55 minute read

Corendon: Interview met de man achter de succesvolle touroperator

Hoe een mavo-klant uitgroeide tot marktleider en miljonair succes kwam voor Uslu niet uit de lucht vallen

Ondernemer Atilay Uslu wilde vanaf jongs af aan al miljonair zijn voor zijn dertigste. Als loonslaaf zou hij zijn doel nooit kunnen bereiken. Dus ging hij ondernemen. Als beginnende ondernemer werd hij belazerd en raakte hij al zijn spaargeld kwijt. Het grote succes kwam met zijn reisorganisatie Corendon. Een op de vier vakantiegangers naar Turkije vliegt met een van zijn toestellen. “Het is vooral een

Advertisement

kwestie van doen.” DOOr SOnJA hAVermAnS FOTO’S TULPIA meDIA TeAm

“m ijn werk is mijn hobby,” zegt de oprichter van Corendon Atilay Uslu (40) met Hollandse nuchterheid. De directeur van het bedrijf waartoe onder meer een touroperator en een vloot met vier vliegtuigen behoren staat met beide benen stevig op de grond. Wanneer onze fotograaf hem vraagt een papieren vliegtuigje te vouwen doet hij dat dan ook een tikkeltje onwennig. Beter op zijn gemak vertelt hij het bijzondere succesverhaal van een dynamische onderneming.

Het moderne kantoorpand van Corendon staat op het Airport Businesspark in het Noord-Hollandse Lijnden. Bij binnenkomst vallen meteen de bordeauxrode deuren en vloerbedekking op. De kleur en de naam van de touroperator zijn afgeleid van het aan robijn verwant bordeauxrode mineraal korund. Niets lijkt aan het toeval te zijn overgelaten. De naam, de vliegtuigen, de huisstijl, de website, zelfs de inrichting van het pand niet. Het bedrijfsconcept van Corendon is tot in de puntjes doorgevoerd. Volgens Uslu stroomt zelfs door de 90 medewerkers Corendon-

bloed. Efficiëntie en realisme zijn de sleutels tot succes. Althans dat vindt de ogenschijnlijk zelfbewuste ondernemer die zichzelf een doener noemt.

Hij heeft nooit de ambitie gehad om een groot bedrijf te leiden, vertelt Uslu. “Wat ik wilde was klanten een belevenis in de vorm van een reis verkopen, mijn geboorteland Turkije promoten en vooral de mensen daar van werk voorzien.” Deze drijfveren in combinatie met een haarfijn gevoel voor interessante handel en de wil om hard te werken, hebben geleid tot een bloeiend bedrijf dat anno 2008 120 miljoen euro aan omzet draait. Corendon groeide sinds de oprichting in 2000 uit tot de grootste Nederlandse aanbieder van reizen naar Turkije en de vijfde touroperator van Nederland.

onder de rook van schiphol groeide hij op in Haarlem. Temidden van de vliegtuigen en de bijbehorende bedrijvigheid. Uslu werd naar Nederland gehaald door zijn ouders. Hij was nog maar één jaar jong. De meisjes in zijn klas wilden stewardess worden en de jongens piloot. Uslu besloot uiteindelijk iets anders te gaan doen dan de rest. Na de mavo volgde hij een elektrotechnische opleiding. Hij kwam terecht bij Fokker. Daar werkte hij als cockpittechnicus nog aan de F-50. Vanwege het dreigende faillissement van de vliegtuigbouwer werd hij ontslagen. Vervolgens lukte het hem om bij de PTT een vast contract te bemachtigen. Zijn carrière leek gebeiteld. “Maar,” zegt Uslu, “ik heb altijd al goed met geld om kunnen gaan en wilde van jongs af aan al vóór mijn dertigste miljonair worden. Ik was benieuwd of ik mijn droom kon verwezenlijken bij de PTT en vroeg aan mijn chef wat hij verdiende.” Toen deze vertelde dat hij per maand met 2500 gulden naar huis ging besloot de zakenman-in-de-dop ontslag te nemen. Hij wilde de stap wagen naar zelfstandig ondernemerschap - dat moest hem zijn eerste miljoen opleveren.

De horeca was voor de gedreven zoon, afkomstig uit een horecafamilie, geen vreemde stap. Het toeval wilde dat zijn oom, eigenaar van een shoarmazaak, bezig was een restaurant in België te openen. Hij bood aan zijn zaak in Haarlem voor drie jaar te verpachten aan zijn neef. Drie jaar lang werkte Uslu van vijf uur ’s middags tot zes uur ’s ochtends. In 1993 was hij het zat. “Ik was tweeëntwintig. Ik wilde ook wel eens stappen. Ik had geen leven meer, ik zag geen daglicht en ik zag er slecht uit.”

“Het is vooral een kwestie van doen, geloof in jezelf en weten waar en wie je klant is.

Ik raad mensen aan pas te beginnen als je werkelijk iets kunt bewerkstelligen. ”

Na een stage van een maand bij een reisbureau opende Uslu in 1994 zijn eigen reisbureau. Tegen alle adviezen in. Volgens de Kamer van Koophandel was het beginnen van een reisbureau op dat moment de snelste manier om al je geld te verliezen. De jonge ondernemer trok zich echter niets aan van al die waarschuwingen. Zelfverzekerd als hij toen al was vertrouwde hij op zijn zakeninstinct. Uslu werd in het eerste jaar belazerd. Hij raakte al zijn spaargeld kwijt. Daarop Uslu een nichemarkt aanboorde: het aanbieden van ski-vliegreizen. En in dit segment was zijn bedrijf het enige dat dergelijke skireizen naar Turkije aanbood. Daarna wist hij toch een succes van zijn reisbureau te maken.

Hoewel het reisbureau goed begon te lopen besloot Uslu het toch te verkopen. “Er waren genoeg kansen in de reisbranche, maar ik deed zaken met de verkeerde mensen. Dat veranderde toen ik Yıldıray Karaer ontmoette. Samen met deze man die mijn tegenpool is, besloot ik helemaal opnieuw te beginnen. In 2000 richtten we Corendon op.”

Die twee maakten geen uitgebreid ondernemingsplan voor het bedrijf. Een plan maken kan volgens Uslu in tien minuten. “Al die accountants en andere deskundigen die zo goed weten hoe het moet - waarom beginnen zij dan niet voor zichzelf? Het is vooral een kwestie van doen, geloof in jezelf en weten waar en wie je klant is. Ik raad mensen aan pas te beginnen als je werkelijk iets kunt be-

werkstelligen.” In het geval van de twee partners was dat in eerste instantie het aanbieden van reizen naar Turkije.

een UitGekiende en intensieve marketinGstrateGie zorgde er mede voor dat Corendon in Nederland marktleider voor reizen naar Turkije werd. Het principe van de marketing van Corendon is vakantiegangers een belevenis te verkopen. Op een ‘no nonsens’ manier wordt aan de klant precies verteld wat deze kan verwachten. Uslu: “Bovendien wilden wij van meet af aan marketing en efficiëntie bij elkaar laten komen. Daar bedoel ik mee dat de boodschap kort en krachtig moet zijn. En als die boodschap aanspreekt, moet de klant binnen vijf minuten zelf heel eenvoudig een boeking kunnen doen.”

Naast marketing is de prijs een andere belangrijke succesfactor voor het bedrijf. De directeur legt uit dat de merkbeleving bij het kopen van reizen nauwelijks een rol speelt. Met reizen is het niet zoals met kleding. Kleding heeft voor kopers vaak een emotionele waarde. Voor Nederlanders geldt echter dat het een sport is om een reis zo goedkoop mogelijk te boeken. Nederlanders die elkaar tegenkomen in het zwembad van hun hotel vragen elkaar volgens Uslu steevast: “Hoeveel heb jij daarvoor betaald?” Dat maakt het noodzakelijk om twintig euro goedkoper te zijn dan andere aanbieders. Iets dat alleen mogelijk is door heel scherpe inkoop en door slechts kleine marges bovenop die inkoop te zetten, zegt Uslu. “Als de inkoop of de brandstofprijzen hoger worden, kunnen wij vanwege onze concurrentiepositie de prijs van onze reizen niet verhogen. Bovendien hebben wij nog geen grote reserves opgebouwd waarmee we fluctuaties kunnen opvangen. Wij moeten altijd winst draaien. Het enige dat wij kunnen doen om in dit krachtenveld het hoofd boven water te houden is steeds efficiënter gaan werken.”

Uslu vergelijkt zijn bedrijf met een voetbalteam dat van de amateurs in vier à vijf jaar tijd doorgroeit naar de top-drie van de eredivisie. Wil dat team in de eredivisie slagen, dan moet de interne organisatie op orde zijn. Daarbij is de concurrentie op het niveau van de eredivisie veel feller. Wat de interne organisatie van Corendon betreft: de processen, de automatisering en de menskrachten moesten worden geherstructureerd. In plaats van doeners had de organisatie in de fase waarin het volwassen werd denkers nodig. Er werden afdelingen gecreëerd die met elkaar moesten leren communiceren. In 2005 maakte de concurrentie het de touroperator moeilijk om de benodigde capaciteit aan stoelen bij de vliegtuigmaatschappijen te verkrijgen. Om de continuïteit van het bedrijf niet in gevaar te brengen richtten Karaer en Uslu een eigen vliegtuigmaatschappij op. Dit tweede bedrijf werd in Turkije gevestigd en Karaer vertrok naar Turkije om het te gaan leiden. Inmiddels heeft Corendon vier Boeing-toestellen.

