Link 2018 01

Page 1

D E VE R B I N D I N G TU SS E N TEC H N O LO G I E, MAR KT E N M E N S

Magazine Magazine

februari 2018 | nummer 1 | jaargang 20

SMART INDUSTRY IS OVERAL ‘ZORG DAT MENSEN VERANDERING ZIEN ALS KANS, NIET ALS BEDREIGING’ ONDERNEMERS PRATEN OPEN OVER STRATEGIE TIJDENS EERSTE LINK DGA PLATFORM ‘J ULLIE KUNNEN GEDACHTEN LEZEN’

THEMA MACHINE LEARNING IN SNELLE OPMARS?

ROBERT LIET TRIOLIET

POLITIEK EN SCHAALVERGROTING LEGGEN DE LAT VOOR HEM STEEDS HOGER


Pneumatiek wordt digitaal

U wilt maximale flexibiliteit. U zoekt intelligente en intuïtieve oplossingen. Wij zorgen voor de revolutie in de pneumatiek.

Wereldwijde primeur Festo Motion Terminal VTEM De Festo Motion Terminal VTEM voegt radicaal nieuwe dimensies toe aan de automatiseringswereld: VTEM is namelijk het eerste ventieleiland ter wereld dat door apps kan worden bestuurd. Het eerste product dat de naam gedigitaliseerde pneumatiek verdient. Voor een veelvoud aan functies, waarvoor u nu nog meer dan 50 componenten nodig heeft. Festo Motion Terminal – ontdek de nieuwe wereld van de pneumatiek. www.festo.com/motionterminal


Magazine

1/18

D E VE R B I N D I N G TU SS E N TEC H N O LO G I E, MAR KT E N M E N S

14

THEMA

32

28

MACHINE LEARNING IN SNELLE OPMARS? De mens is niet langer nodig om computers en robots te programmeren en te verbeteren. ‘Intelligente’ systemen kunnen zelfstandig massa’s data analyseren en er patronen in herkennen, bijvoorbeeld om ‘fout’ van ‘goed’ te scheiden of storingen te voorspellen. Maar worden die mogelijkheden van machine learning wel benut? Wie lopen voorop? Welke rationele en emotionele factoren spelen een rol? En welke stappen moet je als machine- en apparatenbouwer zetten om je producten smart te maken?

56

STRATEGIE FEEST VAN HERKENNING TIJDENS GESPREK OVER ELKAARS BUSINESS

STRATEGIE POLITIEK EN SCHAALVERGROTING LEGGEN DE LAT VOOR WERELDSPELER TRIOLIET STEEDS HOGER

GROEI EN MENSEN MANAGEN

‘WE ZIJN VOORTDUREND R&D-ERS AAN HET WERVEN’

Mark Voortman van Voortman Steel Group in Rijssen was gastheer van de eerste bijeenkomst van het DGA Platform van Link Magazine: ondernemers, veelal directeur-grootaandeelhouders, uit de maakindustrie komen bij elkaar voor strategische reflectie in een ongedwongen sfeer. Die eerste keer was meteen raak. Alle mogelijke onderwerpen – van automatisering tot talentontwikkeling en internationalisering – vlogen over tafel.

Nichebedrijf Trioliet bedient met zijn machines en systemen voor het voeren van runderen een uitdagende markt. Eentje waarop de politiek duidelijk haar stempel drukt met melkquota, fosfaatrechten en wat dies meer zij. Ook een markt waarop het aantal eindklanten afneemt. Tegelijk worden de machines van Trioliet smarter en complexer. Managing director Robert Liet over de grote ontwikkelinspanning die dat van het Twentse bedrijf vraagt.

49 OVER HIGHTECH STARTERS EN HUN INNOVATIES, FINANCIERINGSPROBLEMEN EN ANDERE UITDAGINGEN

MENS EN ORGANISATIE GEANIMEERD INSPIRATIE-EVENT SMART INDUSTRY FOR YOU

‘MEESTE WEERSTAND KWAM VAN DE PLC-ENGINEERS’ Smart industry heeft alles te maken met technologische vernieuwing. Maar het politieke, organisatorische en sociale traject daarnaartoe is minstens zo complex. Hoe krijg je de mensen in het bedrijf mee? Het management moet de noodzaak tot veranderen niet schetsen in termen van bedreigingen, maar als kansen. Dat werd duidelijk op een inspiratie-event op Papendal.

Met onder meer een verhaal over LifeSense Group in Eindhoven die overal ter wereld hoge ogen gooit met het wearable healthcare product Carin voor vrouwen. Ceo Valer Pop bedacht het product, omdat zijn echtgenote last had van een precair vrouwenprobleem. Holst Centre wilde graag meedenken en meeinvesteren.

INNOVEREN

37

Race naar perfectie Renault Sport F1 bereidt zich voor op het nieuwe seizoen

63

Koeien van datasets Met servitization naar een hoger niveau

SAMENWERKEN

38

‘Klanten zeggen: ‘Dankzij jullie zijn wij sterk gegroeid’ Visie 247TailorSteel werpt vruchten af, LVD helpt die verder uit te rollen

69

Veronderstelde concurrenten blijken partners Link-publicatie en handelsmissie brengen Lionix en Technobis om tafel

ZIE VERDER PAGINA 5

februari 2018

3


Industrial Additive Manufacturing with TRUMPF TRUMPF is the only manufacturer to have all of the relevant laser technologies for industrial additive manufacturing with metals. Laser Metal Deposition and Laser Metal Fusion systems offer the performance, features and quality required in industrial applications. One source - one point of contact - countless solutions: This is additive manufacturing with TRUMPF. www.trumpf.com/s/3dprintingsystems


EN VERDER: 7 13

MARTIN

EVENTS

UIT DE MARKT COLUMN Slimmere inkoopafspraken tegen ‘spookfiles’ De juiste delen moeten op het juiste moment aanwezig zijn

25

DIENSTVERLENING Nooit meer bang voor lege bakken Jeveka start pilot met logistiek systeem SmartBin

27

BEVEILIGING Hackers mikken op machineleveranciers Data delen in kader van servitization vraagt om cybersecurity-bewustzijn

35

COLUMN Verandering vereist balans tussen mensen en technologie Zie het personeel te overtuigen van het nut en de waarde van nieuwe technologie

40

INTERNATIONAAL Nederlandse hightech en CERN ‘poorly balanced’ Big Science-orders: veel potentieel, niet gemakkelijk

43

JUBILEUM Link 20 jaar – Post & Dekker 20 jaar Missiewerk volbracht, dromen waargemaakt

44

INNOVATIE ‘Tijdrovend, maar wel een echte win’ Attractiebouwer Vekoma stut wereldleiderschap met upgrading interne IT

46

KWARTIERMAKERS Lange importtijden leveren kansen op AWL-Techniek ondersteunt klanten met Mexicaanse vestiging

58

PRODUCTONTWIKKELING Sneller en ergonomischer Q-Fin Quality Finishing toont meest recente innovaties op de TechniShow

61

PARTNERS Augmented reality in de optimale softwareomgeving Merino en Arkite trekken samen op naar de klant

72

REISVERSLAG ‘Commitment van het management is cruciaal’ Implementatie nieuwe ERP-systeem zet groeiend, ambitieus AAE maanden in ‘spagaat’

75 91

UIT DE MARKT (vervolg)

Er wordt veel georganiseerd over het onderwerp smart industry. Medio januari mocht ik zelf het Inspiratie-event Smart Industry for You modereren (zie het verslag in deze uitgave, pagina 56). Een week later organiseerde de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen het seminar Smart Industry. Begin deze week voltrok zich in Bussum het Smart Industry Jaarevent. En de komende maanden volgen nog veel meer bijeenkomsten over hetzelfde onderwerp. Je zou zo zeggen: te veel herhaling van zetten, een verspilling van geld en energie. Maar is dat ook zo? Hinderlijk voor het succes van smart industry-implementatietrajecten is het niet beschikbaar krijgen van data van de klant. Laatst sprak ik een machinebouwer die graag online wil checken of zijn analyseapparatuur opgesteld bij zijn klant al aan onderhoud toe is of qua design nog beter kan. Niet te vermijden is helaas dat met die data over de werking van het apparaat ook data meekomen over de kwaliteit van het productieproces van de klant. En dát wil die klant nu juist niet hebben. Die vertrouwt dat niet. Het op één lijn komen met de klant is een probleem. Maar ook de moeite die het kost om het eigen personeel op één lijn te krijgen, blijkt de implementatie vaak te frustreren. Het vraagt een goede samenwerking tussen de diverse technische disciplines én tussen de diverse afdelingen. Jongere medewerkers zijn veelal veel meer multidisciplinair opgeleid. Hen is volop bijgebracht dat werken in een connected industrie interactie vergt met andere disciplines en afdelingen, dat je in alles wat je doet transparant bent. Want verschuilen kun je je in dit socialmediatijdperk toch niet meer. Maar ook de oudere garde moet erin mee, moet erop leren vertrouwen dat ze zich bloot kunnen geven, dat ze zich kwetsbaar kunnen opstellen. Dat vergt wel meer tijd. Mensen vrijmaken voor het volgen van opleidingen of het krijgen van coaching terwijl klanten voor de deur staan te dringen, vraagt meer standvastigheid dan veel ondernemers – begrijpelijk – gegeven is. Gelukkig is er nog een ander middel om dat vertrouwen in andere ketenpartijen, andere disciplines en andere afdelingen op te bouwen, nodig voor de technologische en sociale implementatie van smart industry, al is ook dat niet ‘tijdloos’. Dat tweede middel zijn die events over smart industry. Want mensen zijn net schapen: tijdens zo’n meeting horen ze weer ’ns in de voordrachten van early adopters – die al over de dam zijn – hoe het aan de andere kant van het water is. Luisteren en praten en natuurlijk ook lezen – in dit magazine bijvoorbeeld – leidt uiteindelijk vaak tot doen. Nog niet zolang geleden was er bijvoorbeeld veel scepsis over de cloud. Nu zie je dat steeds meer bedrijven – inmiddels gehackt of niet –inzien dat ze in de cloud veiliger en beter af zijn. Twintig jaar geleden hadden uitbesteders nét genoeg vertrouwen in hun jobbers voor build-to-print-klussen waarbij die zich exact aan de tekening moesten houden. Nu durven veel bedrijven het aan om hun toeleveranciers te laten mee-engineeren, mee-ontwikkelen; build to print plus is nu zowat gemeengoed. Menig ondernemer is al bezig met het zetten van de volgende stap: build to spec. Er is dus wel iets veranderd. De cloud is populairder geworden en het vertrouwen in de keten zit op een veel hoger niveau. En dat door erover te lezen, te horen van en te praten met anderen. Zo zal elk smart industry-event een beetje bijdragen aan de implementatie, een noodzaak om onze industrie flexibel en snel en dus competitief te houden. MARTIN VAN ZAALEN Hoofdredacteur Link Magazine

AGENDA

COLOFON

JAARGANG 20, NUMMER 1, FEBRUARI 2018

RAAD VAN ADVIES ing. P.A.M. van Abeelen (ISAH), J. Beernink MSc (Golden Egg Check), ing. D.M. van Beers (Festo BV), J.C.A. Buis MBA (RR Mechatronics), ing. B. Draaijer (V en M Regeltechniek), F.M. Eisma (Trumpf Nederland), ir. J.F.M.E. Geelen (Océ), ir. R. van Giessel (voormalig ceo Philips CFT), ing. A.L. Goudriaan MBA, ir. M.H. Hendrikse (NTS-Group, HTSM-boegbeeld), ing. J.B.P. Hol (Legrand Group), ir. T.J.J. van der Horst (TNO), ir. M.W.C.M. van den Oetelaar (Bosch Rexroth), dr. ir. M. Peters (president & ceo Moba Group), dr. ir. D.A. Schipper (Demcon), E. Severijn (Siemens PLM Software Benelux), J.A.J. Slobbe (ITM Group), H.G.H. Smid (Variass Group), ir. W.W.M. Smit MMC (DBSC Consulting), ing. N.J.F. van Soerland MBA (Philips Healthcare), ir. H.H. Tappel (Bronkhorst High-Tech), W.B.M. van Wanrooij (IBN Productie), ir. S.J. Wittermans (ASML)

UITGEVER H&J Uitgevers Mireille van Ginkel Bosscheweg 76 5151 BE Drunen (010) 451 55 10 06 51 78 41 97 uitgever@linkmagazine.nl www.linkmagazine.nl

HOOFDREDACTIE Martin A.M. van Zaalen EINDREDACTIE Pim Campman, Lucy Holl, Wilma Schreiber redactie@linkmagazine.nl AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE Hans van Eerden, Dick Hissink, Wouter Hoeffnagel, Thomas Luiten, André Ritsema COVERFOTO Arjan Reef GRAFISCHE VORMGEVING Primo!Studio, Delft DRUK Veldhuis Media, Raalte

Magazine

COLOFON

Link Magazine is een managementblad over eigentijdse vormen van samenwerking tussen bedrijven onderling en tussen bedrijven, (semi-)overheid, universiteiten en hogescholen. Link Magazine verschijnt zesmaal per jaar.

martin.vanzaalen@linkmagazine.nl @MartinvanZaalen #linkmagazine.nl

ABONNEMENTEN u 68,50 per jaar ADVERTENTIE-EXPLOITATIE John van Ginkel john.vanginkel@linkmagazine.nl (010) 451 55 10, 06 53 93 75 89 VOLGEND NUMMER Het eerstvolgende nummer van Link Magazine verschijnt 13 april 2018. Het thema van dit nummer is ‘Generatie Z en de industrie’.

ISSN 1568 - 1378 Niets uit Link Magazine mag worden overgenomen of gereproduceerd zonder toestemming van de uitgever. Deze uitgave is met grote zorgvuldigheid samengesteld. Desondanks kan de uitgever geen aansprakelijkheid aanvaarden bij eventuele onjuistheden. Aan de inhoud van deze publicatie kunnen geen rechten worden ontleend.

februari 2018

5


CREATING MACHINES TOGETHER

SYSTEM DEVELOPMENT

SYSTEM ENGINEERING

SYSTEM SUPPLY

Uw partner voor ontwikkeling en serieproductie van mechatronische machines en systemen.


UIT DE MARKT BOUWEN OP CORRECTE, CONSISTENTE EN COMPLETE DATA De Walraven Group, met ruim duizend medewerkers en het hoofdkantoor in Mijdrecht, levert wereldwijd bevestigingsmaterialen en aanverwante producten voor de installatiemarkt (woning- en utiliteitsbouw, industrie, infra, scheepsbouw, enzovoort). De groep heeft naast de verkoopvestigingen in vele landen eigen research- en product developmentafdelingen en productiefaciliteiten in Nederland, Tsjechië, Spanje, Engeland, Turkije, China, Dubai en India. De onderneming verwacht in de komende jaren fors door te groeien, mede door de florerende bouwsector. Het managen van die groei loopt gelijk op met de voortschrijdende automatisering en digitalisering. Daarbij wordt naast het beheer van alle transacties, middels ERP, het beheer van alle data steeds belangrijker, vertelt Johan Gijsman, marketingdirecteur Europa. ‘Tot nu toe werden productdata in verschillende systemen, op uiteenlopende manieren en onder verantwoordelijkheid van verschillende mensen opgeslagen en beheerd. Daardoor konden verstoringen ontstaan, als bijvoorbeeld productupdates niet volledig werden bijgehouden. Dat wilden we honderd procent goed gaan doen: bij vrijgave van een product willen we meteen alle data, ook uit CAD, automatisch in onze systemen invoeren. Verder willen we onze data beter ontsluiten naar webshops en klanten. Dat gaat om zo’n 15.000 verschillende producten, met allemaal verschillende dataelementen.’ Alle reden voor invoering van productlifecyclemanagement (PLM), als ‘fundament onder de business’. Na een uitgebreide voorstudie en eva-

luatie koos Walraven voor het 3DEXPERIENCE Platform (Dassault Systèmes’ nieuwe, bedrijfsbrede softwareplatform voor marketing, productmanagement, sales, engineering, manufacturing en service) met TechniaTranscat als implementatiepartner. Gijsman: ‘Wat zij op tafel legden, paste ons het beste en gaf vertrouwen dat zij ons goed door de implementatie zouden leiden. Het platform wordt ook in de vliegtuigindustrie gebruikt en daar is het toch wel een stuk complexer dan wat wij doen. TechniaTranscat was niet pushy; ze hebben aangeboden wat we nodig hebben, niet wat er allemaal mogelijk is, en hebben goed nagedacht over de fasering. Daarnaast is er een goede klik in het projectteam met hun mensen; dat is nodig als je intensief gaat samenwerken. Bovendien waren klanten van hen bereid informatie en ervaringen met ons te delen.’ Veel energie stak men in het ‘meekrijgen’ van de vestiging in Tsjechië. ‘Daar zit een groot deel van onze ontwikkelaars en product administrators, oftewel veel toekomstige PLM-gebruikers. Wij willen niet zomaar vanuit ons hoofdkantoor iets opleggen en

Het projectteam van Walraven en TechniaTranscat, met tweede van rechts Johan Gijsman en helemaal rechts Maarten van den Nieuwenhuijzen. Foto: TechniaTranscat

TechniaTranscat onderschreef dat. Samen zijn we naar Tsjechië geweest en hebben daar met onze lokale mensen een klant van hen bezocht.’ Maarten van den Nieuwenhuijzen, salesmanager van TechniaTranscat Benelux, onderschrijft. ‘Het gaat om vertrouwen en echt adviseurschap van onze kant. Als het moet kunnen we ‘nee’ zeggen of adviseren een traject anders aan te vliegen. Belangrijk is verder het TechniaTranscat Integration Framework, waarmee andere it-applicaties eenvoudig met het 3DEXPERIENCE Platform zijn te integreren. Dit draagt bij aan een

stabiele it-omgeving en eenduidige integratiestrategie.’ De implementatie is gestart en na de zomer hoopt Walraven live te gaan; parallel daaraan is het bezig al zijn bestaande productdata op te schonen, meldt Johan Gijsman: ‘Klanten willen dat die voldoen aan de classificatie volgens de ETIM-standaard: European Technical Information Model. PLM ondersteunt dat goed. Over een jaar moet negentig procent van onze data ‘3c’ zijn: correct, consistent en compleet.’ www.walraven.com www.techniatranscat.com

TIMMERIJE WINT MIKROCENTRUM-AWARD Tijdens het Mikrocentrum High Tech Platform Jaarcongres op donderdag 25 januari op de High Tech Campus in Eindhoven heeft Timmerije de Inspiratie & Innovatie Award gewonnen. Er waren vijf bedrijven genomineerd. De award is een initiatief van Mikrocentrum om vernieuwende bedrijven onder de aandacht te brengen van de hightech

We are ready to create your future. Are you? Partner in catalyzing high-tech innovations eprpartner.com

+31(0)24 352 5666

industrie. Timmerije heeft als eerste kunststofspuitgietbedrijf volledig in eigen beheer een nieuw samengesteld biologisch materiaal tot een succesvol eindproduct weten te produceren. Het gekozen materiaal Vibers™ is een 100% biologisch afbreekbaar biopolymeer versterkt met natuurvezel van het duurzaam geteelde Miscanthus (olifantsgras).

Accountmanager Frank Bruins: ‘Laten wij een voorbeeld zijn voor de kunststofverwerkende industrie door naast de technische kringloop, ook de biologische kringloop verder te ontwikkelen voor de wereld van morgen.’ Ook Avantes, Diabatix, Faro en P3D (Promolding) waren genomineerd. www.mikrocentrum.nl

Govers Accountants/Adviseurs Onze klanten behoren tot de top in hun sector, of wij ondersteunen hun ontwikkeling daar naar toe. Dat doen we door een hoge kennis van de waardeketens, door focus op performanceverbetering, en door actieve oriëntatie op de ontwikkeling van nieuwe businessmodellen met aantrekkelijke verdienmodellen. Beemdstraat 25

T 040 2 504 504

5653 MA Eindhoven

F 040 2 504 599

Postbus 657

E mencke@govers.nl

5600 AR Eindhoven

I www.govers.nl

februari 2018

7


UIT DE MARKT TECHNISHOW VOOR HET EERST SINDS 2008 ‘COMPLEET UITVERKOCHT’ Van 20 t/m 23 maart vindt in de Jaarbeurs in Utrecht het grootste en meest complete platform voor de maakindustrie van de Benelux plaats: TechniShow 2018. De vooruitzichten zijn meer dan goed te noemen en de organisatie gaat dit jaar voor het eerst sinds 2008 uit van een compleet uitverkocht beursterrein. ‘De stemming in de markt is ontzettend goed en dat zie je terug in de hoeveelheid exposanten die we op de TechniShow mogen begroeten’, vertelt Ramon Dooijewaard, directeur van FPT-VIMAG. ‘FPT-VIMAG is eigenaar van de TechniShow en ons doel als vereniging is om business te genereren voor onze leden en exposanten. Daar is TechniShow het perfecte platform voor. Om het daarnaast zo interessant mogelijk te maken voor de bezoekers, hebben we samen met Jaarbeurs de voorgaande edities geëvalueerd en met die gegevens het concept voor dit jaar vernieuwd. Naast meer exposanten gaan we

daarom ook uit van meer bezoekers.’ Floris de Zwart, brandmanager bij Jaarbeurs, geeft aan dat de behoefte van de bezoeker uitgebreid is onderzocht. ‘Om de beurs te verbeteren hebben we ons verdiept in wat de bezoeker de vorige edities heeft ervaren. Op die manier weten we wat de informatiebehoefte is, wat de uitdagingen zijn en waar de doelgroep zich mee bezighoudt. Traditiegetrouw wordt in dezelfde week naast de TechniShow ook de ESEF georganiseerd. Om beide

beurzen meer met elkaar te verbinden is dit jaar de corridor tussen de beide beurzen volledig aangepast. ‘Vroeger was de corridor niets meer dan een splitsing tussen beide beurzen. Linksaf ging je naar TechniShow, rechtsaf kwam je op de ESEF. Verder gebeurde er niets om de bezoeker te enthousiasmeren en informeren’, aldus De Zwart. De centrale corridor zal daarom een nieuwe functie krijgen om de Make (TechniShow) en Buy (ESEF) met elkaar te verbinden. De corridor zal een inspi-

rerende start gaan bieden. Dit wordt gerealiseerd door innovaties tentoon te stellen die de kracht van de maakindustrie laten zien. Volgens Ilse Bloot-Blokland, Projectmanager Marketing en Communicatie bij FPT VIMAG, versterkt de vernieuwde corridor de verbinding tussen de twee beurzen die elkaar toch al complementeren. ‘Omdat de corridor de drempel nu kleiner maakt om beide beurzen te bezoeken, hebben we besloten om de openingstijden te verlengen.’

DEBAT VAN LINK MAGAZINE TIJDENS DE TECHNISHOW ‘Verticale integratie of ketenintegratie?’ Dat is de titel van het debat van Link Magazine in samenwerking met Jaarbeurs, FPT/VIMAG en Nevat op de beursvloer van de TechniShow op 20 maart (aanvang 15.30 uur). Katja Pahnke, managing director van het TU/e High Tech Systems Center &

AMSYSTEMS, leidt het debat. Bedrijven delen hun ervaringen. In het forum zitten onder anderen Frank Biemans van BMO Automation, Wim Simons van Timmerije, Henk Jansen van FMI en Corné van Opdorp van BOZ Group. Alles moet sneller en wordt digitaler, de klant wil foutloze producten ont-

vangen. Hoe zit het met de communicatie in de keten en met de meest optimale productie? Hoe kunnen we waken over het menselijk kapitaal? www.technishow.nl www.esef.nl www.fpt-vimag.nl

D Developing eveloping and manufacturing manufacturing ttomorrow’s omorrow’s products. products.

P Power ower C Conversion onversion | IInternet nternet of TThings hings | SSensing ensing

8

februari 2018

w www.ame.nu ww.ame.nu


VAKBEURS RAPIDPRO LAAT ZIEN DAT 3D-PRINTEN HYPE VOORBIJ IS Voor het achtste jaar op rij organiseert kennis- en netwerkorganisatie Mikrocentrum de vakbeurs RapidPro. De beurs is 7 en 8 maart in NH Conference Centre Koningshof in Veldhoven. ‘Het is de belangrijkste vakbeurs in de Benelux op het gebied van prototyping, (low volume) production en productontwikkeling’, zegt Els van de Ven, manager afdeling evenementen bij Mikrocentrum. Er zijn ongeveer honderd exposanten, die samen alle fases laten zien van concept- tot productontwikkeling. Dit jaar is er speciale aandacht voor toepassingen in de machinebouw en maakindustrie, transport & logistiek en bouw & architectuur. Van de Ven: ‘Het is een mooie beurs, met veel belangrijke toepassingen, bijvoorbeeld ook op het gebied van virtual prototyping en tooling. We zijn als vakbeurs volwassen geworden en hebben een echte naam opgebouwd.’ Mede op verzoek van de exposanten is de beurs dit jaar overigens teruggebracht van drie naar twee dagen. ‘Veel bedrijven vinden het toch lastig om hun

personeel drie dagen kwijt te zijn aan de beurs. En het past ook in twee dagen. Door die dag minder verwachten we wel iets minder bezoekers dan vorig jaar. Toen kwamen er uiteindelijk 4.200 mensen; dit jaar houden we rekening met zo’n 3.500 bezoekers. Twintig procent daarvan komt uit het buitenland.’ Van de Ven kan al wel een trend noemen die op de beurs te zien zal

zijn: ‘Op het gebied van 3D-printing zijn we de hype nu echt voorbij. Het is een serieuze, industriële productietechniek geworden, die inmiddels op een veel verschillende manieren wordt ingezet. En dat tegen betaalbare prijzen.’ Dat blijkt ook uit de lijst met (internationale) sprekers op RapidPro. Een groot aantal deelt ervaringen met 3D-printen. Van de Ven ziet uit naar de komst van een maker van etalagepoppen,

zegt ze. ‘Daarin zijn we als Nederland een wereldspeler. Hij vertelt hoe en waarom zijn bedrijf drie jaar geleden begonnen is met 3D-design, 3Dscanning en 3D-printen. Het bedrijf is helemaal gestopt met het handmatig maken van de prototypes uit klei. Een prachtig verhaal. En zo zijn er nog meer mooie sprekers, 24 in totaal.’ https://rapidpro.nl/ https://mikrocentrum.nl/

GROTE STAPPEN MET NIEUWE LOOPROBOT Gable Systems in Hengelo (Ov) heeft een mobiele looprobot ontwikkeld voor de training van patiënten die een beroerte hebben gehad. De spin-off van de Universiteit Twente (UT) ging uit van een compleet revalidatiesysteem, vertelt medeoprichter Sebastiaan Behrens. ‘Dat begint al bij het rechtop gaan zitten, het gaan staan en het bewaren van de balans. Helemaal aan het eind komt pas het lopen. De robot moet de patiënt met kleine krachtjes corrigeren, bijvoorbeeld voor opsta-

lubrication

services

www.vanmeeuwen.com

of balansoefeningen, maar niet in de weg zitten. Dat is een kwestie van slim ontwerpen en aansturen.’ Op elektrotechnisch gebied zorgde EPLAN voor een vliegende start door ontwerpsoftware tegen gunstige voorwaarden beschikbaar te stellen – een start-up als Gable Systems moet immers op de kleintjes letten. ‘Met EPLAN konden we meteen de elektrische schema’s mooi opzetten en het elektrotechnische systeem goed in kaart brengen.’ Belangrijk, want dat systeem is complex van-

systems

info@vanmeeuwen.com

chemicals

The Netherlands +31 (0)294 494 494

wege de besturing: die is essentieel voor de trainingsperformance en moet gelijktijdig liefst acht actuatoren regelen. Tevens is batterijmanagement gevraagd. De mobiele robot is voorzien van accu’s die een uur meegaan en in een ‘hot swap’ kunnen worden uitgewisseld met een verse pack. Meer hierover in het volgende nummer van Link Magazine. www.healthvalley.nl/partners/ gable-systems www.eplan.nl

education

Belgium +32 (0)53 76 76 00

februari 2018

9


High-speed diverters

Track design flexibility

Purely magnetic holding

ACOPOStrak Ultimate Production effectiveness www.br-automation.com/ACOPOStrak

ROI

OEE TTM

Enabling the adaptive machine. Like no other transport system.


UIT DE MARKT RECORD AANTAL JONGEREN NAAR HANNOVER MESSE dit jaar is ‘Integrated Industry – Eind april rijden 16 bussen met 750 Connect & Collaborate’. De vijf middelbare scholieren naar de Handeelbeurzen Integrated Automation, nover Messe. Nederlandse universiMotion & Drives, Digital Factory, teiten en hogescholen bieden dit Energy, Industrial Supply en bezoek aan om nog meer enthouResearch & Technology geven een siasme te kweken voor techniek. De alomvattend beeld van de digitalisedag ervoor krijgen ze al een lezing ring van productie- en energiesystevan Nobelprijswinnaar Ben Feringa. men. Tegelijkertijd is weer de Aan alle kanten wordt duidelijk CeMAT, de belangrijkste beurs ter gemaakt hoe boeiend en leuk techwereld voor intralogistiek en supply nologie is. Het is maar één van de chain management. Mexico is dit vele onderdelen van de Hannover Messe, de grootste industriebeurs ter jaar het partnerland. www.hannovermesse.de wereld. Van 23 tot en met 27 april worden weer zo’n 200.000 vakbezoekers en meer dan 5.000 exposerende bedrijven verwacht. De beursorganisatie heeft uitgerekend dat dat 5,6 miljoen zakelijke contacten oplevert. De Hannover Messe krijgt eind april busladingen jongeren op bezoek. Foto: Hannover Messe Hoofdthema

MANAGEMENT PHENOM HAD GEWENTIJD NODIG Op 29 december vorig jaar om half tien ’s avonds was de overname door miljardenconcern Thermo Fisher Scientific van Phenom World een feit. Een aankoop die getriggerd is door de overname in 2016 van elektronenmicroscopenfabrikant FEI. Phenom, ontwikkelaar en producent van kleinere, goedkopere tafelmodel elektronenmicroscopen, is een spin-off van FEI. De aandeelhouders van Phenom, Sioux en NTS Group, hadden elk 40,5 procent in handen en zagen in dat het tijd was om de onderneming op te laten gaan in een grotere organisatie, met een wereldwijd marketing- en salesnetwerk. Phenom is de afgelopen jaren behoorlijk gegroeid, maar een volgende groeistap kan de onderneming (55 mensen op de loonlijst, 30 miljoen euro omzet, klanten in 40 landen) niet in haar eentje maken, zo verklaart een insider. Het Amerikaanse concern Thermo Fisher is een grote speler (65 miljard

dollar omzet) in apparatuur voor de medisch-diagnostische, farma- en biotechsector. Dat het hele overnameproces nog zo’n anderhalf jaar geduurd heeft, is terug te voeren op de tijd die het management nodig had om ‘aan het idee te wennen’. Voorts telt dat de relatief kleine overname voor Thermo Fisher niet de eerste prioriteit had. Binnen de muren en met de bekendheid van het concern kan Phenom gemakkelijker grote Aziatische klanten benaderen. Vooralsnog zal Phenom wel onder de eigen naam blijven opereren. Ook zijn er geen plannen de ICT-systemen te integreren. Evenmin zijn er voornemens om de – nu sterk Nederlands gekleurde – toeleverketen anders te gaan inrichten. Sioux blijft als elektronicaleverancier en NTS als assemblagepartij bij Phenom-World betrokken. www.thermofisher.com www.phenom-world.com


UIT DE MARKT LINK-CAFÉ OVER IMPACT SMART INDUSTRY VOOR MACHINEBOUW Versnellen en flexibiliseren staan bij machinebouwers behoorlijk hoog op de agenda (40 procent). Onderwerpen die minder prioriteit hebben, zijn digitale transformatie en business-innovatie; respectievelijk 17 procent en 11 procent van de machinebouwers is hiermee bezig. Een heel kleine groep, slechts 1 procent, verwacht in de nabije toekomst meer behoefte te hebben aan software- en dataengineers. Aldus enkele uitkomsten van het benchmarkonderzoek ‘Kansen en knelpunten in de smart machine industry’ naar de digitale volwassenheid van producten en processen in de machinebouw. De onderzoeksresultaten laten zien dat de machinebouwsector wel nadenkt over smart industry, maar nog geen volledig beeld heeft van wat het precies inhoudt. Terwijl een aantal sectoren in de economie wordt ontwricht door applicaties die vraag en aanbod sneller en transparanter bijeenbren-

gen (denk aan Uber, Spotify, Netflix en AirBnB), voorzien veel machinebouwers geen digitale transformatie: bijna de helft (44 procent) verwacht geen ontwrichtingen in hun markt. Ook opvallend: 25 procent van de respondenten zegt hierover ‘geen uitspraak’ te kunnen doen. Volgens Patrick Fokke, industry sales director Benelux van de Digital Factory Division PLM van Siemens Industry Software, zit er veel verschil in kennisniveau tussen verschillende machinebouwers. ‘De grote bedrijven, met meer capaciteit om die kennis op te bouwen, weten veelal wel waar ze het over hebben, bij de kleinere ondernemingen ligt dat vaak anders. Die vinden het met name lastig te bepalen waar ze nu concreet mee moeten beginnen voor het implementeren van smart industry en wat de consequenties daarvan zijn. Slechts 1 procent denkt meer data- en software-engineers nodig te hebben, terwijl je

voor de digitalisering rondom smart industry toch echt moet investeren in het omscholen van bestaand personeel en het aantrekken van nieuwe mensen met kennis van die digitale technologie. Ook is opvallend dat bijna de helft niet verwacht dat de digitalisering hun markt kan ontwrichten. Veel respondenten staan sterk in hun niche. Ze gaan uit van de kracht van hun product en denken dat nieuwe concurrenten de marktvoorsprong die zij hebben niet snel kunnen overbruggen.’ Om nadere toelichting te krijgen op de soms wat ‘tegenstrijdig’ lijkende antwoorden gaan Fokke en zijn collega’s de komende weken zo’n zeventig diepte-interviews voeren met de machinebouwers die mee hebben gedaan aan het onderzoek. Daarnaast hoopt Siemens de kennis in de machinebouw van smart industry en de concrete betekenis ervan voor de business van deze sector te verhogen door – samen met

Link Magazine – een Link Café te organiseren. Op 27 maart discussiëren de deelnemers in een informele cafésetting aan tafels met maximaal tien personen over stellingen/vragen die de inleiders hen voorleggen. De meeting is in het ‘Proeflokaal Van De Oirsprong’ in Oirschot. Nadere informatie over dit vierde Link Café is binnenkort te vinden op de Link-website. www.linkmagazine.nl www.plm.automation.siemens.com/ country/nl-nl (hier kan ook het benchmark onderzoek gedownload worden)

Samen met HANNOVER MESSE 2018

Mens. Machine. Mogelijkheden. 23 - 27 april 2018 Hannover ▪ Duitsland hannovermesse.com #hm18 k Ontde le a it ig d ho e onze ie g olo techn processen, ctie n produ ystemen e ies g r e n e e ijz werkw dt. e lo v ïn be

Get new technology first

Hannover Consultancy ▪ 0184 69 30 50 ▪ www.hannoverconsultancy.nl ▪ info@hf-netherlands.com ▪ Twitter: @HCnederland

12

februari 2018


LU ITEN

SLIMMERE INKOOPAFSPRAKEN OM ‘SPOOKFILES’ TE VOORKOMEN Elke dag een nieuwe uitdaging. De lean consultant van vier jaar terug heeft een belangrijke regel tussen de oren gekregen. ‘Een order start niet als we hem niet af kunnen maken.’ Heel goed, dat vermindert het onderhanden werk en vergroot de doorstroming. Dit impliceert echter ook een cruciale rol van de supply chain: de juiste delen moeten op het juiste moment aanwezig zijn.

Thomas Luiten, directeur QRM Management Center, publiceert in Link Magazine of op de website een serie columns over de kloof die er in veel bedrijven gaapt tussen de business (kantoor) en de werkvloer, en de gevolgen die dat heeft voor doorlooptijd en flexibiliteit. Hij doet dat steeds vanuit een andere invalshoek. www.leanteam.nl

Op de werkvloer heerst de dagelijkse spanning. Het lijkt erop dat we compleet zijn... Lijkt. Voor de zoveelste keer blijkt tijdens het werk dat een leverancier niet geleverd heeft. Een onderdeel dat notabene in meerdere modellen voorkomt. ‘Ze hebben beloofd te leveren maar helaas, niet gelukt’, stamelt de inkoper. De productieleider is des duivels, medewerkers zuchten: ‘Het is altijd weer een andere smoes. Die inkoper moet eens meer eisen! Kies een andere leverancier! Bestel gewoon meer! Verhoog de voorraden!’ En zo gaat het nog wel even door. Begrijpelijke reacties die echter het probleem niet oplossen. Maar het ergste komt nog: ‘En wij moeten zeker weer overwerken om dit in te halen.’ Navraag toont dat de leverancier zijn orders te laat had binnengekregen, omdat de inkoper orders over enkele dagen gebundeld had. Dit zou een betere inkoopprijs

geven. En ook dat klopte: twee procent korting, kassa. ‘Normaal is dit geen probleem’, aldus de inkoper, ‘maar de drukte heeft de leverancier de das omgedaan.’ De vloer heeft echter veel meer problemen: te grote hoeveelheden, moeilijke verpakking, geen identificatie van producten. De gevolgen zijn groot. Gefrustreerde mensen, stilstanden, organiseren van overwerk, vertraagde orders. Er worden beloftes gedaan om klanten tevreden te houden zoals extra opties en spoedtransporten. En het zorgt zelfs voor extra administratief werk, omdat de factuur niet matcht met de standaardprijs. Elk probleem blijft nagalmen. Files op de snelweg lossen nooit in één keer op. Elk incident leidt tot meerdere 'spookfiles’, zeker als het drukker is. En dat gebeurt in een productieorganisatie ook. Het ritme op de werkvloer terugvinden duurt veel langer, maar daar heeft verkoop geen boodschap aan. In dit geval is prijsgerichte inkooppolitiek de boosdoener, een strop om de nek voor operations en de leveranciers. Alles in spoedmodus. Wat is er eigenlijk aan gedaan, zodat de leverancier beter kan reageren? Want daar gaat het om: met slimmere afspraken een veel betere performance krijgen.

Vakbeurs & Congres

RapidPro 2018 Vakbeurs en congres voor de hele keten van: • Product Development • Prototyping • (low volume) Production

8ste editie

7 en 8 maart 2018 NH Conference Centre Koningshof, Veldhoven www.rapidpro.nl

februari 2018

13


ONVOLDOENDE BEREIDHEID TOT DATA-DELEN EN GEBREK AAN SYSTEEMKENNIS REMMEN MACHINE LEARNING

‘EEN LEREND SYSTEEM IS GEEN TOVERDOOS’

THEMA MACHINE LEARNING IN SNELLE OPMARS? Singulariteit kan in technologische zin worden omschreven als ‘het tijdstip in de geschiedenis waarna de mens niet langer nodig zal zijn om computers en robots te programmeren en verbeteren’. Die mijlpaal is de industrie voorbij.

Door snellere chips en de beschikbaarheid van steeds meer digitale data neemt de

‘Intelligente’ systemen zijn zelfstandig in staat

belangstelling voor machine learning rap toe. Grote softwarebedrijven als MathWorks en

massa’s data snel te analyseren en er patronen

Microsoft spelen daar met hun producten op in. Gartner voorspelt dan ook een vlotte

in te herkennen, om ‘fout’ van ‘goed’ te scheiden, storingen te voorspellen of robots te laten

opkomst van deze vorm van AI (artificial intelligence). In sectoren als de automotive is

anticiperen op omgevingsveranderingen. Maar

die reeds gaande. In andere sectoren, als de machine- en apparatenbouw, wordt die

worden die mogelijkheden van machine lear-

echter vaak nog gefrustreerd, doordat klanten hun data niet willen delen. Ook speelt gebrek aan kennis van de systeemarchitectuur de machinebouw parten.

ning wel benut? Welke sectoren lopen in het toepassen ervan voorop en waarom lopen andere sectoren achter? Welke rationele en emotionele factoren spelen een rol? En welke

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

oud een mens een foto van een poes voor, dan zal die dat huisdier gemakkelijk herkennen – thuis of op de basisschool bij biologie geleerd. Preciezer gesteld: hij heeft geleerd dat een specifieke combinatie van lijnenspel en kleurenpatroon een poes representeert. In zijn onderbewustzijn stelt de mens een set van vragen en aan de hand van de antwoorden daarop trekt hij een conclusie: als een lijn van ongeveer die positie naar ongeveer die positie loopt en op min of meer die plaats zit de kleur roze, et cetera, et cetera, dan betreft het een afbeelding van een poes. Dat we tot het zelf afleiden van regels in staat zijn, maakt ons intelligent.

H

ZELFSTANDIG CONCLUSIES TREKKEN Nu is het mogelijk dit type van selectieprocessen te laten uitvoeren door een kunstmatig intelligent systeem dat de mens heeft gebouwd. Door het te voeden met bijvoorbeeld plaatjes van poezen en honden én daarbij aan te geven wat ze voorstellen, leert het AI-systeem de patronen erin te herkennen die kenmerkend zijn voor de poezenplaatjes. Dit kunstmatige systeem – een computer waarop een wiskundig model draait – maakt, net als de menselijke hersenen, gebruik van een neuraal netwerk. Waarbij de natuurlijke neuronen hebben plaatsgemaakt voor eenheden die eenvoudige berekeningen uitvoeren. Intelligent is het systeem omdat het uit een grote hoeveelheid waardes zelfstandig, dus ongeprogrammeerd, conclusies kan trekken. De werking van die AI-systemen is inmiddels zo complex dat voor een mens niet meer te achterhalen valt waarom die computer een bepaalde beslissing neemt. Dat hoeft geen probleem te zijn als het gaat om zoiets als beeldherkenning voor marketingdoeleinden. Als de computer in negentig procent van de gevallen de poes van de hond weet te onderscheiden, is dat voor de doorsnee

14

februari 2018

Google-adverteerder voldoende. Problematischer wordt het als dat systeem de kwaliteit van producten moet controleren: één procent foutieve oordelen leidt dan al gauw tot een onacceptabele hoeveelheid onterechte afkeur of goedkeur. Bedrijven als Sioux LIME in Eindhoven zetten zich dan ook in om AI, specifieker geduid als machine learning, toepasbaar te maken in industriële processen. Dat vergt dat de werking van die systemen beter wordt doorgrond, zodat ze tot 99,99 procent juiste conclusies komen.

NIET NIEUW Machine learning wordt inmiddels daar gebruikt waar het probleem te complex is voor vaste regels of vergelijkingen, waar de data steeds veranderen en waar het om het interpreteren van zeer grote hoeveelheden data gaat. Inmiddels zijn gangbare toepassingen te vinden in de luchtvaart (zoals engine health forecasting), het voorspellen van het weer en de aandelenmarkt, en het herkennen van stemmen en voertuigen. Het is dus geen nieuw fenomeen, beaamt Sioux LIME r&d-manager Bas van der Linden. Dat het nu alom zo in de belangstelling staat, heeft twee redenen. De gewone computerprocessor, de cpu, heeft heel veel tijd nodig omdat het slechts één neuron tegelijk kan doorrekenen. Sinds 2013 is de grafische kaart voor spelcomputers doorontwikkeld tot een betaalbare complexe gpu (graphics processing unit, red.) die aan een grote hoeveelheid neuronen parallel kan rekenen. De tweede reden is de ruime beschikbaarheid van digitale data. Door die toegenomen populariteit krijgt de Eindhovense ‘mathware’-onderneming steeds vaker vragen over machine learning-oplossingen, vertelt Van der Linden. Ter illustratie toont hij plaatjes van een aantal dwarsdoorsnedes van koperertssamples, afkomstig van een Chileens dagmijnbouwbedrijf. Dat wilde meer grip krijgen op de richting van hun delfwerk. Verondersteld werd dat het barstenpatroon in die samples daar-

stappen moet je als machine- en apparatenbouwer zetten om je producten smart te maken?

• ‘Machine learning ondersteunt de mens in het vellen van een oordeel.’ • ‘Er zijn al systemen die beter zijn in herkennen van patronen dan de mens.’ • ‘Met een intelligente regelaar kun je een robot of bewerkingsmachine beter laten functioneren.’ • ‘Eerste vereiste: dat je beschikt over historische data.’

voor aanwijzingen kon geven. Mensen analyseerden dat patroon, maar dat was heel tijdrovend. ‘Wij hebben een systeem gebouwd dat samples beter en sneller kan beoordelen dan mensen.’

SNELLE OPKOMST Machine learning is het uitgesproken specialisme van het Amsterdamse BrainCreators, waarvan Jasper Wognum de directeur is. ‘Wij krijgen steeds meer vragen uit allerlei sectoren. Het eerste dat wij doen, is controleren of er data beschikbaar zijn én of die voldoende gestructureerd zijn. Zo hebben we een klant die de homogeniteit van geproduceerd materiaal wil laten controleren. Niet meer steekproefsgewijs door een mens, maar door een intelligent camerasysteem. Hij beschikt over een grote hoeveelheid digitaal fotomateriaal waarvan een deel is gelabeld: in een deel van de data is aangegeven waar welke fout zit. Met al die data – pixels in feite – kunnen we ons wiskundig model voeden. Na een trainingsperiode herkent


het model waar welk type fout zit en kan het betrouwbaarder worden dan de handmatige steekproeven. Dat scheelt vooral proceskosten, omdat je veel eerder en doelgerichter kunt ingrijpen.’ Wognum erkent dat de systemen die BrainCreators helpt ontwikkelen – ‘wij bouwen systemen, maar dragen onze kennis ook over aan de klant zodat die dat op termijn zelf kan doen’ – niet volkomen foutloos opereren. ‘Ze ondersteunen de mens in het vellen van een oordeel. Het systeem kan een tumor ontdekken en zelfs van welk type, maar de specialist is in moeilijke gevallen nog steeds nodig om vast te stellen of dat klopt.’ Tegelijk bestrijdt hij de stelling dat machine learning alleen geschikt is in niet-volledig geautomatiseerde processen waarin een klein percentage fouten geoorloofd is, omdat de mens als back-up fungeert. ‘Dat foutpercentage kan inmiddels heel klein zijn, afhankelijk van de kwaliteit en de omvang van de data waarmee je het systeem voedt. Er zijn al systemen die beter zijn in herkennen van patronen dan de mens.’ Hij gelooft dan ook in een snelle opkomst van machine learning in de industrie. En hij wordt daarin bijgestaan door Gartner. In een recente publicatie schrijft het onderzoeksbureau over het inzetten van machine learning in ontwikkelprocessen: ‘Het hanteren van de toenemende hoeveelheden gegevens die beschikbaar komen voor het ontwikkelen van nieuwe technische oplossingen, wordt spoedig onmogelijk. Machine learning biedt de mogelijkheid om die data snel om te zetten in zinvolle kennis en patronen.’

Illustratie: Josje van Koppen

SYSTEEMBEGRIP VEREIST Theo de Vries van internationaal ingenieursbureau VIRO ziet behoorlijk wat interesse in machine learning vanuit de machine- en apparatenbouw. Ook constateert de ‘kartrekker’ van het aandachtsgebied Smart Industrial Machinery binnen VIRO dat er in dat segment nog veel te winnen valt. ‘Met een intelligente regelaar kun je een robot of een bewerkingsmachine beter laten functioneren. Je kunt zorgen dat de bewegingen, voor snijden of lassen, optimaler worden uitgevoerd, of dat een kwaliteitscontrole nauwkeuriger verloopt. Maar dan moet je het probleem en de oplossing ervoor wel zelf eerst goed begrijpen. Dat systeembegrip is nodig om de juiste data te kunnen verzamelen; om daartoe op de juiste plaatsen in het proces de juiste metingen te doen. Zo kunnen met een intelligente regelaar de nadelige effecten van wrijving worden gecompenseerd. Die zijn lastig te voorspellen, maar ze zijn als ze zich voordoen wel goed te meten. Dat vergt wel dat je langere tijd, in tal van situaties en bij tal van snelheden de bewegingsafwijkingen meet. Zo bouw je een set statistieken op waarmee het intelligente systeem kan worden gevoed, correlaties kan berekenen en het juiste leerproces kan doorlopen, zodat het bij het besturen beter rekening kan houden met de wrijving.’ Verder vereist het ontwikkelen van een intelligent systeem dat de engineer ook de technologische principes van de rest van zijn machine goed doorgrondt: ‘Als een robotarm niet stijf genoeg is of als er speling ontstaat, is dat niet met intelligentie te compenseren. Het goed toepassen van

machine learning vergt daarom inzicht in de complete systeemarchitectuur, kennis van alle mechatronische aspecten van het apparaat. Een lerend systeem is geen toverdoos waarin zomaar al je technische problemen worden opgelost’, aldus De Vries. Hij ziet wel steeds meer machinebouwers die die brede kennis van hun systemen hebben. Ook beschikken ze over een ruime hoe-

veelheid data. ‘De uitdaging is dan hoe je daar met intelligente software effectief gebruik van maakt. Daar kunnen wij hen goed bij helpen.’

GEEN VOLLEDIGE DATASETS Het vergaren van data blijkt voor een oem’er van analyseapparatuur die anoniem wil blijven echter een knelpunt. Het bedrijf ontwikkelt al een aantal

februari 2018

15


THEMA MACHINE LEARNING IN SNELLE OPMARS? dat moeten dan steeds complete datasets zijn, van het gehele analyseproces.’ Voor het verkrijgen van grote aantallen datasets is de medewerking van meerdere klanten nodig en die blijkt niet eenvoudig te verkrijgen. ‘Stel een semiconklant gebruikt de ionenbundel van onze analysesystemen om een dwarsdoorsnede in een wafer te maken, om de kwaliteit ervan te onderzoeken. Die data zeggen dan niet alleen iets over de kwaliteit van het Een lopende klus bij Sioux LIME betreft het verbeteren van de functie van een pick & analyseproces, place-machine voor het verpakken van ijsjes. ‘Wij trainen het systeem, zodat het zelf de maar ook iets over regels vindt’, vertelt Bas van der Linden. Foto: Com-magz de kwaliteit van de wafer. Dus over het jaren aan een dataplatform voor de elektronenproductieproces van de klant – en die data wil hij microscopen die het maakt. Een senior projectníet delen, uit concurrentieoverwegingen. Als manager van de onderneming illustreert: ‘Voor alternatief zou hij voor ons regelmatig een aantal een goede beeldkwaliteit is het heel belangrijk dat neutrale dummy-processen kunnen draaien, de elektronenbundel een rechte route aflegt. Tal maar dat kost ’m dure machinetijd, zonder dat van magnetische velden moeten daarvoor zorgen. Maar er zijn nog veel meer factoren van invloed op de mate waarin die bundel aligned is. Operators stellen nu op gevoel in en beoordelen aan de hand van het eindproduct – het analyseresultaat – in hoeverre ze de juiste instellingen hebben gevonden. Zou de machine zichzelf kunnen instellen om tot het beste resultaat te komen, dan zou dat veel tijd besparen. Maar dan moet de microscoop wel alle invloedfactoren kennen. Dat vraagt dat je ’m voedt met heel veel data over wij daar meer tegenover kunnen zetten dan dat goede en slechte eindresultaten. Je moet allereerst we mogelijk, op de lange termijn, een intelligente in kwantitatieve termen duiden wat ‘goed’ en wat microscoop op de markt kunnen brengen.’ Door ‘slecht’ is. Vervolgens heb je heel veel, vele duizenremote monitoring-contracten af te sluiten, die de den gekwantificeerde eindresultaten nodig. En oem’er de ruimte geven op afstand de werking

van zijn installed base te volgen en zo predictief onderhoud te plegen, hoopt het bedrijf toch aan voldoende data te kunnen komen. ‘Met name onze commerciële klanten willen geen downtime en zijn bereid dergelijke contracten af te sluiten.’

VAN WIE ZIJN DE DATA? Ook Paul Pilotte, technical marketing manager, gespecialiseerd in data analytics en machine learning bij MathWorks, constateert dat de implementatie van machine learning in bepaalde sectoren wat minder hard loopt, juist vanwege het ontbreken van geschikte data. ‘De machines van kleine oem’ers bevatten tal van sensoren. Momenteel wordt met name domeinexpertise opgebouwd en gekeken hoe data meer beschikbaar gemaakt kunnen worden in big data-systemen van bedrijven. Daarbij komen ook aspecten kijken als dataprivacy. En soms is niet altijd duidelijk van wie de data zijn, van de eindgebruiker, de machinebouwer of diens leverancier van bijvoorbeeld het besturingssysteem. Ook vrezen sommige bedrijven voor het aantasten van hun verdienmodel: dat servicebedrijf dat nu veel geld verdient met gepland onderhoud, ziet niet direct brood in intelligente predictive maintenance die uitsluitend wordt uitgevoerd als het echt nodig is.’ Toch verwacht Pilotte, verwijzend naar Gartner, dat de markt voor machine learning de komende jaren snel gaat groeien. ‘Veel ceo’s van industriële bedrijven vragen zich af hoe zij hun bedrijf het beste kunnen digitaliseren, met machine learning als de stap erna. De kennis van data science is ook

‘Machine learning kan zeer grote hoeveelheden data snel omzetten in zinvolle kennis en patronen’

LABELEN VAN DATA MathWorks brengt onder meer MATLAB op de markt, een softwareprogramma voor het ontwikkelen van algoritmes, het analyseren van data en het visualiseren van de uitkomsten. Het wordt ook gebruikt voor machine learning en deep learning. Dit omdat MATLAB het gemakkelijker maakt gelabelde data van uiteenlopende herkomst (sensoren in machines, maar ook businessdata), die over een lange periode in verschillende standaarden zijn verzameld, in goed gestructureerde databases onder te brengen. Vervolgens kan een machine learning-model daarmee aan de slag, om in de

16

februari 2018

data – met informatie uit de labels over wat het voorstelt of wat goed of fout is – patronen te ontdekken, aldus MathWorks’ Paul Pilotte. ‘En voor deep learningtoepassingen kan onze software ook voor niet-gelabelde, ‘ground truth’ data (als waar veronderstelde testdata, red.) een uitkomst bieden, omdat die de gebruiker in staat stelt aan een dataset een prioriteitsstructuur te geven zodat die alsnog gelabeld kan worden.’

www.mathworks.nl

niet langer iets van alleen de academische onderzoekers: die vind je ook steeds meer terug onder de engineers binnen bedrijven. Een factor daarin is dat wij met onze MATLAB-software het ontwikkelen van een wiskundig model en het ordenen en labelen van data veel toegankelijker hebben gemaakt (zie kader). De machine learningtoepassing van deep learning, het onderscheiden van patronen in beelden, teksten of geluiden, groeit het snelst, bijvoorbeeld in de automotive, voor autonomous driving. MathWorks biedt manieren om deep learning-modellen te integreren in embedded hardware.’

VIER STAPPEN Ook een softwaregigant als Microsoft kan het toepassen van machine learning met zijn producten en diensten een stevige impuls geven. Jeroen ter Heerdt, data & advanced analytics evangelist bij Microsoft Nederland, duidt wat nodig is voor het kunnen toepassen van machine learning in industriële processen in vier stappen: connecte-


SERVITIZATION MET MACHINE LEARNING Jeroen ter Heerdt van Microsoft constateert dat machine learning, behalve voor het optimaliseren van het proces, ook steeds vaker wordt ingezet voor het optimaliseren van het product. ‘Door er een dienst van te maken of er een dienst aan toe te voegen. Zoals ThyssenKrupp, fabrikant van onder meer liften, dat doet. Die heeft zijn liften volgehangen met sensoren die data verzamelen over de intensiteit van het gebruik. Deze data zet het bedrijf om in een voorspelling van het onderhoud

ren (het vergaren van data uit productiesystemen), opslaan, analyseren en visualiseren. ‘Dat is dus wel een eerste vereiste: dat je beschikt over historische data. Alleen met gegevens over de werking van het proces in het verleden kun je met machine learning een voorspelling doen van de toekomstige werking van dat proces. Dat vergaren en opslaan gebeurt steeds meer’, constateert Ter Heerdt. ‘Het opslaan is namelijk zo goedkoop geworden dat het niet meer loont om data weg te gooien.’ In die grote hoeveelheden data kunnen met machine learning patronen worden onderkend. ‘Soms patronen die je op voorhand niet had verwacht. Stel je verzamelt niet alleen data over procesduur en -temperatuur en vibraties in de installatie, maar ook over het moment van de dag. Dan zou zomaar kunnen blijken dat bijvoorbeeld steeds om 12.00 uur ’s middags de kwaliteit van het proces daalt.’ Informatie die natuurlijk pas waarde krijgt als je daarvan de oorzaak kunt analyseren en de resultaten inzichtelijk kan maken. Voor het zetten van die vier stappen – het connecteren, opslaan, analyseren en visualiseren – is er Microsoft Azure, een cloud computing-platform voor bijvoorbeeld het bouwen van een complete machine learning-applicatie op maat. ‘Azure is in feite een verzameling software-legostenen om je eigen applicatie te bouwen waarmee die stappen gezet kunnen worden. De IoT-Suite is een bouwblok voor het regelen van het vergaren van data uit de machines in een proces, bijvoorbeeld via Siemens Mindsphere. Met Azure Machine Learning kunnen die data worden geanalyseerd en omgezet in een voorspelling die met Power BI kan worden gevisualiseerd. Verbanden – oorzaak en gevolg – kunnen inzichtelijk worden gemaakt in een helder rapport, zodat op basis daarvan de juiste beslissingen kunnen worden genomen’, duidt Ter Heerdt een aantal van de Azure-bouwblokken. ‘Het wordt inmiddels veel toegepast, in de industrie en daarbuiten.’

NIET ER ‘EVEN’ BIJ Hoe dan ook, machine learning is sterk in ontwikkeling en kan er

dat een bepaalde lift nodig heeft. Daardoor hoeft ThyssenKrupp nu viermaal minder onderhoud te doen. Onderhoud dat ze ook nog eens beter kunnen plannen en waarvoor ze minder reserveonderdelen op voorraad hoeven te houden. En de liftgebruiker staat minder vaak voor een gesloten deur.’

www.microsoft.com

door de gemiddelde mkb-machinebouwer niet makkelijk ‘even’ bij gedaan worden. Om daarin voorop te lopen, moet een bedrijf samenwerken met kennisinstellingen en zelf in (academisch) onderzoek participeren, aldus Theo de Vries van VIRO. Niet voor niets werkt hij, behalve voor VIRO, ook één dag in de week als hoofddocent bij de groep Robotics and Mechatronics aan de Universiteit Twente. ‘Dit is typisch een terrein waarop je alleen bij kan blijven door mee te draaien in onderzoeksprojecten met universiteiten en hogescholen, door bijvoorbeeld studenten te laten werken aan de probleemstellingen waarmee je als bedrijf wordt geconfronteerd.’

www.sioux.eu/lime www.braincreators.com www.viro.nl

SPEEL OP SAFE. BALLUFF´S UNIEKE SAFETY CONCEPT. Nieuw: Safety via IO-Link Automatisering vraagt om veiligheid. Daarom hebben wij de Balluff Safety Hub ontwikkeld; Een unieke geïntegreerde Safety oplossing via IO-Link. Eenvoudige integratie, een korte reactietijd en compact, dus met meer vrije ruimte in uw machine.

Theo de Vries van VIRO: ‘Een lerend systeem is geen toverdoos waarin zomaar al je technische problemen worden opgelost.’ Foto: VIRO

www.balluff.nl


THEMA MACHINE LEARNING IN SNELLE OPMARS?

AUTOMOTIVE DRIJFT DE ONTWIKKELING, MAAKINDUSTRIE VOLGT

DEEP LEARNING VOOR VISION NAAR GROTE HOOGTE De industrie zet computer vision al meer dan twintig jaar in. Inmiddels heeft het zijn intrede gedaan in consumentenelektronica, automotive en surveillance. Dat is te danken aan de ontwikkelingen in zowel hardware als software. Camera’s worden compacter, processoren leveren meer rekenkracht en de software wordt slimmer. De automotive is met de trend van autonomous driving nu de drijvende kracht en daar kan de maakindustrie op haar beurt – denk aan het industrial internet of things – weer van profiteren.

DOOR HANS VAN EERDEN

en vooraanstaande speler op het snijvlak van hardware en software voor vision en video is videantis, dat dedicated processoren en bijbehorende applicatiesoftware ontwikkelt en levert aan chipfabrikanten. Van oudsher worden zogeheten grafische kaarten (graphics processing units, gpu’s), ontwikkeld voor veeleisende gaming-toepassingen, gebruikt voor vision. Videantis, met het hoofdkantoor in Hannover, claimt dat zijn dedicated processoren een duizend keer betere performance hebben en een duizend keer lager energieverbruik kennen dan die gpu’s. ‘Een kwestie van twintig jaar optimaliseren en allerlei slimme trucjes toepassen’, verklaart Marco Jacobs, vice president marketing. ‘Voor onze oplossingen worden speciale chips gemaakt en daardoor begint onze markt bij aantallen van een miljoen. Dus kom je uit bij de automotive, nu in elke auto meerdere camera’s zitten, en bij consumentenelektronica zoals smartphones met intussen ook al drie of vier camera’s. Belangrijk hiervoor is dat camera’s kleiner en goedkoper zijn geworden. Daarnaast neemt de rekenkracht almaar toe en zijn de algoritmes verbeterd.’

E

LOKAAL OF CENTRAAL Bij beeldverwerking gaat het om drie dingen, doceert Jacobs. Eerst het beeld ‘mooi’ maken, door de ruis eruit te filteren, daarna comprimeren om de omvang van de bestanden te beperken, en tot slot interpreteren. Om het dataverkeer en de benodigde centrale rekencapaciteit een beetje in de hand te houden, is het streven zo veel mogelijk lokale intelligentie in te zetten, door

18

februari 2018

Marco Jacobs, vice president marketing van videantis: ‘Deep learning is het nieuwe goud, daar wordt gigantisch in geïnvesteerd.’ Foto: videantis

beeldverwerking al in of bij elke camera afzonderlijk te laten uitvoeren. ‘Dat heeft voordelen in termen van schaalbaarheid en kosten. En het is slim om meteen al te bepalen of het nodig is om bepaalde beelden door te sturen.’ Filteren en comprimeren van beelden kan meestal wel lokaal gebeuren, maar het ‘kijken’ zal toch vaak centraal, in de cloud, moeten plaatsvinden. ‘Als je beelden van meerdere camera’s hebt en daarover moet redeneren, bijvoorbeeld om op straat of in de fabriek een persoon of object te volgen, of als je sensor fusion hebt met input van andere typen sensoren zoals radar of lidar, dan moet je dat toch centraal doen.’ Zo ziet Jacobs in de grote datacentra steeds meer vraag naar speciale videoprocessoren: ‘Tachtig procent van het internetverkeer is video.’ Bij de derde en laatste beeldverwerkingsstap, interpretatie, gaat het om de vraag wat de camera precies ziet: welke objecten zijn in beeld, op welke afstand bevinden die zich en in welke richting bewegen ze? Die bepaling van positie en beweging is in wezen een wiskundig probleem dat met behulp van SLAM (simultaneous localisation and mapping) wordt opgelost. De eerste opgave, herkenning van objecten, vereist intelligentie: daarvoor dient zich deep learning aan. Deep learning is een vorm van machineleren die speciaal geschikt is voor beeldverwerking doordat het veel lijkt op de manier waarop mensen leren. Zogehe-

ten neurale netwerken (uitgevoerd in software) weerspiegelen de werking van de menselijke hersenen en worden steeds slimmer door training met referentiebeelden, gevolgd door verwerking van nieuwe beelden. Dat heeft zich in de laatste vijf jaar sterk ontwikkeld en vorige maand lanceerde videantis op de CES, ’s werelds grootste beurs voor consumentenelektronica in Las Vegas, een nieuwe processor en ontwerptools voor deep learning. Daarmee wordt de verwerkingscapaciteit van neurale netwerken weer met een factor duizend vergroot, poneert videantis. Dat brengt de routinematige toepassing van deep learning weer een stuk dichterbij voor bijvoorbeeld (semi-)autonoom rijden (inclusief advanced driver assistance systems) en gesture interfacing (apparatuur bedienen met behulp van gebaren): bijvoorbeeld het stuur en andere ‘knoppen’ uit de auto. En denk ook aan augmented en virtual reality, drones, security-camera’s en the internet of things. De automotive is echter leidend, stelt Jacobs, omdat die sector de hoogste eisen stelt. ‘In een auto moet computer vision honderd procent werken, dus moeten de algoritmes zeer robuust zijn, en dat onder alle omstandigheden, dus ook in het (bijna-)donker. In de industrie kun je er nog wel een extra lamp op zetten, maar op de weg niet.’ De inzet is hoog. ‘In het huidige verkeer is een soort stille oorlog gaande, waarin wereldwijd ieder jaar meer dan een miljoen doden val-


len – een van de redenen waarom een autoverzekering zo duur is.’ Daar valt dus veel te winnen, ook voor de verzekeraars. Marco Jacobs: ‘Deep learning is het nieuwe goud, daar wordt gigantisch in geïnvesteerd. Het ontwikkelt zich dus vooral in de automotive, van daaruit is de stap naar consumentenelektronica klein en uiteindelijk wordt het ook lonend voor de maakindustrie om dat op te pikken.’

LEERCURVE VOOR VISION Een oude bekende uit de maakindustrie die deze vision-uitdaging al is aangegaan, is Philips. In 2006 startte het bedrijf voor de assemblage van high-end scheerapparaten in Drachten met een nieuwe ronde automatisering en robotisering. Inmiddels staan er meer dan 250 assemblagerobots. Vision speelde daar van meet af aan een belangrijke rol in, vertelt Binne Visser, director production engineering & maintenance. ‘Elke robot is van één of meer camera’s voorzien. De vision vertelt de robot waar en hoe hij onderdelen kan oppakken en voert er ‘in de vlucht’ checks op uit. Wij kunnen zelf het nodige programmeren en uiteraard zijn wij in de specificatiefase in de lead, maar voor de ontwikkeling van visionoplossingen werken wij nauw samen met partners, zoals leveranciers van visionsystemen en system integrators.’ Binnen het Innovatiecluster Drachten, waarvan Philips de oprichter is, is ‘Vision intelligence’ een van de programma’s, dus in de regio is veel visionexpertise aanwezig. ‘Wij vergen het uiterste van vision en dagen onze partners uit door middel van cocreatie het maximale uit het systeem te halen. We maken goede progressie, maar zijn nog lang niet uitgeleerd’, zegt Visser. Dat zit ’m in de kleine afmetingen en complexe vormen van onderdelen en in de uiteenlopende uitvoeringen van de zichtdelen, de shells, van dof tot hoogglans, in een breed kleurenpalet. Als dan ook de belichtingsomstandigheden nog variëren, wordt het soms moeilijk om onderdelen goed te herkennen met vision. Lukt

Philips werkt in de assemblage van high-end scheerapparaten in Drachten al meer dan tien jaar met vision. Nu ontwikkelt het ook zelflerende vision. Foto: Rob Blankers

dat niet meteen en heeft de robot meerdere pogingen nodig om een onderdeel op te pakken, dan gaat de output van de lijn omlaag. ‘We zien goede ontwikkelingen in bijvoorbeeld lenzen voor camera’s en de software erachter, maar het kan nog altijd beter.’ Daarom is Philips gestart met de ontwikkeling van zelflerende vision. Door te leren van geslaagde pogingen om objecten te herkennen, wordt het systeem daar nog beter in. Bijvoorbeeld doordat het minder gevoelig wordt voor variaties in kleuren of vormen of voor omgevingsfactoren als de belichting. Of doordat het automatisch die belichting kan aanpassen voor een beter contrast. Dit alles moet ervoor zorgen dat onderdelen sneller worden herkend en dus sneller op de lijn worden verwerkt. Wat daar

verder aan bijdraagt is dat vision, dankzij de steeds betere kwaliteit van 3D-beelden, meer en meer ook voor de kwaliteitscontrole wordt ingezet: inline, contactloos ‘meten’ met vision is nu heel nauwkeurig en gaat veel sneller dan met een taster op een aparte meetmachine. Al met al is Binne Visser echter nog niet waar hij wil zijn. ‘We willen de komende jaren nog meer uit vision halen: alles meteen herkennen, los van kleur, geometrie of omgevingsfactoren. De vision moet first time right zijn.’ Er valt nog veel te leren.

www.videantis.com www.philips.com

VISION SLIM INTEGREREN Wat naast de vision zelf ook nog slimmer kan, is de integratie van die vision in hooggeautomatiseerde productielijnen. Dat stellen ceo Hans Wimmer en productmanager Andreas Waldl van de Oostenrijkse leverancier van automatiseringstechnologie B&R. ‘Industrie 4.0 kan de kwaliteit en productiviteit van machines niet verhogen zonder de inzet van machinevision. Productieprocessen die zichzelf kunnen optimaliseren, hebben daarvoor de feedback van beeldgebaseerde inspectie nodig. Momenteel zijn machine-automatisering en vision echter nog gescheiden werelden. De oplossing die wij vorig najaar hebben gelanceerd, brengt deze werelden naadloos bijeen. Klanten hebben er geen aparte engineeringplatforms en programmeertalen meer voor nodig; alles is geïntegreerd in B&R Automation Studio, vision is gewoon een onderdeel van onze mapptechnologie. Er zijn geen interfaces en gateways tussen de automatisering en de vision meer nodig: dat maakt

korte cyclustijden en optimale synchronisatie in de besturing mogelijk.’ Automatisering leverde B&R altijd al, nu zijn er smart camera’s, belichtingsoplossingen en visionsoftware bijgekomen. ‘De plc-programmeurs kunnen dit eenvoudig in hun vertrouwde omgeving meenemen.’ Interessant zijn de intelligente belichtingsopties die B&R biedt, ingebouwd in een camera, als een apart device of gecombineerd. Optimale instelling van de belichting voorkomt problemen met strooilicht en andere slechte belichtingscondities die vision kunnen bemoeilijken. Tevens maakt die intelligente belichting het mogelijk om het maken van hogesnelheidsopnames in een productieproces exact te synchroniseren, handig bijvoorbeeld wanneer de snelheid van een lijn kan variëren. www.br-automation.com

Het visionportfolio van B&R loopt van simpele vision-sensoren tot high-end smart camera’s. Foto: B&R

februari 2018

19


Helmond, ontwerp en realisatie nieuwe huisvesting Kemie

Heembouw

kan,

samen

architectenbureau

Habeon

Groenlo, ontwerp en realisatie productiehal met kantoor Mueller

met

haar

Architecten,

bogen op een uitgebreid trackrecord in turnkey projecten voor de maakindustrie. De manier waarop Heembouw en Habeon projecten aanpakken, is volgens commercieel manager Job Kuijpers de verklaring voor het succes.

Heembouw is een van de exposanten op Technishow. Commercieel manager Job Kuijpers: “Wij vinden het belangrijk om ons te presenteren waar ook onze (potentiële) klanten zijn. Heembouw heeft een mooi trackrecord op het gebied van ontwerp en realisatie van projecten voor de maakindustrie. Op de technishow laten we zien wat we voor deze klanten kunnen betekenen, zoals de app DoccControl en de toepassing van geografische data voor de optimale vestigingslocatie. Op onze stand E40 in hal 11 demonstreert Trilux smart lighting en kan de bezoeker virtual reality ervaren.”

Nieuwkuijk, ontwerp en realisatie productiesite Benier en Driem

“Uitgangspunt is het proces van onze klant: waar komen goederen binnen, waar en hoe worden ze opgeslagen, welke bewerkingen worden er toegepast, welke voorzieningen zijn daarvoor nodig, hoe zien montage en assemblage eruit, waar en hoe verlaten de goederen het pand? Als het complete proces in kaart is gebracht, en ook de groeiambities van de klant duidelijk zijn, kunnen we aan de slag met de lay out van een gebouw en het aantrekkelijke jasje erom heen. We willen eerst de functie van een pand begrijpen, en dan volgt de vorm vanzelf.”

De klant wordt in dit gehele proces meegenomen in de stappen die gezet worden. Job: “We zijn constant in gesprek met de klant, toetsen in elke fase wat we bedacht hebben, leggen de keuzes voor die gemaakt moeten worden, laten zien welke invloed welke keuze heeft. Dit allemaal vanuit het principe: “first time right”.” Daarvoor is de inzet van BIM onontbeerlijk.

Job: “BIM staat voor bouw informatie model. Wij werken onze projecten eerst geheel virtueel in 3D uit; en met behulp van virtual reality kan de klant als het ware door zijn toekomstige gebouw lopen en zien hoe het gaat worden. Is dat niet conform zijn verwachting, of wil hij bij nader inzien iets veranderen, dan passen we dat aan in het 3D model, en ziet de klant direct wat dat betekent. Zo staven en toetsen we continu wat het effect is van de keuzes die we onze klanten voorleggen; wat dat betekent voor de kwaliteit en de prijs. Zo komt de klant achteraf nooit voor verrassingen te staan en realiseren we een gebouw waarin zijn productieproces naadloos past, dat bedacht is op groei en dat er ook nog eens goed uitziet.”

Meer informatie: Heembouw Job Kuijpers (076) 548 13 00 www.heembouw.nl www.gronddatabank.nl


THEMA MACHINE LEARNING IN SNELLE OPMARS?

VRAAG NAAR PRODUCTEN VOORSPELLEN AAN DE HAND VAN EEN ENORME DATABERG

‘WE WETEN DAT ER MEER INFORMATIE IN DE DATA ZIT’ ABS All Brake Systems in IJsselstein levert auto-onderdelen voor nagenoeg alle merken en modellen op de Europese wegen. Het productportfolio van het bedrijf bevat in totaal bijna 30.000 remdelen, stuurdelen en wiellagers. Voor klanten van ABS is het van groot belang nauwkeurig in te kunnen schatten hoeveel van welke producten zij in voorraad moeten houden om aan de vraag vanuit de markt te kunnen voldoen. Daarom werkt het bedrijf met een systeem dat de markt naar specifieke producten voorspelt. De hoeveelheid data is echter zo groot, dat ABS niet alle beschikbare informatie eruit kan halen. Om data sneller en nauwkeuriger te kunnen vergelijken, wil het bedrijf daarom in de toekomst gebruik gaan maken van machine learning. DOOR WOUTER HOEFFNAGEL

H

et systeem van ABS bevat zo'n 400 miljoen gegevens, die worden geanalyseerd met behulp van algoritmes. De algoritmes zijn ontwikkeld door data-analisten van het bedrijf in samenwerking met externe softwarespecialisten. ABS analyseert de informatie die deze algoritmes opleveren en combineert die tot rapportages voor klanten. Het systeem wordt gevoed met informatie uit uiteenlopende bronnen. ‘Een belangrijke bron is TecDoc van TecAlliance. Leveranciers van aftermarket auto-onderdelen kunnen in dit systeem gestandaardiseerde informatie aanleveren over hun producten. Deze catalogus bevat een enorme hoeveelheid data; in Europa rijden zo’n 30.000 verschillende typen auto’s rond, waarvoor zo'n 600 fabrikanten honderdduizenden producten leveren. Over al deze producten bevat TecDoc informatie’, vertelt Mats Hofstra, marketingmanager bij ABS. ‘Deze data combineren wij met allerlei andere gegevens. Denk aan transactiegegevens die inzicht geven in het aantal verkochte producten in specifieke landen, maar ook aan data van websites van andere fabrikanten van aftermarket auto-onderdelen. Daarnaast kopen we data over marktontwikkelingen in en verzamelen we gegevens bij statistiekbureaus als Eurostat’, aldus Hofstra. Op de data kunnen niet altijd direct algoritmes worden losgelaten. ‘Het is van belang dat data op dezelfde manier worden weergegeven, zodat je appels met appels vergelijkt. Als dit niet het geval is, proberen we de informatie alsnog vergelijkbaar te maken door deze anders vorm te geven.’

producten van andere fabrikanten. ‘In de markt worden bijvoorbeeld meer dan 600 verschillende productnummers gehanteerd voor een remblokje voor een Toyota Corolla. Hoewel deze producten allemaal dezelfde functie vervullen, kunnen ze op belangrijke punten verschillen. Zo kan de samenstelling van een remblokje anders zijn, wat impact heeft op de levensduur’, verklaart Hofstra. De vraag naar specifieke onderdelen wordt beïnvloed door uiteenlopende factoren. ‘Sommige automodellen leggen gemiddeld veel meer kilometers af dan andere. En ook het gemiddeld aantal kilometers dat automobilisten in een bepaald land met hun voertuig afleggen, kan fors verschillen. Ook zijn de kwaliteit van het wegdek, bepaalde strooimiddelen en de temperatuur in een land van grote invloed op de levensduur van producten.’

ALGORITMES Vanwege het grote aantal factoren is het handmatig vergelijken en analyseren van data geen optie. Daarom zijn er de genoemde algoritmes. ‘Op basis van de resultaten die deze algoritmes opleveren, stellen onze data-analisten rapportages op voor onze klanten. Deze rapportages geven inzicht in de verwachte vraag naar specifieke producten, wat ons helpt te zorgen dat de juiste voorraad op de juiste plek ligt’, zegt Hofstra. ‘Daarnaast geven de rapportages onze klanten inzicht in hun prestaties vergeleken met de rest van de markt. Is het aantal exemplaren dat een klant van een bepaald product heeft verkocht in verhouding met de totale verkoop van dit product in de markt? Zo niet, dan onderzoeken wij samen met de klant waarom de verkoop afwijkt en helpen we hem zijn prestaties te verbeteren.’

COMPLEXE VERGELIJKINGEN Genoemde vergelijkingen zijn erg complex. Zo hebben de 30.000 artikelen die ABS levert meer dan 1,1 miljoen crossreferenties met vergelijkbare

‘Het is van belang dat data op dezelfde manier worden weergegeven, zodat je appels met appels vergelijkt’, aldus Mats Hofstra, marketingmanager bij ABS. Foto: ABS

handmatig vergelijkbaar worden gemaakt en moeten data-analisten inzichten destilleren uit de resultaten van algoritmes. Dit levert beperkingen op. ‘We weten dat er meer informatie in de data zit, maar kunnen die momenteel niet uit de data destilleren. Met behulp van algoritmes op basis van machine learning kunnen grote hoeveelheden data sneller en nauwkeuriger worden vergeleken, waardoor die informatie wel beschikbaar komt’, aldus Hofstra. ‘Dit biedt kansen. Het is dan ook iets waarop wij ons in de toekomst meer gaan richten.’

MACHINE LEARNING Ondanks de inzet van algoritmes vergen de vergelijkingen nog veel handwerk. Zo moeten data

www.absallbrakesystems.com

februari 2018

21


THEMA MACHINE LEARNING IN SNELLE OPMARS?

KUNSTMATIGE INTELLIGENTIE WAPENT BEDRIJVEN TEGEN CYBERCRIMINALITEIT

‘ÉÉN SLACHTOFFER EN NAUWELIJKS SCHADE’ Steeds vaker worden we geconfronteerd met cyberaanvallen, die ook in de industrie in toenemende mate tot problemen leiden. Een recent voorbeeld is de kwaadaardige software WannaCry, die in mei 2017 wereldwijd voor grote problemen zorgde. Onder meer productiefaciliteiten van Renault moesten worden stilgelegd nadat systemen werden besmet met het computervirus. Eddy Willems, security evangelist bij G DATA, legt uit hoe bedrijven zich kunnen wapenen tegen dergelijke malware en welke rol kunstmatige intelligentie hierbij kan spelen.

DOOR WOUTER HOEFFNAGEL

W

annaCry is ransomware, een vorm van kwaadaardige software die bestanden en systemen in gijzeling neemt door deze softwarematig te versleutelen. Dit betekent in de praktijk dat systemen en data niet meer toegankelijk zijn. Voor bedrijven kunnen dergelijke aanvallen enorme consequenties hebben, in het ergste geval valt zelfs het volledige productieproces stil. In andere gevallen worden belangrijke data versleuteld, waardoor bijvoorbeeld niet meer duidelijk is welke order bij welke klant moet worden afgeleverd of componenten niet meer bij toeleveranciers kunnen worden besteld.

VEEL SCHADE Makers van ransomware eisen doorgaans losgeld van slachtoffers die weer toegang willen verkrijgen tot gegijzelde systemen en data. Betalen heeft echter niet altijd zin. Niet alleen gaan cybercriminelen na betaling lang niet altijd tot ontsleuteling over, ook zijn er vormen van ransomware bekend waarbij het onmogelijk is de versleuteling op te heffen. ‘Helaas zien we tegenwoordig ook uitbraken van ransomware die niet als doel hebben losgeld te innen bij slachtoffers, maar die juist zo veel mogelijk schade willen veroorzaken door bijvoorbeeld de bedrijfsvoering van bedrijven te onderbreken. Dit noemen wij ook wel pseudoransomware, aangezien deze malware is vermomd als ransomware maar in feite een ander doel heeft’, aldus Willems.

22

februari 2018

In de praktijk worden beveiligingsoplossingen te weinig gemonitord, aldus Eddy Willems, security evangelist bij G DATA. Foto: G DATA

Een voorbeeld is NotPetya, een computervirus dat veel op WannaCry lijkt en in juli 2017 systemen wereldwijd in gijzeling nam. ‘Na analyse bleek dat deze ransomware vooral gericht was op het aanrichten van schade in bepaalde sectoren en landen; de aanvallers lijken niet de intentie te hebben gehad getroffen systemen na betaling weer te ontsleutelen.’

KUNSTMATIGE INTELLIGENTIE Traditioneel detecteren beveiligingsoplossingen malware aan de hand van signatures, digitale handtekeningen die worden gecreëerd op basis van specifieke kenmerken van malware. Dankzij deze signature herkent antivirussoftware de malware direct als deze op een systeem terechtkomt, nog voordat de malware kwaadaardige handelingen kan uitvoeren. Een signature is echter alleen beschikbaar voor bekende malware. Als een bedrijf wordt getroffen door nieuwe malware die nog nooit eerder is gedetecteerd, biedt deze werkwijze geen uitkomst. Steeds vaker maken beveiligingsoplossingen daarom gebruik van kunstmatige intelligentie om onbekende kwaadaardige

software te herkennen, zodat gebruikers ook hiertegen gewapend zijn. G DATA heeft deze technologie verwerkt in G DATA Business Solutions. ‘Malafide software voert bijna altijd bepaalde kenmerkende handelingen uit. Zo worden bij ransomware documenten versleuteld die gebruikers zelf niet snel zullen versleutelen. Ook gaat ransomware vaak zeer snel te werk, met tussenpozen van slechts enkele milliseconden, om slachtoffers geen kans te geven om in te grijpen’, aldus Willems.

AFWIJKINGEN DETECTEREN ‘Dit kenmerkende gedrag hebben wij geanalyseerd en op basis hiervan een gedragsprofiel opgesteld. De kunstmatige intelligentie in onze beveiligingsproducten kan hiermee ransomware herkennen zonder dat een signature nodig is’, legt de security evangelist uit. ‘Onze software is voorzien van een deep learning-algoritme dat continu alle handelingen die op een systeem worden uitgevoerd analyseert. Afwijkend gedrag wordt hierdoor direct opgemerkt.’ Dit proces wordt volledig automatisch uitge-


voerd, waardoor de software zeer snel kan schakelen. ‘Worden bijvoorbeeld twee bestanden in slechts enkele milliseconden versleuteld? Dan is dit een belangrijke aanwijzing dat een aanval met ransomware gaande is. De software grijpt dan direct in en blokkeert de versleuteling van een derde bestand, plaatst de ransomware in quarantaine en beëindigt de aanval. De schade blijft in dit geval dus beperkt tot twee versleutelde bestanden, die uit een back-up terug te halen zijn.’ Zodra nieuwe ransomware of andere malware is gedetecteerd, wordt hiervoor alsnog een signature aangemaakt en opgeslagen in de cloud. Deze signature is hierdoor direct beschikbaar voor alle andere gebruikers van de beveiligingssoftware, zodat de kwaadaardige software voortaan wordt herkend voordat deze ook maar één handeling heeft kunnen uitvoeren. Dankzij de inzet van kunstmatige intelligentie kan onbekende kwaadaardige software in feite slechts één slachtoffer maken en nauwelijks schade aanrichten.

CYBERINBRAKEN Willems wijst echter ook op andere vormen van cyberaanvallen, die eveneens grote problemen kunnen veroorzaken. Denk aan cybercriminelen die inbreken om klantgegevens of intellectueel eigendom in handen te krijgen. Doorgaans merken beveiligingsproducten dit soort aanvallen op en maken ze er melding van in rapportages of via security alerts. In de praktijk worden beveiligingsoplossingen volgens de security evangelist

echter te weinig gemonitord, waardoor signalen pas laat of zelfs geheel niet worden opgemerkt. ‘Een goed voorbeeld is een recente cyberaanval op een cybersecuritybedrijf, waarbij een aanvaller verkeer naar een beveiligde portal van het securitybedrijf wist te onderscheppen. Hierdoor kon hij onder meer inloggegevens en documenten van klanten inzien. Het securitybedrijf monitort zeer actief zijn eigen beveiliging en detecteerde de

dat beveiligingsincidenten snel worden opgemerkt. Zelf kunnen ze zich volledig richten op hun kernactiviteiten. G DATA biedt dergelijke dienstverlening aan via G DATA Advanced Analytics’, aldus Willems. ‘Uiteraard zijn aan dergelijke dienstverlening kosten verbonden. Maar die vallen in het niet bij de schade die ontstaat als een productiefaciliteit moet worden stilgelegd na een cyberaanval.’

'Worden bijvoorbeeld twee bestanden in slechts enkele milliseconden versleuteld?'

aanval in een vroegtijdig stadium, waardoor de aanval snel werd afgeslagen en de schade beperkt bleef ’, aldus Willems. ‘Helaas beschikken veel bedrijven in de praktijk niet over de mankracht, het geld en de middelen om hun beveiligingsoplossingen op dit niveau te monitoren.’

SECURITY OPERATIONS CENTERS Bedrijven kunnen de monitoring van dergelijke oplossingen ook uitbesteden aan een beveiligingsbedrijf, dat hiervoor Security Operations Centers (SOC’s) heeft. ‘Een SOC wordt permanent bemand en analyseert alle securitymeldingen van klanten. Dit biedt bedrijven de zekerheid

Willems benadrukt dat bedrijven nooit uitsluitend op antivirusoplossingen moeten inzetten. Een combinatie van verschillende beveiligingstechnieken is noodzakelijk om de kans slachtoffer te worden van een cyberaanval te minimaliseren. ‘Denk aan een firewall die pogingen van aanvallers blokkeert om systemen van buiten het netwerk te benaderen. Of aan het inzetten van bijvoorbeeld een SOC, maar ook aan een back-up die, als het toch fout gaat, de mogelijkheid geeft beschadigde of vernietigde bestanden te herstellen.’ www.gdata.nl

Since 1947 our strong capacity for innovation has depended on people. For it is the needs of our customers and the ideas of our employees that drive us forward – and they are also setting Industrie 4.0 in motion.

februari 2018

23


24

februari 2018


DIENSTVERLENING

JEVEKA START PILOT MET LOGISTIEK SYSTEEM SMARTBIN

NOOIT MEER BANG VOOR LEGE BAKKEN Elders in de wereld wordt het al wel gebruikt, maar in Nederland zijn ze naar eigen zeggen de eerste: technische groothandel Jeveka uit Almere begint deze maand met SmartBin. Bij een Nederlandse onderneming start een kleine pilot met dit logistieke systeem. DOOR ANDRÉ RITSEMA

martBin, zo zegt mede-eigenaar Stephanie Veltkamp van Jeveka, is een logistiek systeem, waarbij de aanwezige voorraad van de benodigde schroeven, bouten en moeren tijdens het productieproces continu en live in de gaten kan worden gehouden. Als de voorraad in de bak onder een vastgesteld gewicht komt, gaat er via het systeem een signaal naar de leverancier. Die zorgt ervoor dat de voorraad weer wordt aangevuld.

S

ONDER HET MINIMUM Veltkamp verduidelijkt de methode aan de hand van een voorbeeld. Langs een productiestraat staan tal van voorraadbakken, elk op een eigen weegschaal. Elke keer neemt een productiemedewerker een schroef of moer uit zo’n bakje om zijn werk te doen. Gaandeweg raken die bakken leger – en dus lichter. Op zeker moment geeft het systeem aan dat het gewicht van de bak onder een vooraf afgesproken minimum komt. Het systeem stuurt een signaal naar – in dit geval – Jeveka, dat ervoor zorgt dat de bakken weer gevuld worden. ‘De voordelen zijn legio’, zegt Veltkamp. ‘De klant hoeft niet meer bang te zijn dat de schroeven of bouten voortijdig opraken en ook niet telkens een medewerker langs de bakken te sturen om te kijken waar er wat moet worden bijgevuld. Er ontstaan geen lege bakken, er is geen stagnatie in het productieproces.’ SmartBin werkt met bakken die wat betreft inhoud kunnen variëren van twee kilo tot hele pallets van duizend kilo. ‘Daarmee kan in beginsel iedere producent uit de voeten. En het aantal bakken dat we in de gaten kunnen houden, is bij wijze van spreken net zo groot te maken als je maar wilt.’

KLEINE PILOT Jeveka is bepaald niet over één nacht ijs gegaan, ook al wordt het systeem in andere landen al succesvol toegepast. Er is Nederlands marktonderzoek gedaan, waaruit naar voren kwam dat de klanten zeer positief zijn over het nieuwe logistieke systeem: negentig procent ziet de voordelen.

Jeveka wil aan het eind van het jaar SmartBin bij twee klanten hebben ingericht.

Maar ja, toen moest er nog een klant worden gevonden die aan een pilot wilde meedoen. ‘Want er was toch wel wat koudwatervrees.’ De klant werd toch gevonden en nu komt er dus een relatief kleine pilot. ‘Voor Jeveka is het een pilot, ook om ervoor te zorgen dat de achterliggende IT goed met ons systeem communiceert. Maar het is natuurlijk een bewezen product. Daarom gaan we ondertussen door om het ook bij andere klanten uit te zetten. Want het is een supermooi product; wij zijn ervan overtuigd dat dit de toekomst is.’ De ambities blijven overigens Nederlands-bescheiden: Jeveka hoopt aan het einde van dit jaar SmartBin bij twee klanten op de werkvloer te hebben ingericht.

WERKENDE DEMO Niet onbelangrijk: in de showroom van Jeveka in Almere komt een werkende demo, zodat potentiële klanten kunnen zien hoe het werkt en wat

SmartBin voor hen kan betekenen. ‘En het is ook goed voor onze eigen mensen. Ze zien wat het is en hoe ze er zelf mee om kunnen gaan. Op deze manier wordt SmartBin ook voor hen tastbaar.’ Jeveka bestond in 2017 tachtig jaar en is van oudsher een technische groothandel in bevestigingsartikelen (zoals bouten, schroeven en moeren) en aanverwante gereedschappen. En, zo zegt Veltkamp, het bedrijfsonderdeel Productie wordt de laatste jaren ook steeds groter. Zo is er onlangs een machine aangeschaft die gaten kan boren in de lengterichting van schroeven – belangrijk bij toepassingen in een hoog-vacuum productieomgeving, waar geen lucht of zuurstof in de ruimte mag achterblijven.

ASML ALS VLIEGWIEL Een deel van het productiewerk verricht Jeveka voor ASML. ‘Dat werkt ook een beetje als een vliegwiel, het trekt ook nieuwe vraag en nieuwe klanten aan. Bij ASML zijn we inmiddels al jaren preferred supplier. We maken unieke bevestigingsartikelen die ze gebruiken bij de productie van machines in hun geavanceerde cleanrooms. We begonnen met twee mensen op Productie, nu zitten we op vijf. Dat is op het totale personeelsbestand van meer dan zeventig nog niet heel erg veel, maar de hoeveelheid werk is wel meer dan verdrievoudigd. En die groei zet het komend jaar ook nog wel door.’

www.jeveka.com

februari 2018

25


Turning ideas iinto nto s olutio solutions Combining our engineers engineers’’ knowhow and ingenuity with the experien experience build up in more industry, than 50 years in application areas such as operating rooms, oms, semic semiconductor industry service robots and even outer space, we develop together her with our ou customers high

develop with maxon

#withmaxon


BEVEILIGING

DATA DELEN IN KADER VAN SERVITIZATION VRAAGT OM CYBERSECURITY-BEWUSTZIJN

HACKERS MIKKEN OP MACHINELEVERANCIERS Met de opkomst van servitization – het vertalen van productfuncties naar de diensten die ermee kunnen worden aangeboden – groeit de behoefte aan het delen van data tussen bedrijven. Denk aan leveranciers die hun machines bij klanten monitoren om op basis van de actuele conditie de noodzaak van onderhoud te kunnen voorspellen: onderdelen worden niet meer ‘blind’ preventief vervangen, of juist te laat wanneer ze al kapot zijn, maar predictief, precies op tijd. Daarvoor hangen al veel machines aan internet, vaak zonder dat hun eigenaren zich daarvan bewust zijn. Met alle cybersecurity-risico’s van dien.

DOOR HANS VAN EERDEN

emote access is hier het sleutelbegrip en dat levert vaak aardige discussies op met bedrijven, vertelt Marcel van Oirschot, commercieel directeur van cybersecuritybedrijf Fox-IT in Delft. ‘Gevraagd naar wat ze allemaal aan internet hebben hangen, komen ze voor kantoor met een lange lijst, tot aan de printers en koffieapparaten. Vraag ik naar de fabriek, dan zeggen ze vaak: “Niks.” Dat geloof ik nooit en dan lopen we hun machines langs: “O ja, die en die hangen ook aan het net.”’ Van Oirschot snapt wel dat het zo werkt: ‘Remote support is vaak onderdeel van de salespitch: “Dat is heel handig, dan sturen wij een mannetje dat predictief onderhoud doet, waardoor je machine niet stilvalt en je een veel hogere uptime hebt.” Een leverancier die 24/7 online kan meekijken, is vanuit uptime-perspectief logisch, maar vanuit securityperspectief moet men wel weten wat het betekent.’

R

LOSGELD Zo zijn er al veel bedrijven, ook in de maakindustrie, gehackt met ransomware: ze moeten losgeld betalen om weer toegang te krijgen tot hun versleutelde data of gehackte machines. Zo mogelijk mikken hackers op de leveranciers van de machines, weet Van Oirschot, zodat ze via hen in een keer op veel plaatsen machines kunnen stilleggen. ‘Dat doet meer pijn, waardoor ze meer losgeld kunnen vragen. Vanuit hackingperspectief is dat een interessant businessmodel. Veel bedrijven zijn niet voorbereid op een dergelijke calamiteit.’ Een eenvoudige maatregel voor machine-eigenaren is de verbinding niet 24/7 open te laten staan, maar de leverancier één keer

per dag of week data te laten ophalen. ‘Die moet dan elke keer contact opnemen om toestemming te vragen, Marcel van Oirschot, commercieel directeur van Fox-IT: ‘Wij zeggen niet dat je geen machines waarna het bedrijf aan het net moet hangen, maar het moet wel een bewust proces zijn.’ Foto: Fox-IT de poort even openzet. Dat verkleint de kans dat je wordt gehackt aanzienlijk.’ zijn er kwetsbaarheden. Machines kunnen draadloos met kantoor zijn verbonden, omdat een bedrijf in de fabriekshal geen kabels kan of wil INBRAKEN leggen. Komt een hacker fysiek in de buurt, dan Naast de hacks die bedoeld zijn om losgeld te kan hij inbreken op zo’n draadloze verbinding. incasseren en/of schade aan te richten, zijn er Vorig najaar werd bekend dat WPA2 (de meest onder meer inbraken om waardevolle informatie gangbare beveiliging van draadloze netwerken) is op te halen. Precies de reden waarom sommige te doorbreken, waardoor draadloos verkeer kan bedrijven nog huiverig zijn om data te delen. worden afgeluisterd. Onder meer wifi is dan niet Hackers doen in opdracht inbraakklusjes en hebte vertrouwen. Fox-IT adviseert om voor vertrouben daarvoor simpele hulpmiddelen tot hun welijke communicatie encryptie te gebruiken beschikking, illustreert Van Oirschot: ‘Er is een tooltje dat op een computer bijvoorbeeld elke waarover de gebruiker aan beide zijden van de minuut opdracht geeft een printscreen naar buiverbinding de controle heeft. Wat ook helpt, is ten te sturen. Daarmee kun je goed volgen wat twee-factor-authenticatie: laat de lijn niet contibijvoorbeeld een verkoper aan het doen is.’ Bij nu open staan, maar vraag de gebruiker telkens in zo’n inbraak probeert een hacker juist niet te loggen, met een password en aanvullend een gesnapt te worden en geen sporen achter te laten. code die bijvoorbeeld per sms wordt verstuurd. Tevergeefs, als het aan Fox-IT ligt. ‘Wij geloven ‘Dat maakt het voor de hacker al weer moeilijker’, echt in detectie. Zorg dat je weet wat je aan interaldus Marcel van Oirschot. ‘Ook hier gaat het om net hebt hangen, detecteer wat er aan data over het bewustzijn van de mogelijke kwetsbaarheden. de lijn gaat en wat er op je it-netwerk gebeurt. En Een nieuwe bewerkingsmachine meteen aan het kijk ook in de buitenwereld, als je bijvoorbeeld net hangen, of werken met een printer die zelf met een speciaal project bezig bent. Wij zijn op online cartridges bestelt als de inkt bijna op is, internet wel offertes voor een project tegendat is natuurlijk lekker handig. Wij zeggen niet gekomen die duidelijk gestolen waren.’ dat je het niet moet doen, maar het moet wel een bewuste keuze en een bewust proces zijn.’

DRAADLOOS Voor de grootste impact proberen hackers meestal ergens centraal in te loggen, maar ook lokaal

www.fox-it.com

februari 2018

27


STRATEGIE

DGA PLATFORM BIEDT ONDERNEMERS – ‘KONINGEN IN DE EIGEN NICHE’ – PODIUM VOOR REFLECTIE

GROEI EN MENSEN MANAGEN ‘Jullie kunnen gedachten lezen.’ Aldus Mark Voortman, gastheer voor de eerste bijeenkomst van het DGA Platform van Link Magazine, begin januari in Rijssen, na het voorstelrondje. De verzamelde dga’s hebben kort zichzelf en hun bedrijf geïntroduceerd en verteld over hun strategische issues. Een feest der herkenning voor Voortman, die zich met de Voortman Steel Group in allerlei richtingen blijft ontwikkelen, in portfolio, organisatie, automatisering, talentontwikkeling, internationalisering... ‘Toen ik na de hts in het bedrijf van mijn vader stapte, deed ik eerst maar wat. Langzaam is mijn visie op de ontwikkeling van het bedrijf en de markt gegroeid.’ DOOR HANS VAN EERDEN

H

et DGA Platform is een nieuw initiatief waarmee Link Magazine ondernemers, veelal directeur-grootaandeelhouders, uit de maakindustrie een podium wil bieden voor strategische reflectie. Waarvan Link vervolgens verslag doet – zonder aan elke quote een ‘eigenaar’ te koppelen, zodat die reflectie alle vrijheid krijgt. Ervaringen en oplossingen uitwisselen, nieuwe ideeën lanceren, brandende kwesties in de groep gooien. Alles staat in het teken om van elkaar te leren en daarmee nog slimmer te ondernemen. Tijdens de eerste bijeenkomst van het DGA Platform is het Experience Center van de Voortman Steel Group in Rijssen daarvoor de ideale locatie, met een informele setting en goed verzorgde catering. Met zichtbaar genoegen speelt ceo Mark Voortman de rol van gastheer.

IN HET DIEPE

INTERNATIONALISERING

Zo vertelt hij over zijn avonturen in het Rijssense familiebedrijf. Zijn oom en vader begonnen in 1968 een mechanisatiebedrijf en legden zich toe op de revisie en bouw van machines en later ook de bouw van staalconstructies. Rijssen staat bekend om zijn bouwbedrijven (waaronder ook Wessels, Ter Steege en Nijhuis), dus een focus op die sector lag voor de hand, met machines voor boren, zagen en lassen voor de staalbouw. Toen Mark Voortman in 1996 van de hts (werktuigbouwkunde) kwam, werd hij bij het bedrijf van zijn vader meteen in het diepe gegooid. ‘In het begin deed ik maar wat. Langzaam is mijn visie op de ontwikkeling van het bedrijf en de markt gegroeid.’ In 2002 nam de tweede generatie het roer over, van wie Mark de machinebouwtak ging leiden. Van de twee hoofdactiviteiten is de staalbouw (Voortman Steel Construction) een

Het zijn dezelfde strategische issues waarmee de andere deelnemers – allen ‘koning in hun eigen niche’ – worstelen. Neem die internationalisering. Hoe ga je bijvoorbeeld om met Chinese kopieën? Zijn die slecht voor je reputatie, vat je ze vooral op als een compliment en negeer je ze verder, of ga je in China het octrooigevecht aan, met ongewisse uitkomst? Sommigen zijn daarom nog zeer voorzichtig met het betreden van de Chinese markt, of kiezen er zelfs voor om een ‘klein China aan de Dinkel’ op te zetten. ‘Doorgaan met innoveren, om voor te blijven’, zegt een ondernemer die op een beurs in China met meer dan tien kopieën werd geconfronteerd. Gelukkig is er in dat land een consolidatie geweest, signaleert een machinebouwer. De grote concerns daar willen alleen nog de ‘real deal’, , van Nederlandse makelij in dit geval. In financieel opzicht is internationaal zakendoen ook niet altijd een pretje. Als projecten lang lopen kan de buitenlandse fiscus nog wel eens met onaangename verrassingen komen, over de btw-plicht bijvoorbeeld. Betalingscondities en -moraal zijn er niet altijd geweldig, maar een ingebouwde storing in de geleverde machine bij wijze van ‘debiteurenbewaking’ wil dan nog wel eens helpen, zo luidt de gratis tip. Hoe dan ook, alle bedrijven aan tafel in Rijssen opereren internationaal. Soms exporteren ze tot bijna honderd procent van hun omzet en kiezen ze er toch voor om zelf in Nederland gevestigd te blijven. Omdat ze hier zo efficiënt kunnen uitbesteden bijvoorbeeld. Of omdat we hier zo goed zijn in hightech machinebouw. Een van de ondernemers heeft z’n grootste vestiging in Polen, met eigen r&d en ontwikkeling, maar die besteedt toch weer veel uit bij het zusterbedrijf in Eindhoven. De trots op eigen land wordt niet onder stoelen of banken gestoken. De een plakt een sticker met een tulp op zijn producten, een ander stuurt klompen mee als een machine wordt afgeleverd.

BEDRIJFSSCHOOL VAN DE TOEKOMST Tijdens de discussie over het technisch onderwijs komt het verlangen naar de aloude, helaas verdwenen bedrijfsschool weer naar boven. Gelukkig heeft die in een nieuw jasje toekomstperspectief, vertelt Mark Voortman uit eigen ervaring als deelnemer aan en bestuursvoorzitter van REMO West-Twente in Rijssen. REMO (Regionale Elektro en Metaal Opleidingen) is een vereniging met nu zo’n zeventig lidbedrijven die jonge schoolverlaters opleidt op BBL-niveau 2, 3 of 4 in elektrotechniek, installatietechniek, mechatronica of metaal. Die jongeren worden voor het praktijkgedeelte gedetacheerd bij lidbedrijven. De theorie, waarvoor REMO docenten van het ROC van Twente inhuurt, wordt zoveel mogelijk met die praktijk geïntegreerd, onder het motto ‘voortdurend leren’. Daarnaast kunnen oudere werknemers van lid- maar ook niet-lidbedrijven in een regulier of individueel traject een opleiding voor mechatronica BBL-niveau 3 of 4 volgen.

28

februari 2018

grotendeels binnenlandse business en de machinebouw (Voortman Steel Machinery) juist een zeer internationale. Deze tak levert stand-alone machines, verzorgt systeemintegratie en biedt turnkey oplossingen, allemaal configure-to-order uit standaardmodules opgebouwd. Inmiddels liggen op Voortmans bordje alle strategische vragen over de ontwikkeling van het concern, in portfolio, organisatie, automatisering, talentontwikkeling, internationalisering, enzovoort. Controle houden over de groei is daarbij de rode draad.

De leden zetten, met hulp ook van hun leveranciers, nieuwe machines in het moderne praktijkcentrum van REMO neer en hebben de verplichting om leerlingen voor het praktijkgedeelte op te nemen. Het is dus allesbehalve vrijblijvend, aldus Voortman, maar bedrijven kunnen er geen rechten aan ontlenen. ‘Het is niet zo dat grotere bedrijven de beste kandidaten kunnen kiezen. Bij ons is het één bedrijf, één stem. We hebben externe financiering gekregen, waardoor we eigen opleidingsmensen hebben kunnen aantrekken en ook de leerlingen in dienst van REMO komen.’ Ruim tien jaar na de start met achttien jongeren telt REMO nu meer dan tweehonderd leerlingen, die een gunstig perspectief kennen: grote kans dat ze na hun opleiding bij een van de lidbedrijven in dienst kunnen treden.

www.remo-wt.nl


AGILE OF GRÜNDLICH? Nederland ontpopt zich meer en meer als internationale ontwikkelhub, omdat onze ‘can do’mentaliteit past bij de wereldwijde trend richting een steeds kortere time-to-market. Tijd voor uitgebreid prototypes bouwen en testen is er niet meer. Liefst krijgt de eerste machine die wordt gebouwd meteen een industriële uitvoering. ‘Duitse bedrijven kunnen dat niet, die blijven zo’n ontwikkeling gründlich aanpakken en nemen daar veel meer tijd voor. Een van onze klanten zag hoe agile wij opereren en smeekte ons om zo te blijven en niet te worden als onze Duitse en Italiaanse concurrenten.’ Al levert Gründlichkeit wel degelijk resultaat op, uit een collega-machi-

Illustratie: Tom van Dun

neers te veel uitvinders blijven, en te lang doorgaan met ontwikkelen, komt een project nooit op tijd af. Wat helpt is de verschillende disciplines niet in hun eigen ivoren experttoren te laten zitten, maar bij elkaar te zetten, samen met collega’s van de klant, liefst afgezonderd van de dagelijkse, verstorende hectiek.

FUNCTIES SPLITSEN?

‘Eenvoud is modulair conceptueel denken in het kwadraat’

nebouwer zijn bewondering voor de Duitse machinebouw. ‘Wij doen het nu ook rustiger aan in de ontwikkeling. Tegenwoordig moet je nieuwe machine meer dan 99 procent goed zijn voordat je ermee naar buiten gaat. Tien jaar geleden was 90 procent nog goed genoeg; daarmee ging je het veld in en dan met een lasapparaat erachteraan om eventuele problemen te verhelpen.’ Het wil niet zeggen dat engineering hier nooit problemen oplevert. Het blijft immers, zoals één ondernemer het omschrijft, een van de factoren waaraan een bedrijf failliet kan gaan. Als engi-

Kortom, hoe houd je de engineering onder controle in een groeiende organisatie? Doe je dat met een ‘übertechneut’ die doorgroeit naar een managementfunctie of met een manager die de techniek niet kent? Het team verwacht beide kwaliteiten, dus opsplitsen in twee functies naast elkaar is wellicht de beste optie. Of zelfs de hele afdeling opsplitsen, oppert iemand. Is het ‘Buurtzorgmodel’ met kleine zelfsturende teams een optie? De hiërarchie doorbreken, omdat de jeugd daar geen geduld meer voor heeft. Maar iemand moet wel de knopen doorhakken, luidt de tegenwerping. Dat hoeft niet hiërarchisch te zijn bepaald: dat kan ook een natuurlijke leider doen. Zo mag engineering een lastige discipline zijn om te managen, verkopers hebben intussen ook wat bijsturing nodig. Verkopen was traditioneel het sluiten van deals, maar het verschuift steeds meer naar accountmanagement. Voor hun bekende markt kunnen bedrijven de ervaren generalisten van vroeger misschien nog gebruiken, maar voor de nieuwe markten die ze willen betreden hebben ze juist specialisten nodig, die de klant van hun

expertise kunnen overtuigen. Moeten daarom die functies ook worden gesplitst?

WERK VEREENVOUDIGEN Engineers, managers, verkopers: hoe hoogtechnologisch en hooggeautomatiseerd onze industrie ook is, voor ondernemers is de mens het grootste ‘zorgenkind’. Zo worstelt werkelijk iedereen met het (dreigende) tekort aan technisch geschoold personeel en er is de uitdaging van het werven en behouden van talent. Eén optie is het bestaande werk te vereenvoudigen, zodat de kwalificaties kunnen worden verlaagd. Bijvoorbeeld door producten klantspecifiek op te bouwen uit standaardmodules in een aantal varianten. Assemblage is dan simpelweg een kwestie van standaardmodules aan elkaar knopen. Of zoals iemand het verwoordt: ‘Eenvoud is modulair conceptueel denken in het kwadraat. E = mc2, om met Einstein te spreken.’ De opgave is om engineers zover te krijgen dat ze die andere denkwijze, van standaardisatie en modularisatie, volgen. Tachtig procent standaard, twintig procent klantspecifiek: veel machinebouwers willen het wel, maar vinden het ook lastig. Want probeer die veeleisende klant met zijn speciale wensen maar eens op afstand te houden en de innovatie generiek aan te pakken. Anderzijds is een leidende klant wel nodig om die innovatie te voeden en tevens als een soort ‘politieagent’ te LEES VERDER OP PAGINA 31

februari 2018

29


MATLAB SPEAKS

MACHINE LEARNING With MATLAB you can use clustering, regression, classification, and deep learning to build predictive models and put them into production.

@2016 The MathWorks, Inc

mathworks.nl/machinelearning


VERVOLG VAN PAGINA 29

fungeren. ‘Engineers en business developers vinden het toch wel leuk als ze voor een klant met een deadline werken.’ Reden zelfs voor een van de machinebouwers om in z’n informatiesysteem nepklanten op te voeren voor r&d-projecten.... Lukt het met die modularisatie, dan is de slimme monteur die de (klantspecifieke) problemen ‘in het werk’ moet oplossen niet meer nodig. Geavanceerde hulpmiddelen, zoals augmented reality (AR), kunnen het werk eveneens eenvoudiger maken. De monteur bijvoorbeeld hoeft dan niet meer alle kennis in z’n hoofd te hebben of in de dikke handleiding op te zoeken, maar krijgt op zijn AR-bril de benodigde informatie geprojecteerd. ‘Daarmee kun je van iedereen een monteur

‘Het is een voorrecht om ervaringen te delen: dat zouden engineers ook moeten hebben’

maken. Bijvoorbeeld de operator die je verantwoordelijk maakt voor het onderhoud van zijn eigen machine.’ Een trend die in ieder geval één machinebouwer ertoe bracht zijn machines een herontwerp te geven om ze nog robuuster te maken, foolproof bij wijze van spreken. Bijvoorbeeld door de juiste instelling van de machine niet meer mechanisch te laten realiseren maar automatisch te regelen in de besturing.

COMMITMENT Uiteraard blijft het belangrijk om ervaring van mensen te koesteren en goed uit te zoeken waar ze het beste in zijn en op welke plek ze zich het beste thuis voelen. Sommige bedrijven maken zelfs beleid om gepensioneerden, op aangepaste voorwaarden, aan het werk te houden. Maar ‘oudjes’ zijn soms ook de ‘koninkjes’ op hun eigen machine, die alles op gevoel doen. Met als gevolg dat een klant soms zegt: ‘Jullie zijn hightech, maar doen wel veel op trial & error, dat zou meer onderbouwd mogen worden.’ Daar liggen dan weer kansen voor jongeren met hun analytische aanpak die ze op school hebben geleerd. Omgekeerd moeten die jongeren nog wel praktijkkennis opdoen. Reden waarom ze bij een machinebouwer eerst in de werkplaats, manufacturing engineering, in overall aan de slag gaan. Daarna mogen ze naar de ontwikkelafdeling, ook al zouden ze zelf liever meteen daarheen willen. Leg hrm niet bij personeelszaken maar bij de bedrijfsleiders neer, is ook een advies: ‘Zij moeten zorgen dat hun bedrijf sexy blijft.’ Uiteindelijk moeten toch ook nieuwe mensen geworven worden. Zichtbaarheid in het onderwijs helpt dan en daarvoor moeten bedrijven zelf het initiatief nemen en commitment afgeven. Vanaf groep acht nodigen bedrijven al leerlingen uit. ‘Wij maken onder meer ijsmachines en dan

staat er toevallig nog één die op dat moment ijs tapt; altijd leuk.’ Stages werken eveneens prima, ook voor werving: bij sommige bedrijven heeft tot wel de helft van de nieuwe medewerkers eerder stage Het Experience Center dat onlangs in Rijssen verrees, markeert de groei van de Voortman gelopen. Nog Steel Group. Het combineert de showroom van Voortman Steel Machinery met een hightech beter is zelf academy voor (interne en externe) ingenieurs en machinebedieners. En het fungeert tevens als om samen locatie voor evenementen en bijeenkomsten. Zoals van het DGA Platform... Foto: Voortman met collega’s uit de regio een eigen vakopleiding op te zetten, of grotere bedrijf en de uitdagingen waarvoor hij staat. projecten voor studenten te organiseren, bijvoorDie passie en ondernemingszin stralen ook zijn beeld een minor in robotica. ‘Dat vindt iedereen collega’s uit en dat maakt de eerste bijeenkomst leuk, de studenten gaan echt aan de slag en het van het DGA Platform tot een succes. Zoals een kost ons minder begeleiding dan bij stages.’ van de deelnemers verklaart: ‘Het is een voorrecht voor mensen in onze positie om te reizen, nieuwe ideeën op te doen en ervaringen uit te PASSIE wisselen bij gelegenheden zoals hier. Dat voorAl met al is er geen reden om te klagen over ‘de recht zouden mensen van andere niveaus in ons jeugd van tegenwoordig’, zegt Mark Voortman bedrijf, zoals engineers, die niet zo vaak buiten tot slot. ‘De afgestudeerden van nu hebben meer de deur aan nieuwe ontwikkelingen worden passie en ambitie dan ik had toen ik van school blootgesteld, ook moeten hebben.’ Maar ook voor kwam.’ Maar ook dat is gelukkig goed gekomen, de dga’s zelf valt er, met thematische verdieping, getuige de gedrevenheid waarmee de Rijssense nog genoeg te leren. Wordt vervolgd. ondernemer vertelt over de ontwikkeling van zijn

DEELNEMERS EERSTE BIJEENKOMST DGA PLATFORM •

Anton Bax, directeur-eigenaar van Bax Holding (115 medewerkers, 18 miljoen euro omzet) in Bergeijk, bestaande uit vier toeleveranciers, waaronder Bax Metaal (samengesteld plaatwerk en buisconstructies in rvs) en oem’er Q-Fin (ontbraammachines). Paul Hoekstra, directeur van WEMO (100 medewerkers, 20 miljoen euro omzet) in Den Bosch, dat productielijnen voor plaatbewerking ontwikkelt en bouwt. Bart Houdijk, ceo van Houdijk Holland (180 medewerkers, 45 miljoen euro omzet) in Vlaardingen, dat verpakkingslijnen voor koekjes, biscuits en crackers ontwikkelt en assembleert. Niels Huber, ceo van Koninklijke Boon Edam International (1.300 medewerkers, 190 miljoen euro omzet) in Edam, dat toegangsoplossingen (zoals draaideuren en veiligheidspoortjes) ontwikkelt en wereldwijd levert. Robert Liet, algemeen directeur van Trioliet (230 medewerkers, 70 miljoen euro omzet) in Oldenzaal, dat zich bezighoudt met ontwikkeling, productie en verkoop van machines en systemen voor het voeren van rundvee op veebedrijven.

Ben Nieuwe Weme, directeur-eigenaar van NieuweWeme Groep (170 medewerkers, 30 miljoen euro omzet) in Oldenzaal, met zes bedrijven die ieder voor zich complete producten kunnen ontwikkelen, engineeren, produceren, distribueren en waar ook ter wereld in bedrijf stellen. Arend van der Sluis, bestuursvoorzitter van ITM Group (1.100 medewerkers, 200 miljoen euro omzet) in Kampen, die hoogvolume- en hogeprecisieproductieoplossingen ontwikkelt voor de tabaksindustrie en andere sectoren. Mark Voortman, ceo van Voortman Steel Group (460 medewerkers, 120 miljoen euro omzet) in Rijssen, die zich toelegt op staalbouw en machinebouw. www.baxmetaal.nl www.q-fin.nl www.wemo.nl www.houdijk.com www.boonedam.com www.trioliet.nl www.nieuweweme.nl www.itmgroup.eu www.voortman.net

februari 2018

31


STRATEGIE

POLITIEK EN SCHAALVERGROTING LEGGEN DE LAT VOOR WERELDSPELER TRIOLIET STEEDS HOGER

‘EIGENLIJK ZIJN WE VOORTDUREND R&D-ERS AAN HET WERVEN’

Trioliet-ceo Robert de Liet: ‘Het aantal varianten in mengbakken, motoren, besturingen, et cetera is zo groot dat we zelden twee identieke systemen bouwen.’ Foto: Arjan Reef

32

februari 2018


DOOR MARTIN VAN ZAALEN

Trioliet bedient zonder overdrijving een uitdagende markt. Eentje waarop de politiek duidelijk haar stempel drukt met melkquota, fosfaatrechten en wat dies meer zij. Ook een markt waarop het aantal eindklanten – rundveehouders – afneemt. Terwijl de blijvers navenant groter in omvang worden en het vanzelfsprekend vinden dat de machines van Trioliet smarter worden en, ondanks de toegenomen complexiteit, net zo robuust zijn als voorheen. Dat vergt een grote ontwikkelinspanning van het Twentse bedrijf, in 1950 in Purmerend gestart door de broers Max, Fred en

KOEIEN ZIJN NET MENSEN

Cees Liet. Tegenwoordig is nazaat Robert Liet de managing director.

E

en politieke maatregel in een bepaald land of regio. En de markt voor Trioliet, oem’er van machines en systemen voor het voeren van rundvee, kan plots inzakken. Om een paar jaar later door introductie – of uitblijven – van een andere maatregel weer aan te pikken. Daarbij is wereldwijd een trend gaande naar schaalvergroting, waaronder per land iets anders wordt verstaan: is in Nederland een bedrijf met 500 koeien groot, in de VS of Rusland heb je ondernemingen met 10.000 koeien. Robert Liet: ‘De melkprijs beïnvloedt onze afzet sterk. In 2016 was de literprijs laag (door het loslaten van de melkquota, red.) en stelden boeren investeringen uit. Vorig jaar steeg de prijs weer en steeg onze omzet direct mee. Tegelijkertijd daalt het aantal boerderijen, maar neemt de schaal ervan toe, dus moeten we ook steeds grotere machines kunnen bieden. Die moeten tevens inpasbaar zijn in het boerderijmanagementsysteem dat grote boeren hebben. Het maakt onze machines complexer, wat niet mag betekenen dat ze meer en vaker onderhoud nodig hebben. Tegelijk zijn er nog genoeg kleine boeren die van die automatisering en dat voermengen niets moeten hebben en gewoon een kuilvoersnijder willen – betrouwbare technologie uit de jaren tachtig.’

SCHERPE FOCUS Nichebedrijf Trioliet ontwikkelt en bouwt voor de wereldmarkt uitsluitend machines en systemen voor het voeren van runderen: ze moeten het voer uit de kuil halen, desgewenst mengen en doseren. Een nauwe focus waarvoor gekozen is ruim voordat Robert Liet het roer van zijn vader en ooms overnam. ‘Door scherp te kiezen hoeven we onze ontwikkel- en salesinspanningen niet te verdelen en kunnen we alle kennis en ervaring opbouwen op een klein gebied. Dat maakt ons wereldwijd een serieuze partij.’ Die scherpe keuze stelt het Oldenzaalse bedrijf in staat de uitkuil-, meng- en doseermachines in een groot aantal varianten aan te bieden. In de catalogus (64 pagina’s) staan door tractoren getrokken voermengwagens en ook zelfrijdende machines voor zowel mengen als uitkuilen. Verder zijn er • Trioliet ontwikkelt en bouwt de volautomatische voerrobots, machines en systemen voor maar ook de traditionele kuilvoerhet voeren van runderen. snijder. Alles in een groot aantal • ‘In principe werken we formaten en uitvoeringen. ‘In princonfigure to order.’ cipe werken we configure to order. • ‘Moderne managers zijn wel Maar het aantal varianten in mengte porren voor preventief bakken, motoren, besturingen et onderhoud. ’ cetera is zo groot dat we zelden • ‘Bij de ontwikkeling koppel twee identieke systemen bouwen. ik het liefst een jong iemand En als de klant per se iets wil dat aan een ervaren kracht.’ niet in ons aanbod zit, leveren we dat ook, tegen een langere door-

looptijd en hogere prijs. Komt een vraag vaker voor, dan ontwikkelen we de machine door en nemen haar op in ons vaste aanbod.’

VEEL INVESTERING IN ONTWIKKELING

De machines van Trioliet zijn sterk in het mengen van voercomponenten (mais, gras, krachtvoer, water) tot een homogene substantie. Mengen is niet altijd een boerenactiviteit geweest, sterker nog: er zijn veehouders die het nog steeds niet doen. Staan de runderen in moderne loopstallen dan is dat wel verstandig, want koeien blijken net mensen. ‘In die stallen kan een koe zich vrij bewegen. Omdat er een hiërarchie onder de koeien bestaat, zullen de dieren bovenin de rangorde als eerste gaan vreten. Krijgen ze het krachtvoer ongemengd, dan eten ze dat eerst, omdat ze dat het lekkerst vinden. Voor de koeien die erna komen, resten dan alleen nog de andere componenten. Resultaat: een paar koeien hebben een goede melkproductie en de rest blijft achter’, schetst Triolietceo Robert de Liet de gang van zaken. Boeren met een boerderijmanagementsysteem zien dat in hun data. Zo’n systeem kan meer verspillingen zichtbaar maken die Trioliet kan wegnemen: ‘Op veel bedrijven waait nu nog tot tien procent van het ingekuilde voer weg of neemt de voerkwaliteit af door broei. Onze snijsystemen snijden de kuil glad en strak af en voorkomen dat.’

Het niet-seriematig bouwen brengt als extra uitdaging met zich mee dat de ontwikkel- en testinspanning terugverdiend moet worden over een klein aantal systemen. Geen geringe inspanning: Trioliet besteedt vijf tot zes procent van de zeventig miljoen omzet aan r&d. Zo’n veertig van de 245 medewerkers zijn ontwikkelaars. De eerstvolgende uitbreidingsinvestering is een nieuw r&d-kantoor, want het aantal ontwikkelaars blijft groeien als het aan Trioliet ligt. ‘Als we mensen met de juiste competenties kunnen krijgen, nemen we ze aan. Eigenlijk zijn we voortdurend aan het werven.’ De komende jaren worden vooral veel ontwikkelinspanningen gestoken in ‘sensoriek’ voor de systemen. ‘Sensoren die bijvoorbeeld de voederwaarde meten van het gemengde voer. Als je die dan verbindt met het boerderijmanagementsysteem, waaraan ook de melkrobot gekoppeld is, kan de boer zien welke mengverhouding leidt tot de optimale hoeveelheid en kwaliteit melk.’

ROBUUSTHEID ALS EXTRA UITDAGING ‘Een extra ontwikkeluitdaging is dat die digitale systemen robuust moeten zijn, bestand tegen vocht, vuil en stof en tegen de grote temperatuurschommelingen waarmee je op een boerderij te maken hebt. Ook al staat die zelfrijdende voermengwagen altijd buiten, de boer verwacht dat de wagen het steeds gewoon doet en ondanks alle gevoelige elektronica minstens tien jaar vrijwel zonder onderhoud blijft functioneren.’ Het antwoord van Trioliet op die extra uitdaging is: alle robots en zelfrijdende wagens uitrusten met systemen die ze aan het internet hangen, zodat hun status op afstand in

februari 2018

33


Oldenzaal is uit te lezen. ‘Moderne managers van grote bedrijven die machines steeds intensiever gebruiken – en die prijs stellen op het comfort, de snelheid, nauwkeurigheid en zuinigheid van de nieuwe systemen – zijn wel te porren voor preventief onderhoud. Maar nog genoeg boeren willen dat allemaal niet. Daarom richten we de komende jaren onze ontwikkelinspanning ook op het verder verhogen van de robuustheid van onze machines. Onder andere door dikkere, slijtvastere materialen toe te passen, zodat revisie niet na tien, maar pas na dertien, veertien jaar nodig is.’

SAMEN ONTWIKKELEN Het wereldwijd vermarkten van bijna-klantspecifieke, state-of-the-art robuuste technologie met een korte doorlooptijd en scherpe prijs, kent volop uitdagingen. Om die het hoofd te bieden zoekt Trioliet nadrukkelijk de samenwerking. ‘In Oldenzaal doen we de ontwikkeling, de eindassemblage en het testwerk; de rest besteden we uit. Buig- en laswerk leggen we neer bij bedrijven in Duitsland, Polen en Tsjechië. En veel klein plaatwerk bij geautomatiseerde bedrijven als 247TailorSteel in de Achterhoek. Daarnaast

‘Voor ontwikkeltrajecten koppel ik het liefst een jong iemand aan een ervaren kracht’ hebben we de leveranciers waarmee we samen ontwikkelen. Zo moeten onze wagens veel inhoud hebben, maar mogen ze niet te hoog zijn: een boer moet wel de stal in kunnen rijden. Dus zitten er wielen onder met heel lage banden, met wel voldoende draagkracht. Die hebben we samen met een bandenfabrikant ontwikkeld. Hetzelfde geldt voor het materiaal van de transportband van de zelfrijdende wagen waarover het uitgekuilde voer naar het snij-laadsysteem achterin de wagen gaat. De messen aan de vijzel in die

bak zijn van een harde, slijtvaste legering die we samen met Outokumpu hebben ontwikkeld. Verder kopen we veel onderdelen standaard in of laten onze leveranciers dat doen, op onze voorschriften. En bijvoorbeeld de bestuurderscabine van de zelfrijdende wagen levert een Duitse partner ons compleet aan.’

‘GRIJZE’ MEDEWERKER HARD NODIG

MARKTLEIDER MET VIJFTIEN PROCENT Ofschoon Trioliet slechts vijftien procent van haar omzet in Nederland behaalt, is het hier marktleider. De overige 85 procent komt van klanten in vooral Duitsland, België, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en NoordAmerika. Trioliet heeft alleen een vestiging in Nederland, in het buitenland werkt het met rayonmanagers: dat zijn lokale mensen die wel op de loonlijst staan en in het trainingscentrum in Oldenzaal hun opleiding krijgen. Trioliet verkoopt de machines alleen via dealers die tevens verantwoordelijk zijn voor de service.

Maar het belangrijkst zijn natuurlijk de eigen mensen. Robert Liet is wat verbaasd dat de media de jongere generaties zo op een voetstuk zetten. ‘Ook de zogeheten high potentials komen hier met alleen een opleiding in hun bagage; aan alle noodzakelijke kennis en ervaring ontbreekt het hen nog. Natuurlijk ligt het voor de hand om jonge mensen op het ontwikkelen van sensoriek te zetten; daar hebben ze affiniteit mee. Maar tegelijk ben ik blij met de verhoging van de pensioenleeftijd. Daardoor kunnen de jongeren langer profiteren van de kennis en ervaring van oudere werknemers. Voor ontwikkeltrajecten koppel ik het liefst een jong iemand aan een ervaren kracht. Want de jongere stelt de relevante vragen die de oudere zich niet meer stelt, terwijl de oudere kan voorkomen dat de jongere wegen inslaat waarvan hij weet dat die dood lopen.’

www.trioliet.com

Digitalization extends your reach. How do you thrive in the age of disruption? With Siemens digital innovation solutions, you can digitalize your entire innovation process, from the idea through production to your customers. Get smarter. Go faster. Think bigger. Transform your business.

siemens.com/plm

34

februari 2018


HISSINK

Dick Hissink is geo leader Benelux en sales director Business Transformation Benelux bij Dassault Systèmes. Hij is gepassioneerd om bedrijven te helpen veranderen door innovatief gebruik van technologie. www.3DS.com

VERANDERING VEREIST BALANS TUSSEN MENSEN EN TECHNOLOGIE Werknemers gaan om twee redenen met een (strategie)verandering mee: omdat ze bang zijn voor ontslag of omdat ze echt de voordelen ervan zien, zowel voor zichzelf als voor het bedrijf. Voor alle betrokkenen is het tweede uitgangspunt beter. Bij het automatiseren van bedrijfsprocessen moet je personeel dus zien te overtuigen van het nut en de waarde van nieuwe technologie. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Medewerkers kunnen het gevoel hebben dat ze vervangen worden door technologie. Maar er liggen ook kansen: ze houden meer tijd over voor creatieve en productieve taken als het ontwikkelen van nieuwe producten en diensten, het verkennen van nieuwe markten of het volgen van trainingen en opleidingen. Organisaties moeten dan ook goed nadenken over hoe ze de skills kunnen ontwikkelen, zodat mensen in een andere rol waarde toevoegen. Om de mensen mee te krijgen, is eerst een cultuuromslag nodig. Zorg dat iedereen binnen de organisatie ruim van tevoren weet wat er gaat gebeuren en zich betrokken voelt. Neem de tijd om alle details uit te leggen en eventuele onzekerheid of ontevredenheid weg te nemen. Bij elke verandering zie je vier groepen werknemers. Allereerst de ‘evangelisten’: enthousiaste mensen die anderen stimuleren om mee te doen. Dan de mensen die simpelweg

volgen en de ‘struisvogels’: degenen die hun kop in het zand steken en doen alsof er niks verandert. Als laatste heb je disruptors: mensen die het proces verstoren en verandering proberen te voorkomen. In die laatste twee groepen moet je je energie steken. Een cultuuromslag kost tijd. Dat bleek bij een fabriek waar ze een materiaalbeheersysteem ontwikkelden, zodat werknemers niet meer alles hoeven op te schrijven. Een vrij simpel systeem dat toch op weerstand stuitte. Tot het personeel zich realiseerde dat er nu meer tijd overbleef voor taken die ze eerder moesten laten liggen en dat ze nu productiever konden werken. Het is belangrijk stapje voor stapje te transformeren. Zorg eerst dat mensen begrijpen waarom de verandering nodig is, verander dan de processen en gebruik pas aan het einde de ondersteunende technologie. Ook het kiezen van de juiste technische oplossing vereist een stapsgewijze aanpak. Past de leverancier cultureel en qua ideeën bij de organisatie? Heeft de technologie zich bewezen? Hoe zetten andere bedrijven deze in? Is een langetermijnpartnership mogelijk, zodat de oplossing mee-evolueert? Betrek ook HR en IT bij de besluitvorming. Stimuleer het uitwisselen van ideeën en voorkom dat mensen in silo’s werken. Alleen dan bereik je de perfecte balans tussen mensen en technologie.

Your complete world for Drive Technology, Braking Systems, Hydraulic Components and Cooling Systems. ktr.com

februari 2018

35


KRACHTIGE BEWEGING Transmissions, hydraulics & winches

Dana Brevini brengt u verder Als totaalleverancier van custom-made transmissiesystemen, ontwerpt en produceert Dana Brevini Benelux een compleet assortiment van zowel mechanische transmissies als hydraulische en elektronische componenten. Door de integratie van de diverse technologieĂŤn, zorgen wij voor de krachtige beweging die u verder brengt. Dana Brevini Benelux | +31 172 42 80 80 | benelux@dana.com | www.brevini.nl


INNOVEREN

RENAULT SPORT F1 BEREIDT ZICH MET 650 TEAMLEDEN EN 4.500 LEVERANCIERS VOOR OP NIEUWE SEIZOEN

RACE NAAR PERFECTIE Niet dat je de stroom aan innovaties snel in een gewone auto zult terugvinden. De inspanningen van het Renault Sport F1 Team zijn dan ook zeker niet alleen bedoeld als marketing voor de Franse autobouwer. Met name op het vlak van aerodynamica, productieprocessen en materialen worden veel lessen geleerd voor bijvoorbeeld de luchtvaart. Daartoe zijn zo’n 650 teamleden verwikkeld in een voortdurende ratrace naar perfectie. In aanloop naar het nieuwe F1-seizoen bezocht Link Magazine op uitnodiging van Pulse, implementatiepartner van Microsoft,

Voor elke situatie waarin de raceauto komt in een rondje over de GP-circuits wordt nauwkeurig in kaart gebracht welke vormgeving de beste aerodynamica oplevert. Foto: Com-magz

de ontwikkellocatie in Engeland.

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

H

et Renault Sport F1 Team heeft zijn thuishaven in de omvangrijke development plant in Enstone, nabij Oxford. Het beschikt over zo’n 4.500 toeleveranciers uit tal van landen, niet eentje uit Nederland trouwens. Onderdelen en materialen worden oftewel toegeleverd op nauwkeurige specificaties van de Renault-engineers, oftewel op specificaties die het resultaat zijn van co-development. De materialen zijn niet alleen nodig voor de onderdelen en het chassis voor de race, maar ook voor het vele testwerk dat daaraan voorafgaat. De fabriek begon reeds in 1999, als eerste in de F1-racerij, met het 3D-printen van de wings en andere delen die de aerodynamica van de auto bepalen. Die worden niet op de racewagen gemonteerd, maar op een schaalmodel van zestig procent. Dat wordt vervolgens in de gigantische windtunnel op het complex blootgesteld aan windsnelheden tot 180 kilometer per uur.

PER GP EEN ANDERE AUTO Uiterst nauwkeurig wordt, voor elke situatie waarin de raceauto komt in een rondje over elk van de GP-circuits, in kaart gebracht welke vormgeving de beste aerodynamica oplevert. Daarbij gaat het er niet zozeer om luchtweerstand te vermijden, maar vooral om die te benutten als downforce, om de auto op de weg te houden. De banden, illustreert de gids, zijn een forse verstorende factor. Die veranderen immers voort-

durend van vorm onder invloed van de druk – variërend van nul tot duizend kilo, afhankelijk van of er geaccelereerd dan wel geremd wordt (van 330 naar 100 km/uur binnen 0,7 seconde!). Voor elk van die situaties wordt eerst in een racesimulator uitgezocht hoe de vormdelen eruit moeten zien die die aerodynamica bieden, waarbij de snelheid optimaal is terwijl de auto voor de coureur hanteerbaar blijft. De meest geschikte onderdelen worden vervolgens eerst geprint, in de windtunnel getest en ten slotte geproduceerd voor gebruik in de eerstvolgende race. Elke grand prix wordt gereden met een weer iets verbeterde versie. In weerwil van dat grote aantal toeleveranciers worden in geen enkele moderne autofabriek zo veel delen zelf gefabriceerd in de eigen workshops. Veel delen worden opgebouwd uit vezelversterke polymeren en ‘afgebakken’ in een van de drie grote gele autoclaven. Het is vrijwel alleen hier waar de productie nogal wat handwerk vraagt: gestuurd door laserlicht deponeert een grote groep medewerkers vezel en polymeer op de mallen. Voorts gaat het werk verregaand computergestuurd, om kwaliteitsredenen en om data te verzamelen. Want data zijn key voor het team, tijdens de ontwikkeling en de bouw én tijdens de race. Op de plant worden per week een slordige zestig terabytes aan gegevens verzameld. Tijdens de race twee MB’s per seconde, afkomstig van de meer dan 500 sensoren in de wagen.

zich aan de F1-sport om marketingtechnische redenen, maar zeker niet uitsluitend daarom, verzekert hij. Boeing bijvoorbeeld is er om kennis te brengen en om de ervaringen met bepaalde materialen en vormdelen tijdens een race te benutten in de eigen vliegtuigfabriek. Een andere belangrijke partner is, sinds 2012, Microsoft. Natuurlijk om met Dynamics 365 controle te krijgen over de tienduizenden orderregels die het team genereert. Maar ook om samen aan artificial intelligence-toepassingen te sleutelen. Dat gebeurt in de Power BI-omgeving, onderdeel van de 365 cloudbased suite. Bijvoorbeeld om componenten niet te over- of onder-engineeren. AI kan meer inzicht geven in hoe die componenten zich onder bepaalde omstandigheden zullen gedragen. Het wordt meer en meer ontwikkelen en bouwen op basis van harde feiten in plaats van inschattingen.

NOG MEER PERFECTIE Hoezeer het Renault SportF1 Team ook niets aan het toeval lijkt over te laten, andere teams kwamen het afgelopen seizoen tot betere prestaties. Met dezelfde Renault-motor hebben de wagens van Red Bull beduidend meer WK-punten bijeen gereden. Natuurlijk is onze Max Verstappen een factor, maar met (veel) meer manuren en geld blijkt nog meer perfectie mogelijk. Op het circuit wordt daarom gestreden vanaf 25 maart als in Australië het seizoen start.

MARKETING ÉN KENNIS Een paar van die 4.500 toeleveranciers duidt de gids aan als ‘partners’. Natuurlijk verbinden die

www.renaultsport.com www.pulse.nl

februari 2018

37


STRATEGIE

VISIE 247TAILORSTEEL WERPT VRUCHTEN AF, LVD COMPANY HELPT DIE VERDER UIT TE ROLLEN

‘KLANTEN ZEGGEN: ‘DANKZIJ JULLIE ZIJN WIJ STERK GEGROEID’’ Onderscheidend zijn in kwaliteit, leversnelheid en betrouwbaarheid – en de klant in staat stellen zijn total cost of ownership te verlagen. Daar legt 247TailorSteel al sinds haar oprichting, elf jaar geleden, de focus op. ‘We zeggen wat we doen en doen wat we zeggen – en dat slaat aan in de markt. Een heel groot deel van onze klanten zegt: “Dankzij jullie zijn wij sterk gegroeid.”’ Het strategisch partnership met LVD Company, leverancier van slimme ‘ToolCell’ kantbanken, helpt om daar verdere stappen in te maken.

van vlakke plaat, red.), daarna ook voor het ingewikkeldere buizen-/kokersnijden. En inmiddels hebben we binnen het project Smart Bending Factory (erkend smart factory fieldlab waarvan 247TailorSteel de initiatiefnemer en trekker is, red.) ook het buigen en kanten erbij getrokken.’ Om in kanten verdere stappen te zetten, werd een strategisch partnership aangegaan met LVD Company.

TOTAL COST OF OWNERSHIP OMLAAG Tegenwoordig is SOPHIA in staat om complete samenstellingen uit elkaar te halen en te analyseren – en om het achterliggende productie- en logistieke proces efficiënt – en ‘manloos’ – te organiseren. Gaat het om een mainstream aanvraag, dan brengt het portal in één minuut een offerte uit, claimt Van Sorgen: ‘SOPHIA kan nu ook grote en complexe aanvragen aan. De klant die bestanden van zeg zestig megabyte aan data digitaal aanlevert, krijgt in vijftien minuten een offerte. Voor een apparaat met 800 staalonderdelen ligt er eveneens in een kwartier een prijs op tafel – en hartstikke betrouwbaar. Bij een hele trits toeleveranciers materiaalkosten opvragen, precies uitrekenen hoeveel materiaal nodig is, je tekening uit elkaar (laten) trekCeo Guido Schumacher en coo Peter Nales (rechts) van 247TailorSteel: ‘Op naar honderd vestigingen in Europa.’ Foto: Theo Kock ken, de kosten ramen van – al dan niet zelf – lasersnijden; dat alles kost heel veel tijd, dus indiSorgen destijds – het fenomeen smart industry recte kosten. Een digitaal systeem als SOPHIA DOOR PIM CAMPMAN bestond nog niet – tot de vooruitstrevende visie kan die voorkomen. Ja, in het optimaliseren van dat een fabriek met een digitale tekening aan te de tekening gaat iets meer tijd zitten. Maar zijn mart industry: menig maakbedrijf wil sturen moet zijn. In 247TailorSteel gaf hij dat de conflicten eruit, dan gaat de order zó door de daar iets mee, 247TailorSteel doet het stapsgewijs en gestaag handen en voeten, samen molen – en gaan voor de klant de total cost of gewoon. ‘We hebben smart industry in met ‘kompaan van het eerste uur’ Peter Nales. ownership naar beneden. Bij steeds meer klanten de gehele bedrijfsvoering doorgevoerd’, Stevige pijler is hun in eigen huis ontwikkelde vertelt Peter Nales, chief operating officer van de begint het kwartje te vallen dat zij terug moeten internetportal SOPHIA (Sophisticated Intelligent Achterhoekse leverancier van op maat gesneden naar hun corebusiness en wij de professionals Analyser). ‘Dat automatiseert het complete ordermetalen platen, buizen en kantdelen. Om maar zijn voor lasersnijden en bending.’ proces’, legt Nales uit. ‘Het analyseert het digitale één reden brengt oprichter en dga Carel van bestand dat de klant online aanlevert en brengt, Sorgen de missie van zijn onderneming tot de EIGEN VRACHTWAGENPARK WERKT zonder dat er een mens aan te pas komt, superessentie terug: ‘Alles wat we doen, doen we voor Anno 2018 stuurt SOPHIA het volledige proces snel en foutloos een offerte uit – 24 uur per dag, de klant.’ van lasersnijden, kanten en uitlevering aan de zeven dagen per week, 365 dagen per jaar. AanZich verplaatsend in de schoenen van die klant, klant aan. Orders gaan geautomatiseerd het hele vankelijk alleen voor 2D-projecten (lasersnijden merendeels mkb-maakbedrijven, kwam Van maak- en uitleverproces door. 247TailorSteel

S 38

februari 2018


heeft daar alles voor in place: een state-of-the-art machinepark, verregaand computergestuurd en zelfregelend – met agv’s (automatisch geleide voertuigjes) die in schone productieruimten het transport regelen tussen de bewerkingsstappen. En sinds kort ook een eigen vrachtwagenpark, dat borg staat voor snelle levering. Carel van Sorgen: ‘Toen bekend werd dat we een eigen wagen-

‘Bij steeds meer klanten begint het kwartje te vallen dat zij terug moeten naar hun corebusiness’

park (momenteel zeven vrachtwagens, twee in bestelling, red.) gingen optuigen, verklaarde iedereen ons voor gek. Maar het werkt: we komen onze afspraken na. Onze klanten vinden dat fantastisch. En onze chauffeurs zijn ambassadeurs: ze komen terug met issues aan de achterkant (bij de klant, red.) waar we aan de voorkant (in ontwikkeling, red.) ons voordeel mee doen.’

‘EERGISTER ZEVEN KANTBANKEN, VOLGENDE MAAND DERTIEN’ 247TailorSteel groeit jaar na jaar gestaag. Vorig jaar met veertig procent, de omzet was 53 miljoen euro. Ceo Guido Schumacher: ‘En dit jaar denken we ongeveer hetzelfde percentage te halen.’ De plaatstaalbewerker heeft bedrijven in Varsseveld (hoofdvestiging), Winterswijk en Bremen (D). De Bremense vestiging, zeven jaar terug geopend, begint uit haar jasje te groeien. Schumacher: ‘Tien kilometer daar vandaan, in Oyten, laten we momenteel een nieuwe fabriek bouwen; aanzienlijk groter en met de mogelijkheid voor

STRATEGISCHE SAMENWERKING Op dat pad, waarop al veel is bereikt, wil 247TailorSteel gestaag voort. Met hulp van anderen, zoals LVD Company, hun leverancier van kantbanken en CADMAN-programmeersoftware en participant in het fieldlab Smart Bending Factory. LVD’s ToolCell-kantbanken zijn geknipt voor de 247TailorSteel-aanpak, aldus Mathijs Wijn, salesmanager van LVD Nederland. ‘Onze ToolCells zetten de benodigde gereedschappen automatisch klaar en dankzij laserbuig- en hoekcorrectie maken ze het product exact volgens klantspecificatie. Omstellen gaat snel, ideaal voor enkelstuks- en kleinseriefabricage.’ De strategische samenwerking tussen 247TailorSteel en LVD is erop gericht die processen nog slimmer in te richten – en hun kantbanken

toekomstige uitbreiding.’ Een factory of the future die in het Industrie 4.0-/smart industry-plaatje past. ‘In april draaien we daar met acht lasersnijders, vijf meer dan in Bremen, en vier nieuwe afkantpersen.’ Op termijn zint 247TailorSteel op filialen in Noordrijn-Westfalen en Zuid-Duitsland. ‘Op naar honderd vestigingen in Europa’, schildert Schumacher als stip aan de horizon. Hoe het ook zij: de vaart zit er goed in. Peter Nales: ‘Eergisteren hadden we zeven kantbanken, vandaag negen en volgende maand zijn het er dertien.’

hardware- en softwarematig te finetunen op wat 247TailorSteel voor ogen staat: (mkb-)klanten ook kleine aantallen producten toeleveren voor een prijs die niet (veel) hoger is dan voor massaproductie. ‘Daar komt bij’, zegt 247TailorSteelceo Guido Schumacher, ‘dat we groeien (zie kader, red.) en meer en meer ToolCells nodig hebben.’ LVD gaat daarvoor zorgen, aldus Mathijs Wijn: ‘Mede door de toenemende vraag van 247TailorSteel gaan we onze machineproductie opschalen en nog meer inzetten op smart industry innovaties.’ Daar varen LVD, 247TailorSteel én de groeiende klantenkring van de Achterhoekse onderneming wel bij. www.247tailorsteel.com www.lvdgroup.com

februari 2018

39


INTERNATIONAAL

NEDERLANDSE HIGHTECH EN CERN ‘POORLY BALANCED’

BIG SCIENCE-ORDERS: VEEL POTENTIEEL, NIET GEMAKKELIJK Begin februari was er weer een Holland@CERN. Deelnemers van zo’n dertig Nederlandse bedrijven gingen naar het Europees laboratorium voor deeltjesfysica bij Genève om meer te weten te komen over de projecten die CERN komende jaren doet. In CERN-to-business meetings hoorden ze over de precieze inhoud en eisen. Ons land draagt jaarlijks meer dan honderd miljoen euro bij aan alle Europese Big Scienceonderzoeksinstituten waaronder CERN. ‘Er liggen kansen om meer van dat geld naar Nederland terug

Industrial Liaison Officer Jan Visser (tweede van rechts) vertelt innovatie-attachés wat Nederlandse organisaties te bieden hebben. Foto: Marco Kraan

te laten komen’, aldus Jan Visser, de Industrial Liaison Officer (ILO) van Nederland voor CERN.

DOOR LUCY HOLL

N

ederland is poorly balanced: van het geld dat CERN besteedt aan het inkopen van goederen, krijgt Nederland slechts vijftig procent terug naar rato van de investering. CERN zet zich in om de inkopen evenredig over de lidstaten te verdelen, maar dit lukt alleen als bedrijven uit die landen voldoende winnende offertes uitbrengen. Daarvoor is een goede match tussen vraag en aanbod cruciaal. Bedrijven die zakendoen met CERN, krijgen omzet binnen én profiteren van de kennis die ze opdoen van CERN of ontwikkelen in een project. Dit kan leiden tot nieuwe producten. Daarnaast is de ervaring met CERN een bewijs van presteren op hoog niveau: dat kan zorgen voor vervolgorders bij CERN of elders. Zeker nu de uitgaven van CERN weer flink stijgen door het High-Luminosity Large Hadron Collider Upgrade-project, liggen er veel kansen. HiLumi is het grootste project op CERN sinds de bouw van de LHC-versneller (van het Higgs-deeltje).

40

februari 2018

GOEDKOOPSTE WINT Jan Visser is in dienst bij Nikhef, het Nationaal instituut voor subatomaire fysica in Amsterdam. Sinds anderhalf jaar zorgt hij als CERN-ILO – samen met zijn ervaren collega Rob Klöpping – dat Nederlandse bedrijven weten welke opdrachten CERN te vergeven heeft. Visser werkt rechtstreeks samen met het CERN Purchasing Department en krijgt alle nieuwe tenders onder ogen. ‘Ik zie echt veel mogelijkheden voor Nederland, maar we moeten steeds de precieze match weten te vinden tussen wat CERN nodig heeft en waarin Nederlandse bedrijven excelleren. Een Nederlands bedrijf moet de allerbeste in iets zijn, wil het heel competitief kunnen aanbieden.’ Er ligt namelijk een belangrijke uitdaging in de huidige CERN-procedure: de goedkoopste aanbieder wint. De inkopers van CERN doen zeker hun best om het geld netjes naar rato onder de deelnemende EU-lidstaten te verdelen, aldus Jan Visser. Bij kleinere contracten kunnen ze bijvoorbeeld alleen landen uitnodigen die poorly balanced zijn. Daarnaast geldt de alignment rule: stel, een bedrijf uit een well balanced land wint een opdracht. Nummer twee komt uit een slecht bedeeld land en zit niet meer dan twintig procent boven de prijs. In dat geval krijgt die nummer

twee de mogelijkheid om voor de prijs van de winnaar de opdracht te doen.

MINDER BLUF Nederlandse industriële bedrijven en onderzoeksorganisaties als Nikhef staan goed aangeschreven bij CERN: ze leveren kwaliteit en zijn betrouwbaar. Maar de Nederlandse mentaliteit om zeker op tijd te kunnen leveren, uit zich in wat conservatievere aanbiedingen dan de opportunistischere aanbiedingen van concurrenten uit andere landen. Om met name het kwaliteitsaspect beter naar voren te laten komen, is Visser bezig met een voorstel om volgens het principe van best value for money te gaan waarderen. Zijn voorstel moet naar de Finance Committee van CERN en vergt een proefperiode om te evalueren hoe dit werkt. Nederland heeft topspelers op het gebied van bijvoorbeeld engineering, maar die vallen nu nog te vaak af op basis van prijs. Laat meewegen hoe diep en breed de expertise van de aanbiedende partij is. En ook de Nederlandse overheid mag een sterkere rol spelen, vindt Jan Visser. Big Science-organisaties vragen stevige bankgaranties. Dat is vaak lastig voor kleine bedrijven. De overheid zou hier meer kunnen ondersteunen.


MINDER TIJD VOOR BIG SCIENCE De Nederlandse economie trekt aan: fantastisch natuurlijk, maar ook lastig voor grote, complexe projecten: ‘Ik heb al een aantal keren gehoord: “Jan, wij hebben geen tijd voor nieuwe tenders.” Bedrijven willen heel graag voor CERN werken en doen veel moeite. Maar komt er een project langs dat hun op het lijf geschreven is en ze zitten net helemaal vol, dan moeten ze nee verkopen. “We willen wel, maar we hebben niemand voor een offerte.”’ Het gaat vaak om langdurige, ingewikkelde tendertrajecten, de eisen zijn hoog. ‘Vorig jaar constateerden we op een internationale conferentie bovendien dat bedrijven Big Science steeds minder nodig hebben, maar dat Big Science het bedrijfsleven steeds meer nodig heeft.’ Deze problematiek staat ook Europees op de agenda, tijdens het Big Science Business Forum eind februari in Kopenhagen.

BREDERE BASIS De laatste drie, vier jaar zit er een stijgende lijn in wat Nederland binnenhaalt, maar dankzij één, twee grote contracten. Visser wil een bredere basis: ‘Ik zet me in om meer bedrijven jaarlijks voor CERN te laten werken. Het hoeven niet allemaal grote orders te zijn: tien keer een opdracht van een ton is ook een miljoen.’ Een handjevol bedrijven waaronder VDL ETG, Demaco en FMI doet elk jaar wel iets voor CERN. Mooie ‘nieuwkomers’ zijn leverancier van klantspecifieke speciaalkabels Capable BV in Breda en Nijdra Group uit Middenbeemster. Nijdra Group ging met de

vorige Holland@CERN mee, presenteerde zich, heeft een eerste opdracht gedaan en werkt nu aan een vervolgorder. Ook een toename van Nederlanders op CERN en het toepassen van CERN-technologie door Nederlandse ondernemers kan zorgen voor een bredere basis. ‘Je moet tijd investeren om de mensen te leren kennen, ze moeten jou kennen. Het toepassen van CERN-technologieën willen we beter organiseren via het Nikhef-CERN Business Incubation Centre in Amsterdam. We gaan breder contact zoeken met bestaande en startende ondernemers om hun inzicht te geven in de mogelijkheden van de beschikbare CERNtechnologieën.’

GERICHTE DISTRIBUTIE Alle Nederlandse ILO’s van alle Big Science-instituten, naast CERN bijvoorbeeld ook ITER, ESRF en ESO, hebben zich verenigd in het ILO-Net. Hun doelstellingen zijn ambitieus. Het moet meer vanzelfsprekend worden dat hightech bedrijven zich aansluiten bij Big Science. Het doel is om over een paar jaar over de gehele linie well balanced te zijn. Dat kan alleen door een nog gerichtere distributie van de calls for tender onder relevante bedrijven en een goede begeleiding. ILO-Net zoekt meer samenwerking met overkoepelende bedrijvenorganisaties en gaat meer doen aan het promoten en de branding van Nederlandse bedrijven. Ook komen er meer gezamenlijke presentaties op industriële tentoonstellingen en congressen, zoals nu al jaren op de

WERKEN VOOR CERN? Bedrijven die geïnteresseerd zijn in opdrachten voor CERN, kunnen zich op de CERN-website inschrijven in de Purchase Database. CERN kent drie soorten calls for tender: - Price Enquiry (DO) voor orderbedragen kleiner dan CHF 50.000 en voor bedragen tussen CHF 50.000 en CHF 200.000. De kleinste DO’s wikkelt CERN rechtstreeks af met een geschikte leverancier. De grotere DO’s worden gestuurd aan maximaal drie bedrijven per land in de database. De ILO kan Nederlandse bedrijven toevoegen als hij ziet dat Nederland onderbedeeld is. - Market Survey: aan elke aanbesteding gaat een marktverkenning vooraf. - Invitation to Tender: Deze gaat alleen naar bedrijven die gereageerd hebben op de Market Survey en door CERN zijn geselecteerd.

Precisiebeurs. Jan Visser: ‘Ik heb overal in Europa collega-ILO’s die óók allemaal opdrachten bij CERN willen binnenhalen voor hun landen. Dus om vanuit Nederland stappen te maken, moeten we gezamenlijk aan de slag.’

jan.visser@nikhef.nl http://procurement.web.cern.ch/ www.bigscience.nl

On time On budget To specification In co-creation From start to finish

Make complex easy

Our customers and business partners choose to do business with us, because we enable them to focus on their core activities, while we help them develop and optimize their manufacturing processes and products. Masévon Group

www.masevongroup.com

lives high technology and quality. Every day.

februari 2018

41


<ĂŶƐĞŶ ďĞŶƵƩĞŶ ŝƐ ŶŝĞƚ ǀĂŶnjĞůĨƐƉƌĞŬĞŶĚ /W> ĚǀŝĞƐ ďǀ ,ŝŐŚ dĞĐŚ ĂŵƉƵƐ ϵ ϱϲϱϲ ŝŶĚŚŽǀĞŶ

<ĂŶƐĞŶ ŬƵŶŶĞŶ ďĞŶƵƩĞŶ ǀƌĂĂŐƚ ŽŶĚĞƌŶĞŵĞƌƐĐŚĂƉ ĞŶ ĞĞŶ ŽƌŐĂŶŝƐĂƟĞ ĚŝĞ ƐŶĞů ŬĂŶ ƌĞĂŐĞƌĞŶ ĚŽŽƌ ŇĞdžŝďĞůĞ͕ ůĞĂŶ ƉƌŽĐĞƐƐĞŶ ĞŶ ƐůŝŵŵĞ ĂƵƚŽŵĂƟƐĞƌŝŶŐ͘

DŽĞƚ Ƶ ŬĂŶƐĞŶ ǀŽŽƌďŝũ ůĂƚĞŶ ŐĂĂŶ͍ EĞĞŵ ĚĂŶ ĞĞŶƐ ĐŽŶƚĂĐƚ ŽƉ ŵĞƚ IPL͘ IPL ƌĞĂůŝƐĞĞƌƚ ǀĞƌďĞƚĞƌŝŶŐĞŶ ĚŝĞ ŽƉ ŬŽƌƚĞ ƚĞƌŵŝũŶ ƌĞƐƵůƚĂƚĞŶ ŽƉůĞǀĞƌĞŶ͘ ŽĚĂƚ Ƶ ŐĞĞŶ ŬĂŶƐ ŚŽĞŌ ƚĞ ŵŝƐƐĞŶ͙​͙ IPL ŚĞůƉƚ Ƶ ĚĞ ũƵŝƐƚĞ ŬĞƵnjĞƐ ƚĞ ŵĂŬĞŶ͘ tĞ ŝĚĞŶƟĮĐĞƌĞŶ ŵŽŐĞůŝũŬŚĞĚĞŶ ĞŶ ǀŽĞƌĞŶ ǀĞƌďĞƚĞƌŝŶŐĞŶ ŝŶ ǁĞƌŬƉƌŽĐĞƐƐĞŶ ĚŽŽƌ͘ KŽŬ ŚĞůƉĞŶ ǁĞ ďŝũ ĚĞ ƐĞůĞĐƟĞ͕ ŝŵƉůĞŵĞŶƚĂƟĞ ĞŶ ŽƉƟŵĂůŝƐĂƟĞ ǀĂŶ ďĞĚƌŝũĨƐƐŽŌǁĂƌĞ͘

IPL ŝƐ ŽŶĂĬĂŶŬĞůŝũŬ͘ hǁ ďĞůĂŶŐ ƐƚĂĂƚ ĚƵƐ ĂůƟũĚ ǀŽŽƌŽƉ͘

lt u a a h r e Wanne ialist bij? spec n e e r e

WŽƐƚďƵƐ ϳϳϱ ϱϲϬϬ d ŝŶĚŚŽǀĞŶ d нϯϭ ;ϬͿϰϬ ϳϱϬ ϱϱ ϵϬ ŽĸĐĞΛŝƉů͘Ŷů ǁǁǁ͘ŝƉů͘Ŷů


LINK MAGAZINE 20 JAAR – POST & DEKKER 20 JAAR

MISSIEWERK VOLBRACHT, DROMEN WAARGEMAAKT ‘We zijn een ontwikkelfabriek, wij ontwikkelen alleen maar. En dat proces hebben we inmiddels heel goed in de vingers.’ Dat zegt directeur Eric-Jan Dekker. Samen met

gureren’, zegt Eric-Jan Dekker. Het missiewerk is volbracht. Modulair en smart zijn ingeburgerde termen.

kompaan Eelco Post richtte hij twintig jaar geleden Post en Dekker engineers en consultants op. Destijds twee jonge, redelijk eigenwijze ondernemers met een uitgesproken visie op hoe je slim machines kunt ontwerpen en in elkaar zetten. DOOR LUCY HOLL

p de homepage van system developer Post en Dekker (23 medewerkers) staat sinds 1 januari een illustratie van tekenaar Tom van Dun. Speciaal gemaakt voor het twintigjarig jubileum dat ze dit jaar vieren. De kleurrijke tekening toont een mooi, functioneel kantoor aan een Amsterdamse kade, midden tussen de machines en andere ontwerpen. Hier wordt gewerkt, de no-nonsense straalt ervan af.

O

POST EN DEKKER AMSTERDAM Opgericht in 1998. Vieren het jubileum met een weekendje weg met alle medewerkers en een vakinhoudelijk seminar.

Post en Dekker creëert nieuwe business voor de maakindustrie door flexibele, slimme en innovatieve productplatforms te ontwikkelen en te borgen. Dat doen ze bijvoorbeeld voor JBT, Alfa Laval, MOBA, Boon Edam en de Kverneland Group: het rijtje klanten groeit gestaag. ‘We willen als klein ingenieursbureau van grote betekenis zijn voor onze opdracht-gevers’, staat erbij op de site. Die oem’ers moesten in het begin wel even wennen. Samen met de energieke, snelle mannen uit Amsterdam high-end equipment ontwikkelen, dat wilden ze wel. Maar het integraal modulair ontwerpen van complete productfamilies en smart customization – de twee andere poten van het bureau – was destijds nog ver van hun bed. ‘We hebben veel missiewerk verricht. Steeds weer uitleggen wat we voor ogen hadden. Dat het niet alleen gaat om die ene machine, maar om het totale platform waarmee je eindeloos kunt confi-

KAR TREKKEN Andere ingenieursbureaus duiken inmiddels ook op die markt, maar Post en Dekker werken anders. ‘In hoe we het doen, hoe we het vertellen. We bepalen samen de doelstellingen. Als je ons de kar laat trekken, gaan we die doelen voor je realiseren. We werken bijna op een no cure, no payachtige manier’, aldus Dekker. ‘De klant kan niet achterover leunen. Hij wordt continu uitgedaagd om na te denken of dit echt is wat hij wil, of de markt hierop zit te wachten.’ Oem’er RAVO had twijfels om ‘het zoveelste ingenieursbureau’ in te schakelen. ‘Ze zeiden: “Dan innoveren we zelf wel”. Maar nu we samen innovaties voor veegwagens ontwikkelen, krijgen we terug: “Jullie doen dat zo effectief, dat hadden we zelf niet kunnen bedenken”.’ Eelco Post en Eric-Jan Dekker hebben grote dromen waargemaakt, vinden ze. ‘We hebben het team bij elkaar dat we qua samenstelling en omvang willen. In onze projecten kunnen we ons ei kwijt. En zelf blijven we ook continu vernieuwen.’ www.postendekker.nl

Your Global Automation Partner

Industry 4.0 Automation Solutions

Hoe zorgt u voor een (verdere) voorsprong op uw concurrentie? Als ambassadeur van Smart Industry helpen wij de Nederlandse machinebouw met het toepassen van de nieuwste digitale technologieën. Door onze automatiseringsoplossingen kunt u sneller op de eisen van uw klanten inspelen en daarbij de kosten reduceren!

www.turck.com/i40

februari 2018

43


PROCESVERBETERING

ATTRACTIEBOUWER VEKOMA STUT WERELDLEIDERSCHAP MET UPGRADING INTERNE IT

‘TIJDROVEND, MAAR WEL EEN ECHTE WIN’ Achtbaanbouwer Vekoma Rides Manufacturing loopt als een trein. De vernieuwde IT-infrastructuur, waardoor vooral Engineering en Productie efficiënter (samen)werken, helpt op dat groeispoor te blijven. ‘Dat het twee jaar heeft gekost om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen, is me best wel tegengevallen. Maar het eindresultaat is

Technical Sales Support zorgt voor de match tussen wat de klant wil en wat maakbaar is. Project Management vormt samen met Engineering & Productie projectteams voor de realisatie. Parts & Services doet de aftersales en desgewenst het onderhoud.

echt een win’, zegt divisiemanager Engineering Roland Eijkelenbergh. Met dank aan PLM Xpert, implementatiepartner van het PLM-systeem PRO.FILE.

STEEDS MEER SOFTWARE

Van de 360 Vekoma-medewerkers werken er 132 bij Engineering. Eijkelenbergh: ‘De meeste engineers werken in Vlodrop aan roller coasters. En de twintig mensen op ons engineering bureau in Breda zijn bezig met de andere attracties.’ Mechanica is hun key-competentie. ‘In software, vooral plc-besturingen, maken we een flinke inhaalslag. Hadden we een paar jaar geleden nog één programmeur, intussen zijn dat er tien.’ Voldoende capabele technici vinden noemt hij ‘een uitdaging’. ‘We denken na over een Vekoma Academy. Productie is daar recentelijk mee gestart, dat werkt heel goed. Tracks lassen is toch een vak op zich.’ Vekoma is een kop-staartbedrijf: sales, engineering, assemblage, installatie en aftersales doen ze zelf, het gros van de monodelen komt van toeleveranciers. ‘Van wat we in Vlodrop assembleren, maken we zelf eigenlijk niets. Roland Eijkelenbergh (Vekoma Rides, rechts) en Hugo Botter (PLM Xpert) in de assemblagehal in Vlodrop. Foto: Maartje van Berkel Ja, we doen het wals- en laswerk; onze 3D-wals wordt rechtstreeks vanuit de computer aangestuurd. Grondstoffelijk staal produceren DOOR PIM CAMPMAN CUSTOM DESIGN we met partners in Tsjechië en China.’ Kwaliteit, robuustheid en veiligheid stutten Vekoma’s succes. De gestegen welvaart in diverse et dorpje Vlodrop, net onder Roermond, landen wakkert de groei nog aan. Eijkelenbergh: heeft even een heuse skyline. Al op kiloNAAR ÉÉN WAARHEID ‘Veel attractieparken investeren flink in nieuwe, meters afstand zie je een reuzenrad uit In 2014 gaf de directie haar go aan het upgraden innovatieve en nog mooiere of spannender het platte, agrarische landschap oprijzen. van de interne IT. Een evaluatie, twee jaar eerder, attracties. Vooral in China komen er elk jaar ‘Een testopstelling’, zegt Roland Eijkelenbergh, had uitgewezen dat er op dat vlak veel (efficiennieuwe parken bij.’ Nieuwe en bestaande parken divisiemanager Engineering van Vekoma, even cy)winst te boeken was. ‘Door veel customizing – waaronder Disney, Universal, de Walibi’s en de later. Vekoma Rides Manufacturing is een van was het hart uit het ERP-systeem gehaald. WaarEfteling – kloppen steeds vaker in Limburg aan de grootste fabrikanten van roller coasters ter op de productiemanager zei: ‘We moeten met voor specifieke thema’s. Denk aan kekke kolenwereld. Met ook een groeiend marktaandeel in ERP terug naar de basis, naar waar het voor karretjes die een mijn in en uit denderen (De andere fun attracties: ‘draaiende huizen’ (à la Villa bedoeld is.’ Zou Engineering met andere tooling Zeven Dwergen). Volta in de Efteling), paratowers en dus reuzenook zo’n efficiencyslag kunnen maken?, vroeg In die custom design-projecten maakt Vekoma raden, die onder het label Dutch Wheels in steeds Eijkelenbergh zich af. ‘Voor alle units één CADhet verschil. De hele organisatie is ingericht op meer wereldsteden – waaronder Hongkong, systeem zou het meest efficiënt zijn. Maar daarhet ontwikkelen, fabriceren en installeren van de Chicago, Montreal en Scheveningen – hun ronvoor zijn de werelden machine- en staalbouw te beste, mooiste en meest innovatieve attracties. des draaien. verschillend. Waarna we ons afvroegen hoe we de

H 44

februari 2018


gestructureerde data die we in machinebouw al wel genereerden in één systeem konden borgen. Dat was het startpunt van onze gesprekken met potentiële partijen, waaronder PLM Xpert.’ Maar serieus werden die gesprekken ‘om redenen’ pas in 2015, na de go. De gekozen marsroute was: implementatie van het PLM-systeem PRO.FILE (aan de engineeringkant) en aan de productiekant nieuw leven inblazen in het ERP-systeem (Isah, sinds 2001 in gebruik). ‘En die twee moeten dan soepel met elkaar communiceren’, benadrukt Eijkelenbergh. Waarbij PRO.FILE vooral moest zorgen voor ‘meer structuur in de engineeringprocessen, makkelijk terugvindbare data en één single source of truth, één waarheid: de engineeringdata willen we in de product- en document-data backbone, waar ook onze Bredase vestiging moeiteloos op aanhaakt. En wat een engineer inklopt, moet één-op-één naar Werkvoorbereiding doorgesluisd kunnen worden.’

