Link 2018 03

Page 1

D E VE R B I N D I N G TU SS E N TEC H N O LO G I E, MAR KT E N M E N S

Magazine Magazine

juni 2018 | nummer 3 | jaargang 20

SMART SHIPPING IN STROOMVERSNELLING SECTOR ZOEKT SAMENWERKING OM SCHEEPVAART EFFICIËNTER EN VEILIGER TE MAKEN TALKING INDUSTRY VOOR SERVITIZATION BLIJFT DEUR VAAK NOG GESLOTEN

THEMA LEAN EN AGILE, SAMEN MET DE KETEN

BIBA VISNJICKI FRAUNHOFER TWENTE

WIL SAMEN TEGENWICHT BIEDEN AAN GOOGLE


Internet of Things (CPX-IOT met OPC UA)

Festo Cloud Siemens MindSphere Rockwell IOT SAP Hana etc.

Management level Control level

Connect with the future!

Field level

Sensor/actuator level

CODESYS V3 Optioneel OPC-UA voor Industry 4.0

U streeft grootse doelen na? U wilt meer bereiken? Wij geven u manieren om verder te komen.

Industrie 4.0 en het Internet of Things (IoT) heeft invloed op zowel OEM’ers als eindgebruikers. Productie en de digitale wereld komen samen; maken productie flexibeler, verhogen energie-efficiëntie, logistieke processen sluiten beter bij elkaar aan, optimaliseren de waardeketen – en dit gebeurt ook in de procesautomatisering. Festo speelt een grote rol in het concreet maken van de Industrie 4.0 trend – wereldwijd maar ook binnen Nederland.

www.festo.com/iot


Magazine

3/18

D E VE R B I N D I N G TU SS E N TEC H N O LO G I E, MAR KT E N M E N S

14

THEMA

38

36

LEAN EN AGILE, SAMEN MET DE KETEN Een toekomstbestendige onderneming moet niet alleen agile zijn – flexibel kunnen reageren op veranderende (markt)omstandigheden – maar ook lean – om kosten te verlagen en kwaliteit te verhogen. Meer dan ooit gaat het alle afdelingen aan: R&D evenzeer als Productie. En evengoed de klant met wie samen ontwikkeld wordt, als de toeleverancier. Maar in hoeverre is de informatie-uitwisseling in de keten te optimaliseren? In hoeverre moet een bedrijf onzekerheid accepteren? Welke leveranciers rekenen het tot hun corebusiness hun klant lean te maken?

44

DIGITALISERING BIBA VISNJICKI (FRAUNHOFER) WIL NEDERLANDSE INDUSTRIE HELPEN SNEL DE DIGITALISERINGSLAG TE MAKEN

SAMEN TEGENWICHT BIEDEN AAN GOOGLE Tegen het digitaliseringsgeweld van de Chinese en Amerikaanse industrie kan de Duitse industrie alleen niet op. Onderzoeksinstituut Fraunhofer heeft het op zich genomen de industrie in andere Europese landen mee te nemen in de transitie naar Industrie 4.0. Daartoe is onder meer het Fraunhofer Project Center in Enschede opgericht. ‘We willen de Nederlandse industrie helpen en zo de Europese industrie’, zegt business developer Biba Visnjicki.

INNOVATIE MARITIEME SECTOR ZOEKT SAMENWERKING OM SCHEEPVAART EFFICIËNTER EN VEILIGER TE MAKEN

SMART SHIPPING IN STROOMVERSNELLING Smart shipping-technologie kan de internationale scheepvaart duurzamer maken, met alle economische perspectieven van dien. Damen Shipyards introduceert de eerste slimme systemen die de performance en onderhoudbaarheid van zijn schepen verder moeten verbeteren. Ook de overheid ziet de potentie en bundelt de innovatieve krachten van de Nederlandse maritieme sector.

PROCESVERBETERING

30

SMC speelt met cleanroom in op groeiende vraag naar stofvrije assemblage ‘Klanten leggen verantwoordelijkheid voor componenten steeds vaker bij ons neer’

66

Verspanen 4.0 noodzakelijk op weg naar Industrie 4.0 Hightech vereist hoger niveau van verspanen

49 STRATEGIE TALKING INDUSTRY: NIEUWE ANTWOORDEN ÉN WEER NIEUWE VRAGEN

VOOR SERVITIZATION BLIJFT DEUR VAAK NOG GESLOTEN Monitoren of een machinedeur ongewenst open staat of hoe vaak gebouwdeuren open en dicht gaan, kan onderdeel zijn van het serviceaanbod van een machinebouwer, respectievelijk gebouwautomatiseerder. Maar vaak blijft de deur voor servitization nog gesloten, bij klanten of bij eigen organisatie. Verslag van de TalkING Industry rondetafel van Link, TU/e en ING.

OVER HIGHTECH STARTERS EN HUN INNOVATIES, FINANCIERINGSPROBLEMEN EN ANDERE UITDAGINGEN

PARTNERS Met onder meer een verhaal over de Throwabot, een ‘gooibare’ levensredder die in gevaarlijke situaties data kan verzamelen. Een team binnen het TMC Entrepreneurial Lab ontwikkelt deze slimme robot. Op de Stafdag van het ministerie van Defensie werd een werkend prototype enthousiast ontvangen.

68

Lier combineert compacte afmetingen met groot vermogen en hoge trekkracht Innoveren door klant-leveranciersrelatie los te laten

70

KROHNE Altometer en tbp op één lijn over early supplier involvement ‘Niet eerst vijf proto’s, maar meteen goed’

ZIE VERDER PAGINA 5

juni 2018

3


TruConnect Your Smart Factory

TruConnect kan u helpen uw processen te optimaliseren en maakt de weg vrij naar uw Smart Factory. Afnemende seriegroottes en meer variatie maakt het steeds moeilijker om overzicht en controle te houden op de kosten. Door veel indirecte processen zal u steeds meer inspanning moeten leveren. Hier liggen de kansen. TRUMPF heeft de tool om uw systemen aan elkaar te koppelen. TruConnect is de nieuwe TRUMPF technologie om alle koppelingen binnen uw bedrijfsproces te optimaliseren, zowel bedrijfsbreed als individueel. Zelfs bij kleine series is het lonend. www.trumpf.com/s/smart-factory


EN VERDER: 7 32

MARTIN

UIT DE MARKT SAMEN INNOVEREN Door Klebo en Dampack ontwikkelde machine bedient straks wellicht miljoenenmarkt Slimme lastechnologie voor langere houdbaarheid voedsel

35

COLUMN Samenwerken: informeren, afstemmen én de buit eerlijk verdelen

40

AUTOMATISERING Klanten over de relatief onbekende, maar snelgroeiende ERPleverancier IFS ‘Goedkoper, heel intuïtief, ondersteuning kan beter’

43

INNOVATIE Inspirerend E3-event van TMC zindert van innovatie Showcase van ‘People drive technology’

55

PRODUCTIESTRATEGIE Marcel Toonen van Lenze over efficiënte productie Eén is het magische getal

57

INDUSTRIEBELEID Provincie Gelderland investeert in slimme en schone fabrieken ‘Schoorsteen eraf, 3D-printers en robots erin’

58

INNOVATIE Eerste bedrijf start eind juli productie op Brainport Industries Campus ‘BIC gaat nu vliegen’

61

PROCESVERBETERING Jeveka doet pilot met logistiek weegsysteem bij Nijdra SmartBin: beter inzicht in verbruik materialen

62 63

COLUMN IT: slim of schlimm?

65

ONDERHOUD Van Meeuwen adviseert Huhtamaki over verlenging standtijden Smeren op hoog niveau

72

MENS EN ORGANISATIE Transfer afdeling van Thales naar Benchmark na jaren succesvol afgerond ‘Zo’n ongevraagde overgang maakt mensen toch onzeker’

75 91

UIT DE MARKT (vervolg)

BEVEILIGING VS in strenge ITAR-regelgeving vaag over cybersecurity Laat je ‘licence to operate’ niet hacken

AGENDA

COLOFON Magazine

COLOFON

Link Magazine is een managementblad over eigentijdse vormen van samenwerking tussen bedrijven onderling en tussen bedrijven, (semi-)overheid, universiteiten en hogescholen. Link Magazine verschijnt zesmaal per jaar.

JAARGANG 20, NUMMER 3, JUNI 2018 UITGEVER H&J Uitgevers Mireille van Ginkel Bosscheweg 76 5151 BE Drunen (010) 451 55 10 06 51 78 41 97 uitgever@linkmagazine.nl www.linkmagazine.nl

DELEN?

Waarschijnlijk bent u de laatste weken ook suf gemaild door organisaties die zich plots realiseerden dat ze ook iets met de GDRP moesten. En waarschijnlijk heeft u die mails – net als ik – of genegeerd, of met een muisklik geaccordeerd. Om er vanaf te zijn. Op dezelfde wijze waarop we al jaren die hinderlijke cookie pop-ups verwijderen door op OK te klikken. Met hooguit een vaag idee wat er precies met al die toestemmingen uitgehaald wordt en eerlijk gezegd interesseert het me niet genoeg om dieper te graven. Want wat niet weet, wat niet deert. Dat wordt anders als je persoonlijk vragen worden gesteld zonder dat helder is wat de vragensteller met de antwoorden moet en doet. Laatst was ik in de VS. De meest irritante vraag die je moet invullen op het aanvraagformulier van de ESTA (die nodig is om dat land binnen te komen) is die naar de meisjesnaam van je moeder. Die van mij is al tien jaar dood, dus wat moeten Trump en consorten daarmee?! De enige toelichting die erbij gegeven wordt, is dat ‘verstrekken noodzakelijk is om de ESTA te verkrijgen’. Tandenknarsend ram je de naam dus maar in dat invulvenstertje. Eenmaal in de VS huurde ik een auto en tijdens het doorlopen van de afhaalprocedure vroeg het meisje achter de balie in welk hotel ik overnachtte. En welk beroep ik precies uitoefende? Is dat Amerikaans voor persoonlijke belangstelling, of komen die data ook ergens in de files van de multinationale verhuurder te staan? Overigens had ik niet de indruk dat ze mijn braaf gegeven antwoorden in een betreffend vakje intoetste. Ook bezocht ik een conferentie waar iemand van onderzoeksbureau Gartner sprak. Een vloeiend uitgesproken betoog waarin één zinnetje een stuk of vier keer terugkwam: ‘Privacy? Get over it.’ Nu zal zelfs het ‘Trump-America-first’ zich moeten conformeren aan de GDPR. Bottom-line van het Gartner-verhaal was: wie te zeer hecht aan zijn privacy, kan niet meer meedoen. De bereidwilligen raken verbonden, de weerspannigen buitengesloten. Privé betekent dat die weerspannige mens duurder uit is en minder service krijgt, in ruil voor privacy. Zakelijk echter heeft het veel meer consequenties. In deze Link een verhaal over de samenwerking tussen Heliox, VHE en itsme. Een driehoeksverhouding waarin voortdurend de laatste informatie over orders, aantallen, stuklijsten en wijzigingen daarop, voorraadniveaus en levertijden online wordt uitgewisseld, om gedrieën zo lean en agile mogelijk te zijn. Teneinde de klant zo snel mogelijk te voorzien van precies dat wat hij wil. Teneinde zo competitief mogelijk te zijn. Zonder die bereidheid tot delen kunnen ketens nog wel lean produceren, maar niet zo demand-driven als binnenkort noodzakelijk is om het hoofd boven water te houden. Geen punt, voor dat hogere doel delen we onze data. Een punt wordt het pas – lees wat Paul Mencke en Biba Visnjicki daarover zeggen in respectievelijk het TalkING Industry- en het coververhaal – als dat delen niet wederzijds is. Als een partij zich ontpopt tot servitization-specialist en in die positie data vergaart bij zowel zijn eindgebruikers als zijn ketenpartijen. Om daarmee optimaal op de klantvraag te kunnen reageren. Voor de onoplettende machinebouwer rest dan geen andere rol dan die van afhankelijke, onderbetaalde flexwerker. MARTIN VAN ZAALEN Hoofdredacteur Link Magazine

RAAD VAN ADVIES ing. P.A.M. van Abeelen (ISAH), J. Beernink MSc (Golden Egg Check), ing. D.M. van Beers (Festo BV), J.C.A. Buis MBA (RR Mechatronics), ing. B. Draaijer (V en M Regeltechniek), F.M. Eisma (Trumpf Nederland), ir. J.F.M.E. Geelen (Océ), ir. R. van Giessel (voormalig ceo Philips CFT), H. Gijsberts (Thermo Fischer), ing. A.L. Goudriaan MBA (Blok Group), ir. M.H. Hendrikse (NTS-Group, HTSM-boegbeeld), ing. J.B.P. Hol (Legrand Group), ir. T.J.J. van der Horst (TNO), ir. M.W.C.M. van den Oetelaar (Bosch Rexroth), dr. ir. M. Peters (president & ceo Moba Group), dr. ir. D.A. Schipper (Demcon), E. Severijn (Siemens PLM Software Benelux), J.A.J. Slobbe (ITM Group), H.G.H. Smid (Variass Group), ir. W.W.M. Smit MMC (DBSC Consulting), ing. N.J.F. van Soerland MBA (Philips Healthcare), ir. H.H. Tappel (Bronkhorst High-Tech), W.B.M. van Wanrooij (IBN Productie), ir. S.J. Wittermans (ASML) HOOFDREDACTIE Martin A.M. van Zaalen EINDREDACTIE Pim Campman, Lucy Holl, Wilma Schreiber redactie@linkmagazine.nl AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE Jos Cortenraad, Hans van Eerden, Emile van Geel, Wouter Hoeffnagel, Thomas Luiten, André Ritsema COVERFOTO Arjan Reef GRAFISCHE VORMGEVING Primo!Studio, Delft DRUK Veldhuis Media, Raalte

martin.vanzaalen@linkmagazine.nl @MartinvanZaalen #linkmagazine.nl

ABONNEMENTEN u 68,50 per jaar ADVERTENTIE-EXPLOITATIE John van Ginkel john.vanginkel@linkmagazine.nl (010) 451 55 10, 06 53 93 75 89 VOLGEND NUMMER Het eerstvolgende nummer van Link Magazine verschijnt 14 september 2018. Het thema van dit nummer is ‘Laat de gebruiker het voor je doen’.

ISSN 1568 - 1378 Niets uit Link Magazine mag worden overgenomen of gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever. Deze uitgave is met grote zorgvuldigheid samengesteld. Desondanks kan de uitgever geen aansprakelijkheid aanvaarden bij eventuele onjuistheden. Aan de inhoud van deze publicatie kunnen geen rechten worden ontleend.

juni 2018

5


VDL ETG HEEFT O.A. VACATURES VOOR: SYSTEM ARCHITECT PROJECT MANAGER MECHANICAL ENGINEER

Houd jij van technische uitdagingen? Ontwikkelen en produceren op het randje van het maakbare? Dan past VDL ETG perfect bij jou. Met zo’n 2.000 collega’s werken we wereldwijd aan complexe en innovatieve mechatronische systemen voor hightech productieapparatuur voor de verdere ontwikkeling van computerchips, het bestrijden van ziekten, het onderzoeken van het heelal en het begrijpen van details in cellen en moleculen.

SOFTWARE ENGINEER MANUFACTURING ENGINEER PROGRAM MANAGER QUALITY ENGINEER

www.werkenbijvdl.nl recruitment@vdletg.com

Werken bij VDL ETG betekent veel vrijheid en diversiteit. Diversiteit in projecten en klanten, vrijheid door de grote mate van verantwoordelijkheid die je krijgt binnen je functie. Je werkt met de nieuwste technieken binnen je vakgebied om producten en productieprocessen continue te verbeteren. De combinatie van engineering en hightech productiefaciliteiten onder één dak maakt VDL ETG een unieke werkgever met veel doorgroeimogelijkheden in binnen- en buitenland.

VDL Enabling Technologies Group bv De Schakel 22 • 5651 GH Eindhoven T +31 (0)40 263 86 66 • info@vdletg.com • www.vdletg.com


UIT DE MARKT SCHNEIDER ELECTRIC PRESENTEERT INTEGRALE EN OPEN IOT-ARCHITECTUUR ‘Wat gaan Industrie 4.0 en internet of things (IoT) voor mij als machinebouwer betekenen en hoe pak ik die digitale transformatie aan?’ Die vraag houdt veel bedrijven bezig, vertelt Sander van Dasselaar, vice president Industry bij Schneider Electric Nederland in Hoofddorp. ‘We wilden eind mei een pre-lancering organiseren om machinebouwers te informeren over onze nieuwe EcoStruxure Machine Advisor-oplossing in de cloud en hun feedback vragen. Kleinschalig, maar de behoefte was dusdanig groot dat zich al snel negentig machinebouwers hadden ingeschreven.’ Het tekent de omvang en snelheid van de digitale transformatie waarin Schneider Electric een leidende rol wil spelen. EcoStruxureTM is de IoT-architectuur die Schneider Electric recent lanceerde en in een Machine-uitvoering beschikbaar is voor machinebouwers. ‘In hun wereld zien wij machine-as-a-service opkomen. Eindgebruikers willen een machine als opex (operationele uitgave, red.) in een lease- of verhuurconstructie gebruiken. Daarbij dagen de klanten de machinebouwers steeds meer uit

op de output van hun machine: er worden zelfs performancecontracten afgesloten. Daardoor moeten machinebouwers de performance van hun machines in het veld gaan monitoren.’ De componenten daarvoor heeft Schneider Electric al beschikbaar, zoals de connected products (sensoren, schakelaars, drives, et cetera), de edge control (besturing van de processen en machines aan de rand van cloud en IoT) en steeds meer apps, analytics & services. Sinds kort presenteert het concern deze drielagenarchitectuur als totaaloplossing onder de paraplu van EcoStruxure. Dat integreert alle benodigde ‘ingrediënten’: mobility, sensing, cloud, analytics en cybersecurity. Er zijn concurrerende platforms, erkent Van Dasselaar, maar EcoStruxure onderscheidt zich volgens hem op twee fronten. Ten eerste de integrale aanpak: ‘Alle componenten, van beneden naar boven, van sensor tot service, zijn op elkaar afgestemd.’ Ten tweede de open, ethernetgebaseerde architectuur: ‘Daardoor zijn onze klanten niet afhankelijk van Schneider Electric.’ In de digitale transformatie ver-

schuift de focus van hardware naar software, en uiteindelijk richting machine-asa-service. Daar ligt een uitdaging, aldus Van Dasselaar. ‘Je moet op een Sander van Dasselaar, vice president Industry bij Schneider Electric Nederland. andere Foto: Schneider Electric manier toegevoegde tive maintenance te doen.’ Wanneer waarde verkopen en klanten duidemeerdere machines bij verschillende lijk kunnen maken waarom zij jou eindklanten hiermee zijn uitgerust, toegang moeten geven tot hún kan er benchmarking plaatsvinden. machine in hún fabriek.’ Schneider Aan de hand daarvan zijn op afstand Electric kiest er bewust voor om samen met de klant, de machinebou- parameters in de machine te finetunen, waardoor de performance (outwer, in een stapsgewijze aanpak IoT put) toeneemt, legt Van Dasselaar te implementeren op diens machiuit. ‘Daarover kunnen vooraf afspranes. ‘Eerst goed de behoefte van de ken worden gemaakt met de machinebouwer inventariseren en (eind)klant. Die koopt de machine dan beginnen met de implementatie met een bepaalde output en als deze van bijvoorbeeld EcoStruxure hoger is dan vooraf afgesproken, kan Machine Advisor. Daarmee kan hij de machinebouwer dit later alsnog op afstand gedrag en performance verrekenen.’ van machines (real time) monitoren www.schneider-electric.nl om vervolgens predictive en preven-

LINK MAGAZINE 20 JAAR - TIV HARDENBERG 20 JAAR

VAKEVENT TIV VIERT TWINTIGSTE VERJAARDAG

Kennis vergaren op TIV Hardenberg. Foto: TIV

TIV Hardenberg viert 18, 19 en 20 september zijn twintigste editie. Het vakevent voor de slimme maakindustrie in Noord- en OostNederland presenteerde vorig jaar

een nieuw concept en legt dit jubileumjaar nog meer de nadruk op kennis en beleving. TIV startte twintig jaar geleden omdat het aantal hightech bedrijven in de regio steeds verder toenam. ‘Evenementenhal Hardenberg was een geschikte locatie waar vraag en aanbod uit de technische industrie konden samenkomen’, aldus marketeer Fleur Bake. Des-

tijds heette TIV nog Technische Industriële Vakbeurs. Op de vakbeurs konden de standhouders netwerken met nieuwe en bestaande klanten. ‘Tegenwoordig bezoeken vakprofessionals het event voornamelijk om kennis te vergaren. Dat doen zij door deel te nemen aan kennissessies van vooraanstaande sprekers of door productdemonstraties van exposanten bij te wonen.’ Dit jaar introduceert TIV daarom ook drie thema’s met bijpassende pleinen: Slimme (eind)producten, Slimme producties en Slimme processen. De 3P’s krijgen een praktische invulling via productaanbod, demo’s en kennissessies. Ook is er een Toekomstcampus. Die Toekomstcampus is een denktank waar kennis en vaardigheden centraal

staan. ‘Bezoekers vinden van alles om hun bedrijf concurrerend en toekomstbestendig te maken en te houden.’ Onder andere kennisinstituten, brancheverenigingen, mediapartners en overheidsinstanties lichten noviteiten binnen de maakindustrie toe onderverdeeld in drie thema’s: Technologie, Business en People.

TIV HARDENBERG Eerste editie 1998 Vieren de 20e keer met de introductie van drie themapleinen en de Toekomstcampus. www.tiv-hardenberg.nl

juni 2018

7


UIT DE MARKT ONE NTS: VERSTERKING INTERNE SAMENWERKING, GERICHT OP DE KLANT Het beste Nederlandse woord waarmee hij ‘One NTS’ kan duiden is ‘herfocusprogramma’. Een programma dat de samenhang binnen de NTS Group versterkt en zo een impuls geeft aan de klantgerichtheid. Incluis die van de NTS-divisie Development & Engineering (met vestigingen in Eindhoven, Nijmegen, Wijchen en Doetinchem) waaraan managing director Hans Scholtz leiding geeft. ‘NTS is gegroeid door overnames van allerlei maak-, assemblage- en engineeringbedrijven. Ondernemingen met elk hun eigen werkmethodes en culturen. One NTS versterkt de interne samenwerking, gericht op de behoeften van de klant. Zo zorgt het programma er ook voor dat NTS een herkenbaar profiel krijgt. Niet met een abstracte visie en missie, maar met proposities die concreet maken waar de onderneming voor staat. Omdat de klant dat wil weten als hij een eerstelijns toeleverancier zoekt. En omdat dat intern voor

meer duidelijkheid zorgt.’ Zo moet NTS in de markt beter zichtbaar worden als een hightech optomechatronica specialist die niet alleen een prototype kan engineeren en maken, maar ook de vervolgseries, in eigen fabrieken, in Nederland of in andere landen als Tsjechië, Singapore en China. Het NTS Group-management werkt nu aan een vijftal proposities waaronder ‘value engineering’. ‘De klant kan bij ons komen met een bestaand product. Wij hebben dan de specialisten en de werkmethodes om bijvoorbeeld te achterhalen welke specificaties minder belangrijk zijn en goedkoper kunnen worden uitgevoerd, om zo tot een cost down roadmap te komen.’ Zo’n duidelijke focus maakt het de diverse NTS-bedrijven makkelijker echt klantgericht te gaan samenwerken. Scholtz: ‘Wij groeien toe naar een organisatie waarin de engineering-, maak- en assemblagebedrijven elkaar versterken. Als een

assemblagebedrijf de competenties ontbeert om exact te voldoen aan de klantspecificaties, springen wij bij. Wij komen met re-engineeringsvoorstellen, bijvoorHans Scholz, managing director NTS-divisie Development & Engineering. beeld het Foto: NTS Group aanpassen van de maatovertuigd dat dat ‘interne not invenvoering of het gebruik van andere ted here-syndroom’ historie is. ‘Als materialen. De ‘fabriek’ kan bij ons de klantvraag het nodig maakt, vorkomen met een bepaald probleem, men de mensen van de engineering-, maar wij kunnen als D&E-divisie maak- en assemblagebedrijven nu ook proactief met verbetervoorsteléén team dat met het team van de len komen. Met voorstellen voor bijklant naar een oplossing werkt. voorbeeld value engineering om zo Voorheen was het niet vanzelfsprede kostprijs voor de klant omlaag te kend dat wij daarbij aanschoven, nu brengen.’ Het wilde in het verleden wel.’ nog wel eens een issue zijn wie het www.nts-group.nl initiatief nam, maar Scholtz is ervan

Automation goes blue. And your machine is ready for the smart factory.

Lenze offers: Scalable hardware, modular software and plenty of brainware, our people. Do you want to your machine better, more flexible, networked and secure? Please contact us now! www.Lenze.com

8

juni 2018

As easy as that.


FABRIEK VAN DE TOEKOMST IN EMMEN: ‘DELEN IS HET NIEUWE HEBBEN’ Technologies Added in Emmen, de eerste shared smart factory in Nederland, kent een vliegende start. Bij de opening op 17 mei hadden al tien mkb-bedrijven en scale-ups – met samen vijftig medewerkers – zich op het voormalige Philips-complex gevestigd. Die hebben hun basis niet alleen in het Emmense, maar ook in Breda, Delft, Helmond, Leeuwarden, Roden en Veendam. En ze zien Technologies Added, dat tijdens de Hannover Messe van EZ-staatssecretaris Mona Keijzer de status ‘Smart Industry Fieldlab’ ontving, als een aantrekkelijk – want beter – alternatief voor productie in eigen huis of productie uitbesteden naar lagelonenlanden. Zij haken in Emmen aan bij een slim, modulair, flexibel, schaalbaar productieproces, dat stoelt op de modernste robot- en IT-technologie en dat data-driven is: alle data worden opgeslagen en geanalyseerd om

de processen en producten steeds slimmer te maken, waardoor de kostprijs almaar omlaag en de kwaliteit omhoog gaat. Dat baant de weg naar mass customization: het door elkaar heen produceren van producten in batches vanaf zo’n 200 tot 200.000 stuks, tegen de kostprijs van massaproductie. Naast shared facilities biedt Technology Added een netwerk voor kennisdeling – onderling en met andere (grote) ondernemingen in de regio en onderwijs- en kennisinstellingen als TNO, Hogeschool Stenden en Rijksuniversiteit Groningen. ‘Delen is het nieuwe hebben.’ Het verklaart de aanzuigende werking op start-ups die de lastige stap naar productie moeten maken, en op mkb-maakbedrijven die willen opschalen. Rob Goossens, ceo van de shared smart factory, is gepokt en gemazeld in de maakindustrie in Noord-Nederland. De laatste jaren

was hij vicepresident van Fokker Technologies en hij is voorzitter van het innovatieprogramma Region of Smart Factories en lid van de Noordelijke Innovation Board. ‘Smart Factory’, claimt hij, ‘wordt de standaard. Grote bedrijven kunnen zo’n fabriek zelf ontwikkelen, maar de kleine ondernemingen zijn daarvoor niet kapitaalkrachtig genoeg en ze nemen vaak hun toevlucht tot toeleveranciers in lagelonenlanden. Technologies Added biedt een beter alternatief. Omdat het dichtbij ligt hebben ze meer grip op de productie van hun product.’ Grote voordelen zijn ook dat ze in Emmen dichtbij hun (Europese) afzetmarkt produceren en hun producten als ‘Made in Holland’ kunnen afficheren. De centrale ligging aan de Nederlands-Duitse grens en de shared faciliteiten – ‘Industrie 4.0’-compliant – maken Technologies Added ook voor buitenlandse partijen een

ideale landingsspot. Dat voedt de verwachting van de initiatiefnemers dat binnen twee jaar 250 mensen aan de slag zijn, evenveel als destijds in de eind 2016 gesloten armaturenfabriek van Philips Lighting. Een van de eerste bedrijven die er produceert is Sustainder, dat slimme straatverlichting ontwikkelt. En twee Delftse scale-ups: Scoozy (elektrische scootmobielen) en SenseGlove (virtual reality handschoen). Technologies Added is een initiatief van de Brabantse investeringsmaatschappij Chezz Partners, dat 5,6 miljoen euro investeert. De overheid, onder andere de NOM (Noord-Nederlandse Ontwikkelingsmaatschappij), verleent 3,5 miljoen euro startsubsidie. Technologie Added is, na 5Groningen en het consortium Region of Smart Factories, het derde Smart Industry Fieldlab in Noord-Nederland. www.technologiesadded.com

Digitalization flies higher. How do you thrive in the age of disruption? With Siemens digital innovation solutions, you can digitalize your entire innovation process, from the idea through production to your customers. Get smarter. Go faster. Think bigger. Transform your business.

siemens.com/plm

juni 2018

9


STREAMLINE YOUR CABINET. UNLEASH THE SERVO. www.br-automation.com/ACOPOSmotor

< 1 cable for a modular machine design < Integrated safety technology CAT 4 / PL e / SIL 3 < STO, STO1, SBC, SOS, SS1, SS2, SLS, SDI, SLI, SMS, SLP, SMP, Safe Homing, Safe Robotics < Local I/O < 500 W up to 4 kW < CNC, robotics, motion control < reACTION Technology with 1 µs response time


UIT DE MARKT DUTCH TECHZONE: SAMENWERKEN AAN ECONOMISCH STERKE REGIO Dutch TechZone, regio van excellent vakmanschap, is een nieuw netwerk met één doel voor ogen: in 2030 is Dutch TechZone één van dé industriële hotspots van Nederland. Het wil tegen die tijd bekend staan om zijn specialistische en hoogwaardige (maak)industrie, internationale oriëntatie, hoogwaardig toegepaste kennis en vakmanschap, en aansprekende woon- en leefomgeving. Het gaat om het gebied met de gemeenten Emmen, Hoogeveen, Coevorden en Hardenberg. Die zagen een jaar of vijf geleden – op het hoogtepunt van de crisis – al dat er wat moest gebeuren om de kwetsbare industrieregio weer in de lift te krijgen. Er zijn grote spelers verdwenen, Philips Lighting in Emmen bijvoorbeeld. Tegelijkertijd zijn er nog steeds veel excellente (toeleverende) bedrijven in bijvoorbeeld de hightech systemen en materialen. Die kunnen uitgroeien tot sterke superspecialisten en nichespelers in de wereld. Belangrijke thema’s binnen Dutch TechZone zijn daarom High

Tech Systems & Materials (HTSM), energietransitie, logistiek en chemie/biobased economy. Het vraagt multidisciplinaire kennis, hoogwaardig vakmanschap en continue innovatie. Dus moet er krachtig samengewerkt worden tussen bedrijven, onderwijs- en kennisinstellingen en overheden in de regio. Dat gebeurt nu meer en meer, aldus Herman Koning, Managing Director van Landes High End Machining in Emmen, vicevoorzitter van de Ondernemerskring Emmen, voorzitter van de Techniek Sociëteit Zuidoost-Drenthe, en bovenal enthousiast promotor van de regio. ‘We zijn hier nogal bescheiden in de regio. Als je niet gek doet, val je niet op. Dus zetten we nu in op de Dutch TechZone: we willen alles doen om de industriële werkgelegenheid te behouden en uit te breiden. Vergis je niet: de Dutch Techzone-regio telt 19.000 bedrijven, goed voor 112.000 arbeidsplaatsen, waaronder vele industriële pareltjes. We willen nog meer bedrijven en bewoners naar de

regio trekken: de infrastructuur is hier prima, de leefomgeving groen en aangenaam.’ Een maatregel die vorig jaar is ingezet is de zogeheten Bedrijvenregeling Vierkant voor Werk. Overheden hebben gezamenlijk geld ingebracht voor deze regeling. Een eerste subsidieronde is vorige jaar afgerond. Dit jaar start een tweede ronde. Bedrijven kunnen subsidie krijgen op bepaalde investeringen, op te realiseren werkgelegenheid en op financieringslasten. De Techniek Sociëteit ZuidoostDrenthe zorgt ervoor dat bedrijven, onderwijs en overheid elkaar ontmoeten en kennis uitwisselen, onder andere via bedrijfsbezoeken. Op initiatief van het bedrijfsleven is de Bedrijfsvakschool Techniek Drenthe ontstaan. Koning: ‘Er is een positieve vibe om samen te werken.’ Niek Wehkamp, adviseur Economie, is nauw betrokken bij de Dutch TechZone namens de gemeente Emmen. ‘Destijds heeft de commissie Vollebregt-Alberda van Ekenstein,

SIMULATIESOFTWARE BEDRIJF ALTAIR ZIET VEEL POTENTIE IN EINDHOVENSE HIGHTECH

Mirko Bromberger van Altair. Foto: Com-magz

Mirko Bromberger van Altair. Foto: Com-magz

Met de aanstelling van Theo Verbruggen (eerder werkzaam voor onder andere Dassault Systèmes) als senior sales director Benelux wil Altair Engineering, leverancier van software voor complexe simulaties, zijn positie in Nederland verder versterken. De Amerikaanse onderneming heeft in ons land al klanten als VDL en Philips, maar ziet in de Nederlandse hightech markt veel meer potentie. ‘We hebben lang met resellers gewerkt, maar onze producten zijn dusdanig complex dat we het adviseren en ondersteunen

van de klant beter zelf kunnen doen. Vooral regio Eindhoven met alle hightech bedrijvigheid is voor ons interessant’, vertelt director marketing Mirko Bromberger. ‘In Nederland is veel productontwikkeling, dus dit is

een logische stap.’ Met de software van Altair, dat zijn Europese hoofdkwartier in Stuttgart heeft, is het mogelijk zeer uiteenlopende simulaties te doen, om zaken als de belastbaarheid van een structuur of de vloeistofdynamica te testen. Of het effect van de straling van een smartphone-antenne op zijn gebruiker. Om al die added value voor de potentiële (Nederlandse) klant te visualiseren, parkeerde Altair op de Hannover Messe een vuurrode VW Caddy met onder de motorkap een bijzondere, lichtge-

wicht, 3D-geprinte ‘front-end structuur’, geëngineerd door CSI Entwicklungstechnik. Die vangt niet alleen een crash optimaal op, maar herbergt ook allerlei functies als actieve en passieve koeling. ‘We hebben bewust een oud VW-model gekozen om te voorkomen dat autobouwers het ontwerp te letterlijk nemen’, verklaart Bromberger met een lach. www.altair.de

bestaande uit oud-topmannen uit de industrie, onderzoek gedaan naar de economische structuur in deze regio. Dit heeft geleid tot het zogeheten ‘Economische Programma Vierkant voor Werk’, met een analyse, conclusies en aanbevelingen. Kern is: er is nog een behoorlijke industrie aanwezig, maar om de regio economische meer te stuwen, moeten overheden, onderwijsinstellingen en ondernemers, de 3 O’s, meer samenwerken, zowel strategisch als operationeel.’ Voor het bepalen en bewaken van de strategie is een Program Board ingericht en voor de uitvoering een programmabureau. In de eerste fase is het vooral nog uitvinden welke aanpak werkt in deze regio. ‘Besloten is bijvoorbeeld om vanuit de pijler ‘kennisontwikkeling, onderwijs, innovatie aansluitend op de regionale arbeidsmarkt’ projecten en activiteiten aan te jagen. Er is steeds meer overleg tussen ondernemers, overheden en het beroepsonderwijs over onder meer onderwijsvernieuwing en wat de ondernemers daarin vragen én kunnen bieden. Met als doel om de juiste vaklieden voor de regionale arbeidsmarkt op te leiden.’ Er wordt bijvoorbeeld gewerkt aan een vernieuwingsprogramma voor technische mbo-opleidingen. Het kan ook leiden tot nieuwe opleidingen en nieuwe vormen, bijvoorbeeld meer onderwijs in de praktijk en meer modulair onderwijs voor bijscholing. ‘Het is een zaak van lange adem’, weet Wehkamp. ‘En het is fantastisch om te zien dat ondernemers zoals Koning hier tijd insteken en echt iets voor de regio willen betekenen.’ www.dutchtechzone.nl www.landes.nl www.emmen.nl

Govers Accountants/Adviseurs Onze klanten behoren tot de top in hun sector, of wij ondersteunen hun ontwikkeling daar naar toe. Dat doen we door een hoge kennis van de waardeketens, door focus op performanceverbetering, en door actieve oriëntatie op de ontwikkeling van nieuwe businessmodellen met aantrekkelijke verdienmodellen. Beemdstraat 25

T 040 2 504 504

5653 MA Eindhoven

F 040 2 504 599

Postbus 657

E mencke@govers.nl

5600 AR Eindhoven

I www.govers.nl

juni 2018

11


FRENCKEN IS ‘EMBEDDED’ IN

TOP 10 HIGH-TECH COMPANIES WORLDWIDE

PRECISION COMPONENT MANUFACTURING

PRODUCT DEVELOPMENT & ENGINEERING

HIGH LEVEL ASSEMBLY

LET’S CREATE SUCCESSFUL SOLUTIONS TOGETHER Frencken is the connector in the high-tech chain: for semiconductor, analytical equipment and medical technology that make a real difference to the quality of our lives. Add more value to your product development, manufacturing operations and business processes with Frencken as your partner. www.frencken.nl

Your career starts here...

leading at the edge of technology


UIT DE MARKT POPULARITEIT ERP-IN-DE-CLOUD IS EN BLIJFT LAAG ERP-software in de cloud is in de maakindustrie nog niet heel populair. Dit omdat ondernemers de beveiliging niet altijd vertrouwen, de kosten te hoog vinden of zich onvoldoende zeker voelen dat ze hun gegevens ook altijd direct beschikbaar hebben als die ergens op een server in een datacenter staan. Aldus verklaart clientmanager Thijs de Swart waarom nog maar zo’n vijftien procent van de industriële klandizie van Axians, implementatiepartner van onder andere Microsoft Dynamics NAV, die software in de cloud heeft zitten. ‘Angst voor hackers is terecht, maar dan vooral als je je software op een eígen server in je bedrijf hebt draaien. De meeste bedrijven kunnen eigen systemen namelijk nooit zo goed afschermen als een datacenter dat security als kernproces heeft.’ De Swart erkent dat een cloudabonnement duurder is dan een eenmalige investering in een ERPpakket, maar het is minder duur dan het lijkt. ‘Want je krijgt er wel de nodige services voor terug, je krijgt

gemak en voorspelbare kosten. Je weet vooraf precies wat je komend jaar aan kosten kwijt bent. Tevens zijn de risico’s verlegd. Je hoeft je niet meer druk te maken over het installeren van de laatste, meest veilige software. De kans op uitval is kleiner dan op een eigen server. Voorts kan het een systeembeheerder schelen. De salariskosten daarvan kun je dan gebruiken voor een applicatiebeheerder, iemand die met de eindgebruiker op kantoor of de productievloer zorgt dat de processen zo optimaal mogelijk door de software worden ondersteund. Dat bijvoorbeeld calculaties snel worden gemaakt, productieorders digitaal worden verwerkt of dat facturatiegegevens zonder haperingen en overtikken met toeleveranciers en klanten worden uitgewisseld.’ Een andere reden voor terughoudendheid – beschikbaarheid – kan de Axians-man ook gemakkelijk weerleggen: ‘Een productieplanning bijvoorbeeld bevat voor een bedrijf cruciale informatie; zonder dat kunnen mensen en machines niet aan

lubrication

services

www.vanmeeuwen.com

de slag. Veel ondernemers zijn bang dat ze daar geen toegang meer toe hebben als de internetverbinding wegvalt. Maar dan vergeten ze dat ze dan nog wel via mobiele devices toegang houden. Juist via de cloud is de beschikbaarheid groter.’ Thijs de Swart verwacht niet dat het percentage ERP-cloudklanten in de industrie de komende jaren exponentieel stijgt. ‘Hooguit met enkele procenten per jaar. Wat dat betreft loopt deze sector achter op bijvoorbeeld de zakelijke dienstverlening.’ Een ander verhaal geldt voor soft-

CURSUS: WAT IS ANDERS IN BUITENLANDS RECHT? Brainport Techlaw biedt activiteiten (voor leden en niet-leden) over onderwerpen op het snijvlak van technologie en recht. Op 27 juni is de cursus ‘Buitenlands recht’. Die is opgezet in samenwerking met Nederlandse advocaten die in het buitenland gevestigd zijn. Bedrijven sluiten regelmatig overeenkomsten met buitenlandse klanten waarbij dat buitenlandse bedrijf ‘oplegt’ dat

systems

info@vanmeeuwen.com

ware als Microsoft Office 365. ‘Dat platform is uitermate betrouwbaar en de kosten marktconform. Juist wanneer ondernemers dit soort platformen niet zakelijk bieden aan de medewerkers gaan die, via hun eigen, onveilige privé-account, in bijvoorbeeld Dropbox documenten delen met mensen van buiten het bedrijf. In de industrie heeft al meer dan de helft van de bedrijven de office-software in de cloud, een percentage dat de komende jaren al gauw met tien procent per jaar zal stijgen.’ www.axians.nl

chemicals

The Netherlands +31 (0)294 494 494

zijn recht van toepassing is. Regelmatig sluiten Nederlandse bedrijven overeenkomsten waarop bijvoorbeeld Duits, Frans of Belgisch recht van toepassing is. In deze cursus geven Nederlandse advocaten een introductie in dat buitenlands recht. Wat is echt anders, waar moet je op letten? De doelgroep is het management van technologiebedrijven. www.brainporttechlaw.nl

education

Belgium +32 (0)53 76 76 00

juni 2018

13


EFFICIËNTER EN SNELLER PRECIES DAT MAKEN WAT DE MARKT WIL, VERGT KETENSAMENWERKING

TWEE KANTEN VAN DEZELFDE MEDAILLE

THEMA LEAN EN AGILE, SAMEN MET DE KETEN Een toekomstbestendige onderneming moet niet alleen agile zijn – flexibel kunnen reageren op veranderende (markt)omstandigheden – maar ook lean – om kosten te verlagen en kwaliteit te verhogen. Hoe maak je je organisatie agile én lean? Natuurlijk is dat een kwestie

Lean – processen efficiënt inrichten door ze in flow te laten verlopen met minimale ver-

van het veranderen van de interne cultuur en

spillingen – zingt al geruime tijd rond in de Nederlandse maakindustrie. Agile – snel en

meer dan ooit gaat het alle afdelingen aan.

flexibel reageren op wisselende omstandigheden en eisen, bekend van de scrum-metho-

R&D evenzeer als Productie. En evengoed de

de voor softwareontwikkeling – doet nu ook zijn intrede. Op het eerste oog lijken ze

klant met wie samen ontwikkeld wordt, als de toeleverancier. Want je kunt alleen snel reage-

haaks op elkaar te staan en verschillende domeinen te bestrijken, productie respectieve-

ren op de klantvraag als de klant goed forecast

lijk productontwikkeling. Bij nadere beschouwing kunnen ze echter uitstekend worden

en de leverancier de componenten tijdig levert.

gecombineerd en dienen ze uiteindelijk hetzelfde doel: waarde creëren voor de klant.

Maar in hoeverre is die informatie-uitwisseling in de keten te optimaliseren? In hoeverre moet

Logisch dus om de hele keten, klanten zowel als toeleveranciers, daarbij te betrekken.

een bedrijf onzekerheid accepteren? Welke softwaretools zijn inmiddels voorhanden?

DOOR HANS VAN EERDEN

anon Océ is voorloper met een gecombineerde lean-agile aanpak: de eigen processen én die van toeleveranciers zo inrichten dat de producten zo effectief en efficiënt mogelijk worden ontwikkeld en gemaakt, om de beste innovaties zo snel mogelijk naar de markt te brengen. De invoering van dit leagility-concept werd ondersteund door Q-Consult Progress Partners uit Waardenburg. Partner Remko Tieman ziet dat het nog uitzondering is. ‘In de Nederlandse maakindustrie is men vooral bezig met procesoptimalisatie: productie lean inrichten en veel standaardiseren. De organisatie rond research en ontwikkeling kun je wel degelijk ook lean inrichten, maar de methoden daarvoor worden nog niet veel gebruikt. In r&d wil men met agile

C

productspecificaties, dikke pakken papier die niemand meer leest. Bij Océ kwamen we voor die documenten op 40 procent reductie. Vanwege het kortcyclisch werken waren die niet meer nodig. Is bepaalde documentatie toch vereist, dan kun je die acuut alsnog vastleggen.’

14

juni 2018

business hun klant lean te maken? En zijn lean en agile wel verenigbaar met veilig?

KLANTWAARDE REALISEREN Jannes Slomp, lector World Class Performance aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN), kan zich in Tiemans redenering vinden. ‘Agile is een variant van lean voor omgevingen waar de klantvraag nog niet zo helder is, waar je relatief dynamisch moet zijn. In feite draait alles om het realiseren van klantwaarde, zonder al te veel verspillingen. In het ene geval moet je meer agile zijn, in sprints pas je je voortdurend aan de klantvraag aan. In het andere geval richt je de productie lean in. Bij veel variatie in de klantvraag, kun je met QRM (Quick Response Manufacturing, red.) nog wel de nodige flexibiliteit inbouwen om de gevraagde doorlooptijden te halen. Lean, QRM en agile zijn niet strijdig met elkaar, ze vullen elkaar vooral aan en hun tools komen sterk overeen. Toyota (grondlegger van lean manufacturing, red.) ontwikkelde zijn hybride auto Prius in anderhalf jaar, terwijl daar normaal gesproken vier jaar voor staat. Daarbij werkten ze met een scrum-achtige methodiek, waarin crossfunctionele teams elke week bij elkaar kwamen om af te stemmen. Binnen QRM heb je de Quick Response Office-cellen, waarin crossfunctionele groepen het gehele voortraject voor productfamilies bestrijken. Dat kun je ook zien als een vorm van agile organiseren.’

‘Agile is een variant van lean voor omgevingen waar de klantvraag nog niet zo helder is’

aan de slag. “Lean werkt in productie, maar hier bij ons is het agile, dat is heel anders”, klinkt het dan. Terwijl het eigenlijk nuanceverschillen zijn. Bij lean probeer je alles visueel te maken, zodat de flow in productie goed zichtbaar wordt. Agile gaat vooral over het complexe voortraject, dat je transparant wilt maken om kortcyclisch te kunnen reageren en leren. Door gezamenlijk een hoger doel te formuleren en de organisatie goed in te richten, kun je flexibel reageren en het proces meer loslaten. Daardoor hoef je veel dingen niet meer te doen, zoals het maken van complete

Welke leveranciers rekenen het tot hun core-

• ‘De Nederlandse maakindustrie is vooral bezig met procesoptimalisatie.’ • ‘Lean, QRM en agile vullen elkaar vooral aan.’ • ‘Agile is in een project de grootst mogelijke stappen zetten.’ • ‘Onze leverbetrouwbaarheid ligt nu tussen de 92 en 96 procent.’

‘GEZOND BOERENVERSTAND’ De benadering die Settels Savenije hanteert, omschrijft cto Sven Pekelder als ‘gezond boerenverstand’. De Eindhovense bedrijvengroep werpt zich tegenwoordig op als ‘leverancier van totaaloplossingen voor technologieklanten’, met hightech engineering, fijnmechanische productie (Bakker Fijnmetaal), PLM (product life cycle management) en sinds een jaar ook systeemintegratie en -assemblage. ‘We stappen vaak samen met de klant in het ontwikkelschuitje op een moment dat hij nog niet precies weet wat hij moet vragen. Dat maakt het natuurlijk lastig en betekent dat er een dialoog op gang moet komen. Wij leveren een systeemarchitect en gaan gewoon aan de gang, vanaf het allereerste conceptontwerp, uiteraard onder controle van de klant. Op het raakvlak tussen de disciplines zijn er vaak nieuwe ontwikkelingen waar je toch een keer mee aan de slag moet met een machinebouwpet op: iets in prototype maken, uitzoeken wat werkt en


wat niet. Dat is voor ons agile: in een project de grootst mogelijke stappen zetten. Dat hoeven niet per se grote stappen te zijn, je moet doen wat je nog kunt overzien. We werken liefst in korte slagen, met veel interactie met de klant.’ Het doel is beheersbaarheid en voorspelbaarheid af te dwingen, vult director operations Ron van Oosterhout aan. ‘Dat doe je door het project op te knippen in behapbare brokken. Je zit in een wereld waar je soms geen idee hebt waar je je precies bevindt, want dat moet je juist uitzoeken. Dan kun je vervolgstappen zetten en die koppel je terug naar de klant. Die loop zorgt voor beheersbaarheid en geeft de klant controle. Hij wil niet horen van onvoorspelbaarheid, maar zeggen dat je iets niet weet, maakt het weer wel voorspelbaar; dan kun je samen besluiten om iets wel of niet uit te pluizen. Je kunt wel plannetjes maken, maar niet in één keer het hele plan.’

ONZEKERHEID ACCEPTEREN Deze manier van werken typeert de Nederlandse hightech, aldus Pekelder en Van Oosterhout. ‘De hele regio werkt nu projectmatig bij de ontwikkeling van complexe machines: projecten logisch opknippen in delen die je al snapt en delen die je nog moet uitzoeken, elkaar de ruimte gunnen met een stuk onzekerheid om te gaan.’ Pekelder: ‘Als Settels Savenije onderscheiden wij ons door de hoge mate van onzekerheid die we durven te accepteren.’ Bovendien beheerst de groep tegenwoordig de overgang van agile ontwikkeling naar lean productie en assemblage. ‘Time-to-market is allesbepalend, dus moet je het hele traject zo lean mogelijk inrichten, zodat je snel kunt acteren op wat je leert in ontwikkeling. Onze sterke punten als ontwikkelclub trekken we door naar productie.’ Van Oosterhout: ‘Wij zijn uitgegroeid tot one-stop shop: vroeger leverden wij de technische productdocumentatie aan een maakpartij, nu verwerken we die zelf. Maar wel met een lean bezetting. Vanuit onze projectgedreven aanpak bepalen we telkens waar we zelf kosten moeten maken en waar niet. Wij zijn niet echt een productiebedrijf dat met tussenvoorraden en andere kostenposten werkt die we weer moeten reduceren.’ Wel gaat Settels Savenije de komende tijd flink groeien (zie kader). ‘Minder dan 25 procent van wat we afgelopen jaar hebben geëngineerd,

Illustratie: Josje van Koppen

hebben we zelf ook in elkaar gezet, dus daar zit groeipotentie.’

VIRTUELE CELLEN Groeipotentie is ook wat het al genoemde QRM de Nederlandse maakindustrie belooft. In zijn HAN-lectoraat focust Jannes Slomp op QRM in mkb-productiebedrijven. ‘Het is de high mix, low volume-variant van lean.’ QRM kent een structuur van werkcellen die elk een aantal gerelateerde bewerkingen bundelen en een beperkt aantal afhankelijkheden met andere cellen kennen. Elke order doorloopt een aantal cellen; de volgorde wordt bepaald door de beschikbare capaciteit in opvolgende cellen. Dat zorgt voor een evenwichtige belasting van de cellen, flexibiliteit in productie en ruimte voor spoedorders – agile. Op de werkvloer is dit wel vastgelegd in fysiek afgescheiden cellen – inflexibel dus. In het streven naar optimale agility werkt Slomp het concept van

virtuele cellen uit. ‘Binnen een functionele layout definieer je cellen die passen bij de actuele vraag. Je analyseert bijvoorbeeld de vraag voor de komende week en gaat medewerkers en machines van verschillende functionele afdelingen in virtuele cellen toewijzen aan de bijpassende orders.’ De logistieke stromen gaan dan wel meer kriskras over de werkvloer, erkent hij, maar de impact daarvan valt volgens hem mee. Belangrijker vindt hij dat een eenvoudig te doorgronden cellenstructuur wordt gebruikt die medewerkers greep op de orderflow verschaft, en dat het virtuele karakter ervan de flexibiliteit verder vergroot.

FUNDAMENT OP ORDE De propositie van (de combinatie van) lean en agile is helder, maar voor implementatie doemen de nodige obstakels op, meldt Remko Tieman. ‘Bij agile moeten we vaak duidelijk maken dat het niet aan ICT en software is voorbehouden. Het

juni 2018

15


THEMA LEAN EN AGILE, SAMEN MET DE KETEN gaat er vooral om dat je de communicatie goed inricht: met de juiste mensen op het juiste moment de juiste beslissingen nemen. En dat geldt net zo goed in de maakindustrie. Bij implementaties van lean merkt Tieman vaak dat de ambities wel hoog zijn, maar bedrijven het fundament niet op orde hebben. ‘Dan worden stappen overgeslagen. Men wil een lean-methode als Six Sigma gaan toepassen, maar beschikt nog niet over de benodigde datavoorziening. Of men wil meteen met lean aan de slag, maar slaat de trainingen op dit gebied over die juist nodig zijn om draagvlak te creëren. Voor Océ hebben wij bijvoorbeeld trainingen verzorgd voor hun mensen en die van toeleveranciers. En lean-experts van Océ zijn naar klanten en toeleveranciers gegaan. Vanuit het fundament – mensen, competenties, data, enzovoort – kun je het naar de hele keten opbouwen.’

MODULARISEREN Gepokt en gemazeld in die ketenbenadering is Frank Jan Evers, die in de Nederlandse machinebouw een ‘agile’ carrière doorloopt. Telkens pakt hij een vergelijkbare uitdaging op: de projectmatige bouw van speciaalmachines omturnen naar de flowmatige assemblage van customized machines opgebouwd uit standaardmodules. ‘Daardoor moet een bedrijf z’n potentie, die er tot nog toe niet uitkwam, waarmaken en schaalbaar kunnen groeien.’ Sinds vorig jaar is hij manager operations bij Heering in Vaassen, specialist in geconditioneerd transport van eendagskuikens. Op een standaardvrachtwagen bouwt Heering een speciale transportbak plus conditioneerunit (voor temperatuur en ventilatie). ‘Met 35 medewerkers maken we er nu ongeveer vijftig per jaar. Dat aantal willen we verdrie- of verviervoudigen. De opgave is de specificaties en functies helder te krijgen, zodat we kunnen modulariseren en een eenduidige prijslijst opstellen. Parallel daaraan zijn we een traject voor productverbetering ingegaan om de schaalbaarheid te verbeteren. Voor de koelunit bijvoorbeeld hebben we nu nog negen versies, met allemaal veel

LEAN EN SMART INDUSTRY

verschillende componenten. We moeten toe naar één koelsysteem dat alle varianten vervangt.’ Bij Heering ligt de focus nu op het lean inrichten van de assemblage, maar in de praktijk van de projectmatige bouw moet het bedrijf nog vooral agile acteren op veranderende klantwensen. ‘Je moet een balans vinden tussen het snel anticiperen van agile en het efficiënt werken van lean met veel volume en weinig variatie. Hoe sterker je marktpositie en productportfolio, hoe meer je heel lean kunt zijn. Heb je nog geen slim gemodulariseerd portfolio, dan zul je veel orderaanpassingen moeten kunnen doorvoeren. Heering kan het zich nog niet permitteren heel erg lean te zijn, maar dat gaat wel gebeuren als we door de modularisatie in de volumes komen.’

DISCIPLINERENDE WERKING Heering assembleert de units, maar maakt ook nog dingen zelf. Daar wil het vanaf, meldt Evers. ‘Na de zomer lanceren we een nieuw product, waarvoor we de keten bij de ontwikkeling hebben betrokken. We zaten in de stuksproductie, maar willen in flow series gaan produceren en dat maakt het voor toeleveranciers natuurlijk interessanter. Daarvoor gaan we een milkrun organiseren, om hun onderdelen en modules rechtstreeks bij ons aan de lijn aangeleverd te krijgen, zodat we geen magazijn meer nodig hebben. Over deze stap praat ik met toeleveranciers. Zij moeten begrijpen waar wij mee bezig zijn en wij moeten hun specifieke expertise kunnen toespitsen op wat wij nodig hebben.’ Evers pleit ervoor om de keten zo vroeg mogelijk te betrekken bij de omslag naar lean. ‘Je kunt het wel eerst zelf willen regelen, maar dan begin je nooit, want intern heb je het nooit helemaal op orde. Hoe eerder je met de keten start, hoe beter het wordt.’ Dat kan namelijk intern ook een disciplinerende werking hebben, illustreert hij. ‘Bij een vorige werkgever ging een leverancier zijn producten op een slimme manier gestructureerd aanleveren, terwijl voorheen de losse delen op pallets arriveerden en bij ons kriskras op de werkvloer en zelfs het parkeerterrein kwamen te staan. Daardoor werden wij weer gedwongen om ze slimmer de fabriek in te krijgen en netjes in volgorde op te stellen. Eigenlijk structureerde de leverancier ons proces.’

ROEPENDE IN DE WOESTIJN Lean is in de maakindustrie al decennia bekend. Sinds een jaar of vier is het echter Industrie 4.0 en Smart Industry wat de klok slaat, met de opkomst van slim geautomatiseerde en gedigitaliseerde producten, processen en businessmodellen. In wezen draaien beide benaderingen om het bestaansrecht van de maakindustrie in Nederland, c.q. West-Europa, namelijk efficiënt en slim producten ontwikkelen en produceren. Jannes Slomp vindt het ‘onbegrijpelijk’ dat er binnen de smart industry-beweging zo weinig aandacht is voor lean. ‘Waarom is er geen thema ‘Smart Lean’, waarin gekeken wordt hoe Smart Industry lean produceren kan ondersteunen. Aan de HAN zijn wij in verschillende projecten nadrukkelijk bezig met Smart Lean. Als je processen smart wilt inrichten, doe je dat ook lean. Zonder lean is het niet smart.’

16

juni 2018

Evers’ filosofie wordt onderschreven door directeur Dick Scholtus van Ales Metaaltechniek en Ales Assemblage (samen veertig medewerkers) in Rhenen. In 2011 startte Ales al een smart customization-project samen met klant KWH Holland. De fabrikant wilde de productie van zijn fruitteeltspuitsystemen efficiënter, goedkoper en met kortere doorlooptijden uitbesteden. Ales definieerde een modulaire productarchitectuur, bouwde een productconfigurator en richtte een opschaalbaar productieproces voor KWH in. Dit ‘succesverhaal’ heeft Ales herhaald voor andere klanten en Scholtus blijft op zoek naar oem’ers voor wie hij de productie efficiënt kan organiseren. In eerste instantie houden ze vaak de boot af. ‘Dan zeggen ze dat ze niet op deze manier bij ons kunnen uitbesteden, maar bedoelen dat hun pro-

ductarchitectuur niet op orde is. Dat kunnen wij dus regelen door hun product te modulariseren, waardoor ze de productie met minder variëteit aan onderdelen en een kortere doorlooptijd eenvoudig bij ons neer kunnen leggen.’ Als one-off wordt de machine dan wat duurder, maar in de repeat juist veel goedkoper, aldus Scholtus. ‘Mijn vingers jeuken soms: laat me jullie productarchitectuur onder handen nemen en er een prachtig rendabel bedrijf van maken. Maar ik voel me vaak nog een roepende in de woestijn.’

A- EN B-STROOM Ales kan zijn claim waarmaken doordat het zich lang geleden al is gaan toeleggen op lean/QRM. ‘Toen we als metaalbouwer onze klanten meer dienstverlening wilden bieden door modules als hapklare brokken op basis van rolling forecast te gaan leveren, nam het onderhanden werk bij ons op de werkvloer schrikbarend toe. Daarom ben ik gaan kijken hoe we beter op behoefte van de klant konden gaan produceren en meer omzet met dezelfde mensen behalen.’ Ales heeft dat gerealiseerd door in zijn grote, langwerpige fabriekshal met een variëteit aan bewerkingsmachines (voor kanten, lassen, enzovoort) twee productiestromen in te richten. De A-stroom is de ‘snelweg’ waarop in flow de standaardmodules en -producten worden gemaakt. Alles wat daar niet in past – de uitzonderingen, de echte specials, de

‘Eigenlijk structureerde de leverancier ons proces’

fouten in de A-stroom, enzovoort – gaat de Bstroom in. Die is op te vatten als een aparte QRM-cel, uitgerust met alle benodigde bewerkingsmachines, en kan opeens gaan meedraaien in de flow, mits het werk in die cel nog enigermate is te plannen. Daarvoor stelt Ales voorwaarden en wat daar niet aan voldoet, valt buiten elke planning. Maar inmiddels is tot 99 procent van de orderstroom in flow afgedekt. ‘Belangrijkste winst is de betere voorspelbaarheid van productie, waardoor geen fluctuaties in de nacalculatie optreden. Vroeger werd een fout weggemoffeld en in de lopende productie hersteld, waardoor de flow werd opgehouden; nu wordt het een herstelorder voor de QRM-cel. Het rendement op de QRM-cel is extreem laag, vanwege te veel startkosten, maar de rest van de productie, de Astroom, wordt niet meer verstoord. Onze leverbetrouwbaarheid ligt nu tussen de 92 en 96 procent.’ Wat ook bijdraagt zijn de milkruns langs toeleveranciers én klanten. ‘Wij halen ’s morgens snijen draaiwerk op bij toeleveranciers en ’s middags brengen wij gereed product naar de klanten. Daardoor kunnen we de flow zelf beheersen en


meer volume door de fabriek halen. Het was niet eenvoudig om toeleveranciers daarin mee te krijgen. Zij moeten kiezen of ze alleen maken wat wij die dag nodig hebben of toch zelf op voorraad produceren, omdat dat voor hen efficiënter is. Een aantal van hen kon of wilde niet meekomen, reden waarom wij zijn geswitcht.’

De Cromvoirtse heeft ook het sorteren van de plaatuitslagen die van de snijmachine (rechts achter het magazijn) afkomen al geautomatiseerd (links). Foto: De Cromvoirtse

DIGITALISERING Een toeleverancier die ook zelf het initiatief neemt om de keten lean en agile te organiseren, is De Cromvoirtse in Oisterwijk. Het bedrijf (zestig medewerkers) van de compagnons Ronnie van den Hurk en Janwillem Verschuren ontwikkelde zich van handelsbedrijf tot aanbieder van een breed pakket aan metaalbewerking en manifesteert zich als een voorloper in smart industry. ‘Wij leveren als het ware een bouwpakket van metalen onderdelen die exact in elkaar passen volgens ontwerp van de klant. We willen met onze service meer toegevoegde waarde leveren en onderscheiden ons door snel kleine series tegen de prijs van massaproductie te leveren. Omdat de series kleiner worden, de doorlooptijden almaar korter moeten en het aantal orderregels toeneemt, is voor de beheersbaarheid van ons proces digitalisering niet meer weg te denken. Wij hebben al tien jaar een webportal.’ Het hart van het bedrijf is een geautomatiseerd magazijn met liefst duizend palletplaatsen voor ingangsmateriaal (plaat) en (half)fabricaat, met daaromheen meerdere lasersnijders in 24/7-operatie (in het weekend onbemand).

SAMEN SLIMMER ORGANISEREN Flexibiliteit en snelheid zijn ook bij De Cromvoirtse de trefwoorden, aldus Van den Hurk. ‘Hoe kleiner de orders, hoe flexibeler we ermee kun-

ROADMAP SETTELS SAVENIJE Settels Savenije gaat volgens zijn roadmap alle activiteiten huisvesten op Strijp-T, voormalig Philips-territorium in Eindhoven. In het najaar starten de bouwwerkzaamheden voor de uitbreiding van het TAQ-complex met 4.200 vierkante meter als de volgende stap in het op één locatie samenbrengen van R&D, Supply Chain Management, Assembly & Test en Precision Parts Manufacturing. Dat laatste betreft Bakker Fijnmetaal, sinds 2010 onderdeel van Settels Savenije. Afgelopen december is het belang in Bakker vergroot naar 100 procent. In het verlengde daarvan wordt de bedrijfsnaam aangepast – de verhuizing van Settels Savenije Precision Parts vanuit Son naar Strijp-T is voorzien vanaf voorjaar 2019.

nen omgaan. En dat geldt ook voor onze klanten.’ In de eigen Academy worden regelmatig klanten uitgenodigd om hun engineering en de werkvoorbereiding en planning van De Cromvoirtse op elkaar af te stemmen. ‘Voorbeeld: een klant bestelde bij ons tegelijk alle driehonderd delen voor een machine die hij in drie weken bouwde. Als wij die hadden geleverd, moest hij ontzettend veel uitsorteren en had hij veel voorraad op de werkvloer liggen. We zijn samen gaan kijken hoe we dit slimmer konden organiseren. Nu leveren we op verschillende momenten telkens de delen die hij nodig heeft voor de modules die hij dan opbouwt: minder uitzoeken, minder voorraad en facturen die gemiddeld later komen. Het zorgt bij de klant voor een hogere efficiëntie en betere flow en diezelfde flow organiseren we ook in eigen fabriek.’ Uniek is De Cromvoirtse met zijn ‘restanten’. ‘Wij wachten nooit totdat we een optimale ordergrootte hebben om platen efficiënt te kunnen snijden. Bij ons gaan halve platen die overblijven terug het magazijn in; gemiddeld liggen daar 1.200 restanten. We hebben samen met een Duitse leverancier software en een gripper ontwikkeld om restanten te handlen. Als iedereen alleen maar standaardoplossingen aan elkaar knoopt, kan niemand zich meer onderscheiden.’ Zo is een eigen calculatiemodule gekoppeld aan het standaard-ERP-pakket en is het sorteren van plaat-uitslagen achter de snijmachine, dat overal nog vooral handmatig gebeurt, voor een deel al geautomatiseerd. De nieuwste uitdaging is het robotiseren van enkelstuksproductie aan de kantbank. Geautomatiseerd series kanten is al bekend, maar bij enkelstuks zijn er twee struikelbokken: de benodigde programmeertijd en de omsteltijd voor de grippers. De Cromvoirtse neemt in het Smart Industry Fieldlab Flexible Manufacturing deel aan een pilot waarin precies deze twee issues worden aangepakt: programmeertijd naar nul en een flexibele gripper die uiteenlopend gevormde producten kan hanteren. Almaar efficiënter en flexibeler. www.qcpp.nl www.han.nl/lean www.sttls.nl www.heeringholland.com www.alesmetaaltechniek.nl www.decromvoirtse.nl

THE SMART CONNECTION

Wij doen dit door het leveren van hoogwaardige producten, service als ook netwerk oplossingen. Waar u als producent nog niet aan heeft gedacht, heeft Balluff al voor u ontwikkeld. Dit om uw productie proces zo optimaal mogelijk te laten verlopen. Ons uitgebreide pakket bestaat onder andere uit: Sensors, RFID, Vision, Optical Identifi cation, Safety, Industrial Networking en Connectivity. Balluff is klaar voor de smart industry, u ook?

Balluff B.V. Europalaan 6a 5232 BC ’s-Hertogenbosch Nederland Tel. +31 73 6579702 Fax +31 73 6579786

www.balluff.nl


THEMA LEAN EN AGILE, SAMEN MET DE KETEN

PACKLAND ONTWIKKELT TWEE FLEXIBELE VERPAKKINGSLIJNEN VOOR CONNECT PRODUCTS

5.500 KITKOKERS EN 3.500 KITWORSTEN PER UUR ‘Als je een eigen verpakkingslijn hebt, kun je sneller leveren, ben je flexibeler voor je klanten en ben je onderaan de streep goedkoper uit.’ Zo motiveert Wim den Braven zijn keuze om te investeren in de ontwikkeling en bouw van twee lijnen voor het verpakken en palletiseren van kitkokers en kitworsten. De directeur van Connect Products in Meerkerk ging in zee met machinebouwer Packland in Groot-Ammers. Eind april zijn de lijnen opgeleverd, goed voor een hogere output met minder mensen.

Wim den Braven van Connect (links) en Erwin Gerwig van Packland bij de nieuwe verpakkingslijn in Meerkerk. Foto: Sam Rentmeester

DOOR ANDRÉ RITSEMA

ackland Procesmechanisatie is sinds 1987 een machinefabrikant voor het ontstapelen, verpakken en palletiseren van producten in de chemische industrie en de verfen kitindustrie. Het bedrijf van directeur/eigenaar Erwin Gerwig bouwde in dat startjaar een eerste machine voor het automatisch verpakken van verfblikken in dozen, een proces dat toentertijd nog met de hand moest worden gedaan. Die eerste machine ontwikkelde hij met 60.000 gulden eigen spaargeld om aan te tonen dat hij de benodigde kennis had. Het apparaat werd nooit

P 18

juni 2018

verkocht. De verpakkingsmachine was beperkt in haar mogelijkheden. ‘We konden de machine gelukkig wel een tijdlang verhuren.’ Van het één kwam het ander. En nu, een dikke dertig jaar later, heeft Packland klanten over de hele wereld. In de werkkamer van Gerwig hangt een wereldkaart, met daarop gekleurde punaises in de landen waarmee het bedrijf zaken doet: van de Verenigde Staten en heel Europa tot Australië en tal van andere landen. ‘Ik kan zeggen dat we machines mogen maken voor de meeste grote fabrikanten in de sector.’ Het bedrijf telt zestien medewerkers, veel van hen werken al jarenlang voor Gerwig. ‘Het is een hechte club, ik vertrouw

de mensen blindelings. Ik zal bijvoorbeeld echt nooit controleren of ze wel op tijd komen of dat ze genoeg uren maken. Ze staan stuk voor stuk voor hun werk.’

GOEDKOPER UIT Eén van de recente projecten die Packland heeft afgerond, zijn twee verpakkingslijnen voor Connect Products in Meerkerk. Het bedrijf houdt zich bezig met de productie, ontwikkeling, advisering en distributie van kitten, lijmen en puschuimen voor de professionele bouw en industrie. Gerwig kent directeur Wim den Braven al twintig jaar – en deed al zaken met diens vader. ‘In 2017 investeerden we in een nieuwe productiehal. Omdat we minder afhankelijk willen zijn van de toeleveranciers, hebben we Packland gevraagd een verpakkingslijn te ontwerpen en te bouwen’, vertelt Den Braven. Met een eigen verpakkingslijn ben je sneller, flexibeler en onderaan de streep goedkoper uit, stelt hij. En dus gingen de bedrijven afgelopen najaar om de tafel. Op basis van de wensen en verlangens van Connect Products kwam het ontwerpteam van Packland uiteindelijk met een op maat gemaakte dubbele verpakkingslijn. Daarbij hielden de ontwerpers rekening met de vorm en indeling van de nieuwe productiehal. Hoe hoog het plafond is en waar bijvoorbeeld precies de pilaren in de hal staan, zodat daar ‘omheen’ ontworpen kon worden. Het werden uiteindelijk twee verpakkingslijnen met veel flexibiliteit. Zo zijn er korte omsteltijden en kunnen in korte tijd kleine series producten worden verwerkt. Bovendien is het mogelijk om verschillende producten door elkaar te verpakken.

ÉÉN OPERATOR NODIG Beide verpakkingslijnen werden in april geplaatst, achter de vulmachines van Connect Products. Daar worden de kitkokers en de zogeheten kit-


worsten (aluminium worstverpakkingen voor de professionele gebruiker) gevuld met de juiste labels en houders van de klant. Bijzonder is dat de siliconenkit in elke kleur geleverd kan worden. Normaal gesproken is kit wit of grijs, maar de machine van Connect Products kan de kit in elke gewenste kleur produceren. Altijd handig in die ene badkamer met dat hippe, blauwe bad. Vervolgens belanden de kitkokers en kitworsten op de banden van de Packland-machine. Daar worden ze volledig automatisch in dozen verpakt, al dan niet met bijgeleverde spuitmondjes. De dozen worden automatisch op een pallet gestapeld. In totaal, zegt Gerwig, kan de machine 5.500 kitkokers en 3.500 kitworsten per uur verpakken. Per lijn is één operator nodig. Dat is aanzienlijk minder dan de drie tot vier mensen wanneer het verpakken niet automatisch gaat. ‘En we hebben het wel over dozen die 25 kilo kunnen wegen. Die moet je dan in je eentje op een pallet zetten. Dat is zwaar en ook nog eens eentonig werk.’

LOGBOEKEN Het hele proces is van A tot Z geautomatiseerd. Dat betekent ook dat van alles digitale logboeken worden bijgehouden, geregistreerd en vastgelegd. ‘Alles is uit te lezen’, aldus Den Braven. ‘De onderhoudsstatus, de output, de afwijkingen. De computer geeft aan als er ergens een fout optreedt. In de logboeken kun je altijd terugzoeken wat er wanneer fout is gegaan. We hebben overal goede

handleidingen van, en onze mensen hebben trainingen gehad. Mochten ze er onverhoopt toch niet uitkomen, dan kan Packland op afstand via de computer even meekijken en helpen met een oplossing.’ Over dat op afstand meekijken wil ook Gerwig nog wel wat zeggen. Het spaart reistijd uit en daardoor onnodige stilstand in de productie bij de klant. Ondanks deze door sommige klanten vereiste mogelijkheid zijn er ook bedrijven die

volgens Gerwig ‘ongeveer net zoveel als twee rijtjeshuizen.’ Den Braven is naar eigen zeggen een blije eigenaar. ‘Ik ben blij met de samenwerking, en blij dat we dit samen in deze regio kunnen doen. Zo kun je elkaar toch helpen.’ Hij heeft al wel een ideaalplaatje voor de komende jaren. Nu staan er twee lijnen, zegt hij, maar in de hal is nog voldoende ruimte. ‘We hopen de komende vijf jaar de omzet te verdubbelen. Dat zou betekenen dat er lijnen bij moeten. Ik denk dat we de

‘De machines kosten ongeveer net zoveel als twee rijtjeshuizen’

hier niets van moeten weten. ‘Vooral Amerikanen zijn als de dood om anderen in hun computersystemen te laten meekijken. Bang voor hackers waarschijnlijk. Terwijl de afdeling IT alleen maar tijdelijk een VPN-verbinding voor ons hoeft open te zetten, zodat we contact met onze machine kunnen maken. In de meeste gevallen is zo’n storing dan binnen enkele minuten opgelost.’

komende twee jaar nog twee lijnen operationeel okrijgen. Een hele hal vol lijnen, dat zou toch mooi zijn.’ Een video van de lijn is te zien via deze link: https://youtu.be/33kIyRWURrQ

TWEE RIJTJESHUIZEN Beide partijen kijken tevreden terug op het project. In totaal kosten de twee verpakkingslijnen

www.packland.nl www.connectproducts.nl

juni 2018

19


THEMA LEAN EN AGILE, SAMEN MET DE KETEN

PULSE KIEST STEEDS VAKER VOOR AGILE BIJ GROTE IMPLEMENTATIES

‘JE WILT SAMEN MET DE KLANT IN SPRINTS TOT RESULTAAT KOMEN’ Een nieuw ERP-pakket is mooi, maar de implementatie ervan trekt vaak een zware wissel op de organisatie. Het is een uitdaging, het duurt lang, soms heel lang, en het beïnvloedt de dagelijkse operatie. Pulse Business Solutions zet steeds vaker de scrum-methode in om via korte, intensieve sprints telkens een deel op te leveren voor de uiteindelijke livegang. ‘In zo’n sprint ontstaat veel positieve energie, waardoor we iedere keer aangenaam verrast worden.’ DOOR LUCY HOLL

en aantal jaren geleden stuurde een potentiële klant een request for information (RFI) naar Pulse Business Solutions (met vestigingen in Venlo en Deventer) om te peilen wat Pulse te bieden had. De klant wilde zijn ERP- en CRM-omgeving vernieuwen en hij voegde bij zijn RFI een hele reeks user stories, korte beschrijvingen van wat de gebruikers met de nieuwe software wilden kunnen. En by the way, zou Pulse ook iets met scrum kunnen doen? Die scrumvraag triggerde Arthur Borggreve, operations manager bij Pulse. In de softwareontwikkeling komt de scrummethode al langer voor, bij ERP-projecten werd het zelden gebruikt. In multidisciplinaire teams werken ontwikkelaars in korte sprints van maximaal een week of vier naar

E

gebruikten we tot dan toe nog vooral de watervalmethode: de implementatie voor alle bedrijfsprocessen loopt gelijk op tot een organisatie na negen tot twaalf maanden live kan met het complete pakket. Je moet in deze maanden steeds weer een beroep doen op de key users, ze moeten steeds uit hun dagelijkse operatie worden gehaald voor het project om zaken uit te zoeken, processen in te richten, te testen, werkinstructies te schrijven en te trainen.’ De kans op aandacht verslapping is dan groot. Want, och, het duurt toch nog maanden voordat er iets opgeleverd wordt. Pulse-collega en managing consultant Marco Kusters vult aan: ‘Binnen de traditionele watervalmethode is zo’n implementatie weleens een worsteling. Je zit altijd met de dagelijkse operatie versus het implementatieproject. Orders die de deur uit moeten, zijn natuurlijk ook altijd het

'Het vergt véél denkwerk, hoe zet je sprints op, hoe borg je kwaliteit? Dit doe je niet zomaar'

werkende softwareproducten toe. Wie scrum zegt, zegt agile. Agile staat voor wendbaar: een team begint met een doel voor ogen en past zich onderweg continu aan als de situatie daarom vraagt. Scrum is een uitgesproken agile methode.

belangrijkste. Dat kan tot vertragingen leiden, vooral in de afronding van een project. Je kunt niet afdwingen dat een klant tijd in het project steekt, de daadwerkelijke livegang kan dan op zich laten wachten.’

KEY USERS

ROLVERDELING

Maar terug naar de vraag van de potentiële klant: kon Pulse de scrummethode inzetten bij de implementatie van een nieuwe softwareoplossing? Zoals de implementatie van Microsoft Dynamics 365 bijvoorbeeld waarmee Pulse vaak te maken heeft: een alles-in-één-cloudoplossing voor financiën, sales, service en operationele processen. Arthur Borggreve broedde op de vraag. ‘Het is een uitdagend traject, je wilt het zo snel en zo goed mogelijk doen. Bij een implementatie

De potentiële klant die destijds met zijn request for information kwam, ging met Pulse in zee, en koos voor de scrummethode. Dat was interessant en best spannend, zegt Borggreve. De traditionele rolverdeling verandert. ‘In de scrummethode werk je meer dan ooit samen met de klant in teams. Je neemt samen de verantwoordelijkheid om in sprints van meestal drie weken tot een eindresultaat te komen.’ In elke sprint maken de key users van een bepaald functiegebied – neem

20

juni 2018

• Pulse Business Solutions zet steeds vaker de scrum-methode in bij een ERP-implementatie. - Via korte, intensieve sprints wordt telkens een deelproces onderhanden genomen. - Scrum maakt het beheersbaarder en overzichtelijker. - De klant ziet al meteen resultaat.

financiën of verkoop – zich in de weken van hun sprint zo veel mogelijk vrij van hun gewone werk. Alsof ze een paar weken afwezig zijn door vakantie. Het team gaat er echt voor zitten om een deelproces binnen de gestelde tijd op orde te krijgen. Borggreve: ‘Het is inrichten, testen en afronden in kleine hapklare brokken. Samen prioriteer je continu wat wel en niet belangrijk is, daarom is er altijd een werkend resultaat op basis van gezamenlijke beslissingen.’ Aan het einde van de sprint staat er een deel van het project klaar om live te gaan. Door de verwevenheid met de andere deelprocessen gebeurt dat live gaan meestal nog niet, maar er is alvast duidelijk resultaat. De klant ziet de toegevoegde waarde direct. Scrum maakt het beheersbaarder en overzichtelijker en daarom werkt het voor de klant uiteindelijk ook beter. Kusters: ‘Ik heb nu een aantal implementaties via scrum gedaan, het gefocust met de klant bezig zijn, spreekt me zeer aan. Je ziet veel energie loskomen als je samen ergens naar toe werkt.’ In plaats van steeds maar weer iets tussendoor te moeten doen, gebeurt alles nu geconcentreerd. Ook de benodigde trainingen worden zo veel mogelijk tijdens de sprints gegeven.


MULTI-COMPANY EN CHINA Xytech Module Technologies in Venray ging begin dit jaar live met Microsoft Dynamics 365 for Operations, dat een verouderd ERP-systeem vervangt. De ‘high mix, low volume’ contract manufacturer voor de grote digitale merken binnen de wereldwijde printing industrie is al jarenlang klant en koos nu weer voor Pulse. Ceo Wilfried Koopman: ‘We hebben onze productielocatie in China met sales- en servicekantoren in Israel, Slowakije en de Verenigde Staten. Ons hoofdkantoor staat in Venray. Deze ‘multi-company’-omgeving en het werken met internationale collega’s in een scrumproces waren een uitdaging, onder andere door het grote tijdsverschil met Nederland. Daarnaast kunnen we onze gekwalificeerde medewerkers niet te lang uit de

de afzonderlijke sprints uitgevoerd. Dat werkt heel doelgericht. Een team van Chinese key users kwam naar Nederland voor de sprints, in dit geval twee keer drie weken per sprint. We zijn trots op de prestaties van het team en het resultaat.’

MINDSET Pulse gebruikt de watervalmethode inmiddels veel minder. Het merendeel van de projecten worden nu agile uitgevoerd, zegt Borggreve. ‘Het is geen trend die overwaait. Dit is echt een structurele verandering. De doorlooptijd wordt aantoonbaar met maanden verkort en het resultaat is beter.’ Hij noemt het niet alleen een andere methode van werken: het vraagt ook een andere manier van denken. Iedereen bij Pulse krijgt daarom mindset-trainingen. ‘Dat anders naar dingen kijken heeft te maken met anders focussen, agile denken, goed prioriteiten kunnen stellen in gesprekken, heel nauw met de klant samenwerken. Het vergt véél denkwerk, hoe zet je sprints op, hoe borg je kwaliteit? Dit doe je niet zomaar.’

In elke sprint maken de key users van een bepaald functiegebied – neem financiën of verkoop – zich zo veel mogelijk vrij om een deelproces binnen de gestelde tijd op orde te krijgen. Foto’s: Pulse

BOOTCAMP

dagelijkse operatie halen, het werk moet doorgaan en onze klanten mogen geen hinder ondervinden. Een implementatie legt veel beslag op de interne organisatie en dan vooral op het projectmanagement op afstand en de werkzaamheden in China.’ Volgens Koopman is Xytech is het eerste bedrijf in Nederland dat volledig live is met MS Dynamics 365 in een internationale bedrijfsomgeving. De snelheid van implementatie is heel bijzonder te noemen, vanaf start tot oplevering heeft het project maar acht maanden geduurd. De scrummethode werkte dan ook goed. ‘Je focust met het team op de belangrijkste deelprocessen binnen de organisatie. We hebben alle processen in kaart gebracht voor sales, customer service, engineering, inkoop, productie, quality, financiën en hrm. In deze acht teams hebben we

Martin Aaldijk, directeur en financieel manager bij Bailey Electric & Electronics in Oosterhout, specialist in verlichting, lampen en speciale lichttoepassingen, koos ook voor Microsoft Dynamics 365 van Pulse en een agile implementatie. ‘Het is een investering voor ons, daarom hebben we eerst een intensieve bootcamp met onze key users gedaan om te kijken of wat Pulse biedt, voldoet aan wat we willen. Dat gaf al een goed beeld, we hebben bekeken wat we konden gebruiken en wat nog aangepast of uitgebreid moest worden. Toen hebben we definitief ‘ja’ gezegd.’ Die eerste intensieve kennismaking gaf duidelijk inzicht in de investering, de planning en de manier van werken. Aaldijk was zelf ook deelnemer aan één van de sprints, als key user financiën. ‘Er kwam een schema, een to-do-list. De werkwijze is prettig, je ziet wat er wanneer moet gebeuren en met wie. De managing consultant van Pulse zit er bovenop: waar schort het aan, waar is hulp nodig? We doen deze ERP-implementatie en een andere partij is een nieuwe website voor ons aan het bouwen. We willen een nieuw Product Information Management-tool eraan koppelen, dat maakt het veel en ingewikkeld.’

Het vraagt ook veel binnen de organisatie van de klant. ‘In zo’n team dat met een sprint bezig is, zitten key users vanuit de klant met kennis van het proces en operatie en mensen van Pulse. Zo’n team moet idealiter snel kunnen besluiten. Soms stuit je dan toch op de gelaagdheid binnen een bedrijf. Iedereen wil overal wat van vinden. Je wilt dat zo’n sprintteam verantwoordelijkheid krijgt en zelf snel kan beslissen over kwesties die gaandeweg opduiken. Het management moet kunnen loslaten. Vertrouw erop dat je mensen samen met die van Pulse tot prima besluiten kunnen komen.’ Kusters: ‘Vertrouwen en verantwoordelijkheid geven is nodig om agile te kunnen werken.’

ZOEKTOCHT De scrummethode is geen must, wanneer doe je het wel of niet? ‘Dat is een zoektocht geweest, maar we weten nu wanneer wel en niet’, zegt Borggreve. ‘Datamigratie bijvoorbeeld is en blijft een uitdaging binnen álle implementaties, welke methode je ook kiest. Maar omdat andere zaken binnen agile gesmeerder lopen, kun je ook de datamigratie scherper krijgen. Eigenlijk kan agile in iedere organisatie, het mooiste compliment dat je kunt krijgen is dat de klant naderhand agile adopteert in zijn dagelijkse processen. Dit hebben we in de praktijk een paar keer zien gebeuren. Trotser kun je ons niet maken.’ www.pulse.nl www.bailey.nl www.xytech.com

juni 2018

21


MATLAB SPEAKS

MACHINE LEARNING With MATLAB you can use clustering, regression, classification, and deep learning to build predictive models and put them into production.

@2016 The MathWorks, Inc

mathworks.nl/machinelearning


THEMA LEAN EN AGILE, SAMEN MET DE KETEN

NIEUWSTE ERP-SUITE IFS HELPT VRAAGGEDREVEN INDUSTRIE LEAN EN AGILE TE WORDEN

SNEL DE BUFFER BEPALEN Een toekomstbestendige onderneming moet niet alleen agile zijn – flexibel kunnen reageren op veranderende (markt)omstandigheden – maar ook lean – om kosten te verlagen en de toegevoegde waarde te verhogen. Lean en agile worden vergt goede samenwerking, met collega’s en ketenpartijen. ERP-leverancier IFS heeft daartoe in zijn nieuwe IFS Applications 10 drie belangrijke tools geïntegreerd. DOOR MARTIN VAN ZAALEN

emand Driven MRP (Materials Requirement Planning) biedt de gebruiker de mogelijkheid veel scherper te forecasten, ondanks de onzekerheden die de vraaggedreven industrie tegenwoordig het hoofd moet bieden. ‘Ontwikkelingen vergen meer tijd en kosten meer geld. En als het product eenmaal op de markt is, moet het snel overal beschikbaar zijn, in de juiste varianten, met steeds een andere, complexe Bill of Material. Tegelijk is het moeilijker te voorspellen hoe lang een product life cycle zal duren. Het zijn innovatieve producten zonder veel historie waarop teruggevallen kan worden’, schetst Martin Gunnarson van IFS de uitgangspunten. En dit maakt het lastiger in te schatten wat de kritische componenten zijn en hoeveel daarvan op voorraad moeten worden gelegd, als buffer. ‘Met onze tool kan nauwkeurig berekend worden hoe groot die buffer moet zijn en hoe die moet worden samengesteld, om de risico’s zo klein mogelijk te houden. En het mooie ervan is dat de tool onderdeel is van Applications 10 en als upgrade van ‘9’ geïmplementeerd kan worden. SAP biedt deze technologie nu ook, maar daar gaat het om een geheel nieuw platform, met veel grote integratievereisten’, aldus de product director & ERP evangelist, die ook claimt dat de tool ervoor zorgt dat de klant steeds compliant is met de standaarden van het Demand Driven MRP Institute (DDI).

van de binnendienst. ‘Als een klant in plaats van rood liever paars heeft, is het lastig voor die verkoper ter plekke bij de klant een goede kostencalculatie te geven. Met deze module kan de technisch verkoper die vlot genereren en er zo voor zorgen dat de klant snel inzicht heeft in wat het product gaat kosten. Na akkoord kunnen de specificaties één-op-één worden doorvertaald naar de specificaties waarmee Productie moet gaan fabriceren.’ Sales & Operation Planning is de derde tool die Gunnarson noemt. ‘Gezien de omvang van de vraag die tegenwoordig op een bedrijf afkomt en de snelheid waarmee gereageerd moet worden, is het lastiger dan ooit te bepalen hoeveel materiaal er moet worden ingekocht en hoeveel mensen en machines voorhanden moeten zijn. Moet er nú geïnvesteerd worden, of kan het nog wachten? Deze balanceer-act wordt elke dag bij elk bedrijf gedaan, vaak met behulp van Excel. De tool visualiseert al die parameters en maakt dat balanceren veel eenvoudiger.’

BALANCEER-ACT

DOORDACHT KIEZEN

De tweede tool, die Gunnarson duidt met Product Estimate Management, slaat de brug tussen de verkoper in het veld en de technisch verkoper

Als kanttekening stelt hij dat de kwaliteit van de uitkomsten van al deze tools natuurlijk afhankelijk is van de informatie die je erin stopt. ‘Is dat

D

De kwaliteit van de uitkomsten van de nieuwe IFS-tools is natuurlijk wel afhankelijk van de informatie die je erin stopt. Martin Gunnarson: ‘Daarom is het juist in deze tijd van vraaggedreven productie belangrijker dan ooit je suppliers heel doordacht te kiezen.’ Foto: Com-magz

informatie van een toeleverancier die zelf geen goed zicht heeft op zijn deel van de toeleverketen, dan tast dat ook de kwaliteit van de eigen forecast aan. Juist in deze tijd van vraaggedreven productie is het belangrijker dan ooit je suppliers heel doordacht te kiezen.’ Marco Verdonschot, managing director van IFS Benelux, geeft aan dat ook in Nederland en België klanten steeds meer vraaggedreven te werk willen gaan en daartoe hun processen willen flexibiliseren en leaner maken. ‘Je kunt eigenlijk wel stellen dat er geen klant is die er niet mee bezig is. Ze constateren dat hun processen niet agile en lean genoeg zijn, vaak doordat ze in korte tijd stevig gegroeid zijn. Ze realiseren zich dat ze hun organisatie moeten digitaliseren. Onze software kan helpen hun processen smart in te richten, met modules als Sales & Operation Planning en Demand Driven MRP. Geen maatwerkpak, maar wel een oplossing die klantspecifiek is en makkelijk aanpasbaar als de actualiteit daar om vraagt. De klant moet flexibiliseren en is dan niet gebaat bij software die in beton gegoten is.’

www.ifsworld.com

juni 2018

23


Any challenge, any time.

Bij een recente klus sprak Mark Elbertse van onze klant Lagerwey over een “Masterclass inkrimpen”. Dit is Marcel, één van onze Krimpkoningen. Evenals zijn collega’s beheerst hij

iedere tijdsdruk en waar ook ter wereld, gegarandeerd naadloos verloopt.

de kunst van het krimpen van folie. Hiermee beschermen we uw product tijdens

Wij worden door onze klanten graag gezien als waardevolle projectpartner

transport. Dit kan bij Meilink of bij u op locatie. Zodat de aflevering, onder

en wij zijn pas tevreden als u dat bent. Dat noemen wij Securing Value!

Heeft u een verpakkingsuitdaging? Neem contact op met één van onze specialisten via meilink.eu/contact of bel 0545-253 525


THEMA LEAN EN AGILE, SAMEN MET DE KETEN

JAN TOURNOIS (PILZ NEDERLAND) BEPLEIT HOLISTISCHE KIJK OP VEILIGHEID

‘SLIMMERE HEKKEN’ GEVRAAGD Veiligheid lijkt haaks te staan op lean, want elke veiligheidsmaatregel is een potentiële verstoring van de productieflow. Ook veiligheid en agile schijnen onverenigbaar, want de onvoorspelbaarheid van een agile aanpak is vanuit een strak gereguleerd veiligheidsperspectief ‘verboden’. Volgens Jan Tournois, directeur van Pilz Nederland, kunnen lean en agile in bepaalde opzichten wel degelijk samengaan met veiligheid. DOOR HANS VAN EERDEN

ilz, de Duitse multinational in veilige automatisering, introduceerde zo’n vijftien jaar geleden het concept ‘Lean Safe’. Dat is niet met zo weinig mogelijk componenten en investeringen iets veilig maken, benadrukt Tournois. ‘Die denkfout maken mensen vaak: lean is minder. Het gaat erom de optimale oplossing te vinden voor veilig én lean werken, afhankelijk van de applicatie. Soms moet je daarvoor juist extra investeren.’ Geen hek, maar een lichtscherm of scanner om een machine zetten, kan bijvoorbeeld lean zijn. Zo’n ‘slimmer hek’ geeft de operator beter zicht en directer contact met wat in de machine gebeurt, zodat hij op tijd kan ingrijpen. Als de operator iets wil waarnemen dat fysiek is afgeschermd, krijgt hij toch de neiging om de afscherming te verwijderen, met alle onveiligheid van dien. Een lichtscherm of scanner neemt mensen waar als zij een onveilige ruimte betreden en zorgt dat de machine afschakelt. Bij kleine ruimtes met (te) korte afstanden is soms een extra rem nodig. Die investering kan reden zijn om niet voor deze lean-oplossing te kiezen, maar voor het hek. Soms zijn de belemmeringen ook psychologisch van aard, aldus Tournois. ‘Men is vaak bang dat bij een lichtscherm of scanner mensen zomaar naar de machine lopen en die daardoor stilleggen. Dat is niet zo. Mensen die zich verantwoordelijk voelen voor de productiviteit, doen dat niet lichtvaardig en letten erop dat ook anderen dat niet doen. Deze angst is wel terecht bij publieke ruimtes waar mensen onwetend zijn.’

P

HOLISTISCH De psychologie van veiligheid, is Tournois’ stokpaardje. ‘Wil je het maximale uit je medewerkers halen, dan moet je hun autonomie geven, niet ‘squeezen’ met restricties. Maar voor veiligheid doet men dat wel, de geboden en verboden vliegen je om de oren. Om mensen intrinsiek te motiveren, moet de inrichting van de veiligheid

aansluiten op het psychologische naast het wettelijke model. Dan richt je een werkplek zo open en flexibel mogelijk in. Vanuit het perspectief van lean ziet men veiligheid echter vooral als een vervelend fenomeen dat de productiviteit hindert. Vanuit de juridische kant wil men de norm volgen, Jan Tournois: ‘De overheid kent een enorme traagheid in normering en regulering.’ Foto: Pilz politieagentje spelen. In praktijk gaan alleen hr-mensen op de motivatietoer voor het welzijn van de medeop de markt mag.’ Wat hem betreft is het beter werker in bredere zin, waarbij tevredenheid en om een bedrijf met kennis van zaken, zoals Pilz, de mate van belemmeringen aan bod komen. te accrediteren om decentraal de verantwoordeOverall laat men nog winst liggen door veiligheid lijkheid te dragen om veilige producten te ontniet holistisch te bekijken.’ wikkelen. ‘In principe doen we dit al op hoger Is er naast ‘Lean Safe’ ook zoiets als ‘Agile Safe’? niveau. Wij integreren deelsystemen tot een wer‘De mens moet kunnen vertrouwen op een veiligkend systeem waarbij we zelf de CE-markering heidssysteem, anders gaat hij het niet toepassen doen en de verantwoordelijkheid nemen. Zouden maar uitschakelen en wordt de situatie juist wij dit ook zelf doen voor nieuwe producten, onveiliger. Deze dependability vraagt om voordan verloopt de ontwikkeling een stuk sneller. spelbaarheid en dat is in contradictie met agile. Natuurlijk ligt hier een ethische discussie of de Maar agile als ontwerpfilosofie kun je wel betrekslager zijn eigen vlees mag keuren.’ ken op veiligheidoplossingen: open staan voor Normcommissies ijlen na op de ontwikkelingen, lessons learnt en signalen van buiten. Je kunt stelt Tournois. Hij illustreert dat met de CE-marbijvoorbeeld gaan dataloggen wat er zich afspeelt kering (volgens de Machinerichtlijn, inclusief rond een veiligheidssysteem: hoe vaak wandelen veiligheid) van robots. ‘Die gebeurt nog voor mensen door een veiligheidsscherm of drukken statische robots, maar wat als ze mobiel worden ze de noodstop in? Dan leer je en kun je je en tussen mensen door gaan bewegen? Ik heb veiligheidsontwerp verbeteren.’ voorgesteld om psychologen, sociologen en zelfs filosofen bij een normcommissie te betrekken. Om de discussie over veiligheid breder te trekken, VERANTWOORDELIJKHEID DECENTRAAL ook richting ethiek, over wat wel en niet mag. Over lean en agile gesproken: ‘De overheid kent Maar het overleg zou hierdoor te complex woreen enorme traagheid in normering en reguleden. Er is nog een lange weg te gaan voordat men ring’, verzucht Tournois. Pilz kan nog zo agile een een integrale benadering van veiligheid gaat nieuwe veiligheidsoplossing ontwikkelen, die volgen.’ moet wel aan de norm voldoen. Dat betekent uitgebreid testen en safety cases uitwerken. ‘Dan ben je zo vijf jaar verder voor je nieuwe product www.pilz.nl

juni 2018

25


THEMA LEAN EN AGILE, SAMEN MET DE KETEN

VERMINDEREN VAN WASTE OP ELK NIVEAU EN OP ELKE AFDELING

EERST ZELF LEAN, VERVOLGENS DE KLANT ERIKS staat bekend als een internationale industriële dienstverlener, een multi-productspecialist die een scala aan hoogwaardige werktuigbouwkundige componenten met bijbehorende technische en logistieke diensten aanbiedt. ERIKS profileert zich echter nadrukkelijk als leverancier van oplossingen op de werkvloer van de klant. De principes van lean zijn daarbij leidend. ‘Processen kunnen meestal beter en efficiënter.’

ERIKS levert niet alleen producten met de bijbehorende kennis, het helpt ook om bedrijfsprocessen beter in te richten en te optimaliseren. Foto: ERIKS

DOOR JOS CORTENRAAD

e maakindustrie neemt geen genoegen meer met de leverancier die de bestelde onderdelen, componenten en hulpmiddelen netjes op tijd aflevert. ‘De eisen worden voortdurend aangescherpt’, zegt Sjoerd Houtman, sales director bij ERIKS Nederland. ‘Van ons wordt verwacht dat we toegevoegde waarde leveren. Dat betekent dat we meedenken over de keuze van componenten, op de hoogte zijn van de meest actuele versies, assisteren bij installatie en onderhoud, topservice leveren. Dat vereist kennis bij onze medewerkers en permanente scholing. Op zich niets nieuws, zo ontwikkelt de markt zich en wij gaan daarin mee. Doe je dat niet, dan verlies je immers de concurrentieslag.’

D

STRATEGISCHE BESLISSING ERIKS maakt deel uit van SHV en heeft 350 vestigingen in 21 landen. Er werken ruim 7.800 mensen, de jaaromzet bedroeg in 2017 bijna 2 miljard euro. Enkele jaren geleden nam het bedrijf de strategische beslissing om nog een stap verder te gaan met lean. ‘We leveren niet alleen

26

juni 2018

producten met de bijbehorende kennis, wij helpen onze klanten om bedrijfsprocessen beter in te richten en te optimaliseren. We bedenken oplossingen, richten logistiek, voorraadbeheer en administratie efficiënter in en halen overbodige handelingen uit de processen. Uiteraard alleen als de klant hierom vraagt. Maar als we de kans krijgen, boeken we daarmee uitstekende resultaten.’ Basis voor de nieuwe werkwijze van ERIKS is het Lean Six Sigma-model, ontwikkeld in Japan met Toyota als één van de vlaggendragers. ‘Inmiddels is dit overgewaaid naar de VS en Europa’, zegt Job van de Sande, head of technology bij ERIKS en binnen het bedrijf verantwoordelijk voor de invoering van het managementmodel. ‘Heel kort gezegd komt het erop neer dat je alle waste, alle overbodigheid, uit de bedrijfsprocessen haalt. Dat kan op elk niveau en op elke afdeling. Overal zijn tijdrovende gewoontes ingeslepen, werksystemen verouderd, automatisering onvoldoende, de logistiek onlogisch, enzovoort. Lean is een proces van voortdurend verbeteren, telkens kleine stapjes maken. Wij helpen daarmee nu onze klanten, maar uiteraard hebben we eerst in eigen gelede-

ren lean omarmd. We hebben ervaren instructeurs op het vlak van lean binnengehaald die intern weer cursussen en trainingen hebben gegeven.’

PRAKTIJK LEIDEND Bij lean is altijd de praktijk leidend. ‘Het begint’, vervolgt Job van de Sande, ‘met kijken en analyseren onder leiding van een expert in lean, meestal een ervaren Black of Green Belt in jargon. De teams of medewerkers zien zelf de verbeterpunten en gaan die volgens een plan uitvoeren. Veel ligt voor de hand, maar door de ingeslepen processen zien we de fouten of kansen niet meer.’ Inmiddels zit lean in het DNA van het bedrijf, zegt Sjoerd Houtman. ‘Natuurlijk kost zoiets tijd. Het is geen big bang of een trucje, maar een route die nooit eindigt. Het begint met draagvlak binnen de organisatie. Allereerst moeten directie en management overtuigd zijn, dat is essentieel. Vervolgens worden de medewerkers meegenomen in de verandering. Het is top-down en bottom-up tegelijk. Ik durf te stellen dat we op de goede weg zijn. Op de sleutelfuncties heeft


iedereen een passende opleiding gehad. Sommigen, zoals Job, hebben de Black Belt gehaald en kunnen anderen de kneepjes leren. Lean is ingebed. We hebben binnen onze eigen organisatie veel waste opgeruimd, de processen verbeterd en durven nu onze klanten te overtuigen van de mogelijkheden. We laten hen efficiënter werken

ontwikkeling van een nieuw koffieapparaat. Vaak moeten daarvoor nieuwe componenten ontworpen worden. Wij beschikken over eigen engineers en kunnen snel ‘prototypen’. Binnen ERIKS hebben wij een lean-tool ontwikkeld die bij ieder ontwerpproces gebruikt kan worden. Nadruk ligt op het voorkomen van fouten in de productie-

‘We laten klanten efficiënter werken en dat is in de maakindustrie essentieel’

en dat is in de maakindustrie essentieel. Nieuwe producten moeten sneller ontwikkeld en sneller naar de markt gebracht worden. Tegen zo laag mogelijke kosten. Processen moeten daarom optimaal zijn en foutloos. Dat kan alleen zonder waste.’

fase. Dat vergt meer aandacht in de designfase. Niets is erger dan achteraf moeten corrigeren. Dat kost te veel tijd, kostbare tijd. Daarom besteden we veel aandacht aan prototyping en voorbereiding. Zo groeien we uit van leverancier tot ketenpartner en expert in co-engineering en ondersteunen we een snelle marktintroductie.’

KETENPARTNER ERIKS ondersteunt maakbedrijven op drie fronten met het verbeteren van de bedrijfsvoering. ‘Allereerst technische optimalisatie’, legt Job van der Sande uit. ‘Vanzelfsprekend leveren we de juiste en beste componenten en onderdelen, maar we schuiven bij voorkeur al aan in de designfase voor een nieuw product of machine. Neem de

Cables and connectors Embedded computing Fibre optics Frequency control

EFFICIENCYWINST Onlosmakelijk verbonden met technische optimalisatie is de procesoptimalisatie. Sjoerd Houtman: ‘Ook in de administratie is vaak veel te verbeteren. We hebben eerst ons eigen systeem met behulp van de principes van lean grondig onder de loep genomen. Een hele klus als je weet dat we

IoT and Wireless Magnetics Photonics and Imaging Power

een scala aan werktuigbouwkundige componenten leveren en duizenden klanten bedienen. Klanten met verschillende inkoopsystemen die ook nog eens flexibiliteit verwachten. We assisteren klanten nu met het koppelen van de diverse systemen, waarbij we bijna altijd efficiencywinst boeken. De kans op verkeerde bestellingen en retouren wordt kleiner, factureren eenvoudiger en de medewerkers zijn minder tijd kwijt met administratie.’ Voorraadoptimalisatie completeert de totaaloplossing van ERIKS. ‘Wij richten de componentenstroom in, beheren de voorraad en zorgen dat altijd alles beschikbaar is. Uiteraard met behulp van digitale scansystemen, maar ook fysiek op de werkvloer. Onze mensen kijken naar de logistiek, de looplijnen, logische ordening, de inrichting en komen ook daar met ideeën over het verminderen van waste.’

SUCCESVOLLER ‘We bieden een totaalpakket waarmee we onze klanten helpen om steeds beter en succesvoller te zijn’, besluit Sjoerd Houtman. ‘Het helpt hen sneller en beter te produceren en tegelijk meer agile, flexibeler te zijn. Dat is de rol van ERIKS in de supply chain. Echter, ook wij zijn nooit klaar met verbeteren. ERIKS blijft zich continu inspannen om haar dienstverlening optimaal op de industriële klant af te stemmen.’ www.eriks.nl

RF Semiconductors Sensors Test and Measurement

Consult. Design. Integrate. Contact: Tel: +31(0)40 – 2507400 | Email: sales-nl@acalbfi.nl

www.acalbf i.com/nl

juni 2018

27


THEMA LEAN EN AGILE, SAMEN MET DE KETEN

KETENPARTNERS BRENGEN OPLADERS VOOR ELEKTRISCHE BUSSEN NAAR EUROPESE KOPPOSITIE

COMMUNICEREN IN DE DRIEHOEK, OF ZELFS IN HET VIERKANT In de dynamische markt voor elektrisch rijden heeft Heliox zich met zijn innovatieve oplaadsystemen voor elektrische bussen een leidende positie in Europa verworven. Dat is het bedrijf gelukt door agile te opereren in nauwe samenwerking met zijn ketenpartners VHE Industrial Automation en itsme. Tegelijk zorgen grote Europese en opkomende Aziatische concurrenten voor druk op kosten en levertijden. Dus moeten productie, bij VHE, en componentenvoorziening, door itsme, lean zijn ingericht.

Van links naar rechts Jeroen Scherders (Heliox), Sven van der Heijden (itsme) en Mar Valster (VHE) voor enkele grote laadsystemen van Heliox in aanbouw op de vloer bij VHE. Op de voorgrond een mobiele 25 kW-oplader. Foto: Bram Saeys

DOOR HANS VAN EERDEN

eliox in Best (zestig medewerkers) ontwikkelt oplaadsystemen in diverse uitvoeringen, van 25 tot 600 kW. In 2014 lanceerde het de eerste prototypes en nu heeft het de grootste projecten in Europa op z’n naam staan, recent nog de oplaadinfrastructuur voor honderd elektrische bussen (van VDL) in Amsterdam. Het bedrijf werkt samen met de grote Europese bussenbouwers, onder meer in standaardisatiecommissies, om te komen tot optimale oplaadprotocollen. ‘Het is onze verantwoordelijkheid dat de bussen betrouwbaar worden geladen’, verklaart director purchasing & logistics Jeroen Scherders. ‘Wij kijken verder dan alleen onze oplader en willen bijdragen aan de standaardisatie voor emissievrije bussen.’

H

COMPLEXE SUPPLY CHAIN Om snel en wendbaar te kunnen opereren, is Heliox een kop-staartbedrijf. Voor de productie ging het in zee met VHE Industrial Automation, leverancier van complexe kabelbomen en aandrijf- en besturingsunits. ‘Eind 2016 gingen we in Eindhoven laadsystemen voor Heliox bouwen,

28

juni 2018

maar dat paste al snel niet meer’, vertelt program manager Mar Valster. ‘Daarom hebben we april 2017 in Veldhoven een productiehal geopend. Die telt nu al 35 medewerkers.’ Technisch dienstverlener itsme in Raamsdonksveer (350 medewerkers in Nederland), dat drie jaar geleden de eerste componenten aan Heliox had geleverd, introduceerde VHE als productiepartner en adviseerde over het lean inrichten van de productie. ‘Wij doen lean consultancy niet alleen voor scaleups zoals Heliox. Tal van gevestigde bedrijven kunnen hun processen verder optimaliseren’, meldt itsme’s projectmanager sourcing Sven van der Heijden. ‘We zagen meteen dat hier geen sprake kon zijn van traditionele verkoop, doosjes van A naar B schuiven, maar dat de complexe supply chain voor Heliox goed georganiseerd moest worden. Daaraan zit ook voor ons een stuk risico en investering.’ Valster vervolgt: ‘We hadden geen tijd om uitgebreid studie te maken van lean, maar zijn gewoon begonnen. Itsme adviseerde ons om het productieproces in kleine stukjes op te knippen, zodat we met minder ervaren monteurs toekunnen en de processtappen zo kort en eenvoudig mogelijk zijn. Nu onderzoeken studenten hoe we het nog

verder lean kunnen maken. Eind van dit jaar willen we onze werkplekken gedigitaliseerd hebben, met scanners en beeldschermen. Dan hebben we een volledige track & trace van wat er op de vloer gebeurt, hoeven we niets meer over te typen en kunnen we meer communiceren met onze partners. Door te meten kijken we waar we nog verder kunnen verbeteren.’ Itsme levert een belangrijke bijdrage met ‘kitten en jitten’: het just-in-time (jit) aanleveren van componenten gebundeld in een kit per te bouwen systeem. Dit betreft 95 procent van de stuklijst. Enkele grote componenten, zoals transformatoren, koeling en stalen frame, worden direct door VHE afgeroepen. Valster: ‘Samen kijken we bij de start van een project hoe we de stuklijst makkelijk kunnen opknippen, zodat we snel alle onderdelen binnenkrijgen.’ Van der Heijden: ‘Als de productie zo onder controle is, kunnen wij dagelijks leveren en heeft VHE nauwelijks nog een magazijn nodig.’ Heliox is inmiddels zo gegroeid – vorige maand kwam investeerder Waterland aan boord voor nieuw groeikapitaal – dat de hal van VHE voor negentig procent is gevuld met Heliox-systemen in aanbouw. Door de inrichting nog leaner en de


planning nog efficiënter te maken, houdt Heliox echter nog voldoende ruimte voor verdere groei, aldus Valster. Daarnaast is er ook steeds meer ruimte nodig voor andere klanten die vanuit hetzelfde lean-concept en dezelfde hal worden beleverd.

DRIEHOEKSVERHOUDING De keten van Heliox, VHE en itsme is dan wel lineair, hun relatie is een driehoeksverhouding. ‘Absoluut’, zegt Scherders, ‘bij ons productieoverleg met VHE is itsme ook altijd aanwezig. De markt is snel, dus de snelheid van communicatie in onze keten moet dat ook zijn, er mag geen informatie verloren gaan. Daarom moeten we in deze driehoek werken, of zelfs in een vierkant, als bijvoorbeeld een fabrikant van kritische componenten of de kastenleverancier aanschuift.’ Die zijn gewend om in grote series te bouwen en gaan nu mee in de agile werkwijze van de Heliox-keten door zo nodig klantspecifiek just-in-time aan te leveren, in afstemming met VHE. Het contact met de componentenfabrikanten ligt op het bordje van itsme. Juist in een klantordergedreven markt als die van Heliox zijn de oplopende levertijden voor componenten een uitdaging, verklaart Van der Heijden. ‘Sinds drie jaar zitten wij regelmatig met fabrikanten aan tafel om afspraken te maken over hun performance in deze dynamische markt. Soms is dat een kwestie van opvoeden en met horten en stoten naar elkaar toegroeien. Buffervoorraden zijn nodig, anders

komt de productie bij VHE en dus de continuïteit van Heliox in gevaar. Bij wie die voorraden komen te liggen, hangt af van de afspraken. Als wij 100 procent garantie geven dat we leveren, houden we de voorraden bij ons, omdat we dan niet afhankelijk willen zijn van derden. Zijn er toch problemen, dan zetten we samen met fabrikanten programma’s op om te zorgen dat ze eerder fabriceren. En ook als voor een component end-of-life wordt aangekondigd, komen we in actie.’ Tegelijk bereidt Heliox zich zo goed mogelijk voor, vult Scherders aan. ‘Voor alle kritische componenten hebben wij alternatieven gedefinieerd.’ Het beheer van alle productdata vraagt om een gestructureerde aanpak, waarbij de drie partners toegang hebben tot elkaars systemen en wijzigingsvoorstellen uitwisselen. Scherders: ‘Vanuit ons back-office systeem hebben we per klantlocatie inzicht in de hardware- en software-versie en voor de kritische componenten houden we de serienummers ook bij. Daardoor kunnen we de traceability bieden die bouwers van elektrische bussen misschien wel gaan eisen vanuit de automotive ISO, TS 16949.’

uit alvast op eigen voorraad produceren.’ Dat past echter niet in de lean-gedachte, tekent Mar Valster aan. ‘Dan moet je de systemen ergens parkeren en later weer oppakken.’ Scherders: ‘Wij denken mee met onze leveranciers door goede forecasts te geven en alvast orders in te leggen voor generieke modules. We proberen het klantorderontkoppelpunt verder naar achteren te schuiven, zodat orders zo laat mogelijk klantspecifiek kunnen worden gemaakt. Ja, daarvoor passen we zo nodig het ontwerp van de opladers aan en ook de flow in productie.’ Daarom zijn de lijntjes tussen de engineers van Heliox en VHE kort. Het streven is de productie voor de klantspecifieke afbouw als one-piece flow in te richten. Dan blijft de keten naast lean ook agile. Uiteindelijk moet Heliox vooral innovatief blijven, aldus Jeroen Scherders. ‘Anders blijven klanten niet voor een Westerse lader kiezen, maar gaan ze die mogelijk in Azië halen. Wij moeten flexibiliteit inbouwen en met onze klanten blijven meedenken over een zo laag mogelijke total cost of ownership.’ Over duurzame relaties gesproken, zo besluit Sven van der Heijden: ‘Dit kan alleen als iedereen er met 100 procent openheid en vertrouwen in zit.’

INNOVATIEF BLIJVEN Wendbaarheid blijft geboden, want Heliox opereert in een tendergedreven markt, verklaart Scherders. ‘Een tender win je wel of niet en als je ’m wint zit je vast aan de planning. Later leveren is geen optie, eerder ook niet. We kunnen hoog-

www.heliox.nl www.vhe.nl www.itsme.eu

UNIEKE EIGENSCHAPPEN

5X SNELLER GROTE RADIUS FINISH TO SPEC

Tot 1200 mm breed

Finish slijpen

Slakken verwijderen

Kleine plaatdelen vanaf 15 mm

Ontbramen

Afronden

CONSTANTE KWALITEIT EENVOUDIGE BEDIENING OOK VOOR FINISH SLIJPEN

PLAATBEWERKING VAN 15 T/M 1200 MM BREED Q-Fin Qualit y Finishing | Wilgenakker 8 | 5571 SJ Bergeijk | The Netherlands | t. +31 (0)497 - 5 8 10 18 | info@q-fin.nl | w w w.q-fin.nl

juni 2018

29


PROCESVERBETERING

SMC SPEELT MET CLEANROOM IN OP GROEIENDE VRAAG NAAR STOFVRIJE ASSEMBLAGE

‘KLANTEN LEGGEN VERANTWOORDELIJKHEID VOOR COMPONENTEN STEEDS VAKER BIJ ONS NEER’ Klanten van SMC hebben in toenemende mate de behoefte componenten stofvrij en schoon te laten assembleren, waarbij de verantwoordelijkheid voor deze componenten volledig bij SMC wordt neergelegd. Een nieuwe cleanroom in het Technology Center in Eindhoven helpt SMC aan deze vraag te voldoen. Met de schone en stofvrije ruimte, in maart in gebruik genomen, is het Technology Center volledig operationeel. Onder andere Kulicke & Soffa Liteq, fabrikant van lithografische machines voor chipproductie, maakt er

• ‘Schoner en stofvrijer produceren steeds meer een noodzaak.’ • ‘De nieuwe cleanroom waarborgt de kwaliteit van het eindproduct.’ • ‘Volledig schoon proces, tot het labelen van componenten aan toe.’ • ‘Door uitbesteden kan Liteq zich op kernactiviteiten concentreren.’

gebruik van. groeien, moet aan deze behoefte kunnen voldoen. De keuze ons in Eindhoven te vestigen, sluit hierbij aan en komt onder meer voort uit de aanwezigheid van verschillende grote oem’ers in deze regio die wij vanuit het Technology Center bedienen.’ De behoefte verantwoordelijkheden neer te leggen bij fabrikanten komt onder andere voort uit de noodzaak steeds schoner en stofvrijer te produceren. ‘Doordat chips steeds kleiner worden, worden ook de verbindingen tussen bepaalde componenten steeds kleiner. De aanwezigheid van een stofdeeltje kan hierdoor in toenemende mate problemen opleveren, zodat schoon assembleren steeds Van links naar rechts, met op de achtergrond de cleanroom: Silvester Engelen (regiomanager Zuid van SMC), Bart Tuijnman (directeur van SMC Nederland), Mounssif El Hiri (sales engineer van SMC), Derk Kort (technical director van Kulicke & Soffa Liteq) en Gerrit van der Beek belangrijker wordt. Een clean(ceo van Liteq). Foto: Wouter Hoeffnagel room voorkomt dat stofdeeltjes op componenten kunnen komen en waarborgt hiermee de kwaliteit van het eindproduct’, licht Silvester Engelen, regiomanager DOOR WOUTER HOEFFNAGEL ment voor toepassingen waarbij de pneumatische Zuid van SMC, toe. beweging erom vraagt elektrisch uitgevoerd te worden’, vertelt Bart Tuijnman, directeur van MC is een van origine Japans bedrijf. Het SMC Nederland. werd in 1959 opgericht. Het bedrijf, in CROSS-FLOW CLEANROOM tachtig landen actief, is gespecialiseerd in ‘Om aan de eisen te kunnen voldoen is een industriële automatisering. Het is wereldnauwkeurig geconditioneerde cleanroom-omgeVERANTWOORDELIJKHEDEN VERSCHUIVEN wijd marktleider in pneumatische componenten ving nodig’, aldus Tuijnman. ‘Voorheen konden ‘SMC produceert wereldwijd vanuit productieen systemen voor de automatisering van machifaciliteiten in onder meer Japan en China en voor we alleen in Japan in een cleanroom assembleren. nes en productielijnen en bedient onder meer Europa vanuit Tsjechië. Europese klanten worden Een dergelijke omgeving hadden we in Europa veel klanten in de halfgeleiderindustrie. ‘SMC bediend vanuit een centraal magazijn in Antniet tot onze beschikking. Om beter aan de vraag heeft de afgelopen jaren gezocht naar nieuwe werpen. We merken echter dat klanten behoefte van klanten te kunnen voldoen, hadden we kansen op de markt, waarvoor naast pneumatiek hebben aan lokale ondersteuning. Fabrikanten behoefte aan een cleanroom-omgeving in Nedernieuwe productgroepen zijn ontwikkeld en besteden de productie van specifieke componenland, waarin we lokaal klantspecifieke producten geproduceerd. Denk aan thermo chillers, hoogten uit aan lokale partijen en leggen de verantstofvrij en schoon kunnen assembleren. Die vacuüm systemen en cleanroomproducten. We woordelijkheid voor deze componenten in zijn hebben we nu in het Technology Center in Eindhebben ook elektrische actuatoren in ons assortigeheel bij de leverancier neer. Wie verder wil hoven.’ Engelen: ‘Het betreft een cross-flow clean-

S 30

juni 2018


room van 125 vierkante meter, waarbij schone lucht door een filterwand vanaf de achterzijde van de cleanroom naar de voorzijde stroomt. Zwevende stofdeeltjes worden zo uit de ruimte afgevoerd. De overdruk voorkomt dat ‘vuile’ lucht vanuit de rest van ons Technology Center de cleanroom kan binnenstromen. Hoe dichter je bij de achterzijde van de cleanroom en daarmee de toevoer van de schone lucht komt, hoe minder zwevende stofdeeltjes aanwezig zijn. We assembleren producten voor klanten daarom aan de achterzijde van onze cleanroom en verpakken producten hierna direct dubbel, ook wel ‘double bagging’ genoemd’, aldus Engelen. ‘De cleanroom is gespecificeerd volgens stofklasse ISO 6, maar na validatie blijkt deze te voldoen aan de eisen van stofklasse ISO 5. Dat betekent dat iedere kubieke meter lucht 3.520 stofdeeltjes met een diameter van 0,5 µm (micrometer, red.) of groter mag bevatten, wat 10.000 keer schoner is dan de buitenlucht. Bij ISO 6 gaat het om 35.200 stofdeeltjes per kubieke meter lucht, duizend maal schoner dan de buitenlucht.’

Assemblage in het SMC Technology Center in Eindhoven. Foto SMC

LITHOGRAFISCHE MACHINES Een van de klanten die SMC vanuit het nieuwe Technology Center bedient, is Kulicke & Soffa Liteq, fabrikant van lithografische machines voor het produceren van chipbehuizingen. ‘Liteq richt zich op de productie van back-end integrated circuits (ic’s). Waar bij front-end ic’s grote wafers worden gemaakt, worden deze wafers bij backend ic’s in chips – of ‘dies’ – gezaagd en verpakt’, legt Gerrit van der Beek, ceo van Liteq, uit. ‘Traditioneel worden verbindingen op chips gemaakt met behulp van draadjes die in de chipbehuizing zijn verwerkt. Chips worden echter steeds kleiner, waardoor ook de contactpunten op deze chips – ook wel I/O’s genoemd – steeds verder krimpen. De spoorbreedte van chips zit inmiddels in het bereik van 10 nanometer of nog lager. Door de toenemende dichtheid van I/O’s op een chip wordt het steeds lastiger verbindingen te maken met behulp van draadjes.’ Liteq heeft een lithografische machine – of step-

end maken juist gebruik van een materiaal met een dikte van 1 micrometer tot 50 nanometer. Een ander voorbeeld zijn de substraten voor de back-end, die aanzienlijk minder vlak zijn dan die voor front-end processen. Tegelijkertijd is de resolutie voor front-end ic-processen veel hoger dan die voor de back-end processen. Het is dus een andere toepassing waarvoor de specificaties van de machine totaal anders zijn.’

ACTIEF MEEDENKEN ‘Een lithografische machine maakt gebruik van pneumatiek, schone droge perslucht en vacuümtechniek. Liteq is echter een klein bedrijf en beschikt niet over expertise op deze gebieden. Wij maken daarom gebruik van de kennis en expertise van leveranciers op het gebied van deze techniek’, zegt Derk Kort, technical director van Liteq. ‘Zo levert SMC het volledige luchtbehandelingsconsole voor onze lithografische machines. Het

‘SMC levert het volledige luchtbehandelingsconsole voor onze lithografische machines’

per – ontwikkeld die chipfabrikanten helpt deze uitdaging te overwinnen. ‘De machine maakt het mogelijk een redistributielaag (RDL) aan te brengen, die de I/O’s als het ware naar buiten brengt. Hierdoor ontstaat meer ruimte om verbindingen in de chipbehuizing te creëren’, aldus Van der Beek. Aan een lithografische machine voor frontend ic-processen zijn overigens heel andere eisen verbonden dan aan machines voor back-end ic’s. ‘Zo heeft het fotogevoelige materiaal dat wij gebruiken om RDL’s te ontwikkelen een dikte van 1 tot 100 micrometer. Machines voor de front-

bedrijf is nauw bij het ontwerp van deze console betrokken geweest en heeft actief meegedacht. Zo heeft SMC ons geadviseerd over de pneumatiek en vacuümtechnieken die het meest geschikt zijn voor toepassing in onze machines. De verantwoordelijkheid voor de productie van het luchtbehandelingsconsole leggen wij volledig bij SMC neer.’ ‘Het luchtbehandelingsconsole dat wij voor Liteq produceren, bestaat uit tientallen losse componenten, die vanuit de fabriek cleanroom-verpakt worden aangeleverd. De buitenste verpakkings-

laag van deze producten wordt in de grijze ruimte – de ruimte vóór de cleanroom – gereinigd en verwijderd; in de cleanroom zelf wordt de laatste verpakkingslaag verwijderd, zodat een zo schoon mogelijk product de cleanroom betreedt. In deze omgeving worden de verschillende componenten geassembleerd tot het volledige paneel’, aldus Engelen. Mounssif El Hiri, sales engineer bij SMC, voegt toe: ‘Het volledige proces is ‘schoon’, tot het labelen van componenten aan toe. Zo mag de inkt die op de labels wordt gebruikt niet uitgassen, aangezien gassen vervuiling opleveren. Dit geldt ook voor de afdichtingsmaterialen en plasticsoorten die worden gebruikt. Zelfs het gebruikte gereedschap is speciaal voor toepassing in een cleanroom.’

CONCENTREREN OP KERNACTIVITEITEN ‘Componenten die SMC levert, werden voorheen door Liteq zelf ultrasoon gereinigd en vervolgens geassembleerd. Dit proces kunnen we nu in zijn geheel uitbesteden aan SMC. Dat scheelt veel tijd’, aldus Van der Beek. ‘Liteq kan zich hierdoor concentreren op zijn kernactiviteiten. Wij richten ons op optiek, de markt en de klanten. Andere activiteiten willen we zo veel mogelijk uitbesteden aan leveranciers die gespecialiseerd zijn in hun vakgebied en hierdoor veel beter dan wij in staat zijn complexe componenten te produceren. Ook zijn zij volledig op de hoogte van de laatste ontwikkelingen waardoor zij ons kunnen adviseren.’ Het Technology Center bevat naast een cleanroom ook een magazijn, van waaruit SMC lokale klanten snel producten kan leveren. Binnenkort gaat het bedrijf er ook technische opleidingen en trainingen verzorgen. Met dit initiatief zet SMC niet alleen in op de ontwikkeling van aanstormend talent, maar vergroot het ook zijn naamsbekendheid onder studenten en scholieren. www.smcpneumatics.nl www.kns.com

juni 2018

31


SAMEN INNOVEREN

DOOR KLEBO EN DAMPACK ONTWIKKELDE MACHINE BEDIENT STRAKS WELLICHT MILJOENENMARKT

SLIMME LASTECHNOLOGIE VOOR LANGERE HOUDBAARHEID VOEDSEL Lang zocht hij naar een goede machine(bouwer) voor zijn gepatenteerde bakjes om vlees, vis en fruit in te verpakken. Een zoektocht van twee jaar in het buitenland leverde niets op. Uiteindelijk vond Theo Klabbers van verpakkingsleverancier Dampack ‘zijn’ machinebouwer in het Twentse Holten. Klebo zet de zogeheten BeeMagicTray met een speciaal hiervoor ontwikkelde machine in elkaar.

bakjes bezig. Zo won Dampack in 2014 De Gouden Noot, een verpakkingsinnovatiewedstrijd. Het ging echter niet allemaal vanzelf. Eén van de problemen waar Klabbers tegenaan liep, was het vinden van een goede machinebouwer. Voor de productie van de bakjes moest namelijk een compleet nieuwe machine ontwikkeld en gebouwd worden. Bestaande machines voldeden niet, bleek uit de nodige testen. Want de film in de tray bevestigen is nogal ingewikkeld: die moet op de juiste manier en op de juiste plaats worden vastgemaakt. Klabbers zocht in verschillende landen in Europa en kwam uiteindelijk uit bij Klebo in Holten. ‘Toch mooi dat we zo samen de Nederlandse maakindustrie een beetje verder kunnen helpen’, zegt Klabbers.

ULTRASOON LASSEN

Johan Klein Leetink van Klebo en Theo Klabbers van Dampack (rechts): ‘We hebben het echt gezamenlijk gedaan.’ Foto: Arjan Reef

DOOR ANDRÉ RITSEMA

lke supermarkt ligt er vol mee: de plastic bakjes, waarin vlees, fruit en vis wordt verpakt. Doorzichtig, met een stukje folie – ‘absorber’ – onder het voedsel. Theo Klabbers maakt nogal plastisch duidelijk wat daar volgens hem mis mee is. ‘Ligt er een stuk rood vlees op, dan ziet de absorber er al snel uit als een stuk maandverband. Dat ziet er voor de consument niet alleen erg onsmakelijk uit, het zorgt er ook voor dat het vlees verkleurt, vocht verliest en minder lang goed blijft.’

E

MISSIE Dampack in Werkendam is al meer dan 35 jaar een allround verpakkingsspecialist. Klabbers

32

juni 2018

heeft het tot zijn persoonlijke missie gemaakt de plastic trays in de supermarktschappen te vervangen door zijn BeeMagicTray. Hij kan daar uren gepassioneerd over praten. De bodem van het gepatenteerde bakje bestaat uit een vochtvangende honingraatstructuur (vandaar de naam van de tray), waarop een geperforeerde, vochtdoorlatende film is bevestigd. ‘Een uniek concept’, zegt Klabbers. ‘Eventueel vocht uit het vlees verdwijnt door de film in de honingraten en kan niet terug in het bakje komen. Je hebt minder vochtverlies, omdat er geen absorber in het bakje ligt, er zijn minder of geen verkleuringen en het voedsel blijft aantoonbaar langer goed. En, ook niet onbelangrijk: de bakjes zijn vervaardigd uit monomateriaal.’ Klabbers is al jaren met de ontwikkeling van de

Bij Klebo is Johan Klein Leetink sinds 1993 directeur-eigenaar. Hij richt zich sinds 2010 op de nichemarkt van het ultrasoon – met hoogfrequente geluidstrillingen – lassen. Klabbers kwam met Klein Leetink in contact, doordat Klebo voor verschillende voedselproducenten al zogeheten paddingmachines bouwde. De traditionele vleesen visbakjes worden gefabriceerd met met de Soak Pad Loader, machines die – met een capaciteit van 3.000 exemplaren per uur – de bakjes klaar maken voor gebruik. Klein Leetink had het idee dat hij Klabbers wel kon helpen. En toen begon het grote ontwerpen, testen, doorontwikkelen en uitproberen. Of, zoals Klabbers het zegt: ‘Het heeft heel wat bloed, zweet en tranen gekost om van een eerste testmachine tot een daadwerkelijke productielijn te komen. Maar ik heb vanaf het begin veel vertrouwen in Klebo. We hebben het echt gezamenlijk gedaan. Belangrijk voordeel is dat de communicatielijnen kort zijn en we, indien nodig, heel snel konden schakelen. We hebben veel aan elkaar gehad.’ Op 24 april is een belangrijke mijlpaal bereikt: de eerste machine werd in Holten succesvol in productie genomen. Met een capaciteit van vijftien miljoen bakjes per jaar heeft de machine niet de productiecapaciteit van de Soak Pad Loader, zegt


Klein Leetink. ‘Het is een lastig proces. Komt bij het lassen te veel warmte vrij dan blijft het bakje niet goed. Bovendien kost het tijd om film en bakje aan elkaar te bevestigen. We kunnen natuurlijk het aantal productielijnen uitbreiden. En we zijn aan het kijken of we de capaciteit per machine kunnen verhogen. Maar dan nog ga je niet naar snelheden als bij de Soak Pad Loader.’

HONDERDEN MILJOENEN Dit jaar verwacht Klein Leetink drie dubbele machines te bouwen. ‘Maar’, zeggen beide mannen, ‘het kan ook ineens heel hard gaan’. Klabbers: ‘Reken maar even mee. Alleen al in Nederland gebruiken de supermarkten honderden miljoenen van die bakjes per jaar. Zouden we maar één supermarktketen aan onze kant krijgen,

‘Mooi dat we samen de Nederlandse maakindustrie een beetje verder kunnen helpen’

dan nog heb je het over enorme hoeveelheden. En stel je eens voor dat ook supermarkten in het buitenland gaan meedoen. Ja, ik ben ervan overtuigd dat dit heel erg groot kan worden. Ook omdat de geluiden vanuit de retailmarkt steeds positief zijn. En voordeel is dat we nu met onze machine de echte De BeeMagicTray, een gepatenteerd bakje: de bodem bestaat uit een vochtvangende producten kunnen honingraatstructuur waarop een geperforeerde, vochtdoorlatende film is bevestigd. laten zien.’ Illustratie: Dampack Volgens Klabbers heeft de BeeMagicTray nog een voordeel: er is inmiddels ook een composteerbare tray ontwik‘We hebben met Dampack de deal dat wij hun keld, die gewoon in de gft-bak kan. ‘Duurzaambakjes maken. En op die bakjes zit patent. Ik ben heid wordt steeds belangrijker, ook voor superdus niet bang voor concurrentie. Als het bakje markten. De klant vraagt in toenemende mate aanslaat, kunnen wij daarin mee. De machines om duurzame producten en oplossingen, heleworden uit standaardmodules opgebouwd, helemaal de jongere klanten. Supermarkten die daarmaal door onszelf. Dat is vrij snel op te schalen. naar luisteren, komen al vrij snel bij ons terecht.’ Ik denk dat we mensen moeten aannemen en opleiden. Er kunnen zo maar tien extra montagemedewerkers nodig zijn. Boven de vijftien die we CONCURRENTIE hier nu hebben rondlopen.’ De rol van Klebo zal veranderen als de BeeMagicTray een succes wordt, beaamt Klein Leetink. Het bedrijf wordt dan van een speciaalmachinewww.dampack.nl bouwer een oem’er van ultrasone lasmachines. www.klebo.nl

Your Global Automation Partner

Uw Partner Voor de F&B Industrie

Betrouwbare werking door food & beverage geschikte behuizingen in hygiënische ontwerpen gemaakt van roestvaststaal of kunststof Robuuste componenten weerstaan de F&B standaard schoonmaak processen dankzij een hoge beschermingsgraad en chemische resistentie (IP69K, ECOLAB certificaten) Efficiënte productie controle en traceerbare productiestappen door klant specifieke track & trace oplossingen met RFID

www.turck.nl

juni 2018

33


EDITORIAL

DOORONTWIKKELEN VAN VIRTUEEL BOUWEN MAAKT BOUWBEDRIJF HEEMBOUW ONDERSCHEIDEND Aan innovatie in de bouw geen gebrek. Een ingrijpende verandering in het afgelopen decennium is Lean bouwen. Door het toepassen van Lean methodieken als pullplanning en het werken met BIM (bouw informatie modellen) creëert bouwbedrijf Heembouw toegevoegde waarde voor hun klant. Koploper Heembouw is in 2004 gestart met de introductie van Lean Bouwen, gebaseerd op de Lean filosofie van Toyota. “Deze aanpak zit inmiddels in de aderen van ons bedrijfscultuur”, vertelt Job Kuijpers Commercieel Manager Heembouw. Het productieproces van het bedrijf Benier was cruciaal voor het nieuwe ontwerp

en. De samenwerking maakt het verschil. En dat is precies waarom de Lean filosofie past bij ons bedrijf en onze cultuur.”

PRODUCTIEPROCES

Door pull-planning met alle betrokken partijen staat de klant nog meer centraal

innen de Lean aanpak bij Heembouw wordt tijdens de verschillende fasen van het bouwproces gebruik gemaakt van een aantal beproefde instrumenten. Met de pull planning, een van de belangrijkste instrumenten, wordt onderscheid gemaakt door te plannen met alle betrokken partijen. Met als doel de klant hierdoor nog meer centraal te stellen. Door samen afspraken te maken over de planning en verantwoordelijkheden met elkaar te delen, is Heembouw in staat de gemaakte afspraken daadwerkelijk waar te maken en mee te nemen in hun leveringsvoorwaarden. Kuijpers duidt: “Het gaat hier niet zozeer om het plannen an sich, maar gaat het om de dialoog die ontstaat tussen de partij-

B

Voor Heembouw is de samenwerking met de klant essentieel. Kuijpers benadrukt het belang van de nieuwsgierigheid naar het productieproces van de klant. “In de maakindustrie werken we het productieproces zelfs tot in detail uit. We denken niet direct aan de schil van het gebouw maar analyseren eerst de processen die in het gebouw plaatsvinden. Pas als dat helder is, wordt het gebouw ontworpen. De nieuwbouw die we in Nieuwkuijk hebben gerealiseerd voor Benier, die systemen ontwerpt en bouwt voor de productie en verwerking van allerlei soorten deeg, is daar mooi voorbeeld van. Mede door ons meekijken, werkt deze klant nu met een Het commercieel team van Heembouw Breda. V.l.n.r. Toni Collens, efficiënter productieproces.” Job Kuijpers, Angelique Dermois, Rinus Verheij

VIRTUEEL BOUWEN

BEZOEK HET MEEST DUURZAME DC TER WERELD

Lean bouwen blijft zich binnen een lerende organisatie als Heembouw verder ontwikkelen. Eigen architectenbureau Habeon Architecten werkt al sinds 2010 alle projecten volgens de BIM-methode uit. Kuijpers: “We zijn hiermee in staat virtueel 3D te bouwen vóórdat het op de bouwplaats wordt gebouwd. Voor de klant biedt dat de mogelijkheid om met een virtuele bril door het gehele pand te lopen, wat absoluut beleving creëert. En voor ons als bouwer zorgt deze aanpak voor vermindering van de faalkosten en een snellere doorlooptijd van onze projecten”.

Futuristisch distributiecentrum aan de A58 in Tilburg

Naast de maakindustrie is Heembouw actief in de logistieke branche. De realisatie van The Tube is daar voorbeeld van. Op vrijdag 22 juni heeft u de unieke mogelijkheid een kijkje te nemen in dit futuristische DC dat aan de A58 in aanbouw is. Spectaculair qua ontwerp en tevens het meest duurzame DC dat ooit gerealiseerd is. Ga naar www.heembouw.nl/bezoeknewlogic3 voor inschrijven en meer informatie over het event.

34

juni 2018

Heembouw Breda Job Kuijpers T 076 - 548 13 00 www.heembouw.nl www.gronddatabank.nl


VAN GEEL

SAMENWERKEN: INFORMEREN, AFSTEMMEN ÉN DE BUIT EERLIJK VERDELEN Het gaat goed met maakbedrijven, orderportefeuilles zijn prima gevuld. Helaas zijn de pijplijnvoorraden erg leeg. De levertijden schieten omhoog. De druk wordt opgevoerd op de supply chain. De klanttevredenheid wordt er niet beter op nu iedereen op zijn tandvlees loopt.

Emile van Geel is senior consultant bij EyeOn, specialist in onder meer forecasting, demand management en Integral Business Management. Meer weten over de aanpak van Supply Chain Collaboration? Download de whitepaper via www.eyeon.nl/whitepapers/ (‘Achieving successful collaboration’)

emile.vangeel@eyeon.nl www.eyeon.nl

Waarom zijn we in deze situatie beland en wat is de remedie? Uit discussies in het EyeOn-netwerk wordt duidelijk dat flexibiliteit de droom is van iedere speler. Maar men realiseert zich heel erg goed dat dat niet kan zonder samenwerking in de keten. Dan komt overal het begrip Supply Chain Collaboration weer om de hoek: daardoor kun je elkaar zeer snel informeren en beslissingen goed op elkaar afstemmen waardoor er veel minder vertragingen ontstaan. EyeOn heeft onlangs een survey uitgevoerd bij bedrijven uit de equipment supply chain (waaronder ASML, Philips, FEI, Océ, Bosch en VDL) om erachter te komen wat essentieel is voor succesvolle collaboration. Hieruit blijkt dat er licht is aan het eind van de tunnel! Helder wordt dat alle bedrijven uit de keten meer informatie willen ontvangen, van zowel klanten als leveranciers. Informatie over lopende orders, toekomstige vraag, bottlenecks en veel meer. Is er bereidheid om meer informatie te delen? Dat blijkt het geval. Deze combinatie, van meer informatie willen hebben en meer willen bieden, is een goed fundament. Maar, met informatie delen alleen ben je er niet. Uiteindelijk draait het om afstemming en dat kan alleen op basis van zorgvuldige procesafspraken.

Een goed voorbeeld betreft hoe om te gaan met belading. Stel een leverancier is dusdanig hoog beladen dat prioriteiten gesteld moeten worden: dan kan je deze beter samen met de klant bepalen om de impact te minimaliseren. Het erop aan laten komen kan natuurlijk ook, maar dat is niet echt bevorderlijk voor de relatie. Een ander voorbeeld is de afstemming bij bekende onzekerheid. Een equipmentfabrikant is bekend met de onzekerheid in klantvraag. De klant vraagt een kortere levertijd dan afgesproken. Omdat afspraken gemaakt zijn over extra buffers op componenten, kunnen leveranciers aan deze vraag voldoen. Het komen tot die afspraken is dan ook de grote uitdaging. Hiervoor is een grote dosis wederzijds vertrouwen vereist, zonder dit magische element kan je er beter helemaal niet aan beginnen. Vertrouwen, informatie delen, afstemmen, allemaal noodzakelijk. Maar als de praktijk leert dat de verdiensten van collaboration niet gevoelsmatig redelijk verdeeld zijn, dan kun je het vervolgens wel vergeten. Afspraken op papier doen er niet toe als de onderbuik zegt dat de buit niet eerlijk verdeeld wordt. Als er benefits zijn voor slechts één partij, is dat erg slecht voor langdurige samenwerking. Niemand wil oneerlijk behandeld worden en iedereen heeft een feilloos gevoel daarvoor als het wel het geval is. Samenwerkingsverbanden lopen daar makkelijk op stuk en zijn dan lastig te repareren.

www.murrelektronik.nl

juni 2018

35


DIGITALISERING

FRAUNHOFER WIL NEDERLANDSE INDUSTRIE HELPEN SNEL DE DIGITALISERINGSLAG TE MAKEN

SAMEN TEGENWICHT BIEDEN AAN GOOGLE DOOR MARTIN VAN ZAALEN Tegen het digitaliseringsgeweld van de Chinese en Amerikaanse industrie kan de Duitse industrie alleen niet op. Onderzoeksinstituut Fraunhofer heeft het op zich genomen de industrie in andere Europese landen mee te nemen in de transitie naar Industrie 4.0. Daartoe zijn in verschillende landen projectcenters opgericht, zoals het Fraunhofer Project Center in Enschede. ‘We zijn hier niet om met wie ook te concurreren, maar om de Nederlandse industrie te helpen en zo de Europese industrie te versterken.’

De Europese industriële krachten moeten gebundeld worden om de concurrentiestrijd aan te kunnen met nieuwe, sterke concurrenten, zoals Google. ‘Google was een van de eerste die de macht van data begreep’, aldus Biba Visnjicki. Foto: Arjan Reef

36

juni 2018


Z

e praat energiek – in het Engels, ofschoon gaandeweg blijkt dat ze de Nederlandse taal ook heel behoorlijk beheerst. Biba Visnjicki, geboren Servische, is sinds de start begin vorig jaar business developer van het Fraunhofer Project Center for Advanced Manufacturing Technologies and Solutions (FPC), een vooruitgeschoven post in Nederland van het grote, befaamde Duitse onderzoeksinstituut. Gedreven vertelt ze dat stilzitten er niet bij is voor haar en de vijf collega’s. Onder hen, één dag in de week, emeritus hoogleraar smart industry Fred van Houten, die de brug sloeg tussen Fraunhofer en FPC’s lokalen op de campus van Universiteit Twente.

ten kunnen wij dus beschikken over twaalfhonderd IPT-specialisten in productietechnologie. Mensen met ervaring met projecten in de hele wereld, die hun productietechnologische kennis onder meer aftappen van fundamenteel onderzoek door de Rheinisch-Westfälische Technische Hochschule Aachen.’ Het IPT is nauw verbonden aan deze grote technische universiteit, zoals alle 69 Fraunhofer-instituten nauw met academische instellingen verweven zijn. ‘Zo ontstaat een door69 INSTITUTEN, gaande route van fundamenteel 25.000 MEDEWERKERS naar toegepast onderzoek naar de industrie’, licht Visnjicki toe.

EUROPESE INDUSTRIE VERSTERKEN Alles dat FPC tot nog toe heeft gedaan, beklemtoont Visnjicki, is erop gericht de Nederlandse industrie competitief te houden. Net als in ver-gelijkbare centers die Fraunhofer in Zweden en Ierland opende, is het bovenliggend doel: de Europese industrie versterken. Want de Duitse industrie alleen is te kleinschalig om te kunnen concurreren met China en de VS, waar de overheden vele miljarden investeren in de programma’s Made in China 2025 en Digital Manufacturing. De Europese industriële krachten moeten gebundeld worden om de concurrentiestrijd aan te kunnen met nieuwe, sterke concurrenten, zoals Google.

‘Het gaat vooral om het leveren van datagebaseerde diensten’

‘GOOGLE, JA’ ‘Google ja, want in de industrie-van-de-toekomst staat fysieke producten maken en verkopen minder centraal. Het gaat vooral om het leveren van datagebaseerde diensten. In de toekomst verkoopt een machinebouwer niet alleen machines, maar levert die ook services op basis van de productiedata die zijn installed base genereert. Google was een van de eerste die de macht van data begreep. Het verzamelt via vele wegen grote hoeveelheden data over markten, bedrijven en personen. Om klanten een onafhankelijk en volledig veilig dataplatform te bieden, investeerde Fraunhofer in zijn eigen cloudplatform, open voor de producerende industrie: Fraunhofer Virtual Fort Knox. Dat ondersteunt bedrijven die beseffen dat ze snel en veel moeten investeren in de digitalisering van hun processen. Dat geldt in Duitsland, maar evengoed hier. Wij zijn hier om de Nederlandse industrie te helpen die digitaliseringsstap te maken.’

SNEL BEWEGEN Over niet stilzitten gesproken: Visnjicki en consorten hebben al gesprekken gevoerd met zo’n tweehonderd Nederlandse bedrijven. Kleine en grote, met tien tot vijfduizend medewerkers, waaronder IMS in Almelo, Fokker in Hoogeveen, Thales in Hengelo en, buiten Oost-Nederland, de Limburgse vestiging van de Japanse automotivetoeleverancier EKK Eagle Simrax. Op basis van die input stelt zij onderbouwd dat de Nederlandse industrie zich over het algemeen goed bewust is van de noodzaak van digitalisering. ‘Som-

SNEL DOORSCHAKELEN

Het Fraunhofer Project Center for Advanced Manufacturing Technologies and Solutions is een samenwerking tussen de Universiteit Twente (UT), Fraunhofer IPT in Aken en Hogeschool Saxion in Enschede. Het richt zich op productietechnologie, één van de acht kernonderzoeksgebieden van Fraunhofer-Gesellschaft, een van de meest toonaangevende onderzoeksinstellingen ter wereld en sinds de oprichting, in 1949, uitgegroeid tot een organisatie met 69 instituten voor toegepast wetenschappelijk onderzoek en 25.000 medewerkers.

Met die forse expertise zijn inmiddels ruim tien audits uitgevoerd. ‘Onze IPT-collega’s in Aken www.fraunhofer.de gaan naar de bedrijven toe en geven op de werkvloer hun ogen de kost om de status van de diverse processen, ook de logistieke, helder te krijgen. Op basis daarvan wordt een nieuw ontwerp gemaakt van de supplyen productieketen, een innovatie-roadmap gedefinieerd en een implementatieplan opgesteld. Vanzelfsprekend bepaalt het bedrijf het implementatietempo. Sommige willen zo snel mogelijk doorschakelen. Zoals Lionixspin-off Phix, dat zo snel mogelijk stappen wil maken in de ontwikkeling van flexibele technologie voor het snel produceren en verpakken van kleine series chips van steeds weer andere materialen. IPT ontwikkelt momenteel een demonstrator, een modulair opgebouwd prototype. Die komt hier op de campus te staan, voor Phix en voor veel meer bedrijven met behoefte aan flexibele micro-assemblage technologie.’ Andere bedrijven gaan eerst aan de slag met ‘laaghangend fruit plukken’, wat zonder veel inspanning en snel resulteert in een (flinke) verhoging van de flexibiliteit en agility. ‘Bij het implementeren kunnen ondernemingen gebruikmaken van onze onafhankelijke pool van technologische toeleveranciers en omvangrijke kennis over technologieën, supply chains, marktontwikkelingen en wet- en regelgeving’, aldus Visnjicki.

MINDSET

‘In de industrie-van-de-toekomst staat fysieke producten maken en verkopen minder centraal’

migen denken dat het ver weg is, maar meer en meer bedrijven realiseren zich dat de transitie naar digitaal heel snel gaat, dat ze snel moeten bewegen Dankzij de huidige goede conjunctuur hebben er veel ook het geld voor de noodzakelijke investeringen om de flexibiliteit en agility van de eigen onderneming en hun toeleverketen te vergroten.’

DOORGAANDE ROUTE Waar het nog aan ontbreekt is: zicht op hoe die transitie door te voeren, aldus Visnjicki. De Industrie 4.0-Audits die FPC bij bedrijven uitvoert, verschaffen een scherp beeld. ‘Die doen we samen met Fraunhofer Institute for Production Technology (IPT). Voor die audits én implementatieprojec-

Om de transitie te versnellen krijgen bedrijven voor de eerste stap – Industrie 4.0-Audit – financiële ondersteuning via de Innovatievouchers die de provincie Overijssel hiervoor uitgeeft. ‘Ook de basisfinanciering van het FPC komt van de provincie’, wil een dankbare Biba Visnjicki graag kwijt. ‘Bedrijven hebben grote financiële belangen bij een tijdige en solide transitie naar gedigitaliseerde productie. Hebben ze een helder beeld van wat wenselijk of noodzakelijk is, dan zijn ze ook bereid daarin te investeren – en kunnen zij op onze hoogwaardige ondersteuning rekenen.’ Dat het FPC gevestigd is op de Enschedese UT-campus heeft niet alleen met de financiering en de lijnen tussen professor Fred van Houten/UT en Fraunhofer te maken, maar ook met de ‘mindset’ van de universiteit: ‘Niet alleen heb je hier vierhonderd onderzoekers op het gebied van productietechnologie en digitalisering, de universiteit staat er ook helemaal open voor om samen met Fraunhofer Project Center de kennis te verrijken en toepasbaar te maken voor de uitdagingen waarvoor de Nederlandse industrie staat. We zijn hier niet om met wie ook te concurreren, maar om de Nederlandse industrie te helpen en zo de Europese industrie te versterken.’ www.utwente.nl/nl/fraunhofer

juni 2018

37


INNOVATIE

MARITIEME SECTOR ZOEKT SAMENWERKING OM SCHEEPVAART ZUINIGER, EFFICIËNTER EN VEILIGER TE MAKEN

SMART SHIPPING ZIT IN EEN STROOMVERSNELLING Smart shipping-technologie kan de internationale scheepvaart duurzamer maken, met alle economische perspectieven van dien. Damen Shipyards introduceert de eerste slimme systemen die de performance en onderhoudbaarheid van zijn schepen verder moeten verbeteren. Maar de scheepsbouwer ontwikkelt ook aan systemen die verder van de markt af staan, samen met andere partijen uit de maritieme sector. Ook de overheid ziet de potentie van smart shipping en bundelt de innovatieve krachten van de Nederlandse maritieme sector.

‘Het meebouwen aan een autonoom varend demonstratiemodel biedt ons de ervaring in het ontwikkelen en bouwen van een zeer complex systeem. Daarmee kunnen we de doeltreffendheid van onze engineering vergroten’, aldus Siebe Rooijakkers van Damen. Foto: Com-magz

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

N

et als elders in de industrie worden de systemen in de maritieme sector steeds complexer en de klanten steeds veeleisender. Die klanten willen een maximale uptime bij minimale operationele kosten en een lage aanschafprijs. Tegelijk hebben ze heel specifieke wensen waarvoor bijzondere technologie nodig is. Het werken met standaardmodules is dan ook maar een deel van de oplossing, zo is de ervaring bij Damen Shipyards Group, de scheepsbouwer die het standaardiseren en het modulegewijs ontwikkelen en bouwen al in de jaren zestig introduceerde. Met de toenemende complexiteit komt het er óók op aan direct het gevraagde te ontwikkelen: meer dan voorheen moet vroeg in het ontwikkelproces aangetoond

38

juni 2018

worden dat de geleverde technologieën robuust zijn en goed aansluiten bij de performancevraag van de klant. Ook moet het onderhoud optimaler, bij voorkeur alleen wanneer nodig: conditionbased. Deze uitdagingen brachten bij Damen het denken over en het ontwikkelen van smart shipping op gang.

SERVICELEVELS Smart shipping houdt in het met allerhande sensoren verwerven van data over het functioneren – performance en onderhoudsbehoefte – van een schip en dit vervolgens met die data te optimaliseren. Voor performance-optimalisatie heeft Damen smart shipping-systemen ontwikkeld en op de markt gebracht, vertelt Siebe Rooijakkers, senior development engineer bij de r&d-afdeling van Damen. ‘Wij hebben voor een schip, bestemd

• ‘Simuleren biedt onvoldoende soelaas.’ • Smart Shipping-community telt inmiddels 750 leden. • Hogere efficiency van de binnen-, kusten zeevaart vermindert wachttijden in de hele logistieke keten. • Autonoom varen gebeurt nu al met onder meer patrouilleschepen.

voor het onderhoud van windmolens op zee, een service level agreement in de markt gezet. Voor het eerste Walk to Work Vessel, uitgerust met deiningcompensatiesystemen, zijn in het ontwikkeltraject uitgebreide operationele simulaties uitgevoerd: we wilden zeker stellen dat de klant bij alle golfhoogtes zijn onderhoudsmensen veilig bij een windturbine kan afzetten. Voor deze test is een nautische simulator gekoppeld aan het on-board besturingssysteem. Voor het tweede schip van deze serie worden de prestaties gemeten tijdens de operatie. Deze zijn gekoppeld aan een bonus-maluscontract.’ Nog wat verder van de markt af is een service level voor condition-based maintenance waarbij Damen de klant een bepaalde uptime garandeert. ‘Daartoe zijn we bezig de precieze kritische parameters te achterhalen die je voortdurend online moet monitoren. Welke zijn juist minder kritisch en hoeven hooguit eens in de zoveel tijd uitgelezen te worden, en welke componenten hoef je helemaal niet te volgen, maar pas te vervangen als ze daadwerkelijk stukgaan? Zo kunnen we onze klanten goed adviseren waar investeren in sensoren en datavergaring en -analyse echt zinvol is, zodat ze de beste return on investment behalen.’

INTEGRAAL Voor het monitoren van de performance of de onderhoudsstatus van de kritische systemen aan boord is het zaak de data van de vele sensoren integraal te beschouwen. Daartoe heeft de scheepsbouwer uit Gorinchem de Damen Digital Gateway op de markt gebracht. Voordeel voor de klant is dat informatie van verschillende leveranciers – bijvoorbeeld motorenbouwers als het Duitse MTU en het Amerikaanse Caterpillar en fabrikanten van lieren als Bosch Rexroth – in dezelfde omgeving kan worden gepresenteerd. Zo kan hij bijvoorbeeld in één oogopslag nagaan waarom de ene crew een veel hoger brandstofverbruik heeft op een bepaald schip dan de andere: varen ze te snel, regelen ze de motoren niet goed in?


Ook voor het verifiëren van het productontwerp en toekomstige innovaties is de gateway van groot belang, aldus Rooijakkers. ‘We krijgen een veel beter inzicht in de precieze omstandigheden waaronder onze klanten de systemen gebruiken. Zo kunnen we zelf veel gerichter ontwerpen en onze leveranciers voeden met veel preciezere specificaties. Met als resultaat systemen die voor de klant beter performen. Lieren aan boord van sleepboten worden bijvoorbeeld zo ontwikkeld dat ze ook bij hoge golven werken. Maar of ze in de praktijk werkelijk zo worden gebruikt en presteren als we hebben bedacht, is vooraf lastig vast te stellen. Simuleren biedt onvoldoende soelaas. Dus heb je data nodig vanaf het schip, van sensoren die bijvoorbeeld meten in hoeverre de besturing van de hydrauliek in een lier in staat is een kabel voortdurend op spanning te houden.’

auto’s te onderscheiden. Want als straks een computer een schip bestuurt, is het van groot belang dat hij ook die kleine zeilboot ziet.’

JIP AUTONOMOUS SHIPPING Damen is ook een van de bijna twintig partijen die samenwerken in het Joint Industry Project (JIP) Autonomous Shipping, onder aanvoering van brancheorganisatie Netherlands Maritime Technology (NMT). In het JIP draait het om het ontwikkelen van een autonoom varend schip. Met als achterliggende doelen: besparen op salariskosten en energieverbruik, en verhogen van efficiency en veiligheid. Participeren in het JIP is bij uitstek van belang voor een partij als Damen:

AUTONOOM VAREN Ontwikkelingen rondom smart shipping die nog wat verder van de markt afstaan, doet Damen in samenwerking met kennisinstellingen en commerciële partners, bijvoorbeeld binnen het Floating Lab van het Havenbedrijf Rotterdam. ‘Zo hebben we onlangs met een leverancier van sensoren voor afstandsbepaling getest welke technologie het meest geschikt is in een maritieme omgeving.’ Dit betreft een systeem voor het autonoom navigeren van een schip in een haven, om de afstand tot de kade nauwkeurig te kunnen bepalen. Voor autonoom varen op zee moet het geïntegreerd worden met de scheepsradar en het AIS-scheepsidentificatiesysteem. ‘Momenteel onderzoeken we samen met de TU Eindhoven hoe artificiële intelligentie maritiem ingezet kan worden, dezelfde technologie die zelfsturende auto’s in staat stelt personenauto’s van vracht-

‘Als straks een computer een schip bestuurt, is het van groot belang dat hij ook die kleine zeilboot ziet’

‘Het meebouwen aan een autonoom varend demonstratiemodel biedt ons de ervaring in het ontwikkelen en bouwen van een zeer complex systeem waarmee we de doeltreffendheid van onze engineering kunnen vergroten’, aldus Rooijakkers. JIP Autonomous Shipping beoogt het autonoom

AUTONOOM VAREN GEBEURT AL Autonoom varen blijkt nu al te kunnen, met patrouilleschepen. Gemonitord vanaf het moederschip in de buurt volgen die schepen verdachte bewegingen op zee. Ook voor bodemonderzoek worden reeds onbemande vaartuigen ingezet, weet Siebe Rooijakkers van Damen. ‘En voor de kust van Noorwegen experimenteert een Noors consortium met een onbemande kustvaarder.’ Een van de partners is Rolls Royce. www.rolls-royce.com (zoekterm ‘Intelligent Awareness’)

varen mogelijk te maken door eerst te bezien waar precies de behoeften in de markt liggen, welke technologieën reeds voorhanden zijn (bijvoorbeeld in de automotive en de luchtvaart) en wat nog nieuw ontwikkeld moet worden, duidt JIP-projectleider Marnix Krikke. ‘De begeleiding van de scheepvaart zal meer gaan lijken op de verkeersbegeleiding in de luchtvaart.’ Momenteel wordt binnen het JIP gewerkt aan de businesscase van een schip voor onderhoud aan windmolenparken, autonoom varend, gebruikmakend van die bestaande technologieën. Dit moet resulteren in de bouw van een prototype van een ‘echt zeegaand schip’, een platform voor het testen van systemen voor het autonoom varen, om zo de nog benodigde ontwikkelstappen in kaart te brengen. Met die – precompetitieve – ervaringen kunnen projectpartners als Damen dan zelfstandig of met andere organisaties doorontwikkelen aan een oplossing die goed in hun commerciële portfolio past, legt Krikke uit.

STROOMVERSNELLING

NEDERLANDSE MARITIEME SECTOR BUNDELT SLIMME KRACHTEN De International Maritime Organization (IMO) heeft tot doel gesteld dat de internationale scheepvaart de CO2uitstoot tussen nu en 2050 halveert, onder andere met behulp van smart shipping-technologieën. Een duurzamere scheepvaart is dan ook een van drie hoofddoelstellingen van het project Smart Shipping van Rijkswaterstaat, vertelt projectleider Frank van der Meer. Voorts gaat het om het verhogen van de veiligheid. ‘Verder willen we de efficiency van de binnen-, kust- en zeevaart verhogen, om de wachttijden in de gehele logistieke keten te verminderen. Als in de Rotterdamse haven de lading van zeeschepen sneller naar de binnenvaart kan worden overgeslagen en vice versa, versterkt dat de concurrentiepositie van de haven, en dat is goed voor de economie.’ Het afgelopen jaar lag de focus binnen Smart Shipping vooral op het inspireren van ondernemers, kennisinstellingen en overheid. ‘Belangrijk daarin was de Smart Shipping Challenge in Rotterdam: in november kwamen 450 partijen uit de maritieme sector bijeen om te ontdekken welke technologieën al ontwikkeld en beschikbaar zijn. En om aan elkaar te snuffelen en samenwerkingsmogelijkheden te achterhalen.’ De Smart Shipping-community telt intussen 750 leden, geïnteres-

seerde partijen kunnen zich melden bij loket.smartshipping@rws.nl. Dit jaar is het doel leden hun krachten beter te laten bundelen, samen te ontdekken aan welke technologie de meeste behoefte is en waarop het beste kan worden ingezet. ‘En dan kijken we ook internationaal, naar partijen in Finland en Noorwegen die al ver zijn in smart shipping.’ Ook voor het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en voor Rijkswaterstaat kunnen smart shipping-technologieën grote voordelen opleveren. Denk aan autonome onderwaterdrones die sluizen en bruggen inspecteren en aan slimmere vaartuigen op de Noordzee die de waterkwaliteit controleren, illustreert Van der Meer. ‘Bovendien kunnen wij met die technologie ook de weg- en waterwegen waarvoor wij verantwoordelijk zijn beter benutten. Dit door te zorgen dat schepen zo min mogelijk wachttijden hebben bij sluizen en bruggen, met verbeterde navigatiesystemen die rekening houden met de verkeersdrukte op de weg en op het water.’ www.smartshippingchallenge.nl www.innovatie-estafette.nl/ innovation-expo-2018-nl

Het project moet ook bijdragen aan de ontwikkeling van nieuwe regelgeving voor autonoom varen. Daarom maakt een classificatiemaatschappij, Bureau Veritas, deel uit van het JIP-projectteam. Daarnaast participeren de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat en van Defensie, onderzoeksorganisaties MARIN, TNO en de TU Delft, maritieme opleidingsinstituten STC en Willem Barentsz, diverse commerciële bedrijven (met naast Damen ook Bosch Rexroth, Fugro en jachtbouwer FEADShip) én het loodswezen. Die laatste zal het effect van de smart shipping-ontwikkelingen zeker gaan merken. ‘Des te meer is het voor het loodswezen van belang duidelijk te krijgen hoe ze hier het best op kunnen inspelen.’ Hoe snel de ontwikkelingen kunnen gaan, vindt Krikke lastig te zeggen: ‘De eerstkomende jaren zal toepassing zichtbaar worden in niches van survey-schepen en schepen varend op vaste routes. Voordat het merendeel van de beroepsvloot uit onbemande vaartuigen bestaat die van de wal gemonitord worden, zitten we in 2030, 2035, schat ik. Hoe dan ook, de ontwikkelingen zitten in een stroomversnelling.’ www.damen.com www.maritimetechnology.nl/projecten/ jip-autonomous-shipping

juni 2018

39


AUTOMATISERING

KLANTEN OVER DE RELATIEF ONBEKENDE, MAAR SNELGROEIENDE ERP-LEVERANCIER IFS:

‘GOEDKOPER, HEEL INTUÏTIEF, ONDERSTEUNING KAN BETER’ Vorige maand lanceerde IFS zijn nieuwste ERP Suite, IFS Applications 10. Het Zweedse softwarebedrijf deed dat tijdens zijn World Conference 2018 in Atlanta, ten overstaan van honderden klanten. Een mooie gelegenheid om een paar van die klanten te spreken over hun ervaringen met dit betrekkelijk onbekende, maar snelgroeiende softwarebedrijf.

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

amen Shipyards werkt al sinds 2010 met IFS: in de divisie New Build met IFS Applications 7.5 en in Repair met versie 9, vertelt manager group solution management Pieter-Paul Weijer. En de scheepsbouwer administreert zo’n beetje alle bedrijfsprocessen in IFS-software, van sales tot en met aftersales. ‘Het grote voordeel is de projectgerichtheid ervan, passend bij onze engineering to order-werkwijze. Ook de intuïtieve human interface speelde een grote rol bij de keuze voor IFS.’ Een pre is voorts dat de software alle ruimte biedt voor het administreren van service-activiteiten, des te belangrijker nu Damen een servitization-strategie aan het uitrollen is. Voor de strategische doelstelling ‘de engineering efficiënter inzetten’ biedt IFS evenwel niet de complete oplossing. ‘Het ERPplatform bevat wel een PDM-achtige module, maar die is minder compleet als de PLM-software die wij nu van Dassault Systèmes gaan betrekken’, aldus Weijer.

D

MINPUNT Damen heeft alle software on premises draaien, op eigen servers in een datacenter in Amsterdam. Toen de onderneming in 2010 met IFS in zee ging, was ‘zo veel mogelijk naar de cloud brengen’ nog geen doelstelling. ‘7.5 is niet eens beschikbaar in de cloud. Voorts telt dat wij voor sommige defensiegerelateerde projecten de data niet in de cloud mógen zetten, omwille van de beveiligingsregelgeving die voor defensietechnologie geldt’, verklaart Weijer. Een minpunt van IFS is in zijn optiek het partnernetwerk, met applicatiespecialismen en

40

juni 2018

Marco Verdonschot, managing director IFS Benelux: ‘Wij zijn een echt ERP-bedrijf, focussen nadrukkelijk niet op PLM en richten ons alleen op industriële klanten. Op dat specifieke terrein verslaan we SAP.’ Foto: Com-magz

business consultancy die niet altijd over voldoende capaciteit en kwaliteit beschikken om vragen van Weijer en zijn collega adequaat te beantwoorden. ‘Als het IFS in de Benelux-markt goed gaat, merken wij dat wel aan het serviceniveau.’ Vergelijkbare kritiek spuit Filiep Vanwymelbeke

‘Juist het intuïtieve karakter van onze software stelt de klant in staat veel zelf op te lossen’

van Vyncke, oem’er van biomassacentrales, met productievestigingen in Harelbeke (België), Tsjechië en China. ‘De servicepersoon van IFS goed duidelijk maken wat exact je probleem is, is nogal eens een punt. Dat heeft denk ik te maken met de frequente personeelswisselingen, waardoor het

aan de andere kant van de lijn ontbreekt aan kennis van onze specifieke processen. In het bestuur van de IFS-user group hoor ik dezelfde opmerkingen terug van andere bedrijven.’

VEEL INTUÏTIEVER DAN SAP Waarmee niet gezegd is dat binnen IFS de kennis van de eigen software niet goed is, vervolgt ERPapplicatiemanager Vanwymelbeke. ‘Daar is niets mis mee. Voorts telt dat de intuïtieve software, veel meer dan die van bijvoorbeeld SAP, de ruimte biedt om problemen zelf op te lossen. Dat zal een van de redenen zijn waarom IFS veel goedkoper is dan SAP’ – een van de overwegingen voor Vyncke om in 2009 voor IFS (versie Applications 8) te kiezen, voor een groot aantal modulen. ‘En voor ons, als sterk projectgericht bedrijf, is het de meest volledige software die beschikbaar is. Wij bouwen geen series. Elke energiecentrale is klantspecifiek.’

VERSTAND VAN ZAKEN Marco Verdonschot, managing director IFS Benelux, is bekend met de kritiek: ‘Ook in ons jaarlijkse klanttevredenheidsonderzoek komt die naar voren. Hoewel het verloop binnen IFS lager is


U dan bij onze concullega’s, is het niet mogelijk dat de klant steeds dezelfde medewerker aan de lijn krijgt. Iemand dedicated voor een bepaalde industriÍle klant op de bank hebben zitten die opspringt zodra er iets aan de hand is, zou niet kostenefficiÍnt zijn. Daar komt bij dat al onze medewerkers echt verstand van zaken hebben, ook van de specifieke business van de klant.’ Zijn Benelux-organisatie (negentig mensen) telt zestig servicemedewerkers, aangevuld met consultants van de partners Eqeep en Deloitte.

GROEIVERSNELLING Juist de gerichtheid op de maakindustrie verklaart voor een groot deel de groeiversnelling die IFS doormaakt: 65 procent omzetstijging over de laatste twee jaar. ‘In Nederland groeien we vooral de laatste drie jaar sterk. Wij zijn een echt ERPbedrijf, focussen nadrukkelijk niet op PLM en richten ons alleen op industriĂŤle klanten. Op dat specifieke terrein verslaan we SAP’, zegt Verdonschot vol overtuiging. Recent gewonnen grote klanten zijn campertoilettenfabrikant Thetford in Etten-Leur – inclusief de productievestigingen in de VS, AustraliĂŤ en China – en Bosal in Lommel (BelgiĂŤ), fabrikant van onder meer uitlaten en warmtewisselaars. Voorts verklaart hij de toegenomen ‘populariteit’ uit het feit dat de IFS-software er wereldwijd hetzelfde uitziet, wat het bij uitstek geschikt maakt voor multinationale bedrijven. ‘Dat maakt het niet alleen makkelijk de financiĂŤle resultaten van de diverse vestigingen te

IFS: ‘DE UBER VAN DE IT-WERELD’ Het motto van de IFS World Conference 2018 is ‘connect to what’s next’. ‘Connect’, want het verbinden met de ander, zowel privĂŠ als zakelijk, wordt snel steeds belangrijker, zo trapt ceo Darren Roos de driedaagse meeting af. Hoewel pas sinds 1 april op die post (voordien was hij president van SAP’s cloud-ERP-tak), is hij alom nadrukkelijk aanwezig en maakt een ingewerkte indruk. ‘What’s next’ slaat op de volop ruimte in het programma om de nieuwste applicaties te bespreken. Applicaties die bovenal ontstaan in nauwe samenspraak met de klant, claimt de Zuid-Afrikaan Roos. IFS heeft speciale procedures ontwikkeld die een zo objectief mogelijk beeld vormen van wat de klant van de softwareproducten vindt. Dat resulteert in aanpassingen en daarmee in producten die de klanten de voordelen bieden die IFS hen heeft beloofd. Engaged met het wel en wee van de klant, wil IFS de ‘Uber van de IT-wereld’ zijn. Uber biedt in de kern dezelfde service als de traditionele black cabs, maar kijkt veel beter naar hoe het die klant werkelijk kan ontzorgen. ‘Daarom weet de Uber-klant exact wanneer de Uber-taxi voorrijdt, wat hij moet beta-

consolideren, maar ook om bijvoorbeeld nauwgezet de herkomst van onderdelen bij te houden die we in productielocaties van de klant hebben ingebouwd. En’, besluit Verdonschot, ‘onze implementatietrajecten zijn beduidend korter dan die van de concurrent. Juist het intuĂŻtieve karakter

len. Hij kan afrekenen zonder gedoe met creditcards.’ Aldus de ceo van IFS – een half miljard dollar omzet (2017); vierduizend medewerkers wereldwijd, negentig in de Nederlandse vestigingen in Eindhoven en Utrecht –, dat zijn klandizie bovenal heeft in de ‘midmarket’, bij maakbedrijven met een omzet tussen 500.000 en vijf miljoen euro. IFS steekt niet alleen extra geld in r&d (in 2017 is het aantal r&d-medewerkers gestegen met 28 procent) maar heeft de laatste jaren ook een aantal overnames gedaan. Zoals het Canadese Mxi Technologies (maintenance management software voor de luchtvaart) en het Amerikaanse Cube Six (field service software voor loodgieters, elektriciens en monteurs van klimaatinstallaties). Ook de komende jaren staan acquisities op de rol, verklapt Roos. ‘We blijven zeker kijken naar geschikte overnamekandidaten.’ Zaak is die goed te integreren in de IFS-organisaties. Vandaar dat IFS reorganiseert in een meer centrale aansturing. Zodat de klant wereldwijd precies dezelfde (wijze van) ondersteuning krijgt.

van de software stelt de klant in staat veel zelf op te lossen.’ www.ifsworld.com www.vyncke.com www.damen.com

'HYHORSLQJ DQG PDQXIDFWXULQJ WRPRUURZÂśV SURGXFWV $0( RQWZLNNHOW HQ SURGXFHHUW KLJKWHFK HOHNWURQLVFKH V\VWHPHQ $0(ÂśV LQWHJUDOH EHQDGHULQJ FRPELQHHUW NHQQLV YDQ HOHNWURQLVFKH V\VWHPHQ PHFKDWURQLVFKH V\VWHPHQ HQ VRIWZDUH RQWZLNNHOLQJ WRW KRRJZDDUGLJH HQ NRVWHQ HIILFLsQWH RSORVVLQJHQ 2QV JHGUHYHQ WHDP YDQ WHFKQRORJLVFKH 2QV SURIHVVLRQDOV JHHIW ULFKWLQJ DDQ GH NZDOLWHLW YDQ YDQGDDJ HQ GH PRJHOLMNKHGHQ YDQ PRUJHQ 2QV GHQN HQ ZHUNQLYHDX LQLWLDWLHI FUHDWLHYH YHUPRJHQ HQ LQQRYDWLHNUDFKW ]RUJW YRRU XQLHNH SURGXFWHQ PHW NRUWH WLPH WR PDUNHW 9RRU XZ ORSHQGH SURGXFWHQ LV $0( GH LGHDOH (06 SDUWQHU RP GH SURGXFWLH LQFOXVLHI KHW SURGXFW GDWD PDQDJHPHQW WH YHU]RUJHQ WHJHQ GH EHVWH FRQGLWLHV 3RZHU &RQYHUVLRQ _ ,QWHUQHW RI 7KLQJV _ 6HQVLQJ

-XQH +DOO _ %RRWK

-XQH +DOO & _ %RRWK

(VS $$ (LQGKRYHQ

ZZZ DPH QX LQIR#DPH QX

juni 2018

41


sinds 1989 Verenigde Staten

sinds 2002 China

sinds 1959 Duitsland

sinds 2017 Taiwan

sinds 2016 Brazilië

sinds 1998 India

®

We vieren 50 jaar ROTEX

Het is 1967... ...in Kaapstad wordt de allereerste harttransplantatie met succes uitgevoerd... Voor het eerst in de geschiedenis worden twee ruimteschepen automatisch aan elkaar gekoppeld, de onbemande Sojoez Kosmos 186 en de Kosmos 188. Terug op aarde heeft het kleine Duitse stadje Rheine (Nordrhein-Westfalen) de even zo indrukwekkende primeur van een bijzondere ‘docking’. Twee stalen klauwkoppelingselementen verbinden zich en omsluiten een flexibele ‘spider’ van plastic. De ROTEX® is geboren.

Mijlpaal De nieuwe koppeling is een mijlpaal in de geschiedenis van KTR Kupplungstechnik (tegenwoordig KTR Systems). De ROTEX®-koppeling was de eerste merkkoppeling die een DIN standaard werd en dé nummer 1 in aandrijftechniek voor een brede range aan toepassingen. Vandaag de dag wordt de ROTEX®-koppeling toegepast in miljoenen aandrijvingen. Dé standaard in aandrijftechniek ROTEX®-koppelingen onderscheiden zich door hun compacte afmetingen, geringe gewicht en het lage traagheidsmoment bij een hoog toerental. Door de precieze afwerking van alle oppervlakken zijn de loopeigenschapen en levensduur optimaal. De koppelingen staan garant voor een trillingdempende krachtoverbrenging en vangen schokken van ongelijkmatig opererende machines op. ROTEX®-koppelingen worden af fabriek uitgerust met ons nieuwe, temperatuurbestendige tandkransmateriaal T-PUR®, dat in drie verschillende hardheden verkrijgbaar is.

KTR Benelux B.V. Oosterveldsingel 3 7558 PJ Hengelo NEDERLAND

T E W W

+31 (0) 74 2553680 ktr-nl@ktr.com ktr.com/nl ROTEX50.com

WERELDWIJDE PRODUCTIE FACILITEITEN


INNOVATIE

INSPIREREND E3-EVENT VAN TMC ZINDERT VAN INNOVATIE

SHOWCASE VAN ‘PEOPLE DRIVE TECHNOLOGY’ Proeven aan technologieën en businessmodellen van (over)morgen, op een locatie van (eer)gisteren. De 350 bezoekers van het TMC Entrepreneurial Experience Event (E3) op 19 april in Veghel zullen ogen en oren tekort gekomen zijn om het allemaal in zich op te nemen. Inspirerend waren de demo’s, voordrachten en de locatie absoluut. En daar was het TMC, de internationaal snelgroeiende detacheerder van technische professionals – ‘employeneurs’ –, om te doen. DOOR PIM CAMPMAN

auw, ongepolijst, begin vorige eeuw. Dat straalt CHV Noordkade in Veghel nog steeds uit. Het industriecomplex, dat de Coöperatieve Handelsvereniging CHV – een grote inkooporganisatie van mengvoeders, kunstmest en granen – destijds liet bouwen, is vandaag een hot spot voor kunst en cultuur. Oud versus nieuw: een prachtige locatie voor de tweede editie van TMC’s E3-event. In de centrale ruimte (‘De Malerij’) waren presentaties van enkele klanten van TMC, zoals Bosch Rexroth en Yaskawa Motoman – en demo’s van een aantal maatschappelijk relevante innovatieprojecten waar ‘employeneurs’ binnen het TMC Entrepreneurial Lab in hun vrije tijd aan werken. Daaronder Fiber Fighters (ontwikkelt een wasmachinefilter dat zelfs de kleinste plastic deeltjes afvangt uit – synthetische – kleding) en bRemote (monitort realtime de activiteit en gezondheid van bijenvolken). En er was een presentatie van Throwabot, een op afstand bestuurbare robot die allerlei data verzamelt op plekken waar mensen maar beter verre van blijven: zie het artikel op pagina 53). In zijn welkomstwoord kwam Emmanuel Mottrie, de nieuwe ceo van TMC Group, met nieuws: de expansie van TMC buiten Nederland, tot dusverre in Europa (België, Frankrijk, Italië, Spanje, Zweden) en Dubai, zet zich voort in Noord-Amerika – met een vestiging in Canada. ‘Ook daar gaan we onze values en ons model van ‘People drive technology’ uitrollen.’