Anno 2008 is de herstructurering van de organisatie zo goed als afgerond. Corendon is uitgegroeid tot een compact, efficiënt bedrijf. “De afgelopen drie jaar hebben wij geen geld verdiend. We hebben vooral geïnvesteerd. Dit jaar gaan we nivelleren en in 2009 zal de prioriteit liggen op omzetgroei en het behalen van meer rendement,” zegt Uslu. Hoewel het accent op structurering lag werden daarnaast de bedrijfsactiviteiten voorzichtig uitgebreid met reizen naar nog zes andere landen en themareizen zoals golf-, tennis-, bridge-, jongeren- en seniorenreizen. Daarnaast werd gestart met het verkopen van onroerend goed in Turkije. De directeur verwacht een groeimarkt. Dat heeft er volgens hem mee te maken dat de babyboomers met pensioen gaan. Zij zijn vaak een luxere levensstijl gewend die ze ook na hun pensioen willen volhouden. Turkije is volgens Uslu voor deze groep een aantrekkelijk alternatief voor het dure Nederland.

Het kostte bijna twee jaar voordat er een projectontwikkelaar gevonden werd die als partner op honderd procent vertrouwen van de medewerkers van Corendon rekenen kon. Tot nu toe zijn drie onroerendgoedprojecten opgeleverd aan de zogenaamde bovenkant van de markt. De klanten zijn tevreden. De doelstelling van Corendon Estate is om in Turkije honderd appartementen en huizen met een vijfsterrenstatus tegen een ‘driesterrenprijs’ te verkopen. Dit jaar nam Corendon ook touroperator BBI over. Deze reisorganisatie organiseert seniorenreizen. Het doel is om de omzet van dit bedrijf van nu nog vijf-

CurriCulum vitae

1968 atilay Uslu wordt geboren in een dorp in de buurt van de Turkse stad Emirdağ..Op eenjarige leeftijd verhuist hij naar Haarlem. daar woont hij nog steeds. Uslu rondt de mavo af en volgt daarna een elektrotechnische opleiding. Voor zijn examen moet hij zelf een radio maken. Hij werkt onder meer bij

Fokker en KPN. 1991 Op negentienjarige leeftijd pacht hij voor drie jaar van zijn oom de shoarmazaak ‘Paspoort’ in Haarlem. daarna heeft hij allerlei baantjes, werkt hij als ober in antwerpen en loopt hij een maand stage bij een reisbureau. 1994 Oprichting reisbureau in Haarlem. daar is hij de enige agent voor

Istanbul Airlines. 2000 Oprichting Corendon samen met partner Yıldıray Karaer. uslu is tot op heden nog steeds directeur. Sinds eind 2005 bestaat de directie in nederland uit drie personen.

Uslu woont inmiddels tien jaar samen. Hij heeft een zoon van 17 uit een eerder huwelijk en een zoon van vier en net tien maanden. Zijn hobby is zijn werk en zomerhuisje in de Turkse kustplaats Foça waar hij overigens met de auto heenrijdt omdat Corendon er niet op vliegt.

“Ik hou van mijn job, maar ik ben het type ondernemer van: ‘Beginnen-en-opbouwen’. Ik ben geen oppasser. ”

tien miljoen euro binnen drie jaar te verhogen naar vijftig miljoen euro. Wat Turkije als vakantieland betreft is de groei eruit. In 2006 heeft Turkije als vakantieland een enorme klap te verduren gehad. Ook in 2007 waren er minder toeristen en Uslu verwacht dat die trend in 2008 doorzet. Specifiek voor Turkije is Corendon al vier jaar marktleider met een kwart van de markt in handen. Een positie die de directie van plan is in de toekomst vast te houden.

toekomstplannen heeft hij al uitgestippeld, zegt Uslu. Hij wil nog vijf jaar bij Corendon blijven. Eigenlijk is hij van mening dat een manager maar acht jaar op dezelfde plek mag blijven zitten. Daarna is het tijd voor nieuwe ideeën en mensen. Uslu: “Ik hou van mijn job, maar ik ben het type ondernemer van: ‘Beginnen-en-opbouwen’. Ik ben geen oppasser.” Hij heeft al een stuk grond in Turkije gekocht. Op zijn 45e zal hij daar wijnboer worden. Dan besluit hij glimlachend: “Op dit moment heb ik geen plannen om daar een echt wijnimperium te beginnen. Maar als ik het toch niet laten kan, dan weet ik dat ik echt een ‘verpeste’ ondernemer ben.”

special

Zorgtoerisme

Miljoenen mensen reizen naar een ander land om er behandeld te worden. Vooral de lagere kosten aldaar spelen een belangrijke rol. Zo laten elk jaar weer 500.000 westerlingen zich behandelen in Turkse klinieken en privéziekenhuizen. Het populairst zijn de behandelingen aan ogen en tanden. Ogen worden gelaserd, tanden geperfectioneerd terwijl de patiënten tussen de behandeling door genieten van historische bezienswaardigheden of van zon, zee en strand. Ook talrijke spa- en thermaalcentra trekken velen op zoek naar ontspanning en innerlijke rust naar Turkije. Ze laten zich verwennen en behandelen in accommodaties die vaak nog uit de romeinse tijd stammen. gelovigen vinden daarnaast ook genoeg mogelijkheden voor hun innerlijke verrijking en religieuze beleving.

36

41

42

TURKIJE LOKT NEDERLANDERS MET ZORGTOERISME Een reportage van een oogkliniek in Istanbul. Hier laten duizenden Nederlanders zich behandelen. ZELFS NIEUWE HEUPEN VOOR HONDEN Zorgtoerisme is booming business. Eigenaren laten hun ogen, tanden en andere lichaamsdelen behandelen terwijl hun huisdieren een nieuwe heup krijgen. WELLNESS, EEN GROEIENDE SECTOR Ook voor ontspanning en innerlijke verrijking trekken velen naar Turkije. Ze kunnen terecht bij vele spa- en kuuroorden, waarvan sommige nog uit de Romeinse tijd stammen. 44 IN DE FABELACHTIGE LYCISCHE CONTREIEN Wandelaars gaan steeds vaker steeds verder om tot rust te komen. Ze geloven in de spirituele en reinigende kracht van het wandelen. 50 BIJBELS ANATOLIë Talrijke Nederlandse touroperators bieden ‘christelijke’ reizen naar Turkije aan. Eind juni zullen er weer veel religieuze reizigers afreizen naar de geboorteplaats van de apostel Paulus: Tarsus aan de Turkse zuidkust.

Medische zorg, inclusief vakantie

Een half miljoen Europeanen laten zich elk jaar weer behandelen in Turkse klinieken en privé-ziekenhuizen. Ook duizenden Nederlanders laten er hun ogen laseren, tanden perfectioneren, terwijl ze tussen de behandelingen door genieten van historische bezienswaardigheden of van de zon, zee en het strand. “Ik raad

het mijn nichtje ook aan.” tEKSt mArC GUILLeT FOTO’S SLAWOmIrA KOzIenIeC

ogenschijnlijk ontspannen zit Wonny Tang in een glossy tijdschrift te bladeren. Het is duidelijk dat ze haar gedachten wat wil afleiden. Het blad is in het Turks en ligt in een wachtruimte van het Dünya Göz-oogziekenhuis in Istanbul, waar ze vandaag is aangekomen en waar ze heeft genoten van een heerlijke Turkse lunch op een zonovergoten terras.

De 28-jarige apothekersassistente uit Eindhoven is nerveus en onzeker, al wil ze dat niet laten merken. Ze zet haar bril recht en zegt: “Mijn ogen hebben een sterkte van -6,6 en -6 dioptrie. Vanaf mijn vijftiende had ik al lenzen. Daar kreeg ik heel droge ogen van. Rond mijn twintigste begon ik een bril te dragen.

BEELDEN STOCK.XChnG

Maar dat is een enorm gedoe. Erg ongemakkelijk. Als het regent moet ik hem steeds schoonmaken. En in de sauna beslaan de glazen. Maar ik zie niets zonder bril! Daarom leek laseren me wel wat.”

De keus voor een laserbehandeling in Turkije heeft Wonny niet zo maar gemaakt. Ze had allerlei vragen. Waarom is een laserbehandeling in Turkije goedkoper dan in Nederland? Is een laser-oogcorrectie daar wel veilig? Is de ingreep pijnlijk? Hoeveel ervaring hebben de oogartsen in Turkije? “Ik heb veel gelezen op internet. Onder meer de ervaringen van patiënten die onder begeleiding van Medical Travel Service naar Istanbul zijn gegaan. De oogartsen hebben hier meer ervaring dan in Nederland, omdat ze

Oogarts Lale öktem

veel meer ingrepen doen. Daarom is de kwaliteit hier zo hoog. Ook de prijs-kwaliteitsverhouding is erg aantrekkelijk. In Nederland zou een behandeling aan mijn beide ogen me 3500 euro hebben gekost. Ik moet het zelf betalen, want de verzekering vergoedt het niet. Hier in Istanbul ben ik voor de helft (1625 euro) klaar, inclusief reis, viersterrenhotel, vooronderzoek en nacontroles.”

Hoewel ze veel vertrouwen heeft in de Turkse oogartsen is ze toch onzeker. “Ik ben bang dat ik wegens de zware afwijking aan mijn ogen een PRK-operatie (Photorefractive keratotomy) moet ondergaan in plaats van de veel minder pijnlijke IntraLase (LASIK)- methode.”

De PRK is de oudste methode onder de ooglaserbehandelingen. Deze is eenvoudiger dan andere ooglasermethoden. Bij PRK wordt de bovenste cellaag van het hoornvlies losgeweekt met alcohol en verwijderd. Ook kan het hoornvlies met een spateltje worden afgeschraapt. Dit in tegenstelling tot de LASIK-behandeling waar het hoornvlies teruggeplaatst wordt na de operatie. Die correctie wordt met behulp van laserflitsen uitgevoerd: het hoornvlies wordt afgevlakt (bijziendheid) of juist boller gemaakt (verziendheid). Na de operatie wordt een verbandlensje aangebracht ter bescherming en om de genezing van het vlies te bevorderen.

In de open wachtruimte van dit splinternieuwe oogziekenhuis in de wijk Etiler van Europees Istanbul klinkt rustgevende muziek. Live! Van een Turkse harpiste die klassieke muziek speelt. De Nederlandse patiënten vallen van de ene in de andere verbazing. Twee zitten er met hun ogen dicht op een sofa te genieten van de hemelse klanken. Andere patiënten maken foto’s van de harpiste als bewijsmateriaal voor vrienden en familie in Nederland.

Dit hypermoderne oogziekenhuis van Dünya Göz (letterlijk: ‘Wereld Oog’) in het centrum van de megastad Istanbul werd in januari van dit jaar geopend door de Turkse premier Recep Tayyip Erdoğan. Hij sprak bij die gelegenheid ook met de Nederlandse patiënten Peter van der Jagt en Sylvia Blom die hij feliciteerde met het succes van hun laserbehandeling.

Zover is Carola den Oudsten uit Zaltbommel nog niet. De audicienne ziet er met haar strandslippers uit als een toeriste. Ze heeft voor de gelegenheid heel toepasselijk een zwierige, hemelsblauwe Turkse rok met spiegeltjes aangetrokken. Samen met haar vriend Richard wacht ze op wat komen gaat. Beiden willen hun ogen laten laseren. Waarom in Turkije? “Ik zag een Belgische documentaire op NPS en dat zag er heel betrouwbaar uit,” zegt Carola, die al vanaf haar zevende een bril droeg. “Inmiddels heb ik al 15 jaar harde lenzen. Maar altijd lenzen is ook niet goed. Richard heeft zachte lenzen die hij afwisselt met een bril. We rijden allebei motor. Dus wilden we af van al het gedoe. En ik zag op de documentaire dat alles hier prima geregeld is. Ze doen het hier aan de lopende band, dus hebben ze veel ervaring. Je wordt begeleid door iemand die Nederlands spreekt. We hebben ervoor gekozen om het nu te doen, omdat het dit jaar nog fiscaal aftrekbaar is en volgend jaar niet meer.”

GezondheidszorG kent Geen grenzen meer. Vrije markt en globalisering gaan hand in hand en leiden tot een explosieve groei van het aantal behandelingen over de grens. Niet alleen naar België en naar de Verenigde Staten om de wachtlijsten te ontlopen, maar in steeds grotere mate ook naar landen als Zuid-Afrika, Thailand en Turkije. Medische en cosmetische reizen naar het buitenland zijn big business. Gebitsbehandelingen, facelifts en ooglaserbehandelingen zijn in een land als Turkije veel goedkoper en de kwaliteit is minstens zo goed als in Nederland.

Duizenden Nederlanders hebben de weg naar Turkije al gevonden als het gaat om gezondheidstoerisme: een aangename mix van medische zorg en vakantie tegen een

aantrekkelijk tarief en volledig verzorgd vanuit Nederland. Dünya Göz in Turkije heeft zich sinds de opening in 1996 ontwikkeld tot het grootste particuliere oogziekenhuis ter wereld. Er worden 30.000 behandelingen per maand uitgevoerd, meer dan in de meeste oogziekenhuizen per jaar.

Turkije lokt steeds meer buitenlanders met zorgtoerisme – ook uit Nederland – en het oogziekenhuis neemt een groot deel van hen voor zijn rekening.

“Vorig jaar hebben we 15.000 patiënten uit 93 landen naar Turkije gebracht voor een laserbehandeling,” zegt Selin Yıldırım Peker, de business development director van Dünya Göz. “Ons streven is om dit jaar ruim 20.000 buitenlandse patiënten te behandelen.” De eerste vijf maanden van dit jaar gaven een forse groei te zien en Peker vertrouwt erop dat ze de doelstelling voor dit jaar haalt. “Vorige week hadden we hier in onze uiterst modern geoutilleerde Etiler-kliniek een groep van 95 patiënten uit Nederland, België, Engeland, Duitsland en Denemarken. Ze krijgen een vip-behandeling, logeren in een luxehotel en krijgen een behandeling met apparatuur en expertise die beter zijn dan in de klinieken in Europa. Ze krijgen een tour langs de toeristische trekpleisters van Istanbul – zoals de Aya Sophia, de Blauwe Moskee, de Grote Bazaar en een boottocht over de Bosporus – en daar is iedereen altijd erg enthousiast over, omdat ze ervan kunnen genieten met het heldere zicht van hun gelaserde ogen.”

Peker wijst er op dat Dünya Göz op deze manier ook een bijdrage levert aan het toerisme naar Turkije. “Uit onderzoek blijkt dat deelnemers aan gezondheidstoerisme meer spenderen tijdens hun verblijf dan andere toeristen.”

Dünya Göz heeft momenteel negen oogziekenhuizen: in Istanbul, İzmit, Berlijn en Amsterdam. Eind 2010 zullen dat er 32 zijn. In Ankara, Antalya en andere grote steden van Turkije verrijzen nieuwe oogklinieken. In het buitenland – Londen, Keulen, Kiev, Moskou, Bahrein – worden dependances geopend. “Maar daar verzorgen we alleen het vooronderzoek en de nazorg,” zegt oogarts Lale Öktem (38). Alweer een aangename verrassing! Lale spreekt perfect Nederlands, met een innemende zachte ‘g’ en een heerlijke Limburgse tongval. Öktem is een van de 120 oogartsen die bij Dünya Göz in vaste dienst zijn. Zij is van Turkse afkomst, bracht haar jeugd door in Kerkrade en studeerde in Istanbul. Zes jaar medicijnen, vier jaar oogspecialisatie en 1 jaar hoornvliesspecialisatie in Het Oogziekenhuis Rotterdam. “Ik heb in de afgelopen vijf jaar 13.000 oogoperaties gedaan; 95 procent daarvan was een succes. Dat vertel ik met enige nadruk ook aan mijn patiënten bij het vooronderzoek, want doordat ik er zo jong uitzie, hoor je ze denken: ‘Zo jong, kan die het wel?’”

Haar half-Nederlandse en half-Turkse identiteit komen haar in dit werk uitstekend van pas. “Ik spreek de taal, ik ken de mentaliteit. Daarom behandel ik de meeste Nederlandse patiënten. Eén keer per maand kom ik in Amsterdam in onze intakekliniek om de mensen de behandeling uit te leggen en vooronderzoek te doen. Het valt me altijd heel erg op dat de mensen zelfs de kleinste details willen weten. Ze willen heel goed voorbereid zijn. Dat kan ik goed begrijpen, omdat ze naar een vreemd land gaan. Zij vragen om veel meer informatie dan Turkse patiënten. Turkse mensen geven zich veel meer over aan de dokter en durven niet zoveel vragen te stellen. Dat is een duidelijk verschil.”

Dünya Göz hanteert strenge selectiecriteria bij de keuring van oogpatiënten die een laserbehandeling willen. Strenger dan andere oogklinieken. Tussen de 30 en 40 procent van de patiënten valt al bij het vooronderzoek af. Mensen met een hoornvliesafwijking komen niet voor laseren in aanmerking. Ook glaucoom, suikerziekte of staar leiden tot een negatief advies voor laseren. “Want bij ons staan veiligheid en kwaliteit op de eerste plaats,” zegt Öktem.

De oogarts noemt laseren een ‘heel dankbare operatie’. “Je kunt er mensen mee helpen. En de resultaten

voors en tegens van medisCh toerisme

• Goedkopere behandelingen: (voornamelijk cosmetische) ingrepen worden met dezelfde professionele kwaliteit verzorgd. • Geen wachtlijsten: in de meeste landen worden patiënten vaak na de aanmelding nog dezelfde dag geholpen in luxe privéziekenhuizen.

Ze hoeven niet maandenlang te wachten op hun behandeling zoals in nederland. de klantvriendelijkheid van het personeel wordt bovendien door velen ook als zeer aangenaam ervaren. • Geen taalbarrière: artsen en medisch personeel spreken heel vaak een of meer buitenlandse talen, waardoor de patiënt in de eigen taal kan worden geholpen. bij georganiseerde gezondheidsreizen gaat daarnaast ook een begeleider mee. • Nazorg: het controletraject na behandeling kan bij terugkomst in eigen land een probleem opleveren. nederlandse artsen staan niet te trappelen om de nazorg te leveren. een oplossing kan zijn dat de verzekeringsmaatschappijen meer betrokken worden in het proces. nu zijn er slechts enkele behandelingen in het buitenland die vergoed worden. Sommige experts pleiten dan ook voor een centraal centrum dat onder andere het uitwisselen van medische gegevens tussen nederland en buitenlandse zorginstellingen coördineert, zodat de behandeling en de nazorg efficiënt verlopen. essentieel bij een geslaagde behandeling in het buitenland is dat de behandelende artsen en specialisten in nederland op de hoogte zijn van de behandeling in het buitenland. een goede communicatie tussen de artsen hier en die in het buitenland zou de behandeling ten goede komen. • ‘t Ontrekken van medisch personeel aan de lokale bevolking: privéziekenhuizen die werken met buitenlandse patiënten betalen vaak hogere salarissen aan hun personeel, waardoor hoogopgeleide lokale artsen, specialisten en verplegend personeel vaak verhuizen naar dergelijke klinieken, die overigens als te duur voor de lokale bevolking worden beschouwd.

zijn bijna altijd goed. Je hebt snel resultaat. De volgende dag ziet de patiënt al veel beter. Bij andere operaties in de oogheelkunde – bijvoorbeeld hoornvliestransplantatie – moet je zes maanden wachten op resultaat. Of je hebt met chronische ziekten te maken. Ik wilde iets waar ik de patiënten echt blij mee kon maken. En ik moet zeggen dat ik een goede keuze heb gemaakt.”

Laserbehandelingen worden door verzekeraars gezien als cosmetische ingrepen. Oogarts Öktem is het daar niet mee eens. “Ik vind het geen cosmetische ingreep. Ik zie een bril als een soort prothese die je steeds moet dragen. Voor mensen die het aankunnen, zijn contactlenzen een heel goede optie. Dat zou ik ze dan ook aanraden. Maar voor mensen die contactlenzen niet verdragen en zijn aangewezen op een bril vind ik laseren geen cosmetische ingreep. Dan vind ik het echt nodig en voor hen zou de verzekering net als bij een bril de behandeling gedeeltelijk moeten vergoeden.”

wonnY tanG is inmiddels thuis en herstelt van de ingreep: de gevreesde PRK-behandeling. Ze is zeer tevreden. “Ik heb eigenlijk geen pijn gehad. Alleen de eerste dagen branderige en tranende ogen. Elke dag begon het zicht duidelijker te worden. Niet met sprongen. Ik denk zo’n 2 procent per dag.” Binnen twee tot drie maanden verwacht ze dat het zicht weer 100 procent is.

“Ik kan veel beter zien zonder bril op dit moment. Ik heb naar mijn gevoel een beetje min in beide ogen. Ik kan nog geen verkeersborden lezen. Dat valt soms vies tegen. Ik ben ongeduldig, omdat het niet snel genoeg heelt. Maar ja, ik kan het niet forceren. Heb wel moeite met dichtbij en ver zien: dat ligt echt aan het hoornvlies.”

De apothekersassistente vindt een laserbehandeling in Istanbul een prima optie ‘voor iedereen die niet bang is om te reizen’. “Ik raad het mijn nichtje ook aan. Dünya Göz is een goed oogziekenhuis. De prijs-kwaliteitsverhouding is zeer goed. En ik geef extra bonuspunten aan Medical Travel Service, want ik vond het fijn dat onze begeleidster Astrid Sikken er ook bij was voor het vertalen tijdens de behandeling. Astrid heeft heel de medicatie verzorgd, ook voor de zenuwpezen die ze voor de operatie nog even een valiumpje gaf. Samengevat: top.”

Zelfs nieuwe heupen voor honden

mUSTAFA Özbe K I LLUST r ATIE

Zorgtoerisme is booming business. Vooral laseren in Istanbul maakt een explosieve groei door. Elk jaar gaan duizenden Nederlanders naar Turkije voor een dergelijke correctie van de ogen.

Laseren wordt gezien als een cosmetische operatie en wordt daarom niet vergoed door de verzekeraars. Het ultramoderne Turkse oogziekenhuis Dünya Göz is uitgegroeid tot het grootste particuliere oogziekenhuis ter wereld. Mede door de toestroom van buitenlandse patiënten.

Dünya Göz heeft ook een kliniek in Amsterdam waar het eerste onderzoek en de nazorg plaatsvinden. De kliniek hanteert strenge selectiecriteria bij de keuring van oogpatiënten die een laserbehandeling willen. Strenger dan andere oogklinieken. Tussen de 30 en 40 procent van de patiënten valt al bij het vooronderzoek af. Mensen met een hoornvliesafwijking komen niet voor laseren in aanmerking. Ook glaucoom, suikerziekte of staar leiden tot een negatief advies voor het laseren van senioren

Aanbieders van zorgtoerisme zoals Medical Travel Service en Treat & Travel hebben ook gebitsverzorging, haartransplantatie en facelifts in hun pakket. Het niveau van de zorg is minstens even hoog als die van de beste klinieken in Nederland, maar toeristen kunnen duizenden euro’s besparen wanneer ze besluiten de ingreep in Turkije te laten doen.

Daarnaast verrijzen er in Turkije ook kuuroorden voor buitenlandse reumapatiënten, rolstoelpatiënten en senioren. Wellness-reizen worden ook voor hen verzorgd.

Kinderloze echtparen uit heel de wereld hebben Turkije ook ontdekt voor een ivf-behandeling. Zo’n reageerbuisbevruchting is in het land aan de Bosporus niet alleen twee tot drie keer goedkoper dan in de rest van Europa, maar heeft ook meer kans op succes. Dertig tot 40 procent van de pogingen leidt tot een bevruchting, in vergelijking met gemiddeld 20 procent in Europa. Turkse artsen zeggen dat hun hoge succesgraad te danken is aan de grotere ervaring die zij hebben, omdat zij niets anders doen dan ivf.

De vindingrijkheid van de Turkse ondernemer kent geen grenzen. Aan de snel groeiende boom van het zorgtoerisme ontluikt een nieuwe loot: medische behandelingen voor huisdieren. Honden en katten kunnen in Turkije terecht voor oogbehandelingen, obesitas en gedragsproblemen, maar ook voor cosmetische behandelingen als knippen, wassen, scheren en pedicure. Turkse particuliere dierenklinieken hebben intensivecareafdelingen, speciale röntgenapparatuur voor dieren en de nieuwste medische apparatuur voor vrijwel alle behandelingen. Een heupoperatie voor honden kost in Europa tussen de 4000 en 5000 euro. In Istanbul kost zo’n ingreep 1500 euro.

Wellness in Turkije

het gebruik van water voor ontspanning en gezondheid is zo oud als de mensheid. In de tijd van de Romeinen bestonden kuurbehandelingen uit drinkkuren en het onderdompelen van aangedane lichaamsdelen in warm en mineraalrijk water. In de loop van de eeuwen veranderden deze baden steeds meer in plaatsen voor vertier en raakte de medische kant op de achtergrond. Rond 1800 zien we een terugkeer van de medische functie van thermale bronnen en werden diverse vormen van behandelingen aangeboden, zoals modderpakkingen, oefentherapie en diëten. De ontspanningsfunctie bleef echter bestaan. Rondom de thermale bronnen ontstonden ware kuuroorden met imposante hotels en casino’s. De kuuroorden werden ontmoetingscentra voor de elite, maar ook een bron van inspiratie voor schilders, schrijvers en componisten. Na de Tweede Wereldoorlog kwam in veel Europese landen de kuurbehandeling ook voor de gewone man beschikbaar, mede dankzij vergoedingen door de staat. In de laatste decennia van de vorige eeuw is het medicinale gebruik van water geleidelijk aan meer erkend door medische specialisten, vooral door reumatologen en dermatologen.

Sinds de jaren negentig van de vorige eeuw zien we een nieuwe ontwikkeling in gezondheidstoerisme: thermale bronnen als pluspunt voor het internationale toerisme. Naast Europese kuuroorden en gezondheidscentra ontstonden toen centra buiten West-Europa, speciaal bestemd voor westerse bezoekers. Dat had te maken met bepaalde ontwikkelingen. In een globaliserende wereld kijken de mensen bij de oplossing van hun gezondheidsproblemen niet alleen naar de artsen en prijzen in hun eigen land, maar ook naar goede en goedkope oplossingen in het buitenland. De hoge kosten van gezondheid in geïndustrialiseerde landen en de beschikbaarheid van goedkope vluchten stimuleren dit. Mensen kijken tegenwoordig naar landen waar de dienstverlening goedkoop en de kwaliteit hoog is.

Het is daarom niet verwonderlijk dat verschillende landen het gezondheidstoerisme omarmd hebben als een manier om de komst van toeristen naar hun landen te stimuleren. India is de onbetwiste leider als het gaat om buitenlandse toeristen. Ieder jaar trekt het land ongeveer 150.000 toeristen op medische gronden uit het buitenland. Ook in Turkije is het gezondheidstoerisme volop in ontwikkeling; het is op weg om één van de belangrijkste landen op het gebied van gezondheidstoerisme te worden. Hotels als Altınyunus, Pırıl, Doğa Otel, Kerasus en Otel A in Çeşme (provincie İzmir) hebben hun voorbe-

reidingen voor de jaarlijkse stroom van Noorse toeristen al getroffen.Turkse officials zijn bezig om met Russische en Duitse verzekeringsbedrijven te onderhandelen over mogelijke deals om patiënten naar Turkije te halen voor behandeling.

De helende werking van water is niet nieuw voor de Turken. De uit Siberië afkomstige Turken kenden de çerge, een soort stoombad. Nadat de Turken in de 10e eeuw in contact kwamen met het Romeinse bad ontstond uit een combinatie van de çerge en het bagno Romano de Turkse hamam [badhuis]. Door de eeuwen heen werd de hamam een van de bekendste exportproducten van Turkije. Het nieuwe gezondheidstoerisme is een voortzetting van deze traditie, maar nu met professioneel gezondheidspersoneel.

Turkije heeft ongeveer 1300 thermale bronnen, meer dan enig ander Europees land. De huidige bedcapaciteit van Turkije voor thermaal toerisme is ongeveer 35.000. Zo’n 3 miljoen mensen reizen naar spa’s en thermale resorts per jaar. Het aandeel buitenlandse toeristen is slechts 20.000 en de regering wil dit aantal voor 2020 naar 1 miljoen brengen. Onderzoeken hebben aangetoond dat een binnenlandse gezondheidstoerist gemiddeld 400 US dollar uitgeeft aan gezondheidsreizen, terwijl een buitenlandse toerist 2000 US dollar uitgeeft aan dezelfde reis. Als we naar het aantal toeristen kijken dat Turkije bezoekt en de mogelijkheden die het land biedt zoals het gunstige klimaat en de kwaliteit van zijn gezondheidscentra en -personeel, dan biedt gezondheidstoerisme ongekende mogelijkheden voor Turkije. Zeker gezien de trend dat mensen hun vakantie steeds vaker combineren met lichamelijke en mentale verzorging.

