Zz 2015 3

Page 1

Zeezeilen Jaargang 34 - nummer 3 - november 2015

Zeezeilvereniging

voor schippers & opstappers - www.pzv-zeezeilen.nl

Lustrum Zomertochten • Dancing Queen • 8 Uren Oosterschelde • Valstoppers • Storm op de Noordzee • Sail Amsterdam 2015 • Shanties • Noord-Spanje • Noordzeedriehoek • Zeilen boven de Poolcirkel • Schipper en haven


Inhoud

Van de redactie Peter Plantinga 4 5 Van de voorzitter Annemieke Stallaert 6 Dancing Queen Sander van Eijkern 9 Zonder dieptemeter Leo van Leeuwen 10 Valstoppers Willem Plet m.m.v. Piet Lucassen 13 Schrale wind Annemieke Stallaert 14 Storm op de Noordzee Henri Boetzkes 17 Kanaal 77 Theo Bouwman 18 Sail Amsterdam 2015 Marc Swinkels 20 8 Uren Oosterschelde Joep Vermeulen 22 8 Uren Oosterschelde met de winnaar Scylla Irene Swinkels e.a. 25 Lustrum met gouden rand Rolien Lucassen 28 Lustrumviering 2015 Speech Annemieke Stallaert 30 Reven vanuit de kuip Leo van Leeuwen 30 Het getij Joep Vermeulen 29 Vanuit een ver verleden Piet Lucassen 32 Shanties 34 Noord Spanje Arend Jan Klinkhamer 37 Tochtplanning Arend Jan Klinkhamer 38 Murphies Law tijdens de Ramsgate Eric van Genuchten 42 Ankerproblemen Arend Jan Klinkhamer 43 Over vallen en knopen Herman Van den Broeck 44 Noordzeedriehoek Charlotte Groothuuis 46 Schipper en haven Workum Joep Vermeulen 48 Zeilen boven de Poolcirkel Aitske Ruben 50 Favoriete ankerplekken 1 MariĂŤtte Roozeveld van der Ven 50 Schipper en haven: Workum Joep Vermeulen 51 Oplopen Herman Van den Broeck 52 Gailwarnings Theo Bouwman 54 Aries windvanen Lean Nelis 55 Colofon en Monsterrol

Kalender 11 10 10 21 30

dec 2015 jan 2016 jan 2016 jan 2016 jan 2016

Slepersborrel Nieuwjaarsreceptie Nautisch verleden door oude leden Lezing door Eltjo Rugge over zijn wereldreis Winterworkshop over groot onderhoud

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

3


Redactie & Bestuur

Redactie & Bestuur

Peter Plantinga

Annemieke Stallaert

Van de redactie

Van de voorzitter

De ontvangst van kopij voor deze nieuwe Zeezeilen is laat op gang gekomen, maar na wat nieuwsflitsen en navragen is er toch een flinke stroom kopij geleverd, wat gezorgd heeft voor opnieuw een mooi en goed gevuld nummer. Alle schrijvers en fotografen van harte dank! U vindt deze keer verslagen van zomertochten: de vloot zwaaide uit van zuid tot noord of bleef daar tussenin, waarbij bleek dat de Zuidzeilers, zoals in ‘Noord-Spanje’, het beter getroffen hebben met het weer: wie in de buurt bleef en vooral de bestemming Engelse zuidkust, had minder goed weer. Verslag daarvan vindt u in ‘Schrale wind, digitale troost’. Maar ook Scandinavië - vaak toch stabiel wanneer het hier instabiel is - leek koud zoals u kunt zien in de impressie ‘Zeilen boven de poolcirkel’. ‘Favoriete ankerplekken’ is zowel een verslag van een mooie ankerervaring, als onze poging een nieuwe rubriek te starten: we willen jullie inspireren om ook je mooiste ankerplek te beschrijven, of op te zoeken wanneer je die nog niet hebt. Door de rubrieken heen vindt u ook enkele oudere artikelen die terug gaan in de tijd. Heel bijzonder is het bloedstollende verhaal ‘Storm op de Noordzee om nooit meer te vergeten’ van Henri Boetzkes. Alsook de iets minder oude, leerzame en bloedstollende ervaringen van Eric van Genuchten, tijdens een Ramsgatetocht van twee jaar terug. Veel ideeën en ervaringen vindt u ook in de categorie techniek en praktijk. Verhalen over materiaal- en tochtplanningsproblemen, die vaak onvoorspelbaar lijken, maar waarvan je wel kunt

4

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

leren wat er allemaal kan gebeuren en hoe je ermee om kunt gaan. En natuurlijk de verslagen van activiteiten en evenementen die geweest zijn. De 8 Uren van de Oosterschelde waar de PZV goed vertegenwoordigd was, en de Scylla een geweldige eerste plaats behaalde. Alsook het lustrum dat profiteerde van prachtig rustig zeilweer en waarvan de organisatie vlekkeloos verliep. Rolien doet daarvan verslag als voorzitter van de lustrumcommissie in ‘Lustrum met een gouden randje!’. Tijdens het lustrum is veel gezongen en gedicht, een aantal liederen publiceren we zodat ze voor het nageslacht vereeuwigd zijn: ‘Pee Zet Vee’, ‘Ramsgate’ en ‘De zoute zee’. Na het lustrum bleek het seizoen nog af en toe heel mooi zeilweer te bieden, waarvan ik als opstapper nog een paar etmalen heb kunnen profiteren. Nu terwijl ik dit schrijf, zijn de meeste booteigenaren weer druk met het winterklaar maken. Als vers gepensioneerde geeft mij dat de tijd om deze keer vol aan Zeezeilen te werken. Hoewel ik m’n vijf fietsen natuurlijk nu ook winterklaar moet maken: ook daaraan kun je altijd klussen.

Mensen, mensen, wat een fantastisch jubileum hebben we achter de rug! En vooral “mensen, mensen” want het draaide om de leden. Oude leden, nieuwe leden, actieve leden, leden die we niet zo vaak meer zien, maar die dit lustrum niet wilden missen. Mensen die er niet bij konden zijn en daar - terecht! - nu al spijt van hebben. Mensen bij wie zich onvermoede talenten ontpoppen, op de dansvloer, als touwtrekker, broodjes-smeerder of bij het schrijven van liedteksten. Mensen die ondanks de griep gewoon mee gaan. Mensen die door alle gezelligheid aan boord heen kunnen slapen en mensen die liever overdag een tukje aan dek doen. Toch wel luxe hoor! Mensen die spijt hadden, dat ze

zich niet hadden ingeschreven voor de kussenslopen en die alsnog een herkansing hebben gekregen. Hulde aan onze inkopers voor het dubbele werk! Mensen die blij verrast zijn over de foto’s die we alsnog in het Boordboek hebben gekregen. Er was een probleempje met de resolutie van de foto’s op de website. Mensen die het jammer vinden dat ze het PZV Boordboek niet thuis per post ontvangen, maar inmiddels hopelijk snappen dat we hen dat graag live uitreiken op een van de bijeenkomsten, omdat we die mensen er ook graag bij hebben. Mensen die al langere tijd niet mee zijn geweest op de Ramsgate, maar zich ter plekke aanmelden voor de volgende editie (“want daar heb ik nou weer eens echt zin in!”). Mensen die zich eigenlijk hadden voorgenomen om hun lidmaatschap na bijna 30 jaar te beëindigen,

maar daar helemaal van zijn terugkomen, en zich in plaats daarvan willen inzetten om de “oude garde” (natuurlijk niet in jaren, maar in ervaring) bij de club te betrekken. Docus, fantastisch, we zijn benieuwd! Mensen die, net als uw voorzitter overigens, voelen dat de club LEEFT!, en leeft bij de gratie van onze fantastische activiteiten. Die het ter plekke op zich nemen om alsnog een zeilweekend in oktober te organiseren. Mensen die (vaak onzichtbaar) achter de schermen zorgen dat dit allemaal mogelijk is en gecommuniceerd kan worden. En mensen die, enthousiast geworden door het lustrum, zich meteen en masse voor de nieuwe activiteiten aanmelden. Mensen die een fantastisch lustrum kunnen organiseren. Rolien, Arjen, Willem, Hans en Chiel hebben een fantastische klus geklaard. Enorm bedankt daarvoor. Een memorabel lustrum, dat de lat voor de volgende editie wel erg hoog legt. Wie heeft ooit bedacht dat je maar 1x per 5 jaar mag jubileren?

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

5


schipper en schip Sander van Eijkern

Maidentrip Vels SY 484 Dancing Queen Na de vertraagde oplevering van onze nieuwe boot zijn wij begin juli vanuit Medemblik vertrokkken voor een proefvaart van zeven weken. In het Naviduct bij Enkhuizen lagen we achter de Si Esta van Theo Bouwman waar hij mij de belofte voor dit artikel aftroggelde.

Proefvaart

Wij waren op onze eerste etappe onderweg naar IJmuiden om vervolgens langs de Nederlands/Belgische kust (Scheveningen, Breskens, Duinkerken) naar Dover te varen. De kust van Zuidwest Engeland (Brighton, Chichester Harbour, Beaulieu River, Yarmouth, Portland Bil) hebben we met bijna voortdurend veel wind en een paar dagen verpozen op de Solent volgehouden tot het welhaast mediterrane Dartmouth. Toen hadden we schoon genoeg van het Engelse brood en de verlepte kropjes sla en zijn we overgestoken naar Cherbourg. Vervolgens zijn we heel langzaam, hoppend van haventje naar haventje en in deels door het getij gedicteerde etappes (St. Vaast, Carentan, Deauville, Boulogne-sur-Mer, Gravelines, Nieuwpoort, Breskens, IJmuiden, Amsterdam, Enkhuizen, Makkum) teruggevaren naar Medemblik. We hebben er enorm van genoten, maar echt bijzonder is zo’n vakantie natuurlijk niet en ik vind het leuker iets te vertellen over het hoe en waarom van onze nieuwe boot.

Nieuwe boot

We waren erg tevreden met Den Rode Bad maar we willen de komende jaren elke zomer zo’n drie maanden weg. Dan is een boot van 42 voet qua binnenruimte voor twee personen ruim voldoende maar we misten buiten goed toegankelijke bergruimte voor de vouwfietsen, de bijboot met buitenboordmotor, extra zeilen, enzovoorts. Op grotere boten van in serie producerende werven krijg je meer binnenruimte maar amper meer bergruimte buiten. Ook wordt de binnenruimte vaak benut voor extra hutten en natte cellen en dat vinden wij onzin. Thuis hebben we op 14 meter ook geen drie toiletten! Verder hebben wij liever een grote kuip dan een ruime achterhut. Op de natte HISWA 2013 kwam ik toevallig een ontwerper, Peter Bosgraaf en een werf, Jachtbouw Vels bv, tegen waarmee het klikte en vervolgens durfde ik de stap te wagen een one-off te laten bouwen. De werf bouwt in composiet: een verbinding tussen een kern van schuim (foamcore) en glasvezel waarbij de verbinding tot stand komt door het geheel onder vacuüm te brengen en te injecteren met epoxyhars. Op deze wijze kun je een hele lichte (9 ton voor een 48-voeter) en toch zeer stijve boot bouwen.

Compromissen

Elke boot bestaat uit compromissen. Snel hoog aan de wind varen vergt een andere rompvorm dan met ruime wind de Atlantische oceaan oversteken. Een bemanning van twee personen stelt andere eisen aan tuigage en indeling van de kuip dan een wedstrijdbemanning. Enzovoorts. Hieronder loop ik de belangrijkste afwegingen die wij gemaakt hebben langs.

haventje meer binnenvaren. Het is daarom een (hydraulische) hefkiel geworden: 1,85 meter diepgang met de kiel omhoog en 2,75 meter met de kiel omlaag. Droogvallen zien we niet zitten dus hoeft de kiel niet helemaal omhoog. Dat geeft meer vrijheid in het interieur en maakt een diepstekend enkel roerblad in plaats van twee ondiepe dubbele roerbladen mogelijk hetgeen de manoeuvreereigenschappen onder motor in de haven zeer ten goede komt. En dat scheelt op zijn beurt deze schipper veel stress. Voor het comfort is de romp voorin niet te vlak en zijn er achter aan stuurboord en bakboord ballasttanks waar we 700 liter zeewater elk in kunnen pompen (het equivalent van 8 man op de reling).

Tuigage

Voor de tuigage is de moderne standaardoplossing voor een kleine bemanning gekozen: licht gepijlde zalingen, niet-overlappend voorzeil, grootzeil en vaste boegspriet voor de gennaker; verder nog een wegneembare kotterstag en running backstays die bij veel wind en golfslag gezet kunnen worden zodat we niet nog een keer een mast verspelen. Geen spinnakerbeslag want dat geknoei met een boom vinden wij met z n tweeën meer stress dan lol opleveren. Op een lichtgewicht composiet boot horen verder carbon rondhouten en racy zeiltjes. Laminaat- of zelfs 3D zeilen zijn echter nogal prijzig (de carbon rondhouten hadden al stevig in het budget gehakt), kwetsbaar en de levensduur houdt ook niet over. Wij hebben gekozen voor Hydranet (triradiaal gesneden): een mix van polyester en dyneema (spectra) garens in de kettingrichting. Minder vormvast dan laminaat maar met een langere levensduur. We zullen zien of dat bevalt.

Kuip

Onder de vaste buiskap is de kuipvloer verlaagd zodat daar stahoogte is en de instap naar de kuip heel makkelijk is (ook wij worden hopelijk ouder). Het nadeel is een niveauverschil in de kuip. De kuip is verdeeld in een relax-deel met banken waarop je languit kunt liggen en een werkdeel waar alle zeilhandelingen verricht worden. De lieren zijn om ergonomische redenen allemaal wat meer naar binnen geplaatst, maar we zijn er nog niet achter of we dat in de praktijk nou echt handig vinden: dat wil zeggen, aan de wind is de opstelling perfect maar met ruimere wind zitten schoten en lieren van voor- en grootzeil elkaar in de weg.

Tweepersoons boot

Hoe gek het ook klinkt: we hebben van onze 48-voeter een tweepersoons boot gemaakt. Wel met veel bergruimte buiten: ankerbak en aparte zeilberging in het voorschip, bakskist in plaats van achterkajuit aan stuurboord en twee bergruimtes onder het achterdek. Ook de technische ruimtes zijn relatief makkelijk toegankelijk. Verder zijn voor- en achterschip om redenen van verdeling van het gewicht relatief leeg. Binnen is de indeling beproefd en vertrouwd: voorkajuit, salon, kombuis & achterkajuit aan bakboord en navigatietafel & natte cel aan stuurboord. Opstappers proppen we dus net als op Den Rode Bad in de niet al te grote achterkajuit en slapen kan ook altijd nog op de salonbanken. En u kent het gezegde over de houdbaarheid van visite en vis. Verder hadden we het na tien jaar helemaal gehad met de nadelen van een gekleurde romp en de gezelligheid van een teakhouten grot. Dancing Queen is dus witter dan wit en er is nergens ook maar een teakhouten latje te bekennen.

One-off 2x

Een one-off laten bouwen kost ongelooflijk veel tijd, maar is heel leerzaam en dus ook leuk. Tegelijk is one-off eigenlijk een synoniem voor hoofdpijn. Over letterlijk alles moet je een beslissing nemen:

Rompvorm

Omdat wij op onze vakanties op een of andere manier altijd wind tegen hebben is gekozen voor een rompvorm die primair aan de wind goed presteert. Net als Den Rode Bad is de Dancing Queen relatief smal: 4,20 meter over dek (en uiteraard nog smaller op de waterlijn) bij een romplengte van 14,74 meter. Daar hoort een diep stekende kiel bij, die voldoende lift kan creëren, maar dan kun je geen enkel leuk

6

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

7


techn&vaarpraktijk van deurknopje tot afsluiter, van lier tot toplicht, van accu tot wc-pot, enzovoorts. Uiteraard denken de werf en de ontwerper mee, maar toch wil je alles ook zelf begrijpen en zelf de afweging tussen kosten, vaareigenschappen en comfort maken. Het beste is eigenlijk om twee oneoff’s te bouwen: eentje om te oefenen en eentje om echt mee te gaan varen. Maar vrij naar Elsschot: tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren ……. (in dit geval van budgettaire aard).

Test

We hebben de boot deze zomer heel goed kunnen testen. Stroom tegen tij met windkracht zes over de ondiepte bij Selsey Bill staat bijvoorbeeld garant voor een verwarde zee met steile golven en heel erg veel water over dek. De stroomrafels en overfalls bij Portland Bill doen ook niet onder voor de nieuwste rollercoaster op de Efteling. Geen enkele dorade bleek waterdicht en de boot ligt dus nu weer even bij de werf! De vaste buiskap daarentegen lijkt echt gemaakt voor Engelse zomers en blijkt onverwacht ook prima bescherming te bieden tegen de Franse zon. De zeileigenschappen zijn prima maar we halen voor ons gevoel nog niet het maximale uit de boot. De theoretische, door de waterlijn gedicteerde, rompsnelheid is 8,9 knopen, aan de wind komen we bij een vlakke zee tot 24 graden schijnbaar en met halve wind loopt de boot vanaf windkracht vier ruim negen knopen. Het lukt alleen nog niet goed om de snelheid, bij uiteraard voldoende wind en zeil, langere tijd boven de tien knopen te houden. De gennaker hebben we evenwel nog niet uitgeprobeerd en de zeilmaker moet nog wat nazorg leveren. Manoeuvreren onder motor is een peulenschil: hoe groter de boot, hoe makkelijker, is al jaren mijn ervaring. Wel is 48 voet absoluut de maximale maat voor leuke haventjes. Mijn oorspronkelijke KIS (keep it simple) principe heb ik met een hefkiel en ballasttanks moeten laten varen. Als het werkt is het fantastisch, maar voordat het werkt ben je wel een hoop gezeur verder.

Veel bekijks

De Dancing Queen trekt, voor ons onverwacht maar wel leuk, veel bekijks: - een grote groep meiden op een boot van de bruine vloot in Medemblik hief spontaan het liedje van Abba aan (inclusief danspasjes!); - een schipper in de sluis bij IJmuiden stond zo gebiologeerd te kijken dat hij zijn lijnen vergat en dus naar binnen moest rennen om een mes te pakken en zijn lijnen te kappen; - Fransen die zomaar hun stinkende best doen om in het Engels te converseren om ontwerper en werf van de boot te weten te komen.

Vaargebied

Tot slot, veel mensen vragen of we een watermaker aan boord hebben. Om vervolgens na mijn ontkennende antwoord te vragen hoe we dat dan gaan doen tijdens de wereldomzeiling. We hebben immers een vaste buiskap en dat schijnt te impliceren dat je de wereld rond gaat zeilen. Dat gaan we dus niet doen. We hebben veel plannen maar ik heb helemaal niets met rare landen, piraten, enge beestjes en ander ongemak. De boot is ingericht om zomers zo’n drie tot vier maanden zonder enige vorm van haast een beetje rond te varen in West-Europa en we willen ook ruim de tijd hebben om de plaatsen die we aandoen al wandelend en fietsend te verkennen. Maar eerst natuurlijk de volgende Ramsgate en wellicht ook al de CAM race 2016!

8

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

Leo van Leeuwen

Vakantie zonder dieptemeter Een boot is een technisch bedrijf dat onze constante aandacht verdient. Er is regelmatig iets wat niet werkt of aan slijtage onderhevig is. De vochtige omgeving van een boot helpt natuurlijk ook niet mee om alles perfect te laten werken. Electrische contacten of schakelaars kunnen met oxidatie te maken krijgen, etc. Wij werden vlak voor onze vakantie geconfronteerd met een dieptemeter die ermee ophield. Eerst heb ik alle contacten en verbindingen gecontroleerd, maar dat gaf geen verandering. Daarna natuurlijk de vraag: is het het instrument of de onderwatergever die niet werkt? De fabrikant hield het op het instrument, wat voorkwam dat de boot op de kant moest. Tijd om het instrument gerepareerd terug te krijgen was er niet. Dus in overleg met de reparateur in Engeland, afgesproken om het ding dan naar Dover te laten sturen. De haven wilde graag meewerken. Klein detail was dat het instrument maar niet aan wilde komen, ondanks toezeggingen van PostNL. Dan maar laten sturen naar Lymington in de Solent, want een dieptemeter is toch wel erg handig bij riviermondingen met een sill! Je bent zo vergroeit met je dieptemeter dat het een beetje kaal voelt als die er niet is. Om een lang verhaal kort te maken haalde de gerepareerde dieptemeter ook Lymington niet en heb ik hem toch maar naar mijn huisadres laten sturen. Daar lag het keurig op mij te wachten toen we na drie weken weer thuis kwamen. Het ding ingebouwd en we zijn blij dat er weer iemand op de diepte let. Een hele vakantie zonder dieptemeter is niet wat je van tevoren bedenkt, maar het dwingt je wel iets meer reserve in te bouwen ten opzichte van de diepten op de kaart. Je kijkt vaker op de kaart dan anders, maar we hebben nergens bodem gevoeld. Ik vind dan ook dat we zonder hulpmiddelen moeten kunnen varen, want laten we wel wezen er kan altijd iets uitvallen. Wat ik wel aan boord heb is drie mogelijkheden om GPS te zien want je zult maar een blikseminslag hebben op zee. Gelukkig hebben wij nooit een blikseminslag gehad maar er zijn wel grote donder- en bliksembuien over ons heen getrokken. Even afkloppen!!

(Naschrift van de redactie: in de volgende Zeezeilen zal geschreven worden over de blikseminslag die de Mikmak dit voorjaar trof in zijn thuishaven. Zouden drie GPSen voldoende zijn?)

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

9


techn&vaarpraktijk Willem Plet (m.m.v. Piet Lucassen)

10 Valstoppers getest Beklemmende stilstand

In 1994 testten we voor het laatst een aantal valstoppers dat op de markt verscheen. De resultaten waren zeer teleurstellend. Doet de huidige generatie valstoppers het beter? We testten tien veelgebruikte valstoppers op maximale houdkracht, slip, lijnschade, bedieningsgemak en montagemogelijkheden. Test Joop de Smit, Piet Lucassen, Geert Middel, Willem Plet Tekst Willem Plet Foto’s Klaas Wiersma & Willem Plet. (Dit artikel is een deel van het oorspronkelijke artikel dat in juli 2015 in het blad ‘Zeilen’ is verschenen. De redactie van Zeezeilen heeft toestemming gekregen om het gehele artikel over te nemen, maar heeft met name de basistekst overgenomen. Zie voor gedetailleerde productinformatie het volledige artikel dat op de website van PZV staat. RedactieTB) Sinds valstoppers vanaf de jaren tachtig steeds vaker op zeiljachten worden geïnstalleerd, hebben ze het benodigd aantal volumineuze, zware en prijzige lieren aan boord flink ingeperkt. Ook korvijnagels, kikkers, jammers en soortgelijke artikelen om lijnen op te beleggen raakten in rap tempo uit de gratie. Immers, met de valstopper werd het ineens mogelijk vrijwel elke bedieningslijn aan boord in één handbeweging vast te zetten en ook weer gedoseerd te laten vieren zonder een knoop te hoeven leggen. Bovendien kon de bediening van veel lijnen daardoor van de mast naar de kuip worden verplaatst. Strikt genomen dekt het woord valstopper de lading dus niet, want naast vallen kunnen we er ook smeerrepen, giekneerhouders, grootschootoverlopen, onderlijkstrekkers, cunninghams, schoten, rolfoklijnen, gennaker tacklijnen en giekneerhouders mee bedienen.

10

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

Een ongemakkelijk huwelijk

De samenwerking tussen valstoppers en lijnen gaat echter niet altijd even vlekkeloos. Hoge krachten kunnen slip op de lijn veroorzaken, waardoor de trim van het grootzeil, de fok of de spinnaker verslechtert. En hoewel producenten vaak een groot aantal lijndiameters aan hun stoppers toekennen, slipt de lijn soms al ruim onder die gespecificeerde maximale houdkracht. Vaak gepaard met schade aan de mantel of, erger, aan de kern van de lijn. In sommige extreme gevallen raakt ook het mechanisme of de behuizing van de stopper zelf beschadigd. Het grote voordeel van een stopper ten opzichte van bijvoorbeeld een jammer is dat de lijn in een stopper in theorie ook onder spanning kan worden gelost. In de praktijk draaien we weliswaar vaak even aan de lier om de spanning van de stopper te halen voordat we deze openen. Mocht dit echter niet lukken vanwege nood of haast dan zou de valstopper uitkomst moeten bieden. Toch gaat dit niet altijd even gemakkelijk, omdat we onze vingers moeilijk om de gesloten hendel krijgen of omdat het openen van de hendel simpelweg te zwaar is. We zijn dus op zoek naar een stopper die de maximale kracht die op een lijn komt te staan kan vasthouden zonder lijnschade te veroorzaken en die bovendien gemakkelijk te openen is onder spanning. De stopper doet dit voor zowel polyester als Dyneema-lijnen en voor een breed scala aan lijndiameters. Daarnaast willen we dat de lijn na het sluiten van de stopper zo min mogelijk slipt en dat er weinig wrijving is wanneer we de lijn door een gesloten stopper aantrekken.

Functionele tests

Het aanbod van valstoppers is groot. We beperken ons daarom tot een aantal veelgebruikte stoppers voor een gemiddeld toerzeiljacht tussen de 9 en 12 meter lengte met standaard tuigage en materialen aan boord. Dat wil zeggen dat er met

Dacron-zeilen en polyester lijnen wordt gevaren. Om de overstap naar het gebruik van Dyneemalijn toch te kunnen beoordelen, testen we dat ook. Voor de test gebruikten we een stalen buisprofiel met daarop aan het uiteinde een plaat voor de lier en in het midden een plaat voor de betreffende stopper. Alle testen voerden we uit met lijnen van zowel polyester als Dyneema met een diameters van 8, 10 en 12 millimeter, tenzij anders gespecificeerd door de valstopper. Eerst voerden we de functionele testen uit om de bediening van de stoppers te kunnen beoordelen. Met een digitale unster maten we de kracht die het kostte om de lijn door de gesloten stopper te trekken. Deze weerstand in de stopper is een extra kracht die nodig is bij het aantrekken van een lijn. Daarna maten we de slip van de lijn na het sluiten van de stopper bij een kracht van 200 kilogram. Dit is ongeveer de kracht die op een grootzeilval staat van een zeiljacht van 9-12 meter wanneer het zeil volledig is gehesen en het val nog om de lier zit. Deze constante kracht van 200 kilogram verkregen we door twee autogarageveren, die in het buisprofiel waren gemonteerd en via een trekband en een digitaal unster waren verbonden met de lijn die door de stopper en om de lier heen zat. Voor de krachtmetingen gebruikten we een industrieunster met een nauwkeurigheid van 1 kilogram en een maximale houdkracht van 3000 kilogram. We draaiden de lier op tot 200 kilogram en lieten de lijn van de lier los om de slip te meten die de stopper nodig heeft om de lijn vast te houden.

Maximale belastingen

Na de functionele testen gingen we over op het testen van de maximale belasting. Om een zo realistisch mogelijk resultaat te verkrijgen, gebruikten we lijnen met een lengte van twintig

meter tussen de unster en de stopper. We hadden eerder ondervonden dat een te korte lijn van een niet realistische lengte de wisselwerking tussen mantel en kern sterk verandert, waardoor de mantel achter blijft bij de kern en zo sneller sneuvelt in de klauwen van de stopper. Met een staaldraadspanner achter de unster krikten we de lijn op spanning totdat de lijn slipte of tot de gespecificeerde houdkracht werd bereikt. Bij slip en lijnschade noteerden we de afstand van de slip en de ernst van de schade aan de lijn. Daarna openden we met de kleine unster de hendel om te meten hoe zwaar het is om de stopper te openen onder maximale spanning.

Laboratorium vs. praktijk

Uit deze testen, die we in een laboratoriumopstelling hebben uitgevoerd, kunnen we een aantal conclusies trekken. Er is niet zoveel veranderd tussen 1994 en nu. Zo is er in veel gevallen een behoorlijk verschil tussen de gespecificeerde houdkracht en de door ons geteste houdkracht. Ook zijn er veel verschillen aan te wijzen in welke mate de stoppers de lijnen onder grote kracht of bij slip toetakelen. De kwaliteit van de mechanismen om de lijnen af te stoppen en de demonteerbaarheid respectievelijk beschikbaarheid van reserve onderdelen variëren sterk. Ten slotte is de bediening, het gedoseerd lossen onder spanning en de beweging van de hendel, ook zeer verschillend per valstopper. Dat zijn wat ons betreft allemaal onomstotelijke bevindingen, maar de praktijk is, zoals zo vaak, is een stuk grilliger. De daadwerkelijke kracht die op een valstopper aan boord van een zeiljacht van 9-12 meter lang komt te staan, is sterk afhankelijk van de toepassing, maar ook van het gebruik door de bemanning. Zo zal een wedstrijdbemanning veel hogere eisen stellen aan het genuaval dan

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

11


Zomertochten de toerzeiler en zal het gebruik van stijvere materialen voor de zeilen, het lopend want, het staand want, de romp et cetera de algehele spanning op de valstoppers doen toenemen. Ook zal een oudere boot met meer waterverplaatsing meer krachten uitoefenen op de valstopper dan een nieuwere light-displacement boot van dezelfde lengte. Of de stijve, maar lichte boot nu meer of minder kracht uitoefent op valstopper dan een iets slappere, maar zwaardere boot van gelijke grootte, is dus niet zo gemakkelijk te bewijzen. Een simpele praktijktest die we uitvoerden op een Dehler Optima 92 om te kijken hoeveel spanning op de stopper van het grootzeilval kwam te staan wees een statische kracht 160 kg vlak voor de lier uit. Dezelfde test op een J-105 met een enthousiaste wedstijdbemanning gaf aan dat in deze situatie ook 500 kg makkelijk haalbaar was. Op de vraag hoeveel kracht er dan op de andere lijnen aan boord zou kunnen komt te staan in variabele condities, kregen we bij ontwerpers, tuigers en werven echter geen eenduidig antwoord. “Dat is een interessante vraag”, “Het is een empirische kwestie”, “Het is nu eenmaal gebaseerd op ervaring” en “meten is weten” waren de meeste gehoorde antwoorden. Feit blijft dat de valstopperfabrikanten de houdkracht liever iets positiever opgeven dan de test uitwijst, hetgeen ons bij de gesneuvelde stoppers doet twijfelen aan de veiligheidsmarges die op de constructie worden aangehouden. Ook krijgen de meeste stoppers te gemakkelijk een constante houdkracht op een te groot bereik van verschillende lijndiameters opgespeld door de fabrikanten. De testen wezen uit dat de diameter van de lijn wel degelijk uitmaakt voor de houdkracht. Gemiddeld blijkt een veilige houdkracht van de valstopper met weinig lijnslijtage recht evenredig met de lijndiameter. Met uitzondering van Spinlock specificeren leveranciers dat niet.

12

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

Annemieke Stallaert

Schrale wind, digitale troost Geschiktheidstabel

Geen enkele stopper is ongeschonden uit de test gekomen. Daardoor is er geen echte winnaar aan te wijzen. Toch is het mogelijk om op basis van de bevindingen een geschikte stopper te selecteren per toepassing. Wedstrijdomstandigheden daar gelaten, is de kans klein dat u de maximale houdkracht van de stoppers aan boord overschrijdt. Mocht u echter voor de keuze staan een nieuwe stopper aan te schaffen, dan raden wij aan en vinden wij het veiliger om de stopper ruim beneden de specificatie te belasten om zeker te zijn van goede werking met weinig lijnslijtage. Immers, geen van de stoppers hield alle lijnen vast volgens specificaties en veroorzaakte daarbij vaak lijnschade en schade aan de stopper zelf. Om tot een veilige en effectieve stopperkeuze te komen houden we een veiligheidsdeelfactor van 1.5 ten opzichte van de testresultaten aan. De resultaten hiervan zijn te zien in de tabel. (zie voor deze tabel het uitgebreide artikel; hieronder vindt u de tabel met de beoordeling van het testteam. Redactie TB) Tabel: Beoordeling door het testteam

VAT

Zomer 2015. Of wat er voor door moet gaan, tenminste. Eind juli volgt de ene storm de andere op. ‘s Avonds in de kajuit verbijten we ons ongeduld. Gelukkig, we hebben nog een reserve yahtzee-dobbelblok aan boord. Maar dat ben je ook wel een keer beu. Gelukkig zorgen Tablet en Iphone voor een VAT-relatie: Verwaaid Apart Together

Reply to all +

Via de mail, waaraan steeds meer clubleden worden toegevoegd, horen we prachtige verhalen uit Bretagne (en verder). Schitterend zeilweer daar. Gelukkig vaart de Rosa weer lekvrij. Lyra heeft de sokken erin gezet. De blog van Annies doet ons naar het noorden verlangen. Een maildiscussie met steeds uitbreidende reply-to-all heeft zo zijn beperkingen. De Meiden van de Middenvloot praten elkaar moed in via Whatsapp.

Gale-warnings en averij

Het Kanaal wordt geplaagd door aanhoudende galewarnings. Westervaart en Hellen liggen aan de Oostkust. Het vaarplan voor de volgende etappe staat uitgewerkt op papier, maar iedere avond na de weerberichten krassen we datum en tij maar weer door. Intussen ligt de Sundancer met averij in Poole. Wachten, wachten. Zuidwest 7 meldt 39 knopen in St Annaland en een probleem aan de mastvoet.

Ook daar uitstel van plannen. Gelukkig wel goed nieuws van Xinia. Alles weer op orde, snel vertrekken. Scylla heeft genoten van al het goede aan de Franse kust, maar moet zo langzamerhand weer terug. Door die depressies.

FAT

Doorlopend veranderen de plannen. Hoe frustrerend is dat? Je hebt maar een paar weken vakantie, en die wil je eigenlijk ten volle benutten. In de groeps-app “Kanaal 16” delen de Meiden van de Middenvloot hun frustraties. Over het weer, de technische problemen, maar ook over het leven in het algemeen, mannen, wijn en winkelen. Met opbeurende plaatjes en foute grappen. Over Cafe Het Zwaantje, dat geen klandizie heeft. En zaken, die onder ons blijven. Zolang er WiFi is, pingt de telefoon. Mooie berichten van clubgenoten die elkaar wel weten te vinden. Plaatjes van prachtige wandeltochten,

hete bekers thee, borden vol heerlijkheden en masten die weer worden opgezet. Een gevoel van saamhorigheid, meiden onder elkaar.. Frustrated Apart Together

SAT

Normaal houd je het op Kanaal 16 kort en bondig, maar op Whatsapp gaat de discussie maar door. Wat wil je ook, meiden...... onder elkaar? Zo langzamerhand gaat iedereen weer varen. We blijven appen. Mooie beelden onder zeil. Dat is SAT: Sailing Apart Together Inmiddels is de Kanaal-16app ter ziele en de groepsmail verstomd. Het zeilseizoen is voorbij. Het wachten is tot de eerste clubgenoot volgend jaar het contact weer zoekt. Liefst ontmoeten we elkaar ‘live’ onderweg. Maar digitaal is ook mooi.

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

13


benauwde momenten Henri Boetzkes

Storm op de Noordzee om nooit meer te vergeten

Het heeft jaren geduurd voor ik de moed kon verzamelen dit verhaal op te schrijven. Ik ben achteraf niet bepaald trots op deze ervaring en wilde die lange tijd het liefst vergeten. Terugkijkend zijn er verscheidene fouten gemaakt, zowel door de schipper als door mijzelf. Maar laat ik niet op de feiten vooruit lopen. Mijn eerste charterervaringen waren op vertrouwde schepen als een Suncoast 42 waarop dan zo’n 8 à 10 gasten meevoeren. Dit beviel me echter al vrij snel niet meer. Een groot aantal mensen wil elk zijn deel van het dekwerk en als het even kan iets meer. Maar als het op kombuiswerk aankomt, krijg je alle ruimte. Ik word moe van dat haantjesgedrag en besluit een charter te zoeken waar maar met een paar mensen gevaren wordt.

Introductie

Het is oktober 1984 als ik in een advertentie lees over een dergelijke chartertocht. Een 6-daagse trip van Harlingen naar lpswich en terug. Samen met mijn broer monster ik aan voor de laatste reis van het seizoen: vertrek op woensdagavond 3 oktober en weer terug op dinsdag 9 oktober. Tijdens de treinreis naar Harlingen bereiden we ons theoretisch nog ‘goed’ voor door een boekje te lezen dat we op het station hebben gekocht. Het draagt de toepasselijke en opbeurende titel: ’Overleven op zee’. Hierin treffen we een tabel aan met daarin de verschillende stadia van onderkoeling en de daarbij behorende fysieke kenmerken. We maken er dan nog de nodige grappen over, onwetend wat ons te wachten staat. Afijn, we installeren ons op het schip en maken kennis met de derde gast en de schipper. Daarna maken we een rondje over de boot om die te leren kennen en waar de bergplaatsen van reddingmiddelen zijn. We bespreken het vaarplan

14

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

en we komen overeen dat we de volgende morgen eerst zullen inslingeren met een tochtje van Harlingen naar IJmuiden. De volgende morgen zijn we vroeg uit de veren en gaan op weg. De tocht verloopt voorspoedig, er staat een lekkere bakstagwind kracht 5 uit het noordwesten. De enige wanklank komt van het geschut van de marine. Er komen een paar salvo’s over als we de batterij juist dwars hebben. Eenmaal afgemeerd in lJmuiden wakkert de wind gestaag aan, waardoor bij de derde gast twijfel opkomt of hij een oversteek met zo’n wind wel leuk zal vinden. We spreken af eerst te gaan slapen en ‘s morgens het weerbericht van 06.00 uur uit te luisteren voor we nadere beslissingen nemen. Hoewel er de volgende morgen nog een stevige windkracht 7 doorstaat, geeft het weerbericht de verwachting dat de wind gedurende de dag zal afnemen tot kracht 6 à 5 in het gebied waar we naartoe willen. Om ongeveer 06.30 uur verlaten we de haven op weg naar Felixstowe. Ons doel in Engeland. Het is prachtig zeilweer: een wind van kracht 6 à 7 die iets voorlijker dan half inkomt. We genieten er echt van met uitzondering van de derde gast die al snel zeeziek wordt. Ondanks de raad om bovendeks te blijven, verkiest hij zijn kooi om daar de hele reis te blijven. Nog steeds vind ik die dag de mooiste zeildag die ik ooit heb meegemaakt, het is gewoon schitterend! Alleen de wind neemt niet af zoals voorspeld, integendeel op een gegeven moment komt het bericht door dat er een diepe zeer actieve depressie plotseling zijn baan heeft verlaten en recht op ons afkoerst.

Kortsluiting

Vanaf dat moment gaat alles mis. De ellende begint met een kortsluiting waardoor de elektriciteit wegvalt. Daardoor kan de motor niet starten maar daar maken we ons op dat

moment nog niet al te druk over. Ook blijkt het aggregaat niet aan boord te zijn. Dat is in reparatie. De schipper gaat te kooi om alvast wat rust te nemen, zodat hij fit zal zijn als we de Engelse kust naderen en hij het roer kan overnemen. Volgens schema duurt dat nog vijftien tot zestien uur! Inmiddels is het al donker geworden en stuur ik op gevoel en gehoor. De kompasverlichting functioneert immers ook niet meer. Het lukt me redelijk koers te houden daar we aan de wind varen. Telkens wanneer ik de fok hoor klapperen, val ik wat af, dan stuur ik voorzichtig op tot ik de fok weer hoor. Voor mijn broer is dit zijn eerste zeiltocht en hij voelt zich niet helemaal happy. Hij durft onder deze omstandigheden niet aan het roer te staan. Na een tijdje wakkert de wind echt aan tot stormkracht en we besluiten de schipper aan dek te halen. Er moet onderhand een derde rif worden gestoken en het wordt ook tijd voor de stormfok. Het is stikdonker en we moeten alles doen zonder de hulp van een deklicht. Nadat we het rif gestoken hebben, leg ik de boot op een voordewindse koers opdat het voordek zoveel mogelijk vrij van water zal blijven. Mijn broer gaat naar voren om de stormfok te zetten. Normaal zou dat werk hooguit 10 minuten kosten, maar onder deze omstandigheden is het na een half uur ploeteren nog niet geklaard. Dan gaat ook de schipper naar voren om een handje te heipen en met vereende inspanning lukt het om de stormfok te zetten en de grotere benedendeks te krijgen. Al die tijd probeer ik angstvallig een klapgijp te voorkomen. De golven zijn inmiddels gegroeid van drie meter tot een hoogte van zes tot zeven meter. Plotseling wordt de kont van de boot opzij gezet en komt de giek met een enorme klap toch over. Gelukkig zonder schade! Ik denk dat we ruim een uur voor de wind hebben gelopen, voordat we weer op koers kunnen.

Niet aangelijnd

De schipper en mijn broer verdwijnen benedendeks om de positie te bepalen en droge kleren aan te trekken. Ze hebben geen droge draad meer aan hun lijf. Ik sta alleen aan het roer, gelukkig wel met reddingvest om, maar helaas niet aangelijnd! Daar heeft niemand aan gedacht. Na een paar minuten merk ik opeens dat de zee veranderd is. De golven zijn weg! De zee, die daarvoor zwart was, lijkt nu wel zo wit als een plasmelk. Dat heb ik nog nooit gezien. Ik roep naar de schipper beneden en beschrijf wat ik zie. Hij antwoordt dat dit het effect is van het feit dat we boven een zandbank zitten, maar dat het niet erg is omdat we nog zo’n zeven meter water onder de kiel hebben. Even laat ik me geruststellen maar dan zie ik uit mijn ooghoek een schaduw. Die is ook wel zeven meter, maar dan boven deks! Het is een gigantische golf uit een geheel andere hoek dan de overige.

Man overboord

Het volgende dat ik me herinner is dat ik vecht om boven water te komen Terwijl ik het gevoel heb in allerlei touwen en lijnen verward te zitten. Ik denk achteraf dat ik in een reflex van de boot ben weg gezwommen omdat ik dacht dat die zou zinken. Bij de volgende golf richt de boot zich echter weer op. De mast en de zeilen staan nog steeds. Hij vaart zo snel weg dat ik er niet meer bij kan komen. Zo zie ik de boot in een paar tellen uit mijn gezichtsveld verdwijnen. De tijd is ongeveer 23.30 BST. Inmiddels heeft de storm zijn hoogtepunt bereikt (achteraf vertellen ze me dat het negen tot tien Beaufort heeft gewaaid). Het eerste dat me opvalt is dat het water helemaal niet koud aanvoelt. De watertemperatuur blijkt later 14 graden Celcius. Ik besluit om in ieder geval mijn laarzen uit te doen zodat die me

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

15


niet dieper in het water zullen trekken Na ruim vijf uur achtereen aan het roer in de storm met om de paar minuten een flinke kwak water over me heen, is het zelfs een warme gewaarwording. Vreemd genoeg, als ik om me heen kijk, zie ik het licht van een vuurtoren. Achteraf blijkt dat het lichtschip van de Outer Gabbard te zijn. Geen paniek dus. Het enige dat ik hoef te doen is erheen te zwemmen...Al na korte tijd wordt het me duídelijk dat dat onmogelijk is. Telkens wanneer ik in de richting kijk waar ik het licht het laatst gezien heb, is het verdwenen en blinkt het ergens achter mij. Ik word dus door de wind en de goiven in de rondte gedraaid, zodat zwemmend koershouden vrijwel niet mogelijk is. Daarbij komt nog dat de golven breken, zodat ik met grote regelmaat door het water bedolven word.

Onderkoeling

De tijd verstrijkt en het ‘warme’ water wordt al kouder en kouder. Ik begin tekenen van onderkoeling te vertonen en de verschillende stadia met hun kenmerken zoals ik in dat boekje gelezen heb, komen me weer voor de geest. Merkwaardig ben ik nog steeds niet in paniek. Ik neem me heilig voor om in ieder geval niet te verdrinken zolang ik nog bij kennis ben. Daarop doordenkend krijg ik medelijden met mijn broer, die misschien aan mijn vrouw moet gaan vertelien dat ik niet meer terug zal komen. Na enige tijd heb ik absoluut geen benul meer hoe lang ik in het water lig.

Redding nabij

Dan zie ik een groot schip voor mij langs varen. Ik schreeuw de longen uit mijn lijf. Het schip vaart echter door zonder koers of snelheid te veranderen. Achteraf blijkt dat het de Arco Thames geweest is en de bemanning me wel degelijk heeft gehoord. Ze geven mijn positie door aan de kustwacht die inmiddels een reddingoperatie opgezet heeft. Ze krijgen de melding van de Arco

16

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

Thames binnen om 03.00 BST. Het bericht wordt ook opgevangen door de Cambrae, een zandzuiger van 330 voet die al eerder op de vuurpijlen van ons jacht is afgekomen. Ze hebben de bemanning aan boord genomen en de kustwacht gewaarschuwd. De Cambrae zet vervolgens koers naar de positie die door de Arco Times is opgegeven. Om 03.l5 BST horen ze mijn geschreeuw en zetten ze me in het licht van de schijnwerpers. Een lid van de bemanning gaat in een droogpak te water om mij een lijn om te doen waarmee ik opgevist kan worden. Dat valt niet mee omdat ik vanaf het moment dat de man bij me is, buiten bewustzijn ben. Veilig aan boord brengen mijn broer en een bemanningslid van de Cambrae mij op de beproefde manier weer op temperatuur door bij me in bed te kruipen. Ik heb ruim vier uur in het water gelegen. Het weer blijft slecht en de kapitein besluit dat ik niet door een helicopter van boord gehaald kan worden. Hij zet koers naar Ramsgate. Daar zal een ziekenwagen, de kustwacht en een lid van de inmiddels gewaarschuwde Nederlandse ambassade ons opwachten.

aan boord om onze persoonlijke bezittingen mee te nemen. De volgende dag gaan we met trein en boot naar huis, waar we het verhaal, tot grote schrik van iedereen, vertellen. Om het thuisfront niet nodeloos ongerust te maken, hebben we niet naar huis gebeld.

Vervelend staartje

Voor mij is het verhaal nog niet ten einde. Ik voel me behoorlijk belabberd na de reis. Mijn vrouw staat erop dat ik direct naar het ziekenhuis ga om me daar te laten onderzoeken. Het duurt geen half uur voordat ik op de intensive care lig, aangesloten op allerlei bewakingsapparatuur. Er is nog een gerede kans dat mijn longen een reactie op het zoute water zullen geven, met het gevaar dat ik hoog en droog in mijn bed alsnog zal verdrinken. Na vier dagen mag ik het ziekenhuis weer veriaten om verder thuis te herstellen. Ik probeer lering uit dit avontuur te trekken: controleer vooraf goed de uitrusting van een charterschip en zorg dat je aangelijnd bent!

(Naschrift van de redactie: dit artikel is gepubliceerd in Zeilen 2 – 1995 en de auteur heeft er een prijs mee gewonnen als beste charterverhaal uit vele inzendingen; de prijs was een charterreis voor twee personen naar Griekenland!)

Vereniging

Veilig aan land

Bij aankomst in Ramsgate is er geen van de drie genoemde instanties te bekennen. Inmiddels is het bericht binnengekomen dat ons jacht, dat door de Cambrae op zee was achtergelaten toen men van onze schipper hoorde dat er nog een bemanningslid in zee lag, door een lerse visser is geborgen en in Ramsgate ligt afgemeerd. Na overleg met de kapitein van de Cambrae besluiten we niet te overnachten maar een hotel op te zoeken en de volgende dag met de trein en de vleugelboot naar huis te gaan. We kunnen van de kapitein wat geld lenen en gaan van boord. ln de jachthaven ligt ons jacht al aan de ketting. Na overleg met de douane mogen we

N.B. De data en tijdstippen in dit verhaal komen uit een kopie van het logboek van de Cambrae dat we van de stuurman meegekregen hebben. De methode om een drenkeling op te warmen door bij hem in bed te kruipen, wordt tegenwoordig afgeraden. Beter is het onderkoelde slachtoffer uit zichzelf weer te laten opwarmen bijvoorbeeld onder een thermische deken of gewikkeld in alluminiumfolie.

Kanaal 77 • • • • • •

Windparken zullen, zo wordt stellig verwacht, doorvaarbaar worden. Mits men AIS heeft, SAR regels respecteert, etc. Zie ook Zeezeilen 2015-2. Lustrumgangers aan boord van Lustrumschepen blijken luie zeilers te zijn! Er was veel geklaag over het zomerweer door de Kanaalratten van PZV! De gemiddelde leeftijd waarop (zee)zeilers hun boot aan de kant doen of kiezen voor een motorboot is 72 jaar. Aldus de Waterkampioen in een onderzoek naar Vergrijzing op het water. Er valt nog steeds weinig te melden over echtscheidingen en nieuwe relaties in PZV verband. Niet-leden van PZV en toch lezers van Zeezeilen - middels de gratis exemplaren - worden uitgenodigd lid te worden van PZV, een vereniging van schippers én opstappers

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

17


evenement Marc Swinkels

Sail Amsterdam 2015 Naar de Sail-In met de PZV Op woensdag 19 augustus jl. zijn we tezamen met zo’n 35 andere PZV’ers naar de Sail-Inparade geweest van Sail Amsterdam 2015. Evenals in 2010 waren wij te gast op de Laura van de oom van Manuela Paradiek; deze duwboot lag zelfs op exact dezelfde locatie als in 2010. Om in Amsterdam te komen op een doorsnee woensdag in augustus bleek niet mee te vallen! We vertrokken vanaf station Helmond en via Arnhem(!) arriveerden wij na een reis van bijna vier uur op de Laura. En dat alles vanwege een defecte trein tussen Utrecht en Amsterdam. Aan den lijve hebben we ondervonden wat onze studerende kinderen bijna dagelijks meemaken met de NS…. Maar goed, tot zover het openbaar vervoer deel een en we lieten ons humeur hierdoor niet verpesten, daarvoor is een dagje Sail veel te leuk! Het toeval wilde dat onze dochter Isabelle dit jaar op Sail als jurylid werkte bij het Nationaal kampioenschap Waterfietsen van de Staatsloterij. Manuela was zo vriendelijk geweest voor haar een uitzondering te maken (als niet PZV lid zijnde) en zo kwam het dat Isabelle ons opwachtte op het Centraal Station en wij gedrieën met het pontje het IJ overstaken op weg naar de Laura. We kenden de weg nog van vijf jaar geleden, langs het Eye filmmuseum, langs Shell, door het hek, onder de slagboom door, langs enkele garages, over twee binnenvaartschepen en dan zijn we ter plaatse. Prachtig uitzicht De ligplaats van de Laura gaf wederom een schitterend uitzicht over het IJ. Dit jaar was de Laura

18

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

voorzien van een party tent, waaronder al vele PZVers zaten en ook de catering was hieronder aanwezig welke weer prima geregeld was door de organisatie, lekkere broodjes en diverse drankjes, en zelfs een biertap! Ondanks onze relatief late aankomst waren we toch nog ruim op tijd voordat de eerste Tall ships voorbij kwamen. Als eerste een voor ons bekend schip, de Stad Amsterdam, deels eigendom van de stad Amsterdam als ook van de Randstad uitzendorganisatie. Enkele jaren geleden hebben we tijdens Sail Vlissingen eens meegevaren op de Stad Amsterdam, werkelijk een hele belevenis. Het lijkt op zo’n dag wel of alles wat vaart in Nederland op het IJ aanwezig is, zo ontzettend veel bootjes op het water! Handige App Ik had dit jaar de App van Sail gedownload en deze had als extra feature dat als er een Tall ship voorbij kwam varen ik een melding kreeg welk schip dit betrof met daarbij de nodige informatie over dit schip. Erg handig omdat het anders vaak gissen is naar welk schip voorbijkomt. Een prachtige vloot trok aan ons voorbij onder gelukkig droge weersomstandigheden. De meeste indruk maken toch altijd de Tall ships met de matrozen in de ra’s zoals de Guayas uit Ecuador, een prachtig gezicht. Zie ook bijgaande foto van de Sedov, een Viermast Bark van 1921 uit Rusland. Er voeren vele bijzondere schepen waarvan ik er nog enkele wil noemen, zoals de Zr. Ms.Urania het opleidingsschip voor aanstaande zeeofficieren, het team Brunel uit de recente Volvo Ocean Race en de Zr. Ms. Bruinvis schijnt meegevaren te hebben maar deze onderzeeboot heb ik gemist….

Druk bij de pont Na enkele uren aangenaam verpozen te hebben op de Laura namen we afscheid van het organiserend comité en overige PZV-ers en gingen we op weg naar het pontje. En dat is meteen openbaar vervoer deel 2, want wat was het druk bij de pont. En omdat er niemand opzij wilde gaan voor de personen die van boord wilden gaan, kwamen we in een soort Status Quo terecht. Niemand van de pont af en niemand meer erop! Uiteindelijk na lang wachten zaten we op het pontje op weg naar het Centraal Station met respect voor de stuurman van het

pontje want deze moest laveren tussen alles wat dreef op het IJ! Aan de overzijde van het IJ waren inmiddels dranghekken geplaatst en was het open afgaan van de pont beter geregeld. Zelfs de terugreis met de trein verliep voorspoedig en binnen twee uur waren we weer terug in Helmond. We kijken terug op weer een prachtige PZV-activiteit en zijn zeker van plan Sail 2020 weer te bezoeken. Feiten en cijfers Sail 2015: 2,3 miljoen bezoekers, 50 Tall Ships, 550 schepen varend erfgoed, de Sail-In parade was 12 km lang.

techn&vaarpraktijk Arend Jan Klinkhamer

Tochtplanning met wind en zeegang Een aantal diensten maken het mogelijk om voor een overtocht de verwachte wind en zeegang te zien. Je moet echter meestal betalen voor deze diensten of ze zitten in een bepaald plotterpakket. Er is ook een website waar je dit gratis kunt opvragen voor trajecten waar ook ter wereld. Als je de site meteonav.aemet. es opzoekt en in de bovenbalk kiest voor de Engelstalige versie kun je in de linkerbalk de verwachte begintijd en eindtijd van je traject opgeven. Als je dan klikt op ‘Clicar ruta’ (niet alles wordt Engels!) moet je je route aangeven. Je kiest zelf welke en hoeveel punten je

wilt zien; als je dan op ‘Calcular’ hebt gedrukt, berekent het programma wanneer je in elk punt verwacht te zijn (beginen eindtijd zijn immers bekend) en geeft de verwachte wind en zeegang plus deining. Als je een punt aanklikt, zie je van de belangrijkste golfcomponenten de hoogte en de periode, helaas niet de richting. Je kunt wel zien of de zee erg onrustig zal zijn: als er componenten zijn met vergelijkbare hoogte en sterk verschillende periodes wordt het hobbelig. Het plaatje geeft een tochtje van L’Abervrac’h naar Guernsey, maar het werkt ook van Dieppe naar de Roompot, van Kreta naar Izmir of van de

Bermuda’s naar de Azoren. Heel handig; je moet wel toegang hebben tot internet, maar dat wordt in de meeste havens inmiddels al bijna standaard. En een tablet met een lokale gekochte SIM-kaart maakt je zelfs onafhankelijk van de haven-wifi. Maar dat is weer een ander onderwerp.

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

19


evenement Joep Vermeulen

8 Uren Oosterschelde Zal ik meedoen? Met mijn eigen boot heb ik geen enkele kans om enig resultaat te halen, maar met de boot van Joop, de Ribaldus, kan er wel iets inzitten. Trouwens, mijn boot ligt voortaan in Workum. Zo gezegd, zo gedaan. De inschrijving had wat voeten in de aarde. Net toen ik wilde betalen, was er een storing in het geldverkeer. Joop heeft het van me overgenomen. Een noodkreet van Philip dat we ons ook nog bij de PZV moesten inschrijven. Ook dat ging op het nippertje. De inleiding die Philip gaf, was helder. Hij was natuurlijk aan zijn stand verplicht een perfect hulpprogramma te ontwikkelen, waarvan we gretig gebruik hebben gemaakt. De route hadden we van te voren al ingepland. We gingen uit van zuid/zuidoostelijke wind. De startplaats die dan voor de hand lag, gezien het inkomend tij, was St. Annaland. Joop Bakker en Toon Zaaijer vertrokken uit Hellevoetsluis. Ik zou vrijdagmiddag op hen wachten in St. Annaland. Mooi getimed ontmoetten we elkaar tegen vier uur. Schitterend weer. Hoe zal het morgen zijn? We liggen er als enige van de PZV. Zouden wij dan alleen starten vanuit deze startplaats? In de late avond komt de verhuizing pas goed op gang en vult de haven zich met de rest van de vloot. We krijgen van de PZV een mooi rood poloshirt met lange mouwen. Omdat meestal de boten, die startten bij de Bergshe Diepsluis de grootste afstanden aflegden, dachten wij aanvankelijk met weinigen te starten.

20

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

Slapstick

‘s Morgens zien we echter achter ons nog veertig andere boten die ons volgen. Of volgen wij hen? We starten in de middenmoot. De Ribaldus kruipt langzaam maar zeker naar de voorliggende boten. De winst gaat echter weer verloren doordat er aan boord met drie schippers onenigheid is over het passeren van de K1. Bakboord wordt er geroepen, niet stuurboord. Na een stukje eigenwijs doorvaren toch maar gekeerd en de boei goed gerond. We zijn van plan onze winst te halen uit de rakken voor de Zeelandbrug. Het tij komt daar dwars binnen en geeft ons meer snelheid omdat we hoger kunnen aansturen. De wind is optimaal zodat we bijna alle rakken met halve wind kunnen varen. Bij de tweede boei zie je al de scheiding der geesten. We zien de Lyra weer terugvaren. Wij blijven bij ons plan. We denken de meeste winst te behalen uit de lange rakken. De zeer snelle boten frustreren ons een beetje, maar stoer blijven we onze eigen koers volgen. Aan boord van de Ribaldus bouwt zich zo nu en dan wat spanning op. De stuurman bemoeit zich met de trimmer en die op zijn beurt weer met de navigator. Een is slechthorend en heeft geen gehoorapparaat, de tweede ook niet geheel vrij van gehoorschade en de derde praat zo nu en dan onverstaanbaar. Ziedaar alle ingrediënten voor een slapstickfilm. God hoort ons zo nu en dan brommen. Gaande de wedstrijd veranderen we onze plannen. Zullen we de rakken voor de Zeelandbrug twee keer afleggen? Gezien de snelheden die we de eerste keer konden ontwikkelen, is dit een goede gedachte. Nu het tijdschema in de gaten houden. Welke rakken zijn haalbaar? Nadat we boeien die het dichtst bij de Krammersluizen liggen hebben gerond, moeten we in de aandewindse koers regelmatig uitwijken voor de beroepsvaart. Dat kost ons veel tijd. Zullen we nog een keer de lange rakken op de Keeten pakken? Verschil van mening. De navigator beslist en we zeilen rap naar boeien bij de Oosterschelde en weer terug.

We plannen onze tijd goed.

Waar is de finish?

Op het wedstrijdformulier staat het zo opgeschreven dat wij concluderen dat de finish bij de ingang van Krabbenkreek ligt. Bij de Kt 27. Foute gedachte. Er staat Kt 27 - finish. Onze interpretatie blijkt een stomme vergissing. We hadden veel beter het wedstrijdformulier moeten nalezen. We zijn precies om kwart voor zes bij de Kt 27. Alle boten varen echter vol door. Waar is de finishboot? De finish is voor het clubhuis!! Gelukkig zeilt de Ribaldus, een Etap 32, ook goed met weinig wind een aandewindse koers. Veel boten kunnen we inhalen. Hier en daar kunnen we door onze geringe diepgang iets afsnijden. Naderhand blijkt ook nog dat we binnen de betonning hadden moeten blijven. Nostra culpa. 18.19 uur is onze finishtijd. Stel dat we de juiste finishlijn hadden aangehouden?.. Maar stel geldt niet. We eindigen als 24e met voorwaar een respectabele 44 mijl op ons log. Dat vindt Joop, de schipper, geen slecht resultaat. De steigerborrel is goed verzorgd. De dames van de vrouwenboot hebben lekkernijen klaargemaakt. Die vergoeden veel van het leed van hun debiele hoedjes. Ook de andere bemanningen komen met lekkere drankjes en hapjes. De steiger begeeft het bijna onder ons gewicht.

Winst voor Scylla!

‘s Avonds kunnen we ons storten op een goede maaltijd, maar een gesprek is door de harde muziek niet mogelijk. We houden het snel voor gezien en zoeken de rust van de boot op. Waarom moet er altijd zo’n rot herrie zijn? Groot is de verrassing voor de Scylla dat zij als als een van de weinige boten precies op tijd de finishlijn passeerde, geen puntenaftrek dus en mede de goede zeilprestaties als eerste eindigt. Zo daar mag je trots op zijn Anet! In dezelfde klasse: Toer zonder spi is de 11e plaats voor de Cyrano, de Gudrun als 20e en de Ribaldus als 24e. In de klasse met spi is de Lyra 12e en de Dream als 34e. Ach, natuurlijk wil je een goede prestatie neerzetten, maar veel belangrijker is het samen zeilen. De volgende morgen stap ik weer van boord en varen Joop en Toon terug naar Hellevoetsluis. Dit smaakt naar een herhaling. Nog een jaartje wachten.

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

21


evenement Irene Swinkels e.a.

8 Uren Oosterschelde met winnaar Scylla Waar was ik gebleven? Vorig jaar schreef ik in nummer 3 een stukje in ons verenigingsblad. Weten jullie het nog? De 8 Uren van de Oosterschelde was voor de meeste van ons een eerste kennismaking met het wedstrijdzeilen. Ik vond het allemaal al heel bijzonder dat ik hiervoor werd meegevraagd en wij waren al zeer tevreden met de behaalde resultaten in het eindklassement.

8 Uren Oosterschelde

In het voorjaar werd het evenement wederom opgenomen in de kalender van verenigingsactiviteiten. De combinatie met het vrouwenweekend werd wederom gemaakt, ondanks interne geluiden dat het traditionele vrouwenweekend niet per se gekoppeld zou moeten worden aan de 8-uren van de Oosterschelde. Inmiddels zijn we daar over uit en wordt dat in 2016 wederom een eigen activiteit. Philip (Lyra) coördineerde de inschrijvingen

22

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

vanuit de vereniging en na wat aanmoedigingsmails gaven nog enkele boten meer zoals de Cyrano, Gudrun, Ribaldus en de Dream aan deel te zullen nemen. Uiteindelijk schreven zeven boten met bemanning in, waarvan twee vrouwenboten (Hellen en Scylla). In dit lustrumjaar verzorgde Philip wederom de voorbespreking in de Trafalgar Pub en deelde ons zijn rekenprogramma’s om koersen, windstanden en zo meer mee te nemen in het wedstrijdprogramma.

Scylla

Ik kwam evenals vorig jaar aan boord op de Scylla, net als Manuela en Annemarieke. Charlotte kwam daar later nog bij. Manuela, onze navigator, zat voorafgaand thuis al de verschillende programma’s te bestuderen. Aan de hand van de weersomstandigheden werd gekozen voor onze overnachting in de haven van Kats. We hadden dan nog de mogelijkheid om zowel voor startplek 4 “Zandkreek” óf startplek 2 “De Val” te kiezen als optimale startpositie. Thuis zorgde ik dat al mijn zeilspullen verzameld bijeen stonden en in een laatste briefing spraken we af dat we op vrijdag om 12.00 uur in Scharendijke present stonden. Charlotte zou vrijdagavond na terugkomst van haar vakantie aansluiten in

Kats. Anet en ik reden samen vanuit het Brabantse land naar Zeeland. Een kenmerk van de Scylla met schipper Anet is dat wij vooral ook goed uitgerust voor de inwendige mens aan boord stappen. Dit betekent dat wij in de plaatselijke supermarkt van Scharendijke met een zorgvuldig opgestelde boodschappenlijst aanvullende inkopen doen. De auto zit namelijk al vol met dozen Prosecco voor de steigerborrel, wijn, frisdrank en versproducten van de groothandel. Zo het weekend kan beginnen! Op de boot brengen we alles netjes op orde. De zeilpakken in de natte cel, de laarzen in de schoenenkast en alle boodschappen hebben een vaste plek. De slaapplekken zijn ook al verdeeld en ieder ruimt zijn weekendtas leeg. We doen een rondje boot en bekijken de zeileigenschappen. De laatste hand wordt gelegd en intussen maken Manuela en Annemarieke de boot vaarklaar zodat we rond 14.00 uur klaar zijn voor vertrek.

Op naar Kats

Jammer genoeg kakt de wind in en is ook nog op kop, dus vanaf de sluis van Bruinisse is het deels motoren. Wel gezellig kunnen kletsen met elkaar en onder veel hilariteit beginnen we anekdotes op te halen over de deelnemers

aan het Lustrumweekend, immers Anet, Manuela en Annemarieke hebben het voornemen dan een act te gaan doen, waarin menigeen voor gaat komen. In de haven van Kats eten we een eenvoudige doch voedzame maaltijd: rijst met zalm uit de oven en een heerlijke, pittige groentesalsa. Uiteraard begeleid door een glaasje wijn. Een luchtig toetje met vers zomerfruit tot besluit. Ook de Hellen legt aan in Kats en dan weten ze in Kats meteen dat er twee vrouwenboten gearriveerd zijn. Nu even serieus: we nemen de kaarten erbij en bespreken ons plan van aanpak. Morgen op tijd opstaan. Broodjes smeren en zeilpakken aan. We hebben dan nog tijd om enkele keren te oefenen met het ronden van een boei en warm te draaien. Naar bed, naar bed dames!

It giet oan

‘’s Morgens is Manuela meteen met haar telefoon in de weer om de eerste weerberichten te bekijken , programmaatjes te draaien en in de plotter te zetten. We kiezen voor startplaats 2 “De Val” en zijn mooi op tijd rondom de startlijn. Ai, dit is nu direct jammer. Vanuit de kajuit geven we te laat het commando om naar de startlijn te zeilen. We noteren het voorval als verbeterpunt voor bij de evaluatie en gaan hierna over tot de wedstrijd. Het valt op dat het dit jaar een stuk rustiger is bij de start rondom Keeten A. Vorig jaar kreeg Anet

het behoorlijk warm tijdens de start bij Bergse Diepsluis, zoveel zeilboten op elkaars lip, dat vroeg om laveerprecisie! Manuela en ik zitten beneden in de kajuit en aan de hand van allerlei tabellen en windstanden bepalen we de te zeilen rakken. Dit is echt een sport denk ik bij mij zelf. Ik had dit nog niet eerder gedaan en samen met Manuela denken we hardop en noteren ieder zorgvuldig de rondingstijden per rak. Ook onze administratie zal dit jaar 100% correct worden ingeleverd! Anet, Annemarieke en Charlotte zijn boven op het dek in de functie van schipper, trimmer en fokkenist in actie. Volledige concentratie is op de gezichten af te lezen. Wat een teamwork: vanuit de kajuit geven wij vóór het ronden van de boei de nieuwe koers aan (zodat voorbereidingen ten aanzien van zeilstanden al getroffen kunnen worden) en of we de aankomende boei BB of SB moeten ronden. De commando’s worden luid en duidelijk gegeven en een ieder doet zijn taak naar behoren. Als we een wat langer rak zeilen, genieten we van onze heerlijk, belegde broodjes en een beker koffie of thee. Als we het te druk hebben, drinken we uitsluitend water of eten een appeltje. Je moet wel weten wanneer je je een plas-, eet- of drinkpauze kunt inlassen en dit onderling ook even afstemmen. We zijn sportief bezig!

Tourklasse

We hebben ingeschreven voor

de Tourklasse en varen naast het grootzeil alleen met een high-aspectfok. Op de lange rakken fungeert Annemarieke met de pikhaak als boom. Charlotte heeft het druk in de gangboorden met het omzetten van de foklijnen van hoog naar laag. Anet moet menigmaal flink knijpen, maar de Scylla doet braaf haar werk. De tijd vliegt en we moeten nu cruciale beslissingen nemen om optimale rakken te kunnen zeilen met voldoende mijlen en binnen de maximaal beschikbare wedstrijdtijd. Het is puzzelen beneden in de kajuit. Soms word je een beetje dol van alle tabellen en standen maar met z’n tweeën kunnen we elkaar scherp houden. Intussen hebben ‘die van buiten’ ons binnen omgedoopt tot “duveltje in een doosje” en “rondemis”. Manuela, omdat ze steeds vanuit de kajuit met haar hoofd naar buiten steekt en even komt inspecteren en ikzelf omdat ik de tijd van de boeien noteer met mijn iphone in de hand. Rond 16.00 uur raken we allemaal wat vermoeid en beginnen uit te zien naar de eindrakken. Onderweg zijn we meerdere malen de Cyrano tegen gekomen en zwaaien we uitgebreid naar elkaar. En op het eind zien we de Lyra.

Het laatste rak

We weten uit de briefing van Philip dat het laatste rak 48 naar de finishlijn bij Sint Annaland bepalend kan zijn vanwege tegenstroming en

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

23


Lustrum Rolien Lucassen

wegvallen van de wind. Na overleg tussen ‘buiten’ en ‘binnen’ besluiten we geen risico te nemen en om 17.25 uur vanaf KT 27/Kr te koersen op de finish. Het eerste stuk hebben we nog best vaart en passeren de Hellen en Gudrun maar halverwege dit rak neemt de stroming toe, de wind af en de finishlijn ligt wel op heel scherp varen. Hoeveel minuten hebben we nog en waar is nou precies de finishlijn? Spanning ten top. Alles wordt in het werk gesteld om zo scherp mogelijk te varen met behoud van snelheid. Toch moeten we op het eind nog overstag, maar we kunnen het nog steeds halen. Door een lompe zeiler moeten we ook nog uitwijken, terwijl we voorrang hebben. Het is echt heftig aan boord en er vallen harde woorden richting de lomperik. Tjee, het wordt zo spannendddddd. Ja hoor! Wij zijn gefinisht om 17.56.34 uur! Joepie! Wij zijn op tijd binnen en hebben geen strafpunten. Manuela uit nog wat twijfels over het behaalde resultaat, maar wij brengen haar snel op andere gedachten. We kunnen met plezier en tevredenheid terugkijken op onze tocht. We treffen voorbereidingen voor de borrel en sloven ons uit voor een heerlijke amuse. Anet gaat met haar staafmixer zelfs de buurt op want we liggen buiten het bereik van walstroom.

Verrassing

Als we met de hele PZV-club op de steiger genieten van een welverdiende Prosecco, Bavaria

24

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

bier of glaasje wijn en onze mond vol hebben met sushi en andere lekkernijen, horen wij toch wel duidelijk dat de meeste boten nà 18.00 uur zijn gefinisht. Dit biedt perspectief voor een interessante uitslag zo denken wij als bemanning van de Scylla. We beginnen toch enige spanning te voelen en Manuela krijgt zowaar een blos op haar wangen. Mmmm, we beginnen ons toch wel een kansje te geven ergens in de bovenste regionen. Vorig jaar viel het gezamenlijk avondeten vanuit de organisatie nogal tegen, maar dit jaar hebben ze werkelijk hun best gedaan. Een uitgebreide BBQ met vlees en vis, vers stokbrood en salades. Omdat veel boten zoveel later zijn gefinisht, is de organisatie erg laat met het doorgeven van de einduitslagen. Het duurt en het duurt. Wij hebben eigenlijk zin om gewoon in de kajuit na te kletsen en van onze eigen drankjes te genieten. We lopen terug naar de Scylla en steken de kaarsjes aan bij gebrek aan stroom en zakken onderuit. We ontkurken de fles en we zeggen net PROOST als Marc ons roept vanaf het dek: “Hé jullie dames, ik hoor zojuist dat de Scylla in de prijzen is gevallen”! Natuurlijk wat een grap! Echt? Nee, ons niet voor de gek houden Marc! Enigszins vertwijfeld komen we weer in beweging en blazen de kaarsjes uit en sluiten de boot af. We lopen wat sneller en denken hardop dat het wel een prijs zal zijn vanwege de prestaties als

vereniging. Anke staat met een grote fles champagne te stralen en begint nog harder te lachen als ze ons beduusd ziet aankomen. “Ja, ik dacht ik heet nu gewoon even Anet want anders zou de prijs komen te vervallen”. Hoezo dan? Nou, jullie zijn eerste geworden in de klasse Toer! Wij?! Ja van de 34 boten zijn jullie met 27 rakken, 43,93 mijlen met een tijd van 17.56.34 eerste geworden!

Jonge pubers

We beginnen te juichen als jonge pubers en laten ons interviewen en fotograferen als echte kampioenen, wat een lol! Het feestje gaat hierna alsnog lang door in de kajuit en we dromen als een blok tot de volgende ochtend. We eten uitgebreid eieren met spek en landen weer een beetje, maar de euforie blijft groot. Wauw, wat is dit gaaf hè, zeggen we tegen elkaar! Volgend jaar weer! Het besef dringt ook bij de rest van de PZV-vloot door en we worden hartelijk gefeliciteerd. Als het dan ook nog op de PZV-site staat aangekondigd, is het besef pas echt. Tjee, dat hebben we samen echt goed gedaan. Anet, Annemarieke, Charlotte, Manuela en Irene

Lustrum met een gouden randje! Het zilveren lustrum vierden we al weer tien jaar geleden en een eventueel gouden lustrum ligt nog ver in het verschiet, maar dit was een lustrum met een gouden randje!

Mijn geschiedenis met PZV

Die geschiedenis gaat niet verder dan 15 jaar terug. Dat klopt natuurlijk niet helemaal, want ik hoor al van jongs af aan allerlei verhalen over PZV en vooral ook over PZV-ers. En op vakanties kwamen we wel eens andere PZV-ers tegen en dan werd er tot diep in de nacht geborreld, althans in mijn beleving. Ook viel mijn verjaardag of de voorjaarsvakantie wel eens samen met de Hemelvaartsweek en dan was mijn vader loos. Jawel, natuurlijk naar Engeland met PZV. Hij kwam altijd vol verhalen terug. Erg leuk om te horen, maar het maakte me ook wel nieuwsgierig naar bepaalde mensen, zoals Alphons Drubers, Fons Navarro, Lidia en ArendJan en zo nog meer. Toen mijn broer Jasper een keer niet mee ging met de Ramsgatetocht , vanwege zijn verhuizing destijds van Rotterdam naar Capelle aan de IJssel, ben ik in zijn plaats meegegaan. Die tocht vergeet ik nooit meer. Wat een fantastische en bijzondere ervaring was dat! Vanwege de gezelligheid, maar zeker ook vanwege mijn hernieuwde kennismaking met het zeezeilen en de mooie mijlen die we hebben gemaakt, naar Lowestoft en Southwold.

Vierde lustrum

In datzelfde najaar was het Lustrumweekend. Ik weet nog dat ik onder de indruk was van de organisatie. Bij aankomst lagen er, als ik me goed herinner, pepermuntjes en een flesje bitter op het hoofdkussen in de herberg waar we verbleven en diezelfde avond werd het al snel gezellig. Ook het varen in kleine open bootjes vond ik een bijzondere ervaring, ik had namelijk helemaal nog nooit in kleine open bootjes gevaren. Oei, pijnlijke confrontatie met het besef dat ik

toen helemaal nog niet zo’n echte zeiler was. Het ontbrak mij aan de nodige kennis en aan veel basistechnieken. Nog een aantal van dat soort confrontatie momenten zijn hierop gevolgd. Maar ik werd geraakt door de bijzondere - en kleurrijke groep mensen en daarom ben ik het volgende jaar weer meegegaan met de Ramsgatetocht en vervolgens nog zo’n negen keer.

Bestuurlijke avonturen

Tot op een avond de telefoon ging en Yvonne Holdrinet vroeg of ik interesse had om de winteractiviteitencommissie voor te zitten. En zo begon mijn bestuurlijke avontuur binnen PZV. Geheel gespeend van enige ervaring en met een grote dosis enthousiasme en verantwoordelijkheidsgevoel, heb ik die taak op mij genomen. En sindsdien heb ik behoorlijk carrière gemaakt, mede ook dankzij de leden. Na de aankondiging van Philip om de voorzittershamer neer te leggen, heb ik, op voorspraak van Hans van Reenen, een bijzondere avond gehad met leden van het eerste uur. Daarin is gesproken over de noodzaak van verjonging van de vereniging, zonder de kracht van het oude te verliezen. Dat is eigenlijk de echte reden dat ik de taak van voorzitter op mij heb genomen. Want als jongedame, had ik stiekem toch al een bijzondere geschiedenis met PZV. En ik was en ben er nog steeds van overtuigd dat als je iets wilt bereiken, je daarin zelf het goede voorbeeld moet geven.

Het zevende lustrum

En toen, na het vlootvoogdschap, de vraag of ik het Lustrum wilde organiseren…… poeh. Jullie kunnen je inmiddels wel voorstellen, met zo’n inleiding en enige kennis van mijn persoon, dat ik alleen bij de vraag de lat al op 2 meter had liggen. En ondanks mijn drukke schema, toch “ja”

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

25


zeggen. Maar, wat was het een lustrum. Vooral achteraf moet ik jullie eerlijk bekennen. Het begon met een idee, als kopie van mijn eigen eerste lustrum en het verzamelen van een goed (basis) team. Ik zit me te bedenken of ik beide heren onder het genot van een biertje heb gevraagd om mee te doen. Waarschijnlijk wel. Arjen zeker. Die vertelde mij tijdens de Nieuwjaarsreceptie ‘toevallig’ dat hij gestopt was binnen de organisatie van de Brabantse Dag. Hoe makkelijk kun je ze krijgen? En Willem….. vast ook met een biertje. Gedrieën hebben we internet afgestruind naar goede locaties en zijn we afgereisd naar Zeeland en Friesland om verschillende locaties te bezichtigen. Ik kan jullie bij deze melden dat jullie blij mogen zijn dat deze locaties het niet zijn geworden. En daarmee werd dit eerste plan (gelukkig) ook om zeep geholpen. Tijd voor een origineel plan. Met het lustrum naar zee. Dat leek ons wel wat. Eigen boten, Zeeland, IJsselmeer, Engeland. Het is allemaal voorbij gekomen. En we hadden vanuit het bestuur een duidelijke boodschap, waar ik het overigens ook volledig mee eens was, het lustrum moest er voor iedereen zijn. Dus ook de oude zeelieden moesten zich thuis voelen bij dit evenement. En langzaamaan werd het plan geboren. Niet eenvoudig, klein budget, voorstel in de ALV, nog creatiever, moest lukken. Er ontstond een mooi plan. We zouden een aantal traditionele zeilschepen huren, over de Waddenzee naar Texel zeilen en daar naar een fantastische strandtent toe om een feestje te bouwen. Klinkt simpel, maar dat was het niet.

Omdat het haalbaar leek ……

De ervaren zeilers onder ons weten allemaal, dat zeilen in een vooraf vastgestelde periode met een vooraf vastgesteld doel eigenlijk vraagt om problemen. Wind: staat altijd verkeerd ….. en die traditionele schepen hebben dan ook nog een behoorlijke zuchtje nodig om vooruit te komen. Teveel wind: dan dekt de verzekering het niet meer en is het de verantwoordelijkheid van iedere individuele schipper. Stroming: zit niet mee en we moesten toch een datum prikken. In overleg met het boekingsbureau en onze inmiddels met Hans en Chiel uitgebreide commissie, besloten we het er toch op te wagen. Omdat het haalbaar leek en ook omdat …………………nou ja, het leek haalbaar. Op naar Texel! We hadden een mooie strandtent op het oog, die qua prijs-kwaliteit verhouding helemaal in het plaatje paste (gaat er bij u ook al een lichtje branden?). Verkennen die zaak dus. Als je ergens

26

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

iets bijzonders wilt beleven, moet je overigens bij Willem wezen. Overnachten op een loodsboot uit 1909, met taxi Dirk naar Paal 9 en vervolgens de volgende dag midden in de ronde van Texel belanden, waar de cats en Dorian van Rijsselberghe ons om de oren vlogen. Fantastisch!

Van Paal 9 naar Paal 17

Overigens was dat niet de reactie van ons, met name mij, op de strandtent. Ja, die permanente wintertent was super, maar zijn zomerkot niet. Puur op gevoel. De heren konden er mee leven, maar ik niet. Achteraf valt het ook precies op zijn plek. Daar waar ik nog dacht dat het bij stralend weer wel goed zou komen, bleek tijdens het weekend dat het veel te koud zou zijn geweest en we toch binnen zouden zijn beland. En daar

hadden we echt niet zo’n swingend feest gehad (hoewel de DJ daar misschien toch wel in geslaagd was …..). Anyhow, tegen de stroom in op zoek naar een andere locatie. Kon natuurlijk overal aan het IJsselmeer, maar zo doelgericht als ik ben, moest het Texel wezen. En jawel, daar was Paal 17 en die heeft het geheel wat mij betreft gecompleteerd. En zo, in combinatie met alle goede ideeën van Hans ten aanzien van het shanti-koor, Chiel met zijn alternatieve activiteiten en Arjen en Willem met de verantwoordelijkheid voor de innerlijke mens, hebben we een fantastisch lustrumweekend weten neer te zetten. Met gelukkig heel mooi weer; hoe was het ons vergaan als het shit-weer was geweest? Met gelukkig voor de meeste schepen lekker zeilweer; hoe was het ons vergaan als we niet de zeilen hadden kunnen hijsen? Met gelukkig voldoende proviand; hoe was het ons vergaan als we honger hadden gehad of scheurbuik hadden opgelopen? Met gelukkig meer dan leuke en lieve zeezeilers, schippers en opstappers; hoe was het ons vergaan als niemand zich had aangemeld.

Een perfectionistische inslag?

Desalnietteplus hebben we onze handen vol gehad aan het organiseren van dit weekend en heb ik, vanwege mijn perfectionistische inslag (een klein beetje maar), vooral ook gelet op zaken die niet goed verliepen. En dat waren er toch nog wel een of twee. Maar ondanks dat en met name vanwege jullie positieve reacties kan ik met recht zeggen dat het een fantastisch lustrumweekend is geweest. Echt een weekend met een gouden randje! En ik denk dat iedereen, zonder uitzondering, ontzettend heeft genoten. Een lustrumweekend waarin ik veel oude bekenden heb teruggezien en jammer genoeg te weinig tijd heb gehad om echt met hen te spreken. Dus, bij deze een oproep om over 5 jaar vooral weer mee te gaan, zodat ik wel genoeg tijd heb om met jullie oude verhalen op te halen (en nieuwe te maken). Het was mij een waar (eenmalig) genoegen om de lustrumcommissie voor te zitten en bij deze gelegenheid wil ik de commissie nogmaals hartelijk danken en in het bijzonder ook nog Mariette (chef inkoop), Gerrit (gastheer van het snelste schip) en Manfred (penningmeester en ook nog gastheer) en uiteraard alle deelnemers. Ahoy!

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

27


Lustrum Annemieke Stallaert

Speech 7e lustrum Bij een lustrum hoort een “stichtelijk” woordje. Graag wil ik u iets vertellen, niet over zeilen dit keer, maar over de club. In 1978 gingen twee jonge honden van Philips Terneuzen de zee op, een oversteek naar Ramsgate. Zij schreven daarover in het personeelsblad en zo kwam het dat enige tijd later zo’n 20 man bijeenkwam in de Trafalgar Pub om te praten over de oprichting van de Philips Outward Bound Association, de POBA. Nou werden er in die tijd wel meer clubs opgericht, we zijn niet de enige club die nu jubileert, maar dit concept was wel uniek: schippers en opstappers samen, die van elkaar leren en samen de zee op gaan. In de zomer van 1979 mocht ik voor het eerst zonder luier naar de Efteling. Die zomer zetten anderen ook grote stappen: tien schepen vol mensen die later de PZV zouden vormen, varen hun eerste Ramsgatetocht. Zeven van de tien bereiken hun doel. Een aantal van hen is nog steeds bij de club en kunnen daar smakelijk over vertellen. Als u morgenmiddag, 27 september, zo rond 16.40 u van boord stapt, bedenk dan dat het op de minuut af 35 jaar geleden is dat de PZV werd opgericht!

28

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

In het PZV Lustrumboek uit 2005 (opgesteld door Hans van Reenen, Piet Lucassen en Jan Statius Muller) is de begintijd omschreven als jaren van “ongekend collectief enthousiasme”. En als ik zo om me heen kijk, proef ik dat nog steeds. De volgende fases zijn omschreven als: “verdere groei” - “pas op de plaats” - “volwassen of bejaard?” en “nieuw elan”. In die laatste fase zijn we blijven hangen, want met de komst van nieuwe leden en nieuwe generaties vindt PZV zich telkens opnieuw uit, waardoor het enthousiasme blijft. De discussie van de afgelopen jaren over het Tochtplan - en alle initiatieven die sindsdien zijn ontplooid en nog steeds worden genomen - laat zien dat de PZV prima in staat is om mee te gaan met de eisen én wensen van de tijd en tegelijkertijd het goede van het oude te behouden. Dat zie je ook hier. Dat kan alleen met de betrokkenheid van leden, niet alleen bij de vele activiteiten, maar ook in de Palavers die we in het kader van het Tochtplan hebben gehouden. Wij zeezeilers palaveren liever over nautische zaken en daarom heb ik des te meer waardering voor jullie inzet. PZV kan weer vooruit. Als je actief bent bij het organiseren van activiteiten, of in het bestuur, dan leer je de PZV

ontzettend goed kennen. Soms verzucht ik wel eens “het is net de Muppetshow”. In de aanloop naar dit Lustrum deed ik een voorstel aan mijn gewaardeerd bestuur om samen een liedje te zingen op de melodie van de Muppetshow. Dat leverde me weifelende blikken en fronsen der wenkbrauwen op. Nou gebeurt dat wel vaker, maar dit keer was dat waarschijnlijk vanwege mijn (gebrek aan) zangkunst, want het Muppet-thema is erg passend. Zoek zelf naar de overeenkomsten! Zo heb je Kermit (dat zijn wij als bestuur). Kermit wil alles regelen en is soms wanhopig over de chaos binnen zijn club. Maar eigenlijk komt alles altijd wel weer goed. En dan is er niemand blijer dan hij. Gonzo is de waaghals van het stel. Hij is overal voor in, maar overziet niet altijd de consequenties. Miss Piggy, ja daar hebben we er ook een paar van. Behoorlijk dominant, maar vol charme en tederheid. Als ze wil. Fozzie Bear is bekend van zijn foute grappen. Maar hij is eigenlijk een goedzak, met een groot hart. Dan hebben we nog dr. Bunsen Honneydew. Hij is gefascineerd door proefjes en uitvindingen, heeft Beaker aan zijn zijde om zijn emoties en sociale kant te laten zien. De Swedish Chef. We hebben allemaal wel eens smerig gegeten aan boord, met een gore kombuis als resultaat. En dan zijn er natuurlijk Statler en Waldorf, de oude mannetjes op de tribune. Ze hebben altijd commentaar - soms grappig, en soms vilein. Toch blijven ze altijd trouw naar de Muppetshow komen.

Als je al die Muppets samenvoegt, krijg je een prachtige show. Want wat hun karakters en valkuilen ook zijn, je kunt niet anders dan van ze houden. En dat is ook wat de PZV zo bijzonder maakt. De PZV is méér dan een verzameling zeilers. Juist door onze kleine schaal en onze fantastische activiteiten, niet alleen in de Pub, maar ook op zee, soms in moeilijke omstandigheden, leer je elkaar écht kennen. U krijgt dan wel geen Muppet-lied van ons bestuur, maar morgenochtend, als u door de Verenigingsbel wordt gewekt, is daar - op veler verzoek - een nieuw Smoelenboek, waarin u al onze gewaardeerde Muppets kunt terugvinden. En we zouden de PZV niet zijn, als we onze kennis niet zouden delen. Het Smoelenboek is daarom een heus Boordboek geworden, met allerhande nuttige informatie. Een speciaal woord van dank daarvoor aan Arend Jan Klinkhamer en Carla Auer, die meehielpen met de inhoud, Casper de Lange voor de foto’s en Anke Vermeer voor de opmaak. En als ik dan toch aan het bedanken ben, dan ook al die vrijwilligers en actieve leden die van de PZV zo’n geweldige club maken. Ze staan er allemaal in. Waaronder natuurlijk de leden van de Lustrumcommissie: Rolien Lucassen, Arjen de Bruin, Willem Triki, Hans van Reenen en Chiel de Jong. Heel veel dank voor dit fantastische feest! Ik wens u allen, en ook de PZV, voor morgen en nog vele jaren, een behouden vaart. Annemieke Stallaert

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

29


techn&vaarpraktijk

Lustrum

Leo van Leeuwen

Piet Lucassen

Reven vanuit de kuip

Over het verre verleden en de prenatale periode van PZV

Carel Dijkmans gaf al een mooie beschrijving over het reven vanuit de kuip. Ikzelf was ook al een tijd bezig om te bedenken hoe ik dat op een eenvoudige manier op kon lossen. We zijn meestal aan reven toe als de wind begint aan te trekken. Als het water een beetje vlak is dan is het allemaal prima aan dek te doen maar als we op zee zitten dan is dat vaak niet het geval. Voor de veiligheid is het aantrekkelijk om niet naar voren te hoeven. Op de Cyrano liepen geen reeflijnen naar de kuip en ook waren er onvoldoende blokken om de lijnen te fixeren. Ik kon wel bedenken hoe ik nog de 2 lijnen van het voorlijk kon laten lopen, maar de 2 reeflijnen van het achterlijk waren er voor mij 2 teveel. Nu hoorde ik dat er vaak gedonder is met de reeflijnen omdat de zaak vastloopt en je alsnog het dek op moet om het weer in orde te krijgen. Na een tijdje broeden kwam ik op het idee om een liertje op de giek te zetten en wel zodanig dat ik er staande op de kuipbanken zo bij kan. Zie de foto. Nadat ik de lijn met een lierhandel strak trek, klem ik de lijn af en hang die over een klein haakje. Dit haakje heb ik toegevoegd omdat ik een keer meemaakte dat er, per ongeluk, aan de hangende reeflijn getrokken werd en het rif eruit schoot. Dat gebeurt nu niet meer. Ik kan U verzekeren dat het simpel werkt en dat ik daardoor sneller reef en het rif er ook sneller weer uit kan trekken. Ik ben er zeer tevreden over en wilde dat graag met U delen.

Watertaal Joep Vermeulen

Het getij We weten het allemaal: als het getij gunstig is, dan moet men het niet laten verlopen. “Recht op luim en tij te gissen.Voegt in het vrijen en in het vissen” Oudaan. Want als je het tij verlet, dan moet je wachten tot het kentert. Meestal zal het tij verkeren, de omstandigheden zullen gunstiger worden. We zeggen dit doorgaans als troost. Wat het tij ook doet, houd goede moed. Het blijft een kunst om indien het tij verloopt je bakens te verzetten. Maar weet wel dat het tij naar niemand wacht. Deze boodschap moet vaak herhaald worden wanneer PZV’ers te laat dreigen terug te keren uit de kroeg. Dat zei ook de schipper van de boot waarop Keizer Karel V zou meevaren tegen de keizer. Op de schutsluis van Lemmer staat geschreven: ‘t Getij gaat zijnen keer ‘t En wacht naar Prins nog Heer. Voor elke schipper is het van belang dat als het schip stoot, het te laat is in de almanak te kijken om dan het getij te berekenen. Maar dan hebben we echt te maken met dronkemansgetij. Bron: Alles wel aan boord F.Kerdijk

30

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

1980. De zee werd bezeild met regenpakken voor de fiets, laarzen van de boerenbond. Navigeren met kompas, log en dieptemeter, op de kaart en tonnen verkennen. Bovenstroomse koersen uitrekenen en uitzetten. Spijkerboor of Calais peilen met een radiorichtingzoeker. Transistorradio’s om op 198 kHz ‘s nachts om 0100 uur de BBC uit te luisteren. 27 Mhz bakkies voor de onderlinge communicatie. We stuurden 14 uur aan een stuk. Wachtlopen, wat was dat? Aanlijnen nooit van gehoord. Rolfokken bestonden niet. Uitgebreide palavers over het weer van morgen. Waar je na 6 uur zeilen in de mist soms een visser praaide om de positie te vragen. Een boot van 30 voet was zo ongeveer de grootste en de ondergrens voor deelname was ongeveer 23 voet; dat was de bootlengte, niet die van de schipper. Het lied gaat over Sikkes en IJkel en gaat over een Ramsgatetocht 37 jaar geleden. Dé aanleiding om 2 jaar later PZV op te richten. Dat moet een plek krijgen in ons verenigingsgeheugen met een standbeeld of een mooie foto in de Pub. De melodie komt uit de Achterhoek en de oorspronkelijke tekst gaat over een echte smeerlap. Een smeerlap werd ongetwijfeld ergens aan boord van schepen gebruikt, maar er zaten natuurlijk ook echte smeerlappen aan boord van schepen.

De Geuzen van Terneuzen. Het is 1978. Dit lied is een kort exposé (po-zee) over vele jaren gelee. (gelee) ‘t Begon in Terneuzen, een idee van twee geuzen, (hojo, hojo, hojo) Naar Ramsgate over de zee, (de zee) met Sikkes en IJkel olee. (olee) Het blies wel zo’n zeven, en IJkkel moest reven, (hojo, hojo, hojo) Hij ging toen fluks overstag, (overstag) en liep met een knoopje of acht, (of acht) de kajuit was een bende, en kwam uit in Oostende, (hojo, hojo, hojo) Maar Sikkes die speelde het klaar, (ja klaar) hij haalde Ramsgate zo waar. (zo waar) Met vier man warempel, en een biertje in de Temple, (hojo, hojo, hojo) Het stond in de Philipskoerier, (koerier) een verhaal over spannend vertier. (vertier) In de haven een kater, sterke verhalen voor later, (hojo, hojo, hojo) Dat was waar het echt mee begon, (be gon) in negen tien tachtig heel jong. (heel jong) ‘t werd een club met statuten, een vlag en attributen, (hojo, hojo, hojo) PZV is geweldig gegroeid. (gegroeid) Het is een vereniging die bloeit, (die bloeit) met dank aan twee Geuzen, van Philips Terneuzen, (houzee, houzee, houzee)! PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

31


Lustrum

Shanties Ramsgate (nostalgie)

De zoute zee

PZV, PZV, maakt ons wegwijs op de zee wijst de weg naar verre kusten geeft op zee ons ‘vrijheid’ mee

(Over hoe het begon en hoe het gegaan is…..)

1. Vijf-en-dertig jaar geleden daar in de Trafalgar Pub, is ’t begonnen en tot heden is PZV een hechte club. Samen zeilen, avonturen, en verkennen van de zee, inmiddels al weer heel veel jaren, nog steeds gaan nieuwe vrienden mee.

1. Toen wij uit Zeeland eens vertrokken met PZV, die ouwe club, met opstappers die konden zwemmen en schippers vers van uit de Pub. Toen was er ook een ouwe schipper, het eerst gepensioneerde lid, die kwam niet verder dan de pieren, zijn schroef die was niet vast gekit ……

3. Eenmaal in Ramsgate aangekomen, dan was er nog niet zo maar plaats. ’t Was zoeken naar een afmeerplekkie, want anders moest je buitengaats. Een jaar daarna kwamen de tonnen, de aanloop werd een wassen neus, devies werd toen: ‘Je volgt de Ferry.’ De tonnen lieten dan geen keus…….

Op toen naar Ramsgate moest je varen. Richting het theehuis, langs de muur, en echt de Queen mocht je niet missen, want dan waren de druiven zuur

Als daar douane vroeg aan boord kwam, en al snel naar jenever vroeg, dan rook je kuip in een paar tellen, echt als een ouwe zeemanskroeg.

2. Een marifoon was toen echt luxe, met bakkies werd gecommuniceerd. Dat viel best mee, ’t was even wennen, en op korte afstand niet verkeerd. Maar langs de ganse Belse kuste, werd heel veel Vlaoms geouwehoerd, een tijdje uitgezet dat ding dus, van al die praot wer je beroerd ……

4. Beloning was de ‘Royal Temple’, wat drinken met de Commodore. ‘t Eten was niet om te hebben, maar ja, daar kwamen we niet voor. Het bier in al zijn varianten, ’t feit dat je ’t weer had gered, was waar het toch het meest op aankwam, en daarna gingen we naar bed ……

3. Verre kusten gaan bezoeken, wordt zo mogelijk gemaakt, steeds wat verder avonturen, de zoute zee heeft ons geraakt. PZV zeil kundig verder, een mooie toekomst tegemoet, wensen wij je met z’n allen. PZV: het ga je goed!

Kommunikasie liep voorbeeldig, bakkies doorstonden meest de test. maar voor ’t volgend jaar geen bakkies want marifoons die deden het ’t best

O Ramsgate Rally, met je charme, van vriendschap en van veel nat zout, ik zou je niet meer willen missen, ook al betaalden ze me goud!

HR/16091532 (Melodie: Rollin’Home)

(2X)

32

Pee Zet Vee

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

Refrein 2. Stuurboord, bakboord, en nu reven, hoger aan de wind nu maar, enthousiaste PZV-ers krijgen ’t samen voor elkaar. En is de zee soms wat onstuimig, voelt het dan niet helemaal goed, dan is er altijd wel een maatje, dat je toeroept: hé, houdt moed! Refrein

We voeren ooit met PZV Over de zoute zee En namen toen geen vrouwen mee Over de zoute pekelzee Over de zoute zee Elk jaar naar Ramsgate, Albion Over de zoute zee Maar een enk’le keer dat ‘t niet kon Over de zoute pekelzee Over de zoute zee Wij mannen ja, die regelden ’t al Over de zoute zee Met landvast, schoot en ook een val Over de zoute pekelzee Over de zoute zee Toen ging voor ’t eerst een vrouwke mee Over de zoute zee En snel daarna kwam nummer twee Over de zoute pekelzee Over de zoute zee Nu gaat een vrouw de vloot zelfs voor Over de zoute zee We noemen haar de commodore Over de zoute pekelzee Over de zoute zee Waar moet dat heen met PZV Over de zoute zee Nemen we straks geen mannen meer mee Over de zoute pekelzee Over de zoute zee Welneen, dat zit bij ons wel goed Over de zoute zee Wij zijn een club waar j’elkaar ontmoet Over de zoute pekelzee Over de zoute zee Saam koersen we op de toekomst aan Over de zoute zee En hopen nog lang zo te blijven gaan Over de zoute pekelzee over de zoute zee

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

33


Zomertochten

Ander weer

Arend Jan Klinkhamer

Dit tweede vaargebied, de kust van NoordSpanje, wordt dus gekenmerkt door bergketens en heuvelruggen langs de kust. De wind waait in de zomer meestal tussen west en noordoost en wordt onder de kust door de bergen dan afgebogen naar meer westelijk of oostelijk. Bij westenwind wordt de vochtige oceaanlucht tegen de bergen opgestuwd waardoor laaghangende bewolking en regen ontstaat. In de zeemansgidsen wordt dan ook uitgebreid gewaarschuwd dat de vuurtorens in de laaghangende bewolking of mist onzichtbaar kunnen worden;

Noord-Spanje Drie heel verschillende vaargebieden

In honderd dagen zijn we afgelopen zomer van Rochefort aan de Charente naar Baiona dicht bij de Spaans-Portugese grens gevaren en hebben de Rosa daar in de buurt achtergelaten. Het was een mooie tocht met gastvrije mensen en lekker eten. Philip Beekman heeft deze kust al beschreven. Ik zal een paar andere punten belichten: het schip achterlaten, de verschillende vaargebieden en de invloed van het weer en de deining.

Boot achterlaten

Ons belangrijkste argument om de boot na de vakantie in het buitenland achter te laten is, zoals al eerder beschreven, dat daarmee de druk wegvalt om aan het eind van de vakantie nog een heel eind te moeten varen. Dat is ook dit jaar weer goed bevallen. Pas op het laatst beginnen we te kijken waar we de boot zullen achterlaten. We hebben een haven bij Vigo op het oog waar ook de Becalmed van PZV-leden Neil en Eileen Lawley had overwinterd. In Combarro blijkt echter dat de vrij nieuwe marina goed beschut ligt met het dorp vlakbij. In Vigo zullen we overal ver vandaan liggen en als de prijs in Combarro ruim onder die van Vigo ligt is het snel beslist. We hebben ze wel uitgebreid voorgelicht over het kwetsbare eind van onze kiel…

Franse kust

We voeren door drie heel verschillende vaargebieden waar het weer duidelijk van karakter veranderde. Het eerste gebied was de Franse kust ten zuiden van het Île d’ Oleron tot de Spaanse grens, zo’n 130 mijl. Hier wordt het weer ‘s zomers meestal bepaald door een

34

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

uitloper van het Azorenhoog: de winden zijn meestal zwak en het is mooi weer. De Franse meteo geeft dan ook maar een bulletin voor de hele 180 mijl van La Rochelle tot aan de Spaanse grens. Er zijn weinig havens: van Royan of Port Médoc aan de monding van de Gironde naar de eerstvolgende all-weather haven Capbreton is 120 mijl. Halverwege ligt Arcachon, een met beperkt hoge deining goed toegankelijke haven in een wadbaai (op die deining kom ik nog terug). We hebben tot San Sebastián praktisch alles gemotord, maar dat werd wel goed gemaakt door het mooie warme weer. Het uitzicht was tot aan Biarritz monotoon: 130 mijl strand met naaldbossen erachter en hier en daar een dorpje achter de kust. Het achterland is laag en beïnvloedt het weer maar beperkt. Bij Biarritz zie je de uitlopers van de Pyreneeën in de verte. Vanaf Capbreton in Frans Baskenland zie je op de meeste boten al de Baskische vlag hangen. Het Baskisch-zijn wordt duidelijk uitgedragen in de toeristische foldertjes maar ook in de meer officiële uitingen. Het was interessant om te zien dat er al vanaf de dertiende eeuw handelscontacten waren tussen zuidwest Frankrijk en de Nederlanden, in aanvang natuurlijk Vlaanderen. Ze haalden vooral zout (voor een kilo zout kocht je een arbeidershuisje!) en wijn. Er was zoveel handel dat Eleonora van Aquitanië in 1160 met de Rollen van Oléron de eerste zeewetten uitvaardigde, lang voor Hugo de Groot. Nadat deze Eleonora in 1152 was getrouwd met Henry Plantagenet van Engeland kwam de handel in Bordeauxwijnen op gang. Het Franse zuidwesten bleef Engels tot 1453, driehonderd jaar lang!

Noord-Spanje

De eerste Spaanse haven, Fuenterrabia, is ook geologisch nieuw gebied: het begin van de steile kustheuvels. Je merkt hier ook de consequenties van het warme klimaat: het pad naar de supermarkt, 100 meter hoog op de heuvel, loopt via een serie van vier nietoverdekte gemeentelijke roltrappen. De overgang van Frankrijk naar Spanje is ook in de café’s verrassend: in alle Spaanse bars staat vanaf elf uur ‘s ochtends tot het begin van de avond de toog vol met tapa’s.

in het bergachtige Asturië worden de kustautowegen regelmatig afgesloten wegens dikke mist. We hebben dagenlang onder een grijze lucht langs de kust gevaren met af en toe een buitje terwijl boven land voortdurend regenbuien langstrokken. Dat gebeurde ook vaak als er maar vijf of acht knopen wind stond. Oostelijke wind veroorzaakt hier dalende lucht, dus oplossen van bewolking en mooi weer. Ook is de oostelijke wind in een kuststrook van circa tien mijl zwakker dan verder op zee. Ik moet bekennen dat we wat luiere zeilers zijn geworden; we hebben heel wat gemotord om een beetje op te schieten.

Deining

In Baskenland zijn dat plakjes stokbrood met allerlei lekkers erop: vis, salades, vlees en natuurlijk Spaanse ham. Ten westen van Bilbao wordt dat veel minder en raak je meer aangewezen op de kleine kaart.

De etappes tussen de havens waren vaak rond de dertig à vijftig mijl: van Santander naar A Coruña hebben we 280 mijl gevaren in acht etappes. Er zijn wel meer havens maar ze liggen vaak in groepjes dicht bij elkaar. Alle havens liggen vlak aan zee en in de meeste voel je de deining: je herkent de mate van blootstelling in de haven aan de aantallen rekkers en stalen veren in de landvasten en de schavielplekken. De deining kan er ook zo hoog oplopen omdat het continentaal plat bij Spanje zo smal is: de duizend meter dieptelijn ligt maar tien tot twintig mijl uit de kust; voor Zuid-Bretagne is dat tachtig mijl.

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

35


Lion Sails

kwali

gem

Kats - Zeeland

Door de meestal noordelijke banen van de depressies komt de deining hier meestal uit het westen tot noordwesten. Omdat de windvelden van deze depressies duizenden mijlen ver weg zijn staan de deining en de windzee hier helemaal los van elkaar. In de vaargidsen wordt er veel aandacht aan besteed omdat havenmondingen er gevaarlijk door kunnen worden, maar een zin als “Bij hoge deining is deze aanloop gevaarlijk” helpt je niet veel als nergens staat wat hoge deining is. Omdat we bij golven tot twee meter nergens een probleem hadden en een keer bij drie meter wel, heb ik de indruk dat ze daarmee een deining van meer dan twee tot vier meter bedoelen.

Galicia: de Rias

Het derde vaargebied begint bij Viveiro, zo’n vijftig mijl ten oosten van A Coruña, ongeveer waar de provincie Galicia begint en de taal Portugese trekjes krijgt (tussen haakjes: A Coruña is de Galicische naam, La Coruña de Spaanse). De baaien, Rias Altas heten ze hier, worden dieper en de havens aan het eind wat beschutter, er zijn meer ankerplekken. Voorbij Cabo Finisterre

Je ziet het verschil aan ons gemiddelde traject van A Coruña naar Combarro: 280 mijl in 24 etappes, dus 12 mijl tussen de havens. We waren vijftien jaar geleden een aantal weken met de vorige Rosa in de ria’s en het is ons weer prima bevallen. Deze ria’s zijn de grootste mosselkwekerij ter wereld: duizenden hectares vlotten van 20 bij 20 meter met mosselhangcultuur. De vlotten zijn sterk genoeg om grote vissersboten aan vast te maken, de mosselen worden geoogst met hydraulische kranen en lieren.

Taal

Je kunt met Engels en Frans in de havens een beetje uit de voeten; er zijn redelijk veel Franse jachten. Toch was ik erg blij dat ik in de afgelopen winter een basis Spaans had geleerd bij de Volksuniversiteit. Het helpt niet alleen enorm in het begrip van de wereld om je heen maar de Spanjaarden worden ook veel toeschietelijker als ze merken dat je er moeite voor hebt gedaan. Misschien is het wel andersom, dat ze afwerend worden als ze zich ‘moeten’ uitdrukken in een voor hen vreemde taal. We willen de komende zomer weer geruime tijd daar doorbrengen, dus het is voor mij de komende winter opnieuw Spaanse les.

teits

zeile n aakt

in Ne derla nd

Met onze zeilen vaart u vooraan in kwaliteit Zeilmakerij Lion Sails Holland BV Veerhaven 1 b 4485 PL Kats

Telefoon: 0113 - 600 291 E-mail: info@lionsails.nl

www.lionsails.nl

dus u Wilt meer uit uW boot halen? praat eerst eens met onze zeilmakers...

In overzicht

zijn de Rias Bajas (lage ria’s), breder en dieper. De hoofdrichting is noordoost, dwars op de overheersende noordwestelijke deining en beschut voor de meestal noordelijke wind. Daardoor zijn het prachtige zeilgebieden, een beetje zoals Zeeland, alleen de ‘dijken’ zijn tot zeshonderd meter hoog en met bos begroeid.

Vooral de noordwestpunt, Galicia, is een prachtig zeilgebied met veel ankerplekken. De Spaanse noordkust en de Franse kust ten zuiden van de Gironde is een lagerwal met kusthavens op grotere onderlinge afstanden waar je steeds rekening moet houden met deining. Een aantal mooie steden en dorpen maken veel goed. Het ankeren is hier wat moeilijker omdat het door de steile bodem vaak snel diep is. Het bleek erg nuttig dat we de ankerketting hadden verlengd naar 80 meter! We trekken volgend jaar in omgekeerde richting terug en we hopen dan de Rosa in Zuid-Bretagne achter te laten.

We zien u graag terug in onze zeilmakerij en WatersportWinkel in made. kijk voor meer info op

by Van der Werf

36

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

37


evenement

twee wachten samen met een ander lopen. Dit is van 24 uur tot 8 uur ’s ochtends.

Eric van Genuchten

Hoe Murphy meezeilde met de Ramsgate 2014 Murphy’s law: “Anything that can go wrong, will go wrong” Vorig jaar werd ik als schipper gevraagd om de Ramsgate mee te varen omdat de booteigenaar weinig zeezeilervaring had en graag mee wilde met de Ramsgate. In mijn verhaal zal ik een beeld schetsen van wat ik als schipper heb meegemaakt, wat er aan vooraf ging en hoe het geëvalueerd is.

Hoe het begint.

In aanloop naar de Ramsgate heb ik verschillende keren telefonisch contact met de booteigenaar. Hij heeft problemen met de werf die zich niet aan afspraken houdt. Het roer zal vervangen worden door een stuurwiel. Dit leidt er toe dat het schip pas twee weken voor de Ramsgate in het water ligt. Dat weekend hebben we afgesproken om het schip te inspecteren of alles aanwezig is voor de tocht. Het dagje wordt uiteindelijk een weekend omdat het meer werk blijkt. Ik opper dat dit geheel volgens Murphy’s law is. Ik krijg informatie over het schip: de inhoud van de dieseltank is 80 liter: het gebruik maximaal 2 liter per uur. Kortom: we kunnen 40 uur varen en dat is

38

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

ruimschoots voldoende voor de oversteek. Omdat ik weet dat er altijd schepen zijn die zonder diesel komen te zitten op de oversteek hebben we nog twee jerrycans van 10 liter als reserve. De bemanning bestaat behalve de schipper uit een navigator die de Ramsgate al drie keer gedaan heeft en twee ervaren opstappers. Het schip heeft geen stuurautomaat, maar met vier man bemanning moet dat geen probleem zijn. Aan boord zijn twee marifoons, AIS, plotter, GPS, reddingsvlot. Mijn inschatting is dat het schip en uitrusting zeewaardig zijn, dit na het aflopen van mijn twee checklists: veiligheid op zee o.a. en de lijst van de Ramsgatecommissie. Het schip heeft ook al veel Ramsgates op zijn naam.

Murphy 1

Op de dag van vertrek uit Lelystad, blijkt de navigator vanwege acute gezondheidsproblemen te moeten afhaken. Hij had de navigatie voorbereid en zou de boodschappen doen. Na overleg met de organisatie besluiten we toch te vertrekken. Ik heb eerder met drie man gevaren en de booteigenaar heeft heel veel zeilervaring en technische kennis. Bij aankomst op het schip ga ik samen met de opstapper boodschappen doen met mijn boodschappenlijst (de “Lidia-lijst”) van vorige tochten. In één uur hebben we voor

250 euro proviand gekocht, die uiteindelijk voldoende is voor de hele tocht op wat verse aanvullingen na.

Tochtplan

Na het stouwen van alle bagage is het plan naar Amsterdam te varen en daar te overnachten. De volgende dag willen we alles voor de overtocht in orde maken en dan via IJmuiden naar Lowestoft vertrekken. We vertrekken om 21 uur uit Lelystad en komen 03.30 uur in de nieuwe jachthaven van Amsterdam aan. De kruissnelheid op de motor blijkt 4,5 knopen. Op kleinere schepen (27 ft) ben ik minimaal 6 knopen gewend. Die dag maken we het schip verder klaar voor de overtocht en doe ik de navigatie. Het blijkt dat we vanaf 24 uur ’s nachts door de shipping lanes zullen varen. We gaan wachten van vier uur lopen. Aangezien de andere twee bemanningsleden geen ervaring hebben met shipping lanes en ’s nachts varen, zal ik

Er is weinig wind dus we moeten ook stukken motorren. Alles gaat voorspoedig en we naderen Lowestoft. In het channel voor Lowestoft met stroom die tegen begint te lopen, valt de motor plotseling uit. De eerste gedachte is diesel op en bijvullen. Bij het openen van de afsluiter van de dieseltank lijkt het erop alsof er een vacuüm gezogen is. Wat diesel bijgevuld, gestart en hij doet het weer. In de haven wordt het onderzoek gestart naar het uitvallen van de motor.

Murphy 2

Het blijkt dat er een prop keukenpapier in de dieselleiding naar de tank zit. Deze heeft een medewerker van de werf tijdens de vervanging van het roer er in gedaan om uit de dieselstank te zijn. Alleen blijkt deze niet verwijderd te zijn bij het weer aansluiten van de leiding. De prop blijkt niet te verwijderen en is uitgezet zodat er niets meer langs kan en ook geen lucht meer in de tank komt. Als ultieme oplossing wordt besloten de prop door te duwen. Er zitten nieuwe goede dieselfilters in de motor en waarschijnlijk zal de prop oplossen. De reparatie kost ons het vertrek met de vloot uit Lowestoft. De volgende

dag varen we Woodbridge.

door

naar

Terugtocht

Op de wandeling naar de kreeftenfarm krijg ik een goede tip om het wachtschema voor de terugtocht aan te passen. Wachten van drie uur, dus zes uur in de nacht voor mij, want acht uur wacht in de nacht was niet echt prettig. Voor de terugtocht is er weer weinig wind en zo besluiten we het goede idee van de SunDancer te volgen en naar Harwich Shotley Point Marina te varen. De voorspelling is dat er de volgende dag meer wind zal zijn. We kunnen daar dan overnachten en vroeg weer oversteken. Een beter alternatief dan de hele nacht motorren.

Afweging

Daar vullen we de dieseltank voor de zekerheid nog bij met 10 liter. Mijn inschatting was 70 liter in de tank te hebben op grond van ons verbruik. De twee jerrycans worden niet meer gevuld met als motivatie dat de eigenaar de motor weinig gebruikt en komend vaarseizoen al de diesel niet zal opvaren. De 20 liter kan alleen maar slechter van kwaliteit worden.

Shipping lane

De volgende dag geen wind en het wordt weer motorren. Om 24 uur zijn we grotendeels door de shipping lanes. Omdat duidelijk is hoe alle schepen in onze omgeving varen, zetten we koers richting IJmuiden. We zijn net op de kruising van de route naar IJmuiden en de route naar Denemarken. We varen nog net in deze westelijke shipping lane en naderen de laatste shipping lane naar IJmuiden. Rechts voor ons een schip dat richting IJmuiden vaart dat voorlangs zal

gaan. Ik kan weer gaan slapen mijn wacht zit erop. Totdat de motor stopt en niet meer wil aanslaan. Eerste idee diesel op. Maar hoe kan dat: de tank zit nog redelijk vol? Snel worden de zeilen gehesen. We varen voor de wind, dit levert een snelheid op van twee knopen. Inmiddels is het schip rechts van ons van koers veranderd. Het navigatielicht werd van rood, naar groen rood, foute boel dus.

Murphy 3

Het schip dat voorlangs leek te varen, is veranderd van koers, richting (onze) westelijke shipping lane. We zien op de AIS dat het schip 17 knopen vaart en ook de naam kunnen we zien. Het schip komt recht op ons af terwijl we nauwelijks kunnen manoeuvreren. We beginnen het schip gericht met zijn naam aan te roepen op kanaal 16 met de melding dat we niet kunnen manoeuvreren en motorpech hebben, met het verzoek uit te wijken. We krijgen geen reactie. “We are sitting ducks”. Lange minuten vaart het schip op ramkoers. Heel langzaam verandert de koers van het containerschip. Uiteindelijk vaart het schip 100 meter achter ons langs en kijken we tegen een enorme wand van het schip. Op dek staan vijf containers op elkaar gestapeld. Kortom: een varend flatgebouw van 150 meter lang en 35 meter hoog, dat met 17 knopen ons bijna geramd heeft. De bemanning is niet in paniek geraakt.

Spinnaker

Allerlei opties waren door het hoofd geschoten en afgeschoten. Na van de schrik bijgekomen te zijn kijken we of er iets te repareren valt. De dieseltank komt in beeld en blijkt 25x 25 x 100 cm te zijn. Ergo we hebben geen

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

39


80 liter maar maximaal 62,5 liter. De inschatting is dat we misschien zonder diesel zitten. Om snelheid te maken kunnen we gaan spinnakeren. Maar de twee bemanningsleden hebben dit nog nooit gedaan. Ook zijn er geen schepen meer om ons heen. Ik besluit te wachten tot het daglicht wordt om de spinnaker te hijsen. Dit levert een snelheid op van 2,5 knopen. Langzaam komen we in de buurt van IJmuiden maar zeilend willen we niet naar binnen want er staat teveel stroom en er is te weinig wind om te zeilen. We zien drie zeilschepen die we om diesel vragen op kanaal 16 en melden onze motorpech. Geen reactie, wel van de kustwacht die vraagt of we hulp nodig hebben.

Hulp van de SunDancer

Gelukkig hoort de SunDancer met Michel Sijmonsma ook ons bericht. Zij liggen net voor IJmuiden en hebben nog een jerrycan diesel en ze willen ons helpen. Gelukkig vaar je binnen een club die elkaar altijd helpt. De SunDancer vaart 15 mijl terug naar ons. Ze mogen niet door het windmolenpark in aanleg varen ondanks de noodsituatie en moeten een heel stuk omvaren om bij ons te komen. Het vullen van de dieseltank heeft niet het gewenste effect. De motor weigert nog steeds dienst. De SunDancer sleept ons deskundig IJmuiden binnen. Onderzoek levert naderhand op dat de brandstofpomp het niet doet. Later blijkt dat het membraam van de pomp kapot is waardoor hij geen druk kan opbouwen. De veronderstelling is dat de prop in de dieselleiding die voor een vacuüm heeft gezorgd, uiteindelijk het membraam van de brandstofpomp kapot heeft gemaakt waardoor hij

40

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

niet meer kan pompen. Later blijkt dat we nog 11 liter diesel in de tank hebben ten tijde van het uitvallen van de motor. Dit was waarschijnlijk voldoende geweest om IJmuiden te bereiken, ook met het later uitgerekende gebruik van 2,5 liter per uur. Uiteindelijk komen we in IJmuiden aan. We zijn 24 uur opgeweest en hebben geen tijd gehad te eten door al het werk aan boord. Zondagavond om 20 uur ben ik weer thuis in Nijmegen, een ervaring rijker, moe en helemaal op. Op mijn werk vragen ze de volgende dag: ” En, hoe was je vakantie, lekker bijgekomen?”

Eind goed al goed?

Rolien Lucassen (vlootvoogd) heeft op internet gezien dat de SunDancer ineens van IJmuiden weer de zee op vaart. En wij zijn nog niet mobiel te bereiken, dus ze vermoedt wel dat er iets is. In eerste instantie wordt bekend dat we motorpech hebben. Later wordt pas duidelijk wat zich werkelijk voltrokken heeft. Als ik haar spreek zit ik nog in de modus “we hebben het overleefd dus eind goed al goed”. Naar mate de tijd vordert realiseer ik me dat het ook anders had kunnen aflopen.

Evaluatie!

Met de vlootvoogd en een lid van de Ramsgatecommissie evalueren we het gebeurde. Dit vind ik heel prettig. Met zijn allen komen we tot de slotsom dat we weinig anders hadden kunnen doen. Er is geen paniek ontstaan aan boord, onderling is de verhouding ook goed gebleven. Veel vragen spookten rond. Waren we onderbemand qua expertise geweest? Had ik de Ramsgate moeten afzeggen na wegvallen van de navigator? Had ik niet moeten vertrekken

met een schip waar ik geen proefvaart of inslingertocht mee had kunnen varen? Allemaal vragen achteraf. Als schipper heb je de eindverantwoordelijkheid. Onvermijdelijk ga ik bij mezelf na waar het fout is gegaan. Ja, we hadden de jerrycans moeten vullen in Shotley Point. Uiteindelijk blijkt dit niet het euvel, maar ten tijde van de noodsituatie was de eerst mogelijke oorzaak ‘ geen diesel meer’ en dat voelde behoorlijk stom. Omdat we twee lege jerrycans aan boord hadden. De weken na het voorval zijn niet prettig en veelvuldig zie ik het beeld terug van het containerschip dat ons lijkt te gaan rammen. De napraatavond is te hoog gegrepen voor mij en daar ga ik niet naar toe. Annemieke Stallaert van de Ramsgatecommissie heeft een goed verhaal opgesteld over ons avontuur om de aanwezigen te informeren.

Practicum Murphy

Tijdens het verblijf in Brighlingsea hadden we ook een PZV opdracht gekregen, opgesteld door Philip Beekman. Vragen over omgaan met noodsituaties. Met dit formulier

erbij loop ik het voorval nog eens na. Dat we dit in de praktijk hebben gebracht getuigd van het iets te letterlijk nemen van de huiswerkopdracht van Philip, we hebben er immers een practicum van gemaakt. Als voorbeeld moest je nemen “één” echt incident (zelf meegemaakt of gehoord) en één risico situatie. De opdracht was die met elkaar te bespreken. Vraag één hoe groot is de kans? De kans voor ons incident is zeer klein (gelukkig). Het PZV blad is niet vergeven van dit soort horrorverhalen. Volgende vraag wat kunnen de (ernstigste) gevolgen zijn? Voor ons: drie opvarenden overleden, schip verdwenen op de Noordzee. Hoe hadden we het kunnen voorkomen? De reparatie/werkzaamheden aan het schip laten uitvoeren door een werf die goed werk levert en zich aan afspraken houdt.

Aanvaring voorkomen

Wat te doen als het toch gebeurt? Opties om een aanvaring te voorkomen voor ons: een vuurpijl afschieten, om hopelijk de stuurman op het containerschip wakker te maken. In de praktijk hebben we met een schijnwerper in het grootzeil geschenen om de aandacht te trekken. Het plan was een frontale botsing te voorkomen. Bij frontaal rammen door een schip dat met 17,5 knopen aan komt varen, heb je een erg sterk schip nodig. Ik heb geen idee over de impact

van een dergelijke botsing, maar het lijkt me geen lolletje. Met als voorbeeld een auto die met 32 km per uur tegen een muur rijdt. Hoewel het schip zeer robuust gebouwd was, was dit geen optie. Het laatste plan was zo proberen te manoeuvreren dat de aanvaring/botsing zoveel mogelijk zijdelings zou zijn geweest om het andere schip te schampen. Zeilen omlaag, reddingsvlot paraat, uiteraard zwemvest aan. Hopen op het mogelijk weggeduwd worden door de boeggolf, veroorzaakt

door de boegbulb. Na botsing met het schip, proberen niet in de zuiging van de schroef te komen en naar beneden getrokken te worden. Het schip pas verlaten als het niet anders kan. Bij het zinken van schip pas overstappen in het reddingsvlot. Ik houd me trouwens aanbevolen voor suggesties voor een stappenplan in dit soort situaties. Wat zouden andere schippers hebben overwogen? Een uitnodiging voor een volgend nummer van zeezeilen.

Hoe Murphy te verslaan, lessons learned - Een geplastificeerde noodoproep bij de hand met een volledige

tekst voor een May Day bericht voor het schip. Zodat iedereen van de bemanning een May Day bericht kan uitzenden door de tekst voor te lezen. - Evaluatie Ramsgate: altijd een inslingertocht met bemanning, zeker als je schipper bent op een ander schip, ongeveer drie weken voor de Ramsgate om eventuele verbeterpunten nog aan te brengen. Nu hadden we veel bemanningswisselingen van te voren, twee opstappers gingen uiteindelijk niet mee, een viel uit vrijdag voor de tocht. - Leerpunten voor mij als schipper zijn vasthouden aan mijn eigen bootregels dat wil zeggen: - minimaal per boot twee bemanningsleden met veel zeezeilervaring, die beiden kunnen navigeren; - in Lowestoft had ik een ervaren bemanningslid erbij moeten vragen. De vlootvoogd gaf ook aan dit voor volgende tochten mee te nemen. Indien noodzakelijk bemanning van schip te laten wisselen; - als schipper op een ander schip alle informatie over het schip checken in de praktijk; - Conclusie schepen: één beroepsvaartuig en drie pleziervaartuigen hebben niet gereageerd op onze noodmeldingen. De kustwacht en de SunDancer gelukkig wel. Uit de marifonie regels: “Elk kuststation of schip dat een noodbericht ontvangt van een schip dat zich zonder twijfel in zijn onmiddellijke nabijheid bevindt, moet daarvan onmiddellijk ontvangst melden. “ Dit is dus niet gebeurd. - Altijd een diesellogboek bijhouden. Als schipper op een ander schip de inhoud van de dieseltank controleren en een eigen inschatting maken van het verbruik van de motor. Altijd jerrycans met diesel blijven vullen. Handig is als de brandstoftank boven de motor zit zodat je eventueel zonder pomp ook nog kunt varen? Of een dergelijke noodvoorziening aan boord maken. - Voor een overtocht met drie man is een stuurautomaat zeker geen luxe. In Lowestoft wist Peter Slikkerveer ons te melden wat de Ieren over Murphy zeiden. “Murphy was an optimist.” De Ieren hebben gelijk.

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

41


Techn &Vaarpraktijk

Techn &Vaarpraktijk

Arend Jan Klinkhamer

Herman Van den Broeck

Het anker komt niet los

Over vlaggen en knopen en vergrijzen

Je hoopt dat het je niet overkomt, maar ooit kan het je gebeuren: het anker komt niet los. Het overkwam ons afgelopen zomer in een ankerbaai bij Cabo de Cruz in een van de Spaanse rias. De ankergrond in de baai stond beschreven als goed zonder problemen. We hadden al gauw genoeg van het lawaai van een pompinstallatie op de kant en wilden een eindje verkassen. Het anker kwam niet los! We hebben nooit een neuringlijn aan het anker omdat ik het idee heb dat het risico om zo’n lijn in de schroef te krijgen groter is dan het nut.

Voorbereiding

Nu stond ik dus (voor de eerste keer) voor het blok. Een keer met ruimte in de ketting over het anker heen varen om het de andere kant op los te trekken hielp niet. Zes meter diepte was te veel om te duiken. Toen herinnerde ik dat ik ooit ergens een truc had gelezen. We hebben een paar einden ketting aan boord voor het geval we een lijn over een heel ruwe kademuur moeten leggen of om een ruwe rots. Ik heb de ankerketting zo strak mogelijk ingehaald (leve de elektrische ankerlier), dat eind ketting in een lus om de ankerketting genomen en aan een lange lijn vastgemaakt. Bij het laten zakken van de kettinglus hoorden we het zelfs langs de ankerketting naar beneden rammelen en over de stok van het CQR-anker glijden. Bij harde

42

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

wind hoor je dat niet, maar het was heel rustig weer. Ook als je niets hoort voel je wel aan de kracht op de lijn wanneer de lus beneden is.

Actie

We hebben vervolgens de ankerketting een meter of tien gevierd en de lijn vijf meter. Bij voorzichtig vooruit varen komt de lijn dus eerder strak te staan dan de ankerketting en het anker wordt aan de kop losgetrokken. Dat is de theorie. Gelukkig werkte het in de praktijk de eerste keer. We hebben geen idee waarin het anker vast heeft gezeten, maar er kwam wel een enorme hoop zeesla mee naar boven. Het lijkt me niet de oorzaak van het vastzitten, dat zal eerder een oude ketting, staalkabel of andere rommel geweest zijn. De baai achter het vissersdorp is waarschijnlijk al honderden jaren lang als ankerbaai gebruikt. Weer thuis vond ik zelfs het boekje terug waarin ik het had gelezen: Deck Seamanship van Colin Jarman uit 1979. Sommige oude kennis blijft van kracht! Zijn tekeningen staan hier afgedrukt. En over die neuringlijn: ik zag, wakker geworden, na deze ervaring ergens een tip: maak onderaan het ankerboeitje een eenschijfsblokje, leid de lijn daar doorheen en hang aan het eind een gewichtje. De boei en de lijn blijven veel beter recht boven het anker en verder van de schroef. Ook is het boeitje beter in het bereik van een pikhaak op het moment dat je ongeveer boven het anker bent. Misschien toch de moeite waard om eens te proberen….

Soms, gelukkig heel af en toe, spreken onze dochters de Peter Koelewijnse woorden uit die elke vader vreest: ‘Je wordt ouder, papa’. De eerste reactie is dan: ontkennen. ‘Niet waar, ik voel me nog vijfentwintig, of –dertig…’. Maar het zet je wel aan het denken, en als je heel eerlijk bent moet je Stef Bos gelijk geven: ‘Papa, ik lijk steeds meer op jou’…

Vlaggenchaos

Ik betrap mezelf er op dat ik me de laatste tijd begin te ergeren aan de enorme vlaggenchaos in de havens. Nationaliteitsvlaggen worden bij zonsondergang niet meer gestreken maar wapperen lustig de hele nacht of het hele jaar door tot ze helemaal uitgerafeld zijn, of ze slepen als een natte dweil door het water in het zog van de boot. Waar is de nationale trots gebleven? Even terzijde, het valt me altijd op dat Nederlanders, van alle Europeanen, altijd de grootste vlag voeren. Wij Belgen zijn eerder bescheiden. Misschien hebben Nederlanders iets te compenseren? En dan die vlaggetjes onder de zalingen. Van de tien vlaggetjes die je ziet zijn er acht met een hoekje af: uitgewapperd. Alsof een uitgewapperde vlag staat voor veel stoere zeemijlen en nog meer zeildagen. Je ziet trouwens wel veel (uitgewapperde) KNRM-wimpels. Leuk is dat. Maar wat doe je nou als je lid bent van meerdere verenigingen? Bij de Nautilus hangt de PZV-wimpel bovenaan, en daaronder komt de wimpel van onze lokale watersportvereniging. Dat is misschien niet helemaal correct, maar het geeft wel weer hoe schipper en schipperse zich voelen. Als we van boord gaan en de boot voor een tijdje alleen laten, worden de vlaggetjes omlaag gehaald en met de puntjes aan elkaar geknoopt. Want we zijn zuinig (van wie zouden we dat geleerd hebben?). Onze PZV-vlag is nog altijd de eerste, is nog zo goed als nieuw en wordt bin-

nenkort toch al tien jaar. Onder de stuurboordzaling hangt de kleine Nederlandse driekleur, want de Nautilus is te gast in Nederland. De Belgische vlag, van een formaat dat in verhouding staat tot de grootte van het schip (we hebben niks te compenseren), wappert aan de spiegel. Met het ondergaan van de zon gaat ook de vlag naar binnen. Ik kan niet garanderen dat onze driekleur stipt bij zonsopgang weer aan de spiegel prijkt, maar het ‘hijsen’ is altijd de eerste nautische daad van de dag.

Chaotische knopen

En dan zijn er nog de chaotische knopen waarmee landvasten op de kikkers belegd worden. Als je door de haven loopt zie je de meest creatieve en kunstzinnige kronkels rond kikkers en bolders. Schippers hebben ongetwijfeld nachtmerries van losgeslagen schepen en versplinterde gaten in polyester rompen. Als ze hun landvast met acht achtjes om de kikker slaan, doen ze er voor de zekerheid nog maar drie bij. Je weet maar nooit. En dat terwijl het zo simpel is: een hele slag rond (in de goede richting!), één acht, en dan een halve steek er over heen. Ik heb bij windkracht 11 meer vertrouwen in mijn eenvoudige ‘belegging’ dan in de torenhoge acht-in-het-kwadraat-chaos van de buurman. Varen met de stootwillen buiten, of klapperende vallen tegen de mast, of een hindernisparcours van stroomkabels die over de steiger slingeren… Ja, papa wordt ouder! En hoe zit het met jou?

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

43


zomertochten Charlotte Groothuis

De Noordzee Driehoek. Wordt drie keer scheepsrecht?

De Driehoek Noordzee Challenge wordt iedere twee jaar georganiseerd door de Nederlandsche Vereeniging van Kustzeilers. Het driehoektraject was dit jaar: Den Helder-Orkney (Kirkwell)-Noorwegen (Farsund) - Den Helder. Er wordt in twee weken circa 1000 mijl afgelegd. Dat is doorvaren, er moet een gemiddelde van 3 tot 4 knopen gehaald worden om de tocht in die tijdsperiode te volbrengen, liefst wat sneller zodat ook van de rustplaatsen genoten kan worden. De volgende keer, 2017, wordt het traject Den HelderShetland-Farsund – Den Helder gevaren, de trajecten wisselen iedere twee jaar. Op zoek naar een mogelijkheid om dit jaar opnieuw een wat langere zeiltocht te maken, ontdekte ik de Driehoek. Op de website van NVvK vond ik de organisatie waarmee ik contact opnam. Ik had geluk, er was een schipper die nog een opstapper zocht om zijn bemanning compleet te maken. We maakten contact via email en telefoon en ontmoetten elkaar op een NVvK bijeenkomst in het centrum van Nederland. Om elkaar beter te leren kennen, stelde de schipper voor om met de hele bemanning deel te nemen aan de Hemelvaartstocht van de NVvK naar Lowestoft. Uiteindelijk was, behalve de schipper, de hele bemanning nieuw tijdens de tocht naar Lowestoft. De boot, C’est la Vie, Dehler 35 met een vierpersoons bemanning, had tijdens de tocht wat probleempjes: op de heenweg viel de motor uit bij Workum door een verstopte brandstoftoevoerleiding, op de terugweg begaf de stuurautomaat het al snel. Hierdoor leerden we elkaar goed kennen en wisten we dat we als team in staat waren de Driehoek te volbrengen.

44

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

De tweede nacht van de Driehoek, een wilde nacht.

Een theedoek schommelt heen en weer boven de kaartentafel. Af en toe wordt het zicht naar buiten belemmerd doordat er een grote golf over de kajuit heenslaat net als in de filmpjes van de Volvo Ocean race. Alleen hadden die geen scheurtje in het raam boven de electronica waardoor water naar binnen druppelde op een snel opgehangen theedoek. Ik ben verbaasd over de kracht waarmee het water de kajuit raakt. De ontwerper van kajuitraampjes moet hier zeker rekening mee gehouden hebben. Als er eentje breekt bij dit soort weer, stroomt meteen de kajuit vol. Het is geen fijn weer buiten en het zal nog wel even aanhouden. We zitten boven de Doggersbank. Krachtige wind en hoge golven zoals de meteorologe voorspeld had. De luchtdruk is afgelopen 36 uur van 1022 naar 1005 gezakt, de wind gedraaid van Z naar NW- N. De laatste uren is de wind van 10 naar 24 knopen gegaan en de golfhoogte van kalm naar hoog. Daarna zijn we gestopt met de logboek notatie, dit is al meerdere uren geleden, we zijn 280 mijl onderweg. Dit is onze tweede nacht op zee. Af en toe horen we over de marifoon de melding over andere Driehoekers dat ze uitwijken naar de Engelse kust waar, volgens de voorspelling, het weer rustiger zal zijn. Een nieuw weerbericht hebben we niet ontvangen, de wind neemt toe. Anderen hebben 30-35 knopen genoteerd. Afgelopen middag zijn we, om te kunnen blijven zeilen, afgeweken van de ideale koers 320 graden. Nu is het besluit genomen om uit te wijken naar de kust. Geen makkelijk besluit voor de schipper bij zijn derde poging om de driehoek te varen. Ik ben wel blij met dit besluit want ik voel me niet goed. De klappen die de boot op de golven maakt dreunen door in mijn hoofd. Blijkbaar ben ik nog niet helemaal hersteld van een hersenschudding die ik in het begin van het seizoen heb opgelopen. Ik ben van plan bij de kust aangekomen om af te stappen, maar maak dit nog niet aan de schipper bekend. Deze nacht is daar niet het juiste moment

voor. De schipper komt nat naar binnen en weet niet of hij zijn zeilpak uit zal trekken of met zijn natte pak aan op de bank zal gaan liggen. Hij aarzelt en gaat weer naar buiten. Ik sluimer weg op de bank tot Dick, de stuurman, binnenkomt. Hij moet naar het toilet. Een wiebelige klus, waarbij eerst wat natte uitrusting verwijderd moet worden. Dat doet hij achter het keukentje. Ik word wakker van een raar geluid en val weer in slaap. Iets klopt er niet. Ik dwing mezelf opnieuw wakker te worden. Het geluid van stromend water. Dick heeft bij zijn actie de kraan geraakt, die is buiten de bak gedraaid en laat nu de watertank leeg stromen over de kajuitvloer. Goed dat ik wakker werd, ik sluit vlug de kraan. Dat wordt dweilen. Er kan veel mis gaan met zeilen ontdekte ik afgelopen jaar, maar in de kajuit leeglopende watertanks had ik nog niet bedacht. Laatste logboekpositie om 18:30 uur, vanaf hier wijken we uit richting kust.

Een veilige haven

In de ochtend komen we aan bij de Engelse kust. De golven zijn hier niet zo hoog, de wind is zwakker. De voorspelling klopte. We willen even een haven inlopen om bij te komen. Het voorstel van de schipper is Aberdeen, nog tien uur varen. Dat vind ik nogal ver omdat ik me echt niet lekker voel. Een andere haven kiezen is hier eenvoudig, de meeste havens zijn getijdehavens. Samen met Dick en de Reeds besluiten we dat Arbroath een goed alternatief is. We kunnen de haven inlopen bij het huidige tij, tijdens laag tij bijkomen, en met opkomend tij weer vertrekken De haven blijft diep genoeg omdat die met een sluisdeur afgesloten wordt. We maken de schipper wakker en stellen het alternatief voor, gelukkig stemt hij er mee in. Het blijkt een ideaal plan te zijn. Het zonnetje schijnt, de kleren en nat beddegoed kunnen drogen. We genieten van een douche en een goede maaltijd na 400 mijl varen. De Driehoekorganisatie wordt op de hoogte gebracht van onze vertraging en mijn afstappen. Met spijt in mijn hart zie ik hen

de haven uitvaren op weg naar nieuw avontuur. Ik heb 400 mijl van de driehoek afgelegd. Over twee jaar is er voor mij een nieuwe mogelijkheid.

Opluchting aan de wal

Met bus en trein vertrek ik richting Orkney eilanden. Ik heb nog steeds vakantie en op de Orkneys ben ik nog nooit geweest. Het lijkt me ook erg leuk om daar de bemanning van de C’est La Vie terug te zien. In de bus van Inverness naar John o’ Groat wordt een dame voortdurend gebeld. Ze antwoordt in het Nederlands. Ineens vang ik een bekende naam op, de naam van een van de boten die deelneemt aan de Driehoek. Op de ferry naar de Orkneys wordt ze weer gebeld. Engelsen om me heen vertellen elkaar dat ze een advocaat is met een belangrijke case, daarom wordt ze de hele tijd gebeld. Ik spreek haar aan nadat het gesprek afgelopen is. Hestia blijkt een van de organisatoren van de Driehoek te zijn, wiens boot uitgeweken is naar de Engelse kust (Whitby) en vandaar rechtstreeks naar Farsund zal varen. Nu probeert ze zo snel mogelijk in Kirkwell te komen om zich weer bij de Driehoek aan te sluiten. Sinds haar aankomst in Engeland probeert ze er achter te komen waar iedereen na de woelige nacht gebleven is. Voor de organisatie zijn dit stressvolle ogenblikken, want wanneer sla je alarm en vraag je de kustwacht om hulp. Een voor een melden boten zich. In Kirkwall worden de meldingen bij de organisatie en de meldingen ontvangen door andere boten naast elkaar gelegd. Er is nog één boot zoek. Gelukkig komt ook die boot laat in de avond nog binnenvaren en kan de organisatie met een gerust hart gaan slapen. Uiteindelijk zijn maar 22 van de 40 boten op de Orkneys aangekomen, de rest is uitgeweken naar de Engelse kust. Elf boten voeren vandaar rechtstreeks naar Farsund in Noorwegen. Zeven boten keerden via de Engelse kust terug naar Nederland. De C’est La Vie komt met zijn driekoppige bemanning na het varen van de Driehoek veilig terug in Nederland, voor de schipper geldt: 3x is scheepsrecht.

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

45


Schipper & haven Joep Vermeulen

Workum/Warkum Mijn nieuwe thuishaven

boot op het stadje met al die waterpartijen en insteekjes is elke keer weer anders. Ook de talrijke, goed betaalbare restaurants geven een verblijf in Workum een extra dimensie. De bruggen zijn wat betreft bediening goed op elkaar afgestemd. Passeer je of de sluis of de laatste brug, de brugwachters melden je komst aan de volgende brug. Wanneer het meezit, heb je binnen het halfuur alle obstakels gehad en wacht of het IJsselmeer óf de Friese meren.

Mijn haven Terwijl het bedrijfsleven flexibiliteit verwacht, blijft men in de watersport toch tamelijk conservatief. Eenmaal een fijne haven gevonden wil men er nooit meer weg. Steenbergen was voor mij een fantastische plek, maar...

Vaargebied

Toen ik na de tocht naar de Wadden voor de Kia Kaha een tijdelijke ligplaats vond in de Workummer Jachthaven, bedacht ik dat zo’n noordelijke haven toch wel erg veel voordelen oplevert. Zeeland heeft mooi vaarwater en schitterende oude stadjes, voor mij haalt het toch niet bij het vaarwater van IJsselmeer, Waddenzee en de Friese meren. Stel je voor: in de zomer hoef je vanuit het zuiden geen week te varen om naar bv. Terschelling te gaan. Binnen tien uur vanuit de haven in de haven. Een mooie vaste ligplaats werd me aangeboden en gretig hapte ik toe. Temeer ook daar het station op tien minuten gaans is. Met slecht weer of harde wind zijn de Friese meren een goed alternatief voor het open water. Voor boten tot 1.30 m overal, nou bijna overal, goed bevaarbaar. Je moet soms wel door de blubber heen ploegen. Mijn nieuwe thuishaven is dus Workum en ik behoor vanaf heden tot de noordelijke vloot.

Historie

Workum, een van de Friese steden, door it Soal verbonden met het IJsselmeer, is vooral bekend door het Jopie Huisman museum , maar ook vanwege het strijdtoneel van de twisten tussen de Schieringers en de Vetkopers. Even een geschiedenislesje: Het zijn benamingen voor twee verschillende partijen van tamelijk onbestemde samenhang die vanaf de tweede helft van de veertiende tot in de zestiende eeuw Friesland en in mindere mate Groningen in staat van voortdurende burgeroorlog hielden. Zij hebben hun namen te danken

46

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

aan de Cisterciënzerkloosters (schier d.w.z. grijze monniken) en de premonstratenzer vetweiders. Zij werden door de verschillende machthebbers voor hun karretje gespannen. Aan deze belangenstrijd kwam een einde toen de heerschappij van Keizer Karel V werd erkend. Het stadje is geleidelijk ontstaan. In de tiende eeuw was er al bewoning. In de veertiende eeuw was het plaatsje d.m.v. de Weijmerts, in 1875 gedempt, verbonden met de Friese meren. Nu verbindt de Diepe Dolte het Zandmeer met het IJsselmeer. Op de plek van de gedempte Weijmerts is nu het marktplein. Al in de veertiende eeuw werd Workum als stad erkend en was het de negende in de historische rangorde van de Friese steden. Het heeft veel oude, mooi gerestaureerde panden. Het oude stadhuis uit de veertiende eeuw, de uitwendige vorm uit de achttiende eeuw; de Waag uit 1650; de Gertrudiskerk uit de vijftiende eeuw met zijn verzameling gildebaren. Dat zijn doodsbaren behorende aan een gilde. Het Jopie Huismanmuseum herbergt de schilderijen en konterfeitsels van de voddenboer. Zijn speelse geest en zijn vakmanschap verrast steeds weer. De “beelden” die hij ons laat zien, ontroeren ofwel maken blij. In de Waag is het museum Warkums Erfskip het bezoeken waard. Een ander museum is het museum voor kerkelijke kunst in de St. Wilfriduskerk. Hier wordt Het Rijke Roomsche leven in al haar glorie getoond. Verschillende galeries en ateliers nodigen ons uit. De pottenbakkerij Koch mag niet onvermeld blijven. En voor de liefhebber van echte boten is de werf De Hoop, vlakbij de sluis een heilig moeten. Sedert 1650 is deze werf onafgebroken in bedrijf.

Nu

Workum heeft de laatste jaren een economische groei doorgemaakt. Industrieën als de FrieslandCampina en de vele jachthavens dragen daartoe bij. Eigenlijk bestaat Workum hoofdzakelijk uit sloten en haventjes. Het zicht vanuit de

De laatste haven, of eerste, dat hangt ervan af hoe je kijkt, is de Workummer Jachthaven. Hij ligt net voor de spoorbrug die altijd openstaat en slechts twee keer per uur kort dichtgaat voor de naderende treinen. Net even anders dan in de rest van het land. De haven is flink uitgebreid met een grote insteek aan de overzijde van de oude haven. Schitterende boeiers en tjalken vinden er een plekje. Er zit nog veel geld onder de mensen. Alle voorzieningen tref je in de haven. Mijn motor is er flink onderhanden genomen.

Kortom

Ten opzichte van het zuiden vind ik de prijzen heel redelijk. Een nieuwe buiskap met roestvast stalen beugels kostte me net duizend euro. In Drimmelen bv. zou ik 1300 euro hebben moeten betalen. Je betaalt voor een doorgang van buiten naar binnen of omgekeerd vijf euro. Dat zijn vier bruggen en een sluis. Een abonnement voor een jaar bedraagt 75 euro. In de zomer kan het op spitstijden wel erg dringen worden in de kleine sluis en moet je vaak rekenen op een uur wachttijd. Wanneer je de laatste schutting naar binnen toe hebt gemist, kun je goed overnachten in de sluiskom. Langs It Soal liggen verschillende havens en tegen het IJsselmeer aan ligt een grote camping. Het ondiepe water langs de kust is een dorado voor de kitesurfers. Kenmerkend is zeker de witte vuurtoren waar Reid de Jong woonde, de organisator o.a. van de Strontrace*. Het aanvaren van It Soal vanaf het IJsselmeer is in het donker vrij lastig. Gelukkig is er een lichtenlijn behulpzaam, want de toegang is erg smal. *De Strontrace is een zeilwedstrijd, die vanaf 1974 elk jaar in de herfstvakantie wordt gehouden. De start is in Workum, waarna via het IJsselmeer naar de Bollenstreek wordt gevaren waar kunstmest moet worden afgeleverd. Vervolgens moet naar Workum worden teruggekeerd. Het eerste jaar voerde de race naar Sassenheim, sindsdien is Warmond het keerpunt. De wedstrijd recreëert de historische vaarroute waarbij mest van Friese boeren naar de Hollandse geestgronden werd vervoerd.

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

47


Zomertochten Aitske Ruben

Zeilen boven de poolcirkel! Op het gastenboek van mijn website www.mywatersite.nl heb ik een trouwe bezoeker van de PZV. Dat is diegene die dit jaar terecht de Navigators Trophy mocht ontvangen, Harry Olie. Zijn opbeurende en soms kritische opmerkingen zijn altijd welkom en dit jaar was zijn opmerking: “Hallo Aitske en Pieter. Weer als vanouds van je, leuke beelden en vertelsels. Wat moeten jullie toch in dat verrekte koude noorden, met ook nog steeds de komende dagen de wind uit de verkeerde koude hoek? Wel dapper maar ik zou lekker afzakken naar west Zweden of nog zuidelijker hoor! Gr. Harry” Ik kan mij voorstellen dat veel PZV leden, genietend van een heerlijk wijntje op een zonnig Frans terras, hetzelfde denken. We volgden deze zomer de emails die gewisseld werden en zagen de leuke ontmoetingen met andere PZV schepen. Tja, dan ben je wel behoorlijk alleen, daar in het noorden. Welgeteld 5 Nederlandse zeilboten gezien in twee-en-een-halve maand, waarvan maar één boven de poolcirkel.

Koud?

En het was koud! In juni en juli kwam de temperatuur langs de Noorse kust niet boven de 12 graden uit, terwijl in Nederland het ene na het andere warmterecord werd gemeten. Waarom dan toch steeds naar het Noorden? Ons plan was

48

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

om deze zomer weer om de Noordkaap te varen en dan verder richting Russische grens. Maar zoals zo veel zeilplannen gooide ook dit jaar de aanhoudende harde noorden wind roet in het eten. De vertrekdatum werd uitgesteld en we gingen eerst maar weer naar huis. Eindelijk leek het weer wat beter te worden en op 7 juni vetrekken Pieter en ik om 6.30 vanuit Lauwersoog richting Thyboron. Een supertocht van 243 mijl in 37 uur.

Op 12 juni was het weer gunstig en konden we van noord Denemarken oversteken naar Noorwegen. Weer een nachtje door, maar dan ben je in Egersund. Het zuidelijke gedeelte van Noorwegen hebben we al een aantal keren gevaren, dus snel door naar het noorden. Noorwegen kent een aantal mooie steden, waarvan Ålesund er met kop en schouders boven uit steekt. Een stad, grotendeels gebouwd in Jugendstil.

Verder richting Noord. Op 13 juni varen we over de poolcirkel. De dagen en nachten rijgen zich aan een. Het wordt niet meer donker. Om 12 uur in de nacht kan je binnen nog rustig een boek lezen. Ja, wel binnen, want buiten is het te koud. En elke avond de kachel aan. Wanneer we op 16 juni de Vestfjorden oversteken richting Lofoten is het voor ons duidelijk: dit is niet echt leuk meer. Nat en koud! Nu nog 3 weken verder, dan wordt het eind september wanneer we weer terug zijn. Nu terug naar de vraag van Harry: ‘Wat

moeten jullie toch in dat verrekte koude noorden?’ Dit dus! Varen tussen de bergen met sneeuw. Elke dag wakker worden in een ansichtkaart. Zulke uitzichten vanuit de kuip! Prachtige wandelingen maken. Piepkleine steigertjes. 24 uur daglicht! Papagaaiduikers. Grienden en…een potvis! Wil je meer lezen over onze reis? Bijna elke dag heb ik een stukje geschreven op mijn website. www.mywatersite.nl Veel leesplezier! Aitske

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

49


Favoriete ankerplekken

techn&vaarpraktijk

Mariëtte Roozeveld van der Ven

Herman Van den Broeck

Favoriete ankerplek 1 ANKEREN: dat is voor ons iedere keer een intens beleven van ‘zijn‘ op een veelal unieke plek op het water. INTENS: het beleven van de natuur en de stilte, het weidse zicht, de beweging van je boot op het water; maar ook: het los zijn van de ‘comfortzone‘ van de marina, het voelen van de lichte spanning, het ervaren van je kunde om op deze plek ‘gewoon’ te slapen. Daar genieten we intens van.

Goed voorbereiden en voorzichtig beginnen

De laatste jaren hebben we tijdens onze zeiltochten op heel veel plaatsen geankerd. Misschien wel één op de drie overnachtingen. (Andere leuke mogelijkheden buiten de jachthaven zijn meerboeien of vissershaventjes). Een goede ankerplek vinden en benutten vraagt op een tocht een gedegen voorbereiding. Het bestuderen van de almanak en pilot in het voorbereidingstraject van een meerdaagse tochtplanning, is belangrijk om de leuke plekjes ook op de juiste dag of nacht aan te lopen. Het belangrijkst is daarbij de beoordeling van de ankergrond * en de beschutting. Daarnaast is kennis over de weersverwachting en informatie over het getij ter plekke natuurlijk onontbeerlijk. Dat er voor een succesvolle overnachting op anker ook goede kennis vereist is over ankertechniek **, ankergerei en de eigen boot-karakteristieken, is vanzelfsprekend. Voor ons gold: voorzichtig beginnen en ervaring opbouwen. We hebben nu al veel prachtige nachten beleefd; en we kijken er elke keer weer naar uit: waar gaan we weer ankeren?? En ook geldt (zoals dat nu eenmaal is met een activiteit als zeezeilen): je bent nooit uitgeleerd. Dat wil zeggen, elke ankernacht is een (klein) avontuur waar je van leert. UNIEK: een unieke plek, waar weinig of geen

50

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

te verlaten om een uurtje verderop op zee te ankeren. Want ook Aad was het de vorige dag opgevallen dat daar zo verleidelijk al die masten te zien waren.

andere boten ook zijn. Jij wel, beschut op het grote water, onder het grote firmament. Daar geef je je over aan de omstandigheden, die je voor een deel zelf tot stand hebt gebracht (goed geankerd) en die voor de rest door ‘de natuur’ hun beloop zullen krijgen.

Le Corduan

Eén van de prachtigste ankerplekken van onze zomerzeiltocht langs de Frans-Atlantische kust ligt midden in de monding van La Gironde. In het midden van deze enorm brede monding naar de oceaan staat de machtige vuurtoren Le Cordouan. Bij invaart langs de noordoever van de Gironde, waar een ongemeen woelige zeegang stond, zagen we in de buurt van die prachtige toren heel veel masten achter een schijnbare zandbank. Hoe kan dat? Midden in de woelige baren? Bij navraag op de zeilschool in Royan werd ons verteld, dat het inderdaad mogelijk is om op een heel bepaald plekje te ankeren. Op een papiertje werd een schetsje gemaakt van een archipelachtige zandbankensituatie, waarach-ter je, vanzelfsprekend in gunstige omstandigheden, de nacht goed zou kunnen doorbrengen.

Inderdaad, het was een fantastische plek. He-lemaal niemand. (Fransen ankeren wel graag, maar vaak alleen overdag). Zandbanken in een weidse zee, onder de lichtstralen van een geweldige vuurtoren als een beschermende wachter, met louter geluiden van golfslag en vogels, met een kleurrijke zonsondergang, met zeenevel die de vuurtoren deed zweven ver boven het water. Intens, uniek, mooi! Heb je ook zo’n speciale ankerplek, dan zou het leuk zijn als dit artikel de eerste in de reeks ‘Favoriete ankerplekken’ zal blijken te zijn. Deel met ons die kennis en schrijf erover in Zeezeilen. * Informatie over ankergronden is bijvoorbeeld beschikbaar op de oude CM93 kaarten en vermoedelijk ook op de betere chart-plotters (voorbeeld bij Île-d’Houat):

Het was zondag, half zes ’s avonds, prachtig zonnig weer, met goede weersvooruitzichten. Het kostte nauwelijks moeite om samen met de La Liberté (tijdens onze zomervakantie waren we regelmatig samen met Aad en Olga in een haven) te besluiten de jachthaven van Royan alsnog

Oplopen, een rekbaar begrip Wat een kl…zomer was het toch! Onze zeilvakantie hebben we in stukjes geknipt. Drie keer zijn we een week naar huis geweest omdat er te veel wind was, of omdat de ene na de andere depressie over trok met buien en veel wind. Wordt dat het zomerweer van de toekomst? Maar we troosten ons met de gedachte dat we wel altijd met lekker weer gezeild hebben… Dat is het voordeel van je eigen baas zijn. Je kiest zelf wanneer je werkt en wanneer je niet werkt. Ik kan het iedereen aanraden. Zo zijn we eind juli tot in Breskens geraakt. Als we daar met 25 graden in het zonneke liggen wordt er een week van buien en wind voorspeld. Daar hebben we niet veel zin in. ’s Morgens varen we de haven van Breskens weer uit richting Vlissingen en thuishaven. We willen op tijd bij de Keersluisbrug zijn voor de blauwe golf door het kanaal (www.zeeland. n l /s l u i ze n - e n - b r u g ge n / blauwe-golf). De wind zit helemaal verkeerd, dus laten we de zeilen voor wat ze zijn en gaat de motor aan. Anders halen we de eerste brugopening niet.

Oploper ** Uitstekend boek: The Complete Anchoring Handbook (stay put on any bottom in any weather) van Alain Poiraud c.s. ISBN: 978-0-07-147508-2

Een eindje achter ons zien we een zeiljacht dat ons vanuit Breskens achterna

komt. Het grootzeil is gehesen maar we zien geen zwarte kegel. Foei! De schipper vaart schuin aan stuurboord achter ons aan, in de sector van ons heklicht, en zit op aanvaringskoers. Wijken en voorrang geven is niet nodig, wij worden immers opgelopen en hebben voorrang. Wanneer de boot bijna dwarsscheeps is, geeft de schipper nog extra gas en stuurt hij voor onze boeg langs. Om een aanvaring te vermijden moeten we vaart minderen en onze koers naar bakboord verleggen. Natuurlijk roepen we hem ‘iets’ toe. Zijn antwoord: “Ik heb voorrang. Ik kom van rechts.” Ja, zo wordt oplopen natuurlijk een rekbaar begrip. Je loopt een schip op, en als je uit de sector van het heklicht bent stuur je voor de boeg langs. Je komt dan van rechts. Ik ben geen wedstrijdzeiler. Ik kan me voorstellen dat bij zeilwedstrijden soms wat assertiever met de voorrangsregels wordt omgegaan. Maar twee zeiljachten op motor hoeven het elkaar midden op de wijde Westerschelde toch niet zo moeilijk te maken? Waar is de hoffelijkheid en de collegialiteit onder watersporters gebleven? Zo iets doen PZV’ers toch niet?

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

51


techn&vaarpraktijk Theo Bouwman

Gale warning op het Noordhollands Kanaal en meer ‘near gale’ verhalen Iedereen kent ze wel. Plotseling opstekende harde winden, die van tevoren niet aangekondigd waren. Ook op plekken waar je ze niet verwacht, maar achteraf….Bijna elk jaar overkomt het ons wel een keer. Je bent er op berekend, maar toch…

Noordhollands Kanaal

Voor een twee-weekse tocht met onze Dartsailer 30, de Si Esta, varen we op 10 juli dit jaar van Stavoren naar Enkhuizen via een omweg. Eerst even motoren bij ZW4 tot voorbij het Vrouwenzand en dan zuidwaarts met de zeilen op. Mooie tocht. Volgende ochtend, minder wind, op naar Amsterdam. In de sluis bij Enkhuizen ligt plotsklaps de Dancing Queen van Sander (de nieuwe Vels) achter ons. Wij hijsen beiden de zeilen en weg was hij! In Amsterdam voor de eerste keer de Marina bezocht (normaal liggen we in een klein haventje naast de Oranjesluizen). Heel bijzonder, die doucheruimtes! Zeker een keer gaan kijken. Na een paar dagen vrienden en familie besluiten we nog een keertje het Noordhollands Kanaal te nemen, op weg naar Texel. Leuk, even Alkmaar. Minder leuk, veel bruggen. Bij vertrek van Alkmaar naar Den Helder waait het ZW4. Genua uit, probleemloos varen. De verwachting qua wind was maximaal een ZW5. Die staat er al vrij snel. Blijft een mooie tocht, maar wel opletten voor de pontbruggen, de pont met ketting onder water en binnenvaartschepen. Ondertussen neemt de wind toe naar een ZZW6. We naderen de spoorbrug vlak onder Den Helder uiteindelijk met een toenemende wind tot ZZW7. Ons schip vangt met zijn hoge vaste kajuit veel wind en loopt als een tierelier. We zeilen rompsnelheid op de kajuit! Vlak voor de spoorbrug, opening eens per half uur - dus nog 20 minuten wachten - komen de eerste vlagen 8. Later heb ik op de KNMI-windmetingen van die dag in die regio gekeken en die bleken inderdaad op 17 juli tussen

52

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

Oudeschild binnenvaren met ZZW7

Terwijl we dit seizoen relaxed Oudeschild binnenvoeren, was dat twee jaar geleden op 4 juli even anders. We kwamen toen van Den Oever. Gezien het weer, kans op een buitje, iets eerder vertrokken, waardoor we bij kentering bij het Gat van de Stier zouden zijn. In principe daarna doodtij, dan stroom mee en halve wind, voorspelling W3/4. Prachtig toch, met een mager zonnetje!

Voor lezingen, training en supervisie van het BOT (bedrijfsopvangteam) Voor lezingen, training en supervisie van het BOT (bedrijfsopvangteam)

de 60 en 70 km per uur te zitten. Gale warning op het Noordhollands Kanaal!

Händelhof 16 2402 GW Alphen aan den Rijn Tel 0172-240690 info@trauma-nazorggroep.nl www.trauma-nazorggroep.nl

Kop in de wind

Het kanaal is ter plaatse minstens een kilometer of twee kaarsrecht en de wind komt pal van achteren. En 20, misschien 25 meter breed! Er staan zelfs wat golven. Motor in de achteruit en met grote moeite komt hij stil te liggen, maar dat ligt niet lekker met een langkieler. Gelukkig kan ik bijsturen met mijn boegschroef. Heel onrustig, telkens verwaaien, toch iets naar voren, weer terug, etc. Uiteindelijk besluit ik om hem tegen de wind in te leggen. Kortste draaicirkel pakken, eerst achteruit draaien, bijna half op de wind, stuur volledig om, volle kracht vooruit en boegschroef bijgezet. Dankzij die boegschroef scheuren we met de kop in de wind met nog anderhalve meter ruimte tussen schip en wallekant. Even diep adem gehaald, Greetje zat ondertussen beneden! Eindelijk rust, met die wind op de kop. Daarna zijn we natuurlijk door de (open) spoorbrug en verder naar Den Helder geblazen. Want die wind is nog even blijven staan. De volgende dag zeilen we met aanmerkelijk rustiger weer de Wadden op. Eerst Texel (waar we Harrie Olie tegenkomen), dan naar Harlingen en daarna verder. Met prachtig zeilweer.

incident-trauma 111011.indd 1

11-10-2011 14:22:15

Händelhof 16 2402 GW Alphen aan den Rijn Tel. 0172-240690 Buitengaats stond er al direct een ZW4. Daardoor waren we met afgaand tij iets eerder dan de bedoeling bij de boei waar wij bij het Gat van de Stier altijd wat afsteken. En de wind was ondertussen een flinke ZW5 geworden. Wind tegen stroming dus. Flinke golven! Die wind trok steeds verder aan en tegen de tijd dat we Oudeschild naderden, was die ZW6 en later ZW7. We vlogen over het water. Genua er af en gelukkig had ik al een rif in het grootzeil (doe ik vaak op de wadden!). Bij de voorspelde W3/4 zouden we in de luwte van het eiland zijn gekomen, maar nu zaten we zo goed als aan lagerwal met ZZW7. Voor de haven toch maar besloten het gereefde grootzeil te laten zakken, ondanks hoge golven. Eenmaal omlaag (knap lastig met zo’n zee), moet je met nog flinke stroom en golven dwars naar binnen. Het schip ging tekeer als een dolleman, maar de havenmonding eenmaal binnen voelde het als een bevrijding! En niemand op de steiger begreep waar die - door hen ook waargenomen - wind ineens vandaan kwam!

Mooi niet naar Medemblik

Een paar jaar geleden had het weer, de wind, ook een aardige verrassing voor ons in petto. We lagen in Enkhuizen en wilden naar de Wadden, maar eerst nog eens even langs Medemblik. Al

info@trauma-nazorggroep.nl www.trauma-nazorggroep.nl

een tijdje niet geweest. Windverwachting ZW4. Prachtig weer, zonnetje. We zeilden aldus naar het noorden om vervolgens de hoek bij Oosterdijk om te gaan richting Medemblik. Van ruime wind naar verwachting scherp aan de wind. Edoch, achter de hoek uit nam de wind stevig toe en draaide bij naar W5. Dat werd al snel W6 en daarboven. Op allerlei schepen werd driftig gewerkt aan het zetten van een rif. Bij ons stond gelukkig het eerste rif zoals gewoonlijk er al in, samen met een puntje genua. Iedereen probeerde zo scherp mogelijk aan de wind naar hoger wal te zeilen. Sommigen konden iets scherper dan wij, maar een groter deel, waaronder nogal wat platbodems (zee-) schouwtjes, Staverse bolletjes, etc. redden het niet. Ze vlogen uiteindelijk naar Kornwerd op lager wal.... Sommige schepen gooiden het zeil eraf en voeren hotsebotsend op de motor naar Medemblik. Samen met een Lemsteraak konden wij net de Oude Zeug halen aan hoger wal. Rustig water met nog steeds veel wind. We vlogen dus naar Den Oever, waar je gelukkig in alle rust lekker kunt eten bij Restaurant de Dikke Bries!

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

53


techn&vaarpraktijk Lean Nelis

Aries windvanen Begin van het jaar heb ik de kans gekregen om het Deense bedrijf Aries, producent van windvanen, over te nemen. Dit was nog een hele operatie, zeker financieel gezien. Ik moest op zoek naar een investeerder voor een deel van het bedrag. Na het eerste telefoontje was het al raak. Ik had Haye aan de telefoon voor de Ramsgate tocht en vroeg of hij misschien nog mensen wist. Een dag later belde Haye terug dat hij iemand gevonden had, hijzelf.. Wat mij ertoe heeft doen besluiten dat ik het bedrijf over wilde nemen, ondanks de toenemende groei van de elektrische stuurautomaten, is het volgende.

Voordeel van een windvaan

Ik weet zeker dat een boot met een windvaan vloeiender gedrag vertoont dan een een boot met een elektrische stuurautomaat. Verder hoor je windvaan niet wanneer deze aanstaat. De windvaan is niet gevoelig voor nattigheid en is goed schoon te houden ook op zout water. De windvaan is onafhankelijk van stroom en zal dus altijd betrouwbaar zijn. Nog een bijkomend voordeel is, dat hoe harder het waait hoe beter een windvaan zijn werk zal doen. Het nadeel van een windvaan is dat deze geen kompaskoers kan varen maar afhankelijk is van de schijnbare windhoek. Dus in kleinere wateren, met veel begroeiing aan de oevers, zal een windvaan minder goed functioneren omdat de wind daar minder stabiel is. Hier is een eenvoudige oplossing voor. Zet de allerkleinste/lichtste autohelm van Raymarine of Simrad op de windvaan. Deze monteer je op de windvaan waar je normaliter het houten windblad in plaatst. Op deze manier kan je een kompaskoers varen. Voordeel hiervan is dat de elektrische stuurautomaat niet duur is weinig ruimte in beslag neemt en er eventueel een reserve aan boord ligt mocht deze de geest geven. De stuurautomaat hoeft nu bijna geen kracht te leveren en vreet dus ook een minimum aan stroom; de kracht die geleverd moet

54

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

worden om de boot te besturen wordt geleverd door het pendulumsysteem. Op deze manier kunnen dus ook grote en zware jachten eenvoudig elektrisch bestuurd worden. Er zijn veel mensen die alleen nog maar op deze manier varen.

Handig bij solozeilen

Omdat ik zelf met enige regelmaat solo vaar is er nog een groot voordeel met het varen op de windvaan, dit is met het zetten van de zeilen. Wanneer je de windvaan instelt dat de boeg in de wind vaart zal deze ook zo sturen. Beter dan welke stuurman ook. Hierdoor is het zetten en strijken van de zeilen een stuk eenvoudiger geworden. Mensen denken ook vaak dat een windvaan alleen ziend te gebruiken is, dit is echter niet waar. Wanneer de boot snelheid heeft is er ook schijnbare wind en is het mogelijk om op de windvaan te varen. Een nadeel van een windvaan ten opzichte van een elektrische stuurautomaat is natuurlijk het gewicht en de omvang. Ikzelf vind het heel natuurlijk om een windvaan achterop een schip te zien, maar sommige mensen vinden het lelijk. Verder is de zwemtrap vaak in het midden geplaatst en is deze hierdoor niet meer te gebruiken. Ik ben bezig om hier een oplossing voor te bedenken. Voor verdere informatie kunt u terecht op de website www.ariesvanegear.com of email info@ ariesvanegear.com

Vereniging

Zeezeilvereniging voor schippers & opstappers - www.pzv-zeezeilen.nl

Bestuur Annemieke Stallaert Voorzitter voorzitter@pzv-zeezeilen.nl Henri Boetzkes Secretaris secretaris@pzv-zeezeilen.nl Manfred Paradiek Penningmeester penningmeester@pzv-zeezeilen.nl Maarten Roks Activiteiten activiteiten@pzv-zeezeilen.nl Maarten Schouten Communicatie communicatie@pzv-zeezeilen.nl ZEEZEILEN/verenigingsblad Theo Bouwman hoofdredacteur Carla Peeters redacteur Peter Plantinga redacteur Joep Vermeulen red./vormgever Nynke vd Kamp vormgever website: www.pzv-zeezeilen.nl Martijn van Dijk webmaster Joop Verboom webmaster Bauke Sijtsma webredacteur Hermine vdr Horst webredacteur Contact: Voor zowel Zeezeilen (kopij) als voor de website (berichten): redactie@pzv-zeezeilen.nl

Monsterrol Nieuwe leden:

Marcel van den Loosbroek, Jan van Harten.

Lidmaatschap opgezegd:

Opgezegd per 31-12-2015 hebben: Maarten Mertens, Marinus van Praag, Peter van der Heijden, Nicolette Koch, Jack Koch, Frank Goedemans, Henk Jacobs, Ronald Janssen, Nicol Bakermans.

Nieuwe boten: Beagle Caran

Arie van der Hoek Carla Auer

Lelystad Breehorn 44 Monnickendam Jeanneau Attalia 32 ft

Niet meer in de vloot: Bliss.

Leden- en botenadministratie Deze wordt bijgehouden door secretaris en penningmeester. Het onderhoud van persoons- en bootgegevens gebeurt door de leden zelf, via de website. Betalingen Contributies, betalingen voor cursussen, oefenweekends en advertenties in ZEEZEILEN gaarne overmaken met vermelding van de aard van de betaling, naar bankrekening: ING 3222325 t.n.v. PZV Zeezeilvereniging, BIC: INGBNL2A, IBAN: NL72INGB0003222325 Kopij aanleveren Kopij voor ons blad Zeezeilen aanleveren, in Word, per e-mail aan: redactie@ pzv-zeezeilen.nl. Bijbehorende foto’s van goede kwaliteit apart meesturen. Neem even contact op met de redactie als dat om een of andere reden zo niet kan en eventueel anders zou moeten. De redacties van Zeezeilen en van de website kunnen ingezonden artikelen wijzigen, inkorten of weigeren. De auteur is verantwoordelijk voor de inhoud van het artikel en voor de mening die er in wordt weergegeven. Die mening komt niet noodzakelijk overeen met de mening van de redactie van Zeezeilen en/of het bestuur van PZV. Ingezonden bijdragen, foto’s, illustraties en andere gegevens dienen vrij te zijn van auteursrechten. PZV zal in geen enkel geval auteursrechten vergoeden. Het is niet toegestaan artikelen uit Zeezeilen of van de website over te nemen, anders dan met schriftelijke toestemming van de redactie en met vermelding van de bron. Advertenties Advertentietarieven worden op aanvraag verstrekt door de redactie van Zeezeilen

WIJ GAAN VERHUIZEN! “Datema Amsterdam voor een goed en persoonlijk advies en een veilige vaart!”

“Vertel ons wat in de wereld u wilt bezoeken en wij zorgen voor uw nautische kaarten en -boeken. Onze naam staat borg voor kwaliteit en zorg”

Ons nieuwe adres wordt per 11 januari 2016:

EIND 15, 4201 CP GORINCHEM. Bij Datema Amsterdam kunt u o.a. terecht voor: • Nautische kaarten en -boeken • Instrumenten en veiligheidsmiddelen • Reparaties • Keuringen, etc. • Marine Business, zoals serviezen en linnengoed • Exclusieve bootkussens, nautische cadeaus, etc.

Datema Amsterdam Prins Hendrikkade 176 / 50 1011 TC Amsterdam

Openingstijden: Dinsdag t/m vrijdag: 10:00 uur - 18:00 uur Zaterdag: 10:00 uur - 17:00 uur

Telefoon:(+31) 020 - 427 77 27 Fax: (+31) 020 - 427 95 66 E-mail: datema-amsterdam@planet.nl

www.datema-amsterdam.nl

PZV Zeezeilen, nummer 3 november 2015

55



Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.