VEEL EN LANG DISCUSSIËREN En zo gaat het vandaag, na een proces van zeker twee jaar. ‘Het is scherp krijgen wat kan en welke features we wel en nog niet willen gebruiken; met Productie afstemmen hoe zij de informatie aangeleverd willen hebben; de mensen meekrijgen in de nieuwe werkwijze. Dat het gediscussieer om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen zo veel tijd nam, is me best wel tegengevallen’, bekent Eijkelenbergh. ‘Maar Werkvoorbereiding is erg blij dat de structuren die Engineering bouwt nu digitaal,

zonder typewerk naar Productie gaan, waardoor ze daar echt in structuren kunnen denken. Verder is de archiveer- en tekeningdistribueerrol van Document Control vervallen; dat doet de engineer nu zelf. En iedere medewerker kan eenvoudig de status van een product bekijken. Allemaal echte wins.’

Toevoegingen kun je later invlechten. De ‘gereedschapskist’ van PRO.FILE, generiek opgebouwd en met ruim dertig jaar kennis en ervaring erin, biedt daarvoor ruim voldoende mogelijkheden.’ Wereldwijd beheren en ontsluiten meer dan duizend partijen, vooral mkb- en middelgrote maakbedrijven, dagelijks hun informatiestromen met

‘Met de juiste informatie en data op het juiste moment op de juiste plaats worden data kennis'

De feitelijke invoering van PRO.FILE (maart 2017 live) en de ERP-herimplementatie (november 2017) kostte minder tijd. ‘Al duurde het overpompen van de data naar de nieuwe database een hele week, mede door de omvang en complexiteit ervan.’

GEFASEERDE INVOERING ‘Om de olievlek zo klein mogelijk te houden’, koos Vekoma voor een gefaseerde aanpak, ingeperkt tot waar de nood het hoogst was. Verstandig, oordeelt Hugo Botter, managing director van PLM Xpert uit Bergambacht: ‘Een big bang zet veel druk op de hele organisatie. Daarom zeggen wij: begin met een relatief eenvoudige workflow en laat je mensen ermee vertrouwd raken.

PRO.FILE. En PLM Xpert, PRO.FILE competence center in de Benelux, kan bogen op een fraai trackrecord van zeer uiteenlopende projecten. Hugo Botter: ‘Met de juiste informatie en data op het juiste moment op de juiste plaats worden data kennis. Een organisatie inclusief supplychain maakt zo een stap naar digitalisatie.’ Roland Eijkelenbergh beaamt: ‘We zijn zeker efficiënter geworden.’ Diverse Vekoma-afdelingen onderzoeken nu of ook zij uit PRO.FILE winst kunnen halen. Een aantal sorteert daar al op voor. Wordt vervolgd. www.vekoma.com www.plmxpert.nl www.profile-plm.nl

“We noemen het Cortexon-kabinet ook wel de ‘hersenen’ van de Philips MRI-scanner” Healthcare gaat verder dan het opsporen en genezen van ziekten. Het gaat ook om gezond leven én het voorkomen van ziektes. Magnetic Resonance Imaging (MRI) speelt een grote rol in het traditionele, maar ook in het preventieve medische speelveld. Mark van Helvoort en Martin Everaert (Senior Mechanical Design Engineer) van Philips gaan in op de ontwikkelingen in de gezondheidszorg en de eisen die zij stellen aan hun toeleveranciers, waaronder Marcel van de Sande (Business Unit Manager) van Cortexon. MEER VRAAG NAAR ZORG Philips zet steeds meer in op healthcare en dat is niet zonder reden. Van Helvoort: “De bevolking vergrijst en daardoor ontstaat er steeds meer vraag naar zorg.” Daarnaast ziet Philips de zorgvraag verschuiven: van diagnostisch naar preventief, van ziekenhuizen naar privé-klinieken. “Steeds vaker willen mensen uit voorzorg ‘gescreend’ worden. Magnetic Resonance Imaging (MRI) biedt die mogelijkheid”, aldus Everaert. HERSENEN VAN DE MRI-SCANNER MRI-scanners worden niet alleen breder ingezet, maar zijn ook nauwkeuriger dan vroeger – vooral bij de beoordeling van zacht weefsel. Alle metingen tijdens een Philips MRI-scan worden verwerkt in een kabinet van Cortexon – leverancier van klantspecifieke elektronicabehuizingen. “Om die reden noemen we dit kabinet ook wel ‘de hersenen’ van de MRI-scanner. Niet alleen de verwerking van de beelden vindt plaats in het kabinet, maar ook de aansturing van de scanner. In het kabinet zit dus veel belangrijke apparatuur die goed beschermd moet worden – ook om risico’s voor de patiënt uit te sluiten. De behuizing van Cortexon is dan ook grondig doorgemeten”, aldus Van Helvoort. VERSCHIL MAKEN Het Cortexon-kabinet is in nauwe samenwerking met Philips ontwikkeld. Onder meer front, kleur, perforatie, hoogte en breedte zijn klantspecifiek voor Philips bepaald. Ook koeling is onontbeerlijk. De temperaturen in de behuizing kunnen namelijk flink oplopen. “Door continu met Philips mee te denken – tot aan de pallet aan toe – en snel te schakelen, weten we het verschil te maken”, besluit Van de Sande!

Cortexon is werkzaam voor diverse bedrijven in de dynamische hightechsector: van ASML tot Nexperia. Meer weten over de klantspecifieke, slimme elektronicabehuizingen van Cortexon? Bezoek dan www.cortexon.com!

februari 2018

45


KWARTIERMAKERS

AWL-TECHNIEK ONDERSTEUNT KLANTEN MET MEXICAANSE VESTIGING

‘DE LANGE IMPORTTIJDEN LEVEREN KANSEN OP’ Vanuit de Mexicaanse stad Querétaro in de Bajio-regio speelt AWL-Techniek in op de behoefte aan lokale ondersteuning van bestaande klanten in de automotive-industrie die in Mexico zitten. Het opzetten van een vestiging in Mexico is echter geen sinecure. Martijn Loots, operations manager bij AWL-Techniek, is nauw hierbij betrokken. Wat zijn zijn ervaringen en uitdagingen? DOOR WOUTER HOEFFNAGEL

O

nder het motto ‘Ensuring Global Productivity’ levert het Harderwijkse bedrijf AWL-Techniek geavanceerde automatisering, verbindingstechnologieën en lasrobots. Zo’n negentig procent van de omzet komt uit de automotivesector, met de focus op de segmenten autostoelen en carrosseriedelen. AWLTechniek is wereldwijd actief en helpt via lokale vestigingen klanten bij het automatiseren van hun productieprocessen. Het bedrijf is inmiddels op drie continenten gevestigd en beschikt naast zijn hoofdkantoor in Harderwijk over vestigingen in onder meer Tsjechië, China, de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Mexico.

MET KLANTEN MEEVERHUIZEN ‘Onze top-5 klanten heeft inmiddels allemaal een deel van het productieproces opgezet in Mexico. Voor AWL-Techniek lag het voor de hand ook naar Mexico te trekken, zodat wij deze klanten lokaal kunnen helpen om dezelfde productiviteit te realiseren als in hun faciliteiten elders ter wereld’, legt Loots uit. ‘We hebben in het verleden al de nodige ervaring opgedaan met het opstarten van vestigingen in nieuwe landen.’ Zo is AWLTechniek eerder klanten gevolgd naar Tsjechië (2006) en is in 2013 de vestiging geopend in China. Het opstarten van een vestiging in Mexico is niet eenvoudig. Het land heeft bij veel mensen de reputatie rommelig te zijn, terwijl Mexico in de praktijk juist flink gereguleerd is. ‘Bij het opzetten van een nieuwe vestiging krijg je te maken met veel juridische en administratieve stappen, die al snel een jaar in beslag nemen. Gelukkig mag je in deze periode wel alvast aan de slag.’

GARANTIE OP ORDERS Voordat de vestiging van AWL-Techniek in Mexico opende, waren er al garanties op orders van bestaande klanten die in het land actief zijn. Deze zekerheid nam veel risico weg. ‘We hebben in

46

februari 2018

minder dan een jaar tijd al zo’n vijftig robots geïnstalleerd en geprogrammeerd. Het gaat hierbij vooral om las- en lijmrobots.’ De installaties zijn in Europa geproduceerd, verscheept naar Mexico en lokaal geïnstalleerd en ingeregeld. AWLTechniek heeft inmiddels ook een vestiging in de Verenigde Staten. ‘De automotive-industrie heeft een grote footprint in Noord-Amerika. Veel van onze klanten hebben productievestigingen in zowel de USA als Mexico. Naar verwachting gaan Martijn Loots, operations manager bij AWL-Techniek in Mexico: ‘Ons personeel leiden we zonder we dit jaar daaruitzondering in Nederland op.’ Foto: Gerlinde Schrijver om nauw samenwerken met de wetgeving erg streng is. Zo is de import van Amerikaanse vestiging. De kennis die wij lokaal textiel verboden. Blijft er onbedoeld een poetslap hebben opgebouwd van procesinstallatie, procesachter in een machine? Dan kan dit ervoor zorintegratie en service zal hierbij grote waarde gen dat de volledige machine bij de douane wordt hebben.’ tegengehouden.’ Alle import moet via een broker AWL-Techniek heeft voor zijn machines een scala verlopen. Deze partij heeft in Mexico een juridiaan onderdelen nodig en werkt met veel toelevesche status en is volgens de wet verantwoordelijk ranciers. Loots: ‘Lang niet alle toeleveranciers voor de im- en export. Een goede broker kan de waarop wij vertrouwen zitten in Mexico, wij import van producten in belangrijke mate moeten relatief veel importeren. Dit levert uitstroomlijnen. dagingen op, aangezien de Mexicaanse import-


LOGISTIEK ‘Onze klanten zijn een snelle levertijd gewend en verwachten op korte termijn over een product te kunnen beschikken. Het importeren van een product neemt in Mexico echter al snel zes tot zeven weken in beslag, zelfs als alles in één keer goed gaat. Daarnaast is de logistiek rond geïmporteerde producten niet de meest betrouwbare, waardoor je goed moet opletten en regelmatig achter bestellingen moet aanbellen. Dit is opvallend, aangezien de interne logistiek binnen Mexico juist vlekkeloos verloopt’, legt Loots uit. De lange importtijden leveren uitdagingen en daarmee kansen op. Immers, wie er desondanks in slaagt klanten snel te bedienen, heeft een voorsprong op de concurrentie. Planning is dan ook van cruciaal belang. ‘Het is geen optie een onderdeel per ongeluk niet of te laat te bestellen, aangezien deze fout een forse vertraging kan opleveren.’ Een andere belangrijke uitdaging waar AWLTechniek in Mexico mee te maken heeft, is het behouden van getalenteerd personeel. ‘De economie in Mexico groeit erg hard, waardoor veel nieuwe (buitenlandse) bedrijven zich in het land vestigen of hier uitbreiden. Dit biedt volop kansen voor werknemers: ze zijn snel geneigd over te stappen naar een andere werkgever. Je moet getalenteerd personeel voor langere tijd aan je weten te binden. Dit kan uiteraard door een aantrekkelijk salaris te bieden, maar veel belangrijker is het uitdagen van je medewerkers via aantrekkelijke projecten. Verder merken wij dat het zekerheids-

stelsel in Mexico onderontwikkeld is. Ook dit biedt kansen. Zo bieden wij ons personeel bijvoorbeeld aanvullende ziektekostenverzekeringen aan.’

PERSONEEL IN NEDERLAND OPLEIDEN AWL-Techniek heeft in Mexico inmiddels twaalf Mexicanen in dienst. Het gaat hierbij vooral om technische mensen; tien van de twaalf medewerkers zijn in het veld actief. Samen met projectcoördinator Heine Bergsma is Martijn Loots de enige niet-Mexicaan die voor AWL-Techniek in Mexico actief is. ‘Ons personeel leiden we zonder

Arturo heeft zijn standplaats in Nederland en is elke maand minimaal één week in Mexico. Loots werkt sinds 1995 voor AWL-Techniek en zat eerder in Frankrijk voor het bedrijf. Mexico noemt hij een leuke nieuwe uitdaging. ‘Helaas merk ik vaak dat er vooroordelen zijn. Mexico wordt vaak als onveilig bestempeld. In de praktijk merk ik daar niets van. Mexico is een erg prettig land om te wonen en te werken.’ Natuurlijk merkt hij verschillen met Nederland. Zo doet kritiek hier bij veel mensen echt zeer. ‘Als je in Mexico bijvoorbeeld een opmerking maakt naar een werknemer die zijn werk niet goed doet,

‘Mexico wordt vaak als onveilig bestempeld. In de praktijk merk ik daar niets van.’

uitzondering in Nederland op. Wij kiezen voor deze aanpak omdat wij wereldwijd dezelfde kwaliteit willen leveren aan klanten. Al onze werknemers moeten dezelfde opleiding hebben gevolgd.’ Bij het opstarten van de vestiging in Mexico werkte Loots nauw samen met collega Arturo Ramirez, die zijn wortels heeft in het land. Hij is er goed bekend, wat van grote waarde is gebleken.

Wereldwijd marktleider

is deze persoon doorgaans oprecht beschaamd. Hij heeft het gevoel je vertrouwen te moeten terugwinnen. Dit maakt dat je personeel op een geheel andere manier moet managen. Het geven van feedback is niet altijd eenvoudig. Dit soort uitdagingen maken mijn werk in Mexico voor mij juist erg aantrekkelijk.’ www.awl.nl

op het gebied van aandrijving, besturing en procesbeheersing

Parker Hannifin is wereldwijd marktleider in de ontwikkeling, productie en verkoop van technologieën, systemen en componenten op het gebied van aandrijving, besturing en procesbeheersing. Parker levert producten in negen technologieën: hydrauliek, pneumatiek, slangen&koppelingen, afdichtingen, procesbeheersing, filtratie, klimaatbeheersing, electromechanica en luchtvaart. Naast producten levert Parker ook complete systemen, aggregaten en power-units. parker.nl

februari 2018

47


FRENCKEN IS ‘EMBEDDED’ IN

TOP 10 HIGH-TECH COMPANIES WORLDWIDE

PRECISION COMPONENT MANUFACTURING

PRODUCT DEVELOPMENT & ENGINEERING

HIGH LEVEL ASSEMBLY

LET’S CREATE SUCCESSFUL SOLUTIONS TOGETHER Frencken is the connector in the high-tech chain: for semiconductor, analytical equipment and medical technology that make a real difference to the quality of our lives. Add more value to your product development, manufacturing operations and business processes with Frencken as your partner. www.frencken.nl

Your career starts here...

leading at the edge of technology


FLINK bericht over de wereld van starters en hun innovaties, financieringsproblemen en andere uitdagingen. De naam, FLINK, haakt natuurlijk aan bij die van dit magazine, maar duidt bovenal op een wezenlijke karaktereigenschap van elke startende hightech ondernemer waar de interesse van (formal) investors naar uitgaat – meer nog dan naar de innovatie in kwestie: heeft de starter doorzettingsvermogen, weet hij mensen voor zich te winnen met zijn overtuigingskracht, durft hij beslissingen te nemen?

IN FLINK: Richard Couwenbergh van VDL ETG (links) en Bart Slager van Avion Group: ‘Bij ons is alles in de simulator geïntegreerd.’ Foto: Sam Rentmeester

52 Wearable healthcare product Carin gooit wereldwijd hoge ogen 55 KORT: - CFS slaat vleugels uit naar Noord-Amerika - Subsidieregeling voor mkb-bedrijven met internationale ambities - Ridder en start-up Elfskot in partnership

SAMENWERKING MET VDL ETG GEEFT ONTWIKKELAAR VLUCHTSIMULATOR VLEUGELS

AVION GROUP: READY FOR TAKE-OFF De beste en de goedkoopste vluchtsimulator voor een Airbus 320 bouwen; dat was de ambitie van Avion. VDL ETG zag de potentie van het revolutionaire ontwerp en stapte in als medefinancier en producent. Resultaat: de Phantom 320, een Nederlands product met bijna uitsluitend Nederlandse toeleveranciers.

DOOR WILMA SCHREIBER

A

vion Group ontstaat in 2015, wanneer Avion Simulators contact heeft met Avion Vliegschool in Maastricht over de aanschaf van hun revolutionaire vluchtsimulatorconcept. Beide bedrijven besluiten te fuseren tot één bedrijf voor alle services op het gebied van pilotentraining en de ontwikkeling en productie van hoogwaardige vluchtsimulators. ‘Om de ontwikkeling van de simulator te voltooien, had Avion meer geld nodig. Machinebouwer VDL en investeringsfonds 5Square hadden interesse’, vertelt Bart Slager, ceo van Avion Group in Nieuw-Vennep.

PROFESSIONALISERINGSSLAG De samenwerking met VDL Enabling Technologies Group (VDL ETG) in Almelo leidde tot verdere uitbouw van Avion Group. ‘Wij hebben ruime ervaring in het bouwen van onderdelen van vluchtsimulators en hebben Avion geholpen een professionaliseringsslag te maken. Het ontwikkelen van een vluchtsimulator is namelijk echt iets anders dan een product volumerijp maken. En voor ons is het de eerste keer dat we een complete vluchtsimulator produceren’, verklaart Richard Couwenbergh, accountmanager bij VDL ETG. Het partnerschap met VDL ETG – werkzaam in onder meer de semiconductor-, medische en

luchtvaartmarkt – straalt positief af op Avion. ‘Klanten weten dat de productie geen probleem is en ook banken stellen bij de presentatie van ons businessplan en onze forecast niet langer de vraag hoe we de simulator denken te gaan produceren’, zegt Bart Slager. Richard Couwenbergh was meteen gegrepen door het design van de Phantom 320. ‘Het conceptuele plan was revolutionair en het frame en de cockpit zijn opgebouwd volgens de laatste stand van de techniek. Zo’n innovatief mechatronisch eindproduct past perfect bij ons.’ De beweegbare poten van de

LEES VERDER OP PAGINA 51

februari 2018

49



VERVOLG VAN PAGINA 49

Phantom 320 – het motion platform – levert E2M Technologies in Amsterdam.

PLUG AND FLY De Phantom 320 is bijna tien meter hoog en onderscheidt zich op diverse punten van bestaande vluchtsimulators. ‘Conventionele bouwers hebben een gebouw om de simulator nodig voor het faciliteren van een computerruimte en een airco. Ook zie je aan alle kanten watervallen aan kabels. Bij ons is alles in de simulator geïntegreerd: het is plug-and-fly’, lacht Slager. Een ander opvallend kenmerk is de vliegtuigtrap. ‘Klanten hoeven die niet in hun gebouw aan te brengen, dat scheelt kosten. En hoewel alles in de simulator geïntegreerd is, weegt hij maar acht ton, dat is zes ton lichter dan die van concurrenten. Daardoor zijn het energieverbruik en dus ook de lifecycle costs een stuk lager.’ De ambities liegen er niet om. ‘We willen de beste zijn qua pilootervaring en de goedkoopste. Beeld, beweging en geluid moeten zo reëel zijn dat ook doorgewinterde piloten het gevoel hebben in een echt vliegtuig te zitten. Doorgaans kost een simu-

De Phantom 320: een innovatief staaltje mechatronica. De werkomgeving van de piloot is tot in de kleinste details exact nagebouwd. Foto’s: VDL ETG.

denlang inspecteurs over de vloer. We moesten zo’n 6.500 pagina’s aan documentatie opleveren. Ook hierin waren we ambitieus: waar anderen voor certificering rekenen in termijnen van een jaar, een halfjaar of een maand, legden wij ons vast op week 44. Dat leverde het nodige gegniffel op, maar we hebben de planning gehaald’, zegt Slager trots. Krap was het wel. ‘We hebben de nieuwe hal bewust gesegmenteerd. De kraanbaan moest nog gebouwd worden toen de simulator

‘Zo’n innovatief mechatronisch eindproduct past perfect bij ons’

lator tussen de zeven en tien miljoen euro, wij zitten aan de onderkant van deze bandbreedte’, aldus Slager. De modulaire opbouw is eveneens een belangrijk pluspunt. ‘De simulator is daardoor makkelijker op te bouwen en te onderhouden. En alle acht componenten kunnen gewoon op een truck, je hebt er geen vergunning voor nodig.’ Het bewijs hiervoor is inmiddels geleverd: na de factory acceptance test werd de Phantom 320 vorig jaar november van de productielocatie in Almelo getransporteerd naar de klant in Malta.

ZWAAR CERTIFICERINGSTRAJECT Om de Phantom 320 te mogen inzetten voor pilotentraining, was certificering door de European Aviation Safety Agency (EASA) noodzakelijk. ‘De 180 testen zijn heel zwaar, je hebt maan-

Avion verkennen. Bij het opzetten van de supply chain wilden we zo dicht mogelijk bij de oem’er blijven.’ Avion en VDL ETG vonden elkaar op het vlak van kwaliteit en slagkracht. ‘Zo zijn we geswitcht van leverancier voor het composiet aan de buitenkant van de simulator, want ook op dat vlak wil je een betrouwbare partner’, aldus Couwenbergh. ‘Het prettige van Avion is verder dat we snel kunnen schakelen met hen, bijvoorbeeld over verbetervoorstellen qua functionaliteit. Ook vanuit VDL ETG werkten we met een klein team om slagvaardig te kunnen acteren.’ De soepele samenwerking werd bekroond: de Phantom 320 is in één keer gecertificeerd, zonder voorbehoud.

FASE 2

aankwam’, vertelt Couwenbergh. ‘En toen er op een zaterdagavond bouten losschoten omdat een test niet goed was uitgevoerd, heb ik zondagochtend meteen lassers laten komen om de onderdelen te vervangen. Zondagavond was het probleem opgelost, zodat de testen van maandag gewoon door konden gaan. Alles om die week 44 te halen.’

EXACT TOT IN KLEINSTE DETAILS Eén van de eisen van de EASA is dat de werkomgeving van de piloot tot in de kleinste details exact wordt nagebouwd. ‘Om de werkelijkheid zo goed mogelijk na te bootsen, zijn we afgereisd naar de woestijn in Arizona, waar veel vliegtuigen staan opgeslagen. Daar is voor ons een originele cockpit afgezaagd met het hele instrumentarium erin’, vertelt Couwenbergh. ‘Voor ons een nieuwe markt, die refurbishing markt, die we samen met

Avion bereidt zich intussen voor op fase twee: een simulator voor de Boeing 737. ‘De grote groei zit in de zogeheten narrow bodies, vliegtuigen met één gangpad. Als scale-up kunnen we niet op tegen de grote marktspelers, dus richten we ons op de kleinere trainingscentra die dankzij ons product hun businesscase voor een simulator rond kunnen krijgen’, stelt Slager. ‘Voor onze simulator is geen duur centrum nodig, we kunnen deze gewoon bij de klant plaatsen - indien gewenst inclusief energieneutraal gebouw eromheen.’ De eerste Phantom 320 is inmiddels operationeel op Malta, een tweede order is binnen. VDL ETG is er klaar voor: de productielocatie telt inmiddels drie bases van twaalf bij twaalf meter van één meter dik beton voor de productie van de vijf simulatoren die Avion dit jaar verwacht te leveren.

www.aviongroup.aero www.vdletg.com

februari 2018

51


WEARABLE HEALTHCARE PRODUCT CARIN GOOIT WERELDWIJD HOGE OGEN

EEN EINDHOVENS SPROOKJE OVER EEN PRECAIR VROUWENPROBLEEM Ceo Valer Pop van LifeSense Group in Eindhoven had het er druk mee vorig jaar: hij kon vele keren op pad een prestigieuze prijs op te halen. Zo werd zijn Carin in München uitgeroepen tot het beste wearable healthcare product ter wereld. In Singapore won het bedrijf de Get in the Ring Competition; er waren 5.000 deelnemers. En los daarvan: de omzet explodeert hoogstwaarschijnlijk dit jaar, de bedrijfswaarde is in no time vertienvoudigd, en nieuwe markten met miljoenen klanten liggen in het verschiet. ‘Maar hoe krijgen we het voor elkaar dat Link-lezers, toch veel mannen, dit verhaal gaan lezen?’, vraagt Pop zich af. Carin gaat namelijk over een heel precair vrouwenprobleem…

DOOR LUCY HOLL

isschien moet je er een sprookje van maken, oppert Valer Pop, 39 jaar geleden geboren in Roemenië en sinds de eeuwwisseling inwoner van Eindhoven. Oké, eerst in sprookjesvorm dan. Er was eens een vrouw (Pops echtgenote). Ze baarde een geweldige tweeling, maar hield aan de zwangerschap, net als zo veel andere moeders, lichte urine-incontinentie over. Haar man Valer Pop was business developer bij Holst Centre en zag een unieke kans om met technologie en design iets te doen voor zijn vrouw en die miljoenen andere vrouwen op de wereld die vaak in stilte lijden. Holst Centre wilde graag meedenken en mee-investeren. De slimme koppen in Eindhoven gingen aan het werk en brachten véél kennis in. En zie: 6 juli 2015 was een feestelijke dag. Toen werd de spin-off LifeSense Group opgericht. En tot ieders grote verbazing kwam die nog geen dag

M

INNOVATIEVE ZORG VOOR OUDEREN LifeSense Group werkt samen met Matas Electronics en Archipel Zorggroep aan SAFE, een systeem voor ouderen met urine-incontinentie. Ook is het gericht op decubituspreventie. Verzorgingshuizen en thuiszorgorganisaties kunnen het gebruiken voor (deels) immobiele ouderen. SAFE combineert een textielgeïntegreerde sensor, een app en hoogabsorberend textiel. Het geeft ouderen een comfortabeler bestaan. LifeSense Group en Matas doen de ontwikkeling, Archipel Zorggroep test en implementeert de oplossing. Metropoolregio Eindhoven heeft een halve ton subsidie gegeven.

52

februari 2018

later met de marktintroductie van een kant-enklaar product. Goedgekeurd en uitontwikkeld. Tientallen media sprongen er bovenop. Sindsdien leven een heleboel vrouwen in Nederland, in Japan, in de VS en overal ter wereld, een stuk comfortabeler en gelukkiger.

FLEXIBELE ELEKTRONICA Tot zover het sprookje. Nu de achtergronden van dit succes. Het Vlaamse IMEC en Nederlandse TNO zetten Holst Centre een jaar of twaalf geleden op als een open, onafhankelijke r&d-organisatie. Gevestigd op de High Tech Campus Eindhoven legt het zich toe op technologieën voor draadloze lokale sensorsystemen en flexibele elektronica. Het is ook één van de ambities om nieuwe bedrijvigheid op te zetten die de werkgelegenheid in de regio ten goede komt. Holst telt ruim tweehonderd medewerkers uit iets van dertig landen en werkt continu samen met bedrijfsleven en kennisinstellingen. Valer Pop zat al in de health care business bij Holst Centre toen het allemaal begon, combineerde één en ander en had een groots idee: als we nu eens een systeem ontwikkelen dat het urineverlies van een vrouw meet en haar vervolgens stimuleert om oefeningen op maat te doen? Want het trainen van de bekkenbodemspieren helpt in het merendeel van de gevallen. De ontwikkeling startte onder de paraplu van Holst Centre. ‘We hebben in 2012 honderd vrouwen gesproken met urine-incontinentie. De eindgebruikers moeten leidend zijn in de productontwikkeling. En niet de arts of de ingenieur die een nauwkeurig systeem wil maar die het niet uitmaakt dat er twintig draden uitsteken. Geen vrouw wil een apparaat zo groot als een iPad in haar onderbroek.’ De gesprekken brachten veel nare verhalen naar boven. Vrouwen praten normaliter niet over hun urineverlies. Negentig procent gaat

Valer Pop wil een soort nieuwe Philips worden. Foto’s: Julia Veldhuijzen van Zanten

nooit naar een arts. Zes procent komt bij een uroloog. Vaak volgt een operatie die veel bijeffecten heeft en hen zelfs verhindert om meer kinderen te krijgen. Slechts vier procent komt bij een bekkenbodemfysiotherapeut (voor zover die in een land voorhanden is). Ze moeten oefenen maar dat vraagt veel geduld en discipline. De vrouwen toonden grote interesse in een ondersteunend non-invasief product. Geen operatie, maar een tool om zelf de regie weer te krijgen.


STERK ALGORITME Vier jaar lang werd binnen Holst Centre gewerkt aan de introductie van het wearable healthcare product dat de naam Carin kreeg. Carin bestaat uit drie onderdelen. Allereerst sexy ondergoed gemaakt van zes verschillende textiele materialen, waaronder Goretex-achtige lagen voor de urineopvang. Als tweede een flexibele sensorlaag die het urineverlies meet. Die sensorlaag is van honderd procent textiel, gewoon te wassen op zestig graden. Dat is voor smart clothing heel bijzonder. En dan het kleine, slimme device dat de vrouw makkelijk aan de slip vastklikt en dat vastlegt of de vrouw zit of juist loopt, hoest of lacht bij urineverlies. Het analyseert welke spieren en vezels binnen de bekkenbodem verantwoordelijk zijn voor het urineverlies. Valer Pop: ‘Als vrouwen bevallen, zijn er altijd kleine beschadigingen in de bekkenbodemspieren. Eén op de drie moeders herstelt nooit als je niets doet.’ Voor Carin werd een heel sterk algoritme ontwikkeld. Via de app op de smartphone krijgt de vrouw informatie vanuit het device plus een gepersonaliseerde training. ‘Normaal duurt het eeuwig voordat je vooruitgang boekt. Met Carin merk je na de eerste week al resultaat. Vrouwen zijn dolenthousiast, ze voelen zich ondersteund en gaan oefenen.’ LifeSense Group is in gesprek met zorgverzekeraars om deze kostenefficiënte oplossing vergoed te krijgen.

BIJ DE TIEN SLIMSTE Inmiddels hebben nog duizenden andere vrouwen hun feedback gegeven en is Carin 2.0 gelanceerd: de complete set inclusief twee slips kost nu 149 euro (vrouwen vonden de eerdere versie à 249 euro te duur), heeft een wat hoger model slip (nog wel sexy) en nog betere sensortechnologie. De app geeft nog meer meldingen en coaching, het energieverbruik is uiterst laag. LifeSense Group ontwikkelde een kleine batterij die twee jaar mee gaat. Holst Centre stak één miljoen in de ontwikkeling. Er was een investeerder uit Japan en onlangs pompte een Deen drie miljoen dollar in het bedrijf. ‘Fantastisch, we willen blijven werken aan nog betere producten. In een wereldwijde bench-

keuring, uniek voor een klein bedrijf.’ Veel smart clothing is bovendien niet op vrouwen en hun gezondheid gericht, maar op mannen en hun sporten en games. Denk aan een broek die voor warme spieren zorgt, een shirt dat de hartslag en ademhaling meet, sokken die aangeven hoe je je voeten afrolt. Valer Pop vindt gezondheidstoepassingen echter veel interessanter. LifeSense Group heeft nu ook in Tokio en San Francisco een kantoor. Urine-incontinentie is voor honderden miljoenen vrouwen een probleem. Dus marktpotentie genoeg en vergelijkbare producten zijn er nauwelijks. ‘Weet je wie onze allergrootste concurrenten van vandaag zijn: de inlegkruisjes en incontinentieluiers! Die kosten misschien een paar dubbeltjes per dag, maar bieden geen oplossing.’

Carin bestaat uit drie onderdelen: sexy ondergoed, een flexibele sensorlaag en een klein slim device.

PRODUCEREN IN EIGEN LAND Metropoolregio Eindhoven is LifeSense goed gezind. Er komen regelmatig subsidies. De spinoff van Holst Centre geldt als schoolvoorbeeld van hoe het kan gaan. ‘We moesten op een gege-

‘Onze allergrootste concurrenten zijn de inlegkruisjes en incontinentieluiers’

mark staan we nu in de lijst van tien slimste, beste bedrijven met wearable smart clothing, tussen Apple, Sony en Samsung. Carin heeft een US Food and Drug Administration klasse 2-goed-

ven moment kiezen of we de onderdelen in Nederland of in China gingen maken. Nederland is twintig procent duurder, maar ons intellectual property is hier beter beschermd: we hebben al

zestien patenten. In eigen land produceren past bij de ambitie van Holst Centre om in de regio te investeren. Matas Electronics uit Best is een belangrijke maakpartner. Let wel: negentig procent van de omzet komt van buiten Nederland, negentig procent van onze toeleveringen zit in de regio.’ In 2016 had LifeSense acht ton euro aan inkomsten, de ambitie voor 2018 is om dat bedrag te verdubbelen. Valer Pop wil komend jaar diversificeren: binnenkort komt het bedrijf met Wil, een product voor mannen met urine-incontinentie door prostaatkanker. En dan is er ook nog de seniorenmarkt, waar LifeSense samen met Matas en Archipel Zorggroep een pilot uitvoert. ‘Weet je wat ik voor me zie? Ik wil een grote boerderij kopen om daar life science en andere hightech producten te ontwikkelen. We willen een soort nieuwe Philips worden.’ En sprookjes komen uit bij Valer Pop.

www.lifesense-group.com www.matas.nl

februari 2018

53


Maak productie en planning

FUTURE-PROOF (ERP) Software

Cloudoplossingen

Branchekennis

Innovatieve ICT oplossingen op basis van Microsoft Dynamics AX:

HOOFDKANTOOR

KANTOOR DEVENTER

CONTACTGEGEVENS

Noorderpoort 21

Hanzeweg 1A

+31 (0)88 - 424 28 28

5916 PJ Venlo

7418 AW Deventer

info@pulse.nl

www.pulse.nl


KORT RIDDER EN START-UP ELFSKOT IN PARTNERSHIP CFS SLAAT VLEUGELS UIT NAAR NOORD-AMERIKA Het Enschedese Clear Flight Solutions (CFS) slaat zijn vleugels uit naar Noord-Amerika. De spin-off van de Universiteit Twente heeft drones ontwikkeld die vogels wegjagen bij onder meer vliegvelden en olie- en gasinstallaties. De ‘Robird’ namaakroofvogels bewezen vorig jaar voor het eerst hun nut op enkele vliegvelden in Europa en Canada en werden ook ingezet op een offshoreproject van Van Oord. Om uit te breiden

naar Noord-Amerika en een volgende generatie Robird-drones te ontwikkelen, zoekt CFS investeerders voor totaal zes miljoen euro. De eerste zijn binnen: Cottonwood Euro Technology Fund, een Amerikaans investeringsfonds met haar Europese hoofdkantoor in Enschede, doteert 1,6 miljoen euro, CFS’s Canadese partner Aerium Analytics 1 miljoen euro. www.clearflightsolutions.com

Dodewaard. Bij deze fabrikant van bemestings- en doorzaaimachines draait inmiddels een op ERP-software gebaseerd ordersysteem. Om de commerciële slag te kunnen maken, zocht Vredo een systeem dat haar complexe producten eenvoudig en overzichtelijk visueel presenteert. Omdat de productconfigurator naadloos aansluit op Ridders ERP, past deze perfect in de IT-infrastructuur van Vredo. Momenteel is de implementatie. www.elfskot.com www.ridder.nl www.vredo.com

’s Avonds vanaf de bank besteld, de volgende dag geproduceerd. Om dat voor elkaar te krijgen zijn de Friese start-up Elfskot en ERP-ontwikkelaar Ridder Data Systems een strategisch partnerschap aangegaan. De productconfigurator van Elfskot is ‘een perfecte aanvulling’ op Ridders ERP-software voor maakbedrijven die klantordergestuurd werken. Een online daarin gemaakte productsamenstelling wordt automatisch gesynchroniseerd met het ERP-systeem, waarna de orderverwerking direct van start gaat. Het partnerschap is ontstaan vanuit Vredo

SUBSIDIEREGELING VOOR MKB-BEDRIJVEN MET INTERNATIONALE AMBITIES Bedrijf met internationale ambities? Een project uitvoeren of investeren in een onderneming in het buitenland? Mogelijke afnemers overtuigen van de geleverde technologie? Dan is de subsidieregeling voor demonstratieprojecten, haalbaarheidsstudies en

Bezoek ons op de

TechniShow 20-23 maart 2018 Hal 7- Stand A094

Utrecht

investeringsvoorbereidingsstudies (kortweg DHI) wellicht interessant. Het budget voor de eerste tenderronde van 2018 is 2 miljoen euro voor DGGF-landen en 2,5 miljoen euro voor overige landen. DGGFlanden zijn ontwikkelingslanden en

doen. De eerste tender van 2018 is op 1 februari geopend. De sluitingsdatum is 29 maart 2018 om 15.00 uur. www.rvo.nl

opkomende markten die vallen onder het Dutch Good Growth Fund (DGGF). Dat zijn er zo’n tachtig. Met deze regeling stimuleert het ministerie van Buitenlandse Zaken dat meer Nederlandse ondernemingen succesvol internationaal zaken-

NEEM DE LEIDING IN DYNAMISCH LASERSNIJDEN MET DE PHOENIX FL

Met de Phoenix fiberlaser van LVD snijdt u probleemloos alle materiaalsoorten en diktes aan de hoogst mogelijke snelheid. Deze dynamische machine met excellente snijkwaliteit is beschikbaar in verschillende groottes en vermogens tot 8 kW. Volg tijdens de TechniShow live demo’s van onze geïntegreerde aanpak met de Phoenix FL, ToolCell kantbank en CADMAN® suite!

LASER PUNCH BEND INTEGRATE

LVDGROUP.COM

februari 2018

55


MENS EN ORGANISATIE

GEANIMEERD INSPIRATIE-EVENT SI4U, ONDANKS ‘CODE ROOD’

‘DE MEESTE WEERSTAND KWAM VAN DE PLC-ENGINEERS’ Terwijl het KNMI ‘code rood’ afkondigde, trotseerden meer dan honderd industriële managers windkracht 10 om in Papendal te geraken. Daar vond 18 januari het Inspiratieevent Smart Industry for You (SI4U) plaats. En ja, inspireren deden de diverse sprekers, getuige de vaak intensieve interactie met de zaal. Met verhalen waarin het accent niet zozeer op technologische vernieuwing lag, als wel op het politieke, organisatorische en sociale traject daarnaartoe.

Verandercoach Inge Mink (Iminco): ‘Traceer de informele leiders en betrek juist die bij het veranderproces.’ Foto’s: Roel Wijngaards-de Meij

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

P

rof. Fred van Houten zet het in zijn keynote speech even scherp naast elkaar, met twee plaatjes. ‘Industrie 1.0’ illustreert hij met een zwartwit-foto van lange rijen weefgetouwen in een textielfabriek, ‘Industrie 4.0’ met een overzicht van een fabrieksvloer waarop verspreid losse productiecellen staan. ‘Wat direct opvalt, is het grote verschil in de lay-out. Honderd jaar geleden had een fabriek slechts één mechanische aandrijving en moest alles strak in lijn staan. Tegenwoordig zijn er tal van decentrale elektrische voedingen en kan een productiehal veel flexibeler worden ingericht.’ In vogelvlucht schetst Van Houten aan de hand van concrete voorbeelden hoe de industrie zich sinds de tijd van de weefgetouwen ontwikkeld heeft. Waarbij hij aantekent dat veel technologie die nu als ‘modern’ geldt, al tientallen jaren oud is. Zo stond de eerste industriële, numeriek-bestuurde robot al in 1961 bij General Motors in de productielijn, is de eerste lasersnijmachine van 1970 en

56

februari 2018

stamt de vinding van Charles Hull – die de basis vormt van 3Dprinten – van 1984. Maar grote verschillen zijn er natuurlijk ook: de supercomputer Cray 1 woog 5,5 ton en kostte 8,8 miljoen euro. De smartphone die de moderne mens tegenwoordig in de binnenzak heeft, is 50.000 keer lichter, kost 10.000 maal minder en heeft 32.000 maal meer achtergrondgeheugen, rekent de Twentse emeritus hoogleraar design engineering zijn publiek voor.

VERSNELLING Op de route van 1.0 naar 4.0 is de focus van de industrie geleidelijk verschoven van zo veel mogelijk dezelfde producten naar zo veel mogelijk verschillende. Dat proces is in een versnelling gekomen met de opkomst van het internet of things (IoT). De onderliggende technologie maakt het mogelijk machines smart te maken: autonoom werkend, veilig, lerend en in staat te interacteren met andere systemen. In 2013 ontstond in Duitsland de notie dat daarmee compleet gedigitaliseerde fabrieken, die onderdeel vormen van slimme toelevernetwerken, ontwikkeld kunnen worden. Om een impuls te geven aan zo’n mondiaal competitieve industrie lanceerde de Duitse regering haar Industrie 4.0beleid. Fred van Houten heeft als lid van diverse Duitse en Nederlandse adviesraden bijgedragen aan zowel dat Duitse beleid als de Nederlandse variant Smart Industry. En hij is kritisch: ‘Het Industrie 4.0-beleid was te zeer gefocust op het efficiënt en effectief produceren van alleen bestáánde producten. In het Nederlandse Smart

• ‘In het Smart Industry-beleid gaan product- en productieontwikkeling hand in hand.’ • De onderliggende technologie maakt het mogelijk machines smart te maken. • ‘Telkens worden nieuwe modules toegevoegd om de organisatie te laten wennen.’ • ‘Bij veranderingen gaat het er steeds om mensen te laten samenwerken.’

Industry-beleid gaan product- en productieontwikkeling veel meer hand in hand. En dat zet de mens centraal, want die moet uiteindelijk alle belangrijke beslissingen blijven nemen.’ Hoe dan ook, beide beleidsinitiatieven dragen eraan bij dat productieactiviteiten in Europa blijven, aldus Van Houten. ‘Al moeten we er wel voor oppassen dat niet al die Europese fabrieken en bijbehorende technologie in Chinese handen komen.’

VEEL TIJD EN GELD NODIG Tot die technologie behoren de cobots, de robots die met elkaar én met mensen op een veilige manier kunnen samenwerken. In productielijnen waarin die gemakkelijk te programmeren robots het saaie werk doen. Technologie die rap steeds goedkoper wordt, maar nog lang niet is uitontwikkeld. Het vergt nogal wat tijd en geld om van het lab naar een eenvoudig re-configureerbare, flexibele fabriek te gaan, waarin elke twee jaar compleet andere zaken kunnen worden geproduceerd, schetst Fred van Houten.

‘Kansen inspireren, terwijl bedreigingen ontmoedigen’ Zijn verhaal vormt een mooie inleiding voor dat van businessunitmanager Jan Leideman van DEMCON. In één van de parallelsessies vertelt hij over een project voor de Duitse medtechonderneming Fresenius Kabi om de assemblage van een bloedtransfusieproduct te automatiseren. In een consortium met onder andere robotspecialisten en een verandermanagementbureau toog


Ruim honderd industriële managers kwamen op 18 januari naar Papendal, terwijl de NS de treindienst staakte en wegen compleet verstopt raakten door de storm.

DEMCON aan het ontwikkelen. Ook de provincie Drenthe zag er welkome, toekomstige business in: het ontwikkeltraject ging van start met een financiering waarvan de provincie, Fresenius en het consortium elk een derde voor hun rekening namen.

BEWUST RISICO Inmiddels is dat traject afgerond. Aan de hand van een animatie laat Leideman zien hoe diverse varianten van producten in een makkelijk uitbreidbare fabriek geproduceerd kunnen worden, compleet met automatisch geleide voertuigen voor de aan- en afvoer. En met een veranderende rol voor de mens. ‘Daar bouwen we geleidelijk naartoe. De medewerkers zullen met het systeem samenwerken en telkens worden nieuwe modules toegevoegd om de organisatie de tijd te geven aan de nieuwe werkwijze te wennen.’ Fresenius Kabi is een op kwaliteit gericht Duits bedrijf met traditionele productiesystemen. Het gaat deze smart factory realiseren: in 2020 moet die compleet operationeel zijn, aldus Leideman, die aangeeft dat de terugverdientijd (return of investment) in eerste instantie wel erg lang bleek. ‘We hebben toen de volgorde van activiteiten zodanig aangepast dat er eerder geld verdiend gaat worden.’ De bouw van de lijn wordt bij DEMCON en consorten neergelegd, ofschoon daar met de opdrachtgever vooraf geen afspraken over waren gemaakt. Een risico dat DEMCON samen met de partners bewust neemt, in de wetenschap dat ze veel leren van dit hele traject.

MEENEMEN IN VERANDERINGEN Heel leerzaam is ook het traject dat Van Riet Handling Systems, fabrikant van systemen voor interne logistiek, heeft afgelegd. Een reis, gestart in 2011 en dit jaar af te ronden, waarin de engineer to order-fabriek verandert in een volledig gedigitaliseerde, smart configure to order-plant. IT-manager Marc van der Kallen noemt in één van de parallelsessies onder meer als doelstellingen: snellere offertes, betere prijscalculaties, kortere doorlooptijden, minder afwijkingen (specials) en meer standaardoplossingen, plús een goede borging van alle kennis die tot dan

alleen in de hoofden van specialisten zat. De engineers in de veranderingen meenemen staat centraal in zijn verhaal. De mechanical, electrical en software-engineers deden hun werk altijd achtereenvolgens en dus klantspecifiek. Nu werken ze nauw samen in multidisciplinaire teams om per transportmodule tot een model te komen waarin al hun ontwerpwerk besloten ligt. Deze modellen vormen de basis voor een configurator. Inmiddels is Van Riet zover dat alle systemen voor klanten in 3D geconfigureerd worden. Configuraties waaraan een correct prijskaartje gehangen kan worden en waarin echt alles – ook de vrachtauto die moet rijden – is meegenomen. ‘Natuurlijk hebben we in het begin alles tot in detail moeten narekenen om iedereen te bewijzen dat de prijs die het model opleverde ook daadwerkelijk klopte.’ De grootste uitdaging wacht dit jaar, als ook de plc-software niet meer geprogrammeerd maar gegenereerd wordt. Met de gegenereerde codeblokken kan de configurator een compleet softwarepakket voor de klant samenstellen. ‘De meeste weerstand’, blikt Van der Kallen terug, ‘kwam van de plc-engineers. Straks hoeven die hun plc’s niet meer te programmeren, maar volstaat modelleren en configureren.’

‘Want’, zegt zij, ‘bij veranderingen gaat het er steeds om mensen te laten samenwerken.’ Haar verhaal concentreert zich op het belang van het traceren van de positieve rolmodellen in een onderneming. Deze ‘informele leiders’ zijn vaak de kritische medewerkers, nogal eens als lastig beschouwd, maar vaak ook juist zeer betrokken bij de onderneming. Het management doet er goed aan juist hen te betrekken – en de noodzaak tot veranderen niet te schetsen in termen van bedreigingen, maar als kansen: in de vorm van een ‘droom’ waarin het bedrijf kansen pakt en daardoor groeit. Want kansen inspireren, terwijl bedreigingen ontmoedigen. ‘Heb je die informele leiders eenmaal mee, dan zijn zij de eerste, grote tandwielen die in het radarwerk van het bedrijf gaan draaien. In het begin nog moeilijk, maar zodra er meer tandwielen gaan meedraaien gaat het makkelijker. Er is een groepsproces op gang gebracht: successen die te danken zijn aan de veranderingen worden gedeeld. Zo worden de leden die nog niet ‘om’ zijn ook besmet met veranderbereidheid.’

TOTAALOPLOSSING Naast de genoemde sprekers waren er workshops met voorbeelden uit de praktijk door Niels Spiegelenberg (technisch dienstverlener Hollander Techniek), Maren Vos (promovendus van de TU Eindhoven die onderzoek doet naar smart customization-strategieën) en Johan Schaars van Svedex, een deurenspecialist die zijn processen zo heeft heringericht dat het nu een positie hoger in de keten bekleedt. Het Inspiratie-event Smart Industry for You (SI4U) was een initiatief van MCA Stamhuis, EPLAN, DEMCON, Itsme en Festo. Deze vijf complementaire bedrijven sloegen een paar jaar geleden de handen ineen om klanten een smartindustry-totaaloplossing te kunnen aanbieden, inclusief smart engineering, smart manufacturing en smart customization. www.smartindustry4u.nl home.ctw.utwente.nl/houtenfjam www.demcon.nl www.vanrietgroup.nl www.iminco.nl

INFORMELE LEIDERS Een mooie brug naar de laatste voordracht, van Inge Mink. De psychologe en verandercoach bij Iminco heeft veel ervaring met het begeleiden van veranderingen binnen mkb-bedrijven. Dat haar klandizie niet bij uitstek wordt gevormd door industriële bedrijven die hun proces willen digitaliseren maakt niet uit.

Marc van der Kallen van Van Riet Handling Systems over het traject naar een gedigitaliseerde, smart configure to order-plant: ‘Natuurlijk hebben we in het begin alles tot in detail moeten narekenen.’

februari 2018

57


PRODUCTONTWIKKELING

Q-FIN QUALITY FINISHING TOONT MEEST RECENTE INNOVATIES OP DE TECHNISHOW

SNELLER EN ERGONOMISCHER Met haar F1200 ontbraam- en slijpmachine veroverde Q-Fin Quality Finishing in 2015 een plek in de Champions League. De nieuwe F1200 New Design doet er nog een schepje bovenop. Die heeft niet alleen een aantal technische upgrades ondergaan, maar is ook een lust voor het oog. De opstormende oem’er uit het Brabantse Bergeijk presenteert ’m in maart op de TechniShow in Utrecht. Samen met andere New Design-telgen uit de Q-Fin-familie en een robot die de ontbraammachines kan beladen. De 2018-machine voegt daar iets opvallends aan toe: fraai, innovatief design. Iets waarin dit type machines, op zijn zachts gezegd, tot dusverre niet uitblinkt. De behuizing van de F1200 New Design bestaat voor een groot deel uit doorzichtige kunststofbeplating. In een donkere tint – ‘geinspireerd door de iPhone’, zegt Kouwenbergh. Led-verlichting in het interieur – en dus ‘buiten’ zichtbaar – geeft aan wat de actuele status, ‘de gemoedstoestand’, van de machine is. Blauw: operationeel. Wit: de deur is geopend, goed zicht voor servicehandelinProductmanager Joost Kouwenbergh en directeur Anton Bax (rechts) van Q-Fin: ‘Iedere woensdagmiddag komen onze medewerkers bijeen gen. Rood: een stoin onze QKC, de Q-Fin Kennisclub. Dat werkt fantastisch.’ Foto: Bart van Overbeeke ring – of de noodknop is ingedrukt dan wel de vingerklepbescherming is aangeraakt. Zwart (geen licht): DOOR PIM CAMPMAN de machine staat uit. ‘Innovatief design, vernieuTECHNISHOW AWARD wend in onze wereld en in samenwerking met lk jaar twee nieuwe innovaties naar de een Eindhovens designbureau ontwikkeld. En markt brengen, beloofde Anton Bax, tegelijkertijd natuurlijk functioneel.’ directeur-eigenaar van Q-Fin Quality Q-Fin Quality Finishing presenteert zich op de Finishing, eerder in Link Magazine. Nou, TechniShow 2018 (20 tot en met 23 maart in in 2018 is de buit al binnen. De F1200, de grootOOK ERGONOMISCH BETER Jaarbeurs Utrecht, hal 8). De F1200 New Design van ste machine voor ontbramen, slijpen en afronden Strategie achter deze move is de plaatbewerkers Q-Fin Quality Finishing dingt mee naar een nominatie van metalen plaatdelen (tot 1.200 millimeter die nog handmatig ontbramen ertoe te bewegen voor een prestigieuze TechniShow Award 2018, in breed), zette in afgelopen jaren een nieuwe stanom over te stappen op machinaal. ‘Uiteindelijk de categorie ‘Made in de Benelux’. Bij het ter perse daard. Met unique selling points (usp’s) als hoogzijn ze er beter mee af, in economisch en ergogaan van deze editie was nog niet bekend of de ste en meest constante finishkwaliteit, zelf de nomisch opzicht: handmatig ontbramen is zwaar nominatie in de wacht is gesleept. finish bepalen en hoogste snelheid en bedieningswerk, met risico op verwondingen’, aldus Joost gemak voor de operator. Resulterend in een korte Kouwenbergh. Hij verwijst naar de trend in www.q-fin.nl terugverdientijd. ‘Afgezet tegen handmatig ontplaatbewerkingsland om van CO2-lasersnijden www.technishow.nl bramen is de return on investment twee jaar’, op fibersnijden over te gaan. ‘Die manier van vertelt productmanager Joost Kouwenbergh. lasersnijden geeft hardere, scherpere bramen. Om

E

58

februari 2018


247TAILORSTEEL.COM 24 uur per dag en 7 dagen per week online tailor-made producten direct te bestellen Al vanaf één stuk maar ook seriematig. De vlakbedlasers, kantbanken en profiellasers staan voor u klaar.

Discover Sophia Your personal online assistant. Smart. Simple. Sophisticated. www.247TailorSteel.com

die te verwijderen, biedt Q-Fin de beste en snelste oplossingen. Machinaal ontbramen, slijpen en afronden is in alle opzichten beter.’ En het past in waar smart industry voor staat: het productieproces dusdanig automatiseren en inrichten dat het in flow verloopt, ook voor kleine series.

laser, het bedienen van de ontbraammachine en het controleren van de kwaliteit van het product. In feite heeft deze medewerker drie taken en dus neemt de waarde van zijn werk toe. En hij sorteert al vóór het ontbramen de plaatwerkproducten, zodat dit achteraf overbodig is. Qua

‘Onze missie is om in 2022 met onze ontbraammachines tot de Europese top te behoren’

DRIE KEER SNELLER Een trend die daarbij past, is het inzetten van een sorteersysteem en/of een belaadrobot. Ook op dat vlak zet de opstormende Brabantse oem’er stappen, getuige de robot die op de TechniShow wordt gepresenteerd. Joost Kouwenbergh plaatst een kanttekening: ‘Het ontkoppelpunt dichter bij de lasersnijmachine leggen, werkt vooralsnog efficiënter. Door op de Q-Fin-manier te werken, kan er in de lijn tot drie keer sneller gewerkt worden dan met een sorteersysteem of een belaadrobot. Wij opteren voor een medewerker tussen de lasersnijmachine en de ontbraammachine: die is verantwoordelijk voor het uitladen van de

efficiency, kostenplaatje en werkinhoud kan een robot daar niet tegenop, althans nóg niet.’ Hierbij kan gebruik gemaakt worden van de rollentafels voor het aan- en afvoeren van producten die Q-Fin in het programma heeft.

KENNIS DELEN Innovatie, het optimaliseren en vernieuwen van de machines, heeft permanente aandacht bij Q-Fin Quality Finishing. ‘We investeren vijftien procent van de omzet in r&d’, zegt Anton Bax. En die omzet stijgt, dus ook de innovatiekracht. ‘We zijn continu bezig technische data te verzamelen op basis waarvan we onze machines kunnen

doorontwikkelen.’ Daarnaast wordt stevig ingezet op het delen en bundelen van de kennis die binnen de organisatie aanwezig is. ‘Iedere woensdagmiddag komen onze medewerkers van alle afdelingen bijeen in onze QKC, de Q-Fin Kennisclub. Dat werkt fantastisch.’ Wat de schwung ook erin houdt, is de nieuwe thuisbasis in Bergeijk: 3.000 vierkante meter groot, in alle opzichten perfect geoutilleerd en modern. Het is een fijne werkomgeving, met een showroom/demoruimte die imponeert. ‘Wekelijks ontvangen we hier potentiële klanten uit heel Europa.’

NU REST VAN EUROPA Dat alles betaalt zich uit, want Q-Fin groeit gestaag. ‘Onze missie is om in 2022 in kwalitatief hoogwaardige ontbraammachines tot de top van Europa te behoren’, zegt Bax. ‘Nu we in Nederland alles goed op de rit hebben, is de rest van Europa aan de beurt.’ Inmiddels is daar een begin mee gemaakt. ‘Vooral in Duitsland groeien we flink, mede dankzij onze deelname, in het najaar van 2017, aan twee toonaangevende beurzen. We zijn daar de samenwerking aangegaan met een grote oem’er. En ook elders uit Europa krijgen we steeds meer aanvragen, zowel van partijen die onze dealer willen worden als van potentiële, directe klanten.’ En ook buiten Europa is Q-Fin Quality Finishing steeds actiever: ‘Onze Australische dealer bestelde onlangs weer drie machines.’

februari 2018

59



PARTNERS

MERINO EN ARKITE TREKKEN SAMEN OP NAAR DE KLANT

AUGMENTED REALITY IN DE OPTIMALE SOFTWAREOMGEVING Consultancybedrijf Merino Consulting Services in Tilburg verwacht dit jaar een omzetgroei van ruim twintig procent. Een deel van die stijging moet tot stand komen door de samenwerking met het Belgische ingenieursbureau Arkite, die de zogeheten Human Interface Mate (HIM) ontwikkelt en verkoopt. Het apparaat met augmented reality-technologie ondersteunt productieoperatoren.

DOOR ANDRÉ RITSEMA De Human Interface Mate ziet welke handelingen de medewerker verricht en weet of dat goed is. Illustratie: Arkite

erino Consulting Services is als business consulting- en IT-serviceorganisatie gespecialiseerd in het ontwerpen en implementeren van onder andere ERP- en CRM-toepassingen in bedrijven in verschillende sectoren zoals de luchtvaart-, defensie-, automotive- en maakindustrie. Het Europese hoofdkantoor staat sinds 2013 in het Brabantse Tilburg. En het gaat inderdaad goed, zegt sales director Kris Ulburghs. ‘We begonnen destijds met twee mensen op het hoofdkantoor, inmiddels zijn het er 45. De afgelopen jaren zijn we behoorlijk gegroeid. Dat is mede dankzij het feit dat we wereldwijd partner zijn van het Amerikaanse softwarebedrijf Infor als reseller van hun bedrijfssoftware, applicaties en suites.’ Ulburghs verwacht dat de groei ook het komend jaar ‘gewoon’ doorzet. ‘We denken voor 2018 aan een omzetstijging van zo’n twintig tot vijfentwintig procent. Dat is meer dan gestaag, ja. Maar de groei valt of staat deels met het kunnen aantrekken van goed gekwalificeerd personeel. Dat is een steeds groter probleem, merken we. Dat is ook één van de redenen dat we een eigen opleidingsprogramma zijn gestart. Goed personeel vinden is echt een bottleneck. Ook in dat opzicht wordt het voor ons een spannend jaar.’

M

FOUTEN VOORKOMEN Een deel van de geplande en gewenste groei moet komen uit de samenwerking met het Belgische

ingenieursbedrijf Arkite. Die samenwerking ging afgelopen jaar van start en moet dit jaar verder vorm krijgen. Arkite, gestart in 2015, heeft de zogeheten Human Interface Mate (HIM) ontwikkeld. Deze box met augmented reality-technologie, 3D-sensoren en beeldprojectie, assisteert en ondersteunt de productiemedewerker bij zijn werkzaamheden. Kort gezegd komt het erop neer dat het apparaat weet welke werkzaamheden er moeten gebeuren en de medewerker aan de hand van projectoren laat zien welke actie er concreet moet worden ondernomen. De medewerker ziet niet alleen wat hij moet doen, hij wordt ook geattendeerd op foutieve handelingen. De draadloze schroevendraaier doet het gewoon niet bij een verkeerde actie. Zo worden fouten voorkomen.

VIRTUELE ENGELBEWAARDER Technologie uit de game-industrie heeft de afgelopen jaren geholpen bij de ontwikkeling van de HIM, zegt Raimond Elias van Arkite BV, de Nederlandse vertegenwoordiging van het bedrijf. ‘De HIM werkt min of meer als de consoles bij games, die op het beeldscherm nadoen wat jij voor het scherm aan bewegingen maakt. Hij ziet welke handelingen de medewerker verricht en weet of dat goed is. Verder toont hij met kleuren wat de medewerker moet doen en in welke volgorde.’

De HIM is een virtuele engelbewaarder, die met de medewerker meekijkt en meedenkt. ‘Zeer interessant voor bijvoorbeeld de maakindustrie.’ De HIM draait al bij meer dan vijftig bedrijven in Europa, van klein tot groot, aldus Elias.

LAATSTE MIJL Merino verzorgt de zogeheten laatste mijl: het bedrijf zorgt ervoor dat HIM succesvol wordt geïmplementeerd bij de klant, voorzien van de juiste software en toepassingen. Merino functioneert als integrator en solution provider, zegt Ulburghs. ‘Wij zorgen voor de juiste diensten en software om het product heen, zodat HIM optimaal functioneert. Zo krijgt elke klant zijn eigen, aangepaste oplossing.’ ‘We trekken samen op’, zegt Elias. ‘De ene keer komen wij bij een klant en nemen we Merino mee, een volgende keer komt Merino bij een eigen klant en kan daar HIM introduceren. Zo snijdt het mes aan twee kanten.’ Bij Merino wordt dit jaar een aparte businessunit opgezet voor de samenwerking, zegt Ulburghs. Hij wil geen concrete verwachtingen uitspreken. ‘We hebben al pilots gedraaid. Die zagen er prima uit. Ik ben zeer hoopvol over de ontwikkelingen dit jaar.’

www.merinoservices.com www.arkite.be

februari 2018

61


Any challenge, any time.

Duurzaam onder alle omstandigheden Wij optimaliseren uw verpakkingsproces en voorkomen verspilling

Verpakkingsoplossingen op maat

Energiebewust produceren

De aantrekkende wereldeconomie is van invloed op de hoeveelheid beschikbare grondstoffen die wij voor u inzetten. Zoals vurenhout, golfkarton, multiplex plaatmateriaal en ook kunststoffen en staal. De prijzen stijgen en de beschikbaarheid staat onder druk. Tegelijkertijd houden wij, ondanks deze toenemende druk, oog voor de uitvoering van ons duurzaamheidsbeleid. Want uiteindelijk zijn de meeste grondstoffen eindig. Daarom gebruiken wij al bijna tien jaar vrijwel uitsluitend aantoonbaar duurzame, gecertificeerde grondstoffen.

Duurzaam gecertiďŹ ceerd

Verpakt u vaak en veel? Dan zal dit invloed hebben op uw productieproces. Meilink kan uw productieproces optimaliseren en verspilling voorkomen.

kijk op meilink.eu


STRATEGIE

MET SERVITIZATION NAAR EEN HOGER NIVEAU

KOEIEN VAN DATASETS Afgelopen jaar organiseerden TU Eindhoven (TU/e) en Link Magazine bijeenkomsten rond het thema ‘servitization’. Half december was Lely gastheer voor de derde editie. De fabrikant van robotica voor de melkveehouderij verzamelt voor benchmarking en analyse erg veel data over de robots én de koeien. De machines hangen nog niet direct aan het internet. Om z’n dienstverlening aan boeren naar een hoger niveau te tillen, wil Lely de stap naar 24/7 online zetten. Hoger reiken wil ook TU/e-hoogleraar Ed Nijssen in zijn

• ‘We lopen tegen veiligheidsissues aan. Wat is wereldwijd de ideale verbinding?’ • ‘Het heeft echt meerwaarde voor de klant als je kunt meekijken.’ • ‘De it-afdeling van de klant wil geen ‘data push’ en schermt af.’

onderzoek aan het fenomeen servitization – samen met bedrijven.

DOOR HANS VAN EERDEN

D

e roots van Lely (met de hoofdvestiging in Maassluis en nu 1.200 medewerkers wereldwijd) liggen in de mechanisatie van akker- en grasbouw door innovaties. Een kwart eeuw geleden werd de eerste melkrobot geïntroduceerd. Vorig jaar nam Lely afscheid van zijn laatste activiteiten op het land (machines voor hooi- en grasbouw). Anno 2018 legt het concern zich nog steeds toe op innovatie, maar nu met een focus op robotica. Deze robotisering is mede een ‘vehikel’ voor servitization: het vertalen van productfuncties naar dienstenproposities. Op dit gebied wil Lely de komende jaren veel stappen zetten. Reden waarom het bedrijf optreedt als gastheer voor de derde bijeenkomst van TU/e-vakgroep ITEM (Innovation, Technology Entrepreneurship & Marketing) en Link Magazine over servitization.

De derde bijeenkomst van TU/e en Link Magazine over servitization levert weer een geanimeerde discussie op. Foto’s: Sam Rentmeester

TIJD VOOR KOEIEN Locatie van de bijeenkomst is Het Lansingerland in Bergschenhoek, onder meer boerderij, camping en horecagelegenheid. Al deze zaken vragen de aandacht van Annigje en Peter Gille, reden waarom hun boerderij hooggeautomatiseerd is met Lely-machines. Peter Gille is zeer te spreken over Time for Cows, T4C, het managementsysteem van Lely. Dat is ontworpen voor het automatisch melken met de Astronaut robot en linkt onder meer ook met het Vector automatisch voersysteem, vertelt Roy Ammerlaan, melkveehouder en T4C-specialist bij de afdeling Farm Management Support van Lely. T4C zet gegevens uit de stal (tot wel 200 verschillende data per koe) om naar bruikbare informatie die in een dash-board overzichtelijk wordt gepresenteerd met links naar uiteenlopende rapportages (van aantal melkingen per dag tot de hoeveelheid verstrekt voer). Dat verschaft inzicht in onder meer de voerefficiëntie en het welbevin-

den van de koe en helpt de boer om zijn bedrijfsvoering te optimaliseren. Een recente toevoeging is het gezondheidsrapport, dat verschillende data combineert om de koeien aan te wijzen die mogelijk ziek worden of dat al zijn. Gille: ‘Het mooie is dat nu alle data in één bakkie komen. Aan de hand van deze ene lijst bekijk ik koeien gericht om op grond van mijn eigen kennis in te schatten of ze ziek kunnen worden.’ De volgende ontwikkeling, zegt Ammerlaan, is inderdaad dat de Lely-software gaat helpen bij het stellen van een diagnose als een koe ‘verdacht’ is. Indrukwekkend zijn ook de mogelijkheden voor benchmarking, bijvoorbeeld met het gemiddelde voor Nederland of voor een zelf in te richten studiegroep van collega-boeren. ‘Tegenwoordig verkopen we aan de boer het complete plaatje.’ Dat begint al wanneer een boer heeft besloten om over te gaan op robotmelken. Lely biedt dan een

compleet adviestraject aan om die overgang te begeleiden, te beginnen bij de inrichting van de (nieuwe) stal, met de melkrobot middenin de kudde, tot aan het trainen van de klant.

CONNECTED MACHINES Over de prestaties van de machines worden eveneens veel data verzameld. Eén keer per dag gaan alle koe- en robotdata van de boerderij naar de cloud voor verwerking door Lely. Uit het monitoren van kritieke alarmen haalt Lely bijvoorbeeld informatie voor verbetering van zijn machines. Maar omdat de machines niet 24/7 online zijn, kan Lely de boeren nog niet helpen bij het oplossen van acute problemen; daarvoor moet de boer een monteur bellen. Die stap wil Lely wel zetten, vertelt Oscar Moers, senior manager technical LEES VERDER OP PAGINA 65

februari 2018

63



invloed op de performance van onze machines. Daar is nog veel uit te halen. Vergelijk het met een Ferrari, die moet je ook leren rijden.’

DATA CLASSIFICEREN

support & services. ‘Wij willen sneller en proactiever kunnen acteren. De bottleneck zit ’m nu nog in een aantal technische zaken die we goed moeten regelen.’ Vandaar dat Moers als eerste van twee discussiepunten de ‘do’s & don’ts van connected machines’ in de groep gooit. Harm Langen, ceo van Pas Reform, leverancier van broederij-oplossingen, is verrast door het feit dat Lely al zo veel data verzamelt maar nog geen

Aebi Schmidt is een voorloper, maar nog steeds is het gemakkelijker om een machine te verkopen dan geld te verdienen met consultancy, vertelt Marc Jansen, manager aftersales Nederland & België. ‘Als je anders wilt gaan verkopen, dan moet de hele organisatie daar op aansluiten’, zegt TU/e-hoogleraar Ed Nijssen. ‘Dat is lastig, want je kunt niet meer generaliseren over je klanten en hun processen; klanten hebben verschillende behoeften.’ Aebi Schmidt heeft dat onderkend, meldt Jansen. ‘We beginnen nu onze klanten te segmenteren: de een wil een goedkope machine, de ander wil de laagste tco, een volgende wil alles uitbesteden en weer een ander is vooral resultaatgericht. Onze verkoper probeert nu niet meteen een machine te verkopen, maar begint met vragen stellen. Hij maakt een quick scan van de klant, diens behoefte en de eventuele pijnpunten; de uitkomsten kunnen de basis zijn voor een smart scan waar een specifieke oplossing moet uitrollen. Dat kan bijvoorbeeld ook een training zijn of een ander onderdeel uit ons servicemenu.’ De interne organisatie meekrijgen in de beweging naar servitization is ook bij kantoormeubelfabrikant Ahrend een opgave, zegt salesmanager services Ramon van de Kerkhof. ‘De cultuur en het gedrag van onze mensen veranderen is de grootste uitdaging.’

Thermo Fisher Scientific Materials & Structural Analysis (voorheen FEI) legt eveneens verbinding met zijn elektronenmicroscopen bij klanten. Maar dat vergt soms wel de nodige overredingskracht, vertelt programmamanager service innovation Joris ten Thije. ‘Ik sta er van te kijken hoe die boeren hun data delen met Lely en collega-boeren. In onze klantenkring is met name de semicon heel paranoia en in de life sciences speelt de privacy als het gaat om samples van patiënten. De klant wil weten wat er aan data naar buiten gaat, dus moet je die data goed structureren en transparant maken.’ Dat begint met het classificeren: wat zijn data van het platform, de machine, en wat zijn data van de klant, zijn applicatie? Daar begint de discussie al, vervolgt Ten Thije. ‘Uit de machinedata kun je soms ook andere informatie over de klant afleiden. Data naar binnen krijgen is nog moeilijker. De itVAN PREVENTIEF NAAR PREDICTIEF afdeling van de klant Als Lely eruit is hoe het precies z’n machines wil geen ‘data push’ en online gaat brengen, is de volgende vraag hoe het schermt, met name bij data gaat vertalen naar service, bijvoorbeeld in grotere bedrijven, de itonderhoud. ‘Wat is het effect van predictive omgeving behoorlijk af, maintenance op het huidige schema voor prevenzeker voor het productief onderhoud?’, wil Oscar Moers weten. Ter tiekritische deel. Daarillustratie verwijst hij naar de auto: ‘De distriom plaatsen we er vaak butieriem vervang je na zoveel tijd of zoveel kiloeen systeem tussen, dat de klant zelf kan openzetmeters. Maar autobanden vervang je als ze te ten om data binnen te laten.’ weinig profiel meer hebben. Voor onze machines Thermo Fisher wil de machinedata gebruiken om zou het kunnen gebeuren dat je van vier keer per efficiënte service te kunnen verlenen en de klant jaar preventief onderhoud gaat naar misschien te helpen optimaliseren, en kan daarvoor ook wel twintig keer predictief iets vervangen; dat is koppelingen leggen met andere informatiesystenatuurlijk niet efficiënt te plannen.’ Joris ten men zoals ERP. Het gaat om grote datasets, maar Thije kent de afweging. ‘Het gaat om de uitruil dat is het probleem niet volgens Ten Thije: ‘Je van downtime versus kosten. De ene klant wil verzuipt niet in de data maar in de mogelijkdowntime zoveel mogelijk beperken. Een ander heden.’ De keuze wat te doen met die data laat spullen kapotgaan om ze dan pas te vervanhangt af van de focus van de klant, verklaart Raoul Diederen, strategieconsultant bij Jaymera. ‘Heeft hij bijvoorbeeld een gebruiksfocus, waarbij Lely wil de stap zetten naar machines 24/7 de total cost of ownership, tco, zo laag online, vertelt Oscar Moers, senior manager mogelijk moet zijn, of wil hij die technical support & services: ‘Wij willen sneller en proactiever kunnen acteren.’ data gebruiken om z’n processen te optimaliseren? Aan de hand van waar de klant in de benchmark staat, kun je een adviestraject inrichten voor het stapsgewijs invoeren van meer servitization. De ultieme stap is het complete proces van de klant overnemen. Daar is bijvoorbeeld Aebi Schmidt mee bezig’, verwijst Diederen naar het Holtense bedrijf, van origine bouwer van zoutstrooimachines, dat inmiddels een uitgebreid servicemenu biedt (zie Link van september 2017). LEES VERDER OP PAGINA 87

Het bedrijf van agrarisch ondernemer Peter Gille is hooggeautomatiseerd met Lely-machines. Hij is zeer te spreken over Lely’s managementsysteem T4C: ‘Het mooie is dat nu alle data in één bakkie komen en dat ik niet meer allerlei lijsten hoef door te lopen.’

VERVOLG VAN PAGINA 63

ORGANISATIE MEEKRIJGEN

‘Het kan gebeuren dat je van vier keer per jaar preventief onderhoud gaat naar misschien wel twintig keer predictief iets vervangen’

directe internetconnectie met z’n machines in het veld heeft. ‘Want het heeft echt meerwaarde voor de klant als je kunt meekijken en direct probeert een oplossing te vinden.’ Pas Reform is nog niet zover met dataverzameling en benchmarking. ‘Jullie zijn bij Lely slimmer bezig met data dan wij. We moeten de stap naar benchmarking nog zetten, maar we adviseren op basis van data al wel over performanceverbetering, bijvoorbeeld in Skype-calls met de klant. Voor dat advies hebben we onder meer broedspecialisten in huis, die kennis bezitten van bijvoorbeeld kuikenembryo’s maar minder kennis van techniek hebben.’ Dennis van Beers, ceo van leverancier van automatiseringstechnologie Festo Nederland, trekt het breder. ‘Om een continue relatie met de klant te kunnen opbouwen, moeten machinebouwers procestechnologen aantrekken met kennis van diens processen.’ Pas Reform heeft al wel z’n machines online, meldt Langen: ‘Daarbij lopen we tegen veiligheidsissues aan. We zijn nog zoekende wat wereldwijd de ideale verbinding is.’ Bij Voortman Steel Machinery kunnen ze ook al geruime tijd inloggen op hun machines bij de klanten, vertelt Stefan Kok, directeur projects & service. ‘Daarmee kunnen we meekijken naar problemen, maar dat is nog heel reactief. Qua service geven wij veel trainingen, want de operator heeft een grote

februari 2018

65


TECHNISHOW IN UTRECHT 20. - 23. MAART 2018 HAL 12, STAND N°A010

Geen trucs, maar draaien zonder einde. Bewerkingscentra met innovatieve 5-assige standaard. Complexe onderdelen met uitdagende geometrie kunnen niet door elke machine worden bewerkt. Maar dat is mogelijk door de 5-assige bewerking van Hermle, en dat geeft aanzienlijke tijdsbesparing en grote voordelen voor de nauwkeurigheid. Dankzij de unieke beweeglijkheid kunnen zowel kwaliteitsvolle freesbewerkingen als simultaan frezen en draaien worden uitgevoerd. Meer over de 5-assige standaard van onze bewerkingscentra op hermle4.de

Hermle Nederland B.V., info@hermle-nederland.nl


g

Roy Ammerlaan, T4C-specialist bij de afdeling Farm Management Support van Lely: ‘Tegenwoordig verkopen we aan de boer het complete plaatje.’

cent van luchtveer- en asliftsystemen voor trucks en bussen. ‘In onze productie hebben we veel verschillende machines met robotica aan elkaar gekoppeld en om die goed draaiende te houden, doen wij zelf het onderhoud. Om goede voorspellingen te kunnen doen, heb je kennis van het proces en het gebruik nodig en die kennis hebben wij in de loop der jaren zelf opgebouwd, niet de oorspronkelijke machinebouwers.’

VAN KENNISDELING NAAR -CREATIE VERVOLG VAN PAGINA 65

gen.’ Uiteindelijk gaat het naar condition-based maintenance: voorspellingen over noodzakelijke vervangingen op basis van de actuele conditie, niet van algemene ervaringscijfers.’ Naar iets dergelijks is Moers op zoek. ‘Ik zou onze robot elke dag een bepaalde testbeweging willen laten uitvoeren waaruit we de conditie en de noodzaak van actie kunnen afleiden.’ Zo wordt het serviceaanbod voor onderhoud almaar complexer. Dat biedt nieuwe kansen voor voor te systemen, weinig maakde leveranciers vaneen demaakdeel betreffende zegt c Raoul Diederen. ‘Zij kennen hun systemen het beste en kunnen die complexiteit het beste managen.’ Dat raakt een ‘open zenuw’ bij Dick Aalderink, directeur van VDL Weweler, produ-

Over kennis gesproken, om servitization naar een hoger niveau te brengen en een stap verder te gaan dan kennisdeling in relatief vrijblijvende bijeenkomsten, wil hoogleraar Ed Nijssen toe naar kenniscreatie. ‘Waar moet je bijvoorbeeld als bedrijf op focussen als je je serviceaanbod wilt optimaliseren? Zijn dat de data uit de machines of apparaten, is het de rol van de monteur of operator, of is het de cultuur van je organisatie die moet veranderen?’ Het brengt Nijssen ertoe om de bijeenkomst af te sluiten met een pitch voor nauwere samenwerking tussen zijn onderzoeksgroep en bedrijven, in de vorm van projecten die stagiairs en afstudeerders of zelfs promovendi op locatie uitvoe-

ren. Financieringsbronnen zijn er voldoende, maar van de bedrijven wordt ook een bijdrage verwacht, financieel en in kind. ‘Onze droom is het om een kenniscentrum op te zetten en samen de servitization-reis van bedrijven te onderzoeken. Hoe vinden ze de geschikte businessmodellen, hoe moeten ze hun organisatie erop inrichten, hun servicemenu opstellen, hun verkopers trainen in het verkopen van services en niet producten, en hoe kunnen ze de risicoperceptie en de scepsis bij klanten onder controle houden?’ Zo is ook de dienstverlening van universiteiten aan evolutie onderhevig. Nijssen roept geïnteresseerden op om zich te melden. www.lely.com www.item-eindhoven.nl

TU/e-hoogleraar Ed Nijssen: ‘Waar moet je als bedrijf op focussen als je je serviceaanbod wilt optimaliseren? Zijn dat de data uit de machines of apparaten, is het de rol van de monteur of operator, of is het de cultuur van je organisatie die moet veranderen?’

februari 2018

67


VDL ETG HEEFT O.A. VACATURES VOOR: SYSTEM ARCHITECT PROJECT MANAGER MECHANICAL ENGINEER

Houd jij van technische uitdagingen? Ontwikkelen en produceren op het randje van het maakbare? Dan past VDL ETG perfect bij jou. Met zo’n 2.000 collega’s werken we wereldwijd aan complexe en innovatieve mechatronische systemen voor hightech productieapparatuur voor de verdere ontwikkeling van computerchips, het bestrijden van ziekten, het onderzoeken van het heelal en het begrijpen van details in cellen en moleculen.

SOFTWARE ENGINEER MANUFACTURING ENGINEER PROGRAM MANAGER QUALITY ENGINEER

www.werkenbijvdl.nl recruitment@vdletg.com

Werken bij VDL ETG betekent veel vrijheid en diversiteit. Diversiteit in projecten en klanten, vrijheid door de grote mate van verantwoordelijkheid die je krijgt binnen je functie. Je werkt met de nieuwste technieken binnen je vakgebied om producten en productieprocessen continue te verbeteren. De combinatie van engineering en hightech productiefaciliteiten onder één dak maakt VDL ETG een unieke werkgever met veel doorgroeimogelijkheden in binnen- en buitenland.

VDL Enabling Technologies Group bv De Schakel 22 • 5651 GH Eindhoven T +31 (0)40 263 86 66 • info@vdletg.com • www.vdletg.com


SAMENWERKEN

LINK-PUBLICATIE EN HANDELSMISSIE BRENGEN LIONIX EN TECHNOBIS OM TAFEL

VERONDERSTELDE CONCURRENTEN BLIJKEN PARTNERS Oppervlakkig gezien leken Technobis en Lionix met hetzelfde bezig, beide gesteund met overheidsgeld. Een publicatie eind vorig jaar in Link Magazine hierover leidde tot enige spanning in de kleine wereld van de geïntegreerde fotonica. Totdat de twee ceo’s, Pim Kat en Hans van den Vlekkert, elkaar, toevallig of niet, tegenkwamen tijdens een handelsmissie naar Taipei. En toen bleek er veel meer complementariteit dan gedacht. Medio januari ontving Technobis in Alkmaar een vierkoppige Lionixdelegatie om de samenwerkingsmogelijkheden verder uit te pluizen. DOOR MARTIN VAN ZAALEN

fgelopen najaar maakte Lionix International in Enschede bekend te starten met het ontwikkelen en bouwen van een foundry voor het packagen en assembleren van alle typen fotonische chips (pics, photonic integrated circuits). Onder de noemer van de nieuw gevestigde onderneming Phix moet die activiteit uitgroeien tot een business met een omzet van meer dan 1 miljard euro in 2025. Aan de andere kant van Nederland, in het Noord-Hollandse Alkmaar, is Technobis al enige jaren bezig met het ontwikkelen en bouwen van een dergelijke foundry voor pics. Twee initiatieven, gesteund met publiek geld. Technobis-directeur Pim Kat sprak in Link Magazine dan ook zijn verbazing

A

De wereldmarkt voor fotonische chips is booming en op die markt is zeker ruimte voor hun twee ondernemingen, erkennen Pim Kat (links) en Hans van den Vlekkert: ‘Ja, er is ook overlap, maar die heb je nodig om goed met elkaar te kunnen praten.’ Foto’s: Com-magz

uit over de activiteiten in Enschede. ‘Een verkwisting van belastinggeld en ik krijg daardoor mijn foundry minder makkelijk rendabel.’

VOLUMEVERSCHILLEN Zo ontstond tussen beide ondernemingen een spanningsveld. Toen beider directeuren elkaar in november troffen in het Taiwanese Taipei, als deelnemer aan een handelsmissie van EZ, draaiden ze niet om elkaar heen, maar gingen het gesprek aan. Met genoeg tijd voor het wederzijds aanbrengen van de nodige nuances bleek dat wat

van een afstandje hetzelfde lijkt toch behoorlijk verschillend kan zijn. Kat: ‘Wij zetten onze foundry op voor onze fiber optic sensing in de high-end low-volume-markt, voor toepassingen van onderzoekscentra, medische systemen en de luchtvaart, en we stellen de foundry open voor bedrijven die experimentele en kleine series pics laten produceren voor diverse toepassingen. Terwijl Lionix juist wil focussen op het packagen en assembleren van de grote volumes voor onder meer de smartLEES VERDER OP PAGINA 71

FOTONICA INNOVATIEMISSIE: MET LEADS TERUG In november 2017 organiseerde de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en Netherlands Trade & Investment Office van Taipei de Fotonica Innovatiemissie naar Taipei in Taiwan. Met als doel Nederland te promoten als de place to be voor fotonica. Het programma bestond uit bedrijfsbezoeken, netwerkactiviteiten, workshops en matchmaking voor twee parallelle missies: een missie met de focus op integrated photonics en technologische samenwerking, en een missie met de focus op fiber optic sensing en applicaties. Deelnemers waren onder anderen Hans van den

Vlekkert van Lionix en Pim Kat van Technobis. Beide heren is in Taipei nog eens bevestigd dat integrated photonics en fiber optic sensing snel groeiende markten zijn. Kat ontwikkelt en bouwt zijn fotonische sensoren nog voor de laagvolume markten, maar concludeert nu dat er ook volop belangstelling is uit de hoek van de security. ‘Door nieuwe technieken zijn onze sensorsystemen al tegen een prijs van een paar duizend euro te produceren. Ze worden dan ook voor dergelijke massamarkten interessant.’ De foundry die Technobis momenteel voor packaging en assemblage operationeel heeft,

bevat nog veel handwerk en is alleen geschikt voor de enkelstuks of de heel kleine series. Kat gaat dan ook investeren in meer automatisering om de stap naar hogere volumes te kunnen maken. Ook Van den Vlekkert is met concrete leads teruggekomen uit het Verre Oosten en constateert: ‘Fotonica wordt booming, dat staat vast. En de Nederlandse industrie kan daarvan volop profiteren, mits bedrijven en overheden goed samenwerken en volop blijven investeren.’ www.technobis.com

februari 2018

69


Uit voorraad leverbaar:

Ø 32 tot Ø 125 slag 10 tot 1500 mm

Afwijkende maten:

Klaar terwijl u wacht 0

Geef de cilindermaten door

minuten

Productie start direct

www.metalwork.nl Metal Work Nederland B.V. Voltastraat 9, 6716 AJ EDE Tel. + 31 (0)318-665 111 E-mail: metalwork@metalwork.nl Metal Work België - Belgique Mechelsesteenweg 277, B-1800 VILVOORDE Tel. + 32 (0) 2-751 6120 E-mail: metalwork@metalworkpneumatic.be 70

februari 2018

20

minuten

Dezelfde dag afhalen of geleverd


BOOMING MARKT

VERVOLG VAN PAGINA 69

phone-markt. En Lionix is bedreven in het assembleren van een combinatie van verschillende pics, van verschillende materialen, een kwaliteit die wij van hen zouden kunnen afnemen.’ ‘En waar wij’, vult Lionix-ceo Hans van den Vlekkert aan, ‘ons concentreren op de ontwikkeling en productie van zowel fotonische als MEMS (micro-elektromechanische systemen, red.)chips, legt Technobis zich toe op het ontwikkelen en produceren van complete meetsystemen. Wij ontdekten dat we samen in dezelfde keten zitten, wij als toe-leveranciers van MEMS-chips aan Bronkhorst bestemd voor de flowmeters die dat bedrijf op de markt brengt. Technobis benut vervolgens die flowmeter voor een compleet meetsysteem dat ze produceren.’

BUNDELEN VAN EXPERTISE Na de dagen in Taipei concluderen de twee directeuren dat er zeker wel wat raakvlakken zijn tussen hun activiteiten, maar nog meer complementariteit. ’Nee, wij zullen niet samen naar een klant gaan’, geeft Van den Vlekkert aan, ‘maar ik kan me wel voorstellen dat de één de ander bij een klantvraag betrekt als hij er zelf niet uitkomt. We bundelen dan onze expertises in het belang van de klant en kunnen zo samen nieuwe markten ontsluiten.’ ‘Wij weten’, illustreert Kat, ‘alles van het toepassen van pics in meetsystemen, maar minder van de specifieke lichtbronnen die je voor die systemen ook nodig hebt, waar nu juist weer de kracht van Lionix ligt.’

De wereldmarkt voor fotonische chips is booming, zo kregen beide heren ook tijdens de reis naar Taiwan nog eens bevestigd, en op die markt is zeker ruimte voor de twee Nederlandse ondernemingen. ‘Ja, er is ook overlap, maar die heb je nodig om goed met elkaar te kunnen praten. En samen Pim Kat van Technobis bij de ingang van zijn foundry voor fiber optic sensing. kunnen we ook een sterkere impuls geven aan het academische onderzoek dat de MET VIER MAN Nederlandse fotonica nodig heeft om op de lanKat en Van den Vlekkert bevestigen: ze kenden gere termijn op topniveau te blijven. elkaar al langer. De wereld van integrated photoNiet voor niets behoren onze twee mkb-bedrijnics is zeer specialistisch en dus klein, en daarom ven tot de top-5 financiers van de fotonica-prohebben ze elkaar al vaker ontmoet op conferengramma’s van het TTW-domein ties en wat dies meer zij. Maar dat was steeds een (Toegepaste en Technische Wetenschappen, red.) oppervlakkig contact. Kat: ‘Zonder de publicatie van NWO, naast bedrijven als ASML en Philips’, in Link waren we waarschijnlijk nog veel langer melden de ceo’s met trots. Evenzeer maken beide om elkaar heen blijven draaien. Nu kunnen we ondernemers zich sterk voor het Photonics gaan samenwerken.’ ‘Juist in dat kader zijn wij Integrated Technology Center (PITC) dat hier vandaag met vier man naar Noord-Holland – onder leiding van de Eindhovense hoogleraar gekomen’, aldus Van den Vlekkert. Ton Backx – met toegepast academisch onderzoek het bedrijfsleven (verenigd in PhotonDelta) www.lionix-international.com moet helpen verder te innoveren. www.technobis.com

THE INTEGRATOR.

LINKING INDUSTRY AND INNOVATION. VSE houdt het overzicht en houdt het simpel. Voor u! ALS HET GAAT OM: Motion control

Industriële automatisering

Hygiënisch ontwerp

Robot-integratie

Vision & Sound applicaties

Service & onderhoud

www.vse.nl

februari 2018

71


REISVERSLAG

IMPLEMENTATIE NIEUWE ERP-SYSTEEM ZET GROEIEND, AMBITIEUS AAE MAANDEN IN ‘SPAGAAT’

‘COMMITMENT VAN HET MANAGEMENT IS CRUCIAAL’ AAE groeit mee met haar bestaande en nieuwe klanten, wat leidt tot een vijf keer hogere omzet binnen vijf tot tien jaar. Dat vereist een forse capaciteitsverhoging en flexibilisering en daarmee ingrijpende digitalisering van de Helmondse onderneming. Een cruciale stap: vorig voorjaar is samen met Isah de implementatie van een compleet nieuw ERPsysteem gestart. Wat een ‘veredelde typemachine’ was, moet een smart resourcesplanningsysteem worden. Een complex traject van 2,5 jaar dat, gezien de groeiende orderstroom die op de winnaar van de Best Knowledge Award (DISCA’17) afkomt, veel

• ‘Met dit nieuwe ERP-systeem halen we het saaie werk van de werkvloer.’ • ‘Met wat we nu en de komende twee jaar implementeren wordt AAE een Industrie 4.0-koploper.’ • ‘Mensen moeten uit hun silo komen en integraal gaan denken en dat heeft nog wel training nodig.’

standvastigheid vraagt. Deel 1 van een drieluik.

DOOR MARTIN VAN ZAALEN

A

ls Frank Mulders de afgelopen maanden langs de ‘war room’ kwam, moest hij zich inhouden, zeker als er net weer een grote klantorder was binnengekomen. ‘Om niet de deur open te trekken en iedereen die daar met de ERP-implementatie bezig was snel aan het werk te zetten voor de leveringen. Onze keuze voor een nieuw ERP-systeem heeft ons maanden in een spagaat gezet’, duidt de managing director van AAE Groep het plastisch. Maar hij beheerste zichzelf. Immers, Mulders zette vorig jaar april niet voor niets zijn handtekening onder een opdracht aan Isah Business Software voor de implementatie van een compleet nieuw ERPsysteem. Paul van Abeelen, directeur van Isah, onderstreept: ‘Wij moeten natuurlijk passen in het plaatje van de klant. Maar andersom is voor mij een keiharde voorwaarde dat het management het echt wil en daarnaar acteert door geld en tijd te investeren. Na het zetten van de handtekening eens per jaar informeren hoe het ermee staat en verder alleen maar oog hebben voor de business, dat volstaat niet. Het commitment van het management is cruciaal voor het slagen van de implementatie.’

GROEIAMBITIE Dat Mulders en consorten zich willens en wetens in die spagaathouding begeven hebben, heeft alles te maken met de groeiambitie van de Helmondse machinebouwer en systeemleverancier: van 40 miljoen euro omzet en 250 medewerkers nu wil het bedrijf naar 200 miljoen euro omzet en 600 medewerkers binnen vijf tot tien jaar. ‘We willen een digitaal volstrekt secure bedrijf, een productievloer die volledig klaar is voor Industrie 4.0, zero-uitval – op het niveau van de aerospace –, volledige design for testing en een versterking van de sales. Al die doelen kunnen we alleen bereiken door ons ERP-systeem compleet te updaten.’ Het systeem waarover AAE sinds vijftien jaar beschikt is ook van Isah, maar inmiddels

72

februari 2018

behoorlijk verouderd, vertelt implementatiebegeleider Guido Bollen, een externe bedrijfsadviseur met een logistiek verleden bij bedrijven als ASML, Fokker en Océ: ‘Wat we hier hadden, was niet veel meer dan een veredelde typemachine. Een logistiek registratiesysteem, of beter, twee van die systemen: één voor de pijler Production Automation (waaronder oem’er Grauel) en één voor High Precision Ultra Pure Assemblies. Inkopers die werken voor beide takken van sport, moesten dus bijvoorbeeld voortdurend de voorraad checken en orders registreren in twee verschillende databases. Om vast te leggen waar een artikel was, of het gereed was of niet, of het al was ingekocht. Met alle kansen op fouten van dien.’

NAAR EEN SLIM SYSTEEM Daarbij was het ook nog eens, aldus Mulders, een ‘niet-slim systeem’. ‘Series zijn hier weliswaar meestal klein, desalniettemin hebben we veel herhaalorders. Er ging heel veel tijd zitten in het steeds opnieuw invoeren van dezelfde gegevens. Wij willen toe naar één ERP-systeem dat ons het herhalingswerk uit handen neemt.’ ‘En dat bijvoorbeeld ook’, vult Bollen aan, ‘niet steeds één

de meest actuele informatie beschikt, waarin ook die wijziging van de klant van een half uur geleden is verwerkt.’

WEER ISAH? Toen het denken over een nieuw ERP-systeem eind 2016, begin 2017 startte, kwam al gauw de vraag op tafel of dat er opnieuw één van Isah moest zijn. ‘Eerlijk gezegd’, verwoordt Mulders, ‘hadden we enige argwaan: was de Isah-programmatuur niet te veel ingericht op de behoefte van alleen projectgeoriënteerde bedrijven?’ Dat bleek een misverstand, ontstaan doordat veel medewerkers, ook al hadden ze intussen vijftien jaar ervaring met het pakket, nog lang niet alle ins en outs ervan kenden. Wat pleitte voor het pakket was natuurlijk dat er zo veel gebruikerservaring mee is opgedaan en dat het – ‘heel belangrijk’ – geschikt is voor de ‘multicompany’ die AAE is, met verschillende bedrijven en vestigingen. ‘En we constateerden’, aldus Koen Pijnenburg, zoon van de in 2016 overleden dga William Pijnenburg en door Mulders benoemd tot voorzitter van de werkgroep die de implementatie trekt, ‘dat inmiddels de modernste tools beschikbaar waren.’ Zoals de Material Resources Plannings-

‘De stuurgroep, waarin ook ik zit, was te passief. Ondanks alle goede voornemens’

stuks bestelt van een artikel, maar tien in één keer als het heeft berekend dat dat goedkoper is. Een systeem dat aan de hand van inkomende orders en aanvragen kan zien dat het volgende maand heel druk wordt en daarop anticipeert bij het plannen van het werk van de komende week. En we willen naar een systeem dat ervoor zorgt dat er niets meer op papier hoeft te worden vastgelegd, zodat iedereen real time voortdurend over

tool waarmee slim voorraad beheerd en in het vooruit geproduceerd kan worden. En ook het Shop Floor Control-systeem dat onder andere bijhoudt welke bewerkingen hoe en hoe snel zijn gedaan en de operator door de vervolgstappen geleidt. ‘Op een slimme manier: als bepaalde bewerkingen niet zijn uitgevoerd kan de operator niet verder.’ Mulders: ‘Nu moet die nog veel Excel-lijstjes checken. Met dit systeem halen we


gen van het ‘ERP-fundament’. Daartoe is intussen de nieuwste versie van het Isah-pakket geïnstalleerd. Met uitsluitend de standaardfunctionaliteiten. Het pakket bevat geen maatwerk. Waar nodig is niet de software maar de manier van werken aangepast, maakt Pijnenburg duidelijk. ‘Ooit hebben we hier een digitaal formulier – een customized rapport – geprogrammeerd om bepaalde leverings- of projectinformatie vast te leggen. Zoiets blijkt ook, op een net wat andere manier, in het nieuwste standaardpakket te zitten.’ ‘Veel mensen’, voegt Van Abeelen toe, ‘werken al jaren met ons pakket, maar kennen nog lang niet alle mogelijkheden. Omdat ze nooit geweten hebben wat erin zat, is er zelf wat gemaakt. De keuze van de klant om uitsluitend met onze standaardprogrammatuur te werken is belangrijk, willen we een implementatietraject aangaan. En dat geldt ook voor de bereidheid mensen voor training vrij te maken.’ Training die Isah gratis aanbiedt.

LEERPUNTEN

Van links naar rechts: Frank Mulders, Guido Bollen, Koen Pijnenburg en Paul van Abeelen. Op de achtergrond de ‘war room’. Mulders: 'We kunnen onze groei alleen bereiken door ons ERP-systeem compleet te updaten.' Foto: Bart van Overbeeke

het saaie werk van de werkvloer. De medewerker kan hiermee veel pro-actiever en leuker werken.’

STRATEGISCH PARTNERSHIP ‘De keuze voor Isah’, vervolgt Pijnenburg, ‘is ook ingegeven door het feit dat het, net als AAE, een Brabants bedrijf is dat de taal van de industrie en AAE spreekt. En dat qua grootte goed bij ons past. Bij SAP zouden we een kleine klant zijn geweest, terwijl Isah groot genoeg is om een implementatie van deze omvang goed aan te kunnen.’ Ten slotte weegt zwaar mee dat de Tilburgse onderneming op termijn de strategisch partner kan worden die, met AAE in de rol van launching customer, compleet nieuwe ERP-toepassingen ontwikkelt. Applicaties die AAE wil inzetten in de smart factory die het voor ogen

heeft. Tegen de achtergrond van die ambitie moet ook het recente bezoek van vier AAE-mensen aan Japan worden gezien. Onder andere op de ‘dreamsites’ van Okuma ontdekten zij nieuwe, intelligente IoT-technologie ‘waarvan we het bestaan niet wisten’, verwoordt Mulders. Op dat strategisch niveau waarin samen ontwikkeld wordt, zit de samenwerking nu nog niet, benadrukt Van Abeelen: ‘Met wat we nu en de komende twee jaar implementeren wordt AAE een Industrie-4.0-koploper, maar daarvoor hoeven wij geen nieuwe tools te ontwikkelen. Alles wat wij AAE leveren, zit al standaard in ons pakket.’

Juist in het opleiden is de afgelopen maanden, als onderdeel van het fundament leggen, volop geïnvesteerd. Tien key users – één van elke afdeling – ondergingen een grondige training om straks voor hun directe collega’s de vraagbaak te kunnen zijn. Voorts hebben zo’n honderd man – de end users - de basistraining gevolgd. Dat is bewust gepland kort voor het live gaan. Waarmee stap 1 van de implementatie is voltooid. Gevraagd naar de leerpunten tijdens die eerste ronde schuwt Mulders zelfkritiek niet. ‘De stuurgroep, waarin ook ik zit, was te passief. Ondanks alle goede voornemens heerste er toch te veel het idee dat ERP het probleem was van anderen, van de werkgroep.’ Pijnenburg, die de werkgroep trekt, kleurt verder in: ‘Het zat ’m in de houding. Sommigen zaten tijdens het stuurgroepoverleg te mailen en waren dan even later niet op de hoogte van gemaakte afspraken. Dat is nu verbeterd.’ In zijn werkgroep blijkt het voor de leden soms heel lastig de verantwoordelijkheid te nemen om een knoop door te hakken over zaken die de eigen afdeling aangaan. ‘Dan heb je veel discussie zonder resultaat.’ Implementatiebegeleider Guido Bollen vult aan: ‘Het kost nog vaak veel moeite de engineer te betrekken bij zaken die direct de inkoop of de verkoop aangaan en andersom. Mensen moeten uit hun silo komen en integraal gaan denken. Dat heeft nog wel training nodig en discussie in de stuur- en werkgroep.’

STAP 2 Met het live gaan medio december is, na dertig weken, stap 2 van het implementatietraject van 2,5 jaar gestart. Er volgen nog vele maanden waarin stap voor stap tools als Shop Floor Control en Material Resources Planning worden ingevoerd. Maanden ook waarin de ‘spagaat’ dagelijks voelbaar zal zijn... Dit is deel 1 van een drieluik over de ERP-implementatie door Isah bij AAE. De volgende aflevering volgt in het najaar.

GEEN MAATWERK Dat brengt het gesprek op de activiteiten die de afgelopen maanden zijn uitgevoerd voor het leg-

www.aaebv.com www.isah.com

februari 2018

73


ADVERTORIAL

BOZ GROUP INVESTEERT IN SLIMME LOGISTIEK

LEREN VAN AMADA TOT AMAZON Voor de fabriek van de toekomst, de ‘smart factory’, is logistiek een van de doorslaggevende succesfactoren. Vanuit die overtuiging is directeur Corné van Opdorp voor de BOZ Group, tier-1 toeleverancier van precisieplaatwerk, continu op zoek naar slimme logistieke oplossingen. Inspiratie vindt hij in diverse sectoren, bij online retailers als Amazon maar ook via machinebouwers als Trumpf en Amada. Robots en andere (autonome) systemen gaan, in samenspel met de medewerkers, die logistiek van de toekomst vormgeven. De BOZ Group in Bergen op Zoom is, met meer dan 100 medewerkers, gespecialiseerd in ontwikkeling & engineering, plaatbewerking, poedercoaten en assemblage, inclusief laserlassen. Het bedrijf levert plaatdelen, lichte constructies, modules en compleet geassembleerde machines en apparaten aan onder meer de voedingsmiddelen-, agro-, elektrotechnische, medische en farmaceutische industrie en de machine- en apparatenbouw. De BOZ Group bouwt gestaag aan haar ‘smart factory’, door te investeren in digitalisering, nieuwe machines, slimmere processen en goed opgeleide medewerkers. Veel energie wordt gestoken in het ontwikkelen van oplossingen voor een slimme logistiek.

INTERNE LOGISTIEK Toenemende complexiteit is voor Corné van Opdorp de allesoverheersende trend in de maakindustrie: producten worden steeds complexer, evenals het hele eisenpakket eromheen. Naast kosten en kwaliteit (zero defect) is logistiek daarin een belangrijke en bepalende factor. Klanten beschouwen die logistiek echter vooral als een kostenpost, stelt Van Opdorp: liefst willen ze daar niet voor betalen. Dat geldt zeker voor de interne logistiek bij toeleveranciers, zoals het transport van materialen en halffabrikaten van het ene bewerkingsstation naar het andere. Reden voor de BOZ Group om de interne logistiek verder te professionaliseren, bijvoorbeeld door materiaalstromen in kaart te brengen en de mogelijkheden voor efficiëntere oplossingen te onderzoeken. Zo is de groep al een eind op streek met traceability met behulp van RFID-tags (radio-frequency identification) op producten. ‘Als je weet waar die zich bevinden, kun je het zoeken elimineren en stappen zetten in het nog betrouwbaarder maken van je planning.’

AGV’S Een belangrijke rol ziet Van Opdorp – onder meer geïnspireerd door video’s die laten zien hoe online retailer Amazon in zijn gigantische magazijnen opereert – weggelegd voor AGV’s (automatisch geleide voertuigen). Gekoppeld aan het ERP-systeem kunnen die AGV’s de logistiek verder automatiseren. ‘Medewerkers halen de spullen niet op, het komt allemaal naar hen toe met AGV’s. Zo kunnen we de productiviteit van onze huidige mensen verder verhogen. Ik geloof erin dat de aanpak van bedrijven als Amazon ook naar onze industrie komt. Waarbij ik natuurlijk in het achterhoofd heb dat logistiek ook interactie tussen mensen oplevert en dat we die interactie in een of andere vorm moeten behouden voor het werkplezier van onze medewerkers.’

Corné van Opdorp, directeur van de BOZ Group: ‘We doen er alles aan om zoveel mogelijk waste bij de klant weg te snijden.’

waardoor de klanten met een goed geplaatste RFID-antenne eenvoudig kunnen uitlezen wat er allemaal binnenkomt.’ Uiteraard bundelt de BOZ Group zijn producten desgewenst in kits, zodat ze bij de klant rechtstreeks op de vloer kunnen worden aangeleverd in het ritme van de productie. ‘We doen er alles aan om zoveel mogelijk waste bij de klant weg te snijden.’

COLLABORATIVE ROBOTS Daarnaast hanteert Corné van Opdorp een breder perspectief als voorzitter van GPI (Groep Plaatverwerkende Industrie), onderdeel van branchevereniging NEVAT. Dit voorjaar gaat hij met 23 collega-plaatverwerkers inspiratie opdoen in Japan, onder meer bij klanten van machinebouwer Amada. ‘Eén bedrijf heeft QRM, Quick Response Manufacturing, tot in perfectie doorgevoerd en maakt vooral enkelstuks, c.q. prototypes: ’s morgens besteld, ’s middags geleverd. Ik ben benieuwd hoe zij dat organiseren. Een ander bedrijf dat we bezoeken is bijna helemaal gerobotiseerd. We gaan ook kijken naar de inzet van collaborative robots, cobots, die nu bijvoorbeeld in beeld komen voor het lassen van producten. Door het samenspel van cobot en mens kan het werk op een aangenamere wijze worden gedaan. En bij de groei die we voor de komende jaren voorzien, zijn cobots een oplossing voor de schaarste aan technisch personeel.’ De groei van de BOZ Group blijft vragen om slimme logistieke oplossingen.

WASTE BIJ KLANT WEG In de externe logistiek, richting de klanten, ziet Van Opdorp eveneens mogelijkheden voor verbetering. ‘Wij willen de ontvangende partij helpen om de inkomende stroom van onze producten, van kleine beugels tot grote plaatwerkdelen, sneller te verwerken. Dat doen we met verdere digitalisering, voor een efficiënte informatieverwerking door de klant, maar ook met fysieke oplossingen. Denk aan de labeling van onze producten,

BOZ Group

T +31 (0)164 24 09 10

Bongaertsweg 8

F +31 (0)164 25 29 65

4612 PL Bergen op Zoom

E boz@bozgroup.eu I www.bozgroup.eu


SAMENONDERNEMEN Link Magazine signaleert fusies, allianties en overnames in de industrie. Voor meer informatie: www.linkmagazine.nl

delentransactie, die JAC ruim 900 miljoen euro oplevert en midden dit jaar beslag moet krijgen, gaat

OVERNAMES

volgens een Ampleon-woordvoerder niet met wijzigingen in de strategie en operatie gepaard.

MARITIEME INDUSTRIE

Overname Trident versterkt serviceaanbod Wärtsilä Met de overname van Trident B.V. (Terneuzen) heeft de bouwer van scheepsaandrijfsystemen Wärtsilä haar portfolio van onderwaterservices verder versterkt. Trident legt zich toe op reparatie, revisie en onderhoud van voortstuwingssystemen en scheepsrompen en bedient vanuit haar werkplaatsen in Nederland, Italië en de Canarische Eilanden klanten over de hele

wereld. Een van de specialiteiten is het milieuvriendelijk schoonmaken van rompen. Wärtsilä integreert de Trident-services met die van dochter Eniram, dat de maritieme industrie energiemanagementsystemen levert die het brandstofverbruik en de uitstoot van gassen verminderen. De overnamesom bedraagt 21 miljoen euro. www.wartsila.com

SEMICON

Ampleon krijgt nieuwe Chinese eigenaar JAC Capital, een investeringsmaatschappij van de Chinese overheid, doet haar meerderheidsbelang van 77 procent in Ampleon, de voormalige RF-Power-divisie van NXP Semiconductors, over aan het eveneens Chinese Aurora Optoelectronics. Ampleon (hoofdvestiging in

Nijmegen, wereldwijd meer dan 1.250 medewerkers) ontwikkelt, produceert en levert vermogenstransformatoren voor onder meer telefonie- en rtv-zendmasten, radars, luchtverkeersleidingsystemen en industriële lasers. De aan-

INDUSTRIËLE DIENSTVERLENING

Tradinco Instruments onderdak bij Indutrade Benelux Tradinco Instruments is overgenomen door de technische bedrijvengroep Indutrade Benelux. Tradinco biedt haar wereldwijde klanten geaccrediteerde kalibratiediensten, kalibratiesoftware en klantspecifieke oplossingen en distribueert een breed palet aan kalibratieapparatuur en sensoren van innovatieve internationale marktleiders. Met het zetten van de handtekeningen door Richard Derksen, managing director Tradinco Instruments (rechts op de foto) en Robert Timmer, ceo van Indutrade Benelux, realiseerde Indutrade net voor de jaarwisseling de vierde overname van 2017. De holding Indutrade

Benelux, onderdeel van het Zweedse, beursgenoteerde Indutrade AB, nam vorig jaar ook al Corode, Bönnekamp en Tubeworkx over. Deze bedrijven leveren technische componenten en systemen en verzorgen serviceactiviteiten. De holding biedt ondersteuning op het gebied van industriële knowhow, financiën, ontwikkeling en management. www.indutradebenelux.com

Brilliance in engineering

BKL is een kwalitatief hoogwaardige onderneming dat specialistische machines (o.a. hijs- en hefgereedschappen en testequipment) ontwikkelt voor gerenommeerde OEM-ers in diverse sectoren. Dankzij de combinatie van uitstekende productiefaciliteiten en de ervaring en creativiteit van vijftig professionals bouwen we deze specialistische machines zelf. Onze kennis excelleert in:

EXPERTS IN SAFETY

› Engineering

› Inspection

› Production

› Services

EXPERTS IN SAFETY BKL inspecteert en keurt “tooling’. Daarnaast ontwikkelt en levert het bedrijf uitgekiende hijs- en hefwerktuigen (IIA verklaring, CE) en assembleert deze op locatie in Nuenen.

Collse Heide 1 | 5674 VM Nuenen | The Netherlands T: +31 (0)40 2951444 | info@bkl.nl | www.bkl.nl

HELiOS PDM/PLM-OPLOSSING

HELiOS is de krachtige en efficiënte PDM-oplossing voor al uw artikel-, document- en tekeningbeheer. Multi-CAD interface: HiCAD, SolidWorks, Inventor, AutoCAD, EPLAN Compatibel met Microsoft Office bestandsformaten. ISD Benelux BV Het Zuiderkruis 33 | 5215 MV ‘s Hertogenbosch Tel. +31 73 6153 888 | E-mail: info@isdgroup.nl

Mechatronic and mechanical solutions Inspection maintenance and repair Hoisting - & lifting tools, special machinery

februari 2018

75



SAMENONDERNEMEN (VERVOLG) ALLIANTIES BOUW

Nieuwe mede-eigenaar zet NedZink op groeipad ElvalHalcor heeft door een kapitaalinjectie een belang van vijftig procent verworven in NedZink B.V. in het Brabantse Budel-Dorplein. Het resterende belang is in handen van Koramic. NedZink (150 medewerkers) produceert dak- en gevelsystemen van gewalst titaanzink voor de bouw. Binnen de joint

venture krijgt NedZink een onafhankelijke status en behoudt het zijn Nederlandse management. Er wordt twintig miljoen euro geïnvesteerd in vergroting van de productiecapaciteit, wat tevens meer banen zal opleveren. www.nedzink.com

R&D

Samenwerkingsproject voor autonome, mobiele industrierobot

V

Een mobiele industrierobot die adequaat reageert op onverwachte situaties. Daaraan is in de hightech industrie behoefte en daarop richt zich het onderzoeksproject dat het High Tech Systems Center van de TU Eindhoven samen met vijf bedrijven is begonnen. In het project ‘Fast new frontiers in auto-

nomous systems technology’ ontwikkelen ze een robot die in veranderende situaties zelf de juiste beslissingen kan nemen en continu ‘bijleert’ via het internet of things of van mensen. Zo’n robot kan in industriële omgevingen de flexibiliteit en efficiëntie verhogen – en de robot kan veilig, zonder afschei-

ding, met mensen samenwerken. Deelnemende bedrijven zijn Vanderlande, Lely, Rademaker, Diversey (professionele schoonmaak) en Exrobotics (onderdeel van Improvia); meer bedrijven zijn welkom. De deelnemers brengen kennis van diverse sectoren in. De grote kennis en ervaring die het High Tech Systems Center van de

TU/e opgebouwd heeft van autonome voetbal- en zorgrobots in achterliggende jaren, kan het project een kickstart geven. De partijen stoppen samen anderhalf miljoen euro in het project. Verder is er TKI-geld beschikbaar. Het project heeft een looptijd van vier jaar. www.tue.nl

INDUSTRIËLE DIENSTVERLENING

Smezo versterkt netwerk BT-Brammer Smezo Handelsonderneming is opgenomen in het netwerk van Biesheuvel Techniek en Brammer (BT Brammer). Smezo levert vanuit haar vestigingen in Heerlen en Roermond technische artikelen en gereedschappen aan de industrie, de overheid en de bouw- en onderhoudssector in Limburg en de Euregio. Het in 1933 opgerichte bedrijf kent een historie van gestage

groei; in 2017 werd ruim tien miljoen euro omgezet. BT Brammer heeft al drie vestigingen in Limburg: in Elsloo, Maastricht en Roermond. Met Smezo erbij kan het distributeursnetwerk klanten een versterkt partnerschap aanbieden. www.biesheuveltechniek.nl www.brammer.nl

www.vanegmond.nl/ecommerce Elektrogroothandel Industriële Automatisering Kenniscentrum

Bespaar op inkoopkosten met onze oplossingen op maat! A Sonepar Company

februari 2018

77


Workflow

Product Structure

Process Integration Codes & Standards

Project Management Design Methods

IT Infrastructure

Platform Setup

EPLAN Experience Your Gateway to Greater Efficiency In de praktijk is het niet zo eenvoudig om engineeringsprocessen te verbeteren. Met een stapsgewijs concept kunt u de engineeringsefficiĂŤntie en ontwerpoptimalisatie verhogen. Met elk afzonderlijke, praktische stap maakt u uw engineering efficiĂŤnter. Kortom, een innovatief concept helpt u om uw processen meer te standaardiseren en optimaliseren. Profiteer van de klantervaringen van de afgelopen jaren op het gebied van engineering! Voor meer informatie kunt u kijken op www.eplan.nl


UIT DE MARKT ONLINE PLAATWERK365 DRIJFT GROEI SUPLACON Metaalbewerkingsbedrijf Suplacon in Emmeloord heeft zijn online portal Plaatwerk365 verder uitgebreid. Kon je er aanvankelijk alleen snijwerk op bestellen, en wat later tevens handvriendelijk afwerken en zetwerk, vanaf volgende maand komen ook verspanende bewerkingen daarbij. ‘Denk daarbij aan draadtappen en gaten verzinken op staal, aluminium en rvs-producten’, zegt commercieel directeur Yvo Otten. Plaatwerk365 legt Suplacon geen windeieren. ‘De omzet in dit afzetkanaal verdubbelt jaar na jaar.’ Vooral het gemak van aanvragen en bestellen en de snelle beschikbaarheid (‘binnen minuten’) van de prijs en de beschikbare levertijd voor de bestelling triggeren steeds meer klanten om van het portal gebruik te maken. ‘Bestaande klanten en ook menig nieuwe’, bezweert Otten. ‘Als Suplacon zitten we al veertig jaar in plaatbewerking. Mensen kennen ons van onze vertrouwde kwaliteit. Dat verlaagt de drempel om Plaatwerk365 te gebruiken. Daar komt bij dat we goede support geven: moet bijvoorbeeld een tekening worden aangepast dan helpen we de klant daarbij. Dat alles levert hem winst op – in doorlooptijd en in werkuren

op zijn inkoop.’ Suplacon levert aan verschillende klantgroepen. ‘Oem’ers willen een compleet product, inclusief oppervlaktebehandeling en het laswerk. De stand van de techniek is nog niet zo ver dat we dat kunnen automatiseren, maar dat is, denken wij, een kwestie van tijd.’ Verder heb je de lasconstructiebedrijven. ‘Die doen zelf het laswerk en de verdere bewerking, maar snij- en zetwerk Suplacon investeert veel in een prettige werkomgeving. Foto: Suplacon kopen ze in. Die bedrijven, waarmee we vaak al jarenlang ook in online communicatie.’ Wanhebben we een moderne, lichte en een fijne relatie hebben, willen we neer die ESEF-deelname geslaagd is? nette werkomgeving gecreëerd met graag als klant behouden. Door het zo min mogelijk ‘ruis’, een uitgekien- ‘Als bestaande klanten zeggen: Suplaonline portal op te zetten kunnen con biedt ons nog meer dan ze al de flow en alles overzichtelijk.’ Het we hen beter bedienen. doen. En ze hun positieve ervaring resultaat mag er zijn: veel glas (binEenmaal draaiend, hebben we het delen met anderen – zodat we nieunenkomend daglicht), een hoog plaook voor andere geïnteresseerden we gebruikers aan het portal kunnen fond (prettig, ruimtelijk) en een glaopengesteld. Onder meer dankzij toevoegen.’ Want digitaal bestellen is zen wand tussen productie en mond-tot-mond-reclame ook veel volgens hem hoe dan ook de toekantoor (‘we maken het samen’). En nieuwe klanten. Dus het levert ook komst. ‘Naar mijn overtuiging gaan ook qua duurzaamheid state-of-theautonome groei op.’ steeds meer processtappen gedigitaliart: bronverwarming (geen gas De Suplacon-omzet groeit al twee seerd worden. Komen er portals die meer), hoogste isolatiewaarden (ook jaar op rij zo’n tien procent. Door de bestaande productiehallen werden ook die diensten aanbieden dan gaan forse investeringen – in het online op dit punt verbeterd) en led-verlich- bedrijven daar hun processen op portal én op andere vlakken – denkt inregelen – en er bij hun leveranciers ting in het hele bedrijf. Yvo Otten: men dat tempo de komende jaren ‘Investeringen die we hebben gedaan van business software (ERP, CAD/ vast te houden. Zo werd CAM, red.) op aandringen dit te in het rotsvaste vertrouwen dat het vorig jaar een extra producondersteunen. Door die wisselmet de kwaliteit van onze producten tiehal bijgebouwd en het werking zullen geautomatiseerde en dienstverlening goed zit.’ kantoor vernieuwd. Otten: bestelsystemen steeds meer in zwang Suplacon bemant volgende maand ‘Vandaag de dag moet je een een stand op de ESEF, de vakbeurs raken.’ aantrekkelijke werkgever voor toeleveren, uitbesteden, prozijn om nog personeel te De ESEF is 20 tot en met 23 maart ductontwikkeling en engineering, in kunnen aantrekken. De in Jaarbeurs Utrecht. Plaatwerk365 Utrecht. ‘Daar ligt’, aldus commerjeugd kijkt niet alleen naar is te vinden op locatie 01.B105. cieel directeur Otten, ‘de focus op werkinhoud, maar ook naar ons portal Plaatwerk365 – om te aspecten als uitstraling en www.plaatwerk365.nl benadrukken dat we niet alleen in werkomgeving. Daarom www.suplacon.com productie stevig innoveren, maar

februari 2018

79


SMARTGELEVERD GEINVESTEERD

Link Magazine bericht over de levering van of de investering in smart technologie en de toegevoegde waarde daarvan voor de gebruiker. Voor meer informatie: www.linkmagazine.nl

MACHINEBOUW

PRODUCTIE-INNOVATIE

Miljoenorder van Bosch voor AAE

Flanders Make geeft gas in productie-innovatie

AAE gaat een reeks machines ontwikkelen, bouwen en installeren voor Bosch-dochter Bosch Transmission Technology. Volgens het Eindhovens Dagblad gaat het om een miljoenenorder. De machines produceren de duwbanden van cvt’s, continu variabele transmissiesystemen. De cvt komt voort uit het schakelloze versnellingssysteem dat de vroegere personenautobouwer

DAF destijds heeft ontworpen. Voor Bosch’ nieuwste duwband, die lichter, compacter en zuiniger is dan de momenteel gangbare, gaat de hightech toeleverancier uit Helmond een nieuwe productiemethodiek ontwikkelen en maken. De machines zijn bestemd voor de Boschfabrieken in Tilburg en Vietnam. www.aaebv.com

Onderzoeksinstituut Flanders Make, aanjager van Industrie 4.0/Smart Industry bij onze zuiderburen, gaat in West-Vlaanderen een vestiging bouwen die zich specifiek toelegt op productie-innovatie. De Vlaamse regering betaalt daar 15 miljoen euro aan mee. Deze dotatie staat los van het convenant dat beide partijen voor de periode 2018-2022 hebben afgesproken. In het kader daarvan

kan Flanders Make rekenen op een jaarlijkse bijdrage van 18,4 miljoen euro. Productie-innovatie is voor veel maakbedrijven in Vlaanderen een cruciale factor om zich te versterken en blijvend te verankeren. De plaats waar de nieuwe vestiging komt, wordt binnenkort bekendgemaakt. www.flandersmake.be

SCHEEPVAART

PROCESAUTOMATISERING

Padmos bouwt schepen voor Franse rederijen

LoVen Special Products verhuisd naar Oss

Machinefabriek Padmos in Stellendam gaat voor twee Franse werven vier vissersschepen bouwen. Voor rederij Scopale uit Boulogne/ Etaples, waarvoor Padmos eerder drie schepen bouwde, gaat het om twee negentien meter lange vissersschepen. En rederij Apak uit Lorient heeft twee vissersschepen met een lengte van 21,80 meter besteld. De schepen voor Scopale

SLiM

zijn kopieën van de eerder gebouwde Rose de Cascia, Le Marmouset 3 en de nog op te leveren La Trinité. De schepen zijn een doorontwikkeling van de schepen van Scopale. Het casco wordt gebouwd door CSR Rotterdam en is in alle opzichten een stapje groter dan de schepen voor Scopale. www.padmos.nl

LoVen Special Products, producent van beschermende kunststoffen doppen, ‘mouwen’ (sleeves) en specials, is verhuisd van Rosmalen naar Oss. Het bedrijf, in 1995 opgericht door Louis van der Heijden en Klaas van Venrooij, beschikt daar over 3.000 vierkante meter werkvloer (1.800 op de oude locatie). Onder één dak worden daar alle stappen van hun zogenoemde dip moulding

(of dompel-)proces uitgevoerd: matrijzen frezen, grondstoffenbereiding, dompelen en finishing. LoVen (22 medewerkers) heeft de afgelopen jaren flink geïnvesteerd in onder meer een dompel- en een mix-machine, en in verdere procesautomatisering (manufacturing execution system, MES). LoVen groeit vooral in het buitenland, met de automotive-sector als grootste

automa seren in plaatbewerking

WiCAM levert machine-ona ankelijk so ware voor het .SLiM aansturen van plaatbewerkende produc eprocessen dankzij: • 2D & 3D CAD georiënteerde so ware • Logis ek gestuurde auto nes ng • Gebaseerd op een papierloos concept • Geïntegreerd binnen de systemen van uw bedrijf WiCAM biedt maximale gebruiksvriendelijkheid, flexibiliteit en output binnen de moderne wereld van CAD/CAM voor plaatwerk. .SLiM | Sheetmetal Language for intelligent Machines

Uw partner in technische automa sering

80

februari 2018

WiCAM Benelux B.V. T +31 (0)88 021 55 00 E benelux@wicam.com I www.wicam.com


klant. De dompelmethode haalt niet de toleranties van spuitgieten, maar voor veel afschermingen – vooral die voor tijdelijk gebruik –is dat geen bezwaar. Voordelen zijn de tot een

factor tien lagere matrijskosten en aanzienlijk kortere levertijden. Het ontwikkel- en productiebedrijf levert in series van tien tot 1 miljoen stuks. www.loven-sp.com

ICT EN ZORG

Philips participeert in start-up Lindacare De Leuvense start-up Lindacare heeft in een tweede kapitaalronde bij bestaande en nieuwe investeerders in totaal zeven miljoen euro opgehaald. Een van de partijen die fors in de spin-off van de Vlaamse innovatie-instelling Iminds investeert, is Philips. Lindacare heeft een methode ontwikkeld voor het op afstand monitoren van patiënten

met chronische ziekten. Die verbetert de kwaliteit en verlaagt de behandelingskosten. Lindacare gebruikt het geld voor verder onderzoek en voor uitrol van de methode in Europa en Noord-Amerika. Het bedrijf opent ook een kantoor in Connecticut. www.lindacare.com

MEDISCHE TECHNOLOGIE

ASML en IRE ontwikkelen baanbrekende medische isotopenmethode door ASML en het Belgische onderzoeksinstituut IRE hebben elkaar gevonden in het LightHouse Isotopesproject. Doel van hun samenwerking, ondergebracht in LightHouse Isotopes BV, is de ontwikkeling van een nieuwe, niet op kernsplijting

gebaseerde productiemethode voor medische radio-isotopen. In haar onderzoek voor de nieuwe EUVlithografiemachine kwam ASML erachter dat een hoge-energie elektronenversneller ook medische isotopen als molybdeen 99 kan produ-

ceren. Die kortdurende radioactieve stof wordt gebruikt bij het maken van Spect-foto's (Single-Positon Emission Computed Tomography), een driedimensionale diagnostische techniek die onder meer voor kankerpatiënten wordt gebruikt. Die stof wordt momenteel in nucleaire reactoren, zoals die in Petten, gemaakt. Daarbij is verrijkt uranium nodig en

ontstaat veel radioactief afval. Bij de natuurkundig veel eenvoudigere methode van ASML is dat niet het geval. ASML zocht een partner om de baanbrekende methode – eind 2016 werd het LightHouse-project als een Nationaal Icoon geoormerkt – door te ontwikkelen. Dat werd IRE. www.asml.com www.ire.eu

ROBOTICA

‘Nederland moet nú investeren in robotica’ Robotica kán de wereld niet alleen veranderen; robotica gáát de wereld veranderen. Nederland heeft alles in huis om op roboticagebied koploper te worden, maar dan moeten we nú investeren. Dit stevige statement werd medio januari gemaakt op het hoofdkantoor van Lely door de Nederlandse hightechindustrie. Holland Robotics presenteerde, namens 18 industriële spelers en wetenschapsinstellingen, de position paper ‘Kansen voor de Nederlandse robotica - Samen investeren in toepassingsgerichte R&D’. Alexander van der Lely, CEO Lely, bood het rapport aan aan Bertholt Leeftink, directeur-generaal Bedrijfsleven en

Innovatie van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Van der Lely: ‘Als we als Nederlandse industrie wereldwijd voorop willen blijven lopen met onze innovaties, dan moeten bedrijfsleven, opleidingen én overheid nauw blijven samenwerken.’ Leeftink: ‘Goed dat er nu een sterk nationaal initiatief is, waarin de krachten van de robotica worden gebundeld. We gaan het EZK innovatie-instrumentarium goed benutten om met Nederlandse robottechnologie bij te dragen aan grote maatschappelijke uitdagingen in zorg, voedselproductie en mobiliteit.' www.hollandrobotics.com

februari 2018

81


MRO Supplies Multi-Specialist European Leader

Investing Industrial Supplier

Toonaangevend MRO supplier ĂŠn volwaardig technisch expert Biesheuvel Techniek is in 70 jaar uitgegroeid van technische groothandel tot Multi-Specialist. Wij zijn toonaangevend als industriĂŤel distributeur en een volwaardige business partner voor onderhoud en maakindustrie. Daarom zijn wij een logische partner voor Brainport Industries Campus.

www.biesheuveltechniek.nl


UIT DE MARKT LANDES ANTICIPEERT OP VERDERE GROEI De Nakamura WT150II dubbelspindel machine met een Fanuc 31i-B besturing is volledig bezet. Landes High End Machining nam de machine begin oktober in gebruik. Met deze machine kunnen hoognauwkeurige draaidelen en combinaties van draai- en freesbewerkingen worden gerealiseerd. De machine is voorzien van een UR10 robot die ervoor zorgt dat het gereed product 24/7 wordt uitgenomen en afgelegd in trays. Landes is dankzij deze investering van 450.000 euro in staat te voorzien in de groeiende vraag naar complexe draai- en freesproducten, uit zowel de aerospace, semicon als de medische markt, zo meldt directeur Herman

Koning. ‘Met name ons werk voor de Duitse eerstelijns toeleverancier Diehl, voor de F35 (de Joint Strike Fighter, red.) en de Airbus A350, is fors toegenomen. Ook onze leveringen aan Fokker Aerostructures, eveneens voor de F35 en daarnaast voor de NH-gevechtshelikopter, nemen toe.’ Anticiperend op nog meer groei blijft Koning in capaciteit investeren: ‘We zijn nu bezig met het opstellen van de specificaties voor een vijf-assige freesbank die we dit eerste kwartaal nog bestellen’, aldus Koning die weet dat de vraag naar die machines momenteel groot is. Hij rekent dan ook op zes, zeven maanden levertijd. Het bedrijf uit Emmen heeft het

INNOVATIEVE LED-VERLICHTING: 1-OP-1-VERVANGING MOGELIJK Friction stir welding. Zo noemt Peter Louwerse het lasproces dat ervoor zorgt dat de led’s die Rubitech Group op de markt brengt egaal hun warmte kunnen afgeven aan de aluminium heatsink. ‘Een optimale warmteafgifte en optimaal warmtemanagement verlengt de levensduur van de led’s’, aldus de business development manager over de serie led-armaturen die Rubitech ontwikkeld heeft voor met name industrieel gebruik: ‘Voor het verlichten van een opslaghal tot aan een ruimte waarin extreme omstandigheden heersen. Waarbij het doel is: bijdragen aan het verduurzamen van bedrijven, betaalbaar zijn en een goed design hebben.’ Innovatief is volgens hem ook de voeding van deze lampen. De ontwikkeling is gedaan in Nederland samen met een ‘internationale speler’. ‘De driver maakt het mogelijk om de huidige HPL/HPI-lampen 1-op-1 te vervangen door onze led’s. Waar led-verlichting normaliter een zeer hoge inschakelspanning heeft, wat problemen kan veroorzaken in de groepenkast, is deze driver zo aangepast dat er in de bestaande installatie geen aanpassingen nodig zijn.’ Voorts is de driver voorzien van een intelligente thermobegrenzer. ‘Een van de zaken die vaak niet of veel te weinig gebeurt, is het schoonmaken van de verlichting. Eigenlijk, het uit-

voeren van noodzakelijk onderhoud. Stel dat de temperatuur in de armatuur oploopt door vuilophoping aan de buitenzijde of door een stijgende omgevingstemperatuur, dan is dat voor led-verlichting een groot probleem. De levensduur gaat schrikbarend achteruit. De thermobegrenzer grijpt in als de temperatuur boven een ingestelde kritische waarde komt en dimt de verlichting iets, tot het niveau dat de temperatuur weer gestabiliseerd is. Het zorgt er tevens voor dat de armaturen inmiddels op het niveau zitten dat ze in een omgevingstemperatuur van zo’n tachtig graden toegepast kunnen worden.’ Testen voor nog hogere temperaturen zijn gaande, aldus Louwerse.

afgelopen jaar ook geïnvesteerd in extra mensen. Ondanks de krappe arbeidsmarkt lukte dat Koning zonder al te veel problemen: ‘Samen met ruim twintig andere verspaNakamura-Tome WT-150II Foto: Nakamura nende bedrijven hebben we behoefte aan technici voorziet. De een aantal jaren geleden een eigen vacature van ‘sales engineer’ die hij bedrijfsvakschool opgericht in augustus had openstaan, is echter (Bedrijfsvakschool Techniek) waarvan we verspanend personeel betrek- nog niet volledig ingevuld. ‘We hebben een hbo’er kunnen aantrekken ken. Voorts hebben we altijd een voor het binnendienstdeel van de aantal mbo’ers hier rondlopen in BBL- of BOL-trajecten. En natuurlijk functie. Maar we zoeken nog iemand voor de buitendienst. Juist mensen doen er hier vrijwel steeds een paar met én verstand van techniek én mbo- of hbo-studenten hun afstucommerciële kwaliteiten zijn dun deeronderzoek. Zodra ze klaar zijn, gezaaid.’ kunnen we ze een baan aanbieden’, www.landes.nl verklaart Koning hoe hij in zijn

Al deze innovaties zorgen ervoor dat de armaturen breed in de markt toegepast kunnen worden, claimt Louwerse. Rubitech Group is een internationaal business-to-business bedrijf. De hoofdactiviteiten zijn het ontwikkelen, produceren en vermarkten van technische aluminium componenten. Rubitech bestaat uit de strategische salesunits Rubitech Alucast en Rubitech Luctron, en productielocaties in Maleisië en Roemenië. Rubitech Alucast focust zich op de productie en assemblage van aluminium spuitgietwerk. Rubitech Luctron ontwikkelt en produceert industriële led-verlichting. www.rubitech.com

februari 2018

83


UIT DE MARKT ‘ACHTER BEROERDE PRESENTATIES SCHUILEN SOMS PASSIEVOLLE ONDERNEMERS’ Het zijn twee durfkapitalisten met – naar eigen zeggen – wat dwarse karakters. Vandaar ook de naam van de onderneming: Rebelz Capital. Mirko Schnitzler en Jilles Eissen startten Rebelz Capital afgelopen zomer. ‘Wij hadden na twintig jaar genoeg van het leven in de directiekamers van bedrijven als Döhler, Rabobank en Univar’, zegt Schnitzler – ondanks zijn naam een rasechte Nederlander. ‘Ik voelde me al langere tijd een vreemde eend in de bijt. Als je, zoals wij, vanuit pure intentie en passie wilt werken, kun je je in het bedrijfsleven vaak moeilijk thuis voelen.’ Schnitzler en Eissen werkten de afgelopen vijf jaar al samen en besloten de sprong in het diepe te wagen: Rebelz Capital is een venture capital-onderneming, die voornamelijk investeert in (startende) ondernemers in de voedings- en technologie-industrie. Eigenlijk, zegt Schnitzler, investeert Rebelz Capital op drie verschillende

manieren. ‘We steken ten eerste tijd en kennis in ondernemers met veel passie, die zelf niet verder komen. Die vastlopen. Dergelijke bedrijven proberen we op weg te helpen, tegen een stuk equity. Daarnaast financieren we onze eigen schaalbare ideeën en zoeken we ondernemers om deze groot te maken. Als derde steken we geld in bedrijven die we gaaf vinden en die iets maken waarvan wij enthousiast worden.’ Dat laatste is tot dusver overigens vooral een kwestie van de boot afhouden. ‘We hebben elke week wel vijf bedrijven die hun hulp zoeken. Dat is zwaar, omdat de kwaliteit van de presentaties niet altijd even goed is, om het zwak uit te drukken. En daar moet je toch doorheen kijken, want niet elke passievolle ondernemer met een geweldig idee weet dat ook goed te verkopen.’ Een goed voorbeeld is MyOmega Systems uit Neurenberg, een pionier op het gebied van internet of things (IoT). ‘Zij hebben oplossingen voor

be

Mirko Schnitzler en Jilles Eissen (rechts) willen vanuit pure passie werken. Foto: Studio-Hirch

de uitdagingen waar de meeste bedrijven alleen maar over praten’, zegt Schnitzler, ‘Wij hebben samen een plug & play-concept ontwikkeld voor mobiele en stationaire tanks en industriële verpakkingen. Dat zijn we nu aan het testen.’ Wanneer investeert Rebelz Capital in een bedrijf? De eerste schifting is simpel, zegt Eissen. ‘We moeten het

smart

team gewoon goed vinden. En vervolgens moeten we het idee gaaf vinden.’ Schnitzler kan niet in detail treden over de hoeveelheid geld die Rebelz Capital in bedrijven steekt, net zo min als hij volledig kan uitweiden over de ondernemingen waarin wordt geïnvesteerd. www.rebelzcapital.com

STAND 11.B018

Samen op weg naar een papierloze Smart Factory! Datum: 20-23 maart 2018 Tijdstip: 8.30 - 17.00 uur Locatie: TechniShow - Jaarbeurs Utrecht Jaarbeursplein 3521 AL Utrecht

IE

T

P R O D U C

Z

U W

IN

318 -220 0 rt 2maa

CNC-Consult geeft u inzicht in uw CAD/CAM-omgeving, gereedschappen, opspanningen, productiemiddelen, productieorders en planning.

IN

Maak vrijblijvend kennis met slimme tools, waarmee uw kostbare productiemiddelen optimaal gaan communiceren.

IC H

T

breng uw productieproces op stoom


UIT DE MARKT VDL REKENT OP FORSE GROEI IN VS VDL Groep verwacht dit jaar met zijn bedrijf VDL Steelweld in de VS het huidige personeelsbestand van vijftig man fors uit te breiden en ongeveer honderd miljoen euro te gaan omzetten. Het productieautomatiseringsbedrijf is gespecialiseerd in het ontwikkelen en opbouwen van fabricagelijnen voor de automotive. Het tekende eerder voor het herinrichten van de autofabriek in Born, waar VDL Nedcar voor BMW MINI-modellen en de BMW X1 produceert. ‘Maar’, nuanceert woordvoerder Miel Timmers, ‘dan moeten de opdrachten die we verwachten van Europese en Amerikaanse autobouwers, voor het inrichten van nieuwe plants of het herinrichten van bestaande, daadwerkelijk orders worden. Dat we in de VS succesvol zijn, heeft te maken met de creativiteit van onze technische oplossingen en ook de flexibiliteit van onze organisatie tijdens de uitvoering. Dat claimen meer bedrijven, maar wij krijgen dat echt terug van onze klanten daar.’ Ook voor een andere Amerikaanse tak van VDL Groep, VDL ETG USA, wordt gerekend op groei. Deze onderneming is met name actief in de halfgeleidersector, voor bedrijven als Applied Materials en led-fabrikant Veeco. Het gaat om kleine vestigingen met in totaal niet meer dan

zeven man – verkopers en engineers – op de loonlijst, maar wel verantwoordelijk voor een omzet van zo’n 180 miljoen euro. ‘Dat heeft alles te maken met het feit dat het werk dat we daar aannemen vervolgens in onze vestigingen in Nederland, Singapore en China geproduceerd wordt. Dat wordt aan dit bedrijf zo gewaardeerd: die wereldwijde footprint, dat wij in staat zijn de Aziatische vestigingen van de Amerikaanse klant te beleveren vanuit Azië.’ Het derde Amerikaanse VDL-bedrijf is VDL USA, de onderneming die de sales en aftersales doet van activiteiten die vooral in Nederland worden uitgevoerd: de productie, assemblage en opslag van verpakkingsmachines, industriële componenten en consumentenproducten zoals de Dopper-flessen. Voorts verzorgt de onderneming de logistiek en distributie in de VS van voorraden van andere VDL-bedrijven, waaronder VDL VDS. Ook VDL USA gaat groeien, aldus Timmers. ‘We zijn met diverse projecten bezig die ons het vertrouwen geven dat onze activiteiten in de VS sterk kunnen toenemen. We hopen daartoe in dit eerste kwartaal van 2018 stappen te kunnen zetten. Want dat geldt in zijn algemeenheid: zaken doen in de VS doe je het beste vanuit de VS.’ www.vdlgroep.com

KICKOFF INNOVATIEPROGRAMMA BRAINPORT INDUSTRIES CAMPUS Het innovatieprogramma van de Brainport Industries Campus (BIC) heeft als doel om slimme innovatieen productiefaciliteiten te ontwikkelen, gebruikmakend van én toegespitst op de nieuwste technologieën, en deze toegankelijk te maken voor de gehele sector. Een versnelde overgang naar een ‘slimme industrie’ wordt zo gerealiseerd door samenwerking in de hightech waardeketen. De innovaties worden uitgetest in de Fabriek van de Toekomst die op de BIC een plek krijgt. Eind januari werd dit programma gelanceerd. Gedeputeerde Bert Pauli (provincie Brabant, Economie) gaf het startsein, waarna de bedrijven en projectleiders van de innovatieprojecten

hun pitches konden geven. Het programma bestaat uit zeven projecten: robottechnieken, digitale informatie-uitwisseling, multi-materiaal 3D printen, industrieel metaalprinten, hightech software, techniek vakopleidingen en geavanceerde productielogistiek. Bij het programma zijn zo’n 75 bedrijven en 6 onderwijs- en kennisinstellingen aangesloten. John Blankendaal is namens Brainport Industries betrokken: ‘Rode draad is het met elkaar optrekken en de innovaties ook implementeren, zowel op de locatie als ver daarbuiten. Dat blijft mensenwerk en deze integrale aanpak draagt daar zeker aan bij.’ www.brainportindustriescampus.com

De kers op de taart van uw productieproces!

Snel, betrouwbaar en uiterste nauwkeurigheid De industriële robots van Mitsubishi Electric zijn ontworpen om snel, flexibel, functioneel en veilig te zijn in uw specifieke productie omgeving. MELFA robots bestrijken een breed portfolio van 4-assige SCARA, 6-assige verticale tot een innovatief ontworpen SCARA robot met plafondbevestigig. De MELFA robots kunnen worden geïntegreerd in een totaal oplossing, inclusief het plaatsen van de robotcontroller in de PLC en het aansturen van de robot via een HMI. Dit alles wordt geconfigureerd vanuit één programmeeromgeving. Ontdek wat Mitsubishi ook voor jou kan betekenen! Of voor meer informatie: Telefoon 0297 250 350 Website nl3a.mitsubishielectric.com

februari 2018

85


UIT DE MARKT ZONNEPANELENFABRIEK WINSTGEVEND MAKEN GROTE UITDAGING Als alles volgens plan verloopt, produceert Energyra, een nieuwe zonnepanelenfabriek in het NoordHollandse Zaanstad, in de loop van dit jaar de eerste zonnepanelen. Het is nieuwe maakindustrie erbij in Nederland, mede mogelijk gemaakt door het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN). Want ECN in Petten – het grootste onderzoeksinstituut op energiegebied in Nederland – is de bedenker en ontwikkelaar van de hoogwaardige zonnepanelen die Energyra gaat maken. In totaal produceert het bedrijf straks per jaar maar liefst 350.000 zonnepanelenn. Ja, hij is er trots op, zegt business developer Jan Bultman van ECN. ‘Dit is een goede eerste stap. Het is niet gemakkelijk om zoiets in Nederland goed van de grond te krijgen. De volgende fase is nog belangrijker, dan zullen we alle zeilen bij moeten zetten om de fabriek winstgevend te maken.’ Zonne-energie is één van de (zeven)

kernactiviteiten van ECN. Samen met verschillende fabrikanten wil het instituut de meest actuele wetenschappelijke inzichten toepassen in ‘bruikbare concepten voor zonnecellen en processen’. Dat heeft onder andere geleid tot de zonnepanelen die Energyra nu gaat produceren. Die zijn top of the bill, zegt Bultman. ‘Natuurlijk, er wordt op meer plekken in de zonnepanelenwereld gewerkt met hoogwaardige technologie, bijvoorbeeld bij Tesla, maar wij ontwikkelen panelen met een hoger rendement dan gemiddeld en dat tegen kostprijzen die lager zijn dan gemiddeld.’ Een belangrijk verschil tussen de ECN-zonnepanelen en die van de concurrentie uit bijvoorbeeld China, is dat ECN elektrisch geleidende lijm gebruikt om ze aan elkaar te verbinden. ‘De panelen uit China worden aan elkaar gesoldeerd. Wij plakken ze aan de achterzijde bij wijze van spreken aan elkaar. Dat is

niet alleen veel goedkoper, de rendementen per paneel zijn ook hoger. Dat maakt ons product aantrekkelijk.’ Bovendien betekent verlijming dat minder mensen in de fabriek nodig zijn om de panelen in elkaar te zetten. ‘Je hebt tot een factor drie In Zaanstad komen in de loop van dit jaar de eerste zonnepanelen minder medewer- uit de fabriek. Foto: ECN kers nodig. Dat is natuurlijk een groot kostenvoordeel.’ het verwerken van zonnepanelen in ECN bemoeit zich verder niet met de geluidswanden en het plaatsen van zonnecellen op plekken waar ook verkoop van de panelen door Enerveel schaduw is. ‘We blijven bezig gyra. Dat moeten ze helemaal zelf met het bedenken van nog betere doen, zegt Bultman. ‘Maar ik heb er technieken, betere rendementen, alle vertrouwen in dat het goed betere toepassingen. Dat is boeiend komt.’ Bij ECN gaan ze ondertussen om mee bezig te zijn.’ verder met het ontwikkelen van www.ecn.nl nieuwe concepten en ideeën. Zoals

NIEUWE SIMULATIESOFTWARE SIEMENS VERSNELT ONTWERPPROCES BOEING Siemens presenteert de nieuwste versie van Simcenter Amesim software. Dat is een platform voor 1D mechatronische systeemsimulatie. Als opvolger van LMS Imagine.Lab Amesim verbetert deze versie de productiviteit van systeemsimulatie door een sterk verbeterde gebruikerservaring en betere integratie in het ontwerpproces. Twee nieuwe producten, Simcenter Webapp Server en Simcenter Embedded Software Designer, zorgen voor een uitbreiding van de mogelijkheden van systeemsimulatie binnen het Simcenter-portfolio. Nieuwe versies van Simcenter System Synthesis en Simcenter Sysdm faciliteren architectuurcreatie voor systeemsimulatie en modelbeheer. Met deze toevoegingen aan het Simcenter-portfolio, een suite met simulatiesoftware en testoplossingen, kunnen engineers eerder in het ontwikkelproces accurate ontwerpen maken en ontwerpcycli versnellen. Dat resulteert in hoogwaardige producten. Simcenter Amesim is een geïntegreerd en schaalbaar systeem-

86

februari 2018

simulatieplatform dat het mogelijk maakt voor gebruikers om tijdens de ontwerpcyclus de performance van mechatronische systemen virtueel inzichtelijk te krijgen en te optimaliseren. Uitgebreide bibliotheken met multifysische componenten, gecombineerd met applicatie- en industriegerichte functies, zorgen ervoor dat systeemsimulatie-engineers snel modellen kunnen maken en accurate analyses kunnen uitvoeren. Simcenter Amesim ondersteunt de Functional Mockup Interface (FMI) en Modelica. Deze kunnen gekoppeld worden aan CAE, CAD en besturingssoftwarepakketten, alsook aan andere Simcenter-oplossingen en Teamcenter® software. Deze flexibiliteit zorgt voor eenvoudige integratie in diverse bedrijfsprocessen. De laatste versie biedt geoptimaliseerde modeling workflows en een volledig nieuw ontworpen gebruikersinterface om ergonomie en productiviteit te verbeteren door harmonisatie met andere Simcenteroplossingen. ‘Dankzij de responsiviteit van het

Siemens PLM Softwareteam, kunnen we met de nieuwe functionaliteiten in Simcenter Amesim het modelleren effectiever uitvoeren en de pompeffecten in ons brandstofsysteem bestuderen’, zegt Michael Herbstreit, associate technical fellow Engineering Platform Systems bij The Boeing Company. ‘Deze laatste versie van onze systeemsimulatie-oplossing zorgt niet alleen voor verbeteringen waarmee onze klanten producten

van de toekomst kunnen ontwerpen, het verbetert ook de integratie met andere Simcenter-oplossingen. Hiermee bieden we een uitgebreide simulatie- en testsuite om in elke stap van het volledige productontwikkelproces te kunnen blijven innoveren’, zegt Jan Leuridan, senior vicepresident Simulation & Test Solutions bij Siemens PLM Software. www.siemens.nl/plm

NIEUWE MANUNET-SUBSIDIERONDE VOOR SMART INDUSTRY In de hightech maakindustrie is veel in beweging. Het Europese subsidieprogramma MANUNET richt zich op Europese samenwerking binnen die industrie. Eind januari 2018 is een nieuwe subsidieronde (Call) gestart onder de naam MANUNET III. Het programma is bedoeld voor mkb’ers met een focus op het ontwikkelen van nieuwe productiemethodieken zoals flexibele productie.

Internationale samenwerking verhoogt de innovatiesnelheid, is het idee. Die samenwerking kan voor maar liefst de helft gefinancierd worden uit subsidiepotten. De uitvoering van MANUNET is in bijvoorbeeld Oost-Nederland belegd bij Oost NL. Die kent de regeling goed en beschikt over een waardevol pan-Europees netwerk in de maakindustrie. www.manunet.net


ABN AMRO: EXPORTMARKT INDUSTRIE GROEIT, MAAR WIE GAAT HET MAKEN? ‘De meeste vertrouwensbarometers schetsen een positief beeld, de wereldeconomie wint aan kracht en de wereldhandel groeit stevig door. Dat is een goede basis en daar profiteert de Nederlandse industrie van’, aldus ABN Amro in haar Sectorprognoses 2018/2019 over de industrie die onlangs gepubliceerd werd. En de bank vervolgt: ‘De sector is van oudsher sterk op de export gericht. Groei zal ook de komende jaren vooral over de grens te vinden zijn. De exporterende industriële branches, vooral die de weg naar marktgebieden buiten de eurozone weten te vinden, zien hun productie sterker toenemen dan branches die de nadruk leggen op Nederland en/of de eurozone. Dit zorgt ervoor dat het buitenland steeds meer in de belangstelling komt te staan van ondernemers die nog weinig of niet op de exportmarkt actief zijn.’ ABN Amro beaamt dat dat een goede trend is: ‘Want daar zit de

groei. Branches die voor hun bedrijvigheid vooral afhankelijk zijn van de binnenlandse vraag (met name de bouwgerelateerde vraag), zien weliswaar de vraag aantrekken, maar het tempo van deze groei ligt lager.’ Maar wie gaat het allemaal maken? De arbeidsmarkt is momenteel krap en reageert vertraagd op economische ontwikkelingen, aldus de sectorprognoses over de industrie. ‘In een herstellende economie zullen werkgevers eerst het bestaande personeel meer belasten om aan de vraag van klanten te kunnen voldoen. Bij aanhoudende groei van de vraag gaan werkgevers meer met uitzendkrachten in zee. Dit vangt de piekvraag op. Maar naarmate de economie zich verder versterkt en het vertrouwen groeit, zijn ondernemers vaker geneigd om ook vaste banen in de markt te zetten. Dit proces zien we ook terug in de industrie. Het probleem is dat de vacatures maar

moeilijk in te vullen zijn. Er is simpelweg te weinig vakkundig en ervaren personeel beschikbaar.’ De druk op de arbeidsmarkt is dus hoog en dat zorgt ervoor dat het aantal uitzenduren gestaag toeneemt. Gezien de groei van orders en de

positieve verwachtingen van ondernemers daarover blijft deze druk op de arbeidsmarkt ook in 2018 hoog. De complete studie staat op de site van ABN Amro. http://abn.com/2njlZnZ

De beste chef-kok staat nooit alleen in de keuken Complexe (opto)mechatronische systemen en mechanische

Zo kunnen zij focussen op hun kernprocessen én in een kortere

modules ontwikkelen, maken, assembleren en testen is als

doorlooptijd machines leveren, tegen lagere kosten. Onze

koken in een sterrenrestaurant. Alles draait niet alleen om

receptuur is flexibel en ambitieus, het resultaat blijft op

timing en dosering, maar ook om precisie en wendbaarheid.

smaak, de gehele life-cycle. Ons team van professionals gaat

NTS weet dat als geen ander. We hebben veel kennis en know-

voor topkwaliteit. Zodat onze opdrachtgevers kunnen accele-

how opgebouwd van systemen en modules voor de handling,

reren in hun business. Gaat u ook voor verfijnde resultaten

transfer en positionering in machines. Onze kennis en compe-

met NTS? Wij nemen graag een kijkje in uw keuken.

tenties passen we vanuit diverse disciplines wereldwijd toe op de unieke producten van onze opdrachtgevers: hightech

www.nts-group.nl

machinebouwers (OEM’s).

Accelerating your business

februari 2018

87


UIT DE MARKT BMO AUTOMATION LANCEERT XENON SOFTWARE OP TECHNISHOW Tijdens de TechniShow (20-23 maart in Jaarbeurs Utrecht) is de wereldwijde primeur van de BMO Xenon software. Met dit product heeft BMO Automation uit Nederweert zich ook ingeschreven voor één van de awards op de TechniShow. De BMO Xenon software heeft alles te maken met Smart Industry 4.0: de meest uiteenlopende data van de CNC-machines binnen een verspanende fabriek worden verzameld en gekoppeld. Dat geeft real time inzicht in het totale productieproces. ‘Zo kan slimmer en sneller geproduceerd worden. De productiecapaciteit wordt geoptimaliseerd’, aldus ceo Frank Biemans van BMO Automation in Nederweert. Aanvullend biedt Xenon de mogelijkheid om ook de data uit het ERP-systeem te

halen en te koppelen. Vervolgens kunnen aan de hand van alle actuele en historische data voorspellingen gedaan worden. Zo kan de overstap gemaakt worden van een reactief naar een predictief systeem. BMO Automation deelt de stand op de TechniShow 2018 met Yaskawa, leverancier op het gebied van drives en motion control. BMO presenteert naast de BMO Xenon Software ook de BMO Titanium 180 Robotcel, een flexibel systeem met een ongekend hoge capaciteit voor palletbelading, al dan niet te combineren met productbelading, en de nieuwste BMO Platinum 24F. Die tweede is specifiek ontwikkeld voor het automatiseren van draaibanken. De Pt24F is uitgerust met een volautomatisch spantangwisselsysteem waardoor verschillende producten

Een van de paradepaardjes: de BMO Titanium 180. Foto: BMO

met verschillende diameters door elkaar heen volledig automatisch

geproduceerd kunnen worden. www.bmoautomation.nl

LEANE BEDRIJVEN ZIJN VAAK SMART, EN ANDERSOM Bedrijven die smart industry technologieën toepassen zijn vaak ook lean. Ze hebben gemiddeld een betere interne en ook externe performance. Aldus onderzoek van het lectoraat Lean/World Class Performance van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) en het Center for Operational Excellence (COPE) van de Rijksuniversiteit Groningen. Lean is gericht op het continu verbeteren van processen.

Doel is om waarde voor de klant te realiseren zonder verspilling van tijd, energie en grondstoffen. Smart heeft als kenmerken de inzet van informatiesystemen (als ERP), het digitaal verwerken en documenteren (work-on-screen), product tracking, MES (manufacturing execution system) en van flexibele productieautomatisering. Uit de eerste resultaten komt naar voren dat het streven naar lean vaak

het implementeren van smart technologieën met zich meebrengt. Het komt niet of nauwelijks voor dat bedrijven die een hoog niveau van lean hebben, geen gebruik maken van work-on-screen-toepassingen en informatietechnologie. Toch is het niet zo dat slimme technologische oplossingen per definitie ook lean zijn, aldus lector Jannes Slomp van de HAN. Zo kan een digitale koppeling tussen de verschillende werkstations in een fabriek het mogelijk maken gereed product automatisch van het ene station direct naar het volgende te sturen. ‘Dat kan daar echter voor congestie zorgen en dat is dus niet lean. Om de flow te optimaliseren is dan toch ook kennis van lean nodig.’ De figuur rechts geeft aan dat lean-principes toegepast kunnen worden zonder investeringen in smart industry. Dit is met Slomp constaname het geval bij investeringen in MES, product tracking en flexibele productieautomatisering. De rechter onderhoek is teert dat beide gevuld. Maar ook geldt: er zijn geen bedrijven die hierin veel geïnvesteerd hebben en niet aan lean doen. De linker bovendisciplines hoek is leeg. vooral aanwezig In het geval van work-on-screen en informatiesystemen, zie figuur links, is er wel een enigszins lege rechter onderhoek. zijn binnen de Dit betekent dat bedrijven die hoog scoren op lean in zekere mate gebruik moeten maken van work-on-screen en informatiesystemen. Er is een sterkere correlatie tussen deze smart industry-technologieën en toepassing van lean principes. grote bedrijven; een ruim deel

88

februari 2018

van het mkb daarentegen heeft vaak wel verstand van lean, maar past smart technologieën nog niet toe. ‘Waarschijnlijk heeft dat te maken met de betrekkelijk hoge investeringen die smart vergen.’ Dit onderzoek is uitgevoerd in het kader van het, door de overheid gefinancierde, RAAK KIEM Lean & Smart Industy onderzoeksproject. Centraal staat de vraag van het mkb hoe smart industry-technologieën passen binnen het lean-traject waar veel mkb-bedrijven mee bezig zijn. ‘Wanneer moeten we waarin investeren? Moeten we eerst processen stroomlijnen en dan pas investeren? Hebben we een nieuw informatiesysteem nodig om lean te kunnen werken? Mkb-bedrijven hebben behoefte aan handvatten voor het ontwikkelen van een roadmap waarin de implementatie van lean en smart industry gecombineerd wordt.’ Voor het onderzoek is data aangeleverd door veertig bedrijven. Om de uitkomsten betrouwbaarder te maken is de deelname van meer bedrijven noodzakelijk. Via onderstaande link komt u bij de survey van de HAN en de RUG. Bedrijven die de survey invullen, krijgen individuele feedback waarmee ze zich kunnen benchmarken met anderen bedrijven. http://bit.ly/2DFoKGl www.rug.nl/cope www.han.nl/lean


MARC VAN SLOUN (AME) OVERLEDEN Op 9 januari is Marc van Sloun (47) overleden, nadat vorig jaar april een ernstige ziekte bij hem was vastgesteld. Hij was oprichter en directeur van AME (Applied Micro Electronics), onafhankelijk ontwikkelaar en producent van hoogwaardige elektronische modulen en producten. AME ontstond in 1997 als spin-off van de TU Eindhoven. Het telt inmiddels ruim 200 medewerkers, van wie twee derde in de product- en procesontwikkeling actief zijn, en noteert al jaren groeipercentages van boven de twintig procent. Eind 2015 was AME runner-up voor de Best Knowledge Supplier Award van Link Magazine. ‘Ze zijn goed in staat te werken met functionele specificaties en die in korte tijd te vertalen naar concrete elektronica, al dan niet voorzien van kunststofmechanica die goed geautomatiseerd en

snel te produceren is’, aldus de jury. ‘Ze werken conform een helder stappenplan en communiceren doorlooptijdproblemen proactief en tijdig. Ze zijn sterk in het proactief oplossen van problemen, ook al liggen die elders in het ontwikkel- en productieproces.’ Een jaar geleden gaf Van Sloun een interview aan Link Magazine, waarin hij sprak over zijn ambities en uitbreidingsplannen voor het bedrijf en de focus op r&d en ontwikkeling zoals vastgelegd in technology roadmaps. ‘Wat we ontwikkelen gaan we niet als losse producten vermarkten maar altijd in klantspecifieke oplossingen. AME laat de klant met zijn product op de voorgrond staan en legt op de achtergrond met zijn technologie en geavanceerde fabrieken de basis voor diens succes.’ www.ame.nu

PERSONALIA

tor general business & partner ecosystem bij SAP Nederland. Ze volgt Raimond van het Reve op. Van Aarle werkt al veertien jaar bij SAP, waarvan afgelopen twee jaar als sector director IoT & digital supply chain.

Begin november verhuist Capi Europe, fabrikant van kunststofbloempotten, naar een nieuw pand in Tilburg. Een investering van twintig miljoen euro, waarmee het tot aantal Evelien Bras is toegetreden het vierkante metersvan meer dan verdubmanagementteam Novel-T. Ze was Zo innovation telt het nieuwe belt. leadermagazijn bij Thales. business 20.000 palletplaatsen en achttien laaddocks. De issterke groei van Capi Hans Scholtz Eric Hezemans Europe, ruim zestig landen & opgevolgddat als in directeur Development verkoopt, directeur-eigenEngineeringverklaart bij de Eindhovense NTS aar Toine van de Ven met de opmerGroup. king dat alles klopt aan het product. Coen Sanderink, de afgelopen vierenhalf jaar business developer bij de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij (BOM), is benoemd tot business developer smart mobility bij Heijmans.

Organisatie- en strategiedeskundige

Paul Simons is benoemd tot directeur

Paul van Vuuren volgt Carel Bouckaert op als algemeen directeur

operations bij de Eindhovense industriële 3D-printerfabrikant Additive Industries.

Monic van Aarle is de nieuwe direc-

van VDL Nedcar. Bouckaert, die op eigen verzoek terugtrad, gaat zich toeleggen op het optimaliseren van de productieprocessen bij de Limburgse autobouwer.

Victor Peng is de onlangs gepensioneerde Moshe Gavrielov opgevolgd

als ceo van fpga-ontwikkelaar Xilinx.

DE SNELSTE OPLOSSING IN ONTBRAMEN, SLIJPEN EN AFRONDEN Q-Fin biedt de snelste oplossing voor het machinaal ontbramen, slijpen en afronden van metalen plaatwerkproducten. Bij het ontwikkelen en fabriceren van onze machines maken we gebruik van onze technische en praktische kennis. Bovenal gebruiken we deze kennis om klanten écht te helpen. Q-Fin. Het A-merk in machinaal ontbramen, slijpen en afronden. Een Nederlands fabricaat waar we trots op zijn.

Wilgenakker 8 | 5571 SJ Bergeijk | The Netherlands | t. +31 (0)497 - 58 10 18 | info@q-fin.nl | www.q-fin.nl |

februari 2018

89


TOMORROW’S TECHNOLOGY TODAY 20-23 MAART 2018

The supplier of successful solutions

DE VAKBEURS GERICHT OP TOELEVEREN, UITBESTEDEN, PRODUCTONTWIKKELING EN ENGINEERING

MELD U GRATIS AAN: WWW.ESEF.NL


AGENDA

20-23 MAART 2018

5 APRIL 2018

17-19 APRIL 2018

GDPR MASTERCLASS – DEN BOSCH Vijf bijeenkomsten (16.30-20.00 uur) over de vraag wat de nieuwe Europese General Data Protection Regulation voor het beschermen van persoonsgegevens voor impact heeft op de organisatie (HRM, CRM, ERP). Masterclasses van PrivacyxDesign.nl. Zie: www.privacyxdesign.nl/

TECHNISHOW EN ESEF (MET DEBAT LINK) UTRECHT De vakbeurs op het gebied van industriële productietechnieken (TechniShow) en de vakbeurs op het gebied van toeleveren, uitbesteden en engineering (ESEF) onder één dak. Met op 20 maart (15.30 uur) op de TechniShow-beursvloer het debat ‘Verticale integratie of ketenintegratie?’ van Link Magazine in samenwerking met Jaarbeurs, FPT/ VIMAG en Nevat. Zie: www.technishow.nl

PLM-AWARENESS-SESSIE OMGEVING DEN BOSCH Sessie van TechniaTranscat Benelux. Trends en mogelijkheden van PLM en het groeipad naar PLM-maturity komen aan bod, klanten vertellen over hun ervaringen. Meer informatie via marketing.benelux@techniatranscat.com

MAINTENANCE GORINCHEM 2018 (VAKBEURS) - GORINCHEM Nieuwe vakbeurs waarop diverse partijen hun oplossingen en technologieën op het gebied van industrieel onderhoud, digitalisering, inspectie, productieveiligheid, meet- en regeltechniek, hydrauliek en aandrijving tonen. Zie: www.easyfairs.com/nl/maintenancegorinchem/maintenance-gorinchem2018

13 MAART 2018

22 MAART 2018

SMART INDUSTRY (MASTERCLASS) - DELFT Over de vraag wat de fabriek van de toekomst voor de business betekent. Hoe verhoogt Smart Industry de concurrentiekracht en het onderscheidend vermogen? Masterclass van STEM Industrial Marketing Centre bij Festo in Delft. Zie: www.stem-imc.com/linkmagazine

HIGH-TECH SYSTEMS (CONFERENTIE) EINDHOVEN Kennisconferentie voor de ontwikkeling van hightech systemen en disruptieve mechatronica; met focus op de thema’s industrieel internet of things, cobotics en design voor additive manufacturing. Zie: www.hightechsystems.nl

15 MAART 2018

27 MAART 2018

HEALTH VALLEY EVENT - NIJMEGEN Ontmoetingsplaats voor health-innovaties, met deze tiende keer weer alles over de nieuwste trends en ontwikkelingen in life sciences & health en de mensen daarachter. Met sprekers, workshops, een investorslounge en beursvloer. Zie: www.health-valley.nl

LINK CAFÉ (MEETING) – OIRSCHOT Bijeenkomst van Siemens en Link Magazine. De deelnemers discussiëren in een informele cafésetting aan tafels met maximaal tien personen over de vraag wat smart industry voor impact heeft op de machinebouw. Zie: www.linkmagazine.nl

27 FEBRUARI-12 APRIL 2018

10-12 APRIL 2018 PACKING INNOVATIONS (BEURS + CONFERENTIE) - UTRECHT Event in een nieuw jasje over marketing, design, innovaties en trends in de wereld van packaging en displays. Zie: www.packaging-innovations.nl

17 APRIL 2018 3D PRINTING MATERIALS CONFERENCE GELEEN Dertig sprekers van o.a. KU Leuven, TU Delft, Universiteit Maastricht, Shapeways en inspire AG belichten de nieuwste ontwikkelingen in 3DPrinting. Parallel, op dezelfde locatie, de 3D Printing Design & Engineering en daags erna (18 april) de 4D Printing Meta Materials Conference. Zie: www.3dprintingmaterialsconference.com

23-27 APRIL 2017 HANNOVER MESSE (VAKBEURZEN) HANNOVER (D) ’s Werelds grootste industriële beursevenement, met vijf vakbeurzen: Industrial Supply; Integrated Automation, Motion & Drives; Digital Factory; Energy; en Research & Technology. Thema is ‘Integrated Industry’ en Mexico is het partnerland. Zie: www.hannovermesse.de

30-31 MEI 2018 MATERIALS 2018 (VAKBEURS + CONGRES) VELDHOVEN Trefpunt voor (niet-)materiaalkundigen, met focus op (nieuwe) materialen, materiaalanalyse, oppervlaktetechnieken en verbindingstechnieken. Zie: www.materials.nl

februari 2018

91


isah.com

HOGERE LEVERBETROUWBAARHEID? JE MAAKT HET MET ISAH

Dankzij Isah Shop Floor Control realiseert u een hogere productiesnelheid, waardoor u een snellere levertijd kunt waarmaken. Via een touchscreen op de productievloer weten medewerkers exact welke werkzaamheden zij aan een order moeten uitvoeren. Orderspecificaties zijn actueel, registratie van uren en werkzaamheden gebeurt realtime en de foutkans is aanzienlijk lager. Zo neemt u een belangrijke voorsprong op de concurrentie. Maak het met Isah.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.