Floris Koelink - Spijslokaal

Page 1

FlorisSPIJSLOKAALSPIJSLOKAALSPIJSLOKAALSPIJSLOKAALSPIJSLOKAALSPIJSLOKAALSPIJSLOKAALKoelinkaugustus2022

03 enonsversterkenverbindenenlandschapArchitectuur,gastronomieenelkaar.

Mentor - Geurt Holdijk Commissielid - Mathias Lehner Commissielid - Kim Kool

Jan - Richard Kikkert

FLORIS AfstudeerKOELINKcomissie

Toegevoegde leden Voorzitter - Bastiaan Jongerius Commissielid - Furkan Köse

Begeleiding afstudeervoostel Vibeke Gieskes

Inhoud.057Introductie12Programma14Hetlandschap46Debouwwerken98Overzicht

In mijn leven staan twee passies centraal: ontwerpen en koken.

Tijdens het afstuderen wil ik laten zien hoe ik mijzelf ontwikkeld heb als persoon en professional. Om het afstuderen in een juist perspectief te zetten wil ik dicht bij mezelf blijven. Zo kijk in naar wie ik ben, waar mijn passies liggen en hoe ik hierop voort kan bouwen.

Het afstuderen is een tijd voor reflectie op drie jaar Academie van Bouwkunst en mijzelf als persoon.

Naast dat ik graag creatief bezig ben en ontspanning vind in culturele activiteiten zoals naar musea en concerten gaan, vind ik veel ontspanning in het werken in een (professionele) keuken. Waar ik naast het harde werken ook een deel van mijn creativiteit kwijt kan. Ontwerpen en koken vormen de rode draad in mijn leven en zijn dat ook tijdens het afstuderen.

Wanneer ik mijn twee passies naast elkaar zet komen er interessante overeenkomsten naar voren. Voor het ontwerpen van een gebouw en het samenstellen van een gerecht is tijd en toewijding nodig. In het samenstellen van een gerecht op niveau wordt op zijn minst evenveel aandacht gegeven als aan de uitwerking van een gebouw. Er wordt over veel nagedacht, zoals; smaak, textuur, kleur, presentatie, balans, hoeveelheden, technieken en duurzaamheid. Dit heb ik samengebracht in dit afstudeerproject •

Intro.

ARCHITECTUUR GASTRONOMIE+ 07

Voedsel is van groot belang in ons dagelijks leven, simpelweg omdat het ons in leven houdt. Echter is nog niet iedereen zich ervan bewust hoe er geconsumeerd wordt binnen onze samenleving, laat staan dat er voldoende bewustwording is over hoe en waar ons voedsel geproduceerd wordt. Dit heeft veel verschillende oorzaken, de juiste educatie is daar een van, een nieuwe generatie leren hoe het anders kan. Vanuit educatie kan er een volgende stap gezet worden om verandering te genereren; innovatie. Uiteindelijk gaan educatie en innovatie kunnen hand in hand omdat ze elkaar blijven voeden. Zo kunnen oude concepten heroverwogen worden en samengebracht met nieuwe innovaties. Hierdoor kan ‘het nieuwe eten’ zich

De Academie voor Gastronomie is hier de uitkomst van, de intentie is om de toekomstige chefs meer te betrekken bij de natuur. Om hier meer op in te zetten is de opleiding verdeeld in twee modules, een die de focus legt op bereiding en een die de focus legt op productie.

De toekomstige chefs zullen dus ook met hun handen in de aarde zitten en het landschap in gaan om te zoeken naar nieuwe producten en smaken. De gebouwen en het landschap zullen dit op een eigen manier inspireren en faciliteren om het contact met de natuur en de seizoenen te waarborgen. Dit gebeurt op een plek waar landschap en gebouw samenwerken om elkaar te versterken •

Intentie.

Enontwikkelen.daarwordt

de essentie geraakt; het klaarmaken van een nieuwe generatie chefs, en die visie op gastronomie vertalen naar architectuur.

ARCHITECTUUR GASTRONOMIE+ 09

Ten eerst een toekomst met minder vlees, de vleesindustrie heeft een grote CO2 voetafdruk, die enkel zo groot is door onze overmatige vlees consumptie. Dit kan tegengegaan worden door een aanpassing in ons dieët, waarin vlees meer als delicatesse kan worden gezien dan dagelijkse kost. Ten tweede Lokaal en seizoensgebonden voedsel, voor een betere toekomst zouden we niet het hele jaar door sperziebonen moeten willen eten waardoor ze in de winter uit bijvoorbeeld Egypte gehaald moeten worden. Ten derde het omarmen van het ambacht en (buiten) met je handen leren werken.

De drie speerpunten worden geprojecteerd op de Academie voor Gastronomie, zowel op de studie als het gebouw, om zo een interessante en inspirerende plek te creeëren waar de toekomstige generatie chefs opgeleid wordt.

Het ontwerp voor de Academie voor Gastronomie is breder dan enkel een gebouw. In mijn optiek zijn het gebouw en het landschap met elkaar verweven. Tezamen zijn zij de ruimtelijke belichaming van het onderwijsconcept waaraan de volgende standpunten over de toekomst van voedsel aan ten grondslag liggen.

De essentie van de studie is in eerste instantie het opleiden en inspireren van de nieuwe generatie chefs, het bij brengen van de basisvaardigheden, om deze vervolgens in te zetten voor eigen ontwikkeling en innovatie. Ten tweede de Academie zichtbaar laten zijn om zo het publiek kennis laten maken met deze manier denken over voedsel. En ten derde duurzaamheid en biodiversiteit etaleren en hoe wij hier als mens van kunnen profiteren •

Visie.

ARCHITECTUUR GASTRONOMIE+

011

HUISVESTING 1700 M2 THEORIE 700 M2 PRAKTIJK 1300 M2 60 UNITS GEMEENSCHAPPELIJKE RUIMTE STUDENTEN LANDSCHAPPLUKBOSGROENTE/KRUINDENTUINGLASONDERZOEKSRUIMTEBIBLIOTHEEKTHEORIEWASSERETTEBARRUIMTETUINBOUW 4800 M2 PRAKTIJK RUIMTE RUIMTE RESTAURANTEXPERIMENT 2700TOTAALM2 +

STUDEREN

het leren van de routine en de beleving van de gast staan hier centraal.

De Academie voor Gastronomie is de voedingsbodem voor de studenten waar sociale interactie en creativiteit gestimuleerd worden in een sterke relatie met het landschap en de natuur •

ERFGOED RECREATIE

NATUURINCLUSIEVELANDBOUW

De essentie van de studie, is in de eerste instantie het opleiden en inspireren van de nieuwe generatie chefs. Hiervoor krijgen zij alle ruimte wat uitgezet is in drie programma onderdelen. Theorie, de Academie

De huisvesting is opgenomen in het programma om de studenten na het werk in het restaurant niet ver naar huis te laten reizen. Daarnaast stimuleert het de onderlinge band.

INNOVATIE

Omdat de integratie van de Academie in het landschap een grote rol speelt in het project, wordt er begonnen met het formulering van het programma.

013

+ + + +++

Daarnaast is er nog een derde deel, hier draait het om productie, innovatie en experiment. Hiervoor wordt zowel binnen als in het landschap ruimte gereserveerd. De studenten zijn vrij in het zoeken naar nieuwe interessante smaken en technieken. Zowel voor de productie van voedsel als voor het ontdekken van nieuwe smaken door nieuwe manieren van rijpen, fermenteren etc.

Huisvesting

In het Academie gebouw wordt de basiskennis bijgebracht, dit gebeurt klassikaal in theorie- en praktijklokalen. Daarnaast zijn er meer informele ruimten voor studenten om onderling of in een kleinere groep met een docent te overleggen. Centraal staat de basis van het vak oefenen in een veilige inspirerende omgeving waar je leert van de docent en elkaar. Praktijk, het restaurant Vervolgens moet de vergaarde kennis toegepast worden in de praktijk, het leren werken in een professionele keuken. Samenwerken, je creativeit de vrijeloop laten,

Innovatie en experiment

‘‘Het landschap is ons bord, het kader dat de uitgangspunten en compositie defineert’’ landschap ‘s-Gravelandsede buitenplaatsen

Het

015

N

‘s-Gravenland

‘‘Geen schoner land dan ‘s-Graveland’’ - is een quote van Boer Janmaat een oud inwoner van ‘s-Graveland. Het stond in een van de boeken over de historie van het dorp ‘s-Graveland. Voor mij is het dorp bekend terrein, op steenworp afstand van ‘s-Graveland ligt mijn geboorteplaats Ankeveen. Vele malen fietste ik langs de buitenplaatsen, lange lanen, overweldigende rhododendrons en excentrieke huizen en kon ik mij verliezen in de sporen van vervlogen tijden.

Op pakweg 20 kliometer ten zuidoosten van Amsterdam aan de rand van ‘t Gooi ligt het dorp in de hedendaagse gemeente Wijdemeren. Ingeklemd tussen Ankeveen, Bussum, Hilversum, Kortenhoef en Loosdrecht. Het dorp telt circa 1200 inwoners en bestaat uit twee hoofdstraten welke in het verlengde van elkaar liggen en nagenoeg parallel over de noord-zuidas lopen, namelijk het Noorder- en Zuidereinde. De straten hebben bij elkaar een lengte van circa 4,5 kilometer en worden begeleid door de ‘s-Gravelandse vaart. Op een smalle strook tussen het Noorder- en Zuidereinde en de ‘s-Gravelandse vaart vormt zich het lintdorp zonder een duidelijk gedefineerde kern. Op de oostelijke flank volgen de buitenplaatsen die zich uitstrekken tot tegen het bosgebied bij het naast gelegen Hilversum. Het deel

AmsterdamUtrecht

Hilversum

aan de oostzijde van de ‘s-Gravelandsevaart is gelegen op zandgronden. De zandgronden zijn uitlopers van de Utrechtse Heuvelrug. Aan de westzijde beginnen de polders van naastgelegen dorpen Kortenhoef en Ankveen waar de zandgronden overvloeien in voor de dorpen kenmerkende veengronden •

‘S-GRAVELAND

017

Voor de historie van ‘s-Graveland moeten we eerst een heel stuk terug in de tijd, naar de voorlaatste ijstijd, zo’n 200.000 en 130.000 jaar geleden. In deze ijstijd bewogen gletsjers van noord naar zuid door het land waardoor de ondergrond opgestuwd werd en er stuwwallen ontstonden.

‘s-Graveland op lager gelegen zandgronden ligt, werden in eerste instantie delen van de gronden afgegraven (zanderijen) en werd het zand via vaarten afgevoerd voor onder andere de van de uitbreiding de Amsterdamse grachtengordel. In een tweede fase aan het einde van de 17e eeuw en het begin van de 18e eeuw werd toestemming gegeven voor verdere ontginning, de delen Trompenveld en Naarderveld konden aangekocht worden door de kavelhouders. Belangrijk voor de ontwikkeling van ‘s-Graveland was de ‘s-Gravelandsche Vaart, waar de meeste huizen en buitenplaatsen een verbinding mee hebben. Dit was vroeger een belangrijke verbindingsroute tussen Amsterdam en Hilversum. Vervoer per schip werd vaak verkozen boven vervoer per rijtuig, omdat de weg bijna nergens verhard was. In 1644 werd een reguliere trekvaartverbinding tussen ’s-Graveland en Amsterdam ingesteld. Naast het vervoer van zand en mensen waren de vaarverbindingen van belang voor het transport van organisch afval voor de bemesting van de arme zandgronden. De zanderijen leidde tot een vlak landschap. Hier werden op verschillende kavels buitenplaatsen ontwikkeld. Bij elkaar werd dit een gaaf geheel van lanen, parken en buitenhuizen, ontworpen volgens renaissance denkbeelden •

In de 17e en 18e eeuw kwamen op de hogere gronden landgoederen tot ontwikkeling. Hetzelfde gebeurde in ‘s-Graveland. In de eerste helft van de 17e eeuw werd toestemming gegeven door de Hollandse steden Amsterdam en Naarden voor de ontginning van woeste gronden van de ‘s-Gravelandsepolder (zie kaart volgende bladzijde). Hier werden 27 kavels uitgegeven (zie kaart volgende bladzijde) welke voor verschillende doeleinden gebuikt werden. Gezien

Hierdoor is het reliëf van Het Gooi ontstaan. De stuwwallen rond Laren, Blaricum en Hilversum werden gevormd door een gletsjertong die ten oosten van het gebied in de Eemvallei lag en een geologische eenheid met de Utrechtse Heuvelrug vormt. Door smeltwater van de gletsjers ontstonden voor de stuwwallen smeltwaterwaaiers (Bussumer heide, Westerheide en Spanderswoud). Later zijn door erosie dalen gevormd en is in de laatste ijstijd dekzand afgezet.

Spanderswoud Naarderveld NOORDEREINDZUIDEREIND Trompenveld Coversbosch ‘s-Gravelandse polder 1625 1731 1755-1843 1630 17721669 ‘s-Gravelandsevaart N UITBREIDINGEN

Noord-wolfsbergenScheapSweanenburghenburghBoeckestynBraambergenSperwershofSpanderswoudZuid-wolfsbergenStopbergenHilverbeekSpiegelrustSchoonoordGroenlustTrompenburgGooilustBousightBerestynVeldenakkerNieuwenhoek 019 N BUITENPLAATSEN

ZanderijCrailo,Hilversum omstreeks 1905

N

Kortenhoef

021

Hierboven is een kaart afgebeeld die de maaiveldhoogte aanduid. Ingezoomd op de noordelijke helft van ‘s-Graveland met een deel van het noordoosten van Hilversum. Op de kaart wordt het contrast duidelijk tussen de uitlopers van de Utrechtse Heuvelrug in het oosten naar de veengronden in het westen.

Spanderswoud Crailo ‘s-Graveland

aantal kavels zijn hier fraaie landschappelijke tuinen aangelegd met vijvers en meanderende beekjes. Op andere kavels zijn de stevige vlakten gebruikt voor het houden van vee of het verbouwen van gewassen. Om die reden zijn in de loop der tijd ook verschillende kavels van een zelfde eigenaar geweest, Bijvoorbeeld de kavels Spanderswoud en Trompenburg die van Andries Bicker waren, oud burgermeester van Amsterdam, waar Trompenburg de buitenplaats was en Spanderswoud diende als productie gronden. Dit gold niet alleen voor deze twee kavels maar was van toepassing op bijna alle Dekavels.mate van zelfvoorzienendheid, door buitenplaatsen te koppelen aan andere kavels is een interessante manier van lokaal produceren, een van de speerpunten van de Academie voor Gastronomie •

Op de kaart is duidelijk te zien wat de impact van de zanderijen is geweest op het landschap. Op de foto hiernaast is de zanderij Crailo te zien, een zanderij in het noordwesten van Hilversum, rechtsboven op de kaart. Dit is een jongere en diepere zanderij dan de zanderijen in ‘s-Graveland, met een hoogteverschil van een aantal meters. Het hoogteverschil tussen de zanderijen in ‘s-Graveland en hun omgeving is kleiner, gemiddeld zo’n 1,5m maar daarmee even goed merkbaar in het landschap. De zanderijen hebben een relatief vlak landschap gecreëert. Het vlakke landschap was in sommige gevallen een leeg canvas. Op een

We kunnen er niet omheen; het landschap dat ‘s-Graveland kenmerkt is geheel door de mens naar zijn hand gezet. Het vlakke landschap als resultaat van de zanderijen. En de aangrenzende bossen, het Coversbos en Spanderswoud zijn aangeplant als groeibos voor de kap van hout. Het landschap is geworden wat het is door het in te zetten als productielandschap.

