9 minute read

Panel: Innige banden met het herkomstland staan een goede integratie in de weg?

Innige banden met het herkomstland staan een goede integratie in de weg

In deze rubriek geven enkele panelleden van diversepluimage hun mening over een actueel onderwerp. de vakantie staat weer voor de deur. wederom zullen honderdduizenden nederlandse Turken en Marokkanen een kleine volksverhuizing op gang brengen naar de landen van herkomst om er de zomervakantie door te brengen. Sommige critici geloven dat zolang de banden met herkomstlanden zo innig blijven dat die dan ten koste gaan van de integratie in nederland. deze mensen blijven immers schipperen tussen twee werelden, zeggen ze. wordt het geen tijd dat de nieuwe nederlanders ook hun vrije doorbrengen op goedkope campings in nederland, of tussen de Hollandse plebs aan de Spaanse Costa? Kortom, wordt het geen tijd dat migranten hun banden met de herkomstlanden afsnijden en dat ze zich helemaal loyaal opstellen tegenover nederland?

Advertisement

Famile Fatma Arslan, advocate: “Indien goede integratie inhoudt zes weken lang op de camping gaan staan nabij een gehucht, dan kies ik ervoor om niet-geïntegreerd door het leven te gaan. Voordat een zinnig antwoord gegeven kan worden op deze stelling dient duidelijkheid te komen over een aantal begrippen zoals goede integratie. Op welk moment ben je goed geïntegreerd? En wat was dat ook al weer: loyaliteit? Heel eerlijk gezegd denk ik dat het heel naïef zou zijn om te denken dat mensen hun verleden, geschiedenis, cultuur en religie vergeten of vernietigen zodra zij zich vestigen in een andere omgeving. Vooral als het verblijf als tijdelijk wordt beschouwd. Immers genoemde zaken behoren tot de persoonlijke bagage van individuen en het zou onredelijk zijn om te verwachten dat deze mensen alles overboord gooien voor een bestaan in ons waterland. Is het niet veel beter om gebruik te maken

Uğur Pekdemir, voorzitter van de Turkse netwerkorganisatie Tannet:

“Integratie is een gewild discussieonderwerp, dat blijkt (zie ook deze stelling). De discussie wordt te veel gedomineerd door of/ofdenken in plaats van en/en-denken, want ik ben verbonden met Nederland én met Turkije. Ik leef en woon in Nederland en mijn oriëntatie en toekomst zijn Nederland. Ik ben primair geïnteresseerd wat er in Nederland gebeurt, maar ik heb ook een meer dan gemiddelde interesse voor wat er in Turkije gebeurt, vanwege de natuurlijke verbondenheid. Dus er is helemaal niets mis mee als ik zowel Turkije als Oranje aanmoedig. Echter de discussie is een andere: namelijk, dat de Nederlandse samenleving wakker is geschud. De aanslagen in New York en Washington op 11 september 2001, de politieke moorden op Pim Fortuyn en Theo van Gogh. Wanneer we terugkijken op de laatste jaren dan zien we dat deze gebeurtenissen en maatschappelijke problemen geleid hebben tot een nieuwe trend. Iedereen heeft ‘ineens’ een uitgesproken mening over de multiculturele samenleving of over de integratie in de Nederlandse maatschappij. Ook de politiek gaat mee in deze trend. Nota’s over het integratiebeleid volgen elkaar in rap tempo op. De inkt van de ene nota is nog niet droog of de volgende nota wordt alweer gepresenteerd. De beleidsmakers lijken op de afnemende effectiviteit van al die schoonheden die het met zich meebrengt? Is het geen verrijking indien het je aan het denken zet over je eigen waarden en normen die ooit zo vanzelfsprekend waren? Het voorleggen van loyaliteitsvraagstukken enkel en alleen aan migranten getuigt niet van inzicht in het menselijke handelen. Immers, minderhedenvraagstukken zijn maatstaf voor het bepalen van het respect voor mensenrechten en individuele ontwikkeling. Daar Europa als de grote voorstander van mensenrechten een grote mond heeft over de schendingen in allerlei landen, meen ik dat het er goed aan doet om de rechten van zijn eigen minderheden te waarborgen. Theorie en praktijk komen niet overeen. Maar banden vervagen. Zoals de taal die verbasterd raakt. De familiebezoeken maken plaats voor toeristische plekken. Na een paar generaties

zal alleen de naam nog herinneren aan een exotisch smaakje. En dan zal Nederland weer saai worden.” ◉ van het beleid te reageren door nóg meer papieren beleid te maken. Achter een beleidsnota schuilt vaak een grootschalig onderzoek. Veel tijd en energie wordt gebruikt om te zoeken naar een oplossing voor wat al snel als ‘het integratieprobleem’ wordt omschreven. En ondanks de vele onderzoeken, ondanks het beleid dat door de diverse ministeries aangedragen wordt, is er nog altijd geen sprake van een succesvolle integratie. We kunnen ons natuurlijk afvragen of we niet veel te veel verwachten van het integratiebeleid zoals dat nu voorgesteld en uitgevoerd wordt. Integratie heeft tijd nodig. Veel meer tijd dan we er nu aan willen geven. Zo weten we uit onderzoeken dat de nieuwkomers zo’n drie generaties nodig hebben om zich ‘volledig thuis te voelen’. Dat gold ook voor twee succesvolle groepen in het verleden: ZuidNederlanders uit 1600, Hugenoten uit 1562, Hollanders uit de Bataafse Republiek (1795-1806), Portugese joden enz. We willen in een veel te korte periode veel te veel bereiken. Maar het gras groeit echt niet harder als we er aan trekken. Daarom zou ik veel meer pleiten voor inter-creatie. Bij inter-creatie is er sprake van een leven in twee gebondenheden. We spreken van inter-creatie, omdat als het ware een eigen cultuur gecreëerd wordt door het samenvoegen van elementen uit de oude en de nieuwe cultuur. Zo krijgen we de kans om mét in plaats van naast elkaar te leven, elkaar te respecteren en te waarderen. In termen van voetbal ‘de bal is rond’.” ◉

Mustafa Ayrancı, voorzitter van de Turkse Arbeidersvereniging in Nederland (HTİB):

“Ik zie weinig correlatie tussen een innige band met het herkomstland en een goede integratie in de Nederlandse samenleving. Als Turken, vooral jongeren, zich steeds meer gaan vastklampen aan de Turkse cultuur en Turkije, heeft dat vooral te maken met de algemene houding van autochtone Nederlanders. Veel jonge Turken die hier geboren en getogen zijn, worden niet geaccepteerd als ‘één van ons’, als een volwaardig lid van deze maatschappij. Er is altijd een tweedeling in de maatschappij. De kloof wordt steeds groter door allerlei politici en hun sympathisanten. In de pers worden telkens artikelen gepubliceerd, op de televisie en radio discussieprogramma’s gevoerd en de zogenaamde pseudodeskundigen voeden de angst voor migranten, en vooral moslims verder met allerlei loze bewijzen. Nooit durft of wil men de oorzaken ervan belichten. Dat is dan ook niet nodig, want daar hebben de machthebbers in dit land voorlopig geen belang bij. De regeringen durven ook niet hun vingers te branden aan deze kwesties, waardoor veel talent onder Turken niet ontwikkeld wordt of gewoonweg verloren gaat. Veel Turkse jongeren

Marloes Bakker, ambtenaar:

“Ik geloof wel dat reizen je blik verruimt. Je ontmoet zoveel nieuwe mensen, nieuwe culturen. Je wordt er een ander soort mens van, een wereldmens. En je leert zo je eigen cultuur ook beter kennen. Vandaar dat ik soms denk: mensen, ga op vakantie naar jou totaal vreemde landen. Dat geldt ook voor migranten in Nederland. Die komen nooit ergens anders dan in hun afkomstland en

Monique Nurdogan-Ferwerda, advocate en antropologe

“Integratie is een stokpaardje voor hen die segregatie op hun voorhoofd hebben staan. Het is hen niet te doen om integratie, maar om assimilatie, hetgeen gelijk staat aan zelfverloochening van de ergste soort. De band met het vaderland is nu juist de enige reden dat de gemiddelde Turk of Marokkaan in staat is om de rug recht te houden en om een samenleving tegemoet te treden waarin het onderscheid kennelijk zo bepalend is. Ongemerkt is de integratie immers al jaren een feit. Succesvolle voorbeelden worden echter met zorg genegeerd, het zijn de sociale drop-outs die het beeld domineren. Hoe voelt dat als Turk, Marokkaan e.a. om hier geboren te zijn, de taal te hebben geleerd, een studie te hebben gevolgd en belasting te hebben afgedragen om kennelijk nooit genoeg te zijn aangepast? Je hoort er kennelijk niet bij, mag zoeken dan hun heil bij hun landgenoten of denken dat te kunnen vinden in het land van hun ouders. Zij staan met hun rug naar hun autochtone leeftijdsgenoten en volgen liever de ontwikkelingen in Turkije dan elke keer opnieuw in de Nederlandse media te moeten lezen hoe ze zwart worden gemaakt. In dat opzicht is het dan ook niet verwonderlijk dat zij hun band met Turkije aanhalen door er bijvoorbeeld elk jaar op vakantie te gaan. Hoe kunnen allochtonen als gelijkwaardig gezien worden, wanneer 95 procent van de ROC’s uit allochtone jongeren bestaat? De werkloosheid onder Nederlandse jongeren tussen de 15 en 25 jaar bedraagt maar 4 procent, terwijl deze onder Turken 24,8% is. Op de middelbare scholen is het percentage schoolverlaters onder Turken 36%, vier à vijf keer meer dan onder autochtonen. Dat komt heus niet omdat migranten dommer zijn. Er is dus in Nederland structureel iets mis, waardoor veel Turken toch terugvallen op hun eigen gemeenschap en mensen. Ze worden continu buitengesloten. Vandaar dat ze steeds meer omgaan met andere migranten, dat ze hun blik richten op het land van hun ouders. Zolang

deze kloof blijft bestaan, ben ik bang dat er weinig Turkse Nederlanders zich in Oranje zullen hullen.” ◉ hun wijk waar ze wonen in Nederland. Ik zeg niet dat ze hun afkomstland helemaal moeten opgeven, maar van mij mogen ze hun vakantie voor de verandering een keer doorbrengen in een ander land, of nog liever gewoon in Nederland. Leren ze het land waar ze wonen ook beter kennen. Nederland is groter dan hun

woonwijk, veel diverser ook. Elke regio heeft zo haar eigen geschiedenis, haar eigen omgangsvormen.” ◉ er kennelijk niet bijhoren, een oranje outfit zal daarin geen verandering meer brengen. Een tegenreactie is alles is wat je rest om de nodige zelfrespect te behouden. De banden met het vaderland dienen dan als baken. Een sprekend voorbeeld tot besluit: enige tijd geleden was ik met de kinderen in een pretpark. De vrouw in mijn gezelschap dacht een Turkse vrouw (met hoofddoek) in een attractie te herkennen. Dit bleek niet het geval te zijn. De man van de vrouw raakte volkomen in paniek. Hij was oprecht bang! Bang dat haar -mogelijk radicaal fundamentalistische- echtgenoot hen te na zou komen. Vreesde hij een aanslag op zijn leven omdat zijn vrouw het in haar hoofd had gehaald om een islamitische vrouw in het openbaar aan te spreken? Fascinerend en lachwekkend, maar vooral ook verontrustend in een samenleving waar de angst voor de ander de laatste jaren bewust wordt aangewakkerd. Kennelijk met resultaat.” ◉

De panelleden spreken op persoonlijk titel en dragen de verantwoordelijkheid van hun mening. Zij verkondigen zeker niet de mening van Tulpia. A;s blad proberen we ons zo objectief mogelijk op te stellen. We geloven in de kracht van het debat en de dialoog. Vandaar dat we de mening zijn toegedaan dat een onpartijdige houding het discours zuiver zal houden. Lezers die zich geroepen voelen om hun mening te delen met ons en onze lezers, worden verzocht om vooral te reageren en wel door een e-mailbericht te sturen naar: info@tulpia.nl, ovv panel. De reacties kunnen vervolgens in het blad of op de website worden gepubliceerd. De redactie behoudt zich wel het recht voor om de bijdragen naar eigen inzicht te bekorten en de inhoud volgens de regels van fatsoen en journalistiek te beordelen.

This article is from: