6 minute read

Yes, we can: De nieuwe ondernemers

De nieuwe ondernemers

Yes, we can

Advertisement

De slagerijen en buurtwinkels voorbij. Migrantenondernemers beginnen steeds minder traditionele ondernemingen en steeds vaker gespecialiseerde bedrijven, zo blijkt uit een recent sociologisch onderzoek onder de tweede generatie migranten. Waarom? “Omdat ik het in me heb én ik wil geen orders meer van

anderen aannemen.” DOOr muraT IşIk ILLUSTrATIES STOCK.XChnG

Zeliha Şen (36), moeder van twee jonge kinderen, werkte tot voor kort bij de sales afdeling van Sun Microsystems. Binnenkort begint ze, met haar man en een businesspartner, een sjiek koffiehuis naar Italiaans concept in Rotterdam, WeenaZuid. Şen: “Ons koffiehuis gaat Pascucci heten. Het is een franchise met wereldwijd 58 filialen in onder andere Moskou, Zuid-Korea en Saudi-Arabië. Maar in Nederland was er nog geen vestiging van Pascucci. We gaan kwaliteitskoffie bieden van een bijzonder recept. Bij ons kun je wel 45 soorten koffie bestellen.”

Vol trots vertelt ze over de bijzondere koffie die ze er gaat serveren. “De koffiebranders van Pascucci bevinden zich in Rimini, maar de koffiebonen worden opgeslagen in de bergen in Italië, zodat het vochtigheidsgehalte ervan optimaal blijft. De koffie wordt op de klassieke manier gebrand waardoor de smaak niet verloren gaat.”

Şen is een nieuw soort migrantenondernemer, zoals beschreven door sociologe Katja Rusinovic. Zij promoveerde recent aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam. Voor haar proefschrift Dynamic Entrepreneurship: first and second-generation immigrant entrepreneurs in Dutch cities interviewde ze 252 migranten van de eerste en tweede generatie die in Nederland een onderneming drijven.

De opvallendste conclusie uit haar onderzoek is dat de sterkst groeiende sector onder migrantenondernemers de zakelijke dienstverlening is, zoals adviesbureaus en accountancykantoren, en dat de migrantenondernemers steeds minder traditionele ondernemingen zoals bakkerijen en slagerijen beginnen. Turks brood en Marokkaanse muntthee maken steeds meer plaats voor fiscale adviezen en het ontwerpen van websites. Daarmee samenhangend is ook de afzetmarkt van de migranten breder geworden en worden niet alleen mensen uit de eigen etnische groep maar ook autochtonen beter gevonden.

de afwijkende aanpak van de tweede generatie heeft zijn vruchten afgeworpen. De tweede generatie migranten boekt volgens het onderzoek aanzienlijk meer succes. Een oorzaak hiervan is dat de tweede generatie in Nederland is geboren en beter geïntegreerd is dan de eerste generatie en over betere netwerken beschikt en makkelijker contact met banken legt. TULPIA sprak met twee jonge Turkse ondernemers over hun onderneming.

Enver Varışlı (32 jaar) is projectmanager in de welzijnssector en heeft sinds een jaar adviesbureau Etno Connect. Het eenmansbedrijf brengt instellingen en bedrijven in contact met etnische minderheden uit vooral de Turkse gemeenschap. Zijn klanten bestaan bijvoorbeeld uit de GG&GD, regiopolitie Amsterdam-Amstelland en de zorgverzekeraar Agis.

Varışlı beschikt over een uitgebreid netwerk dat bestaat uit Turkse organisaties, moskeeën, jongerenorganisaties, sportclubs en sociaal culturele instellingen. Varışlı: “Ik bied mijn netwerk aan. Instellingen en bedrijven hebben moeite de etnische minderheden te bereiken en als het ze al lukt ze te bereiken, krijgen ze het niet voor elkaar hen warm te krijgen voor hun ideeën of product.” En daar komen de vaardigheden van Varışlı om de hoek kijken. “Je moet een vertaalslag kunnen maken, aan de migranten uitleggen waar het om gaat. Die feedback moet je terugkoppelen naar de bedrijven en instellingen. En je moet weten hoe je mensen moet benaderen, sociaal zijn.”

Şen en haar man zochten lang naar een geschikte locatie voor hun koffiehuis.

“Het was lastig om een geschikte locatie te vinden voor een goede prijs. De zoektocht heeft anderhalf jaar geduurd, maar we zijn tevreden. Rotterdam is een goede stad met veel winkelpubliek.”

Op de vraag waarom ze besloot voor zichzelf te beginnen, antwoordt Şen zelfverzekerd: “Omdat ik het in me heb én geen

orders meer van anderen wil aannemen. Ik wil vrij zijn, zelf beslissingen nemen en niet in een keurslijf werken of andermans bedrijfscultuur overnemen. Ik wil dat geen dag hetzelfde is.”

Een koffiehuis op zich was niet altijd een droom voor Şen. Jaren geleden probeerde ze een filiaal van een bekend Turks kledingmerk te openen in Nederland. “Dat is helaas niet gelukt. Maar de wens om voor mezelf te beginnen is gebleven. Bij mij in de buurt heeft een aantal Turkse ondernemers drie groentezaken naast elkaar geopend, puur omdat ze in de veronderstelling waren dat als de ene onderneming kan bestaan, die van hun dat ook kan. Dat is niets voor mij! Pascucci kwam op mijn pad: het is een kans, iets unieks.”

Niet iedereen was even enthousiast over de plannen van Şen en haar man. “De mensen hebben ons voor gek verklaard dat we hier zoveel geld in hebben gestoken, al die reisjes naar Italië om dit te kunnen opzetten, al die investeringskosten. Maar geloof me, ik weet wat ik doe.”

Geld is Geen drijfveer voor Şen. Er zijn andere dingen die haar tot deze stap aanzetten. “Ten eerste wil ik een boodschap geven aan de allochtonen en dan vooral de Turken en Marokkanen. Ik wil laten zien dat je met risico’s nemen ook iets kunt bereiken. Ten tweede wilde ik persoonlijk iets bewijzen. Ik heb mijn heao niet kunnen afmaken, terwijl mijn broers en zussen allemaal mooie studies hebben afgerond en het erg goed doen. Ik wil laten zien dat ik er op mijn manier óók kom. En ja, ik wil natuurlijk ook bewijzen dat de mensen die me voor gek verklaarden het niet bij het juiste eind hadden.”

Varışlı komt er ook wel, zo te zien. Op dit moment is hij bezig met zijn derde opdracht, maar daarnaast werkt hij nog in loondienst. “Maar over een jaar wil ik me fulltime met Etno Connect gaan bezighouden.”

Varışlı is ervan overtuigd dat hij een dienst aanbiedt waar veel vraag naar is. “Er is behoefte aan dit werk en ik ben de juiste persoon om de migrantengroepen aan te spreken. De link te zijn tussen migranten en de bedrijven.”

Door de jaren heen heeft Varışlı zijn Turkse netwerk zorgvuldig opgebouwd.

“Vanaf mijn zeventiende zet ik me al in voor de Turkse gemeenschap. Zo leerde ik de vaardigheden en omgangsvormen kennen die me nu goed van pas komen. Ik ben vrijwilliger geweest bij een Turkse jongerenorganisatie, voorzitter bij een Turkse studentenvereniging en ouderenadviseur. Daarnaast heb ik veel te maken gehad met bestuurders. Dat is allemaal erg goed geweest voor mijn netwerk.”

Varışlı heeft meerdere redenen om een eigen onderneming te runnen. “In mijn huidige baan kan ik de uitdaging niet vinden. Het werk dat ik nu doe daarentegen is veelomvattend. Het is mooi om ergens voor te gaan, goed werk te verrichten en daarvoor beloond te worden.” Dan zegt hij stralend: “Ik voel de waardering van de klant, de opdrachten worden langer en complexer. Dat is voor mij de kick, die stijgende lijn! Daar geniet ik van.”

Daarnaast hoopt Varışlı ook iets voor jongeren te kunnen betekenen in de toekomst. ‘Ik vond het zelf in mijn studietijd erg moeilijk om een stageplek te vinden en moest daar wel eenenveertig brieven voor schrijven. Daarom zou ik graag ook stageplekken willen gaan aanbieden aan jongeren.’

Over zijn ambities is Varışlı duidelijk. Hij wil groeien met zijn bedrijf. “Ik wil van Etno Connect een volwaardig adviesbureau maken dat meerdere disciplines beheerst. En ik wil een echte adviseur worden, iemand die bedrijven ook vooraf informeert en betrokken is bij de totstandkoming van producten. Naast zijn werk als projectmanager en het runnen van zijn eigen adviesbureau vindt Varışlı ook nog de tijd om een website voor Turkse jongeren in Nederland te onderhouden: turksnl.net. “Ik kan mijn netwerk ook online bereiken. Dat is ook erg interessant voor mijn klanten.”

This article is from: