BRUZZ - editie 1876 (07-02-2024

Page 1

0 07 februari M A A N D 2024 2024

‘Terreur blijft actueel’ Topmagistraat waarschuwt 06

‘Opnieuw leren hunkeren’ Rob Vanoudenhoven maakt kunst 24

‘Als de liefde wegvalt’ Debuut rapper Swing 41

‘Sommigen verspelen hun inkomen door urenlang te spelen’ Het verslavende effect van bingokasten

W E E K B L A D # 1 8 76 , E E N U I TG AV E VA N V L A A M S - B R U S S E L S E M E D I A V Z W, F L AG E Y P L E I N 1 8 - 1 0 5 0 , E L S E N E - A FG I F T E K A N TO O R A N T W E R P E N X P 3 0 3 1 5 3


Business Entourage Summit 19-21/04/2024

Van der Valk hotel Zaventem

3 jours de formation pour maîtriser

l’art du Networking

3 dagen training

om de kunst van netwerken

Sortez du rang !

onder de knie te krijgen

Participez à l’événement n° 1

accélérateur de votre réussite

Neem deel aan het nummer n° 1

evenement dat je succes versnelt

ALINE DU WELLNEST Ik heb meer dan 22.000 Brusselse vrouwen samengebracht in mijn community, The Wellnest. Onder hen jouw toekomstige klanten en partners. Laat mij de introducties doen! ZAKEN BINNENHALEN INVLOED EN VERBETERING CREATIEVE CONCEPTEN EN PRODUCTIE ALINE VAN ROEY ALINE@THEWELLNESTCOMMUNITY.COM +32 471 11 56 21

ADVERTENTIE


7 februari 2024 | 3

23 Invasieve muggensoort uit Azië

Sinds kort in Brussel: de tijgermug

29 Elektrische wagens in opmars

Is Brussel klaar voor een groen autopark?

36 ‘Groene kutbeesten’ Charlotte De Cort over halsbandparkieten 05

EDITO

06

HET GESPREK Frédéric Van Leeuw wordt de nieuwe procureurgeneraal van Brussel

10

IN BEELD Ivan Put

12

IN DE KIJKER Het crematorium van Evere is eindelijk klaar

13

BEELDCOLUMN Delphine Frantzen

14

COVERSTORY Bingotoestellen in cafés, net zo verslavend als drugs

20

BIJGEDACHTE Brusselse regering vindt tweede adem

21

KORT GESPREK Philippe Van Parijs

24

EXPO Rob Vanoudenhoven stelt tentoon

28

COLUMN Knaldrang

30

DE SLAAPKAMER van Odi

32

IT TAKES A CITY Brusselse cultuurhuizen presenteren lokaal podiumtalent aan de wereld

37

SELECT Flagey Piano Days nodigt Anna Vinnitskaya uit als gastcurator

Klein onderhoud Swing Eat & Drink Slot De vijf inzichten Franck Chartier

Melat Gebeyaw Nigussie en Matthieu Goeury over het nieuwe festival It Takes a City: “We willen de wereld tonen wat er leeft in de humuslaag van Brussel.”


MY PORNY VALENTINE

BEURSSCHOUWBURG.BE

A SPICY, QUEER, PORNY CELEBRATION.

MARKET FILMS MUSIC 14 FEB


7 februari 2024 | 5

COLOFON BRUZZ Flageyplein 18, 1050 Brussel, 02-650.10.65 ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bruzz.be), 02-650.10.80 Gratis in Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België: 29 euro per jaar; IBAN: BE98 3631 6044 3393 van Vlaams Brusselse Media vzw Buiten België: 35 euro per jaar. OPLAGE 55.000 exemplaren. ADVERTEREN? Marlies De Deygere 02-650.10.81 marlies.dedeygere@bruzz.be

Bingo

“Bingotoestellen vormen een onderschat probleem in Brussel”

In iets meer dan de helft van de Brusselse cafés staat een bingo-apparaat: een bak die lijkt op een flipperkast, maar zonder de bumpers en de vele gekke geluidjes en met een andere finaliteit dan virtuele punten scoren, namelijk geld winnen. Echt geld. Dat maakt gokken met een bingo ook zo verslavend. Verderop tekent BRUZZ een getuigenis op van een man die makkelijk negen uur per dag speelt, en bij het sluiten van het café een bordje op het toestel zet met daarop ‘gereserveerd’ – voor de volgende dag. Een veelzeggend, maar bovenal verontrustend detail: het toont de demonische kracht van een dynamiek die spelers gevangen zet in een eeuwige loophole, zonder begin of einde. Tenzij dat einde zich aankondigt in een lege portemonnee. Dan begint de miserie pas echt. Door de onschuldige associaties van spel en plezier klinkt bingo ongevaarlijk, maar de toestellen vormen een onderschat probleem in Brussel. Niet alleen wegens de persoonlijke en financiële katers, ook omdat de sector erachter soms op ondemocratische manier druk zet op gemeentebesturen, onder meer via persoonlijke bedreigingen van schepenen. Of zoals een gebruiker het gevaar perfect verwoordt: “Attention, le bingo, c’est une vraie maladie.”

FR Dans un peu plus de la moitié des cafés de Bruxelles, il y a un bingo : un appareil qui ressemble à un flipper mais dont l’objectif est bien différent que de marquer des points virtuels. Ici, il s’agit de gagner de l’argent. Du vrai argent. Et c’est cela qui rend le bingo tellement addictif. BRUZZ a recueilli le témoignage d’un homme qui joue facilement neuf heures par jour au bingo et qui, à la fermeture du café, met un panneau ‘réservé’ sur l’appareil jusqu’au lendemain. Un détail qui démontre une dynamique qui emprisonne les joueur.euse.s dans une spirale sans fin. Sauf quand cette fin se manifeste par un portefeuille vide. C’est alors que la misère commence vraiment. En associant innocemment jeu et plaisir, le bingo semble sans danger, mais les problèmes que causent ces appareils à Bruxelles ne doivent pas être sous-estimés. Non seulement les déboires personnels et financiers, mais aussi la pression exercée par le secteur de ces machines, et ce de façon peu démocratique, sur les administrations communales, entre autres au travers de menaces personnelles envers des échevin.e.s. Ou comme un utilisateur l’a exprimé : « Attention, le bingo, c’est une vraie maladie. »

EN There is a bingo machine in just over half of the cafés in Brussels: a box that looks like a pinball machine, but without the bumpers and the many crazy sounds, and where the endgame is not scoring points but winning money. Real money. This is also what makes bingo gambling so addictive. For example, in this issue, BRUZZ tells the story of a man who often plays nine hours a day, and when the café closes, puts a sign on the machine saying “reserved” for the next day. A telling, but above all disturbing detail and it shows the demonic power of a dynamic that traps players in an eternal loophole, with no beginning or end. Unless that end comes along in the form of an empty wallet. Then the real misery begins. The innocent associations of game and fun make bingo sound harmless, but the devices are an underestimated problem in Brussels. Not only because of the personal and financial hangovers, but also because the industry behind it puts underhand, and undemocratic, pressure on city councils, sometimes with personal threats to aldermen. Or as one addict articulates the danger perfectly: “Be careful, bingo is a real disease.”

Maarten Goethals Coördinator Magazine

DISTRIBUTIE Ute Otten, 02-650.10.63, ute.otten@bruzz.be ALGEMENE DIRECTIE Dirk De Clippeleir COÖRDINATOR MAGAZINE Maarten Goethals ART DIRECTOR Heleen Rodiers VORMGEVING Ruth Plaizier EINDREDACTIE Karen De Becker, Kurt Snoekx WERKTEN MEE AAN DIT NUMMER Eva Christiaens, Kris Hendrickx, Bettina Hubo, Sophie Soukias, Steven Van Garsse, Tom Zonderman (redacteurs); Michaël Bellon, Jill Claes, Jasper Croonen, Ine D’Hauwers, Felix Demeester, Charlotte De Cort, Charlotte Deprez, Andy Furniere, Michiel Leen, Tom Peeters, Kevin Ruelens, Niels Ruëll, Bram Van Renterghem, Michel Verlinden, Max Wyckaert (medewerkers) VERTALING Frédérique Beuzon, Gregory Blauwers, Sam De Ryck, George Holmer, Laura Jones FOTOGRAFIE & ILLUSTRATIE Bart Dewaele, Delphine Frantzen, Kim, Ivan Put, Saskia Vanderstichele VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Koen Cypers Flageyplein 18, 1050 Elsene. BRUZZ is een uitgave van de Vlaams Brusselse Media vzw, wordt gedrukt bij Printing Partners Paal-Beringen en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie

MELD NIEUWS Zelf nieuws gespot? Tips zijn altijd welkom via: BRUZZ.be/meldnieuws Persberichten kunnen via redactie@bruzz.be

VOER UW EVENEMENT IN OP ENCODEZ VOTRE ÉVÉNEMENT SUR ENTER YOUR EVENT ON www.extranet.brussels

WWW.BRUZZ.BE


Het gesprek

Frédéric Van Leeuw, de nieuwe procureur-generaal van Brussel

‘Het gaat niet goed met de wereld’ De voorbije tien jaar zag Frédéric Van Leeuw drugsgeweld en terreur toenemen, maar ook camera’s en controledrang. “Ten koste van onze vrijheid,” vindt de federaal procureur, die op 1 april afzwaait en een maand later de nieuwe procureur-generaal van Brussel wordt. “De druk ligt hoog om alles op te lossen, maar wij zijn slechts de brandweer.” door Eva Christiaens foto’s Bart Dewaele

Z

e zitten daarachter,” wijst Frédéric Van Leeuw naar een muur in zijn kantoor. De Jettenaar is de langst bewaakte man van ons land. Al zeven jaar, sinds de aanslagen in 2016, beschermen politiemensen hem als federaal procureur tegen terreurdreigingen en steeds zwaarder drugsgeweld. Ook tijdens een afscheidsinterview blijven ze in de buurt. “Ik zal me natuurlijk vrijer voelen zodra ik geen bewaking meer heb, maar je raakt eraan gewoon. Het is niet dat ik niet meer geniet van Brussel. Ik hou van mijn stad en ga graag op restaurant. Daar hebben mijn bodyguards helemaal geen probleem mee.”

Van Leeuw vertrekt in april bij het federaal parket en verhuist een maand later naar het parket-generaal van Brussel. Daar zal hij de vier procureurs des Konings van Brussel, Halle-Vilvoorde, Leuven en Waals-Brabant leiden, net als de vier arbeidsauditeurs daarvan. Ook zal hij de beroepszaken van hun parketten behandelen. Binnen het nationale college van procureurs-generaal wordt hij als Brusselaar trouwens bevoegd voor strafbeleid rond jeugd en slachtofferhulp én voor communicatie. “Ik zie veel continuïteit met wat ik al deed. Ik ben lang jeugdmagistraat geweest, heb veel geijverd voor een betere aanpak van slachtoffers en heb ingezet op moderne communicatie binnen justitie.”

Zal die beveiliging minderen in uw nieuwe functie?

Laten we beginnen met de aanslagen van 2016, wellicht de grootste zaak uit uw voorbije tien jaar als federaal procureur. Hoe hebben ze u getekend?

FRÉDÉRIC VAN LEEUW: Die evaluatie loopt. Maar als je ziet wat we allemaal tegemoet gaan met Sky ECC en georganiseerde misdaad, denk ik dat we de bewaking van bepaalde sleutelfuncties nog moeten opschalen. Er zijn veel hypothetische risico’s.

VAN LEEUW: Uiteraard was dat een schok. Het begon al in 2014 met de aanslag op het Joods Museum en ging daarna crescendo met de tussenkomst in Verviers en de aanslagen in Parijs. En dan

volgde het grote drama van de aanslagen bij ons. Die hebben mij, net als heel veel mensen, veranderd. Ik heb altijd een beetje schroom om dat te zeggen, want er zijn slachtoffers die het veel meer in hun ziel en lichaam hebben gevoeld. Maar toch, wij hebben als federaal parket beslist om zeer dicht bij het lijden van de slachtoffers te staan, voor wie die dat wilde. Altijd voel je ergens de vraag: had ik niet anders kunnen handelen?

Is het terreurproces van het voorbije jaar daarin louterend geweest?

VAN LEEUW: Ik vond het vooral belangrijk om een woord te geven aan veel slachtoffers die je anders niet hoorde. Parallel aan het proces liep een geweldig project dat families van slachtoffers en van sommige daders samenbracht, Retissons du lien. Daaruit zijn banden ontstaan. Het was een plek waar iedereen zijn ervaring kon uitwisselen, buiten de officiële instellingen. Het proces was een belangrijk hoofdstuk in de zaak, dat nu afgesloten is. Maar de aanslagen blijven een geschreven bladzijde die ik niet zomaar kan wissen.


7 februari 2024 | 7

BIO • 51 jaar, woont in Jette • Studeert rechten aan de KU Leuven • Begint in 2000 als jeugdmagistraat bij het parket van Brussel, wordt in 2007 federaal magistraat • Federaal procureur sinds 2014 • Start in mei als procureurgeneraal van Brussel

Frédéric Van Leeuw: “Als je mensen totaal wanhopig maakt, dan fabriceren wij zelf de terroristen.”


Het gesprek Frédéric Van Leeuw

Net toen we terrorisme leken te vergeten, was daar Abdessalem Lassoued. De Tunesiër schoot in oktober twee Zweedse voetbalsupporters dood in Brussel.

VAN LEEUW: Terreur blijft zeer actueel. Wij zien dat hier elke dag: het gaat niet goed met de wereld. Jongeren communiceren vandaag ook anders dan vroeger. Via sociale media raken meer en meer mensen opgesloten in een bubbel van algoritmes die hen altijd hetzelfde discours voorschotelen. Islamitische Staat heeft daarvan geprofiteerd, maar het is ook een belangrijke bron van radicalisering bij extreemrechts en complotdenkers. Dat begint gevaarlijk te worden.

Voor hoeveel figuren als Lassoued moeten we dan nog vrezen? Het dreigingsniveau staat nog altijd op drie.

VAN LEEUW: Risico nul bestaat niet. Er zijn veel mensen met veel frustraties. Gelukkig beslissen die niet allemaal om een aanslag te plegen. Ik heb geen glazen bol en kan niet zeggen of het morgen weer zo ver is. Wel zijn de veiligheidsdiensten beter bewapend en is de wet sterk geëvolueerd de voorbije tien jaar. Alleen, dat is ten koste van onze vrijheid. Aan het begin van mijn carrière als magistraat kon niemand mij traceren met mijn telefoon. Er waren geen ANPR-camera’s en mijn bankkaart of Mobib-kaart werd niet gevolgd.

Maakt dat u bezorgd?

VAN LEEUW: Toch wel. Je kan nooit meer even verdwijnen, als je dat zou willen. Er is altijd een vorm van controle. We betalen dus een zware prijs voor onze veiligheid. De druk ligt zodanig hoog om alles op te lossen dat wij elk risico lijken te moeten beheren. Zo beland je in een big brotherverhaal.

Bij de zaak-Lassoued ging de kritiek vooral over de opvolging bij het Brusselse parket. De gegevens waren gemeld, maar zijn dossier lag verdwaald in een kast. Snapt u dat

mensen denken: waarom laat die digitalisering zo lang op zich wachten?

VAN LEEUW: Zo lang? Omdat er niet genoeg geïnvesteerd is in justitie. Er zijn veel projecten geweest, die niet altijd goed zijn aangepakt. Nu denk ik dat we op een goede weg zitten. Dat vraagt wel een enorme inspanning van de organisatie. Ik wil me niet uitspreken over het dossier-Lassoued, dat onderzoek loopt, maar er is veel kans dat het ook te maken had met telewerk. Tijdens de covidperiode zijn we daar naar overgestapt en niet alle administraties waren dat gewoon. Ik heb sindsdien zoveel grijze haren gekregen! Vroeger moest ik drie verdiepingen beheren op het federaal parket, nu zijn dat 150 huizen. Iedereen zit thuis. Als een dossier dan blijft liggen op een tafel of in een kast, ziet niemand het.

Kan u uw personeel dan niet terug naar kantoor halen?

buitenland. En toch was ik aan de verkeerde kant van de brug geboren voor deze functie? Nu, dat is niet de boodschap die ik gekregen heb. Het probleem was institutioneel. Wat spijtig is, is dat het al tien jaar bestond en nooit was opgelost. Blijkbaar moet je een crisis provoceren, waarvan ik en de andere kandidaat het slachtoffer zijn geworden, vooraleer er actie komt.

Het imago van de Brusselse justitie is dat niets er echt vlot gaat. Uw eigen benoeming was nog maar eens een voorbeeld. Die werd politiek tegengehouden omdat u officieel Franstalig bent, de voorzitster van het Hof van Beroep ook en de procureur van Brussel Nederlandstalig. Maar ze zochten voor die functies net de omgekeerde taalrol.

U moest ook lang wachten op politieke aandacht voor het groeiende drugsgeweld, vond u. Is dat besef nu gegroeid?

VAN LEEUW: Er is geen weg terug van telewerk en ik vind het ook goed, maar het functioneert volgens mij niet zonder gemeenschappelijke momenten waar je werkt aan een groepsgeest. We moeten er oplossingen voor vinden en dat wordt hier al begeleid. Al is het een dynamisch proces.

VAN LEEUW: (Zucht) Ik loop hier al lang rond en ken de gevoeligheden. Brussel is symbolisch belangrijk voor de twee grote gemeenschappen van ons land en ik kan dat goed begrijpen. Maar mensen herleiden tot één taal of identiteit, vind ik absurd. Ik heb een grote link met het hele land, ik spreek thuis Nederlands met mijn kinderen en mijn vrouw komt uit Antwerpen. Ik heb mijn hele carrière bruggen gebouwd tussen de twee kanten van het land én het

“Mensen herleiden tot één taal of identiteit, vind ik absurd”

VAN LEEUW: Er zijn meer middelen, maar dat heeft bloed, zweet en tranen gekost. Volgens mij door een psychologisch aspect. Bij terrorisme voelt iedereen zich een mogelijk slachtoffer, net zoals iedereen bij seksueel geweld kan vrezen dat het zijn eigen kinderen kan overkomen. Bij georganiseerde misdaad denken velen nog altijd dat het iets tussen anderen is, een soort onderling gevecht. Dat klopt niet. Kijk maar naar de recente beelden uit Ecuador (met een gijzeling tijdens een tv-journaal en twee drugsbazen die ontsnapten uit de gevangenis, red.). Qua drugsgebruik staat Antwerpen vandaag op nummer één en Brussel op nummer vier in een ranking van 150 Europese steden. Dat is niet niks. We hebben vorig jaar 112 ton cocaïne onderschept, goed voor miljarden euro’s. Jammer genoeg kunnen we die niet verkopen, het zou de begroting deugd doen.

Mensen zien het toch wel? Schietpartijen op straat nemen toe, onlangs nog aan de Guldenvlieslaan.


7 februari 2024 | 9

Frédéric Van Leeuw over het groeiende drugsgeweld: “We doen alsof we op een eiland leven, terwijl de wereld is geglobaliseerd”

VAN LEEUW: Dat klopt, maar we hebben het heel ver laten komen. In Nederland zijn er al decennialang vergismoorden (met andere slachtoffers dan bedoeld, red.) en bedreigingen. Toch leek men te denken dat het niet tot hier zou komen. Als ik één verwijt kan maken, is het wel dat: we doen alsof we op een eiland leven, terwijl de wereld is geglobaliseerd.

Wat kunnen we doen om het drugsprobleem in te perken, ook aan de vraagkant?

VAN LEEUW: (Denkt na) Als procureur probeer je crimineel gedrag niet te vergoelijken, maar toch te begrijpen wat iemand triggert. Ik moet vaststellen dat we niet onbeschadigd uit de coronajaren zijn gekomen. Er zijn veel psychische problemen en mensen zoeken naar medicatie en drugs om iets te vergeten. Heel veel mensen voelen zich duidelijk alleen. En er is druk van sociale media. We willen constant een mooi beeld geven van onszelf, nieuwe uitdagingen aangaan en veel mensen kunnen dat niet aan. Ik vrees dat het gemeenschapsgevoel een beetje verdwijnt.

Kan het helpen om een deel van dat het gebruik te decriminaliseren?

VAN LEEUW: Om drie uur ’s nachts rijden veel mensen door het rood. Moet je het daarom legaliseren? Ik denk dat het drugsprobleem van iedereen een persoonlijke inzet vraagt. Misschien moet je eens minder narcistisch naar jezelf kijken en gewoon ook eens naar je buren, die het soms moeilijk hebben? Mij treft het in elk geval dat veel jongeren via drugs in de criminaliteit

belanden. En ze worden jonger en jonger. Er is een soort interimbureau in Rotterdam dat minderjarigen wat geld geeft om granaten te gooien. Dat toont dat zij de nood voelen aan een project. Jongeren zoeken een gemeenschap, een familie. Dat was een van de argumenten van Islamitische Staat, die hen vriendschap en een thuis beloofde. En het is vandaag een argument voor wie drugs wil verkopen, maar ook consumeren. (Zucht) Het is paradoxaal. Ik heb als federaal procureur veel kunnen reizen, overal in de wereld. Als ik terugkeer, zeg ik altijd hoe blij ik ben dat ik in België woon. Een ingewikkeld land, maar toch een land waar rechtvaardigheid leeft. Als ik dan zie hoeveel mensen hier verzuurd rondlopen, krijg ik soms zin om hen eens naar Afrika te sturen of zelfs dichterbij. Ga eens naar Lesbos waar alle vluchtelingen aankomen.

De crackgebruikers in de Brusselse straten hebben daar misschien minder boodschap aan. VAN LEEUW: Ik vind dat die mensen geholpen moeten worden, uiteraard. Het strafrecht kan niet alles oplossen. Toch is dat de tendens. Zodra er iets verkeerds gebeurt, kijkt men naar de speurders en magistraten voor fouten. Maar wij zijn slechts de brandweer. We moeten brandjes blussen en ons elke keer verantwoorden. Uiteraard moet je de brandweer versterken als er overal branden ontstaan. Maar op de lange termijn is wel een multidisciplinaire aanpak nodig. Ik zou willen dat de mensen die ervoor zorgen dat het gras zo makkelijk in brand schiet, het ook eens komen uitleggen. Dat gaat niet alleen over drugs, maar ook radicalisering. De mensen die naar Syrië gingen, waren geen Syrisch probleem. Het waren allemaal Belgische of Franse producten. Als we horen dat Abdessalem Lassoued geen papieren had, staat het land op stelten. Terwijl de echte vraag is weten wat die man getriggerd heeft om dat te doen. Hij is via Lampedusa aangekomen in Europa, zes landen hebben pingpong met hem gespeeld. Als je mensen totaal wanhopig maakt, dan fabriceren wij zelf de terroristen. Ik weet dat ik me daarmee politiek uitdruk, maar wel gebaseerd op mijn ervaring.

U heeft de afgelopen tien jaar de hele wereld zien voorbijkomen in uw job. Gaat u dat missen als procureur-generaal? VAN LEEUW: Zeker, want het zal niet dezelfde functie zijn. Al kan ik nog bepalen wat ik ermee zal doen. Ik denk dat bepaalde zaken nog altijd internationale contacten zullen vereisen. Ik blijf optimistisch en een groot voorstander van ontmoeting. Dat zal ik zeker verder doen.

« NOUS NE SOMMES QUE DES POMPIERS »

‘WE ARE JUST THE FIREFIGHTERS’

FR En mai, après dix ans de service, le procureur fédéral Frédéric Van Leeuw deviendra le nouveau procureur général de Bruxelles. Il était aux premières loges lors de la menace terroriste, des attentats et de la montée des violences liées à la drogue. « La pression est grande pour tout résoudre et nous ne sommes que des ‘pompiers’. Si on rend les gens désespérés, on facilite la création de terroristes. »

EN In May, after ten years of service as federal prosecutor, Frédéric Van Leeuw will start his new job as Brussels’ public prosecutor. Van Leeuw lived through terrorism, attacks, and the flare-up of drug violence from the front row. “There is a great deal of pressure to solve everything, but we are just the firefighters. If you bring people to beyond desperation, then you are fabricating terrorism at home.”


In beeld door Ivan Put


Brandend beeld Iets meer dan duizend tractoren van over heel Europa reden afgelopen donderdag naar Brussel om de stad te bezetten en het Luxemburgplein te blokkeren. Reden van de actie? De diepe wrevel bij de landbouwers over hun dalende inkomsten en de Europese regelgeving rond stikstof. “Het ontbreekt aan gezond boerenverstand,” klonk het. Niet veel later kende de woede een driest hoogtepunt toen sommigen hun frustratie richtten op het bronzen standbeeld van John Cockerill. De industrieel viel van zijn sokkel en raakte in het protestvuur ernstig beschadigd. (ID)


In de kijker

Crematorium in Evere open op 2 april ’Het plan hiervoor werd al in 2008 gelanceerd’

Het crematorium in Evere is na zestien jaar eindelijk klaar. Nu zijn er nog testen met technische crematies, zonder ceremonie. Vanaf 2 april is het volledig operationeel. “Bijna de helft van mijn loopbaan ben ik met dit project bezig geweest,” vertelt Xavier Godart, al 37 jaar directeur van de intercommunale Cremabru, die zowel het crematorium van Ukkel beheert als dat in Evere. “Ik weet nog precies wanneer het plan voor een tweede, kleiner crematorium in Brussel werd gelanceerd: op 17 december 2008 na een bezoek aan een crematorium in Metz in het gezelschap van onder meer Rudi Vervoort, toen burgemeester van Evere.” Dat het zo lang geduurd heeft, heeft volgens Godart te maken met de ellenlange procedures voor de aanduiding van een architect, de aanvraag van de stedenbouwkundige en andere vergunningen en het vinden van aannemers en leveranciers. Door de prijsstijging is het budget, oorspronkelijk begroot op 4,4 miljoen euro, opgelopen tot ruim 9 miljoen Architect is de Portugees Eduardo Souto de Moura, winnaar van de Pritzkerprijs, die samen met de Belg Jean-Christophe Mathen een laag sober gebouw met strakke lijnen neerzette. In de kelder

bevinden zich twee ovens, gelijkvloers twee aula’s met respectievelijk 144 en 72 zitplaatsen, twee wachtzalen, een cafetaria en nog een koffiehoek. “Het is een gebouw op mensenmaat,” meent Godart. Sinds half januari zijn de ovens in gebruik voor zogenaamde technische crematies, zonder plechtigheid of ceremonie. “Er wordt in de aula’s nog druk geschilderd en gewerkt aan de technische en audiovisuele installaties,” zegt Godart. “Het zijn de laatste loodjes. Op 2 april zijn we volledig operationeel.” Jaarlijks overlijden er in Brussel negen- à tienduizend mensen. 53 procent wordt gecremeerd. Daarmee ligt Brussel iets onder het Belgische gemiddelde, dat rond de zestig procent schommelt. Godart: “Dat heeft onder meer te maken met de Brusselse populatie. Bij moslims, orthodoxe christenen en joden is crematie immers geen optie.” Tot hiertoe was er in Brussel alleen het ruim negentig jaar oude crematorium van Ukkel, met vijf ovens en drie aula’s.

© ATELIER ARCHITECTURE MATHEN

Daar gebeuren jaarlijks een kleine vijfduizend crematies. “En indien nodig zouden het er meer kunnen zijn,” zegt Godart. “Evere is er niet gekomen vanwege capaciteitsproblemen in Ukkel, wel vanwege de Brusselse mobiliteitsproblemen. Het is handig om zowel in het zuiden als in het noorden van de stad een crematorium te hebben.”

Intiem en gezellig

Hij rekent voor de toekomst op zesduizend crematies per jaar, vierduizend in Ukkel en tweeduizend in Evere. Beide sites zullen gerund worden door het personeel van de intercommunale, zo’n dertig man. Hun werk is in de loop der jaren behoorlijk veranderd. “Toen ik begon, was er vaak

geen plechtigheid bij de crematie of duurde die amper twee minuten,” vertelt Godart. “Nu is er bij 86 procent van de crematies een ceremonie, met speeches, fotomontages, video’s, muziek of live muzikanten.” Kostprijs voor een crematie met ceremonie: 670 à 700 euro. Gemiddeld duurt een ceremonie vandaag 25 minuten en wordt ze bijgewoond door 25 mensen, zo blijkt uit de statistieken van Cremabru. “Maar er zijn natuurlijk uitschieters. Soms zijn er twee personen, soms enkele honderden mensen.” Het nieuwe gebouw is daarop afgestemd, vertelt Godart: “In de grote aula kan plaats worden gemaakt voor vijfhonderd man, de kleine is nog steeds intiem en gezellig


Cartoon door Delphine Frantzen

53

Jaarlijks overlijden er in Brussel negen- à tienduizend mensen. 53 procent wordt gecremeerd

700

Een crematie met ceremonie – met bijvoorbeeld speeches of muziek – kost zo’n 700 euro

als er maar een handjevol mensen is.” Voor de verspreiding van de assen werkt de intercommunale samen met de gemeente Evere die haar begraafplaats net heeft uitgebreid met een grote strooiweide. Het nieuwe crematorium gebruikt ovens op gas. “Dat is ten tijde van de aanbesteding zo beslist. Maar het zijn wel redelijk zuinige ovens, per crematie verbruiken ze dertig kubieke meter gas.” Intussen overweegt de intercommunale om de Ukkelse gasovens te vervangen door elektrische. In Evere is er overigens ook plaats voor een resomator, een toestel waarin lichamen in heet water met loogzout opgelost kunnen worden. Godart: “Als openbare dienst moeten we ook openstaan voor nieuwe vormen van lijkbezorging zoals resomatie. Daarom onderzoeken we momenteel hoe we zo’n toestel gefinancierd zouden kunnen krijgen.” Humusatie, een alternatief waarbij het lichaam gecomposteerd wordt, acht Godart geen realistische optie voor Brussel. “Het is niet simpel om daar een geschikte plek voor te vinden.” Nu het crematorium van Evere eindelijk klaar is, heeft Godart de handen vrij voor een ander project dat al enkele jaren in voorbereiding is, het dierencrematorium, bedoeld voor de verbranding van honden, katten en andere gezelschapsdieren. Ook dat is ondertussen al wat concreter. Het zal gebouwd worden op een afgesloten perceel van het kerkhof van Schaarbeek en zal één oven, koelruimtes en een plek voor afscheidsrituelen omvatten. Wanneer het klaar zal zijn, is vandaag onmogelijk te zeggen. Godart: “Ik mag hopen dat het sneller gaat dan Evere.” BETTINA HUBO


Samenleving

Bingo-uitbaters bedreigen gemeenten

‘Vaak spelen ze vier of vijf uur aan een stuk’ In ruim de helft van alle Brusselse cafés staat een bingotoestel, dat spelers urenlang kan bedwelmen met de belofte op het grote lot. Door de enorme winsten die uitbaters op die manier maken, kregen verschillende gemeentebesturen al bedreigingen bij een negatief advies voor een nieuwe vergunning. “Ik ga u vinden,” kreeg een schepen te lezen in een WhatsApp-bericht. door Kris Hendrickx foto’s Saskia Vanderstichele


7 februari 2024 | 15


Samenleving Bingo-uitbaters bedreigen gemeenten

W

oensdag 15 uur, een café op de Waterloosesteenweg in Sint-Gillis. In een donkere hoek staan twee bingokasten en twee kleinere goktoestellen onder het opschrift ‘Dream Corner’. Drie van de vier apparaten zijn bezet. Of hij even kan uitleggen hoe het werkt? Bilal (24),een speler in trainingspak, met muts, zonnebril en oortjes, begint met een waarschuwing. “Le bingo, c’est une drogue, c’est de la merde.” De vorktruckchauffeur heeft vrij vandaag en speelt even om de tijd te verdrijven. “Allez, dat is toch mijn excuus.”

Bilal legt snel een paar basics uit. De machine neemt geld of bankbiljetten, je bepaalt zelf de inzet en net als bij een flipperkast schiet je een metalen bal een speelveld in. Anders dan bij zo’n flipperspel heb je verder geen controle over het traject van de bal. Als die bal een van de oplichtende gaten in het speelveld vindt, wint de speler. “Meestal verlies je dus,” vertelt Bilal, die naar eigen zeggen hooguit een uurtje speelt en zo de schade beperkt. Dat lang niet iedereen zichzelf zo in de hand heeft, blijkt in een café op de Volderslaan, op een boogscheut van het eerste adres. “Mensen spelen vaak vier of

Om te mogen spelen, moet je meerderjarig zijn, maar vaak gebruiken minderjarigen onterecht blanco kaarten. Uitbaters krijgen die om uitzonderlijk iemand met een andere nationaliteit te laten spelen.

vijf uur aan een stuk,” vertelt barvrouw Juana (*). “Veel spelers willen absoluut nog terugwinnen wat ze al verloren en blijven maar doorgaan.” De vrouw schudt het hoofd als ze terugdenkt aan één extreem geval. “Ik herinner me een man die van 16 uur tot 1 uur ‘s nachts speelde, tot we dichtgingen. Hij reserveerde vervolgens de bingokast en speelde de hele volgende dag verder, van 8 uur ‘s ochtends tot 2 uur ‘s nachts. Hij bleef maar briefjes van honderd en tweehonderd wisselen en moet duizenden euro’s verloren hebben.” Het verhaal doet denken aan de eerste woorden van een speler in het café: “Attention, le bingo, c’est une vraie maladie.” Gokverslavingsexpert Ronny Willemen herkent het stramien. “Bingomachines zijn erg verslavend, onder meer omdat je zo snel een resultaat ziet. Ook het hoge uitbetaalpercentage speelt mee. Voor 100 euro die in de machine gaat, komt er over een langere termijn minstens 84 euro weer uit. Wie veel verliest denkt daardoor snel dat er meteen een periode met winst zal volgen. Maar zo werkt het niet.”

Tot 16.000 euro winst

Bingokasten, ze zijn nergens zo talrijk als in Brussel. Het gewest telt liefst 850 zaken met een vergunning voor de toestellen, blijkt uit informatie van de Kansspelcommissie (KSC). Dat is ruim de helft van alle Brusselse cafés. Zelfs rekening houdend met het grote aantal cafés in het gewest blijft het contrast met andere provincies groot. Zo telt het welstellende Waals-Brabant er maar 81, tien keer minder. In Vlaams-Brabant zijn het er 288. De ene gemeente is daarbij de andere niet. Sint-Pieters-Woluwe telt luttele twee cafés met een bingovergunning, Oudergem drie en Watermaal-Bosvoorde vier. Het contrast met de 184 cafés in Schaarbeek is groot. Sint-Gillis (veertig keer meer bingo’s per inwoner dan Sint-Pieters-Woluwe) blijkt koploper in aantal bingo’s per inwoner, voor SintJoost en Schaarbeek. In het algemeen valt op hoe vooral de centralere en armere gemeenten bijzonder veel gokkasten hebben. Al tellen die gemeenten natuurlijk gewoon meer cafés. Waarom de bingotoestellen zo in trek zijn in de cafés? Dat heeft alles te maken met de opbrengst. Voor een klein buurtcafé in een straat met weinig


Nergens in België zijn zoveel bingotoestellen te vinden als in het Brussels gewest, met liefst 850 zaken met een vergunning. Dat is ruim de helft van alle Brusselse cafés.

passage kan die al aanzienlijk zijn. “De winst voor twee toestellen bedroeg tussen de 1.000 à 3.000 euro per maand,” vertelt Gent, de uitbater van Le Bateau Ivre in Sint-Gillis, die jarenlang bingokasten had. “De helft was voor het bedrijf dat de toestellen plaatst en de helft voor mij. Het betaalde ongeveer de huur. Anderen verdienen er veel meer mee. Ik ben er zeker van dat dertig procent van de cafés morgen de boeken dichtdoet zonder hun bingo.” En inderdaad, in cafés met meer passage en meer toestellen kan dat bedrag aardig oplopen. “We horen over winsten van 8.000 tot 16.000 euro per maand,” zegt Frédéric Da soghe, ondervoorzitter van de Brusselse horecafederatie. “Dus ja, voor veel cafés is die bingo een levenslijn. Maar we zijn er ons ook van bewust dat de machines een probleem vormen voor mensen met lage inkomens. Sommige

mannen verspelen er hun inkomen, waarna hun vrouwen op het OCMW mogen uitleggen dat ze niet rondkomen.”

Gemeenten slaan alarm

De gokmachines zijn zo voor de één een reddingsboei en voor de ander een strop. “Vooral in armere wijken zijn er veel bingokasten en net daar proberen uitbaters er nog meer te plaatsen,” merkt

Bieke Comer (Vooruit.brussels), schepen van Handel in Anderlecht. “Zo werk je alleen maar de gokverslaving van kwetsbare inwoners in de hand. Het zijn vooral zij die gaan gokken. Bovendien leidt het tot een overaanbod van één soort café, waar enkel mannen spelen en waar je niet zo vlug met kinderen zal komen. Als gemeente willen we net een mix stimuleren.”

“Bingo’s betalen vaak de huur én de personeelskosten. Zonder die toestellen zouden veel volkscafés verdwijnen” Jean Spinette (PS)

Burgemeester van Sint-Gillis


Samenleving Bingo-uitbaters bedreigen gemeenten

Kan de gemeente dan niets doen? Niet genoeg, blijkt. De cijfers van vorig jaar zijn wat dat betreft sprekend: Anderlecht telt vandaag al 117 cafés met een bingovergunning en kreeg vorig jaar nog eens 50 aanvragen, waarvan de helft voor nieuwe vergunningen. “We gaven slechts acht keer een positief advies, maar de Kansspelcommissie besliste toch om zeventien vergunningen toe te kennen,” zucht Comer. “Er is dringend een verstrenging nodig op federaal niveau, die de gemeenten meer speelruimte geeft.” Geef de gemeenten meer hefbomen om het aantal bingo’s te reguleren, het is een verzuchting die ook in Schaarbeek, Sint-Gillis en Brussel-Stad te horen is. “De Kansspelcommissie let er eigenlijk enkel op dat de kwaliteit van het spel goed is,” vertelt Jean Spinette (PS), burgemeester van Sint-Gillis. “Dat is niet genoeg, we moeten bijvoorbeeld kunnen ingrijpen als een café ‘s nachts alleen op een bingo draait.” De burgemeester is trouwens niet helemaal tegen die gokautomaten. “Sint-Gillis is geliefd omdat er op elke straathoek een café is. Bingo’s betalen vaak de huur én de personeelskosten. Zonder die toestellen zouden vooral veel volkscafés en dus ontmoetingsplaatsen verdwijnen. En de gokkers, die zouden gewoon thuis online spelen.” Reguleren is één ding, de regels laten toepassen blijkt een ander paar mouwen. Zo werken bingokasten in principe enkel met de identiteitskaart van de speler. Wie jonger dan 18 – en straks na de verstrenging van de wet 21 – is, kan daardoor niet spelen. Maar wat blijkt? In de drie eerste cafés waar BRUZZ binnenstapt, steken gewoon blanco chipkaarten in de machines. Spelers die met de eigen identiteitskaart spelen, we hebben ze niet gezien.

“Uitbaters krijgen die blanco kaarten van de toesteluitbater om per uitzondering eens iemand met een andere nationaliteit te kunnen laten spelen,” legt gokverslavingsexpert Ronny Willemen uit. “Dat die standaard voor iedereen beschikbaar zijn, is schandalig.” De burgemeester van Sint-Gillis kent de praktijk van de blanco kaarten, zo blijkt. “Je hebt echter genoeg agenten nodig om dat goed te kunnen aanpakken.”

Witwassen en bedreigen

Dat de bingo arme stadsbewoners pluimt, is één probleem. Ook de structuren achter de bingocafés zijn niet altijd koosjer. Zowel in Anderlecht, Sint-Gillis als Schaarbeek wijst het bestuur op de vaak ondoorzichtige banden tussen café-uitbaters en de beheerders van bingotoestellen. “Die beheerders controleren vaak de café-uitbaters,” weet Spinette. In Anderlecht valt het bijvoorbeeld op hoe nieuwe café-uitbaters hun vergunning vaak vragen in het bijzijn van eenzelfde vertegenwoordiger van een bedrijf dat bingotoestellen plaatst. “Die nieuwe café-uitbaters lijken soms ook stromannen,” vertelt Elke Roex, Bieke Comers voorgangster. “Het zijn bijvoorbeeld atypisch jonge mensen.” De gemeente Anderlecht vraagt zich ook af in welke mate er sprake is van witwasoperaties via bingokasten. Sommige spelers jagen er immers zulke grote sommen door dat het moeilijk te geloven is dat het om eigen inkomen gaat. Het hoge teruggeefpercentage van de toestellen is in dat verband een voordeel voor een kandidaat-witwasser. Navraag bij de Kansspelcommissie leert dat het vermoeden van de gemeente terecht is. “De KSC ontvangt regelmatig vragen vanwege het parket/politiediensten om na te gaan welke personen of organisa-

“Voor elke 100 euro komt er over een langere termijn minstens 84 euro weer uit: dat werkt de verslaving in de hand” Ronny Willemen

Gokverslavingsexpert

ties er achter de vergunningen zitten,” laat de commissie weten. “Het gaat dan vooral om controle van de vergunninghouders E (die de toestellen plaatsen). Er wordt gecontroleerd of die toestellen geen instrument worden om geld wit te wassen en of de milieus niet worden geïnfiltreerd door de maffia.” Verschillende gemeentebesturen kregen ook al bedreigingen als er een


“Een klant die negen uur lang speelde, reserveerde de bingokast gelijk voor de volgende dag,” vertelt een café-uitbaatster.

Jodogne (Défi) meespreken over bedreigingen. “Die kwamen nota bene van een uitbater die eerder al eens een wapen had bovengehaald toen onze controleurs er een grote hoeveelheid lachgas hadden in beslag genomen in zijn zaak. Maar ik plooi niet hoor.”

Bye bye bingo

Terug naar de bingocafés. Als BRUZZ in de namiddag op ronde gaat, is het rustig aan de goktoestellen in verschillende kroegen. Dat durft vooral ’s avonds al eens anders lopen. “Je hebt klanten die kalm afdruipen als ze verliezen, maar ik zie er ook die op de machine beginnen te kloppen en te spuwen”, vertelt Juana. “Of ze gesticuleren en schreeuwen naar de bewakings-

negatief advies in de lucht hangt. “In mijn geval begon het subtiel met veel whatsappberichten met bijvoorbeeld de vermelding dat de uitbater in mijn straat woont,” herinnert Elke Roex zich. “Gaandeweg veranderden die boodschappen, die trouwens automatisch gewist werden, in: ‘Ik ga u vinden.’” In Schaarbeek kan Marc Weber, kabinetschef van burgemeester Cécile

camera omdat ze denken dat de eigenaar live meekijkt.” Voor de uitbater van Le Bateau Ivre waren lastige bingoklanten net een reden om de toestellen gewoon buiten te gooien. “Wie verliest, wordt vaak nerveus en geregeld ook agressief. Dat ging niet goed samen met mijn andere klanten, die hier gewoon gezellig willen komen eten.” De sfeer in de zaak is er sindsdien op vooruitgegaan, merkt Gent, die er ook zelf van geniet. “Als je van 10 uur ’s ochtends tot 1 uur ’s nachts in je café staat, dan heb je niet zoveel aan zwijgzame mannen die enkel naar een scherm turen. Geef mij maar mensen die me hun leven komen vertellen, dan gaat de tijd vanzelf voorbij.” (*) Juana is een schuilnaam

LES COMMUNES EN PROIE AU FLÉAU DU BINGO

MUNICIPALITIES ARE FIGHTING WITH BINGO

FR Bruxelles est la province qui a le plus de cafés équipés de machines à bingo. Sans les revenus de ces machines, de nombreux établissements horeca devraient fermer leurs portes. Mais les machines à sous occasionnent une dépendance et de dangereuses pertes d’argent auprès des habitant.e.s des quartiers les plus précarisés. Les communes tirent donc la sonnette d’alarme. Et même les joueurs comprennent pourquoi: « Le bingo, c’est une vraie maladie. »

EN Brussels has more cafés with bingo halls than any other part of the country. If it were not for the profits from bingo, a large number of hospitality businesses would have to close their doors. But the slot machines also let those of us that are less advantaged in life play away what little they might have. That is why the Brussels municipalities are now sounding the alarm. And even the players understand why: “Bingo is a real disease.”


Bijgedachte

Brusselse regering vindt tweede adem

Bram Van Renterghem Elke week neemt een BRUZZ-redacteur het nieuws op de korrel

“Een te kloppen vijand – PTB/ PVDA – leidt tot cohesie in de Brusselse ploeg, die ook na 2024 samen verder wil”

Gebeld dat wij worden de laatste tijd. Of we dat citaat er nog in kunnen verwerken, die reactie nog kunnen toevoegen, we wel snappen hoe belangrijk dit of dat is. Zowel oppositie als meerderheid doet het, lokaal en regionaal. Vorige week ging het zelfs zover dat we op de redactie simultaan door een schepen, de woordvoerder van die schepen én de woordvoerder van een partijgenoot van die schepen gebeld werden, om te vragen of we toch wel zeker dat bericht gezien hadden. Aan al die mensen zou ik zeggen: doe zo voort! Ik heb mij nog nooit zo belangrijk gevoeld. Een en ander heeft natuurlijk te maken met de verkiezingen. 9 juni nadert met rasse schreden en die laatste maanden zijn o zo belangrijk voor het uiteindelijke verkiezingsresultaat. Dan wil je je kandidaten natuurlijk zo goed mogelijk in de verf zetten. Door te bellen met de redactie. Of door beleid te voeren. Ook dat laatste lijkt volop te gebeuren. Zeker de Brusselse regering heeft de jongste tijd redelijk wat werk verzet. Een paritaire huurcommissie beschermt huurders tegen woekerprijzen, de nieuwe bouwregels van Good Living hebben groen licht gekregen, vastgoedprojecten moeten 25 procent voorbehouden voor sociale woningen, asociale pick-uptrucks worden zwaarder belast, door een nieuwe gemeentewet kunnen burgemeesters afgezet worden, het Stocletpaleis wordt publiek toegankelijk, strooisteps zijn aan banden gelegd, huurders hebben voorkooprecht, het openbaar vervoer wordt verder versterkt, de afvalophaling is hervormd en slecht geïsoleerde

huizen moeten verplicht gerenoveerd worden. Op al die maatregelen valt iets aan te merken, wat we in deze kolommen geregeld doen. Maar ze passen wel in een links bestuur, waar een meerderheid in Brussel voor gestemd heeft. Er wordt, kortom, tenminste beleid gevoerd. Neem nu het renovatieplan van Alain Maron (Ecolo), dat vorige week in de commissie is goedgekeurd. Eigenaars van een woning met energiecertificaat F of G moeten die tegen 2033 verplicht renoveren, zoniet volgen boetes. Cieltje Van Achter (N-VA) noemde die regeling op X ‘knettergek’, want negen jaar is veel te kort om 250.000 woningen te renoveren, en wat met eigenaars die dat niet kunnen betalen? Die kritiek is begrijpelijk, maar ergens ook jammer. Je kunt nu eenmaal geen omelet maken zonder eieren te breken.

Doortastende maatregelen doén pijn, die gelukkig verzacht wordt met subsidies en uitzonderingen. En laten we wel wezen: de renovatie van het oude, Brusselse woningenpark is essentieel, niks doen is geen optie. Net daarom doet het ergens deugd om te merken dat er in Brussel nog zulke grote beslissingen genomen kunnen worden. Vanwaar die plotse ommezwaai, vraagt u zich natuurlijk af. Amper een jaar geleden klaagden de regeringspartijen zelf nog dat niks vooruitging. Verschillende bronnen melden dat het binnen de schoot van de Brusselse regering makkelijker samenwerken is nu Ans Persoons Pascal Smet (beide Vooruit.brussels) vervangt. “De zachte aanpak in plaats van doorduwen,” klinkt het. Andere bronnen spreken dat niet tegen, maar wijzen erop dat beleid nu eenmaal tijd nodig heeft, en dat


15 september 2024 | 21 7 februari 2024 | 21

Kort gesprek Philippe Van Parijs over het meertalige Brussel

‘Bij de politie bestaan ook premies voor wie Turks of Arabisch spreekt’

het dan ook logisch is dat belangrijke dossiers pas in de staart van de legislatuur landen. Tot slot zijn er nog de peilingen die van PTB/PVDA de te kloppen vijand maken. Handig voor de cohesie van een ploeg, die ook na 2024 samen verder wil. Niet alles is natuurlijk rozengeur en maneschijn. Het alomtegenwoordige crackgebruik, het gapende gat in de begroting en de probleemwerf metro 3 blijven wegen op de Brusselaar. Ook gaat de relatieve rust binnen de regering weldra op de schop, als de verkiezingscampagne de laatste rechte lijn ingaat en de coalitiepartners weer elkaars grootste concurrent worden. Maar voorlopig gunnen de ministers het elkaar nog, zodat belangrijke dossiers erdoor raken. En daar kan menig Brusselaar vast wel gewend aan raken.

derwijs en taalpremies, maar de uitdaging is enorm. Er is al een lerarentekort. Daarbovenop verplicht Wallonië Nederlands als tweede taal vanaf 2027. Dat zal tot arbeidsconcurrentie leiden met Brussel. En dan is er de thuistaal. De ouders moéten hun eigen taal spreken met hun kinderen. Zodat die taal goed verankerd wordt. Dat zal nadien alle andere vormen van leren, inclusief andere talen, vergemakkelijken. Daarnaast vormen die andere talen een interessante link met de rest van de wereld.

De Raad voor de Meertaligheid heeft zijn memorandum klaar. Het is een boeiende status quaestionis over de Brusselse meertaligheid. “Het meest verrassende cijfer erin voor mij is de vluchtigheid van de Brusselse bevolking,” zegt filosoof en voorzitter van de Raad Philippe Van Parijs (UCL), “Er zijn sinds 2000 meer mensen komen wonen dan de huidige bevolking van Brussel. Het verloop is enorm. Veel nieuwkomers kennen geen Nederlands of Frans. Brussel is een enorme verfransingsen vernederlandsingsmachine, grotendeels in het voordeel van de andere gewesten, want velen van hen komen uiteindelijk in Vlaanderen of Wallonië terecht.”

Brussel slaagt er niet in om tweetalig te zijn, hoe wordt de stad ooit meertalig?

Dat kan, net omdat die meertaligheid aan die tweetaligheid zal bijdragen. Tegelijk is het evident dat het Frans en het Nederlands een geprivilegieerde positie moeten behouden, omdat Brussel zeer klein is, de hoofdstad is en midden die twee andere landsdelen ligt. Er is vandaag geen enkele politieke partij die nog gelooft dat Brussel helemaal Nederlands- of Franstalig zal worden. Die fase zijn we al lang voorbij. (SVG)

Nog verrassende cijfers?

Met de verkiezingen in zicht, heeft de Brusselse regering de jongste tijd heel wat werk verzet.

Zeker. Bij de politie bestaan ook premies voor andere talen dan het Frans of het Nederlands, bijvoorbeeld voor Turks of Arabisch. Dat was nieuw voor mij. Het aantal premies voor het Engels is bijna even groot als voor de andere landstaal. Dat betekent dat Brussel zich voorbereidt op die meertalige samenleving. Dan is er de kolossale transformatie van het Nederlandstalige onderwijs. In 1979 sprak 4 procent van de leerlingen geen Nederlands thuis. Vandaag is dat 74 procent. Dat betekent dat de voornaamste taak van dat onderwijs, Vlamingen recht geven op onderwijs, gewijzigd is. Het dient nu om kinderen van overal klaar te maken voor de samenleving.

Meer info op http://betalky.brussels

Jullie willen de meertaligheid in Brussel stimuleren. Hoe?

© BART DEWAELE

© BELGA

Het grootste vraagstuk is: hoe krijgen we de kinderen in het Franstalige onderwijs voldoende Nederlandstalig? Dat kan door meer immersieon-


THE BRUSSELS INTERNATIONAL ANIMATION FILM FESTIVAL

23 FEB.

03 MAR.

© Folioscope •• design HartlandVilla •• Illustration Cyril Pedrosa 2023

FLAGEY, MARNI, CINEMATEK

2024

8 EDITION 56 LOCATIONS 3OO ARTISTS th

N

I AL

TE

I T * KW A L I T E

IT

SS

*B

ET

RO

KKENHEID* O

NT

Jean-Baptiste Verbeyststraat 26 - 1090 Jette NMBS: Lijn Aalst - Brussel / Lijn Dendermonde - Brussel Fietssnelweg F212 MIVB: Bus 13, 14, 53, 88 - Tram 19, 51, 93, 9

D

P

EI

O LO

IING

LIJK*OPENH

*PROFE

SE

25.O1.25.O2.24

*

EN

IO

26 februari 2024 van 16u30 t.e.m. 21u

M

— 56 tentoonstellingen vieren het medium fotografie in galerijen, kunstcentra en musea verspreid over heel Brussel. Een unieke gelegenheid om kunstenaars, werken en plekken te ontdekken!

Opendeurdag


Beestig Brussel

7 februari 2024 | 23

Tijgermug Exoot die meereist met Aziatische bamboeplantjes Voor het eerst werd in Brussel een tijgermug gespot, een insect dat uit het buitenland komt, tropische ziektes kan overdragen en in regentonnen een ideale biotoop vindt. door Andy Furniere

Burgers signaleerden de tijgermug vorig jaar op achttien plaatsen in België, een verdubbeling tegenover 2022. Een van die locaties bevond zich voor het eerst in Brussel, en wel in een woonwijk van Schaarbeek. Dat de tijgermug oprukt is geen goed nieuws, ze kunnen immers bepaalde tropische virussen overdragen, zoals dengue, chikungunya en zika. Hoewel die ziektes veelal geen of milde symptomen veroorzaken, maken ze sommigen wel ernstig ziek. De invasieve muggensoort, een exoot uit Zuidoost-Azië, kwam eind jaren 1970 in Europa aan en houdt vooral van de zachte winters en hete zomers in Zuid-Europa. Door de klimaatopwarming heeft de tijgermug het bij ons steeds meer naar zijn zin. “Al is dat niet de reden dat ze hier is gearriveerd, met een eerste Belgische waarneming in 2000, dat komt door de wereldwijde handel en het vele reizen,” zegt Sciensano-onderzoeker Marie Hermy. “Er komen vaak eitjes mee bij het transport van Lucky Bamboo-sierplantjes en tweedehandsautobanden. Volwassen muggen liften binnen Europa mee in auto’s en vrachtwagens.” “Je zal de tijgermug niet snel tegenkomen in een bos of veld. De ideale broedplaatsen voor hun eitjes bevinden zich in stedelijke omgevingen: stilstaand water in kleine artificiële objecten in een tuin of op een balkon of terras. Denk aan plantenpotten, schaaltjes, regentonnen, speelgoed en parasolvoeten.” De kans dat iemand besmet terugkomt uit een land waar de door tijgermuggen overdragen ziektes voorkomen, is groter in een stad als Brussel, waar veel mensen vaak het vliegtuig nemen naar zulke landen. En op dichtbevolkte plekken kunnen ook makkelijk meer mensen door beten besmet raken. Er zijn wereldwijd geregeld in steden uitbraken van door de tijgermug overgedragen virussen. In Parijs werd vorig jaar voor het eerst een bestrijdingsactie tegen de tijgermug uitgevoerd na enkele gevallen van dengue.

Toch is er geen reden tot paniek, benadrukt Hermy. “Om een lokale uitbraak van een virus te krijgen, moet er een stabiele, goed gevestigde en grote populatie tijgermuggen aanwezig zijn. Dat is in Brussel voor zover wij weten nog niet het geval.” In Brussel is Leefmilieu Brussel verantwoordelijk voor de bestrijding van het insect. De overheidsinstantie zal de regio in Schaarbeek waar de tijgermug werd gespot, goed in de gaten houden. Als ze er volgende zomer weer opduikt, kan een gespecialiseerd bedrijf ze bestrijden met een biologisch product om te vermijden dat muggenlarven zich ontwikkelen. Om de verspreiding van de

© SS

Eigenschappen • De tijgermug is voornamelijk zwart, met witte strepen • Met een gemiddelde grootte van slechts 4 à 5 millimeter is ze kleiner dan de gewone huissteekmug • Ze is agressiever dan de gewone huissteekmug, al laat ze je ’s nachts wel met rust en blijft ze gewoonlijk buiten. Ze steekt vooral in de voormiddag en late namiddag

tijgermug tegen te gaan, is het een goed idee om van mei tot oktober onnodig stilstaand water buiten – in schaaltjes, potjes, zwembadjes, speelgoed – uit te gieten. Niet in de riolering, want daar kan de tijgermug overleven. Voor nuttige wateropslag, zoals in regentonnen, is het belangrijk om die goed af te dekken – bijvoorbeeld met muggengaas. Idealiter wordt het water voor vogels of andere dieren elke vijf dagen ververst. Zelf een tijgermug gespot? Melden kan via MuggenSurveillance.be of de gelijknamige app.

Reeks nalezen? Lees de hele reeks op BRUZZ.be/beestigbrussel


Expo

Rob Vanoudenhoven stelt tentoon in de Zavel

‘Ik kan mezelf slecht verkopen’ Sinds hij enkele jaren geleden neerstreek in Sint-Gillis werkt Rob Vanoudenhoven als beeldend kunstenaar aan een oeuvre dat bijzonder Belgisch en Brussels aandoet. De tv-figuur, met roots in de Marollen, blijft een verhalenverteller. “Ik heb altijd op alle aanbiedingen ja gezegd. Ik heb nooit een plan gehad.” door Michiel Leen foto’s Saskia Vanderstichele

S

inds zijn hoogtijdagen als sympathiekste spring-in-‘tveld van de Vlaamse televisie was het wat stil geworden rond Rob Vanoudenhoven. Stilgezeten heeft hij evenwel niet. De televisiemaker outte zich enkele jaren geleden als beeldend kunstenaar. Een selectie van zijn werken, hoofdzakelijk collages, valt momenteel te zien in Galerie Sablon d’Art. Vanoudenhovens werk ademt, onder het motto ‘Refining the Unrefined’ een zachte variant van het Belgisch chauvinisme, maar ook als beeldend kunstenaar blijft hij trouw aan zijn vertellerstalent. “Mijn atelier is een verzameling van dingen die ik soms twintig jaar heb bijgehouden, waarvan sommige nog altijd niet af zijn,” zegt hij. “Ik zal in mijn leven wellicht niet alles gemaakt krijgen dat ik wil maken. De eerste reeks was samengesteld uit oude pornofoto’s. Enerzijds omdat ik graag met huidskleur wilde werken, anderzijds omdat we opnieuw moeten leren hunkeren. Jongeren hebben door de overvloed aan porno een heel verkeerd beeld gekregen van seksualiteit. Ik probeer van die goorheid opnieuw iets moois te maken.”

Dit is niet je eerste expo?

ROB VANOUDENHOVEN: Ik had nooit gedacht

dat ik met dit werk exposities zou gaan houden. Ik doe het in de eerste plaats omdat ik het graag doe. Misschien zou ik na mijn pensioen weleens een paar werken tonen in het buurtcentrum, maar meer niet. Weinig mensen wisten dat ik kunst maakte. Ik deed het tussen de soep en de patatten. Tijdens de covidperiode had ik plots veel tijd. Toevallig had ik in die periode nog een opname voor het tv-programma Stukken van mensen in de Verbeke Foundation. Bezieler Geert Verbeke was de eerste buitenstaander aan wie ik mijn werk toonde. Hij was enthousiast en organiseerde een eerste expositie. Zo raakte de bal aan het rollen.

Is de grote Belgische vlag in de vitrine een politiek statement?

VANOUDENHOVEN: Dat is misschien zwaar uitgedrukt, maar in de aanloop naar de verkiezingen schrik ik ervan hoe weinig trots we als Belgen zijn op ons land. Ik vind het jammer dat we zo uit elkaar aan het groeien zijn. Ik kom uit een zeer Belgisch gezin: mijn vader was een Franstalige Brusselaar, mijn moeder een

West-Vlaamse. Vandaag gaat het alleen nog over Vlaanderen-Wallonië-Brussel. En een paar duizend Duitstaligen in de Oostkantons die blijkbaar content zijn en die je nooit hoort. Samen ben je toch altijd sterker. Alles verandert snel en er is in die laatste jaren, door die sociale media, een miljoen meningen, nergens een moment van rust. Niemand luistert nog naar elkaar. Politici weten niet meer wat het is om als verpleegster te werken, hoe het er in de rusthuizen aan toegaat, hoe een boerderij werkt. We leven in zeer bizarre tijden. Ik wil niet vervallen in een retoriek van ‘vroeger was het beter’, maar ik betrap mezelf erop dat ik soms wel zo denk. Al was het maar omdat je vroeger niet de tirannie van de smartphone had. Daarom ook ben ik graag in mijn atelier. Ik kom er tot rust en de telefoon gaat uit. Ik, mijn idee en mijn materiaal.

Maar je hebt niet gekozen voor een carrière als beeldend kunstenaar?

VANOUDENHOVEN: Nee. Maar tv-maker was ook geen bewuste keuze, hoor. Ik ben vroeg gaan werken om bij te springen in het huishouden. Mocht je me toen gevraagd hebben wat ik later ging doen, zou ik


BIO • Geboren in Mechelen in 1968 • Breekt in 1997 door als panellid van het tv-programma Alles kan beter • Maakt in 1998 De XII werken van Vanoudenhoven op zondagavond op TV1 • Stapt in 2005 over naar VTM, waar hij onder meer Robland maakt • In 2020 out hij zich als kunstenaar

Rob Vanoudenhoven: “Jongeren hebben door de overvloed aan porno een heel verkeerd beeld gekregen van seksualiteit. Ik probeer van die goorheid opnieuw iets moois te maken.”


Expo Rob Vanoudenhoven stelt tentoon in de Zavel

wellicht ’arbeider’ geantwoord hebben. Ik kan zelf niet meer uit aan mijn cv.

Er zat geen carrièreplan achter?

VANOUDENHOVEN: Ik heb altijd op alle aanbiedingen ja gezegd. Ik heb nooit een plan gehad, maar ik heb me altijd geamuseerd. Zelfs toen ik als fruitplukker werkte of in de koelcellen bij Ola. Pas de laatste jaren begin ik terug te kijken en me af te vragen hoe dat allemaal gegaan is.

Zou je ooit in de politiek gaan?

VANOUDENHOVEN: Nee, al zijn ze het indertijd vaak genoeg komen vragen. Ik doe wat ik altijd gedaan heb: verhalen vertellen. Al denk ik wel dat veel kunstenaars meer te vertellen hebben dan de politiekers.

Voelde je je welkom in de kunstwereld?

VANOUDENHOVEN: Het is niet alsof je plots een deur opendoet en zegt: ‘Hallo kunstwereld.’ Het lijkt mij een wereld als elke andere. Er komen wel zaken op mijn pad. De huidige expositie is ook maar ontstaan

xxx Rob Vanoudenhoven voor de Belgische vlag in de vitrine van zijn expo: “Ik vind het jammer dat we als Belgen zo uit elkaar aan het groeien zijn.”

door aan de praat te raken met de eigenaar. Zoals zoveel samenwerkingen en projecten in mijn leven is ook dit organisch gegroeid.

Niet dat ik gelovig ben, maar ik vind Jezus een toffe mens. Misschien zou de wereld wat toffer zijn als we af en toe zijn voorbeeld volgen.

Je zou ook met een bepaalde geldingsdrang en ambitie op zoek kunnen gaan naar de spotlights.

Opent de naam Vanoudenhoven deuren in de kunstwereld? Of is er eerder scepsis?

Het moet iets blijven waar je je vooral mee amuseert?

Je bent intussen naar Brussel verhuisd?

VANOUDENHOVEN: Dat zal wel komen zeker? Of niet. (Haalt schouders op) Ik kan wel dromen van het Getty-museum of het Louvre, maar ik ga er niet van wakker liggen als dat niet zo is. Ik ben al blij als er iemand een werk koopt. Ik kan mezelf slecht verkopen. Gelukkig heeft mijn vriendin een beetje die knowhow.

VANOUDENHOVEN: Ik probeer zo veel mogelijk

te produceren omdat ik dingen wil maken. Maar bij mij is het geen bandwerk. Er ligt nog heel veel klaar. Bij het verhuizen van mijn atelier ontdek ik materialen die soms al twintig jaar liggen te sluimeren. Tegenwoordig werk ik vaak met Christusbeeldjes.

VANOUDENHOVEN: Ik wou in het begin zelfs onder een pseudoniem exposeren, omdat ik wist dat ik tegen vooroordelen zou moeten opboksen. Geert Verbeke heeft me aangemoedigd om het toch onder mijn eigen naam te doen. Uiteindelijk heb ik mijn pudeur overwonnen en nu trek ik er mij geen kloten meer van aan. Dit is wat ik doe, mannen, punt.

VANOUDENHOVEN: Van Tervuren naar Sint-Gillis, ja. Da’s niet ver hé. En mijn vader was een marollien. Mijn grootouders hadden er een café. Later zijn ze naar Mechelen verhuisd, maar de link met Brussel is altijd gebleven. In mijn jeugd gingen we vaak uit in Brussel.”


7 februari 2024 | 27

“Wat is de toekomst van separatisme? Dat over twee eeuwen een Waalse Poetin opstaat om een stuk Vlaams gebied terug te claimen of omgekeerd?”

Bevalt het leven in de hoofdstad?

VANOUDENHOVEN: Ik kan me ergeren aan het

verkeer, maar dat weegt niet op tegen het levendige, het bruisende van Brussel. Dankzij Angela, mijn vriendin, kom ik alle mogelijke nationaliteiten tegen. Soms ben ik op feestjes thuis de enige Belg in de kamer. Dat is de reden waarom ik een programma wil maken over België voor expats: velen van hen kennen het land en zijn inwoners helemaal niet. Ik wil de mensen een warm welkom bieden, en tegelijk duidelijk maken dat we meer zijn dan het land van de chocolade en de frieten en het bier.

Weten de Belgen eigenlijk zelf wat Belg-zijn betekent?

VANOUDENHOVEN: We zijn in de eerste plaats een warm en creatief volk. Die kleine driehoek in het midden van Europa ligt aan de basis van het world wide web, de chirurgie, de ‘papieren Google’ van het Mundaneum. We staan aan de top in muziek en televisie maken. Wij winnen Emmy Awards. We zorgen met kleine middelen dat het marcheert, en met resultaat. En dan leven we nog in een land van drie talen die met elkaar geen kloten te maken hebben. Een beetje trotser zijn, zonder overdreven chauvinisme, moet toch kunnen? Wat is de toekomst van separatisme? Dat over twee eeuwen een Waalse Poetin opstaat om een stuk Vlaams gebied terug te claimen of omgekeerd?

Kom je te weten wat je expat-vrienden vinden van België?

VANOUDENHOVEN: Meestal komen ze hier terecht voor hun werk. De meesten vinden het geweldig en willen ook niet weg. Je hebt hier alles, je zit op een paar honderd kilometer van Parijs, Londen, Amsterdam. En je kunt hier verdorie goed drinken en eten.

Kortom, niks te klagen.

VANOUDENHOVEN: Leven in een stad als Brussel is altijd geven en nemen. Je kunt

over alles klagen, maar als we wat meer rekening zouden houden met de ander, het zou er al heel anders aan toegaan. En dat begint bij jezelf.

Is het voor je dochter met haar beperking te doen?

VANOUDENHOVEN: Overal in België is nog werk aan de toegankelijkheid van trottoirs en voorzieningen voor mensen met een beperking. Kasseien zijn met een rolstoel een verschrikking. Om van hondenstront nog te zwijgen. Maar als je zelf geen mensen in je omgeving hebt met een beperking, hou je daar geen rekening mee. Onze ingenieurs en architecten zijn nog vaak de blanke mannen, die niet altijd rekening houden met andere kleuren en lichamen.

Is die berustende houding een manier om met de chaos van Brussel om te gaan? VANOUDENHOVEN: Misschien is Brussel nog te nieuw voor mij om me er in op te boeien? Er zullen vast zaken zijn die me ergeren, zoals de verkeerschaos, maar verder? Er kunnen dingen beter, zoals de drugsoverlast in de metro en aan het Zuidstation, maar

tot nu toe heb ik daar geen last van gehad. De berichtgeving speelt ook een rol. Terwijl de tv moord en brand schreeuwt over voetbalrellen heb je er als Brusselaar twee straten verderop meestal geen last van. Het is hier niet altijd rozengeur en maneschijn, het kan allemaal wat properder en ordelijker, maar bang ben ik nog niet geweest. Ook omdat ik voor mijn werk ook wel andere plekken heb gezien. Ik kan je vertellen: Caracas, Venezuela is een ander paar mouwen.

Waar kom je graag in Brussel?

VANOUDENHOVEN: Ik heb nog niet echt een stamcafé, al beland ik regelmatig in de Roskam. Zo’n netwerkje van vrienden en plekken zoals ik in Tervuren had, daar moet ik nog aan werken. Ik vind het leuk om de toeristen bezig te zien. Zij moeten aan het eind van de dag weer naar huis en ik kan gezellig hier blijven.

Je behoort nog niet tot de beroeps-Brusselaars genre Mark Didden, wijlen Arno …

VANOUDENHOVEN: Zo ver is het bij mij nog niet. Maar ik heb de roots van mijn vader, hé. Maan groetvoader en maan bobonne sproeke laak dees hein, Vloms en Frans deurien. Je hoort het Brussels helaas nog maar zelden op straat, en ik hoor het zo graag. Ik moest bij de verhuizing aan mijn vader denken. De cirkel sluit zich. Ik eindig weer in Brussel.

Galerie Sablon d’art Tot en met 25/2, van donderdag tot zondag tussen 11.00 tot 18.00 uur.

‘J’AI DU MAL À ME VENDRE’

‘SELLING MYSELF IS NOT EASY’

FR Voilà plusieurs années que la personnalité télé aux racines maroliennes, Rob Vanoudenhoven, s’est posé à Saint-Gilles pour embrasser une carrière d’artiste visuel. Son travail archi-belge et bruxellois est exposé en février au Sablon d’Art. « J’ai toujours dit oui à toutes les propositions. Je n’ai jamais eu de plan. Je suis heureux quand quelqu’un m’achète une œuvre. J’ai du mal à me vendre. » Il apprécie la vie dans la capitale : « Bruxelles, c’est toujours donner et recevoir. On peut se plaindre de tout, mais si on tenait un peu plus compte de l’autre, ce serait déjà bien différent. Et ce travail commence par soi. »

EN Since moving to Sint-Gillis/Saint-Gilles a few years ago, Rob Vanoudenhoven has been working on an oeuvre as a visual artist with a particularly Belgian and Brussels feel. The TV personality has his roots in the Marolles and remains a storyteller. “I’ve always said yes to any offer that comes in, I’ve never had a plan. I’m just happy if someone buys a piece. I find it difficult to sell myself.” He enjoys life in the capital: “Living in a city like Brussels is always giving and taking. You could complain all the time, but things would be very different if we were more considerate of others, and that starts with yourself.”


Meer BRUZZ

Randje buitenspel Royale Union Saint-Gilloise

DE AVOND VAN BRUZZ Sluit je werkdag af met Gunnar in het avondblok en krijg massa’s tips om de stad te gaan ontdekken. Van maandag tot donderdag tussen 16u en 19u op BRUZZ radio

AGRESSIE IN JEUGDVOETBAL De spelers van Ritterklub in Jette vertellen hoe zij agressie op en rond het voetbalveld meemaken. Meer op BRUZZKet.be en op TikTok

A LA CARTE Luckas Vander Taelen ontvangt Véronique Lamquin van Le Soir voor een gesprek over de Brusselse politiek. Donderdag na BRUZZ 24

KNALDRANG — Laat vuurwerk toe in een stadion. Laat het maar knallen, en laat de hemel oplichten. Of met de woorden van De Mens: Maak lawaai, maak geluid, maak het mooi, maak het luid, maak een vuur, maak het groot (‘Kim is dood’). Controversiële stelling? Tuurlijk, maar niet voor wie Union-RWDM vorige week zag. Een pragmatisch Union haalde uiteindelijk met 3-2 de zege binnen tegen een verdienstelijk RWDM. Alexander Blessin, coach van de geel-blauwe troepen, vatte de wedstrijd goed samen door over zijn eigen voetballend werk te zeggen: “Ik viel bijna in slaap.” Faut le faire. Toch was het een spannende wedstrijd, maar om extrasportieve redenen. Het was de eerste competitieve Zwanzederby met zowel Union- als RWDM-supporters sinds 12 mei 1985, het jaar waarin de film Back to the Future de wereld veroverde en een kilo aardappelen nog 36 eurocent kostte. Waar toen – 39 jaar geleden – de 15.000 supporters door elkaar liepen, werd nu alles uit de kast gehaald om de groepen uit elkaar te houden. Met als absurd toppunt de RWDM-uit-supporters die het kanaal verplicht moesten oversteken in een door de politie begeleide bus, ook al wonen sommigen op enkele meters van het Union-stadion. Die angst voor conflicten komt ergens vandaan natuurlijk. Alsmaar vaker ligt het zwaartepunt van een wedstrijd niet op, maar naast het veld. Spandoeken met wansmakelijke boodschappen, ronduit racistische spreekkoren en fysiek geweld tussen de harde kernen … Vaak wordt voor oplossingen gekeken naar Engeland, dat met draconische maatregelen die taferelen grotendeels wist te weren. De keerzijde: vaak sfeerloze stadions, zelfs bij grote clubs. Illustratief was de Europese wedstrijd in oktober in Liverpool die Union verloor met 2-0. Niet de prestatie van de voetballers, wel die van de meegereisde supporters lieten de Scousers verbaasd achter: ondanks puntenverlies bleven de Brusselaars hun ploeg vrolijk en vriendelijk aanmoedigen. Ook in België namen verschillende stakeholders al maatregelen: de Pro League legt boetes en stadionverboden op, andere clubs voeren verklikkingssystemen in. Een ander fundamenteler, maar minder structureel aspect is sociale controle. Wie zich op Union tot ongeoorloofde uitspraken laat verleiden, wordt naar buiten geleid, niet door de stewards of de politie, maar door plichtsbewuste supporters. Vandaar de oproep tot knaldrang. Letterlijk. Laat – een selectie van – pyrotechnisch materiaal toe. Indien het veilig en gecontroleerd kan, zorgt dat voor een aangename boost. En zeker als het tegenvalt op het veld, kan dat tot de nodige zelfrelativering (en zelfspot) leiden. “Ik viel bijna in slaap,” zei Blessing. Misschien dat hij na een paar knallen wakker was geschoten. FELIX DEMEESTER/KEVIN RUELENS

Met Union, RWDM en Anderlecht telt Brussel drie voetbalteams in eerste klasse. In ‘Randje buitenspel’, een nieuwe column, focust BRUZZ beurtelings op het wel en wee van de traditieclubs uit de drie buurgemeenten. Volgende week is RWDM aan de beurt.


Big City

© PHOTONEWS

Is Brussel klaar voor de opmars van de elektrische auto?

Max Wyckaert zoekt elke week een antwoord op een lezersvraag, deze week van Bart uit Sint-AgathaBerchem.

Ook een vraag?

Stel je vraag en stem op bruzz.be Bekijk en lees antwoorden op bruzz.be/bigcity

In Brussel zijn dagelijks zo’n half miljoen wagens op de baan. Die zullen tegen 2035 allemaal elektrisch moeten rijden. Prognoses van Leefmilieu Brussel schatten het aantal elektrische voertuigen tegen 2035 op zo’n 495.077, inclusief pendelaars. En die moeten allemaal opgeladen worden. Daarvoor rekent het Gewest op verschillende laadvormen: private laadpunten bij inwoners thuis, op het werk of op straat. Wie thuis een laadpaal laat installeren (en dus aankoopt), geniet tot eind 2024 van een korting van 15 procent, verrekend via de personenbelasting. Bedrijven krijgen voor semipublieke laadpalen een verhoogde kostenaftrek. Toch zal volgens Leefmilieu Brussel meer dan de helft van de laadsessies in de toekomst op straat plaatsvinden. Daarvoor voorziet het Gewest tegen 2035 in 22.000 laadpunten, vier keer meer dan het aantal vandaag. Brussel moet dus nog een tandje bijsteken, wil het voldoende openbare laadinfrastructuur kunnen aanbieden.

Tegen 2025 is er nood aan 9.500 laadpunten en de teller staat vandaag op 5.047. Wel plant het Gewest dit jaar 600 extra laadpalen, goed voor 1.200 nieuwe laadpunten. De oplossing lijkt simpel: snel meer laadpunten plaatsen. Maar dat riskeert het netwerk te verzadigen, terwijl een te trage uitrol de laadpalen te weinig rendabel maakt.

Verouderd net

Ook het verouderde Brusselse elektriciteitsnet kan mogelijk tot problemen leiden. Dat net staat grotendeels onder een spanning van 230 volt. In principe voldoende om een elektrische wagen in 30 à 60 minuten voldoende op te laden voor een rit van 20 kilometer, het gemiddelde dagelijkse traject van een Brusselaar. Problematisch wordt die netspanning echter wanneer alle elektrische voertuigen na een werkdag tegelijk opgeladen worden, vooral als die laadbehoefte samenvalt met de gewone huishoudelijke verbruikspiek. Tot 2030 zouden

dat soort pieken geen grote problemen veroorzaken. Volgens distributienetbeheerder Sibelga is ons elektriciteitsnet in staat om de omschakeling van 20 à 30 procent van het wagenpark tegen dan aan te kunnen. Na 2030 is het zaak om volop in te zetten op ‘slim laden’. Dat kan door je voertuig op te laden als je zonnepanelen elektriciteit produceren of door het beschikbare laadvermogen te verdelen over de verschillende voertuigen op een bedrijfsparking. Daarnaast rekent Sibelga op technologische vooruitgang. De autonomie van elektrische wagens gaat erop vooruit, waardoor ze minder snel aan de stekker moeten. Bovendien zouden elektrische voertuigen op termijn kunnen dienen als thuisbatterij, om de overtollige zelf geproduceerde energie op te slaan en weer af te geven aan het net als er elders nood aan is. Tot slot pleit Sibelga voor dynamische tarieven, die consumenten moeten aansporen elektriciteit te verbruiken als er voldoende beschikbaar is. (MW/JIC)


De slaapkamer

Odi

Odi is negen en woont in Molenbeek. Ze houdt van verjaardagsfeestjes: “Het beste is eigenlijk een verjaardagsfeest waar je mag blijven slapen, want dan kan ik lang opblijven.”


7 februari 2024 | 31

‘Misschien is er een wereld in het heelal waar alles kan’ Elke week gaat BRUZZ op bezoek bij een kind in Brussel in zijn of haar slaapkamer. Deze keer is dat bij Odi (9) uit Molenbeek. Het liefst wil ze met een raket reizen naar het universum, om te springen op de maan en om een ideale wereld te ontdekken. door Charlotte Deprez foto Saskia Vanderstichele

Wat een groot kunstwerk achter jou. Heb je dat zelf gemaakt?

Ja, ik heb dat samen gemaakt met mijn papa toen ik zes jaar was. De kleine kunstwerkjes heb ik later gemaakt en er dan op gehangen. Ik wou dat heel graag maken, omdat ik graffiti heel leuk vind. Langs het kanaal zag ik dat altijd, ik wou dat ook eens proberen. Nu ben ik daar minder mee bezig, maar ik teken wel heel graag. Ik heb een ontwerp gemaakt voor een jurk. Ik zou die in het echt willen maken, maar daar heb ik wel hulp voor nodig.

Zou je kledingontwerper willen worden?

Misschien wel, maar er zijn ook andere beroepen die ik graag wil doen. Wetenschapper, kunstenaar en astronaut.

Alle drie tegelijk?

Dat is misschien een beetje moeilijk. Ik wil als wetenschapper werken bij de NASA of de ESA. Dan kan ik naar de ruimte gaan bijvoorbeeld. Van daaruit kan ik misschien de planeten tekenen, toch als ik daar tijd voor heb. Want ik zal waarschijnlijk veel taken hebben en te weinig tijd. Als ik terug op aarde ben, kan ik in mijn vrije tijd wel nog tekeningen maken en die dan verkopen op de rommelmarkt.

Waarom wil je graag naar de ruimte?

Dan kan ik op de maan springen. Dan zou ik de planeet van ver zien, met alle lichtjes en kleuren. En misschien is er ook een wereld in het heelal waar alles kan, achter een zwart gat.

Hoe zou die wereld er dan uitzien? Met wolken van suikerspin. Ik zou kunnen vliegen en ademen onder water. Er zou minder huiswerk gegeven worden, want dat is soms een beetje te veel. Ik moet vandaag een gedicht schrijven, maar ik weet niet hoe. Ik had liever iets getekend.

Waar ga je naar school?

Vier Winden, hier in Molenbeek.

Een Nederlandstalige school. Maar jij spreekt drie talen, hé?

Ja, Nederlands is mijn moedertaal, maar met mijn mama spreek ik Italiaans en ik ken ook Frans. Het is leuk om meerdere talen te kunnen spreken, bijvoorbeeld om geheimpjes te vertellen tegen andere mensen die Italiaans spreken. Soms is het wel verwarrend. Mijn mama was lang op reis, en toen heb ik de hele tijd Nederlands gesproken. Toen ze terugkwam, wou ik Italiaans spreken met haar, maar dan mengde ik daar Franse woorden in.

Jullie wonen hier samen in Molenbeek. Vind je het leuk?

Ik woon hier wel graag, maar ik vind dat er meer opgeruimd moet worden. In het centrum is er veel minder afval, en hier is het soms echt vuil.

Zou je liever in het centrum wonen?

Niet per se, maar het centrum is wel leuk. Er zijn veel mensen en autovrije straten. Als je in zo’n straat woont, kan je buiten spelen. Ik heb wel een tuin, dus ik kan hier ook buiten spelen.

Speel je vaak met je vrienden van school hier in de buurt? Niet super vaak. Soms zijn er wel feestjes, voor verjaardagen of slaapfeestjes.

Wat vind je het leukst?

De verjaardagen zijn het leukste, want dan kan ik ook taart eten. Bij slaapfeestjes mag ik lang opblijven. Dus het beste is eigenlijk een verjaardagsfeest waar je mag blijven slapen.

“Meerdere talen spreken is leuk, om geheimpjes te vertellen bijvoorbeeld”

Zouden er meer feestjes zijn in je ideale wereld? Ja, en meer natuur en minder auto’s. Je kan er vliegen. Zoals vogels dat kunnen, want in een vliegtuig moet ik soms overgeven. En je kan er ook met een raket op reis gaan, naar Pluto of het zonnige deel van de maan.

Je wil echt heel graag naar de maan, hé? Het is mijn grootste droom.

Reeks nalezen?

Lees de hele reeks op www.BRUZZKet.be/slaapkamer

‘IL EXISTE PEUT-ÊTRE UN MONDE OÙ TOUT EST POSSIBLE’

‘MAYBE THERE IS A WORLD WHERE ANYTHING GOES’

FR Odi, 9 ans, vit à Molenbeek. Elle rêve de faire plusieurs métiers, comme celui d’artiste, mais elle aimerait surtout travailler pour la Nasa ou l’Agence Spatiale Européenne. Elle irait alors à la recherche d’un monde où tout est possible. Un monde où on peut voler et respirer sous l’eau.

EN Odi (9) lives in Molenbeek. She has many ideas about her future, but most of all she would like to work as a scientist at NASA or the European Space Agency and explore space. There, she would look for a world where anything goes. A world where she would be able to fly and breathe underwater.


Matthieu Goeury van Les Halles en Melat Gebeyaw Nigussie van de Beursschouwburg, twee van de krachten die met It Takes a City de spots op de Brusselse podiumkunstenscene zetten.


7 februari 2024 | 33

Festival It Takes a City brengt Brusselse performers voor het voetlicht

‘Brussel is dé hub voor podiumkunsten in Europa’ Twee weekends. Acht Nederlands- en Franstalige culturele instellingen. Dertien shows van Brusselse podiumkunstenaars, die klaar zijn om podia in het buitenland te bestormen. Melat Gebeyaw Nigussie van de Beursschouwburg en Matthieu Goeury van Les Halles leggen uit wat de bedoeling is van het nieuwe, tweejaarlijkse festival It Takes a City. door Michaël Bellon foto’s Saskia Vanderstichele

I

t Takes a City, het nieuwe kleine zusje van het Kunstenfestivaldesarts, zal elke twee jaar veelbelovende Brusselse podiumkunstenaars tonen aan een breed publiek én aan internationale programmatoren. Naast Atelier 210, La Balsamine, het Kaaitheater, Kunstenwerkplaats, Charleroi danse / La Raffinerie en workspacebrussels vormen de Beursschouwburg en Les Halles de acht organisaties uit de twee taalgemeenschappen die aan de basis liggen van het festival.

Hoe is het idee voor It Takes a City ontstaan?

MELAT GEBEYAW NIGUSSIE: De eerste gesprekken om samen een festivalformule te verkennen zijn nog gevoerd door mijn voorganger bij de Beursschouwburg, Tom Bonte. Toen was dat nog met het Kaaitheater en een kunstschool. Bij het schrijven van de nieuwe beleidsplannen hebben we het idee weer opgepakt en ons met nog

meer partners de vraag gesteld waar de podiumsector in deze stad nood aan heeft. MATTHIEU GOEURY: De verandering van directie in een aantal cultuurhuizen heeft volgens mij ook veel mogelijk gemaakt. Melat werd directrice van de Beursschouwburg, Léa Drouet van Atelier 210 (allebei in 2020, red.). Je hebt Fabienne Aucant bij Charleroi danse (sinds 2022, red.), Agnes Quackels en Barbara Van Lindt bij het Kaaitheater, en ikzelf zit nu een jaar bij Les Halles. De partners spreken een gemeenschappelijke taal en willen de krachten bundelen. Vroeger had je ook al samenwerkingen, zoals Tournee Générale van de KVS en Thêâtre National, maar vier Franstalige en vier Nederlandstalige organisaties die samenwerken, dat is niet niks. Ook op artistiek en esthetisch vlak zie ik podiumkunsten langs Franstalige en Nederlandstalige kant naar elkaar toe groeien. De laatste jaren heeft zich een nieuwe

generatie artiesten ontwikkeld aan de Franstalige kant van het culturele veld, en ook bij het publiek zie je die vermenging. In Les Halles hebben we het laatste jaar veel Nederlandstaligen verwelkomd. Dat geeft mogelijkheden om samen aan één scene voor de podiumkunsten te werken. Het idee van twee scenes in één stad is ook een beetje bizar. GEBEYAW NIGUSSIE: Ik heb de voorgeschiedenis met die meer gesloten houding minder meegemaakt en vind het gewoon heel fijn om samenwerkingen aan te gaan. We wilden allemaal een gemeenschapsoverschrijdend festival om Brusselse kunstenaars die al ‘af en straf’ werk hebben afgeleverd een gezamenlijk platform en méér visibiliteit te geven. Bij het cureren van het festival hadden we geen strakke lijst van criteria. Het gaat om een combinatie van hernemingen en premières. Hernemingen van creaties die


Festival It Takes a City brengt Brusselse performers voor het voetlicht

‘MEER VAN DIT, GRAAG!’

om uiteenlopende redenen nog te veel onder de radar zijn gebleven ‒ bijvoorbeeld door de naweeën van covid, zoals in het geval van Disquiet van Lisa Vereertbrugghen ‒ en die meer mensen gezien moeten hebben. Of van creaties die meteen een groter podium verdienen ‒ zoals Azad van Lila Magnin ‒ of die klaar zijn om de internationale podia te veroveren. Ook bij de premières hebben we doelbewust gekeken naar artiesten waarvan wij vinden dat ze nog meer aandacht verdienen. Een festival is daarvoor een goede formule omdat je er de krachten en de middelen mee bundelt, en een geconcentreerde energie genereert met een groter bereik. Dat zien wij ook als we hier in de Beursschouwburg activiteiten bundelen: dat is niet alleen voor een publiek interessant, maar ook voor programmatoren. Want we willen internationale visibiliteit creëren, en internationale programmatoren laten kijken naar wat er leeft in de humuslaag van Brussel.

Choreografe Carolina Mendonça staat op It Takes a City met de dansvoorstelling Zones of resplendence. Door haar studies is de Braziliaanse ook verbonden met de Duitse podiumscene, maar ze woont en werkt vooral in Brussel en vindt het niet chauvinistisch om te stellen dat Brussel een centrale rol speelt in de Europese podiumkunsten: “Brussel laat op een zeer genereuze manier meerdere artistieke talen naast elkaar bestaan. Het was de eerste stad waar ik het gevoel kreeg dat mensen echt keken en luisterden naar mijn werk,

en zelf ontdek ik er ook veel werk dat me verrast en dat ik bewonder. It Takes a City biedt de kans om meer van dat superdiverse werk te zien, en het is een manier om je als kunstenaar te presenteren aan programmatoren uit het buitenland en eventueel te kunnen touren. Sinds de crisissen die op covid volgden, is dat minder evident geworden.” Micha Goldberg, die samen met Rosie Sommers en een hoop Brusselse performers het festival opent met de groepsfarce German Staatstheater, denkt dat een festival kan bijdragen aan internationa-

le belangstelling, maar vindt het toch nog spannender dat het festival het diverse Brusselse podiumkunstenveld belicht. “It Takes a City toont dat er heel veel gebeurt op verschillende podia door verschillende jonge artiesten in verschillende gemeenschappen en op verschillende manieren. Zoveel dat je niet genoeg van dit soort festivals kan hebben. Hopelijk kunnen de vele nieuwe directeurs in de theaters ook in hun jaarprogramma’s nog dynamischer programmeren en artiesten uit verschillende gemeenschappen uitwisselen.”

Hoe staat het met de reputatie van Brussel als gangmaker in de podiumkunsten?

GOEURY: Brussel is een van de hubs, of zelfs dé hub voor de Europese performing arts. De stad is betaalbaar voor artiesten om te wonen en er zijn ook veel creatiemogelijkheden. De stad wordt ook steeds internationaler. Dat zie je ook aan het festivalprogramma: daar staan alleen maar Brusselse artiesten op, maar ze komen wel uit Brazilië, Frankrijk, Noorwegen ... En het gaat van German Staatstheater, dat uit de onafhankelijk scene komt, over Lila Magnin, die niet aan een kunsthogeschool studeerde, tot artiesten die wel via de weg van scholen en theaters zijn gepasseerd.

Op het festival stellen we daarom ook een aantal parcoursen voor met verschillende voorstellingen die je verschillende kunstpraktijken laten ontdekken. We hebben artiesten ook zoveel mogelijk geprogrammeerd in andere huizen dan waar ze gewoonlijk staan, opdat ze nieuwe publieken kunnen bereiken. We lieten ons daarbij leiden door intuïtie en wederzijds vertrouwen. Soms werden er namen genoemd die andere huizen niet per se kenden. Maar op basis van vertrouwen werd er dan gezegd: “Oké, wij kennen die

“Alle beetjes helpen. Het zou fijn zijn als de MIVB de internationale programmatoren gratis openbaar vervoer kon aanbieden” Melat Gebeyaw Nigussie

Algemeen en artistiek directeur Beursschouwburg

artiesten niet, maar jullie raden hen aan, dus wij programmeren ze.” GEBEYAW NIGUSSIE: Daarnaast zijn er ook twee panelgesprekken voorzien om die veelheid aan stijlen, praktijken en esthetieken te onderzoeken. Een eerste, ‘To school or not to school’, gaat over de vraag of je langs een kunstschool moet passeren om het te maken. Of dat er andere manieren zijn, bijvoorbeeld de autodidactische. Een tweede, ‘Value and judgement’, gaat over hoe je kunst waardeert en evalueert, en hoe je feedback geeft aan kunstenaars op een fijne, constructieve manier. Ik denk dat er wat dat betreft zeker nog werk aan de winkel is in de sector. Als jij als kunstenaar werkt met referentiekaders die niet gangbaar zijn in de kunstensector, dan vraag je je natuurlijk af of er in de sector wel de juiste mensen zitten om te oordelen over je werk. De vraag is met welke referentiekaders programmatoren en critici werken, en of het niet eens tijd is om die open te breken.

It takes a city om dit diverse festival te kunnen programmeren, maar voor artiesten is er meer dan één stad nodig om hun werk te kunnen verspreiden. Voelden jullie van hen


7 februari 2024 | 35

is echt het centrum, tussen Berlijn, Parijs en Amsterdam. It Takes a City is een tweejaarlijks festival, dat zich gaandeweg zal ontwikkelen, maar het idee om artiesten te tonen die niet meer heel jong zijn, maar ook nog niet helemaal doorgebroken, bepaalt volgens mij wel de identiteit ervan. Februari is ook een goed moment in de kalender, omdat de meeste theaters rond die tijd het programma voor het volgende seizoen afronden, en ook de zomerfestivals nog artiesten zoeken.

Konden jullie rekenen op extra financiering?

xxx

Matthieu Goeury: “Er is steeds meer talige vermenging, zowel in het publiek als op het podium. Dat geeft de mogelijkheden om samen aan één Brusselse scene voor de podiumkunsten te werken.”

ook druk om een internationaal uitstalraam te creëren?

GEBEYAW NIGUSSIE: Wij programmeren nooit om kunstenaars een levenslijn toe te werpen, maar omdat we geloven in de artiest en in het werk. Maar zonder de samenwerking van huizen en coproducenten kan je inderdaad niet internationaal touren. En de mogelijkheden daartoe zijn tegenwoordig wel kleiner geworden dan pakweg tien jaar geleden, omdat de fondsen in de buurlanden en daarbuiten opdrogen. Je hebt als artiest een langere aanlooptijd nodig, en moet er echt mee bezig zijn om partners te overtuigen. Tegelijkertijd merk ik bij internationale programmatoren toch ook een grote honger om nieuwe namen te ontdekken en te weten wat er leeft. GOEURY: Soms is het ook maar een kwestie van één creatie die op het juiste moment gezien wordt door de juiste mensen. Door de zichtbaarheid te versterken met een festival als dit proberen we die kans te

vergroten. De kans die Brussel ons op dat vlak biedt moeten we grijpen. Artiesten in Milaan of Bologna komen slechts af en toe eens een programmator tegen. Brussel

GOEURY: Ook op dat vlak is dit festival een voorbeeld van solidariteit die je in andere steden misschien niet snel zal aantreffen. We hebben bekeken wat elk huis kon doen om het budget fair te organiseren. GEBEYAW NIGUSSIE: We hopen op dat vlak wel op meer in de toekomst. Het is de bedoeling dat dit festival ook op de radar van de politieke stakeholders komt. Dat zij zien dat het werkt, en dat ze het mee gaan ondersteunen. We hebben wat steun van het gewest en de stad, maar we werken nu toch vooral met de bestaande budgetten van de deelnemende huizen. Alle beetjes helpen. Zo zou het puur praktisch bijvoorbeeld al fijn zijn als de MIVB de internationale programmatoren gratis openbaar vervoer kon aanbieden. Zeker omdat we bewust kozen voor festivalparcoursen, en voor de spreiding van ons programma in verschillende delen van de stad.

De eerste editie van het tweejaarlijkse festival It Takes a City vindt plaats in de weekends van 8 tot en met 10/2 en van 15 tot en met 17/2, ittakesacity.brussels

‘BRUXELLES, HUB EUROPÉEN DES ARTS DE LA SCÈNE’ FR Deux week-ends. Huit institutions néerlandophones et francophones. Et treize shows d’artistes bruxellois.es prêts à prendre d’assaut les scènes étrangères. It Takes a City, le nouveau festival biennal consacré aux arts de la scène, s’annonce incontournable. « Bruxelles est le hub européen des arts de la scène », dit Matthieu Goeury des Halles. Melat Gebeyaw Nigussie du Beursschouwburg: « Nous voulions un festival intercommunautaire, pour donner aux artistes bruxellois qui ont déjà travaillé de manière intermittente une plateforme commune ».

TITEL ‘BRUSSELS SAMENVATTING IS THE EUROPEAN HUB FOR PERFORMING ARTS’

EN Bodytekst samenvatting EN Two weekends. Eight Dutch- and Frenchspeaking cultural institutions. Thirteen shows by Brussels-based performing artists ready to storm foreign stages. The new festival It Takes a City will be a biennial international showcase for local performing talent. Rightly so, Matthieu Goeury of Les Halles thinks, as “Brussels is the European hub for performing arts.” The Beursschouwburg’s Melat Gebeyaw Nigussie: “We wanted a cross-community festival to give Brussels artists who have already shown their worth a platform and more visibility.”


Column

door Charlotte De Cort

Groene kutbeesten

Charlotte De Cort is een Brusselse scenarist en regisseur. Ze schrijft met filmische flair over haar ervaringen in de stad die haar inspiratie leveren voor nieuwe filmcreaties.

“Merde! Onderweg naar Simonis schijt een halsbandparkiet op mijn hoofd”

Merde. Wanneer ik mijn metro wil halen in Simonis – of is het Elisabeth? Nooit goed de twee stations van elkaar kunnen onderscheiden – schijt een halsbandparkiet op mijn hoofd. Witte, warme drek van een groene, roodgebekte vogel. En terwijl ik naar een zakdoek grijp die ik niet vind, loopt het jus langs mijn slapen. In mijn brein gaat het razendsnel. Waarom ik weer? En zag iemand het? Natuurlijk, kan niet anders, een vernedering komt nooit alleen. Kutbeesten. Maar toegegeven: mooie kutbeesten. Ik beslis om mijn mouw te gebruiken, en ’s avonds – nog steeds in een vreselijk humeur – bel ik naar mijn vader, want zelfs dochters voorbij de dertig zoeken troost bij degene die de wereld een beetje minder guur en kil maakt. Heel freudiaans misschien, maar daarom niet minder van betekenis. Hij luistert kalm naar mijn verhaal dat tegen dan al de allures en de omvang krijgt van The Birds van Hitchcock, en zegt dan plots iets dat nog een grotere freudiaanse ontknoping lijkt dan mijn zoektocht naar een mentaal warm dekentje: de parkieten

doen hem altijd aan zijn eerste liefje denken. Dus niet aan mijn moeder, maar aan een of andere onbekende vrouw wier leven mij tot dan toe totaal onbekend was. Als jonge ket die in de jaren vijftig en zestig opgroeide in Neder-Over-Heembeek, nam hij ooit eens een meisje mee naar het Meli Park op de Heizelvlakte. Onder de bollenschaduw van het Atomium liepen de twee stiekem hand in hand, terwijl ze soms stilstonden om naar de kooitjes te kijken met de meest vreemde en kleurrijke vogels. Hun favoriet? De Psittacula krameri – de Latijnse, deftig klinkende naam voor, jawel, halsbandparkiet. (Bezoekers konden naar verluidt ook samen honing proeven in het park, maar dat vind ik een iets te ongemakkelijke associatie in mijn hoofd.)

Kontje

Psittacula krameri. Vandaag zijn de vogels niet meer weg te denken uit het Brusselse luchtruim. Ze krijsen als oude wijven, kijken hooghartig van op de bovenste takken neer op de voorbijgangers, en heffen met plezier het kontje om zich

Brussels is

te ontlasten – ongeveer één keer om de vijftien minuten. Vooral rond het Elisabethpark leeft de grootste kolonie, hoog weggestopt in de toppen van de platanen, prachtige bomen die als het ware de ruggengraat van Koekelberg vormen. Het is tevens ook de plek waar ik sinds kort – regen of niet – met een paraplu loop. Iedereen kent ondertussen het verhaal, hoe in 1974 een veertigtal exemplaren werden vrijgelaten uit het Meli Park. En blijkbaar, zo wist mijn vader zich nog te herinneren, vormde dat nieuws destijds ook een luchtig debat aan tafel met zijn nieuw gehuwde vrouw, mijn moeder, die zijn disproportionele bezorgdheid over de vogels toen niet goed begreep. Zullen ze wel kunnen vliegen? Zullen ze eten vinden? Zullen ze de winter overleven? Zoveel jaar later kan ik alleen denken: laat ze maar vliegen. Laat ze maar op mijn kop (of paraplu) schijten. Want de halsbandparkiet staat symbool voor een jeugdliefde die mislukte, zonder dewelke ik op een vreemde manier niet zou bestaan.

Reeks nalezen?

Wie alle columns van BRUZZ wil herlezen, kan de teksten terugvinden op BRUZZ.be/column

capital


© JOHAN JACOBS - FLAGEY

Uw Uwgids gidsdoor doorde deculturele cultureleagenda agenda

xx xx/x 7 >>13/2

Anna Vinnitskaya cureert de Flagey Piano Days De Flagey Piano Days haalden voor het eerst een gastcurator in huis. En niet de eerste de beste. Anna Vinnitskaya was in 2007 laureate van de Koningin Elisabethwedstrijd. “Telkens als ik in Brussel ben, komen er sterke emoties bovendrijven,” klinkt het aan de vooravond van het festival waarvoor ze zowel haar leraar als enkele van haar pupillen optrommelde. door Tom Peeters


Klassiek Flagey Piano Days nodigen voor het eerst gastcurator uit

I

Bach to the future

Zelf brengt ze drie programma’s, met als eyecatcher de vijf klavierwerken van

Johann Sebastian Bach, die ze schouder aan schouder vertolkt met Koroliov en zijn vrouw Ljupka Hadzi-Georgieva. Het trio wordt geruggensteund door het Franse kamerorkest Appassionato. “Evgeni leerde me hoe emotioneel de muziek van Bach is. Elke noot zit goed en is betekenisvol. We kennen elkaar inmiddels twintig jaar en zijn als een muzikale familie. Spelen op drie piano’s die naast elkaar staan opgesteld is in de kamermuziek erg ongebruikelijk. Ook omdat de drie instrumenten percussief zijn. Al die klanken samenbrengen is niet vanzelfsprekend. Je hebt aandachtige oren en veel empathie nodig. Pas na vele uren oefenen, slaag je erin om niet alleen je eigen spel te horen tijdens het spelen, maar ook dat van de anderen. Pas dan kan je zelf ook genieten van de muziek. Na jaren repeteren en optreden, is het ons met dit Bach-project gelukt, denk ik.” Naast haar pianoleraar, die dit jaar 75 wordt, zijn ook haar pupillen, Levi Schechtmann (24) en Spartak Margaryan (29), van de partij in Brussel. “Onze liefde voor muziek hebben we gemeen. Met de leeftijd komt natuurlijk de ervaring. Maar de jonge muzikanten zijn heel dapper en open. Ik probeer hun mee te geven wat Evgeni me leerde. Het belangrijkste is dat je de persoonlijkheid van de artiesten niet vernietigt, maar hen steunt en in de juiste richting gidst. Levi en Spartak zijn haast tegenpolen. Spartak valt op door de ernst waarmee hij erg veeleisende programma’s speelt en steevast de diepte in duikt op zoek naar waarachtigheid. Levi is nieuwsgierig en moedig. Hij probeert verschillende formats uit om zich in meerdere richtingen tegelijk te ontwikkelen. Hij is kortom het schoolvoorbeeld van de moderne klassieke muzikant.” In Flagey pakt hij uit met zijn ‘Bach to the future’-programma. Hoe

“Ik heb bewust gekozen voor een kleurrijk en gevarieerd programma. Het was niet zo belangrijk wat er gespeeld zou worden, maar wie zou spelen” Anna Vinnitskaya

Curator Flagey Piano Days

populair zijn cross-over is, bewijzen zijn 370.000 volgers op Instagram. “Ik heb bewust gekozen voor een kleurrijk en gevarieerd programma,” vervolgt Vinnitskaya. “Daarbij was het niet zo belangrijk wat er gespeeld zou worden, maar wie zou spelen.” Met als uitzondering het eerste pianoconcerto dat Sergej Rachmaninov op zijn achttiende schreef. Samen met het Orchestre Philharmonique

© JOHAN JACOBS - FLAGEY

k heb sterke herinneringen aan mijn winst en aan de periode vlak na de Koningin Elisabethwedstrijd,” zegt pianiste Anna Vinnitskaya (40), zestien jaar nadat ze zich verzekerde van winst in het belangrijkste pianoconcours van onze contreien. “Brussel zal daarom altijd een speciale betekenis voor me hebben. Mijn mailbox werd meteen na mijn overwinning overstelpt met concertaanvragen. Ik was verbluft, maar tegelijk héél moe. Mijn man, mijn ouders, mijn gastfamilie én mijn leraar, Evgeni Koroliov, hebben me toen de kracht gegeven om me door de hectiek te wurmen. Op dat moment is mijn carrière ook definitief uit de startblokken geschoten. Daar kan ik alleen maar dankbaar om zijn. Om een goede pianist te worden, heb je talent nodig. Om een briljant pianist te worden die opgepikt wordt, heb je daarnaast ook veel discipline nodig, én de juiste mensen in je leven op het juiste moment.” Toen het aanbod kwam om het programma van de Flagey Piano Days te cureren, was ze blij verrast. “Zoiets had ik nooit eerder gedaan. Maar een grote uitdaging was het niet, want (Flagey-directeur, red.) Gilles Ledure gaf me volledige vrijheid.” Als vanzelf kwam ze uit bij haar leraar Koroliov, die ze leerde kennen toen ze in Hamburg studeerde en die intussen een tweede vader is geworden. “Maar daarnaast blijft hij natuurlijk ook een van de beste muzikanten die ik ken.” Tegelijk wilde de pianiste een jongere generatie muzikanten kansen geven. “Zeker na de pandemie zie ik organisatoren vooral gevestigde waarden programmeren, waarschijnlijk omdat ze denken dat alleen zij het publiek zullen aanspreken. Dat is een ontwikkeling die me zorgen baart.”


7 januari 2024 | 39

“Sinds corona zie ik organisatoren vooral gevestigde waarden programmeren, alsof alleen zij het publiek aanspreken” Anna Vinnitskaya

Curator Flagey Piano Days

Royal de Liège wil ze dat introduceren bij een breder publiek. “Zijn tweede en derde pianoconcerto’s en Rhapsody on a theme of Paganini zijn erg bekend. Maar zijn eerste en vierde pianoconcerto’s worden spijtig genoeg amper vertolkt, terwijl ze niet minder briljant zijn. In dit lente-achtige concerto zitten invloeden van Debussy, Grieg en Liszt.”

Door de ogen van een kind

De twee stukken die Vinnitskaya solo brengt, wilde ze graag combineren. Niet alleen omdat Schumann, wiens Carnaval, Op. 9 ze nu herneemt, een van de favoriete componisten is van Jörg Widmann. Zijn Zirkustänze was de reden om het eerste werk, dat ze in 2003 al speelde tijdens haar eerste deelname aan de Koningin Elisabethwedstrijd (die strandde in de halve finale), weer boven te spitten. “Toen ik het opnieuw begon te spelen, ontdekte ik heel wat dat ik de eerste keer gemist had. Ik houd nog altijd zielsveel van het stuk, maar mijn interpretatie is veranderd. De grootste gelijkenis is dat je beide

stukken kan bekijken door de ogen van een kind.” Anna Vinnitskaya werd geboren in Novorossiejsk, vlak bij de Krim, dat tijdens haar kindertijd nog een deel was van de Sovjet-Unie. Later trok het Russische gezin naar Rostov aan de Don, niet zo ver van Oekraïne. Intussen woont Vinnitskaya al geruime tijd in Duitsland, waar ze op haar achttiende ging studeren (en later ook zou lesgeven) aan de Hochschule für Musik und Theater in Hamburg, vanwaar ze haar carrière met verve verder vorm zou geven. Op vragen over hoe ze de Russische oorlog in Oekraïne ervaart, wil ze niet ingaan, omdat dat te gevoelig ligt. Maar muziek is haar hele leven. Met een vermaard dirigent als grootvader en twee ouders die pianospeelden bracht Vinnitskaya haar kindertijd veelal door achter de piano. “Ik kan me niet anders herinneren dan dat ik omringd was door klassieke muziek. In het begin wilde ik vooral veel luisteren en was ik iets minder dol op het inoefenen van al die partituren. Door al dat pianospelen had ik een heel andere jeugd dan de kinderen uit het dorp en voelde ik me soms eenzaam. Maar op mijn dertiende verhuisden we en kwam ik terecht op een conservatorium met kinderen die een soortgelijke jeugd hadden gekend. Dat was een opluchting. Tegen de muziek zelf heb ik nooit moeten rebelleren. Ik heb me als kind nooit een ander beroep kunnen voorstellen. Was ik geen pianiste geworden, dan misschien wel harpiste.” Flagey houdt zijn Flagey Piano Days van 7 tot en met 11/2, flagey.be

ANNA VINNITSKAYA FEAT. LES FLAGEY PIANO DAYS

ANNA VINNITSKAYA CURATES THE FLAGEY PIANO DAYS

FR Pour la première fois, les Flagey Piano Days ont une curatrice invitée. Et ce n’est pas n’importe qui. Anna Vinnitskaya est la lauréate du concours Reine Elisabeth de 2007. « Chaque fois que je suis à Bruxelles, j’ai des émotions très fortes qui remontent », a-t-elle déclaré à la veille du festival de piano, pour lequel elle a rassemblé grands noms et jeunes talents. « J’ai délibérément opté pour une programmation variée et colorée », dit Vinnitskaya. « Je constate que les organisateurs programment beaucoup de valeurs sûres, surtout depuis le Covid. C’est une évolution inquiétante. »

EN For the first time, the Flagey Piano Days brought in a guest curator, and not just anyone. Anna Vinnitskaya is the 2007 winner of the Queen Elisabeth Competition. “Being in Brussels, brings back very strong emotions,” she says on the eve of the piano festival, for which she got together both big names and young talent. “I deliberately chose a colourful, varied programme,” Vinnitskaya says. “After the Covid pandemic, I noticed that organisers are increasingly giving a platform to established musicians. That is a development that worries me.”


Select Aanraders van de week

Pop & Jazz

fotobijschrift The Germans zwartopwit

Art & Lit

fotobijschrift Prix Médiatinezwartopwit

Film

fotobijschrift Joan Baez: I am zwartopwit a noise

De Duitsers komen!

De kiem gelegd

Sixtiesicoon

‘Verwacht het onverwachte’ is een levensmotto voor The Germans. Voor zijn nieuwe album Spirituality zocht het Belgische avant-garde-ensemble rond zanger-toetsenist Jakob Ampe (met in de rangen ook Boris Zeebroek alias Bolis Pupul) de sereniteit van het platteland op. Dat resulteerde in een plaat met verheven, bijwijlen uitbundige popsongs waarin de hoorn van Rozanne Descheemaeker warme troost biedt. Een ontmoeting tussen Enya, Kate Bush en Cocteau Twins, zeg maar.

Elk jaar doet de jury van de Prix Médiatine een gretige greep uit het jonge, aanstormende talent dat de beeldendekunstenscene in België rijk is. Met vaak grote gevolgen voor de winnaars van de zeven te rapen prijzen. Kijk maar naar de plek die artiesten als Léa Belooussovitch, Younes Baba-Ali, VOID en Emmanuel Van der Auwera vandaag in het veld innemen. Staat Marcel Top, Justine Salamin, Nathan Vandenberghe, Camille Peyré, Nine Perris, Kemy Obafemi en Louise Limontas eenzelfde steile klim te wachten?

Blootsvoets en gewapend met een gitaar ruide Joan Baez de sixties op met tal van songs die haar toenmalige vriendje, ene Bob Dylan, alleen maar kon goedkeuren. Met de eerlijkheid en directheid die haar typeren, blikt de 83-jarige legendarische protestzangeres in een indringende documentaire terug op een heel bewogen leven. Ze vertelt ook voor het eerst over de demonen die haar zijn blijven kwellen sinds ze als kind door haar vader werd misbruikt..

THE GERMANS 8/2, Ancienne Belgique, abconcerts.be

PRIX MÉDIATINE 9/2 > 17/3, La Médiatine, wolubilis.be

Schoenpuntstaarders

Vrijdag de dertiende

Humanitaire crisis

Met zijn uitgerekte klanklandschappen vatte Slowdive in de jaren 1990 post in de voorhoede van de shoegaze, een genre dat een dromerig alternatief bood voor het woeste drama van de grunge. Na drie platen was het op, tot de groep in 2017 terugkeerde. Vorig jaar bevestigden de Britten hun doorstart met Everything is alive, een album vol uitwaaierende gitaren, pulserende synths en de dromerige stem van Rachel Goswell.

De Franse schrijver Emmanuel Carrère (Een Russische roman, Limonov) volgde voor het weekblad L’Obs het Franse proces over de terreuraanslagen van 13 november 2015. Moslimterroristen richtten toen onder meer in de Bataclan een ware slachtpartij aan. Zijn nieuwe boek, V13 (een verwijzing naar vrijdag de dertiende), biedt een uitgebreide lezing van die stukken. Bij Bozar gaat Carrère in gesprek met Pascal Claude van de RTBF.

In de bossen die Wit-Rusland van Polen scheiden verkommeren mensen uit het Midden-Oosten en Afrika die in Europa hun geluk willen beproeven. Ze zijn daarheen gelokt door de Wit-Russische dictator Loekasjenko. De Poolse Agnieszka Holland brengt hun droeve lot in beeld met een gewichtig drama dat rekent op het talent van Brusselaars als Jalal Altawil (hoofdrol), Joely Mbundu en Aboubakr Bensaihi.

SLOWDIVE 8/2, Koninklijk Circus, cirque-royal-bruxelles.be

MEET THE WRITER: EMMANUEL CARRÈRE 8/2, Bozar, bozar.be

GREEN BORDER PL, dir.: Agnieszka Holland, act.: Jalal Altawil, Joely Mbundu, Aboubakr Bensaihi

In de etalage

Tweede thuis

Is lesgeven gevaarlijk?

Met festivals over het hele Europese continent biedt Europavox een internationaal uitstalraam aan jong muzikaal talent. De Brusselse editie spreidt zich uit over twee dagen in de Botanique. Daar kan je onder meer kennismaken met de droompop van Eosine, de broeierige gospel van Porcelain id, de withete rave van Nathalie Froehlich en Yin Yin, het Nederlandse kwartet dat een onvermoede link blootlegt tussen Khruangbin en Kraftwerk. (TZ)

Eind vorig jaar sloot Frank Demaegd zijn veelgeprezen Zeno X Gallery in Antwerpen. Dat was ook voor Jan De Maesschalck, die jaren tekende en schilderde voor kranten en tijdschriften voor hij bij Demaegd onderdak vond, het einde van een tijdperk. Bij de Brusselse vestiging van de Braziliaanse Galeria Jaqueline Martins vindt hij nu een nieuwe warme thuis voor zijn subtiele en suggestieve figuratieve doeken. (KS)

In Frankrijk werd leraar Samuel Paty, nadat hij twee Charlie Hebdo-cartoons van Mohammed had getoond, onthoofd door een religieuze fanatiekeling. Lopen leerkrachten ook hier gevaar wanneer ze lesgeven over de vele zaken die salafisten niet zinnen? Ja, zo suggereert deze prangende fictiefilm van de onbevreesde, steevast goed gedocumenteerde Jawad Rhalib. De hoofd- en glansrol is voor de onvolprezen Lubna Azabal. (NR)

JAN DE MAESSCHALCK 9/2 > 16/3, Galeria Jaqueline Martins, galeriajaquelinemartins.com.br

AMAL BE, dir.: Jawad Rhalib, act.: Lubna Azabal, Fabrizio Rongione, Johan Heldenbergh, Babetida Sadjo

EUROPAVOX 8 & 9/2, Botanique, botanique.be

JOAN BAEZ: I AM A NOISE US, dir.: Karen O’Connor, Miri Navasky, Maeve O’Boyle


© MELIE HIRTZ

30 SEPTEMBER 2022 | 41 7 februari 2024 | 41

Klein onderhoud Brusselse rapper Swing stelt debuut voor in de AB

‘Ik heb nooit eerder zo teder gezongen’ Swing (Siméon Zuyten leest zijn identiteitskaart) is al tien jaar een van de steunpilaren van de Brusselse hiphop, al vatte hij tot nog toe nooit echt helemaal in de voorhoede post. Jarenlang maakte hij podia onveilig als één derde van het raptrio L’Or du Commun, en fungeerde onderwijl als wingman van de jonge Roméo Elvis. Na een handvol ep’s debuteerde hij eind vorig jaar met de langspeler Au revoir Siméon, een titel die een hele film in zich zou kunnen dragen. “Ik ben de voorbije jaren door een overgangsperiode gegaan,” zegt de 32-jarige Brusselaar. “Die ging gepaard met het einde van een lange relatie. Ik heb veel nagedacht over waar ik sta in het leven, over wie ik ben en wat ik beteken voor anderen. Dat wilde ik met die titel onder woorden brengen. Niet dat ik afscheid neem van een deel van mezelf, het draait vooral om een momentopname die heel betekenisvol voor mij is geweest. Er is een voor en een na, zeg maar. Dit zijn jaren waarin je je onschuld verliest, maar waarin je wint aan inzicht en realiteitszin.” “J’ai le cœur en léthargie, je n’attend même plus la chance,” vat Swing in het nummer ‘Magritte’ de vertwijfeling die hem overviel. “Maintenant plus rien n’a de sens, ma vie un tableau de Magritte,” klinkt het met een melancholie die doet denken aan Drake dan wel Frank Ocean. “Dat is een knipoog naar L’empire des lumières, dat schilderij van Magritte waarin je eigenlijk niet kan zien of het nacht is of dag. Dat was precies hoe ik mij voelde. Liefde geeft zin aan je leven, en als die liefde wegvalt, voel je je stuurloos en onbestemd.” Swing laat diep in zijn ziel kijken op Au revoir Siméon. Hij legt niet alleen zijn verzuchtingen over de liefde bloot, maar samplet ook wijze woorden van zijn vader in ‘Rec030221’ en deelt zijn ervaringen als man van kleur in een samenleving die steeds harder wordt. “Le quotidien d’un enfant d’la diaspora,” blikt hij in de achteruitkijkspiegel in ‘Mafia’, “J’ai moins peur de la mafia que d’la police.” Een verbetenheid die op het einde van zijn album plaats ruimt voor zachtheid. “Ik had nooit gedacht dat ik ooit zo teder zou zingen,” zegt Swing over de door Sampha bestoven pianotrack ‘2:22’, een soort van ode aan zijn moeder. “Als ik een moeilijk moment heb, denk ik aan haar. Zij heeft veel grotere obstakels moeten overwinnen: haar land verlaten, de Middellandse Zee oversteken, en hier een nieuw leven beginnen. Dat helpt me te relativeren.” TOM ZONDERMAN Au revoir Siméon is uit bij Labrique, Swing stelt zijn album voor op 7/2 in de Ancienne Belgique, abconcerts.be


14 > 16.02.24

Select Aanraders van de week

ART.13

Compagnie Non Nova Phia Ménard

Podium

Random goodbyes + Echo

“Everyone has the right to freedom of movement and residence within the borders of each state.” Art 13. Universal Declaration of Human Rights

Les Halles de Schaerbeek 22a, rue Royale Ste-Marie 1030 BXL reservation@halles.be|+32 (0)2 218 21 07

Klassiek

Cinéconcert x The kid

Chinese Oprah

Oud kind

De Chinese Jin Xing kreeg militaire training in het Volksbevrijdingsleger en studeerde moderne dans in New York. Media maakten haar in haar thuisland zo populair als Oprah Winfrey. Haar compagnie verbroedert nu met een Brusselse cast. Een double bill met een choreografie voor zeven vrouwelijke dansers van de Brusselse Moya Michael, en de creatie Random goodbyes, waar ook choreograaf David Hernandez aan meewerkte.

Na meer dan een eeuw blijft het miraculeus hoeveel emotie Charlie Chaplin kon overbrengen met zijn mimiek en borstelsnor. Zeker in The kid, waar schaterlach en diep verdriet zo dicht bij elkaar liggen. Elke keer opnieuw is het uitkijken naar wat een soundtrack aan die stille film kan toevoegen. In de Pianofabriek brengen oedspeler Hussein Rassim en celliste Juliette Lacroix topmuzikanten bijeen voor het verhaal over een unforgettable companionship.

MOYA MICHAEL, DAVID HERNANDEZ & JIN XING DANCE THEATER: RANDOM GOODBYES + ECHO 7 & 8/2, KVS BOL, kvs.be

CINÉCONCERT x THE KID 10/2, Pianofabriek, pianofabriek.be

Inklapbaar tuinfeest

Valentijn auf Spanisch

BRONKS en Ballet Dommage, het theatergezelschap van Katrien Valckenaers en Maxim Storms, spelen met een grote groep acteurs op locatie in de Melsensstraat. Daar mag het publiek getuige zijn van het even bevreemdende als bewogen feest van de Familie Fratssen, die zich een inklapbare buitentuintafel heeft aangeschaft om trots op te zijn. Schuif aan bij een buffet van gênante situaties en te snijden spanningen.

Meer dan 2.000 zitjes vullen met enkel je stem en een klavierbegeleider, het is maar weinigen gegeven. Een van die weinigen is de Duitse coloratuursopraan Diana Damrau. In Brussel kiest ze voor een programma met muziek van de Schumannen en Strauss. Maar de hoofdmoot bestaat uit een reeks passionele, onterecht onbeminde Iberische liefdesliederen. Je had toch niet gedacht dat er aan valentijn te ontkomen was?

BRONKS / BALLET DOMMAGE: FRATSSEN 9 > 11/2, Melsensstraat 38, Brussel, bronks.be

DIANA DAMRAU & HELMUT DEUTSCH 10/2, Bozar, bozar.be

Happy birthday, Raoul!

Klankexperiment

Het Brusselse gezelschap Raoul Collectif is jarig en viert feest met drie creaties in zijn thuisstad. De KVS mag de recentste voorstelling Une cérémonie tonen, bij Théâtre National kan je de eerste twee producties (her)ontdekken: Le signal du promeneur en Rumeur et petits jours. Er zitten nog heel wat festiviteiten in de pijplijn, dus houd de website in de gaten. (MB)

De veelzijdigheid van het Belgische ensemble KL-EX is verbluffend. In eerder werk vermengden ze op magrittiaanse wijze de houtblazersklanken van de dwarsfluit met het fluisterende mantra ‘ceci n’est pas une flûte’, of gaven ze het barokke klavecimbel een hedendaags synthesizerjasje. Hun oeuvre is zo disparaat dat wij ook niet goed weten wat we van hun nieuwe composities mogen verwachten. Maar dat het een straffe ervaring wordt, staat wel vast. (JC)

15 JAAR RAOUL COLLECTIF: LE SIGNAL DU PROMENEUR + RUMEUR ET PETITS JOURS + UNE CÉRÉMONIE 13/2 > 2/3, Théâtre National & KVS BOX, kvs.be, theatrenational.be, raoulcollectif.be

KL-EX 13/2, Bozar, bozar.be


© SASKIA VANDERSTICHELE

Select Wat te doen deze week

30 SEPTEMBER 2022

|

Eat & Drink

Slot •••

Woluwelaan 71, Sint-Lambrechts-Woluwe, slotwoluwe.com

In het gezellige Slot, dat tegelijkertijd een markt en een café-restaurant is, kan je genieten van een eerlijke en familiale keuken. Het gebeurt niet elke dag dat een zaak de eer krijgt om in een historisch kader te werken. Slot is daar een mooi voorbeeld van: een zestiende-eeuws landhuis, dat ooit een boerderij was en recenter een restaurant (Colmar), werd verhuurd aan de gemeente Sint-Lambrechts-Woluwe na een projectoproep. We begrijpen waarom de publieke instanties zich hebben laten verleiden door dit project. Slot bestaat uit drie delen: een markt waar voornamelijk biologische producten worden verkocht (fruit en groenten die worden geteeld en geselecteerd door La Ferme du Peuplier), een restaurantgedeelte dat werkt met die lokale

Win

kwaliteitsproducten, en een ruimte waar bijvoorbeeld yogaworkshops en conferenties kunnen plaatsvinden. Toen we er rond lunchtijd arriveerden, werden we meteen verleid door het prachtig gerenoveerde pand. De imposante eetzaal met mooie balken en acht ramen omvat een prachtige toonbank in Mortex, waarop een mooi assortiment gebakjes (spiraalkoekjes met amandelen, cookies, brownies ...) staat te wachten. Aan het plafond hangen negen rieten lampen, die een veertigtal zitplaatsen verlichten. De keuken die het jonge en gastvrije team aanbiedt, is efficiënt en familiegericht. Tijdens ons bezoek stond een gerecht als Morteau-worst met linzen (25 euro) naast zalm met wortelmousseline, kokosmelk met citroengras en groene curry (28 euro) op de kaart. We lieten de dierlijke

eiwitten voor wat ze waren en kozen voor een bereiding van orecchiette (26 euro). Die arriveerde vijf minuten nadat de bestelling was geplaatst, zelfs nog voor het gevraagde drankje (Fruji-vlierbessenlimonade voor 3,80 euro). Zo’n snelle bediening boezemt weinig vertrouwen in. En toch, hoe nauwkeurig we het royale bord ook inspecteerden, de garing was overal gelijkmatig, zonder de verdachte oxidatie die we vreesden te zullen aantreffen. Ondanks de jus, die een beetje te aanwezig en te vloeibaar was, bleek het gepeperde mengsel van pasta en bruine champignons, met toetsen van lavas en umami, een schot in de roos. Meer nog, de blokjes geroosterde knolselderij en waterkers accentueerden de compositie en voegden een welkome diepte toe.

MICHEL VERLINDEN

Tickets

C la vie

Film naar keuze

Les Nuits Lumineuses

5x2 tickets, KVS, 20/2

5x2 tickets, UGC-bioscopen

5x2 tickets, Park van Edingen, 23/2 > 10/3

Serge Aimé Coulibaly dropt dansers tussen een oude wereld en nieuwe vormen van samenzijn. Mail ‘C la vie’

Met onze vouchers voor UGC De Brouckère en UGC Gulden Vlies kan je zelf een film uit hun aanbod kiezen. Mail ‘UGC’

In het Park van Edingen neemt het lichtfestival Les Nuits Lumineuses je mee op een sprookjesachtige reis. Mail ‘Nuits’

Stuur het trefwoord, samen met je adres en telefoonnummer, naar win@bruzz.be

43


De vijf inzichten Frank Chartier

‘Als artiest breng je offers’ In de nieuwe danscreatie van Peeping Tom strandt de crew in het arctische water voor Deception Island. Een schipbreuk die regisseur en choreograaf Franck Chartier tot bezinning noopt. door Michaël Bellon Het artiestenbestaan komt met een prijs Na 23 jaar Peeping Tom blikken we in onze nieuwe creatie terug. Het scènebeeld toont het wrak van een zeilboot. Vanuit die fictie stappen we in de ‘realiteit’ van een repetitie en denken we na over waar we vandaan komen. Waarom doen we deze job al zo lang? Want als artiest, ver van huis en kinderen, breng je offers. Voor de kunst? Uit narcisme? Om een trauma te bezweren? Trauma’s hebben soms een grote invloed Op een avond, toen ik nog klein was, gaf mijn vader mijn moeder een klap aan de eettafel. Die klap staat in mijn geheugen gegrift. Misschien is hij zelfs de drijvende kracht achter mijn leven en werk. Trauma’s kunnen ons leven in een richting duwen en ons hard en rigide maken. Het theater is een magische plek In de show zegt Romeu Runa: “Ik had een crimineel kunnen zijn, maar ik ben een kunstenaar.” Kunstenaars hebben het geluk dat ze hun demonen kunnen transformeren naar de magische zwarte doos van het theater. Als we niet voor de kunsten vechten, waarvoor dan wel? Zoek naar de waarheid Ons gezelschap heet niet voor niets Peeping Tom. We willen de waarheid vertellen en taboes onderzoeken. De vinger leggen op zaken waarvoor moeilijk woorden te vinden zijn, maar die toch door ons hoofd spoken.

©VIRGINIA ROTA PEEPING TOM

Blijf vernieuwen We zitten in een retrospectieve periode. Zo is de rol van vrouwelijke personages in onze stukken ook al terecht in vraag gesteld door de anderen. Ik wil, als witte man van 56 jaar, de tijd nemen om naar de visie van de jonge generatie te luisteren. Ik heb bij iemand als Maurice Béjart gezien wat er gebeurt als je jezelf herhaalt. Om waarachtig te blijven, moeten we blijven vernieuwen. Peeping Tom staat van 13 tot en met 17/2 in de KVS BOL met S 62° 58’, W 60° 39’, kvs.be


THE BRUSSELS INTERNATIONAL ANIMATION FILM FESTIVAL

23 FEB.

03 MAR. FLAGEY, MARNI, CINEMATEK

2024

ic on ph

ur Ho

m Sy

vr 23.02.24 20:00

#BRIGHTFESTIVAL

www.brightfestival.brussels

Sibelius 5 & Kobekina plays Elgar

James Feddeck, DIRIGENT Anastasia Kobekina, CELLO

INFO & TICKETS N A T I O N A L O R C H E S T R A . B E

BELGIAN NATIONAL ORCHESTRA IN PERMANENT RESIDENCE AT


MUSIC

SPRING 2024

MUSIC

SPRING 2024

CAN YOU IMAGINE?

BEURSSCHOUWBURG.BE

BEURSSCHOUWBURG

WE 21.02 senna JMB + Sunchaser + gone icon w/ Volta TH 22.02 Dressed Like Boys + Ashley Morgan + I'm the hug w/ Thank Us Later, free SA 24.02 Osàre! Editions x Nose Job: Azu Tiwaline + Elena Colombi + Rick Shiver TH 29.02 Movulango & friends TH 07.03 SPACEBABYMADCHA + Nathan Elias FR 08.03 Mya Lee + Deija WE 20.03 Piffy + leop4rdi w/ Volta WE 17.04 Alex Deforce & Charlotte Jacobs TH 25.04 Thank Us Later free SA 11.05 Farida Amadou + Jamika Ajalon + Sophye Soliveau

NIGHTLIFE SA 17.02

MONTAGE DJ Wurm + Kiche + Authentically Plastic + Kyyberwall + Laura Conant b2b cratje

FR 01.03

Promesses x Isengard Nonchalanté Partners + Lilo + tommy moisi + Donna Candy + Vinessett

FR 19.04 Gloom Club SA 04.05 From Athens With Love


Wij zoeken collega’s bij onze dienst Publieke Ruimte

Projectmanager Als bouwheer weet je hoe je samenwerkt met aannemers, studiebureaus, architecten, ... Je werkt mee aan het beleid en bereidt grondige adviezen voor Je volgt projecten op van concept tot oplevering

Projectmedewerker Je volgt verschillende soorten werken in onze gemeente op Je werkt samen met aannemers, nutsbedrijven, studiebureaus, ... Je zorgt voor een vlotte administratieve en praktische opvolging van aanvragen, reglementen, innames, ...

Stel je kandidaat voor 4 maart 2024 Kijk voor de volledige jobbeschrijving, voorwaarden en procedure op:

www.overijse.be/jobs DB109841A4

DB110662A4

Waar sta jij voor (op)?

Zet jij je graag in voor mensen? Ben je toekomstgericht en wil je een maatschappelijk relevante job? Perfect, dan zoeken we jou! Solliciteer nu bij stad Vilvoorde, een dynamische en multiculturele stad die iedere dag in beweging is. Stad Vilvoorde maakt werk van een diversiteitsbeleid. We moedigen iedereen aan om te solliciteren ongeacht leeftijd, culturele achtergrond, beperking, seksuele oriëntatie, geslacht of genderidentiteit.

INTEGER RESPECTVOL KLANTVRIENDELIJK TOEKOMSTGERICHT

Op zoek naar een nieuwe professionele uitdaging? Of je nu administratief sterk bent, graag met je handen werkt, sociaalvoelend bent, cijfers helemaal je ding zijn of wil meebouwen aan een stad klaar voor morgen. Vind alle jobs op vilvoorde.be/vacatures

Stad Vilvoorde Grote Markt 1800 Vilvoorde t 02 255 45 11 www.vilvoorde.be

DB110874A4

Ontdek jouw job bij stad Vilvoorde


JE WERK DOEN DOEN WAT WERKT

Monika, Product Owner Digital Marketing Bij de MIVB heb ik geleerd om zelf de touwtjes in handen te nemen. Dat kan hier: er is ruimte voor initiatief en er wordt naar je geluisterd.

Beweeg samen jobs.mivb.be


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.