Ondanks de aanwezige potentie en de 3 miljoen binnenlandse toeristen naar spa’s en thermale resorts is er een aantal problemen. De meeste thermale resorts zijn onprofessionele en onhygiënische centra die alleen de binnenlandse toeristen bedienen. De buitenlandse toeristen worden bediend door nieuwe vijfsterrenhotels die zich op gezondheidstoerisme richten. Daarnaast wordt het gezondheidstoerisme niet actief bevorderd en gepromoot door het Turkse Ministerie van Toerisme en Cultuur. Dat heeft weliswaar vier prioriteitsgebieden (Phrygië, ZuidMarmara, de Zuid-Egeïsche regio en Centraal-Anatolië) voor gezondheidstoerisme vastgesteld, maar een concreet actieplan en internationale promotie ontbreken nog. Wel zijn er brancheverenigingen en deze zijn ook lid van internationale organisaties en vinden er regelmatig congressen en internationale beurzen plaats, maar vooralsnog komt het gezondheidstoerisme niet echt op gang. Er zijn goede investeringen vanuit de particuliere sector, maar deze zijn al met al nog te weinig in aantal.

De langzame ontwikkeling van het gezondheidstoerisme staat in schril contrast met de algemene ontwikkeling van het toerisme in Turkije. In 2007 hebben 23,3 miljoen toeristen Turkije bezocht. Inkomsten uit toerisme bedroegen in dat jaar 19,6 miljard US dollar. In vijf jaar tijd zijn de inkomsten uit toerisme verdubbeld. Hiermee is toerisme een van de belangrijkste sectoren in Turkije met een aandeel van 4,9 procent in het bruto nationaal product. De sector biedt aan 644.00 mensen werk. De laatste jaren groeide het aantal toeristen in Turkije sneller dan de inkomsten die men uit de sector genereerde. Dit komt doordat de goedkope vakanties de boventoon voeren. Meer dan de helft van de buitenlandse bezoekers boekt een all-inclusivevakantie. De algemene vooruitzichten voor de lange termijn zijn goed. De Turkse autoriteiten zijn ervan doordrongen dat omvangrijke investeringen in de infrastructuur noodzakelijk zijn, vooral in wegen, jachthavens, ontwikkeling van vakantie- en ontspanningsoorden en verbeterde managementsystemen en -diensten. De toenemende vraag uit West-Europa en de binnenlandse vraag zullen particuliere bedrijven stimuleren tot meer investeringen in de alternatieve sectoren zoals gezondheidstoerisme.

DOOr erhAn Gürer

Interessante sites www.kaplica.biz www.naturmed.biz

In de fabelachtige Lycische contreien

Sommigen menen dat wandelen spirituele en reinigende kracht heeft. Wandelaars gaan steeds vaker steeds verder om tot rust te kunnen komen. Weinigen hebben Turkije – nog –ontdekt, en dat is maar goed ook, vindt de in Lycië wonende Britse gids Mike Belton. Hij verfoeit het massatoerisme. Mike en zijn vrouw Karen nemen wel kleine groepen toeristen op sleeptouw voor hun langeafstandswandeling The Lycian Way. Een hedendaagse reis

naar vervlogen tijden. tEKSt PIeTer bAKen FOTO’S mIKe beLTOn en PIeTer bAKen

“m aak de naam van de locatie die we gaan bezoeken alsjeblieft niet wereldkundig. Ik wil geen busladingen toeristen naar deze historische plek lokken.” Mijn Britse gids Mike Belton (50) woont met zijn vrouw Karen (43) al veertien jaar in de kustplaats Kas. Als kenner van de Lycische cultuur en natuur gidst hij kleine internationale gezelschappen en individuen langs betoverende plekjes, waar menig toerist argeloos aan voorbij loopt.

Geenszins een buitenstaander, maar goed geïntegreerd. Turkse mannen uit Kas omhelzen hem zoals ze traditiegetrouw ook elkaar omhelzen. Omgekeerd spreekt Mike de locale bevolking toe in hun eigen taal. Een waardevolle schakel tussen de geïnteresseerde bezoeker en de opvallend innemende bevolking. “Als wandelland is Turkije nagenoeg onontdekt, zo ook Lycië. Verbazingwekkend, want verscholen in de weelderige mediterrane flora en fauna liggen parels van bouwwerken uit vervlogen tijden. Drie millennia roemruchte Lycische geschiedenis naakt tentoongesteld. Je gaat het zo zien.”

ontoeGankelijke slinGerweGGetjes door de bergen leiden ons naar een verlaten plek nabij een rustiek gehucht, hoog uittorenend boven de zee. Een oude, mooi geklede vrouw slaat ons van een afstandje gade, haar gerimpelde handen steunend op een gammel muurtje. Zijn witte werkpaard beteugelend ploegt een man op leeftijd handmatig zijn weerbarstig rotsige land.

Mike leidt me dieper het gebergte in. Geanimeerd vertelt hij over de streek waar hij vijfentwintig jaar geleden verliefd op werd. Als hij een moment zwijgend de omgeving in zich opneemt, voert het luidruchtige concert van de talrijke vogeltjes die ons omringen de boventoon. Grillige rotsformaties doemen op in een idyllisch ogend landschap van veelkleurige bloemen, geurige kruiden, struikgewas en markante oude bomen.

Een ogenschijnlijk onbetreden wildernis. Maar niets is minder waar. De mens heeft hier in een ver verleden sporen achtergelaten. Fascinerende sporen. Vele rechthoekige stenen bouwwerken met een ronde, gladde bovenkant prijken met gepaste trots op de massieve rotsen waaruit ze vervaardigd zijn. Een laatste rustplaats voor de doden. De sarcofagen zijn de enige tastbare overblijfselen van de oude Lycische cultuur, vierhonderd tot zeshonderd jaar voor Christus. Talloze massieve grafmonumenten omringen ons. Een mysterieuze dodenstad.

De vorm van de sarcofagen komt overeen met die van hun oorspronkelijk houten Lycische woningen. Zo vinden de ronde balken van het dak hun nagebootste stenen equivalent in de sarcofagen, die als monumentale kopieen van hun woningen een tastbaar beeld oproepen van een vervlogen cultuur. Gracieus gevormde ornamenten van leeuwenkoppen en sfinxen verfraaien de “entree” van menige sarcofaag.

Een deel van de “dodenwoningen” is uitgehakt in rots. Het dak van deze tombes vormt het fundament voor een vierkant gebouwde sarcofaag. Uittorenend boven hun omgeving lijken de rechthoekige objecten al zo’n tweeëneenhalf duizend jaar onverstoorbaar de wacht te houden. Tastbaar, maar ongrijpbaar. de tand des tijds hebben de eenvoudige houten huizen van de eerste Lyciërs niet overleefd. Echter, hun stenen equivalenten zijn niet gezwicht voor de elementen. Integendeel, de gave staat van veel sarcofagen is verbluffend. Oorlogen, aardbevingen, weer en wind hebben de kunstige bouwwerken doorstaan. De tombes lijken zich te gedragen conform hun bestemmingsplan, de eeuwigheid trotserend.

Ze maakt indruk, deze even weelderige als verstilde dodenstad, hoog uittorenend boven zee. Mike wil de rust van deze plek graag behouden. Nee, hier liefst geen enorme aantallen mensen. De magie van deze plek gedijt alleen in stilte.

Paradoxaal genoeg bruist het in de dodenstad van het leven. “Kijk, die wilde je zo graag zien,” zegt mijn gids, wijzend met zijn wandelstok onder een doornstruik. Een grote schildpad verbergt kop en poten onder een stevig schild. Een stukje verder verdwijnt een grote salamander in de opening van een graftombe.

Ook ieder bloemetje, dat de ons omringende grauwe graftombes een bijna vrolijke glans geeft, verdient de aandacht van de spraakzame Brit. Herhaaldelijk onderbreekt hij zijn rondleiding om zich gebiologeerd over een verscholen bloemetje te ontfermen. “Ziehier! Een helderrode wilde roos, is het niet ongelooflijk?”

Een stukje bergopwaarts staan we aan de rand van een enorm ravijn met een fenomenaal uitzicht op de Middellandse Zee waaruit vele maagdelijke eilandjes speels oprijzen.

Mike trekt met een tak een denkbeeldige lijn in de diepte. “De grillige beboste uitlopers die je de zee in ziet lopen, daarover baant The Lycian Way zich een weg. Een ruim tweehonderdveertig kilometer lange tocht, verdeeld in trajecten van tien tot vijftien kilometer. Een dromerige mediterrane langeafstandswandeling, die grotendeels de kustlijn volgt. Diverse uitstapjes naar historische evenementen in de directe omgeving zijn mogelijk. Landschappelijke schoonheid en culturele rijkdom gaan hand in hand op deze relatief verlaten klassieker.”

Lycië, begrensd door Muğla in het westen en in het oosten Antalya als centrale Lycische trekpleister, is geografisch slechts een vlek op de kaart, zij het zeker geen onbelangrijke als onderdeel van het toeristische zuidwestelijke Anatolië. Zo toeristisch als het kustgebied is, zo onontdekt zijn de binnenlanden van Lycië.

de rUst en Gemoedelijkheid zijn niet van alle tijden. Ingeklemd tussen Griekse en Aziatische mogendheden en belaagd door de Romeinen kent het gebied een turbulente geschiedenis. De Grieken domineerden vanaf duizend jaar voor Christus, gevolgd door een Perzische invasie in de zesde eeuw voor Christus, waarna de Romeinen in de eerste decennia na Christus de macht overnamen.

De later zegevierende fanatiek christelijke Byzantijnen moesten in de elfde eeuw het veld ruimen voor de binnenvallende Turken. Een mengeling van Turken en Anatolische Grieken bevolkten Lycië maar liefst zeshonderd jaar.

Het roemruchte Lycische verleden manifesteert zich op vele plekken, vaak aan het oog onttrokken door grillig gebergte en begroeiing. Een gids is hier geen overbodige luxe.

Het aquaduct van Yeşilköy ligt verscholen in doornig struikgewas. Opvallend is het samengaan van Lycische en Romeinse bouwkunst; het fundament van de waterleiding is van Lycische makelij, de Romeinen vervolmaakten het bouwwerk met een gepolijste stenen waterleiding. De scheidslijn tussen Lycisch en Romeins is eenvoudig te trekken: de Lyciërs hanteerden veelhoekige stenen, de Romeinen bouwden met een strakke rechthoek.

Niet voor niets heet Yeşilköy in de volksmond “Groendorp”; de vallei is er omgeven door weelderig begroeide heuvels. Als een witte stenen slang kronkelt de massieve waterleiding hoog door het heuvellandschap. Ook bergop? Jazeker! De waterstroom ging deels tegen de zwaartekracht in door middel van een vernuftig hogedruksysteem.

De deels opgegraven stad Patara demonstreert grotere samenhangen. Wandelaars van The Lycian Way kunnen urenlang ronddwalen aan de nabij zee gelegen dromerige vestingstad. Ook dit gigantische bouwwerk werd door de Lyciërs geïnitieerd en later door de kapitaalkrachtigere Romeinen vervolmaakt. Het statige, geïsoleerd staande

restant van de oude stadspoort is een stille getuige van wat eens een lange stadsmuur was, kronkelend over de hoogste punten van de omringende beboste heuvels.

De massieve muur onttrok het stadsleven geheel aan het oog van de Romeinse buitenstaander. Nu liggen de bouwwerken naakt tentoongesteld. Maar toch, de gehavende monumenten geven hun geheim niet spontaan prijs. Restanten van de met granieten pilaren gemarkeerde winkelstraat, theater, kerk, badhuis, waterput en haven vertellen ieder hun eigen verhaal. Een verbrokkeld verhaal, letterlijk en figuurlijk. Met bloemrijke verhalen smeden Karen en Mike veel ontbrekende stukken aan elkaar.

een collectieve zelfmoord, dat was de reactie van de bevolking van de stad Xanthos toen vijandelijke volkeren hun vesting dreigden over te nemen. Aan weerszijden beschermd door twee rivieren was Xanthos ooit een moeilijk inneembare vesting. Toch liepen vreemde mogendheden de stad twee maal onder de voet; eerst de Perzen in de zesde eeuw voor Christus en in de eerste eeuw na Christus veroverde Brutus de stad ten tijde van de Romeinse burgeroorlog. De trotse bewoners verkozen de dood boven de nederlaag; toen de annexatie door de twee vreemde mogendheden onafwendbaar was, verwoestten de inwoners tot twee keer toe hun eigen stad alvorens collectief zelfmoord te plegen. Zij wilden de eer aan zichzelf houden.

Twee millennia later lijken de Lyciërs nog niets aan trots te hebben ingeboet. Mike en Karen nemen me mee naar het diep in de bergen gelegen gehucht Gey, gelegen aan The Lycian Way. Karakteristieke berghuisjes, een stenen olijfpers, aangezwengeld door een ezel, loslopende kippen en kleurrijke mensen.

De sober levende bevolking is opvallend mooi gekleed. Een moeder met op haar rug een baby, in een draagdoek gedrapeerd, loopt trots door het smalle dorpsstraatje. Een charmant ogend meisje bakt gevlochten koekjes in een houtoventje, een oude karakteristieke vrouw zit voor haar open voordeur te weven. Weinig bezittingen hebben deze gastvrije mensen, maar hun uitstraling is zelfbewust, trots en opgewekt.

Onze hartelijke gastvrouw, een weefster die prachtige kleden maakt, serveert een dienblad met de meest heerlijke spijzen. Bonen, gemengde groenten, rijst, yoghurtsaus en verse honingraten met nectar overgoten.

Faralya is de laatste plek die we bezoeken. Ons rustieke onderkomen balanceert op de rand van een loodrecht ravijn. Ver beneden ons ligt een totaal verlaten strandje aan een paradijselijk ogende diepblauwe baai, vlakbij Ölü Deniz. Wandelaars van The Lycian Way kunnen het strand te voet bereiken om na terugkomst zich aan de rand van de kloof neer te vlijen.

Deze plek nodigt uit om onder het genot van een drankje een dagje naar de waaier van grillig gevormde uitlopers in zee te staren. En waarom ook niet? Temidden van een idyllisch landschap doorkruist The Lycian Way drie millennia geschiedenis. Tijd is een relatief begrip in deze fabelachtige Lycische contreien.

BijBels anatolië

In de voetsporen van de apostel Paulus

Talrijke Nederlandse touroperators bieden ´christelijke’ reizen naar Turkije aan. Eind juni zullen er weer veel religieuze reizigers afreizen naar de geboorteplaats van de apostel Paulus: Tarsus aan de Turkse zuidkust om zijn geboorte (zo’n tweeduizend jaar

geleden) te vieren. tEKSt mArC GUILLeT FOTO’S SLAWOmIrA KOzIenIeC

“d e kerk van St.-Petrus?” De kok laat zijn lange mes even rusten naast de ronddraaiende en druipende döner kebab, kijkt met een blik vol onbegrip naar de buitenlandse bezoeker en fronst het voorhoofd. Een van de klanten heeft de vraag ook gehoord en zegt: “Bedoel je soms de kerk van Saint Pierre?” Op de bevestigende knik geeft hij aanwijzingen hoe het oude kerkje in een grot boven de stad gevonden kan worden.

Op de weg naar boven worden we begroet door Necla, een veertigjarige christin, die de was aan de takken van een boom te drogen hangt. “Kom even theedrinken!” zegt ze uitnodigend. “Het is veel te warm om zo naar boven te gaan.” Met handen en voeten plus wat steenkolenturks van onze kant begrijpen we van haar dat er steeds meer christelijke toeristen komen naar deze zuidoostelijke uithoek van Turkije, omdat ze nieuwsgierig zijn naar de nalatenschap van de apostel Paulus, die na de dood van Jezus het nieuwe geloof van naastenliefde in Anatolië verspreidde.

Lucas, een van de vier evangelisten, woonde in deze stad en had een grot in een van de hellingen. Hij stelde zijn grot ter beschikking van de groeiende gemeenschap christenen om er samen te bidden. De wandeling naar boven is de moeite waard. Niet alleen de wetenschap dat deze vroegchristelijke grotkerk een van de eerste kerken van de jonge christelijke sekte was, maakt het bezoek bijzonder. Zowel de apostel Petrus als Paulus hebben de stad en de kerk bezocht. En samen met Barnabas hebben ze de kleine gemeenschap van Jezus-aanhangers hier uitgebreid.

Het is nu moeilijk meer voor te stellen, maar in die dagen was dit slaperige provinciestadje het bekende Antiochië-aan-de-Orontes, een Grieks-Romeinse metropool met een half miljoen inwoners, die in schoonheid alleen werd overtroffen door Rome. Uit Jeruzalem gevluchte volgelingen van Christus begonnen in deze hoofdstad van de belangrijke Romeinse provincie Syrië joden en aanbidders van traditionele goden te bekeren. In Antiochië noemde men de aanhangers van Jezus voor het eerst christenen. Antiochië groeide uit tot een van de eerste bolwerken van de nieuwe godsdienst.

Van hieruit vertrok de apostel Paulus voor zijn drie grote zendingsreizen die samen tien jaar duurden.

Paulus was van alle apostelen de meest reislustige. Zijn evangelisatietochten om de inwoners van Anatolië, Griekenland en Macedonië tot het nieuwe geloof in Jezus te bekeren, waren moeilijk en gevaarlijk. Zoals hijzelf het beschreef: “Voortdurend was ik onderweg, bedreigd door rivieren, rovers en vreemdelingen, in gevaar in de stad, in de woestijn, op zee en te midden

Toeristen schrijven briefjes en gebeden gericht aan Maria die ze aan de bidmuur opspelden.

van schijngelovigen. Ik heb gezwoegd en geploeterd, vaak zonder te slapen, hongerig en dorstig, vaak zonder te eten, verkleumd en zonder kleren.”

Paulus werd tweeduizend jaar geleden geboren in een streng joods gezin in de toenmalige kosmopolitische havenstad Tarsus, aan de zuidoostelijke kust van wat nu Turkije is. Paus Benedictus XVI heeft 2008 uitgeroepen dan ook uitgeroepen tot het Paulus-jaar. De vieringen vinden eind juni plaats.

Als jonge man studeerde Paulus in Jeruzalem voor rabbijn en hij leerde het ambacht van tentenmaker, waarmee hij de kost verdiende tijdens zijn lange zendingsreizen. De grondlegger van het christendom bezocht antieke steden zoals Philadelphia, Antiochië-in-Pisidië, Pergamon en Efese, bleef daar geruime tijd om inwoners te bekeren en er een christelijke gemeente op te zetten en trok dan weer verder.

