link Magazine 2021, #02

Page 1

DE VERBINDING TUSSEN TECHNOLOGIE, MARKT EN MENS april 2021 | nummer 2 | jaargang 23

STANDAARDISATIE PLAATWERKSPECIFICATIES OPSTAPJE NAAR MODEL-BASED DEFINITION DIGITALER, EFFICIËNTER, MAAKBAARDER PLATFORM SMART CUSTOMIZATION KIEZEN TUSSEN ZWITSERS ZAKMES EN KAAL KEUKENSCHILMESJE

THEMA AGRO- EN FOODTRANSITIE IS DE KETEN ER KLAAR VOOR?

TOPMAN JEROEN HOL VAN LEGRAND GROUP:

‘WIJ INTEGRÉREN EEN AANWINST NIET, WE DOCKEN DIE’


Online bestelgemak. Advies van lokale specialisten. Wereldwijd herkenbare kwaliteit.

Your motion Pneumatic | Electric | Our solution

www.festo.nl


#2/21 12 THEMA

33

AGRO- EN FOODTRANSITIE

DE VERBINDING TUSSEN TECHNOLOGIE, MARKT EN MENS

36

IS DE KETEN ER KLAAR VOOR? Om de groeiende wereldbevolking van voldoende voedsel te voorzien zonder dat dat te zeer ten koste gaat van de leefbaarheid van de planeet en het welzijn van dieren, zijn ingrijpende maatregelen nodig in de complete foodketen. Zijn de oem’ers van foodproductiemachines en hun toeleveranciers zich bewust van die veranderingen?

66 STRATEGIE TOPMAN JEROEN HOL VAN MULTINATIONAL LEGRAND

STANDAARDISATIE VAN PLAATWERKSPECIFICATIES OPSTAPJE NAAR MODEL-BASED DEFINITION

DIGITALER, EFFICIËNTER, MAAKBAARDER Groot en klein is hard op weg met digitalisering van de plaatwerkketen. Semiconbedrijf ASML is als uitbesteder in Nederland een voorloper met standaardisatie van specificaties en invoering van model-based definition. Maar ook kleinere bedrijven actief in grofstoffelijker markten zijn bezig met 3D-informatieoverdracht. In alle gevallen is efficiëntere maakbaarheid het streven.

‘WIJ INTEGRÉREN EEN AANWINST NIET, WE DOCKEN DIE’ Legrand groeit snel: organisch, maar ook door overnames te doen. Jeroen Hol geeft leiding aan de divisie Digital Infrastructures bij de Franse multinational en was in de afgelopen vijf jaar betrokken bij tien van die takeovers. Een rol waarin hij de voordelen plukt van de ervaring die hij opdeed toen ‘zijn’ Minkels, tegelijk met Cortexon, in 2012 werd overgenomen.

49 OVER HIGHTECH STARTERS EN HUN INNOVATIES, FINANCIERINGSPROBLEMEN EN ANDERE UITDAGINGEN

Met onder meer een verhaal over Lumicks, ontwikkelaar van uiterst geavanceerde apparatuur: de omvangrijke C-Trap en de zeer compacte z-Movi.

TOPIC SCHAARSTE IN DE SEMICON SMART CUSTOMIZATION LINK MAGAZINE START NIEUW PLATFORM

45

KIEZEN TUSSEN ZWITSERS ZAKMES EN KAAL KEUKENSCHILMESJE

Future Electronics: spil in een zeer dynamische elektronicawereld De klant uit de wind houden in ‘a perfect storm’

46

Directeur Guido Bergman van Matas: ‘De Tesla’s van deze wereld kopen simpelweg een halfjaar fabriekscapaciteit op’

Bedrijven in staat stellen kennis en kunde met elkaar te delen en zo klanten nog meer waarde te bieden en de eigen processen te verbeteren. Dat is het doel van het Link-Platform Smart Customization|CtO. Want configure-to-order kent technische, sociale en organisatorische uitdagingen.

PROCESOPTIMALISERING

62

Jeveka openhartig over hobbels in transitie naar nieuw IT-systeem ‘We moeten geen mooi weer spelen als we tegen obstakels aanlopen’

70

Gecombineerde expertise Fresenius Kabi en STT leidt tot optimale assemblagelijn Gevecht om 90 procent rendement

ZIE VERDER PAGINA 5

april 2021

3



EN VERDER: 6 11

UIT DE MARKT

17

COLUMN Techregulering en wettelijke zorgplicht: nice to have of bittere noodzaak?

29

SMART INDUSTRY Lenze helpt klanten data uit systemen slimmer te benutten

30

GEBOUWAUTOMATISERING Samenwerking Priva met 3T resulteert in bGrid Multi Sensor Node

38

VERPAKKINGSINDUSTRIE TalkING Industry over de verpakkingsketen

42

INNOVATIE Samenwerking Berry Promens en MA-IT mondt uit in communicerende VARIBOX

54

STRATEGIE Berenschot en NHL Stenden bepleiten sufficiency-driven businessmodel

56

PRODUCTIEOPTIMALISERING Wila start samen met zijn toeleveranciers de tweede fabriek op

58

ENERGIETRANSITIE RAVO ontwikkelt ‘zeroemission’ veegmachine samen met Post & Dekker en Emoss

61

STRATEGIE Schneider Electric zet duurzaamheid strategisch in

64

AUTOMATISERING Carl Berlo, nieuwe ceo en mede-eigenaar 247TailorSteel, kiest voor ‘hybride’ groeistrategie

72

DIGITALISERING Boschman en PLM Xpert standaardiseren productdatamanagement

74

MODULARISATIE Van een spaghetti aan bekabeling naar plug & play-modules

76

CYBERSECURITY Aantal succesvolle incidenten cybersecurity neemt substantieel toe, mede door thuiswerken

78

DUURZAAMHEID Demcon investeert mee in treinenfabriek Trens Solar Trains in Enschede

80

INNOVATIE Machine learning ExRobotics werpt zijn vruchten af voor zuster ÆVO en joint venture FMI-ImProvia

82

PARTNERSCHAP Confed haalt hechte band met twee grootste klanten verder aan

85

UIT DE MARKT (Vervolg)

COLUMN Help, ik loop tegen de grenzen van mijn systemen aan!

OPROEP: MEER INDUSTRIE MARTIN IN DE POLITIEK Bijlage bij deze Link Magazine is de special Southern-Netherlands. Een Engeltalige uitgave want (ook) gericht op een internationale lezersgroep. Als ik me daarop oriënteer en me afvraag waarover die groep wil lezen, kom ik – vanzelfsprekend – op de kwaliteiten van de Nederlandse hightech industrie en wat partijen in de VS of Azië daaraan kunnen hebben. Natuurlijk denk ik dan – in de eerste plaats – aan de hoge nauwkeurigheid van de technologie en de wijze waarop die, in open ketensamenwerking, ontwikkeld en geproduceerd wordt. En hoe afnemers daarmee hun concurrentiepositie kunnen versterken. Maar meteen daarna besef ik dat het óók moet gaan over de actuele impact van de huidige geopolitiek op die mondiale hightech waardeketens. En dat voelt meteen ongemakkelijk. Want ik weet: de industrie bemoeit zich daar niet graag mee. Zelfs niet in het huidige tijdsgewricht waarin de politiek zich – meer dan ooit – met de industrie bemoeit. Dat is deels ingegeven door de coronacrisis – ‘Europa mag voor beschermingsmiddelen niet langer afhankelijk zijn van productie elders’; ‘De farma mag geen vaccins exporteren als ze de leveringsafspraken met ons niet nakomt’- , maar deels ook door een ingrijpende verandering in de geopolitieke verhoudingen. De VS wil zijn no 1 (kennis=macht-)positie behouden, China wil die graag overnemen en de EU wil vooral blijven samenwerken, met beide partijen. En dan gaat het in de interviews met industriële managers van multinationale bedrijven al gauw over het afbouwen van de afhankelijkheid van toelevering uit China, over het grote belang van het desalniettemin behouden van die enorme markt en derhalve het samenwerken met de klanten daar, over de onmogelijkheid om voorop te blijven lopen als je niet vrij bent de grootste talenten ter wereld samen te laten werken aan je innovaties en over het onrendabele van parallelle toeleverketens, eentje voor elk continent. Interessante gesprekken resulterend in mooie verhalen die echter lang niet altijd ongeschonden bij de eindredactie belanden. Want hun communicatiemanagers hebben als mantra: ‘Meningen geven we uitsluitend over onze technologie.’ In de vorige uitgave stond een interview met CDA-politicus Mustafa Amhaouch. En die verbaasde zich over het gebrek aan diversiteit in de Tweede Kamer. En – anders dan zijn naam doet vermoeden – had hij niet over meer mensen met een migratieachtergrond, maar over meer mensen met een industriële achtergrond. Amhaouch zelf werkte eerder voor ASML, zijn PVV-collega Tony van Dijck was ooit in dienst bij DOW, maar Eppo Bruins (CU) die zijn eigen kunststofbedrijf had, is inmiddels uit Den Haag vertrokken. De grote bulk van de (nieuwe) parlementariërs is afkomstig van NGO’s en werkgevers- en werknemersverenigingen, waren wethouder in een middelgrote stad, financieel consultant of bestuurder van een zorginstelling. Het lijkt misschien mosterd na de maaltijd, zo kort na de onze nationale verkiezingen, maar we hebben nu wel even de tijd. En die is nodig voor het in beweging zetten van een bedrijfsculturele transformatie van een uitgesproken apolitieke, shareholders-gerichte houding, naar meer politiek geëngageerde Rijnlandse, stakeholder-gerichte (lees het nieuwe boek ‘Regisseer de keten’). Waarvoor ik bij deze, bij wijze van eerste, kleine stap, het startsein wil geven. Beste ondernemers – en dan richt ik me vooral op die van de grotere industriële bedrijven, die het kunnen lijden –, creëer een potje voor de politiek geëngageerde medewerker. Zodat die zijn of haar invloed in Den Haag kan doen gelden. Niet met een terugkeergarantie van een zuinige één jaar, zoals Amhaouch van ASML kreeg, maar met een ruimhartige van – zeg – vier jaar. MARTIN VAN ZAALEN Hoofdredacteur Link Magazine

martin.vanzaalen@linkmagazine.nl @MartinvanZaalen #linkmagazine.nl

COLOFON Magazine

COLOFON

JAARGANG 23, NUMMER 2, APRIL 2021

RAAD VAN ADVIES ing. P.A.M. van Abeelen (ISAH), J. Beernink MSc (Golden Egg Check), ing. D.M. van Beers (Festo BV), J.C.A. Buis MBA (RR Mechatronics), ing. B. Draaijer (V en M Regeltechniek), F.M. Eisma (Trumpf Nederland), ir. R. van Giessel (voormalig ceo Philips CFT), H. Gijsbers (Thermo Fisher), ir. M.H. Hendrikse (HTSM-boegbeeld), ing. J.B.P. Hol (Legrand Group), ir. T.J.J. van der Horst (TNO), ir. M.W.C.M. van den Oetelaar (Bosch Rexroth), dr. ir. M. Peters (ceo Plantlab), dr. ir. D.A. Schipper (Demcon), E. Severijn (Siemens PLM Software Benelux), J.A.J. Slobbe (VMI), H.G.H. Smid (Variass Group), ir. W.W.M. Smit MMC (DBSC Consulting), ir. H.H. Tappel (Bronkhorst High-Tech), W.B.M. van Wanrooij (IBN Productie), ir. S.J. Wittermans (ASML)

UITGEVER H&J Uitgevers Mireille van Ginkel Bosscheweg 76 5151 BE Drunen (010) 451 55 10 06 51 78 41 97 uitgever@linkmagazine.nl www.linkmagazine.nl

AHOOFDREDACTIE Martin A.M. van Zaalen EINDREDACTIE Jan Broeks, Lucy Holl, Wilma Schreiber redactie@linkmagazine.nl CAAN DIT NUMMER WERKTEN MEE Hans van Eerden, Ton Hagens, André Ritsema, Marcel Westphal. COVERFOTO Bart van Overbeeke GRAFISCHE VORMGEVING Primo!Studio, Delft DRUK Veldhuis Media, Raalte

Link Magazine is een managementblad over eigentijdse vormen van samenwerking tussen bedrijven onderling en tussen bedrijven, (semi-)overheid, universiteiten en hogescholen. Link Magazine verschijnt zesmaal per jaar.

ABONNEMENTEN u 73,75 exclusief BTW per jaar ADVERTENTIE-EXPLOITATIE John van Ginkel john.vanginkel@linkmagazine.nl (010) 451 55 10, 06 53 93 75 89 VOLGEND NUMMER Het eerstvolgende nummer van Link Magazine verschijnt 11 juni 2021. Het thema van dit nummer is: ‘Systeemdenken: een holistische kijk op de complete waardeketen’.

ISSN 1568 - 1378 Niets uit Link Magazine mag worden overgenomen of gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever. Aan de inhoud van deze publicatie kunnen geen rechten worden ontleend.

april 2021

5


UIT DE MARKT SYSTEMINTEGRATOR VSE ZET EXPERTISE IN VOOR MATRASRECYCLING Het sterk groeiende RetourMatras met het hoofdkantoor in Nieuwerbrug opent deze zomer een vierde matrasrecyclinglocatie in Nederland, in Etten-Leur. VSE Industrial Automation uit Schoonhoven is er nauw bij betrokken. De systeemintegrator zet daarbij al zijn expertise in, aldus commercieel-technisch manager Radboud van Dusseldorp. Van software- en hardware-engineering, paneelbouw, inbedrijfstelling, remote servicing tot dashboarding. VSE was ook al betrokken bij de derde fabriek, in het Brabantse dorp Zeeland, waarvoor Belo Groep uit Linschoten machines leverde. De eerste twee fabrieken van RetourMatras staan in Lelystad en Alphen aan den Rijn. Van Dusseldorp: ‘Wij werken al langer samen met Belo Groep in andere projecten. RetourMatras vroeg aan Belo Groep of ze een sterke partner wisten voor de software en Belo Groep haalde ons erbij.’ Alleen al in Nederland met zijn 17 miljoen inwoners worden per jaar gemiddeld zo’n 1,7 miljoen matrassen afgedankt. Verbranden levert

6

april 2021

veel CO2-uitstoot op. RetourMatras ontmantelt matrassen volledig en alle onderdelen gaan de recycling in: het PU-foam wordt verwerkt in bijvoorbeeld ondervloeren, dempende tegels bij speeltoestellen en tapijtonderlagen. Van de textielvezels wordt opnieuw garen gesponnen. Het metaal van de springveren wordt hergebruikt in de metaalindustrie. Particulieren leveren hun matras in bij een winkel of een milieustraat en de afgedankte exemplaren gaan naar één van de vestigingen van RetourMatras. De matrassen moeten schoon en droog zijn, willen ze goed verwerkt kunnen worden. Ze worden met een tilhulp op een invoerband gelegd. Sensoren bepalen de aanwezigheid, de hoogte en de precieze positie van een matras. De matrassen worden verdeeld over twee lijnen die naar pelmachines voeren. In die machine wordt de tijk, de matrashoes, losgemaakt van de binnenkant. Vervolgens wordt die binnenkant verder opgesneden en leeggehaald: foam en pocketveren worden van elkaar gescheiden. Het

Commercieel-technisch manager Radboud van Dusseldorp van VSE (links) en operationeel directeur Chico van Hemert van RetourMatras, in de fabriek in Zeeland. Foto: VSE

is een combinatie van handwerk en automatisering. Alles moet zorgvuldig op elkaar zijn afgestemd, aldus Van Dusseldorp: ‘We leveren de sensoriek, de servomotoren, de software, de paneelbouw en doen de inbedrijfstelling. We monitoren vervolgens op afstand om de processen continu te bewaken en te verbeteren.’ Het is bij de derde fabriek in Zeeland zo goed gegaan, dat VSE eveneens bij de nieuwbouw in Etten-Leur betrok-

ken is. En RetourMatras wil blijven uitbreiden, ook naar het buitenland. ‘De samenwerking tussen drie ervaren partijen maakt het boeiend’, aldus Van Dusseldorp. ‘RetourMatras heeft veel verstand van het product, Belo Groep is expert in machinebouw, en wij doen de systeemintegratie.’ www.vse.nl www.retourmatras.nl www.belogroep.nl


REURINGS HELPT MODEWERELD NOG SNELLER TE MAKEN DAN DIE AL IS De fashionwereld wordt steeds sneller. Was een jurkje of een paar schoenen voorheen nog wel een paar jaar modieus genoeg om mee voor de dag te komen, tegenwoordig moet er elk seizoen iets nieuws in de kast hangen. Het verkopen van die grote, snel veranderende productenstroom vergt wel dat die in webshops aantrekkelijk gepresenteerd worden. Tot nog toe was daar een dure fotograaf voor nodig, en veel tijd. Styleshoots uit Haarlem brengt vier productlijnen op de markt die het fotograferen en filmen van fashion een stuk gemakkelijker maken. Met een iPad in de hand kan elke leek in een handomdraai, al dan niet met mannequin, foto’s en films maken die vervolgens direct de webshop in kunnen, schetst Aad Reurings. Hij is directeur van Reurings Precisie Plaatwerk in Delfgauw dat – op de elektronica en de camera na – één van die productlijnen compleet produceert: de Eclipse, speciaal voor het maken van vrijgezette productfoto’s en -video’s. Reurings werd begin 2019 door C10, het bureau dat deze robot heeft ontworpen, gevraagd het te gaan produceren. ‘Dat bleek bepaald niet eenvoudig. Maar we hebben een jong team dat de uitdagingen wel wilde aangaan.’ Een van de uitdagingen was het stijf genoeg maken van de robotarm (‘de Ark’) die de camera tijdens het filmen om of over het product heen laat bewegen. ‘Want de geringste trilling zou zichtbaar worden op het beeld. Dat vroeg wel een net wat andere constructie. Op andere plaatsen was het ontwerp niet goed maakbaar, of wel maakbaar, maar alleen tegen veel hogere kosten. Wij zijn met voorstellen gekomen waarmee voldaan wordt aan de functionele specificaties, die de robot goedkoper maken om te produceren, maar het uiterlijk ongemoeid laten.’ C10 kreeg daarvoor het akkoord van Styleshoots zodat de Eclipse eind 2019 de markt op kon. En daar bleek het meteen een groot succes. Tot de coronacrisis uitbrak. Want toen kon de Eclipse niet meer bij klanten geïnstalleerd worden. ‘Na een paar weken ontstond het idee om de klant in staat te stellen het

Foto: Styleshoots

installatiewerk zelf te doen. Daarvoor is een instructiefilmpje gemaakt. Vervolgens is het ontwerp ook aangepast. Het installeren is nu nog maar een kwestie van een paar bouten aandraaien.’ Inmiddels worden er gemiddeld twee per week verkocht. In eerste instantie produceerde Reurings de Eclipse in batches van tien stuks. ‘Maar dat zorgde hier voor heel veel materiaal tegelijk op de werkvloer. Daardoor werden fouten gemaakt. Eenmaal gereed moesten we een dure, grote vrachtauto huren om ze alle tien naar Styleshoots te verschepen. Nu maken we ze per twee. Dat zorgde wel voor meer instelkosten, maar door lean te werken hebben we die flink naar beneden gekregen. Het is nu veel beter te managen en niet duurder. Eenmaal geproduceerd passen de twee precies in onze eigen vrachtauto. High mix low volume, ja. Dat is het businessmodel dat ons het beste past. Door de huidige staalschaarste blijken juist grote hoeveelheden plaatmateriaal momenteel lastig leverbaar. Kleine leveringen daarentegen zijn geen probleem. Het is wel wat duurder, maar staal maakt maar 5 à 10 procent van onze prijs uit.’ De perspectieven voor de Eclipse zijn goed. Want: ‘Als straks de coronacrisis voorbij is en iedereen er weer op uit gaat, gekleed volgens de laatste mode, zullen de verkopen enorm aantrekken.’ www.rpp.nl www.styleshoots.com

FAULHABER stappenmotoren

Stap in de ring met uw toepassing De nieuwe krachtige stappenmotor DM 66200H heeft een holle as en is spelingsvrij. Daarmee is deze ringmotor ideaal voor integratie in veeleisende toepassingen. faulhaber.com/ringstepper/nl

WE CREATE MOTION

april 2021

7



UIT DE MARKT STAÜBLI WIL DIT JAAR ZIJN GROEISPURT WEER VOORTZETTEN, VOORAL IN DE ROBOTICA Solution provider Staübli verwacht dat de omzet over 2020 uiteindelijk een procent of 7 lager uitkomt. Maar in 2021 wordt weer een groei in dubbele cijfers verwacht, zeker in robotica, aldus ceo Gerald Vogt. Stäubli levert mechatronicaoplossingen op drie gebieden: naast robotica zijn dat connectoren en textielmachines. De groep (5.500 medewerkers) is actief in bijna 30 landen, met agentschappen in 50 landen in 4 werelddelen. Vogt: ‘Vorig jaar was een lastig jaar voor ons door alle beperkingen en supplychain problemen die de coronacrisis met zich meebracht.’ Robotica deed het overigens aardig goed: in de automotive en machinebouw mocht het dan misschien wat minder gaan, in sectoren als de food, farma en health ging het heel goed. ‘Als we naar de effecten van de crisis kijken op de middellange en lange termijn,

kan het juist een positief effect op automatisering hebben. Bedrijven halen productie terug uit lagelonenlanden en daarvoor is verregaande automatisering nodig. Bovendien zagen ze medewerkers uitvallen door covid-19. Verdere automatisering is nodig om de continuïteit van hun productieprocessen te waarborgen. Daarbij komt dat bedrijven nu meer geneigd zijn om te digitaliseren.’ Staübli heeft voor zichzelf drie speerpunten bepaald om snelle groei te realiseren: het zet in op high-end roboticatoepassingen voor de industrie, waaronder bijvoorbeeld de automotive en de metaal. Het wil nog meer oplossingen bieden voor slimme automatisering van productieprocessen. En het wil marktleider worden in de farma, food, medische robotica en fotovoltaïsche toepassingen. ‘We noemen in dit rijtje niet

BAKKER ZOEKT MACHINEBOUWER Bakkersgrondstof in Didam zoekt een machinebouwer die misschien nog niks met de bakkerijwereld te maken heeft, maar wil samenwerken aan een bijzonder project. Bakker Sebastiaan Hetterschijt: ‘Op horecavakbeurs Horecava kwam ik een apparaat tegen van Aziatische oorsprong bedoeld om gegaard voedselafval uit de horeca te verwerken tot compost. Maar als je de voedselverspillingsladder van Moerman bekijkt, zijn storten van gft-afval en composteren eigenlijk de laagste vormen van verwaarding. Dat moet anders kunnen. Kun je van oud brood weer opnieuw brood maken, vroeg ik me af. Kunnen we de oorspronkelijke grondstoffen, het meel, weer eruit halen? Daar wil ik een businesscase van maken. We willen zoiets als dat Aziatische apparaat, maar dan een veel hygiënischer, flexibel systeem, geschikt voor meerdere soorten brood, met onder meer een goede doseerunit en een sensor om het vochtgehalte te controleren. Aan het eind moet het kunnen zeven. Het vraagt een nieuwe manier van denken.’ Het blijkt best lastig om dit soort kleine initiatieven ondersteund te krijgen en investeerders te vinden. ‘We krijgen geweldig positieve reacties, maar horen vervolgens niks meer. Nu is het momentum om

Bakker Sebastiaan Hetterschijt. Foto: Bakkersgrondstof

ervaring op te doen, data te verzamelen en een proof of concept te maken. Kijk, industriële bakkers lossen het probleem zelf wel op, het gaat meer om mkb’ers met een beperkt aantal vestigingen die aan het eind van dag voorraad overhouden. Je kunt zeggen dat winkels beter moeten forecasten, maar zo lang supermarktmanagers eisen dat 99 procent van het aanbod er tot sluitingstijd moet liggen omdat er niets erger is dan lege schappen, kun je data verzamelen wat je wilt, maar zal die reststroom nooit nul zijn. Dus machinebouwers, kom met een mooi ding, zou ik zeggen.’ www.bakkersgrondstof.nl

Staübli koerst op snelle groei. Illustratie: Staübli

expliciet de semicon en elektronicasector: dat zijn zulke gigantische markten, daar is het lastig om aan die top te komen, maar we zorgen wel voor veel applicaties’, aldus Christophe Coulongeat, group division manager Stäubli Robotics. De groep doet er alles aan om de smart factory te ondersteunen. De roboticatak kent nu vier productfamilies: industriële robots, cobots, mobiele robots en agv’s (Automatisch Geleide Voertuigen). Het bedrijf introduceerde recent bijvoorbeeld de TX2-140/160-reeks robots. Die hebben een draagvermogen van veertig kilo en een maximale reikwijdte van iets meer dan twee meter: ze kunnen daardoor prima uit de voeten in bijvoorbeeld de metaal en automotive. In de semicon werkt Stäubli Robotics samen met grote fabrikanten van halfgeleiderproductieapparatuur aan de ontwikkeling van agv’s voor zwaar gebruik (25 ton) die kunnen werken in cleanroom-omstandigheden. Dochteronderneming Stäubli WFT produceert die agv’s nu in eigen cleanroomomstandigheden. Stäubli is al jaren zeer succesvol met de kleine autonome mobiele robot HelMo. Die krijgt een grote broer voor het automatisch laden en ontladen van zware onderdelen,

en voor gereedschapswisselprocessen. Gerard Vogt: ‘De grootste uitdaging in onze markt is de enorme dynamiek. Staubli staat bekend om zijn nauwe samenwerking met klanten. Wij combineren kennis van de praktijk met onze robotexpertise. Daarvoor moeten we dicht op onze klanten zitten. Dat willen we sowieso, omdat in verschillende landen vaak ook verschillende producten gevraagd worden. Alles moet steeds sneller geleverd worden, nu de digitalisering door de coronacrisis in een versnelling is geraakt.’ En nog een uitdaging: ‘We moeten steeds meer online bieden: training, ondersteuning, het gaat meer en meer op afstand.’ De groei in Europa blijft gestaag doorgaan, de omzet in China neemt snel toe en ook in NoordAmerika groeit de klantenkring. Staübli wil dat zijn oplossingen topprestaties leveren in steeds veeleisender productieomgevingen, eigenlijk overal waar precisie, cyclustijd en herhaalbaarheid in het spel zijn. Coulongeat: ‘Onderwerpen als machine learning, artificiële intelligentie en de inzet van sensoren hebben daarbij ook alle aandacht. We willen robotoplossingen aanbieden die decennia meegaan en nog veel meer waarde toevoegen.’ www.staubli.com/nl-be

Verdere groei en ontwikkeling RR Mechatronics mogelijk dankzij samenwerking Isah. Wil je weten hoe? Kijk op de achterpagina

1

Maak het met Isah.

april 2021 29-03-2021 9 17:37


ACOPOS 6D Creating new dimensions of adaptive manufacturing www.br-automation.com/ACOPOS6D

ACOPOS 6D allows you to move products freely through an open manufacturing space – unbound by the limits of one-dimensional production flow. Magnetic levitation provides six degrees of freedom for unprecedented processing density on a fraction of the floorspace.


TON Ton Hagens is managing director bij Pulse en begeleidt productie-, handels- en servicebedrijven bij hun digitale transformatie.

www.pulse.nl

HELP, IK LOOP TEGEN DE GRENZEN VAN MIJN SYSTEMEN AAN! Ondernemingen die aangeven tegen de grenzen van hun systemen aan te lopen, hebben vaak meer behoeften dan waarin hun bedrijfssoftware kan voorzien. Maar omdat er door de jaren heen steeds meer maatwerk is toegevoegd, blijken onderhoud en doorontwikkeling lastig. De denkwijze dat software alleen de bedrijfsprocessen kan ondersteunen als deze volledig op maat is gesneden, ligt hieraan ten grondslag. De cloud laat zien dat het ook anders kan. Allerlei toeters en bellen aan je bedrijfssoftware toevoegen, is een recept voor problemen. Wie gaat straks die brij aan functionaliteiten onderhouden en fouten oplossen, als de kennisdragers het bedrijf verlaten? In een situatie met veel maatwerk kan angst bestaan om te upgraden. Elke verandering kan ervoor zorgen dat bepaalde maatwerkfuncties niet meer functioneren. Maar door alles bij het oude te laten, blijf je hangen in je eigen bubbel. Het is lastig om te anticiperen op een veranderende wereld. Dat is anders bij een cloudplatform, dat in de basis al voor 90 procent in de behoeften voorziet en zich steeds ontwikkelt. Zo’n platform is schaalbaar in gebruik, mogelijkheden en kosten. En als de standaard niet voldoende blijkt, kan met low code de functionaliteit en gebruikersinterface naar wens worden uitgebreid. Naast dat beheer en upgrades automatisch zijn geregeld, komen steeds nieuwe functionaliteiten en innovaties beschikbaar. Die zijn ook nog eens doorontwikkeld op grond van kennis en ervaringen uit de hele wereld. Zodra je de cloud omarmt, zul je merken dat je wendbaarder

wordt en meer ruimte krijgt om te focussen op je onderscheidend vermogen. Maar hoe zit het met veiligheid? En kun je door de ‘Amerikaanse’ cloud te gebruiken nog wel voldoen aan de Europese AVG? Microsoft investeert naar eigen zeggen jaarlijks meer dan een miljard dollar in de security van haar datacenters en in digitale beveiliging en onderzoek. Ook zet het bedrijf een team van ruim 3.500 cybersecurityexperts in om zwaktes in haar cloudinfrastructuur te identificeren en op te lossen. Onafhankelijke derde partijen voeren periodiek audits uit. Hiermee wordt getoetst of het bedrijf zich houdt aan de regels waaraan het zich zegt te houden. Zo wordt voorkomen dat er situaties ontstaan waarin de slager zijn eigen vlees keurt. Verder bepaal je zelf waar je data wordt opgeslagen, in Nederland of elders. Wanneer je kiest voor een Europees datacenter – de grootste van Microsoft bevindt zich in het Noord-Hollandse Middenmeer - voldoe je volledig aan de AVG en kan de cloudleverancier noch de Amerikaanse overheid zomaar gegevens opvragen. De cloud maakt het eenvoudiger om veranderingen door te voeren en sneller te adopteren, omdat je een platform inzet dat zelf doorlopend verbetert en verandering faciliteert. Vervolgens zul je duidelijk naar alle betrokkenen moeten communiceren wat de visie van de verandering is. Dat creëert draagvlak. En weet dat een cloudtransitie tijd kost. Maak onderscheid tussen must haves en nice to haves, en wees bereid om onderweg te leren. Zo kan elke organisatie de stap naar de cloud zetten.

DE HOFFMANN GROUP RICHT VEELZIJDIG EXPERIENCE CENTER IN De Hoffmann Group Nederland/ België (90 medewerkers, onder wie 45 salesengineers) opereert sinds een paar maanden vanuit een prachtig, modern bedrijfspand in Borne, maar liefst 3.000 vierkante meter groot. In die nieuwbouw wordt momenteel hard gewerkt aan de inrichting van het eigen Experience Center, waar klanten en medewerkers straks terecht kunnen voor scholingen, demonstraties en testen. Het bedrijf is de samenwerking aangegaan met DMG MORI Netherlands en Promas. Beide partners leveren een machine voor het Center: een DMG CNC-draaimachine CTX 2500/700 en een 5-assige freesmachine Hedelius Acura 65. Henry Blom, algemeen directeur: ‘Het Experience Center heeft drie belangrijke doeleinden: we geven er trainingen en scholingen in machinebewerkingen, van regulier tot heel complex: hoe haal je het maximale uit hypermodern gereedschap? Ook wordt het Center onderdeel van de circa tien testcentra die Hoffmann Group wereldwijd heeft. Die centra hebben samen een mix aan machi-

nes staan waarop we producten ontwikkelen en testen. Klanten die geen ruimte hebben op hun eigen bewerkingsmachines om te testen kunnen ook in ons Center terecht. En als derde richten we in het Experience Center een professionele studio in. We kunnen online demonstraties en webinars geven of individuele klanten live ondersteunen met beeld en geluid en hun vragen beantwoorden’. De Hoffmann Group zet sterk in op Connected Manufacturing. Het gaat al lang niet meer alleen om de verkoop van kwaliteitsgereedschappen voor de metaalverwerkende industrie. Hoffmann wil haar klanten in het gehele proces toegevoegde waarde bieden om de productiviteit te verhogen. Daarvoor ontwikkelde het een eigen cloudgebaseerd toolmanagementsysteem Connected Manufacturing, dat inmiddels ook in Nederland draait bij de eerste klanten. Henry Blom: ‘Procesoptimalisatie staat op nummer 1 bij onze klanten. Daar dragen wij met onze software aan bij.’ De vestiging in Borne groeit komende jaren uit naar 125 medewerkers,

De nieuwbouw in Borne. Foto: Hoffmann

verwacht Blom. Daaronder zullen steeds meer hbo- en wo-geschoolden zitten die klanten op hoog niveau kunnen ondersteunen bij hun aankopen en vragen. De hypermoderne nieuwbouw zal er zeker aan bijdragen om afgestudeerde jongeren te kunnen werven. 2020 was daarmee het jaar van de verhuizing, 2021 wordt het jaar van de introductie van Connected Manufacturing. En 2022 bestempelt Blom als het jaar van de automatisering: het ondersteunen van klanten om steeds

meer onbemand te produceren. De Hoffmann Group, leverancier en systeempartner op het gebied van industrieel kwaliteitsgereedschap, bedrijfsinrichting en persoonlijke beschermingsmiddelen, is actief in meer dan vijftig landen en zet ruim 1,3 miljard euro per jaar om. Het ontwikkelt en levert producten en diensten onder de eigen merknamen GARANT en HOLEX, en daarnaast producten van ruim 500 A-fabrikanten. www.hoffmann-group.com

april 2021

11


AGRO EN FOOD ZOEKEN IN ‘PERFECT STORM’ NAAR SLIMMERE, DUURZAMERE PRODUCTIESYSTEMEN

‘MACHINEBOUWERS, ER IS NU MOMENTUM!’ Nederland wil honderden vierkante kilometers zeewierboerderijen tussen offshore windmolens realiseren. Albert Heijn introduceert vegan spareribs. Anti-voedselverspillingsplatform Instock start met de Rescue Box, om boeren tegen een goede prijs van onverkoopbare producten af te helpen. Zomaar wat berichten uit de media van afgelopen weken. Consumenten willen duurzamer en gezonder eten. En er moeten in de nabije toekomst 10 miljard mensen op de aardbol gevoed worden. Producenten in de agro en food spelen erop in, de foodtransitie is gaande. Dat biedt kansen voor machinebouwers. Hebben die er genoeg oog voor?

THEMA DE AGRO- EN FOODTRANSITIE: IS DE KETEN ER KLAAR VOOR? Om de groeiende wereldbevolking van voldoende voedsel te voorzien zonder dat dat te zeer ten koste gaat van de leefbaarheid van de planeet en het welzijn van dieren, zijn ingrijpende maatregelen nodig in de complete foodketen. Er moet een switch worden gemaakt van dierlijk voedsel naar voedsel uit planten en insecten. Dat moet dan wel aan dezelfde eisen voldoen qua kwaliteit, smaak, voedingswaarde, houdbaarheid en veiligheid. Het moet duur-

TRANSITIE IS OVERAL

DOOR LUCY HOLL

E

igenlijk is het simpel. ‘Je wilt geen dinosaurus worden die het niet meer bij kan benen in de foodsector’, zegt Randy Jagt, partner strategie, innovatie en digitaal bij Deloitte. Deze zakelijk dienstverlener heeft een eigen Future of food-platform opgericht, waarbinnen honderden professionals over de hele wereld bedrijven adviseren hoe om te gaan met de ingrijpende foodtransitie. Ze signaleren trends, brengen partijen bij elkaar om samen te innoveren, volgen start-ups in de voedselproductie die spannende dingen doen. Multinationals als Coca-Cola, Kraft Heinz en FrieslandCampina maar ook mkb’ers zijn gretig op zoek naar toekomstbestendige businesskansen. Rond 2050 willen naar schatting 10 miljard mensen wereldwijd gevoed worden. Dat het anders moet, is duidelijk. Maar de vraag is hoe: moeten we het zoeken in andersoortig, meer plantaardig voedsel, in kortere ketens, duurzamere productie of het tegengaan van verspilling? Nou, eigenlijk in alles.

AGRO- EN FOODSECTOR IN CIJFERS • •

• •

Jaarlijks besteden voedingsproducenten in Nederland 350 miljoen euro aan r&d. Ze investeren 2,3 miljard euro in nieuwe machines en digitalisering. De productiewaarde van de Nederlandse levensmiddelenindustrie was in 2019 71 miljard euro. Ter vergelijking: de productiewaarde van de gehele industriële sector bedroeg 339 miljard euro. Nederland exporteert jaarlijks voor 41 miljard euro aan levensmiddelen en importeert voor 22 miljard euro. De productiewaarde van de agrarische sector was in 2020 ruim 28 miljard euro (bron: CBS).

Bron: Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI), november 2020.

12

april 2021

Randy Jagt: ‘Werkelijk elke sector in onze samenleving zit in een transitie: mobiliteit, energie, bouw, noem maar op. In de foodsector is het niet anders, maar tot voor kort zagen we enkel een graduele transformatie. Pas de laatste twee jaar versnelt het enorm, de perfect storm is losgebroken.’ Westerse consumenten eisen meer verantwoordelijkheid en transparantie van producenten en veranderen hun eetgedrag. Overheden zijn wakker geworden: zo lanceerde de EU haar Green Deal-programma om klimaatneutraal te worden en is er de Farm-to-Fork-strategie om de Europese voedselketen van boer tot aan bord van de consument te verduurzamen. ‘De agro en food hebben een achterstand in te halen. Een aantal jaren geleden was aandacht voor duurzaamheid iets wat je voor de goede sier afstreepte op je checklist. Maar nu beseffen producenten het pas goed: de transitie is cruciaal en biedt bovendien nieuwe businesskansen.’ Denk aan andere vormen van eiwitproductie dan vlees, of het gerichte gebruik van reststromen. Of aan regeneratieve landbouw waarbij productie samengaat met behoud en herstel van voedsel- en landbouwsystemen. De coronacrisis maakt dat mensen over het algemeen bewuster gaan eten en ook dat levert nieuwe business op. Jagt: ‘Voeding en gezondheid zijn een match made in heaven, maar lijken nu nog vooral verre buren.’

VIER GROTE TRENDS De agro- en foodsector omvat de landbouw, bosbouw en visserij en de voedings- en genotmiddelenindustrie. Deloitte definieerde vier grote trends in de agro- en foodtransitie: gepersonaliseerde, gezonde voeding, duurzame productie, bouwen aan food-ecosystemen, en – natuurlijk ook hier – transformatie richting smart industry. Voeding op maat heeft de toekomst: hoe kan een producent inspelen op wat de individuele consument wenst en nodig heeft, ook om ziekten te voorkomen? De tweede trend heeft te maken met beter bodemgebruik en minder verspilling: hoe kunnen we stoppen met het uitwonen van onze planeet? Dat denken vanuit complete ecosyste-

zaam, maar toch scherp geprijsd geproduceerd worden, met zo min mogelijk verspilling. Zijn de oem’ers van foodproductiemachines en hun toeleveranciers zich bewust van die veranderingen? Hoe zien hun roadmaps eruit? Welke kansen liggen er en is ons dichtbevolkte agroland Nederland in staat ze tijdig te pakken? Welke ondernemers nemen de lead?

• ‘Voeding en gezondheid lijken nu nog vooral verre buren.’ • ‘In de agro en food opereren nog veel schakels nu los van elkaar.’ • ‘We moeten doorinnoveren, processen efficiënter maken.’ • ‘We zijn nog ver weg van het punt dat we vlees kunnen kweken tegen dezelfde kosten.’ • ‘Er zit een enorm gat tussen wat mogelijk is en wat er al gebeurt.’

men benadrukt dat je het niet meer redt als los bedrijf of enkele keten: laat bijvoorbeeld de agroen finance-sector samen nieuwe verdienmodellen bedenken. ‘Realiseer als multinational nieuwe kansen door samen te werken met start-ups en scale-ups: neem Unilever die de Vegetarische Slager heeft overgenomen. Dat had je jaren geleden niet kunnen bedenken.’ En dan is er nog die megatrend van digitalisering en automatisering van de complete waardeketen: sensoriek, kunstmatige intelligentie, data-analyse, robotisering, precisielandbouw en dergelijke zorgen voor efficiëntere productie, minder verspilling en lagere kosten. ‘Met name de agrosector loopt achter in digitalisering, al verandert ook dat nu snel’, zegt Jagt. De markt eist track & trace over de gehele keten: waar komt het voedsel vandaan, hoe is het verwerkt, maar ook: hoe geven we onze boeren de juiste prijzen?


‘Een keten is zo sterk als de zwakste schakel’, benadrukt Lonneke Knipscheer, partner Supply Chain & Network Operations bij Deloitte. ‘Nu opereren nog veel schakels los van elkaar in de agro en food, er zit veel informatie in silo’s. Er kan meer gedeeld en geïntegreerd worden. Zorg voor meer transparantie. Voorheen was de keten ingericht op ieder voor zich en zo goedkoop mogelijk. Die tijd is voorbij. Er is een hoge mate van awareness dat er iets moet veranderen, maar er valt nog veel te doen.’

MACHINEBOUWERS LOPEN VOOROP Volop kansen voor machinebouwers en system integrators, zo lijkt het. Zijn die zich De foodtransitie is gaande. Illustratie: Tom van Dun voldoende bewust van zonder dat de helft stuk of besmet is. ‘Nederland de omwenteling in de food? ‘Ja, wel degelijk’, zegt is een klein land, met veel aandacht voor verRené Smulders, bestuurslid van GMV Dutch duurzaming. Juist die maatschappelijke ontwikFood Systems, de branchevereniging voor machikelingen, alle regelgeving en het ruimtegebrek nebouwers in de agrosector en de foodindustrie maken dat we steeds vernieuwen en met onze waarbij zo’n zeventig Nederlandse bedrijven zijn machines en systemen wereldwijd vooroplopen.’ aangesloten. Wereldwijd investeren alleen al de Op ‘postzegel’ Nederland produceren we heel drank- en voedingsmiddelenproducenten jaarveel, zegt ook Marcel van Haren, GMV-directeur lijks tegen de 40 miljard euro in nieuwe machines en program manager Agriculture, Water & Food bij FME. ‘We moeten doorinnoveren, processen efficiënter maken. Kijk naar de voedselveiligheid: we hebben al problemen opgelost die elders in de wereld nog niet aan de en proceslijnen om voedingsmiddelen schoon orde zijn. We zitten in ons land met elkaar op een te maken, te bereiden, te conserveren en te verkluitje en die verstedelijking zet overal op de pakken, aldus GMV. Nederland is één van de aardbol door. Andere landen gaan tegen dezelfde top-exporteurs. problemen aanlopen, waarvoor wij al agro- en Smulders is cco van KSE Process Technology in foodsystemen ontwikkelen.’ Bladel, leverancier van doseer- en weegsystemen voor producenten van met name diervoeder, maar bijvoorbeeld ook bakkerijgrondstoffen en DUURZAAM GEDREVEN babyvoeding. ‘We innoveren met onze klanten Innovaties zijn aanvankelijk vaak financieel mee. Als zij met andere wensen en eisen komen, gedreven, weet Smulders, maar dat is niet per spelen wij daarop in.’ Smulders noemt de Nederdefinitie verkeerd. ‘In de diervoederbranche worlandse machinebouwers zonder meer opvallend den al jaren reststromen toegepast. Alles wat niet vernieuwend. Zo hebben oem’ers en toeleverantot een leuk chocoladereepje bij een producent ciers samen met klanten slimme, diervriendelijke als Mars leidt, is afval met een enorme waarde concepten voor stallen bedacht, efficiënte manievoor de diervoederindustrie. Wat goed te scheiren om brood te bakken en optimale manieren den is bij de bron, kan worden gebruikt.’ Een toeom eieren schoon uit de broedmachine te krijgen leverancier als KSE past zijn doseersystemen wel

‘ELDERS IN DE WERELD GAAN ZE TEGEN PROBLEMEN AANLOPEN, WAARVOOR WIJ AL AGROEN FOODSYSTEMEN ONTWIKKELEN’

aan als een klant compleet andere of veel meer verschillende ingrediënten gaat gebruiken. ‘We kunnen zorgen voor up-to-date systemen zodat er minder verspilling is aan de lijn, we denken over alles met de klanten mee.’ Een mooi voorbeeld van een collega-machinebouwer vindt Smulders het blok vol sensoren dat meeloopt op de productielijn van brood om die lijn te controleren op hygiëne, temperatuur en andere indicatoren. Die live monitoring leidt tot betere producten en voorkomt dat vele kilo’s eten weggegooid moeten worden vanwege vervuiling in het proces.

DIGITALE VOEDSELFABRIEK De grote thema’s waar branchevereniging GMV op dit moment op focust, zijn goed werkgeverschap, nauwere samenwerking in de keten en verduurzaming van de sector. Die verduurzaming gaat dan onder meer om circulariteit van machines, en het leveren van systemen die bijdragen aan minder grondstof- en voedselverlies en minder energie- en waterverbruik in de food en agro. De concurrentie in de machinebouw is groot, maar als het gaat om innovatie en het verkennen van nieuwe mogelijkheden voor de toekomst, is er goede samenwerking, aldus Smulders. GMV is betrokken bij FoodSwitch, een tienjarig programma van Wageningen UR, dat is ingediend bij het Nationaal Groeifonds. Het moet Nederland een leidende rol geven in verduurzaming van de mondiale voedselproductie en richt zich op precisievoedselsystemen, circulaire voedselketens en duurzame eiwitbronnen. GMV draait mee bij één van de roadmaps, de digitale voedselLEES VERDER OP PAGINA 15

april 2021

13


Bent u in staat snel te schakelen tussen offreren en configureren? Hoe snel heeft u dan een foutloze offerte? vindt u de

Tijdens

ideale lijn voor snelle productwijzigingen en klantspecifieke orders. Ontdek hoe u uw complexe producten snel en eenvoudig configureert, assembleert en visualiseert.

Tijdens het online event ervaart u hoe u uw engineering en productie snel en kostenefficiënt afstemt op veranderende klantwensen. Klantspecifiek, maar wel met de mogelijkheid om orders op standaard modules te baseren (ETO/CTO), ondersteund door optimaal lifecycle management. De sleutel tot deze optimalisatie? Informatie-uitwisseling van sales tot service dankzij een integrale data backbone.

13 APRIL 2021 Schrijf u in via

WWW.DE-MAKERS-VAN-MORGEN.NL


THEMA DE AGRO- EN FOODTRANSITIE: IS DE KETEN ER KLAAR VOOR? VERVOLG VAN PAGINA 13

fabriek van de toekomst. FoodSwitch zet in op hogere TRL-niveaus (technology readiness levels), een indicatie van de marktrijpheid. Marcel van Haren: ‘In projecten met kennisinstellingen draait het vaak om de lagere niveaus. Maar de echte verdienkracht en verandering van het systeem ontstaan pas op die hogere. Het gaat erom dat we concrete producten op de markt brengen, goed produceerbaar, waarbij ook al is nagedacht over verkoop en service. We willen in living labs ideeën uitproberen.’

OVERHEID GEEFT VERSNELLING Nederland is al jaren koploper in de export van voedsel en van technologie om voedselproductie mogelijk te maken. Denk aan hightech systemen zoals de melkrobots van Lely of de oplossingen voor foodprocessing van Selo. ‘Maar het kan ook om heel basale innovaties gaan voor het simpel schoonhouden van de stal of productieomgeving’, benadrukt GMV-manager Maureen de Haan. Innovaties die slim inspelen op de foodtransitie, kunnen even goed weer de wereld gaan veroveren. René Smulders: ‘Als machinebouwers behouden we onze exportpositie door onze goede naam in de markt én door veel te innoveren.’ Een dezer dagen wordt duidelijk of het Nationaal Groeifonds mee wil financieren aan FoodSwitch. Overheidssteun is heel belangrijk om de innovatie te versnellen. Smulders: ‘Je ziet het in de energietransitie. De overheid stimuleert en subsidieert en dat geeft versnelling.’ Neem kweekvlees

in de foodsector: dat vergt nieuwe machines waarbij producenten hun businesscase wel rond moeten zien te breien. ‘Gekweekte biefstukken’ zijn een mooie belofte voor de toekomst, vindt hij. ‘Een koe heeft een lastige voederconversie: daar moet 8½ keer zoveel voedsel in dan eruit komt aan kilo’s eiwitten. Hoe kleiner het beestje, hoe beter de verhouding: een kip zit op anderhalve kilo. Bij een vis is het nog minder. Maar we zijn nog ver weg van het punt dat we vlees kunnen kweken tegen dezelfde kosten.’

SOLDATENVLIEG KWEKEN VDL Agrotech investeert volop in de foodtransitie. Het bedrijf ontwikkelt en produceert sinds jaar en dag stalinrichtingen, voersystemen, klimaatregelaars en droogtunnels voor de pluimvee- en varkenshouderij. Wat als we onze kennis en kunde ook zouden inzetten op geheel andere terreinen, bij voersystemen voor insecten bijvoorbeeld, dachten de businessdevelopers. Ze stuitten op Insect.Systems in Amsterdam, een start-up die kweek-, productie- en verwerkingssystemen voor de zwarte soldatenvlieg, meelworm en andere insecten wil uitrollen. Na vruchtbare gesprekken gaan VDL Agrotech, Jansen Poultry Equipment (inmiddels onderdeel van VDL Groep) en Insect.Systems nu samen de wereldmarkt bewerken. ‘Dierlijke productie, maar het ontbreekt nog aan standaardisatie’, zegt Alvaro Manzanares Rosenberg, managing director van Insect.Systems. ‘Er zit een enorm gat tussen wat mogelijk is en wat er al gebeurt. Dit is een goed moment om ons gezamenlijk te presenteren: er is bittere noodzaak voor minder vleesconsumptie en

René Smulders, bestuurslid van GMV Dutch Food Systems en cco van KSE Process Technology: ‘We innoveren met onze klanten mee. Als zij met andere wensen en eisen komen, spelen wij daarop in.’ Foto: KSE

andere manieren van eiwitproductie, we zitten met afvalproblemen. Insecten kunnen één van de antwoorden zijn. VDL is goed in het op de markt zetten van systemen. Wij hebben tot nu toe veel ontwerpen en productieprotocollen voor de kweek van insecten gemaakt, maar willen zelf ook gaan bouwen. Hoe mooi zou het zijn als we LEES VERDER OP PAGINA 16

TECHNOLOGIE SPEELT HOOFDROL IN OMMEZWAAI NAAR DUURZAMERE FOOD ING Economisch Bureau publiceerde een tijdje geleden het rapport ‘Foodtech: technologie in de voedingsindustrie’. Technologie speelt een cruciale rol in de transitie in de agro en food, zeggen Ceel Elemans, sector banker Food & Agri, en zijn collega Gert Jan Braam, sector banker Industry. Elemans: ‘Nederland heeft decennialang ingezet op schaalvergroting en intensivering. Aan die beweging lijkt nu echt een eind te komen. Alle trends wijzen heel duidelijk een andere kant op: we gaan naar kortere ketens, meer aandacht voor biodiversiteit en dierenwelzijn en een groter aandeel van kringlooplandbouw. Het is een dilemma in een klein land als het onze, want het kost meer ruimte. En ook woningbouw bijvoorbeeld vergt meer grond. Dus moeten we toe naar andersoortige vormen van voedsel zoals vleesvervangers, plús een efficiëntere en duurzamere productie.’ Het knelt nu op allerlei plekken in de keten en dat wordt alleen maar nijpender, nu wereldwijd de bevolking snel toeneemt en mensen door meer kennis en meer welvaart andere eisen stellen aan hun voeding. Elemans: ‘Je ziet al een aantal jaren achter elkaar dat de r&d-investeringen bij foodbedrijven niet sterk omhoog gaan. Is er dan wel voldoende awareness? We moeten continu innoveren om ons voedsel slimmer, makkelijker, kostenefficiënter en duurzamer te kunnen produceren.’ Denk aan hightech levensmiddelenfabrieken die 24/7

draaien dankzij digitalisering en automatisering. Gert Jan Braam: ‘Nederlandse machinebouwers hebben bijvoorbeeld een fabriek in Rusland neergezet waar je aan de voorkant een trekker vol aardappelen inrijdt en aan de achterkant diepgevroren producten uitrollen. Een mooi plug-and-produce project. De fabriek draait continu en is op afstand te monitoren.’ Nederland heeft wereldwijd een goede propositie in de agro- en foodtech, met marktleiderschap in sommige niches. ‘We moeten het ecosysteem van bedrijven en kennisinstituten versterken om dat zo te houden. Dat vraagt een behoorlijke verhoging van de publieke en private innovatiebudgetten.’ Ceel Elemans: ‘Kijk eens wat zich de afgelopen jaren op de campus van Wageningen UR heeft genesteld: Unilever, FrieslandCampina, Upfield. Dat is mooi om te zien. En in Veghel is begin dit jaar het Circular Food Centrum gestart.’ Ruim zeventig partijen waaronder Jumbo, McDonald’s, Unilever en Wageningen UR kijken hoe ons land jaarlijks de helft minder – ofwel 1 miljard kilo minder – voedsel kan verspillen. ‘Dan kun je samen grote stappen zetten.’ Braam: ‘Machinebouwers moeten daarop actief aanhaken. In cocreatie gebeurt al veel, maar het zou nog meer mogen. Klanten willen totaaloplossingen die snel te installeren en digitaal te monitoren zijn. Dan kun je meteen ook repeterend, saai werk eruit halen en de efficiëntie verhogen.’

Veelbelovende tech-toepassingen in de food en agro zijn volgens ING onder meer: • Robotisering, voor een constanter, minder arbeidsintensief productieproces met een hoger productievolume en verbeterde voedselveiligheid. Het gaat zowel om generieke robots voor zwaar standaardwerk als om gespecialiseerde robots zoals karkasopeners, paprikaontkerners en aspergeoogstrobots. • Digitalisering, voor productiviteitsverbetering, efficiënte inzet van productielijnen en meer voorspelbaarheid en traceability in de keten. • Nieuwe verwerkingstechnieken (zoals high pressure processing), voor verduurzaming en beter kwaliteitsbehoud. • 3D-printing, voor personalisering van voedingsproductie. • Nanotechnologie, voor toevoeging van ingrediënten in voeding op nanoschaal. • Celtechnologie, voor kweek van vlees en vis met behulp van stamcellen.

• www.ing.nl/industry • www.ing.nl/food&agri april 2021

15


THEMA DE AGRO- EN FOODTRANSITIE: IS DE KETEN ER KLAAR VOOR? VERVOLG VAN PAGINA 15

samen complete insectenfarms opleveren, als one-stop shop. Een slim gestandaardiseerd aanbod waarmee we de wereldmarkt op kunnen.’ ‘VDL ziet grote mogelijkheden’, aldus Jeroen Duynisveld, salesmanager drying technology bij VDL Agrotech. ‘Van oudsher hebben we vooral verstand van kippen en varkens. Daarom hadden we een goede partner nodig: hoe kweek je vliegen, wat voor equipment is nodig, welke functionaliteit moet een voersysteem hebben, welke eisen zijn er? We kijken samen hoe we de hele productieketen van insecten kunnen bedienen, met onze bestaande technologie en vaak kleine aanpassingen. Van de kweek van insecten tot en met de verwerking in bijvoorbeeld eiwitpoeders. Nu staat de markt nog in de kinderschoenen.’

MILJARDENMARKT In een insectenfabriek van formaat staat zo voor tientallen miljoenen euro aan equipment, waarvan minstens de helft van machinebouwers als VDL kan komen, rekent Manzanares Rosenberg voor. Nederland heeft nu twee grote insectenfabrieken, Protifarm in Ermelo en Protix in Bergen op Zoom. Deze bedrijven gebruiken onder andere kunstmatige intelligentie, robotica en genetische verbeterprogramma’s voor de kweek van insectenlarven waarvan de eiwitten en vetten in diervoeding verwerkt kunnen worden. Vorig jaar won Protix de Nederlandse Innovatie

Prijs, een prijs die in 2019 naar VDL Groep ging. ‘In Nederland zijn plannen voor nog één of twee insectenfabrieken’, weet Manzanares Rosenberg. In Frankrijk eveneens, plus een fabriek voor meelwormen. Het zou niet gek zijn als VDL Agrotech en Insect.Systems systemen kunnen leveren aan zulke projecten in Europa. De productie van insecten wordt wereldwijd een miljardenmarkt. Insecten voor men- In een insectenfabriek van formaat staat zo voor tientallen miljoenen euro aan equipment. Foto: VDL Agrotech/Insect.Systems selijke consumptie zijn misschien nog een stap te ver op dit moment. Maar stel dat soja voor dierlijke nares Rosenberg: ‘Duurzaamheid is het veel beter consumptie deels vervangen kan worden door omgaan met je resources. Bedrijven zijn wereldinsecteneiwitten. Dan kan die soja weer voor wijd op zoek naar systemen waarmee ze slimmer voedselmiddelen voor de mens gebruikt worden. en efficiënter produceren, minder water en enerDuynisveld: ‘We horen van klanten dat consugie gebruiken, hun dieren nauwkeuriger voeden, menten zeker openstaan voor het eten van eieren meer dierenwelzijn garanderen, meer data afkomstig van kippen die gevoerd zijn met inseckunnen genereren en analyseren, et cetera.’ En in ten. Eieren met een lagere carbon footprint.’ dat soort systemen is Nederland toevallig heel goed.

ZUINIG OP RESOURCES Die foodtransitie zet door, er is steeds meer aandacht voor de negatieve aspecten van hoe ons voedselproductiesysteem nu in elkaar zit en de effecten ervan op het milieu, weten alle gesprekspartners zeker. Het kan anders. Alvaro Manza-

• www.deloitte.com • www.ksegroup.com • www.dutchfoodsystems.nl • www.vdlagrotech.nl • www.insect.systems

Hoogwaardige elektronica oplossingen voor intelligente machines en apparaten Protonic ontwikkelt en produceert industriële elektronica voor OEM’ers en heeft hiervoor alle kennis in huis. • Research • Engineering • Productie info@protonic.nl | www.protonic.nl

16

april 2021


MARCEL Marcel Westphal is partner bij Westphal Johansen Advocaten in Nuenen, een vernieuwend en eigenzinnig advocatenkantoor voor ondernemers. Westphal en Johansen fungeren als klankbord voor bestuurders, directieleden en anderen binnen het bedrijf. Samen met hen zoeken ze naar de beste oplossingen en mogelijkheden, ook op commercieel vlak.

TECHREGULERING EN ZORGPLICHT: NICE TO HAVE OF NOODZAAK? Nieuwe techniek heeft twee kanten. Enerzijds zorgt die ervoor dat de mensheid vooruitgang boekt en problemen oplost. Anderzijds brengt die nieuwe bedreigingen met zich mee. Hoe kunnen kansen benut worden en bedreigingen tegengegaan? Door niets te reguleren en de markt haar werk te laten doen, zoals in het verleden? Of door een uitzonderingspositie voor nieuwe technologische ontwikkelingen te maken vanwege het uitzonderlijke of disruptieve karakter daarvan, zoals door Big Tech constant gepredikt? Dat die laatste oplossing geen goede is, laten de dubieuze praktijken van onder meer Facebook, Google en Microsoft zien. Grondrechten van burgers worden massaal geschonden, bedrijven zitten klem (vendor lockin) en overheden zitten met de handen in het haar. Gaan we straks eenzelfde aanpak hanteren voor quantum computing, dat met haar enorme rekenkracht alle beveiligingssystemen in een mum van tijd zal kunnen kraken? Of voor kunstmatige intelligentie? Wachten we tot de mens overvleugeld wordt en kunstmatige intelligentie de baas is, of grijpen we eerder in? Of gaan we alles grondig reguleren voordat een nieuwe technologische ontwikkeling op de markt gebracht mag worden? Met als risico dat deze (te) veel vertraging oploopt en de voortuitgang stagneert? Of is er nog een tussenoplossing, die sneller en beter werkt? Waarmee we de technologische ontwikkelingen en de maatschappij toch (enigszins) kunnen bijsturen, in de door ons gewenste richting, zonder al te veel vertraging op te lopen?

www.wjadvocaten.nl

Mijn voorstel is een algemene, wettelijke zorgplicht op hoofdlijnen voor aanbieders van nieuwe technologische producten en diensten. De volgende zaken – acht geboden  – kunnen onderdeel uitmaken van die zorgplicht: 1. Een verplichte Technology Impact Assessment (TIA). 2. Legal protection by design and default: het al in de ontwerpfase inbouwen van bescherming van de (grond)rechten van gebruikers. 3. Garantie: inhoudende dat het product of de dienst de (grond)rechten van de afnemers en gebruikers respecteert en een lijst/overzicht erbij van de meest in aanmerking komende (grond)rechten. 4. Transparantie: heldere uitleg van de werking en gevolgen van het product/de dienst. 5. Data-licentie: een tussen producent en afnemer expliciet te maken schriftelijke afspraak dat en welke data of persoonsgegevens de producent of dienstverlener waarvoor mag gebruiken en welke niet en tegen welke vergoeding, inclusief de mogelijkheid voor de afnemer om bepaalde (niet-noodzakelijke) gegevensverwerkingen te weigeren zonder dat hij daarvoor bestraft wordt met minder gebruiksmogelijkheden of minder kwaliteit. 6. Evenwichtige en juiste informatievoorziening: geen filterbubbels, maar diversiteit. 7. Accountability in plaats van anonimiteit. Deelname aan het digitale verkeer wordt alleen toegestaan met een digitaal paspoort of een betrouwbare digitale identiteit. 8. Licentie: een wettelijk vermoeden van ‘licence to operate’ zolang de zorgplicht juist is/wordt ingevuld en de mogelijkheid tot ingrijpen – via de rechter of toezichthouder – indien en zodra dit niet (meer) het geval is.

Accelerating your process

INTUITIVE AUTOMATION by Lenze.

From idea to production. Intelligent and connected – moving towards the smart factory. Discover digital engineering by Lenze. www.Lenze.com

april 2021

17


THEMA DE AGRO- EN FOODTRANSITIE: IS DE KETEN ER KLAAR VOOR?

ANALYTICS-SPECIALIST SAS HELPT KLANTEN MET GESTRUCTUREERDE EN SCHAALBARE OPLOSSING

OP ZOEK NAAR DE OPTIMALE BALANS TUSSEN SERVICE- EN VOORRAADNIVEAU Data analytics maakt de forecast van de consumentenvraag nauwkeuriger. In de food vertaalt zich dat in een beter financieel resultaat én minder milieu-impact. SAS biedt ‘democratische’ oplossingen, waarmee zowel de data scientist als de leek aan de slag kan om de vraag beter te voorspellen. En zelfs te sturen. DOOR HANS VAN EERDEN

G

evraagd naar de trends in food & beverage, stelt Sébastien Verhelst, senior manufacturing expert bij SAS: ‘In 2050 zal de aarde 10 miljard inwoners hebben en dus komt er meer vraag naar voeding. Bovendien wordt de consument veeleisender. Voeding moet gezonder zijn en de productie mag minder impact op de natuur hebben.’ Vergroening staat centraal en dat is een reden temeer waarom bedrijven proberen de complete waardeketen – van sourcing tot distributie – te bestrijken. Elke schakel heeft immers zijn eigen impact op natuur en/of milieu. De keten telt wel heel veel tussenschakels, constateert Verhelst. ‘Denk aan warehouses en distributiepartners. Je moet de vraag van de klant aan het eind van de keten in kaart brengen, anders krijg je onderweg in die keten bullwhip-effecten (opslingereffecten, red.). Afgelopen jaar zagen we dat in de coronacrisis: de eerste maand raakten de supermarkten leeg. Maar ook buiten coronatijd weten sommige bedrijven bijvoorbeeld niet wat het effect van promoties is, wat de beste timing is of wat er gebeurt als ze de prijs laten zakken of juist stijgen. Dat zorgt voor veel problemen in de keten.’

KETENTRANSPARANTIE

Het planningsprobleem heeft alles te maken met de trend van ketenoptimalisatie, verklaart Sébastien Verhelst: ‘Als je de key drivers van de vraag weet, kun je simulaties doen om het effect Adriaan Van te bepalen van bijvoorbeeld een promotie. Dan kun je prescriptive analytics gaan doen: wat zijn de Horenbeek, beste settings in een campagne?’ Foto’s: SAS manufacturing lead customer use cases om met data aan de slag te gaan en advisory Western Europe bij SAS. ‘Supplychains bepalen we hun businesspotentieel. Vervolgens zijn zo lean & mean mogelijk ingericht. Alle volgt een korte pilot met een of meer haalbare verspilling moest eruit, waardoor we heel seriële cases om te bepalen of ze de toegevoegde waarde supplychains hebben gekregen. Valt daar een ook effectief realiseren. Met find fast, fail fast blokje tussenuit, dan is er meteen een immens selecteren we zo snel mogelijk de case die hoog probleem. Om dat te kunnen opvangen, zullen scoort op bedrijfswaarde en eenvoudige implewe in de toekomst meer naar supply-netwerken mentatie, om dan de stap naar industrialisatie en lokale sourcing gaan.’ En corona zal niet de te zetten. Waarbij we met een gestructureerde laatste totaal onverwachte gebeurtenis zijn die de aanpak het datamodel implementeren in één supplychain verstoort, vervolgt Verhelst. Dus is businessunit. De laatste, vierde, stap is dan transparantie essentieel. ‘Veel bedrijven worstelen opschaling naar de gehele organisatie.’ nog met die eerste stap, het verzamelen van realDit vierstappenplan is onderscheidend voor SAS, time data uit verschillende bronnen, het opzetten stelt Van Horenbeek. ‘Er zijn meer partijen die van een platform voor data-analyse en het maken data analytics aanbieden, maar vaak weten ze het van modellen voor beschrijving en voorspelling. bij een bedrijf niet verder te trekken dan een Excel is nog proof of concept. Wij hebben meer dan 45 jaar altijd de meeste ervaring in data en analytics en gaan voor langegebruikte tool termijnpartnerships waarin we oplossingen voor demand schaalbaar maken.’ forecasting.’ Als bedrijven om tafel gaan met PRESCRIPTIVE ANALYTICS SAS, specialist in SAS onderscheidt vier typen analytics: descriptive advanced ana(rapporteren over data uit allerlei bronnen), dialytics en AI (artignostic (analyses maken), predictive (voorspellen ficial intelligenmet algoritmes die gebaseerd zijn op machine ce), is de eerste learning en AI) en prescriptive analytics. Verhelst: stap daarom ‘Als je de key drivers van de vraag weet, kun je awareness creëdaarmee spelen en simulaties doen om het effect ren, verklaart van bijvoorbeeld een promotie of een productVan Horenbeek. lancering te bepalen. Dan kun je prescriptive ana‘Wat kan data lytics gaan doen: wat zijn de beste settings in een analytics voor campagne als ik zo veel mogelijk wil verkopen? hen betekenen? Dat gaat nog een stap verder dan predictive, want Samen kijken we nu zijn we actief aan het optimaliseren: wat is het Adriaan Van Horenbeek: ‘Wij willen met find fast, fail fast zo snel mogelijk de case selecteren die hoog scoort op bedrijfswaarde en eenvoudige implementatie.’ naar interessante beste scenario om de vraag van de klant te volgen

18

april 2021


en te beïnvloeden; van demand sensing naar demand shaping. Binnen food & beverage is altijd de uitdaging: de optimale balans vinden tussen service- en voorraadniveau. Je wilt een zo hoog mogelijk serviceniveau halen, maar wat is de meest efficiënte manier? Je kunt overal wel zo veel mogelijk voorraad aanleggen om altijd te kunnen leveren, maar te veel voorraad kost geld en kan ook zorgen voor meer afval. Zeker met bederfelijke foodproducten speelt dat.’

KLEINE VERSCHILLEN, GROOT EFFECT Een grote klant van SAS is supermarktketen Carrefour. Verhelst: ‘Zij gebruiken onze oplossing voor een betere downstream-planning: wat moet er bijvoorbeeld geleverd worden aan hun warehouses en hoeveel voorraad moeten ze houden in welke distributiecentra? Door point-of-sale informatie te integreren in hun analyses, kunnen ze ook een betere upstream-planning maken, waardoor ze veel gerichter naar leveranciers kunnen communiceren over welke producten ze nodig hebben en hoeveel.’ Een andere SAS-klant, voedingsconcern Nestlé, combineert eigen data met externe databronnen, vult Van Horenbeek aan. Hij illustreert dat weer met de coronacrisis. ‘De data rond de impact daarvan in China hebben ze gebruikt om het effect van corona op de vraag van klanten in Europa te simuleren. Zo konden ze het snelle pieken van de vraag vertalen naar Europa en een scherpere demand forecast krijgen. Dat is zeker succesvol geweest, met een verbeterde planning.’ Zulke kleine verschillen kunnen een groot effect

hebben, verklaart Verhelst: ‘Bij Nestlé plannen ze voor meer dan 1 miljard producten per dag. Een paar jaar geleden zijn ze gestart om elke week nieuwe forecasts te maken op basis van historische, point-of-sale en externe data. Daarmee hebben ze de nauwkeurigheid van hun forecasts met procentpunten kunnen verbeteren.’

DRAG & DROP De SAS-methodiek is ook toegankelijk voor mkb-bedrijven, benadrukt Van Horenbeek. ‘Een van onze slagzinnen luidt ‘Democratize AI’. Onze oplossingen werken allemaal met visuele interfaces, je hebt geen bataljon data scientists nodig

analytics kan met drag & drop een model bouwen.’ Intussen komen AI-technieken als deep learning en reinforcement learning op en liggen zelflerende systemen in het verschiet. Totale automatisering is echter niet aan de orde, aldus Verhelst. ‘Het is niet onze bedoeling dat bedrijven hun planningteams wegdoen. Nestlé bijvoorbeeld stuurt 70 procent van de forecasts automatisch door naar productie. Dat betreft stabiele producten, waarvoor de vraag of invloedrijke key parameters statistisch geïdentificeerd en geschat kunnen worden. Demand planning focust bij Nestlé op de andere 30 procent: onzekere vraag die de computer niet 100 procent kan voorspellen. Bijvoorbeeld voor producten met grote variaties in de vraag of nieuwe producten met weinig historie. Daarvoor moet informatie komen van marketing, finance, sales en producenten. Daar blijft het menselijke aspect enorm belangrijk en breidt Nestlé zijn team juist uit. Het repeterende werk wordt geautomatiseerd en de inhoud van functies verandert; planners worden analisten.’

‘TOTALE AUTOMATISERING IS NIET AAN DE ORDE’

om geavanceerde code te schrijven.’ Verhelst: ‘Op ons SAS-platform kan iedereen werken. Een ervaren data scientist kan er z’n eigen model op bouwen, bijvoorbeeld door met open source code te schrijven voor een specifiek businessprobleem. Maar ook iemand zonder kennis van advanced

• www.sas.com

april 2021

19


ctrlX AUTOMATION overtreft de traditionele grenzen tussen machinebesturingssystemen, IT en het Internet of Things. Met het Linux real-time besturingssysteem, open standaarden, app-programmeertechnologie, web-based engineering en een uitgebreide en veilige IoT-verbinding, vermindert ctrlX AUTOMATION de engineeringtijd en -inspanning met 30 tot 50%. www.boschrexroth.nl/ctrlx


THEMA DE AGRO- EN FOODTRANSITIE: IS DE KETEN ER KLAAR VOOR?

BEENEN INDUSTRIËLE AUTOMATISERING SPEELT IN OP HOGE (INFORMATIE-)EISEN IN DE VOEDINGSSECTOR

EERST GEWONE KAAS, DAN KAAS VAN VLOG-MELK, EN NIET ANDERSOM De food stoomt net als veel andere industriële sectoren af op lights-out manufacturing, 24/7 productie met zo weinig mogelijk of helemaal geen operators op de werkvloer. Beenen industriële automatisering levert complete besturingsinstallaties inclusief software die onmisbaar zijn in die fabriek van de toekomst. Data uit de productie halen, daar draait alles om, aldus managing director Alex van Dalen. DOOR LUCY HOLL

B

eenen is een zelfstandige werkmaatschappij van technisch dienstverlener Batenburg Techniek. Het bedrijf met zo’n 220 medewerkers en vestigingen in Heerenveen, Zwolle en Nijkerk, biedt integrale automatiseringsoplossingen om slimmer, veiliger en duurzamer te produceren. Klanten, waaronder Suikerunie, FrieslandCampina, Avebe, JDE, Huhtamaki, Philips en BASF, komen uit sectoren als de food/feed, water, infra, chemie en machinebouw. Projecten in de voedingsindustrie maken een groot deel van de omzet van ruim dertig miljoen euro uit. Zo’n eeuw geleden legde Beenen zich al toe op de elektrotechnische installaties voor de destijds opkomende zuivelindustrie, en nog steeds zitten er veel levensmiddelenfabrieken in het noorden van het land. Van Dalen: ‘We werken voor fabrikanten van zuivel, aardappelproducten, koffie, brood, vetten. Ze hebben met elkaar gemeen dat de productie-eisen zeer hoog zijn. Neem de traceability: van welke boer komt de melk, welke melkauto’s hebben in welke tank gelost, hoe is die melk door de fabriek gegaan? Vroeger was melk melk. Nu heb je onder meer weidemelk, PlanetProof-melk van boerderijen die duurzaam produceren, en VLOG-melk van koeien die een gentechvrij rantsoen krijgen. Het moet allemaal als strikt gescheiden stromen door de fabriek.’ Sinds een jaar of vijftien moeten bedrijven binnen de voedingsmiddelenindustrie volgens de wet sowieso een uitgebreid traceerbaarheidssysteem hebben. Beenen levert dat soort softwareoplossingen.

maal automatisch ingepland over alle productielijnen heen: welke producten kunnen optimaal na elkaar geproduceerd worden, wanneer moet reiniging plaatsvinden?’ De foodindustrie blijft uitgesproken batchproductie. Het kan weliswaar om batches gaan die vele uren in beslag nemen, maar volcontinuproductie past niet: op alle producten staan batchnummers om ze te onderscheiden, weer met het oog op de traceerbaarheid. Van Dalen: ‘Een producent moet segmenteren, zodat je niet hele supermarktschappen leeg hoeft te maken bij een eventuele terughaalactie.’

REVERSED OSMOSE Beenen doet het technisch ontwerp van de elektrische- en besturingsinstallaties, Alex van Dalen: ‘Alles draait steeds meer om I/O-link, intelligente bustechnologie, waaruit honderden parameters te halen zijn.’ ontwikkelt de software op basis van Foto: Beenen standaardpakketten, doet de paneelbouw, zorgt voor de montage en bekaaan. I/O-link wordt steeds meer standaard beling van de elektrische- en besturingsinstallagevraagd. Bij die opdracht van Ausnutria zitten ties en biedt onderhoud, support en inspectie. alle kleppen op I/O-link.’ Het is een kwestie van Voor klant Ausnutria in Heerenveen, producent steeds meer intelligentie, steeds meer data, uit de van baby- en kindervoeding op basis van geitenprocessen halen. Slimme software geeft vervolen koemelk, werkte het bijvoorbeeld mee aan een gens de benodigde acties aan. gloednieuwe ultrafiltratie-installatie met reversed Klanten willen ook steeds vaker een koppeling osmose, een membraamtechnologie om wei te van hun productiesoftware en ERP-systeem, ziet concentreren. Voor zuivelcoöperatie Fonterra Van Dalen. ‘Van melkontvangst tot en met het nam Beenen de besturing en elektrische installaatste etiketje dat op een product geplakt wordt: laties van de complete fabriek in Heerenveen alle data gaan ook het ERP-systeem in om nog voor zijn rekening. Bij FrieslandCampina ging optimaler te plannen.’ het onder meer om de besturing van een pilotinstallatie voor het testen van melksamples.

OPTIMALE VOLGORDE De productie-eisen zijn streng. En fabrieken investeren steeds meer in dataverzameling. Ze willen nog meer informatie uit hun processen halen, om de kwaliteit van de producten te analyseren en controleren, maar ook om steeds verder op te schuiven naar de fabriek van de toekomst. Van Dalen: ‘Nu gebeurt er nog veel handmatig. Operators hebben een dagplanning en zij bepalen welke producten ze achter elkaar kunnen gaan produceren: eerst gewone kaas bijvoorbeeld en dan kaas van VLOG-melk en niet andersom in verband met contaminatie. Dat wordt straks alle-

CLUSTER BUSTECHNOLOGIE Van Dalen: ‘Voorheen had je een thermometer die één signaal opleverde: de temperatuur. Nu draait alles steeds meer om I/O-link, intelligente bustechnologie, waaruit honderden parameters te halen zijn. Moet een instrument gekalibreerd worden, is een apparaat bij de volgende geplande productiestop aan de beurt voor groot onderhoud of kan het nog een stop wachten, is tussentijdse schoonmaak nodig? Onderhoud moet zeer gecontroleerd en proactief gebeuren. Dat hoef je niet zelf te bedenken. Dat geven de systemen wel

Beenen industriële automatisering werd november vorig jaar het 23e lid van het Innovatiecluster Drachten, een groep samenwerkende hightechbedrijven in Noord-Nederland. Beenen: ‘Er zitten vooral bedrijven uit de maakindustrie in, niet zozeer de zuivelindustrie. Maar voor onze machinebouwactiviteiten hebben we er al wel veel aan. We doen bijvoorbeeld projecten op het gebied van robotisering. De toegang tot kennis wordt makkelijker.’

• www.beenen.nl april 2021

21


THEMA DE AGRO- EN FOODTRANSITIE: IS DE KETEN ER KLAAR VOOR?

HELLINGS MACHINEBOUW ONTWIKKELT EN BOUWT MET BOSCH REXROTH SNELLE EN FLEXIBELE VERPAKKER

KOEKJES OP DE MILLIMETER, IN MILLISECONDEN Hoe bouw je een perfecte en razendsnelle koekjesmachine? Met veel innovatie, engineeringskracht en een goede partner, zo blijkt uit de samenwerking tussen Hellings Machinebouw en Bosch Rexroth. Beide bedrijven bouwden voor een nieuwe klant een machine die maar liefst 2.100 koekjes per minuut kan verpakken. de machine voor de koekjesproducent. Want de klant, die zijn naam niet genoemd wil hebben, vroeg nogal wat. Hellings: ‘De klant wilde een nieuwe machine, waarmee koekjes geautomatiseerd konden worden geteld, gestapeld en verpakt. Maar liefst 2.100 koekjes per minuut in doosjes. Dat werd in de fabriek nog niet gedaan. Niet met deze hoeveelheden en dus ook niet met de snelheden waarmee de koekjes verpakt Van links naar rechts: Erik de Git, Paul Hellings en Ruud Steenbakkers. ‘Je zou kunnen zeggen dat we zakelijk bevriend zijn’, aldus Hellings over de samenwerking moeten worden.’ tussen zijn bedrijf en Bosch Rexroth. Foto: Bosch Rexroth De klus was om meerdere redenen ingewikkeld. Koekjes zijn breekbaar; je wilt geen DOOR ANDRÉ RITSEMA locatie in Sint-Oedenrode vindt zowel het ontkapotte exemplaren in de winkel. Projectleider werp, de productie als de assemblage plaats. Ruud Steenbakkers van Hellings: ‘Het proces De – oneerbiedig gezegd – koekjesmachine om bij Hellings Machinebouw uit verloopt met enorme snelheden. Dus je wilt maakte Hellings de afgelopen twee jaren met Sint-Oedenrode niet meer aan met de sowieso controle houden over de aanvoerlijnen vaste partner Bosch Rexroth, internationaal vraag of een beursstand meerwaarde en het verpakken. Als het te snel gaat, raak je de leverancier van aandrijf- en besturingstechnoheeft. Want hadden ze twee jaar oriëntatie kwijt, krijg je heftige bewegingen en logieën. Het bedrijf, met de Nederlandse geleden niet op de Empack gestaan, dan hadden heb je doosjes vol met kapotte koekjes. Dat wil vestiging in Boxtel, biedt naast hydraulische en ze nu waarschijnlijk niet een state-of-the-art elektrische toepassingen bijvoorbeeld ook linemachine ontwikkeld, gebouwd en geleverd. Op je echt niet.’ aire bewegings- en assemblagetechnologie – die beurs kwam namelijk een bezoeker langs, die Hellings en Bosch Rexroth werkten met elk een inclusief de benodigde software en interfaces. geïnteresseerd was in een verpakkingslijn, waarteam van vier man samen aan het project. Ze De samenwerking met Bosch Rexroth gaat al van Hellings ter plekke een demo op de laptop brachten de uitdagingen in kaart, onderzochten ruim tien jaar terug, zegt Paul Hellings, technisch kon laten zien. Dat eerste gesprek leidde tot een de mogelijkheden, berekenden de kansen en directeur en eigenaar van Hellings. ‘Het is een eerste afspraak op kantoor. Nu – twee jaar later – gingen aan de slag met het bouwen. Gaandeweg bestendige relatie. Je zou zelfs kunnen zeggen dat draait de machine naar behoren bij de nieuwe kwamen ze erachter wát voor klus het eigenlijk we zakelijk bevriend zijn. Rexroth is betrouwbaar klant. was. Hellings: ‘De koekjes moeten over de in de uitvoering en in wat ze leveren. We kunnen millimeter nauwkeurig over de banden worden gewoon altijd op ze rekenen, dat laten ze elke aangevoerd en dat bij milliseconden per koekje.’ ASSEMBLAGE keer weer zien.’ Hellings Machinebouw ontwerpt, produceert, levert en plaatst machines en productie- en SPLITTER verpakkingslijnen. Het bedrijf is voornamelijk SNELHEDEN Er werd uiteindelijk gekozen voor de bouw van gericht op de primaire verwerking, processing en een splitter en een stacker, met daarvoor en daarHet was dan ook geen wonder dat Rexroth erbij verpakking in de voedingsmiddelenindustrie. Op werd gehaald toen Hellings aan de slag ging met tussen transportbanden. De koekjes komen in

K

22

april 2021


twee continue stromen aan, worden in de splitter gescheiden in zes stromen van zo’n 350 koekjes per minuut en in de stacker geteld, gestapeld en in doosjes verpakt. De machine werd in modulaire onderdelen ontwikkeld en gebouwd. Per onderdeel - zoals de band, de stacker en de splitter – kreeg Rexroth de vraag om de aandrijving te regelen, zegt accountmanager Erik de Git. ‘Voor elke functie van de machine moesten we met een geschikte aandrijving komen, met decentrale intelligentie per functie. De hele machine is door ons voorzien van in totaal 45 servomotoren. Dat zegt ook wel iets over de omvang van de klus. En ook over het vertrouwen overigens, dat je in elkaar moet hebben om zoiets tot een goed einde te brengen.’ Behalve de motoren leverde Rexroth voor het project ook de tandwielmodules en alle lineaire geleidingen. ‘Alles wat ervoor zorgt dat de boel draait en dat de koekjes succesvol worden vervoerd naar en in de doosjes’, zegt De Git. ‘En we hebben natuurlijk alles doorgerekend. Kan het systeem wat we willen? Dat wilden we zelf ook graag zeker weten.’

GOOGLE GLASS De machine werd in oktober 2020 voor de eerste testen bij de klant afgeleverd. Begin april werden de eerste koekjes daadwerkelijk verpakt. De klant is blij en enthousiast, zegt Steenbakkers. ‘Bijzonder was nog wel dat vanwege corona de eigen technici van de klant de machine op locatie in elkaar moesten zetten. Wij mochten er niet bij. Monteerde iemand van de klant met een Google

Glass de boel, en coachten en begeleidden wij hem hier met vier engineers en techneuten via de beamer op afstand. Maar ook dat ging goed.’ De machine is verbonden met internet, alle data zijn door de klant uit te lezen. Ook Hellings kan op afstand meekijken. ‘Maar dat doen we alleen op verzoek van de klant. Als er bijvoorbeeld vertragingen optreden; dan moet er iets in

FLEXIBEL EN DUURZAAM

ciëntie van de bedrijfsvoering’, zegt Hellings. ‘Er is sprake van veel handwerk, en dat is kostbaar. Verdergaande automatisering, zoals in dit geval van de koekjesfabrikant, is van wezenlijk belang. Automatisering en robotisering leiden bovendien tot een hogere kwaliteit van de producten.’ Zowel Hellings als Rexroth is actief in de voedselindustrie. Volgens De Git is het belangrijk dat er wordt ingespeeld op flexibiliteit. ‘Een paar jaar terug moest alles in plastic verpakt. Nu ligt de focus weer op kartonnen verpakkingen. Daar moet je als fabrikant – en dus ook als toeleverancier – op inspelen. Alleen door flexibel te zijn kun je mee. Het voorkomt ook dat er direct nieuwe machines nodig zijn als de markt nieuwe keuzes maakt.’ Flexibel en duurzaam, daar draait het om, zegt Steenbakkers. ‘Wij kunnen een belangrijk verschil maken waar het gaat om duurzaamheid. Inspelen op de wensen van de klant, maar wel met behoud van de bestaande machines. Dan is er niet sprake van kapitaalvernietiging en kun je toch blijven leveren. Dat lijkt mij een mooie win-winsituatie: beter voor de klant en beter voor de fabrikant.’

Efficiëntie. Als machinebouwers kijken naar de gewenste foodtransitie in Nederland, dan is dát het toverwoord. ‘Bij bedrijven in de voedingsindustrie wordt nog altijd getobd met de effi-

• www.boschrexroth.nl • www.hellingsmachinebouw.nl

‘ALLEEN DOOR FLEXIBEL TE ZIJN KUN JE MEE’

mechanische zin aan de hand zijn. Op basis van de data kunnen we dan kijken wat er mis is en de problemen oplossen. De klant zelf kan op basis van de data bijvoorbeeld in de gaten houden hoe het zit met de efficiëntie. Dat biedt volgens ons meerwaarde voor de machine.’

april 2021

23


Hoe ik machines leer spreken

OPTIME Stelt mij in staat om meer dan 100 machines binnen enkele uren te monitoren – dat maakt OPTIME een eenvoudige en economische oplossing voor conditiebewaking. www.schaeffler.nl/optime 24

februari 2021


THEMA DE AGRO- EN FOODTRANSITIE: IS DE KETEN ER KLAAR VOOR?

B&R LANCEERT ADAPTIEVE PRODUCTIE IN ZES GRADEN VAN VRIJHEID

IN HET SPOOR BLIJVEN VAN DE ONVOORSPELBARE FOODCONSUMENT Consumentenproducten worden nog wel in grote aantallen gemaakt, maar in steeds meer varianten en uiteindelijk zelfs in enkelstuks op klantwens. B&R Industrial Automation ontwikkelt daar, onder de noemer van adaptieve productie, oplossingen voor. Onlangs lanceerde het bedrijf een systeem met magnetisch zwevende productdragers, ACOPOS 6D, dat ultieme vrijheid en flexibiliteit biedt in het productieproces. Vanwege de contactloze, schone aandrijving is het bij uitstek geschikt voor hygiënisch verantwoorde productie in de food. De besturing is zo smooth dat vloeistof niet over de rand van een beker kan klotsen. DOOR HANS VAN EERDEN

W

ilt u pasta of aardappel in de maaltijdsalade? Blieft u vlees of iets vegetarisch, of heeft u liever kip of vis? Moet het zoutloos, mag er een dressing op? Bij productie à la carte kan elk product een eigen route door het productiesysteem volgen. Dan is de klassieke lopende band niet meer de meest efficiënte oplossing. Er komt steeds meer variatie, producten hebben een kortere levenscyclus, de consument gedraagt zich steeds grilliger. Dus neemt de batchgrootte in productie af en wordt de vraag onvoorspelbaarder. Kortom, er is behoefte aan adaptieve productie, verklaart Bas Michielsen, salesmanager bij B&R Industriële Automatisering in Breda. B&R, onderdeel van ABB, introduceerde enkele jaren geleden al ACOPOStrak, een flexibel transportsysteem waarop producten in wording verschillende routes kunnen volgen, afhankelijk van hun samenstelling.

MAGNETISCHE LEVITATIE Begin dit jaar kondigde B&R de volgende stap aan, naar nog meer vrijheid, flexibiliteit en efficiëntie in productiebesturing. Het ACOPOS 6Dproductiesysteem is gebaseerd op het principe van magnetische levitatie: shuttles met geïntegreerde permanente magneten bewegen contactloos over een oppervlak van elektromagnetische motorsegmenten. Die meten 24 bij 24 centimeter en zijn in willekeurige configuratie aan elkaar te koppelen; de benodigde bekabeling kan onbeperkt worden doorgelust. Alleen de ‘vaste wereld’ is bekabeld; de vrij bewegende shuttles kunnen

Het nieuwe ACOPOS 6D-productiesysteem van B&R, onderdeel van ABB, met magnetisch zwevende shuttles biedt maximale vrijheid en flexibiliteit in productie. Illustratie: B&R

zonder voeding en hebben dus geen last van storende kabels. Ze zijn er in verschillende groottes (van 12 bij 12 tot 45 bij 45 centimeter). Afhankelijk daarvan kunnen ze een massa van 0,6 tot 14 kilo dragen en bewegen ze met maximaal 2 meter per seconde. De shuttles kunnen producten individueel transporteren, elektromagnetisch gestuurd; één controller kan tot vijftig stuks over tweehonderd motorsegmenten dirigeren. B&R spreekt van multidimensionale (6D) productie, omdat de zwevende shuttles zes graden van vrijheid kennen. Ze bewegen in het (x-y) vlak van het systeem met een nauwkeurigheid tot wel vijf micrometer (duizendste millimeter). Maar ze kunnen ook de hoogte in (de z-richting), over een afstand van enkele millimeters. Bij de nauwkeurige assemblage van producten is die verticale bewegingsvrijheid van groot belang. Meer hoogte winnen is mogelijk door een productdrager met scharnierende poten aan twee shuttles te bevestigen; bewegen die twee uit elkaar dan zakt het platform, komen ze bij elkaar dan stijgt het. Daarnaast roteren de shuttles om hun drie assen (kantelbewegingen om de x- en y-as, rotatie om de z-as) voor nog meer flexibiliteit in productie.

HYGIËNISCH EN INTELLIGENT Elke shuttle is voorzien van schroefgaten voor het bevestigen van producten of productdragers. Maar er zijn ook hygiënische uitvoeringen zonder die lastig te reinigen gaten. Met roestvrijstalen afdekking voldoet het systeem dan aan de hoge beschermingsklasse IP69K – geschikt voor cleanrooms en voedselproductie. Belangrijk in de food is ook het wegen, voor dosering van pro-

ducten. Elke shuttle is van zichzelf een zeer nauwkeurige, elektronische weegschaal, dus aparte weegstations zijn niet meer nodig. Dat helpt om het systeem compact te houden. Verdere toepassingen voor ACOPOS 6D ziet Michielsen in de verpakkingsindustrie en de medische technologie. ‘Assemblage van medische devices vindt vaak plaats in een cleanroom. Ons systeem is contactloos en kent dus geen wrijving en ook geen vervuiling door slijtage. Dat scheelt tevens in onderhoud. Bovendien tellen in een dure cleanroom de vierkante meters en is het daarom een voordeel dat ons nieuwe systeem heel compact is.’ Dat komt vooral doordat de besturing zo intelligent is geworden dat het aantal onafhankelijk bestuurde shuttles per motorsegment verviervoudigd is. In principe passen er dus vier keer zoveel op dezelfde footprint. Dan is automatische collision avoidance nodig. Geavanceerde algoritmen laten de shuttles optimale routes volgen, voorkomen botsingen en minimaliseren het energieverbruik. De besturing is zo smooth dat die voorkomt dat bijvoorbeeld vloeistof over de rand van een beker kan klotsen. ACOPOS 6D past in het besturingsecosysteem van B&R, inclusief tracksystemen, robots en vision-camera’s. Het kan dus naadloos worden aangesloten op andere, goedkopere productiesystemen, voor die delen van een productielijn waar minder flexibiliteit nodig is. Michielsen mag er nog niks over vertellen, maar bij een aantal klanten heeft B&R al pilots uitgevoerd. De markt hongert naar dit soort flexibiliteit.

• www.br-automation.com april 2021

25


THEMA DE AGRO- EN FOODTRANSITIE: IS DE KETEN ER KLAAR VOOR?

KIND TECHNOLOGIES VERGROOT PRODUCTIEFLEXIBILITEIT

MEER MODULARISATIE, MEER PARTNERSHIPS Industrieel automatiseerder Kind Technologies groeit in agro, food en farma. Daar valt veel winst te behalen met verdergaande automatisering van inspectie, handling en verpakking. Om die groei efficiënt te managen, zet Kind intern ook in op verdere standaardisering en automatisering, onder meer van electrical engineering en outsourcing. ‘We selecteren onze leveranciers op de vraag of ze meekunnen in ons tempo.’

DOOR HANS VAN EERDEN

D

ankzij autonome groei en overnames van de visionbedrijven Beltech en Vimec en de leveranciers van transportsystemen KOAT en Martin Stolze is industrieel automatiseerder Kind Technologies gestaag gegroeid. De verandering van naam – tot september vorig jaar was die One of a Kind Technologies – symboliseert een wijziging Van links naar rechts Alex Kind, Olof van den Elzen en Rob van Buul van Kind Technologies: ‘Wij hebben vooral gekeken of onze in visie en strategie, vertelt ceo Alex Kind. outsourcepartners meekunnen in ons tempo. Dat ze, of we nu één of tien of vijftien systemen bestellen, binnen tien dagen hun ‘We deden alles in industriële automatiseaandeel leveren.’ Foto: Bart van Overbeeke ring, als het maar moeilijk was; altijd ‘one of a kind’. Om sneller te kunnen groeien, hebben recent dertig vacatures opengesteld.’ zochten we producten met een repeterend interessant. Hun driver is de groei van de wereldVanuit vision is de onderneming gegroeid naar karakter. Industrieën als de agro en food bleken bevolking naar tien miljard mensen, die een breed portfolio aan technologieën, met robogemiddeld ook nog eens ouder worden, tica, software en kunstmatige intelligentie (AI). waardoor de vraag naar voedsel toeneemt. Daar Via de Hortilogics joint venture met bedrijven uit komt nu covid-19 bij als accelerator. De beschikACHT OUTSOURCEPAKKETTEN de Royal Brinkman-groep wil Kind Technologies baarheid van arbeidskrachten voor het vele een one-stop-shop aanbieden voor de complete handmatige werk is afgenomen. Dus moeten automatisering van kassen en verpakkingslijnen. deze sectoren verder gaan automatiseren.’ Kind Technologies heeft het ontwerp van zijn schakel‘Dankzij Brinkmans kennis van het teeltproces en kasten en bijbehorende machinemodules opgeknipt in van klimaat- en technische systemen in de kas TOMATEN EN PAPRIKA’S acht outsourcepakketten, die het via files uit EPLAN zitten we nu helemaal vooraan in de keten en Agro en food vragen om ‘moeilijke’ automati(of het mechanische CAD-model voor de kasten) bij bestrijken we het gehele proces, waardoor we sering. Organische producten stellen namelijk verschillende leveranciers neerlegt: telers kunnen ontzorgen. De sector verandert speciale uitdagingen aan beeldherkenning en 1 Maken van de kasten, compleet gelakt, met alle helemaal; tegenwoordig stappen wereldwijd handling. Kind Technologies weet er wel raad benodigde gaten. grote investeerders in bij tuinbouwbedrijven van mee. Zo ontwikkelde dochterbedrijf Crux 2 Maken van de panelen voor in de kast, met de rails 60 tot 100 hectare. Die willen een one-stop-shop.’ Agribotics recent de SortiPack: een systeem dat en kabelgoten. producten als tomaten en paprika’s met een 3 Vullen van de elektrische panelen met robot sorteert op kleur, vorm en gewicht via MODULAIRE OPBOUW componenten. vision. ‘We leveren geen one-offs meer, maar zitIn de nieuwe strategische visie past de elektro4 Maken van de kabels en assembleren van ten in een industrialisatiefase richting een reeks technische engineering, gericht op meer projeckabelbomen. standaardproducten. We zijn nog wel een uniek ten met minder mensen. ‘We engineeren onze 5 Maken van specifieke kabels. bedrijf, maar niet meer met unieke producten. systemen modulair, zodat we bij het bouwen de 6 Produceren (volautomatisch) van de snoertjes, We willen met geavanceerde automatisering bijmodules als LEGO-stenen koppelen’, vertellen gecodeerd en met juiste lengte, kleur en dikte. dragen aan een betere distributie van onder meer Rob van Buul, manager assembly/purchasing & 7 Assembleren van de elektronica (pcb’s). planten en voedsel en zo verspilling tegengaan. supply chain, en Olof van den Elzen, electrical 8 Assembleren van de complete kast en Om te kunnen investeren willen we blijven engineer. Deze aanpak geldt voor de schakelbijbehorende machinemodules. groeien. We tellen nu 210 medewerkers en kasten en machinemodules, zoals transport-

26

april 2021


banen, robotcellen en meetsystemen. ‘Vanuit de EPLAN-software engineeren we die in 3D met Pro Panel en maken we er outsourcepakketten van (zie kader, red.). Voorheen deden we alles zelf, achter elkaar in serie, waardoor we lange doorlooptijden hadden. Nu zetten we de files op een server klaar voor onze toeleveranciers, die parallel hun werk kunnen uitvoeren. Zij kunnen de files meteen in hun bewerkingsmachines inlezen en na tien werkdagen alles kant-en-klaar aanleveren. Vervolgens heeft een assemblagepartij drie werkdagen om de complete kast en bijbehorende machinemodules te assembleren.’

REDUCTIE OP ARBEID EN FOUTEN Cruciaal is dat vanuit het 3D-model in EPLAN naast de werktekeningen voor de leveranciers ook de zogeheten smart wiring-file wordt gegenereerd. ‘Daardoor levert de kabelleverancier alle kabels op de juiste lengte aan, voorzien van stekkers en labels’, zegt Van den Elzen. ‘De gecodeerde losse bedrading, outsourcepakket 6, wordt op volgorde van montage aangeleverd in een cassette. Vervolgens kan de monteur van de assemblagepartij deze bedrading op de panelen leggen, via de EPLAN Smart Wiring-software op zijn laptop waarin de genoemde file is geladen.’ Van Buul: ‘Met EPLAN Smart Wiring kun je afdwingen dat elke draad een bepaalde route volgt. Dat verloopt snel en zorgt voor een eindproduct met een hoge kwaliteit. Voorheen waren we met een groot paneel twee tot drie dagen bezig, nu een paar uur.’ Het concept heeft zich bij Kind Technologies bewezen, zegt Van Buul. ‘Leveranciers halen hun werktekeningen van onze server op; daar hebben wij geen omkijken meer naar. Inkoop en factu-

ratie voor het merendeel van de outsourcepakketten verloopt via één grote inkooppartij, itsme.’ Van den Elzen: ‘Zij leveren bij de verschillende partners per kast een projectbak met de benodigde componenten. Moeten er tien kasten worden gebouwd, dan krijgen ze dus elk tien projectbakken. We kunnen zo netjes onze workflow regelen, door bijvoorbeeld op afroep eerst

EPLAN voldeden we wel aan hun eisen en nu passen we de modularisatie standaard toe bij nagenoeg alle projecten. We gaan telkens uit van het basissjabloon en werken het ontwerp in 3D uit naar de acht outsourcepakketten, die we met de bijbehorende files en smart wiring-informatie naar de leveranciers sturen. Doordat we telkens deze structuur aanhouden, hoeven we ze bij een nieuw project niets meer uit te leggen.’ Kind Technologies is een voorloper in standaardisering en modularisatie van zijn electrical engineering, hoort Van den Elzen van EPLAN. ‘We hebben goed contact met hun support en stellen soms kritische vragen. Na intern overleg komen ze vaak toch met een goede oplossing, dankzij de vele mogelijkheden van EPLAN 3D Pro Panel.’ Paulus van Dreumel, accountmanager bij EPLAN, bevestigt dat. ‘Als innovatief middelgroot bedrijf steekt Kind Technologies boven het maaiveld uit. Ze hebben de juiste volgorde aangehouden door eerst te standaardiseren en daarna te automatiseren. Door alles in 3D uit te werken, kunnen ze makkelijker met de keten communiceren en hebben ze de werkplaatsautomatisering verbeterd. EPLAN wil meer naar het cloud-platform ePULSE gaan, waardoor het delen van informatie in het ecosysteem nog makkelijker wordt. Daar heeft Kind volgens mij wel oren naar.’

‘WE HEBBEN NAGENOEG GEEN EXPEDITIE EN WERKVOORBEREIDING MEER’

twee kasten te bestellen, een paar dagen later drie, enzovoort.’ Van Buul: ‘De inkoop is voor ons heel beheersbaar, ook hebben we bijkomende financiële volumevoordelen en nagenoeg geen expeditie en werkvoorbereiding meer. Dit zijn scherpe samenwerkingen, waar wij zelf niet tegenop kunnen werken.’

GEEN VRAGEN MEER Deze werkwijze geldt al voor de Kind-bedrijven op de Eindhovense vestiging, waar dankzij de efficiencyslag nog maar een paar mensen aan electrical engineering werken. Het modulair engineeren begon nadat het e-pakket waar Kind eerst mee werkte, werd afgekeurd door een Amerikaanse farma-klant. Van den Elzen: ‘Met

• www.kindtechnologies.nl • www.eplan.nl

STRIJD OM AGRARISCHE ROBOTS BARST LOS Crux Agribotics, dochterbedrijf van Kind Technologies, figureert in het rapport ‘Strijd om agrarische robots barst los’, dat ABN AMRO vorig najaar publiceerde. De inleiding start met: ‘De groei van de wereldbevolking, de schaarste aan personeel en landbouwgrond, en de noodzaak van duurzame voedselproductie gaan de robotisering in de agrarische sector een enorme duw geven.’ Alle reden om robots en drones in te zetten, zegt Jan de Ruyter, sector banker plantaardige sectoren & visserij bij ABN AMRO en een van de auteurs. ‘In de akkerbouw bijvoorbeeld gaat het vooral om veel preciezere bemesting en gewasbescherming. Ook is er behoefte aan lichtere machines om bodemverdichting te voorkomen. Bovendien kunnen robots 24/7 opereren en ook in het donker bijvoorbeeld onkruid detecteren.’ Als landbouwnatie van wereldfaam is Nederland een voorloper in robotisering van met name de veehouderij, met onder meer de melkrobots van wereldmarktleider Lely en voerrobots van diverse fabrikanten. Ook in niches als de aspergeteelt, met oogstmachines van Cerescon en AvL Motion, zet ons land de toon. Crux Agribotics is een van de spelers die zich richt op de verwerking van gewassen als komkommers, paprika’s en tomaten, terwijl Tolsma groot is in aardappelen, uien en wortelen. ABN AMRO schat de huidige wereldwijde omzet in de agritech-markt op ruim zes miljard euro.

Ons land heeft daarin een aandeel van 11,5 procent. Als knelpunten zoals fragmentatie van kennis en wetgeving rondom stikstofproblematiek worden aangepakt, kan de Nederlandse agritech-markt binnen tien jaar groeien van 715 miljoen naar 2,5 miljard euro. De ontwikkeling van korte ketens, waarin machinebouwers en agrariërs samen innoveren, kan het verdienmodel aanzienlijk versterken, zo luidt hun aanbeveling. Deze toonaangevende positie is niet vanzelfsprekend, weet De Ruyter. ‘Toen Wageningen Universiteit & Research een wedstrijd autonoom tomatenplukken organiseerde, meldden drie Chinese en twee Vietnamese bedrijven zich aan.’ Nederland moet oppassen dat het niet achterblijft, waarschuwt hij. ‘Er is geen tijd om telkens het wiel opnieuw uit te vinden. Als partijen bijvoorbeeld een autonome machine ontwikkelen, kunnen ze al beschikbare technologie inzetten. Dat is misschien duurder, maar verkort de ontwikkeltijd.’ Toch is De Ruyter

optimistisch. ‘We hebben een vooraanstaande maakindustrie, waarin bedrijven van buiten de agrarische sector een agritechtak oprichten en met verschillende partijen een machine ontwikkelen. Wil je die succesvolle industrie behouden, dan heb je een thuismarkt nodig om te experimenteren. Gelukkig zijn er allerlei initiatieven rond precisielandbouw, nieuwe teelttechnieken en de boerderij van de toekomst.’ ABN AMRO draagt bij met financiering, maar wil ook kennis delen en een platform bieden voor partijen die willen samenwerken. ‘Investeerders moet je toch verleiden en dat lukt niet als je met een innovatie voor bijvoorbeeld een geavanceerde sensor de markt op wil. Je moet daarvoor al een toepassing hebben en die kunnen demonstreren.’

• www.abnamro.nl/insights april 2021

27


VLOEIENDE PROCESSEN. Modulaire GARANT Tool24 artikeluitgiftesystemen – Maximale efficiëntie bij inkoop en voorziening.


SMART INDUSTRY

LENZE HELPT KLANTEN DATA UIT SYSTEMEN SLIMMER TE BENUTTEN

‘DATA ZIJN HET GOUD VAN DE TOEKOMST’ Het gaat niet meer om het merk x, y, z of Lenze qua besturing. Machineautomatiseerders moeten een systeem leveren dat open is, geschikt om data mee te verzamelen en – met behulp van algoritmes – ook iets met die data te doen. Dat stelt Eric van den Broek, managing director van Lenze EMEA West (Benelux en Verenigd Koninkrijk) in Den Bosch. Daarom is in het besturingsplatform dat Lenze levert ‘de wereld vertegenwoordigd qua IT en OT’.

DOOR WILMA SCHREIBER

‘G

rote ondernemingen in Nederland zijn hier al heel ver in, bij het mkb staat het vaak nog in de kinderschoenen. ‘Wij zijn er volledig op toegerust om beide optimaal te ondersteunen. Onze oplossing is dat we vanuit het Lenze-model in feite het model van een machine kunnen gaan koppelen. Door bijvoorbeeld in het model een aantal variabelen te veranderen, ontdek je waar verbeteringen mogelijk zijn. Zo hebben we voor een klant in drie weken tijd een nieuwe, geoptimaliseerde motor kunnen ontwikkelen, iets waar normaal gesproken drie tot zes maanden voor staat’, vertelt Van den Broek.

LAAGDREMPELIG Het probleem waar veel machinebouwers mee te maken hebben, is de beheersbaarheid van hun projecten. ‘We hebben een tool waarmee je de samenwerking tot stand kunt brengen tussen partijen op het vlak van elektrotechniek, mechanica en software, maar ook Lenze, om snel en gericht een machine te ontwikkelen. Zij delen in het ontwikkelproces, maar ook gedurende de life cycle van een machine, alle informatie. Voor een aandrijving heb je dan bijvoorbeeld alle relevante informatie tot je beschikking, compleet met documentatie. Vanuit die tool heb je dus je asset management ook voor elkaar’, verklaart Van den Broek. ‘PLC-programma genereren, machinestructuur definiëren, virtual commissioning (digitale inbedrijfstelling, red.) – het kan allemaal. Die laagdrempeligheid van de drive- en besturingstechnologie is de kracht van Lenze.’

ÉÉN ACCESS POINT Volgens de managing director van Lenze is een open platform ook de wens van jonge ingenieurs die nu van de opleidingen komen. ‘Zij willen

Het management van het jubilerende Lenze in Nederland, met van links naar rechts: Marc Vissers (marketing strategy manager EMEA West), Adrie Vorstenbosch (sales support manager Benelux), Eric van den Broek (managing director EMEA West), Bart Smits (applicatie & service manager Nederland), Edwin Dobbelsteen (salesmanager Nederland). Foto: Lenze

geen leverancier die alles van a tot z levert, maar een platform waar je vrij eenvoudig andere producten of softwaretools aan kunt koppelen.’ Voordeel voor de klant is dat hij via één access point met zijn laptop of telefoon overal ter wereld toegang heeft tot machines en zelf kan bepalen waar hij functionaliteiten neerlegt. ‘Je kunt op verschillende lagen algoritmen laten draaien en uitkomsten genereren voor de applicatie. In de cloud, maar ook met een open architectuur nemen de toepassingsmogelijkheden toe.’

SPARRINGPARTNER Data scientists van Lenze fungeren als sparringpartner van de klant. ‘Wat wil je, waar sta je nu, waar moet je over vijf jaar staan? En wat kun je met data? Met predictive maintenance kijk je naar wat motor in zich heeft: hoe lang kan die nog draaien en wanneer moeten de lagers vervangen worden. Natuurlijk is dat belangrijk, maar wij proberen zonder sensoriek verder te kijken. Wat zit er aan die motor, wat moeten we aandrijven? We kunnen met zelflerende algoritmes de riemspanning van een tandriem in de gaten houden. Met dit soort oplossingen heb je een veel grotere toegevoegde waarde voor de klant’, stelt Van den Broek. ‘Met minder sensoren heeft een machinebouwer bovendien minder ingangen op de besturing en minder bekabeling nodig.’

ONDERSCHEIDEND VERMOGEN Ter illustratie noemt Van den Broek nog een praktijkvoorbeeld van een klant die diverse materialen op een bepaalde lengte knipt. ‘De soort materiaal heeft invloed op de slijtage van het mes. De vraag was dus wanneer hij het mes moest vervangen. Samen met klant hebben we een zelflerend algoritme gemaakt, gebaseerd op input van de operator over welk materiaal hij knipt en dat gekoppeld aan wat de machine zelf voelt’, vertelt hij. ‘De klant weet nu op een paar uur nauwkeurig wanneer hij het mes moet vervangen. Alles is volledig transparant in de cloud, hij heeft volledige toegang tot de installatie, kan met zijn eigen laptop inloggen in het systeem, wijzigingen doorvoeren en heeft volledige toegang tot datavariabelen en algoritmen. Zo kan hij zijn machine steeds verder optimaliseren door bijvoorbeeld bij de ene materiaalsoort de snelheid van het mes te verhogen en slijtage te verkleinen. Dat vergroot het onderscheidend vermogen van deze klant in de markt.’ In oktober organiseert Lenze ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan een in-house event om klanten mee te nemen naar de toekomst van de machinebouw.

• www.lenze.com april 2021

29


GEBOUWAUTOMATISERING

SAMENWERKING PRIVA MET 3T RESULTEERT IN ZEER VEELZIJDIGE BGRID MULTI SENSOR NODE

TOTAL RESPONSIBILITY: TIJDENS, MAAR OOK NA HET PROJECT Het leven van gebouwbeheerders en -eigenaren is sinds kort een stuk eenvoudiger. In oktober vorig jaar kwam namelijk een zeer veelzijdige sensoroplossing op de markt, ontstaan uit een samenwerking tussen Priva, bGrid en 3T. Dit zogeheten Diamond-project verliep onder ‘total responsibility’ van 3T, dat opdrachtgever Priva ondersteunde op elk vlak en dankzij het goede resultaat werd gebombardeerd tot preferred partner. Een tweede gezamenlijk, nog vertrouwelijk project heeft inmiddels de kick-off achter de rug.

COMPLEXE ONTWIKKELING Dat partnership gaat verder dan uitbesteden, stelt Rachid El Masoudi, vice president product development bij Priva. ‘Het betreft een complexe ontwikkeling, zowel qua behuizing, software als elektronica. We hebben dan ook bijna dagelijks contact met 3T over de details. Niet alles is namelijk in requirements te vatten, je moet zaken samen doorlopen en daarvoor moet je op hetzelfde niveau kunnen communiceren op inhoud. Bovendien moet een partner daar ook voor openstaan.’ Dat Priva 3T al bij het initiële concept betrekt, past bij deze Enschedese ontwikkelaar van elektronica en embedded systems. ‘Wij streven naar grote openheid’, zegt Marcel van Wilpe, business developer bij 3T. ‘Die openheid vinden we ook bij Priva. Geen uitgekauwde specificaties, want dan sla je er veel uit. Als je in het initiële stuk goed samenwerkt, is één plus één drie of nog meer. Wij zien onszelf dan ook als co-developer.’

EXPERTISE SAMENBRENGEN Binnen het partnership draait het allemaal om de zogeheten bGrid Multi Van links naar rechts Rachid El Masoudi (Priva), Marcel van Wilpe (3T) en Ronald van Londen (Priva). Van Londen: ‘Ik vergelijk het weleens met een versnellingsbak waarin tandwielen op elkaar in moeten slijten. Qua personen, bedrijfsprocessen en tools is dat met 3T zeker het geval.’ Sensor Node. Uitgevonden Foto: Sam Rentmeester door de Amsterdamse scale-up bGrid – inmiddels strategisch partner van Priva –, op de markt sinds medio 2020 en sinds oktober vorig jaar in volumeproductie in DOOR WILMA SCHREIBER beheersing, energiebesparing en optimaal hergebruik van water. Priva was vorig jaar het Verre Oosten. ‘Die sensoroplossing deed winnaar van de DISCA’20-award in de categorie precies wat hij moest doen’, aldus El Masoudi. ind oktober 2018 werden de contracten Best Customer van Link Magazine. ‘3T beschikt getekend, nadat een jaar of vier eerder ‘Wij wilden dit idee in een mooi product vatten, over brede technologische kennis, van elektroal oriënterende gesprekken waren het product opschalen en zo gebouwen slim nica, firmware tot software. In het verleden gevoerd. ‘We zochten een nieuwe partmaken. Hiervoor hebben we 3T aangehaakt, om deden we dergelijke projecten zelf, nu besteden ner die het ontwikkelproces professioneel kon expertise van verschillende partijen samen te we ze uit op basis van total responsibility: we vormgeven. Hiervoor hebben we gewerkt van een brengen in één product. Je wilt wel iets moois in geven onze requirements af, onze partner is na longlist naar een shortlist van drie partijen, die je plafond hebben dat bovendien heel compact is, afronding van het project verantwoordelijk we alle bezocht en geaudit hebben. In onze maar toch ook heel veel kwalitatief goede mevoor de NPI (new product introduction, red.) industrie, waar het gaat om complexe producten, tingen kunnen uitvoeren en energiezuinig zijn.’ en het begeleiden van het product naar volzijn langetermijnrelaties met leveranciers van wassenheid. En daarna ook voor het onderhoud groot belang’, vertelt Ronald van Londen, KRITISCH PUNT gedurende de verdere levenscyclus. In feite strategic purchaser bij Priva in De Lier, een 3T betrok ook industrial designer MMID bij het alles wat nodig is om het product succesvol te hightechbedrijf dat hardware, software en project en voegde zelf inhoudelijke kennis van houden.’ diensten ontwikkelt op het gebied van klimaatsensoriek toe. Van Wilpe: ‘Kritisch punt is dat een

E 30

april 2021


klein apparaat bestaat uit heel veel sensoren, die elkaar niet mogen beïnvloeden. Omdat Priva ze in redelijk grote aantallen wil produceren, moeten ze eenvoudig – oftewel goedkoop – te produceren zijn. Naast een technische uitdaging hadden we dus zeker ook een kostenuitdaging.’ El Masoudi beaamt dit. ‘Als je een sensor openmaakt, lijkt het op mikado, zoveel printplaatjes zijn er op elkaar gestapeld. Toch moeten alle sensoren optimaal kunnen werken. Als een sensor de temperatuur moet meten, mogen andere sensoren niet te veel energie gebruiken of warmte

‘NAAST EEN TECHNISCHE UITDAGING HADDEN WE ZEKER OOK EEN KOSTENUITDAGING’ produceren. Om CO2 te kunnen meten, moet er luchtstroom in de behuizing kunnen komen. En omdat er ook nog een bluetooth-interface inzit voor communicatie en locatiebepaling, heb je als ontwikkelaar naast sensoriek ook met wireless te maken.’ Van Wilpe onderschrijft dit. ‘Bluetooth was zeker een uitdaging. Want de sensor moet

ook in metalen plafonds te monteren zijn, wat nogal wat betekent voor de radiofrequente signalen. Hoe positioneer je de sensoren voor voldoende dekking?’

HEEL VEEL FUNCTIONALITEITEN De bGrid Multi Sensor Node heeft een indrukwekkend aantal functionaliteiten, waaronder een DALI-interface voor lichtbesturing om lampen aan en uit te zetten, een temperatuursensor en een infrarood temperatuursensor voor het op afstand (vanaf het plafond) meten van temperatuur in een ruimte. Ook heeft het product een luchtvochtigheidssensor, een lichtintensiteitssensor om lampen te dimmen zodra er voldoende natuurlijk licht is (en zo energie wordt bespaard), een geluidssensor en een bewegingssensor (zodat in een lege ruimte de temperatuur omlaag en het licht uit kan). Daarnaast omvat de Multi Sensor Node een luchtkwaliteitssensor die CO2 meet en de ventilatie harder of zachter zet, en tot slot een TVOC (Total Volatile Organic Components)-sensor, die andere organische stoffen in de lucht detecteert. ‘Als je in een gebouw om de zoveel meter zo’n Multi Sensor Node ophangt, levert dat veel waardevolle data op’, zegt Van Wilpe. ‘Met behulp van AI en algoritmen kun je daar verschillende diensten aan koppelen. Moet een kamer waar niemand geweest is bijvoorbeeld wel schoongemaakt worden?’ Andere additionele

diensten naast smart cleaning zijn onder meer room finder (het vinden van een beschikbare werkplek), smart security, asset tracking, colleague finding en smart parking. Al deze apps hebben tot doel de duurzaamheid en het comfort van een gebouw te verhogen. De eerste reacties uit de markt zijn positief, meldt Van Londen. ‘Dit betreft met name de platte vormgeving in het plafond en de compactheid van de behuizing, gecombineerd met de vele functionaliteiten. Daarnaast is er veel waardering voor de bluetooth-plaatsbepaling en integratie van het Priva- en bGrid-systeem.’

NIEUW, NOG BREDER PROJECT Intussen heeft net de kick-off plaatsgevonden voor een nieuw, qua devices nog breder project, waarbij Priva opnieuw samen met 3T de grenzen van het mogelijke opzoekt. Van Londen: ‘Ik vergelijk het weleens met een versnellingsbak waarin tandwielen op elkaar in moeten slijten. Qua personen, bedrijfsprocessen en tools is dat met 3T zeker het geval. Ze gaan heel ver in kwaliteit voor ze het op de markt zetten, het restrisico is dan bijna nul. Vandaar dat we hen hebben gebombardeerd tot preferred partner.’ Over het project zelf wil Van Londen uit concurrentieoverwegingen verder niets kwijt.

• www.priva.com/nl • www.3t.nl • www.bgridsolutions.com • www.mmid-group.com

april 2021

31


WE BUILD YOUR EXPERTISE

ProCleanroom is jouw partner voor clean air solutions PROFESSIONALS IN CLEANROOM TECHNOLOGY De kracht van ProCleanroom Bij ProCleanroom geloven we dat de beste cleanrooms en flowkasten worden gerealiseerd rondom de expertise die in deze stofarme ruimtes plaats gaat vinden. Dus nemen we het kritische proces van onze klanten als startpunt voor de ontwikkeling van onze cleanrooms en laminaire flowkasten. Vanuit kennis over jouw expertise ontleden we het kritische proces in de stofarme omgeving en ontdekken zo de eisen waaraan onze producten moeten voldoen. ProCleanroom is jouw partner voor clean air solutions. Van ontwerp, fabricage, installatie en ISO-validatie tot het inrichten van de ruimtes, accessoires en consumables. Onze oplossingen sluiten naadloos aan op jouw behoeften.

Kwaliteit en snelle levering Meer dan 16 jaar ervaring Permanent en mobiel Flexibel ontwerp

Meer informatie? Neem contact met ons op:

+31 (0)40 400 28 74 info@procleanroom.com www.procleanroom.com


STANDAARDISATIE

STANDAARDISATIE VAN PLAATWERKSPECIFICATIES OPSTAPJE NAAR MODEL-BASED DEFINITION

DIGITALER, EFFICIËNTER, MAAKBAARDER Groot en klein is hard op weg met digitalisering van de plaatwerkketen. Semiconbedrijf ASML is als uitbesteder in Nederland een voorloper met standaardisatie van specificaties en invoering van model-based definition. Maar ook kleinere bedrijven actief in grofstoffelijker markten zijn bezig met 3D-informatieoverdracht. In alle gevallen is efficiëntere maakbaarheid het streven.

• De standaardiserings- en digitaliseringsstap bij

Productspecifieke informatie, die voorheen in een aparte 2D-tekening (linksboven) stond, wordt nu in het 3D-model (rechts) opgenomen. Illustratie: ASML

DOOR HANS VAN EERDEN

L

ithografiemachinebouwer ASML besteedt zijn plaatwerk voor elektronicabehuizingen en constructiedelen uit middels een zogeheten STEP-file met het productontwerp als ‘kaal’ 3D-model. Voorheen werd die aangevuld met een pdf die de 2D-tekening van het ontwerp bevatte, voorzien van alle maten en toleranties (toegestane afwijkingen op de maten). De kritische gegevens sneeuwden onder in die overvloed aan informatie en het genereren en verwerken daarvan was tijdrovend en foutgevoelig. Dat kon efficiënter, zeker bij cnc-bewerking aan de hand van een 3D-model. Reden voor mechanical expert Jan Jongmans van ASML om dit uitbestedingsproces te gaan stroomlijnen, in samenwerking met partijen als de Koninklijke Metaalunie. In 2017 presenteerde hij zijn bevindingen onder meer in Link Magazine.

GENERIEKE ASML-STANDAARD Deze standaardiserings- en digitaliseringsstap vormde de opmaat tot de invoering van modelbased definition (MBD), waarbij een ontwerp wordt opgebouwd als 3D-model en voorzien van product manufacturing information (PMI). Dat 3D-model fungeert als basis voor de productie, maar ook voor bijvoorbeeld de kwaliteitsinspec-

tie. ASML werkt nu met een mdTPD (minimally dimensioned technical product documentation). Die bevat de STEP-file plus productspecifieke informatie (zoals maten en toleranties afwijkend van de standaard) plus de relevante GSA (Generic Standard of ASML). Deze GSA beschrijft voor plaatwerk de vereiste toleranties en andere details. Jongmans: ‘Die standaardspecificaties hebben we gezamenlijk vastgesteld; ASML heeft kwaliteit onnoemelijk hoog in het vaandel staan en dus moeten de producten te kwalificeren zijn. We hebben nu iets liggen waar ASML en zijn toeleveranciers mee kunnen werken.’

NOGAL EEN OVERGANG Leo Broers nam als projectmanager voor implementatie van MBD bij ASML het stokje over van Jongmans. ‘Van de nieuwe designs bij ASML wordt 95 procent nu al op de 3D-TPD-PMImanier gedaan, wereldwijd. Het gros van onze toeleveranciers beheerst deze werkwijze. We praten over duizenden designs, een paar duizend design engineers en meer dan honderd toeleveranciers. Nieuwe toeleveranciers die nog geen ervaring met MBD hebben, moeten we eerst trainen om ze 3D-PMI-vaardig te krijgen.’ De verwachting was dat kleine toeleveranciers er de meeste moeite mee zouden hebben. Integendeel, aldus Broers. ‘Wij introduceren het stap voor stap en de eerste stap is acceptatie van ons nieuwe

ASML vormde de opmaat tot de invoering van model-based definition. ‘We hebben meer tijd om over de designs na te denken, omdat de tijd voor samenstelling van de TPD veel korter is.’ ‘Dat ASML alleen de minimaal benodigde toleranties aangeeft, daar waar het kritisch is, maakt het al een stuk overzichtelijker.’ ‘BPP is net een project gestart waarin we om tafel gaan met toeleveranciers over de vraag welke afwijkingen we nog wel accepteren.’ ‘Wij durven buiten de software, de theorie, te stappen en oplossingen aan te dragen die grote(re) bedrijven niet zien of durven kiezen.’

modellenpakket. Dan hoef je nog niet vanuit dat model ook al meteen geautomatiseerd te gaan meten of bewerken. Die eerste stap is zelfs wat makkelijker voor kleine toeleveranciers, omdat die maar een paar mensen hoeven te trainen en hun processen flexibeler hebben ingericht. Zeer grote toeleveranciers hebben misschien wel een paar honderd mensen en ook nog eens tientallen subcontractors over de hele wereld die moeten worden getraind. Ze moeten allerlei processen aanpassen en goed beschrijven, want ze moeten het in een volgende audit kunnen aantonen. Daar is de impact dus groter.’

VAN 4 UUR NAAR 15 MINUTEN De opbrengst van de nieuwe werkwijze is volgens Jongmans goed te zien bij de nieuwste machine van ASML, de EXE 5000. ‘We hebben meer tijd om over de designs na te denken, omdat de tijd voor samenstelling van de TPD veel korter is. We hoeven nu nog maar enkele maten en specifieke toleranties – als die er al zijn – met PMI op het model aan te geven. Voorheen hadden we vier uur per tekening ingecalculeerd, nu doen we er 15 tot 20 minuten over. Dat is een gigantische winst voor engineering. ASML leverde tekeningen af met 150 maten, leveranciers schrapten er 120 en gingen dan produceren. Wij hebben ons systeem dus effectief ingeregeld naar hoe een leverancier werkt. Het voordeel is tijdwinst en behoud van kwaliteit, terwijl producten goedkoper worden door het gebruik van standaardLEES VERDER OP PAGINA 34

april 2021

33


VERVOLG VAN PAGINA 33

toleranties. Dat geeft designers ook meer een leidraad voor wat er kan. Terwijl we er voorheen altijd een strakke tolerantie opzetten. “Dan zou het wel goed gaan”, was de gedachte. Nu zijn we ons er meer van bewust dat dat meer geld kost, dus kijken we eerst of we het designtechnisch kunnen oplossen.’ Broers vervolgt: ‘Het digitaliseren met MBD biedt nog veel kansen om dingen sneller, beter en met minder menselijke fouten te doen. Zo is er nu heel goede software beschikbaar voor variatieanalyse op de productieoutput. Tot nu toe vullen we handmatig een Excel-sheet in; dat duurt best lang en Met de Bending Validator kunnen klanten vooraf checken of hun ontwerp voldoet aan de specificaties (buigregels) die voor de kantbanken van levert beperkte informatie 247Tailorsteel gelden. Foto: 247TailorSteel op. Nu vertelt de software ons alles over het gedrag van plaat tot 3 bij 1,5 meter en 25 millimeter dik en het product en kunnen we dat in een vroeg geïnterpreteerd, bijvoorbeeld bij het genereren kopen in tot 19 meter lang en 300 millimeter dik’, stadium op een hoog niveau krijgen, dankzij de van automatische kantprogramma’s. vertelt operational manager Melanie van Beek. digitalisering. Veel ontwerpen zijn zeker overgeEr is dus nog werk aan de winkel, wat Derksen ‘Onze engineering gaat steeds preciezer bematen dimensioneerd qua toleranties. Als we meer betreft voor alle partijen, zoals standaardiseringsen het bouwproces binnen Broshuis verandert inzicht krijgen, kunnen we iets beter specificeren instanties en CAD- en CAM-leveranciers. Toch van ambachtelijk naar gestandaardiseerd. We en bepaalde toleranties verruimen, en daarmee wil hij niet een te negatief beeld schetsen, omdat werken nu op lasmallen en dat luistert steeds prede kostprijs verlagen. Dit zijn we nu aan het de digitalisering nu al duidelijke voordelen ciezer, tot op een paar millimeter.’ Probleem bij implementeren.’ brengt. ‘Denk aan minder kans op fouten en de producten zoals de relatief lange en smalle liggers mogelijkheden voor papierloze productie. En dat is dat snijden en lassen warmte-inbrengende proASML alleen de minimaal benodigde toleranties VERTALING NOG NIET FOUTLOOS cessen zijn die zorgen voor spanningen in het aangeeft, daar waar het kritisch is, maakt het al Ton Derksen is al vele jaren actief in de plaatmateriaal, waardoor de liggers kunnen gaan ‘wegeen stuk overzichtelijker.’ In de verdere toekomst werksoftware en per 1 april gestart met zijn eigen lopen’. ‘Vroeger werd dat nog getolereerd, maar ziet Derksen nog meer voordelen. ‘Als je nu digionderneming om mkb-plaatwerkbedrijven te nu mag het niet meer; wat vlak en kaarsrecht is, taal veel productiedata gaat vastleggen, bouw je begeleiden bij digitalisering (zie het bericht op moet dat ook blijven. We komen niet meer weg een historie op en kun je daar later analyses op pagina 93). Hij erkent dat MBD belangrijk is met afwijkingen van 20 millimeter. Als een plaat binnenkomt, willen we die meteen op de mal kunnen leggen.’

‘WIJ INTRODUCEREN HET STAP VOOR STAP EN DE EERSTE STAP IS ACCEPTATIE VAN ONS NIEUWE MODELLENPAKKET’

voor het vastleggen van gegevens als maten, toleranties en metadata zoals features en materialen, en de uitwisseling van die data tussen systemen. Toch zijn er nog niet zoveel stappen gemaakt, stelt hij. ‘Zodra je data uit een 3D-model converteert naar een formaat zoals het STEP AP242protocol, gaan er op drie punten zaken fout. Zo worden niet alle features van plaatwerk ondersteund bij die conversie en moet je die informatie dus nog apart invoeren.’ Tweede punt is dat bij het aanmaken van de STEP-file soms informatie verloren gaat en ten derde wordt alle informatie nog maar beperkt toegepast en niet altijd goed

34

april 2021

loslaten. Daarmee kun je de invloed van bepaalde procesparameters op de kwaliteit bepalen, om die informatie direct bij productie te gebruiken. Uiteindelijk ga je dan naar autonome systemen voor procesoptimalisatie.’

GEEN ‘WEGLOPERS’ MEER Een interessante tussenpositie neemt Broshuis Parts Production (BPP) in. Als onderdeel van trailerbouwer Broshuis in Kampen is het een interne toeleverancier, terwijl het zelf ook weer als uitbesteder fungeert. BPP opereert in een wat grofstoffelijker markt dan ASML. ‘Wij snijden

ACCEPTABELE AFWIJKINGEN? De verregaand geautomatiseerde plaatwerkfabriek van BPP is sinds kort operationeel. Verkorting van levertijden was een belangrijke reden voor Broshuis om zelf te gaan produceren. Melanie van Beek: ‘Wij hebben dus een relatief nieuw machinepark, waarmee we de gevraagde toleranties prima halen, het past allemaal precies. Sommige leveranciers hebben echter een wat verouderd machinepark. We zijn net een project gestart waarin we om tafel gaan met toeleveranciers over de vraag welke afwijkingen we nog wel accepteren. Als zij de toleranties niet kunnen halen, is de vraag of wij aanpassingen moeten doen in de engineering of andere toeleveranciers zoeken.’ BPP werkt met STEP-files uit de 3D-modellen van engineering bij het moederbedrijf. ‘Die files halen we door onze CAM-software en dan geven wij informatie terug over maakbaarheid en prijs. Voordat we producten uitbesteden aan toeleveranciers, zijn die al door onze ‘kwaliteitskeuring’ gegaan. Wij sturen dan ook alleen werk uit waar-


van we weten dat het maakbaar is. Daardoor hebben leveranciers niet veel problemen, alleen bij die lange lengtes. We hebben geen leveranciers die alleen maar van 2D-tekening werken, want 3D heeft onze voorkeur.’

AUTOMATISERING VOOR ‘LOW BUDGET’ Ook actief in wat zwaardere markten is AO Metaal in Eersel. Het bedrijf legt zich toe op engineering, plaat- en buisbewerking, nabewerking en montage/logistiek voor kassenbouw, stalinrichting, duurzame energie en trailer- en truckbouw. AO Metaal investeert veel in automatisering en gaat met een flexibele, kleine organisatie ‘low budget’ de markt op, vertelt commercieel directeur Ron Oomen. ‘Als wij ons product goedkoop aanbieden, kan de klant veel verkopen, zodat wij volume halen. Praktisch is dat de reden dat we kijken naar standaardisatie, om goedkoop en efficiënt zoveel mogelijk repeterend te werken. Er zijn in onze omgeving veel bedrijven die lasersnijders voor plaatwerk hebben, maar slechts een paar zijn vier meter lang. Als de klant dan een ontwerp heeft dat nog net te lang is, gaan we met zijn r&d aan tafel om te kijken of het niet anders kan.’ Discussies over de specificaties zijn er dagelijks, meldt Oomen. ‘Dat is inherent aan ons bedrijf en onze klanten. Wij willen de discussie ook aangaan en zo nodig terug naar hun ontwerp. “Ga je hier twee zettingen geven of één, maak je het 2 millimeter dik of is 1,5 voldoende?”’ De organisatie van AO Metaal is niet ingericht op een ASML,

beaamt Oomen. ‘We hebben weinig overhead en weinig werkvoorbereiding, maar wel intensief overleg met klanten. Dat nemen we voor lief, omdat we series willen maken en daarvoor het proces kunnen optimaliseren. Daarbij denken we ook buiten de bestaande productietechnieken, om goedkoper aan te bieden. Wij durven buiten de software, de theorie, te stappen en oplossingen aan te dragen die grote(re) bedrijven niet zien of durven kiezen.’ Met de software van Bystronic, leverancier van lasersnijders en kantbanken, heeft AO Metaal al een behoorlijke stap gezet. ‘Maar in het verspanen zijn we al verder. Daar werken we bijvoorbeeld met kleurcodes om de toleranties aan te geven; dan heb je de werktekeningen niet meer nodig. Dat ben ik wel eens met ASML: op veel werktekeningen staat nog te veel informatie. Maar belangrijker dan die software is bij ons toch het ontwikkeltraject en de vraag hoe we het productieproces ingaan.’

VOLLEDIG GEDIGITALISEERD ORDERPROCES 247TailorSteel in Varsseveld bepaalt juist als toeleverancier de specificaties. Dat heeft alles te maken met het volledig gedigitaliseerde orderproces voor toelevering van op maat gemaakte metalen platen, buizen en kantdelen. Binnen enkele minuten ontvangt de klant via online portal Sophia® (Sophisticated intelligent analyzer) een offerte op zijn aanvraag. ‘Op onze website staan de specificaties waaraan die aanvragen moeten voldoen’, verklaart Dennis Buitink,

werkvoorbereider/programmeur bending. ‘Sophia doet een analyse van de maakbaarheid en bericht de klant of wij het wel of niet kunnen maken. Klanten met speciale wensen willen we wel blijven bedienen, met een stukje werkvoorbereiding. Vaak valt er nog winst te behalen als mensen ernaar kijken.’ Bij de bulk van het werk helpt 247TailorSteel vooral digitaal: klanten kunnen zelf vooraf hun ontwerp op de standaardregels laten checken. ‘Zo hebben we de Bending Validator ontwikkeld, een soort pre-check op de buigregels.’ En er zijn nog wensen voor verdere digitalisering, meldt Buitink. ‘Buis heeft meestal een lasnaad en dat is de zwakste plek. Dan wil de klant kunnen aangeven waar insneden en gaten moeten komen ten opzichte van die lasnaad. Dat willen we nog toevoegen aan onze digitale werkvoorbereiding. Ook komen er nog meer regels in de Bending Validator. Om klanten beter te kunnen helpen, willen we met visualisatie in 3D aangeven waar het eventuele probleem met de maakbaarheid in het model zit. Ook willen we Sophia meer terug laten praten naar de klant: “Als je dit aanpast, kunnen we het wel maken.”’ Zo helpt digitalisering de maakbaarheid te verbeteren.

• www.asml.com • www.aometaal.nl • www.broshuis.com • www.tonderksenconsultancy.nl • www.247tailorsteel.com

april 2021

35


STRATEGIE

TOPMAN JEROEN HOL OVER DE OVERNAMESTRATEGIE VAN DE FRANSE MULTINATIONAL LEGRAND

‘WIJ INTEGRÉREN EEN AANWINST NIET, WE DOCKEN DIE’ Legrand groeit snel, organisch, maar ook door overnames te doen. Daarbij wordt een gedetailleerd protocol doorlopen om zeker te zijn dat er een strategische fit is. Volledige integratie is niet noodzakelijk, het aankoppelen van het overgenomen bedrijf is meestal voldoende. Jeroen Hol geeft leiding aan de divisie Digital Infrastructures bij de Franse multinational en was in de afgelopen vijf jaar betrokken bij tien van die takeovers. Een rol waarin hij de voordelen plukt van de ervaring die hij opdeed toen ‘zijn’ Minkels, tegelijk met Cortexon, in 2012 werd overgenomen. DOOR MARTIN VAN ZAALEN

D

igital Infrastructures, de divisie van Jeroen Hol, is de snelste groeier van de vier divisies waaruit Legrand bestaat. En dat heeft vanzelfsprekend veel te maken met de razendsnelle digitalisering van de samenleving. Op de gezamenlijke vloer van de expeditie van de vestigingen in Veghel, die nog altijd de oorspronkelijke bedrijfsnamen Minkels en Cortexon dragen, zijn beide trends zichtbaar. Omdat de productie in de hallen ernaast volop draait en de logistiek het even niet bij kan benen, staat de vloer vol met industriële kabinetten, met logo’s van grote oem’ers als ASML en Philips. De kabinetten worden benut om er digitale procesen besturingsapparatuur in onder te brengen, als

in 2012 werden Minkels – fabrikant van datacenteroplossingen – en dochteronderneming Cortexon – producent van klantspecifieke industriële kabinetten – overgenomen. Drie jaar na de overname kon Jeroen Hol, toen nog ceo van Minkels en Cortexon, de carrièrestap zetten naar de positie van directeur van de divisie Digital Infrastructures bij de Franse moederorganisatie.

OVERGENOMEN WORDEN De overname door een grote multinational bezorgde Hol een rijke ervaring op dat vlak. En die komt hem in zijn huidige rol uitstekend van pas. Hol is inmiddels betrokken geweest bij een tiental overnames. Soms meer op afstand, om de strategische inpassing van een overname te bewaken, soms met een nauwe, persoonlijke betrokkenheid. En dan is het een uitkomst dat hij zich goed kan verplaatsen in de positie van de dga die zijn bedrijf wil laten overnemen. ‘Ik gebruik nogal eens de metafoor van het verkopen van je huis. Als je daarin lang en fijn hebt gewoond, het helemaal hebt ingericht naar je eigen wens, kan het confronterend zijn als de nieuwe eigenaar meteen de keuken eruit sloopt en vervangt door iets in zijn eigen smaak. Stel nu dat je je huis wel verkoopt, maar er nog een paar jaar in blijft wonen. Zoals ondernemers vaak nog een tijdlang in het bedrijf actief blijven, om de overgang te begeleiden. Dan kan zo’n radicale ingreep spanningen gaan opleveren.’ Daarom is volledige openheid over de intenties die het met de overnamekandidaat heeft, in alle fases van het overnametraject, een wezenlijk onderdeel van het vaste overnameprotocol dat Legrand hanteert, schetst Hol. Die intenties vloeien – vanzelfsprekend – weer voort uit de redenen waarom het concern een onderneming

‘WE HOUDEN COMPETENTIES NIET ALLEEN IN STAND, WE VERSTERKEN ZE OOK’

onderdeel van bijvoorbeeld een EUV-chipmachine of een CT-scanner. Ze worden geflankeerd door grote aantallen kasten die servers gaan herbergen in datacenters van partijen als Hitachi en Equinix.

GROEIEN DOOR OVERNAMES Wat voor Minkels en Cortexon opgaat, geldt voor heel Legrand: het concern groeit. Organisch, maar ook door bedrijven over te nemen. Sinds 1954 heeft de Franse multinational wereldwijd maar liefst 175 ondernemingen overgenomen. Binnen Digital Infrastructures waren dat er alleen al het afgelopen decennium twintig, waaronder in de VS en China. En zo ook in Europa, zoals in Frankrijk, Zwitserland, Duitsland én Nederland:

36

april 2021

• Sinds 1954 heeft de Franse multinational

• • •

wereldwijd maar liefst 175 ondernemingen overgenomen. Er zijn drie redenen voor een overname: de technologie, de marktpositie en de industriële footprint. De takeover moet dockable zijn. ‘Wij zijn een beursgenoteerde onderneming. Hier geldt strikt één manier van rapporteren.’ Alle zorgvuldigheid ten spijt is er natuurlijk geen garantie dat elke overname slaagt.

overneemt. Dat zijn er, kernachtig geduid, drie: de technologie, de marktpositie en de industriële footprint. Primair vanwege de technologie is begin dit jaar het Nederlandse Compose Network Connections uit Sint-Michelgestel overgenomen, illustreert Hol. ‘Dit bedrijf beschikt over diepgaande kennis van hoogwaardige glasvezelverbindingstechnologie – fiber connectivity – die wij nog onvoldoende in huis hadden. En die we op een behoorlijk concurrerende markt ook niet zomaar kunnen opbouwen. Minkels en Cortexon hebben we overgenomen vooral vanwege de uitstekende positie in de datacentermarkt. En in India hebben we een kastenfabrikant overgenomen zodat we ook daar een productiefaciliteit hebben voor de lokale markt, een industriële footprint van waaruit ook de service-activiteiten goed ondersteund kunnen worden. Tot nog toe werden behuizingen voor die regio geproduceerd in onze vestiging in Turkije.’

DOCKEN IN PLAATS VAN INTEGREREN Daarnaast hanteert Legrand nóg een overnamevoorwaarde: de takeover moet dockable zijn. ‘Wij integréren een aanwinst niet, we docken die. We sluiten die aan op de rest van het concern. Dat betekent dat gezorgd wordt dat een onderneming de eigen sterktes behoudt. Minkels had en heeft een sterke merknaam, vandaar dat die nog steeds hier op de gevel en producten staat. Maar het kan ook gaan om bepaalde competenties, om bepaalde productieprocessen. Die houden we dan niet alleen in stand, we versterken ze ook.’ Om die reden is in Veghel, in de vestiging van Minkels en Cortexon, in 2019 voor enkele miljoenen euro’s geïnvesteerd in verdere automatisering van de productie, in onder meer een volautomatisch buigcentrum, een zeer moderne poedercoatinstallatie en in robotisering.


STRATEGISCHE FIT Een onderneming is dockable als de gebruikelijke financiële en juridische doorlichting positief uitpakt en als er een strategische fit is, zegt Hol. ‘Daarom is in 2012 ook gekozen voor Minkels en Cortexon. De Legrand Group, In Veghel, in de vestiging van Minkels en Cortexon, is in 2019 voor enkele miljoenen euro’s geïnvesteerd, aldus Jeroen Hol. Hij staat hier bij drie nieuwe stanstot dan sterk machines achter elkaar. Foto: Bart van Overbeeke gericht op alleen de elektrische infrastructuur, wilde groeien in digitale infradaan. ‘Denk aan zaken als de veiligheid op de SPANNINGEN structuur. Dat vind je nu ook terug in onze werkvloer; de kwaliteit van de producten moet Het conform het Legrand-overnameprotocol in pay-off: Specialist voor de elektrische en digitale op orde zijn en zonder al te veel moeite op het detail onderzoeken, wikken, wegen, afstemmen infrastructuur. Daarbij gekozen is voor de twee niveau van onze standaarden gebracht kunnen en implementeren betekent natuurlijk niet dat er Néderlandse bedrijven vanwege hun toonaanworden, net als IT-security. Ook moet de sales na het zetten van de handtekeningen geen spangevende positie in de markt én omdat ons land ervan ondergebracht kunnen worden in een ningen kunnen ontstaan. ‘Omdat we’, illustreert wereldwijd zo’n beetje de beste digitale infraLegrand-verkoopentiteit per land. Ten slotte Jeroen Hol, ‘de sales per land georganiseerd hebstructuur heeft. Met internethub AMS-IX is moet het bedrijf aan het financiële systeem van ben, kan dat bijvoorbeeld betekenen dat de salesAmsterdam één van de drukste internetknoopLegrand gehangen kunnen worden. Wij zijn een mensen in een overgenomen onderneming moepunten ter wereld en juist hier zetten giganten als beursgenoteerde onderneming. Hier geldt strikt ten verhuizen naar die verkoopvestiging, die voor Google en Microsoft hun datacenters neer.’ één manier van rapporteren. Elke vestiging wordt Nederland hoofdzakelijk in Boxtel zit. En omdaarop regelmatig geaudit, om zeker te stellen gekeerd, als de mensen van een takeover van een dat de rapportages tot stand komen helemaal bepaalde technologie meer kennis hebben dan OP ORDE BRENGEN conform de afspraken die met de aandeelhouders onze zittende mensen, dan kunnen ze voor dat Voorts vergt het dockable-zijn dat aan een aantal gemaakt zijn.’ segment in de lead komen. Dat soort organisatooperationele basisvoorwaarden kan worden volrische aspecten moet je heel goed inschatten, plannen en communiceren. Daarom informeren we het management altijd zo vroeg en volledig ‘NOG FRANS OOK!’ mogelijk over dergelijke plannen, zodat die dat tijdig op hun mensen kunnen overbrengen.’ Legrand is gespecialiseerd in elektrotechnische en digitale infrastructuur in een gebouw. Het bedrijf is beursgenoteerd, met vestigingen in 90 landen en had een omzet van zo’n 6,1 miljard euro in 2020, min of meer gelijkmatig verdeeld over de vier divisies waaruit de onderneming bestaat. Jeroen Hol moest in 2015, toen hij de vraag voorgelegd kreeg of hij group vice president wilde worden van de divisie Digital Infrastructures wel ‘even nadenken’. ‘Een corporate bedrijf, en nog Frans ook! Maar ik ben op mijn gevoel afgegaan en heb ‘ja’ gezegd. Ik heb in Vught, ‘bij de nonnen’, Frans geleerd, veruit mijn slechtste vak op de middelbare school. Ik spreek het nu beperkt en moet nog altijd goed nadenken over alle werkwoordsvormen, maar gelukkig is de voertaal vrijwel altijd Engels.’ Een belangrijke persoonlijke ontwikkelingsstap die hij de

afgelopen jaren heeft gezet duidt hij met: ‘Ik heb op afstand leren besturen. Want mijn divisie is te groot (2.500 medewerkers, red.) en te verspreid, over drie continenten, om dat op een andere manier te kunnen doen. Natuurlijk ben ik met mijn staf van acht operationele directeuren ook betrokken bij grote projecten, maar wel op hoofdlijnen. Ik draag een – wat ik maar noem – ministeriële verantwoordelijkheid voor de operatie.’ Wat hem, zo blijkt na afloop tijdens de rondwandeling over de werkvloer van Minkels en Cortexon, er niet van weerhoudt goed op de hoogte te zijn van wat er speelt in die bedrijven, twee van de achttien in zijn divisie. Vanaf tien meter afstand weet Hol van verpakte kasten, klaar voor transport, feilloos te duiden waarnaartoe ze op weg gaan.

GEEN GARANTIE Alle zorgvuldigheid ten spijt is er natuurlijk geen garantie dat elke overname slaagt, zeker als fysieke afstanden en taal- en cultuurverschillen in het spel zijn. ‘We kunnen heel tevreden zijn over onze overnames binnen de divisie Digital Infrastructures, maar ik ken één of twee voorbeelden van overnames waarvan ik zeg: “Met de kennis van nu hadden we dat anders gedaan.”’ Andersom is Hol het meest trots op de overname waarin hij zijn rol had vanaf de andere kant van de onderhandelingstafel: ‘Als ik nu zie wat we met Minkels en Cortexon hebben bereikt, in groei en kwaliteit: dat vind ik geweldig.’

• www.legrandgroup.com april 2021

37


VERPAKKINGSINDUSTRIE

TALKING INDUSTRY OVER DE VERPAKKINGSKETEN

‘WE KOMEN NERGENS MET TEGEN ELKAAR UITSPELEN PLASTIC EN PAPIER’ De verpakkingsindustrie moet een antwoord vinden op vele uitdagingen. Consumenten en retailers hebben uitgesproken eisen en ideeën als het om verpakkingen gaat. De wetgever is streng en de duurzaamheidsdoelen zijn ambitieus. Hoe kunnen producenten van plastic, papieren en kartonnen verpakkingen hierop inspelen? Tien bedrijven schoven aan bij een online TalkING Industry van Link Magazine en ING. Wat duurzaam lijkt, is het in de praktijk niet per definitie. Maar hoe maak je dat de eindgebruikers duidelijk?

• ‘Waarom moet alles eigenlijk zo lang houdbaar

zijn?’ • ‘Eindconsumenten hebben een beter gevoel bij

karton.’ • ‘Recyclebaarheid is heel lastig in te bouwen.’ • ‘Functionaliteit en circulariteit staan niet los

van elkaar.’ DOOR LUCY HOLL

I

n de week van de discussie is het programma De vuilnisman op tv. Programmamaker Teun van de Keuken duikt in de wereld achter het afval. De plasticindustrie lijdt aan een onstilbare verpakkingshonger, klinkt het onomwonden. De verpakkingsindustrie moet echt andere materialen gebruiken en véél beter recyclen, is de conclusie. ‘Plastic wordt standaard gezien als slecht, papier als goed’, zegt Marcel van Enckevort, businessmanager EURASIACORP, distributeur van polymeren. ‘Dat is het juk dat plastic op de schouders blijft dragen. “Plastic moet op de lijst van giftige stoffen komen”, hoorde ik iemand ’ns zeggen. Dan denk ik: waar gaat dit over? Er is een groot gebrek aan kennis. Daar hebben we als sector continu mee te dealen.’

CIRKELS SLUITEN De (plastic)verpakkingsindustrie weet zelf ook wel dat er veel moet gebeuren, blijkt tijdens de online discussie onder leiding van Theo Stijnen, directeur Nederland bij PlasticsEurope, een panEuropese brancheorganisatie voor de kunststof producerende industrie. Stijnen: ‘De Nederlandse overheid heeft de ambitie om in 2050 de grondstoffencirkels, waaronder die van plastics, gesloten te hebben. Plastics moeten volledig circulair zijn. 2030 is een tussenjaar, waarin 50 procent gebaseerd moet zijn op hernieuwbare grondstoffen, oftewel recyclaat of biobased materiaal. Dat

Marcel van Enckevort: ‘Er is een groot gebrek aan kennis. Daar hebben we als sector mee te dealen.’ Foto: EURASIACORP

38

april 2021

laatste speelt voorlopig nog meer een kleine rol. Dus vooral recyclaat wordt heel belangrijk om de keten te sluiten.’ Hoe kunnen fabrikanten hun verpakkingen redesignen, en beter geschikt maken voor hergebruik of in ieder geval voor recycling? Hoe komt er veel meer afstemming in de keten, van designers, producenten en retailers tot recyclers? Tijd voor drie stellingen.

STELLING 1 OVER FUNCTIONALITEIT VERSUS CIRCULARITEIT Door het aantal soorten materialen in verpakkingen te verminderen worden recycling en hergebruik eenvoudiger. Het versterkt de circulariteit van plastic. Maar dan moet je wel concessies doen aan de functionaliteit. Waarvoor moeten we kiezen? Van Enckevort: ‘Als ik kijk naar functionaliteit versus circulariteit, heb ik vele trends zien komen en gaan. Op een gegeven moment kwamen er meerlaagse verpakkingen van monomateriaal. Vervolgens moest alles dunner, dunner, dunner. Om dezelfde functionaliteit te bereiken, moesten meerdere soorten materiaal gecombineerd worden. Maar kun je daarom toch niet beter een dikkere monoverpakking gebruiken die makkelijker te recyclen is, is dan de vraag. En waarom moet alles eigenlijk zo lang houdbaar zijn?’ Een zak chips gaat open en leeg. We schieten vaak door in de houdbaarheidseisen voor voeding, aldus Van Enckevort. Maar stel dat het om het verpakken van chemicaliën of medicijnen gaat. Dan komt die functionaliteit van de verpakking toch wel op de eerste plaats. ‘Het voorkomen van verspilling en lekkages is beter voor het milieu dan enkel kiezen voor circulariteit. Het gaat over de gehele keten, over de verpakking én de inhoud’, zegt Rob Verhagen, sustainability director bij de Oerlemans Packaging Group, producent van flexibele kunststofverpakkingen.

SUSTAINABLE EN DESIRABLE Henk Nota, directeur van Vrijdag Premium Printing, specialist in het verwerken en bedruk-

• ‘We maken wel eens de grap dat je veiliger een

verpakking op kunt eten dan de inhoud ervan.’

ken van papieren en kartonnen producten, benadrukt dat iedere verpakkingsuitdaging verschillend is. Het is telkens weer een afweging tussen functionaliteit (inclusief aantrekkelijkheid en gebruiksvriendelijkheid), en duurzaamheid. ‘Samen met onder meer designbureau SGK Anthem, KURZ en Circulware (Haval) zijn we vorig jaar collectief Packadore gestart om zowel duurzame als aantrekkelijke verpakkingsoplossingen te ontwerpen en implementeren. We hebben een matrix voor verpakkingstrategieën ontwikkeld: hoe wil je presteren wat betreft reuse, rethink en recycle en hoe zit het met de functionele eisen? Ieder kruispunt op die matrix vereist andere materiaalsoorten: kies je voor papier of juist bewust voor kunststof? Temptainability noemen we dat: kies steeds voor de meest optimale combinatie van sustainability en desirability.’

VRAAG OM HERGEBRUIK Nota weet dat de papier- en kartonsector makkelijker praten heeft dan de kunststofverpakkingenwereld waar de politieke druk een stuk groter is. Papier wordt bovendien voor 80 à 90 procent gerecycled, percentages waar de plastic recycling alleen nog maar van kan dromen. Dennis Groesbeek, managing director van Meilink, specialist in het verpakken en vervoeren van industriële kapitaalgoederen, staat ook wat verder van de plasticdiscussies af: ‘Bij ons weegt functionaliteit nog altijd zwaarder dan circulariteit. De kern bij ons vormen houten en kartonnen verpakkingen, en dan vooral ook heavy-duty-karton. We zien wel een verschuiving, klanten vragen zich af of we verpakkingen kunnen hergebruiken. Dat is binnen Europa goed te doen. Verpakkingen terughalen van klanten buiten Europa zorgt voor ongewenst veel CO2-uitstoot plus in- en uitvoerrechten. We krijgen ook steeds vaker vragen van klanten om verpakkingen te ontwikkelen van één soort materiaal, waarbij ze willen dat we de plastics links laten liggen.’


Brabantia, producent van metalen en kunststof huishoudelijke producten, is eveneens hard bezig om van plastics in de verpakkingen af te komen, vertelt coo Gijs Lathouwers. In de huishoudelijke producten zelf maakt het bedrijf zich juist wel sterk om veel meer recyclaat te gebruiken. Lathouwers: ‘We willen zo veel mogelijk naar karton, dat is ook ingegeven door de eindconsumenten: ze hebben daar een beter gevoel bij.’

DE LEVENSCYCLUS VAN PLASTICS IN NEDERLAND

Levenscyclus van plastics in Nederland 333 kt

Overige (o.a. meubels)

130 kt

77 kt

Landbouw

1028 kt

Huishoudens

Verpakkingen

143 kt Automotive

601 kt Verpakkingen

129 kt

Huishoudens

112 kt Electronica

199 kt Automotive

624 kt Gebouwen/ constructies

Import

155 kt

Import

550 kt Gebouwen/ constructies

Electronica

5310 kt

DILEMMA MET PET-FLESSEN

230 kt

Overige

99 kt (o.a. meubels)

Landbouw

2415 kt

Productie van plastic

1994 kt

Fabricage van plastic producten

Gebruik van plastic producten Export

Export

Eric Liebers is investeringsmanager bij investeringsmaatschappij Vado. Dat heeft twintig bedrijven in de 937 kt Inzameling afval van consumenten en industrie maakindustrie onder haar hoede, waaronder een aantal kunststofbe512 kt 73 kt 61 kt 42 kt 46 kt 168 kt 35 kt drijven. Voorheen zat hij bij Hordijk 295 kt 217 kt 200 kt Toepassing plastic recyclaat in de thermovormverpakkingen voor de food, nu gaat het veel meer om 316 kt 617kt Ambitie Chemische recycling long-life-producten van kunststof, onder meer voor medische apparatuur of vliegtuiginterieurs. ‘Daarbij is functionaliteit toch echt nummer 1, Sortering/Recycling gelet op bijvoorbeeld de productvei250 kt Productie plastic recyclaat ligheid. Recyclebaarheid is heel lastig in te bouwen: klanten schrijven strikt voor welke hightech kunststoffen PlasticsEurope heeft onderzoek laten doen naar de omvang • 70 procent van de ingezamelde 937 kt gaat direct naar kunnen worden gebruikt.’ van de kunststoffenstromen in Europa. de verbrandingsoven. Liebers weet dat voor kortetermijn• Nederland is een grote producent én exporteur van plastic. • In de afvalfase zijn er veel verliezen, er wordt maar een verpakkingen recycling wel extreem Er wordt jaarlijks ruim 2,5 keer zo veel geproduceerd beperkt deel echt gescheiden ingezameld. belangrijk is. Het is complexe mate(5.310 kt) als er landelijk wordt gebruikt (1.994 kt). • Nederland neemt in Europa wel een koppositie in als het rie. PET bijvoorbeeld kan als enige gaat om recycling van verpakkingen. Van het ingezamelde • Jaarlijks is er 937 kt plastic afval, waaronder 512 kt uit kunststof voedselveilig worden verpakkingen. verpakkingsafval (512 kt) gaat na sortering 265 kt naar gerecycled in nieuwe verpakkingen recyclinginstallaties. • In de afvalfase komt minder dan de helft van het gebruikte voor voedsel en drank. Sinds kort plastic terug omdat er steeds meer wordt toegepast in • Uiteindelijk wordt slechts 10 procent van het jaarlijkse wordt ook steeds meer non-food gebruik met recyclaat ingevuld. Dat moet veel meer worden. long-life-items, zoals constructiematerialen, auto’s en zoals wasmiddelen verpakt in geBron: PlasticsEurope Nederland landbouwmachines. recyclede PET-flessen, dat klinkt goed en nuttig. ‘Maar als je PET-flesen dat geeft een lagere footprint dan vervoer van sen wilt recyclen voor nieuwe foodtoepassingen, ontwerpt producten en verpakkingen waaronder massa’s kartonnen dozen die ook nog eens opgemoet die PET wettelijk voor minimaal 95 procent veel verpakkingen voor grote partijen als Reckitt, vuld moeten worden met (plastic) vulmateriaal. uit gerecyclede foodverpakkingen komen. Als Bayer en Unilever. ‘Functionaliteit en circulariteit Ander voordeel: een goede retourzak voorkomt heel veel wasmiddelenproducenten hun producstaan niet los van elkaar. Het is altijd én-én. derving. Verhagen: ‘Minstens de helft van bestelten gaan leveren in PET-flessen, is voedselveilige Duurzaamheid is niet-onderhandelbaar. Zie de de kleding wordt teruggestuurd, dus als daar geen recycling wettelijk niet meer mogelijk. Het is vaak grotere verbanden, de complete ecosystemen. goede verpakking omheen zit, zorgt dat voor veel een heel delicaat evenwicht, dat veel kennis en Bij een bepaalde toepassing kan een plastic ververlies bij retouren.’ En drie: er wordt gekozen overleg in de ketens vraagt.’ pakking de voorkeur hebben, maar daarbij hoort voor een kartonnen doos als optie een en twee meteen de vraag hoe die verpakking naderhand niet passend zijn. ‘Alle verpakkingen zijn gemaakt ingezameld en hergebruikt gaat worden.’ MENSEN WILLEN DUIDELIJKHEID van gerecycleerd materiaal. Deze strategie van Consumenten hebben vele beelden en emoties bij Wehkamp heeft geleid tot tientallen procenten plastic, maar zie het vooral niet te zwartgallig, STELLING 2 OVER DE INVLOED VAN lagere CO2-uitstoot. Kunststof verpakking is hier zegt Henk Nota. Er is allerlei research gedaan, E-COMMERCE onder meer door McKinsey, in The Future of een goede optie.’ Packaging en The drive toward sustainability in Is er toekomst voor plastic verpakkingen in de packaging – beyond the quick wins. ‘Uit ondere-commerce, of is het logisch dat karton het MOMENT VAN PLEZIER zoek blijkt dat de consument graag meer recyclepreferred material wordt? Daarentegen wil e-commercegrootheid Amazon bare kunststof- en papiervezelgebaseerde verpakvoortaan alleen nog maar kartonnen dozen: de kingen wil. Die consument herkent dus echt wel Online warenhuis Wehkamp heeft vorig jaar haar emotie dat plastic niet deugt, overheerst. ‘Kartonde blijvende noodzaak van kunststof als verpakcomplete verpakkingsstrategie veranderd, vertelt man’ Henk Nota wil zijn spullen ook liever in een kingsmateriaal, maar wil steeds duidelijker weten Rob Verhagen van Oerlemans. Er zijn drie fasen. doos thuisbezorgd krijgen: dat heeft voor hem of het materiaal recyclebaar of al gerecycleerd is.’ Eén: een besteld product is al goed verpakt en vooral ook te maken met de unpack experience. Daarbij: denk vooral niet in tegenstellingen als heeft geen extra verpakking nodig. Een stofzuiger ‘Met de enorme opmars van e-commerce is dat het om functionaliteit en circulariteit gaat. Er is of tv krijgt een adressticker op de eigen doos en uitpakken een wezenlijk aspect in de branding en geen hiërarchie, benadrukt Teun van Wetten, meer niet. Twee: een artikel kan in een plastic beoordeling van een merk of bedrijf. Uitpakken design director bij design- en innovatiestudio verzendenvelop verpakt worden. Vrachtwagens VanBerlo, onderdeel van Accenture. VanBerlo kunnen zo veel en veel efficiënter beladen worden LEES VERDER OP PAGINA 41 ~48 kt

Verpakkingen

~104 kt

Verpakkingen

Gebouwen/ constructies

~3 kt

~3 kt

Automotive

Electronica

~2 kt

~20 kt

~17 kt

Huishoudens

Landbouw

Overige

Gescheiden inzameling 252

Netto export 50 kt

Gebouwen/ constructies

Electronica

Automotive

Huishoudens

Landbouw

1

18

Overig

Gemengde inzameling

43 13

203

18

54

Recycling

11

50

9

33

33

27

1

166

Energieterugwinning

Netto import 60 kt

* Cijfers gebaseerd op best mogelijke inschattingen.

april 2021

39


Van concept tot eindproduct, wij regelen het voor u Confed ontwerpt, innoveert en ontzorgt. Engineering en ontwikkeling

Kabelassemblage, kabelconfectie en

Protoshop

paneelassemblage

PCB assemblage

Inkoop en logistiek

Modulebouw

Life cycle management

Seriematige assemblage

40

april 2021

Vind ons

op www .confed. of bel 03 eu 3-454134 0


ZELF OPPAKKEN

VERVOLG VAN PAGINA 39

is een cadeautje, een moment van plezier en genot: de producent moet dat beseffen bij de materiaalkeuze en het design van de verpakking.’ Het komt allemaal heel nauw. Dennis Groesbeek van Meilink: ‘Als een verpakking beschadigd is, denkt de klant al snel dat het product zelf ook beschadigd is. Dat is ook weer zo’n perceptie van de eindklant.’

RECHTSTREEKSE COMMUNICATIE Volgens Teun van Wetten van VanBerlo is er in de e-commerce een wereld van verschil tussen D2C-bedrijven (direct to consumer) of fulfillment partijen zoals bol.com en Amazon. Bij D2C is er volledige controle over de communicatie en levering richting eindklant. Dat voelt heel anders dan een verzending vanuit een enorm warehouse waar alles in dezelfde soort verpakkingen wordt gedaan. ‘Met name in een online omgeving is die directe communicatie met de klant heel waardevol. Wat denkt de consument over mijn product, hoe draagt de verpakking daaraan bij? Welke afwegingen maak je en hoe passen die in het complete systeem?’

Henk Nota: ‘Kies steeds voor de meest optimale combinatie van sustainability en desirability.’ Foto: Vrijdag

verstandige keuzes te maken, maar die zijn vaak op gebakken lucht gebaseerd.’ Fabrikanten hebben samen de verantwoordelijkheid om consumenten goed te informeren, vindt Nota. ‘De overheid zou ook een duidelijkere rol moeten spelen. We komen nergens als materialen als plastic en papier tegen elkaar uitgespeeld worden. Kan er niet net zoiets als een energielabel ontwikkeld worden voor verpakkingen? Een objectief label, om de diverse materiaalsoorten voor specifieke toepassingen te waarderen?’ Van Wetten kijkt er wat anders tegenaan. Mensen mogen vaak een gebrek aan kennis hebben: ze

STELLING 3 OVER DE EINDMARKT De eindklant is vaak niet bereid om meer te betalen voor een duurzame verpakking. Daarom moet de industrie de consument geen keuze laten en het voortouw nemen. Of is het wachten op overheidsregulering? Consumenten zijn best bereid om wat meer te betalen, reageren de deelnemers. Laat een flesje van gerecycled materiaal misschien vijf cent duurder zijn dan eentje van virgin plastic. Maar mensen weten een duurzame verpakking moeilijk te onderscheiden van een minder duurzame variant. Dat is ook wat McKinsey concludeert in het eerder genoemde onderzoek. Mensen willen wel, maar missen de kennis en het inzicht. Van Enckevort: ‘Er is ook veel desinformatie. Ik heb een bidon waarop groot staat ‘I’m not plastic’, maar daar klopt niks van, het is hoge dichtheid polyethyleen en dus ‘gewoon’ plastic. Mensen worden om de tuin geleid. Ze denken

‘MENSEN WORDEN OM DE TUIN GELEID’

zijn wel bereid om hun vertrouwen aan producenten te geven, weet hij. ‘Geloven ze dat een merk zich inzet om duurzaam te produceren en handelen? Dan vertrouwen ze er ook op dat de verpakkingskeuzes van die producent duurzaam zijn.’ Ze hoeven zich er verder niet expliciet mee bezig te houden, want ze gaan ervan uit dat het goed zit.

SNELLE GROEI, MAAR LEVERTIJDEN LOPEN OP Gert Jan Braam, sector banker Industry ING, en Helmut van der Broeck, senior relatiemanager Industry & Food regio Zuid-Oost, gaven voorafgaand aan de discussie over verpakkingen nog wat actuele cijfers uit de industrie. Het herstel in de industrie zette zich in februari door, aldus gegevens van NEVI, kennisnetwerk voor inkoop, contract- en supply management. De productie, de orderintake en de exportorders laten opnieuw groei zien. Braam: ‘Er wordt fors meer ingekocht en bedrijven nemen opnieuw personeel aan. Dit gaat weer sneller dan in de afgelopen twaalf maanden. De levertijden lopen wel rap op: er zijn tekorten aan heel uiteenlopende goederen van microchips, printplaten en staal tot spaanplaat.’ Dit zorgt in geval van prijsstijgingen bij

Haval, producent van verpakkingen en disposables, heeft sterk te maken met overheidsregulering. ‘Allerlei producten die we maken, neem wegwerpbestek, worden verboden’, zegt directeur Erwin van Limpt. ‘De overheid focust op Nederland circulair in 2050. Dus moeten wij als producenten herbruikbare producten ontwikkelen. Daar hangt een prijskaartje aan. Daarvoor moet de rekening bij de consument komen te liggen.’ Haval zet sterk in op re-use. Dat is best lastig, want niets is zo strak gereguleerd als de verpakking van voedsel. ‘We maken wel eens de grap dat je veiliger een verpakking op kunt eten dan de inhoud ervan. We werken aan innovatieve verpakkingsproducten, en dan is kunststof met het oog op de voedselveiligheid, functionaliteit en recycling zo slecht nog niet. Als je PET-flessen kunt recyclen, dan moet er in onze branche ook meer mogelijk zijn met materialen als polypropyleen of polyethyleen.’ Hans Arts, sales director bij IGS GeboJagema, producent van spuitgietmatrijzen om medische producten te maken, verwacht ook het heil niet van de overheid. Dit hele plasticverhaal is iets dat de industrie vooral zelf moet oppakken. De invloed van de overheid stopt bij de landsgrenzen, die van de industrie is intercontinentaal. ‘Met onze matrijzen worden veel plastic producten voor de healthsector gemaakt. De werking van de devices staat voorop, niet altijd de duurzaamheid. De inzameling van gebruikte spullen is

toeleveranciers voor margedruk en bij uitgestelde levering verderop in de keten voor vertraging in het opleveren van eindproducten. De NRK Trend Index van de Nederlandse Rubber– en Kunststofindustrie is gestegen en laat weer positieve waarden zien. In het eerste kwartaal komt de index uit op +6 (tegen -17 in het laatste kwartaal van 2020), met een opvallend hoge stand voor de sector consumentenverpakkingen (+75) en een flink herstel in de automotive eindmarkt. ‘Wel hebben ook deze bedrijven moeite om aan grondstoffen te komen. En als er wel wordt geleverd, is dat tegen steeds weer hogere prijzen.’

• www.ing.nl/industrie

Teun van Wetten: ‘Functionaliteit en circulariteit staan niet los van elkaar.’ Foto: VanBerlo

heel goed geregeld, maar alles wordt volledig verbrand, omdat er bijvoorbeeld bloed- of medicijnresten aan kunnen zitten. We werken voor een producent van contactlenzen, die 20 miljard plastic producten per jaar produceert. Er is wel enige druk om massa te reduceren, om dunwandiger producten te maken, maar alleen als dat niet ten koste gaat van de eindkwaliteit.’ Ook dat vraagt dus actie en innovatie. De uitdagingen zitten ’m niet alleen in de verpakkingsindustrie, maar overal waar plastic in het spel is.

• www.vanberloagency.com • www.brabantia.com • www.eurasiacorp.com • www.haval.nl • www.igsgebojagema.nl • www.meilink.eu • www.oerlemanspackaging.nl • www.plasticseurope.org/nl • www.vado.nl • www.vrijdag.nl april 2021

41


INNOVATIE

SAMENWERKING BERRY PROMENS EN MA-IT MONDT UIT IN COMMUNICERENDE VARIBOX

SLIMME CONTAINER LAAT WETEN WAAR HIJ IS De eerste ideeën dateren al van acht jaar geleden. Maar het duurde tot begin dit jaar voor het zover was: de komst van een slimme IoT-container voor chemicaliën. De VARIBOX Connect kan niet alleen aangeven waar hij is, maar ook of hij al bijna vervangen moet worden. ‘Zo blijven we relevant voor onze klanten.’

DOOR ANDRÉ RITSEMA

H

et is een product dat Promens in Deventer al meer dan vijftig jaar maakt: de container voor de opslag en het transport van chemicaliën. Het oermodel was een enkelwandige container van polyetheen in een metalen frame. Bedoeld om allerlei soorten chemicaliën af te leveren bij bijvoorbeeld bierbrouwers, ziekenhuizen en zwembaden. In de loop van de jaren werden er steeds betere en veiligere modellen van deze zogeheten IBC’s (Intermediate Bulk Container) gemaakt. De meest recente was de VARIBOX, die een aantal jaren geleden op de markt kwam: dubbelwandig, met geïntegreerde opvangbak en voorzien van alle mogelijke veiligheidsvoorzieningen.

Op basis van de binnenkomende data kunnen de locatie en vullingsgraad van de container worden bepaald. Foto’s: Berry Promens

MEER INZICHT ‘Maar onze klanten wilden meer’, zegt Peter Heijink, productmanager van Berry Promens (zoals de onderneming heet sinds de overname door multinational Berry Global). ‘Onze klanten zijn bijvoorbeeld distributeurs en producenten van reinigingsmiddelen. Ze vullen de container en brengen ’m naar hún klant; de eindgebruiker van de VARIBOX. En dan zijn ze feitelijk het zicht kwijt. Want waar blijft de container? Wat doet hun klant ermee? Hoe vol zit de container nog? Wanneer moet hij gekeurd worden? En voldoet hij nog aan de eisen? Ze wilden, kortom, meer inzicht. En wij willen van toegevoegde waarde zijn voor onze klanten, dus deze vragen moesten we wel degelijk serieus nemen. Bovendien is het ook in ons belang dat de containers wat betreft veiligheid up-to-date zijn en weer bij ons terugkomen.’ Een jaar of twee geleden kwam de ontwikkeling van een nieuwe VARIBOX-container in een stroomversnelling. Managing director Peter Baken van Berry Promens had regelmatig contact met Aram Malas, directeur van My AutomationInformation Technology (MA-IT). Ze spraken

42

april 2021

met elkaar over zaken als procesoptimalisatie en automatisering binnen de productieplant van Berry Promens. Op basis van de gesprekken ontwikkelde MA-IT bijvoorbeeld een applicatie, die het productieproces vereenvoudigt en digitaliseert, waarbij alle checks die op de VARIBOX worden uitgevoerd, worden vastgelegd in een product-database. Traceerbaarheid is in dit soort processen cruciaal, zegt Mark van den Brink, business development manager bij MA-IT.

UIT BEELD Die gesprekken werden gaandeweg brainstormsessies, waarbij verschillende stakeholders aan tafel kwamen en meedachten over de juiste oplossingen voor de nieuwe VARIBOX. De twee partijen gingen voortvarend aan de slag. Wat was eigenlijk de klantvraag? MA-IT vertaalde die als volgt, zegt Malas: ‘Berry wilde – mede op verzoek van hun klanten – relevante data uit de VARIBOX halen en vervolgens inzichtelijk maken, voor zichzelf én voor de klant. Dat was wel een klantvraag waar wij iets mee konden, die we konden vertalen.’ Er werd een projectteam opgetuigd, dat onder andere gesprekken voerde met de klanten van Berry Promens om scherp te krijgen waaraan die op hun beurt behoefte hadden. Uit die gesprek-

ken bleek onder andere dat de planners vaak heel laat te horen kregen dat een container bijna leeg was – en er dus een nieuwe volle container geleverd moest worden. ‘Maar ook dat veel containers uit beeld waren, en dat eigenlijk niemand wist waar die waren’, zegt Malas. Dat leidde tot twee belangrijke observaties: je moet weten waar de containers zijn en je moet weten hoe vol ze zijn – zodat je bijtijds aan de bel kunt trekken voor vervanging. En zo kwam het team uiteindelijk tot de VARIBOX Connect: een slimme container met GPS-tracking, en met software en sensoren om te kunnen bepalen hoe vol de container nog is en wanneer die (op basis van de kennis van het gebruik van de klant) vervangen moet worden.

INGEBOUWDE ELEKTRONICA Hoe ziet dat er concreet uit? Tussen beide wanden van de container is een kastje met elektronica ingebouwd. Het kastje heeft de GPS-coördinaten en doet alle benodigde metingen met radar en andere sensoren. Die data worden via 4G verzonden naar de cloud (de 5G-toepassing is in de maak). MA-IT ontwikkelde een IoT-applicatie, die alle gegevens van de container die op een server binnenkomen vertaalt in relevante informatie. Op basis van de binnenkomende data


kunnen de locatie en vullingsgraad van de container worden bepaald. Maar er kunnen ook gegevens worden uitgelezen over de daadwerkelijke inhoud van de container, de ouderdom ervan en wie de container op dit moment in zijn bezit heeft. Malas: ‘Zo konden we aan alle eisen van Berry voldoen.’

nen. De klant kan op deze manier veel sneller en efficiënter werken. En, niet onbelangrijk, er is zicht op alle containers.’ Overigens heeft Berry Promens zelf geen inzage in de data: de locaties, klanten en verbruikspatronen blijven afgeschermd en voorbehouden aan de gebruiker van het systeem.

WERKVOORBEREIDINGSTOOL

GEEN OPONTHOUD

De klanten van Berry Promens gebruiken de applicatie nu als werkvoorbereidingstool. Malas: ‘De planner logt in op zijn VARIBOX Connectomgeving en krijgt per container direct alle informatie die voor hem relevant is. Waar staat welke

Het afgelopen jaar hebben MA-IT en Berry Promens pilots met de VARIBOX Connect gedaan bij klanten in Nederland, Duitsland en Frankrijk. Begin dit jaar ging het project live. Nu is het zaak de nieuwe container bij alle klanten te krijgen, zegt Heijink. ‘Dat is wel onze droom, ja. En we denken dat het kan. Het biedt voor de klanten toegevoegde waarde, omdat ze op tijd weer volle containers kunnen leveren en dus geen oponthoud meer hebben. Ook kunnen ze oude containers op tijd laten vervangen. Ze betalen een maandelijkse fee voor de applicatie, maar we denken dat dat goed terug te verdienen is. Er zijn geen verrassingen meer, geen verdwenen containers. Met de applicatie blijven we relevant voor onze klanten. De containers zijn en blijven op afstand voor hen zichtbaar.’ Heijink hoopt en verwacht dat de pakweg honderd klanten van Berry Promens (die ieder tot enkele duizenden containers bezitten) gecharmeerd zijn van VARIBOX Connect. ‘Tenslotte

‘ER ZIJN GEEN VERRASSINGEN MEER, GEEN VERDWENEN CONTAINERS’ container, welke moet worden vervangen, welke opgehaald, welke eventueel naar het recyclingstation? Met de tool kan een logistiek proces efficiënt worden ingericht. Op basis van de data die binnenkomen kan de applicatie ook berekenen en aangeven wanneer een container leeg is. En kan de planner dus de vervanging gaan inplan-

Peter Heijink: ‘De maandelijkse fee is goed terug te verdienen.’

zijn we hiermee begonnen omdat onze klanten met dergelijke vragen bij ons kwamen. Over een paar jaar is er een significant aantal met VARIBOX Connect actief, verwacht ik.’ En dan nog even over de samenwerking in het project. Heijink is, zo zegt hij, echt te spreken over hun partner MA-IT. ‘MA-IT snapt wat er gevraagd wordt en dacht vanaf het begin goed mee over de functionaliteit. Meestal doet een techneut gewoon dat wat je vraagt, maar MA-IT wist de vraag goed te ver-talen naar een robuuste, slimme en klantgerichte oplossing.’

• www.varibox-ibc.com/nl/ • www.my-automation.nl

april 2021

43



FUTURE ELECTRONICS: SPIL IN EEN ZEER DYNAMISCHE ELEKTRONICAWERELD

DE KLANT UIT DE WIND HOUDEN IN ‘A PERFECT STORM’

TOPIC SCHAARSTE IN DE SEMICON

De corebusiness van Future Electronics is om in de elektronicawereld alle verwikkelingen te volgen en er tijdig op te acteren, zodat de klant nooit voor verrassingen komt te staan. Niet dat elke klant zich láát adviseren. ‘Al in de conceptfase in gesprek komen, dat is het meest ideale scenario.’ DOOR MARTIN VAN ZAALEN

‘E

en storm op de Filipijnen, een aardbeving in Japan, een beleidswijziging van de Amerikaanse regering, een stijging van de goudprijs of een overnamegerucht – het heeft allemaal direct invloed op onze business.’ Aldus Wilfred Poot, country manager van de Nederlandse vestiging van Future Electronics, een wereldwijd opererend familiebedrijf met meer dan 5.000 medewerkers, van wie elf in ons land. Een bedrijf dat bij zo’n tweehonderd elektronicafabrikanten elektronica inkoopt: diodes van STMicroelectronics, positiesensoren van Infineon, logic IC’s van Nexperia, processoren van NXP, connectoren van TE, et cetera. ‘De chipstekorten nemen dramatische vormen aan en brengen veel bedrijven in grote problemen. Met name het geleverd krijgen van microcontrollers, gebaseerd op technologie van het bedrijf Arm, die tegenwoordig in het hart van vrijwel elk eindproduct zitten, is een punt’, duidt Poot. De productie van deze controllers gebeurt door een klein aantal foundries waarvan het Taiwanese TSMC de grootste is. ‘Deze fabrikant kan de vraag niet aan.’ De oorzaken liggen zowel aan de aanbod- als de vraagkant. ‘TSMC investeert vooral in EUV, voor de high-end IC’s, en daarom niet in de lijnen voor minder hoogwaardige chips voor sensoren, RF-componenten en kleinere microcontrollers waar steeds weer diezelfde technologie in zit. Dat was vorig jaar al een probleem, waardoor niet kon worden voorzien in de vraag naar thuiswerk-elektronica. Maar nu komt de productie van batterijauto’s – waarin nog veel meer chips zitten dan in auto’s met verbrandingsmotoren – goed op gang en krijgt ook de toepassing van 5G weer vaart. De vraag naar componenten met Arm-technologie is nu veel groter dan het aanbod. Het lijkt op een perfect storm.’

IN DE PEILING HOUDEN Het is aan Future Electronics te zorgen dat klanten – oem’ers, EMS-bedrijven en micro-elektronica-designbureaus – geen last van die storm krijgen. Dat vergt kennis van de wereldwijde elektronicamarkt, het in de gaten houden van alle relevante ontwikkelingen, het speuren naar innovaties met potentieel grote toegevoegde waarde

én een zekere overtuigingskracht. Om die wereldmarkt in de peiling te houden, beschikt Future over één wereldomspannend systeem. ‘Dat geeft mij inzicht in alle voorraden van tienduizenden verschillende componenten waar ook ter wereld. Wij zien van welke component de levertijden oplopen of dat binnenkort gaan doen, door wat voor factoren dan ook. In gesprek met de klant of diens klant kunnen wij adviseren welke component hij in zijn ontwerp het best kan toepassen. Ook organiseren we sinds september maandelijkse market intelligence calls. Door de toenemende problemen is het animo hiervoor enorm.’

PARELS Aanbevolen componenten komen Wilfred Poot: ‘Als we voor een component wereldwijd voldoende klandizie vaak van een van de sleutellevezien, bouwen we daar een grotere voorraad van op, proactief, ook zonder ranciers van Future Electronics: de grote fabrikanten met een grote afnamegarantie.’ Foto: Ruut Dijkstra financiële stabiliteit waarbij je niet geworden. Als we voor een component wereldde kans loopt dat een component onverwachts wijd voldoende klandizie zien, bouwen we daar uit productie gaat of door overname in handen dan ook een grotere voorraad van op, proactief, van de concurrent komt. ‘Daarnaast doen we ook ook zonder afnamegarantie. Uiteraard zijn we zaken met kleinere, innovatieve leveranciers die hiervoor afhankelijk van klantinformatie. Mijn technologie in huis hebben met hoge toegevoegoproep is dan ook: “Daag ons uit uw product de waarde voor de klant. Neem de chips van beter te maken!”’ Decawave die op 10 centimeter nauwkeurig een indoorpositie kunnen bepalen. Wij beschikken over een groot aantal gespecialiseerde technici die IDEALE SCENARIO voortdurend op zoek zijn naar dat soort parels.’ ‘Nogal wat engineers gaan zelf op zoek naar comFuture Electronics heeft voor dat werk uitsluiponenten, uit vrees voor hoge kosten als ze zich tend hbo’ers en academisch geschoolden op de door ons laten adviseren en zetten ons louter in loonlijst staan en voor vragen die een specialisme als distributeur. Maar wij praten met r&d van vergen dat in Nederland niet aanwezig is, worden grote bedrijven, denken mee over de ontwikkecollega’s uit andere landen ingezet, aldus Poot. ling van vermogenselektronica, ledverlichting, Toch omarmt de klant niet alle adviezen meteen. intelligente sensoren enzovoort. Ons doel is klan‘Menig designbureau of kleinere machinebouwer ten te helpen een competitiever product naar de heeft niet de kennis in huis. Toch wordt ons markt te brengen. Al in de conceptfase in gesprek advies om bepaalde componenten op voorraad te komen, dat is het meest ideale scenario. Dan houden of niet in een ontwerp op te nemen, niet kunnen we obsoleties voorkomen en zorgen voor altijd opgevolgd, zeker als een inkoper of engicomponenten met de hoogste toegevoegde neer zelf geen ervaring heeft met eerdere tekorwaarde.’ ten. We hebben het meegemaakt dat een product na de eerste release al herontworpen moest worden omdat een kritieke component obsoleet was www.futureelectronics.com

april 2021

45


DIRECTEUR GUIDO BERGMAN VAN MATAS:

‘DE TESLA’S VAN DEZE WERELD KOPEN SIMPELWEG EEN HALFJAAR FABRIEKSCAPACITEIT OP’ De Benelux telt zo’n 110 EMS-bedrijven. Matas, Prodrive, tbp, Neways, AME, Bestronics, Variass, Faber, Protonic, Confed, noem ze maar op. Ieder met een eigen strategie en eigen USP’s. Directeur Guido Bergman weet precies wat Matas in Best onderscheidt. ‘Wij zijn goed in supplychain management, we ontzorgen onze klanten totaal en passen orders zo nodig tot op het laatste moment aan.’ Matas wil razendsnel groeien in omzet en nóg meer in control komen in de keten waarin componenten schaars zijn.

Guido Bergman: ‘Toeleveranciers zonder API zullen hun omzet en toegevoegde waarde de komende tijd zien verdampen.’ Foto: Bart van Overbeeke

DOOR LUCY HOLL

D

e doelen voor dit jaar zijn helder: Matas (ruim 70 medewerkers) wil toe naar 25 miljoen euro omzet. In 2022 moet dat al 35 miljoen zijn. En het wil de tien grootste klanten eind dit jaar ‘in de forecast’ hebben. Volgend jaar moet dat voor de top-20 klanten gelden. Guido Bergman: ‘Het is een redelijk complexe bezigheid om de supplychain in te regelen met goede forecasts. De wensen van elke klant zijn uniek. We willen beter en gedetailleerder in beeld krijgen wat ze van ons verwachten en met wat voor orders ze wanneer komen.’ Zijn klanten bereid om precieze forecasts af te geven? ‘Over het algemeen is dat best lastig. We hebben

46

april 2021

veelvuldig gesprekken. Maar er zijn altijd wel generieke dingen te vertellen over de afname van afgelopen maanden en jaren en de verwachtingen voor de komende tijd. We beginnen altijd met trials waarin we laten zien hoe we die forecasts voor hen inpassen in ons proces, en dat zorgt vanzelf voor enthousiasme. “Oh, nu begrijpen we hoe het werkt”, horen we dan.’ Hoe ziet die keten eruit? ‘Onze supplychain begint bij de eindklant van onze klant. Die moet onze klant informeren, onze klant informeert ons. We zetten in ons systeem wat we verwachten nodig te hebben en geven dat op regelniveau door aan onze toeleveranciers. En die data gaan door naar de fabrikanten die de machines moeten laten draaien. Hoe betrouwbaarder het geheel, hoe beter natuurlijk.

TOPIC SCHAARSTE IN DE SEMICON

Onze toeleveranciers van elektronicacomponenten hebben allemaal een vestiging in Nederland. Met twaalf leveranciers, waaronder Arrow, Future en Rutronik, hebben we API’s, application programming interface communicatie. Wij willen online en realtime zien wie wat op de wereld in voorraad heeft en wie het snelste kan leveren. Daarmee zijn we eigenlijk een stoeltje opgeschoven in de keten. Vroeger was het de toegevoegde waarde van de distributeurs om ons te informeren over levertijden en beschikbaarheid. Wij willen zelf de controle over dat stuk van de keten hebben om onze klanten vroegtijdig te kunnen informeren over hun orders. Toeleveranciers zonder API zullen hun omzet en toegevoegde waarde de komende tijd zien verdampen.’ Lig je wakker van de wereldwijde componentenschaarste? ‘Er is altijd een oplossing. We hebben onze eigen Golden Library opgezet: we weten exact wat we aan componenten nodig hebben voor welke printplaat, en welke alternatieven er eventueel zijn. Via die API’s kunnen we op voorhand aanpassen en schakelen. Negen van de tien keer is er één bron, één fabriek, voor een component. Sommige producenten hebben afgeschaald door de coronacrisis en zijn nu de capaciteit weer aan het ophogen om aan de enorme vraag te voldoen. Dat resulteert in langere levertijden en hogere prijzen. Daarom is ons IT-systeem uiterst belangrijk om de voorraad in te regelen en de prijzen gelijk te houden. Het allermakkelijkste is om één heel goede ketenpartner te hebben die alle toeleverproblemen oplost, maar in de praktijk maken we gebruik van iets van vijftig toeleveranciers met ieder hun eigen expertise.’ Zien ze jullie niet als een heel klein bedrijf vergeleken met de grote spelers? ‘Tsja, de Tesla’s van deze wereld kopen simpelweg een halfjaar fabriekscapaciteit op. Dus moeten wij onszelf geruststellen door onze automatisering voor ons te laten werken. We geven onze toeleveranciers goed inzicht in wat wij de komende 52 weken nodig hebben, al staat of valt dat met goede forecasts van onze klanten. Een plotselinge ramp-up of juist een terugval vormt een grote uitdaging, maar we kunnen er veelal snel en slim


mee omgaan. Het is een spel dat we continu spelen. We zijn klein, maar één van de meest geautomatiseerde afnemers van Nederland bij de distributeurs. Als je alle aanvragen van EMS-bedrijven in de Benelux of Europa bij elkaar optelt, gaat het toch om miljarden aan elektronicacomponenten. Dan kunnen we samen wel een vuist maken.’ Andere bedrijven zien toch ook wat er wereldwijd te koop is? ‘Bij concullega’s zie ik toch nog vaak relatief veel handmatige acties. Onze ver doorgevoerde automatisering is nu een USP dat uiteindelijk gekopieerd gaat worden. De vraag is hoe betrouwbaar die gegevens in API’s zijn. Wij voeren allerlei analyses uit om dat na te gaan. Bij alle API’s moet de levertijd van een bepaalde component van een bepaalde fabriek bijvoorbeeld gelijk zijn. We zien echter regelmatig grote verschillen, we leggen dat de suppliers voor. Gebruiken ze verouderde data? Zijn hun systemen niet up-to-date? We lopen daarbij op de troepen vooruit, al zal over een paar jaar ongetwijfeld iedereen met API’s werken. Onze strategie is om vooral nog verder te automatiseren. Nog betrouwbaardere data verzamelen, meteen terugkoppelen als we rare dingen zien, zelf actief zoeken naar oplossingen. We willen helemaal in control zijn.’ Dijt je voorraad niet enorm uit als je je indekt tegen slechte verkrijgbaarheid? ‘In de Matas-databases zitten 85.000 verschillende componenten, waarvan we er 30.000 continu op voorraad hebben. We hebben veel, maar we

zijn geen Matas-bank die alles oneindig voorfinanciert, zeg ik altijd. We zijn nu met Arrow bezig om consignment stock aan te leggen. De voorraad ligt bij ons, maar pas als we het gebruiken, krijgen we een factuur. Wel op voorwaarde dat we de voorraad binnen een bepaalde periode afnemen natuurlijk, zodat we niet oneindig componenten kunnen laten komen. Het geeft ons

‘Ik zie veel reshoring. Er wordt weer steeds meer geproduceerd waar de markt is. De meeste van onze klanten zitten in Nederland, Made in Holland geeft hun het goede gevoel. Produceren in het buitenland zorgt voor ongewenste taal- en cultuurbarrières. Wij willen 100 procent kunnen begrijpen wat klanten willen. We hebben natuurlijk klanten in Europa, en ook in Azië en de VS, maar die bedrijven hebben een historie in Nederland.’

enorm veel flexibiliteit om made-to-order toe te passen. Klanten kunnen tot op het laatste moment nog veranderingen in pcb’s aanbrengen. We proberen het maakpunt zo ver mogelijk naar achter te schuiven. En als er al geproduceerd is, kan een printplaat alsnog gemodificeerd worden.’

Wordt eigen elektronicacomponentenproductie ook een optie voor Europa? ‘Iedereen denkt dat alles uit Europa verdwenen is, maar er zitten nog wel een paar fabrieken: in Oost-Europa bijvoorbeeld. Niet voor niks gebeurt de packaging van chips echter veelal in landen als de Filippijnen of Maleisië. De handjes zijn daar goedkoop. Maar ongetwijfeld komen er steeds meer machines om het handwerk eruit te halen. Wanneer er dan logistieke of politieke kwesties gaan spelen, komt dit soort business terug naar Europa. Als de noodzaak er is, kan er snel geschakeld worden. Vergelijk het met de mondmaskerproductie, waar onder meer VDL en DSM op ingesprongen zijn. Bij grote capaciteitsproblemen of logistieke kwesties wordt het vanzelf aantrekkelijker om ook hier weer componentenproductie neer te zetten.’

Moet je met zulke dure, complexe processen niet voor de wereldmarkt produceren?

• www.matas.nl

‘WE PROBEREN HET MAAKPUNT ZO VER MOGELIJK NAAR ACHTER TE SCHUIVEN’

Waar zou dit brood zijn zonder Kepser?

Goed voedsel begint bij gedegen productieprocessen. Weten wat exact de bron of samenstelling van een product of productonderdeel is, wordt dan ook steeds belangrijker. Kepser werkt daarom altijd volgens protocollen die de voedselveiligheid binnen de foodsector garanderen. Wij hebben sanitair laswerk tot een kunst verheven, kennen alle ins-and-outs van food contact materials en leggen alles minutieus vast voor de traceability. Trek in meer? Lees het verhaal op kepser.nl

1

2

april 2021

09:51

47


ADVERTORIAL

GOVERS ACCOUNTANTS/ADVISEURS PASSIE VOOR DE FINANCIËLE PERFORMANCE VAN BEDRIJVEN IN DE MAAKINDUSTRIE

QLTC EN UW ACCOUNTANT EN BELASTINGADVISEUR U bent actief in een industriële en hightech omgeving en stelt hoge eisen aan uw leveranciers van goederen en diensten. U verwacht van uw toeleveranciers goederen en diensten van uitstekende kwaliteit en een hoge leverbetrouwbaarheid. U wilt dat ze hun knowhow up to date houden, en state-of-the-art oplossingen bieden. En dat alles tegen een redelijke prijs. Het is onze ervaring dat dit evengoed geldt voor de diensten van accountants en belastingadviseurs.

e zijn een middelgroot kantoor – met een historie van meer dan 90 jaar – in het hart van de Brainport-regio. We hebben een sterke focus ontwikkeld op ondernemingen in de toeleverketens van semicon, automotive, energy & infrastructure, industrial, food processing en medical. We ondersteunen oem’ers, 1st en 2nd/3rd-tier suppliers, start-ups en scale-ups in hun groeiambities. Onze klanten behoren tot de top in hun sector, of wij ondersteunen hun ontwikkeling daarnaartoe. Dat doen we door een grote kennis van hun bedrijfsactiviteiten en van de supply chains waarin ze actief zijn. Door accountancy en belastingadvies in te bedden in de strategische context van onze klanten. Door een actieve oriëntatie op de ontwikkeling van nieuwe businessmodellen met aantrekkelijke verdienmodellen, gebruik makend van fiscale faciliteiten. Door een continue focus op productiviteit en performanceverbetering. Uitgangspunten zijn het leveren van een hoge toegevoegde waarde en het realiseren van een aantrekkelijk rendement.

W

Wij helpen ondernemersdromen realiseren. Benieuwd wat we voor u kunnen doen? Neem contact op met: • Paul Mencke via + 31 (0) 6 10 92 37 30 of mail via mencke@govers.nl • Harm Kolen via +31 (0) 6 51 46 72 51 of mail via kolen@govers.nl

COVID-19 Wij willen klanten in de specifieke fase waarin ze zich bevinden bijstaan met concrete adviezen. Door het coronavirus is uw blik waarschijnlijk tijdelijk meer gericht op de korte termijn dan op de lange termijn. En meer op voorraad- en cashmanagement dan op uitbreidingsinvesteringen. We kijken met u vooruit naar de ontwikkelingen in de keten, begeleiden u bij knelpunten en de daarbij komende uitdagingen.

Govers Accountants / Adviseurs Beemdstraat 25 5653 MA Eindhoven Tel. +31 40 2 504 504 www.govers.nl


FLINK bericht over de wereld van starters en hun innovaties, financieringsproblemen en andere uitdagingen. De naam, FLINK, haakt natuurlijk aan bij die van dit magazine, maar duidt bovenal op een wezenlijke karaktereigenschap van elke startende hightech ondernemer waar de interesse van (formal) investors naar uitgaat – meer nog dan naar de innovatie in kwestie: heeft de starter doorzettingsvermogen, weet hij mensen voor zich te winnen met zijn overtuigingskracht, durft hij beslissingen te nemen?

IN DEZE FLINK: 51 Nationaal Icoon Hiber lanceert satellieten en IoT-oplossingen 52 Metal Heaven start cloud-based offreertool en klantportaal voor metaalbedrijven

‘Onze serviceorganisatie groeide van één persoon in 2018 naar twintig nu. Maar dat groeitempo kunnen we natuurlijk niet volhouden.’ Het vergt dat de klant Lumicks het vertrouwen geeft om online machinedata binnen te halen en dat is geen gelopen race, zo heeft Gijs Oude Elberink inmiddels ervaren. Foto: Com-magz

VOLHOUDEN HOGE GROEITEMPO LUKT LUMICKS ALLEEN DOOR SERVICEN OP AFSTAND

‘ALS DE KLANT ZIET HOE SNEL WIJ TOT RESULTATEN KOMEN, IS HIJ METEEN OM’ Twee baanbrekende apparaten, die het onderzoek naar ernstige ziektes en de therapieën daarvoor aanzienlijk kunnen verbeteren en versnellen. De klandizie is voor Lumicks dan ook geen probleem, verzekert coo Gijs Oude Elberink. Ook het benodigde flexibele productiesysteem is in goede handen – voor een groot deel bij AAE. Om het groeitempo vast te kunnen houden, focust de scale-up nu onder meer op remote service. DOOR MARTIN VAN ZAALEN

V

anaf de buitenkant van het klassieke industriecomplex in Amsterdam-Zuid – ooit gebouwd als fabriek voor de fietsmerken Simplex en Locomotief – zou je het zo niet zeggen. Maar erbinnen zijn zo’n 140 medewerkers, van wie 60 procent gepromoveerd is, bezig met het ontwikkelen van geavanceerde hightech apparatuur. Met een

functie die lastig aan een leek is uit te leggen. Coo Gijs Oude Elberink doet desgevraagd toch een poging. Het betreft twee verschillende machines: de omvangrijke C-Trap en de zeer compacte z-Movi. In het binnenste van de eerste, een high resolution optical tweezer (optisch pincet), houdt een sterk gefocuste laserbundel twee kleine beads (plastic bolletjes, gecoat met een eiwit) op hun plaats. Daartussen is een kleine stukje DNA-streng

gespannen. Het betreft, benadrukt Oude Elberink, een ‘levend’ stukje DNA, wat betekent dat het voortdurend verandert als eiwitten worden toegevoegd. Op welke plaats op de streng een verbinding met de eiwitten plaatsvindt en hoelang en hoe krachtig (uit te drukken in piconewton) dat gebeurt, is zeer veelzeggend voor een biochemisch of biologisch onderzoeker, op zoek naar een medicijn tegen tbc, alzheimer of een van de vele kankersoorten.

FILM IN PLAATS VAN SNAPSHOT Oude Elberink: ‘Met onze C-Trap, een combinatie van optisch pincet met confocale microscoop, is het mogelijk de interactie tussen een DNAstreng en een eiwit te filmen en tegelijkertijd de LEES VERDER OP PAGINA 50

april 2021

49


VERVOLG VAN PAGINA 49

krachten te meten. Tot nog toe konden daarvan, met bijvoorbeeld een cryo-elektronenmicroscoop, alleen statische snapshots worden gemaakt. Maar zo’n statisch beeld is veel minder informatief voor een onderzoeker die juist met inzicht in de interactie een stap kan zetten in zijn zoektocht naar een effectief medicijn of de bijwerkingen daarvan.’ Het principe van de C-Trap is aangetoond in een laboratoriumopstelling aan de Vrije Universiteit (VU). Andrea Candelli was als promovendus bij dit onderzoek betrokken en had in de gaten dat het een goede basis kon zijn voor een commer-

‘TOT VEERTIG PROCENT VAN ONZE PRODUCTEN VERSCHEPEN WE IN DECEMBER’

cieel bedrijf. Voor de businesskant betrok hij Olivier Heyning erbij (toen business director bij FEI, tegenwoordig onderdeel van Thermo Fisher Scientific, dat onder meer cryo-elektronenmicroscopen maakt). Zo ontstond in 2014 Lumicks.

IMMUUNTHERAPIE Ook de z-Movi, waarvan de productontwikkeling startte in 2017, is gebaseerd op een technologie ontwikkeld aan de VU, door onder anderen Gerrit Sitters en Douwe Kamsma. De doorontwikkeling ervan voor toepassing op cellen is een Lumicks-uitvinding, van Andrea Candelli en anderen uit 2016. In deze acoustic force spectroscoop bevindt zich een microfluidic chip waarin tumorcellen worden blootgesteld aan T-cellen, die in ons lichaam onder meer foutief gedeelde cellen te lijf gaan. Letterlijk, want een specifiek

soort T-cel doet dat door zich te hechten aan zo’n verkeerde cel. De mate waarin dat effectief is, hangt af van de kracht van die verbinding. Is die te zwak, dan blijft de kankercel in leven. Bij een te sterke verbinding sterven naast de kankercel ook omliggende goede cellen. ‘Het gaat erom die cel te traceren die zich met een kracht binnen een bepaalde range hecht aan die kankercel. Die cellen kunnen vervolgens vermeerderd worden en de basis vormen voor een immuuntherapie voor kankerpatiënten’, licht Oude Elberink toe.

WETENSCHAP EN FARMA Belangrijkste USP’s van de C-Trap en z-Movi zijn gebruiksgemak en de snelheid waarmee ze hun testwerk doen. De C-Trap is typisch een apparaat waarmee wetenschappelijk onderzoekers beter inzicht krijgen in het gedrag van DNA en eiwitten: fundamenteel onderzoek dat pas op de lange termijn in toepassingen resulteert. De z-Movi is inzetbaar in meer toepassingsgericht onderzoek, dat binnen vijf jaar tot concrete resultaten zal leiden. De C-Trap wordt dan ook verkocht aan universiteiten die juist dat fundamentele onderzoek doen, terwijl de z-Movi ook interessant is voor de farmaceutische industrie, voor het ontwikkelen van immuuntherapieën. Het vermarkten van de twee productlijnen verloopt volgens Oude Elberink voorspoedig. Inmiddels is een groot aantal C-Traps verkocht aan universiteiten over de hele wereld: in de VS, Duitsland, Groot-Brittannië en Nederland, maar ook in China, Japan, Canada, Tsjechië en zelfs Australië en Chili. De eerste z-Movi’s zijn eind 2020 in de markt gezet, onder meer bij een groot farmaceutisch bedrijf (waarvan Oude Elberink de naam niet mag noemen).

EERST BOUWEN, DAN VERKOPEN Omdat universiteiten vaak een omvangrijk en lang besluitvormingsproces kennen, ontwikkelt en bouwt Lumicks de apparaten eerst, om ze pas daarna daadwerkelijk te verkopen. Nee, de coo is niet bang dat hij er dan mee blijft zitten. In het bedrijfsgebouw in Amsterdam staan verschillende C-Traps, waarmee de klant zijn eigen DNAstrengen en eiwitten kan laten onderzoeken. ‘En dan willen ze weten bij welke interactie welke reactie optrad. Als ze zien hoe snel en makkelijk wij betrouwbare resultaten kunnen tonen, zijn ze meteen om.’ De complexe besluitvormingsprocessen van de universiteiten zorgen er wel voor dat de hausse

aan klandizie in het derde en vierde kwartaal loskomt. ‘Tot veertig procent van onze producten verschepen we in december.’ Dit stelt hoge eisen aan de flexibiliteit van de productie. Daarvoor vaart Lumicks voor een heel groot deel op het Helmondse AAE. Als typisch kop-staartbedrijf ontwikkelt Lumicks het product, inclusief de software. De re-engineering, productie en assemblage van de hardware doet AAE. ‘Zij zorgen ook voor de sourcing, wij schrijven de key-toeleveranciers alleen voor. Daarnaast ontwikkelen we nu testsoftware, waarmee we alle functionele tests van de C-Trap en z-Movi op afstand kunnen uitvoeren. Is dat gereed, dan kan de apparatuur van AAE rechtstreeks naar de klant zonder dat Lumicks-engineers in de fabriek de systeemafname moeten doen.’ Lumicks verzorgt wel zelf de installatie en training. ‘Want dat vraagt een hoge mate van expertise en wij willen via onze field service engineers en application scientists nauw contact met de klant houden en uitstekende service verlenen.’

REMOTE SERVICE? Vanwege corona is de installatie na aflevering geen vanzelfsprekendheid. ‘Zowel in GrootBrittannië als Japan staat apparatuur van ons nu in kisten te wachten tot het einde van de lockdown, klaar voor installatie. Daarom werken we nu aan augmented reality-technologie waarmee we de installateur op afstand door het installatieproces kunnen leiden.’ Oude Elberink hoopt dat dit de opmaat is naar remote diagnostics, zodat Lumicks straks aan de hand van online verkregen data vanuit Amsterdam service kan verlenen. Want daar zit momenteel een groot knelpunt. ‘Wij kunnen snel groeien in aantallen apparaten, maar alleen als we onze installed base remote kunnen servicen. Onze serviceorganisatie groeit snel, van één persoon in 2018 naar twintig nu, allemaal van MSc- en PhD-niveau. Maar dat groeitempo kunnen we natuurlijk niet volhouden.’ Dus moet de klant Lumicks het vertrouwen geven om online machinedata binnen te halen, waarbij Gijs Oude Elberink inmiddels heeft ervaren dat dat geen gelopen race is. Maar komt dat voor elkaar, dan staat weinig meer in de weg voor een forse groei: nog dit jaar van de huidige 140 naar ruim 200 mensen. Langs uitsluitend organische weg, zonder acquisities, verzekert de coo.

• www.lumicks.com

STARCKER: NIEUWE TECHNISCH PARTNER VOOR FOOD EN FARMA Van Doren Engineers en Flowfirm, twee gevestigde namen in de procesindustrie, hebben Starcker opgericht. Dat gaat technisch hoogwaardige totaaloplossingen leveren. In de voedingsmiddelenindustrie en de farmaceutische industrie zijn veiligheid en hygiëne cruciaal en daarom is grote behoefte aan één vaste partner die alle technische expertise in huis heeft, aldus de twee partners. Flowfirm is specialist in het ontwerp,

50

april 2021

de detailengineering en de bouw van installaties in de food, farma en fijnchemie. Van Doren Engineers richt zich vanuit zes vestigingen op de pijlers elektrotechniek, industriële automatisering en productie-ICT. Ze zetten vanzelfsprekend hun eigen activiteiten voort, maar werken binnen Starcker samen om technische vraagstukken in de food en farma aan te pakken. ‘We hebben allebei een groot hart voor techniek

en geloven in de kracht van samenwerking waarbij we het beste van twee werelden samenbrengen’, aldus Jos van Doren, ceo van Van Doren Engineers, en Michiel Werner, directeur van Flowfirm. De twee bedrijven werken al jaren samen aan projecten. ‘Onze klanten vroegen ons al vaker om de krachten te bundelen’, aldus Werner. ‘Dat zette ons aan het denken en zo kwamen we tot Starcker. Zowel Van Doren

Engineers als Flowfirm is de voorbije jaren gegroeid in omvang en technische kennis.’ Starcker biedt organisaties een breed pakket aan technische dienstverlening, van procesengineering, werktuigbouwkunde en elektrotechniek tot soft- en hardwareengineering en projectmanagement.

• www.starcker.nl


KORT NATIONAAL ICOON HIBER LANCEERT SATELLIETEN EN IOT-OPLOSSINGEN Hiber, het Europese satellietbedrijf voor internet of things (IoT), heeft vorige maand zijn nieuwste end-toend IoT-oplossing HiberHeavy op de markt gebracht. HiberHeavy is ontwikkeld voor het monitoren van zwaar materieel. Met HiberHeavy kunnen mijnbouw-, landbouw- en bouwlocaties hun productiviteit verhogen met betere gegevens en analyses. HiberHeavy is Hibers eerste end-to-end oplossing voor het monitoren van zwaar materieel. Deskundigen schatten dat 20 tot 30 procent van alle stilstand van zware machines ongepland is als gevolg van slechte preventieve onderhoudsschema's. Monitoring van zware machines kan helpen bij het plannen van onderhoud, maar de installatie van voertuigvolgsystemen is over het algemeen duur en complex. De

beperkingen van traditionele monitoringsystemen maken het beheer van zwaar materieel in afgelegen gebieden zonder dekking of infrastructuur vrijwel onmogelijk. Bedrijven kunnen HiberHeavy gebruiken om hun vloot van zwaar materieel te beheren en zo hun productie te optimaliseren. De oplossing omvat alle hardware en software die een werkplek nodig heeft om zijn voertuigen aan te sluiten op een fleetmanagementsysteem tegen een betaalbare prijs op abonnementsbasis. De oplossing maakt gebruik van Hibers satelliettechnologie om voertuiglocaties, ritten en stilstandtijden te volgen, waar ook ter wereld. Hiber is een Europese bedrijf dat satellieten vervaardigt en dat inmiddels een aantal satellieten in de baan rond de aarde heeft. Zo is de Hiber

De nieuwe IoT-oplossing HiberHeavy. Foto: Hiber

Four in februari in de ruimte gebracht met een missie van SpaceX. De Hiber Three gaat – met vertraging – mee met een Sojoez-raket. In 2018 lanceerde Hiber de eerste twee eigen satellieten, die elk minstens eens per dag de gehele wereld bereiken. Daar waar netwerken als GSM, wifi en Bluetooth bij elkaar opgeteld een werelddekking hebben van 10 procent, bereikt Hiberband momenteel eens per dag ook de rest van de wereld. In het najaar van 2019 benoemde het

kabinet, naast Inreda Diabetic en Ioniqa, ook Hiber tot Nationaal Icoon. De Nationale Iconen zijn Nederlandse bedrijven die belangrijke innovatieve oplossingen ontwikkelen voor maatschappelijke uitdagingen. Het Amsterdamse bedrijf is opgericht door de ondernemers van onder andere JustEat en Treatwell.

• www.hiber.global • www.nationaleiconen.nl

Partner in Strategische R&D Productontwikkeling Speciaalmachinebouw Prototypebouw Wat ons betreft is voor R&D en productontwikkeling de communicatie met de klanten van groots belang, zeker nu corona processen beïnvloed. Onze klanten zijn vooruitstrevend in hun markt en bevinden zich voornamelijk in hightech sectoren, zoals medisch, luchten ruimtevaart, semicon en food.

heeft de wil en het vermogen om uw probleem op te lossen

www.trios.nl

april 2021

51


METAL HEAVEN START CLOUD-BASED OFFREERTOOL EN KLANTPORTAAL VOOR METAALBEDRIJVEN

‘DOORGROEIEN NAAR PLATFORM WAAR FABRIEKEN MET ELKAAR CONSORTIUMS VORMEN’ Offreren en calculeren? In plaats van dagen zou het een metaalbedrijf nog maar een paar minuten moeten kosten, zo stelt Wim Dijkgraaf, oprichter van Metal Heaven. Met zijn start-up springt hij in op de trend van digitalisering van verkoopprocessen in de metaalsector, waarbij hij met online verkooptool Rhodium24 mikt op vijftig tot zestig klanten eind dit jaar. ‘We willen voorkomen dat de wereld van metaalbedrijven een markt van prijsvechters wordt.’

voor het geautomatiseerd herkennen van vormen, het ander voor het eenduidig herkennen van de al snel talloze artikelen. Gesprekken met zo’n tien investeerders volgden, waarna in 2019 een van hen toekomst zag in Rhodium24, zoals het cloudplatform van Dijkgraafs start-up Metal Heaven heet. Met dit platform kunnen bedrijven de tijd die ze nodig hebben voor offreren en calculeren volgens Dijkgraaf terugbrengen van dagen tot minuten. ‘En dat voor bijna elke metaalbewerking. De reactiesnelheid wordt vergroot, zo’n 80 procent van een offerte-aanvraag wordt automatisch beantwoord. Dankzij die automatisering maakt het bovendien niet uit wie de offerte opstelt, wat het risico op fouten verkleint.’

OP ABONNEMENTSBASIS

Nu Rhodium24 staat, wil Wim Dijkgraaf van Metal Heaven de online verkooptool laten uitgroeien tot een platform voor fabrieken. ‘Zodat ze daar hyperefficiënt met elkaar kunnen communiceren en samenwerken.’ Foto: Kees Beekmans/VRBLD

DOOR JAN BROEKS

E

igenlijk raakte Wim Dijkgraaf bij toeval betrokken bij een metaalverwerkende fabriek. Op de productievloer stond hoogwaardige technologie, met de meest up-to-date CAM/CAD-software. ‘Een enorm verschil met de verkoopafdeling, qua automatisering ging je daar vijftien, twintig jaar terug. Vellen papier, Excel-sheets, informatie overkloppen in het ERP-systeem. Dat zorgde ervoor dat medewerkers geregeld het overzicht kwijt waren, calculaties enorm varieerden en klanten dagen op offertes moesten wachten.’ Bijzonder, vond Dijkgraaf. Helemaal toen hij besefte dat het er bij veel meer metaalbewerkers zo aan toeging. ‘Een machine valt alleen te pro-

52

april 2021

grammeren met goede CAM-software, daar kun je niet omheen. Maar verkooptools op hetzelfde niveau, daaraan ontbreekt het nog vaak. En als ze er al zijn, is het vrijwel altijd voor de calculatie van slechts één bewerking.’ Daar zit ’m volgens Dijkgraaf dan ook de crux: metaalverwerkers zijn in de loop van de tijd steeds meer gaan doen. ‘Een veelheid aan bewerkingen, van losse delen naar samengestelde producten, de transitie van 2D naar 3D; het maakt het geheel complex. En daar heeft de ICT-markt nog maar heel weinig mee gedaan.’

Rhodium24 biedt metaalverwerkers ook een digitaal klantportaal, waarin naast de eigen verkoopafdeling van het metaalbedrijf ook de klant zelf een offerte kan opvragen. In dat opzicht lijkt het proces op dat van het Belgische YouniQ, dat klanten bedient met een eigen webshop en online offertes. Ook is daar de link met 247TailorSteel, dat nog eerder dan YouniQ een soortgelijk proces inrichtte en in Nederland en Duitsland is gevestigd. Dijkgraaf: ‘247TailorSteel is zeker een inspiratie geweest. Het bedrijf is een trendsetter en heeft het proces heel succesvol geïntroduceerd. Het verschil met ons? Waar 247TailorSteel zelf ook levert, bieden wij alleen de software voor metaalbedrijven die het proces voor zichzelf willen inrichten. Rhodium24 draait op abonnementsbasis in de cloud en is bedoeld voor bedrijven met een grote diversiteit aan bewerkingen. Denk vooral aan de combinatie van plaatsnijden en buisbewerkingen, maar ook aan lassen en assembleren. Verspanen komt eraan.’

GEKOPPELD MET B2B-MARKTPLAATSEN TWEE PROTOTYPES De hoogste tijd om in dat gat te springen, vond Dijkgraaf zo’n drieënhalf jaar geleden. Dus ging hij aan de slag met twee software-prototypes: een

Met Rhodium24 koppelt Metal Heaven metaalbedrijven aan elkaar en aan online B2B-productieplatformen. Denk aan de mogelijke integratie met bijvoorbeeld 3D Hubs, Fractory en Laserhub,


waarbij Dijkgraaf het heel bewust bij een koppeling houdt. ‘Ik heb de vraag al vaker gehad: waarom worden jullie zelf geen marktplaats? Maar onze filosofie is dat we het deel van offreren en calculeren weliswaar digitaliseren, maar metaalbedrijven ook willen laten profiteren van meerdere platforms.’ Het is voor Dijkgraaf niets minder dan een ethische kwestie. ‘We willen voorkomen dat de wereld van metaalbedrijven een markt van prijsvechters wordt, waarin straks nog zo’n vijf partijen overblijven. Ik heb de afgelopen jaren gemerkt met hoeveel liefde mensen bij de kleinere metaalbedrijven hun vak uitoefenen, hoeveel trots er is wanneer iets heel moois de fabriek uitgaat. Vaak krijgen ze daar dingen voor elkaar die volgens de computer niet kunnen. Die expertise moet blijven. En daar willen wij aan bijdragen, met een product dat ze én meehelpt bij de benodigde digitalisering én voldoende mogelijkheden qua productieaansturing biedt. Ook als kleine partij kun je je zaken perfect op orde hebben.’

realiseren. Wil je aangesloten worden op een keten of je ERP- of CAM-systeem integreren, dan is het een kwestie van een abonnement afsluiten en een vinkje aanzetten, bedoeld voor plugable impact.’ Waarom zou ICT ook alles zo moeilijk maken, wil Dijkgraaf maar zeggen. ‘Dat spel willen we omdraaien. Onze technologie is die van vandaag en morgen, zoals voor Internet of Things (IoT, red.), machine learning en distributed

‘OOK ALS KLEIN BEDRIJF KUN JE JE ZAKEN PERFECT OP ORDE HEBBEN’

VERBINDENDE SCHAKEL Met Rhodium24 gaat Dijkgraaf dan ook voor die verbindende schakel. ‘Ons product is functioneel uniek, schaalt mee en is veilig. Waar het nu op aankomt, is door te groeien naar een platform waar fabrieken met elkaar consortiums kunnen vormen, waar ze hyperefficiënt en snel met elkaar communiceren en samenwerken. Ik denk dat daar ook onze kracht ligt: we bieden ons product vanuit de cloud, wat betekent dat je zo’n platform technisch gezien heel eenvoudig met elkaar kunt

computing. Maar waarom zouden we die termen richting onze klanten gebruiken? De ICT-sector haalt doel en middel nog maar al te vaak door elkaar. Presenteer ik Rhodium24 als technologie, dan haken bedrijven af. Maar leg ik ze voor hoe fijn het is als de partij waaraan ze bijvoorbeeld het poedercoaten uitbesteden ook de CAD-file en specificaties krijgt zonder dat ze daar zelf iets voor hoeven te doen, dan wordt het een heel ander verhaal.’

SUBSCRIPTION ECONOMY Het team van Metal Heaven bestaat inmiddels uit tien medewerkers, onder wie zes developers. Verspreid over de wereld werken zij aan Rhodium24, zelf richt Dijkgraaf zich vanuit NoordBrabant op zowel de technologie als ‘alles wat erbij komt kijken wanneer je algemeen directeur bent’. Doorliep zijn bedrijf in 2020 een pilotfase met tien metaalbedrijven, sinds begin dit jaar – vanaf het moment dat Dijkgraaf sales daadwerkelijk heeft opgepakt – zit de groei erin, met zes nieuwe klanten in de eerste anderhalve maand van 2021. ‘We zijn in contact met dertig bedrijven die zo snel mogelijk willen aanhaken. Ik had de groei wel verwacht, maar zó snel, dat heeft me verrast. Voor het einde van het jaar mikken we op zo’n vijftig tot zestig klanten, waarvan een fiks aantal in het buitenland.’ Het is volgens Dijkgraaf een ‘win-win’ als klanten beseffen en ervaren dat ze met Metal Heaven ook deel uitmaken van de subscription economy. ‘Diensten op basis van een abonnement: ze zijn in opkomst en bepalen steeds meer de toekomst. Als leverancier verandert dat je relatie met de klant. Want is die niet tevreden over jouw product? Dan is het abonnement zo weer opgezegd. Dat zorgt ervoor dat je de klant voortdurend tevreden houdt, continu scherp bent en blijft zorgen dat je product voor de klant de grootst mogelijke impact heeft. Dat lijkt me alleen maar goed, voor beide partijen.’

• www.metal-heaven.nl

www.variass.nl

april 2021

53


STRATEGIE

SCHENDERLING (BERENSCHOT) EN OLTHAAR (NHL STENDEN) BEPLEITEN HET SUFFICIENCY DRIVEN BUSINESSMODEL

‘JUIST ONZE HOOG-INNOVATIEVE INDUSTRIE IS DAAR UITSTEKEND OP VOORBEREID’ Voor negen van de tien industriële ondernemers is omzetgroei prioriteit nummer 1. Toch snappen ze ook allemaal dat oneindige groei op een aardbol met een eindige capaciteit simpelweg niet mogelijk is. Dus zullen ze hun aandeelhoudergedreven businessmodel moeten inruilen. Paul Schenderling van Berenschot en Matthias Olthaar van NHL Stenden hebben een goed alternatief: het sufficiency-driven businessmodel.

mobieltjes vermarkt die goed te repareren én te upgraden zijn.

OMZET DAALT Het probleem bij al deze businessmodellen lijkt dat ze ervoor zorgen dat de omzet voor de markt als geheel sterk daalt. Immers, als alle auto’s gedeeld worden, staat niet meer pakweg 90 procent geparkeerd en is dus nog maar plusminus 10 procent van het huidige aantal auto’s nodig. Als truien jarenlang in de mode en mooi blijven, zullen modeketens als H&M veel minder gaan verkopen. Dat zullen de ceo’s van die automotive- en fashionbedrijven niet leuk vinden. Want daar kunnen ze niet mee aankomen bij hun aandeelhouders. Maar bedrijven zullen zich niet meer alleen op die belangengroep moeten richten, zo betoogt Paul Schenderling, econoom bij Berenschot en adviseur van overheden over sociale vraagstukken. Er zijn immers veel meer stakeholders. ‘En als je dat doet, ontstaat er macroeconomisch gezien wel degelijk een evenwichtig beeld.’

‘Op ons essay in Trouw had ik veel meer negatieve dan positieve reacties verwacht’, bekent Paul Schenderling (rechts). ‘Maar de meeste reacties waren van mensen die vonden dat de stappen die wij schetsen “maar gezet moeten gaan worden”.’ Links Matthias Olthaar. Foto: Jaap Schuurman

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

S

inds de industriële revolutie staat het stimuleren van behoeften bij de consument centraal. Die behoeften zijn eindeloos, dus kunnen bedrijven vanuit het adagium take (grondstoffen), make (producten) en discard (aan het eind van de levenscyclus) eindeloos blijven produceren, in een steeds hoger tempo. Het model dat Schenderling en Olthaar voorstaan, gaat veel meer uit van de noden van de consument, om hem alleen dat te bieden wat hij echt nodig heeft. En dus geen producten die snel slijten of uit de mode raken.

NIEUWE VERDIENMODELLEN Nu al sorteren tal van bedrijven voor op dat besef en creëren nieuwe verdienmodellen, zoals het Amerikaanse Patagonia, duidt Matthias Olthaar,

54

april 2021

lector circulaire economie bij NHL Stenden Hogeschool en gepromoveerd op mondiale productieketens. ‘Dat bedrijf hanteert in zijn commerciële uitingen de slogan: “Koop dit niet! Maar repareer het.” Zij bieden kleding die lang meegaat en op www.ifixit.com staan reparatiehandelingen voor als iets toch stukgaat. En ze faciliteren ook het uitruilen, in samenwerking met eBay.’ Een ander model, als dat van Sono Motors, richt zich veel meer op het delen. Deze Duitse start-up wil degelijke EV’s op de markt brengen die helemaal ontworpen zijn om probleemloos te delen. ‘Grote multi-purpose vehicles voorzien van zonnecollectoren, die zichzelf opladen en over allerlei functies beschikken, zoals planningsapps om ritten of de auto zelf te delen’, illustreert Olthaar. Ook geeft hij Nederlandse voorbeelden: Joe Merino, een truienmerk dat zijn best doet zo tijdloos mogelijk te ontwerpen, en Fairphone dat

VIJFTIENURIGE WERKWEEK

‘Bedrijven’, doceert hij, ‘genereren twee soorten waarden: economische waarde en werkgelegenheid. In het sufficiency-driven businessmodel, waarin producten veel langer meegaan en geruild en gedeeld worden, zal er veel minder geld verdiend worden met het omzetten van grondstoffen in producten. Maar veel meer met het ontwerpen van producten, het repareren ervan en met de logistiek van alle retour- en ruilstromen. Daar zal de werkgelegenheid zich naartoe verplaatsen.’ Maar, erkent hij, onder de streep zal er minder werk overblijven. ‘De veertigurige werkweek van het take-make-discard-model kan worden ingeruild tegen een vijftienurige werkweek. Mensen krijgen dus veel meer vrije tijd. En het mooie daarvan is dat een mens dan creatiever wordt. En dat komt weer ten goede aan ontwerpen van innovatieve producten die tientallen jaren meegaan en leuk blijven. Juist de hoog-innovatieve Nederlandse industrie is daar uitstekend op voorbereid.’


PELOTON MEENEMEN Die Nederlandse industrie bestaat echter lang niet alleen uit hoog-innovatieve bedrijven die een flink deel van hun omzet in r&d steken. Het peloton van mkb-bedrijven acteert op mbo-niveau, als jobber die build to print precies dat maakt wat de klant wil. Die ondernemers kijken niet verder dan hun omzet- en winstcijfers en willen vooral dat die elk jaar net weer hoger zijn. Als ze al met duurzaam ondernemen bezig zijn, zien ze de oplossing toch vooral in innovaties als energieefficiënte productiesystemen of elektrische auto’s.

‘DE 40-URIGE WERKWEEK VAN HET TAKE-MAKE-DISCARDMODEL KAN WORDEN INGERUILD TEGEN EEN 15-URIGE’

Dat type oplossingen verergert het probleem echter alleen maar, zo beargumenteren Olthaar en Schenderling in hun essay in dagblad Trouw. Zo leidt meer efficiëntie tot lagere gebruikskosten

en daardoor uiteindelijk tot een hoger verbruik (de paradox van Jevons) en tot de inzet van meer goedkope arbeid in niet-westerse lagelonenlanden. De grote vraag is hoe je dit peloton meeneemt in die enorme verandering, van het Angelsaksische shareholders value businessmodel naar dat sufficiency-driven businessmodel.

VOORSORTEREN OP REGELS Schenderling: ‘Iedereen begrijpt dat oneindig doorgroeien op een eindige wereld onmogelijk is, ook deze ondernemers. Ook al zijn ze vooral met de waan van de dag bezig. Daar komt bij: ook voor hen is veranderen noodzaak. En dat niet alleen omdat over tien jaar de zeespiegel met een meter of meer kan zijn gestegen. Dat is een abstracte dreiging. Nee, dan doel ik op allerlei regelgeving die eraan komt en waarnaar ze zich zullen moeten voegen. Al dit jaar treedt een EU-richtlijn in werking die de elektronicaconsument het recht geeft op reparatie. Als het aan de EC ligt moeten mobieltjes binnenkort opgeladen kunnen worden met een universele adapter. Maatregelen in het kader van de Green Deal van Frans Timmermans en niet alleen de EU treffen hen. Met het aantreden van president Biden, die het tegengaan van klimaatverandering tot een van zijn allergrootste prioriteiten heeft gemaakt, komen ook de VS met regels. Regels die elke ondernemer straks nopen

zijn businessmodel te veranderen. Dan kun je daar maar beter nu al op voorsorteren.’

STROOMVERSNELLING ‘De laatste maanden’, aldus Olthaar, ‘zie ik ook een verandering bij de financiers, bij de banken, om de focus op aandeelhouderswaarde los te laten. Ik heb het idee dat het bouwen aan een duurzame samenleving nu in een stroomversnelling komt.’ ‘Op ons essay in Trouw had ik veel meer negatieve dan positieve reacties verwacht’, bekent Schenderling. ’Betogen dat het wel meevalt of dat we ons wel uit de klimaatcrisis kunnen innoveren. Maar de meeste reacties waren van mensen die vonden dat de stappen die wij schetsen “maar gezet moeten gaan worden”. Nu staat economische krimp alleen nog in het verkiezingsprogramma van de Partij voor de Dieren. Maar als de noodzaak van krimp de komende jaren common sense wordt, zullen veel meer partijen volgen.’ Ondernemers die meer willen weten over de mogelijkheden om een sufficiency-driven businessmodel toe te passen in de context van hun eigen bedrijf, kunnen kosteloos terecht bij het lectoraat Green Logistics van NHL Stenden Hogeschool. Contact: matthias.olthaar@nhlstenden.com of WhatsApp via 06-2350 2109.

• www.berenschot.nl • www.nhlstenden.com

FARMING THE FUTURE INNOVATING TOGETHER FIND OUT MORE AT MTAGROUP.NL

april 2021

55


PRODUCTIEOPTIMALISERING

WILA START SAMEN MET ZIJN TOELEVERANCIERS DE TWEEDE FABRIEK OP

STEEDS VERDER OPTIMALISEREN, ON THE EDGE Wila in Lochem heeft zijn productie opgesplitst. De productie van klemsystemen blijft in de bestaande fabriek langs het Twentekanaal. De productie van kantpersgereedschap is verhuisd naar de nieuwbouw (14.000 vierkante meter) op een steenworp afstand, net aan de overkant van het water. Op beide locaties kan nu veel efficiënter geproduceerd worden, ook met dank aan een aantal trouwe toeleveranciers. ‘We zijn marktleiders onder elkaar. Dat werkt goed samen.’

• ‘Bij alles moeten we kijken wat sneller en

beter kan.’ • ‘Wila heeft veel engineeringscapaciteit, dat is

bijzonder.’ • ‘De mensen hier weten precies wat ze willen.’ • ‘We hebben die gewenste flow nu, we kunnen

optimaler produceren.’

worden. Het was passen en meten in de productie en logistiek.

NAAR FLOWPRODUCTIE Zo’n anderhalf jaar geleden kwamen managers en ondernemers van het Platform Productiviteitsverbetering van Link Magazine langs voor een bedrijfsbezoek en discussieerden een avondlang hoe het anders zou kunnen op zowel de bestaande als nieuwe locatie die toen nog in voorbereiding was (zie het artikel in Link 3/2019). Ze kwamen meteen met een reeks aanbevelingen. Wila heeft de processen aan de voor- en achterkant geweldig op orde, was de conclusie. Maar de productie kan gestroomlijnder. Het chronisch ruimtegebrek is nadelig voor de productiviteit. Stap van dat jobshoppen af en ga naar flowproductie, kreeg Frank Rouweler als advies van zijn collega’s uit de industrie. ‘Helemaal mee eens’, reageerde hij toen. ‘Overal kunnen we nog optimaliseren, bij alles moeten we kijken wat sneller en beter kan en wat we kunnen automatiseren.’ Van links naar rechts: Henk Mosterd (Kardex Remstar), Guido Segers (SCHUNK Intec) en Frank Rouweler (Wila). Rouweler: ‘We zijn nooit klaar, er is altijd een volgende stap te zetten.’ Foto’s: Arjan Reef

DOOR LUCY HOLL

F

rank Rouweler, directeur manufacturing and r&d van Wila, voelt zich nog altijd blij en trots als hij de nieuwe productielocatie binnenkomt. ‘Het was een gigantische operatie, maar ik kan eigenlijk niet zo snel iets bedenken dat niet goed is gegaan. De verplaatsing van de machines is zonder vertraging verlopen tot nog toe. We wilden een open beleving tussen het kantoorgedeelte en de productiehal en die transparantie is er helemaal. De machines staan veel ruimer en logischer opgesteld. Natuurlijk zijn we nog steeds bezig met optimalisering, maar dit is wel wat ik voor ogen had.’

STEVIGE GROEI HOUDT AAN Onder het motto ‘We live press brake productivity’ gaan de boven- en onderklemmingen van Wila inclusief een ingenieus klemsysteem voor kantpersen en alle tooling in alle soorten en

56

april 2021

maten de wereld over. De onderneming (350 medewerkers) exporteert zo’n 90 procent van zijn omzet (45 miljoen in 2020). De 20 r&d-medewerkers genereren veel eigen IP, intellectual property. Wila heeft naast de hoofdlocatie in Lochem ook een productielocatie en verkoopkantoor in het Chinese Taicang en een verkoopkantoor in het Amerikaanse Hanover (Maryland). Klanten kunnen via de high-end Wila Tool Advisor online exact uitzoeken welke kantperstools ze nodig hebben, en de Wila Smart Tooling App helpt ze bij optimaal gereedschapsbeheer. Wila groeit sinds een jaar of tien continu en verwacht dit jaar een omzetstijging van ongeveer 20 procent. De bestaande productielocatie was inmiddels dan ook veel te krap, waardoor bewerkingen niet altijd vloeiend door de fabriek konden. Bewerkingsmachines die bij elkaar horen, stonden tot voor kort soms verspreid over de werkvloer. Onderhanden werk moest te veel versleept

LANGDURIGE SAMENWERKING Nu heeft Rouweler voor het Link-interview over de nieuwbouw een aantal andere gasten erbij gevraagd. Bij hem aan tafel zitten Guido Segers, general manager van SCHUNK Intec Nederland, en Henk Mosterd, manager sales & organisatie bij Kardex Remstar. Vanuit Fastems in Finland haken online Heikki Hallila, managing director, en Esa Karppi, director key account management, aan. Wila is al jaren klant van zowel Fastems, SCHUNK als Kardex. Samen zitten ze in een continu traject van rationalisering, automatisering, robotisering en nu steeds verdere digitalisering van de Wila-productie. Fastems biedt oplossingen voor productieautomatisering voor de metaalindustrie, SCHUNK is fabrikant van onder meer spangereedschappen en grijpsystemen voor robots, Kardex levert intralogistieke oplossingen voor zowel productie als logistieke toepassingen. Wila zet graag in op dit soort langdurige partnerschappen met eersteklas toeleveranciers die wereldwijd opereren. Dat betaalt zich bij deze herindeling van de productie ook weer uit. Samen zijn dit soort grote stappen te zetten. Ieder


is expert op eigen gebied. Rouweler: ‘Neem zo’n robotcel aan het begin van de productielijn waarin we automatisch frezen. Daarin zit een mooi besturingssysteem van Fastems, een klemsysteem van SCHUNK en een buffersysteem voor snelle toe- en afvoer van materialen van Kardex. Alles is geïntegreerd met de ERP-software die we zelf ontwikkeld hebben.’ Op de oude locatie was die combinatie er ook al, het staat nu op de nieuwe werkvloer ruimer en beter opgesteld. Maar niet alles hoeft nu ineens volledig overhoop, omdat er toevallig een nieuwe hal is gebouwd.

FLEXIBEL OPSPANNEN ‘We hoorden al vrij vroeg over de plannen van Wila om op twee productielocaties verder te gaan. Het is best uniek te noemen: alles wat gemeenschappelijk gebeurde in één pand, is nu rigoureus gescheiden: dat moet je maar net aandurven’, zegt Guido Segers van SCHUNK. Hij weet exact wat ooit de eerste order van Wila was. ‘Een spansysteem om flexibel gereedschappen te wisselen op een verspaningsmachine van Mazak, de FH 6800. Wila had toen al de wens om flexibel op te kunnen spannen. Sindsdien hebben we equipment geleverd voor alle bewerkingsmachines en robots: Wila maakt gereedschap om metaal te kunnen buigen, wij maken gereedschap om dat gereedschap van hen weer te kunnen maken.’ Voor Kardex begon het ooit met een pilot bij Wila voor één simpele plateaulift. Nu staan bij alle robotcellen complete bufferopslagsystemen voor 24/7 aan- en afvoer van producten. ‘Onze torens – shuffleliften – praten standaard met robots, ze kunnen allerlei interfaces aan’, aldus Henk Mosterd. ‘Wila wil het beste van de markt. Ze kwamen destijds eerst bij ons in de fabriek kijken of we topkwaliteit konden leveren.’

WILA DAAGT UIT Wat we voor Wila doen, is altijd een uitdaging, zegt ook Esa Karppi van Fastems, die nu onder meer het RoboFMS (Robotic Flexible Manufacturing System) levert, om machine en productie aan elkaar te knopen. Het is natuurlijk gekoppeld aan het eigen Wila-ERP. ‘Wila heeft veel engineeringscapaciteit, dat is bijzonder. Het is geen klant die simpelweg de aangedragen oplossingen aan-

Segers: ‘We krijgen van slechts een paar klanten zulke uitdagingen als van Wila. Het is vaak op het randje. Ze dagen ons ontzettend uit om nog beter na te denken, nog betere keuzes te maken. De mensen hier weten precies wat ze willen, dat maakt het partnerschap bijzonder.’ En tegelijkertijd is er een sterke hands-on mentaliteit, waarbij vraagstukken De nieuwe productiehal. De machines staan veel ruimer en logischer opgesteld. daadkrachtig samen worden opgepakt, voegt Mosterd er nog FLEXIBILISEREN aan toe. ‘We zitten met allemaal marktleiders aan Nu er zowel op de oude als de nieuwe locatie veel tafel en denken samen de beste oplossing uit. meer ruimte is, dringt die volgende stap zich wel Wila wil altijd goed inkopen, maar gunt zijn nadrukkelijker op: hoe geven we nu nog verder toeleveranciers ook hun marge. We staan ervoor invulling aan de ideeën van smart industry? om samen het productieproces en de kwaliteit Voor kortere omsteltijden en meer flexibiliteit verder te verbeteren.’ in de productie wil Wila nog meer gaan werken met meer universeel beschikbare machines, met universele opspanningen, inzetbaar voor uitÉÉN OP VIER OF VIJF eenlopende producten uit het portfolio. De eigen Maar terug naar de nieuwbouw. Wila heeft met MES-software (het manufacturing execution hulp van Fraunhofer Project Center in Enschede system) kan nog verder doorontwikkeld worden, een complete digital twin gemaakt voor de in samenhang met het ERP-systeem. Rouweler productie in de nieuwe locatie. Die digital twin is verwacht ook dat de operators in de toekomst er om straks op te stomen naar de (vrijwel onsteeds meer kunnen bijdragen aan het optimalibemensde) Fabriek van de Toekomst. Rouweler: seren en automatiseren van hun werkplek door ‘We hebben onze processen geanalyseerd en onze de steeds verdergaande digitalisering. ideeën getoetst. We weten waar we nu al rekening mee moeten houden bij de ruimte-indeling, maar dat wil niet zeggen dat we nu ineens naar een NOOIT KLAAR compleet geautomatiseerde productie gaan. We Heikki Hallila van Fastems ziet veel parallellen zijn ongetwijfeld weer een flink stuk opgeschotussen Nederland en Finland als het gaat om ven, maar ook met rationalisering en automativerdere automatisering en digitalisering: ‘Wij sering kunnen we nog heel veel efficiëntiewinst moeten het beiden hebben van export. En we zijn en productiviteitsgroei bereiken. Toen ik rond de allebei geen lagelonenlanden, dus steeds slimmer eeuwwisseling bij Wila kwam, was elke machine produceren is cruciaal om concurrerend te één-op-één bemensd. Een jaar of twaalf geleden blijven.’ was het bij het frezen één op twee, nu is dat al Daarbij zit de toegevoegde waarde ’m niet bij één één op vier toeleverancier maar juist in de hele keten van of vijf. Onze partners, aldus Guido Segers. ‘We leren met man/machielkaar.’ Henk Mosterd vult aan: ‘We leveren de ne-ratio bouwstenen voor de productieprocessen met zijn wordt steeds allen, het vormt één mechanisme.’ gunstiger.’ De basis is goed, zegt Frank Rouweler. ‘We hebWila wil stap ben die gewenste flow nu, we kunnen optimaler voor stap de produceren. De volledig geautomatiseerde perfecte slimproductie die we bij het frezen al langer hebben, me fabriek kunnen we uitbreiden naar het slijpen en segneerzetten, menteren. We moeten nadenken over de logistiek en daartoe de juiste, toekomstbestendige keuzes tussen die cellen. We zijn nooit klaar, er is altijd maken. een volgende stap te zetten.’ Het is bijzonder dat een klant als Wila fors investeert in nieuwbouw en nu nieuwe groeimogelijkheden heeft en verder kan optimaliseren, vinden de partners. ‘Tegelijkertijd gaat het niet www.schunk.com alleen om ruimtewinst. Meer vierkante meters is www.kardex-remstar.nl mooi, maar niet genoeg’, aldus Henk Mosterd. www.fastems.com ‘We zijn altijd al samen aan het innoveren.’ www.wila.nl

‘MEER VIERKANTE METERS IS MOOI, MAAR NIET GOED GENOEG’

schaft. Ze hebben zelf veel expertise en ontwikkelen mee. Op die manier dragen ze bijvoorbeeld ook bij aan de verdere ontwikkeling en toepassing van onze MMS-software (manufacturing management software, red).’ Heikki Hallila: ‘Ons streven is om continu de productiviteit van onze klanten te verhogen. Wila is daar ook continu mee bezig.’ Wila is steeds on the edge, benadrukt het viertal.

• • • •

april 2021

57


ENERGIETRANSITIE

RAVO ONTWIKKELT ‘ZERO-EMISSION’ VEEGMACHINE SAMEN MET POST & DEKKER EN EMOSS

SCHOON SCHOONVEGEN De voortschrijdende verstedelijking – in 2030 woont 60 procent van de wereldbevolking in steden – jaagt de innovatie van veegmachines aan. Natuurlijk moeten die goed vegen, om verloedering van de openbare ruimte en verstopping van goten tegen te gaan. Maar ze moeten ook zelf ‘schoon’ zijn. Fabrikant RAVO tekent er een roadmap voor uit. Bij de uitwerking werkt het nauw samen met Post en Dekker engineers & consultants en voor de jongste innovatie, een elektrische veegmachine, ook met Emoss Mobile Systems.

• ‘Uitdagingen waren de compacte uitvoering en

uiteraard het energieverbruik.’ • ‘Al in het voortraject hebben we met gebruikers

gepraat over hun verwachtingen.’ • ‘We hebben nu een product dat de rest van de

wereld nog niet heeft.’ • ‘We horen van klanten dat deze machine

helemaal past in hun inzetprofiel.’ DOOR HANS VAN EERDEN

H

et Alkmaarse RAVO (200 medewerkers) is een ‘sterk merk’ in compacte veegmachines, vertelt plantmanager Lou Korf. In 2009 kwam het bedrijf in handen van de Franse Fayat Group. Met een Frans en Brits zusterbedrijf vormt RAVO nu de divisie Fayat Environmental Solutions. Dat bevalt uitstekend. Korf: ‘Fayat is goed in empowerment, het beste uit mensen en bedrijven naar boven halen. We werken alle drie vanuit onze eigen kracht samen, wisselen vanuit onze specialisaties veel uit en leren van elkaar.’

ROADMAP Samenwerken doet RAVO ook met Post en Dekker, de Amsterdamse system developer die zich met ruim twintig engineers/consultants volledig toelegt op integraal modulair ontwerpen. Zij pakken het methodisch aan, schetst Korf. ‘Waar wij al snel beginnen met ontwerpen, stellen zij eerst nog een aantal vragen, bijvoorbeeld of bepaalde zaken die wij vanuit onze achtergrond automatisch meenemen wel toegevoegde waarde hebben. Met een workshop over de systeemarchitectuur hebben we het interne en externe ontwikkelteam op één lijn gebracht. Hiermee versterken wij het ontwikkelproces en daarnaast zijn zij sterk in de visualisatie van ontwerpideeën. Dat zorgt voor andere gesprekken met onze klanten, met meer betrokkenheid.’ Directeur Eric-Jan Dekker van Post en Dekker licht toe: ‘We werken samen met RAVO om van een klant-roadmap naar een ontwikkel-roadmap te gaan en de eindpunten in dat traject, de lancering van innovaties, voorspelbaarder te maken. We verdelen een ontwerp onder in hoofdmodules, waarmee gecombineerde teams aan de slag gaan. Waar nodig betrekken we er een externe partij bij.’ Die samenwerking met partners is belangrijk, verklaart Korf. ‘Betrouwbaarheid en kwaliteit van onze machines staan voorop. Met partners die proven technology inbrengen, komen we tot versnelling én krijgen we nieuwe technologie aan boord.’

58

april 2021

Het jongste resultaat van de samenwerking is een elektrische veegmachine, eind vorig jaar onder de naam RAVO 5 eSeries gelanceerd. ‘Vroeger hadden we bijna alleen maar dieselmotoren’, vertelt Korf. ‘Nu mikken steden op local zero-emission (van CO2 en fijnstof, red.) en zien we een verschuiving naar elektrisch.’ De innovatie past ook in good citizenship zoals RAVO dat voorstaat. ‘Onze opdrachtgevers zijn vooral gemeenten. Die vinden belangrijk hoe wij in de wereld staan en duurzaam bezig zijn.’

ELEKTRIFICATIE Grootste uitdaging was de elektrische aandrijving met volumineus batterijpakket in te passen in de beschikbare ruimte van RAVO’s midsize veegmachines. Voor specifieke elektrificatiekennis schakelde RAVO een partij met betrouwbare technologie in: Emoss uit Oosterhout (NB). Emoss (vijftig medewerkers) profileert zich als ‘e-mobility one-stop shop’, vertelt cco/cso Bas Rottier. ‘In 1998 zijn wij gestart met de elektrificatie van kleine voertuigen en geleidelijk zijn we ons gaan toeleggen op de zwaardere voertuigen,

machine die moest worden geëlektrificeerd, met behoud van zoveel mogelijk dieselcomponenten. Uitdagingen waren hier de compacte uitvoering van het voertuig, waarvoor we een speciale trapvorm van het batterijpakket hebben bedacht, en uiteraard het energieverbruik.’

USP’S BEHOUDEN Naast ondersteuning van het integraal modulair ontwerp omvatte de samenwerking van RAVO met Post en Dekker ook meedenken in maakbaarheid en productie (van prototype naar serie) en ervaring met projectmanagement. Dekker: ‘We hebben met z’n allen de afweging gemaakt welke systemen binnen de veegmachine we moesten elektrificeren en welke hydraulisch konden blijven.’ Korf: ‘Met design for manufacturing is de elektrische aandrijflijn zo ontworpen dat we die als complete unit kunnen opbouwen – waarbij we goed hebben nagedacht over het testen – en later in één keer in de machine kunnen zetten.

‘MET GOEDE SAMENWERKING WORDT HET ONMOGELIJKE SOMS MOGELIJK’

zoals vuilniswagens en nu ook veegmachines. Wij nemen klanten de complete elektrificatie uit handen. Vaak hebben ze het zelf al eens geprobeerd, want componenten als batterijen, motoren en bedrading kun je overal kopen. Maar die moeten wel met elkaar kunnen praten, want er zijn ‘cultuurverschillen’ tussen bijvoorbeeld een motor uit Canada en een batterij uit China. Al die componenten goed met elkaar laten communiceren, is het kunstje dat wij beheersen. Soms is het makkelijk om vanaf scratch een elektrisch voertuig op te bouwen, maar in dit geval was er een diesel-

De borstelinrichting is hydraulisch gebleven; die is robuust en goed bestand tegen alle contacten en trillingen bij het vegen. De betrouwbaarheid en werking daarvan is een van onze usp’s. Zo hebben we de sterke kanten van de huidige machines behouden en veel van hun componenten en modules overgenomen. Dat geldt ook voor het gebruikersgemak en de bekendheid met de machine. Al in het voortraject hebben we met gebruikers gepraat over hun verwachtingen.’ Rottier vult aan: ‘Vanaf dag één zijn wij met de diesel gaan rijden om die rijervaring in de elektrische


machine zo goed mogelijk te simuleren of zelfs te verbeteren. Het is echt het beste van beide werelden geworden.’

INZETPROFIEL RAVO levert nagenoeg iedere machine op maat aan de klant. Voor de elektrische veegmachine is nog eens kritisch gekeken naar de beschikbare opties, meldt Korf. ‘We hebben alleen die opties meeEric-Jan Dekker (Post en Dekker), Bas Rottier (Emoss) en Lou Korf (RAVO) bij de nieuwe elektrische veegmachine RAVO 5 eSeries. Foto: Marcel Witte genomen die passen bij het inzetprofiel. Een Het ontwikkeltraject heeft iets langer geduurd Korf: ‘In ons land hebben we daarvoor de RAVO ander verschil met onze eerdere machines is dat dan verwacht, erkent Korf. ‘Dat had te maken RijdersClub. Eens in de drie jaar hebben we een ze nu standaard werken met RAVO Telematics. met de beschikbare ontwikkelcapaciteit, maar event voor onze RAVO Rijders, waar we ook Daarmee kunnen we de machine op afstand uitook met uitdagingen van de machine. Ons midnieuwe ideeën kunnen testen. Maar natuurlijk lezen en preventief of in geval van storing meteen size segment is lastig, omdat je in een klein kijken we ook verder dan Nederland. Een vooreen update doen of reparatie laten uitvoeren. Het volume behoorlijk wat techniek en een groot verbeeld is waterrecycling. In Zuid-Europa is water heeft ons enorm geholpen in de proof of conceptmogen kwijt moet. Dat is wellicht ook de reden schaars, maar als de veegmachine is geweest wilfase, bij het bepalen van het inzetprofiel: hoe lang waarom wij nog de enige zijn; als het simpel was, len ze er wel een nat wegdek zien. We zijn met rijdt de machine, hoeveel tijd veegt-ie en hoeveel hadden onze concurrenten er ook wel gestaan. dealers en klanten aan de slag met alle verschilvan die tijd op vol vermogen? We kwamen erachDaar kunnen we trots op zijn.’ Dekker valt hem lende gebruikerswensen om een oplossing te ter dat de standtijd van de batterijen beter was bij: ‘Ondanks de gebruikelijke tegenslagen en ook vinden die voor meer dan 80 procent van de dan vooraf berekend. Range anxiety is natuurlijk nog corona staat er nu een machine die wordt markt voldoet. Voor waterrecycling, ook een een belangrijk punt voor klanten, waarvan somgeaccepteerd door de markt en goede kritieken voorbeeld van onze invulling van good citizenmige behoefte hebben aan tweeploegendiensten. krijgt. We stonden regelmatig onder druk en ship, zijn we daar wel in geslaagd.’ Met de oplossing van een tussencharge in de moesten bij het maken van keuzes zorgen dat pauze, met een snellader, hebben we bijvoorbeeld iedereen bleef aangehaakt. Dat waren in het team Berlijn als klant binnengehaald.’ Rottier: ‘DaarDE SCHOONHEID VAN SAMENWERKING intensieve afwegingen: welke stappen moeten we voor hebben wij als Emoss in onze elektronica De kwaliteit van een nieuw ontwerp wordt zetten, welke risico’s kunnen we accepteren?’ een DC-fast-charge-optie ingebouwd. Het battebepaald door de kwaliteit van de stappen ernaarRottier heeft dezelfde beleving: ‘Je zit toch samen rijpakket is daarmee in een half uur tot drie toe, verklaart Eric-Jan Dekker tot slot. ‘Goed spemet de slimme koppen van drie partijen, vaak kwartier weer vol, afhankelijk van de laad-infracificeren, systeemarchitectuurdenken invoeren, naast elkaar, soms tegenover elkaar. Uiteindelijk structuur bij de klant.’ brainstorms organiseren, ontwerpkeuzes voorbezijn we er goed uitgekomen, met een product dat reiden, divergeren met verschillende ontwerpopde rest van de wereld nog niet heeft en dat we nu ties en dan convergeren naar een oplossing: dat GOED ONTVANGEN in serie bouwen. Daar ben ik trots op.’ spel beheersen wij. Dat werkt voor de roadmap Assemblage van de elektrische veegmachines gebeurt bij RAVO in Alkmaar, grote delen zoals van RAVO goed, de teams vullen elkaar aan, onze de cabine en de container komen uit Oost-Eurojongens zijn superenthousiast.’ Lou Korf kan zich WATERRECYCLING pa. Emoss doet de assemblage van het batterijdaarin vinden: ‘Met goede samenwerking wordt De samenwerking met Post en Dekker heeft pakket, en plaat- en zetwerk komt van toelevehet onmogelijke soms mogelijk. Vooraf vroegen RAVO niet alleen geholpen bij de elektrische ranciers uit de omtrek, meldt Korf. ‘Hoe meer veegmachine, vervolgt Korf. ‘We waren altijd wel we ons af hoe we betrouwbaar konden voldoen flexibiliteit of specialistische aandacht nodig is onze machines aan het verbeteren, maar brachten aan de klantverwachting in de stap naar een voor bepaalde onderdelen, hoe dichter bij huis dat niet duidelijk naar buiten. We werken nu met volledig elektrische machine, achteraf horen we wij die halen.’ De elektrische veegmachine is goed model year updates die we duidelijk naar de dat deze helemaal past in hun inzetprofiel. Dat ontvangen en RAVO heeft de eerste machines markt communiceren. Die kunnen een thema is te danken aan alle feedback die we van de verkocht in Nederland en andere Europese hebben, zoals de cabine, waarvoor we dan een verschillende partners, intern en extern, hebben landen. ‘We richten nu alle aandacht op het goed behoorlijk aantal updates bundelen.’ Dekker: ‘Dat gekregen.’ in de markt zetten van de elektrische machine en gebeurt ook op basis van opmerkingen uit het het organiseren van trainingen. Dat gebeurt nu veld, van gebruikers en dealers, die worden verwww.emoss.nl digitaal; bij aflevering verzorgen we online taald in specificaties voor verbeteringen. Daar www.postendekker.nl support.’ hebben wij samen meer structuur in gebracht.’ www.ravo.fayat.com

• • •

april 2021

59


ADVERTORIAL

BOZ NEEMT NIEUWE MONTAGEHAL IN GEBRUIK

GESTAGE GROEI IN SYSTEEMMONTAGE Bij BOZ Group, tier-1 toeleverancier van precisieplaatwerk, neemt de vraag naar complete systemen gestaag toe. Begin dit jaar heeft het bedrijf in Bergen op Zoom een nieuwe hal in gebruik genomen voor montage-activiteiten. Dit stelt BOZ in staat elektronica en pneumatiek te integreren in mechanische samenstellingen en zo klanten volledige systemen te leveren. De groei vloeit voort uit BOZ’s strategische focus op markten als de medische, voedingsmiddelen- en agro-industrie.

Corné van Opdorp, directeur van BOZ Group: ‘Wij groeien mee met onze klanten en nemen delen van montage-activiteiten van hen over.’

Begin dit jaar heeft BOZ een hal van 1.300 vierkante meter voor montage van complete systemen in gebruik genomen.

B

OZ Group (130 medewerkers) is gespecialiseerd in ontwikkeling & engineering, plaatbewerking, poedercoaten en assemblage. Het bedrijf levert plaatdelen, lichte constructies, modules en compleet geassembleerde machines en apparaten aan onder meer de voedingsmiddelen-, agro-, elektrotechnische, medische en farmaceutische industrie en de machine- en apparatenbouw. BOZ Group groeit en bouwt gestaag aan haar ‘smart factory’, door te investeren in digitalisering, nieuwe machines, slimmere logistieke processen en goed opgeleide medewerkers.

RVS Ruim tien jaar geleden, in de financiële crisis, besloot BOZ Group zijn strategische focus te verbreden naar markten die minder conjunctuurgevoelig zijn, zoals agro, food, medisch en farma. Vanwege hygiëne-eisen vragen deze industrieën om producten die in roestvaststaal (rvs) zijn uitgevoerd. BOZ is met inzet van de modernste productietechnieken van oudsher groot in rvs plaatbewerking. De keuze voor deze markten betaalde zich in de afgelopen jaren al uit; klanten vragen steeds meer naar compleet gemonteerde systemen. COMPLEET GETEST De coronacrisis heeft die vraag nog eens extra aangewakkerd, signaleert directeur Corné van Opdorp. Een van de verklaringen is dat mensen meer thuiszitten en daarom meer huisdieren nemen, waardoor de verkoop van diervoeding stijgt. Bij BOZ heeft zich al een pet-food producent gemeld voor handlingsystemen ten behoeve van diens verpakkingslijnen. ‘Dat soort klanten bedienen wij met mechanische systemen of met compleet geteste systemen waarin we elektronica en pneumatiek hebben ingebouwd.’ NIEUWE LOCATIE De laatste tijd was BOZ op drie, vier locaties aan het monteren. ‘Dat schoot niet op. Daarom hebben we per 1 februari een nieuwe hal van 1.300 vierkante meter voor montage in gebruik genomen. In de huidige markt is het lastig om mensen te vinden voor dit soort werk, dus zijn we begonnen met zzp’ers. Inmiddels hebben we al mensen in dienst genomen, onder wie een groepsleider voor de montage, want we willen de kennis van complete montage verder opbouwen en behouden.’

PROJECTMATIG Voor de montage-activiteiten doet BOZ ook een beroep op Kasteel Metaal. Kasteel is de partner van BOZ in WDS (We Deliver Solutions), het nieuwe initiatief van de twee metaalbedrijven om opdrachtgevers te ondersteunen bij productontwikkeling. Voor de montage levert Kasteel de frames die BOZ vervolgens afmonteert tot complete systemen. ‘Het gaat hier vooral om projectmatig werk; dat is een mooie aanvulling op onze ordergestuurde productie. We groeien mee met onze klanten en nemen delen van montage-activiteiten van hen over.’ INVESTERINGEN Intussen lopen de investeringen in de fabriek van de toekomst bij BOZ gewoon door. Zo werden eind maart de eerste agv’s (automatisch geleide voortuigen) in gebruik genomen. BOZ zet ze in om de logistiek in de fabriek verder te optimaliseren en manloos te maken. Ook is recent een cobotlassysteem geïnstalleerd, waarmee het totaal aantal robotlasinstallaties bij BOZ op tien is gekomen. Bij een cobotsysteem werken mens en machine samen, want bij veel automatisering is op cruciale punten nog steeds de expertise en flexibiliteit van de mens nodig. Zo is BOZ ook nog op zoek naar een procestechnoloog die geautomatiseerde productieprocessen verder kan optimaliseren. INTELLIGENTIE Ook in de planning valt nog steeds winst te behalen. Daar doet BOZ onderzoek naar samen met collega-plaatwerkbedrijven binnen bracheorganisatie GPI (sector van NEVAT), waarvan Van Opdorp voorzitter is. ‘We kijken naar de mogelijkheden van AI (kunstmatige intelligentie, red.). Daarmee kunnen we in de planning nog een doorlooptijdverkorting van 20-25% behalen.’ Zo blijft BOZ intelligent automatiseren en optimaliseren.

BOZ Group Bongaertsweg 8 4612 PL Bergen op Zoom T +31 (0)164 24 09 10 F +31 (0)164 25 29 65 E boz@bozgroup.eu I www.bozgroup.eu


STRATEGIE

SCHNEIDER ELECTRIC ZET DUURZAAMHEID STRATEGISCH IN

DUURZAME EN ECONOMISCHE GROEI GAAN SAMEN, DANKZIJ AUTOMATISERING Duurzaamheid is voor Schneider Electric ook een kwestie van industrieel samenwerken. Het bedrijf werd uitgeroepen tot ‘meest duurzame bedrijf ter wereld’ en besteedt inmiddels driekwart van de eigen investeringen aan duurzame oplossingen. ‘Maar we kunnen het niet alleen’, zo zegt Sander van Dasselaar, vice president industry Nederland en België.

DOOR ANDRÉ RITSEMA

M

ultinational Schneider Electric is – kort door de bocht – een belangrijke specialist in digitale energiemanagement- en automatiseringsoplossingen voor industrie, datacentra en gebouwen. Het van oorsprong Franse bedrijf heeft wereldwijd maar liefst 137.000 werknemers in dienst (van wie 550 in Nederland) en een omzet van meer dan 25 miljard euro. Afgelopen jaren verlegde Schneider Electric de focus naar datacentra, opslag en energiebronnen als zonne- en windenergie, en naar slimme oplossingen die elektrificatie, energie-efficiëntie en hernieuwbaarheid bevorderen. Inmiddels is 70 procent van alle inkomsten afkomstig uit duurzame oplossingen. Dat was één

70 PROCENT VAN ALLE INKOMSTEN IS AFKOMSTIG UIT DUURZAME OPLOSSINGEN

van de redenen voor de Canadese media- en onderzoeksorganisatie Corporate Knights om Schneider Electric dit jaar uit te roepen tot meest duurzame bedrijf ter wereld (van de in totaal 8.000 beoordeelde ondernemingen wereldwijd). Voor de goede orde: vorig jaar was Schneider Electric nog nummer 29. De sprong naar nummer 1 weerspiegelt volgens Corporate Knights ‘de continue vooruitgang en toewijding van het bedrijf op het gebied van duurzaamheid’.

OPROEP AAN INDUSTRIE Schneider Electric zet dus zelf – al een aantal jaren – volop in op duurzaamheid. Maar het bedrijf roept daarnaast nadrukkelijk de industrie op ook in actie te komen. ‘We moeten met z’n allen straks herstellen van de gevolgen van de pandemie. Dat kan alleen als de industrie wereld-

wijd automatisering, duurzame efficiëntie en digitalisering in alle omvang omarmt’, zegt Van Dasselaar. Hij is van mening dat industriële Sander van Dasselaar: ‘Herstellen van de gevolgen van de pandemie kan alleen als de industrie automatisering wereldwijd automatisering, duurzame efficiëntie en digitalisering in alle omvang omarmt.’ essentieel is voor Foto: Schneider Electric nieuwe economische groei. ‘De samen met de kleine footprint op de markt, zegt huidige innovatie wordt gedreven door krachtige Van Dasselaar. ‘Duurzaamheid en groei kunnen software en door data-analyse. Die verhogen dus gewoon naast elkaar bestaan.’ zowel de productiviteit als de duurzaamheid van Dat blijkt ook bij klant Nestlé Waters, stelt hij. bedrijven.’ Die maakte bij dertien productielijnen onder De inzet van het bedrijf op duurzaamheid blijkt andere gebruik van de zogeheten Clean-in-Place ook uit de verschillende automatiseringsoplosAdvisor, onderdeel van de EcoStruxure. Bij een singen, die Schneider Electric de afgelopen jaren Clean-in-Place-proces (CIP) wordt een producvoor klanten heeft ontwikkeld. Die oplossingen tieonderdeel gereinigd zonder dat er demontage moeten, zo benadrukt Van Dasselaar, bedrijven nodig is. Met apps, analyses en services kan de helpen duurzamer te gaan werken. Zo kunnen Advisor de reinigingsprocessen tijdens de proklanten met behulp van de zogeheten Ecoductie optimaliseren. Bovendien geeft de Advisor Struxure, een open IoT-architectuur, op afstand een efficiënte diagnose van het te volgen CIPcomputers, machines en apparaten beheren, proces – met minder kostbare downtime van de monitoren en onderhouden. productielijnen tot gevolg. Onder de EcoStruxure hangen weer verschillende applicaties en oplossingen. Die moeten het de klant gemakkelijker maken om het geheel van MEER UPTIME, LAGERE CO2-EMISSIE zijn connected products – variërend van sensoren, De concrete gevolgen in het geval van Nestlé schakelaars tot drivers – eenvoudig te onderhouWaters: liefst 20 procent meer productietijd, den en te beheren. ‘Als bedrijf zorg je op deze inclusief een hogere productiviteit. Daarnaast: manier voor nog meer aantoonbare output van 340 ton minder CO2-uitstoot, door verbeterde je machinepark’, aldus Van Dasselaar. tracering en diagnose van de verschillende kleppen in het productieproces – een concrete verlaging van ruim 50 procent. En een verbeterde KLEINE FOOTPRINT kwaliteit en efficiëntie van reiniging. Duurzaamheid wordt, zo zegt Van Dasselaar, in toenemende mate strategisch ingezet. De auto‘Het werkt zo goed, dat de oplossingen ook zullen matisering en de digitalisering is daarbij, in goed worden ingezet op nieuw te bouwen productieNederlands, de enabler. Oftewel: duurzame en lijnen’, aldus Van Dasselaar. ‘Niet voor niets lieten economische groei gaan samen, en dat wordt ze bij Nestlé Waters weten dat de samenwerking mogelijk gemaakt door de onderliggende uitstekend was en dat de normen van de toeautomatisering – zoals dus de EcoStruxure die komst inmiddels geïmplementeerd zijn. Een Schneider Electric in de markt heeft gezet. Zo strategische oplossing, die we samen hebben hielpen de experts van Schneider Electric de bewerkstelligd. Zo zien we dat het liefst.’ grootste raffinaderij van Argentinië bij het ontwikkelen en eenvoudig integreren van continue www.se.com energieverbetering. En die oplossingen gingen www.nestle.nl/brands/water

• •

april 2021

61


PROCESVERBETERING

JEVEKA OPENHARTIG OVER HOBBELS IN TRANSITIE NAAR NIEUW IT-SYSTEEM

‘WE MOETEN GEEN MOOI WEER SPELEN ALS WE TEGEN OBSTAKELS AANLOPEN’ The devil is in the detail. Grote problemen zitten soms in een klein hoekje. Daar kunnen ze in Almere over meepraten. De overstap op een nieuw IT-systeem ging bij technische groothandel Jeveka niet altijd even soepel. Directeuren Adriaan en Stephanie Veltkamp blikken in alle openheid terug. ‘Als je alle uitdagingen tijdens zo’n traject degelijk wilt aanpakken, heb je een dubbel bedrijf nodig.’

van Jeveka. ‘Als bedrijf zijn we klein, maar als business groot’, zegt Adriaan Veltkamp. ‘We hebben zo’n honderd medewerkers, maar werken wel met heel veel verschillende producten, klanten en leveranciers. Daardoor waren we te klein voor de uitgebreide versies en onze wensen te groot voor de kleine versies.’ Door dat servet-tafellakenverhaal vielen de standaardleveranciers van de ‘grote pakketten’, zoals SAP en Oracle, af. En boden de kleinere pakketten weer te weinig mogelijkheden.

BEDRIJFSBREED CLOUDPLATFORM De zoektocht van externe partijen, collega’s en medewerkers leek in eerste instantie weinig op te leveren. Tot de directeuren tijdens de uitreiking van de DISCA Awards 2018 van Link Magazine toevallig in gesprek kwamen met een vertegenwoordiger van ITbedrijf Pulse. Deze innovatieve businesspartner maakt bedrijven binnen de industrie toekomstbestendig, gebruikmakend van het Microsoft Dynamics 365-platform. ‘Een belangrijke reden van onze keuze om met Pulse samen te werken, is hun specifieke branchekennis van de industriële markt waarin wij opereren.’ Het eerste gesprek smaakte Het nieuwe cloudplatform draait goed, bevestigen Adriaan en Stephanie Veltkamp. ‘Hiermee kunnen we de komende jaren zeker vooruit.’ Foto: Jeveka naar meer en uiteindelijk besloot Jeveka onder leiding van Pulse de overstap te maken naar Dynamics 365 DOOR ANDRÉ RITSEMA complex. En daar waren we op een bepaald Finance en Operations: een bedrijfsbreed cloudmoment wel klaar mee.’ platform, waarmee bij Jeveka het geheel van ERP, eveka was er klaar voor, net als de markt Finance, HR, Business Intelligence en de webshop en de medewerkers. Oftewel: alle lichten SERVET-TAFELLAKEN geïntegreerd zou functioneren. stonden op groen om over te stappen Daarom werd in 2018 besloten om over te stapnaar een nieuw, bedrijfsbreed IT-systeem pen op de cloud en tegelijkertijd de website en inclusief cloud computing, website en webshop. webshop grondig te vernieuwen. Een grote uitNIET SCHERP GENOEG De technische groothandel in bevestigingsartikedaging en tevens een forse investering. Broer en Dat klonk veelbelovend. En hoe gaat dat dan? Er len en aanverwante gereedschappen draaide zo zus Veltkamp vertellen hoe dat in zijn werk ging. komt een plan van aanpak, er wordt een projectlangzamerhand op een verouderd pakket, met Waarvoor werd gekozen, waar ze tegenaan liepen team opgetuigd en er worden key users aangewezeer veel maatwerk. ‘Van oudsher zijn we een en wat de toegevoegde waarde van het nieuwe zen. Een team van consultants, projectleiders en goed geautomatiseerd bedrijf. Vooral intern, platform is. Ook benoemen ze de hobbels. Dat is een scrummaster zou het gehele proces begeleimaar ook extern’, vertellen Adriaan en Stephanie niet gebruikelijk, weten ze. ‘We moeten tegenover den. Daar ging het voor het eerst niet helemaal Veltkamp, de directeur-eigenaren van het bedrijf onze klanten geen mooi weer spelen als we goed, zegt Stephanie Veltkamp. ‘De key users en kleinkinderen van oprichter Joop Veltkamp. midden in een IT-transitie tegen obstakels aanmoesten uittesten en meedenken: hoe moet het ‘Maar we hadden een weinig courant systeem, lopen. Dan moet je geen succesverhalen vertellen. IT-systeem nu daadwerkelijk ontworpen worden waarin we alle noodzakelijke wijzigingen en verDe klanten zagen en merkten zelf ook hoe het om voor Jeveka optimaal te draaien? Waar moet anderingen elke keer zelf moesten doorvoeren. hier ging. Die succesverhalen komen wel weer.’ het wat precies kunnen? En wat zijn daarvan dan Dat was omslachtig en kostbaar. Bovendien Het traject verliep niet altijd even soepel. Dat had de gevolgen? Daar zijn we zelf niet scherp genoeg waren externe koppelingen op z’n zachtst gezegd onder andere te maken met de aard en omvang op geweest. Het was ons onvoldoende duidelijk

J

62

april 2021


dat de key users meer moesten doen dan alleen maar testen, ze moesten ook op abstract niveau kunnen nadenken over de consequenties van een keuze. En dat bleek niet altijd voldoende het geval.’ Het leidde ertoe dat verschillende key users vervangen moesten worden of zelf uitstapten. Wat

cessen maakte het soms lastig in te schatten of een bepaalde functionaliteit wel of niet toegepast kon worden. En vooral wánneer in het traject. We hadden bijvoorbeeld afgesproken de mogelijkheid om de klant vooruit te laten betalen achteraf te implementeren. Later bleek dat we dit beter op voorhand had kunnen doen.’ Zo werden broer en zus naar eigen zeggen ‘steeds dieper de details in getrokken’. En die bleken elke keer ingewikkelder dan gezegd en verwacht. ‘Voor elk detail moesten we weer een oplossing bedenken. Het probleem was dat er geen eenduidige antwoorden waren en elke keer zoveel uitzonderingen op de regel. Die details maakten het lastig en zorgden voor oponthoud. Daar hebben we ons echt op verkeken.’

‘ZORG VOOR EEN FLEXIBELE SCHIL MET EXTRA MENSEN BIJ HET OVERSTAPPEN’

niet alleen zorgde voor vertraging, maar ook voor onrust intern. ‘Dat was niet echt fijn om mee te maken’, zegt Stephanie Veltkamp. ‘Voor geen van de partijen. Bovendien moesten we weer nieuwe key users inwerken; dat kostte natuurlijk ook weer tijd.’

LEERPROCES De gang van zaken rondom de key users was een leerproces, zegt Adriaan Veltkamp. ‘We merkten dat we er continu bovenop moesten zitten. Steeds scherp hebben wat er gebeurt en wat we daarmee moeten.’ En dat gold in de loop van de maanden voor meer dingen. ‘De complexiteit van de pro-

VEEL COMMUNICATIE Daar komt nog bij dat het bedrijf gewoon doordraaide – en zelfs groeide. ‘Dat wil zeggen: honderden orders en duizend regels per dag verwerken, onze dagelijkse business.’ Heeft de klant er wat van gemerkt? Ja, zeggen de twee directeuren eenduidig. ‘Er was gelukkig veel begrip en in veruit de meeste gevallen hebben we gewoon geleverd, maar er waren zeker problemen. Zoals klanten die onbedoeld creditnota’s en aanmaningen kregen of orders die niet op tijd

werden geleverd. Daar hebben we veel over moeten communiceren. En we snappen dat klanten hebben geklaagd over “onze smoezen”, zoals ze het hebben genoemd.’ Had het achteraf anders gekund? Adriaan Veltkamp betwijfelt het. ‘Als je zonder problemen wilt overstappen, moet je je nieuwe systeem proefdraaien met een dubbel bedrijf. Je gewone bedrijf om klanten te bedienen en een tweede bedrijf om het nieuwe systeem te testen. Maar dat kan natuurlijk niet.’ Als Stephanie één les heeft geleerd, gaat die over capaciteit: ‘Zorg voor een flexibele schil met extra mensen bij het overstappen. Wij hadden op zeker moment wel 20 procent overcapaciteit om alles in goede banen te leiden.’

SCHAALBAAR SYSTEEM Sinds november 2020 draait Jeveka op een nieuw, schaalbaar cloudplatform dat de groeiplannen ondersteunt en het mogelijk maakt om mee te gaan met updates en nieuwe functionaliteiten. Doordat maatwerk is teruggebracht, is het nieuwe systeem beter te beheren en toekomstbestendiger. Het draait goed, bevestigen Adriaan en Stephanie Veltkamp. ‘Hiermee kunnen we de komende jaren zeker vooruit. En dit voorjaar worden er nieuwe functionaliteiten toegevoegd; het systeem is eenvoudig uit te breiden. Zo kan het meegroeien met het bedrijf en onze klanten. Dat was een belangrijke wens en voorwaarde.’

• www.jeveka.com • www.pulse.nl

THE INTEGRATOR

COMMITTED TO YOUR RESULT Linking industry and innovation SPECIALISTEN IN OPLOSSINGEN VOOR: Machine automatisering

Proces automatisering

Service & onderhoud

Motion control

Renewable energy

Elektrificeren machines

www.vse.nl

april 2021

63


AUTOMATISERING

CARL BERLO, NIEUWE CEO EN MEDE-EIGENAAR 247TAILORSTEEL, KIEST VOOR ‘HYBRIDE’ GROEISTRATEGIE

DIGITAAL ÉN PERSOONLIJK Door de nodige wisselingen in de leiding is 247TailorSteel de afgelopen jaren wat van zijn hoge groeisnelheid kwijtgeraakt. Aan de nieuwe ceo en mede-eigenaar de opgave die vaart er weer helemaal in te krijgen. Hij heeft er het trackrecord voor. De hoogwaardige digitalisering blijft de basis van de succesvolle metaalbewerker, maar daarnaast komt er meer ruimte voor het persoonlijke contact met de klant. Een gesprek met Carl Berlo over de nieuwe strategie.

succesvol vervolg kreeg met warmtepompen. Eind jaren tien ‘draaide het’, wat voor Berlo het sein was verder te kijken. Eerst werd de rol van investeerder serieus beproefd, toen belde Parcom.

‘HYBRIDE’ 247TailorSteel, opgericht en groot gemaakt door Carel van Sorgen, was in 2019 goeddeels in handen gekomen van investeringsmaatschappij Parcom. De onderneming draaide goed, maar was door het vertrek van Van Sorgen uit de dagelijkse leiding en enkele ceo-wisselingen wat van zijn groeisnelheid kwijtgeraakt. Berlo stapte per 1 januari in om een groeistrategie te ontwikkelen en implementeren, zodat het gaspedaal weer naar beneden kan, waarbij het woord ‘hybride’ centraal staat.

DIGITAAL ÉN PERSOONLIJK

‘Elke drie, vier maanden komen er een of meer machines bij. Ik hou niet van overcapaciteit, maar het zorgt er wel voor dat we ook die grote klant met die grote order gewoon kunnen bedienen’, stelt Carl Berlo. Foto: Com-magz

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

B

ij binnenkomst in de productiehal loop je er meteen tegenaan: een nog compleet verpakte TruLaser 5030 lasersnijmachine van Trumpf. ‘Elke drie, vier maanden komen er een of meer machines bij. Hier of in een van onze Duitse vestigingen. Ik hou niet van overcapaciteit, maar het zorgt er wel voor dat we ook die grote klant met die grote order, waardoor hij ineens van tienduizend naar honderdduizend stuks gaat, gewoon kunnen bedienen. We hebben daarvoor ook altijd het plaatmateriaal op voorraad, in 140 metaalsoorten.’

RUIMTE MAKEN We lopen met de kersverse directeur en medeeigenaar Carl Berlo door de hal van de hoofdvestiging van 247TailorSteel in Varsseveld waar op dat moment de tijdelijke tussenwand verwijderd wordt. Het is op de vloer een drukte van belang met agv’s die lasersnijmachines voorzien van plaatmateriaal en met mensen en heftrucks

64

april 2021

die de ruimte opnieuw inrichten. De herinrichting is nodig, gezien de aanhoudende groei van het Achterhoekse metaalverwerkende bedrijf. ‘Januari was een recordmaand, de korte februarimaand evenaarde dat en in maart komen we vrijwel zeker – voor het eerst – uit boven een omzet van 10 miljoen euro.’

TRACKRECORD En die lijn moet zich doorzetten. Daarvoor werd Berlo medio vorig jaar door investeringsmaatschappij Parcom Capital benaderd. Hij had al een aardig trackrecord. In 2005 werd hij commercieel directeur bij Atag Heating, fabrikant van HRketels. In 2004 nog ‘technisch failliet’, desalniettemin een onderneming met technologie in huis waarmee het internationaal een naam had opgebouwd. Met Berlo aan het roer, vanaf in 2006 als ceo en vanaf 2010, wist het die technologie in de VS, China en tal van Europese landen weg te zetten, in samenwerking met marktpartijen. Het zorgde voor schaalgrootte en een double digitgroei die in de jaren erna een vergelijkbaar

Dat woord slaat op de kanalen waarlangs met de grote klanten gecommuniceerd gaat worden: digitaal én persoonlijk. ‘Wij beschikken over een zeer diverse klantenbasis: van grote en kleinere oem’ers, bouwbedrijven, system integrators, metaalbewerkers die even verlegen zitten om extra capaciteit, tot kunstenaars en de kapper om de hoek die een nieuw logo heeft laten ontwerpen en dat gesneden wil hebben. En elke maand komen daar in Nederland, Duitsland en België zo’n 500 nieuwe accounts bij. Met die zeer gevarieerde mix onderhielden we het contact tot nog toe vrijwel uitsluitend via onze online portal Sophia®.’

INTERNATIONALE EXPANSIE Dit jaar gaat bij het Zuid-Duitse Ulm, halverwege Stuttgart en München, de schop de grond in voor de bouw van de vierde vestiging van 247TailorSteel. In 2022 moet die gereedkomen, waarna het vizier gaat op de bouw van de eerste Belgische vestiging, die in 2023 operationeel moet worden. Er wordt dus bewust gekozen voor louter greenfields, om fabrieken exact naar eigen wens te kunnen opzetten en langdurige integratietrajecten te voorkomen, licht Carl Berlo toe. Volgens hem kan de internationale expansie weleens een heel andere vorm krijgen. ‘De leverancier van onze plaatlasersnijders – we hebben er inmiddels 32 staan – is Trumpf. Wij hebben daarmee een heel open relatie opgebouwd. Voor een echte smart factory beschikken wij over de software en kennis van de operationele randvoorwaarden, zij over de hardware. Gecombineerd zou dat tot een mooie samenwerking kunnen leiden die wereldwijd schaalbaar is.’

• www.247tailorsteel.com


VRAGEN NAAR BEHOEFTEN Vanaf nu gaat 247TailorSteel zijn verkoop buitendienst – inmiddels zes mensen in Nederland, negen in Duitsland en twee in België – veel meer ‘geregisseerd’ inzetten. ‘Om klanten persoonlijk te bezoeken, met name de grote en die de potentie hebben groot te worden. We gaan vragen waar ze behoefte aan hebben. Hoe wij het plaatwerk verpakken en hoe het is gesorteerd, zijn zaken waar

‘WIJ BLIJVEN EEN ONDERDELENLEVERANCIER’

juist die grote klanten zeer aan hechten. Ook blijkt er behoefte aan een directe digitale koppeling tussen hun ERP-systeem en Sophia. We hebben dertig softwareontwikkelaars, die al die wensen gaan vertalen naar aanpassingen in Sophia. Zo krijgt die grote klant straks zijn eigen digitale omgeving, waarin hij ook al zijn specifieke wensen kan aangeven.’

COMPLEXITEIT HANTEERBAAR ‘Hybride’ blijkt nog niet te slaan op het uitbreiden van het aantal bewerkingen. 247TailorSteel

startte met het volautomatisch uitvoeren en toeleveren van lasergesneden plaatwerk. Later kwamen daar buigen en laserbuissnijden bij, waar het voorlopig bij blijft. ‘Wij willen ons vooral richten op de relatief 247TailorSteel startte met het volautomatisch uitvoeren en toeleveren van lasergesneden plaatwerk. Later kwamen daar buigen en laserbuissnijden bij, waar het voorlopig bij blijft. Foto: 247TailorSteel kleine series, dus nemen we het pons- en stanswerk niet gauw in ons aanbod CONCURRENTIE? op. Frezen mogelijk wel, maar de complexiteit En die core is – en blijft - gebaseerd op de hoge moet wel hanteerbaar blijven. Als Sophia aangeeft mate van automatisering. ‘Daarin zijn we nog dat iets maakbaar is, dan moet het dat ook met steeds uniek’, stelt Berlo met overtuiging. ‘Er zijn zekerheid zijn. Wij onderscheiden ons met onze wel metaalbedrijven die ook een portal inrichten, kwaliteit, snelheid en leverbetrouwbaarheid en maar daarachter is er nog dagen aan handwerk dat moet zo blijven. Ook lassen en assembleren nodig om de maakbaarheid te beoordelen en een zullen we om die reden hier niet gauw gaan doen. offerte op te stellen. Bij ons heb je die binnen Wij blijven een onderdelenleverancier.’ enkele minuten. En het metaalwerk desgewenst ‘Voor de oem’er moeten wij extreem wendbaar binnen twee dagen.’ Toch let hij wel op de conzijn’, weet Berlo, indachtig de ketenpositie die hij currentie, zoals Laserhub: een Duits platform, met Atag innam. ‘Atag integreert warmtewissewaaronder zich inmiddels tientallen, vooral laars, pompen en honderden andere zaken die kleine metaalbewerkers hebben verzameld. op hun specificaties geproduceerd zijn. Dan wil ‘Ik denk niet dat die gauw ons niveau van je absoluut geen leverancier die niet met je kwaliteit en leverbetrouwbaarheid halen. Maar opschaling meekan. Kwaliteit is de core van ze bestaan, dus we mogen onze ogen er niet voor 247TailorSteel.’ sluiten.’

april 2021

65


SMART CUSTOMIZATION

LINK MAGAZINE START PLATFORM SMART CUSTOMIZATION|CTO

KIEZEN TUSSEN ZWITSERS ZAKMES EN KAAL KEUKENSCHILMESJE Bedrijven uit de industrie in staat stellen kennis en kunde met elkaar te delen en zo klanten nog meer waarde te bieden en de eigen processen te verbeteren. Dat is het doel van het Platform Smart Customization|CtO waarmee Link Magazine onlangs van start ging. Configure-to-order (cto) kent niet alleen technische maar juist ook sociale en organisa-torische uitdagingen. Dat bleek al meteen tijdens de eerste (online) bijeenkomst. Tegelijk biedt cto bedrijven ook veel kansen. Vergelijk het met LEGO-blokjes, die ook aardig standaard zijn. Maar met LEGO kun je alles maken.

• ‘Salesmensen vrezen dat cto beperkingen

oplevert.’ • ‘Als je het goed uitwerkt, kun je 90 procent

van wat de klant wil modulair aanbieden.’ • ‘Er zijn genoeg engineers die niets liever doen

dan blokken bouwen en die combineren.’ • ‘Of iets een standaardproduct of een one-off

wordt, hangt voor mij helemaal van de centen af.’ • ‘Klanten zijn enthousiast en komen met meer

repeteerbare orders.’

OVER HET VOETLICHT

Is cto te zien als een veelzijdig Zwitsers zakmes? Foto: Wenger

DOOR LUCY HOLL

H

oe je configure-to-order in de organisatie introduceert, komt heel precies. Want voor je het weet gooit Sales de kont tegen de krib omdat ze vinden dat werkelijk alle klantwensen altijd ingewilligd moeten worden en dat dat met standaardisering toch echt niet gaat. Of vindt Engineering er niks meer aan, omdat ze bij een nieuwe order het liefst blanco beginnen. Of voelt een klant zich tekortgedaan.

DRAAGVLAK KRIJGEN Configure-to-order (cto) is een cruciaal instrument voor de industrie om klantspecifiek te blijven werken, maar door vergaande modularisering wel de doorlooptijden drastisch te verkorten, de kosten te verlagen en zo de concurrentie-

66

april 2021

positie te verstevigen. Maar hoe krijg je dat verhaal verkocht, vraagt Wouter Kuijpers zich af tijdens de eerste platformbijeenkomst half maart. Kuijpers is directeur operations bij Dinnissen Process Technology uit Sevenum, wereldleider in de procestechnologie van poeders, korrels en granulaten. ‘We zijn al 73 jaar een bedrijf van klantspecifieke oplossingen. Intern en extern haken mensen af bij de term configure-to-order, het is lastig om draagvlak te krijgen. Nu hebben we het zo ingestoken dat verkoopmedewerkers aan de voorkant volledige vrijheid hebben om klanten te helpen aan hun gewenste oplossing. Het smart customization-stuk zit vooral aan de achterkant, in de engineering.’ Dinnissen doet veel met product data management, configureert in CAD-pakket SolidWorks en gebruikt Typical Manager van Yellax om elektrische schema’s en software samen te stellen.

‘Dus de woordkeuze is bij jullie heel belangrijk om geen aversie op te roepen en niet de indruk te wekken dat er iets standaard zou zijn’, zegt Evert Rietdijk, general manager bij machinefabriek Nedschroef Herentals en deze middag moderator van de platformbijeenkomst. Hij heeft nog maar nauwelijks afgetrapt of deelnemers beginnen te vertellen hoe ingewikkeld het is om cto op een goede manier over het voetlicht te krijgen. Frans Gouwenberg, manager structuring engineering bij VMI Group in Epe, fabrikant van hightech machines, herkent het verhaal van Wouter Kuijpers wel. ‘Rondom termen als modularisatie en standaardisatie hangt nog altijd zo’n zweem dat het alleen voor basisorders toepasbaar is. Salesmensen vrezen dat het beperkingen oplevert en dat ze daarmee hun klanten niet goed kunnen bedienen. We zijn op zoek naar een nieuwe term voor dit vehikel, waarmee we én kunnen aansluiten op de specifieke wensen van klanten die hun producten steeds verder gecustomized willen hebben, én op een slimme manier kunnen produceren.’ Gouwenberg omarmt daarom liever het begrip smart customization. ‘Modularisering is een enorme driver: in de praktijk komen we uit op een mix van configure-to-order en engineering-to-order. In smart customization komen de interne wereld van stabiliteit en hergebruik en de externe wereld van echt kunnen inspringen op die klantwens mooi bij elkaar.’


METAFOREN

© De helm is geprogrammeerd en geproduceerd door DAISHIN

Een klassieke verkoper gaat het liefst met een leeg A4’tje naar de klant toe, weet Richard Ruempol, directeur operations van Moba in Barneveld, fabrikant van machines voor het sorteren, verpakken en verwerken van eieren. ‘“Wat wilt u hebben? Tuurlijk, ik heb honderd engineers die voor u aan het werk gaan.” Dat idee. Je moet heel goed uitleggen wat cto en modularisering is.’ Cto is een soort LEGO, met modules en standaardinterfaces. ‘Met LEGO kun je alles maken. Als je het goed uitwerkt, kun je 90 procent van wat de klant wil modulair aanbieden en toch je voortbrengingsproces efficiënt inrichten en zo je kostprijs verlagen en je kwaliteit verhogen.’ Die vergelijking met LEGO is een mooie, vindt Evert Rietdijk: ‘Je interface is gestandaardiseerd, de variatie van het eindproduct is daarmee ongelooflijk groot en dat stopt als de creativiteit op is.’ Het is de balans tussen standaardisering en differentiatie. Rietdijk laat een foto van een wel heel veelzijdig Zwitsers zakmes zien: is dit hét voorbeeld van cto of is het wat overdreven? Stefan Kok, managing partner bij Loods Business, organisatieadviesbureau gespecialiseerd in procesverbeteringen, denkt dat het beeld van het zakmes niet zo slecht gekozen is: ‘Er zijn genoeg engineers die niets liever doen dan blokken bouwen en die combineren.’ Ga je uit van zo’n zakmes of van een kaal keukenschilmesje, vraagt Gouwenberg zich af. Zit alles erin en krijg je een enorme bloemkool aan standaardelementen, of is

LINK-PLATFORM SMART CUSTOMIZATION | CTO

de keuze juist beperkt? Hoe bied je aan wat de klant nodig heeft? Wouter Kuijpers heeft zijn eigen metafoor: stel, je hebt een driebaanssnelweg. Op de linkerbaan scheuren de Formule-1 wagens, de geconfigureerde machines, voorbij. Op de rechterbaan rijden de vrachtwagens, de pure specials. ‘En dan zijn er de tussengevallen: oké, die hoeven niet op de rechterbaan, maar op de andere banen houden ze de rest danig op.’ Mark Dingerdis, cto Boon Edam, expert in automatische deuren en andere toegangsoplossingen, zoekt nog naar consistentie, vertelt hij. Bij de toegangspoortjes is 80 procent al standaard, bij draaideuren is het veel lastiger. ‘Voorheen leverden we die draaideuren af op de bouwplaats en handige Harry’s zorgden ervoor dat het ging werken. Door alle wet- en regelgeving gaat dat niet meer zo. Maar we zitten wel met een historie van een kleine 140 jaar, waarin altijd alles kon. Het besef dat dat niet meer zo is, dringt nog niet tot alle verkopers door.’

Het nieuwe platform is een initiatief van Link Magazine en cto-experts Post & Dekker Engineers|Consultants uit Amsterdam, IPL Advies uit Eindhoven, MTA Group uit Helmond en Yellax uit IJsselstein. Afgelopen jaren werd duidelijk dat bedrijven graag over het onderwerp configure-to-order praten, maar het moeilijk vinden om een actieplan te ontwikkelen en het in praktijk te brengen. De platformpartners willen bedrijven bewust maken van de uitdagingen rond cto en kennis aanreiken. Configure-to-order is het ontwikkelen van machines vanuit een klantgerichte gedachte: modularisering – het denken in standaardmodules – vormt de basis. Met beperkte engineering kan vervolgens vrijwel elke specifieke klantvraag efficiënt afgedekt worden.

• www.postendekker.nl • www.ipl.nl • www.mtagroup.nl • www.yellax.com

MEER MARGE Doe niet te ingewikkeld, het is allemaal veel platter, zegt Dennis Grolleman, directeur DGS in Haaksbergen, producent van vleesverwerkingssystemen. ‘Of iets een standaardproduct of een one-off wordt, hangt voor mij helemaal van de centen af. Ga ik configureren of verkoop ik iets met toegevoegde waarde en vraag ik meer ervoor?’

Maar cto is net zo goed lonend, zegt Willibrord Woertman, ceo van Selo in Hengelo, producent van foodproces- en verpakkingssystemen. Hij vertelt dat Selo twee product-ranges heeft: de ene LEES VERDER OP PAGINA 69

Op zoek naar een CAM-oplossing? ®

Ontdek de voordelen van hyperMILL en schakel over op de beste CAM-software voor al uw 2.5D-, 3D-, 5-assige, frees-draai-, HSC- en HPC-bewerkingen.

www.openmind-tech.com

april 2021

67


OP AFSTAND EN TOCH ALTIJD DICHTBIJ. Met Zoom, Microsoft Teams, Skype en Hangouts bereiken de adviezen en trainingen van Metal Work u overal.

Metal Work Nederland B.V.

Metal Work België - Belgique

Voltastraat 9,

Mechelsesteenweg 277,

6716 AJ EDE

B-1800 VILVOORDE

Tel. + 31 (0)318-665 111

Tel. + 32 (0) 2-751 6120

www.metalwork.nl

www.metalworkpneumatic.be


DRIJFVEREN EN DREMPELS VERVOLG VAN PAGINA 67

is custom made, vaak afwijkend en kostbaar, maar daarom ook qua marge riskant. In de andere range zit steeds meer cto. ‘In die tweede range moeten we het per definitie slimmer en strakker aanpakken, ook met het oog op de concurrentie. Het interessante is dat die cto-projecten al heel snel juist méér marge opleveren dan die etoprojecten. Dat is wel een discussie geweest met onze salesmensen. “Als we meer standaard maken, verdienen we op het eind geen geld meer. Dan is het veel te veel van hetzelfde en wordt het veel te makkelijk gekopieerd”, vreesden ze. Maar als we nu de cijfers zien, zijn de marges bij cto significant hoger dan bij one-offs. Dat is alle reden om meer in te zetten op cto.’ Heeft iemand berekend wat de terugverdientijd van cto is op basis van een omzet van 1 miljoen euro, wil Grolleman weten. Hoeveel energie moet je er aan de voorkant in steken om aan de achterkant makkelijker te produceren? Nou, die rekensom is snel te maken, reageert Woertman. ‘Als we kijken naar een standaardlijn bij ons: een projectmanager hoeft zich daar amper mee te bemoeien, de bill of material gaat rechtstreeks naar inkoop. Het scheelt significant in uren. We calculeerden grofweg met duizend engineeringsuren per miljoen euro omzet, maar dat is nu nog maar ongeveer één vierde. Natuurlijk moet je eerst investeren in het vullen van systemen en in optimaliseren. Maar het is echt de moeite waard.’

De meeste platformdeelnemers hebben configure-toorder nog maar minimaal of gedeeltelijk ingevoerd, zo blijkt uit een korte enquête. Doorlooptijdverkorting staat met stip op 1 om er meer mee te gaan doen. Ook meer hergebruik, kostprijsverlaging en beter bewezen kwaliteit zijn belangrijke drijfveren.

Wat zijn de drempels? • Cto vraagt cultuurverandering: je moet van techniek- naar procesdenken. Het is lastig om Sales te laten inzien dat er • commercieel voordeel te behalen valt. • Cto vraagt om een andere systeeminrichting en andere softwaretools. Beschikbare resources moeten anders ingezet • worden en leveranciers moeten mee willen.

GEEN GESOEBAT MEER Franc Magnee, productmanager van BluePrint Automation, producent van geautomatiseerde verpakkingslijnen, heeft zijn ideaalplaatje aardig scherp, vertelt hij: ‘Wij willen dat al onze functies vrij met elkaar te combineren zijn. Hoewel we heel diverse machines maken, zijn er wel functies die in elke machine voorkomen. Sales kan plukken uit die mechatronische modules en zo een machine samenstellen voor de klant.’ En de salesafdeling blijkt een groot voorstander. Het uitbrengen van offertes gaat veel makkelijker. Alle onderdelen hebben heldere specificaties en prij-

‘MODULARISERING IS EEN ENORME DRIVER’

zen, en wie van de standaarden wil afwijken, weet dat het meer gaat kosten. ‘Klanten lopen niet weg, het is eerder omgekeerd. Vroeger was het soebatten over prijzen, nu hebben we goede, configureerbare prijzen. Klanten zijn enthousiast en komen met meer repeteerbare orders.’ Op dit moment zijn de levertijden nog niet lager dan die van one-offs, want er is nog veel engineeringswerk te doen voor alles echt configureerbaar gestandaardiseerd is.

TOT IN DE VEZELS

MIDDEL, GEEN DOEL

Wie alleen specials levert, heeft zelden engineeringscapaciteit over. Bij cto zou dat op een gegeven moment wel het geval moeten zijn. En dan kan er meer tijd in vernieuwing en doorontwikkeling van het portfolio gestoken worden. Dat maakt cto tot een krachtig instrument. Moet een bedrijf zijn beste en meest ervaren mensen apart zetten of hoeft dat niet, komt de vraag. Richard Ruempol: ‘Bij Moba hebben wij het gesplitst, we hebben een r&d- en standaardisatieafdeling die machines in configure-toorder modules ontwikkelt en onderhoudt, en we hebben een projectengineeringafdeling voor klantspecifieke orders.’ Ook Franc Magnee werkt met een apart team met mechanische, elektrotechnische en software-engineers die ‘tot in hun vezels willen standaardiseren. Ze kijken met een frisse blik. Bij orders werken de orderengineer en de standaardisatie-engineer samen en kijken wat er nog meer gestandaardiseerd kan worden.’ Het is ook wel een vak apart. Gouwenberg: ‘Iemand die vanuit een wit vel werkt, is een uitvinder. Dat is wat anders dan een systeemarchitect die producten logisch opbouwt. Het is de kunst om die werelden bij elkaar te brengen: wat de orderengineer maakt, moet zo dicht mogelijk aansluiten op de bestaande architectuur.’

Stefan Kok is de enige in het gezelschap die cto in het verleden al eens volledig doorgevoerd heeft bij een montagelijn. ‘Het heeft toen mijn verwachtingen overtroffen, qua kosten, flexibiliteit en sales. Wel een heftig traject, want alles gaat anders. Maar het leidt tot meer verkoop: je kunt betere prijzen en een kortere doorlooptijd afgeven, het is duidelijk wat je gaat maken en hoe. Cto blijft daarbij een middel, geen doel.’ De insteek is om de aansluiting tussen verkoop en productie te verbeteren. Cto zet veel dingen in beweging, maar het is niet de heilige graal, klinkt het uit meerdere monden. ‘Met alleen cto red je het ook niet, dat weet iedereen’, zegt Rob Schouten, manager operations Selmers in Beverwijk, fabrikant van machines en proceslijnen voor het stralen en coaten van buizen. Je moet het beide omarmen. Misschien is smart customization dan toch de betere term.

• www.selo.com • www.dgs-ps.nl • www.selmers.com • www.colubriscleantech.com • www.dinnissen.nl • www.moba.net • www.blueprintautomation.com • www.boonedam.com • www.loodsbusiness.nl • www.gietart.com • www.nedschroefmachinery.com april 2021

69


PROCESOPTIMALISERING

GECOMBINEERDE EXPERTISE FRESENIUS KABI EN STT LEIDT TOT OPTIMALE ASSEMBLAGELIJN

GEVECHT OM 90 PROCENT RENDEMENT Kostenbesparing, hogere kwaliteit, meer output op een zo klein mogelijk oppervlak, en dat met productiemiddelen die voldoen aan de strenge eisen voor cleanrooms. En o ja, het rendement moet minimaal 90 procent zijn. Met dit verlanglijstje voor de assemblagelijn van een bloedscheidingsproduct ging Fresenius Kabi uit EmmerCompascuum de markt op. Het Groningse STT Products, gespecialiseerd in het optimaliseren van productieprocessen, bleek de perfecte match.

DOOR WILMA SCHREIBER

F

resenius Kabi legt zich als internationale onderneming toe op klinische voeding, geneesmiddelen en infusie- en transfusietechnologie. Voor de productie van units voor een bloedscheidingsproduct beschikt het bedrijf over een STT Products helpt maakbedrijven al 35 jaar hun productieproces te optimaliseren, stelt directeur Menno Kooistra. De assemblagelijn assemblagelijn van spuitgietmachines bij Fresenius Kabi begint steeds robuuster te draaien, met een uptime tussen de 96 en 100 procent. Foto: Guido Hansman tot en met de verpakking van alle onderdelen, waaraan tot enkele jaren het spiegellassen bedroeg 38 seconden, de takttijd geleden circa tien operators werkten. ‘Wanneer bedrijf te gaan, hoewel het niet eens het goedwas 42 seconden. Zodra de lasmachine de kamer een patiënt bij een operatie veel bloed verliest, koopste was’, zegt Leveling. klaar heeft, moet de robot klaarstaan en in die wordt dit tijdens de operatie opgezogen en verkorte tijd kamer en deksel positioneren, de naaf zameld in de kamer van ons product. Dat bevat VEEL VERSCHILLENDE HANDELINGEN aanleveren, alles in de pers plaatsen, de subeen spiraalvormig kanaal dat hard ronddraait om STT helpt maakbedrijven al 35 jaar hun producassemblies uitvoeren en materialen aan- en het bloed te scheiden in rode bloedlichaampjes tieproces te verbeteren, stelt directeur Menno afvoeren’, schetst Kooistra. en restafval zoals botsplinters. Naderhand kan Kooistra. ‘Wij zijn gegroeid in aantal medede patiënt zo zijn lichaamseigen bloedcellen werkers. En dankzij onze ervaring in de medical toegediend krijgen’, verklaart Jurriaan Leveling, device industrie weten we waar je aan moet volCOMPACTE OPSTELLING destijds projectleider bij Fresenius Kabi. doen als je machines voor een cleanroom ontDe doorlooptijd was niet het enige hoofdbreken. wikkelt. Daarbij denken we mee over het producKooistra: ‘De robot moest kunnen communitieproces, kijken we wat de klant wil, waar het ceren met alle machines op de lijn, waaronder MEEST BEHULPZAAM knelt en waar hij mee geholpen is. Dat is niet een spiegellasmachine van vijftien jaar oud. Daar In de oorspronkelijke situatie legde een operator aan het begin van die assemblagelijn kamer en moesten wij de deksel uit de spuitgietmachine in de lasmachine, besturing op aanvoegde er een naaf aan toe en voedde zo de rest passen. Plus drie van de lijn in de cleanroom. Door deze handemachines met eigen lingen te automatiseren, waarbij de spuitgietCE-keurmerk intemachines producten rechtstreeks de cleanroom greren in een grote in transporteren, wilde Fresenius Kabi een machine die ook kostenbesparing realiseren, de output verhogen weer CE-waardig is. en de kwaliteit verbeteren. ‘We waren alleen niet Daarnaast hebben erg ervaren in het opstellen van de specificaties. we een laser geïnteDaarom hebben we drie bedrijven aangeschregreerd voor traceven, waaronder STT Products. Dat bleek de ability codering, die meest behulpzame partij, die ons al in het altijd iets wat in de aanvraag staat.’ In dit geval ook weer aan de nodige eisen moest voldoen.’ offertestadium hielp met de specificaties. Het stond STT voor de uitdaging één robot in korte Verder voegde STT aanvoerbanen toe, zodat meedenken en zoeken door STT naar de ondertijd veel verschillende handelingen te laten uitde verschillende onderdelen opgepakt konden liggende vraag deed ons besluiten voor dit voeren, zo bleek uit een tijdstudie. ‘De tijd voor worden door de robot. ‘Een compacte opstelling,

‘DANKZIJ DIE AUTOMATISERING HEBBEN WE EXTRA CAPACITEIT WETEN TE CREËREN’

70

april 2021


met één robotarm en een gripper die door een slim ontwerp met zuignapjes en een klemmechanisme de drie verschillende onderdelen kan oppakken, centreren en keurig boven elkaar kan stapelen.’

BUFFERMOGELIJKHEID Plek winnen in de dure cleanroommeters is volgens Leveling een grote pre van het ontwerp van STT. ‘Een ander voordeel is de buffermogelijkheid voor de spuitgietmachine. Als de kunststof eenmaal is opgewarmd, wil je een spuitgietproces niet onderbreken, anders raakt de warmtehuishouding van de leg. Dus als een lasmachine storing heeft, moet de spuitgietmachine een halfuur lang – de omsteltijd van lasplaten – zijn producten kwijt kunnen.’ Deze specificatie stond niet in de originele aanvraag, maar kwam aan het licht in het proces van het gezamenlijk ontdekken waar de klant behoefte aan heeft, stelt Kooistra. ‘In dit geval nemen wij de expertise van de klant over spuitgieten mee in het ontwerp. Samen kom je tot veel betere oplossingen dan wanneer je elk apart aan de slag gaat.’

100 PROCENT KWALITEITSCONTROLE Leveling stelt dat er nu een heel mooi proces staat. ‘Dankzij die automatisering hebben we extra capaciteit weten te creëren. Want een robot stopt niet, in tegenstelling tot een operator die af en toe pauze heeft of even met een collega wil overleggen. Soms moeten we hem zelfs stilzetten omdat hij teveel output levert’, lacht hij. Ook de kwaliteit is toegenomen dankzij 100 procent

kwaliteitscontrole, waar de operator in het verleden slechts steekproefsgewijs een controle uitvoerde. ‘We hadden een rendementseis van 90 procent afgegeven: van alle honderd uur dat de machine kan draaien, moet hij 90 uur maken. Na een paar maanden optimaliseren hadden we dat punt bereikt.’

TOT HET GAATJE Bij zo’n gevecht om naar die 90 procent te komen, komt de echte samenwerking naar boven, stellen Leveling en Kooistra. Het gesprek over ‘stond niet in de opdracht’ versus ‘voldoet niet aan de outputeisen’, waarbij beide partijen water bij de wijn doen. ‘Dat is best lastig, want je hebt de kosten gemaakt en geleverd. Maar je staat als bedrijf ook ergens voor: dat je performance levert’, aldus Kooistra. ‘Daar zijn we met elkaar heel goed uitgekomen. Fresenius Kabi maakte bijvoorbeeld filmpjes van wat er gebeurt op de lijn, zodat wij remote met de besturing konden meekijken. We hoefden dus niet uren in de auto voor een handeling van een kwartier.’ STT zelf moest tot het gaatje gaan bij de opdracht. ‘De signaalverwerking optimaliseren en tijden scherper stellen met besturing heeft onze creativiteit getriggerd. Daarbij proberen we het streven van Fresenius Kabi – zero defect production door smart manufacturing – in alle stapjes van het proces te vertalen.’

Jurriaan Leveling, projectleider bij Fresenius Kabi in de tijd van de ontwikkeling van de lijn met STT. Foto: Fresenius

basis van de OEE (overall equipment effectiveness)-registratie waar de lijn verder te perfectioneren is. ‘We kijken steeds waar een probleem zich bevindt en hoe we het kunnen oplossen. Kleine dingetjes waarmee we winst kunnen behalen. De lijn begint steeds robuuster te draaien, met een uptime tussen de 96 en 100 procent. Een heel hoge score’, aldus Jan Hakkers, productieleider bij Fresenius Kabi. ‘Verder proberen we op basis van trends te voorspellen wanneer onderdelen zoals lasplaten aan vervanging toe zijn. Dergelijk preventief onderhoud helpt ons een eventuele breakdown te voorkomen.’

STEEDS ROBUUSTER Inmiddels zit de taak van STT erop en kijkt de eigen onderhoudsdienst van Fresenius Kabi op

• www.sttproducts.nl • www.fresenius-kabi.com/nl

Vlakbodem 10

3247 CP Dirksland

the Netherlands

+31 187 602 744

www.tbp.nl

info@tbp.nl

tbp also supplies the smart farming industry electronics manufacturing services

april 2021

71


DIGITALISERING

BOSCHMAN EN PLM XPERT STANDAARDISEREN PRODUCTDATAMANAGEMENT

VAN R&D EN ENGINEERING TOT PRODUCTIE EN SERVICE De gestage groei van Boschman Advanced Packaging Technology vroeg om professionalisering van het productdatamanagement. Samen met PLM Xpert implementeerde Boschman daarvoor PRO.FILE. Dat verbetert de vindbaarheid van data, ondersteunt standaardisatie in engineering, verbetert de voorspelbaarheid van productie en staat bovendien in dienst van de eigen service.

PDM/PLM (product lifecycle management). ‘Boschman zocht een PDM-oplossing die vanuit het engineeringsproces ERP een goede voeding kan geven’, vertelt business development manager Bas Verbunt van PLM Xpert, het PRO.FILE Competence Center voor de Benelux. ‘Databeheer gebeurde bij Boschman nog traditioneel in mappen, met weinig hergebruik. Het was elk project weer opnieuw beginnen, met als gevolg een wildgroei aan data. Daarom hebben we eerst in een awareness-sessie op hoofdlijnen ERP en PDM uit elkaar getrokken: wat doet wat en hoe is dat complementair aan elkaar? In onze demo hebben we vervolgens de nadruk gelegd op het beheer van de SolidWorks-data (CADdata, red.).’ Belangrijk voor Boschman was dat PRO.FILE de ambitie ondersteunde om van engineering-to-order naar configure-to-order te gaan. Beijk: ‘Er zit altijd wel wat maatwerk aan een machine, maar we proberen zoveel mogelijk te standaardiseren, om klantspecifiek te kunnen bouwen vanuit standaardmodules. Hoe meer dat lukt, hoe makkelijker en voorspelbaarder het operationeel wordt.’

Bas Verbunt (links) en Dennis Beijk in het competence center van Boschman in Duiven. Foto: John Voermans

MIGRATIE EN CLASSIFICATIE DOOR HANS VAN EERDEN

B

oschman legt zich toe op het verpakken (‘molding’) van halfgeleiderchips, met een matrijs in een pers. Het bedrijf, dat begon als matrijzenmaker, bouwt complete molding- en sintering-equipment, verzorgt r&d in co-creatie met klanten en voert kleinschalige productie van prototypes en eerste series uit. In Duiven (zeventig medewerkers, van wie bijna twintig in r&d en engineering) heeft Boschman een competence center, vanuit de vestiging in Singapore richt het zich op detailengineering en productie. De eindassemblage van machines vindt plaats in Duiven en Singapore, afhankelijk van de locatie van de klant. Boschman bedient Azië, Amerika en Europa en groeit naast de semicon vooral in de automotive. Niet alleen vanwege het groeiende aantal sensoren in auto’s, maar ook door het zelf ontwikkelde proces voor het met zilver ‘solderen’ (‘sintering’) van betrouwbare en veilige verbindingen in zogeheten inverters. Die

72

april 2021

zorgen in elektrische auto’s voor transformatie van de laagspanning van accu’s naar de hoogspanning van elektrische circuits.

ORGANISATIE EN STANDAARDISATIE Kortom, de markt groeit en dan moet de interne organisatie meegroeien. Toen Dennis Beijk vijf jaar geleden als operations manager aantrad bij Boschman, zag hij dat de businessunits (machinebouw, r&d en productie) en ook Singapore elk met hun eigen ERP-systeem werkten. ‘Die wisten bij wijze van spreken niets van elkaar. We moesten een eenduidige werkwijze hebben en zochten daarom een nieuw ERP voor de gehele organisatie. Gaandeweg kwam ik erachter dat hetzelfde gold voor ons artikelbeheer. De masterdata gingen volgens verschillende standaarden de operatie in. Omdat bij ons engineering leading is, moesten we dus ook op zoek naar een PDM-systeem.’ In deze digitaliseringsslag viel de keuze voor ERP op SAP (in de mkb-uitvoering Business One) en op PRO.FILE voor

Twee jaar geleden ging Boschman live. Voor enige hoofdbrekens zorgde de datamigratie. Beijk: ‘De tekeningen van onze bestaande machines werden altijd flink geraadpleegd, dus als die niet meer beschikbaar waren, zou dat het primaire proces verstoren. Toch wilden we niet ons nieuwe systeem laten vervuilen met alle oude data.’ Verbunt: ‘We hebben samen gekozen voor een semiautomatisch proces, waarin de oude CAD-data vanuit SolidWorks worden overgezet op het moment dat een engineer die moet gebruiken. Het voordeel is dat alle data eerst door je handen gaan voordat je ze in PRO.FILE zet. Je kunt checken of ze helemaal correct zijn en voorkomt dat je oude fouten kopieert. Zo kon Boschman waardevolle data hergebruiken, met zo weinig mogelijk verstoring van het primaire proces. Ze hebben dus niet alles overgezet, want dan zouden ze krijgen wat ze al hadden en met een postmigratie nóg een keer door alle data moeten gaan.’ Voor het hergebruik van data helpt de classificatie die Boschman sterk heeft uitgebreid, vertelt


Beijk. ‘We komen van een situatie waarin we alleen een tekening- of artikelnummer en een omschrijving hadden. Nu kunnen we aan de data documentkaarten plakken waaraan meer specifieke informatie is toegevoegd. Dat verbetert de vindbaarheid sterk en daar heb ik als operationeel manager heel veel baat bij. In ons oude systeem hadden we bijvoorbeeld voor een simpel boutje drie artikelnummers. Dan had een engineer het niet kunnen vinden en had hij opnieuw hetzelfde artikel aangemaakt.’

onderdelen uitwisselbaar zijn tussen oude en nieuwe typen machines.’

SPECIALISATIE Ook voor de actuele corona-uitdagingen, zoals installatie en onderhoud op afstand, zijn er oplossingen. Zo kunnen exploded views van de machine(onderdelen) de klant helpen om zelf aan de slag te gaan. Beijk: ‘Dat gebeurt al, waarbij wij met videoconferencing en een camera bij de machine meekijken.’ Een andere optie is augmen-

REPARATIE Naast engineering heeft ook r&d baat bij PRO.FILE, vervolgt Beijk. ‘Voorheen sloegen we informatie van klanten op in mappen op onze server, nu stoppen we documenten en data veilig in een vault, een kluis. Onze manager engineering kan bepalen wie deze data mag inzien, bewerken en vrijgeven voor productie.’ Ook de eigen serviceorganisatie van Boschman werkt er al mee. ‘Servicerapporten van projecten kunnen we nu aan machinetypen linken. Bij r&d voor een nieuwe uitvoering bepalen we met die rapporten wat we kunnen verbeteren. Ook voor de spare parts gebruiken we het systeem. Bij de release van een nieuwe machine geeft de engineer de slijtdelen aan. Dat is input voor sales, die deze delen actief kan gaan aanbieden, en voor ons magazijnbeheer, dat een veiligheidsvoorraad van die delen moet aanhouden. Ook helpt PRO.FILE ons om ‘backward compatible’ te engineeren. Onze machines gaan lang mee, maar er gaan natuurlijk parts kapot. Dan moet je zeker weten dat de nieuwe

Expertise – Passion – Automation

‘VOOR BIJVOORBEELD EEN SIMPEL BOUTJE HADDEN WE DRIE ARTIKELNUMMERS’

ted reality (AR), waarvoor PRO.FILE de data levert op de AR-bril van de monteur. Verbunt: ‘Daarvoor hebben we sinds kort een partnerschap met een jonge club, Recreate, die in AR is gespecialiseerd. Veel grote PLM-leveranciers bieden zelf ook AR, maar wij kiezen bewust voor best of breed. Wij geloven in specialisten, niet in generalisten die totaaloplossingen zeggen te bieden maar nergens echt goed in zijn.’

ACTUALISATIE Tot slot, wat hebben de digitaliseringsslag en samenwerking – tussen PRO.FILE en SAP, tussen Boschman en PLM Xpert – gebracht? Beijk: ‘We hebben meer standaardisatie in ons portfolio, de doorlooptijd van engineering is verkort, de kostprijzen zijn omlaag gegaan en onze betrouwbaarheid is ondanks onze groei toegenomen, zowel in kwaliteit als in leverbetrouwbaarheid. We willen nog stappen maken, onder andere door nog meer modules op voorraad te bouwen, zodat we onze doorlooptijden verder kunnen verkorten.’ Een volgende stap wil Boschman ook zetten bij engineering in Singapore. Beijk: ‘In Nederland is het lastig om goede engineers te vinden. Daarom willen we de engineers die we hier hebben, vooral aan het conceptuele ontwerp laten werken en het daadwerkelijke uitwerken van tekeningen meer in Singapore laten doen. Daar werken ze nu al met PRO.FILE, via een beveiligde verbinding, op onze server. Om hen sneller te kunnen laten werken, willen we daar een eigen server hebben, die via Enterprise Transaction Oriented Replication met onze server hier is verbonden. Dat zorgt ervoor dat ze met dezelfde database werken, waardoor we bijna rond de klok aan dezelfde projecten kunnen werken.’

• www.boschman.nl • www.plmxpert.nl

Uw kennispartner in persluchtkwaliteit Bent u actief in de voedingssector? Kent u de kwaliteit van uw perslucht? Zuivere perslucht is essentieel om de voedselveiligheid van uw producten voor de consument te garanderen. In pneumatische toepassingen is het filtreren en regelen van perslucht noodzakelijk om optimale én veilige resultaten te bereiken. Perslucht die onvoldoende is gezuiverd van vuildeeltjes beschadigt machines en systemen en tast de productkwaliteit aan. SMC is ook uw kennispartner als het gaat om persluchtkwaliteit. Wij kunnen een risicoanalyse of kwaliteitsmeting van uw persluchtinstallatie uitvoeren conform ISO8573-1:2010. Wilt u meer weten? Scan de QR-code.

www.smc.nl

april 2021

73


MODULARISATIE

VAN EEN SPAGHETTI AAN BEKABELING NAAR PLUG & PLAY-MODULES

‘WE KRIJGEN STEEDS MINDER TIJD VAN DE KLANT OM TE INSTALLEREN’ Klanten die steeds meer functionaliteiten verwachten in het automatisch laad- en lossysteem en componenten die robuust genoeg moeten zijn om bij -25°C en lager hun werk te blijven doen. Met deze uitdaging meldde Asbreuk Service zich bij Turck in Zwolle. Het decentrale modulaire systeem van deze leverancier bleek niet alleen aan die eisen te voldoen, maar stelt Asbreuk Service ook in staat klanten meer flexibiliteit en continuïteit te bieden.

‘De tijd tussen het moment dat je bij de klant ten tonele verschijnt en de installatie is afgerond, moet zo kort mogelijk zijn’, stelt Marco Asbreuk, directeur bij Asbreuk Service. Foto: Asbreuk Service

DOOR WILMA SCHREIBER

M

achinefabrikant Asbreuk Service in Oldenzaal is gespecialiseerd in installaties rond het automatisch laden en lossen van vrachtwagens. De installaties worden vaak ingezet wanneer een producerend bedrijf gaat samenwerken met een logistiek dienstverlener die de opslag en distributie van gereed product verzorgt. Al het gereed product moet naar de nieuwe locatie, daarin kan Asbreuk een grote rol spelen. ‘Wij sluiten aan bij het einde van de productielijn bij de producent, nemen pallets in ontvangst, laden deze in de pendeltrailer en lossen de pallets op de locatie van de logistiek dienstverlener’, verklaart directeur Marco Asbreuk. ‘In de markt zien we een trend dat klanten graag één hoofdaannemer willen, die de systemen voor deze drie stappen op elkaar kan laten aansluiten.’

ANDERS AANVLIEGEN Vorig jaar leverde Asbreuk Service zo een turnkey-oplossing voor een frietfabriek in Lelystad.

74

april 2021

Ook hier betrof het drie systemen: ATL (automatic truck loading) bij de aardappelverwerkende partij, ATU (automatic truck unloading) bij de logistiek dienstverlener en twee pendeltrailers die tussen beide heen en weer rijden. Vanwege het grote aantal functies dat de klant vroeg voor het ATL-systeem, klopte Asbreuk aan bij Turck in Zwolle. ‘In dit geval ging het niet alleen om pallettransport, maar ook om de controle van pallets – zijn ze niet te groot, te hoog of instabiel –, bufferfunctie, sorteren van pallets plus automatisch laden’, aldus Asbreuk. ‘Willen we dat doen binnen onze competenties, dan moeten we dit op een andere manier aanvliegen. Want nu kent het systeem een hele grote besturingscomponent, die bovendien voor elke klant heel specifiek is. Dat kost heel wat installatiewerk, heel veel kabels en veel uren voor testen en commissioning om software te optimaliseren en kinderziektes eruit te halen. Dat leidt tot hoge totale kosten die onze marge onder druk zet.’

KANT-EN-KLARE BLOKKEN Dus gooide Asbreuk Service het over een andere boeg: een systeem opbouwen uit kant-en-klare modules. Niet alleen hardware en elektrische aansluiting, maar ook software. ‘Kant-en-klare blokken waarmee we elk gewenst project kunnen oppakken. Waarbij bekabeling minimaal is, het testwerk en de commissioning al lang zijn gedaan en we heel snel iets kunnen realiseren’, schetst Asbreuk. ‘Van een centrale besturing met een spaghetti aan bekabeling naar besturing op de verschillende modules in het veld, die plug & play te koppelen zijn. En die herkennen met welke andere modules ze verbonden zijn en hun ‘gedrag’ daarop aanpassen.’ Vanwege het feit dat 90 procent van de klanten actief is in de food, heeft Asbreuk Service te maken met nog een belangrijke eis. ‘Een heel groot deel van de installatie bevindt zich in een vriesomgeving van -25°C en lager. Voor elektrische installaties is dat wel een punt’, zegt Asbreuk met gevoel voor understatement. Dus ging het bedrijf op zoek naar een leverancier die al deze wensen kon vervullen. Al snel kwam het modulaire systeem van Turck in beeld, waarbij de componenten bestand zijn tegen temperaturen tot -40°C.

MINDER TIJD, MEER DRUK De trend van modularisatie speelt niet alleen in ATL, maar geldt voor veel meer bedrijven, is de ervaring van Turck. ‘Met ons systeem van decentrale besturingsoplossingen spelen we daarop in,’ aldus Gerjan Woelders, automation systems engineer bij Turck. ‘Hierdoor worden modules in het veld steeds autonomer. Daarnaast is een hoge beschermingsgraad belangrijk, niet alleen tegen koude, maar ook voor de vochtbestendigheid van de installatie binnen en buiten. Dus moeten componenten robuust zijn, wil je ze buiten een schakelkast kunnen plaatsen.’ Een ander voordeel is volgens Woelders dat componenten buiten de besturingskast simpel en snel met connectoren aan te sluiten zijn. ‘Aantrekkelijk voor machinefabrikanten, die doorgaans machines opbouwen, voor vervoer naar de klant deels weer afbouwen en daar weer opbouwen. Bij een conventioneel systeem kost dat veel meer tijd dan bij een modulair systeem.’ Asbreuk beaamt dit. ‘De tijd tussen het moment dat je ten tonele verschijnt en de installatie is afgerond, moet zo kort mogelijk zijn.’

WIN-WIN Bovendien biedt het modulaire systeem Asbreuk Service én klanten flexibiliteit. ‘Bij deze klant ging het om een opstelling van zestig meter lang. Normaal gesproken loopt er voor elke motor en sensor ergens een kabel met aan twee kanten een aansluiting. Eind vorig jaar hebben we de installatie in een andere opstelling opnieuw opgebouwd en uitgebreid’, vertelt Asbreuk. ‘De meerkosten van een decentraal systeem heeft onze klant inmiddels dubbel en dwars terugverdiend.

‘Met ons systeem van decentrale besturingsoplossingen spelen we in op de trend van modularisatie’, aldus Gerjan Woelders, automation systems engineer bij Turck.


Binnen het modulaire systeem van Turck heeft elke module zijn eigen besturingssysteem dat direct op de lijn wordt gemonteerd.

In plaats van een productiestop van acht weken bij een conventioneel systeem, kon hij na aanpassing van de lay-out met het decentrale systeem

‘DE KLANT KRIJGT FLEXIBILITEIT IN LAY-OUT, WIJ KUNNEN GROTERE PROJECTEN AAN’ nu al na twee weken vol in productie. Zo snijdt het mes aan twee kanten. De klant krijgt flexibiliteit in lay-out en wij kunnen grotere projecten aan en bovendien goedkoper produceren en

Het geautomatiseerde laad- en lossysteem van Asbreuk Service verbindt producent en logistiek dienstverlener via twee pendeltrailers.

testen omdat we dat nu in serie kunnen doen.’ Voor Turck lag de uitdaging erin tot de optimale systeem-lay-out te komen, waarbij het pallettransport op de juiste manier afgehandeld kan worden. ‘Zodat als een pallet zich bij een module bevindt, deze autonoom aangestuurd wordt en weet wat ermee moet gebeuren. Daarom beweegt de informatie over de lading steeds met de pallet mee. Het centrale besturingssysteem heeft slechts een coördinerende rol’, zegt Woelders. ‘Systeemdenken wordt steeds belangrijker, oftewel niet alleen rekening houden met besturingsfunctionaliteiten maar ook met de volledige lay-out. Daarbij treden we op als sparringpartner voor de klant om gezamenlijk tot een goede oplossing te komen.’ Asbreuk waardeert die rol. ‘Voor ons zijn veel dingen nieuw. Busconnectie komt incidenteel voor. Bij deze klant hebben we in het systeem zo’n beetje alle mogelijke protocollen gebruikt, dan heb je wel ondersteuning van de leverancier

Het centrale besturingssysteem heeft slechts een coördinerende rol.

nodig. Die complete oplossing met de flexibiliteit van die netwerkprotocollen zijn de belangrijkste redenen dat we voor Turck hebben gekozen.’

PAY PER PALLET Woelders wijst tot slot op de hogere restwaarde van decentraal aangestuurde modules, iets wat Asbreuk onderschrijft. ‘Overbodige modules kunnen we zonder veel problemen elders bij de klant inzetten. We denken er nu over na om de modules zelf terug te nemen en bij andere projecten in te zetten. Op termijn zou dit kunnen uitmonden in een businessmodel waarbij je het systeem beschikbaar stelt en de klant per pallet betaalt – pay per pallet. En dat kan alleen als je je resources snel kunt gebruiken bij een andere klant.’

• www.asbreukservice.com • www.turck.nl

april 2021

75


CYBERSECURITY

AANTAL SUCCESVOLLE INCIDENTEN CYBERSECURITY NEEMT SUBSTANTIEEL TOE, MEDE DOOR THUISWERKEN

‘WAT MOET EEN MEDEWERKER THUIS KUNNEN EN KAN HIJ DAT OOK?’ Thuiswerken is de nieuwe norm sinds het uitbreken van de coronacrisis. En Nederland, dat in de top tien van de mondiale digitaliseringsranglijst van kredietverzekeraar Euler Hermes prijkt, blijkt daar ook in korte tijd handen en voeten aan te kunnen geven. Toch schieten de IT-faciliteiten op de thuiswerkplek vaak nog tekort en ontbreekt de (sociale) controle. Een reëel gevaar, getuige de toenemende interesse in het buitenland voor technologie die bedrijven hier ontwikkelen. ‘Je kan en mag de stijging van het aantal datalekken niet negeren.’

DOOR WILMA SCHREIBER

B

egin maart luidde de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) nog de noodklok in haar Rapportage Datalekken 2020: het aantal hacks blijkt afgelopen jaar explosief te zijn toegenomen. In 2020 ontving de AP maar liefst 1.173 meldingen van datalekken, waarbij hacking werd ingezet om persoonsgegevens te stelen; een stijging van 30 procent ten opzichte van 2019. Marcel van Oirschot, executive vice president KPN Security, noemt de cijfers verontrustend. ‘Het gaat om een substantiële stijging van tientallen procenten en dat nu al enige jaren achter elkaar. Dat geeft de urgentie van het onderwerp cybersecurity aan, zeker nu we massaal thuiswerken.’

TRANENTREKKEND Het datalek bij de GGD noemt Van Oirschot een voorbeeld van wat er kan gebeuren als mensen thuiswerken in plaats van op kantoor. ‘Ons land is in hoge mate gedigitaliseerd, beter en vele

is altijd wel ergens op het internet te verkopen. Het vervelende aan deze hack is dat de gegevens zo compleet zijn, waardoor identiteitsfraude op de loer ligt. Cybercriminelen kunnen je hele identiteit overnemen.’ Dus is er werk aan de winkel, want de situatie is tranentrekkend, stelt Van Oirschot, verwijzend naar de hacks van de afgelopen tijd bij onder meer de NWO, UvA en HvA, Ticketcounter tot aan de gemeente Hof van Twente.

GOED AFSCHERMEN De laatste maanden ziet Van Oirschot een toenemende interesse vanuit het buitenland voor technologie die bedrijven in Nederland ontwikkelen. ‘Er wordt op internet altijd gezocht naar kostbare technologische informatie. Denk maar aan de inbraak bij de European Medicines Agency (EMA), waar hackers actief op zoek gingen naar het recept van het coronavaccin. Dus moeten werkgevers zich afvragen wat hun medewerkers kunnen met informatie en of dat te controleren is. Wie heeft uit hoofde van zijn functie toegang tot welke bestanden en tot bijvoorbeeld bepaalde financiële systemen? Bij technologiebedrijven zit de waarde in de ontwikkeling, daar steken ze veel tijd en effort in. Dus is het zaak die goed af te schermen en te voorkomen dat het bedrijf gehackt wordt via een medewerker die thuiswerkt op een verouderde of niet goed beveiligde computer, of dat een medewerker informatie kan stelen en verkopen.’

• ‘Een download is altijd wel ergens op het

internet te verkopen.’ • ‘Werkgevers moeten zich afvragen wat hun

medewerkers kunnen met informatie.’ • ‘Realiseer je dat het internet niks vergeet.’ • ‘Het risico op een hack is veel groter dan

tien jaar geleden.’

netlijnen en wifiverbindingen in de thuiswerksituatie laten nog te wensen over. Het wordt wel iets beter – vroeger kon je op veel plaatsen al rijdend door een woonwijk overal inloggen, omdat iedereen zijn wifi-router had openstaan’, zegt Van Oirschot. ‘Blijft de vraag of een medewerker thuis alles kan doen wat hij moet doen voor zijn functie. Bijvoorbeeld grote bestanden downloaden en versturen. Als een bedrijf dergelijke functionaliteiten niet vanuit de IT-omgeving geregeld heeft en iemand alleen een mailapplicatie tot zijn beschikking heeft, dan kan hij dat dus niet. En dan blijkt de mens niet zozeer een zwakke als wel een heel creatieve schakel: hij bedenkt een omweg om zijn probleem op te lossen.’ Die omwegen variëren van zo’n groot bestand op een USB-stick zetten en die in de eigen, minder beveiligde thuiscomputer stoppen. Is printen via de laptop van de zaak niet mogelijk? Idem dito. ‘Of een medewerker uploadt een gratis tooltje, bijvoorbeeld om een bestand om te zetten in een pdf. Zo iemand realiseert zich dan niet dat hij of zij het bestand ergens naartoe stuurt en dat in de cloud vervolgens een kopie staat. Geen idee voor hoelang, en geen idee of dat een bonafide of malafide omgeving betreft. Dit noemen wij shadow-IT, er zijn talloze voorbeelden van hacks die zo hebben plaatsgevonden.’

‘WE ZIJN 24/7 AFHANKELIJK VAN EEN DIGITALE OMGEVING’

TE WEINIG AANDACHT

malen hoger dan bijvoorbeeld Duitsland, wat het thuiswerken vergemakkelijkt. Dit betekent echter ook dat de werkgever geen sociale controle heeft op thuiswerkers en niet weet wat zij op hun computersystemen doen – bewust of onbewust.’ Hij benadrukt hoe waardevol actuele data zijn. ‘Als iemand in een callcenter tegen het minimumloon zijn werk moet doen en hij kan een maandsalaris verdienen door even een bestand te exporteren, dan is dat heel aantrekkelijk. En zo’n download

Inmiddels werkt Nederland een jaar massaal thuis. Kijkend naar de huidige situatie, is Van Oirschot er nog niet gerust op. ‘We hebben de mond vol van deze nieuwe manier van werken, het voordeel van minder files enzovoort. Maar er is nog te weinig aandacht voor welk effect dit heeft op de eigen organisatie en wat er nodig is qua IT-organisatie. Een werkgever zou op de stoel van de werknemer moeten gaan zitten en bedenken: wat moet iemand thuis kunnen en zit er dan ook voldoende goede performance op onze systemen om dat mogelijk te maken?’ verklaart hij. ‘En als collega’s in de cloud samen

76

april 2021

CREATIEVE SCHAKEL Daarnaast is het zaak medewerkers goed te faciliteren, zodat ze niet zelf op zoek hoeven gaan naar ‘oplossingen’. ‘De kwaliteit en stabiliteit van inter-


en over techbedrijven met engineers die 100 euro per uur kosten’, zegt Van Oirschot. ‘We zijn 24/7 afhankelijk van een digitale omgeving. Als die waar dan ook omvalt, zit je niks te doen. En het risico op een hack is veel groter dan tien jaar geleden. Dus wacht niet met het nemen van maatregelen tot het een keer fout gaat.’

BLIJVERTJE Kijkend naar de toekomst, verwacht Van Oirschot dat het thuiswerken een blijvertje is, zij het in versoepelde vorm. ‘Als je mij een jaar geleden had voorgesteld om digitaal te vergaderen, had ik tien argumenten gehad om dat niet te doen. Nu is er geen valide reden meer om te zeggen dat het niet werkt. We hebben bewezen dat het kan. Meetings beginnen op tijd, lopen zelden uit. Waar eerder medewerkers de hele wereld overvlogen, zitten ze nu met één muisklik in een internationale meeting. En het is goed voor de work-life balance. Ik heb nog nooit zo vaak thuis met het gezin gegeten en zo veel zelf gekookt’, lacht hij. ‘Ondanks alle voordelen zal de behoefte aan sociaal contact ervoor zorgen dat we uitkomen op drie dagen digitaal en twee dagen live werken. Het kantoor wordt veel meer een plek voor sociale en brainstormactiviteiten, die online lastig zijn. Creatieve aanlegplekken gecombineerd met efficiënt thuiswerken.’

BEPERKTE IMPACT

Marcel van Oirschot, executive vice president KPN Security, noemt de cijfers rond cyberincidenten verontrustend. ‘Het gaat om een substantiële stijging van tientallen procenten en dat nu al enige jaren achter elkaar.’ Foto: KPN

aan modellen werken, weet je dan welke data ze in de cloud zetten, ben je je daar überhaupt bewust van? Realiseer je dat het internet niks vergeet. Daar komt bij dat je op kantoor een vorm van sociale controle hebt die thuis ontbreekt. Als die GGD-medewerkers op het callcenter hadden gezeten, waar meer toezicht is en mensen beter gemonitord worden, hadden ze die data waarschijnlijk niet gedownload.’

omdat het veel tijd en een goede internetverbinding vergt. Zorg dus dat die updates ook thuis doorgevoerd worden en laptops up-to-date zijn.’

SCHRIKBARENDE BEDRAGEN De waarschuwingen zijn ernaar, getuige de hacks van de afgelopen tijd. Bij de NWO lag het hele systeem plat, gemeente Hof van Twente geeft aan twee jaar nodig te hebben om van scratch af aan een nieuwe computeromgeving op te bouwen en

HERIJKING STRATEGIE Kortom, de hoogste tijd om het thuiswerken naar het volgende niveau te tillen. ‘Er zijn genoeg tools om veilig thuis te werken in een gecontroleerde omgeving en te monitoren wat medewerkers doen. Dat als iemand opeens 10 of 20 gigabyte downloadt, er ergens een alarm afgaat en iemand een belletje pleegt. Dergelijk afwijkend gedrag is zichtbaar en kun je heel goed per rol inregelen en monitoren’, aldus Van Oirschot. ‘Afhankelijk van de omvang van het bedrijf is dit de verantwoordelijkheid van het management en de directie. De andere manier van werken vereist een herijking van strategie en beleid rond IT, bijvoorbeeld een aanpassing van het patchbeleid. Doorgaans gaven medewerkers hun laptop van de zaak qua beveiliging een update als ze op kantoor kwamen,

Omdat we meer thuiswerken, is digitaal connecten van levensbelang – met collega’s en met klanten. ‘Het verschil tussen Nederland en grotere landen is dat wij gewend zijn om op kantoor te werken en ernaartoe te rijden. Elders zijn grotere corporates al lang gewend om op afstand te werken en via telefoon of teleconferenties te communiceren. Ik denk dan ook dat digitaal vergaderen beperkte impact heeft op de kwaliteit van vergaderingen, maar we moeten er wel een weg in vinden en nieuwe samenwerkingstools bedenken.’ Ook qua klantencontact ziet Van Oirschot geen beren op de weg. ‘Digitalisering heeft natuurlijk impact, maar we kunnen makkelijk toe met de helft aan fysiek contact. De klant heeft een probleem, jij hebt een oplossing. Dan is het fijn om elkaar bij de eerste meeting live te zien, maar de tweede, derde en vierde meeting gaan vaak over details en kunnen makkelijk digitaal.’ En de introductie van 5G zal de mobiele internetverbinding op een hoger plan brengen en zo het werken op afstand vereenvoudigen. ‘Het is superstabiel en veilig, en je kunt er een goede businesscase op bouwen, zoals het donortransport via een drone laat zien. Feit is: IT, cloud, 5G zijn er en gaan nooit meer weg. Dergelijke technologie brengt heel veel, maar bedrijven moeten er wel verstandig mee omgaan. Cybersecurity blijft een topprioriteit.’

‘WACHT NIET MET HET NEMEN VAN MAATREGELEN TOT HET EEN KEER FOUT GAAT’

universiteiten konden maandenlang geen onderwijs verzorgen. ‘Ik ken ook bedrijven die weken hebben stilgelegen na een hack. Kwantificeer dat maar eens in geld, dan rollen er schrikbarende bedragen uit. Want je praat over productieverlies in een sector waar machines volcontinu draaien

• www.kpn.com/zakelijk/security.htm april 2021

77


DUURZAAMHEID

DEMCON INVESTEERT MEE IN TREINENFABRIEK TRENS SOLAR TRAINS IN ENSCHEDE

ZONNETREIN MOET CENTRA EN BEDRIJVENTERREINEN AUTOLUW MAKEN Per medio april gaan de eerste duurzame zonnetreinen rijden in Gent en Den Bosch. Ze zijn ontwikkeld en gefabriceerd door Trens Solar Trains. Deze start-up bouwt nu aan een fabriek in Enschede voor honderd treinen per jaar. Want de vraag naar deze duurzame en wendbare mobiele oplossing, met toch een flinke capaciteit, zal groot zijn, verwacht ondernemer Henk Kleef. Mede-investeerder Demcon wil ze over zijn groene, autoluwe campus laten rijden.

voor een actieradius van 300 km) en tijdens de rit met stroom die de zonnecellen in het dak van de locomotief en de wagonnetjes genereren (8 km extra per uur volle zon). Het belangrijkste aandrijfprobleem is opgelost door elk wiel van de locomotief te voorzien van een eigen motor: een kwetsbare aandrijfstang is dus niet meer nodig, terwijl hellingen van meer dan 20 procent goed bedwongen kunnen worden. De trein is uitgerust met koel- en vriescompartimenten. Die worden de hele dag koud gehouden door een systeem met een speciale gel die ’s nachts op temperatuur wordt gebracht.

VEEL TOELEVERANCIERS De directie van Trens bestaat uit Jan van Haaren als technisch verantwoordelijke en Henk Kleef die eerder in zijn loopbaan leidinggevende functies vervulde bij onder meer Fokker Woensdrecht, PowerPacker in Oldenzaal en laatstelijk bij Super B, alvorens begin vorig jaar de overstap te maken naar Trens. Een kleinDe wegtreinen verplaatsen zich met een maximumsnelheid van 80 km/u en bestaan uit een ‘locomotief’ met daarachter twee tot vier wagons. Foto: Trens schalige start-up, maar met een groot netwerk van gespecialiseerde partners. Zo komen de lichtgewicht DOOR MARTIN VAN ZAALEN fietskoeriers het laatste stukje voor hun rekening composietdelen voor de behuizing van Holthaunemen. Het grote voordeel van dit concept ten sen Composieten, wordt de luchtvering geleverd opzichte van bestaande elektrische oplossingen, eertig grote Nederlandse gemeenten door VB-Airsuspension en is voor het ontwerp aldus Kleef, is dat de achttien meter lange treinen hebben afgesproken per 2030 het samengewerkt met bureau Motive Development. de capaciteit hebben van een reguliere vrachtauto centrum van hun stad helemaal op slot Voorts heeft de inbreng van launching customer én heel fijnmazig kunnen distribueren. ‘Nu is er te doen voor fossiele-brandstofvoertuiSligro, groothandel voor met name de horeca, slechts de keuze tussen grote, zware elektrische gen, om CO2- en fijnstofemissies tegen te gaan. geresulteerd in operationele verbeteringen. ‘Sligro vrachtauto’s en kleintjes als de Picnic-wagentjes. Twaalf van die gemeenten willen eigenlijk nog De grote zijn weinig wendbaar en rijden de straat heeft het aangedurfd om op basis van alleen een sneller gaan en al in 2025 de deur sluiten voor kapot en van die kleintjes heb je er heel veel diesel- en benzinemotoren. In België gelden verpapieren prototype van de trein, twee exemplaren nodig. Onze oplossing bundelt die kleintjes in gelijkbare voornemens. Voor Trens zijn die polite bestellen. Eén voor in de stad Gent, één voor één voertuig met een kleine draaicirkel en een tieke afspraken de basis van het businessmodel. Den Bosch.’ geringe wieldruk.’ Behalve voor het transport Over vijf jaar, aldus directeur Henk Kleef, hoopt van goederen zijn de treinen ook geschikt voor het Enschedese bedrijf jaarlijks honderd volledig PRET- EN KENNISPARKEN personenvervoer. elektrische Trens Solar Trains te produceren en te Door corona is de lancering van de solar trains in verkopen. beide steden uitgesteld naar medio april. Daarna moeten veel andere Nederlandse en Belgische DOORONTWIKKELING gemeenten volgen, om met de treinen distributieCAPACITEIT EN WENDBAAR De zonnetreinen zijn een doorontwikkeling van de bekende treintjes in de grote toeristensteden. en stadscentra te verbinden. Voorts denkt Kleef Het zijn ‘wegtreinen’ die zich met een maximumDie vertoonden echter nogal wat technische snelheid van 80 km/u verplaatsen, bestaande uit zijn vervoermiddel te gaan inzetten voor vervoer problemen, vooral met de aandrijving. In 2016 een ‘locomotief ’ met daarachter twee tot vier van mensen en goederen op pretparken, vlieggingen de engineers en oprichters van Trens, Jan wagons. Die rijden goederen van de regionale velden en grote bedrijfsterreinen. ‘Hier in van Haaren en Peter Cats, aan de slag en ontwikdistributiecentra, die net buiten die grote steden Enschede is er het uitgestrekte Kennispark, gelekelden een nieuw concept. De Trens-trein wordt moeten verrijzen, naar de stadscentra. Om daar gen tussen de campus van de Universiteit Twente aangedreven met stroom uit een batterij. Die langs de winkels te gaan of op een paar centrale en het bus-/treinstation en stadion van FC Twenwordt ’s nachts opgeladen met netstroom (goed plekken steeds een wagon af te koppelen, waarna te. De grote parkeerterreinen van FC Twente zijn

V

78

april 2021


tijdens kantooruren goeddeels leeg. Er kunnen treinen gaan rijden tussen park en parkeerterrein. Zo weert het Kennispark auto’s en dat scheelt veel ruimte die beschikbaar komt voor extra accommodaties en voor groen. Dergelijke oplossingen zijn op veel plekken elders evenzeer relevant’, weet Kleef.

GROENE ‘DEMCON-CAMPUS’ Bianca Screever, director operations van hightechbedrijf Demcon in Enschede, is nauw betrokken bij de realisatie van de plannen met het Kennispark. ‘We willen dat gebied van het gewone bedrijventerrein dat het nu is, veranderen in een groene campus. Met in het hart daarvan het nieuwe hoofdgebouw van Demcon, een open, transparant en vrij toegankelijk gebouw. Kortom, een fijne werkomgeving waar het prettig wandelen is, en waar mensen elkaar buiten of in de ontvangstruimte van het nieuwe gebouw kunnen ontmoeten. Daarom willen we autoverkeer zo veel mogelijk van de campus weren en de treinen inzetten om wie met de auto komt van parkeerplaats naar werkplek te vervoeren. De treinen zelf zijn natuurlijk ook geweldige plekken voor toevallige ontmoetingen die zo vaak tot nieuwe vormen van samenwerking en innovaties leiden.’ In eerste instantie zullen de treinen alleen over die ‘Demcon-campus’ gaan rijden, om de rijafstand en de wachttijden kort – maximaal vijf minuten – te houden. ‘Als dat eenmaal draait, kunnen we de treinen ook inzetten om overdag, buiten de piekuren, pakketjes binnen het Kennispark of naar andere stadsdelen te vervoeren. En

we hopen dat de treinen ook over de universiteitscampus kunnen gaan rijden om medewerkers en studenten te vervoeren – tussen bedrijven en UT en van en naar het OV-station en het parkeerterrein.’

KLIMAATVERANDERING De ontwikkeling en bouw van de eerste treinen hebben de nodige euro’s gekost. Naast ontwikkelingsmaatschappij OostNL en twee private investeerders heeft ook Demcon in Trens geïn-

voor maatschappelijke uitdagingen. Het gaat om innovatieve systemen en producten met slimme toepassingen voor onder andere de zorg, veiligheid, water, energie en communicatie. En behalve in technologische vernieuwing investeren wij in talent en onderwijs en in ondernemerschap.’

INDUSTRIALISATIE ‘Demcon wil’, vult Bianca Screever aan, ‘bijdragen aan het tegengaan van de klimaatverandering, via projecten voor klanten maar ook door gericht te investeren.’ Die investering in Trens is overigens niet alleen in geld. ‘Wij beschikken als producerend bedrijf natuurlijk over veel kennis van industrialisatie. Daarmee zullen we Trens bij de opbouw van hun fabriek zo goed mogelijk ondersteunen.’ Voor de fabriekslocatie is gekozen voor Enschede vanwege de aanwezigheid van Universiteit Twente, Hogeschool Saxion en ROC van Twente, wat het aantrekken van goede engineers zal vergemakkelijken.

‘HET WEREN VAN AUTO’S BIEDT RUIMTE VOOR EXTRA ACCOMMODATIES EN GROEN’

vesteerd, om de start-up te helpen door te groeien tot een grote leidende Europese speler voor het ontwerpen en produceren van duurzame elektrische voertuigen. ‘Deze investering in Trens geeft Demcon toegang tot de wereld van duurzame mobiliteit, een van de belangrijke vraagstukken in de huidige samenleving’, aldus Dennis Schipper, ceo van Demcon Group. ‘Want Demcon wil impact maken met technologische oplossingen

• www.trens.eu • www.demcon.com

Trusting in experience. Benefitting from innovation. Advancing sensor technology.

Optimale oplossingen, afgestemd op uw behoeften: Ervaar state-of-the-art technologieën en innovaties met industriële sensoren en systemen van Pepperl+Fuchs – het maakt de weg vrij naar volledig gekoppelde productieprocessen voor de toepassingen van de toekomst. www.pepperl-fuchs.com

april 2021

79


INNOVATIE

MACHINE LEARNING EXROBOTICS WERPT ZIJN VRUCHTEN AF VOOR ZUSTER ÆVO EN JOINT VENTURE FMI-IMPROVIA

HOE SLIMMER DE ROBOT, HOE RENDABELER HET BRUGONDERHOUD Wat heeft artificial intelligence voor een zelfrijdende robot te maken met geluidsmetingen bij een sluis? Vanuit de joint venture van ImProvia Group en FMI Engineering is die vraag snel beantwoord. Het zijn immers de stappen met machine learning bij ExRobotics waarvan infrabedrijf ÆVO als zuster profiteert, met minder stilstand bij bruggen en sluizen als beoogd resultaat. Smart mobility, smart industry: het trainen en verbeteren van algoritmes heeft zijn uitwerking in elk veld.

de joint venture tussen ImProvia Group en de FMI-engineerings- en productieautomatiseringsactiviteiten in Drachten, Best en Aken. ExRobotics viel al onder de engineerings- en consultancygroep van ImProvia Group (dat bijdroeg aan de ontwikkeling van de robots), en sinds de tweede helft van 2020 is daar ook de nauwere samenwerking met FMI, dat systemen, modules en componenten levert aan machinebouwers. Met de joint venture kunnen beide van origine Brabantse bedrijvengroepen de klant op elk vlak ondersteunen. ‘En dat begint ermee dat we onderling de tijd voor elkaar nemen’, vertelt John in ’t Groen, business development manager bij FMI. ‘We snappen steeds beter van elkaar wat we precies doen. Zodat ik nu bijvoorbeeld een Van links naar rechts: Corné van Dravik (ÆVO), Iwan de Waard (ExRobotics) en John in ’t Groen (FMI), bij het kantoor van ImProvia in een voormalige pastorie ontwikkelaar van aan de rand van Breda. Foto: Erik van der Burgt ImProvia kan meenemen naar een klant, omdat ik weet dat hij simpelweg de DOOR JAN BROEKS noom. Dat laatste doen ze op locaties over de juiste persoon voor de opdracht is.’ hele wereld, waarvoor we eerst moesten begrijpen hoe om te gaan met latency, oftewel de et was wel een contradictie, vertelt vertragingstijden in het netwerk.’ Iwan de Waard, medeoprichter en STEEDS VERDERE VERFIJNING De data die de robots via hun sensoren en directeur van ExRobotics in Delft. Ga Gekeken naar de kennis vanuit elk bedrijf zit dat camera’s genereren, gaan naar de cloud, waarbij je aan de slag met rijdende robots voor vanuit ExRobotics nu vooral in mobiele robotica, ExRobotics er via een API (application programomgevingen waarin lekkages en explosies op de connectivity en artificial intelligence. En dan ming interface) voor kan zorgen dat bij de klant loer liggen, is daar meteen het gegeven dat een meer specifiek in het zelflerend vermogen van ook andere partijen hun data in de digitale robot weleens kan vonken. ‘Dus moesten we eerst de software, wat neerkomt op het trainen van fabrieksomgeving kunnen integreren. De Waard: dat risico wegnemen. En onze robots zo robuust algoritmes met datasets. De Waard pakt zijn ‘Eerst ging het ons om hardware en mobiliteit, mogelijk maken, volgens de strengste stansmartphone erbij en laat beelden zien van de inmiddels komt een thema als IoT (Internet of daarden. Dat is gelukt: ze zijn ATEX- en IECExlaatst ontwikkelde robot. ‘We hebben er pas een Things, red.) meer en meer op de voorgrond. zone 1 gecertificeerd.’ week geleden onze software in gedownload. Dat Data ophalen is niet meer het punt, het gaat De robots van ExRobotics ogen behoorlijk highkon, omdat we al onze software laten draaien in erom hoe je diezelfde data interpreteert en tech, met hun rupsbanden, camera’s, sensoren en een digital twin. Die bevindt zich in een virtuele analyseert.’ antennes. Toch is dat nog maar de hardware, simulatieomgeving, waarin we algoritmes trainen benadrukt De Waard. ‘Want hoe creëer je er en verbeteren via de data die onze robots de afgewaarde mee? Dan kom je uit op thema’s als lopen jaren hebben geleverd. Inmiddels hebben KENNISDELING mobility, connectivity en localization. Die komen we in de twin bijna 400 kilometer gelogd, en dat IoT-technologie, cloud, hardware, software: zo allemaal samen in onze robots. Verbindingen in alle omstandigheden, zoals meerdere weerbezien komt in de robots van ExRobotics veel voor data-uitwisseling verlopen – bij voorkeur – samen. Vandaar ook, vertelt De Waard, dat het types. We gebruiken die data om wijzigingen in via 4G, de robots rijden inmiddels volledig autobedrijf specifieke kennis kan inbrengen binnen software te testen, voordat we de software voor de

H

80

april 2021


klant gebruiken. Terwijl de robots dus hun data leveren voor de twin, levert die weer data terug aan de robots. Ze versterken elkaar over en weer en zorgen zo voor een steeds verdere verfijning.’

PREDICTIVE MAINTENANCE Die verfijning, stelt In ’t Groen, is dan ook essentieel voor alle bedrijven binnen de joint venture. ‘Met verfijning komt voorspelbaarheid en dat is precies wat klanten willen. Niet alleen voor hun robots, maar ook voor hun machines, productielijnen en assets.’ Veel, heel veel draait daarom om predictive maintenance. Zo ook voor ImProviabedrijf ÆVO, dat zich richt op installatie, service en onderhoud voor de infra- en energiesector. ‘Ons bedrijf sluit meerjarige contracten af, waarbij we verantwoordelijk zijn voor onderhoud’,

biedt. En ja, doordat je alleen op weg bent wanneer het echt nodig is, pakt dit wel zo duurzaam uit.’ Bij FMI merkt In ’t Groen dat klanten steeds vaker wordt gevraagd naar pay-per-use in plaats van contracten. ‘Bij FMI krijgen we die vragen weliswaar nog niet, maar vertaal je pay-per-use naar een brug, dan zou dat betekenen dat je betaald krijgt voor elke keer dat een brug zonder problemen opengaat, naast de tijd dat er geen storingen optreden. Voor pay-per-use is predictive maintenance onmisbaar.’

DR. BRIDGE Was een digital twin een paar jaar geleden nog onontgonnen gebied voor ExRobotics, inmiddels weet De Waard hoe breed de technologie inzetbaar is. Zo ook voor Dr. Bridge, zoals ÆVO’s nieuwe concept voor risicogestuurd onderhoud heet. ‘Samen met ÆVO halen we digitale data uit de plc-systemen van bijvoorbeeld een sluis, bedoeld voor het herkennen van afwijkingen van beweegbare patronen. We trainen algoritmes om die afwijkingen te detecteren, waarbij we ons nu richten op de toevoeging van sensoren voor trillingsmetingen van lagers. Bovendien hebben we al meer hardware ontwikkeld: een module met daarin 64 3Dmicrofoons, waarmee we bij een sluis heel nauwkeurig – en veel eerder dan het menselijk oor –

‘MET VERFIJNING KOMT VOORSPELBAARHEID EN DAT IS PRECIES WAT KLANTEN WILLEN’ vertelt Corné van Dravik, directeur van ÆVO. ‘Hoe beter de voorspellingen, hoe minder storingen en spoedacties. Onze klanten willen beschikbaarheid, en dat is wat predictive maintenance

Foto: ExRobotics

kunnen detecteren waar een afwijking qua geluid vandaan komt.’ Van Dravik ziet de voordelen van Dr. Bridge al voor zich in de praktijk. ‘Op ons kantoor in Halsteren hangen schermen waarop alarmmeldingen binnenkomen. Ziet Dr. Bridge iets wat hij niet kan plaatsen, dan gaan we erheen – nog voordat er sprake is van een storing. Geen stilstand, een continue verlenging van levensduur en minder benodigde investeringen in assets: het is weliswaar nog een droom, maar er wordt hard aan gewerkt.’

• www.exrobotics.global • www.aevo.nl • www.fmi-international.com • www.fmi-improvia.com

OPPERVLAKTERUWHEID METEN & ANALYSEREN Rapporteren in MeasurLink SPC software (FDA approved, Part 11)

april 2021

81


PARTNERSCHAP

CONFED HAALT HECHTE BAND MET TWEE GROOTSTE KLANTEN VERDER AAN

STERKE GROEI VRAAGT ONVERDEELDE AANDACHT, IN ÉÉN VESTIGING Confed, leverancier van elektronische componenten en assemblages, is een bijzondere samenwerking aangegaan met haar klanten Quooker en Sunshower. Sinds kort produceert de vestiging in Dordrecht exclusief voor deze twee bedrijven, die kunnen rekenen op alle assemblagecapaciteit. Het garandeert Confed op zijn beurt een stevige basis om rendabel en sociaal te ondernemen.

DOOR LUCY HOLL

Q

uooker, uitvinder en fabrikant van de inmiddels beroemde kokendwaterkraan, is al twintig jaar klant bij wat nu Confed heet. Sunshower, leverancier van hoogwaardige oplossingen met laaggedoseerd uv-licht voor onder de douche, doet er al ruim tien jaar zaken. Beide bedrijven groeien hard. Quooker-coo Geertjan Woltjes: ‘We verwachten dat onze omzet binnen nu en drie jaar verdubbelt. Confed is onze enige Het partnerschap werd bezegeld met champagne. Van links naar rechts Michael Tulp (Sunshower), Merijn Wegdam (Sunshower), Steven Duijvestijn (Confed), Geertjan Woltjes (Quooker), Dieter van Hassent (Confed) en Peter Hobbelen (Confed). Foto: Confed assemblagepartner.’ Bij Confed werken zo’n zeventig medewerkers continu voor Quooker, Dordrecht. De overige 20 procent kwam van schat hij. Bij Quooker in Ridderkerk werken nog land verschillen. Zonder Confed krijgen we onze tientallen relatief kleinere klanten. Woltjes: ‘We eens honderd van de driehonderd medewerkers groei niet voor elkaar.’ zagen Confed de afgelopen jaren uitgroeien in de productie. Van daaruit gaan duizenden van voorheen een sociale werkplaats waar je Quookers per week de wereld over. EXTREEM BELANGRIJK afgebakend werk neerlegt, tot de commerciële Quooker werkte ook al met de voorlopers van Michael Tulp, managing director van Sunshower businesspartner van nu. We hebben daarover veel Confed, sociale werkvoorziening Drechtwerk dat in Amsterdam, vertelt een soortgelijk verhaal. goede, eerlijke gesprekken gevoerd. Als Confed later AssemblyPartner werd. Ceo Peter Hobbelen ‘Wij verkopen momenteel zo’n 10.000 apparaten een toekomstbestendig bedrijf wilde zijn, moest was eigenaar van AssemblyPartner en nam drie per jaar, nu nog vooral in de Benelux en Duitser nog wel wat veranderen, operationeel en jaar geleden EMS-leverancier Confed (met vestiland, en dat aantal verdubbelt elke drie jaar.’ financieel, vonden wij. Tegelijkertijd voelde zowel gingen in Amersfoort en in Komárno in SlowaMensen investeren juist in deze tijd steeds meer Sunshower als Quooker steeds meer de noodzaak kije) over. Nu draaien alle onderdelen onder de in hun woning en in gezondheidsproducten, om een stabiele partner te hebben die met ons naam Confed. De nadruk in Dordrecht ligt op aldus Tulp. Ze worden zich bewust van het posimee kan groeien.’ assemblage, waarbij veel mensen met een afstand tieve effect van uv-licht op hun lichaam. Het tot de arbeidsmarkt aan het werk zijn. ‘We hebzorgt voor de aanmaak van vitamine D waardoor ben een dynamische samenwerking met Confed’, de weerstand verbetert en het energieniveau STRATEGISCH PARTNERSCHAP aldus Woltjes. ‘Voorheen maakten ze bijvoorbeeld stijgt. Het verwarmende infraroodlicht ontspant. Voorheen zaten Quooker en Sunshower los van de complete binnenkant van onze ketels. Toen we Sunshower telt 35 mensen en is een uitgesproken elkaar met Confed aan tafel, elk in de rol van nog maar tientallen Quookers per dag verkochkop-staartbedrijf: het doet de productontwikkeklant versus toeleverancier. Het ging over prijzen, ten, werkte dat prima. Dat grote, volumineuze ling en marketing zelf, Confed verzorgt vrijwel de over aantallen. Kunnen we de manier van werken werk doen we nu niet meer op twee plaatsen. volledige assemblage. ‘Ze zijn extreem belangrijk niet naar een hoger niveau tillen en kijken naar Dat gebeurt momenteel in Ridderkerk. Nu voor ons.’ een strategisch partnerschap met zijn drieën, nemen ze weer andere halffabricaten voor hun De twee nichebedrijven met hun producten voor bedachten ze. Michael Tulp: ‘Hoe creëren we een rekening. Ze stellen bijvoorbeeld de aansluitsets keuken en badkamer waren tot voor kort goed win-winsituatie, was de vraag. Wij willen vervoor de Quooker samen, met onderdelen die per voor 80 procent van de omzet van Confed in zekerd zijn van de levering van kwalitatief goede

82

april 2021


producten op een efficiënte manier. Confed heeft een financieel duurzame basis nodig, die de medewerkers een goede toekomst garandeert.’ De gesprekken hebben geleid tot een compleet nieuwe manier van samenwerken en afrekenen. De andere klanten van Confed worden nu merendeels bediend vanuit de vestiging in Amersfoort. En de Dordrechtse tak assembleert exclusief voor Quooker en Sunshower. De twee klanten delen mee in de vaste kosten, waaronder de huisvesting, via een vaste maandelijkse fee. Dit wordt gecombineerd met een relatief lager tarief per gewerkt uur. Hierdoor worden de totale kosten per uur wat variabeler: nemen de twee bedrijven meer uren af, dan dalen de gemiddelde totale kosten per uur. Mocht er een tijdelijke dip in de afname zijn, dan heeft die bijdrage in de vaste kosten een dempende werking. ‘Met die fixed fee betalen we voor het feit dat we de enige klanten zijn’, aldus Geertjan Woltjes. ‘En er is een incentive voor ons: als we meer werk bij Confed

UITROLLEN NAAR ANDERE REGIO’S Hans van Eijck, cco bij Confed, is afgelopen jaar intensief bezig geweest met Quooker en Sunshower om de juiste constructie te bedenken voor het mooie, maar ongebruikelijke partnerschap. Het wordt meteen een showcase die uitgerold kan worden naar andere regio’s, benadrukt ceo Peter Hobbelen. Confed laat steeds weer zien dat het in de industrie mogelijk is om op een rendabele manier dicht bij huis werk uit te

focussen op hun werk en daarmee hun groei faciliteren.’ Hij is niet bang dat zijn mensen op enig moment om werk verlegen zullen zitten. Het omgekeerde is het geval: ‘We zitten al maanden overvol en zijn continu bezig met opschalen. De hoofdvraag is steeds hoe we de volgende stap kunnen zetten. Het afgelopen halfjaar is het aantal medewerkers hier in Dordrecht gegroeid van 110 naar 150, van wie 85 procent in de productie. We denken hard na over meer vierkante meters productieruimte.’ En er is alle aandacht voor digitalisering en nog meer gestroomlijnde processen: vorig jaar implementeerde Confed overal Microsoft Dynamics 365 Business Central. Ook wordt naar de organisatie van het werk gekeken: ‘We hebben een bijzondere groep medewerkers die veel begeleiding nodig heeft. Dus investeren we in extra training voor leidinggevenden op alle niveaus.’

‘MET DIE FIXED FEE BETALEN WE VOOR HET FEIT DAT WE DE ENIGE KLANTEN ZIJN’

neerleggen, is dat voor alle drie de partijen gunstig. Let wel: 80 procent van de omzet kwam al van ons. Dus het was niet een heel grote stap. Het is nu voor Confed geen noodzaak meer om andere klanten binnen te halen. Alle aandacht kan naar ons gaan. Dat geeft rust. Er zit natuurlijk wel druk achter om hetgeen ze doen, zo goed mogelijk te doen. We verwachten onverminderd leverbetrouwbaarheid, flexibiliteit en hoge kwaliteit.’

CONTINU OPSCHALEN Dieter van Hassent, manager operations van Confed Dordrecht, was meteen enthousiast over de nieuwe opzet: ‘We hebben met beide klanten een uitstekende relatie en kunnen nu volledig

BESTE FIT Natuurlijk is het spannend om volledig afhankelijk van één assemblagepartij te zijn, zeker gezien de grote groei, zegt Michael Tulp. ‘We hebben ons afgevraagd of Sunshower misschien twee, drie assemblagepartners zou moeten hebben, ook in andere landen, nu we steeds meer in het buitenland verkopen. Of dat we juist nauwer wilden samenwerken met de partij die alle kennis en ervaring heeft, Confed dus. Dat laatste past ons

RR Mechatronics kan dankzij Isah ERP Software beslissingen nemen op basis van realtime data. Kijk op de achterpagina

2

Maak het met Isah.

29-03-2021 17:38

besteden, en werkgelegenheid te behouden en te creëren voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Hobbelen: ‘We kijken met het bedrijfsleven, de sociale werkvoorziening en andere partners in bijvoorbeeld de Achterhoek, Noord-Holland Noord en Friesland naar soortgelijke constructies. De kracht zit hem in de combinatie van de juiste partijen. Deze constructie is reproduceerbaar. Dat weet ik zeker.’

het beste. We gunnen elkaar veel en willen vanuit vertrouwen en transparantie bij elkaar aan tafel zitten, niet vanuit controle en wantrouwen.’ Dat beaamt Geertjan Woltjes: ‘Heb je meer toeleveranciers, dan vraagt dat meer regie, meer procedures, extra logistieke stromen. We kunnen lezen en schrijven met Confed, hun mensen werken al jaren aan onze producten. Risicospreiding door second sourcing past niet in onze supplychainstrategie. En stel dat er toch iets gebeurt en de productie stokt, dan ondersteunen we Confed liever om snel alternatieve ruimte en bedrijfsmiddelen te vinden.’

IEDEREEN WIL PRESTEREN Het convenant is ondertekend, de drie partijen hebben expliciet uitgesproken dat ze met elkaar verder willen en dat ze bijzonder waardevol voor elkaar zijn. Elke drie maanden zitten ze samen om tafel om te kijken hoe het gaat. De kern van een optimale supplychain is goed samenwerken, benadrukken Woltjes en Tulp. Daarbij vinden ze de maatschappelijke insteek van Confed ook belangrijk: ze dragen graag bij aan goede werkgelegenheid voor medewerkers met een afstand tot de arbeidsmarkt. ‘Hoe opener je bent en hoe duidelijker je uitspreekt wat je van elkaar verwacht, hoe harder iedereen gaat lopen om dat voor elkaar te krijgen. Iedereen wil presteren. Je kunt als klant wel met de vuist op tafel slaan dat het sneller en goedkoper moet, maar wij geloven in een gelijkwaardig partnerschap en respect voor elkaar.’

• www.sunshower.nl • www.quooker.nl • www.confed.eu

DENKEN. april 2021

83


ADVERTORIAL

HET ONTWERP VAN INDUSTRIËLE AUTOMATISERING EFFICIËNTER MAKEN Yellax bestaat twintig jaar. De ontwikkeling van het consultancy- en softwarebedrijf weerspiegelt de levensloop van oprichter Patrick Vergeer. Zijn jonge jaren – de boerderij van vader, het voetbalteam in de ‘grote’ stad, de hiërarchie bij de marine – vormden z’n zelfredzaamheid, bewijsdrang en mensenkennis. ‘Ik hecht veel waarde aan de oprechtheid van mensen en hun gedrevenheid.’ Vergeer’s drive is nog altijd om bedrijven te helpen hun ontwerpprocessen voor industriële automatisering efficiënter in te richten. Dit om de doorlooptijd te verkorten en de kwaliteit te verhogen.

P

atrick Vergeer studeerde werktuigbouw aan de MTS en volgde nog een avondstudie elektrotechniek, toen dat vak leuker bleek. Hij deed paneelbouw, bekabeling, montage, hardware-engineering en plc-programmering voor uiteenlopende sectoren, van machinebouw en tuinbouwautomatisering tot de theaterwereld. ‘Eigenlijk draaide het altijd om hetzelfde, een motor die moet starten en stoppen om iets te verplaatsen. Toen onze oudste zoon werd geboren en ik meer bij mijn gezin wilde zijn, ben ik per 1 april 2001 voor mezelf begonnen op de zolderkamer.’

STANDAARDISERING Vergeer ging projecten doen, maar zijn onvrede over aanpak en uitvoering van industriële automatisering bleef. ‘Er zaten veel herhalende taken in en rework als gevolg van telkens wijzigende informatie. De efficiëntie was ver te zoeken. Van die motor kunnen we toch een model maken, bedacht ik. Als we dat model flexibel opzetten, kunnen we het telkens hergebruiken in projecten. Door te standaardiseren kunnen we dan automatisch de tekeningen genereren.’ Vergeer kreeg een krediet van de bank, nam een programmeur aan, betrok een kantoortje bij de Hogeschool Utrecht (HU) en ontmoette industrieel automatiseerder Actemium. ‘Zij geloofden in mijn concept en vroegen me om naast de hardware ook de software automatisch te genereren. Daar hebben we toen een nieuwe applicatie voor ontwikkeld, wat Typical Manager is geworden. Die genereert e-tekeningen, plc- en scada-software, testrapporten, maintenance data en andere documentatie.’

Patrick Vergeer, oprichter en dga van Yellax: ‘Mijn droom is om met één druk op de knop, op basis van requirements en met inzet van kennisregels, een ontwerp samen te stellen en de output te genereren.’

ik altijd HU-studenten aan me gebonden en kon ik toen mijn taken onder drie jonge honden verdelen: Theo Klaassen voor business development, Herbert van Donselaar voor productontwikkeling en Hette Feenstra voor de interne processen. Na een half jaar kwam ik terug en zag ik dat het bedrijf beter liep, reden om hen te laten participeren in Yellax. Als oprichter en ondernemer sta je de groei soms in de weg.’ Inmiddels fungeert Vergeer meer als coach en cultuurbewaker, nadat Theo Klaassen in 2020 algemeen directeur is geworden.

VERANDERMANAGEMENT Zo heeft Yellax zich verder kunnen ontwikkelen als kennispartij welke system integrators, machinebouwers en eindklanten ondersteunt bij het mechatronisch standaardiseren, structureren en automatiseren. Met twee hulpmiddelen, het reeds genoemde Typical Manager en de nieuwe oplossing BeeFinity voor artikelbeheer. Dit betreft een centrale applicatie voor productbeheer, waarbij bedrijven profiteren van elkaars collectieve kracht. Met elkaar creëren ze een betrouwbare, voor iedereen altijd en overal toegankelijke databron van miljoenen producten. ‘Het mooie is dat het in co-creatie gebeurt’, wijst Vergeer weer op de rol van de mens. ‘Want het gaat voor 20% om de techniek en voor 80% om het proces en de mensen. Onze consultants nemen dit inmiddels actief mee, om te komen tot een geborgde verandering, en dat horen we vaak terug van klanten: ‘We zijn efficiënter gaan ontwerpen en jullie hebben ervoor gezorgd dat onze verschillende disciplines weer goed met elkaar praten.’’

GOED LEIDERSCHAP Het jubileum is voor Vergeer aanleiding om terug te kijken en vooruit te blikken. ‘Het waren veel ups & downs, maar ik ben ontzettend blij met de weg die we samen hebben afgelegd. Ik zie een mooie toekomst voor Yellax, met goed leiderschap en een gezamenlijke droom waarin we alle medewerkers meenemen. Vanwege de voortschrijdende vergrijzing is er grote noodzaak dat bedrijven hun ontwerpprocessen slimmer inrichten en de kennis van de oudere generatie vastleggen in systemen.’ Dus blijft Vergeer met Yellax zoeken naar mogelijkheden om het ontwerp van industriële automatisering efficiënter te maken. ‘Zo kunnen we samen de doorlooptijd van projecten verkorten en de kwaliteit verhogen. Alleen dan kunnen we industrie in Nederland behouden.’ Bij Yellax staat het team voorop, aldus Patrick Vergeer. ‘Ik ben nog altijd betrokken bij het aannemen van nieuwe mensen. Het gaat mij dan vooral om hun persoonlijkheid en oprechtheid, wat hen drijft, welke droom ze hebben en of we samen een biertje kunnen drinken.’

JONGE HONDEN Door de financiële crisis viel Vergeer echter van zijn roze wolk. ‘We liepen nog te ver voor de muziek uit.’ Hij was technisch failliet, maar kwam twee lokale ondernemers tegen die zijn business snapten en in hem als ondernemer geloofden. Hun investering was het begin van de volgende groeifase van Yellax. ‘Ik heb er dag en nacht aan gewerkt, tot in 2015 bij mij het lampje uitging. Gelukkig had

Postbus 138 3400 AC IJsselstein Edisonweg 1 3404 LA IJsselstein T 030 688 00 23 info@yellax.com www.yellax.com


UIT DE MARKT PLEIDOOI VOOR DE SUPPLYCHAIN MANAGER ‘ALS REGISSEUR VAN WAARDE’ In de wereld zijn verschillende megatrends gaande. De specialisatie in het maken van onderdelen neemt nog steeds verder toe. Om dergelijk onderdelen goed en goedkoop te kunnen produceren is schaalgrootte nodig en dan is specialisatie het antwoord. Deze onderdelen worden wereldwijd verspreid gemaakt en toegeleverd, met lange ketens als resultaat. Tegelijk is er een aanwas van nieuwe technologieën – denk aan AI, 5G en 3D-printing – die resulteren in voortdurende stroom concurrerende producten en processen. Concurrentie die zich ook versterkt met communicatietechnologieën: iedereen kan een webshop beginnen en zorgen dat hij gevonden wordt. Deze trends zijn ontstaan in een wereld waarin het Angelsaksische neoliberalisme leidend is, en dat is niet toevallig. In veel ondernemingen staat efficiency centraal, om zo winst te maximaliseren en de aandeelhouder te behagen. Producten worden daarom zo goedkoop mogelijk geproduceerd. Omdat de koopkracht wereldwijd is gestegen, zijn veel producten voor grote groepen betaalbaar geworden. Wat weer leidt tot stijgende consumptie onder een groeiende wereldbevolking. En dat alles leidt direct of indirect tot klimaatverandering en een toenemend bewustzijn daarvan. Dat vraagt om een andere aanpak. De focus op massaproductie van spullen die alleen kortetermijnbehoeften bevredigen moet ingewis-

seld worden voor gerichtheid op werkelijke klantwaarde, nu en de langere termijn. In hun boek ‘Regisseer de keten – een managementmethode die leidt tot wendbaarheid en waarde voor organisaties, mensen en maatschappij’ pleiten Jack van der Veen en Michel van Buren daarom voor een ‘horizontale aanpak’. ‘Al sinds de industriële revolutie wordt er verticaal, hiërarchisch gewerkt, met bedrijven opgedeeld in van elkaar gescheiden afdelingen. Met verticale toeleverketens waar elke schakel alleen contact heeft met die erboven en eronder. Hieraan zijn we gewend. Voor iedereen is duidelijk wie waarvoor verantwoordelijk is, wie in control is. Echter, welke controle heb je nog als inkoop alleen op prijs stuurt en niet op de beschikbaarheid van kritische componenten. Als tijdens bijvoorbeeld een pandemie ergens ver weg een fabriek moet sluiten waardoor jouw directe leverancier niet meer in staat is zijn verplichtingen na te komen. Of als een Amazon alleen voor winstgroei gaat en zijn leveranciers niet stuurt op duurzaam werken? In al die situaties blijkt dat verticale organisaties en ketens geen controle bieden, omdat ze onvoldoende transparant en wendbaar zijn. Dus is er een kanteling nodig.’ Een horizontale organisatie is wel transparant en wendbaar, betoogt Van der Veen. ‘Zoals bijvoorbeeld Buurtzorg aantoont met zelfsturende multidisciplinaire teams, waarvan de leden onderling afspraken

ROBOT VAN STAUBLI VOOR RVS FINISH ‘Het is een unieke machine die de arbeid van de medewerkers verlicht.’ RVS Finish in Bergeijk heeft het afgelopen jaar fors geïnvesteerd in een finishing robot van Staubli. ‘Maar niet om het werkproces te versnellen’, zegt bedrijfsleider Driek Brouwers. ‘Met de robot willen we niet meer afhankelijk zijn van de ambachtelijke skills van onze mensen. Ongeacht ziekte of verlof halen we op deze manier altijd de gewenste kwantiteit en kwaliteit. En dat is uiteindelijk toch waar de klant het meeste mee geholpen is en wat hij van ons mag verwachten.’ RVS Finish (en dochter RVS Clean)

hebben samen 25 fte en zijn actief op het gebied van stralen, slijpen, cleanroom reinigen en assemblage. De robot was hard nodig, zo zegt Brouwers. ‘De robot verzorgt het hele slijpproces en biedt ons op die manier echt meerwaarde. En de mensen zelf zijn er ook echt blij mee. Ze vinden het leuk en boeiend om ’m zelf te programmeren en te laten draaien. En dat mag natuurlijk ook. Daarvoor krijgen ze de benodigde cursussen en leren ze van alles. Dus de robot heeft zeker een positief effect op de werkvloer.’ www.rvsfinish.nl www.rvs-clean.nl

maken en beslissingen nemen. Zoals een voetbalelftal ook alleen functioneert als aanvallers en verdedigers onderling hun spel afstemmen. Doen ze dat niet dan scoort de spits misschien wel tien keer, maar krijgt de doelman er elf om zijn oren.’ Deze manier van samenwerken is ook door te trekken naar de industrie. ‘Ga werken in gesloten ketens als

die van kippenboerderij Kipster, met een beperkt aantal vaste partijen die precies weten wat ze aan elkaar hebben. En, als gesloten niet mogelijk is, werkt dan, zoals een ASML doet, met een beperkt aantal strategische, meeontwikkelende en -verantwoordelijke leveranciers.’ Je bedrijf horizontaal organiseren vergt géén reorganisatie, benadrukt Van der Veen. ‘Je hoeft de afdelingen niet op te heffen, maar zorg dat er een ‘regisseur van waarde’ komt die die afdelingen horizontaal coördineert. In onze optiek moet dat de supplychain manager zijn die samen met zijn collega’s van de diverse afdelingen en met externe stakeholders komt tot werkelijke klantwaarde.’ En dan kan een bedrijf nog steeds, naar zijn mening, duurzaam groeien. ‘Horizontaal gericht zijn op het creëren van duurzame klantwaarde sluit groei niet uit. Omzeten winstgroei zijn dan geen doel op zich meer, maar nog steeds mogelijk.’ www.regisseerdeketen.nl

TWENTSE SAMENWERKING LEIDT TOT ONDERZOEKSHUB Twente University Centre for Cybersecurity Research (TUCCR), zo heet het nieuwe initiatief van de Universiteit Twente en het bedrijfsleven. In het expertisecentrum, dat onlangs is gestart, komen professionals, ondernemers, onderzoekers en studenten samen voor hun onderzoek op het gebied van cybersecurity. De hub focust op drie specifieke thema’s: de veiligheid van netwerken, de veiligheid van data en de bijhorende soci-

ale en economische aspecten. Het TUCCR gaat voor meer dan alleen security by design, zoals het ontwerpen van veiligere systemen heet. In plaats daarvan kiest het centrum voor een datagedreven aanpak, waarbij het grote hoeveelheden data van buiten verzamelt, problemen oplost en zo tot nieuwe inzichten wil komen. www.utwente.nl/en/digitalsociety/research/themes/TUCCR/

KUNNEN. april 2021

85



UIT DE MARKT TECHNIEKCENTRUM BRAINPORT BIEDT BBL’ERS EXTRA DAG PRAKTIJKONDERWIJS Zo’n zes jaar geleden namen drie bedrijven in de Peelregio – MTN, MCM en HVL – het initiatief om het techniekonderwijs aldaar te verbeteren. Dit resulteerde in de oprichting van het Techniekcentrum Brainport in Deurne, waar inmiddels tien bedrijven zich aan verbonden hebben. Eén ervan is Edumar Metaalbewerking in Someren dat sinds het prille begin betrokken is. ‘ROC Ter Aa in Helmond verzorgt de theorie, wij als tien bedrijven het

praktijkonderwijs. In het Techniekcentrum staan hiervoor de modernste machines opgesteld, dat is perfect’, vertelt Eduard Wijlaars, directeur bij Edumar Metaalbewerking. De samenwerking tussen scholen en bedrijfsleven noemt Wijlaars essentieel. ‘Wij zelf kunnen alle ontwikkelingen in de techniek al bijna niet bijhouden, laat staan de docenten. En de school beschikt ook niet over de modernste middelen, waardoor

URBAN SUN: EEN CIRKEL UV-LICHT OM VIRUSSEN TE DODEN

Urban Sun met op de achtergrond de Erasmusbrug. Foto: Studio Roosegaarde

Daan Roosegaarde van Studio Roosegaarde lanceerde onlangs Urban Sun, een installatie met uv-licht dat virussen doodt. Hij was onder andere te gast bij tv-progamma Jinek. De Urban Sun kan in openbare ruimtes gebruikt worden, zodat mensen elkaar weer veiliger kunnen ontmoeten. De installatie zorgt ervoor dat ruimtes voor 99,9 procent virusvrij worden, claimt Roosegaarde. Far-uv C licht met een golflengte van 222 nanometer kan het coronavirus veilig reduceren, is het idee. Urban Sun maakt een cirkel van dit uv C-licht. Het verbindt design met wetenschap. Studio Roosegaarde ontwierp de installatie samen met een team van externe experts en wetenschappers over de hele wereld. Roosegaarde zoekt nu samenwerking met partijen om de Urban Sun in de praktijk toe te passen. Managing director Michael Tulp van Sunshower, leverancier van hoogwaardige oplossingen met laaggedoseerd uv-licht voor onder de

douche (zie ook het verhaal op pagina 82), hoorde terloops dat er iets bij Jinek zou komen over de kracht van de zon en bleef toch maar even kijken. ‘Wat ik Daan hoorde vertellen, klinkt goed. Er zijn meer bedrijven bezig met dit soort toepassingen, waaronder Signify. Uv-licht heeft positieve werking als je het goed gebruikt. Wij richten ons op uv B-licht dat de aanmaak van vitamine D bevordert en daarmee de weerstand verhoogt: de kans op besmetting met bijvoorbeeld covid19 wordt kleiner, of je hebt minder klachten als je het krijgt. Urban Sun is gebaseerd op uv C-licht dat virussen echt kan doden. Dyson gebruikt het ook in lichte mate in zijn handendrogers in de horeca.’ Tulp vindt het interessant om te zien hoe Roosegaarde ermee bezig is. ‘Dit is vooral iets voor buiten, op festivals bijvoorbeeld. Het was vooral ook een uitnodiging om toepassingen verder te onderzoeken.’ www.studioroosegaarde.net www.sunshower.nl

het voor de docenten lastig is leerlingen te leren deze te bedienen’, stelt hij. ‘En dat hoeven ze dus ook niet te kunnen, want wij sturen onze beste vakmensen om daar les in te geven. Een docent kan nu eenmaal nooit zo goed een machine bedienen als iemand die hier de hele dag mee werkt. Bij het praktijkonderwijs fungeert de docent meer als coach die zorgt dat de vereiste lesstof voorbijkomt. Het is dan aan ons om ervoor te zorgen dat Op het Techniekcentrum Brainport krijgen BBL’ers praktijkonderwijs van vakmensen uit de tien aangesloten bedrijven.’ die lesstof zo goed Foto: Toon van Moorsel mogelijk bij de leerlingen komt.’ draaien in de productie, dan is er Hoewel het ROC in Helmond voor de meeste leerlingen dichterbij is dan niet veel tijd voor begeleiding, want er moet gepresteerd worden.’ dat in Eindhoven, gingen ze vaak Hoewel Edumar Metaalbewerking toch naar Eindhoven. Met een Techgeen problemen ondervindt bij het niekcentrum in Deurne hopen Eduopvullen van stageplaatsen, hamert mar en collega-bedrijven leerlingen Wijlaars op het belang om jongeren te verleiden tot een opleiding in hun eigen regio. En waar BBL’ers normaal te interesseren voor techniek. ‘Techniek blijft het ondergeschoven gesproken één dag per week naar kindje. Normaal gesproken kunnen school gaan en de overige vier dagen we ouders en hun kinderen hier bij een bedrijf werken, pakken ze dat ontvangen en hen motiveren voor bij het Techniekcentrum anders aan. het vak. Net als tijdens de Dutch ‘Wij bieden een extra dag betaald Technology Week. Vanwege corona praktijkonderwijs op school. Als ze hebben we die mogelijkheid nu niet, dan straks van school komen, zullen dus we zullen er de komende tijd ze niet alles kunnen, maar weten ze flink aan moeten trekken.’ wel wat er mogelijk is’, verklaart www.techniekcentrumbrainport.nl Wijlaars. ‘Daar komt bij dat ze op de www.edumar.nl overige dagen gewoon moeten mee-

DOEN. april 2021

87


SMARTGELEVERD GEÏNVESTEERD Link Magazine bericht over de levering van of de investering in smart technologie en de toegevoegde waarde daarvan voor de gebruiker. Voor meer informatie: www.linkmagazine.nl

GEÏNVESTEERD

GELEVERD METAAL

ELEKTRIFICATIE

Machines Koike breiden capaciteit De Boer uit

Lightyear kan vooruit met 40 miljoen erbij

Met twee grote plasmasnij-installaties heeft machinebouwer Koike Europe ervoor gezorgd dat De Boer Snijbedrijf in Uitgeest meer capaciteit dan ooit heeft. Beide machines van Koike zijn van het type Deltatex 5500, hebben een raillengte van 30 meter en bieden per machine een snijbed van 3,1 x 24,7 meter. De Boer richt zich meer en meer op

de scheepsbouw, waarvoor het onder andere platen van 12 x 3 meter snijdt. Met de komst van de twee machines passen er per installatie twee van zulke platen achter elkaar, gericht op een continu proces voor het snijden van rvs, staal en aluminium. www.koike-europe.com, www.deboersnijbedrijf.nl

Een nieuwe investeringsronde heeft Lightyear zo’n 40 miljoen euro opgeleverd. Daarmee kan de Helmondse fabrikant van elektrische auto’s op zonne-energie naar eigen zeggen versnellen voor de eerste leveringen van de Lightyear One, eind dit jaar. Van de Lightyear One zijn 120 exemplaren verkocht, met

een prijs van 150.000 euro exclusief belastingen per auto. Vanaf 2023 moet Lightyears nieuwe model op de markt komen. Daarbij mikt het bedrijf op een productie van tienduizenden auto’s, zodat de prijs omlaag kan naar ongeveer een derde van wat de koper nu betaalt. www.lightyear.one

METAAL

3D-PRINTING

Q-Fin levert continu proces met omkeerunit

Kapitaal helpt Valcun bij ontwikkeling 3D-printen

Metaal in één doorgang dubbelzijdig bewerken zonder de tussenkomst van een manuele handeling. Het is kort gezegd waarvoor de omkeerunit binnen de nieuwe ontbraamstraat van het Hapertse Willems Baling Equipment zorgt. Leverancier is Q-Fin Quality Finishing Machines, dat op de eigen locatie in het nabijgelegen Bergeijk de straat en

3D-metaalprinten toegankelijk en competitief maken. Dat is de doelstelling van het Gentse Valcun, dat met de eigen, gepatenteerde 3D-metaalprinttechnologie verder kan nu het onlangs 1,5 miljoen euro heeft opgehaald. Voor Valcuns technologie is geen laser- of metaalpoedertechnologie nodig. Ook van vormvereisten voor het toevoeg-

unit ontwikkelde en produceerde. Nadat de eerste van twee F1200 ontbraammachines de ingevoerde plaatdelen ontbraamt en afrondt, wordt het metaal door de omkeerunit 180 graden gedraaid en gaan de delen de tweede machine in voor nogmaals dezelfde bewerking. www.q-fin.nl, www.willemsbaling.nl

materiaal is volgens Valcun geen sprake, waardoor voor het printen onder andere gerecycleerd metaal en eerder geprinte onderdelen gebruikt kunnen worden. Dit maakt de eigen technologie economisch competitief, zo claimt de Gentse startup. www.valcun.be

myPNOZ- het nieuwe modulaire veiligheidsrelais Bent u op zoek naar een eenvoudige oplossing om meerdere veiligheidsfuncties te bewaken? Dan is het modulaire veiligheidsrelais myPNOZ ideaal voor u! myPNOZ kan op basis van uw eisen op maat gemaakt worden in de myPNOZ Creator in de Pilz E-Shop. U kiest de benodigde veiligheidsfuncties en wij stellen uw systeem samen. U ontvangt myPNOZ al voorgemonteerd en volgens uw wensen ingesteld, zodat u het veiligheidsrelais eenvoudig middels plug & play kunt installeren! Zo bespaart u kostbare tijd en krijgt u een oplossing op maat.

Kijk op www.pilz.nl voor meer informatie! 88

april 2021


UIT DE MARKT OVERSTAP VAN VDL STEELWELD NAAR TBP IS VOOR VAN HAPEREN MINDER GROOT DAN HET LIJKT Joost van Haperen was bij VDL Steelweld verantwoordelijk voor het team van projectmanagers, engineers en sitemanagers dat zich bezighoudt met de ontwikkeling en installatie van complexe productiesystemen voor de assemblage van auto’s. Sinds 1 januari is hij directeur van EMS-bedrijf tbp electronics dat eind vorig jaar door VDL Groep is overgenomen. Hij is inmiddels ‘onder de indruk’ geraakt van de vakbekwaamheid van de medewerkers in Dirksland en Eindhoven, vertelt hij. De overgang van Steelweld naar tbp is minder groot dan het misschien lijkt, zo maakt hij duidelijk. ‘Net als VDL is tbp een echt familiebedrijf, met hetzelfde dna. Met oog voor de lange termijn. Dat is ook de reden waarom juist VDL en tbp tot over eenstemming zijn gekomen. De collega’s en de opdrachtgevers blijven onverkort voorop staan.’ Dat betekent onder meer dat tbp electronics, net als eerdere bedrijven die VDL Groep overnam, als zelf-

standige werkmaatschappij blijft opereren. De focus blijft liggen op bestaande externe opdrachtgevers. Tegelijk zal gekeken worden waar synergetische voordelen te behalen zijn. ‘VDL wil de opdrachtgever graag een one-stop-shop bieden, met een zo breed mogelijk pakket aan disciplines, van mechanica tot en met de elektronica-assemblageservices die wij leveren. Zo ontwikkelt VDL zich nog verder tot de proactieve partner die het wil zijn. Die de enabler is van het succes van de opdrachtgever op zijn markt.’ Een andere overeenkomst tussen VDL Steelweld en tbp is dat beide ondernemingen projectgedreven zijn. ‘VDL Steelweld streeft ernaar een lijn te ontwikkelen die het betreffende nieuwe automodel op een zo goed en efficiënt mogelijke manier assembleert. Early supplier involvement is voor de opdrachtgever dan ook van het grootste belang. Dat geldt evenzeer voor tbp. Ook pcba’s krijgen alleen de hoogst mogelijke kwaliteit tegen optimale

Van links naar rechts: Ton Plooy, Joost van Haperen en Willem van der Leegte. Tijdens het eerste bezoek van Willem van der Leegte aan tbp electronics toosten ze op de overname door VDL Groep. Foto: VDL

kosten, als de opdrachtgever ons vroeg betrekt. Dat is altijd een missie geweest van tbp-ceo Ton Plooy en dat zal onze missie blijven.’ Om de overgang zo soepel mogelijk te laten verlopen, zal Plooy tot eind

dit jaar Van Haperen ondersteunen. Een compleet interview met beiden publiceert Link Magazine in het najaar. www.tbp.nl www.vdlgroep.com

FULL CONTROL. NO LIMITS. Fastems Work Cell Operations (WCO) – scalable business and factory solutions that seamlessly connect all processes to improve your performance and pro tability. WCO integrates your existing machining and software equipment to maintain an advanced production management system – in one intuitive and innovative platform, to realize holistic, accurate and instant manufacturing data. • Automatic and predictive scheduling for stand-alone machines and manually operated workstations • Effortless monitoring and full transparency of manufacturing operations • Easy, practical and strategic management of the whole factory

Learn more: fastems.com/work-cell-operations

For more information, contact: Henk Kremers, Sales Manager henk@valkworks.nl Phone +31 6 53210172

april 2021

89


UIT DE MARKT ERVAREN ROT VAN ARKEL GAAT FOOTPRINT STM IN BENELUX VERGROTEN ‘Bij STM leeft het familiegevoel. Als een klant iets specifieks wil dat niet met standaardproducten valt op te lossen, heeft hij toch binnen twee, drie weken een offerte. STM stuurt niet alleen op EBITDA, maar ook op toegevoegde waarde voor de klant. Bij STM kan ook de kleinere scheepswerf of machinebouwer terecht met zijn complexe vragen die niet direct heel veel omzet genereren.’ Aldus Dennis van Arkel over zijn nieuwe werkgever, een Italiaans familiebedrijf met een omzet van een kleine 100 miljoen euro per jaar en bijna 360 mensen op de loonlijst. Hij is daar sinds 1 januari aan de slag, samen met zijn collega Theo Melchers, met als opdracht de nieuwe verkoop- en servicevestiging in Bodegraven te versterken en de klantenkring van de Italiaanse onderneming in de Benelux te vergroten. Na 39 jaar werkzaam te zijn geweest in de tandwielkastenwereld bij een ander Italiaans familiebedrijf, Brevini (tegenwoordig in handen van het Amerikaanse, beursgenoteerde DANA), weet Van Arkel ‘waar Abraham de mosterd haalt’ en is hij ‘van

vele markten thuis’. En die kwaliteiten zijn van waarde voor STM dat actief is in tal van sectoren: van de kermisattracties en de wind-offshore, waaraan kasten met een gewicht tot 12 ton geleverd worden, tot aan de foodindustrie die kleinere, 200 millimeter diameter reductiekasten nodig heeft voor bijvoorbeeld de schroeftransporteurs. ‘Aan een tandwielkast in een kermisattractie, waaraan constructies hangen die mensen met 4G rondzwaaien, worden hoge veiligheidseisen gesteld. Dat betekent dat er een uitgebreide certificering nodig is waarbij je in detail aantoont dat het gebruikte materiaal voor die kast van een gecertificeerde leverancier komt, uit een specifieke, traceerbare batch. Ook leveren we oplossingen voor de lieren op vissersschepen en de baggerindustrie. De krachten daarop variëren sterk door de verschillen in zeegang. Daar moeten die reductiekasten tegen bestand zijn. Ook dan wegen de safety factoren relatief zwaar. Maar in de machinebouw kan juist geluid een issue zijn. Dan is het aan ons dat te signaleren en met oplossingen te komen. Bij-

Dennis van Arkel. Foto: STM

voorbeeld door een specifieke smering te gebruiken. Vaak hoeven deze smeermiddelen minder frequent ververst te worden. Uiteraard is regelmatige olieanalyse dan wel een must, om ongewenste stilstand te voorkomen.’ Met die bagage moet Van Arkel, samen met zijn collega’s, de weg gaan bereiden voor configure-to-order

METALCO KRIJGT NIEUWE EIGENAREN VAN OM DE HOEK Metalco, toeleverancier in Oisterwijk, komt in andere handen. Oprichter en voormalig eigenaar Ad Verstijnen gaat met pensioen en draagt het metaalbewerkingsbedrijf over aan Ronnie van den Hurk en Janwillem Verschuuren. Voor hen is Metalco geen onbekende: Van den Hurk en Verschuuren zijn reeds eigenaar van metaalbedrijf De Cromvoirtse, dat zo’n 70 medewerkers telt en naast een vestiging in Nuth ook een locatie in Oisterwijk heeft. ‘Metalco is onze achterbuurman’, stelt Van den Hurk. ‘We bevinden ons op letterlijk een steenworp afstand van elkaar.’ Volgens Van den Hurk biedt Metalco hem en Verschuuren de aanvulling waar ze al langer naar zochten. ‘Het bedrijf heeft tien medewerkers. Samen bieden zij veel vakmanschap, gericht op het samenstellen van producten en bewerkingen tot in de kleinste details. En dat voor kleine

90

april 2021

series en enkelstuks; de slogan is niet voor niets ‘specialist in maatwerk’. Dat past goed bij De Cromvoirtse, waarmee we ons onder meer hebben toegeHet bedrijfspand in Oisterwijk. Foto: Metalco legd op plaatbewerking, zagen en 3D-buislasersnijden. Maat- ring die we afgelopen jaren hebben doorgevoerd bij De Cromvoirtse. werk zit in de genen van beide Daar hebben we inmiddels elke bedrijven.’ bewerking ondergebracht in een Metalco blijft zelfstandig opereren, digitaal klantportaal. Zoiets heeft tijd de bedrijfsnaam blijft behouden. De nodig, maar de potentie tot verdere nieuwe eigenaren willen het bedrijf automatisering bij Metalco is er laten groeien, al heeft dat volgens zeker. Klanten gaan merken dat de Van den Hurk niet de hoogste priodoorlooptijden en planning straks riteit. ‘Voor nu zien we vooral kanverkorten.’ sen in een upgrade qua planning en www.metalco.nl automatisering. We hebben daar de www.decromvoirtse.nl ervaring voor, gezien de digitalise-

(cto). ‘Want STM staat ook open voor klantspecifieke oplossingen. We gaan met klanten in gesprek om voor de komende maanden te bepalen wat de prognoses en wensen zijn voor de diverse toepassingen. Als er dan meerdere klanten zijn waarvoor je het komend halfjaar bepaalde componenten nodig hebt, kun je die op voorraad houden, zodat je daarmee snel de gevraagde configuratie kan maken zodra die besteld wordt.’ Van Arkel verwacht dat in de tweede helft van dit jaar de cto-werkwijze zijn beslag zal krijgen. ‘Niet eerder. Door de coronamaatregelen is het lastig om klanten te bezoeken. Maar het is belangrijk om in een persoonlijk gesprek bij de klant te kunnen horen wat de behoefte is, en met eigen ogen te zien wat er speelt en daar vragen over te stellen.’ De verkoop- en servicevestiging – ‘fabrieksvestiging’ – in de Benelux is één van 19 eigen verkooplocaties, naast de twee productievestigingen die STM in Italië heeft. ‘STM is reeds in 78 landen aanwezig, maar dus vooral met distributeurs. Bij distributeurs is het niet altijd duidelijk hoeveel tijd zij aan je productenlijn besteden. Het is daarom de bedoeling om het aantal eigen verkoop- en servicevestigingen de komende jaren verder uit te breiden’, aldus Van Arkel over de ambities van het Italiaanse familiebedrijf. www.stm-Benelux.nl www.stmspa.com


SAMENONDERNEMEN Link Magazine signaleert fusies, allianties en overnames in de industrie. Voor meer informatie: www.linkmagazine.nl

OVERNAMES PROCESINDUSTRIE

Mechatest komt bij Doedijns productportfolio ontstaat. Met de overname hopen beide bedrijven sterker te komen staan op de internationale samplingmarkt. Mechatest zit in Nootdorp, maar verhuist later dit jaar naar de vestiging van Doedijns in Zoetermeer. www.mechatest.com www.doedijns.com © 2020 SCHUNK GmbH & Co. KG

Doedijns, onderdeel van de Vydraulics Groep, zet een strategische stap met de overname van Mechatest. Doedijns is gespecialiseerd in power-, motion- en controlsystemen en richt zich daarnaast op automatische samplingsystemen. Dit laatste geldt ook voor Mechatest, waardoor voor Doedijns een aanvulling op het bestaande

DIGITALE PRODUCTIE

Trumpf versterkt zich met softwarehuis Lantek Met de overname van het Spaanse softwarebedrijf Lantek zet Trumpf de stap naar plaatbewerking over fabrikanten heen. Lanteks software voor plaatbewerking werkt onafhankelijk van de machinebouwer, waardoor het voor Trumpf mogelijk wordt de procesketen voor plaatbewerking ook met machines

van andere producenten af te dekken. De overname past volgens Trumpf bij de strategie om het eigen portfolio aan smart-factoryoplossingen verder uit te breiden. Lantek blijft voorlopig actief onder de eigen naam. www.lantek.com www.trumpf.com

WATERBEHANDELING

Pompproducent Wilo neemt Abionik Groep over De Wilo Groep, dat pompsystemen produceert voor onder andere de industrie, heeft zich versterkt met de Duitse Abionik Groep. Wilo neemt de groep over van private equity onderneming BID Equity en andere aandeelhouders. Bij Abionik, dat elf productie- en verkoopvestigingen in Europa en Azië heeft, werken 170 mensen. De groep omvat onder meer de

bedrijven MARTIN Systems, LIKUSTA Umwelttechnik en Steinhardt, die elk gespecialiseerd zijn in de behandeling van afvalen regenwater en hoogwaterbeheersing. Wilo is in Nederland gevestigd in Westzaan, in België heeft de pompproducent een locatie in Ganshoren. www.abionik.com www.wilo.com

are uwbIhre etrofür Uw bPlus Das partner ound p einfache schnelle het gebied van Handling-Lösung. k ieKomplettechndas spantbietet SCHUNK programm en grijpfür sydie steindividuelle men

Gestaltung Ihres HandlingSystems ausinformatie einer Hand. Kijk voor meer op schunk.com

Mehr erleben unter schunk.com/equipped-by

ALLIANTIES METAAL

Kumoweld wordt partner Polder Staalproducties Polder Staalproducties, dat vanuit de vestiging in Emmeloord producten en samenstellingen maakt voor oem’ers in Europa, gaat samenwerken met Kumoweld. Via het Welderbrand lastotaalconcept gaat Kumoweld Polder helpen bij de verbetering van het productieproces voor lassen. Ook verzorgt

Kumoweld bij Polder het voorraadbeheer. Hiervoor plaatst het bedrijf uit Assen een zogeheten VINTIQkast bij Polder. Zie die als een uitgifteautomaat voor lasbenodigdheden, zodat de klant die op de werkplek altijd bij de hand heeft. www.kumoweld.nl www.polderstaal.nl

Superior Clamping and Gripping

april 2021

91


ABI. INNOVATIE IN UITVOERING. De kracht van het idee blijkt uit de realisatie. Als specialist op het gebied van aandrijvingen, motion control en robotics weten we waar we het over hebben. Of het nu om standaard oplossingen of specialistisch maatwerk gaat: alles begint met DENKEN. In een zo vroeg mogelijk stadium. Wat is de werkelijke vraag? Welke oplossing sluit hier perfect op aan? En dat dan tot in de puntjes uitvoeren. Dat is wat we het best KUNNEN, als familiebedrijf met bijna 100 jaar ervaring. De dienstverlening van ABI gaat van advisering tot realisatie. Inclusief naadloos aansluitende begeleiding en professionele trainingen. En altijd vanuit bevlogen vakmanschap. Dat is waar we het voor DOEN.

AANDRIJVINGEN - MOTION CONTROL - ROBOTICS

www.abi.nl februari 2020

81


UIT DE MARKT TON DERKSEN HELPT DIGITALISEREND PLAATWERK-MKB Digitalisering heeft voor de plaatwerkindustrie topprioriteit; lees ook het artikel daarover op pagina 33 in deze Link Magazine. Voor mkb’ers vormen de benodigde kennis en capaciteit echter een uitdaging, stelt Ton Derksen. Sinds 1 april helpt hij vanuit zijn eigen bedrijf, Ton Derksen Consultancy, ondernemingen bij de digitale transformatie. Voortbouwend op zijn langTon Derksen: ‘Digitalisering begint bij de mensen.’ jarige ervaring in de branche en zijn uitgebreide Foto: deda-media (internationale) netwerk snel tegen barrières aan, omdat je van plaatwerkbedrijven, leveranciers organisatie er nog niet bij past of en adviseurs, biedt hij advisering en omdat de standaardisatie van de projectmanagement. ‘Ruim 25 jaar data nog niet op orde is. De eerste heb ik in de keuken mogen kijken stappen richting digitalisering vrabij honderden plaatwerkbedrijven. gen dan ook niet zozeer investerinHet laatste jaar heb ik ervaren dat gen in software en machines, maar het automatiseringsvraagstuk steeds meer in de organisatie. Het gaat breder wordt. Bij uiteenlopende eerst om bewustwording bij de plaatwerkbedrijven heb ik een digimedewerkers. Kleinere bedrijven taliseringsplan mogen opstellen, zijn nog niet zover met automatisemaar werd ik bij de uitvoering ring en leunen nog meer op vakbeperkt door mijn rol als leverancier manschap. Maar aan dat laatste is van alleen CAD/CAM- en steeds meer tekort, want er is de MRP/MES-systemen.’ afgelopen decennia te weinig is geïnAls onafhankelijk consultant kan vesteerd in onderwijs terwijl de verDerksen nu over de volle breedte grijzing in de metaal hard toeslaat. ondersteunen. ‘Het begint bij de Mijn ervaring breng ik nu mee om mensen: hoe ben je als plaatwerkbebedrijven heel praktisch te informedrijf georganiseerd, welke medewerren en coachen bij die belangrijke kers hebben welke talenten en hoe eerste, kleine stappen in automatisekun je die optimaal inzetten? Met ring. Zo kan ik mensen de voordelen hen ga je het werk organiseren en laten ervaren en begeleiden bij de standaardiseren, om vervolgens de vervolgstappen. Aan die praktische stap naar automatisering en digitaliinsteek zie ik veel behoefte.’ sering te kunnen zetten. Wil je metwww.tonderksenconsultancy.nl een gaan automatiseren, dan loop je

SRON LID VAN ICD SRON is toegetreden tot het Innovatiecluster Drachten (ICD). SRON is het Netherlands Institute for Space Research, voorheen Stichting Ruimteonderzoek Nederland. Het instituut, met een vestiging in Utrecht (die dit jaar naar Leiden verhuist) en in Groningen, legt zich toe op astrofysica, aardobservatie en exoplaneetonderzoek. Ook ontwikkelt SRON nieuwe technologie en instrumenten voor het onderzoek, zoals gevoelige sensoren voor röntgen- of infraroodstraling. Daar ligt een link met de hightech gemeenschap in Noord-

Nederland. Sinds begin vorig jaar is het instituut al betrokken bij ICD, eind maart is het officieel lid geworden. SRON onderhoudt van oudsher nauwe banden met de faculteit Science and Engineering van de Rijksuniversiteit Groningen, partner van ICD. Via het ICD-lidmaatschap wil het zijn betrokkenheid bij de regio verbreden naar de innovatieve maakindustrie, voor het uitvoeren van onderzoeksprojecten en het enthousiasmeren van studenten en toekomstige medewerkers. www.icdrachten.nl, www.sron.nl

PERSONALIA

Robert Pelgrim is vanaf 3 mei de

nieuwe coo van Von Gahlen, dat in Zevenaar productiefaciliteiten voor nucleaire geneeskunde en radiofarmacie bouwt en recent de Koning Willem I Prijs in de categorie mkb voor innovatief ondernemerschap ontving. ‘Zo’n erkenning zegt veel’, aldus Pelgrim. ‘Von Gahlen groeit enorm, in een sector die sterk tot de verbeelding spreekt. Ik zie ernaar uit het bedrijf mee te helpen bij de verdere ontwikkeling.’ Pelgrim was tot voor kort coo bij de Tuinte-groep.

Voormalig chairman IBM Europe en ceo IBM BeNeLux, Harry van Dorenmalen, is de nieuwe bestuursvoorzitter van Stichting Health Valley Netherlands. Hij volgt hiermee René Penning de Vries na 8 jaar op. Eric Slakhorst heeft per 1 maart zijn

baan bij Aalberts Advanced Mechatronics, waar hij chief commercial officer was, ingeruild voor die van businessunitmanager Hightech Systems bij Demcon. Hij is aangetreden bij een bedrijf met een expliciete groeistrategie; om die te realiseren moet Demcon productiewerk gaan doen voor semicon-klanten waarvoor het nu alleen nog ontwikkelt. Aan Slakhorst de taak leiding te geven aan die transitie. Een ‘weloverwogen beslissing’, zo noemt Geert Hellings zijn besluit om vanaf

Mark Verhoeven had verwacht tot

aan zijn pensioen per 1 december 2022 bij EVS Media Infrastructure te blijven, als manager operations & strategic purchase. ‘Maar toen kreeg ik de kans om vanaf 1 april bij RENA Electronica in Zundert aan de slag te gaan – en die heb ik gegrepen.’ RENA ontwerpt en produceert klantspecifieke elektronica voor professionele ledverlichting. Verhoeven gaat zich richten op de complete supplychain voor inkoop, logistiek, planning en kwaliteit. Met de huidige situatie op de componentenmarkt heeft dat veel prioriteit. BrainCreators, de specialist in het ontwikkelen van intelligente digitale inspecteurs op basis van AI-technologie, heeft Marco de Pater aangesteld als chief financial & operating officer. Hij wordt verantwoordelijk voor het dagelijkse financiële en operationele beleid. Daarnaast draagt hij bij aan de verdere ontwikkeling van BrainCreators.

1 juli 2021 te stoppen met zijn directiefunctie bij Mikrocentrum, de kennis- en netwerkorganisatie voor de (Nederlandse) hightech- en maakindustrie. ‘Nu de organisatie in alle opzichten klaar is om een nieuwe fase in te gaan, laat ik het schrijven van dat nieuwe hoofdstuk graag over aan mijn opvolger’, aldus Hellings, die meer dan 18 jaar leiding heeft gegeven aan Mikrocentrum. Meerdere wisselingen binnen Nedschroef Group: Paul Raedts was cfo en wordt ceo, Arjan Verheij was director finance & controlling en wordt cfo. Hun benoeming is 1 april ingegaan en volgt op het vertrek van Matthias Sckuhr, die terugtreedt als ceo en zijn carrière vervolgt bij Freudenberg Sealing Technologies. Nedschroef Group maakt bevestigingsmaterialen, produceert machines en gereedschappen voor het warm en koud vervormen van staal en levert vooral aan de automobielindustrie.

april 2021

93


ADVERTORIAL

OREEL EN AWETA PLUKKEN BEIDEN DE VRUCHTEN VAN HUN SAMENWERKING

ONDERDELEN GESORTEERD NAAR ASSEMBLAGELIJNEN VOOR SORTEERMACHINES One-stop shop zijn voor klanten als machinebouwer Aweta, daar zet het Friese metaalbewerkingsbedrijf Oreel Metal Components & Assemblies op in. ‘Onze strategie is een zo compleet mogelijke toelevering door middel van een divers machinepark en 125 breed opgeleide vakmensen. Zo kunnen we alles snel in eigen huis organiseren en de doorlooptijd kort houden’, aldus directeur Sytse Oreel.

Oreel stroomlijnt niet alleen zijn werkprocessen richting klanten, maar biedt ook de eigen medewerkers een aangename werkomgeving. Foto: Oreel

HIGH-MIX, LOW-VOLUME Oreel in Hallum focust op kleine series (high-mix, low-volume) met een uitgebreid machinepark dat uniek is voor Nederlandse begrippen. ‘Niet alleen ultramodern maar ook extreem divers, net als onze klanten. Daardoor hoeven zij niet voor iedere bewerking naar een andere leverancier. Compleet toeleveren is dan ook ons specialisme: van lasersnijden en kanten met een bereik van 12 meter tot de snelste fiberlasers voor snijden en laserlassen. Maar we bieden ook diensten als het lasersnijden van profielen, verspanen en assembleren; meestal kom je daarvoor bij meerdere bedrijven terecht. Alles is erop gericht de klant te ontzorgen.’ Voor de nabewerking werkt het bedrijf samen met een aantal vaste partners.

Aweta bouwt sorteer- en verpakkingslijnen voor groente en fruit. Oreel levert plaatwerkonderdelen gesorteerd aan bij Aweta, waar ze meteen naar de assemblagelijn gaan. Foto: Aweta

GROENTE- EN FRUITSORTEERMACHINES Een van de klanten waar Oreel deze strategie – sinds een jaar of zes – in praktijk brengt, is Aweta in Pijnacker. Dit bedrijf in groente- en fruitsorteermachines besloot zijn onderdelen niet langer zelf te fabriceren, maar in te kopen bij Oreel en in de eigen fabriek te assembleren. Sytse Oreel: ‘Uitbesteding van het plaatwerk betekende voor Aweta een belangrijke kostenbesparing. Voor ons ligt de uitdaging in het in de juiste kwaliteit, op tijd en in de juiste aantallen leveren van onderdelen.’ STRAKKE PLANNING, EFFICIËNTE SAMENWERKING De planning is strak, heldere communicatie cruciaal. ‘Aweta werkt met een taktplanning, waarbij ze elke drie dagen een machine in elkaar zetten. Wij moeten elke keer een bestelling op maat aan machineonderdelen aanleveren. Inclusief uitbesteding – twee derde van de onderdelen moet worden gepoedercoat of verzinkt – hebben we vijftien dagen voor de productie’, zegt Sytse Oreel. ‘Dat vergt een efficiënte samenwerking. Met name omdat de producten zodanig gesorteerd worden geleverd, dat ze rechtstreeks naar de assemblagelijn kunnen gaan. Door de intensieve samenwerking zijn ingangscontrole, wegleggen in magazijnen en andere niet-waardetoevoegende activiteiten minder relevant geworden en kan de assemblage meteen beginnen.’ DOORLOOPTIJDVERKORTING Intern streeft Oreel op alle fronten naar doorlooptijdverkorting. ‘Zo hebben we de orderverwerking op de afdeling werkvoorbereiding geautomatiseerd, wat betekent dat een order binnen een halve dag gereed is voor productie’, vertelt Sytse Oreel. ‘Ook op softwaregebied proberen we eruit te halen wat erin zit, met als doel snel en foutloos leveren. Onze papierloze fabriek zorgt voor continu actuele data in onze processen.’

VERBETERDE WERKPROCESSEN Oreel en Aweta plukken beiden de vruchten van de samenwerking. ‘Je houdt elkaar scherp en legt de lat steeds een stukje hoger. Veel zaken die we voorheen als onmogelijk inschatten, hebben we dankzij dit partnerschap toch weten te realiseren’, aldus Sytse Oreel. ‘Aweta is nu in staat snel op en af te schalen en met de planning te schuiven. We hebben allebei ons werkproces kunnen verbeteren en dat heeft ons ook commercieel geen windeieren gelegd.’ Peter Vermaat, manager Production & Procurement bij Aweta benadrukt eveneens de meerwaarde van samenwerking tussen oem’er en toeleverancier: ‘Door samen problemen op te lossen, zijn wij tot een optimale leverperformance gekomen met Oreel.’


UIT DE MARKT SIEMENS, IBM EN RED HAT BOUWEN HYBRIDE CLOUD

1.500 WATERSTOFTRUCKS, GEBOUWD IN GRONINGEN Hiringa Energy. De eerste exemplaren moeten eind dit jaar gereed zijn, in 2026 gaan als alles volgens verwachting verloopt ook de laatste exemplaren aan de andere kant van de wereld de weg op. Volgens de producenten hebben de trucks elk een actieradius van 680 kilometer. www.holthausen.nl www.hyzonmotors.com

Fabrikanten en fabrieksoperators realtime waarde bieden via de eigen operationele gegevens. Dat is het doel van de hybride cloud die Siemens, IBM en Red Hat samen gaan bouwen. De aanleiding hiervan staat in een recent rapport van IBM: waar één productielocatie in een maand ruim 2.200 terabytes aan data kan genereren, worden de meeste van die gegevens niet geanalyseerd.

INVESTERINGSRONDE LEVERT AXIGN MILJOENEN OP

ASML KRIJGT MEGAORDER VOOR EUV-MACHINES

seerd in audiocontroller-componenten. Met de investering kan het bedrijf onder meer een boost geven aan de ontwikkeling van de volgende generatie audiochips, bedoeld voor bijvoorbeeld slimme luidsprekers en draadloze oordopjes. www.axign.nl www.forward.one

De Zuid-Koreaanse geheugenchipfabrikant SK Hynix neemt de komende vijf jaar voor ongeveer 3,6 miljard euro EUV-machines af van ASML. Dat is zelfs voor de Nederlandse chipmachinemaker een grote deal; over 2020 kwam de totale omzet van ASML uit op 14 miljard euro. De order betreft machines die gebruikmaken van extreem ultraviolet (EUV) licht. Dat zorgt voor nóg dunnere verbindingen, en daarmee

voor meer rekenkracht of opslagcapaciteit op een kleinere chip. www.asml.com www.skhynix.com

AGENDA ONLINE Een actuele agenda van uiteenlopende industriële events vindt u op www.linkmagazine.nl

TAURUS XXL lasersnijden in een gloednieuw design

BRING BARE METAL TO LIFE

De nieuwe Taurus is dankzij haar unieke modulariteit ideaal geschikt voor het

INTEGRATE

Halfgeleiderbedrijf Axign, gevestigd in Enschede, heeft bij een door FORWARD.one geleide investeringsronde meer dan 8 miljoen euro opgehaald. Innovation Industries, KBS Focus, Oost NL en Axign Founder & Business Angels investeerden eerder al in Axign en deden ook nu mee. Daarnaast kende overheidsorganisatie RVO een innovatiekrediet toe aan Axign, dat zich als halfgeleiderbedrijf heeft gespeciali-

Voor de nieuwe cloudomgeving maakt Siemens gebruik van IBM’s open, hybride cloudbenadering, die is gebouwd op Red Hat OpenShift. Met de hybride opzet moet MindSphere, Siemens’ dienst voor industriële IoT (Internet of Things), lokaal en in de cloud gaan draaien. www.siemens.nl www.ibm.com www.redhat.com

snijden van extra grote platen. Het machinebed is minimum 10 meter lang en kan worden uitgebreid in stappen van 4 meter tot maximaal 42 meter. • Hoge dynamiek bij het snijden van grote platen • XXL snijden van platen tot 3200 mm breed, 30 mm dik • Geschikt voor diverse materialen, extra grote of meerdere platen • Verkrijgbaar met geavanceerde bevelkop

BEND

Het Groningse Holthausen Clean Technology, gespecialiseerd in waterstoftechnologie, heeft samen met truckproducent Hyzon Motors een megaorder in de wacht gesleept. De twee bedrijven, verenigd binnen Hyzon Motors Europe BV, mogen op hun productielocatie in Winschoten aan de slag met de bouw en levering van 1.500 waterstoftrucks voor het Nieuw-Zeelandse bedrijf

PUNCH

We help you bring bare metal to life: lvdgroup.com

LASER

ONTDEK TAURUS O P

SHEET METALWORKING, OUR PASSION, YOUR SOLUTION

april 2021

95


isah.com

Specialist in hoogwaardige medische analyse instrumenten Wereldwijd marktleider in het geautomatiseerd meten van bloedbezinking

BESLISSINGEN BASEREN OP REALTIME DATA?

Continue focus op R&D, groei en verdere ontwikkeling

RR MECHATRONICS MAAKT HET MET ISAH Sinds ruim een jaar werkt RR Mechatronics voor de ontwikkeling, productie en service van haar medische instrumenten met de Business Software van Isah. Directeur Jan Buis: “De samenwerking met Isah is voor ons een essentiële stap geweest om de verdere groei en ontwikkeling van ons bedrijf mogelijk te maken. Wij kunnen nu realtime informatie uit het pakket halen en ongelooflijk veel beter analyseren wat er in het bedrijf gebeurt. Onze besluitvorming wordt feitelijker gevoed en we kunnen beslissingen baseren op realtime data. Daarbij is Isah een fijne partner gebleken, met een openheid en eerlijkheid die ons aanspreekt en een pragmatisme wat erg goed bij ons past!”

Lees het verhaal van RR Mechatronics op blog.isah.com/rrmechatronics

Jan Buis Directeur

Maak het met Isah.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.