6 minute read

Juryvoorzitter René Vierkant

Gevarieerde staalkaart

‘Een bumpy ride’ noemt juryvoorzitter René Vierkant de aanloop naar de NRW Jaarprijs 2020. Aanvankelijk leek de coronacrisis roet in het eten te gooien. Bijna alle fysieke bijeenkomsten moesten worden afgezegd en daarmee ook de beide prijsuitreikingen. Totdat de knoop werd doorgehakt en besloten werd het evenement, zij het virtueel, door te laten gaan.

Advertisement

Als eerste de vraag waar onze sector staat. René Vierkant: ‘Het is nu de 31e keer dat we de NRW Jaarprijs uitreiken. Als je dertig jaar terugkijkt, dan zie je goed wat wij met onze sector na de oorlog hebben gedaan, namelijk het vormgeven van winkelen en boodschappen doen. In die jaren heeft ook het planmatige denken vorm gekregen. Daarbij heeft de sector een enorme professionaliseringsslag gemaakt. Als je ziet wat er allemaal aan instrumenten is bijgekomen, zoals onderzoek naar consumentengedrag en de ontwikkeling van technologieën, maar ook dat er een einde is gekomen aan de grote groei van de bevolking en welvaart, dan zitten we toch wel op een kantelpunt in de tijd.’

Vierkant noemt ook de manier waarop het ontwikkelen van winkelcentra is veranderd: ‘De methode ‘we maken er wat meters bij en daarmee financieren we de uitbreiding’ gaat niet meer op in tijden van krimp. Bovendien kijken we nu heel anders aan tegen de rol van retail als onderdeel van de samenleving, naar de sociale impact. Maar ook vanuit de ruimtelijke inrichting van Nederland zijn we anders gaan kijken. Van elke functie z’n eigen plekje naar meer en meer multifunctioneel. Ook dat zie je terug in de inzendingen van de laatste jaren en ook dit jaar.’

SIGNAAL AFGEVEN

Dat brengt ons op de NRW Jaarprijs. Zoals gezegd werd eerder dit jaar besloten deze te cancellen. Waarom koos NRW er later toch voor hier mee door te gaan?

Vierkant: ‘Allereerst wilden we het signaal afgeven dat winkelontwikkelingen ook in deze lastige tijd belangrijk zijn. De NRW Jaarprijs is daar het jaarlijkse moment voor. Maar we hebben als jury natuurlijk al een aantal jaren een bepaalde manier van werken. Met pitches door de inzenders, een bustocht voor het bezoeken van de genomineerde projecten, verschillende keren een jury-overleg en tot slot de presentatie en uitreiking op het NRW Jaarcongres. Gaande het jaar werd dat fysiek samenkomen steeds meer onmogelijk. Gelukkig deed het secretariaat van NRW vanwege corona ruime ervaring op met online-communicatie. Dat heeft er uiteindelijk toe geleid dat we het aandurfden om ook het traject voor de René Vierkant, partner Vierders, juryvoorzitter NRW Jaarprijs

NRW Jaarprijs online te organiseren. Ik geef toe, online pitches houden is een wat minder mooie manier dan elkaar in het echt ontmoeten, maar we hebben er toch voor weten te zorgen dat de kernelementen in stand bleven. Dus alle inzenders konden hun verhaal vertellen, de jury kon vragen stellen en dat ging prima.’

Dat was nog maar het begin van het jurytraject. Vierkant vervolgt zijn uitleg: ‘Het volgende onderdeel was het kiezen door de jury van prijswaardige potentiële winnaars, waar dan de nominaties uitkomen. Dat hadden we zoals altijd na de pitches met een jurybijeenkomst willen doen. Dat ging nu niet. Daarom hebben is aan de leden van de jury gevraagd om een meetlat in te vullen en vervolgens hebben we de discussie online gevoerd. Dat werkte best goed en we waren het redelijk snel eens over de aanwijzing van zes genomineerde inzendingen.’

INDIVIDUELE BEZOEKEN

Maar daarmee is de jurering nog lang niet ten einde. Er moest ook een alternatief gevonden worden voor het gezamenlijke bezoek van de juryleden aan alle genomineerde projecten, beter bekend als ‘de bustocht’.

‘Daarop bedachten wij dat de jury in twee groepjes de projecten zou bezoeken. Dus elke inzending zou twee keer een jurydelegatie ontvangen. Maar ja, toen kwam de volgende maatregel en kon ook dat niet meer. De oplossing was dat de juryleden zelf de projecten gingen bezoeken. Individueel en incognito. Begin december hebben we dan het laatste juryoverleg en ik vrees dat ook dat wel online zal zijn.’

Hoe hebben de genomineerden gereageerd op het feit dat er geen persoonlijke ontvangst en rondleiding georganiseerd kon worden? ‘Men was natuurlijk wel een beetje teleurgesteld. En wij als jury vonden het ook jammer, want we begrijpen dat de inzenders trots zijn op hun pro-

‘De nominaties van dit jaar laten goed zien wat er momenteel in de markt omgaat’

duct. Daarbij is het belangrijk om het met elkaar te hebben over waar onze sector nu staat, welke uitdagingen er zijn. Dat is natuurlijk waar je tijdens een persoonlijke ontvangst op een mooie manier informatie over krijgt. Gelukkig hebben we het een beetje goed kunnen maken met het online rondetafelgesprek met de genomineerde tijdens Provada-live.

‘Het is ook een ideaal moment om het te hebben over corona en hoe dat in een winkelcentrum werkt. Maar uiteindelijk ben ik wel blij met het feit dat we het ondanks alle beperkingen gedaan hebben. De kernwaarden van het jurytraject hebben we overeind weten te houden. We hebben er beslist voor gezorgd dat het hele proces met alle invalshoeken die daarbij horen goed doorlopen werd.’

VARIATIE

2019 was echt een heel afwijkend jaar. Er waren voor het eerst sinds het bestaan van de NRW Jaarprijs onvoldoende inzendingen voor een volwaardig traject, maar we wisten eigenlijk van tevoren vanuit de bekende pipeline dat dit in 2020 wel het geval zou zijn. Dat is ook wel uitgekomen met zes nominaties. Kan je iets vertellen over de gevarieerdheid van de inzendingen?

‘Het is altijd spannend om te zien wie er gaan inzenden en met welk project. Als jury hebben we het dan over de fruitmand waar we chocola van moeten maken. Dit jaar waren het bijzonder gevarieerde inzendingen. Van planmatig opgezet (met ooit verdeeld eigendom), naar monumentaal, naar dorpscentrum en ook nog een perifere inzending. Bijzondere projecten die heel interessant zijn en goed om uit te lichten. Dit palet aan inzendingen laat ook zien wat er op dit moment in de markt omgaat en waarin geïnvesteerd wordt.’

EEN ANDERE KIJK

Gezien wat er het afgelopen jaar allemaal gebeurd is, voelde de jury zich genoodzaakt om de discussie rondom de inzendingen met een andere blik te voeren?

‘We moeten die discussie (op het moment van dit interview is het half november: red.) in de jury nog voeren. Maar in het algemeen: je kan niet kijken met de blik van vorig jaar. Dat doen we nooit. Neem het onderwerp toekomstbestendigheid. Als jury vinden we dat we daar echt een mening over moeten vormen. Tegelijkertijd realiseer je je dat een zekere bescheidenheid ons past. In de praktijk kan niemand vijf jaar verder kijken. Maar waar we heel goed naar kunnen kijken zijn de uitdagingen van het project, het proces en dat de inzender daar met de kennis en kunde die er was het beste van heeft weten te maken. Het beste voorbeeld daarvan belonen we dan met de NRW Jaarprijs.’

BESCHEIDENHEID

Dus: Het winnen van de NRW Jaarprijs biedt geen garantie voor de toekomstbestendigheid?

‘Helaas niet. Kijk naar de inzendingen van de afgelopen dertig jaar. Iedere ontwikkelaar heeft in het verleden met de kennis van toen z’n best voor een project gedaan. Maar niet alle winnaars van toen bleken even toekomstbestendig te zijn. Vandaar mijn opmerking over die bescheidenheid. Maar – en nu ben ik iets minder bescheiden – het werk wat we in onze sector doen is best belangrijk, want we vormen toch een deel van de wereld om ons heen voor de komende jaren. En daar mogen we best trots op zijn en het uitdragen met onze NRW Jaarprijs.’