrie. De jury noemt TRiOS ‘het verlengstuk van de klantorganisatie. Een multidisciplinair en technologisch goed onderlegd team komt tot creatieve oplossingen op het gebied van zowel engineering en protobouw als testwerk’. www.trios.nl

TBP ELECTRONICS Tbp uit Dirksland overtuigde de jury als een par-

18

december 2015

tij met veel kennis op het gebied van elektronica. ‘Een proactieve leverancier die zelf verbeteringsvoorstellen doet, risico’s verkleint en bij een dreigend leveringsprobleem zelf zoekt naar alternatieven. Een sterke knowledge supplier met korte time-to-market’. Tbp levert breed: van gecompliceerde elektronica tot assemblage van eenvoudige printed circuit boards, van productie op zeer kleine schaal tot volumeproducties. TBP heeft uitgebreide testfaciliteiten en een moderne cleanroom. De systemen worden verwerkt in onder meer medische apparatuur, industriële computers, complexe audiovisuele apparatuur, test- & lichtsystemen, ledverlichting en wafersteppers voor de halfgeleiderindustrie. Vaste afnemers zijn industrieën als de petrochemie, farmacie, defensie en telecommunicatie. www.tbp.nl

B&R INDUSTRIËLE AUTOMATISERING B&R is een wereldwijd opererend bedrijf met hoofdkantoor in Oostenrijk en een vestiging in Breda. B&R is gespecialiseerd in industriële auto-

In 2009 won Nossin uit Valkenswaard tot veler verrassing de Dutch Industrial Suppliers Award in de categorie Best Cost. Dit jaar behoorde het bedrijf weer tot het selecte groepje van vijf finalisten. Volgens de jury is Nossin nog altijd een sterke leverancier van zeer nauwkeurige fijnmechanische componenten. Door een strakke interne planning en de 24/7 beschikbare stofarme, klimaatgecontroleerde productiecellen en de in 2011 opgeleverde cleanroom zijn er nauwelijks interne wachttijden en is de bezettingsgraad van de machines bijna honderd procent. Behalve snelle levering biedt Nossin engineers die meedenken met de klant. Nossin belevert machinebouwers, semicon, elektrotechnische industrie en laboratoriumontwerpers. Daarnaast assembleert Nossin voor die klanten complete modules, desgewenst van inkoop tot en met testen. www.nossin.nl

MCB NEDERLAND Nog een finalist uit Valkenswaard: MCB, leverancier van (roestvrij) staal en non-ferromaterialen. MCB Nederland is onderdeel van de internationale MCB Groep, intermediair tussen klanten en kwaliteitsleveranciers uit de hele wereld. Als groothandel en servicecenter levert MCB een compleet scala aan buizen, platen en profielen. Band en plaat, gezaagde buizen en gestraalde profielen worden in het eigen servicecenter op maat gemaakt, variërend van 25 tot 1.600 millimeter breed. De jury was onder de indruk van de snelle en klantspecifieke levering met een betrouwbaarheid van nagenoeg 100 procent. www.mcb.nl


LM SYSTEMS Ook LM Systems heeft de finale gehaald. Het bedrijf is de adviserende en dienstverlenende toeleverancier in Nederland en België voor een zestal fabrikaten op het gebied van componenten voor lineaire bewegingen. De jury is zeer te spreken over de tijdige leveringen en de flexibiliteit van deze leverancier. ‘Ze passen zich gemakkelijk aan veranderingen in de vraag aan, in afwijking van eerdere forecast. Dit is mede mogelijk dankzij de enorme eigen voorraad. De technisch specialisten in binnen- en buitendienst geven deskundig advies voor iedere branche en daarmee voor iedere industriële toepassing een individuele oplossing.’ www.thk.nl/nl/1/lm-systems.aspx

BEST CUSTOMERS EATON Eaton in Hengelo (Ov) maakt deel uit van het wereldwijd opererende Eaton Electro, wereldmarktleider voor energiedistributie en -beveiliging, energiekwaliteit, besturing en automatisering, energiemonitoring en management. Eaton Nederland is ontstaan na overnames van en fusies tussen PowerWare, Holec, MGE UPS en Moeller. In Hengelo worden producten en systemen ontwikkeld op het gebied van midden- en laagspanningsschakeltechniek. Hier is ook de verkooporganisatie gevestigd. De jury constateert dat Eaton

wel de druk op de toeleveranciers heeft verhoogd om de kosten te verlagen, maar stelt tegelijk vast dat Eaton diezelfde toeleveranciers serieus neemt en gelijkwaardig behandelt. ’De communicatie is helder, afspraken worden nagekomen.’ www.eaton.nl

NIVERPLAST Niverplast ontwikkelt verpakkingsmachines en complete verpakkingslijnen voor met name de voedingsmiddelenindustrie. De van oorsprong Amerikaanse onderneming werkt vooral voor producenten in de vlees- en visverwerkende industrie, bakkerijen, fruitbedrijven en farmacie. Niverplast is gespecialiseerd in de combinatie dozen/plastic zakken en ontwerpt en de bouwt kleine verpakkingsmachines tot en met complete lijnen. De Nederlandse vestiging verhuist binnenkort naar een gloednieuw pand in Nijverdal, onder meer om verder te kunnen groeien. De jury noemt Niverplast een ‘platte organisatie waarin het gemakkelijk is om snel contact te leggen. Toeleveranciers zijn lid van een hecht team en worden betrokken bij de strategie.’ Duurzaamheid is voor Niverplast een belangrijk thema. Medewerkers wordt bijvoorbeeld gevraagd een pleegkind in Afrika te adopteren. www.niverplast.com

HEINEKEN Heineken is een van de grootste bierbrouwers ter wereld. Ongeveer 200 miljoen hectoliter bier vindt zijn weg naar 170 landen. Het beursgeno-

LM Systems LM Systems is uw adviserende leverancier voor alle componenten op het gebied van lineaire bewegingstechniek. Voor bewegingen in een nauwkeurige omgeving, voor hoge precisie op het gebied van positionering in een mechanische of een geautomatiseerde omgeving vindt u in ons uitgebreide programma het passende rechtgeleidingsysteem. LM Systems

teerde bedrijf voert 250 merken. Er werken tegen de 81.000 mensen, van wie ongeveer 2.700 in Nederland. Heineken geeft zijn toeleveranciers veel vrijheid, stelt de jury. ‘Niet alle specificaties worden voorgeschreven, toeleveranciers krijgen de ruimte om zelf met oplossingen te komen. Eindmarkt en strategie worden in alle openheid besproken, er is ruimte om opgebouwde ip voor derden in te zetten.’ Mooi voorbeeld is de samenwerking met Cortexon zoals beschreven in het septembernummer van Link Magazine. www.heineken.com

ÓÓK IN TWEEDE RONDE Het oktobernummer van Link Magazine bevatte een lijst van bedrijven die waren doorgedrongen tot de tweede ronde van de DISCA. In de categorie best logistics suppliers ontbraken per abuis deze vier ondernemingen: • Technische Unie, Amstelveen • TTI Inc, Eindhoven • Van Egmond Elektrogroothandel, Doetinchem • Würth Nederland, Den Bosch

MCB bedankt de organisatie van DISCA’15 voor dit prachtige evenement.

T +31 (0)318 554 615

Kruisboog 2

F +31 (0)318 550 842

3905 TG Veenendaal

www.thk.nl info@thk.nl

De tijd dat innovatie vooral binnen de muren van het bedrijf plaatsvond is voorbij. Veel innovaties zijn het product van samenwerking tussen meerdere partijen. Samenwerken klinkt echter makkelijker dan het is. Vaak gaat het mis, bijvoorbeeld omdat een helder businessmodel ontbreekt waar álle partijen van SURÀWHUHQ 2I RPGDW SDUWLMHQ KHW QLHW HHQV ZRUGHQ RYHU GH XLW GH samenwerking voortkomende intellectuele eigendomsrechten. Het loont daarom om in een vroegtijdig stadium een jurist te betrekken bij de opzet van strategische samenwerking. Iemand PHW HHQ VFKHUS RRJ YRRU GH EDODQV WXVVHQ KRRIG]DNHQ HQ details. Benieuwd wat The Law Factor voor u kan betekenen?

Kijk op www.thelawIDFWRU QO YRRU PHHU LQIRUPDWLH

december 2015

19


DE VEELZIJDIGHEID VAN DE NEDERLANDSE INDUSTRIE AAN TAFEL VOORAFGAANDE AAN DE DISCA

OVER PLASSEN, PASSIE EN PASSWORDS Composiet is sexy, de sluizen van Flevoland kunnen open – ook allemaal tegelijk –, goed leidinggeven doe je door toe te geven dat je het ook niet weet en plassen in een andere richting dan je praat is buitengewoon lastig. Om er maar een paar uitspraken uit te pikken die het zeer uiteenlopende ondernemersgezelschap deed op 25 november aan tafel bij het professorale talkshowhostduo Arjan van Weele en Maarten Steinbuch. Voordat het diner en de Dutch Industrial Suppliers & Customer Awards 2015 werden

Dutch Industrial Suppliers & Customer Awards 2015

school’ actief zijn op het internet, maar nu ‘aan de goede kant’. Daags voor het interview in Boerderij Mereveld bij Utrecht is het bedrijf overgenomen door de NCC Group, een wereldwijd team van meer dan 1.500 professionals, verspreid over dertig locaties op drie continenten. ‘Dit geeft ons meer internationale slagkracht en zo kunnen we onze klanten beter, want van fysiek dichterbij, bedienen.’

opgediend, was het al smullen geblazen. STIJL

Aan tafel in Boerderij Mereveld voor de DISCA-talkshow van links naar rechts: Frans van de Ven (Airborne), Maarten Steinbuch (TU/e), Marcel van Oirschot (Fox-IT), Arjan van Weele (TU/e), William Pijnenburg (AAE) en Bas Koets (2theloo). Foto’s: Sam Rentmeester

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

oe modern de volledig elektrische Tesla ook is, er zit een belangrijke chip in die al bijna twintig jaar oud is. De sluizen van Flevoland zijn van buitenaf open te zetten, ook allemaal tegelijk. En de ondernemer die denkt zijn cyberactiviteiten goed beveiligd te hebben, zou eens moeten nagaan of zijn klanten – waar hij remote onderhoud pleegt – ook wel zo goed zijn afgeschermd van hackers: veel cyberinbraken vinden plaats via een aan een klant geleverde machine of module. Om maar een paar van de weetjes te noemen die het team van FoxIT al werkende weg heeft ontdekt. Marcel van Oirschot, commercieel directeur Benelux van het

H 20

december 2015

cybersecurity-bedrijf, maakte tijdens het interview met Van Weele en Steinbuch glashelder duidelijk dat je als bedrijf veilig wanen voor hackers ronduit naïef is. En die naïviteit komt hij in zijn werk regelmatig tegen. ‘Zeker als je eenmaal een password hebt, kun je heel veel ip-geheimen achterhalen. En dat hangt vaak op het prikbord bij de secretaresse achter de balie.’ Veel van het speurwerk is in opdracht, om te testen hoe goed of slecht de beveiliging is. Of om bij rechtszaken na te gaan of iemand een bepaalde e-mail daadwerkelijk niet ontvangen heeft. ‘En ook als er data is ontvreemd, valt vaak goed na te gaan dat dat het geval is en waar de informatie terecht is gekomen.’ Het personeel van Fox-IT bestaat deels uit gewezen hackers die vaak al ‘vanaf de kleuter-

Ook William Pijnenburg van AAE kreeg het professorale talkshowhostduo van de TU Eindhoven (TU/e) goed op de praatstoel. De dga en ceo van de Helmondse machinebouwer zit dan weliswaar nauwelijks op de social media – ‘maar 11 connecties’, had Van Weele geconstateerd –, maar is wel degelijk een sociaal bewogen man. Tijdens een open dag had Steinbuch hem vol passie horen vertellen over zijn bedrijf en de technologische hoogstandjes die daar worden uitgevoerd, ten overstaan van schooljeugd. Pijnenburg: ‘Het enthousiasmeren van jongeren voor techniek doen we in Nederland niet goed, terwijl het werken en omgaan met de jeugd echt iets fantastisch is. De docenten die erbij aanwezig waren, hebben laten weten volgende keer met vier bussen te komen.’ En zonder die sociale inslag kun je ook niet twee keer achtereen de leidinggevende zijn van het ‘best managed’ Nederlandse mkb-bedrijf, van 2013 en 2014. ‘En ik denk ook van 2015’, verzekerde Pijnenburg met een grijns. ‘Door eerlijk te zijn en jezelf kwetsbaar op te stellen. Zelf weet en kan ik ook niet alles en maak ik fouten. Durf fouten te maken om ervan te leren’, verwoordde hij zijn stijl van leidinggeven. Maar heel veel weten hij en zijn medewerkers natuurlijk wel, lichtte hij toe hoe hij als eerstelijnstoeleverancier onder de

DISCA’16 ZET ALVAST IN UW AGENDA: DISCA’16 OP WOENSDAG 23 NOVEMBER 2016


groter en de tussenschotten wat we de vraag niet aankunnen. Gelukkig zijn wij hoger. Maar overal wordt bovenal sexy. Studenten blijven graag bij ons plakken’, vereen schoon toilet zeer op prijs telde Frans van de Ven van Airborne Composites gesteld.’ Dat schoonmaken is part Automation over de aantrekkingskracht van zijn of the deal die 2theloo met zijn succesvolle onderneming, actief in onder meer de retailklanten sluit, maar dat blijkt aerospace, de getijdenenergie en mogelijk straks niet in elk land even gemakkelijk de automotive. Een volledig interview met hem te regelen. Zo is het Nederlandse staat in deze Link op pagina 36. bedrijf in een rechtszaak terechtgekomen met Franse madams pipi, van wie afscheid werd genomen toen zij niet aan de hoge www.fox-it.com standaarden voldeden. ‘We staan www.aaebv.com voor reinheid en vriendelijke www.2theloo.com service. Schoonmaken konden ze airborne-international.com Marcel van Oirschot (Fox-IT): ‘Een password hangt vaak op het prikbord nog wel, maar bij de secretaresse achter de balie.’ de vriendelijkheid ontbrak. En Frankrijk is een ramp qua prijsdruk van oem-klanten uitkomt: ‘Zorg dat je vergunningen.’ Aldus Koets die, op kennis gebenchmarkt wordt, dan valt er goed gezeten op een podium midover de prijs te praten.’ denin het publiek, moeite had goed in de microfoon te praten WC-CONCEPT en zijn vragenstellers in de zaal De zaal kwam pas echt los bij de derde gast, Bas aan te kijken: ‘Bij het plassen is Koets, en dat had ongetwijfeld te maken met de richten dan net zo lastig’, wist de herkenbaarheid van diens businesscase: ‘making international program manager the absolute most of your toilet break’. In het uit persoonlijke ervaring. Engels gesteld, want 2theloo gaat met zijn wcconcept inmiddels – met succes – de hele wereld over. Wordt dat concept in elke cultuur op dezelfSEXY de manier toegepast, wilde een vragensteller uit De vierde interviewee had het Zangeres Angela van Rijthoven verzorgde de muzikale intermezzi in zeer uiteenlopende de zaal weten. ‘In grote lijnen wel, al zijn in somover risico’s van weer een heel mige landen de afstanden tussen de urinoirs wat andere aard. ‘Het grootste is dat stijlen maar telkens op hoog niveau.

KLANTSPECIFIEKE KL ANT SPECI FI E KE EELEKTRONICABEHUIZINGEN LE K TR ON IC AB E H U IZI NGE N From the first drawing…

Elektronicabehuizingen

zijn

onderworpen

aan

strenge eisen ten aanzien van design, functionaliteit, koeling en EMC-bescherming. Cortexon ontwikkelt en produceert, op basis van een schat aan kennis en ervaring, de beste oplossing affgestemd op de behoefftte van de klant. Of het nu gaat om een compleet nieuw ontwerp of om een redesign van een bestaand ysteem s . Naast

het

ontwikkelen

en

produceren

van

innovatieve, klantspecifieke elektronica-behuizingen

… until the final implementation!

biedt Cortexon als toegevoegde waarde: Assemblage van elektronica-componenten Te esten volgens klantspecificatie Levering volgens sur ‘ face cleanliness grade 4’ Supply chain chain manag ma ement Supply Lif fe ecycle-beheer van ingebouwde electronica

w www.cortexon.com ww.cortexon.com

A

M I N K E L S CO M PA N Y

december 2015

21


HOW TO FORTIFY YOUR INNOVATIONS, IDEAS AND TRADEMARKS

Innovaties, modellen en merken zijn een waardevol bezit voor een onderneming. Ze versterken het onderscheidend vermogen, zorgen voor meer slagkracht, verstevigen de concurrentiepositie en maken het bedrijf aantrekkelijker voor investeerders. Alle reden om Intellectuele Eigendom een prominente plek te geven binnen de bedrijfsstrategie. Wij kunnen u hierbij ondersteunen door uw innovaties, modellen en merken te beschermen en te verrijken. Dankzij ons uitgebreide dienstenpakket en de expertise van onze merken-, modellen- en octrooispecialisten, die oplossingen vinden waar anderen niet aan denken. Wij zijn dan ook het grootste adviesbureau op het gebied van Intellectuele Eigendom van Nederland en BelgiĂŤ en een van de meest toonaangevende bureaus van Europa. Wilt u meer weten, kijk dan op www.nlo.eu


JURYVOORZITTER JOHN BLANKENDAAL: ‘ONDERNEMEND SAMENWERKEN’

BEST CUSTOMER AWARD WORDT VOLWASSEN

Dutch Industrial Suppliers & Customer Awards 2015

Vier jaar geleden werd naast de beste industriële toeleveranciers voor het eerst de beste uitbesteder uitverkozen. In 2011 nog een bijgerecht, nu een volwassen onderdeel van het DISCA-programma met deze keer een recordaantal van bijna 250 nominaties. En een eigen juryvoorzitter, directeur John Blankendaal van Brainport Industries. DOOR JOS CORTENRAAD

T

oeleveranciers die hun beste klanten voordragen voor een prijs. Al gebeurt dat anoniem, riekt het niet naar stroopsmeerderij? John Blankendaal denkt even na. ‘Als ze het hun klant melden is dat misschien in sommige gevallen wel zo’, zegt hij, ‘maar dat geldt zeker niet voor de overgrote meerderheid van de nominaties. Met het voordragen van een klant steek je ook je nek uit. Je geeft aan dat je bereid bent tot commitment, dat je de relatie belangrijk vindt. Je zou ook kunnen redeneren dat de machtspositie van de klant hiermee sterker wordt. Nee, ik durf te beweren dat er in de regel goed is nagedacht door de toeleveranciers. En dat de nominaties oprecht zijn.’

VERHOUDINGEN Vorig jaar werden nog zo’n 120 oem’ers voorgedragen, dit jaar ruim het dubbele. Opmerkelijk? Blankendaal: ‘Het zegt iets over de attentiewaarde van de award. Maar in mijn ogen ook over de veranderende verhoudingen. Het klassieke model van uitbesteden en toeleveren verandert. De tijd is voorbij dat de oem’er pakketten tekeningen over de muur gooit. De inbreng van toeleveranciers wordt belangrijker gevonden. En al vroeg in het proces. De uitbesteder haalt graag specifieke kennis en expertise van zijn toeleveranciers naar binnen. Tegelijk realiseert hij zich dat daar iets tegenover moet staan. Een langdurige relatie, goede prijzen, partnership. Toeleveranciers vinden dat prettig. Het biedt meer zekerheid en ze weten zich serieus genomen. Een onmiskenbare trend, die zich uit in het hoge aantal nominaties.’

VERRASSING In de kandidatenlijst voor de Best Customer Award bekende grote namen als Philips Health-

Best Customer-juryvoorzitter John Blankendaal: ‘De relatie oem’ers-leveranciers evolueert, wordt sterker. We schuiven door naar ondernemend samenwerken.’ Foto: Sam Rentmeester

care, NXP Semiconductors, voestalpine/Polynorm, Frencken, DAF Trucks, AAE, WP Haton (winnaar 2011), Heineken en Vanderlande. Maar ook kleine uitbesteders en zelfs starters. De winnaar bijvoorbeeld, Additive Industries uit Eindhoven, schreef zich pas in 2014 bij de KvK in. ‘Voor de buitenwacht zal dat zeker een verrassing zijn’, erkent John Blankendaal. ‘Het bedrijf kwam in de jurybeoordeling unaniem als beste uit de bus. En waarom zou dat geen starter kunnen zijn? Additive kan model staan voor een nog intensievere relatie tussen oem’er en toeleverancier. Een relatie waarin de toeleverancier betrokken is bij het strategische beleid van de uitbesteder. Dat geldt trouwens ook voor de nummer twee in de eindbeoordeling, Dorel. Een in Nederland klein bedrijf, maar wel met zeer veel aandacht voor en openheid naar de toeleveranciers.’ In de jurering voor de Best Customer Award spelen acht punten een rol, waaronder openheid over de kostprijsopbouw en forecast, communicatie en de ruimte die er is voor het inzetten van het eigen specialisme. Bij de meeste genomineerden

zit dat wel goed. Maar Blankendaal heeft ook een punt van kritiek. ‘Niet altijd zijn er goede afspraken over betaling. Toeleveranciers laten meedenken is mooi, maar meedelen in de winst of het succes is geen automatisme. Daar kan nog wel wat aan veranderen.’

SAMENWERKING John Blankendaal nam graag het juryvoorzitterschap in de categorie Best Customer op zich. ‘Het is toch een flinke klus geworden met bijna 250 kandidaten, van wie er 49 doorstroomden naar de tweede ronde. Als jury hebben we ons gebogen over de vijf finalisten, die het hoogst scoorden op het speciale meetinstrument. De presentaties en discussies waren bijzonder leerzaam. Rode draad: samenwerking. Nogmaals, de relatie oem’ersleveranciers evolueert, wordt sterker. We schuiven door naar ondernemend samenwerken. Wat mij betreft een goede ontwikkeling, want hoe meer samenwerking, hoe meer innovatiekracht. En daar moeten we het in Nederland per slot van rekening van hebben.’

december 2015

23


FOUTEN GEEN OPTIE MEER, ZEKER NIET VOOR EERSTELIJNSTOELEVERANCIER

WEDLOOP TUSSEN RISICO’S EN CONTROLES

THEMA KETENAANSPRAKELIJKHEID – GEDEELDE VERANTWOORDELIJKHEID? Het open en eerlijk delen van kennis, bevoegdheden en verantwoordelijkheden is cruciaal voor het functioneren – lees, het concurrentievermogen – van de keten, zeker in de ‘connected’ toekomst waar het bovenal aankomt op een korte time-to-market. In hoeverre zijn

Wie een fout maakt, moet die herstellen. Maar als je samen een fout maakt, is het al gauw

ketenpartners tot openheid en het evenwichtig

minder eenvoudig te bepalen wie daarvoor moet opdraaien. Die onduidelijkheid neemt

verdelen van de aansprakelijkheid bereid?

toe naarmate producten complexer en softwarematiger worden – en de herstelkosten en

Wordt er steeds meer vooraf vastgelegd in

dus de risico’s hoger. Daarom wordt steeds meer vastgelegd, in steeds gedetailleerdere

contracten en in hoeverre is dat bij de toenemende technologische complexiteit

afspraken. Maar toch, de minst machtige in de keten blijkt vaak de pineut; die kan zijn

nog mogelijk? Verdelen de contractanten

risico’s alleen maar verkleinen door beheersing en controle. Smart projectmanagement is

de opbrengsten, bevoegdheden en

dan van levensbelang.

verantwoordelijkheden eerlijk? En in hoeverre houden ze elkaar en zichzelf daaraan; wat gebeurt er als het mis gaat?

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

ls VW-dieselgate iets duidelijk maakt, dan is het dat fouten (bewust of onbewust gemaakt) gigantisch in de papieren kunnen lopen; voor de oem’er, maar wellicht ook voor sommige toeleveranciers. Bosch, direct betrokken leverancier, stelt in een persbericht: ‘Wie in der Automobilindustrie üblich, liefert Bosch als Zulieferer Komponenten nach Spezifikation des Herstellers. Die Applikation dieser Komponenten und ihre Integration in das Gesamtsystem des Fahrzeugs erfolgt grundsätzlich beim jeweiligen Hersteller.’ Met andere woorden: Bosch acht zich niet aansprakelijk voor de miljardenclaims die VW boven het hoofd hangen; de oem’er is verantwoordelijk voor het grotere geheel. Maar ja, het grote Bosch is een eerstelijnstoeleverancier met een stevige machtpositie jegens de oem’er. Taco Huizinga, als jurist van The Law Factor betrokken bij menige samenwerkingsovereenkomst tussen industriële ketenpartijen, constateert dat de risico’s in die ketens zich steeds meer bij first tier suppliers neigen op te hopen.

A

VEEL ACCEPTEREN ‘De grote oem’ers willen bij die partijen steeds meer ontwikkeling en risico’s neerleggen. Voor eerstelijnstoeleveranciers zijn die oem-klanten vaak van strategisch belang, bepalend voor een groot deel van hun omzet, over langere termijn. Dus voelen die zich gedwongen steeds meer voorwaarden te accepteren. Over de leveringstermijn, de kwaliteit, de – steeds langer wordende – garantietermijn, overdracht van gegenereerde ip, vrijwaring van inbreuk op ip van derden. Ze moeten accepteren dat ze de vervolgschade vergoeden die bij de oem’er of diens klanten ontstaat als niet

24

december 2015

aan zulke voorwaarden wordt voldaan. In de ‘ideale wereld’ zou dat geen probleem hoeven te zijn, want daarin kan de first tier die voorwaarden één-op-één opleggen aan zijn eigen leveranciers. Maar zo werkt het vaak niet. Is een oem’er voor een eerstelijns vaak een strategische klant, een eerstelijns is dat dikwijls niet voor een tweedelijns. Die wil bijvoorbeeld wel tekenen voor de kosten van reparatie van onderdelen die binnen de garantietermijn kapotgaan, maar niet voor de vervolgschade. Een eerstelijnstoeleverancier kan zijn aansprakelijkheidsrisico’s dikwijls juridisch niet goed afdekken. De risico’s verhogen verder doordat oem-inkopers de getekende raamcontracten tegenwoordig niet meer onderin een la schuiven, maar op hun bureau hebben liggen én – zodra er ook maar iets misgaat – zich erop beroepen en boetes uitdelen’, weet Huizinga.

VECHTEN Harald IJpelaar is strategisch inkoper bij Frencken, een typische eerstelijnstoeleverancier die de aansprakelijkheidsdruk van de oem’er ervaart. Hij definieert ‘ketenaansprakelijkheid’ als volgt: ‘Elke schakel in de keten is verantwoordelijk en dus aansprakelijk voor de waarde die hij toevoegt aan het eindproduct’. Maar, voegt hij direct toe, die aansprakelijkheid is niet eeuwigdurend. ‘Keurt een klant een door ons zojuist geleverde module terecht af, dan pakken wij zonder meer de verantwoordelijkheid. Maar veel vaker gaat het om reparatiewerk van onderdelen die al jaren hebben gedraaid en buiten onze garantie vallen, of waaraan derden gesleuteld hebben. De oemklant stuurt die vrijwel standaard naar ons door. Wij worden dan geacht te achterhalen waar de verantwoordelijkheid voor reparatie en schade ligt; heel tijdrovend.’ Als blijkt dat de oorzaak bij

• ‘Risico’s neigen zich steeds meer bij first tier suppliers op te hopen.’ • ‘Ze voelen zich gedwongen steeds meer voorwaarden te accepteren.’ • ‘Iedere schakel moet worden afgerekend op de waarde die hij toevoegt.’ • ‘Controleer afspraken op naleving en sancties zijn eigenlijk nooit nodig.’

de oem’er of diens klant ligt, zorgt Frencken voor de reparatie, met een factuur. ‘Die wordt altijd gewoon betaald. Constateren we dat de fout bij een van onze toeleveranciers ligt, dan stellen we die aansprakelijk. Daarom eisen we dat onze preferred suppliers goed verzekerd zijn voor productaansprakelijkheid. Alleen dan kun je ons key components leveren. Voor vervolgschade hebben wijzelf ook een behoorlijk uitgebreide productaansprakelijkheidsverzekering.’ Vervolgschade bij klanten/eindgebruikers, met soms hoge kosten als gevolg, is altijd een punt van onderhandeling. ‘We accepteren het wel, maar vechten ertegen. Natuurlijk zijn we verantwoordelijk voor wat we doen. Maar werken we met toeleveranciers die de klant voorschrijft, dan is de klant verantwoordelijk.’ Aansprakelijkheidsrisico’s kunnen, behalve technologische, ook logistieke oorzaken hebben. Bijvoorbeeld als Frencken niet tijdig kan leveren omdat zijn leverancier dat niet doet. IJpelaar: ‘Die risico’s zijn relatief klein, ondanks het toenemen-


Illustratie: Josje van Koppen

de aantal varianten en de kortere lifecycles die het voor fabrikanten steeds lastiger maken alles in het assortiment te houden. Voor de kritische delen maken wij altijd afspraken: uiterlijk twaalf maanden voor ‘end of life’ ontvangen wij daarover een mededeling. Als we voor een jaar voorraad aanschaffen dan hebben we maximaal twee jaar om een alternatief te vinden. Grote oem-eindklanten betrekken wij direct bij het probleem. Zo’n partij kan dan extra druk uitoefenen. Dan komt er altijd wel tijdig een oplossing.’

LAAT BETROKKEN Ellis Jan van den Hout, sales manager industrial market bij SKF, zegt dat zijn bedrijf niet vaak aansprakelijk wordt gesteld. Logisch, meent hij, gezien de positie van de lagerfabrikant, als tweede- of zelfs derdelijnsleverancier achter in de keten. ‘Wij zijn natuurlijk aansprakelijk voor de intrinsieke kwaliteit van ons product en staan garant voor eventuele fabricagefouten. Maar in onze verkoopvoorwaarden staat ook dat wij niet aansprakelijk zijn voor het functioneren van onze componenten in de toepassing van de klant. Want wij worden vaak pas laat in het ontwikkelproces betrokken, als veel ontwerpkeuzes al gemaakt zijn. Blijkt de levensduur korter dan vooraf ingeschat, dan hebben wij geen zicht op de oorzaak. Is de belasting hoger dan aan ons was opgegeven? Zijn onze componenten ingebouwd

in een module die niet goed is uitgelijnd met spullen van een ander? Om dat te achterhalen zouden we direct contact moeten onderhouden met de oem’er, en dat zal onze klant niet op prijs stellen. Desgewenst kunnen we wel, middels root cause analysis aan de falende component, klanten adviseren over ontwerpverbeteringen.’ Te late levering kan de klant eveneens voor grote problemen stellen. Ook de vervolgschade daarvan neemt SKF niet op zich. ‘In veel gevallen zijn onze distributeurs daarvoor primair verantwoordelijk. Maar te laat leveren komt zelden voor. Wij werken veel met rolling forecast-informatie van de klant, zodat wij tijdig kunnen inspelen op vraagfluctuaties. Die informatie moet natuurlijk wel kloppen...’

PRECIEZE AFSPRAKEN Oem’er Bronkhorst High-Tech, fabrikant van flowmeters voor uiteenlopende industriële toepassingen, heeft een toeleveranciersbasis van zo’n tweehonderd partijen, waaronder zestien key suppliers. Daarmee, vertelt procurement manager Hans Bruins, worden precieze – tijdongebonden – afspraken gemaakt. ‘Zodat glashelder is wat wij van hen verwachten. In het verleden kwamen we, op basis van voortschrijdend inzicht, soms met steeds nieuwe eisen. Was engineering eindelijk akkoord, wilde iemand van distributie een andere verpakking. Dat kostte veel geld en tijd. Rond

2000 zijn we alles gaan vastleggen wat ooit fout was gegaan. Op basis daarvan maken wij nu afspraken. Traceability wordt daarin steeds belangrijker, bijvoorbeeld om te voorkomen dat je grondstoffen verwerkt die afkomstig zijn uit mijnen waar de werkomstandigheden in strijd zijn met wetgeving in het land van je klant. Eén, twee keer per jaar herzien we de contracten, vanwege nieuwe inzichten of regelgeving. En in audits checken we of de processen en procedures conform de afspraken met ons zijn ingericht. Dat doen we ook steeds meer bij de leveranciers van onze belangrijke eerstelijnstoeleveranciers.’ Alles, benadrukt Bruins, om fouten te voorkomen. ‘Wij maken heldere afspraken en controleren die om puur preventieve redenen, niet om te kunnen sanctioneren. Als je duidelijk laat blijken dat je de naleving goed controleert, zijn sancties eigenlijk nooit nodig.’ Bruins heeft weinig begrip voor de stelling dat system suppliers klem zitten tussen oem’er en eigen toeleveranciers en ze de eisen van oem’ers niet één-op-één kunnen doorzetten naar de eigen toeleveranciers. ‘Iedere schakel in de keten is verantwoordelijk voor de waarde die hij toevoegt en moet daarop worden afgerekend. Als wij een fout maken, zullen wij de consequenties moeten accepteren. Maar als een toeleverancier die maakt, kan het niet zo zijn dat hij gewoon zijn marges maakt en wij met de gevolgen zitten. En

december 2015

25


THEMA KETENAANSPRAKELIJKHEID – GEDEELDE VERANTWOORDELIJKHEID? ligt de fout bij zijn eigen toeleveranciers dan moet hij daar aan de bel trekken. Komen ze niet tot goede afspraken, dan moeten ze misschien op zoek naar beter management of betere inkopers. Zielig doen is niet de weg. In onze wereldwijde, zeer competitieve markt komen wij met die opstelling niet weg.’

wij dat het hoofdaannemerschap daar komt te liggen. Mochten er toch grote fouten zijn gemaakt die tot meerwerk leiden, dan is het zaak te achterhalen bij wie de oorzaak ligt en, dus, wie voor de kosten opdraait. Maar, fouten zijn eigenlijk geen optie. Onze kwaliteit mag nooit ter discussie staan. Merken we dat een leverancier die wij als projectmanager aansturen niet conform de

nu wordt in raamafspraken meteen ook vastgelegd wie wanneer verantwoordelijk is voor de vervolgschade als er niet tijdig wordt geleverd. En als wij een tekening toegestuurd krijgen, zit erbij dat wij twee weken de tijd hebben om te bepalen of we het kunnen maken. Achteraf komen met ‘het kan niet’ of ‘het stond niet in de tekening’ kan niet meer. Met onze eigen leveranciers gaan we

FOUTEN GEEN OPTIE Volgens Taco Huizinga blijft er voor de eerstelijns niets anders over dan het ontwikkel- en productieproces zo goed mogelijk te controleren en beheersen. ‘Fouten voorkomen, daar draait het om. Niet alle eerstelijns realiseren zich dat projectmanagement cruciaal is voor het beperken van aansprakelijkheidsrisico’s. Dus heel strak sturen op kwaliteit, planning en budget en direct ingrijpen als het mis dreigt te gaan.’ Softwaretools voor kantoor en werkvloer kunnen daarbij helpen. Projectmanagement is een expertise van engineering- en projectmanagementbedrijf VIRO, dat markten als de (Duitse) automotive en machinebouw bedient. Directeur buitenland Theo Wigger: ‘Behalve het projectmanagement zorgen wij voor de totale engineering, van concept tot en met de detailengineering, maar wij zijn geen producerend bedrijf. Wij kijken strategisch altijd of het zinvol is de order via VIRO of de producent van de series te laten lopen. Heeft de producent het grootste aandeel in de opdracht, dan zorgen

‘Zielig doen, daar komen wij in onze wereldwijde, zeer competitieve markt niet mee weg’

afspraken kan gaan leveren, dan moeten we zorgen dat hij het wel kan. Desnoods stappen we, na goedkeuring van onze opdrachtgever, over naar een andere leverancier. De deadline moet altijd gehaald worden.’

ook zo om. De enorme toename van formele afspraken vooraf, dat vind ik een goede ontwikkeling. Het dwingt alle betrokkenen tevoren goed na te denken over de risico’s die ze kunnen of willen lopen. Alleen een fax sturen is wel makkelijk, maar weegt niet op tegen alle ergernis en juridische getouwtrek als het misgaat.’ De toenemende controle over de processen, om fouten te voorkomen en helder te krijgen wie verantwoordelijk is als ze toch ontstaan, wordt ingegeven door de toenemende technologische complexiteit. Die maakt het allemaal kostbaarder. En

BEHOEFTE AAN CONTROLE De behoefte bij opdrachtgevers aan controle en beheersing groeit sterk, constateert ook IJpelaar. Per saldo is hij er blij mee. ‘Tien jaar geleden kon je een leverancier een tekening faxen met het verzoek om honderd stuks van iets te leveren. Maar

INTELLLIGENT AF INTELLIGENT AFSCHAKELEN FSCHAKELEN MET MICO M NIEUW!

Met NEC Cla ss toelatin 2 g

MICO M ICO de intelligente stroombewaking voor 24 V DC circuits

MICO HIGHLIGHTS MICO bewaakt bewaakt sstromen tromen en sc hakelt MICO schakelt fout per sstroomkring troomkring af bij een fout 990% 0 % voormelding voormelding om storingen storingen te voorkomen voorkomen te Eenvoudig Eenvoudig storingen storingen vinden en oplossen oplossen Voor Vooor 2, 4 of of 8 stroomkringen stroomkringen murrelektronik.nl

26

december 2015


de opkomst van de smart industry, waarin alles softwarematig aan elkaar verbonden (connected) is en die producten aflevert die met elkaar en andere producten communiceren, maakt bepalen wie aansprakelijk is voor onderperformance of schade steeds lastiger. Dat speelt straks, als twee zelfstandig rijdende auto’s op elkaar botsen, maar ook nu al, als in een productielijn freesmachines van het ene en robots van het andere merk niet met elkaar overweg kunnen. IJpelaar: ‘Wij hebben dat zelf aan de hand gehad. Het heeft anderhalf jaar geduurd voordat we de lijn goed aan de praat hadden. Helaas hadden we het hoofdaannemerschap. Een harde les: leg de aansprakelijkheid vooraf bij een van de leveranciers. Ook bij onze klanten kunnen zich dat soort technologische communicatieproblemen voordoen, bijvoorbeeld als onze waferstage niet goed met andere modules in de machine kan praten. Zolang Harald IJpelaar is strategisch inkoper bij Frencken: ‘Nu oem’ers steeds vaker van first tier je build-to-print produceert is suppliers als wij vragen om ook te ontwikkelen, worden de aansprakelijkheidsrisico’s dat risico niet groot. Maar nu groter.’ Foto: Sam Rentmeester oem’ers steeds vaker van first tier suppliers als wij vragen om ook te ontwikkeen geven die door aan de machinebesturing. Voor len, worden die aansprakelijkheidsrisico’s groter.’ het bouwen van een goed werkend systeem blijft de klant eindverantwoordelijk. Dat realiseert die zich kennelijk ook, want de toenemende comSOFTWAREMATIGE VERWEVENHEID plexiteit leidt niet tot meer aansprakelijkheidsDe toenemende complexiteit van de technologie stellingen. Klaarblijkelijk worden de problemen die ketenpartijen samen realiseren, vergroot de opgelost waar ze opgelost moeten worden: hoger risico’s, beaamt Wigger. ‘Neem de automatisch in de keten.’ bestuurde auto’s. Stel dat hackers daarop inbreken – dat kan altijd – en een ongeluk veroorzaken. Wie is verantwoordelijk? Natuurlijk in eerste ACCEPTEREN instantie de oem’er, maar de claimcultuur in Hans Bruins van Bronkhorst tot slot: ‘Wij hebben vooral de VS is zodanig dat je als toeleverancier in het recente verleden meegemaakt dat een fout zomaar met een miljoenenclaim geconfronteerd niet goed aan een leverancier was toe te kennen kunt worden. Tot dusver hebben we daar nooit en dan moet je het helaas zelf oplossen. Die situamee te maken gehad, maar ik kan niet in de toeties doen zich nog steeds voor. Dat voorkom je komst kijken. De eisen aan de kwaliteit van het door zo nauwkeurig mogelijk te specificeren, contractmanagement worden steeds hoger. Wijzodat je toeleverancier precies weet wat jij van zelf zijn daar ook steeds scherper op geworden, hem verwacht, ook als het toch mis gaat. Projecthebben daarover veel expertise opgebouwd. De management is voor ons én voor onze klanten en condities in contracten met onze klanten en toeleveranciers steeds belangrijker. Maar een deel leveranciers worden steeds scherper. De tijd dat van die aansprakelijkheidsrisico’s moeten we de klant even snel een opdracht geeft omdat je al maar accepteren. Een toeleverancier die net twintig jaar trouw levert, is echt voorbij.’ zoveel integrerende kennis heeft als wij zou zo De softwarematige verwevenheid van modules en maar uit kunnen groeien tot een concurrent – en toenemende complexiteit zal het bepalen van de dat willen we ook niet.’ root cause en daarmee van de aansprakelijkheid voor falen niet vereenvoudigen, vermoedt ook Van den Hout van SKF. ‘Onze systemen worden bijvoorbeeld ingebouwd in het abs-systeem van www.thelawfactor.nl auto’s. Ons lager neemt via een sensor waar dat www.bronkhorst.com het wiel blokkeert en geeft het systeem opdracht www.frenckengroup.com de rem los te laten. In productiemachines www.viro.nl registreren onze lagers of er trillingen optreden www.skf.com

SENSOR SOLUTIONS AND SYSTEMS For all areas of the automation industry As a global player, we stand for comprehensive system expertise, continuous innovation, the highest quality, and the greatest reliability. Balluff means technological variety and first-class service. Our 2450 worldwide employees are working to ensure this.