R

BETERE WERELD Keynote speaker Diederik Jekel (fysicus, wetenschapsjournalist en tv-programmamaker) peperde, gelardeerd met een dosis humor, zijn gehoor in goed na te denken over waar zij mee bezig zijn, wat hun impact is op de samenleving. ‘Wij wetenschappers en engineers willen met wat we bedenken en ontwikkelen een betere wereld creëren. Onze voorgangers wilden dat ook, maar simpelweg een goed idee najagen kan niet meer. Daarvoor is het risico op een negatieve impact te groot – denk aan roken, lood in benzine, halo-

geenkoolwaterstof in koelkasten en tal van andere innovaties die mensenlevens kosten. Dat moet je zien te voorkomen, door na te denken over wat je doet en daarover met zo veel mogelijk mensen te communiceren. Dat helpt jou om de juiste dingen te doen – en je gehoor om met wat jij bedacht hebt niet de verkeerde dingen te doen. Met een steen kun je een huis bouwen, maar ook iemand een gat in zijn hoofd gooien. Het is aan jullie om te zorgen dat mensen stenen voor het juiste, zinvolle doel Wetenschapsjournalist Diederik Jekel tijdens het TMC-event: ‘Zelfs jullie, gebruiken.’ De wereld verandert slimme wetenschappers en engineers, hebben geen idee wat over vijf jaar sneller dan ooit, aldus Jekel: leidende en zinvolle technologieën zijn.’ Foto: TMC/Supersky door big data, sociale media en disruptieve technologieën: bedrijven komen en gaan. ‘Zelfs jullie, slimme wetenschappers en engineers, ‘Koop zo’n fiets met diefstalverzekering en Vanhebben geen idee wat over vijf jaar leidende en Moof levert je een nieuwe als de oude niet binnen zinvolle technologieën zijn.’ twee weken is teruggevonden. Hun kekke fietsen zijn ook in Noord-Amerika en het Midden Oosten zeer gewild. De fietsen verschepen gaf NOT INVENTED HERE echter problemen: van elke drie fietsen kwamen Eye openers bood ook de voordracht van Ramon er twee terug, doordat ze tijdens het transport zo Vullings, cross-industry expert en ‘Idea DJ’. Zijn ruw behandeld werden dat ze beschadigingen stelling: sectoren kunnen veel van elkaar leren. opliepen. VanMoof ging te rade bij bedrijven die Samen met Marc Heleven schreef hij het boek hun spullen wel ongehavend op de eindbestem‘Not invented here’, dat de E3-bezoekers bij verming krijgen. Eind van het liedje: VanMoof liet het woordje ‘TV’ op de fietsverpakking printen en meteen waren er 88% minder retourzendingen. Puur omdat die transporteurs met tv’s wel voorzichtig omgaan.’ Vullings voordracht zat bomvol met mooie voorbeelden en to do’s & not to do’s. ‘De beste ideeën komen van buiten, stel je daarvoor open; creëer coole combinaties met partijen die iets hebben wat je zelf niet hebt. Met copy-paste evenaar je het succes van een ander niet – de crux is dat je heel trek meekregen. Veel voorbeelden van geslaagde goed moet snappen wat het proces achter hun cross-overs passeerden de revue: de babybuggy succesproduct is.’ van McLaren, met wielen geïnspireerd op het landingsgestel van vliegtuigen, de alliantie tussen Google Maps en Uber ‘to cross the last mile’, VanMoof ’s fietsen met gps-tracker. Vullings: www.tmc-employeneurship.com

‘De beste ideeën komen van buiten, stel je daar open voor’

juni 2018

43


INDUSTRIËLE DIENSTVERLENING

TALKING INDUSTRY VAN LINK EN ING: NIEUWE ANTWOORDEN ÉN NIEUWE VRAGEN

SERVITIZATION VAAK NOG EEN BRUG TE VER De deuren stonden open eind mei in De Lier bij Priva, leverancier van oplossingen voor klimaatbeheersing in de tuinbouw en gebouwautomatisering. Toen Link Magazine en ING daar ’s avonds een rondetafeldiscussie over servitization hielden, wandelden honderden deelnemers aan de plaatselijke Unicef Loop dwars door het gebouw. Monitoren hoe vaak gebouwdeuren open en dicht gaan of controleren op het ongewenst openstaan van machinedeuren, kan onderdeel zijn van het serviceaanbod van een gebouwautomatiseerder, respectievelijk machinebouwer. Bij klanten of in de eigen organisatie blijft de deur voor servitization echter vaak nog gesloten.

DOOR HANS VAN EERDEN

D

e obstakels en kansen van een overgang naar een servitization-model, daarover moet het gaan in De Lier. TU/e-hoogleraar Ed Nijssen trapt af door te verwijzen naar de ‘Babylonische spraakverwarring’ die het begrip kan opleveren. ‘Je kunt er bijna alles onder vatten, het is geen modegril of nichetoepassing. Het gaat om de omschakeling van het maken en verkopen van producten naar het leveren van op product-servicesystemen gebaseerde oplossingen voor de klant.’ Als voorbeelden noemt hij ASML, dat voor zijn lithografiemachines denkt over pay-per-wafer, en Océ, dat voor zijn kopieerapparaten allang een pay-per-use model kent. Of Priva, dat zijn klanten ondersteunt bij het beheer van kassen of gebouwen, zo introduceert Nijssen de gastheer van de avond, Leo Hitzert.

SMART BUILDING Hitzert vertelt over de twee marktsegmenten die Priva, met zijn wortels in de Westlandse kassen, wereldwijd bedient: de tuinbouw (klimaatbeheersing) en de gebouwautomatisering. Priva levert producten en diensten op het gebied van klimaat, water en energie voor de gebouwde omgeving en

de tuinbouw. Tegenwoordig speelt duurzaamheid daarbij een belangrijke rol. Priva heeft het concept van sustainable urban deltas ontwikkeld, met onder meer urban & indoor farming. Dat gebeurt bijvoorbeeld in containers (indoor farms), die door een optimale beheersing van alle condities dezelfde opbrengst als twee hectare landbouwgrond kunnen hebben. Voor het beheer van een

• ‘We ruiken aan climate-as-a-service, maar zien nog problemen.’ • Diensten verkopen in een traditionele markt als de industrie en logistiek is een uitdaging. • ‘Kleine familiebedrijven willen niet voor servitization betalen.’ • ‘We hebben service als het ware intern verkocht.’

informatie die je het gebouw weer kunt insturen om het klimaat verder te verbeteren. Of om met locatiebepaling te kijken welke ruimtes worden gebruikt en waar dus verlichting en verwarming nodig is, en waar niet. Zo kom je tot efficiënter ruimtegebruik en krijg je een smart building. Bij het WTC op Schiphol bijvoorbeeld heeft dat geresulteerd in 180.000 euro energiebesparing

‘Je zou denken dat aansprakelijkheid op basis van de Arbo-wetgeving reden is om de service goed te regelen’ gebouw hanteert Priva hetzelfde principe als voor kassen, vervolgt Hitzert. ‘Mensen prestaties laten leveren door hun met verlichting en klimaatbeheersing de goede omstandigheden te bieden.’ Van oudsher levert Priva de automatiseringshardware, ‘doosjes’, maar daar is intussen informatie bijgekomen. ‘Een gebouw is een bron van veel data die je met internet of things (IoT) kunt verzamelen. Wij kunnen die data verwerken met Priva Cloud Services en bewerken tot metrics en

Piet Otten van AV Flexologic: ‘Wij zijn een typische machinebouwer die nog weinig aan servitization doet, maar bieden wel servicecontracten.’

per jaar en 25 procent minder klachten over het binnencomfort.’ De stap om daar het verdienmodel van te maken, heeft Priva echter nog niet gezet. ‘We ruiken aan climate-as-a-service, maar zien nog problemen in het regelen van de financiering en de verantwoordelijkheid. Bovendien vinden onze salesmensen het lastig om abonnementen te verkopen in plaats van producten; daar zit toch een andere incentive aan vast. Vaak kennen we ook nog niet de klanten die we moeten targeten, de gebouwgebruikers of -eigenaren in plaats van de technische dienstverleners in ons traditionele verkoopkanaal. En de security van de data is voor klanten natuurlijk een Robert Dekkers van Holmatro belangrijk punt.’ (met links Ed Nijssen en rechts Joost Lamboo): ‘Het belang van toegevoegde waarde bieden met service zit nu in de hele organisatie tussen de oren.’

44

juni 2018

DOWNTIME VOORKOMEN Het verhaal van Hitzert roept her-


kenning en bewondering op. ‘Compliment, wij kunnen nog veel leren van de tuinbouw’, zegt Job Kuijpers van bouwonderneming Heembouw in Breda. ‘Wij realiseren productiefaciliteiten en distributiecentra voor de industrie en bieden daaromheen veel service. Dat begint al aan de voorkant met het begrijpen van de processen in de fabriek en de logistiek van de klant en onderzoeken hoe wij daar waarde aan kunnen toevoegen. We helpen ook oplossingen te vinden voor de soms complexe financiering van projecten en we gebruiken big data. In een distributiecentrum dat we nu in Tilburg bouwen, komen De rondetafeldiscussie was in de Priva Campus in De Lier, een van de eerste CO2-neutrale gebouwen in Nederland. Gastheer: Leo Hitzert, 1.000 IoT-nodes te hangen. senior productmanager Priva. Gespreksleider: Ed Nijssen, ITEM-hoogleraar TU Eindhoven. Deelnemers vanuit diverse bedrijven: Martijn Boelens, vice president customer solutions Lely; Robert Dekkers, manager service Holmatro Industrial equipment; Job Kuijpers, commercieel manager IoT helpt om gebouwen smart Zuid-Nederland Heembouw; Joost Lamboo sr., president Lamboo Mobile Medical; Piet Otten, managing director AV Flexologic. te maken. We adviseren bijNamens ING: Steve van Cauter, directeur industry grootzakelijk regio Zuid West; Gert Jan Braam, sector banker industry; Monique Wijnen, voorbeeld over de inrichting associate grootzakelijk regio Zuid West. Namens Link Magazine: John van Ginkel, mede-eigenaar. Foto’s: Sam Rentmeester van logistieke stromen, maar kunnen ook monitoren hoe vaak een deur opengaat. Daaruit kun je de onderhoudsbehoefte afleiden om uitval om te voorkomen dat een monteur voor een kostengedreven corporates in de VS kiezen voor te voorkomen. Om het energieverbruik van een simpele open deur naar de klant moet vliegen. meer risico en minder vaak voor een servicegebouw te kunnen garanderen, moeten we bewacontract.’ ken dat deuren niet onnodig openstaan.’ Bij AV Flexologic in Alphen a/d Rijn, dat voor CULTUURVERANDERING Uitval, of downtime, voorkomen – triggert ook het bedrukken van consumentenverpakkingen Ook Holmatro in Raamsdonksveer ervaart verJoost Lamboo van Lamboo Mobile Medical in machines bouwt en toebehoren levert, ligt het schillen in de markt. Het bedrijf levert hydrauliZoetermeer. Zijn bedrijf bouwt mobiele mediprecies andersom, meldt Piet Otten. ‘Wij zijn sche gereedschappen en systeemoplossingen voor sche units met grote diagnostische systemen een typische machinebouwer die nog weinig technische hulpverlening en industriële toepas(mri, ct-scan, enzovoort) van Philips, Siemens en aan servitization doet, maar bieden wel servicesingen. Relatief kleine gereedschappen, die eerder GE. ‘Een mri-systeem kost wel twee miljoen euro, contracten. Voor grote multinationals is dat geen duizenden euro’s dan tonnen kosten, meldt dus het verdienmodel van de klant zit in het aanprobleem, die eisen een maximale uptime, maar Robert Dekkers van de industrial equipment-tak. tal patiënten per dag. Dus moet je het risico op kleine familiebedrijven willen er niet voor beta‘De brandweer is beschikbaarheidsgedreven, downtime weghalen, bijvoorbeeld door bepaalde len. Voor het garanderen van die uptime moeten want de inzetbaarheid van onze gereedschappen onderdelen redundant uit te voeren. Dat moet je we trouwens wel bij de klant kunnen inloggen kan levens redden, dus service is daar vanzelfnatuurlijk wel aan de klant zien te verkopen. We om de conditie van de machine te kunnen zien.’ sprekend. Je zou denken dat in de industrie aanzorgen dat we kritische componenten, zoals een Die behoefte hebben er meer aan tafel, bijvoorsprakelijkheid op basis van de Arbo-wetgeving generator of de airco, op voorraad hebben en beeld om te controleren of een storing het gevolg reden is om de service goed te regelen, maar dit is bouwen daar een servicenetwerk omheen. Eigenis van een deur die in de machine openstaat, ook lijk zouden we complete systemen achter de hand al bezweert de klant dat dat niet het geval is. Dit LEES VERDER OP PAGINA 47 moeten hebben, dan ben je de man voor je grote klanten. Dat kunnen we echter niet financieren.’

LEERGELD Kuijpers noemt het een uitdaging om diensten te verkopen in een traditionele markt als de industrie en logistiek. Martijn Boelens van Lely in Maassluis beaamt dit. Hij vertelt over de melkrobots en diensten eromheen die zijn bedrijf vooral in Europa en Amerika verkoopt. Bij een storing is het streven om een robot binnen twee uur weer aan de gang te krijgen, anders staan de eerste koeien op springen. ‘Tegenwoordig zetten we in een regio eerst de service op en dan gaan we er robots verkopen. In het begin gingen we gewoon verkopen en hadden we nog geen servicedekking; daar hebben we leergeld voor betaald.’ Boelens ziet wel grote verschillen. ‘In Europa sluiten veelal familie-boerenbedrijven een servicecontract met ons af, omdat ze hun continuïteit gegarandeerd willen zien. De grote meer

KRUISENDE DISCUSSIELIJNEN Link Magazine organiseert samen met ING executive round-tables onder de noemer TalkING Industry. De eerste sessie ging dit voorjaar over het groot-Eindhovense hightech ecosysteem. Onderwerp van de hier verslagen sessie was servitization; ING publiceerde er twee jaar geleden het rapport ‘Van productverkoop naar duurzame klantoplossing’ over. Er volgen nog sessies over de circulaire economie en digitalisering. Servitization is ook het onderwerp van rondetafeldiscussies die Link organiseert met de vakgroep ITEM (Innovation, Technology Entrepreneurship & Marketing) van de TU Eindhoven (TU/e) onder de titel ‘Smart Industries: Transitie van oem’ers van productie en r&d (productverkoop) naar servitization (dienstverlening)’. Na de aftrap op de TU/e-campus begin vorig jaar volgden

interessante bijeenkomsten met levendige discussies bij Aebi Schmidt in Holten en op Het Lansingerland in Bergschenhoek met Lely als gastheer. Vanuit deze achtergrond fungeerde ITEM-hoogleraar Ed Nijssen als gespreksleider bij de TalkING Industry session over servitization. Topics: interne samenwerking en planning als succesfactoren; de omschakeling in verkoop van producten naar oplossingen; de overstap van specialisme naar seriematig klantaanbod; het innoveren van serviceoplossingen; aanbod- en prijsstrategieën; en financiering van nieuwe businessmodellen. www.item-eindhoven.nl www.ing.nl/zakelijk/kennis-over-de-economie (download rapport)

juni 2018

45


CREATING MACHINES TOGETHER

SYSTEM DEVELOPMENT

SYSTEM ENGINEERING

SYSTEM SUPPLY

Uw partner voor ontwikkeling en serieproductie van mechatronische machines en systemen. 46

april 2010


VERVOLG VAN PAGINA 45

vaak niet het geval.’ Leo Hitzert van Priva: ‘Een gebouw is een Holmatro gaat wel bron van data.’ verder het pad van servitization op, onder meer met online systemen voor tool management, periodieke inspecties en onderdeeltekeningen. Daarvoor was intern een ware cultuurverandering nodig. ‘Het belang van toegevoegde waarde bieden aan de klant met service zit nu in de hele organisatie tussen de oren. We hebben service als het ware intern verkocht. Daarvoor zoeken we ook integratie tussen onze r&d- en serviceafdelingen, bijvoorbeeld om bij een nieuw ontwerp te kijken hoe goed het te servicen is, voor een betere uitvoering van het servitization-traject.’

SERVICE VERKOPEN Lely is allang doorgegroeid van technische service naar vooral gebruikersservice, schetst Martijn Boelens: ‘Van de automatisering van melkveestallen naar de advisering aan klanten, over hoe ze met die automatisering het beste hun bedrijf kunnen runnen. Onze jarenlange ervaring biedt veel vergelijkingsmateriaal om te bepalen hoeveel een koe zou kunnen leveren. Om uiteindelijk de melkopbrengst van koeien te kunnen garanderen, moeten we meer dan nu in control zijn. Onze riskmanager vraagt niet voor niets: “Leuk, maar wat verkopen we eigenlijk, welk risico zit daaraan vast?”’ Hoe verkopen we het, is voor velen een al even prangende vraag. Boelens: ‘Lely zoekt voor de verkoop van zijn services een ander type verkoper dan de typische verkoper van kapitaalgoederen.’ Leo Hitzert van Priva herkent dat: ‘Het toe-

Ed Nijssen van de TU/e (links): ‘Het gaat om de omschakeling van het maken en verkopen van producten naar het leveren van oplossingen.’

voegen van services aan sales is bij ons nog een probleem.’ Lamboo traint zijn verkopers in de omschakeling, maar heeft al ervaren dat niet iedereen even goed in staat is bij de klant deuren te openen voor service. Servicemensen kunnen zich ontpoppen tot goede verkopers, weet Piet Otten van AV Flexologic. ‘Onze servicemonteurs komen soms van klanten terug met grote orders voor de consumables die door onze machines gaan.’ Volgende vraag: aan wie verkopen we de service? Een servicecontract wordt meestal afgesloten met een technische dienst; een performancecontract gaat vaak naar het hoger management. Job Kuijpers: ‘Praat je voor een distributiecentrum bijvoorbeeld over het onderhoud van de docks, dan zegt dat het management niets. Noem je dat het voorkomen van downtime, dan begrijpen ze het wel.’ Niet alleen binnen een klantorganisatie maar ook tussen klanten bestaat onderscheid, aldus Boelens. ‘Sommige klanten gaan voor zekerheid, anderen zijn innovatiebereid. We benaderen hen op verschillende manieren, met dezelfde service en producten.’

KRUISBESTUIVING Tijdens de discussie over servitization in De Lier zetten deelnemers de deuren van hun bedrijf

figuurlijk open en bieden een kijkje in hun keuken. Dat wordt over en weer gewaardeerd. ‘Van de discussie leer je een hoop, maar je krijgt nog meer vragen.’ ‘Het is nuttig om te leren hoe de wereld voor anderen in elkaar steekt en hoe zij de vraag: servitization, hoe dan? proberen te beantwoorden.’ Ook een bank worstelt met die vragen, geeft Steve van Cauter van medeorganisator ING aan. ‘Bij ons moet de snelheid van innovatie omhoog. We moeten nieuwe producten sneller in de markt zetten om feedback van klanten op te halen. Dat doen we tegenwoordig met multidisciplinaire teams die agile opereren. Ook als bank zitten we in de leercurve van servitization, om naar nieuwe verdienmodellen te gaan.’ Zo kunnen uit onverwachte hoek sectoren van elkaar leren. Gespreksleider Ed Nijssen spreekt van kruisbestuiving, een passende metafoor op een zwoele voorzomeravond bij Priva in het Westland.

www.priva.com www.flexologic.nl www.heembouw.nl www.holmatro.com www.lely.com www.mobile-medical.eu

‘PAS OP VOOR WINNER-TAKES-ALL’ In zijn eigen praktijk komt Paul Mencke, partner bij Govers Accountants/Adviseurs, servitization nog niet tegen. Govers bedient vooral industriële mkb’ers in een grote straal rondom Eindhoven. ‘Die bedrijven, machinebouwers bijvoorbeeld, willen factureren wat ze leveren, in termijnen en zo nodig nemen ze ook wat risico voor hun rekening. Met constructies als lease of zelfs payper-use zijn ze echter nog niet bezig.’ Mencke vraagt zich ook af of servitization de ‘lichtende toekomst’ voor de maakindustrie moet zijn. Zijn twijfels werden onlangs weer gevoed op een congres in Barcelona. ‘Een start-up sprak over een soort Thuisbezorgd in Spanje. Hij had daarvoor een netwerk van detaillisten en bezorgers opgezet. Je ziet dan een verschraling van werk met laagwaardige baantjes, zoals van die bezorgers. Een andere start-up had een website voor kamerverhuur, voor werknemers die dicht bij hun werk een kamer willen huren vanwege te lange woon-werkreistijd. Daarvoor worden appartementen opgeknipt, omdat die al te duur zijn. Dit

leidt tot een verschraling van het wonen. Jongeren hechten misschien minder aan bezit en zien dit soort modellen als remedie tegen de toenemende ongelijkheid. Kijk je echter naar de grote partijen als Uber en Airbnb, dan zie je een tussenlaag die weliswaar voor de gebruiker de inefficiëntie wegneemt, maar wel zelf een onevenredig grote marge pakt. Per saldo moet de gebruiker toch betalen en dan wordt het winner-takes-all. De oude economie mag gedateerd zijn en een verdwijnende middenklasse kennen, in de nieuwe economie wordt de ongelijkheid mogelijk nog veel groter.’ Mencke is daarom niet per se optimistisch over servitization in de industrie. ‘Niet degenen die de machines bouwen en vervolgens ter beschikking stellen pakken dit op, maar een aparte laag met gespecialiseerde bedrijven die bijvoorbeeld de leaseconstructies voor hun rekening nemen. Er zijn al de bekende verhuurbedrijven met een breed assortiment aan generieke machines en gereedschappen: nu nog vooral commodity-producten, maar

mogelijk ontwikkelen ze ook platforms voor de flexibele inzet van machines voor meer specifieke toepassingen.’ Voor individuele machinebouwers zal het lastig zijn om naast het ‘produceren en verkopen’- model tot een model met lease of pay-per-use te komen, verwacht Mencke. De ervaringen van Piet Otten van AV Flexologic lijken dit te bevestigen. ‘Wij hebben soms al moeite om een servicecontract betaald te krijgen. Leaseconstructies in een internationale setting organiseren met een enkele partij is helemaal moeilijk, want banken zijn vaak begrensd tot zakendoen in één land. Om op meerdere locaties wereldwijd onze investeringen gefinancierd te krijgen, zoals in Roemenië, moeten we dus noodgedwongen naar verschillende banken.’

www.paulmencke.nl www.govers.nl

juni 2018

47


MRO Supplies Multi-Specialist European Leader

Investing Industrial Supplier

Toonaangevend MRO supplier ĂŠn volwaardig technisch expert

MRO Branches

Up-Time Services

Competence Consultancy

Business Partner

btbrammer.nl


FLINK bericht over de wereld van starters en hun innovaties, financieringsproblemen en andere uitdagingen. De naam, FLINK, haakt natuurlijk aan bij die van dit magazine, maar duidt bovenal op een wezenlijke karaktereigenschap van elke startende hightech ondernemer waar de interesse van (formal) investors naar uitgaat – meer nog dan naar de innovatie in kwestie: heeft de starter doorzettingsvermogen, weet hij mensen voor zich te winnen met zijn overtuigingskracht, durft hij beslissingen te nemen?

WETENSCHAPPELIJK BEWIJS VOOR ‘SUPERIORITEIT’ REALTIME HAPTISCHE FEEDBACK

‘CHIRURG VOELT MEER MÉT DE OPTIGRIP DAN ZÓNDER’ IN FLINK: 51 en 54 KORT, onder meer Sorama begeeft zich op de smart-city-markt 53

Throwabot: ‘gooibare’ levensredder

Deze maand verschijnt het proefschrift van Chantal Alleblas, onderzoeker aan Radboudumc in Nijmegen. Dit onafhankelijke onderzoek naar het Force Reflecting Operation Instrument (FROI, ook wel bekend als de OptiGrip) valideert de platformtechnologie achter dit instrument voor minimaal invasieve chirurgie. Met Demcon en Technobis als lead suppliers richt Michel Vleugels van EFI Instruments nu zijn pijlen op brede toepassing in de medische wereld van conventionele en robot-geassisteerde chirurgie.

DOOR WILMA SCHREIBER

D

e initiator van de ontwikkeling van de OptiGrip is Michel Vleugels, gynaecoloog, medisch directeur van EFI Instruments en tevens copromotor van Chantal Alleblas. De ontwikkeling van de OptiGrip speelt in op het optimaliseren van haptische waarneming (waarneming op basis van tast) van de chirurg tijdens laparoscopische chirurgie (ofwel kijkoperaties). Door het implementeren van versterkte haptische feedbacktechnologie in het huidige instrumentarium zou de chirurg de consistentie van het te manipuleren weefsel beter kunnen waarnemen en de toegepaste knijpkrachten beter kunnen doseren. Een andere positieve bijkomstigheid is dat de chirurg pulserende bloedvaten op de tast zou kunnen waarnemen. ‘Eén van de doelen van mijn proefschrift was om te onderzoeken of de haptische feedbacktechnologie deze drie verwachte voordelen daadwerkelijk heeft’, vertelt Alleblas. ‘Ergonomisch gezien zou het in de toekomst interessant zijn om nog te onderzoeken of de implementatie van haptische feedback in laparoscopisch instrumentarium ook kan leiden tot het verlagen van drukkrachten op de hand – wat momenteel voor blessures kan zorgen – en het verlagen van spieractiviteit in de hand van de chirurg waardoor het gebruikscomfort wordt vergroot.’

STILLE EPIDEMIE In het eerste deel van haar proefschrift omschrijft onderzoeker Alleblas de fysieke belasting bij kijkoperaties en de impact ervan op het fysieke

welzijn van de chirurgen. Uit literatuuronderzoek komt onder andere naar voren dat er bij een dataset van ruim 7.000 chirurgisch specialisten in ongeveer 75 procent van de gevallen sprake is van lichamelijke klachten. ‘Op basis van deze uitkomst kunnen we voorzichtig spreken van een stille epidemie’, aldus Alleblas. ‘De belangrijkste problemen met laparoscopische paktangen zijn de suboptimale ergonomie en het gebrek aan haptische feedback. Wanneer je nieuwe producten wilt ontwikkelen, is de betrokkenheid van eindgebruikers bij het ontwerpproces onmisbaar voor gebruiksvriendelijkheid, veiligheid en acceptatie.’

PRAKTIJKTESTS EFI Instruments ontwikkelde Michel Vleugels, medisch directeur van EFI Instruments, vervolgens een prototype van de ziet een nieuwe toekomst OptiGrip, het Force Reflecting voor de platformtechnologie Operating Instrument (FROI). van de OptiGrip. Foto’s: TNO Dat gebeurde in samenwerking met onder meer Demcon, Technobis (optische onderdelen) en ‘De effecten hiervan heb ik onderzocht in een Radboudumc. Met behulp van geïntegreerde gerandomiseerd experiment met verse plakjes glasvezeltechnologie kan het instrument de orgaanweefsel van varkens. Twintig chirurgen interactiekrachten meten tussen het vastgepakte testten daarbij drie paktangen uit: FROI met en weefsel en het bekje van het instrument en deze informatie vervolgens doorgeven aan de chirurg via een weerstandmechanisme in de handgreep. LEES VERDER OP PAGINA 50

juni 2018

49


VERVOLG VAN PAGINA 49

SNELLE MARKTONTWIKKELINGEN

zonder haptische feedback en een standaardtang. Het bleek dat de toegepaste krachten met een factor 3.1 afnamen door de beschikbaarheid van haptische feedback’, stelde Alleblas vast. ‘Bovendien was sprake van een significant verbeterde interpretatie van de weefselconsistentie. Dit kan

De ontwikkelingen in de medische wereld zijn de laatste twee jaar vrij snel gegaan, stelt Michel Vleugels. ‘De conventionele laparoscopische operaties worden meer en meer vervangen door robot-geassisteerde ingrepen. De OptiGrip is een prototype om de platformtechnologie te bewijzen en zal niet in de huidige vorm op de markt

‘Het bleek dat de toegepaste krachten met een factor 3.1 afnamen door de beschikbaarheid van haptische feedback’ belangrijke implicaties hebben, zoals minder weefseltrauma, minder complicaties en een kortere operatietijd.’ De volgende stap was een dierexperimenteel onderzoek om de functionaliteit van FROI in vivo te bestuderen. Hiertoe voerden elf laparoscopische experts een aantal procedures uit, één keer met FROI en één keer met een traditionele paktang. ‘Waarneming van weefselconsistentie en krachtcontrole werden als superieur beschouwd voor FROI. Bovendien konden chirurgen pulserende bloedvaten op de tast detecteren’, aldus Chantal Alleblas. ‘De functionaliteit van haptische feedbacktechnologie van FROI werd in deze in vivo omgeving valide bevonden.’

komen’, zegt hij. ‘We kijken nu of deze platformtechnologie rond realtime haptische feedback te gebruiken is in niet alleen de conventionele benadering, maar ook bij robot-geassisteerde chirurgie. In de robotindustrie wordt bijzonder veel ontwikkeld en wellicht is het interessant om deze technologie niet alleen toe te passen in handheld instrumenten, maar ook in instrumenten die robots gebruiken.’ Vleugels verwacht dat marktintroductie op die manier het snelst te realiseren is. ‘Onze technologie zal daar ook grotere meerwaarde kunnen bieden. Op deze manier denken we de slaagkans van de technologie te kunnen vergroten.’ Voorlopig blijft dit echter toekomstmuziek.

‘Wanneer je nieuwe producten wilt ontwikkelen, is de betrokkenheid van eindgebruikers bij het ontwerpproces onmisbaar’, aldus onderzoeker Chantal Alleblas.

Komend jaar zet Vleugels vol in op het verder valideren van de voordelen van realtime haptische feedback, om de platformtechnologie voor een brede chirurgische toepassing nog aantrekkelijker te maken. ‘Het belang van het onderzoek van Chantal is dat nu wetenschappelijk is bewezen dat een chirurg inderdaad meer voelt met de OptiGrip dan zonder. Plus dat hij minder kracht gebruikt om weefsels te voelen.’ www.efinstruments.com

projectmanagement en engineering op maat Al meer dan 50 jaar helpen wij industriële klanten bij het realiseren van hun projecten en dromen. Of het nu gaat om bestaande of nieuwe producten, machines, voertuigen, lijnen of plants, wij adviseren, begeleiden en helpen graag. Van tekening tot berekening, van advies tot complete begeleiding, van conservatief tot innovatief. Altijd een exibele werkwijze op maat.

WWW.VIRO.NL ARNHEM, ECHT, GRONINGEN, HENGELO, VLAARDINGEN, AALEN, MÜNCHEN, OSNABRÜCK EN GRAZ

50

juni 2018


KORT SORAMA BEGEEFT ZICH OP DE SMART-CITY-MARKT De nieuwste versie verlicht op een slimme manier, alleen wanneer dat nodig is. De hypermoderne lantaarnpaal is namelijk uitgerust met een geluidscamera van het Eindhovense Sorama. ‘Daarmee kan de lantaarnpaal horen of er verkeer of wande-

laars in de buurt zijn en dan in- of uitschakelen’, legt business developer Ton van Oort van Sorama uit. Maar de instrumentatie van het bedrijf kan ook voor beveiliging worden ingezet. Hij wijst op een grijze kast aan de wand van de stand

LIGHTYEAR HAALT PARTNER EN FINANCIERING ZONNE-AUTO OP Lightyear is een strategische samenwerking aangegaan met Edag. Dat Duitse automotivebedrijf helpt de Helmondse start-up bij het (door)ontwikkelen van haar commerciële zonne-auto. De vierwielaangedreven auto krijgt geïntegreerde zonnecellen op het dak, die op normale dagen genoeg energie opwekken om zo’n 800 kilometer af te leggen op een volle accu. Eventueel

bijladen, wat bijvoorbeeld in de winter nodig kan zijn, kan via een normaal stopcontact. Voor de productie van de eerste modellen heeft Lightyear dertig miljoen euro nodig. In de eerste investeringsronde werd ‘met gemak’ vijf miljoen opgehaald. Binnenkort komt er een tweede investeringsronde. www.lightyear.one

op de Hannover Messe. ‘Samen met camerafabrikant Axis hebben we een systeem ontwikkeld dat oren geeft aan de camera’s die bijvoorbeeld een stadscentrum bewaken. Met het algoritme erachter is het in staat te horen of er sprake is van gewoon stadslawaai of een vechtpartij. Zo kan de camera zich steeds richten op wat relevant is en wanneer nodig een alarm afgeven aan de politie.’ Ton van Oort van Sorama: ‘De paal kan gericht in- of Met die ‘smart-city-appliuitschakelen.’ Foto: Com-magz caties’ begeeft Sorama zich op een geheel nieuwe markt. politie veel gerichter kunnen inzetTot nog toe richtte de spin-out van ten. We zoeken nog naar een Philips zich vooral op de r&d-markt gemeente die ons de ruimte biedt waar de geluidscamera’s gebruikt voor het opbouwen van een goede worden voor het analyseren van het geluid en trillingen van producten in businesscase waarmee we dat keihard kunnen aantonen’, vertelt ceo Rick ontwikkeling, om die aan de hand daarvan verder te verbeteren. ‘Steden Scholte, vorig jaar nog winnaar van kunnen met slimme toepassingen als de KIVI-prijs Ingenieur van het Jaar. www.sorama.eu die van ons veel geld besparen, bijvoorbeeld doordat ze daarmee de

juni 2018

51


Maak productie en planning

FUTURE-PROOF (ERP) Software

Cloudoplossingen

Branchekennis

Innovatieve ICT oplossingen op basis van Microsoft Dynamics AX:

HOOFDKANTOOR

KANTOOR DEVENTER

CONTACTGEGEVENS

Noorderpoort 21

Hanzeweg 1A

+31 (0)88 - 424 28 28

5916 PJ Venlo

7418 AW Deventer

info@pulse.nl

www.pulse.nl


ROBOT VAN TMC-EMPLOYENEURS INTERESSANT VOOR LEGER, BRANDWEER EN POLITIE

THROWABOT: ‘GOOIBARE’ LEVENSREDDER In gevaarlijke situaties levensreddende data verzamelen. Voor dat doel ontwikkelt een team binnen het TMC Entrepreneurial Lab een slimme, ‘gooibare’ robot: Throwabot. Op de laatste, jaarlijkse ‘Stafdag’ van het ministerie van Defensie werd een werkend prototype gedemonstreerd. ‘We kregen veel enthousiaste reacties, onder meer van de luitenant-generaal van de landstrijdkrachten’, vertelt initiatiefnemer en ‘employeneur’ Danny Hameeteman.

DOOR PIM CAMPMAN

T

hrowabot is een compact, rollend en op afstand bestuurbaar robotje. Hij is robuust en moet nog robuuster worden, legt Hameeteman uit. ‘We willen hem ‘marineproof’ maken: je moet hem in een rugzak kunnen proppen en letterlijk over een muur kunnen gooien, zonder dat er onderdelen afbreken of beschadigen. Om dat op een relatief goedkope manier voor elkaar te krijgen, lopen we nog wel tegen wat uitdagingen aan.’ Trigger voor het Throwabot-project was de Nederlandse Marine. Om gekaapte tankerschepen in de wateren buiten Somalië snel te kunnen heroveren, schreef die een tender uit voor een robot die op een gekaapt schip informatie kan verzamelen over bijvoorbeeld het aantal kapers, hun bewapening en waar de kapers – en de bemanning – zich bevinden. Omdat het dek van tanker- en containerschepen hoog uittorent boven dat van patrouilleschepen van de Marine, moet de robot ‘gooibaar’ en dus zeer robuust zijn. Hameeteman: ‘Na gesprekken met mensen bij de Marine zijn we aan de slag gegaan. Al snel kwamen we tot de conclusie dat er veel méér situaties zijn waarin zo’n robot goed van pas komt.’ Hij doelt op bijvoorbeeld oorlogssituaties (waar zitten de snipers?), ontvoeringen, ingestorte gebouwen en plekken waar levensgevaarlijke gassen vermoed worden. Kortom: allerlei situaties waar je als reddingswerker maar beter wegblijft. ‘Dus ook voor brandweer en politie interessant.’

MULTIDISCIPLINAIR Het Throwabot-project werd najaar 2016 geïnitieerd; sinds voorjaar 2017 is het een officieel project binnen het TMC Entrepreneurial Lab (TEL).

Danny Hameeteman bij het prototype van Throwabot, de compacte, robuuste en slimme robot die de potentie heeft om straks levens te redden. Foto: TMC

Hameeteman: ‘In een pitch hebben we het TMCbestuur overtuigd van onze mooie doelstellingen. Dat is een van de spelregels van TEL om voor financiering voor het ontwikkelen en bouwen van prototypes in aanmerking te komen.’ Met ‘we’ doelt hij op het Throwabot-team, zes TMC’ers sterk. Met kennis van vakgebieden zoals elektronica-integratie en -testing, mechanica/ werktuigbouwkunde en software, en gedetacheerd bij verschillende opdrachtgevers van TMC. Danny Hameeteman zelf is mechatronic design engineer, afgestudeerd aan de TU Delft. Hij is sinds augustus 2016 ‘employeneur’. Zoals gebruikelijk bij TMC begon hij als afstudeerder ‘op de bank’ – rondsnuffelen, interne trainingen volgen, netwerk opbouwen, TEL-project opzetten. Sinds ruim een halfjaar is hij bij ASML aan zijn tweede detachering bezig.

STEUN TMC-NETWERK De TEL-projecten worden in de vrijetijd uitgevoerd. ‘We komen elke week minimaal een keer bij elkaar. Daarbij hebben we de afgelopen tijd veel klantenbezoeken gedaan. TMC faciliteert dat met financiering en ruimte. En we kunnen het TMC-netwerk aanspreken voor expertise, bijvoorbeeld op software- of IP-gebied.’ TMC zette TEL op om de employeneurs te stimuleren hun ondernemerschapsvaardigheden te ontwikkelen, in projecten die technologisch uitdagend en maatschappelijk relevant zijn en ook een dosis soft skills en creativiteit vereisen. ‘Die combinatie van mooie projecten, bij klanten én binnen TEL, was voor mij de reden om voor TMC te kiezen’,

aldus Danny Hameeteman. ‘Enerzijds heb je hier de veiligheid en zekerheid van het hebben van een werkgever, anderzijds geven ze de ruimte voor ondernemerschap.’

TOEKOMSTIGE OPTIES Het Throwabot-project loopt nu ruim een jaar. In die tijd is veel vooruitgang geboekt. Maar klaar is de robot nog niet. ‘Functionaliteiten als videoen audiostreaming zijn aan boord; en hij kan op afstand bestuurd rijden. Toekomstige opties zijn onder meer bewegingsdetectie met slaap-/waakmodus, infraroodcamera, gas- en hittedetectie en self-destruct (de robot vernietigt zichzelf als hij in verkeerde handen dreigt te komen, red.). We werken eraan hem nog kleiner, lichter en robuuster te maken. En ease of use is heel belangrijk, dus geen ingewikkelde interface of tientallen knopjes; iedereen die de afstandsbediening in handen gedrukt krijgt, moet de robot direct intuïtief kunnen bedienen.’ Met wat Throwabot vandaag is en kan, kunnen Hameeteman en consorten de boer op. ‘We hebben een werkend prototype, waarmee we kunnen laten zien waar de technologie naartoe gaat: over vijf of tien jaar is dit de standaard, zorg dat je erbij bent. Op de Stafdag van Defensie kwam die boodschap goed over. Dan sta je met iemand te praten, die zonder je het doorhebt een hoge generaal blijkt te zijn – en die enthousiast is over Throwabot. Een mooie ervaring.’

www.tmc-employeneurship.com

juni 2018

53


KORT

TWEE NIEUWE STARTERSFONDSEN IN BRAINPORT In de Brainportregio zijn de afgelopen tijd twee nieuwe investeringsfondsen voor start-ups en – vooral – scale-ups ontstaan. In het Eindhoven Venture Capital Fund II, dat zich richt op Zuid-Oost Brabantse hightech bedrijven die de start-up fase

zijn ontgroeid, hebben veertien investeerders, waaronder BOM Brabant Ventures en VDL, samen twaalf miljoen euro gestort. Uiteindelijk moet dat dertig miljoen euro worden, waarmee dan zo’n zestien scale-ups gefinancierd

5G-PROEFTUIN BREIDT UIT NAAR NOORD-GRONINGEN De 5G-proeftuin van 5Groningen wordt opgeschaald naar testlocaties in Noord-Groningen. Ondernemers kunnen daar hun 5G-experimenten in de praktijk doen. Het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) draagt twee miljoen euro bij. Zo kan de marktintroductie van innovaties op het gebied van connectiviteit versneld worden. Binnen de

5G-proeftuin testen (mkb-)ondernemers en non-profitorganisaties verschillende toepassingen van 5G. Prototypes van innovaties worden uitgeprobeerd in het 5G Lab, waarover 5Groningen sinds medio vorig jaar beschikt op het Zerniketerrein in Groningen. www.5groningen.nl

kunnen worden. Ook nieuw is het Automotive Incubator Fund, dat start-ups en scale-ups in slimme mobiliteit en groene technologie met geld en raad en daad gaat helpen om de lastige stap van prototype naar volumeproductie te maken. Daar-

voor hebben diverse bedrijven en private investeerders inmiddels dertig miljoen euro gefourneerd. www.ecfg.nl www.shift2start.eu

DEN HAAG CREËERT MEER RUIMTE VOOR START-UPS Den Haag heeft op de start-up hub ‘De Binckhaven’ een nieuw pand gerealiseerd: Apollo 14.Dat biedt in totaal ruim 1.200 vierkante meter betaalbare huisvesting aan startende, creatieve ondernemers. Samen met de ondernemers, potentiële klanten en diverse enablers die daar al zitten, kunnen zij in het creatief-industriële, innovatieve en experimentele

klimaat ‘met rauwe randjes en een dynamische vibe’ verder uitbouwen en groeien door samenwerking, netwerken en experimenteren. Den Haag, dat zich afficheert als ‘ImpactCity’, investeert middels het programma Impact Economy in goede voorzieningen voor start-ups en scale-ups. www.impactcity.nl

On time On budget To specification In co-creation From start to finish

Make complex easy

Our customers and business partners choose to do business with us, because we enable them to focus on their core activities, while we help them develop and optimize their manufacturing processes and products. Masévon Group

www.masevongroup.com

54

september 2009

lives high technology and quality. Every day.


PRODUCTSTRATEGIE

MARCEL TOONEN VAN LENZE OVER EFFICIËNTE PRODUCTIE VAN UNIEKE PRODUCTEN

ÉÉN IS HET MAGISCHE GETAL De standaardisatie van producten betekent dat veel eindgebruikers niet krijgen wat ze willen voor een scherpe prijs. Kan ‘single piece flow’ of ‘batchgrootte 1’ de oplossing bieden voor dit probleem? Key account manager Marcel Toonen van Lenze vertelt over drie manieren die fabrikanten kunnen helpen bij het efficiënt produceren van producten die in feite uniek zijn.

inds de opkomst van massaproductie hebben fabrikanten en de gebruikers van hun producten moeten leren leven met een compromis. Aan de ene kant werken productiesystemen het best als de omstandigheden sterk gestandaardiseerd zijn, met identieke producten, identieke processen en een strakke controle over variatie. Aan de andere kant is iedere gebruiker uniek. Gestelde eisen, gebruik en omstandigheden kunnen wezenlijk verschillen, dus ‘ideale’ versies van dat product ook. Key accountmanager consumer goods Marcel Toonen van Lenze: ‘Gewoonlijk heeft zo’n compromis een prijs. Gebruikers moeten ofwel een product accepteren dat ‘bijna’ geschikt is voor hen, ofwel een premium prijs betalen voor een niet-standaard item dat beter past. Op hun beurt moeten fabrikanten manieren vinden om een groter deel van hun gebruikers beter passende producten te bieden.’ Vaak worden hiervoor buffervoorraden gebruikt, om vraag en aanbod van elkaar te scheiden. Productvarianten worden in identieke batches gemaakt en gebruikers kiezen uit het aanbod hun voorkeursoptie.

S

FUNDAMENTELE VERANDERING De opkomst van de ‘lean’ productie zorgde voor een fundamentele verandering in het denken. Lean bedrijven proberen iedere vorm van verspilling uit hun processen te elimineren. En overtollige voorraad wordt gezien als een belangrijke bron van verspilling. Om dit te verminderen, ontwerpen deze bedrijven hun productieprocessen zodanig dat ze snel kunnen omschakelen tussen productvarianten. Met technieken zoals Single Minute Exchange zijn productielijnen extreem snel opnieuw te configureren. Deze aanpak werd bekend als ‘single piece flow’. ‘De oorspronkelijke lean productiesystemen hadden nog steeds aanzienlijke beperkingen. Ze werkten alleen omdat fabrikanten het aantal productvarianten zeer beperkt hielden. Maar vandaag de dag is een handjevol varianten niet langer voldoende’, aldus Marcel Toonen. ‘Producten zijn geavanceerder, complexer en tot meer in staat, maar gebruikers zijn veeleisender geworden en willen oplossingen die precies aan hun eisen voldoen. We gaan van

massaproductie naar massa-customization.’ Er is geen enkele strategie waarmee fabrikanten ‘batchgrootte één’ kunnen bereiken zonder dat dit zorgt voor hoge extra productiekosten. Key accountmanager Marcel Toonen van Lenze: ‘Vandaag de dag is een handjevol Maar de opkomst van productvarianten niet langer voldoende.’ Foto: Lenze Industrie 4.0-technologieën biedt bedrijven krachtige nieuwe manieren om hun flexibiliteitsin de software worden geïmplementeerd. Door doelen te bereiken. Toonen heeft het over drie aan productiemachines extra bewegingsassen toe gebieden waarop technologie en een nieuwe te voegen kunnen ze voor meer productvarianten benaderingswijze een groot verschil maken. gebruikt worden, en tussen cycli door opnieuw geconfigureerd worden om unieke componenten te produceren. CNC-bewerking en additieve MODULARISERING fabricageprocessen kunnen ervoor zorgen dat Marcel Toonen: ‘Door productontwerpen en prominder of zelfs geen matrijzen en andere vaste ductiesystemen uit modulaire eenheden samen te gereedschappen meer nodig zijn. stellen, kunnen organisaties het beste van twee werelden combineren. Standaardisatie op moduleniveau biedt controle, eenvoud en schaalvoorINTEGRATIE delen. En door verschillende modules samen te Het belangrijkste van Industrie 4.0 zit volgens brengen, of door ze te combineren met een klein Toonen echter niet in de afzonderlijke machines. aantal echt op maat gemaakte componenten, Dankzij het gebruik van open netwerkstankunnen zeer vergaand op maat gemaakte producdaarden en snelle, ‘lage’ communicatietechnoten worden gefabriceerd. Autofabrikanten weten logieën kunnen machines veel effectiever samenzo hun modelassortiment aanzienlijk uit te breiwerken. Als horizontale integratie tussen den, terwijl ze hun kosten strak in de hand hielmachines krachtig is, is verticale integratie transden. In onze markt – industriële automatisering formatief. Door hun frontline productiemiddelen – gebruiken we modulaire benaderingen om te verbinden met bedrijfsnetwerken of met klanten een breed scala aan oplossingen te biecloudsystemen, die informatie kunnen delen tusden, en tegelijkertijd de doorlooptijden beperkt sen verschillende locaties of over bedrijfsgrenzen en de prijzen concurrerend te houden.’ heen, kunnen bedrijven complexiteit beheersen op manieren die tot nu toe niet mogelijk waren. ‘Batchgrootte 1’, massa-customization en ‘single VAN HARDWARE NAAR SOFTWARE piece flow’ zijn niet voor elk product of elk proOok het implementeren van functies in software ductieproces de beste oplossing. Marcel Toonen: in plaats van hardware kan de flexibiliteit vergroten. In producten kunnen softwarefuncties in- of ‘Fabrikanten moeten een evenwicht vinden tusuitgeschakeld worden. Daarnaast kunnen tijdens sen schaalvoordelen en standaardisatie nastreven de gehele levenscyclus van het product nieuwe of waar dat mogelijk is, en differentiatie aanbrengen verbeterde functies worden toegevoegd. ‘De softwaar dat daadwerkelijk waarde toevoegt. Digitale ware zelf wordt ook steeds meer modulair, met technologieën en Industrie 4.0 veranderen de standaardinterfaces waarmee bedrijven snel spelregels, maar bieden tegelijkertijd nieuwe geavanceerde softwareapplicaties kunnen samenmanieren om complexiteit in de productie te stellen uit gestandaardiseerde, bewezen blokken beheersen en er flexibiliteit aan toe te voegen.’ code.’ In de productie kunnen veel functies die ooit waren gekoppeld aan vaste hardware nu ook www.lenze.com

juni 2018

55



INDUSTRIEBELEID

PROVINCIE GELDERLAND INVESTEERT IN SLIMME EN SCHONE FABRIEKEN

‘SCHOORSTEEN ERAF, 3D-PRINTERS EN ROBOTS ERIN’ Gelderland is op zoek naar ‘prachtige voorbeelden’ voor de fabriek van de toekomst. Die voorbeelden moeten (mkb-)bedrijven inspireren om hun fabriek ook slimmer en schoner in te richten en jongeren laten zien dat de industrie een moderne werkomgeving kan bieden. De provincie investeert daarom 1 miljoen euro extra in de industrie van de toekomst via een tenderregeling: bedrijven met nieuwbouwplannen kunnen een voorstel doen voor het nog slimmer en schoner inrichten van hun nieuwe fabriek. De beste voorstellen komen in aanmerking voor maximaal 200.000 euro, op voorwaarde dat indieners hun ervaringen delen met collega-bedrijven.

DOOR HANS VAN EERDEN

‘W

e hebben in Gelderland 8.000 maakbedrijven die zorgen voor 100.000 banen, elf procent van de banen in de provincie’, motiveert gedeputeerde Michiel Scheffer de inzet van de tenderregeling Slimme en schone demonstratiefabrieken. ‘We willen deze bedrijven helpen de stap naar Industrie 4.0 te maken: een slimme en schone industrie waarin afval de nieuwe grondstof is. De schoorsteen eraf, Gelderland is met de tenderregeling Slimme en schone demonstratiefabrieken op zoek naar ‘prachtige voorbeelden’ voor de 3D-printers en robots erin.’ Hij denkt aan fabriek van de toekomst, zoals AWL in Harderwijk die al heeft ingericht. Foto: Provincie Gelderland investeringen in slimme digitale productietechnologieën of het schoner maken meer bedrijven in contact te komen om zicht te verwacht dat het voor de industriële koplopers van productieprocessen door hergebruik van krijgen op wat ze doen en waar ze tegenaan gemakkelijker wordt om personeel aan te trekgrondstoffen of inzet van energie uit hernieuwlopen. Natuurlijk kennen we al heel veel bedrijken, omdat ze kunnen laten zien dat ze een bare bronnen. ‘Daarbij vragen we de ondernemer ven, ook via programma’s zoals Boost (Smart moderne werkomgeving bieden. ‘Vooral jongeren wel om de nieuwste kennis en ervaring die hij in Industry Oost-Nederland, red.). Boost gaat met kiezen voor bedrijven waar de nieuwste techniezijn plan opneemt te delen met mkb’ers. Door ons samenwerken bij de begeleiding van de kennisdeling willen we innovaties in de Gelderse ken, zoals 3D-printers en robots, onderdeel zijn bedrijven die een bijdrage ontvangen, bijvoormaakindustrie stimuleren.’ van het productieproces.’ Verder hoopt hij dat het beeld voor het aantrekken van aanvullende finanvoorbeeld van Gelderse toppers die investeren in ciering, en vooraf al bij de toetsing.’ De ingedienslimme en schone fabrieken en hun kennis daarDYNAMIEK AANJAGEN de voorstellen krijgen punten in de categorieën over delen, een aanzuigende werking heeft op Dominique Binkhorst, beleidsadviseur economie ‘slimmer’ (digitalisering, volgens criteria van nieuwe bedrijven die zich willen vestigen in de bij de provincie, spreekt van een unieke regeling. het landelijk projectbureau Smart Industry), provincie. Overigens kunnen ondernemingen ‘Er wordt veel gepraat over smart industry en ‘schoner’ (energiezuinigheid en circulariteit, van buiten de provincie ook meedoen aan de duurzaamheid en je ziet altijd dezelfde voorbeelvolgens bestaande prestatieladders en normen) den voorbijkomen. Maar in de praktijk aarzelen tender, voor nieuwbouwplannen in Gelderland en ‘kennisdeling’: hoe men collega-bedrijven wil veel ondernemers, zeker mkb’ers, om stappen te welteverstaan. Inmiddels hebben zich al de nodibereiken, bijvoorbeeld met rondleidingen of een zetten. Daarom hebben we deze laagdrempelige ge bedrijven met vragen gemeld bij Binkhorst. open huis. ‘Wij willen prachtige voorbeelden regeling opgezet. We mikken op ambitieuze ‘Die komen niet allemaal uit de metaal. Dat is hebben. Daarvoor moeten bedrijven in alle drie ondernemers met nieuwbouwplannen en willen positief, want we hebben in Gelderland een de categorieën punten scoren.’ hen met de bijdrage verleiden om hun plannen brede maakindustrie die we toekomstbestendig nog net wat slimmer en schoner te maken. We willen houden.’ De tenderregeling Slimme en willen niet alleen het innovatief mkb bereiken, in schone demonstratiefabrieken staat open tot TOEKOMSTBESTENDIG principe komt de hele maakindustrie in aan1 september. Waar de bedrijven zelf misschien nog wel meer merking. Die dynamiek proberen wij aan te moeten scoren, is in de war on talent. Scheffer wil jagen. Ook hopen we op deze manier met nog dat de tenderregeling daaraan gaat bijdragen. Hij www.gelderland.nl/subsidies

juni 2018

57


INNOVATIE

EERSTE BEDRIJF START EIND JULI PRODUCTIE OP BRAINPORT INDUSTRIES CAMPUS

‘BIC GAAT NU VLIEGEN’ ‘Van de vijf ‘fabrieken’ die hier uiteindelijk zullen staan, is dit de kleinste.’ Ferdinand Gremmen, directeur van SDK Vastgoed, duidt op het enorme pand waar we vanuit de bouwkeet op uitkijken. ‘Een rondje er omheen is anderhalve kilometer.’ Het kleurrijke casco is nagenoeg klaar; aan de imposante entree wordt de laatste hand gelegd. ‘In juli lopen de eerste bewoners en bezoekers daar in en uit. En vanaf komend schooljaar volgen zo’n 1.400 techniekstudenten van Summa College hier hun onderwijs.’

voor uit’, aldus de SDK-topman. Voor een huurder van het formaat KMWE (600 medewerkers) is in het ‘eerste fabriekje’ niet voldoende plaats. ‘Die kan terecht in de tweede fabriek, waarvan de voorbereidingen zijn gestart en die met 300.000 vierkante meter bedrijfsoppervlak bijna drie keer zo groot wordt. In fase 2 staan er nog drie van zulke gebouwen op stapel.’ Wanneer fase 2 aanvangt, hangt af van de toeloop van nieuwe huurders. ‘We gaan pas bouwen bij gebleken behoefte; dat doe je vraaggestuurd’, zegt Ferdinand Gremmen.

PARTNER MET LEF Bij wat er nu staat, lag dat anders. Jarenlang werden door overheid en industrie discussies gevoerd over dit gedurfde initiatief en steeds weer vraagtekens gezet. Is die BIC echt nodig? Gaat het wel werken? Komt het er ooit van? En ga ik erheen: what’s in for me? John Blankendaal, directeur van Brainport Industries – eveneens launching partner –, stond jaren geleden op het punt de handdoek in de ring te gooien. Crisisberaad, in allerijl ingelast op het Bossche Ferdinand Gremmen, directeur van SDK Vastgoed (links) en John Blankendaal, directeur van Brainport Industries: ‘We denken uiteindelijk op zestig provinciehuis, zorgde à zeventig huurders uit te komen.’ Foto: Bart van Overbeeke voor de ommekeer: de provincie NoordBrabant, de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM), gemeente DOOR PIM CAMPMAN AL 70% VERHUURD Eindhoven, Brainport Industries en SDK VastSteeds meer partijen delen die overtuiging, aldus goed (zelfstandige groep binnen VolkerWessels, Gremmen: ‘Voor ruim 70% van de ruimte in dit e Brainport Industries Campus (BIC) is die voor eigen rekening en risico projecten in ‘eerste fabriekje’ zijn inmiddels huurcontracten echt uit de startblokken. Die moet, zo is vastgelegd. We denken uiteindelijk op zestig à Zuid-Nederland ontwikkelt) sloten de rijen: de ambitie, een krachtige impuls geven zeventig huurders uit te komen – kleine, met die BIC gaat er komen! Niet in de laatste plaats aan waarin de Brainportregio wereldfaam 50 vierkante meter bedrijfsruimte, en grote, geniet: de hightech toeleversector. In het noorddankzij SDK Vastgoed met haar uitrol van visie zoals KMWE, met 28.000 vierkante meter.’ westen van Eindhoven, tussen de A2 en Einden concept. Gremmen: ‘Er moest er een partij KMWE-ceo Edward Voncken, een van de initiahoven Airport, wordt een setting gecreëerd die opstaan die het lef heeft om met, zoals ik het tiefnemers (launching partners) van de BIC, samenwerken, kennis delen, (open) innovatie, vaker uitdruk, één huurder in de binnenzak een tekende als eerste een huurcontract. Maar de smart produceren en een levenlang leren maxifabriek van 100 miljoen euro uit de grond te eerste bewoner is Anteryon. Dat huist, om de maal faciliteert – en die een wow-effect oproept stampen. Wij nemen dat weloverwogen risico, sloop van het huidige onderkomen op Strijp R bij jongeren en hun ouders, zodat de techniekwetende dat de hightech industrie in de Brainvóór te blijven, in juli over. KMWE doet dat opleidingen straks weer volstromen. Dat alles, portregio van wereldklasse is en we ervan overvanaf augustus, gefaseerd. ‘Om de productie niet menen de bedenkers, is een keiharde noodzaak, tuigd zijn dat de BIC noodzakelijk is om dat te te verstoren, trekken ze daar sowieso een jaar wil die sector van wereldklasse blijven. blijven.’

D 58

juni 2018


VLIEGEN DOOR ZICHTLOCATIE En nu staat die ‘eerste fabriek’ er – met ernaast een parkeergarage met duizend plaatsen –, al betreft het vooralsnog alleen de ‘huid’. ‘Het had voor de hand gelegen die op grond van de gemeente Eindhoven te bouwen’, vertelt Blankendaal. ‘In plaats daarvan werd een perceel aangekocht van de erven Philips, grenzend aan de A2. Op een zichtlocatie, zodat elke dag tienduizenden mensen zien wat hier gerealiseerd is en zeggen: tjonge, wat een imposant bouwwerk.’ Gremmen:

drankje, ijsje of lunch nemen. Waarbij ze, onbewust misschien, een inkijkje krijgen in de fantastische dingen die de hightech maakindustrie hier doet. Kom daar maar eens om op De Hurk (industrieterrein in Eindhoven, red.). Daar wordt het summum op machinebouwgebied gemaakt, maar aan de gebouwen is dat niet af te zien – op BIC straks wel.’ Blankendaal: ‘Om te laten zien hoe mooi techniek is en meer mensen te enthousiasmeren voor een studie of loopbaan in die sector, is er één week per jaar de Dutch Technology Week. BIC wordt een permanente DTW, 52 weken per jaar.’

PREMIUM SHARED FACILITIES

‘BIC wordt een permanente Dutch Technology Week, 52 weken per jaar’

‘Door op een zichtlocatie te beginnen, bewerkstelligen we dat de BIC gaat vliegen. Van: daar ga ik eens een kijkje nemen. We creëren hier het derde stadspark van Eindhoven, duizend hectare groot.’ Kort bij het stadscentrum (ongeveer zeven kilometer) en ook met het openbaar vervoer (HOV-halte) en op de fiets (slow lane) goed bereikbaar. ‘Gezinnen kunnen er genoeglijk verpozen en in het vrij toegankelijke Atrium een

Expertise – Passion – Automation

Op dit moment is de parkeergarage opgeleverd en is het casco van het eerste bedrijfsgebouw, dat stut op 75.000 palen, vrijwel klaar. Volgende slag is de inrichting. ‘Dat vergt investeringen van bij elkaar ten minste nog eens 100 miljoen euro’, zegt Gremmen. ‘Veel faciliteiten zitten in de vloer en worden klantspecifiek ontworpen. Op de verhuurde plekken kunnen we dus aan de gang, op de niet-verhuurde nog even niet.’ Insteek voor de inrichting is shared facilities: niet zelf doen als delen efficiënter is: vergaderruimtes, horeca, cleanrooms, installaties, logistiek, AddFab (3D-printing), enzovoort. En voor Summa-leerlingen geen ouwe meuk om het vak op te leren, maar state-of-the-art machines, die A-merken als Festo en DMG Mori om niet ter beschikking stellen. Aanjagers van innovatie op BIC zijn

verder het Innovatieprogramma van Brainport Industries (met zeven focusgebieden) en de fieldlabs die er hun thuisbasis krijgen, onder meer Flexible Manufacturing, Smart Connected Supplier Network, TecLab en AddFab.

SMART LOGISTICS 4.0 De shared facilities krijgen een plek in het Atrium, de ‘rode loper’ aan weerszijden van de imposante, glazen entree. Daaronder, op maaiveldniveau, bevindt zich de ‘shared’ logistieke ruimte, waar straks zelfrijdende en zelfdenkende agv’s (automatic guided vehicles) materialen afleveren aan de bedrijven op niveau 2 en bewerkte producten naar de docks afvoeren. Smart logistics 4.0. BT Brammer gaat dat in goede banen leiden. Cradle-to-cradle en design for disassembly zijn basisprincipes voor de fabrieken van de toekomst die op BIC worden ingericht, zegt Ferdinand Gremmen. ‘We kunnen dit gebouw vandaag afbreken en morgen ergens anders weer opbouwen. Alles is ontwikkeld en gebaseerd op de principes van circulariteit. Niet meer met een busje van bewerking naar bewerking rijden, maar alles samen met partners op BIC doen. Volgende stap is de energie die we verbruiken zelf opwekken – dat is ook hightech. Op al die vlakken gaat deze campus het verschil maken.’

www.brainportindustriescampus.com www.sdkvastgoed.nl

Innovatie is nog maar het begin Innoveren betekent voor SMC aanpassen aan nieuwe ontwikkelingen. U vertrouwt op de kwaliteit van onze automatiseringssystemen. U wilt machines of productielijnen bouwen die energiezuinig zijn, een veilige werkomgeving bieden en ook minder CO2 uitstoot opleveren. Maar wat u nog meer bezighoudt, is hoe onze producten en technische kennis bijdragen aan uw voorsprong in de markt. Daarom voelen wij ons niet alleen verantwoordelijk voor innovatieve producten en oplossingen, waarvan wij er jaarlijks zo’n vijftig introduceren. Wij begrijpen vooral uw uitdagingen om het nog beter te doen. Dus helpt SMC u om de beste in uw markt te worden. www.smcpneumatics.nl

juni 2018

59



PROCESVERBETERING

JEVEKA DOET PILOT MET LOGISTIEK WEEGSYSTEEM BIJ NIJDRA

SMARTBIN: BETER INZICHT IN VERBRUIK MATERIALEN Het is een pilot waarvan de uitkomst eigenlijk direct al vaststond: succesvol. Technische groothandel Jeveka uit Almere test het logistieke systeem SmartBin bij de Nijdra Group uit Midden-beemster. De proef duurt nog tot eind van dit jaar, maar beide partijen beschouwen deze nu al als geslaagd. DOOR ANDRÉ RITSEMA

S

martBin is een logistiek systeem, waarbij de aanwezige voorraad van schroeven, bouten en moeren tijdens het productieproces op basis van gewicht continu in de gaten wordt gehouden. Langs een productiestraat staan voorraadbakken, elk op een eigen weegschaal. Als de voorraad in één van de bakken onder een vooraf afgesproken gewicht komt, geeft het systeem via de computer een signaal af aan de leverancier, in dit geval Jeveka. Die kan vervolgens de voorraad weer aanvullen.

BEHEERSBARE PILOT Jeveka is naar eigen zeggen het eerste bedrijf in Nederland dat met SmartBin aan de slag gaat. Er werd gekozen voor een pilot bij de Nijdra Group, een toeleverancier van fijnmechanische onderdelen en mechatronische modules voor de hightech industrie. Die keuze lag voor de hand, zegt procurement-, product- & servicemanager Michel van Nieuwenhuizen van Jeveka. ‘Ze zijn al jaren een goede klant van ons. Het is bovendien een bedrijf waar vrij eenvoudig een goede, beheersbare pilot te doen was.’ In januari van dit jaar ging de proef van start. Vooral in het voortraject is er veel werk verzet, aldus Van Nieuwenhuizen. ‘We moesten goed bekijken welke artikelen we wilden testen,

hoeveel weegbakjes er moesten komen en welke stellingmaterialen we gingen gebruiken.’ Het werd uiteindelijk één stelling met in totaal 68 bakjes met bouten, moeren en schroeven, plus bijbehorende weegschalen. Een computer controleert het gewicht in de bakjes en geeft dagelijks de hoeveelheden door aan de computer van Jeveka. Omdat er bij Nijdra niet precies werd bijgehouden hoeveel bevestigingsmaterialen gebruikt worden, moest het vooraf geschatte verbruik van de bouten en moeren een paar keer worden bijgesteld. ‘Dat is natuurlijk onderdeel van de pilot. Wat we gemerkt hebben: het systeem valt of staat met de juiste opzet en inrichting’, concludeert Van Nieuwenhuizen.

DODE VOORRAAD Een belangrijk voordeel van SmartBin, zo bleek tijdens de pilot, is dat er veel meer en beter inzicht ontstaat in het gebruik van de materialen. ‘Zo kwamen we erachter dat er toch nog wel wat dode voorraad was: materialen die niet gebruikt worden. Die hoef je dus ook niet meer te bestellen.’ Een ander voordeel: de bestellingen worden automatisch door de computer gedaan (en door Jeveka geleverd). ‘Er komt geen inkooporder meer aan te pas. We sturen alleen achteraf nog een factuur. Dat scheelt natuurlijk ook in de werkzaamheden en de kosten’, aldus Van Nieuwenhuizen.

Het systeem kan de voorraad aanvullen voordat iemand doorheeft dat de bodem in zicht komt.

Michel van Nieuwenhuizen van Jeveka: ‘Er komt geen inkooporder meer aan te pas.’ Foto: Jeveka

Vijf keer werd er door de computer een spoedorder geplaatst, toen een bakje ineens leeg bleek te zijn. ‘Hadden medewerkers van een andere afdeling een bakje leeggehaald omdat ze zelf niets meer hadden. Dat zijn wel even leermomenten, ja. Je moet de mensen duidelijk maken dat dat niet de bedoeling is.’ Ook bij Nijdra zijn ze tevreden, aldus logistiek manager René Overtoom. ‘Als medewerkers in het verleden misgrepen, kwam het hele productieproces stil te liggen. Je moet een nieuwe bestelling doen, wachten op de levering. Het belangrijkste voordeel nu is dat dat nooit meer gebeurt. Het systeem kan de voorraad aanvullen voor iemand doorheeft dat de bodem in zicht komt. Het verloopt allemaal even soepel.’ Het ligt voor de hand dat Nijdra het systeem groter gaat inzetten, aldus Overtoom. ‘We moeten nog samen zitten, maar de eerste signalen zijn gewoon goed.’ Jeveka hoopt SmartBin dit jaar bij nog twee tot drie andere klanten te installeren. Van Nieuwenhuizen: ‘We hebben ermee op een beurs in Utrecht gestaan, en daar kregen we veel goede reacties. We kunnen potentiële klanten meenemen naar Nijdra en laten zien hoe het systeem werkt. Alleen in die zin al is de pilot geslaagd.’

www.jeveka.com/nl www.nijdra.com

juni 2018

61


L U I T E N IT: SLIM OF SCHLIMM?

E

indelijk een lang weekend. Een uitgelezen kans om eens een paar dagen weg te gaan. En zo vertrokken wij naar Keulen. Ontspannen onderweg, muziekje aan. Eens kijken of die app Waze echt zo goed werkt. Waze is een broertje van Google Maps en bepaalt op een slimme manier, gebruikmakend van big data en realtime gebruikersdata, de beste route. En bij aankomst? Echt goed zeg! Wat een verbetering kan dit brengen in mijn dagelijkse autoritten. Letterlijk en figuurlijk ‘vooruitgang’ dus.

Thomas Luiten, directeur QRM Management Center, publiceert in Link Magazine of op de website een serie columns over de kloof die er in veel bedrijven gaapt tussen de business (kantoor) en de werkvloer, en de gevolgen die dat heeft voor doorlooptijd en flexibiliteit. Hij doet dat steeds vanuit een andere invalshoek.

De stad Keulen zelf was ook een openbaring. Bruisend, vol levendige pleinen, moderne mensen gecombineerd met veel historie, gedrenkt in zelfspot en humor. Ja, het gaat over Duitsland, echt! Zo moest er indertijd een standbeeld van Wilhelm III, koning van Pruisen, komen. Deze koning was echter niet geliefd in Keulen en daarom plaatsten de inwoners het beeld van deze man te paard richting de uitgang van de stad. En rondom werden beelden geplaatst van notabelen die hun gezichten afwenden. Op het terras in de zon. Heerlijk, eindelijk vakantie. Maar zoals een haperend proces in een fabriek gemakkelijk herkenbaar is, zo is het ook bij een restaurant of terras.

Het maakt niet uit wat je maakt, maar hoe je het maakt. Op enkele tafels stonden lege glazen en kopjes. En nog opvallender was dat een serveerster, turend op een mobieltje, regelmatig twijfelend op en neer liep. Het stel naast ons had maar de helft van de bestelling gekregen en achter ons klaagden mensen dat het zo lang duurde. Een ober met een blad vol drankjes sloeg hen over om na een omweg terug te komen. Het bleef bij beleefdheden en een ongemakkelijke glimlach. Lijkt dit niet gewoon op een fabriek met slechte of te ver ingerichte IT-systemen? Verkoop voert orders alvast in, soms slecht gedefinieerd en vervolgens gebrekkig vertaald naar de fabriek. En wie krijgt het te verduren? Dat is eenvoudig, een fout vermenigvuldigt in de keten. Diegene aan het eind van de keten: de medewerker van Eindmontage of Expeditie. Aan het eind van de zweep valt de hardste klap. Bij de serveerster dus… Eindelijk bestellen we: ‘Zwei trockness Weisswein bitte. Und? Wie gehts?’ Ze wees op haar mobieltje. ‘Neues Spielzeug von meinem Chef...’ En ik maar denken dat dat alleen in fabrieken voorkwam. Het mobieltje staat symbool voor de IT-chaos waar nog veel bedrijven zich in bevinden. Maar Waze bracht ons foutloos en snel weer thuis. Het kan dus wel.

www.leanteam.nl

Elektronica-oplossingen voor uiteenlopende toepassingen Protonic ontwikkelt cruciale onderdelen voor de besturing van intelligente machines en apparaten voor uiteenlopende toepassingen. Research, engineering en productie: Protonic heeft hiervoor alles in huis. In co-creatie met u onderzoeken, simuleren, ontwikkelen en testen wij maatwerkoplossingen. Met als resultaat dat u nieuwe producten volgens een beter ontwerp in kortere tijd en tegen lagere kosten op de markt kunt brengen.

info@protonic.nl | www.protonic.nl

62

juni 2018


BEVEILIGING

VS IN STRENGE ITAR-REGELGEVING VAAG OVER CYBERSECURITY

LAAT JE ‘LICENCE TO OPERATE’ NIET HACKEN Bouwen onder licentie is bekend van onder meer de sterk overheidsgereguleerde aerospace & defense-markt. Zo’n licentie is waardevol, maar komt wel met de nodige voorwaarden. Vaak mede gebaseerd op ITAR (International Traffic in Arms Regulations), door de VS vastgelegde regelgeving voor de export van militair materieel en het delen van de gerelateerde technische informatie. Daarvoor moeten bedrijven tegenwoordig hun databeveiliging op orde hebben. ITAR blijft echter vaag over hoe dat moet worden ingericht, waarschuwt Marcel van Oirschot, commercieel directeur van cybersecuritybedrijf Fox-IT.

DOOR HANS VAN EERDEN

eel bedrijven in de aerospace & defensemarkt bouwen onder licentie bijvoorbeeld vliegtuigen of onderdelen daarvoor. Die licentie vertegenwoordigt voor hen een grote waarde en vormt misschien wel hun bestaansrecht, zegt Marcel van Oirschot. ‘De licentie verliezen, omdat niet meer is voldaan aan de licentievoorwaarden, is dus een bedreiging.’ Van die voorwaarden zal ITAR vaak deel uitmaken en misschien wel de hoofdmoot vormen: de Amerikaanse overheid vat het ITAR-begrip arms breed op, vanuit het ‘dual use’-principe. Niet alleen ‘echte’ wapens vallen eronder, maar alles wat een militaire toepassing zou kunnen krijgen, zoals een civiel vliegtuig en veel apparaten en machines. Daar komt bij dat ITAR naast fysieke producten ook de technische informatie erover bestrijkt. Dus is hier de beveiliging van (het delen van) die informatie aan de orde. Van Oirschot: ‘Niet iedereen binnen een bedrijf is zich echter bewust van de waarde van die licentie en van de noodzaak om te voldoen aan de bijbehorende voorwaarden, lees om de cybersecurity op orde te hebben.’

V

‘HEK’ TEGEN HACK Een goed voorbeeld van de impact van ITAR is de Joint Strike Fighter (JSF, tegenwoordig F35). Het Verenigd Koninkrijk dreigde ooit uit het

Toeleveranciers voor de F35 moeten hun cybersecurity goed op orde hebben; worden ze gehackt, dan kunnen ze hun ‘licence to operate’ verliezen. Foto: Lockheed Martin

JSF-programma te stappen omdat de VS weigerde een (gedeeltelijke) vrijstelling te verlenen van de strenge regelgeving, zoals voor het delen van gevoelige informatie met niet-Amerikanen. Vorig jaar nog werd bekend dat bij een hack van een Australische producent van JSF-onderdelen dertig gigabytes aan data waren ontvreemd. Van Oirschot. ‘Daar zullen de Amerikaanse overheid en JSF-producent Lockheed Martin niet vrolijk van zijn geworden. Zo’n gehackt bedrijf kan z’n licentie kwijtraken.’ Het was waarschijnlijk niet de eerste noch laatste hack van een JSF-gerelateerd bedrijf. Het verhaal gaat dat de Chinezen hun eigen ‘JSF’, J-20 genaamd, zo ‘bij elkaar hebben gesprokkeld’. Voor Nederlandse hightech suppliers die onder meer werken voor aerospace & defense, inclusief de JSF, is ITAR uiterst relevant. ‘Zij moeten om daaraan te voldoen weten hoe ze hun processen moeten inrichten. ITAR beschrijft wat ze wel en niet met hun data mogen doen, maar gek genoeg blijft cybersecurity daarbij onderbelicht. ITAR schrijft veel procesmatige maatregelen voor (zoals classificatie van documenten en autorisatie van personen, red.), maar vraagt geen speciale maatregelen voor cybersecurity. Het stelt geen eisen aan het benodigde beveiligingsniveau of de controle daarop. Dus is het voor bedrijven een beetje van ‘zoek het zelf maar uit’. Dat ITAR procesmatige dingen voorschrijft is leuk, maar die volgen wil nog niet zeggen dat je de data per

definitie goed hebt beveiligd.’ Kortom, je moet je cybersecurity goed op orde hebben en er dan maar van uitgaan dat het ITAR-compliant is. Maar hoe hoog het fysieke en virtuele ‘hek’ om het bedrijf ook is, de vraag blijft of dat voldoende is om aansprakelijkheid uit te sluiten als er toch een hack komt.

MENS, PROCES, TECHNIEK Uiteraard kan Fox-IT ook over deze kwestie adviseren. ‘Wij hebben het al een aantal keren mogen oplossen voor gehackte bedrijven. Er zijn er ook die ons vragen vooraf mee te denken; dat doen we liever.’ Dan begint het bij bewustwording. In dit geval van de waarde die de ‘licence to operate’ vertegenwoordigt en van het risico die licentie te verliezen bij inbreuk op de vertrouwelijkheid van de data. Gevolgd door maatregelen om de beveiliging op orde te brengen en te monitoren om te kunnen detecteren of je wordt gehackt. En er moet een crisisplan komen: wat te doen als je toch bent gehackt? Van Oirschot: ‘Eerst moet je mensen bewust maken van de problematiek en de noodzaak om de juiste dingen te doen en laten. Daarvoor kun je in processen het nodige regelen en in een aantal gevallen zal nog wat technologie nodig zijn. Het gaat om de combinatie mens, proces en techniek – in die volgorde!’ www.fox-it.com

juni 2018

63


PRECISELY FORWARD NSK MOTION SOLUTIONS Voor diverse toepassingen, bijvoorbeeld CNC Bewerkingsmachines, Spuitgietmachines, Medische apparaten & Meetmachines, biedt NSK de beste technische standaard oplossingen en indien nodig een volledige technische ondersteuning. Elke NSK Lineaire geleiding, Kogelomloopspindel of Supportlager kan ook op maat gemaakt worden voor uw toepassing. NSK, de enige leverancier van uitgebreide technische support, brengt u een stap vooruit in uw markt. U vindt meer informatie op www.nskeurope-motionsolutions.com.

LINEAR GUIDES | BALL SCREWS | SUPPORT BEARINGS SUPER PRECISION BEARINGS | ENGINEERING | SERVICES


PROCESVERBETERING

VAN MEEUWEN ADVISEERT HUHTAMAKI NEDERLAND OVER VERLENGING STANDTIJDEN EN REDUCTIE SMEERMIDDELENVERBRUIK

SMEREN OP HOOG NIVEAU Het smeertechnisch onderhoud vormt een grote kostenpost in het onderhoudsbudget van Huhtamaki Nederland, dat milieuvriendelijk verpakkingsmateriaal ontwikkelt en produceert. Leverancier van smeermiddelen Van Meeuwen heeft Huhtamaki daarom smeersystemen geadviseerd die niet alleen de standtijd in de productie verlengen, maar ook het olieverbruik terugdringen. ‘Dertig procent reductie, die systemen verdienen we binnen één jaar terug.’ DOOR HANS VAN EERDEN

uhtamaki Nederland in Franeker (ruim 200 medewerkers) maakt molded fiber vormkarton voor de verpakking van eieren, fruit en wijnflessen, met als hoofdproduct eierdozen en -trays in alle soorten en maten. De grondstof is oud papier en sinds enige jaren ook gras. ‘Oud papier wordt steeds schaarser en dus duurder’, verklaart Jan de Haan, die als manager operations verantwoordelijk is voor de productie en de technische dienst. ‘We zijn op zoek gegaan naar alternatieve vezels en kwamen uit bij gras. Wereldwijd zijn we de eerste fabriek die eierdozen maakt die bestaan uit 50 procent gras- en 50 procent papiervezels. Binnen vijf jaar willen we gras aan al onze producten toevoegen. We betrekken dit onder meer van Staatsbosbeheer, het wordt niet uit de voedselketen voor koeien gehaald. Gras is een goedkopere grondstof dan papier en positieve bijkomstigheid is dat het niet of nauwelijks vervuild is. Dit in tegenstelling tot oud papier waar mensen allerlei afval bij gooien. Natuurlijk kent de verwerking van gras ook de nodige uitdagingen. Je moet het eerst refinen, pletten, zodat de vezels loskomen en opnieuw kunnen hechten.’

H

EXPERTISE BUNDELEN Zo innoveert Huhtamaki volop in zijn productie, mede gedreven door de prijsdruk. ‘We opereren in een concurrerende markt. Ook bij onderhoud kijken we hoe we de kosten naar beneden kunnen brengen.’ Daarbij werkt het bedrijf onder meer samen met Van Meeuwen uit Weesp, specialist in smeermiddelen, smeersystemen en de uitvoering van smeertechnisch onderhoud. ‘Huhtamaki is een grote klant van ons, de relatie bestaat al meer dan vijftien jaar’, vertelt Aart Verhoog, sales engineer bij Van Meeuwen. ‘Wij leveren hun olie, vet en smeersystemen voor lagers, tandwielkasten en kettingen, adviseren over nieuwe smeersystemen en trainen operators.’ Tegenwoordig is De Haan met zijn technische dienst heel erg op smeren

Transportband met eierdozen bij de droogkast; de close-up toont een smeersysteem van Van Meeuwen boven een ketting. Foto’s: Huhtamaki Nederland

gericht. ‘In het verleden was het een ondergeschoven kindje, iets wat nu eenmaal moest gebeuren. Maar inmiddels zijn we er wel achter dat we het smeren goed op orde moeten hebben om de slijtage op onderdelen zo veel mogelijk te beperken. Door onze eigen expertise en die van Van Meeuwen te bundelen, hebben we aanzienlijke vooruitgang geboekt.’

ZUINIGERE SMEERSYSTEMEN Een goed voorbeeld vormen de kettingen van de transportbanden die bij Huhtamaki de droogkasten ingaan. Eierdozen worden gevormd uit natte pulp en bestaan dan uit een derde vezels en tweede derde water. In een droogkast worden ze in tien minuten op 200-260 graden Celsius gedroogd. Die hoge temperatuur en de snelheid van de transportbanden vormen een grote aanslag op de conditie van de kettingen. De Haan: ‘De smering moet 100 procent kloppen, anders krijgen we storingen in de droogkast.’ Van Meeuwen leverde daarvoor de olie voor de smeersystemen die continu olie op de ketting druppelen. ‘Daarmee hebben we de standtijd van de kettingen van vijf à zes jaar naar meer dan tien jaar weten te verlengen’, meldt Verhoog. Dat leverde een kostenbesparing op, maar tegelijk is de olie – met de kettingen als grootverbruiker – een van de grootste kostenposten in het

onderhoudsbudget, stelt De Haan. De smeersystemen die nu op de kettingen zitten, zijn verouderd en kunnen niet meer voldoende worden afgesteld; ze verbruiken meer olie dan nodig, aldus Verhoog. ‘Daarom hebben we andere smeersystemen geadviseerd, die het verbruik van smeermiddelen met 30 procent reduceren.’ Twee jaar geleden is Huhtamaki, dat in totaal elf productielijnen heeft, begonnen enkele kleine machines van de nieuwe, zuinigere smeersystemen te voorzien. In het afgelopen pinksterweekend werden de twee grootste machines in Franeker ermee uitgerust. De Haan: ‘Die nieuwe smeersystemen kunnen fijner doseren, precies op de plek waar de smering nodig is. Bij de kleine machines werkt dat al zeer succesvol. Op die grote machines verdienen we de investering binnen één jaar terug. Dan gaat het om bedragen van enkele tienduizenden euro’s per machine per jaar.’ Jan de Haan is uiterst tevreden over de relatie met Van Meeuwen. ‘We komen driemaandelijks met een stuurgroep bijeen, waarbij naast ons hoofd technische dienst en Aart Verhoog van Van Meeuwen ook managing director Rogier van Meeuwen aanschuift. In die stuurgroep houden we ons bezig met het smeren en het verbeteren van het onderhoud. Die samenwerking verloopt erg goed.’ www.huhtamaki.com www.vanmeeuwen.com

juni 2018

65


PROCESVERBETERING

VERSPANEN 4.0 NOODZAKELIJK OP WEG NAAR INDUSTRIE 4.0

COMPETITIEVE HIGHTECH VEREIST HOGER NIVEAU VAN VERSPANEN Het Projectteam Verspanen 4.0 presenteerde zich afgelopen voorjaar voor het eerst op de Technishow 2018 in Utrecht. De belangstelling was groot, vooral omdat de Nederlandse verspaners aansluiting zoeken bij Industrie 4.0. ‘Daarvoor moeten we nog grote stappen zetten.’ DOOR JOS CORTENRAAD

et Projectteam Verspanen 4.0 werd geboren in 2015, in de nazit van het event Verspanen 2020. Directeur Henry van Haeff van 2-S raakte in gesprek met Karin Mous van Mikrocentrum in Eindhoven, platform voor de hightech industrie. ‘Hij kwam met het idee om door middel van praktijktesten de invloed van koelsmeermiddelen op het verspaningsproces aan te tonen’, vertelt Mous. ‘Nu beschikken wij niet over machines of apparatuur, maar zijn we wel de spin in het web voor een groot aantal maakbedrijven. We hebben wat lijntjes uitgegooid bij onze leden van het High Tech Platform en nog hetzelfde jaar zijn we gestart met het Projectteam Verspanen 4.0.’

H

machines en CAD/CAM-software. ‘Het gaat om kennis delen met als doel het verspanen naar een hoger niveau brengen. Noodzakelijk, willen we de hightech industrie blijven bedienen. De eisen worden steeds hoger, we moeten mee’, aldus Mous. ‘Bij Teclab hebben we inmiddels drie testprogramma’s afgewerkt. We zijn gestart met het testen van de invloed van koelsmeermiddelen op onder andere verspanende eigenschappen, gereedschapstandtijd en oppervlaktekwaliteit, gevolgd door een onderzoek naar vlekvorming op aluminium en de effecten van smeermiddelen op het latere reinigingsproces van een verspaand product. Geen wetenschappelijke onderzoeken, maar heel praktische, gerichte tests.’

HOGERE EISEN

Een van de leden van het Projectteam Verspanen 4.0 is Metel uit Waalwijk, leverancier aan een groot aantal verspaners en oem-toeleveranciers Die start was met vijf bedrijven. Inmiddels bestaat de groep uit twaalf en binnenkort dertien van metalen zoals titanium, wolfraam, zirkonium en koperlegeringen. ‘We leveren vooral speciale, ondernemingen die kennis uitwisselen en testen uitvoeren. Het projectteam onderzoekt de criteria kostbare materialen in het hogere segment’, zegt Dennis Wijnants, mede-eigenaar van Metel. voor een perfect verspaand product. De leden ‘Aan die materialen worden steeds hogere eisen zijn stuk voor stuk ketenpartners: de vakman (verspaner), leveranciers van materialen, gereed- gesteld op het gebied van zuiverheid, toleranties, trekvastheid, warmteweerstand en natuurlijk schappen, meetmiddelen, koelsmeermiddelen, gewicht. Omdat er onderdelen van gemaakt worden die terechtkomen in de machines van bijvoorbeeld ASML, Thermo Fischer en Philips Medical Systems. Voor ons is het belangrijk om te weten hoe de materialen Het projectteam wil kennis delen om het verspanen naar een hoger niveau te brengen. verspaand Foto: Mikrocentrum worden.

KENNIS DELEN

66

juni 2018

Daarom zijn we ook in het projectteam gestapt. Als wij weten wat klanten ermee doen, kunnen we daar rekening mee houden in de productie.’ Maar dat niet alleen. Wijnants: ‘ASML wil loepzuiver materiaal zonder vlekken. In het project werd duidelijk dat reinigen van het product met de ene olie in een uur klaar is, terwijl het met andere olie wel een halve dag kost. Daar kom je alleen achter als je met verschillende partijen zo’n test uitvoert.’

HOGER PLAN Maarten van Teeffelen, oprichter en directeur van CNC Consult, stapte met zijn bedrijf vrij snel na de start in het Projectteam Verspanen 4.0. ‘Logisch, negentig procent van mijn klanten zit in de verspaning. Wij helpen hen met automatisering en het aan elkaar knopen van alle bedrijfsprocessen. Dat doen we met bestaande software die wij integreren en installeren. Een intensief proces dat gemakkelijk een jaar in beslag neemt en uiteindelijk een smart factory moet opleveren. Verspanen 4.0 is een goed initiatief. Hier zitten alle partijen in de verspaanindustrie bij elkaar. We delen kennis en zoeken samen naar oplossingen om de Nederlandse maakindustrie naar een hoger plan te tillen. Dat is uiteindelijk de bedoeling: concurrerender worden. De verspaantak is daarin essentieel.’

PROCESVERBETERING Mark Camps van Machinimmo is het helemaal met Van Teeffelen eens. ‘Wij leveren frees- en vonkmachines van Japanse makelij aan de maakindustrie in de Benelux. Van die machines weten we uiteraard alles, maar onze klanten vragen niet alleen een machine; ze willen een oplossing. Hoe ze het beste kunnen reinigen bijvoorbeeld, welke softwaresystemen ze moeten gebruiken, welk materiaal. In het projectteam haal ik die kennis binnen zodat ik mijn klanten beter kan bedienen. Andersom maken de partners gebruik van onze expertise en testen we ook met onze machines. Het gaat om de verbetering van het totale proces.’

NOG EEN WEG TE GAAN Volgens Maarten van Teeffelen is het Projectteam Verspanen 4.0 bepaald niet overbodig. ‘Ik vind dat wij ons in Nederland iets te veel op de borst kloppen. Een aantal maakbedrijven was wel vroeg met robotisering, maar geautomatiseerde belading en palletisering betekent nog lang niet dat je vooroploopt met Industrie 4.0. Toch willen we dat nogal eens ten onrechte als best practice en revolutionair betitelen. Een robot die een


247TAILORSTEEL.COM 24 uur per dag en 7 dagen per week online tailor-made producten direct te bestellen Al vanaf één stuk maar ook seriematig. De vlakbedlasers, kantbanken en profiellasers staan voor u klaar.

Discover Sophia Your personal online assistant. Smart. Simple. Sophisticated. www.247TailorSteel.com

blokje metaal in een verspaningsmachine plaatst, is echter helemaal niet zo bijzonder. In andere landen zoals Duitsland en de VS zijn veel grotere stappen gezet. Daar is de industrie echt een stuk verder als het gaat om de integratie van automatisering, robotisering en integratie van de machinesoftware met de CAD/CAM- en ERP-systemen. We hebben echt nog een weg te gaan.’

SMART FACTORY De beste manier om stappen te zetten, is de inrichting van een smart factory, een proeffabriek. Van Teeffelen: ‘We hebben enkele goede tests gedaan bij Teclab. Bedoeling is dat we met Teclab verder gaan op de nieuwe Brainport

‘Samenwerken blijkt toch de beste manier om innovaties aan te jagen’

Industries Campus in Eindhoven. Met nieuwe machines en meer mogelijk-heden. Een echte smart factory waar we ideeën uittesten én waar we verspaners laten zien wat er allemaal mogelijk is. Bij een presentatie kunnen we ook alle vragen

behandelen. De verspaner krijgt dan met-een informatie over alle aspecten, en niet alleen van bijvoorbeeld de softwareleverancier of de machinebouwer. Dat werkt beter.’ Maarten van Teeffelen is ook voorzitter van de vakgroep productieautomatisering van FPT-VIMAG, de Federatie De belangstelling voor Verspanen 4.0 is groot, zo bleek dit voorjaar op de Technishow. voor Productie Foto: Mikrocentrum Technologie in Zoetermeer. ‘Dat is net als Verspanen 4.0 een netwerkleden en andere bedrijven binnen. De belangorganisatie met veel aandacht voor de praktijk. stelling is groot, dat was tijdens de Technishow Samenwerken blijkt toch de beste manier om heel duidelijk. Bedrijven willen hun processen innovaties aan te jagen.’ optimaliseren, beter worden. Daar dragen wij aan bij.’

NIEUWE TESTPROGRAMMA’S De komende drie jaar blijft Mikrocentrum het projectteam begeleiden. Karin Mous: ‘Er staan weer drie nieuwe testprogramma’s op stapel. Daarnaast komen er steeds meer vragen van

www.cncconsult.nl www.metel.nl www.machinimmo.com www.mikrocentrum.nl

juni 2018

67


PARTNERS

LIER COMBINEERT COMPACTE AFMETINGEN MET GROOT VERMOGEN EN HOGE TREKKRACHT

INNOVEREN DOOR LOSLATEN KLANT-LEVERANCIERSRELATIE Stema Systems brengt met de High Speed Power Winch een bijzondere lier voor de hydrografische industrie op de markt. Het gaat om een compacte lier met een vermogen van 10,7 kilowatt en een maximumsnelheid van twee meter per seconde. Bijzonder is ook de totstandkoming: Stema Systems, Zilvertron en Nidec werkten als één intern team samen. ‘Alleen door elkaar aan te vullen hebben we dit eindresultaat kunnen behalen.’ DOOR WOUTER HOEFFNAGEL

S

tema Systems richt zich op totaaloplossingen voor de hydrografische en geofysische markt. Voorbeelden zijn de meetsystemen Silas en Tune voor nautisch beheer en systemen voor offshore kabeldetectie met seismiek. Hierbij worden sondes met sensoren voortgesleept op een min of meer constante diepte c.q. hoogte boven de zeebodem. Een lier, bevestigd op het dek van het schip, maakt het mogelijk de sonde nauwkeurig op de gewenste afstand van de bodem te houden en in of uit het water te tillen.

NAUWE SAMENWERKING De High Speed Power Winch is ontwikkeld voor een Belgische klant. De combinatie van een groot vermogen, hoge maximumsnelheid, compacte afmetingen en automatische aansturing maakt deze lier bijzonder. Stema Systems uit Geldermalsen werkte bij de ontwikkeling ervan nauw samen met Zilvertron BV. Co-owner René Jansen: ‘Stema Systems is al zeker tien jaar klant van ons. We hebben ze onder meer geholpen bij de ontwikkeling van de voorloper van de High Speed Power Winch.’ Zilvertron is gespecialiseerd in kleine aandrijftechniek, met vermogens van ongeveer 500 watt tot grofweg 1 kilowatt (kW). ‘De High Speed Power Winch heeft een vermogen van 10,7 kW, dus ver buiten onze vermogensrange. Daarom hebben we Nidec Control Techniques gevraagd mee te denken over de aandrijftechniek voor deze lier’, zegt Jansen. Marco van den Berg, sales engineer drives & motors technology bij Nidec: ‘Wij hebben veel ervaring met lieren voor de theaterwereld en ook veel expertise in de maritieme sector. Belangrijke eisen voor deze lier, zoals compactheid en gewicht, komen overeen met theaterlieren.’

AUTOMATISCHE AANSTURING De High Speed Power Winch wordt geheel automatisch aangestuurd. ‘Detecteert de sonde dat de gewenste afstand tot de bodem is bereikt of de

68

juni 2018

bodem te dicht is genaderd, dan kan de software direct ingrijpen en de sonde op de juiste hoogte positioneren’, legt Coen Werner, manager r&d en senior geologist bij Stema Systems uit. ‘Heel belangrijk, want voor de kwaliteit van de meetgegevens is het van belang dat de sonde op een constante hoogte boven de zeebodem wordt voortgetrokken.’ De automatische aansturing is een belangrijk voordeel waarover maar weinig vergelijkbare lieren beschikken. ‘In de hydrografische industrie wordt bij weer en wind gewerkt. Bij een handbediende lier moeten werknemers bij nacht en ontij fysiek op het dek aanwezig zijn om de hoogte te regelen. Dit levert ongemak en ook veiligheidsrisico’s op.’

SNELHEID BELANGRIJK Snelheid is in de hydrografische sector van belang. Om in een bepaald gebied de zeebodem zo nauwkeurig mogelijk in kaart te brengen, varen hydrografische schepen doorgaans via vaste geografische lijnen heen en weer. ‘Aan het einde van zo’n lijn moet het schip draaien, waardoor de snelheid afneemt. De sonde beweegt hierdoor

• Bijzondere lier door drie bedrijven samen ontwikkeld. • ‘Bewust gekozen voor gelijkwaardige samenwerking.’ • ‘Voortvarend gegaan dankzij directe en korte communicatielijnen.’ • Dankzij slim ontwerp werd het vermogen geoptimaliseerd.

dere sondes zijn aangebracht en die al snel enkele honderden kilo’s wegen, waardoor ophijsen meer kracht vereist. De lier heeft daarom een maximale trekkracht van zo’n 420 kilo.’

COMPACTE AFMETINGEN Ondanks zijn grote trekkracht en hoge vermogen, is de High Speed Power Winch compact: ongeveer 1,2 meter hoog, 1,2 meter lang en 80 centimeter breed. ‘Hij past op een standaard Euro-pallet en is dus eenvoudig met een heftruck of palletwagen te verplaatsen en in een vrachtwagen of zeecontainer te laden’, aldus Jansen. De lier maakt gebruik van een AC servomotor voorzien van permanente magneten. Van den Berg: ‘Die biedt één van de hoogst beschikbare vermogensdichtheden. Door voor die motor te kiezen konden we een zo klein mogelijke lier met een zo groot mogelijk vermogen ontwikkelen. Standaard draaistroommotoren, traditioneel veel

‘De drie partijen zijn als één team aan de slag gegaan’

minder snel en zakt dichter naar de bodem. Om dat te compenseren haalt de lier de sonde tijdens het draaien op. Hoe sneller de lier dat kan, hoe sneller het schip kan draaien’, aldus Werner. ‘Sondes heb je overigens in allerlei maten en vormen. Sommige kunnen dankzij een relatief beperkte omvang en laag gewicht relatief eenvoudig door het water worden voortgetrokken. Andere zijn een volledige stellage, waarop meer-

gebruikt voor lieren, zijn relatief zwaar, waardoor we voor motor en overbrenging op een totaalgewicht van zo’n 225 kilo uitkwamen. Dit voldeed niet aan de wensen van Stema Systems. Door de rem op de motor te plaatsen en een andere reductiekast te gebruiken hebben we het gewicht van de aandrijving tot zo’n negentig kilo weten te beperken.’ Het totale gewicht van de lier blijft daarmee onder 380 kilo.


Bij de High Speed Power Winch, van links naar rechts: Marco van den Berg (sales engineer drives & motors technology bij Nidec), René Jansen (co-owner van Zilvertron), Coen Werner (manager r&d en senior geologist bij Stema Systems) en Pepijn Peter (directeur van Stema Systems). Foto: Gerard Verschooten

KRACHT EN SNELHEID Dankzij een slim ontwerp werd ook het vermogen geoptimaliseerd. Jansen: ‘We pakken vermogenswinst door een kegelwieloverbrenging. Die levert een hoger rendement dan de haakse overbrenging met behulp van een wormwielkast. De klant kiest zelf de in zijn geval beste combinatie van kracht en snelheid. Voor een lichte sonde is relatief weinig kracht nodig en kan de kabel met een hoge snelheid opgehaald worden. Voor een zware constructie met meerdere sondes is meer kracht nodig en ligt de maximale snelheid lager.’ De High Speed Power Winch is voorzien van een hoge trommel, waarop de kabel wordt gewikkeld. Die heeft een grotere diameter (tachtig centimeter) en kleinere breedte dan gangbare types. ‘Een bewuste keuze: zo minimaliseren we de hoek waaronder de kabel van de trommel naar de achtersteven van het schip gaat, ook wel de wikkelhoek of fleet angle genoemd. Zo stellen we zeker dat de kabel netjes op de trommel wordt gerold en delen van de kabel nooit over elkaar kunnen komen te liggen’, aldus Jansen.

EXPERTISES SAMENGEBRACHT De lier is door Stema Systems, Zilvertron en Nidec Control Techniques samen ontwikkeld. Stema voerde het totaalontwerp uit en stuurde de assemblage aan en is verantwoordelijk voor onder meer trommelontwerp en -constructie, ophanging, de keuze voor de overbrenging (haaks in plaats van recht) en overbrengingsverhoudingen, ombouw, kabelgeleidingssysteem en sterkte-

berekeningen. De basissoftware voor de aansturing heeft Zilvertron ontwikkeld op basis van functieblokken die Nidec heeft voorbereid. Door geen losse programmable logic controller (plc) te gebruiken, maar de software direct in de servoregelaar te programmeren werd een kostenbesparing gerealiseerd. ‘Nidec was verantwoordelijk voor het motormanagement, terwijl Stema Systems de software heeft gemaakt waarmee gegevens van de sonde worden gekoppeld aan parameters van de lier. Denk aan de plaatsbepaling, de interpretatie van de sensorgegevens en de vertaling hiervan naar de automatische aansturing van de lier. Zilvertron was verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de gebruikersapplicatie, waarmee we de gebruikersapplicatie van Stema Systems en het motormanagement van Nidec aan elkaar hebben gekoppeld’, zegt Jansen.

DIRECTE COMMUNICATIE De samenwerking kenmerkt zich door directe en korte communicatielijnen. ‘Stema Systems heeft als opdrachtgever veel kennis over de uiteindelijke toepassing van het product. Die is bepalend voor de ontwerpkeuzes die werden gemaakt. Daarom communiceerde Nidec, hoewel door Zilvertron bij dit project betrokken, rechtstreeks met Stema Systems. De directe en korte communicatielijnen hebben ervoor gezorgd dat de samenwerking soepel en voortvarend is verlopen’, aldus Jansen. ‘Door de nauwe samenwerking tussen de drie

partijen is het net alsof je met één intern team werkt. Wij hebben de productspecificaties vastgesteld, waarna de drie partijen hiermee als één team aan de slag zijn gegaan. We hebben de klant-leveranciersrelatie bewust losgelaten en gekozen voor een gelijkwaardige samenwerking’, legt Pepijn Peter, directeur van Stema Systems, uit. ‘Iedereen had hetzelfde doel voor ogen: het ontwikkelen van een goed product voor de eindklant. Alleen door elkaar aan te vullen hebben we dit eindresultaat kunnen realiseren.’

BIJNA BIJ DE KLANT De ontwikkeling van de High Speed Power Winch is nagenoeg afgerond; er is inmiddels een volledig operationeel exemplaar gebouwd, dat uitgebreid wordt getest. ‘We verwachten die op zeer korte termijn te kunnen overhandigen aan de Belgische klant. Voorzien van 350 meter kabel; maximaal kan zo’n 1.800 meter kabel op de trommel worden gerold’, aldus Werner. Stema Systems, Zilvertron en Nidec gaan de High Speed Power Winch in de toekomst mogelijk verder uitwerken in andere varianten. Daarmee spelen ze dan in op specifieke vragen vanuit de markt. Denk aan een model met een hogere maximumsnelheid, of juist met een hogere trekkracht.

www.stema-systems.nl www.zilvertron.com www.nidecindustrialautomation.nl

juni 2018

69


PARTNERS

KROHNE ALTOMETER EN TBP OP ÉÉN LIJN OVER EARLY SUPPLIER INVOLVEMENT EN DESIGN FOR EXCELLENCE

‘NIET EERST VIJF PROTO’S, MAAR METEEN GOED’ KROHNE Altometer is een opdrachtgever waarvan ze bij tbp electronics blij worden: de Dordtse ontwikkelaar en fabrikant van industriële flowmeters heeft Design for eXcellence (DfX) hoog in het vaandel en beschouwt early supplier involvement als een belangrijke enabler. Dus kijkt tbp al in een vroeg stadium van de productontwikkeling over de schouder van KROHNE’s elektronica-engineers mee en zorgen ze er samen voor dat designs ‘right first time right’ zijn. ‘Onze stelregel is dat we een fout niet twee keer willen maken’, zegt Bert Hennink, senior electronic designer bij KROHNE Altometer.

drie meter in doorsnee, meten steden als Shanghai de schoonwatertoevoer.’ Flowmeters ‘made in Dordrecht’ vinden verder hun weg in de (petro)chemie, afvalwater-, bagger- en mijnindustrie en farma. ‘Voor iedere partij die iets door een pijpleiding van a naar b transporteert én die het debiet exact wil weten, hebben wij de juiste oplossing’, zegt Marco van der Slikke, senior electronic designer. ‘De nauwkeurigheid vergroten is één van onze focusgebieden; verbreding van het toepassingsgebied is het tweede’, zegt Brand. ‘In een van onze applicaties meten we tijdverschillen in orde van grootte van enkele picoseconden. Onze flowmeters worden onder meer gebruikt bij het verladen van olie op supertankers. Daar gaan 300.000 barrels in: 300.000 keer 156 liter! Bij die hoeveelheden is ieder tiende procent afwijking héél veel geld. Dit jaar brengen we flowmeters op de markt met nauwkeurigheden tot op honderdsten van procenten.’

VROEGTIJDIG MEEDENKEN

Van links naar rechts Bert Hennink, Pico Brand en Marco van der Slikke van KROHNE: ‘De meters leveren we in relatief kleine aantallen, maar de nauwkeurigheidseisen zijn des te hoger. Ze zijn immers de kassa voor een oliebedrijf.’ Foto: Sam Rentmeester

DOOR PIM CAMPMAN

ROHNE Altometer is binnen de KROHNE Group het centre of excellence voor industriële flowmeters. Het bedrijf ontwikkelt en produceert die in veel soorten en maten, zo nodig ook klantspecifiek. Magnetische flowmeters – voor geleidende vloeistoffen, zoals water – vormen de hoofdmoot; daarvan worden er 60-70.000 per jaar gemaakt. Bij ultrasone flowmeters – voor niet-geleidende substanties, zoals olie en gas – gaat het om circa 10.000. Waaronder een ijkwaardige flowmeter die de handel in de olie- en gassector veel toepast, zegt projectleider Pico Brand. ‘Op deze CT-meting (Custody Transfer) baseren zij hun rekening aan de klant. Die meters leveren we in relatief kleine aantallen, maar de nauwkeurigheidseisen zijn des te hoger. Ze zijn immers de kassa voor een olie-

K

70

juni 2018

bedrijf.’ Voor die ultrasone systemen produceert tbp electronics de complete elektronica (pcba’s, pcb assemblies). Een recente innovatie is multifasemeting op basis van magnetische resonantie. Brand: ‘Die hebben we als eerste op de markt gebracht. Ze meten in oliestromen de hoeveelheid olie én wat er nog meer uit de bron meekomt, zoals water en gas. Een systeem dat dat allemaal in één keer meet, is de holy grail; onze flowmeter kan dat.’

KROHNE Altometer zet zwaar in op innovatie: zeventig van de 450 medewerkers in Dordrecht zijn werkzaam in r&d. Vorig jaar betrok die afdeling een nieuw pand, met drie keer zoveel ruimte als voorheen. Die race naar aldoor meer nauwkeurigheid heeft grote consequenties, onder meer voor de elektronica. Steeds meer componenten en geavanceerde functionaliteiten (fpga’s, Ethernet gigabit, high speed USB, high speed SDRAM…) moeten een plekje op het printed circuit board (‘bord’) krijgen. Die allemaal goed en slim plaatsen en verbinden, zodat het bord doet wat het moet doen – tientallen jaren lang, bij -40 en +85 graden Celsius, in vochtige omstandigheden vaak – is geen sinecure. Hennink: ‘Wij kunnen veel zelf, maar niet alles; dat zouden we niet willen. Daarom hebben we tbp in de arm genomen. Zij bieden goede kwaliteit, Dirksland is in de buurt en we hebben een goed gevoel bij samenwerken met hun.’ tbp is specialist in electronic manufacturing services (ems). KROHNE legde het bouwen en testen van de elektronicamodules voor bepaalde ultrasone flowmeters bij tbp neer. Brand: ‘Die worden als assembly toegeleverd en hoeven we alleen maar aan te sluiten.’

‘TWEEDE OOG’ ALTIJD JUISTE OPLOSSING Een flowmeter meet dus hoeveel vloeistof – of gas – er per tijdseenheid door een pijpleiding stroomt (‘debiet’). KROHNE Altometer levert die, inclusief een speciaal gecoate, geïsoleerde pijp. Brand: ‘De kleinste, met een diameter van twee millimeter, wordt bijvoorbeeld voor het vullen van drankflesjes gebruikt. En met de grootste,

Dat is niet het hele verhaal. Want KROHNE Altometer ‘gebruikt’ tbp ook om in vroeg stadium van productontwikkeling mee te denken over bijvoorbeeld de componentenkeuzes, bord layout (footprint), geschikte plaatsingstechnologie (press fit of pin in paste?) en coating. Daarbij komen veel aspecten kijken, zoals de functionaliteit, robuustheid en leverbaarheid/levertijd van


componenten en de maak- en testbaarheid van het bord. Allemaal input, die KROHNE op het spoor zet van Design for Manufacturing (DfM), Design for Testing (DfT) en, ultimo, Design for eXcellence (DfX). ‘Met de functionaliteit’, benadrukt tbp-ceo Ton Plooy, ‘bemoeien wij ons niet. Wij kijken over hun schouder mee of het maakbaar en testbaar is.’ Van der Slikke: ‘Hun meerwaarde is dat ze met een ‘tweede oog’ meekijken: “Jullie hebben dit part-nummer gekozen, maar volgens ons past dat niet op de footprint.” En past het wel, dan adviseert tbp soms: “Met deze is de soldering beter”.’

Dat biedt de beste garantie dat het eerste prototype goed is. Dat scheelt veel tijd en geld.’ Daar komt bij dat KROHNE Altometer tegenwoordig componenten toepast die boundary scan-compliant zijn. Samen met JTAG ontwikkelde tbp een extended boundary scan testoplossing (EBST) om ook analoge componenten langs de rand van het pcba te kunnen testen via boundary scan. Plooy: ‘Het prijsverschil is vaak maar een euro. Voor één euro méér kun je een zeer hoge testdekking halen. Maar dat moet een opdrachtgever wél al weten voor je een ontwikkeltraject ingaat, want de extra verbindingen die nodig zijn, krijg je later nooit meer erin gedesigned.’

RIGHT FIRST TIME KROHNE Altometer heeft een grote bibliotheek (library) van componenten, inclusief alle relevante gegevens, opgebouwd. Wijzigingen worden meteen doorgevoerd, zodat de engineers aan het 3D-CAD-systeem altijd de juiste en beste keuzes maken. Hennink: ‘Daarmee borgen we dat we een fout niet twee keer maken: wat uit de library komt, is oké. En alle componenten daarin heeft tbp bekeken op DfM. Dat DfM-compliant zijn in alles wat we doen, resulteert in minder uitval in productie.’ En, vult Plooy aan, in right first time. ‘Wij zien eindklanten nog vaak op eigen houtje ontwikkelen. Daar rolt een prototype uit en vervolgens wordt empirisch bepaald of die het doet of niet. Zo niet, dan moet er een tweede, derde of zelfs zesde prototype komen. Al die onnodige stappen sla je eruit met early supplier involvement.

GEDRAGEN DOOR MANAGEMENT ‘Ook voor analoge borden streven we naar 100% testdekking’, aldus Hennink. En voor slip through hanteren we maximaal 0,3% en streven we naar minder dan 0,1%.’ Traceerbaarheid is ook een belangrijk aspect. ‘Al onze borden zijn uniek traceerbaar tot de bron. Van elk component in het veld kunnen we terug vinden waar tbp het ingekocht heeft.’ Plooy: ‘Al onze processen zijn traceable. Elk bordje heeft een uniek serienummer, waar alle relevante data aanhangt. We slaan terabytes aan data op.’ Bij dat alles hecht KROHNE Altometer aan korte doorlooptijden. Hennink: ‘Een nieuw type, waarvan we nu de nulserie gaan maken, hebben we in twee jaar ontwikkeld.’ ‘De aanwijzingen die tbp al vrij vroeg in dat proces gaf ’, vult Van der Slikke

aan, ‘maakten het voor ons makkelijker. We benutten de kracht van de dialoog en hun kennis en ervaring. Wij kunnen mooie designs maken, maar zijn die niet maakbaar dan heb je geen mooi tbp-ceo Ton Plooy: 'Wij kijken mee of het maakbaar en testbaar is.' product.’ Foto: tbp Opdrachtgevers als KROHNE Altometer heeft tbp het liefst, zegt ceo Plooy. ‘Het management moet early supplier involvement dragen. Spelen zij de tijd en het budget niet vrij, dan gaat het niet lukken. Want je moet een paar extra slagen maken en wachttijden inlassen om ons die analyses te laten doen. Maar het totale traject is korter: die prototypeslagen spaar je uit en je hebt geen problemen als je in volumeproductie gaat. Dat heeft KROHNE Altometer heel goed begrepen.’

www.tbp.eu www.KROHNE.com

Van een estafette word je minder moe dan van een marathon Complexe (opto)mechatronische systemen en mechanische

Zo kunnen zij focussen op hun kernprocessen én in een kortere

modules ontwikkelen, maken, assembleren en testen is als

doorlooptijd machines leveren, tegen lagere kosten. Ons

meedoen aan een hardloopwedstrijd. Alles draait om precisie

parcours is flexibel en ambitieus en ons team perfect getraind.

en wendbaarheid, NTS weet dat als geen ander. En als je het

Samen houden we systemen in goede conditie, de gehele life-

stokje op het juiste moment aan een ander overdraagt, kun je

cycle. Zo helpen we onze opdrachtgevers te accelereren in hun

met minder inspanning sneller de eindstreep bereiken. We

business. Wilt u ook sneller naar de finish met NTS?

hebben veel kennis en know-how opgebouwd van systemen en

Een nadere kennismaking lijkt ons een goede warming-up.

modules voor de handling, transfer en positionering in machines. Onze kennis en competenties passen we vanuit diverse

www.nts-group.nl

disciplines wereldwijd toe op de unieke producten van onze opdrachtgevers: hightech machinebouwers (OEM’s).

Accelerating your business

juni 2018

71


PRODUCTIESTRATEGIE

TRANSFER COMPLETE AFDELING VAN THALES NAAR BENCHMARK NA JAREN SUCCESVOL AFGEROND

‘ZO’N ONGEVRAAGDE OVERGANG MAAKT MENSEN TOCH ONZEKER’ Thales wil de handen helemaal vrij hebben voor de corebusiness. Daartoe heeft het

strategie van Thales om zich puur op zijn corebusiness te richten. Activiteiten als plaatbewerdefensiebedrijf de aflopen jaren veel activiteiten bij toeleveranciers neergelegd. Als king en het frees- en draaiwerk waren al veel eerder overgeheveld, naar onder andere Norma laatste ging een complete afdeling voor het bestukken van pcb’s over, met machines in Hengelo; de transfer van de elektronicaproén mensen. Het transfereren van medewerkers die veelal geen trek hadden in de ductie was een laatste stap. ‘Het is voor een gespecialiseerd elektronicabedrijf als Benchmark veel ongevraagde overgang, bleek de grootste uitdaging. rendabeler te investeren in de zich snel ontwikkelende elektronicaproductie-equipment dan voor Thales’, verklaart supplier accountmanager Bertus Akse. Een van de eerste uitdagingen begin 2015 was de vestiging in Almelo en de medewerkers aldaar te laten voldoen aan de vigerende wetgeving voor de pcb’s van Thales. Die pcb’s zijn bestemd voor de radarsystemen die het defensiebedrijf ontwikkelt en fabriceert. De wetgeving bepaalt onder meer dat materiaal en technische data behorende bij die printed circuits boards alleen onder strikte voorwaarden de extra beveiligde afdeling mogen verlaten of binnen de afdeling overhandigd mogen worden aan iemand van buiten. Voorts moesten er de nodige Benchmark-medewerkers gescreend worden. Er moest allerhande beveiligingsapparatuur op het gebouw worden aangebracht en het ICT-systeem moest zo worden heringericht dat alleen de ‘Zij hebben laten zien dat ze ons echt wilden als klant, hoe moeilijk onze extreme high mix extreme low volume-producten ook zijn’, aldus logistieke en niet de technische Bertus Akse (rechts). ‘We zijn erin geslaagd uiteindelijk het beste in elkaar naar boven te halen’, vindt Mark Rikmanspoel. Foto: Com-magz data zichtbaar zijn voor het moederbedrijf van Benchmark. Benchmark Almelo maakt met Dat nu – voorjaar 2018 – de on time delivery op circa 500 personeelsleden deel uit van het AmeriDOOR MARTIN VAN ZAALEN ruim 95 procent staat en 90 procent van de kaanse Benchmark, een multinational met meer afgeleverde pcb’s (printed circuits boards) geen dan 13.000 mensen in dienst en een omzet van fficieel had het transferteam van Thales en fouten bevat, stemt beide partijen tot tevreden2,5 miljard dollar (2017). Benchmark Electronics drie maanden de heid. Temeer daar produceren voor Thales tijd om de afdeling ACE (Advanced Centre nauwelijks ‘inleertijd’ biedt: Benchmark heeft for Electronics) van Thales in Hengelo VERHUIZING inmiddels zo’n duizend verschillende pcb’s voor naar Benchmark in Almelo over te hevelen. Want ‘Pas toen alles helemaal conform de eisen van de Thales geproduceerd in series niet groter dan pas nadat in december 2014 het Asset Purchase verschillende auditeurs was, konden ook technitwee tot acht stuks. ‘We zijn tevreden, maar we Agreement met Thales getekend was, kon Benchsche data en equipment worden overgeheveld’, willen en gaan ons nog verder verbeteren’, stelt mark Almelo investeren in noodzakelijke aanverhaalt Rikmanspoel. En pas toen kon er werkesenior program manager Mark Rikmanspoel. passingen voor de komst van de afdeling – equiplijk begonnen worden met het verhuizen van de ment én mensen. Direct al bestond het technologie van de diverse productiestappen. Dat vermoeden dat die tijdspanne te kort was om een betrof apparatuur voor het bestukken van kale PUUR OP COREBUSINESS afdeling te transfereren én goed aan de praat te printboards (met surface mount technology), Het outsourcen van de elektronicaproductie krijgen. vloeide voort uit de al lange tijd geleden ingezette het ‘selectief solderen’, het vacuüm solderen, het

O 72

juni 2018


reinigen, het testen van de gemaakte verbindingen (flying probe) en voor het persen van de contactpunten in het board. Ook moesten de tienduizenden componenten uit de voorraad van Thales naar Almelo. ‘Wij hebben inmiddels een enorme installed base opgebouwd, inclusief radarsystemen ontwikkeld in de jaren zeventig en tachtig’, legt Akse uit, ‘Voor service aan die apparaten is het vaak het goedkoopst een board uit die tijd exact na te bouwen. Maar dat vergt wel dat je de componenten daarvoor op voorraad houdt.’ Rikmanspoel: ‘Soms worden hier nu pcb’s geproduceerd aan de hand van papieren blauwdrukken, van voor de digitalisering.’

ONGEVRAAGDE OVERGANG Het transfereren van de dertig medewerkers vormde echter de grootste uitdaging, zo concluderen Rikmanspoel en Akse in retrospectief. ‘Een aantal van hen maakte het niet uit of sprak het zelfs aan, maar een flinke groep wilde liever niet vertrekken’, vertelt Akse. ‘Bij het selecteren hebben we gekeken naar technische en persoonlijke competenties van de mensen, om te zorgen dat er zowel in Almelo als in Hengelo sprake zou zijn van een goed gebalanceerd team.’ Rikmanspoel vult aan: ‘Ook al kregen ze exact dezelfde primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden, zo’n ongevraagde overgang maakt mensen toch onzeker. Ze krijgen het gevoel dat ze de grip op hun eigen loopbaan kwijtraken en dat zorgt voor een zekere weerstand.’

ANDERE WERKMETHODES Dan helpt het niet dat de bedrijfsculturen van beide ondernemingen verschillen: ‘Wij zijn – wat meer Amerikaans – gefocust op de cijfers, op het strak hanteren van deadlines, op efficiency. Alles om de klant tijdig en tegen zo gunstig mogelijke kosten te beleveren’, stelt Rikmanspoel. Akse: ‘Bij Thales draait het vooral om innovatie, om de beste van de besten te zijn.’ Ook de werkmethodes waren niet dezelfde en vergden dus aanpassing van het overgehevelde en achtergebleven personeel. ‘Voorheen maakte ACE deel uit van een interne keten. Als een pcb bij het functioneel testen niet helemaal in orde bleek, liep een Thales-medewerker naar iemand drie bureaus verderop om wat aanpassingen door te spreken. Heel snel en ook heel informeel. Al is de afstand tussen Almelo en Hengelo niet groot, mensen zitten niet meer in hetzelfde gebouw en moeten toch op een andere manier met elkaar communiceren. Telefonisch, per mail, vaak tijdrovender. En ook formeler. Nu wordt elke fout, hoe klein ook – zelfs een typefout op een sticker telt – vastgelegd. Tevens worden voor elke wijziging direct de technische data aangepast. Die worden daardoor wel beter van kwaliteit, met voordelen op de lange termijn.’

dat zouden kunnen. Om de onderlinge band tussen de twee bedrijven te versterken, werden speciale momenten gecreëerd. ‘We hebben een dag georganiseerd waarop alle achterblijvers in Almelo een rondleiding kregen, van hun oudcollega’s’, vertelt Rikmanspoel. ‘En toen we van Lockheed Martin een brief ontvingen met complimenten voor het zonder enige vertraging afwikkelen van een radarprogramma voor de F16, hebben we dat succes bewust samen met de mensen bij Benchmark gevierd’, vervolgt Akse. ‘Ook al werken jullie niet meer in Hengelo, we hebben jullie nog steeds keihard nodig: dat was onze boodschap aan hen.’

EINDDOEL NOG NIET BEREIKT De overheveling heeft – vanzelfsprekend – meer tijd gekost dan de initiële drie maanden, maar het resultaat is ernaar. ‘Zij hebben laten zien dat ze ons echt wilden als klant, hoe moeilijk onze extreme high mix extreme low volume-producten ook zijn’, aldus Bertus Akse. ‘We zijn erin geslaagd uiteindelijk het beste in elkaar naar boven te halen’, vindt Mark Rikmanspoel. ‘Maar het einddoel is nog lang niet bereikt. De on-time delivery willen we naar 99 procent. En ook het percentage foutloos moet boven de 95 procent.’

SUCCESSEN SAMEN VIEREN Het duurde ongeveer een jaar voordat alle verhuisde medewerkers zich goed op hun plek voelden en aangaven niet meer terug te willen als ze

www.thalesgroup.com www.bench.com

Beter, flexibeler en goedkoper. itsme ondersteunt u bij de juiste keuzes in procesinrichting. Standaardiseren en automatiseren. Weg met overbodige activiteiten! Onze "lenige" oplossingen voor logistieke integratie en E-Business zijn een garantie voor Lean verbeteringen. itsme is uw ketenpartner Onze specialisten met jarenlange ervaring in industriële verwerving en beschikbaarheid, beoordelen uw situatie en bieden meetbare verbetering. Verlaging van kosten en verspilling verbinden wij met prestatieverhoging, zodat uw concurrentiepositie verbetert. Wij realiseren beschikbaarheid van materialen afgestemd op de productieplanning van een machinebouwer, tot en met het reorganiseren, inrichten en managen van technische magazijnen voor MRO-toepassingen. Dat doen we met een scala aan mogelijkheden die we toespitsen op uw situatie, gebaseerd op uitgebreide management rapportages. Onder andere product-sourcing, compleet leveren, vaste afleverdagen en projectbegeleiding leiden tot efficiënte pull-processen, ondersteund door slimme Vendor Managed Inventory systemen en handige kitting. Natuurlijk integreren we daarbij elektrotechnische en mechanische componenten en systemen. Wel zo efficiënt. Benieuwd naar uw mogelijkheden? Neem contact op met itsme Connected Business! itsme Connected Business

0162 - 484 200

connectedbusiness@itsme.eu

www.itsme.eu/solutions/connected-business

juni 2018

73



UIT DE MARKT ISD-SOFTWARE KOPPELT SYSTEMEN, VERKORT TIME TO MARKET ‘Onze softwareoplossingen zijn uniek.’ Dat zegt Jeroen van Diesen van ISD Benelux in Den Bosch. Het bedrijf ontwikkelt al veertig jaar CAD- en PDM-software voor de maakindustrie. ‘Onze systemen zijn te koppelen aan de ERP-systemen van de klant. Zo houden alle afdelingen goed overzicht en heb je geen dubbelingen in de database.’ Met Computer-Aided Design (CAD) kunnen onderdelen en andere industriële toepassingen getekend worden in 2D en 3D. Product Data Management (PDM) beheert alle CAD-documentatie centraal. De overkoepelende ISD Group, met het hoofdkantoor in Duitsland, heeft beide pakketten, respectievelijk HiCAD en HELiOS, zelf ontwikkeld. Volgens salesconsultant Van Diesen zijn ze inmiddels aan meer dan duizend klanten verkocht, in Nederland en daarbuiten. Van Diesen: ‘Het grote voordeel van HiCAD en HELiOS is dat de klant snel naar de productiefase kan. Als alles eenduidig en goed vast ligt, weet iedereen waar hij wat kan

vinden. Dan weten, om het zo te zeggen, de inkoper en de engineer wat elk zogeheten artikel betekent.’ Een ander belangrijk voordeel: HELiOS is te koppelen met bestaande ERP-systemen van de klant. Van Diesen: ‘Adres- en projectgegevens, nummers van producten en alle overige input verzin je niet zelf, maar worden met het ERP-systeem gekoppeld: alles gaat automatisch van HiCAD via HELiOS naar ERP. Dankzij die koppeling kun je

zomaar een fte besparen.’ ISD Benelux werkt ‘standaard op maat’, zegt Van Diesen. ‘Neem bijvoorbeeld een transportband. Die heeft altijd dezelfde onderdelen. Alleen de hoogte en de lengte verschilt per keer. De tekening van de transportband is standaard, maar elke klant krijgt een eigen afgeleide. Dat zorgt ervoor dat we sneller kunnen produceren, omdat we niet elke keer die hele tekening hoeven te maken. We gaan niet elke keer

opnieuw het wiel uitvinden.’ ISD kijkt samen met de klant (en eventueel de leverancier van het ERP-systeem) naar de wensen en verlangens. Vervolgens wordt het werk op scrumbasis opgeleverd. ‘Onze mensen zijn elke dag bij de klant tot het werk is opgeleverd. Zo borgen we dat de klant krijgt wat hij wil tegen de afgesproken prijs.’ www.isdgroup.com

NIEUW PROCES VOOR HET ONTLEDEN VAN AUTOBANDEN Universiteit Twente en Continental Reifen Deutschland GmbH werken aan een nieuw proces voor de recycling van autobanden. Dit snelle pyrolyseproces is in staat om gebruikte autobanden bij hoge temperatuur binnen enkele seconden te ontleden. Dit levert waardevolle materialen en brandstoffen op voor de productie van nieuwe banden. Jaarlijks worden wereldwijd meer dan 1 miljard banden vervangen.

Deze banden bevatten gezamenlijk 4,4 miljoen ton aan waardevolle producten zoals roet (‘carbon black’), metalen, brandstoffen en chemicaliën. Recycling van gebruikte autobanden kan een bijdrage leveren aan een duurzamere samenleving. Bovendien heeft dit proces minder impact op het klimaat dan de productie van autobanden op basis van volledig nieuwe materialen. Het innovatieve, snelle pyrolyse-

proces is mede gefinancierd door het Materials Innovations Institute. Bij het project zijn twee UT-promovendi betrokken die in twee verschillende vakgroepen binnen de faculteit Engineering Technology werken. ‘De samenwerking van energietechnologie en materiaaltechnologie werd de basis voor de nieuwe doorbraak’, aldus projectleider Gerrit Brem van de groep Thermal Engineering. www.utwente.nl

I-MAKE Optimale productieplanning Juiste voor- en nacalculatie Configureren van producten Digitale productieopdrachten Beheer van gereedschappen

ERP-SOFTWARE VOOR PRODUCTIEBEDRIJVEN OP BASIS VAN MICROSOFT DYNAMICS NAV

Integratie met CAD software Traceerbaarheid en kwaliteit

www.i-make.nl juni 2018

75



UIT DE MARKT 3D-RECEPTEN VOOR VERF EN BEHANG Oude Luttikhuis Industrial Automation in Tilligte voert wereldwijd automatiseringsprojecten uit voor verf- en behangproductielijnen. Belangrijkste opgaven zijn het doseren, op gewicht (gravimetrie), en het mengen van de verschillende ingrediënten. Bij het mengen moet het product de juiste viscositeit krijgen. Oude Luttikhuis (vijf fte plus een flexibele schil voor bekabeling en installatie) ontwikkelde een eigen krachtopnemer voor meting van die viscositeit. Daarnaast verzorgt het bedrijf ‘randzaken’, zoals de koppeling met ERP en met kleurcomputers voor het verwerken van verfrecepten. Voor het ‘besturingsrecept’ maakt Oude Luttikhuis de elektrotechnische tekeningen tegenwoordig met EPLAN Pro Panel. ‘We zijn in 2016

overgestapt omdat klanten steeds meer vroegen om EPLAN-schema’s’, vertelt Hans Damink, engineering projectmanager. Die overstap is goed bevallen. ‘Het is krachtiger dan ons vorige tekenpakket en biedt veel meer mogelijkheden, onder meer met zijn database. Zo stellen klanten meer eisen aan het merk van de gebruikte componenten. Die kan ik simpel uit de EPLAN Data Portal halen, terwijl ik ze in ons vorige pakket met de hand moest toevoegen. Het 3D-tekenen van besturingskasten is ook een groot pluspunt. Ik hoef niet meer zelf de verschillende aanzichten te tekenen die de werkplaats nodig heeft. In 3D bouw je makkelijker een kast op; je ziet meteen of alles past. Verder komen uit Pro Panel de machinetekeningen; daarmee kan ik bij

FIZYR LEERT DE ROBOT KIJKEN Het is de droom van elk postorderbedrijf: de robot die de juiste producten uit de rekken en dozen pakt en netjes naar de verzendafdeling brengt. Fizyr, winnaar van de Amazon Picking Challenge, past kunstmatige intelligentie toe op camerabeelden: daarmee maakt de robot weer een reuzenstap richting menselijk handelen. Sorteercentra van bijvoorbeeld UPS, PostNL en DHL bezorgen dagelijks miljoenen pakjes voor Bol.com, Amazon en al die andere duizenden webshops. ‘Er zijn al veel robots in gebruik in magazijnen, maar dat zijn goods-to-men-systemen’, zegt Herbert ten Have van Fizyr, ‘deze brengen de bakken met producten of hele stellingkasten naar de orderpickers. Die plaatsen de pakketten op de opvoerband, want robots hebben de grootste moeite met variaties in kleur, grootte en vorm. Laat staan met het grote assortiment van een gemiddeld postorderbedrijf of met volledig onbekende poststukken.’ Maar er gloort hoop. Fizyr, gestart onder de naam Delft Robotics als spin-off van Universiteit Delft, heeft deep learning (AI) algoritmes ontwikkeld die, op basis van een 2D- of 3D-beeld, de objecten kunnen classificeren als doos of zak en vervolgens de juiste oppaklocatie kunnen bepalen van zelfs amorfe

pakjes en zakjes. ‘Vorig jaar hebben we het besluit genomen om ons als integrator van robotoplossingen alleen nog maar te richten op het ontwikkelen van deep learning software waarmee we robots autonoom maken’, legt Ten Have uit. ‘De uiteindelijke integratie van de robots kan prima door andere bedrijven gedaan worden. Fiyzr traint de deep learning algoritmes op basis van beelden uit de praktijk, zogeheten ‘supervised learning’.’ Nog een ontwikkeling is het trainen van het algoritme om onbekende defecten te kunnen classificeren en kwaliteitscontrole uit te voeren. ‘Wij hebben met name in de food-, horti- en agrisector bijzondere resultaten gehaald.’ Zo verteld is een nieuwe revolutie geboren. ‘We staan in ieder geval aan de vooravond van een forse stap. De interesse bij tal van multinationals is groot. We hebben meerdere projecten lopen bij internationale automatiseerders in de logistiek zoals in Nederland bij Vanderlande. Wekelijks krijgen we aanvragen of ons algoritme te trainen is om een specifiek probleem op te lossen. Grootste uitdaging blijft zeer goede ontwikkelaars en deep learning specialisten te vinden die een aanvulling zijn op ons bestaande team van unicorns.’ www.fizyr.com

Rittal (zusterbedrijf van EPLAN, red.) de kasten machinaal laten voorbewerken.’ Natuurlijk heeft Damink nog meer engineeringsmogelijkheden van EPLAN op zijn wensenlijstje staan, zoals verdere plc-

integratie en hergebruik van eerdere projecten. Meer hierover in de volgende Link Magazine. www.luttikhuisengineering.nl www.eplan.nl

Een door Oude Luttikhuis geautomatiseerd doseersysteem voor pvc- en kleurpasta’s van Gemini Techniek uit Haaksbergen. Foto: Oude Luttikhuis

Waag de sprong… kom verder…

Samen met ons!

www.wjadvocaten.nl

anders | durven | denken

juni 2018

77


SMARTGELEVERD GEINVESTEERD

Link Magazine bericht over de levering van of de investering in smart technologie en de toegevoegde waarde daarvan voor de gebruiker. Voor meer informatie: www.linkmagazine.nl

AUTOMOTIVE

campus. ABB, dat B&R voorjaar 2017 overnam, trekt daar honderd miljoen euro voor uit. Op de nieuwe campus zal het met name gaan over het ontwikkelen van technologieën voor (zelflerende) productiemachi-

DAF Trucks en VDL presenteren e-vrachtwagen DAF Trucks en VDL presenteerden medio mei een volledig elektrische vrachtwagen voor distributie binnen steden. De DAF Electric, voorzien van VDL’s aandrijflijn ‘e-power’, heeft een bereik van honderd kilometer; na een half uur opladen kan dat met nog eens vijftig kilometer opgerekt worden. De belangrijkste

technologie – elektromotor, batterijen en softwaremanagementsysteem – komt van VDL. Later dit jaar gaan tien klanten in Nederland, België en Duitsland – waaronder een paar supermarktketens – de e-truck in de praktijk testen. www.daf.nl, www.vdlgroep.com

SEMICON

ASML: eerste koper EUV in China Chipproducent CMIC is het eerste Chinese bedrijf dat bij ASML een EUV-lithografiesysteem heeft besteld. Dankzij steun van de Chinese overheid, die er zwaar op inzet dat chipfabrikanten in dat land ook chips in het hogere segment gaan produceren, kan CMIC zich het

110 miljoen euro kostende paradepaardje van ASML permitteren. De Veldhovense onderneming breidt haar activiteiten in China in hoog tempo uit: in haar elf fabrieken daar werken inmiddels meer dan 600 mensen. www.asml.com

AUTOMATISERING

B&R bouwt innovatiecampus Industrieel automatiseerder B&R breidt het hoofdkantoorcomplex in

Eggelsberg, Oostenrijk, uit met een moderne innovatie- en trainings-

nes en -systemen met artificiële intelligentie voor de genetwerkte, gerobotiseerde, autonoom draaiende ‘fabriek van de toekomst’. www.br-automation.com

MECHATRONICA

MTA opent productielocatie in India MTA Group opent een productielocatie in India: High Tech Parts & Supplies (HTPS) India. Wegens aanhoudende groei heeft de Helmondse mechatronicapartner behoefte aan meer productiecapaciteit. Momenteel heeft MTA productielocaties voor kwalitatief hoogwaardige verspaning en productie van onder-

delen in Helmond (HTPS Netherlands) en Roemenië. Het team van HTPS India is bij HTPS Netherlands geschoold. Dat borgt dat de processen beheerst worden en efficiënt verlopen. Het machinepark in India is identiek aan dat in Helmond. www.m-t-a.nl

HOOGVACUÜM

TSST: meer groeipotentie in Demcon-familie Demcon heeft een meerderheidsbelang genomen in TSST (Twente Solid State Technology), een spinoff van Universiteit Twente. De twee hebben elkaar goed leren kennen, vanaf het moment dat TSST – producent van slimme apparatuur voor pulsed laser deposition voor universitaire onderzoekscentra – in het Incubate-programma van Demcon

stapte. Dat verliep dermate succesvol dat de banden nu worden aangehaald. TSST kan de mechanica van zijn apparaten verder verbeteren en heeft financiële armslag voor internationale groei. Demcon haalt meer expertise van hoogvacuüm binnen. www.demcon.nl, www.tsstsystems.com

INDUSTRIE

NTS clustert activiteiten om sneller te kunnen schakelen NTS-Group (1.650 medewerkers) clustert diverse bedrijfsactiviteiten die nu nog verspreid over Nederland plaatsvinden. De vestigingen in Eindhoven/Son (verspaning), Wijchen (prototype-assemblage) en deels die in Bergeijk (plaatwerk) gaan over naar de hoofdvestiging in

Eindhoven. Ook de NTS-vestiging in Nijmegen verhuist, naar de Novio Tech Campus aldaar, en wordt aangevuld met de onderzoeksafdeling van Wijchen en de activiteiten in Doetinchem (totaal 55 medewerkers). www.nts-group.nl

ICT

HELiOS PDM/PLM-OPLOSSING HELiOS is de krachtige en ef ciënte PDM-oplossing voor al uw artikel-, document- en tekeningbeheer. Multi-CAD interface: HiCAD, SolidWorks, Inventor, AutoCAD, EPLAN Compatibel met Microsoft Of ce bestandsformaten. ISD Benelux BV Het Zuiderkruis 33 | 5215 MV ‘s Hertogenbosch | +31 73 6153 888 Grote Voort 293a | 8041 BL Zwolle | + 31 73 6153 888 info@isdgroup.nl | www.isdgroup.com

78

juni 2018

TomTom clustert Eindhovense takken op HTC TomTom verhuist deze zomer de Eindhovense vestigingen Tom Tom Telematic en Fleedlogic naar de High Tech Campus (HTC) in Eindhoven. Beide onderdelen ontwikkelen vernieuwende navigatieoplossingen voor zelfrijdende auto’s. Door

naar de HTC te gaan, verwacht TomTom beter in staat te zijn om toptalent te werven, te boeien en te binden. Bovendien biedt het gebouw daar – de Smart Industry Hub – ruimte voor (door)groei. www.tomtom.com

AUTOMATISERING

Zaventem kiest voor 2getthere 2getthere gaat zelfrijdende, elektrische bussen ontwikkelen die voor het personenvervoer tussen het Brusselse vliegveld Zaventem en de langparkeerplaats gaan zorgen.

Uit de tender, waarop vijf partijen inschreven, kwam het Utrechtse bedrijf als beste uit de bus. www.2getthere.eu


UIT DE MARKT CONCEPTEN TOPINC MAKEN HIGHTECH MAAKINDUSTRIE CONCURRERENDER, IN COPRODUCTIE Bedrijven die het innovatieve vermogen van de supply chain amper of niet benutten, laten kansen liggen. Dat stelt Paul van Veen, een van de supply chain engineers van TOPINC. Dat stelt Paul van Veen, een van de supply chain engineers van TOPINC. Die coöperatie, in 2012 opgericht en gevestigd op de High Tech Campus in Eindhoven, heeft concepten als ‘Supply Challenge’ ontwikkeld. Van Veen: ‘Het is een methodiek om samen met de klant boven tafel te krijgen wat precies zijn vraagstelling –’uitvraag’ – is en waar hij naartoe wil. Eenmaal helder, gaan we op zoek naar de toeleverancier die de beste, snelste, meest gave en innovatieve oplossing kan en wil realiseren’. Van Veen noemt dit wel ‘tenderen nieuwe stijl’. ‘In het klassieke aanbesteden draaide het om de laagste prijs. Maar wat krijg je daarvoor? De beste oplossing vast niet. Wij zeggen niet dat de prijs irrelevant is. Maar daarop focussen is niet van deze tijd; moderne bedrijven doen dat al jaren niet meer. De insteek is echt dat we samen gericht op reis gaan naar de voor de klant beste oplossing en toeleverpartner. Als die gevonden zijn, kijken we welke condities erbij horen.’ Zo’n Supply Challenge is een samenspel – lees: de opdrachtgever, TOPINC en latere toeleverancier – ‘prikken’ en triggeren. ‘Je mag van alles tegen elkaar zeggen, mits dat maar het uiteindelijke doel dient.’ TOPINC boert inmiddels zo’n zes jaar goed als consultancy-organisatie op het gebied van inkoop-/sup-

ply chain management en innovatieve kostenbesparingen. Het kan bogen op een fraaie palmares van opdrachtgevers in de hightech maakindustrie, constructie/bouw en offshore. ‘We zijn een kleine organisatie, vijf mannen en één vrouw sterk. Vier ondernemers met een vracht ervaring in de hightech maakindustrie en twee bijna-afgestudeerde TU/e master-studenten die frisse ideeën inbrengen en volwaardig meedraaien in trajecten, veelal bij de klant’, vertelt Paul van Veen, die de afgelopen 25 jaar ‘zo’n duizend fabrieken gezien’ heeft. ‘Dan heb je wel een beeld van hoe dingen opgelost worden.’ En dat gebeurt niet altijd slim, weet hij. ‘Innoveren in en met behulp van de toeleverketen; dat kan echt beter. Daarom hebben we TOPINC opgericht en verschillende concepten en tools ontwikkeld die helpen de Nederlandse maakindustrie concurrerender te maken.’ Voorbeelden daarvan zijn, naast de Supply Challenge, #smart dasboard (een webbased tool met relevante, actuele supplychainkengetallen) en #supply tuning. Met die laatste kunnen de wendbaarheid en snelheid in de toeleverketen vergroot worden, verklaart hij. ‘Het adagium is dat je maximaal zeventig procent van je productiecapaciteit inplant. De resterende dertig procent dus niet; die moet je vrijhouden voor dynamiek, flexibiliteit. Plan je honderd procent in, dan ben je zo flexibel als spoorrails. Dat is gewoon niet slim.’

Verder organiseert TOPINC regelmatig #supply events. ‘Op de #inspirationvisit houden we een workshop bij een voor de deelnemers – klanten van ons, doorgaans zo’n dertig – branchevreemd bedrijf. De laatste keer was dat Paul van Veen van TOPINC: ‘Innoveren in en met behulp van de toeleverketen; Donkervoort dat kan echt beter.’ Foto: TOPINC in Lelystad. Ook in projecten die TOPINC Dat koopt de motoren van zijn samen met opdrachtgevers klantexclusieve sportwagens in bij Audi. Het gaat om 25 motoren per jaar, een specifiek heeft ontwikkeld, aldus Paul van Veen. Hij noemt een lopend aantal dat er voor Audi volstrekt niet toe doet. En toch speelt Donkervoort project bij UniCarriers, wereldwijd een van de grootste fabrikanten van het klaar om goede afspraken te (veelal elektrisch aangedreven) hefmaken. Best knap’, aldus Van Veen. trucks. ‘De Supply Challenge betreft ‘Binnenkort gaan we naar meubelfabrikant Leolux. Net zoals afgelopen de batterij. Inzet is die straks niet meer te verkopen, maar af te rekenen januari tijdens onze #supplyinnovaop het verbruik, dus per kilowattuur. tionday, toen architectThomas Rau vertelde over het ‘pay per lux’-project De uitdaging: een batterijleverancier vinden die bereid is zijn expertise te dat hij samen met Philips Lighting steken in de beste oplossing. Dat al heeft uitgevoerd.’ Los daarvan houdt TOPINC op gezette tijden #member- hun servicemonteurs van al die batterijen alles moeten weten; dat visits, bij een van hun klanten. is niet om te doen – en daar wil ‘Pay per lux’ is een voorbeeld van UniCarriers vanaf. In coproductie ‘pay per use’: betalen voor het gaan we daar de beste oplossing voor gebruik. Van bezit naar prestatie – vinden.’ die innovatieve methode van inwww.topinc.nl kopen wordt stilaan vaker toegepast.

juni 2018

79


UIT DE MARKT NADENKEN OVER HET BUSINESSMODEL Het lijkt logisch voor een onderneming (een ‘business’ immers) om na te denken over het businessmodel. Een start-up doet dat als vanzelf, maar bij gevestigde bedrijven is het een ander verhaal. Dat blijkt uit het nieuwe boek ‘Reinventing Business Models: How firms cope with disruption’ van Henk Volberda, hoogleraar strategisch management en ondernemingsbeleid aan de Rotterdam School of Management van de Erasmus Universiteit, en (oud-) collega’s Frans van den Bosch en Kevin Heij. Veel bedrijven opereren op de automatische piloot en lijden aan ‘businessmodelfixatie’. Ze denken helemaal niet na over hun businessmodel of negeren de bedreigingen die zich aandienen, of die nu van robotisering, digitalisering, maatschappelijke ontwikkelingen of lagelonenlanden komen. Andere bedrijven zijn er wel mee bezig, maar blijven ‘dicht bij huis’ en verfijnen alleen hun bestaande businessmodel (‘replicatie’). Slechts een minderheid van de bedrijven gaat

van tijd tot tijd zijn businessmodel vernieuwen of heruitvinden. Als Nederlandse voorbeelden noemen Volberda en consorten DSM (van steenkool naar basischemie naar life & materials sciences) en TomTom (van softwareontwikkelaar naar consumentenelektronicaproducent naar automotiveleverancier naar business-to-government dienstverlener). Uit onderzoek van de Rotterdamse wetenschappers blijkt dat bedrijven met vernieuwing van hun businessmodel 8 procent beter presteren dan ‘gefixeerde’ bedrijven, met replicatie 13 procent en met een duale aanpak van replicatie én vernieuwing liefst 18 procent. Kortom, het is uiterst zinvol om over het eigen businessmodel na te denken en het nieuwe boek biedt daarvoor geschikte handvatten. Het is wetenschappelijk onderbouwd, met 25 pagina’s referenties, en tegelijk heel praktisch, met bijna veertig concrete cases. Soms zijn die cases onthutsend, zoals van Kodak dat de voorloper

van de digitale camera uitvond, maar er niets mee deed om zijn eigen lucratieve business met fotorolletjes te beschermen, of van Nokia, dat een equivalent van de iPhone nooit lanceerde omdat er geen markt voor een dergelijk ‘fun’ product zou zijn. Nu is het denken over businessmodellen ook weer niet zo eenvoudig, getuige de zeventien verschillen-

de definities die de auteurs in de literatuur vonden. Zelf houden ze het op een verzameling activiteiten (waardecreatie) die een bedrijf uitvoert om aan marktbehoeften te voldoen. Laat staan dat het daadwerkelijk vernieuwen van zo’n businessmodel een eitje is. Vier aangrijpingspunten daarvoor worden beschreven: management, organisatiestructuur, technologie en co-creatie met externe partijen. En daarvan is niet technologie – zoals al te vaak wordt gedacht – de belangrijkste, maar management (stijl, processen, technieken). De managers zijn dus aan zet. Ze kunnen eens beginnen met het lezen van dit boek. www.rsm.nl Henk Volberda, Frans van den Bosch en Kevin Heij, ‘Reinventing Business Models: How firms cope with disruption’, ISBN 9780198792048, Oxford University Press, 2018.

www.vanegmond.nl Elektrogroothandel Industriële Automatisering Kenniscentrum

Kostenbesparing door logistiek maatwerk! A Sonepar Company

80

juni 2018


SAMENONDERNEMEN Link Magazine signaleert fusies, allianties en overnames in de industrie. Voor meer informatie: www.linkmagazine.nl

buiten Nederland, onder meer dankzij KUK’s ontwikkelkennis van inductieve componenten en toegang tot uitgebreide productiefaciliteiten

ALLIANTIES METAAL

Anvil en Contour samen verder Anvil Industries en de Contour Group hebben besloten in de toekomst strategisch verder te willen samenwerken om daarmee als technologische groep meer en betere mogelijkheden te creëren. Beide organisaties vallen onder dezelfde aandeelhouder. Jan Adams, de huidige directeur van Anvil Industries, wordt ook directeur van de nieuw te vormen groep die over enkele

in Zwitserland, Slowakije, Frankrijk en China. www.wijdeven.com, www.kukcoils.com

MEDISCHE TECHNOLOGIE jaren gestalte moet krijgen. De huidige directeur van de Contour Group, Willem Zwiers, die al had aangegeven te willen gaan afbouwen in het kader van zijn leeftijd, draagt zaken zo spoedig mogelijk over aan Adams, maar blijft, waar nodig, beschikbaar. www.anvil-industries.nl, www.contour.eu

OVERNAMES

Nightbalance in handen van Philips Philips heeft Nightbalance overgenomen. De spin-off van de TU Delft heeft de zogeheten Slaap Positie Trainer (SPT) ontwikkeld. Dat apparaatje, dat met een band om de borst gedragen wordt, voorkomt dat mensen met positionele slaapapneu (het herhaaldelijk stokken van de ademhaling tijdens de slaap) op hun rug gaan liggen. Doen zij dat toch, dan geeft de SPT een sub-

tiele trilling af. Philips breidt zo zijn pallet van oplossingen voor slaapapneu uit. Philips kwam in die wereld terecht door overname van het Amerikaanse Respironics en is vandaag de dag een van de grootste aanbieders van beademingsmaskers. www.philips.com, www.nightbalance.com

LIGHTING AUTOMOTIVE

Vlastuin Group acquireert VB Trailerbouw Vlastuin Group uit Kesteren, het moederbedrijf van de D-TEC tanken containertrailers, heeft VB Trailerbouw uit Bedum overgenomen. VB Trailerbouw fabriceert kiepbakken (‘kippers’ van de merken Vogelzang en Bulthuis). Door de overname versterkt Vlastuin Group haar positie als trailerfabrikant. De afgelopen jaren werd de vestiging in Kesteren fors uitgebreid. De productie van kiepbakken blijft vooralsnog in Bedum, de serieproductie van het kipperchassis

– naast de productie van containeren tanktrailers – in Kesteren. Tot voor kort maakte VB Trailerbouw deel uit van de Nijhof-Wassink Groep. Tot dit familiebedrijf behoren verder de logistiek dienstverlener Nijhof-Wassink, specialist in bulktransport en warehousing van chemische en diervoederproducten, en Nijwa Groep, dealer van Volvo Trucks en Renault Bedrijfswagen. www.vlastuin.nl, www.vbtrailerbouw.nl

ATTRACTIES

Japanse moeder versnelt groei Vekoma Vekoma Rides Manufacturing in Vlodrop heeft een nieuwe eigenaar: het Japanse Sansei Technologies. ‘Een logische volgende stap’, verklaart het Limburgse bedrijf. ‘Sansei gaat ons verder brengen: hun netwerk biedt ons de mogelijkheid om in regio’s als Japan, Zuidoost-Azië en Noord-Amerika verder door te breken.’ Vekoma is een van de – zo niet dé – grootste fabrikanten van

roller coasters ter wereld. Met tevens een groeiend marktaandeel in andere ‘fun attracties’: ‘draaiende huizen’ (à la Villa Volta in de Efteling), paratowers en reuzenraden, die onder het label Dutch Wheels in verschillende wereldsteden – Hongkong, Chicago, Montreal – en Scheveningen hun rondes draaien. www.vekoma.com

INDUSTRIE

Wijdeven gaat verder binnen KUK Group Wijdeven Inductive Solutions, met vestigingen in Oirschot (verkoop, ontwikkeling en prototyping) en Ter Apel (productie en logistiek) is overgenomen door de Zwitserse KUK Group. KUK is een leidende onderneming in de ontwikkeling, productie en verkoop van spoelen,

transformatoren en assemblage van pcb-modules, met ruim vijfhonderd medewerkers in vier landen. De producten vinden hoofdzakelijk hun weg in de industrie, automotive en medische markt. Volgens Wijdeven leidt de overname tot versterking van haar positie en groei

Signify/Philips Lighting doet overname in China Philips Lighting, dat sinds medio mei officieel Signify heet, heeft het Chinese Shenzhen LiteMagic Technologies overgenomen. Hiermee versterkt de Eindhovense onderneming haar wereldleiderschap in armaturen en besturingssystemen voor stads- en gevelverlichting. LiteMagic, dat in 2017 32 miljoen

euro omzet behaalde, blijft onder eigen naam actief. Philips Lighting zit al sinds 1920 in China en heeft daar vijf productievestigingen en haar, op Eindhoven na, grootste r&d-centrum. De overname past in de strategie om organisch en door acquisities te groeien. www.signify.com

ICT

Aranea in handen van Simac Simac heeft Aranea Management Consulting (ruim dertig medewerkers) in Den Bosch overgenomen. Het Veldhovense ICT-bedrijf (circa 1.000 medewerkers) breidt daarmee zijn dienstverlening op het vlak van

it-advisering verder uit. Onder de vleugels van Simac worden Aranea meer groeikansen toegedicht. www.simac.com, www.aranea.nl

INDUSTRIE

PA Consulting Group neemt Sparkler over PA Consulting Group (met in Nederland een kantoor in Utrecht) heeft Sparkler, een adviesbureau op het gebied van digitaal inzicht en strategie, overgenomen. ‘Sparkler’s klantinzicht, merkstrategie en expertise op het gebied van bedrijfsvoering vullen onze innovatieve, digitale en strategische expertise aan ‘, aldus PA. Met zijn

expertise in consumentenonderzoek, waaronder digitale communities, heeft Sparkler inzicht in hoe consumenten denken en zich gedragen in de digitale wereld. In 2017 won Sparkler een Best Agency-award bij de awards van de Market Research Society. www.paconsulting.com, www.sparkler.co.uk

INDUSTRIE

Emerson verwerft Aventics Emerson neemt Aventics over. Emerson levert onder meer vloeistofgebaseerde automatiseringsoplossingen voor procestoepassingen en industriële toepassingen. Aven-

tics is een fabrikant van pneumatische componenten, systemen en speciale toepassingen. www.emerson.com, www.aventics.com

april 2018

81



UIT DE MARKT DE GINKELSE HOEVE

SYSTEEM OSSE MAAKT VAN VERVUILINGPROBLEEM VERDIENMODEL Despray Enviromental (onderdeel van de Osse Equipment Manufacturing Groep) heeft een volledig zelf

ontwikkeld en gebouwd recyclingsysteem op de markt gebracht waarmee grote volumes spuitbussen uit de afvalstroom samengeperst kunnen worden. De pakken staal of aluminium die het resultaat zijn, kunnen omgesmolten worden voor hergebruik. De gassen en vloeistoffen die veelal nog in de bussen aanwezig zijn, worden afgevangen en kunnen bijvoorbeeld als brandstof worden verkocht. Zo wordt van een vervuilingprobleem een verdienmodel gemaakt, aldus directeur Eelco Osse. Het eerste aerosol recycling system is inmiddels verkocht, aan Suez in Nederland. ‘En er is ook al serieuze belangstelling uit de VS.’ www.despray.com

Directeur Eelco Osse met een brok samen-

VERGADEREN BIJ DE UITGEVERS VAN LINK MAGAZINE De Ginkelse Hoeve in Drunen, domicilie van Link-uitgever H&J Uitgevers, is nu ook beschikbaar voor alle mogelijke bijeenkomstenop-maat. De sfeervolle Ginkelse Hoeve wordt al regelmatig gebruikt voor rondetafelbijeenkomsten voor de industrie, waarover verslag wordt gedaan in Link Magazine. De lichte ruimte biedt allerlei mogelijkheden voor gezelschappen tot zestien personen: van vergadering, workshop en brainstormsessie tot lunch of diner. Gastvrouw Mireille van Ginkel: ‘Zo’n bijeenkomst in een aangename, huiselijke sfeer leidt tot geheel andere gesprekken. Mensen voelen zich hier ontspannen en geïnspireerd.’ Ook het open tuinhuis is te huur. www.ginkelsehoeve.nl

geperste spuitbussen. Foto: Com-magz

juni 2018

83


UIT DE MARKT ACTUALITEIT VERLEIDT DOEDIJNS-MARKETEER TOT LIDMAATSCHAP STEM Paul Hamann was nog niet eerder in hydrauliek en motion controllid van STEM Industriële Marketing oplossingen. In december bezocht Association, maar kent het markehij een STEM-masterclass bij Citog teersnetwerk al sinds de jaren Benelux, specialist op het gebied negentig. In die tijd belandde hij, na van industriële elektrotechniek, het voltooien van zijn studies (mts automatisering en IT. En in mei was Werktuigbouw en heao Commerhij bij een sessie bij branchegenoot ciële Economie), bij Bosch Rexroth. Emerson Industrial Automation. Eerst in de sales en daarna in de ‘Daar kwamen allerlei onderwerpen marketing. Het vak marketing aan bod waar ik zelf ook mee bezig bestond toen al een behoorlijke tijd, ben. Zoals branding van industriële industriële marketing daarentegen merken.’ Voor hem een actueel was nieuw. Beroepsvereniging onderwerp, omdat Doedijns volNIMA (Nederlands Instituut voor gend jaar 140 jaar bestaat. Een Marketing) besteedde er weinig mooie gelegenheid om het merk aandacht aan, net als marketingDoedijns eens stevig neer te zetten, tijdschrift Adformatie. ‘Ik heb toen maar dat vraagt wel dat eerst goed een paar sessies over industriële wordt nagedacht over de huidige marketing van STEM bijgewoond. identiteit van de onderneming, Interessante en inspirerende bijeenaldus Hamann. ‘Waar staat het merk komsten.’ Aanleiding lid te te weinigvoor? Hoe beleven de klanten voor een om maakdeel maakworden gaven ze echter niet. Doedijns? Wat zien zij nu juist als c Nu, zo’n twintig jaar later, werkt de onderscheidende waarden die Hamann als marketing & communiDoedijns zijn klanten biedt?’ cations manager bij Doedijns Group Heel interessant voor hem waren International (DGI), gespecialiseerd ook de ideeën over hoe je als marke-

84

juni 2018

Paul Hamann van Doedijns: ‘Waar staat ons merk precies voor?’ Foto: Com-magz

teer een goede bijdrage kan leveren aan de kwaliteit van de leads waarmee de sales-funnel voor de verkoop binnen- en buitendienst moet worden gevuld. ‘Hoe zorg je dat een buitendienstmedewerker goed geinformeerd op weg gaat naar een potentiële klant? Een goed ingerichte

website kan een belangrijk rol spelen. Een website die zorgt voor conversie. Die zorgt dat die aspirantklant op enig moment zijn gegevens achterlaat. Net zo goed als het voor een winkelier van belang is ook inzicht te krijgen in de behoeften van mensen die in zijn zaak rondkijken


‘DIGITALISERING MAAKT CO-DEVELOPMENT OVERBODIG ÉN NOODZAKELIJK’ en niets kopen, maar klaarblijkelijk toch wel enigszins geïnteresseerd zijn in zijn producten. Het is zonde om met zo’n bezoek niets te doen.’ Ook e-mailmarketing heeft zijn interesse en komt in de sessies van STEM aan bod: ‘Mensen krijgen vaak veel mail, maar een bedrijf als Doedijns beschikt over genoeg interessante verhalen over zijn oplossingen voor content die goed gelezen wordt.’ Naast de inhoud van de masterclasses sprak ook de opzet Hamann aan: ‘Je stapt uit je dagelijkse molen en krijgt even de tijd je eigen werk te beschouwen en daarover met vakgenoten van gedachten te wisselen. Waardevol, want die zitten met precies dezelfde vraagstukken.’ Die ervaringen hebben ertoe geleid dat hij nu STEM-lid is. En de volgende kennissessie, de Super Summer Masterclass: The Battle - Sales versus Marketing (27 juni) heeft hij al in zijn agenda staan. www.stem-imc.com

Een actueel r&d-speerpunt van binnenklimaatspecialist Priva is de ontwikkeling van een ideaal ‘microwerkklimaat’. ‘Dan doel ik niet op het klimaat in je werkkamer, maar op de kubieke meters lucht direct om je heen’, aldus Peter Vandendriessche, vice president strategie & commerce van het bedrijf in De Lier. ‘We werken aan een systeem dat zorgt dat precies op de plek waar je zit de temperatuur, luchtvochtigheid en ventilatie perfect is afgestemd op jouw persoonlijke behoeften, evenals de lichtsterkte en -kleur en het geluidsniveau. Een systeem dat, net als in de nieuwste automodellen, een seintje geeft even de benen te strekken als je van vermoeidheid te veel met je ogen knippert. Dat de lichtkleur wat blauwer maakt als je na een stevige lunch weer aan het werk moet.’ Deze, door digitalisering gedreven ontwikkelingen doet Priva in samenwerking met partijen als Microsoft, Philips en Ahrend. Waar Vanden-

driessche aan toevoegt dat de digitalisering co-development tegelijk overbodig en noodzakelijk maakt. ‘Voorheen had die verwarmingspomp van Peter Vandendriessche van Priva. Foto: Com-magz bijvoorworden. Maar anderzijds, door de beeld Wilo een eigen communicatiestandaard. Toen was veel afstemming snelheid waarmee deze technologische innovatie oprukt, kun je die nodig met fabrikanten om te zorgen ontwikkelingen niet langer alleen bijdat hun producten konden commuhouden en moet je samenwerkingsniceren met andere onderdelen van verbanden aangaan.’ het klimaatbeheersingssysteem. www.priva.com Tegenwoordig gelden veelal open protocollen en kan veel veldapparatuur, ongeacht het merk, zonder meer in het netwerk gehangen

What does 2030 hold for you? VanBerlo is your creative and strategic partner that will help you create opportunities and fetch the future!

vanberlo.nl

juni 2018

85


POWERFUL MOTION Drive and Motion Technologies

ÂŽ

Dana Off-Highway brengt u verder Als totaalleverancier van custom-made transmissiesystemen, ontwerpt en produceert Dana SAC Benelux een compleet assortiment van zowel mechanische transmissies, hydraulische en elektrische Brevini componenten als ook de kwaliteitsaandrijfsystemen van Spicer. Door de integratie van de diverse technologieĂŤn en toepassingen, zorgen wij voor de krachtige beweging die u verder brengt. Dana SAC Benelux +31 172 42 80 80 | benelux@dana.com | www.brevini.nl


UIT DE MARKT GO4EXPORT WAKKERT OOST-NEDERLANDSE INTERESSE VOOR EXPORTEREN AAN Oost NL bevordert het internationaal zakendoen in twee richtingen. De ontwikkelingsmaatschappij steekt energie in het naar Oost-Nederland halen van buitenlandse bedrijven. En andersom stimuleert het OostNederlandse onderneming om te gaan exporteren. Die eerste activiteit, aldus manager International Fons de Zeeuw, heeft de regio in 2017 bijna 1.300 arbeidsplaatsen opgeleverd en 165 miljoen euro aan buitenlandse investeringen. En dat in vier sectoren: agri & food, life science & health, hightech en logistiek. In het oog springt direct de investering van Unilever in een r&d-center in Wageningen. ‘Het bedrijf wilde al zijn wereldwijde r&d-vestigingen samenbrengen op één plek en koos voor de campus van Wageningen Universiteit. Dat levert meer dan vijfhonderd nieuwe, hoogwaardige arbeidsplaatsen op.’ Andere bedrijven die verleid zijn om zich in Oost-Nederland te vestigen, komen voornamelijk uit China, Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. ‘Wij leveren maatwerk. We gaan het gesprek aan om te horen welke vestigingsfactoren voor het bedrijf cruciaal zijn en geven relevante informatie. Fiscale factoren kunnen van belang zijn en dan informeren we zo goed mogelijk over de belastingregels. Voor r&dactiviteiten zijn de fiscale regels in Nederland gunstig, dus dat speelde bij de keuze van Unilever zeker een rol. Maar ook kan de aanwezigheid van geschikte partners om tot innovaties te komen zwaar wegen. Daar zoeken wij naar en brengen de bedrijven met elkaar in contact. Daarnaast helpen we ze bij het vinden van een geschikte locatie en informeren over huisvestings- en scholingsmogelijkheden. En of er in de buurt een mooie golfbaan is, als de directeur een fervent golfspeler blijkt te zijn’, voegt hij er met een lach aan toe. Het ondersteunen van Oost-Nederlandse bedrijven met exportplannen heeft het afgelopen jaar een impuls gekregen met de start van het programma GO4EXPORT, in opdracht van de provincie Overijssel. Als eerste stap is samen met partijen als WTC Twente, VMO, Novel-T, MKB Deventer, Trade Office Zwolle,

De missie naar China, september 2017. Foto: Oost NL

Saxion Hogeschool en VNO NCWMidden grondig geïnventariseerd welke behoeften er onder ondernemers in de regio leven. Om de bedrijven te helpen de uitdagingen het hoofd te bieden, zijn zeven werkpakketten samengesteld, vertelt programmamanager Remco Lucassen. Belangrijk is de inrichting van een webportal dat informatie en activiteiten over exporteren ontsluit die zowel landelijk als regionaal aangeboden worden. ‘Ook bevat de portal profielen van ondernemingen die al zaken doen in het buitenland en die bereid zijn collega-ondernemingen te laten leren van hun ervaringen.’ Daarnaast zijn er inmiddels verschillende ‘handelstafels’ geweest. Recent nog bij Trade Office in Zwolle met de Nederlandse innovatie-, landbouwen handelsattaché uit Tokyo, over de kansen die Japan biedt. ‘Met dat land heeft de EU een nieuw handelsakkoord gesloten. Dat heeft niet veel ruchtbaarheid gekregen, maar dat maakt het bijvoorbeeld mogelijk bepaalde producten in de food vrijwel zonder handelsbelemmeringen naar Japan te exporteren’, weet De Zeeuw. Ook zijn er handelsreizen georganiseerd, altijd in afstemming met ‘Den Haag’ (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, RVO) en initiatieven in andere regio’s. ‘Onze mkb’ers hebben meer behoefte aan een kleiner gezelschap van collegamkb’ers voor een reis naar een specifiek gebied en met een bepaalde thematiek, anders dan de grote

handelsreizen naar de grote steden met een minister en soms ook de koning. Tegelijk wil je natuurlijk voorkomen dat de missies elkaar bij verrassing op een vliegveld tegenkomen’, zegt De Zeeuw. Om te achterhalen wat alle GO4EXPORT-inzet oplevert, doet Berenschot regelmatig onderzoek. Uit de eerste evaluatie blijkt dat tijdens het eerste half jaar van

GO4EXPORT 279 bedrijven aan de diverse activiteiten hebben deelgenomen en die waarderen met een 7,8. ‘Maar de inzet stimuleert ook het gebruik van de exportondersteuning die de nationale RVO biedt. In 2017 hebben veel meer Overijsselse en Gelderse ondernemers deelgenomen aan de RVO-activiteiten dan het jaar ervoor’, aldus Lucassen. www.go4export.nl

INDUSTRIE INVESTEERT VEEL IN MACHINES Ondernemers in de industrie verwachten dit jaar in totaal 25 procent meer te investeren in materiële vaste activa dan in 2017. In 2016 is er 8 miljard euro geïnvesteerd in de industrie, waarvan het grootste deel in machines. Dit meldt het CBS op basis van de nieuwe cijfers. De verwachtingen van producenten zijn in de voorjaarsenquête nog wat positiever dan een halfjaar eerder. Bij de vorige meting, aan het einde van 2017, verwachtten ondernemers in de industrie nog 16 procent meer in 2018 te gaan investeren dan in 2017. Ze gaven toen ook aan dat de investeringen in 2017 naar verwachting 19 procent hoger uit zou komen dan in 2016. Het gaat om investeringen in materiële vaste activa die in het verslagjaar in gebruik genomen worden, zoals gebouwen, machines, vervoersmiddelen en computers. Nederlandse bedrijven in de indus-

trie hebben in 2016 (met 8 miljard euro) zo’n 2 procent minder geïnvesteerd dan in 2015. In 2015 en 2014 waren de investeringen van de industrie hoger dan een jaar eerder. In de industrie werd in 2016 veruit het meest geïnvesteerd in machines (ruim 68 procent). Bedrijfsgebouwen vormden het tweede investeringsdoel (15 procent). Bedrijven in de industrie investeerden relatief weinig in vervoersmiddelen (4 procent) en het minst in de aankoop van grond. In totaal investeerden Nederlandse bedrijven in 2016 iets meer dan 49 miljard euro. Ook dat is iets minder dan in 2015, toen het totaal voor het eerst boven de 50 miljard euro uitkwam. In 2015 en in 2016 was het aandeel van de investeringen door de industrie een zesde van de totale investeringen in materiële vaste activa.

juni 2018

87



UIT DE MARKT VMO: NIEUWE VOORZITTER, NIEUWE DIRECTEUR De Verenigde Maakindustrie Oost (VMO) heeft een nieuwe voorzitter: Lucien Perizonius is per 1 april 2018 benoemd. Het netwerk voor producerend Oost-Nederland telt zo’n 130 lid-bedrijven. Perizonius was dga van Jansen Venneboer in Wijhe en startte daarna zijn investeringsbedrijf PCMMC ventures. ‘Ik wil me graag inzetten om de maakindustrie op een hoger niveau te krijgen. Er moet en kan nog veel gebeuren. De maakindustrie is erg belangrijk voor Nederland. De bedrijven, het onderwijs en de overheid hebben hun krachten gebundeld om de maakindustrie in Oost-Nederland verder te versterken.’ VMO heeft vier speerpunten: Smart Industry, innovatie, exportbevordering en de Human Capital Agenda. ‘Essentieel is dat de bedrijven met elkaar in contact komen en blijven. De technologische ontwikkelingen volgen elkaar

razendsnel op en het ene bedrijf haakt hier sneller op in dan het andere. Breng bedrijven bij elkaar en zoek vervolgens samen naar synergie. De rol voor VMO is om dit te duiden en te ondersteunen.’ De Verenigde Maakindustrie Oost heeft als ambitie dat Oost-Nederland in 2021 het meest flexibele en het beste digitaal verbonden productienetwerk van Europa heeft. VMO begeleidt en ondersteunt haar leden in elke fase op weg naar een ‘smart’ productieproces. Petra Deterink is sinds begin dit jaar directeur van VMO. ‘Het is een dynamische wereld waarin veel gaat veranderen. Het genereren van toegevoegde waarde voor onze lid-bedrijven is een belangrijk issue voor VMO. We werken aan een slagvaardige en daadkrachtige maakindustrie. Er is geen tijd te verliezen.’ www.vmo.nl

PTB: KLANDIZIE WERELDWIJD, SUPPLY BASE VOORAL REGIONAAL Deutsche Bahn (DB) is zó tevreden over de gerealiseerde oplossing, dat de Duitse spoorwegmaatschappij het PTB Special Products gunde om die een week later af te leveren. Zo kon het Groningse bedrijf het product een mooie plek geven Jaap Buist met de transportoplossing voor DB. Foto: Com-magz op de stand op de wereldwijd. In Nederland – bij Hannover Messe. ‘Enkele DB-menonder meer ASML en Philips – , sen zijn gisteren nog langs geweest maar ook in Duitsland, Mexico en om te zien hoe het erbij stond’, Thailand. De onderneming van vertelt marketing & sales manager 25 man doet zelf het volledige ontJaap Buist op de stand. De ‘oploswerp, de eindassemblage en het sing’ is een intern transportmiddel testwerk. Een dochteronderneming speciaal ontwikkeld voor het onder doet een deel van het metaalwerk, een trein-in-onderhoud wegrijden aldus Buist. ‘Zaken als lieren, de en terugbrengen van het treinonderbesturingsunits en het dikke plaatstel. Een set van vier grote wielen, werk besteden we uit. Ook in het assen, schokbrekers en een frame, buitenland, maar het meeste bij goed voor 15 ton. ‘Zij hebben lang toeleveranciers in onze eigen tijdrovend zitten hannesen met dat Groningse regio.’ Het bedrijf is transport. Tot ze bij ons kwamen. eigendom van de familie Zuidersma, Het ontwikkelen van transportmiddirecteur is Jelle Zuidersma. delen voor bijzondere toepassingen www.ptbspecial.com is helemaal ons specialisme.’ Het familiebedrijf heeft klandizie

PERSONALIA <FOTO >

Corné van Opdorp, directeur van de

BOZ Group, heeft het voorzitterschap van NEVAT overgenomen van Henk Smid, ceo van Variass. Smid heeft deze functie sinds 2015 bekleed. Tijdens de algemene ledenvergadering was de overhandiging van twee lemniscaten, het beeldmerk van NEVAT’s professionaliseringsprogramma Business Coaching. Hiermee werd symbolisch de voorzitterswissel vorm gegeven.

Lotte van de Ven is Theo Hoen

opgevolgd als ceo van de Vencomatic Group. Voorts vertrekt coo Koen Boot na 24 jaar bij de Brabantse pluimveemultinational. Hij wordt operations directeur bij machinebouwer Wemo in Den Bosch. Eric Driessen volgt per 1 juli Cor Heijwegenop als algemeen directeur

van systeemleverancier Hittech Group. Heijwegen wordt voorzitter van de raad van commissarissen. Thijs Manders , oprichter van TMC

Group, is daar sinds eind april executive president. Emmanuel Mottrie, tot voor kort ceo van TMC International, heeft de functie van ceo van TMC Group van hem overgenomen. Zo versterkt TMC de vier jaar geleden ingezette strategie om van een leidende Nederlandse naar een leidende internationale consultancyorganisatie te transformeren. De non-executive board met voorzitter Nikolai Pronk blijft ongewijzigd. Joep Brouwers verruilde op 1 juni

na elf jaar Brainport Development voor de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM). Hij leidt het team dat de samenwerking en synergie tussen Brainport (hightech maakindustrie, regio Eindhoven), Agrifood (landbouw en voedingsmiddelen, regio

Den Bosch) en Midpoint (logistiek, recreatie, zorg en slimme industrie in Begin november verhuist Capi Eurode regio Tilburg) versterken. pe, fabrikant vanwilkunststofbloempotten, naar een nieuw pand in Tilburg. Een investering vanJan twintig Michiel Kuijs volgt per 1 juli van miljoen euro, waarmeedirecteur het aantal Keulen op als algemeen meters meer dan verdubvierkante en Scandinavië. van DAF Nederland belt. Zo teltgaat hetdenieuwe magazijn Van Keulen markten in Oost20.000 palletplaatsen en achttien Europa en buiten de Europese Unie laaddocks. aansturen. De sterke groei van Capi Europe, dat in ruim zestig landen verkoopt, verklaart directeur-eigenTheo Bruijninckx , sinds mei 2017 cfo aar Toine van de Ven met bij Huisman, is benoemd tot de ceo.opmerZijn king dat alles klopt aan het product. voorganger, Joop Roodenburg , heeft ‘Lichtgewicht, natuurlijke uitstraling, de rol van president op zich genomen. Bruijninckx is overall verantwoordelijk, Roodenburg richt zich op de ontwikkeling van innovatieve, technische oplossingen en op de relatie met klanten. Het directeurschap van Solliance is overgegaan van Huib van den Heuvel op voormalig technisch directeur Ronn Andriessen. Zodra Van den Heuvel de financiering van spin-off Solarge – ontwikkelaar/producent van modules met geïntegreerde zonnecellen – in kannen en kruiken heeft, vertrekt hij bij Solliance. Joop Halkes vertrekt bij Fox-IT in

Delft. Na de overname door de Britse NCC Group, anderhalf jaar geleden, werd hij aangetrokken om Fox-IT te internationaliseren. Hij gaat op zoek naar een nieuwe uitdaging. Rob Koppen, directeur finance & support, neemt zijn taken voorlopig waar. In lijn met een gepland opvolgingsproces heeft Marcus Agius een stap terug gedaan bij PA Consulting Group: van bestuursvoorzitter is hij vicevoorzitter geworden. John Alexander, die negen jaar lang bestuursvoorzitter was bij milieu- en duurzaamheidsadviesbureau ERM, is de nieuwe voorzitter. Jeroen Bouvrie is benoemd tot directeur en Laurens Miedema tot

cfo van softwarebedrijf Luminis Nederland. René Janssen heeft van Bouvrie de leiding in de vestiging Arnhem overgenomen. Luminis heeft tevens vestigingen in Amsterdam, Apeldoorn, Eindhoven en Rotterdam en maakt zich op om te internationaliseren. Lars Seegers volgt per 1 juli Edwin Manten op als ceo van Altran

Nederland.

juni 2018

89


CONNECT TO THE FUTURE WITH IFS APPLICATIONS 10 YOUR BUSINESS APPLICATION, RUN YOUR WAY


AGENDA 19 JUNI 2018

Industriële topondernemers zullen weer voor een interview op het scherp van de snede aanschuiven tijdens de zeventiende editie van de Dutch Industrial Suppliers & Customer Awards op 21 november. Thema van de talkshow is ‘Het verleden, heden en de toekomst van de Nederlandse industrie’. Het onderscheidende van de DISCAawards is dat een bedrijf zich niet zelf kan nomineren. Bent u heel tevreden over de samenwerking met bepaalde toeleveranciers of klanten, mail de namen van deze bedrijven dan naar: disca@linkmagazine.nl. Deze bedrijven worden vervolgens opgenomen in een zorgvuldige selectieprocedure. Tijdens DISCA’18 zal ook het 20-jarig bestaan van Link Magazine gevierd worden. Link Magazine organiseert het evenement in samenwerking met ING en ISAH. Het begint woensdag 21 november om 15.00 uur in Boerderij Mereveld in Utrecht. Aanmelden kan nu al, via disca@linkmagazine.nl

PHOTONICS EVENT 2018 – ENSCHEDE Evenement van Mikrocentrum in samenwerking met PhotonicsNL, waarop bedenkers, ontwikkelaars en toepassers van op fotonica gebaseerde applicaties, instrumenten, machines en diensten elkaar ontmoeten. Zie: photonics-event.nl

27 en 28 JUNI 2018 AGRO FOOD INNOVATION EVENT – VENLO Vier conferenties en een expositie onder één dak; over alles wat speelt en gaat spelen in 3D food printing en smart farming (27 juni), healthy nutrition en vertical farming (28 juni). Zie: www.smartfoodfarmingexpo.com

28 JUNI 2018 ONTBIJTWEBINAR RIDDER DATA SYSTEMS ONLINE Webinar in het teken van het proces van de machinebouwer. Ontdek tijdens de online demonstratie hoe het volledige bedrijfsproces wordt ondervangen in de ERP-software. Zie www.ridder.nl/ actueel/ontbijtenmetridder

18-20 SEPTEMBER 2018 TIV HARDENBERG 2018 – HARDENBERG Twintigste editie van dit vakevent: het is

inmiddels uitgegroeid tot het centrum van de slimme maakindustrie in Noord- en Oost-Nederland. Zie: www.evenementenhal.nl/tiv

26-27 SEPTEMBER 2018 KUNSTSTOFFEN 2018 (BEURS EN CONGRES) VELDHOVEN Bijna 300 exposanten en zo’n 40 sprekers delen oplossingen op het gebied van duurzaamheid, recycling, kostprijsbesparing, productieoptimalisatie, productontwikkeling en smart industry. Zie: kunststoffenbeurs.nl

2-5 OKTOBER 2018 WOTS (WORLD OF TECHNOLOGY & SCIENCE; BEURS EN CONFERENTIE) – UTRECHT Trefpunt voor automatisering. De WOTS is ontstaan uit het samengaan van Het Instrument en Industrial Automation & Drives. Zie: www.wots.nl

10 OKTOBER 2018 SOFTWARE-CENTRIC SYSTEMS CONFERENCE (SC2) – EINDHOVEN Internationale sprekers en bezoekers delen kennis, ervaring en trends in de wereld van software-engineering. Zie: www.softwarecentricsystems.com

2 OKTOBER 2018 PHOTONIC INTEGRATION CONFERENCE (CONFERENTIE EN EXPOSITIE) – EINDHOVEN Event geeft een overzicht van en begrip voor de technologische ontwikkelingen in geïntegreerde fotonica. In deze vierde editie ligt de focus op onder meer businessmodellen, praktijkcases in optical sensing, verlichting & energie, displays, informatietechnologie, telecom, healthcare & life science, security & defence, robotica, fabricageprocessen, integratie fotonica - microelektronica op chip-, bord- en systeemniveau en ontwikkelings- en packaging-tools. Zie: www.phiconference.com

11 OKTOBER 2018 SMART SYSTEMS SUMMIT – EINDHOVEN Event, ontstaan uit het samengaan van de Bits&Chips Smart Systems Conference en de Smart Systems Industry Summit van DSP Valley. Over de laatste ontwikkelingen en hoe kansrijk die zijn. Zie: www.smartsystemssummit.com

28 NOVEMBER 2018 BENELUX RF CONFERENCE – NIJMEGEN Professionals van bedrijven uit Nederland – en voor het eerst ook - België delen kennis en ervaringen op het gebied van hightech RF-technieken. Zie: www.beneluxrf.com

verspanen

CNC-consult denkt dat het slimmer kan!

Uw winst zit ‘m in robotisering, automatisering en integratie van CAD/CAM, via MES tot aan uw ERP-systeem.

“90% van onze klanten zit in de verspaning” - Maarten van Teeffelen -

Samen op weg naar een smart factory!

CNC-Consult Titaniumlaan 86 5221 CK ‘s-Hertogenbosch

+31 (0)73 - 648 01 66 www.cncconsult.nl

juni 2018

91


isah.com

VAN SMART INDUSTRY NAAR RESULTAAT? JE MAAKT HET MET ISAH

De wereld om ons heen verandert snel. Internet of Things, Big Data, Robotisering. De digitale transformatie is volop bezig, ook in de maakindustrie. Als Smart Industry Ambassadeur helpen wij bedrijven de transitie te maken naar een digitale wereld waarin ICT diep doordringt in alle facetten van het productieproces. In ons gratis eBook “Aan de slag met Smart Industry” gaan we dieper in op de bijdrage die ERP software kan leveren als onderdeel van de vierde industriële revolutie. Download ons gratis eBook nu op blog.isah.com/smart

Maak het met Isah.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.