Link 2017 02

Page 1

D E VE R B I N D I N G TU SS E N TEC H N O LO G I E, MAR KT E N M E N S

Magazine Magazine

april 2017 | nummer 2 | jaargang 19

RONDETAFEL OVER SERVITIZATION ‘DE KLANT IS KONING, MAAR WIJ ZIJN NOG STEEDS KEIZER’ METES PROFITEERT VAN LAGE LONEN BUITEN EU NIET SMART INDUSTRY, MAAR SERVIË

THEMA CIRCULAIRE KETENS: SAMENWERKEN AAN EEUWIGE WAARDE

RON VAN DEN OETELAAR BOSCH REXROTH

EEN ONVOORSTELBARE KLUS GEKLAARD


8 ZLOW PD[LPDOH ė H[LELOLWHLW 8 ]RHNW LQWHOOLJHQWH HQ LQWXþWLHYH RSORVVLQJHQ :LM ]RUJHQ YRRU GH UHYROXWLH LQ GH 3QHXPDWLHN

Het aftellen is begonnen… Beleef zelf de revolutie die onze wereldprimeur – Festo Motion Terminal – veroorzaakt. Registreer u alvast als bezoeker aan onze stand op de Hannover Messe. Bovendien ontvangt u dan van ons een exclusieve preview! www.festo.com/motion-terminal

24 –28 april 2017 Hal 15, Stand D11


Magazine

2/17

D E VE R B I N D I N G TU SS E N TEC H N O LO G I E, MAR KT E N M E N S

16

THEMA

30

28

CIRCULAIRE KETENS: SAMENWERKEN AAN EEUWIGE WAARDE Elke producent zal moeten accepteren dat zijn producten op enig moment veel van hun waarde verloren hebben. Maar waardeloos – of zelfs een kostenpost – dat mogen ze nooit worden. En dat is ook niet nodig. Mits de producent wat hij maakt ‘ontmaakbaar’ ontwerpt. Hoe lastig is dat? Of zit het probleem vooral bij de andere schakels, met hun ‘lineaire’ verdienmodellen? Dit thema laat zien waar in de circulaire keten welke knelpunten zitten. En waar de (deel)oplossingen liggen.

32

INNOVATIE RON VAN DEN OETELAAR (BOSCH REXROTH)

STRATEGIE METES PROFITEERT VAN LAGE LONEN BUITEN EU

OP ONTDEKKINGSREIS VOOR DE PIONEERING SPIRIT

NIET SMART INDUSTRY, MAAR SERVIË

Pratend over de Pioneering Spirit dringt de vergelijking met ontdekkingsreizen zich als vanzelf op. Het ontwerpen en bouwen ervan door Allseas betekende iets doen wat nooit eerder gedaan was. Waarvan niet vaststond dat het daadwerkelijk mogelijk was. Pionieren dus, voor Allseas én toeleveranciers als Bosch Rexroth. Dankzij innovatie en engineering-slimheid gecombineerd met lef en ondernemerschap vaart het megaschip nu over de wereldzeeën.

Het is niet smart industry, maar Servië waarmee plaatwerkbedrijf Metes de (prijs)concurrentie weet te overleven en klanten kan helpen bij reshoring. ‘Voor éénstuksproductie krijg ik hier in België de operators niet gevonden.’ In Servië lukt dat wel en zijn de lage loonkosten een groot voordeel bij kleine series. ‘Daar komt al twintig procent van onze business uit enkelstuks.’ Zo concentreert de productie zich op de Balkan en evolueert de Belgische vestiging tot front-office.

47 OVER HIGHTECH STARTERS EN HUN INNOVATIES, FINANCIERINGSPROBLEMEN EN ANDERE UITDAGINGEN

STRATEGIE RONDETAFEL OVER SERVITIZATION

‘DE KLANT IS KONING, MAAR WIJ ZIJN NOG STEEDS KEIZER’ De grootste uitdaging van smart industry is nieuwe waardeproposities en businessmodellen ontwikkelen om klanten niet slechts producten maar complete oplossingen te bieden, vaak in de vorm van dienstverlening. Servitization staat in de hightech industrie nog in de kinderschoenen. De TU/e doet onderzoek naar nieuwe waardeproposities rond servitization en organiseerde er samen met Link begin februari een rondetafeldiscussie over.

PROCESVERBETERING

60

66

Surtechno wendt dreigend onheil tijdig af Belgische matrijzenspecialist sterk in automotive mede dankzij cards PLM Solutions ‘Fikse bijdrage aan effectiviteit en werkvreugde’ VPT Versteeg verkort dankzij Shop Floor Control doorlooptijd

69

Van complex configureren naar simpel samenstellen EPLAN Cogineer voor eenvoudig, foutloos en snel engineeren

70

‘Big data’ hoog op agenda in de zeevaart Alfa Laval ontwikkelt samen met B&R toekomstbestendig datalogsysteem

74

‘Het blijft een markt van niet stilstaan’ Protonic anticipeert op steeds grotere rol elektronica in dagelijks leven

ZIE VERDER PAGINA 5

april 2017

3


De eerste volautomatische Laser. Zorgt voor het gehele proces: Van de tekening tot en met het gesorteerde deel.

Bent u al toe aan een doorbraak in lasersnijden? Ervaar een revolutionair nieuw machineconcept, welke uw doorlooptijden halveert. De intelligente volautomaat neemt alle processtappen over. EĂŠn druk op de knop programmeert uw snij- en uitlaadproces, snijdt uw delen hoogdynamisch en sorteert automatisch. Ontdek de TruLaser Center 7030: www.trumpf.info/cltkn9


EN VERDER:

MARTIN

6 11

UIT DE MARKT

27

MENS EN ORGANISATIE ‘Een deel van de winst is voor ons’ Technisch detacheerder TMC gaat met ‘employeneurship’ nog stap verder

36

DE ESTAFETTE ‘Je kunt het een flop noemen, maar we hebben er zo veel van geleerd’ Directeur Henny Spaan van IBS PE in gesprek met René Vlaskamp (Norma)

COLUMN Servitization: splits activiteiten op in specialistisch en commodity Kijk ook kritisch naar frequentie onderhoud

38

KETENSAMENWERKING De kans dat uw klant/ toeleverancier evenveel van u houdt, is nihil Relatiekwaliteit steeds bepalender voor succes, met één kanttekening

41

INNOVATIE Uitvalsbasis voor innovatief mkb Op de Smart Base fungeert Defensie als launching customer

56

PARTNERS Strukton Rolling Stock en ITEQ op zelfde spoor Samen werken aan hogere kwaliteit tegen altijd scherpe prijs

58

BUSINESS DEVELOPMENT ‘Onze ervaren medewerkers moeten ook mee met de digitalisering’ Ben Brussen (Bronkhorst) zet in op sociale innovatie

62

PROCESONTWIKKELING ‘Ik sta soms verbaasd hoe gemakkelijk oem’ers de switch naar ons maken’ FMI Instrumed gaat razendsnel 3D-capaciteit uitbreiden om Amerikaanse vraag bij te benen

65

VEILIGHEID Beveiliging naar hart van bedrijf Ontwerpbureau Van Berlo denkt na over mogelijke bedreigingen en scenario’s

73

INDUSTRIËLE DIENSTVERLENING Biesheuvel versterkt zich in safety Overnames essentieel voor groei

77

BRAINPORT INDUSTRIES ‘Innovatieprogramma op BIC gaat hele hoop reuring geven’ Bouw van hightech toeleverhub in Eindhoven gaat beginnen

79 87

UIT DE MARKT (vervolg) AGENDA

COLOFON Magazine

COLOFON

Link Magazine is een managementblad over eigentijdse vormen van samenwerking tussen bedrijven onderling en tussen bedrijven, (semi-)overheid, universiteiten en hogescholen. Link Magazine verschijnt zesmaal per jaar.

JAARGANG 19, NUMMER 2, APRIL 2017

UITGEVER H&J Uitgevers Mireille van Ginkel Bosscheweg 76 5151 BE Drunen (010) 451 55 10 06 51 78 41 97 www.linkmagazine.nl

MORAL HAZARD

Je moet toch echt een doorgewinterde politicus zijn om met zoveel aplomb te kunnen stellen dat het ‘ombuigingsbeleid’ van het kabinet ervoor gezorgd heeft dat de Nederlandse economie weer goed draait. Zoals Mark Rutte tot vervelens toe herhaalde tijdens de verkiezingscampagne. Natuurlijk weet ook hij wel beter. Natuurlijk weet ook hij wel dat het de ondernemers zijn die zorgen dat de economie draait. ‘Den Haag’ kan hooguit het toerental een ietsje beïnvloeden. De besluiten die wezenlijk zijn voor onze voorspoed, worden niet in het Torentje maar in duizenden directiekamers genomen. Bij deze Link de Zuid-Nederland-special met daarin een artikel over de kansen die fotonica onze economie biedt. Echter, zoals ondernemer Hans Streng van Luxexcel aangeeft, zijn het niet de overheidsgelieerde organisaties die bepalen of die kansen gepakt worden, maar de ondernemingen. Kleine ondernemingen als Technobis die ervoor hebben gezorgd dat die nieuwe technologie überhaupt commercieel in Nederland bestaat, of grote als ASML en – wie weet – VDL, die respectievelijk de enabling technologie en de neus ervoor in huis hebben. Als mensen die voor de uitvoering ervan verantwoordelijk zijn niet zelf de portemonnee hoeven te trekken, worden actieagenda’s – voor onderwerpen als smart industry, Brainport, blockchain of wat dan ook – per definitie geen succes. Niet voor niets zijn de revolving funds van EZ en aanverwante loketten weinig revolving. Niet voor niets zijn juist de private fondsen veel succesvoller: als het zijn eigen centen zijn, denkt een mens het beste na over de bestemming ervan. In deze uitgave wordt dat laatste ook nog eens door de wetenschap bevestigd. In het artikel over het gebrek aan wederzijdse ‘liefde’ tussen klant en toeleverancier haalt inkoophoogleraar Arjan van Weele de principal-agent-theorie aan die duidelijk maakt dat de relatie tussen een opdrachtgever en leverancier altijd gefrustreerd wordt door maar liefst vier problemen. Eén daarvan is moral hazard: het verschijnsel dat toeleveranciers, eenmaal lekker aan het ontwerpen, ontwikkelen en bouwen op kosten van de klant, de zelfdiscipline in hun uitgavepatroon snel laten varen. Om dat op enig moment door de klant te laten fiatteren met de retorische vraag: ‘Mag het een onsje meer zijn?’ Intussen vaardigt Donald Trump decreten uit voor het leggen van oliepijpleidingen en het heropenen van mijnschachten. Nu heeft die een wat grotere overheidsknop om aan te draaien dan Rutte, maar het economisch effect zal er niet meer om zijn. De afgelopen tien jaar is er een omvangrijke industrie rond duurzame energie ontstaan, van ontwikkelaars en bouwers van zonnecelproductiemachines tot en met bekabelaars van windmolens-op-zee. Met gratis zon en wind in de rug is die markt met geen decreet meer tot staan te brengen. Terwijl de olie & gas niet zal instappen, want ook in die sector geldt: als het zijn eigen centen zijn, denkt een mens het beste na over de bestemming ervan. Dat alles geldt ook de ontwikkeling van circulaire ketens, het thema van deze uitgave. Laat de overheid zich in deze beperken tot het ruimen van oneerlijke regels en heffingen en de rol van launching customer. Dan draagt ze het meest bij aan economische groei. MARTIN VAN ZAALEN Hoofdredacteur Link Magazine

RAAD VAN ADVIES J. Beernink MSc (Golden Egg Check), ing. D.M. van Beers (Festo BV), J.C.A. Buis MBA (RR Mechatronics), ing. B. Draaijer (V en M Regeltechniek), F.M. Eisma (Trumpf Nederland), J.A.L.M. van Erp MSc (Holland High Tech), ir. J.F.M.E. Geelen (Océ), ir. R. van Giessel (voormalig ceo Philips CFT), ing. A.L. Goudriaan MBA, ing. J.B.P. Hol (Legrand Group), ir. T.J.J. van der Horst (TNO), prof. dr. ir. J.G.H. Joosten (Dutch Polymer Institute), ir. W. Jouwsma (Bronkhorst HighTech), R.J.C.M. Kok (voormalig president OTB Group), ir. M.W.C.M. van den Oetelaar (Bosch Rexroth), dr. ir. M. Peters (president & ceo Moba Group), dr. ir. D.A. Schipper (Demcon), E. Severijn (Siemens PLM Software Benelux), J.A.J. Slobbe (ITM Group), H.G.H. Smid (Variass Group), ir. W.W.M. Smit MMC (DBSC Consulting), ing. N.J.F. van Soerland MBA (Philips Healthcare), ir. H.H. Tappel (Bronkhorst High-Tech), prof. dr. L.H.J. Verhoef (TU Eindhoven), W.B.M. van Wanrooij (IBN Productie), ir. S.J. Wittermans (ASML) HOOFDREDACTIE Martin A.M. van Zaalen EINDREDACTIE Pim Campman, Hans van Eerden redactie@linkmagazine.nl AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE Jos Cortenraad, Lucy Holl, Hans Houmes, Jacques Moolhuijsen, Henriëtte van Norel, Wilma Schreiber COVERFOTO Sam Rentmeester GRAFISCHE VORMGEVING Primo!Studio, Delft

martin.vanzaalen@linkmagazine.nl @martin.vanzaalen #linkmagazine.nl

DRUK Veldhuis Media, Raalte ABONNEMENTEN u 66,60 per jaar ABONNEMENTENADMINISTRATIE EN OFFICEMANAGEMENT Mireille van Ginkel mireille.vanginkel@linkmagazine.nl (010) 451 55 10, 06 51 78 41 97 ADVERTENTIE-EXPLOITATIE John van Ginkel john.vanginkel@linkmagazine.nl (010) 451 55 10, 06 53 93 75 89 VOLGEND NUMMER Het eerstvolgende nummer van Link Magazine verschijnt 16 juni 2017. Het thema van dit nummer is ‘Radicaal transformeren – inspelen op de radicale consument’.

ISSN 1568 - 1378 Niets uit Link Magazine mag worden overgenomen of gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever. Deze uitgave is met grote zorgvuldigheid samengesteld. Desondanks kan de uitgever geen aansprakelijkheid aanvaarden bij eventuele onjuistheden. Aan de inhoud van deze publicatie kunnen geen rechten worden ontleend.

april 2017

5


UIT DE MARKT PHOTON DELTA BEPLEIT FORSE INVESTERING IN ‘NIEUWE MOTOR ECONOMIE’ Memphis, het internationale samenwerkingsprogramma voor fotonica, zit in de transitie naar het Photon Delta-cluster in Eindhoven (samen met Enschede en Delft). Een ecosysteem van partijen uit de hele keten met als doel samen met kennisinstellingen ‘kennis, kunde en kassa’ rond deze technologie te bundelen. ‘Samen willen we de open stukken in de supply chain opvullen. Ontdekken hoe je fotonische chips samenbouwt in een samengestelde omhulling. Het packagen en assembleren is nog niet opgelost, omdat je te maken hebt met nauwkeurigheden die een factor tien hoger liggen dan in de huidige elektronica’, aldus Erik Teunissen, mt-lid Photon Delta, programmacoördinator Memphis en sectorleider hightech maakindustrie bij Berenschot. Fotonica gaat in zijn optiek de mogelijkheden van de huidige elek-

tronica en halfgeleiders enorm verrijken. ‘Nu het datagebruik exponentieel toeneemt, is het bittere noodzaak om fotonica door te voeren in elektronica- en datacommarkten. De snelheid van het internet gaat met sprongen omhoog, communiceren met licht gaat stukken sneller dan met de huidige elektronica en coaxkabels’, zegt hij. ‘Daarnaast kun je met fotonica allerlei fysische eenheden meten, met name van belang voor de healthcare-sector. Cellen analyseren gaat non-invasief, sneller en nauwkeuriger, zodat bijvoorbeeld kanker eerder ontdekt kan worden. Bovendien kunnen dankzij fotonicatechnologie apparaten kleiner en handzamer worden.’ Teunissen ziet allerlei ‘complementaire groepjes’ ontstaan. ‘Die gaan snel en in samenhang ontwikkelen om met elkaar tot nieuwe applicaties

te komen; het cluster helpt de route te bepalen. Van build-to-print en build-to-spec gaan we nu naar build-to-roadmap.’ De financiering van Photon Delta is volgens hem Photonic integrated circuit voor biomedische toepassingen. nog veel te moei- Foto: Hans Roggen lijk. ‘Waarom niet miljoenen en China zelfs miljarden jaarlijks een paar honderd miljoen steekt in de ontwikkeling van fotoreserveren voor dit soort ecosystenica. ‘Nu hebben we nog een voormen uit de budgetten voor de regesprong. Maar we moeten heel hard lingen EIA, MIA, SDE en Innovatiegaan lopen om die te behouden. box, waar miljarden in zitten’, zegt Mensen opleiden, bedrijven oprichhij. ‘In plaats van eindproducten te ten en ecosystemen boosten. Dat kan subsidiëren, zou de overheid veel alleen met goede financiering.’ beter kunnen investeren in samenMeer over de fotonicaketen in de werking rond fotonica, de nieuwe Special Southern Netherlands, motor van de economie. Daar is veel pagina 12. meer geld in te verdienen.’ Dat geldt www.photondelta.eu eens te meer nu de VS honderden

HET EVENT VOOR NEDERLANDSE EN DUITSE BEDRIJVEN UIT DE MAAKINDUSTRIE

6

april 2017

>

>

MELDT U AAN VIA WWW. TECHCONN.NL

>

>

MET UNIEK PLUG & PLAY CONCEPT

BESLISSERS ONTMOETEN BESLISSERS

DONDERDAG 15 JUNI 2017 | HAZEMEIJER COMPLEX HENGELO


TH E CO N N ECT I O N B ETW E E N TEC H N O LO GY, MAR KET AN D MAN

SPECIAL SOUTHERN NETHERLANDS: HIGH PERFORMANCE IN HIGH PRECISION Rond fotonica is sprake van een hype, gevoed door de groei van het internetverkeer. Ons land kent een uniek ecosysteem voor geïntegreerde fotonica en kan wereldwijd koploper worden als het alle krachten weet te bundelen om de technologie snel naar de markt te brengen. ASML is bereid vanuit zijn unieke expertise de fotonica-keten te helpen door top-down de systems engineering te coördineren. Dat kan de fotonica-

evolutie een stap verder brengen, richting de markt. Link Magazine organiseerde er een rondetafel over en doet daarvan verslag in de Engelstalige special Zuid-Nederland, die tegelijk met het reguliere aprilnummer verschijnt. Het artikel geeft invulling aan het thema ‘High performance in high precision’ van de special, die met tal van concrete casussen toont hoe er in Brainport wordt gewerkt aan het verder ver-

sterken van de mondiale toppositie in high precision. Schot voor de boeg daartoe geeft Jan Mengelers, collegevoorzitter van de TU/e, in het coverartikel, waarin hij pleit voor het opdelen van TNO over de verschillende universiteiten. Want: ‘Er is te veel verzuiling, een te sterke scheiding tussen universiteiten en kennisinstellingen.’

Magazine

SOUTHERN NET SPE CIAL HERLAN DS April 2017

| volume 19 | issue 2

THEME HIG H PER FOR IN HIG H PRE MANCE CIS ION PILOT PLA ENG INE S OF NTS ARE THE BRI GHT CAM PUS CHE LAN DS ME LOT

PHE NOM-WO NTS ME CHA RLD AND FOC US ON TEC TRO NIC S: HNO LOG AND PEO PLEY

JAN ME NG RS EIN DHOVEN ELE UNIVERSITY OF TECHNO LOG Y

ADVOCATES FO PUBLICLY-FINANR INTEGRATING CED RESEARCH

PBA WIL DOORBREKEN IN EUROPA De Singaporese PBA Group spreidt haar vleugels uit naar Europa: onlangs ging in Ommen PBA Europe van start. Dat legt zich in eerste instantie toe op de verkoop van producten die in Zuidoost-Azië zijn gemaakt, alsmede op klantenadvisering. Met de ambitie om binnen een paar jaar ook warehousing, r&d, prototyping en productie naar hier te halen, aldus regional manager Jos Olde Reuver of Briel, samen met Alfred Stokvis kwartiermaker van de Europese PBA-dochter. De bedrijvengroep PBA (Precision Bearings & Automation) ontwikkelt en fabriceert lineaire motion control-compo-

nenten en -systemen voor met name de industriële automatisering. ‘Een partner voor alles op het gebied van gecontroleerde beweging’, vat Olde Reuver samen. ‘Het succes dat ze in Zuidoost-Azië hebben, willen ze nu in Europa doortrekken – om te beginnen in Duitsland, Noord-Italië, Zwitserland, Oostenrijk en Nederland.’ Hij en kompaan Stokvis kennen de hightech motion-wereld als hun broekzak, ze hebben lang bij PM Bearings in Dedemsvaart gewerkt. ‘Ik zie hooguit wat kleine overlappingen’, zegt Olde Reuver desgevraagd. ‘Zij zitten in het nanometer-, wij in het micrometerbereik.

En in de industriële automatisering, onze basis, doen zij niet heel veel.’ Overigens doet de ‘PBA Group of Companies’ al wel iets in Europa. ‘Ze werken samen met Delta Electronics (Taiwanees, Nederlandse kantoren in Eindhoven en Hoofddorp, red.), dat PBA’s productlijn lineaire motoren in hun EMEA-assortiment heeft opgenomen. Een nichemarkt, wel redelijk groot, maar voor ons, als PBA Europe, geen core business. Wij willen uitgroeien naar een partij die met name sterk is in klanten adviseren over een compleet systeem of module. Het is nu nog pionieren en onze strategie bepalen: op welke par-

tijen stappen we wel en niet af, en op wie eerst? Zo ontdekten we dat Delta onder zijn Duitse klanten een distributeur heeft die heel interessant is voor ons. Vanuit Nederland lopen de eerste aanvragen binnen.’ De ambities zijn ‘behoorlijk groot’. ‘Nog dit jaar denken we naar een man of vijf te gaan. Om vervolgens, mede dankzij verbreding van onze scope, flink door te groeien, van eerst vooral sales en salesondersteuning naar tevens technische ondersteuning en stukjes engineering – naar zelf voorraad houden en samen met partners productie doen.’ www.pbaeurope.com

CIRCULAIRE ECONOMIE KAN WATERTEKORTEN STERK REDUCEREN De wereldwijde vraag naar zoet water zal de komende decennia circa twee procent per jaar toenemen. Aannemende dat het wateraanbod relatief stabiel blijft, leidt dit tot nog meer ‘waterstress’ in grote delen van de wereld; terwijl volgens de VN nu al 700 miljoen mensen de gevolgen van een watertekort ondervinden. Het circulair maken van watersystemen, waarbij minder water gebruikt en meer hergebruikt wordt, kan leiden tot enorme besparingen van wel 400 miljard kubieke meter per jaar, gelijk aan elf procent van het wereldwijde waterverbruik. Dit blijkt uit onderzoek van ING Economisch Bureau en kennisinstituut Deltares. Vandaag stroomt water door een lineair verbruiksmodel: tijdens zijn tocht door het systeem raakt het steeds meer vervuild en uiteindelijk ongeschikt voor herge-

bruik. Het onderzoek ‘Less is more: circular economy solutions to water shortages’ laat zien dat een circulair model grote besparingen kan opleveren, omdat het ‘take, make and waste’-principe plaats maakt voor ‘reduce, re-use and retention’. Dat maakt watersystemen duurzamer, waardoor water in meerdere cycli gebruikt kan worden en dus de balans tussen vraag en aanbod verbetert. ING en Deltares analyseren zes regio’s wereldwijd die verschillen in geografie en economische afhankelijkheid van waterintensieve sectoren. Hoewel circulariteit watertekorten in veel gevallen niet volledig kan opheffen, heeft het wel de genoemde besparingspotentie. Zo worden in Californië de watertekorten bijna geëlimineerd en kunnen in NoordIndia de grote, structurele waterte-

korten met een derde afnemen; dat bespaart jaarlijks 350 miljard kuub. In Nederland zijn zoetwatertekorten een zeldzaamheid, maar ook hier

heeft de circulaire economie potentie, vooral om energie en grondstoffen (fosfaten) uit rioolslib te winnen. www.ing.nl

DENKEN. april 2017

7

14:41


UIT DE MARKT TECHCONN 2017: INTERNATIONALE SAMENWERKING VERSTERKEN Op 15 juni is de tweede Techconn. Na het succes van 2016 wordt dit evenement opnieuw in Hengelo (Ov) gehouden. Doelgroep zijn beslissers uit de (hightech) maakindustrie. Organisator Innon heeft, om meer internationale bedrijven te interesseren, contact gezocht met Enterprise Europe Network. Dat beoogt de groei en innovatie van bedrijven te versterken door hen internationaal te laten samenwerken. Binnen dit netwerk zijn zeventien sectorgroepen actief, die goede regionale binding hebben met bedrijfsleven en onderwijs, verklaart Petra Deterink, beursmanager van Techconn. Het Nederlandse netwerk wordt uitgevoerd door RVO.nl en de Kamer van Koophandel. Olaf ter Haar is het eerste aanspreekpunt in de regio Overijssel en Gelderland. Met succes heeft hij contact opgenomen met

internationale collega’s. NordrheinWestfalen (NRW) heeft al toegezegd om met bedrijven uit die regio de Techconn te bezoeken en concrete gesprekken lopen met Nedersaksen, Maagdenburg en Wroclaw (Polen). ‘We richten ons op maakbedrijven die nieuwsgierig zijn naar wat wij hier in Oost-Nederland kunnen en doen’, vertelt Ter Haar. ‘Bezoekende bedrijven zijn actief in de maakindustrie, waaronder metaalbewerking, automotive en machinebouw. We focussen op specialismen als mechatronica, intelligente producten en Industrie 4.0’. Voor de regio’s NRW en Nedersaksen wordt een ééndaags programma aangeboden, waarin het bezoek aan de Techconn centraal staat. ‘Op de beursvloer willen we vooral matchmaking tot stand brengen met exposanten’, vertelt Deterink. De regio’s

WERK AAN DE SMART INDUSTRY-WINKEL Slechts vijftien procent van de kleine ondernemers (zzp’ers en mkb’ers) is bekend met de term ‘smart industry’. Dat is een van de uitkomsten van het Smart Industry onderzoek 2016 onder bijna 1.200 respondenten, samen een brede dwarsdoorsnede van het bedrijfsleven. Voor industrie en ict lag de score wat hoger: van de ruim honderd respondenten uit die sectoren sloeg een derde aan op dat begrip. De Kamer van Koophandel presenteerde het onderzoek tijdens het Smart Industry Jaarevent, half februari in Utrecht. Na uitleg van de term gaf dertig procent van de deelnemers

8

april 2017

aan kansen te zien voor de eigen organisatie, 23 procent zag er een kans óf een bedreiging in en de rest wist het niet. Dertien procent bleek al actief te zijn met smart industry en heeft kostenbesparingen, nieuwe investeringen en/of omzetstijgingen gerealiseerd. Gewezen op het landelijke programma Smart Industry, toonde ‘slechts’ 29 procent belangstelling. Voor de meest vergaande activiteit, gezamenlijke kennisontwikkeling in een fieldlab, was zes procent te porren. Werk aan de winkel dus. www.kvk.nl/smartindustry

Maagdenburg en Wroclaw krijgen een tweedaags programma: een dag naar de Techconn en een dag voor bedrijvenbezoeken in omgeving Hengelo. Techconn 2017 heeft zowel bezoekers als exposanten veel te bieden. Dankzij het plug & play-concept zijn exposanten geen tijd kwijt aan het op- en afbouwen van een stand. Er worden acht gratis toegankelijke workshops gegeven, met

beursthema ‘Ketenrendement’ als rode draad; daaronder specifiek voor inkopers ‘Smart purchasing’. Aanmelden als exposant of bezoeker kan nog steeds. Bedrijven die bijvoorbeeld een bedrijfsbezoek of presentatie willen verzorgen, kunnen ook contact opnemen. www.techconn.nl

NOVITEITEN YASKAWA OP TECHCONN 2017 Op 5 en 6 april 2017 vond in de Brabanthallen in Den Bosch de beurs Automation in Packaging & Logistics plaats, gecombineerd met Empack en Logistics & Distribution. Yaskawa, specialist in industriële automatisering, had er de nodige noviteiten te melden voor machinebouwers en eindgebruikers van oplossingen voor verpakkingen. Directeur Eddie Mennen: ‘Op Automation presenteerden we de nieuwe Sigma 7 servotechnologie en een nieuwe frequentieregeling met energiebesparing, de GA700. Deze is via een smartphone in te regelen en dankzij de interconnectivity zijn de apparaten makkelijker te bedienen en uit te lezen.’ Daarnaast konden bezoekers op de stand ook kennisnemen van de Yaskawa/VIPA Micro PLC, een nieuw compact en extreem snel besturingssysteem. Op de Empack toonde Yaskawa een nieuwe robotgeneratie, de (Motoman) GP-serie, onder meer geschikt voor toepassing in de foodsector,

voor het verpakken van producten. ‘Dankzij geavanceerde vision kunnen de robots koekjes herkennen, wat hun adaptief vermogen vergroot. Ook zijn ze berekend op het werken in vochtige omgevingen en zijn ze dankzij het gladde oppervlak makkelijk te reinigen. Bovendien zijn ze voorzien van een speciaal smeermiddel, want er mag geen vet lekken op voedingsmiddelen’, vertelt Mennen. De GP-robots zijn met de Motologix-software direct via een pc aan te sturen. ‘Normaal gesproken is het nodig om de programmeertaal van de robot te leren. Nu is hij gemakkelijk te programmeren via de plc en te bedienen via de centrale hmi. Weer een mooi voorbeeld van geïntegreerde systemen’, aldus Mennen. Automation/Empack gemist? Een herkansing is er op 15 juni op de Techconn in Hengelo (Ov), waar Yaskawa ook present is; zie het bericht hiernaast. www.yaskawa.eu.com


PRODUCTPARTNERS SHOESCANNER DETECTEERT EXPLOSIEVEN EN NARCOTICA Interieurspecialist Intos en Stage Gate 11 (SG11), specialist in technologische productontwikkeling voor de security-industrie, ontwikkelen samen de Delta R Shoescanner. Dit apparaat, dat werkt op basis van licht, stelt luchthavens in staat secuurder en sneller onveilige en ongewenste stoffen in schoenen van reizigers te detecteren. SG11 bezit sinds vorig jaar de exclusieve mondiale rechten op de uv-scantechnologie, ontwikkeld door de Universiteit van Florida. De Shoescanner vergelijkt de uitgezonden lichtstraal met de door een oppervlak gereflecteerde lichtstraal. Omdat elk materiaal zijn eigen unieke patroon heeft, herkent het apparaat snel en nauwkeurig sporen van bijvoorbeeld explosieven of narcotica. Dit gebeurt in het voorbijgaan, zonder dat reizigers hun schoenen hoeven uit te doen. Hierdoor verlopen veiligheidscontroles op luchthavens efficiënter en klantvriendelijker. SG11 koos voor Intos om een aantal redenen. ‘We hebben eerder samengewerkt en een vertrouwensband

opgebouwd’, verklaart de directeur marketing/sales en mede-eigenaar van SG11, Michiel Poppink. ‘We zochten een partner die begrijpt hoe producten op een vliegveld worden gebruikt en hoe je die het beste kunt vormgeven. Intos heeft daar 25 jaar ervaring mee op (inter)nationale luchthavens en weet aan welke eisen zo’n securityproduct moet voldoen. Daarnaast hebben ze het enthousiasme om de Shoescanner tot in detail uit te denken en streven ze altijd een hoog kwaliteitsniveau na.’ De Shoescanner is tachtig centimeter hoog en heeft een diameter van dertig centimeter. De onderdelen zoals camera, spiegel en spectrograaf betrekt SG11 van gespecialiseerde bedrijven die zeer nauwkeurige producten leveren. ‘Immers, de Shoescanner moet sporen vinden die je met het blote oog niet ziet’, stelt Poppink. ‘Omdat onze behoefte vrij specifiek is, is de spectrograaf dan ook custom-made.’ De vereiste grote nauwkeurigheid zorgt voor een lang ontwikkeltraject. ‘Natuurlijk willen we de Shoescanner zo snel mogelijk

Twee Delta R Shoescanners (de inzet links toont een exemplaar) op een luchthaven. Foto’s: SG11

op de markt brengen, maar we zullen moeten wachten tot het product klaar is’, verzucht Poppink. Momenteel loopt er een project met het laboratorium van Douane Nederland, waar de uv-technologie via een ander type scanner wordt ingezet om pakketjes te screenen op drugs. ‘Daar willen we zo snel mogelijk praktijktests mee gaan doen. En we zijn

gevraagd voor een project bij voetbalstadions om fans te controleren op vuurwerk.’ In de toekomst lonken tal van andere toepassingen: forensisch onderzoek naar (kruit)sporen op plaats delict en analyse van rooksporen op de kleding van brandweerlieden. www.sg11.nl www.intos.nl

ELECTRONICS & APPLICATIONS: ‘SLIM PRODUCT, SLIM MAKEN’ ‘Slim product, slim maken’ is het thema van de beurs Electronics & Applications, 30 mei tot en met 1 juni in Jaarbeurs Utrecht. Dat zal wederom een platform zijn voor de hele industriële elektronicasector in – vooral – ons land. Alle facetten zijn present: van elektronische component tot compleet product tot productieapparatuur en -faciliteiten. Bedoeld voor managers, engineers en innovators, aldus organisator FHI, federatie voor technologiebranches, van het E&A-event. Voorheen stond die afkorting voor Electronics & Automation, vanaf nu voor Electronics & Applications. Naast de beurs zijn er liefst negen seminars over actuele ontwikkelingen. Waaronder eentje over ‘De toekomst van elektronicaproductie in de Benelux’. Sprekers belichten op donderdagochtend 1 juni vanuit verschillende invalshoeken trends als smart industry, re- en nearshoring, en de onstuitbare opkomst van het internet of things en big data (die allerlei destructieve businessmodellen gaan

voortbrengen). Tevens zijn er praktijkcases van bedrijven die, instekend op die trends, stappen maken in de transformatie naar een smart factory. Bijvoorbeeld door omsteltijden drastisch te verkorten, zoals tbp electronics in het seminar zal toelichten. Naast tbp leveren imec, JTAG Technologies, Mycronic, Rena Electronica en Smd-Tec de sprekers. Een ander seminar, waarin Link als mediapartner participeert, is op woensdagochtend 31 mei ‘Optimaliseren elektronicaketen (design for X)’. Technologiebedrijf Demcon vertelt hoe design for X heeft geholpen om de time-to-market te verkorten en de total cost of ownership te verlagen. Daarna volgens sprekers over het belang van early supplier involvement, omdat verkeerde keuzes in het vroegste ontwikkelstadium later lastig (of niet) te herstellen zijn, en van productbetrouwbaarheid – wat hoge eisen stelt aan het in vroegtijdig stadium testen. In dit seminar specialisten van tbp, Variass, Eurocircuits, JTAG, Logic Technologies en Romex.

Het thema ‘Slim product, slim maken’ wordt tijdens de E&A-beurs geïllustreerd door het gadgetproject KISS LoRa. Dit ‘internet of things’gadget wordt live in vijf simpele stappen geproduceerd en aan 1.800 beursbezoekers gratis aangeboden. Het door Gepro Electronics ontwikkelde en door 33 exposanten moge-

lijk gemaakte gadget biedt diverse omgevingsvariabelen (zoals temperatuur, vocht, licht en CO2). Door de LoRa-verbinding (long-range radio) en het speciaal ontwikkelde cloudplatform (via een webapp) is iedere plaats, bijvoorbeeld een werkplek, continu te monitoren. www.eabeurs.nl

KUNNEN. april 2017

9

14:42


Any challenge, any time.

Sneller dan over water en veel goedkoper dan door de lucht! Wordt u een early-adopter?

Wist u dat China miljar miljarden den investeer investeertt in het optimaliser optimaliseren en van de spoor spoorverbinding verbinding tussen China en Eur Europa? opa? De rroute oute die zich door de eeuwen heen heef heeftt bewezen als de perfecte per fecte Eur Euro-Aziatische o-Aziatische verbinding. P Per er kameel toen, per spoor nu! Onder weg zullen uw te transpor transporteren teren producten producten verschillende ver schillende ‘hobbels’ moeten nemen, zoals spoorbreedte, spoorbreedte, overslagpunten over slagpunten en grote grote wisselingen in tailorr-made -made temperatuur en luchtvochtigheid. Dat vraagt om perfecte per fecte tailor-made exper ts van IPS en Meilink uit o m ssamen amen m et verpakkingsoplossingen. Daagt u de experts om met

u de meest ultieme en veilige ‘Zijderoute’ ‘Zijderoute’ transportverpakking transpor tverpakking voor uw producten prroducten odu oducten te te ontwikkelen? ontwikkelen? Wij nemen uw uitdaging graag aan! Wordt Wordt een early-adopter early-adopter v van an de nieuw nieuwe e Zijder Zijderoute. oute. Wij doen met u mee!

kijk op meilink.eu


COLUMN JACQUES MOOLHUIJSEN SERVITIZATION: SPLITS ACTIVITEITEN OP IN SPECIALISTISCH EN COMMODITY Jacques Moolhuijsen - Senior business consultant IFS Benelux e industriële productiesector wordt steeds competitiever, bedrijven zien hun productmarges continu slinken. Fabrikanten zijn daarom op zoek naar nieuwe manieren om zich te onderscheiden. Dat gebeurt onder meer in de aftermarket van producten, met name door middel van servitization: van additionele dienstverlening een op zichzelf staande dienst maken. Door een goede service te verwerken in het businessmodel, bieden ze hun klanten een holistische oplossing in plaats van ‘slechts’ een fysiek product.

D

Dat is voor veel bedrijven nog een flinke uitdaging. In het jaarlijkse Manufacturing Report (2016) van Barclays ziet bijna zeventig procent van de fabrikanten ‘beschikbaarheid van middelen (mensen, materiaal, financiën)’ als belangrijkste obstakel voor het uitbreiden van hun dienstenportfolio. Ook in ons land hebben servicebedrijven te maken met sterke vergrijzing. Daarnaast is het voor bedrijven moeilijk om jonge mensen aan te trekken. Waar dat aan ligt, is niet zo gemakkelijk te duiden. Het vak van servicemedewerker is dynamisch en interessant, maar lijkt op dit moment jongeren allerminst aan te spreken. Daarbij komt dat het onderwijs in Nederland de laatste decennia erg algemeen is geworden, waardoor vakopleidingen minder in beeld waren bij jongeren. Het gebrek aan mensen is deels op te lossen met tooling op het gebied van planning en scheduling. Deze tools zijn in tal van

varianten beschikbaar en kunnen ervoor zorgen dat een servicemedewerker meer kan doen binnen de beschikbare tijd. Hiermee samenhangend is het gebruik van tools die de voorspelbaarheid van de serviceactiviteiten vergroten zodat er vooraf capaciteit kan worden op- of afgeschaald. Tevens is het zaak dat serviceorganisaties goed kijken naar de bestaande servicemodellen. Zo kan het raadzaam zijn om een splitsing te maken tussen specialistische activiteiten en commoditywerkzaamheden. Door een splitsing kan men eigen experts inzetten voor specialistische activiteiten en de commodity-activiteiten eventueel uitbesteden aan een externe partij, omdat hier geen specialistische (lees, dure) kennis voor nodig is. Op deze manier kan een organisatie haar personeel meer moeilijke, uitdagende opdrachten bieden, wat de vitaliteit van het bedrijf ten goede zal komen. Het is ook verstandig om kritisch te kijken naar de frequentie van onderhoudswerk. Vaak vindt onderhoud uit gewoonte volgens een bepaalde frequentie plaats. Onderhoud kan door technologische ontwikkelingen steeds meer toestandsafhankelijk plaatsvinden. Indien men alleen in actie hoeft te komen bij (potentiële) storingen, bespaart dat tijd en kosten. Daarnaast kunnen de vele aanwezige sensoren waardevolle data leveren om potentieel falen te detecteren en zo proactieve dienstverlening mogelijk maken. www.ifsworld.com

EURAMAX BEREIKT NEXT LEVEL MET SOFON-OPLOSSING Euramax Coated Products in Roermond levert al veertig jaar coil coated aluminium. De gekleurde aluminiumrollen vinden hun toepassing binnen high-end architectuurprojecten zoals het nieuwe Ferrari World in Abu Dhabi. ‘Met onze productenreeks zijn we tevens marktleider in innovatie, onder meer dankzij highdefinition geprinte producten voor buitengebruik’, verklaart Peter Wijers. Begin 2016 implementeerde Euramax een nieuw systeem van Sofon dat productconfiguratie en offertes combineert. ‘Tot die tijd gebeurde de voorcalculatie in Excel. Door het groeiend aantal functionaliteiten, complexe berekeningen en afhankelijkheden voldeed dat niet langer. De tests lieten zien dat Sofon onze problemen zou oplossen. Het systeem stelt ons in staat data uit de primaire processen te structureren en digitaal te beheren. Daardoor kunnen we de data uit ons warehouse nagenoeg live aan de productconfi-

gurator koppelen.’ Het bijzondere is dat Euramax niet werkt met een statische productencatalogus. Waar de klant normaal gesproken een beperkt aantal keuzes heeft, is bij Euramax elke dikte, hardheid en kleur te combineren. ‘Het aanvraagproces is volledig omgedraaid. Alle componenten die we gebruiken, worden op afdelingsniveau bijgehouden en getoetst door de mensen bij wie de kennis ligt. In het nieuwe systeem van Sofon krijgt de productconfigurator elk halfuur een update met data van de verantwoordelijke afdelingen. Zo worden niet langer verkrijgbare opties geblokkeerd en nieuwe mogelijkheden vrijgegeven.’ Met de Sofonoplossing zijn alle voorheen gescheiden datasystemen gekoppeld en geïntegreerd tot één systeem. ‘Na het aanvragen van een product volgt automatisch een offerte, die verwerkt wordt in het documentmanagementsysteem en het CRM. Indien

nodig wordt ook een mail verstuurd voor autorisatie van de offerte’, verklaart Wijers. ‘De klant krijgt dus altijd gelijk de goede offerte.’ De overstap leverde Euramax november vorig jaar de Business Software Award op tijdens het Business Soft-

ware Event van Mikrocentrum. De jury prees de toekomstgerichte strategie en het feit dat breeduit aanzienlijke efficiencyverbeteringen waren gerealiseerd. www.euramax.eu www.sofon.com

DOEN. april 2017

11


UIT DE MARKT DRONES VOOR GEVAARLIJK ONDERHOUDSWERK RIMS (Robotica in Maintenance Strategies), opgericht in 2015 door David Knukkel, heeft als missie gevaarlijke en arbeidsintensieve onderhoudswerkzaamheden zoveel mogelijk te automatiseren en bedrijven hiermee veiliger, efficiënter en kostenbesparend te laten opereren. Knukkel werkte voorheen als onderhoudsadviseur voor grote partijen: ‘Wij proberen een brug te slaan tussen maritieme industrie en Industrie 4.0-technologie. Denk aan roboticaoplossingen, drones, beeldherkenningssoftware, 3D-printen, enzovoort. De maritieme wereld stelt zich er niet makkelijk voor open. Anderzijds ligt er zoveel gefragmenteerde kennis bij universiteiten en andere kenniscentra op de plank. Juist uit bundeling van die kennis kunnen praktische toepassingen voor de maritieme industrie voortkomen. Onderhoudsmensen hangen nog aan touwen in tanks om de verf te inspecteren. De technologie om dit werk te automatiseren bestaat, maar zit verstopt in allerlei domeinen.’ Uiteraard moet die technologie in een onderhoudsstrategie passen. Belangrijk onderdeel van het pre-

ventieve onderhoud zijn de inspecties en die worden nog vrijwel overal door mensen gedaan. Dat kan gevaarlijk werk zijn en mensen zijn ook niet altijd even consciëntieus, zo stelt Knukkel. ‘In ballasttanks kan het heel heet zijn, kan er weinig zuurstof aanwezig zijn of kunnen gevaarlijke gassen hangen. Bovendien wordt het aanbod van goedopgeleide onderhoudsmensen steeds minder; omdat er aan systemen – net als aan de eigen auto – steeds minder te sleutelen valt, worden jonge mensen steeds meer tot operator opgeleid en niet tot monteur.’ Reden voor Knukkel om contact op te nemen met universiteiten; zo kwam hij in aanraking met technologieën die een deel van de oplossing kunnen bieden. Zoals kennis van medische operatierobots voor het in gevaarlijke situaties op afstand aansturen van een robot. Of visiontechnologie voor een plukrobot in de agrotech die ingezet zou kunnen worden bij het op haarscheurtjes inspecteren van ballasttanks.’ Aan de TU Delft is RIMS de ontwikkeling gestart van een drone voor dat inspectiewerk. ‘Die kan na een vlucht de asset owner precies

David Knukkel: ‘Wij proberen een brug te slaan tussen maritieme industrie en Industrie 4.0technologie.’ Foto: RIMS

vertellen waar de problemen zitten. Een prototype is opgeleverd dat nog niet stabiel vliegt. Als we dat voor elkaar hebben, gaan we focussen op het autonoom vliegen. Daarna komen we toe aan de beeldherkenningstechnologie en de koppeling met assetmanagementsystemen’, aldus Knukkel, die een voorlopig groen licht van classificatiekoepel IACS voor drone-inspectie van bal-

lasttanks meldt. Zijn zoektocht naar ontwikkelcapaciteit voerde hem naar de VS. ‘In Nederland kwam ik niet verder. Ja, door naar de VS te gaan, geven we onze kennis aan een buitenlandse partij, maar het betreft hier wel een van de marktleiders in drone- en autopilottechnologie.’ www.rims-bv.nl

SNELLER EN PRECIESER DOOR COBOT MET ‘VARIASS INSIDE’ System supplier Variass heeft weer een mooie stap gezet in het sneller, precieser en kostenefficiënter maken van hightech oplossingen voor zijn groeiende klantenkring. ‘We hebben een aantal éénarmige cobots (collaborative robots, red.) gekocht van Gibas Automation in Nijkerk’, meldt ceo Henk Smid. ‘Die zetten we in voor ofwel het nasolderen van componenten op elektronicapanelen, ofwel het samenstellen van complete producten. Laatstgenoemde toepassing is niet heel ingewikkeld, maar de eerste best wel. Omdat er geen kant-en-klare oplossingen bestaan die onder alle hoeken kunnen nasolderen, hebben we daar in ons eigen Innovation Centre een ontwikkeling op gezet. In dat centre zijn continu zes mensen – twee van onszelf en vier studenten van onder meer de Rijksuniversiteit en Hanzehogeschool Groningen – met dit soort

12

april 2017

dingen bezig. Samen bekijken we of we vervolgstappen kunnen maken in het nog precieser en efficiënter samenwerken van mens en robot op, vooral, het gebied van solderingen. In het onderhavige geval heeft dat geresulteerd in een soldeer- en camerasysteem dat, gemonteerd op een cobot, wél alles traceert.’ De soldeerrobot met ‘Variass inside’ is VERA gedoopt: Variass Eerste Robot Arm. ‘Deze naam is bedacht door de monteuses die met de robotarm samenwerken’, verklaart Smid. ‘Zij verricht handelingen die voorheen een medewerker deed. Daarmee behalen we niet alleen een tijdsbesparing, ook de precisie is beter. En omdat we een kostprijsdaling hebben weten te realiseren, kunnen we een klant, c.q. zijn product hier behouden – en zelfs uitbreiden.’ De eerste cobot voor deze toepassing draait inmiddels in de Variass-vesti-

ging in Veendam, waar nu ook een tweede komt, aangezien er al extra orders gerealiseerd zijn. ‘Zodat we de productie kunnen verhogen, wat ook extra manuele arbeid oplevert.’ In de

Drachtster vestiging heeft Variass een schroef-cobot, Robbie geheten, voor het samenstellen van complete producten aan de slag. www.variass.nl

UW PARTNER OP GEBIED VAN AANDRIJFTECHNIEK BESTURINGSTECHNIEK VERBINDINGSTECHNIEK

B E ZO E K O N S O P G R O N E M A N . N L


ABI. INNOVATIE IN UITVOERING. De kracht van het idee blijkt uit de realisatie. Als specialist op het gebied van aandrijvingen, motion control en robotics weten we waar we het over hebben. Of het nu om standaard oplossingen of specialistisch maatwerk gaat: alles begint met DENKEN. In een zo vroeg mogelijk stadium. Wat is de werkelijke vraag? Welke oplossing sluit hier perfect op aan? En dat dan tot in de puntjes uitvoeren. Dat is wat we het best KUNNEN, als familiebedrijf met bijna 100 jaar ervaring. De dienstverlening van ABI gaat van advisering tot realisatie. Inclusief naadloos aansluitende begeleiding en professionele trainingen. En altijd vanuit bevlogen vakmanschap. Dat is waar we het voor DOEN.

AANDRIJVINGEN - MOTION CONTROL - ROBOTICS

www.abi.nl


Connected Automation

i4. Automatisering in het productieproces zorgt voor een snelle, flexibele en nog efficientere productie. Connectivity is daarbij het sleutelwoord. Met de jarenlange ervaring en kennis van Bosch Rexroth is het mogelijk Industrie 4.0 nĂş in de praktijk te brengen.

Connect your automation to i4.0 now!

boschrexroth.com/connected-automation

now


UIT DE MARKT SERVITIZATION: FESTO VERVANGT ‘RIGIDE’ HARDWARE DOOR FLEXIBELE SOFTWARE Tot nog toe waren voor pneumatische functies als ‘flow control’, ‘safety’ en ‘middenstand’ steeds andere magneetventielblokken nodig. Met de Festo Motion Terminal kan de klant voor alle vijftig basisfuncties volstaan met één en hetzelfde magneetventielblok. ‘Wij lanceren die eind deze maand Foto: Festo op de Hannover Messe en zien ’m als een echt disruptieve innovatie’, zegt Dennis van Beers, algemeen directeur Festo Nederland. ‘Tot nog toe waren magneetventielblokken nogal rigide stukken hardware, alleen geschikt voor het uitvoeren van één bepaalde functie. Voor een andere functie was een ander magneetventiel nodig, met weer een eigen aansturing. Resultaat: veel complexiteit en weinig flexibiliteit. Deze nieuwe technologie biedt wel de flexibiliteit die je in de moderne Industrie 4.0-omgeving mag verwachten.’ De Festo Motion Terminal stelt de gebruiker in staat via een app op zijn telefoon (de Digital Customer Interface) de status van een ventiel te checken of in de softwarebibliotheek te kiezen voor een andere functionaliteit en aansturing van het ventiel. ‘Net als dat voor bijvoorbeeld de Tesla gebeurt, zullen wij die bibliotheek voortdurend blijven uitbreiden. Dus zal de operator ’s morgens op zijn smartphone functionaliteiten kunnen ontdekken die hij de avond ervoor nog niet tot zijn beschikking had.’ Een ander voordeel van deze digitalisering, aldus Van Beers, is dat het op afstand aansturen, monitoren en servicen van machines veel gemakkelijker wordt, zodat de klanten van Festo – vooral de machinebouwers – nieuwe, meer op dienstverlening gebaseerde businessmodellen kunnen ontwikkelen. Dat laatste geldt overigens ook voor Festo zelf. ‘Wij zullen door deze innovatie waarschijnlijk minder magneetventielen gaan verkopen die elk hun eigen rigide functie hebben. Maar wij zullen des te meer business halen uit de software voor het aansturen en

monitoren van de pneumatiek. Ja, je kunt zeker zeggen dat voor Festo het accent in het verdienmodel verschuift van hard- naar software. Software waarmee we veel beter kunnen inspelen op de behoefte van de klant aan flexibiliteit, aan high mix, low volume-productie die juist voor de Nederlandse hightech machinebouw zo belangrijk is.’ Nu is het niet de eerste keer dat Festo met innovaties komt. Zo werden in de jaren negentig ventielblokken aangesloten via digitale multikabelveldbussen op de markt gebracht. Echter, zelfs de early adopters bleken meer dan tien jaar nodig te hebben om deze vernieuwing op te pakken. ‘Wij realiseren ons dat de machinebouw behoorlijk conservatief is. Echter, in vergelijking met deze nieuwste innovatie waren dat toch veel meer incrementele vernieuwingen. Daar komt bij dat onze markt niet meer dezelfde is. Toen was het nog volkomen geaccepteerd dat je als machinebouwer door merkspecifieke standaarden gebonden was aan één leverancier. Nu zijn er open programmeerplatforms als Codesys en open communicatiestandaarden als IO-Link en Ethernet, waardoor je veel meer merkonafhankelijk kunt configureren. De klant accepteert nu niet meer anders. Ook de eindgebruiker ziet de voordelen en wil de flexibiliteit die deze smart industrytechnologie oplevert. In zoiets als de bereidheid om op afstand gemonitord en geservicet te worden, loopt de consumentenmarkt nog wat voorop. Maar ik weet zeker dat die ook in de industrie de komende jaren een enorme vlucht zal nemen.’ www.festo.nl


BOTTOM-UP INNOVATIES, DIGITALISERING EN OVERHEID KUNNEN KETENS CIRCULAIR MAKEN

STOP MAAR! WE HEBBEN GENOEG!

THEMA CIRCULAIRE KETENS: SAMENWERKEN AAN EEUWIGE WAARDE Wie eindproducten maakt die voor de mensheid eeuwig van nut zijn, biedt de meeste toegevoegde waarde. Ook wat dat betreft zijn de

Er is al zoveel plastic en textiel geproduceerd dat we er eeuwig mee toe kunnen. Dankzij

prestaties van onze zeventiende-eeuwse schil-

innovatieve processen kun je die weer opsplitsen in de grondstoffen waaruit ze zijn

ders nauwelijks te evenaren. Elke andere pro-

samengesteld. Technologisch zijn daar geen hoge hindernissen voor. Des te hoger zijn

ducent zal moeten accepteren dat zijn produc-

de business-barrières. Om te voorkomen dat de mensheid stikt in haar eigen afval of

ten op enig moment veel van hun waarde verloren hebben. Maar waardeloos – of zelfs

omkomt van de dorst, moet zij zich verenigen. Dat lukt alleen met circulaire oplossingen

een kostenpost – dat mogen ze nooit worden.

waar alle stakeholders in de supply chain baat bij hebben. Initiatieven van onderop

En dat is ook niet nodig. Mits de producent wat

bieden perspectief, net als de digitalisering. Maar echte doorbraken kunnen niet zonder

hij maakt ‘ontmaakbaar’ ontwerpt. Hoe lastig is dat? Of zit het probleem vooral bij de andere

overheidsingrijpen. DOOR MARTIN VAN ZAALEN

leantech-bedrijf Ioniqa Technologies heeft een procédé ontwikkeld om alle soorten en kleuren pet-afval superefficient om te zetten in ontkleurde, zuivere bhet-monomeren, de grondstof voor nieuwe pet. Dit gepatenteerde proces kan eindeloos worden herhaald. ‘De impact is enorm’, zegt ceo Tonnis Hooghoudt van de spin-off van de TU Eindhoven en het Dutch Polymer Institute. ‘Wereldwijd verbruiken we per jaar zestig miljoen ton pet en die hoeveelheid groeit. Nog geen tien procent wordt gerecycled. Negentig procent gaat in de verbrandingsoven of vervuilt op een andere manier het milieu, denk aan de plastic soup.’ Aldus Hooghoudt eerder in Link Magazine. Wel-

C

schakels, met hun ‘lineaire’ verdienmodellen?

BESTE PARTNERS

Dit thema laat zien waar in de circulaire keten

Ioniqa’s beste partners bij het in de markt zetten van het procédé zijn de merken, aldus Hooghoudt: ‘Concerns als Ikea, H&M, Coca-Cola, Nestlé, Procter & Gamble en Unilever. Natuurlijk moet het ook voor hen economisch rendabel zijn om de conventionele pet-productieprocessen voor ons procédé in te wisselen. Evenwel, onder druk van de consument en strengere milieueisen hebben er steeds meer duurzaamheid als centrale waarde in hun strategie opgenomen. En willen zij de samenstelling van het gerecyclede pet precies kennen, zodat ze exact weten wat er in hun productieprocessen verwerkt wordt.’ Het is dan ook geen toeval dat grote merken direct betrokken zijn bij het testwerk dat Ioniqa nu uitvoert op de 1.000-liter testplant in Rotterdam. Volgende stap:

welke knelpunten zitten. En waar de

‘Wat in de textielketen wordt gerecycled, wordt veelal gedowncycled’

(deel)oplossingen liggen.

• ‘Er is meer dan genoeg pet geproduceerd om bij volledige recycling in de wereldbehoefte te voorzien.’ • ‘Leveranciers die geen informatie verstrekken, zakken vanzelf op de lijst van voorkeursleveranciers.’ • ‘Digitalisering is een van de krachtigste aanjagers van circulariteit.’ • ‘De overheid is onontbeerlijk voor het ‘oplijnen’ van de belangen van alle ketenpartijen.’

om de benodigde grondstoffen te produceren. Terwijl er al meer dan genoeg pet geproduceerd is om bij volledige recycling in de wereldbehoefte te voorzien.’

DREMPEL VERLAGEN

beschouwd lijkt er geen argument om dit proces van ‘chemisch recyclen’ niet zo snel mogelijk op zo groot mogelijke schaal door te voeren. Zodat daarvoor geen olie meer nodig is en, nog belangrijker, de grootschalige plasticvervuiling van land en water een halt wordt toegeroepen. ‘Echter, ons proces moet wel passen in de keten’, duidt Hooghoudt. Een keten die bestaat uit olieproducenten, pet-producenten, de ‘brands’ (de grote merken die dit plastic in hun producten verwerken, meestal als verpakking), afvalinzamelaars, technologieleveranciers, overheden en politiek.

16

april 2017

het engineeren en bouwen van de eerste 10.000ton productieplant in Nederland; daarover voert Ioniqa met diverse merken gesprekken. Een vergelijkbare, ondersteunende rol vervullen momenteel de overheden, vooral de ministeries van Infrastructuur en Milieu en EZ. Die dragen met subsidies financieel bij aan het ontwikkelingswerk van Ioniqa. ‘Maar die moet je wel onderscheiden van de politiek, van partijen die zich laten verleiden zich in te zetten voor het gebruik van zoiets als non-degradable bioplastics, waarvoor je veel landbouwgrond moet vrijmaken

‘Ons procédé is zo ontworpen dat het makkelijk tegen bestaande installaties aangeplakt kan worden. Voor pet-producenten, die er bovenal economisch inzitten, verlaagt dit de drempel om deze cleantech innovatie te omarmen.’ Hetzelfde geldt voor de afvalverwerkers: ‘Is er voor hun plasticafval een nieuwe bestemming waaraan zij meer verdienen dan het in een oven verbranden voor energiewinning, dan zullen ze instappen.’ En dan zijn er nog, aan het begin van de keten, de olieproducenten, die met pet-recycling een markt dreigen kwijt te raken. Hooghoudt heeft nog niet ervaren dat die lobbyen om de introductie van Ioniqa’s procédé te dwarsbomen. ‘Momenteel wordt zo’n zes procent van de olie gebruikt voor


het produceren van plastic. Maar toch: zodra het chemisch recyclen meer schaal krijgt, is het prettig de grote brands aan onze zijde te hebben.’ Tenslotte de technologieleveranciers. Die blijken nog nauwelijks een rol te spelen, maar worden bij de opschaling wel een factor van belang, erkent hij: ‘De testinstallatie in Rotterdam, helemaal door onszelf ontwikkeld en met geringe investering gebouwd, bestaat vrijwel uitsluitend uit tweedehands standaardmodules en -apparatuur. Voor de 10.000 ton-plant die we gaan bouwen, zullen we reactoren en andere onderdelen specifiek voor ons moeten laten produceren. Tot nog toe hebben we alle prioriteit gegeven aan de marktkant, maar vanaf nu moeten we ons ook bezighouden met de leverancierszijde, met welke competenties daar beschikbaar zijn of juist ontbreken.’

VERVUILENDE TEXTIELKETEN De textielketen is een van de meest vervuilende waardeketens. Door snelle veranderingen in de mode en de lage prijs gaan kleren maar kort mee of worden niet eens verkocht. Vrijwel alle kleding verdwijnt uiteindelijk in verbrandingsovens of op stortplaatsen. Alleen al in de VS en de EU gooien consumenten jaarlijks vijftien miljoen ton textiel weg, terwijl 95 procent opnieuw te gebruiken is voor het maken van kleding. Wat wordt gerecycled, wordt veelal gedowncycled, gebruikt als bijvoorbeeld vulmiddel door de automotive of als poetslap. Terwijl voor de productie van elke kilo katoen, de meest gebruikte textielsoort, minimaal 7.000 liter water nodig is, vooral voor het telen van de katoenplant, niet zelden in landen waar vaak een waterschaarste is. De inzet van Reblend is de in die kledingstukken verwerkte materialen te hergebruiken voor kleding of interieurtextiel. De Amsterdamse start-up probeert een proces te ontwikkelen dat daarvoor geschikte garens en stoffen oplevert. Zo’n proces kent de nodige technologische uitdagingen, maakt medeoprichter Anita de Wit duidelijk. Op labschaal wordt al geëxperimenteerd met chemische recycling. Dat kan resulteren in een procedé dat samengestelde textiele materialen (blends) weer volledig opsplitst in virgin materialen die in principe oneindig te hergebruiken zijn. ‘In afwachting van die ontwikkelingen maken we nieuwe vezels van het gerecyclede textiel zonder de materialen te scheiden. Zowel het vervezelen als het spinnen, breien en weven doen we met machines die voor andere doeleinden zijn ontwikkeld: vervezelmachines om grof vulmateriaal te produceren en spinmachines voor het

Illustratie: Josje van Koppen

verwerken van virgin materiaal, dat gelijkmatiger en doorgaans sterker is dan gerecycled materiaal.’ Wat haar betreft ligt hier een uitdaging voor machinebouwers om machines te ontwikkelen die geregenereerde vezels beter kunnen verwerken, waardoor gerecycled textiel aantrekkelijker wordt.

OVERHEID MOET BAN DOORBREKEN Dat de machinebouw nog niet is ingestapt, verbaast De Wit niet. Daarvoor is de markt voor gerecycled textiel nog te klein. De vraag op gang brengen vergt, volgens haar, een andere mentaliteit van de grote merken als H&M. ‘De brands hebben het idee dat de kwaliteit van gerecycled textiel nog onvoldoende is. Terwijl bedrijven als het onze laten zien dat die ruim voldoende is voor de modebewuste consument die kleding maar kort draagt. Daarbij vinden de merken het materiaal te duur. Logisch gezien de kleine schaal waarop dat geproduceerd wordt.’ Een typisch

kip-eiverhaal waarin de overheid de ban zou kunnen breken. ‘Door bijvoorbeeld als launching customer op te treden. Maar als Ahrend, een van onze afnemers van interieurtextiel, inschrijft op een aanbesteding, stellen overheden slijtvastheidseisen die veel hoger dan noodzakelijk zijn. Daardoor valt recycled textiel als optie af.’ En dan is er nóg een belangrijke stakeholder: de leverancier van virgin textielgrondstoffen. Ervaart Anita de Wit diens verzet? ‘Nee. Daarvoor groeit de wereldwijde vraag naar textiel momenteel te sterk. Het zou al heel mooi zijn als we de autonome groei van de textielmarkt met gerecycled materiaal kunnen invullen. Weerstand uit de virgin-hoek zal pas ontstaan als de schaal waarop gerecycled textiel wordt gebruikt, groter wordt.’

OOK LINEAIR AANTREKKELIJK Als deze twee casussen één ding duidelijk maken dan is het dat een circulaire economie realiseren valt of staat met het creëren van businessmodel-

april 2017

17


THEMA CIRCULAIRE KETENS: SAMENWERKEN AAN EEUWIGE WAARDE len die ook aantrekkelijk zijn voor de partners uit de lineaire economie. Erick Wuestman is als voorzitter van de stichting Circulaire Economie en adviseur bij KplusV betrokken bij het ontwikkelen van dergelijke businessmodellen. Hij duidt die met ‘CESCo’: een Circulaire Economie Service Company, een rechtspersoon vergelijkbaar met een bv. Dat model creëert niet alleen economische waarde, maar ook meervoudige maatschappelijke waardes als sociale en ecologische (zie de illustratie met het waarde-creatiemodel van IIRC). Centraal in een CESCo staat dat de ketenpartners overeenkomsten sluiten voor gebruik (een dienst) in plaats van voor koop, waarbij de producent eigenaar blijft. Een CESCo is zo ontworpen dat terugname en hergebruik voor die fabrikant aantrekkelijk wordt. Geprojecteerd op het procédé van Ioniqa zou de fabrikant van dat ‘oneindige pet’ daar voor altijd eigenaar van blijven. ‘Pet as a service’, verwoordt Tonnis Hooghoudt het. De andere partijen worden aandeelhouder in de CESCo en ontvangen dividend.

VEEL BELANGEN GELIJKSCHAKELEN Omdat belangen van een groot aantal stakeholders gelijkgeschakeld moeten worden, is zo’n circulair model per definitie niet eenvoudig te realiseren. Vandaar dat de eerste voorbeelden overzichtelijke processen betreffen. Zoals dat waarvoor de NS, een schoonmaakbedrijf, een afvalinzamelaar en de Limburgse papierfabriek Van Houtum een CESCo hebben opgericht. In dat proces gooien treinreizigers na gebruik koffiebekertjes in prullenbakken op de perrons. Het schoonmaakbedrijf leegt die, scheidt de bekertjes van de rest van het afval en laat ze in een monostroom via de afvalverwerker naar Van Houtum gaan. Die maakt er wc-papier en papieren handdoekjes van die weer richting NS gaan. Na

Het waardecreatiemodel van het IIRC (International Integrated Reporting Council).

gebruik gaan de handdoekjes met de bekertjes weer richting Van Houtum en start de cyclus opnieuw. Van Houtum blijft controle houden over zijn grondstoffen gedurende de hele cyclus. ‘Zo kun je een activiteit die eerder alleen maar geld kostte – het opruimen van afval, red. – onderdeel maken van een cyclus die onder de streep alle betrokkenen geld oplevert’, aldus Wuestman.

kiezen voor materialen en componenten die goed opnieuw ingezet kunnen worden. Daarnaast is informatie nodig om goede afspraken te kunnen maken over terugname, wanneer en hoe dat gebeurt en tegen welke prijs. Dat terwijl tot nog toe, bij het lineair ontwerpen van producten, alleen rekening werd gehouden met de gebruiker, niet met bijvoorbeeld degene die ze aan het eind van de levenscyclus moet demonteren.’

LINEAIRE KETENS NIET TRANSPARANT

DIGITALISERING AANJAGER

Cruciaal voor het succes van circulaire waardeketens is de distributie en kwaliteit van informatie over alle partners. Zo is het voor een afnemer van belang van een leverancier én diens leveranciers te weten in welke mate hun processen en producten circulair zijn. Aan die transparantie schort het in de huidige lineaire supply chains nogal, duidt Roy Vercoulen van Circular-IQ. De Amsterdamse startup biedt ondernemers een platform om informatie met alle partners in de circulaire keten te delen. ‘Als afnemer is het lastig inzichtelijk te krijgen waaruit een product of component precies is samengesteld. Leveranciers geven die informatie niet prijs, uit concurrentieoverwegingen of omdat de relatie gewoonweg te vluchtig is. Maar circulariteit vereist dat een afnemer over De vraag naar gerecycled textiel op gang brengen, vergt een andere mentaliteit van de grote merken als H&M, aldus Anita de Wit (links) van Reblend, met naast haar zakenpartner Joanneke Lootsma. die informatie beFoto: Reblend schikt, zodat hij kan

18

april 2017

Het Circular-IQ-platform biedt informatie over leveranciers, gebaseerd op criteria van tal van certificaten. ‘Daarmee kun je als afnemer bijvoorbeeld zien van welke kleurstoffen een toeleverancier van gebruikte kleding gebruikmaakt, bij wie hij die middelen inkoopt en in hoeverre de samenstelling ervan voldoet aan de duurzaamheidseisen. Zo maak je zichtbaar of een partij voldoet aan bijvoorbeeld het certificaat Cradle2Cradle. En niet alleen hijzelf, maar ook zijn eigen toeleveranciers.’ Voor alle toeleveranciers, ook verderop in de keten, is het interessant hun data aan het platform toe te vertrouwen, aldus Vercoulen. ‘Want als ze inzicht hebben in de circulariteit van hun eigen processen en producten en in welke mate ze voldoen aan een bepaald certificaat, dan kunnen ze hun componenten en materialen ook beter vermarkten. Juist door open en zo circulair mogelijk te zijn, en dat met informatie aan te tonen op het platform, onderscheiden ze zich van hun concurrent, ook zonder over die certificaten te beschikken. Een leverancier die geen informatie verstrekt, zakt vanzelf op de lijst van voorkeursleveranciers.’ De betrouwbaarheid van die informatie meet het platform door te vragen naar de bron van die informatie: betreft het een zelfassessment of is een third party als auditor Lloyds ingeschakeld? ‘Dat laatste maakt informatie betrouwbaarder en zal de score van een leverancier verhogen.’ Dat


geldt evenzeer voor de informatie over de terugnamevoorwaarden die een ketenpartner stelt. Wil de circulaire economie werken, dan moet er heel veel informatie gedeeld worden, veel meer dan in een lineaire economie. ‘Dankzij de digitalisering zijn er nu geen technologische beperkingen meer om op een veilige manier grote hoeveelheden data te verzamelen en te analyseren. In mijn optiek is digitalisering een van de krachtigste aanjagers van circulariteit’, aldus Vercoulen.

OVERHEID Uit de voorbeelden van Ioniqa en Reblend blijkt dat de (Europese) overheid een cruciale rol speelt, maar die rol lang niet altijd goed invult, zoals voor het recyclen van textiel. Voor een geslaagde implementatie van dergelijke circulaire businessmodellen voor complexere processen en producten is de rol van de overheid belangrijk, vindt ook FME. Die moet zelf veel meer innovatiegericht inkopen. Te veel wordt nog uitgegaan van de productprijs, terwijl kwaliteit en duurzaamheid te weinig aandacht krijgen. ‘Hierdoor wordt de belastingbetaler tekort gedaan en worden bedrijven met innovatieve duurzame producten niet beloond’, aldus Ineke Dezentjé Hamming, voorzitter van de ondernemersorganisatie voor de technologische industrie. ‘Het draait om total cost of ownership en niet om een kort inkoopvoordeel.’ Aldus FME recent in een brief aan de Tweede Kamer. FME steunt het ‘Rijksbrede Programma Nederland Circulair in 2050’ en het SER-advies ‘Circulaire economie, geen tijd te verliezen’ en wil meewerken aan een grondstoffenakkoord. FME stelt voor om dit te koppelen aan de Smart Industry-agenda en de digitalisering van Nederland. Voor het ‘oplijnen’ van de belangen van alle ketenpartijen is de overheid onontbeerlijk, weet ook Hans Stegeman, hoofdeconoom van Rabobank, die veel over de circulaire economie heeft gepubliceerd. Bijvoorbeeld om businessmodellen (on)rendabel te maken. ‘Zodat het weer loont om producten te repareren. Ook moet de overheid zorgen dat afval gescheiden en afvalstromen opgeschaald worden. En de EU moet goede afspraken maken met landen als China zodat ook daar elektronica circulair ontworpen wordt. Ketens zijn internationaal, dus is internationale wetgeving nodig die grensoverschrijdend circulair verkeer goed regelt’, aldus de bankman.

‘Een activiteit die eerder alleen maar geld kostte, kun je onderdeel maken van een cyclus die onder de streep voor alle betrokkenen geld oplevert’, aldus Erick Wuestman, voorzitter stichting Circulaire Economie en adviseur bij KplusV. Foto: Com-magz

GELDSCHIETERS Over banken gesproken: ook hun medewerking en die van andere geldschieters kan doorslaggevend zijn. Want het overstappen op circulaire businessmodellen kan behoorlijke financiële implicaties geven. Wordt besloten om op een andere manier met producten in de keten om te gaan, bijvoorbeeld door ze tegen een gegarandeerde restwaarde terug te kopen of te leasen, dan moeten aanwezige geldschieters daar natuurlijk wel mee instemmen. Getuige de whitepapers die zowel ABN AMRO, Rabobank als ING het afgelopen jaar over circulariteit hebben gepubliceerd, zijn de grootbanken zich op dit onderwerp aan het oriënteren.

www.ioniqa.com www.reblend.nl www.circulaire-economie.info www.circular-iq.com www.economie.rabobank.com/auteurs/ hans-stegeman

MACHINE-EFFICIENCY VERHOGEN Reblend heeft voor het beter geschikt maken van een spinmachine samengewerkt met de afdeling Textiltechnologie der Spinnerei van de Hochschule Niederrhein in Mönchengladbach (D). Het probleem met het produceren van garen uit gerecycled materiaal, verhaalt Prof. Dr.-Ing. Thomas Weide, is dat de spinmachines dan minder efficiënt draaien. ‘Door de korte lengte breekt draad tijdens het spinproces makkelijker. Het proces moet dan opnieuw gestart worden en tot voor kort konden deze machines dat voor slechts vier tot zes van de honderden spindels tegelijk. Er is nu echter een nieuwe generatie machines op de markt – van fabrikant

Schlafhorst – waarin elke spindel apart wordt aangestuurd en aangedreven en bij draadbreuk het spinproces volledig automatisch opnieuw start.’ Maar dat maakt het gebruik van gerecycled textiel nog niet direct veel gangbaarder. ‘Doordat het materiaal eerder breekt, ligt de spin- en weefsnelheid veel lager, waardoor de efficiency en productkwaliteit minder zijn.’ In Weide’s optiek zijn er nog genoeg technologische innovaties denkbaar die de machine-efficiency voor het verwerken van gerecycled textiel verhogen.

DE MEEST EFFICIËNTE OPLOSSING VOOR ELKE TOEPASSING Met hoogwaardige sensoren, identificatiesystemen, netwerkoplossingen en onze grote vakkennis, verbeteren wij uw concurrentiepositie.

www.hs-niederrhein.de

www.balluff.nl


THEMA CIRCULAIRE KETENS: SAMENWERKEN AAN EEUWIGE WAARDE

CIRCULARITEIT VERGT INGRIJPEN IN PROCESSEN EN PRODUCTEN

‘WE COMPENSEREN HET VERVOER DOOR HET VERLENGEN VAN DE LEVENSDUUR’ Circulaire bedrijfsvoering betekent nadenken over de herkomst en samenstelling van grondstoffen. Maar ook over de mogelijkheden aan het eind van de levensduur van producten. Het vereist een open relatie met toeleveranciers en samenwerking in de keten. Accsys Technologies en Alliander doen een boekje open over hun ambities en aanpak.

Accoyahout biedt de gegarandeerde duurzaamheid die vereist is voor gevelbekleding. De inzet toont een kozijnprofiel van hybride kozijnhout met daarin hergebruikt kozijnhout.

DOOR WILMA SCHREIBER

ien jaar geleden opende Accsys Technologies zijn eerste 24/7 volcontinu-fabriek in Arnhem voor het modificeren van snelgroeiende houtsoorten door middel van de acetyleertechniek, wat resulteert in zogeheten accoyahout. ‘Dit proces is al tachtig jaar bekend, wij hebben het van labschaal naar commerciële productie gebracht’, vertelt salesmanager Bert Kattenbroek. ‘We zijn vier jaar met een proefinstallatie bezig geweest om processen inzichtelijk te maken, om het daarna te kunnen opschalen naar een commerciële productie. De proefinstallatie is gebruikt om te onderzoeken hoe we op de meest efficiënte manier volume kunnen maken.’ Inmiddels exporteert Accsys Technologies accoya wereldwijd naar ruim zestig landen.

Foto’s: Accsys Technologies

T

EXTREME TOEPASSING Doel van het productieproces is om snelgroeiende houtsoorten te bewerken en zodoende geschikt te maken voor extreme toepassing buiten. ‘Denk aan oeverbeschoeiing, die deels in de modder en deels in het water staat. Maar ook

20

april 2017

‘Dit proces is al tachtig jaar bekend, wij hebben het van labschaal naar commerciële productie gebracht’

grotere infrawerken. Zo hebben we in Sneek een geheel houten verkeersbrug gebouwd met een 32 meter overspanning voor de zwaarste verkeersklasse. Dat is met andere houtsoorten niet mogelijk.’ Bij het acetyleren laat Accsys Technologies het hout reageren met azijnzuuranhydride, een sterke concentratie keukenazijn. Na behandeling in de modificatie-installatie, destijds een investering van tientallen miljoenen euro’s, neemt het hout nauwelijks nog water op in z’n celwanden, waardoor het vormstabieler wordt en een extreem hoge rotbestendigheid krijgt. ‘Het gaat gegarandeerd vijftig jaar mee in bijvoorbeeld kozijnen. Een stam doet er dertig jaar over om te groeien. Dus de boom groeit sneller dan wij consumeren.’ Vooraf werd nagedacht over wat er moest gebeuren met het hout na afloop van de levensduur van producten. ‘Azijnzuur is niet giftig en in het accoyahout zitten geen houtvreemde of giftige stoffen. Dus kun je het hout gewoon weer verwerken en hergebruiken. En omdat het geen geïmpregneerd hout is, mag het ook worden


verbrand.’ Het azijnzuur dat bij het proces overblijft, wordt uit het hout gehaald en opgewerkt tot een hogere concentratie voor hergebruik.

ECONOMISCH RENDABEL Het hout is afkomstig uit FSC-gecertificeerde productiebossen in Spanje, Nieuw-Zeeland en Chili. Het vervoer is inderdaad belastend voor het milieu, beaamt Kattenbroek, maar voor Accsys Technologies de enige manier om aan snelgroeiend hout te komen. ‘Uit een test met Nederlands populierenhout blijkt de constante aanvoer van hout van een constante kwaliteit een probleem. En we compenseren het vervoer in zoverre dat we de levensduur van het hout verlengen. Ook vergt

accoyahout minder onderhoud in schilderen.’ De vraag is groter dan de productie, vandaar dat Accsys Technologies later dit jaar de productie met vijftig procent uitbreidt. Op termijn wordt nog een procesketel toegevoegd, wat in totaal een verdubbeling van de huidige capaciteit betekent. Door de jaren heen ontving Accsys Technologies bijna alle denkbare certificeringen op het gebied van duurzaamheid en cradle-to-cradle (c2c). Zo behaalde het bedrijf bijvoorbeeld een score van 89 procent voor de c2c-categorie materiaalhergebruik. ‘Momenteel werken we aan een project voor het hergebruik van kozijnen, ‘Het juiste hout op de juiste plaats’. Het idee is om kozijnen te ontdoen van schroeven, er strips van te maken

en deze te verlijmen tot nieuwe kozijnprofielen met accoya aan de buitenkant. Zo kun je tot wel de helft van oud kozijnhout hergebruiken’, vertelt Bert Kattenbroek. ‘We zijn nu bezig de keten te organiseren en te kijken hoe we het proces economisch rendabel kunnen maken. Hiervoor werken we samen met een aantal houtrecyclingbedrijven en met sociale werkplaatsen. Wij leveren het accoyahout aan Mevo Houtindustrie in Helmond, dat het afvalhout schoonmaakt en verwerkt tot nieuw kozijnhout.’

www.accoya.com

ALLIANDER: CIRCULAIR INKOPEN VERGT LOSLATEN Netwerkbedrijf Alliander geldt als een van de koplopers in circulair inkopen en wil dit ook verder toepassen in de core business: productie, aanleg en beheer van ondergrondse infrastructuur. Tevens neemt het bedrijf deel aan ‘Leiding op Circulariteit’, keteninnovatieprogramma onder de vlag van ‘Nederland Circulair!’. Zo’n tien jaar geleden zette Alliander de eerste stappen bij de facilitaire dienstverlening. Samen met de keten werd gekeken naar een alternatief voor polystyreen koffiebekertjes. ‘Daarbij waren veel partijen betrokken, van de leverancier van de koffieautomaat tot de producent van de bekertjes en de afvalverwijderaar. En intern betrof het de afdelingen facilitair, inkoop (contracten leveranciers) en logistiek (afval). Al die disciplines moesten samenwerken’, vertelt Hendrik van Zantvoort, programmamanager maatschappelijk verantwoord inkopen bij Alliander. Enkele jaren later herrezen twee duurzame kantoren in Duiven en Arnhem. ‘Die vormden een goede vingeroefening op het vlak van inkoop om ook in onze core business met circulariteit aan de slag te gaan. Veiligheid, betrouwbaarheid en beschikbaarheid vormen daarbij de belangrijkste randvoorwaarden.’ Alliander bleek bij de kabels, trafo’s, slimme meters, stations, buizen en leidingen leveranciers tot op detailniveau te instrueren hoe en vooral wat ze moesten leveren. ‘Er was weinig ruimte om met nieuwe oplossingen te komen, laat staan om circulaire antwoorden te geven. Als wij circulaire ambities hebben, moeten we leren zaken meer los te laten.’ Een voorbeeld zijn de elektriciteitskabels waarvoor Alliander een hoge mate van geleidbaarheid eist. ‘Die is binnen de specificaties op dit moment alleen te realiseren als leveranciers werken met maagdelijk aluminium. Zo lang wij dat voorschrijven, is het voor leveranciers niet mogelijk om materiaal te hergebruiken. Nu gaan we de dialoog met de markt aan om ideeën, kansen en mogelijkheden te onderzoeken.’ Deze werkwijze zal in eerste instantie leiden tot theoretische oplossingen, die Alliander samen met zijn leveranciers nu vertaalt naar pilots en toetst aan de criteria. ‘Dat vergt een open en transparante relatie met onze leveranciers. Dat is niet van vandaag op morgen te realiseren en we zullen ook niet gelijk tot de gewenste oplossingen komen. Probleem in onze business is ver-

Alliander wil circulariteit uitbreiden naar de core business: productie, aanleg en beheer van de ondergrondse infrastructuur. Foto: Alliander

der dat het product vandaag de grond in gaat en er pas zestig jaar later weer uitgehaald wordt. We moeten dus met de wetenschap van nu zorgen dat het product te scheiden is tot bruikbare grondstoffen en hergebruikt kan worden voor nieuwe toepassingen.’ Ingrijpen in het product en het bedrijfsproces vergt inzicht in de samenstelling van producten die worden ingekocht. ‘Daarom hebben we samen met onze leverancier AVK Plastics en KIWA Technology een grondstoffenpaspoort ontwikkeld, dat de herkomst en samenstelling van materialen beschrijft. Vanaf dit jaar gaan we dat uitvragen bij onze leveranciers. Op die manier kunnen we de discussie met hen aangaan en alternatieven

zoeken voor de meest onwenselijke materialen.’ Honderd procent circulair is nu nog niet haalbaar voor Alliander, aldus Hendrik van Zantvoort. Hij stelt dat complexe producten met een lange levensduur – zoals gas- en elektriciteitsmeters met veel elektronica en communicatie die vijftien jaar in de meterkast zitten – moeilijk circulair te maken zijn. ‘Hetzelfde geldt voor ons streven te werken met conflictvrije materialen. Het is lastig om als eindklant heel diep in de keten – de tinmijnen in Congo – te komen. Maar dat weerhoudt ons niet om daar elke dag keihard aan te blijven werken.’ www.alliander.com

april 2017

21



THEMA CIRCULAIRE KETENS: SAMENWERKEN AAN EEUWIGE WAARDE

MARTIJN VAN ENGELEN VAN SNEW PLEIT VOOR LOSLATEN LINEAIR DENKEN

‘ELKE SECTOR KAN ZIJN PRODUCTEN ONTMAKEN’ Ieder bedrijf in welke sector dan ook kan circulair ondernemen. Wie producten maakt, moet ze ook kunnen ‘ontmaken’. Dat zegt Martijn van Engelen, ceo van SNEW in Vught. In de ict, waarop SNEW/No Time To Waste zich richt, is dat niet makkelijker of moeilijker dan elders, vindt hij. Het draait bij hem al jaren om drie woorden: recollect, reuse en recycle. DOOR LUCY HOLL

artijn van Engelen is druk. Hij neemt binnenkort een grote nieuwe bedrijfshal in Boxtel in gebruik met zijn twaalf medewerkers (zowel in het Belgische Menen als in Polen heeft SNEW er nog vier). Een aantal van hen is van de sociale werkplaats. SNEW (spreek uit: as new) heeft een nieuw contract met een grote Belgische telecomoperator waarvan hij de naam nog niet bekend wil maken. Zijn bedrijf gaat de hele retourstroom doen: oude apparatuur ophalen en uitsorteren, en waar mogelijk opknappen en hergebruiken voor een tweede en soms derde leven. Pas als technisch en cosmetisch refurbishen echt niet meer mogelijk is, gaat de apparatuur naar een recyclingpartij om de grondstoffen eruit te halen. ‘We hadden laatst de raad van bestuur van het telecombedrijf hier op bezoek. Ze waren flabbergasted over wat we doen en kunnen, en over ons bedrijfsmodel.’

M

NU STARTEN Van Engelen (‘ik onderneem vanuit mijn hart’) weet zeker dat we de transitie moeten maken van een lineaire naar een circulaire manier van denken. ‘We kunnen zo niet doorgaan, we helpen de aarde naar de filistijnen, de grondstoffen raken op. Ik kom uit de autosloperij en was medeoprichter van brancheorganisatie voor autosloperijen Stiba. Onderdelen van auto’s worden nu al grotendeels hergebruikt. In de elektronica is dat nog lang niet zo. De elektronica-industrie is misschien niet van hergebruik gediend en wil hoogstens recyclen.’ Maar ondernemingen moeten simpelweg hun bedrijfs-dna verduurzamen. Het hoeft niet morgen klaar te zijn, als ze maar wel nu starten, benadrukt Van Engelen. ‘Consumenten

De circulaire filosofie van SNEW.

kunnen al hun oude apparatuur inleveren, voor de zakelijke markt is er geen retoursysteem voor telecom- en it-spullen. Dus dat doen wij. Wie zijn retourstroom aan ons aanbiedt, doet al meteen iets aan circulair ondernemen.’ SNEW bepaalt en betaalt een eerlijke prijs en vertelt de klant wat er met de apparatuur gaat gebeuren. ‘Wij kunnen bedrijven helpen bij circulair inkopen, volgens ISO 20400, zodat ze hun doelstellingen op het gebied van mvo – maatschappelijk verantwoord ondernemen, volgens ISO 26000 – verder kunnen verbeteren. Deze normen zullen in de komende jaren een steeds belangrijkere rol gaan spelen om te komen tot een circulaire economie.’

HAPJE UIT DE BOTERHAM SNEW levert opgeknapte, ‘as new’ producten aan de Europese markt. Ook gaat een stroom via een value-added distributeur naar Afrika. ‘Wat we brengen, halen we ook weer terug. We hebben een gesloten stroom. Als de gereviseerde apparatuur volledig op is, gaat deze terug naar een recyclepartij waarmee we samenwerken. We blijven van het begin tot het eind van de keten erbij.’ Circulair ondernemen is met elkaar samenwerken. ‘Iedereen krijgt een hapje uit de boterham, samen kunnen we ervan eten. Als de boterham op is, hebben we weer een nieuwe. Er gaat niets verloren. Zonder een keten van partners kun je niet circulair ondernemen.’ Samen met ontwikkelingsorganisatie 1We is het project ‘1We SNEW’ opgezet, om mensen in ontwikkelingslanden te trainen in het onderhoud en de uiteindelijke demontage van de geleverde apparatuur.

Martijn van Engelen: ‘Steeds meer mensen snappen dat we met iets waardevols bezig zijn.’ Foto: SNEW

meer de ver-van-mijn-bed-show.’ Energie- en grondstoffenneutraal produceren kan in elke sector, is de overtuiging van Martijn van Engelen. ‘Denk in termen van een omgekeerde winkel. In elke sector zijn oplossingen te bedenken om te ontmaken. Laat eerst dat dominante lineaire denken los. De grondstoffen die we gebruiken van de aarde, moeten we weer teruggeven aan die aarde.’ www.snew.eu

INNOVATIEF ARBEIDSMARKTCONCEPT

WETGEVING Lastig aan circulair ondernemen is de wetgeving. ‘Ik mag een olielekkende auto naar Afrika transporteren, maar over gebruikte pc’s wordt moeilijk gedaan. Dat is ineens gevaarlijk afval, want er zit een accuutje in.’ En dan de financiering: ‘Ons hele systeem is nog gebaseerd op lineaire modellen. Geen bank wil investeren, ik heb mijn hele privéportemonnee leeggetrokken. Ik hoop snel op nog meer grote klanten zoals de Belgische telecompartij. Ik blijf hierin geloven, steeds meer mensen snappen dat we met iets waardevols bezig zijn.’ Van Engelen ziet ook meer mooie voorbeelden van bedrijven die hun productieprocessen aan het verduurzamen zijn, zoals Gispen in de projectmeubilairsector. ‘Het is niet

SNEW heeft onlangs een subsidie ontvangen in het kader van de Subsidieregeling Economie en Innovatie Noord-Brabant (SEIN) van de provincie. Het betreft een innovatief arbeidsmarktconcept voor mensen met een beperking, c.q. afstand tot de arbeidsmarkt. De kern van het project is om te komen tot duurzame en structurele inzet van moeilijk bemiddelbare mensen op alle operationele posities in het bedrijf. Zo koppelt SNEW de groei van de onderneming aan de groei van werkgelegenheid voor deze doelgroep. Met een innovatief opleidings- en begeleidingstraject komt SNEW tot een duurzame inzet van deze mensen in een bijzonder herproductieproces vanuit elektronisch afval.

april 2017

23


COLUMN HANS HOUMES ‘CIRCULARITY BY DESIGN’ VOORWAARDE VOOR SUCCES DUURZAME SERVICEMODELLEN Hans Houmes - Partner PA Consulting ervitization is een trend in de maakindustrie waarbij organisaties hun portfolio uitbreiden met inventieve dienstverlening. Zo verrijken zij bestaande fysieke producten met bijvoorbeeld onderhoud en consultancy, die de totale waarde van de samenwerking met de klant verhogen. Steeds vaker zien we dat de toegevoegde waarde van deze diensten zelfs de waarde van de oorspronkelijke producten overstijgt. Servitization heeft raakvlakken met denkbeelden achter de circulaire economie. Een wasmachineleverancier bijvoorbeeld biedt zijn diensten ‘as-a-service’ aan, waarbij klanten geen wasmachine meer kopen, maar een maandelijks bedrag betalen aan de leverancier. Die neemt op zijn beurt plaatsing, onderhoud en reparatie voor z’n rekening en de klant is verzekerd van schone was. Met dit verleasen van apparatuur blijft de leverancier eigenaar en behoudt daarmee de controle. Dit is een belangrijke voorwaarde voor het implementeren van een circulair businessmodel. Omdat afgeschreven apparatuur op één centraal punt in de keten wordt verzameld – bij de leverancier – kan hergebruik en recycling kostenefficiënt worden ingericht en uitgevoerd. Mooie bijvangst is dat deze overgang van een product- naar een dienstmodel fabrikanten automatisch verleidt te verduurzamen, simpelweg omdat de marges verbeteren als reparaties of vervanging van de apparatuur kunnen worden vermeden. Een hele opluchting in een tijd dat nog te veel leveranciers

S

24

april 2017

zich laten leiden door de perverse prikkel dat een apparaat dat snel vervangen moet worden meer winst oplevert. Servitization lijkt de ideale aanjager van de circulaire economie – maar er zijn ook uitdagingen. PA Consulting is nauw betrokken bij projecten in de maakindustrie, waaronder de autobranche. Daarbij blijkt keer op keer dat servitization nieuwe businessmodellen doet ontstaan, tot forse kostenbesparingen kan leiden, en in veel gevallen ook nog eens duurzame, circulaire oplossingen oplevert. We kijken daarbij nu vooral nog naar de quick wins: de situaties waarin servitization haalbaar is zonder dat dit in de keten of voor het eigen bedrijf tot grote risico’s of problemen leidt. Dan experimenteren we op kleine schaal conform het principe ‘think big, act small, scale fast’. We werken daarbij intensief samen met ‘testklanten’. Bij succes is het belangrijk snel te repliceren en op te schalen. Later kunnen ingewikkeldere vormen worden nagestreefd, met meer partijen in de keten. Het is een groeimodel waarin verbeeldingskracht en visie parallel moeten lopen met de praktische uitvoering. Op langere termijn is het cruciaal dat producten zo ontworpen worden dat ze deze servicemodellen van hergebruik tot recycling mogelijk maken, voor alle betrokken ketenpartijen. Zonder deze ‘circularity by design’ missen we een belangrijk deel van de economische potentie van servitization. www.paconsulting.com


THEMA CIRCULAIRE KETENS: SAMENWERKEN AAN EEUWIGE WAARDE

POMPEN: NIET ALS HET MOET, MAAR ZODRA HET KAN

ANDERE REGELSTRATEGIE DOET WONDEREN IN RIOOL Regenbuien worden heftiger, riolering en gemalen moeten meer water in korte tijd opvangen. Ga je systemen uitbreiden om die piekbelasting aan te kunnen? Hoeft niet altijd, bedacht Ad van Rijsbergen, accountmanager bij civieltechnisch bureau CT-Plus, samen met zijn engineers. Hou het simpel, regel anders, zet slimme software in. Gemeenten en waterschappen reageren enthousiast op het ontwikkelde besturingsplatform AWM control. Het past helemaal in het circulaire denken.

DOOR LUCY HOLL

et begon met een probleem in Moerdijk, waar CT-Plus om advies werd gevraagd, vertelt Ad van Rijsbergen. ‘Elk woonhuis heeft zijn eigen pompje om water op het riool te storten, de tuinbouw aan de overkant van de straat doet dat ook. Het ging soms niet meer samen, de pompen stonden tegen elkaar in te drukken en de centrale afvoer was overbelast.’ Dan kun je het in traditionele oplossingen zoeken zoals grote wateropslagputten bij de bedrijven, maar hoe zou het anders kunnen? Noem eens een belangrijke variabele, vroeg Van Rijsbergen zijn werktuigbouwers. Cruciaal is de tegendruk in de buizen, daar moet je je besturing op aanpassen, was het antwoord. ‘Dat gebeurt nog niet, een pomp gaat aan of uit en dat is het.’ En zo kwam het dat CT-plus samen met aandrijfspecialist Control Techniques het besturingsplatform AWM control ontwikkelde. Het heeft zoveel potentie dat ze er een apart bedrijf voor oprichtten, Advanced Water Management. Een contactloze radarniveausensor en drukmeter spelen de hoofdrol. ‘Een pomp hoeft niet te wachten tot een maximaal waterniveau om te starten. Vanaf een bepaald niveau mag gestart worden: de gemeten druk bepaalt of en wanneer dat ook echt gebeurt.’ Een plc laat iedere pomp steeds op het energieefficiëntste punt van de pompcurve werken. Zo is het systeem steeds optimaal voorbereid op wat komen gaat. De partijen hebben eind 2016 octrooi aangevraagd op AWM control, waarmee

H

RUIMTE VOOR INNOVATIE Control Techniques en CT-plus werken nauw samen aan AWM control. CT-plus in Oirschot richt zich helemaal op civieltechnisch werk. Control Techniques en Leroy-Somer (10.000 medewerkers, 42 landen wereldwijd) maken sinds 1 februari 2017 deel uit van Nidec. Het Japanse Nidec (omzet 11,5 miljard dollar) is wereldleider in elektrische aandrijftechniek en biedt veel ruimte voor innovatie.

de waterstroom gecontroleerd kan worden afgevoerd.

ENERGIEWINST De andere regelstrategie heeft vele voordelen, aldus Van Rijsbergen. ‘De energiewinst is tot maximaal dertig procent vergeleken met een regulier aan/uit-systeem. Een gemiddelde gemeente heeft vijf-, zeshonderd gemalen staan, dus dat telt lekker op. We meten en monitoren met de slimme software bovendien slijtage, temperatuur en eventuele blokkades. Een pomp kan zo nodig even terugdraaien. We kunnen de software eenvoudig Sanne Carrière. directeur Dr2 New Economy: ‘AWM control is zo’n verschil met de oude upgraden. Het aantal compobenadering van de besturing.’ Foto: dr2.nl nenten in het systeem is beperkt, het geheel is zo onderhoudsvrij mogelijk.’ Heftige regenbuien leveren Er wordt veel minder beslag gelegd op grondstofveel minder problemen op en het systeem bewijst fen, door van de bestaande constructie uit te gaan ook zijn diensten bij andere pieken, bijvoorbeeld en minder componenten te gebruiken, en geen als iedereen ’s morgens onder de douche staat. ‘Er ingewikkelde nieuwe dingen te doen zoals wateris altijd een optimale en constante flow door het reservoirs aanleggen. Het geheel bespaart grondgehele systeem richting een rioolwaterzuivering.’ stoffen, energie en onderhoud.’ Tijdens een sessie van de Circo Business Design Track (van innovatienetwerk CLICKNL, onderdeel van de topsector BELASTING SPREIDEN Creatieve Industrie), waarin bedrijven samen‘Met zo’n systeem heb je goud in handen’, zegt Sanne Carrière van Dr2 New Economy uit Den werken aan concrete circulaire business, werd Haag. Haar bedrijf ondersteunt bedrijven bij de AWM control als meest uitgesproken circulair transitie naar circulair ondernemen. Eind maart project aangemerkt. tijdens een presentatie op de Aqua Nederland De oplossing is simpel maar doeltreffend en kent vakbeurs gebruikte ze AWM control als een nog veel meer toepassingsmogelijkheden, denk schoolvoorbeeld van circulair denken. ‘Dit is zo’n aan wateroverlast via oppervlaktewater. Control verschil met de oude benadering van de bestuTechniques en CT-Plus blijven doorontwikkelen ring. Technische systemen zijn nu vaak ingericht en samen de markt benaderen. Ad van Rijsberop piekgebruik: alleen bij een zware regenbui gen: ‘Wij willen totaaloplossingen in de civiele hoeft alles vol aan het werk, dus is zo’n systeem techniek bieden, Advanced Water Management is het grootste deel van de tijd overgedimensioeen prachtige toevoeging op ons aanbod.’ neerd. Je wilt de belasting juist spreiden en het aantal componenten terugdringen.’ AWM gaat uit van een bestaande infrastructuur waarin duidewww.ct-plus.nl lijke innovaties worden aangebracht, onder meer www.controltechniques.nl met slimme software. ‘In die zin is het circulair. www.dr2neweconomy.com

april 2017

25


KRACHTIGE BEWEGING Transmissions, hydraulics and winches

D Dana ana B Brevini revini bbrengt rengt u ve verder r der vann ccustom-made AAls ls ttotaalleverancier otaalleverancier va ustom-made ttransmissiesystemen, ransmissiesystemen, oontwerpt ntwerpt eenn pr produceert oduceer t Dana Dana BBrevini revini BBenelux enelux een een compleet compleet assortiment assor timent van van zzowel owel mechanische elektronische me chanische ttransmissies ransmissies aals ls hhydraulische ydraulische eenn ele ktronische ccomponenomponentten. en. Door Door de de iintegratie ntegratie van van ddee ddiverse iverse ttechnologieën, echnologieën, vvervullen er vullen oonze nze ooplosplosssingen ingen al uuw w aaandrijfbehoeften. andrijfbehoeften. D Dankzij ank zij oons ns unieke unieke complete complete productgamma, productgamma, w wereldwijde ereldwijde ddistributie, istributie, ccustom-made ustom-made ttotaaloplossingen otaaloplossingen eenn ongeëvenaarde ongeëvenaarde eexpertise xper tise van van oonze nze eengineers, ngineers, lleveren everen w wijij de de krachtige krachtige bbeweging eweging die die u verder verder br brengt. engt. Dana D ana BBrevini revini BBenelux enelux bbenelux@brevini.com enelux@brevini.com | +31 +31 1172 72 42 42 80 80 8800 | w www.brevini.nl ww.brevini.nl


MENS EN ORGANISATIE

TECHNISCH DETACHEERDER TMC GAAT MET ‘EMPLOYENEURSHIP’ NOG STAP VERDER

‘EEN DEEL VAN DE WINST IS VOOR ONS’ De Eindhovense technisch detacheerder TMC omarmde het idee van ondernemerschap en gaat met het ‘employeneurship model’ nog een stapje verder. De ingenieurs en andere gedetacheerden die echt ondernemer willen worden, krijgen niets in de weg gelegd. Sterker, daarvoor heeft TMC het Entrepreneurial Lab ingericht.

DOOR JOS CORTENRAAD

T

MC telt tien vestigingen in Europa en behaalde met ruim 1.000 mensen vorig jaar een omzet van 75 miljoen euro. Opdrachtgevers zijn te vinden in de hightech, chemie, engineering, automotive en energie. De komende jaren wil TMC uitgroeien tot een wereldwijd opererende onderneming met tussen de 3.000 en 5.000 werknemers, oftewel ‘werkondernemers’. Een van hen is Arnold Houwing en hij is op termijn wel geïnteresseerd in het zelfstandig ondernemerschap. ‘Nu nog niet’, zegt de 41-jarige softwarespecialist. ‘Ten eerste kan ik nog heel veel leren bij TMC. Ze hebben aansprekende projecten bij klanten, ook internationaal, en bovendien wil ik alleen goed voorbereid voor mezelf beginnen. Voorlopig is dat nog niet aan de orde.’

UITDAGING Arnold Houwing belandde na een universitaire studie wiskunde in Enschede bij Philips Medical Systems in Best. Hij werkte twaalf jaar aan het optimaliseren van röntgensystemen. ‘In die periode heb ik me gespecialiseerd in software-engineering. Razend interessant, maar ik raakte toch een beetje uitgekeken op de vaste baan in de grote organisatie. Ik zocht meer uitdaging, wilde pionieren en wel eens bij andere ondernemingen in de keuken kijken.’ Een collega tipte hem over TMC en in 2012 stapte hij over. ‘Het klikte meteen, vooral het idee van het werkondernemerschap sprak me erg aan. Je wordt ingehuurd voor je specialistische kennis en de opdrachtgever verwacht iets extra. Dat je meedenkt bijvoorbeeld en gevraagd en ongevraagd commentaar geeft. Je zit bij TMC niet in een vast stramien én je bepaalt voor een deel zelf je salaris. Hoe meer omzet je draait, des te hoger de variabele beloning in de vorm van een winstuitkering. En ja, de beloofde afwisseling sprak me ook aan.’ Eerst belandde Arnold Houwing bij ASML, vervolgens bij FEI en sinds vorig jaar is hij in-

Arnold Houwing van TMC (links) toont met Daan Gerrits (Beijer Automotive) software voor het uitlezen van voertuiggegevens: ‘Binnenkort leveren we een nieuwe applicatie op, die Daan en ik hebben ontworpen. Dat voelt echt als ondernemen.’ Foto: Bart van Overbeeke

gehuurd door Philips Healthcare. Van software engineer schoof hij op naar een leidinggevende functie met de verantwoording voor een team van tien mensen. ‘Ik werk wel mee, engineeren is uiteindelijk mijn vak. Maar ik leer nu ook organisatorisch veel. Philips stelt ondernemerschap absoluut op prijs. Samen met andere teams heeft ons team heel recent het platform Azurion opgeleverd.’ Daarmee kunnen artsen eenvoudig en trefzeker een scala aan gangbare en complexe ingrepen (beeldgestuurde interventies) verrichten.

BEIJER AUTOMOTIVE Sinds begin vorig jaar is Arnold Houwing ook werkzaam voor Beijer Automotive in Schijndel. Voor dit bedrijf werkt hij aan nieuwe software voor het via internet uitlezen van voertuiggegevens. ‘Beijer heeft apparatuur ontwikkeld waarmee sensorgegevens worden uitgelezen en geanalyseerd. Interessant voor ondernemingen met een wagenpark, leasemaatschappijen, taxibedrijven. Maar ook voor beleidsmakers die zoeken naar mobiliteitsoplossingen en slimme openbaarvervoersystemen. Zij krijgen inzicht in benzineverbruik, kilometers, afgelegde routes, storingen en al die andere zaken die de computer in de auto verzamelt. Data-analyse is hier essentieel. Daarnaast levert Beijer software waarmee installateurs direct kunnen vaststellen waar de sensoren en signalen in een auto zich bevinden. Van vrijwel elk merk, dat is uniek.’

Beijer Automotive is een snelgroeiende onderneming en kwam bij TMC uit met de vraag voor extra support in de softwareontwikkeling. Op flexibele basis, en daar had Arnold Houwing wel oren naar. ‘Ik beschouw Beijer als mijn tweede klant. Een veel kleiner bedrijf natuurlijk dan Philips Healthcare, maar dat is net fijn. Binnenkort leveren we een nieuwe applicatie op, die de vaste engineer en ik hebben ontworpen. Dat voelt echt als ondernemen.’ Het zou zomaar het opstapje kunnen zijn naar het zelfstandig ondernemerschap. ‘Wie weet. Ik ben ook ingestapt in het Entrepreneurial Lab, waar we met een aantal collega’s en externe experts werken aan een technische innovatie. Omgeven door een financieel model. Een deel van de winst is voor ons. Dat is typisch TMC; je krijgt er alle kansen om je te ontwikkelen.’

FLEXIBILITEIT Namens Beijer Automotive laat r&d-engineer Daan Gerrits weten dat met name de flexibiliteit bij TMC en Houwing ervoor heeft gezorgd dat ze hem bij Beijer Automotive kunnen inzetten. ‘Er is op dit moment geen behoefte aan een fulltime software engineer, maar nu Arnold zijn werk bij Philips Healthcare kan combineren met werkzaamheden bij ons, kunnen wij toch van deze extra capaciteit en kennis gebruik maken.’ www.tmc-employeneurship.com www.beijer.com

april 2017

27


INNOVATIE

ONTWIKKELING EN BOUW PIONEERING SPIRIT ONTDEKKINGSREIS VOOR ALLSEAS EN BOSCH REXROTH

EEN ONVOORSTELBARE KLUS GEKLAARD Pratend over de Pioneering Spirit dringt de vergelijking met ontdekkingsreizen zich als vanzelf op. Het ontwerpen en bouwen ervan door Allseas betekende iets doen wat nooit eerder gedaan was. Waarvan niet vaststond dat het daadwerkelijk mogelijk was. Pionieren dus, voor Allseas én toeleveranciers als Bosch Rexroth. Dankzij innovatie en engineering-slimheid gecombineerd met lef en ondernemerschap vaart het megaschip nu over de wereldzeeën.

• ‘Wij moesten de integratie op ons nemen van het werk van tal van leveranciers.’ • ‘We gingen eerst iets verkopen om er pas daarna mee aan de slag te gaan.’ • ‘Aan deze klus meewerken was voor veel bedrijven natuurlijk een prachtige referentie.’

bovenbouwconstructie van een boorplatform (topsides) op zee van haar onderstel licht en ermee wegvaart, of het juist op haar onderstel plaatst. Een platform dat 10.000 ton kan wegen, of 48.000; dat drie poten kan hebben, maar ook vier of zelfs zes. Waarvan de geometrie en de stijfheid sterk kunnen variëren...

STRAK STUREN

Martijn Schenkel van Allseas (links) en Ron van den Oetelaar (Bosch Rexroth): ‘Je stuit op problemen die je van tevoren echt niet kunt bedenken.’ Foto: Sam Rentmeester

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

ijna vierhonderd meter lang en ruim 120 meter breed meet de Pioneering Spirit, een schip gebouwd als een enorme catamaran. Een van de allergrootste vaartuigen ooit gebouwd en vorig jaar door Allseas in gebruik genomen. Om die omvang echt te ervaren, moet je zelf op het schip staan. Toen de engineers van Allseas – reeds in 1986 – de eerste ontwerpen op hoofdlijnen maakten, hadden ze die luxe niet. Zij maakten de plannen voor een constructie met een functie die nog niet eerder was gebouwd, zeker niet met die omvang. Ze moesten het dus stellen zonder de ervaring die anders vrijwel altijd wel voorhanden is. Dan bestaat het ontwerpen van een schip toch vooral uit het voortborduren op wat al eerder gedaan is. Nu konden de technici niet even in de praktijk gaan kijken, of een beroep doen op toeleveran-

B

28

april 2017

ciers met relevante ervaring elders opgedaan. Het is, zo maakt projectleider Martijn Schenkel van Allseas duidelijk, vanaf de ontwerpstart tot de laatste bouwactiviteiten pionieren geweest. Pionieren om een schip te bouwen dat in één dag de

Die onzekerheid trof niet alleen de uitbesteder Allseas, ontwikkelaar, bouwer en gebruiker van schepen voor het leggen van olie- en gaspijpen op zee en – nu dus ook – het installeren en verwijderen van boorplatforms, maar ook de honderden first-tier suppliers en de duizenden second tiers, wereldwijd. Ook al kregen zij relatief maar een piepklein deel van het totale schip te leveren, het kon zomaar zijn dat dat werk op z’n piek meer capaciteit bleek te vragen dan de toeleverancier überhaupt in huis had. Onder meer om die reden heeft Allseas voor dit megaproject eigen bouwvestigingen geopend. In zowel Heusden als Rotterdam is assembleerwerk, outfitting (het voorbereiden op inbedrijfstelling) en daadwerkelijke inbedrijfstelling gedaan van units die een dusdanige omvang hadden dat daarvoor geen leveranciers te vinden waren met voldoende kennis, kwaliteit en capaciteit. ‘We hebben daarvoor diverse partijen de revue laten passeren, maar zij konden niet de snelheid en de kwaliteit bieden

DE ‘ZEVENTIENDE’ BALK Het topsides-liftsysteem kan tot 48.000 ton tillen. Het bestaat uit zestien hefbalken die in samenhang met elkaar in drie richtingen kunnen bewegen. Een krachtig computersysteem stuurt die bewegingen zo aan dat het deinen van het schip op de golven – tot een hoogte van 3,5 meter – volledig wordt gecompenseerd. Zo kunnen de hefbalken volledig stil onder het platform worden gemanoeuvreerd alvorens het te liften. Voor het liften wordt hydrauliek gebruikt met 25 MW vermogen en

1 miljoen liter olie. Tevens bevat het systeem een energievoorraad in de vorm van perslucht, opgeslagen in 1.100 vaten van 5 meter lang en een doorsnee van bijna 1 meter. Om tijdens het ontwerpen zoveel mogelijk inzicht te krijgen in de werking van het systeem, hebben de mensen van Bosch Rexroth niet louter volstaan met computersimulaties. In Boxtel is alle elektronica, hydrauliek en besturing van één balk – de ‘zeventiende’ – geïnstalleerd.


die wij wilden. Dus zijn we dat werk zelf gaan doen. Het betekende wel dat wij de integratie op ons moesten nemen van het werk van tal van leveranciers, een verantwoordelijkheid die we normaal gesproken bij een main contractor laten. Ja, daarmee werd ons risico groter. Dat hebben we hanteerbaar gemaakt door suppliers heel strak te sturen’, schetst Schenkel.

CONTINU PIONIEREN Toch liep het project alles bijeen 1,5 jaar vertraging op, met name tijdens de bouw van de dubbele romp van het schip en de afbouw en ingebruikstelling van de zestien hefbalken van het topsides-liftsysteem. Voor een dergelijk groot project niet heel verwonderlijk: het was continu pionieren. Dat gold zeker ook voor het werk van een van de belangrijkste leveranciers, van wellicht het meest innovatieve deel van het schip. Bosch Rexroth uit Boxtel onderzocht en leverde de hydraulische componenten en de lokale aansturing daarvan voor het door Allseas geconcipieerde en ontwikkelde innovatieve topsides-liftsysteem. Alvorens de handtekening werd gezet onder deze omvangrijke klus, waarvan de technologische realiseerbaarheid niet tot op detailniveau was aangetoond én waarvoor de markt diffuus was, moest deze intern verkocht worden op het Bosch-hoofdkantoor in Duitsland. ‘Met name het aantonen dat wij, ondanks alle onzekerheden, in staat waren dit project op beheersbare wijze te kunnen realiseren, was hierin doorslaggevend’, aldus managing director Ron van den Oetelaar. ‘Normaal gesproken worden onze producten ontwikkeld en uitgebreid getest alvorens we ze verkopen. Nu gingen we eerst iets verkopen om er pas daarna mee aan de slag te gaan.’ ‘Dit is een project dat veel flexibiliteit vraagt’, vult Schenkel aan, ‘van ons en van onze toeleveranciers. Dat een mindset vergt die typisch Nederlands is. Elders in de wereld gaat het er toch wat meer rigide aan toe.’ De Nederlandse inbreng was dan ook groot: bij de ontwikkeling en bouw van de Pioneering Spirit zijn ongeveer 600 bedrijven uit ons land als toeleverancier betrokken. De totale waarde van de toeleveringen is ruim 900 miljoen euro.

TERUG NAAR DE TEKENTAFEL Nu was de aanvankelijk kritische blik van het Bosch-hoofdkantoor in Duitsland om een zo omvangrijke opdracht aan te nemen met zoveel onzekerheden natuurlijk niet ongegrond, maakt Van den Oetelaar duidelijk. ‘Je stuit op problemen die je van tevoren echt niet kunt bedenken. Het liftsysteem bestaat in feite uit zestien gekoppelde, min of meer identieke systemen. Dat betekent dat elk onderdeel ook in zestienvoud geproduceerd moest worden. Op een gegeven moment ben ik eens gaan uitrekenen hoeveel hydraulische kleppenblokken, met per stuk een gewicht varierend van enkele honderden kilo’s tot meer dan vijf ton, we moesten gaan produceren. Alleen al voor het boorwerk zouden we drie jaar nodig hebben. Om onze capaciteit snel te vergroten, zouden we machines moeten aanschaffen waarvan ik niet wist of ze wel bestonden. Dus zat er niets anders op dan met Allseas terug te gaan

naar de tekentafel, met als resultaat een ontwerp met minder kleppenblokken. Hetzelfde gold voor de speciale olie voor de hydrauliek. We bleken meer dan anderhalf keer de jaarproductie van onze vaste olieleverancier nodig te hebben. Ook toen startte een iteratief proces en kwamen we uit bij een alternatieve oliesoort.’

ONDERSCHAT En net als Allseas moest ook Bosch Rexroth additionele capaciteit creëren. In Boxtel werd onder meer engineerwerk en productie van de hydraulische cilinders gedaan, maar ook vestigingen van de multinational in Tsjechië en Duitsland werden bijgeschakeld. ‘We hebben zelfs enkele voormalige productiehallen van Wärtsilä gehuurd voor het samenbouwen en integreren van zestien enorme modules. We hebben daar eigen mensen aan het werk gezet, maar ook veel De Pioneering Spirit in actie. De close-up toont het liftsysteem, met de hefbalken die links en rechts onder een platform worden gemanoeuvreerd. Foto’s: Allseas contractors, zodat ons werk aan andere projecten van de mega-investering van 2,6 miljard euro. Of wel doorgang kon blijven vinden’, aldus Van den een toeleverancier als Bosch Rexroth voor deze Oetelaar. Dat capaciteitsprobleem diende zich klus onder de streep in zwart een cijfer schrijft, ook meermaals aan tijdens de tendertrajecten die daarover doet Van den Oetelaar geen uitspraak. Allseas doorliep met de honderden eerstelijns‘Van een unieke opdracht als deze is de marktleveranciers. Schenkel schetst de gang van zaken: waarde heel lastig te bepalen. Je moet verrekenen ‘Je maakt eerst een voorselectie op basis van de dat je je capaciteit en je aandacht niet kan steken inschrijvingen. Dan ga je met ze praten, om te in andere klanten. Je moet investeringen doen in ervaren of ze het daadwerkelijk aankunnen. Aan machines waarvan je niet zeker weet of je die de deze klus meewerken was voor veel bedrijven komende jaren nog gaat gebruiken. Daar staat natuurlijk een prachtige referentie, dus was er tegenover dat we een uitstekende referentie hebgenoeg animo, maar soms kwam samenwerking ben weggezet en daarbij heel veel knowhow en uiteindelijk niet van de grond.’ Vergelijkbare proervaring hebben opgedaan die we mogelijk elders blemen deden zich ook een tier lager voor, veren via nieuwe business opportunities weer kunnen haalt Van den Oetelaar: ‘Een van onze toeleveranterugverdienen...’ ciers zou zestien units bouwen, maar al snel bleek dat ze de eisen en omvang hadden onderschat. Ik heb toen mijn eigen mensen moeten inzetten om BIJNA KLAAR te helpen de productie in goede banen te leiden, Inmiddels vaart de Pioneering Spirit over de ondanks dat ik zelf krap in mijn personeel zat. wereldzeeën en hebben Bosch Rexroth en Allseas Anders had heel veel werk aan het liftsysteem niet hun daarvoor opgebouwde capaciteit weer terugverder gekund. We zaten al halverwege het bouwgeschroefd. Maar helemaal klaar is het megaschip proces en dan wordt wachten heel erg duur.’ nog niet. Op dit moment wordt nog gewerkt aan een jacketliftsysteem waarmee ook het onderstel van de platforms in rap tempo kan worden TERUGVERDIENEN verwijderd. Martijn Schenkel: ‘Dat is een systeem De Pioneering Spirit heeft inmiddels zijn eerste liftklus gedaan door op de Noordzee een Noors met veel minder hydraulische aandrijving. Bosch boorplatform van 13.500 ton van zijn drie poten Rexroth is er daarom nog niet bij betrokken, te tillen en af te voeren naar de wal, voor sloop. maar dat zou nog kunnen gebeuren.’ Andere lift- en pijpenlegklussen zitten in de orderportefeuille, die daarmee vol zit tot en met 2019. Daarmee lijkt Allseas een voortvarende www.allseas.com start te hebben gemaakt met het terugverdienen www.boschrexroth.nl

april 2017

29


STRATEGIE

PLAATWERKER METES PROFITEERT VAN LAGE LONEN BUITEN EU

NIET SMART INDUSTRY, MAAR SERVIË Het is niet smart industry, maar Servië waarmee plaatwerkbedrijf Metes de (prijs)concurrentie weet te overleven en klanten kan helpen bij reshoring. ‘Voor éénstuksproductie krijg ik hier in België de operators niet gevonden.’ In de Servische vestiging, Metech, lukt dat wel en zijn de lage loonkosten een groot voordeel bij kleine series. ‘Daar komt al twintig procent van onze business uit enkelstuks.’ Zo concentreert de productie zich op de Balkan en evolueert de Belgische vestiging tot front-office.

markt. In 2008 startte Metes er een eigen fabriek, Metech. Niet veel later brak de crisis uit: de omzet van twintig miljoen euro halveerde bijna en het personeelsbestand in België kromp fors, terwijl het in Servië crescendo ging. De dip is nu helemaal overwonnen en het budget voor dit jaar, 24 miljoen, wordt waarschijnlijk overschreden, meldt Rutten. ‘We maken rembewegingen in Servië om niet te snel te groeien.’ Sleutel tot dit succes is de kostprijs die Metes dankzij z’n back-office, ‘het grootste metaalbedrijf op de Balkan’, kan realiseren. ‘Wij groeien nu hard bij bedrijven met eigen productiemiddelen, die het zelf prijstechnisch niet meer kunnen waarmaken.’

GROEI MET LOGISTIEK Nieuwe projecten starten meestal in België; als het product stabiel is, gaat het over naar Servië. Specialistische oppervlaktebehandelingen en logistieke nabewerkingen, zoals samenstelling van kits en just-in-time levering, kan Dilsen-Stokkem dan weer verzorgen. ‘Onze business groeit nu vooral met logistiek, omdat klanten geen ruimte meer hebben voor de logistieke voorbewerking. We gaan meer en meer geassembleerde en compleet afgewerkte producten leveren. Klanten zien in dat zij dat beter ons kunnen laten Een showstopper zou toetreding van Servië tot de EU kunnen zijn, waardoor het land eenzelfde opwaartse kostenbeweging gaat maken als eerder Tsjechië en Polen. Maar Metes-ceo Eduard Rutten is laconiek. ‘Dat verwacht ik niet eerder dan in 2025.’ Foto: Johannes Timmermans doen tegen lage loonkosten.’ Op beide locaties staan hoogwaardige bewerkingsmachines en is veel productie geautomatiseerd, met een gigantisch, tachtig DOOR HANS VAN EERDEN meubelfabrikanten Gispen en Ahrend. Inmiddels meter lang automatisch magazijn. Recent is in groeit de onderneming vooral in de Duitstalige Smederovo een laserlasrobot geïnstalleerd; de landen. Metes is gevestigd in Dilsen-Stokkem, net etes (tachtig) en Metech (300 medeover de grens in Belgisch Limburg; Metech zit in eerste klanten hebben zich er al met hoogwaardig werkers) zijn samen systeemleveranSmederovo, ten zuidoosten van Belgrado. werk voor gemeld. Productieplanning en procier voor projecten en totaalconcepten in plaatbewerking en lichte metaalgrammering van de machines, ook de Belgische, constructies. Ze leveren metaaldelen en kasten en gebeurt in Servië, waar mensen zich nog echt op DIP OVERWONNEN verzorgen naast metaalbewerking, inclusief een vak als programmering willen toeleggen, Begonnen als Siemens-fabriek voor medische en oppervlaktebehandeling, ook mechanische en aldus Rutten. ‘Sinds we dat daar doen, is de telecomproducten, werd Metes in 1999 verzelfelektronische assemblage en logistieke diensten. plaatbenutting met zes procent gestegen.’ standigd. Tien jaar geleden vond ceo en medeGrote klanten in het thuisland zijn compressoeigenaar Eduard Rutten een lagelonenoplossing renfabrikant Atlas Copco en de grafische tak van in Servië. Dat land onderscheidde zich van booRESHORING Agfa. Tot de Nederlandse clientèle behoren Saris ming Oost-Europa vanwege zijn positie buiten de Dankzij de lage loonkosten in Servië (een factor (aanhangers), Vencomatic (stalinrichting) en EU, met lagere lonen en een ruimere arbeidsacht verschil met België) kan Metes z’n klanten

M 30

april 2017


reshoring aanbieden. ‘De prijs moet een faire deal zijn, dan wil ik concurreren met Azië, waarbij wij natuurlijk veel sneller kunnen leveren. Een Oostenrijkse klant liet alles in de Filipijnen maken. Die zet het nu over naar onze vestiging in Servië. We leveren ook aan klanten in Tsjechië, Polen en Macedonië. Dat had ik tien jaar geleden niet kunnen denken.’ Wat verder helpt is de taxfree zone die Rutten samen met de burgemeester heeft weten te realiseren. ‘Een soort mini-Europa buiten de EU, waardoor de belasting op het goederenverkeer tussen onze twee vestigingen heel laag is. In het belastingkantoor hebben wij – dat is uniek – een aandeel van dertig procent, net als de gemeente; vier andere bedrijven zitten er voor elk tien procent in.’ Het is een van de dingen die Rutten daar heeft geleerd: goed contact onderhouden met de burgemeester, want die kan een bedrijf maken of breken. ‘Op milieuvlak doen we het er beter dan in België, want we worden daar als vreemde toch extra gecontroleerd.’ Natuurlijk hebben ze hun eigen cultuur en mentaliteit, met een fier karakter, en is de Balkanoorlog – die twintig jaar geleden afliep – nog niet uit de hoofden verdwenen. Bovendien is de bureaucratie er heftig. Toch voelde Rutten zich er vanaf dag één op z’n plaats. Hij betaalt medewerkers meer dan de markt, is een sociale werkgever, sponsort de lokale voetbalclub en investeert veel in opleiding. ‘Mensen nemen daar zelf initiatief voor. Talen bijvoorbeeld, Engels, Duits en Italiaans. Acht medewerkers doen een six sigma-training.’

OVERLEVINGSRECEPT Concullega’s uit de Benelux komen bij Metech op bezoek. ‘Ze lachten me uit toen ik er begon. ‘Ge komt nog wel terug’, zei iedereen. Nu mogen ze komen kijken, de komende tien jaar halen ze mij toch niet in.’ Voor veel van hen ziet Rutten de toekomst somber in. ‘Ze hebben goed werk, maar verdienen onvoldoende om nieuwe investeringen te kunnen doen. Ze zijn nu hun eigen vermogen aan het opeten en heel stillekes aan het sterven. Kleinere mkb’ers kunnen overleven zolang de ondernemer aan boord is, evenals enkele grote bedrijven die een succesvolle oplossing in het oosten kunnen aanbieden en hun structuurkosten in West-Europa onder controle weten te houden. De rest ertussen lukt dat niet. Veel bedrijven die naar het oosten gingen, maakten de fout kleinschalig te starten; niet levensvatbaar.’ Metes kwam er op tijd en groeide snel. Een showstopper zou toetreding van Servië tot de EU kunnen zijn, waardoor het land eenzelfde opwaartse kostenbeweging gaat maken als eerder Tsjechië en Polen. Maar Rutten is laconiek. ‘Dat verwacht ik niet eerder dan in 2025. Ik heb nu al ruim acht jaar geprofiteerd en doe dat zeker nog de eerstvolgende jaren.’

SMART INDUSTRY? Smart industry was toch het overlevingsrecept voor de maakindustrie in West-Europa? Hij gelooft er niet in. ‘Smart is beautiful en uit big data kun je veel informatie halen om de productie mee te stroomlijnen. Ik zie veel van onze

klanten smart en lean werken, maar wie moet het vuile werk doen? Dat zijn wij, want iemand moet de voorraad aanhouden. Machines evolueren wel richting reeksgrootte één. Daarvoor zou je slimme ingenieurs aan de machine moeten zetten, maar die vind ik hier niet. In Servië wel, waar tien procent van onze medewerkers universitair ingenieur is. Het voordeel van de lage loonkosten is dat ik juist daar de kleinere reeksen kan bouwen. Al twintig procent van onze business is er enkelstuksproductie, waanzinnig veel.’

TOEKOMST Is er nog toekomst voor de thuishaven? De medewerkers zijn ‘zwaar bezorgd’, weet Eduard Rutten. ‘In 2008 in Servië starten was natuurlijk een rare timing. Even later kwam de crisis en gingen we in anderhalf jaar van 200 naar 100 medewerkers. Maar we hadden continu een goede communicatie: de mensen beseffen dat we hier dankzij Servië kunnen overleven. De afgelopen vier jaar zijn we daar continu gegroeid en hebben we het hier stabiel weten te houden.’ België zal zich meer en meer toeleggen op contact met de klant, engineering, opstart van productie en logistieke afhandeling, inclusief een workshop voor spoed- en speciaalproductie. Rutten voorziet een totale bezetting van 40 à 45 man voor deze front-office. ‘En dat zal nog wel groeien.’

www.metes.be

april 2017

31


STRATEGIE

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN EN LINK MAGAZINE ZETTEN ‘SERVITIZATION’ OP DE AGENDA

‘DE KLANT IS KONING, MAAR WIJ ZIJN NOG STEEDS KEIZER’ De grootste uitdaging van smart industry is nieuwe waardeproposities en businessmodellen ontwikkelen om klanten niet slechts producten maar complete oplossingen te bieden, vaak in de vorm van dienstverlening. Servitization heet dit fenomeen en het staat in de hightech industrie nog in de kinderschoenen. De TU Eindhoven (TU/e) doet onderzoek naar nieuwe waardeproposities rond servitization en organiseerde er samen met Link Magazine begin februari een rondetafeldiscussie over. ‘Veel bedrijven missen nog de juiste vaardigheden om waardevolle klantoplossingen te creëren.’ DOOR HANS VAN EERDEN

mart industry gaat niet alleen over het slim automatiseren en digitaliseren van productie- en andere bedrijfsprocessen, of over het ontwerpen van intelligente producten. Misschien wel de grootste opgave voor de technologische industrie is het ontwikkelen van slimmere businessmodellen: niet meer uitgaan van het eigen technisch kunnen, maar de vraag van de klant of zelfs van diens klant, de eindgebruiker, centraal stellen: ‘Waarmee kan ik u van dienst zijn?’ Dan gaat het niet meer om een product, of machine, maar om de behoefte van de (eind)klant. De oplossing komt vaak in de vorm van een dienst. Bekend voorbeeld: niet een kopieerapparaat leveren, maar zorgen dat de klant probleemloos kopieën kan maken. Servitization is het vertalen van productfuncties naar de diensten die ermee kunnen worden aangeboden. De ontwikkelingen op het gebied van software, connectiviteit en big data (analyse) stellen oem-

S

ers in staat om dienstenproposities te ontwikkelen. Ze moeten wel, want de toegevoegde waarde van hun productieactiviteiten neemt af. Kennis van producten en productietechnieken raakt (mondiaal) steeds breder verspreid, kennis van z’n klanten maakt een bedrijf tegenwoordig onderscheidend.

SAMENWERKING Om organisatieproblemen rond servitization in kaart te brengen en beter te begrijpen, en om het uitwisselen van kennis en best practices te stimuleren, organiseerde de TU/e-vakgroep ITEM (Innovation, Technology Entrepreneurship & Marketing) samen met Link een rondetafelgesprek onder de titel ‘Smart Industries: Transitie van oem’ers van productie en r&d (productverkoop) naar servitization (dienstverlening)’. Veel bedrijven zijn al bezig met modularisatie: een product klantspecifiek opbouwen uit slim gedefinieerde standaardmodules die meerdere varianten en opties kennen om de klantvraag efficiënt

• Kennis van z’n klanten maakt een bedrijf tegenwoordig onderscheidend. • Veel bedrijven hebben nog moeite om de klant en diens behoefte echt centraal te stellen. • Uiteindelijk kan een bedrijf afrekenen op de output die zijn producten en diensten bij de klant genereren. • Interne organisatorische problemen worden gezien als belangrijkste obstakel richting servitization.

te kunnen beantwoorden. De volgende stap is nu om de eigenlijke behoefte van de klant – de vraag achter die klantvraag – te beantwoorden. In zijn welkomstwoord schetst hoogleraar technologiemarketing Ed Nijssen begin februari in Eindhoven de organisatorische uitdaging. ‘Het is niet alleen een technisch probleem. Er moet binnen het bedrijf cross-functionele samenwerking komen, mensen en afdelingen moeten met elkaar in gesprek gaan. Je moet bijvoorbeeld zorgen dat ook sales is aangesloten, zodat zij het technisch potentieel dat in een product ligt besloten kunnen aanwenden om de klant met de juiste oplossing te bedienen. Wij zien bij bedrijven vaak dat er heel veel data over product en productie beschikbaar zijn en ook heel veel data over klanten, maar dat die data nog niet aan elkaar zijn gekoppeld.’

Hoogleraar technologiemarketing Ed Nijssen: ‘Data over product en productie en data over klanten zijn vaak nog niet aan elkaar gekoppeld.’ Onderzoeker Maren Vos (rechts) overziet de uitdagingen die de deelnemers aan de discussie aandragen. Links Brit Meier, senior director engineering (Thermo Fisher Scientific Materials & Structural Analysis, voorheen FEI)

32

april 2017


De rondetafel krjigt van Néomie Raassens, universitair docent marketing, de ‘reis’ richting servitization geschetst. Foto’s: Bart van Overbeeke

‘REIS’ Wat is servitization nu precies en hoe kunnen bedrijven de omslag maken van product- naar servicedenken? Néomie Raassens, universitair docent marketing, definieert: ‘Servitization is het aanbieden van klantgerichte combinaties van goederen, diensten, ondersteuning, selfservice en kennis, met als doel waarde toe te voegen aan het kernproduct.’ Onder verwijzing naar publicaties van Atos Consulting en ABN AMRO beschrijft ze de ‘reis’ die een bedrijf moet maken: van ‘product manufacturer’ naar ‘value added manufacturer’ naar ‘full service provider’ naar uiteindelijk ‘integrated solutions provider’. Het begint met proactief in plaats van reactief de klantvraag beantwoorden; vervolgens verschuift de focus van het product zelf naar het gebruik ervan; en uiteindelijk rekent het bedrijf af op basis van resultaat, de output die zijn producten en diensten bij de klant genereren. Deze ‘reis’ kent belangrijke obstakels, om te beginnen intern: bedrijfsprocessen moeten anders worden ingericht, mensen moeten anders gaan denken en meer samenwerken. Maar ook extern liggen er vragen, richting klanten: hoe krijg je hun eigenlijke behoefte helder, kun je met je producten slim customizen, en moet je hen wel of niet informeren over de gekozen onderliggende strategie? Tot slot moet je ook leveranciers en andere partners meekrijgen in de transformatie: beschikken zij over de benodigde vaardigheden en flexibiliteit?

MEER WAARDE Na deze introductie is het tijd voor de praktijk, in dit geval die van kippen en eieren. Vencomatic Group in Eersel bedient de pluimveesector wereldwijd met stalinrichting en eiersorteermachines. Coo Koen Boot vertelt over de stappen die al zijn gezet. De stalinrichtingssystemen werden ‘vanaf dag één’ modulair aangeboden, maar in de loop der tijd slopen er toch weer veel klantspecifieke zaken in, waardoor het offerteproces steeds ingewikkelder werd, ‘met allerlei plussen en minnen onder streep’. Om dit radicaal te vereenvoudigen, ontwierp Boot c.s. een configuratieconcept waarmee een inrichting volledig modu-

lair kan worden gedefinieerd van het hoogste tot het laagste niveau: site, stal, systemen, modules, submodules en losse onderdelen. Er is nu veel minder klantspecifieke engineering nodig, de doorlooptijd van orders is sterk bekort en het resultaat is zichtbaar in de marges. ‘De interne weerstand tegen deze omslag viel mee’, zegt Boot, ‘omdat we vanuit verkoop zijn begonnen. Onze verkopers hadden een nieuwe salesconfigurator nodig om eenvoudiger offertes te kunnen maken.’ Dankzij de volledig doorgevoerde modularisatie kan Vencomatic eenvoudig meer waarde genereren voor z’n klanten. Zoals een klantspecifieke handleiding of een online bestelomgeving voor spare parts: de klant krijgt alleen de informatie en producten te zien Arjan Ester, directeur Nederland die hij nodig heeft, en België van Aebi Schmidt: door een klik op ‘De oplossing voor de klant een tekening kan moet belangrijker zijn dan onze hij meteen z’n innovatie in het product.’ bestelling plaatsen. Vencomatic ontpopt zich ook al als full service provider, met opleidingen en consultancy voor klanten op het gebied van dierondersteuning. Tot slot fantaseert Boot hardop over wat Vencomatic als integrated solutions provider zou kunnen doen. ‘Onze eiersorteermachines bijvoorbeeld afrekenen op basis van het aantal verwerkte eieren.’ Maar aan dit soort afrekenmodellen zitten wel haken en ogen, illustreert hij meteen: ‘Voor een van onze klanten hebben we dat al eens gedaan, aan de hand van geslacht gewicht van de kippen die waren gehuisvest in onze systemen. Dat was eens maar nooit weer, want er zaten factoren tussen, zoals het transport en het slachten, waarop wij zelf geen invloed hadden maar wel werden afgerekend.’ Voor de presentatie zocht

Boot nog even op internet de betekenis van ‘servitization’; zo is hij nu overtuigd dat dat de toekomst is en dus ook de richting die Vencomatic opgaat. ‘Zie alleen al de opkomst van het internet of things, dat zaken als predictive maintenance en remote support ondersteunt.’

KONING, KEIZER De presentatie van Koen Boot roept veel herkenning en discussie op bij de andere deelnemers aan de rondetafel. Ondanks verschillen in bedrijfstak en historie zijn de overeenkomsten opmerkelijk. Ter afsluiting benoemen alle deelnemers hun

eigen interne en externe uitdagingen en koppelen daar, met ‘monopoly-geld’, investeringsprioriteiten aan. TU/e-onderzoeker Maren Vos inventariseert de uitkomsten. ‘De interne organisatorische problemen blijken ze als het belangrijkste obstakel te zien, hoewel hun totale investeringsbedrag voor de uitdagingen aan de klantzijde niet veel lager ligt. Veel bedrijven missen nog de juiste vaardigheden om waardevolle klantoplossingen te creëren. Zij kunnen de servitization-reis niet alleen maken, maar moeten dit juist samen met partners en klanten doen.’ LEES VERDER OP PAGINA 35

april 2017

33


XXX D B S ET QM NT P M VU J P OT OM EJ H J U B M F G B C S J F L


VERVOLG VAN PAGINA 33

De gevraagde cultuur speelt een belangrijke rol. Veel bedrijven hebben nog moeite om de klant en diens behoefte echt centraal te stellen. ‘We denken vooral inside-out en menen het beter te weten dan de klant’, klinkt het aan tafel. ‘De klant is koning, maar wij zijn keizer; van dat syndroom hebben we nog altijd last’, zegt een ondernemer. ‘Wij worstelen met de transitie in ons eigen bedrijf ’, vertelt Arjan Ester, directeur Nederland en BelgiĂŤ van Aebi Schmidt uit Holten, dat zoutstrooimachines bouwt. ‘De oplossing voor de klant moet belangrijker zijn dan onze innovatie in het product. Daarin moeten we wel een paar honderd medewerkers zien mee te krijgen. ‘Het gaat nu toch goed...’, zeggen ze.’ Overigens werkt Aebi Schmidt al jaren met full-servicecontracten met klanten, zoals overheden. ‘Wij regelen de inkoop van zout en schakelen aannemers in voor het strooien. Als het glad dreigt te worden, hoeft de gemeente maar op een knop te drukken. Wij zijn leverancier van een ‘zwarte weg’-oplossing.’

KIP-EN-EI De meeste bedrijven zijn nog niet zover. Een prangende vraag voor hen is hoe toegang te krijgen tot de data bij de klant waarop ze hun aanbod willen baseren om hem nog beter te kunnen ondersteunen. Klanten willen vaak hun processen geheim houden, zeker als hun leverancier ook concurrenten bedient. Ze komen pas over de brug met hun data als ze zien dat het waarde

Koen Boot, coo van Vencomatic oplevert, maar Group: ‘De interne weerstand dat kan de levetegen de omslag naar volledige rancier pas bemodularisatie viel mee, omdat wijzen als hij die we vanuit verkoop zijn begonnen.’ data heeft – een echt kip-en-eiprobleem dus. ‘Gratis’ is zoals wel vaker het toverwoord. Begin met gratis dienstverlening, luidt het advies aan tafel, en hang er als de markt de meerwaarde daarvan erkent, een prijskaartje aan. Vencomatic zag dat klanten hun systemen niet optimaal benutten en organiseerde daarom trainingen bij de productoverdracht. Dat werd gewaardeerd. Nu verkopen ze deze dienst erbij. Geloofwaardigheid is natuurlijk ook van groot belang, zegt Arjan Ester van Aebi Schmidt. ‘Wij volgen bij klanten het gebruik van onze strooimachines. Aan het eind van het seizoen trekken wij dan soms de conclusie dat een klant met een machine minder had toegekund. Misschien raar voor een machinebouwer om tegen zijn klant te zeggen dat hij een machine te veel heeft, maar wij doen het wel.’ Ook als het ‘gratis’ begint, staan klanten niet altijd open voor servitization; sommige willen compleet worden ontzorgd, andere hoeven alleen het product geleverd te krijgen en zoeken het zelf

verder uit. Is het probleem van klantspecificiteit bij producten opgelost met behulp van modularisatie, komt het voor de dienstverlening keihard terug... Kortom, de weg richting servitization ligt nog bezaaid met vragen. De bedrijven aan tafel willen graag in gesprek blijven met de onderzoekers en met bedrijven die worstelen met vergelijkbare vragen, zoals de toegang tot klantdata. Alle reden, concludeert professor Ed Nijssen, voor de TU/e en Link Magazine om de maakindustrie te blijven ondersteunen met diensten rond servitization.

www.item-eindhoven.nl www.vencomaticgroup.com www.aebi-schmidt.nl

3B EB O 8FC2VPU F F D PNNFS D F W PPS QM B B U XFS L .FU 3B EB O 8FC2VPU F L VOOFO VX L M B OU FO POM J OF PòFS U FT HFOFS FS FO FO CFT U FM M J OHFO QM B B U T FO W PPS QM B B U XFS L D PNQPOFOU FO %PPS FFOW PVEJ H % FO % $"% EB U B FO FFO T U VL M J K T U U F VQM PB EFO XPS EFO EF L PT U FO W PPS NB U FS J B B M FO CFXFS L J OHT U J K EFO W PPS T OJ K EFO FO L B OU FO OB VXL FVS J H CFS FL FOE #J OOFO FOL FM F NJ OVU FO POU W B OHU VX L M B OU FFO EF PòFS U F W J B EF F NB J M PG PQ IFU HFEFU B J M M FFS QPS U B B M XB B S OB EF CFT U FM M J OH NFU FFO HFQM B B U T U L B O XPS EFO "M M F $"% EB U B T U VL M J K T U FO S PVU J OH [ J K O EJ S FD U CFT D IJ L CB B S CJ OOFO VX & 31 FO $"% $". T Z T U FFN 1S PCFFS IFU [ FM G XXX S B EB O OM XFCRVPU F

$"% $". $POOFD U FE april 2010

35


DE ESTAFETTE DIRECTEUR HENNY SPAAN VAN IBS PRECISION ENGINEERING IN GESPREK MET RENÉ VLASKAMP (NORMA)

‘JE KUNT HET EEN FLOP NOEMEN, MAAR WE HEBBEN ER ZO VEEL VAN GELEERD’

Zet twee directeuren bij elkaar en ze beginnen meteen over hun bedrijven. In De Estafette bevraagt de ene ondernemer de andere over

‘Ah, nu weet ik het weer: jij houdt van lever met uien’, zegt Henny Spaan, als hij René

strategie, leiderschap en wat verder ter tafel

Vlaskamp van eerstelijnstoeleverancier Norma (sinds vorig jaar onderdeel van NTS-

komt. Directeur Innovatie René Vlaskamp van

Group) bij binnenkomst de hand schudt. ‘Dat heb je goed onthouden’, zegt Vlaskamp.

Norma in Hengelo gaat op bezoek bij directeur Henny Spaan van IBS Precision Engineering

Het is een paar jaar geleden dat de twee elkaar gezien hebben. Al snel tijdens het

in Eindhoven. Volgende keer is Spaan de

gesprek raakt Vlaskamp in de ban van iets anders: een compact koffertje van IBS

interviewer.

Precision Engineering met daarin een hightech meetset, de Trinity, om een snelle check van een machine te doen. DOOR LUCY HOLL

enny Spaan verkoopt steeds meer eigen precisiemeetproducten, maar begon 24 jaar geleden met een ingenieursbureau, helemaal vanaf nul. Hij was bezig met een promotie aan de TU Eindhoven. ‘Prima als je gaat ondernemen’, zei zijn hoogleraar, ‘maar zorg wel dat je in de buurt blijft.’ Spaan begon in een startersbarak op het TU/e-terrein. Hij betaalde het drukken van zijn proefschrift door er advertenties in op te nemen (‘Niet lang daarna werden advertenties verboden’). Océ in Venlo had een meetprobleem en werd zijn eerste klant. Inmiddels zit Henny Spaan met zijn 27 medewerkers in een modern, licht pand in EindhovenNoord.

H

je me straks wat informatie van meegeven. Dat klinkt als een leuk ding.’ ‘Dat koffertje hebben we ontwikkeld voor highend maakbedrijven met klanten in de defensie, de luchtvaart, de medische hoek. Let wel, we hadden in 2003 het patent al op het meetsysteem. Deze meettechniek hebben we verwerkt in de Rotary Analyzer, een analyse-instrument voor gereedschapsmachines. Die is al jaren op de markt en is zelfs overgenomen door de ISO-commissie. De ISO 10791-6 is er omheen geschreven. Van dit product hebben we al honderden systemen verkocht, het is wereldwijd de standaard voor vijfassige bewerkingsmachines. Met KMWE hebben we een handzame versie ontworpen voor de kwaliteitsbeheersing van hun productiemachines. Qua technologie was alles dus allang klaar, maar om er een handig, gebruiksvriendelijk, robuust product, de Trinity, van te maken, duurde lang. De valley of death noemen ze dat. Je blijft maar bezig om het echt helemaal af te maken. Maar als ik nu in de productiehallen van vliegtuigmoto-

René Vlaskamp: ‘Mooi hoor, die voorliefde voor nauwkeurigheid. Dat hebben we met elkaar gemeen. Alleen zitten jullie nog veel hoger op de ladder dan wij, echt in de nano’s.’ Henny Spaan: ‘Ik vind precision engineering geweldig. We willen bedrijven een stap verder helpen, we meten wat bedrijven als René Vlaskamp: ‘Ik weet niet wat Norma maken. We meten zo’n meetkoffertje van jou kost, producten na en leveren maar een minuut klinkt niet slecht.’ meetapparatuur. Met onze Rotary Inspector lichten we in één minuut een machine door.’ ‘Op de weg hierheen heb ik nog even gebeld naar mijn collega’s hoe lang het duurt bij ons om een machine te kalibreren. Daar zijn we een dag mee bezig. Ik weet niet wat zo’n meetkoffertje van jou kost, maar een minuut klinkt niet slecht. Daar moet

36

april 2017

renbouwer Rolls-Royce loop en ik zie overal de blauwe meetkoffers van ons, dan is dat heel leuk. We maken zelf niets, onze getalenteerde ingenieurs verzinnen van alles en dan besteden we het uit. De assemblage, kalibratie en verkoop doen we wel weer zelf.’ ‘Die lange aanlooptijd is in de medische wereld minstens zo erg. We hebben in ons Norma-pand een start-up die bij ons gratis ruimte krijgt. Ze ontwikkelen een robot om mensen na een beroerte weer te leren lopen. Als het een succes wordt, gaan wij bouwen. De machine is goed, maar het kwalificeren duurt jaren, het is zo’n papieren rompslomp. Telkens als ze weer een potje geld hebben, gaan ze door. We willen start-ups adopteren die bij ons passen. We helpen mee, alles wordt voor ze geregeld. Dan kunnen ze wel een paar jaar versnellen.’ ‘De markt is conservatief, je laat een nieuwe applicatie zien en rekent achterop een viltje uit wat het oplevert, de terugverdientijd is soms maanden. Maar klanten kopen niet meteen, om allerlei politieke redenen. Daar moet je doorheen.

Henny Spaan: ‘Qua technologie was alles dus allang klaar, maar om er een handig, gebruiksvriendelijk, robuust product, de Trinity, van te maken, duurde lang. De valley of death noemen ze dat.’


Henny Spaan (links) en René Vlaskamp: ‘Puur op financiën sturen of met venture capitalists in zee gaan, daar klopt ons hart echt niet sneller van.’ Foto’s: Bart van Overbeeke

Dan gebeurt er ineens iets en gaat het wel lopen.’ ‘Kom je eigenlijk uit een ondernemersgezin?’ ‘Ja, natuurlijk. Mijn vader had een machinefabriek en verpakkingsbedrijf, op mijn elfde stond ik al achter de draaibank, op mijn veertiende was ik machines aan het programmeren. Mijn oudste dochter doet nu werktuigbouw.Mijn vrouw werkt hier, we hebben er lol in. Thuis proberen we niet te veel over het werk te praten. Soms staan we tien minuten in de auto op de oprit om een gesprek af te ronden, voordat we ons huis binnengaan.’ ‘Je zit in Eindhoven, is dat niet moordend qua concurrentie, hoe houd je je medewerkers binnen?’ ‘Er wordt hard getrokken aan technische mensen. Soms verlaten medewerkers ons om bij een groter bedrijf te gaan werken, en dat kan dan de juiste stap voor iemand zijn in zijn ontwikkeling.’ ‘Maar jullie bieden toch totaal wat anders dan de grote bedrijven. Bij een groot bedrijf werken mensen misschien vier, vijf jaar aan één module, bij jullie doen ze alles. In een klein of middelgroot bedrijf is het ‘pak maar aan en kijk hoever je komt’. Iedereen moet ervoor gaan staan en zijn verantwoordelijkheid nemen. Dat moet toch motiveren.’ ‘Wie hier werkt, is vanaf het concept tot de pallet die de deur uit gaat bij een project betrokken. We doen mee met grote Europese meetprojecten, medewerkers komen bij klanten als jullie, maar ook bij Rolls-Royce. We lopen vooraan in de technologie. We nemen jonge mensen aan, of ervaren mensen uit ons netwerk. En we doen zelf veel aan opleiding, want wat we doen is lastig.’ ‘Wat ik mooi vind aan jou is je enthousiasme, dat herken ik. De energie spat van je af. Je bent de denktank van IBS, je zit net als ik vast nog veel zelf te schetsen van hoe en wat. Een klant met een serieus probleem wil jou hebben. Dat meedenken doe ik ook, maar wij zitten met 350 man, dat zijn er veel. Daar heb ik ook wel moeite mee gehad,

het persoonlijke gaat er wat vanaf. Maar ook ik wil nog steeds bij klanten langs blijven gaan. Straks ga ik door naar ASML.’ ‘Ik heb een engineering director, een sales director en een innovation director en ik ren er tussendoor. Alleen maar managen wil ik niet. Zielloos, puur op financiën sturen of met venture capitalists in zee gaan, daar klopt ons hart echt niet sneller van.’ ‘Je hebt vier productgroepen, zag ik.’ ‘Ja, we zijn zeer succesvol in alle vier, en hebben er nu zelfs vijf. Van oudsher doen we precisieengineering en consultancy. Zoals we destijds samen met Norma vanuit scratch een product voor een grote klant ontwikkeld hebben, waarbij jullie vervolgens de productie deden. Dan hebben we als tweede onze sensoren, veelal voor de semicon en ook voor de – fastest growing dying business – diskdrives. Wij zijn de grootste leverancier van sensoren voor de hardeschijvenproductie in de wereld. Google zit nog steeds ramvol met die schijven. Als derde ontwikkelen we luchtlagers, om in fabricageprocessen iets onder zeer grote nauwkeurigheid te kunnen bewegen. Denk aan de productie van flexibele displays en zonnecellen op folies. Onze vierde groep zijn de tools om machines door te meten. We hebben het meetkoffertje, maar ook ons boegbeeld, de Isara 400, een machine voor ultraprecieze 3D-metingen aan grote en complexe onderdelen. Die Isara 400 staat vooral bij grote instituten. De vijfde productgroep die we erbij willen hebben, is de optische meetmicroscoop. We willen onze kennis omzetten in producten. We hebben meer in de pijplijn dan we aankunnen.’ ‘Dat ontwikkelen van eigen producten kost bakken met geld. Die Isara 400 was een gigantische uitdaging, die schat ik op een half miljoen ontwikkelkosten.’ ‘Maak er maar veel meer van. We hebben er niet heel veel verkocht, je zou het een flop kunnen noemen als product, maar we hebben er zoveel van geleerd. Mijn vrouw doet nu de innovatie, ze kijkt er veel strategischer naar dan ik, de efficiën-

tie van onze ontwikkeling is sterk verhoogd. We willen komende jaren verdubbelen qua omzet, we hebben onze vijf pillars of growth. IBS wil continu iets bijzonders bieden, we zijn ware vooroplopers. Qua sensoren is het bij ons echt Industrie 4.0, ze geven niet alleen signalen af: een sensor moet de complete analyse zelf leveren.’ ‘Hoeveel heb je in de vijver liggen? Hoeveel nieuwe projecten kun je aan? Ik zie het bij ons, we krijgen zoveel naar binnen geschoven. We moeten keuzes maken, je kunt niet alles tegelijk. Als je twee, drie projecten tegelijk bij de kop pakt, doe je het al heel goed.’ ‘Ik heb ook meer ideeën dan we aan kunnen. Samen met mijn vrouw zet ik de lijnen uit. Voor die vijfde tak van ons, optisch meten op nanoniveau, hebben we nu een prototype, de Arinna, waarvan we er al enkele gebouwd en verkocht hebben. Daarmee tasten we de markt af. We kijken hoe we daar uniek in kunnen zijn. Ook al staat je machine te denderen, kun je dan nog steeds in nano’s meten? Kunnen we naar gepatenteerde trillingscompensatie?’ ‘Je hebt een enorm netwerk, ook internationaal.’ ‘Ja, ik ben bijvoorbeeld een paar jaar president geweest van euspen, de European Society for Precision Engineering and Nanotechnology. Dat was een geweldige tijd, al kostte het zeker een dag in de week. Ik ben nu boardmember bij een onderdeel van het Verband Deutscher Maschinen- und Anlagenbau (VDMA). Ook mooi is het Advanced Thermal Control Consortium dat we hebben opgezet met ASML. FEI, Philips, Segula en VDL participeren erin. We hebben allemaal behoefte aan thermisch onderzoek en de subsidiëring ervan ligt op zijn gat. We gooien geld in de pot en daarvoor doen de universiteiten van Delft en Eindhoven open innovatie. Dat geeft een enorm voortschrijdend inzicht én een instroom van studenten. We willen het graag uitbreiden. En ook leuk: VDMA wil het model overnemen.’ www.ibspe.com www.norma-groep.nl

april 2017

37


KETENSAMENWERKING

RELATIEKWALITEIT STEEDS BEPALENDER VOOR SUCCES, MET ÉÉN KANTTEKENING

DE KANS DAT UW KLANT/TOELEVERANCIER EVENVEEL VAN U HOUDT, IS NIHIL Voor de Dutch Industrial Suppliers & Customer Awards 2016 (DISCA’16) nomineerden 769 bedrijven een ander bedrijf. Slechts 35 nominaties waren wederzijds. Natuurlijk kan

cijfers krijgen voor het delen van ip, opbrengsten en risico’s, nomineren deze suppliers zelf zelden of nooit.

het zijn dat het organiserende Link Magazine wel de supplier heeft gevraagd te nomineren, maar niet diens customer, of vice versa. Of dat de liefde simpelweg niet wederzijds is: de klant heel tevreden over de toeleverancier, maar de toeleverancier niet over de klant, of andersom. Een wetenschappelijke/gezond verstand-analyse van de mogelijke oorzaken, plus de conclusie dat de relatiekwaliteit steeds belangrijker wordt.

Combinatie van de Account- en de Kraljic-matrix maakt zichtbaar dat, uitgaande van een gelijke verdeling, één op de zestien klant-leveranciersrelaties wederzijds strategisch en – in potentie – wederzijds liefdevol kan zijn. Bron: Kluwer

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

aap de Jong is als partner van MBCF Corporate Finance nauw betrokken bij fusieen overnameprocessen en het opstellen van de jaarlijkse Maakindustrie 100. Hij heeft wel enkele verklaringen voor dit gebrek aan wederzijdse liefde in de toeleverketen. ‘Belangrijk is welke functionaris je vraagt te nomineren. Bij de inkoper of supply chain officer van een uitbesteder is de kans groot dat hij kiest voor toeleveranciers die scherpe prijzen hanteren. Dure toeleveranciers worden dan niet genoemd. Vraag je van diezelfde uitbesteder de projectleider die lange tijd nauw heeft samengewerkt met de engineer van een toeleverancier, met een weliswaar dure maar succesvolle innovatie als resultaat, dan is de kans veel groter dat die supplier wel wordt genoemd. Andersom geldt hetzelfde: de engineer

J

38

april 2017

van een supplier die niet goed overweg kan met de veeleisende projectleider van een klant, zal die customer niet nomineren. Maar als diezelfde klant veel uitbesteedt bij die supplier tegen een goede prijs en je vraagt de accountmanager van de toeleverancier, dan zal hij die klant wel nomineren.’ Conclusie: als twee mensen lange tijd intensief samenwerken, resulteert dat het vaakst in wederzijdse ‘liefde’ en dus nomineren. Maar zeker niet per definitie. Ook de beleving van een relatie tussen twee cocreërende engineers kan voor de een heel anders zijn dan voor de ander, meent De Jong. ‘Een relatie waarin de uitbestedende engineer veel hoogwaardige knowhow overdraagt, kan de een als ‘leerzaam’ ervaren en de ander als ‘tijdrovend’.’ De uitkomsten van de DISCA’16 bevestigen dit laatste min of meer: voorkeursklanten die van bepaalde toeleveranciers hoge

GROTERE BEDRIJVEN, MEER MENINGEN Binnen grote bedrijven is de kans dat verschillende personen heel anders over een ketenpartner denken, groter dan binnen kleine, vervolgt De Jong. ‘Bij die laatste kent iedereen iedereen en worden persoonlijke ervaringen met externe partijen veel gemakkelijker gedeeld dan binnen grote ondernemingen, waar inkopers misschien wel in een ander gebouw zitten dan de engineers. Omdat uitbesteders veelal groter zijn dan toeleveranciers, is de kans dat bij klantbedrijven uiteenlopende meningen leven over toeleveranciers groter dan andersom.’ De omvang van een bedrijf is ook van invloed op het belang van een partner voor de ander. ‘Stel dat een uitbesteder tien miljoen omzet en zijn toeleverancier één miljoen. Een gezamenlijk project van een ton is dan voor die toeleverancier veel belangrijker. Ook dit zorgt voor verschil in beleving van een partnership.’ Een conclusie die de DISCA’16-cijfers bevestigen: juist partners met min of meer dezelfde omvang nomineren elkaar. Ten slotte, aldus De Jong, telt dat de klant ‘in zijn algemeenheid’ belangrijker wordt gevonden dan de toeleverancier. ‘Tenzij een toeleverancier kritisch is en dus onmisbaar voor het product of proces van de uitbesteder.’

WETENSCHAPPELIJKE BENADERING Een – hoe kan het ook anders – meer wetenschappelijke benadering hanteert Arjan van Weele, NEVI-hoogleraar inkoopmanagement aan de TU Eindhoven. Hij zocht al in de jaren negentig een verklaring voor het gebrek aan wederzijdse liefde in business-to-business-relaties. Ervan uitgaande dat intensieve langdurige, strategische samenwerking tot de beste resultaten leidt, pakte hij er twee portfoliobenaderingen bij: de Kraljicmatrix, met in de kwadranten de vier leverancierssegmenten en haar tegenhanger, de Accountmatrix, met de vier klantsegmenten. ‘Het opbouwen van zo’n wederkerige intensieve relatie is voor klanten alleen mogelijk met de leveranciers in het kwadrant ‘strategisch’ van de Kraljicmatrix. Andersom is het voor leveranciers alleen mogelijk met de klanten in het strategische kwadrant van de Account-matrix. Combineer je


die twee portfolio’s met elkaar dan is, uitgaande van een gelijke verdeling, één op de zestien klantleveranciersrelaties wederzijds strategisch en – in potentie – wederzijds liefdevol.’

EIGEN BELANG BOVEN Echter, de principal-agent-theorie gooit roet in het eten: in een commerciële relatie tussen een opdrachtgever en leverancier spelen altijd vier problemen. ‘Die maken het ontwikkelen van partnershiprelaties in de praktijk niet makkelijk, zoniet onmogelijk. Het eerste probleem is conflict of interest. De opdrachtgever wil zo min mogelijk betalen en de leverancier wil zoveel mogelijk verdienen. Daarnaast speelt informatie-asymmetrie een rol. De leverancier meent te weten wat de behoeften zijn van de klant. En de klant denkt dat de leverancier deze behoeften feilloos gaat invullen. Dat is vaak niet het geval. Het derde probleem is dat van risico-allocatie: de opdrachtgever probeert alle risico’s bij de leverancier neer te leggen en vice versa. En tot slot is er de moral hazard: zodra de opdracht binnen is, is de toe-

DISCA’17 Voor de agenda: de uitreiking van de Dutch Industrial Suppliers & Customer Awards 2017 (DISCA’17) vindt plaats op donderdag 23 november aanstaande in Utrecht.

leverancier niet mee zo scherp op de kosten, hij werkt immers niet met zijn eigen geld.’ Met andere woorden, zelfs in wederzijds strategische relaties stellen de partners het eigen belang altijd boven dat van de ander, wentelen ze risico’s zoveel mogelijk op de ander af, et cetera. Ten slotte, aldus Van Weele, is voor wederzijdse liefde in een b2b-relatie ook nog een ‘culturele fit’ tussen de betrokken bedrijven vereist. Dit alles verklaart waarom het aantal partnerships zo gering is. Alles bijeen schat hij het aandeel van klant-leveranciersrelaties die beide partijen als een partnership ervaren op ‘beduidend minder dan één procent’. ‘In die schaarse gevallen ligt doorgaans het contractvolume bovengemiddeld hoog en betreft het businesskritische zaken.’

RELATIEKWALITEIT Van Weele’s onderzoek stamt uit de jaren negentig, maar hij denkt niet dat het percentage wederzijdse zakelijke liefdes de afgelopen twintig jaar veel is gestegen. ‘Natuurlijk hebben we nu met alle it instrumenten in handen om iets aan die informatie-asymmetrie en risico-allocatie te doen. Maar daar staat tegenover dat de complexiteit van producten en ketenprocessen enorm is toegenomen, waardoor de onbalans er nog steeds is.’ Echter, door de toenemende verwevenheid en afhankelijkheid van partijen in de keten, door ontwikkelingen als lean en circulariteit, neemt het belang van en de behoefte aan wederzijds hechte b2b-relaties toe. ‘De relatiekwaliteit wordt steeds bepalender voor het behalen van goede resultaten in ketenrelaties.’

Inkoophoogleraar Arjan van Weele: ‘De relatiekwaliteit wordt steeds bepalender voor het behalen van goede resultaten in ketenrelaties.’ Foto: College Tour Purchasing

Om bedrijven te helpen de kwaliteit van hun relatie met partners te verbeteren, heeft Arjan van Weele, samen met een promovendus, een ‘Perceptiemeter’ ontwikkeld, die in kaart brengt op welke punten de samenwerking en de relatiekwaliteit te wensen overlaten en moeten worden verbeterd. De waarde van dit instrument voor de praktijk wordt op dit moment wetenschappelijk getest.

a.j.v.weele@tue.nl (voor onderzoek Perceptiemeter) www.mbcf.nl www.arjanvanweele.com

april 2017

39


mapp View. WEB MEETS AUTOMATION. www.br-automation.com/mappView


INNOVATIE

OP DE SMART BASE FUNGEERT DEFENSIE ALS LAUNCHING CUSTOMER

UITVALSBASIS VOOR HET INNOVATIEVE MKB Al meer dan dertig jaar voert Defensie internationale (vredes)missies uit, onder veelal zware omstandigheden (uiteenlopende bedreigingen, hitte, kou, stof). De tijdelijke basis voor de Nederlandse militairen moet alle voorzieningen voor de operatie, maar ook letterlijk en figuurlijk de bescherming van ‘een veilig thuis’ bieden – met tegenwoordig een minimale ‘footprint’ voor water, energie en afval. Innovatieve bedrijven kunnen hun oplossingen voor de opgaven van Defensie beproeven in het Fieldlab Smart Base. DOOR HANS VAN EERDEN

D

efensie heeft Nederlandse bedrijven uitgenodigd mee te denken over nieuwe ideeën en concepten die een snelle en smart opbouw, inrichting en instandhouding van een base garanderen. Begin vorig jaar is daar-

Het platform voor Smart Base: de innovatieve base. Foto: Defensie

voor, op instigatie van het landelijke Actieprogramma Smart Industry en FME, het Fieldlab Smart Base gelanceerd. Daarin werkt de Koninklijke Landmacht samen met de vijf grote regionale ontwikkelingsmaatschappijen (NOM, Oost NV, InnovationQuarter, BOM en LIOF) en Smart Industry. Voor de snelle winst is Smart Base 1.0 gedefinieerd. Daarvoor konden bedrijven, vooral mkb’ers, slimme technologie en innovatieve producten en diensten inbrengen op vier thema’s: Bescherming, Energie, Logistiek en Water. Eind dit jaar moet deze basis er staan. Voor de langere termijn wil Defensie in het fieldlab met bedrijven en kennisinstellingen werken aan ‘disruptieve’ innovaties. Daarin kan ook een breed onderwerp als ict meelopen. Mei vorig jaar kwamen 600 geïnteresseerde bedrijven af op vier regionale informa-

• In Smart Base gaat het om Defensietoepassingen voor civiele producten. • Achttien van de bijna 150 voorstellen geselecteerd voor eerste ronde. • ‘Wij bieden een robuuste experimenteeromgeving: de innovaties moeten soldier-proof zijn.’ • De behoefte aan duurzaamheid in Defensie klinkt internationaal.

tiedagen. De oogst: een kleine 150 voorstellen, waarvan er achttien werden geselecteerd voor de eerste ronde. De andere schoven door naar Smart Base 2.0, kon Defensie meteen oppakken of vielen af. De selectie en begeleiding van de ondernemers werd per thema verzorgd door een team waarin, naast Defensie, twee ontwikkelingsmaatschappijen zaten. Vervolgens is met specialistische ondersteuning van Red Bluejay (open innovatie) en Obiewan (organisatietransitie) de eerste fase van het fieldlab verder uitgerold.

CONCEPT DEVELOPMENT & EXPERIMENTATION Rob van Vollenhoven van Oost NV is vanaf de start bij het fieldlab betrokken. Hij voert al jaren projecten uit met Defensie. ‘Vanuit die historie kwamen ze bij ons uit toen ze, onder de vlag van ‘Concept Development & Experimentation’ (zie kader, red.), meer samenwerking wilden met het innovatieve bedrijfsleven. Dat is meteen opgeschaald naar de vijf ontwikkelingsmaatschap-

‘WIJ ZETTEN DE DEUR EEN BEETJE OPEN’ Defensie moderniseert, onder meer middels ‘Concept Development & Experimentation’ (CDE): in samenwerking met bedrijven in een realistische omgeving nieuwe technologieën en concepten testen die inzicht geven in de eigen behoeften en de externe oplossingen op lange termijn. Smart Base is een exponent van deze moderne innovatiebenadering. Luitenant-kolonel Edwin Leidelmeijer, stafofficier CDE licht toe: ‘Wij zetten de deur een beetje open, vragen bedrijven om mee te denken. Prettig dat daar redelijk veel voorstellen op gekomen zijn. Wij bieden een robuuste experimenteeromgeving: de innovaties moeten soldier-proof zijn, dus oefenen we ermee en beproeven we ze in een statische omgeving (op de kazerne in Soesterberg, red.). Defensie doet van oudsher veel zelf, maar omdat de afgelopen jaren veel specialisten zijn weggegaan, is ons innoverend ver-

mogen minder geworden. Daar nu mensen van buiten voor aantrekken, is even wennen.’ Het gaat in Smart Base om Defensietoepassingen voor civiele producten; de militaire specificaties blijven gehandhaafd, benadrukt Leidelmeijer. ‘Maar technologische ontwikkelingen kunnen ertoe leiden dat we ze gaan heroverwegen. Waterzuivering bijvoorbeeld kon vroeger alleen met omgekeerde osmose, nu zijn er veel meer technieken. We moeten opschuiven richting functioneel specificeren en effect-based verwerven.’ De bedrijven die meedoen worden ondersteund door specialisten van Defensie. Zo zijn er verschillende kenniscentra vertegenwoordigd in de themateams, maar ook personeel van 101 Geniebataljon. Dat zorgt voor een betere aansluiting van de projecten bij Defensie. De keuze voor civiele thema’s was een bewuste, zegt de

luitenant-kolonel. ‘We willen bedrijven helpen om andere, civiele klanten te vinden. Defensie wil zeker als launching customer optreden, maar soms zullen wij niet tot aanschaf overgaan. Dan kunnen wij de innovatie nog wel bij anderen aanbevelen, denk aan Artsen zonder Grenzen, UNHCR (VN-vluchtelingenorganisatie, red.) en andere ngo’s. Wij geven ruchtbaarheid aan wat wij hier doen en delen onze ervaringen met Defensie in onder meer Duitsland, België, VS en Canada. De behoefte aan duurzaamheid in Defensie klinkt internationaal. Tot nu toe hebben wij op onze missies bijvoorbeeld veel water verbruikt; dat is ecologisch niet verantwoord.’ En verwijzend naar water als ‘conflictmateriaal’: ‘Watermanagement is peace.’ www.defensie.nl/organisatie/landmacht

april 2017

41


pijen. De primaire doelstelling van Oost NV is Defensie meer en beter in contact te brengen met innovatieve bedrijven, en omgekeerd zijn we een verlengstuk van het bedrijfsleven waarvoor dit een belangrijk programma kan zijn in een nieuwe markt: toon je met experimenteren aan dat je innovatie voor Defensie werkt, dan ben je ook interessant voor andere markten.’ De samenwerking verloopt goed, meldt hij. ‘Maar je hoort wel dat bedrijven meer snelheid willen.

We merken dat er veel georganiseerd moet worden, want deze opzet van open innovatie is voor Defensie en veel bedrijven nieuw. Om zoveel mogelijk flexibiliteit en snelheid in de opstartfase te behouden, is er voor gekozen niet via aanbesteding te werken. Vorig jaar zomer zijn overigens nieuwe regels voor aanbesteding van kracht geworden. Daarin is onder meer sprake van een innovatiepartnership, waarin bedrijven met Defensie kunnen meeontwikkelen zonder voorkennis op te doen die hen vervolgens bij een aanbesteding een uitsluiting zou opleveren. Die kwestie komt straks terug bij Smart Base 2.0, dat in ieder geval een scherpere formulering van de probleemstellingen moet krijgen. Een doelstelling zou kunnen zijn: in tien jaar moet een base energiezelfvoorzienend zijn.’ Smart Base 1.0 geeft alvast aanzetten, laten de navolgende voorbeelden zien.

WATER

De Hydrowashr is bedoeld voor superzuinig handenwassen. Foto: Hydrowashr

Voor het thema Water is het streven de waterketen zoveel mogelijk te sluiten; doel is het verbruik op een

basis met tachtig procent te reduceren. Dat houdt in: schoon drinkwater bereiden, besparende maatregelen nemen en afvalwater zuiveren voor hergebruik, vertelt Alex Berhitu van de NOM. ‘Mijn werk voor de Water Alliance, een landelijk netwerk voor innovatieve watertechnologie, heeft geholpen om samenhangende projecten te ontwikkelen.’ Zeven voorstellen zijn geselecteerd voor Smart Base 1.0. ‘Standaard gebruikt Defensie nu voor waterzuivering omgekeerde osmose, een robuuste techniek die water ultraschoon maakt, maar wel veel energie vergt. Daarom hebben wij een membraandestillatie-project voorgesteld. Die techniek levert een bijna vergelijkbare waterkwaliteit en maakt gebruik van restwarmte, bijvoorbeeld van de koeling of van dieselaggregaten. Daarnaast is er een project voor de kleinschalige inzet van membraanbioreactoren voor waterzuivering. Die produceren biogas, waarmee je weer elektriciteit kunt opwekken.’ Hydrowashr uit Leeuwarden, lid van de Water Alliance, bracht z’n gelijknamige apparaat in, bedoeld voor het superzuinig handenwassen: zonder zeep en (papieren) handdoekje, met slechts tien milliliter water. Gedestilleerd water wordt bijna aan de kook gebracht voor een betere reiniging; de druppeltjes zijn zo klein dat de gebruiker er niets van voelt. ‘Goed handenwassen is op een basis vooral belangrijk voor de hygiëne’, verklaart directeur Jan Melein. ‘Wereldwijd wordt zeventig procent van de besmettelijke ziektes via de handen overgedragen’, kijkt hij alvast vooruit

Oplossingen in metaal. Van ontwerp tot eindproduct. Bax Metaal is een sterke en betrouwbare speler in de metaalbranche, leunend op de pijlers Engineering, Laserparts, Samenstelling en Finishing. Wij bieden klantgerichte oplossingen in de vorm samengesteld plaatwerk en buisconstructies in RVS, aluminium en staal. Kwaliteit, betrouwbaarheid en snelheid staan daarbij centraal.

Bax Metaal B.V. | Galgenberg 7 | Ind. ter. de Waterlaat | 5571 SP Bergeijk | T +31 (0)497 555 393 | info@baxmetaal.nl | www.baxmetaal.nl

42

april 2017


naar toepassingen elders. Begin dit jaar ging Melein mee op oefening naar Polen. ‘En we laten in een kazerne een compagnie onze Hydrowashr testen. Dit jaar besteden we aan prototypes bouwen, functioneel testen en verkennen van de commerciële mogelijkheden. We hebben op de Future Force Conference 2017 in Den Haag gestaan en proberen bij buitenlandse Defensieorganisaties voet aan de grond te krijgen.’

ENERGIE Uitdagingen verbinden, zoals waterzuivering met energievoorzienig, is ook bij het thema Energie aan de orde. Neem de installatie die BI-Energy uit Oegstgeest heeft aangedragen voor Smart Base 1.0. Een reactor verzorgt pyrolyse, het zonder zuurstof ‘verbranden’ van organisch materiaal. Dat kan organisch afval, waaronder gras, plastic en afgewerkte motorolie, omzetten in olie en gas. Met het gas kan dan elektriciteit worden opgewekt en de olie is weer geschikt voor militair materieel. BI-Energy schakelde Rutec Engineering uit Rijnsburg in voor de bouw van de installatie. Dat heeft veel ervaring met kleinschalige energiecentrales bouwen, zoals voor warmtekrachtkoppeling, vertelt directeur Gert-Jan de Ruiter. ‘De preciese opbouw van de unit hebben we getest samen met de prof die het concept heeft bedacht.’ Hij verwacht volgend jaar met een commercieel systeem op de markt te komen. Diverse lijntjes staan al uit, ook over de grens. ‘Als we deze machine 24/7 aan het draaien krijgen, wil ieder-

een ’m hebben. Dan kun je ’m in een dorpje in Afrika neerzetten.’ Hij ziet ook kansen in woonwijken en op industrieterreinen, in lijn met de trend van decentralisatie van afvalverwerking en energieopwekking. ‘Het is een apparaat zonder emissies en explosiegevaar, en valt daardoor buiten de normen voor de chemische industrie. Er komt ‘groene’ olie uit waarvoor je een mooie prijs kunt vangen. De return on investment bedraagt twee tot drie jaar.’ Defensie lijkt de eerste klant te worden; InnovationQuarter begeleidt de contacten.

StackAssist kan Defensie helpen bij het efficiënter beladen van de containers die op transport gaan. Illustratie: FPC

LOGISTIEK De brede definitie die Defensie hanteert voor logistiek en de gewenste open samenwerking met bedrijven, resulteerden in liefst vijftig voorstellen. Uiteindelijk paste er één bij de specifieke behoefte van Defensie voor Smart Base 1.0; een aantal andere is gekoppeld aan 2.0. In het themateam Logistiek is LIOF actief betrokken, omdat Limburg een sterke logistieke sector kent. ‘Alle voorstellen zijn getoetst aan criteria voor wat het beste past bij de Smart Base’, zeggen Charles Mevis en Dianne Soons van LIOF. ‘Wij hebben, met de andere ontwikkelingsmaatschappijen, onze

Wereldwijd marktleider

bedrijfsnetwerken geïnformeerd en gemobiliseerd, en daarnaast onze ervaring en werkwijze ingebracht voor het gestructureerd en objectief beoordelen van de vele projectvoorstellen.’ Voor een succesvollere match tussen vraag en aanbod hecht LIOF aan een scherpere vraagarticulatie. ‘We pakken deze uitdaging voor Smart Base 2.0 graag samen met Defensie op, om ons netwerk gerichter te kunnen aanspreken. Wij kunnen hen helpen om te formuleren wat ze echt nodig hebben.’ FPC beyond packaging uit Reusel kon snel aanhaken bij Smart Base 1.0. De partner voor optimale verpakkingsoplossingen en verbetering in

op het gebied van aandrijving, besturing en procesbeheersing

Op 13 maart 1917 startte Arthur L. Parker, een 33-jarige engineer, de Parker Appliance Company. Vanuit zijn loft in Cleveland, Ohio ontwikkelde hij een uniek pneumatisch remsysteem voor bussen en trucks. Het begin was zwaar, maar Arthur Parker en zijn familie bleven geloven in hun droom. Met ambitie, hard werken en ‘engineering spirit’ werd een bedrijf opgebouwd dat in 2017 100 jaar bestaat en wereldwijd marktleider is in aandrijvings -en besturingstechniek. En net als in het prille begin staat de klant nog altijd centraal. Samen zorgen we voor een hogere productiviteit en winstgevendheid voor onze klanten. Engineering your succes! parker.nl

april 2017

43


de supply chain is onderdeel van de Faes Group. FPC helpt logistieke bedrijven onder meer met de StackAssist-software voor optimaal beladen, vertelt Ron van de Poll, adviseur Defensie bij FPC. ‘Wij kunnen helpen bij het efficiënter beladen van de containers die op transport gaan naar crisisgebieden; Defensie kan met onze software het aantal benodigde containers en vrachtwagens verminderen. StackAssist geeft visuele instructie voor het slim op pallets stapelen van goederen en zet die pallets vervolgens in een logische volgorde in de container: last in, first out, voor tijd- en ruimtewinst bij het in- en uitpakken. Vervolgens kan Defensie zo snel mogelijk een basis uit de grond stampen.’ In mei gaat FPC een demonstratie verzorgen. ‘Als dit aanslaat, wordt het een groot project, want Defensie heeft veel logistieke locaties in Nederland. Ondertussen hebben we ook al contacten bij de NAVO gelegd.’

G

BESCHERMING Voor het thema Bescherming werkt Robbert Jan Kooij van Oost NV onder andere samen met twee mensen van de genie. ‘Zij hebben veel ervaring met het opbouwen van bases. We hebben oplossingen geselecteerd die militair en/of klimatologisch bescherming bieden, bijvoorbeeld Smart Gates die rijdende bommen tegenhouden, slimme toegangspoorten voor screening van mensen die de basis op willen, of overkappingen die waardevolle assets uit het zicht nemen. Defensie wil de basis een open karakter geven, vanwege de

connectie met de lokale bevolking en om de militairen een aangename werkomgeving te bieden.’ Kooij c.s. organiseerden sessies waarin bedrijven een innovatiegame speelden – ‘wat kom je halen en wat kom je brengen?’ – om de onderlinge samenwerking tussen projecten te bevorderen. ‘We zorgden dat ze binnen de grote Defensieorganisatie de juiste contacten konden leggen. Bij de beoordeling van de voorstellen hebben we gekeken of de businesscase schaalbaar is, of er ook kansen buiten Defensie liggen. Een mooi voorbeeld is de Shaded Dome, letter- Artist impression van een basiskamp met enkele Shaded Domes. Illustratie: Shaded Dome lijk en figuurlijk een overkoepelend project, zou plaatsvinden (maar inmiddels naar de winter van een consortium dat al had geïnvesteerd in de is verplaatst). Bijvoorbeeld de trainingsvelden branding van z’n product.’ zouden in een Shaded Dome kunnen worden Die branding hing samen met het doel waarvoor ondergebracht, vertelt Mart Hinssen, consultant de Shaded Dome is ontwikkeld: het WK voetbal in de businessline Industry & Buildings van Royal dat in 2022 in de gloeiendhete zomer van Qatar

VSE INDUSTRIAL AUTOMATION UW BS-FILTER VOOR HOOGCOMPLEXE PROJECTEN VSE HOUDT HET OVERZICHT EN HOUDT HET SIMPEL. VOOR U. ALS HET GAAT OM: • MOTION CONTROL • INDUSTRIËLE AUTOMATISERING • HYGIËNISCH ONTWERP • ROBOT-INTEGRATIE • SERVICE & ONDERHOUD

VSE Industrial Automation is een nieuwsgierige club specialisten. ‘Waarom’ is voor ons - en wij denken ook voor u - de vraag waar alles mee begint.

44

april 2017


HaskoningDHV (RHDHV) in Nijmegen. Het ontwerp is van RHDHV, ZJA (Zwarts & Jansma Architecten) en fabrikant Poly-Ned. De duurzame, semipermanente faciliteit bestaat uit een opblaasbare, klimaatgeregelde koepel, dome, die – vastgezet met staalkabels – zorgt voor een aangenaam microklimaat. De koepel wordt voorzien van een tentoverkapping, shade. De Shaded Dome kan al aan de door Defensie gestelde doelen voor energie en logistiek voldoen. ‘Met hulp van TNO onderzoeken we de mate van bescherming, de scherfwerende werking die met een supersterke aramidelaag in de shade behaald kan worden en die de dome dus geschikt kan maken voor militaire missies naar oorden met een extreem klimaat. Voor ons is het een redelijk blanco markt’, meldt Hinssen. ‘Samen met Oost NV zoeken we uit hoe het daar werkt. We hebben op de Future Force Conference ons concept gepresenteerd en daar contact gelegd met Frankrijk en Canada. Wij laten Defensie nu ervaren hoe het is om met deze lichtgewichtconstructie te werken. Met andere bij Smart Base betrokken bedrijven kunnen we elkaar versterken. Zoals met een leverancier van modulaire accu’s voor de opslag van zonne-energie, want wij willen zonnefolie integreren in de tenthuid.’ Andere toepassingen heeft Hinssen al in het vizier: ‘Als Defensie vertrekt zou het zo’n Shaded Dome kunnen laten staan, voor onderwijs, trapveldje of een bedrijf. Het Rode Kruis kan het voor noodopvang gebruiken. We kunnen tot 24.000 m2 overspan-

nen en daaronder kun je een soort wijk creëren met allerlei functies.’

DUALE ROL Het Shaded Dome-consortium diende zijn voorstel in samen met TNO Defensie en Veiligheid, dat het contact met Smart Base legde. ‘TNO speelt waar mogelijk graag een duale rol’, verklaart Philip van Dongen, business developer bij die TNO-tak in Rijswijk. ‘Als kennisorganisatie in de ‘gouden driehoek’ (overheid-bedrijfslevenkennisinstellingen, red.) ondersteunen we Defensie om dit tot een succes te maken. We hebben domeinkennis van het thema Defensie & Veiligheid, maar werken ook aan thema’s als Energie. We hebben met hen besproken hoe een goede experimenteeromgeving te creëren. Dat ging onder meer over het objectief reviewen van voorstellen en het voorkomen van voorkennisproblemen voor deelnemende bedrijven bij eventuele latere aanbesteding. Daartoe spreekt Defensie in termen van te bereiken effecten en zal ze niet meteen technologische oplossingen aanwijzen. Voorts helpen we bedrijven met onze unieke kennis en kunde om interessante projecten te kunnen uitvoeren.’ Van Dongen erkent dat Defensie het imago van een gesloten bastion heeft. ‘Voor ons is het gemakkelijker om toegang te krijgen omdat we al vele jaren een strategische partner zijn. Waar mogelijk kunnen wij een brugfunctie vervullen. Wij nemen daarom niet zelf deel aan een consortium, maar kunnen dit wel, zoals bij

Shaded Dome, ondersteunen met technische knowhow rond beschermingskunde bij de contacten met Defensie en ook bij het winnen van andere, internationale klanten. We kunnen nagaan welke behoeftes NAVO-partners hebben. In Europees verband staat bijvoorbeeld het implementeren van duurzaamheid in Defensie op de agenda.’

DUURZAAMHEID Over duurzaamheid gesproken, Philip van Dongen is benieuwd hoe Defensie de innovatieve werkwijze van Smart Base structureel gaat inbedden en of mkb’ers erin willen blijven investeren. Hij vindt de aanpak in ieder geval vernieuwend. ‘Ze stellen zich kwetsbaar op door bedrijven die van oudsher geen affiniteit met Defensie hebben, uit te dagen om met oplossingen te komen. Vervolgens moet Defensie wel voor voldoende dynamiek zorgen, want bedrijven willen snel resultaat zien, lees projecten scoren.’ www.smartindustry.nl/fieldlabs/ fieldlab-smart-base www.tno.nl, www.nom.nl, www.oostnv.nl www.innovationquarter.nl www.bom.nl, www.liof.nl www.hydrowashr.com www.stackassist.com www.bi-energy.nl, www.rutec.nl www.shadeddome.com www.royalhaskoningdhv.com

Industry 4.0. Since 1947. Are you, perhaps, not too interested in Industry 4.0, but really enthusiastic about batch size 1? We all know about the demands that are made on production, quality and resource efficiency when products have to be as individual as possible and machines have to run with maximum flexibility. Everyone is talking about giving each customer their own individual product, each manufacturer their own individual machine. Sounds difficult, right? That’s precisely why we are making things easy in the machine-building industry: And have been doing so for 69 years. Come and see for yourself how we are driving Industry 4.0 forward: at www.Lenze.com

As easy as that.

april 2017

45


MTA is dĂŠ hightech system supplier, gespecialiseerd in het ontwikkelen en bouwen van mechatronische systemen. Met ons team van experts zijn we in staat een totaaloplossing te bieden die u compleet ontzorgt.


FLINK bericht over de wereld van starters en hun innovaties, financieringsproblemen en andere uitdagingen. De naam, FLINK, haakt natuurlijk aan bij die van dit magazine, maar duidt bovenal op een wezenlijke karaktereigenschap van elke startende hightech ondernemer waar de interesse van (formal) investors naar uitgaat – meer nog dan naar de innovatie in kwestie: heeft de starter doorzettingsvermogen, weet hij mensen voor zich te winnen met zijn overtuigingskracht, durft hij beslissingen te nemen?

De rondetafel over start-ups vond eind maart plaats in het Ketelhuis op Strijp-S in Eindhoven. Foto’s: Kees Beekmans

RONDETAFEL OVER HOE START-UPS VALKUILEN KUNNEN OMZEILEN IN FLINK: 53 KORT: - Invest-NL: makkelijker financiering, meer durfkapitaal - Waterleidingen herstellen zonder graven - Luxexcel: nieuwe dimensie in brillen - ‘Dreamers’ hebben de meeste potentie

SUCCESFACTOREN: SNELHEID EN ‘SINGLE-PRODUCT’ De vergane industriële glorie van het Ketelhuis, dat vroeger alle Philips-gebouwen op de Strijp-complexen in Eindhoven warmstookte, vormt het passende decor voor een rondetafel over start-ups. Was het de aanvankelijke single-product focus (gloeilampen) die Philips het succes bracht? En wijst de recente terugkeer naar één ‘product’, healthtech, niet op hetzelfde: focus? In ieder geval moeten start-ups meer snelheid ontwikkelen. ‘Ik ben gefascineerd door het verschil met snelgroeiende Amerikaanse bedrijven.’

DOOR HANS VAN EERDEN

KIPPEN EN BOEREN GEDIJEN BIJ LICHT VAN LED FACTORY Led-oplossingen kunnen dierenwelzijn en winstgevendheid in de pluimveesector verhogen. Met financiële steun van ontwikkelingsmaatschappij NOM, Doefonds Fryslân en ‘Brussel’ (Interreg-subsidie) kan LED factory in Leeuwarden die doorontwikkelen en naar de (wereld)markt brengen. Algemeen directeur Trudie Timmermans: ‘Goede verlichting heeft grote invloed op het welbevinden van kippen, die licht in heel andere gradaties en kleuren zien dan mensen.

Door onze verlichting gaan kippen beter bewegen en eten en zijn ze gezonder, waardoor ze goed groeien en meer eieren leggen. Dieren blij en boeren ook, vanwege een betere opbrengst plus de voordelen van energiebesparing en duurzaamheid, inherent aan de overschakeling op led’s.’ LED factory biedt ook led-concepten voor industriële en utiliteitsgebouwen.

Led-oplossingen voor de pluimveesector en voor industriële en utiliteitsgebouwen. Foto: LED factory

www.ledfactory.nl www.doefondsfrsylan.nl www.nom.nl

A

andacht krijgen de Nederlandse start-ups genoeg, maar creatie van duurzame werkgelegenheid laten ze minder zien. Reden voor Link Magazine om met Additive Industries als gastheer een rondetafel te organiseren over de do’s & don’ts en valkuilen voor techstarters. Aan tafel volop ervaring in ‘start-uppen’ en corporate venturing. Aangevuld door Paul Mencke, partner in Govers Accountants/ Adviseurs, dienstverlener voor het industriële mkb, die enkele relativerende noten plaatst, en gespreksleider Taco Huizinga van The Law Factor, die de juridische factor inbrengt die veel start-ups veronachtzamen.

LEES VERDER OP PAGINA 49

april 2017

47


Uw sector is ons vertrekpunt.

Als ondernemer wilt u graag een bank die aandacht heeft voor uw sector. Onze sectorspecialisten denken graag met u mee. Zij zijn op de hoogte van de actuele ontwikkelingen binnen de industrie. En weten wat nu nodig is om uw plannen op korte en lange termijn te realiseren. Voor meer informatie: abnamro.nl/industrie


VERVOLG VAN PAGINA 47

RONDETAFEL OVER HOE START-UPS VALKUILEN KUNNEN OMZEILEN

SUCCESFACTOREN: SNELHEID EN ‘SINGLE-PRODUCT’ Aan tafel in het Ketelhuis onder meer hightech system supplier Sioux (500 medewerkers), die op zoek is naar eigen producten en corporate ventures die het kan ondersteunen. Schoolvoorbeeld is Phenom-World, dat vanuit FEI werd uitgesponnen en succesvol een tafelmodel elektronenmicroscoop in de markt heeft gezet. Sioux participeerde risicodragend en nam de embedded software voor zijn rekening. ‘De bestaande oemers in de regio zijn gedeverticaliseerd en hebben alles tussen kop en staart in een sterke supply chain ondergebracht’, verklaart Arnoud de Geus, director new business development. ‘Maar nieuwe oem’ers blijven wel nodig, al was het maar omdat veel van de uit Philips voortgekomen bedrijven inmiddels aan buitenlandse partijen zijn verkocht. Mede uit zorg daarover nemen we verantwoordelijkheid voor de creatie van nieuwe oem’ers, want die komen lastig van de grond. Ze hebben hoge investeringen nodig en daarvan gaat bij de Nederlandse venture capitalists het bloed niet sneller stromen.’

SNEL NAAR DE MARKT Als nieuwe oem’er heeft zich Additive Industries (45 medewerkers) al aangediend. Gestart in 2012 lanceerde dat vorig jaar ’s werelds eerste echt industriële 3D-metaalprinter. ‘Ik heb eerder een bedrijf gestart, en ook weer afgebouwd’, vertelt ceo Daan Kersten. ‘Nu doen we het aardig, we hebben vijf bèta-machines verkocht en intussen de eerste serieproductiemachines geleverd. Het verschil met mijn vorige bedrijf ligt in de ambitie en de steile groeicurve. Ik ben gefascineerd door het verschil tussen snelgroeiende Amerikaanse bedrijven en langzamer groeiende hier. Het grote verschil tussen wel en niet slagen is het tempo waarin je tractie in de markt krijgt. We zijn eerst

Michel Vleugels (EFI): ‘Investeerders die zich aandienen willen meteen geld verdienen, maar dat helpt ons niet verder.’

langsgegaan bij potentiële klanten: ‘Wat moeten wij maken zodat jullie het gaan Daan Kersten (Additive Industries): kopen?’ Als je je product ‘Als je je product niet verkocht krijgt niet verkocht krijgt voor je voor je het klaar hebt, moet je je het klaar hebt, moet je je afvragen of het wel wat wordt.’ afvragen of het wel wat wordt. Vervolgens hebben wij een complexe machine ontwikkeld in twee jaar. Dat is snel. Vaak gaat veel tijd verloren met die laatste procent performanceverbetering. Je moet juist snel naar de markt, om feedback op te halen. We hebben veel mensen ingeschakeld, konden hier in de preneur en start-up sparringpartner actief onder regio een complete supply chain ‘aan ons bedrijf meer in hardware-accelerator HighTechXL en op klikken’ en hebben meteen voldoende geld opde blog SoftwareStartups, ging zelfs failliet op dat gehaald; we hadden de mazzel van funding door ongeduld van investeerders. Met Vector Fabrics een solide familiebedrijf.’ ontwikkelde hij analysetools voor embedded software. De markt zag potentie, maar hapte niet snel genoeg en toen ging de stekker eruit. ‘InvesteerGEVOEL ders leven in een internetbubbel, maar die werkt Eenzelfde ‘aanklikfilosofie’ hanteert Michel Vleuanders dan de hightech. Daar heb je een langere gels, gynaecoloog en (tot voor kort) directeur van termijn nodig.’ Het gaat om complexe innovaties EFI (Endoscopic Force-reflecting Instruments). voor fysieke producten, die hoge investeringsniHij ontwikkelde voor non-invasieve (kijk)operaveaus en lange leadtimes vergen, vult Arnoud de ties chirurgisch instrumentarium dat de chirurg Geus aan. Rutten houdt zich nu bezig met startletterlijk gevoel geeft voor wat hij doet.’ Wij doen ups ondersteunen en telt alleen in Eindhoven al aan cherry picking in de Nederlandse hightech en meer dan vijftig initiatieven op dit gebied. Heel schakelen bedrijven als Technobis, TNO, Hittech gefragmenteerd dus, wat ook geldt voor de seeden Demcon in.’ Vleugels heeft een missie, niet financiering die vanwege overheidsregels tot alleen voor zijn eigen professie: ‘Wat wij hebben kleine bedragen beperkt blijft. Dat maakt starten ontwikkeld voor haptic feedback is een platformlastig en de positie van de grote oem’ers complitechnologie die heel veel toepassingen kan krijceert de zaak soms nog. Is ASML geen (laungen voor bijvoorbeeld robots. Die hoogwaardige techniek willen we hier verder uitwerken en zo ching) customer, dan komt de start-up soms niet behouden voor Nederland; het goedkoper produvoor een investering in aanmerking. En bij een ceren kan vervolgens wel oem’er moet hij maar met de inkoper gaan praelders. Tot mijn frustratie ten. ‘Dat kan hij helemaal niet. De cto van die gaat dat echter heel lastig. grote oem’er moet z’n nek uitsteken. Daar werkt Er was weinig begeleiding de Nederlandse mentaliteit echter tegen: als het en financiering te vinden. mislukt met die innovatie, dan moet diens kop En dienen zich wel eraf.’ Dus rijst de vraag: waarom niet naar Silicon investeerders aan, dan wilValley? Rutten: ‘Dat vind ik een zwaktebod. Hier len zij vandaag een rijkshebben we de kennis en de technologie, en een daalder voor de gulden die grote Europese markt in bijvoorbeeld de Duitse ze gisteren hebben geïnautomotive, een markt die voor de Amerikanen vesteerd. Ze willen meteen moeilijk toegankelijk is. Maar het klopt, sommige geld verdienen, maar dat start-ups gaan wel naar Silicon Valley en weten helpt ons niet verder.’ van daaruit in Nederland te verkopen.’ Daan Kersten heeft er zelf rondgekeken en de verschillen gezien, maar blijft voor de fabricage van de 3DINTERNETBUBBEL metaalprinters in eigen land. ‘Iedereen begrijpt Martijn Rutten, tegenwoordat wij onze machine in Eindhoven maken; de dig als technology entre-

april 2017

49


competenties en mate van samenwerking hier zijn uniek. Maar ik wil wel een brug slaan tussen Eindhoven en Silicon Valley, leren van hoe ze het daar doen. Ze denken in een andere grootte van bedragen en hebben een kortere tijdshorizon. Hier in Nederland zijn we meer van het voorzichtig groeien.’

O

Arnoud de Geus (Sioux): ‘Zonder focus zijn ventures ten dode opgeschreven, het moeten singleproduct companies zijn.’

ÉÉN DIKKE POT Onvermijdelijk komt de rol van de overheid aan de orde. Arnoud de Geus is het positiefst: ‘De avonturen die Sioux is aangegaan, zijn allemaal mede gesteund met publieke middelen. Ik ben blij met een club als RVO.nl, dus de infrastructuur voor overheidssupport moet niet worden geschrapt. Zeer vroege hightech innovatie kan niet zonder vijftig procent publieke financiering, daar moeten we samen krachtig voor lobbyen.’ Daan Kersten is blij met regelingen als Innovatiekrediet en WBSO, maar vindt lobbyen kansloos. ‘De overheid gaat het voor ons niet doen. Ze wil wel helpen, maar je moet er niet op wachten. Er zitten in de politiek te veel mensen die geen technische kennis hebben. Toch zijn veel start-ups gericht op overheidsfinanciering. Als ze het daarvan moeten hebben, zijn ze te laat.’ Sterker nog, sommige zien het als omzet, signaleert Martijn Rutten. ‘Dat is een valkuil. Ik vind wel dat overheids- en Europese subsidies kunnen helpen bij het versnellen van hightech start-ups. Het is jammer dat bijvoorbeeld regionale ontwikkelingsmaatschappijen er niet miljoenen in mogen steken. De bedragen blijven te klein.’ Kersten vindt dat de overheid geen fondsmanager moet zijn. ‘Laten ze het geld steken in particuliere investeringsfondsen waar de managers ook met hun eigen geld in zitten.’ Zo is Silicon Valley groot geworden, vult Rutten aan: succesvolle ondernemers die met hun vergaarde kapitaal en ervaring zelf weer gaan investeren. In ieder geval moet de overheid haar geld efficiënter inzetten, bepleit

Betaalt u nog voor een Historian? Niet bij MAPS (Mitsubishi Adroit Process Suite) Een moderne SCADA oplossing kan niet zonder deze en meer geavanceerde functionaliteiten. MAPS is één van de meest moderne, open, geavanceerde en schaalbare SCADA oplossingen. Nieuwsgierig naar de vele mogelijkheden? Neem contact met ons op en laat u informeren wat Mitsubishi Electric voor u kan betekenen.

Meer informatie nl3a.mitsubishielectric.com Telefoon +31 297 250 350

50

april 2017

Michel Vleugels. ‘Ze moet vooral faciliteren en per regio één dikke pot met geld beschikbaar stellen in plaats van alle potjes die er nu zijn. En voor de beoordeling van voorstellen professionals met verstand van de betreffende sector inschakelen.’ Misschien wordt de oplossing wat al te gemakkelijk in forse uitbreiding van overheidsfondsen gezocht, tekent Paul Mencke aan. ‘Ik voorzie een grote kans dat er dan te veel belastinggeld verbrand gaat worden.’ De regio Eindhoven had zelf een groot fonds, zegt De Geus: ‘Philips. Nu dat fonds er niet meer is, moet er een nieuw komen, van een half miljard, om zeg 25 miljoen in de versnelling van een bedrijf te kunnen steken.’ Het moet niet te eenvoudig zijn om geld te krijgen, werpt Mencke tegen. ‘Het is te gemakkelijk om te zeggen ‘we zetten er een paar nullen achter en dan komt het goed’. Uiteindelijk moet er wel een natuurlijke selectie plaatsvinden. Innovatie is creatieve destructie, veel start-ups lukken niet.’ Het beste idee met de beste uitvoering moet overwinnen, niet met het meeste geld, wil hij maar zeggen.

HET JUISTE TEAM Het ‘team’ is ook vaste prik in beschouwingen over start-ups. Is bijvoorbeeld de starter, de oprichter van de nieuwe onderneming, nog wel de geschikte leider in de scale-up-fase? Moet de ceo zelf die conclusie trekken of moeten de investeerders, c.q. aandeelhouders erbovenop zitten, zoals je in Amerika veel ziet, en de ceo zo nodig tot terugtreden dwingen? Michel Vleugels


heeft onlangs die stap terug gezet. ‘Ik was mijn investeerders voor en heb ze juist omgekeerd gedwongen een nieuwe ceo te gaan zoeken.’ Martijn Rutten kan het waarderen. ‘Je moet als ondernemer groter kunnen denken dan jezelf en zo nodig een stap opzij zetten. Ik heb meegemaakt dat een financier alleen wilde instappen als de ceo zou terugtreden, omdat hij niet overtuigd was dat die zou slagen. Dat vind ik professioneel.’ Ceo Daan Kersten, medeoprichter en medeaandeelhouder, erkent de logica van deze redenering, maar aarzelt toch om die op zichzelf van toepassing te verklaren. ‘Belangrijk is in ieder geval dat ondernemer en investeerder op één lijn zitten, bijvoorbeeld over de definitie van succes: is dat tien medewerkers en een goed salaris, of een succesvolle exit over een paar jaar?’ Wat betreft de samenstelling van het team ziet hij weer een kenmerkende tegenstelling. ‘In Silicon Valley nemen ze eerst een verkoper aan, hier zetten we eerst een technisch team op. Sowieso belangrijk is meteen goede adviseurs erbij betrekken. Wij hebben vanaf het begin financieel, legal en technisch advies gevraagd. Bijvoorbeeld van een patent strategist uit Silicon Valley; dat kostte ons maar 5.000 euro.’ Veel start-ups zijn succesvoller als ze in de eerste fase goed juridisch en financieel advies krijgen, weet Martijn Rutten. ‘Vaak gebeurt dat niet, uit een verkeerd soort zuinigheid.’ Taco Huizinga van The Law Factor weet er alles van. ‘De vervolgfase waarin bedrijven groeien vind ik als jurist interessant, maar ik heb zoveel ‘rommel’ in de eerste fase gezien, dat

het fijn is als wij er vanaf het begin bij worden betrokken. Het lastige is alleen dat je op het juiste moment de juiste adviseurs moet weten te vinden; daar is geen keurmerk voor.’ Kersten wijst op het belang van het informele netwerk. ‘Wij zitten in de regio in een treintje van bedrijven die elk in een bepaalde groeifase verkeren. Daar hoor ik bijvoorbeeld hoe ik agenten in het buitenland kan aanstellen en zelf vertel ik iemand die minder ver is hoe hij z’n eerste product kan verkopen. Zo kunnen we van elkaar leren.’

FOCUS Belangrijkste les voor elke start-up, volgens Kersten: ‘Je moet focus hebben, investeerders willen dat je monomaan naar één punt gaat. Die focus kan wel verschuiven, maar je moet ’m vasthouden.’ Arnoud de Geus stemt in: ‘Het is tegenwoordig binair: je slaagt wel of niet. Veel start-ups blijven in dienstverlening hangen, maar zonder focus zijn ventures ten dode opgeschreven, ze moeten single-product companies zijn.’ Conclusie van gespreksleider Huizinga: ‘We moeten hier groots en meeslepend gaan leven, met een cruciale rol voor grote hightech spelers en diepe zakken bij de investeerders.’ Daan Kersten tot slot: ‘Ik meende weinig geld te moeten vragen, zodat investeerders in veel verschillende bedrijven konden participeren. Nee, zij willen juist veel geld steken in een beperkt aantal start-ups, zodat ze die veel aandacht kunnen geven. Denk dus groot en groei snel.’

Martijn Rutten (HighTechXL en SoftwareStartups): ‘Je moet als ondernemer groter kunnen denken dan jezelf en zo nodig een stap opzij zetten.’

www.additiveindustries.com www.softwarestartups.com www.thelawfactor.nl www.efinstruments.com www.govers.nl www.sioux.eu

april 2017

51



KORT INVEST-NL: MAKKELIJKER FINANCIERING, MEER DURFKAPITAAL Investeringen stimuleren op terreinen waar Nederland nu kansen laat liggen. Daartoe heeft het kabinetRutte 2 op de valreep Invest-NL opgericht, met een kapitaal van 2,5 miljard euro. Ondernemers, waaronder starters en doorgroeiers, vinden daar vanaf begin 2018 één loket voor risicokapitaal, garanties, exportkredietverzekeringen en internationale financieringsprogramma’s. Nu komen veel bedrijven en

projecten moeilijk aan financiering vanwege onzekerheid over de verhouding risico-rendement en de terugverdientijd. Invest-NL gaat dat probleem verhelpen met het bestaande financieringsinstrumentarium en de kapitaalstorting van 2,5 miljard euro. Dat zorgt voor een hefboom: meer financiering vanuit institutionele beleggers en Europese fondsen en programma’s. Invest-NL richt zich allereerst op

risicovolle activiteiten in transitiegebieden als energie, verduurzaming, mobiliteit, voedsel en digitalisering van de industrie. Ook maatschappelijke domeinen als zorg, veiligheid en onderwijs vallen binnen het blikveld. De instelling gaat daarnaast start-ups en scale-ups helpen met durfkapitaal, door een belang te nemen in fondsen die investeren in dergelijke bedrijven of zelf te participeren in doorgroeiers. Ten derde zal Invest-

NL internationaal opererende Nederlandse bedrijven ondersteunen bij export en buitenlandse investeringen, met nadruk op bijdragen aan het oplossen van wereldwijde vraagstukken. www.rijksoverheid.nl

LUXEXCEL: NIEUWE DIMENSIE IN BRILLEN Vorig jaar verhuisde Luxexcel, inkjetprinter van lenzen, van Kruiningen naar het Vlaamse Turnhout. Tot die tijd onderzocht het bedrijf allerlei markten voor zijn printtechnologie voor transparante producten. ‘Een andere setting kan helpen het bedrijf te richten. Niet langer alle opties openhouden, want voor een start-up is focus allesbepalend’, zegt ceo Hans Streng. Na een paar maanden was duidelijk welke richting het op moest. Allereerst naar België, voorwaarde van de Vlaamse participatiemaatschappij. ‘Eindhoven is nu dichterbij, gunstig met het oog op de technologiecampus en arbeidskrach-

ten’, verklaart Streng. ‘We besloten te focussen op de brillenmarkt en zo’n twintig andere mogelijke markten, waaronder automotive, lighting en defensie, door te strepen.’ De bestaande investeerders in Luxexcel waren bereid mee te werken in het valideren van deze keus. ‘Binnen een halfjaar wilden we duidelijk krijgen of de 3D-printtechnologie geschikt was voor het maken van brillenglazen. En dat is gelukt. Eind 2016 was een printer in prototype klaar en eind maart vond de lancering plaats in New York. Voor de zomer moeten de printers op de markt beschikbaar zijn.’ Luxexcel richt zich in eerste

WATERLEIDINGEN HERSTELLEN ZONDER GRAVEN ‘In Delft weten we heel goed welke overlast opgebroken straten met zich meebrengen. Kun je dat verminderen door kapotte waterleidingen te repareren zonder te hoeven graven – geweldig, los nog van het kostenvoordeel.’ Aldus de Delftse wethouder Ferrie Förster tijdens het event ‘Meet the VC’s’ op 14 maart over een spin-off van MOCS. Gevestigd in de incubator YES!Delft, doet MOCS engineering- en advieswerk voor de maritieme, offshore en civiele sector – en combineert dat met het lanceren van nieuwe producten, die ‘afgetapt’ worden van de kerncompetenties: structural engineering, materiaalkennis, productieautomatisering en softwareontwikkeling. De disruptieve oplossingen die MOCS onderbracht in de spin-offs Viktor en Codure, hebben de potentie doorbraken teweeg te brengen in respectievelijk design-engineeringsoftware

en waterleidingherstel. Het webbased platform Viktor biedt een geautomatiseerde oplossing voor complexe en herhaalde ontwerpprocessen. Codure maakt koppelstukken voor leidingen die worden vervangen via ‘cured-in-place piping’. Ze zijn de missende schakel voor toepassing van die methode bij drinkwaterleidingen, mede dankzij de door MOCS/Codure ontwikkelde – en gepatenteerde – manier van uitharden van de liner. Daarmee heeft het bedrijf ‘goud’ in handen: alle verouderde, vaak lekkende, waternetwerken op de conventionele manier vervangen, zou wereldwijd duizenden miljarden euro’s kosten. Een kapitaalinjectie van ontwikkelingsmaatschappij InnovationQuarter helpt de spin-offs om tot succesvolle bedrijven uit te groeien. www.mocs.nl www.innovationquarter.nl

instantie op de grote slijperijen van brillenglazen in de VS. De nieuwe productiemethode heeft belangrijke voordelen. ‘Natuurlijk telt altijd het businessaspect, maar mijn klik zit vooral in de zinvolheid. Bij de bestaande slijperijen wordt 95 procent van de prefablens afgeslepen en dit flinterdunne afval verdwijnt in het oppervlaktewater, Luxexcel legt zich nu toe op het 3D-printen van brillenglazen. Foto: Luxexcel equivalent met 500 miljoen petfocale glazen zijn niet te slijpen, de flessen per jaar. Dan heb ik zoiets: varifocale lenzen niet de optimale dat gaat niet gebeuren’, zegt Streng. oplossing. Dankzij onze techniek zijn ‘Daarnaast slingert nu vijf tot tien brillen veel beter draagbaar. En we miljard euro aan prefabmateriaal kunnen additionele functionaliteiten rond. Dat voorraadprobleem lossen in brillen printen: leds, lcd’s, figuurwij op met het 3D-printen.’ Luxexcel richt zich in eerste instantie tjes. Dat voegt een heel nieuwe dimensie toe in virtual reality, op specials, lenzen die met de huidiaugmented reality en fashion.’ ge beperkte technologie niet mogewww.luxexcel.com lijk zijn. ‘De halve maantjes in bi-

KORT Nederlandse en Duitse hightech start-up-netwerken slaan op de Hannover Messe (24-28 april) de handen ineen om internationale hightech start-ups het best denkbare podium te bieden. Tijdens het ‘Meet the Industry Giants’ event op 24 en 25 april krijgen die start-ups volop mogelijkheden om in contact te komen met hightech bedrijven en onderzoeksinstellingen. In vier categorieën strijden ze om pilotcontracten bij de aanwezige corporates en

een plek in het internationale acceleratorprogramma HighTechXL. StartupDelta, High Tech Campus Eindhoven, Brainport Development, provincie Noord-Brabant, Hannover Messe en anderen uit het Nederlands/Duitse start-up-ecosysteem werken mee. De twintig Nederlandse deelnemers presenteren zich de hele week op het Start-up & Innovatieplein in het Holland Paviljoen in Hal 4. www.holland-innovative.nl april 2017

53



KORT t

‘DREAMERS’ HEBBEN DE MEESTE POTENTIE Zo’n 800 Nederlandse innovatieve start-ups zijn de afgelopen jaren door Golden Egg Check gecheckt. Op systematische, objectieve wijze is een waarde toegekend aan criteria als groeipotentie van de markt waarin het bedrijf zich bevindt, de schaalbaarheid van het product of de dienst, de potentie (omvang markt, rendement op investering) en de haalbaarheid (klanten, beschikbare ip en compleetheid/complementariteit van het ondernemersteam). Uit die check blijkt dat dertig tot veertig procent een ‘dreamer’ is, zo’n twintig procent een ‘consultant’ en hooguit tien procent een ‘money maker’. Logisch, vertelt Golden Egg Checkco-founder Gilles Meijer. Start-ups laten immers die check uitvoeren om te toetsen of ze rijp zijn voor financiering door venture capitalists of business angels. ‘Money makers verdienen al geld, hebben hun potentie al waargemaakt en de snelste groei al achter de rug en zijn daardoor voor

investeerders minder interessant dan dreamers. Dat zijn bedrijven met veel groeipotentie en -ambitie waarvoor zij, met hun investering en kennis van de markt, veel meer het verschil kunnen maken. Die zij met hun geld en marktkennis de tijd geven om innovaties uit te ontwikkelen, op te schalen en te internationaliseren.’ Ofschoon Meijer het te vroeg vindt er een concreet percentage op te plakken, verwacht hij dat een ‘aanzienlijk deel’ van de dreamers in het bestand van Golden Egg Check uiteindelijk een money maker wordt. Een percentage succesvolle starters dat ‘beduidend hoger’ ligt dan de 0,5 procent uit het recente onderzoek van Deloitte en Thnk. Daaruit bleek dat slechts één op de 200 starters een scale-up wordt, in casu een omzet van meer dan tien miljoen euro behaalt binnen vijf jaar. Meijer verklaart: ‘Wij hanteren een wat ruimere en logischere definitie voor hightech startups. Onze klanten komen veelal

voort uit universitair onderzoek en zijn dikwijls actief in medische technologie of duurzame energie. Om in die segmenten tot marktrijpe producten of diensten te komen, is vaak veel meer tijd nodig.’ Meijer ziet dat terug in de route die deze ondernemingen volgen. Die transformeren niet direct van dreamer in money maker, maar worden eerst ‘consulGolden Egg Check onderscheidt vier categorieën start-ups, ingedeeld naar haalbaarheid en potentie: hobbyist, consultant, tant’: een onderneming dromer en geldmaker. Illustratie: Golden Egg Check met haalbare, minder hoge ambities, niet kozen eerst rustig de tijd te nemen gericht op een snelle, internationale om hun software goed uit te ontwikgroeimarkt en op schaalbaarheid. kelen. Zij zijn van de status dreamer ‘Neem Triboform Engineering, dat naar consultant en van daar naar complexe software voor de automomoney maker gegaan en hebben tive markt ontwikkelde. Die viel in inmiddels een mooie exit gemaakt.’ eerste instantie in de categorie dreawww.goldeneggcheck.com mer, totdat de ondernemers ervoor

no time to waste electronics manufacturing services • tbp.nl Vlakbodem 10 • 3247 CP Dirksland the Netherlands

t +31 187 602 744 f +31 187 603 497

i www.tbp.nl e info@tbp.nl

april 2017

55


PARTNERS

SAMEN WERKEN AAN HOGERE KWALITEIT TEGEN ALTIJD SCHERPE PRIJS

STRUKTON ROLLING STOCK EN ITEQ OP ZELFDE SPOOR Inzetten op een duurzame relatie, samen werken aan een steeds hoger kwaliteitsniveau en elkaar scherp houden op prijs. Dat is de basis voor de samenwerking tussen Strukton Rolling Stock en toeleverancier ITEQ. ‘Zo creëren we een win-winsituatie, belangrijk gezien de enorme concurrentie op de markt.’

hoogwaardige assemblagemogelijkheden. ‘Voor Strukton Rolling Stock produceren wij de mechanische delen, schakelkasten en montagedelen. Daarnaast doen we een stuk ontwikkeling in samenwerking met hun engineers’, verklaart senior accountmanager Willy Janssen. Ter illustratie noemt Redelijkheid een project in Australië. ‘Daar hadden we een opdracht verworven voor dertig treinen, waarvan er vijf snel gebouwd moesten worden. ITEQ had al eerder producten voor ons geëngineerd op basis van ruwe schetsen. Ze weten precies welk machinepark en plaatmateriaal voorhanden is. Dat zij zelfstandig prototypen kunnen bouwen, scheelt ons heel veel werk. We kunnen dan volstaan met één man voor de coördinatie’, zegt hij. ‘Daarbij zijn we samen continu bezig het kwaliteitsniveau op te trekken. Wat binnenkomt, moet gelijk de productie in kunnen. We willen zo min mogelijk hoeven te controleren.’

MAAKBAARHEID

Willy Janssen van ITEQ (links) en Tim Redelijkheid (Strukton Rolling Stock): ‘Het interpreteren van de tekening luistert nauw en ITEQ weet precies wat onze eisen zijn.’ Foto: Maarten Hartman

DOOR WILMA SCHREIBER

S

trukton biedt wereldwijd technologische oplossingen voor rolling stock. Het bedrijf ontwikkelt, produceert en levert aandrijfsystemen (traction converters), boordnetomvormers (auxiliary converters) en voertuigbesturingssystemen. Voor klantspecifieke oplossingen ten behoeve van de renovatie van treinen, trams en metro’s zet Strukton Rolling Stock (SRS) zijn standaardmodules in. De behuizingen ter bescherming van elektronische componenten en bekabeling betrekt het bedrijf van leveranciers, waaronder ITEQ in Amersfoort. Strategic buyer Tim Redelijkheid zet daarbij in op het ontwikkelen van langjarige relaties. ‘Railwayprojecten duren lang, je moet elkaar over dertig jaar nog kunnen aanspreken op garantie. Daarom moeten leveranciers voldoen aan onze eisen rond levering, verpakking en kwaliteit, zoals het EN 150-85 certificaat voor het lassen van onderdelen

56

april 2017

‘Railwayprojecten duren lang, je moet elkaar over dertig jaar nog kunnen aanspreken op garantie’ onder een trein. ITEQ begrijpt het belang en heeft dat certificaat inmiddels gehaald.’

STUK ONTWIKKELING ITEQ Industries is als toeleverancier van modules en behuizingen gespecialiseerd in fijnmechanische plaat- en buisbewerking. Daarnaast ondersteunt het bedrijf zijn klanten met co-engineering, hightech productiesystemen en

Engineers van beide bedrijven brengen hun kennis in om product en proces te optimaliseren met oog voor de maakbaarheid en kostprijs van het product. ‘Als engineers iets tekenen en uitgaan van een plaat van 310 centimeter, dan laten wij weten dat die platen standaard drie meter zijn; of zij daar rekening mee kunnen houden. Of zij zeggen: waarom las je een bepaald onderdeel niet op twee puntjes en kit je de rest?’, vertelt Janssen. SRS op zijn beurt komt met voorstellen omtrent verpakking, traceability en het lakproces van de kasten. ‘We ontwerpen treinen voor dertig jaar; een kast moet dus wel zo lang onder die trein kunnen blijven hangen’, aldus Redelijkheid. Vertrouwen en transparantie spelen een belangrijke rol in de samenwerking. ‘Je kunt alles natuurlijk strak uitonderhandelen met elkaar, maar ook het er open over hebben. Zo kijken we bijvoorbeeld samen of ITEQ op lasuren kan besparen om kosten te reduceren. Als goede partners houd je elkaar scherp, ook op prijs’, verklaart Redelijkheid. De prijs is belangrijk, maar niet allesbepalend, vervolgt hij. ‘De keer dat ik ging prijsshoppen maakten leveranciers weliswaar exact wat we vroegen, maar omdat zij vanaf de


tekening het belang van sommige toleranties niet goed konden inschatten, had het resultaat meer weg van een golfplaat. Het interpreteren van de tekening luistert nauw en ITEQ weet precies wat onze eisen zijn.’

GOEDKOPE HANDJES Naast het engineeren, prototypen en produceren van kleine series kan SRS ook voor grotere series bij ITEQ terecht. ‘Voor een project in Sao Paulo hadden we elke maand tien standaardtractiekasten nodig, een redelijk grote serie waar veel manuren mee gemoeid waren. Die konden we natuurlijk in Nederland laten produceren, maar gezien het budget wilden we de kostprijs zo laag mogelijk houden. Toen kwam ITEQ met het idee de serie te produceren in hun vestiging in Vietnam, waar de handjes toch goedkoper zijn’, aldus Redelijkheid. ‘Zo creëren we een win-winsituatie, belangrijk gezien de enorme concurrentie op de markt.’ Ook bij de productie van grote series in Vietnam bewaakt ITEQ de kwaliteit met zorg. ‘Voor we een serie overbrengen naar die vestiging, maken we in Nederland een eerste serie om het product met de klant af te stemmen. Vervolgens zetten we onze kennis over naar Vietnam. In dit geval is Strukton ook gaan kijken op de productieplek. En wij stuurden een lasser mee om de medewerkers ter plekke te instrueren over de kwaliteitseisen van Strukton’, vertelt Janssen. Het gaat naast nieuwbouw ook om het moderniseren en renoveren van treinstellen, onder meer in India, Zuid-Afrika, Australië en de VS. Hierbij

ITEQ levert behuizingen ter bescherming van elektronische componenten en bekabeling. Foto: J.E. de Lang

worden bestaande componenten vervangen en nieuwe geïntegreerd. ‘Gemiddeld gaan treinen, trams en metro's zo’n dertig jaar mee. Door de snelle ontwikkeling van elektronische systemen zijn onderdelen vaak eerder verouderd. Dan is renovatie een goede oplossing tegen lagere operationele kosten’, verklaart Redelijkheid. ‘De uitdaging bij nieuwe projecten in de VS is de eis dat zeventig procent van het materiaal Amerikaans moet zijn. Dat betekent dat we de kasten daar moeten gaan bouwen.’ Ook daarvoor maakt SRS gebruik van de kennis van leverancier ITEQ. ‘De constructiebedrijven die ik tot nu toe gevonden heb, zijn duur; ik weet niet precies waarom. Daarom heb ik ITEQ gevraagd een precieze calculatie te maken van uren en materiaal. Daar gaan we binnenkort samen mee aan de slag.’

VOLGENDE PROJECT Zowel SRS als ITEQ is content met de samenwerking. ‘Alle facetten die ITEQ te bieden heeft – van serieproductie in Nederland en Vietnam tot engineering, prototyping en het lascertificaat – worden benut. Dat is het unieke aan deze relatie’, stelt Janssen. En het volgende gezamenlijke project dient zich al weer aan. ‘Het Britse Vivarail heeft oude toestellen van de Londense metro opgekocht. Die gaan ze strippen en ombouwen tot dieselelektrische treinen die op het platteland gaan rijden. Dit jaar gaan we de eerste acht bouwen. Hiervoor zijn we met ITEQ de aanbiedingsfase ingegaan’, besluit Redelijkheid. www.struktonrail.com www.iteq.nl

Elektronica-oplossingen voor uiteenlopende toepassingen onderProtonic ontwikkelt cruciale onderintellidelen voor de besturing van intelligente machines en apparaten voor uiteenlopende toepassingen. Research, engineering en productie: Protonic heeft hiervoor alles in huis. In co-creatie met u onderzoeken, simuleren, ontwikkelen en testen wij

Bezoek ons tijdens de beurs Electronics & Applications Jaarbeurs Utrecht

maatwerkoplossingen. Met als resulresultaat dat u nieuwe producten volgens een beter ontwerp in kortere tijd en tegen lagere kosten op de markt kunt brengen.

30 mei t/m 1 juni 2017 Stand: 7C098

info@protonic.nl | www.protonic.nl

april 2017

57


BUSINESS DEVELOPMENT

BEN BRUSSEN (BRONKHORST) ZET IN OP SOCIALE INNOVATIE

‘ONZE ERVAREN MEDEWERKERS MOETEN OOK MEE MET DE DIGITALISERING’ Deze zomer wordt hij 65. Een leeftijd waarop de meeste mensen eens goed gaan nadenken over hun pensionering. Voor Ben Brussen hét moment om bij Bronkhorst High-Tech een nieuwe functie op te pakken, die van strategic business developer. In die rol gaat hij strategische klantcontacten en samenwerkingsverbanden intensiveren en een start-up-incubator en een academie opzetten.

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

a een 100-daagse warmloopperiode heeft Henk Tappel (afkomstig van Frencken) het roer van Bronkhorst High-Tech van hem overgenomen. Dat biedt Ben Als strategic business developer gaat Ben Brussen de Bronkhorst academie opzetten, onder meer voor de sociale innovatie van de ‘ervaren medewerker’: ‘Door de snelle digitalisering wordt sociale innovatie belangrijker dan technologische.’ Foto: Com-magz Brussen de gelegenheid te zorgen dat het bedrijf eerder – lees, op tijd – instapt in het innovatieproces van de klant. Door met de klant van doen heeft. ‘Veelal worden we met voor ons zeer interessante technologie. Ik ga de toenemende complexiteit van de machines en opgenomen in een netwerk met andere speciaeen incubator opzetten om dergelijke jonge apparaten waarvan de low-flow-sensoren van de listen, die de opdrachtgever vaak vindt via een bedrijven desgewenst te coachen, financieel te Ruurlose onderneming deel uitmaken, is het crupatent-search. Die innovatienetwerken zijn ook ondersteunen en eventueel huisvesting te bieden. ciaal al vanaf de allereerste ontwikkeling betrokvoor ons leerzame omgevingen, waarin we goed Indien van toepassing zouden we ook kunnen ken te zijn bij innovaties door klanten in onder zicht krijgen op wat de markt vraagt en waarin besluiten om start-ups te acquireren, maar daarin meer de semicon, food en farma. Op het moment met veel drive en snelheid de nieuwste technozullen we terughoudend zijn: voor jonge onderdat de roadmap wordt opgemaakt. ‘Het gaat om logieën ontwikkeld worden voor een launching nemers, die vaak bewust gekozen hebben voor ontwikkeltrajecten van vijf tot zeven jaar. Dan customer.’ Concreet zijn over met wie Bronkhorst zelfstandigheid, is niets zo frustrerend als moet je met jouw technologie al in het eerste ontwat doet, kan hij niet: ‘Wij zitten in niches met partners die hen willen overnemen.’ werp zitten. Zo niet, dan gaat men later echt niet wereldwijd meestal hooguit vier of vijf grote spemeer de componenten aanpassen. Mits je de conlers. Die geven hun netwerk niet graag prijs. Maar SOCIALE INNOVATIE tacten legt via directieleden of r&d-management, we krijgen meestal wel alle ruimte om de innoEen derde opdracht wordt het opzetten van een geven ze je graag al in dat vroege stadium toevaties die we opdoen in andere markten toe te geaccrediteerde Bronkhorst academie, als optigang. Immers, in deze markten is men er goed passen. De klant begrijpt dat we zo onze investemalisatie van het huidige trainingscentrum voor van doordrongen dat ze de nieuwste technologie ringen rendabel kunnen maken en onze producklanten en medewerkers. ‘Het is waar dat jonge van de beste specialisten moeten implementeren, ten ook voor hem verder kunnen verbeteren.’ pas-afgestudeerden, zo van mbo, hbo of univerwillen ze aan het eind van het ontwikkeltraject Brussen zal de komende jaren de regio, Nedersiteit, dankzij die – voor onderwijsinstellingen daadwerkelijk vooroplopen.’ land en de wereld rondgaan om in die innovatiebetaalbare – digitalisering voor sommige actinetwerken aanwezig te zijn. Tegelijkertijd zal hij viteiten bij hun eerste werkgever beter beslagen de tweede rol van zijn nieuwe functie als strategic ten ijs komen. Daarbij zorgen hbo-lectoraten op LEERZAME OMGEVING business developer invullen. ‘In die technologiegebieden als lean en de smart industry fieldlabs Het zijn, aldus Brussen, geen bilaterale samenclusters zal ik ongetwijfeld start-ups tegenkomen werkingsverbanden waarin Bronkhorst alleen ervoor dat het onderwijs praktijkgerichter wordt.

N

58

april 2017


Maar m in een bedrijf als dit draait het ook om traditionele disciplines als stromingsleer, fysica en constructieleer, toegespitst op ons specialisme. Die laatste stap in hun ontwikkeling kunnen jonge mensen straks in onze academie zetten.’ Daarnaast krijgt de academie een rol in de sociale innovatie van met name de ‘ervaren medewerker’. ‘Die moet ook mee met die informatisering, automatisering en robotisering. Door die versnelling van de digitalisering wordt sociale innovatie belangrijker dan technologische. Natuurlijk omdat het goed is voor dit bedrijf, maar ook omdat we vinden dat we op een maatschappelijk verantwoorde wijze moeten ondernemen.’

DIGITALISEREN

© 2015 Siemens Product Lifecycle Management Software Inc. Siemens and the Siemens logo are registered trademarks of Siemens AG. All other trademarks, registered trademarks or service marks belong to their respective holders.

Diezelfde motivaties liggen ten grondslag aan de intentie de academie in de toekomst voor de buitenwereld open te stellen. ‘Mbo-, hbo- en universitaire studenten kunnen hier dan terecht voor een bijzondere aanvulling op hun opleiding. Het biedt hun inzicht in waar bedrijven als het onze mee bezig zijn en welke eisen ze stellen, ons geeft het vroegtijdig zicht op talent. En het maakt ons als werkgever zichtbaarder.’ Dat laatste is voor Bronkhorst in het Achterhoekse Ruurlo van groot belang. ‘Nee, voor het aantrekken van personeel zitten we hier zeker nog niet slecht. Maar voor bepaalde vakgebieden zoals informatica is het bij de huidige, krappe arbeidsmarkt lastig de juiste mensen hiernaartoe te halen. We willen onze producten digitaliseren, bijvoorbeeld door ze via een app op de smartphone toegankelijk te maken. En

ook willen we aan de gang met toepassingen als 3D-printing en augmented reality. De daarvoor benodigde it-knowhow is moeilijk te vinden. Of Ruurlo te ver van de Universiteit Twente in Enschede blijkt te liggen? We hebben daar eigen mensen aan het Mesa+ instituut (voor nanotechnologie, red.) en met Joost Lötters een bijzonder hoogleraar. Daar komt bij dat regionaal samenwerken ons niet mag beperken: als het zo uitkomt, moeten we evengoed samenwerken met wetenschappers van de universiteit van Shanghai of in Silicon Valley.’

CULTUUR VAN GELEIDELIJKHEID Onder leiding van Ben Brussen is Bronkhorst High-Tech de afgelopen tien jaar met jaarlijks gemiddeld acht procent gegroeid, zowel in omzet als personeel. ‘Daar ben ik zeer tevreden over. Sneller moeten wij ook niet willen; de medewerkers moeten wel in die groei meegenomen worden. En er moet voldoende gelegenheid zijn processen op te schalen en toch gestroomlijnd, stabiel en van hoge kwaliteit te houden.’ Die cultuur van geleidelijkheid spreekt ook uit de wijze waarop Brussen op 1 april jongstleden het stokje overgaf aan Henk Tappel. Afkomstig van Frencken heeft die de overstap naar de Achterhoek al in november gemaakt. Waar zijn opvolger in Eindhoven het stuur zo’n beetje direct in handen kreeg gedrukt, is voor het inwerken van Tappel ruim de tijd genomen. ‘Natuurlijk zal Henk zijn eigen stijl van leidinggeven hebben, maar we laten onze klanten, leveranciers en medewerkers

CV BEN BRUSSEN Ben Brussen begon eind 2004 bij Bronkhorst HighTech als manager operations. Sinds 2007 bekleedde hij de functie van managing director. Voordat hij naar Ruurlo kwam, vervulde hij managersfuncties bij Ernst & Young/Cap Gemini Nederland, Thijssen Information Systems, Micro Motion Inc. en Brooks Instrument. In 1995 behaalde hij z’n mba aan de Business School Nederland en het Britse International Management Centre, en in 2004 de Master of Change Management (MCM) aan het SIOO. Onder zijn leiding is Bronkhorst uitgegroeid tot een bedrijf met 425 medewerkers wereldwijd en de mondiale nummer 3 of 4 in uiteenlopende markten, van chemie en laboratoriumtechniek tot halfgeleider- en glasfabricage. Voor die markten ontwikkelt en fabriceert Bronkhorst flowmeters, -regelaars en oplossingen voor vloeistoffen en gassen. Sinds kort is Ben Brussen als strategic business developer aan de slag voor Bronkhorst High-Tech.

hiermee zien dat door die directiewisseling hier niet alles ineens anders wordt. Dat ze kunnen vertrouwen op onze continuïteit. Dit is en blijft een familiebedrijf.’ www.bronkhorst.com

Realize brilliance. Siemens PLM Software: Industry solutions for smart innovation.

In a world of smart products, where markets vanish in a single innovation, how do you compete? Forward-thinking companies are “digitalizing” their entire innovation process, from development through production to utilization.

Our Smart Innovation Portfolio helps optimize your digital enterprise so you’re equipped to initiate and respond to disruptive innovation. And you can realize what matters most in your industry. siemens.com/plm/vision

Realize innovation. april 2017

59


PROCESVERBETERING

BELGISCHE MATRIJZENSPECIALIST STERK IN AUTOMOTIVE MEDE DANKZIJ CARDS PLM SOLUTIONS

SURTECHNO WENDT DREIGEND ONHEIL TIJDIG AF Surtechno in Overpelt (B) vervult een sleutelrol voor Europese autofabrikanten. Het bedrijf met 35 medewerkers modificeert, herstelt en verfijnt matrijzen voor de productie van grote kunststofonderdelen voor onder meer Audi, BMW, Mercedes, Opel en Porsche. De Nederlandse automatiseerder cards PLM Solutions levert vanuit zijn vestiging in Genk (B) een bijdrage met slimme software van Siemens.

DOOR JOS CORTENRAAD

oor de sluiting van de Opelfabrieken in Antwerpen en die van Ford in Genk heeft de Belgische auto-industrie ellendige Peter Vangansewinkel (links) en Paul Cuypers (rechts) van Surtechno samen met Koen Valkenburg (cards PLM Solutions) in de werkplaats in Overpelt: ‘Wij zijn ingericht op snelle aanpassingen.’ Foto: Vincent Knoops jaren achter de rug. Het bescheiden en flexibele Surtechno, tot 2005 producent van matrijzen voor de regionale autoproducenvaardigd, dus reken maar uit. In China is de proHongarije, Spanje, Frankrijk of waar dan ook ten, wist het dreigende onheil tijdig af te wenden. ductie uiteraard goedkoper dan in Europa. Maar neemt daarna weinig tijd meer in beslag.’ ‘We zagen de bui hangen en zijn gestopt met de vaak wil de autofabrikant na een eerste goedproductie van matrijzen’, zegt Peter Vangansewingekeurd ontwerp veranderingen doorvoeren. Dat PRECIES AFWERKEN kel, managing director en een van de drie vennois lastig als de matrijs onderweg is. Terugsturen is Peter Vangansewinkel neemt zijn bezoek graag ten. ‘In plaats daarvan zijn we ons bijna volledig geen optie vanwege het tijdverlies en de extra mee naar de werkplaats die de matrijzen bewerkt gaan richten op een nichemarkt: het aanpassen kosten. Om kort te gaan: de toeleveranciers en speciale onderdelen maakt die weer in de en verbeteren van matrijzen en die testen voordat moesten of zelf investeren in faciliteiten of op matrijs worden gemonteerd. ‘De matrijzen worde grote suppliers ze in productie nemen. We hebzoek gaan naar een partij die de matrijzen kon den steeds gecompliceerder. Neem een dashben drie miljoen euro geïnvesteerd in machines aanpassen en zo nodig herstellen of verbeteren. board, daar zitten honderden gaatjes, lipjes en en een spuitgietafdeling. Een risicovolle stap, In die lacune zijn wij gestapt. En met succes.’ uitsteeksels in. Alles moet precies passen. Of maar juist daardoor hebben we de crisis overHet hielp dat het Amerikaans-Chinese Yanfeng, bumpers met vaak diverse sensoren. Fabrikanten leefd. We werken nu voor zowat alle grote toehet vroegere Johnson Controls met 120 fabrieken zijn bijzonder kritisch. De kleinste verstoring in leveranciers in Europa en de orderportefeuille is in zeventien Europese landen, als eerste klant een bumper is zichtbaar in de lak. Een middenmeer dan uitstekend gevuld.’ werd binnengehaald. ‘Dat was uiteraard een console met een lasnaad is absoluut verboden. geweldige opsteker. Ze zochten een bedrijf dat Daarom moeten de matrijzen uiterst precies worsnel kon opereren op korte afstand van de meeste den afgewerkt. Juist daarbij komt onze ervaring DUURSTE ONDERDEEL fabrieken. We zitten dichtbij de havens; de matrijmet zelf matrijzen maken goed van pas. We hebSurtechno anticipeerde op een trend die zich een zen uit China zijn binnen een dag na aankomst ben heel ervaren mensen in dienst die weten waar jaar of vijf geleden aftekende. ‘We zagen dat voorhier. Vervolgens hebben we onze installaties zo al de grotere matrijzen voor het spuitgieten of de kritische punten zitten en hoe de puntjes op ingericht dat we meteen aan de slag kunnen met persen van bijvoorbeeld bumpers, deurpanelen de i te zetten.’ de bewerkingen, veelal frees- of vonkwerk. De en dashboards werden uitbesteed naar Azië. Behalve de Aziatische matrijzen perfectioneren testinstallaties geven de doorslag; wij kunnen Logisch, de matrijs is zowat het duurste onderwerkt Surtechno ook voor Europese matrijzenmet de klant de matrijs testen en tot het laatste deel in het productieproces. De prijs kan oplopen makers. ‘Niet omdat de kwaliteit niet deugt’, legt moment verfijningen doorvoeren en oneffentot één miljoen euro. En in een auto zitten tienspecialist calculation/CAD Paul Cuypers uit, heden verwijderen. Het transport naar Duitsland, tallen onderdelen die met een matrijs zijn ver‘maar vooral omdat hun opdrachtgevers stelsel-

D

60

april 2017


matig veranderingen willen doorvoeren. Dat zou betekenen dat de matrijzenmakers voortdurend hun productielijnen moeten omstellen en stilleggen. Wij zijn ingericht op snelle aanpassingen; we produceren immers geen matrijzen meer, we passen alleen aan. Daarvoor hebben we speciaal

moeten worden aangestuurd. Op het moment dat de matrijs arriveert, kan het bewerken beginnen. De integratie CAD/CAM levert ook kwaliteitswinst op. Vertaalslagen zijn niet meer nodig, de kans op fouten tijdens het frezen of vonken is aanzienlijk kleiner. Met de simulaties kun je

‘In de automotive is de druk vrijwel altijd hoog’

geïnvesteerd in installaties. Het is voor de matrijzenmakers efficiënter om ons de laatste slagen te laten uitvoeren.’

CAD/CAM-INTEGRATIE De snelheid heeft ook te maken met de vorig jaar door cards PLM Solutions geïnstalleerde Siemens NX-software. ‘Door naast de bestaande CADomgeving ook CAM te implementeren, is een geïntegreerde omgeving ontstaan’, verklaart Koen Valkenburg, accountmanager bij cards in Genk. ‘Dat betekent dat de ontwerper het digitale 3D-model kan aanpassen zoals de klant dat wil, terwijl de CAM-mensen de gereedschapsbanen al kunnen programmeren en simuleren. Met simulatiesoftware testen ze hoe de freesmachines

beoordelen hoe het freesproces verloopt en of de freeskoppen, het werkstuk en de machine elkaar niet raken. Er vindt directe terugkoppeling plaats en veranderingen in het ontwerp worden meteen meegenomen en getest. Hiermee wint Surtechno kostbare tijd én het kan een kwaliteitsslag maken. In de automotive zijn dit cruciale factoren. De time-to-market wordt steeds korter en aan de componenten worden steeds hogere eisen gesteld. Zo dragen we met de integratie van CAD en CAM ons steentje bij.’

vooral aan de CAM-kant, maar ook in CAD/ CAM voor onze doorgestroomde mensen. Zij maken in feite een stap van machineoperator naar engineer. Prima, want CAM-specialisten met praktijkervaring zijn heel schaars. Relevant, zeker nu de stap gezet wordt van 3- naar 5-assige freesmachines, waarmee nog complexere matrijzen zijn te maken, die op hun beurt weer ingewikkelde componenten en onderdelen afleveren.’ De relatie tussen cards PLM Solutions en Surtechno gaat terug tot 2005. Het project van vorig jaar is voor de automatiseerder belangrijk, aldus Koen Valkenburg. ‘De combinatie CAD en CAM met simulatiesoftware wordt in de machine- en matrijzenbouw hét hot item. In de ideale situatie wordt een ontwerp van een machine/ matrijs of complete productielijn gesimuleerd en vervolgens start het productieproces. Je hebt geen prototype meer nodig, een machine of productielijn is in één keer goed. Zo ver is het nog niet, maar we hebben een forse stap gezet. Wat wij voor Surtechno doen, kunnen we ook voor andere producenten.’ Surtechno creëert door de geïntegreerde software extra capaciteit. ‘Essentieel tijdens piekmomenten’, besluit Peter Vangansewinkel. ‘In de automotive is de druk vrijwel altijd hoog door veel wijzigingen en strakke deadlines. De juiste matrijzen zijn cruciaal. Wij zorgen daarvoor.’

IN ÉÉN KEER GOED Paul Cuypers is zeer tevreden: ‘De invoering van de nieuwe software is nagenoeg probleemloos verlopen. Onze mensen zijn door cards opgeleid,

www.surtechno.be www.cardsplmsolutions.nl

Innovatie is nog maar het begin Innoveren betekent voor SMC aanpassen aan nieuwe ontwikkelingen. U vertrouwt op de kwaliteit van onze automatiseringssystemen. U wilt machines of productielijnen bouwen die energiezuinig zijn, een veilige werkomgeving bieden en ook minder CO2 uitstoot opleveren. Maar wat u nog meer bezighoudt, is hoe onze producten en technische kennis bijdragen aan uw voorsprong in de markt. Daarom voelen wij ons niet alleen verantwoordelijk voor innovatieve producten en oplossingen, waarvan wij er jaarlijks zo’n vijftig introduceren. Wij begrijpen vooral uw uitdagingen om het nog beter te doen. Dus helpt SMC u om de beste in uw markt te worden.

www.smcpneumatics.nl

april 2017

61


PROCESONTWIKKELING

FMI INSTRUMED GAAT RAZENDSNEL 3D-CAPACITEIT UITBREIDEN OM AMERIKAANSE VRAAG BIJ TE BENEN

‘IK STA SOMS VERBAASD HOE GEMAKKELIJK OEM’ERS DE SWITCH NAAR ONS MAKEN’ de opbouw van elke laag. ‘Maar dan zie je alleen nog maar wat je hebt’, weet Jansen. ‘Je weet nog kingstappen in huis. Deze competenties zorgen ervoor dat FMI Instrumed zijn omzet altijd niet zeker of het materiaal ook aan de functionele eisen van de klant voldoet. Vooralsnog is bij Amerikaanse medtech-bedrijven razendsnel ziet groeien. Extra productiecapaciteit dat een kwestie van proberen en testen, net bijbouwen heeft momenteel hoogste prioriteit. zolang tot je de juiste instellingen gevonden hebt. Een tijdrovend werkje. Niet voor niets hebben we er hier drie TU’ers op zitten, onder leiding van Ruben, en bepalen we ons hier strikt tot het 3D-printen van titanium voor rugimplantaten. Die zijn vanwege hun open structuur – zodat bot naar binnen kan groeien – bij uitstek geschikt voor beheersbaar en kosteneffectief, high-mix, lowvolume printen. Alleen binnen zo’n niche kun je voor elk nieuw product al heel veel parameters als bekend beschouwen.’ FMI groeit met de 3D-print medtech-markt mee. ‘Wij beschikken over heel veel kennis van en ervaring met een groot aantal metaalbewerkingsstappen en hebben ze allemaal in huis.’ Jansen pakt één voor één de verschillende kleine implantaten op die liggen uitgestald, om zijn bewering te staven: ‘Deze is eerst gefreesd, daarna getrommeld en gestraald. Deze is ook gefreesd, daarna twee keer Henk Jansen dicht het commerciële succes van FMI Instrumed ook toe aan de komst van Ruben Wauthle (links): ‘Hij heeft heel veel kennis van het gestraald en met een laser gegrametaalprintproces én van de markt.’ Foto: Com-magz veerd. En deze is geprint en daarna geschuurd en tot slot gepolijst.’ Juist dat alles-onder-één-dak-hebben maakt FMI nu zó interessant voor een grote DOOR MARTIN VAN ZAALEN maal 0,13 procent zuurstof in de geprinte delen Amerikaanse medtech-multinational dat deze aanwezig zijn, illustreert hij hoe nauw het luistert. zelfs mee-investeerde in de drie Arcam Electron ‘Eén honderdste procent daarboven zal tot afkeur lvorens FMI Instrumed een product in Beam Melting (EBM) printers waarover FMI nu leiden. Maar ook – in 3D-laserprinters – de conserie kan gaan 3D-printen, moet het van stantheid van het laservermogen en de hellingsbeschikt, naast een laserprinter van Concept zo’n 100 parameters de beste instelling hoek waaronder je een product laag voor laag Laser. ‘Voor deze klant finishten wij sinds anderzien te achterhalen. Dat probleem heeft opbouwt is een kwestie van een langdurig trial & half jaar implantaten, gemaakt door een Amerihet metaalbedrijf niet met de conventionele error-proces, aldus business unit manager additibewerkingstechnologieën als frezen, draaien en kaanse 3D-printleverancier die echter alleen ve manufacturing Ruben Wauthle, die in 2015 boren die de onderneming uit Schiedam ook in handmatig kan finishen. Dan is elk product net overkwam van het Belgisch LayerWise, juist vanhuis heeft. ‘Want als je wilt gaan frezen, koop je even anders, terwijl de klant wil dat elk product wege zijn diepgaande kennis van die parametereen gecertificeerd blok metaal waarvan exact exact hetzelfde is. Met ons volledig beheerste en afstellingen. vaststaat wat de treksterkte en rekgrens zijn en controleerbare geautomatiseerde proces kunnen welk behandelproces het heeft ondergaan’, verwij dat wel bieden. En omdat deze klant graag klaart managing director Henk Jansen. Bij het aan one-stop shopping doet, zijn wij voor hem BEPALEN TOT EEN NICHE 3D-printen koop je slechts een metaalpoeder in. heel interessant.’ In een poging de klant meer procescontrole te Vervolgens ga je daarmee zelf een materiaal crebieden, is elke 3D-printerbouwer bezig om zijn eren. Wil je dan tot een materiaal komen dat de printers uit te rusten met monitorsystemen. Zo VERBAASD klant vrijgeeft, dan moet je heel veel verschillende heeft Concept Laser zijn QM Meltpool 3D De opdrachtgever is een van de klanten die variabelen achterhalen.’ Zo mag er slechts maximodule ontwikkeld: sensoren volgen nauwgezet ervoor zorgen dat de omzet in de VS – nu 20 à 25

Veel kennis van het exact juist instellen van 3D-metaalprinters én alle andere bewer-

A

62

april 2017


‘GEEN LANGERE LEERCURVE DAN STRIKT NOODZAKELIJK’ procent – de komende jaren snel verder zal groeien. ‘Wij produceren nu alleen al voor deze klant 300 à 400 implantaten per week. Die capaciteit gaan we binnen enkele maanden verdrievoudigen. Want we zijn voor nog vier andere Amerikaanse partijen bezig de serieproductie voor te bereiden. En we hebben nog zeker tien concrete proposities’, verklapt Jansen, die dat commerciële succes ook aan de komst van Wauthle toedicht. ‘Hij beschikt niet alleen over heel veel kennis van het metaalprintproces, maar heeft ook heel veel kennis van de markt. Weet precies welke oem’er welke implantaten heeft vrijgegeven voor serieproductie door leveranciers. Ik sta er soms verbaasd van hoe gemakkelijk oem’ers genegen zijn de switch naar ons te maken. Ze moeten immers hoge kosten maken om voor onze processen een vrijgave te krijgen. Dat wij alle bewerkingsstappen in huis hebben en die volledig geautomatiseerd en beheerst kunnen uitvoeren, weegt heel zwaar. Een kortere doorlooptijd bij een hogere kwaliteit dus. Dat geeft ons een streep voor op de Amerikaanse concurrentie.’

SNEL OPSCHALEN Die voorsprong in klantwaarde resulteert in een dusdanig snelle groei dat FMI Instrumed nu dus razendsnel verder moet uitbreiden, om ruimte te maken voor het printen, finishen en verpakken van 40.000 tot 70.000 implantanten per jaar. Op de planning staat duizend vierkante meter nieuwbouw in Schiedam. Die komt echter op zijn vroegst begin volgend jaar gereed en dat is te laat,

3D-metaalprinters van hetzelfde merk gedragen zich allemaal anders. De verschillen tussen die van verschillend merken zijn nog groter. Vandaar dat FMI zich voorlopig beperkt tot Concept Laser en Arcam – sinds kort beiden in handen van het Amerikaanse GE – en niet investeert in bijvoorbeeld de MetalFAB1 van het Nederlandse Additive Industries. Ruben Wauthle: ‘Die hebben we nog wel even overwogen, maar wij kunnen het ons

betoogt Ruben Wauthle. ‘Van de twee begin dit jaar aangeschafte Arcams staat er één nog steeds in de doos, simpelweg omdat we er geen ruimte voor hebben. ‘ Nu had de FMI Holding in Tilburg gelukkig nog 700 vierkante meter productieruimte vrij. Nadat die is voorzien van een antistatische vloer en de nodige gas- en elektra-aansluitingen, wordt daar deze maand de eerste Arcam-productielijn geïnstalleerd. Later gaan ook de andere twee Arcams richting de vestiging in Tilburg, die FMI Additive zal gaan heten en waarvoor acht à tien mensen geworven zullen worden. ‘We gaan er drie complete, dedicated lijnen opbouwen, waar aan de ene kant het metaalpoeder erin gaat en aan de andere kant het verpakte kant-en-klare product eruit komt. Zo kunnen we makkelijk opschalen met de vraag van de klant.’ Daartoe zal ook, tegelijk met de opbouwactiviteiten in Tilburg, in Schiedam de printcapaciteit worden uitgebreid met de aanschaf en installatie van nog

op dit moment, gezien de grote klantdruk, simpelweg niet veroorloven een langere leercurve door te moeten gaan dan strikt noodzakelijk. Daar komt bij dat de technologie van Concept Laser en Arcam zich volledig bewezen heeft, over langere tijd steeds dezelfde kwaliteit produceert en ook door onze klant wordt gezien als het beste wat momenteel op de markt is.’

eens twee Concept Laser-printers – eveneens voor de productie van implantaten. Want daarop ligt momenteel de volledige focus, aldus Wauthle.

LEERCURVE Dat installeren en instellen van de lijnen zal naar schatting zes tot acht weken duren. Wauthle: ‘Elke printer gedraagt zich net weer even anders, terwijl de klant heel strenge, specifieke eisen stelt aan de mechanische en chemische kwaliteiten van het geprinte materiaal. Om precies de juiste parameters te vinden, hebben we voor de eerste printer honderden tests moeten draaien. Een leercurve die vijf tot zes maanden in beslag heeft genomen. Maar met die ervaring op zak is het instellen van de tweede printer in de helft van de tijd gedaan. De derde en vierde zullen nog weer sneller gaan.’ www.fmi.nl

april 2017

63



VEILIGHEID

ONTWERPBUREAU VAN BERLO DENKT NA OVER MOGELIJKE BEDREIGINGEN EN SCENARIO’S

BEVEILIGING NAAR HET HART VAN HET BEDRIJF Wil een bedrijf security effectief handhaven, dan is awareness bij klanten en medewerkers cruciaal. VanBerlo investeert in beide en volgt de nieuwe ontwikkelingen. ‘Een product waar een klant patent op wil aanvragen, daar moet niet iemand mee aan de haal kunnen gaan. Beveiliging zal altijd een relevante vraag voor ons blijven.’

DOOR WILMA SCHREIBER

V

orig jaar april opende ontwerpbureau VanBerlo een tweede kantoor, op de voormalige vliegbasis Ypenburg. Beveiliging was uiteraard een aandachtspunt. ‘Het is een rijksmonument, dus tralies aanbrengen was geen optie. Dan kom je uit op een stukje intelligentie. We hebben het gebouw ingericht met een aantal schillen waar steeds een bepaalde reactietijd aan hangt voor beveiligers om ter plekke te kunnen komen. Dat maakt het moeilijker om bij belangrijke data te komen’, vertelt cto Eric van Dorst.

BINNENSKAMERS HOUDEN Bij het inrichten van de infrastructuur werd nagedacht over mogelijke bedreigingen en scenario’s. ‘Wat doen we bijvoorbeeld bij een digitale aanval? Dat leidde onder meer tot de keuze om op twee plekken een complete set-up van servers en back-ups te hebben.’ VanBerlo waakt over zijn eigen gegevens en die van zijn klanten. ‘Het uiterlijk van het product is zeker niet het belangrijkste. Onze eigen standaard qua veiligheid is bedoeld om strategie, software, roadmaps, technische ontwikkelingen en dergelijke heel erg

VanBerlo’s nieuwe huisvesting op Ypenburg: geen tralies maar intelligentie in de beveiliging.

binnenskamers te houden. Denk aan een product waar een klant patent op wil aanvragen. Daar moet niet iemand mee aan de haal kunnen gaan’, zegt hij. ‘Laptops kunnen gestolen worden, dus is de beveiliging ervan nog hoger dan op kantoor. En niet zomaar inloggen op het netwerk van een klant, om te voorkomen dat deze op de harde schijf kan kijken.’ Omgekeerd krijgt VanBerlo voorwaarden opgelegd door klanten, hoewel zij zich in de ogen van Van Dorst vaak minder bewust zijn van de noodzaak van security, wat afstemming weleens lastig maakt. ‘Soms attenderen we mkb-plus en grotere bedrijven er voorzichtig op dat ze bepaalde informatie beter niet per mail naar mij kunnen sturen, omdat ik dan niet kan garanderen dat deze alleen bij mij aankomt. Dat zeg ik overigens ook tegen onze eigen medewerkers’, vertelt hij. ‘Communiceer via een portal met klanten, want via een veilige verbinding blijf je kwaadwillenden toch één stap voor. Andere klanten, zoals leverancier van pinterminals Worldline, zijn juist verder dan wij. En een klant als Fox-IT stelt heel gerichte vragen over onze beveiliging. Bijvoorbeeld of we op verschillende plaatsen encryptie toepassen, zodat derden – ook al gaat het mis – toch niks met die data kunnen. Daar leren wij weer van.’

ALTIJD RELEVANT

Eric van Dorst, cto VanBerlo: ‘Alle medewerkers moeten zich bewust zijn van het belang van veiligheid.’ Foto’s: VanBerlo

Security staat op gespannen voet met gemak, stelt Van Dorst. ‘Mensen grijpen snel naar een mailtje, want dat is makkelijk. Beveiliging moet dan ook gebruikersvriendelijk zijn. Lange passwords werken averechts, dan loggen medewerkers

gewoon niet meer uit.’ En dus zet VanBerlo in op awareness. Niks op de lokale harde schijf opslaan, na werktijd laptops in de locker. ‘Voorheen was veiligheid vooral een aangelegenheid voor ict’ers, nu gaat het naar het hart van het bedrijf. Alle medewerkers moeten zich bewust zijn van het belang van veiligheid. Als je thuis werkt aan iets van de zaak, doe je dat via een vpn-tunnel (virtual private network, red.)’, zegt hij. ‘Je kunt nog zulke fantastische voorzieningen of slimme servers hebben, als iemand op ‘send’ drukt zonder zich af te vragen of het vertrouwd is, houdt het op.’ De volgende uitdaging staat alweer voor de deur: projecten rond connected devices. ‘Denk aan autonomous driving, aan drones voor hulpgoederen. Hoe beveilig je die? Wat gebeurt er als die worden gehackt? Beveiliging zal altijd een relevante vraag voor ons blijven.’ www.vanberlo.nl

IEDEREEN HEEFT CRUCIALE INFORMATIE Het is een misvatting te denken dat beveiliging overbodig is omdat er toch niets te halen valt, stelt Marcel van Oirschot, commercieel directeur bij cybersecuritybedrijf Fox-IT. ‘Iedereen heeft cruciale informatie. Een ontwerpbureau beschikt over nieuwe productinformatie die nog niet bekend is in de markt. Zeker bij marktintroducties kan dit erg interessant zijn voor concurrenten. Ook in dit domein zijn hackers actief. Het achterhalen van deze informatie is vaak heel erg makkelijk, waardoor bijvoorbeeld de introductie van een nieuw product compleet kan falen.’ www.fox-it.nl

april 2017

65


PROCESVERBETERING

VPT VERSTEEG VERKORT DANKZIJ SHOP FLOOR CONTROL DOORLOOPTIJD

‘FIKSE BIJDRAGE AAN EFFECTIVITEIT EN WERKVREUGDE’ Plaatbewerkingsbedrijf VPT Versteeg in Heusden wil beheersbaar groeien. Anders gezegd: ‘We willen met de huidige hoeveelheid mensen en machines de doorlooptijd verkorten’, vertelt financieel manager Marjolein Verharen. ‘Tijdsbesparing op onze handmatige urenregistratie was een van de belangrijkste redenen om naar Isah’s oplossing voor Shop Floor Control te kijken. Waarbij we er gaandeweg achter kwamen dat die module ons veel meer kansen biedt.’

DOOR PIM CAMPMAN

PT Versteeg ontwikkelt, maakt en levert complete metalen gevel(cassette)systemen en complexe paneelvormen voor woningen, bedrijfs- en overheidsgebouwen en geluidsschermen. En ook voor ‘losse’ plaatwerkproducten, zoals geperforeerde panelen, waterslagen, dakranden, raamkaders, hekpanelen en andere afwerkingsprofielen, heeft het bedrijf in het Noord-Brabantse vestingstadje Heusden, in 1995 opgericht, een grote klantenschare in Nederland en Vlaanderen. De website vermeldt een lange rij soms prestigieuze referentieprojecten, zoals The Wall in Utrecht-Leidsche Rijn, hoofdkantoor Esprit (Hoofddorp), Thaleskantoor in Hengelo (Ov), Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid in Hilversum en Meubelplein Ekkersrijt in Eindhoven.

V

STAP VOOR STAP Automatiseren is al een tijdlang een belangrijke ambitie van VPT Versteeg, zegt financieel manager Marjolein Verharen. ‘Verregaande digitalisering, de kern van wat we tegenwoordig smart industry noemen, stelt ons in staat om nog efficienter, flexibeler, kwalitatief beter en klantgerichter te werken. Daarom zijn wij daar actief mee bezig.’ Samen met het Tilburgse Isah en Isahpartner Datamex (ERP-oplossingen, sinds 2006 draaiend), ISD Benelux (3D CAD- en PLMsystemen) en Wicam (CAM-software). Laatste aanwinst: Isah Shop Floor Control. Iedereen in de fabriek en op kantoor, van tekenkamer tot

66

april 2017

Financieel manager Marjolein Verharen van VPT Versteeg: ‘Om beheersbaar te groeien – met de huidige hoeveelheid mensen en machines – is het voor ons belangrijk om de doorlooptijd te verkorten.’

werkvoorbereiding, werkt daar sinds kort mee. De benodigde beeldschermen werden stap voor stap geïnstalleerd. Verharen: ‘Tijdsbesparing op onze handmatige urenregistratie was een van de belangrijkste redenen om naar Shop Floor Control te kijken. Waarbij we er gaandeweg achter kwamen dat die module van Isah ons veel meer kansen biedt.’

HOOG OP WENSENLIJST Enige tijd geleden stelde VPT Versteeg samen met Datamex een wensenlijst op voor verdere automatisering. Automatische urenregistratie kwam hoog op die lijst terecht. De financieel manager licht toe: ‘In het verleden werd dat in de fabriek met de hand bijgehouden, ouderwets met urenbriefjes zoals dat bij zo veel bedrijven ging of nog steeds gaat. Met Shop Floor Control hebben we dat gedigitaliseerd – en dat biedt ons grote extra voordelen. Zo geeft het in het kader van ons

proces van continue verbetering tevens invulling aan de vragen ‘wat moet ik doen?’ en ‘waar is mijn dossier?’. Aangezien wij als doel hebben om met VPT Versteeg beheersbaar te groeien – met de huidige hoeveelheid mensen en machines – is het voor ons belangrijk om de doorlooptijd te verkorten. Shop Floor Control is een van de automatiseringsoplossingen die ons daarbij helpt.’ Samen met Datamex is VPT Versteeg gestart met een stuk aanwezigheidsregistratie via Shop Floor Control. ‘De investering in deze module is heel rendabel’, geeft Verharen aan. ‘Alleen al voor aanwezigheidsregistratie vonden wij die zijn geld absoluut waard. Ondertussen kwamen we er achter dat Shop Floor Control ons nog meer mogelijkheden biedt. Maar we hebben er bewust voor gekozen om de scope eerst klein te houden en later uit te breiden. We zijn begonnen op een paar schermen en werkstations. Een goede aanpak, want zo ontdekten we snel waar we nog tegen


zaken aanliepen. Wat betreft interne processen, denk aan planning en orderstructuur, hebben we het een en ander op orde gebracht voordat we Shop Floor Control verder gingen uitrollen.’

MEER WERKVREUGDE Marjolein Verharen is blij dat het traject op deze manier is aangepakt. ‘Elke keer als we nieuwe mensen lieten werken met Shop Floor Control, konden we hen de learnings meegeven uit de eerdere fases.’ Ondertussen is VPT Versteeg aan het testen met een digitaal dossier in Shop Floor Control en halen de medewerkers op de schermen hun werktekeningen op. ‘We hebben gemerkt dat dit alles enorm bijdraagt aan de effectiviteit en werkvreugde op de afdeling’, vertelt ze. ‘Daarnaast besparen we ongeveer drie tot vier uur per week aan urenadministratie. Voor de toekomst verwacht ik zeker nog meer winst te behalen met de mogelijkheden die Isah biedt. Voor dit moment zijn we echter al heel blij met de behoorlijke tijdwinst die we realiseren.’ Eind maart deelde VPT Versteeg in een inspiratiesessie met (potentieel) geïnteresseerden de ervaringen en best practices die tijdens de implementatie en het werken met Shop Floor Control zijn opgedaan. Daar was tevens te zien hoe het in de praktijk werkt.

www.vptversteeg.nl isah.com www.datamex.nl

ISAH SHOP FLOOR CONTROL

Veel bedrijven worstelen met de vraag: wat is smart industry en wat kan ik er mee? Simpel gezegd: het efficiënter, flexibeler en kwalitatief beter maken van productieprocessen door de inzet van ict. Isah geeft hier onder meer invulling aan met de module Shop Floor Control. Deze applicatie geeft een up-to-date inzicht in het uit te voeren werk, 100 procent Shop Floor Control geeft op de werkvloer up-to-date inzicht in het uit te voeren werk, 100 procent papierloos. Via een papierloos. Foto’s: Isah touchscreen op de productievloer weet iedere medewerker exact welke werkzaamheden hij structurele klanttevredenheid. De belangrijkste features aan een order moet uitvoeren. De real-time informatievan Isah Shop Floor Control zijn: aanwezigheidsregistravoorziening zorgt ervoor dat alle orderspecificaties tie; werken met clusters, maakt gekoppelde machines actueel zijn. Het resultaat: men kan met nog meer en gereedschappen inzichtelijk; API-integratie met efficiency werken omdat de planning digitaal naar de hardware. werkvloer wordt gebracht. Hiermee wordt een hogere leverbetrouwbaarheid gerealiseerd en daardoor isah.com/sfc (demo-video)

SAMEN SNELLER EN BETER INNOVEREN Samen sta je sterk. Door kennis te delen en intensief samen te werken, brengen we technologie sneller naar de markt: van goed idee naar marktrijp product. Begrip is de basis voor innovatie. Berenschot organiseert dit en brengt bedrijven, kennisinstellingen en overheid samen rond technologische thema’s waar nu kansen liggen. U kunt al aansluiten bij onze ecosystemen op het vlak van fotonica, gebouwgeïntegreerde solar (BIPV), Internet of Things, en printed electronics. Weten waar voor u de mogelijkheden liggen? Kijk op www.berenschot.nl/sameninnoveren

Berenschot april 2017

67


where great minds work Wij zijn een groep High Tech Tech bedrijven b in Noord-Nederland die de krachten hebben gebundeld om m samen en te werken aan oplossingen voor oor de grote uitda gingen van de toekomst ‘on tthe ed uitdagingen edge oof technolog technology’;’; ‘the internet of things’, big data, data, robotics, 3D printing en alternative alterna native energ d energy. Dat doen we door de modernste High Tech Teech te gebruiken of waa ar nodig zélf te ontwikk len. Da nwerking van onze waar ontwikkelen. Datt kan door de unieke samenwerking R&D-afdelingen, waarin onderlinge rlinge concurrentie heeft plaatsgemaakt plaatsgemaakt vo rsterken en van elkaar voorr het versterken elkaar. Het resultaa ctintroducties oductie die onder resultaatt is meer dan 50 nieuwe productintroducties per jaar wereldwijd wereldwijd. Productintroducties andere mensenlevens redden, de bediening van complexe systemen ystemen kinderlijk kind jk eenvoudig maken, productenn afstemmen op de individuele wensen en behoeften van consumenten coonsumenten en da ta toegank elijk maakt om de data toegankelijk kwaliteit van voedsel te verbeteren. Onze samenwerking heet et Innovatiecluster Innovatiecluster Drachten en vormt ‘The heart of the the smart smartfactor factory region’ van Noord-W est Europa. Europa. factory Noord-West

icdrachten.nl icddrachten.nl

TECHNOLOGIES


PROCESVERBETERING

EPLAN COGINEER VOOR EENVOUDIG, FOUTLOOS EN SNEL ENGINEEREN

VAN COMPLEX CONFIGUREREN NAAR SIMPEL SAMENSTELLEN Smart industry is tot nu toe het verhaal van de voorlopers die slim bezig zijn met engineering, productie en businessmodellen. Denk aan machinebouwers die enkelstuks maatwerk voor de prijs van een serieproduct kunnen engineeren en maken. De kunst is de rest mee te krijgen door de drempel om in te stappen te verlagen. In zijn missie voor verbetering van de efficiëntie in elektrotechnische engineering komt EPLAN nu met Cogineer voor het eenvoudig samenstellen van schema’s. DOOR HANS VAN EERDEN

roductmarketingmanager Ernest Kappers van EPLAN Nederland schetst de druk die industriële bedrijven voelen vanuit de markt: sneller leveren, tegen lagere kosten, en tegelijk de kwaliteit borgen en zo nodig verhogen. ‘Ze moeten steeds vaker maatwerk leveren voor de prijs van een serieproduct. Dat geldt ook voor onze doelgroep van machinebouwers. Zij krijgen niet meer de tijd om hun maatwerk volledig uit te engineeren.’ De oplossing is configureren. Hiervoor is het nodig om eerst een functionele product breakdown van een machine of installatie te maken. Dat resulteert in de functionele bouwstenen waaruit alle volgende machines of installaties kunnen worden samengesteld.’ Veel machinebouwers voelen de noodzaak hiervoor nog niet, aldus Kappers, en houden zich nog niet zo bezig met smart industry. ‘Zij werken engineer-to-order, kopiëren uit oude projecten en werken daardoor wel sneller, maar nemen niet altijd de laatste correcties of nieuwste inzichten mee en introduceren zo fouten. Efficiencyverbetering lijkt echter geboden, want de bedreiging voor onze maakindustrie komt niet alleen uit Oost-Europa of China; ook in Duitsland zie je dat machinebouwers die van oudsher serieproductie deden nu snel maatwerk kunnen leveren.’

P

DICHT BIJ BELEVINGSWERELD In de mechanische engineering zijn al grote stappen gezet richting configureren. De elektrotechnische engineering blijft achter, stelt Kappers. ‘Het eigen werkproces innoveren en intensief nadenken over productstructurering, daar zijn voornamelijk de early adopters mee bezig.’ Een oplossing biedt EPLAN Engineering Configuration. ‘Een groot deel van onze doelgroep vindt dat nog abstract; bij hen vergt het innoveren van het eigen werkproces te veel tijd en energie. Voor de voorlopers is het glas halfvol, die zijn aan de slag gegaan. De rest wacht af tot het glas helemaal

vol is.’ Het ‘volle glas’ introduceert EPLAN nu met Cogineer. ‘Dat blijft dicht bij de belevingswereld van de meeste EPLAN-engineers. Niet alle machinebouwers hoeven tot op het laagste niveau van mechatronische componenten te kunnen configureren. Ze hebben soms maar één productfamilie, een machine die in meerdere varianten of met verschillende opties leverbaar is. Daarvoor kunnen ze herErnest Kappers, productmarketingmanager EPLAN Nederland: ‘Met Cogineer is hogere programmeerkunst niet meer nodig.’ Foto: EPLAN bruikbare blokken op een hoger niveau bepalen. De regels die definiëren hoe deze blokken met elkaar waarde, een grotere kabeldikte, enzovoort. Confisamenwerken, worden dan veel overzichtelijker. gureren van een project is dan het eenvoudig Die afhankelijkheden kunnen ze dan eenvoudiger samenstellen aan de hand van de antwoorden uit direct in hun eigen EPLAN-platform vastleggen.’ een dialoog met het EPLAN-platform. Dat hoeft niet meer per se een engineer te doen, want de regels zorgen ervoor dat het met bewezen comBINNEN STANDAARDPLATFORM ponenten foutloos gebeurt. Door een druk op Om de instap zo makkelijk mogelijk te maken, de knop zijn alle schema’s met bijbehorende verloopt de introductie van Cogineer gefaseerd, documentatie en rapportages te genereren. De met dit voorjaar niveau 1, de basis. Later volgen de niveaus 2 en 3, ‘professional’ en ‘advanced’, doorlooptijdverkorting in engineering kan waarop configuratieregels en afhankelijkheden oplopen van dertig tot wel tachtig procent.’ verder kunnen worden gefinetuned, voor flexibeler en fijnmaziger configureren. DrempelHOOGSTE TIJD verlagend is verder dat Cogineer niet komt als Eind vorig jaar gaf EPLAN een eerste voorproefje een aparte applicatie, maar als een module die op de SPS IPC Drives 2016 in Neurenberg (D). binnen het standaard-engineeringplatform nauw Andere beurzen volgden en telkens werden aansluit op EPLAN Electric P8 en EPLAN Fluid, EPLAN-gebruikers getriggerd door de simpele voor uitwerking van respectievelijk elektrotechniwijze van configureren, meldt Ernest Kappers. ‘Ze sche en pneumatische/hydraulische besturingen. zagen kansen om dit bij henzelf operationeel te Cogineer maakt gebruik van de macrotechnolokrijgen.’ Vorige maand was de online lancering gie in die omgevingen, verklaart Kappers. ‘Een tijdens een ‘virtual fair’ en de officiële release macro kan een deelschema zijn van bijvoorbeeld volgt eind deze maand op de Hannover Messe. een motorschakeling, waarvoor varianten worden Vanaf 1 mei is EPLAN Cogineer beschikbaar voor benoemd en geparametriseerd in waardensets. de markt. Hogere programmeerkunst is niet meer nodig. Bij een andere, zwaardere motorvariant hoort een ander artikelnummer en bijvoorbeeld een hogere stroomwaarde, een hogere beveiligingswww.eplan.nl

april 2017

69


PROCESVERBETERING

ALFA LAVAL ONTWIKKELT SAMEN MET B&R TOEKOMSTBESTENDIG DATALOGSYSTEEM

‘BIG DATA’ HOOG OP AGENDA IN DE ZEEVAART In de maritieme wereld worden de eisen met betrekking tot energie-efficiency en milieubescherming alsmaar strenger. Dus moeten aan boord steeds meer data worden verzameld en bewaard. Inspelend hierop ontwikkelde Alfa Laval Nijmegen, in nauwe samenwerking met B&R, een eigen datalogsysteem. Hiermee kan aan boord van zeewaardige schepen de emissie van schadelijke stoffen en de lozing van afvalwater zeer nauwkeurig worden gemeten, gemonitord, geanalyseerd en gerapporteerd aan auditoren in de diverse (S)ECA’s, de (Sulphur) Emission Control Areas, wereldwijd.

COMPLIANCE De eisen die wereldwijd gelden voor EGC-systemen in de zeevaart, worden in de verschillende ECA’s alsmaar strenger. Zo moeten real-time gemeten data volgens de internationale regelgeving gedurende achttien maanden worden opgeslagen in een systeem aan boord van het schip. De eigenaar van een schip moet namelijk te allen tijde rapporten kunnen genereren voor de auditor van de MEPC (Maritime Environment Protection Committee), om aan te tonen dat zijn systeem aan boord ‘compliant’ is met de geldende milieueisen in het betreffende gebied. Deze eisen kunnen per ECA verschillend zijn. Om per ECA het gevraagde rapport te genereren, moeten alle analoge ‘real time’ gemeten waarden zoals temperatuur, doorstroming en druk worden gelogd, conform opgaaf van een onafhankelijke certificeringsinstantie als Lloyds, DNV-GL of RINA. Niet alleen bepalen dergelijke instanties welke data er exact gelogd dienen te worden, ook geven ze aan hoe al deze data dienen te worden aangereikt aan de havenautoriteiten in de betreffende ECA.

ZOEKTOCHT Gemiddeld wordt zo’n 100 Mb per dag aan real-time data opgeslagen, gemonitord en geanalyseerd. Niels Teeler, salesengineer bij B&R Industriële Automatisering, vertelt: ‘Tot voor kort werden al deze data opgeslagen in een plc aan boord, maar systemen als deze zijn niet bedoeld voor de opslag van zulke grote hoeveelheden data. Bovendien is er vanuit een plc niet snel een leesbaar Marco van der Zanden van Alfa Laval Nijmegen (links) en Niels Teeler (B&R Industriële Automatisering) bij het nieuwe datalogsysteem: ‘Voortaan kan in een handomdraai worden aangetoond of het reinigingssysteem aan boord voldoet aan de gestelde eisen.’ Foto: Gerard Verschooten rapport samen te stellen voor de auditor van MEPC. Dat was voor Alfa Laval Nijmegen de aanleiding op zoek te gaan naar een DOOR HENRIËTTE VAN NOREL (voor zwaveldioxide) zoals vastgelegd in MARnieuw systeem.’ Marco van der Zanden, project POL Annex IV (International Convention for the Prevention of Pollution from Ships). Het EGCmanager & automation coordinator, verklaart: lfa Laval Nijmegen, dochter van de systeem is leverbaar in de uitvoeringen ‘closed ‘Uitgangspunt was dat er een interactie moest Zweedse multinational Alfa Laval, is loop’, ‘open loop’ en ‘hybride’. Bij het ‘closed gespecialiseerd in het ontwikkelen en boukunnen plaatsvinden met het huidige B&R plcloop’-systeem wordt drinkwater gebruikt om gaswen van inert-gassystemen en reinigingssysteem, zonder dat daarvoor kostbare interfaces sen te reinigen. Na reiniging wordt dit water niet systemen voor uitlaatgassen (EGC-systemen, moesten worden gebouwd. Verder moest de geloosd op open zee, maar in het systeem herExhaust Gas Cleaning) voor zeewaardige schehardware van het nieuwe systeem geschikt zijn gebruikt. Bij het ‘open loop’-systeem daarentegen pen. De inert-gassystemen ontwikkelt en bouwt voor de opslag van grotere hoeveelheden data, en wordt opgepompt zeewater gebruikt om gassen te Alfa Laval voor bescherming van de vloeibare moest worden voldaan aan de maritieme reinigen en daarna wordt het gebruikte water lading (olie of gas) in het ruim van schepen tegen scheepsclassificatie van onafhankelijke certificegeloosd in de zee. Bij het hybride systeem is het ongewenste invloeden van buitenaf. De EGCringsinstanties. Voorts was een eis dat het nieuwe mogelijk om te schakelen tussen ‘open loop’- en systemen zorgen ervoor dat de emissie van schadatalogsysteem niet alleen schaalbaar is, maar dat ‘closed loop’-modus, naar gelang de vaarlocatie. delijke stoffen voldoet aan het ECA SOx-niveau er ook makkelijk rapporten in eigen beheer mee

A 70

april 2017


kunnen worden samengesteld en gevisualiseerd. Ten slotte moest het een open systeem zijn dat eenvoudig te koppelen is aan andere systemen. Omdat Alfa Laval al jaren gestandaardiseerd is op B&R, was het logisch om als basis voor het nieuwe systeem te kiezen voor het procesautomatiseringssysteem APROL. Immers op die wijze kon relatief snel een plug & play-systeem worden ontwikkeld, dat te gebruiken is in combinatie met andere systemen van Alfa Laval.’

GROOTSTE UITDAGING Op de vraag wat de grootste uitdaging was bij de ontwikkeling van dit nieuwe datalogsysteem, vertelt Marco van der Zanden van Alfa Laval: ‘Dat was eigenlijk de realisatie van de interactie tussen de besturing vanuit de plc enerzijds en de monitoring van de vele sensoren anderzijds, plus het op de juiste wijze verzamelen van de grote hoeveelheden data. Na een intensieve ontwikkelperiode van een jaar zijn we hierin geslaagd en

re regels gelden, blijven dus voorlopig nog in stand. ‘In tegenstelling tot de eerder genoemde EGCsystemen, gelden voor de inert-gassystemen van Alfa Laval vooralsnog geen extreem strenge milieu-eisen’, meldt Van der Zanden tot besluit. ‘De verwachting is echter dat die er op niet al te lange termijn wel komen. Voor het waswater zal dan moeten worden voldaan aan internationale IMO-regels (van de International Maritime

WERKING Het resultaat is een volledig in eigen beheer ontwikkeld ALREM datalogsysteem (Alfa Laval Report Emission Monitor). B&R’s Niels Teeler licht toe: ‘Met dit systeem kunnen alle proceswaarden die van invloed zijn op het systeem, voortaan worden ingelezen en opgeslagen in de MES-laag (het informatiesysteem voor procesbesturing, Manufacturing Execution System, red.). De plc dient dan uitsluitend nog voor de volledige besturing van het systeem.’ Van 150 tot 200 sensoren aan boord wordt dagelijks de ongeveer 100 Mb aan data verzameld. Met cyclustijden van 1 tot 1.000 ms worden alle data via X20 i/o-modules van B&R naar de plc gestuurd en door naar de MES-laag. Met behulp van deze data controleert de plc continu de exacte emissie van schadelijke stoffen en of de aanwezige afsluiters aan boord geopend of gesloten zijn. Zowel de gemeten data als de door de plc uitgevoerde berekeningen worden opgeslagen in de MES-laag.

‘Het moest een open systeem zijn dat eenvoudig te koppelen is aan andere systemen’

konden we eind januari 2017 vol trots het eerste datalogsysteem aan boord van een roll-on-rolloff-schip installeren. Met het nieuwe systeem kan voortaan in een handomdraai per ECA worden aangetoond of het reinigingssysteem aan boord van het schip voldoet (oftewel compliant is) aan de gestelde eisen in het vaargebied waar het schip zich op dat moment bevindt.’ Hoewel er wereldwijd inmiddels uniforme eisen gelden voor de uitstoot van SOx, zijn er ook nog steeds veel gebieden met eigen eisen. De ECA’s waar strenge-

Organization, red.). Met ons nieuwe datalogsysteem zijn wij hierop voorbereid.’ Overigens kan het nieuwe datalogsysteem eenvoudig via de cloud data overzenden naar de vaste wal voor analyse van diverse processen aan boord of voor het doorvoeren van energieefficiënte verbeteringen.

www.alfalaval.nl/marine www.br-automation.com

april 2017

71



INDUSTRIËLE DIENSTVERLENING

OVERNAMES ESSENTIEEL VOOR GROEI NAAR 200 MILJOEN OMZET

BIESHEUVEL VERSTERKT ZICH IN SAFETY Directeur Meino Noordenbos kondigde het eind vorig jaar al aan: Biesheuvel Techniek groeit ook in 2017. Autonoom en door acquisities. Tot en met februari werden al zes bedrijven overgenomen, waaronder drie specialisten in veiligheidsartikelen en bedrijfskleding. ‘Juist in deze branches zien we veel kansen.’

DOOR JOS CORTENRAAD

D

e persberichten volgden elkaar in snel tempo op. Eerst werd de overname van Safe & Sure uit Etten-Leur aangekondigd, daarna gingen Voerman Nijmegen en Olympus all in (Zwolle) op in het ambitieuze Biesheuvel Techniek. De bedrijven gaan niet dicht, personele gevolgen zijn er nauwelijks. ‘We waren het in alle gevallen snel eens’, zegt directeur Meino Noordenbos van de Biesheuvel Groep. ‘De overnames passen niet alleen in onze eigen strategie, de betrokken bedrijven krijgen zelfstandigheid en zullen zich verder ontwikkelen. Ze gaan meer producten voeren, krijgen toegang tot onze systemen en BTshop, en ze kunnen meer klanten bedienen. Dit soort trajecten is voor alle partijen goed.’

DICHTBIJ De genoemde bedrijven zijn, uiteraard, niet willekeurig gekozen. ‘Want in veiligheidsartikelen en bedrijfskleding zijn we minder sterk. Een markt in Nederland met een omvang van ruim 800 miljoen euro, waarvan we zelf een kleine twintig miljoen pakken. Dat kan beter. We weten van onze bestaande klanten dat ze graag een leverancier dichtbij hebben die even langs komt als het nodig is. Met de overnames in Zwolle, Nijmegen, Gouda (in 2013 de Goudsche IJzerwaren- en Gereedschapshandel, red.) en Etten-Leur hebben we enkele witte vlekken in het land opgevuld. Regio’s met veel potentiële afnemers die we goed kunnen bedienen vanuit ons pas geopende distributiecentrum in Venlo.’ De ervaring met bestaande klanten leert Biesheuvel Techniek ook dat er bij grote en kleine bedrijven behoefte is aan persoonlijk advies en productkennis. ‘Die kennis is er bij zowel Voerman en Goudsche als Safe & Sure en Olympus. Goede bedrijven met ook nog eens aansprekende klantenportefeuilles. Olympus bijvoorbeeld heeft net AH/Delhaize binnengehaald en bedient

Directeur Meino Noordenbos van Biesheuvel Techniek (rechts) met de managers van twee ‘safety’-aanwinsten, links Didier de Bock (Safe & Sure) en André de Gunst (Olympus all in): ‘De overnames passen niet alleen in onze eigen strategie, de betrokken bedrijven krijgen zelfstandigheid en zullen zich verder ontwikkelen.’ Foto: Biesheuvel

Breman. Voerman heeft een sterke positie bij de bouwers BAM en Dura Vermeer. Goudsche bedient VolkerWessels en Visser & Smit Hanab. Nu komen we ook binnen als Biesheuvel Techniek.’

PRIORITEIT Noordenbos gelooft heilig in het ontzorgen van de klant. ‘Daarom gaan we met speciaal ingerichte bussen naar de bedrijven toe, waar onze experts helpen bij het uitzoeken van veiligheidsschoenen, otoplastieken en andere persoonlijke bescherming of werkkleding. Werknemers willen graag zelf iets uitzoeken en werkgevers gaan daar steeds meer in mee. We hebben nu twee van die bussen, een derde komt eraan. Bescherming en veiligheid zijn de laatste jaren steeds belangrijker geworden. De regels zijn ook strenger, werkgevers zijn langer verantwoordelijk voor het welzijn van hun werknemers. Vroeger zagen we de onderhouds- en maakindustrie eerst de schroefjes en de lagers bestellen, nu ligt de eerste prioriteit bij de veiligheid.’ Groei in bedrijfskleding ligt voor de leverancier van meer dan 800.000 producten – zoals gereedschappen, smeermiddelen, lagers, hydrauliek, pneumatiek en meetapparatuur – misschien niet zo voor de hand. ‘Toch wel. Wij zien voor de komende jaren bedrijfskleding als drager van innovatie. Je kunt kleding uitrusten met sensoren die informatie verzamelen over belasting, temperatuur en luchtkwaliteit. Brillen en helmen zijn ook geschikt voor sensoren die van alles meten en

data verzamelen. Zeker in de maakindustrie. Daarom zijn we ook betrokken bij de Brainport Industries Campus, waar allerlei sensoren in de ‘fabriek van de toekomst’ getest kunnen worden. Het internet of things gaat alles met elkaar verbinden. Wij willen in die trend nadrukkelijk een rol gaan spelen als expert.’

PARTNERSHIPS Biesheuvel Techniek komt dit jaar ongetwijfeld nog met verschillende overnames op de proppen. Bedoeling is de omzet binnen vijf jaar te brengen naar 200 miljoen euro, het dubbele van de omzet in 2014. Partnerships zijn in deze groeistrategie essentieel, besluit Meino Noordenbos. ‘De klant van nu is veeleisender, verlangt meer service. De laatste jaren zijn we voor steeds meer bedrijven partner geworden. Onze consultants bedenken oplossingen, ze hebben productkennis en zorgen voor de beste opties. Daarnaast zijn we meegegaan in de trend van outsourcing. Met grote oem’ers als Canon-Océ, Heineken, O-I (glasfabrikant, red.) en Sonac (verwerker van slachtbijproducten, red.) hebben we speciale contracten. Wij beheren voor zo’n 250 grote en kleine ondernemingen de magazijnen. We zijn hoger in de keten geklommen, zitten aan tafel met r&dafdelingen en denken mee over innovaties, over de logistiek. Hier betalen de investeringen in productkennis en opleidingen zich uit.’

www.biesheuveltechniek.nl

april 2017

73


PROCESVERBETERING

PROTONIC ANTICIPEERT OP STEEDS GROTERE ROL ELEKTRONICA IN DAGELIJKS LEVEN

‘HET BLIJFT EEN MARKT VAN NIET STILSTAAN’ Voorop blijven lopen met technologie. Dat beoogt Protonic, ontwikkelaar en producent van industriële elektronica, dat de afgelopen jaren miljoenen euro’s investeerde in personeel, machines en huisvesting. ‘Het blijft een markt van niet stilstaan, je moet blijven doorgaan.’

korte tijd tot wel een paar duizend componenten op een printplaat kan plaatsen, kun je dankzij zo’n geavanceerde smd-lijn competitief aanbieden ten opzichte van lagelonenlanden.’ De nieuwe lijn is één keer zo snel als de bestaande lijn en leidt dus tot een verdubbeling van de capaciteit. Dat biedt Protonic de ruimte om nieuw werk binnen te halen. Verder investeerde het bedrijf in een nieuwe reflow-oven voor het solderen van de smd-componenten. Ook hier spelen het tekort aan techneuten en marktontwikkelingen een rol. ‘Nu goed personeel lastiger te vinden is, automatiseren we steeds meer productieprocessen. De selective soldering machine soldeert de printplaten op het plekje waar jij wilt, en assemblagerobots schroeven de producten in elkaar. Op die manier kunnen we blijven concurreren met het Oostblok.’

GROTERE ONTWIKKELPROJECTEN

In de emc-kamer test Protonic alle eigen elektronica en desgewenst ook machines van klanten. Foto’s: Wouter Keuris

DOOR WILMA SCHREIBER

P

rotonic in Zwaag richt zich op diverse sectoren, uiteenlopend van industrie en medische technologie tot agro, automotive & transport en energie & infra. Het bedrijf heeft een strategie van gecontroleerde groei en gaf daar de afgelopen jaren een flinke impuls aan. Zo werd vorig jaar het pand van de buurman gekocht en verbonden met de andere panden. Commercieel directeur Tanja van Truijen, die met haar broer Michiel de Bruin sinds 2005 de directie vormt, verklaart: ‘We hadden de wens onze klanten elektromagnetische compatibiliteitstesten (emc-testen, red.) aan te bieden. Hiervoor hebben we in ons testlab een kooi laten bouwen van acht bij vijf meter; een afgeschermde ruimte geheel voorzien van ferriettegels die geen enkele straling doorlaten. Hier testen we alle elektronica om te zien of die op het punt van emc voldoet aan de norm. Bovendien kunnen klanten

74

april 2017

hun machine of apparaat bij ons laten testen conform de geldende richtlijnen en standaarden. Daarbij kijken we ook of de gekozen oplossing kostprijstechnisch gunstig is. Dat bespaart hun tijd en kosten.’

NIEUW WERK BINNENHALEN Eveneens vorig jaar werd een tweede surface mount device-lijn (smd-lijn) met dubbele pick & place-machines ingericht. ‘Die plaatst componenten op de printplaat. Dat is een ontwikkeling die blijft toenemen. Want steeds meer producten bestaan tegenwoordig grotendeels uit smd-componenten, onder andere vanwege de miniaturisering van vooral consumentenelektronica’, legt Van Truijen uit. ‘Het traditionele met de hand plaatsen is relatief kostbaar. Bovendien worden de componenten steeds kleiner; ze zijn met het blote oog bijna niet meer te zien. En oudere machines kunnen zulke kleine componenten niet meer plaatsen. Doordat de nieuwe machine in

Daarnaast breidde Protonic zijn ontwikkelcapaciteit uit van 15 naar 25 engineers. Tanja van Truijen: ‘Die zijn hard nodig voor de grotere ontwikkelprojecten die we erbij hebben gekregen. Het aantal techneuten op de markt is schaars en op deze manier kunnen we de klant ook op dat vlak ontzorgen. Bovendien hebben we nu de capaciteit om grotere oem’ers te bedienen.’ Een goede zet, gezien de ontwikkelingen rond het internet of things en big data. ‘Alles is verbonden met internet. Dus moet je ervoor zorgen dat dat ook geldt voor je elektronica – en verder is het zaak dat je genoeg data uit de machine krijgt voor preventief onderhoud’, aldus de commercieel directeur. Consumenten zijn steeds meer gewend om met hun mobiel of tablet allerlei apparaten op afstand te kunnen bedienen. ‘Wij krijgen steeds vaker de vraag of ze hun machines ook op die manier kunnen aansturen. Inmiddels hebben we met succes een aantal ontwikkelprojecten afgerond op dat vlak. Zo hebben we een machine voor het afzuigen van lasdampen ontwikkeld die op afstand bediend en uitgelezen kan worden. De klant krijgt bijvoorbeeld een seintje wanneer de filters vervangen moeten worden. Dit kan overigens ook door middel van een vaste kabel via het ethernet.’ Een andere trend is gebruiksgemak, aldus Van Truijen. ‘Sinds een jaar of tien leest niemand nog een handleiding. Van een machine wordt verwacht dat die zo intelligent is dat die


zelf op jouw gedrag inspeelt en leert van jouw gebruik. Denk aan thermostaten die onthouden wanneer welke temperatuur gewenst is. Ook dat doen we inmiddels met onze elektronica.’

VEILIGHEIDSPROCESSOR Een andere sector die Protonic op de voet volgt, is de automotive. Ook daar speelt elektronica een grote en gestaag groeiende rol. ‘We hebben geïnvesteerd in testfaciliteiten en ontwikkelingscapaciteit voor vermogenselektronica voor bijvoorbeeld elektrische motoren en ventilatoren. De simulaties en tests die daarvoor nodig zijn, kun-

‘Nu goed personeel lastiger te vinden is, automatiseren we steeds meer productieprocessen’

De nieuwe smd-lijn betekent een verdubbeling van de capaciteit en een halvering van de doorlooptijd.

nen we nu in huis uitvoeren.’ Ook hier kijkt Van Truijen al naar de toekomst. ‘Neem de zelfrijdende auto’s, daar is veiligheid een belangrijk issue. Als een Tesla tegen een boom rijdt, rijst meteen de vraag: hoe veilig zijn die auto’s eigenlijk? Dus hebben we een ontwikkelproject met een veiligheidsprocessor die te implementeren is in diverse modules en apparaten. Als één kritieke sensor

uitvalt, pakt een andere de taak over. Dat vergt een risico-inventarisatie van het totaalproduct, een enorme klus.’ Nog onderhanden is de bouw van een volledig logistiek magazijn, aan de achterkant van Protonic’s pand in Zwaag. Daar zal opslag plaatsvinden van grondstof tot gereed tussenproduct en eindproduct, met als doel de workflow binnen de productie te verbeteren. Het nieuwe magazijn wordt niet volledig maar deels geautomatiseerd en wel alleen op het vlak van voorraadbeheer en tracking & tracing. ‘Iemand in de keten moet de voorraad hebben en onze klanten willen graag lean zijn. Voor ons is het kostprijstechnisch gunstiger om

grote batches te produceren, vooral bij producten waar nog veel werk aan zit. Verder spelen ook de insteltijden van de machines een rol. Als dat instellen een halve dag in beslag neemt, weet ik wel wat duurder is, vijf of vijfhonderd producten.’ Protonic is dus klaar voor de toekomst, maar stilzitten is er niet bij. ‘Iedereen ziet dat elektronica en technologie belangrijker worden in ons leven. Dat betekent dat er meer spelers op de markt komen. Daarom is het zaak dat we voorop blijven lopen met onze technologie.’ www.protonic.nl

! m a a n e g aan

itsme, aangenaam efficiënt Per 1 januari zijn ES Elektro en Hoogland-Mennens geïntegreerd onder de naam itsme. Bij ons kunt u terecht voor elektrotechnische én mechanische oplossingen en producten. Eén order, één levering, één factuur. We volgen ontwikkelingen op de voet en anticiperen op de toekomst. Dat doen we graag samen met u. We verbinden mensen, bedrijven en vakgebieden met elkaar. Aangenaam efficiënt is ook onze solution itsme Lighting Technology met professionele lichtoplossingen voor de industrie. Licht is volop in ontwikkeling. LED-technologie opent nieuwe werelden van flexibele en toekomstgerichte lichtoplossingen, zowel voor nieuwbouw als voor renovatie. Onze specialisten van itsme Lighting Technology zetten de standaard in de toepassing van die mogelijkheden. Ze verzorgen duurzame, ergonomisch verantwoorde en energiezuinige lichtoplossingen voor klanten over de hele wereld. Van ontwerp tot en met oplevering, natuurlijk inclusief terugverdientijd en CO2-besparing. Onze lichtadviseurs bieden uitkomst voor de lastigste vragen. Geïnteresseerd? Neem contact met ons op voor vrijblijvende informatie of kijk op onze site voor voorbeelden en de dichtstbijzijnde itsme vestiging. itsme Lighting Technology

076 - 578 28 14

lighting@itsme.eu

www.itsme.eu/solutions/lighting

www.nl.itsme.eu

april 2017

75


De nieuwe Hermle-look:

NEWHERMLE.DE

Specialiteiten uit Schwaben met nieuwe glans. Heeft men het met liefhebbers van lekker eten over bijzondere kwaliteit uit Schwaben, gaat het al gauw over de beroemde “Maultaschen� (ravioli). Heeft men het met ingenieurs over bijzondere kwaliteit uit Schwaben, komt men al snel uit bij de uitstekende machines van Hermle AG uit Gosheim in Schwaben. Dat is lonend. Want Hermle presenteert zich maar liefst twee keer met nieuwe glans. Zowel de gemoderniseerde website met de nieuwe reeks van zeven argumenten als het geliefde openhuis van 26 t/m 29 april 2017 overtuigen de bezoekers in de nieuwe stijl van Hermle. Het beste is dat u zich zelf een oordeel vormt. Aanmelden voor ons openhuis beurs kunt u zich door hier te klikken: hermle.de/hausausstellung2017

Hermle Nederland B.V., info@hermle-nederland.nl


BOUW VAN HIGHTECH TOELEVERHUB IN EINDHOVEN GAAT BEGINNEN

‘INNOVATIEPROGRAMMA OP BIC GAAT HELE HOOP REURING GEVEN’

Alleen door intensief samenwerken kunnen Nederlandse hightechbedrijven voldoende concurrentievermogen genereren. Brainport Industries, een netwerk van hightechtoeleveranciers, faciliteert die samenwerking. In deze rubriek aandacht voor de wijze waarop BI werkt aan de invulling van zijn hoofdthema’s.

Acht projecten waarvoor zich tot nu toe 75 hightech bedrijven en kennisinstellingen hebben aangemeld, omvat het innovatieprogramma dat op de Brainport Industries Campus (BIC) in Eindhoven uitgevoerd zal worden. Binnenkort gaan de heipalen voor bouwcluster 1 de grond in; begin 2018 zullen KMWE en Biesheuvel Techniek er als eerste bewoners hun intrek nemen.

DOOR PIM CAMPMAN

ohn Blankendaal, managing director van Brainport Industries, is druk doende om meer ‘schapen over de dam’ te trekken. ‘Dat loopt goed’, zegt hij. ‘Met een aantal partijen zijn we vrijwel rond. Nee, sorry, namen noem ik nog even niet.’ De BIC is gesitueerd aan de noordwestrand van Eindhoven, pal aan de A2 en vlakbij Eindhoven Airport en het Beatrixkanaal. De campus bestrijkt een totale oppervlakte van 200 hectare, waarvan een derde wordt bebouwd met vijf grote bedrijfsgebouwen en een atrium met paviljoens waarin state-of-the-art shared facilities, scholingsfaciliteiten (van onder meer het Summa College) en ruimtes voor de uitvoering van het innovatieprogramma worden ondergebracht.

J

GROTE LUCHTHAVEN In cluster 1 worden een deel van de ‘fabriek van de toekomst’ en het glazen atrium gerealiseerd. Bij de ontwikkeling van de locatie en het innovatieprogramma werken Brainport Industries, bedrijfsleven, onderwijs- en kennisinstellingen, ontwikkelaar SDK, gemeente Eindhoven, provincie Noord-Brabant en de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij als strategische partners samen. John Blankendaal gebruikt voor dit grote project, waarvoor de Raad van State eind september 2016 het groene licht gaf, een metafoor. ‘Je kunt de campus zien als een grote luchthaven, die uit twee delen bestaat. Allereerst de fabriek van de toekomst, waar hightech bedrijven 24/7 aan de slag zijn en die ik wel de ‘landingsbaan voor innovatie’ noem. Dan het atrium, waar bedrijven en kennisinstellingen gezamenlijk tot innovaties komen, de ‘startbaan voor innovatie’. Dat alles uitgevoerd op basis van het innovatieprogramma – het ‘vluchtprogramma, of flight plan’.’

Artist impressions van de Brainport Industries Campus. Begin 2018 moet het eerste cluster klaar zijn en nemen de eerste bewoners – KMWE en Biesheuvel Techniek – er hun intrek. Illustraties: SDK

DRIE FIELDLABS Dat programma bestaat uit acht projecten, waaraan 75 partijen deelnemen – ‘niet alleen bedrijven uit de toeleverketen, maar ook oem’ers en kennisinstellingen als de TU/e en TNO’, vertelt Blankendaal. ‘De provincie ondersteunt dat met rond de twaalf miljoen euro.’ Onder die projecten vallen ook drie fieldlabs: Flexible Manufacturing (waarin robotica een rol speelt), Smart Connected Supplier Network en Multimaterial Printing in 3D. Hij vervolgt: ‘Ook AddFab, de voortzetting van AddLab, en onderzoeksfaciliteiten op het gebied van virtual reality/augmented reality en model-based engineering gaan daar landen. Bedrijven kunnen daar samen nieuwe stappen zetten op het gebied van 3D-printing en die dan toepassen in de fabriek van de toekomt.’ Aan de opleidingskant krijgen TecLab en het Brainport Industries College – met specifieke ‘doorleer’trajecten voor getalenteerde vaklieden (mbo4plus) – er onderdak. Evenals het programma Advanced Manufacturing Logistics, dat onder meer de ambitie heeft nieuwe logistieke concepten voor de fabriek van de toekomst te ontwikkelen; denk aan agv’s, automatisch geleide voertuigen. De aan- en afvoer, opslag en dergelijke op de BIC vinden plaats in de gedeelde logistieke

bouwlaag onder de flexibele productie- en kantoorruimten en het atrium. BROEDPLAATS John Blankendaal verwacht dat de innovatieprogramma-activiteiten ‘een hele hoop reuring’ teweeg gaan brengen. ‘Veel partijen zullen die geavanceerde shared facilities gaan gebruiken. Daar staan, om maar wat te noemen, industriële 3D-printers, robots, een pilot-productielijn om te gebruiken of proeven op te doen. Dat wordt een broedplaats voor productie-innovatie. Kijk, in je mainstream fabriek ga je je vijf-assige freescel niet stilleggen om te achterhalen of iets werkt. Dat doe je eerst hier en is het na het testen goed, dan copy-paste je het naar de fabriek van de toekomst of je vestiging elders – en je schaalt het op.’ Met dat alles, gesitueerd in een groene omgeving (Blankendaal spreekt van ‘werklandschap’), ontstaat daar aan A2 een hightech toeleverhub met internationale exposure. ‘Ook buitenlandse partijen gaan daar zien dat wij hier in staat zijn de meest complexe maakvraagstukken te realiseren.’ www.brainportindustries.com www.brainportindustriescampus.com

april 2017

77


ADVERTORIAL

GOVERS ACCOUNTANTS/ADVISEURS PASSIE VOOR DE FINANCIËLE PERFORMANCE VAN BEDRIJVEN IN DE MAAKINDUSTRIE

DUURZAME CONCURRENTIEVOORDELEN

Als accountant willen we het verhaal achter de cijfers kennen. Weten waarom een onderneming het goed doet, of wat er moet gebeuren om te verbeteren. Duurzame concurrentievoordelen zijn daarbij bijzonder belangrijk. In het Engels wordt dit beeldend beschreven als de ‘moat’, ofwel de ‘slotgracht’ die een onderneming heeft om concurrenten op afstand te houden. De term moat werd geïntroduceerd door Warren Buffett in een inmiddels legendarisch artikel in zakenblad Fortune in 1999 : “The key to investing is not assessing how much an industry is going to affect society, or how much it will grow, but rather determining the competitive advantage of any given company and, above all, the durability of that advantage. The

products or services that have wide, sustainable moats around them are the ones that deliver rewards to investors.” De beoordeling van duurzame concurrentievoordelen is niet alleen interessant voor zuivere beleggers, maar ook voor ondernemers. Ondernemers zijn immers actieve beleggers, weliswaar met een portefeuille met relatief weinig diversificatie. Analisten van onderzoeksbureau Morningstar hebben de volgende vijf factoren geïdentificeerd die een onderneming een concurrentievoordeel kunnen geven: • immateriële activa (patenten, overheidslicenties, merknaam, knowhow) • overstapkosten (gemak waarmee een klant kan overstappen naar een concurrent) • netwerkeffect (groeiende binding van klanten) • kostenvoordeel (goedkoper produceren) • efficiënte schaal (schaalvoordelen binnen een sector) Het is onze ervaring dat deze vijf factoren ook in de supply chains van hightech, automotive en food het verschil kunnen maken. Benieuwd naar onze visie? Bel Paul Mencke om onze aanpak persoonlijk te ervaren.

Govers Accountants / Adviseurs Beemdstraat 25 5653 MA Eindhoven Postbus 657 5600 AR Eindhoven

T F E I

+31 40 2 504 504 +31 40 2 504 599 mencke@govers.nl www.govers.nl www.uhy.com


gemakkelijk LASERGESNEDEN BUIS & PLAAT ONLINE snijden is eenvoudig, Kwaliteit & betrouwbaarheid een kunst.

UIT DE MARKT

h

AWARDS

KEIZERS METAAL WORDT COMPLETE DIENSTVERLENER Keizers Metaal in Haaksbergen ontpopt zich als totaalleverancier van customized metaalproducten. Daarom werd een nieuwe slagzin bedacht: ‘Verrassend flexibele partner’ – een claim die onderbouwd wordt met een reeks forse investeringen in procesautomatisering, machinerie en nieuwbouw. Bij de automatisering gaat het om software van Radan uit Ede, dat het gehele aanvraag-, offerte- en besteltraject integreert en ook track & trace-functionaliteit omvat. ‘We zijn nu met de software aan het draaien’, vertelt Dennis Grolleman, die Keizers Metaal anderhalf jaar geleden overnam. Bij de machinerie gaat het om een buislasersnijmachine met 3D-kop. ‘Dat is in deze regio best wel uniek. De meesten hebben een 2½D-kop, waarmee je geen lasnaden in de constructie kunt integreren. Met een 3D-kop kan dat wel’, verklaart hij. De buislasersnijmachine komt van Trumpf, waarvan het

Overijsselse bedrijf al langer twee plaatlasersnijders heeft draaien. ‘Die functioneren naar tevredenheid. Maar wij willen een complete dienstverlener worden. En omdat iedereen tegenwoordig in 3D tekent, hoort een 3D-buislaser daarbij. Die gaat ons in staat stellen een totaalpakket te leveren.’ De machine komt in een nieuwe hal te staan van een kleine 900 vierkante meter. ‘Genoeg ruimte om als die buislaser goed begint te lopen, de volgende er ook in te zetten.’ Over goed lopen gesproken: Keizers Metaal groeide afgelopen jaar met 25 procent. En daarmee is de koek nog lang niet op, verwacht de eigenaar/directeur. ‘Met die buislaser erbij kan het nog wel eens hard gaan. En we gaan nu actief de markt op. Met een sterke propositie: een totaalpakket aan halffabrikaten en samenstellingen, desgewenst inclusief poedercoaten, verzinken en

HGG International heeft de

Metaalunie Smart Manufacturing Award 2017 gewonnen. dergelijke (dat laatste besteedt het bedrijf uit, red.), waarmee de klant zijn totaalproduct kan maken. Met een state-of-the-art machinepark, waaronder zes kantbanken, en met een portal waar de klant direct kan kiezen, de prijs krijgt te zien en kan bestellen. Zo kunnen we de klanten compleet ontzorgen.’ www.keizersmetaal.nl

KORT In het hele smart industryverhaal is de blockchain de grootste en tegelijk meest ondoorgrondelijke hype. Blockchaintechnologie, luidt de belofte, kan transacties faciliteren tussen mensen en organisaties die elkaar niet kennen noch hoeven te vertrouwen, zonder dat een betrouwbare intermediair nodig is. Voor de Nederlandse hightech maakindustrie, die het moet hebben van high

De RapidPro Startup Award van Mikrocentrum en branchevereniging RapidPro is gewonnen door Nectar met zijn modulaire desktop delta 3D-printer. Mikrocentrum kende op zijn High Tech Platform Jaarcongres de Inspiratie & Innovatie Award 2017 toe aan Pezy group.

mix, low volume en dus kleine series, kan de blockchain helpen de transactiekosten terug te dringen. Het zou de belangrijkste technologische revolutie zijn sinds het internet. Dit boek legt het allemaal uit: Simone Vermeend en Perry Smit, ‘ Blockchain – de technologie die de wereld radicaal verandert’, Einstein Books, 2017. www.blockchainboek.nl

april 2017

79



SMARTGELEVERD GEINVESTEERD

Link Magazine bericht over de levering van of de investering in smart technologie en de toegevoegde waarde daarvan voor de gebruiker. Voor meer informatie: www.linkmagazine.nl

AUTOMOTIVE

satellieten, telescopen, microscopen en controle-instrumenten) speelt daarmee in op de toenemende vraag naar dit type componenten, die zich wereldwijd en in de Brainport-regio

Dubai bestelt autonoom personentransportsysteem bij 2getthere Het Utrechtse 2getthere levert het autonome personentransportsysteem dat het metronetwerk van Dubai met het 500 meter uit de kust gelegen Bluewaters Island (in aanleg) gaat verbinden. Met uiteindelijk een capaciteit van 5.000 passagiers per uur per richting wordt dat het

grootste in zijn soort ter wereld. De 25 group rapid transit (grt) voertuigen, voor maximaal 24 personen elk, zijn de eerste van 2getthere’s derde generatie grt’s en overbruggen daar 2,5 kilometer in 4,5 minuten. www.2getthere.eu

PRINTING

Hightech printstraat M4FOUR in bedrijf Printbedrijf M4FOUR heeft in Kolham (Groningen) een zelf geengineerde hightech printstraat in gebruik genomen. Daarop kunnen vinylvloeren – bij Forbo geproduceerd – snel en haarscherp (tot een resolutie van 800 dpi) worden

geprint. Het gamma bestaat uit drie productgroepen voor een brede doelgroep. De Noordelijke Ontwikkelings Maatschappij (NOM), GROEIfonds en de provincie Groningen investeerden mee in de faciliteit. www.m4four.com

OPTICA

Dependance Dutch Optics Centre in Eindhoven Dutch Optics Centre heeft in het Holst Center, op de High Tech Campus in Eindhoven, een dependance

geopend. Het ontwikkelcentrum van optomechanische componenten voor high-precision producten (zoals

in het bijzonder manifesteert. In Dutch Optics Centre werken TNO, TU Delft en andere kennisinstellingen samen. www.dutchopticscentre.com

AANDRIJFTECHNIEK

SMC opent technologiecentrum in Eindhoven SMC Pneumatics heeft in Eindhoven een multifunctioneel technologiecentrum in gebruik genomen. Klanten kunnen in dit SMC Technology Center terecht voor onderhoud aan SMC’s thermo chillers en kunnen er producten voor eigen applicaties testen. Verder zijn een assem-

blage-afdeling – met cleanroom – voor (elektro)pneumatische subassemblies en een magazijn met klantspecifieke voorraad aanwezig en komt er een ruimte voor producttrainingen en workshops/ cursussen. www.smcpneumatics.nl, www.smc.eu

MACHINEBOUW

Kreber kiest voor PRO.FILE Kreber in Vlaardingen heeft gekozen voor PRO.FILE PLM vanwege de meerwaarde en gunstige cost of ownership. Kreber ontwerpt en bouwt speciaalmachines en -equipment voor offshore, petrochemie en food, en heeft naast eigen cnc-productie een projectenbureau. Implementatiepartner PLM Xpert biedt een hoogwaardige bi-directionele

integratie van PRO.FILE met Ridder iQ ERP voor de geautomatiseerde overdracht van stuklijsten, artikelen en tekeningen. PRO.FILE biedt ook uitstekende DMS-mogelijkheden en daarmee kan Kreber twee slagen maken: zowel Product Data Management organiseren, als ook de Document Control-behoefte invullen. www.kreber.nl, www.plmxpert.nl

PILZ: MEER AUTONOMIE, ZONDER HEKKEN Robots worden zo geprogrammeerd dat ze zo snel mogelijk bewegen zonder rekening te houden met eventuele obstakels. Dit resulteert er in dat een mens met volle kracht weggedrukt wordt als een robot hem tijdens zijn beweging tegen komt. Niet voor niets dat rond een robot dan ook grote hekken voor de veiligheid noodzakelijk zijn.

ekken worden echter door het bedienend personeel als onprettig ervaren. Tournois verklaart dat dit is gebleken uit studieonderzoek naar risicogedrag als phd kandidaat. Diverse studies hebben aangetoond dat hekwerken ook als belemmeringen ervaren worden. Bedienend personeel wil graag direct kunnen ingrijpen als dat nodig is zonder alle regeltjes. Bij een robot zonder hekken voelt het personeel zich veel meer betrokken en is daardoor gemotiveerder om goed werk af te leveren. Bijvoorbeeld de lasser die in de gaten moet houden of een lasrobot goed zijn werk doet. Als hij dat vanaf een afstand, achter een groot hek, dan voelt hij zich minder tot het werk betrokken dan als hij met een laskap op de robot letterlijk op zijn vingers kan kijken en direct in kan grijpen als de las niet naar zijn wens is. Zijn kennis van het lassen wordt dan meer op waarde geschat en hij voelt zich meer een vakman dan de operator achter het hekwerk die alleen achteraf de las mag beoordelen.

H

Men heeft nu de cobot ontwikkeld. Dit is in feite een normale robot, met als grote verschil dat hij niet met een snelheid maar met een bepaalde kracht aangestuurd wordt. Zijn de 'veilige' krachten bekend, dan moet de cobot afgesteld worden. Daarvoor heeft Pilz een handig veersysteem ontwikkeld (zie afbeelding, PROBms) met daarin een krachtmeter. Hiermee kan exact gemeten worden welke krachten de cobot uit kan oefenen als hij in aanraking komt met een obstakel.

Meer weten over cobots? Kijk het online webinar van Pilz terug op: www.onlineseminar.nl/pilz/ webinar/16318/ welke-kansen-biedt-een-cobot-mij/

april 2017

81


SAMENONDERNEMEN Link Magazine signaleert fusies, allianties en overnames in de industrie. Voor meer informatie: www.linkmagazine.nl

OVERNAMES ENGINEERING

FMI: verder groeien door overname Irmato FMI uit Bergen op Zoom heeft Irmato, dat uitstel van betaling had, overgenomen. Irmato’s activiteiten en een groot deel van het personeel in Drachten, Veghel en Veldhoven worden in FMI geïntegreerd. Sinds eind 2016 behoort ook Groep21, industrieel dienstverlener in de

elektrotechniek en werktuigbouw in West-Nederland, tot FMI. Door de Irmato-overname groeit de ontwerper/toeleverancier van hoogwaardige componenten en assemblages naar elf vestigingen en meer dan 400 medewerkers. www.fmi.nl, www.irmato.nl

KUNSTSTOFINDUSTRIE

Alligator neemt HPG Eindhoven over Alligator Plastics heeft HPG Eindhoven (voorheen Elhi Polymer Moulding) overgenomen van de Hollarts Plastic Group. Daarmee versterkt het flink groeiende Alligator zich in de ontwikkeling en productie van innovatieve spuit-

gietproducten voor de Nederlandse markt. HPG beschikt net als Alligator Plastics over een geavanceerd machinepark en goedopgeleide medewerkers. www.alligator-plastics.nl

AUTOMOTIVE

Orlaco in handen Amerikaanse partner Specialist in zichtoplossingen Orlaco is overgenomen door de

Amerikaanse automotive-toeleverancier Stoneridge. De bedrijven

werken sinds twee jaar samen aan Mirroreye, een systeem dat spiegels op vrachtwagens vervangt door intelligente, ‘zelfdenkende’ camera’s. Volgens Orlaco-oprichter Henrie van Beusekom staat het Barnevelder

bedrijf als onderdeel van het grotere Stoneridge sterker in de concurrentiestrijd tegen reuzen als Bosch en Continental. www.orlaco.com

METAALBEWERKING

Icamat onderdak bij First Dutch Innovations Het Moordrechtse cnc-verspaningsbedrijf Icamat Technology is opgenomen in het First Dutch Innovations-cluster van Peter Goedvolk. Dat cluster bestaat verder uit de voormalige TNOincubator TNO Bedrijven, waarin

de ondernemer vorig jaar een meerderheidsbelang nam. Icamat levert verspaande producten toe aan onder meer machinebouw, automotive, luchtvaart- en petrochemische industrie. www.firstdutch.com

ALLIANTIES SMART INDUSTRY

Netwerk wijst de weg naar toepassingen Bedrijven ondersteunen om kennis op te doen over en de juiste strategie te bepalen voor smart industry. Daartoe hebben Oost NV, Universiteit Twente, ErgoDesign, Hollander Techniek en Symbol het netwerk SMART Industry Partners opge-

richt. De ambitie is hét aanspreekpunt te worden voor bedrijven die de smart industry-aanpak willen toepassen. Een tweedaagse master class introduceert de verschillende smart industry-elementen. www.smartindustrypartners.nl

Electro-Watt Electronica Assemblage

82

april 2017


INDUSTRIËLE DIENSTVERLENING

BEURZEN

MCA officieel distributeur Vipa Controls

Integratie WOTS en Industrial Processing

MCA, onderdeel van Biesheuvel Techniek, heeft de status van officieel distributeur van alle Vipa Controls-producten in Nederland gekregen. MCA kan zodoende als totaalleverancier het volledige productgamma voor robotica, drives

De beurs Industrial Processing wordt vanaf de eerstvolgende editie in 2018 georganiseerd door FHI en FEDA, die ook World of Technology & Science (WOTS) organiseren. Bezoekers aan vakbeurzen krijgen een bredere interesse en zoeken de

en motion controls van Yaskawa/ Vipa leveren en ondersteunen. Vipa Nederland is een dochter van Yaskawa Benelux. www.biesheuveltechniek.nl www.yaskawa.eu.com

combinatie van goed aangesloten vakgebieden. Met Jaarbeurs is afgesproken dat beide beurzen de komende jaren in Utrecht hun thuisbasis zullen hebben. www.wots.nl

START-UPS

ROBOTICA

Nieuwe bewoners Blue Innovation Center

Holland Robotics verenigt nationale roboticawereld

Het Blue Innovation Center in Venlo heeft twee nieuwe bewoners: NovioSpin (innovatieve biomaterialen voor huid- en botregeneratie) en Probotics (bouwkits voor robotica). Het Blue Innovation Center biedt hun een platform van onder-

Op initiatief van branchevereniging High Tech NL is Holland Robotics opgericht. Deelnemers zijn de vier technische universiteiten (inclusief Wageningen), de Vrije Universiteit Amsterdam en Rijksuniversiteit

nemers die technologieën en ideeën initiëren en, al dan niet samen, verder ontwikkelen. Doel is een ecosysteem te creëren waar innovaties vermarkt en nieuwe bedrijven ontwikkeld worden. www.blue-innovation-center.nl

Groningen plus de industriële partijen Demcon, VDL ETG, Philips, Lely en Vanderlande Industries. High Tech NL fungeert als aanjager. www.hightechnl.nl/innovatie/ holland-robotics

OPLEIDINGEN BEURZEN

TIV Hardenberg en Empack geclusterd Verpakkingsbeurs Empack van beursorganisator Easyfairs en Technische Industriële Vakbeurs (TIV) in Evenementenhal Hardenberg worden gecombineerd. De première van het nieuwe concept, ‘Empack Relatiedagen’, is op 20 en 21 september in Hardenberg. Eerder al kreeg TIV Hardenberg een nieuw

jasje, met de beursthema’s Food Industry en Smart Industry en integratie van beurzen als NEW Industries en Engineering Materials. Een ander speerpunt is meer aandacht voor de kunststofindustrie en technische oplossingen. www.easyfairs.com/nl www.evenementenhal.nl/tiv

STODT en Bemet plaveien weg naar smart manufacturing Geen goedopgeleid personeel en losse softwaresystemen staan het nieuwe werken volgens Industrie 4.0 in de weg, stellen praktijkopleider STODT (Hengelo, Ov) en totaalautomatiseerder Bemet International (Veenendaal). Het samenwerkingsverband dat ze zijn aangegaan, helpt maakbedrijven de stap naar smart manufacturing te

maken. STODT levert adequaat opgeleid personeel – door scholing over onder meer de CAD/CAMoplossing TopSolid en het ERPsysteem Plan-de-CAMpagne van Bemet – en Bemet draagt bij aan de integratie van alle automatiseringsoplossingen rondom het productieproces. www.stodt.nl, www.bemet.nl

MRO Supplies Multi-Specialist European Leader

Waag de sprong…

Investing Industrial Supplier

kom verder…

Samen met ons!

Toonaangevend MRO supplier én volwaardig technisch expert

www.wjadvocaten.nl

anders | durven | denken

www.biesheuveltechniek.nl

april 2017

83


UIT DE MARKT l

RECORD-ORDER WEMO VOOR RITTAL’S FABRIEK VAN DE TOEKOMST Het Duitse Rittal, wereldleider in besturingskasten, bouwt zijn ‘fabriek van de toekomst’ in Haiger. Voor een productielijn heeft het een grote order geplaatst bij het Brabantse WEMO, meldt commercieel directeur Johan Lucas. ‘Het proces begint met een stapel metalen platen die onze productielijn volautomatisch invoert, stanst, uithoekt en buigt tot een bouwpakket, dat vervolgens eenvoudig en nauwkeurig door een derde partij wordt afgelast en gelakt tot een complete besturingskast.’ Dat een grote en toonaangevende Duitse partij als Rittal – circa één miljard euro omzet, fabrieken op diverse continenten – koos voor het Nederlandse en relatief kleine WEMO (een kleine 100 medewerkers), is opmerkelijk: lokale en gerenommeerde machinebouwers zijn er daar immers genoeg. Lucas verklaart: ‘Als bouwer en integrator van productielijnen voor plaatbewerking leveren wij oplossingen voor speci-

Een project van WEMO voor Polen. Foto: WEMO

fieke klantbehoeften die uitmunten in flexibiliteit, snelheid en technische betrouwbaarheid, en dat gedurende hun levensduur van wel tien tot vijftien jaar – ‘te lang’, zeggen wij wel eens gekscherend.’ Daarbij komt dat WEMO met ruim vijftig jaar ervaring een bewezen expertise heeft in

systeemintegratie; een belangrijk aspect, al helemaal in een ‘fabriek van de toekomst’ waar alles naar de laatste stand van de techniek moet zijn.’ Overigens is Rittal al jaren een trouwe en tevreden klant bij WEMO. ‘Ook voor fabrieken in onder meer Amerika hebben we lijnen geleverd;

een volgend project zit al in de pijplijn’, meldt Lucas. ‘Naast Rittal zijn we volop bezig met andere buitenlandse projecten. Zo hebben we recentelijk in Polen complete lijnen, inclusief samenstellen en aflassen, geleverd.’ www.wemomachines.com

Creating new business for OEM with Bridging Technology.

84

april 2017


24 V DC STROOMBEWAKING

PERSONALIA Eric Hezemans vertrekt bij NTSGroup. Marc Hendrikse (ceo) en Jacques Rombouts (directeur global

sales) nemen voorlopig de leiding van NTS Systems Development over.

MAXIMALE MODULARITEIT!

NIEUW!

Mark Hoevenaars is benoemd tot Jeroen Tas (foto) vervangt bij Philips Jean Botti als chief innovation & strategy officer. Carla Kriwet is de

director strategy & marketing bij Sioux. Hij was strategy director bij VanBerlo.

nieuwe algemeen manager van Connected Care & Health Informatics.

Josée Sombekke is de nieuwe direc-

teur van ACE (Automotive Center of Expertise).

Els van de Ven is benoemd tot

manager van de afdeling Evenementen bij Mikrocentrum. Pieter-Mathijs Fegel is benoemd tot

cfo van AWL.

Martijn van Haaf en Luc Kikkert zijn

aangesteld als respectievelijk plantmanager en supply chain manager in het mt bij Koninklijke Auping. Joris Broekmans is de nieuwe directeur customer experience.

Dick van Driel is Martin van Acht

ad interim opgevolgd als commercieel manager bij Tegema.

Lex Boon is benoemd tot directeur van

de Automotive Campus in Helmond.

ZEVENTIG JAAR FABORY In 1947 startte Fabory als groothandel in bevestigingsartikelen. Anno 2017 verkoopt het bedrijf – met hoofdkantoor in Tilburg – in Europa het grootste aantal verschillende bevestigingsartikelen, 90.000, merendeels onder de merknaam Fabory. Er zijn nu meer dan tachtig vestigingen in elf Europese landen met in totaal 1.100 medewerkers. Het aanbod omvat meer dan 200.000 items, naast bevestigingsartikelen ook gerelateerde producten en diensten als gereedschappen, veiligheidsproducten, industriële producten en oplossingen voor voorraadbeheer. Fabory stelt kwaliteit voorop bij zijn (internationale) leveranciers en voert strikte ingangscontroles uit in het eigen, gecertificeerde laboratorium. Technische experts helpen klanten om de beste kwaliteit bevestigingsartikelen of juist een kosteneffectief alternatief te kiezen. De overname van Fabory door het Amerikaanse W.W. Grainger, Inc. in 2011 opende voor klanten de deur naar een geheel nieuw assortiment aan bevestigingsartikelen gerelateerde producten; de schaalvergroting zorgde voor een betere prijsstelling.

De overname bood het bedrijf tevens toegang tot waardevolle kennis van online business. Klanten kunnen hun producten nu online kopen, maar ook bestellen bij een vertegenwoordiger of ophalen bij een van de shops. Het bedrijf helpt klanten ook om substantiële besparingen te behalen door hun inkoop- en logistieke processen te optimaliseren. Vice president & general manager Ronald Baarslag is trots op Fabory: ‘Onze teamleden met al hun kennis en ervaring, onze uitstekende infrastructuur, ons enorme assortiment kwaliteitsproducten, onze technische kennis en onze klanten die het meest fantastische werk verrichten met de producten die wij leveren.’ www.fabory.com

Mico Pro® Mico Pro® signaleert grenslasten en schakelt probleem kanalen doelgericht af. De gepatenteerde uitschakelkarakteristiek volgt het principe “zo laat als mogelijk, zo vroeg als noodzakelijk”. Modulair opbouwbaar Beveiligt tot 20 A/kanaal Geïntegreerde potentiaalverdeling Uitgebreide diagnose

murrelektronik.nl


Encoders van FAULHABER

De sleutel: nauwkeurig positioneren

Optische Encoders IER3/IERS3 van FAULHABER

NIEUW

WE CREATE MOTION

FAULHABER voegt twee bijzonder nauwkeurige optische encoders toe aan haar product portfolio. De IER3 modellen worden gekenmerkt door een hoge signaalkwaliteit in combinatie met een compact design en extreem laag gewicht. Met tot wel 10.000 pulsen per omwenteling bieden ze bovendien de beste resolutie in hun productklasse. De bijzonder hoge positienauwkeurigheid en herhaalbaarheid maken deze encoder uitermate geschikt voor veeleisende positionerings-toepassingen.

Meer informatie op www.faulhaber.com/IER3/nl FAULHABER Benelux B.V. · info@faulhaber.nl

Hannover, 24. – 28.04.2017 Hal 15 · Stand H29


AGENDA 24-28 APRIL 2017

14-15 JUNI 2017

HANNOVER MESSE - HANNOVER (D) ’s Werelds grootste industriële beursevenement, met zeven grote vakbeurzen: Industrial Supply; Motion, Drive & Automation; Industrial Automation; Digital Factory; Energy; ComVac; Research & Technology. Thema is ‘Integrated Industry’ en Polen is het partnerland. Zie: www.hannovermesse.de

VISION, ROBOTICS & MOTION 2017 / PHOTONICS 2017 (EVENTS) - VELDHOVEN Gelijktijdige events over de mogelijkheden die vision, robotica, motion en fotonica te bieden hebben. Met ook de PhotonicsNL Conference (op 14 juni). Zie: www.vision-robotics.nl, www.photonics-event.nl

10-11 MEI 2017 DIGITAL INNOVATION FORUM (DIF 2017) AMSTERDAM Industriegedreven event voor de software-innovatiegemeenschap van de ARTEMIS Industry Association en het Eureka-cluster ITEA over digital transformation met workshops, innovatiemarkt, sessies voor start-ups en mkb’ers, en ruim dertig sprekers. Zie: dif2017.org

30 MEI - 1 JUNI 2017 ELECTRONICS & APPLICATIONS (BEURS) UTRECHT Van elektronicacomponent tot compleet product en van productieapparatuur tot productiefaciliteiten – beurs met seminars over onder meer het optimaliseren van de elektronicaketen, de ‘donkere fabriek’ en design for X. Meer hierover elders in deze Link. Zie: www.eabeurs.nl

REGISTREER VIA WWW.EABEURS.NL VOOR EEN GRATIS BEURSBEZOEK

20 JUNI 2017 MATLAB EXPO 2017 BENELUX (CONFERENTIE + BEURS) - EINDHOVEN Professionals uit industrie en onderwijs, samengebracht door MathWorks, wisselen ideeën uit over hoe zij met MATLAB en Simulink tot innovaties zijn gekomen. Zie: www.matlabexpo.nl

20 JUNI 2017 METEN 2017 (THEMAMIDDAG) - VELDHOVEN Gevarieerd programma, waarin onder meer aan bod komen: meetstrategie, meetonzekerheid, vorm- en plaatstoleranties, normalisatie/standaardisatie. Zie: www.mikrocentrum.nl

23 JUNI 2017 EVENT SMART INDUSTRY - ARNHEM Een middag voor de industriële relaties van de HAN over de digitalisering van de industrie en noodzaak tot investeren daarin. In samenwerking met Link Magazine. Informatie en aanmelden: deny.smeets@han.nl

INTERACTIE EN LEADS DOOR MIDDEL VAN BEURSPROJECTEN

31 MEI - 1 JUNI 2017 MATERIALS 2017 (VAKBEURS + CONGRES) VELDHOVEN All-in concept verbindt innovatie met de praktijk in (nieuwe) materialen, materiaalanalyse, oppervlakte- en verbindingstechnieken. Met live-demo’s in het Analyse Paviljoen, nieuwe materialen ontdekken in het Innovatieve Materialen Paviljoen en kennismaken met de laatste technieken in de Verbindingstentoonstelling. Zie: www.materials.nl

7-8 JUNI 2017 AUTOMOTIVE CONGRESS - HELMOND Elfde editie van event (congres, expositie, guided tours) van AutomotiveNL, RAI Automotive Industry en Mikrocentrum met als thema ‘Challenges for the Automotive Industry’. Zie: www.automotivenl.com

28-29 JUNI 2017 FOOD-AGRI EVENT (CONFERENTIES + EXPOSITIE) - VENLO Vier gespecialiseerde conferenties onder één dak: 3D FoodPrinting, Vertical Farming, Smart Farming en Healthy Nutrition. Met overlappende Smart Food Farming Expo. Zie: www.jakajima.com

28 SEPTEMBER 2017 BUSINESS SOFTWARE EVENT - BARNEVELD Vierde editie van event georganiseerd door Mikrocentrum, met een nieuwe uitstraling en op een nieuwe locatie. Zie: www.business-software-event.nl

23 NOVEMBER 2017 DISCA’17 (EVENT) - UTRECHT Zestiende editie van Dutch Industrial Suppliers & Customer Awards, met talkshow en prijzen voor de best knowledge supplier, best logistics supplier en best customer.

WWW.EABEURS.NL


Isah Shop Floor Control

Hogere leverbetrouwbaarheid voor structurele klanttevredenheid Isah Shop Floor Control biedt u volledig inzicht in de voortgang van lopende orders.

GEOPTIMALISEERDE WERKVLOER

Via een touchscreen op de productievloer weet iedere medewerker exact welke werkzaamheden hij aan een order moet uitvoeren. De realtime informatievoorziening zorgt ervoor dat alle orderspecificaties actueel zijn. Dat vermindert de kans op fouten sterk. Ook de registratie van uren en werkzaamheden gebeurt realtime. U weet daarom van

GEBRUIKSVRIENDELIJKE APPLICATIE

iedere order precies wat de status is. Het resultaat? U kunt met nog meer efficiency werken omdat de planning digitaal naar de werkvloer wordt gebracht. Dit komt zowel de productiesnelheid als de leversnelheid bewezen ten goede. Met Shop Floor Control neemt u dus een belangrijke

HOGERE KLANTTEVREDENHEID

voorsprong ten opzichte van de concurrentie!

Heeft u interesse? Ga dan naar isah.nl/sfc


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.