Al deze steden – of ruïnes ervan – liggen in Turkije. Wie in de voetsporen van de apostel Paulus door Anatolië reist, wordt getroffen hoe de brieven van de apostelen in deze islamitische omgeving tot leven komen. ‘Een soort cultuurschok’ noemt toerist Bert van Oosterhout het. “Niet de schok van: alles is anders. Eerder het tegenovergestelde. De geuren en kleuren, de dorpen en stadjes, de amfitheaters en klassieke straten zijn die uit het West-Romeinse rijk en Griekenland. Waarom zou het anders zijn, hier in het voormalige Oost-Romeinse rijk? We hadden het ons alleen tevoren niet gerealiseerd.”

In Tarsus herinnert vrijwel niets meer aan de tijd die Paulus hier doorbracht. De gerestaureerde oude huizen, de Paulus-waterput en het zogeheten Paulus-huis hebben niets met de apostel te maken.

In Konya – het vroegere Iconium, waar Paulus preekte – bezoeken we het praalgraf van Mevlana, de grootste mystieke dichter van de islam wiens levensbeschouwing draaide om liefde en verdraagzaamheid. Het is nog steeds een bedevaartsoord. In het mausoleum heerst een serene, gewijde stilte. Pelgrims bidden er met open handpalmen vragend ten hemel gericht.

In het Mariahuisje is een altaar en er hangt een ingelijste gouden rozenkrans met parels die paus Benedictus XVI meebracht tijdens zijn bezoek eind 2007.

Talrijke touroperators bieden reizen aan naar Turkse steden waar sporen van de vroegchristelijke gemeenschappen te vinden zijn. Efese, Selçuk en Cappadocië maken deel uit van de meeste groepsreizen.

Een minibusje brengt ons naar de ruïnes van Antiochië-in-Pisidië op een heuvel boven het stadje Yalvaç. Het is er weldadig rustig en je voelt je er als een ontdekkingsreiziger en amateurarcheoloog. Het massatoerisme dat in het seizoen trekpleisters als Efese en Troje overspoelt, is hier afwezig omdat het buiten de gebaande paden van de touroperators ligt. De stad die Paulus hier in 46 aantrof was een kosmopolitische, Romeinse nederzetting. Eerst probeerde hij de plaatselijke joden te bekeren door hen op de sjabbat toe te spreken in hun synagoge.

Net als Paulus zakken we langs de kust van de Egeïsche Zee af naar Troje (nu Truva), Assos (nu Behramkale), Pergamon (nu Bergama), en Akhisar en Sart die behoorden tot de Zeven kerken van de Apocalyps. Via Alaşehir (het bijbelse Philadelphia) bereiken we Efese, waar Paulus drie jaar heeft gewoond. Er brak een oproer uit onder de zilversmeden, die verontwaardigd waren over Paulus’ donderpreken tegen afgoderij en zedenbederf. Zij vreesden dat daardoor hun handel in de beeldjes van de godin Artemis in gevaar zou komen. Paulus en zijn medewerkers konden ternauwernood ontsnappen aan een lynchpartij.

Boven de ruïnestad is het huisje waar Moeder Maria haar laatste levensjaren zou hebben doorgebracht – een waar pelgrimsoord. Toeristen schrijven hun gebeden op papiertjes en van de bomen gevallen bladeren en spelden deze op de gebedenmuur. De pausen Paulus VI, Johannes Paulus II en Benedictus XVI hebben het huisje bezocht.

Diverse bezoekers hebben er een religieuze ervaring gehad, zoals de alleenstaande Canadese arts Meredith Hawkins uit New York. “Tijdens de mis ‘s ochtends vroeg scheen de zon. Het was alsof ik de contouren van een duif zag in de zonnestralen. Toen ik naar de kelk keek op het altaar voelde ik iets trekken aan mijn hart. Het voelde als een soort roeping. Ik voel me vaak onzeker over wat ik met mijn leven doe. Deze reis en deze ervaring hebben mij de zekerheid gegeven dat God een bedoeling met mij heeft.”

Specifiek christelijke groepsreizen worden onder andere aangeboden door de interkerkelijke reisorganisatie DrieTour Reizen, internetadres: www.drietour.nl

en eSCe reizen organiseert 15-daagse rondreizen ‘In de voetsporen van Paulus’. www.esce-reizen.nl

turks blauw

De Nederlandse politie wil een afspiegeling zijn van de multiculturele samenleving, maar allochtonen laten zich niet en masse in het blauw hijsen. Toch laten sommige migranten zich niet door vooroordelen uit hun omgeving weerhouden om te kiezen voor de politie. “Als een familielid iets verkeerds doet en je moet die persoon aanhouden, wie is dan eigenlijk

de verrader?” DOOr merCITA COrOneL FOTO’S TULPIA meDIA TeAm

een Turkse man komt bij de politie met het verhaal dat zijn meerderjarige dochter is weggelopen met een Nederlandse jongen. De politie ziet er niets strafbaars in, de dochter is immers meerderjarig en gewoon verliefd. “Wat is uw probleem, meneer?” vraagt de politieagent. De ervaren politieman weet niets te doen met de klacht. Celil Mor ziet dat de Turkse man zich niet serieus genomen voelt. Mor weet waar het probleem ligt voor de Turkse man en raapt als ‘jong broekie’ al zijn moed bijeen en legt het de ervaren diender uit. ”Waarom komt die man naar de politie? Het meisje is weggelopen. Dit betekent dat zijn goede naam en eer worden geschaad. De gemeenschap kijkt hem hierop aan. Het is geen strafbaar feit, maar als haar vader haar gaat zoeken en haar vindt, wat dan?” Mor zorgde ervoor dat vader en dochter weer met elkaar in contact kwamen, zonder positieve afloop overigens. De dochter beriep zich op haar keuzevrijheid, waarop de vader zei: “Dan heb ik vanaf nu geen dochter meer.”

Voor Mor bestaat er geen enkele twijfel over: allochtone politieagenten vormen een meerwaarde voor het politiekorps. Die mening is ook Said Tahri toegedaan. Tahri is werkzaam als vakspecialist Werving en selectie bij het Utrechtse politiekorps en is net terug van een bezoek aan een vmboschool waar hij zes jongeren heeft geworven, waarvan vier van allochtone afkomst. Het werven van allochtonen vraagt een andere

aanpak dan bij autochtonen, zegt Tahri. “Niet alleen via een advertentie. Je moet nagaan om welke groep het gaat en welk specifiek mediagedrag zij vertonen. Maar de sleutelrol ligt in het persoonlijke contact.” Tahri ziet nog een andere belangrijk argument om meer allochtonen in het politiecorps op te nemen: “De straat is cultureel divers geworden, de burger moet zich in de politie herkennen.”

het nederlandse politiekorps wil een afspiegeling zijn van de samenleving, maar van de 55.000 werknemers zijn er slechts 3400 van allochtone afkomst. En volgens PARAAT, een zelforganisatie van allochtone politieagenten, omvat dit percentage bovendien nog schoonmakers en administratief personeel; uiteindelijk zou het om zo’n 600 (in 2002 [MC]) agenten gaan.

Er is een aantal redenen aan te wijzen waarom het de politie maar niet lukt die afspiegeling te bereiken. De politie kampt al geruime tijd met een negatief imago vooral onder allochtone jongeren en binnen deze groep bij de hoogopgeleide allochtonen in

politiesuCCessen

de politie boekt ook successen. Tijdens het congres van het landelijke expertisecentrum diversiteit (LECD) in april 2008 ontving het politiecorps rotterdam-rijnmond een prijs voor de vooruitgang die geboekt is door het instellen van een accountpositie voor leidinggevenden en buurtagenten en voor het regiobreed bespreekbaar maken van integriteit, diversiteit en omgangsvormen. Verder gaan de 6000 medewerkers van het korps een diversiteitstraining volgen in het kader van ‘multicultureel vakmanschap’. een andere winnaar is het politiekorps Hollands Midden. normaal haalt slechts 1 op de 10 allochtone kandidaten de selectie voor de politieopleiding. In Holland Midden ligt dit cijfer dankzij het Schakeltraject nu 1 op 4. In dit traject werken de kandidaten aan hun zwakke plekken op het gebied van onder meer sociale vaardigheden, nederlandse taal en sport. een dergelijk traject werd overigens ook in 1994 al gebruikt door het Utrechtse korps. het bijzonder, zo blijkt uit een onderzoek van de Rutgers Nisso Groep uit 2007. Dit onderzoek noemt de volgende oorzaken van de impopulariteit van politie bij allochtonen: het selectieve en soms ronduit discriminerende optreden van politieagenten tegen allochtonen, bijvoorbeeld als het gaat om identiteitscontrole, en de problemen bij de aanpak van anonieme groepjes allochtone jongeren.

Mor en Tahri herkennen het probleem. Maar als mensen ‘klotepolitie’ roepen eist hij excuus, zegt Tahri . Jongeren vragen een bepaalde manier van benaderen. Tahri: “Zo lang je normaal met jongeren in gesprek gaat, is er geen probleem. Ik overtuig ze eerder dan dat ik de confrontatie met ze aanga. Afkomst speelt eigenlijk geen rol, het gaat erom wat je op die plek aan het doen bent.” Mor: “Het gaat om de manier van de mensen aanspreken. Ik kijk naar de mensen. Soms kun je door de wijze van benaderen de moeilijkheden opzoeken, waardoor mensen in verzet gaan. Natuurlijk tref je soms personen met een heel kort lontje. Maar het gaat erom hoe je zelf met zo’n situatie omgaat.” Beiden ervaren Geen loyaliteitsdruk, wanneer ze bijvoorbeeld van verraad worden beticht door allochtonen. Mor: “In mijn omgeving wordt dat niet gezegd, ik weet wel van andere collega’s die daar soms moeite mee hebben. Je probeert de organisatie te verdedigen, uit eigen ervaring. Maar wie is

“Ik vergezelde een vriend naar een open dag van de politie. Hij meldde zich niet aan. Ik wel. ”

de verrader? Als een familielid bijvoorbeeld iets verkeerds doet en je moet die persoon aanhouden, wie is dan eigenlijk de verrader?” Tahri: “Zegt het iets over hen of over mij als ze mij als verrader zien? Maar als je in gesprek bent, worden de posities al gauw helder. Ik sta aan de goede kant, ik beteken iets voor de samenleving en jij?”