Systems and Service

Industrial Networking and Connectivity

Industrial Identification

Object Detection

Linear Position Sensing and Measurement

Condition Monitioring and Fluid Sensors

Accessories

www.balluff.nl

Balluff B.V. Europalaan 6a, 5232 BC ‘s-Hertogenbosch Phone +31-73-6579702


THEMA KETENAANSPRAKELIJKHEID – GEDEELDE VERANTWOORDELIJKHEID?

PHENOM-WORLD EN DELMIC WACHTEN NIET TOT HET CONTRACT GETEKEND IS

VERTROUWEN OP ÉÉN A4 Eerst een contract uitonderhandelen om alle verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden vast te leggen. Bij gezamenlijke ontwikkeling is dat een logisch startpunt. Maar wel tijdrovend, wat het aanvankelijke enthousiasme ernstig kan doen bekoelen. Toen Phenom-World en Delmic hun technologieën tot een uniek apparaat wilden combineren, gingen ze gewoon ontwikkelen en startten parallel de contractonderhandelingen. ‘We begonnen met een intentieverklaring op één A4.’

DOOR HANS VAN EERDEN

P

henom-World (dertig medewerkers) uit Eindhoven staat bekend om zijn tafelmodel elektronenmicroscoop, het Delftse Delmic (zestien mensen) legt zich toe op de combinatie van een elektronen- en een lichtmicroscoop. Toen beide kop-staartbedrijven besloten om hun sterktes te combineren, rolde daar de Delphi uit, de eerste geïntegreerde desktop fluorescentie- en elektronenmicroscoop ter wereld. Delmic verzorgde de hoofdmoot van de ontwikkeling, Phenom-World bracht de kennis over zijn Phenom in en NTS-Group produceert nu de Delphi. Een uniek apparaat, voortgekomen uit een bijzondere samenwerking.

VERTROUWEN Eind 2013 staken ze de koppen bij elkaar, januari 2014 tekenden ze een intentieverklaring en startte de ontwikkeling. Jos Maas, product marketing director bij Phenom-World: ‘Normaliter moet je bij grote partijen als ASML (waar Maas werkte, red.) of Philips eerst uitgebreid onderhandelen voordat je echt wat gaat doen. Dat heeft voordelen, maar je verliest wel snelheid. Wij kozen een andere benadering. Er is een soort wederzijds vertrouwen uitgesproken dat niet honderd procent juridisch was afgedekt. Dom? Nee, integendeel.’ Delmic-ceo Sander den Hoedt beaamt dat: ‘Je hebt vertrouwen, want zit in dezelfde wereld waar iedereen iedereen kent en je elkaar geen hak gaat zetten. Met een intentieverklaring zoals wij hebben getekend, weet je waar je heen gaat en ben je meteen bezig, waardoor het enthousiasme behouden blijft. De neiging om alles van tevoren te willen dichttimmeren, maakt mensen chagrijnig nog voor ze aan het project beginnen.’ Sven

28

december 2015

Van links naar rechts Sander den Hoedt (Delmic), Sven Johansen (Westphal Johansen advocaten) en Jos Maas (Phenom-World): ‘Momentum creëren en vasthouden is op de traditionele manier moeilijker.’ Foto: Bart van Overbeeke

Johansen, van Westphal Johansen advocaten, herkent dat: ‘Ik kom uit een wereld waar veel discussies gaan over beren op de weg. Deze partijen zagen geen beren en gingen gewoon aan de slag. Als juristen binnenstappen, wordt de sfeer vaak meteen minder gezellig. Dat heb ik willen voorkomen. Hier bleef het enthousiasme steeds behouden. In hun A4’tje was doel en fasering van de samenwerking al goed verwoord. Die kapstok is in de loop van tijd aangevuld met verdere afspraken en dat werd de blauwdruk voor een uitgebreide overeenkomst.’

GOVERNANCE-STRUCTUUR Dat contract is klaar, alleen nog niet getekend – wat het wederzijds vertrouwen ‘tekent’. Het heeft, met intervallen, negen maanden geduurd. Den Hoedt: ‘Misschien moeten we die handtekening maar eens zetten. Sommige dingen duren lang, niet omdat je het oneens bent maar omdat het moeilijk is. Zoals de ip: wat willen we daar nou mee, wat is handig, hoe regelen we dat toekomst-

proof? Ons apparaat is niet simpel, het contract evenmin. Een contract dient twee functies. Allereerst zorgen dat je elkaar goed begrijpt, een duidelijk kader stellen en afspraken maken. En voorts afspraken voor ‘what if’-scenario’s maken. Dat laatste hebben wij kunnen beperken door een goede governance-structuur neer te zetten, waarin je zaken kunt oplossen als je het niet eens wordt.’ Johansen: ‘Je kunt beter een goede overlegstructuur en een beslissingsmodel neerzetten dan alle mogelijke onderwerpen al van tevoren door te akkeren en daarover beslissingen te nemen.’ In opdracht van zijn cliënt PhenomWorld stelde Johansen het contract op: ‘Over 95 procent waren we het snel eens, dankzij het raamwerk dat was gezet, we hadden de tijd om op de laatste vijf procent dieper in te gaan.’ Natuurlijk heeft daar ook een jurist namens Delmic naar gekeken. Den Hoedt: ‘Ik zou mijn due diligence niet goed doen als ik bij zo iets wezenlijks voor ons bedrijf zou zeggen ‘Sven, goed gedaan’ en ongelezen mijn handtekening zou zetten.’


PECH GEHAD

© 2015 Siemens Product Lifecycle Management Software Inc. Siemens and the Siemens logo are registered trademarks of Siemens AG. All other trademarks, registered trademarks or service marks belong to their respective holders.

Jos Maas zou graag zien dat ook andere technologiebedrijven deze vorm van samenwerking omarmen. ‘Ik weet uit ervaring dat het bij de grote oem’ers anders loopt. Hun structuren en controlemechanismen maken het veel moeilijker om in vrijheid zaken op te lossen en calculated risico’s te nemen zoals wij doen.’ Den Hoedt: ‘Met een grotere partij zou ik niet zo snel hiervoor kiezen, omdat je daar niet het vertrouwen hebt dat van dag tot dag hetzelfde verhaal wordt verteld. Je zit daar niet om tafel met de persoon die de strategie bepaalt, maar met iemand uit het midden van de organisatie. Als er morgen iets totaal anders wordt besloten bij Phenom-World, kan ik met Jos of Emile (Asselbergs, de ceo, red.) om tafel. Gebeurt dat bij een grote organisatie, dan is het: ‘Tsja, komt van boven, pech gehad.’’ De winst in de time-to-market schatten de partners op een half jaar. Maas: ‘Overleg met advocaten, teksten die weer terugkomen, overleg met collega’s en aandeelhouders, dat kost steeds een paar weken.’ Den Hoedt: ‘Wij zijn wel eens achttien maanden bezig geweest. Dat had hier weliswaar sneller gekund, maar je bent voor een complexe situatie als deze toch snel een half jaar kwijt. In die periode zit je in een soort paralysis, het enige dat je doet is met elkaar praten. Er is geen enthousiasme om wat te doen, geld voor het project staat op een rekening te wachten, je gaat divergeren. Nu zat hier vanaf het begin gewoon een heel team te ontwikkelen, terwijl wij over het

contract praatten.’ Maas: ‘Momentum is in dit verband een mooi woord. Dat creëren en vasthouden is op de traditionele manier moeilijker.’

ACTUELER EN DUNNER CONTRACT Bovendien is het contract beter en actueler geworden van de parallelle werkwijze. Johansen: ‘Het is gaan meeademen met de stappen die al in de gezamenlijke ontwikkeling zijn gezet.’ Maas: ‘Over veel ‘what if’-scenario’s hoef je het helemaal niet meer te hebben, die zijn niet meer aan de orde. Het contract is dunner geworden omdat we punten konden weglaten en sowieso al veel hebben vastgelegd in de governance-structuur.’ Johansen: ‘In het begin lag de nadruk in de gesprekken op ontwikkeling. Pas later kwam er nadrukkelijker aandacht voor de commerciële rol van Phenom-World als verkopende partij. Uiteindelijk is het een contract geworden waarin beide rollen met dezelfde zwaarte zijn benaderd.’ Voor Den Hoedt waren afspraken over hoe Delmic zijn ontwikkelkosten kon terugverdienen belangrijk. ‘Nu krijgen we in de eerste levensfase van de Delphi een wat hogere licentiefee van PhenomWorld voor elk exemplaar dat zij verkopen, zodat wij sneller onze kosten terug hebben. In de tweede fase gaan we de kostprijs optimaliseren.’ Het enige dat meteen hard werd vastgelegd in de intentieverklaring was een nda (non-disclosure agreement). Den Hoedt: ‘Die nda was de sleutel dat we meteen met elkaar aan de slag konden gaan. Ook zo’n nda heeft weer een duale functie:

ik heb een rechtsgang als het misgaat en het geeft een kader: ‘Joh, deze informatie is geheim, zorg dat jullie mensen daar bewust mee omgaan.’’ Johansen: ‘In het ontwikkelproces zijn partijen steeds meer kennis gaan delen, dus was het logisch meteen een nda af te sluiten. De kern is dat partijen elkaar niet leegzuigen om er dan met de informatie vandoor te gaan. Die insteek hebben ze nooit gehad, maar de behoefte aan bescherming is wel terecht.’

SPANNENDER Begin 2014 werd het A4’tje getekend, ruim een half jaar later werd de Delphi op een wetenschappelijke conferentie enthousiast ontvangen. Testsystemen zijn uitgezet en in 2016 moet de verkoop echt op gang komen. Met dank aan de bijzondere samenwerkingsvorm. Sander den Hoedt tot slot: ‘Ook in onze supply chain hebben we niet alles met contracten afgedekt, maar dat hier de commerciële exploitatie niet bij ons ligt, maakt het wel spannender. In deze samenwerking geven wij een commercieel concept uit handen. Dat we nog steeds in goed vertrouwen met elkaar om tafel zitten, toont aan dat een contract niet altijd de basis hoeft te zijn voor een goede samenwerking.’ www.delphimicroscope.com www.phenom-world.com www.delmic.com www.wjadvocaten.nl

Realize potential. Siemens PLM Software: Industry solutions for smart innovation. In a world of smart products, where markets vanish in a single innovation, how do you compete? Forward-thinking companies are “digitalizing” their entire innovation process, from development through production to utilization.

Our Smart Innovation Portfolio helps optimize your digital enterprise so you’re equipped to initiate and respond to disruptive innovation. And you can realize what matters most in your industry. siemens.com/plm/vision

Realize innovation. december 2015

29


THEMA KETENAANSPRAKELIJKHEID – GEDEELDE VERANTWOORDELIJKHEID?

SUPPLIERS AUTOMOTIVE EN AEROSPACE GENUANCEERD OVER OMGANG OEM’ERS MET AANSPRAKELIJKHEID

PRAKTIJK MINDER STRINGENT DAN PAPIER

Seine Ligtenberg (rechts), relatiemanager industrie ING Gespreksleider Arnold Koning (ING): ‘Kun je nog wel zaken

grootbedrijf & instellingen Oost-Nederland, en Jeroen Mes

doen met als credo vertrouwen?’ Foto’s: Arjan Reef

(Brinks Metaalbewerking): ‘Duitse klanten gaan voor de lange termijn en hebben geen cultuur van claimen.’

Op papier wordt de aansprakelijkheid in sectoren als automotive en aerospace steeds strakker geregeld. In de praktijk wordt de soep echter niet altijd zo heet gegeten. Bedrijven met ketenaansprakelijkheid ‘in hun dna’ spraken zich eind november uit in een rondetafel die ING Bank over het thema organiseerde. DOOR HANS VAN EERDEN

et thema in De Broeierd in Enschede is ketenaansprakelijkheid en dus kan gastheer Arnold Koning, sectormanager industrie bij ING Nederland, het niet laten – aan tafel zitten meerdere suppliers van de automotive – om even met de sjoemelsoftware te beginnen. Heeft niet iedereen boter op z’n hoofd? Wist de importeur het niet, hadden de dealers het moeten weten? En hoe zit het met de consument: is die aansprakelijk voor het rijden met een (meer) vervuilende auto, of moet ie juist z’n geld terugeisen en zo ja, bij wie? Ja, ketenaansprakelijkheid is een hoogst actueel, maar ook ongrijpbaar thema. Vervolgens staat Koning stil bij Smart Industry, met ingrediënten als ketensamenwerking, open innovatie en intellectueel eigendom. Typisch zaken waarbij aansprakelijkheid aan de orde komt als het misgaat.

H

geplakt, dan heb je al een fout. Tachtig procent van de fouten is administratief.’ Die zijn zo kritisch omdat Giethoorn de oem’ers meteen aan hun productielijn belevert. Elke fout, ook een administratieve, kan het productieproces doen stokken. Daar komt nog bij dat de vroegere ingangscontrole bij klanten is vervallen en verschoven naar de leveranciers. Brinks Metaalbewerking uit Vriezenveen levert niet rechtstreeks aan oem’ers. De producent van ventielblokken voor de automotive, windmolens, agrarische machines en aggregaten levert aan de bouwers van hydraulische systemen, vertelt algemeen directeur Jeroen Mes: ‘Dat kunnen wel 100.000 stuks of meer zijn. Onze afnemer doet natuurlijk een kwaliteitscontrole op de systemen die hij aflevert. Interessant wordt het als pas bij de oem’er een gebrek in onze ventielbokken zou blijken. Wie is dan aansprakelijk? De overeenkomsten die wij met onze klanten afsluiten zijn

daarover niet altijd duidelijk.’ Om fouten te voorkomen, overlegt Brinks met z’n klanten om de functionele specificaties te toetsen op maakbaarheid. ‘Daarvan hebben wij de expertise. Het komt voor, vaak zelfs, dat die specs in eerste instantie niet te maken zijn. Wij kunnen met voorstellen komen voor verbetering. De vraag is dan bij wie de ip (intellectual property, red.) op die verbeterde specs ligt. Mag onze klant daarmee naar de concurrent?’ Herman ten Heuw: ‘Dat mag niet, maar gebeurt wel in de automotive.’ Dutch-Shape in Borne, dat tooling levert aan automotive en aerospace, moet standaard afstand doen van eventuele ip op producten waarvoor het verbeteringen heeft aangedragen. Directeur Guus Engelen: ‘Geen probleem, want wij zijn toch koploper in onze productietechnologie. Zolang wij die maar vrijelijk mogen gebruiken.’

VOORWAARDEN Om ketenaansprakelijkheid goed te kunnen regelen, moet op papier staan wat partijen van elkaar verwachten. Menko Eisma, directeur van Trumpf Nederland in Hengelo (Ov), dochter van de Duitse leverancier van lasertechnologie en machines voor plaatbewerking, wijst op z’n relatie met ASML. ‘Dat is een echt partnership, waarin zij

PPM-CONTRACTEN De Gietburg Groep met modelmakerij, ijzergieterij en machinefabriek in de gelederen, is een van die toeleveranciers aan de automotive. Een constant gevecht met de ppm’s, het aantal toegestane fouten per miljoen geleverde componenten (parts per million), vertelt ceo Herman ten Heuw. Niet voor niets heten de kwaliteitsovereenkomsten die hij tegenwoordig moet tekenen ppm-contracten. Toevallig heeft hij juist van een niet nader te duiden Duitse klant een document ontvangen waarin verdeelsleutels staan voor de aansprakelijkheid in geval het misgaat. Gelieve online te accorderen. ‘Als een pallet moeilijk uit de vrachtwagen is af te laden of een sticker zit verkeerd op de doos

30

december 2015

René Nieuwenhuis (links), relatiemanager Herman ten Heuw (Gietburg Groep): ‘Zit een sticker verkeerd op de doos geplakt, dan heb je al een fout.’

industrie ING grootbedrijf & instellingen Oost-Nederland, en Guus Nieuwenhuis (Dutch-Shape): ‘Inkopers zeggen: ‘We moeten dit opschrijven, maar gaan het niet tegen jullie gebruiken.’’


Menko Eisma (Trumpf Nederland): ‘We merken in relaties met klanten dat de belangen toenemen en condities worden aangescherpt.’

voor ons een roadmap hebben uitgezet. Zij zijn sterk in procesbewaking. Als er een fout wordt geconstateerd, zetten zij het proces stil en wordt het herschreven voordat we verder kunnen. We krijgen van hen ook targets voor de installatietijden voor de machines die wij aan hen leveren.’ Mirjam Elferink, advocaat bij het Enschedese kantoor KienhuisHoving, vindt het een goede zaak. ‘Vaak zien wij contracten met alleen maar algemene afspraken, die niet precies beschrijven wat de partijen gaan doen en van elkaar kunnen verwachten. Een contract moet je als een soort werkdocument gebruiken, niet in de la leggen. De algemene branchevoorwaarden zijn niet altijd voldoende.’ Zelfs de algemene voorwaarden van de specifieke klant waarmee een contract wordt afgesloten, zijn niet altijd toereikend, weet Eisma. ‘Enkele klanten hebben hun algemene voorwaarden toegeschreven op het direct leveren van onderdelen aan de productielijn. Daar kunnen wij als machineleverancier niets mee.’

AFWAS Toeleveranciers hoeven die voorwaarden, die strakke contracten, niet per definitie te accepteren.‘Klanten zetten ons vaak op één lijn met leveranciers van machined parts’, zegt direc-

teur Guus Engelen van Dutch-Shape. ‘Ze proberen ons dezelfde voorwaarden op te leggen, maar zijn wel afhankelijk van onze tooling. Dus zijn we gewend om te strepen in contracten. Want wij willen alleen aansprakelijk gesteld kunnen worden voor ons product, niet voor de producten die op onze machines worden gemaakt. De boekwerken worden wel steeds omvangrijker en we zien een verharding, met meer Amerikaanse methoden, ten nadele van ons. Het lijkt wel of inkopers en techneuten steeds verder uit elkaar drijven. Maar inkopers zeggen ook tegen ons: ‘We moeten dit wel opschrijven, maar we gaan het niet tegen jullie gebruiken.’ Het is dat klanten ook van ons afhankelijk zijn. Als zij ons voor 2.600 anderen zouden kunnen inruilen, zou ik een aantal documenten niet durven tekenen.’ De Amerikaanse (claim)cultuur was zeker een issue voor het Almelose Aeronamic, dat systemen als luchtpompen en startmotoren voor de aerospace ontwikkelt en bouwt. Dat vertelt Sido Kermans, vice president product development. ‘Aeronamic is voortgekomen uit Urenco en dat was een ‘rijke kip, aantrekkelijk om kaal te plukken in het geval van claims’. Voor de stap naar de aerospace, waarin we alleen maar Amerikaanse klanten hebben, hebben we veel juridisch advies ingewonnen. Ketenaansprakelijkheid zit vanaf het begin in ons dna.’ Daar komt bij dat Aeronamic veel aan open innovatie doet, om een korte timeto-market te kunnen realiseren.’ Dat brengt weer kwesties rond ip en vertrouwelijkheid met zich mee. ‘Je moet wel goed de ip omschrijven, dat maakt de contractonderhandelingen lang. Vooraf de background ip die de verschillende partijen inbrengen, op het eind van het ontwikkeltraject de foreground ip die gezamenlijk is gegenereerd. Een langdradig proces, als een soort afwas na een lekkere maaltijd. En het is juridisch lastig, want voor gezamenlijk eigendom bestaat geen jurisprudentie.’ Daar is een simpele maar onbekende oplossing voor, weet Mirjam Elferink: ‘Dat eigendom splitsen over de verschillende partijen.’

CLOUD-MIJDER Vertrouwelijkheid, geheimhouding, wordt vaak op papier geregeld in de vorm van non-disclosure agreements (nda’s). ‘Persoonlijk vind ik die vervelend’, zegt Menko Eisma van Trumpf, ‘ze beperken je in de samenwerking.’ Voor Guus Engelen zijn die nda’s een van de redenen om de cloud, die virtuele locatie voor dataopslag en rekenkracht, te

mijden. Vanuit juridisch perspectief verstandig, blijkt uit de woorden van Martijn Kortier, advocaat bij KienhuisHoving. Hij spreekt van pionierswerk: ‘De cloud is nog niet in de wet omschreven.’ Want gaat het over de cloud en andere moderne ict, dan is privacy een heikel thema. Bij populaire file transfer services als WeTransfer en opslagdiensten als Google Drive en Dropbox is het maar de vraag of de verzonden danwel opgeslagen data ‘privé’ blijven. Of neem Prezi, het hippe zusje van Powerpoint; dat heeft als voorwaarde dat je (in geval van een gratis account) gemaakte presentaties deelt met het publiek. Uit de reacties aan tafel in De Broeierd blijkt dat niet iedereen besef heeft van al die ‘openheid’.

VERTROUWEN Tot slot brengt Arnold Koning het gesprek op vertrouwen. ‘Kun je nog wel zaken doen met als credo vertrouwen?’ Wel met sommige ondernemingen waarmee Trumpf een langdurige relatie onderhoudt, zegt Menko Eisma. ‘Maar we merken in relaties met klanten dat de belangen toenemen en condities worden aangescherpt. Trumpf is dan wel een multinational, maar dat soort zaken moeten we lokaal uitzoeken.’ Mirjam Elferink vindt die bewustwording belangrijk: ‘De techniek wordt ingewikkelder, ketens worden langer, contracten ingewikkelder.’ Brinks Metaalbewerking doet met de vaste klandizie veel op vertrouwen, aldus Jeroen Mes: ‘Wij hebben veel Duitse klanten. Die gaan voor de lange termijn en hebben geen cultuur van claimen. Als er een probleem is, luidt de vraag: hoe lossen we dat op?’ Dat beeld herkent Herman ten Heuw van Gietburg. ‘De Duitse klant is pragmatisch, die heeft ons morgen weer nodig. In de claimcultuur gaat van onze klanten DAF het verste, vanwege z’n Amerikaanse moeder, Paccar. Maar uiteindelijk regelen zij veel problemen met Brabantse nuchterheid.’ Ook Amerikaanse klanten zijn de kwaadste niet, beaamt Sido Kermans van Aeronamic: ‘Als je een goede verstandhouding met je klant hebt, wordt er veel met de mantel der liefde bedekt. Maar als de hemel naar beneden komt en een probleem niet is weg te poetsen, dan komen de haaien in actie.’

www.ing.nl

Martijn Kortier en Mirjam Elferink (KienhuisHoving): ‘De techniek wordt ingewikkelder, ketens worden

Sido Kermans (Aeronamic): ‘Bij een goede verstandhouding

langer, contracten ingewikkelder.’

met je klant wordt er veel met de mantel der liefde bedekt.’

december 2015

31


AMERIKAANSE HANDS-ON MENTALITEIT, GOEDE INFRASTRUCTUUR EN DICHT BIJ GROTE MARKTEN

INTERNATIONAAL ZAKENDOEN

‘DAT MEXICANEN GRAAG ALLES ZOUDEN UITSTELLEN TOT MAÑANA, SLAAT NERGENS OP’

SERIE OVER DE NEDERLANDSE ECONOMISCHE VERTEGENWOORDIGING IN HET BUITENLAND

Mexico wordt steeds interessanter voor de buitenlandse maakindustrie, vooral door de explosief groeiende automotive- en voedselsector. Ook voor het Nederlandse bedrijfsleven liggen er veel kansen, hoort Link Magazine van de ambassadeur ter plekke en van ondernemingen die de stap al gezet hebben.

• ‘Alle voorwaarden voor een sterke, stabiele groei zijn aanwezig.’ • ‘Er zijn Nederlandse bedrijven, maar het zou een tandje meer kunnen.’ • ’Mexico profiteert sterk van de centrale ligging.’ • ‘Trek naar Mexico is een trend die zich nog wel even doorzet.’

geleid door Lilianne Ploumen, minister voor buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking. ‘Dus ja, het besef groeit. Mexico heeft behoefte aan watermanagement, er moet geïnvesteerd worden in energie, infrastructuur en land- en tuinbouw. In de Golf liggen gigantische olievoorraden te wachten; de eerste concessies zijn vergeven en ik verwacht dat ook Shell volgend jaar gaat boren. Dat levert veel werk op voor de offshore, waar Nederland heel goed in is. Verder is het areaal tuinbouwkassen sterk gegroeid, onder meer met inbreng van Nederlandse kennis en kunde.’

VOOROORDEEL Ambassadeur Hogewoning naast minister Ploumen tijdens de handelsmissie in Mexico: ‘Ik denk echt dat Nederlandse ondernemers kansen laten liggen.’ Foto’s: RVO.nl

DOOR JOS CORTENRAAD

BESEF GROEIT

e groei van de Mexicaanse economie – een kleine drie procent – is dit jaar niet echt spectaculair. Maar schijn bedriegt, zegt de Nederlandse ambassadeur Dolf Hogewoning vanuit Mexico-Stad. ‘Mexico staat nu nog dertiende, maar zal op de langere termijn ongetwijfeld bij de top-tien van de wereldeconomieën horen. De potentie van het land is enorm. Dankzij de strategische ligging ten opzichte van de VS, Zuid-Amerika en China én door strategische keuzes van de laatste jaren. Mexico heeft de deuren wagenwijd opengezet en staatsmonopolies afgebroken en is zeer vriendelijk voor buitenlandse investeerders. Het is lid van NAFTA, heeft met 44 naties vergaande handelsakkoorden en neemt deel in TTIP (Transatlantic Trade & Investment Partnership, red.), het vrijhandelsakkoord waarover de EU en VS onderhandelen. Verder is fors geïnvesteerd in infrastructuur en onderwijs. Alle voorwaarden voor een sterke, stabiele groei zijn aanwezig.’

Het besef dat er de laatste tien jaar veel is veranderd, is volgens Hogewoning nog niet wereldwijd ingedaald. Ook niet bij Nederlandse ondernemers. ‘Ik denk echt dat die kansen laten liggen. Ik zie grote auto- en voedselproducenten hier nieuwe fabrieken neerzetten en ondernemingen die hun productie van China naar Mexico verhuizen. Dat heeft alles te maken met de betaalbare lonen en het grote aanbod van goedopgeleide technici. Het land heeft een groot arbeidspotentieel, de mensen willen werken. Engineers, machinebouwers, toeleveranciers; hier kunnen veel partijen goed zakendoen. Nee, natuurlijk zit niet heel Nederland te slapen. Fokker, bijvoorbeeld, maakt in een grote fabriek in Chihuahua vleugels en andere vliegtuigdelen. Inalfa Roof Systems, Nederlandse fabrikant van autoschuifdaken, en Dooremalen Industries, actief in kunststofspuitgieten, zijn hier gevestigd. Maar het zou een tandje meer kunnen.’ De ambassadeur was in september betrokken bij een handelsmissie van 23 Nederlandse bedrijven,

D

32

december 2015

Houdijk Holland, producent van sorteerlijnen voor koekjes, biscuits en crackers, is al ruim tien jaar actief in Mexico. De laatste vijf jaar is de business fors gegroeid, vertelt directeur Bart Houdijk. ‘Er zijn relatief veel fabrikanten op dat gebied. Ongetwijfeld mede vanwege de strategische ligging. Noord-Amerika is een grote afnemer en de vraag in Zuid-Amerika naar vooral crackers groeit sterk. Veel fabrieken zijn in handen van multinationals als Mondelez en Pepsico; grote klanten van ons die fors investeren in automatisering.’ Die komen dan min of meer automatisch terecht bij de Vlaardingse specialist in sorteerlijnen die tot 25.000 koekjes of crackers per minuut kunnen verwerken. Ruim 95 procent van de in Nederland geproduceerde installaties exporteert Houdijk all over the world. ‘Een agent legt de contacten, waarna wij met de klant aan tafel gaan. Als we de order binnen hebben, bouwen we de installatie op maat. Die installeren we zelf, in Mexico samen met lokale contractors en monteurs. Montage en ingebruikname vergen al snel enkele maanden. Dan is goed samenwerken belangrijk. Dat lukt ook. Dat Mexicanen niet hard werken en graag alles uitstellen tot mañana, is een vooroordeel dat


nergens op slaat. In het Mexicaanse bedrijfsleven heerst een Amerikaanse handson cultuur.’ Bart Houdijk verwacht er de komende jaren nog sterk te groeien. ‘Mexico is nu al ons grootse exportland buiten Europa. De economie blijft groeien en veel fabrieken zijn nog amper geautomatiseerd, dus daar liggen kansen, voor ons maar ook voor andere Nederlandse bedrijven. Zeker ook voor machinebouwers. Zelf ervaren we Mexico als een prettig land om zaken te doen. Er zijn geen handelsbarrières, van corruptie hebben wij nog geen last gehad. Uiteraard zijn er cultuurverschillen, maar er heerst een Amerikaanse sfeer die wij goed kennen. Enig minpunt is de criminaliteit; je moet goed op je veiligheid letten.’

ONDERSCHATTEN Van een haperende economische groei, zoals in de BRIC-landen, is in Mexico geen sprake, zegt Thomas Pehrson, tot voor kort adviseur van Festo Americas met Mexico als speciaal project. ‘Ik denk dat veel De automotive is groot in Mexico. Nederlandse ondernemingen onderschattoch het gevoel dat Mexico nog niet helemaal ten wat er momenteel gaande is in Mexico. Vooral goed op het netvlies staat.’ Festo heeft daar geen autofabrikanten en voedselproducenten investelast van. De ontwikkelaar en producent van elekren miljarden dollars in nieuwe fabrieken. Kia, trische en pneumatische aandrijvingen is er al Toyota, BMW, Audi, Opel, VW, Daimler, Ford, veertig jaar actief. ‘We zijn er marktleider in GM: allemaal zijn ze fabrieken aan het bouwen of pneumatiek en leveren vooral toe aan de autohebben dat gedaan. Dat zijn dan complete dormotive en food. Afgelopen jaar hebben we ruim pen met alle voorzieningen. Ronduit indrukwekvijftien procent meer omzet geboekt; die lijn verkend.’ De stormachtige ontwikkelingen verbazen wachten we door te trekken.’ Toch zag Festo zich de voormalige topman van Festo Nederland en genoodzaakt om onder zijn leiding de zaken tegenwoordige ceo van Festo Greater China niet. anders aan te pakken. ‘Met alleen toeleverancier ‘Mexico profiteert sterk van de centrale ligging. zijn red je het op de lange termijn niet. Waar De infrastructuur is de laatste jaren sterk vermogelijk werken we op basis van het concept beterd en er is fors geïnvesteerd in de zeehavens Total Cost of Ownership 2.0. Samenwerking met die het land met Europa en Azië verbinden. de opdrachtgever is daarin leidend. Innoveren Verder zijn er meer dan voldoende betaalbare kan alleen als je kennis deelt en je kwetsbaar arbeidskrachten.’ opstelt. We willen in een vroeg stadium aan tafel Voor het buitenlandse bedrijfsleven, zoals Nedermet oem’ers bij de bouw en inrichting van de landse engineeringsbedrijven, machinebouwers fabrieken. Ook leiden we mensen op zodat ze met en toeleveranciers, liggen er volop kansen, aldus onze machines kunnen omgaan. Onze organisaPehrson. ‘Ik zie ze ook wel landen, maar krijg tie in Mexico is daar nu klaar voor.’

MEXICO IN CIJFERS OESO-lidstaat Mexico heeft 125 miljoen inwoners. Het bruto binnenlands product was vorig jaar 1.283 miljard US dollar, per hoofd 16.776 US dollar. Nederlandse exporteerde in 2014 voor bijna 2,8 miljard euro aan goederen naar Mexico, de import bedroeg ruim 1,7 miljard. Nederlandse ondernemingen hebben er belangen ter waarde van 10,4 miljard euro (ultimo 2013). Op de Doing Business-ranglijst van de Wereldbank (gemak van zakendoen in een land) staat Mexico 39e (NL 27e, Brazilië 120e, VS 17e). Op de Corruption Perception Index van Transparency International scoort Mexico een 103e positie (NL 8e, Brazilië 69e, VS 17e).

actief in Mexico en kent de cultuur, de regels en de valkuilen. In het buitenland een volledig eigen vestiging starten is niet eenvoudig. Wij zijn ruim twintig jaar actief in China; ook daar hebben we voorzichtig opgebouwd. Nu hebben we er drie productievestigingen plus één in Hongkong, volledig in eigendom. Zo willen we het in Mexico ook aanpakken.’ Voorlopig huurt Rompa nog ruimte van TransNav. ‘We werken projectmatig. Pas als de opdracht ontvangen is, kopen we de benodigde machines en nemen we extra mensen aan. De eerste opdracht is binnen, een aantal trajecten loopt nog. Binnen vijf jaar willen we een eigen productiefaciliteit hebben met zo’n dertig spuitgietmachines en 200 mensen. Maar eerst leren we het klappen van de zweep bij TransNav. Hoewel het best meevalt met de corruptie en criminaliteit, heb je wel mensen nodig die je volledig kunt vertrouwen. Dan is een joint venture een goede oplossing. Wat is er tegen delen als je uiteindelijk stabieler uit de strijd komt?’

DICHTERBIJ Rompa uit Tilburg, een van de oudste spuitgietbedrijven van Nederland, is sinds 2014 gevestigd in de regio Puebla. ‘Omdat klanten ons steeds weer vroegen om een vestiging dichterbij’, vertelt ceo Patrick Gerard. ‘Wij leveren onder meer spuitgietcomponenten toe aan automotive- en consumentenelektronicabedrijven. Juist in die sectoren zien we al jaren een trek naar Mexico; een trend die zich, verwacht ik, nog wel even doorzet. Zeker vanuit de VS is een verhuizing op gang gekomen, omdat in Mexico de loonkosten een stuk lager zijn. Wat Oost-Europa was voor West-Europese maakbedrijven, is Mexico nu voor de VS.’ Rompa (wereldwijd actief in spuitgieten en thermovormen) stapte vrij recent in een joint venture met TransNav, een spuitgieter van vooral grote componenten voor de automotive met z’n roots in de VS. ‘TransNav is al meer dan vijftien jaar

BUSINESSMINDED De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) en de ambassade willen een actieve rol spelen om Nederlandse bedrijven naar Mexico te halen. ‘Er zijn legio opties’, aldus een woordvoerder. ‘Ook in personeelswerving, security, engineering, milieu. Wij zijn zeer businessminded. We hebben mensen die fulltime bezig zijn met ondernemers helpen. Zeker het mkb heeft daar behoefte aan. De taalbarrière, de andere cultuur en veiligheid zijn thema’s. Het beste is om goede partners te zoeken in Mexico en met Nederlandse ondernemers samen te werken. De ambassade en RVO.nl kunnen daarbij helpen.’ www.festo.com www.houdijk.com www.rompagroup.nl www.rvo.nl

december 2015

33


PROCESVERBETERING

VANDERLANDE INDUSTRIES PLM EXPERIENCE (VIPE) GEEFT HANDLING-SPECIALIST GRIP OP EEN STEEDS LANGERE LIFECYCLE

POSITIEVE VIBES IN VEGHEL Specialist in handling Vanderlande blijft gestaag groeien, richting 1,5 miljard euro omzet. Configure-to-order houdt de projectengineering beheersbaar, service genereert significante omzet, software – denk aan Internet of Things en big data – wordt steeds belangrijker, cradle-to-cradle verlengt de lifecycle van producten. Allemaal ontwikkelingen die PLM tot een backbone van Vanderlande maken. De overstap naar een nieuw pakket is dan geen sinecure. ‘Met een incrementele aanpak willen we de risico’s onder controle houden.’

In het Vanderlande Innovation Centre in Veghel, van links naar rechts: Roelf van Bijnen en Maarten van den Nieuwenhuijzen (infostrait) en Vincent Kwaks en René van Sandijk (Vanderlande): ‘Onze klanten acteren in een dynamische omgeving, hun behoefte aan ondersteuning in de hele lifecycle neemt toe.’ Foto: Kees Beekmans

DOOR HANS VAN EERDEN

p het hoofdkantoor in Veghel schetst cto Vincent Kwaks het zonnige perspectief voor de wereldmarktleider in bagagesystemen voor luchthavens (‘iedereen gaat vliegen’) en pakket- en postsorteersystemen (‘vanwege het gebrek aan arbeidskrachten en de differentiatie in dienstverlening’). En dan zijn er nog markten als food, fashion en parts & components, met e-commerce als aanjager. ‘Bovendien groeit service enorm; dat is nu al dertig procent van onze business. Klanten acteren in een dynamische omgeving, hun behoefte aan ondersteuning in de hele lifecycle van onze systemen neemt toe. Dan moet je heel goed weten wat je hebt uit-

O 34

december 2015

geleverd, installed base management neemt in belang toe. Stel dat een klant over twee jaar terugkomt en vraagt om een oplossing voor zijn inmiddels hard gegroeide business. Dan is dat niet alleen een kwestie van meer conveyors neerzetten en de storage vergroten, maar moet je vaak teruggrijpen op het besluitvormingsproces voor het oorspronkelijke concept. Die transparantie wordt steeds belangrijker.’ Logisch dus dat Kwaks PLM (Product Lifecycle Management) de backbone noemt voor alles wat met hun producten te maken heeft, van productontwikkeling tot projectengineering tot service. ‘Alles zit in PLM: tekeningen om iets te maken, modules om configureto-order systemen op te bouwen, informatie voor onderhoud bij de klant.’ Die hele lifecycle wordt

alleen nog maar langer. Vanderlande maakt namelijk werk van verduurzaming, met energiezuiniger motoren, duurzamere materialen én hergebruik. ‘We halen overtollige spullen bij klanten terug, herbruikbare zaken bouwen we in nieuwe systemen in.’ Van ontwerpfase tot ‘end of life’ zit ook cradle-to-cradle in PLM.

OBJECTIEVE SELECTIE Voor PLM werkt Vanderlande al vijftien jaar met SmarTeam van Dassault Systèmes. Dat bevalt goed, meldt cio René van Sandijk, maar door de jaren heen kwam er wel het nodige maatwerk bij. ‘Omdat SmarTeam er op termijn uitgaat, gingen we drie jaar geleden op zoek naar een nieuw pakket dat standaard ook die nieuwe functionaliteit biedt.’ Dat werd het VIPE-project: Vanderlande Industries PLM Experience. In een pakketvergelijking kwam men uit bij Enovia, weer van Dassault Systèmes. Niet vanzelfsprekend. ‘Juist in service hadden we veel maatwerk. Drie jaar geleden bood Enovia daarvoor nog niet voldoende standaardfunctionaliteit, maar ze hebben dat goed opgelost.’ Salesmanager Maarten van den Nieuwenhuijzen van implementatiepartner infostrait uit Loenen is blij dat de selectie objectief is verlopen. ‘De afweging van alternatieven heeft Vanderlande transparant gedaan, uit de it-sfeer gehaald en naar de businesskant getrokken. We hebben gewonnen op de meerwaarde die we bieden, niet omdat we hier al vijftien jaar rondlopen.’ Van Sandijk: ‘De implementatiepartner was een belangrijk aspect, maar voorop stond de functionaliteit, inclusief zaken als integratie met CADsystemen en webbased werken. Daarnaast telden gebruikersvriendelijkheid, kosten en it-infrastructuuraspecten mee.’

SOFTWARE Een van de zaken die met het nieuwe PLM goed zijn op te pakken is configuratiemanagement, het beheer van productdata en versie-informatie voor alle onderdelen (items) van de Vanderlandesystemen. Voorheen kon dit alleen voor mechanische en elektronische items, nu is het configuratiemanagement echt multidisciplinair, met ook alle software-items erin meegenomen. Belangrijk,


zeker nu steeds meer componenten en subsystemen – mede onder invloed van het Internet of Things – met eigen bijkomende software worden geleverd. Daarbij is de classificatie van items nu op orde, vertelt Van Sandijk: ‘Dat is gecentraliseerd bij een groepje dat heel kien is op de juiste classificaties en beschrijvingen voor alle items die worden toegevoegd.’ Met hulp van de librarymodule, nu standaard in Enovia, zijn items goed te vinden, meldt Roelf van Bijnen, projectleider vanuit infostrait voor de Enovia-implementatie. ‘Makkelijk in grote organisaties waar niet iedereen weet wat de ander doet. En het change management wordt nu beheerd bij de productconfiguratie. Voorheen had Vanderlande daar verschillende tools voor en kwam er ook foutgevoelig handwerk bij kijken.’ Zo kan Vanderlande steeds meer in PLM regelen, maar bijvoorbeeld asset management gebeurt nog met een apart systeem, voor onder meer het correctief en predictief onderhoud. De communicatie met PLM werkt in twee richtingen: het ‘as build’-systeem wordt ingevoerd in het assetmanagementsysteem, dat op zijn beurt gedurende de lifecycle de telkens aangepaste ‘as maintained’-status retour kan geven. Van Sandijk: ‘Met Enovia wordt deze overdracht soepeler. Als we een variation order krijgen, moeten we de actuele informatie hebben.’ Kwaks: ‘Installed base management is een stuk service dat we leveren omdat klanten het zelf vaak nog niet op orde hebben. Als je het change process bij hen goed kunt managen, zit daar veel waarde in voor hen, en dus voor ons.’

TECHNOLOGIEONTWIKKELING: VANDERLANDE’S ‘HIGH FIVE’ ‘We hebben voor onze r&d vijf technologieën geïdentificeerd die belangrijk zijn voor Vanderlande’, vertelt cto Vincent Kwaks: • Robotica: ‘Met name visionsystemen en grijpers, die alles kunnen pakken en bijvoorbeeld een ei niet kapot knijpen.’ • Batterijen: ‘We willen bekabeling voor data en power verminderen, waar mogelijk met draadloze communicatie werken; er rijdt al een shuttlesysteem puur op batterijen.’

NAADLOZE OVERGANG Uiteraard communiceren ook toeleveranciers waar nodig met het PLM-systeem, indirect via Microsoft SharePoint. Bij een inkooporder krijgen suppliers automatisch de juiste tekeningversie. In de engineeringfase verloopt de communicatie voor standaardcomponenten al grotendeels automatisch. Met leveranciers van speciale modules die in de Vanderlande-systemen worden geïntegreerd, is het contact nog meer ad hoc en persoonlijk. Bedoeling is dat alle PLM-‘gebruikers’, intern en extern, zo naadloos mogelijk naar Enovia overgaan – meteen wereldwijd, in lijn met de ‘One Way of Working’ die Vanderlande al jaren hanteert. Cio René van Sandijk: ‘De afspraken over de structuur van onze activiteiten, de manier waarop we wereldwijd projecten uitvoeren, is ver-

Maritime. Future in View.

• Big data: ‘Onze infrastructuur slim maken door veel data te genereren doen we al langer. Het Internet of Things maakt het laagdrempeliger om met die informatie onze producten continu te verbeteren of betere serviceproposities te formuleren.’ • Algorithmics: ‘Slimme algoritmes moeten onze systemen zelfdiagnostiserend maken, zodat ze zichzelf automatisch in bedrijf kunnen stellen.’ • Experience: ‘Gaming-technieken inzetten bij ontwikkeling en besturing van onze systemen.’

taald naar ons PLM-systeem.’ Key users van buitenlandse vestigingen doen aan de tests mee. Maarten van den Nieuwenhuijzen van infostrait spreekt van een ‘gestructureerde big bang’. ‘Stap voor stap wordt functionaliteit ontwikkeld, getest en ‘live’ aangehaakt aan de it-infrastructuur, maar nog niet in de business, de dagelijkse operatie, gebracht.’ Cto Vincent Kwaks: ‘Met deze incrementele aanpak willen we de risico’s onder controle houden. Het streven is VIPE eind 2016 af te ronden. Natuurlijk zijn er dan weer nieuwe dingen die we willen, maar deze migratieslag goed maken is nu prioriteit.’

www.vanderlande.com www.infostrait.nl

www.bachmann.info

Bachmann Integrated Automation Solutions win because of a proven system availability of more than 99.96 percent. We offer today advanced technologies for your future Marine and Offshore automation challenges above or below deck.

booth: 1511

december 2015

35


INNOVATIE

AIRBORNE SIEMENS DIGITAL FACTORY COMPOSITES FIELDLAB VAN START

DIGITAL TWIN MOET ZORGEN VOOR INDUSTRIËLE REVOLUTIE Composiet is een materiaal met vele voordelen, maar het verwerken ervan is een traag proces met veel handwerk. Binnen het Airborne Siemens Digital Factory Composites Fieldlab, dat begin deze maand is geopend bij Airborne, moet een volledig gedigitaliseerd en geautomatiseerd proces worden ontwikkeld. Dat moet het materiaal aantrekkelijk maken voor grote series en Nederland (weer) voor industriële productie.

van het antwoord geven: wel de materialen, maar niet de gevraagde aantallen per tijdseenheid. En dat geldt niet alleen voor het bedrijf in Ypenburg, de gehele aerospace-supply chain is niet op zo’n grote vraag toegerust. Toen Airborne-directeur Frans van de Ven daarover op de Hannover Messe, nu anderhalf jaar geleden, in gesprek kwam met Gert Bravenboer, directeur digital factory van Siemens, werd al gauw de kiem gelegd voor wat op 1 december is ontstaan en in gebruik genomen: het Airborne Siemens Digital Factory Composites Fieldlab. In dit ontwikkelcentrum, op het terrein van Airborne in Ypenburg, gaat gewerkt worden aan de ‘Digital Twin’. Het doel is een digitale versie te maken van zowel het product als het bijbehorende productieproces. Van de Ven legt uit: ‘Neem de getijdenturbines. Daarvan komen er honderden op de zeebodem te staan met elk drie schoepen die wij zouden kunnen gaan produceren. Als we dat op de traditionele wijze gaan doen, met veel handwerk, kost dat jaren. Dus willen wij alles digitaliseren: het ontwerp tot in de kleinste details van de bill of materials, inclusief de productie-

Het werk in het fieldlab moet de komende jaren van de Industrie 4.0-evolutie die gaande is werkelijk een industriële revolutie maken. Want de complete mechanisatiefase wordt overgeslagen, verwachten Frans van de Ven van Airborne (links) en Gert Bravenboer van Siemens. Foto: Sam Rentmeester

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

n de luchtvaart wordt er momenteel vrijwel geen enkel nieuw vliegtuig ontwikkeld, zo druk zijn bedrijven als Boeing en Airbus bezig met het verwerken van orders. De laatste heeft voor 5.000 vliegtuigen in de boeken staan. In de ruimtevaart staat er een grote vraag naar satellieten aan te komen door het OneWebinitiatief van Richard Branson c.s, die het internet voor de hele wereldbevolking toegankelijk willen maken. Een sector waar het altijd om de one-offs draaide, moet nu plots in serie honder-

I

36

december 2015

den kunstmanen bouwen. En een Frans energiebedrijf heeft vergaande plannen voor het aanleggen van een groot getijdenenergiepark onder water voor de kust van Normandië; daar op de bodem van de zee moeten honderden getijdenturbines komen.

KIEM GELEGD Allemaal vragen waarop Airborne Composites Automation een antwoord kan geven met zijn kennis van het produceren van composietmaterialen, die licht van gewicht, duurzaam en corrosiebestendig zijn. Althans, Airborne kan een deel

• ‘Op de traditionele wijze grote series produceren, met veel handwerk, kost jaren.’ • Door te digitaliseren is behalve het productieproces ook het product digitaal te ontwerpen en het functioneren ervan te simuleren. • Nu al gaan werkpakketten over naar suppliers die wel in digitalisering willen investeren.’ • ‘Composiet zou ook veel meer zijn intrede kunnen doen in de automotive.’


wijze voor al die onderdelen plus de logistiek. Groot voordeel is dat je heel veel kostbaar en traag handwerk kwijtraakt. Alleen al het nondestructive testen – het heel nauwkeurig nameten van een complex werkstuk – kost uren tijd. Als je alles digitaliseert is dat niet meer nodig. We hebben hier een opstelling met twee robots van KUKA staan, die – uitgerust met speciale sensoren en actuatoren – een composietwerkstuk laag voor laag kunnen opbouwen. Eerst kun je dat productieproces simuleren. Vervolgens kun je elke handeling nauwkeurig meten en registreren, precies volgen welke bewerkingstappen de robots gezet hebben en direct de fouten eruit halen. Zo kun je volledig automatisch een werkstuk produceren en aan het eind van de rit hoef je niet meer een prototype non-destructief te testen; het aan de klant overleggen van alle productiedata is voldoende.’

DIGITALE TWEELINGBROER OF -ZUS Door te digitaliseren kun je behalve het productieproces ook het product digitaal ontwerpen en het functioneren ervan simuleren. Bravenboer van Siemens: ‘Als je in die simulatie bijvoorbeeld ziet dat de gekozen lagers of tandwielkasten niet berekend zijn op de krachten die vrijkomen, kun je eenvoudig een digitale versie van aangepaste lagers of zwaardere kasten uit de softwarebibliotheek uitruilen tegen de te lichte en het complete ontwerp past zich volautomatisch aan deze nieuwe module aan, inclusief het productieproces en de logistiek die ervoor nodig zijn. Volautomatisch, dus er hoeft geen nieuwe code voor bijvoorbeeld de machinebesturing geschreven te worden. Zo willen we hier dus een digitale tweelingbroer of -zus bouwen van de werkelijkheid, van het fysieke product en productieproces.’ Zover is het nu nog niet. Airborne weet alles van produceren van composiet en Siemens heeft veel in huis van de hard- en software nodig voor het designen van producten en het aandrijven en besturen ervan. Maar er ontbreken nog een aantal belangrijke bouwstenen. Bravenboer: ‘In de digital factory die wij in Ypenburg, samen met Airborne, robotfabrikant KUKA en de TU Delft en Fontys Hogescholen hebben opgebouwd, kan al heel veel. Zo’n fabriek genereert heel veel data en de aorta daarvoor is ons PLM-platform Teamcenter. Voorts beschikken we natuurlijk over de motoren, de motion control, de frequentieregelaars, kortom over de complete aandrijving en besturing. Toch missen nog een aantal bouwblokken. De getijdenturbines bijvoorbeeld worden geplaatst in delen van de zee die heel moeilijk voor servicemensen bereikbaar zijn; dus wil je zo min mogelijk onderhoud. Dat kan door de schoepen met sensoren uit te rusten die bijvoorbeeld de vermoeiing van het materiaal registreren. Maar wat het effect van die sensoren is op de kwaliteit van turbine, daarvoor ontbreken nog de softwareblokken. Er zijn al heel veel softwareblokken beschikbaar, maar aan de integratie ervan moet nog gewerkt worden.’

REVOLUTIE En dat is typisch het werk dat de komende jaren in het fieldlab gedaan zal worden, gebruik-

makend van de productieprocessen compleet met hoogwaardige robots van KUKA die er opgesteld staan. Om zo van de Industrie 4.0-evolutie die gaande is werkelijk een industriële revolutie te maken. Want de complete mechanisatiefase wordt overgeslagen, verwoordt Van de Ven het: ‘Om snel genoeg die duizenden vliegtuigen te kunnen bouwen, om op een betaalbare wijze die satellieten te kunnen produceren, moeten de processen disruptive worden geïnnoveerd. Bravenboer: ‘Als je weet dat voor een Boeing Dreamliner 6,3 miljoen onderdelen nodig zijn, gemaakt bij 5.300 leveranciers door 58.000 engineers, snap je dat die aantallen nooit op de traditionele wijze met al dat handwerk zijn te bouwen. Alleen door alles te digitaliseren kun je die processen voldoende snel en goedkoop maken bij minimaal dezelfde zero defects-kwaliteit’. Van de Ven: ‘Ik constateer in de markt dat bedrijven als Boeing en Airbus hierin geloven. Nu al hevelen zij werkpakketten over van de traditionele toeleveranciers naar die suppliers die wel bereid zijn die investering in digitalisering te doen.’

VIJFTIG PROCENT LAGER Dat juist producten van composietmaterialen centraal staan in de Digital Factory is geen toeval. Bravenboer: ‘Producten uit metaal of plastic kunnen al vele jaren gemakkelijk in grote series volautomatisch worden geproduceerd. Maar door digitalisering zou composiet ook veel meer zijn intrede kunnen doen in de automotive. Door het

vele handwerk eraan vindt composiet nu alleen toepassing in de dure modellen, maar als je dat maakproces volledig kunt automatiseren wordt composiet natuurlijk veel interessanter, want het is veel lichter en dus energiezuiniger.’ Van de Ven heeft al uitgerekend wat het grofweg aan kosten gaat schelen: ‘Voor de OneWeb-satellieten zouden we de panelen kunnen produceren waarop de zonnecollectoren geplaatst worden. Door automatisering en digitalisering gaat dat de kosten met zeker vijftig procent verlagen.’

MEER SECTOREN Door de ramen van de ruimte waar het interview plaatsvindt, is te zien hoe de zaal ernaast langzaam volstroomt. ‘Allemaal mensen uit de maritieme sector’, legt Frans van de Ven uit. ‘Damen is bezig zijn schepen volledig te modulariseren (zie het artikel op pagina 48). Die scheepsbouwer wil op termijn een grote hal bouwen met voldoende ruimte voor het volledig digitaal produceren van grote composietstructuuronderdelen voor schepen.’ Met andere woorden, automatisering en digitalisering kunnen de maakprocessen in veel meer sectoren veel concurrerender maken. Bravenboer: ‘Door voorop te lopen in digitalisering kan er weer heel veel maakindustrie worden teruggehaald naar Nederland, wat voor veel hoogwaardige werkgelegenheid zal zorgen.’ www.siemens.nl airoborne-international.com

HOTSPOT VOOR BEDRIJVEN, ONDERWIJS EN OVERHEID Begin december is het Airborne Siemens Digital Factory Composites Fieldlab geopend. Behalve Airborne, Siemens en KUKA hebben zich ook de onderwijsinstellingen TU Delft en Fontys Hogescholen aangesloten. Het lab moet zich de komende jaren ontwikkelen tot een hotspot waar bedrijfsleven, onderwijs en overheid samen gaan werken aan de digitale fabriek. Er zijn drie onderdelen: een businesscase voor de productie van composieten, een knowledge hub en een experience center voor onderwijs, workshops en demonstraties. Drie openingsdagen bedienden elk een van de drie doelgroepen: het algemene publiek, het bedrijfsleven en het onderwijs. Juist die brede opstelling van het fieldlab verklaart waarom het door een politica, loco-burgemeester Ingrid van Engelshoven van Den Haag, werd geopend. Gert Bravenboer van Siemens: ‘De private partijen zien ook onderwijs en overheid als belangrijke spelers. Samen geven we innovatie de hoogste prioriteit. Niet alleen door te investeren in tijd en geld, maar ook door inbreng van kennis, opleidingen en beleid.’ Dit fieldlab maakt onderdeel uit van het Fieldlab Flexible

De Haagse loco-burgemeester Ingrid van Engelshoven verricht de officiële openingshandeling voor het Airborne Siemens Digital Factory Composites Fieldlab. Frans van de Ven (midden) en Gert Bravenboer kijken toe. Foto: Siemens

Manufacturing, praktijkomgevingen waarin bedrijven en kennisinstellingen doelgericht Smart Industry-oplossingen uitontwikkelen, testen en implementeren. De fieldlabs maken weer onderdeel uit van de Smart Industry Actieagenda waarin staat wat moet gebeuren om de kansen te verzilveren die de vervlechting van productie met ict ons land bieden. www.smartindustry.nl

december 2015

37


Zet uw ambitie om in strategie! Met Pulse & Microsoft Dynamics AX

+31 (0)88 - 424 28 28 info@pulse.nl www.pulse.nl


INDUSTRIEBELEID

OVERIJSSELSE GEDEPUTEERDE EDDY VAN HIJUM’S AMBITIE

‘DE MEEST ONDERNEMERSVRIENDELIJKE PROVINCIE’ Begin november zit de Overijsselse gedeputeerde Eddy van Hijum, die naast economie ook financiën ‘doet’, midden in de begroting voor 2016. De provincie heeft het economisch beleid, gedecentraliseerd door het rijk, op orde: topsectoren (HTSM, agrofood, health, chemie, energie), regionale samenwerking met bedrijfsleven en kennisinstellingen in de lead, ‘loketten’ voor (financiële) ondersteuning van het mkb. Tijd voor een balans en (nieuwe) accenten: mkb, smart industry, human capital.

verijssel kent relatief veel mkb, vooral familiebedrijven’, trapt Van Hijum af. ‘De werkloosheid terugdringen begint bij een goed florerend mkb. Onze ambitie is de meest ondernemersvriendelijke provincie te worden.’ Hij wil daarbij verder kijken dan de topsectoren. Tegelijk is de maakindustrie, vooral in Twente, bovengemiddeld vertegenwoordigd en dan gaat het al gauw over de topsector HTSM. ‘Voor onze werkgelegenheid moeten we meer met smart industry gaan doen. We hebben er de kennisinfrastructuur voor, kijk naar de Universiteit Twente (UT) en de hogescholen met hun lectoraten.’

Hier in Oost-Nederland opgezet en achteraf kreeg het landelijke erkenning.’ Van Hijum juicht ook de komst van het gerenommeerde Fraunhofer-instituut naar de UT-campus toe. ‘Met hun kennis van materialen en productiemethoden kunnen zij een impuls geven aan de smart industry-agenda in de regio. Ook is het goed voor de samenwerking met andere Duitse partijen. De Industrie 4.0-agenda van Duitsland is toch iets massiever dan de Nederlandse; daar kunnen we van leren.’

FIELDLABS

MISMATCH

Hoge verwachtingen heeft de gedeputeerde van de fieldlabs uit de landelijke en regionale actieagenda. ‘Smart industry biedt de kans om productie terug te halen en te verduurzamen; een stap naar minder transport en minder energieen grondstoffenverbruik. Via het regionale uitvoeringsprogramma Boost proberen we die fieldlabs met Europees geld mede te financieren. We hebben hier bijvoorbeeld Thales als trekker van het fieldlab Secure Connected Systems Garden. En de Smart Welding Factory is een van de eerste fieldlabs die echt functioneert. Daarin werkt het Laser Applicatie Centrum op de UT samen met regionale bedrijven aan geautomatiseerd lassen.

Het derde accent zet hij op human capital. ‘De grootste zorg voor de politiek blijft de hoge werkloosheid, vooral in Twente, en de mismatch op de arbeidsmarkt. We hebben veel laagopgeleide werklozen, anderzijds is er een tekort in de techniek. We steken daarom veel energie in het Techniekpact, waarvan ik voor ons landsdeel de trekker ben, en willen de mismatch in vacatures tegengaan. Dat doen we door de intersectorale mobiliteit te bevorderen en omscholing. Onze ambitie is in banengroei boven het landelijk gemiddelde te scoren. Wel moeten we in alle eerlijkheid zeggen dat de rol van de overheid beperkt is. Wat wij kunnen doen is de regionale economische structuur versterken, langs de drie lijnen zoals ik schetste. En op een aantal toplocaties investeren we mee.’ Van Hijum duidt onder meer op Techbase Twente, het terrein van de voormalige vliegbasis. ‘Herontwikkeling zou kunnen in de combinatie beperkte vliegfunctie – dedicated bedrijfsterrein met een proeffabriek voor advanced manufacturing & materials.’

DOOR HANS VAN EERDEN

‘O

SPECIAL OOST-NEDERLAND Begin 2016 verschijnt weer de jaarlijkse special Oost-Nederland, als bijlage bij de februari-uitgave van Link Magazine. Die zet de toppers en rijzende sterren uit de maakindustrie van Gelderland en Overijssel in de schijnwerpers. Thema’s zijn smart industry, fieldlabs, human capital, internationalisering en de cross-overs met sectoren als food, health en energie.

Overijsselse gedeputeerde Eddy van Hijum op stage bij de Dunnewind Groep in Ommen: ‘Van mijn stages bij het mkb steek ik veel op.’ Foto: Provincie Overijssel

PARTICIPATIES Eddy van Hijum laat zich onder meer voeden door ‘stages’ te lopen bij mkb-bedrijven. ‘Ik kom er een agenda ophalen, daar steek ik veel van op. Waar lopen doorgroeiende bedrijven tegenaan?

Hoe gemakkelijk verloopt de samenwerking met kennisinstellingen? Hoe toegankelijk zijn onze regelingen voor financiering nou echt? We zeggen wel dat we het goed hebben georganiseerd, maar van mkb’ers hoor ik dat de bekendheid en het gemak nog beter kunnen.’ Dit najaar heeft de provincie een volgende stap gezet met het Innovatiefonds Overijssel. Kredieten werden al onder die noemer verstrekt, nu zijn ook participaties mogelijk. ‘Rond start-ups kennen we hele ecosystemen, deze participaties zijn meer voor bedrijven die willen doorgroeien.’ Daarvoor is 19,5 miljoen euro beschikbaar, voor de kredieten 4,5 miljoen. Van Hijum voelt zich aangesproken door de Italiaans-Amerikaanse hoogleraar Mariana Mazzucato, die furore maakt met haar boek ‘De ondernemende staat’. Ze betoogt dat, anders dan de beeldvorming, juist overheden innovatie aanjagen. ‘Als wij dat doen, mogen we daar iets van terugzien. Heeft een participatie succes, dan willen we die middelen revolverend kunnen inzetten. Dankzij de verkoop van onze aandelen in energiebedrijven hebben we veel liquide middelen. Die investeren we bij voorkeur duurzaam, zodat ze iedere keer hun werk opnieuw kunnen doen.’ www.overijssel.nl

december 2015

39


MENS EN ORGANISATIE

OVERLEVEN EN INNOVEREN VERGT TRANSPARANTIE EN LOSLATEN

‘EEN MANAGER MOET NIET ALLES WILLEN REGISSEREN EN BESCHERMEN’ De ideale manager zoekt het niet langer in command & control; hij zweert bij connect & engage. Hij/zij luistert, schenkt medewerkers vertrouwen en zorgt dat ze (online) hun kennis kunnen halen en delen. Makkelijk is dat loslaten van de controle misschien niet, maar veranderen moet. Om als bedrijf te overleven en innoveren. En bovenal om de (nieuwe) generaties op de werkvloer aan te spreken.

DOOR LUCY HOLL

A

ls hoogleraar Henk Volberda van de Rotterdam School of Management het gesprek aangaat met een bedrijf, mag hij graag de ‘schijf van vijf ’ uit zijn boek ‘Innovatie 3.0’ erbij halen. Zijn rijtje: 1. investeer in technologie en r&d, 2. investeer in mensen, 3. investeer in leiderschap, 4. maak je organisatie platter, en 5. doe het niet alleen maar opereer in netwerken. Als hij dat eerste ingrediënt noemt, sputtert niemand tegen. Natuurlijk moet er geinnoveerd worden, we zijn toch moderne technologische bedrijven die met onze tijd meegaan.

Menno Lanting, ‘Olietankers en speedboten – Wendbaar werken in de 21e eeuw’, Atlas Contact, ISBN 9789047005261, 2014.

40

december 2015

Maar bij de volgende vier onderdelen wordt het al ingewikkelder. ‘Dan ben ik ergens op bezoek geweest en belt zo’n ceo een tijdje later terug van ‘Ja, luister eens, het is mooi wat je zegt. Maar nu mág een 57-jarige medewerker op training en nu heeft hij zich ziek gemeld. Wat hebben we verkeerd gedaan?’ Of nog één: ‘Je zegt dat we ideeën moeten verzamelen van de productie, maar ze komen met niks.’ Staan jullie er echt voor open, denk ik dan. Loop eens op die werkvloer rond. Vraag of mensen plezier in hun werk hebben en wat er anders kan volgens hen.’

SAME PLACE Organisaties lopen hard, maar ze komen vaak niet echt vooruit, zegt Volberda. Het is net de Red Queen Race uit Alice in Wonderland: It takes all the running you can do, to keep in the same place. ‘Ik zie bedrijven bezig met reorganisaties, herstructureringen, downsizing, empowerment, outsourcing, offshoring, noem het maar op. Er is een hoop in beweging, maar ik vraag me bij veel organisaties af of ze daadwerkelijk winnen aan innovatief vermogen. Ze zitten in een spagaat. De top kijkt naar beneden en denkt: ‘Met deze bemensing gaat het niet lukken.’ De medewerkers op de werkvloer kijken naar boven en denken: ‘Met deze leiding halen we het niet, dus we houden ons maar koest.’’ Bedrijven focussen sterk op kosten en efficiëntie. Ze benchmarken wat af. Ze doen elkaar na. Er is weinig echte innovatie in de vorm van nieuwe businessmodellen, zoals de Rotterdamse hoogleraar beschrijft in zijn recente boek ‘Re-inventing business: hoe bedrijven hun businessmodel innoveren’. En nog zo’n heikel punt: managers denken volgens Volberda nog te vaak dat het een puur technologisch verhaal is. Terwijl sociale innovatie veel meer zoden aan de dijk zet: 75 procent van het innovatiesucces komt door slim managen en innovatief organiseren. Bedrijven zijn star ingericht en focussen op hun dagelijkse sores. Natuurlijk zijn er parels, maar dat moeten er hoognodig veel meer worden. Volberda noemt

• ‘Organisaties lopen hard, maar ze komen vaak niet echt vooruit.’ • ‘Hoe we leiding geven, stamt uit de vorige eeuw.’ • ‘Er is veel onnodig management op alle niveaus.’ • ‘Ik wil meer loslaten. Van mijn medewerkers verwacht ik meer initiatief. Stapje voor stapje.’

schoolvoorbeeld ASML met zijn nadruk op cocreëren en op werken in netwerken met alle mogelijke stakeholders om het bedrijf heen. En Claymount in Dinxperlo, leverancier van hightech röntgen(sub)systemen, waar ownership en initiatief tonen, kennis delen en eigen verantwoordelijkheid nemen op de werkvloer heel normaal zijn. En nog zo’n parel is Machinefabriek Boessenkool in Almelo, dat vol inzet op de competenties van zijn mensen.

Henk Volberda en Menno Bosma, ‘Innovatie 3.0’, Mediawerf, ISBN 9789490463175, 2011.


INNOVATIE VOLGENS HENK VOLBERDA’S ‘SCHIJF VAN VIJF’

TWEEBENIGHEID

VERNIEUWEND LEIDERSCHAP

MENSELIJK KAPITAAL

CO-CREATIE

GE

ON

Z

Ricoh publiceerde dit najaar een eigen onderzoek onder 3.300 respondenten uit vier generaties in 22 landen, waaruit blijkt dat meer dan de helft van de medewerkers verwacht dat hun werkgevers moeite hebben om aan de behoeften van de verschillende generaties medewerkers te voldoen. Zeker als Generatie Z langzaam maar zeker de arbeidsmarkt opstroomt. Boelhouwer: ‘Het gaat simpelweg niet werken als bedrijven werknemers, vooral die van generatie Z, in dezelfde traditionele keurslijven persen en ze dwingen dezelfde middelen te gebruiken.’ Organisatie-expert Menno Lanting, schrijver van onder meer de bestseller ‘Connect!’ en het recent verschenen ‘Olietankers en speedboten. Wendbaar werken in de 21e eeuw’, drukt bedrijven steeds weer op het hart dat ze het niet redden als ze vasthouden aan oude manieren van doen. Hij beseft hoe lastig en enerverend veranderen is, maar het moet. Concurrenten zitten meer niet

R&D

EER

GENERATIE Z KOMT ERAAN

alleen om de hoek, maar overal ter wereld. En nieuwe generaties op de werkvloer roeren zich. Er is nog immer een sterke onderbenutting van talent. ‘Mensen sloffen door het werk heen, komen futloos thuis. Structuren halen niet het NIEUWE beste uit medewerkers naar ORGANISATIEboven. Hoe we leiVORMEN ding geven, stamt uit de vorige eeuw’, stelt Lanting. Mensen zijn gewend om te wachten tot baas iets roept, zegt ook Henk Volberda. ‘Ze hangen hun hersenen aan de kapstok als ze binnenkomen, terwijl ze ’s avonds geweldige voetbalcoaches zijn en hogere regie- en netwerkvaardigheden laten zien.’

I N N OV

Mark Boelhouwer is ceo van een bedrijf waar alles op de kop staat. Ricoh Nederland is van leverancier van printers, kopieermachines en camera’s nu bovenal it-dienstverlener met de nadruk op het slim organiseren van informatie bij klanten. ‘Onze markt staat sterk onder druk. Klanteisen veranderen razendsnel. Machines moeten in netwerken functioneren en gekoppeld worden aan interne beheersystemen.’ Er is wat Boelhouwer noemt ‘tweebenigheid’: ‘Ricoh moet traditionele diensten blijven leveren en compleet nieuwe markten bedienen.’ Dat vraagt communicatie, communicatie en nog eens communicatie, benadrukt hij. Dus zijn er town hall-bijeenkomsten, roadshows, meetings met de top-zeventig van Ricoh Nederland. Boelhouwer blogt en heeft in het nieuwe Ricoh-gebouw in Den Bosch geen luxe directiekamer ergens hoog en onbereikbaar. ‘Ik zwerf net als iedereen door het pand, interactie is zo belangrijk. Ik ben veel directer, dichter bij de mensen aan het sturen en managen. Mijn manier van leidinggeven is transparanter dan ooit. En mensen krijgen meer vrijheid in de uitoefening van hun werk.’ Ricoh heeft geen Casual Friday maar Business Friday, waarop salesmensen in Den Bosch kennis delen en samenwerken. ‘De manier van werken is informeler geworden. Destijds durfde ik mijn ceo nauwelijks te benaderen, nu staan jonge medewerkers anders in de wedstrijd, ze sturen berichten of komen naar me toe en dagen me uit. Het is niet altijd even makkelijk. Deze tijd vraagt erom dat het management zich open opstelt en de controle deels loslaat. We moeten niet alles willen regisseren en beschermen.’ Extra uitdaging is dat Ricoh Nederland onderdeel vormt van een wereldwijd concern. Boelhouwer rapporteert aan ‘London’, dat nog sterk een command & controlinslag heeft en alle mogelijke cijferstaatjes en kpi’s wil zien. Elders in Europa komt er ook nog steeds relatief veel omzet uit de traditionele markt. ‘Ricoh Nederland heeft overigens wel de nodige ruimte om anders te ondernemen, we zoeken onze grenzen op binnen ons internationaal concern.’

D!

• S C H IJ F N VIJ F VA

MEELOPEN MET DE DIRECTEUR Lanting vindt koekjesbakkerij Veldt uit Veenendaal een mooi voorbeeld hoe het anders kan. Veldt was een paar jaar geleden Slimste Bedrijf van Nederland. Zeggenschap van medewerkers en oog voor vakmanschap staan voorop. Elke maand loopt iemand van de productieploeg een dag lang mee met de directeur, aan het eind luistert de directeur rustig naar de bevindingen. Er komt altijd wat uit én er gebeurt iets mee. ‘Het klinkt relatief simpel. Het vereist van de leidinggevende dat hij zich over de gedachte heen zet dat hij zelf alles het beste weet. En andersom: de medewerkers moeten niet leunen op een chef die alles voorkauwt. Vergelijk het met hoe je privé dingen regelt, zeg ik wel eens op een training. Hoe boek je je vakantie? Je verzamelt online informatie, checkt Zoover, leert van andere reizigers. Tuurlijk, de klassieke manier van passief afwachten waar het reisbureau mee komt, is ook nog mogelijk. Maar omarm liever de mogelijkheden om overal kennis te halen, om te netwerken.’ Privé hebben mensen vaak minstens zulke goede devices als op het werk. En die nemen ze mee naar hun bedrijf. De een komt iets tegen dat niet klopt en maakt een foto met zijn smartphone. Servicemonteurs beginnen een Whatsapp-groepje omdat dat handig is. Vakmensen vinden het geweldig om instructiefilmpjes op YouTube te zetten en te raadplegen.

VER-VAN-MIJN-BED Menno Lanting snapt dat veel managers het nog steeds prettig vinden om medewerkers te vertellen wat ze moeten doen en dat die medewerkers dat zelf ook veilig vinden. Mensen zijn gehecht aan hun vertrouwde manier van doen, waarom moet het anders? Als het over vijf, tien jaar mis gaat, is dat de ver-van-mijn-bed-show, denken ze

stilletjes. ‘Maar toch, laat ze zelf meedenken, geef meer verantwoordelijkheid. Laat ze zelf die dienstroosters maken. Dat is spannend, maar probeer het eens.’ Medewerkers zullen langzaam maar zeker steeds meer hun eigen koers willen varen, dat doen ze privé en willen ze ook op hun werk. Om het in de woorden van Lanting’s nieuwe boek te zeggen: overbodige, energievretende, hiërarchische structuren uit het industriële tijdperk ruimen het veld voor horizontale, schijnbaar chaotische netwerken van flexibele mensen en organisaties, ondersteund door alle digitale mogelijkheden. Er is veel onnodig management op alle niveaus, ziet ook Henk Volberda keer op keer. Dus schrap eens wat lagen uit die hoog opgetuigde kerstbomen. Geef bijvoorbeeld extra opleiding aan de operators op de werkvloer, zodat ze zelforganiserende teams kunnen vormen. ‘Ik zeg niet dat het makkelijk is, maar je haalt wel leemlagen ertussenuit. Laat los, durf het anders te doen. Slecht de grenzen tussen afdelingen, laat mensen ook horizontaal door de organisatie heen samenwerken en kennisdelen. Sociale media faciliteren dit op allerlei manieren.’ Het belang van social collaboration groeit met de dag.

BESTAANSRECHT Veranderingen kosten per definitie tijd. Mark Boelhouwer van Ricoh kent ook momenten dat het wendbaarder maken van zijn organisatie een gebed zonder eind lijkt. ‘Als dingen niet goed gaan, voel ik soms toch de neiging om de controle terug te pakken. Maar ik wil meer loslaten. Van mijn medewerkers verwacht ik meer initiatief. Het gaat stapje voor stapje.’ www.rsm.nl www.ricoh.nl www.mennolanting.nl

december 2015

41


ADVERTORIAL

SNELLE EENVOUDIGE SOFTWARE TOOLBOX BOORDEVOL ROBOTKINEMATICA

INTELLIGENT BEWEGEN MET PORTAALROBOTS Als het om stapelen en positioneren gaat is de portaalrobot nog steeds een van de meest voorkomende systemen. Doorgaans worden hierbij drie assen aangesloten op een servoregelaar en verzorgt een PLC de rechttoe rechtaan aansturing van de assen. Hoewel het met het oog op efficiency, cyclustijden en slijtage beter zou zijn portaalkinematica te gebruiken, is dit voor veel engineers niet haalbaar. Het programmeren van robots – ook niet als het een relatief eenvoudig portaal betreft – behoort niet tot hun vaardigheden. Zou het daarom niet handig zijn als een stukje software de lastige kinematica van meerassige robotsystemen voor haar rekening zou nemen? Aangezien iedere automatiseerder die zich serieus op de SPS IPC Drives in Neurenberg allang niet meer mag ontbreken, pakt ook Lenze uit Hamelen flink uit. Op hun stand prijkt naast een compacte i500-regelaar een bekende die onlangs ook Nederland al eens aandeed: de demo met de portaalrobot. ‘Een robot programmeren in 7 minuten’ staat er boven. “Robots programmeren is op zich geen probleem”, licht Lenze-techneut Matthias Ahlers toe. “Maar het is wel een tijdrovend werkje. Deze opstelling zonder de robotmodule uit de FAST-softwareapplicatietemplate? Dat kost me toch me al gauw een uurtje of twee. Maar geen zorgen, nu heb ik hem binnen tien minuten aan de praat.”

SNELLE TEMPLATE Voor degene die niet zo bekend is met het Lenze-portfolio eerst even een stapje terug. En wel naar de FAST technologie modules. Dit zijn modules waarmee de vele regelaars voor motiontoepassingen veel sneller kunnen worden geprogrammeerd. Of liever gezegd, geparametriseerd, omdat applicatiespecifieke functies voor het aansturen van de assen al als kant-en-klare technologiemodules in een bibliotheek voor PLC Designer aanwezig zijn. Of het nu gaat om winding of om pick & place, voor elk type toepassing zijn de gangbare functies voorhanden. En natuurlijk kan de gebruiker ook zijn eigen functies die hij al eerder gemaakt had toevoegen. Het gebruiken van bibliotheken met motionfuncties klinkt misschien niet zo spannend. Maar de mogelijke tijdsbesparingen zijn dit des te meer. Dankzij de vergaande applicatiekennis die in de templates is geborgd, kunnen deze oplopen tot maar liefst tachtig procent. En ook de kans op fouten wordt drastisch verkleind omdat alleen uitvoerig geteste en zich in de praktijk bewezen functies in de bibliotheek worden opgenomen. Tot slot helpt de softwaretool Drive Solutions Designer (DSD) ook overdimensionering te voorkomen, iets wat bij het kiezen van motoren en regelaars frequent voorkomt. Vanzelfsprekend bespaart ook dit energie en geld.

ROBOTKINEMATICA ONTKOPPELEN Op dezelfde SPS IPC Drives, in dezelfde hal een jaar eerder, gunde Lenze de bezoeker een klein kijkje in een toekomst die inmiddels realiteit is. In samenwerking met diverse universiteiten was hard gewerkt aan de ontwikkeling van een zogenoemde ‘robotkernel’ die de geometrische berekeningen van vaak ingewikkelde robotkinematica ontkoppelt van de baanplanning. Deze ontkoppeling heeft een tweetal grote voordelen. Op de eerste plaats hoeft de engineer geen vergaande robotkennis te hebben om toch een robot te kunnen programmeren en deze in zijn machine te integreren. Gezien de trend richting de opmars van robotisering in productieautomatisering, maar het oplopende tekort aan robotprogrammeurs is dit geen overbodige luxe. Bovendien is het ook voor mensen die met robots kunnen lezen en schrijven een lastige en tijdrovende klus om afzonderlijke assen te programmeren en een 3D-baan in de tijd te beschrijven. Dat brengt ons bij een tweede voordeel van de ontkoppeling: flexibiliteit. Wie een applicatie namelijk zodanig opbouwt dat wel de baanplanning in relatie met gereedschappen, transportbanden en andere machinefuncties vastliggen, maar de koppeling met het kinematische

model voor het laatst bewaart, hoeft pas in een later stadium de robot te kiezen. Dit maakt parallelle ontwikkeltrajecten en modulariteit mogelijk waarbij delen van een machine met een andere robot worden hergebruikt. De robotmodule bevat namelijk zowel geïntegreerde kinematische modellen voor delta 2-, delta 3-, knikarm- en scararobots, als voor diverse portaalrobottypen.

OPEN STANDAARDEN De baanplanning van de FAST Robotics is volledig naar PLCopen deel 4 (Coordinated Motion) specificatie en een IEC 61131-programmeeromgeving (CoDeSyS) ontwikkelt. De robotmodule ondersteunt dus klassieke motion commando’s als lineair, circulair, spline en point-to-point. Ook zijn functies voor motion smoothing zoals ‘Look Ahead’, ‘Buffer Mode’ en ‘Blending’ voorhanden en heeft Lenze enkele specifieke robotfuncties aan de standaard PLCopen commando’s toegevoegd. De robotmodule zit dus boordevol commando’s waar menig engineer bekend mee is. Naast robots kunnen met de module ook tot zes auxiliary assen worden bijgeprogrammeerd, zodat ook tijdkritische processen als lijmen en lassen netjes synchroon lopen en gereedschappen vanaf het TCP (tool center point) worden aangestuurd. Uiteraard geldt dit ook voor de synchronisatie met bewegende delen op een transportband voor pick & place en stapeltoepassingen met een portaalrobot bijvoorbeeld. Wanneer ook nog eens de OMAC template wordt gekozen, dan voldoet die bovendien aan de steeds populairder wordende PackML-standaard.

7 MINUTEN Terug naar de portaalrobot. Ahlers laadt een pick & place-template uit de bibliotheek en koppelt de assen van de demonstrator aan de i700-controllers die eronder hangen. Hij bepaalt de baan die het tool-point – waaraan in dit geval geen grijper hangt – moet afleggen, synchroniseert deze met het bandje eronder en wijst pas op het allerlaatste moment het kinematische model van een portaalrobot toe. “Het uitblijven van de ongewenste versnellingen danken we echt aan de standaard motion smoothing, die ik kon toevoegen zonder me druk te hoeven maken over de kinematica van de portaalrobot. Minder schokken en trillen betekent naast preciezer werken ook minder energieverbruik en slijtage. Tel daarbij op de kansen die modulariteit biedt voor het snel inspelen op nieuwe ontwikkelingen, of hoeveel gemakkelijker trainen, testen en in bedrijf nemen wordt en je zult me vergeven dat ook ik als robotprogrammeur erg van van de robot-toolbox ben gecharmeerd”.

Ploegweg 15 5232 BR 's-Hertogenbosch T 073-6456500 www.lenze.com


Link Magazine besteedt van nature veel aandacht aan innovatieve starters en de initiatieven om hun een versnelling te geven. Nu geconcentreerd in het katern Flink. Een naam die natuurlijk aanhaakt bij die van dit magazine, maar bovenal duidt op een wezenlijke karaktereigenschap van elke startende hightech ondernemer waar de interesse van (formal) investors naar uitgaat – meer nog dan naar de innovatie in kwestie: heeft de starter doorzettingsvermogen, weet hij mensen voor zich te winnen met zijn overtuigingskracht, durft hij beslissingen te nemen? Flink bericht over de wereld van starters en hun innovaties, financieringsproblemen en andere uitdagingen.

Start-ups zijn riskant – te riskant voor de overheid om er financiering in te steken?

IN FLINK: 46 KORT • ‘Met Minibrew naar massa en kassa’ • EZ: 200 miljoen aan seed capital in tien jaar • Haven Rotterdam loodst start-up accelerator binnen

OVERHEIDSBELEID VOOR VROEGEFASEFINANCIERING START-UPS OOGST LOF EN KRITIEK

VERSPLINTERING OMLAAG, SUCCES RATE OMHOOG In de vroegefasefinanciering van start-ups speelt de overheid een dominante rol. Maar... gemeenschapsgeld steken in prille – per definitie risicovolle – businesses; moeten we dat wel willen? Link Magazine polste kenners van het gestaag groeiende start-up landschap. Conclusies: de overheidsaanpak is verbeterd, maar de financiering van latere fases blijft een punt van zorg. En meer focus (wat wel/niet steunen) voorkomt versplintering van gelden en verhoogt de succes rate.

‘J ONGEREN VOOR DIGITALE TRANSFORMATIE CRUCIAAL’ Robert van Geffen, global digital lead professional health bij Philips, heeft de Digital Transformers Award 2015 gewonnen. Hij heeft, zegt de jury, bewezen hoe belangrijk jonge mensen zijn bij de digitale transformatie van bedrijven. Van Geffen: ‘De gezondheidszorg verandert en het gedrag van mensen ook, dus Philips verandert mee. Dankzij digitale vooruitgang worden diagnoses steeds sneller gesteld en kunnen we efficiënter ziektes genezen en patiënten ondersteunen.’ Ben Holewijn van Newpeople, een van de organisatoren: ‘Digitale transformatie is belangrijk om wereldwijd concurrerend te blijven. Jonge mensen spelen hier een cruciale rol in. Helaas zitten er nog te weinig jonge mensen in de bestuurskamer om die verandering op grote schaal een impuls te geven.

DOOR PIM CAMPMAN

tart-ups zijn ‘hot’. Er gaat geen week voorbij of je leest dat er weer een paar financiering hebben losgekregen. De eerste (vroegefase)financiering komt overwegend uit overheidspotjes – Europese, landelijke of provinciale. De overheid – inclusief universiteiten en regionale ontwikkelingsmaatschappijen – vult het gat dat banken en venture capitalists hebben laten vallen. Best riskant, gezien de vuistregel dat van elke tien start-ups er hooguit twee uitgroeien tot grote, florerende bedrijven; er twee, drie een kwakkelend bestaan gaan leiden en de rest vroeg of wat later omvalt. Publiek geld zo risicovol inzetten, is dat wel oké?

S Robert van Geffen: ‘De gezondheidszorg verandert en het gedrag van mensen ook, dus Philips verandert mee.’ Foto: Digital Transformers

www.digital-transformers.nl

LEES VERDER OP PAGINA 44

december 2015

43


VERVOLG VAN PAGINA 43

OVERHEIDSBELEID VOOR VROEGEFASEFINANCIERING START-UPS OOGST LOF EN KRITIEK

VERSPLINTERING OMLAAG, SUCCES RATE OMHOOG Banken zijn tijdens de financiële crisis van 2008/2009 afgehaakt; private investeerders (venture capitalists (vc’s) en informals, individuen/ groepjes beleggers) ook, al maken die momenteel een sterke comeback. Wel stappen ze vaak alleen nog in als terugbetaling van hun financiering (deels) is gegarandeerd... door een overheid, die toch al vooroploopt bij de vroegefasefinanciering.

STUURLOOS Paul Mencke van Govers Accountants/Adviseurs plaatst vraagtekens bij de rol van die overheid. ‘Ze heeft een rol te spelen, absoluut. Maar wat ik een beetje mis is visie, richting. Zeg je als overheid: ‘We hebben een pot geld; die gaan we beschikbaar stellen aan slimme mensen’, dan denk ik dat je stuurloos bezig bent. Allerlei initiatieven pamperen is niet de manier; je kunt je geld maar één keer uitgeven. Een heldere ambitie à la destijds

golflengte. Het advocatenkantoor verleent sinds 2004 juridische diensten aan onder meer startups. ‘Vooropgesteld: ik ben vóór een overheid die innovatie aanjaagt en daar richting aan geeft. Maar het huidige beleid ontbeert langetermijnvisie, heeft iets van ‘penny wise, pound foolish’: heel veel, té veel starters krijgen ‘iets’. Ik ken er die alleen door van subsidie naar subsidie te gaan het hoofd boven water weten te houden. Een grondige kosten-batenanalyse wordt niet gemaakt, waardoor de echt kansrijke financiering mislopen, in die vroege fase en vooral daarna – als hun kosten sterk oplopen. Zoveel mogelijk startups genereren lijkt het enige doel. Misschien moeten we met z’n allen niet accepteren dat 75 procent van de start-ups sneuvelt.’ Vijftig procent? Oké – technologisch, in de markt, organisatorisch, commercieel kan er nu eenmaal van alles mis gaan. Maar drie kwart? Dat moet omlaag kunnen.’

WEINIG KRACHTDADIG Alex Koers, medeoprichter/directeur van Microflown Technologies in Arnhem, staat evenmin te juichen bij het overheidsbeleid. Hun baanbrekende sensortechnologie kan als enige in de Xsens Technologies, voormalige start-up in Enschede, ontwikkelt onder meer technologie voor het meten wereld akoesvan de bewegingen van het menselijk lichaam. De toepassing voor animatiefilms trok een grote Amerikaanse koper. Illustratie: Xsens tisch luchtdeeltjessnelheid meten. In 1998 opgericht werd Microflown met het Amerikaanse ‘Man on the moon’-initiatief STW-grants geïndustrialiseerd. Koers laakt ‘de kan goed uitpakken. Bijvoorbeeld door focus te weinig krachtdadige houding van Economische leggen op Nederland onkwetsbaar maken voor Zaken als hoeder van innovatie’. ‘EZ houdt vooral die stijgende zeespiegel. Voorts zou de afweging de grote kennisinstituten de hand boven het wel/niet financieren strikt gebaseerd moeten worhoofd. Zonder enige tastbare toetsing of waar die den op de levensvatbaarheid van de start-up – of aan werken de brug slaat naar de uiteindelijke die geld uit de markt kan halen. De hamvraag gebruikers.’ Koers bepleit een overheid die zelf moet zijn: ‘Ben je in staat om facturen te verstuinnovatief aanbesteedt. ‘Er is eens sprake van ren die dan ook betaald worden?’ Dat klinkt plat, geweest van vijf procent innovatief aanbesteden, maar er wordt ontzettend veel ontwikkeld omdat maar daar komt geen klap van terecht. Al die subhet technologisch kan – wat dan in een mooi versidies en fiscale aftrek zijn mooi, maar als starthaal wordt verpakt. Om die markt, om die vraag up moet je met je sterke, disruptieve propositie ‘wie is de eerste, wie de tweede klant?’, loopt men een referentie kunnen opbouwen, liefst in je echter met een boog heen.’ thuismarkt. Daar zou de overheid een goede rol Taco Huizinga van The Law Factor zit op dezelfde

44

december 2015

in kunnen spelen, maar dat gebeurt niet.’ Die topsectoren? ‘Een grote fout. Je moet openstaan voor onverwachte ideeën en als overheid enkel het proces faciliteren waarin innovatie kan gedijen. De succesfactoren zijn bekend: time-to-market, critical mass en launching customers. Dat alles onderkent de overheid niet. Ik zie daar enkel een enorme versplintering, een ernstig gebrek aan visie en sturing. Bottomline is of Nederland afdoende doorgroeiende starters heeft. Nee dus. Het innovatiebeleid faalt al jaren. Hoog tijd dat er eens de bezem door EZ zelf gaat.’

HEEL STRENG Zijn er dan geen successen te melden? Bright Move lukt het om het percentage start-ups dat sneuvelt terug te dringen, zegt directeur Ewit Roos, door de afweging wel/niet financieren professioneel en gedegen te maken. De vroegefaseinvesteerder put uit fondsen van de provincie Noord-Brabant (BOM), Samenwerkingsverband Regio Eindhoven, RVO.nl (valorisatieprogramma ministerie van EZ) en TU Eindhoven – en trekt ook regelmatig co-financiers over de streep. ‘Sinds onze oprichting, medio 2012, hebben we 32 start-ups en spin-outs gefinancierd – tachtig procent in de high-tech, de helft voortgekomen uit de TU/e. Drie zijn weg, door faillissement of omdat ze de proof-of-concept niet rondkregen. En acht maken momenteel echt een jump; de kans dat die nog kapot gaan is niet meer zo groot. Op in totaal circa zesenhalf miljoen aan investeringen hebben we 25 miljoen euro aan nieuw geld opgehaald bij vc’s, informals en banken. En de waarderingen liggen tezamen op rond zestig miljoen.’ Geheim van de smid? ‘We zijn heel erg streng, in de eerste selectie en het traject van soms wel zes maanden dat voorafgaat aan een financieringsbeslissing.’

MAATSCHAPPELIJK RENDEMENT Participatiemaatschappij PPM Oost is ook ‘heel streng’, vertelt senior investment manager Patrick Lems. ‘We honoreren alleen de echt kansrijke aanvragen. Naast het ondernemingsplan kijken we scherp naar ondernemerschap. Heeft de starter de eigenschappen, expertise en drive om zijn idee of disruptieve technologie om te zetten in een succesvol bedrijf? Moet het managementteam versterkt worden? In het hele traject van ontwikkelen van het product tot en met opzetten van de organisatie denken wij mee en begeleiden we. Wij kennen natuurlijk veel startende bedrijven, kunnen dus een spiegel voorhouden. We brengen dus meer mee dan alleen geld.’ PPM Oost werkt met fondsen van de provincies Gelderland en Overijs-


sel. ‘Van de criteria is maatschappelijk rendement een belangrijke: werkgelegenheid creëren, duurzaam, ‘groen’ bezig zijn, dat soort zaken. Maar uiteraard hebben wij ook de doelstelling om winstgevend te zijn – om het geld dat we na zeg vijf, zes jaar weer uit die bedrijven halen in de regio te herinvesteren. Onder de streep pakt dat goed uit.’

LUCRATIEVE ZIJSTAP Het beeld dat zo ontstaat, is dat met het publieke geld voor start-ups zorgvuldig wordt omgesprongen. Start-ups die voor een financiering aankloppen worden binnenstebuiten gekeerd, het gros van de aanvragen wordt afgewezen en aanvragers die wel ‘aan de maat’ bevonden worden gaan vaak nog een lang en intensief traject door voordat er groen licht komt – waarna de financier blijft ondersteunen, adviseren en zo nodig bijsturen. Wat niet betekent dat het altijd ‘bingo’ is; in die vroege fase is immers nog veel onduidelijk. Je slimme, disruptieve technologie kan bijvoorbeeld door een nog slimmere worden voorbijgestreefd. Patrick Lems noemt het Twentse Xsens Technologies – dat de start-up status overigens al lang ontgroeid is. ‘Xsens was met een slimme bewegingsmelder voor sportschoenen bezig. Totdat ze werden ingehaald door Nike, met z’n enorme marketing-power. Hun hele plan leek gedoemd te mislukken – gooi maar in de prullenbak. Maar

dat deed Xsens niet. Ze hadden het meten van het hele lichaam vastgelegd en daar pakken voor ontworpen. Die data kwamen prima van pas bij het maken van animatiefilms. Een zijstap, maar een Directeur Ewit Roos van Bright Move: ‘Voor een fotonica-start-up als Smart Photonics komt er een lucratieve: Xsens werd moment dat die tien, twintig, vijftig miljoen nodig heeft om te kunnen opschalen. Daarvoor is venture capital nodig, maar dat is in Nederland relatief beperkt beschikbaar.’ Illustratie: Smart Photonics voor goed geld aan een Amerikaans bedrijf verkocht. Een schoolvoorbeeld van hoe land loopt daarin wereldwijd voorop. Roos: ‘Voor wij het graag zien bij PPM Oost.’ die twee komt er een moment dat ze tien, twintig, vijftig miljoen nodig hebben om te kunnen opschalen. Daarvoor is venture capital nodig, MOLENSTEEN maar dat is in Nederland relatief beperkt beschikDe rol van de overheid is sinds de crisis van baar. Dat appél van Neelie Kroes (special envoy 2008/2009 mede door nieuw inzichten danig vervan StartupDelta, red.) op pensioenfondsen om anderd. Het strooien met subsidies werd afgein start-ups te investeren; grote buiging.’ bouwd, (achtergestelde) leningen en equity – vaak middels een aandeel in de start-up – opgebouwd. Floreert de start-up dan plukt ook de overheid/ aandeelhouder de vruchten, en de start-up is verlost van een molensteen om de nek bij de volgenwww.govers.nl de financieringsronde. Waar we niettemin ‘een www.thelawfactor.nl probleem hebben in Nederland’, aldus Ewit Roos. www.brightmove.nl Hij duidt op de fotonica-start-ups in Bright www.ppmoost.nl Move’s portefeuille, zoals Effect Photonics en www.microflown.com Smart Photonics. Fotonica wordt gezien als dé www.xsens.com technologie voor de chips van straks, en Nederwww.smartphotonics.nl

december 2015

45


KORT ‘MET MINIBREW NAAR MASSA EN KASSA’ VOC Capital Partners investeert 250.000 euro in Minibrew. De start-up heeft een alles-in-één brouwapparaat voor thuisgebruik ontwikkeld. Daarmee brouw je in 3,5 uur, plus een weekje gisting, vijf liter pils of andere biersoort. Smaak en alcoholpercentage bepaal je via een app. Medeoprichter Bart van de Kooij: ‘De Minibrew combineert als eerste brouwen, afkoelen en gisten in één apparaat. En de app verschaft recepturen van andere hobbyisten en professionele brouwers.’ Venture capitalinvesteerder VOC Capital Partners ziet veel potentie. Partner Pieter Schoen: ‘Minibrew maakt de kunst van ambachtelijk bierbrouwen

46

december 2015

EZ: 200 MILJOEN AAN SEED CAPITAL IN TIEN JAAR Economische Zaken heeft de voorbije tien jaar 200 miljoen euro aan risicokapitaal toegekend aan 55 op technostarters gerichte investeringsfondsen. Door matching met private financiering kwam in totaal ruim 400 miljoen beschikbaar, voor meer dan 280 investeringen in Nederlandse technostarters. Een deel daarvan kende inmiddels een geslaagde exit.

Sinds 2012 neemt het aantal aanvragers jaarlijks toe. Volgens uitvoerder RVO.nl dankzij de groeiende beschikbaarheid van privaat venture capital, de goede aansluiting van de regeling op de praktijk van venturefondsen en bredere bekendheid van het seed capital-instrument. www.rvo.nl

HAVEN ROTTERDAM LOODST START-UP ACCELERATOR BINNEN

beschikbaar voor de massa; en massa is kassa.’ www.voccp.com www.minibrew.nl

Havenbedrijf Rotterdam en twaalf partners hebben het start-up acceleratorprogramma PortXL gelanceerd. Dat biedt havengerelateerde startups de kans om hun ideeën een kickstart te geven. In honderd dagen gaan ervaren mentoren tien geselecteerde start-ups intensief coachen om hun bedrijf van de grond te

krijgen. ‘Met PortXL kunnen we haven-start-ups scouten en trekken we meer innovatieve bedrijvigheid aan. Wij willen de slimste en meest innovatieve haven ter wereld zijn’, aldus Paul Smits, cfo van Havenbedrijf Rotterdam. Start in maart 2016. www.portxl.org


innovatieve Om inno vatieve producten te kunnen ontwikkelen bedrijven ven e een ontwikk elen hebben bedrijv uitdagingen aantal uitdaging en te overwinnen. overwinnen. efficiency Hoe kan men een ef ficiency vverbetering erbetering voor voor alle hulpmiddelen, inclusief energie, personeel financiĂŤn en per soneel rrealiseren? ealiseren? Hoev Hoeveel eel meer zou zou u kunnen verkopen verkopen indien u een 30% verkorting verkor ting vvan an de time-to-mar time-to-market keet kunt realiseren, realiseren, ook vvoor oor complexe complexe pr producten? oducten? W Wat aat betekent beteke ent verhoging verhoging van van de fflexibiliteit, lexibiliteit, ook in nichemarkten? nichemarkten?

PDM voor Smartt Industry:

Teamcenter Rapid Start, snel naarr tastbaar PDM resultaat!

Teamcenter Rapid Start is PDM gebaseerd op de beste ervaringen van collega bedrijven: out-of-the-box functionaliteit, fixed price investering gecombineerd met een korte doorlooptijd.

Nieuwee producten en inno Nieuw innovatie vatie mogelijkheid nieuwee bieden de mog elijkheid tot nieuw vverdienmodellen erdienmodel e len maar vergen verg e en ook een nieuwe nieuwe aanpak. Deze uitdagingen uitdagingen dwingen bedrijven dwing en bedrijv en om efficiÍnt ggebruik ebr uik te maken maken vvan an alle interne interne procesinformatie. product- en procesinfor matie. bedrijven Maar in vveel eel bedrijve b en is deze procesinformatie product- en procesinfor matie nog aanwezig over steeds verspreid verspreid aanw ezig o ver vverschillende ersc e hillende systemen, databases en desktops.. Een ggrote desktops rote verscheidenheid verscheidenheid wordt aan applicaties w ordt ggebruikt ebr uikt om de kennis aanvankelijk kennis aan vankelijk te genereren, genereren, waarbij weinig w aarbij er w einig of ggeen een verbinding verbinding is tussen de verschillende verschillende vormen vor men informatie. vvan an infor matie. Het eindresultaat bestaat uit vverschillende ersc er e hillende informatie infor matie “silo’s” bedrijven “silo’ s” die bedrijv drijveen belemmeren in productiviteit hun producti viteit en het behalen vvan an de strategische strategische doelstellingen. doelstellingen. eamcenter Product Data eam e Teamcenter Middels T ement kunnen bedrijv en al Manag Management bedrijven hun product en proces-g erelateerde proces-gerelateerde ennis beheren in ÊÊn vveilig eilig en kkennis toeg ankelijk systeem dat gebruikt gebr uikt kan toegankelijk w orden door meerdere afdeling en en worden afdelingen disciplines in een org anisatie. organisatie. Met Teamcenter Teeamcenter eamce realiseer t u: realiseert 9 .&$0$ /0.#3"2(4(2$(2 $- 9 .&$0$ /0.#3"2(4(2$(2 $- ver mindering van van de doorlooptijd; vermindering $#3"2($ 4 %.32$- 4$0'.&(-& 4 - 99 $#3"2($ 4 - - %.32$- 4$0'.&(-& 4 de kwaliteit kwaliteit en vverlaging an kkosten; osten; erlaging e vvan 99 , $-5$0*(-& ,$2 ($#$0$$- .4$0 ++ ,$-5$0*(-& ,$2 ($#$0$$- .4$0 en met de juiste gegevens; gegevens; 99 $2$0 (-7("'2 7.# $2$0 (-7("'2 7.# 22 ,$- !$2$0$ ,$- !$2$0$ zak elijke beslissing en kan nemen. zakelijke beslissingen

Teeamcenter Rapid Teamcenter Rapid Star Startt ggaat aat uit van van “best practices” en is daardoor zeer snel inzetbaar. inzetbaar. JJuist uist ook vvoor oor o kleinere org organisaties. anisaties. Met teamcenter Rapid Star Startt profiteer profiteertt men door middel vvan an deze “best practices” van verg e elijkbare bedrijven bedrijv ijvven e is opgedaan. opgedaan. Daardoor begint van de ervaringen er varingen die bij vergelijkbare men bij implementatie niet vanaf vanaf nul, nul, maar kan merendeel van van de behoeften vooraf vooraf worden worden ingevuld ranche specifiek specifiekee en vvoor ggecheckt echeckt en ing evuld met branche oor geconfigureerde geconfigureerde processen en databases.. De implementatie is daardoor vvaak aak snel en fix fixed an databases ed price te realiseren. Het kiezen vvan dt bedrijv bedrijven ven e daarna daarna de mogelijkheid eigen inzicht het juiste PDM systeem biedt mogelijkheid om naar eig en inzic ht uit te bouwen volwaardig Management Teamcenter. eamcenter . bouw en tot een vo olwaardig Product Lifecycle Manag ement (PLM) platform platfor m onder T eamcen e “Onzee proceshet gebruik “Onz prrooces- en productdata prrooductdata is middels m gebr bruuik ik van van Teamcenter Teeamcenter beter b onder d controle. contrroole. l Hierdoor Hi d zijn z ijn ijj wijij in efficiÍnter werken onze kwaliteit verhogen.” staat om ef fficiÍnter f samen te w erken en onz ze kw waaliteit te verho oggen.” ()1 .3#$-1 ()1 .3#$-1 - &&$0 .-(-*+()*$ '0$-# $0 .-(-*+()*$ '0$-# " 00#1 .+32(.-1 (1 ./&$0("'2 (-

$2 25$$ * #1 .+32(.-1 (1 ./&$0("'2 (-

$2 25$$ * -2.0$- '..%#* -2.0$- ' '..%#* -2..0 (- $12 $- 4$12(&(-& -2..0 (- $12 $- 4$12(&(-& ((- $-* $+&(8 $- &$,.2(4$$0#$ ,$#$5$0*$01 +$4$02 (-12 - $-* $+&(8 $- &$,.2(4$$0#$ ,$#$5$0*$01 +$4$02 (-12 ++$$02 $- .-#$012$3-2 " ++$$02 $- .-#$012$3-2 " 0#1 0#1 Solutions de implementatie vvan an PLM oplossing en. De org oplossingen. organisatie levert tevens anisatie lev ert tev ens project $"' - $"' , - &&$,$-2 $- ".-13+2 $,$-2 $- ".-13+2 -"6 #($-12$- ./ '$2 &$!($# 4 -"6 #($-12$- ./ '$2 &$!($# 4 Pub Simulatie en PLM oplossingen oplossingen in 21 landen en bij meer dan 400 klanten. Pub,, Simulatie cards PLM Solutions ondersc heidt zich zich in de markt door flexibel ffllexibel lex lex hoge kenniswaarde kenniswaarde onderscheidt en met een hoge in te zetten, middels haar producten, oplossing en en diensten, op 4 belang rijke trends in de oplossingen belangrijke maakindustrie: een sterk van de complexiteit van van producten, de toenemende sterkee toename van globalisatie vvan an de het zak en doen, toename op het ggebied ebied vvan an inter nationale w et- en zaken internationale wetreg elgeving en het immer vverder erder reduceren vvan an de time-to-mark et. regelgeving time-to-market. 0., &..# 2. &0$ 22 %0., &0$ %0., &0$ 22 2. $12 0., &..# 2. &0$ 2. $12

cards cards PLM Solutions Solutions BV BV | De De Maas Maas 22a | 5684 PL Best Best | T T.. +31-(0)499-371990 31 (0)499 371990 | F F.. +31-(0)499-372690 car cards ds PLM SSolutions olutions bvba bvba | Horizonlaan Horizonlaan 36 | B-3600 Genk Genk | T T.. +32-(0)8 968 06 58 info@car info@cardsplmsolutions.com dsplmsolutions.com |www.cardsplmsolutions.com |www.cardsplmsolutions.com


PROCESVERBETERING

DAMEN SHIPYARDS GESTART MET PLUK ‘HOGERHANGENDE FRUIT’ VAN STANDAARDISATIE

ENGINEERINGSUREN SCHIP FACTOR VIER VERKLEIND Damen Shipyards doet al decennia aan standaardisatie en is er groot mee geworden. Inmiddels heeft de Gorinchemse scheepsbouwer, samen met IPL Advies, de volgende stap gezet, naar smart customization. Dat kan het aantal engineeringsuren met een factor vier verkleinen, zo blijkt uit een pilot.

olieplatforms en windmolenparken, of de sleepbootrederijen’, vertelt Jaap Gelling, productdirecteur van de Damen-divisie High Speed Craft: ‘Overheidsklanten die een patrouilleboot willen, hebben doorgaans een veel langere planningshorizon. Maar wanneer een commerciële partij een tender wint, wil die zo snel mogelijk aan de slag. Wij kunnen dan uit voorraad binnen enkele weken een schip afbouwen en leveren. En het is betrouwbare, proven technology, want alles wat er in of op zit hebben we al veel vaker toegepast.’

FREEZE AND RELEASE

Smart customization maakt het hele ontwerp- en bouwproces beter voorspelbaar, aldus van links naar rechts Ronald Boerman (projectleider Damen), Jaap Gelling (productdirecteur Damen High Speed Craft) en Hans Maassen (directeur IPL). ‘Daardoor kunnen we nu sneller bouwen, zijn we van twintig naar eenentwintig schepen gegaan in dezelfde tijd. Dat zijn heel veel uren en die maken toch al gauw een derde van de kostprijs uit.’ Foto: Maarten Hartman

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

n 1969 kreeg de Nederlandse scheepbouw een grote, dringende vraag naar sleepboten voor baggerwerk in het Verre Oosten. Met een levertijd van zes weken was het onmogelijk die schepen nieuw te bouwen, dus moesten ze tweedehands worden ingekocht tegen een prijs die soms boven de nieuwprijs lag. Hét sein voor Damen te starten met het bouwen van casco’s op voorraad. Tegelijk was dat ook het begin van een uitbestedingsstrategie: als de werkdruk hoog was, werden casco’s bij werven in de omgeving gebouwd. Twee strategische zetten die Damen zo groot en succesvol hebben gemaakt als het nu is: een multinational met 9.000 medewerkers en een omzet tussen de 1,5 en 2 miljard euro.

I

UIT VOORRAAD In de loop der jaren is Damen een scheepsbouwer geworden die zijn schepen maar voor een

48

december 2015

deel zelf bouwt. Maar voor alle schepen verzorgt de hoofdvestiging in Gorinchem het ontwerp en de engineering, het sourcen van de onderdelen, het regelen van de logistiek om alles tijdig op de juiste plaats te krijgen, het coördineren van de bouw en de inbedrijfname, inclusief de kwaliteitscontrole. Detailengineering en bouw gebeuren op de eigen werven, waar ook ter wereld, maar vooral daar waar de loonkosten laag zijn, in landen als China, Vietnam en Turkije. Die werven bouwen de schepen samen uit standaardmodulen als motoren, deksystemen, elektronica, generatoren, aandrijfsystemen, kranen, et cetera. Niet op klantorder, maar om op voorraad te houden. Want dat is, naast de kwaliteit, dé onderscheidende factor van Damen: een korte levertijd uit voorraad. Medio november had Damen meer dan honderd schepen in stock. ‘Wij hebben wereldwijd voor honderden miljoenen euro’s op voorraad. Dat is cruciaal voor de commerciële klanten, bijvoorbeeld de vervoerders van mensen naar

Dat laatste is niet helemaal waar en juist daarin lag een reden om een aantal jaren geleden een volgende stap te maken in het standaardisatieproces. ‘Binnen High Speed Craft zaten wij elke maand een middaglang te vergaderen over mogelijke verbeteringen aan de twintig standaardfamilies die we op de markt brengen. Uit commentaar van de werven of klachten van klanten bleek dan dat bijvoorbeeld een bepaalde pomp vaak stuk ging. Dus gingen we op zoek naar een andere, betere pomp, die vervolgens de nieuwe standaardpomp werd. Zo werd elke gebouwde boot net weer anders dan zijn voorgangers. Voor onze engineers en productiemensen was het lastig tussen de oren te krijgen welke componenten en modules nu precies de meest actuele standaard waren. Dat leidde tot veel misverstanden, fouten en meerwerk en met grote regelmaat moesten we last minute bepaalde onderdelen van Nederland naar het Verre Oosten invliegen, tegen de hoofdprijs. Dus zijn wij – analoog aan de praktijk in de automotive – het ‘freeze and release’-systeem gaan invoeren: gedurende een bepaalde tijd worden alle wenselijke wijzigingen verzameld en dan in één keer doorgevoerd.’

ÉÉN STANDAARD Daarnaast is het engineeringsproces voor de twintig productfamilies, van ontwerp naar detailengineering, gestandaardiseerd. ‘Voorheen was daarvoor veel vrije ruimte en dus deed elk engi-

• Damen bouwt op voorraad en levert klantspecifiek. • Engineeringsproces voor twintig productfamilies gestandaardiseerd. • Doorlooptijd productievoorbereiding dankzij smart customization van weken naar dagen.


neeringsteam van elke productfamilie het op zijn eigen manier. Sinds 2011 werken we aan één standaard voor alle twintig scheepstypen. Klanten kunnen nog sterk verschillende wensen hebben, maar eigenlijk verkopen we hen allemaal hetzelfde schip, met dezelfde standaardsystemen, hydrauliek, pneumatiek, dat alleen in maatvoering, kleur, opbouw en uitrusting verschilt.’ Met de effecten van het plukken van dit ‘laaghangende fruit’ van standaardisatie is Gelling content: ‘Op de engineering en bouw van de fast crew supplier, de FCS5009, winnen we zeker vijf procent aan tijd en kosten. Daarnaast verwacht ik effecten van minder herstelkosten: door een hogere standaardisatiegraad voor parts maken wij nu meer gebruik van proven technology, waardoor er minder binnen de garantietermijn hersteld of vervangen moet worden en dan hebben we het over een hele serieuze kostenpost.’

HOGERHANGEND FRUIT Intussen is Damen tweeëneenhalf jaar geleden gestart met het project Smart Axe, voor het oogsten van het ‘hogerhangende fruit’. Daarvoor wordt als ‘ladder’ de smart customization-methodiek gebruikt en toegepast op één specifiek schip, de FCS2610, een catamaran die onderhoudsmensen snel en comfortabel naar windmolenparken ver op zee kan vervoeren. ‘We zijn er inmiddels in Europa marktleider mee geworden. In eerste instantie bouwden we dit schip in standaardbasisvorm – en konden we het dan binnen een week uit voorraad leveren. Maar onze klanten, veelal kleine bedrijven, hadden vaak nog aanvullende wensen, die een enorme druk op onze engineering legden. Bijvoorbeeld een kraan op een bepaalde plek. Maar daarvoor moest er opnieuw geëngineerd en gebouwd worden, om het dek ter plekke te verstevigen, om de benodigde kabelgoten voor de elektronica en hydrauliek aan te leggen. Dit ‘achteruit werken’ kostte relatief veel tijd en geld.’ Voor Damen genoeg aanleiding een smart customization-pilot voor dit schip te starten. Voor een trekker hoefde Damen niet eerst in de Gouden Gids te kijken. Want IPL Advies was al nauw betrokken bij het standaardiseren van de engineeringsprocessen en de opzet van de Part Catalog. Het Eindhovense adviesbureau had één uniforme werkwijze voor engineering ontwikkeld en geïmplementeerd.

GEEN GESPREID BEDJE En IPL ondersteunde ook al de invoering van het nieuwe ERP-systeem inclusief conversie van de engineeringsgegevens en de koppeling daarvan aan de CAD-omgeving. Dus lag het voor de hand ook deze FSC2610-pilot bij IPL neer te leggen. ‘Engineering had te veel werk, ook omdat er in de documentatie veel zaken maar half beschreven werden. Daardoor ontstonden er altijd veel misverstanden tussen de afdelingen design & proposal, engineering en productie, wat weer tot veel nawerk leidde en vervolgens het werk aan de nieuwbouw verstoorde’, duidt IPL-directeur Hans Maassen de uitgangssituatie. Maar al die frustratie betekende niet dat hij met zijn smart customization-aanpak in een gespreid bedje belandde. ‘Voordat iedereen het concept echt

De FCS2610. Foto: Damen

begreep en kon toepassen, waren we een jaar verder. Men was heel erg gewend elk schip als een apart artikel te zien, met een eigen nummer en iedere keer weer andere inhoudelijke keuzes. Als er dan een volgende boot in de serie gebouwd moest worden, was het heel lastig duidelijk te krijgen wat daaraan nu hetzelfde dan wel anders was. En dan is het dus lastig bestaand engineerwerk te hergebruiken.’

DAMEN SHIPYARD GROUP IN CIJFERS (2014) • • •

CONFIGURATOR APP Toen iedereen het snapte, is een basisschip van de FCS2610 herontworpen op grond van een documentatiestructuur waarin alle door de markt meestgevraagde opties en varianten gemakkelijk zijn in te bouwen. Dit geldt ook voor de documentatie van de toeleveranciers. Voor bijvoorbeeld de optie van de kraan is alles al voorbereid: het dek is bakboord-voor verstevigd, er zijn kabelgoten aangebracht en het dashboard in de stuurhut bevat een uitsparing voor een instrument om de kraan te monitoren. Als de klant nu een schip bestelt, met behulp van de door IPL nieuw ontwikkelde Configurator App (webbased, gebaseerd op gaming-technologie), wordt exact vastgelegd voor welke opties hij kiest. Daarmee wordt nu ook direct het bestek gegenereerd, in een vaste structuur en worden in ERP de gedetailleerde tekeningpakketten van alle gekozen opties geselecteerd. En in de Configurator App kiezen voor een ‘vlag’ resulteert in een detailontwerp van het schip volledig toegesneden op de regelgeving van het betreffende land. Omdat het bestek onderdeel uitmaakt van het contract met de klant, is dat contract veel sneller op te stellen, foutloos; het is immers nu een exacte vertaling van de in de Configurator App aangegeven eisen en wensen van de klant. Voorts, dankzij de koppeling met ERP, zijn de benodigde modulen en componenten direct te bestellen. En ook rolt er direct een ‘bouwstrategie’ uit die de volgorde van de bouwactiviteiten vastlegt. ‘Zodat niet die motor pas wordt aangeleverd als de machinekamer al is dichtgelast’, aldus Gelling.

FACTOR VIER De doorlooptijd van de hele productievoorbereiding, inclusief bestellen van onderdelen en inplannen van bouwactiviteiten, is door smart customization teruggebracht van enkele weken

Omzet Werven - Nederland - Elders Medewerkers - Nederland - Elders Levering schepen - Tugs/Workboats - Offshore Vessels - High Speed Craft & Ferries - Pontoons & Barges - Dredging & Specials - Naval & Yachts Casco’s in voorraad

2 miljard euro 32 wereldwijd 15 17 9.000 wereldwijd 3.000 6.000 160 stuks 82 10 39 11 13 5 > 200

naar enkele dagen. Maar de grootste winst zit binnen de Gorinchemse afdeling engineering, die aanleiding gaf tot de pilot. Ronald Boerman, projectleider Smart Axe van Damen: ‘Inmiddels zijn de eerste vier FCS2610’s conform deze werkwijze in productie. Het aantal engineersuren per schip is met een factor vier gereduceerd. We gaan nu starten met het vastleggen van de meestgevraagde variabelen van nog twee of drie andere schepen van de divisie High Speed Craft. Vervolgens is het de bedoeling dat we deze werkwijze voor alle geschikte scheepstypen over heel Damen uitrollen.’ Zal smart customization ook die grote voorraad kunnen reduceren? ‘Nee’, weet Jaap Gelling, ‘want het bouwen van een schip blijft een proces van maanden, terwijl wij heel snel willen kunnen blijven leveren. Maar door de betere voorspelbaarheid en controleerbaarheid van het hele ontwerpen bouwproces kunnen we steeds meer onderdelen bij de leverancier op voorraad leggen. En door de betere beheersing kunnen we nu sneller bouwen, zijn we van twintig naar eenentwintig schepen gegaan in dezelfde tijd. Dat zijn heel veel uren en die maken toch al gauw een derde van de kostprijs uit.’ www.damen.com www.ipl.nl

december 2015

49


INTERNATIONAAL ZAKENDOEN

NEDERLANDSE BEDRIJVEN KUNNEN PROFITEREN VAN DIGITAL MANUFACTURING-BELEID VS

‘BUY AMERICAN, DAT IS HIER ECHT EEN ISSUE’ Voor de technologische industrie is de wereld de markt. Onze belangrijkste exportbestemming is Duitsland. Slechts zeven procent van de export gaat naar Noord-Amerika, blijkt uit FME-onderzoek. Terwijl de VS een grote, stabiele groeimarkt vormen. Met name het Middenwesten lijkt een geschikt startpunt. Niet toevallig heeft ons land er een consulaat en zijn er al de nodige industriële ondernemers neergestreken. Een inventarisatie van de kansen en uitdagingen aldaar.

algemeen, stelt Stephan van de Wall, hoofd economische afdeling van het Nederlandse Consulaat-Generaal, kan je het beste zaken met de VS doen in het land zelf en niet vanuit ons land. ‘Zit je eenmaal hier, met eigen vestiging of samenwerking met een Amerikaans bedrijf, dan is de markt groot. De maakindustrie kan zeker de geavanceerde technologieën uit Europa gebruiken. Onze kennis van en Jan Willem Overman (Claymount): ‘Als we niet Amerikaans zouden zijn, aldus een klant, ervaring met geavanwas hij naar de concurrentie gegaan.’ Foto’s: Com-magz ceerde materialen, machinebouw, duurzaam produceren en digitalisering is van waarde hier – door de relatief lage DOOR MARTIN VAN ZAALEN lonen moeten veel Amerikaanse industriële bedrijven nog überhaupt met automatiseren et Consulaat-Generaal in Chicago (Illibeginnen. Nederland heeft ook een sterke agro & nois) vormt voor Nederlandse industriële food-machinebouw, waar de VS een goede afzetbedrijven de brug naar Chicago én het markt voor is.’ Om die kansen te pakken, behele Middenwesten van de VS. Het bnp nadrukt hij, moeten bedrijven én de overheid wel van deze regio van veertien staten zou in de strategisch investeren. wereldranglijst op een vierde plek komen, tussen Aan dat laatste wordt inmiddels gevolg gegeven: Japan en Duitsland in. Goed vertegenwoordigd na deelname van het consulaat, samen met de in dit grote gebied is de maakindustrie (met Metaalunie, aan de International Manufacturing name metaal, machinebouw, medische apparaTechnology Show (IMTS) 2014, en recent aan de tuur, automotive en aerospace), naast sectoren als Fabtech 2015 (met bedrijven als Fontijne, Safanagro, food en foodtechnologie, horticultuur en Darley, Voortman en Wemo), staat in september chemie. de IMTS 2016 op het programma, met een Nederlands paviljoen. Van de Wall hoopt dat deze GROTE MARKT strategie kan worden doorgezet. Te meer daar Activiteiten die de maakindustrie naar een hoger landen als Duitsland en Italië veel meer manniveau trekken, worden sterk gepromoot en kracht stoppen in het lobbyen en bruggenbougesubsidieerd door de federale overheid (zie wen voor hun industrie in het Middenwesten. ‘In kader). Onder meer om een impuls te geven aan het bijzonder de Duitse maakindustrie heeft – de samenwerking bij innovatie tussen bedrijfsterecht – aangegeven in de VS te willen investeleven en onderwijs- en onderzoeksinstellingen. ren, juist vanwege de duurzame groeiverwachtinOok Europese bedrijven kunnen instappen, mits gen hier.’ Dit vanwege de relatief lage lonen, lage ze een Amerikaanse vestiging hebben. In het

H

50

december 2015

• Overheid steunt promotie Amerikaanse maakindustrie, Nederlandse VS-vestigingen kunnen instappen. • Certificering duurt langer, claimcultuur valt mee. • Voor kwaliteit wil men betalen. • Chicago-regio centraal gelegen.

energiekosten en stabiele dollar (zie onder meer de Global Manufacturing Competitiveness Index van Deloitte).

GEEN SORES Lightweight Containers heeft al een eigen vestiging in de VS. Momenteel legt de onderneming de laatste hand aan een lijn voor de productie van hun KeyKegs, lichtgewicht fusten die wijn of bier weken langer goed houden dan de zware metalen fusten en die na gebruik als plastic gerecycled kunnen worden en niet retour brouwerij hoeven. Het bedrijf had al een verkoopvestiging in de ‘voor ons zeer belangrijke Noord-Amerikaanse markt’, maar om er goed voet aan de grond te krijgen gaat het nu de KeyKeg daar ook produceren. In de buurt van Chicago, vanwege de centrale ligging van die regio, met goede logistieke verbindingen vanuit Europa (voor toelevering van bepaalde onderdelen) en naar de andere delen van de VS en Canada, aldus directeur Jan Veenendaal. De productie wordt ondergebracht in een bestaand productiebedrijf, Logoplaste, om niet direct ook de personeelssores te hebben. ‘En zij beschikken over een goede supply chain. Produceren is hun kracht, vermarkten de onze.’ Maar dan telt voor Lightweight Containers wel dat voordeel van het in Amerika zelf produceren. ‘Buy American, dat is hier echt een issue’, vertelt Andrew Enschedé van GT Law in vloeiend Nederlands. De advocaat van Nederlands-Amerikaanse afkomst heeft Jan Veenendaal c.s. begeleid bij de productiestap naar de VS. Waar je je in dat enorme land het beste kunt vestigen, hangt primair af van waar de afzetmarkt en leveranciers zitten. Houd er rekening mee dat wetgeving per staat fors kan verschillen. ‘Elke staat heeft zijn eigen grondwet, belastingregime en regels voor het afsluiten van contracten en verzekeringen.’ Maar, voegt hij er aan toe, de keuze van een rechtsvorm voor de onderneming is eenvoudig: ‘Richt een Delaware Corporation op die als een buitenlandse corporation zaken mag doen in de staat waar je gevestigd bent. Dan kun je van de best uitgewerkte rechtspraak gebruikmaken, gehandhaafd door de best geschoolde rechters die


altijd veel oog hebben voor de belangen van de ondernemer.’ Waarop hij maar meteen een populair Nederlands vooroordeel onderuithaalt: ‘Met de claimcultuur hier valt het hard mee. Ik begeleid inmiddels vijftien jaar Nederlandse ondernemingen de Amerikaanse markt op en nog niet één heeft dusdanig problemen met claims gekregen dat die het voortbestaan van het bedrijf bedreigden.’ Wel hebben ondernemingen, afhankelijk van hun sector, nog met allerlei certificeringsregels te maken. Vanzelfsprekend voor de food, maar nog meer voor de medische technologie en de farma. ‘Meestal is het certificeringstraject hier langer dan in Europa.’ Ook daarom is het voor Jan Veenendaal van Lightweight Containers een voordeel dat hij de KeyKeg niet zelf in de VS produceert. ‘De klep en de binnenzak die met het product in aanraking komen, worden ons toegeleverd door twee fabrikanten die zelf zorgen voor de wereldwijde certificering. Die is in elke regio anders; in de VS moet het FDA-approved zijn. Ook het productieproces in Chicago moet worden gecertificeerd. Een intensief traject, geregeld door de leverancier van de assemblagelijn, Total Productivity.’

BETALEN VOOR KWALITEIT Ambities in de VS heeft ook Hembrug. Vandaar dat het vorig jaar op de IMTS was. Het Haarlemse bedrijf ontwikkelt en bouwt hoognauwkeurige, oliehydrostatisch gelagerde draaimachines en brengt die sinds 2003 ook op de Noord-Amerikaanse markt. Inmiddels heeft het daar een significante installed base, mede dankzij de investering in de verkooporganisatie. Die telt nu acht vertegenwoordigers verspreid over het land, aangestuurd door area sales manager Bill Alexander. ‘Het succes op de Amerikaanse markt is in de eerste plaats te danken aan de kwaliteit van de machines die wij leveren. De invoerrechten van 4,25 procent zijn niet echt een probleem. De klant is bereid voor onze precisie en betrouwbaarheid tien tot twintig procent meer te betalen dan voor traditioneel gelagerde draaimachines. Lastig is wel dat de elektrificatie in de VS anders

bij ons portfolio. Daarmee hadden we ook direct de beschikking over ervaren en goed opgeleid personeel en een betrouwbare supply chain, met name metaalen elektronicabedrijven. Daarvan Het Middenwesten van de VS. Bronnen: ADSA, US Department of Energy zitten er genoeg binnen een straal van twintig, dertig kilometer.’ is dan in de EU; we moeten andere elektromotoKlanten heeft Claymount ook wel in de eigen ren inbouwen om de machine hier geaccepteerd Chicago-regio, maar vooral daarbuiten. ‘Het te krijgen.’ Voor een eigen vestiging is Hembrug Middenwesten is een goede plek om te zitten: met in de VS nog te klein. ‘Maar’, weet Alexander, het vliegtuig is heel het land in een paar uur ‘voor machinebouwers geldt dat je met het kunbereikbaar. Een deel van onze producten zetten nen garanderen van local support veel klanten we af in de VS, overal in het land. Dit is toch echt over de streep trekt. En als je dan een regio moet de grootste medisch-technologie markt.’ De rest kiezen, zou ik gaan voor het centraal gelegen gaat de hele wereld over, ook naar Europa. VanMiddenwesten.’ wege al dat grensoverschrijdende handelsverkeer heeft Claymount voor zijn medische technologie GOEDE TOELEVERKETEN te maken met meerdere certificeringsinstanties, Die eigen vestiging heeft het Achterhoekse Claydie elk hun eigen eisen stellen. ‘Meer harmonimount wel. ‘Dat we op onze producten ‘Made in satie zou mooi zijn.’ the USA’ kunnen zetten, is echt een groot voordeel. Vanmorgen had ik nog een klant aan de lijn: Meer informatie over kansen in de MidWest: als we niet Amerikaans zouden zijn, was hij naar chi-ea@minbuza.nl. de concurrentie gegaan’ , vertelt Jan Willem OverDe volledige versie van dit artikel is te vinden op man, general manager van de vestiging bij Chicawww.linkmagazine.nl go. De fabrikant van modules en componenten voor met name medische röntgenapparatuur heeft sinds 1987 in Illinois een verkoopvestiging www.gtlaw.com en – door een latere overname – ook een ontwikwww.keykeg.com kel- en productievestiging. ‘Het overgenomen www.hembrug.com bedrijf had een ionisatiekamer die goed aansloot www.claymount.com

OOK AMERIKAANSE INDUSTRIE NOG NIET GEDIGITALISEERD

Andrew Enschedé (GT Law): ‘Met de claimcultuur hier valt het

Voor digital manufacturing (het Amerikaanse ‘smart industry’) heeft de industrie in de VS, net als in Europa en elders, nog stappen te maken. De Obama-regering richtte daarom het National Network for Manufacturing Innovation (NNMI) op. Een van de instituten die daaruit is ontstaan, richt zich specifiek op het ontwikkelen en verbreiden van digital manufacturing: het Digital Manufacturing and Design Innovation Institute (DMDII), sinds dit voorjaar ondergebracht in het splinternieuwe UI Labs in Chicago. De federale overheid heeft zeventien miljoen dollar in DMDII geïnvesteerd, voor matching met geld van de industrie. Inmiddels hebben bedrijven (onder meer Siemens, P&G en Rolls-Royce) al 300 miljoen dollar bijeengebracht. Voor onderzoek dat het gat moet dichten tussen fundamenteel onderzoek en commercialisatie.

Om zo die analoge industrie te transformeren naar een digitale. Zo is er een project dat Google Glass-achtige technologie de fabriek in moet brengen. ‘Vervolgens is het zaak dat de ondernemers en hun mensen die technologie ook gaan gebruiken. Workforce development is de belangrijkste doelstelling van dit instituut’, aldus Jason Harris van UI Labs, wijzend op een ruimte vol met zeer moderne productieapparatuur, inclusief een twaalf-assige (!) freesmachine. Medewerkers van aangesloten bedrijven kunnen daar het werken met die nieuwe technologie ervaren. ‘Nederlandse bedrijven kunnen ook meedoen in DMDII, mits ze over een Amerikaanse vestiging beschikken’, verzekert Harris. www.dmdii.uilabs.org www.manufacturing.gov

hard mee.’

december 2015

51


krachtige beweging n planetaire aandrijving, n hydrauliek en lieren

scan de interactieve content

Brevini brengt Brevini Group Group Benelux Benelux b rengt u verder verder Wij bieden een compleet producten kennisportfolio W ij b ie d en e en c o m p l e et p roduc t- e nk ennispor t folio op op het het gebied gebied van van aandrijving aandrijving en en hydraulica. hydraulica. Door Door voortdurende voor tdurende innovatie garanderen wij duurzame en betrouwbare producten i n n ov a ti e g a r a n d e re n w ij d uur z a m e e nb et r o u w b a r e p roduc ten die voldoen aan de hoogste kwaliteitseisen. Zo zorgt Brevini die v o l d o en a an d eh oogs te k waliteitseisen. Z o zo rg t B rev i n i Group dat krachtig beweging Group Benelux B en elu x d at u k rachtig iin nb eweging blijft. b lij f t. b benelux@brevini.com enelux @brevini.com / +31 +31 172 17 2 47 47 6 64 46 64 4/w www.brevini.nl w w.brevini.nl


BOUW BRAINPORT INDUSTRIES CAMPUS STEEDS WAARSCHIJNLIJKER

‘WOW, HIER WIL IK WERKEN!’

Alleen door intensief samenwerken kunnen Nederlandse hightechbedrijven voldoende concurrentievermogen genereren. Brainport Industries, een netwerk van hightechtoeleveranciers, faciliteert die samenwerking. In deze rubriek aandacht voor de wijze waarop BI werkt aan de invulling van zijn hoofdthema’s.

De gedroomde locatie voor het ecosysteem van hightech toeleveringsbedrijven in de regio Eindhoven; ontworpen op basis van ‘factory of the future’-concepten die ‘first of a kind’ in de wereld zijn – met de modernste productiemiddelen, -processen en shared facilities; in een parklandschap waar het voor bedrijf en personeel goed toeven is. En waarvan (ook) anderen zeggen: ‘Wow, hier wil ik werken!’ Dagdroom? ‘Nee, dat die Brainport Industries Artist’s impressions van de beoogde

Campus er gaat komen, wordt steeds

Brainport Industries Campus. Illustraties: BI

waarschijnlijker.’ DOOR PIM CAMPMAN

edio oktober, tijdens het jaarcongres van Brainport Industries – het cluster van eerste-, tweede- en derdelijns hightech bedrijven –, gaf Edward Voncken, ceo van KMWE, een presentatie over de Brainport Industries Campus-in-wording. KMWE, dat op de huidige locatie in Eindhoven uit zijn jasje begint te groeien, wordt de eerste bewoner van de campus. Diverse andere partijen overwegen serieus om daar naartoe te gaan, zegt John Blankendaal, directeur van Brainport Industries. ‘Animo is er, zeker.’

M

SNEL OP- EN AFSCHALEN Volgens hem heeft de Brainport Industries Campus bewoners dan ook veel te bieden. Hij wijst op de trend dat oem’ers in het ‘low volume, high mix, high complexity’-wereldje, waarin de Brainportregio op wereldschaal sterk presteert, steeds meer (module)ontwikkeling neerleggen bij hun first tiers – die op hun beurt meer klussen dieper in de

BRAINPORT INDUSTRIES In BI zijn negentig hightech-toeleveranciers (9.000 werknemers, twee miljard euro omzet) verenigd. De coöperatie adviseert en faciliteert de aangesloten bedrijven op drie thema’s: technologie & proces, markt & keten en mens & samenwerking. www.brainportindustries.com

supply chain wegzetten. ‘Dat vergt van de toeleversector meer kennis en kunde – en dan helpt samenwerking in de keten. Ook omdat uitbesteders dat verlangen. Een Carl Zeiss, dat cruciale modules levert voor de machines van ASML, besteedt de ontwikkeling en productie van submodules als het maar even kan uit aan geïntegreerde toelevernetwerken.’ Ander punt: in die volatiele hightech markt is snel schakelen noodzaak. Het BI Campus-concept faciliteert dat, legt Blankendaal uit. ‘De campus biedt bedrijven maximale flexibiliteit om ruimtelijk op- en af te schalen, om mee te veren met het werkaanbod. Heb je meer of minder ruimte nodig? In het flexibele concept dat we in samenwerking met partijen als Stam + De Koning Bouw en VolkerWessels (bouwer en ontwikkelaar van de eerste fase, red.) nu doorontwikkelen, is dat soepel te realiseren. Mede omdat wordt uitgegaan van één gebouwencluster van twintig hectare (naar uiteindelijk ongeveer zestig hectare, red.), waarin de bewoners voor zichzelf houden wat ze niet willen delen en samen doen waar dat tot ieders voordeel strekt.’ GEEN HOGERE TCO Artist’s impressions geven een indruk van hoe dat eruit gaat zien, of zou kunnen zien. Een grote hal met twee etages: boven de productieruimten, op maaiveld vrij baan voor de logistiek – met, als het even kan, automatisch geleide voertuigen (agv’s). Een ‘atrium’ voor de shared facilities en projecten

die de bedrijven samen met onderwijs- en kennisinstellingen uitvoeren. In een park van in totaal tweehonderd hectare, aan de noordwestkant van Eindhoven – aan de A2 en nabij Eindhoven Airport. Wat je daarop niet ziet, is dat er gewerkt wordt met de modernste apparatuur, die 24/7 productie mogelijk maakt – en dat duurzaamheid (energiebesparing) deel uitmaakt van het concept. Wat het gaat kosten om daar te zitten?’ John Blankendaal kan – of wil – dat in dit stadium niet kwijt. ‘Maar zeker geen Amsterdam Zuidas-huurbedragen. Dat laten de marges in de hightech toelevering niet toe. En gaan de bewoners iets meer betalen dan nu, dan verdienen ze dat ruimschoots terug door de flexibiliteit, de faciliteiten en entourage die de campus gaat bieden – zoals op de High Tech Campus Eindhoven (de r&d-campus, waar productie buiten de scope valt, red.). De total cost of ownership zal niet hoger liggen.’ Door samenwerking groeien; dat is de bottomline. En meer – ook buitenlandse – partijen naar het Eindhovense trekken, dat ook. ‘Aan de marktkant moet de Brainport Industries Campus internationaal herkend en erkend worden als een plek waar oem’ers een ijzersterk netwerk vinden om producten te ontwikkelen en realiseren. En aan de menskant moet het een plek worden waarvan jong talent zegt ‘hier wil ik werken’ en training krijgt in het omgaan met de modernste apparatuur – in factories of the future. Kortom een icoon voor de maakindustrie.’

december 2015

53


ONDERZOEK

INTERNATIONAL CENTER FOR CONTAMINATION CONTROL (ICCC) BUNDELT ONDERZOEK VOOR GROEIEND AANTAL SECTOREN

SAMEN TEN STRIJDE TEGEN STEEDS ONZICHTBAARDERE GEVAREN ‘Het voorkomen van brand doe je door de zuurstoftoevoer af te sluiten, de brandstof weg te halen of de ontsteking te voorkomen. Voor preventie van vervuiling – contaminatie – doen wij in feite hetzelfde. Wij onderzoeken het ontstaan van vervuiling en hoe je een materiaal, product of proces zo ontwerpt dat er geen vervuiling kan optreden, zodat je niet achteraf van alles moet veranderen als die vervuiling toch ontstaat. En lukt dat echt niet, dan zoeken we naar een oplossing om de effecten te minimaliseren’, vertelt Roland van Vliet van TNO. Het onderzoeksterrein wint door de voortschrijdende miniaturisering,

• Een perfect, schoon vacuüm bestaat niet. • Omzet van TNO met onderzoek aan contamination control de laatste vijftien jaar vertienvoudigd. • Toepassingen lopen uiteen van kernfusie tot medische technologie. • Relevant voor oem’ers én moduleleveranciers. • TNO loopt wereldwijd voorop.

tot nano-niveau, in steeds meer sectoren aan belang. laatste vijftien jaar vertienvoudigd, naar acht miljoen euro. Geld dat voor tachtig procent wordt verdiend met onderzoeksopdrachten voor bedrijven in die sectoren. Sinds vorig jaar is het onderzoek bijeengebracht in het International Center for Contamination Control (ICCC).

NIET MET JIF

Roland van Vliet bij een van de kostbare onderzoeksapparaten voor contamination control: ‘Dan heb je het over een investering van al gauw vijf tot acht miljoen euro.’ Foto: Com-magz

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

oland van Vliet is bij TNO in Delft director semicon equipment industry, een functiebenaming die slechts ten dele de lading dekt. Want de afgelopen vijftien jaar is het multidisciplinaire werk van TNO aan contamination control relevant geworden voor veel meer dan alleen de semicon. ‘Dit onderzoeksgebied richtte zich in eerste instantie op de ruimtevaart, juist omdat daar het doen van onderhoud nagenoeg onmogelijk is. Maar eind

R 54

december 2015

jaren negentig klopte de halfgeleiderindustrie bij ons aan, omdat door de steeds kleiner wordende chipstructuren de productieprocessen steeds gevoeliger werden voor vervuiling. Sindsdien is die industrie leading in ons werk. Veel ontwerpkennis die we voor deze sector genereren, passen we weer toe in de ruimtevaart. En ook op steeds meer andere terreinen, als kernfusie, solar, displays... Allemaal sectoren waar, door de miniaturisering, een vuildeeltje van een halve micrometer tegenwoordig wel een probleem is.’ Daardoor is de ‘omzet’ van TNO op dit onderzoeksterrein de

Zo wordt er werk gedaan dat relevant is voor ondernemingen als Applied Materials, dat aan chipfabrikanten de apparatuur levert waarmee zij hun productieproces nauwgezet kunnen volgen. ‘Het monitoren gebeurt met optica en ultrakortgolvig licht (duv, red.), waarmee heel kleine deeltjes zichtbaar kunnen worden gemaakt. Het productieproces gebeurt tegenwoordig soms al met extreem kortgolvig licht (euv, red.) in een vacuüm – maar een perfect vacuüm bestaat niet. Daar komt bij dat metalen of kunststoffen in vacuüm de neiging hebben te gaan uitdampen. Nu is het vervelende van dat kortgolvige licht – duv en euv – dat het kleine koolstof- of polymeerdeeltjes direct vastbakt aan de lens of de spiegel. Door een goed ontwerp kun je dat grotendeels voorkomen, maar niet helemaal. Dus heb je ook een systeem nodig om die lens of de spiegel te reinigen. Vergeet niet dat het hier gaat om een vuillaag van hooguit een paar atomen dik. Dus je kunt niet met Jif aan de gang.’ Voor dit probleem heeft het ICCC een proces ontwikkeld waarin met microgolfstraling een


TOEGESTANE VERVUILING WORDT KLEINER 60

DOORSIJPELEN Delen van de kennis vinden ook hun weg naar de kernfusiereactor van ITER (een internationaal samenwerkingsproject om de haalbaarheid van kernfusie als energiebron aan te tonen). ‘Vervuiling in de reactorkamer is per definitie niet te voorkomen. Toch heb je systemen nodig om het fusieproces heel nauwkeurig te kunnen volgen en bij te sturen. Dat vergt dat je eerst heel goed leert begrijpen – door te simuleren en het proces op kleine schaal na te bootsen – hoe die vervuiling precies ontstaat. Zodat je daarna kunt werken aan het ontwerpen van een systeem waarin het vervuilen van de lens van je meetinstrument langzamer verloopt. En aan een systeem waarmee je kunt schoonmaken zonder dat het proces verstoord raakt.’ Chipproductielijnen en zeker kernfusiereactoren zijn natuurlijk behoorlijk exotische toepassingen, maar de microgolf-reinigingsmethodiek heeft ook al zijn weg gevonden naar de medische technologie. ‘Scalpels worden tot nog toe met stoom gereinigd, maar dat doodt alleen de bacteriën, niet de prionen (deeltjes uit eiwitten, red.) die ook ziektes van de ene op de andere patiënt kunnen overbrengen. We hebben nu een proces ontwikkeld, in feite een soort magnetron, waarin waterstof- of zuurstofgas door de microgolven wordt omgezet in een plasma dat ook die prionen wegvreet, bij lage temperaturen.’ Zo sijpelt de kennis van het ICCC door naar allerlei sectoren. Weer terug naar de ruimtevaart waar het ooit allemaal begon, maar ook naar de display- en solarcelproductie waar bij het opdampen van atoomdunne lagen geen vuildeeltjes ingeklemd mogen raken. ‘Op zoek naar steeds hogere beeldresoluties en steeds hogere energieopbrengsten is de vuilgevoeligheid van die pro-

RESULTAAT TNO Maximaal toegestane afmeting (in nm, nanometer = miljoenste millimeter) van vuildeeltjes volgens ITRS (International Technology Roadmap for Semiconductors): Op de wafer Op het euv-lithografiemasker RESULTAAT TNO De maat van het kleinste deeltje dat TNO op dat moment kan detecteren

50 AFMETING DEELTJES (NM)

waterstof- of zuurstofplasma wordt gecreëerd dat alle vuil wegvreet. ‘En dat moet natuurlijk wel een proces zijn dat goed in de productielijn is in te bouwen en niet verstorend of vertragend werkt’, noemt Van Vliet nog een extra uitdaging.

RESULTAAT TNO 40

30

20 RESULTAAT TNO 10

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

cessen enorm toegenomen (zie de infographic, red.). Sterk uiteenlopende processen, maar de ontwerpmethodologie om vervuiling te voorkomen of de effecten ervan te minimaliseren is overal hetzelfde.’

SCHONE TOELEVERKETEN Niet alleen is het werk van het ICCC voor steeds meer sectoren relevant, het raakt in die verschillende ketens het werk van steeds meer schakels. Ook de moduleleveranciers moeten productieprocessen ontwikkelen om contaminatie tegen te gaan. ‘Die vraag stellen oem’ers ons steeds vaker: ‘Help ons onze supply chain op dit punt op orde te brengen.’ Dan gaat het er niet alleen om dat je een schone module maakt die per zoveel handelingen niet meer dan zoveel vuildeeltjes produceert, maar ook dat je dat kunt aantonen. Grote oem’ers hebben nog wel de middelen om het onderzoek daarvoor te doen, maar toeleveranciers niet en juist die kunnen daarvoor dus bij ons terecht. Wij hebben de kennis, maar ook de apparatuur, bijvoorbeeld om het gedrag van euv-fotonen te volgen. Dan heb je het over een investering van al gauw vijf tot acht miljoen euro.’

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

AANHOUDENDE GROEI De ‘omzet’ van TNO, nu onder de naam van het ICCC, is dus de afgelopen vijftien jaar vertienvoudigd en Van Vliet is ervan overtuigd dat die stevige groei aanhoudt. ‘Over vijf jaar zitten we op minstens het dubbele bedrag. Door de toenemende relevantie van contaminatievoorkoming, maar ook omdat we wereldwijd eigenlijk geen concurrentie hebben. Volgens marktonderzoek van Carl Zeiss volgt binnen Europa alleen Fraunhofer ons – op grote afstand. En in de VS is er de semiconbrancheorganisatie Sematech, die ook niet echt bij ons niveau in de buurt komt. Dat heeft alles te maken met het multidisciplinaire karakter van het onderzoeksterrein van contamination control. In ons center wordt nauw samengewerkt tussen de 120 medewerkers met zeer diverse achtergronden, zoals fysici, chemici, werktuigbouwkundigen en materiaaltechnologen. In het buitenland is de wetenschap veel meer verkokerd. Juist in Nederland zijn we gewend multidisciplinair te werken.’ www.tno.nl www.tno.nl/media/1100/iccc_tno.pdf

PROBLEMEN EN OPLOSSINGEN DELEN Bedrijven en onderzoeksinstellingen kunnen lid worden van het ICCC. Momenteel staan op de ledenlijst ESA (ruimtevaart), de semiconbedrijven Zeiss en Mapper, MIRDC (het Taiwanese Metal Industries Research & Development Centre), USIO (leverancier van euvlasers) en – sinds kort – ASMI. Dit semiconbedrijf is actief aan de front-end van het chipproductieproces, waar wafers worden bewerkt, en aan de back-end, waar ic’s worden geassembleerd en verpakt. Rudi Wilhelm, global engineering director van de multinational uit Almere, heeft een keihard commercieel doel met het lidmaatschap. Ook zijn bedrijf heeft te maken met de voortschrijdende miniaturisering. ‘Daardoor kunnen tegenwoordig vuildeeltjes van veertien nanometer klein al dodelijk zijn voor het functioneren van microprocessoren. Die kunnen ontstaan in ons front-end proces waar de wafers door opdamping worden voorzien van verschillende lagen. Dat opdampmateriaal komt niet

alleen op de wafer terecht, maar ook op de reactorwanden. Op een gegeven moment is die laag zo dik dat er kleine deeltjes kunnen afbreken, die de microprocessoren kunnen ruïneren. Om dit te voorkomen wordt de reactorwand tijdig gereinigd. Dit resulteert echter in downtime. In onze sector draait alles om de kosten per wafer en dus is het cruciaal die downtime zo kort mogelijk te houden. Daar komt bij dat het schoonmaken gebeurt door dure, gekwalificeerde engineers en dat door het reinigen de wanden slijten waardoor reactoren eerder aan vervanging toe zijn. Dus zoeken wij bijvoorbeeld naar manieren om te zorgen dat het opdampmateriaal, ook als de laag dikker wordt, goed blijft hechten aan de wanden.’ Behalve deze vorm van contaminatie zijn er nog legio andere oorzaken van vervuiling, aldus Wilhelm. ‘Die vergen onderzoek en dat voeren we graag samen met TNO uit, waarbij we ook graag gebruik maken van de kennis

van andere leden.’ Dat die uit soms heel andere sectoren afkomstig zijn, vindt Wilhelm een voordeel: ‘Er zullen genoeg overeenkomsten zitten tussen hun contaminatieproblematiek en de onze. Door samenwerking kun je tegen lagere kosten sneller stappen maken. Natuurlijk hebben zij niet met precies diezelfde depositieproblematiek te maken en dat is maar goed ook, want je wilt natuurlijk niet met directe concurrenten aan de slag.’ Wilhelm en zijn collega’s zullen de komende maanden derhalve met belangstelling aanschuiven bij de ledenmeetings van het ICCC. Deels om mede richting te geven aan het onderzoek binnen het center, maar ook om te leren van anderen. ‘En stuiten we zo op onderzoekstrajecten die alleen voor ons interessant zijn, dan leggen we die als opdracht bij TNO neer. Zoals TNO al jaren onderzoek voor ons doet.’ www.asm.com

december 2015

55


PROCESVERBETERING

ROCKWELL PRESENTEERT ZIJN CONNECTED ENTERPRISE-INNOVATIES AAN DE WERELD

VEELBELOVENDE, VOLWASSEN TECHNOLOGIE VERGT NOG MISSIEWERK Rockwell Automation voert al enkele jaren het concept van de ‘connected enterprise’. De onderneming van de toekomst die – door in al zijn vezels van de productie- en businessprocessen verbonden te zijn aan het internet – duurzamer, sneller, goedkoper, zekerder en veiliger kan produceren dan het stand-alone bedrijf. Afgelopen Automation Fair werd die connected enterprise breeduit getoond. Er moet nog wel een (bedrijfs)culturele stap

• Connectiviteit laat productiviteit stijgen. • Nederlandse industrie behoort niet tot de frontrunners. • Adoptie van connectiviteit is voor de offshore nog een uitdaging.

worden gezet, zo bleek medio november in Chicago.

Volop aandacht voor de ‘connected enterprise’ op de Automation Fair 2015 in Chicago. Foto: Com-magz

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

edwig Maes is vanuit Brussel voor Rockwell wereldwijd verantwoordelijk voor system and solution business bij onder meer multinationale klanten. Bedrijven als Shell, FrieslandCampina en AB InBev behoren tot zijn klandizie. Het zijn allemaal bovengemiddeld ‘mature connected’ bedrijven. ‘Immers, zij hebben er veel baat bij dat ze in al hun plants, ook in lagelonenlanden als China of India, dezelfde controleerbare kwaliteit produceren. Zij kunnen zich geen verschillen veroorloven.’ Juist deze bedrijven vormen de kopgroep, het peloton erachter kan Maes minder goed definiëren. Zo ziet hij geen verschil tussen de maturiteit in connectiviteit van industriële bedrijven in verschillende sectoren of tussen die van de VS, Europa of Azië. ‘In veel landen draaien door de overheid

H

56

december 2015

geïnitieerde projecten als Industrie 4.0 in Duitsland en Smart Manufacturing in de VS. Overal zie ik grofweg dezelfde uitgangspositie: slechts veertien procent van alle productiemachines is op enige manier met elkaar en met het internet verbonden.’

HOGERE PRODUCTIVITEIT Dat terwijl de productiviteit – als die stap wel wordt gezet – er overal door stijgt, al hangt de mate natuurlijk af van de uitgangspositie. Overall belopen de productiviteitsverbeteringen tussen de vijf en vijftien procent. Maar niet alleen op productiviteit of total cost of ownership worden betere cijfers behaald, verzekert Maes, ook als het gaat om het terugdringen van de risico’s. ‘Een connected plant produceert real time data, vanuit de operational technology-laag (OT) van de productievloer die in verbinding is gebracht met de

IT-laag van de business. Daarmee is het mogelijk heel snel tot een betere beslissing te komen, over zaken als machine-instellingen of onderhoud. Het goed met elkaar verbinden is niet het probleem, internet-infrastructuurbedrijven als Cisco hebben er de open communicatiestandaarden voor. Een ip-adres is voldoende. Ja, die openheid brengt wel veiligheidsrisico’s met zich mee. Echter, juist de connected onderneming kan heel snel de onregelmatigheden detecteren die het gevolg kunnen zijn van digitale inbraken. Het met dataanalyses benchmarken van twee dezelfde machines of lijnen kan heel snel duidelijk maken of er wat aan de hand is. Real time. Een FrieslandCampina heeft zijn fabriek zo ingericht dat het productiefouten direct, real time kan traceren tot de oorzaak, of die nu van buiten komt of niet.’ Rockwell Automation heeft al die technologie ook in de eigen onderneming geïmplementeerd. Die heeft daardoor de eigen voorraden weten terug te brengen van 120 naar 82 dagen. ‘En onze doorlooptijd is gehalveerd terwijl onze productiviteit met bijna vijf procent is verhoogd’, vertelt ceo Keith Nosbusch.

PORTFOLIO-UITBREIDING ‘Door onze investeringen in deze innovaties en de uitbreiding van ons portfolio komen we nu niet alleen op het niveau van het operationeel management binnen, maar ook op dat van het algemeen management. Binnen klantbedrijven hebben wij onze positie zo weten te versterken.’ Deze bedrijven versterken hun eigen concurrentiepositie met de technologie van Rockwell, aldus de ceo. ‘Met die technologie kunnen zij veel betere en tijdigere beslissingen nemen en zo hun tco verlagen.’ Het uitbreiden van het portfolio doet Rockwell vooral door (strategische) samenwerkingsverbanden aan te gaan, als met Endress+ Hauser, telecombedrijf AT&T en Cisco. Welke bedrijven hij de komende jaren nog zal toevoegen – een ERP-specialist bijvoorbeeld – wil Nosbusch natuurlijk niet prijs geven. ‘Maar dat heeft er ook mee te maken dat het soms lastig is te voorzien


ITRAK POPULAIR BIJ INNOVATIEVE EUROPESE MACHINEBOUWER welke bedrijven straks goed bij ons passen. Dat dat nu een bedrijf is als AT&T met zijn mobiele verbindingstechnologie, hadden we een aantal jaren geleden echt niet kunnen voorzien.’

POTENTIAL Of ons land een sterke groeimarkt is voor Rockwell, is de vraag. In een recent onderzoek van Roland Berger wordt Nederland als ‘potential’ beschouwd voor de mate waarin de industrie de connected technologie van Rockwell zal implementeren. Tot de frontrunners behoort onze industrie niet, gezien met name het relatief geringe aandeel van deze sector in het bbp. ‘De prioriteit die de overheid daarom geeft aan de industrie is daardoor – in vergelijking met koplanden als Duitsland, Ierland en Oostenrijk – minder, wat zich vertaalt in minder ondersteuning bij het smart maken van die industrie. Vandaar die positie’, verklaart Thomas Donato, president EMEA van Rockwell. Desalniettemin heeft de Amerikaanse multinational zich recent weer op de maritieme sector toegelegd en dan komen al snel de Nederlandse, wereldwijd vooraanstaande baggeraars in beeld. Voor het connected maken van hun schepen heeft Rockwell nog wel wat missiewerk te verrichten, maken Piet van der Gaag, engineer process control, en Daan Baljet, manager electrical & automation, van Van Oord duidelijk.

PREFERRED SUPPLIERS Ook aanwezig op de Automation Fair in Chicago krijgen zij natuurlijk veel mee van Rockwell’s connected-enterprise-visie en -portfolio. Maar of en wanneer zij die nieuwe technologie implementeren in hun schepen, is van meer afhankelijk dan alleen de gevoelde noodzaak zoveel mogelijk data te vergaren om daarmee tot betere (besturings)beslissingen te komen. ‘De keuze voor een bepaald merk is vaak het resultaat van een discussie, tussen onze eigen inkopers – die vaak in de eerste plaats voor de laagste prijs gaan – en onze

Het iTRAK lineaire aandrijfsysteem van Rockwell Automation.

Voor het realiseren van die connected enterprise waarbij de OT (werkvloer) en de IT (business) via het IoT zijn geïntegreerd tot één samenhangend systeem, biedt Rockwell Automation een breed scala aan oplossingen: de eigen Rockwell-software en Allen Bradley-hardware, maar ook die van tal van (strategische) partners. Smart products als drives en motoren, controllers, sensors en switches en natuurlijk motion control. Een belangrijke innovatie in die laatste categorie is de iTRAK, het intelligente lineaire aandrijfsysteem van Rockwell. De Amerikaanse verpakkingsmachinefabrikant Delkor ontwikkelde speciaal voor Walmart de Cabrio Case. En ze ontwikkelden er een machine bij om die dozen met 400 zakjes per minuut te vullen, gebruikmakend van de iTRAK-technologie van Rockwell. Zakjes product worden met variërende tussenpozen aangevoerd en op hoge snelheid opgevangen door een producthouder. Die brengt het product naar een grijper die het in die Cabrio Case plaatst. Dat die machine kan omgaan met een variërende aanvoer is te danken aan de iTRAKoplossing. Die de flexibiliteit van de machine ook verhoogt door het verkorten van de omsteltijden, van drie

engineers. Maar ook tussen onszelf en onze scheepsbouwers als Damen en IHC en de system integrators als Alewijnse die zorgen voor de technische installatie. Laat je een schip bij een werf bouwen, dan betekent dat ook een keuze voor een aantal preferred suppliers. Natuurlijk kun je dan voor een ander kiezen, maar dat zal de engineers van de installateur altijd meer tijd – en ons dus meer geld – kosten als die daar geen standaardmodules voor in huis heeft en veel programmeerwerk vanaf scratch moet gaan doen. De keuze voor connectiviteit speelt daarbij een minder grote rol. Ik maak nu mee dat een lager in twee seconden twintig graden warmer wordt en de boel stilvalt, en ik heb nog geen software kunnen ontdekken die dat op een goede manier kan voorspellen, beter dan de ervaren operator of machinist met zijn gut feeling. Ik geloof in het concept van de connected enterprise, maar dat vergt nog zeker tien jaar’, aldus Van der Gaag.

WEG VINDEN

Johan van Rikxoort (Alewijnse): ‘Belangrijk voor de klant is dat hij niet te veel data krijgt, maar precies die informatie waar hij wat mee kan.’ Foto: Com-magz

Ook Johan van Rikxoort, product manager dredging & offshore van Alewijnse, onderstreept dat de adoptie van connectiviteit in zijn sector een uitdaging is. ‘Meestal kiezen we voor een merk omdat de klant dat voorschrijft of omdat wij er goed bekend mee zijn en het daarom makkelijker engineeren is. De mogelijkheden die een fabri-

uur voor de oude, mechanische oplossing naar ‘enige seconden’ voor deze nieuwe machine, vertelt Mike Wagner, director packaging segment global van Rockwell. Voorts, doordat aan de machine alleen de producthouders bewegen, is de onderhoudsfrequentie veel lager en de lifetime tot zes keer langer, claimt hij. ‘En het is een zeer compacte machine: de oude opstelling van Delkor was tien meter lang, dankzij de iTRAK is de nieuwe machine acht meter korter.’ Bovendien kan de iTRAK heel veel bruikbare informatie generen, over temperatuur, snelheid, aantal verwerkte zakjes, verbruikte elektriciteit, et cetera. ‘De yield is daardoor fors omhooggegaan’, aldus Wagner. Rockwell levert de iTRAK vooral aan machinebouwers uit Europa. ‘Daar is de verpakkingsmachinemarkt veel innovatiever dan in VS. Waar de Amerikaanse bouwers machines van hooguit 70.000 dollar leveren, beginnen de Europese fabrikanten doorgaans bij die prijs. Maar die hebben daar meer succes mee en verkopen juist ook in de VS veel van hun apparatuur’, doelt Wagner op machinebouwers als de Cama Group.

kant biedt om gebruik te maken van het Internet of Things zijn nu nog hooguit secundair. Belangrijk voor de klant is dat hij niet te veel data krijgt, maar precies die informatie waar hij wat mee kan. Bijvoorbeeld procesdata die hem inzicht geven in welke onderdelen wanneer aan onderhoud of vervanging toe zijn. Dat scheepsbesturingen ook elk moment vanaf de wal uitgelezen kunnen worden door reders en/of toeleveranciers, stuit nu nog op weerstand. De kapitein wil immers baas blijven over zijn schip en niet het risico lopen dat hackers het naar stuurboord laten gaan als het naar bakboord moet. Een praktische oplossing hiervoor is dat die communicatie even open wordt gezet, zodat vanaf de wal bijvoorbeeld de diagnose kan worden gesteld, of in het kader van predictief onderhoud. Dan kan dat bijna kapotte onderdeel worden ontdekt zodat er een nieuw in de eerstvolgende haven kan worden klaargelegd. Maar, het Internet of Things zal wel geleidelijk aan zijn weg in onze branche vinden. Het is net als thuis met allerlei nieuwe technologie: je schaft het om die extra features niet aan, maar je gaat ze op een gegeven moment toch gebruiken en handig vinden.’ www.vanoord.com www.alewijnse.com www.rockwellautomation.com

december 2015

57


PROCESVERBETERING

AHREND LEGT SAMEN MET CARDS PLM SOLUTIONS FUNDAMENT VOOR CONFIGURE-TO-ORDER

NU EROP, STRAKS EROVER De nieuwe productlijn Ahrend Balance is exemplarisch voor waar de Nederlandse kantoorinrichter naartoe gaat: voor iedere klant een werkomgeving naar eigen smaak. Met meer dan een miljoen configuraties zijn de keuzemogelijkheden eindeloos. Toch kunnen de constructeurs en fabrieken van Ahrend dat goed verhapstukken – dankzij het slimme modulaire concept, met een bouwblokkenvariëteit die hanteerbaar is, én nieuwe state-of-theart softwaretools. cards PLM Solutions dacht mee in het keuzeproces en hielp bij de implementatie.

DOOR PIM CAMPMAN

e zijn een geweldig bedrijf ’, zegt Gijs Boudens, de ict-manager van Ahrend, met onverholen trots. ‘Het hele traject van idee en concept tot productie en uitlevering aan de klant doen we in eigen beheer. Hierbij positioneren we ons als aanbieder van totaalconcepten voor de inrichting van professionele werkomgevingen. Wij ontwerpen en bouwen meubilair: stoelen, tafels, bureaublokken, kasten en ook wel softseating (zitbanken, red.). Verlichting, wandbekleding en dergelijke leveren we uiteraard ook, maar betrekken we van derden.’

‘W

GROEIPOTENTIE Koninklijke Ahrend is om méér redenen ‘geweldig’, zegt hij. Vanwege de rijke historie in productdesign: ‘Onze Revolt Chair (sinds 1953) en Mehes-productlijn (1974) doen het nog steeds ontzettend goed.’ Vanwege de focus op ergonomie: ‘Veel van onze producten kun je op alle mogelijke manieren aan een lichaam aanpassen.’ En op duurzaamheid: ‘Wij zijn als enige in onze branche cradle2cradle gecertificeerd: afgedankte producten die we terugnemen, recyclen we volledig.’ Ahrend (circa 580 medewerkers), met productie in Sint-Oedenrode (bureaublokken, kasten, tafelonderstellen) en Zwanenburg (vooral stoelassemblage), levert met name rechtstreeks aan zakelijke klanten en is marktleider in ons land. Ook elders in Europa worden regelmatig mooie

58

december 2015

Van links naar rechts Paulus van Dreumel (cards PLM Solutions) en Pepijn van de Grint, Gijs Boudens en Stephan Peters van Ahrend: ‘De nieuwe infrastructuur gaat kosten- en efficiencywinst en meer flexibiliteit opleveren.’ Foto: Vincent Knoops

orders gescoord, maar daar ligt ‘nog heel veel groeipotentie’. Voor verdere groei is een uniforme, up-to-date ict-omgeving een must. ‘En die hadden we niet’, zegt business application specialist Stephan Peters. ‘We werkten met verouderde versies van Siemens Teamcenter en NX (voor respectievelijk PLM en CAD, red.). Sint-Oedenrode zat op een oudere versie van NX dan Zwanenburg en werkte met Teamcenter; Zwanenburg niet. We hadden dus geen bedrijfsbrede ict-infrastructuur, wel onbeheerde en verouderde 32bitssystemen. Kortom, achterstallig onderhoud; vernieuwing was hard nodig.’ Zo gezegd, zo gedaan. Een projectgroep boog zich over vragen als: wat hebben we vandaag? waar willen we morgen staan – en waar overmorgen? wat hebben we nodig om daar te komen? En ook: wie gaat ons daarbij helpen? Gijs Boudens: ‘Ga je je bestaande PDM/PLM-oplossing en CAD-

oplossing tegen het licht houden, dan doe je dat ook met de partij waarmee je tot dan hebt samengewerkt.’ Die partij was cards PLM Solutions in Best, platinum partner voor de Benelux van Siemens PLM Software. Paulus van Dreumel, accountmanager: ‘We leveren software en ondersteunende diensten voor product- en procesontwikkeling en datamanagement om de hele levenscyclus van producten en processen te beheren en optimaliseren.’ Boudens: ‘We hebben ook andere aanbieders serieus bekeken, maar kwamen uiteindelijk toch weer bij cards uit.’ Op goede gronden, vertelt Peters: ‘In onze systemen zaten veel kennis en legacy data (historische informatie, red.) die vaak hergebruikt wordt. Bovendien werken onze engineers vaak al heel lang met Teamcenter en NX, tot volle tevredenheid. Buiten dat is Teamcenter een sterk fundament waar je later veel extra functionalitei-


gemakkelijk LASERGESNEDEN BUIS & PLAAT ONLINE snijden is eenvoudig, Kwaliteit & betrouwbaarheid een kunst.

ten op kunt zetten.’ ‘Dat allemaal overboord gooien was geen haalbare kaart’, voegt Pepijn van de Grint, projectleider productontwikkeling bij Ahrend, toe.

MODELLING BATTLE In samenspraak met cards PLM Solutions werd dus besloten van de verouderde naar de nieuwste Teamcenter- en NX-versie te migreren – Ahrendbreed. Eerst werden een programma van eisen en een blauwdruk voor de nieuwe structuur gemaakt, daarna een zes-fasenmigratieplan – voor, vertelt Peters, ‘de serveromgeving én alle clients, die op Windows XP zaten, een pakket waarop de support afloopt.’ Voor de hele exercitie stond een half jaar: zomer 2014 moest de nieuwe omgeving live gaan. En dat lukte. Voorin dat traject werd een export (kopie van de bestaande omgeving) gemaakt. ‘cards PLM Solutions moest het nodige doen om dat naar de nieuwe omgeving te krijgen.’ De fasen behelsden grofweg: testomgeving inrichten, testen, systemen klaarmaken voor uitrol en... ‘Go Live’. Waarna cards PLM Solutions nog een tijdlang druk was met nazorg, kleine veranderingen, optimalisaties. Ook het aspect gebruikerstraining kreeg veel aandacht. Peters noemt de modelling battle. ‘Iedere constructeur kreeg de opdracht om in NX een constructief deel te tekenen, dat een collega dan ging aanpassen. Zo krijg je helder of je constructeurs op dezelfde manier werken en waar ze staan qua kennis in NX. Een goede basis om je trainingsprogramma op af te stemmen. Voorafgaand

aan de migratie is iedereen getraind.’ Volgens Van de Grint was de grootste makke dat Sint-Oedenrode en Zwanenburg niet in één omgeving werkten. ‘Dat verhinderde het delen van informatie. Terwijl dat voor ons, als totaalinrichter, juist cruciaal is. Dus was het eerste wat we deden: Teamcenter uitrollen in Zwanenburg. Nu werken al onze engineers in één omgeving. Sterker, ze kunnen met meerdere personen tegelijk aan hetzelfde product werken.’

‘We hebben een inhaalslag gemaakt’

INHAALSLAG Voorheen werd Teamcenter ‘eigenlijk alleen voor revisiebeheer’ gebruikt, vervolgt Pepijn van de Grint. ‘Het leefde alleen op onze ontwikkelingsafdeling. We bekijken nu hoe we het afdelingoverschrijdend kunnen inzetten, waardoor de productdata die erin zitten verrijkt worden met data van andere afdelingen en later wellicht ook toeleveranciers.’ Nog een verbetering: ‘Wil een

klant iets anders dan uit de catalogus, dan kan dat bij ons – van kleine afwijking tot totaal nieuw product. De migratie vergemakkelijkt dat sterk: je kunt complete producten kopiëren en daar wijzigingen op doen die je klantspecifiek kunt opslaan. Je kunt snel terugvinden welk product bij welke klant, wanneer en door wie getekend en geleverd is. Et cetera, et cetera.’ Gijs Boudens: ‘We hebben een inhaalslag gemaakt. Met dank aan cards dat goed werk heeft geleverd, binnen de tijd en het budget dat ervoor stond. Sterk vind ik dat ze ons voorzagen van veel expertise uit de markt waarin wij zitten; dat hielp om een infrastructuur te creëren die ons goed past. Samen hebben we een toch vrij complex traject vrij soepel doorlopen. De nieuwe infrastructuur gaat ons kosten- en efficiencywinst opleveren. En meer flexibiliteit; cruciaal, want standaardproducten verkopen we steeds minder. We gaan jaarlijks upgrades uitvoeren, om en om in de NX- en Teamcenter-omgeving. Zodat we altijd in de pas lopen met de laatste ontwikkelingen. Daarnaast gaan we functies toevoegen. Uiteindelijke ambitie is configure-to-order: de klant stelt zijn eigen configuratie samen, bestelt die en wij zetten het product als legoblokjes in elkaar. Automatisch, zonder het engineering- en productieproces steeds opnieuw te hoeven starten. Met wat er nu staat, zijn we klaar voor de toekomst.’

www.ahrend.com www.cardsplmsolutions.com

december 2015

59


KENNISMANAGEMENT

NLO HELPT ALUCHA BIJ VERMARKTING VAN Z’N INTELLECTUEEL EIGENDOM

OCTROOIEREN EN DAN EXPLOITEREN Recycling van afvalstromen is big business. Een klein technologiebedrijf als Alucha kan onmogelijk in z’n eentje de mondiale markt bestrijken. Samenwerking met een grote bouwer van procesinstallaties ligt voor de hand. Octrooien dragen dan bij aan een sterke onderhandelingspositie, maar uiteindelijk telt de commerciële uitnutting van dat intellectueel eigendom. NLO (Nederlandsch Octrooibureau) ondersteunde Alucha bij octrooiering én contractvorming voor de exploitatie.

wereldwijd. Bovendien willen die de garantie dat het blijft functioneren. Voor een bedrijf als het onze was dat allemaal niet realistisch, daarom zochten we een grote partner. Andritz had nog geen goede scheidingstechnologie in z’n portfolio en was geïnteresseerd in samenwerking.’ Inmiddels ‘doet’ Alucha ook de recycling van een vergelijkbare afvalstroom, papierslib. Samen met de Universiteit Twente (UT) ontwikkelt het er een procedé voor. De UT heeft op de betreffende reactor octrooi aangevraagd, in samenwerking met NLO. Dat zette Alucha ertoe aan om te kijken naar octrooiering voor de recycling van drankverpakkingen. ‘Daar zit niet veel bijzondere technologie in, maar het samenspel van bestaande componenten maakt het uniek. Er is wel één vitaal onderdeel, het voedingssysteem dat materiaal aan de reactor toevoert, dat anders werkt dan in andere systemen. Via de UT kenden we NLO. Met hen hebben we overlegd over de slimste strategie, octrooieren of geheim houden.’

ONDERHANDELEN

Van links naar rechts Hans Cool (Alucha), Jorika van Duijn en Aleidus van ’t Hof (NLO): ‘De onderhandelingen met die grote partij waren voor Alucha een uitdaging en dus was de hulp van NLO welkom.’ Foto: Sam Rentmeester

DOOR HANS VAN EERDEN

wee Delftenaren deden in Barcelona een mba en tikten een businessplan voor recycling van drankverpakkingen op de kop. Lange papiervezels vormen een waardevolle grondstof, maar zijn lastig te scheiden van het plastic en aluminiumlaminaat in de verpakking. De compagnons Hans Cool en Gijs Jansen raakten in gesprek met de onderzoeker die er een procédé voor ontwikkelde. Een bezoek aan een Spaanse verwerker van ingezamelde verpakkingen leverde gelijk een hit op. Die had een imagoprobleem vanwege z’n vervuilende proces

T 60

december 2015

en zijn pilotplant voor recycling van het afval stond stil. ‘Wij zagen de puzzelstukjes’, vertelt Cool. ‘De kennis van een onderzoeker, onze wens een eigen bedrijf te beginnen en een klant die schreeuwde om een oplossing.’ Het was de start van Alucha, dat voor die eerste klant de technologieontwikkeling mocht afronden. De installatie in Spanje draait sinds 2011 met succes, aan eenzelfde installatie in Frankrijk wordt gewerkt en met een grote Oostenrijkse bouwer van installaties voor de papierindustrie, Andritz, wil Alucha de markt verder veroveren. Cool, nu cfo: ‘Het gaat telkens om een investering van vijf tot tien miljoen euro en klanten zitten

Voor commercialisering van een technologie, product of apparaat is octrooibescherming vaak noodzakelijk om andere bedrijven aan tafel te krijgen voor onderhandelingen over een licentie, vertelt Jorika van Duijn, senior juridisch ip-adviseur bij NLO: ‘De betrokkenen bij multinationals moeten een samenwerking intern verkopen; dan is het hebben van octrooien een must, zeker voor het verlenen van bepaalde exclusieve rechten aan zo’n bedrijf.’ Cool: ‘Aan tafel met Andritz was er wel een enorm verschil in omvang, David versus Goliath. Hun man was gewend om te onderhandelen over commerciële contracten. Dat was voor ons best een uitdaging en dus konden we de hulp van Jorika goed gebruiken.’ Andritz was geïnteresseerd in de technologie van Alucha, maar wilde zich tegelijkertijd niet te veel committeren. Van Duijn: ‘Ik heb heel veel ervaring met technologiegerelateerde contractonderhandelingen en


COLUMN FERDINAND VELDMANS OOK DE WERKVLOER MOET FOCUSSEN OP DE KLANT Ferdinand Veldmans - Agile coach/Scrum master, Altran e belangrijkste business van veel bedrijven is het maken van producten. Ten minste, dat denken ze zelf vaak. Zeker wanneer het economisch wat minder gaat, is het van belang die producten zo snel mogelijk op de markt te brengen om daarmee nieuwe inkomsten te genereren. Daarbij worden ontwikkelteams onder druk gezet om zo efficiënt mogelijk te werken en dit gaat vaak ten koste van de innovatie. In plaats van gebruik te maken van de gezamenlijke denkkracht en creativiteit van de hele organisatie, is het dan aan een kleine groep mensen om de broodnodige innovatie te realiseren, als het al gebeurt. Maar innovatie zou juist in het dna van de gehele organisatie moeten zitten, inclusief de werkvloer.

D

Innovatie gedijt het best in een omgeving waar mensen zelf beslissingen mogen nemen en continu kunnen inspelen op de behoeftes van klanten en die van hun eigen organisatie. Een omgeving waarin de werkelijke eindgebruiker zijn feedback geeft. Er ontstaan verrassende oplossingen wanneer een gebruiker direct in contact komt met een ontwikkelaar en zij samen vanuit hun eigen expertise iets nieuws bedenken. De constante focus op waardecreatie voor de klant is geen spel dat alleen gespeeld dient te worden binnen research & development

daarbij vaak aan de andere kant van de tafel gezeten namens een grote multinational. Daar heb ik geleerd dat je eerst zelf helder voor ogen moet hebben wat je wilt bereiken en je vervolgens niet te laten afleiden van je eigen agenda. Kleine bedrijven missen niet alleen onderhandelingservaring, maar hebben vaak ook moeite om te bepalen hoe de deal het beste te structureren en wat daarbij de beste onderhandelingsstrategie is. Ik heb Alucha daarbij geholpen met als resultaat een contract dat de Oostenrijkers een wereldwijde exclusieve licentie geeft voor toepassing van de Alucha-technologie in de papierindustrie en daarnaast voor Alucha belangrijke zaken zekerstelt.’ Punt van onderhandeling was onder meer de vergoeding die Alucha vroeg voor de uren die het als engineeringservices samen met Andritz in de uitontwikkeling van de technologie steekt. Cool: ‘In grote projecten komen de betalingen pas laat, maar wij moeten wel eten. Wij zouden Andritz helpen om de technologie goed te begrijpen en de uren die we daar instaken wilden we betaald krijgen. Dat wilden zij eerst niet, maar we hebben uiteindelijk redelijke afspraken kunnen maken.’ Van Duijn: ‘Als je dingen vraagt die vanuit jouw perspectief redelijk en oprecht zijn, weet je dat je daaraan kunt vasthouden. Verder zijn er in het contract goede afspraken gemaakt over nieuwe technologie of verbeteringen die uit de samenwerking komen. Zo is gedetailleerd vastgelegd dat ideeën, bijvoorbeeld voor verbetering van de bestaande Alucha-technologie, als intellectueel eigendom van Alucha zullen worden bestempeld.’ Cool: ‘Wij hebben als relatief jong bedrijf nog

(r&d). De hele (interne) keten, van inkoop tot verkoop en van onderzoek tot klantsupport, heeft hiermee te maken. De klantervaring van een organisatie kan veranderen wanneer alle afdelingen samenwerken voor en naar hetzelfde doel. Daarbij maakt het niet uit of je een verbetering realiseert door middel van een nieuw proces of een nieuwe feature in een product. Dit vereist een andere mindset van alle betrokkenen. Wanneer men werkelijk luistert naar de klant en naar elkaar, ontstaan er mogelijkheden voor echte innovatie. De status quo dient daarbij als eerste te worden uitgedaagd. Hier ligt een grote kans voor het management om een cultuur van durf, creativiteit en klantfocus te ondersteunen en mogelijk te maken. Fouten maken hoort daarbij; ze bieden een waardevolle bron om meer te leren. Efficiëntie hoeft hier helemaal niet onder te lijden, maar volgt vanzelf uit de verbeteringen die mensen vanuit hun intrinsieke motivatie doorvoeren. Steeds meer partijen komen erachter dat de producten waaraan ze voorheen hun bestaansrecht ontleenden, niet meer het belangrijkst zijn. Juist de innovatieve oplossingen en expertise die ze klanten kunnen bieden, zijn essentieel om onderscheidend te zijn – voor die innovaties heb je de hele organisatie nodig. www.altran.nl

weinig onderhandelingen achter de rug. Jorika kon ons helpen met leuke ideeën en alternatieve oplossingen als de tegenpartij met bezwaren kwam. Zij gaf ons ook credibility richting tegenpartij door haar ervaring met onderhandelen over het licentiëren van ip (intellectual property, red.). Ze is vooral praktisch in haar oplossingen. Ik hoef geen enorm juridisch verhaal vol mitsen en maren. Het gaat om het commerciële verhaal en dat men niet met onze technologie aan de haal gaat.’ Van Duijn: ‘Ik probeer inderdaad voor duidelijkheid te zorgen, maar wel de belangen van mijn cliënt goed voor ogen te houden, ook op punten waar ze zelf niet altijd aan denken, zoals het inperken van de eigen aansprakelijkheden. Daarbij werk ik vaak met een bullet-lijst voor de inhoudelijke hoofdpunten van de overeenkomst; daarover praat je makkelijker met elkaar dan over ingewikkelde contractclausules. Bij overeenstemming ga ik er een contract van maken. Uiteindelijk moeten de afspraken natuurlijk wel juridisch correct op papier komen.’

CRUCIAAL ONDERDEEL Die aandacht voor de mix van commerciële, technologische en juridische aspecten kenmerkt NLO, aldus Nederlands en Europees octrooigemachtigde Aleidus van ’t Hof. ‘Bij het octrooieren denken we al met de klant na over de wijze van exploiteren. Uiteindelijk wil je, zoals Alucha, bijvoorbeeld geld verdienen met de verkoop van apparatuur, ook als je de productie zelf niet ter hand neemt en daar een partner voor zoekt. Vraag je alleen octrooi op een nieuw proces aan, dan zul je stuk voor stuk in gesprek moeten met

partijen in allerlei landen die een installatie op basis van dat proces willen neerzetten en bovendien is moeilijk te controleren of zij je geoctrooieerde proces wel of niet gebruiken.’ Cool: ‘Wij hebben een cruciaal onderdeel geoctrooieerd, waarmee ook het hele proces is beschermd.’ Van belang bij de keuze voor wel of niet octrooieren zijn de kosten, die onder meer sterk afhangen van het aantal landen waarin de aanvraag wordt ingediend. Een zogeheten PCT-aanvraag (Patent Cooperation Treaty) geeft het recht om vrijwel wereldwijd een octrooi aan te vragen. Van ’t Hof: ‘In de PCT-fase kan de keuze in welke landen dat octrooi uiteindelijk moet gelden met dertig maanden worden uitgesteld.’ Timing wat betreft indienen is nog zo’n issue, zegt Hans Cool tot slot. ‘Onze uitdaging was de lange tijd tussen iets bedenken en min of meer zeker weten dat het werkt. Wij hebben best lang gewacht met de octrooiaanvraag. Staat het idee eenmaal op papier en stel het werkt niet in de praktijk, dan zijn er weer aanpassingen nodig.’ Van ’t Hof: ‘Op een gegeven moment moet je je vinding wel vastleggen, want je wilt naar buiten om er met mogelijke partners over te praten. Een fundamentele eis aan een octrooi is echter dat het nawerkbaar moet zijn op de dag van indiening. In het eerste jaar na indiening, het prioriteitsjaar, kun je nog wel voorbeelden toevoegen, maar ik adviseer: spendeer alvorens in te dienen nog een paar weken om experimenteel te laten zien dat het werkt, dat maakt je rechtspositie sterker.’ www.alucha.com www.nlo.eu

december 2015

61


PARTNERS

SMC PAKT TECHNISCHE EN LOGISTIEKE UITDAGINGEN VAN FEI OP

VAN VIJFTIG TYPEN NAAR TWEE Worden elektronenmicroscopen niet goed gekoeld, dan beschadigen ze – met alle (vervolg)schade van dien. Robuuste koelers en snel en goed onderhoud ervan zijn dus van levensbelang voor FEI. De fabrikant had voor z’n transmissie- en scanning-elektronenmicroscopen (TEM en SEM) een portfolio van ruim vijftig verschillende chillers, geleverd door zeven leveranciers. Voor de SEM is dat inmiddels teruggebracht naar één koeler, van één leverancier: SMC Pneumatics.

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

E

en lange geschiedenis hebben kan lastig zijn. Elektronenmicroscopenfabrikant FEI heeft een Amerikaanse moeder, een dochtervestiging in Tsjechië en een Eindhovense vestiging die is voortgekomen uit Philips. Drie entiteiten met allemaal een eigen historie en toeleverketen, wat zich onder meer vertaalt in zeven leveranciers voor de warmtewisselaar, de chiller, voor de twee typen microscopen die de oem’er voert: de high-end TEM en de mid-range SEM, apparaten die atomen zichtbaar kunnen maken.

ONBEHEERSBAAR Voorheen werden er meerdere klantspecifieke varianten chillers aangeboden en geïnstalleerd, wat geresulteerd heeft in zo’n vijftig à zestig verschillende typen in de wereldwijde installed base, vertelt Cees Sluys, director global sourcing van FEI. ‘De keuze voor chillers lieten we ook in veel gevallen aan de klant over. Het servicen van al

Van links naar rechts, bij een SEM, Paul Flamend (FEI), Kees van Kampen (SMC), Cees Sluys (FEI) en Silvester Engelen (SMC): ‘SMC is erin geslaagd FEI te ontzorgen met een wereldwijde beschikbaarheid van chillers.’ Foto: Bart van Overbeeke

deze typen bracht natuurlijk een enorme uitdaging met zich mee. Bij het huidige groeitempo van onze geïnstalleerde systemen zou de service onbeheersbaar worden, resulterend in hogere kosten en lagere klanttevredenheid.’ Alle reden voor FEI om drie jaar geleden een tender uit te schrijven voor het ontwikkelen, produceren én wereldwijd servicen van – in principe – nog maar twee typen warmtewisselaars, eentje voor de TEM en eentje voor de SEM. Om daarop succesvol in te schrijven, moest een leverancier aan nogal wat voorwaarden voldoen, maakt Paul Flamend, manager advanced sourcing van FEI, duidelijk: ‘Hij moest ons en onze klanten wereldwijd goed kunnen servicen en bereid zijn

SMC OPENT MULTIFUNCTIONEEL TECHNOLOGY CENTER IN EINDHOVEN Voorjaar 2016 neemt SMC Pneumatics in Eindhoven een modern multifunctioneel technologiecentrum in gebruik. Dit SMC Technology Center zal zijn diensten vooral aanbieden aan de snelgroeiende hightech klantenkring van SMC in Zuid-Nederland. Op één locatie brengt het bedrijf meerdere diensten onder één dak om effectief te kunnen reageren op klantwensen, onder meer uit de lokale elektronicamarkt. Begin 2016 verhuist de afdeling assemblage van Amsterdam naar Eindhoven, om daar de assemblage van ventieleilanden

62

december 2015

en lokale specials, ook in een cleanroomomgeving, te gaan verzorgen. Bovendien wordt er gestart met producttrainingen en met onderhoud en service van SMC’s thermo chillers voor onder meer FEI. Voorts biedt het center plaats aan het Benelux-magazijn van SMC. De vestiging van het SMC Technology Center Eindhoven, nabij de High Tech Campus, sluit aan op een trend om, naast de sales, ook de industriële dienstverlening dicht bij de klant te concentreren.

de gewenste garantietermijn af te geven. Dat voor een koeler die vaak 24/7 draait. Hij moest dus een robuuste koeler kunnen ontwikkelen en produceren die weinig onderhoud vraagt. Voorts moest de chiller geen trillingen veroorzaken – de geringste resonantie zorgt al dat het sample gaat driften. Onze microscopen zijn zo gevoelig dat als je in dezelfde ruimte staat je hartslag al verstorend werkt. Voorts moest de warmtewisselaar heel nauwkeurig, tot 0,05 graad Celsius, koelen. Daarnaast moest het apparaat compliant zijn met CE, UL en RoHS en kunnen omgaan met een gevraagd vermogen van 500 tot 5.000 watt. Een uitgebreide benchmark maakte duidelijk dat SMC voor de SEM aan al die eisen het best kon voldoen.’

SPECIFICATIES Sinds september vorig jaar levert SMC die chiller aan FEI in Eindhoven en Brno, inclusief een installatiekit, voor de nieuwgebouwde SEM’s en voor het vervangen van de chillers in de wereldwijde installed base van zo’n 5.500 stuks. Maar voor het zover was moest er eerst een ‘megaklus’ geklaard worden, een traject van bijna twee jaar om de exacte specificaties van de chiller te bepalen. Kees van Kampen, product manager thermo control equipment van SMC, legt uit: ‘We zijn gestart met theoretisch bepaalde specificaties van FEI. Daarmee zijn we uitgebreid gaan testen aan de microscoop bij FEI in Eindhoven. Het resul-


taat daarvan hebben we gezamenlijk bestudeerd.’ Daarnaast moesten er duidelijke logistieke afspraken komen, met als ‘kritische’ factor dat FEI een sterk fluctuerende nieuwbouwvraag kent. Sluys: ‘De ‘kleine beurt’ van de chiller doen wij zelf. Dus ook het preventief vervangen van de koelvloeistof en de pomp. Maar bij storingen binnen de levenscyclus van vijf jaar zorgt SMC dat wij binnen 24 uur een vervangende chiller aan de klant kunnen leveren. De oude leveren wij aan SMC, dat ’m repareert en in hun reparatiepool plaatst. Daarnaast leveren zij op onze forecast rond de driehonderd koelers per jaar aan voor de nieuwbouw.’ SMC kan met die schommelingen omgaan door zelf een flinke voorraad aan te houden, zowel in Japan als vlakbij de productievestigingen van FEI in Eindhoven en Brno, vertelt Silvester Engelen, manager electronics industry van SMC. ‘Wij produceren jaarlijks voor tal van klanten wereldwijd zo’n 25.000 koelers. In die productie nemen we deze serie mee, zo goed mogelijk rekening houdend met de forecast van FEI. Wij houden die op voorraad, totdat FEI ze uitvraagt. Zo zijn wij erin geslaagd FEI te ontzorgen met een wereldwijde beschikbaarheid van onze chillers op hun strategische locaties én met het gewenste onderhoud.’

UITDAGENDE START Inmiddels levert SMC nu ruim een jaar chillers aan FEI, tot wederzijdse tevredenheid. De start was echter ‘een uitdaging’. Flamend van FEI: ‘Op het laatste moment bleken er nog een paar wijzi-

Een chiller van SMC.

gingen in de specificaties te moeten worden doorgevoerd en waren er nog extra testen nodig. Zoals je in dit soort situaties altijd geconfronteerd wordt met onvoorziene zaken.’ En SMC moest, schetst Van Kampen de logistieke kant van het verhaal, ‘op enig moment 300 systemen voor FEI gaan produceren en tijdig verschepen. Natuurlijk was alles daarop voorbereid, maar het moet toch nog even gebeuren.’ Sluys memoreert: ‘Zoals bij elke verandering moesten we ook in dit geval bij FEI nog enige weerstand overwinnen. Van r&d,

van productie en ook van sales. Al die afdelingen waren al jaren gewend met bepaalde leveranciers en koelers te werken en wilden daar graag aan vasthouden. Maar toen de voordelen eenmaal duidelijk werden, kwam er ook meer begrip en support. Net als van een aantal klanten. Die bieden we nu twee duidelijke keuzes: voor een eigen chiller, van een zelfgekozen leverancier, of voor onze chiller van SMC.’ Flamend: ‘Het is net als met de wasmachine Miele en het wasmiddel Dash. De SMC-chiller is uitgebreid getest op onze microscopen en dat garandeert nu eenmaal het beste resultaat, de langste levensduur en dus de laagste kosten. Van die boodschap hebben we onze salesmensen dan ook heel goed doordrongen.’ Nu, veertien maanden later, raakt het partnerschap goed op stoom, verzekeren de gesprekspartners aan beide zijden van de tafel. Het SMC Technology Center dat begin 2016 in Eindhoven wordt geopend, geeft daaraan een extra impuls (zie kader). Genoeg basis om de samenwerking verder te gaan uitbreiden? ‘We doen met SMC en nog een andere leverancier testwerk voor een chiller voor de TEM. En we zijn eigenlijk op zoek naar een partij die een complete koeloplossing kan bieden, voor zowel de SEM als de TEM’, zet Flamend voor. Vanzelfsprekend wil SMC, met zijn expertise op dat brede terrein, die ‘bal’ graag inkoppen. www.fei.com www.smcpneumatics.nl

december 2015

63


INNOVATIE

ALLIANDER EN NI PRESENTEREN INDUSTRIËLE INTERNET OF THINGS-CASE

IOT HELPT HET ELEKTRICITEITSNET OVERLEVEN De opkomst van decentrale energieopwekking zet het klassieke elektriciteitsnet onder druk. De toenemende onvoorspelbaarheid van het aanbod vergroot de kans op overbelasting, vooral dicht bij de gebruikers. Het elektriciteitsnet kan overleven door lokaal te meten en centraal vraag en aanbod slim te gaan sturen – dus door er een Internet of Things (IoT) van te maken. Netbeheerder Alliander experimenteert in Europees verband met het IoT en gebruikt daarvoor de hard- en software van National Instruments (NI). Tijdens het eendaagse NIDays in Eindhoven presenteerden ze hun case.

In de NIDays-sessie over innovatie, gemodereerd door NI-marketeer Rich Roberts (links), presenteerde Herman Bontius van Alliander een IoT-oplossing voor netbewaking. Met hulp van Advanced Real Time State Estimation kan op tijd worden ingegrepen om overbelasting van het elektriciteitsnet te voorkomen. Foto’s: Bart van Overbeeke

DOOR HANS VAN EERDEN

B

edrijven en consumenten doen steeds meer aan decentrale opwekking van energie. Zonnepanelen op het dak, warmtepomp in huis, windmolen op het erf. Door ‘teruglevering’ van elektrische energie komt er op het net steeds meer onvoorspelbaar – en veel dynamischer – tweerichtingsverkeer, waardoor de kans op overbelasting toeneemt. De zwakke plek in het klassieke elektriciteitsnet vormen de onderstations, de transformatorhuisjes om de hoek. Door een overload kan een hele wijk een black-out krijgen.

SMART GRID ‘Probleem is, we hebben er nu totaal geen weet van waar de elektrische stromen heen lopen in het net dicht bij de gebruikers’, vertelt Herman

64

december 2015

Bontius, energietechnologieconsultant bij netbeheerder Alliander (3,3 miljoen klanten, 1,7 miljard euro omzet). ‘Juist bij decentrale opwekking weten we vaak niet goed waar de stroom vandaan komt. Als zich knelpunten gaan voordoen door warmtepompen, zonnepanelen of elektrische auto’s aan de oplader, zullen als eerste die transformatorhuisjes – in Nederland zo’n 100.000 – gaan piepen. Die zijn niet berekend op een ander elektrisch profiel dan we de afgelopen zestig jaar hebben gekend.’ Bontius schetst twee opties: het net fors versterken – dat kost miljarden – of slim maken zodat het langer meegaat. Die smart gridoptie houdt in dat het elektriciteitsnet een Internet of Things wordt. Lokaal, in transformatorhuisjes, wordt de belasting van het net gemeten, zodat indien nodig lokaal kan worden ingegrepen, bijvoorbeeld door de stroomvoorziening om te leiden of de vraag te sturen. ‘Een warmtepomp

hoeft maar kort te draaien, waarna je de warmte buffert; met dat tijdstip van draaien kun je spelen. Of neem de elektrische auto die ’s avonds thuis wordt opgeladen. Meestal kan dat ook na middernacht nog.’

REVOLUTIE Een Europees onderzoeksproject blijkt nodig om de conservatieve elektriciteitswereld open te breken voor IoT-oplossingen. Initiatiefnemer van dat C-Dax project (Cyber-secure Data and Control Cloud for Power Grids) is ict-gigant Alcatel-Lucent, partners zijn onder meer Alliander en National Instruments (NI), ontwikkelaar en leverancier van hard- en software voor test-, meet- en besturingssystemen (en dus voor het IoT). Voor het monitoren van onderstations in het elektriciteitsnetwerk wil Alliander de fase van de elektrische stroom in meerdere transformatorhuisjes gelijktijdig meten. Die fase geeft informatie over de richting van de stromen en de mate van lokale (over)belasting van het net. NI levert er phasor measurement units en lokale verwerkingseenheden (CompactRIO’s, zie het kader) voor. De keuze viel op NI-producten vanwege hun ‘meertaligheid’ (ze verstaan verschillende communicatieprotocollen) en verwerkingssnelheid. Want er worden lokaal alvast de nodige berekeningen gedaan om de centrale computer te ontlasten en heel snel een goede schatting te kunnen maken van de toestand van het net (Advanced Real Time State Estimation). Een ‘revolutie’ noemt Bontius het communicatiemodel dat wordt toegepast: publish-subscribe. Dit is flexibeler, veiliger en beter schaalbaar dan het conventionele point-to-point-model. Als het aantal communicerende knooppunten in een netwerk toeneemt, levert dat een wirwar aan point-to-point-verbindingen op die bovendien heel lastig ‘cyber secure’ zijn te maken. Bij publishsubscribe kan een device z’n data op het net publiceren, zonder specifieke kennis te hoeven hebben van de ontvangers van die data. Omgekeerd ‘abonneert’ een subscriber zich op bepaalde informatie zonder kennis te hoeven hebben van de zenders. ‘Dit wordt voor het eerst in een smart grid-toepassing gebruikt.’

VELDTESTEN Meten en gegevens over het net versturen heeft alleen zin als je met deze data iets doet, door in omgekeerde richting stuurinformatie te verzenden. Alliander heeft daarover nog geen afspraken


MEER WAARDE UIT HET IOT gemaakt met NI, geeft Bontius aan. Maar NI verkent al wel de mogelijkheden om voor die sturing producten te ontwikkelen, vult technical marketing engineer Erik van Hilten van NI Nederland aan. ‘’Wij zijn daarover in gesprek met Alliander en andere partijen, zoals we ook voor de monitoring van het net samenwerken met meerdere partijen. Zo zitten we met onze apparatuur bij een Amerikaanse universiteit die onderzoek doet naar het effect van storingen in windturbines op het net waaraan ze zijn gekoppeld.’ Het C-Dax project is het lab inmiddels ontgroeid. Binnenkort beginnen de eerste veldtesten, met tien transformatorhuisjes; die worden volgend voorjaar afgerond. Alliander gaat daarna nog niet meteen een compleet IoT uitrollen, zo snel loopt de elektriciteitswereld niet. Bovendien is er nog tijd omdat de transitie maar langzaam doorzet, weet Herman Bontius, ervan overtuigd dat dit een uniek project is. ‘Ik ken wereldwijd geen club die al werkt met Advanced Real Time State Estimation in het net zo dicht bij de gebruikers. We gaan wel door met meten, om ons net nog beter te leren kennen. En we doen met NI nog meer kennis op over geavanceerde conditiemonitoring van het net. Zo zitten we al dicht bij een kant-enklaar product dat kabelstoringen voorspelt.’ Zo helpt het IoT om de spreekwoordelijke kink in de kabel te voorkomen. www.alliander.com www.ni.com www.cdax.eu

NIDays, georganiseerd door NI, stond in teken van het industriële Internet of Things (IoT). Het met elkaar verbinden van producten, apparaten, machines en computers is niet nieuw, maar de gestage toename van rekenkracht en capaciteit van (draadloze) communicatie maakt zinvolle toepassingen mogelijk. In Eindhoven passeerden talloze voorbeelden de revue, van procesbewaking en conditiemonitoring (voor predictief onderhoud) tot het beheer van complete windmolenparken en het ‘internet of buses’ (een vloot ov-bussen in Londen die naar een hybride aandrijving zijn omgebouwd). NI introduceerde er nieuwe hard- en software voor, zoals de nieuwste release van de LabVIEW-software voor geautomatiseerd testen en meten, een nieuw Wireless Test System voor draadloze devices en de nieuwste CompactRIO. Deze compacte, reconfigureerbare

i/o-module kan als een soort spin in het web de verbindingen in het IoT leggen tussen centrale ‘controlekamer’ en decentrale devices met hun sensoren. Ook gebruikers, waaronder Alliander, en consultants kregen de vloer op NIDays. Zoals het Noorse Virinco, dat dieper inging op de mogelijkheden en de valkuilen van ‘big test data’. Hoe later in productie een fout door testen wordt ontdekt, des te hoger de herstelkosten. Maar hoe meer er wordt getest, des te groter de kans om in alle data te verzuipen. Vanwege incompatibele data formats, beveiligingsproblemen (firewalls) en een overmaat aan handen maatwerk voor het verzamelen en verwerken van die data. ‘Maar als je dat goed aanpakt’, stelde Vidar Grønås van Virinco, ‘dan haal je meer waarde uit de data.’ netherlands.ni.com/nidays

Tijdens NIDays presenteerden NI en zijn technologiepartners op de expo hun hardware- en softwareproducten voor het industriële IoT.

december 2015

65



PROCESVERBETERING

KONING & HARTMAN ONTWIKKELT COMPLETE PROPOSITIE VOOR EEN SMART INDUSTRY

BETERE COMMUNICATIE, BETERE KETCHUP Informatiesystemen en machines moeten met elkaar kunnen ‘praten’ in een smart industry. Koning & Hartman heeft er een visie op ontwikkeld en een softwaretool, KH Information Server. Ook mensen moeten beter met elkaar gaan communiceren: directie en medewerkers, ict’ers en productiemanagers, wiskundigen en bedrijfskundigen. Dat is de ervaring van bedrijven bij hun eerste stappen richting slimme fabriek, zo blijkt tijdens een roundtable.

met slimmere algoritmes en snellere rekentechnieken, in diezelfde tijd bedraagt echter een factor 80.000. ‘Wat je met wiskunde kunt, verdubbelt elke driekwart jaar. Kijk naar een KLM, dat in één run de uiterst complexe planning voor materieel, personeel en dienstregeling kan berekenen.’ Die wiskunde is het hart van data analytics, de analyse van big data. ‘Businessprobleem modelleren en dan op basis van de data voorspellingen doen; het gaat richting autonoom beslissen en dat is eng. Maar doe je daar niets mee als bedrijf, dan ben je over een tijd verdwenen’, durft Patrick Hennen, directeur Analytics & Solutions bij Ortec, te stellen.

GENERIEKE OPLOSSING

DOOR HANS VAN EERDEN

everancier van producten, systemen en diensten voor telecom, industrie en infrastructuur Koning & Hartman ontwikkelt oplossingen voor smart industry en Internet of Things (IoT). In de optiek van het technologiebedrijf moeten er drie partijen om tafel. Ten eerste de bedrijven die slimmer willen worden, bijvoorbeeld in de persoon van plantmanagers die er vaak niet op zitten te wachten, want hun machines zijn nog niet afgeschreven en draaien toch goed. Alle data die uit die machines zijn te halen optimaal benutten, dat vergt data scientists, die enorm veel kennis hebben op statistisch, wiskundig en algoritmisch vlak, maar niet van techniek en industrie. Tot slot kunnen technologieconsultants de verbinding leggen tussen de werelden van de wiskunde en de industrie. Reden voor een partnership tussen Ortec, de data scientists, en Koning & Hartman, de consultant en

L

Bart Gouw stond als technologieconsultant bij Koning & Hartman aan de wieg van KHIS. Hij verhaalt van een project voor Heinz. Het foodbedrijf wilde zijn productie strakker plannen, de downtime omlaagbrengen en de voorraad minimaliseren. De systemen voor bedrijfsbesturing (ERP, op kantoor) en productiebesturing (SCADA, in Koning & Hartman organiseerde half november een roundtable de fabriek) bleken echter over smart industry. Foto’s: Danny de Jong niet met elkaar te kunnen communiceren voor uitwisseling van de benodigde gegevens. Een generiek probleem, besefte leverancier van tools. Zo’n tool is de KH InforGouw: ‘Ieder bedrijf vindt zichzelf uniek, maar ik mation Server (KHIS). draai al lang mee en zie dat een bepaald probleem veel lijkt op een probleem van een ander bedrijf.’ WISKUNDEREVOLUTIE Dus ontwikkelde hij een generieke oplossing, de Met roundtables wil Koning & Hartman zijn kenKHIS. Een concreet probleem dat er bij Heinz nis delen; half november in Amsterdam is Link mee werd aangepakt, was de kwaliteitscontrole. Magazine erbij. In zijn introductie vertelt Tim de Monsters uit productie werden in het lab onderWolf, productmanager KHIS, dat tot nu toe de zocht en als die afweken moest er worden inmens de intelligente schakel is tussen de fysieke gegrepen. ‘Die loop duurde te lang, waardoor er en de digitale wereld. Op veel plekken kunnen te veel herstel nodig was. De oplossing was: een slimme devices die mens echter gaan vervangen analyse-instrument in de lijn opnemen en de en zelf autonoom de wereld gaan interpreteren resultaten daarvan meteen terugkoppelen naar de en beslissingen nemen. ‘Het wordt pas echt Interoperator die ze kan vergelijken met de referentienet of Things als we de rekenkracht verplaatsen waarden uit een expertdatabase en zo nodig naar de cloud; denk aan navigatie met behulp van meteen kan ingrijpen. ‘Heinz vertelde ons dat het een kaart die, altijd actueel, in de cloud hangt.’ een ‘mission critical application’ was geworden. De Die rekenkracht is essentieel om chocola te KHIS zorgt nu voor nog betere ketchup.’ Wat maken van alle verzamelde data, aldus De Wolf. Heinz in één fabriek had gedaan, systemen met ‘In een kleine halve eeuw heeft de hardwarerevolutie een prestatieverbetering met een factor 20.000 opgeleverd. De revolutie in de wiskunde, LEES VERDER OP PAGINA 69

december 2015

67


HOE SLIM IS UW ENGINEERING?

DOE DE EFFICIENCY CHECK!

Hoe gaat u om met prijzen die onder druk staan, terwijl de kwaliteitsnorm steeds hoger komt te liggen? En met de stijgende vraag naar standaardisatie? Dergelijke ontwikkelingen zetten iedereen op scherp, ons ook, als adviseur voor uw engineeringsprocessen en specialist in CAE-software. Ze dagen ons dagelijks uit om engineering zo slim mogelijk te maken, waardoor onze klanten uiterst efficiënt kunnen werken. En dat doen we door te luisteren naar onze gebruikers. Wij dagen u uit om te checken hoe efficiënt uw engineering is. Doe de online check op www.eplan.nl en ontvang een rapport van de resultaten. Deze resultaten geven u een stuk bewustwording van de actuele processen binnen uw bedrijf, gerelateerd aan de engineering.

DOE DE GRATIS EFFICIENCY CHECK SCAN DE QR-CODE OF GA NAAR WWW.EPLAN.NL WAAR U DE ONLINE TEST VINDT

Heeft u vragen, mail dan naar sales@eplan.nl

EPLAN heeft ruim 30 jaar ervaring en wereldwijd ruim 111.000 installaties. Door dagelijks contact met onze klanten kennen we hun behoeften en wensen, maar ook hun strategische processen: waardevolle input om onze diensten en software continu te verbeteren. Dit biedt een vertrouwde basis, waarmee u uw bedrijfsprocessen stapsgewijs efficiënter in kunt richten.

SCAN DEZE QR-CODE EN DOE DE CHECK!


VERVOLG VAN PAGINA 67

elkaar laten praten, ging het later met meerdere fabrieken doen, die via het IoT aan elkaar werden gekoppeld, om bijvoorbeeld over al die fabrieken heen het assetmanagement te plannen en de supply chain te regelen. Het KHIS-model begint met verbinden (machine-to-machine en factoryto-factory), vervolgens gaat het om ontsluiting van alle data en dan is het tijd voor de advanced analytics. De laatste stap is, volgens Koning & Hartman, consulting; er mag veel slimme techniek aan te pas komen, uiteindelijk gaat het om het slim toepassen van deze techniek door mensen.

KORSAKOV Mensen zoals Gert-Wim Scheppink, ict-manager bij Apeldoorn Flexible Packaging (AFP, producent van folie voor food- en non-food-toepassingen). Hij trok de stoute schoenen aan en organiseerde een sessie met Koning & Hartman en Ortec. ‘Wij willen de kwaliteit en prestatie van onze productie verbeteren en daarvoor dataverzameling inzetten. We werken met veel verschillende, lijnspecifieke informatiesystemen en hebben last van Korsakov: al die systemen houden de data maar even vast. Wij willen die data kunnen weergeven om naar key-parameters te kijken en daar historisch onderzoek op te doen. Nu moeten we ad hoc allerlei dingen regelen als er vragen komen, bijvoorbeeld over het energieverbruik van onze processen. Toen de energierapportage opkwam, werden daarvoor aparte servers ingericht. Nu groeit de bewustwording dat je beter alle data in een centraal systeem kunt opslaan, zeg maar de informatiearchitectuurgedachte. Met de KHIS-tool kunnen we alles wat wij belangrijk vinden opslaan, voor visualisatie en analyse.’ Data scientist Arno de Wolf (Tim’s tweelingbroer) van Ortec presenteert de case van AFP. Hij maakte een dashboard en er werden data verzameld van een productierun van drie dagen. Onder meer sensormetingen; die kunnen bijvoorbeeld afwijkend gedrag laten zien vlak voor een machinestilstand. Wordt een verband aangetoond tussen een bepaalde sensorwaarde en die stilstand, dan kan in het vervolg als die waarde optreedt een sms naar de operator

Steven Hengeveld (Fokker Aerostructures): ‘Het menselijk aspect is een van de spannendste in ons project Fokker 4.0.’

uitgaan, zodat die op tijd kan ingrijpen. AFP maakt z’n folies volgens recepten met meerdere grondstoffen in bepaalde verhoudingen, die slechts binnen bepaalde marges mogen variëren. Dus is het nuttig om die waarden voor kwaliteitsbewaking vast te leggen. En de standen van silo’s geven informatie over de doorloop van grondstoffen en de benutting van de opslagcapaciteit. Handig voor de planning van inkoop en misschien zijn er wel goedkopere opslagopties met minder capaciteit mogelijk. En er kan nog veel meer, vult Nanno Snijders aan. Hij is consultant en werkt voor Choco Support. ‘Wij werken voor onze chocoladeproducten met dure grondstoffen. Als je ook de grondstoffenmarkt in de gaten houdt en rekent met seizoensinvloeden, kun je slimmer inkopen.’

Gert-Wim Scheppink van AFP (links) in gesprek met Michael Hereijgers (Perfetti van Melle): ‘De bewustwording groeit dat je beter alle data in een centraal systeem kunt opslaan.’

DRAAGVLAK De case fungeert als aftrap voor de discussie. Michael Hereijgers, manager industrial automation van Perfetti Van Melle Benelux, vraagt of productie wel aan data analytics wil. ‘Dit in de fabriek krijgen en daar draagvlak voor creëren is vaak moeilijk. Men kan wel een systeem implementeren, maar dan moet het wel gebruikt gaan worden.’ De productiemanager en de procestech-

Tim de Wolf (Koning & Hartman): ‘Het wordt pas echt Internet of Things als we de rekenkracht verplaatsen naar de cloud.’

noloog willen het wel, zegt Scheppink. ‘Voor de operator hoeft het niet meteen, een scherm dat real time laat zien hoe goed hij het doet. Dat anderen daar inzicht in krijgen, kan een bedreiging zijn. Is er een fout gemaakt, dan kan het bij die constatering blijven. Maar dezelfde data kunnen ook worden gebruikt om herhaling te helpen voorkomen. Dat moet heel duidelijk het doel zijn voor alle betrokkenen.’ Bart Gouw: ‘Je moet ervoor oppassen dat het management met de vinger gaat wijzen naar medewerkers. Anderzijds kan het registeren van allerlei data medewerkers juist helpen. Dan wordt zichtbaar wat zij allang hadden gemeld, maar waar het management niets mee heeft gedaan.’ Idealiter zou de behoefte aan data analytics uit het management moeten komen, zegt Rob van Os, directeur van Koning & Hartman. Maar dat spreekt niet altijd vanzelf, weet ook Sander van der Velden, plantmanager bij Zandvliet Vleeswaren. ‘Het is belangrijk dat iedereen overtuigd raakt, van de directie tot de kantinejuffrouw; pas dan heeft het zin een project te starten.’ Het kan gewoon beginnen met vragen stellen. ‘Als mensen die vragen niet kunnen

beantwoorden, ontstaat het inzicht dat er verbeteringen mogelijk zijn als je data gaat verzamelen en dan creëer je draagvlak’, legt Nanno Snijders uit. Conclusie: top-down moet data analytics een prioriteit van het management zijn, bottom-up moet er gewoon een klein team mee aan de slag. Dus klein beginnen, met een goede visie van boven. Draai er daarbij niet omheen dat alles transparant wordt, zegt Steven Hengeveld, bij Fokker Aerostructures trekker van Fokker 4.0. Dit project is gericht op het digitaliseren van de productie in een sector, de luchtvaartindustrie, die nu nog vanwege de vereiste certificeringen veel papierwerk kent. ‘Het menselijk aspect is een van de spannendste in Fokker 4.0, vandaar dat twintig procent van ons budget voor verandermanagement en communicatie is bestemd. De cultuur bij ons is nu: wij leveren kwaliteit en het maakt niet uit hoe je het doet, daarin heb je vrijheid. Maar we willen naar een situatie waarin iedereen op dezelfde manier werkt, want voor onze kwaliteitsbewaking met statistical process control is standaardisatie een vereiste.’

COMBINEREN Niet alleen voor eindgebruikers liggen er kansen. Godfried Mensink, manager automatisering bij SFKLeblanc, machinebouwer voor de vleesindustrie: ‘Wij kunnen zorgen dat er veel data uit onze machines is te halen, en die kunnen wij via een beveiligde verbinding ophalen, maar de vraag is hoe wij daar goede informatie van maken en hoe we die kunnen vermarkten naar onze klanten. Ik moet de directeur van onze klant prikkelen om de juiste vragen te stellen richting zijn medewerkers.’ Peter van de Berg, senior consultant Industry Consulting bij Philips Innovation Services, houdt zich bezig met wat hij digitale service-innovatie noemt: ‘Als bijvoorbeeld een machinebouwer methoden ontwikkelt om data zinvol te gebruiken, dan kan hij daarmee waardevolle extra diensten aanbieden. Dat moet je multidisciplinair aanpakken. Winst is vooral te behalen door data te combineren.’ Combineren van invalshoeken, dat was de meerwaarde van deze roundtable. Begin 2016 organiseert Koning & Hartman in Amsterdam nieuwe sessies.

www.koningenhartman.nl

december 2015

69


PARTNERS

KORTE LIJNEN TUSSEN WEISS, IMS EN DIENS KLANT

DOEL: DE OPTIMALE PRODUCTIELIJN De jarenlange samenwerking tussen Weiss en IMS wordt gekenmerkt door continu

tegelijk kan aansturen. Weiss is actief in diverse branches, uiteenlopend van zware machinebouw tot medische technologie en elektrotechniek. IMS in Almelo ontwikkelt en levert productielijnen voor de productie van kleine, complexe componenten in grote hoeveelheden, zoals productielijnen voor druksensoren en cameramodules voor smartphones. ‘Veel klanten hebben geen ervaring met het automatiseren van productieprocessen. Een productontwikkelaar kijkt namelijk vooral naar de functie en kwaliteit van het product en minder naar hoe dit het beste te produceren is. Wij helpen klanten dan om hun product produceerbaar te maken’, zegt technical sales coordinator Ronald Haveman. IMS werkt voor klanten in de automotive, medische en consumentenelektronica-industrie.

systeem (voor lineaire montage) en flexibele pick & place-units. ‘De twee eerstgenoemde gebruiken we om producten langs diverse bewerkingsstations te transporteren. Het grote voordeel van het LS-systeem is de flexibiliteit in transport, waardoor in combinatie met de vrij programmeerbare besturing snelle en optimale takttijden worden bereikt’, aldus Haveman. Met behulp van dat systeem zijn processen zowel enkelvoudig als meervoudig uit te voeren. Klieverik: ‘Stel, een klant heeft in het productieproces van een ventiel een lektest nodig. Die kan seconden duren. Ga je dit proces meervoudig uitvoeren, dan kun je twee, vier of acht testen tegelijk doen. De investering vooraf is groter, maar die heb je dankzij de kortere cyclustijd van de machine snel terugverdiend. Zeker als het gaat om miljoenen producten per jaar.’ Het flexibele pick & place-systeem van Weiss is vrij programmeerbaar: een klant kan meerdere bewegingen op één positie realiseren, wat ruimte bespaart en omsteltijden verkort. ‘Dat is precies wat onze klanten willen: compacte machines en veel processen op één lijn, want ruimte kost geld’, aldus Klieverik. Een andere essentiële factor is de doorlooptijd. Klanten willen machines steeds sneller hebben staan, zo is de ervaring van IMS. ‘Dan zijn de standaardcomponenten en het modulaire systeem van Weiss belangrijk. Het stelt ons in staat te focussen op nieuwe en complexe processen. Ook dan proberen we te werken met standaardonderdelen, dat is qua realisatie en onderhoud eveneens voordeliger’, verklaart Haveman. ‘Ook onze eigen machines zijn om die reden modulair opgebouwd. We willen snel kunnen schakelen.’

KORTE TAKTTIJDEN

OPTIMALE PRODUCTIELIJN

Zelf werkt IMS al jarenlang met componenten van Weiss, zoals draaitafels, het LS-transport-

Weiss en IMS overleggen regelmatig over nieuwe ontwikkelingen. Haveman: ‘Wij krijgen novitei-

overleg over nieuwe ontwikkelingen. Daarbij stemt Weiss zijn componenten zo veel mogelijk af op de wensen rond het productieproces van IMS. En dat van diens klant. Een werkwijze die alle partijen een optimaal product en tevreden klanten oplevert.

Voor productielijnontwikkeling houdt IMS de lijnen kort, niet alleen naar een toeleverancier als Weiss maar ook naar de eigen klanten. Van links naar rechts Marcel Klieverik (Weiss) en Ilse Büter en Ronald Haveman (IMS) rond een Weiss-draaitafel voor een IMSproductiemachine in opbouw. Foto: Arjan Reef

DOOR WILMA SCHREIBER

et in Oldenzaal gevestigde Weiss (onderdeel van de gelijknamige Duitse multinational) is leverancier van elektromechanische en direct drive-componenten voor het geautomatiseerd, snel en nauwkeurig positioneren, oppakken en plaatsen van producten. Daarbij staat het bedrijf open voor verbetering op basis van nieuwe eisen en wensen van de klant. ‘Onze standaardcomponenten zijn dan ook aan te passen aan de toepassing die de klant voor ogen heeft en kunnen, indien gewenst, compleet met besturing en software worden geleverd. Het totaalpakket van hardware en software betekent gemak voor de klant; eenvoudige montage en zelf software schrijven is niet nodig. Dit versnelt de inbedrijfname’, aldus algemeen directeur Marcel Klieverik. De nieuwste softwareontwikkeling betreft het creëren van een virtuele as in de machine en een besturing die zestien assen

H

70

december 2015


ten voorgelegd en kijken of we die kunnen introduceren. Omgekeerd geven wij aan welke behoeften er bij onze klanten en bij ons in het bedrijf leven. Bijvoorbeeld minder en dunnere bekabeling om het inbouwen van componenten te vergemakkelijken. Zo proberen we Weiss te prikkelen zich te blijven ontwikkelen.’ Al deze inspanningen hebben een duidelijk doel: de klant helpen een product optimaal en met grote kwaliteit te assembleren. ‘Veel klanten zijn gewend aan handmatige productie. Wij adviseren hun bij de overstap naar geautomatiseerde productie. Dat leidt uiteindelijk tot de optimale productielijn, met producten in de juiste aantallen en van de juiste kwaliteit.’

STANDAARDPLATFORMS IMS houdt voor de productielijnontwikkeling de lijnen kort, niet alleen naar Weiss maar ook naar de eigen klanten. ‘We gebruiken een aantal standaardmethodieken voor het bepalen van de produceerbaarheid van het product, zoals Six Sigma, DfA (Design for Assembly, red.), DfM (Design for Manufacturing, red.) en FMEA (Failure Mode and Effects Analysis, red.). Daarnaast gebruiken we in-huis ontwikkelde platforms: een frame met basisbesturing, een veiligheidskap en rondloopsysteem. Afhankelijk van de eisen van de klant – welke aantallen, welke snelheid, betreft het één product of een productfamilie – richten wij dit platform in, uiteraard bij voorkeur met stan-

‘Compacte machines en veel processen op één lijn; dat is precies wat onze klanten willen’ Bij ‘juiste kwaliteit’ heeft elke klant zo zijn eigen insteek, stelt Ilse Büter, marketingmanager bij IMS. ‘De één doelt daarmee op hoge snelheid, de ander op hoge productkwaliteit. Afhankelijk van waar de prioriteit ligt, heb je te maken met andere eisen ten aanzien van veiligheid en duurzaamheid. Die liggen voor een medisch product hoog, maar voor een smartphone-camera wat lager vanwege de korte levenscyclus.’

daardcomponenten, zoals Weiss’, vertelt Haveman. Zo leverde IMS een aantal modules aan een klant in de automotive-industrie. ‘Zij werken met productfamilies, waarbij het ene product net iets groter of kleiner is, of een aparte geometrie heeft. Kwaliteit en flexibiliteit zijn dan de belangrijkste eisen. Onze machines moeten dat wel aankunnen. En dat geldt ook voor de componenten van Weiss’, stelt Büter. ‘De bewezen standaarden van

Het pick & place-systeem van Weiss is vrij programmeerbaar. Foto: Weiss

ons gecombineerd met die van Weiss resulteren zo in meer toegevoegde waarde voor de klant.’ Haveman onderschrijft dit. ‘We werken al jarenlang met Weiss. Ze zijn degelijk en betrouwbaar, je koopt iets en kunt ervan uitgaan dat het in één keer werkt. Daardoor kunnen wij snel een productielijn opbouwen en ons richten op het aanpakken van complexe uitdagingen.’ www.weiss.nl www.ims-nl.com

december 2015

71


Technisch hoogstaande oplossingen die besparingen realiseren Door nauwe internationale contacten met afnemers en gerenommeerde fabrikanten in alle sectoren van de industrie is ERIKS toonaangevend op het gebied van Aandrijftechniek, Stromingstechniek, Afdichtingstechniek, IndustriĂŤle kunststoffen, Gereedschappen en Onderhoudsproducten.

Onze Application Engineers bieden u technisch hoogstaande oplossingen. Hierbij zijn standtijdver errlenging, emissiereductie, veiligheid, duurzaamheid en kostenbesparing bij ERIKS de uitgangspunten. Quick supply, vestigingen door heel Nederland, maatwerk en onze kennis maken het verschil. www www.eriks.nl .erik ks. s.n s l


INNOVATIE

ADDITIVE INDUSTRIES ONTWIKKELT EN BOUWT INDUSTRIËLE 3D-METAALPRINTER IN ‘MOORDTEMPO’

VAN NIKS TOT BÈTASYSTEEM IN AMPER TWEE JAAR ‘De grootste uitdaging? Dat was, denk ik, tijd. We hebben de machine echt in moordtempo van niks tot wat je hier ziet opgebouwd.’ Aldus Daan Kersten, ceo van Additive Industries, dat half november in een productieruimte van NTS-Group in Eindhoven zijn industriële 3D-metaalprintsysteem MetalFAB1 presenteerde. Aansluitend stond de jonge onderneming ermee op de beurs Formnext in Frankfurt (D). ‘Dat heeft een mooie stapel nieuwe contacten opgeleverd waar we commercieel mee verder kunnen.’

DOOR PIM CAMPMAN EN MARTIN VAN ZAALEN

dditive Industries, winnaar van de Best Customer Award 2015 (zie elders in deze Link), claimt dat de MetalFAB1 de eerste 3D-metaalprinter voor industriële (serie)productie is – en een heel productieve en uiterst precieze. ‘Onze machine, met geïntegreerd Additive World softwareplatform, levert een tot tien keer betere reproduceerbaarheid, productiviteit en flexibiliteit dan bestaande mid-range printers bieden’, vertelt Kersten, die het bedrijf in december 2012 samen met Jonas Wintermans (nu coo) oprichtte.

A

SLIMMIGHEDEN Die fraaie performance is te danken aan verregaande integratie en automatisering van de in lijn geplaatste processtappen en aan ‘slimmigheden’ op vlakken als procesbeheersing, kalibratie en minimaliseren van ‘dode’ wachttijd. De machine kan met maximaal vier lasers worden uitgerust, die in meerdere bouwkamers het hele bouwvlak beschrijven en waarin meerdere materialen naast elkaar zijn toe te passen. Met een bouwvolume van 420 x 420 x 400 millimeter per bouwkamer behoort de MetalFAB1 tot de top-drie van grootste metaalprinters, aldus Kersten. Andere slimmigheden zijn onder meer: volautomatische bouwplaat en productverplaatsing, geïntegreerde De MetalFAB1 in de uitvoering met zes modules. Foto’s: Bart van Overbeeke/Additive Industries

LEES VERDER OP PAGINA 75

VERVOLG ADDLAB, MAAR NIET VOOR ALLE PARTNERS AddLab is een onderdeel van het technologieprogramma CFT 2.0 van Brainport Industries, bedoeld om hightech toeleveranciers vertrouwd te maken met additive manufacturing (3D-printing) met metaal. De leerschool van AddLab biedt masterclasses en online-lesstof, maar vergt vooral veel zelf doen en van elkaar leren. De partners in AddLab zijn Additive Industries (initiatiefnemer), KMWE, NTS-Group, Frencken Europe, Machinefabriek De Valk, FMI, MTA, Philips Innovation Services, Kaak Group, Brainport Industries (netwerkpartner) en DLL (financieel partner). De eerste programmafase is nu bijna afgerond en de bedoeling is met AddLab 2.0 door te gaan. Immers, het is zeker niet zo dat deze nieuwe productietechnologie nu al het stadium van volledige volwassenheid heeft bereikt; er ligt een goede basis maar er valt nog veel te

leren. Juist dat is de reden voor Frencken niet mee te doen aan het vervolg, aldus Henk Tappel. ‘Voor andere markten en toepassingen heeft het bewezen een bruikbare technologie te zijn. Voor de zeer hoge nauwkeurigheidseisen die wij stellen, is het nog niet altijd economisch rendabel. Zeker niet voor serieproductie, want de repeteerbaarheid is nog gering. We hebben de afgelopen twee jaar heel veel presse-papiers geproduceerd.’ De directeur van de Eindhovense system supplier voor onder meer ASML en Philips Healthcare heeft daarom besloten wel verder te investeren in het opdoen van kennis van het ontwerpen voor 3D-metaalprinten, maar voorlopig niet in het zelf printen. ‘Het is een veelbelovende technologie die veel ontwerpvrijheid geeft, maar het printen laten we graag aan een geschikte specialist over; dat doen we met gieten en smeden ook.’

Ook Additive Industries dat, mede gebruikmakend van de ‘steile leercurve’ die het als deelnemer in AddLab heeft doorlopen, z’n eigen 3D-metaalprinter op de markt heeft gebracht, gaat niet door in AddLab 2.0. ‘De intentie van de voortzetting is niet meer alleen verdere kennisopbouw, maar ook het met die kennis creëren van een nieuwe business, gericht op het verrichten van metaalprintwerk voor de industrie. Dat is niet onze ambitie. Wij willen juist de oem’er zijn van de printers die daarvoor nodig zijn en niet gaan concurreren met onze klanten’, aldus directeur Daan Kersten. Wie er uiteindelijk door zullen gaan, daarover kan Kersten niets zeggen. ‘Feit is dat AddLab 2.0 start in september volgend jaar. Tot dan is er tijd om dat vervolg invulling te geven.’ addlab.com

december 2015

73


STRATEGIE

WAKE-UP CALL CEO BOSCH BIJ INGEBRUIKNAME NIEUWE RESEARCHCAMPUS

‘EUROPA ONTBEERT GRÜNDERGEIST’ Gebrek aan ondernemersgeest, durf om risico’s te nemen, vormt een serieuze bedreiging voor de concurrentiekracht van de Europese hightech sector. Die wake-up call kwam van Bosch-chef Volkmar Denner medio oktober tijdens de officiële ingebruikname van de nieuwe researchcampus van Bosch in Renningen (D). ‘Is Silicon Valley werkelijk het ideaalbeeld voor Europa, dan moeten we leren om te wagen.’ Bosch zelf geeft het goede voorbeeld.

DOOR PIM CAMPMAN

e researchcampus – veertien gebouwen, waarin 1.700 onderzoekers en engineers werken – werd in iets meer dan twee jaar gebouwd. Anglo-Amerikaanse bedrijfscampussen stonden model. Met maar één doel: optimale condities scheppen voor multidisciplinaire samenwerking en het uitwisselen van kennis en ideeën, zodat innovaties beter en sneller verlopen. Met, ja ook dat, volop ruimte voor creativiteit. Want, menen ze bij Bosch, juist daardoor komen compleet nieuwe, verrassende out-of-the-box producten en diensten bovendrijven. Volgens Volkmar Denner, bestuursvoorzitter van de Bosch-Gruppe, is die opzet een keiharde noodzaak om in de aanstormende connected samenleving een (hoofd)rol te spelen. Daarin is alles en iedereen via het internet verbonden, waardoor domme dingen intelligent worden en een hoos aan nieuwe producten en services gaat ontstaan. Onder het motto ‘Vernetzt für Millionen Ideen’ zet Bosch zwaar in op fenomenen als het Internet of Things (IoT), big data (ook data mining genoemd) en Industrie 4.0. Het bedrijf pompt jaarlijks tien procent van de omzet terug in zijn mondiale r&d-netwerk, afgelopen jaar vijf miljard euro. ‘Voor toegepast onderzoek en product- en procesontwikkeling’, vertelt Michael Bolle, president Corporate Research and Advance Engineering. ‘Bij alles wat wij in r&d oppakken, hebben we een product, een markt en een klant op het netvlies.’ En dat werkt: Bosch deed vorig jaar 4.593 patentaanvragen – achttien per werkdag.

D

74

december 2015

Bosch r&d-topman Michael Bolle: ‘Bij alles wat wij in r&d oppakken, hebben wij een product, een markt en een klant op het netvlies.’ Foto: Bosch

MEMS ALS VOORBEELD De r&d-inspanningen zijn met name gericht op de werkvelden digitale connectiviteit, automatisering, elektromobiliteit (e-mobility) en energieefficiëntie. De Bosch-Gruppe (360.000 medewerkers, 220 fabrieken in zestig landen) is sterk

‘Meer start-up mentaliteit is nodig, ook en juist op wetenschappelijk vlak’

gediversifieerd. De automotive-tak is goed voor twee derde van de omzet van vijftig miljard euro. De andere takken zijn industrie, energie- & gebouwsystemen en consumentenproducten. In de connected wereld is het zaak dat die takken

hun expertise en ervaringen intensief gaan delen. In sensorsystemen hakt Bosch al langer met die bijl. Het is wereldmarktleider in mems-sensoren, micro-elektromechanische systemen. Deze minuscule devices zitten in Bosch-uitvindingen als ABS, ESP en andere auto-subsystemen. Een interne start-up, Bosch Sensortec, vond ingangen voor mems in consumentenelektronica. Waardoor vandaag in drie van de vier smartphones mems van Bosch zitten, soms wel vijf of zes stuks. Consumer is al een grotere afnemer dan automotive. Bosch heeft dit jaar alleen al 1,6 miljard mems gemaakt, terwijl het IoT – met toepassingen in smart homes, Industrie 4.0, et cetera – nog maar in de kinderschoenen staat. Essentiële delen van het mems-maakproces, waaronder testen, vinden plaats in Baden-Württemberg; de grootste fab in Europa op dat vlak staat in Reutlingen. Het nieuwe Center for Research and Advance Engineering in Renningen vormt het knooppunt van de kolossale r&d-organisatie, met 45.700 personen op 94 locaties in 25 landen. De ‘buiten-


posten’ fungeren ook als ‘antenne’: ze detecteren nieuwe technologietrends die interessant (kunnen) zijn, ook in nieuwe werkvelden. Michael Bolle: ‘Het scouten van trends en interessante overnamepartijen heeft permanent onze aandacht. Recent resulteerde dat in de overname van de Californische start-up Seeo. Die werkt binnen e-mobility – waarin Bosch 400 miljoen euro per jaar investeert, red. – aan een baanbrekende solidstate batterijtechnologie die complementair is aan de onze. Door beider expertise te combineren, verwachten we de energiedichtheid van lithiumbatterijen in 2020 verdubbeld te hebben, zodat elektrische auto’s twee keer zo ver kunnen rijden.’

POWERHOUSE IN AUTOMOTIVE Automotive is van oudsher een focusgebied van Bosch. In 1924 introduceerde het familiebedrijf de inspuitpomp voor dieselmotoren, zowat vijftig jaar geleden de benzine-inspuiting (sinds 1967 in serieproductie). Ook uit de Bosch-keuken: het antiblokkeersysteem ABS (1978) en ‘antislip’ ESP (Electronic Stability Program, 1995). Saillant detail: Bosch testte ESP op een vliegveldje in... Renningen – op het perceel dat het in 2009 aankocht voor zijn nieuwe r&d-campus. Het bedrijf test er nu onder meer systemen die voorkómen dat auto’s voet-

gangers aanrijden. Ook in de zelfrijdende auto stopt Bosch veel r&d-effort – al twintig jaar, eertijds binnen het Europese Prometheus-project. Al een poos doet het bedrijf praktijktests met zijn autopilot-oplossing op stukken snelweg in Californië en Duitsland. De volgende stap – zelfrijdende auto’s in bebouwd gebied – laat nog even op zich wachten. Diesel blijft volgens Bosch de sleuteltechnologie om de globale CO2-doelen te bereiken; het gelooft dat nog meer dan vijftien procent emissiereductie mogelijk is.

START-UP MENTALITEIT De Seeo-deal tekent de Gründergeist, de start-up spirit, die Denner bepleit – bij Bosch, in Duitsland én Europa. ‘Het ontbeert Europa zowel aan kansen als aan bereidheid om een start-up te stichten. Een gebrek aan durfkapitaal én aan waagmoed om risico’s te nemen. Het geeft te denken dat slechts 25 procent van de Duitsers zich kan voorstellen een bedrijf op te richten; in de VS is dat veertig procent. En, nog fataler: van de ‘niet-durvers’ noemt in Duitsland tachtig procent angst om te mislukken als reden – tegen dertig procent in de VS. We hebben meer start-up mentaliteit nodig, ook en juist op wetenschappelijk vlak. Met leerstoelen die technische studies verbinden met de ontwikkeling van businessmodellen, kunnen we veel winnen. Is Silicon Valley werkelijk het ideaalbeeld voor Europa, dan moeten

we leren om te wagen.’ Ook bondskanselier Angela Merkel, eregast bij de opening van de Bosch researchcampus, vindt dat er op dit vlak een en ander te verbeteren valt. ‘Het ontbreekt ons af en toe aan ondernemersgeest. Onze verhouding tot data is vaak te sterk doordrenkt van de gedachte van gegevensbescherming.’ De Bosch-Gruppe zelf trekt er hard aan die startup mentaliteit in de organisatie te brengen. Zo werd Bosch Start-Up GmbH opgericht. Dat platform faciliteert medewerkers die een eigen bedrijf willen beginnen met onderdak, faciliteiten, advies en meer. Ook op de nieuwe researchcampus – ‘Bosch z’n eigen Stanford’, aldus ceo Denner – worden ondernemerschap en creativiteit gestimuleerd. Je hebt er focus rooms voor rust/concen-

tratie, communicatiezones voor interactie en – op de twaalfde, bovenste etage van het hoofdgebouw – Platform 12, een Freiraum en ThinkTank, waar de campusbewoners tien procent van hun werktijd vrij mogen besteden aan eigen projecten en ideeënuitwisseling – zes dagen per week, 24 uur per dag. Denner: ‘Een inspirerende omgeving, waarin onze Kopfarbeiter met de handen hun ideeën kunnen modelleren en toetsen met collega’s. Zodat, zeg maar spelenderwijs, verrassende ideeën ontstaan voor nieuwe technologieën en producten. Echt nieuwe dingen vind je juist als je er niet naar zoekt.’

www.bosch.com

VERVOLG VAN PAGINA 73

metaalpoederrecycling (wat veel tijdwinst oplevert) en oven voor het spanningsarm gloeien van de geprinte producten. Op een aantal vindingen lopen patentaanvragen. De machine is modulair opgebouwd: er is keus uit meer of minder (typen) modules; vervangen, uitbreiden en upgraden is altijd mogelijk. In de getoonde configuratie is ie acht meter lang, circa twee meter diep. Kosten: 1,8 miljoen euro.

IJZERSTERK TEAM Een ander kunststukje is de tijd waarin Additive Industries een werkend systeem wist op te leveren: amper twee jaar. De feitelijke ontwikkeling (‘project Apollo’) startte in september 2013, met de indiensttreding van systeemarchitect Mark Vaes. ‘De eerste persoon die we aannamen’, vertelt coo Jonas Wintermans, wiens vader Ad en broer Boris tot de geldschieters behoren. Vanaf toen groeide de crew snel, tot bijna dertig personen nu, en werd tempo gemaakt. Er werd een functioneel model gebouwd, in januari 2015 werd de mijlpaal ‘first light’ (laserbron en optiek werken voor het eerst samen) bereikt – en afgelopen april werden de eerste producten geprint. Daan Kersten: ‘Zonder een ijzersterk team zou dit nooit zo snel gelukt zijn. Daarnaast is de samenwerking met een heel aantal spelers in het hightech ecosysteem in de Brainport-regio cruciaal voor dit succes. Uniek voor deze regio is dat je de benodigde competenties niet allemaal zelf in eigen huis hoeft op te bouwen. Als jong technologie-

Additive Industries-oprichters Jonas Wintermans (links) en Daan Kersten: ‘Uniek voor de Brainport-regio is dat je de benodigde competenties niet allemaal zelf hoeft op te bouwen.’

bedrijf kun je de supply chain als het ware aan je bedrijf klikken. Dat scheelt natuurlijk enorm.’

VIER BÈTASYSTEMEN Om insights te krijgen in waar additive manufacturing staat en naartoe gaat en om applicatiekennis op te bouwen, zette Additive Industries in oktober 2013 met tien partners AddLab op (zie het kader). Inmiddels is het bètaprogramma gestart: de bouw van vier systemen die bij klanten gaan proefdraaien en waarmee de partijen samen processen voor nieuwe materialen en toepassingen ontwikkelen. Kersten: ‘In veeleisende markten als de lucht- en ruimtevaart, hightech machinebouw en gereedschapsfabricage’. De eerste twee

bètamachines worden begin 2016, de andere twee tegen volgend jaar zomer uitgeleverd. Over de launch op Formnext zegt Daan Kersten: ‘Een topweek. Onze machine trok echt veel aandacht. En we zijn bevestigd in onze visie op waar deze technologie naartoe gaat: naar echt industrieel gebruik. Die visie is in Frankfurt eigenlijk door iedereen omarmd, zowel potentiële klanten als onze concurrenten. Wij definiëren een nieuw segment in deze markt en daar zijn mensen positief over. En verder heeft Formnext een mooie stapel nieuwe contacten opgeleverd waar we commercieel mee verder kunnen.’ additiveindustries.com

december 2015

75



KORT

AWARDS

GROEIEND BIESHEUVEL TECHNIEK ZET IN OP E-COMMERCE Afgelopen voorjaar doorbrak Biesheuvel Techniek de grens van 100 miljoen euro omzet. En de koek is voor de multi-specialist nog lang niet op, zegt ceo Meino Noordenbos. ‘We blijven groeien, onder meer door nog sterker op e-commerce in te zetten. In 2016 zitten we op 118-120 miljoen.’ Biesheuvel schaakt op veel verschillende borden om op groeispoor te blijven en heeft een fraai palmares in het overnemen van lokale groothandels/verdelers; momenteel zijn dat er 32. Sinds enkele jaren vormt men competentieclusters op gebieden als aandrijftechniek (motion control automation), lineairtechniek, tooling en safety ergonomics. ‘Ons specialismeconcept slaat aan; dat hoor ik in de markt en zie ik in onze resultaten. Ook veelzeggend: onze moeder, IPH-Groep (van Franse origine, ook sterk groeiend in vooral Duitsland en Italië, red.), wil in andere landen dezelfde kant op.’ Biesheuvel ontwikkelt zich van sec

distributeur van technische spullen naar ook adviseur en – nieuw – bouwer van maatwerkoplossingen. Noordenbos verwijst naar de recente overname van Ter Horst in Cuijk, dat pneumatische cilinders op klantspecificatie ‘pas’ maakt. ‘Festo, waarvoor wij de grootste verdeler zijn, juicht dat enorm toe – regelmatig laten ze dat lokaal klantspecifiek aanpassen door ons doen.’ Op het industriepark ten westen van Venlo laat Biesheuvel Techniek een nieuw distributiecentrum (dc) bouwen. Met 12.000 m2 logistieke ruimte, 1.500 m2 voor value added services en 1.400 m2 kantoorruimte. Het dc vervangt twee locaties in Venlo en wordt in augustus 2016 opgeleverd. Noordenbos: ‘Het nieuwe dc stelt ons in staat om van 35.000 artikelen op voorraad naar 80.000+ te gaan. Waarom? Eén: wij denken dat de kleinere, regionale dealers meer en meer moeite gaan krijgen om op het juiste moment het

Trioliet uit Oldenzaal is winnaar

geworden van de World Trade Center Twente Export Award 2015.

Ferro Techniek uit Gaanderen heeft

de FME Toelevering Innovatieprijs 2015 in de wacht gesleept.

Stertil Group uit Kootstertille heeft

de FME International Business Award 2015 ontvangen.

De Van Hoof Groep uit Asten is winnaar van de Brainport Industries College Award 2015. Bij AWL-Techniek in Harderwijk regent het prijzen, zoals de FD Gouden Gazelle regio Gelderland categorie Groot, de DHL Export Trophy en drie High Growth Awards.

juiste artikel klaar te hebben liggen. Twee: de grote A-merken willen dat wij hun Europese dc’s overnemen. En drie: we kunnen door centrale levering ons service level verder verhogen. Leveren we nu nog zestig tot zeventig procent lokaal, straks denken we tachtig procent centraal via ons nieuwe dc te gaan doen.’ Volgens de Biesheuvel-ceo speelt de groei van mobile buying – het (in)kopen met behulp van smartphones – daarin een rol. ‘In die ontwikkeling, in Amerika al heel normaal, kunnen de lokale verdelers

De Eindhovense start-up Ioniqa Technologies (lees de Link van oktober) is een van de drie winnaars van de Herman Wijffels Innovatieprijs 2015. Van Raam uit Varsseveld heeft de

Metaalunie Smart People Award 2015 gewonnen.

niet mee, onmogelijk. Daar ga je een shake-out zien. Wij anticiperen daarop door fors te investeren in e-commerce. De IPH-Groep heeft Europa-breed zeventig man op e-commerce zitten. Ik heb vijf van m’n beste mensen afgestaan om met die Europese databases aan de slag te gaan. Met plezier, want ik denk dat technische diensten, inkopers en bestellers straks een kwart tot een derde van ons assortiment met hun smartphone bestellen. Daar willen wij klaar voor zijn.’ www.biesheuveltechniek.nl

On time On budget To specification In co-creation From start to finish

Make complex easy

Our customers and business partners choose to do business

Masévon Group makes complex projects easy

activities, while we help them develop and optimize their

with us, because we enable them to focus on their core manufacturing processes and products. Masévon Group lives high technology and quality. Every day.

www.masevongroup.com

december 2015

77


/

GELEVERD GEINVESTEERD

Link Magazine bericht over de toegevoegde waarde van leveranties en investeringen in de industrie. Voor meer informatie: www.linkmagazine.nl

gemaakt van de op de DSHI-werf gelegen hal. Ook conversies en

CHEMIE

Chemtrix levert flowchemie-fabriek in India Chemtrix uit Sittard-Geleen gaat een industriële ‘flowchemie’-fabriek leveren aan een klant in India. Deze grootste order ooit voor Chemtrix bestaat uit elf Plantrix® industriële keramische flowreactoren met een productiecapaciteit van meerdere

tonnen per uur. Flowreactoren bewerkstelligen een efficiënt, nauwkeurig, veilig, milieuvriendelijk continu productieproces voor verschillende soorten chemicaliën. www.chemtrix.com

ELEKTRONICA

3T in groter, modern pand

CARE

Het Enschedese 3T, ontwikkelpartner voor klantspecifieke elektronica en embedded systems, is verhuisd. ‘In het oude pand was geen ruimte meer voor groei; vooral onze toelevering zat te krap’, aldus ceo Richard Mijnheer. De nieuwe

Drentse tillift internationaal in trek

BIG DATA

Financieringen van ontwikkelingsmaatschappij NOM en de Rabobank geven de Drentse start-up Active4Care de armslag om zijn innovatieve patiëntenlift te gaan vermarkten. De tillift met zelfrijdend onderstel minimaliseert de fysieke belasting voor zorgverleners en

biedt patiënten meer comfort. Storingen zijn op afstand uit te lezen. Vanuit West-Europa, Canada, Nieuw-Zeeland en Australië is er al interesse. www.active4care.com www.nom.nl

schadereparaties vinden er plaats. www.damen.com

behuizing is anderhalf keer groter en veel efficiënter ingedeeld dan de oude. In de labs van toelevering en engineering en het magazijn liggen esd-veiligheidsvloeren. 3T telt 45 medewerkers. www.3T.nl

Instituut NLeSC kan vijf jaar door Het Netherlands eScience Center, expertisecentrum voor big data in wetenschappelijk onderzoek, ontvangt uitgesmeerd over vijf jaar nog eens 27 miljoen euro steun van NWO en SURF. Het geld wordt

merendeels toegekend aan wetenschappelijke samenwerkingsprojecten. NLeSC startte de afgelopen vier jaar ruim vijftig big-data-projecten op uiteenlopende onderzoeksgebieden. www.esciencecenter.nl

SCHEEPSREPARATIE

AANDRIJFTECHNIEK

Damen neemt multifunctionele scheepshal over

NOM en ABN AMRO zetten FlexHydro op groeispoor

Damen Shiprepair Harlingen (DSHI) heeft de reparatie-, straalen schilderhal van Strametco Vastgoed overgenomen. Daarmee verzekert Damen zich van een overdekte

reparatiefaciliteit, waar de markt steeds meer naar vraagt. Partijen als de Koninklijke Marine, Rederij Doeksen en Wagenborg Passagiersdiensten hebben veelvuldig gebruik

FlexHydro in Winschoten, producent van hydraulische cilinders voor onder meer de petrochemie, machinebouw en offshore, heeft een nieuwe eigenaar, Romke Groene-

veld. Een achtergestelde lening uit het ‘Aanjaagfonds’ van ontwikkelingsmaatschappij NOM en financiering door ABN AMRO maakten de overname mede mogelijk.

meedenkend IBN Productie brengt volledige ontzorging van complexe assemblage- en productieprocessen in de praktijk voor veelzijdige en veeleisende opdrachtgevers. Innovatief en slagvaardig. Zakelijk én altijd met oog voor de mens in het proces. A a n p a k , c a s e s , b e w i j s : w w w. i b n p ro d u c t i e . n l

78

december 2015


Voorwaarde was dat er nieuwbouw komt, zodat FlexHydro kan aanhaken bij de groeiende vraag naar

grotere cilinders. www.flexhydro.nl www.nom.nl

DĂźsseldorf, 23 t/m 27 februari

ELEKTRONICA

POWER YOUR BUSINESS

EPR naar Novio Tech Campus Pcb-assemblagebedrijf EPR Technopower laat een nieuw bedrijfspand bouwen op de Novio Tech Campus in Nijmegen. Het drie verdiepingen tellende pand, oplevering eind 2016, sluit aan bij de groeiambities. EPR

(zestig medewerkers) ontwerpt, produceert, test en repareert elektronische systemen. Een van de klanten is NXP. Investeringsmaatschappij Chezz Partners is de eigenaar. www.epr-technopower.nl

SCHEEPSBOUW

Multraship bestelt sleepboten bij Damen Het Hamburgse Van der Velden Barkemeyer, een Duitse dochter van Damen Shipyards, gaat twee stateof-the-art ‘Carrousel Rave’-sleepboten (CRT) bouwen voor de Terneuzense sleep- en bergingsspecialist Multraship. Deze CRT’s bieden sleepboot-operators meer kracht, vrijheid en duurzaamheid

met tegelijk minder risico op kapseizen onder sleeplasten. Theodor Buschmann in Hamburg (D) bouwt de scheepswanden, Damen Maaskant Shipyards in Stellendam verzorgt de in- en opbouw. Oplevering: eerste kwartaal 2017. www.damen.com www.multraship.com

komen naar METAV 2016 in DĂźsseldorf. Staalharde & !" " +! ' & $%& , ! ! #$ % ! ) $ ! % !%#

ZPMC kiest voor Epicor en Macroscoop

chines. & ) $ ! "# * ! %& ! ! ') " $% ("$ & $ ! '% '# & (" '

implementatieproces. Met Epicor ERP 10 kan ZPMC Europa-breed beter geĂŻnformeerde beslissingen nemen en de bedrijfsprocessen stroomlijnen, om de groei te versnellen. www.macroscoop.nl www.zpmc-netherlands.com

ItÂ’s your show! ME

TA LW O R K I N G

QUALITY AREA

METAALBEWERKING

Zuidberg investeert in SafanDarley Tandem en smart connectivity Zuidberg Staalservice in Ens, producent van fronthefsystemen voor landbouwmachines en toeleverancier van plaatwerk en halffabrikaten, heeft een klantspecifieke H-Brake 800-tons ‘tandem’ afkantpers afgenomen van SafanDarley uit Lochem. Daarmee speelt Zuidberg in op de groeiende vraag naar

& # $ & %"'! ( ! $ !

&"& %'# $%& $$ ! #$ % !& $& % " ! &"#

STAALBOUW

De in Rotterdam gevestigde Europese poot van het Chinese ZPMC (Zhenhua Port Machinery Company), fabrikant van zware staalconstructies en haveninstallaties, heeft een ERP-oplossing van het Amerikaanse Epicor in gebruik genomen. Epicor-partner Macroscoop uit Nootdorp begeleidde het keuze- en

METALHEADS

grotere en zwaardere producten, en vergroot capaciteit, flexibiliteit en snelheid. Ook investeerde Zuidberg in ‘smart connectivity’-software (SafanDarley Autopol), die alle negen afkantpersen in de fabriek aanstuurt. www.zuidberg.nl www.safandarley.com

SCHEEPSBOUW

MEDICAL AREA

MOULDING AREA ADDITIVE MANUFACTURING AREA

!& $! & "! '$% (""$ & ) $ ! %& !" " +!

Holland Shipyards bouwt sleepboot voor Iskes Holland Shipyards uit HardinxveldGiessendam heeft een contract getekend met Iskes Towage & Salvage uit IJmuiden voor de bouw van een nieuwe sleepboot. Deze Telstar wordt volledig in Nederland gebouwd naar het concept van de

Eddy Tug. Koedood levert de hybride Mitsubishi-motoren, Veth Propulsion de aandrijvingen. De waarde van het contract bedraagt ongeveer zes miljoen euro. www.holland-shipyards.com www.iskestugs.nl

VERANSTALTER: VDW – Verein Deutscher $ * ' % ! ! $ ! Tel: +49 69 756081-0 Fax: +49 69 756081-74

VERTEGENWOORDIGING IN HET BUITENLAND: $) % ( Tel: +31 70 350-1100 Fax: +31 70 358-4061

metav@vdw.de

info@fairwise.nl

))) & ( Een beurs van

Ideeller Träger Conceptuele partner supporting organisation

december 2015

79



KORT VAN MAAKINDUSTRIE NAAR PEOPLE BUSINESS Ruim twintig jaar werkte Martien Merks bij Siemens. Hij was verkoper, countrymanager en laatstelijk senior vice president Strategy Global Sales and Services bij Siemens PLM Software. In die strategierol gaf hij richting aan de eigen ontwikkelorganisatie. ‘Voorheen werden we zeer geleid door de roadmaps en future plans van grote klanten, er was geen ruimte meer om zelf echt innovatief te zijn. Mijn opdracht was ontwikkeling af te stemmen op de (latente) marktbehoeftes en klanten daarin mee te nemen. Ten tweede moest ik de BRIC-landen beter betrekken bij onze productontwikkelroadmap; die landen kennen een andere cultuur en werkwijze, wij waren sterk westers georiënteerd. Die nieuwe strategie wordt nu uitgerold, maar ik ben niet geschikt voor uitrol. Toen kwam Unit4 langs.’ Dit najaar werd Merks managing director Benelux bij de bedrijfssoftwareleverancier met 700 medewerkers in Nederland en hoofdkantoor in Utrecht. ‘Zij waren in 2013 door

het Amerikaanse Advent overgenomen. Als doel kregen ze mee snel te groeien, onder meer door een aantal producten die in Noordwest-Europa goed draaiden elders uit te rollen. Bij Siemens had ik brede ervaring opgedaan, grote salesteams geleid, dicht bij productmanagement en marketing gezeten en nogal wat van de wereld gezien. Dat sprak hen aan.’ Unit4 is groot geworden met ERPsoftware voor bedrijven in de peoplerelated business, zoals accountants en andere servicebedrijven, denk aan ingenieurs- en adviesbureaus. ‘Wij willen een wereldspeler worden met globale producten, meedoen met de grote ERP-spelers in de people business, zoals Infor, Oracle en SAP, en tegelijk een sterke footprint in lokale markten behouden.’ Inmiddels kijkt Merks, die jarenlang lid was van de raad van advies van Link Magazine, met plezier terug op z’n tijd bij Siemens. Een groot verschil met de people business waarvoor hij nu werkt, ziet hij in de closeness met klanten. ‘In de maak-

industrie zit je met je software meer in het hart van ’t bedrijf. Al hebben mijn huidige klanten ook behoefte aan informatie over de ontwikkelingen op softwaregebied.’ Toch is de

maakindustrie bijzonder, wil Merks de lezers van Link meegeven: ‘Als bedrijven in andere sectoren net zo close met elkaar zouden omgaan als daar gebeurt, dan zou de wereld er beter uitzien.’ www.unit4.com

WERKNEMER OP AFSTAND VOOR MKB Een getalenteerde collega in het buitenland inschakelen zonder daar kantoor te hoeven houden, dat kan de Nederlandse start-up WorldEmp het mkb bieden. Via de service van Het Nieuwe Werken Plus is internationaal hoogopgeleid talent tegen competitieve tarieven aan het personeelsbestand toe te voegen. WorldEmp heeft hiertoe een eerste internationaal kantoor geopend, in het Indiase Pune. Het concept wijkt af van het huidige outsourcing-model, dat een uitgebreide projectomschrijving vergt en daarna veel tijd voor controle en correctie van het geleverde werk, met de nodige miscommunicatie en vertraging. Bij Het Nieuwe Werken Plus is sprake van continu

audiovisueel contact en desktop sharing met de medewerker op afstand. Directeur Frank Korf van WorldEmp: ‘Die maakt echt onderdeel uit van het team met Nederlandse collega’s. De werkgever is voortdurend op de hoogte van de voortgang en kwaliteit, en kan waar nodig op tijd bijsturen.’ In eerste instantie mikt WorldEmp op ict, engineering en financiële dienstverlening. Voordelen volgens Korf: toegang tot talent dat in Nederland schaars is, behoud van knowhow door minder outsourcen en behoud van bedrijven die anders ons land zouden verlaten omdat zij hier geen personeel kunnen vinden. www.worldemp.com

Samen kunnen we iedere markt versterken met een compleet programma in aandrijving en besturing.

Parker Hannifin is wereldwijd marktleider in de ontwikkeling, productie en verkoop van technologieën, systemen en componenten op het gebied van aandrijving, besturing en procesbeheersing. Parker levert producten in negen technologieën: hydrauliek, pneumatiek, slangen&koppelingen, afdichtingen, procesbeheersing, filtratie, klimaatbeheersing, electromechanica en luchtvaart. Naast producten levert Parker ook complete systemen, aggregaten en power-units.

follow us : www.parker.nl

december 2015

81



SAMENONDERNEMEN Link Magazine signaleert fusies, allianties en overnames in de industrie. Voor meer informatie: www.linkmagazine.nl

ALLIANTIES ADDITIVE MANUFACTURING

Demcon’s eerste multi-metaalprinter naar Brits instituut High-end technologieleverancier Demcon heeft een multi-metaalprinter ontwikkeld voor additive manufacturing. De 3D-printer combineert de Océ metaljet-technologie voor het jetten van druppels vloeibaar metaal met Demcon’s mechatronica-expertise. De eerste versie,

met vier printkoppen, is geleverd aan Britse onderzoekers in Nottingham, die er applicatie-onderzoek mee gaan uitvoeren. Zij partneren ook met Océ/Demcon in verder onderzoek naar toepassingen voor de metaljet-technologie. www.demcon.nl, global.oce.com

AEROSPACE

Gelders Smart Space Cluster gevormd Gelderse aerospacebedrijven en kennisinstituten gaan binnen het Smart Space Cluster innovatieve businesscases ontwikkelen, voor ruimtevaartproducten die ook in de gezondheidszorg, voedings- en maakindustrie toepasbaar zijn. Dit

moet werkgelegenheid in Gelderland opleveren. De deelnemers zijn SRON, Q-Concepts, PMP, Prange, Veldlaser, Sumipro, Inspiro, Mecon, NOVA, Radboud Universiteit en Universiteit Twente. www.sron.nl

INSTRUMENTATIE

Innovatiepool geeft instrumentensector vaart Zuid-Hollandse mkb-bedrijven en kennisinstellingen actief in de instrumentatiebranche hebben zich verenigd in Innovatiepool, een platform dat de randvoorwaarden (kennis, netwerk, standaards voor samenwerking, ip-gebruik en risicodragend participeren) biedt om

productideeën versneld door te ontwikkelen tot marktklare producten. Initiators zijn Applikon Biotechnology, TNO, tbp electronics, VSL, TU Delft, Sendot Research, DeRoovers, Delft Research Group, KplusV, Holland Instrumentation en de gemeente Delft.

OPLEIDINGEN

ROVC sluit partnerships voor specialistische trainingen Opleidingsinstituut ROVC in Ede breidt zijn opleidingsaanbod uit met specialistische praktijkgerichte (product)trainingen van partners als Pilz Nederland (robot safety training), SKF en ARBO Opleidingscentrum. Een van de criteria is

dat de trainingen moeten aansluiten bij het reguliere cursusaanbod. ‘Bedrijven kunnen straks met vrijwel al hun opleidingsvragen bij ons terecht’, zegt ROVC’s algemeen directeur John Huizing. www.rovc.nl/trainingen

ZORGINNOVATIE

Eerste landelijke samenwerking voor zorginnovatie Acht regionale innovatienetwerken hebben de Stichting ZorgInnovatie Nederland opgericht. Die helpt organisaties een weloverwogen, goed gefundeerde selectie te maken uit het woud van innovaties in onder meer domotica, virtual reali-

ty-oplossingen en zorgconcepten. Amsterdam Economic Board, Economic Board Utrecht, EIZT, Health Valley, HANNN, Medical Delta, OMFL en VitaValley zijn de partners. www.zorginnovatie.nl

HIGHTECH SYSTEMS

NTS biedt klanten in China nu totaalpakket NTS-Group gaat in China samenwerken met S.C.T. Industries. Westerse hightech bedrijven met vesti-

gingen daar willen hun machines aan lokale standaarden aanpassen. NTS Mechatronics Shanghai is spe-

cialist in het assembleren en testen van mechatronische modules voor ‘westerse’ hightech klanten, S.C.T. Industries heeft veel engineeringservaring en een fabriek voor proto-

typebouw in Shanghai. NTS kan zo zijn engineeringscapaciteit wereldwijd optimaliseren en klanten met vestigingen in Azië het totale servicepakket bieden. www.nts-group.nl

FOTONICA

Photon Delta: vorming van ecosysteem TU/e, BOM, Brainport Development, High Tech Campus Eindhoven, Smart Photonics en anderen hebben hun strategische alliantie voor de ontwikkeling van (toepassingen voor) fotonische chips omgevormd tot de organisatie Photon Delta. De regio Eindhoven

kent veel fotonicakennis en -faciliteiten voor r&d, ontwikkeling en productie. De onderzoekseffort vertaalt zich nu in business en bedrijven. Photon Delta gaat toepassingen in onder meer telecom, hightech systemen, medische wereld en agrifood aanjagen.

AANDRIJFTECHNIEK

Vlisco en MCA verstevigen samenwerking Vlisco en MCA (Varsseveld), onderdeel van Biesheuvel Techniek, hebben een intentieverklaring tot langdurige samenwerking getekend. Dat verzekert de Helmondse bedrukker van kledingstoffen voor met name de (West-)Afrikaanse markt ervan dat er te allen tijde

reserveonderdelen beschikbaar zijn voor zijn machinepark (onder meer tachtig bedrukkingsmachines). Vlisco en MCA, de Nederlandse distributiepartner van aandrijfspecialist Yaskawa, werken al tien jaar samen. www.vlisco.com, www.biesheuveltechniek.nl

OVERNAMES MRO

Biesheuvel lijft Vermaat Middelburg in Biesheuvel Techniek heeft Vermaat Technisch Handelsbureau in Middelburg overgenomen. Daardoor kan de mro-multispecialist voortaan ook industriële klanten in Zeeland regionaal bedienen. Als onderdeel van de Biesheuvel Groep

(met inmiddels 32 vestigingen door heel Nederland) gaat Vermaat klanten een uitgebreider programma aan producten, up-time services en specialismen bieden. www.biesheuveltechniek.nl

METAALBEWERKING

De Roo over naar Roosen Industries Metaalbewerker Roosen Industries (Eersel) heeft De Roo Metaalindustrie (Geldrop) overgenomen. Dat versterkt Roosen in lasersnijden en computergestuurd ponsnibbelen en geeft een boost aan de trend om al in de ontwikkelfase met klanten mee te denken. De Roo wordt

onderdeel van de plaat- en lasergroep Roosen Industries Arendonk (B). Roosen (200 medewerkers) legt zich toe op precisie cnc-plaatbewerking, industriële handling, mechatronica en paardenstallenbouw. www.roosenindustries.com

SLACHTLIJNEN

Marel neemt MPS over MPS meat processing systems uit Lichtenvoorde krijgt een nieuwe eigenaar: Marel, de IJslandse wereldspeler in slachtsystemen voor de pluimvee-, vlees- en vissector. MPS (670 medewerkers, omzet bijna 150 miljoen euro dit jaar,

vestiging in China) is een van de grootste bouwers en leveranciers van geavanceerde slacht- en uitbeenlijnen ter wereld – met name in de varkenssector, waarin Marel nog relatief klein in. www.marel.com, www.mps-group.nl

december 2015

83


KORT LAAG NIVEAU R&D, LAAG INNOVATIENIVEAU IN TOEKOMST De sinds 2009 dalende investeringen in r&d kunnen het innovatie- en concurrentievermogen van ons bedrijfsleven aantasten, stelt de Rotterdamse hoogleraar Henk Volberda in de Erasmus Concurrentie en Innovatie Monitor van medio november. Er gaat immers minstens vijf tot tien jaar overheen voordat een investering in een nieuwe technologie leidt tot een commercieel succesvol product of dienst. ‘Het lage niveau van investeringen voorspelt een laag innovatieniveau in de toekomst’, stelt Volberda in het rapport van zijn innovatie-onderzoeksinstituut Inscope. Zover is het nog niet, want het innovatievermogen van Nederlandse bedrijven blijkt te zijn gestegen. Er werden meer totaal nieuwe producten en diensten (radicale innovatie) gelanceerd en meer verbeterde producten en diensten (incrementele innovatie). Een andere conclusie: bedrijven die redelijk investeren in technologische innova-

84

december 2015

tie – bijvoorbeeld in Internet of Things, big data, 3D-printing en robotisering – én zeer actief zijn met sociale innovatie – visionair leiderschap, nieuwe businessmodellen, samenwerken met klanten, leveranciers en kennisinstellingen – realiseren tot gemiddeld 45 procent meer disruptieve innovaties. ‘De topsectoren zouden hier lessen uit moeten leren en zich niet eenzijdig moeten richten op technologische vernieuwing.’ Disruptieve innovatie komt het meest voor in de hightech, vooral bij start-ups en minder naarmate organisaties ouder worden. ‘Steeds meer grote ondernemingen beseffen dat zij niet kunnen blijven volstaan met het opschalen van hun bestaande businessmodel. Shell introduceerde een grootschalig Game Changerprogramma, DSM een Innovation Centre dat jaarlijks twintig procent van de omzet uit eco-innovaties moet halen en Philips een Accelerator-programma voor doorbaakinno-

vaties in healthtech. Tegelijk zien we dat buitenlandse investeringsfondsen Nederland hebben gevonden en meer dan 500 miljoen investeerden in Nederlandse start-ups.’ Tot slot stelt Volberda dat meer aandacht voor medewerkers barrières voor

radicale innovatie kan wegnemen. ‘Zij staan veel dichter bij de klant of leverancier en hebben daarom vaak goede ideeën die onvoldoende worden benut.’ www.inscope.nl

KORT Assembléon neemt de naam aan van zijn nieuwe eigenaar: K&S, afkorting van Kulicke & Soffa. Dit omdat de Singaporese bouwer van assemblageapparatuur voor halfgeleiders en led’s een uniforme marktbenadering nastreeft. De Assembléon-machines vallen onder de productlijnen Advanced SMT en Advanced Packaging Mass Reflow (APMR). Jeroen de Groot, voorheen ceo van Assembléon, heet nu vice president APMR. Het bedrijf is verhuisd naar een groter pand in Eindhoven-Acht. www.kns.com

KORT De Dokkumer Vlaggen Centrale (DVC) wordt leverancier en reseller van de producten van de Haagse start-up Signus Inflatables. Vanwege zijn expertise en ervaring in full-colour printen is DVC geknipt om het opblaasbaar design-paviljoen Signus One (en andere producten die de start-up in de pijplijn heeft) te customizen. Signus One wordt inmiddels in tien landen verkocht. DVC verzorgde eerder dit jaar de hele aankleding van het Sail-evenemententerrein en de Amsterdam Marathon. www.dvc.nl


KORT MEILINK GROEP WORDT MEILINK De Meilink Groep presenteert zich sinds kort onder één merknaam – Meilink – naar de markt, met een nieuwe pay-off: ‘Securing value’. ‘We hebben de laatste decennia onze groep door acquisities uitgebreid. Al die activiteiten brengen we nu samen onder één naam. Dat geeft ons in de communicatie meer ruimte om te focussen op onze toegevoegde waarde voor de klant’, aldus algemeen directeur Peter Rikken. Die zit in het zorgen voor veilig vervoer van de producten van de exporterende Nederlandse industrie. ‘Wij zijn een totaaloplosser, een aanbieder van zeven ‘Chain Solutions’. Oplossingen die samen de gehele keten omspannen, van verpakkingsontwerp tot en met goederenaflevering. Neem een klant als Boon Edam. Hun draaideuren zijn vaak moeilijk hanteerbare constructies die je niet zomaar kunt verplaatsen. Wij ontwikkelen en produceren daarvoor klantspecifieke verpakkings- en vervoersoplossin-

gen, verpakken het en zorgen dat het product goed beschermd en op tijd op de plaats van bestemming komt. En wij vervullen in dit geval ook een warehouse-functie: het glas voor de deuren wordt bij ons afgeleverd en just in time bij Boon bezorgd. We zitten in Edam niet voor niets aan de overkant van de weg.’ Meilink heeft ook klanten als ASML en diverse VDL-bedrijven. Sterker nog, het bedrijf heeft in zijn niche een groot marktaandeel binnen die exporterende industrie, stelt Rikken: ‘Daardoor zijn wij in feite de barometer van de Nederlandse industrie. En die stijgt!’ De Meilink Groep, met hoofdkantoor in Borculo, telt vijf bedrijven: Meilink Industriële Verpakkingen, Meilink Kartonnage, Schijndel Industriële Verpakkingen, Varekamp Exportpacking & Logistics en Meilink Packaging Supplies. www.meilink.eu

KORT Netwerkorganisatie High Tech NL heeft samen met Kennispark Twente en ontwikkelingsmaatschappij Oost NV een ‘steunpunt Twente’ opgezet. Kennispark Twente is als centrum voor innovatie in de regio de logische plek om de samenwerking verder vorm te geven. Pieter Dillingh, directeur industriële innovatie en ketensamenwerking van Kennispark, vertegenwoordigt daar High Tech NL. www.hightechnl.nl KORT Segula, ontwikkelaar van engineeringsoplossingen voor hightech bedrijven, vestigt zich in Twente. Guido Schoofs is als business development manager Oost-Nederland aangetrokken. Hij verkent de markt(kansen) en brengt de bijpassende organisatie op het High Tech Systems Park in Hengelo

in kaart. Segula opende medio 2010 op de High Tech Campus Eindhoven zijn eerste Nederlandse vestiging. Daar werken nu ruim zestig mensen. Het Franse bureau heeft vestigingen in vijftien landen. www.segula.nl KORT Het Groenlose technologiebedrijf Nedap heeft binnen de marktgroep Identification Systems een nieuwe entiteit opgezet: Nedap Mobility Systems. Die overkoepelt Nedap’s activiteiten gerelateerd aan het optimaliseren van verkeersstromen in stedelijke omgevingen. Nedap Mobility Systems heeft onder meer een systeem voor draadloze voertuigdetectie en een toegangscontrolesysteem voor steden in het portfolio. nedap.com

Yves Decadt is Olaf Weiner op-

PERSONALIA

gevolgd als ceo van Philips spin-off Medimetrics. Henri Nugteren heeft de dagelijkse

leiding van Ridder Data Systems overgedragen aan Gino Keijzer. Hij blijft vanuit de holdingdirectie nauw betrokken. Paul Steenbergen heeft Neopost

Uw partner op gebied van AANDRIJFTECHNIEK

BESTURINGSTECHNIEK

VERBINDINGSTECHNIEK

Na ruim 31 jaar bij VDL Groep gaat Rini Vermeulen, lid van de hoofddirectie, per 1 januari 2016 met pensioen. Hij blijft als adviseur aan VDL Groep verbonden.

verruild voor de functie van managing director bij Wavin Technology & Innovation. Anton de Hoogh, afkomstig van

Vink Kunststoffen, is hoofd verkoop van Jeveka geworden.

Govers Accountants/Adviseurs

Veiligheidskoppelingen Askoppelingen Elektro magnetische koppelingen Veiligheids remmen Hefschroef spindels Actuatoren Cardanassen Kogel- en kruiskoppelingen Lineaire servomotoren Servomotoren Positioneersystemen Nanometer aandrijvingen Besturingen Tandwielkasten Zelftappende draadbusssen Schroefdraadborging Lijmen Afdichtingspasta s Gietharsen Stiften

www.groneman.nl 074 - 255 11 55

Onze klanten behoren tot de top in hun sector, of wij ondersteunen hun ontwikkeling daar naar toe. Dat doen we door een hoge kennis van de waardeketens, door focus op performanceverbetering, en door actieve oriëntatie op de ontwikkeling van nieuwe businessmodellen met aantrekkelijke verdienmodellen. Beemdstraat 25

T 040 2 504 504

5653 MA Eindhoven

F 040 2 504 599

Postbus 657

E mencke@govers.nl

5600 AR Eindhoven

I www.govers.nl

december 2015

85


RED Engineers Challenge maakt kinderen enthousiast voor techniek LEGO Education Innovation Studio

RED Engineers Challenge 2015 Op zaterdag 21 november vond bij Saxion in Enschede de finale plaats van de RED Engineers Challenge 2015. De RED Engineers Challenge is een initiatief van Twente Branding en heeft als doel om kinderen op een uitdagende manier kennis te laten maken met de wondere wereld van techniek. Door nauwe samenwerking met Saxion (Programma Bètatechniek), de Universiteit Twente (Twente Academy Young) en sponsoring door o.a. Boeing en LEGO Education, is er ook dit jaar weer een spannend nieuw techniekproject voor basisschoolleerlingen ontwikkeld, waar de leerlingen hun creativiteit volledig in kwijt kunnen. Middels het thema ‘solar’ wordt een koppeling gelegd met het Solar Team Twente dat in oktober meedeed aan ‘The World Solar Challenge’ in Australië en met het ‘Internationaal Jaar van het Licht’.

Twente zoekt jou! 1000+ vacatures HBO en WO Op zoek naar een baan, stage- of afstudeer opdracht? Twente.com biedt ook een vacaturebank voor hoogopgeleiden met meer dan 1000 vacatures!

Na de succesvolle RED Engineers Challenge van de afgelopen 2 jaar waarbij het bouwen met LEGO centraal stond, is Twente sinds september een echte LEGO Education Innovation Studio rijker. De studio, die deel is van de nieuwe Stadscampus van Saxion, laat kinderen al op zeer jonge leeftijd kennis maken met technologie. Scholen kunnen de studio inzetten om technologie te integreren in het bestaande curriculum om zo invulling te kunnen geven aan de afspraken in het Nationaal Techniekpact 2020 en leerlingen begeleiden in het maken van een profielkeuze. De combinatie met en aanwezigheid van zowel Pabo als de technische labs maakt het mogelijk een onderscheidende onderwijsomgeving te creëren. In samenwerking met Pabo docenten worden bijvoorbeeld speciale workshops ontwikkeld op basis van LEGO Education. Daarnaast kunnen de Pabostudenten de begeleiding verzorgen van kinderen en zelf ook de ontwikkelingen op technisch gebied ervaren. Dit helpt hen bij het geven van het vak Wetenschap en Techniek, dat in 2020 als verplicht vak wordt ingevoerd.

Boeing als sponsor Een van de sponsoren van de Red Engineers Challenge is het Amerikaanse lucht- en ruimtevaartbedrijf Boeing. Waarom dit wereldconcern sponsor van dit regionale evenement is heeft te maken met de groeiende behoefte van Boeing aan technici. Zij zijn van mening dat je aan de basis moet beginnen om die doelstelling te verwezenlijken, namelijk door de jeugd te enthousiasmeren voor techniek. Natuurlijk kan één event hier niet voor zorgen. Wel kan het, samen met de inzet van de onderwijsinstellingen, bedrijfsleven en overheid, op de lange termijn bijdragen aan de kijk van jongeren op techniek, de maatschappelijke betekenis daarvan en een breder perspectief op mogelijke vervolgstudies. Dat is hard nodig gezien de groeiende vraag naar goed geschoolde technici in de toekomst.

twente.com/vacatures

Meer weten over ondernemend hightech Twente?

twente.com


AGENDA 19 JANUARI 2016 3D PRINTING ELECTRONICS CONFERENCE EINDHOVEN Conferentie op het snijvlak van wetenschap, technologie en business in elektronica voor 3D-printing. Zie: www.3dprintingelectronicsconference.com

26-27 JANUARI 2016 3D MEDICAL EXPO (BEURS EN CONFERENTIES) - MAASTRICHT Platform voor innovatieve partijen in scanning/beeldvorming, 3D-printing en (bio)materialen in de medische sector. Met 3D Printing Conferences voor Bio, Dental Printing, MedTech en Medicine. Zie: www.3dmedicalexpo.com

26-29 JANUARI 2016 NORTEC 2016 (VAKBEURS) - HAMBURG (D) Vakbeurs voor de maakindustrie in Duitsland en Noord-Europa. Zie: www.nortec-hamburg.de

28 JANUARI 2016 HAN LEAN EVENT - ARNHEM Achtste editie, over de uitdaging om planning en uitvoering zodanig te integreren dat dit één natuurlijk proces wordt. Met gastsprekers en presentatie van de resultaten van verbeterprojecten

door studenten uit de minor World Class Performance / Lean Management. Zie: www.han.nl

10 FEBRUARI 2016 EIP WATER CONFERENCE - LEEUWARDEN Derde European Innovation Partnership (EIP) conferentie over waterinnovatie en de rol die Leeuwarden in het Europese innovatielandschap inneemt als ‘Capital of Water Technology’. Zie: www.eip-water.eu

23-25 FEBRUARI 2016 EUROCIS (VAKBEURS) - DÜSSELDORF (D) Europese vakbeurs voor retailtechnologie met deze keer als thema ‘Succes in online-handel’. Zie: www.eurocis.com

1-3 MAART 2016 RAPIDPRO 2016 (EXPOSITIE EN CONFERENTIE) - VELDHOVEN Zesde editie van event met ruim honderd exposanten en internationale sprekers over het snel ontwikkelen van producten, prototyping en (low-volume) productie. Zie: www.rapidpro.nl

15-18 MAART 2016

25-29 APRIL 2016

ESEF 2016 (VAKBEURS) - UTRECHT Vakbeurs op het gebied van toeleveren, uitbesteden, productontwikkeling en engineering. Gelijktijdig met TechniShow. Zie: www.esef.nl

HANNOVER MESSE (VAKBEURZEN) HANNOVER (D) ’s Werelds grootste industriële beursevenement, met vijf vakbeurzen: Industrial Supply, Industrial Automation, Digital Factory, Energy en Research & Technology. Meer informatie: www.hannovermesse.de

15-18 MAART 2016 TECHNI-SHOW 2016 (VAKBEURS) - UTRECHT Vakbeurs voor industriële productietechnieken, verwerking en bewerking van metalen, kunststoffen, toebehoren en hulpmiddelen. Gelijktijdig met ESEF. Zie: www.technishow.nl

24 MAART 2016 HIGH-TECH SYSTEMS 2016 (CONFERENTIE) EINDHOVEN Vierde editie van conferentie over highend systeemontwikkeling en enabling technologies; met als thema’s Smart Industry, 3D & additive manufacturing, Agro & food en Robotics. Zie: www.hightechsystems.eu

7-8 JUNI 2016 IOT EVENT (CONFERENTIE EN EXPOSITIE) EINDHOVEN Vijfde editie van event over de laatste ontwikkelingen op het gebied van het Internet of Things (IoT) en big data. Zie: iotevent.eu

4-6 OKTOBER 2016 SURFACE (VAKBEURS) - ’S-HERTOGENBOSCH Vierde editie van grootste vakbeurs voor oppervlaktetechniek in de Benelux. Gelijktijdig met vakbeurs Energie. Zie: www.surfacevakbeurs.nl

12 APRIL 2016

4-5 OKTOBER 2016

3D FOODPRINTING CONFERENCE - VENLO Tweede editie van netwerk-event voor design- en engineeringprofessionals in de 3D-printing- en foodindustrie. Zie: 3dfoodprintingconference.com

DSPE CONFERENCE ON PRECISION MECHATRONICS 2016 - SINT-MICHIELSGESTEL Derde editie van dit event van de Dutch Society for Precision Engineering. Zie: www.dspe-conference.nl

HANNOVER MESSE. Bent u klaar voor de 4de industriële revolutie? 25 t/m 29 april 2016 Hannover ▪ Duitsland hannovermesse.com

riek de fab Bekijk oekomst t van de dek de t e n o n ends. e tr t s t laa

Get new technology first

Hannover Consultancy B.V. · Tel. +31 184 69 30 50 · info@hf-netherlands.com · Twitter:@HCnederland

december 2015

87


Maakbedrijven renderen met Isah Business So ware Isah Business Software vormt de spil van alle bedrijfsprocessen en biedt volledig inzicht en overzicht. De so ware is toegespitst op de maakindustrie en wordt wereldwijd in vele branches toegepast. Wij investeren continu in Research & Development om vandaag, maar ook over 10 jaar te voldoen aan de wensen en eisen van het maakbedrijf. Daarbij hebben we een duidelijk

Kennismaken? Kijk op isah.nl of bel 088 4724 000

doel voor ogen: het maakbedrijf beter laten renderen. Dat is de inzet van onze mensen, organisatie en business so ware.

DE NUMMER

SOFTWARE VOOR DE MAAKINDUSTRIE.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.