6 minute read

Blik op Istanbul: Interview met Jessica Lutz: Jessica’s val voor Istanbul

Jessica’s val voor Istanbul

Journaliste Jessica Lutz woont een kwarteeuw in Istanbul. Zij zag de ‘moeder der steden’ een metamorfose ondergaan. Lutz schreef wederom een boek over haar geliefde stad. ‘’Wel mis ik het witlof.’’ Journaliste Jessica Lutz werd bont en blauw geknepen als zij in de jaren tachtig van de vorige eeuw over de İstiklal Caddesi (Kalverstaat van Istanbul) liep. Als ze om zich heen keek, zag ze een zee van mannen. Velen liepen ook nog eens hand in hand. Weinig vrouwen op straat, viel haar toen op, maar de vrouwen die zich op straat begaven, gingen opvallend vaak zonder hoofddoek gekleed. Een kwart eeuw later ziet Lutz werelden van verschil. Nu kan zij terecht in een van de vele restaurantjes en kroegjes als ze trek heeft in een biertje. Haar honger naar kunst en cultuur kan ze stillen in de vele theaters. Istanbul is niet meer zo oosters, zegt Lutz. Tegelijkertijd lopen tegenwoordig wel veel vrouwen met hoofddoekjes. ‘’Het zijn hoogopgeleide en moderne moslima’s, maar toch met een hoofddoek.” Jessica Lutz (Delft 1962), die Turkse Talen en CultuDOOr TUnCAY ÇInIbULAK FOTO’S TULPIA meDIA TeAm J sinds 1612, de machtige vrouwen in de harem, de Turk die naar de maan wilde vliegen, de hardnekkige Griek die geen afscheid van zijn stad kon nemen en de gevangenis van de communistische dichter Nazım Hikmet die een luxe hotel werd. In die rij van beroemdheden is ook de Engelse Florence Nightingale die de Ottomaanse gewonde militairen verpleegde tijdens de Turks-Russische oorlog. Uit de moderne tijd ontbreken ook de kinderjaren en het gedachtegoed van de huidige premier Tayyip Erdoğan niet. Het boek eindigt met de nachtmerrie van de schrijfster; de verwoestende aardbeving van augustus 1999. Lutz weet waar zij het over heeft. Als bewoonster kent zij de stad en begrijpt ze haar inwoners. Zo onthult zij bijvoorbeeld waarom Turken zo intolerant worden wanneer er kritiek wordt geuit op de Turkse staat en de ren aan de Rijksuniversiteit in Utrecht heeft gestudeerd, Turkse identiteit. “Het Ottomaanse Rijk spat aan het reisde voor het eerst in 1983 af naar Turkije; in 1989 begin van de twintigste eeuw uiteen en de brokstukken, emigreerde ze naar Istanbul. Na een kort dienstverband scherven en splinters regenen nog jaren nadien neer,” op het Nederlandse consulaat-generaal koos ze in 1991 schrijft ze in haar inleiding. “De Turken zijn erdoor voor de journalistiek en werkte als correspondent voor gewond geraakt in hun hart. Tot op de dag van vandaag verschillende media. Sinds 2003 verslaat zij de berichtge- is het een nationale reflex om zich te willen verdedigen ving over Turkije voor het NOS-Journaal. tegen de veroorzakers van dat leed.” Juist door deze reIn de kwarteeuw die Lutz inmiddels in Istanbul flex verliest de stad van tijd tot tijd haar tolerantie jegens woont, heeft zij een haat-liefdeverhouding met de stad eenieder die als vijand van de Turk te boek staat, zoals de ontwikkeld. In haar nieuwe boek Gezichten van Istanbul, vermoorde Armeense journalist Hrant Dink, Nobelverhalen over een stad tussen twee continenten beschrijft prijswinnaar Orhan Pamuk, Koerdische en progressieve ze de stad in de verschillende hoedanigheden van haar intellectuelen, schrijvers, kunstenaars of politici. christelijke en Ottomaanse verleden, haar architectuur, Lutz vermijdt de Turkse taboes niet. Zo beschrijft mensenlandschappen en de banden met het westen. zij aan de hand van herinneringen van Mina Urgan Lutzt plaatst de verhalen telkens in een historische onbekende karaktereigenschappen van Atatürk, de context. Zo beschrijft ze haar eerste aanschouwing van stichter van de Turkse republiek. “Hij was een man wiens de stad in 1983, de Nederlands-Turkse betrekkingen progressieve levensstijl velen in het huidige Turkije tot

Advertisement

“Vroeger miste ik de Nederlandse kaas, maar in Istanbul heb je zo veel lekkere gerechten, waardoor ik de kaas steeds minder ben gaan missen. Wel mis ik het witlof. ”

een goed voorbeeld kan zijn. Hij was een zeer sociaal man en een echte levensgenieter. Hij kon walsen, hij hield van een borreltje en bovenal van mensen,” tekent zij op uit de mond van Urgan. “Een keer moesten ze stad en land afzoeken voor ze Atatürk uiteindelijk vonden in een taveerne aan het water waar hij met de Griekse vissers raki zat te drinken,” vertelt Urgan. Zij betreurt hoe zijn erfgenamen met de grote leider omgaan. Als ze de standbeelden van Atatürk aanschouwt, ziet zij hoe het ‘Atatürkisme’ hem tot een koude, afstandelijke man heeft gemaakt. “Hoe krijgen ze het voor elkaar om zulke lelijke beelden te maken van zo’n mooie man.”

Urgan leerde Atatürk op elfjarige leeftijd kennen op een bruiloft. Zij mocht met hem dansen. Dat was in 1927. “Ik pakte zijn beide handen en schudde die. Hij zei: ‘Jij bent mijn vriendin’ en vroeg me ten dans. Daarna heb ik met hem mijn eerste champagne gedronken.”

Atatürk was erg geïnspireerd door de Franse Revolutie en vond dat de vrouw net als in Europa centraal moest staan. “Waar de helft van de bevolking niet meedoet, kun je niet van een beschaving spreken. Vandaar dat Atatürk een grote alfabetiseringscampagne voerde, vrouwen stemrecht gaf en meisjes meer vrijheid in het publieke leven schonk,” aldus Urgan in dit boek. Hij blijkt bovendien een liefhebber van Istanbul te zijn geweest. Hoewel hij de hoofdstad van Istanbul naar Ankara verplaatste, bleef zijn hart voor Istanbul sneller kloppen. Vandaar ook dat hij de laatste drie maanden van zijn leven in Istanbul, in het Dolmabahçe- paleis doorbracht, waar hij in 1938 stierf.

Een ander opmerkelijk gegeven bevat Lutz’ boek over de band tussen de profeet Mohammed en Istanbul. Hij verklaarde ooit dat de veroveraar van de stad, tot 1453 nog de hoofdstad van het christendom, Constantinopel, zich ‘het leger van Allah’ mag noemen. De Perzen en de Arabieren waagden een kans, maar faalden. De vlaggendrager van de profeet, Eyüp elAnsari, naar wie de wijk Eyüp is vernoemd en die daar begraven is, stierf zonder de stad ingenomen te hebben. Ook enkele Ottomaanse sultans probeerden zich onsterfelijk te maken door de stad in te nemen. Sultan Mehmet II slaagde er wel in, in 1453. Na de inname van Istanbul zou Mehmet door het leven gaan als Fâtih, de Veroveraar. Lutz schrijft dat het vanuit die filosofie verklaarbaar is dat het Ottomaanse janitsarenleger en het huidige Turkse leger nog altijd een hoge dunk van zichzelf hebben en zich onverslaanbaar achten.

Een van de interessante wetenswaardigheden van het boek gaat over de liefde van Leonardo da Vinci voor Istanbul. Hij was zó weg van de stad dat hij in 1502 aan sultan Beyazıt II zijn ontwerp presenteerde om een unieke brug te bouwen over de Gouden Hoorn (Haliç). Deze brug is nooit gebouwd, omdat de sultan weinig geloof had in de technische uitvoering ervan. Om de sultan te overtuigen van zijn gelijk stelde Da Vinci zelfs voor om de brug zelf te financieren. Ook dit verzoek van hem mocht niet baten.

Lutz, zo vertelt zij, beleeft de stad, in het heden en het verleden. Haar favoriete plek is de buurt om en nabij de Galata-toren, waar ze in een van de vele kroegjes graag raki drinkt of geniet van de mezze met veel vis, zeevruchten en aubergine. En als zij de zonsondergang aanschouwt over de Gouden Hoorn voelt zij helemaal geen heimwee meer naar Nederland. “Vroeger miste ik de Nederlandse kaas, maar in Istanbul heb je zo veel lekkere gerechten, waardoor ik de kaas steeds minder ben gaan missen. Wel mis ik het witlof.”

nieuwe abonnees van TUlPIa kunnen dit boek gratis verkrijgen. aanmelden kan via www.tulpia.nl of door middel van de coupon elders in dit nummer.

This article is from: