Link 2018, 06

Page 1

D E VE R B I N D I N G TU SS E N TEC H N O LO G I E, MAR KT E N M E N S

Magazine Magazine

december 2018 | nummer 6 | jaargang 20

DE FINALE INSPIRO, VAN EGMOND EN IMS GROTE WINNAARS PARELS OVER HUN WERELDWIJD SUCCES ‘WE BOUWEN EEN BRUG, TERWIJL WE ER AL OVERHEEN LOPEN’ PLATFORMBEDRIJVEN ALS KANS OF BEDREIGING? ‘ZODRA JE PROCESSEN VOLLEDIG ZIJN TE DIGITALISEREN, KUN JE DE BOK ZIJN’

PIM KAT VAN TECHNOBIS:

‘NEDERLAND WORDT SILICON VALLEY VAN DE FOTONICA’


eXperience Festo

Learn Build

Operate Inspire Productie en de digitale wereld komen samen; dit maakt productie exibeler, verhoogt energie-ef ciĂŤntie, logistieke processen worden nauwer verbonden en de waardeketen wordt geoptimaliseerd. Festo speelt een grote rol in het concreet maken van de Industrie 4.0 trend, binnen Nederland maar ook wereldwijd. Ervaar de mogelijkheden in ons Experience Centre -> events.nl@festo.com


Magazine

6/18

D E VE R B I N D I N G TU SS E N TEC H N O LO G I E, MAR KT E N M E N S

14

DISCA’18 INSPIRO, VAN EGMOND EN IMS GROTE WINNAARS

‘EEN BELONING VOOR AL ONZE MEDEWERKERS’ Op 21 november werden voor de 17e keer de Dutch Industrial Suppliers & Customer Awards (DISCA) uitgereikt. Opnieuw was hoeve Mereveld in Utrecht het sfeervol decor voor een finale waarin het publiek, bestaande uit ondernemers en managers uit de industrie, uiteindelijk een beslissende stem had in de verkiezing van drie winnende bedrijven in evenzoveel categorieën. In totaal werden 382 bedrijven voorgedragen.

TALKSHOW VIER TOPONDERNEMERS OVER HUN WERELDWIJD SUCCES

‘WE BOUWEN EEN BRUG, TERWIJL WE ER AL OVERHEEN LOPEN’ Doe het gewoon, stel niet uit, wees niet te bang. De vier gasten die de TU/e-hoogleraren Maarten Steinbuch en Arjan van Weele tijdens de geanimeerde DISCAtalkshow ‘Laat je in je kaarten kijken!’ aan tafel hebben, komen allemaal met dezelfde lessons learned. Ondernemen is durven en volhouden. Het zijn allemaal parels, aldus de talkshowhosts. ‘Hoe doe je dat in hemelsnaam?’, roepen ze meerdere malen. Pleo, de hightech knuffel van Steinbuch, zit erbij en kijkt ernaar.

30

56

STRATEGIE ZIJN SNELGROEIENDE PLATFORMBEDRIJVEN EEN KANS OF BEDREIGING?

INNOVATIE PIM KAT VAN TECHNOBIS: ‘NEDERLAND KAN SILICON VALLEY VAN FOTONICA WORDEN’

‘ZODRA JE PROCESSEN VOLLEDIG ZIJN TE DIGITALISEREN, KUN JE DE BOK ZIJN’

NEDERLANDS FOTONICAECOSYSTEEM LOOPT INTERNATIONAAL VOOROP

Platformbedrijven als Amazon en Alibaba slagen erin in hoog tempo een enorme hoeveelheid producten aan hun portal te hangen. Met alleen kennis van online marketing en data-analyse maken ze marge met producten die anderen hebben ontwikkeld en gemaakt. Dit type onderneming begeeft zich ook steeds meer in de b2b-sfeer. Een kans of juist een bedreiging?

49

Dit jaar heeft het Nederlandse fotonica-ecosysteem grote stappen gezet: een Nationale Agenda Fotonica is gelanceerd. Op diverse plaatsen wordt gewerkt aan opschaling van de capaciteit voor de productie van geïntegreerde fotonische chips. Klap op de vuurpijl: Technobis kreeg een grote order.

PRODUCTIESTRATEGIE

42

Met nieuwe technologie B&R kan machinebouwer meer op service inzetten Productie automatiseren, business innoveren

82

ERIKS verruimt faciliteiten voor schoon produceren en verpakken 1.000 m2 cleanroom verlaagt tco klant

OVER HIGHTECH STARTERS EN HUN INNOVATIES, FINANCIERINGSPROBLEMEN EN ANDERE UITDAGINGEN

STRATEGIE

Met onder meer een verhaal over start-up Sirius Medical die staat te trappelen om zijn MaMaLoc in de markt te zetten. Dat is een innovatieve techniek om prille borstkankertumoren precies te lokaliseren.

34

ALSI ziet na overname door ASM PT omzet snel stijgen Veel meer systemen, zelfde supply base

60

Strategisch programma Lenze 2020+ houdt machine-automatiseerder op groeikoers ‘Snelheid maken en meer doen met minder’

62

Hechte samenwerking PBF Group en Connect Group Van klantspecifiek naar marktspecifiek

ZIE VERDER PAGINA 5

december 2018

3


Een gebouw dat energie opwekt? Duurzame industrie met slimme IoT? Op afstand uw machines monitoren?

Schneider Electric biedt digitale oplossingen voor meer inzicht en controle voor gebouwen, fabrieken en machines dankzij het open IoT-platform EcoStruxure™. Ontdek de mogelijkheden om uw beschikbaarheid en productiviteit te verhogen.

www.schneider-electric.nl/ecostruxure

Š2018 Schneider Electric. All Rights Reserved. Schneider Electric | Life Is On and EcoStruxure are trademarks and the property of Schneider Electric SE, its subsidiaries, and affiliated companies.


EN VERDER: 7 28 29 32 37 38 40 47 55 65 66 68 70 73 74 75 76 79 80 85 86 87 88 89 99

MARTIN

UIT DE MARKT ADDITIVE MANUFACTURING FMI Instrumed zet zes jaar kennis van 3D-printen om in succes COLUMN Maak het vertrek makkelijker door de eerste servitization-stap klein te houden AUTOMATISERING GTV automatiseert productie met hulp van EPLAN MENS EN ORGANISATIE Oem’ers ASML en Vanderlande groeien hard, first tier NTS-Group eveneens SMART FUTURE IndustrieTOP van ING over Smart Working, Smart Future PROCESVERBETERING EcoStruxure van Schneider Electric bewaakt werking van nieuwe rioolwaterzuivering PROCESVERBETERING OEE-tool helpt effectiviteit proces of machinepark te verhogen DUURZAME MOBILITEIT Carver vult gat tussen elektrische fiets/scooter en elektrische auto GROEIEN IN TOELEVEREN Teesing neemt flowmeterspecialist A-B-T over PRODUCTONTWIKKELING SMC Pneumatics wordt SMC Nederland, vanwege breedte assortiment REISVERSLAG DEEL 2 Mee- en tegenvallers bij AAE in fase 2 van de ERP-herimplementatie DIGITALISERING Bedrijfspand Orangeworks zit als gegoten dankzij big data INDUSTRIËLE DIENSTVERLENING PROFINET inmiddels interessanter voor industrie dan PROFIBUS LIFE CYCLE MANAGEMENT Variass monitort actief verkrijgbaarheid van duizenden onderdelen COLUMN Stel affiniteit boven kennis en kunde INDUSTRIËLE DIENSTVERLENING Janne Brok verklaart het succes van Sioux LIME COLUMN Abel en de keten van openheid INNOVATIE Unieke samenwerking overheden en marktpartijen voor Brouwersdam CYBERSECURITY Dreiging neemt toe, eigen kennis schiet tekort COLUMN Digital Twin een te grote stap? PROCESVERBETERING Pilot bij Nijdra met kostenbesparende SmartBin geslaagd KATERN LEAN UIT DE MARKT (vervolg)

BESTAANSRECHT

Onlangs hebben de economen Robert Dur en Max van Lent onderzocht welke beroepen het minst zinvol zijn. Ze deden dat door de professionals zelf daarover te bevragen. Een van de hoogst scorende functies is die van pr-functionaris: 21 procent van de public-relationsmensen vindt dat ze niet nuttig bezig zijn. Nu heb ik dat vak ooit zelf beoefend, na een studie waarin je werd meegegeven dat het vooral gaat om het ‘goed timen van de publicatie van informatie’. Dus, anders dan onder buitenstaanders een populaire opvatting is: niet de waarheid verdraaien, maar dán brengen wanneer het voor de onderneming in kwestie het meest opportuun is. Ervan uitgaande dat mijn voormalige collegae een gelijke beroepsopvatting huldigen, is de vraag waarom zovelen onder hen het ‘timen van het brengen van de waarheid’ niet zinvol vinden. Ik had het daar laatst over met een ondernemer die een giga-order bij een grote multinational had gescoord, maar daar nog niet mee naar buiten kon treden. ‘Omdat dat beursgevoelige informatie is’, zo hadden de pr-mensen van die multinational hem uitgelegd. Zijn technologie is immers innovatief en met het toepassen daarvan neemt hun werkgever – per definitie – een risico, iets waar aandeelhouders niet van houden. Nu is dat laatste natuurlijk arbitrair. Aandeelhouders houden best wel van een gokje, anders waren ze wel spaarder geworden. En heel vaak zijn de verklaringen voor het dalen of juist stijgen van beurskoersen boterzacht. ‘De kwartaalwinst is fors gestegen, maar de aandeelhouders hadden nog meer verwacht’, van dat werk. Maar vooruit, ik wil best aannemen dat er goede en minder goede tijdstippen zijn om de waarheid te brengen, om onnodige beursonrust te voorkomen. Echter, veruit de meeste pr-mensen werken bij een niet-beursgenoteerde onderneming. De geldschieters van die bedrijven zitten dicht bij het vuur en weten heel goed hoe de vork in de steel zit. Voor die bedrijven is het voor (on)bepaalde tijd uitstellen van het vertellen van de waarheid dan ook voornamelijk een poging de klant aan boord te houden. En dan is de vraag: helpt dat? Is dat een zinvolle pr-tactiek? Ik denk dat veel twijfel bij pr-mensen over het bestaansrecht van de eigen professie dáár vandaan komt. Want waarom zou je niet meteen open en eerlijk vertellen hoe de vlag erbij hangt? ‘Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel’, zei mijn moeder vroeger, als ik daar aanleiding toe had gegeven. In deze Link dit keer geen themadeel. Dat hebben we een plek gegeven in de bijgaande jubileumspecial, waarmee we vieren dat Link Magazine twintig jaar bestaat. In die twee decennia hebben we vele honderden artikelen geschreven over samenwerking in de toeleverketen. En één les dringt zich steeds weer op, en is en blijft relevant om geleerd te worden: het grote belang van open, eerlijke, directe communicatie voor het ontstaan van vertrouwen, dé basis van goed partnerschap.

MARTIN VAN ZAALEN Hoofdredacteur Link Magazine

martin.vanzaalen@linkmagazine.nl @MartinvanZaalen #linkmagazine.nl

AGENDA

COLOFON Magazine

COLOFON

Link Magazine is een managementblad over eigentijdse vormen van samenwerking tussen bedrijven onderling en tussen bedrijven, (semi-)overheid, universiteiten en hogescholen. Link Magazine verschijnt zesmaal per jaar.

JAARGANG 20, NUMMER 6, DECEMBER 2018 UITGEVER H&J Uitgevers Mireille van Ginkel Bosscheweg 76 5151 BE Drunen (010) 451 55 10 06 51 78 41 97 uitgever@linkmagazine.nl www.linkmagazine.nl

RAAD VAN ADVIES ing. P.A.M. van Abeelen (ISAH), J. Beernink MSc (Golden Egg Check), ing. D.M. van Beers (Festo BV), J.C.A. Buis MBA (RR Mechatronics), ing. B. Draaijer (V en M Regeltechniek), F.M. Eisma (Trumpf Nederland), ir. J.F.M.E. Geelen (Océ), ir. R. van Giessel (voormalig ceo Philips CFT), H. Gijsberts (Thermo Fischer), ir. M.H. Hendrikse (NTS-Group, HTSM-boegbeeld), ing. J.B.P. Hol (Legrand Group), ir. T.J.J. van der Horst (TNO), ir. M.W.C.M. van den Oetelaar (Bosch Rexroth), dr. ir. M. Peters (president & ceo Moba Group), dr. ir. D.A. Schipper (Demcon), E. Severijn (Siemens PLM Software Benelux), J.A.J. Slobbe (ITM Group), H.G.H. Smid (Variass Group), ir. W.W.M. Smit MMC (DBSC Consulting), ing. N.J.F. van Soerland MBA (Philips Healthcare), ir. H.H. Tappel (Bronkhorst High-Tech), W.B.M. van Wanrooij (IBN Productie), ir. S.J. Wittermans (ASML) HOOFDREDACTIE Martin A.M. van Zaalen EINDREDACTIE Pim Campman, Lucy Holl, Wilma Schreiber redactie@linkmagazine.nl AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE Hugo Botter, Jos Cortenraad, Hans van Eerden, Wouter Hoeffnagel, John Huizing, Thomas Luiten, Frank Marks, André Ritsema COVERFOTO Sam Rentmeester GRAFISCHE VORMGEVING Primo!Studio, Delft DRUK Veldhuis Media, Raalte

ABONNEMENTEN u 68,50 per jaar ADVERTENTIE-EXPLOITATIE John van Ginkel john.vanginkel@linkmagazine.nl (010) 451 55 10, 06 53 93 75 89 VOLGEND NUMMER Het eerstvolgende nummer van Link Magazine verschijnt 12 februari 2019. Het thema van dit nummer is ‘Steeds minder arbeidsproductiviteitsgroei – oorzaken en oplossingen’.

ISSN 1568 - 1378 Niets uit Link Magazine mag worden overgenomen of gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever. Deze uitgave is met grote zorgvuldigheid samengesteld. Desondanks kan de uitgever geen aansprakelijkheid aanvaarden bij eventuele onjuistheden. Aan de inhoud van deze publicatie kunnen geen rechten worden ontleend.

december 2018

5


Toonaangevend MRO supplier, én volwaardig technisch expert

In samenwerking met onze industriële klanten en kernleveranciers verzorgen wij de beste Up-Time services, duurzaamheid, gegarandeerde besparingen en optimale beschikbaarheid programma’s voor industrial supplies & services. Als volwaardig business partner voor onderhoud-, productie- en maakindustrie zijn wij de logische partner voor Brainport Industries Campus.

Voortdurend anticiperen

Vernieuwing is vooruitgang

Nieuwe kijk op kennis

www.rubix-group.nl


UIT DE MARKT KORIDON GAAT HET IN 2019 NÓG SLIMMER DOEN Koridon Industriële Plaatbewerking in Zaandam, producent van hoogwaardige eindproducten en (sub)samenstellingen uit metaalplaat en gespecialiseerd in dikten tot en met 3 millimeter, heeft de afgelopen periode een flinke slag gemaakt in procesverbetering. ‘In de huidige drukke markt is het extreem belangrijk om je afspraken na te komen en de leverdatum te garanderen’, aldus Rob Beltman, commercieel directeur bij Koridon. ‘Wij scoren daar bijzonder goed op. Qua machinepark behoren we tot de modernste plaatbewerkers van Nederland. Bovendien hebben we onze capaciteit zeer goed in beeld en kunnen we deze nauwkeurig plannen en benutten.’ De procesverbetering betrof met name de logistiek. ‘We hebben geinvesteerd in Kardex-systemen (geautomatiseerde opslag- en orderpickingsystemen, red.) om de productie nog beter te kunnen organiseren, zodat tussen bewerkingen minder tijd verloren gaat’, vertelt Beltman. ‘Daarnaast herinvesteren

we in nieuwe kantbanken en productiesoftware, waarmee we productieopdrachten nog beter kunnen plannen en uitvoeren. Het streven is zo min mogelijk omsteltijden en zo weinig mogelijk tijdverlies.’ Digitalisering van de planning is overigens niets nieuws binnen Koridon: medewerkers krijgen al jaren informatie over de planning en volgorde van opdrachten digitaal beschikbaar op hun werkstation. ‘Door nu de logistiek te verbeteren, wordt de bezetting van de machines beter en komen de capaciteiten van de vakmensen beter tot hun recht. Technische mensen zijn steeds minder goed te vinden, dus die willen hun tijd vooral besteden aan waar ze goed in zijn en niet om te zoeken naar een heftruck of pallet’, stelt Beltman. Dankzij de procesverbetering heeft Koridon de doorlooptijden weten te verkorten, wat de zekerheid van levering vergroot. ‘Ook borgen we dankzij de nieuwste machines de kwaliteit in de toekomst. En als je je proces goed onder controle hebt,

De productiehal van Koridon. Foto: Koridon

heb je het minste tijdverlies en een betere kostprijs’, zegt Beltman. ‘We sturen sterk op de relatie en het meedenken met de klant. Samen werken aan techniekoplossingen maakt een product betrouwbaarder en leidt soms ook tot een verbetering van de kostprijs.’ Procesverbetering is een ongoing story binnen Koridon, waar de plannen voor 2019 al klaar liggen: een lean traject om de processen nog

beter vast te leggen, kwaliteit te waarborgen en doorlooptijden nog verder te verkorten. Beltman: ‘De stappen die we afgelopen tijd hebben gezet, resulteerden dit jaar in een verbeterd rendement en een aanzienlijk hogere omzet. Als we dat nog slimmer doen, moeten we op deze locatie met hetzelfde aantal mensen nog verder kunnen groeien.’ www.koridon.nl

OOST NL INVESTEERT IN HET INNOVATIEPROGRAMMA VAN DEMCON Een robot die de naald via de huid op precies de juiste plek inbrengt of onbemande systemen voor veiliger inspectiewerk. Twee voorbeelden uit het innovatieprogramma van Demcon. Door een financiering van Oost NL, de ontwikkelingsmaatschappij van Oost-Nederland, kan Demcon dat innovatieprogramma versnellen. Zo komen bijvoorbeeld hoogwaardige medische apparaten eerder op de markt. Naar verwachting leidt het programma tot een directe groei met circa 14 banen. Directeur Dennis Schipper van Demcon: ‘Al jaren werken we intensief samen met Oost NL bij het opzetten van samenwerkingsverbanden met andere (regionale) ondernemingen en internationale Europese projecten. Met de recente lening van Oost NL kunnen we ons innovatieprogramma verder vormgeven. Die innovaties die uit het programma komen, leiden tot interessante nieuwe, zinvolle technologieën voor maatschappelijk vraagstukken. Zo kunnen we ons onderscheiden en de concurrentie blijven aangaan.’

Oost NL verstrekt een lening vanuit haar participatiefonds. ‘We zijn trots dat we een bijdrage kunnen leveren aan de groei van Demcon. Juist doordat dit soort bedrijven investeren in innovatie, werken we toe naar technische oplossingen voor grote maatschappelijke uitdagingen. Dat is een visie waarin Oost NL en Demcon elkaar kunnen vinden. Daarnaast is het voor de regio goed dat een bedrijf als Demcon zich nog steviger nestelt in het ecosysteem’, zegt Pieter Rhemrev, businessunit manager Capital bij Oost NL. Als hoogtechnologisch ontwikkelaar levert Demcon wereldwijd innovatieve technologische oplossingen, producten en systemen. Voor grote en kleine opdrachtgevers verzorgt het bedrijf het complete traject – van het definiëren van een idee tot het afleveren van een marktklaar product. Het van orgine Enschedese bedrijf verlegt zijn technologische en geografische grenzen en zoekt continu naar nieuwe uitdagingen. Deze innovaties die bijdragen aan een betere zorg, veiliger werken en

een innovatieve samenleving, leggen ze vast in een programma. Een van de voorbeelden in het innovatieprogramma is een robot voor naaldplaatsing. Daarmee kunnen medici veel nauwkeuriger prikken. Dat is niet alleen prettig voor patiënten: het draagt ook bij aan lagere zorgkosten. Een andere lijn waar Demcon op inzet, zijn ‘unmanned systems’. Door de ontwikkeling van autonome besturing, hoeven gevaarlijke taken niet meer door mensen uitgevoerd te worden. Denk bijvoorbeeld aan inspectiewerkzaamheden. Zo is Demcon betrokken bij de ontwikkeling van een robot die waterleidingen en rioleringen kan inspecteren. Voorzien van sensoren kunnen die robots zich autonoom door de leidingen voortbewegen. Onder Dutch United Instruments ontwikkelt Demcon meetinstrumenten voor asferische optiek. Elke asferische lens heeft het effect van meerdere sferische lenzen, zodat er een hogere beeldkwaliteit kan worden bereikt met minder lenzen. Dit resulteert in compactere optische

systemen: kleiner, lichter en met minder elementen. Voorbeelden hiervan zijn: cameralenzen, projectielenzen, beam shaping voor ledverlichting en augmented reality displays, virtual reality displays en de Large Astronomical Telescope. Demcon is uitgegroeid tot één van de grootste onafhankelijke technologieleveranciers van Nederland met als focusgebieden hightech systems en hoogwaardige medische apparatuur. Demcon is niet alleen als werkgever van groot belang voor de regio, maar maakt ook deel uit van het regionale Twentse ecosysteem. Door als incubator op te treden en onderdak te bieden aan diverse innovatie start-ups. De start-ups profiteren door directe aanwezigheid binnen het gebouw van Demcon van de aanwezige kennis en ervaring. Demcon heeft de hoofdvestiging in Enschede en inmiddels ook nevenvestigingen in Best, Groningen, Delft en Münster. Demcon Groep telt 600 medewerkers. www.demcon.nl www.oostnl.nl

december 2018

7


UIT DE MARKT NTS VERSNELT INZET DATA MET DATAWAREHOUSE EN ANALYTICS-PLATFORM Als eerstelijns systeemleverancier richt NTS zich op bedrijven in markten met een hoge productvariëteit, lage volumes en hoge complexiteit – bijvoorbeeld semiconductor, life sciences en digital printing – waar precisie en wendbaarheid van het allergrootste belang zijn. In deze competitieve markt zoekt het bedrijf continue naar mogelijkheden om de kwaliteit van haar producten en de dienstverlening aan klanten te verbeteren. Om de business daarbij te voorzien van concrete stuurinformatie heeft Axians een datawarehouse op Azure ingericht, inclusief een BI-dashboard op basis van Microsoft Power BI. De hightech activiteiten van NTS zijn zeer data-intensief. Nu NTS een digitale transformatie doormaakt, groeit de hoeveelheid data snel. Om de waarde van deze data te benutten, wil NTS de beschikbare data efficiënt omzetten naar waardevolle inzichten om de processen aan te scherpen. Dit vereist dat gegevens logisch en centraal beschikbaar zijn in een datawarehouse, en via analyses efficiënt en op maat vertaald worden naar stuurinformatie. Door relevante rapporten via een dashboard te visualiseren, kan uiteindelijk iedereen binnen NTS deze

informatie gebruiken om beter te presteren. Als wereldwijde speler volgt NTS een ‘cloud tenzij-strategie’ en is gestandaardiseerd op Microsofttechnologie. Omdat NTS werkt met het intellectueel eigendom van klanten, moet de beveiliging van systemen en verbindingen gewaarborgd zijn. Het datafundament moet daarnaast ook voldoende toekomstbestendig zijn om nieuwe technologieën, zoals artificial intelligence en the Internet of Things te ondersteunen. Als outsourcing partner heeft Axians het datewarehouse ontworpen en geleverd, inclusief een analytics-platform en een BI-dashboard. ‘Als hightech bedrijf zitten we middenin de digitale transformatie’, zegt Marcel Diemont, corporate it manager. ‘De digitalisering van onze processen is in volle gang en zorgt voor een gigantische datastroom, die we willen benutten om onze bedrijfsvoering te verbeteren. Samen met Axians hebben we een flexibele en veilige dataomgeving opgezet die ons helpt om de kwaliteit van onze producten op basis van feiten te verbeteren. Bovendien kunnen we nieuwe technologieën en ontwikkelingen snel omarmen.’ De machines die NTS levert, bestaan

voor een deel uit componenten van andere leveranciers. Dat maakt het lastig om goed inzicht in de daadwerkelijke omzet per klant te krijgen. Voorheen werden gegevens uit het CRM- en ERP-systeem in Excel verwerkt en gepresenteerd. Dat is complex en tijdrovend. Daarnaast was het lastig om een specifieke aanpassing te doen. Gezien de complexiteit is besloten om eerst een proof of concept te In de competitieve markt zoekt NTS voortdurend naar mogelijklaten uitvoeren. Na realisatie van een Sales- heden om de kwaliteit van haar producten en diensten te dashboard in Power BI verbeteren. Foto: NTS heeft NTS besloten om het project definitief op te starten. accurate rapporten te genereren. Dit Met het datawarehouse en Power BI biedt concrete informatie om de prodashboard verloopt het rapportageductieprocessen foutloos en efficiënproces niet alleen sneller; salesmenter te maken. Een andere toepassing sen hebben ook een veel accurater die NTS onderzoekt, is de inzet van overzicht, aldus Leon de Ridder, AI als basis voor predictive mainteclient manager industry bij Axians. nance. In het verlengde daarvan Het volgende analytics-project bij wil het bedrijf op termijn via het NTS betreft de fabrieksomgeving. dashboard real-time inzicht in de Hier wordt nog veel Excel gebruikt. processen en bedrijfsvoering krijgen. Via het datawarehouse en het analywww.nts-group.nl tics-platform is NTS in staat sneller www.axians.nl

AR/VR SERIEUZE TOOL VOOR DE MAAKINDUSTRIE VR (virtual reality) en AR (augmented reality) ontwikkelen zich tot belangrijke gereedschappen voor de maakindustrie, volgens het Fraunhofer Project Center for Advanced Manufacturing Technologies and Solutions (FPC). Bij VR gaat het om een computersimulatie van de werkelijkheid die de gebruiker via meerdere zintuigen een indringende ervaring kan geven. Bij AR wordt informatie aan een beeld van de werkelijkheid toegevoegd. Een monteur die met een AR-bril op naar een machine kijkt, krijgt bijvoorbeeld aangewezen welk onderdeel hij moet vervangen. VR en AR, ooit ontwikkeld voor militaire en wetenschappelijke toepassingen, zijn bekend van de entertainmentwereld en Google Glass. Die werd na de introductie vijf jaar geleden geen succes, omdat er niet meteen serieuze toepassingen voor

8

december 2018

waren. Zinvolle toepassingen liggen er in de maakindustrie echter volop, over de volledige lifecycle van producten en systemen, van ontwerp tot productie en gebruik tot onderhoud. Dat is de boodschap van het FPC op de UT-campus in Enschede. In het FPC werken de UT (Universiteit Twente), hogeschool Saxion en het Fraunhofer Institute for Production Technology IPT samen aan thema’s zoals digitalisering (Industrie 4.0). Daar past AR/VR perfect in. De UT doet onder meer onderzoek naar de inzet van AR/VR bij het ontwerp van complexe producten en systemen, vertelt Roy Damgrave van de vakgroep Design, Production and Management. De tools helpen om de toekomstige gebruiker al in een vroeg stadium een realistische indruk te geven van hoe een ontwerp eruit gaat zien en gaat functio-

neren. Aan de hand van diens reactie kan het ontwerp van een product of de inrichting van een nieuwe fabriek (real time) worden aangepast, nog voordat er een fysiek prototype of testopstelling is gebouwd; dat bespaart veel tijd en geld. ‘Interactiviteit, besluitvorming en inzicht in gevolgen zijn in mijn ogen de kernwaardes.’ Bij Fraunhofer IPT in het Duitse Aken zijn ze vooral geïnteresseerd in de gebruiks- en onderhoudsfase van die nieuwe producten en systemen. Het onderzoek daar richt zich onder meer op de beschikbare smart devices – zoals tools voor AR, VR of (in de toekomst) bijvoorbeeld holografie worden aangeduid – en de acceptatie ervan in de praktijk. ‘Het blijkt wel zes maanden te duren voordat gebruikers hebben ervaren dat ze er hun effectiviteit en efficiency mee kunnen vergroten.’ In het kader van het Advanced

Manufacturing Program, dat onlangs van start is gegaan, wil het FPC AR/VR naar de industrie in OostNederland brengen, meldt Biba Visnjicki, director business development. ‘We gaan concreet aan de slag met ontwikkelprojecten bij bedrijven: bilateraal met telkens één bedrijf en het FPC, of in consortia van meerdere partijen samen met het FPC. Belangrijk hiervoor is ons studententeam: we sturen masterstudenten de bedrijven in om projecten uit te voeren. Daarnaast verzorgen we kennisoverdracht. We organiseren dit programma op zo’n manier dat het ook voor mkb-bedrijven eenvoudig is om mee te doen.’ Lees online meer over AR/VR als serieuze tool voor de maakindustrie en over het Advanced Manufacturing Program: www.utwente.nl/en/fraunhofer


GROEIEND AANTAL CAMPUSSEN VERSTERKT DUITSLANDS INNOVATIE-ECOSYSTEEM In het recent gepubliceerde Global Competitiveness Report 2018, de jaarlijkse graadmeter van internationaal concurrentievermogen, heeft Duitsland zich op plek 3 kunnen nestelen (Nederland zakte van 4 naar 6). Een belangrijke factor voor die hoge klassering van onze oosterburen is de hoge score voor ‘een uniek en geavanceerd innovatie-ecosysteem’. ‘Deze super-innovator pakt wereldwijd de koppositie als het gaat om innovatievaardigheden. Dit is het resultaat van het hoge aantal patenten, de onderzoekpublicaties, de kwaliteit van onderzoeksinstituten en van veeleisende klanten die bedrijven frequent uitdagen om te innoveren. Verder is er een levendige zakelijke sector om innovaties naar de markt te brengen’, aldus prof. Henk Volberda van de Erasmus Universiteit Rotterdam en het Erasmus Centre for Business Innovation, het partnerinstituut van het World Economic Forum dat de index jaarlijks samenstelt. Een steeds belangrijker onderdeel

van dat ‘innovatie-ecosysteem’ vormen de campussen die, gefinancierd door veelal de grote industriële ondernemingen, overal in het land ontstaan. Anders dan voorheen vindt innoveren steeds minder uitsluitend plaats binnen de muren van het bedrijf, maar des te meer in samenwerking met derden op een campus. Niet alleen B&R bouwt er momenteel één. Lenze is dit jaar gestart met de bouw van haar Mechatronics Competence Campus (zie het artikel op pagina 60), om de interne, afdeling-overschrijdende samenwerking te versterken, maar ook die met klanten en kennisinstituten. Bosch beschikt onder meer over een IoT Campus in Berlijn en Siemens bouwt sinds 2006 aan een grote campus in Erlangen waar het accent sterk op openheid en transparantie komt te liggen. www.weforum.org Lees ook het artikel ‘Productie automatiseren, business innoveren’ over B&R Industrial Automation op pagina 42.

NIEUW CENTRUM VOOR VERDUURZAMING VAN DE PROCESINDUSTRIE TNO, Sitech Services, Universiteit Maastricht en Brightlands Chemelot Campus richten een centrum op voor de verduurzaming van de Europese procesindustrie. Als de procesindustrie aan de klimaatdoelstellingen voor de toekomst wil voldoen, is niet alleen een transitie naar andere energiebronnen nodig, maar ook een volledige vergroening van de bedrijfsprocessen. Met de oprichting van dit centrum geven de partijen een impuls aan de ontwikkeling en toepassing van technologieën waarmee de Europese procesindustrie haar duurzaamheidsen veiligheidsdoelstellingen kan realiseren. TNO brengt specifieke kennis- en technologieposities in en is ervaren in het opzetten en managen van dit soort joint innovation centers in samenwerking met industrie- en kennispartners. De chemische sector maakt nog veel gebruik van fossiele grondstoffen en

energiedragers met de daaraan verbonden CO2-emissie. Het centrum, onder de voorlopige werknaam Brightlands Sustainable Technology Center, gaat een belangrijke bijdrage leveren aan de transitie van de procesindustrie naar andere energiebronnen, met als doel deze sector klimaatneutraal te maken. Deze opgave is fors en vereist veel kennis van duurzame processen. Arnold Stokking, managing director unit Industry TNO: ‘Het is een unieke kans om de beschikbare kennis en nieuwe technologie voor Climate Proof Chemistry op industrieel relevante schaal te ontwikkelen en te demonstreren aan internationale marktpartijen.’ Het gaat bijvoorbeeld om CO2-vrije productie van waterstof, hergebruik van kunststof restmateriaal en elektrificatie van chemische processen. www.tno.nl

Optimale bescherming voor mens en machine

SAFETY by Murrelektronik

Ons breed pakket van oplossingen voor maximale veiligheid Optimale bescherming voor mens en machine. Veiligheidstechnologie is een belangrijk onderdeel binnen de industriële automatiseringstechniek. Decentrale installatieconcepten van Murrelektronik maken het mogelijk om de hoogste veiligheidscategorieën voor het totale systeem te bereiken. Murrelektronik biedt hiervoor diverse oplossingen voor verschillende applicaties, en dat met een perfecte prijs-kwaliteitverhouding.

www.murrelektronik.nl

december 2018

9


Any challenge, any time.

Myra is onze ‘verbindende factor’. Dit is Myra, onze vrouwelijke held in verpakkingshulpmaterialen! Vanuit

Een onmisbare waarde om onze verpakkingsoplossingen optimaal hun werk

haar domein - een vlekkeloos georganiseerde loods bij Meilink in Borculo

te laten doen. Myra is zeer nauwkeurig en altijd professioneel in de omgang.

- voorziet zij klanten en collega’s van eersteklas verpakkingshulpmaterialen.

Kortom, onze ‘verbindende factor ’. Een cruciaal facet in Securing Value!

Heeft u een verpakkingsuitdaging? Neem contact op met één van onze specialisten via meilink.eu/contact of bel 0545-253 525


UIT DE MARKT VRAAG NAAR AUTOMATISERING MIDDELGROTE SERIES RESULTEERT IN NIEUWE LVD BUIGCEL Tijdens de EuroBLECH 2018 eind oktober in Hannover introduceerde machinebouwer LVD uit Gullegem (België) de Dyna-Cell, een gerobotiseerde oplossing waarmee het de afkantpersautomatisering naar een hoger niveau wil brengen. ‘Aanleiding voor de ontwikkeling van deze noviteit was de groeiende vraag onder klanten naar automatisering voor de middelgrote series, maar dan wel een relatief goedkope oplossing. Want de bestaande geautomatiseerde machines worden als duur ervaren’, aldus Steven Lucas, press brake productmanager bij LVD. ‘Een andere wens was dat je de machine ook handmatig moest kunnen bedienen, in geval van kleinere series of complexer werk.’ Aan beide wensen komt de nieuwe compacte (5 bij 5 meter) buigcel tegemoet, door de Dyna-Press afkantpers met een lichtgewicht robot te combineren. Zo kunnen kleine tot middelgrote stukken snel worden geproduceerd: tien minuten

voor het offline aanmaken van het CAM-buig- en robotprogramma en tien minuten voor het instellen en het maken van het eerste stuk. De afkantpers buigt efficiënt aan hoge snelheden tot 25 millimeter per seconde. De machine heeft een buigkracht van 40 ton en een werklengte van 1.500 millimeter. Een achteraanslag met vijf assen zorgt voor herhaalnauwkeurigheid en precisie. De tijdwinst in productie en wisseling zorgt voor een hogere productie en een lagere stukprijs. De grijper van de robot heeft LVD speciaal voor de Dyna-Cell ontwikkeld en gepatenteerd, en is geschikt voor stukken van 25 bij 100 millimeter tot 300 bij 400 millimeter. Gebruikers kunnen een stuk langs drie verschillende kanten buigen zonder gebruik te maken van een omgrijpstation. De zuignappen van de grijper worden bediend via offline software en afhankelijk van de grootte van het stuk geactiveerd. Eén grijper volstaat voor alle toepassin-

De grijper van de robot heeft LVD speciaal voor de Dyna-Cell ontwikkeld en gepatenteerd. Foto: LVD

gen, waardoor de productie continu kan doorlopen. Bij kleine stukken kan de Dyna-Cell tot acht uur onbemand werken. Als de aantallen te klein zijn om te profiteren van robotautomatisering, kan de robot worden geparkeerd en de afkantpers handmatig worden bediend. De eerste reacties tijdens de Euro-

BLECH waren positief, meldt Lucas. ‘Vooral het feit dat de Dyna-Cell binnen tien minuten kan worden geprogrammeerd, werd gezien als belangrijk pluspunt.’ Inmiddels heeft LVD de eerste machines verkocht in Europa en zelfs een enkele in Australië; deze worden binnenkort geleverd. www.lvdgroup.com

SAMENWERKING BLIJFT DE DOMINANTE TREND IN R&D EN INNOVATIE Grote r&d-bedrijven maken zich zorgen over de continuïteit van het innovatiebeleid en het aanbod van talent in Nederland. Samenwerking met gespecialiseerde mkb-bedrijven en kennisinstellingen blijft de belangrijkste trend op het terrein van innovatie. Dat hangt deels samen met een andere belangrijke ontwikkeling: de inzet van r&d gericht op het oplossen van belangrijke maatschappelijke vraagstukken. Dat en meer blijkt uit de 3e R&D-barometer van VNO-NCW, een onderzoek onder r&d-directeuren van de grootste Nederlandse r&d-intensieve bedrijven. Aan het onderzoek deden 17 ondernemingen mee. Wereldwijd doen ze voor ruim 17 miljard euro aan r&d, met meer dan 65.000 onderzoekers. Hiervan geven ze ruim 3,2 miljard euro aan r&d in Nederland uit, met bijna 17.000 onderzoekers. De gemiddelde groei van hun r&duitgaven is 3 procent per jaar. Ze nemen 72 procent van de industriële r&d in ons land voor hun rekening. Van de genoemde 3,2 miljard euro

wordt ongeveer de helft in samenwerking met derden gedaan, met start-ups, kennisinstellingen of speciale toeleveranciers. Verder heeft 70 procent van de grote r&d-bedrijven activiteiten met en voor startups, zoals via het Costa-programma van VNO-NCW. Uit het onderzoek blijkt verder dat de bulk van de onderzochte bedrijven de beslissingen over de r&d primair in Nederland neemt. Er zijn op dit moment geen aanwijzingen voor vertrek van r&d. Ondanks de mooie resultaten zijn er wel zorgen, bijvoorbeeld over het aanbod van talent. ‘Dat begint inmiddels een serieuze bedreiging te worden’, aldus één van de respondenten. ‘Juist nu er geen mensen meer te krijgen zijn, moet je geen studentenstops doorvoeren.’ Ook de kwaliteit van het universitair onderzoek lijkt een punt van zorg. De Nationale Wetenschapsagenda, die een impuls moet geven aan het onderzoek, mist bijvoorbeeld nog focus wat de r&d-directeuren betreft. ‘Ook op een onderwerp als

kunstmatige intelligentie moet echt veel gerichter worden ingezet in Nederland. Dat gaat in andere landen drie keer zo snel,’ aldus één van de deelnemers. Verder bepleiten de

bedrijven continuïteit van het Nederlandse (innovatie)beleid en dan met name in het fiscale- en topsectorenbeleid. www.vno-ncw.nl

KMWE PRESENTEERT NIEUW INDUSTRIEEL 3D-PLATFORM KMWE presenteerde op de Precisiebeurs in Veldhoven een industriële poederbed 3D-printer, die is voorbereid voor serieproductie van volledig op het individu afgestemde producten (customised mass production). De printer is met TNO en andere partijen binnen twee – met Europees geld gefunde – projecten ontwikkeld. Het eerste, AddFactor, is een proces voor het 3D-printen van lage-temperatuur plastics van ‘customized’ binnenzolen voor orthopedische, sport- en modeschoenen. In het tweede project, MovAid, is die printer doorontwikkeld voor het produceren – uit hoge-temperatuur plastics – van zogenoemde exoskele-

tons, slimme beugels die bij gewrichtsaandoeningen een stuk mobiliteit teruggeven. Op de Brainport Industries Campus in Eindhoven wordt MovAid verder ontwikkeld. Dat gebeurt samen met AMSystems (een samenwerking van TNO en TU/e) en andere partijen met goede ideeën en ambities voor nieuwe toepassingen met geïntegreerde functionaliteiten die met industrieel 3D-printen gerealiseerd kunnen worden. Het bedrijf IAM (Industrial Additive Manufacturing) zal de printer uiteindelijk naar de markt brengen. www.kmwe.com www.amsystemscenter.com

december 2018

11



UIT DE MARKT NIEUW SUBSIDIEBUREAU VOOR AANVRAAG WBSO De Subsidiespecialist. Dat is de naam van een nieuw samenwerkingsverband van Govers Accountants/Adviseurs in Eindhoven en Eric Berns. Het is een subsidiebureau, dat bedrijven ondersteunt bij innovatiesubsidies, waaronder de WBSO-regeling (de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk). Govers is een accountants- en adviesbureau, sinds 1927 gevestigd in Eindhoven. Het bedrijf (140 medewerkers) richt zich met name op de hightech- en maakindustrie in de regio, en houdt zich bezig met zaken als bedrijfsfinanciering, controleplicht en fiscale advisering. De Subsidiespecialist werd dit najaar in leven geroepen. ‘In eerste instantie om onze bestaande klanten te helpen bij hun subsidieaanvragen’, zegt vennoot Paul Mencke van Govers. ‘De WBSO is een fiscale regeling voor bedrijven die een

nieuwe technische dienst of product willen ontwikkelen. De aanvraag daarvoor moet worden gedaan bij de RVO, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. We merkten dat klanten zo’n aanvraag moeilijk vinden. Met de Subsidiespecialist willen we hen daarbij helpen.’ Het nieuwe subsidiebureau bestaat vooralsnog uit drie specialisten. Mencke: ‘Een subsidieaanvraag kent zo zijn eigen wetmatigheden en omschrijvingen. Hoe moet je begrijpelijk en goed omschrijven voor welke activiteiten je subsidie wilt ontvangen? Hoe krijg je de aanvraag technisch goed op papier? Daar heb je echt specialisten voor nodig.’ Volgens Mencke is de WBSO als regeling voldoende om het totaal aan industriële innovatie te stimuleren – zowel de innovatie van processen als van producten. ‘Het gaat erom dat je als bedrijf iets nieuws

wilt ontwikkelen. Dat kan een product zijn, maar bijvoorbeeld ook een nieuwe procesvorm. We zien veel aanvragen op het gebied van softwareontwikkeling. Dat wordt steeds belangrijker. Kijk naar bedrijven als Uber en Airbnb. Die zijn met name succesvol vanwege de achterliggende software. We zien in de regio steeds meer bedrijven die op dit gebied r&d-activiteiten ontwikkelen.’ Mencke Eric Berns en Chantal Kivits, twee van de drie adviseurs van de Subsidiespecialist. Foto: Govers verwacht veel van de nieuwe dienst. Van de dat er in de regio nog genoeg nieuwe bestaande klanten, zo zegt hij, zijn er klanten zijn, die we hiermee kunnen naar schatting wel zo’n honderd die helpen.’ van de diensten gebruik zouden www.govers.nl kunnen en willen maken. ‘En we www.subsidiespecialist.nl gaan actief de boer op. We denken

MULTIDISCIPLINAIR TECHNISCH ONDERWIJS ONTPLOOIT ZICH BIJ DE CROMVOIRTSE EN BOSCH REXROTH Technologische ontwikkelingen gaan razendsnel en hebben grote gevolgen voor de arbeidsmarkt: oude banen verdwijnen en nieuwe banen ontstaan. De wereld verandert zowel maatschappelijk als economisch ingrijpend. Om te zorgen dat de toekomstige beroepsbevolking goed is voorbereid, moet het onderwijs hierop ingespeeld zijn. Dat vraagt intensieve samenwerking

tussen het onderwijs en het bedrijfsleven, zodat studenten zo snel mogelijk bekend raken met de technologische veranderingen op de werkvloer. Dat zien ook metaalbedrijf De Cromvoirste en Bosch Rexroth. Zij slaan de handen ineen en zijn een samenwerking met de Brabantse Avans Hogeschool aangegaan. Het resultaat is de nieuwe minor Smart

TU/E HELPT MKB SNELLER TE INNOVEREN TU/e Innovation Lab gaat mkbbedrijven in Zuidoost-Brabant helpen met technologische innovaties. Daartoe is een samenwerkingsovereenkomst gesloten met MKB Eindhoven, een netwerkorganisatie waarin ruim 3.000 mkb-ondernemers participeren en dat met haar programma ‘MKB Groeit!’ bedrijven ondersteunt bij het opschalen van hun business. Doel van de samenwerking is universitaire kennis sneller bij het mkb te krijgen. Daar komt

bij dat de samenwerking topstudenten van de TU/e de kans geeft hun kennis in mkb-bedrijven in de praktijk te brengen. Nieuw is ‘De Vragenbank’, een platform waarop ondernemers hun innovatievraag kunnen stellen. Een student beantwoordt die vraag, waarna de ondernemer snel tot implementatie kan overgaan. www.tue.nl/tue-campus/ tue-innovation-lab/ www.mkbeindhoven.nl

Industry & IoT. De minor heeft een multidisciplinair karakter. Studenten van de opleidingen Werktuigbouwkunde, Elektronica, Mechatronica, Informatica, Technische informatica, Technische bedrijfskunde en Business- en Informatiemanagement werken grensoverschrijdend samen, waardoor zij tot nieuwe inzichten komen en in staat zijn het beste van elke discipline samen te voegen tot

één gezamenlijk resultaat. De combinatie van multidisciplinairiteit en het focussen op nieuwe technologie, is wat deze minor zo sterk maakt. Avans Hogeschool, de Cromvoirtse en Bosch Rexroth zijn ervan overtuigd dat ze zo kunnen bijdragen aan de techniek van de toekomst. www.boschrexroth.com www.decromvoirtse.nl www.avans.nl

PARTNERSCHAP PROMOOT GEBRUIK COMPOSIETEN IN SCHEEPSBOUW CompositesNL en Netherlands Maritime Technology (NMT) bundelen hun krachten om de toepassing van composieten in de scheepsbouw van de grond te krijgen. Sta-in-de-weg is nu nog dat de maritieme regelgeving op staal gebaseerd is; andere materialen zijn alleen toegestaan als aangetoond is dat die net zo goed en veilig zijn. Daardoor kunnen de voordelen van composiet materialen niet of nauwelijks verzilverd worden. En

die voordelen zijn in potentie groot: composietschepen zijn lichter, dus minder milieubelastend, en kunnen meer lading vervoeren. Verbinding van de netwerken van CompositesNL en NMT heeft ten doel de drempels te verlagen, zodat composieten breder toegepast gaan worden in de maritieme sector. www.maritimetechnology.nl www.compositesnl.nl

december 2018

13


DISCA’18: INSPIRO, VAN EGMOND EN IMS WINNAARS

‘EEN BELONING VOOR AL ONZE MEDEWERKERS’ Op 21 november werden voor de 17e keer de Dutch Industrial Suppliers & Customer Awards (DISCA) uitgereikt. Opnieuw was hoeve Mereveld in Utrecht het sfeervol decor voor een finale van de drie DISCA-awards waarvoor in de eerste ronde 382 bedrijven waren voorgedragen. Inspiro uit Arnhem en Van Egmond Groep uit Doetinchem werden uitgeroepen tot de beste toeleveranciers. IMS uit Almelo mag zich een jaar lang de beste uitbesteder noemen.

DOOR JOS CORTENRAAD EN MARTIN VAN ZAALEN

BEST KNOWLEDGE: INSPIRO KLOPT VDL ETG NÉT

I

n de categorie Best Knowledge Supplier, waarin het zwaartepunt ligt op kennis en eigen r&d van toeleveranciers, werden 77 bedrijven genomineerd: na de eerste schifting bleven er 21 over. De jury onder leiding van Joes Wigman van Berenschot koos uit de vijf uiteindelijke finalisten VDL ETG en – het relatief onbekende – Inspiro tot de twee bedrijven die op 21 november door ‘hun’ jurylid gepitcht werden. VDL Enabling Technologies Group komt voort uit het Philips-concern en is sinds 2006 onderdeel van de VDL Groep. Oem’ers kunnen bij VDL ETG terecht voor engineering, prototyping, klantspecifieke bedrijfsmechanisatie, complexe machines en modules en seriefabricage van producten. De jury omschreef VDL ETG als een bedrijf dat ‘beschikt over heel veel verschillende

productietechnologieën op zeer hoog niveau. Goed in staat modules zelfstandig te engineeren, heel sterk in supply chain management met een strakke eigen regie over de eigen toeleverketen. Zo kunnen zij samen met de klant tot een optimale planning komen.’

VERLENGSTUK Inspiro uit Arnhem is een specialist op het gebied van embedded systems en micro-elektronica. Inspiro maakt waar mogelijk gebruik van standaardcomponenten, maar ontwikkelt ook maatwerkoplossingen. Het oordeel van de jury deed niet onder voor de loftuitingen aan het adres van VDL ETG. ‘Inspiro is echt een verlengstuk van de r&d van de klant. Door de nauwe banden met onderwijsinstellingen is er zelden een capaciteitsprobleem en door de aanwezigheid in veel verschillende markten, kan Inspiro de elders opgedane kennis en ervaring nuttig inzetten. Het zorgt voor een verbreding van het assortiment en een verhoging van het onderscheidend vermogen van hun klanten.’

PITCHES

Inspiro won met 51 procent van de stemmen van het publiek de award voor Best Knowledge Supplier. Manager Jorn Rikkers nam de prijs in ontvangst en was er zichtbaar blij mee.

14

december 2018

De spanning in de zaal liep na de twee wervende pitches hoog op. Jurylid

André Besselink van Royal Eijkelkamp hield een gloedvol betoog voor Inspiro, Toine Jochems, supply account manager van Philips Healthcare, pleitte met passie voor een van zijn ‘beste leveranciers en partners’, VDL ETG. ‘Bijna too close to call’, voerde juryvoorzitter Joes Wigman de spanning nog even op na het tellen van de stemmen van de mensen in de zaal. Iedereen kon zijn oordeel kenbaar maken met zijn smartphone. ‘Maar we hebben een winnaar en het is… Inspiro met 51 procent van de stemmen. Net als binnen de jury was het een close finish.’ Inspiro-manager Jorn Rikkers nam de prijs in ontvangst en was daar zichtbaar blij mee. Hij is één van de 35 ingenieurs en specialisten die bij Inspiro grote ondernemingen en het mkb ondersteunen met productontwikkeling. Tot de klantenkring behoren onder meer Toyota, Clay Solutions en het Radboud Radio Lab in Nijmegen. ‘Wij voegen intelligentie toe met micro-elektronica, software en programmeerbare logica’, vat Rikkers de specialiteit van Inspiro, opgericht in 2002, kort samen. ‘Dan gaat het om embedded software en Internet of Things-oplossingen. De complexiteit van de systemen blijft toenemen, de koppeling van systemen met het internet evenzo. Via IoT worden systemen op afstand bestuurbaar, data worden inzichtelijk. In de maakindustrie, de zorg, overal. Wij ontwerpen met onze opdrachtgevers de systemen, met bijbehorende apps. Mooi voorbeeld is de app van Nefit waarmee je via internet de cv-ketel thuis kunt bedienen en uitlezen’, refereerde Rikkers aan een andere tevreden klant. www.inspiro.nl


Dutch Industrial Suppliers and Customer Awards 2018

BEST LOGISTICS: VAN EGMOND NU WEL OP HET PODIUM

I

n de categorie Best Logistics Supplier werden 110 bedrijven genomineerd: daarvan haalden er 24 de tweede ronde. Uit de vijf finalisten kwamen Sick en Van Egmond Groep, vorig jaar runner-up, bovendrijven. Elektrogroothandel Van Egmond belevert al ruim tachtig jaar honderden bedrijven in de installatiebranche, industrie en machineCasper Gerritsen van Van Egmond. Zijn bedrijf won de Best Logistics Supplier Award: 'Onze mensen en panelenbouw. Het zetten graag een stapje extra.’ Foto's: Sam Rentmeester bedrijf scoort al jaren hoog in de DISCA-vereen eigen bezorgdienst hebben. Verder leveren we kiezing en werd vorig jaar nog net tweede achter ook handjes als klanten daarom vragen. En we Vedos. De jury beoordeelde Van Egmond ook dit leveren kennis. We hebben specialisten in dienst jaar als ‘een zeer sterk ontzorgende toeleverancier. op het gebied van besturings- en aandrijftechniek De communicatie is goed, orderbevestiging is en licht. We voegen iets toe.’ volledig en snel, de leveringsinformatie compleet en helder. Van Egmond is flexibel door eigen vervoer en in staat proactief voor de klant in te SONEPAR kopen en voorraden aan te houden.’ Casper Gerritsen was een aantal jaren, na een De concurrentie van Sick, de andere finalist, was management buy-out, mede-eigenaar van faminiet gering. Sick is een van oorsprong Duits liebedrijf Van Egmond totdat in 2014 het Franse bedrijf, opgericht in 1946 en nu wereldwijd Sonepar zich meldde voor overname. Dat bedrijf opererend met meer dan 9.000 medewerkers en is wereldmarktleider in b2b-distributie van afgelopen jaar een omzet van 1,5 miljard euro. elektronica en bijbehorende diensten en in De onderneming ontwikkelt en produceert senNederland bekend als eigenaar van Technische soren voor logistieke, proces- en fabrieksautoUnie. ‘Technische Unie levert aan de installatiematisering. De jury was vooral onder de indruk markt, wij aan de maakindustrie. Onder de van de informatievoorziening die ‘erg goed vervleugels van Sonepar maken we deel uit van een zorgd is met realtime inzage in de orderstatus. inkooporganisatie die jaarlijks 22 miljard euro Levering vindt plaats binnen drie tot vier weken, omzet. We hebben zo meer armslag om verder te de leverbetrouwbaarheid ligt rond de 99 procent.’ groeien. We zijn al van 19 naar 90 miljoen euro omzet gegroeid in dertien jaar en dat tempo willen we graag volhouden. Sonepar geeft ons BELONING alle ruimte. Het is ondanks de omvang nog altijd Na live pitches door jurylid Ton Eijsermans van een familiebedrijf met bijpassende cultuur.’ IMS voor Van Egmond en Erik Blokvoord van Onder de nieuwe aandeelhouder heeft Van Voortman Steel Machinery voor Sick, koos een Egmond een kenniscentrum opgezet waar samen meerderheid in de zaal voor Van Egmond Groep. met klanten wordt gewerkt aan innovaties en Tot grote vreugde van algemeen directeur Casper meer intensieve samenwerking. ‘De komende Gerritsen, al dertig jaar bij het bedrijf betrokken. jaren maken we de slag naar robotisering en ver‘Een beloning voor al onze 160 medewerkers. De dere automatisering’, kondigt Casper Gerritsen betrokkenheid van iedereen is groot, onze menaan. ‘Industrie 4.0 is ook onze verantwoordelijksen zetten graag een stapje extra. Mede daardoor heid.’ hebben we deze prijs gewonnen. En we doen natuurlijk alles om onze klanten te ontzorgen. We zijn meer dan een groothandel. We nemen www.vanegmond.nl contracten van andere leveranciers over, houden voorraden aan en kunnen snel leveren omdat we LEES VERDER OP PAGINA 17

THE SMART CONNECTION

Wij doen dit door het leveren van hoogwaardige producten, service als ook netwerk oplossingen. Waar u als producent nog niet aan heeft gedacht, heeft Balluff al voor u ontwikkeld. Dit om uw productie proces zo optimaal mogelijk te laten verlopen. Ons uitgebreide pakket bestaat onder andere uit: Sensors, RFID, Vision, Optical Identifi cation, Safety, Industrial Networking en Connectivity. Balluff is klaar voor de smart industry, u ook?

Balluff B.V. Europalaan 6a 5232 BC ’s-Hertogenbosch Nederland Tel. +31 73 6579702 Fax +31 73 6579786

www.balluff.nl


Elektrogroothandel IndustriĂŤle Automatisering Kenniscentrum

Van Egmond Groep

Trotse winnaar DISCA-award 2018 Best Logistic Supplier Wij bedanken al onze relaties voor deze geweldige waardering! Wij blijven ons inzetten om uw processen zo efficiĂŤnt mogelijk te laten verlopen en zullen onze dienstverlening blijven uitbreiden en verbeteren.

A Sonepar Company


VERVOLG VAN PAGINA 15

BEST CUSTOMER: IMS KOESTERT RELATIES

I

n de categorie Best Customer Award zijn de rollen omgekeerd: toeleveranciers beoordelen hun klanten op verschillende punten waaronder openheid over de kostprijsopbouw en forecast, communicatie en de ruimte die er is voor het inzetten van het eigen specialisme. Dit jaar werden 195 uitbesteders genomineerd door één of meer toeleveranciers. Na een eerste schifting bleven 50 kandidaten over, na de tweede ronde resteerden nog 5 finalisten. Uiteindelijk koos de vakjury onder leiding van Iris Vis van Universiteit Groningen voor Zehnder Groep Nederland en Integrated Mechanization Solutions (IMS).

PLANNING Zehnder Nederland maakt deel uit van de Zehnder Group, een Zwitserse producent van verwarmings-, koeling- en ventilatiesystemen. In Europa heeft Zehnder 34 vestigingen in 13 landen waaronder Nederland. In totaal werken er 3.200 mensen, de vestigingen in de VS en China meegeteld. De jury stelt vast dat het bedrijf ‘van korte en persoonlijke communicatielijnen houdt. De planning is lean en deforecasting erg goed.’ Machinebouwer IMS (Integrated Mechanization Solutions) uit Almelo ontwikkelt en bouwt zeer gecompliceerde hoogvolume productielijnen, onder andere voor het assembleren van kleine componenten voor de smartphones. De jury onderkent als positieve kenmerken van IMS onder meer ‘de langdurige relaties met toeleveranciers zodat de mensen elkaar na verloop van tijd door en door kennen, op alle niveaus van de organisaties. Er is wederzijds veel vertrouwen. De toeleverancier krijgt alle ruimte zijn technisch specialisme toe te passen en zo mee te ontwikkelen.’

Dutch Industrial Suppliers and Customer Awards 2018

ERKENNING Twee uitstekende kandidaten derhalve, maar uiteindelijk gaf de live pitch van jurylid Elgar van der Bij van Masévon (‘IMS daagt ons elke dag uit’) de doorslag en mocht ceo Ton Pothoven van IMS de award mee naar huis nemen. Hij was er blij mee. ‘Uiteraard, en vereerd. Het is een erkenning voor onze strategie om langdurige relaties met onze toeleveranciers op te bouwen en te koesteren. IMS is een bedrijf dat zo veel mogelijk uitbesteedt en dus is de relatie met onze toeleveranciers, liever partners, zonder meer cruciaal voor onze leverbetrouwbaarheid. Andersom willen we ook een stabiele en betrouwbare partner zijn voor de bedrijven die voor ons werken. We verlangen veel flexibiliteit en het vermogen om snel op te schalen. Maar we zijn er ook in wat kalmere tijden. Als we dan voorgedragen worden voor zo’n award, is dat een mooi compliment.’

gebleken mee te groeien. Volgens mij kan dat alleen als je goed samenwerkt, transparant bent en zo veel mogelijk informatie deelt. Dat doen we dus ook. We komen regelmatig bij elkaar over de vloer, bespreken marktontwikkelingen en proberen een zo precies mogelijke forecast te bepalen.’ IMS houdt vast aan de uitbestedingsstrategie, hoewel ook het aantal vaste werknemers groeide naar 110 en binnenkort naar 130. ‘Met flexibele partners die goed zijn in hun vakgebied ben je het meest wendbaar. Wij concentreren ons vooral op kennisontwikkeling, ontwerp en assemblage van productielijnen. Samen met onze klanten en toeleveranciers.’ www.ims-nl.com

VERDRIEVOUDIGD IMS bouwt productielijnen voor de automotive en voor producenten van mobiele telefoons en tablets. Bijna de gehele omzet wordt in het buitenland behaald, met name in Azië. ‘We zijn de laatste jaren enorm gegroeid’, zegt Ton Pothoven. ‘In twee jaar tijd is de omzet verdrievoudigd. Dat vergt vanzelfsprekend het nodige van onze partners. Zij zijn in staat

Ceo Ton Pothoven over het winnen van de Best Customer Award: 'Voor IMS is de relatie met onze toeleveranciers zonder meer cruciaal.'

JURYVOORZITTER JOES WIGMAN, BERENSCHOT

‘HET GAAT NIET ALLEEN OM CIJFERS EN VINKJES’ Joes Wigman van Berenschot leidde dit jaar voor het eerst de juryberaadslagingen in zowel de categorie Best Knowledge Supplier als Best Logistics Supplier waarin de finalisten voor de Dutch Industrial Suppliers & Customer Awards 2018 (DISCA’18) beoordeeld werden. ‘Het meest waardevolle van deze verkiezingen is het verbinden.’

H

ij moet er heel even over nadenken, over de waarde van alweer de 17e editie van de DISCA. Zit er geen sleet op de formule? ‘Nee’, klinkt het uiteindelijk gedecideerd. ‘We hebben in Nederland een geweldige maakindustrie en het is juist belangrijk om de partijen met elkaar te verbinden. Een verkiezing als deze brengt ecosystemen en ondernemers bij elkaar.

Het bevordert kennisuitwisseling. Dat begint al met de honderden nominaties. Dat er vervolgens twee keer vijf finalisten overblijven die strijden om de prijzen is mooi, maar niet het enige. Het verbinden is waardevol, om van elkaar te leren en elkaar beter te maken. Wat mij betreft is dit evenement een perfect instrument om de maakindustrie te stimuleren.’

PASSEN Berenschot is al sinds de oprichting in 1938 nauw betrokken bij de Nederlandse industrie. ‘En dat zijn we gebleven’, vervolgt Joes Wigman, managing director bij het internationale adviesbureau met vorig jaar een omzet van 42 miljoen euro en ruim 300 medewerkers. ‘In het verleden hebben we onder meer een systematiek ontwikkeld, de demand chain navigator, om de samenwerking tussen ondernemingen te beoordelen. Gebaseerd op kpi’s en groeireeksen. Die systematiek gebruiken we nog, maar het gaat om veel meer dan het zetten van kruisjes en vinkjes. Samenwerken heeft LEES VERDER OP PAGINA 19

december 2018

17


Wij zijn op zoek naar talenten! Wil jij met hightech productieoplossingen meewerken aan de wereld van morgen? Bekijk dan de mogelijkheden op: werkenbijims.nl

Dutch Industrial Suppliers & Customer Awards 2018

Trotse winnaar DISCA’18 Best Industrial Customer Award

P OW E R E D BY

Magazine

Bedankt voor de waardering! “In de supply chain moet je het samen doen. Wij zijn heel blij met de award die de relatie met onze partners bevestigt.” Ton Pothoven CEO IMS

Integrated Mechanization Solutions | Einsteinstraat 14-16 | Almelo


VERVOLG VAN PAGINA 17

ook te maken met de fit, strategisch en communicatief. Tijdens de beraadslagingen in beide jury’s was dat een telkens terugkerend item: passen we bij elkaar? Hoe werken we samen en kan dat misschien nog beter?’ Tijdens de jurysessies ging het in eerste instantie vooral om de beoordelingen van de toeleveranciers door de uitbesteders, hun klanten. ‘Uiteraard’, aldus Wigman. ‘Dat is de basis. En er moeten ook winnaars uit de bus komen, het is uiteindelijk een competitie. De kandidaten in beide categorieën ontliepen elkaar echter niet veel. Ze hadden stuk voor stuk kunnen winnen.’

OBJECTIEF En dan komt wat subjectiviteit om de hoek kijken, zoals Christiaan Gangelhof ondervond, jurylid in de categorie Best Logistics namens systeemintegrator AWL. Zo vond ‘zijn’ kandidaat geen genade in de ogen van twee andere juryleden, iets waar hij het niet helemaal mee eens was. Twee collega’s hadden een ‘persoonlijke’ negatieve ervaring met de leverancier die hij voordroeg en dat bepaalde hun eindoordeel. ‘Dat vind ik toch wel jammer. Je moet objectief oordelen op basis van harde gegevens en cijfers. Natuurlijk, op elke toeleverancier is wat aan te merken. Je moet kritisch blijven. Wij zijn ook voortdurend met onze suppliers in overleg over de performance. Zo maken we zelf elk jaar een soort ranglijst van onze eigen toeleveranciers met positieve en negatieve punten. Deze leverancier scoort daarin altijd hoog, reden om het bedrijf ook voor de DISCA voor te dragen. Niet omdat we aardig willen zijn, juist vanwege de goede prestaties zoals snelheid en leverbetrouwbaarheid.’

kleinere partijen minder aandacht besteedt. Tja, en dat kwam bovendrijven in de beraadslagingen. Gevoel is een factor, zo simpel is het.’

Dutch Industrial Suppliers and Customer Awards 2018

PITTIGE DISCUSSIES Christiaan Gangelhof legde zich uiteindelijk neer bij de keuze voor de twee finalisten. ‘Niet geheel toevallig ook leveranciers van ons en allebei bedrijven met een uitstekend trackrecord. Terechte winnaars, geen probleem. De situatie heeft wel pittige discussies opgeleverd met gloedvolle pitches. Dat is winst, want dat is de bedoeling van competitie en concurrentie. Elkaar beter maken. Ik heb de jurydag zeker als zinvol en leerzaam ervaren.’ De strategic purchaser liep tijdens de jurering tegen een voor hem onbekend bedrijf aan: itsme. ‘De pitches van de nominerende juryleden waren dermate positief, dat ik geïnteresseerd ben geraakt. We hebben een kennismaking gepland. Mooi dat er altijd weer Joes Wigman van Berenschot leidde de juryberaadslagingen in zowel de categorie nieuwe bedrijven komen Best Knowledge Supplier als Best Logistics Supplier: 'Het gaat ook om de klik. bovendrijven. Wie weet, Passen een uitbesteder en een toeleverancier wel bij elkaar?' gaan we zakendoen.’

PROACTIEF

Dat er elk jaar relatief onbekende bedrijven de finale halen, is volgens Joes Wigman een goed teken. ‘Een bewijs dat er objectief beoordeeld MENSELIJKE FACTOR wordt. Goed voorbeeld is Inspiro in de categorie Juryvoorzitter Joes Wigman begrijpt de kritiek Best Knowledge Supplier. Heel klein in vergelijvan Christiaan Gangelhof, maar volgens hem telking met gevestigde namen en finalisten als Prolen persoonlijke ervaringen wel degelijk mee. ‘Het drive, AAE, VDL ETG en KMWE. Maar gericht gaat ook om de klik. Passen een uitbesteder en op digitaal en volgens de nominerende bedrijven een toeleverancier wel bij elkaar? Is de communiprecies wat je van een toeleverancier verwacht: catie goed? Kunnen ze kritiek van elkaar verdrameedenken, proactief zijn en waarde toevoegen. gen? Er is altijd een menselijke factor. De prestaInspiro scoorde bij de complete jury hoog.’ ties van de leverancier in kwestie staan niet ter Een van de andere juryleden was André Bessediscussie, net zomin als van de andere vier finalink, strategic purchaser van Royal Eijkelkamp uit listen. De kritiek was echter dat deze partij aan Giesbeek, wereldwijd actief in bodem- en waterbeheer. Het bedrijf is producent en leverancier van onder andere meetapparatuur en labinrichtingen en ook kennispartner in projecten die zich richten op thema’s als klimaatverandering, verstedelijking, vervuiling en natuurlijke bronnen. ‘We zijn via partners actief in zeventig landen’, zegt Besselink, ‘maar als producent zijn we een klein bedrijf. We hebben geen miljoenen te besteden en daarom was ik Jurylid Elgar van der Bij van Masévon hield een gloedvol betoog voor klant IMS. En IMS won. best verrast toen ik gevraagd

werd om zitting te nemen in de jury voor de DISCA. Ook omdat we een klein bedrijf hadden genomineerd. Voor ons een belangrijke toeleverancier van de complete elektronica voor onze instrumenten.’

SNEL BESLISSEN Het bijzondere aan de kleine, meedenkende toeleveranciers zit ’m volgens André Besselink vaak in het persoonlijke contact. ‘Je zit meestal met de eigenaar/ondernemer zelf aan tafel. Beslissingen worden snel genomen, er gaat weinig tijd verloren.’ Deelname in de jury betitelt de strategic purchaser van Royal Eijkelkamp als ‘bijzonder nuttig. Je leert ook weer van elkaar, tijdens het rondetafelgesprek is iedereen bereid kennis te delen. Er is tijd om bepaalde problematiek te bespreken, tips uit te wisselen. Maar het belangrijkste is het in de schijnwerpers zetten van de maakindustrie. We laten te weinig zien wat we allemaal kunnen in Nederland. Zo’n award-uitreiking is een goed instrument.’

SCOREKAART Christiaan Gangelhof heeft wel nog één tip voor volgend jaar: ‘Neem ‘communicatie’ mee in de scorekaart. Beoordeel hoe toeleveranciers acteren als ze te laat zijn met een levering of als er iets anders misgaat. Wellicht voorkomt dat eenmalige negatieve ervaringen die zo bepalend kunnen zijn voor de toekomst.’

december 2018

19


Onze bedrijfsnaam verandert...

Expertise – Passion – Automation

SMC Pneumatics BV wordt SMC Nederland BV SMC is inmiddels veel meer dan alleen pneumatiek. Daarom vervalt met ingang van 1 januari 2019 ‘Pneumatics’ en worden wij SMC Nederland BV. Ons nieuwe internetdomein: www.smc.nl Welkom bij SMC Nederland! www.smc.nl

itsme is de toonaangevende industriële toeleverancier van elektrotechnische en mechanische producten en diensten. Met een assortiment van meer dan twee miljoen artikelen en een team van 550 competente medewerkers in vijf landen verkopen wij succes! Met onze Expert Services integreren wij uw waardeketen. Persoonlijk en digitaal, nationaal en internationaal en altijd toegesneden op uw situatie. Wij zoeken en vinden de perfecte oplossing voor engineering uitdagingen. Onze Technical Support Desk biedt state-of-the-art antwoorden en onze (in company) trainingsprogramma's bieden praktische handvatten waar u meteen voordeel van heeft. Honderden vooraanstaande bedrijven vertrouwen op onze uitgekiende supply chain oplossingen en best practice systeemintegratie. Zo profiteren ze van gegarandeerde beschikbaarheid voor projecten en onderhoud. Natuurlijk horen bij deze partnership ook data-services, specificeren en internationale sourcing, transparante rapportage en vooral onze mensen die uw succes centraal stellen. Stel uw succes centraal en maak vandaag nog kennis met ons voordeel! itsme | Making You Succeed! Nederland België Duitsland Roemenië Spanje

20

december 2017

itsme Breemes Schultz+Erbse ES Elektro Romania Elektres

www.nl.itsme.eu www.breemes.be www.schultzerbse.de www.eselektro.com www.elektres.es

www.nl.itsme.eu


VEEL LOF VAN DE JURY’S VOOR DE OVERIGE FINALISTEN

‘OPEN IN DE COMMUNICATIE, OOK OVER DE KOSTENCALCULATIE’

Dutch Industrial Suppliers and Customer Awards 2018

Hoe dan ook, een onderneming die de finale van de DISCA’18 behaalt, is een top-toeleverancier of top-uitbesteder. Dat het bedrijf de eindwinst net niet in de wacht heeft kunnen slepen en ook de runners-up-plek aan een ander bedrijf heeft moeten laten, doet daar niets aan af. Hieronder, opgetekend uit de rapporten van de drie jury’s, wordt duidelijk gemaakt waarom het geen toeval is dat juist deze bedrijven, van de bijna 400 genomineerde ondernemingen, de finale behaalden. Alle finalisten van 2018: stuk voor stuk top-toeleveranciers en -uitbesteders.

BEST KNOWLEDGE SUPPLIER 2018 AAE AAE werd in 1976 opgericht als toeleverancier van DAF en heeft zich daarna door de samenwerking met de Duitse onderneming Grauel ontwikkeld tot een specialist op het gebied van machinebouw en mechatronica. AAE stond al drie keer eerder in de finale. Vorig jaar won het de Best Knowledge Supplier Award. Jury: ‘Dit bedrijf beschikt over een breed assortiment aan productietechnologieën, waarover veel kennis in huis is. Kunnen met die kwaliteit zeer uiteenlopende klanten met uiteenlopende wensen goed bedienen. Kunnen met die klant uitstekend meedenken. Mocht er ergens in het toeleverproces iets fout gaan, dan wordt er – desnoods door de directie – meteen actie ondernomen om de oorzaak te achterhalen en de fout te herstellen. Is eerlijk en open, ook als de te communiceren boodschap niet prettig is voor de klant, ook als ze daar zelf debet aan zijn. AAE is gericht op groei en is dan ook bereid alles te doen om mee te groeien met de snelgroeiende klant.’ www.aaebv.com

PRODRIVE Prodrive Technologies ontwerpt, produceert en levert elektronische modules en complete systemen inclusief mechanica, mechatronica en

Bij Prodrive in Son heeft in de nacht van 1 december een hevige brand gewoed. Behalve productiesystemen is ook veel productie verloren gegaan. De redactie en uitgever van Link Magazine wensen de medewerkers van Prodrive veel sterkte bij de wederopbouw.

software aan de industrie en professionele markten. Het bedrijf werd in 1993 opgericht. Het won al twee keer de Best Knowledge Supplier Award en één keer de Achievement Award. Jury: ‘Prodrive is een zeer snel gegroeide leverancier. Het bedrijf is bereid fors te investeren in nieuwe (digitale) productietechnologieën, op nieuwe locaties. Qua kennis en kunde is Prodrive absoluut wereldtop.’ www.prodrive-technologies.com

beschikken over veel kennis van en hebben ervaring met activiteiten als frezen, lijmen en draaien, ook van zeer moeilijk te bewerken metalen. Gaan met graagte dit soort uitdagingen aan en werken met veel betrokkenheid en enthousiasme door tot het probleem is opgelost, ook al wordt het nachtwerk. Ook ondernemend vanwege de investeringen die het doet in productieequipement.’ www.kmwe.com

KMWE Het Eindhovense KMWE geldt al vele jaren als een topsupplier in de sectoren hightech, halfgeleiders, aerospace en medische systemen. Het bedrijf, opgericht in 1955, produceert gecompliceerde componenten en modules voor machines en apparaten. KMWE stond al vijf keer eerder in de finale; de eerste keer tijdens de tweede DISCA-editie van 2003. Jury: ‘Zeer ondernemend ingestelde toeleverancier. Beschikt over de faciliteiten en de kennis van een groot aantal state-of-the-art productietechnologieën. Is daarmee actief in een groot aantal verscheidene, veeleisende markten. De engineers

december 2018

21


Driving your Industry 4ward.

Binnen de industriĂŤle automatisering volgen de ontwikkelingen elkaar in hoog tempo op. Als vooraanstaand vernieuwer op het gebied van geavanceerde sensortechnologie ontwikkelt SICK oplossingen die nu al rekening houden met de uitdagingen van morgen. Onze intelligente sensoren passen in elke productieomgeving, communiceren met elk netwerk en verzamelen niet alleen gegevens, maar zorgen ook voor realtime data-evaluatie. Dit allemaal voor een exibelere productie, ef ciĂŤntere processen en een betrouwbare samenwerking tussen mens en machine. SICK noemt dat: sensor intelligence. www.sick.nl


BEST LOGISTICS SUPPLIER 2018 Dutch Industrial Suppliers and Customer Awards 2018

FESTO Festo Delft is onderdeel van een in 1925 opgerichte multinational met wereldwijd rond de zestig vestigingen, meer dan 250 agentschappen en 300.000 klanten in 176 landen. Festo stond bepaald niet voor het eerst in de finale: dit was de achtste maal. Drie keer eerder kwam het als winnaar daaruit tevoorschijn. De jury: ‘Dit is een supplier die nagenoeg altijd de juiste aantallen op tijd toelevert, conform de orderbevestiging die ook altijd heel snel naar de klant gestuurd wordt. Festo is niet de goedkoopste, maar evenwel zijn er goede prijsafspraken met deze leverancier te maken. Waar nodig zijn zij uitstekend in staat proactief de voorraad van de klant op het gewenste niveau te houden. De communicatie is goed en verloopt altijd via goed bereikbare, goed geïnformeerde contactpersonen. Festo stelt zich proactief op als bepaalde artikelen op termijn worden uitgefaseerd zodat de klant zich daar tijdig op kan voorbereiden.’ www.festo.nl

ITSME itsme in Raamsdonksveer (zo’n 400 medewerkers in Nederland) is meer dan een technisch dienstverlener. Het helpt klanten ook hun interne logistiek te optimaliseren, leaner te worden. De onderneming won een award in 2007, toen nog als Ehrbecker Schiefelbusch. De jury: ‘itsme komt afspraken na. Heeft de processen uitstekend geautomatiseerd; een orderbevestiging bijvoorbeeld is dan ook altijd binnen een uur binnen. itsme levert een groot assortiment elektronische en mechanische componenten, desgewenst in kits. Kan goed omgaan

met spoedorders. Is in staat zowel grote als kleine aantallen te leveren. Informeert goed en tijdig over artikelen die obsoleet worden. Medewerkers zijn creatief in het regelen van artikelen die inmiddels al uit productie zijn.’ www.itsme.eu

SMC SMC is een Japanse onderneming gespecialiseerd in aandrijftechniek. In Nederland is het gevestigd in Amsterdam en in Eindhoven waar het over een multifunctioneel Technology Center beschikt. De onderneming stond drie keer eerder in de finale en wist een keer de award te veroveren. Jury: ‘SMC is bereid ook de kleine start-up, die slechts – vaak ad hoc – om zeer kleine aantallen vraagt en een onzeker toekomstperspectief heeft, adequaat te bedienen. Kredietwaardigheid van de klant is geen issue. Beschikt over engineers die heel goed in staat zijn mee te denken en mee te praten met de klant. De levertijden zijn kort omdat SMC heel veel uit eigen voorraad kan leveren. Mocht dat niet het geval zijn dan communiceert SMC hier direct over en laat het betreffende artikel zo snel mogelijk invliegen.’ www.smc.eu

BEST CUSTOMER 2018 THERMO FISHER SCIENTIFIC

PRIVA

VOORTMAN STEEL MACHINERY

FEI Company is in 2016 overgenomen door Thermo Fisher Scientific, een grote speler in de life-sciences met een breed aanbod: van pipetjes voor bloedafname tot high-end analysesystemen als elektronenmicroscopen. Een DISCA-award heeft het Eindhovense bedrijf nog niet gewonnen; wel behaalde het eerder tweede rondes. Jury: ‘Thermo is een bedrijf dat volledig gaat voor de innovaties waar het voor staat. Daartoe werkt het nauw samen met toeleveranciers, via diverse afdelingen en van hoog tot laag in de hiërarchie. Wil met de supplier graag geld zien te besparen op de product(ie)kosten. Vraagt van de leverancier goed mee te denken en geeft daarvoor ook de ruimte. Is open in de communicatie, ook over de kostencalculatie en zorgt dat ook de toeleveranciers aan opdrachten voldoende verdienen. Staat open voor suggesties van toeleveranciers. Thermo neemt zijn suppliers zeer serieus.’ www.thermofisher.com

Ooit startte Priva met de verkoop van kachels aan glastuinbouwers. Die klanten bedient het bedrijf nog steeds, maar tegenwoordig zet het ook producten en services in de markt die het comfort van kantoormedewerkers verhogen. Een DISCAprijs heeft de onderneming nog niet gewonnen; wel drong het vorig jaar door tot de tweede ronde. Jury: ‘Priva neemt de tijd om voor innovatietrajecten een goed multidisciplinair team in te richten dat als gesprekspartner voor toeleveranciers fungeert. De onderneming is open in de communicatie en doet niet krampachtig over NDA’s. Omdat de kennis van Priva zich vooral concentreert op het functionele niveau, laat het veel van de technologische ontwikkeling over aan de toeleveranciers. Die krijgen veel ruimte voor eigen initiatieven. Dat helpt Priva snel tot innovaties te komen.’ www.priva.com

Voortman Steel Machinery is een internationaal opererende machinebouwer die stand-alone machines produceert en systeemintegratie en turn-key oplossingen biedt. De onderneming uit Rijssen behaalde in 2016 de tweede ronde. Jury: ‘Voortman bouwt zijn speciaalmachines modulair op en durft het daarom aan tien stuks tegelijk te produceren. Dat maakt het anticiperen op de vraag voor toeleveranciers gemakkelijker. Is soms nog zoekende naar de juiste technologische oplossing, maar heeft er dan geen moeite mee toe te passen wat een gespecialiseerde toeleveranciers aanbeveelt. Betrekt waar nodig toeleveranciers bij assemblage en het testwerk/installatiewerk bij de eindklant. Onderhoudt het contact met de toeleveranciers middels multidisciplinaire teams, aangevoerd door een stevige projectleider die voor suppliers een goede aanspreekpersoon is.’ www.voortman.net

december 2018

23


VIER TOPONDERNEMERS OVER HUN WERELDWIJD SUCCES

‘WE BOUWEN EEN BRUG, TERWIJL WE ER AL OVERHEEN LOPEN’

Dutch Industrial Suppliers and Customer Awards 2018

Doe het gewoon, stel niet uit, wees niet te bang. De vier gasten die de TU/e-hoogleraren Maarten Steinbuch en Arjan van Weele tijdens de geanimeerde DISCA-talkshow ‘Laat je in je kaarten kijken!’ aan tafel hebben, komen allemaal met dezelfde lessons learned. Ondernemen is durven en volhouden. De één levert machines waarop wereldwijd 1 miljard eieren per dag verwerkt worden. De ander denkt over een jaar of zeven op te stomen naar 1 miljard euro omzet met zijn fotonicatoepassingen. Allemaal parels, aldus de talkshowhosts. ‘Hoe doe je dat in hemelsnaam?’, roepen ze meerdere malen, vol bewondering en verwondering. Pleo, de hightech knuffel van Steinbuch, zit erbij en kijkt ernaar. Hoogleraar Maarten Steinbuch nam zijn dino onlangs mee naar de Dalai Lama. Foto's: Sam Rentmeester

DOOR LUCY HOLL

aarten Steinbuch, TU/e-hoogleraar Systems & Control, reist tegenwoordig bijna altijd samen met Pleo, zijn knuffeldinosaurus. Die zit vol kunstmatige intelligentie en wordt met de dag slimmer. ‘Kijk’, laat hij Pleo aan de zaal zien, ‘100 procent van de vrouwen en 95 procent van de mannen aaien hem als ze de kans krijgen. Hij reageert steeds meer op zijn omgeving.’ Maar Pleo is heel stilletjes tijdens de talkshow die voorafgaat aan de prijsuitreiking van de Dutch Industrial Suppliers & Customer Awards. ‘Ah, wat jammer, de batterijen zijn leeg’, verzucht Steinbuch. Kan een robot verliefd worden, vroeg een kind hem laatst. Steinbuch: ‘Robots voelen niet, maar blijft dat zo? Stel dat hun rekenkracht nog oneindig veel groter wordt. Komt er dan een tijd dat computers net als de mens bewustzijn ontwikkelen?’ De hoogleraar mocht laatst bij een gesprek met de Dalai Lama zijn, vertelt hij. De dino ging mee en de geestelijk leider nam hem op schoot. ‘Ons bewustzijn heeft lagen. Een aantal lagen kan een robot misschien nabootsen, maar onze ziel is nooit materieel’, sprak hij. ‘Dus als je geen religieus leven leidt en niet in een ziel gelooft, is alles na te maken en krijgt die robot dus ooit bewustzijn’, concludeert Steinbuch tijdens de DISCAtalkshow. Iets dichter bij huis: Kunstmatige intelligentie gaat de machinebouwsector sowieso

M

24

december 2018

ingrijpend en op een positieve manier beïnvloeden, is zijn overtuiging.

EEN WAAR JONGENSBOEK De zaal – met 29 procent oem’ers en 40 procent toeleveranciers onder de 130 gasten – is door hem en collega Arjan van Weele (zie kader) lekker opgewarmd. Tijd voor een stelling: ‘Soms is het als op eieren lopen: apparatenbouwers laten toeleveranciers te weinig in de kaarten kijken’. Zo’n 70 procent van het publiek is het ermee

havens. ‘Er zijn enorme parallellen te trekken. MOBA is mondiaal ook nummer 1, we hebben 70 procent van de wereldmarkt in handen. Kippenboeren kennen ons allemaal. Over onze installed base gaan 1 miljard eieren per dag, de grootste machine doet er 3 miljoen. Als je in Barneveld achter de gevel kijkt, is het alsof je een jongensboek openslaat. We leveren de meest ingenieuze machines.’ In 2018 was de omzet 190 miljoen euro, elk jaar komt er 10 miljoen erbij. ‘Vertel ons alsjeblieft

‘Komt er een tijd dat computers door alle rekenkracht net als de mens bewustzijn ontwikkelen?’

eens. Een mooie overstap naar ceo Michiel Peters van MOBA, bouwer van eiersorteermachines in Barneveld. Niet per se vanwege die eieren, maar wel omdat MOBA nog aan het leren is om op hoog niveau uit te besteden. Peters werkte voorheen voor Vanderlande in Veghel, wereldwijd marktleider in transportsystemen op lucht-

hoe je dat doet’, quasi-smeekt Van Weele. Er komen steeds meer mensen op de wereld, die per persoon meer eieren eten, aldus Peters. Bovendien heeft MOBA nooit te maken met een zware dip, want de markten middelen elkaar uit. ‘Een eierschandaal of vogelgriepje raakt ons nauwelijks. En we innoveren continu. Elk ei is nu apart


te volgen: er gaat een enorme hoeveelheid data van alle machines versleuteld de cloud in. De boeren geven ons geen details, maar we krijgen wel de gegevens over hoe de machines draaien.’ Dan nog even over dat uitbesteden. Peters: ‘In onze organisatie bestaat de neiging om dat niet te doen. We besteden het palletiseren nu uit, dat is niet core. Maar voor de rest is het letterlijk op eieren lopen. “Denken ze dat wij het zelf niet kunnen maken?”, klinkt het onder de medewerkers. We willen meer uitbesteden op hoog niveau, maar dan moeten intern de reserves opzijgezet worden. We zijn het uitbesteden aan het leren.’ MOBA zit in een transitie van machinebouwer naar system integrator. ‘We bouwen een brug, terwijl we er al overheen lopen’, noemt Peters het. ‘Gaat er iets mis, dan is het oppassen dat mensen niet op de toeleveranciers beginnen af te geven. We moeten vooral doen, uitproberen, doorgaan en niet bang zijn.’

VAN CEO NAAR CE De hoogleraren-talkshowhosts lezen de tweede stelling voor: ‘Toeleveranciers moeten niet te veel willen bijdragen aan innovatieprocessen van oem’ers.’ Slechts 4 procent van de aanwezigen is het ermee eens. Ceo Frank Mulders van toeleverancier AAE durft te zeggen waarom: ‘Focus je liever op je eigen processen.’ Voor Paul Hoekstra van machinebouwer WEMO in Den Bosch, gespecialiseerd in machines voor plaatbewerking, is innovatie dagelijkse kost. Hij is tegenwoordig geen ceo meer (‘Nieuwtje, sinds 1 oktober leidt Jeff Hagelen de dagelijkse opera-

tie’), maar ce oftewel chief entrepreneur. ‘Ik ben de vijftig gepasseerd, ik weet niet of het daarmee te maken heeft, maar ik wil het anders gaan aanpakken. Nu ben ik zelf vooral met de toekomst bezig, met incrementele en radicale innovatie.’ Hij is groot fan van het IDL SDC-model van Vision Creation, met de fasen Identify, Develop, Launch, Sales, Delivery en Care. De allereerste stap, Identify, staat voor het identificeren van wat de klant wil, al voor die daarom vraagt. Hoekstra: ‘Ik richt me vooral op die I. Waar liggen onze kansen?’ WEMO (88 medewerkers) gaat van engineeringto-order (eto) naar meer configure-to-order (cto). ‘Voorheen ontwikkelden we prachtig mooie, technologisch gedreven one-offs, maar dat heeft ons windeieren gelegd, te weinig opgeleverd. Of zoals ik het ook wel eens zeg: een vliegende mayonaiseklopper maken kan leuk zijn, maar dat moeten we niet willen. We willen groeien door meer standaardisering en modularisering. Hoewel engineering eveneens belangrijk blijft, want we willen ook de blokjes blijven maken.’ Als zelfbenoemd chief entrepreneur heeft Hoekstra spelregels opgeschreven. Voor zichzelf wel te verstaan. ‘Een hele PowerPoint vol. Ik moet afstand nemen, ik mag er niet bovenop zitten, mensen mogen fouten maken… Dat soort zaken. Ik vind die nieuwe rol best spannend.’ In het WEMO-café wordt voortaan de Failure of the Month gevierd, om innovatie te stimuleren en mensen uit hun comfortzone te halen. Ook

Michiel Peters, ceo van MOBA: ‘Over onze installed base gaan 1 miljard eieren per dag, de grootste machine doet er 3 miljoen.’

Paul Hoekstra, ce van machinebouwer WEMO: ‘Ik vind die nieuwe rol als chief entrepreneur best spannend.’

LEES VERDER OP PAGINA 27

december 2018

25


HIGH PERFORMANCE MACHINING EQUIPMENT We manufacture high-tech components, modules and systems, with the highest precision.

We operate with the deepest conviction to make things better. Every Day.

Want to know what we can do for you? Discover more at KMWE.COM

On time On budget To specification In co-creation From start to finish

Make complex easy

Our customers and business partners choose to do business with us, because we enable them to focus on their core activities, while we help them develop and optimize their manufacturing processes and products. MasĂŠvon Group

www.masevongroup.com

26

december 2018

lives high technology and quality. Every day.


Dutch Industrial Suppliers and Customer Awards 2018

VERVOLG VAN PAGINA 25

Hoekstra noemt op verzoek van Van Weele en Steinbuch een belangrijke les die hij heeft geleerd: ‘Stel niks uit. Trial & error, daar draait het om.’

FIBERTJES TEGEN DE WAND Op naar de derde stelling: ‘De economische potentie van licht wordt zwaar overschat.’ 80 procent is het daar niet mee eens. ‘Licht wordt wat gehypt’, vindt een mee-eens-stemmer. Pim Kat, directeur van fotonicaspecialist Technobis uit Alkmaar (zie ook het verhaal op pagina 30), wordt aan de tand gevoeld. Hij is al een jaar of tien bezig met fibertechnologie en geïntegreerde fotonica (‘ik had in die tijd al op heel veel andere manieren rijk kunnen worden’), maar zijn geduld wordt beloond. Technobis is een system supplier en nu ook steeds meer oem’er in fotonica. ‘We hebben er jaren over gedaan om het te snappen, maar nu liggen de toepassingen voor het oprapen. We willen naar de 1 miljard euro omzet in 2025. Dat moet lukken. De roadmaps van bestaande klanten alleen al beloven veel. “O, maar als dit kan, dan kan dat ook”, hoor ik overal om me heen.’ Technobis (70 medewerkers) levert bijvoorbeeld zeer nauwkeurige meetinstrumenten voor vliegtuigen en helikopters: in de vleugels en bladen zitten fiber-sensordraden die verbonden zijn met fotonische chips voor verwerking van de meetsignalen. Een tijdje geleden was Kat in Taipei met een Nederlandse handelsmissie. Ze kwamen in gebouw Taipei 101, een enorme wolkenkrabber van ruim 500 meter hoog. ‘De 101 staat op een breuklijn. Als er een aardbeving is, dan schudt hij. Je mag mijn meetkastje hebben, heb ik gezegd. Gewoon fibertjes tegen de wand plakken en dan kun je de bewegingen van het gebouw heel precies meten. Een mooie gratis demo. Kunnen wij laten zien dat we ook zeer grote

systemen kunnen monitoren.’ Kat vertelt over zijn fotonische chips: daar gaan geen elektronen doorheen, maar fotonen. Dat zorgt voor een veel hogere capaciteit in de datacommunicatie, terwijl het energieverbruik veel lager ligt. ‘Onze allereerste fotonische chip werkte destijds – wonderbaarlijk genoeg – meteen. Per ongeluk, want we zitten nu al op versie 17: die eerste keer meteen goed, is daarna nooit meer voorgekomen.’ Hij is ook actief bezig om vermeende concurrenten te helpen met hun eerste optische chips, zodat ze sneller vooruit komen. ‘De sensingmarkt is zo groot, Technobis kan gruwelijk veel meer. We lopen toch voorop.’ Zijn les voor de zaal: ‘Laat ik spijt krijgen van dingen die ik niet gedaan heb. Ik krijg geen spijt van dingen die ik wel gedaan heb.’

SUPERLAAGJE De vierde en laatste stelling (‘Toeleveranciers zijn te afwachtend om op het gebied van depositietechnologie het spel mee te spelen’) leidt tot de helft van de zaal ‘eens’, de helft ‘oneens’. ‘Wat is depositietechnologie?’, klinkt het fluisterend. ‘Het komt vaker voor dan je denkt’, verklaart Arjen Janssens, ceo van Solmates uit Enschede, ontwikkelaar en bouwer van pulsed laser deposition-systemen, aan de interviewtafel. ‘Je legt een heel dun laagje op iets anders, wij passen het vooral toe in de telecom. Een chip telt misschien wel 100, 150 verschillende materialen, voor elke laag is de perfecte technologie nodig. Wij schieten met een laser op bronmateriaal, in vacuüm. Dat wordt gigantisch heet, er komt een enorm plasma uit, dat slaat neer en vormt een superlaagje.’ Vergelijk de techniek met een harde plensbui. Een zacht buitje of wat dauw is niet genoeg. Zo’n laag wordt pas goed als er in één keer een flinke hoeveelheid materiaal tegenaan wordt gegooid. ‘Wij spelen in op de trend naar ultradunne lagen van heel hoge kwaliteit. We willen klanten helpen om vooruit te komen en sneller nieuwe producten te kunnen lanceren.’ Janssens heeft al vaak moeten uitleggen dat Solmates geen datingclub is. Het staat voor Solution & material sciences. Een paar aio’s van Universiteit Twente startten er in 2007 mee,

Dutch Industrial Suppliers and Customer Awards 2017

TOELEVEREN AAN DE HIGHTECH INDUSTRIE ‘Ketensamenwerking is geen pokerspel’, zegt Arjan van Weele, hoogleraar Inkoopmanagement tijdens zijn openingswoord bij de talkshow. ‘Hoe kun je het enorme kennispotentieel unlocken? Innovatie wordt alleen maar een succes als je het met partners doet. Nu gaat het bij de meeste bedrijven meer dan goed, maar bereid je voor op minder. De groei neemt af, de inkoopprijzen stijgen, de levertijden verslechteren. Hoe houd je de zaak manageable?’ Hij heeft de nieuwe ING-studie Toeleveren aan de hightech industrie: inhaalslag voor Nederlandse toeleveranciers in handen. ‘Heel mooi: de

Pim Kat, directeur van Technobis: ‘We hebben er jaren over gedaan om het te snappen, maar nu liggen de toepassingen voor het oprapen.’

Nederlandse industrie groeit twee keer zo snel als de economie als totaal. Niet zo mooi: oem’ers zijn meer gaan inkopen maar dan vooral in het buitenland. Dus toeleveranciers, zorg voor een hogere arbeidsproductiviteit, werk klantspecifiek, bewaak je expertise en lever meer diensten.’

Download het volledige rapport: www.ing.nl/zakelijk/kennis-over-de-economie/ uw-sector/industrie

Arjen Janssens, ceo van Solmates: ‘We willen klanten helpen om vooruit te komen en sneller nieuwe producten te kunnen lanceren.’

omdat ze zo veel vragen vanuit het bedrijfsleven kregen op het gebied van coating. ‘We doen spannende dingen met bijvoorbeeld IMEC en EPFL Lausanne. Solmates is met circa twintig medewerkers het brein, we hebben ons lab en willen innoveren, dat is onze core competence. We hebben veel toeleveranciers bij wie we vervolgens het maakwerk neerleggen.’ Solmates wil toe naar honderdplus systemen per jaar (tegen zo’n 1 miljoen euro per stuk) en heeft daarom net een grote strategische partij in de arm genomen (‘Ik zeg niet wie’) om te versnellen, met name in de semicon. ‘Ze zeggen dat je mensgericht en exceptioneel gedreven bent’, zegt Arjan van Weele. ‘Dat moet je eens aan mijn vrouw vertellen’, lacht Arjen Janssens. ‘Maar het klopt, ik ben een volhouder, ik geef niet op bij klanten. Ben niet te bang, is mijn advies. Bij twijfel toch doen.’ www.wemomachines.com www.technobis.com www.solmates.nl www.moba.net www.tue.nl

december 2018

27


ADDITIVE MANUFACTURING

FMI INSTRUMED ZET ZES JAAR KENNIS VAN 3D-PRINTEN OM IN SUCCES VOOR KLANTEN EN ZICHZELF

VAN POEDER TOT KANT-EN-KLARE EINDPRODUCTEN 3D-geprinte medische implantaten zijn aan een gestage opmars bezig. Voor contract manufacturer FMI Instrumed betekent dat: steeds meer (serie)productie voor high-quality medische-apparatenleveranciers in binnen- en buitenland. ‘De afgelopen zes jaar hebben we veel kennis van en ervaring met additive manufacturing opgedaan. Binnen ons pakket aan fabricagemethodes is AM absoluut de hardloper. Onze visie van ‘alles onder één dak’ en ‘van (metaal)poeder tot kant-enklare eindproducten’ slaat aan in de markt.’ DOOR PIM CAMPMAN

MI Instrumed beschikt inmiddels over vijf industriële 3D-printers: twee lasermachines (Concept Laser M2 Dual Laser) en drie EBM’s (elektronenbeamsystemen Arcam Q10 Plus). Die draaien in de vestiging in Schiedam en het satellietbedrijf in Tilburg, waar de serieproductie plaatsvindt. Dat de vaart er goed inzit, illustreert project engineer additive manufacturing Jelle ten Kate. ‘Toen ik twee jaar geleden solliciteerde, had FMI twee 3D-printers. En toen ik hier anderhalf jaar geleden aan de slag ging, waren het er al vier.’ In de tussenliggende zes maanden studeerde hij af aan de TU Delft (werktuigbouwkunde, master Biomedical Design, afgestudeerd op 3D-printen) en reisde een poos de wereld over. Het aantal FMI’ers dat specifiek met additive manufacturing bezig is, loopt richting de tien. ‘Een mix van mensen die aan de machines staan en die de voorbereiding doen’, licht Ten Kate toe. ‘Een hecht team, dat eager is om nieuwe ervaringen en inzichten uit te wisselen. Dat helpt ons natuurlijk enorm om – potentiële – klanten adequaat te adviseren over het beste CAD-ontwerp.’ En daar is behoefte aan, weet hij. ‘We zien grote verschillen in de mate van 3D-printkennis. Sommige bedrijven weten er heel veel van af. Vaak jonge bedrijven die kansen ruiken omdat ze

F

‘denken in 3D-printen’. Hun ontwerpen zijn doorgaans Jelle ten Kate van FMI met zijn collega Nynke Lof: ‘We vormen een hecht team, dat eager is om nieuwe ervaringen en inzichten uit te wisselen.’ Foto’s: FMI probleemloos en zonder grote aanpassingen te printen. Andere bedrijven menen dat een bestaand plantaat-module tevoorschijn, geprint van titaniCAD-ontwerp, ooit gemaakt voor de verspanenumpoeder. Ragfijne titanium spoortjes, kunstig de methode, wel ‘even’ geprint kan worden. Zo vervlochten, opzettelijk met een ruw oppervlakte werkt dat helaas niet. Dan is het aan ons om aan – zelfs met de meest geavanceerde CNC-cel niet te geven of het kan en, zo ja, hoe dat het beste te maken. Steeds meer medisch specialisten kan. Bijvoorbeeld door aanpassingen voor te brengen het device aan bij patiënten bij wie het stellen die het product simpeler printbaar maken kraakbeen tussen de ruggenwervels versleten is. of minder (na)bewerking vereisen. Uiteindelijk Het geprinte device heeft met al die kleine spoorkunnen wij dan goedkoper en sneller een goed tjes per saldo een veel groter oppervlak wat de product leveren.’ botaangroei bevordert.

DOEN OF SOMS OOK NIET

ONDERDEEL VAN HET TOTAAL

Dankzij de opgebouwde AM-kennis zit FMI Instrumed dus meer in de rol van adviseur en (mede-)engineer van CAD-ontwerpen. Jelle ten Kate: ‘Met bedrijven die niet of weinig bekend zijn met 3D-printen overleggen we hoe hun ontwerp het best geoptimaliseerd kan worden. Adviseren om niet op 3D-printen over te gaan, doen we ook. Volledig horizontale vlakken, heel grote vlakken en geometrieën met schuintes onder de 45 graden, lenen zich niet of minder voor printen – althans nog niet. Bij de huidige stand van de 3D-printtechnologie moet je waken voor problemen met vormnauwkeurigheid, robuustheid, supportmateriaal of kromtrekken. Vervolgstappen, zoals prototypes maken en uiteindelijk serieproductie, zetten we niet voordat we samen met de klant hebben bepaald wat verstandig is en wat niet.’

FMI Instrumed zag de ongekende mogelijkheden van 3D-metaalprinten jaren geleden al. Reden waarom het bedrijf instapte in AddLab, een samenwerkingsprogramma van acht bedrijven om additive manufacturing rijp te maken voor hoogwaardige toepassingen en serieproductie. AddLab begon in 2013 en eindigde in 2016. FMI haalde daarin zo veel kennis op dat het besloot om verder te investeren in 3D-printing, specifiek in machines die het best passen bij de eigen markt: medische devices. Maar uitdrukkelijk zonder de gangbare manieren van metaalmodelleren de deur uit te doen. ‘3D-printen gaat tot meer en meer nieuwe applicaties leiden’, voorspelt Jelle ten Kate. ‘Inmiddels doen we ook projecten voor bijvoorbeeld knieën en heupen. De tandindustrie begint eraan te komen. Maar alleen 3D-printen gaat het niet worden, nooit. Een volwaardig en snelgroeiend onderdeel van het totaalpakket wel, dat is AM nu al. Maar in de nabewerking blijven conventionele technologieën als verspanen, nabewerken en finishing altijd een rol spelen.’

ONDENKBARE KAN NU

3D-printen gaat tot meer en meer nieuwe applicaties leiden

28

december 2018

Voor steeds meer specifieke toepassingen én met het juiste CAD-ontwerp baant 3D-printen de weg naar instrumenten, modules en componenten die tot voor kort ondenkbaar – want niet maakbaar – waren. Ten Kate haalt een ruggenim-

www.fmi.nl


FRANK

MAAK HET VERTREK MAKKELIJKER DOOR DE EERSTE SERVITIZATION-STAP KLEIN TE HOUDEN

Frank Marks is partner bij consultancybureau Praetimus – ‘The Value Engineers’ in Tricht. Het bureau helpt klanten business value te identificeren, te ontwerpen en te realiseren in het primaire proces. Dit langs drie lijnen: innovatie (ontwikkelen van nieuwe proposities), commercie (verbeteren van marketing, sales en service) en bedrijfsvoering (verbeteren van supply chain management).

Servitization is kort gezegd de reis die maakbedrijven doorlopen van het ontwikkelen, maken en verkopen van producten aan klanten, naar het volledig ontzorgen van klanten en garanderen dat die producten optimale prestaties leveren. Oftewel, van het verkopen van auto’s naar het aanbieden van mobiliteitsdiensten. Of van het verkopen van printers naar het aanbieden van reprodiensten. Meestal wordt dit gekoppeld aan de mogelijkheden van innovatieve technologieën (zoals digital twins, predictive data analytics, augmented reality, blockchain en 3D-printing) en revolutionaire verdienmodellen (zoals pay-per-use, power-by-the-hour en light-as-a-service). Naadloos samengevoegd in een wonderschone wereld, waar iedereen met iedereen is geconnecteerd, alles wordt gemeten, informatie vrij wordt gedeeld, er geleerd wordt van het verleden en alles proactief gemanaged wordt. En iedereen wordt er beter van. Een brave new world.

www.praetimus.com

Maar hoe kom je daar? Het vergt nogal wat veranderingen bij zowel de klant (die een andere relatie met de leverancier aangaat), de leverancier zelf (die een compleet nieuwe propositie levert, al dan niet ondersteund door innovatieve technologie en geleverd door een sterk veranderde organisatie) als bij zijn ecosysteem (de leverancier kan immers niet alles zelf). Dat is voor veel bedrijven wel een erg hoge berg om in één aanloop te veroveren. Hoe mooi het uitzicht ook is, je wilt onderweg liever niet bevriezen of in een ravijn storten.

Net als de Mount Everest niet in één sprint beklommen wordt, zo kan ook de servitization-reis beter stapsgewijs gepland worden via een reeks van logische etappes. Te beginnen met een goede voorbereiding en inrichting van het basiskamp. Wanneer uw bedrijf diensten met meer toegevoegde waarde wil leveren aan klanten, zijn de eerste vragen: wat is de markt, wie is die klant, wat doet deze met uw producten en welke klantbehoeften (pains en/of gains) kunnen via uw diensten geadresseerd worden? Door allereerst uw installed base (dat is immers de markt voor diensten) helder in kaart te brengen en die te gaan bewerken, neemt het marktaandeel van bestaande diensten (bijvoorbeeld reparatie en onderhoud) bij bestaande klanten toe. Net als de klanttevredenheid. Zo wordt er tijdens de eerste, korte etappe betrekkelijk risicoloos geld verdiend dat weer als brandstof voor de volgende etappe gebruikt kan worden. Deze stapsgewijze aanpak voorkomt het risico van ‘De Grote Sprong Voorwaarts’ (die Mao in de jaren 50 en 60 tevergeefs poogde te maken door in zijn industrialisatieprogramma complete stappen over te slaan) of de zoveelste pilot die strandt in goede bedoelingen, omdat deze niet aansluit bij de klantvraag of de organisatorische capaciteit. Uw servitization-berg wordt niet lager door langer te wachten met hem te beklimmen. Maak het vertrek makkelijker door de eerste stap klein te houden. Ik wens u een behouden reis!

Wij hebben het FINGERSPITZENGEVOEL Precisie batch na batch Rond, Vierkante, Ovaal, enz Asymmetrisch Sterk, licht & hoge nauwkeurigheid

MICRO DIEPTREKKEN - PRECISIE PRODUCTIE

www.mubion.com

december 2018

29


INNOVATIE

NEDERLANDS FOTONICA-ECOSYSTEEM INVESTEERT, PRODUCEERT EN LOOPT INTERNATIONAAL VOOROP

‘NEDERLAND KAN SILICON VALLEY VAN FOTONICA WORDEN’ Dit jaar heeft het Nederlandse fotonicaecosysteem grote stappen gezet: een Nationale Agenda Fotonica is gelanceerd en een publiek-privaat investeringsplan is goed voor 242 miljoen euro in acht jaar. Op diverse plaatsen wordt gewerkt aan opschaling van de capaciteit voor de productie en packaging van geïntegreerde fotonische chips. Klap op de vuurpijl: Technobis kreeg een grote order voor de levering van zijn fiber-optische sensingsystemen.

DOOR HANS VAN EERDEN

G

eïntegreerde fotonische chips hebben een veel hogere capaciteit en een veel lager energieverbruik (en minder warmteontwikkeling) dan de huidige elektronische chips. Toepassingen liggen in data- en telecommunicatie en in sensing voor sectoren zoals lucht- en ruimtevaart, gezondheidszorg en hightech. Nederland loopt wereldwijd voorop in de ontwikkeling en toepassing van die geïntegreerde fotonica. Nu de technologie op doorbreken staat, is het hoog tijd voor een gezamenlijke agenda. Dit voorjaar lanceerde clusterorganisatie PhotonDelta, brancheorganisatie PhotonicsNL en Dutch Optics Centre (een initiatief van TU Delft en TNO) de Nationale Agenda Fotonica. Doelstelling: ‘De toepassing van fotonicatechnologieën voor het oplossen van maatschappelijke uitdagingen en het creëren van nieuwe bedrijvigheid intensiveren en versnellen’. Naast innovatieprogramma’s bevat de agenda plannen voor internationale branding en is er aandacht voor opleiding. Hartje zomer verzilverde PhotonDelta deze agenda door een publiek-privaat investeringsplan voor 242 miljoen euro in acht jaar te presenteren. Daarmee geeft het Nederlandse fotonica-ecosysteem invulling aan de in het regeerakkoord gemaakte afspraken over investering in technologische en economische ontwikkelingen rond geïntegreerde fotonica.

ASML FINANCIERT OPSCHALING Een broodnodige actie in dit verband is opschaling van de productiecapaciteit voor fotonische chips. In zowel Enschede als Eindhoven zijn daarvoor belangrijke stappen gezet. Deze zomer werd

30

december 2018

Als geïntegreerde fotonica ook in de medische wereld doorbreekt, kan Technobis zomaar ‘in 2025 een omzet van een miljard euro behalen’, denkt Pim Kat. Foto: Sam Rentmeester

bekend dat het Zuid-Koreaanse Magic Micro, producent van elektronische componenten, een meerderheidsbelang heeft genomen in LioniX International. Dit Enschedese bedrijf, voortgekomen uit de Universiteit Twente (UT), heeft zich ontwikkeld tot bouwer van fotonische modules. Dankzij de toegang tot het technologieportfolio van Magic Micro kan LioniX de mogelijkheden voor elektronische integratie en packaging van

‘Hoe meer chips/wafers er geproduceerd worden, hoe sneller het proces stabiel is’

miljoen euro aan nieuw kapitaal op. ‘Daarmee kunnen we zowel de stabiliteit als de robuustheid van onze processen verbeteren en een stevige basis leggen voor de volgende stap naar een volledige productie-fabriek’, verklaarde cfo Robert Feelders. Daarnaast zetten bestaande beleggers in Smart Photonics leningen voor in totaal 4,5 miljoen euro om in aandelen. Onder hen ASML, de Veldhovense bouwer van (elektronische) chipmachines die ook prima geschikt zijn voor fotonische chips. Natuurlijk was Feelders blij met de stap van ASML. ‘Het getuigt van vertrouwen in ons bedrijf en onze nieuwe technologie en verstevigt onze financiële positie. Dit alles geeft ons de ruimte voor verdere groei richting 2020, wanneer we met de massaproductie van fotonische chips willen starten.’

MEGA-ORDER zijn modules verder uitbreiden. Bovendien heeft LioniX nu toegang tot de hoogvolume-productiecapaciteit van Magic Micro op 6- en 8-inch wafers. Voor de packaging en assemblage van fotonische chips en modules zette LioniX in 2017 al dochterbedrijf PhiX op, dat er een lijn voor bouwt in de High Tech Factory op de UT-campus. In Eindhoven heeft Smart Photonics, spin-off van de TU/e, sinds 2015 een pilot-productielijn voor fotonische chips op de High Tech Campus. Voor opschaling haalde het bedrijf dit najaar zes

Op dit moment is Smart Photonics nog bezig de productieprocessen te optimaliseren en valideren. Daarvoor moeten de nodige testproductieruns worden uitgevoerd. PhotonDelta stelt daarvoor geld beschikbaar. Technobis maakt graag van deze testproductiecapaciteit gebruik. Dat heeft alles te maken met de grote order die het Alkmaarse bedrijf onlangs scoorde. Tien jaar werkt pionier Pim Kat met zijn Technobis nu aan de ontwikkeling van geïntegreerde fotonica; in totaal heeft hij al achttien miljoen euro geïnvesteerd. Hij mikt op toepassingen voor sensing – in


medische instrumenten, precisiemachines, grote m bouwwerken zoals bruggen en torenflats, en vliegtuigen en helikopters. Zo onderzocht Technobis met steun van ASML de inzet van geïntegreerde fotonica voor de monitoring van mechanische en thermische vervormingen in lithografiemachines. In die machines kan de kleinste vervorming al invloed hebben op de nauwkeurigheid van het lithografieproces. Tot installatie van Technobis’ systemen in de ASMLmachines leidde dat nog niet. Maar nu heeft Technobis dan toch zijn slag geslagen, dankzij een grote order voor fiber-optische sensingsystemen uit een andere hoek. Die systemen bestaan uit lange glasvezels, voorzien van geïntegreerde sensoren gekoppeld aan fotonische chips van Technobis, voor de verwerking van de lichtsignalen uit die fibers. Zolang de contractuele details nog niet zijn geregeld, kan Kat geen klantnaam en toepassing noemen.

TESTRUNS ‘Nadat we een succesvolle test met een fiber en onze chip had gedaan, vroeg de klant of de chip ook acht fibers met elk wel duizend geïntegreerde sensoren kon uitlezen’, verklaart Kat. ‘Dat is echt op de grens van wat met signaal-multiplexing mogelijk is. Kan niet, dacht ik, maar toen gesuggereerd werd dat onze concurrent het wel kon, ben ik in mijn schuur gaan schetsen en puzzelen. Daarover sprekend met onze researcher zei die dat het mogelijk was. Vervolgens hebben we dat binnen vier weken uitgewerkt en aan de klant laten zien. En toen bleek dat wij de enige waren

Een fiber-optisch sensingsysteem van Technobis. Foto: Technobis

die deze oplossing kan bieden.’ Nu moet Technobis nog dit jaar de eerste ‘echte’ prototypes leveren. Voor de productie brengt de opschaling bij Smart Photonics uitkomst. ‘Met geld van PhotonDelta gaan zij veertig wafers produceren die helemaal vol zitten met onze chips. Bij die testruns heeft het hele ecosysteem baat en als dat toch moet gebeuren, dan maar met onze chips. Samen met designer Bright Photonics hebben we wel twintig designvariabelen voor onze chip op die wafers uitgeprobeerd. Daar komen zeker geschikte chips uit. Dat scheelt ons veel ontwikkeltijd en geld. Momenteel werken er bij ons tien mensen aan en dat kunnen wij niet allemaal zelf voorfinancieren.’ Alleen dit jaar al heeft Technobis één miljoen euro in de ontwikkeling gestoken. ‘Het commit-

ment van het ministerie van Economische Zaken, PhotonDelta en onze partners was heel belangrijk voor het vertrouwen van de klant in onze oplossing. Zo kan Nederland het Silicon Valley van de fotonica worden.’ Zelf levert Technobis daar een stevige bijdrage aan. ‘We zijn een packaging foundry gestart en gaan die ook inzetten voor derden die toepassingen voor telecom, datacom en sensing ontwikkelen. Verder doen we testen, evaluaties en co-design van sensorchips voor niet-concurrerende applicaties. Nu al zijn drie nieuwkomers uit ons land daarop ingehaakt. Alles met het doel om het ecosysteem snel te doen groeien. Hoe meer chips/wafers er geproduceerd moeten worden, hoe sneller het proces stabiel is. En hoe hoger de yield, hoe goedkoper de chips.’

NAAR 1 MILJARD De ‘mega-order’ die Kat heeft binnengehaald, betreft nog relatief kleine aantallen. Maar hij ziet de fantasie van de engineers bij de klant al op hol slaan. ‘Als je er dit mee kunt, dan kan dat ook’, bedenken ze. Zo is er een hele reeks sensorsystemen die door onze oplossing kan worden vervangen.’ Breekt geïntegreerde fotonica vervolgens in de medische wereld door, dan gaat ook Kats verbeelding met hem op de loop. Dan kan Technobis zomaar ‘in 2025 een omzet van een miljard euro behalen.’ www.technobis.com https://photonics.lionix-international.com www.smartphotonics.nl

UNIEKE EIGENSCHAPPEN

5X SNELLER GROTE RADIUS FINISH TO SPEC

Tot 1200 mm breed

Finish slijpen

Slakken verwijderen

Kleine plaatdelen vanaf 15 mm

Ontbramen

Afronden

CONSTANTE KWALITEIT EENVOUDIGE BEDIENING OOK VOOR FINISH SLIJPEN

PLAATBEWERKING VAN 15 T/M 1200 MM BREED Q-Fin Qualit y Finishing | Wilgenakker 8 | 5571 SJ Bergeijk | The Netherlands | t. +31 (0)497 - 5 8 10 18 | info@q-fin.nl | w w w.q-fin.nl

december 2018

31


AUTOMATISERING

GTV AUTOMATISEERT PRODUCTIE MET HULP VAN EPLAN

GEKNIPT VOOR WERK IN DE ELEKTROTECHNIEK GTV levert elektrotechnisch maatwerk dat technisch geschoold personeel vereist, zoals monteurs die schema’s kunnen lezen. Die zijn echter dun gezaaid. GTV heeft daarom sterk geautomatiseerd, met computergestuurde machines en ontwerpsoftware van EPLAN. Zo is bedraden nu een kwestie van de codering van de draad aflezen; er komt geen tekening meer aan te pas. Daardoor kan GTV meer doen met hetzelfde personeel en ook anders geschoolde mensen inschakelen.

John de Gouw (links) en Richard van de Wiel bij de Komax Zetra. ‘Deze knip- en stripmachine kan draad in verschillende kleuren en diameters (op de achtergrond, red.) verwerken zonder omstellen en zo op volgorde draadjes produceren voor een bepaald product. Gebundeld worden ze dan efficiënt aan de betreffende productielijn geleverd.’ Foto: Gerard Verschooten

DOOR HANS VAN EERDEN

TV in Den Bosch is met een breed aanbod – van kabelconfectie en assemblage tot paneelbouw en systeemintegratie – actief voor industrie en bouw. Het bedrijf assembleert bijvoorbeeld prefabs, zoals wandcontactdozen die van een steker (veelal geduid als stekker) zijn voorzien. ‘De Nederlandse markt vraagt om stekerklare installatie’, verklaart medeeigenaar en operationeel directeur John de Gouw. ‘Dat scheelt op de bouwplaats tijd en fouten.’ Voor Signify, voorheen Philips Lighting, kan GTV armaturen ‘omkatten’, klantspecifiek maken. ‘Wij plakken er een nieuwe sticker op, verpakken het weer en sturen het terug of meteen door naar de eindklant.’ Allemaal klantordergestuurd werk, met pieken en dalen, reden voor GTV’s relatief grote flexschil: 45 vaste medewerkers en 45 flex. Al is er dit jaar alleen maar opgeschaald, tekent De Gouw aan.

G

confectie is in principe de basis, meldt De Gouw. ‘Daarna kunnen we de draadjes en kabels gebruiken voor assemblage van halffabrikaten en producten of voor paneelbouw.’ Draad confectioneren is een tijdrovend en sterk repetitief klusje. Voor automatisering heeft GTV, als eerste in de Benelux, dit voorjaar een Komax Zetra knip- en stripmachine geïnstalleerd. Die knipt draad op maat, stript de uiteinden, voorziet ze van een adereindhulsje en print op de draadjes een codering: aansluiting X van onderdeel A moet worden verbonden met aansluiting Y van onderdeel B. De monteur hoeft dus niet meer op de tekening te kijken. De Komax wordt aangestuurd vanuit de ontwerpsoftware: EPLAN Pro Panel vertaalt het ontwerp van het te bedraden product of paneel naar instructies voor de machine. GTV gebruikt die nu alleen voor de eigen productie, maar voor concullega’s kan het ook interessant zijn, vult accountmanager Richard van de Wiel aan.

ONDER DE INDRUK DRAAD OP MAAT Om het werk beter aan te kunnen, heeft GTV ingezet op automatisering. Kabel- en draad-

32

december 2018

Voor de paneelbouw had GTV al eerder de bewerking van de kasten geautomatiseerd, met een cnc-gestuurde machine voor het boren,

frezen en tappen. Die krijgt haar bewerkingsinstructies ook uit Pro Panel. Deze investering was vooral kwaliteitgedreven, zegt De Gouw. ‘Vroeger leidde handmatig boren en tappen tot fouten en de algehele netheid stond ter discussie.’ Natuurlijk helpt die automatisering ook om de productie efficiënt in te richten. ‘Wij werken vooral met high mix, low volume; daarvoor is ‘lean’ misschien een te groot woord, maar we proberen wel de doorlooptijden kort te houden. Daarbij waken we ervoor dat we de flexibiliteit in het proces, onze grote kracht, niet verliezen.’ Niet veel elektrotechnische bedrijven zijn al zover met automatisering, weet Ernest Kappers, productmarketingmanager van EPLAN. ‘De Komax is toch een vrij prijzige machine en staat nog niet bij veel van onze klanten.’ Hij is onder de indruk van de manier waarop GTV productie heeft geautomatiseerd en dat verbindt met een maatschappelijk verantwoord personeelsbeleid. ‘Dit soort automatisering is specifiek geschikt voor de goed geoutilleerde kastenbouwers. GTV maakt er op alle afdelingen gebruik van, ook in de assemblage.’

AMBITIE ‘We moeten slimmer produceren, zodat we met hetzelfde personeel meer producten kunnen verwerken’, verklaart Van de Wiel. ‘Maar onze ambitie is nog verder groeien, onder meer in de energietransitie – gasloos betekent elektrisch – en de hightech industrie rond Eindhoven, als elektrotechnische one-stop shop voor grote oem’ers en hun toeleveranciers. Daarvoor mikt GTV op mensen die wel affiniteit met techniek hebben, maar geen technische opleiding, bijvoorbeeld omdat ze ooit een verkeerde keuze hebben gemaakt. Die mensen wil GTV intern opleiden, waarna ze door de slimme automatisering snel inzetbaar zijn. ‘Het seriematige assemblagewerk hebben we zover opgeknipt in hapklare stukjes dat daarvoor geen technische kennis is vereist.’ In de ontwerpfase maakt EPLAN Pro Panel dit mogelijk. Een volgende stap wil GTV nu zetten met EPLAN Cogineer, voor modulair – en dus sneller en efficiënter – ontwerpen. Bijvoorbeeld voor de prefabs, een eenvoudig product met wel heel veel varianten. De Gouw: ‘We willen uiteindelijk dat de klant opgeeft welke prefab hij precies wil en Cogineer dan automatisch de tekening genereert.’ www.gtv.nl www.eplan.nl


Wij zijn

2 Link 0 jaar Mag azin e

Alle med gefe ewerk licit e eerd rs !

Nidec Sliedrecht

Uw partner in aandrijven en

besturen

Nidec is wereldleider in de productie van elektromotoren, generatoren en regelaars. Meer dan 6 miljard elektromotoren in de vermogensrange van 3 Watt tot en met 75 Megawatt worden jaarlijks ingezet in tal van toepassingen. Van disc drives, autospiegels, wasmachines tot aan Megawatt motoren in ondermeer de staalindustrie, oil & gas en hybride voortstuwing op schepen. Met meer dan 110.000 medewerkers binnen 300 bedrijven verdeeld over 40 landen biedt Nidec innovatieve en vooruitstrevende producten, diensten en oplossingen. Wij van Nidec Sliedrecht, met een trots team van 60 medewerkers, zijn dagelijks bezig met industriĂŤle toepassingen om samen met de klant zijn droom om te zetten in resultaat. Meer informatie over onze aandrijfoplossingen? Bezoek dan www.nidecnetherlands.nl of neem contact met ons op.

Nidec Netherlands B.V. I Kubus 155 | 3364 DG | Sliedrecht | Tel: 0184-420555 | E-mail: info.nl@mail.nidec.com


STRATEGIE

ALSI ZIET NA OVERNAME DOOR ASM PT OMZET SNEL STIJGEN

VEEL MEER SYSTEMEN, ZELFDE SUPPLY BASE Hoe baanbrekend een innovatie ook is, ze wordt pas een succes als de klant erin gelooft. Sinds ALSI in Beuningen bij Nijmegen onderdeel is van de Aziatische multinational ASM PT, heeft het dat vertrouwen snel gewonnen. Inmiddels ontwikkelt, test en verscheept het tientallen laser dicing-machines per jaar. Veel hogere aantallen dan voorheen, die nog steeds door goeddeels dezelfde, build-to-spec supply base worden geëngineerd en

• Sinds de overname is er veel veranderd, en toch ook weer niet. • Voordien werd in zee gaan met een zo kleine speler veelal te riskant gevonden. • ‘Dit jaar zetten we enige tientallen systemen af.’ • ‘Er zijn nog volop groeimogelijkheden in een markt met een potentie van honderden systemen.’

gebouwd. Ook nu is Cortexon een van de belangrijkste toeleveranciers.

ductors in Nijmegen was zelfstandig de wereldmarkt opgegaan met de binnen het concern ontwikkelde technologie om met laser heel nauwkeurig en snel de chips uit een wafer te snijden. En die markt reageerde wel geïnteresseerd, maar potentiële klanten vonden het veelal toch te riskant om in zee te gaan met een zo kleine speler. ‘Ze vroegen zich af of wij de service en uptime konden garanderen die zij nodig hadden. En het was ook een nogal forse rentabiliteitsverhoging die wij de markt op brachten. Too good to be true, zo werd geredeneerd. Daar kwam bij dat wij nog ontwikkelden aan de eerste releases en er best nog wel wat bugs in zaten.’ ‘Wij hebben een proces ontwikkeld waarin we in Veghel de behuizing compleet opbouwen en met zestien bouten vastzetten op een dummyframe. De systeembouwer laat de behuizing in haar geheel over de machine zakken. De kans op beschadiging is dan veruit het kleinst’, zegt businessunitmanager Marcel van de Sande van Cortexon (rechts), met Wiel Smits van ALSI naast de nieuwste laser dicing-machine. Foto’s: Gerard Verschooten

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

‘O

ns eerste businessmodel, in 2001, was gebouwd op de hoge rentabiliteit van ons systeem. Kon het mechanisch zagen op dat moment wel acht uur per wafer vergen, onze laser deed dat in een paar minuten’, vertelt engineering manager Wiel Smits. ‘Maar wij kwamen een beetje in de situatie zoals in die cartoon waarin een man een ridder met een zwaard een machinegeweer probeert te verkopen. Waarop die ridder zegt: “Ik heb geen tijd, ik ben

34

december 2018

druk met een veldslag.” Wij kregen pas in tweede instantie door dat in de semicon al het geld gaat zitten in het ontwikkelen en produceren van nieuwe chips. Voor bestaande lijnen voor bestaande producten verbeteren werd geen geld vrijgemaakt.’

TOO GOOD TO BE TRUE? Met ‘wij’ doelt Wiel Smits op zichzelf, Henk van der Heide (de vroegere cfo) en Peter Chall (de voormalige ceo) die hun krachten hadden verenigd in ALSI. De spin-off van Philips Semicon-

MULTI BEAM

Dat die klanten er desalniettemin kwamen, zegt veel over de grote sprong die met de Nijmeegs-Beuningse innovatie gemaakt kon en kan worden. De snede die de laser maakt, is veel smaller dan die van de mechanische diamantzaag. En dat weegt zwaar als uit een kostbare wafer zo veel mogelijk chips van een steeds kleiner formaat – tot slechts 300 bij 300 micrometer – gesneden moeten worden. Ook is de ALSI-technologie veel sneller, met dank aan het multi beam-principe. ‘Met een laser kun je een wafer niet in één keer doorsnijden. De hoeveelheid vermogen die je daarvoor nodig hebt, zou het materiaal alleen maar verbranden. Dus


moet je er meerdere keren overheen. Daarvoor hebben we een optisch component ontwikkeld dat die laserstraal opdeelt in kleinere bundels, die allemaal achter elkaar over hetzelfde spoor gaan.’ Met de eerste, nog door Philips ontwikkelde multi beam-technologie konden drie bundels gemaakt worden. De laser dicing-oplossingen die het bedrijf tegenwoordig op de markt brengt, bevatten optica waarmee tot wel honderd laserbundels snel achter elkaar over hetzelfde spoor gestuurd kunnen worden. ‘Maar dat kunnen er ook tien zijn, of 83, helemaal afhankelijk van het materiaal van de wafer in kwestie.’

OVERNAME De huidige machines worden niet meer door een zelfstandig ALSI op de markt gebracht. Na jaren waarin er twee, drie tot maximaal tien systemen per jaar verkocht werden (terwijl er dankzij diverse overheidssubsidies doorontwikkeld kon worden), raakte in 2014 het geld op. Dus ging het ALSI-management op zoek naar een partij die het bedrijf wilde overnemen. Die werd uiteindelijk gevonden in ASM Pacific Technology (ASM PT). Om misverstanden te voorkomen: dit bedrijf opereert volkomen los van ASMI. Het enige verband is dat de ASM International NV group, waartoe ASMI behoort, een minderheidsaandeel heeft in ASM PT. De Singaporese onderneming wordt dan ook door een eigen managementboard aangestuurd. ‘Die kende ons helemaal

Voorbeelden van het materiaal dat met de apparatuur van ALSI gesneden kan worden.

over lasersnijders. Maar wij hebben wel een technologische voorsprong. En dat in een markt waarin de wafers steeds dunner worden, bij uitstek geschikt om met lasers te snijden.’

SNIJRECEPTEN Niet veranderd is de wijze waarop ALSI (dat tegenwoordig staat voor ASM Laser Separation International) zijn apparatuur ontwikkelt en produceert. In Beuningen ligt het accent helemaal op het functionele ontwerp van de complete machine. Belangrijk onderdeel van dat proces is het ontwikkelen van ‘snijrecepten’, legt Wiel Smits

‘Toen we hun engineers eenmaal over de vloer hadden, waren ze buitengewoon onder de indruk van onze technologie’

niet. Maar toen we hun engineers hier eenmaal over de vloer hadden, waren ze buitengewoon onder de indruk van onze technologie. Technologie die ook perfect in hun backend-portfolio paste: ze beschikten al over onder meer wire bonding-apparatuur en vision-productiesystemen, maar over dicing-machines juist nog niet.’ Kort nadat ALSI zijn faillissement had afgekondigd, nam ASM PT in februari 2014 het bedrijf over.

VEEL MARKTPOTENTIE Sindsdien is er veel veranderd, en toch ook weer niet. Veranderd is de omzet. Nu het onderdeel is van een wereldwijd opererend concern met een goede naam in de halfgeleidersector, omarmen veel semiconbedrijven de lasersnijtechnologie ineens wél. ‘Dit jaar zetten we enige tientallen systemen af. En er zijn nog volop groeimogelijkheden in een markt met een potentie van honderden systemen, ook voor de productie van leds.’ Natuurlijk is er concurrentie, met name van het Japanse Disco, leverancier van onder meer de mechanische snijmachines. ‘Die hebben natuurlijk niet stil gezeten en beschikken inmiddels ook

uit. ‘In een recept is voor een bepaald type wafer in detail vastgelegd met hoeveel vermogen, met welke focusdiepte en met hoeveel bundels die gesneden moet worden. Dat vergt heel veel expertise. Snijresultaten terugvertalen naar aanpassingen in de exacte mechanische en elektronische instellingen van de machine vraagt heel veel apparatuurkennis. Er zijn zo veel fysische processen van invloed, dat je ons werk kunt vergelijken met het exacte recept herleiden uit erwtensoep.’ Behoudens dat complexe ontwikkelwerk besteedt ALSI alles uit, goeddeels aan nog steeds dezelfde trouwe leveranciers als voorheen, partijen uit Duitsland, Groot-Brittannië en vooral Nederland.

BEHUIZING Een van de belangrijkste toeleveranciers, in die rol al actief sinds de aftrap in 2001, is Cortexon, specialist in het ontwikkelen en produceren van klantspecifieke behuizingen. Het bedrijf uit Veghel, tegenwoordig onderdeel van het Franse Legrand, verzorgt niet alleen de omkasting, maar ook de besturingselektronica en de koeling, ver-

telt businessunit manager Marcel van de Sande. ‘Zeker voor de Aziatische klant is het heel belangrijk dat de machine compleet gaaf, zonder enig krasje, wordt afgeleverd. Wat dat betreft zijn de eisen niet anders dan die van de koper van een nieuwe auto. Dus hebben wij een proces ontwikkeld waarin we in Veghel de behuizing compleet opbouwen en met zestien bouten vastzetten op een dummyframe. Aangekomen bij de systeembouwer worden die bouten losgemaakt en laten ze de behuizing in haar geheel over de machine zakken. De kans op beschadiging is dan veruit het kleinst.’ Voorts levert Cortexon de besturings-module die een toegankelijke plek krijgt in de machine. Ook zorgt Cortexon er mede voor dat overal in het apparaat te allen tijde exact de juiste bedrijfstemperatuur heerst. ‘Dat doen we in nauwe samenwerking met de engineers van ALSI. Om te bepalen hoe de machine moet worden ingericht, zodat de koellucht van de ventilatoren overal goed terechtkomt. In dat proces leveren wij bijvoorbeeld plaatwerk met perforatie aan. In een proefopstelling testen we dan samen met de ALSI-mensen hoe de temperatuur zich ontwikkelt en of er meer of minder perforatie nodig is’, schetst Van de Sande de samenwerking.

NIEUWE MACHINE Een samenwerking die twee jaar geleden bijzonder intensief was, omdat de laser dicing-apparatuur compliant moest worden gemaakt met de nieuwe Amerikaanse NFPA- en SEMI-normen. ‘Die stellen hogere eisen aan alle sterkstroomcomponenten, wat allerlei aanpassingen in de besturingskast met zich meebracht. Ook moest de noodstopknop iets hoger, waardoor de maten van de panelen wijzigden.’ Momenteel ligt bij ALSI de focus op de seriematige productie en op het – samen met de belangrijkste toeleveranciers, waaronder ook Cortexon – ontwikkelen van een compleet nieuwe machine. Dat apparaat moet in de productielijn bij de semiconklant een plek krijgen achter de laser dicing-machine, om de kwaliteit van het snijwerk – in casu van de uitgesneden chipjes – nog verder te verhogen.

www.alsi.asmpt.com www.cortexon.com

december 2018

35



MENS EN ORGANISATIE

OEM’ERS ASML EN VANDERLANDE GROEIEN HARD, FIRST TIER NTS-GROUP OOK

‘ER ZIT EEN LIMIET AAN DE INSTROOM DIE WE KUNNEN ABSORBEREN’ Op de personeelsgroei van ASML staat geen maat. Elke maand stromen daar tussen 200 en 250 nieuwe mensen in. Topmaand was september, met 341 (!) nieuwe medewerkers. Van de rond de 22.500 medewerkers werken er bijna 12.000 in Veldhoven. En ASML heeft er alle belang bij dat de toeleverketen sterk blijft. DOOR PIM CAMPMAN

A

ldus Mark van Spall, senior director strategic sourcing & dealmaking bij ASML, op het event ‘Fit to Grow’, dat onlangs plaatsvond in een voormalig Philipsgebouw in Eindhoven. Het door ABN AMRO en PwC georganiseerde event trok zeventig managers in de hightech sector. Marc Hendrikse, ceo van NTS-Group, Mark van Spall en Rob Tabor (director procurement) van ASML, en Herman Molenaar, cfo/managing director van Vanderlande, gaven een inkijkje in hun bedrijven – in de ontwikkeling en groei ervan, in de keuzes die ze daarbij maakten en de uitdagingen die ze tackelden. En ook de uitdagingen waarvoor ze nu staan, kwamen aan bod. In een oververhitte arbeidsmarkt voldoende goedgekwalificeerd personeel vinden, is er daar één van. Marc Hendrikse: ‘Wij lopen er overal – niet alleen in Nederland, maar ook in Tsjechië, Singapore en China – tegenaan dat het moeilijk is om vakmensen te vinden. Op elk niveau: mbo, hbo en wo. De uitstroom van vakmensen die met pensioen gaan, is de komende jaren groter dan de instroom uit het onderwijs. Dat tekort is er nu al. Op wo- en deels ook op hbo-niveau zie je het aantal jongeren dat kiest voor techniek gelukkig stijgen. Maar op mbo-niveau niet. Dat is echt een probleem.’

TRUST-BASED ASML en Vanderlande zien dat ook, maar last hebben ze daar (nog) niet van: die brands zijn zo sterk dat ze volop talent aanzuigen. Herman Molenaar: ‘Afgelopen jaar hebben we duizend nieuwe mensen aangenomen en is onze populatie 23 procent gegroeid. En dit jaar weer. Zo’n 45 procent van onze mensen is korter dan drie jaar bij ons. Ik zeg wel eens: we zijn geen bedrijf meer, maar een school. Ons softwarehuis in Pune, India, neemt ieder kwartaal 25 mensen aan, en dat zouden er met gemak veel meer kunnen zijn. Op elke vacature solliciteren duizend mensen, eigenlijk allemaal geschikt. Hoe dat komt? Ook in India staan we bekend als een bedrijf dat mensen mooi werk, veel vertrouwen en vrijheid, en carrièrekansen geeft. Bij dat trust-based Vanderlande willen ze horen.’

SNEL ERVAREN ASML vergaat het net zo, in Veldhoven en ook in de vestigingen in Azië en de Verenigde Staten. Bij de chipmachinefabrikant is 40 procent van de wereldwijde populatie korter dan twee jaar in dienst. Mark van Spall: ‘Vijf jaar geleden hadden we wereldwijd iets meer dan Van links naar rechts Herman Molenaar van Vanderlande, Marc Hendrikse van NTS-Group en 13.000 medeMark van Spall en Rob Tabor van ASML. Foto: ABN AMRO werkers, nu bijna 23.000 – onder den 85 procent van onze cost of goods uit, werken wie 8.000 r&d-mensen, 5.000 in customer supsamen met 600 bedrijven. Al die innovaties in port; allemaal ingenieurs: 33 procent bachelor of onze complexe machines zelf ontwikkelen is science, 49 procent master of science, 800 PhD’s. godsonmogelijk. Aan samenwerking, focus op Het tempo waarin wij groeien, is bizar eigenlijk.’ onze productportfolio en snel innoveren ontHij verheelt niet dat dat soms best schuurt. ‘Een lenen we ons bestaansrecht.’ De complexiteit dame in een technologieclub zei eens tegen mij: van de klussen die de chipmachinefabrikant bij “Niemand weet hier meer wat hij of zij moet eerstelijns-toeleveranciers neerlegt, wordt steeds doen”. Als je twee jaar ervaring hebt, ben je een groter – steeds vaker met ook een component ervaren kracht. Al die nieuwe mensen moeten (product)ontwikkeling erin. Dus is het ook voor opgeleid, gecoacht en gementord worden; dat doen we ook, zeer intensief. Maar die senior ASML zaak dat die bedrijven ook straks nog architect die een aantal mensen coacht, moet wel goede mensen aan zich weten te binden. Rob gewoon zijn werk nog doen. Dus ja, er zit een Tabor: ‘Daar ligt in het hele ecosysteem een uitlimiet aan hoeveel nieuwe mensen we kunnen daging. Soms zie ik mensen van wie ik denk: kies absorberen. Door meer werk neer te leggen in nou niet te snel voor ASML; doe eerst eens een onze bedrijven in Azië en de Verenigde Staten, paar jaar brede kennis en ervaring op bij een van en daar meer suppliers te sourcen, spreiden we die andere mooie bedrijven hier en kom pas bij dat probleem.’ ons als je je wilt specialiseren.’

GODSONMOGELIJK De aantrekkingskracht van ASML heeft nog een andere consequentie, stipt Rob Tabor aan: ‘Nieuwe mensen komen niet zelden van hightech maakbedrijven om ons heen.’ En van die toeleveranciers moet ASML – systeemarchitect en integrator – het hebben, steeds meer. ‘We beste-

www.asml.com www.vanderlande.com www.nts-group.nl www.abnamro.nl www.pwc.nl

december 2018

37


DIGITALISERING

INDUSTRIETOP VAN ING OVER SMART WORKING, SMART FUTURE

‘TRIGGER MENSEN OM SAMEN TE WERKEN MET EEN COBOT’ Hoe wordt de werkvloer future proof nu alles in rap tempo verandert? Oude manieren van managen werken niet altijd meer, personeel vinden en binden wordt lastiger, arbeidsovereenkomsten veranderen. En hoe zorg je dat mensen wennen aan cobots als ‘collega’? ING, FME, VNO-NCW en Koninklijke Metaalunie hielden recent een aantal IndustrieTOPs in het land. Ceo’s en andere managers uit de industrie praatten met elkaar over wat ze op zich af zien komen. De IndustrieTOP Zuid-Nederland was bij Spierings

erbij betrekken. Vertel wat je wilt en aan het doen bent. Onze mensen zien dat er geen werk weggaat: we halen juist werk hier terug. Sommige producten die we tot voor kort inkochten, maken we nu weer zelf. Dat is positief, het maakt de organisatie minder afhankelijk van toeleveranciers die op dit moment overvol zitten. De inzet van nog meer robots kan hard gaan, zeker nu het enthousiasme groot is.’

Mobile Cranes in Oss. WERKVLOER IN THE LEAD

Spierings Mobile Cranes was gastheer voor de IndustrieTOP in Oss.

DOOR LUCY HOLL

S

pierings (170 medewerkers) is die dag niet moeilijk te vinden. Op het parkeerterrein staat een enorme mobiele torenkraan te pronken, klaar om naar een klant te gaan. Sinds 1987 vonden 800 van die kranen hun weg in Europa, Azië en Afrika. De Spieringskraan is wereldwijd een begrip; dat wordt tijdens een rondleiding voorafgaand aan de IndustrieTOP wel duidelijk. Manager operations Gijs Delissen van Spierings

schuift aan bij de thematafel ‘Samenwerken met robots & cobots’. Hij: ‘Bij Spierings staat robotisering in de kinderschoenen. Het is toch een flinke stap. Het vraagt investeringen. Medewerkers moeten eraan wennen. Bovendien willen wij dat onze vakmensen zelf de robots programmeren. Op een vacature voor lasrobotprogrammeur reageerden uiteindelijk twee jongere medewerkers.’ Ze vonden het behoorlijk spannend. Maar inmiddels beginnen ook andere lassers die robotisering interessant te vinden. Delissen: ‘Het is simpelweg een kwestie van beginnen en mensen

Peter Huijgens, operations director bij de BOZ Group uit Bergen op Zoom, leverancier van hoogwaardige plaatwerkproducten, leidt de thematafel en herkent veel in het verhaal van Gijs Delissen. BOZ Group kenmerkt zich door een hoge mate van automatisering, heeft steeds meer weg van een smart factory. Met al diverse robots die zetten en kanten, of lassen. ‘We stuitten toen we begonnen meteen op een groot leerpunt: we lieten het programmeren in het begin door onze werkvoorbereiders doen, maar die hebben toch maar een beperkte kennis van productietechnieken. Dus nu zijn de mensen op de werkvloer zelf in de lead, ze hebben een cursus programmeren gevolgd. Zonder mensen die zelf kunnen lassen, komt er geen fatsoenlijk product uit zo’n robot.’ Huijgens noemt robotisering interessant voor zwaar, repeterend werk. Lasrobots zijn bedoeld voor complexe producten. ‘Onze output is flink gestegen. Maar weet wat je doet. Je kunt nog zo’n fancy robot op de werkvloer neerzetten: denk heel goed na wat je ermee wilt en hoe je de mensen erbij betrekt.’ Hij ziet een belangrijke hindernis: er zijn voldoende lasopleidingen, maar mensen die lasvakmanschap combineren met programmeerkennis zijn lastig te vinden. ‘Dat moet een vloeiender geheel worden. Daarom starten we in West-Brabant zelf een opleiding samen met het onderwijs en het bedrijfsleven.’

‘NEDERLAND IS KAMPIOEN GELIJKE MONNIKEN, GELIJKE KAPPEN. HELEMAAL FOUT!’ Bij een Smart Future hoort Smart Working. Mathieu Weggeman, hoogleraar organisatiekunde aan de Technische Universiteit Eindhoven, drukte de deelnemers in Oss op het hart de professionals in hun bedrijven vooral ruimte te geven. Het merendeel van de medewerkers komt echt niet naar het werk om de boel eens lekker te koeioneren. ‘Mensen die iets goed kunnen, doen dat ook graag. Dus geef ze vrijheid en vertrouwen. Natuurlijk snappen ze dat het om de hogere doelen van de organisatie gaat en niet alleen om die van zichzelf. Laat ze zelf doelen bepalen, dan hoor je als leidinggevende dingen waar je alleen maar van durft te dromen.’ Check samen

38

december 2018

of de doelen haalbaar en uitdagend genoeg zijn en hup, aan het werk. Stuur op output. Smart workers zien technologieveranderingen als boeiend. ‘Informeer ze, betrek ze, geef ruimte om te experimenteren binnen het budget en de specificaties.’ Dan hebben we het over 80 procent van de medewerkers. Zo’n 15 procent wil wel, maar kan niet goed meekomen: die hebben coaching en opleiding nodig. Laat ze vooral – een beperkter aantal – taken uitvoeren die ze wel kunnen. Blijft over 5 procent: de mensen die niet meer willen, maar voor het geld toch komen. Die moeten met veel planning en control kort gehouden worden.

Als Weggeman één cruciale succesfactor moet noemen, is dat niet de bedrijfscultuur of de strategie, maar juist dat vakmanschap op de werkvloer. ‘Dus durf te differentiëren. Nederland is kampioen gelijke monniken, gelijke kappen. Doe dat niet, je wilt geen gelijke behandeling van ongelijke medewerkers. Er is geen beste managementstijl, omdat de competenties en motivatie van mensen verschillen: de een heeft autoritair leiderschap nodig, de ander faciliterend.’

www.tue.nl


VIER KEER EEN INDUSTRIETOP De IndustrieTOP startte in 2015 in Midden-Nederland. Dit jaar zijn er voor het eerst vier, verdeeld over het land. Partners ING, FME en VNO-NCW (en in MiddenNederland ook Koninklijke Metaalunie) mikken op ceo’s, dga’s, directie- en managementteamleden van industriële ondernemingen. Adviseurs en consultants zijn er niet bij. De ondernemers praten aan thematafels over bijvoorbeeld Employer Branding, Samenwerken met robots & cobots, Smart Sharing, Leiderschap van de toekomst en Smart Working. www.ing.nl/industry www.fme.nl www.vno-ncw.nl www.metaalunie.nl

COBOT ALS UITZENDKRACHT De andere deelnemers aan tafel luisteren aandachtig, want ze hebben nog geen robots op de werkvloer, laat staan cobots. Wat is precies het verschil? Om een robot staat meestal een hek, een cobot werkt echt naast de mens. Hij observeert en wordt al doende steeds slimmer. ‘Die cobot is in te huren als uitzendkracht’, klink het. Leon Heemskerk, statutair directeur van Askové uit Veghel, ontwerper en bouwer van kunststof apparaten en turn-key procesinstallaties: ‘Ik ben nieuwsgierig naar de toepassingen. Bij ons is alles toch maatwerk, weinig klein repeterend werk.

Wat voor soort werk is uitgesproken robotwerk? En hoe leg ik het uit aan mijn mensen? Doen de robots en cobots het wel net zo goed als zij? Zijn die wel te vertrouwen, vragen zij zich af.’ Het is niet het één of het ander. Mens en robot trekken samen op. We zijn helemaal niet bezig met de vraag of het helemaal zonder personeel kan, benadrukken Delissen en Huijgens. De mens blijft leidend in hun ogen. Robots pakken het repeterende werk. Mensen worden juist slimmer door robots, want ze kunnen zelf andere, minder saaie dingen gaan doen. Huijgens: ‘Hun wereld verbreedt, het stimuleert de creativiteit: medewerkers worden gedwongen om anders te denken.’

TOVERWOORD STANDAARDISATIE Colasit Holland plastic constructions in Den Bosch heeft ook nog geen robots, maar het zit eraan te komen, zegt managing director Martin Couvée. ‘Eerst kunststoflassen onder de knie krijgen, maar dat komt goed. Vervolgens is het toverwoord standaardisatie. Bij het productontwerpen moeten we al rekening houden met de inzet van robots in de productie. Een ontwerp moet zo optimaal mogelijk geproduceerd kunnen worden.’ Het is nu in ieder geval wel dé tijd om over robotisering na te denken, vindt Eric van Schagen, ceo van ict-dienstverlener Simac in Veldhoven. ‘Nu verdienen we aardig en komen we mensen tekort, dus nu moeten bedrijven investeren.’ Wat hij ermee wil in zijn eigen bedrijf? ‘De it moet eerst zichzelf verder automatiseren’, lacht hij.

De IndustrieTOP gaf ceo's en andere managers de kans om te discussiëren over wat ze op zich af zien komen. Foto’s: ING

EARLY ADOPTERS De conclusie aan tafel: zoek early adopters op de werkvloer, trigger die om met robots en cobots te werken en maak ze zelf verantwoordelijk voor de toepassingen. Laat mensen de voordelen ervaren, stimuleer de inventiviteit. Op een dag nemen die vooroplopers vanzelf hun collega’s mee in hun enthousiasme. www.spieringscranes.com www.bozgroup.nl www.askove.com www.colasit.nl www.simac.com

Developing and manufacturing tomorrow’s products. AME ontwikkelt en produceert hightech elektronische systemen. AME’s integrale benadering combineert kennis van elektronische systemen, mechatronische systemen en software-ontwikkeling tot hoogwaardige en kostenefficiënte oplossingen. Ons gedreven team van technologische professionals geeft richting aan de kwaliteit van vandaag en de mogelijkheden van morgen. Ons denk- en werkniveau, initiatief, creatieve vermogen en innovatiekracht zorgt voor unieke producten met korte time-to-market. Voor uw lopende producten is AME de ideale EMS+ partner om de productie inclusief het product data management te verzorgen tegen de beste condities.

Power Conversion | Internet of Things | Sensing

www.ame.nu

december 2018

39


PROCESVERBETERING

ECOSTRUXURE BEWAAKT WERKING VAN NIEUWE RIOOLWATERZUIVERING IN UTRECHT

IIOT-OPLOSSING MAAKT PRESTATIES VAN ZUIVERINGSINSTALLATIE INZICHTELIJK Het afvalwater van Utrechters wordt in opdracht van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden vanaf medio 2019 gezuiverd in een nieuwe rioolwaterzuiveringsinstallatie. EcoStruxure van Schneider Electric helpt de werking van de zuivering te waarborgen en inzicht te verkrijgen in de prestaties van de faciliteit. Met behulp van de oplossingen worden meetwaarden geanalyseerd en wordt in kaart gebracht of de beoogde resultaten daadwerkelijk worden behaald. DOOR WOUTER HOEFFNAGEL

R

WZI Utrecht, de zuivering in Utrecht, stamt uit de jaren vijftig van de vorige eeuw en is begin jaren negentig voor het laatst gerenoveerd. De oude installatie is aan vervanging toe: onderdelen zijn versleten en het effluent – gezuiverd afvalwater dat de rioolwaterzuiveringsinstallatie verlaat – voldoet in de toekomst niet meer aan de normen. Gezuiverd afvalwater wordt geloosd op de Vecht. Om het milieu te beschermen, gelden hiervoor strenge eisen die door de jaren heen steeds verder zijn aangescherpt. Waar afvalwater in de jaren negentig nog 10 mg stikstof per liter mocht bevatten, is dit vandaag de dag gehalveerd tot 5 mg per liter.

300 MILJOEN LITER Het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) heeft de opdracht voor de realisatie van een nieuwe installatie gegund aan het consortium Heijmans en GMB. Binnen het project is een groot aantal partijen actief. Vanuit HDSR is ingenieursbureau Arcadis betrokken. Ingenieursbureau Witteveen+Bos neemt het ontwerp van de zuivering voor zijn rekening, terwijl Royal HaskoningDHV de Nereda-technologie levert. Het consortium selecteerde Huisman Etec en Beenen voor de elektrotechnische installaties. ICT Group heeft de procesautomatisering op zich genomen. ICT Group maakt hierbij gebruik van de EcoStruxure-oplossing van Schneider Electric. Dick Clement, vice-president key segments bij Schneider Electric: ‘We zijn al lange tijd met de consortiumpartijen in gesprek over dit project. Zo hadden we in 2012 al contact over de nieuwe rioolwaterzuiveringsinstallatie met HDSR, dat langer ervaring heeft met onze producten. Daarnaast hebben we in de aanloop naar de aanbesteding voor het project samengewerkt met ICT Group om een technisch ontwerp voor de zuivering te realiseren. Op basis hiervan is ICT Group door het consortium ingeschakeld voor de procesautomatisering.’

40

december 2018

FUNCTIONELE SPECIFICATIES Gekozen is voor een DBM-contract (DBM staat voor design, build & maintain), waarbij het consortium tien jaar verantwoordelijk is voor het resultaat van de zuivering. De opdracht is functioneel gespecificeerd: dat geeft het consortium in belangrijke mate de vrijheid om het project naar eigen inzichten te realiseren. De nieuwe waterzuiveringsinstallatie is ontworpen om het afvalwater van 430.000 inwonerequivalenten (ie) te verwerken. De installatie reinigt tussen de 50 en 300 miljoen liter rioolwater per dag. De nieuwe installatie wordt gebouwd naast de huidige, zodat die oude installatie tijdens de nieuwbouw kan blijven Dick Clement, vice-president key segments: ‘De operators kunnen functioneren. Uitbreiding van de oude zien of de individuele werktuigen binnen veilige marges werken.’ installatie was niet mogelijk. Waar de Foto: Diederik van der Laan zuiveringsinstallatie bij de bouw in de jaren vijftig nog aan de rand van Utrecht lag, ligt ze er door de groei van de stad tectuur (IIoT) maakt het mogelijk processen te inmiddels middenin. Er is nu een robuuste monitoren door allerlei meetwaarden in kaart te nieuwe installatie gebouwd die minder ruimte in brengen. Op basis van die meetwaarden sturen beslag neemt en betere prestaties levert waardoor we de processen automatisch bij. En als het autoextra ruimte niet nodig was. matisch bijsturen niet meer lukt of als er een onoplosbaar probleem optreedt, waarschuwt het systeem een operator.’ COMPACTE WATERZUIVERINGSTECHNOLOGIE Onder meer met het oog op deze uitdagingen koos het consortium voor de al genoemde comDRIE LAGEN pacte waterzuiveringstechnologie Nereda van De EcoStruxure-architectuur heeft drie lagen. Royal HaskoningDHV. Nereda gebruikt bacteriën ‘De onderste laag bestaat uit producten zoals die snel bezinkbaar korrelslib vormen om afvalAltivar-frequentieregelaars en Tesys U-motorwater te zuiveren. Deze bacteriën gedijen alleen starters, die het onder andere mogelijk maken onder specifieke omstandigheden. Het gehele kleppen en motoren aan te sturen door Modicon proces moet hierdoor nauwkeurig worden aanM580 Programmable Automation Controllers gestuurd, waarbij continu een balans moet (ePAC’s) die zich in de tweede laag van de worden gevonden tussen onder meer de juiste architectuur – de ‘edge control’ – bevinden. Het zuurstofinbreng en de gemeten ammonium- en SCADA-systeem van Wonderware – bovenaan in nitraatwaarden. deze tweede laag en ook een product van SchneiDick Clement: ‘Om dit proces te bewaken wordt der Electric – verzorgt de visualisatie: zo kunnen de oplossing EcoStruxure van Schneider Electric de operators bijvoorbeeld zien of de processen ingezet. Deze Industrial Internet of Things-archinaar behoren lopen en of de individuele werktui-


gen binnen veilige marges werken’, aldus Clement. De derde laag – apps & analytics – helpt de operators met behulp van dashboards om de verzamelde data te analyseren en te interpreteren. Zo is het hier onder meer mogelijk historische gegevens te verzamelen om trends inzichtelijk te maken of het energieverbruik van de zuivering in kaart te brengen. Ook maakt deze laag voorspelbaar onderhoud mogelijk, bijvoorbeeld door bij te houden hoe vaak een bepaalde klep open en dicht is gegaan. Dankzij deze informatie kan veel nauwkeuriger worden bepaald wanneer het einde van de levensduur is bereikt. HDSR, de eigenaar en beheerder van in totaal zeventien waterzuiveringsinstallaties, zet hiervoor een ander onderhouds- en beheersysteem in.

HOTSTANDBY ePAC’s spelen een cruciale rol in EcoStruxure. Met het oog op de beschikbaarheid zijn de ePAC’s van de waterlijn redundant uitgevoerd. ‘Dit noemen we ook wel HotStandby. Indien een ePAC uitvalt, neemt een andere ePAC de werking direct over. Deze redundantie maakt het mogelijk een zeer hoge beschikbaarheid te realiseren, iets wat voor het consortium gezien het DBMcontract van groot belang is.’ Opdrachtgever HDSR had door de contractvorm niet in de hand voor welk automatiseringssysteem het consortium zou kiezen. ‘We zijn erg tevreden dat de keuze is gevallen op de systemen van Schneider Electric, waarmee onze medewer-

kers ook op andere zuiveringen werken. Aangezien onze individuele operators vaak meerdere zuiveringen tegelijk beheren en er ’s nachts en in het weekend slechts één operator de wachtdienst waarneemt over zeventien rwzi’s, is het prettig dat ook de interface van de nieuwe rioolwaterzuiveringsinstallatie in lijn ligt met de rest’, aldus John Brassé, verantwoordelijk voor procesautomatisering en elektrotechniek binnen de zuiveringstak van het waterschap. ‘Gegevens uit alle zuiveringen worden verzameld in een centrale database. Doordat bij RWZI Utrecht De EcoStruxure-architectuur van Schneider Electric heeft drie lagen. opnieuw voor Schneider Illustratie: Schneider Electric Electric is gekozen, sluit het o nieuwe systeem naadloos aan op deze reeds bestaande database, de Historian van Schneider Electric.’ aldus Clement. Naar verwachting verbruikt de faciliteit 30 procent minder energie dan voorheen, terwijl twee keer zoveel stikstof uit het 30 PROCENT MINDER ENERGIE afvalwater wordt verwijderd. EcoStruxure stelt De nieuwe rioolwaterzuiveringsinstallatie wordt het consortium in staat te analyseren of deze naar verwachting medio 2019 in gebruik genoresultaten ook daadwerkelijk worden behaald. men. Onlangs is de procesautomatisering getest. ‘Op dit moment wordt de ingebruikname van de faciliteit voorbereid en wordt onder andere het www.schneider-electric.nl korrelslib voor de Nereda-technologie gekweekt’, www.hdsr.nl

december 2018

41


PRODUCTIESTRATEGIE

MET NIEUWE TECHNOLOGIE B&R KAN MACHINEBOUWER MEER OP SERVICE INZETTEN

PRODUCTIE AUTOMATISEREN, BUSINESS INNOVEREN B&R Industrial Automation levert niet alleen de technologie voor industriële automatisering, maar schuift bij de meest vertrouwde oem-klanten al vroeg aan in ontwikkelingstrajecten. Hierdoor kan deze Oostenrijkse multinational technologie op de markt brengen die de machinebouwer tal van mogelijkheden biedt om het eigen businessmodel te vernieuwen, met meer ruimte voor service. Maar het stelt ook een grote klant als Krones in staat zijn vullijnen vergaand te flexibiliseren. Uit gesprekken met B&R- en Krones-mensen tijdens een persreis naar Zuid-Duitsland blijkt dat ook in Duitsland

• ‘De connectiviteit in onze technologie faciliteert verschillende businessmodellen.’ • ‘Gebruikersdata krijgen wij hooguit aangereikt op een flashcard.’ • ‘Bij innovatie laten we ons in de eerste plaats leiden door kansen in de markt.’ • ‘Onze Bottling on Demand-technologie kan de klant inzicht bieden in de populairste varianten.’

co-development steeds meer voet aan de grond krijgt.

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

R

aimund Ruf erkent het ruiterlijk. Het is voor B&R niet eenvoudig zich met zijn portfolio van hard- en software voor industriële automatisering te onderscheiden op de wereldmarkt. ‘Iedereen kan een industriële pc bouwen. Dus proberen wij extra toegevoegde waarde te leveren door de klant zo veel mogelijk ruimte te geven voor specifieke wensen, die wij on demand kunnen leveren. Bijvoorbeeld het compliant zijn en blijven met vereisten van de FDA (Food and Drug Administration, red.), belangrijk voor veel van onze oem-klanten in de food & beverage. Dat betekent dat wij onze producten en de componenten en modulen erin doorgaans tien jaar voor een pc en vijftien jaar voor een PLC moeten kunnen ‘bevriezen’. Daar moet onze organisatie op ingericht zijn. Want een eindgebruiker van een productielijn met onze technologie wil ervan verzekerd zijn dat hij over een langere periode dezelfde vertrouwde proven en compliant technologie kan blijven gebruiken. Die zekerheid bieden wij hem’, aldus de vice president product strategy & innovation.

SERVICE NOG BELANGRIJKER Steeds vaker probeert B&R extra toegevoegde waarde te bieden door klanten – veelal machinebouwers – te ondersteunen bij het innoveren van hun businessmodel, met daarin een (nog) belangrijkere rol voor service. ‘Dus leveren wij aandrijftechnologie waarmee de klant veel meer data online uit zijn installed base kan halen. Data over flow, temperatuur, trillingen, et cetera die vervolgens wel moeten worden omgezet in bruikbare informatie.’ B&R investeert dan ook veel in technologie waarmee de klant zo veel mogelijk informatie uit die data kan filteren. Zodat hij daar zijn eigen klant mee kan helpen door die te wijzen op bepaalde patronen in storingen. Specifieke storingen die zich onder specifieke condities voordoen, bijvoorbeeld bij hoge temperaturen of

42

december 2018

Raimund Ruf. ‘Er bestaat nog steeds de nodige weerstand in de markt tegen het prijsgeven van data aan machinebouwers, laat staan aan hun toeleveranciers zoals wij. Om online toegang te krijgen tot zijn productiesysteem, moet je hem verleiden.’ Foto’s: Com-magz

trillingen veroorzaakt door slijtage van onderdelen. ‘Zo kan de oem’er samen met zijn klant gericht actie ondernemen om storingen te verhelpen en te voorkomen.’

onder andere voor dat alleen de data die nodig zijn voor de gewenste analyses worden geüpload naar de cloud.’

VERLEIDEN UPGRADES EN PAY PER DRAAIUUR Via die online dataverbinding kan de eindgebruiker eveneens worden voorzien van de laatste upgrades. ‘Dat kan ook de opmaat zijn naar een businessmodel vergelijkbaar met dat van een Nespresso of menig printerfabrikant, die hun apparatuur tegen lage prijs verkopen en de marge halen uit de upgrades. Of naar een model waarin de oem’er met zijn klant per product of per draaiuur afrekent. Allemaal businessmodellen die wij faciliteren met de connectiviteit in onze technologie. Zo zorgen onze Edge-controllers er

Bij het uitrollen van dergelijke businessmodellen is het eigenaarschap van data een vertragende factor, constateert Ruf. ‘Er bestaat nog steeds de nodige weerstand in de markt tegen het prijsgeven van data aan machinebouwers, laat staan aan hun toeleveranciers zoals wij. De reflex van de eindgebruiker is te stellen dat die data van hem zijn. Om online toegang te krijgen tot zijn productiesysteem, moet je hem verleiden. Bijvoorbeeld door upgrades beschikbaar te stellen, of door leasecontracten te bieden gecombineerd met een SLA, waardoor hij storingsvrij 50.000 in


plaats van 30.000 uur per periode kan draaien. Onze producten bieden de mogelijkheid tot dat type van fijn-instellingen. Het samen met onze oem-klant en diens eindgebruiker ontwikkelen van deze servicegeoriënteerde businessmodellen staat echter nog in de kinderschoenen.’

NOG NIET IN DE ROADMAP Nog verder weg is de stap om informatie uit die online vergaarde gebruikersdata om te zetten in verbeteringen aan het ontwerp. ‘Die data krijgen we hooguit aangereikt op een flashcard. Dat wij de human-machine interface van onze pc of PLC kunnen optimaliseren op basis van data over de wijze waarop operators bij de eindgebruiker ermee omgaan, is nog verre toekomstmuziek.’ Het zit zelfs nog niet in de roadmap-gesprekken die B&R heeft met belangrijke klanten – launching customers – waaronder vullijnenfabrikant Krones of metaalmachinebouwer Trumpf. Ruf: ‘Mijn twee collega-vp’s product strategy & innovation en ik praten jaarlijks met hen over de equipmentwensen die zij de komende vijf jaar in hun markt zien ontstaan. En onze engineers ontwikkelen samen met die van onze klant klantspecifieke applicaties. Voor het bespreken van ideeën over dit type businessmodellen is het echter nog te vroeg.’

R&D-CAMPUS DRIE KEER GROTER Evenwel staat dit type klantgesprekken aan de basis van de groei van B&R. Wat Ruf betreft zijn

de driehonderd nieuwe klanten alleen al in de eerste negen maanden van 2018 niet zozeer te danken aan de aansluiting bij het fijnmazige wereldwijde netwerk van het Zwitserse ABBconcern, maar veeleer aan de innovatiekracht van B&R. ‘Wij blijven als B&R sterk gefocust op innoveren. Conceptstudie Bottling on Demand-systeem. Illustratie: Krones Daarbij laten we ons in de eerste plaats leiden door kansen in de markt.’ Maar de overname zal BOTTLING ON DEMAND ongetwijfeld gaan bijdragen aan toekomstige De groei van B&R is dus bovenal te danken aan groei. In 2020 moet de bouw van de r&d-campus de ‘oplossingsgerichte opstelling’, aldus Raimund op de hoofdvestiging in het Oostenrijkse EggelsRuf. Zoals richting de Beierse bouwer van vulberg gereedkomen, een faciliteit die dankzij een en verpakkingslijnen Krones, die zijn complexe, extra investering van 100 miljoen euro van ABB omvangrijke machines vooral levert aan de food drie maal groter wordt dan gepland. Verdere & beverage en daarnaast aan de farma en de groei wordt verwacht van de nieuwe B&R-vestichemie. Met Krones onderhoudt B&R al gingen in onder andere Ierland en Vietnam; in 2019 volgen die in Australië en Mexico. LEES VERDER OP PAGINA 45

projectmanagement en engineering op maat Al meer dan 50 jaar helpen wij industriële klanten bij het realiseren van hun projecten en dromen. Of het nu gaat om bestaande of nieuwe producten, machines, voertuigen, lijnen of plants, wij adviseren, begeleiden en helpen graag. Van tekening tot berekening, van advies tot complete begeleiding, van conservatief tot innovatief. Altijd een exibele werkwijze op maat.

WWW.VIRO.NL ARNHEM, ECHT, GRONINGEN, HENGELO, VLAARDINGEN, AALEN, MÜNCHEN, OSNABRÜCK EN GRAZ

december 2018

43


Turning ideas iinto nto s olutio solutions Combining our engineers engineers’’ knowhow and ingenuity with the experien experience build up in more industry, than 50 years in application areas such as operating rooms, oms, semic semiconductor industry service robots and even outer space, we develop together her with our ou customers high

develop with maxon

#withmaxon


‘OPC UA DÉ STANDAARD’ OPC UA wordt dé wereldwijde communicatiestandaard: Stefan Schönegger, collega-vp van Raimund Ruf, is ervan overtuigd. In 2017 hebben multinationals als GE, Cisco, Kuka, Parker, Schneider én ABB zich aan de standaard gecommitteerd. En dit jaar sloot ook Rockwell Automation, de Amerikaanse branchegenoot van B&R, zich bij die community aan. Alleen Siemens zet vooralsnog in op de eigen standaard, maar zal naar verwachting ook aansluiten. De klant wil nu eenmaal keuzevrijheid. Vanwege de enorme installed base, ingericht op andere standaarden, duurt het echter nog wel twintig jaar voordat OPC UA de enige standaard is, aldus Schönegger. Daarom zal B&R onder andere producten die het heeft ontwikkeld voor het eigen Ethernet Powerlink-communicatieprotocol, nog lange tijd servicen. Andreas Gschrey verwacht dat het nog minstens twee jaar duurt voordat het Bottling on Demand-systeem in enige fabriek commercieel draait. ‘We denken hiermee compleet nieuwe consumentengroepen te kunnen bereiken. Maar ook de rest van de keten moet klaar zijn voor het flexibel verwerken van zo veel verschillende productstromen.’

VERVOLG VAN PAGINA 43

decennia een intensieve relatie, die veel verder gaat dan het toeleveren van gestandaardiseerde modulen, vertelt Andreas Gschrey, head of digitization and data technology bij Krones. Hij is tevens leider van het project Bottling on Demand, dat tot doel heeft een lijn op de markt te brengen die flessen drank kan afvullen, etiketteren en sluiten, waarbij elke volgende fles een andere inhoud, etikettering of dop kan hebben. En dat in het bizarre tempo van eenvormige massaproductie.

iets dergelijks. Het idee is niet direct bij toeval ontstaan, maar zeker niet het resultaat van een van boven gestuurd innovatieproces. Binnen Krones hebben we geleidelijk aan de ruimte gekregen om ook buiten onze eigen afdelingsmuren te kijken, en zelfs buiten de deuren van de onderneming. Eigenlijk op dezelfde wijze waarop wij met zijn allen afscheid hebben genomen van de stropdas’, aldus Gschrey, met een lach gebarend naar de honderd journalisten en B&R- en Krones-medewerkers in de perszaal waar exact één stropdas is te ontwaren (zie ook kader).

SAMEN ONTWIKKELEN

‘Het ontwikkelen van servicegeoriënteerde businessmodellen staat nog in de kinderschoenen’

Oftewel bij tienduizenden flessen per uur 13 verschillende dranken, afdichtingen in 4 verschillende kleuren en etiketten in 12 verschillende designs in alle denkbare combinaties kunnen verwerken. Een intelligente, connected lijn die zelfstandig storingen detecteert en oplost, en onderwijl de productstroom omleidt langs redundante stations om stilstand tot het absolute minimum te beperken.

COMBINATIE VAN BESTAANDE TECHNOLOGIEËN Het project ontstond, aldus Gschrey, na de – ruim geformuleerde – opdracht van het hoger management om een ‘optimaal flexibele lijn’ te ontwikkelen. De oplossing waar nu aan gewerkt wordt, is een combinatie van verschillende, bestaande technologieën. Ontwikkeld door Krones, voor heel andere problemen, én door key supplier B&R. Het eerste concept ontstond uit de gesprekken tussen Gschrey en twee van zijn collega’s. ‘Nee, wij vormden geen scrumteam of

Voor het concept dat nu in ontwikkeling is, wordt dankbaar gebruik gemaakt van de ACOPOStrak van B&R. Dit hoogflexibele transportsysteem maakt het mogelijk elke fles individueel te behandelen en het proces volledig te documenteren. ‘Voor dit en andere projecten kopen we bij allerlei leveranciers in – Festo, Schneider, Siemens enzovoort –, maar alleen met B&R werken we ook samen aan de ontwikkeling. We hadden ook kunnen kiezen voor het vergelijkbare systeem van Beckhoff of Rockwell, maar die missen toch net die specificaties waar wij naar op zoek waren.’

www.opcfoundation.org

INZICHT IN DE KLANT Gschrey verwacht dat het nog minstens twee jaar duurt voordat het systeem in enige fabriek commercieel draait. ‘We denken hiermee compleet nieuwe consumentengroepen te kunnen bereiken die op zoek zijn naar gepersonaliseerde producten, met hun naam op het label of met precies hun favoriete smaak. Maar ook de rest van de keten, inclusief de supermarkten, moet klaar zijn voor het flexibel verwerken van zo veel verschillende productstromen.’ Bij de frisdrank-fabrikanten ziet hij al meer enthousiasme: ‘Bij bepaalde vestigingen van McDonald’s beschikt Coca-Cola nu al over een drankdispenser die de klant laat kiezen uit alle denkbare cola-varianten en vervolgens uit meer dan dertig verschillende siroopsmaken. Deze technologie moet meer inzicht bieden in de populairste soorten en smaken, die de fabrikant vervolgens als nieuw product op de markt kan brengen. Onze Bottling on Demandtechnologie kan de klant ook dat inzicht bieden.’ Die met die kennis weer compleet nieuwe businessmodellen kan ontwikkelen.

www.br-automation.com

KRONES: EEN BEDRIJF VAN DE HOGE GETALLEN Anders dan Bottling on Demand doet vermoeden, zijn de productielijnen van Krones bovenal ontwikkeld om zo snel mogelijk zo veel mogelijk flessen of dozen te vullen. Tijdens een rondleiding over de vele hectaren grote plant krijgt het bezoek een veelheid aan getallen te horen. Een state-of-the-art lijn is in staat ruim 80.000 flessen per uur te vullen – ‘schuimvrij en tot op de milliliter nauwkeurig’ – , te etiketteren en te dichten. Ook worden hier de spuitgietunits gefabriceerd voor het in hoog tempo ‘blazen’ van PET-flessen. Flessen die, afhankelijk van de inhoud (koolzuurhoudend of niet, koud of heet), zo ontworpen worden dat ze aantrekkelijk ogen op het schap in de supermarkt, en tevens

bestand zijn tegen het proces in de Krones-machines en het transport. ‘Wij hebben 45 engineers die alles weten van het ontwerpen van flessen, zodat we onze klant optimaal kunnen adviseren’, vertelt de gids. Krones, met de hoofdvestiging in het Beierse Neutraubling, beschikt wereldwijd over 16.000 medewerkers, verspreid over 42 engineercenters en 17 productie-plants. Krones behaalt zijn omzet van 3,7 miljard euro voor ruim 10 procent in Duitsland, iets meer dan 25 procent in de rest van Europa en de overige 64 procent elders ter wereld. www.krones.com

december 2018

45


Maak je onderneming

FUTURE-PROOF (ERP & CRM) Software

Cloudoplossingen

Productie- en handelsbedrijven

Diensten Project Management

Implementatie Services

Best Practices

App Ontwikkeling & Innovatie

Onderhoud & Beheer

24/7 Wereldwijde Support

KANTOOR DEVENTER

KANTOOR VENLO

Hanzeweg 1A

Noorderpoort 21

7418 AW Deventer

5916 PJ Venlo

CONTACTGEGEVENS +31 (0)88 - 424 28 28 info@pulse.nl www.pulse.nl


PROCESVERBETERING

OEE-TOOL HELPT EFFECTIVITEIT PROCES OF MACHINEPARK TE VERHOGEN

‘JE WEET BIJ PROBLEMEN PRECIES WAAR JE HET ZOEKEN MOET’ Van Egmond Elektrogroothandel (winnaar van de Best Logistics Supplier Award, zie pag 14) staat al zo’n 80 jaar bekend als goed en betrouwbaar adviseur en leverancier van elektrotechnische producten en diensten. Maar Van Egmond Groep heeft óók al 40 jaar Van Egmond Industriële Automatisering, met software en hardware engineering en panelenbouw als kernactiviteiten. Van Egmond Groep biedt zijn klanten onder meer de zelf ontwikkelde OEE-tool voor het meten van de Overall Equipment Effectiveness. Effectief en vaak rap terugverdiend. DOOR LUCY HOLL

V

oor een fabrikant van kipsnacks is de waterzuivering net buiten de productiehal van groot belang. Als die ermee ophoudt, valt de productie noodgedwongen stil of volgt een flinke boete op vervuild afvalwater. Dus staat er in de fabriekshal een lcdscherm waarop de status van de waterzuivering exact te volgen is via de Overall Equipment Effectiveness-tool van Van Egmond Groep. De fabriek wil die OEE-omgeving nu ook in de productielijn inbouwen, om optimaal te kunnen produceren en snel te kunnen ingrijpen bij problemen. Zomaar één voorbeeld dat software engineer Valentijn Kok en trainingscoördinator Peter Boon kunnen geven van de slimme toepassing van OEE door Van Egmond Groep. Kok schrijft onder meer software voor machines en processen in de industriële automatisering. Boon werkt voor het kenniscentrum van Van Egmond Groep dat cursussen aan klanten geeft en netwerkbijeenkomsten organiseert. Peter Boon: ‘We willen onze klanten op een breed vlak kunnen bedienen. Dan gaat het niet alleen om het leveren van producten, maar bijvoorbeeld ook om het schrijven van software voor hun productielijn, of om het trainen van hun engineers. Al die activiteiten versterken elkaar.’

DATA UIT MACHINES HALEN Uit de vele externe contacten werd op een gegeven moment ook duidelijk dat klanten vaak niet het rendement uit hun productiemachines weten te halen dat de fabrikant heeft opgegeven. Binnen Van Egmond Groep zit veel kennis en kunde over rendementsbepaling en besturingstechniek. Valentijn Kok: ‘We weten hoe we veel data uit machines kunnen halen. Daarom was het voor ons een logische stap om een OEE-tool te ontwikkelen. Zo’n tool geeft snel inzicht in de status van een productieproces of machinepark. Opera-

tors zien meteen waar aandacht geboden is, het maakt niet uit waar ze zich bevinden langs de productielijn.’ Kok geeft nog een Valentijn Kok (rechts) en Peter Boon: ‘We ontwikkelen alles zelf, in een visualivoorbeeld: ‘Een andesatieomgeving van Siemens.’ Foto: Van Egmond re klant van ons, een blikjesfabrikant, heeft een lange lijn staan voor de productie van dekontwikkelen we alles zelf, in een visualisatiesels. Aan het begin liggen platen blik. Stel dat omgeving van Siemens. Want standaard OEEde operator niet in de gaten heeft dat die stapel pakketten bieden net niet wat wij willen. Wij platen op is. Dan kan dat leiden tot ongewenste lezen de data bijvoorbeeld direct uit de PLC uit. stilstand. Een machine kan in theorie nog zo’n Standaardpakketten zijn bovendien niet zo prachtig rendement hebben: je haalt dat niet als dynamisch in te richten: klanten hebben bij ons allerlei randvoorwaarden niet kloppen.’ veel meer keuze hoe ze de informatie op het Inmiddels hangen bij de blikjesfabrikant overal scherm willen presenteren. Een klant wilde een lcd-schermen en maakt de OEE-tool meteen 3D-voorstelling van zijn machines op het duidelijk welke machine op welke manier scherm. Dan doen we dat.’ Van Egmond biedt aandacht nodig heeft. ‘Je ziet waar het proces klantspecifieke ontwerpen en een gebruiksvastloopt, maar belangrijker: je weet precies waar vriendelijk systeem. Met de return on investment het probleem begint.’ zit het wel goed, aldus Peter Boon: ‘Stel, je produceert 1 miljoen blikken per jaar en je hebt dankzij die OEE-tool een efficiencytoename van PREVENTIEF ONDERHOUD 5 procent. Dat zijn erg veel blikjes. Alleen doordat De OEE-omgeving meet voortdurend productieje bij problemen nu precies weet waar je het moet aantallen, verbruiksgegevens, statussen en alarzoeken.’ men. Continu worden de effectiviteitsgetallen berekend en weergegeven. Alle gegevens worden Momenteel wordt gewerkt aan platformonafhanopgeslagen, zodat deze in rapportvorm opgekelijke webpagina’s zodat operators de status ook vraagd kunnen worden, bijvoorbeeld een rapport op hun tablet of smartphone kunnen aflezen. met de meest voorkomende oorzaken van stilKlanten kunnen trainingen op maat volgen om stand of een overzicht van de lijnombouwuren. te leren werken met de tool. Of om bijvoorbeeld Om duidelijk te krijgen waarom een machine te ontdekken hoe ze zelf de statuskleuren en de stilstaat, kan – naast de automatische bepaling – legenda kunnen aanpassen en optimaliseren. ook handmatig een oorzaak geselecteerd worden Peter Boon: ‘Het zit allemaal logisch in elkaar. die vervolgens in de rapportages terug te lezen is. We richten de tool in nauw overleg met de klant Deze OEE-rapporten vereenvoudigen het planin. Die bepaalt wat de operators precies moeten nen van (preventief) onderhoud. zien.’

GOEDE ROI Valentijn Kok: ‘Een jaar of vijf geleden hebben we ons eerste OEE-concept bedacht. Sindsdien

www.vanegmond.nl

december 2018

47


CREATING MACHINES TOGETHER

SYSTEM DEVELOPMENT

SYSTEM ENGINEERING

SYSTEM SUPPLY

Uw partner voor ontwikkeling en serieproductie van mechatronische machines en systemen.


FLINK bericht over de wereld van starters en hun innovaties, financieringsproblemen en andere uitdagingen. De naam, FLINK, haakt natuurlijk aan bij die van dit magazine, maar duidt bovenal op een wezenlijke karaktereigenschap van elke startende hightech ondernemer waar de interesse van (formal) investors naar uitgaat – meer nog dan naar de innovatie in kwestie: heeft de starter doorzettingsvermogen, weet hij mensen voor zich te winnen met zijn overtuigingskracht, durft hij beslissingen te nemen?

START-UP SIRIUS MEDICAL STAAT TE TRAPPELEN OM ZIJN MAMALOC IN DE MARKT TE ZETTEN

SPRONG VOORUIT IN BORSTKANKERTHERAPIE IN FLINK:

Komend jaar brengt de Eindhovense start-up Sirius Medical zijn eerste product op de

51

Cybersprint haalt twee miljoen op

markt: MaMaLoc, een innovatieve techniek omprille borstkankertumoren precies te loka-

53

Hoogwerker op zee

liseren en accuraat minimaal invasief te verwijderen. Met volgens ceo Hubert Martens grote voordelen voor patiënten, medische teams, ziekenhuizen en ziektekostenverzekeraars. ‘Geen technology push, maar market pull: onze oplossing komt uit de koker van radiologen en chirurgen die iedere dag borstkankerpatiënten behandelen en dachten: DOOR PIM CAMPMAN

S

irius Medical, in februari 2017 opgericht, is een spin-out van het Nederlands Kankerinstituut (NKI) en Universiteit Twente (UT). Theo Ruers, hoofd van de chirurgieafdeling van het NKI/Antoni van Leeuwenhoekziekenhuis, is de aanstichter. Hij – en hij niet alleen – had zo zijn bedenkingen bij de gangbare borstsparende chirurgie, meer specifiek de lokalisatie van niet-voelbare tumoren. Volgens hem moest dat stukken accurater en simpeler kunnen. Bram Schermers, destijds aio op UT, deed er onderzoek naar, met Ruers als zijn promotor. Met succes: Schermers mag zich de uitvinder noemen van wat Sirius in nog geen twee jaar heeft doorontwikkeld tot een marktrijp product: MaMaLoc.

‘BLINDE’ OPERATIE Om het verschil tussen MaMaLoc en de huidige procedure te demonstreren, toont Sirius-ceo Hubert Martens (fysicus, met een fraai palmares in innovaties klaarstomen voor marktintroductie) een 30 centimeter lange, metalen ‘ankerdraad’, met aan het uiteinde twee scherpe haakjes. ‘Overal ter wereld wordt op de dag van de operatie deze draad onder beeldgeleiding (meestal echoscopie of röntgen, red.) in de tumor geplaatst. De chirurg volgt dan de draad om de tumor te lokaliseren en te verwijderen.’ Het betreft kleine, vroege tumoren, slechts enkele millimeters tot één centimeter groot, die de chirurg niet kan voelen en zien. ‘De chirurg is dus ‘blind’’, zegt Martens plastisch. De bestaande procedure is vervelend en pijnlijk voor de patiënt. ‘En bij het snijden kan het ankerdraad gaan bewegen of loszitten en soms zelfs

dit moet beter, handiger kunnen.’ kapot gaan – en dan is de chirurg zijn targeting kwijt. Cosmetisch evenmin ideaal, omdat de draad vaak niet de optimale chirurgische route aangeeft.’

SAFETY-PROTOCOLLEN Pakweg vijftien jaar geleden werd op het NKI een aanzienlijk betere methode uitgevonden. Daarbij wordt, ook weer beeldgeleid, met een ‘vriendelijker’ naald een radioactieve marker – een ‘zaadje’ zo klein als een rijstkorrel – in de tumor geplaatst. Tot aan de chirurgische ingreep, meestal weken later, blijft die keurig op zijn plaats; patiënten hebben er geen last van. Alvorens de chirurg met minimaal invasief snijden begint, traceert hij het zaadje met een soort geigerteller: zacht gepiep als hij de tumor nadert, hardere piepen als die exact gelokaliseerd is. Martens: ‘Dat werkt prima, maar heeft twee grote nadelen: radioactiviteit is niet veilig en behandelaars moeten zich aan stringente safety-protocollen houden. In ons land wordt deze methode best veel toegepast, maar elders geldt vaak strengere wetgeving voor het gebruik van radioactief materiaal.’

Hubert Martens, ceo van Sirius, met de probe in zijn hand: ‘MaMaLoc brengt een betere ervaring voor patiënten en helpt de workflow in ziekenhuizen te stroomlijnen. Zo kan de capaciteit optimaal benut en kunnen de kosten verlaagd worden.’ Foto: Sirius

SIMPEL EN INTUÏTIEF MaMaLoc, acroniem voor Magnetic Marker Localization, ondervangt die nadelen. Met dit verschil dat het zaadje niet radioactief, maar magnetisch is. ‘En magnetisme doet niks in een lichaam’, verduidelijkt Martens. De chirurg vindt het zaadje met een handheld probe (sonde, red.), die Sirius heeft ontwikkeld. Ook de probe – formaat: lange whiteboard-markeerstift – geeft piepjes af.

LEES VERDER OP PAGINA 50

december 2018

49


VERVOLG VAN PAGINA 49

‘Simpel gezegd: een supergevoelige magnetische sensor, die de chirurg tot op de millimeter precies naar het plekje leidt waar hij met snijden moet beginnen. Verdere innovaties zijn nog mogelijk; in het huidige prototype is de technologie om toekomstige software-releases te doen al ingebakken.’ Precisie in lokalisatie en navigatie is cruciaal om de tumor volledig te kunnen afsnijden én

voor ziekenhuizen en ziektekostenverzekering, vertelt Martens. ‘De bestaande procedures zijn onhandig en tijdrovend. Op de dag van de operatie zijn in het ziekenhuis meerdere resources (zoals radiologie en chirurgie, red.) nodig, wat het logistiek en qua planning ingewikkeld maakt. Daardoor kan maar een beperkt aantal patiënten per dag geopereerd worden, terwijl het aantal patiënten dat op zo’n operatie wacht jaar na jaar stijgt, in China en India zelfs explosief. Dat terwijl alle onderzoeken aantonen: hoe vroegtijdiger de ingreep, hoe groter de kans op een goede uitkomst.’

‘Ook kleine, startende organisaties moet je wat disciplines betreft breed neerzetten’ het omliggende, gezonde weefsel te sparen, benadrukt hij. MaMaLoc is verder zo simpel en intuïtief mogelijk gemaakt. ‘Heb je het één keer gedaan, dan snap je het. Speciale vaardigheden, een leercurve, veiligheidsprotocollen aanleren; allemaal verleden tijd.’ Patenten voor onder andere sensortechnologie en algoritmes zijn pending.

TOEGEVOEGDE WAARDE Die patiëntvriendelijke methode leidt ook tot optimalere benutting van de operatieve capaciteit van het ziekenhuis – en daarmee tot lagere kosten

ERVARING EN PASSIE

Sirius staat te trappelen om MaMaLoc in de markt te zetten. ‘Nu we de technologische uitdagingen getackeld hebben, zijn time-to-market en opschalen de grootste uitdagingen: hoe sneller in de markt, hoe beter. Eerst in Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland – en dan, al dan niet met een distributiepartner, verder de wereld in.’ Hoe heeft Sirius dat in amper twee jaar klaargespeeld? ‘In eerdere klussen ben ik erachter gekomen dat je ook kleine, startende organisaties wat disciplines betreft breed moet neerzetten, met ervaren gepassioneerde mensen die de schouders eronder zetten. Een idee kan technisch nog zo mooi zijn, het succesvol in de markt zet-

ten vergt andere kwaliteiten. Een multifunctioneel team om je heen verzamelen waarin engineers uitgedaagd worden om slim, simpel en waardetoevoegend te werken; dat is de crux. En ook slimme technische ideeën continu toetsen aan de wensen van de klant blijft een grote uitdaging’, aldus Martens. Bij Sirius zette Erik van den Wijngaard als director quality het kwaliteitsmanagementsysteem op, compliant met ISO 13485. Jan-Willem Beijer, gepokt en gemazeld in de commercie, neemt issues als productpositionering en launch-strategy op zich. Eric Derksen, met zijn ruim 25 jaar ervaring in het medical devices-wereldje, trekt de operationele zaken, zoals de r&d en supply chain opzetten en de distributie. Bram Schermers, de uitvinder van MaMaLoc, is onlangs fulltime in dienst getreden. En Theo Ruers is nauw betrokken en brengt zijn klinische en wetenschappelijke kennis en ervaring in.

MEER IN PIJPLIJN Op termijn wil Sirius Medical meer alternatieven op basis van magnetische technologie ontwikkelen en vermarkten. Martens: ‘Daarvoor hebben we al wel ideeën in de pijplijn. Maar voor nu gaat het erom ons eerste product succesvol in de markt te zetten, credibility op te bouwen door te laten zien dat we dat kunnen. Uitdagend, maar de positieve feedback van artsen en de interactie binnen het team geeft zeer veel energie terug.’ www.sirius-medical.com

Automation goes blue. And your machine is ready for the smart factory.

Lenze offers: Scalable hardware, modular software and plenty of brainware, our people. Do you want to your machine better, more flexible, networked and secure? Please contact us now! www.Lenze.com

50

december 2018

As easy as that.


KORT

TEAM FONTYS HOGESCHOOL VENLO WINNAAR BIJ INNOVACE

CYBERSPRINT HAALT 2 MILJOEN OP VOOR GROEI Het Haagse cybersecurity bedrijf Cybersprint heeft in een investeringsronde 2 miljoen euro opgehaald. Hoofdinvesteerder Vortex Capital Partners fourneert het grootste bedrag en verder doen KPN Ventures en InnovationQuarter – regionale ontwikkelingsmaatschappij voor Zuid-Holland – een duit in het zakje. Met dat geld wil Cybersprint haar productportfolio verder ont-

wikkelen, het team uitbreiden en haar groei in Europa doorzetten. Het digital risk protection platform van Cybersprint werkt als een geautomatiseerde ethische hacker, die continu op zoek is naar online kwetsbaarheden. Door simpelweg alleen de merk- of organisatienaam in te voeren, detecteert het platform automatisch alle online toegangspunten tot de organisatie. www.cybersprint.com

DRENTHE EN BRUSSEL INVESTEREN IN RECYCLINGTECHNIEK CUMAPOL Het Emmense bedrijf Cumapol heeft een techniek ontwikkeld die hergebruik van grote hoeveelheden vervuild plastic mogelijk maakt. De techniek onderscheidt zich door een veel lagere CO2-footprint dan andere recyclingtechnieken. Om die marktrijp te maken, investeren de provincie Drenthe en ‘Brussel’

SLiM

(Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) bij elkaar ruim 1,3 miljoen euro in de techniek. Naast Cumapol, trekker van het project, participeren ook het Emmense Morssinkhof, DSM Niaga (Geleen), Dufor Resins (Zevenaar) en NHL Stenden. www.cumapol.nl

Voor het tweede jaar op rij werd op 21 november de INNOVACE uitgereikt, de award van dempingsspecialist ACE Stoßdämpfer GmbH uit het Duitse Langenfeld. Met de prijs wil ACE aankomende engineers een steuntje in de rug geven en de banden met het onderwijs aanhalen. Nico Graßmann en Rick Storm, studenten machinebouw aan Fontys Hogeschool Venlo, vielen met hun concept voor een mechatronisch rem- en sluitsysteem in de prijzen. Zij deelden de eerste plaats met Mathias Blessing, Jannik Montag en Chris Taschelmayer van de Technische Hochschule Georg Agricola uit het Duitse Bochum. Beide teams leverden het technisch bewijs dat hun vergrendelbare vangconstructie met geïntegreerde demping en een – via een smartphone bediend – uitwerpmechanisme, functioneert. Daarom werd het prijzengeld van 7.000 euro verdeeld onder de twee winnende teams. Voor het eerst namen ook buitenlandse hogescholen en universiteiten deel aan INNOVACE 2018. Andre Weßling, een van de initiatiefnemers

Het winnende team uit Venlo. Foto: Fontys

van INNOVACE: ‘Anders dan bij de eerste editie was er dit jaar sprake van veel meer interactie in alle fasen. Tijdens online calls overlegden we met de teams. En onze trainees beantwoordden telefonisch en per mail allerlei vragen.’ De kwaliteit van de technisch complexe inzendingen was zo hoog, dat de ACE-jury het lastig vond om slechts één winnaar aan te wijzen. Terwijl het team uit Bochum de klassieke ontwikkelingsmethode uit de machinebouw volgde, omvatte de oplossing van Fontys ook elementen uit het productdesign en was vrijer qua vorm en idee. www.ace-int.eu

automa seren in plaatbewerking

WiCAM levert machine-ona ankelijk so ware voor het .SLiM aansturen van plaatbewerkende produc eprocessen dankzij: • 2D & 3D CAD georiënteerde so ware • Logis ek gestuurde auto nes ng • Gebaseerd op een papierloos concept • Geïntegreerd binnen de systemen van uw bedrijf WiCAM biedt maximale gebruiksvriendelijkheid, flexibiliteit en output binnen de moderne wereld van CAD/CAM voor plaatwerk. .SLiM | Sheetmetal Language for intelligent Machines

Uw partner in technische automa sering

WiCAM Benelux B.V. T +31 (0)88 021 55 00 E benelux@wicam.com I www.wicam.com

december 2018

51


Making product creation easier. TechniaTranscat is a global and leading knowledge company in PLM with more than 360 experts in ENOVIA®, CATIA®, SIMULIA® and DELMIA®. Our consultants are passionate about sharing their industry experiences from Aerospace & Defence, Automotive, Energy, Industrial Equipment, Life Sciences, Consumer Products, Retail and High Tech. As the #1 knowledge company in PLM, we will guide you to enhance your business and transform your vision into value. As a TechniaTranscat customer you will benefit from: • Access to world class knowledge about CAD/PLM, Product Data Quality Tools and methodology • More than 30 years of industry experience from successfully implementing PLM projects with global leaders • Global delivery capacity for Dassault Systèmes' 3DEXPERIENCE® platform • Innovative complementing products, such as Value Components, Integration Framework, Q-Checker, xCompare, CAVA, myPLM and Lite3D.

www.techniatranscat.com info@techniatranscat.com

3DEXPERIENCE, CATIA, ENOVIA, SIMULIA and DELMIA are commercial trademarks or registered trademarks of Dassault Systèmes, or its subsidiaries in the U.S. and/or other countries. Use of any Dassault Systèmes or its subsidiaries trademarks is subject to their express written approval.

52

december 2018


SYSTEEM VAN START-UP LIFT2WORK FUNCTIONEERT GOED VANAF DAG ÉÉN

HOOGWERKER OP ZEE Start-up Lift2Work ontwikkelde samen met tal van partners een nieuw concept voor het veilig overzetten van mensen in de offshore. De markt reageert enthousiast en bedenkt ideeën voor nieuwe toepassingen waar Lift2Work-oprichter Jan Rooswinkel van staat te kijken.

DOOR HANS VAN EERDEN

O

fffshore en hydrauliek lopen als rode draad door de loopbaan van Jan Rooswinkel, die tot 2013 bij IHC Merwede werkte. Het geld dat hij verdient met zijn huidige bedrijf Offco (offshore cooperation), dat Nederlandse en Chinese bedrijven aan elkaar koppelt In de voormalige grofsmederij van RDM in de Rotterdamse haven bouwt Lift2Work z’n eerste volwaardige offshore passenger transfer en offshore-projecten voor engineesystem. In de bak Jan Rooswinkel (rechts) met Pascal Janssen van Parker: ‘De combinatie van hydrauliek en software werkte vanaf de ring en bouw uitvoert, investeert hij eerste dag. Dat heeft ons beiden verrast en de ontwikkeling bespoedigd.’ Foto: Sam Rentmeester sinds 2015 in Lift2Work. Deze start-up ontwikkelt het OPTS (offshore passenger transfer system) als nieuwe oplossing voor een dagtarief wordt geconcurreerd. Terwijl in de onder offshore-omstandigheden is hydrauliek oude uitdaging: het veilig overzetten van medeoffshore veiligheid op nummer één staat.’ Dus toch beter.’ werkers, servicemonteurs en andere bezoekers. ontwikkelde Lift2Work zelf het concept en ging Op (ruwe) zee moeten die van een slingerend, met partners in zee voor de uitwerking. IngeEENVOUDIG EN STRAK stampend en op en neer bewegend schip kunnen nieursbureau Tillen in Utrecht deed de engineeLift2Work maakte een basisontwerp voor het overstappen naar een offshore-constructie zoals ring en Controllab in Enschede toonde met hydraulisch systeem en zocht daar leveranciers een boorplatform of windmolen. ‘Ceo Jan van simulaties de haalbaarheid aan. Vervolgens bij. Voor de cilinders viel de keuze op IHC der Tempel van Ampelmann heeft die markt maakte Mocean Offshore in Amsterdam de regelVremac, dat Rooswinkel van binnenuit kende. opengebroken’, geeft Rooswinkel de credits aan technische software voor de besturing van het Belangrijk was dat het de cilinders van een roestzijn concullega en bijna-buurman in de compensatiemechanisme. Dit alles conform en slijtvaste inconel-laag kan voorzien. Voor de Rotterdamse haven, wiens bedrijf een systeem de offshore-specificaties voor functionaliteit, ventielen en hydraulische powerpack kwam hij ontwierp bestaande uit een loopbrug op een veiligheid, sterkte, materialen, enzovoort, en na een technische selectie uit bij Parker Hannifin. platform dat met behulp van hydrauliek de goedgekeurd door DNV-GL. ‘Zij kunnen de benodigde hoogdynamische, scheepsbewegingen kan compenseren. Compensatie in zes vrijheidsgraden van de vernauwkeurige ventielen leveren, die er ook als schillende bewegingen van een boot – zoals slinbeste uitkwamen qua doorstroomkarakteristiek geren, stampen en dompen (op en neer bewegen) en geleverde druk. Bovendien hebben die ventieCOMPENSATIE – zorgt ervoor dat de bak aan het uiteinde van de len een lange mean time between failure.’ Parker Het Ampelmann-systeem verbruikt echter veel hoogwerker rustig naar de gewenste positie kan zorgde vervolgens voor een complete uitwerking energie en kan slechts een beperkt hoogteverschil bewegen. Sensoren meten de scheepsbewegingen overbruggen. Kan het overzetten van mensen niet en finetuning van het ontwerp. ‘Gezien de comen gps bepaalt de positie van het schip; de softmet een hoogwerker, vroeg Rooswinkel zich af. plexiteit hebben ze het eenvoudig en strak ontware vertaalt die informatie elke tiende van een Een kwestie van de ‘wal-uitvoering’ van een worpen en bleek het systeem vanaf dag één goed seconde in de gewenste bewegingen van de actuahoogwerker even aanpassen voor de offshorete functioneren. Dat is uniek voor hydrauliek, dus toren die de compensatie verzorgen. Gekozen omgeving en de bewegingscompensatie eraan waren we positief verrast’, aldus Rooswinkel, die werd voor hydraulische cilinders. Rooswinkel: toevoegen. Maar grote leveranciers van hoogook het meedenken door Parker roemt. ‘Hun ‘De combinatie met meten en regelen maakt werkers waagden zich niet aan de dynamiek van systeemontwerper stelde bijvoorbeeld voor om elektrisch tot een goede optie, maar vanwege de de offshore. ‘Hun markt is kostprijsgedreven. Veel grote krachtoverbrenging en de betrouwbaarheid hoogwerkers zijn voor de verhuurmarkt, waar op LEES VERDER OP PAGINA 54

december 2018

53


VERVOLG VAN PAGINA 53

Amerikaanse pompen van Parker te gebruiken. Die kunnen namelijk tot min twintig graden meteen opstarten, terwijl je hun Duitse pompen dan eerst moet voorverwarmen, waardoor je extra toeters en bellen in je ontwerp krijgt.’ Dit project was wel een uitdaging, zegt Pascal Janssen van Parker Hannifin Benelux. ‘Van niks naar een tekening zien te komen in overleg met

installatie op een schip, binnen een dag, en het transport: gewoon in een 40-voetscontainer over de weg. De toepassingsmogelijkheden zijn eindeloos, weet Rooswinkel inmiddels. ‘Je kunt ’m ook inzetten voor reddingsoperaties, als er bijvoorbeeld mensen in het water liggen. Verder blijkt het een unieke tool voor het veilig werken onder het dek, bij decommissioning van oude boorplatforms. Dat komt voort uit het hoogwerker-

‘In principe gaan we voor verkoop, maar er is al veel verhuurvraag. We kunnen dus een verhuurpark opzetten of een onafhankelijke partij dat laten doen. Sowieso blijven we onze systemen tien jaar servicen, we verkopen altijd met een onderhoudscontract erbij. Alle data uit de OPTS loggen we, om de performance te monitoren, en zo nodig kunnen we online met video meekijken. Bij afwijkingen informeren we de operator of de eigenaar.’

Q1 OF Q2 2019

‘Ook kleine, startende organisaties moet je wat disciplines betreft breed neerzetten’ de klant. En uiteindelijk moet die combinatie van hydrauliek en software wel werken, een spannend moment. Wij hebben inderdaad voor dit soort applicaties heel goede ventielen. Voorlopig gaat het nog niet om grote aantallen, maar Parker ziet zeker toekomst in dit product.’

VERRASSENDE APPLICATIES Het product van Lift2Work kan met een ‘bak’ aan de hoogwerker zes personen (inclusief de operator) tot een horizontale reikwijdte van 16 meter afzetten en vier personen zelfs tot 24 meter ver. Ook kan de OPTS als kraan lasten tot 2 ton overzetten. Pluspunten zijn verder nog de eenvoudige

54

december 2018

principe; een kraan kan dit niet. Bij grote schepen op zee overstappen is ook mogelijk, als alternatief voor de helikopter, die duur is en niet 100 procent veilig.’ Dit alles bedenkt Lift2Work overigens niet zelf. Sinds de introductie van de OPTS krijgt het bedrijf continu terugkoppeling en nieuwe applicatievragen binnen. ‘Zoals het repareren van de uiteinden van de wieken van een windmolen, die het meeste te lijden hebben van het agressieve zoutwaterklimaat. Met ons platform kan dat heel eenvoudig. Tot eergisteren had ik daar geen idee van.’ Businesskansen genoeg en ook voor zijn businessmodel ziet Rooswinkel meerdere opties.

De assemblage van de eerste volwaardige OPTS vindt in Rotterdam plaats in het pand van Kwint Offshore, dat Lift2Work kantoorruimte biedt en hand- en spandiensten levert. Verdere partners zijn Elma (Soesterberg) voor de besturing, Machinefabriek Emce (Voorhout) voor de lier en PTS Machinery (Hulst) voor het staalwerk. Rooswinkel maakt nu een plan voor het testen van verschillende applicaties aan boord van schepen. ‘We praten met zeer geïnteresseerde partijen die al een OPTS voor Q1 of Q2 volgend jaar hebben geprojecteerd.’ Tegelijk wil hij met het nog jonge Lift2Work (vijf medewerkers) een professionaliseringsslag maken en samen met leveranciers een verbeterplan opstellen. Het moge duidelijk zijn, Lift2Work heeft de opgaande lijn te pakken. www.lift2work.nl www.parker.com


DUURZAME MOBILITEIT

TWEEDE GENERATIE CARVER VULT GAT TUSSEN ELEKTRISCHE FIETS/SCOOTER EN ELEKTRISCHE AUTO

KANTELENDE PERSPECTIEVEN VOOR STEDELIJKE MOBILITEIT Waarom met twee ton aan metaal en kunststof één persoon vervoeren? Waarom zo’n ‘dikke’ auto voor ritjes in de stad? Waarom batterijen in ouderwetse modellen brandstofauto? Waarom niet een heel nieuw, duurzamer mobiliteitsconcept ontwikkelen? De uitvinders van de Carver geven antwoord met hun nieuwste ontwerp van een elektrische driewieler met gesloten cabine, actief kantelmechanisme en aantrekkelijk prijskaartje. Ambitie: voor binnenstedelijke mobiliteit het gat vullen tussen de elektrische fiets/scooter en de elektrische auto. DOOR HANS VAN EERDEN

ien jaar geleden was driewielerauto Carver One een hit. Om veilig in de bocht te kunnen hangen, had die een innovatief kantelmechanisme, naar een ontwerp van de uitvinders Chris van den Brink en Harry Kroonen. Het tv-programma Top Gear was laaiend enthousiast en de orders liepen in de duizenden. Totdat Toyota motorenleverancier Daihatsu overnam en de levering van motoren aan derden tijdelijk stopte. De onderneming ging failliet en Anton Rosier, de huidige ceo, stapte in voor een doorstart. Aanvankelijk leefde Carver van het licenseren van zijn unieke stuur-, veer- en kanteltechnologie, terwijl het bleef doorontwikkelen. Totdat het weer ging kriebelen bij Van den Brink en Rosier: ‘Willen wij een technologiebedrijf blijven of toch onze droom waarmaken van een compact voertuig waarmee je zoveel fun kunt beleven en tegelijk een evolutie in de mobiliteit in gang kunt zetten? Er bleef veel belangstelling voor de Carver-technologie, uit allerlei landen, maar niemand lukte het er een auto mee te bouwen.’ Op reis in China, waar Rosier veel kwam voor de licentiebusiness, viel het kwartje. De nieuwe Carver moest volledig elektrisch worden ontworpen, als luxe scooter voor binnenstedelijk gebruik met een bereik van 80-100 km en 45 km/uur maximaal. En de gesloten carrosserie moet comfort en sociale en verkeersveiligheid bieden. ‘Zodat mensen op weg naar het werk in hun nette pak niet nat worden en de verpleegster na de avonddienst er veilig mee naar huis kan.’

T

CHINESE INKOOPKRACHT Vele prototypes zagen het licht in Carvers r&d-

Anton Rosier, ceo van Carver Technology: ‘We hopen met de Carver een omdenken over mobiliteit in gang te zetten.’ Foto: Sam Rentmeester

vestiging in ’s-Gravendeel. Een driepersoonsuitvoering voor het Chinese eenkindgezin, een eenvoudige eenzitter om de techniek helemaal te bewijzen, een tweezitter voor de ouder die op weg naar het werk eerst een kind bij de crèche wil afzetten, of voor de boodschappen. Duurtesten met dit laatste model lopen boven verwachting, meldt Rosier. Vanwege het bescheiden prijskaartje dat bij een scooter-plus hoort (target 7.500 euro) moesten de ontwerpers zo veel mogelijk uitgaan van standaardcomponenten, zoals elektrische scooterwielen of de ruitenwissermotor van een bus voor het kantelmechanisme. De elektronica voor de complexe besturing van elektrische aandrijving en kantelmechanisme, plus het buizenframe en de panelen van de carrosserie, worden uiteraard op maat gemaakt. De elektronica wil Carver in Nederland laten produceren, de rest van de onderdelenproductie gebeurt in China. Nederlandse en Duitse leveranciers kunnen niet concurreren met het Chinese prijsniveau, meldt Rosier. ‘Onze Chinese productiepartner bouwt 1,2 miljoen elektrische scooters per jaar en heeft daarmee een ongekende inkoopkracht. Daar liften wij op mee voor de vele scootercomponenten in ons ontwerp.’

ASSEMBLAGE IN LEEUWARDEN Rosier wist de Accell Group, bekend van de fietsmerken Batavus en Sparta (hoofdkantoor in Heerenveen), via haar deelneming Urbanvision als aandeelhouder te binden. Naast werkkapitaalfinanciering en kennis van markt en fiets-

techniek biedt Accell Carver inkoopkracht. Verder boden de Noord-Nederlandse ontwikkelingsmaatschappijen NOM en FOM gunstige voorwaarden om productie in te richten. Begin volgend jaar hoopt Carver een hal te betrekken in Leeuwarden. ‘Daar doen we de eindassemblage. We onderzoeken hoever we daarmee in China gaan, mede met het oog op transportkosten van volumineuze halfassemblages. Als de aantallen groter worden, kunnen we in Leeuwarden bijvoorbeeld panelen in verschillende kleuren op voorraad houden, zodat we hier build-to-order kunnen afbouwen.’

WERELDSPEL Zo’n vijftig bestellingen zijn al via de website geplaatst; er zijn honderden geïnteresseerden voor een proefrit. Carver hoopt per jaar duizend stuks in Nederland af te zetten. ‘We kijken verder, dit is een wereldspel. We krijgen al aanvragen van importeurs, van Portugal tot Zuid-Korea, maar willen in Nederland beginnen om eventuele laatste aanpassingen snel te kunnen realiseren.’ Tegelijk kijkt Carver naar andere oplossingen die op hetzelfde platform zijn te ontwikkelen, zoals voor de last-mile delivery van pakketjes. Rosier is vol zelfvertrouwen. ‘Enerzijds zijn we een heel solide technologieclub die een degelijk en veilig ontwerp heeft gebouwd, anderzijds is het fun om aan zo’n comfortabel voertuig te werken dat hip & happening is.’ www.carver.earth

december 2018

55


PRODUCTIESTRATEGIE

ZIJN SNELGROEIENDE PLATFORMBEDRIJVEN EEN KANS OF BEDREIGING VOOR B2B-INDUSTRIE?

‘ZODRA JE PROCESSEN VOLLEDIG ZIJN TE DIGITALISEREN, KUN JE DE BOK ZIJN’ Platformbedrijven als Amazon en Alibaba slagen erin in hoog tempo een enorme hoeveelheid producten aan hun portal te hangen. Met alleen kennis van online marketing en data-analyse maken ze marge met producten die anderen hebben ontwikkeld en gemaakt. Hoewel vooral nog b2c-gericht, begeeft dit type onderneming zich steeds meer in de b2b-sfeer. In de drukkerijwereld bezorgt het platform Helloprint zo een groeiende groep van drukkers omzet, in ruil voor een deel van de winst én het contact met de klant. Vormt deze ontwikkeling een kans of juist een bedreiging voor de Nederlandse maakindustrie?

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

W

ebgigant Alibaba boekte alleen al op 11 november, op Singles’ Day, een omzet van omgerekend 27 miljard euro, concurrent JD.com kwam uit op 20,3 miljard. Dichter bij huis groeide drukwerkplatform Helloprint binnen vijf jaar naar 50 miljoen euro, een beduidend minder hoog maar niet minder indrukwekkend bedrag voor zo’n jonge onderneming. De schaalbaarheid van dit type van bedrijven zorgt ervoor dat ze razendsnel kunnen groeien.

‘DAT IS ONDERNEMEN’ ‘Mensen als Jeff Bezos van Amazon, maar ook een Marcel Boekhoorn die nu de Hema online in de markt gaat zetten, weten precies waar ze hun geld mee kunnen verdienen. En met welk type klant ze de meeste marge maken. Met die kennis

• ‘Ondernemingen met een hoge graad van digitalisering en standaardisering zullen zeker aansluiting vinden.’ • Persoonlijke betrokkenheid bij de oem-klant kan een Amazon-achtig bedrijf natuurlijk nooit opbrengen.’ • De complexiteit van matrijzen kun je niet als digitale file via een portal even naar de spuitgieter sturen.’ • ‘Doordat de belastingwetgeving achterloopt, betalen veel platforms geen btw en geen inkomstenbelasting.’

56

december 2018

investeren zij dan in platforms om de klant – b2b of b2c – toegang te geven tot producten en diensten, op maat, binnen een dag geleverd en tegen de laagste prijs’, aldus Carel van Sorgen, dga van 247TailorSteel. Dat is ondernemen en geeft deze partijen heel veel marktmacht. ‘Het is echter een illusie te denken dat je dat kunt tegenhouden. Je kunt beter diezelfde ondernemende weg volgen.’ Als consument herkent en erkent Anton Bax het gemak van bestellen bij internetplatforms. Zelf dwingt Van SorMaar dat is niet waarmee de directeur van metaalbewerker Bax Metaal zich in de eerste gen inmiddels veel plaats in de markt wil onderscheiden. ‘Wij willen een partner zijn voor de klant.’ respect af met zijn Foto: Bart van Overbeeke goeddeels geautomatiseerde metaalbewerkingsbedrijf waar via een intelligent platform – OMZET VERVIJFVOUDIGEN Sophia (Sophisticated Intelligent Analyzer) – op Van Sorgen rekent erop de komende jaren nog maat gesneden plaat is te bestellen dat tegen de een flink aantal bedrijven aan zijn Sophia te kunlaagste prijs binnen een etmaal wordt afgeleverd. nen verbinden of daartoe zelf ondernemingen te De ambitie is dit aanbod steeds verder te verruistarten. ‘Bestaande bedrijven met veel handwerk, men en metaaldelen te leveren die ook op maat met een heel eigen manier van werken, zijn veel zijn gebogen. Ook overweegt Van Sorgen het lastiger via een digitaal platform aan de markt te 3D-metaalprinten toe te voegen. ‘In een markt verbinden. Maar ondernemingen die dankzij een waarin partijen als wij actief zijn, is zeker nog hoge graad van digitalisering en standaardisering een goede boterham te verdienen door je sterk te snel en aantoonbaar een hoge kwaliteit tegen een specialiseren in een bepaalde bewerking, die heel scherpe prijs kunnen leveren, zullen zeker aangoed te automatiseren en je vervolgens met dat sluiting vinden. Die platforms zullen daardoor aanbod te verbinden met een bestaand platform.’ snel groeien, net als 247TailorSteel’, stelt hij. De


afgelopen tien jaar steeg de omzet van het bedrijf jaarlijks met 35 tot 40 procent en de ambitie is deze de komende vijf jaar te vervijfvoudigen. ‘B2c of b2b maakt niet meer uit. Het gaat alleen nog maar om b2human: een inkoper bij een industrieel bedrijf wil straks uitsluitend op exact dezelfde manier, met hetzelfde gemak, zijn gepersonaliseerde inkopen doen als hij nu al thuis doet bij Coolblue of Zalando. Die klant moet je zien te bedienen.’

PARTNER VOOR DE KLANT Als consument herkent en erkent Anton Bax het gemak van bestellen bij dat soort internetplatforms. Maar dat is niet waarmee de directeur van metaalbewerker Bax Metaal uit Bergeijk zich in de eerste plaats in de markt wil onderscheiden. ‘Wij willen een partner zijn voor de klant en als metaalbedrijf een zo compleet mogelijk aanbod doen. Dus niet alleen het productiewerk, maar ook het ‘uitspecificeren’, het ontwikkelen van de beste, meest effectieve productieoplossingen tegen de laagste kosten. Veel uitbesteders kunnen dat niet zelf. En tegelijk willen we een oem-klant de hoogste kwaliteit en leverbetrouwbaarheid bieden. Want wij begrijpen heel goed hoe vervelend het is als hij zijn machine niet kan uitleveren omdat dat laatste stukje plaatwerk te laat is.’

EIGEN PORTAL Dat inlevingsvermogen in de oem-klant is misschien te danken aan het feit dat Bax zelf – hij is

eveneens directeur van Q-fin, een fabrikant van ontbraammachines – ook oem’er is. ‘Wij hebben onlangs op de Euroblech-beurs veel orders gescoord. Dan merk je hoe fijn het is dat onze eigen metaalbewerker met je meedenkt en meebeweegt, alles op alles zet om zijn productiecapaciteit op te schalen. Die persoonlijke betrokkenheid bij de oem-klant kan een Amazon-achtig bedrijf natuurlijk nooit opbrengen.’ Dit laat onverlet dat Bax wel degelijk de toegevoegde waarde van digitalisering ziet. ‘Wij zijn bezig een eigen portal te ontwikkelen zodat klanten na het uploaden van hun files snel en automatisch een kostencalculatie toegestuurd kunnen krijgen. Zo verlagen we de orderkosten en verkorten we de doorlooptijd.’

NIET TE DIGITALISEREN Wim Simons van Timmerije uit Neede praat met veel respect over de inzet van 247TailorSteel, maar is ervan overtuigd dat zijn business – het spuitgieten van kunststof onderdelen – ook op de lange termijn niet onder een portal te hangen is. ‘Het grote verschil met de productie van metaaldelen is dat er voor het spuitgieten zeer complexe, klantspecifieke matrijzen en gereedschappen nodig zijn. Daar verandert het 3D-metaalprinten niets aan, ook al is dat volledig te digitaliseren. Ik ken de inzet van Philips DAP met NTS Norma om matrijzen te spuitgieten. Maar je hebt meer nodig dan het metaaldeel om te gaan spuitgieten. Een matrijs is een machine

op zich, met hydrauliek, mechaniek en elektronische schakelaars. Die complexiteit kun je niet als digitale file via een portal even naar de spuitgieter sturen. Dat vergt intensief, persoonlijk contact, om scherp te krijgen aan welke specificatie het kunststoffen eindproduct moet voldoen en wat dat betekent voor de benodigde productietechnologie, het aantal aanspuitingen, et cetera. Tot anderhalf jaar geleden konden klanten bij ons via internet aanvragen indienen. Maar die leidden zelden of nooit tot een opdracht. Nu nemen we alleen nog opdrachten aan op voorwaarde van persoonlijk contact. Sindsdien is onze offertesuccess rate verdubbeld.’

INVESTEREN IN DIGITALISERING Simons mag dan niets zien in een portal, hij investeert wel stevig – en al jaren – in het digitaliseren van zijn processen. ‘Uiterlijk in maart gaan we live met stap één van een systeem waarmee alle interne processen gedigitaliseerd zijn. Dan is van elk onderdeeltje na te gaan op welke machine, met welke matrijs en andere tools en door welke ploeg en medewerker het wanneer hier geproduceerd is.’ Voor de opbouw van een manufacturing execution system (MES) verbonden aan het ERP-systeem heeft Timmerije over langere tijd twee fte volledig vrijgemaakt. ‘Dankzij onze omvang (Timmerije is onderdeel van Hydratec Industries, omzet 2017: 169 miljoen euro, red.) LEES VERDER OP PAGINA 59

Digitalization extends your reach. How do you thrive in the age of disruption? With Siemens digital innovation solutions, you can digitalize your entire innovation process, from the idea through production to your customers. Get smarter. Go faster. Think bigger. Transform your business.

siemens.com/plm

december 2018

57


ADVERTORIAL

MYRIAGATOR INNOVATIONS IN DISTRIBUTED FIBER OPTIC SENSING 15.000 UNIQUE SENSING POINTS CHALLENGES Fiber Optics technology provides an ideal solution to transfer vast amounts of data over long distances. In addition however, fiber optics can also be used to for diagnostics purposes concerning the environment. The physical properties of light into the fiber can for instance be affected by strain, temperature, or pressure.

SOLUTION With distributed sensing the whole fiber is used as a sensor. This light backscattering is the main physical interaction that drives distributed sensing measures. As backscattering represents an extremely low amount of returning light, measurements must be taken over a long period of time to collect enough information for a precise measurement. Consequently, acquisition time and sensing resolution is low.

TECHNOLOGY Implementing the CWDM multiplexing method increases the total amount of sensors even more to 4000+ sensors. With CDM multiplexing time-interleaved sensing is introduced which again subsequently increase the sensor count to 10k+ uniquely identifiable high performing sensors!

BACKGROUND The uptake of fiber optic sensing solutions over more conventional electrical or mechanical sensors is rapidly accelerating across a broad range of applications. In addition to aerospace and medical applications, their benefits are employed in monitoring systems of industrial processes, quality control systems, mobility, utility and preventing and controlling general process abnormalities.

CALL TO ACTION The MyriaGator system demonstrates a versatile fiber optic sensing technology and offers a ready-to use solution. Where sensing and instrumentation is by nature exposed to environmental constraints; both the optical fiber sensing assembly as the readout equipment have to be able to withstand harsh conditions. This can be challenging and requires a premium solution platform. Having a reliable, easy-to-operate and quickly deployable fiber optic sensing solution is the key to success.

Technobis Group BV Pyrietstraat 2

T +31 (0)72 3020040

1812 SC Alkmaar

E info@technobis.com

The Netherlands

I www.technobis.com


VERVOLG VAN PAGINA 57

kunnen wij ons dat veroorloven. Als het eenmaal draait, onderscheiden wij ons met een kortere doorlooptijd, lagere kosten en een hogere kwaliteit. Onze processen zijn optimaal te plannen, onder andere omdat wij precies weten wat de onderhoudsstatus van onze machines is waardoor we veel minder stilstand zullen hebben. En mocht er toch ergens iets misgaan, dan kan ik de klant aan de hand van digitale documentatie precies laten zien wat wij hebben gedaan.’

GEEN ZORGEN Ook Nederland kent zijn platformbedrijven, al zijn ze kleinschaliger en doen ze meer dan de klant uitsluitend digitaal bedienen. Een logistiek dienstverlener als itsme heeft dan ook niet alleen een webshop, maar tevens een groot aantal medewerkers in dienst die klantspecifieke logistieke wensen vervullen en desgewenst voor een klant op zoek gaan naar bijvoorbeeld vervangende artikelen voor één artikel dat obsoleet dreigt te

zon, die al zijn processen wil kunnen digitaliseren, is daar niet in geïnteresseerd.’

BUSINESSMODEL VERRUIMEN? Maar slaat itsme niet zelf de vleugels uit door het eigen businessmodel te verruimen met de overname eerder dit jaar van machinebouwer CSi? ‘Die overname is gedaan door de itsme Group of Companies. Dat bedrijf is weliswaar de houdstermaatschappij van de itsme Holding waaronder

MACHTSCONCENTRATIE Ook al vormen platformbedrijven voor zijn onderneming kans noch bedreiging, Simons maakt zich wel degelijk zorgen over de ontwikkeling. ‘Doordat de huidige belastingwetgeving nog achterloopt, betalen veel van deze platforms, waaronder Airbnb en Uber, geen btw en geen inkomstenbelasting die de offline concurrentie wel moet betalen. Voorts kan door hun schaalgrootte een machtsconcentratie ontstaan die leidt tot een rechteloosheid van het personeel die je nu al bij Amazon ziet. Ook voor de concurrentieverhoudingen is het niet goed dat één of enkele partijen, gesteund door grote financierders, alle ondernemingen die ze aan hun portal kunnen hangen de marge kunnen afnemen en afhankelijk kunnen maken. Zodra je processen volledig zijn te digitaliseren, kun je de bok zijn’, waarschuwt Wim Simons.

‘Een Amazon is daar niet in geïnteresseerd’

worden. itsme Holding-directeur Henk Oude Brunink volgt met veel belangstelling de ontwikkelingen rond Amazon en Alibaba, maar maakt zich juist vanwege het eigen businessmodel met die grote dienstverlenende component, geen zorgen dat die bedrijven langskomen voor het doen van een overname. ‘De helft van ons assortiment verkopen wij maar één keer per jaar en jaarlijks komen er 100.000 artikelen bij, juist omdat wij onze klant op maat willen bedienen. Een Ama-

ook itsme Nederland valt, maar opereert volkomen los van ons. CSi is een klant, meer niet. Wij gaan niet zelf ontwikkelen en bouwen, en we worden ook geen machinebouwer.’

www.247tailorsteel.com www.baxmetaal.nl www.timmerije.nl www.itsme.eu

SPEELT DE SERVITIZATION-TREND PLATFORMBEDRIJVEN IN DE KAART? Servitization, een ontwikkeling richting businessmodellen waarin steeds meer diensten aan het product worden toegevoegd, zou platformbedrijven verder in de kaart kunnen spelen. Met als ultieme stap Productas-a-Service (PaaS), waarin een product niet meer in eigendom overgaat, maar als dienst verkocht wordt, tegen een vergoeding, bijvoorbeeld per tijdseenheid of – als het om een productiemachine gaat – per geproduceerde eenheid. Dergelijke businessmodellen brengen nog veel meer datastromen met zich mee: over de onderhoudsstatus van een machine, het aantal draaiuren, bepaalde trillingen, maar ook over betalingen, retourstromen, verrichte installatieactiviteiten, upgrades, et cetera. Iris van den Akker, commercial manager PaaS bij ABN AMRO, kreeg onlangs de opdracht om nieuwe ‘bancaire productproposities’ te introduceren om zo de zakelijke bankklant te ondersteunen bij het op de markt brengen van PaaS-verdienmodellen. Die klant kan zo zijn concurrentiepositie verstevigen. ‘Op zich bijzonder dat een bank zich toelegt op het uitdragen van een verdienmodel dat zich nog helemaal niet bewezen heeft en dus extra financieringsrisico’s met zich meebrengt. Maar als het verbruiken van grondstoffen, door bijvoorbeeld hoge afvalbelasting, veel duurder wordt, is het zinvol nu al aan de slag te gaan met een PaaSverdienmodel.’ Daarbij is nog veel onduidelijk, aldus Van den Akker. ‘Partijen, uit de ‘oude economie’, denk aan leasebedrijven, hebben al veel competenties in huis om een product als dienst weg te zetten.

Bovendien beschikken ze over de administratieve systemen, contractvormen en de logistiek om een deel van die service in de markt te zetten. Maar competenties als het voorspellen van onderhoud aan of het verstrekken van advies over het energieverbruik van een complexe productiemachine op basis van data van online sensoren, zijn juist bij de machinebouwer aanwezig.’ Kan het verzamelen en analyseren van die data dan onderdeel worden van het aanbod van platformbedrijven? Immers, is een portal eenmaal voor die ene verpakkingsmachinefabrikant gebouwd, dan is het een stuk gemakkelijker en dus goedkoper dat ook voor een tweede en een derde te doen. Zelf zo’n portal opbouwen wordt dan al snel duurder dan gebruikmaken van de diensten van een bestaand platformbedrijf. Of dat vervolgens ook betekent dat dat platformbedrijf het aanspreekpunt wordt voor de klant, de partij die de facturen verstuurt en de marge bepaalt, is volgens Van den Akker nog koffiedik kijken. ‘In servitization- en PaaS-verdienmodellen wordt de waarde van data veel groter. Maar welke partij de beste capabilities in huis heeft om die data om te zetten in commerciële waarde, is nu nog onduidelijk. Is dat het leasebedrijf, de logistieke dienstverlener, het platformbedrijf of juist de fabrikant? Hoe dan ook, PaaS komt eraan en het is zaak voor ondernemers zich nu al goed te oriënteren op wat dit voor hun business kan betekenen.’

‘In servitization- en PaaS-verdienmodellen wordt de waarde van data veel groter. Maar welke partij de beste capabilities heeft om die data om te zetten in commerciële waarde, is nu nog onduidelijk’, aldus Iris van den Akker, commercial manager PaaS bij ABN AMRO. Foto: ABN AMRO

www.insights.abnamro.nl

december 2018

59


STRATEGIE

STRATEGISCH PROGRAMMA LENZE 2020+ HOUDT MACHINE-AUTOMATISEERDER OP GROEIKOERS

‘SNELHEID MAKEN EN MEER DOEN MET MINDER’ Meer doen met minder. Voor die uitdaging staan machinebouwers in het Industrie 4.0-

MULTIDISCIPLINAIR

tijdperk, vertelt Eric van den Broek, managing director van Lenze Benelux en UK.

Van pur sang aandrijfleverancier is Lenze de afgelopen jaren getransformeerd in een aanbieder van machine-automatiseringsoplossingen. Om die rol te kunnen vervullen, zoekt en vindt het bedrijf open samenwerking en cocreatie – binnen en buiten de eigen organisatie. Van den Broek noemt de Mechatronics Competence Campus (MCC), die in aanbouw is in Extertal (Noordrijn-Westfalen, investering rond 50 miljoen euro) en in 2020 gaat draaien. Ceo Wendler spreekt in een persbericht van ‘een van de meest op de toekomst gerichte mechatronica-productiefaciliteiten in Duitsland’ en van ‘een belangrijke benchmark voor toekomstige samenwerking’. ‘Straks werken onze mensen in Extertal in agile (= slagvaardige, red.), multidisciplinaire teams in tal van open ruimtes samen om de beste mechatronische oplossingen en services voor onze klanten te ontwikkelen.’

De machine-automatiseerder haalt alles uit de kast om zijn klanten in die transitie te ondersteunen. Onder meer door in r&d te focusseren op digitalisering, flexibilisering en modulariteit. En ook door de bouw van een eigen open campus en het organiseren van hackatons. ‘We praten niet meer alleen over onze strategie, we implementeren die ook echt bij klanten.’

SNELHEID CRUCIAAL

Eric van den Broek, managing director van Lenze Regio Europe West: ‘Die personeelsschaarste kunnen we als bedrijf niet oplossen. Wel kunnen we met minder mensen meer doen, anders, slimmer. Daarop zijn ons besturingsplatform en onze analysetools vooral gebaseerd.’ Foto: Lenze

DOOR PIM CAMPMAN

‘W

at we het afgelopen jaar als Lenzeteam met klanten voor elkaar gekregen hebben, daar ben ik best wel trots op’, meldt Eric van den Broek vanuit de Lenze-vestiging in ’s-Hertogenbosch. Mede omdat dit zich vertaalt in mooie cijfers – ‘onze groei ligt boven het marktgemiddelde’. In het boekjaar 2017-2018 steeg de omzet met 9,2 procent tot 741 miljoen euro, het EBIT-resultaat met 12,3 procent (tot 65,7 miljoen) en de nettowinst met 21 procent. ‘Recordcijfers die aantonen dat we goed op weg zijn om onze ambitie – 1 miljard omzet over enkele jaren – waar te maken.’

DRIE PIJLERS Natuurlijk kunnen die fraaie cijfers niet los gezien worden van de florerende machinebouw-

60

december 2018

sector. Om die groei toekomstbestendig te maken, ontvouwde ceo Christian Wendler vorig jaar november, tijdens het 70-jarig bestaansfeest, het strategisch programma Lenze 2020+. Van den Broek maakte deel uit van het global strategy team dat de strategie definieerde. ‘Onze onderneming’, vertelt hij, ‘staat op drie pijlers: mechatronics, systems en digital. De mechatronica-pijler is traditioneel een hele sterke, en dat blijft ook zo. We maken daarin stappen naar de digitale wereld, bijvoorbeeld om relevante data uit aandrijfsystemen te halen en die te analyseren. En ook in systemen en digitale services groeien we fors, mede dankzij vergroting van onze software- en toepassingskennis. Momenteel zijn we bij klanten fysiek bezig met nieuwe manieren zoals simulatie, emulatie en modulatie – digital twin. Bij een aantal hebben we inmiddels applicaties in de cloud draaien.’

Op de MCC zal ook met partners in de supply chain, kennisinstellingen en klanten samengewerkt worden, vult Van den Broek aan. ‘De machinebouw is een rijdende trein, waar je op moet stappen om on par te blijven bij uitdagingen als time-to-market en procesdigitalisering en -flexibilisering om lot size of one te kunnen produceren. Daarbij gaat het bovenal om snelheid, niet om het startmoment. En die snelheid haal je alleen door met andere actoren in het speelveld samen te werken. Daarom bouwen we onze eigen campus, houden we hackatons, hebben we nauwe banden met universiteiten en hogescholen in Europa, de VS en Azië. En net of bijna afgestudeerde ingenieurs bieden we binnen Lenze Automation Camp een eenjarig opleidingstraject aan om hun skills in digitalisering en automatisering op een hoger niveau te brengen. De eersten zijn inmiddels afgestudeerd en de tweede lichting is bezig.’

TALENTSCHAARSTE In DockOne, een ruimte waar verschillende disciplines binnen Lenze – samen met de in softwareontwikkeling gespecialiseerde dochters Logicline en Encoway – nieuwe concepten ontwikkelen, bedenken creatieve talenten in hackatons van 48 uur out-of-the-box oplossingen voor maatschappelijk relevante onderwerpen. Van den Broek: ‘Daarbij snijdt het mes aan twee kanten. De oplossingen van de deelnemers triggeren ons om anders naar kwesties te kijken. En ze leren Lenze kennen als een onderneming die hun uitdaging in een fijne werksfeer biedt – waar ze misschien wel willen gaan werken. We overwegen


om ook in Nederland dergelijke hackatons te gaan houden.’ Om maar te zeggen: de schaarste aan technisch talent met de juiste competenties is niet een typisch Nederlands probleem; dat speelt ook in Duitsland. ‘Die schaarste kunnen wij als bedrijf niet oplossen. Wel kunnen we met minder mensen meer doen, anders, slimmer. Daarop zijn ons besturingsplatform en onze analysetools vooral

mensen met verschillende competenties bij elkaar te brengen, creëren we een ecosysteem, vergelijkbaar met de Brainport Industries Campus in Eindhoven. Tel de huidige zeer intensieve interactie met klanten daarbij op en je komt in een situatie dat je echt een partner bent die klanten bij de hand neemt om stappen te zetten in de wereld van Industrie 4.0. We zijn continu in gesprek met klanten over waar zij staan, naartoe

‘Snelheid maakt het verschil, niet het startmoment’

gebaseerd. Vandaar dat we in r&d zo sterk inzetten op het verbeteren van de performance van machines en processen bij de klant, op flexibele procesautomatisering en robotisering, digitale oplossingen, asset management, cloud-oplossingen, enzovoort. En daarmee dus ook op softwareintegratie, digitale netwerken, industrieel internet of things en big data analyse en zo meer.’

gaan en tegenaan lopen. Dat geeft ons inzichten over waar we onze innovatie op moeten focusseren. En we versterken die interactie nog eens met een online trainingsplatform voor klanten en met white papers, waarin specialisten in ons vakgebied schetsen wat er gaande is in de markt, welke impact zaken hebben, enzovoort. Daar is in de markt behoefte aan, merken we.’

NIEUWE MINDSET

SNELLER PRODUCEREN

De ’transformatie van Lenze is al een paar jaar gaande en heeft volgens Van den Broek tot een andere mindset geleid. ‘Door intern en extern

Die aanpak heeft al tot diverse noviteiten geleid. Van den Broek: ‘We hebben bijvoorbeeld motoren die je met een smartphone programmeert in

plaats van met een tool. En, in lijn met ons motto ‘meer doen met minder’, hebben we voor een klant in drie weken tijd een nieuwe motor ontwikkeld binnen onze systeemoplossing, een combinatie van een aandrijf- en automatiseringssysteem die gebruikmaakt van de mogelijkheden van Industrie 4.0.’ Voor zichzelf heeft Lenze eveneens ambitieuze doelstellingen geformuleerd: op 48 procent minder vloerruimte dezelfde productie draaien, 10 procent energie besparen en tot 85 procent sneller produceren. ‘Haalbare doelen, menen wij, temeer omdat we geleerd hebben grensoverschrijdend te denken.’ Ook in de salesorganisatie heeft dat tot veranderingen geleid: zo werden de entiteiten Benelux en UK samengevoegd tot Region Europe West, met Eric van den Broek als managing director. Allemaal initiatieven die laten zien dat ook in Duitsland niet langer in de beslotenheid van de eigen onderneming of afdeling geïnnoveerd wordt, maar in open samenwerking met derden. ‘Nieuw is ook dat we dingen sneller aanpakken, niet bang zijn onze neus eens te stoten. Weer: snelheid maakt het verschil, niet het startmoment. Gekscherend heb ik wel eens gezegd: Nederlanders gaan lopen als ze 70-75 procent zeker zijn dat de richting juist is, traditionele Duitsers als ze 105 procent zeker zijn en Japanners bij 125 procent. Maar dat is voorbij: we doen het gewoon en zien wel waar het schip strandt.’ www.lenze.com

THE INTEGRATOR.

LINKING INDUSTRY AND INNOVATION. VSE houdt het overzicht en houdt het simpel. Voor u! ALS HET GAAT OM: Motion control

Industriële automatisering

Hygiënisch ontwerp

Robot-integratie

Vision & Sound applicaties

Service & onderhoud

www.vse.nl

december 2018

61


STRATEGIE

SMART CUSTOMIZATION IN OPTIMA FORMA

VAN KLANTSPECIFIEK NAAR MARKTSPECIFIEK Van heel veel klantspecifieke producten naar een platform van standaardproducten die nog wel enigermate op klantwens te modificeren zijn. In die transitie maakt PBF Group grote stappen. Een grote switch, ook voor Connect Group, bouwer van PBF’s producten. ‘Onze lange samenwerking berust op vertrouwen, open kaart spelen en steeds meer ook cocreatie.’ Hoe een opdrachtgever en een toeleverancier samen stormen (hebben) doorstaan. Al zestien jaar een innige bedrijfsrelatie; van links naar rechts: Niels van Zon en Herman Struiwigh (Connect Group); Sander Asbroek en Hans Pol (PBF Group). Foto: Bart van Overbeeke

DOOR PIM CAMPMAN

ot een paar jaar geleden ontwikkelde en produceerde PBF voornamelijk klantspecifieke systemen: iedere klant zijn eigen power supply-oplossing. Hans Pol, managing director van PBF Group (en lid van de ‘Vorstand’ van moederbedrijf SFC Energy AG): ‘We komen uit de situatie dat we om de drie, vier jaar een nieuwe productfamilie uitbrachten. Dat werkte prima; de klant blij, wij blij. Maar in 2014, 2015 werd dat een probleem. Veel klanten wilden sneller nieuwe producten in de markt zetten. Wij, als moduleleverancier, moesten mee in die versnelling. Dus moest onze time-to-market korter, naar twaalf maanden max. Gezien de grote diversiteit aan producten in ons portfolio, zette dat onze r&d onder grote druk, te grote druk. Daar kwam bij dat bij een paar grote klanten de sales ver inzakte. Kortom, we moesten een nieuwe strategie bedenken.’

T

STANDAARDPLATFORM Die oplossing is gevonden, zegt Sander Asbroek, general sitemanager van PBF Almelo: ‘Met ons high-power standard platform verkleinen we ons productportfolio tot drie standaardproducten, die qua robuustheid en performance van een ongeëvenaard hoog niveau zijn. Daarmee kunnen eindklanten in de groeimarkten waarin we de meeste kansen zien, hun product flink verbete-

62

december 2018

ren. Wij kunnen die met kleine wijzigingen, misschien niet klantspecifiek, maar wel marktspecifiek aanbieden.’ Smart customization in optima forma. De focus ligt als eerste vooral op de grote groeimarkt van laser manufacturing equipment, de bouwers van bewerkingsmachines als lasersnijen laserlasmachines. ‘De kern van die machines is de laser source, de diode. Onze power supplies regelen dat de netspanning (wisselstroom, red.) als gelijkspanning naar de diode gaat – in steeds hogere vermogens om sneller en nog dikker plaatwerk te kunnen snijden’, vertelt Pol. ‘Door een hoos van consolidaties in de laserwereld dicteren nog maar een paar leveranciers die markt. Waardoor de equipment-bouwers als het ware veroordeeld zijn om bij hun concurrent in te kopen. Met ons semi-gestandaarde platform bieden we hun een mooie, state-of-the-art uitweg.’ Daarbij maakt PBF de switch naar de hoge vermogens: door modules te koppelen is opschalen tot 150, 200 kilowatt en hoger haalbaar. ‘In de lagere vermogensklasse concurreren met die Aziatische copy cats, dat gaat niet lukken.’

ONTWIKKELPARTNER Een deel van de productie besteedt PBF Group al zestien jaar uit aan Connect Group. De samenwerking is gaandeweg naar een hoger niveau

geëvolueerd: vandaag de dag assembleert Connect niet meer alleen, maar denkt vanaf de conceptfase van PBF’s productontwikkeling ook als partner mee over de beste weg naar goed maakbare producten. Omdat de beste en voor langere tijd vlot leverbare componenten worden toegepast, de assemblage simpel en (kosten)efficiënt verloopt en het eindproduct naadloos aansluit bij het portfolio en de verkoopstrategie van klant PBF, aldus Herman Struiwigh, chief commercial officer van Connect: ‘In 2002 was het: “Hier heb je het documentatiepakket, zorg maar dat het goed komt.” En vandaag is het: “Wij willen iets gaan ontwikkelen. Trek vanaf de conceptfase met ons op, zodat we samen uitkomen op iets waar de klant en wij blij van worden.” Dat boksen we voor elkaar, dankzij vertrouwen en openheid – en door in allerlei disciplines als het ware als één bedrijf samen te werken. PBF mag in onze boeken kijken, ze mogen bij onze engineering en inkoop en op onze werkvloer binnenlopen – doe alsof het je eigen bedrijf is.’

SAMEN DOOR PROCES Hans Pol bevestigt dat: ‘Als niet-producerend bedrijf moeten wij ook onze klanten het vertrouwen geven dat het aan de maakkant wel snor zit – dus houden ze audits in de Connect-bedrijven, als ware dat bedrijven van ons. De insteek is dat


247TAILORSTEEL.COM 24 uur per dag en 7 dagen per week online tailor-made producten direct te bestellen Al vanaf één stuk maar ook seriematig. De vlakbedlasers, kantbanken en profiellasers staan voor u klaar.

Discover Sophia Your personal online assistant. Smart. Simple. Sophisticated. www.247TailorSteel.com

we samen door zo’n proces gaan en daar, met alle hobbels die je onderweg onvermijdelijk tegenkomt, een succes van maken. Erop vertrouwend dat Connect niet afhaakt als we het even niet eens zijn. Want dan heb je allebei dikke problemen. Je zit voor langere tijd in hetzelfde schuitje. Dus geen houding van: “Nu ik, toeleverancier, dat project heb binnengesleept, hoef ik niet meer competitief te zijn.” Wel dus, anders komt er geen volgende klus. Op een heel natuurlijke manier houden we dat samen in balans. Als combinatie

ALLEBEI UIT DIP En dat in een periode dat zowel PBF als Connect in een flinke dip zat. PBF klimt daar uit met zijn (semi-)standaardplatform-strategie, Connect met een ‘meer doen met minder’-strategie. Herman Struiwigh: ‘We zijn onze klantenbase aan het reduceren om de topklanten die bij ons passen veel intensiever te kunnen bedienen. Onze doelstelling is niet de grootste te worden, maar wel de beste in wat we doen. Dat gaat nog zeker drie jaar duren. Maar we zijn op de goede weg: de afge-

‘PBF mag in onze boeken kijken, bij engineering binnenlopen – doe alsof het je eigen bedrijf is.’

zijn we in staat om die eindklant optimaal te bedienen.’ Niels van Zon, businessmanager voor Nederland bij Connect: ‘Al sinds 2016 investeren PBF en wij veel in hun nieuwe strategie. In de ontwikkeling, in teamsessies optimaliseringsslagen maken, proto’s en nulseries bouwen, klantaudits van een of twee dagen houden. De kost ging ver voor de baat uit; het was voor allebei een kwestie van de lange adem. Dat doe je alleen als je vertrouwen hebt, in elkaar en in de goede afloop.’

lopen twee, drie jaar zijn we 20 procent gegroeid, en niet alleen dankzij het goede economisch tij.’ PBF mikt op een stevige omzetgroei in de komende drie, vier jaar, vertelt Sander Asbroek. ‘Daarvoor hebben we de afgelopen jaren het grondwerk gedaan: nu ons platform staat, gaan we echt aan de gang om dat te vermarkten. Verder voorzie ik een nog intensievere samenwerking met en uitbesteding aan ont-wikkelen productiepartners als Connect.’ Hans Pol: ‘Nu doen we eindtesten nog zelf. En

PROFIEL PBF GROUP EN CONNECT GROUP Sinds 2011 is PBF een onderdeel – met stand-alone status – van het Duitse SFC Energy Group AG, de grootste aanbieder van hybride brandstofcellen, stationair en mobiel, ter wereld. PBF ontwikkelt en vermarkt hoogwaardige power supply-systemen (voedingsmodules) en speciale spoelen. Het bedrijf is technologiegedreven; de r&d vindt hoofdzakelijk plaats in Almelo (circa 60 medewerkers), een stuk assemblage in Roemenië (40 medewerkers). De samenbouw van producten besteedt PBF grotendeels uit. Onder meer aan Connect Group, dat voor industriële klanten in Europa systemen samenbouwt en de pcb- en kabelassemblage doet. Connect Group heeft haar roots in België (Kampenhout) en heeft verder ook vestigingen in Nederland (Veldhoven), Roemenië en Tsjechië.

we willen toe naar een situatie waarbij we onze test-equipment in de productielijn van Connect hebben, testen waar geproduceerd wordt zonder dat wij ertussen zitten, en dan shippen.’

www.pbfgroup.nl www.connectgroup.com

december 2018

63



GROEIEN IN TOELEVEREN

TEESING NEEMT FLOWMETERSPECIALIST A-B-T OVER

OVER ONGEBAANDE PADEN NAAR NIEUWE GROEIKANSEN Het was nog wel een beetje een bevalling, maar op 1 november kon het dan toch officieel bekend worden gemaakt: het Rijswijkse Teesing neemt flowmeterspecialist A-B-T over. Oud-eigenaar Ton Bol blijft voorlopig betrokken. DOOR ANDRÉ RITSEMA

T

eesing is een internationale leverancier van koppelingen, buizen, afsluiters, systemen en assemblages voor industriële toepassingen. Het bedrijf, met vestigingen in Rijswijk, China, de Verenigde Staten en Taiwan, heeft in totaal zo’n zeventig medewerkers in dienst en komt dit jaar naar verwachting op een omzet van rond de 50 miljoen euro uit.

GOEDE HARMONIE Een jaar of vier geleden is er ook al eens gesproken over de overname van A-B-T, zegt Jurre Oorlog, de corporate sales & marketing manager van Teesing. ‘Toen ging het om allerlei redenen niet door. Nu is de markt anders en kwam Ton Bol op een leeftijd dat hij ging nadenken over zijn toekomst. Jurre Oorlog van Teesing, met links van hem Ton Bol, oud-eigenaar van A-B-T. Het portfolio van A-B-T vormt een goede aanvulling op De tijd is er nu rijp voor, vonden wij – de van Teesing. Foto: Teesing en dat vond ook A-B-T.’ Al duurde het overnameproces langer dan verwacht. shifts draaiden en door het inschakelen van bestaande klanten, we kunnen er ook nieuwe ‘Vooral het officiële gedeelte kostte meer tijd dan externe hulp, kwam het uiteindelijk goed. Oorklanten en nieuwe markten mee benaderen. gepland. Maar het is allemaal in goede harmonie log: ‘Ik hoop dat de klanten er uiteindelijk niet Bijvoorbeeld in de industriële petrochemie en de verlopen.’ langdurig last van hebben gehad. Als je blijft semiconductorsector. Met de overname treden A-B-T – wat staat voor Anton Bol Techniek – is communiceren dan kweekt dat ook veel begrip. we overigens behoorlijk buiten onze eigen al 24 jaar een specialist op het gebied van flow“Oh, zo ging dat bij ons ook”, zeiden sommigen. gebaande paden. Want we krijgen nu ook de meters. Het Tilburgse bedrijf levert aan vrijwel We hebben het nu in ieder geval onder controle.’ instrumentatiekant en meettechnieken in ons portfolio. Dat is ook mooi. Het zorgt voor nieuwe kansen.’ NAAR NIEUW PAND Oorlog kijkt positief vooruit: ook financieel ziet het er goed uit voor Teesing. De omzet dit jaar FLINKE ERP-KLUIF stijgt waarschijnlijk met zo’n 20 procent. En Teesing had de overname, maar 2018 was ook om een andere reden een roerig jaar. Begin dit jaar ook voor volgend jaar wordt een stijgende lijn werd namelijk een nieuw ERP-systeem ingevoerd. verwacht, met opnieuw dubbele groeicijfers. Dat was een hele kluif, zo zegt Oorlog. ‘Net als de ‘We hebben op het hoofdkantoor vijf vacatures meeste andere bedrijven die zo’n transformatie en zoeken ook voor andere vestigingen mensen. hebben doorgemaakt, had het ook bij ons Mede vanwege de groei wordt de huidige locatie behoorlijk wat impact. Ons oude systeem was in te klein. We gaan in 2019 naar alle waarschijnlijkalle industrieën en voor elke flowapplicatie. De de loop van de afgelopen tien jaar helemaal op oud-eigenaar blijft in ieder geval nog twee jaar als heid over naar een nieuw pand. Uiteraard kijken onze bedrijfsvoering ingericht. Nu zijn we overadviseur betrokken. Jurre Oorlog: ‘Het is mooi we dan ook naar een nieuwe inrichting, zoals een gegaan op Microsoft Dynamics Navision. Dan dat we zijn kennis en kunde nog een tijd kunnen ruime state-of-the-art cleanroom, assemblageloop je tegen allerlei dingen aan die je niet had gebruiken en inzetten.’ ruimtes, testlaboratoria en verdubbeling van de verwacht. Hoe de verschillende bedrijfsonderautomatische opslagsystemen. Tevens willen we delen in het systeem op elkaar moesten worden volledig energieneutraal gaan werken, helemaal BUITEN GEBAANDE PADEN afgestemd, bijvoorbeeld. Gaandeweg kwamen gericht op de toekomst.’ Volgens Oorlog is A-B-T een goede aanvulling op daarin verschillende tekortkomingen aan het het portfolio van Teesing. ‘We kunnen de produclicht.’ Doordat Teesing-medewerkers dubbele ten van A-B-T niet alleen leveren aan onze www.teesing.com

Ook in 2019 verwacht Teesing groei met dubbele cijfers

december 2018

65


PRODUCTONTWIKKELING

SMC PNEUMATICS WORDT SMC NEDERLAND, VANWEGE BREEDTE ASSORTIMENT

‘ELEKTRISCHE AANDRIJVING IN OPMARS, MAAR PNEUMATIEK BLIJFT RELEVANT’ Elektrische aandrijvingen zijn de afgelopen jaren steeds compacter, krachtiger en energie-efficiënter geworden, waardoor zij zich hebben ontwikkeld tot een interessant alternatief voor pneumatiek. Ook op het gebied van pneumatische aandrijvingen staan de ontwikkelingen niet stil. Zo kan tegenwoordig al tot op een tiende millimeter worden bepaald waar een cilinder staat. ‘Allerlei factoren zijn van invloed op de keuze tussen elektrische of pneumatische aandrijvingen’, zegt Ronald Driesen, productmanager elektrische aandrijvingen bij SMC Nederland.

DOOR WOUTER HOEFFNAGEL

P

neumatische en elektrische aandrijvingen kunnen in belangrijke mate voor dezelfde toepassingen worden ingezet en binnen een toepassing worden gecombineerd. Desondanks zitten er grote verschillen tussen de twee systemen. ‘Beide hebben hun vooren nadelen. Zo zijn elektrische aandrijvingen door het gebruik van spoelen en magneten altijd groter dan de pneumatische variant. De grotere omvang zorgt ook voor een groter gewicht. Pneumatiek levert hierdoor in de praktijk een grotere kracht zowel per volume- als per gewichtseenheid’, aldus Driesen.

Ronald Driesen (links) en Roy Schep: ‘Door het energieverbruik nauwlettend te monitoren, kunnen bedrijven forse besparingen realiseren.’ Foto: Danny de Jong

WARMTEPRODUCTIE Ook als het gaat om de warmte die de systemen produceren, bestaat er een belangrijk verschil. Waar een pneumatische aandrijving warmte bij de compressor genereert, gebeurt dit bij een elektrische aandrijving in de aandrijving zelf. Dit heeft een aantal gevolgen. Driesen: ‘Doordat pneumatische aandrijvingen nauwelijks warmte genereren, is de inschakelduur van dergelijke systemen nagenoeg onbeperkt. Dit geldt niet voor elektrische aandrijvingen: die genereren altijd warmte, zelfs als ze stilstaan.’

GROTERE FLEXIBILITEIT Een ander verschil is dat de elektrische aandrijving flexibeler is in snelheid en acceleratie. ‘Hier-

66

december 2018

door kan de werking van de aandrijving beter worden afgestemd op de gewenste toepassing. Ook is het veel eenvoudiger met behulp van een master-slave functionaliteit bewegingen gelijktijdig te laten uitvoeren. Doordat geen gebruik wordt gemaakt van perslucht, bestaat daarnaast geen risico op lekkage’, stelt Driesen. Als het gaat om het rendement, zijn beide systemen onder andere omstandigheden efficiënter. ‘Pneumatiek heeft een hoger rendement bij het vasthouden van een bepaalde positie, aangezien je simpelweg een klep kunt dichtzetten om de druk te bewaren. Bij elektrische systemen blijf je continu elektriciteit verbruiken om een positie vast te houden’, verklaart Driesen. ‘Elektrische aandrijvingen hebben op hun beurt bij dynamische bewegingen een hoger rendement.’

MEEST RELEVANT Welke aandrijving het meest relevant is voor een bedrijf, is in belangrijke mate afhankelijk van de toepassing. ‘Als je bijvoorbeeld twee keer per minuut van A naar B wilt bewegen, is een elektrische aandrijving zelden efficiënter dan een pneumatische. De aandrijving wordt immers een flink deel van de tijd niet gebruikt, terwijl elektrische aandrijvingen bij stilstand een lager rendement opleveren dan pneumatische varianten’, zegt Driesen. ‘Maak je dezelfde beweging echter twintig keer per minuut, dan is een elektrische aandrijving door zijn hoge rendement bij bewegingen juist weer efficiënter.’ Een elektrische aandrijving kan ondanks de hogere aanschafkosten onder de streep toch goedkoper zijn dan een pneumatische variant.


Zo zijn elektrische aandrijvingen veel eenvoudiger in te regelen. Bijvoorbeeld in geval van de doseermachines voor bakkerijen, gebouwd door een SMC-relatie, waarmee bakkers geautomatiseerd fruitgelei op gebak kunnen aanbrengen. Voor die machines zijn elektrische aandrijvingen op basis van nauwkeurigheid en snelheid een efficiënte oplossing.

capaciteit te vergroten, wilde het bedrijf een extra machine plaatsen. Driesen: ‘De huidige compressor had daarvoor onvoldoende capaciteit, zodat een nieuw exemplaar van maar liefst 30.000 euro moest worden aangeschaft. Om deze investering te voorkomen, is besloten tot de implementatie van een vertical flow wrapper met een elektrische aandrijving.’

voor gaan inzetten. Hierbij letten we niet alleen op het energieverbruik van de oplossing, maar ook op andere vereisten. Er zijn meerdere wegen naar het einddoel van de klant. Welke weg het meest geschikt is, bepalen we in goed overleg met de klant.’ Boerdijk: ‘SMC doet veel meer dan alleen pneumatiek. Zo leveren we naast elektrische

DUURZAME WERELD SMC huldigt het standpunt dat pneumatiek past in een duurzame wereld. Maar dat betekent niet dat het bedrijf de ogen sluit voor de huidige elektrificatie in de industriële automatisering. Zo is SMC onlangs gestart met een Europese campagne om energie-efficiëntie in productieprocessen te vergroten. Daarmee wil SMC bedrijven helpen om met minder energie dezelfde activiteiten uit te voeren. ‘Door het energieverbruik nauwlettend te monitoren, kunnen bedrijven forse besparingen realiseren’, zegt Roy Schep, projectengineer energy efficiency bij SMC Nederland. Het bedrijf gaat uit van vijf stappen: genereer alleen de energie die nodig is, hergebruik de energie die wordt gegenereerd, monitor het verbruik van energie, gebruik alleen de noodzakelijke energie, en denk efficiënt over energie.

KWALITEIT WAARBORGEN Ook heeft SMC recentelijk een project uitgevoerd bij een fabrikant van verpakkingen voor medische toepassingen. Deze klant heeft hiervoor zes vertical flow wrappers staan. Om de productie-

De relevantie van de aandrijving hangt af van de toepassing

OBJECTIEVE BLIK Marketingcollega Patrick Boerdijk benadrukt dat de breedte van het aanbod – met zowel pneumatische als elektrische aandrijvingen – SMC in staat stelt om met klanten mee te denken en samen te bepalen welke aandrijving voor hun specifieke toepassing het meest relevant is. ‘Wij kijken objectief naar de voor- en nadelen van beide type aandrijvingen en geven advies, zonder dat we er belang bij hebben de klant in een bepaalde richting te sturen’, legt hij uit. Schep vult aan: ‘We kijken wat de klant en diens toepassing nodig hebben, hoe we dit het best kunnen realiseren en welke producten we hier-

any shape in any metal WHEN

PRECISION

MACHINING

GETS

TOUGH

aandrijvingen onder meer vacuümtechniek, sensoren, apparatuur voor temperatuurregeling en ionizers. Om te laten zien dat klanten ook voor veel andere automatiseringsproducten bij ons terechtkunnen, zal het bedrijf vanaf 1 januari de nieuwe naam SMC Nederland dragen.’ Zullen pneumatische aandrijvingen ooit verdwijnen? ‘Nee, dat verwachten wij niet, ook niet op de lange termijn. Elektrische en pneumatische aandrijvingen zullen naast elkaar ieder hun relevante rol blijven vervullen’, aldus Ronald Driesen. www.smc.nl

If a material is machineable, Landes is able to create any shape in it, accurately to a micrometer. We do so for industries such as Aerospace & Defense, Semiconductor, Medical, Machinery & Equipment, Sensor Technology, and Process Technology. • From plastics up to superalloys • ISO 9001 and AS 9100 certi ed • Climatized measuring room • 100% Traceability

+ 31 (0)591 63 22 05 www.landes.nl

Landes HIGH END MACHINING

december 2018

67


REISVERSLAG, DEEL 2

MEE- EN TEGENVALLERS BIJ AAE IN FASE 2 VAN DE ERP-HERIMPLEMENTATIE

‘DE GROENE SMILEY STAAT ER OMDAT HET TOCH GOED UITPAKTE’ AAE heeft de ambitie een smart factory te worden. Zonder digitalisering is de groei die het bedrijf uit Helmond voor ogen staat, niet mogelijk. Daartoe loopt sinds anderhalf jaar de herimplementatie van het ERP-pakket van Isah. Deel 1 van dit driedelig ‘implementatie-reisverslag’ eindigde met de live-gang van het eerste deel, wat de basis legde voor verdere optimalisatie. Dit deel 2 gaat over wat er sindsdien – eind vorig jaar – allemaal goed en fout is gegaan.

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

A

an het eind van het gesprek stelt Isahdirecteur Paul van Abeelen toch maar even de hamvraag: ‘Welk rapportcijfer geef je de complete ERP-herimplementatie tot dusver?’

VEEL TEGELIJK We schrijven medio november, ruim anderhalf jaar nadat het herimplementatie-traject van het ERP-systeem van Isah Business Software bij machinebouwer/systeemleverancier AAE is gestart. Bijna een jaar geleden, in december 2017, startte fase 2 met de live-gang van de nieuwste versie van het ERP-pakket, van 4.2 naar 5.0. Wat toen de status was, is terug te lezen in de Linkuitgave van februari 2018. Sindsdien is er in dat traject ‘heel veel’ gebeurd. En dat in een bedrijf dat snel groeit, nieuw gebouwd heeft en verhuisd is en waar een flinke verbouwing gaande is, onder meer om de cleanroom fors te vergroten. Dat lijkt veel hooi op de vork, maar alle aanwezigen zijn het er volledig over eens: wil AAE blijven groeien dan móet het dit doen. ‘Alsof je een pleister lostrekt: vervelend, maar doe je het snel dan lijd je het minst’, is de metafoor die Rob Kroyenga hanteert.

SUPERSPECIALISTEN In de functie die Kroyenga sinds februari jongstleden bij AAE vervult, draait het bij uitstek om dat traject versnellen en zo het ‘leed’ te verzachten. Hij is, als manager integral logistic optimization, een van de ‘superspecialisten’ die het implementatieproces moeten behoeden voor vastlopen. De nieuwste versie van Isah mag dan met de start van fase 2 live zijn gegaan, in de maanden erna moesten allerlei additionele ERPmodules worden geïnstalleerd en geactiveerd. Kroyenga bemoeit zich vooral met de implementatie van de Warehouse-module. ‘De routing was dat materialen die voor een bepaald project binnenkwamen in bakken werden gelegd. Per project kan dat om meer dan duizend onderdelen

68

december 2018

gaan, die door elkaar in die bakken lagen. Checken of iets binnen was en waar het lag, was daardoor heel tijdrovend. Die materialen gaan nu naar het magazijn waar ze per onderdeeltype, en met de projectcode in bakjes, worden opgeslagen. Zo’n nieuwe routing bedenken is slechts een eerste stap. Vervolgens moet die in de ERP-software juist worden vastgelegd én moet iedereen conform gaan werken. Dat gaat niet vanzelf.’ AAE-directeur Frank Mulders beschrijft Kroyen-

mentatie-activiteiten, met hun beoordeling in een rode, oranje of groene smiley. De ‘geleerde les’ waar Mulders op doelt, geduid als ‘determine impact’, gaat vergezeld van een boos kijkende, vuurrode smiley en betreft de implementatie van de Warehouse-module. Besloten werd om alle materialen die al in de processen van lopende projecten zaten, níet over te zetten naar het nieuwe systeem en ook fysiek op hun plek te laten, in die verzamelbakken. In de veronderstelling dat die projecten snel voltooid zouden worden en die materialen dus vlot van de werkvloer zouden verdwijnen. ‘Maar een paar weken werd al gauw een paar maanden en nog steeds hanteren we die bakken. Daardoor lopen voor een langere tijd een oud en een nieuw systeem naast elkaar. De les die we geleerd hebben, is dat we veel beter alles in één keer kunnen overzetten, fysiek én in het systeem, ook al moet daarvoor een flinke ploeg een weekend lang materiaal zoeken, van de nieuwe codering voor-

Alle aanwezigen zijn het er volledig over eens: wil AAE blijven groeien dan móet het dit doen

ga’s opdracht als volgt: eerst de achterliggende problematiek goed doorgronden, dan ‘tactische’ logistieke keuzes maken, dan toezien op de juiste borging in het systeem en, ten slotte, zorgen dat alles op de juiste wijze wordt toegepast. ‘Heel belangrijk: doe je dat niet, dan heb je wel een state-of-the-art ERP-systeem, maar gaat niemand er op de juiste manier mee aan de slag. Dat is een van de belangrijkste oorzaken dat implementaties foutlopen.’

zien en in het nieuwe warehouse in de juiste bak leggen. Dat niet doen heeft een veel grotere impact gehad dan vooraf gedacht’, aldus Mulders. Kon Isah, met alle ervaring bij andere klanten, AAE niet behoeden voor deze verkeerde beslissing? Van Abeelen: ‘Komt tijd, komt raad. Is het zinvol een order die al voor 90 procent klaar is nog om te zetten? Het antwoord daarop is bij elke klant weer anders en weet je pas achteraf.’

PASSIE ÉN IRRITATIES VERKEERDE BESLISSING MET IMPACT Op de keuze om te werken met een paar superexperts – onder wie Guido Bollen, extern adviseur met veel logistieke ervaring bij bedrijven als ASML en Fokker – kijkt Mulders met voldoening terug. Maar er zijn ook beslissingen die beduidend minder goed hebben uitgepakt. Hij brengt een lesson learned ter sprake. Koen Pijnenburg, voorzitter van de implementatiewerkgroep, projecteert een slide op een groot scherm. Daarop staat een flink aantal recent geëvalueerde imple-

Een positief oordeel is er wel over de toewijding waarmee de implementatie het afgelopen jaar is voortgezet, op Pijnenburgs slide geduid met ‘passion’ en een groene, blije smiley. Waren er in fase 1 nog managers die tijdens de werkgroepvergaderingen vooral met hun mobieltje in de weer waren of hun hoofd bij lopende projecten hadden; in fase 2 heeft zich dat niet meer voorgedaan, constateert Pijnenburg. Toch, als iemand die niet gemist kon worden voor een klantproject óók per se bij zo’n werkgroepvergadering aan-


wezig moest zijn, dan liep het op de werkvloer nog wel eens mis. ‘Een planner bijvoorbeeld. Die heeft geen collega waaraan hij zijn werk even kan overlaten en is vaak onmisbaar om een project in goede banen te leiden. Tegelijk heeft de werkgroep hem keihard nodig. Dat vraagt van de andere werkgroepleden dat die de gaten dichtlopen, wat natuurlijk met irritaties gepaard kan gaan.’ ‘Maar overall’, vult Van Abeelen aan, ‘verdienen de mensen in dit bedrijf een compliment voor de AAE-directeur Frank Mulders (links) geeft de ERP-herïmplementatie tot dusver een ‘8’: ‘Omdat ik weet waar we vandaan komen.’ prioriteit die ze de impleNaast hem van links naar rechts: Paul van Abeelen, Rob Kroyenga en Koen Pijnenburg. Foto: Vincent Knoops mentatie geven. De wil om vooruit te gaan en het die end users daadwerkelijk goed verloopt. nieuwe systeem in gebruik te nemen is enorm. in detail vastgelegd, foutloos geïntegreerd met We blijven kort op de bal zitten. Desalniettemin Bij veel klanten maak ik dat anders mee.’ het ERP-systeem. Een forse klus, nu nog in het bepaalt de klant 70 procent van het implemenstadium van het vinden van het beste pakket en tatiesucces.’ de beste implementatiepartij. Dat duurt nog tot GOED UITGEPAKT ver na volgend jaar zomer, weet Mulders. Pas dan Op de slide is bij de tekst ‘key users’ zowel een kan de laatste, vierde fase beginnen. De invulling rode als groene smiley gezet. Een gemengd beeld FASE 3: SPRINTS daarvan is nog onderwerp van discussie, blijkt dus. Bedoeling was dat een groep key users een Kort voor het interview is implementatiefase 2 uit de woordenwisseling – vrolijk, maar met een volledige Isah-training zou volgen: ze zouden dan voltooid met de live-gang van Material Resources serieuze ondertoon – tussen Mulders en Van op hun beurt hun collega’s, de end users, wegwijs Planning (MRP), een module die op basis van Abeelen. ‘Het implementeren van de volledig maken. Dat eerste blijkt consequent gedaan, maar een forecast allerhande signalen afgeeft aan geïntegreerde financiële module Isah-Finance’, dat tweede niet. ‘Eigenlijk zijn de end users in het inkoop en productie. Dat betekent niet dat de stelt de Isah-directeur. ‘Daarmee zijn financiële diepe gegooid en zijn die, weliswaar in de testfase, module al volledig met productdata gevuld is: rapportages met één druk op de knop beschikzonder enige instructie aan de gang gegaan met van de 167 AAE-/Grauel-eindproducten, inclusief baar. Scheelt twee fte’s’, promoot hij. ‘Eerst de de Shop Floor Control-module (het ERP-onderalle onderdelen waaruit die zijn opgebouwd, deel dat de operator stap-voor-stap door zijn waren er medio november negen volledig in de PDM-implementatie rond, daarna zien we taken leidt, red.). Vandaar die rode smiley’, legt nieuwe MRP-module ingevoerd. Nog 158 te gaan verder’, besluit Mulders. Pijnenburg uit. De groene staat er omdat het toch dus. Dat gebeurt in fase 3, waarin de kleinere, goed uitpakte. ‘Sterker nog, het leverde de nodige nieuwe ERP-werkwijzen in korte sprints geïmpleRAPPORTCIJFER? feedback op over zaken die nog niet logisch menteerd en direct live gezet worden. Mulders: Waarop Van Abeelen het gezelschap zijn hamwaren ingericht. Zo leerden ze het nieuwe ‘Nieuwe software stelt ons nu bijvoorbeeld in vraag voorlegt: ‘Welk rapportcijfer geef je de systeem al werkende heel snel kennen, waardoor staat niet alleen te plannen aan de hand van complete ERP-herimplementatie tot dusver?’ de kennis beter beklijft.’ Van Abeelen, een waarde machinecapaciteit, maar ook van de beschikKoen Pijnenburg houdt het op een 8; Rob Kroyschuwende vinger opstekend: ‘AAE werkt al jaren bare mankracht. Dat gaan we direct op die enga, iets zuiniger, op een 7,5 en de Isah-direcmet onze software. Zestig procent van wat gemanier doen. Het traceren van de herkomst van teur zelf vindt het ook een 8 waard. En Frank implementeerd wordt, kennen de mensen al. materialen, die we in Excel-sheets bijhielden, kan Mulders? ‘Een 8, omdat ik weet waar we vandaan Bedrijven die er totaal geen ervaring mee hebben, binnenkort in het nieuwe pakket. Zodra die komen.’ moeten dit zeker niet navolgen. Dan red je het module is geïnstalleerd en live gezet, gaan we niet met alleen aftercare door de key user. Key ermee aan de gang.’ Dit is deel 2 van een drieluik over de ERP-impleusers moeten in staat zijn en de tijd hebben om mentatie door Isah bij AAE. De laatste aflevering voorafgaand aan de live-gang de end users goed volgt volgend najaar. OOK PDM wegwijs te maken; daar zien wij altijd op toe. In fase 3 moet ook een PDM-pakket (Product Vervolgens checken we in driewekelijkse voortData Management) worden geïmplementeerd. www.aaebv.com gangsgesprekken met de klant of het trainen van Daarin wordt elke tekening en wijziging daarop www.isah.com

december 2018

69


DIGITALISERING

VEEL OVEREENKOMSTEN TUSSEN OPDRACHTGEVER EN BOUWER-ARCHITECT HEEMBOUW

BEDRIJFSPAND ORANGEWORKS ZIT ALS GEGOTEN DANKZIJ BIG DATA Jan de Wringer, eigenaar-directievoorzitter van process equipment bouwer Orangeworks, kijkt rond in zijn nieuwe bedrijfspand. Niet in het echt, maar met een virtual-reality bril op, want de bouw in Oss is nog maar net gestart. Maar in Breda, bij bouwonderneming Heembouw, ziet en ervaart hij toch al hoe het gaat worden. ‘Een prachtige tool, die wij ook aan klanten aanbieden’, zegt hij. ‘Qua cultuur, stijl en aanpak zitten we heel sterk op één lijn. Dat geeft een klik.’

en Veghel was geen geschikte locatie voorhanden, op industriepark Vorstengrafdonk in Oss wel: op een lap grond van 27.900 m2 startte begin november de bouw van een bedrijfshal (10.500 m2) en kantoorruimte (1.800 m2). Op 1 juli volgend jaar moet de nieuwbouw klaar zijn. ‘Dan komt er een einde aan die lappendeken, die maar leidt tot subcultuurtjes die kennisuitwisseling en fysieke interactie tussen mensen blokkeren. Denken dat je het zonder te vragen wel weet, zit in de mens. Klopt niet, natuurlijk. In ons vak is veronderstelde kennis absoluut killing: marge behaal je alleen als je het in één keer goed doet.’

FYSIEKE INTERACTIE Voor het gebouwontwerp – en meer – nam Orangeworks Heembouw in de arm. De Wringer: ‘Eén van de dingen die ze perfect hebben opgelost, is dat het een transparant pand is geworden dat uitnodigt tot communicatie. Engineering en werkvoorbereiding werken samen in één kantoor dat – net als de Jan de Wringer van Orangeworks: ‘Het eindresultaat: een mooi gebouw met een uitstraling die hoogwaardigheid en stijl combineert kantine – uitkijkt op de met no-nonsense. Precies wat wij zijn: niet over the top, wel uitnodigend, voor medewerkers en klanten.’ Illustratie: Orangeworks werkvloer. Je ziet dus wat daar gebeurt.’ Hoewel automatiseringssystemen en monitoren onmisbaar zijn voor een goede comDOOR PIM CAMPMAN de payroll. Exclusief een flexibele schil, waaruit in municatie, gelooft de dga van Orangeworks heel tijden van topdrukte vijftig of meer extra krachsterk in fysieke interactie. ‘Een projectleider die in ten bijgeschakeld worden. ‘Projecten kunnen zo rangeworks ontwikkelt en assembleert de fabriek wordt aangesproken op iets wat hij groot zijn als de jaaromzet. Dus is flexibiliteit een machines en productielijnen voor voedgoed of minder goed heeft geregeld; sterker kun must: in drie maanden tijd kunnen we onze selverwerkende bedrijven in de hele je het niet hebben. Waardering krijgen als het capaciteit verdubbelen.’ wereld. Het onderscheidend vermogen In 1986 kwam er een vestiging bij, in Veghel. van het bedrijf zit in diepgaande kennis van de goed is, spanning voelen als er een wijziging op ‘Aanleiding was dat we voor de MARS-fabriek processen in die sector en een hoge mate van een order komt of een onderdeel niet op tijd is aldaar onderhoud & service gingen doen. Wat vakmanschap en creativiteit, aldus dga Jan de geleverd. Dat zocht ik – en dat krijgen we’, zegt begon met een pompje vervangen en een frame Wringer. ‘We zijn een projectenbedrijf met een monteren, werd gaandeweg steeds meer en onderstroom van kleine orders. Maar het echte groter. Eigenlijk hebben wij bij MARS het vak geld verdienen we met projecten; daar komen HEEMBOUW geleerd. Vandaag de dag leveren we equipment onze kennis en kunde het meest tot hun recht. aan 23 MARS-fabrieken in de hele wereld.’ Seriebouw doen we eigenlijk niet: in ons maakbedrijf draait het om high mix, low volume, high Heembouw werd in 1939 in Roelofarendsveen complexity. Met als vertrekpunt het recept van de LAPPENDEKEN opgericht. In de loop der jaren groeide de dorpsklant. We hebben behoorlijk wat toeleveranciers, De gestage groei had versnippering tot gevolg, aannemer uit tot een veelzijdig, ontwerpend en innomaar vrijwel alles wat in aanraking komt met de vertelt De Wringer. ‘Om iedereen onder te brenvatief bouwbedrijf met circa 270 medewerkers, zo’n producten die onze klanten maken, maken we gen regelden we her en der kantoorruimtes, tot 180 miljoen euro omzet en vestigingen in Roelofzelf.’ portakabins aan toe. Mij een doorn in het oog. arendsveen, Rotterdam en Breda. Sinds in 1996 Heembouws missie is: plekken creëren waar het in-house architectenbureau Habeon Architecten mensen willen werken. Precies zo denk ik erover. FLEXIBILITEIT EEN MUST van start ging, voert Heembouw voor veel klanten Daarom gaan we alle medewerkers en activiteiten Orangeworks, in 1970 klein begonnen in het turn-key projecten uit. in een mooi, nieuw pand samenbrengen.’ In Mill Brabantse Mill, heeft honderd medewerkers op

O

70

december 2018


hij. ‘Eigenlijk hebben we straks helemaal geen afdelingen meer. Samen met Heembouw hebben we een kantoor ontworpen, dat je heel simpel en volledig afgestemd op lopende projecten kunt inrichten. Vandaag een project waar zes man aan werken, morgen eentje van tien.’

benaderen al voor dat ze concrete stappen hebben gezet. We zitten nu op 30 procent juiste voorspellingen: dus een op de drie bedrijven die wij benaderen, overweegt inderdaad serieus nieuwbouw of uitbreiding.’

ONE-STOP SHOPPING STAPPEN IN BIG DATA Het contact tussen Orangeworks en Heembouw kwam mede tot stand dankzij het fenomeen big data, waar Heembouw slim mee om weet te gaan. ‘De klanten veel toegevoegde waarde bieden door innovatief te zijn, daar onderscheiden wij ons mee’, zegt Job Kuijpers, commercieel manager

Heembouw zet big data ook in om (potentiële) klanten toegevoegde waarde te bieden. ‘Door hun eisen en wensen met onze data te combineren, kunnen we de meest geschikte bouwlocatie vinden (zo ging dat met Orangeworks, red.) en vragen beantwoorden over de ligging en bereikbaarheid, of er voldoende, goed geschoold perso-

‘In ons vak is veronderstelde kennis absoluut killing’

Regio Zuid. ‘Big data is daar een voorbeeld van. Ter ondersteuning van onze acquisitie verzamelen we ontzaglijk veel data. Daaruit kunnen we afleiden welke bedrijven binnen ons interessegebied zo snel groeien dat er binnen nu en drie jaar een huisvestingsvraagstuk gaat spelen. Dankzij die big-data-analyse kunnen we die bedrijven

neel is, wat wel en niet mag in bestemmingsplan x of y, en wat het kost om hier of daar te bouwen. Kortom, wij kunnen op grond van big-data-analyse een strategische positiebepaling doen en de klant adviseren over waar hij het best – en tegen de laagste kosten – kan bouwen.’ Heembouws in-house architectenbureau,

Wereldwijd marktleider

Habeon Architecten, ontwerpt niet alleen gebouwen; het kan tevens de inrichting van bedrijfsruimten verzorgen en adviseren over de meest efficiënte routing van processen die er gaan plaatsvinden. De Wringer: ‘Dat ze alle disciplines in huis hebben, voorkomt afstemmingsproblemen en versnelt de zaak.’ Orangeworks hanteert zelf ook een one-stop shopping aanpak. ‘Hier het ontwerp laten maken en dat daar uitbesteden, dat werkt niet in ons vak.’

INVESTEERDER Een ander punt waar De Wringer lovend over is, is dat Heembouw een partij heeft gevonden die in de nieuwbouw investeert. ‘Bedrijfspanden exploiteren is niet mijn vak en past ook niet bij ons risicoprofiel. Dat hebben ze goed geregeld’, zegt hij. ‘De cultuur, stijl en aanpak van Heembouw is sterk vergelijkbaar met de onze. Dat proef je in het eindresultaat: een mooi gebouw met een uitstraling die hoogwaardigheid en stijl combineert met no-nonsense. Precies wat wij zijn: niet over the top, wel uitnodigend, voor medewerkers en klanten. Meteen bij binnenkomst zullen klanten voelen waar wij voor staan: transparantie, korte communicatielijnen, goede proces-flow en producten. Dat zit er allemaal in. Ik snak naar het moment dat we er gaan draaien.’

www.orangeworksnl.com www.heembouw.nl

op het gebied van aandrijving, besturing en procesbeheersing

Parker Hannifin is wereldwijd marktleider in de ontwikkeling, productie en verkoop van technologieën, systemen en componenten op het gebied van aandrijving, besturing en procesbeheersing. Parker levert producten in negen technologieën: hydrauliek, pneumatiek, slangen&koppelingen, afdichtingen, procesbeheersing, filtratie, klimaatbeheersing, electromechanica en luchtvaart. Naast producten levert Parker ook complete systemen, aggregaten en power-units. parker.nl

december 2018

71



INDUSTRIËLE DIENSTVERLENING

PROFINET INMIDDELS INTERESSANTER VOOR INDUSTRIE DAN PROFIBUS

MAXIMAAL FLEXIBEL JE MACHINENETWERK OPZETTEN Nu machines en installaties steeds vaker met elkaar verbonden worden, stijgt het belang van op ethernet gebaseerde automatiseringsoplossingen. Het Duitse bedrijf Murrelektronik speelt in op deze trend met een PROFINET-gecertificeerde managed switch. Belangrijk pluspunt zijn de diagnosemogelijkheden waarmee gebruikers snel een eventuele verstoring in het netwerk kunnen lokaliseren. DOOR WILMA SCHREIBER

M

urrelektronik is leverancier van elektrische en elektronische installatieconcepten, van de schakelkast via de interface tot in het veld. Het bedrijf richt zich met name op de machinebouw, automotive industrie, food & beverage en logistiek. Voor de besturing van machines bestaat ruime ervaring met zowel PROFIBUS als PROFINET. ‘PROFIBUS heeft zich zonder meer bewezen in de industrie, maar qua mogelijkheden is het logisch dat de stap naar PROFINET gezet is. PROFIBUS is toch beperkt, omdat het vooral gebruikmaakt van lijnstructuren met mogelijk een aftakking naar een boomstructuur’, vertelt Niels van de Keer, technical support engineer bij Murrelektronik in Breda.

krijgt een foutmelding op je besturing en kunt direct achterhalen bij welke module de verstoring zit. Je hoeft dus niet de complete machine langs te lopen op zoek naar een rood lampje’, zegt Van de Keer. En in geval van kortsluiting valt de sensor uit, maar niet het systeem. Het is veel bedrijfszekerder. Qua bekabeling, aansluitingen, snelheid, aantal deelnemers en protocollen is PROFINET echt een enorme stap voorwaarts.’

ZELFLEREND UITGEBREIDERE MOGELIJKHEDEN Bij PROFINET kan naast een lijnstructuur ook gekozen worden voor een sterstructuur (één centraal punt met meerdere aftakkingen) of een ringstructuur met alle modules in een ring. ‘Als dan ergens een datakabel wegvalt, blijft het systeem in de lucht omdat het redundant is aangelegd’, aldus Van de Keer. Verder is het aantal ‘deelnemers’ (apparaten) in een netwerk bij PROFIBUS beperkt tot maximaal 32 per lijnsegment; bij PROFINET bepaalt de besturing hoeveel deelnemers het complete netwerk aankan. Ook de snelheid verschilt: 12Mbit per seconde bij

‘Je hoeft niet de complete machine langs te lopen op zoek naar een rood lampje’ PROFIBUS en 100Mbit per seconde bij PROFINET. ‘PROFINET is inmiddels voor de industrie interessanter dan PROFIBUS. De vraag naar PROFINET-producten groeit en uiteraard spelen we daar op in.’ Doordat PROFINET een op ethernet gebaseerd systeem is, is het mogelijk heel veel data te versturen, met diagnosedata als belangrijke feature. ‘Je

Niels van de Keer: ‘In theorie kun je het netwerk eindeloos uitbreiden, de enige

limiet is dat er tussen twee deelnemers maximaal honderd meter mag zitten.’ Alle netwerkstructuren Foto: Murrelektronik van op ethernet gebaseerde systemen maken gebruik op één poort aangesloten en gaan alle data van van switches, met op elke poort een apparaat, het netwerk daar overheen. Dankzij de mirrorwaardoor deze deelnemers tegelijkertijd met poortfunctie kun je via je laptop lezen welke data elkaar kunnen communiceren. ‘De switches zijn er langs die poort gaan, zonder dat je laptop met zelflerend en weten: die deelnemer zit op die het systeem communiceert’, verklaart Van de poort. Dat versnelt het versturen van data. In Keer. De managed versie is een PROFINETtheorie kun je het netwerk eindeloos uitbreiden, gecertificeerde switch en voorzien van alle opties, de enige limiet is dat er tussen twee deelnemers waaronder integratie in de besturing en een maximaal honderd meter mag zitten. Je bent dus redundantieprotocol. Tot slot ondersteunen de heel flexibel bij het opzetten van het netwerk in je genoemde switches bepaalde protocollen, machine en hoe je de deelnemers aan elkaar wilt bijvoorbeeld dat PROFINET-berichten – oftewel hangen om het systeem besturingsberichten – voorrang krijgen boven werkend te krijgen.’ standaard databerichten.

DRIE VERSIES

Murrelektronik levert switches in drie versies: unmanaged, litemanaged en managed (PROFINET). De unmanaged versie hoeft alleen van stroom te worden voorzien; vervolgens kunnen deelnemers op de poorten aangesloten worden. De litemanaged versie beschikt daarnaast over een webserver-tool waarmee onder andere gegevens en statistieken van het netwerk bekeken kunnen worden. Ook zit er een mirror-poortfunctionaliteit op. ‘Normaal gesproken zit de besturing

SNELLE DIAGNOSE In de huidige tijd van big data, IoT en Industrie 4.0 is PROFINET bijzonder interessant, stelt Van de Keer. ‘Ook eindklanten vragen er steeds meer naar, met name omdat je zo makkelijk eventuele storingen kunt lokaliseren. Daarnaast moest je bij oude PLC’s een hele serie adapters mee hebben om verbinding te maken, nu kun je met enkel een ethernetkabeltje je laptop aansluiten op het netwerk, de software laten zoeken naar de PLC en je bent er. Zo snel gaat het.’ www.murrelektronik.nl

december 2018

73


LIFE CYCLE MANAGEMENT

VARIASS MONITORT ACTIEF HOE HET ZIT MET DE VERKRIJGBAARHEID VAN DUIZENDEN ONDERDELEN

DE KLANT BEHOEDEN VOOR EEN KOSTBAAR REDESIGN of bepaalde onderdelen wellicht in de nabije toekomst niet meer te verkrijgen zijn en of

bepaald. ‘Daarnaast ondersteunen wij onze klanten bij het selecteren en indesignen van alternatieven, zodat hun eigen r&d zich kan blijven richten op nieuwe producten en innovaties.’

snel actie ondernomen moet worden. ‘Product life cycle management is een breed

SLOW MOVERS

begrip. Bij ons staat een actieve insteek tijdens de compléte levensduur voorop’, zegt

Smid: ‘We hebben het dan vooral over elektronicaonderdelen. Voor fijnmechanische of kunststoffen onderdelen kun je veel makkelijker een alternatief bedenken. Je ziet fabrikanten elektronica soms zomaar van de markt halen. Wellicht vinden ze de verkochte aantallen te laag of willen ze iets nieuws uitbrengen.’ Verkrijgbaarheid is momenteel natuurlijk sowieso een hot item in de elektronicamarkt: vraag en aanbod zijn niet in evenwicht. Sommige onderdelen zijn ineens niet meer leverbaar, of alleen tegen een sterk verhoogde prijs. ‘Fabrikanten gooien slow movers eerder eruit. Ze maken versnelde keuzes door markttekorten en kijken waar ze het meest aan kunnen verdienen.’

Het life cycle-prognosemodel noemen ze het bij Variass in Veendam en Drachten. Tijdens de life cycle van eindproducten bij de klanten houdt Variass scherp in de gaten

directeur en eigenaar Henk Smid.

LAST TIME BUY

Variass-directeur Henk Smid: ‘Fabrikanten gooien slow movers eerder eruit. Ze maken versnelde keuzes door markttekorten.’ Foto: Bart van Overbeeke

DOOR LUCY HOLL

ntzorger Variass (150 medewerkers) wil zijn klanten veel toegevoegde waarde bieden. Als system supplier en EMSspecialist voor klantspecifieke elektronische en mechatronische producten en systemen richt het bedrijf zich op de markten defensie & security, medisch en industrie. En daarbij horen een life cycle controle tijdens het ontwerp en een periodieke ‘health check’ van eindproducten en systemen. Henk Smid: ‘We ontwikkelen en maken klantproducten met een bepaalde levensduur en toetsen periodiek of er in de komende tijd cruciale onderdelen zijn die aan het eind van hun levenscyclus zitten en waarbij we uiteindelijk allocatieproblemen kunnen verwachten.’ De vraag is steeds: wat is de invloed van bepaalde onderdelen op de life cycle van een eindproduct? En andersom: hoe relevant is dat gezien de verdere levensduur van het product?

O

KORTSTONDIGE UITLOOP Variass heeft een slim IT-systeem draaien dat continu gevoed wordt met informatie van fabri-

74

december 2018

kanten over de hele wereld. Het gaat om vele duizenden onderdelen. ‘We houden continu in de gaten wat er aan het eind zit en wat dat betekent voor onze eindproducten. Kondigen fabrikanten een kortstondige uitfasering van een onderdeel aan, of is het nog langer verkrijgbaar? Het vraagt de juiste algoritmes om alle data goed en tijdig te interpreteren en onze klanten te kunnen adviseren.’ De acties verschillen per klant, ook afhankelijk van de contractafspraken en aangegane verantwoordelijkheden. Soms wil een klant simpelweg de laagste prijs en krijgt hij weinig extra diensten na levering. ‘Als hij de maakprijs wil, prima. Maar wij streven altijd naar een total deal met onze klanten: oké, wij zijn verantwoordelijk voor het life cycle management. Dat zit dan in de prijs verdisconteerd, of we spreken de maakprijs plus een apart abonnement af.’ Zo’n abonnement omvat onder meer die periodieke check om klanten te kunnen attenderen op uitfasering van onderdelen. Daarbij worden ook risicoprofielen gemaakt aan de hand van onder meer beschikbare alternatieven en replacementscenario’s. Vervolgens wordt in overleg de juiste strategie per component

Als duidelijk is dat onderdelen op (korte) termijn verdwijnen, kan Variass samen met een klant besluiten om extra voorraad aan te gaan leggen, rekening houdend met de nog te verwachten levensduur van het geleverde eindproduct. ‘Als je dat niet doet en een onderdeel is na de last time buy niet meer verkrijgbaar, dan ben je vaak genoodzaakt tot kostbaar redesign van het eindproduct met nieuwe onderdelen. Als het om een gecertificeerd product gaat, zoals in de medische sector, moet je het misschien opnieuw laten certificeren. Daar wil je uitblijven.’ Variass heeft zijn voorraden sterk verhoogd. Waren voorheen na een jaar of acht bepaalde onderdelen lastig verkrijgbaar, nu is dat al bij huis-, tuin- en keukencomponenten, aldus Smid. Voorraad houden kost geld. Die kosten moeten ergens goedgemaakt worden. Sommige klanten nemen een deel van de voorraadkosten voor hun rekening, bij anderen zit het bijvoorbeeld in het abonnement verdisconteerd. Smid noemt het voorbeeld van een klant in de medische sector die een abonnement bij Variass heeft voor een periodieke check van alle onderdelen, zelfs ook van zaken die niet bij Variass vandaan komen, maar wel in de rapportage van producten en onderdelen meegenomen kunnen worden. ‘Actief in de gaten houden van de wereldmarkt is heel belangrijk. Dan is er ook langer tijd om een passende oplossing te zoeken. We willen ons niet laten drijven door incidenten.’

www.variass.nl


JOHN John Huizing is directeur van ROVC, aanbieder van trainingen en opleidingen voor technisch Nederland. Jaarlijks volgen meer dan 13.000 mensen een praktijkgerichte opleiding bij ROVC met als doel efficiënter, daadkrachtiger en competenter te functioneren.

www.rovc.nl

STEL AFFINITEIT BOVEN KENNIS EN KUNDE De afgelopen vijf jaar heeft driekwart van de technische bedrijven in Nederland een tekort aan technici ervaren, blijkt uit de TechBarometer, een online onderzoek onder werkgevers in de industrie en utiliteitsbouw. En het probleem wordt alleen maar groter. Voor de komende vijf jaar verwacht zelfs 79 procent van de technische bedrijven in Nederland een tekort. Van de technische organisaties in ons land ziet 32 procent op dit moment al negatieve gevolgen voor de concurrentiepositie van Nederland. Nog eens ruim de helft (54 procent) verwacht een negatief effect in de toekomst. De economie trekt aan met als gevolg dat de arbeidsmarkt steeds krapper wordt. Het aantal banen groeit en daarmee tevens het aantal vacatures. Organisaties kunnen niet meekomen met de groei van de economie door het tekort. Zo’n situatie vraagt om creativiteit. Het vraagt van de bedrijven dat ze anders naar sollicitanten kijken. De werknemer-op-zoek-naar-een-baan die aan alle criteria voldoet bestaat niet meer. Maar die kan wel ontstaan met de juiste training. Het tekort kan worden aangepakt door bijscholing van bijvoorbeeld 50-plussers en UWV’ers. Ondanks dat deze groepen niet de voorkeur hebben van het bedrijfsleven, zie ik hier kansen. Ondernemers moeten ophouden te zoeken naar het schaap met vijf poten, maar focussen op affiniteit, motivatie en mogelijkheden. Zo kunnen ze het tij keren.

Een goed voorbeeld van een organisatie met een creatieve kijk op de arbeidsmarkt is Enexis. Zij hebben de kaartenbakken van het UWV erbij gepakt, op zoek naar mensen met technische affiniteit en aanleg. Vervolgens hebben zij hen omgeschoold tot goede werknemers. Het aanbod wordt nog ruimer door ook te kijken naar de 50-plusser. De pensioengerechtigde leeftijd ligt inmiddels op 67 jaar en drie maanden, wat betekent dat iemand van vijftig nog minstens ruim zeventien jaar mee kan draaien. Beschikt hij nog niet over technische kennis en kunde, maar is hij enthousiast? Dan is hij de moeite van de investering waard. Kortom, het bedrijfsleven gaat de perfect passende kandidaat niet vinden, maar er zijn mogelijkheden genoeg. Organisaties moeten bereid zijn om creatief naar de arbeidsmarkt te kijken. Door te denken in mogelijkheden in plaats van uitdagingen wordt niet alleen de organisatie zelf vooruit geholpen, maar behoudt tevens de Nederlandse industrie haar sterke positie. Een win-winsituatie. Vraag de TechBarometer aan via www.rovc.nl (zoek op ‘TechBarometer’)

Passion for Industrial automation

Engineering | Panelenbouw | Kabelassemblage

VHE is uw partner in industriële automatisering met de disciplines engineering, panelenbouw en kabelassemblage. Wij bedienen onze innovatieve klanten vanaf de allereerste engineering, via prototypen tot en met efficiënte repeterende productie.

Nieuwe website!

www.vhe.nl

Deliver what we promise | Together | Fast & Flexible www.vhe.nl

december 2018

75


INDUSTRIËLE DIENSTVERLENING

NIEUWE DIRECTEUR JANNE BROK VERKLAART HET SUCCES VAN SIOUX LIME

‘WIJ OMARMEN COMPLEXITEIT’ ‘Wij gebruiken wiskunde als technologie om producten en processen te verbeteren. Voor ons is mathware dus een middel tot een doel: effectieve en efficiënte oplossingen bedenken voor industrie en maatschappij. Dat is de legacy van Bob Mattheij, mijn voorganger – en op die weg gaan wij voort.’ Aldus Janne Brok, sinds 1 augustus de nieuwe directeur van Sioux LIME B.V., het wiskundehuis van technologiebedrijf Sioux. DOOR PIM CAMPMAN

anne Brok (40) werkt al elf jaar bij LIME. De Helvoirtse studeerde op de TU Eindhoven (TU/e) af in de technische natuurkunde en deed haar afstudeeropdracht op het Philips NatLab. Na een uitstap naar de KU Leuven, waar ze toegepaste ethiek studeerde, promoveerde ze aan de TU Delft in optica. Na haar promotie, in 2007, ging ze werken bij wiskundeclub LIME, toen nog onderdeel van de wiskundefaculteit van de TU/e. In 2011 volgde een spin-out en werd Sioux de nieuwe eigenaar. ‘Toen ik bij LIME begon, waren we met z’n vijven; nu zijn er 45 medewerkers’, zegt Janne Brok. En over vijf jaar honderd, voorspelde Mattheij in een afscheidsinterview. Brok, lachend: ‘Laat ik het zo zeggen: op wiskundegebied is meer dan voldoende te doen, er zijn volop uitdagingen. Zeggen dat de wereld steeds complexer wordt, is een beetje een open deur, maar het is wel waar. En voor het beheersen van complexiteit kun je wiskunde goed gebruiken. Want als je een complex probleem beheersbaar maakt door het te vereenvoudigen, blijft er vaak iets in het vat zitten. Dus is dat niet altijd de meest efficiënte en kosteneffectieve manier. Terwijl, als je die complexiteit omarmt, je er veel meer uit kunt halen. Daar heb je dan wel technieken en tools voor nodig – en dat is wiskunde.’

J

INNOVATIE-EDGE Sioux LIME beheerst die tools en technieken als weinig anderen. ‘We houden onze kennis over de hele breedte van het wiskundige domein op een zo hoog mogelijk niveau. Daarmee helpen we onze klanten om aan die innovatie-edge (de voorste grens van innovatie, red.) te blijven staan. Dat gaat van fysische simulaties tot statistiek, van data- en image-analyse tot artificial intelligence, van optimalisatie tot operations research, enzo-

76

december 2018

Als directeur van Sioux LIME blijft Janne Brok verbinding houden met de inhoud. ‘Dat is ook een noodzaak: in de hightech wereld overtuig je uiteindelijk alleen op inhoud.’ Foto: Bart van Overbeeke

voort’, aldus Brok. Momenteel zit het bedrijf midden in de discussies over de research-roadmap voor 2019. Daarin wordt bekeken wat eraan zit te komen op alle genoemde gebieden: welke ontwikkelingen binnen de universitaire research plaatsvinden, welke tools er zijn – open source en snel inzetbare standaardpakketten. ‘Verder gaan we naar conferenties toe en lopen hier veel stagiairs en afstudeerders rond die een deel van onze research-agenda inkleuren. Dat allemaal om over de volle breedte up-to-date en state-of-the-art te blijven.’

MATHWARE ALS MIDDEL Pratend over die tools valt de term mathware. Janne Brok definieert dat als creatief en pragmatisch toegepaste wiskunde, waarmee zowel

software als hardware naar een hoger niveau gebracht wordt. ‘We leggen ons niet vast op het gebruik van één specifieke tool, maar gebruiken er verschillende. Uitgangspunt is altijd het probleem van de klant. Door met de klant te sparren, proberen we helder te krijgen wat het probleem achter het probleem is. Dat vertalen we naar een wiskundig model, dat we vervolgens terugvertalen naar de praktijk. Die loop maken we steeds, met mathware. Dat is dus geen doel, maar een middel. Het doel is het product of proces van de klant te verbeteren.’ Die klant kan een multinational zijn, maar ook een start-up, een hightech bedrijf of een innovatieve organisatie in een andere sector. En projecten kunnen lang, maar ook kort duren en hebben alle hun eigen dynamiek. ‘De uitdaging is


steeds zo’n innovatietraject goed te managen en te faseren – enerzijds beweeglijk blijven, anderzijds niet uit de bocht vliegen qua tijdsbesteding en kosten.’

VUILOPHAALDIENST Concrete projectvraagstellingen zijn bijvoorbeeld: hoe kan ik de nauwkeurigheid van een machine of de throughput van een proces verhogen? Hoe kun je met vier in plaats van zes robotarmen even veel én net zo snel ijsjes inpakken? Hoe kun je de onderdelen in een complexe machine zo laten samenwerken dat de performance beter wordt? Bij dat type vraagstellingen komen veel factoren om de hoek kijken. Neem de planning- en routing-oplossing voor de vuilnisophaaldienst in Amsterdam. Die moet ervoor zorgen dat afvalcontainers alleen worden opgehaald als ze voor 80 procent of meer gevuld zijn. Dit inclusief een routing die voorkomt dat de vrachtwagens door de straten rijden op de tijdstippen dat scholen ‘aan’ en ‘uit’ gaan. Heel complex. Janne Brok: ‘Het idee om het zo aan te pakken, is via een marktconsultatie met de gemeente Amsterdam ontstaan. We zijn geen black magicians die alles zelf bedenken.’

HAASJE-OVER Dat LIME deel uitmaakt van de Sioux-familie noemt Brok een groot voordeel. ‘Kun je, zoals wij samen, oplossingen bedenken waarin we onze kennis van zowel hardware, software als mathware aanwenden, dan heb je een potentieel win-

nend bod.’ Als voorbeeld beschrijft ze haar beeld van wat machinebouwers doen. ‘Ze maken een hardware-versie en na twee of drie jaar de volgende versie. In de tussentijd komen ze steeds met updates om uit die eerste machine de hoogste performance te knijpen. Die updates zijn

gie, in klantportfolio en in innovatieve sectoren.’ Voldoende wiskundige toptalenten aantrekken is het probleem niet, zegt ze. ‘De werving verloopt verbazend makkelijk. Veel jonge wiskundigen volgen hetzelfde pad als ik indertijd. Als je promoveert, sta je op een kruispunt: kies ik voor de

‘Met onze kennis van hardware, software en mathware heb je een potentieel winnend bod’

typisch een combinatie van mathware en software, waarbij je wel de hardware goed moet kennen en snappen – anders weet je niet wat je gaat verbeteren. Door software en mathware aan je hardware toe te voegen, kun je dus zeg maar haasje-over doen van hardware en software.’

RELEVANT ZIJN Gevraagd naar de visie en missie van Sioux LIME, antwoordt de nieuwe directeur: ‘Onze visie is mathware inzetten voor industrie en maatschappij. En mijn missie is dat uit te bouwen. Bob Mattheij heeft hier een goedlopend en succesvol bedrijf van gemaakt. En ik doe mijn best om op die weg verder te gaan. We willen groeien langs verschillende assen: als team, in technolo-

wetenschap of voor het bedrijfsleven? Ik koos voor het laatste, omdat ik het geleerde wil toepassen om relevant te zijn in de maatschappij.’ Dat is in haar ogen ook de reden dat veel jonge talenten bij Sioux LIME aankloppen. ‘Omdat we én sterk inhoudelijk – op een hoog niveau in de volle breedte van het wiskundedomein – bezig zijn én relevant zijn op allerlei gebieden. Anders hadden we al die klanten natuurlijk ook niet. Krijgen we eenmaal de kans om iets te doen, dan mogen we bijna altijd terugkomen.’ Ook als directeur blijft Janne Brok verbinding houden met de inhoud. ‘Dat is pure noodzaak: in de hightech wereld overtuig je uiteindelijk alleen op inhoud.’ www.sioux.eu/lime

I-MAKE Optimale productieplanning Juiste voor- en nacalculatie Configureren van producten Digitale productieopdrachten Beheer van gereedschappen

ERP-SOFTWARE VOOR PRODUCTIEBEDRIJVEN OP BASIS VAN MICROSOFT DYNAMICS NAV

Integratie met CAD software Traceerbaarheid en kwaliteit

www.i-make.nl december 2018

77


ADVERTORIAL

GOVERS ACCOUNTANTS/ADVISEURS PASSIE VOOR DE FINANCIËLE PERFORMANCE VAN BEDRIJVEN IN DE MAAKINDUSTRIE

DUURZAME CONCURRENTIEVOORDELEN

Als accountant willen we het verhaal achter de cijfers kennen. Weten waarom een onderneming het goed doet, of wat er moet gebeuren om te verbeteren. Duurzame concurrentievoordelen zijn daarbij bijzonder belangrijk. In het Engels wordt dit beeldend beschreven als de ‘moat’, ofwel de ‘slotgracht’ die een onderneming heeft om concurrenten op afstand te houden. De term moat werd geïntroduceerd door Warren Buffett in een inmiddels legendarisch artikel in zakenblad Fortune in 1999 : “The key to investing is not assessing how much an industry is going to affect society, or how much it will grow, but rather determining the competitive advantage of any given company and, above all, the durability of that advantage. The

products or services that have wide, sustainable moats around them are the ones that deliver rewards to investors.” De beoordeling van duurzame concurrentievoordelen is niet alleen interessant voor zuivere beleggers, maar ook voor ondernemers. Ondernemers zijn immers actieve beleggers, weliswaar met een portefeuille met relatief weinig diversificatie. Analisten van onderzoeksbureau Morningstar hebben de volgende vijf factoren geïdentificeerd die een onderneming een concurrentievoordeel kunnen geven: • immateriële activa (patenten, overheidslicenties, merknaam, knowhow) • overstapkosten (gemak waarmee een klant kan overstappen naar een concurrent) • netwerkeffect (groeiende binding van klanten) • kostenvoordeel (goedkoper produceren) • efficiënte schaal (schaalvoordelen binnen een sector) Het is onze ervaring dat deze vijf factoren ook in de supply chains van hightech, automotive en food het verschil kunnen maken. Benieuwd naar onze visie? Bel Paul Mencke om onze aanpak persoonlijk te ervaren.

Govers Accountants / Adviseurs Beemdstraat 25 5653 MA Eindhoven Postbus 657 5600 AR Eindhoven

T F E I

+31 40 2 504 504 +31 40 2 504 599 mencke@govers.nl www.govers.nl www.uhy.com


LU ITEN

Thomas Luiten, directeur QRM Management Center, publiceert in Link Magazine of op de website een serie columns over de kloof die er in veel bedrijven gaapt tussen de business (kantoor) en de werkvloer, en de gevolgen die dat heeft voor doorlooptijd en flexibiliteit. Hij doet dat steeds vanuit een andere invalshoek.

www.leanteam.nl

ABEL EN DE KETEN VAN OPENHEID Nico belt met een van onze leveranciers, hij is strategisch inkoper. We werken in een open kantooromgeving, modern en uitgerust met statafels. Alles is eraan gedaan om voorwaarden voor samenwerking door openheid te faciliteren. Nico spreekt luid en iedereen is er getuige van dat de levering waarschijnlijk toch zal plaatsvinden. De leverancier wordt professioneel op zijn plaats gezet. Even verderop zit Abel. Hij is een slimme, jonge student die al enkele jaren in de avonduren meewerkt aan de assemblage. Abel is nu stagiair om verbetering in de flow te onderzoeken. Direct nadat Nico zijn telefoon heeft neergelegd, komt Abel naar me toe. Als jong mannetje was Abel weekendkracht aan het begin van de productielijn. Hij moest in het productframe een koker doorzagen en inzagen om deze in een bepaalde hoek te slaan. Klinkt gemakkelijk. Dit was echter een bewerking die vaak verkeerd ging: verkeerde hoek, verkeerde diepte… En als het fout ging, kreeg hij dat luid en duidelijk te horen maar hij begreep het niet. En ja, dat telefoontje deed hem daaraan denken. ‘Maar’, zei Abel, ‘pas toen ik aan het eind van de lijn werk ging doen, begreep ik waarom die koker zo bewerkt moest worden. Niemand had dat uitgelegd en dan ben je snel de schlemiel. Wat ik zojuist hoorde, riep hetzelfde gevoel op als toen.’ Deze jongen kan wel eens een belangrijk probleem aangeraakt hebben. Wij doen open naar elkaar toe, creëren

lubrication

services

www.vanmeeuwen.com

systems

info@vanmeeuwen.com

open omgevingen en eisen open calculaties van leveranciers. Als de communicatie eenrichtingsverkeer is, zijn we niet echt open. Gesprekken met leveranciers onderstrepen dit beeld. Volgens hen resulteert die ‘openheid’ alleen maar in targets op alle losse delen van de kostprijs: ‘Verstikkend voor ons als vakmensen.’ Wij als partner hadden hier een compleet ander beeld van. Is dit nu de openheid in de keten die we nastreven? Leveranciers moeten zich blootgeven, en houden dan maar een goed-nieuwsshow. Intussen voelen zij zich geen partner maar een kostenpost; ze moeten hun prijs verlagen waardoor ze nauwelijks marge kunnen maken. Dat houden ze op de lange termijn niet vol. Een leverancier vertelde dat hij ideeën heeft om met andere materialen de interne kosten van de klant omlaag te kunnen brengen. Maar hij voert dit niet door. Door een gebrek aan echte openheid is zijn vertrouwen naar een dieptepunt gezakt. Hij is bang dat zijn idee direct naar andere leveranciers wordt doorgezet en misschien wel wordt misbruikt. ‘Openheid’ in de vorm van eenrichtingsverkeer leidt uiteindelijk tot een verzwakking van de héle keten. Communicatie is alleen werkelijk open als die over en weer open is. Abel krijgt van mij minimaal een voldoende voor zijn openheid.

chemicals

The Netherlands +31 (0)294 494 494

education

Belgium +32 (0)53 76 76 00

december 2018

79


SAMENWERKING

PUBLIEK-PRIVATE SAMENWERKING VOOR GETIJDENCENTRALE BROUWERSDAM

NATUURLIJK DUURZAAM INNOVEREN Het is al geen geringe opgave om voor natuurverbetering een gat te maken in de Deltawerken. En het idee voor een getijdencentrale is zonder meer innovatief te noemen: een nieuw gat, in de Brouwersdam, gebruiken voor het opwekken van energie uit de herstelde getijbeweging. Helemaal vernieuwend is vervolgens de wijze waarop in dit project overheden en bedrijfsleven samenwerken, gericht op risicodragende participatie door marktpartijen. ‘Juist omdat we slimme innovaties nodig hebben.’

DOOR HANS VAN EERDEN

D

e afsluiting van de Grevelingen-zeearm met de Brouwersdam in 1971 was onderdeel van de Deltawerken. Het droeg bij aan de waterveiligheid en creëerde een Grevelingenmeer, aantrekkelijk voor recreatie en visserij. Maar de natuurlijke kwaliteit nam af: als gevolg van de afsluiting was het getij en daarmee de verversing met zuurstofrijk water verdwenen. Reden voor landelijke en regionale overheden om te besluiten een beheerste getijwerking terug te brengen in de Grevelingen door een gat (‘doorlaatmiddel’) in de Brouwersdam te maken – uiteraard afsluitbaar bij storm, met het oog op de veiligheid. De getijwerking zorgt voor stroming door het gat en het idee ontstond om die met turbines in het gat te benutten voor het opwekken van energie. De overheid had daar echter geen financiering voor, reden om al in een vroeg stadium de markt erbij te betrekken.

UNIEK GAT Het gat is uniek, zegt Andreas Heutink, senior adviseur innovatie en markt bij Rijkswaterstaat Grote Projecten en Onderhoud. Niet alleen vanwege de invloed op de boven- en onderwaternatuur in de Grevelingen, met haar bijzondere vegetatie en fauna. ‘Die moeten in harmonie met elkaar blijven, het hele ecosysteem moet erop vooruitgaan.’ Alleen het voornemen al om een gat te maken in de Deltawerken, die ons land moeten beschermen tegen de zee, is bijzonder. ‘Dat vereist uiterste zorgvuldigheid.’ En dan speelt ook klimaatadaptiviteit nog een rol. ‘De zeespiegel stijgt, dus hoe groot en hoe hoog moeten we dat

80

december 2018

gat maken? Wat zijn de klimaatscenario’s? Dit is een van de eerste keren in Nederland dat we daaromtrent duidelijke keuzes Schets van het doorlaatmiddel met getijdencentrale in de Brouwersdam. moeten maken.’ Illustratie: Metafoor Media En zo kan Heutink nog wel meer unieke aspecten noemen. Zoals het vroegtijdig bij het project heid, verklaart Paul Paulus, senior adviseur betrekken van de markt; denk aan civieltechniwaterbeheer bij Rijkswaterstaat Zee en Delta. sche ingenieursbureaus, bouwbedrijven en turHij is als lid van het kwartiermakersteam verantbinefabrikanten. Dat gebeurde naast financiële woordelijk voor inhoud en onderbouwing met ook om inhoudelijke redenen, want er lagen de oog voor alle stakeholders. Naast de overheden nodige technische vragen over de geschiktste en de bedrijven die betrokken zijn bij zo’n enermanier van energieopwekking. In 2014 vond er giecentrale, worden bijvoorbeeld vissers, natuurdaarom al een joint fact-finding mission plaats. organisaties en recreatiebedrijven regelmatig ‘Bij mijn weten de eerste keer in Nederland’, geïnformeerd over het project Getij Grevelingen. aldus Heutink. ‘Nadat eerder de TU Delft in 2008 Vrijestromingsturbines zijn de beste optie voor en Royal Haskoning in 2011 hieraan al hadden de vissen, maar hebben een relatief lage energiegerekend, kon nu een viertal partijen, op basis opbrengst. Daarom zijn ook testen gedaan met van een rekenvergoeding, de haalbaarheid van ducted turbines, waar water enigszins gecontroeen getijdencentrale onderzoeken.’ De haalbaarleerd langs wordt gestuurd, wat meer energie heid wordt eveneens onderzocht in het Europese opwekt. Hiervoor zijn visvriendelijke ontwerpen project Pro-Tide, waaraan ook initiatieven elders gemaakt en met schaalmodellen is getest hoe in Europa meedoen. vissen daarop reageren. Voordeel van dit type generator is bovendien dat het ook als pomp kan fungeren, om bij een stijgende zeespiegel de getijVISVRIENDELIJK werking in stand te kunnen houden. Het huidige Belangrijke uitdagingen voor de getijdencentrale uitgangspunt is zo 40 cm zeespiegelstijging het zijn het lage verval (gering hoogteverschil tussen hoofd te bieden, meldt Heutink. Daarboven binnen en buiten de dam) en de visvriendelijk-


zouden speciale gemaalpompen de turbines moeten vervangen. Eb en vloed voor verse zuurstof blijft dan behouden, energie leveren die gemalen echter niet meer op; ze kosten alleen maar energie. Maar in die (hopelijk) verre toekomst moet de energievoorziening sowieso een stuk duurzamer zijn dan nu.

DYNAMISCH MODELLEREN Met het oog op alle verschillende aspecten is in de verkenningsfase gewerkt met dynamisch modelleren. Daarbij is gebruik gemaakt van specialistische modellen voor kosten, businesscase, bouwwerkinformatie, waterkwaliteit en hydro-energie. Elementen uit die verschillende modellen zijn parametrisch geïntegreerd en slim verbonden. Daarmee zijn allerlei varianten doorgerekend en hun effecten (op natuur, energie, financiën en waterkwaliteit) zichtbaar gemaakt. Zo konden besluiten beter worden onderbouwd. Deze aanpak resulteerde in een voorlopig ontwerp voor doorlaat en getijdencentrale dat voorziet in achttien afsluitbare kokers (van acht bij acht meter), waarvan er elf zijn voorzien van een turbine. De extra investering bedraagt naar schatting 60 miljoen euro en levert een jaarlijkse energieopbrengst van 50 tot 60 GWh (goed voor het elektriciteitsverbruik van 17.000 tot 20.000 huishoudens). Daarbij wordt ongeveer 30 kiloton CO2-uitstoot vermeden. Rekening houdend met de geldende energiesubsidies komen de plannenmakers op een terugverdientijd van tien jaar.

Cables and connectors Embedded computing Fibre optics Frequency control

STROOMVERSNELLING Na jarenlange voorbereiding is het project dit jaar in een stroomversnelling geraakt, meldt Paulus. ‘De politiek heeft nu eindelijk geld vrijgemaakt, zodat we nu snel het plan moeten uitwerken. Gaat de getijdencentrale als onderdeel daarvan door, dan wordt ook de governance voor dit project uniek. Waarschijnlijk een publiek-private samenwerking, maar het ei daarover is nog niet gelegd.’ Vorige maand vond in Utrecht een marktconsultatiedag plaats om de belangstelling voor risicodragend participeren te peilen. Heutink: ‘We verwachten belangstelling van grote bouwbedrijven uit binnen- en buitenland, gezien de eerdere joint fact-finding. Er zaten zo’n honderd mensen in de zaal, van wie een kwart uit onze eigen organisatie.’ De marktconsultatie is onderdeel van de afronding van de verkenningsfase. ‘Voor de overgang naar de planuitwerkingsfase moet de minister een zogeheten MIRT-besluit nemen (in het kader van het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport, red.). Dat is naar verwachting begin 2019. Als de getijdencentrale doorgaat, kunnen we dan marktpartijen selecteren. Waarschijnlijk komt er een consortium, waarmee we een gedetailleerd plan maken. Na uitwerking daarvan kan rond 2022 de bouw beginnen.’

SOCIALE INNOVATIE Alles overziend is er volgens Heutink ook sprake van sociale innovatie, met een vernieuwings-

IoT and Wireless Magnetics Photonics and Imaging Power

proces rond samenwerking. ‘Vroeger hadden we ‘vechtcontracten’, waarin het ging over budgetten, risico’s, tijdpaden en hoe om te gaan met financiële tegenvallers. Als overheid waren we zelf lang aan het nadenken en dan gingen we de markt op voor aanbesteding. Nu hebben we samen met de markt een nieuwe marktvisie ontwikkeld, waarin partijen anders met elkaar omgaan en samenwerken, juist omdat we slimme innovaties nodig hebben om aan de ambities rond klimaat, CO2reductie en energie invulling te kunnen geven. In de planfase werken we in een alliantie-achtige structuur veel nauwer met elkaar samen en maken we gebruik van elkaars kennis: wij willen dit, hoe zien jullie dat? Daardoor kan de maatschappij beter profiteren van innovatieve ideeën in de markt. Op onze beurt hebben wij de kennis van het areaal en weten we wat in het totale project realistisch is, waardoor de markt daar beter op kan inspelen. Daarbij staan waterveiligheid en beheer van het waterpeil voorop. Dat kunnen we niet aan de markt overlaten, al het overige wel. De nieuwe delta-technologie die we zo samen ontwikkelen, biedt kansen op innovatie met mondiale uitstraling.’

www.getijdencentralebrouwersdam.nl www.rijkswaterstaat.nl www.metafoormedia.nl/ getijdencentrale-brouwersdam

RF Semiconductors Sensors Test and Measurement

Consult. Design. Integrate. Contact: Tel: +31(0)40 – 2507400 | Email: sales-nl@acalbfi.nl

www.acalbf i.com/nl

december 2018

81


PRODUCTIESTRATEGIE

ERIKS VERRUIMT FACILITEITEN VOOR SCHOON PRODUCEREN EN VERPAKKEN

2

1.000 M CLEANROOM VERLAAGT TCO KLANT In de bedrijfshal van ERIKS ligt direct na de ingang rechts nu nog kaal beton. In juni volgend jaar – zo is de planning en de verwachting – staat er een Clean Manufacturing Facility (CMF), om schoon te produceren en te verpakken. Algemeen directeur Sander Splinter: ‘We willen meedenken met de klant, zijn problemen oplossen. Zo’n CMF past in die strategie.’

• ‘Met een nieuwe CMF kunnen we onze schone diensten ook aanbieden in andere sectoren.’ • Werken als industrieel toeleverancier alleen biedt de klant niet genoeg toegevoegde waarde. • ‘Trefwoorden voor een probleemoplosser zijn maatwerk en co-engineering.’ • ‘Met een eigen bedrijfshal kunnen we de klant maximale kwaliteit garanderen.’

DOOR ANDRÉ RITSEMA

H

et Nederlandse hoofdkantoor van ERIKS staat in Alkmaar, op een steenworp afstand van het stadion van voetbalclub AZ. In omvang doen de twee gebouwen nauwelijks voor elkaar onder. De immense bedrijfs- en productiehal van ERIKS beslaat zo’n 16.000 m2, het kantoorgedeelte nog eens 4.500 m2. In de hal liggen letterlijk honderdduizenden artikelen, verdeeld over lange rijen stellingen: slangen, pakkingen, afdichtingen, afsluiters, gereedschap, bedrijfskleding. Boven, op de tweede verdieping van de hal bevindt zich de cleanroom, met een oppervlakte van 175 m2. Bezoekers kunnen in een speciale doorgang van achter het glas zien wat er in de ruimte gebeurt: van top tot teen in beschermende kleding en met handschoenen uitgeruste medewerkers verpakken onder geconditioneerde omstandigheden de verschillende producten. In de ruimte ernaast staat een medewerker in cleanroom-outfit geconcentreerd de ramen schoon te maken. In het kantoorgedeelte op de bovenste verdieping bevindt zich algemeen directeur Sander Splinter (zie ook kader). De bouw van een nieuwe cleanroom is noodzakelijk en onontkoombaar voor ERIKS, zegt hij. ‘De vraag van bestaande klanten neemt zodanig toe, dat de huidige omvang niet meer voldoet. En met een nieuwe Clean Manufacturing Facility kunnen we onze zogenoemde schone diensten ook aan bedrijven in andere sectoren aanbieden, zoals de food, de farma en de semicon.’

ERIKS telt wereldwijd 7.500 medewerkers (in 350 vestigingen, 18 landen) en levert 900.000 verschillende producten aan zo’n 90.000 klanten. Jaarlijks worden er maar liefst 5,5 miljoen producten verstuurd. Het bedrijf – een zelfstandig onderdeel van SHV Holdings – had vorig jaar een omzet van 1,9 miljard euro.

KOERS VERLEGGEN

900.000 PRODUCTEN Een cleanroom bij ERIKS dus, van oudsher een industrieel toeleverancier. De onderneming werd in 1940 opgericht in Alkmaar door Arie Eriks en richt zich – ook nu nog – op de inkoop, verbetering en verkoop van werktuigbouwkundige onderdelen aan zo goed als alle industriële sectoren. Op dit moment telt het bedrijf zeven productdivisies, waaronder aandrijftechniek, industriële kunststoffen en stromingstechniek.

82

december 2018

Sander Splinter weet zeker dat de Clean Manufacturing Facility goed gaat draaien. ‘De markt ís er. Bij bestaande klanten en er is groeipotentie bij nieuwe klanten in andere sectoren.’ Foto’s: Eriks

In dat businessmodel is een cleanroom noodzakelijk omdat werken als industrieel toeleverancier alleen de klant niet genoeg toegevoegde waarde bood, vonden ze in Alkmaar. De laatste jaren is het bedrijf daarom bezig de koers te verleggen: van toeleverancier naar ‘probleemoplosser’. Splinter: ‘Geen twijfel mogelijk: we zullen altijd leverancier van producten blijven, van A-merken en eigen merken. Maar onze mensen hebben veel kennis en kunde van de markt, de


producten en de toepassingen. Die willen we ook op een andere manier inzetten: door aan de voorkant van het proces mee te denken met de klant. Wat is precies zijn probleem? En wat is daarvoor de oplossing? We leveren niet alleen wat de klant nodig heeft, maar komen met gerichte antwoorden, die de klant een besparing kunnen opleveren.’ De trefwoorden, aldus Splinter, zijn maatwerk en co-engineering. ‘Door vroegtijdig mee te denken komt de focus te liggen op het verlagen van de total cost of ownership, de tco. Onze oplossingen moeten leiden tot minder kosten voor de klant. Ik ben ervan overtuigd dat daar een deel van onze meerwaarde zit. Juist omdat we veel kennis hebben, weten we hoe we de klant met de juiste producten en toepassingen kunnen ontzorgen.’ Artist impression van de nieuwbouw.

NIEUWBOUW De komst van de CMF past in deze strategie, zegt Splinter. ‘De klant vraagt om schone productie en schoon verpakte producten; wij kunnen hem op deze manier ondersteunen.’ De eerste ideeën voor de nieuwe CMF dateren van twee jaar geleden. De reden daarvoor was eenduidig: de bestaande cleanroom werd eenvoudigweg te klein. In eerste instantie kon het capaciteitsprobleem nog ondervangen worden door in twee shifts van in totaal veertig mensen te gaan werken. Toen dat niet afdoende bleek, werd extern cleanroomcapaciteit bijgehuurd, waar met ERIKS-personeel gewerkt wordt. Maar dat was in de ogen van de algemeen directeur geen ideale oplossing. En dus werd er besloten tot nieuwbouw – in de

‘Onze oplossingen moeten leiden tot minder kosten voor de klant’

slangen voor klanten in de semiconductor-industrie. Die worden in hun eigen fabriek onder beschermde omstandigheden geplaatst. Deze klanten willen 100 procent zekerheid dat de schone producten die wij voor hen maken, ook echt geproduceerd worden in een schone ruimte. Zonder stof, olie en andere viezigheid. In een geconditioneerde ruimte kunnen wij een schone slang produceren en die vervolgens helemaal schoon verpakken.’ De nieuwe faciliteit is een stuk groter dan de bestaande (die overigens ook gewoon open blijft). Dat betekent niet alleen dat er meer geproduceerd kan worden, maar ook dat er grotere producties kunnen worden gedraaid. ‘Daarnaast kunnen we langere en grotere producten maken. Dat biedt ons ook weer kansen op de markt.’

GROEIPOTENTIE

huidige bedrijfshal. Direct na de ingang is een deel van de hal vrijgemaakt en verrijst een twee verdiepingen tellende faciliteit van in totaal meer dan 1.000 m2. Op de begane grond komt de ‘schone productie’ (700 m2) en op de eerste verdieping de feitelijke cleanroom (320 m2, plus 145 m2 opslag). Interflow BAM verzorgt de bouw: die heeft als aannemer veel ervaring met het bouwen van dergelijke faciliteiten. De eerste paal werd op 26 november met enig feestgedruis de grond in geschroefd. Als alles volgens plan verloopt, kan de faciliteit in juni volgend jaar gaan draaien. ‘Die datum gaan we halen’, zegt Splinter. ‘Ik heb geen enkele reden om aan te nemen dat het niet zou lukken. We werken met een reële planning.’

100 PROCENT ZEKERHEID Er worden straks niet alleen schone producten gemaakt en dito verpakt, maar er wordt dus ook schoon geproduceerd. ‘We maken bijvoorbeeld

Splinter maakt zich geen zorgen: de CMF gaat straks goed draaien. ‘Het is vrij simpel: de markt ís er. Dat horen we van onze bestaande klanten. En we denken dat er groei-potentie is bij nieuwe klanten in andere sectoren. Deze CMF stelt ons in staat voor de klant supply chain optimalization te organiseren. Waar hij voorheen bij ons zijn artikelen kocht en zijn schone productie moest uitbesteden, kan hij daarvoor nu ook bij ons terecht. Dat maakt de lijnen een stuk korter.’ Splinter noemt de faciliteit voor ERIKS een ‘belangrijk project’, waarvoor ‘stevig’ wordt geïnvesteerd in de bouw. ‘Belangrijk vanwege de grotere efficiency, omdat we straks geen gebruik meer hoeven te maken van externe faciliteiten. Door het allemaal in de eigen bedrijfshal te verzorgen, kunnen we de klant bovendien maximale kwaliteit garanderen.’ Maar toch: wat als het niet lukt? Splinter, gedecideerd: ‘Het kán niet mislukken. Letterlijk en figuurlijk niet. Er is vraag vanuit de markt, en met deze nieuwe faciliteit komen we aan die vraag tegemoet. En mocht het onverhoopt toch

niet genoeg vraag opleveren, wat ik me overigens niet kan voorstellen, dan kunnen we in deze ruimtes natuurlijk ook gewoon produceren.’

PROFESSIONALISEREN Splinter beschouwt de CMF als ‘een nieuwe en unieke propositie’ van ERIKS, passend in de omschakeling van leverancier naar probleemoplosser. ‘Het sluit aan bij ons streven steeds verder te professionaliseren als bedrijf. En bij onze strategie om als samenwerkend partner met de klant mee te denken. Ik ben ervan overtuigd dat we hiermee ook nieuwe klanten aan ons kunnen binden.’ Daarnaast is het bedrijf volgens Splinter als multiproductspecialist één van de weinige in zijn soort. ‘Op deelgebieden is er uiteraard concurrentie, ook andere bedrijven bieden cleanroomoplossingen aan. Maar wij werken als enige met zeven complete productlijnen én een CMF. Wij zijn als het ware één loket voor de klant voor alle producten. En daar komen nu ook de schone productie en het schoon verpakken bij.’

www.eriks.nl

EERSTE JAAR IN FUNCTIE Sander Splinter is sinds januari 2018 algemeen directeur bij ERIKS. Eerder werkte hij onder andere negentien jaar voor hijs- en transportonderneming Mammoet. Hij zei ja, toen moederbedrijf SHV vroeg of hij bij ERIKS aan de slag wilde. ‘Ik wilde wat nieuws leren, een nieuwe uitdaging aangaan. En ERIKS is wat dat betreft heel anders dan Mammoet. Het is een continu bedrijf, Mammoet heeft meer een projectdynamiek.’ Het eerste jaar is Splinter goed bevallen. ‘Het is een technische omgeving, met gepassioneerde mensen. Ik ben er trots op om daar onderdeel van te mogen zijn. Dit jaar heb ik alles binnen ERIKS voor de eerste keer meegemaakt. De materie voelt nu eigen en komend jaar kan ik meer naar eigen inzicht gaan aansturen.’

december 2018

83



CYBERSECURITY

FOX-IT: DREIGING NEEMT TOE, EIGEN KENNIS SCHIET TEKORT

‘CYBERSECURITY BIJ VEEL BEDRIJVEN SLUITPOST’ Veel bedrijven hebben hun IT al uitbesteed, maar houden de cyberbeveiliging liever in eigen hand. Zij zijn immers zelf verantwoordelijk voor de beveiliging van hun data. Een goede cyberbeveiliging realiseren tegen alle mogelijke dreigingen wordt echter steeds moeilijker. Cybersecurity vraagt om diepgaande kennis en brede ervaring. Het valt niet mee om zelf die kennis bij te houden en de nodige ervaring op te doen. Daar komt nog bij dat cybersecurityspecialisten schaars zijn en dus lastig te vinden en te behouden.

DOOR HANS VAN EERDEN

et dreigingslandschap verandert sterk. Cybercriminelen hanteren steeds geavanceerdere aanvalsmethoden. En bedrijven krijgen te maken met cyberbedrijfsspionage, gesteund door al dan niet vijandelijke mogendheden, tegenstanders met in principe onuitputtelijke middelen en tijd. Wie zich tegen alle mogelijke dreigingen wil wapenen, staat voor een enorme uitdaging. Uitbesteden van de cybersecurity ligt daarom voor de hand, aldus Leo Lans, sales director van Fox-IT. ‘Het fijne van uitbesteding is dat het bedrijf zelf de regie houdt, ook al wordt de securityafdeling in feite gerund door een gespecialiseerd bedrijf. Gespecialiseerde securitybedrijven hebben kennis van zaken en veel meer ervaring met incidenten dan individuele bedrijven en ze bieden uitdagender werk aan de benodigde cybersecurity-experts; een win-win situatie.’

H

RESEARCH De outsourcing van IT is al lang gangbaar en veel bedrijven hebben die zelfs compleet uitbesteed. Dat gaat om zaken als IT-infrastructuur, software, onderhoud en helpdesk. Lans: ‘Ik zie dat deze bedrijven nu een stap verder gaan door ook de informatiebeveiliging uit te besteden. Het securityvraagstuk is voor hen te complex geworden. En het wordt steeds moeilijker om een cyberbeveiligingsteam samen te stellen met de juiste experts, gezien de huidige schaarste aan

‘Wij komen graag in actie bij cyberincidenten, maar het is natuurlijk veel beter om dreigingen proactief te signaleren en dan tegen te houden’, aldus Leo Lans, sales director van Fox-IT. Foto: Fox-IT

goede mensen. Daar komt nog bij dat bedrijven niet alleen mensen moeten zien binnen te halen, maar ook weten te behouden.’ Een extra uitdaging is het up-to-date houden van de securitykennis. ‘Dat vergt veel research, waar wij ons werk van hebben gemaakt en onze organisatie op hebben gebouwd. Die researchinspanning is voor veel bedrijven inmiddels te veel gevraagd. Het is een van de redenen waarom security bij veel bedrijven een sluitpost is geworden. Totdat zich een incident voordoet...’

DRIEHOEKSVERHOUDING Natuurlijk kan de dienstverlener waaraan een organisatie haar IT heeft toevertrouwd, op zijn beurt de beveiliging weer uitbesteden aan een gespecialiseerd bedrijf. Lans ziet echter vaker een driehoeksverhouding: ‘Het bedrijf heeft een relatie met een IT-dienstverlener en besteedt daarnaast zelf de beveiliging uit aan een specialist. Want dat bedrijf heeft niet alleen behoefte aan een partij die al zijn online communicatie kan monitoren maar ook aan securityadvies. Als er tevens cloudpartners in het spel zijn, kan de security nog complexer worden. Zeker in zo’n situatie is het verstandig dat het bedrijf zelf de regierol houdt, ook om niet alle IT-verantwoordelijkheid bij één partner te leggen. Een externe securityspecialist kan niet alleen het bedrijf maar ook diens IT-dienstverlener scherp houden.’

TOENEMENDE VRAAG Zo ziet Lans zogeheten cyber defense centres ontstaan. ‘Een bedrijf krijgt misschien eens in de maand met een serieus incident te maken. Maar een securityspecialist zal voor een aantal bedrijven werken en veel vaker incidenten tegenkomen, die bovendien ook erg verschillend van aard zullen zijn. Daardoor worden de kennis en kunde van specialisten voortdurend in de praktijk getoetst. Alleen nog de heel grote organisaties zullen in een vergelijkbare situatie verkeren. Die hebben soms securityafdelingen die groter zijn dan heel Fox-IT.’ Voor andere bedrijven is uitbesteding een verstandige zet, wil Lans maar zeggen. ‘We zien de vraag bij de wat kleinere bedrijven dan ook toenemen.’ Fox-IT is over de volle breedte van het securityvraagstuk actief en beschikt in Delft over een security operations center dat 24/7 de security van klanten monitort. Daarnaast heeft Fox-IT een incident response team, dat optreedt in geval van cyberincidenten. ‘We komen graag in actie als het moet, maar het is natuurlijk veel beter om dreigingen proactief te signaleren en dan tegen te houden. Daar ligt voor ons ook een rol weggelegd: bedrijven adviseren over wat zij moeten doen om hun organisatie veilig te maken en te houden.’ www.fox-it.com

december 2018

85


HUGO Hugo Botter is directeur van PLM Xpert, als PRO.FILE Competence Center in de Benelux de specialist in datamanagement. Het bedrijf in Bergambacht helpt klanten de kwaliteit en efficiëncy in ontwikkeling en productie te verhogen door middel van de inzet van PRO.FILE PLM.

www.plmxpert.nl www.profile-plm.nl

DIGITAL TWIN EEN TE GROTE STAP? KIES VOOR DE DIGITALE INFORMATIE-TWEELING! Dynamische digitale weergaves van objecten winnen onder de naam digital twin of ‘digitale tweeling’ steeds meer aan bekendheid. Je hoort het begrip regelmatig bij discussies over digitalisering en Industrie 4.0. De digitale tweeling is een weergave van een proces, een product of een dienst en verbindt de echte wereld met de virtuele. Sensoren die aan fysieke objecten zijn gekoppeld, sturen gegevens naar de digitale tweeling die ze op zijn beurt verwerkt en analyseert. Door een nauwkeurige bewaking van de systemen worden eventuele fouten beter gedetecteerd en problemen voorkomen nog voor ze ontstaan. Technisch gezien is het nog erg lastig om complete digitale tweelingen te genereren. Het concept staat daarom nog in de kinderschoenen. De meeste bedrijven die met digitale tweelingen werken, monitoren hoofdzakelijk losse onderdelen van een installatie om bijvoorbeeld predictive maintenance te kunnen doen. Industrie 4.0-technologieën bepalen inmiddels behoorlijk hoe de maakindustrie producten ontwikkelt, produceert en onderhoudt. Ongeveer een derde van de bedrijven heeft zich nog nauwelijks met de vierde industriële revolutie beziggehouden en weet weinig tot niets over de samenhang tussen Product Lifecycle Management (PLM) en Industrie 4.0. Een tweede groep van eveneens een derde van de branche is zich aan het oriënteren en onderzoekt toepassingsscenario’s. De rest is al volop bezig met de implementatie van Industrie 4.0.

Voor menig bedrijf is het genereren van die digital twin een te grote stap. Een digitale informatietweeling is daarentegen wel goed te realiseren. Dit betreft een levenscyclusmap van een product of installatie die is gebaseerd op de technische structuur van alle elementen. Die map bevat alle relevante informatie voor het centraal ontwikkelen en beheren van het product. In de levenscyclusmap worden tijdens de totale levenscyclus van de installatie productgegevens en documenten per klant of project verzameld. Als digitale informatietweeling weerspiegelt hij exact de geleverde machine. Daarbij is het van belang een nauwkeurige functionele beschrijving van een product te maken, zodat iedereen die betrokken is bij de ontwikkeling, de productie en de verkoop weet wat er moet gebeuren. Dit is de taak van systems engineering en staat dus ook aan de basis van Product Lifecycle Management en is nauw verweven met alle stappen van het PLM-proces. Voor veel industriële ondernemers mag een digital twin dan nog een stap te ver zijn, voor een succesvolle digitalisering van processen, digitaal impactmanagement, is gemakkelijk een eerste stap te zetten naar een geschikt PLM-platform als digitale ruggengraat: een Product Data Backbone.

Promoting ideas. Building on experience. Remaining curious.

Industriële sensoren. Uw wensen zijn onze inspiratie. Uw processen verbeteren is onze doelstelling. Wij delen onze kennis en ervaring, en staan altijd open voor nieuwe ideeën. Samen denken we een stap vooruit en creëren we nieuwe mogelijkheden voor een succesvolle toekomst. Innovatie is onze passie – en daarmee uw concurrentievoordeel. Meer informatie: www.pepperl-fuchs.com

Your automation, our passion.

86

december 2018


PROCESVERBETERING

PILOT BIJ NIJDRA MET KOSTENBESPARENDE SMARTBIN GESLAAGD

NIET MEER MISGRIJPEN, VEEL LAGERE KOSTEN Het logistiek systeem SmartBin wordt steeds belangrijker voor technisch groothandel Jeveka uit Almere. Een eerste proef ermee verliep succesvol. Eind volgend jaar hoopt het bedrijf zes klanten van een SmartBinoplossing te hebben voorzien. DOOR ANDRÉ RITSEMA

H

et Zwitserse Bossard ontwikkelde SmartBin. Jeveka is de exclusieve reseller van het systeem in Nederland. Kort gezegd komt het erop neer dat de aanwezige voorraden schroeven, bouten en moeren tijdens het productieproces op basis van gewicht in de gaten worden gehouden. Voorraadbakken langs de productiestraat hebben elk hun eigen weegschaal. Zodra de voorraad in een bak onder een afgesproken gewicht komt, geeft het systeem via de computer een signaal af aan de leverancier. Die kan de voorraad aanvullen.

mis. Zodra een voorraadbak leeg dreigt te raken, krijgen we via de computer een melding en kunnen we tijdig bijvullen.’

ONTZORGEN 4.0

Koppes zelf is één van de voorbeelden dat Jeveka steeds meer aan de weg wil timmeren met SmartBin. Hij is deze zomer aangenomen, mede om het logistieke systeem bij klanten onder de aandacht te brengen. Dat gebeurt in het kader van wat ze in Almere ‘Ontzorgen 4.0’ noemen. ‘We willen de GOED VERLOPEN PROEF klanten helpen succesvol te zijn Jeveka heeft dit jaar een pilot met het systeem en ze daarom in logistiek gedaan bij Nijdra, een toeleverancier van fijnRob Koppes van Jeveka: ‘Productiemedewerkers grijpen niet meer mis.’ opzicht helemaal ontzorgen. mechanische onderdelen en mechatronische Foto: Jeveka Dat doen we door het complete modules voor de hightech industrie in Middenlogistieke proces, van intake en beemster. Die is zo goed verlopen, dat Nijdra het data-analyse tot advisering en implementatie, systeem volgend jaar op meer plekken in het VERGEVORDERD STADIUM voor onze rekening te nemen’, aldus Koppes. ‘En bedrijf gaat gebruiken. ‘Ze zijn erg content met Met een ‘stuk of tien klanten’ voert Jeveka op dit SmartBin past daar goed in, het is één van de de uitkomsten van de proef ’, zegt adviseur supply moment ‘serieuze gesprekken’ over de implemenmanieren om klanten te helpen. We bekijken per chain management Rob Koppes van Jeveka. ‘Wat tatie van een SmartBin-systeem, zegt Koppes. klant of het goed voor ze zou kunnen werken. ze zelf als belangrijkste voordeel van SmartBin ‘En met een aantal zijn we al in een vergevorderd En als dat zo is, zullen we het systeem zeker aanzien: de productiemedewerkers grijpen niet meer stadium.’ Namen wil hij niet noemen. ‘Maar we bevelen. Wij zijn er hopen voor het eind van het jaar in ieder geval zelf enthousiast nog één klant te kunnen noemen die voor Smartover. Het is volledig Bin heeft gekozen. En eind volgend jaar zijn dat geautomatiseerd, er – hopen we – een stuk of zes. Dat is ons doel. je grijpt niet meer En ik zou niet weten waarom we dat niet zouden mis en je hebt halen. De markt is zeker geïnteresseerd.’ minder voorraad Ook anderszins zet Jeveka vol in op het logistieke nodig dan bij een systeem. Tot dusver werd SmartBin nog niet echt 2-bin-systeem, waar actief onder de aandacht gebracht bij de klanten, immers per artikel maar dat gaat nu veranderen, aldus Koppes. Zo met twee bakken is er onlangs een speciale website gelanceerd met wordt gewerkt. Dat informatie over SmartBin. En Jeveka staat op betekent minder beurzen en verzorgt presentaties voor belangstelvierkante meters lende klanten. ‘De komende maanden gaan we stelling op de werkhet systeem pro-actief promoten. Dat wordt een vloer. In totaal spannende en leuke tijd. Ik krijg daar zelf veel kunnen bedrijven energie van. Met name omdat ik, net als mijn tussen de zestig en collega’s, echt geloof in deze oplossing. Het is nu zeventig procent aan ons om ook de klanten te overtuigen.’ besparen op de kosten van het www.jeveka.com order- en aanvulwww.smartbin.nl Voorraadbakken langs de productiestraat hebben elk hun eigen weegschaal. proces.’ www.nijdra.com

december 2018

87


LEAN

Katern over praktijkgericht onderzoek van de verschillende lean-lectoraten van hogescholen. www.linkmagazine.nl/lean

Interview lean-goeroe Yoshino hoogtepunt van drukbezocht IMPACT-symposium

Isao Yoshino en Katie Anderson. Foto: Com-magz

Middagvoorzitter en lector lean van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Jannes Slomp introduceert Isao Yoshino als ‘de leermeester van diverse lean-leiders van de wereld’.

In het gesprek dat volgde, als start van het IMPACT2018-symposium medio oktober in Nijmegen, werd vooral ingegaan op de jaren tachtig, de tijd dat de Japanner vanuit Toyota

Technologie inzetten voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt Metafors Metaalbewerking, onderdeel van de Amfors Groep (de sociale werkvoorziening (Sw) in Amersfoort en omstreken), is met het HAN Lean-QRM Centrum het project ‘Verbetering van de inzetbaarheid van arbeidsgehandicapten met ondersteunende technologie’ gestart. Ze werken al langer samen als het om het ondersteunen van mensen met een beperking gaat. Sinds twee jaar kent Amfors het Inclusive Fieldlab, dat concrete pilots binnen Amfors Groep en haar partnerbedrijven opzet. Dat initiatief krijgt een extra push door het project. Programmacoördinator Roald Klumpenaar: ‘We testen harde technologieën en werkmethoden, die mensen helpen om hun vaardigheden verder te ontwikkelen en zo productiever te worden. Dit leidt tot meer voldoening én duurzame inzetbaarheid. Het is een nieuwe vorm van jobcoaching, waarbij het toepassen van bestaande technologie voor deze doelgroep bij uitstek geschikt blijkt.’ Klumpenaar heeft het dan over cognitieve ondersteuning via bijvoorbeeld augmented reality. En over fysieke ondersteuning, bijvoorbeeld via een exoskelet of cobot.

88

december 2018

‘De eerste bevindingen met een smart beamer zijn zeer positief. Dit is een projector gericht op de assemblagetafel die heel visueel instructie geeft.’ Het exoskelet wordt getest bij de kant- en zetbank bij Metafors en ook bij PostNL in de pakketverwerking. De cobot assisteert bij de ingewikkelde assemblage van straatverlichting. Het project met de HAN omvat onder meer de inventarisatie van nieuwe geschikte technologieën en methoden, de ontwikkeling van enkele demonstrators binnen Amfors en reguliere bedrijven en het ontwikkelen van een aantal businesscasussen. Ook kennisdeling richting andere werkgevers en collega-bedrijven in de sociale werkvoorziening krijgt veel aandacht. Inmiddels is er ook samenwerking met een Sw-bedrijf uit België en één uit Duitsland. ‘Het is vrij nieuw om via technologie die brug te slaan tussen industrie en medewerkers met een arbeidsbeperking, maar juist hier kan innovatie veel verschil maken. Dit is inclusief én smart. Zo kunnen ook lager geschoolden hun kansen op de arbeidsmarkt optimaliseren.’ www.amforsinnovatie.com

verantwoordelijk was voor de ontwikkeling van een continu-verbetercultuur bij het Amerikaanse New United Motor Manufacturing Inc., een joint venture van General Motors en Toyota. De keynote van de Amerikaanse Katie Anderson, een veelgevraagde lean-consultant en -spreker, dga van KBJ Anderson Consulting en verbonden aan het Lean Enterprise Institute, vormde het tweede hoogtepunt van het symposium, georganiseerd door het Lean-QRM Centrum van de HAN, samen met lean-lectoraten van andere hbo-instellingen.

Het programma eindigde met de bekendmaking van het ‘beste hbo-verbeterproject 2018’. Van de 14 genomineerden kwam het project van Lobke van Enkhuizen en Hylco Dijkstra van NHL Stenden als winnaar uit de bus. Hun project, uitgevoerd bij de Ardagh Group, illustreert een goed gebruik van de verbetercirkel (PDCA) en zorgvuldigheid bij de probleemanalyse, aldus de jury. Link Magazine was een van de sponsors van het IMPACT-symposium. www.han.nl/leanqrmcentrum

Onderzoek: lean-problemen mkb van sociale aard Met name mkb’ers blijken moeite te hebben de organisatie lean in te richten. Wilfred Knol, onderzoeker van het lectoraat Lean/World Class Performance van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, doet promotieonderzoek Wilfred Knol: 'Een dga in het mkb vindt het niet eenvoudig zo aan het Instituut veel ruimte te geven.' Management Research van Rad‘Een dga in het mkb heeft nog vaak boud Universiteit om te achterhalen behoefte aan controle en vindt het hoe dat komt en wat er aan te doen niet eenvoudig zo veel ruimte te valt. De belangrijkste oorzaak, zo geven. Ook speelt dat de directeur heeft Knol inmiddels ontdekt, is van niet altijd goed weet welke leansociale aard. ‘Het implementeren structuur het beste past. Kanban van bijvoorbeeld een structuur als bijvoorbeeld is typisch geschikt voor Kanban vergt een nauwe betrokkeneen bedrijf met hoge volumes en een heid van de medewerkers, het vraagt lage variëteit in producten. POLCA om sociale innovatie. De mensen op daarentegen past juist veel meer bij de werkvloer moeten ondersteund een bedrijf waarvoor het omgekeerworden bij het zelf ontdekken van de geldt. De kennis daarover is die manier van werken. Als ze die binnen het grootbedrijf veel meer ruimte krijgen, wordt het echt iets beschikbaar.’ Nu directies het belang van henzelf, begrijpen ze het veel van sociale innovatie voor het succes beter én beklijft het ook. Dan vallen van organisaties steeds meer erkenze minder gauw terug in hun oude nen en het leiderschap binnen veel manier van werken, iets wat nu nog bedrijven verandert van directief in vaak wel gebeurt.’ faciliterend, verloopt de implemenDeze manier van implementeren tatie van lean gemakkelijker, aldus vraagt een directie die vooral facilide onderzoeker. teert en die het middenmanagement de middelen aanreikt om hun mede- specials.han.nl/sites/lean/over-ons/ wilfred-knol/ werkers te trainen en te coachen.


UIT DE MARKT (vervolg) COPPENS KIEST VOOR ISAH VANWEGE EIGEN FINANCE-OPLOSSING Onlangs is Coppens Groep live gegaan met de ERP-software van Isah. Het bedrijf is in de loop der jaren flink gegroeid. Om toekomstbestendig te blijven en de continue groei te kunnen waarborgen, moest ze meer grip krijgen op de processen. Een belangrijke wens was een ERP-oplossing met een geïntegreerd financieel pakket. ‘Isah had met haar finance-oplossing direct een streepje voor op andere partijen,’ aldus directeur/eigenaar Bas Coppens. De gedegen implementatieaanpak zorgde ervoor dat Coppens 1 oktober jl. met een big bang live kon. Naast het logistieke deel en de multicompany-

inrichting heeft Coppens in deze eerste fase ook Isah Finance en Isah Mobile Field Service geïmplementeerd. Onderdeel van het verbetertraject van Coppens was in eerste instantie het in kaart brengen van de huidige processen. Daarnaast werd vooral ook nagedacht over hoe processen idealiter georganiseerd moesten worden. Coppens nam een adviseur in de arm en één van de belangrijke vervolgstappen was het selecteren van een nieuw ERP-pakket. ‘We hebben dit traject bewust grondig aangepakt. We wilden een nieuw softwarepakket namelijk niet inrich-

CELLRO STAPT IN HEIDENHAINS PARTNERPROGRAMMA VOOR AUTOMATISERING Cellro Automation maakt nu officieel deel uit van het partnerprogramma voor automatisering van Heidenhain. Heidenhain is een toonaangevend ontwikkelaar van machinebesturing en werkt samen met ’s werelds topaanbieders van CNC-machineautomatisering voor een meer doorgedreven automatisering en om toekomstige ontwikkelingen te stimuleren. Cellro’s instap in het partnerprogramma effent het pad voor vlottere machinecommunicatie, ruimere gebruikersflexibiliteit en een breder supportnetwerk voor problemen bij automatisering en machinebesturing. Het partnerschap houdt veel belangrijke voordelen in voor zowel fabrieksvloeren als de machinebranche in haar geheel. In de eerste plaats profiteren bedrijven die een besturingssysteem van Heidenhain gebruiken in combinatie met een automatiseringsoplossing van Cellro van een snellere procesintegratie. Het partnerschap laat beide firma’s toe robotinterfaces steeds meer te standaardiseren, waardoor het opzetten van een volledig operationeel geautomatiseerd bewerkingsproces vlotter verloopt. De opgevoerde standaardisering beperkt ook het risico dat toekomstige wijzigingen aan de machine of automatisering resulteren in ongewenste communicatieproblemen. Wanneer zich toch problemen voordoen, kunnen Cellro en Heidenhain die voortaan efficiënter oplossen.

De serviceafdelingen van beide bedrijven kunnen informatie en kennis doeltreffender uitwisselen, wat zich vertaalt in snellere responstijden voor de klant en gerichtere oplossingen die rekening houden met het algehele productieproces. Gegevens intelligenter kunnen gebruiken en uitwisselen om productieprocessen te optimaliseren, wordt steeds belangrijker. Het partnerschap tussen Cellro en Heidenhain is een belangrijke stap in de richting van Industrie 4.0. De twee bedrijven verenigen hun unieke kennis en ervaring op het vlak van automatisering en machine-besturing. Die synergie stemt hun toekomstige oplossingen nog meer af op de specifieke input en output die essentieel is voor de overkoepelende productieketen. Dit sluit perfect aan bij de behoefte binnen de branche aan geavanceerdere, datagedreven middelen om het toekomstige productieproces te perfectioneren en voorspellen. Cellro is trots op het nieuwe partnerschap met Heidenhain. De Nederlandse automatiseringsontwikkelaar Cellro onderhoudt partnerschappen met tal van andere besturingsbouwers. Dit weerspiegelt de ambitie van Cellro om haar klanten ongecompliceerde en toekomstbestendige automatiseringsoplossingen te bieden. www.cellro.com www.heidenhain.nl

ten op basis van onze oude processen. Doel was immers om efficiënter te gaan werken. We hebben daarom eerst nagedacht over de toekomst.’ Een van de uitgangspunten was bijvoorbeeld dat er multicompany gewerkt kon gaan worden. ‘We willen immers koploper blijven in onze branches en onze klanten zo optimaal mogelijk bedienen. Tegelijk met de livegang van Isah hebben we daarom onze verschillende werkmaatschappijen gesplitst.’ Coppens Groep bestaat nu uit drie verkoopbedrijven (Coppens Stal-techniek, Coppens Agri-techniek en Coppens Metaaltechniek) en een intern productiebedrijf (Coppens Productie-techniek). Coppens: ‘Vanuit de drie verkoopbedrijven kunnen we nu extern inkopen of we kunnen dat intern doen bij ons productiebedrijf. De nieuwe multicompany-structuur zorgt er nu al voor dat we veel meer inzicht hebben waar kosten en opbrengsten vandaan komen.’ Een andere wens van Coppens Groep was een geïntegreerd financieel pakket. En Coppens wilde geen (of

Directeur Bas Coppens: ‘We hebben eerst uitgebreid nagedacht over de toekomst van ons bedrijf.’ Foto: Coppens

minimaal) maatwerk. ‘In het verleden hebben we dat gehad, maar uit ervaring weet ik dat dit alleen maar tot problemen leidt. Het is namelijk moeilijk te updaten waardoor het risico bestaat dat je veel te lang met verouderde versies blijft werken. Dat willen we niet meer. En aangezien we toch al van plan waren om onze werkwijzen om te gooien, konden we net zo goed voor een standaard softwareoplossing kiezen.’ www.coppens-constructie.nl, www.isah.com

december 2018

89


SAMENONDERNEMEN Link Magazine signaleert fusies, allianties en overnames in de industrie. Voor meer informatie: www.linkmagazine.nl

nisch directeur Jeroen Besten, behouden hun functie. MaatHof Holding telt een aantal bedrijven,

ALLIANTIES

waaronder bewerkingsbedrijf GS Metaal in Vriezenveen. www.broeze.nl, www.gsmetaal.nl

SEMICON

ASML en imec intensiveren EUV-samenwerking Om de EUV-lithografietechnologie voor een brede toepassing in de chipindustrie klaar te stomen, intensiveren ASML en imec hun strategische samenwerking. In 2014 werd die al naar een hoger niveau getild met de oprichting van het gemeenschappelijk onderzoekscentrum Advanced Patterning Center. In de loop van 2019 zal ASML haar meest geavanceerde EUV-scanner (NXE:3400B) in imecs cleanroom installeren en

krijgen de imec-onderzoekers – en hun partners – toegang tot de nieuwste EUV-technologie. Dat apparaat behaalt dan het lang beoogde streefdoel: 125 wafers (siliciumschijven) per uur produceren. Ter vergelijking: de eerste generatie (NXE:3300) haalde 21 wafers per uur. Ook wordt in Veldhoven een gemeenschappelijk onderzoekslab opgezet om aan de volgende EUV-generatie te werken. www.asml.com, www.imec-int.com

PLAATWERK

Dumaco lijft plaatwerkspecialist VSMI in Dumaco heeft de Achterhoekse plaatwerkspecialist VSMI overgenomen. De acquisitie past naadloos in Dumaco’s strategie om door ketenintegratie paal en perk te stellen aan de huidige versnippering in de plaatbewerkingssector. VSMI is thuis in het hele traject van ontwerpen en engineeren tot afwerken en assemblage, en werkt volgens de principes van Smart Industry. De

acquisitie van VSMI vergroot Dumaco’s productiearsenaal en technologische en commerciële basis. Dumaco (Dutch Manufacturing Companies) omvat bedrijven in Montfoort, ’s-Gravenpolder, Kampen en nu dus ook in Varsseveld. Rob Lentink, oprichter/directeur van VSMI en ABK innovent, behoudt de dagelijkse leiding. www.dumaco.nl, www.vsmi.nl

ADVISERING SEMICON

CITC wil boost geven aan chipintegratie Nijmegen krijgt haar eigen imec; die ambitie hebben de initiatiefnemers van het Chip Integration Technology Centre (CITC) dat volgend jaar op de Novio Tech Campus start. Chipfabrikanten, -testers en -verpakkers, machinebouwers, materiaalleveranciers, ontwikkelaars en onderzoeksgroepen gaan daar samen precompetitief chipintegratietechnologie ontwikkelen. NXP, Nexperia, Ampleon, Radboud Universiteit, Hogeschool van Arnhem en Nijmegen, TNO en TU Delft zijn de initiatiefnemers. Samen met industrienetwerk BOOST en ontwikkelingsmaat-

schappij Oost NL willen zij in het CITC innovatieprogramma’s opzetten, kennis over chiptechnologie verspreiden in het mkb, talenten trainen en start-ups ondersteunen. In de startkosten, 52 miljoen euro voor de komende vier jaar, dragen Nijmegen en Gelderland samen bijna 10 miljoen bij; bij het Rijk ligt een aanvraag voor 9 miljoen. Het CITC rekent verder op geld van Europa. Over acht jaar wil het CITC werk bieden aan ruim honderd mensen en bij omliggende bedrijven nog eens vijfhonderd. www.noviotechcampus.com

PA Consulting acquireert expertisecentrum in VS Innovatie- en transformatie-adviesbureau PA Consulting heeft het Amerikaanse Essential Design in Boston overgenomen. Die is expert op het gebied van gebruiksgerichte ontwerpen, het verbeteren van klantervaringen en het stimuleren

van innovatie. Essential is een aanvulling op de wereldwijde capabilities van PA op de vlakken strategie, innovatie en verbetering van productieprocessen, productdesign en engineering. www.paconsulting.com

ENERGIE

Contour en VisBlue partneren voor energietransitie Contour Advanced Systems en het Deens/Portugese VisBlue gaan op twee manieren samenwerken. Allereerst wordt de dochter van Contour Group distributeur op de Nederlandse markt voor VisBlue’s flowbatterijsystemen. Bovendien worden VisBlue's batterijoplossingen in containers van Contour Advanced Systems geïnstalleerd. Dankzij de

samenwerking kan VisBlue – een spin-off van de universiteiten van het Deense Aarhus en het Portugese Porto – in Nederland een turn-key oplossing voor haar systemen voor energieopslag bieden. En Contour manifesteert zich nadrukkelijker als een grote partij in de energietransitie. www.contour.eu, www.visblue.com

HELiOS is de krachtige en ef ciënte PDM-oplossing voor al uw artikel-, document- en tekeningbeheer. Multi-CAD interface: HiCAD, SolidWorks, Inventor, AutoCAD, EPLAN Compatibel met Microsoft Of ce bestandsformaten.

OVERNAMES METAAL

MaatHof Holding neemt Broeze Nijverdal over Broeze Nijverdal, specialist in staalbouw, infra en industriële toepassingen, wordt onderdeel van MaatHof Holding. Gebrek aan een opvolger heeft eigenaar Gert-Jan

90

december 2018

HELiOS PDM/PLM-OPLOSSING

Broeze tot verkoop doen besluiten. Broeze Nijverdal blijft een zelfstandig opererend bedrijf. De medewerkers, onder wie commercieel directeur Klaas Kuipers en tech-

ISD Benelux BV Het Zuiderkruis 33 | 5215 MV ‘s Hertogenbosch | +31 73 6153 888 Grote Voort 293a | 8041 BL Zwolle | + 31 73 6153 888 info@isdgroup.nl | www.isdgroup.com


UIT DE MARKT BAANBREKENDE MILIEUVRIENDELIJKE DYEOX 4 TEXTIELVERFMACHINES BIJ VDL ETG PROJECTS Kleding en schoenen van een kleurtje voorzien met een afvalproduct uit de industrie. DyeCoo Textile Systems heeft een duurzame verfmachine, de DyeOx, ontwikkeld. De verfmachine gebruikt teruggewonnen CO2. 95 procent van deze CO2 wordt hergebruikt in de machine. Van de kleurstof wordt meer dan 98 procent opgenomen in het textiel, zodat er nauwelijks restafval ontstaat. Omdat er geen water nodig is tijdens het verfproces, is er geen watervervuiling. Textiel verven via CO2 is energiezuinig en de productiekosten zijn laag. De volledige assemblage van deze innovatieve machine verzorgt VDL ETG Projects in Eindhoven. In de productiehal van VDL ETG Projects maken twee exemplaren van de DyeOx indruk. Meterslange cilinders met een decimeters dikke deksel. Via een constructie met buizen en bekabeling springt aan de andere kant van de productielijn een drukvat van formaat in het oog. Het grote zwarte ronde CO2-vat van deze machine is geproduceerd door VDL KTI. VDL ETG Projects zet de machine binnen tien dagen in elkaar op de locatie van de klant van DyeCoo. Ernst Siewers heeft samen met Geert Woerlee DyeCoo tien jaar geleden opgericht. Het bedrijf telt veertien medewerkers en boekt een jaaromzet van een kleine tien miljoen euro. Onlangs heeft Siewers bij VDL ETG Projects kennisgemaakt met president-directeur Willem van der Leegte. ‘Na het zelf bouwen van de eerste machines hebben we de stap gemaakt om onze DyeOx door

VDL te laten assembleren’, vertelt Siewers. ‘Waarom? Professionaliteit, geschikte bouwruimte en de mogelijkheid om in aantal machines te kunnen opschalen. Zelf kunnen we hierdoor de focus houden op het verder ontwikkelen van de markt. De aandacht van Willem, het enthousiasme van het VDL-team en natuurlijk de wijze van assembleren van de machines heeft laten zien dat VDL een goede keuze is.’ Van der Leegte: ‘Het gebruik van deze duurzame en efficiënte verfmachine is zeer veelbelovend. Ik ben ervan overtuigd dat deze techniek een vlucht gaat nemen en dat de belangstelling vanuit de markt behoorlijk zal toenemen.’ De DyeOx verft textiel onder hoge druk. Textiel en kleurstof worden in het drukvat gebracht. Vanuit de CO2-opslagbol wordt het drukvat gevuld met CO2 waarbij de druk wordt opgevoerd naar 250 bar en de temperatuur op 120 graden wordt gebracht. Condities waarin de kleurstof oplost in de CO2. Met een speciale pomp wordt de CO2 met opgeloste kleurstof in het vat rondgepompt en wordt de kleurstof tot diep in de vezels van het textiel gebracht. Het textiel komt droog uit de machine. Het hele verfproces neemt slechts 3 uur in beslag. De eerste machine van DyeCoo is in 2011 in Thailand geplaatst. Inmiddels hebben twaalf duurzame verfmachines van DyeCoo hun weg gevonden naar zes verschillende klanten in Azië. VDL heeft er vier gebouwd. Ook de twee machines die nog bij VDL ETG Projects staan, vinden hun weg naar de

President-directeur Willem van der Leegte van VDL (tweede van links) maakt kennis met onder anderen cto Ernst Siewers van DyeCoo (rechts naast hem). Foto: DyeCoo

Aziatische textielindustrie. Naast de textiel-industrie (Nike, Adidas en Mizuno) hebben ook merken uit de auto-, tapijt- en meubeltextiel-

sector belangstelling voor deze duurzame verfmachine. www.dyecoo.com www.vdlgroep.com

METROLOGIECENTRUM VAN DEMCON EN EMS Demcon, high-end technologieleverancier, en EMS Benelux, leverancier voor geometrische meettechniek, hebben een joint venture opgericht. In Enschede komt een demonstratie- en servicecentrum dat klanten in de hightech sector ondersteunt met nieuwe, gevoelige meetapparatuur, loonmetingen, service, onderhoud, advies en opleiding. Hightech producten worden almaar complexer en kwaliteitseisen steeds strenger, waardoor de behoefte aan uiterst nauwkeurige metingen

toeneemt. EMS (European Metrology Systems) is een vooraanstaand leverancier van geometrische meettechniek, waaronder 3D-coördinatenmeetmachines, laserscanners en optische meetsystemen. Los daarvan is de vestiging van Demcon in Son onlangs verhuisd naar Best. Het technologiebedrijf beschikt in het nieuwe pand over meer kantoorruimtes, grotere labruimtes en een grote cleanroom. www.demcon.nl www.ems-benelux.com

december 2018

91


SMARTGELEVERD GEINVESTEERD

Link Magazine bericht over de levering van of de investering in smart technologie en de toegevoegde waarde daarvan voor de gebruiker. Voor meer informatie: www.linkmagazine.nl

DEFENSIE

3D-TECHNOLOGIE

VDL scoort mega-defensieorder

VW kiest voor AI’s 3D-metaalprinter

VDL Bus Chassis, onderdeel van VDL Group, bouwt tussen 2021 en 2023 ruim 500 Mercedes Benzterreinvoertuigen v olledig op naar de wensen van het Nederlandse ministerie van Defensie. Het gaat om drie varianten: een infanterie- en een Terreinvoertuigen volledig op maat. Foto: VDL ambulancevoertuig en VDL zal ook langere tijd een deel een versie voor logistieke doeleinvan het onderhoud doen. Met de den. Mercedes levert het ‘rolling order van Mercedes Benz Cars chassis’, dus met motor, aandrijflijn, Nederland zijn vele tientallen wielen en dashboard. VDL rust de miljoenen euro’s gemoeid. voertuigen uit met een rolkooi, Dat bedrag verdubbelt als in de stoelen, radio- en communicatietoekomst opdracht voor nog eens systemen, opbergplekken en een ruim 500 voertuigen bij VDL neerbeschermingspakket. De komende gelegd wordt. twee jaar worden prototypes www.vdlbuscoach.com ontwikkeld, gebouwd en getest.

Volkswagen en Additive Industries (AI) hebben een lange-termijnDuitse Wolfsburg een industriële 3D-metaalprinter (Metalfab1) van de Eindhovense 3D-printerfabrikant geïnstalleerd en trainde AI een team van VW in het gebruik ervan. Onlangs werden in Wolfsburg met succes de eerste producten geprint.

MOBILITEIT

Nog eens 143 VDL-bussen voor RET RET Rotterdam heeft bij VDL Bus & Coach 143 bussen besteld: 103 VDL Citea’s SLE-120 Hybrid en 40 VDL Citea’s LLE-120 met Euro 6-motor. Eerder dit jaar plaatste hetzelfde ovbedrijf al een order VDL-bussen voor Rotterdam. Foto: VDL voor 55 VDL Citea’s en dieselbussen op streeklijnen. Electric met bij-behorende laadMet deze vloot realiseert RET forse faciliteiten. De elektrische bussen winst op milieugebied, geluid, worden vanaf 2019 ingezet op lijnbrandstof en onderhoudskosten. diensten in Rotterdam, Schiedam en www.vdlbuscoach.com Vlaardingen, de hybride bussen

overeenkomst gesloten. Dit najaar werd in VW’s hoofdvestiging in het Omdat VW een groot potentieel ziet in 3D-metaalprinten, met AI blijft samenwerken en de hal waarin de Metalfab1 draait flink is uitgebreid, hangen vervolgorders voor Additive Industries in de lucht. www.additiveindustries.com

INDUSTRIE

NTS Campus biedt synergievoordelen Hightech toeleverancier NTSGroup brengt al haar kerncompetenties samen op een eigen campus. Die verrijst op het complex van NTS’ hoofdkantoor in Eindhoven. Naast NTS D&E en NTS Mechatronics, die daar al langer hun thuis hebben, komt er nieuwbouw voor NTS Combimetaal, NTS Precision en de assemblageactiviteiten die nu nog in Wijchen plaatsvinden. De bouw van de campus is fase 2 van het strategisch programma ‘One NTS’. Fase 1 – ontwikkel-, assemblage- en productievestigingen

opzetten in Europa, Azië en NoordAmerika om dichtbij de klanten te zitten – is afgerond. De nieuwe campus zorgt voor synergie, meer samenwerking, en uniformiteit in technologie, processen, logistiek en marketing & sales. Dat stelt NTS in staat om haar klanten, die om hun innovaties sneller naar de markt te brengen steeds meer op het bordje van hun first tier suppliers leggen, nog meer toegevoegde waarde te bieden. www.nts-group.nl

SCHEEPSBOUW

’s Werelds grootste cutterzuiger te water Op de scheepswerf van IHC in Krimpen aan den IJssel werd onlangs de Spartacus, ’s werelds grootste zelfvarende cutterzuiger te water gelaten. Het is de eerste die door vloeibaar aardgas wordt aangedreven. Het schip, ontworpen en gebouwd voor baggerconcern DEME, heeft vier hoofdmotoren die kunnen werken op vloeibaar gas (LNG), scheepsdieselolie en zware stookolie. De twee hulpmotoren

bevatten eveneens dual fuel-technologie. Andere innovaties in het schip zijn het systeem voor de terug-winning van restwarmte, de een-persoons bediende baggerbesturing en een cutterladder die een baggerdiepte van 45 meter kan bereiken. De Spartacus is inzetbaar in de meest ruwe en afgelegen omgevingen. www.royalihc.com www.deme-group.com

ISO Cleanrooms op maat

92

november 2018


UIT DE MARKT VS DWARSBOMEN EXPORT HIGH-END APPARATUUR NAAR CHINA Het aan China kunnen leveren van zijn high-end semicon-apparatuur is nog onderwerp van een ‘scan’ door het ministerie van Buitenlandse Zaken (Buza). Daarom wil de betreffende hightech machinebouwer nog niet openlijk praten over de moeite die het tegenwoordig kost om apparatuur te verkopen aan Chinese klanten als er een kans is – hoe klein ook – dat die ingezet wordt in onderzoek naar quantumcomputing voor militaire doeleinden. ‘Die definitie wordt heel ruim ingevuld. Als je wilt leveren aan een universiteit waar een hoogleraar werkt die onderzoek doet naar quantumcomputing, kan dat al voldoende zijn om geen exportlicentie te krijgen’, aldus een zegsman van het bedrijf. Het afgelopen jaar heeft het ministerie de levering van vier systemen reeds onder de loep genomen, met als resultaat dat er twee niet verscheept mochten worden. Buza doet zijn onderzoek op instigatie van de NAVO, in casu de VS. De Amerikaanse overheid steekt zo’n 2 miljard euro in onderzoek

naar quantumcomputing, de Europese Commissie 1 miljard, terwijl de Chinese overheid vrij recent voor dat doel 20 miljard euro zou hebben vrijgemaakt. ‘Je mag ervan uitgaan dat meer investering tot meer resultaat leidt. De VS zijn bang dat China zo een voorsprong verwerft met de ontwikkeling van quantumcomputing-toepassingen voor militaire doeleinden.’ Quantumcomputing biedt vele malen grotere rekenkracht dan waarover de traditionele computersystemen beschikken en zorgt voor zoveel snelheid dat daarmee bijvoorbeeld de lancering van raketten verhinderd zou kunnen worden, zelfs als de opdracht daartoe al gegeven is. Binnen de Europese Unie wordt het onderzoek naar quantumtechnologie gestimuleerd door het EU Quantum Flagship, dat de komende tien jaar in totaal één miljard euro voor dat onderzoek beschikbaar heeft. Het brengt onderzoekers, bedrijfsleven en beleidsmakers samen met als doel om het Europees wetenschappelijk leiderschap op quantumgebied ver-

der uit te breiden en onderzoeksresultaten naar de markt te brengen. Meer dan 5.000 deelnemende onderzoekers moeten er de komende tien jaar voor zorgen dat Europa aan de wereldtop komt van de kennis- en technologiegedreven quantumsector. Eind oktober werd bekend dat de Europese Commissie, via haar Quantum Flagship Programme, 10 miljoen euro zal bijdragen aan de blauwdruk voor een toekomstig quantuminternet dat de Quantum Internet Alliance ontwikkelt. Dat is een consortium van toonaangevende Europese quantumonderzoeksgroepen en hightechbedrijven onder leiding van het Delftse QuTech. Het grote voordeel van een quantuminternet is dat het veel beter is de beveiligen dan het huidige. De Quantum Internet Alliance bestaat uit twaalf vooraanstaande onderzoeksgroepen van universiteiten uit acht Europese landen, die nauw samenwerken met meer dan twintig bedrijven en instellingen, als TNO, SAP, Toyota, KPN en Toshiba. Meer dan 5.000 deelnemende onderzoe-

kers moeten er de komende tien jaar voor zorgen dat Europa aan de wereldtop komt van de kennis- en technologiegedreven quantumsector, zo luidt de officiële ambitie. QuTech zelf werkt weer samen met techbedrijven als het Amerikaanse Intel en Microsoft. Microsoft opende vorig jaar een eigen lab op de Delftse campus, Station Q Delft, onder leiding van hoogleraar Leo Kouwenhoven. De ambitie van QuTech en Microsoft is in deze publiek-private samenwerking topologische quantumbits uit te bouwen tot een werkende quantumcomputer. Quantumcomputers maken gebruik van de bijzondere eigenschappen uit de quantummechanica, waardoor quantumbits zowel 1 als 0 tegelijk kunnen zijn. Dit maakt het mogelijk bepaalde soorten rekenproblemen razendsnel op te lossen, die nu buiten bereik zijn van zelfs de allergrootste supercomputers. De verwachting is dat dit bijvoorbeeld de zoektocht naar nieuwe, bijzondere materialen zal versnellen. www.qt.eu, www.qutech.nl

OMRON LAAT KLANTEN VOORDELEN SMART FACTORY ERVAREN IN INNOVATIONS LABS Omron, wereldwijd leverancier van industriële automatisering, opent acht nieuwe Innovation Labs in Europa. In deze laboratoria kunnen fabrikanten de voordelen ervaren van een geautomatiseerde en intelligente fabriek, die is geoptimaliseerd met de nieuwste automatiseringsen roboticatechnologieën. Ook is het mogelijk ‘proof of concept’-testen uit te voeren. Het dichtstbijzijnde innovatielab staat in Stuttgart. Omron-engineers werken hierin samen met klanten. Elk nieuw Innovation Lab omvat een reeks innovatieve technologieën waaronder vaste en mobiele robotsystemen. Het doel van deze laboratoria is om producenten beter voor te bereiden op de huidige slimme productiemogelijkheden. Ze kunnen ervaren hoe geavanceerde kunstmatige intelligentie, het Internet of Things (IoT) en robotica in hun fabriek kunnen worden toegepast, met name voor de voedingsmiddelen- en warenindustrie, de verpakkingsindustrie

en de automotive, maar ook op het gebied van mechanica en engineering. De nieuwe Innovation Labs laten zien dat geïntegreerde robotica en automatisering het mogelijk maken kosten te verlagen, kwaliteit te verbeteren en de productiviteit te verhogen. Het doel is een ‘proof of concept’ te creëren voor de klant, iets dat daadwerkelijk kan worden toegepast in de productie. Daarmee overbruggen de Innovation Labs de kloof tussen theorie en praktijk. Elk lab beschikt over diverse robotcellen met SCARA en zes-assige robots, die worden ondersteund door een mobiele robot om de intralogistieke processen te demonstreren. De labs zijn te vinden in Stuttgart in Duitsland, Milaan in Italië, Madrid in Spanje, Milton Keynes in GrootBrittannië, Tychy in Polen, Istanbul in Turkije en Argonay in Frankrijk. industrial.omron.eu

TURNKEY SOLUTIONS FOR ELECTRONICS DEVELOPMENT AND MANUFACTURING

PsiControl Steverlyncklaan 15, 8900 Ypres - Belgium jeroen.deweer@psicontrol.com +32 474 552 419 www.psicontrol.com

part of Picanol Group

december 2018

93


A matter of perspective Machines worden slimmer. De maakindustrie digitaliseert snel. Integratie van bedrijfsprocessen biedt nieuwe kansen voor samenwerking. Door onze engineerings-, productie- en logistieke processen continu te innoveren, willen wij deze mogelijkheden optimaal benutten. We kunnen niet in de toekomst kijken, maar kunnen haar samen wel maken. www.kepser.nl

Account Management

Team Eltrex

Project

Product Management

Software Support

Production & Planning

Supply Chain Solutions

94

december 2018

Hardware Engineering Design & Construct

Project Management

Your Team Test Services

Quality Assurance

Purchasing

in Motion


UIT DE MARKT INSPIRO ONDERSCHEIDT ZICH, MEDE DANKZIJ HECHTE BAND MET HOGESCHOOL Klanten roemen Inspiro, winnaar van de Best Knowledge Award (zie pagina 14), als het verlengstuk van hun eigen r&d. De ontwikkelaar en producent van micro-elektronica en embedded software kan die waarde toevoegende rol waarmaken dankzij de medewerkers. Een flink deel van die mensen is afkomstig van ‘hofleverancier’ Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Maar die komen niet vanzelf aanwaaien. Inspiro kan, afhankelijk van wat de klant wil, het complete ontwikkeltraject voor zijn rekening nemen, van allereerste idee tot en met het opleveren van het prototype. En als dat gewenst is zorgen de mensen van het Arnhemse bedrijf ook nog voor het aansturen van de toeleveranciers die het product in kwestie in serie moeten gaan fabriceren. ‘Sommige klanten komen met een uitgewerkte specificatie. Bijvoorbeeld voor een systeem waarmee online alle elektronische sloten van een gebouw bediend en beheerd kunnen worden. Anderen hebben

niet meer dan een globaal productidee’, vertelt manager operations Boudewijn Kroeze. ‘Dan doen we eerst een studie naar de functies waarmee dat product – bijvoorbeeld een fietscomputer – zich zou kunnen onderscheiden.’ Het ontwikkelen van dat toegangssysteem of die geavanceerde fietscomputer is bij uitstek het type Internet-of Things-opdracht dat jonge mensen aanspreekt, is de ondervinding van Kroeze en technisch directeur Frank van Eck. Dat Inspiro dat soort opdrachten in de orderportefeuille heeft, is daarom best wel in hun voordeel bij het aantrekken van voldoende extra menskracht. Ze zoeken jonge mensen met een elektrotechnische, embedded systems engineer- of IT-achtergrond en die zijn schaars in de arbeidsmarktvijver waarin Inspiro moet vissen. Ook maatschappelijke relevantie van klussen is van belang voor de generaties Y en Z (geboren na 1985), heeft Van Eck gemerkt: ‘Wij werken ook aan medisch-technologische

applicaties en aan de technologie voor bijvoorbeeld laadpalen. Dat zijn opdrachten die zeker aanspreken.’ Voorts denken ze een aantrekkelijke werkgever te zijn door de fysieke werkomgeving die ze bieden – Inspiro zit in een ruim pand, ‘in de natuur’ naast villa Bronbeek in Arnhem – en door de bedrijfscultuur. Kroeze: ‘We geven mensen zo veel mogelijk ruimte zich te ontwikkelen. Dat zorgt voor de bezieling – dat betekent ‘Inspiro’ in het Esperanto - die je nodig hebt. Want juist dan komen mensen met de meest verrassende ideeën.’ Kroeze en Van Eck willen Inspiro ‘geleidelijk’ laten groeien. In hun IT-wereld staat dat voor bijna een verdriedubbeling van het personeelbestand – van 13 naar 35 mensen – in afgelopen zeven jaar. Een groot deel van die aanwas heeft een hboachtergrond en is voor het eerst binnengekomen als stagiair of afstudeerder. Van Eck: ‘Hier lopen negen voormalige stagiairs of afstudeerders rond. Zeven zijn van de HAN

afkomstig. Daarnaast hebben we nog een behoorlijk aantal medewerkers in dienst die na hun afstuderen eerst elders zijn gaan werken, maar ook aan de HAN gestudeerd hebben. Ja, de hogeschool is voor ons een belangrijke toeleverancier.’ Het eerste contact met de studenten daar wordt vaak gelegd tijdens een van de bedrijvenmarkten die de opleidingen Elektrotechniek en ICT elk tweemaal per jaar organiseren. ‘Wij zijn dus vier keer per jaar met een stand op de HAN aanwezig’, aldus Boudewijn Kroeze. Samen met Maarten Angenent (die samen met Frank van Eck in 2002 Inspiro oprichtte) participeert hij ook in de werkveldcommissies van die opleidingen. ‘Zo hebben we invloed op de curricula. En een van onze mensen vult als gastdocent bij Elektrotechniek een deel van het programmeertaalonderwijs in.’ www.inspiro.nl, www.han.nl

NIEUWE GENERATIE GEEFT RPP VOORSPRONG IN DIGITAAL Aad Reurings is sinds anderhalf jaar directeur-af bij plaatwerkbedrijf RPP in Delfgauw. Zijn twee kinderen namen medio vorig jaar de zaak over en dat is een goed besluit geweest, zegt Reurings. ‘We lopen als onderneming digitaal voorop in de branche. En daar zijn jongeren toch beter in dan oudjes zoals ik.’ Reurings (62) startte RPP in 1997 met zijn broer Kees: Reurings Precisie Plaatwerk. Het bedrijf was in feite een doorstart van Delft Instruments. In de jaren die volgden, ontwikkelde RPP zich tot een plaatwerkbedrijf met een divers machinepark en zeventien medewerkers. RPP won in 2003 de Dutch Industrial 2nd tier Supplier Award van Link Magazine. Een klant schreef toen dat RPP bekend staat om zaken als leverbetrouwbaarheid, hoge flexibiliteit en een goede spreiding in marktsegmenten. Dat is nog altijd zo, aldus Reurings. ‘We hebben een mooi bedrijf, waar we graag en veel met onze klanten meedenken om tot de beste oplossingen te komen.’

In de zomer van 2017 ging de leiding dus over naar zoon Danny (32) en dochter Nancy (35), en deed Reurings een stapje terug. Het was eigenlijk al vrij lang de bedoeling dat de kinderen het op termijn zouden overnemen, aldus Reurings. ‘Ze werkten als tieners binnen het bedrijf en wilden graag doorgroeien. Vorig jaar was de tijd rijp.’ Afgesproken is dat Reurings senior tot zijn zeventigste als adviseur betrokken blijft. En is het moeilijk om de dagelijkse leiding uit handen te geven? Zeker, zegt Reurings. ‘Het bedrijf is toch een beetje mijn kindje. En ik zie ook dingen, waarvan ik denk: moet dat nu zo? Maar dan hou ik toch de mond dicht. Zij beslissen.’ En het is ook beter dat de kinderen het overnemen, vindt Reurings. ‘Digitaal gezien lopen we voorop in de branche. We werken bijvoorbeeld helemaal papierloos, iedereen werkt – ook in de productiehal – met een tablet. Alle machines zijn aan elkaar gekoppeld in een netwerk. De werkvoorbereiding zal in de toekomst

In de zomer van 2017 hebben hebben dochter Nancy en zoon Danny de leiding overgenomen van vader Aad Reurings. Foto: Reurings

steeds meer op de werkvloer plaatsvinden. De mensen krijgen de klantorders gewoon op hun tablet binnen en kunnen direct aan de slag. We hadden laatst een delegatie van het ministerie van EZ over de vloer om alles te bekijken.’ Waar is Reurings na al die jaren het

meest trots op? Dat het bedrijf al die tijd goed heeft gedraaid, zeker. ‘Maar toch vooral op de mensen. We lopen hard voor de klant, maken prachtige dingen. Het is een machtig mooi team. Daar kan ik met heel veel plezier naar kijken.’ www.rpp.nl

december 2018

95


UIT DE MARKT NIEUWE ROBOTOPLOSSING TEBULO VERHOOGT VEILIGHEID IN STAALSECTOR ‘Ontwikkel een gerobotiseerde oplossing voor het nog steeds manueel bediende reparatiestation voor onze 30 ton wegende staalrollen met een diameter tot 2 meter en een breedte tot 1,85 meter.’ Zo luidde de opdracht van een vooraanstaande Franse staalproducent aan Tebulo Industrial Robotics. De automatiseerder uit Warmenhuizen ging de uitdaging aan en ontwikkelde een gerobotiseerd reparatiestation met plasmasnijder voor alle materiaalkwaliteiten en -diktes. Tevens is een voorziening meegenomen voor aparte afvoer van speciale materialen en een verwerking voor keurplaten. Elke werkgever in de staalindustrie heeft wettelijk de plicht om zijn medewerkers een veilige werkplek te bieden. In het bijzonder bij het hierboven genoemde reparatiestation was de veiligheid voor de operators al geruime tijd in het geding. Zo moesten de operators van dit station tot voor kort bij elke rol staal die onbeschadigd moest worden afgeleverd aan een klant, 5 tot 15 meter afrollen en wegsnijden met behulp van een manueel bediende plasmasnijder. Om er aan alle kanten goed bij te kunnen, stapten ze regelmatig

over de baan heen. Een situatie die onwenselijk was en onderhanden moest worden genomen. Voor de Franse onderneming was dit dan ook de reden om na al die jaren op zoek te gaan naar een gedegen, geautomatiseerde oplossing. De ontwikkeling van het nieuwe reparatiestation was een uitdaging op zich, aldus Rob Beentjes, managing director van Tebulo. Zo moest rekening worden gehouden met een grote diversiteit aan parameters, en was een eis van de klant dat de uiteindelijke cyclustijd voor het verwerken van 15 meter staal per staalrol moest liggen tussen de 120 en 160 seconden. Voorafgaand aan het project ging Tebulo eerst na of alle gestelde eisen haalbaar waren. Zo werd onder meer onderzocht of bespaard kon worden op cyclustijd door drie dunne platen na het snijden in één keer op de pakken en af te voeren. ‘Op basis hiervan is vervolgens de scope van het project bepaald en konden we van start.’ Eén van de grootste uitdagingen bij de ontwikkeling van deze installatie was het automatiseren van de zoekfuncties. Gewerkt wordt immers met diverse materiaaldiktes en -eigenschappen. Per plaat moest dus

De robotconfiguratie van Tebulo. Foto: Tebulo

van tevoren worden nagegaan hoe de robot deze verschillende platen uiteindelijk kan detecteren, pakken en begeleiden en of het gewicht van de betreffende plaat hanteerbaar is voor de robot. Op basis van deze informatie heeft Tebulo vervolgens, geheel in eigen beheer, automatiseringssoftware geschreven voor de robotapplicatie. Gekozen is voor een ABB-robot met een maximaal toegestane last van 300 kg, in een versterkte uitvoering gecombineerd met een volledig in eigen huis ont-

wikkelde robottool met in totaal vijf functies. Bij de ontwikkeling van de nieuwe robotconfiguratie is gestreefd naar zo veel mogelijk uniformiteit en standaar-disatie. Niet alleen kan dan gunstiger worden ingekocht, ook heeft dit een positief effect op de uiteindelijke verkoopprijs, aldus Beentjes. De nieuwe robotconfiguratie is dit najaar geïnstalleerd bij de Franse klant. Een investering die in circa twee jaar volledig is terug te verdienen, zo claimt Tebulo. www.tebulo-ia.com

OOST-NEDERLAND INVESTEERT IN DE ONTWIKKELING VAN SLIMMER PLASTIC Hogere kwaliteit gerecycled plastic, zodat het beter kan worden hergebruikt. Dat is de insteek van het INTERREG-project Di-Plast. De ambitie is dat over drie jaar een kleine honderd bedrijven in OostNederland meewerken aan de nieuwe plastic kringloop en ruim 100.000 ton plastic meer hergebruiken. De bouw en de verpakkingsindustrie zijn twee grootverbruikers van plastic: 40 procent van al het plastic wordt gebruikt in de bouw en 20 procent van al het plastic eindigt als verpakking. Beide sectoren gebruiken nog weinig gerecycled plastic; respectievelijk 18 procent in de bouw en 8 procent bij verpakkingen. Een belangrijke reden hiervoor is de gebrekkige en niet constante kwaliteit van het aangeboden gerecyclede plastic.

96

december 2018

De oplossing voor dit probleem is om plastic uit de bouw en verpakkingsindustrie op een hoogwaardige manier te recyclen. Hierdoor ontstaat hernieuwd plastic met een hoge constante kwaliteit, waardoor fabrikanten er goed nieuwe producten van kunnen maken. Om dit mogelijk te maken ontwikkelen de partners binnen Di-Plast samen met het mkb ICT-systemen en tools om informatie te verzamelen en te analyseren. Daarmee is het plastic in alle schakels van de keten te volgen. Zo is precies bekend waar het vandaan komt, wat de kwaliteit is en waar het goed te recyclen is. Di-plast is een INTERREG-project, een Europees programma dat grensoverschrijdende samenwerking van bedrijven en kennisinstellingen stimuleert. Eind oktober keurde het

Europese INTERREG-programma Di-Plast goed. Di-Plast is een samenwerking tussen regio’s uit Duitsland, Luxemburg en Zuid- en Oost-Nederland. Oost NL is vanuit Oost-Nederland initiatiefnemer van Di-Plast en ontwikkelde dit project samen met Polymer Science Park (PSP, het Zwolse innovatiecentrum op het gebied van kunststoffen) in opdracht van de provincies Overijssel en Gelderland. De beide provincies zijn medefinancier van Di-Plast. Daarmee krijgt het project een totale omvang van 4 miljoen euro. Oost NL en PSP werken bij de uitvoering samen met universiteiten, onderzoeksinstellingen en bedrijven. Di-Plast geeft de kunststofindustrie in Oost-Nederland zo een boost in de richting van een slimme, toekomstbestendige en circulaire indus-

trie. Mireille Kinket, managing director Polymer Science Park: ‘Met het oog op een circulaire economie is het noodzakelijk om de kunststofketen te sluiten en meer gerecycled kunststof in producten toe te passen. Daar werken we al jaren aan in onze proeftuin Recycling. Di-Plast geeft hier een extra impuls aan. Voor de bij ons aangesloten bedrijven is het een unieke kans grensoverschrijdend samen te werken.’ Dat beaamt Marius Prins, algemeen directeur van Oost NL: ‘De innovatiekracht van ons mkb en onze kennisinstellingen komen in de Di-Plast samenwerking mooi bij elkaar. De partners binnen Di-Plast gaan er voor zorgen dat er straks ruim 100 bedrijven op een innovatieve manier bezig zijn met de vermindering van plastic afval.’ www.oostnl.nl


PERSONALIA SIOUX EN EUROPEAN ANGELS FUND INVESTEREN IN KANSRIJKE START-UPS Technologiebedrijf Sioux is actief als investeerder in hightechbedrijven, via het Sioux Tech Fund. Na eerdere succesvolle exits van bedrijven als Phenom World en Liteq heeft Sioux een tweede investeringsfonds opgericht samen met het European Angels Fund (EAF) Netherlands. Dat EAF wordt geadviseerd door het Europees Investeringsfonds (EIF). Sioux en de Nederlandse tak van EAF nemen ieder voor 50 procent deel in het nieuwe investeringsfonds. Beide partijen investeren in de eerste fase ieder vijf miljoen in hightech start-ups. Sioux voert het management over het fonds. Kriss Spulis, investment manager bij het EIF: ‘Hans Duisters en Sioux hebben een succesvolle staat van dienst in het ondersteunen van veelbelovende start-ups in de hightechindustrie. We werken graag samen met een partij die hoogwaardige innovatie en productie in Europa en Nederland in het bijzonder wil ondersteunen.’ Het eerste Sioux Tech Fund heeft een aantal zeer succesvolle investeringen gedaan. Eind 2014 is de deel-

name in Fleetlogic succesvol naar TomTom Telematics overgegaan, halverwege 2017 is de investering Liteq aan Kulicke & Soffa verkocht, en eind 2017 is de investering Phenom World verder gegaan onder de vleugels van Thermo Fisher Scientific. Arnoud de Geus, director new business development bij Sioux: ‘Het gezamenlijke investeringsfonds biedt start-ups kansen voor nog meer succes. Solar-voertuigfabrikant Lightyear heeft inmiddels al de eerste investering vanuit het Sioux Tech Fund ontvangen. En ook op het gebied van medische hightech gaan we nieuwe innovatieve ideeën een kans geven op een snellere ontwikkeling op het gebied van technologische vooruitgang en een snellere marktintroductie.’ European Angels Fund S.C.A. SICAR – EAF Netherlands (EAF Netherlands) is een initiatief van 45 miljoen euro, gefinancierd door het Dutch Venture Initiative (DVI), een fund-of-fundsinitiatief geadviseerd door het Europees Investeringsfonds. www.eif.org www.sioux.eu

PROMOLDING NEEMT NIEUWE STATE-OF-THE-ART CLEANROOM IN GEBRUIK Sinds kort beschikt Promolding in Den Haag over een ISO-klasse 7 cleanroom. De nieuwe, state-of-theart cleanroom is een stofvrije en schone ruimte van 350 vierkante meter. In de cleanroom worden voornamelijk medische instrumenten geproduceerd en geassembleerd. Promolding biedt klanten totaaloplossingen voor het ontwikkelen en spuitgieten van technisch hoogwaardige kunststof producten. Van productontwerp, engineering tot en met het spuitgieten en assembleren. Producten voor de medische industrie vereisen een zuivere werkomgeving. In de nieuwe cleanroom kan Promolding een schoon spuitgiet- en assemblage-proces garanderenonder ISO 14644 genormeerde omstandigheden. De cleanroom, geleverd door

Connect 2 Cleanrooms, is voorzien van kleedsluizen, diverse assemblagemachines, een laserlasmachine en een volledig autonoom handling systeem. Aan de cleanroom zijn twee spuitgietmachines aangesloten: een elektrische spuitgietmachine met 80 ton capaciteit en een 2K 300 tons spuitgietmachine. ‘De voorwaarden waaronder je medische instrumenten mag ontwikkelen, zijn zeer streng. Keuringen dus ook. Met name voor invasief gebruik. Het eindproduct moet uitvoerig op vervuiling getest worden. In de nieuwe cleanroom is de kans daarop tot een minimum afgenomen en optimaal gestabiliseerd’, aldus Menco Verduin, managing director van Promolding. www.promolding.nl www.connect2cleanrooms.com

Henriëtte Herbschleb-Vaalburg is

directeur geworden van het programmabureau van Dutch TechZone en Kennispoort. Zij heeft meer dan 25 jaar managementervaring in onder andere de financiële dienstverlening. Dutch TechZone is een samenwerkingsverband van ondernemers, onderwijs en overheid in de regio Coevorden, Emmen, Hardenberg, Hoogeveen. Atze Bosma is de nieuwe ceo van MPS Systems. Hij volgt Wim van den Bosch op, die zijn carrière buiten

MPS wil voorzetten. Henk Slotboom is per 1 januari

2019 de algemeen directeur van de Nederlandse en Belgische verkoop-

maatschappijen van Mitutoyo, de Japansenovember fabrikant van precisie-instruBegin verhuist Capi Euromenten. Daarnaast hij bestuurslid pe, fabrikant van blijft kunststofbloemvan Mitutoyo dat in Duitsland potten, naar Europa, een nieuw pand in is gevestigd. Tilburg. Een investering van twintig miljoen euro, waarmee het aantal vierkante meters meer dan verdubTerry van Velzen is benoemd tot Zo telt het nieuwe magazijn belt. director van Praxis Automanaging 20.000 palletplaatsen achttien mation Technology, de inenLeiderdorp laaddocks. De sterke groei van Capi gevestigde toeleverancier van de Europe, dat in ruim zestig scheepsbouwindustrie. Eerderlanden had hij verkoopt, verklaart directeur-eigenleidinggevende functies bij onder meer aar Toine van de Ven met de en opmerFokker Aircraft, Imtech Marine king alles klopt aan het product. BMA dat Technology. ‘Lichtgewicht, natuurlijke uitstraling, Remco Coenen is de nieuwe ceo van Connectis, een grote leverancier van veilige inlogoplossingen. Hij is de opvolger van Roelof Meijer, algemeen directeur van SIDN en tot voor kort interim-ceo van Connectis. Bodijn Machinewerken in ’s-Gravenzande heeft een nieuwe directie: Richard van der List en Dennis Doeve hebben het stokje overgenomen van Jan en Jos Wasserman.

DIT IS GEEN STUK METAAL , MAAR EEN STERKE MARKTPOSITIE VOOR BOON EDAM.

BEVEILIGINGSPOORTJE. BOON EDAM. MEER OVER VOORSPRONG OP PHOENIX3DMETAAL.COM

Fij enhof 6 | 5652 AE Eindhoven | +31 (0)40 25 32 944

december 2018

97


ADVERTORIAL

BEURSBEZOEK BOZ GROUP BIEDT NIEUWE PERSPECTIEVEN OP PLAATWERKPRODUCTIE

VAN LASERSNIJDERS TOT LASERSCANNERS Voor haar slimme plaatwerkfabriek blijft BOZ Group, tier-1 toeleverancier van precisieplaatwerk, investeren in uitbreiding van productiecapaciteit en innovatie in logistiek. Tijdens de verbouwing blijft de ‘winkel’ open, want het zijn drukke tijden in Bergen op Zoom. Tussen de bedrijven door blijft er gelukkig tijd voor directeur Corné van Opdorp om zich te oriënteren op de verdere toekomst van plaatwerkfabricage. Een bezoek aan dé beurs op plaatwerkgebied, de EuroBlech in Hannover (D), is dan verplichte kost. Eind oktober was het weer zover. ‘Machines zijn belangrijk, maar met de randzaken eromheen, de handling en logistiek, ga je het verdienen.’ De BOZ Group in Bergen op Zoom is, met meer dan 130 medewerkers, gespecialiseerd in ontwikkeling & engineering, plaatbewerking, poedercoaten en assemblage, inclusief laserlassen. Het bedrijf levert plaatdelen, lichte constructies, modules en compleet geassembleerde machines en apparaten aan onder meer de voedingsmiddelen-, agro-, elektrotechnische, medische en farmaceutische industrie en de machine- en apparatenbouw. De BOZ Group bouwt gestaag aan haar ‘smart factory’, door te investeren in digitalisering, nieuwe machines, slimmere logistieke processen en goed opgeleide medewerkers.

RFID Een belangrijke partner van BOZ Group voor de investeringen is Trumpf. De Duitse machinebouwer voor de plaatwerkindustrie had op de EuroBlech uitgepakt met een gigantische stand. Van Opdorp zag er onder meer oplossingen voor de toepassing van rfid (radio-frequency identification) in de plaatwerkfabricage en -logistiek. BOZ Group heeft al studie gemaakt van de inzet van rfid voor het lokaliseren van producten, maar Van Opdorp twijfelt of rfid de complete oplossing is. Probleem is namelijk dat metaal – en dat is in een plaatwerkfabriek natuurlijk ruim voorhanden – de werking van de rfid-antennes stoort. Dat is op te lossen door extreem veel antennes te plaatsen of door rfid te combineren met andere opties, zoals barcodes. Van Opdorp neigt vooralsnog tot die laatste optie. ‘Rfid zou je dan kunnen gebruiken bij de ontvangst van goederen en het verzenden van producten. Als je in de fabriek barcodes slim gebruikt en zorgt voor een goede koppeling met het ERP-systeem, kan dat het zoeken naar materialen en producten zoveel mogelijk elimineren. Dat helpt om agv’s (automatisch geleide voertuigen die de materiaalstromen in de fabriek kunnen verzorgen, red.) gericht in te zetten.’ Wat betreft die agv’s bracht de beurs echter minder nieuws dan Van Opdorp had verwacht.

Corné van Opdorp: ‘Machines zijn belangrijk, maar met de randzaken eromheen, de handling en logistiek, ga je het verdienen.’ Foto: BOZ Group

bedrijf aflevert. Een belangrijke rol is daarbij weggelegd voor 3D-metingen aan de producten, met behulp van camera’s en laserscanners op meetarmen. ‘Daarvoor zie ik een toekomst bij BOZ. Een product is nog niet van de lasersnijmachine of kantbank of uit de lasmal gehaald, of er moet al aan gemeten worden. Dat zal, meer dan nu het geval is, inline moeten gebeuren, ook om de interne logistiek, naar en van de meetkamer, te beperken.’

INVESTERINGEN Intussen blijft BOZ Group gestaag investeren. Een nieuwe productiehal, gevuld met nieuwe machines en een nieuw Kardex magazijn, wordt komend voorjaar in gebruik genomen. Daarnaast zet BOZ verder in op robotlassen (TIG/MIG) en laserlassen met geautomatiseerde draadtoevoer; dat verhoogt de productiviteit en de kwaliteit van het laswerk. Corné van Opdorp: ‘De inzet van mensen die ik zo bespaar, kan ik elders in de fabriek weer goed benutten. Dat sommetje ga ik de komende maanden maken.’ Genoeg werk aan de winkel dus voor het BOZ-team.

COBOTS Positieve signalen ontving de BOZ-directeur wel over de inzet van cobots, collaborative robots. Daarvan waren op de EuroBlech en ook op de recente Metavak in Gorinchem verschillende toepassingen te zien, zoals voor lassen. Van Opdorp heeft ook al leveranciers over de vloer gehad. Daaronder een uitzendbureau dat cobots aanbiedt ter vervanging van mensen, die immers steeds moeilijker te vinden zijn. Cobots kunnen worden ingezet voor de handling bij verschillende processen, zoals het inleggen van plaatmateriaal en het afhalen van de gesneden, respectievelijk gekante producten. Belangrijke taken van de operators zijn het toezicht houden en het ‘inleren’ van de cobots voor nieuwe taken.

COMPLEXITEIT Inspiratie deed Van Opdorp in Hannover ook op voor het tackelen van de almaar toenemende complexiteit van de plaatwerkproducten die zijn

BOZ Group

T +31 (0)164 24 09 10

Bongaertsweg 8

F +31 (0)164 25 29 65

4612 PL Bergen op Zoom

E boz@bozgroup.eu I www.bozgroup.eu


AGENDA 22 JANUARI 2019 3D PRINTING ELECTRONICS CONFERENCE EINDHOVEN Zesde editie over diverse aspecten van 3D-geprinte elektronica, met internationale sprekers. Zie: www.3dprintingelectronicsconference.com

29 JANUARI 2019 PRODUCTIE PROCES AUTOMATISERING (PPA) EVENT – NIJKERK Event met uitgebreid seminarprogramma geeft bedrijven in de productie- en procesindustrie inzicht in de nieuwste technologische trends, strategische keuzerichtingen en hoe de effectiviteit en efficiency van de bedrijfsvoering te optimaliseren. Zie: www.fhi.nl/productieprocesautomatisering

1 FEBRUARI 2018 VERHUIS-EVENT MIKROCENTRUM – VELDHOVEN Officiële opening van het nieuwe pand van Mikrocentrum aan De Run 1115 in Veldhoven. Gelijktijdig wordt de nieuwe bedrijvengids van het High Tech Platform gepresenteerd. Ook wordt de winnaar van de jaarlijkse Inspiratie & Innovatie Award gekozen. Zie: www.mikrocentrum.nl

5 FEBRUARI 2019 VERSPANEN 2019 (EXPO + KENNISSESSIES) ENSCHEDE Derde editie van event met focus op nieuwe technologieën en uitdagingen. Aan bod komen onder meer autonoom werkende productielijnen, nieuwe freesstrategieën, verspaner wordt procesengineer, digital twin, model based definition en PMI, Spotify en AR in de verspaning, Grade 2 reinheid (absolute procesbeheersing) en nieuwe freesstrategie. Zie: www.mikrocentrum.nl/evenementen

12 FEBRUARI 2019 AUTOMATISERING IN DE KUNSTSTOFINDUSTRIE (THEMABIJEENKOMST) – VELDHOVEN Themabijeenkomst over de mogelijkheden die (verdergaande) automatisering de kunststofindustrie biedt, onder meer als het gaat om het verwijderen van aanspuitingen op halffabricaten, geautomatiseerd laden en ontladen van productiemachines, volledig geautomatiseerde montage en andere geautomatiseerde oplossingen. Zie: www.mikrocentrum.nl/evenementen

13-14 MAART 2019 RAPIDPRO 2019 (VAKBEURS) – VELDHOVEN Internationale vakbeurs met oplossingen voor alle fases van prototyping,

(low volume) productie en productontwikkeling. Aan bod komen onder meer virtual prototyping, metrologie, kwaliteitswaarborging en additive manufacturing-technieken als 3D-printen, laser cladding, FDM, EBM en SLS, alsmede technieken als CNC-frezen, gieten en vacuümvormen. In deze 9e editie ligt de focus op industrialisatie en tooling. Zie www.rapidpro.nl

9 APRIL 2019 QRM EXPERIENCE: SPELEN MET TIJD – VELDHOVEN Quick Response Manufacturing betekent sneller, flexibeler, beter en goedkoper produceren. Ervaar via een simulatiespel hoe het zit met het samenspel van bezettingsgraad, omsteltijden, seriegroottes, variabiliteit en doorlooptijden van machines en productielijnen. Zie www.mikrocentrum.nl/evenementen

16 APRIL 2019 THE NEXT PRODUCT (EXPO + CONGRES) – VELDHOVEN Voor r&d-managers, productmanagers en directieleden die een (concreet) plan of idee voor een nieuw product hebben en bedrijven willen ontmoeten die het pad van idee naar succes bewandeld hebben. In het lezingenprogramma ligt de nadruk op succesvolle praktijkcases. Zie: www.mikrocentrum.nl/evenementen

15-16 MEI 2019 MATERIALS+EUROFINISH 2019 (VAKBEURS + CONGRES) – LEUVEN Materiaalkunde meets oppervlaktetechniek. Het event geeft een compleet overzicht van de hele keten van grondstof tot gerealiseerd product. Ontdek op Materials de aspecten voor een goed product en geef dat de finishing touch op Eurofinish. Alle ingrediënten om tot duurzame ontwerpen en vernieuwende ideeën te komen zijn aanwezig: van (nieuwe) materialen, materiaalanalyse, oppervlaktetechnieken tot en met verbindingstechnieken. Zie: www.materials.nl

12-13 JUNI 2019 VISION, ROBOTICS & MOTION 2019 (VAKBEURS + CONGRES) – VELDHOVEN Vakbeurs (18e editie) waar bezoekers alles vinden om betrouwbaarder, veiliger en sneller te produceren. Met de laatste innovaties en oplossingen rondom machine vision, robotica, motion control, sensoriek en machineautomatisering. Zie: www.vision-robotics.nl

december 2018

99


isah.com

GRIP OP HET PRODUCTIEPROCES? JE MAAKT HET MET ISAH

Ambitie Sollas; producent van high-tech verpakkingsmachine; wilde meer grip op haar productieproces om op resultaat te kunnen sturen.

Benieuwd hoe Sollas grip kreeg op haar processen? Download de gratis case study op:

blog.isah.com/sollas Resultaten – Realtime inzicht – Een betere concurrentiepositie – 10% meer rendement

Maak het met Isah.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.