BRUZZ - editie 1526

Page 1

van 9 JUNI tot 16 JUNI 2016

N° 1526 WEEKBLAD, EEN UITGAVE VAN VLAAMS-BRUSSELSE MEDIA VZW, FLAGEYPLEIN 18, 1050 ELSENE, AFGIFTEKANTOOR BRUSSEL X P303153

Aftellen tot het Suikerfeest SINT-JANS-MOLENBEEK - Afgelopen maandag ging de ramadan, de vastenmaand van de moslims, van start. Gedurende enkele weken heerst er bij valavond een drukte van jewelste bij deze Molenbeekse bakker. KL

© SASKIA VANDERSTICHELE

Johan Leman, voorzitter Foyer, BLIKT TERUG

Het levenslied van Lydia Chagoll

“Al in de jaren 1990 waarschuwde ik voor de radicale islam”

“Ik ben een triestige optimist”

p 6-7

p 8-9

Scott Hendricks zingt Sweeney Todd

“Opera zal altijd een toekomst hebben” p 14-15


2 I BRUZZ 1526 I Donderdag 9 juni 2016

EDITO Recht zoeken

DANNY VILEYN, Senior writer “ Specialisten zijn het erover eens dat hervormingen doorvoeren en tegelijk besparen een slecht idee is”

COLOFON BRUZZ

Flageyplein 18, 1050 Brussel 02-650.10.65 ABONNEMENTEN Josiane De Troyer (abo@bruzz.be), 02-650.10.80, Gratis binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rest van België 20 euro per jaar; IBAN: BE98 3631 6044 3393, BIC: BBRU BE BB van Vlaams Brusselse Media vzw. Buiten België 30 euro per jaar. OPLAGE 62.609 exemplaren. ADVERTEREN? Barbara Hartert 0478-84.01.93 ALGEMENE DIRECTIE Jo Mariëns ALGEMENE HOOFDREDACTIE Jeroen Roppe WEEKBLAD & MAGAZINE Steven Van Garsse (chef ) EINDREDACTIE Ken Lambeets ART DIRECTOR Heleen Rodiers VORMGEVING Ruth Plaizier REDACTIE Jean-Marie Binst, Christophe Degreef, Bettina Hubo, Danny Vileyn. MEDEWERKERS Michaël Bellon, An Devroe, Elien Haentjens, Wauter Mannaert, Tim Schoonjans, Benjamin Tollet, Georges Tonla Briquet, Nick Trachet. FOTOGRAFEN Bart Dewaele, Ivan Put, Saskia Vanderstichele, Jo Voets. DISTRIBUTIE Ute Otten VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Steven Van Garsse, Flageyplein 18, 1050 Elsene. Bruzz is een uitgave van de Vlaams Brusselse Media vzw, wordt gedrukt op de persen van de nv Roularta en wordt gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie.

ONS MAILEN? Al onze mailadressen zijn volgens dezelfde structuur opgebouwd: voornaam.naam@bruzz.be

Belgische politici blijven verbazen. Zo ook de fel belaagde minister van Justitie Koen Geens (CD&V). In een opiniestuk in De Standaard zegt Geens onder andere dat de justitie modern maken geen eenvoudige zaak is. Maar dat wisten we al. Opmerkelijker is Geens’ uitspraak dat er sinds de Tweede Wereldoorlog een opmerkelijke stilstand is bij Justitie. Een toch wel verrassende verklaring, althans voor de minister van Justitie. Zo zijn er sinds 2000 twee partijgenoten van Geens Justitieminister geweest, naast drie Vlaamse liberalen en maar één Franstalige, de PS’er Laurette Onkelinx. Het spel kan, gelukkig maar, niet partijpolitiek of communautair gespeeld worden. Geens belooft nu dat hij de achterstand tot een voorsprong wil ombuigen. Er zijn geen redenen om aan de voornemens van de minister te twijfelen, maar dan zal hij zijn collega’s in de regering moeten overhalen om met veel geld over de brug te komen. Dat zal helpen om de belanghebbenden – van gevangeniscipiers tot hoge magistraten – te overtuigen. Velen willen het niet geweten hebben, maar specialisten zijn het erover eens dat grondige hervormingen doorvoeren en tegelijk

besparen een slecht idee is. Zo denken de voorzitters van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg, van de arbeidsrechtbank en de rechtbank van koophandel, gesteund door de stafhouder van de Nederlandse orde van advocaten bij de balie in Brussel, er over. Wij twijfelen er niet aan dat Geens ook zijn oor te luisteren zal leggen bij de Nederlandstaligen in Brussel en bij de magistraten in de Rand. Hun vragen zijn zeer concreet – van informaticasystemen die naam waardig tot één gebouw voor de Nederlandstalige rechtbanken en diensten die nu verspreid zitten – en bleven al te lang zonder antwoord. Naast de uitrusting is er ook het tekort aan magistraten. Enkele honderden magistraten en advocaten zijn dinsdagochtend in het Justitiepaleis samengekomen om te protesteren tegen de penibele situatie bij justitie. Dat is stukken minder spectaculair en dus minder mediatiek dan de staking van de cipiers, maar hun eisen zijn daarom niet minder urgent. Rechtzoekenden zijn even belangrijk als gevangenen. De werkomstandigheden van rechtbankpersoneel en cipiers zijn ook even belangrijk.

WAUTER MANNAERT

Bij de KVS heb ik lang met het idee geleefd: als dit mislukt, dan is mijn leven mislukt. Niet zo gezond” JAN GOOSSENS, neemt na vijftien jaar afscheid als directeur van de KVS (in De Morgen).

Op het internet worden jongeren vaak aangemoedigd om hun geloof conservatiever in te vullen” THOMAS DEVOS, coördinator Brusselse Straathoekwerking (in De Standaard).


Donderdag 9 juni 2016 I BRUZZ 1526 I 3

VEiligheid Brusselse CD&V-fractie lanceert hashtag #onepoliceforbrussels

© HERMAN RICOUR

‘Minister-president moet politie aansturen’

parlementaire onderzoekscommissie naar de aanslagen te overtuigen van de nood aan één zone.”

Een opmerkelijk initiatief voor een meerderheidspartij in de Brusselse regering. Speelt CD&V cavalier seul? Brigitte Grouwels: We willen iets onder-

strepen waarvan we absoluut overtuigd zijn. Trouwens, ook de andere Vlaamse partijen in de Brusselse regering zijn voorstander van één zone. En N-VA steunt ons, althans in Brussel. Op federaal vlak zou N-VA wel wat meer mogen doen. Jan Jambon heeft de touwtjes in handen.

Maar de Franstalige partners in Brussel willen niet mee? Grouwels: Ecolo wel, maar zij zitten niet in de meerderheid. Met ons initiatief hopen we vooral MR en PS te overtuigen. Hier en daar schuiven de zaken al wel. Ook heeft de Brusselse minister-president in het kader van de zesde staatshervorming meer veiligheidsbevoegdheden gekregen en werkt hij aan een veiligheidsplan. Dat is een stap in de goede

richting, maar het gaat voor ons niet ver genoeg. De minister-president moet de veiligheid helemaal aansturen. Eenheid van aansturing is absoluut noodzakelijk. Terroristen trekken zich niks aan van de grenzen van de politiezones.

Het verzet komt vooral van de burgemeesters. Grouwels: Klopt, de burgemeesters zijn bang om macht af te staan, grip te verliezen. Maar in het alternatief met de minister-president aan het roer van de politie is er ook controle, namelijk door het Brusselse parlement. Daar zetelen toch ook heel wat burgemeesters en andere lokale vertegenwoordigers. Bovendien zouden de burgemeesters een rol kunnen blijven spelen. Ze zouden betrokken kunnen worden bij het veiligheidsplan.

Een eengemaakte politie zal natuurlijk ook opgedeeld worden. Grouwels: Wij pleiten voor een fusie van de

zones maar een decentralisatie op het terrein. De wijkpolitie is heel belangrijk. Tegenstanders van een fusie beweren dat de Brusselse politie met zes zones een sterke lokale verankering zou hebben, maar uit het rapport van het Comité P blijkt dat de Brusselse politiezones juist zwak scoren op dit punt.

Waarom nu mobiliseren voor één zone? Is het een thema waarmee CD&V zich in een vroege aanloop naar de verkiezingen wil profileren?

CD&V roept Brusselaars op hun ervaringen met de ‘inefficiënt’ georganiseerde Brusselse politie te delen.

Grouwels: Het is een thema waar CD&V al

BRUSSEL - De Brusselse CD&V-fractie vindt het de hoogste tijd voor één politiezone voor het hele Brusselse gewest. Daarom lanceert ze de hashtag #onepoliceforbrussels. “Bedoeling is dat Brusselaars hun verhalen posten over gebrekkige veiligheidssituaties als gevolg van het bestaan van zes aparte zones,” zegt Brussels parlementslid Brigitte Grouwels. De Brusselse CD&V’ers - behalve Grouwels ook Paul Delva, Joris Poschet en Benjamin Dalle - voegden alvast de daad bij het woord

en deelden hun eigen ervaringen met de Brusselse politie. Grouwels beschrijft in een blogbericht hoe ze, nadat haar dochter vlakbij hun woning in Brussel-Stad was aangereden, heel lang moesten wachten op de politie omdat de patrouille van zone Brussel-Elsene in het verkeer vastzat in Laken en de patrouille van Schaarbeek, die vlakbij was, pas na lang over en weer bellen, toestemming kreeg om te komen. Zo zijn er nog veel meer, ook ernstigere, verhalen. Grouwels: “Wij roepen Brusselaars en pendelaars op hun verhalen via de sociale media te delen. Zo hopen we de leden van de

“Op federaal vlak zou N-VA wel wat meer mogen doen. Jan Jambon heeft de touwtjes in handen.” Brigitte Grouwels, CD&V

Bij VisitBrussels, zegt Jacobs - die in eigen naam spreekt - zijn er constructieve gesprekken over het Bruegeljaar in 2018/19, maar VisitBrussels kan niet alles doen.

Waarom vreest u dat de Vlaamse regering Brussel in 2019 zal vergeten? Jacobs: Ik stel vast dat de Vlaamse re-

gering al een tijd bezig is om Vlaanderen in het buitenland te promoten.

Grouwels: Dat zou volgens ons inderdaad een beter bestuursmodel voor Brussel zijn. We leggen die verzuchting momenteel niet op tafel omdat hiertegen nog een grotere weerstand is bij onze Franstalige partners. Veiligheid is prioritair. Daarom focussen we daar op. Bettina Hubo

Jacobs: Wij van VisitBrussels

‘ Antwerps tekenaar, Brusselse schilder’ Onlangs zijn Vlaams Cultuurminister Sven Gatz (Open VLD) en zijn collega van Toerisme Ben Weyts (N-VA) samen naar Londen geweest, maar ik vrees dat de promotie in de eerste plaats een toeristisch verhaal wordt. Weyts wil Vlaanderen op de wereldkaart zetten met kunst, maar ook met gastronomie en wielrennen. Ik zie het al voor me: kunst en cultuur tussen de Comme Chez Soi en Eddy Merckx. In Antwerpen wordt bij de heropening van het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten in 2019 een tentoonstelling gewijd aan het leven van Bruegel. De nieuwe hoofdconservator, Manfred Sellink, is niet de eerste de beste. Hij heeft jarenlang aan het hoofd gestaan van de Brugse musea en heeft ook een werk gewijd

Gaat CD&V hierna ook in actie komen voor de fusie van de negentien gemeenten?

Kan Brussel zelf niet meer doen?

HERDENKING Meer aandacht nodig voor Pieter Bruegel de Oude

BRUSSEL - Roel Jacobs, historisch consulent van VisitBrussels, vreest dat Brussel onderbelicht zal blijven in het Bruegeloffensief van de Vlaamse regering. Hij roept de Brusselse cultuurwereld op om meer aandacht aan de eigen geschiedenis te besteden.

heel lang mee bezig is. We grijpen het feit dat een parlementaire onderzoekscommissie zich nu buigt over de aanslagen en de politieorganisatie aan om een lang aanslepend probleem op te lossen.

aan Bruegel. Maar de meest zichtbare werken, de schilderijen, vervaardigde Bruegel in Brussel.

zullen met de Carolus de nadruk leggen op de Brusselse periode van Pieter Bruegel de Oude, maar Carolus volstaat niet – de middelen van VisitBrussels zijn niet oneindig. We voeren binnen VisitBrussels constructieve discussies,

maar het initiatief moet niet exclusief politiek zijn. Bij deze roep ik de Brusselse culturele wereld op om zich niet vast te pinnen op art nouveau en strips, maar meer aandacht te besteden aan onze geschiedenis en meer bepaald aan de zestiende eeuw.

Hoe komt dat? Jacobs: Omdat hij hier grote op-

drachtgevers had voor schilderijen. Aan Pieter Bruegel de Oude worden een veertigtal schilderijen toegeschreven. Drie vierde zijn vervaardigd toen hij tussen 1563 en 1569 in Brussel woonde. Ik heb er geen enkele moeite mee om te zeggen dat Pieter Bruegel een Antwerps tekenaar is, maar er moet ook gezegd worden dat hij een Brussels schilder was.

U lijkt geen al te groot vertrouwen te hebben in de Vlaamse regering. Jacobs: Dat is geweten.

DE BOERENBRUILOFT, een schilderij van Pieter Bruegel de Oude.

Danny Vileyn


4 I BRUZZ 1526 I Donderdag 9 juni 2016

DE WEEK

IN BEELD Enkele honderden Brusselse magistraten en advocaten verzamelden dinsdag in het Brusselse Justitiepaleis om te protesteren tegen de penibele situatie van de Belgische en Brusselse justitie. Zonder bijkomende middelen voor personeel, gebouwen en informatisering dreigt de Belgische justitie de rechtszoekende in de kou te moeten laten staan, klonk het.

in het NIEUWS Gevangenis in Haren tegen 2020 Minister van Justitie Koens Geens (CD&V) gaf afgelopen week te kennen dat hij ervan overtuigd is dat hij deze zomer alle nodige vergunningen in de wacht kan slepen voor de komst van de zogenaamde ‘megagevangenis’ in Haren. Volgens Geens zal de gevangenis er zeker staan in 2020, waardoor de verouderde instellingen van Vorst, SintGillis en Berkendael kunnen sluiten. De plannen voor de megagevangenis dateren

al van 2010, maar krijgen veel tegenwind. Afgelopen woensdag lieten nog tientallen bewoners van Haren blijken dat ze tegen de komst van het grote gevangenisdorp zijn. De bouwwerken voor de gevangenis in Haren zullen in 2017 van start gaan en zullen 32 maanden duren. Het domein is zo’n 20 hectare groot en kostte 53 miljoen euro. De gevangenis moet plaats bieden aan 1.190 gedetineerden.

Vertrekhal luchthaven operationeel

Sinds afgelopen donderdag kunnen reizigers opnieuw inchecken in de vertrekhal op de luchthaven van Zaventem. Daardoor is de situatie op Brussels Airport weer dezelfde als voor de aanslagen en moeten reizigers niet meer zoeken waar ze zich

Hoeveel schade de aanslagen hebben aangericht op financieel vlak is nog niet geweten, al wordt dat op een bedrag tussen de 80 en 90 miljoen euro geschat.

de federale overheid, hebben zich al 19.865 mensen ingeschreven. Momenteel staken enkel twee Franstalige cipiersvakbonden nog: CGSP en CSC.

Michaël Michiels

20.000 kandidaat-cipiers moeten inchecken. Na de aanslagen werd een tijdelijke hal opgericht in tenten. Op 1 mei ging de vertrekhal weer gedeeltelijk open, al waren er nog steeds 21 luchtvaartmaatschappijen gehuisvest in de tijdelijke structuren. Die zijn nu ook verhuisd naar de vertrekhal. Momenteel zit Brussels Airport aan 28 vluchten per uur. Dat willen ze tegen het begin van de zomervakantie uitbreiden naar 44 vluchten per uur, om de vakantiepiek op te vangen. Toch blijft dat 15 procent minder dan voor de aanslagen.

Binnen drie weken vinden de examens voor kandidaat-cipiers plaats. Bijna 20.000 mensen hebben zich voor de sollicitatietesten ingeschreven om cipier te kunnen worden. Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) bereikte vorige week een akkoord met vier van de zes cipiersvakbonden waarin hij belooft om 386 nieuwe cipiers aan te werven tegen de zomer van 2017. Hij wil deze belofte nu ook waarmaken, aangezien de eerste examens tot cipier al plaatsvinden in de week van 20 juni. Volgens Selor, het rekruteringsbureau van

MEER NIEUWS DE HELE WEEK ROND OP


© BELGA

Donderdag 9 juni 2016 I BRUZZ 1526 I 5

uitgelicht Pilootprojecten ‘Studenten maken stad’ gelanceerd

‘Innovatiever omspringen met studentenhuisvesting’ BRUSSEL – Studentenhuisvesting inzetten als motor van de stad. Dat is het doel van de pilootprojecten ‘Studenten maken stad’, die vorige week gelanceerd werden op Campus Bloemenhof van de Erasmushogeschool. Met de pilootprojecten willen Vlaams minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel Sven Gatz (Open VLD), de vzw BR(ik en het team van de Vlaamse en Brusselse Bouwmeester een oproep doen aan ambitieuze bouwheren om mee te gaan in een innovatief verhaal voor het realiseren van studentenhuisvesting in Brussel.

Referentieprojecten Brussel is nog steeds de grootste studentenstad van het land, met 90.000 studenten verspreid over vijftig instellingen voor hoger onderwijs. Toch is de stad niet zo aantrekkelijk voor jongeren in vergelijking met Gent en Leuven. “Dat komt mede door de studentenhuisvesting,” zegt waarnemend Vlaams Bouwmeester Stefan Devoldere. “De ambitie met dit project is studentenhuisvesting te gebruiken als motor voor de stad. We kijken hiervoor voornamelijk naar referentieprojecten in binnen- en buitenland. Zo heb je Gate 15 in Antwerpen en de Arcueil in Parijs waarbij oude leegstaande en vervallen

panden omgebouwd werden tot moderne en innovatieve studentenwoningen.” Volgens het studieteam URA Yves Malysse en Kiki Verbeeck/Rebelgroup moeten we de mindset bij studenten ook veranderen door in te zetten op innovatieve projecten. “Veel studenten hebben drempelvrees om in Brussel te komen wonen, dat zien we aan de cijfers. Slechts 60 procent kiest voor een studentenwoning, de andere 40 procent blijft thuis wonen en pendelt elke dag. Van de 60 procent die effectief in Brussel woont, is er een groot deel dat geen kot of studentenwoning heeft, maar met enkele vrienden een appartementje huurt,” zegt Yves Malysse.

argument geworden. Daarom is het belangrijk om dit te integreren in de toekomstige projecten.” “Een studentenkamer moet niet langer dienen om in te leven en te studeren, want dat doen studenten nu in een bibliotheek

“De collectieve ruimte wordt belangrijker bij studentenhuisvesting” Stefan Devoldere, Waarnemend Vlaams Bouwmeester

Op maat Malysse pleit er ook voor om met dit pilootproject niet enkel in te spelen op de noden van de studenten. “De belangrijkste criteria voor huisvesting zijn de huurprijs en de nabijheid van openbaar vervoer. Daarnaast is collectieve ruimte om te studeren de laatste jaren een steeds doorslaggevender

of in een collectieve ruimte zoals een woonkamer. Het is dus belangrijk om de indeling van de collectieve ruimtes in een studentenwoning op maat van de student te maken.” Michaël Michiels

De spraakmaker Bie Vancraeynest (38) stopt deze zomer als coördinator van jeugdhuis Chicago. Ze werkte er tien jaar, twee jaar als vrijwilliger en acht jaar als coördinator. Al die tijd was ze het gezicht en de geëngageerde spreekbuis van het jeugdhuis in de Kanaalstraat. Voor Vancraeynest is jeugdwerk geen bezigheidstherapie en zeker niet vrijblijvend. “Het is politiserend werk,” zegt ze. Vancraeynest wil van de jongeren uit kansarme gezinnen die er over de vloer komen bewuste en mondige burgers maken. De job van mijn leven, zo noemt ze deze intensieve baan. Toch gaat ze weg. “Voor een jeugdhuis is het gezond als er af en toe een andere

kapitein aan het roer staat.” Bovendien heeft ze zelf nog andere ambities met jongeren in Brussel. Dat ze daarvoor tot nu toe niet de tijd vond, heeft te maken met de methodiek en de beperkingen van een jeugdhuis. “Je organiseert er altijd activiteiten in groep, je moet mensen aansturen en er zijn de huishoudelijke verplichtingen. Ook de afwas moet gebeuren.” Wat Vancraeynest de voorbije tien jaar vooral opviel, is de ‘ongelofelijke spirituele en intellectuele verwaarlozing’ van jongeren in Brussel. “Er zijn zoveel jongeren met vragen, ik denk dat velen revolteren omdat ze geen grip hebben op de wereld rondom hen.”

BIE VANCRAEYNEST

Volgens Vancraeynest is er dan ook ruimte voor politieke en maatschappelijke vorming. “Niet alleen voor jongeren, ook voor jeugdwer-

kers. Die hebben ook niet altijd een antwoord, bijvoorbeeld op de vraag wat er nu eigenlijk allemaal gebeurt in het Midden-Oosten.” Vancraeynest wordt bovendien regelmatig gecontacteerd door instellingen als bibliotheken en zwembaden die een Brusselse bevolking zien die heel hard verandert en waar vaak conflicten zijn met jongeren. Ze is daarom van plan om een aantal vormingsmodules te ontwikkelen en daarmee de boer op te gaan. “Neen, ik weet nog niet wie mij daarvoor geld wil geven.” Daarnaast zal Vancraeynest een aantal oude liefdes oprakelen. Ze

studeerde arabistiek en islamkunde en verbleef na haar studies een jaar in Damascus. Na de zomer overweegt ze een tijdje naar Iran te gaan. Ook wil ze weer meer gaan schrijven. Vancraeynest heeft een column in MO*, maar schreef vroeger ook over lifestyle. Of ze genoeg heeft kunnen bereiken in jeugdhuis Chicago? “Het is nooit genoeg, maar ik ben blij dat ik niet cynisch ben geworden en heel optimistisch blijf. Bij de kinderen en jongeren is er enorm veel potentieel. Probleem is dat het Brussels gewest geen echt project heeft voor de gigantische hoeveelheid kinderen en jongeren die er wonen. Er is geen geïntegreerde visie.”

Bettina Hubo


6 I BRUZZ 1526 I Donderdag 9 JUNI 2016

INTERVIEW Johan Leman, 69 jaar studie, migratie en postcode 1080

‘Molenbeek kan een sterk merk worden’ SINT-JANS-MOLENBEEK – Dat Johan Leman voorzitter is van Foyer, is bekend. Dat hij eind jaren 1990 al inzag dat sommige acties van een bepaalde islam gevaarlijk werden, dat ontdekt u nu, misschien. “Politici hadden het te druk met federaliseren en besparen.”

“M

oureaux was een agnost. Dat verwijt ik hem niet. Maar agnosten - en dat geldt ook voor atheïsten begrijpen godsdienst niet goed. Gelovigen zijn veel beter in staat om het irrationele in de godsdienst in te zien en ermee om te gaan. Dat denk ik toch.” Johan Leman, Molenbeek, juni 2016. MR-burgemeester Françoise Schepmans is al bijna vier jaar aan de macht, al evenveel jaar zitten Franstalige en Vlaamse socialisten in de oppositie in Molenbeek. Al meer dan vier jaar spreken journalisten, ook ondergetekende, over Moureaux. Niet praten over Moureaux is in een Molenbeeks kader immers geen optie. In Schepmans’ eerste jaren als burgemeester waren er geen rellen in Molenbeek. Het zou een test voor haar zijn, de vrouw uit het mooiere deel van de gemeente die op de barricaden zou moeten staan en de Molenbeekse jeugd zou moeten kalmeren. Zoals Moureaux dat deed, met wisselend succes. Schepmans heeft geen rellen gekregen, maar wel aanslagen. In Parijs, en in Brussel. En de meest gezochte man van West-Europa, terreurverdachte Salah Abdeslam, kon zich in haar gemeente schuilhouden. Op een boogscheut van zijn ouderlijke huis. Mocht het in Moureaux’ tijd gebeurd zijn... “De zeden zijn verhard,” zegt Johan Leman, voorzitter van het bekende integratiecentrum Foyer, dat al meer dan 40 jaar in Sint-Jans is gevestigd. “Vroeger spraken mensen met elkaar, en bleven sommige zaken binnenskamers, zelfs tussen politici van meerderheid en oppositie. Er waren gezamenlijke projecten. Nu heb je individuele politici die scoren met

“Men had over de partijgrenzen heen een migratieplan moeten opstellen” Johan Leman, voorzitter integratiecentrum Foyer

projectjes. En sociale media, met mondige burgers.” Toch heeft Leman eerbied voor de mens. Het is zijn drijfveer, en hij vindt het ook cruciaal voor het bestaan van ‘zijn’ centrum. Vertrouwen bij de bevolking, en praten met mensen. Het maakte Leman geliefd, maar ook controversieel. Zowel bij Molenbeekse islamisten, als bij Vlamingen die hem (‘Pater Leman’ in de vriendelijke versie, ‘Pol Pot’ in de grovere) blijven associëren met het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding (CGKR).

Toen oorlogsfotograaf Teun Voeten vorig jaar in deze krant een analyse maakte over deze gemeente, die te ver geïslamiseerd en

monocultureel is, dan reageerde u weinig inhoudelijk en maakte u Voeten belachelijk. Waarom? Leman: “Ik kom goed overeen met Teun Voe-

ten. Onlangs nog hebben we elkaar heel hartelijk begroet, tijdens een debat dat ik had met publicist en islamcriticus Wim van Rooy.” “Maar wat ik Teun Voeten verweet in zijn analyse, was dat hij Molenbeek met Syrië vergeleek. Ik wil veel aannemen, maar dat niet. Negatieve ervaringen kleuren mensen, en dat begrijp ik ten volle. Zijn analyse is terecht ingegeven door een opeenstapeling van zo’n gebeurtenissen. Maar dat wil nog niet zeggen dat het zo erg is in Molenbeek. Laat staan dat het hier Syrië is. Om zoiets te beweren vind ik de Syrische oorlog te gruwelijk.”

Als er iemand kritiek heeft op Molenbeek, dan gaat het stramien als volgt: de Molenbekenaar kruipt in zijn schulp en geeft de buitenwereld en de media de schuld. Daarop volgt de Molenbeekse burgemeester met een campagne tegen de boze buitenwereld. Praat met mensen hier en ze geven critici als Hind Fraihi en Arthur van Amerongen in grote lijnen gelijk als die zeggen dat er te veel islamisten zijn, en dat daar weinig wordt tegen opgetreden. Maar als een Fraihi of Van Amerongen de pijnpunten publiek maken, dan is plots heel de wereld tegen Molenbeek. Dat is toch niet serieus? Leman: “Ik werk met mensen hier samen, en

val ze niet af. Molenbekenaars moeten zich blijven herkennen in wat Foyer doet en zegt. Daarom spreken wij ons niet publiekelijk uit over vele zaken. Er is een verschil tussen zeggen: ‘Brahim, luister eens, dit kan niet’ in een persoonlijk gesprek met Brahim, en hetzelfde zeggen tegen heel Molenbeek, in de krant.” “Zelf ben ik ook streng geweest met mensen als Hind Fraihi. Die kwam hier in 2005 als journaliste onderzoek voeren naar de radicale islam. Op het einde van haar boek viel ze de Foyer aan. Terwijl ze hier nooit een voet had binnengezet. Daarop heeft Rik Van Cauwelaert ons beiden uitgenodigd om over de problemen te praten in een televisiedebat op het toenmalige Kanaal Z. Fraihi is nooit komen opdagen. Ook niet serieus hé. Ik zat daar alléén. Ik was nochtans bereid tot een open gesprek in die studio.” “Kijk, ik heb eind jaren 1990 al een klacht ingediend tegen het Molenbeekse Centre Islamique Belge, waar de radicale Syrische sjeik Bassam Ayachi mensen rond zich verzamelde. Die klacht werd pas in 2002, na de aanslagen in New York, serieus genomen. Hind Fraihi en haar broer Tarek Fraihi - die

voor OCAD, het antiterreurorgaan van de overheid, werkte - mochten van mij gerust de radicale islam in Molenbeek benoemen. Maar dat ze Foyer en de integratiesector dan op zo’n lage manier aanvielen, terwijl ik met hetzelfde bezig was, daar kon ik niet tegen. Dat begrijpt u wel, hoop ik.”

Er is niet genoeg naar u geluisterd? Leman: “Neen, er is niet goed naar mij geluis-

terd. Al in 1989-1993 waren Koninklijk Commissaris Paula D’Hondt en ikzelf als haar kabinetschef - de voorloper van het CGKR bezig met deze problemen. Toen al werd er in een nota geschreven dat er streng moest worden opgetreden tegen ouders die hun kinderen laten spijbelen, en werd er duidelijk gesteld dat de islam in België georganiseerd moest worden zodat de Golfstaten en Saudi-Arabië hun radicale islam hier niet zouden importeren. Al van begin jaren 1990 spreek ik herhaaldelijk over de inplanting van de radicale islam in Brussel, en niet alleen in Molenbeek. En wat gebeurde er? De politiek ging het debat over die rapporten D’Hondt uit de weg. En linguïst Jan Blommaert vergeleek mij en Paula D’Hondt om mijn uitspraken over integratie in een boek uit 1992 met VlaamsBlok-kopstuk Filip Dewinter, en de Vlaamse pers volgde gedwee.” “Le Soir sprak na de rellen in Vorst in 1991 over een ‘non-note’, toen Paula D’Hondt op vraag van Wilfried Martens een soort eerste kanaalplan had opgesteld. Als men de eerste rapporten D’Hondt uit 1989 en 1990 en die ‘non-note’ uit 1991 zou hebben uitgevoerd, dan hadden we vandaag waarschijnlijk veel minder problemen gehad, zowel met sommige groepen in de islam als met integratie en migratie.”

U geeft de politiek de schuld? Leman: “Ik stel alleen maar vast dat we eind

jaren 1980 al spraken over de dingen die vandaag inburgering worden genoemd. Er is veel tijd verloren gegaan. En de politici hebben daarin een zware verantwoordelijkheid. Begin jaren 1990, na de rellen in Vorst, mocht de ‘non-note’ niet besproken worden omdat Martens naar Brussel zou komen om er in de komende verkiezingen op te komen. Sommige van zijn rivalen vreesden waarschijnlijk dat hij ermee gescoord zou hebben. Eind jaren 1990, toen ik nog directeur was van het CGKR, mocht het CGKR niets meer over de islam schrijven, vermoedelijk omdat Laurette Onkelinx naar Brussel kwam en ze alles rond de islam liefst alleen voor zich hield. Dat is het probleem geweest met migratie in dit land: men had het te druk met federaliseren en af bakenen van bevoegdheden. Tegelijkertijd moest de Maastrichtnorm gehaald worden en de staatsschuld weggewerkt. Subsidies werden alleen gegeven aan de meest hapklare, snelle projecten, die partijpolitiek goed lagen. Tegelijkertijd nam de bureaucratisering toe. Migratie is altijd aangepakt per politieke termijn, en dan nog goed ingeperkt per ministerieel hokje. Welnu, dat is onvoldoende. Wat men had moeten doen, is over de partijgrenzen heen - zelfs met de oppositie - een gemeenschappelijk plan opstellen over hoe migratie opgevangen zou worden, en daar niet vanaf stappen. Alleen zo zou men ook goodwill voor migratie gecreëerd hebben bij de bevolking.”

Tussen de jaren 1990 en het tweede decennium van de 21ste eeuw mocht de bevolking


Donderdag 9 juni 2016 I BRUZZ 1526 I 7

haast niet praten over die zaken, want dat was racisme. Dat is wat de gemiddelde Belg het CGKR verwijt. Wat zegt u daarop? Leman: “De fout die het CGKR misschien gemaakt heeft - maar ik herinner u er dus aan dat ik al in 2003 ben weggegaan - is dat we de zaken die niet tot een racismeklacht geleid hebben niet in de verf hebben gezet. En dat waren er heel wat. Ik geef u een voorbeeld: een medewerker van het Rode Kruis heeft ooit een Marokkaan tijdens zijn functie schertsend met apen vergeleken. Een flauwe mop, maar racistisch. Het Rode Kruis tilde daar zwaar aan en heeft de man ontslagen. Die man is toen met een afgevaardigde van de vakbond bij mij gekomen, heeft me verteld dat hij heel veel spijt had van zijn uitspraak, en toen heb ik bemiddeld zodat hij zijn job zou kunnen terugkrijgen. Wat gelukt is.” “Een ander voorbeeld dat de bevolking misschien had moeten weten: toen een jongeman uit Limburg werd neergestoken door een allochtoon, ben ik met de ouders van het slachtoffer gaan praten. De vader wou me niet zien, want ik was van het antiracismecentrum en had volgens hem toch geen oren naar de verzuchtingen van het gewone volk. De moeder heeft het gebaar geapprecieerd. Toen gebeurden die dingen, maar werden ze niet in de media besproken. Vandaag zou ik daar misschien wel mee naar de media stappen, om te tonen dat het verhaal niet eenzijdig is.” “Maar ik herinner er u aan dat we spreken over de tijden dat het Vlaams Blok sterk was en bijvoorbeeld ook infiltreerde bij Foyer. Ik denk niet dat ze dat nu nog zouden doen. Zij hebben nu godsdienstkritiek en strikt filosofisch gezien bestaat daar geen probleem mee als het Belang zich daaraan houdt.”

Goed, er is veel tijd verloren met migratie. Hoe moeten we het nu dan aanpakken, want de situatie is er niet makkelijker op geworden. De islam heeft een radicalere aanhang, en de migratiestromen zijn veel groter. Er is oorlog in het Midden-Oosten, en dat voelen we hier.

ook het Midden-Oosten stabiliseren, en de opvang van vluchtelingen zo veel mogelijk lokaal organiseren. Wat men daar voor vluchtelingen moet voorzien, is dat ze er werk kunnen vinden en dat hun kinderen er onderwijs krijgen.” “Wat Molenbeek betreft: er was een momentum, na de aanslagen in Brussel. Was een bevoegd minister uit de federale regering toen naar Molenbeek gekomen en had hij tegen de mensen hier gezegd: we hebben u nodig, maar we moeten ook met u de problemen bespreken, dan had de Molenbeekse bevolking hem gevolgd. Nu... is die kans gemist en zit iedereen in het defensief. Zoals ik al zei: er is een verschil tussen de dingen in vertrouwen bespreken, zelfs de hardste problemen, en ze via pers en publiek uitroepen.” “Ik heb me nooit geschaamd om met Molenbekenaars in gesprek te gaan, en hen aan te spreken, ook als het om de islam gaat. Islamisten hebben eind jaren 1990 zelfs gedemonstreerd aan de Beurs tegen mij, om die redenen. Maar toen Foyer 45 jaar bestond zat

de zaal vol met 800 Molenbekenaars, en dat op een koude decemberavond. Dat is onze rol: voor het cement zorgen. En dat lukt. Op drie jaar tijd kan je van Molenbeek een ‘sterk merk’ maken. Er is een bedrijf uit Praag dat dit begrepen heeft en ons voor ons deradicaliseringsproject ondersteunt. Ik zou zelfs durven om de Gay Pride naar hier te halen. Om het merk Molenbeek te optimaliseren. Mits goede voorbereiding bij de bevolking, natuurlijk.” “Foyer heeft in Molenbeek heel wat watertjes doorzwommen. Dankzij ons zijn hier eind jaren 1980 twee Nederlandstalige scholen niet gesloten toen het voor hun inrichtende machten ‘onhoudbaar’ werd om ze open te houden. We zijn een middenveld, dat niet mag en wil

schatplichtig worden aan partijpolitiek, maar dat de reacties hierop vanuit de politiek wel altijd sterk heeft gevoeld. Wat we doen, is dus voor het cement zorgen, en dat door de meest onmondigen hier een plaats te geven. Daarom deze oproep aan de politieke wereld. Mensen toch: het middenveld heeft wel degelijk zin, meer dan u blijkbaar denkt. U zou blij moeten zijn dat het er is. Het zet mensen, vooral diegenen die niet meer in zichzelf geloven, aan tot Christophe Degreef draagkracht.”

“Wat we doen, is voor het cement zorgen. En dat door de meest onmondigen een plaats te geven” Johan Leman, voorzitter integratiecentrum Foyer

Leman: “Ja, en wat betreft de volksverhuizingen

staan we nog maar aan het begin. Daarbovenop komt de infiltratie door leden van Islamitische Staat in West-Europa, een infiltratie die veel groter is dan we denken, en die zich hier ent op de lokale misdaad- en integratieproblemen. Die gasten zijn slimmer dan wij meestal denken. Al van in 2002 was iemand als Khalid Zerkani de recruteerder van de Parijse terreurcel - actief in Molenbeek, bij het Centre Islamique Belge nog wel, en heeft men niets met die informatie gedaan. De radicale islam bereidt dus al meer dan een decennium infiltratie in Europa voor. West-Europa kan daar niets tegen beginnen, want we staan voor een deel onze soevereiniteit als Europa af. Stelselmatig hebben onze regeringen een deel van onze zorg voor de veiligheid afgestaan aan bijvoorbeeld Turkije, Marokko en Saudi-Arabië, die in ruil veel inspraak kregen in hoe de islamitische cultus hier wordt georganiseerd. Voeg daaraan toe dat sommige politici vooral met hun eigen agenda bezig waren, plus de Belgo-Belgische problemen en dito federalisering, en we hebben een analyse van de hedendaagse problemen die oprijzen wanneer ons land met een begin van globalisering geconfronteerd wordt.”

Hoe kunnen we de situatie vandaag keren? De migratie, de situatie in Molenbeek... Leman: “Weet u, ik ben een voorstander van het

Canadese migratiesysteem. Men stelt een lijst op van de demografische behoeften, een lijst van welke beroepen men nodig heeft, en men houdt hier prioritair rekening mee. Verder houdt men rekening met het recht op gezinshereniging en met de internationale asielverplichtingen. Met de Verenigde Naties moeten we tenslotte

© WOUTER MANNAERT


8 I BRUZZ 1526 I Donderdag 9 JUNI 2016

INTERVIEW Het levenslied van Lydia Chagoll (85)

‘Niet voor jezelf denken, is het gevaarlijkste wat er bestaat’ OVERIJSE - Het is nauwelijks te geloven dat Lydia Chagoll donderdag 16 juni 85 wordt. Zo onzichtbaar is het effect van de tijd op de ijver, het humanisme en de grote mond van deze filmmaakster en danseres die het onvermoeibaar opnam voor medemensen zonder stem. “Ik ben een triestige optimist.”

W

e aarzelen om Lydia Chagoll ‘une grande dame’ te noemen. Die eretitel past haar wel. Ze doorspekt haar volzinnen graag met Franse uitdrukkingen en ze is een grote dame. Alleen is ‘une grande dame’ niet precies genoeg. En Chagoll houdt van precies. “Ofwel heb je het over het nazisme en het fascisme ofwel over het stalinisme maar je gooit niet alles op een hoopje. Ik heb de pest aan cliché-gedoe. Iets horen waaien, die informatie niet verwerken en iemand blind napraten:

“Als kind gaf ik mijn zakgeld altijd weg” Lydia Chagoll, filmmaakster en danseres

brrr. Niet voor jezelf denken, is het gevaarlijkste wat er bestaat. Daarom ben ik ook nooit partijlid geweest. De militant moet ‘Yes, sir!’ zeggen. ‘Yes, sir!’ is mijn genre niet.” Een poging om preciezer te zijn: Lydia Chagoll groeide op in Brussel. Het Nederlands-Joods gezin sloeg op de vlucht toen nazi-Duitsland binnenviel en belandde na een lange omzwerving ongewild in Nederlands-Indië dat vervolgens onder de voet gelopen werd door het leger van de Japanse keizer Hirohito. Drie jaar lang overleefde Chagoll in verschillende ‘jappenkampen’. In 1977 brak ze als filmregisseur door met In naam van de Führer, een documentaire over kinderen onder het naziregime. Haar herinneringen aan de Japanse concentratiekampen verwerkte ze in boeken en de documentaire Het blanke meisje moest buigen voor Keizer Hirohito. De knepen van het vak leerde ze van haar levensgezel Frans Buyens, een van de meest geëngageerde cineasten die dit land gekend

heeft. Zijn taboedoorbrekende film Minder dood dan de anderen ontbreekt niet in de grote Chagoll-retrospectieve die Cinematek start op de dag van haar 85ste verjaardag. De films en boeken zijn slechts een deel van het verhaal. Na de Tweede Wereldoorlog was Chagoll een danseres die haar eigen balletgezelschap oprichtte. Ze werkte als lekenconsulente in mannengevangenissen. Voor haar sociale inzet kreeg ze in 1999 een eredoctoraat van de Vrije Universiteit Brussel.

vluchtelingen hebben. We zijn allebei solitair maar solidair. Toen de vluchtelingen kwamen, heb ik onmiddellijk het ministerie aangeschreven. Ik wou een meisje tussen twaalf en achttien jaar oud laten logeren. Ik wil ook gerust het tuinhuis platleggen zodat er plaats is voor een caravan voor een gezin. Ik zou heel Overijse platgelopen hebben om de ouders aan werk te helpen. Maar het ministerie wou van privé-initiatief niet weten.

Kreeg u dat engagement van thuis uit mee? U wordt volgende week 85, mogen we daar nu al op klinken? Lydia Chagoll: Yes, sir! Gezondheid! En kom

maar terug als ik negentig ben. Je kent nu de weg.

Twee jaar geleden pakte u nog uit met een documentaire over de zigeunervervolging: Ma Bister. Waar haalt u de energie vandaan? Chagoll: Iedereen vraagt daar tegenwoordig

naar. Ik ben daar mee geboren. Ik hou het niet uit als ik niets doe. Als ik niet film, dan schrijf ik. Ik ben net aan een nieuwe documentaire begonnen: Felix Nussbaum, schilder. Laatste adres Auschwitz. Dat wordt wel mijn laatste film. Ik heb nog zin om films te maken maar er komt te veel rompslomp bij kijken. Als je jong bent, kan je drie jaar wachten tot het budget rond is of de acteurs beschikbaar zijn. Ik kan niet meer wachten. Ik word volgende donderdag 85. Magere Hein staat hier om de hoek. Ik hoop dat hij hiernaast in het bos een vogeltje of zo neemt. Maar toch.

Chagoll: Ik kon als kind geen armoede verdra-

gen. Ik gaf mijn zakgeld altijd weg. Waarom weet ik niet. Ik had heel lieve ouders, schatten van grootouders, schatten van ooms, tantes, neefjes, nichtjes. Die zijn allemaal weg. Weg, dat is moeilijk om te verwerken.

Na de Tweede Wereldoorlog werd u danseres. Zou u dat ook geworden zijn als de oorlog niet zo zwaar in uw leven ingegrepen had? Chagoll: Ik heb geen spijt van wat ik heb ge-

daan. Ik vond het dansen zalig. Dat is voor mij een prachtig vak. Ik vond het zalig om op de scène te staan en te bewegen op de muziek. Later vond ik het zalig om in een donkere kamer films te monteren. Ik ben absoluut géén slachtoffer. Maar zonder de oorlog zou ik kinderarts geworden zijn.

Wat hield u tegen? Chagoll: Vanwege de oorlog heb ik maar twee

jaar lagere school en twee jaar middelbare school gevolgd. Ik moest nog negen worden

toen we gevlucht zijn. Ik was vijftieneneenhalf toen ik van de kampen terugkeerde. In België wist men niets van de Pacifische Oorlog. In Brussel waren maar twee Vlaamse athenea. Ze wouden me slechts in het derde lager toelaten terwijl ik zoveel ouder was en cum laude afgestudeerd was aan de universiteit van het leven. Als ik in Brussel oude kennissen ontmoette, ging het van: ‘God, leeft gij nog?’ Ik ging aan de slag als lerares van de petits rats: balletleerlingen die soms meespeelden in de opera. Om geen kosten te hebben, wou ik in de buurt van de Muntschouwburg wonen. De eigenares van een kamer in de Broekstraat zei dat ze blij was met een huurster die voor De Munt werkte ‘want aan Noord-Afrikanen en Joden verhuur ik niet.’ Daar ben ik uiteraard niet gaan wonen.

Weet u waarom u verder werkt? Bent u onlangs niet zelf van antisemitisme beschuldigd?

Chagoll: Je zou toch niet willen dat ik in mijn

zetel naar teevee kijk, of u lastig val met gezeur over rugpijn of de vraag of ik krullen in mijn haar moet laten zetten. Ik lééf als ik actief ben. Ma Bister betekent zoveel als ‘vergeet niet, herinner je’. Weinig mensen zijn zich bewust van de omvang van de genocide tegen de zigeuners. ‘Mevrouw Chagoll, vriendelijk bedankt, ik wist dat allemaal niet,’ zeggen de mensen na het zien van de film. Dan ben ik content. Frans (Buyens, NR) zei altijd dat er geen goeie of slechte films bestaan. Er zijn alleen maar eerlijke en oneerlijke films. Leefde Frans nog, hij zou het zeker over de

“Er is geen solidariteit meer. Alles wordt zuiver economisch gezien” Lydia Chagoll, filmmaakster en danseres

Chagoll: Ik heb dit jaar verschillende klappen

gehad. Sinds 1975 werk ik voor de Auschwitz-stichting en nu hebben ze me eruit gegooid. Ik heb durven zeggen dat Israël moet bestaan maar dat ik spuug op de Israëlische regering. Wat zij met de Palestijnen doen, is onbeschaamd. De orthodoxe joden noemen me nu een antisemiet. Dat is absurd. ‘Juist of niet juist, mijn land is mijn land,’ dat gaat er bij mij niet in. Ik vind dat achterlijk. Je mag niet zwijgen als het fout gaat. Ik ben niet gek. De Palestijnen zijn geen kerstkinderen. Ik zou niet graag ’s nachts op een


Donderdag 9 JUNI 2016 I BRUZZ 1526 I 9

© IVAN PUT

ROMPSLOMP

“ Ik heb nog zin om films te maken maar er komt te veel rompslomp bij kijken,” zegt filmmaakster Lydia Chagoll.

ADVERTENTIE

OPENDEUR SPECIAL VRIJDAG 17 JUNI | 15u00 - 21u30 vent van Hamas stuiten. Als hij merkt dat ik een Joodse ben, ga ik er aan. Maar wie betaalde Hamas in het begin? Israël, om oppositie te voeren tegen Arafat!

Waarom ruilde u ballet in voor film? Was u uitgedanst? Wou u zich explicieter uitdrukken?

naam van de Führer, sloeg meteen aan. Over kinderen in de oorlog werd nooit gesproken. Ze kwamen alleen voor in de statistieken. De redenering was: ‘Die vergeten dat wel.’ Gaat het even? Een kind kan het misschien niet verwoorden maar de oorlog zit in het kopje en gaat daar nooit meer uit. Nooit meer.

CAMPUS TOUR & TAXIS

Chagoll: Na de oorlog was het lang ballet, bal-

let en ballet. Toen al mijn centen net als die van mijn ex-echtgenoot op waren, moest ik mijn gezelschap opdoeken. Alle subsidies gingen naar Maurice Béjart. Dat was raar. Béjart was een grote meneer maar je geeft toch ook niet al het subsidiegeld aan één schilder of één componist? Soit, ik zocht naar een cineast die wat van beweging kent om onze balletten op film vast te leggen. Via de componist en monteur Arsène Souffriau kwam ik bij Frans Buyens terecht. Voor Waar de vogeltjes hoesten had hij danschoreografieën nodig. Daar heb ik voor gezorgd. Toen zijn assistent het hectische leven niet aankon, vroeg hij mij om over te nemen. We werden een koppel en maakten samen films.

Hebt u de moed nooit verloren? Chagoll: Ik ben een triestige optimist. De boel

gaat barsten. Het is niet meer te doen. Er is geen solidariteit meer. Alles wordt zuiver economisch gezien. Zelfs het woord humanisme kent men niet meer. In scholen merk ik dat de leerlingen wel weten wat sympathie en antipathie is maar niet wat empathie betekent. Dat doet pijn.

Dat is triestig, niet optimistisch. Chagoll: Ik ben een optimist omdat veel men-

sen zeggen dat het zo niet verder kan en bereid zijn om te vechten. Ik ben triestig want ik vind het héél erg als je voor een rechtstaat en voor humanisme moet vechten en doden. C’est pas Niels Ruëll beau.

Wanneer bent u dan zelf films beginnen maken? Chagoll: In de jaren zeventig vroeg ik Frans

om een film te maken over kinderen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij haalde twee glazen en een fles whisky boven en zei dat ik die film moest maken. Hij vond het mijn onderwerp. Hij was een schitterende leermeester. Ik heb enorm geboft. Mijn eerste lange film, In

>

Lydia Chagoll Cinematek, 16.06 > 31.08, www.cinematek.be

KOM ZIEN, VOELEN EN PROEVEN WAT SYNTRA BRUSSEL TE BIEDEN HEEFT. gesponsord door

w, modesho mers onderne eiling, markt, v n, e proeverij expo, ...

www.syntrabrussel.be


10 I BRUZZ 1526 I Donderdag 9 juni 2016

I Van Kessel, waarbij de kunstdief het paneel uit de lijst haalde en ermee onder de arm buiten stapte, zou zich gerust kunnen herhalen. Het museum is niet aangepast aan hedendaagse conservatiebehoeften. De personeelsbezetting is ondermaats: een conservator, een deeltijdse adjunct-conservator en drie gemeenteambtenaren die het onthaal en de reserves bestieren in een roulement van zes dagen per week, waarbij het museum doorlopend open is.

ARCHITECTUUR BRUSSELSE ARCHITECTEN VINDEN ELKAAR IN INGEDOMMELD DOORNIKS MUSEUM

‘Brussels kunsteiland krijgt tweede leven’

Renovatie

VICTOR HORTA Twee Brusselse architecten wonnen ‘als alles normaal verloopt’ de wedstrijd om het enige museum van Horta, in schildpadvorm, te renoveren.

DOORNIK - Een eeuw terug bouwde Victor Horta zijn enige museum, het Musée des Beaux-Arts de Tournai. Dat kon omdat de hoofdstad zich de kunstcollectie van Brusselaar Henri Van Cutsem liet ontglippen. Na Waals politiek gekibbel wordt in juni beslist wie 18 miljoen gaat ophoesten voor de renovatie van het miskende kunsteiland. Niet tot ieders contentement wonnen de Brusselse architecten Xaveer De Geyter en Barbara Van der Wee de wedstrijd om Horta’s museum dubbel zo groot te maken.

H

et gemeentelijke Musée des Beaux-Arts van Doornik zou in 1928 de deuren niet geopend hebben zonder een verhaal van hoge idealen, doorzettingsvermogen, vriendjespolitiek en geld. Henri Van Cutsem (1839-1904), telg-rentenier van een Brusselse familie van hoteliers, kunstverzamelaar en -mecenas (onder meer van Ensor), wou zijn indrukwekkende collectie doneren. In Brussel werd zijn verzameling met Georges Seurat, Henri de Toulouse-Lautrec, Fernand Khnopff, Emile Claus en een groot pak tekeningen van James Ensor echter met argusogen bekeken. Er was een kieskeurige terughoudendheid voor een aantal werken. Struikelstukken zouden

- selon les mauvaises langues - het imposante naakt Périmèle, nymphe de Capri (zie foto) van Léonce Legendre (1831-1893) zijn en twee impressionistische doeken van Edouard Manet (Argenteuil en Chez le père Lathuille, de enige openbare Manets die ons land bezit, JMB). Daar Van Cutsem zijn verzameling niet wilde splitsen, zorgde hij voor een legaat aan Doornik, via zijn vriend Louis Pion (professor van de lokale Académie des Beaux-Arts en conservator van de Doornikse museumcollectie, toen op de Grote Markt). Van Cutsem stelde wel een voorwaarde: de stad Doornik moest een museum voor de collectie bouwen met - zijn logebroeder - Brussels architect Victor Horta (1861-1947), al stak hij daar ook een cheque bij. Horta had al eerder een kunstgalerie-uitbrei-

ding gebouwd aan Van Cutsems woning, nu het Charlier Museum in Sint-Joost-ten-Node.

Vooruitstrevend museum

Horta begon in 1907 aan de plannen voor zijn eerste en enige museum. Het zou door Wereldoorlog I tot 1928 duren vooraleer het ingehuldigd werd. Het bouwproject bleek een museumconcept in evolutiestijlen: van art nouveau tot modernisme, met talloze art-decokenmerken zoals een Chinese etageballustrade en verwijzingen naar vrijmetselarijsymboliek zoals een Egyptiserend portaalgedeelte en een Davidsterplattegrond. Vooruitstrevend bleek dat het grondplan de vorm van een schildpad had. Daardoor had één suppoost vanuit het centrale atrium zicht op alle kapelza-

“De grandeur van Horta verdient een nieuw, geniaal gesamtkunstwerk” Jean-Pierre De Rycke, conservator len rondom. Eind vorige eeuw zou echter blijken dat de onderbezetting aan personeel niet de gepaste veiligheid kon garanderen. De legendarische diefstal in 1997 van een Nature morte aux fleurs van Jan

De tand des honderd jaar tijds heeft echter toegeslagen. De schone slaapster van Doornik kan zich niet meer in de spiegel kijken - “we zetten emmers als het hevig regent,” stelt adjunct-conservator Magali Vangilbergen. De miniploeg doet nochtans het onmogelijke om met roterende exposities van hoog niveau de renommee van eertijds op de (inter) nationale kaart te houden. Van de verzameling van 3.000 werken (waaronder oude kunst, zoals van de Doorniks-Brusselse Rogier van der Weyden) kunnen nauwelijks 300 stuks permanent getoond worden. Door het te grote zenitale dakglas in alle zalen valt de temperatuur niet onder controle te houden. Bijgevolg is bij de aantreding van conservator Jean-Pierre De Rycke acht jaar terug het plan geopperd om de site te renoveren. Vijf jaar lang leverde de conservator tijdens negotiaties en concoursideeën strijdt voor een modern museum met een uitbreiding voor de openbare kunstcollectie, die als de vijfde belangrijkste van België wordt beschouwd. “Zie dit museum gerust als een gedecentraliseerd kunsteiland van Brussel. Zonder Van Cutsem en Horta bestond deze tempel niet,” stelt De Rycke trots. “Ik betreur dat de selectie extreem strak op Belgisch vlak is gehouden,” stelt De Rycke. “De grandeur van Horta is een even flamboyante hedendaagse pendant waard. Niet gewoon iets functioneels en minimalistisch, maar hopelijk een nieuw, geniaal gesamtkunstwerk.” De Rycke zat wel de jury voor, maar het is aan de stad, als organisator van de wedstrijd, om de winnaar aan te duiden.

Groter bedrag

Een jury van dertien besliste vorige herfst over het wel en wee van de architectuurwedstrijd. Tot 50 architectenbureaus dongen mee. Een spel van welles nietes houdt de beslissing hangende over of de Brusselse bureaus XDGA (Xaveer De Geyter) en Horta-specialiste Barbara Van der Wee Architects (die ook Horta’s Paleis voor Schone Kunsten renoveerde) de wedstrijd al dan niet hebben gewonnen. De Geyter houdt sinds maanden de lippen stijf op elkaar. Ook al is er op politiek niveau druk budgetoverleg over de haalbaarheid van het project. De tripartite-onderhandelingen tussen het geselecteerde bureau en de Fédération


Donderdag 9 juni 2016 I BRUZZ 1526 I 11

JOUW GEMEENTE brussel-stad. De voetgangerszone heeft een

NAAKTE NIMF Wallonie-Bruxelles (minister van Cultuur Alda Greoli (CDH)), Waals gewestminister van Patrimonium Maxime Prévot (CDH) en de stad vorderen tegen schildpadsnelheid, om het budget te herpositioneren. Een deadline komt in zicht. “Het initiele bedrag van zestien miljoen zonder btw bleek ontoereikend,” stelt schepen van Cultuur Tarik Bouziane (PS). “We gaan een verdeelsleutel tussen de regering en gemeente opstellen voor om en bij achttien miljoen. Eind juni zou dit rond moeten zijn, en hopen we dit op het College te kunnen finaliseren. Dan kunnen vanaf 2017 de eerste werken tot herschikking van de reserves starten. Nadien volgt de renovatie en de nieuwbouw.”

PS-CDH

Even de stand van zaken van deze Waalse Pijl. Waals gewestminister voor Patrimonium Prévot stelt alvast: “Het museum staat sinds 2012 op de lijst van bedreigd Waals patrimonium bij het Institut du Patrimoine Wallon (IPW) en is een dossier dat valt onder het Samenwerkingsakkoord Cultuur tussen Wallonië en de Federatie Wallonië-Brussel. Zelf ben ik niet bevoegd om me te mengen in het resultaat van de wedstrijdprocedure. De stad beslist.” Waals gewestminister voor Toerisme René Collin (CDH) kreeg nog geen subsdieaanvraag “maar wij verwachten wel iets,” stelt de persattaché “en willen zo nodig meewerken met de collega-ministers van Cultuur en Patrimonium.” Ook Doorniks schepen van Urbanisme Robert Delvigne (PS) wacht de politieke beslissingen af om de trein van de renovatie in gang te zetten. Van cultuurminister Greoli kregen we geen commentaar.

BRUZZ een tipje van de sluier op. “Het centrale atrium wordt een gratis publieke ruimte, toegankelijk voor evenementen. De twee overige benedenzalen worden een cafetaria en boetiek. De hele nieuwe benedenverdieping in de uitbreiding gaat de permanente collectie herbergen. Er komt ook een toren van drie niveaus voor tijdelijke tentoonstellingen. Het hele museum wordt daarmee dubbel zo groot.” In de herfst van 2016 zal de herdenkingsexpositie van 100 jaar Emile Verhaeren in samenwerking met de Archives et Musée de la littérature in Brussel het nog in het oude pand moeten stellen. Ook de volgende expo Salvador Dali - Ramón Pichet zal geduld moeten hebben. Want het nieuwe complex zal wellicht pas volgend decennium klaar zijn. Jean-Marie Binst

Door het weigeren van het imposante naakt Périmèle, nymphe de Capri van Léonce Legendre sprong de legaatdeal met Brussel af.

UNIEKE MANET Edouard Manets Argenteuil is een van de twee unieke openbare Manets in België.

ADVERTENTIE

grote invloed op de voetgangersstromen in het centrum. Zo trekt de zone rond de Beurs merkelijk meer volk, terwijl de Nieuwstraat minder mensen trekt. Dat blijkt uit een nieuwe studie van het gewestelijk handelsagentschap Atrium. Volgens de studie zou de voetgangerszone ook steeds meer shoppers verleiden. Om de heraanleg van de voetgangerszone beter bekend te maken bij het publiek heeft de Stad sinds afgelopen weekend een pop-upstore. Die kan je elke dag bezoeken tussen 11 en 20 uur en heeft alle mogelijke info over de werken, de plannen en evenementen op de voetgangerszone in huis. +++ etterbeek. In het Felix Happark is zaterdag een herdenkingsmonument voor de slachtoffers van de aanslagen van 22 maart onthuld. Het college van Etterbeek wil zo de vier inwoners van de gemeente die het leven lieten de nodige hulde betonen. Naast een gedenksteen werd er ook een boom geplant. “Het gaat om een Japanse notenboom, die symbool staat voor hoop, vrede, weerstandsvermogen en vitaliteit,” zo laat de gemeente weten. +++ anderlecht. Schepen van Mobiliteit Françoise Carlier (MR) heeft zondag drie nieuwe gemeentelijke fietsroutes ingehuldigd. Dat brengt het totaal op zeven, waarmee Anderlecht het grootste gemeentelijke fietsnetwerk heeft in het Gewest, goed voor 50 kilometer. De routes moeten het makkelijker maken om lange en middellange afstanden binnen de gemeente af te leggen. De routes maken gebruik van lokale wegen, waarop het verkeer schaarser en trager is. +++ jette. De brandweer heeft eind mei een gevaarlijke schildpad gevangen die door de Jetse straten kuierde.

De schildpad, met de wetenschappelijke naam Chelydra serpentina serpentina, is een vleeseter en beschikt over bijzonder krachtige kaken, die makkelijk de vinger van een kind kunnen afbijten. De soort komt niet voor in ons land, wat doet vermoeden dat de schildpad online werd gekocht en daarna weer vrijgelaten werd. Carapace vzw, een organisatie die gespecialiseerd is in het opvangen van reptielen, heeft het dier ondertussen naar dierenpark Pairi Daiza gebracht. Jelle Couder

ADVERTENTIE

Sociale Verhuurkantoren (SVK)

TE KOOP: DE BEN-WONING VAN VERMEERSCH CONSTRUCT (E-PEIL 30 OF LAGER)

Verhuur uw woning zonder risico en zonder zorgen

a Gegarandeerde huur elke maand a Verzekerd verhuurbeheer a

Onderhoud van uw woning

a

Hulp bij renovatie

a Fiscale voordelen

GEN TE GRIMBER EN LOT 5 1 T O L , T A A RUBENSSTR

Minimalistische toren

Hoe Horta’s schrijn er na de renovatie zal uitzien? De nieuwbouw werd door XDGA minimalistisch opgevat. “De twee eerste zalen zullen enkel nog voor sculpturen dienstdoen,” licht Bouziane voor

www.fedsvk.be 02 412 72 44

info@vermeerschconstruct.be www.vermeerschconstruct.be ASSESTEENWEG 25-29 1740 TERNAT TEL: 02-582.75.09 FAX: 02-582.79.24


12 I BRUZZ 1526 I Donderdag 9 juni 2016

Stel zelf je vraag EN STEM op BRUZZ.BE

lore quintelier uit UKKEL:

Wie kiest de muziek in de metro?

H

et is een vraag die op vele lippen brandt: wie kiest de muziek in de metro? An Van hamme, woordvoerster bij de Brusselse vervoersmaatschappij MIVB, geeft een woordje uitleg. “De muziek die in de metrostations wordt afgespeeld, is samengesteld door een extern bedrijf, Ixidia. Zij zijn gespecialiseerd in het samenstellen van muzieklijsten en doen dit ook voor grote restaurantketens en dergelijke.” Toch kan Ixidia niet zomaar kiezen welke muziek ze in een bepaalde afspeellijst zetten.

“De muziek wordt aangepast aan de sfeer in de stad”

Hiervoor moeten ze aan voorwaarden voldoen die opgelegd zijn door de MIVB. “Wij hebben aan Ixidia enkele voorwaarden gegeven waaraan ze moeten voldoen voor de verschillende afspeellijsten die ze opstellen. We hebben in onze dagindeling verschillende blokken waarvoor we een andere afspeellijst hebben. Zo draaien we in de ochtend en de voormiddag meestal muziek uit de jaren 1970 en 1980. In de ochtend- en avondspits kiezen we meestal voor populaire hitmuziek. We proberen vooral ook een mooie mix te brengen van verschillende muziekgenres en muziek uit verschillende landen. Het gros van de liedjes is Engelstalig, maar we proberen ook Nederlandstalige, Franstalige en zelfs Italiaanse liedjes in onze afspeellijsten te integreren,” legt Van hamme uit. Wie ’s avonds, na 20 uur, de metro neemt zal het wel al opgevallen zijn dat er enkel klassieke muziek gedraaid wordt. Ook hiervoor

An Van hamme Woordvoerster MIVB.

heeft de MIVB zo zijn redenen. “Het is inderdaad zo dat we ’s avonds na 20 uur uitsluitend klassieke muziek spelen. Dit doen we al enkele jaren om de zeden te verzachten en bepaalde groepen uit onze metrostations te weren. Het is naar het voorbeeld van de metrostations in Londen en Madrid, waar ze dit ook doen. Ook daar is gebleken dat bepaalde groepen daardoor minder lang blijven rondhangen in de stations.” “In alle metrostations wordt hetzelfde nummer afgespeeld. Het is dus niet zo dat je in het ene station een Vlaamse schlager zal horen en in het andere Franse rap. Alles verloopt gelijk in elk station. Wat we wel kunnen doen, is de muziek uitzetten in een bepaald station wanneer er een incident is. Een voorbeeld hiervan zijn de aanslagen in Maalbeek. In de dagen erna hebben we aan Ixidia gevraagd om de muziek aan te passen aan de sfeer die er toen hing in onze hoofdstad,” zegt Van hamme. In themaperiodes zoals met Kerstmis past de vervoersmaatschappij de muziek ook aan. “Rond Kerstmis en Valentijn spelen we met onze muziek in op het thema. We willen zo meegaan in de sfeer die er heerst. Daarnaast hebben we een samenwerking met verschillende platenlabels om bepaalde albums te draaien en de artiesten te promoten. We hebben al Kings of Leon, Madonna, Lady Gaga en nog veel meer artiesten hun album gepromoot. Al steunen we het liefst van al toch de Belgische en bij voorkeur Brusselse artiesten.” Michaël Michiels

VRAAG VAN VOLGENDE WEEK Waarom snoeit/mutileert men in Brussel de platanen zo drastisch?

JOUW MENING

lezersbrieven@bruzz.be

FOD Financiën

Terechte lezersbrief over de Brusselse diensten van de FOD Financiën in BDW van 26 mei. Onlangs nog ontving een nieuwe Brusselaar van buitenlandse oorsprong, nochtans met een Nederlandstalige identiteitskaart en dus dito adres, haar belastingbrief in het Frans. Dit deert Vlaams-nationalist van dienst, N-VA’er Johan Van Overtveldt, blijkbaar niet.... Of toch ?

Guido Ghekiere, Brussel

dat deze man nog de kans krijgt om zijn triviale mening waar dan ook te uiten. Zijn tactiek is simpel; hij draait de dingen gewoon om en “discussieert” zolang dat een verstandig mens er op een gegeven moment geen bal meer van snapt. De politiek correcte goegemeente knikt uiteraard instemmend bij zoveel bij elkaar geharkte onzin. Wordt het niet eens tijd dat deze volksmenner een totaal communicatieverbod krijgt? Een nieuwe naam zou hem beter passen: Debat Tabou Nehneh!

Harry van Voorden, Le Roeulx

Mijn gedacht

In het artikel ‘Mijn gedacht’ trekt Teun Voeten ten strijde tegen meester-manipulator Dyab Abou Jahjah. Deze agitator is er weer eens in geslaagd om een debat om zeep te helpen. Het maakt niet uit in welke vorm hij zich uit, hij zal zijn betweterige schelle stem wel verheffen. Het is onbegrijpelijk

Intimidatie is strafbaar

Een GAS-boete voor intimidatie op straat? Ik ben VOOR. “We mogen dit niet blijven dulden,” zei Riet Ory, adjunct-directeur van Femma, toen ze zelf - en vrouwen in haar omgeving - seksueel geïntimideerd werd. Riet Ory heeft overschot van gelijk. De wet staat

aan haar kant alsook het politiereglement van de zone 5344: Schaarbeek, Evere, Sint-Joost. In Schaarbeek sensibiliseren we de bevolking met onze campagne: ‘Intimidatie op straat, NEE, da’s niet normaal!’. De openbare ruimte behoort toe aan iedereen, ook vrouwen moeten hier zonder schroom gebruik van kunnen maken. Seksisme is strafbaar sinds 2014, en kan in onze zone bestraft worden door het parket of met een GAS-boete. Jammer genoeg werd deze mogelijkheid nog niet benut, zo bleek op de politieraad van 31 mei 2016 in een antwoord op mijn mondelinge vraag. Vandaar mijn oproep. Ten eerste aan alle slachtoffers van intimidatie om klacht neer te leggen wanneer ze lastiggevallen worden op straat, en ten tweede aan de verschillende overheden van dit land én de vrouwenbewegingen om de wettelijke instrumenten die we eindelijk ter beschikking hebben te benutten.

In Schaarbeek zetten we het werk verder door samen met het Huis van de Vrouw, de straathoekwerkers en de scholen onze inwoners te sensibiliseren. De wet mag geen dode letter blijven.

Adelheid Byttebier, schepen van Gelijke Kansen in Schaarbeek

De woonbonus

In BRUZZ 1524 staat op pagina veertien bij het artikel over ‘De woonbonus’ een ééntalige affiche als illustratie. BRUZZ is een Nederlandstalige krant voor de Nederlandssprekende gemeenschap in en

rond Brussel. Dan is het toch het minste dat men een affiche in de twee talen weergeeft (TE KOOP - A VENDRE). Brussel is onze tweetalige hoofdstad. BRUZZ heeft daarin een voorbeeldfunctie!

Michiel Plaizier, Laken

Rechtzetting Er is een vervelende fout geslopen in het artikel over de studiebeurzen voor het lager en secundair onderwijs. De aangegeven bedragen worden niet uitgekeerd per maand, maar per jaar. Met onze excuses.

SPELREGELS VOOR LEZERSBRIEVEN: Mail uw bijdrage naar lezersbrieven@bdw.be. Schrijven kan naar BRUZZ-Brieven van Lezers, Flageyplein 18, 1050 Elsene; faxen naar 02-226.45.69. Vergeet niet uw adres te vermelden, ook in e-mails: zonder het adres van de afzender beschouwen we een brief als anoniem, en wordt hij niet gepubliceerd. De maximumlengte van een bijdrage is 2.500 tekens, inclusief spaties. Wilt u graag een langere, meer uitgewerkte opiniebijdrage schrijven (max. 5.000 tekens)? Neem dan eerst contact met ons op voor overleg via lezersbrieven@bruzz.be. De redactie mag lezersbrieven redigeren of weigeren. Moties, manifesten of omzendbrieven worden niet (in deze rubriek) opgenomen.


©KAY STRASSER

MIJN GEDACHT

Donderdag 9 juni 2016 I BRUZZ 1526 I 13

“Waarom geen tijdelijke scholen onderbrengen in sommige geschikte kantoorgebouwen?” Yannick Schandené, freelancer

MODULOR Bij het Berlijnse Modulor betalen bedrijven een huurprijs die is aangepast aan de groei van de organisatie.

‘Leegstand biedt kansen’ Tientallen organisaties in Brussel, vooral pas opgerichte, staan te popelen om lege ruimte tijdelijk in te nemen, maar vinden geen geschikte plek. Tegelijk staat heel veel kantoor- en winkelruimte leeg. Doodjammer dat de eigenaars en de potentiële huurders elkaar niet lijken te vinden. Toch zijn er businessmodellen die werken, zegt Yannick Schandené, die de mosterd haalde in Berlijn. Buiten enkele noemenswaardige uitzonderingen als Allée Du Kaai zoeken veel sociaal-culturele organisaties in Brussel een tijdelijk onderkomen, zegt Yannick Schandené, die op freelance basis werkt rond interventies in de publieke ruimte. Hij was medeinitiatiefnemer van Pic Nic The Streets en Canal PARK aan de Ninoofsepoort, en zet nu zijn schouders onder de leegstaande verdiepingen boven de Bonnefooi, waar een open-sourcecollectief moet komen. “We kennen allemaal de erbarmelijke geschiedenis van de ‘bruxellisation’, maar lijken niet te leren van onze fouten. 1,2 miljoen vierkante meter aan kantoorruimte staat leeg, en nog eens 36.000 vierkante meter boven Brusselse winkels.” “Bij de zoektocht naar potentiële huurders voor de ruimte boven de Bonnefooi sprak ik met een tiental organisaties. Beschikbare panden zijn echter ofwel onbetaalbaar, ofwel wil de eigenaar hen zelfs niet eens spreken: ik heb het gevoel dat er een soort wantrouwen heerst. De organisaties star-

YANNICK SCHANDENE Medeoprichter Pic Nic the Streets, werkt als freelancer rond interventies in de publieke ruimte.

ten vaak net op en zijn nog niet zeker waar ze op langere termijn naartoe willen, terwijl de eigenaars net een langer engagement willen. Van de kant van de overheid zijn er heel veel eisen en voorwaarden, waaraan een beginnende organisatie niet altijd kan voldoen.” “In Berlijn heeft een ondernemer daar iets op gevonden. Hij heet Andreas Krüger en past zijn systeem inmiddels in andere steden toe. Twintig jaar geleden bouwde hij aan een volledig verloederd plein zijn Modulor, een knutselmarkt annex ateliers, met ruimtes voor 3D-printing en kledingreparatie, én een kinderdagverblijf, omdat daar nood aan bleek in de wijk.” “De wijk begint op te bloeien, en meer en meer creatievelingen vinden hun weg naar het plein. Een garagist wiens gebouw al jaren voor vier vijfde leegstaat, krijgt in 2010 de vraag van een groep jongeren of ze daar een co-workingspace mogen beginnen. De garagist, die weinig kent van deze organisatievorm, vraagt raad aan Andreas. Hij stelt het volgende voor: geef hun een kleine ruimte van 200 vierkante meter aan 1 euro per vierkante meter en vraag hun een open boekhouding te houden, zodat je stelselmatig de prijs kan verhogen, naargelang hun financiële capaciteit. Het resultaat? Vijf jaar later neemt co-workingspace Betahaus 5.600 vierkante meter in en wordt de ruimte verhuurd aan zo goed als de marktwaarde, dankzij de geleidelijke prijsstijging die rekening houdt met de groei van de organisatie.” “Naast de garage bevindt zich een ver-

loederde parking die de interesse wekt van een andere groep jongeren. Jammer genoeg wantrouwt de eigenaar het collectief. Krüger springt voor hen in de bres en helpt hen het huurcontract op te stellen met zijn ervaring als entrepreneur als borg. Nu is de oude parking een moestuin én oase van rust, die in Berlijn bekendstaat als de Prinzessinnengarten. Omdat ze er op elk moment kunnen uitgezet worden, hebben de initiatiefnemers niets in de grond gepland, maar alles in modulaire bakken gemaakt uit recupmateriaal. Totdat ze moeten verkassen, genieten de Berlijners van deze groene long.” “Ook in Brussel zijn nieuwe of jonge initiatieven zoals Micro Factory, Hackistan, Bruxelles en Transition, Citizenne, Tournevie of Au Quai op zoek naar ruimtes om hun werking te ankeren in het Brusselse landschap. Daarom pleit ik voor rondetafelgesprekken met alle belanghebbenden, om anders te gaan denken over de huurprijzen en -voorwaarden. Wie weet zit er een Brusselse Andreas tussen die het open-boekhoudingsprincipe wel een warm hart toedraagt.” “Er zou ook een speciaal statuut moeten komen waardoor beginnende organisaties tijdelijk verlaten gebouwen kunnen huren, met mogelijk minder strenge voorwaarden. En niet alleen sociale organisaties. Ik sprak bijvoorbeeld onlangs met Ieder Kind een Stoel: waarom zouden we in sommige geschikte kantoorgebouwen geen tijdelijke scholen kunnen onderbrengen?” Sara De Sloover


14 I BRUZZ 1526 I DONDERDAG 9 JUNI 2016

VADROUILLE INTERVIEW Scott Hendricks vertolkt Sweeney Todd

Lach de gruwel weg

licentie hebben, die wij niet hebben als het om lachen met gruwel gaat. Wij gunnen hen een soort volmacht om de meest schandalige onderwerpen aan te snijden. En zij maken er de meest onpasselijke opmerkingen over. Iedereen lacht er zich een hoedje mee. Toch confronteren die karaktertypetjes ons met de werkelijkheid en hoe ridicuul we daarmee omgaan. Humor zorgt voor relativeringszin en het verwerken van leed op een gezonde manier.

U krijgt het embleem een van de meest veelzijdige baritons te zijn. Hoe ziet u dit? Hendricks: Het cachet slaat op ‘alles kunnen en willen zingen’ of toch zo een verscheiden mogelijk repertoire aan muziekstijlen. Ik ben net het omgekeerde van de specialist. Ik ben geen Wagner- of Verdi-bariton, maar wel een bariton die Verdi kan zingen of Strauss en Sondheim enzovoort. Ik hou van alles, zelfs van rock-’n-roll. Daar zit het verschil. Daarvoor moet je vooral stijlkennis opdoen en je stem toelaten om veelzijdig te klinken.

© JOHAN PERSON

BRUSSEL - Hij staat bekend als een van de meest veelzijdige baritons ter wereld. Maar ‘thuis’, zoals hij Brussel noemt, geniet Scott Hendricks van een Grimbergen Tripel en uitgaan na de operarepetities. Niemand die geloofwaardiger wraakmoordenaar Sweeney Todd kan zingen. Maar komt zo een thrillerkomedie niet wat ongepast, na de aanslagen van 22 maart?

Z

es jaar woont de Texaan Scott Hendricks al tegenover Manneken Pis. Alle cafés en eettenten in de buurt zijn hem bekend en de garçons en bazen kennen hem ook. De gezapige bariton is een levensgenieter. De geknipte kandidaat dus voor een hilarische musical. Al is de uitvoering met operazangers pure ernst.

Ik denk soms dat mijn collega of buurman een Sweeney Todd kan zijn, die mensen de nek over snijdt, in de kelder dumpt en tot vleesworsten laat verwerken. Hendricks: Dat zou ook best kun-

nen. Niemand weet wat er in de achterkeuken van zijn lokale restaurant gebeurt. Er zijn genoeg zwarte nieuwsberichten over kannibalisme of mensen die hun kinderen twintig jaar in de kelder opsluiten. Herinner je je dat Oostenrijkse geval nog? Het leek te gek om te geloven. Mensen doden om ze op te eten, zoals in de kapperszaak van deze musical, is

precies van dezelfde gekke orde. Het wordt geloofwaardig omdat het om een man gaat die wraak neemt. En wraakacties leiden doorgaans tot het meest buitensporige.

Is dit nu een zwarte operette met musical-allures of een echte opera? Hendricks: De scheidingslijn is dun.

Ik heb het mezelf een dozijn keer afgevraagd. Een online news interviewer in Amerika vroeg het me nog: kan een musical in een operahuis gebracht worden? Ik ben niet de man die zegt dat opera’s thuishoren in een operahuis en musicals op Broadway. Van onze generatie werd verwacht dat we veelzijdig en multiinzetbaar zijn. Wat zijn West Side Story en Gilbert and Sullivan? Musicals of opera’s? En songs van Kurt Weill of George Gershwin? Je kan dit werk zowel met operazangers als met musicalzangers uitvoeren.

De Amerikaan Mark Stroman (41) werd geëxecuteerd omdat hij drie moslims heeft vermoord als wraak op de extremistische terreuractie van Nine Eleven. Inspireren dit soort

nieuwsfeiten u als u de wraakmoordenaar Sweeney Todd moet uitbeelden? Hendricks: Gerechtigheid in eigen handen nemen, is iets van alle tijden. Het maakt deel uit van het mens-zijn. Ik ben een news junk en volg continu wat er gaande is in de wereld. In dat opzicht gooien ze je 24 uur op 24 uur dit soort zaken voor de ogen. De media spreken van niets anders dan over de terreur die ons overspoelt. De vraag is: in hoeverre laten we ons hierdoor raken?

Het is wel uw eigen keuze om een muziektheaterstuk met dit onderwerp te zingen, en daarmee het thema ‘wraak’ onder het voetlicht van het publiek te brengen, precies vandaag. Hendricks: Ik heb die keuze niet alleen gemaakt. Eigenlijk viel het voorstel uit de lucht. Ik zou nu voor De Munt Frankenstein brengen (de productie-opdracht van De Munt aan componist Mark Grey werd uitgesteld, zie kaderstuk, red.). Sweeney Todd vervangt deze opdracht. Ik zag de musical op Broad-

way in 2005. Alles werd slim gebracht, met instrumenten on stage. Ik vond de figuur van Sweeney Todd erg sappig, als ik het zo mag noemen. In een bepaalde zin is die rol zo donker, griezelig en onthutsend dat ze wel tot lachen aanzet.

In Sweeney Todd komt veel dialoog, wel een vijfde van de tijd. Op welke manier gaat u daarmee om? Hendricks: Het is heel uitdagend. Want de dialogen maken het zwaar, omdat je tussendoor ook moet zingen, met een andere operastem. Het vraagt om spreekoefening en zangvaardigheid. Het grootste gevaar ligt erin dat je je stem vermoeit. Als ik moet roepen omdat het bij de uitdrukking past, pak ik het dus anders aan dan verwacht. Anders zou ik meteen nadien geen stem meer overhouden om te zingen. Om dit voor de zanger haalbaar te houden, werd vaak geknipt in de muziek en de dialogen, maar wij brengen de volledige uitvoering. Al bij al dus een heel zware partij.

Hoe ervoer je de lyrics: komiek, excitant of geestig?

“Opera moet ook in de toekomst nog exciting muziektheater van het hoogste niveau brengen” Scott Hendricks, operazanger

Mensen laten lachen om gruwel en moord vraagt om een bijzonder talent. Hendricks: Lachen met wrede zaken haalt precies de stress weg uit ons systeem. Dat is waarom stand-up comedians een soort vergunning of

Hendricks: Vooral witty

(geestig, red.). Alle woorden die iedereen moet zingen zijn heel juist gekozen: snedig en pittig. Dus hoed af voor de componist, Sondheim. Hij maakte echt een meesterwerk. Alle puzzelstukjes passen in elkaar. Uiteraard is het aan ons, de zangers, om daar leven in te pompen. En iedere dag vind je nog extra’s die je kan toevoegen. Daarin ligt de uitdaging.

Er moet toch wel iets moeilijks zitten in de uitvoering. Hendricks: Ik denk niet in termen van moeilijkheidsgraad. Tenzij het


DONDERDAG 9 JUNI 2016 I BRUZZ 1526 I 15

naar het uiterste neigt van wat mijn stem aankan. Maar bij Sweeney Todd ligt het moeilijke in de juiste balans vinden in het stemgebruik, dat alsmaar moet veranderen van spreken naar zingen. Ik mag niet gaan roepen, ook als ik volledig opga in een tekst.

SCOTT HENDRICKS

“Alle woorden in deze productie zijn zo juist en snedig gekozen, dat het een meesterwerk is.”

Hoe is de mood onder de zangers van deze thrillerkomedie? Hendricks: Van dag één werd de cast een vriendenploeg. Trouwens, als dit interview gedaan is (om 18.30 uur, red.), vervoeg ik iedereen voor een biertje en meer. Na elke repetitie trekken we naar een Brussels café of bij iemand thuis. Daar dansen we, lachen we, luisteren we naar Prince en David Bowie... Tot een stuk in de morgen. Ik woon net boven de tweedehandsplatenzaak Arlequin in de Eikstraat, om de hoek bij Manneken Pis. Ik woon er half en half, al zes jaar lang. Het is een wijk met een paar bars en restaurants die bij me passen. Ik ken er een paar garçons en eigenaars. Vier jaar terug had ik bijna een appartement gekocht, maar plots kreeg ik koudwatervrees en de koop ontglipte me op het nippertje. Daar heb ik nog steeds spijt van. Nu kijk ik er toch weer naar uit om iets te kopen, want ik voel me thuis in Brussel.

>

Sweeney Todd in het Muntpaleis op Thurn & Taxis, Havenlaan, Brussel, van 14 tot 30 juni, Tickets: 15 tot 105 euro, www.demunt.be

Wat betekent ‘zich thuis voelen’ als je van Texas bent? Hendricks: Dat ik me prettig en op mijn gemak voel in deze stad. Ik hang al lang genoeg in Europa rond om me hier thuis te voelen. Ik heb vrienden in Amsterdam, Parijs, Londen, Keulen,... Brussel ligt daarvoor goed. Deze stad is laid-back: languit liggen zonder gedoe. Ik houd van de Belgische biertjes, zoals Grimbergen en Westvleteren - weldra mogen we daar een bestelde bak gaan afhalen. Ik heb altijd graag in De Munt gewerkt en vind de producties er top. Maar ik houd ook van de electronic scene. In Brussel passeren de grote artiesten. Ik zag Willie Nelson (country legende, red.) in de AB. Hij woont op een uur van mijn huis in Texas. Toch was het in Brussel dat ik hem voor het eerst live zag. Onvergetelijk en goedkoop. Iedere stad heeft een vibe. Maar de vibe van Brussel heeft iets comfortabels.

Comfortabele stad? Ook na de terroristische aanval van 22 maart? Hendricks: (zeer ernstig) Een mens mag zich niet laten afschrikken door dergelijke feiten. Je mag je manier van leven niet veranderen. Ik ben me zeer bewust van de situatie, maar ik laat het geen impact hebben op mijn werk en op mijn manier van leven.

Hoe ziet u opera evolueren in de 21ste eeuw? Hendricks: Opera zal altijd een toe-

komst hebben. Er is natuurlijk de moderne regie-opera en de traditionele interpretatie van opera. En beide vor-

© SASKIA VANDERSTICHELE

men hebben hun waarden en publiek. Eén van de redenen waarvoor gezelschappen met regietheater zijn gestart heeft te maken met ‘doodgeverfde’ repertoires. Als je als theaterhuis decennia hebt gevuld met Tosca, Carmen, Don Giovanni, Aida, enzovoort, dan is het logisch dat het publiek eens wat anders wil. Ik ben geen traditionalist in de operawereld, maar wel een pleitbezorger van nieuw leven blazen in oude standards. Soms volstaat een update van het stuk. Soms betekent dit een hedendaagse reflectie over de maatschappij toevoegen aan het stuk. Al mag een prachtige klassieke interpretatie zeker af en toe nog op de affiche staan, als het maar slim gebracht wordt en met een sterke cast uitgevoerd wordt. Jean-Marie Binst

HET VERHAAL Volgens De Munt-programmatie zou je nu de wereldpremière van de compositie-opdracht ‘Frankenstein’ moeten meemaken. Maar het exra muros-jaar van De Munt stak andermaal stokken in de wielen. Een en ander wordt uitgesteld om technische en budgettaire redenen. Het ware ook zonde om een intrigerende creatie niet alle kansen te bieden van de klassieke operascène. Dus volgt ’Frankenstein’ later, in de gerenoveerde Muntzaal. Ter vervanging viste De Munt achter een ander horrorverhaal: ‘Sweeney Todd, the Demon Barber of Fleet Street’. Een Amerikaanse musical (van 1979), van componist Stephen Sondheim op libretto van Hugh Wheeler en in regie van James Brining. De ‘thrilleropera’ is geïnspireerd op Christopher Bond’s hilarische theaterstuk uit 1973. De musical startte op Broadway en West End en ontving diverse musicalprijzen. Er

bestaat ook een gelijknamige film over, met Johnny Depp in de hoofdrol. Diverse theater- en musicalhuizen haalden succes met aparte (vaak ingekorte) versies. Twee jaar terug speelde de Brussels Light Opera Company het stuk voor expats. Nu komt een grote scenische uitvoering door De Munt onder de tentzeilen, met - uitzonderlijk - de integrale tekst. Waar de thriller over gaat? De kapper Sweeney Todd (gezongen door Scott Hendricks) komt na 15 jaar van verbanning door een corrupte rechter naar het conservatieve negentiende-eeuwse Londen terug. Daar neemt hij wraak op zijn lot, door samen te spannen met een bakkersvrouw, Misses Lovett (gezongen door Carole Wilson), die wat verliefd is op Todd. Haar specialiteit: vleespasteitjes bakken. In de kappersstoel snijdt Todd zijn klanten de keel over. De rest laat zich raden. Zo doet het duo gouden zaakjes. JMB


16 I BRUZZ 1520 I Donderdag 28 april 2016

ENFANT TERRIBLE SONJA ROTTIERS

CFO AXA België en voorzitter Women On Board

In Raden van Bestuur zetelen en mijn ervaringen delen met de bedrijfswereld is een logische volgende stap. Al zou ik ook heel graag lesgeven aan de universiteit en mijn ervaringen doorgeven aan de jonge garde”

© SASKIA VANDERSTICHELE

Een vrouw die een topfunctie uitoefent bij een multinational, je komt het spijtig genoeg nog niet zo vaak tegen. Sonja Rottiers is nog tot 1 september Chief Financial Officer (CFO) bij AXA België en voorzitter bij Women On Board. Die twee jobs combineert ze bovendien nog met een gezin. “In eerste instantie ben ik een gehuwde vrouw en moeder van een dochter die 21 jaar oud is. Dat is het belangrijkste in mijn leven. De sleutel is je goed organiseren, zowel professioneel als privé. Je moet ook een partner hebben die je volledig steunt en meegaat in het verhaal. Dat betekent dat je samen keuzes moet maken. Wij gingen bijvoorbeeld niet op reis en ik liet mijn dochter ophalen van school.” Voor Rottiers behoorde een job in de financiële wereld altijd tot de mogelijkheden. “Ik was van kleins af al begaan met financiën en geld. Het bankwezen en de financiële sector boeiden mij. Daarom heb ik Toegepaste Economische Wetenschappen gestudeerd met als specialisatie Accountancy & Fiscaliteit.” Haar carrière nam een vliegende start. Rottiers blikt terug op hoe ze furore maakte bij het Gemeentekrediet en later bij Dexia Bank

België. “Mijn eerste job was bij het Gemeentekrediet op de dienst interne- en beheersaudit. Na amper zes maanden kreeg ik de kans om met McKinsey te werken. Dankzij die rijke ervaring kreeg ik snel een globale kijk op het bedrijf. Nadien kon ik assistent worden van onze toenmalige voorzitter François Narmon, maar ik weigerde. Ik vond mezelf te jong en koos voor de functie ‘beheer van het distributienet’ als adjunct van de distributiedirecteur. Na de fusie met DVV groeide ik door tot CFO binnen het ééngemaakt verzekeringsbedrijf. Daar heb ik alle facetten van het ondernemen en verzekeren geleerd.” Na een omzwerving bij National Suisse werd Rottiers in 2011 CFO bij AXA. In 2009 startte ze samen met vier andere vrouwen de vzw ‘Women On Board’ op. “Hiermee willen we de genderdiversiteit binnen de raden van bestuur van bedrijven vergroten en een pool aanbieden die aan de vraag kan voldoen uit de bedrijfswereld. We krijgen ook subsidies van het instituut voor Gelijke Kansen en hebben sponsors uit de bedrijfswereld. Het is een initiatief voor en in samenwerking met de bedrijfswereld.”

“Van kleins af was ik al begaan met financiën en geld” Rottiers vindt dat we het denkbeeld in onze samenleving moeten veranderen. “Het is vooral een kwestie van opvoeden en te veel onbewuste vooroordelen. Ik ga soms spreken op universiteiten en hogescholen en ik zie dat de studiekeuzes bepalend zijn voor het denkbeeld. Veel mensen vinden nog steeds dat een vrouw moet instaan voor de was en de plas en het liefst van al nog het eten kookt en nadien alles opruimt. Opvoeding is daarin van essentieel belang. Daarnaast speelt ook de samenstelling in de politiek en de bedrijfswereld een belangrijke rol. Tegenwoordig zien we meer en meer vrouwelijke politici en bedrijfsleiders, wat een goed teken is want

SONJA ROTTIERS Sonja Rottiers (52) is CFO bij AXA België en voorzitter van Women On Board dat 235 leden telt

dat weerspiegelt de samenstelling van onze maatschappij.” Volgens Rottiers mogen we niet spreken van een glazen plafond, maar van een pijplijn die ‘lekt’. “Er zijn genoeg vrouwen die worden aangenomen in een bedrijf, maar er zijn er niet genoeg die doorgroeien. Dat komt omdat er vooroordelen zijn die meespelen, maar ook omdat je als vrouw ambitieus moet zijn en moet durven doorgroeien. Het feit dat wij op niveau van ethiek en integriteit een natuurlijke voorsprong hebben, speelt in ons voordeel. Wij hebben een zorgend gevoel en dat kan een grote rol spelen wanneer je omgaat met personeel.” Toch moeten we volgens haar ook waakzaam zijn en een bepaalde diversiteit bewaren. “Dat Caroline Pauwels aangesteld is als nieuwe rector van de VUB, steunen wij volop. Alleen zien we in bepaalde sectoren, zoals in het onderwijs, maar ook in de algemene geneeskunde, stilaan een tekort aan mannen. We moeten er dus over waken dat we ook die balans in evenwicht houden, anders moeten we ook morgen beginnen met Men On Board (lacht).” Michaël Michiels


Donderdag 28 april 2016 I BRUZZ 1520 I 17

NICK TRACHET Brussel en de wereld culinair ontdekt

O

p de markt hadden ze weer kleine paddenstoeltjes. Ze zijn wat lastiger om schoon te maken, maar eigenlijk heb ik ze liever dan portobello’s, die grote, volledig ontwikkelde lappen van paddenstoelen die elk alleen al een pannetje vullen. Het zijn twee vormen van dezelfde zwamsoort: de Agaricus bisporus. De agarik is een plaatjeszwam die heel erg verwant is met de weidechampignon (A. campestris). Gek woord eigenlijk, want weide en champignon betekenen bijna hetzelfde: champagne (campagne) betekent ‘de buiten’, een champignon is een kleine buiten. Nog gekker wanneer je gaat beseffen dat champignonkweek een typische vorm van stadslandbouw is! In het Engels verwijst portobello naar een markt in Kensington, waar de kweekpaddenstoelen waarschijnlijk voor het eerst werden verkocht in Londen. In het Frans is champignon de naam voor paddenstoel in het algemeen, A. bisporus heet er meer bepaald champignon de Paris: de Parijzer paddenstoel. Dat heeft te maken met geologie. In Brussel werden de oudste stenen huizen gebouwd met zandsteen uit de buurt (Dielegem, Ossegem, Diegem...) In Parijs ging het makkelijker, ze maakten er een gat in de grond op de bouwwerf in het midden van de stad en dolven er ter plekke gele zandsteen: de ‘pierre de France’. Na zeventien eeuwen bouwen, zag de ondergrond van Parijs er dan ook al aardig uit als een Emmentaler kaas. Wanneer een werf was afgelopen, dan werd de put gevuld met afval, Eugène Poubelle was nog niet geboren. Veel afval hadden ze toen ook niet: de asse van de kachel en de mest van mens en dier. Nu moet je weten dat er zo rond de tijd van de revolutie ongeveer 20.000 paarden binnen de muren van de stad verbleven. Om van de pendelende paarden maar te zwijgen! De mest van al die beesten kwam ook in die steengroeven terecht. Er bestaan een aantal anekdotes van mensen die per ongeluk in zo’n gat vielen of er zich verstopten voor de terreur. En wat

“Champignonkweek is een typische vorm van stadslandbouw” ontdekten ze daar? Witte paddenstoelen, overal. Want paardenmest en agariken, die houden van elkaar. Ook de wilde weidechampignon komt vooral voor in weiden met paarden. De paddenstoelenkweek was in Europa al onderzocht, eerst door de geniale Olivier de Serres (die ook de bietsuiker bedacht). Hij schreef er al in 1600 over. Maar paddenstoelen waren toen niet populair in hogere kringen. Ze waren hoogstens geschikt voor het werkvolk dat een grovere maag had, zo vonden de doktoors. Met de revolutie startte een ander verhaal: de tafel werd democratischer, er ontstond een ‘republikeinse’ keuken met minder vooroordelen. En wat is er handiger dan voedsel produceren in eigen huis? Vandaag wil iedereen dakboerderijen, toen waren het kelderkwekerijen. De kweek werd verfijnd en georganiseerd. Parijs werd de paddenstoe-

lenstad. Er kwamen jaarlijks duizenden ton van uit de grond. Dat duurde tot de aanleg van de métropolitain, waarvan de treintunnels veel van de gangen onder Parijs innamen. De ondergrond van de Lichtstad werd gesaneerd maar wat er nog overblijft van de ‘catacombes de Paris’ trekt nu duizenden toeristen per dag. Maar de champignonkweek verhuisde buiten de stad, en gaandeweg ook naar andere landen. Bij ons is champignon in blik nu een gemaksvoedsel dat past bij tal van bereidingen, van spaghettisaus tot coq au vin. Zelfs rauw worden ze gegeten, ook al worden daar nu vraagtekens bij geplaatst. Rauwe champignons zouden wel eens kankerverwekkend kunnen zijn? Maar de meest Brusselse bereiding is wel champignon à la grecque, een recept dat waarschijnlijk zo Grieks is als pain à la grecque! Neem 500 g kleine paddenstoeltjes en maak ze schoon. Spoelen màg, want dit wordt een ‘natte’ bereiding. Neem een klont boter en bak hierin 150 g gepelde zilveruitjes aan. Het is mooi wanneer die even groot zijn als de paddenstoeltjes. Wanneer de uitjes beginnen te kleuren gooi je de champignons erbij en begiet je ze met een halve liter droge witte wijn. Indien nodig gaat er een suikerklontje bij om de zerpheid van de wijn te dempen. Roer door het mengsel een potje tomatenpuree. Kruiden naar smaak met peper en zout, look, laurier en korianderbolletjes. Die laatste kan je het best in poeder kopen ofwel in een zakje binden en op het einde verwijderen, zoals de laurier, anders kraken ze onder de tanden. Laat het geheel rustig sudderen tot de uitjes zacht zijn. Afkoelen en enkele uren (een nacht) laten trekken in de koelkast. Je hebt nu een schotel die kan dienen als koud voorgerecht of als broodbeleg (ideaal wanneer je een schotel moet meenemen naar een feestje). Smakelijk.

De hele reeks nalezen? > BRUZZ.be/trachet

bruzz guide Honderden tips van en voor Brusselliefhebbers

Van stoom tot elektrisch BRUSSEL - Het station van Schaarbeek. Vroeger was het een plek waar mensen werden opgehaald en afgezet om niet naar het louche Noordstation te moeten rijden. “Afstappen in Schaarbeek” werd dan ook een Brussels eufemisme voor coïtus interruptus, zo vertrouwde Freddy Smekens mij ooit toe. Met de verschraling der dienstverlening kwijnde het prachtige stationsgebouw weg. Maar nu herleeft het dankzij Train World. Je kunt er komen met de trein, uiteraard, maar ook met tram 92 en de bussen 69 en 59. Een kaartje kost 10 euro (7,50 euro voor ouderen of jongeren). Het bezoek begint in de voormalige lokettenzaal die zelf al de moeite waard is. Er staan modellen van stations en van treinen die nog gemaakt werden in de ateliers van de NMBS, werkende juweeltjes, gebouwd door de arbeiders in de tijd dat het werk nog niet terminaal was gestroomlijnd. Achter het loket een collectie uniformen en de spitsvondige kaartjesmachines van vroeger. Vandaar gaat het naar buiten, naar een spiksplinternieuw gebouw. Binnen is dat een donker hol, de bezoeker brengt best een zaklamp mee om een en ander te kunnen lezen en zien. We leren er over de voor-

trekkersrol die België speelde bij de geboorte van het treinverkeer, met bijvoorbeeld de figuur va JeanBaptiste Masui, maar een aantal mythes over de oorsprong van de trein worden er niet ontkracht. Stevenson? En Trevithick dan? Daarna volgen er ruime zalen met treinlocomotieven en -wagons, de trein tijdens de oorlogen, de evolutie van stoom tot elektrisch met aandacht voor de techniek. Dan is er de spooraanleg zelf, de trein in het toerisme en de relatie tussen trein en post, met een heuse postwagon. De koninklijke treinwagons mochten natuurlijk niet ontbreken. Onderweg is er één rommelig zaaltje met klokken, seinen en lampen: de ‘zolder’. Veel ‘klein materiaal’ dat rond de spoorwegen hangt is er te zien. Dit mocht best wat ruimer. Vergeet niet in de schuiven te snuisteren. De weg naar de uitgang verloopt via een bovenverdieping (er zijn overal liften) waar we onder andere een miniatuurtreintjesdiorama vinden en simulators om zelf eens voor conducteur te spelen. Terug naar het zonlicht verwachtte ik modeltreintjes in de shop. Neen dus. Niet veel soeps. “België had tot nu toe geen volwaardig spoorwegmuseum”, klonk het bij de opening van Train World in september vorig jaar. Dat is niet

waar. Ik heb in mijn schooltijd meerdere keren het museum in het Noordstation bezocht. Daar liepen we alleen rond en nog gratis ook. Tijdens de zoveelste besparingsronde werd het gesloten. Het oude museum was technischer: ik herinner mij de werking uitgelegd van ‘kwikschakelaars’ onder het spoor en veiligheidsseinen via een ‘krokodil’. Boeiend. Het huidige museum gaat minder in detail. Maar anderzijds zijn ze er niet in de val van de speelsheid getrapt, waar alle echte spullen vervangen zijn door ‘interactieve multimedia’ of zoiets. Het is een museum dat ook de specialist nog zal aanspreken. Het spoorhuisje, dat zowat het uithangbord van het nieuwe museum vormt, is wel zo’n gimmick: het verwijst naar de schilderijen van Delvaux maar voegt verder niets toe. Misschien ook de enige reden waarom alles hier zo donker is? De dorst roept ons via het Elisabethplein terug naar het stationsgebouw, met een cafetaria. Het is er zeer lawaaierig, de plek wordt uitgebaat door een keten, RN, dat traditionele Belgische keuken aanbiedt met vrij dure drankjes. De belevenis is goed voor een regenachtige namiddag, uitgezonderd de twee passages in de buitenlucht. Nick Trachet

TRAIN WORLD

Train World is een goede belevenis voor een regenachtige namiddag, vindt onze recensent.

>TRAIN WORLD is een van de vele adresjes in de Bruzz guide die deze week verschijnt met honderden tips van en voor Brusselliefhebbers.


18 I BRUZZ 1526 I Donderdag 9 JUNI 2016

stadsleven Nordic Walking mobiliseert

Expeditie Antwerpsesteenweg BRUSSEL - Met een verrekijker en vuurstokjes door de Antwerpsesteenweg trekken, het is eens iets anders. Wie deelneemt aan de expedities van verhalenverzamelaar BNA-BBOT (Bruxelles nous appartient - Brussel behoort ons toe) beleeft de Noordwijk vanuit de buik van zijn bewoners. “Het is een fascinerende steenweg omdat hij door drie uitgesproken wijken loopt,” zegt Maud Seuntjens van BNA-BBOT: “De Manhattanwijk of het zakendistrict, met daarachter nog de oude wijk, en tussenin de woonblokken gebouwd ter compensatie van het Manhattanplan. De sociale strijd die dat utopische plan van de jaren zestig ontketende, dook op van zodra we verhalen begonnen te registreren.” Nordic Walking heten de expedities die van 10 tot 30 juni de 1,7 km van de Antwerpsesteenweg afstappen - of met de minibus doorkruisen voor wie moeilijk te been is - van de Harmoniestraat tot de Koninginnelaan. Er zijn wandelingen gepland op de middag, in de namiddag en ‘s avonds, wat telkens een andere ervaring is, want tijdens of buiten de rush van de pendelaars, zijn het totaal verschillende werelden. De zakenwijk kan ook al eens een poëtische aanblik geven.

Levensverhalen “Nordic Walking omwille van de Noordwijk, waar ze het noorden soms kwijt zijn, maar ook omwille van het richtinggevende noorden, de poolster kwam dikwijls terug in de

verhalen,” zegt Seuntjens. De opnames zetten de eigen verbeelding in gang, en werken als een soort tegengif voor de beeldcultuur. Zo vertelt een vrouw die op tal van adressen op de Antwerpsesteenweg gewoond heeft, hoe het Manhattanplan hen verjoeg, en hoe ze zoals zovele Vlaamse gezinnen ooit in de verleiding kwamen om naar de rand te verhuizen, maar toch verkozen om te blijven. Ook zijn er de herinneringen en dromen van de asielzoekers, die op de Antwerpsesteenweg wachten aan de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) en de dienst Dispatching Fedasil. Buurtbewoners hebben het over Raymonde die in Het Blauwe Huizeke woonde, het spoorwachtershuisje dat de eerste industrie in Brussel oproept, en dat zelfs blauw aan de binnenkant blijkt te zijn, met geschilderde vissen en dolfijnen. Toevallig trof BNA-BBOT de nieuwe eigenaar in café Bij Lucia aan de overkant. Het toeval speelt wel vaker een rol: “Ik had net opnames van een betoging van sans-papiers achter de rug toen ik een man flessen uit een container zag halen voor wat statiegeld. Omdat ik mijn opnamemateriaal meehad, heeft hij een traditioneel Roemeens liedje gezongen. Hij bleek in Roemenië een acteur geweest te zijn, en is hier in een penibele situatie terechtgekomen.”

Steenweg van verlies Net zoals het eerdere Anneessens Palace maakt Nordic Walking deel uit van het project Denkbeeldige Wijken. Door in te zoomen op een stadsdeel wil BNA-BBOT mensen mobiliseren, vooral in hun denkbeelden over de

folklore Ommegang scoort nog altijd in verre buitenland

Keizer komt terug OMMEGANG

Sinds 1930 wordt de Ommegang jaarlijks opgevoerd.

© LOUIS PHILIPPE BREYDEL

BRUSSEL - Alhoewel de Ommegang - op presentatoren en eregasten na - jaar na jaar toch wel zeer gelijkend is, blijft het spektakel fascineren. U hoeft niet te geeuwen als u hoort dat de Ommegang opnieuw uitgaat. Folklore is helemaal niet out. En vertelt ons meer over

onszelf dan het verenigd economendom. Als u een ticket voor het spektakel op de Grote Markt te duur vindt, of als u vindt dat het te lang duurt of wat dan ook, dan nog hebt u geen reden om op 5 en 7 juli het stukje Brussel tussen het Warandepark en de Grote Markt te mijden. Integendeel. Tijdens de dagen van de Ommegang heerst er

>

Nordic Walking Inschrijven via maud@bna-bbot.be, 02-223.21.52 www.bna-bbot.be

© Chiara Colombi & BNA-BBOT

plek. “Dat kan soms door kleine details, soms door de grote verhalen. De bedoeling is om heel veel verschillende blikken te laten zien, over toekomst, verleden en nu. Dat is zowel voor de buurtbewoners interessant, als voor andere Brusselaars en niet-stedelingen. Hen laten we zien wat urbanisme is door de ogen van de bewoners, en hoe we een methode gebruiken waarbij het sociale en artistieke door elkaar lopen,” zegt Seuntjens. De kunstenares Chiara Colombi werkte samen met wijkorganisaties aan installaties die op de steenweg te zien zullen zijn. In een bewegingsatelier van het Lokaal Dienstencentrum De Harmonie werden de stadia van de steenweg in poses uitgedrukt. Aan de Sint-Rochuskerk zullen de vele helpende handen bij de wekelijkse kledijbedeling een kleurrijke, dynamische keten vormen. De kinderen

van de Antwerpsesteenweg gingen in Maison des Enfants ‘Symphonie’ aan de slag met hun woonplek: “In de zakenwijk kan het vaak desolaat zijn. Opvallend was hoe kinderen die hier leven schuilplekjes zoeken, soms hoog in de woonblokken.” “Wat mij het meest aangreep, was de rode draad in de verhalen: ergens naar op zoek gaan, het verliezen, het niet terugvinden, iets anders vinden,” zegt Seuntjens: “Dat kwam terug bij de vluchtelingen, uiteraard, maar ook bij de bewoners die weggejaagd werden ten tijde van het Manhattanproject. De onteigeningen van toen lijken ergens door te werken in het solidariteitsgevoel vandaag. Zo brengt Amis Sans Frontières, een werking binnen de Sint-Rochuskerk, de asielzoekers elke vrijdag een ontbijt.”

een speciaal sfeertje. De schutterswedstrijd op de Grote Zavel is maar één voorbeeld. Onder de 1.400 deelnemers aan de Ommegang zijn er niet weinigen afstammelingen van hovelingen van Keizer Karel. Vindt u het niet heerlijk om u af te vragen of de statig uitgedoste dames en heren in een kasteeltje of villa wonen of in een herenhuis of een appartement van 250 vierkante meter? En wie heeft er nog allemaal keukenpersoneel en een nanny? De waarheid zou wel eens heel prozaïsch kunnen zijn maar dromen met de achteruitkijkspiegel als hulpinstrument kan zalig zijn. Tijdens de Ommegang zijn er op de Grote Markt niet minder dan 2.000 zitplaatsen. De vorige jaren was één plaats op vijf gereserveerd voor een buitenlander. De Ommegang wekt nog altijd grote interesse in landen als de Verenigde Staten, Canada, China en Japan. Japan is dit jaar trouwens eregast op de Ommegang. De Japanse ambassadeur en zijn echtgenote wonen de voorstelling van de Ommegang bij. In 2016 vieren we de 150ste verjaardag van van het Verdrag inzake vriendschap, handel en scheepvaart met Japan dat op 1 augustus 1866 werd ondertekend.

ters hadden ook de Kleine Kruisboogschutters van Sint-Joris, de gilden van de schermers, de boogschutters en de haakbusschutters een altaar in de Zavelkerk. Het overbrengen van het Mariabeeld was voor de militaire gilden een mooie aanleiding om samen met de gestelde lichamen, de adel, de religieuze broederschappen en de kloosterorden in processie door Brussel te stappen. Geleidelijk aan werd de stoet wereldser en won hij aan prestige. Toen Keizer Karel in 1549 zijn zoon, de rampzalige Filips, kwam voorstellen, kozen de Brusselaars de Ommegang om het bezoek luister bij te zetten. De Ommegang wordt sinds 1930 - de honderdste verjaardag van België - jaarlijks opgevoerd. De activiteiten in de marge van de Ommegang hebben ook fel uitbreiding genomen. Terwijl Ozark Henry als eregast zijn ding doet op de Grote Markt, zijn er drie dagen lang feestelijkheden in het Warandepark, met onder andere een middeleeuws dorp en steekspelen. Nog meer middeleeuwen vindt u op het Agoraplein en achter de Beurs, waar middeleeuwse - ambachtelijke - markten plaatsvinden.

Het verhaal Het verhaal van de Ommegang begint in 1348 als de Maagd Maria verschijnt aan de jonge Antwerpse Beatrijs Soetkens. Een Mariabeeld wordt over de Zenne vervoerd. Aan de poorten van de stad nemen de kruisboogschutters het beeld over en brengen het naar de Zavelkerk. Naast de grote gilde van de kruisboogschut-

An Devroe

Danny Vileyn

>

Ommegang Tickets kan u bestellen op het nummer 070/660 601 of op de website www.ommegang.be waar u ook meer info vindt.


Donderdag 9 JUNI 2016 I BRUZZ 1526 I 19

Laptopia VGC-sporthal Koekelberg. Donderdag 26 mei, 21 uur Op de vooravond van het EK, dat gespeeld zal worden in een aantal fraaie stadions verspreid over de Hexagone, zou ik toch graag even stilstaan bij het overlijden van een voetbaltempel net buiten onze vijfhoek. In de Felix Vande Sandestraat te Koekelberg gaat namelijk de sporthal tegen de vlakte waar ons zaalvoetbalploegje met de ooit hilarisch bevonden naam Sheffield Tuesday al meer dan vijftien jaar de zege najoeg of het onderspit delfde tegen de eminente collega’s van Metallurg Rits Café, Dikken Bal Monk, Le Coq Sportief, Bob Merlo, Daringmen of Torpedo Rapsat (u merkt hier en daar een directe verwijzing van het Brusselse cafévoetbal naar het Brusselse caféwezen). Het ontmantelen van de zaal zaliger kwam onverwacht snel, want eigelijk was de vloer van de sporthal nog maar pas vernieuwd. Tot een paar weken geleden moesten afgevaardigden en supporters nog hun schoenen uitdoen of er douchemutsen overheen trekken teneinde die vloer te sparen. Als betrof het heilig gras van Wembley - wat het voor veel betrokken partijen ook bijna was. De sporthal zal niet herinnerd worden omwille van de buitenaardse sportieve prestaties die er zijn geleverd. Een verbazend laag aantal overwinningen hier kreeg ook maar enige weerklank buiten de muren. Toch is een in memoriam dat de karakteristieken van de kranige omnisportzaal voor de toekomst bewaart op zijn plaats. Een sporthal is niet meer dan een dak op vier muren, gevuld met gelijkmatig tl-licht en zuurstofarme lucht. Maar zo’n concept laat zich wel voor alles en door iedereen gebruiken. Met een beetje dossier konden behalve generaties oude voetballers op zoek naar een sportief je ne sais quoi, ook getalenteerde Molenbeekse voetbalmeisjes, kleine baskettertjes, badmintonnende vrijgezellen en Brusselse beloften in jiu jitsu de zaal gesubsidieerd huren. De kleurrijke lijnen van de velden lezen

“De sporthal zal niet herinnerd worden omwille van de buitenaardse sportieve prestaties die er zijn geleverd” Michaël Bellon dan ook als het grondplan van een oecumenische kerk, met de basketbalring als kruisbeeld, het doel als altaar, en de Zweedse banken – een ondersoort in de bankenwereld die je alleen in sporthallen aantreft – om de rituelen vanop een afstand gade te slaan. Bij de zaal werd desgewenst - zij het niet geheel gratis - ook een scheidsrechter geleverd. Bij voorkeur de schalkse monseigneur

Elke week scant Michaël Bellon met zijn laptop een plek in Brussel die tot de verbeelding spreekt, en geeft hij aan wat er eventueel nog aan kan verbeteren. Marcel, een schaapherder uit Meise die wist hoe hij van wilde horden brave kuddes moest maken. (Ik stel me nu wel plots vragen bij de gewoonte om de ploeg die voor de wedstrijd de toss won de gelegenheid te geven een speelhelft te kiezen. Zou het zin hebben gehad om de eerste helft in deze of gene speelrichting af te werken? Werd er in het ene doel misschien toch meer gescoord dan in het andere? Het zou kunnen, maar nu is het te laat om er nog sportstatistici op los te laten.) De sporthal beschikte verder ook over state of the art randaccommodatie. Airconditioning was aanwezig in de vorm van een geopende nooduitgang die uitgaf op een stuk urban jungle waar sommige spelers op zoek naar een bal nooit meer van zijn teruggekeerd. De scheidsrechter had zijn eigen kleedkamer, waarin tevergeefs genegotieerd kon worden over de al te strenge reglementaire bepalingen die het onbetaald voetbal van de Brusselse zaalvoetbalbond kenmerken. De zaalverantwoordelijke beschikte over een secretariaat waarin hij ‘s avonds op de computer kon kijken naar sportwedstrijden die er wél toe deden. De hal met de drankautomaat en de gestapelde tafels en stoelen kon tevens dienen voor de warming-up. De kantine werd vooral gebruikt om de sporters ertoe aan te sporen hun après-sport elders in de stad te organiseren. De kleedkamers waren speciaal niet uitgerust met tactische borden en video-apparatuur, om de nabesprekingen in alle subjectiviteit te kunnen laten verlopen. De douches hebben het wegens chronische aderverkalking heel lang moeilijk gehad om met aanvaardbare debiet warm water te spuien, maar ook dat euvel werd al na een jaar of tien verholpen. De Brusselse cafévoetbalwereld is dus in rouw.

De hele reeks nalezen? > BRUZZ.be/laptopia

ADVERTENTIE

ADVERTENTIE

SCHAKELS NAAR WERK.BE

Gratis toeg free en ang entrée gratrance tuite

Opleidingsbeurs Bourse de la formation Training fair Alles over werk EN Opleiding

Tout sur l'emploi et les formations

Everything about jobs and training

16/6/2016 10u-16u ANCIENNE BELGIQUE Georganiseerd door / Organisée par / Organised by

EEN VAKANTIE VOOR STRAFFE KETTEN

ww w.v gc sp ee lpl ein en .be/ti en er Met de steun van / Avec le soutien de / Supported by

s


20 I BRUZZ 1526 I Donderdag 9 juni 2016

voetbal Het EK 1972 in België

Leeg Astridpark, bestormde Heizel veldbestorming De veldbestorming was een voorafschaduwing wat zich dertien jaar later op de Heizel zou afspelen.

BRUSSEL - In 1972 mocht België voor het eerst de eindronde van een groot voetbaltoernooi organiseren. Op het EK van die zomer eindigde onze nationale ploeg zelfs op de derde plaats. Maar wat vandaag tot een ongezien volksfeest zou leiden, bleef 44 jaar geleden binnen zeer bescheiden proporties. Toch toonden het voetbal, de supporters, de media én de commercie op dit EK een nieuw gelaat.

ADVERTENTIE

Puzzel Deze dienst wil u de nodige informatie bezorgen om u wegwijs te maken in uw zoektocht naar mogelijkheden, voorzieningen voor personen met een handicap

✆ 0800-15045

alle werkdagen van 9 tot 12u30, maandag, dinsdag en donderdag van 13 tot 15u30

Bezoeken enkel op afspraak

puzzel@resonansvzw.be

E

uro 2000, dat in België en Nederland georganiseerd werd, ligt bij veel voetballiefhebbers nog min of meer vers in het geheugen. Ondertussen wordt ook al uitgekeken naar het EK van 2020 waarop Brussel gaststad zou kunnen zijn. Maar wat zegt het EK van 1972 ons nog? Voor het eerst sinds de Olympische Spelen van 1920 organiseerde België in dat jaar nog eens een sportevenement van internationale allure. De Rode Duivels, die in die jaren onder bondscoach Raymond Goethals eigenlijk Witte Duivels waren, beleefden op dat moment een hoogconjunctuur. Twee jaar eerder had de ploeg van kapitein Paul Van Himst zich voor het eerst in zestien jaar kunnen kwalificeren voor een WK-eindronde, en na dat avontuur in Mexico volgde opnieuw een succesrijke kwalificatiecampagne, waardoor de Belgen voor de eerste keer ook eens aan een EK-eindron-

de mochten deelnemen. De kwalificatie bestond uit een groepsfase waarin met Portugal, Schotland en Denemarken werd afgerekend, en daarna nog een dubbele confrontatie tegen Italië. De eigenlijke eindronde werd vervolgens beslecht door slechts vier landen. België werd als gastland gekozen omdat de andere kandidaten zich niet bij de laatste vier hadden kunnen scharen.

Terrains fétiches Het toernooi zou - hou u vast - maar liefst drie speeldagen beslaan. Op woensdag 14 juli stonden de twee halve finales op het programma, op zaterdag de troosting om de derde plaats, en op zondag de finale. De kranten Le Soir en De Standaard besteedden tijdens het eindtornooi één, hooguit twee bladzijden aan het evenement. Daags voordien ging alle aandacht nog naar de eindzege van Eddy Merckx in de Giro. In de veertien dagen voorafgaand aan het toernooi verschenen er een handvol

minieme artikeltjes over de voorbereiding van de Belgen. Die was nochtans niet geheel oninteressant, en zelfs tekenend voor de veranderingen die zich voordeden in het internationale voetbal. Zo waren de Belgen ongelukkig om de manier waarop de Europese voetbalbond Uefa, zonder consultatie van het organiserende land, de speelsteden had toegewezen. Loting had al uitgemaakt dat België in de halve finale zou uitkomen tegen favoriet West-Duitsland, maar de Uefa besliste ook dat die wedstrijd zou doorgaan op de Bosuil in Antwerpen. De andere halve finale, Hongarije-Sovjetunie, moest in het Astridpark in Anderlecht gespeeld worden, de troosting op Sclessin in Luik, en de finale op de Heizel in Brussel. Geld was de drijfveer achter die keuze: behalve de Heizel kon alleen de Bosuil genoeg volk ontvangen voor een dikke recette. Goethals was niet blij. Om te beginnen speelde hij liever op de wat kleinere velden van Anderlecht, Luik of Brugge die zijn spelers de laatste jaren gewoon waren geworden. Ten tweede bepaalde de UEFA ook dat in de uitverkoren stadions niet meer getraind mocht worden, waardoor Goethals wanhopig op zoek moest naar oefenterreinen, en uiteindelijk op de oefenveldjes naast het Heizelstadion terechtkwam. Ten derde was de totaal verouderde Bosuil - waar traditioneel de interlands tegen Nederland plaatshadden - aan heel wat oplapwerk toe. Tot vlak voor het toernooi werd er druk gerenoveerd en herschilderd. Tenslotte zagen de Belgen al aankomen wat uiteindelijk ook gebeurde: behalve de 20.000 tickets die hen al waren toegewezen kochten de Duitse supporters ook nog eens heel wat tickets van Belgen, waardoor ze de helft van de 55.000 zitjes innamen. Ze hadden bovendien enorm veel vlaggen mee, waardoor de horizontale driekleur veel meer zichtbaar was dan de verticale, zoals Le Soir schreef. Maar de vraag van de Belgen om op hun terrains fétiches van Anderlecht of Standard te mogen spelen werd - volgens sommigen ook onder druk van Antwerpse autoriteiten - afgeblokt door de Uefa met een droog telegram ‘prière organiser Belgique-Allemagne à Deurne’. Daags voor de wedstrijd werden de Duivels nog in een studio van de BRT uitgenodigd om nog eens naar de band van de kwalificatiewedstrijd Engeland-Duitsland te komen kijken. Die wedstrijd hadden de troepen van bondscoach Helmut Schön met 1-3 gewonnen. De pers zag er een aflossing van de wacht in het internationale voetbal in. De Duitsers zelf hadden het over das Wunder von Wembley, het Franse l’Equipe sprak zelfs van football de rêve, digne de l’an 2000. Dan deed België het uiteindelijk nog niet zo slecht. Zoals steeds onder Goethals vertrokken ze vanuit een goede organisatie - de Duitsers noemden ons Eisenschädeln (vrij vertaald: keikoppen) - maar ze durfden ook tegenprikken. Na twee doelpunten van de onvermijdelijke Gerd Müller volgde nog de aansluitingstreffer van Lon Polleunis, maar op meer konden de Witte Duivels geen aanspraak maken. De Duitsers vonden ons sterker dan de Engelsen, en Goethals bleef volhouden dat deze wedstrijd eigenlijk de finale had moeten zijn.

Sortie à la campagne De Duitsers hadden zich wel verbaasd over de antieke vierkante doelpalen op de Bosuil - die er overigens nog tot 1995 zouden blijven staan. Maar er waren nog andere zaken om je over te verbazen. Zo waren er voor de andere halve finale tussen Hongarije en de Sovjetunie, geëindigd op 0-1 in het Emile Verséstadion in Anderlecht, maar 1695 toeschouwers opgedaagd. Voornamelijk mensen uit de Hongaarse gemeenschap in Brus-


DonDerDag 9 junI 2016 I BRUZZ 1526 I 21

sel. Zelfs Wikipedia kan dat niet geloven en spreekt daarom van 16.590 toeschouwers. Het was dan ook vreemd dat de geldbewuste UEFA nog niet de reflex had om de halve finales op een verschillende dag te laten spelen. Ook vreemd was dat België-Duitsland niet op de BRT te zien was geweest. Ook daaraan lag een commercieel geschil ten grondslag. In het Bosuilstadion waren namelijk naast de 36 reclamepanelen die er al stonden, ter elfder ure nog eens 17 reclameborden met hoofdzakelijk Duitse reclame bij geplaatst. De bonzen van de Vlaamse televisie vonden dat ingaan tegen de wettelijke bepaling dat de openbare omroep geen uitzendingen met commercieel karakter mocht maken, en stuurden dus hun kat. De Vlaamse tv-kijkers waren aangewezen op de RTBF die de wet niet zo strikt interpreteerde, maar zijn cameramensen wel opdroeg om zo weinig mogelijk reclamepanelen in beeld te brengen. Met het oog op de twee resterende wedstrijden volgde er zelfs overleg tussen de cultuurministers Hanin en Van Mechelen, en de stad Brussel verbood prompt dat ook voor de finale op de Heizel nog extra reclameborden ter waarde van 2 miljoen Belgische frank zouden worden geïnstalleerd. Daarop liet de Belgische voetbalbond dan weer weten dat de Duivels in de toekomst nooit meer op de Heizel zouden spelen. Uiteindelijk koelde alles zonder blazen. De reclame werd wel toegelaten en de resterende wedstrijden werden toch op de BRT uitgezonden. Was de tv er de oorzaak van dat voor de kleine finale tussen België en Hongarije in Luik maar zesduizend mensen kwamen opdagen? Le Soir had het ook over de hoge ticketprijzen (100 tot 500 frank) en weer dat uitnodigde tot une sortie à la campagne. Zeker is dat de Belgen in Luik

die hen tijdens de eerste helft nog hadden gesteund. Toch wonnen de Belgen overtuigend met 2-1, waarna sommige spelers met hun bronzen medaille op vakantie vertrokken terwijl anderen naar de Heizel afzakten om de finale bij te wonen.

Coups de matraque

Door de extra reclameborden zond de BRT België-Duitsland niet uit en ruziede de Voetbalbond met de stad Brussel.

opnieuw moesten optornen tegen...Duitse supporters. Namelijk zij die al lang voordien een ticket hadden gekocht voor het geval hun elftal deze wedstrijd zou moeten spelen. En ze trokken opnieuw de aandacht naar zich toe. Tijdens de rust kwam een Duitser met een van die enorme Duitse vlaggen het veld

opgerend. Na een eerste ordehandhaver te hebben ontweken werd hij door een tweede agent hardhandig neergeknuppeld. Het leverde de onstuimige agent de verwensingen op van premier Vanden Boeynants die in de tribune zat, en de Belgische voetballers de tegenkanting van de Duitse supporters

In de finale pakte Duitsland de eindzege voor 43.000 toeschouwers. En toch slaagden de Duitse supporters er nog een laatste maal in zich negatief in de kijker te werken. In de maandagkranten werd het nieuws over de EK-finales al overschaduwd door een treinramp in het Franse Soissons en de crash van een toestel van British Airways op weg van Londen naar Brussel - rampen die allebei een honderdtal slachtoffers eisten. Maar de journalisten hadden het ook over het feit dat de Duitse supporters na de wedstrijd het veld hadden bestormd. Tien minuten voor affluiten, toen de 3-0 zege voor de Duitsers al een feit was, hadden quelques solides coups de matraque er nog voor kunnen zorgen dat het strafschopgebied van doelman Sepp Maier supportervrij bleef. Maar bij affluiten was het hek van de dam. Net zoals bij de Europacup II-finale tussen Dynamo Moskou en Glasgow Rangers in Barcelona een paar weken eerder. Veldbestormingen waren een nieuw fenomeen dat de voetbalbonzen zorgen baarde. Waar de Rangers voor twee jaar werden uitgesloten van Europees voetbal, kwamen de Duitsers er met een waarschuwing vanaf. Maar toch was dit supportersgedrag al een kleine voorafschaduwing van wat zich dertien jaar later op de Heizel zou afspelen. Michaël Bellon

ADVERTENTIE

n:

infodage

NIEUWE G RICHTIN

Het

IMELDA-INSTITUUT

24 en 25 juni

presenteert

DE REGIO N I K E I N U

INDUSTRIELE KUNST

TUSSEN KUNST EN WETENSCHAPPEN

MOUTSTRAAT 19-23 1000 BRUSSEL O2 511 06 53

WWW.IMELDA-INSTITUUT.BE


22 I BRUZZ 1526 I Donderdag 9 JUNI 2016

volleybal Renée Verhulst mikt op top drie plaats in beachvolleybalcompetitie

‘ Zoveel te beter als we kampioen worden’ BRUSSEL – Alles mag, niets moet. Met die instelling volleybalt Renée Verhulst (28) en het leverde haar al een mooie carrière op. Vorig jaar besloot ze een stapje achteruit te zetten omdat ze zich volledig wil ontplooien als architect. Dat kan ze bij Barbar Elsene. Maar Verhulst heeft zeker nog ambitie.

“I

k ben niet met volleybal begonnen met het idee om zo hoog mogelijk te geraken,” aldus Verhulst. “Als twaalfjarige begon ik ermee om aan sport te doen en plezier te hebben. Het was voor de fun dat ik jarenlang bij verschillende ploegen in de regio van Kortrijk speelde. Maar toen een club uit een hogere divisie kwam aankloppen, besloot ik die kans toch te grijpen.” Het was ereklasseclub Hermes Oostende die de enigszins verraste Verhulst contacteerde. Ze studeerde op dat moment architectuur aan Sint-Lucas in Gent, maar waagde zich toch aan het nieuwe avontuur. Ze wou zien hoe ver ze zou geraken. Met succes, want na een eerste aanpassingsjaar stond ze tijdens haar tweede seizoen regelmatig in de basis. “En dan kwam er een nog grotere verrassing: VDK Gent, dat net kampioen was geworden, belde me op. Ik was eerst overdonderd, maar heb opnieuw toegehapt.” “Ik ben een middenspeelster die snel en aanvallend explosief is. Speelsters op die positie zijn eerder dun gezaaid, misschien zijn ze daarom bij mij terechtgekomen. Het was wel een grote aanpassing. We trainden vier uur per dag en ik werkte op dat moment in Brugge. Ik moest zeer flexibel zijn. Maar het was de moeite. Opnieuw was mijn tweede seizoen beter dan het eerste. Het leverde me onder meer een bekerfinale op, een heel leuke ervaring.” Ondanks die goede prestaties en leuke herinneringen besloot Verhulst haar carrière op een iets lager pitje te zetten. De liefde bracht haar naar Brussel en het is hier dat ze echt wilt voortbouwen aan haar professionele carrière. “Ik voelde dat ik niet voluit voor mijn werk kon gaan, terwijl dat in mijn ogen belangrijker is. Ik heb topsport geprobeerd en het was leuk. Maar het is niet wat ik wil. Ik heb het geluk gehad dat Barbar me heeft gecontacteerd, want de combinatie met mijn werk in een groot architectenkantoor is ideaal. Hier trainen we maar drie keer per week.”

Goede architect

RENÉE VERHULST “Ik voelde dat ik niet voluit voor mijn werk kon gaan, terwijl dat in mijn ogen belangrijker is.”

© IVAN PUT

Verhulst beklaagt zich haar keuze allerminst. Brussel bevalt haar, en de aanpassing bij Barbar verliep zeer goed. Ze kwam er in een ploeg terecht die vorig seizoen bij momenten goed volleybal liet zien, maar af en toe ook wat steken liet vallen. Volgend seizoen wil ze de ploeg nog helpen groeien, maar eerst zet ze haar focus op beachvolleybal. “Het is mijn vijfde jaar beachvolleybal. Vier jaar lang deed ik dat met Sarah Degryse, met wie ik onder meer vierde ben geëindigd tijdens de finale van het Belgisch kampioenschap. Vorig jaar heb-

ben we zelfs een manche gewonnen, in Kortrijk. Sarah wou deze zomer niet meer voluit gaan, dus moest ik op zoek gaan naar een nieuwe ploegmaat.” “Ik vorm nu een team met Nina Coolman, die tot een paar jaar geleden nog Yellow Tiger was. We kenden elkaar nog niet zo goed, maar het klikt wel. Dat is belangrijk en maakt het spel alleen maar leuker. We trainen nog niet zoveel samen omdat zij nog drie keer per week bij haar club (Parijs, red.) moet trainen, maar dat komt wel goed.” De weinige trainingen lieten zich voelen tijdens

“We maken kans om in de top drie te eindigen, dat is alvast onze ambitie” Renée Verhulst

de eerste manche van het kampioenschap in Brussel, want ze raakten niet door de kwalificaties. Tijdens de tweede manche in Hechtel lukte dat wel en werden ze derde. “In Brussel was er wat stress en wouden we misschien te mooi volleybal spelen. Maar we evolueren goed en hopelijk gaat het zo voort. We maken kans om in de top drie te eindigen, dat is alvast onze ambitie. De finale van het kampioenschap wordt op één dag gespeeld door de ploegen die genoeg punten hebben verzameld tijdens de tien voorafgaande manches. Alles is dan mogelijk als je een goede dag hebt.” “Zoveel te beter indien we Belgisch kampioen zouden worden. Maar beachvolleybal is toch vooral een toffe manier om de zomer te overbruggen. Het is eigenlijk leuker dan de zaal. Technischer, en het vraagt om meer allround te zijn. Het slaat alvast aan, dat merk ik aan het groeiend aantal ploegen en het niveau.” Verhulst hoopt na het beachvolleybalseizoen met Barbar mee te strijden voor een plaats in de play-offs. Dat moet volgens haar kunnen. Maar ze maakt zich daar niet druk in. Ze laat het op haar afkomen en ziet wel hoe het loopt. “Ik wil altijd winnen, dat wel, daar streef ik naar. Maar mijn echte ambitie is een goede architect te worden. En daarnaast kan ik me goed uitleven in het volleybal.” Tim Schoonjans


Donderdag 9 JUNI 2016 I BRUZZ 1526 I 23

SPORTagenda

ESTAFETTE

zaterdag 11 juni Brussels soccer trophy

KEN LAMBEETS Ik las een boek dat ik zelf had willen schrijven: ‘Van het sportveld naar het slagveld: Belgische sportmannen in de Groote Oorlog’, van gewezen kolonel Roger Vanmeerbeek. Vanmeerbeek wijdde in 2012 al een doctoraat aan de geschiedenis van de militaire training en sport in het Belgische leger. Zijn jongste boek is voor een breder publiek bedoeld en maakt die belofte zeker waar. Het vertelt de lotgevallen van militaire sportievelingen, zowel voor, tijdens als na de Eerste Wereldoorlog. Vanmeerbeek steekt van wal met een algemene situering van topsporters in de belle époque, de periode vlak voor de Eerste Wereldoorlog, wanneer sporten in de eerste plaats een voorrecht voor de beau monde is niet iedereen kan zich bijvoorbeeld een fiets aanschaffen. Wanneer de Eerste Wereldoorlog uitbreekt, melden veel sporters zich als oorlogsvrijwilliger, vaak uit vaderlandsliefde. Andere sporters worden gemobiliseerd en een derde groep is al in dienst als beroepsmilitair. Tijdens de oorlog worden er achter de linies, op de harde gedeelten van het strand, voetbalwedstrijden en initiaties zwemmen en atletiek gehouden. Vanuit Londen stuurt men vaak voetballen en andere sportuitrusting naar het front. Die sportactiviteiten zijn immers van groot belang voor de fysieke en psychische gesteldheid van de troepen - ze verzetten de gedachten van de militairen. Er vinden zelfs heuse interlands plaats tussen Frankrijk en België, waarbij er voor ons land enkele spelers van Union Saint-Gilloise en Ukkel Sport tussen de lijnen staan. Ook aan het front komen sporters van pas. De karabiniers-wielrenners, beschouwd als een elite-eenheid, beschikken soms over plooifietsen, waardoor ze op moeilijk terrein de fiets op de rug kunnen dragen, zoals echte veldrijders. Op die manier kunnen ze een vijftiental kilometer per uur afleggen, tot 75 kilometer per dag. Hun tactiek is steeds dezelfde: verkennen, infiltreren, schieten en opnieuw verdwijnen. Helaas sneuvelen er veel goede sporters tijdens en zelfs na de oorlog, ten gevolge van opgelopen oorlogsblessures. Voor hen wordt in Brussel op 20 juni 1926 een massaal eerbetoon gehouden met

kranslegging aan de onbekende soldaat, gevolgd door een optocht door de stad. Niet minder dan 50.000 enthousiastelingen nemen deel aan het defilé op het Koningsplein, in aanwezigheid van koning Albert en de voltallige koninklijke familie. Onmiddellijk na de oorlog worden door militaire overheden verschillende initiatieven genomen om de ontstane sportcontacten verder te zetten en om de vele op demobilisatie wachtende soldaten op een zinnige manier bezig te houden. Zo zien de Inter-Allied Games het levenslicht – de Olympische Spelen voor militairen, zeg maar. De Belgische militaire sportievelingen zijn ook erg succesvol op de echte Olympische Spelen van 1920 in Antwerpen: ze behalen medailles in gymnastiek, ruitersport, schermen, veldhockey, voetbal, waterpolo en wielrennen. Het boek van Vanmeerbeek bevat tot slot beknopte biografieën en anekdotes van de topsporters-militairen. Onder hen bevinden zich heel wat Brusselaars, zoals de intellectuele sportman Victor Boin, die aan vier Olympische Spelen deelneemt en medailles wint in waterpolo en schermen - het zwembad van Sint-Gillis draagt nog steeds zijn naam. Tijdens de oorlog voert hij koningin Elisabeth in een watervliegtuig naar de zilveren bruiloft van de Engelse koning George en koningin Mary in Folkestone. Iemand die ik nog niet ken is Fernand Halbart, een voormalige spurtbom van Racing Club Brussel, die na opgelopen blessures in de oorlog in Calais het dagblad Les Sports sticht, dat aan het front verspreid wordt. Een ander mooi verhaal is dat van Jean-Maurice Goossens, begenadigd in het ijshockey. Wanneer hij na een granaataanslag een blessure oploopt, krijgt hij in hospitaal L’Océan in De Panne bezoek van koningin Elisabeth. Op de vraag wat hij van haar zou wensen, antwoordt hij: ‘Een pijp, majesteit.’ De dag nadien ligt er één op zijn nachtkastje. Het boek van Vanmeerbeek bevat nog veel meer dergelijke verhalen - ook van niet-Brusselaars - vaak geïllustreerd met unieke beelden die uit verschillende archieven werden opgediept.

Van het sportnaar het slagveld (en weer terug)

Eindredacteur Ken Lambeets houdt van literatuur en van echte sporten

VOETBAL Dak- en thuislozen welkom in Abattoir

De Abbatoir wordt drie dagen lang het centrum van de Brusselse en de Belgische voetbalcompetitie voor dak- en thuislozen. Op maandag 13 juni wordt er namelijk de finale gespeeld van de BXLR Cup, een lokale competitie waar vijftien Brusselse clubs aan deelnemen. Op dinsdag en woensdag worden de finales van de Belgian Homeless Cup (BHC) afgewerkt, de nationale competitie.

De BHC wordt gespeeld door twintig ploegen uit heel het land, die samenwerkingen zijn tussen sociale organisaties en (semi)-professionele voetbalclubs. Er worden maar liefst vijfhonderd spelers en meer dan tweehonderd supporters verwacht voor dit feestelijk einde van de nationale competitie. Daarnaast zijn er ook nog eens 150 spelers uit niet-kwetsbare doelgroepen uitgenodigd om in één van de vijftien gastteams aan te treden. Zo hoopt men een beeld te krijgen van de hele bevolking en ontmoeting te creëren. De voetballers zullen elkaar op straatvoetbalvelden (16 op 22 meter) met boarding bekampen, in wedstrijden die met vier tegen vier en zowel overdag als in late night sessi-

brussels bridge rally Voor denksport moet u in de buurt van de Grote Markt zijn. Vanaf half elf gaat de achtste editie van de Brussels Bridge Rally er door. De deelnemers kunnen in verschillende deelnemende cafés terecht om een potje bridge te spelen. Meer info op www.bridgeur.be/rally.

zondag 12 juni foulées estivales axa Het AXA Running Team organiseert jaarlijks twee loopwedstrijden, tijdens de winter en in de zomer. Komende zondag vindt de zomereditie plaats. Het Zoniënwoud zal terug het prachtige decor vormen van de twee parcours, die vijf en 13,8 kilometer lang zullen zijn. Het startschot wordt om elf uur gegeven. Vooraf inschrijven kan op www.axarunning.be en kost 8 euro, ter plaatse betaalt u 2 euro meer. Per deelnemer storten de organisatoren een halve euro aan het goede doel (deze keer de vzw Gymsana).

halve finales american football De Brussels Black Angels staan in de finale van het Belgisch kampioenschap American Football. Om 14 uur wordt de aftrap gegeven van hun wedstrijd tegen de Grez-Doiceau Fighting Turtles / Ghent Gators, die op het veld van de Vogelzang (Vogelzangstraat in Anderlecht) plaatsvindt. Rond het veld zal er ook heel wat te doen zijn, supporters wordt gevraagd om zwart te dragen. De winnaar stoot door naar de Belgian Bowl. Daarin zouden ze de Brussels Tigers kunnen tegenkomen, want ook zij staan in de halve finale van het kampioenschap. De Tigers nemen het in het sportcomplex van Evere op tegen de Ostend Pirates/Liege Monarchs. De wedstrijd gaat eveneens om 14 uur van start. Supporters betalen vijf euro ingangsgeld, en krijgen daarvoor ook een drankje aangeboden.

maandag 13 juni belgië - italië

Ontmoeting rond foot en food ANDERLECHT – Het Footfood Festival brengt mensen samen op twee toegankelijke terreinen: het voetbalveld en de keuken. De organisatoren willen op 13, 14 en 15 juni bruggen bouwen en de problematiek van dak- en thuisloosheid onder de aandacht brengen.

Komend weekend vindt de tweede editie van de Brussels Soccer Trophy plaats in het Koning Boudewijnstadion. Jonge ketjes van de U8 en de U9 zullen er de kans krijgen om op het plein te spelen waar ze hun helden de week ervoor nog aan het werk zagen. Aangezien dit weekend het eerste van het EK voetbal is, worden rond dat thema ook verschillende activiteiten georganiseerd.

ons worden gespeeld. Daarnaast zorgt Cultureghem ervoor dat men elkaar ook rond een bord gezond eten ontmoet. De deelnemende teams zullen hiervoor ook een handje helpen. Cultureghem organiseert daarnaast nog verschillende activiteiten. Zo zullen op woensdagnamiddag de Meccanobox, de Boksbox en de Stepbox voor heel wat spelplezier voor de ketjes zorgen. Alles zal aanwezig zijn voor een groot feest, met een boodschap.

Tim Schoonjans

>

FOOTFOOD FESTIVAL www.belgianhomelesscup.be

Het Europees kampioenschap voetbal begint voor de Belgen nu echt, want de Rode Duivels spelen hun eerste wedstrijd van het tornooi, om 21 uur tegen Italië. Waar u terecht kunt voor grote schermen en andere voetbalevenementen, leest u op www.bruzz.be.

woensdag 15 juni opening street-workoutpark Het Street-workoutpark in het Anderlechtse Verdistadion staat er al eventjes, maar wordt op woensdag vijftien juni vanaf vijftien uur feestelijk geopend. Leden van de vzw Wolf’s Bar zullen aanwezig zijn om demonstraties en initiaties te geven. Dat zullen ze ook doen op zaterdag achttien en 25 juni, en op vrijdag één juni, telkens van twee tot vier uur.

Tim Schoonjans


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.