Echter is er door het toedoen van de mens een uniek landschap ontstaan. Een landschap dat ‘s-Graveland kenmerkt is specifiek voor de plek. Het vlakke landschap als resultaat van de zanderijen is ingetekend met langgerekete kavels, ingekelmd tussen de open velden aan de west zijde en bos aan de oost zijde. De lengte van de kavels wordt versterkt door lanen, (zanderij) vaarten en bosranden. Doordat de kavels op deze manier duidelijk afgebakend worden,

023

Met de afwisseling tussen bos, tuin en veld wordt de open/dicht relatie gebruikt om het oog van de gebruiker te sturen naar vergezichten over vistas en zichtassen.

ontstaan er kamers, een spel van open en dicht.

Er valt enkel een ding op, door de latere toevoeging van het Trompenveld en Naarderveld zijn er stroken die zich afkeren van het dominante schema waar de kavels zijn uitgezet over de oost-west as. Het Trompenveld en Naarderveld worden door de zanderijvaarten afgetekend over de noord-zuid as en verhouden zich daarmee op een andere manier tot het geheel. Zoals te zien is op pagina 18 en de kaart op de volgende pagina •

Kamers [open]

Lang gerekte kavels Polder [open] ‘s-Gravelandse vaart Noordereinde Kortenhoef Landschapstuinen

Lanen [zichtlijnen]

025 N Zanderijvaarten Bosranden Hoogte verschillen Landschapstuinen Naarderveld [noord-zuid] Landschapstuinen Bos [dicht] Spanderswoud Hilversum

BuitenplaatsBantamomstreeks 1900

027

Bantam is gelegen aan der noordzijde van ‘s-Graveland, en wordt ontsloten via de Fransekampweg. Het ligt in de strook achter de ‘s-Gravelandse buitenplaatsen Sweanenburgh en Scheap en Burgh. Het tweede deel van de ontginning dat aftekent over de noord-zuid as. In de eerste instantie werd de strook in bruikleen toebedeeld aan de stad Naarden in de vroege 17e eeuw - het Naarderveld. Naarden kocht dit gebied in de tweede helft van de 17e eeuw van de Staten van Holland. In de 18e eeuw is deze grond doorverkocht aan de eigenaren van de buitenplaats Scheap en Burgh. Halverwegen de 19e eeuw wordt de strook land van de hand gedaan door de eigenaren en wordt het buitenhuis Bantam gebouwd, met de bijbehorende buitenplaats. Architect J.D. Zocher werd gevraagd om de parkaanleg te verzorgen.

Bantam is een van de ‘s-Gravelandse buitenplaatsen, tijdens het historisch en landschappelijk onderzoek in mijn oog op deze specifieke buitenplaats gevallen.

In 1924 wordt de buitenplaats verkocht aan de gemeente Bussum. De buitenplaats en het bijbehorende landhuis zijn op dat moment te bezichtigen tegen een kleine vergoeding maar het wordt niet meer bewoond. Gestaag raakt de buitenplaats in verval waarna het landhuis in 1978 wordt afgebroken omdat het in te slechte staat verkeert. Vervolgens word in 1984 de buitenplaats verkocht aan Natuurmonumenten die delen van het landschap weer herstelt naar het orginele ontwerp •

N

Locatie buitenhuis Bantam

Fransekampweg

Ankeveensepad ScheapBoeckestynenBurghSweanenburgh

Bantam en Jagtlust zijn de enige buitenplaatsen die geheel binnen het Trompen- en Naarderveld vallen.

“ Op deze manier wordt de buitenplaats Bantam een schakel tussen cultuur en natuur. ”

029

Op de kaart hiernaast is dat duidelijk te zien bij bijvoorbeeld Scheap en Burgh en Boeckestyn, waar de landschappelijke tuinen stoppen ter hoogte van de zanderijvaart, de vaart die, in dit geval, het Naarderveld markeert. Hierdoor wordt de strook in het verlengde van Bantam tussen de Fransekampweg en het Ankeveense pad op eens een interessante plek. Mede om het feit dat Bantam binnen de ‘s-Gravelandse buitenplaatsen een bijzondere positie heeft door zijn oriëntatie. Daarnaast onderscheid Bantam zich nog op een andere manier van alle buitenplaatsen van ‘s-Graveland. Het is

het enige buitenhuis dat gesloopt is, waar geen nieuwe voor in de plaats gekomen is.

JagtlustBantam

Door de positie binnen het Trompen- en Naarderveld doen de buitenplaatsen niet mee in het dominante schema van kavels uitgezet over de oost-west as. Zij onderscheiden zich door een noord-zuid oriëntatie.

De andere kavels hebben veelal een afgetekende achterkant binnen het Trompen- en Naarderveld.

Deze strook van het Naarderveld achter de buitenplaatsen is nooit volledig geïntegreerd in het uitgezette stramien, daarmee heeft het zich altijd al anders gedragen binnen de bestaande structuur. Dit geeft ook een mogelijkheid, om de kenmerkende kwaliteiten van het gebied op te pakken en in te zetten om het landschap op een nieuwe manier te ervaren. Een manier waar de achterkanten van de buitenplaatsen verbonden worden door het landschap en uiteindelijk ook de Academie voor Gastronomie. Zo wordt de buitenplaats Bantam schakel tussen cultuur en natuur •

HOOG, 1,6m +NAP LAAG,BOSOVERGANGTUIN0,4 m +NAP VELD PRAKTIJK, RESTAURANT STUDENTENHUISVESTINGZICHTLOCATIEBESCHUTTHEORIE,ACADEMIEOPEN

In het landschap is een driedeling te maken, zoals in de schema’s hiernaast te zien, beredeneerd van noord naar zuid. Van hoog naar laag (1,6 m +NAP naar 0,4 m +NAP) met daartussen een overgangszone. En het type landschap, van tuin naar bos naar veld. Deze driedeling kan ook gemaakt worden in het programma; praktijk,

Deze programma onderdelen zijn vervolgens weer aan een landschapstype te koppelen. Praktijk zijnde het restaurant, mag op een zichtlocatie met zicht op het landschap. De studentenhuisvesting in het bos, een beschutte plek voor reflectie en het ontladen van de dag na een dag studeren of het werk in het restaurant. De theorie ofwel het Academie gebouw, open in het veld op een zichtlocatie, waar ook wandelaars en andere recreanten, mensen van buitenaf, kunnen zien dat er gewerkt wordt aan een nieuwe toekomst van ons voedsel •

031

De historie heeft het landschap van ‘s-Graveland gevormd. De bossen, tuinen en velden zijn ontstaan door het landschap naar de hand van de mens te zetten, en hebben geleid tot een uniek landschap. Het heeft veel karakteristieken als open en dicht, hoog en laag, de zichtlijnen en de langerekte kavels.

De Academie vestigt zich op vruchtbare grond, nu de strook Bantam gedefineerd. Binnen het kavel komen veel van deze karakteristieken terug.

huisvesting, theorie.

Bantam is de locatie voor de Academie voor Gastronomie. De basis voor de relatie tussen de Academie voor Gastronomie en het landschap ligt uiteraard in het landschap zelf.

Locatie buitenhuis Bantam N Zichtlijn openen Fruitbomen integreren Routes aanleggen Zichtlijn openen Zichtlijn herstellen Tuinen Bestaandeintegreren beek ruimte geven

Degerealiseerd.bestaande

paden worden zoveel mogelijk overeind gehouden. Hier en daar worden ingrepen gedaan om ze beter op de nieuwe gebouwen aan te laten sluiten. Daarnaast worden verschillende kleine landschappelijke aanpassingen gedaan om de karakteristieken van het gebied verder te versterken. Het gaat om het vrij maken van de randen van velden en herstellen van de zo genoemde ‘‘kamers’’, het spel van open en dicht. Binnen deze kaders worden nog twee ingrepen gedaan. De eerste is de integratie van fruitbomen in de vorm van een boomgaard. Deze vormt een contrast met de omliggende bossen doordat de bomen op een raster geplant worden. Ze staan op de zichtlijn van waar het oude buitenhuis Bantam gestaan heeft. Door de boomgaard hier te realiseren wordt de zichtlijn op een functionele manier in stand gehouden. Daarnaast worden er nog moestuinen geïntegreerd in het overgangsgebied tussen hoog en laag en bos en veld. Dit deel is geen volledige kamer door de hap die uit het bos genomen wordt. Door de afwijkende vorm en beleving is dit deel de meest gepaste omgeving voor de integratie van de tuinen •

De as ontmoet een andere as die doorgetrokken wordt uit het kavel Boeckestyn. Op deze ontmoeting van twee assen wordt het Academiegebouw (het theorie gebouw)

Er is enkel een grote ingreep gedaan, namelijk de as. Er wordt een zichtlijn gemaakt die de drie Academiegebouwen verbind.

033

Het uitgangspunt voor het landschapsontwerp is zo min mogelijk ingrijpen. Hiermee wordt geprobeerd zo veel mogelijk te bereiken binnen de bestaande structuur en deze waar nodig te herstellen.

Het gebied rond het ‘eiland’

Het zuidelijke veld

Het zicht vanaf waar het buitenhuis Bantam stond

op de buitenplaats. Door de verschillende ingrepen worden er 112 bomen gekapt waardoor het totaal terugloopt naar 1040. Door herstel van bosranden en lanen en het aanplanten van de boomgaard wordt dit gecompenseerd •

BOMEN N

Tijdens het proces zijn er verschillende landschappelijke ingrepen gedaan. Hierdoor is het in een klein aantal gevallen niet mogelijk bomen te behouden. Dit heeft invloed gehad op het aantal bommen binnen het gebied. In de bestaande situatie staan er 1152 bomen

Veldrand herstellen

035

N

Tijdens het ontwerp is een zuiver open - dicht beleid gehanteerd. De ‘‘kamers’’ krijgen daardoor meer kracht. Zoals op de voorgaande pagina benoemd zijn hiervoor een aantal bomen gekapt. Echter worden er ook meerdere aangeplant om dezelfde reden •

Zichtlijn openen

Aanplant boomgaard

OPEN - DICHT

Herstellen openheid

Zoals eerder benoemd, is er van het buitenhuis Bantam niets meer te zien. De enige gebouwen aanwezig op het terrein zijn het boswachtershuisje met bijbehorende schuren. Door de komst van de Academie voor gastronomie worden er meerdere gebouwen

BEBOUWING N

toegevoegd. Uiteraard is dit de grote verandering. In het volgende hoofdstuk wordt toegelicht hoe dit in harmonie met het landschap gebeurt •

037

Om de gebouwen en het landschap goed te ontsluiten is er een revisie van de paden nodig. Hierdoor worden er nieuwe paden gecreëerd en andere worden verlegd of verdwijnen. De meanderende opzet van de paden wordt voortgezet •

PADEN N

ROUTING N

P P

Op basis van de nieuwe paden zijn verschillende routes uit te zetten. Hierboven zijn de paden voor recreatie en ontspanning uitgezet. Deze sluiten aan op bestaande routes en de omliggende buitenplaatsen. Door gasten en studenten worden de routes gebruikt voor ontspanning en bezinning •

Hierboven worden de distributie routes afgebeeld.Alle paden zijn 2 meter breed. De paden die aangemerkt zijn krijgen langs de randen bodemversteviging om ze klaar te maken voor incidenteel autoverkeer ten behoeve van leveringen of verhuizingen. Op strategische plaatsen zijn laad en losplekken/keerplekken gerealiseerd •

Op het schema hierboven staat de route afgebeeld voor gasten, in eerste instantie voor het restaurant. Uiteraard wordt de gast ook aangemoedigd de rest van het gebied te bekijken en zich te laten inspireren door de Academie als totaal •

Op het bovenstaande schema staan de meest gebruikelijke routes tussen de verschillende gebouwen voor de studenten afgebeeld. Hiervoor is uitgegaan van de kortste routes •

P P 039

ROUTING N

De bovenstaande plattegrond is de vertaling van het landschapsontwerp. De nummers corresponderen met de afbeeldingen op de volgende pagina’s, deze geven een inzicht in de ervaring vanuit het landschap en de gedane ingrepen.

3.

1. 2.

De as wordt op verschillende manieren begeleid, wisselend tussen water, bos, en paden. Tevens is te zien hoe de boomgaard zich verhoudt tot het bos. Nu wordt het contrast duidelijk; de boomgaard is uitgezet op een raster en heeft een andere dichtheid. Hierdoor wordt nog ruimte gegeven voor de zichtlijn naar het naastgelegen Sweanenburgh •

Op de plattegrond is duidelijk de open/dicht verhouding te zien. Daarmee wordt ook inzichtelijk hoe de as het verbindende element binnen het gebied geworden is.

volgt de kamer die ingezet wordt als moestuin. Ook deze ontmoet de as op een gegeven moment en wordt hierdoor ook meegenomen in

N

de verbinding met de gebouwen. En dan volgt als laatste het Academie gebouw, de as loopt door als pad en ontmoet in het gebouw de as komend uit de buitenplaats Boeckestyn •

Binnen het beboste gebied waar de studentenhuisvesting gerealiseerd wordt, is meer ruimte gegeven aan het beekje. De steile overs worden benaderbaar gemaakt, waardoor er een meer intieme interactie met het water

4. 5. 6. 7. 8. 041

Vervolgensontstaat.

3. Zicht op studenten huisvesting. 4. Zicht op studenten huisvesting. 1. Zicht op restaurant. 2. Zicht over as.

043 7. Zicht op Academie. 8. Zicht terug over as. 5. Zicht over as. 6. Zicht over productie grond.

het veranderende landschap verandert ook wat er te vinden en produceren is in het landschap. Belangrijk is dat het niet de bedoeling is om al het groente, fruit etc. op de buitenplaats te produceren, dit is onrealistisch. Het doel is de buitenplaats als basis te hebben en te leven met de siezoenen. Om bijvoorbeeld eerst te kijken naar wat in inheemse soorten en het lokale landschap te bieden hebben. Daarna wordt er ook op regionale

In de vier tekeningen wordt duidelijk hoe het landschap verandert over vier seizoenen. Dit heeft met name invloed op de ervaring van de open - dicht verhoudingen in het landschap. De grootste dichtheid en beste ervaring van de kamers en de as, is in de zomer en vroege herfst. In de winter en het begin van de lente zijn de bosranden minder gedefinieerd waardoor ze een meer open ervaring geven van het landschap. Naast

ZOMERLENTE

045 schaal gekeken. Zo wordt er niet uitgesloten dat er ook ingredienten gebruikt worden die in andere specifieke regio’s groeien zoals bijvoorbeeld in de kust gebieden of in de Betuwe • HERFST WINTER

Debouwwerken

047

Intro.

Van het landschap stappen we nu over naar de bouwwerken. Voordat er ingegaan wordt op de individuele gebouwen worden er nog drie overkoepelende onderwerpen toegelicht. Dit gebeurt in de hierop volgende pagina’s. Als eerste zal het materiaal gebruik toegelicht worden. Vervolgens het algehele duurzaamheidsconcept en tenslotte de werking van de as in relatie tot de gebouwen. Dit zijn de onderwerpen waarin samenhang is gezocht om de gebouwen te verbinden •

Wanneer gastronomie en architectuur aan elkaar totlokaalwordengespiegeldverhoudtvoedelszichlokaalmateriaal.

Duurzaamhied is een van de grondbeginselen voor de Academie voor Gastronomie. De wil om anders de gaan denken over ons eten. Dit wordt vertaalt in het materiaal, waar gekeken is naar lokale natuurlijke materialen. Beide materialen zijn uiteindelijk weer terug te geven aan de natuur of her te gebruiken. Echter stopt hier de duurzaamheidswens niet.

De daken van de Academie zullen veelvuldig worden ingezet. Het dak van de studentenhuisvesting en een deel van het dak van het Academie gebouw worden gebruikt worden als waterberging, voor een grijswater circuit en het besproeien van de tuinen.

de andere buitenplaatsen hun gebouwen hierop aan kunnen sluiten. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van restwarmte uit de kassen.

In het dak van het restaurant en de overige daken van het Academie gebouw worden binnen de architectuur zonnecollectoren opgenomen, om deels in de energie behoefte van de Academie te voorzien. Binnen de ‘s-Gravelandse buitenplaats wordt nog geen gebruik gemaakt van een warmte koude opslag. De Academie zal hierin faciliteren en het ook mogelijk maken dat

Over het algemeen wordt er gekookt op electriciteit, voor bepaalde bereidingen wordt het mogelijk dit te doen op open vuur of op groen gas afkomstig uit het composteren van organisch afval afkomstig uit de tuinen en keukens •

049

In eerste instantie is er gezocht naar een zo breed mogelijk palet aan materialen. Materialen als riet, zandsteen, baksteen en gestampte aarde passeerde de revue. Daarnaast werd de blik op materiaal nog verder verbreed naar materialen zoals zout, Bio flesh, waste bricks en andere materialen gebaseerd op algen en schimmels. Veelal interessante materialen, maar een groot deel miste het contact met het landschap waarnaar verlangt wordt. Daarom is er nog een keer teruggekeken naar de historie van ‘s-Graveland en is er uiteindelijk gekozen voor twee hoofd materialen; gestampte aarde en hout.

Hierin is hout een lichte tegenhanger van het massieve gestampte aarde. Beide materialen hebben ook een relatie met het landschap. De gestampte aarde is een referentie naar de zandgrond en de zanderijen. De zanderijen hebben hun stempel gedrukt op het landschap zoals het nu aangetroffen wordt. Dit komt zichtbaar terug in de gebouwen. Het hout heeft eenzelfde kenmerkende relatie met het landschap, de omliggende bossen, het Spanderswoud en Coversbos zijn beide destijds aangepland als productiebos. Ook dit heeft een duidelijke stempel gedrukt op het landschap •

In de zoektocht naar materiaal zijn er twee richtlijnen uitgezet. De eerste is zo lokaal mogelijk en de tweede zo natuurlijk mogelijk. Hiervoor gaat het uiteraard om de grote materiaal hoeveelheden in constructie en gevel. Gestuurd wordt op een zo klein mogelijke hoeveelheid niet duurzame materialen.

Gestampte aarde heeft een specifieke maar duidelijke gebruiksaanwijzing. De samenstelling van het materiaal maakt dat het beter bestemd is tegen drukdan trekkrachten. Dit heeft invoed op de vormen die ermee te maken hebben. Hellende vormen zonder hulpconstructie zijn niet mogelijk, daarnaast zijn er bijvoorbeeld voor openingen eveneens hulpconstructies nodig zoals lateien. Verder heeft gestampte aarde constructief gezien een gemiddelde prestatie, hierdoor is het meer geschikt voor gebouwen tot twee verdipingen. Uiteraard hangt de sterkte van het materiaal sterk samen met de samenstelling ervan. Om de gestampte aarde te stabiliseren kan er 5-8% cement of 8-12% kalk worden toegevoegd.

Gestampte aarde is een in Nederland nog weinig ingezet materiaal. Echter is het een interessant materiaal dat bestaat uit een combinatie van zand, klei en toeslag materiaal zoals kiezelsteentjes. Materialen die in onze delta alom voorkomen.

Thermisch gezien moet gestampte aarde het hebben van zijn massa. Al vanaf 200 mm is er voldoende massa om gestampte aarde als thermische massa te kunnen gebruiken. Door het op deze manier in te zetten houdt het in de winter warmte of in de zomer koelte vast, waardoor er een relatief stabiel klimaat kan worden gecreeërd. Echter is de werkelijke isolerende waarde niet heel hoog (warmtegeleidingscoeficient: 0,5-1,2 W/ mK). Met dit als een gegeven heeft het materiaal van nature wel een betere isolerende waarde dan baksteen (0,6-1,6 W/mK) en beton (0,7-2,6 W/mK). Daarnaast kan de isolerende waarde nog op drie manieren verbeterd worden. Door de toepassing van een spouwmuur, het verhogen van de dichtheid of door het toevoegen van toeslagmaterialen als geëxpandeerde klei of glaskorrels. De korrels zijn de meest effectieve methode, hiermee is een proef gedaan waarbij een warmtegeledingscoeficient gehaald is van 0,11 W/ mK. De korrels zorgen voor stilstaande lucht in het materiaal, waardoor de isolerende waarde verbetert.

Herzog de Meuron, Richola fabriek, Gestampte aarde

Een belangrijk aandachtspunt voor het ontwerp is de vochtintreding tot het materiaal. Doordat het een zand- en kleihoudend matriaal is, trekt vocht in het materiaal. Een eerste stap is de oppervlakte van het materiaal zo vlak mogelijk houden waardoor vorcht niet langdurig in oneffenheden blijft zitten. Daarnaast helpt het toevoegen van een van de twee stabilisatoren. Hierdoor wordt de dichtheid van het materiaal groter waardoor de vocht opname kleiner wordt. Ook de dikte en de opbouw van de wand zelf helpen mee. Een geventileerde spouw kan helpen bij het verleggen van het damppunt in de gevel waardoor condensatie niet optreedt in de wand maar aan de oppervlakte daarvan. Daarnaast kan overdimentionering voorkomen dat bij een landurige vochtige periode aan de interieurzijde vocht ervaren wordt. Als laatste is uiteraard het optillen van de gestampte aarde van de grond een effectieve optie om capitilaire werking tegen te gaan.

Brenas Doucerain Architectes, zorg school, details

Alom is gestampte aarde geen standaard materiaal om mee te werken, maar goed toepasbaar als de genoemde richtlijnen goed gevolgd worden •

051

De studentenhuisvesting gaat uit van een ander systeem. Voor het restaurant is veelal maatwerk nodig, bij de studentenhuisvesting is er meer repetitie. Daarom is er gezocht naar een manier om efficiënt en seriematig te bouwen. Hiervoor kwam CLT in beeld, CLT is een uitvergrote versie van multiplex, latten van ca. 10mm dikte en 100mm breed worden in verschillende lagen kruislings op elkaar verlijmd. Hiermee zijn grote oppervlakken te maken die die zowel als wand en vloer gebruikt kunnen worden. Deze elementen worden onder goede omstandigeheden in de fabriek geprefabriceerd, waardoor ze van hoge kwaliteit zijn. Wanneer ze op de bouwplaats aankomen kunnen ze in een korte tijd gemonteerd worden wat ideaal is voor seriematige bouw. Uiteindelijk zal de studentenhuisvesting bestaan uit één type unit die modulair aan elkaar te schakelen is om een gebouw te vormen. De ambitie is om het geheel

In tegenstelling tot gestampte aarde is hout meer gangbaar om mee te werken. Het is een materiaal wat al sinds jaar en dag gebruikt wordt binnen de bouw. Voor de Academie voor Gastronomie wordt hout op twee manieren gebuikt, een systeen van een klein formaat balken en geprefabriceerd CLT, cross laminated timber.

Tadao Ando, komyo ji tempel, gestapeld houten constuctie

gebruik van kleinere standaard formaten hout, deze zijn gemakkelijker te fabriceren, transporteren en monteren, en zijn veelal ook goedkoper.

Voor het restaurant is er gekozen voor een manier van construeren met hout waarbij de constructie minder log oogt. Het is een Japanse manier van construeren met hout waarbij gebruik gemaakt wordt van meerdere kleine balken van een gangbaar formaat. Deze worden om en om kruislings op elkaar gestapeld waarmee een klein raster gecreëerd wordt. Door het kleine raster en het gebruik van meerder lagen wordt een stijfheid en stabiliteit gewaarborgd. Daarnaast wordt er door het kruislings stapelen ruimte gecreëerd tussen de balken. Door de open ruimte lijkt de constructie lichter en is de constructie open. Een groot voordeel is het

Emma Mitchell Arechitects, CLT constructie

demontabel te maken om deze in de toekomst weer te kunnen ontmantelen en zo min mogelijk sporen achter te laten.

In het algemeen zijn er twee ambities, al het gebruikte hout moet demontabel zijn en zo veel mogelijk verbindingen moeten volledig in hout zijn. Hier ligt een grote voorkeur bij volledig houten verbindingen als een pen - gat verbinding of een met deuvels, dat betekent dat verbindingen met schroeven, bouten en moeren zo veel mogelijk vermeden worden •

053

Voor het Academie gebouw is ook gekozen voor maatwerk. Er zijn twee zones waarin het hout gebruikt wordt: de studieruimten waar grotere overspanningen (circa 10m) gehaald moeten worden om een open ruimte te creeën, en de verkeerszone waarvan de gevel zo open mogelijk is ontworpen. Daarom is in dit geval een combinatie van CLT en een kolommen en balken structuur gekozen. Zoals eerder gezegd is in de studieruimten een grotere overspanning nodig. Hiervoor is CLT alleen niet toereikend, de uiterste overspanning van CLT ligt tussen de 5 en 6 meter, daarom worden er balken en kolommen op verschillende plekken opgenomen. Voor de verkeerszone gebeurt hetzelfde, hier is de overspanning minder groot. Hier wordt in de gevel gebuik gemaakt van kleine kolommen met daarop een balk om zo de oplegging van de CLT vloeren mogelijk te maken.

Eigen reactie op de asReactie op landschapskenmerken

Samenhang in materiaal

Elk van de gebouwen heeft een eigen reactie op de as, het verbindende element. Het begint bij de eerste afbeelding. De sloot aan de noordzijde van het gebied, is de aanzet van de as en de aanzet naar het restaurant. Het restaurant volgt de as.

055

De studentenhuisvesting reageert op een compleet andere manier. Het landschapskenmerk, de tweede foto, is het beekje dat door het bos meandert. De huisvesting zoekt het beekje en gaat in op de kwaliteiten die het beekje geeft. Daarmee wijkt de studentenhuivesting voor de as.

Het Academie gebouw reageert op de leegte van het veld met name de openheid ervan, de laatste afbeelding. Het Academie gebouw staat hierin als massa. De massa wordt opengebroken door het ontvangen van twee assen. De as door het gebied, en een as uit de buitenplaats Boeckestyn •

Verbonden door de as en verweven met het landschap vormen de verschillende bouwwerken samen de Academie voor Gastronomie. Op de voorgaande pagina’s is de samenhang in materiaal al toegelicht. Daarnaast onderscheiden de gebouwen zich juist, door hun eigen reactie op de as en hun reactie op specifieke landschapskenmerken van het deelgebied, zijnde tuin, bos en veld.

PraktijkHet restaurant

Intro.

Het restaurant staat aan de start van de as, aan de rand van een kamer. Vanaf de Fransekampweg aan de noordzijde van het plangebied is het restaurant te zien door voorbijgangers. In de zomer is het ingeklemd tussen het veld, een deken van een rijk kruidenveld met zuring en boterbloemen en de bomen die het licht fragmenteren waartussen varens groeien die de bodem maken tot een groen tapijt •

057

N 1 2 3 657 8 9 10 11 54 2 12 13

059

Voor het restaurant is er gezocht naar een nieuwe ervaring. Bij deze ervaring staan drie elementen centraal, bereiding, productie en landschap. Het gebouw gaat dus over integratie van alle drie de elementen. De gast zal met al deze elementen in aanraking komen. Bij het ontwerp van het restaurant was er echter steeds een obstakel, voor een groot aantal plaatsen in het restaurant waren er steeds een of meerdere elementen niet zichtbaar. De oplossing was linear denken in ervaringen. Uiteindelijk verplaatst de gast zich door vijf ruimten. De verschillende ruimten hebben een eigen karakter en focus op een of meerdere aspecten. Dit betekent voor een ruimte die gericht is op productie dat er een sterke relatie is met de kas. Voor een ruimte die gericht is op het landschap, dat er zicht is op de as of een speciaal element in het landschap en in het geval van bereiding, dat er letterlijk voor je neus gekookt Uiteindelijkwordt.

Echter wordt de as doorgezet in het gebouw.

Het restaurant is de eerste ontmoeting met de as. Hier reageert het gebouw op door in de eerste instantie zelf de as te blokkeren. Dit is tevens iets dat terugkomt in verschillende buitenplaatsen.

verplaats de gast zich door het gebouw van ruimte naar ruimte, van gang naar gang. Tussen de gangen door, wanneer de gast zich verplaatst, wordt deze bijgepraat over de manier van werken, het bijzondere landschap en het doel van de Academie voor gastronomie •

1. Entree [snede] 2. Kas 3. Eerste diner ruimte 4. Garderobe 5. Toiletten 6. Tweede diner ruimte 7. Berging 8. Centrale Keuken 9. Derde diner ruimte 10. Bar 11. Vierde diner ruimte 12. Vijfde diner ruimt 13. Terras

eerste sneden. Aan de andere zijde heeft de ruimte contact met de centrale keuken. De derde diner ruimte heeft een focus op de kas. Aan weerszijde is de ruimte geopend, waardoor de gast bijna in de kas zit. Aan de lange zijde van de ruimte heeft de ruimte ook zicht op de centrale keuken. De volgende ruimte is de bar. De ruimte is opgetild en met grote ramen richt het zich tot de altijd veranderende kruinen van de bomen. De

De entree van het gebouw ligt in de eerste van twee sneden in het gebouw. Op deze plekken wijkt het gebouw voor de natuur. De gasten worden verwelkomt in de kas, waarna ze meegenomen worden naar de eerste diner ruimte. Deze heeft een eigen keuken, centraal in de ruimte, de vloer is opgetild en kijkt uit over de sloot, die de aanzet van de as is, de kamer in. De tweede diner ruimte is gericht op de bomen in de

061

vierde diner ruimte is naarbinnen gekeerd. De ruimte draait om het gerecht. Op een bank zit men langs de rand en eet de gast het in de ruimte opgediende gerecht uit de hand. In de laatste, vijfde, ruimte keert het comfort terug. Met een eigen keuken in de ruimte is er nauw contact met de bereiding. De ruimte zelf is verder gefocust op het landschap, de voortzetting van de as. De ruimte is opgetild waardoor mooi over het

landschap en het water gekeken kan worden langs de zichtlijn. Aan de ruimte vast zit een royaal terras dat op mooie dagen de mogelijkheid geeft het landschap nóg meer bij de ruimte te betrekken •

063

constructieHoutengeïntegreerderegelsTussen- PV-panelen 200mmIsolatiemateriaal- 150mmdakvloerCLTaardegestampteGestabiliseerde- 600mmwaardeisolerendemet 50mmSpouw- aardegestampteGestabiliseerde kasDaklichten- constuctiehoutenOpen-

065 lateiv.v.aardeGestampte- protaalafwerkingBerkenhout- zandopfunderingGemetseldeafwerkingVloer- 20mmOSB,- v.v.Balklaag- 200mmisolatiemateriaal,

ZICHT OP

067 ZICHT VAN

De vierde diner ruimte

De eerste diner ruimte

De tweede diner ruimte

Het interieur van het restaurant verandert in iedere ruimte, de materialen blijven hetzelfde. De drie terugkerende materialen zijn de gestampte aarde, berken hout en gerookt eiken. Iedere ruimte verhoudt zich tot een van de eerder genoemde elementen, bereiding, productie en landschap. De materialen anticiperen hierop. In het geval van de bar en de vierde diner ruimte is gebruik gemaakt van gerookt eiken op vloer en wanden, het is donkerder waardoor het licht en zicht van boven meer de aandacht krijgt. Het donkere hout geeft een warm en knus gevoel. Daarintegen is in diner ruimte drie meer berkenhout gebruikt om een rustige uitstraling te geven met een volle kas als contrasterend focuspunt •

De vijfde diner ruimte

De derde diner ruimte

069

De barDe kas

DeStudenten huisvesting

071

Intro.