Maar voor Tahri was een politiecarrière evenmin een uitgemaakte zaak. Hij kwam bij toeval bij het korps terecht. “Ik vergezelde een vriend naar een open dag van de politie. Hij meldde zich niet aan. Ik wel.” Mor daarentegen droomde al van het beroep politieman vanaf groep 8, toen een oud-leerling zijn politiediploma daar kwam laten zien. Al zijn klasgenoten zagen zichzelf die middag al in uniform, alleen Mors vurige wens overleefde de uren van de middag. Voor beiden waren en zijn de actie, de afwisseling in de functie en het contact met mensen de aantrekkelijke kanten van het beroep. Een andere reden van de langzame groei van allochtonen bij het politiekorps blijkt de grote uitstroom te zijn. Allochtonen binnen krijgen, vormt een probleem, ze in het korps houden

“Je bent de makelaar van je eigen toekomst. Bij de politie kun je alle kanten op. ”

veranderend politiebeleid

Het ontbreken van multiculturele kennis kan parten spelen bij het inschatten van gebeurtenissen zoals Mor en Tahri laten zien. Het RutgersNisso-onderzoek uit 2007 meldt dit ook. de geïnterviewde experts in het rapport stellen dat de cultuurkennis en interculturele vaardigheden als ontoereikend wordt ervaren, waardoor soms vermijdbare conflicten met de allochtone bevolking ontstaan. dit wordt op landelijk niveau erkend. de belangrijkste wijziging in het diversiteitsbeleid betreft de benadering: niet meer als social issue (riep weerstand op), maar als business issue. de organisatie moet toegerust worden met nieuwe vaardigheden om de veranderende samenleving van dienst te kunnen zijn. ‘Multicultureel vakmanschap’ is een competentie die daarbij hoort. een andere manier om bijvoorbeeld discriminerend en/of seksueel intimiderend gedrag tegen te gaan, is het benadrukken van goede omgangsvormen en integriteit. Het RutgersNisso-onderzoek constateert dat het besef van preventie van ongewenst gedrag wel bij de korpsleiding leeft, maar over het algemeen nog niet tot de managementniveaus is doorgedrongen. een opvallende waarneming in het rapport is dat seksuele intimidatie samenhangt met een negatieve organisatiecultuur, althans in de perceptie van de slachtoffers. Mannen en vrouwen die dit hebben meegemaakt geven steevast aan dat er in hun werkomgeving negatiever wordt omgegaan met minderheden.

het nog een. Uit recent onderzoek van Bureau Driessen blijkt dat 1 op de 5 allochtone politiemannen overweegt om uit dienst te stappen en 40 procent voelt zich min of meer achtergesteld. 28 Procent vindt dat ze achtergesteld worden voor extra opleiding of promotie. De weinig open bedrijfscultuur wordt als oorzaak aangewezen voor de uitstroom van allochtonen bij de politie. Ahmed Marcouch, voormalig politieman en nu stadsdeelvoorzitter van de Amsterdamse wijk Slotervaart, verwoordde dit in het MTNL-programma Boter, Kaas en Eieren verleden jaar als volgt: “Als allochtone politieman moet je niet twee keer zo sterk zijn, maar wel vier keer sterker zijn dan de gemiddelde politieman.” Vooral als de interne steun ontbreekt, dreigt het gevaar van afbranden, zegt de oud-politieman. Mor herkent het beeld: een typefout van hem wordt gezien als een tekortkoming in zijn beheersing van de Nederlandse taal en niet gewoon als een fout omdat hij vanwege zijn dikke vingers per ongeluk een verkeerde toets indrukt. Mor verzet zich er niet meer tegen: “Ik lach er nu om.”

de Gesloten BedrijfscUltUUr komt voort uit onder meer de onervarenheid met het omgaan met andere culturen wat vooral in de jaren negentig een rol speelde, zeggen beide politiemannen. Mor: “Wij hebben moeilijke tijden gehad. Allochtone politiemensen waren toen iets nieuws binnen de organisatie. Tegelijkertijd woonden binnen korte tijd veel nieuwe, allochtone mensen in de stad wat problemen met zich meebracht. In plaats van dat de politie tegen hen moest optreden, moesten ze nu met hen samenwerken. Het ging om onwetendheid uit het begin van de jaren negentig. Dat ligt nu anders.” Tahri: “Persoonlijk voel ik de politie niet als negatief. Begin jaren negentig kwam ik bij de politie wat een moeilijke tijd voor allochtone collega’s was binnen een autochtone organisatie. Dat kwam door een gebrek aan ervaring en informatie. De uitdaging is om daarmee om te gaan. Maar er is nu meer sprake van tweerichtingsverkeer. Er wordt nu binnen de organisatie ook meer aandacht besteed aan omgangsvormen, integriteit en het tonen van respect jegens je collega’s.” Desalniettemin erkent zowel Mor en Tahri dat je sterk in je schoenen moet staan, wil je bij de politie werken. Mor: “Ben je weerbaar genoeg? Dat kan best pittig zijn, hoor ik soms van andere allochtone collega’s. Maar je moet proberen het van een andere kant te zien, positief te blijven en vol te houden. Ik voel me in ieder geval thuis en zie geen redenen om er weg te gaan.” De dubbele culturele achtergrond ervaren beiden als een pluspunt bij conflictoplossing, zeker in multiculturele wijken. Beiden houden de grens van betrokkenheid en professionaliteit goed in de gaten. Mor: “Eerwraak is zoiets. Als je niet sterk in je schoenen staat, kun je zo’n kwestie als een grote druk ervaren en die neemt alleen maar toe als je geen steun krijgt. In een stad met meer culturen is de druk groter. De kunst is hoe ermee om te gaan. Voel je je verbonden met die ene zaak of zeg je: tot hier en niet verder. Je moet zelf de grens trekken en het van de zakelijke kant bekijken, niet van de persoonlijke. Dat maakt het werk soms lastig, we moeten continu schakelen.” Eerwraak is een probleem dat nu vooral wordt opgepakt door specialisten binnen het korps.

De beide politiemannen beschikken naast culturele kennis ook over een groot netwerk in de wijken. Dit levert voordeel op, maar kan ook tot hachelijke situaties leiden. Mor: “Ik werd naar een burenruzie gestuurd. Het bleken toevallig Turkse gezinnen te zijn. Ik kwam aan bij het eerste gezin en dacht: ‘Hé, die ken ik.’ Ik ken jou via een tante van mijn moeders kant. Zij dachten toen: hij gaat par-

“De straat is cultureel divers geworden, de burger moet zich in de politie herkennen. ”

tij voor ons kiezen. Ik ging naar het volgende gezin. Wat blijkt? Dat gezin kent mijn vader, via een oom van mijn vader. Wat te doen? Voor mij was het eigenlijk geen probleem. Ik zei: “Wij zijn verre kennissen of familieleden van elkaar. Indirect kennen jullie elkaar ook, laten we dit oplossen.” Ik gebruikte onze gezamenlijke verwantschap als ingang.”

jonGeren heBBen vaak een verkeerd beeld van de politie, ervaart Tahri. Er zouden weinig carrièremogelijkheden bestaan en het korps niet allochtoonvriendelijk zijn. Verleden jaar hebben tv-programma’s als Nova en Netwerk geen rooskleurig beeld geschetst over de positie van allochtone politiemensen. Dat - wat Tahri betreft - eenzijdige beeld blijft wel hangen. “Ze weten eigenlijk weinig over onze organisatie. Jullie geven alleen maar bekeuringen en er zijn weinig carrièremogelijkheden, denken jongeren. Maar ik heb bijvoorbeeld bij de recherche, als wijkagent en op straat gewerkt. Er bestaan zo veel mogelijkheden binnen de politie. Ik ga met ze in gesprek en dan veranderen ze van mening, maar vragen ze toch voor de zekerheid: “Zeg, heb je het echt naar je zin bij de politie?” Maar het beleid is aan het veranderen, benadrukt Tahri. Er is naar aanleiding van bijvoorbeeld Fitna, de film van PVV-kamerlid Wilders, een stevige discussie geweest op zijn werk, zegt Tahri . “Ik voel mij helemaal niet aangesproken door die film, die zegt niets over mij. Ik hoef mij niet te verdedigen, het wordt binnen onze organisatie op een gezonde manier benaderd.”

De doorstroom van allochtonen naar een hogere positie blijkt een ander probleem. Khalid El Yattioui, voorzitter van PARAAT en politie-inspecteur, is een van de schaarse allochtone officieren binnen het Nederlandse politieapparaat. Tahri : “Je bent makelaar van je eigen toekomst. Je kunt alle kanten op. Ik denk dat doorstromen in het bedrijfsleven naar een andere functie evenmin snel gebeurt. Het is gewoon een traag proces, net zoals de arbeidsparticipatie van vrouwen. Die is in de loop van de tijd ook ten goede veranderd.”

This article is from: