Link 2016 03

Page 1

D E VE R B I N D I N G TU SS E N TEC H N O LO G I E, MAR KT E N M E N S

Magazine Magazine

juni 2016 | nummer 3 | jaargang 18

MET ‘LEAGILITY’ CONCURRENTIEKRACHT VAN OCÉ EN DE KETEN VERHOGEN INNOVATIEVER EN SNELLER, TEGEN LAGERE KOSTEN PANELDISCUSSIE VERKENT VOORS EN TEGENS VAN IT-EXPLOSIE ‘WAT DOET LELY MET DE DATA?’

THEMA MATERIAALINNOVATIES IN DE KETEN

JEROEN DE GROOT MUTRACX

MOET DISRUPTIEVE MACHINE GAAN VERKOPEN


% " !" ( ' "!" " ! & ""

% " " $ " " #% $ # #% ! " $ WE ARE THE ENGINEERS

Smart Industry

Samenwerken in de keten Festo BV Duurzaam innoveren begint met Festo. Met onze ideeĂŤn over Total Cost of Ownership en SMART-logistics en met aantoonbare resultaten bieden wij u graag de mogelijkheid om uw kosten te verlagen en uw concurrentiekracht te vergroten. Transparantie is daarbij ons uitgangspunt.

015 2518890 www.festo.nl


Magazine

3/16

D E VE R B I N D I N G TU SS E N TEC H N O LO G I E, MAR KT E N M E N S

14

THEMA

MATERIAALINNOVATIES IN DE KETEN De digitalisering en de circulariteitstrend vragen om nieuwe materialen. Ondernemingen kunnen die echter niet in isolement ontwikkelen. Want ze moeten niet alleen de eindklant aanspreken, ook de tussenliggende schakels moeten er goed mee overweg kunnen. Materiaalontwikkeling vraagt dan ook bij uitstek nauwe samenwerking, tussen onderzoekers, maakbedrijven en marketeers. Is het industriële mkb daarvan voldoende doordrongen? En waar liggen de kansen?

35

26

24 MARKETING

‘Ik denk dat we heel snel meer te vertellen hebben’, zegt Jeroen de Groot aan het slot van het interview. De kersverse ceo van MuTracx doelt erop dat er kopers op de deur kloppen voor de Lunaris, de inkjetprinter voor pcb’s van MuTracx. Hij is net terug uit New Hampshire (VS), waar hij met potentiële klanten Whelen Engineering bezocht. Daar draait de Lunaris productie. ‘Je zag ze gewoon denken: ‘Wow, dit wil ik ook.’’

39 VEILIGHEID PANELDISCUSSIE VERKENT VOORS EN TEGENS VAN IT-EXPLOSIE

‘WAT DOET LELY MET DE DATA?’ De explosieve groei van het digitale dataverkeer – aan de businesskant aangezwengeld door fenomenen als internet of things, big data en cloud – is goed nieuws voor datacenters; ze groeien als kool. Wat niet wegneemt dat veel bedrijven en instellingen nog huiverig zijn om hun bedrijfsgegevens ‘buiten de poort’ te stallen. Tijdens een event bij Interconnect kwamen de voors en tegens aan bod. ‘Technologisch gaat het allemaal zo snel dat de wet- en regelgeving altijd achter zal lopen.’

PROCESVERBETERING OCÉ WIL MET ‘LEAGILITY’ EIGEN CONCURRENTIEKRACHT EN DIE VAN KETEN VERHOGEN

INNOVATIEVER EN SNELLER, TEGEN LAGERE KOSTEN Sinds de overname door Canon heeft OcéTechnologies fors geïnvesteerd in het lean en agile maken van zijn processen. Waarbij lean van Japanse komaf is en agility – het flexibel kunnen reageren op veranderende (markt)omstandigheden – een Nederlandse manier van denken is. Die combinatie van kwaliteiten, ‘leagility’, vraagt Océ ook van zijn toeleveranciers. Dit om zijn concurrentievermogen én dat van de supply base sterk te verhogen.

PROCESVERBETERING

44 OVER HIGHTECH STARTERS EN HUN INNOVATIES, FINANCIERINGSPROBLEMEN EN ANDERE UITDAGINGEN

45 48 50

58

Wij engineeren tijdens het configureren’ Stork Thermeq op stoom met salesconfigurator Sofon NIJSSEN Configureer uw organisatie Modulariteit is niet slechts een zaak van technici Verantwoordelijkheid nemen Cards PLM Solutions partner PM-Bearings in verdere professionalisering van automatisering De smart industry-formule: ‘Denk groot, doe klein, start nu’ Next Level for industry inspiratie-event voor paneelbouwers In het spoor van de maakindustrie Infrabedrijf VolkerRail wordt een ‘bouwend ict-bedrijf’

ZIE VERDER PAGINA 5

juni 2016

3


Every detail is tuned for maximum speed. TruLaser Cell Series 7000. Innovative control features like the 3D graphic editor shorten the time leading up to the production of the first part. New cutting and welding strategies result in even faster part processing. The new generation of the TruLaser Cell Series 7000 raises the bar when it comes to productivity in five-axis laser processing. www.nl.trumpf.com


EN VERDER:

MARTIN

6 30

UIT DE MARKT

32

STRATEGIE ‘Bij hen zie ik dezelfde Industrie 4.0-visie’ Arno Thoer (Amada Miyachi Europe) benoemt B&R als roadmap-partner

KETENSAMENWERKING Blockchain maakt de industrie past echt smart Eén niet-manipuleerbare, consistente database voor de hele keten

47

MARKETING ‘Online’ versterkt relatie met indirecte verkoopkanaal WILA lanceert webshop

52

INDUSTRIËLE DIENSTVERLENING ‘Combinatie A-merk en logistiek maakt ons sterk in agrimarkt’ Schaeffler en Kramp veroveren samen Europa

55

VEILIGHEID Persoonsgegevens: linke business Meldplicht datalekken ook relevant voor industrie

56

PARTNERS Sneller containers voor snelle auto’s VRR werkt met ondersteuning van Ridder iQ aan verkorting doorlooptijd

61

INTERNATIONAAL ZAKENDOEN Multinational helpt multinational Eén ERP-platform voor alle continenten

62

STRATEGIE Meer risico’s, meer toegevoegde waarde Topic Embedded Systems slaat met projecten en eigen producten groeipad in

65 75

UIT DE MARKT (vervolg) AGENDA

MWAH

Als ik de statistieken er op nasla – en als ik gewoon om me heen kijk – constateer ik dat steeds meer mensen last hebben van burn-out en aanverwante kwalen. De vriendin (96) van mijn vader was dat ook opgevallen en als Rotterdamse ondernemer die tot haar 70e heeft doorgewerkt, kon ze dat niet plaatsen. ‘Dat komt doordat alles steeds sneller gaat’, gaf ik als uitleg. ‘Maar waaróm moet het dan sneller’, vroeg ze, scherp als altijd. ‘Als ik nu de Valys-taxi bel, staat ie er binnen een half uur...’ ‘Da’s mooi, maar over een paar jaar rijdt de taxi al je straat binnen nog voordat jij bedenkt dat je ’m nodig hebt’, blufte ik terug. Ze leek niet onder de indruk. ‘Mwah.’ In deze Link gaat het vaak over sneller: over kortere doorlooptijd en dito timeto-market. Want met de toenemende implementatie van alle Industrie 4.0technologie kan het sneller en dus – om de concurrentie voor te blijven – moet het sneller. Behalve burn-out heeft dat een toenemende volatiliteit tot gevolg. De schommelingen in vraag en aanbod volgen elkaar steeds sneller op en pieken worden ook nog ’ns hoger en de dalen dieper. Door het smarter worden van de ontwikkelings-, productie-, sales- en logistieke processen wordt het technisch mogelijk razendsnel op en af te schalen en dat lokt in de keten de behoefte uit dat ook te doen. Behalve over sneller en korter gaat het in deze uitgave op meerdere plaatsen ook over conservatisme. DSM had maar liefst acht jaar en een heus experience center nodig om de coaters te laten inzien dat hun nieuwe poeder voor het coaten van hout zo gek nog niet is. VMI kon pas dit jaar zijn nieuwe volautomatische bandenproductiemachine voor de conservatieve truckmarkt presenteren. En een bedrijf als Weener Plastics merkt dat het lastig is om zijn biodegradeerbare materialen op de markt te krijgen. De voordelen van al die innovaties zijn onweerlegbaar, maar de tijd is nog niet rijp. MuTracx ging aan dat getreuzel eerder failliet. Nu is er natuurlijk een verschil tussen dit soort disruptive innovaties en de zoveelste nieuwe smartphone. Die laatste categorie van nieuwigheden wordt rap omarmd, maar die van het disruptieve type hebben tijd nodig. Nu is je innovatie disruptief als de concurrent over een lange periode heel veel inspanning moet plegen om de achterstand op jou in te lopen. Je zou zeggen, gegeven het conservatisme in de markt heeft ie daar dan ook alle tijd voor. Het disruptieve businessmodel schrijft de ondernemer echter voor met inzet van alle smart technologie die er voorhanden is en ten koste van vele burn-outs zo snel mogelijk naar de markt te racen, waar de klant hem opwacht met een ‘mwah’. In de marge van een voordracht van circulariteitsdenker Thomas Rau sprak ik een financieel controller die de automatiseringsbui voor zijn beroepsgroep zag hangen. Hij keek al uit naar Industrie 5.0, naar de fase waarin slimme machines alleen elkáár nog maar opjagen en al doende ons basisinkomen bijeen verdienen... Mwah. MARTIN VAN ZAALEN Hoofdredacteur Link Magazine

COLOFON Magazine

COLOFON

Link Magazine is een managementblad over eigentijdse vormen van samenwerking tussen bedrijven onderling en tussen bedrijven, (semi-)overheid, universiteiten en hogescholen. Link Magazine verschijnt zesmaal per jaar.

JAARGANG 18, NUMMER 3, JUNI 2016 UITGEVER H&J Uitgevers Mireille van Ginkel Postbus 101, 2900 AC Capelle a/d IJssel (010) 451 55 10 06 51 78 41 97 (010) 451 53 80 (fax) www.linkmagazine.nl

RAAD VAN ADVIES J. Beernink MSc (Golden Egg Check), ing. D.M. van Beers (Festo BV), ing. B. Draaijer (V en M Regeltechniek), F.M. Eisma (Trumpf Nederland), J.A.L.M. van Erp MSc (Holland High Tech), ir. J.F.M.E. Geelen (Océ), ir. R. van Giessel (voormalig ceo Philips CFT), ing. A.L. Goudriaan MBA (Bosal), ing. J.B.P. Hol (Legrand Group), ir. T.J.J. van der Horst (TNO), prof. dr. ir. J.G.H. Joosten (Dutch Polymer Institute), ir. W. Jouwsma (Bronkhorst High-Tech), R.J.C.M. Kok (voormalig president OTB Group), ir. M.W.C.M. van den Oetelaar (Bosch Rexroth), dr. ir. M. Peters (president & ceo Moba Group), dr. ir. D.A. Schipper (Demcon), E. Severijn (Siemens PLM Software Benelux), H.G.H. Smid (Variass Group), ir. W.W.M. Smit MMC (DBSC Consulting), ing. N.J.F. van Soerland MBA (Philips Healthcare), ir. H.H. Tappel (Frencken Europe), prof. dr. L.H.J. Verhoef (TU Eindhoven), W.B.M. van Wanrooij (IBN Productie), ir. S.J. Wittermans (ASML) HOOFDREDACTIE Martin A.M. van Zaalen EINDREDACTIE Pim Campman, Hans van Eerden, redactie@linkmagazine.nl AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE Jos Cortenraad, Petra Hofs, Lucy Holl, Ed Nijssen, Wilma Schreiber COVERFOTO Bart van Overbeeke GRAFISCHE VORMGEVING Primo!Studio, Delft DRUK Ten Brink Offset, Meppel

martin.vanzaalen@linkmagazine.nl @martin.vanzaalen #linkmagazine.nl

ABONNEMENTEN u 63,50 per jaar ABONNEMENTENADMINISTRATIE EN OFFICEMANAGEMENT Mireille van Ginkel mireille.vanginkel@linkmagazine.nl (010) 451 55 10, 06 51 78 41 97 (010) 451 53 80 (fax) ADVERTENTIE-EXPLOITATIE John van Ginkel john.vanginkel@linkmagazine.nl (010) 451 55 10, 06 53 93 75 89 VOLGEND NUMMER Het eerstvolgende nummer van Link Magazine verschijnt 16 september 2016. Het thema van dit nummer is ‘Hightech meets midtech?’. ISSN 1568 - 1378 Niets uit Link Magazine mag worden overgenomen of gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever. Deze uitgave is met grote zorgvuldigheid samengesteld. Desondanks kan de uitgever geen aansprakelijkheid aanvaarden bij eventuele onjuistheden. Aan de inhoud van deze publicatie kunnen geen rechten worden ontleend.

juni 2016

5


UIT DE MARKT ‘ALLES RICHTEN OP VERGROTEN OMZET VAN DUITSE KLANT’ ‘Paradigm switch in cooperation between German OEMs and Dutch suppliers.’ Onder die titel organiseerde de Metaalunie eind april op de Hannover Messe een forumdiscussie, onder leiding van moderator William Smit. Doel: de Duitse toehoorders aan de hand van concrete voorbeelden duidelijk maken dat – mits de wederzijdse sterktes worden benut – Nederlands-Duitse samenwerking tot succes leidt. Een sterkte van onze industrie is de samenwerking tussen ketenpartners. ‘Daarin lopen we voor op de Duitse industrie’, aldus Willem Verhoef van Contour. ‘En Nederlandse leveranciers zijn flexibel, passen zich gemakkelijk aan de klantwensen aan’, voegde John Blankendaal van Brainport Industries eraan toe. Maar, aldus Piet Mosterd van AWL, de kracht zit juist in die combinatie van zakelijke culturen. ‘De Duitser is gewend veel grootschaliger te denken.’ Die kwaliteiten komen samen in een voorbeeld van Dennis van

6

juni 2016

Dijk van Nijdra. De Noord-Hollandse modulebouwer heeft complex freeswerk uitgevoerd voor een wereldbefaamde, Duitse koptelefoonfabrikant. ‘Gewend alles zelf te maken. Doordat wij vroeg werden betrekken bij hun ontwikkeling, konden we de maakbaarheid verbeteren en de gewenste kleine aantallen tegen een scherpe prijs produceren.’ Dat Nijdra het mocht proberen, dankte het aan eerder, succesvol werk voor Philips. ‘Referenties wegen in Duitsland heel zwaar’, weet Verhoef, wiens Contour er inmiddels een groot deel van de omzet behaalt. Uiteindelijk komt het toch neer op wederzijds vertrouwen; Lenze werkt daaraan met een uitwisselingsprogramma voor zijn Duitse en Nederlandse medewerkers, vertelt Eric van den Broek, managing director van Lenze Benelux. Wat ook helpt: bij de start van de samenwerking beter vastleggen wat je van elkaar verwacht, consta-

Van links naar rechts John Blankendaal (Brainport Industries), Willem Verhoef (Contour), Dennis van Dijk (Nijdra), Eric van den Broek (Lenze Benelux) en Piet Mosterd (AWL). Foto: Com-magz

teert Niels Suntjens, salesmanager van VDL Apparatenbouw. Noodzakelijk omdat Nederlanders sterk gericht zijn op het snel behalen van resultaten, terwijl de Duitse collega hecht aan een grondige voorbereiding. Maar bovenal, aldus Mosterd,

moet je in contact met de Duitse klant in alles gericht zijn op het vergroten van diens omzet. Die uitspraak lokt veel instemmend geknik uit. Jammer genoeg van slechts een handvol Duitse industriele managers. www.hannovermesse.de


LICHTEND VOORBEELD VAN KLIMAATNEUTRAAL ONDERNEMEN Productieprocessen gaan gepaard met het verbruik van veel energie en grondstoffen en dat leidt tot ongewenste emissies, zoals van broeikasgas CO2. Met het oog op duurzaamheid verdient besparing (reductie) op energie- en materiaalverbruik de voorkeur, maar als de mogelijkheden daarvoor zijn uitgeput, is compensatie een goed alternatief. Op dat vlak is Trees for All actief, sinds 1999. Voor een breed scala aan organisaties in Nederland investeert deze stichting in ‘een gezonde toekomst voor de wereld van morgen’ door wereldwijd bomen te planten en bossen te herstellen. Deze bomen en bossen nemen broeikasgassen op uit de lucht en leveren hiermee een positieve bijdrage aan het klimaat. Voor industriële bedrijven die willen verduurzamen is dit een interessante optie, aldus directeur Sjaak de Ligt: ‘Als er maximaal is gereduceerd, kunnen wij samen met een bedrijf kijken welke mogelijkheden er zijn om de resterende uitgestoten CO2 uit de lucht te nemen.’ Zo kan Trees for All ieder productieproces geheel of gedeeltelijk klimaatneutraal maken. Een voorbeeld is de samenwerking tussen Trees for All en social enter-

prise Lumeco in Hendrik-IdoAmbacht. Samen bieden zij het concept van klimaatneutrale verlichting. Tommy van de Giessen, manager bij verlichtingsbedrijf/installateur Lumeco, legt uit: ‘Eerst bouwen we tl-armaturen om naar led. De huidige tl-elektronica vervangen we door topkwaliteit led-elektronica en het armatuur zelf, de behuizing, wordt hergebruikt. Na ombouw verbruikt het armatuur twee derde minder energie en gaat het tien keer langer mee. Trees for All is onmisbaar in de laatste stap naar duurzaamheid. Zij maken het mogelijk de resterende CO2-uitstoot die de verlichting produceert, volledig te compenseren door het planten van bomen.’ Lumeco berekent dit restverbruik en geeft Trees for All opdracht de voor compensatie benodigde bomen te planten. Zo is voor de gemeente Hardinxveld-Giessendam de eerste sporthal in Nederland met klimaatneutrale verlichting gerealiseerd. ‘In deze sporthal hebben we alle verlichting energiezuinig gemaakt en in de hal is aanwezigheidsdetectie toegepast. Hierdoor hebben we een energiebesparing gerealiseerd van 65 procent. De CO2-uitstoot door de

resterende 35 procent is gecompenseerd door 313 bomen te planten.’ Wilma Stegink, mvo-adviseur bij Trees for All, noemt Lumeco een onderneming die maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo) al in haar dna heeft zitten. ‘In de mix van een product dat directe CO2besparing oplevert en de inzet tijdens installatie van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt komen de verschillende aspecten van mvo op een mooie manier samen.’

Bedrijven kunnen op meerdere manieren aanhaken. Zo zijn er al bedrijfsbossen (vanaf circa 1.000 bomen) aangelegd, zowel in Nederland als daarbuiten. En met het 1-2-Tree project plant Trees for All telkens één boom hier in Nederland en één boom in de Filipijnen. De Belastingdienst heeft het erkend als goed doel: de ‘donaties’ voor bomenaanplant zijn aftrekbaar van de belasting. www.treesforall.nl

GROOTSTE INDUSTRIËLE CONFERENTIE VAN EUROPA IN AMSTERDAM 22-24 juni wordt in RAI Amsterdam de European Conference Industrial Technologies 2016 gehouden. Dit wordt de grootste netwerkconferentie van Europa over nieuwe productietechnologieën, nanotechnologie, biotechnologie en digitalisering. Meer dan 1.250 Europese hotshots uit industrie, onderzoek, onderwijs, financiële dienstverlening en overheid worden verwacht. Er is een gevarieerd aanbod van plenaire en interactieve sessies, inspirerende key-

note speakers, case studies en volop gelegenheid om in contact te komen met nieuwe businesspartners – om samen de prioriteiten voor een Europees industrieel innovatie-ecosysteem vast te stellen. Het evenement ‘Industrial Technologies 2016 – Creating a Smart Europe’ wordt georganiseerd in het kader van het EUvoorzitterschap van Nederland gedurende de eerste helft van 2016. www.industrialtechnologies2016.eu

NIET ALLES VERANDERT SNEL IN DE MARKT VAN GRONEMAN Alles verandert steeds sneller, wordt wel eens gezegd, maar directeur André Lammertink van technisch handelsbedrijf Groneman nuanceert: ‘Niet álles. Wij hebben mechanische toeleveranciers van koppelingen die al vijftig jaar exact hetzelfde leveren. De besturingstechniek verandert wel in een steeds hoger tempo. Wij hebben fabrikanten die elk jaar met bijvoorbeeld nieuwe servomotoren en regelaars komen. Voor klanten die nieuwe machines bouwen, is het natuurlijk aantrekkelijk als ze die kunnen uitrusten met snellere en betere regelaars of met grotere geheugens. Of als fabrikant LinMot met een nieuwe regelaar komt die de lineaire servomotor waarop hij wordt aangesloten direct herkent en vervolgens zichzelf instelt. Dat scheelt installeertijd.’ Tegelijk hebben deze machinebouwers natuurlijk wereldwijd veel machines in het veld die soms wel twintig jaar oud zijn. ‘Dan kan het wel eens lastig zijn als wij producten

niet meer kunnen leveren omdat bepaalde ic’s niet meer beschikbaar zijn. Ik heb een paar klanten die om die reden hun servo-regeling helemaal zelf ontwikkelen. Zij willen niet afhankelijk zijn van de grote fabrikanten die elke vijf jaar hun assortiment volkomen vernieuwen, waarna bijna niemand daar nog kennis heeft van deze oudere producten.’ Groneman adviseert klanten over dit

soort obsoletieproblematiek. Centraal in de dienstverlening staat echter het technisch adviseren bij het selecteren van de juiste componenten. ‘Klanten komen soms met onpraktische functionele wensen. Dan willen ze bijvoorbeeld een kilo 120 millimeter verplaatsen in 50 milliseconden. Dat vraagt heel veel vermogen. Dus dan gaan wij met hen kijken of het aangrijpingspunt

niet verplaatst kan worden of dat het gewicht niet lager kan. Soms kan de afstand korter of de snelheid lager. We zetten het wensenlijstje van de klant om in een eenduidige specificatielijst. Zo komen we tot de beste oplossing.’ www.groneman.nl

SMART MOBILITY START-UPS GEZOCHT De Get in the Ring Foundation is voor de Bright Energy Ideas Challenge van Shell op zoek naar innovatieve oplossingen voor smart mobility. De start-up met de beste oplossing wint 25.000 euro cash, coaching en toegang tot het wereldwijde netwerk van Shell. Bovendien verstrekt Shell Technology Ventures een converteerbare lening van 100.000 euro. Get in the Ring organiseerde eerder

challenges voor APM Terminals en Nuon. Doel van de challenge met Shell is om start-ups te vinden met relevante smart mobility-innovaties die ze in de komende jaren samen met Shell kunnen implementeren. Het gaat om vier soorten oplossingen: slimme producten (die de CO2output reduceren en energieverbruik minimaliseren), slim gebruik (efficiënter brandstofverbruik), slimmere

infrastructuur (technologieën die oplossingen bieden voor de toenemende vraag naar mobiliteit en voor inefficiënties in de huidige transportsystemen) en slimme modellen (disruptieve verdienmodellen voor zowel oude als nieuwe producten en diensten binnen smart mobility). www.getinthering.co/shell (inschrijving)

juni 2016

7


VOLUME

06

QUOTE & ORDER WILA TOOLING ONLINE A SERIES ON PRESS BRAKE PRODUCTIVITY

To offer our customers even better service, WILA has launched an intuitive Webshop for Tooling. Quotes can be accessed directly, prices and delivery times are shown and orders can be placed by selecting your WILA Authorized Service Partner.

www.wila.nl

IMPROVE YOUR PRODUCTIVITY webshop.wila.nl


UIT DE MARKT BAMBACH NAAR VDL GROEP, SAVENIJE ZIJN OPVOLGER BIJ ETG Simon Bambach heeft zijn functie van ceo van VDL ETG verruild voor die van corporate vice president Noord-Amerika voor de complete VDL Groep. ‘Diverse VDL-bedrijven, naast ETG met name VDL Steelweld, zijn de laatste jaren fors gegroeid in de VS. Dan is het niet meer dan logisch dat het verder ontwikkelen van die heel grote markt daar op directieniveau wordt ondergebracht. Daar hebben ze mij voor gevraagd’, aldus Bambach, die op het moment van het interview zijn kantoor bij ETG net heeft leeggeruimd. Dat heeft alles te maken met de groei van de klantenbasis en omzet van ETG in de VS, sinds Bambach er veertien jaar geleden in dienst trad. Met zijn ervaringen als vice president Philips CE North America in de bagage, dus goed bekend met de Amerikaanse bedrijfscultuur, kon hij goed invulling geven aan de keuze van ETG – toen nog onderdeel van Philips – om die markt op te gaan. Tegenwoordig zijn grote spelers als Applied Materi-

als en KLA Tencor vaste afnemers van de productie- en producttechnologie van de module-ontwikkelaar en -bouwer. Plusminus een kwart van VDL ETG’s omzet komt uit de VS, uit markten als led’s, solar en semicon. Vanzelf ging het binnenhalen van deze klandizie niet, verhaalde hij eerder in Link Magazine: ‘Je moest eerst het vertrouwen zien te winnen van de directies. Op dat niveau moet je binnenkomen als je supplier wilt zijn van complete, testbare modules, gereed om ingebouwd te worden in het eindproduct.’ Zijn commerciële kennis van de Amerikaanse markt laat hij nu ten goede komen aan de VDL Groep. En hij zal gaan bouwen aan de VDLorganisatie in de VS. ‘Daarmee willen we ook inspelen op de wens van diverse klanten die kansen zien in de VS, zich daar willen vestigen en ons dan graag in de buurt hebben’, duidt Bambach. Nu beschikt ETG er over enkele verkoopvestigingen en het bedrijf VDL USA, ontstaan uit de

overname van PMB UVA. Simon Bambach is per 1 juni opgevolgd door Gustaaf Savenije, die zijn nieuwe functie van algemeen directeur combineert met die van technisch directeur. Hij is sinds 2013

werkzaam bij VDL ETG. Daarvoor werkte hij onder meer bij Philips en ASML. www.vdletg.com

VOOR DE AGENDA: DISCA’16 30 NOVEMBER ‘Snelheid is de nieuwe currency’, zo luidt het thema van het seminar van de vijftiende editie van de Dutch Industrial Suppliers & Customer Awards. Snelheid die je als industrieel ondernemer kunt behalen door je organisatie lean, agile en bovenal menselijk te maken. Aansluitend de uitreiking van de awards voor de best knowledge supplier, best logistics supplier en best customer. Het evenement wordt georganiseerd door Link Magazine in samenwerking met ING en ISAH en vindt plaats op woensdag 30 november 2016 vanaf

P OW E R E D BY

Magazine

15.30 uur in Boerderij Mereveld te Utrecht. disca@linkmagazine.nl (aanmelding)

Trusting in experience. Benefitting from innovation. Advancing sensor technology.

Optimal solutions to suit your requirements: Experience state-of-the-art technologies and pioneering innovations with industrial sensors and systems from Pepperl+Fuchs – paving the way towards fully networked production processes for the applications of the future. www.pepperl-fuchs.com

juni 2016

9


Techniek die beweegt In veel dingen waar u dagelijks mee in aanraking komt, zorgen producten van de Schaeffler Groep voor beweging. Van naaldlagers in de versnellingsbak of het complete koppelingsysteem van uw auto tot superprecisielagers voor de Airbus – topkwaliteit, betrouwbaar en milieuvriendelijk. Met de drie merken INA, FAG en LuK en ons toonaangevende aanbod op het gebied van service en advies, staan we klaar voor onze klanten. Techniek die beweegt. Voor een dynamische en leefbare wereld van morgen. www.schaeffler.nl


UIT DE MARKT TOEKOMST VOOR AFGEDANKTE AUTOBANDEN Jaarlijks worden er meer dan 800 miljoen autobanden afgedankt. Bestemmingen voor het versleten bandenrubber zijn er volop, bijvoorbeeld als vulmiddel in kunstgrasvelden. Maar ‘echte’ rubberrecycling moet leiden tot hoogwaardiger toepassingen. Aan de Universiteit Twente (UT) doet de Elastomer Technology and Engineering groep (elastomeren zijn rubberachtige polymeren) er al jaren onderzoek naar, vertelt universitair hoofddocent Wilma Dierkes. Mede gefinancierd door RecyBEM, de uitvoeringsorganisatie van het Besluit beheer autobanden (Bba), die sinds 2004 in Nederland de inzameling en recycling van gebruikte autobanden uit de vervangingsmarkt organiseert. Vorig jaar kwam Hans van Hoek, docent bij Hogeschool Windesheim in Zwolle, aan boord met een promotiebeurs van NWO, goed voor twee dagen in de week. TechForFuture, Centre of Expertise HTSM Oost van de hogescholen Saxion en Windesheim, zorgde voor aanvullende financiering. ‘Wij willen het onderzoek op HTSM-gebied aan hogescholen versterken. Dat moet helpen om hun transitie naar ‘universities of applied sciences’ te versnellen’, verklaart Alexander Jansen, directeur van TechForFuture. ‘Universiteiten zoals de UT en de industrie willen we sterker bij dat onderzoek betrekken. En wij willen de deelname van de hogescholen in het (inter)nationale ecosysteem voor onderzoek bevorderen.’ Hergebruik bij de productie van nieuwe autobanden gebeurt nu al tot een gehalte van enkele procenten, maar echt zoden aan de dijk zet het nog niet. De ‘heilige graal’ is maxi-

maal hergebruik – experts schatten dat 50/50 gerecycled/ nieuw rubber voor de samenstelling van nieuwe autobanden het hoogst haalbare is, aldus Dierkes. Een cruciaal proces voor rubberrecycling is devulkanisatie. De productie van rubber berust op Hoogwaardige herbestemming voor autobanden gezocht. Foto: RecyBEM vulkanisatie: in de ruwe rubber worden tussen de verschillende polymeercum doen. Over drie jaar hoopt Hoe actief is die vulstof nog? De ketens dwarsverbindingen (crossVan Hoek een ‘resultaat’ af te leveren, nieuwe vulstof silica levert in dat links) gevormd die voor de typische zijn proefschrift. ‘Maar als we op vijf opzicht problemen op. Hoe moet je rubbereigenschappen zorgen. Voor à zes procent gerecycled rubber in het proces finetunen als blijkt dat er recycling van rubber moeten eerst nieuwe autobanden blijven hangen, veel silica in je mengsel zit? Zo hebdie dwarsverbindingen weer worden is het onderzoek geen succes.’ Slaagt ben we allemaal praktijkvragen.’ verbroken, oftewel devulkanisatie. het wel, dan ligt een grote impact Naast de financiering door NWO en in het verschiet: een hoogwaardige TechForFuture dragen de UT en Dat levert nooit de 100% kwaliteit bestemming voor miljoenen Windesheim (via het lectoraat van ‘virgin’ rubbergrondstof op, afgedankte autobanden. Kunststoftechnologie) in natura bij maar de kunst is tot een materiaal www.utwente.nl/ctw/ete aan het onderzoek. De UT vooral van voldoende kwaliteit te komen. www.techforfuture.nl met faciliteiten, Windesheim onder Vervolgens kan men dit devulkanisaat een nieuwe vulkanisatiestap www.windesheim.nl/onderzoek meer met studenten die een practilaten ondergaan om het weer op te werken tot rubber. Eerste uitdaging voor Hans van Hoek bij zijn onderzoek aan de UT was opschaling van de devulkanisatie van labschaal naar een continu, commercieel en industrieel aantrekkelijk Uw partner op gebied van proces. ‘Nu we goed uitgangsmateriBESTURINGSTECHNIEK VERBINDINGSTECHNIEK AANDRIJFTECHNIEK aal hebben, is de volgende stap het optimaliseren van de vulkanisatiestap. De vraag is hoe je het gedevulkaniseerde materiaal moet behandelen, zodat je er weer volwaardig rubber voor de auto-industrie van maakt. Wat is de beste receptuur als je bijvoorbeeld rekening moet houden met de vulstof, die je niet kunt www.groneman.nl 074 - 255 11 55 scheiden van het gebruikte rubber?

14:21:02

De tijd dat innovatie vooral binnen de muren van het bedrijf plaatsvond is voorbij. Veel innovaties zijn het product van samenwerking tussen meerdere partijen. Samenwerken klinkt echter makkelijker dan het is. Vaak gaat het mis, bijvoorbeeld omdat een helder businessmodel ontbreekt waar álle partijen van SURÀWHUHQ 2I RPGDW SDUWLMHQ KHW QLHW HHQV ZRUGHQ RYHU GH XLW GH samenwerking voortkomende intellectuele eigendomsrechten. Het loont daarom om in een vroegtijdig stadium een jurist te betrekken bij de opzet van strategische samenwerking. Iemand PHW HHQ VFKHUS RRJ YRRU GH EDODQV WXVVHQ KRRIG]DNHQ HQ details. Benieuwd wat The Law Factor voor u kan betekenen?

Kijk op www.thelawIDFWRU QO YRRU PHHU LQIRUPDWLH

juni 2016

11


MORE TOUCH. MORE PC. MORE POWER. www.br-automation.com/multitouch


UIT DE MARKT RETROFIT IS HOT Als de conditie van een machinepark met bijvoorbeeld speciaalmachines of productielijnen achteruit gaat, neemt de oee (overall equipment effectiveness) af. Vervanging is echter niet altijd meteen aan de orde. Want ontwerp en productie van nieuwe machines vergt veel tijd en kent een fors prijskaartje; daarnaast is het nog maar de vraag of ze nog te koop zijn. Voor algehele revisie kunnen vergelijkbare bezwaren gelden. Retrofit (upgrade van een ‘gedateerde’ machine) kan dan de beste optie zijn. Tumakon engineering & machinebouw, onderdeel van de Tuinte groep in Hengevelde, biedt sinds enkele jaren de Retrofitdienst aan. Retrofit past in Tumakon’s samenhangende, complete consultancypakket voor machinebouwers. Dat omvat machineanalyse, advies, engineering en uitvoering van een oplossing voor machineveiligheid, procesoptimalisatie of retrofit. Tumakon hanteert voor procesopti-

malisatie en retrofit een wetenschappelijk gefundeerde, evidencebased werkwijze volgens het DMAIC-model (Define, Measure, Analyse, Improve, Control). Het gebruikt daarbij methodes uit lean manufacturing en six sigma om verspillingen te reduceren, kwaliteit te verbeteren en/of productiecapaciteit te verhogen. De crux van deze retrofit-aanpak is goed kijken naar de ‘pijnpunten’ in een machine en van daaruit met verbetervoorstellen komen, vertelt Jaco Schmal, adviseur procesoptimalisatie en machineveiligheid. ‘Het begint met het helder definiëren van de scope en doelen van een retrofitproject, zodat beide partijen, opdrachtgever en Tumakon, goed weten wat er gaat gebeuren. Vervolgens gaan we meten, data ophalen en valideren, bijvoorbeeld aan de hand van storingslijsten en kwaliteitsregistraties, om te kijken hoe goed of hoe slecht de machine presteert. We gaan ook mensen inter-

viewen, zoals operators, monteurs en teamleiders, want zij kunnen machine-informatie of waardevolle inzichten bieden. In de analysefase zoeken we statistisch naar significante verschillen in de data met als resultaat overzichten en grafieken; ook inspecteren we op pragmatische wijze ter plekke de machine om te kijken waar winst te behalen valt.’ Tumakon kan bijvoorbeeld opnames met een highspeed camera maken, als met het menselijk oog de gang van producten door een machine niet goed is te volgen. De constructietekeningen in combinatie met de machine worden beoordeeld om bijvoorbeeld ongewenste mechanische effecten en slijtdelen te lokaliseren. Als de oorzaken van de problemen zijn gevonden, komen er op basis van de ervaring die Tumakon als machinebouwer voor uiteenlopende sectoren heeft opgedaan gerichte verbetervoorstellen. Daarvoor wordt de return on investment berekend uitgaande van de huidige kwaliteits-

of stilstandskosten. In de Controlfase kan de klant dan besluiten bepaalde voorstellen wel of niet over te nemen en te laten uitvoeren. Tumakon kan ontzorgen door ook de realisatie en implementatie van de voorgestelde modificaties te verzorgen: engineering, fabricage in eigen fabriek of inkoop, montage en implementatie bij de klant. ‘Het mooiste aan onze methodiek is dat we niet meteen alles vervangen, maar eerst analyseren waar de probleemgebieden in de machine liggen en dan adviseren over verbetervoorstellen op basis van een prioritering van investering versus opbrengst’, zegt Jaco Schmal tot slot. Tumakon heeft al de nodige retrofitprojecten uitgevoerd, onder meer in de automotive en de tabaksindustrie. ‘We krijgen steeds meer aanvragen. Klanten willen niet meteen weer een nieuwe machine kopen, maar de huidige verbeteren.’ www.tumakon.com

juni 2016

13


ZORG OVER GEBREK AAN BELANGSTELLING VOOR MATERIAALINNOVATIE

UITHOUDINGS- ÉN SAMENWERKINGSVERMOGEN VEREIST

THEMA MATERIAALINNOVATIES IN DE KETEN De digitalisering en de circulariteitstrend vragen om nieuwe materialen. Ondernemingen kunnen materialen echter niet in isolement ontwikkelen. Want ze moeten niet alleen de eindklant aanspreken, ook de tussenliggende schakels moeten er goed mee overweg kun-

Voor veel industriële bedrijven zijn materialen niet heel spannend. Ze kiezen steevast

nen. Tevens vraagt het om kennis, vaak meer

uit de set van materialen waar ze al jaren mee werken. Innoveren doen ze zeker, maar

dan een bedrijf alleen kan vergaren. Materiaal-

nieuwe functies worden veel eerder ontleend aan de geometrie of elektronica dan aan de

ontwikkeling lijkt dan ook bij uitstek een terrein waarop nauwe samenwerking gevraagd is,

materiaaleigenschappen. Daaraan ontwikkelen laten ze over aan de materiaalfabrikanten

tussen onderzoekers, maakbedrijven en

en kennisinstituten. Terwijl innoveren van materialen leidt tot successen, zo laten

marketeers. Zo kunnen innovaties tot stand

bedrijven zien die wel over materiaalkennis beschikken. Ketensamenwerking en uithoudingsvermogen zijn twee randvoorwaarden.

komen met veel meer toegevoegde waarde dan wanneer de vernieuwing alleen uit de product- of productietechnologie moet komen. Is het industriële mkb daarvan voldoende door-

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

ijdens de selectieprocedure voor de Dutch Industrial Suppliers & Customer Awards krijgen de genomineerde best knowledge suppliers altijd hoge cijfers voor productieen producttechnologische kennis. Maar voor hun kennis van materialen scoren zelfs deze preferred suppliers meestal hooguit magere zesjes. Volgens de roadmap ‘Hightech Materials 2015’ is innovatie van (duurzame) materialen wereldwijd goed voor één biljoen euro omzet. Nederland zou daar een substantieel deel van kunnen pakken, gezien de sterke academische materiaalkundige basis en de vele r&d-labs van multinationals die materiaalkundig onderzoek doen. Materiaalkennis is in de hightech industrie echter niet wijdverbreid, bevestigt Bert van Haastrecht van materials innovation institute M2i. ‘Dit type onderzoek vergt specifieke kennis en vaak een lange adem, te lang voor de vaak kleine hightech ondernemingen. Natuurlijk, er zijn materiaalspecialisten als composietspecialist Airborne, RGS (siliciumgiettechnologie, red.) en KVE Composites. Maar de

T

meeste hightech toeleveranciers zijn veelal gefocust op andere zaken en hebben weinig oog voor materiaalinnovaties.’

14

juni 2016

veel over aan de kennisinstellingen en grote bedrijven? En waar liggen de kansen?

LAAT BETROKKEN Vanwege dat gemis aan die kennis worden deze schakels – ingeklemd tussen enerzijds de vaak grote materiaalontwikkelaar en -producent en anderzijds de oem’er en eindgebruiker –veelal pas heel laat in de materiaalontwikkeling betrokken, analyseert Van Haastrecht. En dat kan problemen opleveren. Eerder in zijn loopbaan was hij bij Tata Steel betrokken bij de ontwikkeling van een vierkant blikje, van heel dun staal. ‘Steviger, beter stapelbaar, minder ruimtebeslag en ook nog eens een betere uitstraling dan een rond blik. Zowel Tata als Unilever en Albert Heijn waren enthousiast. Natuurlijk hadden we onderzocht hoe het blik in grote aantallen geproduceerd zou kunnen worden. Maar toen we bij de canmakers en hun productiemachinebouwers kwamen, bleken zaken als het sealen van de deksel en het transport over de productlijnen veel lastiger. Met als resultaat dat het blik twee cent duurder werd en

BIOBASED EN BIODEGRADABLE Behalve op verbeterde grades van polymeren vinden en ontwikkelen, richt het onderzoek van Weener Plastics zich steeds meer op de ontwikkeling van biobased en biodegradable materialen. ‘Snel gaat de marktintroductie daarvan nog niet, omdat ze veel duurder zijn’, constateert Rian Stegeman. Maar composteerbare of terugwinbare materialen zijn wel de toekomst. Dat raakt ook aan bestaande producten van Weener, zoals de doppenrange MaxiDose met siliconen doseerventiel. Zeer succesvol als afsluiting van sausflessen. ‘Wij zijn nu op zoek naar materialen die óf compatibel zijn met het poly-

drongen of laten ze sleutelen aan materialen te

meer waarvan de rest van de dop is gemaakt, óf eenvoudiger dan siliconen te scheiden zijn in afvalstromen.’ www.wppg.com

• ‘Meeste hightech toeleveranciers hebben weinig oog voor materiaalinnovaties.’ • Grote vezel- en chemiefabrikanten zijn weinig transparant over hun kostprijsopbouw. • Wie niet groot is, moet samenwerken aan materiaalinnovatie.

het feest niet doorging. Maar als de grote ketenpartijen enthousiast zijn over een innovatie, gaan de schakels ertussen er doorgaans wel in mee.’ Laat betrokken of niet.

KENNIS VAN DE KETEN Toeleverancier Weener Plastics, producent van onder meer plastic doppen en flessen, doet wel zelf materiaalonderzoek. Het bedrijf maakt deel uit van WPPG, een multinational met wereldwijd 24 productielocaties; grootschaligheid is daar dus zeker van toepassing. En er is goed begrip van de belangen van de andere partijen in de keten, voor dat onderzoek essentieel. Vice president technology Rian Stegeman beseft dat zijn kunststofleveranciers bereid zijn een bepaalde grade van polypropyleen, polyethyleen of polystyreen speciaal voor Weener Plastics te produceren omdat zijn onderneming grote hoeveelheden afneemt. Nieuwe materialen worden daarom pas aan het portfolio toegevoegd als ze niet alleen lichter, robuuster en/of goedkoper zijn, maar ook materialen die al in gebruik zijn kunnen vervangen.


‘We proberen kosten te elimineren en aan de hand van eindige-elementenanalyses passen we het productontwerp en de -geometrie zo aan dat impactbestendigheid en slagvastheid niet verminderen. Van belang voor de eindgebruiker en onze klanten, omdat zij onze producten op zeer hoge snelheid moeten verwerken in hun vullijnen, tot wel 400 cycli per minuut.’

LABS EN TOEZICHTHOUDERS Al dat onderzoekswerk, nodig om onderscheidende producten te kunnen maken, doet Weener Plastics in nauwe afstemming met de materialenleveranciers en de klant, maar ook met gespecialiseerde laboratoria en de toezichthouders. ‘De mechanische eigenschappen testen we in de vroege ontwikkelfase in een eigen, kleinschalige omgeving. En latere testfases doen we bij de klant. Om zeker te weten dat materiaal en mechaniek bestand zijn tegen de productiesnelheden en -methodes van de klant, moet je ’t in diens proces en omgeving testen.’ Om te waarborgen dat de grades en additieven als kleurstoffen niet interacteren (‘migreren’) met foodproducten die erin verpakt worden, huurt Weener Plastics gespecialiseerde laboratoria in. ‘Daarbij hebben we rekening te houden met bijvoorbeeld voedselveiligheidsregels die in Europa heel anders kunnen zijn dan in zeg ZuidAmerika’, wijst Stegeman op nog een factor die grootschaligheid noodzakelijk maakt. Al die onderzoeksinspanningen leggen echter wel de bodem onder het succes van Weener.

WEINIG TRANSPARANT Een specialist in het verwerken van composietmaterialen is VDL Fibertech Industries. Dat laat materiaalontwikkeling over aan de grote vezelen chemiefabrikanten. Volgens directeur Michiel Wassink liggen er voor composieten grote kansen, vooral in de automotive; maar dan moeten de kosten van het materiaal en verwerkingsproces wel omlaag. Composieten zijn licht van gewicht, dus energiebesparend, en zijn stijf en sterk te maken in precies de gewenste richting. Geknipt voor mobiele toepassingen. Maar, al heb je vanwege hun sterkte minder kilo’s nodig, vergeleken met metalen zijn ze duur. ‘Staal kost ongeveer één euro per kilo, carbon begint bij tien euro per kilo.’ Onduidelijk waar dat grote verschil vandaan komt: de grote vezel- en chemiefabrikanten zijn ‘weinig transparant’ over hun kostprijsopbouw. ‘De grondstof van zowel de vezels als de harsen is olie. Maar terwijl vorig jaar de olieprijs daalde, gingen voor ons de prijzen omhoog. Onder meer, werd gezegd, omdat het produceren van vezels veel energie kost’, zegt Wassink.

Illustratie: Josje van Koppen

VERWERKINGSKOSTEN OMLAAG ‘Daarbij kunnen wij lang niet altijd uitwijken naar een alternatieve hars (resin) of vezel, omdat er maar één door de klant is vrijgegeven. Dus wij verwerkers staan van twee kanten behoorlijk onder prijsdruk.’ Gelukkig is VDL Fibertech Industries wel in staat de verwerkingskosten omlaag te brengen, door bepaalde stappen te automatiseren en robotiseren. ‘Wij maken veel sandwichmateriaal – twee lagen composiet met ertussen een laag schuim – voor bijvoorbeeld de transportsector en de aerospace. Twee jaar geleden hebben we het Belgische Acrosoma overgenomen; dat beschikt over de technologie om volautomatisch tien meter per uur van dat

materiaal te produceren. En we hebben resin transfer molding-technologie (waarbij het resin onder druk in de mal geïnjecteerd wordt, red.) in huis; ook dat scheelt veel handwerk. Op een tempo van zeg tien stampcycli per minuut, dat met metaal wordt gehaald, zitten we nog niet, maar het komt wel dichterbij.’

AFHANKELIJK Kan VDL Fibertech Industries de materiaalverwerking innoveren, voor het ontwikkelen van nieuwe materialen is het bedrijf toch vooral afhankelijk van wat de chemiebedrijven bieden. ‘Wij werken uitsluitend met Europese leveranciers, gaan niet voor de laagste prijs naar China.

juni 2016

15


THEMA MATERIAALINNOVATIES IN DE KETEN Dan kun je in tijden van schaarste leverproblemen krijgen en dat risico willen wij per se niet nemen. Voor sommige leveranciers zijn we een zo grote klant dat wij, als we iets speciaals zoeken, in hun lab nog wat kunnen sleutelen, zodat wij precies aan de klantspecificaties kunnen voldoen. Overigens kijken de chemiebedrijven, over ons heen, wel degelijk naar de markt.’ Zo zijn fenolharsen heel brandwerend, maar ronduit ongezond om te verwerken, aldus Wassink. ‘Dus worden nu brandwerende harsen zonder fenol ontwikkeld. Ook op het vlak van de herbruikbaarheid van materialen worden nu stappen gezet.’

niet met de kwast aangebracht maar met een poederpistool, waarna het in een oven op 180 graden Celsius in twintig minuten wordt uitgehard. Een snelle manier om zonder schuren aluminium kozijnen, radiatoren en bijvoorbeeld onderdelen van auto’s van een verflaag te voorzien. Een coating die ook beter hecht en chemicaliën-, kras- en uv-bestendiger is dan natte verf. Verder bevat het geen oplosmiddel, aldus Verlaak. Voordelen, bleek uit een marktstudie van DSM, waar de coaters en hun klanten zwaar aan hechten. Genoeg reden voor DSM om door te zetten en een poedercoatingbindmiddel op de markt te brengen dat geschikt is voor hout en mdf.

ACHT JAAR ONTWIKKELEN Het ontwikkelen van een nieuw materiaal vergt uithoudingsvermogen én kennis van de klant van de klant, benadrukt Jos Verlaak, new business development manager van materiaalontwikkelaar DSM Resins in Zwolle. Het ontwikkelen en in de markt zetten van een bindmiddel (hars) voor het poedercoaten van mdf en hout heeft zo’n acht jaar gekost, schetst hij. Maar het ging dan ook om een ‘disruptieve innovatie’. Goede aansluiting bij de behoeftes van de klanten – coaters en producenten van bijvoorbeeld keukens of meubels – vroeg extra r&d- en marketinginspanning. Hij doelt op Uralac Ultra, de geïnnoveerde versie van het bindmiddel dat al decennialang de basis vormt van de bekende metaalcoating. Die wordt

CONSERVATIEVE MARKT In acht jaar kwam DSM tot een hars die uithardt bij 125 graden in drie minuten. Omdat hout en mdf daar prima tegen bestand zijn, zijn nu dus ook houten kozijnen en mdf-panelen voor inbouwkeukens te poedercoaten, met alle voordelen van dien. Maar, zegt Verlaat, dat betekent niet dat de coaters, de klanten van de verffabrikant (DSM’s directe klant), meteen helemaal om zijn. ‘Het is een conservatieve markt. Daarnaast telt dat deze technologie een nieuwe productielijn vergt; inclusief nieuwe oven een investering van ongeveer één miljoen euro. Voorts is deze poedercoating vooralsnog vooral geschikt voor matglans-lagen.’ Maar de eerste eindklant is

Maritime. Future in View.

inmiddels overtuigd, niet de minste: twee coaters van IKEA hebben de investering onlangs gedaan. Om meer partijen te overtuigen, heeft DSM in Zwolle een full-size demonstratiecentrum ingericht waar coaters zelf aan de slag kunnen met het nieuwe materiaal. Jos Verlaak: ‘We zijn al in goed gesprek met een grote groep Duitse inbouwkeukenfabrikanten. En we blijven ontwikkelen aan die hoogglanstoepassing en aan poedercoating voor verduurzaamd hout voor buiten. Daar verwachten we veel van.’

ZORGEN Voor menig industrieel bedrijf blijkt materiaalkennis essentieel voor hun succes. Zonder had ASML de Wet van Moore nooit kunnen bijbenen, had Philips zijn ultrasound transducers voor minimaal-invasieve chirurgie niet op de markt kunnen brengen, weet Bert van Haastrecht. Kennis die steeds gepaard gaat met het vermogen tot samenwerken met andere partijen in de keten én met uithoudingsvermogen. Hij maakt zich dan ook zorgen over delen van die, overwegend kleinschalige, Nederlandse industrie: ‘Ik denk dat veel gieterijen zich onvoldoende verdiepen in de mogelijkheden die 3D-printen straks gaat brengen. Bedrijven die niet tijdig innoveren, komen onder druk te staan.’ De meeste toeleveranciers zijn veelal gefocust op mechatronica, motion control of besturingstechniek, aldus Van Haas-

www.bachmann.info

Bachmann Integrated Automation Solutions win because of a proven system availability of more than 99.96 percent. We offer today advanced technologies for your future Marine and Offshore automation challenges above or below deck.

hybrid marine

WORLD EXPO 2016

June 21-23, 2016 Amsterdam Booth: 7060

16

juni 2016


IT‘S A GOOD FEELING trecht. Demcon, dat wel deelneemt in fundamenteel materiaalonderzoek, ziet hij als een uitzondering. ‘Dat geldt tot op zekere hoogte ook voor VDL ETG en de bedrijven die participeren in AddLab (samenwerkingsverband dat met 3Dprinting experimenteert, red.).’ Met andere woorden, wie niet groot is moet samenwerken aan materiaalinnovatie. Nieuwe materialen zijn

essentieel voor onderscheidende innovaties in tal van marktsegmenten, aldus de roadmap Hightech Materials 2015. Maar lang niet elke ondernemer heeft dat al in de gaten.

www.vdlfibertechindustries.com www.dsm.nl

SAMENWERKEN IN VIER MATERIAALONTWIKKELINGSTRENDS Bert van Haastrecht, programmamanager bij M2i, ziet dat de ontwikkelaars in Nederland hun inspanningen vooral richten op vier typen materialen. Het eerste zijn materialen die goed bestand zijn tegen extreme omstandigheden, zoals heel heet/koud, hoge radioactieve stralingsniveaus of druk. Zo is Tata Steel bezig met de ontwikkeling van steeds sterker en goed vervormbaar staal. M2i is zelf betrokken bij een onderzoekstraject met de TU Delft, TNO en maritieme bedrijven als Heerema, Allseas en Damen naar een hoge-sterkte staalcomposietverbinding. En samen met het FOM-instituut Differ en Materiaalkennis is in de hightech niet wijdverbreid, bevestigt Bert van Haastrecht van M2i. ‘Dit type onderzoek vergt vaak een lange adem, te lang voor de vaak kleine hightech de semicon-industrie start M2i ondernemingen.’ Foto: M2i onderzoek naar het effect van hoge stralingsniveaus en temsolar- en halfgeleiderindustrie. De vierde ontwikkeltrend peraturen op metalen als wolfraam, voor toepassing in die Bert van Haastrecht ziet, betreft composieten. Die kernfusiereactoren. zijn lastig geautomatiseerd te verwerken, wat ze te duur Een tweede gebied waaraan veel onderzoek wordt gedaan, zijn materialen voor 3D-printers. Zelf is M2i, maakt voor grootschalige toepassing in de automotive. samen met het Nederlands Lucht- en RuimtevaartDoorontwikkeling moet die hobbel gaan overwinnen. De Nederlandse industrie loopt niet in alle vier trends centrum (NLR), TU Delft, Universiteit Twente en TNO, voorop. ‘In dunnefilmproductie en stralingsbestendige betrokken bij het onderzoek naar de ‘poederbedtechnomaterialen doen we aardig mee. Maar bij het ontwikkelogie’. Binnen het Fieldlab Additive Manufacturing van len van 3D-printbare materialen lopen we achter op Havenbedrijf Rotterdam wordt vooral gesleuteld aan het landen als België, Duitsland en de VS.’ Onze industrie ‘wirebased additive manufacturing’-proces, waarbij een lasrobot draadstructuren print, en aan de lasercladbekleedt vooral in composietontwikkeling een intertechnologie. Dat laatste proces werkt ook met poeders nationaal sterke positie, meent Van Haastrecht. ‘Vezelen is bij uitstek geschikt voor grote werkstukken. Diverproducent Teijin en polymerenfabrikant Sabic zijn ver in hun onderzoek naar verhoging van de betrouwbaarheid se offshorebedrijven zijn geïnteresseerd in participatie. van de productie. Ook Airborne is daar ver mee; eindDe samenwerking van Océ met onder meer Demcon is gebruikers uit vooral de maritieme wereld zijn hier nauw gericht op het met inkjettechnologie metaalprinten van bij betrokken.’ Hij denkt dat meer aandacht voor slijt‘high-mix, low-volume’ elektronica. Het onderzoek naar vaste composieten en andere materialen voor bagger3D-kunststofprinten concentreert zich vooral in het Limburgse Brightland Materials Center (zie Link pijpleidingen en -zuigkoppen de positie van bedrijven Magazine Southern Netherlands, april 2016), met grote als Damen, IHC, Van Oord, Boskalis, DEME en Jan De Nul verder kan versterken. Verder werken in het project bedrijven als DSM en start-ups als Xilloc. ‘Valorisatie Hightech Sector Composieten NH’ twaalf De ontwikkeling aan dunne film, de derde trend, vindt Noord-Hollandse hightech composietbedrijven en zes vooral plaats in en rond Eindhoven, waar Solliance en kennisinstellingen samen. Holst Centre zijn gevestigd. Daar wordt, samen met bedrijven als VDL Flow, Maan Group en Bosch Rexroth, gewerkt aan apparatuur die in hoog tempo en tegen relatief lage kosten geleidende of isolerende lagen op www.m2i.nl folie kan aanbrengen, geschikt voor toepassing in de

Sensors. Systems. Network technology. www.ballufff.nl


THEMA MATERIAALINNOVATIES IN DE KETEN

LIGHTMOTIF’S LASERTECHNOLOGIE GEEFT PRODUCTEN NIEUWE EIGENSCHAPPEN

DE OPPERVLAKKIGE KANTEN VAN MATERIAALINNOVATIE Interieurdelen voor auto’s die heel zacht aanvoelen, technische componenten die minder wrijving vertonen, vlakken die waterafstotend zijn. Zo maar een greep uit de ongekende mogelijkheden die laserbewerking van oppervlakken biedt voor het beïnvloeden van producteigenschappen. Lightmotif ontwikkelt er, met een focus op de software, de tools voor, bijvoorbeeld om matrijzen te textureren of technische producten een finishing touch te geven. De klant mag de toepassingen bedenken.

DOOR HANS VAN EERDEN

ateriaalinnovatie zit ook in nieuwe toepassingen en verschijningsvormen van bestaande materialen. Zo heeft, naast de chemische en fysische eigenschappen, de oppervlaktestructuur (ruwheid of textuur) een grote invloed op tal van productfuncties. Zie het Lotus-effect: waterdruppels die van de bladeren van een lotusplant rollen, en passant het vuil meenemend. Dankzij een speciale structuur is het oppervlak van die bladeren waterafstotend.

M

ULTRAKORTE LASERPULSEN Max Groenendijk deed tien jaar geleden onderzoek naar het Lotus-effect. Hij gebruikte ultra-

Max Groenendijk bij de nieuwste machine van Lightmotif: ‘We houden ons niet zoveel bezig met mogelijke toepassingen, wij zijn geen materiaalexperts. Veel vragen waar klanten mee komen, hadden wij nooit kunnen voorspellen.’ Foto: Arjan Reef

kort gepulste lasers om oppervlaktestructuren op microschaal te maken die hetzelfde effect bleken te vertonen. De energie van de ultrakorte laserpulsen wordt zeer plaatselijk omgezet in warmte die materiaal laat verdampen; ablatie heet dit fenomeen. Doordat die pulsen zo kort zijn (picoseconden, oftewel miljoensten van een miljoenste seconde), ontstaan er geen bramen of spetters en treden er geen negatieve warmte-effecten op in de rest van het materiaal. De laser kan de structuren rechtstreeks op het materiaal aanbrengen of

via een omweg, door een matrijs ‘dianegatief ’ te textureren. Die matrijs wordt vervolgens gebruikt voor het spuitgieten van producten met de gewenste, diapositieve oppervlaktestructuur. Het maken van een matrijs is sowieso een kostbare aangelegenheid, dus deze aanpak is alleen geschikt voor grote series. Het direct microbewerken met de laser, bijvoorbeeld voor het aanbrengen van de finishing touch op een technisch product, zoals een groefje of een kanaaltje, is ook niet goedkoop. Maar voor hoogwaardige produc-

integratie. Hardware voor de machines besteedt het zoveel mogelijk uit, onder meer aan Q-Sys uit Helmond. Dat ontwierp en realiseerde de manipulator die de te bewerken objecten, tot wel 300 kilo zwaar, moet positioneren ten opzichte van de laserstraal. De eerste machine staat al enkele jaren in het veld, voor het nieuwste model hoopt Groenendijk binnenkort een contract te tekenen. ‘Die klant wil onze machine flexibel kunnen gebruiken voor verschillende toepassingen; daarvoor willen wij al onze kennis met hem delen. Omgekeerd kunnen wij van hem leren hoe zij onze machine gebruiken: waar kunnen we onze software nog verbeteren, waarvoor moeten we nog nieuwe opties programmeren?’ De volgende stap zet Lightmotif in een Europees project waarin het samen met partners als het Fraunhofer-Institut für Produktionstechnologie en het Enschedese Focal

Vision & Optics een sensorsysteem ontwikkelt dat de bewerking nog nauwkeuriger moet maken. Ook hier weer een belangrijke rol voor de software, voor het bijsturen van de bewerking aan de hand van de meetresultaten. De sensor kan bijvoorbeeld op een oppervlak defecten detecteren, die vervolgens met de laser precies kunnen worden verwijderd. Ook in de hardware zullen de machines klantspecifiek blijven. Lightmotif verwacht niet op korte termijn grote aantallen standaardmachines te gaan bouwen en verkopen. ‘Klanten zullen ook niet geloven dat wij daar als klein bedrijf wereldwijd de service op kunnen verlenen. We kijken nu wel met een Amerikaans bedrijf naar de engineering voor de basistechnologie waarmee zij in Amerika machines kunnen gaan bouwen. Wij verkopen dan licenties op onze technologie.’

IN SOFTWARE ZIT ’M DE KNEEP Met een laser grove structuren aanbrengen of een vlakke ondergrond bewerken, dat kunnen er wel meer. Lightmotif is volgens Max Groenendijk uniek in het microbewerken van 3D-gekromde oppervlakken, zoals bij een matrijs. De kneep zit ’m in de software die de wiskundige beschrijving van de complexe 3D-oppervlakken koppelt aan de besturing van het bewerkingsproces: zorgen dat het te bewerken object zodanig onder de laserstraal door beweegt dat de gewenste structuur wordt aangebracht. Met z’n vier medewerkers legt Lightmotif zich dan ook naast procesontwikkeling vooral toe op de software-engineering. ‘De besturing en de applicaties programmeren doen we allemaal zelf, we zijn eigenlijk een softwarebedrijf. Momenteel zoeken we op dit gebied versterking.’ Naast de software verzorgt Lightmotif de systeem-

18

juni 2016


ten kan het wel rendabel zijn, in kleinere of grotere aantallen. Om zich verder te specialiseren in microbewerkingen en oppervlakte-texturering met behulp van een laser, richtten Max Groenendijk, Ronald Sipkema en Jeroen van Tienhoven Lightmotif op. De Enschedese spin-off van de Universiteit Twente en materiaalinnovatie-instituut M2i ontwikkelt machines, neemt deel aan Europese onderzoeksprojecten, doet contractonderzoek en systeemintegratie en fungeert op beperkte schaal als een jobber. Klanten komen uit sectoren als automotive, consumer en medical.

SOFT-TOUCH Dat lotusmateriaal heeft het commerciële stadium trouwens niet gehaald. Het materiaal moet namelijk van zichzelf al waterafstotend zijn, waarna de lasertexturering het effect kan versterken. De beste kandidaat, polypropyleen, was uiteindelijk niet geschikt. ‘Die kunststof bleek te zacht, niet krasvast. Voor praktische toepassingen zijn we tegen te veel barrières opgelopen.’ Maar Lightmotif heeft intussen andere, wel kansrijke opties geïdentificeerd, zoals ‘soft-touch’. ‘Pilaargestructureerde oppervlakken voelen veel zachter aan dan normale kunststoffen, omdat je door die pilaartjes veel minder contactoppervlak met de

Elektronenmicroscopische opnamen van structuren die met Lightmotif’s lasertechnologie zijn gerealiseerd.

huid hebt. In een Europees project onderzoeken we de toepassing voor auto-interieurs, denk aan dashboards. Tevens is er interesse uit medische hoek, omdat ‘soft-touch’ materialen huidirritatie kunnen verminderen. En ook voor consumentenproducten kan er behoefte zijn om die anders, zachter te laten aanvoelen.’ Zo zijn er talloze voorbeelden van eigenschappen die met lasertexturering zijn te realiseren. Antireflectie bijvoorbeeld om matte oppervlakken te maken, of lage wrijving voor technische componenten zoals lagers. Maar het bedenken van die toepassingen is niet Lightmotif ’s pakkie-an. ‘We houden ons daar niet zoveel mee bezig, wij zijn geen materiaalexperts. Het aanbrengen van de texturen, daar ligt onze toegevoegde waarde. Als een klant zich heeft verdiept in een mogelijke toepassing, kan hij daar in samenwerking met ons verder onderzoek naar doen. Veel vragen waar klanten mee komen, hadden wij nooit kunnen voorspellen. De techniek is niet alleen geschikt voor staal, want met ultrakortepulslasers kunnen alle materialen worden bewerkt, ook

keramiek of glas. We hebben bijvoorbeeld gekeken naar het laserfrezen van nauwkeurige structuren in alumina of wolframcarbide.’

GEEN HYPE Max Groenendijk voorziet een geleidelijke groei voor Lightmotif. ‘De doorbraak van een technologie als de onze duurt altijd langer dan je denkt. We surfen ook niet mee op een of andere hype. Het textureren van matrijzen is voor ons een van de uitdagendste applicaties, want het is niet eenvoudig om klanten te vinden voor het doen van testen. Zij moeten wel bereid zijn om enig risico te lopen met hun dure matrijzen. We hebben niet de ambitie een grote machinebouwer te worden, maar kunnen wel samen met partners onze lasertechnologie op grotere schaal uitrollen. Daarbij blijven wij ons richten op de kern: het bewerkingsproces en de software voor de besturing.’ De specifieke materiaalinnovaties mag de klant bedenken. www.lightmotif.nl

juni 2016

19


THEMA MATERIAALINNOVATIES IN DE KETEN

KOPLOPERS WIJZEN DE WEG VOOR TRANSITIE NAAR CIRCULAIRE ECONOMIE

NIEUWE BUSINESSMODELLEN ZIJN DE CRUX De circulaire economie gaat er komen, de vraag is alleen: hoe vlieg je die als bedrijf aan? Steeds meer partijen verdiepen zich in het concept en sommige gaan – rigoureus of in kleine stapjes – al ‘circulair’. Zo’n transitie kost veel kruim, maar niet doen zou wel eens ingrijpende consequenties kunnen hebben. En aan de opkomende ‘circulaire’ businessmodellen valt goed geld te verdienen.

DOOR PIM CAMPMAN

rondstoffen delven, producten maken en ze weggooien als ze kapot of uit de mode zijn. Zo gaat het in de lineaire economie – en dat kan eigenlijk niet meer. De wereldbevolking groeit van zeven miljard nu naar bijna twaalf miljard in 2050 (bron: VN). En de middenklasse naar drie miljard zielen over twintig jaar (Ernst & Young). Steeds meer mensen die steeds meer spullen kopen, terwijl moeder aarde nu al niet meer voldoende grondstoffen kan bieden. In de ‘Circular Economy Guide’ van ABN AMRO staan veel meer van zulke feiten. Elke Europeaan verbruikte in 2012 zestien ton materiaal; zestig procent van het afgedankte materiaal belandde op de vuilstort of werd verbrand, de rest hergebruikt (Ellen MacArthur Foundation, EMAF). In ons land verdwijnt elk jaar 33 miljoen kilo aan kleine elektrische apparaten in de kliko, en die worden verbrand (wecycle). En we doen jaarlijks zo’n 600.000 wasmachines de deur uit (Bundles), waarvan slechts tien procent wordt gerepareerd (EMAF). In de circulaire economie gaat dat anders. Die heeft als ultiem doel alle materialen oneindig te

• De producten van vandaag zijn de grondstoffen voor de producten van morgen. • Gemene deler in de best practices: ketenbrede samenwerking en innovatie. • Geraamde impuls van de circulaire economie voor Nederland: 7,3 miljard euro per jaar en 54.000 extra banen.

G

HULP Een groeiend aantal kennisinstellingen, belangenorganisaties en onderzoeks-/adviesbureaus biedt hulp aan bij het circulair gaan. Om een materialenpaspoort te maken, een circle scan (inventariseren en monitoren van grondstof- en reststromen) uit te voeren, een nieuw eigendomsmodel te definiëren of het verdienmodel van een nieuw businessmodel uit te rekenen. Zo is met de circle business tool van Circle Economy uit te rekenen welke oplossing aan het einde van de productlevensduur het meeste kan opbrengen. www.circle-economy.com www.c2ccertified.org www.circulairondernemen.nl www.mvonederland.nl

20

juni 2016

Van lineaire naar circulaire economie. Illustratie: MVO Nederland

hergebruiken. Anders dan bij recycling zoveel mogelijk op hetzelfde niveau als bij eerste toepassing en in een doorlopende, gesloten en niet-giftige kringloop. ‘Afval bestaat niet’, zegt ‘afvalverwerker’ Van Gansewinkel. Anders gezegd: de producten van vandaag zijn de grondstoffen voor de producten van morgen.

KOPLOPERS Maar hoe komt een bedrijf daar en wat betekent dat voor z’n bestaande business? Bijna dagelijks verschijnen daarover rapporten en bieden serieuze instanties hulp aan. En dan zijn er de koplopers die het gewoon doen. Meestal in kleine stapjes; een verstandige strategie, aldus deskundigen. Ook omdat de hele supply chain moet meedoen en de hele levenscyclus van de producten in kaart gebracht moet zijn. Desso is zo’n koploper. Voor zijn nieuwe collectie tapijttegels kreeg de Brabantse tapijtfabrikant recent als eerste in de branche het ‘C2C Gold certificaat’ (C2C: cradle-tocradle). ‘Beloning voor zeven jaar hard werken’, zeggen ze in Oss. In hun tapijttegels is honderd procent geregenereerd nylon verwerkt, in de ‘rug’

calciumcarbonaat (krijt) afkomstig van drinkwaterbedrijven uit de buurt. Vanaf 2020 wil Desso al zijn producten volgens de c2c-principes ontwerpen. Vanderlande in Veghel (transportsystemen voor luchthavens, distributiecentra en warehouses) begon in 2009. Eerste concrete resultaat: de Blueveyor, een transportbak die uit minder onderdelen (materiaal) bestaat en makkelijk is te demonteren en waarvan alle toegepaste materialen hoogwaardig te hergebruiken zijn.

NIEUWE BUSINESSMODELLEN Belangrijke gemene deler in die best practices is vaak: ketenbrede samenwerking en innovatie. En zo ontwerpen dat producten louter uit herbruikbare materialen bestaan en alle bestanddelen er na afdanken makkelijk zijn uit te halen en hoogwaardig te hergebruiken. Accenture onderscheidt vier businessmodellen: 1) louter biobased of 100 procent recyclebare materialen gebruiken, 2) waardevolle grondstoffen uit eigen producten of andere restmaterialen terugwinnen, 3) de levensduur van spullen verlengen door onderhoud, reparatie of refurbishment, en 4) producten


niet meer verkopen maar aanbieden als dienst. Van alle vier zijn er mooie praktijkvoorbeelden. Philips past in zijn stofzuigers 330 ton gerecyclede plastics toe en de koffiemachine Senseo Up bestaat goeddeels uit hergebruikte materialen. Google werkt aan de smartphone Ara, die is opgebouwd uit ‘blokjes’ die simpel te vervangen zijn, waardoor ie langer meegaat en up-to-date blijft – gebaseerd op het concept ‘Phonebloks’ van de Helmondse ontwerper Dave Hakkens.

VAN PRODUCT NAAR DIENST Een product als dienst verkopen, ook dat is in opkomst. Philips dat geen lampen verkoopt, maar licht. Performance-based contracting, heet dat. Het gaat niet langer om zoveel mogelijk lampen verkopen, maar om zorgen dat die lampen zo lang mogelijk goed functioneren. Die trend van eigendom naar gebruik (‘delen is het nieuwe hebben’) komt her en der op. Mobiliteit in plaats van een (eigen) auto; in Europa staan auto’s gemiddeld 92 procent van de tijd stil. In de circulaire economie gaan compleet nieuwe businessmodellen ontstaan. Zoals op het vlak van onderhoud/reparatie, leasen of verhuur, pay-peruse. Waarbij niet de gebruiker, maar de fabrikant eigenaar van het product is, lees: verantwoordelijk voor het (altijd) goed functioneren. Door nieuwe businessmodellen kan de cashflow veranderen, zijn nieuwe financieringsmodellen nodig. Bijvoorbeeld voorfinanciering, omdat je misschien niet meer in één mep bij verkoop voor je product betaald krijgt, maar in partjes, gedurende de levensduur. Reden waarom een bank als ABN AMRO zich verdiept in concepten waarbij mede-

CASHEN WORDT CASCADEREN De IndustrieTOP Midden-Nederland van ING en VNONCW had dit voorjaar als thema ‘Van Smart Industry naar Smart Circularity’. Professor Jan Jonker (Radboud Universiteit) riep daar op niet alleen na te denken over slim produceren, maar ook over hoe dat op een circulaire manier kan. ‘Er is een nieuw circulair businessmodel nodig dat niet leidt tot afval, maar wel tot geld verdienen’, zei hij. En inzoomend op een dienst als product: ‘We gaan van cashen naar cascaderen.’ Met een wezenlijk andere rol voor de inkoper. Die moet, aldus

financiering komt van venture capitalists of crowdfunding. Hoe reken je in pay-per-use constructies af met je toeleveranciers? Een van de vele vragen die oem’ers op hun weg naar een circulair bedrijf moeten beantwoorden.

POTENTIEEL PROFIJTELIJK Ondertussen neemt de druk toe om die kant op te gaan. Het VN-Klimaatakkoord van Parijs en de gerechtelijke uitspraak in de Urgenda-zaak (ons land moet in 2030 honderd procent op duurzame energie zijn overgestapt) gaan tot aangescherpte wet- en regelgeving leiden. En bij bedrijven tot een bijstelling van hun strategie, nu al. Zie Shell, dat zijn kaarten schoorvoetend meer op wind c.q. windmolenparken zet. Uitdagend, maar potentieel ook zeer profijtelijk. Nieuwe technologieën spelen een belangrijke rol.

Jonker, niet langer de hoeder van de laagste prijs zijn, maar iemand met wie je een vertrouwensband kunt opbouwen. Radboud Universiteit is een onderzoek gestart naar de (nieuwe) businessmodellen voor de circulaire economie, met een enquête voor een zo breed mogelijk scala aan bedrijven en organisaties in Gelderland en Overijssel. bit.ly/1RWLWPe (enquête)

Neem 3D-printing, dat de mogelijkheden voor in-house of near-house produceren vergroot en lichtere constructies mogelijk maakt; winst in materiaalgebruik, distributie(kosten) en CO2uitstoot. De oplopende druk zet tot creativiteit aan. Architect Thomas Rau betrok bij het bedenken van de dakconstructie voor nieuwbouw van Alliander in Duiven een ontwerper van achtbanen – want die weet als geen ander hoe constructies licht (makkelijk te demonteren) en toch veilig te maken. McKinsey heeft berekend dat de circulaire economie voor bedrijven in de Europese Unie rond 2030 1.800 miljard euro extra in het laadje kan brengen, het dubbele van wat erbij komt als aan de lineaire economie wordt vastgehouden. TNO raamt de impuls voor ons land op 7,3 miljard per jaar en 54.000 extra banen.

‘WAT ONS BETREFT KAN OLIEKRAAN DICHT’ ‘Circulairder wordt het niet’, zei de jury van de Herman Wijffels Innovation Award over Ioniqa Technologies, de winnaar van 2015. Dat cleantech-bedrijf heeft een procédé ontwikkeld om gebruikte pet-flessen superefficient om te zetten in ontkleurd, zuiver polyestergranulaat, de grondstof voor nieuwe pet-flessen. Dit gepatenteerde proces kan eindeloos worden herhaald, waarmee ‘de eeuwige pet-fles’ is uitgevonden. Aan gebruikte petflessen wordt een vloeistof met slimme nanodeeltjes toegevoegd; door verhitting wordt het pet-plastic afgebroken tot z’n zuivere grondstof. Met een magnetisch veld wordt de (herbruikbare) vloeistof gescheiden van de grondstof, waarvan nieuwe pet-flessen zijn te maken, steeds opnieuw. ‘De impact is enorm’, zegt ceo Tonnis Hooghoudt van de spin-off van de TU Eindhoven en het Dutch Polymer Institute. ‘Met z’n allen verbruiken we per jaar bijna zestig miljoen ton aan pet-producten en dat neemt verder toe. Daarvan wordt wereldwijd nog geen tien procent gerecycled. Negentig procent gaat in de verbrandingsoven of vervuilt op een andere manier het milieu, denk aan de ‘plastic soup’. Met onze technologie kunnen we idealiter honderd procent recyclen. Heel efficient kunnen we de kleur uit alle soorten pet-afval halen en de katalysator steeds weer terugwinnen. Onze gerecyclede grondstof kan in zowel kosten als kwaliteit de concurrentie aan met oliegebaseerde pet-grondstof.

Zelfs bij olieprijzen tussen twintig en veertig dollar per barrel, dus wat ons betreft kan de oliekraan dicht.’ Circulair én economisch profijtelijk dus. ‘Juist die combinatie maakt onze technologie zo interessant voor grote brands, pet-flessenmakers en afvalverwerkers’, beklemtoont Hooghoudt. ‘De interesse om de keten te sluiten neemt almaar toe, zeker. Maar ook hier geldt: eerst zien en dan geloven.’ Sinds begin april kan dat, in de proeffabriek in Rotterdam. Daar ging Ioniqa van labschaal naar een verwerkingscapaciteit van 1.000 liter pet. ‘Op die schaal doen we er proeven met industriële klanten en zien ze in het echt dat het werkt. Volgende stap is dat we vanaf 2017 een fabriek gaan bouwen voor tien kiloton pet. Die komt in Nederland; we zijn nog aan het kijken waar.’ Uiteindelijk wil Ioniqa op verschillende plekken in de wereld fabrieken bouwen. ‘Daarbij moet je denken aan vijftig tot tweehonderd kiloton, afhankelijk van de petfeedstock van de fabrikanten of verwerkers bij wie we in de buurt willen zitten. We zijn nog met de markt in gesprek of we zo’n faciliteit helemaal zelf gaan financieren of dat we dat in licentie doen. Met de 1.000-literfabriek in Rotterdam hebben we de eerste stap gezet op het pad dat ertoe moet leiden dat uiteindelijk alle plastic in de wereld wordt opgeruimd – en eindeloos hergebruikt.’

Ceo Tonnis Hooghoudt van Ioniqa Technologies: ‘Voor pet – bijna een kwart van alle plastics in de wereld – hebben we eindeloos hergebruik nu mogelijk gemaakt.’ Foto: Ioniqa

www.ioniqa.com

juni 2016

21


THEMA MATERIAALINNOVATIES IN DE KETEN

VMI GROUP ZET IN OP BANDENPRODUCTIE 4.0

VERBAND TUSSEN MATERIAAL- EN PROCESINNOVATIE De moderne autoband is een staaltje van hoogwaardige multi-materiaaltechnologie. Innovatie moet zorgen voor betere prestaties tegen de laagst mogelijke cost of ownership. VMI, fabrikant van bandenproductiemachines, is niet rechtstreeks bij die materiaalinnovatie betrokken, maar krijgt wel de resulterende productie-uitdagingen op z’n bordje. Dat vraagt om ‘hands-off’, ‘eyes-off’ automatisering: elke autoband in wording moet zonder operatorbemoeienis door VMI’s machine schuiven. ‘We zijn nu halverwege met Industrie 4.0’.

uittrekt. En winterbanden worden steeds zachter en plakkeriger, daar moeten onze machines mee kunnen omgaan. Bepaalde onderdelen krijgen daarom een coating die voorkomt dat het plakkerige rubber eraan vast blijft zitten. En als de laagjes rubber níet plakkerig zijn, is het juist lastig ze op elkaar aan te brengen zonder luchtinsluiting.’ Cruciaal voor de prestaties van de band is de samenstelling van de diverse rubbersoorten, die wordt geoptimaliseerd voor minimale rolweerstand, slijtage en noise. Natuurrubber is nog altijd superieur aan synthetische rubbers en wordt daarom met name in de zwaarbelaste truckbanden toegepast. Het natuurproduct kent echter de nodige variatie in kwaliteit en daar moet bij de productie rekening mee worden gehouden. Gewichtsreductie, een trend in de automotive, raakt VMI ook. De verschillende componenten worden dunner en dus luistert het productieproces nog nauwer.

HANDS-OFF, EYES-OFF

Jan Grashuis, vice president Global R&D van VMI, bij de MILEXX: ‘Truckbanden moeten wel een miljoen kilometer meegaan, dus fabrikanten zijn conservatief en heel voorzichtig met wijzigingen in hun productieproces.’ Foto: Jeanette Klarenbeek

DOOR HANS VAN EERDEN

utobanden worden opgebouwd uit meerdere lagen natuur- en/of synthetische rubber, versterkt met staaldraden en textiel- of kunststofvezels. Het samenspel tussen deze materialen moet door een uitgekiende constructie van de band zorgen voor een goede wegligging (grip) en laag energieverbruik (rolweerstand). Tevens moet de band niet te veel slijten en zo weinig mogelijk lawaai maken (op het wegdek). Dit alles stelt hoge eisen aan de kwaliteit van de materialen én van het productieproces, de wijze waarop de componenten worden samengebracht. Daar komt VMI in beeld.

A

PLAKKERIG Uiteraard volgt het bedrijf de innovatietrends op materiaalgebied, vertelt Jan Grashuis, vice president Global R&D. VMI onderhoudt contacten met zowel klanten (autobandenfabrikanten) als materiaalleveranciers. Rechtstreeks betrokken bij

22

juni 2016

die innovaties is VMI Tire niet, de consequenties voelt het wel. ‘In opkomst zijn self-sealing banden, met een viskeuze (stroperige, red.) laag die vanzelf dichtgaat als je er bijvoorbeeld een spijker

VMI’s antwoord op al deze eisen is verdergaande automatisering. Grashuis: ‘De trend is minder operatorinvloed: ‘hands-off ’, ‘eyes-off’ voor een grotere output en een stabiele kwaliteit. De operator komt niet meer met z’n handen aan het product en hoeft het proces ook niet in de gaten te houden. Voorheen was hij een soort levende kwaliteitsbewaking, nu doen we dat met allerlei sensoren, vision- en andere meetsystemen en statistische procesbeheersing. Voor camerasystemen bijvoorbeeld wordt de hardware specifiek voor ons ontwikkeld door een TKH-zusterbedrijf, de software schrijven we zelf. Voor elk product dat van de machine rolt, moeten we kunnen aantonen dat het aan de eisen voldoet. We kunnen elke band van een barcode voorzien, voor alle gebruikte materialen een barcode of rfid-chip uitlezen en alle tijdens het bouwproces gemeten

PROFIEL VMI GROUP De VMI Group, onderdeel van de TKH Group, telt zo’n 1.200 medewerkers, van wie 800 in Epe; 110 zijn werkzaam in r&d en 180 in orderengineering. De groep kent vier onderdelen. Grootste daarvan is Tire, dat met de bouw van productiemachines voor personenauto- en truckbanden is uitgegroeid tot wereldmarktleider. Het Veluwse bedrijf bouwt z’n machines zoveel mogelijk op uit standaardmodules die in meerdere varianten beschikbaar zijn (configure-to-order). De meeste machines vereisen wel maatwerk voor de interfaces, zowel softwarematig (met productiebesturing) als mecha-

nisch. Dat laatste betreft de aansluiting op het logistieke proces bij de klant: de aanvoer van materialen en de afvoer van ‘gereed product’. Wat de VMI-machine betreft is het gereed product de ‘green tire’. Die ondergaat nog een vulkanisatiestap die de band z’n karakteristieke rubbereigenschappen geeft en wordt van profiel voorzien.

www.vmi-group.com www.tkhgroup.com


waarden bewaren voor volledige tracking & tracing.’ VMI zette in 2009 de stap van halfautomatische machines (248-familie) naar de volautomatische MAXX-familie voor de productie van personenautobanden. Begin dit jaar volgde de MILEXXfamilie en daarmee ging ook de truckbandenproductie naar volautomatisch. Dat gebeurde later omdat de aantallen in die markt kleiner zijn, verklaart Grashuis. ‘Bovendien is in de toch al conservatieve bandenwereld de truckmarkt nog conservatiever. Truckbanden moeten tot een miljoen kilometer meegaan, waarbij ze onderwijl wel van loopvlak kunnen verwisselen, dus fabrikanten zijn heel voorzichtig met wijzigingen in hun banden en het productieproces introduceren.’

LOGISTIEK De MILEXX, die bijna 700 banden per dag kan produceren, heeft onder meer nieuwe voorzieningen voor hands-off handling en nieuwe vision-applicaties. ‘Bandenproducenten zien dat ze weer een stap kunnen zetten naar een hogere productiviteit. Truckbanden kennen meer variatie in constructie, dus de MILEXX moest nog breder configureerbaar zijn voor verschillende typen dan de MAXX.’ VMI zet zijn boodschap tegenwoordig kracht bij met een corporate design dat de machines een herkenbare vorm en kleurstelling geeft. ‘Bij de introductie had ik m’n twijfels, maar het blijkt ook in deze wereld belangrijk. Onze klanten moeten hun klanten laten zien hoe goed ze hun productie hebben georganiseerd en

dan geeft dit een kwaliteitsuitstraling. Alle frames zijn nu grijswit en de klantspecifieke kleurstelling zit alleen op losse delen van de beplating, die als laatste op de machine worden geschroefd. We hoeven niet meer complete frames in de klantkleur te spuiten, maar kunnen op het laatst nog een frame naar een ander Een kijkje in de nieuwe MILEXX productiemachine voor truckbanden. Foto: VMI project schuiven. Dat is logistiek een groot voordeel.’ kunnen doen. Zoals het sneller omstellen van de Over logistiek gesproken, bandenfabrieken kenmachine op een andere maat band, materiaal nen vooral nog eilandautomatisering, signaleert laten afroepen in plaats van tussenvoorraden Grashuis. ‘De slag om die eilanden logistiek en creĂŤren, automatische productiviteitsmetingen met datasystemen aan elkaar te koppelen, gaat doen en de technische dienst van de klant van nog wel vijf tot tien jaar duren. Greenfield informatie voorzien, zoals voor preventive fabrieken worden al wel steeds slimmer opgezet. maintenance.’ De automatisering, oftewel procesinnovatie, gaat Ik denk dat wij wat Industrie 4.0 betreft op de dus nog wel even door. Of productinnovatie ook helft zijn.’ zo belangrijk blijft, is de vraag. De opkomst van de zelfrijdende auto kan afbreuk doen aan de ‘ZELFRIJDEND’ auto als statussymbool. Ongeremd over de AutoVMI heeft dan ook nog de nodige Industrie 4.0bahn scheuren vergt immers een andere kwaliteit ambities. ‘Wij hebben steeds meer softwarebanden dan braaf 100 km/uur in kolonne rijden. engineers nodig, om koppelingen tussen onze ‘Zelfrijdend’ wordt in ieder geval het devies voor machines en bovenliggende besturingssystemen de productie van die autobanden. te leggen en om meer slimme dingen met data te

CREATING MACHINES TOGETHER

MTA is een innovatieve, flexibele en hightech System Integrator gespecialiseerd in het ontwikkelen en bouwen van complete mechatronische machines en systemen. Onze afdeling New Business onderscheid zich als ontwikkelpartner op het gebied van mechatronica, kennis van nieuwe productietechnieken en kennis op het gebied van dunne films en substraten. Onze afdeling Regular Business onderscheid zich als realisatiepartner in het produceren, assembleren en functioneel testen van machines en systemen binnen een optimale organisatie van kwaliteit, flexibiliteit, innovatiekracht en kostenbeheersing.

Waterbeemd 8 Ĺ” Industrieterrein 8949 Ĺ” 5705 DN Helmond Ĺ” U +31 (0)492 47 49 92 Ĺ” G +31 (0)492 47 45 10 Ĺ” JOGP!N U B OM Ĺ” www.m-t-a.nl

juni 2016

23


MARKETING

SIOUX-DOCHTER MUTRACX TUIGT COMMERCIËLE ORGANISATIE OP VOOR GROEISPURT

EEN DISRUPTIEVE MACHINE VERKOOPT ZICH NIET VANZELF ‘Ik denk dat we heel snel meer te vertellen hebben’, zegt Jeroen de Groot aan het slot van het interview. De kersverse ceo van MuTracx (sinds 1 mei) doet er verder het zwijgen toe, maar het kan haast niet anders of hij doelt erop dat er kopers op de deur kloppen voor de Lunaris, de inkjetprinter voor pcb’s van MuTracx. Hij is net terug uit New Hampshire (VS), waar hij met potentiële klanten Whelen Engineering bezocht. Daar draait de Lunaris productie: veertig panelen per uur, 2.000 per week. ‘Je zag ze gewoon denken: ‘Wow, dit wil ik ook.’’

Jeroen de Groot, ceo van MuTracx: ‘De Lunaris is nog een beetje een black box, geen machine waar klanten om vragen. Maar als je ’m aanbiedt, willen ze hem wel heel graag hebben. Op dat vlak is nog veel werk aan de winkel.’ Foto: Bart van Overbeeke

DOOR PIM CAMPMAN

J

eroen de Groot werkte negentien jaar in verschillende functies – op het laatst als ceo – bij bouwer van plaatsingsmachines voor de semicon Assembléon, dat eind 2014 door het Singaporese Kulicke & Soffa werd overgenomen. Zijn opdracht bij MuTracx, dat vorig jaar juli failliet ging en onder de vleugels van de Sioux Group vrijwel meteen een doorstart maakte, is business development. Oftewel, van MuTracx een groeiend en ‘compleet’ bedrijf maken, ook en vooral in organisatorische en commerciële zin. ‘R&d blijft core, maar niet meer alleen.’ ‘We gaan’, vertelt De Groot, ‘een organisatie neer-

24

juni 2016

zetten die klaar is voor groei. Met mensen aan boord die duidelijke taken en verantwoordelijkheden hebben en zich focussen op waar ze goed in zijn en echt iets toevoegen. Aan de marktkant timmeren we aan de weg door onze sales, distributie en service te versterken – en ook gaan we kansrijke markten en klantengroepen definiëren en adresseren, slimme product-marktcombinaties bedenken, enzovoort. Kortom, MuTracx wordt een marktgericht bedrijf dat inzet op marktgedreven groei.’

DISRUPTIEF Hij wijst erop dat de Lunaris een ‘best disruptieve’ machine is. Het sporenpatroon op de binnen-

en buitenlagen van printed circuit boards (pcb’s, printplaten) wordt sinds de jaren zestig gemaakt met behulp van lithografie: belichten, ontwikkelen (à la conventionele fotografie) en etsen. De Lunaris doet dat heel anders: door middel van printen, het (ink)jetten van een verhitte hars (resin). Dat heeft veel en grote voordelen, zie het kader. Jeroen de Groot en zijn mensen gaan die breed in de markt communiceren – eerst in Europa en Noord-Amerika, straks ook in Azië. Voor nu onderscheidt hij twee typen klanten. ‘Allereerst de pcb-productiebedrijven. Die moeten ons systeem in hun bestaande proces inpassen. Iets totaal nieuws toevoegen aan hun, zeg maar, geöliede machine; daar moeten ze uiteraard wel even goed over nadenken. Vervolgens heb je de klanten van die pcb-shops: de elektronicaproductiebedrijven. Voor hen maakt Lunaris de drempel heel laag om zelf pcb’s te gaan maken, in plaats van die uit China of van een andere plek te halen. Van hen vraagt dat een omslag in hun denken – en van ons dat we heel goed uitleggen én laten zien wat de Lunaris doet, welke mooie technologie (met veel patenten, red.) erin zit en wat de toegevoegde waarde is die hij biedt. Daar is nog veel werk aan de winkel. Met ook een stuk technology push erin: de Lunaris is nog een beetje een black box, geen machine waar klanten om vragen. Maar als je ’m aanbiedt, willen ze hem wel heel graag hebben. Hem draaiend zien, is geloven’, proefde De Groot bij Whelen.

BRUG TE VER Whelen Engineering, dat alarmsystemen (licht en geluid) voor de automobiel- en luchtvaartindustrie produceert, is vooralsnog de enige launching customer. Niet de eerste: dat was AT&S in Oostenrijk, de grootste pcb-fabrikant van Europa. Die samenwerking liep na verloop van tijd echter spaak, op hardnekkige problemen met de inkt. Door op een andere inkt(leverancier) over te stappen, werden die nadien volledig opgelost. Bij Whelen kreeg MuTracx een nieuwe kans. Dat bedrijf kocht zijn pcb’s in China in – kosten gemiddeld zeven miljoen dollar per jaar – en


wilde daar vanaf. Besloten werd in Charlestown, New Hampshire, een eigen pcb-fabriek te bouwen; een investering van twaalf miljoen dollar. Met de ambitie dat die 100 procent digitaal en zo ‘groen’ mogelijk zou worden. De Lunaris van MuTracx paste naadloos in dat plaatje. Toch rees ook daar een probleem: Whelen verlangde van

‘Een valkuil is dat je te veel gaat doen, waardoor de focus verslapt op de dingen waarin je het verschil wilt maken’ MuTracx dat het ook de processtap na de Lunaris (solder mask blocking) zou digitaliseren. Een tijdlang stak MuTracx daar veel effort en geld in. Maar uiteindelijk zagen beide partijen in dat dat, in de vergunde tijd, een brug te ver was.

KOP-STAARTMODEL

© 2015 Siemens Product Lifecycle Management Software Inc. Siemens and the Siemens logo are registered trademarks of Siemens AG. All other trademarks, registered trademarks or service marks belong to their respective holders.

Dat was ver voor Jeroen de Groot’s tijd. Toch wil hij, op grond van zijn lange en brede ervaring in de geldverslindende ontwikkeling en vermarkting van hightech productiemachines, daar in algemene zin wel iets over zeggen. ‘Een valkuil is dat je te veel gaat doen, waardoor de focus

verslapt op de dingen waarin je het verschil wilt maken. Die focus hebben we nu als MuTracx en die houden we. Wij geloven sterk in het kopstaartmodel: wij de overall kennis van de machine (systeemarchitectuur, red.) en de interface naar de klant (applicatiekennis, red.); bij anderen neerleggen waar zij beter in zijn. Dankbaar gebruik maken van het ecosysteem hier in de Brainport-regio; dat heb ik altijd gedaan bij Assembléon en dat doet MuTracx ook. De regio bouwt mee. Voor ons buiten de Sioux Group en ook erbinnen; we kunnen nergens beter zitten dan in de Sioux Group. Sioux heeft in softwareontwikkeling voor klanten een ijzersterk track record – en de strategie om daar mechatronische competenties én eigen producten aan toe te voegen. En CCM (najaar 2014 overgenomen door Sioux, red.) is een heel gerenommeerde aanwinst op mechatronicavlak en in multidisciplinair ontwerpen – met ook eigen producten.’ MuTracx verhuisde na de doorstart van Helmond naar het CCM-honk in Nuenen. Een pre, vindt de nieuwe ceo: ‘Het ademt hier technologie, innovatie, heel hands-on. Fantastisch.’ Net zo fantastisch als de Lunaris, zegt hij tot besluit. ‘Nu gaat het erom dat de markt daar ook van overtuigd raakt – en hem gaat kopen.’

RULE BOOK LUNARIS Wandel het CCM-gebouw in Nuenen binnen en je ziet de banner geheid. Onder de kopregel ‘The official Lunaris rule book for PCB production’ worden alle – zeven – voordelen van MuTracx’s digitale inkjet pcbprinter opgesomd: 1. Minder = meer: minder processtappen (vier in plaats van vijftien), minder equipment en operators. 2. Van CAM-ontwerp naar etsen in vijf minuten, en van ontwerp tot kant-en-klare pcb in vierenhalf uur. 3. 100% in-line kwaliteitsinspectie: foute pcb’s worden überhaupt niet meer gemaakt. 4. ‘Groen’ proces: significante reductie chemicaliën-, koper- en watergebruik (Whelen heeft geen vergunning voor afvalwaterzuivering nodig). 5. Forse kostenbesparingen vergeleken met conventionele lithografie en laser direct imaging (LDI). 6. Gepatenteerde technologie (zoals de in-line AOIunit (automatische optische inspectie-unit), die printfouten voorkomt voordat ze zich voordoen). 7. Maximale yield: betaal niet voor foute, maar uitsluitend voor perfecte printplaten. MuTracx gaat deze voordelen breed uitdragen.

www.mutracx.com www.sioux.eu

Realize brilliance. Siemens PLM Software: Industry solutions for smart innovation. In a world of smart products, where markets vanish in a single innovation, how do you compete? Forward-thinking companies are “digitalizing” their entire innovation process, from development through production to utilization.

Our Smart Innovation Portfolio helps optimize your digital enterprise so you’re equipped to initiate and respond to disruptive innovation. And you can realize what matters most in your industry. siemens.com/plm/vision

Realize innovation. juni 2016

25


PROCESVERBETERING

OCÉ WIL MET ‘LEAGILITY’-CONCEPT EIGEN CONCURRENTIEKRACHT EN DIE VAN DE KETEN STERK VERHOGEN

INNOVATIEVER EN SNELLER, TEGEN LAGERE KOSTEN Sinds de overname door Canon heeft Océ-Technologies fors geïnvesteerd in het lean en agile maken van zijn processen. Waarbij in het inbrengen van het lean-concept duidelijk de Japanse hand is te herkennen en agility – het flexibel kunnen reageren op veranderende (markt)omstandigheden – een Nederlandse manier van denken is. Die combinatie van kwaliteiten, ‘leagility’, vraagt de printerfabrikant ook van zijn toeleveranciers. Dit om zijn concurrentievermogen én dat van de supply base sterk te verhogen.

• ‘Je kunt niet meer één keer een machine ontwikkelen, de markt verandert constant.’ • ‘We betrekken toeleveranciers nu vanaf de start bij de ontwikkeling.’ • ‘Einddoel is een one-piece flow waarin onderdelen óf verwerkt worden óf onderweg zijn.’ • ‘Onze targetprijs moet gehaald worden. Maar, die leggen we niet eenzijdig op.’

procurement Venlo, aan. ‘De eerste tien van een nieuw type machine hebben altijd de hoogste kostprijs, die je daarna snel omlaag wil brengen om de grotere aantallen tegen lagere kosten te kunnen produceren. En je wilt al gauw weer nieuwe functionaliteiten toevoegen, naar aanleiding van weer nieuwe vragen van klanten. Een agile ontwikkelproces biedt de flexibiliteit om die groeiende, aanhoudende stroom aan wijzigingen snel op te vangen en de innovatie snel naar de markt te brengen.’

VROEGER BETREKKEN

‘Een agile ontwikkelproces biedt de flexibiliteit om de groeiende, aanhoudende stroom aan wijzigingen snel te kunnen opvangen en de innovatie snel naar de markt te brengen’, aldus Carlo Simons, director procurement Venlo.

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

cé wil lean en agile worden, oftewel leagile: zijn eigen processen én die van toeleveranciers zo inrichten dat zijn producten zo effectief en efficiënt mogelijk worden ontwikkeld en gemaakt. Opdat de beste innovaties zo snel mogelijk de markt bereiken, zoals het nieuwste paradepaard, de Océ VarioPrint i300 sheetfed pers. Océ wilde – als eerste – deze hoogvolume digitale pers in de markt zetten, die 300 full-colour afdrukken per minuut kan printen, desgewenst elk vel met een andere opdruk, van een andere papiersoort. Een printer die dus in één minuut een volledige, configuratiespecifieke full-colour handleiding kan produceren, of een compleet boek. Ideaal voor onder

O 26

juni 2016

meer uitgevers die zich tegenwoordig niet meer kunnen veroorloven met offset duizenden exemplaren tegelijk te drukken, vanwege het risico van een grote restvoorraad.

AGILE DEVELOPMENT ‘Deze machine is op een agile wijze ontwikkeld’, vertelt Ronald Adams, r&d-manager mechanical development. ‘Het zorgt ervoor dat r&d ontvankelijk is voor een voortdurende stroom aan wijzigingen. Je kunt tegenwoordig niet meer één keer een machine ontwikkelen en deze vervolgens in de markt zetten. De markt verandert constant. Daartoe onderhouden wij een zeer geregeld contact met grote klanten als Bol.com en Amazon.’ Datzelfde geldt voor de wijzigingen die voortkomen uit kostendruk, vult Carlo Simons, director

Een ander aspect van agile development, aldus Ronald Adams, is het zo vroeg mogelijk betrekken van de toeleveranciers. ‘Traditioneel hadden wij vrijwel alle onderdelen al helemaal uitontwikkeld voordat we gingen bedenken welke partijen die voor ons zouden kunnen produceren. Pas dan gingen we met hen aan de slag om die conform onze specificaties geproduceerd te krijgen. Pas dan kwamen produceerbaarheidsproblemen aan het licht die tot veel wijzigingen in de specificaties leidden. Met alle rework en tijd- en geldverlies van dien. Voor een groter aantal onderdelen, zoals de drum van de VarioPrint i300 (die zorgt voor het snel drogen van bedrukt papier, red.), pakken we dat nu anders aan. We betrekken toeleveranciers vanaf de start bij de ontwikkeling – voor de drum bedrijven als metaalbewerker Itter en gieterij Wutal. In eerste instantie wilden we de drum bouwen door 64 geëxtrudeerde cilinders aan elkaar te lassen’, illustreert Adams. ‘Dat levert natuurlijk een minder stabiel, minder goed repeteerbaar productieproces op. Samen met onze toeleveranciers kwamen we tot de slotsom de complete drum in één keer te gieten. Zo borg je de kwaliteit wel en dan ben je werkelijk agile bezig. En het ontwikkelen van andere onderdelen gaat ook gemakkelijker als je eerder in het proces


zeker weet dat kritische onderdelen zoals de drum conform bepaalde specificaties geproduceerd kunnen worden.’

ZELFSTANDIG ONTWIKKELEN Nu is de drum een ‘strategische’ module, maar ook voor de niet-kritische behuizing van de luchtbehandelingsmodule van de VarioPrint i300 betrok r&d van Océ veel eerder de toeleverancier, in dit geval NTS Hermus uit Venray. Océ specificeerde de onderdelen niet zelf, maar gaf NTS de vrijheid zelfstandig te ontwikkelen. ‘Met als resultaat een behuizing die veel minder framedelen bevat omdat de stevigheid aan de beplating wordt ontleend. Met name door die aanpassing is de behuizing 35 procent goedkoper geworden’, weet Carlo Simons. Daar komt nog bij dat r&d manuren won, omdat ontwikkelactiviteiten nu bij NTS werden uitgevoerd. ‘Die mensen kunnen weer ingezet worden voor andere, strategische modules’, aldus Adams. ‘Het is de bedoeling dat straks voor veel meer onderdelen deze manier van samenwerking – early supplier involvement – wordt gehanteerd’, zo kondigt Simons aan.

LEAGILE SUPPLY CHAINS Agile development betekent dus het flexibel omgaan met een groeiende stroom aan wijzigingen, om de marktontwikkelingen zo nauwgezet mogelijk en sneller te kunnen volgen. Dit vergt

ook een ander intern en extern logistiek systeem, vertelt Joost Hillen, vice president manufacturing machines Venlo. ‘De VarioPrint i300 bestaat uit een groot aantal onderdelen, die – om steeds sneller met innovaties naar de markt te kunnen – door steeds korter durende cycli gaan. Leadtimes worden korter en batches kleiner, en onderdelen worden bij de leverancier pas afgeroepen als ze nodig zijn, om waste en voorraden in de supply chain te minimaliseren.’ Daartoe is, geïnspireerd door lean-goeroe Hayashi van Toyota, een paar jaar terug gestart met de invoering van het kanban-systeem. Onderdelen worden nu steeds meer precies aangeleverd in de aantallen die op enig moment nodig zijn in het verwerkingsproces. ‘Ook in onze eigen manufacturing zijn we ver met de implementatie van lean-concepten en het verkorten van de doorlooptijd. Einddoel is een one-piece flow waarin onderdelen óf verwerkt worden óf onderweg zijn, maar niet liggen te wachten in een tussenopslag.’

LEVERANCIERS VERTROUWD MAKEN Begin vorig jaar is in Venlo de implementatie van het one-piece flow-systeem gestart voor de Océ VarioPrint 6000, getuige de rood-witte kruisen op het deel van de werkvloer waar die printer wordt geassembleerd. Vierkante meters waar tot voor kort onderdelen wachtten op hun verwerking. ‘Op een gegeven moment gaan we die ruimte

weer benutten voor uitbreiding van de productiecapaciteit. Ook dat is een voordeel van leagile werken’, licht Simons toe. En getuige ook de kitkarren op de werkvloer, nauwgezet ontworpen om door een picker gemakkelijk en foutloos gevuld te worden met alle onderdelen die een operator nodig heeft voor één bepaalde module. Hillen: ‘De assemblagedoorlooptijd van de VarioPrint 6000 is zo inmiddels teruggebracht van 120 naar 35 uur. Onderdelen bevinden zich nog maar maximaal vier uur op dezelfde plek. Voorheen was dat gemakkelijk twee dagen.’ Nu is het niet de intentie voorraden slechts te verplaatsen naar de toeleveranciers. Want onder de streep levert dat uiteindelijk niets op, realiseren de Océ-mensen zich. Daarom maken zij ook leveranciers vertrouwd met leagile toeleveren, met de VarioPrint i300 als carrier. Instrumenten als value stream mapping brengen in kaart waar in hun productieproces waarde wordt toegevoegd en waar waste ontstaat. Océ investeert daartoe ook in transparante informatie-uitwisseling en een lean purchase-to-pay-proces. Dit door het koppelen van het eigen ERP-systeem met dat van de toeleveranciers via een supplier collaboration platform. De complete overgang naar kanban voor de VarioPrint i300 vergt anderhalf jaar, weet Hillen. LEES VERDER OP PAGINA 29

EXTRA EARLY SUPPLIER INVOLVEMENT John Dirks van NTS Hermus mag zijn verhaal doen ten overstaan van vijftig Europese key suppliers op Océ’s European Supplier Appreciation Event 2016. Hij vertelt dat de uitrol van de procurementstrategie van Océ, gericht op een leagile supply base, hem het gevoel heeft gegeven ‘in een compleet andere wereld terecht te zijn gekomen’. ‘Intern spreken we van vóór en ná de VarioPrint i300.’ Deze goedverkopende machine levert nu veel van de aanwezige toeleveranciers een snelgroeiende hoeveelheid werk op en staat voor hen centraal in de omslag naar het leagile toeleveren. Zo moest NTS Hermus zich in korte tijd de engineering en productie eigen maken van maar liefst 700 metalen onderdelen (zo’n tien procent van de complete printer). ‘Waren we blijven werken op de traditionele manier – een detailtekening aangeleverd krijgen, produceren, inspecteren en reviewen –, dan hadden we dat nooit gered.’ Gebruikmakend van onder meer value stream mapping en de QRM-methode (Quick Response Manufacturing) van Rajan Suri, is NTS erin geslaagd een heel groot deel van de wachttijd – ‘gemiddeld in industriële processen 95 procent, bij ons was het 98 procent’ – te elimineren. En intussen staan 400 van de 700 parts in kanban. Belangrijk was ook dat voor een belangrijk deel van het werk voor Océ – het frame van een luchtbehandelingsmodule – de interactie met r&d van de printerfabrikant veel sneller op gang kwam. Early supplier involvement dus. Zo slaagde NTS Hermus erin de tco van het frame met 35 procent te verlagen. ‘Die kan nog verder omlaag, net als de time-to-market, maar dat vergt dan wel extra early supplier involvement, al in de con-

Agile development

Leagile supply chains

De vertaling door NTS Hermus van het leagility-concept van Océ.

ceptfase’, houdt Dirks de Océ’ers onder zijn gehoor voor. Een tweede spreker is Frank Wiersma van Itter uit Hardenberg, dat veel eerder dan gebruikelijk werd betrokken bij de ontwikkeling van de drum voor de VarioPrint i300. Dankzij die early supplier involvement kon Itter de productie van deze drum compleet automatiseren, vertelt de managing director. Daartoe werd een vrijwel volledig dedicated freescel ontwikkeld waarmee nu het gietstuk dat als basis dient voor de drum, in enkele uren

wordt afgewerkt. Door veel geld en vier jaar ontwikkelingstijd te investeren in een cel ingericht voor – in principe – alleen de drum, heeft Wiersma een ‘gecalculeerd’ risico genomen. Vooralsnog pakt het goed uit: ‘Nog voor het eind van dit jaar moeten we de productie verdubbelen.’ www.itter.nl www.nts-hermus.nl

juni 2016

27


Automotive componenten

Vermogensrelais

Elektrische- en hybride voertuigen

Schakelaars

Relais

Connectoren

Schakelaars

Comfort systemen

Connectoren

Beveiligingstechnologie

Panasonic Electric Works relais en schakelaars voldoen aan de hoge eisen van de auto industrie dankzij jarenlange praktijkervaring, flexibiliteit en innovatie – zij het in beveiligingstechnologie, rij- en comfort systemen. De focus ligt vooral in oplossingen voor de elektromobiliteit. Voor een milieuvriendelijke toekomst.

www.panasonic-electric-works.nl


VERVOLG VAN PAGINA 27

GLOBAL PROCUREMENT STRATEGY Inmiddels zijn zo’n dertig toeleveranciers op het kanban-systeem in Venlo aangesloten. De meesten van hen voeren sinds kort het predicaat ‘Océ key supplier’. Om de band met hen – en nog zo’n 25 andere Europese sleutelleveranciers – aan te halen en hen op hoofdlijnen te informeren, waren ze begin april uitgenodigd voor het European Supplier Appreciation Event 2016 op de Océ-vestiging in het Zuid-Duitse Poing. Centraal stond de global procurement strategy, onderdeel van de leagility-strategie. Voor de uitrol ervan is een periode van vier jaar uitgetrokken, die startte met het integreren van de inkoopafdelingen in Poing, Venlo en Vancouver. Dit moet ervoor zorgen dat Océ wereldwijd toeleveranciers kiest en beoordeelt op basis van dezelfde kpi’s, dat makkelijker werk verschoven kan worden van de ene supplier naar de andere en dat het bij toeleveranciers introduceren van nieuwe producten op één en dezelfde wijze gebeurt. En dat het leagilegedachtegoed overal op dezelfde, heldere wijze wordt overgebracht, aldus vice president global procurement Michiel Hekkens.

DIALOOG Een tweede strategische stap was het stevig schrappen in het wereldwijde bestand van ruim duizend toeleveranciers. Uit de 700 overblijvers hebben Hekkens en de zijnen ongeveer honderd key suppliers geselecteerd, waarvan grofweg een kwart Nederlands is en een kwart Duits. Deze zijn verantwoordelijk voor een (groot) deel van de toelevering aan de vestigingen in Poing, Venlo, Singapore en Vancouver, en nauw betrokken bij ontwikkeling. Met deze long-term partners is Océ het gesprek aangegaan, verhaalde Hekkens. Een

Een kitkar op de werkvloer bij Océ, nauwgezet ontworpen om gemakkelijk en foutloos gevuld te worden met alle onderdelen voor één bepaalde module.

dit jaar moet zeventig procent van de componenten voor de VarioPrint i300 volgens de kanbanprincipes worden toegeleverd; voor ‘Venlo’ betekent dit dat nog dit jaar 4.000 van de 6.000 parts in het pull-on-demand-systeem moeten worden opgenomen (tussenstand april: 1.600). Voorts blijkt tien procent van de toeleveringen niet op tijd of compleet, terwijl de yield target 95 procent is. Maar ook op het vlak van early supplier involvement zijn er nog stappen te zetten. En de prijzen moeten verder omlaag. Hekkens: ‘Onze targetprijs moet gehaald worden, zo snel mogelijk.

‘Juist die combinatie van Japanse en Nederlandse kennis is een heel sterke’

dialoog voor een optimale match van de toeleverbehoeftes van Océ met de competenties van de toeleveranciers. Océ gaf duidelijkheid over hun prestaties en hoe die – met onder meer kanban – verbeterd zouden kunnen worden. Niet alleen om voor Océ meer leagile te zijn, maar al werkende weg ál de eigen productieprocessen leaner, sneller en flexibeler te maken. De suppliers benutten het gesprek om te pleiten voor een betere forecast en het vroeger betrokken worden bij ontwikkeling (inmiddels dus realiteit voor bedrijven als NTS Hermus en Itter, zie het kader).

NOG STAPPEN TE ZETTEN Inmiddels zijn er vorderingen gemaakt, maar nog niet voldoende, maakte Hekkens duidelijk. Eind

Maar, die leggen we niet eenzijdig op. Het gaat erom dat we wederzijds open zijn over de kostfundamenten en de marges, en samen goed nadenken over hoe we die kosten omlaag kunnen brengen, bijvoorbeeld door de specificaties te wijzigen.’

HOGER NIVEAU ‘En ook binnen Océ moeten er nog de nodige stappen worden gezet’, weet Joost Hillen. Het inrichten van een lean en agile ontwikkel- en productieproces waarmee doelgericht en efficiënt wordt ingespeeld op de nieuwste eisen van de markt, zonder waste zoals tussenvoorraden, vraagt veel van de Océ-medewerkers. ‘Deze manier van werken vergt een hoger niveau. Voor

de eerste VarioPrint i300’s hebben we dan ook onze beste operators ingezet. We zijn nu bezig al onze mensen met opleidingen op dat hogere niveau te brengen.’ Hetzelfde geldt voor de productiemiddelen, incluis de testsystemen. ‘En er moeten nieuwe methodieken worden geïntroduceerd. Een compleet nieuw ontwikkel- en productieproces brengt nieuwe standaarden met zich mee.’

STERKE COMBINATIE Dit hele traject is gestart in de slipstream van de overname van Océ door Canon in 2012. Omdat verbeteringsinstrumenten als continuous improvement, kanban en lean Japanse vindingen zijn, stroomt er veel kennis van het Verre Oosten naar Europa. Maar het is geen eenrichtingsverkeer, verzekert Carlo Simons. ‘Bij Canon zijn ze gewend de camera’s en printers in grote aantallen te produceren. Een product wordt pas op de markt gebracht als het helemaal perfect is en voldoet aan een enorme hoeveelheid kwaliteitseisen. Dat werkt goed voor de consumentenmarkt, maar veel minder voor de b2b-markt waar wij in zitten. Als je daar maar blijft sleutelen tot je het perfecte product hebt, is de concurrent je voorbij gestoken. Onze Nederlandse vrije, meer improviserende, flexibele manier van werken waarin producten, ook nadat ze op de markt zijn gebracht, voortdurend verder geperfectioneerd worden, vinden ze in Tokio heel interessant. Juist die combinatie van Japanse en Nederlandse kennis is een heel sterke. En, als Océ willen we daar niet alléén van profiteren. We zien graag dat, via onze toeleveranciers, de hele regio daarvan de vruchten plukt. Om er zo aan bij te dragen dat de industrie hier mondiaal concurrerend blijft.’ www.oce.com

juni 2016

29


KETENSAMENWERKING

ÉÉN NIET-MANIPULEERBARE, CONSISTENTE DATABASE VOOR DE HELE KETEN

BLOCKCHAIN MAAKT DE INDUSTRIE PAS ECHT SMART De bitcoin als betaalmiddel lijkt na de nodige negatieve publiciteit alweer op zijn retour, maar schijn bedriegt. Volgens ict-experts en trendwatchers zal het onderliggende systeem, blockchain, niet minder dan een revolutie teweegbrengen. De huidige betaal-, administratie- en logistieke systemen zijn over afzienbare tijd zelfs compleet achterhaald, meent professor Egbert-Jan Sol, vanuit TNO betrokken bij Smart Industry en het opzetten van een Blockchain Fieldlab. TradeCloud ontwikkelt blockchain-technologie om tegen zeer lage kosten meer transparantie en efficiency in toeleverketens te realiseren. ‘Het kan de financiële wereld overstijgen en ook voor sup-

DOOR JOS CORTENRAAD

I

n 2008 dook het fenomeen bitcoin op. Een virtueel betaalmiddel zonder tussenkomst van banken of andere ‘controlerende’ partijen. ‘Basis van de bitcoin is de blockchain, een database waarin elke transactie met bitcoins wordt vastgelegd’, verklaart Sol, in Nederland promotor van industriële toepassingen van de blockchain-technologie. ‘Sinds 2013 is duidelijk dat blockchain het mogelijk maakt dat twee partijen die elkaar niet kennen, zonder tussenkomst van een derde partij, een betrouwbaar uitgevoerde transactie kunnen aangaan, zonder hoge kosten van tussenpartijen. Het is een waterdicht systeem, een groot openbaar grootboek, waarmee niet te frauderen valt. Het systeem is niet te kraken en maakt in feite de functie van klassieke banken overbodig. Banken zijn er immers om het betalingsverkeer te regelen en te waarborgen.’

PROCESSEN De bitcoin zou dus een ernstige bedreiging kunnen zijn voor banken. ‘Maar dat niet alleen. Het systeem kan gebruikt worden voor alle mogelijke transacties. Denk aan verzekeringen, notariële

Lodewijk Bonebakker, hoofd ING-innovatiehub in Amsterdam: ‘De bitcoin slecht als digitaal betaalmiddel grenzen. Ik zie het als een sociaal zeer interessant experiment.’ Illustratie: bitcoin.org

30

juni 2016

ply chains een heel nieuwe generatie aan mogelijkheden creëren’, aldus directeur Tonnis de Boer. zaken als erfenissen en hypotheken, boekhou- Illustratie: TradeCloud ding, het onderlinge zakenverkeer, orderplaatsingen, beurshandel, ver‘Neem nu de normale situatie in een productiekiezingen. Allemaal processen waarbij nu derde keten waarin SAP of een ander traditioneel partijen de controle hebben en daarvoor kosten databasepakket leidend is. Invoer via de orderin rekening brengen. Blockchain maakt ook database leidt tot productie van goederen. Alleen digitale marktplaatsen mogelijk, waardoor webbepaalde mensen zijn geautoriseerd om data in te portalpartijen als Uber en Airbnb die op iedere voeren. Als er sprake is van een keten van toetransactie een leuke marge vangen, onnodig zijn.’ leveranciers, heeft iedereen zijn eigen database. Invoering zou de wereld op zijn kop zetten en Voor iedere order en suborder moeten steeds vele honderdduizenden administratieve banen twee mensen in twee bedrijven onderling comfundamenteel veranderen. Onmogelijk? ‘Tja, zo municeren om in de eigen database informatie kun je erover denken. Ik noem dat struisvogelbij te houden. Het zou handiger zijn om één politiek. Ooit werd ruilhandel veranderd door de database te hebben waar zowel klant als toeleveintroductie van geld om waarde uit te drukken en rancier toegang toe hebben. Bij bitcoin is dat het ontwikkelde zich de handel zoals we die nu kengeval. In die database wordt bijgehouden van wie nen. Daarna kwamen het kasboek en grootboek welke bitcoin is. In feite is het een gedistribueerde administratie en nu staan we weer aan de voordatabase waarvan iedereen een kopie heeft. Iedere avond van zo’n verandering. Blockchain is in feite tien minuten komt er een update van de dataeen gedistribueerd digitaal grootboek over alle base. In die update zit een blok met een groot deelnemers heen. Deze ontwikkeling is niet te aantal transacties. Door een keten van deze blokstoppen. Het administratieve systeem gaat op de ken kun je bij bitcoin alle transacties nagaan, zelf schop. Dit past in de snelle evolutie van internet de database opbouwen en bijhouden. Dit is de en techniek. Databases kunnen de bestaande blockchain, een database die door vele partijen systemen overnemen. En als het kan, gebeurt het; kan worden gedeeld.’ daar ben ik van overtuigd en met mij veel collega’s.’ MARKTPLAATS Dat blockchain de gemoederen bezighoudt, is Is daar dan niet mee te manipuleren? ‘Nee. De duidelijk. Wereldwijd sleutelen ambitieuze starttruc is dat ieder blok een versleuteling krijgt die ups aan steeds betere, geavanceerde systemen. ‘Ja, heel lastig te berekenen is. Iedere transactie die maar ook gevestigde ondernemingen. De banken eenmaal in een blockchain is opgenomen, ligt voorop. Er worden honderden miljoenen geïnvast. Op deze manier kan een database waar veel vesteerd. Banken willen natuurlijk een rol blijven partijen veranderingen in kunnen aanbrengen, spelen in het betalingsverkeer. Ze onderzoeken de steeds over alle partijen consistent worden mogelijkheden van blockchain om hun eigen gehouden. Een soortgelijke database komt er business te verbeteren. En dat geldt ook voor straks ook tussen een klant/opdrachtgever en zijn andere partijen.’ hele keten van toeleveranciers. De klant kan in die database een offerteaanvraag plaatsen. Toeleveranciers kunnen daarop een offerte invoeren MAAKINDUSTRIE en de klant kan op basis van de beste offerte een Ook de maakindustrie ontkomt vanzelfsprekend order ingeven. De toeleverancier kan die bevestiniet aan blockchain, vervolgt Egbert-Jan Sol.


gen en aan de slag gaan en daarna status en verzendinformatie invoeren.’ De database is niet van één partij. ‘Nee, het is geen webportal bij een grote opdrachtgever, maar een open marktplaats met veel aanbieders en klanten. Het gaat nu niet om bitcoins, maar om een blockchain-database met zogeheten smart contracts, in dit geval offertes of orders met productrecepten. De klant die een offerte plaatst op deze marktplaats, krijgt alle mogelijke aanbieders te zien. Hij kan kiezen voor de goedkoopste, maar het kan ook degene zijn die direct kan leveren omdat die of vlakbij zit of op dat moment productiecapaciteit onbenut heeft. De aanbieders krijgen continu te zien waar vraag naar is. Initieel zullen ze hun vaste klanten en orders hebben, maar hebben zij machinetijd of transportcapaciteit over, dan kunnen ze die inzetten. Dit gaat straks met blockchain allemaal automatisch. En zonder een Uber- of Airbnb-webportal die als tussenpartij op iedere opdracht zelf een leuke marge pakt.’ Blockchain automatiseert in feite het fabriekskantoor en de werkvoorbereiding. ‘Met als resultaat dat je straks enkelstuks bestelt en produceert voor de prijs van massaproductie. Het loont dan om productie uit China terug te halen en om de hoek te produceren en morgen al te kunnen leveren. Blockchain is nu wat internet en het world wide web in 1994 waren. Het past naadloos in de ontwikkelingen rond smart industries. De maakindustrie verandert snel en de administratie gaat mee.’

ELEKTRONICA IN DE SCHAKELKAST

OPENBAAR BOEKHOUDEN De banken volgen de ontwikkelingen rond blockchain op de voet, bevestigt Lodewijk Bonebakker, hoofd van de ING-innovatiehub in Amsterdam. ‘Blockchain kan de samenleving ingrijpend veranderen. Nu hebben we nog wereldwijd tientallen verschillende systemen om transacties te controleren en vast te leggen. Noem het boekhoudingen die weer worden gecontroleerd door banken, notarissen, accountants, apothekers, enzovoort. Trusted third parties, een grote en breedvertakte wereld waarmee honderdduizenden mensen dagelijks bezig zijn. Blockchain kan dat vervangen door gezamenlijke en openbare boekhoudingen.’ Het behoeft geen uitleg dat dit ook voor de banken een revolutie betekent. ‘Wij gaan anders werken, financiële processen opnieuw opbouwen en inrichten. Geldstromen automatiseren.’ Een bedreiging voor de banken? ‘Zo zien wij dat niet. De bankensector is altijd op zoek naar meer veilige en waterdichte systemen om transacties te monitoren en te controleren. Blockchain is een veelbelovende technologie die wij misschien wel gaan gebruiken. Het wordt dan bijvoorbeeld makkelijker om transacties met crimineel geld te onderscheppen en af te keuren. Juist omdat het gaat om openbare informatie.’

Egbert-Jan Sol (TNO): ‘De maakindustrie verandert snel en de administratie gaat mee.’ Foto: Bart van Overbeeke

degevoeligheid is echter groot, net als de kans op diefstal. De negatieve publiciteit heeft de zaak geen goed gedaan. Als bank houden we ons bij de geaccepteerde, wettelijke betaalmiddelen. Dat kan dus de euro zijn, of de dollar. Met blockchain kunnen we die wel meer grensoverschrijdend maken, omdat de controle veel beter is.’

EXPERIMENT En de bitcoin dan? Lodewijk Bonebakker: ‘Dit digitale betaalmiddel slecht grenzen. Ik zie het als een sociaal zeer interessant experiment. De frau-

INTERFACE

K AANSLUITTECHNIEK

www.tno.nl www.ing.com nl.wikipedia.org/wiki/blokketen

I/O SYSTEMEN

DE BASIS VOOR UW SUCCES Ô Innovatieve oplossingen van Murrelektronik Murrelektronik BV | Meerpaal 1 | 4904 SK Oosterhout (NB) | Tel: +31 162 492-411 | Fax: +31 162 492-415 | sales@murrelektronik. sales@murrelektronik.nl nl | www.murrelektronik.nl

juni 2016

31


STRATEGIE

ARNO THOER (AMADA MIYACHI EUROPE) BENOEMT B&R ALS ROADMAP-PARTNER

‘BIJ HEN ZIE IK DEZELFDE INDUSTRIE 4.0-VISIE’ Amada Miyachi Europe levert klantspecifieke systemen voor precisieprocessen. De modules daarvoor komen van andere concernonderdelen en een beperkt aantal strategische toeleveranciers. Hoe hightech ook, volledig voorbereid op Industrie 4.0 zijn de systemen nog niet. Juist daarin gaat een van die toeleveranciers, B&R, een expliciete rol spelen.

proces dat ervoor zorgt dat het draad op het juiste moment in de machine wordt gelegd, gedraaid en in het juiste tempo langs de laser geleid. En dat de laser op het juiste moment op de juiste plaats gericht staat en precies dat vermogen levert om de coating tot exact de gewenste diepte weg te branden’, schetst Thoer. Voor een goed begrip: de fiber laser markers markeren draden of buisjes van 0,05 tot hooguit 0,8 millimeter, met een snelheid van tachtig centimeter per seconde. Vrijwel alle systemen die ‘Helmond’ ontwikkelt en bouwt, halen hoge nauwkeurigheden. Zoals de configuratie die pacemakerbehuizingen hermetisch dichtlast. ‘Om oxidatie te voorkomen mag geen zuurstof ingesloten worden. Daarom gebeurt het dichtlassen in ons systeem in een atmosfeerkamer gevuld met argon of helium. In de onderste helft wordt de elektronica geplaatst, waarna met een laser de bovenste helft erop wordt gelast. Vision-gecontroleerd, om te borgen dat de pacemaker, eenmaal ingebracht, nooit gaat lekken.’

STRATEGISCHE TOELEVERANCIER

Arno Thoer (links) van Amada Miyachi Europe: ‘Onze klanten willen steeds meer detailinzicht in hun processen; wij denken dat samen met B&R goed te kunnen bieden.’ Naast hem Bas Michielsen en Theo van den Broek van B&R, op de voorgrond een laserablatiesysteem. Foto: Com-magz

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

H

et Helmondse bedrijf, een van de twee Europese vestigingen van Amada Miyachi (sinds 2013 onderdeel van de Japanse Amada Group), ontwikkelt en bouwt klantspecifieke systemen voor hoogwaardige precisieverbindingen, -markeringen en andere -processen voor wereldmarkten als automotive, aerospace, electronics en medische technologie. Het gaat om configuraties waarin allerlei standaard weerstand-, laserlas-, sealing-, snij- en hot bar-apparatuur van Amada Miyachi, zo nodig aangevuld met spullen van derden, is samengebracht om een klantspecifiek proces te kunnen uitvoeren. ‘Wij zijn’, benadrukt manager design & engineering Arno Thoer, ‘gericht op het leveren

32

juni 2016

van een proces, niet van een machine. Andere machinebouwers leveren alleen de technologie voor de gespecificeerde functies, waarna de klant alles zelf mag afregelen. Wij leveren een volledig geoptimaliseerd proces dat precies de kwaliteit oplevert die onze klant aan zijn klant wil bieden. Wij nemen de procesverantwoordelijkheid.’

80 CENTIMETER PER SECONDE Zo’n proces kan zijn de ‘ablatie’ van (holle) coreen guide-wires. Die brengt een chirurg het menselijk lichaam in om operaties aan bijvoorbeeld hart of hersenen uit te voeren. Die draden of buisjes hebben een coating die met een laser geheel of gedeeltelijk wordt weggebrand. Aan zulke markeringen kan de chirurg onder meer zien hoeveel draad is ingebracht. ‘Wij bouwen het

Amada Miyachi heeft verder veel klandizie in de elektronica. Daarvoor ontwikkelt het ook standaardapparatuur die in de concerncatalogus is opgenomen: de Hot Bar Bonding-productlijn. Dat apparaat drukt bijvoorbeeld een printplaat en een lcd-display met elektrisch geleidende, goudhoudende lijm op elkaar en verwarmt (lees: verbindt) die. ‘Ons systeem geeft op precies de juiste plaats en tijd exact de correcte druk en verwarmt die plek gedurende precies de noodzakelijke duur tot exact de gewenste temperatuur.’ Ook deze hoognauwkeurig werkende equipment gaat vanuit Helmond de hele wereld over. Om die klantspecifieke systemen en standaardapparatuur te realiseren, wordt er ontwerp- en engineeringswerk gedaan, software geschreven, geassembleerd, getest en geoptimaliseerd – net zolang tot de klant over precies dat proces beschikt dat hij nodig heeft. Daartoe werkt Amada Miyachi samen met een aantal grote, strategische toeleveranciers, die zaken leveren als pneumatiek, lineaire en servomotoren en de


besturing van die hardware. Met een Siemens en Aerotech doet Amada Miyachi al langer zaken, B&R is in 2013 aan de supply base toegevoegd. Thoer motiveert: ‘We zochten een aandrijfspecialist die wat scherper geprijsd en, bovenal, heel toegankelijk is. We hebben nogal eens te maken met logge, traag reagerende organisaties die vaak ook nog eens fysiek op grote afstand staan. Met B&R hebben we een toeleverancier die om de hoek in Breda zit en ons heel snel en intensief ondersteunt bij het beantwoorden van onze vaak diepgaande vragen.’

daar samen met B&R voor te kunnen zorgen. Bij hen zie ik dezelfde Industrie 4.0-visie als die wij hebben.’ Praktisch blijkt dat uit het feit dat B&R’s harden software heel makkelijk is te integreren in de systemen van Amada Miyachi én in de digitale fabriek waarin die komen te staan, vertelt B&Rapplicatiemanager Theo van den Broek. ‘Onze nieuwe, zeer compacte Acopos P3 servodrive, die drie servo-assen kan aansturen, communiceert

ROADMAP-PARTNER

‘Klanten willen onze systemen moeiteloos kunnen integreren in hun digitale fabriek’

B&R levert inmiddels het hele scala hardware- en software-aandrijfmodules. Al werkende weg ging Thoer B&R tevens zien als een partner met wie hij de technology roadmap voor de komende jaren kan uitvoeren, op weg naar Industrie 4.0. ‘De klant wil onze systemen moeiteloos kunnen integreren in zijn digitale fabriek. En ze moeten hem tot in detail zicht geven op de werking van zijn processen. We hebben wel eens een opdracht verloren, niet omdat onze processen niet goed werkten – de yield was hoger dan die van de concurrent – , maar omdat ze te weinig data gaven over bijvoorbeeld het vermogen dat geleverd, de kracht die uitgeoefend, de inzinkdiepte die bij het lassen bereikt wordt, et cetera. Onze klanten willen, omdat hun klanten dat willen, steeds meer detailinzicht in hun processen. Wij denken

binnen de configuratie met onze andere aandrijfmodules – via het open industriële bussysteem Ethernet Powerlink, waarop alle B&R-producten zijn gestandaardiseerd. Tegelijk kan de datacommunicatie, die dus steeds belangrijker wordt, plaatsvinden over OPC UA, een wereldwijd gestandaardiseerd protocol waaraan B&R mee ontwikkelt. Dat systeem stelt je in staat zowel met de andere machines op de werkvloer te communiceren als verticaal met bijvoorbeeld het ERP-systeem.’

TOEKOMSTPROOF Met die voordelen voor ogen werd B&R betrokken bij onder meer de ontwikkeling van het genoemde laserablatiesysteem. Bas Michielsen, salesengineer van B&R: ‘Om het draad tegelijkertijd door de machine heen te bewegen en te roteren, moeten verschillende motoren synchroon én asynchroon kunnen draaien. Omdat we vergelijkbare problemen bij andere machinebouwers hebben opgelost, kunnen we al snel adviseren over de meest geschikte motoren en hoe die aan te sturen. Ook ondersteunen we bij het programmeren, met modules voor de meest voorkomende functionaliteiten, zoals de aandrijving, de safety, datacollectie, enzovoorts.’ Michielsen doelt op de mapp-technologie, onderdeel van Automation Studio, de ontwikkelomgeving van B&R. ‘Hiermee kan de klant de besturing tot 67 procent sneller programmeren.’ Nieuw in Automation Studio is mapp View, waarmee in korte tijd een webbased bedien- en visualisatie-interface is te programmeren. Arno Thoer: ‘Die tool moet het ons makkelijker gaan maken de stap te zetten naar systemen met één touchscreen dat real time alle procesdata geeft. Ook hiermee kan B&R helpen om onze systemen geschikt te maken voor de toekomst van Industrie 4.0.’ www.amadamiyachieurope.com www.br-automation.com

Creating new business for OEM with Bridging Technology.

juni 2016

33



VEILIGHEID

PANELDISCUSSIE IN DATACENTER INTERCONNECT VERKENT VOORS EN TEGENS VAN IT-EXPLOSIE

‘WAT DOET LELY MET DE DATA?’ De explosieve groei van het digitale dataverkeer – aan de businesskant aangezwengeld door fenomenen als internet of things, big data en cloud – is goed nieuws voor datacenters; ze groeien als kool. Wat niet wegneemt dat veel bedrijven en instellingen nog huiverig zijn om hun bedrijfsgegevens ‘buiten de poort’ te stallen. Op 21 mei, tijdens een event bij Interconnect, kwamen de voors en tegens aan bod. ‘Technologisch gaat het allemaal zo snel dat de wet- en regelgeving altijd achter zal lopen.’

Een kijkje in het datacenter van Interconnect in Eindhoven. Foto’s: Bart van Overbeeke

et middagevent, in het datacenter van Interconnect in Eindhoven, bestond uit een rondleiding, een kwartet voordrachten en een paneldiscussie. Een 25-tal personen uit de industrie en de dienstensector liet zich de kans niet ontnemen om eens een kijkje te nemen in een van ’s lands grootste datacenters – en om van gedachten te wisselen over de laatste ontwikkelingen in de it. Interconnect, Dutch Datacenter Association (DDA), ingenieursbureau Deerns, juridisch adviesbureau ICTRecht, Lely Industries en Van der Velden Rioleringsbeheer leverden de sprekers en/of panelleden. Interconnect en Link Magazine tekenden voor de organisatie.

nationale koppositie heeft weten op te bouwen, ‘zonder een cent subsidie’. ‘De omzet in colocatiediensten groeide vorig jaar met tien procent en gaat richting één miljard euro. Amsterdam is, met bijna honderd datacenters, de datacenterhoofdstad van de wereld. Netflix distribueert er zijn films, Apple zijn updates. Van de totale investeringen in die regio was vorig jaar twintig procent direct datacenter-gerelateerd. De sector is een grote aanjager van onze economie – terwijl de expansie van het internet of things (IoT) en big data nog maar net is begonnen.’ Cijfers van onderzoeksbureau Gartner bevestigen dat. Dit jaar worden per dag liefst vijfenhalf miljoen nieuwe ‘dingen’ aan het IoT gehangen. Waarmee het totaalaantal eind dit jaar op circa 6,4 miljard uitkomt. In 2020 zou dat al 21 miljard zijn.

DATACENTERHOOFDSTAD

NIEUWE BEDRIJFSTAKKEN

In zijn aftrap zette DDA-directeur (en discussieleider) Stijn Grove de digitale industrie in ons land neer als ‘de derde mainport’ en ‘top in de wereld’. Met een datacentersector die een inter-

Het IoT, big data en de cloud zorgen voor een gigantische toename van het digitale dataverkeer. Hoewel nog bescheiden vergeleken met consumer-applicaties als Facebook, WhatsApp en foto’s

DOOR PIM CAMPMAN

H

en filmpjes uitwisselen met de smartphone. Jurjen Ophuis van Deerns, dat voor datacenters over de hele wereld de complete technische infrastructuur ontwerpt: ‘YouTube en Netflix zijn samen goed voor bijna de helft van alle dataverkeer; terwijl Netflix vijf jaar geleden nog niet bestond. Het speelveld verandert ongelooflijk snel. Neem de FitBit (‘horloge’ dat je activiteit, hartslag, enzovoort, meet, red.). Die genereert enorm veel data en analyseert ze; wie weet gaan ze nog eens gezondheidsadviezen uitbrengen. Data wordt een enterprise, ’n bedrijfstak. Zo heb je internetondernemers die zeggen dat bankieren totaal anders kan. Om niet links en rechts ingehaald te worden, zullen banken daarin mee moeten. In mum van tijd zie je zomaar compleet nieuwe bedrijfstakken ontstaan. Voor nieuwe datacenters betekent dit dat ze veel flexibeler moeten worden om future-proof te zijn.’ Dankzij die ‘data-explosie’ groeit de datacentersector fors, en dat geldt ook voor Interconnect (zie kader). Commercieel directeur Rob Stevens, die het bedrijf samen met zijn broer Jeroen (technisch directeur) twintig jaar geleden oprichtte: ‘Het gaat best hard, ja. We groeien over de hele linie: in fysieke datacenteractiviteiten (zoals server(ruimte)verhuur en connectiviteitsdiensten, red.) en hosted telecom en het hardst in onze cloud-diensten.’ Wat onverlet laat dat, om met Stijn Grove te spreken, ‘er nog een wereld te ontginnen is’. ‘Bijna de helft van de bedrijven in ons land neemt nu colocatie-diensten af.’ Ruim de helft dus (nog) niet, uit onbekendheid of omdat men huiverig is de it-ondersteuning ‘buiten de eigen poort’ te zetten.

BESCHEIDEN OUTSOURCING Dat laatste klonk ook door in de paneldiscussie. Ruud Hofland, ict-manager van Van der Velden Rioleringsbeheer (500 medewerkers, achttien locaties in het land): ‘Als familiebedrijf wil je eigenlijk alles in eigen beheer hebben: je panden, voertuigen en je it al helemaal. Confidentiële bedrijfsinformatie ‘buiten’ wegzetten ligt erg gevoelig. Dat we vorig jaar toch de transitie naar een bescheiden outsourcing hebben gemaakt – we hebben het ‘ijzer’, de servers, bij een hostingpartij ondergebracht –, was voor ons een grote stap. Over vier jaar maken we een nieuw vijfjarenplan en bezinnen we ons op verdere stappen. Bijvoorbeeld door iets in de cloud en/of het Loranetwerk (long-range, low-power netwerk voor het IoT, red.) te gaan doen.’ Lely Industries in Maassluis, eveneens een familiebedrijf, houdt de eigen bedrijfsdata in huis, vertelt manager productontwikkeling Serge LoosLEES VERDER OP PAGINA 37

juni 2016

35


PRODUCT DEVELOPMENT & ENGINEERING COMPONENT MANUFACTURING HIGH LEVEL ASSEMBLY GLOBAL SUPPLY CHAIN MANAGEMENT MOTION CONTROL

SEMICONDUCTOR

HEALTHCARE

ANALYTICAL

WWW.FRENCKENGROUP.COM

GLOBAL HIGH TECH SERVICE PROVIDER.


VERVOLG VAN PAGINA 35

veld. ‘It is heel belangrijk voor ons en we hebben een vrij grote octrooiportefeuille; we willen het gevoel hebben daar controle over te hebben.’ Lely is vooral bekend van zijn melkrobots, waarvan er wereldwijd 25.000 draaien – en die remote allerlei info over hun functioneren aan Lely doorgeven. ‘Die verzamelen we extern, in een datacenter in Rotterdam. Een clubje van ons analyseert die datastroom.’

INTERNET OF COWS Dat triggert de zaal, al helemaal als het ‘internet of cows’ ter sprake komt. Daarbij gaat het om de halsbanden die de activiteit van de koe meten (of ze veel ligt, staat of loopt), hoeveel melk ze geeft, ziek is en meer. Serge Loosveld: ‘Bleven die data tot dusver veelal op de boerderij, stilaan zie je die ook bij anderen terechtkomen. Bijvoorbeeld bij spermaverkopers, die graag weten wanneer zij die inseminator kunnen sturen – bij dierenartsen, voerleveranciers, melkverwerkers.’ Op de vragen wat Lely met zijn (geanalyseerde) data doet en of het bedrijf die verkoopt of deelt (en zo ja aan/met wie) antwoordt hij: ‘Wij gebruiken die om onze machines en onze service aan de boer te verbeteren. We delen die data niet, tenzij de boer erom vraagt – omdat hij er voordeel van inziet. Dan gaan die data stromen. Maar daar zitten wij niet tussen. En verkopen, dat doen wij niet. Creatief doen met de data van de klant is niet onze business. Om die paar euro zet je je relatie met de klant niet op het spel.’

PERSOONLIJKE LEEFWERELD Data-analyse als (nieuwe) dienst verkopen, Van der Velden Rioleringsbeheer doet dat wel. Ruud Hofland: ‘Wij doen voortdurend metingen in rioolstelsels, maken massa’s digitale opnames. Daaruit genereren we heel veel data, waar we schades, storingsverloop, misbruik, verdachte verontreinigingen en nog wel meer uitfilteren. Op basis van contractafspraken melden we die. En we maken beheersplannen voor grote klanten, zoals woningcorporaties waarvoor we werken – die samen 400.000 huurwoningen beheren –, overheden en grote bedrijven. Zodat ze direct actie kunnen ondernemen of, bij een restlevens-

Industrie en dienstensector rond de tafel om van gedachten te wisselen over de laatste ontwikkelingen in de it.

duur korter dan eerder geraamd, hun budgetten aanpassen.’ Een toehoorder ziet de voor- én nadelen. ‘Straks, als je data vanuit allerlei bronnen kunt koppelen en daar algoritmes op loslaten, kun je echt alles te weten komen. Dan kunt u melden: op huisnummer 24 worden regelmatig drugs door de wc gespoeld. Dat komt wel heel dicht bij iemands persoonlijke leefwereld en dan weet je helemaal niet meer wat er over jou bij wie bekend is.’

WETGEVING LOOPT ACHTER Daarmee belandt de discussie bij de privacywetgeving. Niels Dutij, juridisch adviseur bij ICTRecht: ‘Vandaag richt die zich vooral op persoonsgegevens. Bedrijfsgegevens vallen vaak ook onder die wetgeving, al geldt dit niet als ze enkel uit cijfers bestaan en niets verwijst naar personen. In 2018 komt er Europese wetgeving over een EU-brede privacyverordening. Daarin worden ook bepalingen opgenomen over wat je mag doen met data en datakoppeling, wat je mag analyseren. Het is dus een thema dat leeft en waarvoor de grenzen straks duidelijk aangegeven zijn. Al moet je vaststellen dat de technologie en wat daaruit voortkomt zo snel gaat, dat je dat nooit helemaal kunt vangen in wetgeving.’ Inzoomend op de outsourcing van it, adviseert Dutij goed te kijken naar de risico’s – scherp te inventariseren wat je wilt outsourcen en waar, en

strikte afspraken te maken met it-dienstverleners over zaken als continuïteit (minimale downtime, zodat je maximale toegang tot je data hebt), gegevensbescherming en exit-strategie (krijg ik, bijvoorbeeld bij faillissement, mijn data terug?). Je data direct of indirect parkeren in de VS is ook een risico; grote kans dat de NSA (National Security Agency) er toegang toe heeft. ‘Persoonsgegevens buiten de EU doorgeven, is zonder een goede wettelijke grondslag in principe niet toegestaan. Maar het Safe Harbor-verdrag dat daarvoor bestond, is vernietigd – en het privacy shield dat daarvoor in de plaats komt is nog niet definitief.’ Kortom, de wetgeving kan, niet verrassend, de razendsnelle ontwikkelingen in de it niet bijbenen. ‘Bedenk daarbij dat je altijd verantwoordelijk wordt gehouden voor jouw data’, zegt de adviseur van ICTRecht (zie ook het artikel over de meldplicht datalekken op pagina 55, red.). Reden te meer om niet lichtvaardig te avonturieren met (het wegzetten van) je kostbare bedrijfsinformatie. www.interconnect.nl www.dutchdatacenters.nl www.deerns.nl www.ictrecht.nl www.lely.com www.vandervelden.com

PROFIEL INTERCONNECT Interconnect runt twee datacenters: in Den Bosch (sinds 2006, 800 m2) en in Eindhoven (sinds 2011, 3.000 m2). Die laatste is de grootste van Zuid-Nederland – en het bouwplan om in omvang te verdubbelen ligt al klaar. Interconnect biedt fysieke datacenter-, ‘hosted telecom’- en cloud-diensten, werkt samen met netwerkleveranciers en beschikt over een eigen glasvezelnetwerk (200 kilometer). Om de continuïteit te waarborgen, zijn de datacenters redundant uitgevoerd, met geavanceerde noodstroomvoorzieningen. Over de klantenkring doet Interconnect geen mededelingen. ‘In onze sector is vertrouwelijkheid een must – en betrouwbaarheid ook’, zegt commercieel directeur Rob Stevens.

Het panel, met van links naar rechts Stijn Grove (DDA), Ruud Hofland (Van der Velden Rioleringsbeheer), Serge Loosveld (Lely) en Niels Dutij (ICTRecht).

juni 2016

37


FMI MORE ADDED VALUE, MAXIMUM INVOLVEMENT

FMI biedt simpelweg meerwaarde aan haar -high tech- klanten. Uw wensen vertalen wij in turn key oplossingen: van engineering tot assemblage. Door onze ervaring met complexe verspaning en exotische materialen, zijn wij in staat om u gewoon tailormade de beste oplossing te bieden. De diverse vestigingen met ieder hun eigen kerncompetenties maken de stap van prototype naar serieproductie klein. FMI, uw partner voor grote modules, tooling en componenten, met toleranties in het mu-bereik.

Met betrokken vakmanschap bundelt FMI de krachten om met ruim 150 medewerkers u als projectpartner van dienst te zijn. Wij ontwikkelen en produceren voor diverse markten waaronder space, olie en gas, medical en high tech industrie. Gecertificeerd zijn wij conform: ISO 9001-2008, ISO 13485 en FDA geregistreerd. Voor meer informatie kijk op: www.fmi.nl

bel: 0164-213600

of stuur een e-mail naar: info@fmi.nl


FLINK bericht over de wereld van starters en hun innovaties, financieringsproblemen en andere uitdagingen. De naam, FLINK, haakt natuurlijk aan bij die van dit magazine, maar duidt bovenal op een wezenlijke karaktereigenschap van elke startende hightech ondernemer waar de interesse van (formal) investors naar uitgaat – meer nog dan naar de innovatie in kwestie: heeft de starter doorzettingsvermogen, weet hij mensen voor zich te winnen met zijn overtuigingskracht, durft hij beslissingen te nemen?

Pim Kat van Technobis (rechts) tegen Olivier Heyning (Lumicks): ‘Wat ik mooi vind om te zien, is hoe jij gewaagde stappen zet.’ Foto’s: Danny de Jong

LUMICKS EN TECHNOBIS VINDEN ELKAAR OP FLEXIBILITEIT EN MEE-INVESTEREN IN FLINK: 42 KORT • Kapitaalinjectie voor ‘FitBit voor de koe’ • In Costa leren bedrijven van start-ups • Crowd helpt diagnostische camera markt op

BIJ WARE ONDERNEMERS ZIT SPIJT NIET IN DE GENEN ‘Weet je wat het is’, zegt Olivier Heyning (36), ceo en co-founder van Lumicks, halverwege het gesprek met Pim Kat (59), ceo en oprichter van Technobis. ‘Ondernemerschap is generatieloos. Het klikt tussen ons omdat we eigenschappen in elkaar herkennen.’ Leeftijd speelt geen rol, hier zitten twee ware ondernemers aan tafel. Pragmatisch, duidelijk, open en met visie. DOOR LUCY HOLL

SLIMME ASPERGEOOGSTROBOT STEEKT KOP OP Cerescon heeft als eerste start-up het StartLife Incubation Program succesvol doorlopen. Cerescon werkt sinds begin 2014 aan de ontwikkeling van een machine waarmee zonder handmatig steken asperges zijn te oogsten. De alfa-machine wordt dit aspergeseizoen getest op de proefboerderij van Wageningen UR en bij leden van Cerescon’s gebruikersgroep. Thérèse van Vinken, medeoprichter en general manager van Cerescon: ‘We gaan hierna de bèta-versie ontwikkelen en die in 2017 grondig testen. In 2018 brengen we dan de eerste prototypes op de markt’. Medeoprichter en systeemarchitect Ad Vermeer bedacht een volledig nieuw machineconcept met een innovatieve methode om de asperges te detecteren voordat ze hun kopjes boven de grond uitsteken. Dit zorgt voor minder violetkleuring en minder ondergrondse schade, waardoor de teler meer en betere kwaliteit asperges kan oogsten. Cerescon ontving subsidie van StartLife en daarnaast van Metropool Eindhoven en MIT, en onlangs is

De eerste testen voor de aspergeoogstrobot. Foto: Cerescon

livier Heyning: ‘Tussen Technobis en Lumicks is het snel gegaan. Begin vorig jaar raakten we in gesprek over sourcing en productie van onze microscopen door Technobis. We hebben concurrenten bekeken, maar met jullie was er een klik. Anderen kwamen met dikke plannen, grote delegaties, eindeloos overleg. Technobis was het meest flexibel en wilde mee-investeren. Wellicht namen we beiden een groot risico, maar het vertrouwen was er.’ Pim Kat: ‘Jij gelooft in het product en in jezelf en je gaat ervoor. De meeste ondernemers met wie ik goed overweg kan, zijn zo.’

O

een Innovatiekrediet toegekend. Delen van de ontwikkeling heeft Cerescon uitbesteed aan technologiebedrijf Demcon. www.start-life.nl

LEES VERDER OP PAGINA 40

juni 2016

39


LEEFTIJD (ON)BELANGRIJK Doet en denkt een jonge ondernemer anders

VERVOLG VAN PAGINA 39

dan een oudere collega? Verschillen ze in de keuzes die ze maken? Waar twijfelen ze over als het gaat om bijvoorbeeld focus, innovatie, productie, financiering of hr? Link Magazine zet twee generaties om tafel.

LUMICKS EN TECHNOBIS VINDEN ELKAAR OP FLEXIBILITEIT EN MEE-INVESTEREN

BIJ WARE ONDERNEMERS ZIT SPIJT NIET IN DE GENEN Pim Kat richtte Technobis een jaar of twintig geleden op. Hij was toen net iets ouder dan starter Olivier Heyning nu. Beiden begonnen min of meer bij toeval. Kat had een prima researchbaan bij Hoogovens. Maar toen het slecht ging, werd hij samen met zijn researchassistent uitgeleend aan machinefabrieken met complexe technologische problemen. ‘Dit kunnen we ook voor onszelf gaan doen’, bedachten ze. Een bedrijf uit België bestelde wonderbaarlijk genoeg meteen vijftig machines bij system supplier Technobis. Op 1 april 1996 begonnen ze ‘als idioten’ te bouwen. Heyning had tot twee jaar geleden een directeursfunctie bij microscopengigant FEI in Eindhoven. Hij raakte in gesprek met een onderzoeker bij de Vrije Universiteit, waar twee hoogleraren al jaren werkten aan een ingenieuze microscoop (zie kader). Elders hadden wetenschappers hun tanden erop stuk gebeten, in Amsterdam was het gelukt. Zou het mogelijk zijn om er een bedrijf van te maken? Heyning dacht in de avonduren met de onderzoeker mee over een businesscase. Ze vroegen aan klanten – academische instituten – via de Voice of Customer-methode welke toepassingen zij zagen, wat hun eisen waren en hoeveel ze wilden betalen. Voorjaar 2014 werd Lumicks opgericht, niet veel later gaf Heyning alles bij FEI op. Het avontuur lokte, lange tijd zag

OP KOERS RAKEN

Olivier Heyning (Lumicks): ‘Linksom of rechtsom, we gáán die microscoop tot een succes maken.’

hij van salaris af. Pas halverwege 2015 ontving Lumicks de eerste twee echte orders.

PIJPENLAATJE Olivier Heyning: ‘Daar zaten we dan, de Ph.D.

PARTNERS De wetenschappelijke start-up Lumicks uit Amsterdam leverde vorig jaar zijn eerste twee systemen van een half miljoen euro elk aan het Duitse Max Planck Instituut en een nieuw biofysisch onderzoeksinstituut in Praag. Het gaat om de revolutionaire C-Trap (Correlative Optical Tweezers-Fluorescence Microscope) en de AFS (Acoustic Force Spectroscope) voor het real-time observeren van bijvoorbeeld dna-eiwitinteractie op moleculaire schaal. Meer inzicht in hoe moleculen onderling verbinden, is essentieel voor het begrijpen van onder meer Alzheimer en kanker. De VU-hoogleraren Gijs Wuite en Erwin Peterman ontwikkelden de prototypes voor de

met zijn sterk inhoudelijke expertise en ik, het was wennen om zo één-op-één samen te werken. De hoogleraren dachten mee, de vercommercialisering moest nog beginnen. Het was een beslissing op gevoel, maar ik heb nooit spijt gehad. Als je gemaakt bent om zoiets risicovols te doen, zit spijt niet in je genen.’ Pim Kat: ‘Dat herken ik. Ondernemer ben je, of niet. Ik begon met mijn medewerker in een oude caravanstalling. Nu zitten we in een hypermodern gebouw op het Energy Innovation Park in Alkmaar. Bij Hoogovens was research lange tijd: ‘Verzin iets briljants en geld speelt geen rol.’ Ineens moesten we ons eigen salaris bij elkaar zien te krijgen. Zelfs op momenten dat het bijna mis ging afgelopen twintig jaar, had ik nooit spijt. Ik had het niet willen missen.’

C-Trap, die vakblad Nature Methods in zijn top-tien van meest veelbelovende methodes van het decennium plaatste. De potentiële markt is tweehonderd miljoen euro. De sourcing en productie voor Lumicks wordt verzorgd door Technobis uit Alkmaar. Het bedrijf heeft een speciale ruimte ingericht voor de bouw van zo’n vijf tot tien systemen per jaar. Bedrijvengroep Technobis levert hightech instrumenten, modules en optische chips aan onder meer maakindustrie, ruimtevaart en medische wereld. www.lumicks.com www.technobis.com

Olivier Heyning: ‘Hoe wist je welke kant je op wilde?’ Pim Kat: ‘We hebben van alles gedaan, maar altijd met fotonica, optica, thermische beheersing of fijnmechanica. Een bedrijf moet een bepaald imago uitstralen. Als je afwijkt van je koers, kun je dat ineens kwijt zijn. Daarom hebben we wel eens opdrachten afgeslagen. Dat heeft soms moeilijke tijden opgeleverd. Het ene moment namen we tien man aan, dan weer moest plotseling een kwart vertrekken. Voorbeeld: we hebben ooit ingezet op zonnecellen. Een spin-off van ECN had een procédé ontwikkeld om silicium meteen dun te gieten. De wereldmarkt leek open te liggen, we investeerden mee voor een half miljoen. En de markt stortte in. Het is steeds nieuwe dingen zoeken en opstarten, sommige lukken wel, andere niet. Wij zijn continu aan het improviseren. Jij begon met een product dat al sterk gedefinieerd is, bij jou ligt die koers veel meer vast, lijkt me.’ Olivier Heyning: ‘De focus lijkt heel duidelijk, maar er zijn ontelbaar veel beslissingen te nemen. Ik moet bijvoorbeeld continu bedenken wat we níet gaan doen. We hebben inmiddels acht Ph.D.’s in dienst en die zitten vol briljante ideeën, maar dat is destructief als je iets gedaan wilt krijgen. Ik ben steeds aan het sturen om uitgevoerd te krijgen wat gepland en afgesproken is. Het staat haaks op universitaire research, waar mensen de hele dag zo open-minded mogelijk moeten zijn. Ik kwam bij FEI uit een bedrijfscontext. Het is voor mij een grote uitdaging geweest. Mensen veranderen is niet eenvoudig, maar ik ben wel eindverantwoordelijk als ceo.’

GROEISTUIP Pim Kat: ‘Bij mij zit pionieren nog steeds sterk in

40

juni 2016


gemakkelijk LASERGESNEDEN BUIS & PLAAT ONLINE snijden is eenvoudig, Kwaliteit & betrouwbaarheid een kunst.

mijn aard. Technobis Fibre Optic Sensing Systems doet nu dingen die de hele wereld niet kan, dat vind ik geweldig. Ik trek daar de r&d grotendeels zelf. Met Technobis Mechatronics ben ik niet dagelijks inhoudelijk bezig. Mijn managers kunnen veel beter een volwassen bedrijf leiden. Tegelijkertijd zie ik dat we door die fibertak nu groot gaan worden. We lijken nu eindelijk gevonden te hebben waar we ons ei kwijt kunnen en langdurig omzet gaan halen. We zitten in een groeistuip en gaan de komende jaren van veertig naar tweehonderd man. Dan krijg je steeds meer personeelstoestanden, over pijntjes, auto’s van de zaak, salaris. We moeten kijken hoe we dat gaan doen, want aan zoveel mensen ga ik niet meer leiding geven. Pionieren zonder te weten waar het heengaat of uitkomt, vind ik het leukste.’ Olivier Heyning: ‘Jij zoekt continu nieuwe markten. Dat zie ik mezelf minder doen. Mijn kracht is dat sterke focussen. Natuurlijk stel ik mijn plannen bij, maar helemaal van business veranderen, dat doe ik niet. Al die zijwegen begaan wij minder.’ Pim Kat: ‘De omstandigheden dwingen je als ondernemer soms toch om switches te maken. Iets afmaken is bij ons net zo goed een crime als bij jullie, met al die slimme mensen met superideeën. Als we niet uitkijken, blijven we ook bij Technobis een hoop geld investeren in ontwikkeling en gaan we nooit wat verdienen. Voor onze fiberactiviteiten nemen we nu projectleiders aan die strak gaan plannen.’

Pim Kat (Technobis): ‘Ik zou me helemaal te pletter vervelen in voorspelbare markten, maar ik heb wel steeds meer het besef gekregen dat dingen afmoeten en verkocht moeten worden.’

KAPITAAL ZOEKEN Olivier Heyning: ‘Tussen Technobis en Lumicks is het snel gegaan. Februari 2015 raakten we in gesprek, augustus 2015 lag er een contract. Voor de kerst had het Duitse Max Planck Instituut, onze gedroomde launching customer, zijn systeem. We hebben samen gas gegeven.’

Pim Kat: ‘Wat ik mooi vind om te zien, is hoe jij gewaagde stappen zet, je gelooft in het product en in jezelf en je gaat ervoor. De meeste ondernemers met wie ik goed overweg kan, zijn zo. Nu zal je financieringsrondes moeten doen. Kijk uit met wie je gaat praten. Venture capitalists kunnen prachtige bedrijven met goede kansen echt kapot maken. Steeds maar financieel verantwoorden mag niet de overhand nemen. Het gaat mij nooit om cijfertjes, maar om maken wat een ander niet kan.’ Olivier Heyning: ‘We hebben nog geen extern kapitaal, alleen aandelen bij onze eigen mensen. We hebben zelfs wat winst en dat is bijzonder voor zo’n eerste jaar. Maar onze burn rate stijgt enorm met inmiddels twintig mensen. We willen doorgroeien, uitbreiden en professionaliseren. Geïnteresseerde investeerders zijn er genoeg, maar we geven inderdaad ook vrijheid weg.’ Pim Kat: ‘We hebben nu alleen nog private investeerders. Ik heb grote fondsen gehad, maar ben diep teleurgesteld geraakt in hoe financiële mensen denken. Af en toe ben ik op miraculeuze wijze geholpen aan geld, juist door private investors, op momenten dat ik met de rug tegen de muur stond.’ Olivier Heyning: ‘Dat doorzettingsvermogen van jou waardeer ik zeer. Een aantal keren ging het bedrijf bijna failliet, maar je blijft ondernemen en investeren. Werk vooral toe naar dat punt dat Technobis op eigen benen verder kan. Je wilt niet zelf een bedrijf van 200 man leiden. Gewoon blijven doen waar je goed in bent.’

juni 2016

41


KORT

KAPITAALINJECTIE VOOR ‘FITBIT VOOR DE KOE’

THE PREFERRED PARTNER FOR OPTICAL SOLUTIONS

Creating a win-win-win situation,

Co-creativity

De Amsterdamse start-up Connecterra heeft bij buitenlandse investeerders 1,8 miljoen dollar opgehaald voor de doorontwikkeling van zijn ‘activiteitenmeter’ voor (melk)koeien. De meter hangt om de hals van de koe, de achterliggende software registreert het bewegingsgedrag en de gezondheid van het beest. Daar-

mee kan de boer gezondheidsproblemen en vruchtbaarheidsstatus in vroeg stadium vaststellen en zo de productiviteit van zijn veestapel vergroten. Connecterra, in 2014 opgericht, baseert de ‘FitBit voor koeien’ op sensor- en machine learningtechnologieën. www.connecterra.io

IN COSTA LEREN BEDRIJVEN VAN START-UPS

By developing together and adding value

Openness By being transparant and open.

Onder het motto ‘gevestigde bedrijven kunnen veel van start-ups leren’ heeft start-up-ambassadeur Neelie Kroes Costa (acroniem voor COrporates en STArt-ups) gelanceerd. In dat samenwerkingsverband wisselen AkzoNobel, DSM, Eneco, Havenbedrijf Rotterdam, ING, KLM, KPN, Philips, Shell en Thales Nederland goede en slechte ervaringen uit over

Ownership We take a challenge and create our solution

hun samenwerking met start-ups. Daarmee willen ze voorkomen dat ieder apart het wiel opnieuw gaat uitvinden, de samenwerking tussen corporates en start-ups verbeteren en innovatieprocessen sneller laten verlopen. KPN-cfo Jan Kees de Jager leidt de Costa-groep. www.startupdelta.org

CROWD HELPT DIAGNOSTISCHE CAMERA MARKT OP Haerst, ontwikkelaar van diagnostiek met videobeelden, krijgt een kapitaalinjectie via crowdfundingnetwerk Zorgfunders. De investeerders brengen ook ondernemings- en financiële ervaring en technische en specifieke zorgexpertise. Haerst brengt met het geld zijn tweede generatie diagnostische camera’s naar de markt. Die leggen diagnostische gesprekken tweezijdig vast om Address Zwaanstraat 2a 5651 CA Eindhoven The Netherlands

Tel : + 31 40 25 61 500 Fax : +31 40 25 61 518 www.anteryon.com Info@anteryon.com

die met hulp van nieuwe technieken steeds verder te objectiveren. In onder meer de psychiatrie heeft dat grote voordelen. Oprichters Jeroen Terpstra (psychiater, innovator, onderzoeker en ondernemer) en Stefan de Haas (ondernemer en specialist in beveiligingstechniek) behouden een meerderheidsbelang. zorgfunders.nl


onderhoudskosten verlagen en stilstand beperken planetaire- en conventionele aandrijving, hydrauliek en lieren

Investeer direct in de juiste aandrijving Wanneer u een Brevini aandrijfsysteem koopt, dan krijgt u ook technische support en jarenlange kennis op het gebied van engineering aangeboden. Wij zorgen voor een volledige oplossing op maat. Of het nu gaat om planetaire, conventionele, hydraulische aandrijfsystemen of lieren.

Brevini Benelux / benelux@brevini.com / +31 172 42 80 80 / www.brevini.nl


PROCESVERBETERING

STORK THERMEQ OP STOOM MET SALESCONFIGURATOR SOFON

‘WIJ ENGINEEREN TIJDENS HET CONFIGUREREN’ Stork Thermeq moet in een project veel offertes uitbrengen om één order voor een ontgasser te scoren. Een salesconfigurator brengt uitkomst. Die van Sofon biedt de ruimte om tijdens het configureren te engineeren. Want dat dik pak klantspecificaties moet wel worden doorgerekend. Zo rolt er een oplossing uit die past binnen de veilige ontwerpkaders én efficiënt is te produceren.

rond komt, gaat het project in ‘EPC bidding’. Daarbij brengen meerdere engineering, procurement and construction contractors (epc’ers, zoals Samsung, Siemens, GE en Hyundai) een offerte uit. ‘Als wij weten dat er een project zit aan te komen, bellen we alvast die epc’ers dat we willen meedoen. Hopelijk vragen ze ons om een concrete offerte voor de ontgasser. Wij moeten dan voor elk van hen een andere aanbieding maken, want zij werken allemaal met verschillende procesparameters. Uiteindelijk wint er één en wij hopen daar bij te zitten. Dan hebben we dus al heel veel aanbiedingen gemaakt, in korte tijd, met niet alleen een prijsindicatie maar ook een heel ontwerp. Hoe eerder die bij de klant liggen, hoe groter de kans dat we een project winnen. Een configurator is daarvoor ideaal.’

DOE-HET-ZELF

Productie van ontgassers bij Stork Thermeq – safety first, dus veiligheidsbril op. Van links naar rechts Jasper Sterenberg, Maurits Luttikhuis, Maurice van Hout (Sofon) en Anne Bosma: ‘De klant komt met een dik pak specificaties, een standaard van de plank zou hij niet accepteren.’ Foto: Arjan Reef

DOOR HANS VAN EERDEN

HEEL VEEL OFFERTES

l ruim tachtig jaar bouwt Stork Thermeq (260 medewerkers) in Hengelo (Ov) branders en ontgassers voor de energiesector. Die ontgassers (deaerators) zijn essentieel in de stoom-watercyclus van een centrale. De zuurstof die tijdens het proces in het water komt, halen zij er weer uit om corrosie (reactie met zuurstof) van de stalen ketelinstallatie te voorkomen. Stork Thermeq onderscheidt zich met een onderhoudsarmer en compacter ontwerp van de concurrentie. Daardoor kan de klant toe met minder inbouwruimte en een lichtere staalconstructie rond de soms wel tientallen meters lange tank. Elke ontgasser wordt op maat gebouwd.

Stork Thermeq is er marktleider mee geworden, maar volledig klantspecifieke engineering op de klassieke manier was niet langer houdbaar, vertelt Jasper Sterenberg, director deaerators & swirlflash. ‘Om mee te kunnen in de wereldwijde concurrentie, moesten we het efficiënter en slimmer doen; niet meer elk project met een blanco stuk papier beginnen.’ Hij wijst op de commerciële omgeving waarin het Hengelose onderdeel van multinational Stork opereert. Een opdrachtgever laat voor een nieuwe energiecentrale eerst een front-end engineering design studie uitvoeren. ‘Voor ons is het de kunst om met een technische en commerciële aanbieding al in die studie te zitten.’ Als op basis van deze studie de investering

A 44

juni 2016

Configure-to-order engineering (cto) dus: een order klantspecifiek configureren uit standaardcomponenten en -modules, die in meerdere varianten beschikbaar zijn. Drie jaar geleden begon Stork Thermeq met de omslag naar cto, vertelt Anne Bosma. ‘We hebben ons georienteerd op configuratoren. De keuze viel op Sofon: makkelijk in gebruik en salesengineers kunnen er na training snel mee werken. Al kun je het beheer er niet een paar uurtjes per week bij doen.’ Bosma en collega Maurits Luttikhuis zijn als configure-to-order engineer verantwoordelijk voor dat beheer van de ontwerpinformatie in Sofon. ‘We hebben meer dan bij andere configuratoren het gevoel dat we in control zijn en zelf kunnen bepalen wat we er wel of niet in stoppen. We zijn niet afhankelijk van een consultant om het draaiende te houden.’ Dat is inderdaad de filosofie van de leverancier van verkoopondersteunende software, verklaart Sofon’s customer success manager Maurice van Hout: ‘Do it yourself and we’ll teach you how. Bedrijven hebben zelf de productkennis in huis, dat gaan wij niet beter doen.’ Hij benadrukt dat de vraag naar configuratie niet primair bij engineering moet spelen, maar eerder al. ‘Gaat er aan de voorkant, in het salesproces, iets mis, dan is de hele organisatie er druk mee. Zorg dat je de customer requirements goed aftikt, dan heb je daarna het hele proces onder controle.’ Precies


NIJSSEN CONFIGUREER UW ORGANISATIE

Ed Nijssen Hoogleraar technologiemarketing aan de Technische Universiteit Eindhoven. Vanuit zijn expertise op het gebied van marketing en productontwikkeling beschouwt hij met een kritische blik telkens een artikel in Link Magazine. e.j.nijssen@tue.nl

et invoeren van modulair productontwerp is geen sinecure. Waar veel bedrijven denken dat de techniek de basis en oplossing is, vertelt het voorbeeld van Stork Thermeq een ander verhaal. Modulariteit vraagt een op configuraties gerichte organisatie en cultuur.

H

configurator die sales helpt snel te komen tot de meest optimale en personalized klantoptie. De tool bevat alle ontwerpregels en modules om tot een set van geschikte opties te komen. Het dwingt sales om in configuraties te denken en leidt ze actief naar goede, toegesneden maar ook winstgevende configuraties.

In de casus van Stork Thermeq komen belangrijke organisatieelementen naar voren die nodig zijn om modulair werken tot een succes te maken. Het begint bij een management dat kennis heeft van modulair ontwerpen en het ondersteunt. Het ontwerp moet te allen tijde goed worden bewaakt en mag niet zomaar aan de kant worden geschoven op een vrijdagmiddagfeestje over productverbetering van r&d. Bestuurders en beheerders van het architectural design moeten er ook zijn. Zo lezen we over een structuur waarbij een supervisory board nieuwe elementen moet stimuleren en goedkeuren en twee configure-to-order engineers die beheren en bewaken. Verder zijn er meetings met klanten en klanttevredenheidsonderzoeken. Deze zorgen dat kan worden nagegaan of klanten happy zijn met de mate van personalisatie en de kwaliteit van de sterk gestandaardiseerde oplossingen. Er kunnen belangrijke ideeën voor verbeterde en nieuwe modules of services uitkomen.

Vaak vergeten bedrijven sales nadrukkelijk bij het modulair ontwerpen te betrekken. Wat er dan kan gebeuren, merkte DAF Trucks. Hun r&d werkte hard aan zuiniger vrachtwagens en beloofde klanten belangrijke besparingen. Deze werden echter niet gerealiseerd omdat een nieuwe trainingsmodule, voor het goed laten omgaan van chauffeurs met de nieuwe trucks, niet standaard werd mee verkocht. De salesmensen verkochten nog steeds hun oude, beproefde configuraties in plaats van de nieuwe. De klanten waren verontwaardigd en teleurgesteld. Na een snelle analyse kwam het management er achter en zorgde voor de ‘link’ met sales. Men reikte de salesmensen de configuratiekennis aan, trainde hen en zorgde voor een goede configuratorondersteuning. Dit loste het probleem op en zo werden de nagestreefde klant- en concurrentievoordelen toch nog bereikt.

Volgens Stork Thermeq is het belangrijk dat sales wordt aangesloten en eindigt het hier niet mee, maar begint het daar juist. Immers, sales kent zijn klanten en hun latente behoeften. Via training en met behulp van de softwaretool van Sofon wordt sales betrokken en ondersteund. De software is in feite een product-

daar schortte het nog aan, erkent Jasper Sterenberg. ‘Voorheen werkten we in sales met een zeer uitgebreide zelfgebouwde tool, maar die liet nog ruimte voor interpretatie.’

DOORREKENEN De configurator omvat bij Stork Thermeq een proces- en een mechanisch deel. Het procesdeel bevat alle kennisregels om de procescondities, zoals capaciteit en temperaturen, om te zetten naar een procesontwerp. Het mechanische deel vertaalt dat naar een compleet mechanisch ontwerp aan de hand van de wensen van de klant voor het aantal rompdelen van de tank, de plaat-

De boodschap is duidelijk. Modulariteit is niet slechts een zaak van technici. Het is een ontwerpfilosofie die gericht is op het verkopen van best-value-for-money oplossingen aan klanten. Sales moet het begin- en eindpunt zijn. Sales moet de essentie van modulair ontwerp snappen om in het salesproces tot optimale configuraties voor klanten te kunnen komen. Een handige salesconfigurator kan hierbij helpen.

automatisch kan worden voldaan. Tevens zijn er kennisregels om voor een configuratie bijvoorbeeld het aantal lasuren te berekenen. Bijzonder is de optie van sterkteberekeningen om de benodigde plaatwerkdikte te bepalen. Want bij Stork Thermeq is configureren geen kwestie van parameters erin gooien waarna het beste antwoord er zo uitrolt, aldus Sterenberg. ‘De klant komt met een dik pak specificaties, hij zou een standaardvan-de-plank niet accepteren. Dus wij rekenen die specs helemaal door. Zo engineeren we binnen de veilige kaders die Sofon stelt en krijgt de klant de oplossing die wij efficiënt kunnen produceren.’

‘Zorg dat je de customer requirements goed aftikt, dan heb je daarna het hele proces onder controle’ sing van aansluitingen (nozzles), de wijze van ondersteuning, de gewenste instrumentatie, enzovoort. De configurator bevat daarvoor gestandaardiseerde basisonderdelen, bijvoorbeeld de speciale ontgascomponenten, de tanksegmenten in bepaalde lengtes, plaatwerk in standaardhandelsdiktes, pijpmateriaal en tubelures met verschillende diameters. Ook de internationale ontwerpnormen zijn opgenomen, zodat daaraan

De configurator zorgt er ook voor dat automatisch de benodigde hoeveelheid plaat in de juiste dikte wordt besteld, verklaart Anne Bosma. ‘We hebben dat materiaal niet op voorraad, we bestellen klantspecifiek.’ Zo concurreert Stork Thermeq op de beheersing van z’n processen. En op de documentatie. ‘Sofon levert het complete technische pakket en voor een layout-tekening genereert het foutloos alle gegevens, die je vervolgens

in CAD kunt inlezen. Binnen twee uur kun je dan een tekening opzetten, met veel technische informatie, gelinkt aan de offerte. Dat werk bespaar je allemaal in engineering, en het voorkomt discussie over de leveringsomvang tijdens de orderfase.’

DOORZETTINGSVERMOGEN De manier waarop Stork Thermeq met de configurator werkt en daarin engineert, is bijzonder, erkent Maurice van Hout. ‘Maar dat vinden wij natuurlijk van elke Sofon-case. Daarom willen wij onze gebruikers meer kennis en ervaringen laten uitwisselen.’ Hij is onder de indruk van het doorzettingsvermogen waarmee Stork Thermeq nu drie jaar aan cto werkt. ‘Er is support van het management en ze hebben een goede structuur met een supervisory board (die de prioriteiten voor het inbouwen van nieuwe opties bepaalt, red.), user meetings en gebruikerstevredenheidsonderzoek. Dat houdt de zaak levend.’ Natuurlijk is er nog meer mogelijk met Sofon, zoals de koppeling met ERP die op het verlanglijstje staat, maar Jasper Sterenberg ziet nu al veel meerwaarde. ‘We kunnen snel offertes genereren en de klant krijgt zoveel informatie waar hij verder mee kan. Wij zijn er gelukkig mee.’

www.stork.com www.storkthermeq.com sofon.com/nl

juni 2016

45



MARKETING

WILA LANCEERT WEBSHOP

‘ONLINE’ VERSTERKT RELATIE MET INDIRECTE VERKOOPKANAAL Leverancier van kantpersgereedschappen WILA uit Lochem heeft een webportal geopend voor Europese klanten. WILA handelt hun bestellingen rechtstreeks af, zonder het indirecte verkoopkanaal via de distributeurs buitenspel te zetten. De relatie die zij kunnen onderhouden met hun klanten én met WILA wordt alleen maar intensiever. ‘Wij gaan niet op de stoel van de distributeur zitten. Die heeft namelijk altijd toegevoegde waarde in de aftersales.’ Screenshot van WILA’s nieuwe webshop.

DOOR HANS VAN EERDEN

e vraag naar hoogwaardige kantpersgereedschappen neemt gestaag toe, signaleert WILA, dat zich afficheert als specialist in kantpersproductiviteit. Het bedrijf investeert continu in productinnovatie (automatische herkenning van gereedschappen, eenvoudige en nauwkeurige positionering en uitwisseling, enzovoort) en verdergaande automatisering van de productie. Nu maakt ook sales een vernieuwingsslag. In Amerika heeft WILA al jaren een verkoopkantoor en vorig jaar kwam er één bij in China. De nieuwste ‘outlet’ is per 1 juni opengegaan, op het world wide web. ‘Wij zien ons als een dienstverlenend bedrijf ’, verklaart commercieel directeur Michiel Wensing. ‘We willen klanten in staat stellen online op een intuïtieve manier WILA-tooling te bestellen met inzicht in functionaliteit en levertijd en directe afhandeling door WILA.’ Het past bij de inzet van het Lochemse bedrijf op smart industry en het zoveel mogelijk automatiseren van alle processen. ‘De interne afhandeling van bestellingen uit de webshop is geïntegreerd en doen we geheel digitaal, tot en met het bedrijfsbureau dat instructies maakt die de operator op z’n scherm in de fabriek ziet; daar komt geen papier meer aan te pas. Zo kunnen we sneller en transparanter naar de markt werken.’

D

KLANTINTIMITEIT De opening van de webshop betekent niet dat WILA z’n traditionele verkoopkanalen buitenspel zet. Integendeel, klanten moeten online een door WILA geautoriseerde servicepartner selecteren. ‘Wij gaan niet op de stoel van de distributeur zit-

ten. Die heeft namelijk altijd toegevoegde waarde in de aftersales, door de klant advies te geven en andere diensten en producten te leveren. De klantintimiteit ligt bij de distributeur, hij kan de klant in de eigen taal en cultuur bedienen (het exportaandeel in WILA’s omzet is 95 procent, red.). Wij leveren de online bestellingen direct aan de klant, maar de distributeur krijgt z’n commissie.’ WILA heeft en wil geen eigen verkoopapparaat. ‘In Amerika hebben we van oudsher een sterk distributiekanaal; onze intentie is dat model in Europa kracht bij te zetten door het aanstellen van de juiste servicepartners en die actiever te gaan promoten.’ WILA start met authorized service partners (asp’s) in Nederland (vier stuks) en ruim tien andere Europese landen. In landen waar WILA nog geen (of onvoldoende) dekking heeft, kunnen klanten een suggestie voor een asp aandragen. ‘Wij willen de webshop gebruiken als mechanisme om ons distributieapparaat te versterken.’

PROMOTIETOOL De webshop moet de relatie met de distributeurs dus juist versterken. ‘Het is ook een promotietool waarmee zij hun promotiecodes en vouchers voor klanten kunnen beheren.’ Die vouchers worden bijvoorbeeld gebruikt als een klant bij die distributeur een kantbank bestelt en de gereedschapskeuze nog wil uitstellen. In de verkoop gaat dan een voucher met blanco gereedschapskeuze mee, zodat de klant samen met de distributeur op een later tijdstip de juiste keuze kan maken. De distributeur heeft een eigen login, waarmee hij complete overzichten van offertes en bestellingen krijgt en notificaties van leads ontvangt. Ook

WILA heeft natuurlijk baat bij deze samenwerkingsvorm. ‘Het geeft ons bijvoorbeeld meer controle over ons prijsbeleid. Nu is soms niet duidelijk wat distributeurs daarmee doen. Het is belangrijk dat zij ons strikte prijsbeleid respecteren en niet te veel marge op de producten zetten. Natuurlijk kunnen zij wel kortingen geven aan hun klanten, maar ook dat houden wij in de hand. Willen distributeurs daar helemaal vrij in zijn, dan kunnen zij de producten zelf inkopen en aan hun klanten wederverkopen.’

ENTHOUSIAST De Europese distributeurs zijn – na aanvankelijke schroom – enthousiast, meldt Michiel Wensing. ‘Ze zien dat wij hen promoten als asp en ontlasten qua administratie. We nemen ook hun financiële risico over doordat de klant rechtstreeks aan ons betaalt, op krediet of juist vooruit.’ Online zijn nu alleen standaardproducten te bestellen, maar het is de bedoeling de webshop, aan de hand van feedback uit de markt, te verrijken en in de toekomst specials toe te voegen. Daarnaast is de webshop een portal voor informatie over accessoires, componenten en gereedschapssystemen die (nog) niet online zijn te bestellen. Alle productinformatie, uitgezonderd de marktprijs, is voor iedereen te zien. Wil iemand bestellen of prijzen bekijken, dan moet hij zich registreren en een asp selecteren. Naar verwachting gaat de webshop in september live in Noord- en Zuid-Amerika en wellicht volgend jaar in Azië. www.wila.nl webshop.wila.nl

juni 2016

47


PROCESVERBETERING

CARDS PLM SOLUTIONS PARTNER PM-BEARINGS IN VERDERE PROFESSIONALISERING VAN AUTOMATISERING

VERANTWOORDELIJKHEID NEMEN In menig hightech apparaat of systeem waarin ultranauwkeurig positioneren aan de orde is, zitten ze sinds jaar en dag: hoogwaardige componenten van PM-Bearings. En submodules, meestal klantspecifiek ontwikkeld, want sinds tien jaar produceert het Dedemsvaartse bedrijf ook die. ‘De komende vijf jaar gaan we ons breed in de markt neerzetten als een partner die de verantwoordelijkheid op zich neemt voor complete positioneringsvraagstukken in de machines van klanten’, aldus directeur Joep Lüth. Bij het maken van die stap denkt en helpt cards PLM Solutions mee.

wijding. Joep Lüth: ‘Wij verkopen positioneeroplossingen, op componentniveau en tegenwoordig ook op integratieniveau. Alles wat wij doen, komt voort uit de vraag van klanten om ‘iets’ heel nauwkeurig te laten bewegen. Op basis van hun specs regelen wij dat dan. Dat doen we en blijven we doen. Wij willen ons puur focussen op bewegingsoplossingen, waarbij onze klanten hun procesexpertise toevoegen om zo samen tot een totaaloplossing te komen.’ De eerste veertig jaar was PM-Bearings een componentenbouwer, vertelt Jan Willem Ridderinkhof, manager engineering (tien personen). Hoogwaardige componenten, nauwkeurig tot op de micron (0,001 millimeter) en met een sublieme vlakheid en stijfheid; gevormd uit lagerstaal of rvs en ook wel uit carbon en keramiek. ‘Op het fundament van die competenties zijn we tien jaar geleden ook submodules gaan maken, vooral bewegingstafels (stages, red.), van groot tot heel klein. Veel klanten waren er blij mee dat ze die niet meer zelf hoefden te bouwen. Maar de motoren, positieencoders en andere mechatronische componenten moesten ze nog wel zelf aanbrengen. Totdat wij ook dat voor ze zijn gaan doen, vooral op klantvraag. Dat is uitgegroeid tot volledig mechatronische oplossingen, die wij ontwerpen – inclusief aandrijvingen, encoders, bekabeling en zo meer.’

CUSTOMIZATION

Van links naar rechts Bart Stuve (cards PLM Solutions) en, van PM-Bearings, Jan Willem Ridderinkhof, Mathys te Wierik en Joep Lüth bij de nieuwe cleanroom: ‘Alles wat wij doen, komt voort uit de vraag van klanten om ‘iets’ heel nauwkeurig te laten bewegen.’ Foto: Arjan Reef

DOOR PIM CAMPMAN

opkwaliteit, micrometernauwkeurig en erg robuust; zo profileert PM-Bearings zijn geleidingsproducten – waaronder lineaire lagers, roterende lagers en stages. Het bedrijf zet die wereldwijd weg, in Europa, NoordAmerika en Azië. Jazeker, ook diverse Aziatische machinebouwers kopen dergelijke hoogwaardige componenten en submodules niet ‘om de hoek’ in, maar kloppen daarvoor aan in het Overijsselse Dedemsvaart. ‘Van onze omzet komt 85 procent

T 48

juni 2016

uit het buitenland’, zegt directeur Joep Lüth, die het bedrijf vorig jaar zomer van z’n vader Herman overnam. De klantenkring is breed en vooral actief in de semicon- en medische sector, maar ook analytische, optische en andere hightechbedrijven kennen de weg naar PM-Bearings.

STERKE FOCUS Die stevige positie als wereldspeler heeft het bedrijf – 130 medewerkers, vijftig jaar geleden als Precisiemetaal Dedemsvaart opgericht – gaandeweg opgebouwd, dankzij een sterke focus en toe-

De elektronica koopt PM-Bearings in. ‘Maar de meeste mechanica proberen we zelf te maken’, zegt Ridderinkhof. ‘Het zit in de visie van ons bedrijf om zoveel mogelijk spullen in huis te maken, zodat we het volledige supply chain-proces in de hand hebben.’ De engineering van complexe klussen wordt in partnership met de klant gedaan. ‘Wij doen daarin de bewegingsoplossing: het binnen de gewenste tijden en nauwkeurigheden van a naar b gaan.’ PM-Bearings fabriceert doorgaans kleine series, iets wat in de markt als een sterkte wordt gezien. ‘We hebben een groot standaardportfolio. Maar omdat veel klanten speciale wensen hebben, doen wij daar veel customization op; configure-toorder, configure-to-spec.’ In de fabriek draait een modern, geavanceerd machinepark. En in de


manier van werken zijn ‘netjes’ en ‘schoon’ ingebakken. ‘Die micronnauwkeurigheid zouden we zonder een sterk geconditioneerde (temperatuurgeregelde, red.) productieomgeving niet kunnen halen. Vorig jaar zijn we fiks uitgebreid: er zijn vier hallen bijgezet. Die vullen zich nu. In één ervan is een cleanroom van 1.000 m2 gebouwd. Toen die er pas stond, vonden we die best groot. Maar afgaande op de marktprognoses van onze klanten, komen we al snel weer ruimte tekort.’

te Wierik wijst op het gemak en de tijdwinst die de integratie van de CAD- en CAE-omgeving in NX biedt. ‘Ontwerpen in NX CAD kun je naar de CAE-omgeving importeren en het systeem er berekeningen op laten uitvoeren; dat gaat heel snel. Vervolgens kun je in iteratieslagen makkelijk en vlot allerlei dingen veranderen, bijvoorbeeld

DRIJFVEREN

‘Dat het systeem dat overneemt, scheelt heel veel tijd en dus geld’

Ook op het vlak van businesssoftware heeft PMBearings recent fikse slagen gemaakt, of nog in petto. Het oude ERP-systeem had z’n tijd gehad en is vervangen door Glovia G2; op 1 maart ging dat live. En binnenkort worden de laatste versies uitgerold van NX (CAD/CAE-pakket) en Teamcenter (PDM). Voor de implementatie van die pakketten, allebei uit de stal van Siemens PLM Software, werd cards PLM Solutions in de arm genomen. Dat bedrijf uit Best, met een dependance in Genk (België), is platinum partner voor de Benelux van Siemens PLM Software. En een goede bekende van PM-Bearings, want dat werkt al jaren met NX en Teamcenter. Ridderinkhof: ‘Die pakketten zijn goed, de ondersteuning door cards PLM Solutions is goed; geen reden dus om naar een ander te gaan.’ Nog dit jaar wil het bedrijf over naar de nieuwe versies: NX 10 en Teamcenter 11. Verkorting van de leadtime en time-to-market zijn dé drijfveren voor de migratie, zegt hij. R&d-engineer Mathys

van materiaal wisselen of een verstijvingsrib toevoegen. De effecten ervan zie je meteen.’ Tot voor kort werd het rekenwerk uitbesteed. Dat kostte veel tijd, al helemaal als ontwerpen op en neer moesten. Ridderinkhof: ‘Dat het systeem dat overneemt, scheelt heel veel tijd en dus geld.’

MEER VOORDELEN Zo zien ze meer voordelen. Te Wierik noemt de grote vrijheid om zelf functies te programmeren, de mogelijkheid om met meerdere mensen aan een product te werken en de simpele toegang tot de grote database die Teamcenter in wezen is. Ridderinkhof: ‘We kunnen er ook het genereren van afgeleide data mee automatiseren, zoals tekeningen op pdf. Zodat we niet meer handmatig van elke tekening een pdf moeten maken.’

De investeringen, waaronder in automatisering, gaan PM-Bearings helpen om klanten nog beter en sneller op hun wenken te bedienen. Vervolgstappen worden overwogen, zoals aanschaf van technisch documentatiepakket Cortona voor het sneller maken van werkinstructies, die op beeldschermen op de werkvloer beschikbaar komen,

en van NX Motion: dynamische analyse van bewegingsgedrag met koppeling van het elektrische en mechanische domein. Daarover denkt cards PLM Solutions mee, meldt accountmanager Bart Stuve. ‘We steken veel effort in het ontwikkelen van oplossingen op maat. Die presenteren we live bij de klant. Daarin komen niet alleen de voordelen en mogelijkheden voorbij. We geven eerlijk advies: als wij er twijfels over hebben of zo’n investering voor de klant verantwoord is, dan zeggen wij dat. Zo proberen we te helpen bij het verder professionaliseren van zijn automatisering. Daar investeren we van beide kanten veel tijd in.’ www.pmbearings.com www.cardsplmsolutions.nl

juni 2016

49


PROCESVERBETERING

NEXT LEVEL FOR INDUSTRY INSPIRATIE-EVENT VOOR PANEELBOUWERS

DE SMART INDUSTRY-FORMULE: ‘DENK GROOT, DOE KLEIN, START NU’ De paneelbouw is een van de Nederlandse industrietakken die worstelen met de lagelonenconcurrentie en de vergrijzing. Maar de sector zit niet bij de pakken neer, getuige onder meer het nieuwe initiatief Next Level for industry. Eind mei vond onder deze vlag in Amersfoort een inspiratie-event plaats voor paneelbouwers. DOOR HANS VAN EERDEN

ext Level for industry is een initiatief van EPLAN (engineeringsoftware), Cideon (SAP PLM integratie met CAD) en Rittal (modulaire kastsystemen en toebehoren), zusterbedrijven in de Friedhelm Loh Group. Zij promoten een geïntegreerde benadering van ontwerp, engineering en productie voor de paneelbouw, in antwoord op de uitstroom van expertise (vergrijzing) en de toenemende lagelonenconcurrentie. Met de Next Level for industry-aanpak moeten maatwerkoplossingen tegen massaproductieprijzen kunnen worden geëngineerd en geproduceerd – precies de belofte van smart industry. Daartoe worden onder meer inspiratieevents georganiseerd, zoals eind mei in de voormalige Wagenwerkplaats van de NS in Amersfoort.

N

BANENMOTOR In deze historische setting schetst dagvoorzitter Harold van Waardenburg, directeur van EPLAN Software & Services in Nederland, de uitdaging: ‘Hoe houden we de paneelbouw in Nederland en voorkomen we dat dit prachtige vak in het museum terechtkomt? Dat kan alleen door pro-

De bijeenkomst vond plaats in de Wagenwerkplaats in Amersfoort, waar tot 2000 Nedtrain/NS onderhoud aan spoorwegmaterieel uitvoerde. Foto’s: Danny de Jong

cessen te optimaliseren en automatiseren.’ Het event trapt af – uiteraard, anno 2016 – met smart industry. ‘We moeten voorkomen dat de paneelbouw industrieel erfgoed wordt’, zegt ook Tom Bouws, accountmanager Smart Industry, Topsectoren en Kennisinstellingen bij de Kamer van Koophandel. ‘Met smart industry kan ons land de lagelonenconcurrentie weer aan’, houdt hij de ruim 100 aanwezige paneelbouwers voor. ‘Er vallen banen weg door automatisering, maar smart industry kan ook een banenmotor worden door reshoring.’ Smart industry zit ’m in processen: enkelstuks klantspecifiek leveren tegen de prijs van massa, door slim te automatiseren, een optimale flow door de fabriek te organiseren en foutloos data uit te wisselen in de keten. Maar ook in producten: waarde toevoegen met bijvoorbeeld sensoren en draadloze connectie die additionele informatie

NIEUW ELAN: FEDERATIE PANEELBOUW Vlaggendrager van het nieuwe elan in de sector is de Federatie Paneelbouw, vorig jaar opgericht als sectie binnen branchevereniging Fedet (Federatie Elektrotechniek). Arno Garssen, directeur van Scholten Panelen en vicevoorzitter van Fedet, presenteert in Amersfoort de missie van de nieuwe club: de kwaliteit van schakel- en besturingspanelen waarborgen, ter stimulatie en behoud van de paneelbouw én de maakindustrie in Nederland. ‘Stroomverdeling en besturingskasten blijven nodig in de Nederlandse industrie, dus laten we de

50

juni 2016

productie ervan hier behouden door smart te gaan samenwerken.’ Daartoe beijvert de federatie zich voor een kwaliteitslabel en een praktijkrichtlijn en wil ze invloed uitoefenen op software voor ERP, CAD en calculatie, en op de inhoud van opleidingen. Kennis van normen en regelgeving, onderlinge in- en uitleen van personeel, lean en uniforme materiaaldatabases staan ook op de agenda. www.fedet.nl

leveren waarmee de klant zijn proces of product kan verbeteren. Die slimme producten kan hij maken met componenten die dankzij de smartphone-industrie commodity zijn geworden en dus goedkoop, zoals sensoren, cameraatjes, gps, rfchips, enzovoort. Of met nieuwe, disruptieve productietechnieken zoals 3D-printen en robots die met mensen kunnen samenwerken. Verder gaat smart industry over nieuwe businessmodellen, zoals pay-per-use of delen (van bezit naar gebruik). Tom Bouws sluit zijn vogelvlucht af met wat volgens hem de succesformule is: ‘Think big, act small, start now. De tijd van experimenteren is aangebroken en doe dit vooral samen, met medewerkers, partners én klanten.’ Na het ‘groot denken’ vertellen vier paneelbouwers die al zijn begonnen – no nonsense, met betrokkenheid en humor – hoe zij smart industry ‘klein’ in de praktijk brengen.

DATA Niels van der Heide, hoofd bedrijfsbureau bij JB Besturingstechniek in Oosterwolde, schetst het belang van data. Te vaak komt in een project de informatievoorziening laat op gang, te vaak moeten data telkens opnieuw worden ingevoerd, of schema’s opnieuw getekend. ‘We zijn te veel tijd kwijt met het verzamelen en verwerken van data. De doorlooptijd verkorten, bijvoorbeeld, wordt


Tom Bouws (KvK) legde de link met smart industry

moeilijk als je de data niet op orde hebt.’ JB Besturingstechniek maakt gebruik van EPLAN, samen met Data Portal en ClipProject, onder meer voor componentencodering, artikelbeheer, standaardisatie op fabricaten, engineering met macro’s (die gekoppeld zijn met de recepten uit het calculatiepakket), automatisch bestellen en het genereren van aansluitlijsten en ook controlelijsten. De tijdwinst bij het engineeren kan per (complex) artikel wel oplopen tot een factor acht, meldt hij. ‘Met minder mensen kun je meer doen. De tijd die je overhoudt kun je slimmer invullen, bijvoorbeeld met meer werk in het voortraject, zoals macro’s definiëren voor motorgroepen en andere modules. Als dan een opdracht binnenkomt, kun je meteen gaan configureren.’

in principe met minder geschoold personeel toe. We liepen er wel tegenaan dat de monteurs dit in eerste instantie als een bedreiging en belediging voor hun vakmanschap zagen. We hebben daarom veel energie gestoken in het meekrijgen van medewerkers.’

WERKPLAATS- EN KETENOPTIMALISATIE

Arno Garssen (Scholten Panelen, Fedet), presenteerde de missie van de nieuwe Federatie Paneelbouw.

3D Hoppenbrouwers Techniek in Deurne is al bijna tien jaar bezig met lean manufacturing en besloot twee jaar geleden te gaan investeren in automatisering. Hoofd panelenbouw Paul Peeters vertelt over de eerste stap die het bedrijf zette: 3D engineering met hulp van EPLAN ProPanel. ‘De toegevoegde waarde daarvan is virtuele prototyping en engineering. Het ging wel eens fout met de plaatsing van bijvoorbeeld een ventilator; dan kon de deur van de kast niet meer dicht. In ProPanel zie je het meteen als iets niet past. Sowieso geeft het de monteurs en de klant een duidelijk beeld van hoe de kast er gaat uitzien. Om ProPanel te implementeren, hebben we monteurs opgeleid tot tekenaar. Onze engineers zaten vol en een monteur heeft de meeste ervaring met een kast indelen; nu kan hij dat achter de computer doen. Het programma kan ook de wiring verzorgen, dat hoeft de monteur niet meer te doen. Daardoor kun je daarvoor

Vekon in Made legt zich toe op het snel, flexibel en efficiënt produceren van besturingssystemen en is binnen dat kader in 2009 begonnen met werkplaatsoptimalisatie, vertelt mede-eigenaar Judith Vermeulen. ‘In die tijd waren we in de werkplaats vooral bezig met ‘brand blussen’, problemen oplossen wat betreft materialen, werkinstructies en gereedschappen die bijvoorbeeld niet op tijd beschikbaar of onvindbaar waren. Maar de klant betaalt daar niet voor. De eerHarold van ste stap was 5S (scheiden, Waardenburg schikken, schoonmaken, stan(EPLAN), fungeerde als daardiseren en standhouden, dagvoorzitter. red.), aangevuld met de zesde S van samenwerken. We zijn met lean manufacturing en continu verbeteren aan de slag gegaan en hebben alle medewerkers erbij betrokken, om weerstanden weg te nemen. Op advies van TNO hebben we de mensen bij wie de meeste weerstand leefde, benoemd tot projectleider. We hebben klanten over de vloer gehad om de dialoog met onze medewerkers aan te gaan. Een gemotiveerde medewerker is de beste ambassadeur. In productie zijn we van push naar pull gegaan en we hebben de voorraden weggehaald en het centraal magazijn gesloten.’ In antwoord op de mondiale ontwikkelingen en concurrentie was ketenoptimalisatie de volgende stap. Vermeulen: ‘We zijn met leveranciers gaan praten, bijvoorbeeld over aanlevering just-intime, in kits (met alle componenten voor één

product/project, red.) en zonder onnodige verpakking. Alle leveranciers waren enthousiast, maar de praktijk bleek weerbarstig. Met de meeste leveranciers lukte het uiteindelijk wel, van enkele moesten we afscheid nemen.’ Paneelbouwers zelf kunnen ook nog een stap zetten, door zich minder bescheiden op te stellen, vindt zij. ‘We moeten bijvoorbeeld gewoon aan Rittal vragen: ik wil maandag de montageplaat, maar pas volgende week woensdag de kast. Nu krijgen we die nog tegelijk en staat die kast meer dan een week in de weg, met kans op beschadiging en bewegingen op de werkvloer die geen waarde toevoegen.’

MINDER VAKMANSCHAP? Freddy van de Kolk, productiemanager bij Moekotte Enschede, loopt de vragen langs die iedere pleitbezorger voor automatisering van de werkplaats intern zal moeten beantwoorden. ‘Zijn we er klaar voor? Nooit, maar begin gewoon. Verdient het zich terug? Absoluut.’ Moekotte is onder meer aan de slag gegaan met draad knippen, coderingen printen en het mechanische werk. Zo werd een Perforex bewerkingscentrum van Rittal aangeschaft, voor de geautomatiseerde mechanische aanpassing van standaardkasten. ‘Een investering van een ton, we besparen er één fte mee (op twintig man in de werkplaats, red.), dus dat verdient zich snel terug. Er was eerst weerstand, maar na een half jaar zag men de meerwaarde. Dankzij de verbeterde leverbetrouwbaarheid trekken we er nieuw werk mee aan. De jongens worden er steeds handiger mee en zelfs voor één stuks van een product gebruiken ze nu de machine. Voor een groot deel van het werk is geen vakmanschap meer nodig. Het productiewerk kunnen nu anderen doen.’

A TOT Z Het werk opsplitsen in deeltaken is een kwestie, blijkt uit de discussie met de zaal. Het mag efficiënt lijken, maar tast soms wel de motivatie van de monteurs aan. Bij Hoppenbrouwers is men er al van teruggekomen, meldt Paul Peeters. ‘Bij ons bouwt de monteur een paneel weer van a tot z; alleen de mechanische bewerkingen laten we apart doen.’ Tegelijk zijn al paneelbouwers bezig met volgende stappen, zoals de introductie van bedradingsrobots. Freddy van de Kolk tot slot: ‘Automatisering van de werkplaats houdt nooit op.’ www.nextlevel4industry.nl

Paul Peeters (Hoppenbouwers Techniek)

Freddy van de Kolk (Moekotte Enschede)

Judith Vermeulen (Vekon) Niels van der Heide (JB Besturingstechniek)

juni 2016

51


INDUSTRIËLE DIENSTVERLENING

SCHAEFFLER EN KRAMP VEROVEREN SAMEN EUROPA

‘COMBINATIE A-MERK EN LOGISTIEK MAAKT ONS STERK IN AGRIMARKT’ In Europese landen een vergelijkbaar marktaandeel realiseren als in de Nederlandse markt voor onderhoud, reparatie en revisie (mro) van landbouwmachines, in elk land tot de top-drie behoren en overal preferred supplier zijn. Ziedaar de ambitie van het Nederlandse Kramp en het Duitse Schaeffler. Volgende landen op de lijst: Denemarken, Zweden en Noorwegen.

Stefan Kelders van Kramp (links) in gesprek met Jan Heuvelman (Schaeffler) in het magazijn van Kramp te Varsseveld. ‘We zijn nu tien jaar onderweg en elk jaar zijn we gegroeid. We werken nu aan continuïteit om hetzelfde succes te behalen in voor ons nieuwe landen.’ Foto: Daniël Hoitink

DOOR WILMA SCHREIBER

ls internationale technische groothandel richt Kramp (hoofdvestiging in Varsseveld) zich met 2.500 medewerkers op de agrarische aftermarket. Het bedrijf is actief in 23 landen binnen Europa en bedient zijn klanten voornamelijk via de webshop. Die bevat zo’n 700.000 unieke items, uiteenlopend van machineonderdelen en universele productonderdelen tot verbruiksproducten voor de werkplaats. Vorig jaar bedroeg de omzet 700 miljoen euro. Schaeffler fungeert als preferred supplier voor

A 52

juni 2016

lagers. ‘Dat houdt in dat wij een ruim aandeel van het lagerpakket bij hen bestellen en hun standaardassortiment in onze webshop aanbieden. Dat betreft een standaardlagerportfolio van ruim 4.000 items van de merken INA en FAG en daarbovenop een aantal aanvullende merken’, vertelt Stefan Kelders, productgroepmanager bij Kramp. Dit jaar vieren beide bedrijven het tweede lustrum van hun samenwerking.

EXPANSIE Als global player heeft Schaeffler fabrieken over de hele wereld, waar ruim 85.000 medewerkers een

omzet realiseerden van 12,1 miljard euro (2014). Een van de distributiekanalen is de webshop van Kramp. ‘Ons A-merk en hun logistieke expertise maken ons sterk in de agrimarkt’, verklaart salesmanager Jan Heuvelman. Kelders noemt snelheid hét onderscheidende kenmerk van Kramp. ‘Klanten kunnen tot 18.00 uur bestellingen plaatsen. Deze worden in de nacht geleverd, zodat de klanten de producten in huis hebben als zij ’s ochtends de deuren openen en hun klanten direct verder kunnen helpen.’ Omwille van snelle levering zijn de systemen van Kramp en Schaeffler aan elkaar gekoppeld via EDI (electronic data interchange). Een fusie met groothandel Grene, actief in de Scandinavische landen, zette de deur open voor Kramp in Noord-Europa en de Baltische staten. Schaeffler ondersteunt Kramp bij deze expansie via vestigingen ter plaatse met product- en montagetrainingen en marketingactiviteiten in het kader van ‘think global, act local’. ‘In het verleden waren onze contacten beperkt tot de Benelux en Duitsland, nu zetten we deze verkoopondersteuning in de hele Europese markt in om de naamsbekendheid van Kramp te vergroten’, aldus Jan Heuvelman. ‘Afhankelijk van de cultuur in een land werken we met e-learning, catalogi of klant-bezoeken. Uiteraard in het vertrouwen dat de omzet bij ons terechtkomt via de webshop van Kramp.’

PRODUCTBETROUWBAARHEID Met zo’n 2.500 patenten per jaar is Schaeffler in staat tegemoet te komen aan 99 procent van alle klantwensen. ‘Iedere toepassing is anders, elke keer is een ander lager nodig. Op basis van belasting, toerental en dergelijke rekenen we uit welk lager een klant het beste kan toepassen’, zegt Jan Heuvelman. ‘Het assortiment loopt uiteen van lagertjes van 1 millimeter tot lagers van 4,25 meter doorsnee. Maar ook zo’n klein lagertje, dat misschien maar drie of vier euro kost, is van grote waarde als dat een machine van een ton


probleemloos laat draaien.’ Een enkele keer doet Kramp een suggestie voor innovatie op basis van vraag in de markt. ‘Een paar jaar geleden was er behoefte aan lagerblokken met maten conform de Japanse industriestandaard. Schaeffler introduceerde vervolgens de Black Series, een lijn lagerblokken met deze maatvoering’, vertelt Stefan Kelders.

AGRIMARKT Voor Kramp is de productbetrouwbaarheid een van de redenen voor het partnerschap. ‘In het hoogseizoen moet de inzet van landbouwmachines honderd procent gegarandeerd kunnen worden. Minder is absoluut niet te tolereren’, stelt

markt een bewuste keuze. ‘De oprichter van het bedrijf zei altijd al: dicht bij het voedsel blijven, dat is het laatste wat mensen opgeven’, lacht Stefan Kelders. ‘Daarom zijn wij trouw aan de nichemarkt van agri en dat heeft ervoor gezorgd dat de recente economische crisis een minder grote impact heeft gehad op ons bedrijf.’ ‘Mobility for tomorrow’ is een slogan die ook van toepassing is op de agrimarkt, betogen beide heren. ‘Landbouwmachines zijn hightech geworden. Denk aan technische hoogstandjes als zelfrijdende tractoren op gps. Of slimme lagers, die via sensoren het koppel van de as meten en een seintje geven als dat te groot is. Een mooie combinatie van mechanica en elektronica.’

‘Dicht bij het voedsel blijven, dat is het laatste wat mensen opgeven’

Kelders. Omgekeerd heeft Kramp een enorme acceptatie binnen Schaeffler in Europa als het gaat om de agrivervangingsmarkt. ‘Hun doelgroep overlapt niet of nauwelijks met die van onze andere distributiepartners in de Europese markt’, zegt Heuvelman. Voor Kramp is de agri-

Duitsland en de Benelux en vanuit het Duitse Strullendorf de rest van Duitsland, de Oost-Europese landen, Zwitserland, Oostenrijk en Italië. In andere landen hebben we doorgaans wel een verkoopkantoor’, vertelt Stefan Kelders. De distributiecentra (dc’s) zijn onderling met elkaar verbonden. ‘Als onverhoopt een onderdeel niet aanwezig is in een bepaald dc, dan komt het alsnog via een ander dc op tijd bij de klant.’ Momenteel richten beide bedrijven hun pijlen op Scandinavië, Rusland en Polen. ‘In Polen kent men de A-merken wel, maar hebben ze er nog geen extra geld voor over. Ook daar komen echter steeds geavanceerdere machines op de markt. Daarom willen we het belang van een A-merk in het licht van de total cost of ownership onder de aandacht brengen. Het is een groot land, met een grote agrarische markt die kansen biedt’, aldus Jan Heuvelman. Stefan Kelders ziet de expansie met vertrouwen tegemoet. ‘Schaeffler en Kramp zijn nu tien jaar onderweg en elk jaar zijn we gegroeid. We werken nu aan continuïteit om hetzelfde succes te behalen in voor ons nieuwe landen.’

TECHNISCHE HOOGSTANDJES Inmiddels trekken beide bedrijven in 23 landen samen op. ‘In negen landen hebben we een distributiecentrum van waaruit we de logistiek coördineren naar klanten in al deze landen. Zo beleveren we vanuit Varsseveld een deel van

www.kramp.com www.schaeffler.nl

juni 2016

53



VEILIGHEID

MELDPLICHT DATALEKKEN OOK RELEVANT VOOR INDUSTRIE

PERSOONSGEGEVENS: LINKE BUSINESS De bescherming van intellectueel eigendom (ip) en andere gevoelige bedrijfsinformatie staat doorgaans hoog op de agenda van bedrijven. Sinds 1 januari, met de komst van de nieuwe Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp), is het zaak ook op dit vlak de it op orde te hebben. Ernstig nadelige gevolgen voor personen door nalatigheid kunnen tot hoge boetes leiden.

DOOR WILMA SCHREIBER

e nieuwe wet kent een meldplicht, bedoeld om burgers te beschermen en te voorkomen dat hun persoonlijke gegevens op straat belanden. Hoewel industriele bedrijven persoonsgegevens niet vaak zullen gebruiken in hun primaire proces, hebben ze wel gegevens over hun eigen personeel en verder persoonsgegevens die gegenereerd worden in webshops, reclame-uitingen en nieuwsbrieven. ‘In een webshop verzamelen bedrijven doorgaans heel veel gevoelige informatie, zoals geboortedatum, rekeningnummer en adresgegevens. Nadelige gevolgen zijn er dan vrij snel als je naam en e-mailadres op straat liggen’, stelt Kevin Jonkers, manager Forensics & Incident Response bij Fox-IT. ‘Of, nog erger, het wachtwoord. Mensen gebruiken toch vaak hetzelfde wachtwoord op meerdere plekken, wat betekent dat kwaadwillenden ook elders kunnen inloggen. Helemaal serieus wordt het als medische gegevens of burgerservicenummers weglekken. Dat kan bijvoorbeeld tot afpersing of identiteitsfraude leiden.’

D

GENERIEKE BEVEILIGING De nieuwe meldplicht van datalekken dwingt bedrijven om bewuster met persoonsgegevens om te gaan, niet in de laatste plaats vanwege de hoge boete die de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) kan opleggen, maximaal 820.000 euro. Wat betekent de meldplicht nu concreet? Op de site van de AP staat een aantal beleidsregels op basis waarvan bedrijven zelf moeten afwegen of er sprake is van ernstige gevolgen in de persoonlijke sfeer of nalatigheid. Een datalek moet na ontdekking binnen 72 uur gemeld worden bij de AP. ‘Wanneer een boete wordt opgelegd, is nog niet duidelijk, omdat er nog geen jurisprudentie bestaat. Maar als je bij digitale bedrijfsspionage of een inbraak niet redelijkerwijs kunt uitsluiten dat er toegang is geweest tot persoonlijke gegevens, moet je een datalek zeker melden’, aldus Jonkers. Als voorzorgsmaatregel raadt hij aan om itbeveiliging breed aan te pakken. ‘Dat houdt in een generieke beveiliging – dus van ip, bedrijfsgevoelige informatie én persoonsgegevens – met behulp van technische maatregelen en het bewust maken van medewerkers. Dat ze beseffen

Kevin Jonkers, manager Forensics & Incident Response bij Fox-IT: ‘Als je bij digitale bedrijfsspionage of een inbraak niet redelijkerwijs kunt uitsluiten dat er toegang is geweest tot persoonlijke gegevens, moet je een datalek zeker melden.’ Foto: Sam Rentmeester

dat ze persoonsgegevens niet onversleuteld op een usb-stick moeten zetten en vervolgens verliezen in de trein.’ Een datalek kan overigens na melding weer worden ingetrokken of voorzien van meer informatie. ‘Na drie dagen heb je meestal nog niet alle details boven water. Wat de AP wil weten, is: hoe kon het gebeuren, wat is er misgegaan en wat ga je eraan doen om het in de toekomst te voorkomen? Op basis daarvan stellen ze vast of je je beveiliging goed op orde hebt, of dat er sprake is geweest van nalatigheid.’

BEWERKERSOVEREENKOMST Belangrijk punt voor minder grote bedrijven die gebruikmaken van externe dienstverleners voor hun it-onderhoud, salarisadministratie of nieuwsbrieven: degene die het doel en de werking van de middelen bepaalt, blijft verantwoordelijk voor de verwerking van persoonsgegevens. ‘Dus is het zaak om afspraken te maken over it-beveiliging. Wat doen bewerkers als zij een lek constateren? Geven zij dit tijdig aan je door zodat jij als

verantwoordelijke het datalek kunt melden bij AP?’, zegt Jonkers. ‘Doorgaans wordt dit aspect niet meegenomen in de samenwerkingscontracten. Inmiddels zijn er standaard-templates voorhanden voor zo’n bewerkersovereenkomst. Het is wel verstandig om er ook een jurist naar te laten kijken om te zien of het juridisch waterdicht is.’ Als een bedrijf persoonsgegevens laat bewerken in Duitsland, is het nog steeds verantwoordelijk voor eventuele datalekken. Omgekeerd geldt de Duitse wet voor Duitse bedrijven die Nederlandse bewerkers inhuren. ‘Dit gaat veranderen, er komt Europese wetgeving. Dan geldt dat alle buitenlandse bewerkers, ook buiten de EU, datalekken moeten melden bij het bedrijf dat de opdracht verstrekt.’ Kortom, de meldplicht is zonder meer een extra reden om als bedrijf persoonsgegevens met de grootst mogelijke zorg te omringen.

www.fox-it.com

juni 2016

55


PARTNERS

VRR WERKT MET ONDERSTEUNING VAN RIDDER IQ AAN VERKORTING DOORLOOPTIJD

SNELLER CONTAINERS VOOR SNELLE AUTO’S Renpaarden en F1-raceauto’s, maar ook wafersteppers, reparatiesets voor vliegtuigvoorwielen en de uitrusting voor 200 militairen. Voor het luchttransport van allerlei bijzondere objecten ontwikkelt en bouwt VRR klantspecifieke containers. Hoewel het Rotterdamse nichebedrijf ‘bijna-monopolist’ is, telt ook in die marktpositie tegenwoordig de doorlooptijd. Vandaar dat een traject voor QRM (Quick Response Manufacturing) is gestart. Met daarbij het ERP-pakket Ridder iQ als een steunpilaar. Dat biedt de ruimte voor veel nieuwe functionaliteiten die de doorlooptijd verder verkorten.

van klanten. Daarna zijn we dwars door de crisis heen blijven groeien. Maar de kostendruk die klanten in hun business ervaren, leggen ze sindsdien ook aan ons op. En ook doorlooptijd wordt steeds meer een issue.’ Vandaar dat VRR vorig jaar zomer een traject voor QRM (Quick Response Manufacturing) startte. Het doel is de doorlooptijd van bijna een half jaar nu terugbrengen naar twaalf weken medio 2017. ‘Uit een scan blijkt dat meer dan veertig procent van de doorlooptijd wachttijd is. Slagen we in onze opzet, dan nemen we de grootste klacht van klanten weg en verdubbelen we ook nog eens onze productiecapaciteit.’

ACHTERUIT PLANNEN

Doorlooptijd wordt ook voor ‘bijna-monopolist’ VRR steeds belangrijker, aldus Erik van Roemburg: ‘Ridder heeft voor ons, op basis van onze specificaties, de in Ridder iQ geïntegreerde forecasting-mogelijkheden verder geoptimaliseerd. Daarmee kunnen we onze leveranciers nu veel eerder aan het werk zetten.’ Foto: Com-magz

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

DOORLOOPTIJD

e spullen die in de unit load devices van VRR Aviation door de lucht vervoerd worden, zijn zelden doorsnee en vrijwel altijd bijzonder kostbaar. Dat moet ook wel, want hun containers zijn aanmerkelijk duurder dan het standaardwerk van multinationale bouwers als Nordisk en Chep. Klanten kiezen voor de VRR-producten omdat die volledig klantspecifiek ontwikkeld en gemaakt worden. En een klant als DHL, vorig jaar de grootste afnemer, kijkt ook naar de tco: de containers van het mkb-bedrijf uit Rotterdam-Zuid gaan langer mee en zijn beter onderhoudbaar, weet VRR’s ict & supply chain manager Erik van Roemburg.

VRR is dus een typisch nichebedrijf dat zich, met ruim vijftig man op de loonlijst, wereldwijd een ijzersterke marktpositie heeft verworven. ‘Wij zorgen dat onze producten helemaal conform klantwensen zijn en leveren ze desgewenst gecertificeerd op voor de beladingssystemen van Boeings, Airbussen, enzovoorts. Wij ontwikkelen en bouwen, en zijn AS 9100C geaccrediteerd, zodat certificeringsinstantie EASA (European Aviation Safety Agency, red.) onze tekeningen en berekeningen probleemloos goedkeurt. Dat scheelt doorlooptijd.’ Dat laatste blijkt steeds belangrijker, zelfs voor een ‘bijna-monopolist’, zegt Van Roemburg. ‘Tot 2008 ervoeren we nauwelijks tijds- en kostendruk

D 56

juni 2016

QRM stelt vanzelfsprekend nieuwe eisen aan de ERPsoftware. VRR werkt met die van Ridder Data Systems, eerder Ridder R8 en sinds vier jaar Ridder iQ. Daarin wordt alles gedaan, van offreren tot factureren. Van Roemburg: ‘Offertes gaan met het in SolidWorks gemaakte 3D-tekeningenpakket als aanbieding naar de klant. Wordt het een order, dan laden we de 3DCAD-file met de PDM-data in Ridder iQ en hebben we heel snel de BOM (bill of materials, red.). In Ridder iQ wordt elke order opgedeeld in suborders, subassemblies, waaronder de ervoor benodigde materialen hangen. De productieleider kan op basis daarvan het aantal uren bepalen dat nodig is voor het lassen, zagen en assembleren. Door achteruit te plannen vanaf de afgesproken opleverdatum, bepalen we wanneer we welke materialen en capaciteit nodig hebben.’

BETER FORECASTEN Maar er zijn altijd veel verstoringen van die planning. ‘Gemiddeld zestig per order. Door wijzigingen van de klant of doordat onderdelen te laat worden aangeleverd. Wat zwaar weegt, omdat wij vrijwel alles inkopen. Assemblage aan het eind van de lijn mag dan proberen alle klappen op te vangen.’ Omdat dat vaak niet lukt, is een andere weg gezocht: beter forecasten. ‘Wij weten natuurlijk hoeveel offertes met welke uren en materialen in de pijplijn zitten en hoeveel procent daarvan waarschijnlijk order wordt. Op basis van onze specificaties heeft Ridder de in Ridder iQ geïnte-


EEN AANTREKKELIJKE KLANT

greerde forecasting-mogelijkheden verder geoptimaliseerd. Daarmee kunnen we onze leveranciers nu veel eerder aan het werk zetten.’ Zo werden het afgelopen jaar, in het kader van de QRM-operatie, talrijke functionaliteiten aan Ridder iQ toegevoegd. Of wordt daar samen met Ridder nog aan gesleuteld. ‘Sinds kort werken we niet meer met de afdelingen sales, engineering, werkvoorbereiding en productie, maar met productgerelateerde cellen waarin die disciplines nauw samenwerken. Zodat oplossingen die we de klant aanbieden, niet langer alleen het idee van sales zijn. Dat scheelt heel veel wijzigingen verderop in het traject. Nog meer wijzigingen kunnen we voorkomen als we in Ridder iQ kunnen aangeven wat een koopdeel is en wat een maakdeel. Nu leggen we dat al in de engineeringsfase ‘vast’, maar moeten we achteraf gaan wijzigen als blijkt dat er voor een maakdeel te weinig maakcapaciteit is. Als het een vrije keuze blijft tot vlak voor het moment van produceren, hebben we meer flexibiliteit en zijn we af van een relatief ingewikkeld wijzigingsproces in PDM.’

VRR Aviation is een van de ‘strategische’ klanten in de portefeuille van Henk Jan Hop, commercieel manager van Ridder. ‘VRR is natuurlijk een bedrijf met uitstraling dat bijzondere producten op de markt brengt. Maar het is ook een vooruitstrevende klant die heel goed weet wat hij aan automatiseringsoplossingen wil. Ze zijn heel goed op de hoogte van wat met onze producten allemaal mogelijk is en maken daar ook gebruik van. Dat maakt deze klant tot een belangrijke referentie voor ons.’ Zo kan Ridder iQ ‘met één druk op de knop’ inzichtelijk maken wat de marge is op een bepaald project. Lang niet elke klant gebruikt die optie, maar ‘VRR benut de mogelijkheden optimaal. Met als resultaat’, aldus Hop, ‘dat VRR dankzij Ridder iQ met minimale overhead de

NIEUWE WENSEN De dynamiek van de ERP-wensen van VRR is groot, zo blijkt. ‘Vanmorgen nog’ diende zich er weer een aan. ‘Wij hebben zelf een dashboard ontwikkeld dat, op basis van data uit Ridder iQ, duidelijk maakt wanneer binnen projecten milestones bereikt zijn, in welke fase de projecten zich bevinden en of en waar vertraging is ontstaan. Ridder heeft dit jaar een volledig nieuwe projectmanagementmodule ontwikkeld, inclusief projectplanning. In het kader van QRM en continu verbeteren gaan wij onderzoeken of de nieuwe Ridder iQ projectplanning meer functiona-

processen kan waarborgen.’ Verder beschikt VRR over de deskundigheid om functionele wijzigingen aan te geven. ‘Zij hebben mensen in huis die uitstekend in staat zijn de functionele wensen helder te definiëren. Daarmee kan onze technische consultant dan snel de aanpassingen doorvoeren. VRR zou dat zelf kunnen, maar met onze expertise doen wij dat twee, drie keer sneller.’ Tot slot is VRR voor Ridder een aantrekkelijke klant vanwege de voortdurende groei van de Rotterdamse oem’er. ‘Bij de start van onze samenwerking waren zij met 22, nu met zestig personeelsleden.’

www.ridder.nl

liteit en efficiency biedt dan het huidige dashboard.’ ‘Ridder iQ’, stelt Van Roemburg tot slot, ‘is een modern, flexibel en gebruiksvriendelijk product met veel functionaliteit en mogelijkheden. Ridder moet zelf ook nog wennen aan het ondersteunen van een pakket met zoveel mogelijkheden. Gelukkig werken er veel kundige mensen die de gewenste service kunnen leveren en werkt Ridder er hard aan om dit verder uit te breiden.’ www.vrr-aviation.com

juni 2016

57


PROCESVERBETERING

INFRABEDRIJF VOLKERRAIL WORDT EEN ‘BOUWEND ICT-BEDRIJF’

IN HET SPOOR VAN DE MAAKINDUSTRIE In navolging van de maakindustrie schuiven opdrachtgevers in de wereld van bouw & infra meer verantwoordelijkheid de keten in. Bouwden aannemers voorheen op basis van een uitgewerkt bestek, nu ontwerpen ze ook zelf aan de hand van functionele specificaties. Dat vraagt om standaardisatie van de te bouwen objecten. Voor beheer van de objectdata met PLM ging VolkerRail in zee met implementatiepartner infostrait. De uitdaging is nu de hele keten daarop te laten aansluiten en de link te leggen met de branchespecifieke BIM-software.

Van links naar rechts Maarten van den Nieuwenhuijzen (infostrait) en Peter van Steensel en Jaco Zonneveld van VolkerRail: ‘Ook in de bouw & infra wordt ict de core business.’ Foto: Maarten Hartman

DOOR HANS VAN EERDEN

S

pooraannemer VolkerRail verzorgt ontwerp, bouw, beheer en onderhoud van spoor in Nederland. Het bedrijf (hoofdkantoor in Vianen) is onderdeel van bouwconcern VolkerWessels en telt 1.150 medewerkers, van wie dertig in engineering. Grootste opdrachtgever is ProRail; daarnaast werkt VolkerRail voor Rijkswaterstaat en lokale/regionale vervoersmaatschappijen en overheden. Met ProRail sluit VolkerRail nu zogeheten Design & Construct-contracten af, vertelt hoofd engineering Peter van Steensel. ‘Wij moeten dan een ontwerp maken en objecten bedenken die een bepaalde functie kunnen vervullen. Als we die objecten eenmaal hebben, is het ontwerpen

58

juni 2016

van projecten vooral configureren aan de hand van wat de opdrachtgever voorschrijft.’ Nu vergen projecten nog het nodige design-to-order, maar VolkerRail streeft naar zoveel mogelijk configureto-order, vanuit standaardobjecten ontwerpen en bouwen. Dat vereist standaardisatie van objecten zoals rails, dwarsliggers, seinen, perrons, keerwanden en bovenleidingsportalen, en beheer van de objectdata.

STANDAARDISATIE Aanleiding voor VolkerRail om in 2012 in zee te gaan met ict-dienstverlener infostrait voor de implementatie van Enovia, het PLM-pakket (Product Lifecycle Management) van Dassault Systèmes. ‘Daarvoor werkten we in Excel. We kozen voor Enovia omdat het naast het beheer van de

CAD-data en de objectstructuur ook mogelijkheden voor functioneel specificeren bood.’ Een belangrijke reden voor het standaardiseren van objecten is hun ontwerp beter te maken, verklaart Van Steensel. ‘De bouw & infra kent nog relatief hoge faalkosten. Met plan-do-check-act kun je het ontwerp van objecten verbeteren. Zonder zo’n basisontwerp word je niet beter, want het is engineers eigen om telkens opnieuw het wiel uit te vinden. Dus moet je daar een softwarepakket als Enovia tegenover zetten om het basisontwerp te borgen.’ Zo heeft VolkerRail zich begeven op het snijvlak van maakindustrie en infra, vervolgt Jaco Zonneveld, ontwerper en BIM informatiemanager. ‘De infra is wel een heel andere tak van sport. Daar zijn softwarebedrijven voor PLM nog niet helemaal op ingespeeld. Het grondwerk modelleren voor de aanleg van een stuk spoor bijvoorbeeld is heel iets anders dan het voorbereiden van een stuk staal frezen.’ En in het betrekken van de keten bij het standaardiseren en hergebruiken van objecten hobbelt de infra nog achter de maakindustrie aan. Peter van Steensel: ‘De werkvoorbereiding, de inkoop van materialen en de uitbesteding bij toeleveranciers, daar willen we met hulp van PLM een geautomatiseerd proces van maken. Dat zie je in de infra nog nauwelijks.’

DELEN GEEN GEMEENGOED Voor de stap naar de keten is een objectenbibliotheek nodig, die VolkerRail nu aan het vullen is. Heeft die voldoende kritieke massa gekregen, dan heeft het zin om toeleveranciers en onderaannemers toegang te geven. Omgekeerd zouden toeleveranciers hun 3D-informatie aan die bibliotheek kunnen toevoegen. Delen van informatie is in een traditionele sector als de infra echter nog geen gemeengoed, aldus Van Steensel: ‘Iedereen zit op z’n spullen; je krijgt geen tekeningen, want dan kun je ze namaken.’ Zonneveld: ‘De helft van de informatie die wij nodig hebben, zit al in PLMsystemen van toeleveranciers; die moeten wij nu voor een deel gaan nabouwen. Het zou mooi zijn als we hiervoor kunnen samenwerken.’ Hetzelfde geldt richting opdrachtgevers. ‘Wij leveren alle


projectinformatie aan ProRail, die het beheert in zijn systeem. Vanwege de scheiding in projecten en service bij ProRail beschikken wij echter niet over de volledige informatie. Het zou mooi zijn als wij de cirkel rond kunnen maken. Want de serviceafdeling moet toch weer dezelfde onderdelen bestellen als een sein stuk gaat of een overweg vervangen moet worden. Dus dan kunnen ze ook maar beter de informatie uit hetzelfde systeem gebruiken.’

BIM’MEN De volgende opgave voor VolkerRail is z’n PLM te verbinden met de bouw & infra-specifieke software, BIM (Bouwwerk Informatie Management). In BIM wordt de 3D-informatie van projecten beheerd. Zonneveld: ‘Er is nog geen pakket waarmee we een heel project, aan zowel de BIMals de objectzijde, kunnen beheren. Daarvoor moeten wij nu nog een aantal pakketten koppelen. De CAD-data van de afzonderlijke objecten en onderdelen zijn geborgd in Enovia. Wordt een object voor een specifiek project op positie x,y,z in de wereld geplaatst, dan gaat die informatie in ons BIM-pakket.’ Ook hier is de uitdaging om alle stakeholders erbij te betrekken. ‘Van alleen met onze eigen ontwerpafdeling BIM’men trekken we niet veel profijt. We moeten zorgen dat iedereen – onze eigen serviceafdeling maar ook klanten, gemeenten, kabellegbedrijven, enzovoort – deze software gebruiken.’ Salesmanager

Maarten van den Nieuwenhuijzen van infostrait noemt het een transformatieproces. ‘Maar het is wel de ultieme droom: alle informatie bij elkaar brengen, van de eisen die de klant aan de voorkant stelt tot aan de informatie die uit de service weer terugkomt. Enovia is het PLM-onderdeel

en blijven zo in de traditionele manier van werken steken. Wij leren als ontwerper en aannemer van elkaar en van eerdere ontwerpen. Zo hebben we de stap kunnen maken naar sneller, kostenefficiënter en innovatiever werken met minder faalkosten. Je ziet nu ook in de bouw & infra dat

‘We hebben de stap kunnen maken naar sneller, kostenefficiënter en innovatiever werken met minder faalkosten’

van het 3DExperience platform van Dassault Systèmes, het bedrijfsbrede softwareplatform van marketing, sales en engineering tot en met service. Dat platform biedt ook BIM-functionaliteit, zodat wij in principe de hele vraag van VolkerRail kunnen afdekken.’

HOOGWAARDIGER WERK VolkerRail loopt in deze ontwikkeling voorop. Dat komt omdat het een van de weinige aannemers is met een eigen ontwerpafdeling, licht Peter van Steensel toe. ‘Veel concullega’s besteden het ontwerp uit aan ingenieursbureaus. Zij maken vervolgens het bestek uitvoeringsgereed

ict de core business wordt. Wij waren alleen maar bouwer, nu moeten wij met behulp van ict bijvoorbeeld de aantoonbaarheid en traceerbaarheid van de ontwerpen regelen: laten zien wat er daadwerkelijk is gebouwd en dat het voldoet aan de eisen. Dat is eigenlijk hoogwaardiger werk dan het bouwen zelf.’ Jaco Zonneveld tot besluit: ‘Is een bank tegenwoordig een ict-bedrijf met een banklicentie, zo stevenen wij als VolkerRail af op een bouwend ict-bedrijf.’

www.volkerrail.nl www.infostrait.nl

© Meilink Borculo B.V. Kamerlingh Onnesstraat 1 • 7271 AZ BORCULO 0545-253525 • borculo@meilink.eu Meilink Boxmeer B.V. Industriestraat 1 • 5831 AH BOXMEER 0485-561756 • boxmeer@meilink.eu Meilink Edam B.V. Ambachtstraat 13 • 1135 GG EDAM 0299-682040 • edam@meilink.eu

Meilink is a market leader in packaging, packing and logistical solutions for industrial capital goods. Meilink’s range of products and services covers the entire chain, from design until delivery on the final destination. We have divided our activities into the seven Meilink Chain Solutions: specific areas of expertise servicing the market as a valuable and reliable partner. With this combination of ‘Meilink Chain Solutions’ we are offering you the full benefit of our leading market position.

Meilink Raamsdonksveer B.V. Zalmweg 31 • 4941 VX RAAMSDONKSVEER 0162-574674 • raamsdonksveer@meilink.eu Meilink Schijndel B.V. Van Leeuwenhoekweg 35 • 5482 TK SCHIJNDEL 073-5442060 • schijndel@meilink.eu Varekamp Project Services B.V. Parkstraat 6 • 3016 BD ROTTERDAM 010-4367717 • exp@vpservices.nl IPS Technology Boschdijk 760 • 5624 CL EINDHOVEN 040-2647 200 • info@ips-technology.com

juni 2016

59


Turning ideas iinto nto solutions solutio Combining our engineers engineers’’ knowhow and ingenuity with the experience build up in more than 50 years in application areas such as operating rooms, oms, semic semiconductor industry industry, service robots and even outer space, we develop together her with ou our customers high

develop with maxon

#withmaxon


INTERNATIONAAL ZAKENDOEN

ÉÉN ERP-PLATFORM VOOR ALLE CONTINENTEN

MULTINATIONAL HELPT MULTINATIONAL Scholle IPN is een ontwikkelaar en producent van verpakkingsen dispensingoplossingen voor food & beverages en non-foodproducten. Een multinational met verkoop- en productievestigingen op alle continenten en ontwikkel-productielocaties in de VS en Tilburg. Al die vestigingen zijn met elkaar verbonden via één ERP-platform, zodat supply-chaindata eenduidig gestructureerd de aardbol over gaan. Het bouwen van dergelijke platforms is bij uitstek een klus voor Merino Consulting Services.

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

p de ontwikkel-productielocaties ontwikkelt Scholle IPN z’n belangrijkste productcategorieën: dispensing systems, bag-in-box en pouches, alle in het bijzonder geschikt voor het verpakken van vloeibare producten. Bij de bag-in-box kan het gaan om grote hoeveelheden – van twee tot 22.000 liter, de pouches vinden hun weg vooral naar de detailhandel waar ze staand in de schappen producten als yoghurt, appelmoes of jus d’orange bevatten. De kennis van Scholle IPN zit in de films en fitments die het bedrijf voor de verschillende applicaties ontwikkelt. ‘Afhankelijk van die structuur zijn wij in staat de verpakkingen de door de klant gewenste eigenschappen mee te geven’, schetst Pierre Willems, director Purchasing Customer Services and IT. Scholle IPN is voor de productie van de bag-inbox sterk verticaal geïntegreerd, met activiteiten als filmextrusie, spuitgieten, lamineren, equipmentontwikkeling en service in eigen huis. ‘Voor de pouches leveren gespecialiseerde toeleveranciers bedrukte films toe. Voor de bag-in-box doen we veel zelf, omdat wij constateren dat dat voor ons de efficiëntste manier van werken is. Het werken met een eigen toeleverketen scheelt ons kostbare tussenvoorraden met alle kapitaalbeslag van dien. Maar het verkort ook de doorlooptijd als we films direct vanuit eigen fabrieken kunnen aanleveren.’

O

KLEINERE MODULES Voor het stroomlijnen van de sales-, productie-, inkoop- en voorraadbeheerprocessen gebruikt de onderneming sinds jaar en dag softwaremodules van Infor, leverancier van ERP-, CRM- en PLMoplossingen. ‘Wij hebben in de VS eigen businessanalisten die uitstekend in staat zijn voor de hele wereldwijde organisatie bijvoorbeeld onze salesorderprocessen door de organisatie heen in kaart te brengen en die te optimaliseren. Vervolgens zorgen ze dat die processen zo goed mogelijk itondersteund worden. Gebruikmakend van de

standaardmodules van Infor voor alle primaire processen, voor verkoop, productie, voorraadbeheer en inkoop, doen wij dat it-werk dus zelf. Maar er is een aantal kleinere Informodules, voor het beheer van gereedschappen en de projectadministratie, waarvan wij te weinig kennis hebben om die zelf te implementeren en te beheren’, verklaart ‘Wij zijn’, aldus Merino-consultant Frank Manders, ‘bij uitstek toegerust voor het ondersteunen van multiWillems waarover nationals met wereldwijde, complexe supply-chainproblematieken.’ Foto: Merino Consulting Services Scholle IPN Europa momenteel in gesprek is met Merino Consulting Services, ÉÉN SYSTEEM partner van Infor. ‘Wij zijn’, aldus Manders, ‘bij uitstek toegerust voor het ondersteunen van multinationals met wereldwijde, complexe supply-chain-problematieSNEL OPSCHALEN ken. Zo zijn wij goed in staat één ERP-platform Willems: ‘Momenteel bezien wij of en hoe zij ons op te bouwen waar alle vestigingen gebruik van in Europa voor deze niet-standaardmodules zoukunnen maken. Met alle voordelen van dien. den kunnen ondersteunen. Dat wij met Merino Gestandaardiseerde processen voor voorraadin gesprek zijn, is deels terug te voeren op de perbeheer, planning, workflow-beheer, et cetera; in soon van een consultant die ons eerder heel goed China kunnen artikelen op exact dezelfde wijze heeft ondersteund bij het concernbreed impleworden gecodeerd als in de VS. En er hoeft maar menteren van ERP en tegenwoordig bij Merino één systeem te onderhouden worden. Zou je per werkt. Doorslaggevend is dat zij net als wij een vestiging een apart ERP-systeem hebben, dan is multinational zijn die ons overal ter wereld snel de total cost of ownership natuurlijk vele malen service kan verlenen.’ Merino, dat zijn hoofdkanhoger.’ Voor die wereldwijde uitwisseling van data toor in India heeft, beschikt over vestigingen in is Merino overigens op zoek naar betere oplossinAzië, Europa en Noord-Amerika, heeft een omzet gen dan de cloud. ‘Wij zijn een innovatief bedrijf van 200 miljoen dollar (2015) en 200 consultants en investeren momenteel veel in de blockchainop de loonlijst. Merino-consultant Frank Mantechnologie, die naar onze inschatting een ders: ‘In Nederland hebben wij een betrekkelijk revolutie teweeg gaat brengen in de toelevercompacte organisatie, maar een van onze sterktes ketens.’ is dat wij heel snel kunnen opschalen door mensen vanuit onze andere locaties in te zetten. Voorts is het zeker een voordeel dat wij, waar ook www.scholleipn.com ter wereld, altijd in de buurt zijn.’ www.merinoservices.com

juni 2016

61


STRATEGIE

TOPIC EMBEDDED SYSTEMS SLAAT MET PROJECTEN EN EIGEN PRODUCTEN GROEIPAD IN

MEER RISICO’S, MEER TOEGEVOEGDE WAARDE De transformatie die Topic Embedded Systems enkele jaren terug inzette, begint goed vorm te krijgen. Naast consultancy (lees detachering bij klanten) voert het bedrijf nu ook turnkeyprojecten uit voor klanten en ontwikkelt het eigen producten die wereldwijd verkocht worden. Oprichter/ceo Rieny Rijnen spreekt van een ‘bewuste en logische omslag’, die de gestaag groeiende – en stilaan ook mondiale – klantenkring een fors kortere time-to-market biedt. ‘Vandaag zijn we met 160, eind 2018 met 250 man – en eind 2023 zijn dat er 400.’

klanten in heel Nederland en in Duitsland en Noord-Amerika. En de eigen producten verkopen we via ons distributienetwerk in vooral NoordAmerika, Europa en Asia Pacific. De grotere spread maakt ons minder afhankelijk van de regio Eindhoven – best een ‘gevaarlijke’ regio, omdat die gedomineerd wordt door een paar grote spelers in een cyclische markt.’ Topic is nu dus actief in ‘drie heel verschillende werelden’. Die het aanvliegt met de businessunits Consultancy, Projects en Products. Met elk hun eigen directeur en profit & loss-verantwoordelijkheid. Rijnen: ‘Projects en Products hebben ieder hun vaste kern van medewerkers, die ze naar behoefte aanvullen met medewerkers vanuit de Consultancy-businessunit; net zoals onze externe klanten daar inhuren.’

HOGE ADDED VALUE

Topic-ceo Rieny Rijnen in de nieuwe, veel grotere locatie die zijn bedrijf in Best betrekt: ‘Een open structuur en inspirerende, prettige omgeving waarin werk en ontspanning samengaan; daar hebben we alles voor uit de kast gehaald.’ Foto: Bart van Overbeeke

DOOR PIM CAMPMAN

T

opic Embedded Systems – met vestigingen in Best en Delft – bestaat twintig jaar. Het bedrijf levert technische embedded software- en hardware-innovaties aan klanten, vertelt oprichter/ceo Rieny Rijnen. ‘We maken dingen die nog niet bestaan en zitten altijd vooraan in hun innovatietrajecten.’ Topic doet dat anno 2016 op drie manieren. ‘We zijn begonnen in de consultancy: mensen van ons werken op locatie bij de klant aan een ontwikkelproject mee. Daarnaast hebben we door de jaren heen een transitie doorgemaakt – eerst zijn we turnkeyprojecten gaan uitvoeren, voor grote mul-

62

juni 2016

tinationals, start-ups en universiteiten. En sinds drie jaar hebben we eigen producten die we zelf ontwikkelen, produceren en wereldwijd verkopen.’

SPREAD VERGROOT ‘Die omslag is heel bewust en naar mijn overtuiging ook logisch’, zegt Rijnen. ‘Je ziet de consultancy een ‘me too’-markt worden, een commodity. Het is bijna ‘snelle handel’ geworden: de klant heeft nú drie ontwikkelaars nodig, wij kunnen er eentje leveren – en de andere twee haalt hij ergens anders. Low risk, low reward.’ Door in-house projecten te gaan doen voor klanten, vergrootte Topic zijn werkterrein gigantisch. ‘We hebben nu

‘Juist de mix van de drie is heel sustaining’, zegt hij. ‘Bij Projects zijn de acquisitietrajecten en de projectcycli lang en is de added value hoog. Voor Products geldt dat in nog hogere mate, maar wel met nog forsere risico’s: je begint met een idee, doet marktontwikkeling en gaat dan het product voor eigen rekening en risico ontwikkelen – in de hoop en verwachting dat het straks aanslaat op de markt. Aan ons gepatenteerde besturingssysteem Dyplo heeft een ontwikkelteam drie jaar gewerkt. Daarbij is een bak geld en energie verbrand. Da’s goed, hoort ook zo. Maar uiteindelijk wil je natuurlijk wel dat het een succes wordt. Daarna ben je een jaar of nog langer bezig om een prospect de toegevoegde waarde te laten inzien, totdat hij zegt: ‘Wow, dit is nou precies wat ik zoek’.’ De toegevoegde waarde van Topic’s producten is ‘een beduidend kortere time-to-market’. ‘Al onze producten zijn gebouwd rondom fpga-technologie. Anders dan microprocessors (cpu’s) voeren fpga’s (programmeerbare devices, red.) veel functies gelijktijdig uit, wat ze bijzonder geschikt maakt voor de verwerking van gigahoeveelheden data, zoals bij beeld- en signaalbewerking. ‘Accelerate your development’; dat ademen wij uit en dat doen onze producten voor klanten ook ieder dag’, zegt Rijnen.


TOPINSTITUTEN Hij toont een pcb waarop hij een kleiner bordje met een fpga-chip klikt. Dat kleine bord, Miami genaamd, is een system-on-module. ‘Het biedt de complete functionaliteit van de fpga. Daardoor kan het carrier-bord veel simpeler zijn. Daarnaast zorgen wij voor continuïteit van onze producten, nemen we de zorg voor de ‘end of life’ van componenten voor onze rekening. Dyplo, ons besturingssysteem voor de fpga, geeft ’m dezelfde dynamische eigenschappen als een cpu. Daardoor sluit het veel beter aan bij de softwarewereld en kunnen softwaremensen hun bestaande C- of C++-code versnellen op de fpga.’ Zowel Miami als Dyplo heeft Topic in eigen huis

Dat (ver)kopen begint stilaan op gang te komen. Diverse topinstituten werken met Topic-producten of overwegen dat. Zoals CERN in Zwitserland, ESA (European Space Agency) en Nikhef (Nationaal instituut voor subatomaire fysica). ‘ESA wil nu dat wij Dyplo space-compliant gaan maken.’

NOG MAAR HET BEGIN TOPIC 2.0, zoals de transitie is gedoopt, begint vruchten af te werpen. Rieny Rijnen: ‘Onze businessunit Consultancy is stabiel en groeit door met kwalitatief goede en slimme mensen. Projects en Products hebben veel groeipotentieel. Projects groeit gestaag en met Products staan we

‘De grotere spread maakt ons minder afhankelijk van de ‘gevaarlijke’ regio Eindhoven’

ontwikkeld. Het moederbord, dat het complete device specifiek maakt voor de klantapplicatie, ontwikkelt de klant zelf of hij laat dat doen door Topic. ‘Zou de klant zo’n device zelf maken, dan kost hem dat zes tot negen maanden. Die tijd kan hij zich besparen door de kant-en-klare bouwstenen en de licentie op Dyplo bij ons te kopen.’

nog aan het begin. Zie die als een soort start-up binnen Topic, waarin we veel geïnvesteerd hebben. We verwachten dat die dit jaar voor het eerst break-even speelt, met een grote leverage de jaren erna.’ ‘Eind 2018 ronden we TOPIC 2.0 af. Dan zijn we veel meer sustainable. Onder meer omdat we ver-

NIEUWE LOCATIE INGERICHT OP ‘HET NIEUWE WERKEN’ Vanwege het TOPIC 2.0 transformatieprogramma neemt het aantal binnenshuis werkende ‘Topic’ers’ sterk toe. Ceo Rieny Rijnen: ‘Eind 2018 hebben we honderd man binnen aan de slag.’ Daarom wordt er op 1 juli verhuisd, naar een nieuw en veel groter (nu 1.300 m2, daar 3.000 m2) pand in Best. Een grote ruimte, ontworpen op aspecten als openheid, inspiratie, werkplezier en de combinatie werken-ontspannen.’ Helemaal ingericht volgens ‘Het Nieuwe Werken’: honderd sta-zitbureaus (uit te breiden tot ruim 160), fitnessruimte, douches, binnentuin, loungeplekken en faciliteiten als auditorium, videoconferentieruimte, enzovoort. Eén ding ontbreekt: tijdregistratie. Rijnen: ‘Niet meer van deze tijd. Het gaat niet om uren maken, maar om klussen klaren. Zo staat de generatie X erin.’

der vooraan in de value chain zitten. Daar zijn kwaliteit, competentie en toegevoegde waarde de drivers en is de prijs minder een discussie. Eind 2018 zijn we van 160 man nu doorgegroeid tot 250. En eind 2023 zijn dat er 400, en hebben we lokale presentie in Azië en Noord-Amerika.’

www.topic.nl

juni 2016

63


ADVERTORIAL

Over de dynamiek van de Brainport regio wordt regelmatig geschreven in dit blad. We prijzen ons gelukkig dat die regio onze natuurlijke habitat is, we voelen ons er als een vis in het water. Al 88 jaar ondersteunen we onze klanten bij het optimaliseren van hun prestaties. Dat zijn gerenommeerde ondernemingen die succesvol zijn in de high tech, automotive, lifetec of food. Wij onderscheiden ons door primair te kiezen voor een klantgerichte aanpak. Door één sterke vestiging in Eindhoven waarin korte communicatielijnen vanzelfsprekend zijn. Door accountants en belastingadviseurs onderling niet te scheiden, maar door ze met elkaar te laten samenwerken. Door een teamstructuur waarin we grey hairs en talentvolle starters bij elkaar brengen. We laten ons leiden door het motto ‘gevoel voor cijfers, passie voor klanten’.

GOVERS ACCOUNTANTS/ADVISEURS PASSIE VOOR DE FINANCIËLE PERFORMANCE VAN HIGH TECH BEDRIJVEN Bij de beoordeling van de gezondheid van ondernemingen gebruiken we graag dynamische en samenhangende kerngetallen. Om verouderingsverschijnselen van het business model te signaleren, ruim voordat er signalen komen uit een afglijdende winst- en verliesrekening, of uit een dalende bankstand. Om de ondernemer te stimuleren om vroegtijdig zijn strategische koers te veranderen. Onze top vier van kerngetallen:

Graag ondersteunen we u. Bij de continue ontwikkeling van uw business model. Bij het vergroten van uw onderscheidend vermogen. Bij het verzilveren van uw toegevoegde waarde. Maar ook bij het oplossen van problemen als die zich voordoen. We doen dat met gevoel voor cijfers, en passie voor klanten. Bel Paul Mencke om onze aanpak persoonlijk te ervaren.

1. BRUTOWINST OFWEL TOEGEVOEGDE WAARDE In onze optiek de moeder van alle kerngetallen, het is de witte motor van elke onderneming.

2. ARBEIDSPRODUCTIVITEIT De verhouding tussen brutowinst en personeelskosten. Ofwel: Hoe vaak verdient het personeel haar eigen kosten terug.

3. KAPITAALQUOTE De kapitaallasten (huur- en leasekosten, afschrijvingen en rente) gedeeld door de brutowinst.

4. LEENVERMOGEN Het rentedragend vermogen (zowel leningen als krediet in rekening-courant) gedeeld door de cashflow. Bij de beoordelen van de performance van bedrijven kijken we nadrukkelijk naar hun positie in de supply chain. Een OEM heeft andere kenmerken dan een toeleverancier. En een system supplier verschilt weer van een third tier toeleverancier.

Govers Accountants / Adviseurs Beemdstraat 25 5653 MA Eindhoven Postbus 657 5600 AR Eindhoven

T F E I

+31 40 2 504 504 +31 40 2 504 599 mencke@govers.nl www.govers.nl www.uhy.com


UIT DE MARKT B&R SLAAT NOORD-AMERIKANEN AAN DE HAAK

www www.smcpneumatics.nl .smcpneumatics.nl

In Hannover was eind april weer het podium voor grote industriële bedrijven om in persconferenties hun visie, resultaten en innovaties te presenteren. Zo ook B&R, de Oostenrijkse leverancier van technologie voor industriële automatisering. Ceo Peter Gucher rapporteerde over vorig jaar tien procent omzetgroei (naar 585 miljoen euro) en zes procent meer medewerkers (nu ruim 2.800). Het bedrijf had onder meer fors geïnvesteerd in uitbreiding van het salesnetwerk, vooral in de VS. Dat land, partnerland van de Hannover Messe 2016, is inmiddels goed voor een zesde van B&R’s omzet. De president van B&R North America vertelde over de Amerikaanse visie op Industrie 4.0. Is in Duitsland de overheid een van de voorlopers in de ‘revolutie’ en ligt de focus daar op productie, in de VS kijkt men breder, naar het Industrial Internet of Things. De overheid tracht men zoveel mogelijk buiten de deur te houden; het geëigende platform daar is het Industrial Internet Consortium

(IIC). B&R meldde dat het IIC-lid is geworden en gaat participeren in IIC’s testbed ‘Time Sensitive Networking’ (TSN). Daarin draait het om real-time, interface-free communicatie in de industriële automatiseringspiramide, van de sensor- tot de ERP-laag. Om in partnerlandsferen te blijven, presenteerde B&R twee partnerships met Noord-Amerikaanse ondernemingen. De eerste betrof ‘next generation’ industriële transporttechnologie, gebaseerd op het SuperTrak lineaire transportsysteem van het Canadese ATS Automation en voorzien van B&R’s besturingstechnologie. Het systeem biedt een alternatief voor de beperkingen van conventionele transportbanden. De nieuwe technologie is sneller, nauwkeuriger, energiezuiniger, stiller, flexibeler en onderhoudsarmer, aldus B&R. Voorts werd samenwerking aangekondigd tussen B&R en Cisco, de Amerikaanse leverancier van netwerkapparatuur en -diensten (bekend van de routers). Met als doel

De nieuwe generatie lineaire transporttechnologie, een coproductie van ATS Automation en B&R. Foto: B&R

de werelden van informatietechnologie en industriële automatisering, oftewel van it en ot (operationele technologie), bijeen te brengen. Van de naar schatting zestig miljoen machines in fabrieken wereldwijd is ruim negentig procent nog niet connected, dus valt er nog veel te doen. Belangrijkste barrière voor de digitale transformatie is de complexiteit van productiesystemen en hun besturingen. B&R en Cisco willen de

digitalisering van machines meer plug & play maken. Ze hebben samen al een aantal lighthouse projecten uitgevoerd, onder meer bij Moba, de wereldmarktleider in eiersorteermachines uit Barneveld (lees ook het aprilnummer van Link Magazine). www.br-automation.com www.atsautomation.com www.cisco.com

European Central Warehouse Meer voorraad, snel leveren SMC heeft nog meer producten op voorraad genomen in het European Central Warehouse (ECW) in Antwerpen. Met ruim 33.000 producten kunnen wij direct voldoen aan 80% van de Europese vraag. Overige productwensen zijn klantspecifiek en behandelen wij zo snel mogelijk. Onze fabrieken in 29 landen dragen bij aan het op peil houden van de voorraad van het ECW. Zo zorgen wij dagelijks voor tevreden klanten.

Worldwide leading exper ts in pneumatics

juni 2016

65


UIT DE MARKT INDUSTRIE 4.0 GEEFT IMPULS AAN DATAFILTERBEDRIJVEN Industrie 4.0 vergt open digitale communicatie – en juist in Europa schort het daar nogal aan, stellen Gerhard Altmann en Robert Hendrickson van de Duitse vestiging van SAS Analytics. Deze specialist in business analytics was een van de vele Amerikaanse bedrijven die zich dit jaar op de Hannover Messe, waar de VS ‘partnerland’ was, presenteerden. ‘Privacy is in Europa veel meer een discussieonderwerp dan in de VS. Daar vertrouwen bedrijven hun databases veel makkelijker aan de cloud toe. Hier willen ondernemingen graag dat hun data terechtkomen op een eigen server of een server in een datacenter in het eigen land. In veel Europese landen is dat ook bij wet vereist, dus willen wij in zoveel mogelijk Europese landen eigen datacenters inrichten’, aldus Altmann. SAS heeft inmiddels in Europa tientallen vestigingen, onder meer in Duitsland, Frankrijk, België, Portugal, Griekenland en ook Nederland. Die ‘wat wantrouwige’ Europese houding betekent niet dat het in dit werelddeel moeilijk is voor SAS uit te breiden naar de industriële markt.

Integendeel. Voor het bedrijf, dat zich al veertig jaar bezighoudt met het analyseren van data, creëert Industrie 4.0 een snelgroeiende behoefte aan hun diensten. Want de rap in aantal toenemende sensoren zorgen in moderne productielijnen voor een vloedgolf aan data. ‘Vaak is de eigenaar zich er niet eens van bewust welke data zijn productiestraat allemaal genereert.’ Om die te benutten – in bruikbare informatie om te zetten voor bijvoorbeeld real time predictive asset maintenance of om trends in de productiekwaliteit zichtbaar te maken – moet er wel slim geselecteerd en gerekend worden. Voor die informatieproductie ontwikkelt SAS algoritmes. ‘Die maken niet alleen van data informatie, ze voorkomen ook dat grote hoeveelheden niet-relevante data worden opgeslagen in de cloud.’ Een hal verder op de Messe presenteerde het Enschedese Recore Systems z’n FlexaGate IoT analytics gateway, een apparaat dat geprogrammeerd kan worden op het uitfilteren van de relevante industriële data alvorens die naar de cloud te zenden. ‘Wij ontwikkelen zelf geen

Gerhard Altmann (links) en Robert Hendrickson van SAS Analytics: ‘Vaak is de eigenaar zich er niet eens van bewust welke data zijn productiestraat allemaal genereert.’ Foto: Com-magz

algoritmes om van de data informatie te maken – dat doen onze klanten. Wij zitten in de stap direct voor het werk van een bedrijf als SAS’, wijst ceo Dirk Logie op een klein kastje met acht ethernetpoorten. ‘Hier kan 80 Gb aan data per seconde door naar binnen. Na onze filtering blijft daar maximaal 1 Gb aan relevante data van over’, aldus Logie, die rekent op een forse markt

voor zijn product. ‘Er zijn tal van bedrijven met heel veel processen die elk weer andere datastromen van vele Gb’s per seconde opleveren en die dus wel duizend van onze kastjes kunnen gebruiken. Veel compacter, sneller en goedkoper dan de pc’s die nu veelal voor het filterwerk gebruikt worden.’ www.sas.de www.flexaware.net

uit opleidingsfondsen. ‘En de aangesloten bedrijven betalen die ene dag extra bbl (beroepsbegeleidende leerweg, een combinatie van leren en werken, red.). Normaal is bbl één dag in de week naar school en vier dagen werken. Wij zweren bij twee dagen school en drie dagen werken; dat zorgt voor een betere basiskennis.’ Verder heeft Harderwijk al een goed draaiend technasium voor havo- en vwo-leerlingen. Kort geleden is daar het experience center BITT dus bijgekomen. Piet Mosterd spreekt van een ‘mini-NEMO’, ‘een beetje whizzkidachtig’, met ook aandacht voor ict en programmeren. ‘Een van de doelen is dat BITT de techniekles van het basisonderwijs overneemt. Daar worden nu programma’s voor ontwikkeld.’ In de opstart is weer veel privaat geld gaan zitten. ‘Intussen hebben we vijftien sponsorende bedrijven om het belevingscentrum

op de rit te krijgen.’ De provincie Gelderland draagt ook bij, twee ton. BITT wordt door twee personen professioneel gerund. Het belevingscentrum maakt het netwerk van activiteiten voor promotie en versterking van ’t techniekonderwijs op de Noordwest-Veluwe af. ‘Alle spelers in dat netwerk versterken elkaar en elkaars activiteiten’, zegt Piet Mosterd, die sinds begin dit jaar, toen hij bij AWL het stokje overdroeg aan Brand van ’t Hof, nog meer tijd in versterking van het beroepsonderwijs steekt. ‘Ik ben daar anderhalve dag per week mee bezig. Daarnaast doe ik ook nog dingen voor de provincie en in de maatschappelijke sfeer. Ik vind dat je een erfenis moet achterlaten – en dit hoort bij mijn nalatenschap.’ www.awl.nl www.detechniekacademie.nl www.platform-techniek.nl

‘MINI-NEMO’ IN HARDERWIJK Harderwijk is sinds april een belevingscentrum Werk en Technologie rijk. Dat experience centre, BITT (Beleving-Inspiratie-TechniekToekomst), richt zich op scholieren – vooral uit de groepen 7 en 8 van het basisonderwijs en de eerste twee jaargangen van het voortgezet onderwijs. Die kunnen daar ervaren – onder meer in workshops met een hoog doe-gehalte – dat bijna alles in het leven wel iets met techniek te maken heeft. En dat techniek leuk is, en kiezen voor een technische beroepsopleiding een goed idee. BITT sluit aan bij wat er in die regio rond techniekpromotie deze eeuw allemaal tot stand is gebracht. Met Piet Mosterd, eigenaar en tot voor kort ceo van AWL, als stimulerende kracht. In 2001 stond hij aan de wieg van de stichting Platform Techniek Noordwest-Veluwe. Het doel: scholieren tussen tien en veertien jaar

66

juni 2016

voorlichting geven over (werken in de) techniek. ‘Puur voorlichting, niks van dwang’, benadrukt stichtingsvoorzitter Mosterd. ‘Excursies, de jaarlijkse kunstwedstrijd, projecten; van alles en nog wat organiseren we.’ De stichting stond aan de basis van De Techniek Academie die sinds september 2012 draait in Harderwijk. ‘In de jaren daarvoor zag je al aankomen dat als er niet snel iets zou gebeuren, het hele beroepsonderwijslandschap voor elektronica, mechanica, werktuigbouw, mechatronica en installatietechniek uit deze regio totaal zou verdwijnen. Met De Techniek Academie hebben we het tij weten te keren. De academie heeft nu ruim honderd leerlingen, en ze groeien toe naar een instroom van ongeveer vijftig per jaar. Meer dan zeventig bedrijven uit de wijde regio zijn aangehaakt.’ De Techniek Academie bedruipt zichzelf


/

GELEVERD GEINVESTEERD

Link Magazine bericht over de toegevoegde waarde van leveranties en investeringen in de industrie. Voor meer informatie: www.linkmagazine.nl

SOLAR

Miljoenenorder uit China voor Smit Thermal Solutions Het Eindhovense Smit Thermal Solutions gaat machines leveren voor een nieuwe zonnecelfabriek in Chengdu, China. De machines, die op glasplaten de lagen aanbrengen waarop de zonnecellen gevormd worden, vormen het hart van die fabriek, die 100 megawatt aan zonnecellen per jaar gaat leveren. Staatsbedrijf CTIEC (China

Triumph International Engineering Company) is van plan om, ter vervanging van de verouderde faciliteiten, nog veel meer nieuwe zonnecelfabrieken te bouwen, met een gezamenlijke capaciteit van 5.000 megawatt. Dat biedt Smit Thermal Solutions uitzicht op grote vervolgorders. www.smitthermalsolutions.com

INDUSTRIËLE AUTOMATISERING

Trumpf opent Industrie 4.0 pilotfabriek voor plaatbewerking Trumpf heeft in zijn hoofdvestiging in Ditzingen (D) een pilotfabriek in bedrijf gesteld die compleet draait in een netwerk. Daarmee zet de gereedschapsmachine- en laserspecialist de volgende stap bij de praktische realisatie van Industrie 4.0. Trumpf heeft de processen van de productie-unit Plaatwerk gedigitaliseerd. Componenten uit zijn oplossingsconcept TruConnect en

het digitale businessplatform Axoom worden hier intensief toegepast en doorontwikkeld. Zo kan een MES-systeem de status van machines vastleggen, weergeven en analyseren. En dat gebeurt papierloos, interactief en met een handheld waarop continu actuele productiemeldingen verschijnen. www.nl.trumpf.com

INDUSTRIËLE AUTOMATISERING

hoeken te doen. Het centrum is overgenomen van Mach4Metal. CoMaTech (vijftien medewerkers) heeft sinds Gerard Spierings het

bedrijf vier jaar geleden overnam, veel vernieuwingen in zijn machinepark doorgevoerd. www.comatech.nu

SEMICON

Twee orders voor PLD-machine Solmates Solmates in Enschede heeft voor zijn PLD-machine (pulsed laser deposition) recent orders in de wacht gesleept bij twee researchinstituten: MESA+, behorend tot de Universiteit Twente, en imec in Leuven (B). De geavanceerde machine kan nieuwe materialen en chips/chipcomponenten creëren, die worden opgebouwd uit diverse lagen van elk een atoom dik. De machine stelt in het

NanoLab de researchers van MESA+ en externe gebruikers in staat om op industriële schaal te gaan werken. Imec zet hem in als hulpmiddel om nieuwe processen sneller in commerciële producten om te zetten. Solmates participeert in imec’s Industrial Affiliation Program (IIAP) Beyond CMOS. www.solmates.nl

DRANKENINDUSTRIE

Coca-Cola investeert weer in Dongen Coca-Cola investeert wederom in zijn vestiging in Dongen. Het gaat om een nieuwe verpakkingslijn (de tiende aldaar, investering zes miljoen euro) en de renovatie van panden (twaalf miljoen). Eind vorig jaar werd een nieuwe, geautomatiseerde

spoel-/vullijn in gebruik genomen, investering tien miljoen euro. Die haalt een snelheid van 55.000 flesjes per uur, halveert het watergebruik en verbruikt 35 procent minder stroom dan de oude lijn. www.cocacolanederland.nl

Faymonville kiest weer voor Valk Welding Valk Welding levert het Belgische Faymonville, bouwer van equipment voor speciaal transport, een robotinstallatie voor het aflassen van subassemblies en complete chassis (tot tien ton en twaalf meter). De portaalconstructie bestaat uit twee lasrobots en twee werkstations. Valk Welding kreeg de order vanwege de flexibiliteit van

zijn oplossing, de mogelijkheid om werkstukken 100 procent offline te programmeren en de lasnaadvoorbereiding met diepe inbranding. Voor kleine series zet Faymonville in zijn vestigingen in België en Polen al langer lasrobots van Valk Welding in. www.valkwelding.com

Brilliance in engineering

ELEKTRONICA

Variass produceert eerste microservers voor Astron en IBM Variass produceert de eerste 26 64-bit microservers voor Astron en IBM. De r&d-samenwerking tussen Astron en IBM valt binnen de ictroadmap voor de Square Kilometre Array (SKA) en richt zich op exascale computing technology. Dat maakt deel uit van de DOME-alliantie, die de provincie Drenthe en het ministerie van Economische Zaken financieren. Microservers en

microdatacenters vormen in DOME een van de speerpunten. Daarvoor sloten de universiteit van Oxford, Philips, TU Eindhoven, Sensor City en andere partijen een User Platform Collaboration Agreement met Astron en IBM. De eerste microservers die Variass ontwikkelt, zijn deze zomer klaar. www.astron.nl www.variass.nl

BKL is een kwalitatief hoogwaardige onderneming dat specialistische machines (o.a. hijs- en hefgereedschappen en testequipment) ontwikkelt voor gerenommeerde OEM-ers in diverse sectoren. Dankzij de combinatie van uitstekende productiefaciliteiten en de ervaring en creativiteit van vijftig professionals bouwen we deze specialistische machines zelf. Onze kennis excelleert in:

EXPERTS IN SAFETY

i Engineering

i Inspection

i Production

i Services

EXPERTS IN SAFETY BKL inspecteert en keurt “tooling’. Daarnaast ontwikkelt en levert het bedrijf uitgekiende hijs- en hefwerktuigen (IIA verklaring, CE) en assembleert deze op locatie in Nuenen.

METAALBEWERKING

Bewerkingscentrum nieuwste aanwinst CoMaTech CoMaTech in Cuijk heeft een FPT Tessen 50 bewerkingscentrum in gebruik genomen. Daarmee kan het bedrijf, gespecialiseerd in constructie en machinaal bewerken van spe-

cials en proto’s in enkelstuks of kleine series, producten tot 3.500 x 1.100 x 1.500 millimeter bewerken. De 0,001° Huron-kop geeft volledige vrijheid om dat onder alle

Collse Heide 1 | 5674 VM Nuenen | The Netherlands T: +31 (0)40 2951444 | info@bkl.nl | www.bkl.nl

Mechatronic and mechanical solutions Inspection maintenance and repair Hoisting - & lifting tools, special machinery

juni 2016

67


UIT DE MARKT SINTECS GROEIT MET SYSTEM-ON-MODULES Sintecs in Hengelo (Ov) startte in 2000 met het aanbieden van electronic design services aan de markten voor consumentenelektronica, industriële toepassingen, medische toepassingen, defensie en aerospace. Het bedrijf specialiseerde zich in de analyse (van thermische belasting, signaal- en vermogensintegriteit, timing, enzovoort) van high-speed board designs. In de loop der jaren ging Sintecs ook (re)designs verzorgen en de productie organiseren, voor start-ups maar ook voor grote ondernemingen als TenCate. In deze trend past het ontwerpen van complete system-on-modules. Commercieel manager Pim de Sain licht toe: ‘Met dit complete aanbod stellen wij onze klanten in staat om betere producten te creëren die productiviteit verhogen, productkwaliteit verbeteren, total cost of ownership optimaliseren en milieutechnische voordelen bieden. Dankzij ons modulaire concept voor processormodules kunnen

68

juni 2016

wij onze klant snel een prototype in handen geven. System-on-modules is voor ons nog een nieuwe business, waarmee we in een nichemarkt snel willen groeien.’ Het bedrijf mikt vooral op toepassingen voor bepaalde processoren van NXP, of beter: van het door NXP overgenomen Amerikaanse Freescale. Die processoren zijn speciaal geschikt voor high-speed datastromen. Nieuw voor Sintecs is ook de deelname aan een groot Europees Horizon 2020-project: dRedBox, dat tot doel heeft cloud computing ‘groener’ te maken. Cloud-datacenters bestaan uit individuele server-units; hun huidige opstelling zorgt voor een inefficiënte benutting van deze middelen en van stroom. Dat is te wijten aan het onvoldoende nauwkeurig kunnen matchen van de it-vereisten met de beschikbare middelen in een set van servers. Het nieuwe dRedBox-design moet dit verbeteren door over te stappen van ‘server as the

unit’ naar ‘pooled computing’. Met dit nieuwe beheermodel zijn it-middelen willekeurig in te zetten in respons op de behoeften van de cloudgebruikers. Een nieuw te ontwikkelen type cloud computing server moet zorgen voor snellere verwerking, betere resource-allocatie en

AWARDS Ondernemer Wim van der Leegte, president-directeur van de VDL Groep, heeft de award voor ‘Boegbeeld Nederlands Ondernemerschap’ toegekend gekregen door de jury van de Familiebedrijven Award. Jan van Eijk, voormalig CTO Mecha-

tronics bij Philips Apptech en emeritus hoogleraar Advanced Mechatronics aan de TU Delft, heeft de Martin van den Brink Award ontvangen. Trek-

lagere kosten. In het dRedBox-consortium gaat Sintecs, de enige Nederlandse deelnemer, daarvoor hardwaremodules ontwerpen. Uiteindelijk resultaat moet zijn een veel efficiëntere cloud en twintig procent minder stroomverbruik. www.sintecs.eu

ker van deze systeemarchitectuurprijs is de Dutch Society for Precision Engineering (DSPE). Philips heeft de Koning Willem I-prijs

2016 in de categorie Grootbedrijf ontvangen als erkenning voor innovatiekracht en ondernemerschap. Voor Startup50 Gelderland, onderdeel van Startup Fest Europe, is het Nijmeegse Mellon Medical door investeerders en Golden Egg Check als beste start-up van Gelderland beoordeeld.


SCHEIDEND CEO ZET DE KOERS VOOR KTR OP INDUSTRIE 4.0 Per 1 juni heeft Josef Gerstner (67) afscheid genomen als ceo van KTR, de Duitse fabrikant van aandrijfcomponenten. Hij geeft het roer over aan Andreas Nauen, die de ingeslagen strategische koers richting Industrie 4.0 zal vervolgen. ‘Want Industrie 4.0 is een must voor WestEuropese en zeker voor Duitse bedrijven die niet kunnen concurreren op prijs en daarom moeten zorgen dat hun processen efficiënter en sneller worden, om de time-tomarket van innovaties te verkorten’, licht Gerstner toe. KTR’s verkoopproces is reeds gedigitaliseerd: de specifieke klantwensen worden met een configurator direct omgezet in een CAD-file. ‘En een paar weken geleden hebben we de tweede stap voltooid met het installeren van CAM-gestuurde metaalbewerkingsmachines in onze fabrieken. De CAD-data worden nu omgezet in CAM-data waarmee de productiestraat wordt aangestuurd.’ De volgende ‘Industrie 4.0-stap’ wordt nu gezet: robotisering van de assemblage, gevolgd door de implementatie van een computer aided logistics system waarmee ook de complete logistiek richting eindklant

gedigitaliseerd wordt. Ten slotte zullen ook de eigen producten Industrie 4.0-compliant worden gemaakt. ‘Wij hebben reeds, speciaal voor windturbines, een koppeling op de markt gebracht die is uitgerust met zelfontwikkelde sensoren die de klant veel informatie geven over het functioneren van de turbine. De komen-

de vijf jaar zullen wij veel investeren in het connected maken van ons assortiment’, zo schetst Gerstner de plannen waaraan onder zijn opvolger uitvoering zal worden gegeven. Als lid van de adviesraad blijft hij daar nauw bij betrokken. Voorts gaat Gerstner zijn kennis en ervaring als zelfstandige consultant inzetten

voor het begeleiden van starters, reorganisaties en overnames en fusies. Zijn opvolger Nauen (51) komt van het Duitse bedrijf Senvion waar hij sinds 2015 ceo was. Eerder werkte hij in diverse managementfuncties voor Siemens. www.ktr.com

NIJDRA NU OOK INTERESSANT VOOR GROTERE SERIES gestuurd. FreesDe Nijdra Group bank en belader in Middenbeemzijn met een ster heeft 1,5 ton door DMG euro geïnvesgeprogrammeerteerd in een de interface met BMO Platinum elkaar verbonrobotbelader den. Daarmee voor het volautozijn alle voormatisch beladen waarden ingevuld van een vijfvoor het onbeassige DMGmand en flexibel freesbank. De De BMO Platinum robotbelader. verrichten van robot beschikt kleine én grote over zeven lades, series freeswerk, aldus directeur waarin werkstukken aan- en afgeJeroen Nije. ‘Het grote voordeel is voerd worden en vier ‘pallets’: klemdat deze robot 24/7 door kan gaan. men waarin de werkstukken vastZo bespaar ik één fte en verlaag ik gezet kunnen worden, computer-

mijn kostprijs terwijl ik mijn productiecapaciteit verruim.’ Voorts telt dat Nijdra met deze automatisering de productiebetrouwbaarheid vergroot en beter in staat is alle processtappen volledig te documenteren. ‘En het is een met visiontechnologie beveiligd, toegankelijk systeem, zodat operators gemakkelijk de freesbank handmatig kunnen bedienen als dat nodig is voor afwijkende werkstukken.’ Nije merkt dat hij met deze faciliteiten nu ook een concurrerend aanbod kan doen aan klanten die de grotere series nog in Oost-Europa of China laten produceren. www.nijdra.com www.bmoautomation.nl

E NGINE E RI NG YOU R FU TU RE www.viro.nl

juni 2016

69


Door de dr druk uk vvanuit anuit de industrie om ontwikkelingstijd ontwikk elingstijd te verlagen verlag verlag e en en kwaliteit kwaliteit te verhogen verhogen wordt wordt het ggebruik ebr uik vvan an simulaties sim ulaties tijdens de a a van levenscyclus levenscyclus van een product steeds belang belangrijker. rijker. a Hoe kunt u een efficiency vverbetering erbetering vvoor oor het ontw ontwerpproces erpproces realiseren? Hoe zorgt u er ervoor voor dat da uw product product-kkennis ennis in conce conceptfase ptfase hoog genoeg genoeg is, is, zodat u de juiste ontw ontwerpkeuzes erpkeuzes kunt maken? mak en? Hoeveel Hoevveel eel meer zou u kunnen indien u een 30% vverkopen erkopen verkorta e verkorta vvan e et kunt time-to-market ing an de time-to-mark realiseren, door middel vvan ean een a fysiekee protoreductie in het aantal fysiek prototypes? Kunt Kunt u uw concurrent conc rent voor concur voor zijn door het verhogen verhogen vvan an uw R&D activiteiten? activiteiten? Wanneer W la in het anneer problemen laat ontwerpproces worden ontw erpproces w orden gevonden gevonden brengt dat vvaak aak hoge hoge kkosten osten met zich zich mee.. De toegevoegde waarde van mee toegevoegde w aarde v an u vroegtijdigee simulaties vroegtijdig sim u ulaties ligt dan ook op het snel vinden an u en oplossen vvan eenvoudige problemen. Door op een een vo oudige simuleren manier te kunnen sim uleren zijn (design) engineers in staat hun ontwerp ontw erp te vverbeteren erbeteren en snel What-If W hat-If analyses uit tee voeren. voeren. Met behulp van van Synchronous Synchronous T Technology echnolog y (Siemens intuĂŻtiev geometrie intuĂŻtievee geometrie manipulatie toolset)e hebben CAE mogelijkheid ggebruikers ebr uikers de mog elijkheid om CAD e geometrie geometrie van van elke elkeeoorsprong gemakkelijk gemakkelijk en snel op te schonen schonen of design vvarianten arianten te bekomen. bekomen.

p

Met ealiseer t u: NX CAE rrealiseert ‡‡ +HW YURHJWLMGLJ GHWHFWHUHQ YDQ +HW YURHJWLMGLJ GHWHFWHUHQ YDQ tijdens het problemen/fouten ontwerpproces. erpproces ontw . ‡‡ ,Q]LFKW LQ KHW JHGUDJ YDQ FRPSOH[H p ,Q]LFKW LQ KHW JHGUDJ YDQ FRPSOH[H producten. ‡ ( ‡ (HQ GXLGHOLMN EHHOG ZHONH LQYORHG p HQ GXLGHOLMN EHHOG ZHONH LQYORHG heeft op de kkosten, osten, het design kw prestatie en kwaliteit. aliteit. ‡ )OH[LELOLWHLW LQ KHW RPJDeDQ YDQ ‡ )OH[LELOLWHLW LQ KHW RPJDDQ YDQ e aanpassingen op het regelmatige elmatig en reg . aanpassing e e ontwerp. ontw erp. . .

Realize Innovation Innovation mett NX CAE: C

n door gebb Verhoog productkennnis bruik van simulattie iess n b s NX CAE biedt de oplossing voor alle simulatie uitdagingen, door een moderne e een compleet geĂŻntegreerde omgeving te bieden, die uw ontwerpproces significant k kkan e verbeteren en verkorten. k

NX CAE is een sc schaalbare haalbare oplossing die ook voor voor kleinere org organisaties anisaties snel inzetbaar is is.. Hoew Hoewel el de integ integratie ratie met NX CAD een zeer efficiĂŤnt ontwerpproces ontwerpproces mogelijk mogelijk maakt, werkt werkt NX CAE ook standalone als CAE applicatie dankzij de krac krachtige htige ondersteuning vvan an multi-CAD multi-CAD geometrie. De schaalbaarheid geometrie. schaalbaarheid van van NX CAE zorgt ervoor er voor dat designers al op basis ni niveau veau simulaties kunnen doen om de juiste kkeuzes simulaties euzes te maken maken voor voor het ontwerp. ontwerp. Voor Voor ervaren er varen analisten biedt NX CAE een uitg uitgebreid ebreid platform platfor m binnen ĂŠĂŠn omgeving. omgeving . Hierbij moet u denken denk , y en aan str structural, uctural, ther thermal, mal flow, mal, fflo low, motion, optimization, acoustics, acoustics, durability en multiphysics multiphysics analyses. analyses. , y , y ““Als Als de d analyse rresultaten esultaten leiden tot verandering in het ontwerp ontwerr p dan kunnen we we die snel aanbrengen aanbrrengen engen met de Synchr Synchronous hrronous T Technology. Technolo echnolooggyy. Opnieuw meshen is moeiteloos en dat resulteer rresulteert esulteerrt in zeer zeer korte korrte ontwerpcycli.â€? ontwerr pccycli.â€? JJerry erry Baffa, Project Engineer Afdeling ng Researc R Research esearch Damen Shipyards Group cards PLM Solutions is opg opgericht ericht in 1999. Met drie kantoren (hoofdkantoor kantoor in Best, vestiging vestiging in Genk, enk, BelgiĂŤ en een vestiging vestiging in Duitsland) en 40 gemotiveerde gemotiveerde medewerkers, medewerkers, levert, levert, installeer installeertt en ondersteunt cards PLM Solutions de implementatie van van PLM oplossingen. oplossingen. De org organisatie anisatie lev levert ert tevens tevens project management management en consultancy diensten op het gebied gebied van van CAD/ e CAM/ M/ CAE,, CTO/ ETO ETO,, T Tec TechPub, echPub, Sim Simulatie ulatie en PLM oplossing oplossingen en in 21 landen en bij meer e dan 400 klanten. e FFDUGV 3/0 6ROXWLRQV RQGHUVFKHLGW ]LFK LQ GH PDUNW GRRU IOH[LEHO HQ PHW HHQ KRJH NHQQLVZDDUGH DUGV 3/0 6ROXWLRQV RQGHUVFKHLGW ]LFK LQ GH PDUNW GRRU IIOOH[LEHO HQ PHW HHQ KRJH NHQQLVZDDUGH zetten rijke trends haar producten, oplossing in te belangrijke en en op 4 belang middels oplossingen in de maakindustrie GLHQVWHQ 'H]H WUHQGV ]LMQ HHQ VWHUNH WRHQDPH YDQ GH FRPSOH[LWHLW YDQ SURGXFWHQ GH GLHQVWHQ 'H]H WUHQGV ]LMQ HHQ VWHUNH WRHQDPH YDQ GH FRPSOH[LWHLW YDQ SURGXFWHQ GH e globalisatie vvan het zaken op het gebied wettoenemende an zaken doen, toename gebied van van internationale internationale wet- en ee regelgeving elgeving en het immer verder verder reduceren redu van van de time-to-market. time-to-market. reg e From F rom good to great, great, from from great great to Best! ee

car cards ds PLM SSolutions olutions B BV V|D Dee M Maas aas 22a | 5684 PL B Best est | T T.. +31 (0)499 371990 | F F.. +31 (0)499 372690 car cards ds PLM SSolutions olutions bvba bvba | Horizonlaan Horizonlaan 36 | B-3600 G Genk enk | T T.. ++32 (0)89 680658 car cards ds PLM SSolutions olutions GmbH | Alt-H Alt-Heerdt eerdt 104 | D-40549 D DĂźsseldorf Ăźsseldorf | T T.. +49 (0)211 93673945 d info@cardsplmsolutions.com info@car dsplmsolutions.com |www |www.cardsplmsolutions.com w.cardsplmsolutions.com

d

d


SAMENONDERNEMEN Link Magazine signaleert fusies, allianties en overnames in de industrie. Voor meer informatie: www.linkmagazine.nl

OVERNAMES MACHINEBOUW

Moba acquireert Italiaanse eierverwerker De Moba Group in Barneveld, heeft de Italiaanse eierverwerker Pelbo overgenomen. De acquisitie past in de strategie van de fabrikant van machines voor het sorteren, verpakken en verwerken van eieren om zijn activiteiten op het gebied van eierverwerking (onder meer eieren

breken) op te voeren. De wereldwijde Moba-organisatie wordt gefaseerd omgevormd tot gespecialiseerde kennis- en productiecentra. Pelbo, in Brugherio, richt zich op machines voor het segment eierverwerking. www.moba.nl

HIGHTECH

Demcon neemt TU/e-spin-off Optimal Forming Solutions over High-end technologieleverancier Demcon heeft Optimal Forming Solutions overgenomen. De kerntechnologie van deze spin-off van de TU Eindhoven is een reconfigureerbare mal waarmee, anders dan met kostbare matrijzen, relatief snel en goedkoop enkelstuks producten

zijn te maken. Optimal Forming Solutions sluit aan bij Demcon’s nieuwe business unit Industrial Systems. De technologie vereist hightech machinebouw, een specialisme van Demcon. www.demcon.nl

ELEKTRONICA

Failliet Power Technics naar Powerbox Power Technics in Etten-Leur heeft een doorstart gemaakt onder de vleugels van de Powerbox Groep, leverancier van voedingen. Het (voormalige) Power Technics ontwerpt en fabriceert klantspecifieke voedingen voor vooral de scheepvaart, met ook klanten in de

START-UP-ONDERSTEUNING

Tekdelta op de bres voor meer doorgroeiers verlopen. TekDelta start met een pilot, als opmaat naar een meerjarenprogramma, gericht op startups die innoveren met internet of things en big data. In Tekdelta werken onder meer de drie technische universiteiten, Yes!Delft, Health Valley, Rockstart, Startup Amsterdam, ECN, KPN, NXP en Philips samen. www.tekdelta.nl

FOTONICA

LioniX International biedt complete oplossingen Panthera Group en YMK Photonics (Zuid-Korea) hebben LioniX International opgericht. Dat Enschedese bedrijf ontstond door het samengaan van LioniX, Satrax, XiO Pho-

integrated circuits), microfluidics, optofluidics en mems. www.lionix-international.com

INDUSTRIËLE AUTOMATISERING

Groeiend STT Products partner van ABB Robotics Systeemintegrator STT Products in Tolbert en ABB Robotics hebben hun samenwerking geformaliseerd. STT Products is deelnemer in Smart Factories, het initiatief van de Noord-Nederlandse maakindustrie om sneller, goedkoper en nauwkeuriger te gaan produceren.

Via het partnership haakt ABB Robotics daarbij aan. STT, dat onlangs een nieuw en groter pand betrok, heeft de applicatie- en marktkennis om ABB’s co-robot Yumi toe te passen. www.sttproducts.nl www.abb.nl/robotics

START-UP-ONDERSTEUNING

Grote bedrijven geven start-ups duw Negen grote organisaties in de Brainport-regio gaan beginnende starters die deelnemen aan het incubatieprogramma HightechXL, met geld en adviezen helpen bij het opschalen. De alliantie, die Startup Alliance is gedoopt, bestaat uit ASML, Philips, NTS-Group, Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM), Brainport

Development, gemeente Eindhoven, High Tech Campus Eindhoven, ABN AMRO en EY (Ernst & Young). Meer grote bedrijven zijn welkom. Ambitie is dat dit in 2020 twintig snelgroeiende bedrijven (uit een pool van zo’n honderd start-ups) heeft opgeleverd. www.hightechxl.com

luchtvaart-, telecom-, defensie- en medische sector. Nieuwe eigenaar Powerbox deed de sales van die producten en verkocht er enkele onder eigen naam. Het geïntegreerde bedrijf blijft vanuit Etten-Leur werken. www.pt-powersupplies.com

ALLIANTIES

Op initiatief van TNO en StartupDelta is dit voorjaar Tekdelta van start gegaan. De participerende organisaties – al bijna twintig – gaan ervoor zorgen dat patenten, kennis en onderzoeksfaciliteiten snel en makkelijk bij start-ups terechtkomen. Daardoor zal het aantal doorgroeiende start-ups in ons land verder toenemen en de valorisatie van innovaties sneller

oem-klanten complete oplossingen aanbieden, van initieel ontwerp tot en met volumefabricage, op de gebieden pic-modules (photonic

tonics en OctroliX. Mede door de samenwerking met YMK Photonics maakt dat van Lionix International een verticaal geïntegreerde nanotech-onderneming. Het bedrijf kan

Ontdek of uw organisatie klaar is voor het Internet of Things!

Doe de IoT Readiness Scan en ontvang uw persoonlijk IoT Readiness rapport.

www.metatronics.nl/iot-readiness-scan Metatronics, Torenallee 42-54, 5617 BD Eindhoven Tel 040-7870910, www.metatronics.nl

juni 2016

71



PERSONALIA

ROBOTICAKETEN PRESENTEERT ZICH OP DE WOTS De interactie tussen mensen, machines en robots speelt een belangrijke rol in efficiënte, slimme industriële productie. Volgens de klassieke methode worden programmering, besturing en bediening van plc en robot afzonderlijk uitgevoerd. Yaskawa brengt hier verandering in en integreert plc- en robotbesturing in MotoLogix, software voor het aansturen van Yaskawa-robots. Dankzij die integratie kunnen robotbesturingen eenvoudig rechtstreeks worden geïntegreerd in de plc en zonder diepgaande kennis van robots worden geprogrammeerd. De bediening door de operator/eindgebruiker kan worden ingericht via de hmi van de plc-besturing, zodat ook een operator geen specifieke robotkennis meer nodig heeft. Smart industry-innovaties als deze zijn technisch gezien goed te integreren in een flexibel geautomatiseerde productieomgeving. Maar, weet directeur Eddie Mennen van Yaskawa Benelux, dat vergt wel goede samenwerking tussen de diverse ketenpartijen. Het is dan ook geen toeval

dat Yaskawa zijn nieuwe besturingsinterface MotoLogix presenteert op de WOTS (Jaarbeurs, 4 t/m 7 oktober). In een gezamenlijk paviljoen, dat naast Yaskawa bemand zal worden door in elk geval Mitsubishi Electric, Stäubli Robotics, Hupico en VSE, partijen die elk hun eigen rol in de roboticaketen vervullen. ‘Het werkelijk ‘smart’ maken van het proces van de klant kan alleen als ketenpartijen nauw samenwerken. Voor bijvoorbeeld het met een robot lassen vanuit een CAD-model, is besturingssoftware nodig die je alleen kunt schrijven als je ook veel kennis hebt van het lasproces. Met deze stand geven we het goede voorbeeld van samenwerking’, aldus Mennen over de gezamenlijke activiteiten op de WOTS. Daartoe behoort ook een seminar met als sprekers Stefano Stramigioli (Universiteit Twente), Heico Sandee (Smart Robotics), Ruud Schenning (Grauel, AAE-group) en Tweede Kamerlid Anne-Wil Lucas (VVD). Mennen constateert dat het op landelijk bestuurlijk niveau schort aan

een goede samenwerking rond Smart Industry. ‘Premier Rutte en EZminister Kamp zijn er heel enthousiast over, maar laten de financiering en uitvoering goeddeels over aan regionale partijen zoals de provincie. Met als gevolg dat in het oosten van het land de fieldlabs Smart Bending en Smart Welding zijn ontstaan, waar wij als bedrijf uit het Brabantse niet aan mogen deelnemen. Dus zijn wij nu genoodzaakt om samen met andere Brainport-partijen een eigen fieldlab op te richten, met mogelijk vergelijkbare thema’s. Dat leidt ertoe dat ontwikkelwerk dubbelop wordt gedaan én versnipperd raakt en dat is niet goed voor het concurrentievermogen van de Nederlandse industrie.’ De organisatie van WOTS-paviljoen en -seminar is in handen van Link Magazine en FHI. www.linkmagazine.nl www.motoman.nl www.wots.nl www.fhi.nl

Jan van den Brink is benoemd tot

directeur van Frencken Engineering. Hij had een lange carrière bij Philips en werkte daarna bij VDL ETG en VDL Flow. Perry van Rijsingen, voorheen ceo

van de Philips Healthcare Incubator, is benoemd tot ceo van Preceyes, dat medische robots voor oogchirurgie ontwikkelt. Gerald Schotman is benoemd als de

nieuwe president van het Koninklijk Instituut Van Ingenieurs (KIVI). Hij volgt Martin van Pernis op. Paul van Gerwen is na het vertrek van Jeroen Stoutjesdijk benoemd

tot interim-directeur research & development bij Moba.

Helder.

Uw data veilig in onze datacenters binnen de Nederlandse wet. Duidelijk en vertrouwd.

Bezoek Bezoek onz onzee Datacenter Dataccenter Inloopdagen Inloopdagen

www.interconnect.nl/inloopdagen www.interconnect.nl/inloopdagen

juni 2016

73


Embedded Excellence

We thank all our employees and customers for their confidence! Since 1996 we have been passionately developing innovative embedded systems that make our world a little better, healthier and smarter every day. And, we keep on growing. To serve our

customers we are continuously looking for smart software and hardware developers. Interested? Please visit

www.topic.nl


AGENDA 21-24 JUNI 2016

27 SEPTEMBER 2016

4-5 OKTOBER 2016

1-3 NOVEMBER 2016

WEEK VAN DE NEDERLANDSE AUTOMOTIVE INNOVATIE - HELMOND Vierdaags event over innovaties in de automotive. Over heavy-duty aandrijflijnen (21 juni), nieuwe materialen en productie (inclusief expo, 22 juni), kennis/competenties van engineers en onderwijs (23 juni), smart mobility en samenwerking (24 juni). Zie: www.automotivenl.com

PHOTONIC INTEGRATION CONFERENCE EINDHOVEN Tweede editie van event over recente ontwikkelingen (technologie en markt) in fotonica. Met parallelsessies voor diverse sectoren (medisch, militair, data) en workshops. Zie: www.phiconference.com

DSPE CONFERENCE - SINT-MICHIELSGESTEL Derde editie van dit event over precisiemechatronica van de Dutch Society for Precision Engineering (DSPE). Zie: www.dspe-conference.nl

NIL VERBINDINGSWEEK (VAKBEURS + SYMPOSIUM) - GORINCHEM Derde editie van event over verbindingstechniek. Combinatie met Metavak. Zie: www.nil.nl

4-7 OKTOBER 2016

16-17 NOVEMBER 2016

KUNSTSTOFFEN 2016 (EXPOSITIE + CONGRES) - VELDHOVEN Beurs voor professionals in de kunststofindustrie over nieuwe materialen, duurzaamheid en innovaties. Met expositie (275 deelnemers) en congres (veertig lezingen). Zie: www.kunststoffenbeurs.nl

INDUSTRIAL PROCESSING / WORLD OF TECHNOLOGY & SCIENCE (BEURS + CONFERENTIE) - UTRECHT Twee beurzen, op dezelfde dagen in dezelfde hallen. Gezamenlijk initiatief van Machevo & Bulk, FEDA en FHI. WOTS omvat World of Laboratory, World of Motion & Drives, World of Electronics en World of Automation. Zie: wots.nl

PRECISIEBEURS 2016 (EXPOSITIE + CONGRES) - VELDHOVEN Zestiende editie van event voor professionals in de precisietechnologie, met ruim 300 exposerende bedrijven/kennisinstellingen en uitgebreid congresprogramma. Zie: www.precisiebeurs.nl

4-6 OKTOBER 2016

11-12 OKTOBER 2016

SURFACE (VAKBEURS) - ’S-HERTOGENBOSCH Vierde editie van vakbeurs voor oppervlaktetechniek. Industrieel Oppervlaktebehandelend Nederland (ION) is initiatiefnemer. Diverse brancheverenigingen koppelen eigen events aan de beurs. Gelijktijdig met vakbeurs Energie. Zie: www.surfacevakbeurs.nl, www.energievakbeurs.nl

TECHNOLOGY FOR HEALTH (VAKBEURS + CONGRES) - ’S-HERTOGENBOSCH Jaarlijks trefpunt voor professionals (toeleveranciers, ontwikkelaars, dienstverleners en zorgprofessionals) betrokken bij de ontwikkeling van medische producten. Zie: www.technologyforhealth.nl

22-24 JUNI 2016 INDUSTRIAL TECHNOLOGIES CONFERENCE AMSTERDAM Vierde editie van netwerkconferentie op het gebied van nieuwe productietechnologie, materialen, nanotechnologie, biotechnologie en digitalisering in Europa. Zie: www.industrialtechnologies2016.eu

28 JUNI 2016 MATLAB EXPO 2016 (CONGRES + EXPOSITIE) - EINDHOVEN Sprekers uit de industrie en universitaire wereld over het optimaliseren van innovatieprocessen met behulp van MATLAB en Simulink. Zie: www.mathworks.nl

28-29 SEPTEMBER 2016

30 NOVEMBER 2016 DISCA’16 (EVENT) - UTRECHT Vijftiende editie van Dutch Industrial Suppliers & Customer Awards, met talkshow en prijzen voor de best knowledge supplier, best logistics supplier en best customer. Zie: www.linkmagazine.nl

14-15 DECEMBER 2016 AGRIFOODTECH - ’S-HERTOGENBOSCH Nieuwe vakbeurs met congres over innovatie binnen de waardeketens van de agrifoodsector. Zie: www.agrifoodtech.nl

Safety S afety Automation Automation B Builder uilder

stroomlijnt ontwerp, o ntwerp, integratie integratie e en nv validatie alidatie van uw veiligheidssysteem.

Nr.1 Wereldwijde leverancier van Machineveiligheid Bron: ARC Advisory Group

Bespaar tijd, geld en verlaag de complexiteit van uw machineveiligheidsapplicatie. Safety Automation Builder stroomlijnt het ontwerp van uw veiligheidssysteem, wat u helpt om de compliance te verbeteren en kosten te verlagen. SAB ondersteunt u in de ontwikkeling van het veiligheidssysteem. Het verbinden van systeem lay-out, productselectie en veiligheidsanalyses zal u helpen om de presentatielevels (PL) van machineveiligheid te behalen op basis van de wereldwijde standaard EN ISO 13849-1.

Ga naar onze Safety campagne pagina om video’s over Safety Automation Builder te bekijken.

www.marketing.rockwellautomation.com/safety-solutions/nl/ Copyright © 2013 Rockwell Automation, Inc. All Rights Reserved.

juni 2016

75


Maakbedrijven renderen met Isah Business So ware Isah Business Software vormt de spil van alle bedrijfsprocessen en biedt volledig inzicht en overzicht. De so ware is toegespitst op de maakindustrie en wordt wereldwijd in vele branches toegepast. Wij investeren continu in Research & Development om vandaag, maar ook over 10 jaar te voldoen aan de wensen en eisen van het maakbedrijf. Daarbij hebben we een duidelijk

Kennismaken? Kijk op isah.nl of bel 088 4724 000

doel voor ogen: het maakbedrijf beter laten renderen. Dat is de inzet van onze mensen, organisatie en business so ware.

DE NUMMER

SOFTWARE VOOR DE MAAKINDUSTRIE.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.