Als tweede bouwwerk ontmoet de studentenhuisvesting de as. Gelegen in het meest beboste deel van de buitenplaats ligt het verscholen tussen de bomen. Langs een meanderend beekje is een plek gemaakt waar de studenten zich terug kunnen trekken en kunnen ontspannen na een dag studeren of een avond hard werken in het restaurant •

N

In het beboste deel van de buitenplaats ligt de studentenhuisvesting verscholen. In tegenstelling tot het restaurant wijkt de studentenhuisvesting voor de as, enkel de paden die de verschillende gebouwen verbinden ontmoeten de as.

Naast de gemeenschappelijke ruimte is er nog een studentencafé, dat ook toegankelijk is voor recreanten. In hetzelfde gebouw als het studentencafé is nog een centrale wasserette voor de studenten •

073

Op de kop(pen) van ieder blok is een gemeenschappelijke woonkamer met een keuken met een terras veelal aan het beekje. Iedere woning heeft een eigen badkamer en kleine pantry.

Binnen het beboste gebied kon de studentenhuisvesting niet een blok zijn, omdat de karakteristieken van het bos verloren zouden gaan. Echter is er al een landschapselement aanwezig dat het blok opsnijd, het beekje. Bovendien is er de as waarvoor de studentenhuisvesting wijkt. Naast de elementen is er nog het programma, zestig woningen met gemeenschappelijke ruimten die over dit blok verdeeld moeten worden. Om iedere ruimte voldoende licht, lucht en zicht te geven is het volume opgedeeld in verschillende gebouwen. Om deze verschillende gebouwen meer ruimte en kwaliteit te geven trekken ze naar het beekje toe, hierdoor zit het overgrote deel van de studenten met zijn of haar terras in midden in de natuur. Tijdens het positioneren van de gebouwen is er gekeken naar behoud van zo veel mogelijk bomen, daarom wijken de gebouwen ook op een aantal plekken voor de bomen.

2 1 3 4 5 1.Woning 2.Woonkamer 3.Entree 4.Gang 5.Terras

075

Het idee acher de unit is ontspanning, dit is gerealiseerd op circa 20 m2, door een klein hoogteverschil en slim gebruik van het dak onstaat er een slaapruimte op de badkamer. Vanuit het leefgedeelte kijk je nu dieper de natuur in, de schuifpui geeft toegang tot het terras waar je onder de zonwering ook op een mindere dag buiten kunt zitten. Op het dak is ruimte voor een moestuin, onderdeel van het innovatie en experiment onderdeel

van de opleiding. Het dak is hier de uitgelezen plaats voor, het is op deze manier dichtbij en gelinkt aan de leefomgeving van de student dat het opgenomen kan worden in de dagelijks routine van de student. Zo kan hij of zij met gemak voor het weggaan of bij thuiskomst de tuin onderhouden en verse groente oogsten •

077

079

elementgevelHSB- laagopendampdichteWater- afwerking‘latten’Houten-

150mmvloer,CLT- 200mmIsolatiemateriaal,081 600mmGrondpakket,- laagWaterdichte- 200mmIsolatiemateriaal- 150mmCLT,- BalklaagplaatbetonnenPrefab-

ZICHT OP

083 ZICHT VAN

TheorieDe Academie

Intro.

085

Als derde en laatste bouwwerk ontmoet het Academie gebouw de as. Het eindpunt van de zichtlijn die door de drie gebouwen voert. Het is echter niet de enige zichtlijn die hier eindigt, ook vanuit de buitenplaats Boeckestyn eindigt hier een zichtlijn. Op de plaats waar deze elkaar ontmoeten komt het Academie gebouw middenin een veld met een tapijt van gras en veldkruiden •

N 6 5 983 5 10 1 437 7 7 7 2 9 11 11 EersteEersteverdiepingverdieping

1. Entree 2. Bijeenkomstruimte 3. Laboratorium 4. Bibliotheek 5. Praktijkruimte 6. Studieleiding 7. Ontmoetingsplek 8. Kas 9. Toiletten 10. Kantine 11. Theorieruimte

Midden in het veld ligt het Academiegebouw. Ook dit bouwwerk reageert op een eigen manier op de as. Het Academie gebouw ligt op de plaats waar twee zichtlijnen elkaar ontmoeten. Deze worden ontvangen in het gebouw waardoor het openbreekt.

Door de snede van de twee zichtlijnen wordt het gebouw verdeeld in twee volumes. Hier wordt gebruik gemaakt van een deling in het programma, door in het kleinste deel de kas en het bijbehorende laboratorium onder te bregen. Zo is er een knip gezet in het geklimatiseerde en het niet-geklimatiseerde deel van het Academie gebouw. Van de volumes worden tweetallen gemaakt, die horen programmatisch bij elkaar. Net als de kas en het laboratorium een tweetal vormen is dit ook zo bij de praktijk- en theorieruimten en de bibliotheek en het ‘schone’ laboratorium. De tweetallen worden vervolgens uit elkaar geduwd en van elkaar weggedraaid. Alleen het volume in het midden doet hier niet aan mee en blijft binnen het oude raster. Dit is de grote zaal en tevens centrale ontmoetingsplek. Door het wegdraaien van volumes ontstaan er tussenruimte die worden gebruikt als verkeersruimte of ‘intieme’ ontmoetingsplekken waar rustig gesproken of gestudeerd kan worden •

087

In de volumes is in een drie-trap hoogteverschil aangebracht. Hierdoor komen de theorie ruimten op de eerste verdieping en komt er ruimte op de begane grond voor de kantine en de studieleiding. De praktijk ruimten krijgen zo meer hoogte en de bibliotheek met bijbehorend labroatorium komen iets lager te liggen voor meer rust en privacy tijdens het studeren. Tussen de ruimten zijn verschillende openingen gemaakt.

Een belangrijk aspect van de Academie is leren van elkaar en geïnspireerd worden door elkaar. Het idee achter de openingen is zichtrelaties maken tussen de verschillende ruimten. Hierdoor zijn sommige openingen echt open en andere voorzien van glas. Zo zijn de openingen tussen de praktijkruimten open voor echte interactie, en de openingen met bijvoorbeeld de bibliotheek voorzien van glas waardoor de rust

studenten maar voor iedere belangstellende binnen het gebouw. Alle openingen in de gevel van het gebouw zijn gericht op zicht naar de natuur en aangepast op de privacy behoefte van de achterliggende functie •

bewaard wordt. De praktijkruimten zijn hier nog een exponent van. Deze zijn aan één zijde geheel geopend. De opzet van de ruimte heeft twee werk-eilanden waar de studenten de technieken en samenwerken leren. Er staat nog een werk-eiland aan de gangzijde. Dit is de presentatie tafel; het gemaakte gerecht of product wordt hier gepresenteerd dan wel geproefd. Op deze manier is dit niet alleen zichtbaar voor de groep

089

091

tegelsGeïsoleerde- Balklaag- afwerkingBerkenhoutenaardegestampteGestabiliseerde- 600mmwaardeisolerendemet 50mmSpouw- aardegestampteGestabiliseerde

093 lateiv.v.aardeGestampte- kozijnafwerkingBerkenhout- zandopfunderingGemetseldeafwerkingVloer- 20mmOSB,- v.v.Balklaag- 200mmisolatiemateriaal,

ZICHT OP

095 ZICHT VAN

De kas

Binnen het Academie gebouw is gestampte aarde het dominante materiaal. Hier worden net als in het restaurant nog twee soorten hout gebruikt, berken en gerookt eiken. Het berken hout is vooral in algemene en studieruimten te vinden. Het wordt hier gebruikt om licht en rust uit te stralen. Het gerookte eiken wordt gebruikt op plekken voor ontmoeting om een warmer en intiem gevoel te geven aan de ruimte. Een uitzondering is de praktijkruimte. Omwille van hygiëne wordt hier RVS gebruikt als afwerking van de werk-eilanden. Het presentatie eiland is hier een uitzondering op. Ook de vloer in dit gebied en de verkeersruimte is van marmoleum om onderhoudsreden •

VerkeersruimteOntmoetingsruimteBibliotheek

Grotezaal Ontmoetinsruimte

Praktijkruimte

097

Het plan dein context

Of zou een landschap of gebouw mee moeten bewegen met de tijd om deze (beter) te kunnen doorstaan?

Wanneer er nog eenmaal terug gegrepen wordt naar het begin, is er nog één vraag te beantwoorden. Een vraag die ontstaan is tijdens het proces. Zo heeft de Academie voor Gastronomie een vraag waar ‘s-Graveland het antwoord op is. Maar heeft ‘s-Graveland ook een vraag waar de Academie voor Gastronomie een antwoord op kan zijn?

De ’s-Gravelandse landgoederen bestaan uit verschillende samenstellingen van landschappen. De landschappen zijn voornamelijk voortgekomen uit menselijk handelen. Delen hiervan zijn door de natuur heroverd, maar het grootste deel is naar de hand van de mens blijven staan.

Want is enkel bewaren op lange termijn wel duurzaam?

Hiervoor is inspanning van de mens vereist, zeker omdat de landgoederen stil lijken te staan in een snel veranderende tijd. Dit wordt gedaan vanuit cultuur historisch oogpunt; het landschap en de gebouwen op de landgoederen worden bewaard voor de volgende generaties. Uiteraard is het fantastisch om de historie zo tastbaar te kunnen bewaren. Maar zou het niet mooier zijn als deze tastbare historie ook bij zou kunnen dragen aan de toekomst?

In de loop van dit project is deze vraag ontstaan en een extra reden geworden om ‘s-Graveland te kiezen als bestemming voor de Acadmie voor Gastronomie. Het restultaat laat zien dat er met juiste weloverwogen ingrepen een nieuwe laag gegeven kan worden aan cultuurhistorisch landschap. Als het gaat over aanpassingen dan gaat het om nuances, zoals de gebouwen van de Academie, waarbij gezocht is naar een relatie met het landschap, waar ze niet met hun nek bovenuit steken maar op een eigen manier in mee gaan zonder grondige aanpassingen aan het landschap. De nuances kunnen tijdelijk zijn en in harmonie worden aangebracht om de buitenplaatsen op een nieuwe manier te verbinden en als geheel te heractiveren. Want het hoeft niet te stoppen bij de Academie voor Gastronomie, dit kan een zaadje zijn voor de overige buitenplaatsen. Wanneer er een samenwerking gezocht wordt met Natuurmonumenten kunnen de tuinen, moestuinen, velden en bossen op een harmonieuze manier ingezet worden voor kleinschalige lokale voedselproductie binnen de bestaande kaders.

Want is doorstaan?dezemetmoetengebouweenduurzaam?langertermijnbewarenenkelopdewelOfzoulandschapofmeebewegendetijdomtekunnen

0101 BEBOUWING

nodig is. De ‘s-Gravelandse buitenplaats heeft dit een extra verdiepte laag in gegeven en cultuur en historie erbij betrokken. Er is nagedacht hoe een landschap met kleine aanpassingen mee kan gaan met de tijd, zijn cultuurhistorische waarde kan behouden en ingezet kan worden voor een positieve ontwikkeling. Daarmee zijn natuur, cultuur, architectuur en gastronomie samengebracht. Hier gaat het om een buitenplaats,

En dan wordt er nog eenmaal uitgezoemd op de buitenplaats Bantam.

Daarmee keren we ook terug naar het begin, voedsel. Het idee achter de Academie was het zichtbaar maken van een nieuwe duurzame manier van denken over voedsel. Hieraan ten grondslag ligt lokaal en kleinschalig denken, produceren en consumeren wat

0103 maar er zijn tal van andere cultuurhistorische gebieden in ons land waar op een passieve of actieve manier zoals deze een oplossing gevonden kan worden om het landschap voor flora en fauna interessant te maken en de mens daarin te gast te laten zijn. In dit geval is daarvoor goed naar het landschap gekeken om dit te kunnen vertalen naar architectuur, die, naast het landschap, in dienst staat van de gastronomie.

0105

NAWOORD

Een kleine persoonlijke noot. Voordat dit project echt afgerond is moet dit laatste nog uitgeschreven worden.

Het afgelopen jaar heb ik met hart en ziel aan de Academie voor Gastronomie gewerkt, dat was niet altijd Hetmakkelijk.afstuderen gaat goed als alles in de rest van je leven op orde is, als daar een radartje niet meewerkt dan komt het geheel in disbalans en moeten er keuzes gemaakt worden waar de prioriteit naar toe gaat. Hierdoor is afstuderen voor mij op veel momenten afzien geweest omdat een radartje nog niet lekker blijft lopen. Ik heb mijn focus veelvuldig moeten verleggen en moeten herpakken.

Maar het resultaat, de Academie voor Gastronomie is iets waar ik waanzinnig trots op ben. Uiteraard had ik dit resultaat een jaar geleden niet voor ogen kunnen krijgen. Daarom wil ik dit project opdragen aan een bijzonder iemand in mijn leven, iemand die ik helaas niet meer om zijn wijsheid heb kunnen vragen, mijn vader Gerard Koelink.

0107

Jan MariaKoelink(Masha) Khozina Pola SarahEsméeVibekePaolaEvaThaisDominiakZuchettiKirschbaumvanDalenGieskesSeldenrijkvanvliet

een aantal momenten is afstuderen een zwaar en eenzaam proces, echter doe je het uiteindelijk nooit alleen. En daarvoor wil ik verschillende mensen bedanken voor de steun en goede gesprekken, op willekeurige volgorde:

Alex Pieterse

Allereerst wil ik mijn commissie bedanken voor de goede sturing en kritische blik: Geurt DaarnaastKimMathiasHoldijkLehnerKoolisop

Maarten Koelink

Julia Koelink Astrid Koelink Siân MijnLaurensScottJanFraserMcGrathStarkMaasReavySchuitmakercollega’sbijMVRDV

en alle andere die mijn verhaal zo nu en dan aan hebben moeten horen of gehoord. En zeker niet de minste als laatste, mijn steun en Rogertoeverlaat,(poes) Lodewijkx

DANK

enonsversterkenverbindenenlandschapArchitectuur,gastronomieenelkaar.

0109

SPIJSLOKAALSPIJSLOKAALSPIJSLOKAALSPIJSLOKAALSPIJSLOKAALSPIJSLOKAALSPIJSLOKAAL

Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.