Slash 24 - najaar / winter 2019

Page 1

24 NAJAAR 2019

MAGAZINE VAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN

Slimme ‘knikkers’ op inspectie

HET EERSTE SOLAR TEAM ZES JAAR LATER EINDHOVENS BURGERVADER JOHN JORRITSMA

‘Voor mij is de TU/e het kloppend hart van de Brainportregio’


02

FORWARD /

Isabelle Reymen (1973) hield op 4 oktober haar intreerede als hoogleraar Design of innovation ecosystems. Naast onderzoeker is ze ook wetenschappelijk directeur van TU/e innovation Space.

i.m.m.j.reymen@tue.nl

TEKST NORBINE SCHALIJ FOTO BART VAN OVERBEEKE

Mentor

Toen de Belgische Isabelle Reymen in 1996 als 22-jarige PhD-student binnenkwam bij TU/e-faculteit Wiskunde & Informatica, had ze nooit gedacht dat ze hier hoogleraar zou worden. Maar mentor Sjoerd Romme zag potentie in haar en toen ze na een vierjarige tussenstap bij Universiteit Twente opnieuw aan de TU/e verscheen, zette hij haar na een aantal jaren op een traject richting het hoogleraarschap. ‘Hij heeft mij altijd gesteund en dat is ontzettend belangrijk geweest. Ik probeer mijn studenten en medewerkers zo te steunen als hij bij mij deed.’

Ondernemerschap

‘In 2006 heb ik het vak Design Science Methodology opgezet bij Industrial Engineering en rolde ik in onderzoek naar ondernemerschap. Dat bleek heel goed bij mij te passen. In tien jaar tijd heb ik meer dan twee miljoen euro aan subsidies verzameld. Mijn geheim is dat ik goed kan luisteren en werk vanuit wat de opdrachtgever wil. Ik werd coördinator van het ondernemerschapsonderwijs TU/e-breed en heb geholpen de Jheronimus Academy of Data Science op te zetten. Daarna was het tijd voor TU/e innovation Space.’

Op pagina 47 backward / met Anthonie Meijers

Lange termijn

‘Mijn doel is innoveren, zowel in onderwijs als in onderzoek. Ik wil de buitenwereld in contact brengen met de universiteit en omgekeerd. Het challenge base learning waar we nu mee begonnen zijn bij TU/e innovation Space, wil ik opschalen. Uitrollen naar veel meer TU/e-studenten, samenwerken met Fontys Hogescholen en zelfs Summa College, in 4TU verband, en ten slotte over de grens naar de EuroTech-universiteiten. Wat onderzoek betreft, houd ik me bezig met samenwerking tussen verschillende partijen. Er moet samengewerkt worden in ecosystemen om de technologieën die aan de TU/e bedacht worden te commercia­ liseren. Ik kijk hoe en wanneer welke partijen moeten samenwerken om te innoveren en sociale en economische impact te creëren.’

Feestdag

‘Op 4 oktober hield ik mijn intreerede en vierden we ook de eerste verjaardag van TU/e innovation Space in ons gebouw Matrix. Mijn receptie was dus ook in Matrix en daar hebben studenten hun projecten gepresenteerd.’

Thuis

‘Op dinsdagen en vrijdagen werk ik meestal thuis in Nuenen. Ik ben flexibel en als het moet, ben ik zo in Eindhoven, maar ik heb dat thuiswerken nodig. De dagen die ik op de TU/e ben, zijn volgepropt met afspraken. Ik ben ieder uur in overleg. Wanneer ik het werk van mijn acht PhDstudenten wil lezen, een onderzoeksvoorstel wil schrijven, over mijn visie wil nadenken, moet ik niet steeds gestoord worden. Ik maak werkweken van zestig tot zeventig uur. ’s Avonds thuis kan ik mijn mail bijwerken en ook de actiepunten uitvoeren die ik de hele dag beloofd heb.’


NR.24 NAJAAR 2019 / MAGAZINE VAN DE

no.24 NAJAAR 2019

20

Slimme ‘knikkers’ op inspectie door het lichaam

22

ALUMNI

Leden van het eerste Solar Team, zes jaar later

14

32

Robert-Jan Smits: ‘Serieus werk maken van binnenhalen toptalent’

Fysicus Jom Luiten; ingenieur en bouwer

COLOFON

Redactieadres Technische Universiteit Eindhoven, Commu­nicatie Expertise Centrum, Postbus 513, 5600 MB Eindhoven, slash@tue.nl, Tel (040) 247 3330/ 247 4020

Redactieadviesraad drs. Steef Blok, prof.dr. Carlijn Bouten, mr.drs. Ben Donders, prof.dr.ir. Maarten Steinbuch Drukwerk Drukkerij Zalsman, Zwolle

John Jorritsma: ‘De TU/e levert een onmisbare bijdrage aan Eindhoven’

Slash is het magazine voor externe relaties en alumni van de Technische Universiteit Eindhoven en verschijnt drie keer per jaar. Gehele of gedeeltelijke overname van artikelen uit Slash is alleen toegestaan na overleg met de redactie en met bronvermelding. Voor het gebruik van foto’s of illustraties is toestemming van de maker nodig. www.tue.nl/slash

Hoofdredacteur Han Konings Eindredactie en coördinatie Brigit Span Bladconcept Maters & Hermsen Journalistiek, CEC. Vormgeving Natasha Franc

42

Wilt u adverteren in Slash? Meer informatie bij Han Konings, Tel (040) 247 3330 Wilt u Slash ontvangen? Meld u aan op www.tue.nl/slash ISSN: 2212-8468

Interesse in samenwerking met de TU/e, in ­studeren, werken of promoveren aan de TU/e, of het contact onderhouden als alumnus? ­Alstublieft, onze contact­ gegevens.

PLANNER/ VERKENNER

Consultant Electrical Networks en dierenarts

30

41

Vijf proefschriften in vijf minuten

Onderwijsstart-up CodeSkillz

5X1

KEEP IN TOUCH

38/39

Samenwerking (strategisch ­partnership, contract research) TU/e Innovation Lab, +31 (0)40 247 4822, Innovationlab@tue.nl Werken of promoveren Dienst Personeel en Organisatie +31 (0)40 247 2090, jobs@tue.nl Ontwerpers­opleidingen Stan Ackermans ­Institute +31 (0)40 247 2452, sai@3tu.nl Studeren (bachelor, master) Onderwijs en Studenten Service Centrum, +31 (0)40 247 4747, studeren@tue.nl

VAN START

Alumni +31 (0)40 247 3490, alumninet@tue.nl Persvoorlichting en Communicatie Communicatie ­ Expertise Centrum +31 (0)40 247 4845, cec@tue.nl, www.tue.nl


04 05

NU /

TU/e’s HYPAR LICHT GLOW OP

teamignite.nl/


TEKST MONIQUE VAN DE VEN BEELD BART VAN OVERBEEKE

NR.24 NAJAAR 2019 / MAGAZINE VAN DE

Hypar, zo heet de installatie waarmee TU/e-studententeam IGNITE straalde op lichtkunstfestival GLOW. Op een A-locatie bovendien: de zes meter hoge constructie van Hypar stond op de Eindhovense Markt, te midden van de terrassen.

en ‘Technology’ gedoopt) waarmee bezoekers via aanraking energie, oftewel licht, de installatie in konden sturen. De visuele beloning werd nog spectaculairder wanneer de elementen ‘Nature’ en ‘Technology’ goed samenwerkten.

Het lichtkunstwerk van het studententeam - een samenwerking tussen de studieverenigingen van Bouwkunde en Industrial Design - heeft de vorm van een hyperbolische paraboloïde: een boogvorm in drie richtingen, en bestaat uit honderdzestig kubussen van elk een halve kubieke meter groot.

Bezoekers konden onder de installatie doorlopen, ‘een gigan­tische uitdaging wat betreft crowdmanagement’, aldus teamwoordvoerder Niels Dusseldorp. Er stonden non-stop zes teamleden bij het apparaat om toezicht te houden op een goede doorstroming en om te voorkomen dat mensen aan de constructie zouden gaan hangen.

Hypar daagde de voorbijgangers op de Markt uit tot interactie door middel van aanraking en samenwerking. Aan weerszijden van het kunstwerk bevonden zich pilaren (symbolisch ‘Nature’

Lichtkunstfestival GLOW werd gehouden van 9 tot en met 16 november op diverse locaties in Eindhoven.


06 07

MEMO /

Tweede MomenTUm in beeld Zo’n dertienhonderd kersverse TU/e-alumni - zowel bachelor als master - liepen eind september over de walk of fame tijdens de tweede editie van TU/e-feestdag MomenTUm. Peter Winzer en Jodi Forlizzi ontvingen die dag een eredoctoraat van de TU/e. Ook werden de academische prijzen uitgereikt voor de beste bachelor- en master­ scriptie, het beste proefschrift en het beste proefontwerp. Dmytro Kondrashov (Technische Informatica) pakte de award voor het beste PDEng-project, met zijn ontwerp voor een slimme, op AI gebaseerde microscoop. Yasin Toparlar van Bouwkunde werd geprezen voor zijn promotieonderzoek naar het modelleren van het hitte-eilandeffect op energiegebruik van gebouwen. Johan Kon en Tijmen Vermeij, beiden van Werktuigbouwkunde, leverden respectievelijk de beste bacheloren masterscriptie van de TU/e van dit jaar. Kon werkte aan een betere positionering van voetbalrobots in de complexe, dynamische setting van een voetbalveld. Vermeij kreeg de prijs voor zijn onderzoek naar nieuwe methodes om met bestaande laboratoriumtechnieken mechanische spanningen op te sporen in driedimen­ sionale kristalstructuren. De beste bachelordocent van dit jaar is Johanna Höffken (faculteiten Industrial Engineering & Innovation Sciences en Industrial Design). In de master scoorde hoogleraar Bert Koopmans (Technische Natuurkunde) het hoogst.

Foto’s: Bart van Overbeeke


NR.24 NAJAAR 2019 / MAGAZINE VAN DE

TU/e rekent aan optimale marathon

Met windtunneltesten en computersimulaties leverde hoogleraar Bert Blocken een wezenlijke bijdrage aan de geslaagde recordpoging van de Keniaanse atleet Eliud Kipchoge. Die liep zaterdag 12 oktober in Wenen als eerste persoon een marathon onder de twee uur tijdens de zogeheten INEOS 1:59 Challenge. De Olympisch kampioen en wereldrecordhouder op de marathon liet de klok stoppen na 1 uur, 59 minuten en 40 seconden. De recordpoging werd gedaan onder zo optimaal mogelijke omstandigheden. Eén onderdeel hiervan was de bijzondere opstelling van lopers (de zogeheten hazen) die Kipchoge omringden om de luchtweerstand maximaal te verlagen. Deze formatie kwam mede tot stand dankzij het onderzoek van Blocken.

Maarten Merkx nieuwe decaan Biomedische Technologie Maarten Merkx is sinds 1 november de nieuwe decaan van de faculteit Biomedische Technologie. Merkx werkt sinds 2002 bij de TU/e; vanaf 2015 is hij hoogleraar Protein Engineering. Merkx volgt Peter Hilbers op, die twaalf jaar lang decaan was van de faculteit. Merkx (1970) studeerde Scheikunde in Nijmegen, promoveerde aan de Universiteit van Amsterdam in de bio-inorganische chemie en deed daarna als postdoc onderzoek bij MIT in de VS. In 2002 begon hij als universitair docent bij de TU/e. In 2006 kreeg hij een VIDI-onderzoeksbeurs van NWO en in 2011 een ERC Consolidator Grant van de European Research Council. Hij kreeg viermaal een prijs als masterdocent van het jaar.

Foto: Bart van Overbeeke

Kunstbaarmoeder stap dichterbij met EU-subsidie De totstandkoming van de kunstbaarmoeder is een stap dichterbij, dankzij een subsidie van 2,9 miljoen euro vanuit het EU-programma Horizon 2020 voor een consortium onder leiding van Eindhovense onderzoekers Guid Oei (zie foto), Frans van de Vosse en Loe Feijs. De kunstbaarmoeder benadert veel meer de natuurlijke omstandigheden van een echte baarmoeder als dat een couveuse dat nu doet. ‘Het doel is om met een kunstbaarmoeder extreem vroeg geboren kinderen door de kritische periode van 24 tot 28 weken te helpen’, vertelt Oei, die als gynaecoloog werkzaam is in het Máxima Medisch Centrum (MMC) en als deeltijdhoogleraar bij de faculteit Electrical Engineering.

Foto: Bart van Overbeeke

Foto: Angeline Swinkels


08 09

MEMO /

Solar Team Eindhoven pakt weer goud in Australië Foto’s: Bart van Overbeeke

Solar Team Eindhoven heeft voor de vierde keer op rij de hoofdprijs gepakt in de Cruiser Class van de Bridgestone World Solar Challenge (WSC). Het team legde de ruim drieduizend kilometer lange rit van Darwin naar Adelaide af met de hoogste efficiëntiescore van alle teams. Ook bij de beoordeling van de zonneauto’s door de vakjury scoorde het team ver boven de concurrenten. De Cruiser Class is in 2013 geïntroduceerd omdat de welbekende World Solar Challenge te ver af stond van normaal autogebruik. De nieuwe klasse is bedoeld om dat gat te dichten, zodat de resultaten van de World Solar Challenge ook echt hun weg vinden naar de praktijk. Bij de Cruiser Class wint dan ook niet per se de snelste auto, maar degene die uitblinkt in efficiëntie, comfort, design en innovaties. De blijdschap bij de studenten was extra groot omdat het team vooraf flinke tegenslagen te verduren had. Zo kwam zonneauto Stella Era met een beschadigd zonnepaneel aan in Darwin en had het team twee weken voor de start problemen met het elektrisch systeem waarvan de oorzaak aanvankelijk onbekend was. Teammanager Carijn Mulder: ‘Het was zeker niet vanzelfsprekend dat we voor de vierde keer wereldkampioen zouden worden. Alle uitdagingen hebben het team gedurende de voorbereidingen en de wedstrijd tot het laatste moment scherp gehouden. We zijn allemaal supertrots op onze hoge scores en de overwinning’.


NR.24 NAJAAR 2019 / MAGAZINE VAN DE

Spin-off Ioniqa uitgeroepen tot Nationaal Icoon Ioniqa Technologies is gespecialiseerd in het creëren van waarde uit PET-afval en gebruikt daarvoor eigen circulaire technologie. Deze technologie kan 25 procent van de wereldwijde plastic­ productie oneindig upcyclen. Bij de verkiezing tot Nationaal Icoon gaat het om Nederlandse oplossingen voor wereldwijde vraagstukken op het gebied van gezondheid, energie, digitalisering, circulaire materialen en mobiliteit. Er waren vier TU/e-gerelateerde bedrijven genomineerd: • PET Upcycling (Ioniqa, Eindhoven) • Lightyear (Atlas Technologies, Helmond): elektrische familieauto op zonne-energie • PowerNEST (IBIS Power, Eindhoven): extra verdieping op pand combineert energie uit zon en wind; • Smart*Light (Delft/Eindhoven): inventief mobiel instrument dat röntgenstraling genereert voor medisch-, materiaal- en kunstonderzoek (zie ook De Vonk op pagina 42-45).

Miljoenensubsidie brengt thuisgebruik warmtebatterij dichterbij De TU/e en TNO kunnen dankzij een subsidie van zeven miljoen euro van het Horizon2020programma een innovatieve warmtebatterij geschikt maken voor consumenten. Die batterij maakt het mogelijk om duurzaam opgewekte energie op een goedkope en efficiënte manier op te slaan, zodat die ook beschikbaar is op windstille en bewolkte dagen. De warmtebatterij werkt met twee componenten: waterdamp en een zouthydraat. Als deze bij elkaar worden gebracht, bindt het water zich aan het zout, waarbij zoutkristallen ontstaan. Bij dat proces komt warmte vrij. Dit proces is omkeerbaar: door opnieuw warmte in het systeem te brengen, komen water en zout weer los van elkaar. Zolang water en zout gescheiden zijn, is er energie opgeslagen. Breng je die twee weer bij elkaar, dan komt er warmte en daarmee energie vrij. De warmtebatterij werkt stabiel en zonder energieverlies en gaat bij juist gebruik minstens twintig jaar mee.

Vijf Veni-onderzoeksbeurzen: van energieopslag tot kunstmatige neuronen

Foto: TNO

TU/e schaft schaft drie numeri fixi af na toezegging in Rijksbegroting

Vijf TU/e-onderzoekers krijgen dit jaar een Veni-subsidie van maximaal 250.000 euro van NWO. De winnaars zijn Antoni Forner-Cuenca, Lenneke Kuijer, Erik Bekkers, Weiming Yao en Anat Akiva.

De TU/e heft voor komend collegejaar voor Werktuigbouwkunde, Biomedische Technologie en Technische Bedrijfskunde de numerus fixus op. Bij twee van de drie opleidingen waar de cap voor blijft bestaan, worden de instroomlimieten opgehoogd.

Zij gaan onder andere onderzoek doen aan grootschalige energieopslag, het anticiperen op technologische ontwikkelingen in het ontwerpproces, Artificial Intelligence (AI) om bloedvatnetwerken beter te analyseren, fotonica in kunstmatige neuronen en de ontwikkeling van bot-opeen-chip om botvorming te onderzoeken.

Zo gaat de instroomlimiet voor Technische Informatica van 275 naar 325 en bij Bouwkunde van 275 naar 325. Bij Industrial Design wordt de instroomlimiet van 180 eerstejaars gehandhaafd. De verhoging van het aantal toe te laten studenten is mogelijk dankzij de ruimere middelen die voor de TU/e zijn opgenomen in de Rijksbegroting, die op Prinsjesdag is gepresenteerd.


10 11

MEMO /

ERC Starting Grants voor celcommunicatie en snellere algoritmes TU/e-onderzoekers Nicholas Kurniawan en Jesper Nederlof hebben elk een ERC Starting Grant ter waarde van bijna 1,5 miljoen euro toegekend gekregen van de Europese Commissie. Kurniawan doet aan de faculteit Biomedische Technologie onderzoek naar de communicatie over een langere periode tussen cellen en hun natuurlijke omgeving binnen het menselijk lichaam. Nederlof, van de faculteit Wiskunde & Informatica, ontwikkelt snellere algoritmes voor complexe problemen in de informatica die erg veel rekenkracht vergen. De grants bieden de onderzoekers de mogelijkheid om gedurende een periode van vijf jaar hun ideeën verder uit te werken.

Nicholas Kurniawan

Jesper Nederlo f

Foto’s: Angeline Swinkels

Miljoenen voor ethisch verantwoorde innovatie Wetenschappers van onder meer de TU/e gaan nieuwe methoden ontwikkelen om technologieën als kunstmatige intelligentie en moleculaire biologie moreel te evalueren. De ethici, filosofen en technisch wetenschappers van in totaal zeven onderwijsinstanties ontvangen daarvoor een bijdrage van 17,9 miljoen euro van het Ministerie van OCW. Het onderzoek van de TU/e zal zich vooral richten op de invloed van biomedische en digitale technologieën op het zelfbeeld en zelfbegrip van de mens. Begrippen als autonomie, lichamelijkheid, sterfelijkheid en transcendentie komen door innovaties als genetische manipulatie en kunstmatige intelligentie op losse schroeven te staan.

Foto: Shutterstock

Vanuit de TU/e zijn onder anderen TU/e-hoogleraren Wijnand IJsselsteijn en Anthonie Meijers betrokken. IJsselsteijn: ‘Technische universiteiten hebben een rol en verantwoordelijkheid waar het gaat om de menselijke, maatschappelijke, en ecologische consequenties van technologie. De toekenning van dit programma onderstreept het belang van ethische reflectie en verantwoording bij technische innovaties, en geeft ons de middelen om ook de ethiek zelf waar nodig te vernieuwen.’

EAISI: nieuw artificial intelligence instituut van de TU/e

Met de oprichting van het Eindhoven Artificial Intelligence Systems Institute (EAISI) wil de TU/e de volgende stap zetten in de ontwikkeling van AI. ‘Vroeger zat AI met name in de cyberwereld, bij Google, Booking.com, Spotify en andere consumentenplatforms. Nu evolueert AI richting velden waarin de TU/e traditioneel sterk is, zoals High Tech Systems en Human Technology Interaction’, aldus Carlo van de Weijer, directeur van het nieuwe instituut. Met EAISI wil de universiteit voldoen aan de sterk stijgende vraag naar opleidingen, ingenieurs en kennis op het gebied van AI. Het instituut bundelt de bestaande activiteiten van de TU/e op het gebied van AI,

zoals het Data Science Center Eindhoven en het High Tech Systems Center. Daarnaast worden er vijftig extra wetenschappers aangetrokken voor onderwijs en onderzoek op het gebied van AI. EAISI legt de nadruk op het gebruik van slimme algoritmen in machines, zoals robots en zelfrijdende auto’s, vanouds een sterk punt van de TU/e. De totale besteding van de universiteit is zo’n 100 miljoen euro over vijf jaar tijd. Daarnaast worden er nog externe fondsen aangetrokken. Meer informatie? Mail naar eaisi@tue.nl.


NR.24 NAJAAR 2019 / MAGAZINE VAN DE

TU/e moet zich verantwoorden voor aannamebeleid vrouwen De TU/e heeft zich begin november moeten verantwoorden bij het College voor de Rechten van de Mens voor haar aannamebeleid om meer vrouwen op de werkvloer te krijgen. Antidiscriminatiebureau RADAR kreeg 49 klachten binnen over het Irène Curie Fellowship-programma van de TU/e en maakte de zaak aanhangig bij het College voor de Rechten van de Mens. De universiteit maakte eind juni bekend dat vrouwelijke sollicitanten de eerste zes maanden voorrang krijgen bij de invulling van vacatures binnen het Irène Curie Fellowshipprogramma. Dit zorgde voor veel verontwaardigde reacties. TU/e-woordvoerder Ivo Jongsma laat weten dat de universiteit op voorhand de jurisprudentie rond vergelijkbare zaken (in Delft en Groningen speelde dit eerder) heeft bestudeerd en op basis daarvan heeft besloten de maatregel in te voeren. ‘We hebben er dan ook vertrouwen in dat we de toets van het College zullen doorstaan’, aldus Jongsma. Het College doet binnen acht weken uitspraak.

Foto: Elodie Burrillon

Tweede eredoctoraat voor Bert Meijer Universiteitshoogleraar Bert Meijer is onderscheiden met een eredoctoraat van de Freie Universität Berlin. Daarmee eert de faculteit van Biologie, Scheikunde en Geneeskunde van de Duitse universiteit de hoge kwaliteit van Meijers wetenschappelijke werk. Het is het tweede eredoctoraat voor de chemicus. Eerder werd hij al onderscheiden door de Belgische universiteit van Bergen (Mons).

Gebouw Atlas wint Dirk Roosenburgprijs 2019 Het gerenoveerde hoofdgebouw Atlas heeft de Dirk Roosenburgprijs gewonnen. Zowel de jury als het publiek kende deze tweejaarlijkse architectuurprijs van de gemeente Eindhoven toe aan Atlas. De jury roemde onder meer het innovatieve ontwerp en duurzame karakter van het gebouw. Volgens de jury is het ontwerp van Team RSVP voor Atlas met zijn ‘bijzondere aandacht voor duurzaamheid en een heldere en krachtige architectuur’ het ‘visitekaartje van de transformatie van de TU/e Campus’ tot ‘een open science park van internationale allure’. Atlas ontving ook nog de prijs van ‘Schoolgebouw van het jaar’ van Architectenweb.nl.

Foto: Norbert van Onna


12 13

MEMO /

‘Kunstmatig blad’ produceert voor het eerst medicijnen met zonlicht Medicijnen goedkoop en overal kunnen produceren, met zonlicht als energiebron. Die realiteit is dichterbij dan ooit nu chemici van de TU/e een ‘mini-reactor’ presenteren die, vergelijkbaar met bladeren in de natuur, zonlicht opvangt en hiermee chemische reacties aandrijft. Als ultieme demonstratie slaagden de onderzoekers erin om met de reactor daadwerkelijk twee soorten medicijnen te produceren; het antimalariamiddel artemisinine en ontwormingsmiddel ascaridol. In het tijdschrift Angewandte Chemie beschrijven ze hoe deze reactor eenvoudig opschaalbaar is, voor een breed pallet aan chemische reacties is in te zetten en onder wisselende weersomstandigheden een stabiele productie houdt. De technologie, die de potentie heeft de farmaceutische industrie sterk te verduurzamen, lijkt daarmee klaar voor commerciële opschaling. Foto: TU/e

Oeuvreprijs Academy of Management voor Sjoerd Romme

4TU zet in op ‘high tech for a sustainable future’ De 4TU.Federatie heeft 22 miljoen euro vrijgemaakt voor vijf nieuwe onderzoeksprogramma’s. In totaal werken 44 tenuretrackers en 29 postdocs aan de onderzoeksdomeinen. Overkoepelend thema is ‘high tech for a sustainable future’. De TU’s buigen zich over onderzoek naar gepersonaliseerde geneeskunde, ziektepreventie en -behandeling, ‘slimme’ industrie, het veerkrachtiger maken van samenlevingen en de wereldwijde voedselvraag. Binnen de programma’s werken de universiteiten van Delft, Eindhoven, Twente en Wageningen samen. Door kennis te bundelen, zetten ze in op vernieuwing binnen het onderzoek. Met het aanstellen van 44 tenuretrackers investeert de 4TU in onderzoek voor de lange termijn. Het gaat om vaste posities binnen de TU’s.

Foto: Angeline Swinkels

Sjoerd Romme, hoogleraar Entre­ preneurship & Innovation aan de TU/e, heeft een prestigieuze prijs gekregen voor zijn managementonderzoek, en voor het helpen dichten van de kloof tussen theorie en praktijk. Hij kreeg de ‘Distinguished Scholar-Practitioner Career Achievement Award’ van de Academy of Management (AOM). Een extra bijzonderheid is dat Romme de eerste Europese onderzoeker is die deze eer ten deel valt. Foto: Bram Saeys


NR.24 NAJAAR 2019 / MAGAZINE VAN DE

Vijf nominaties voor iGEM-team in Boston Het iGEM-team van de TU/e heeft begin november op de ‘Giant Jamboree’ in Boston nominaties in vijf categorieën binnengesleept. Hoewel die niet werden verzilverd, voldeed het team wel aan de criteria voor een gouden medaille. iGEM Eindhoven ontwikkelde een methode om snel bacteriën te detecteren met behulp van fagen, een soort virussen voor bacteriën. International Genetically Engineered Machine (iGEM) is een competitie voor (studenten)teams, waarin technieken uit de synthetische biologie worden gebruikt om uiteenlopende problemen op te lossen. Foto: Team iGEM Met hun project wilde iGEM Eindhoven dit jaar het probleem van antibioticaresistentie aanpakken: met een snellere detectiemethode voor bacteriën kan gerichter antibiotica worden voorgeschreven, was hun gedachte. Met de methode die ze ontwikkelden, kan in principe binnen een uur het type bacterie dat de infectie veroorzaakt worden vastgesteld.

Het team startte het team in september een crowdfunding-actie om geld op te halen voor deelname aan het slotevenement van iGEM. Die actie leverde 2.935 euro op - bijna 500 euro meer dan het streefbedrag.

Marina van Damme beurs voor Fernanda Neira D’Angelo Fernanda Neira D’Angelo is dit jaar verkozen tot winnares van de Marina van Damme beurs. De universitair docent bij Scheikundige Technologie zal het geldbedrag van 9.000 euro gaan gebruiken voor de bekostiging van een kort verblijf in het buitenland. Neira D’Angelo gaat bij Kinetics Technology in Rome, een bedrijf dat zich richt op

technologische ontwikkelingen in waterstofproductie, verder onderzoek doen naar innovatieve chemische reactoren die bijdragen aan een duurzame en milieuvriendelijke circulaire economie. Haar ambitie is om organisch afval om te zetten in nuttige producten zoals brandstof, plastics of zelfs medicijnen. ‘Een bijdrage leveren aan een circulaire economie, om onze steeds dichter bevolkte planeet in stand te houden, is niet alleen mijn persoonlijke ambitie, maar een verantwoordelijkheid die we allemaal onder ogen moeten zien’, zegt Fernanda Neira D’Angelo.

Fernanda Neira D’Angelo (links) en Marina van Damme. Foto: Bart van Overbeeke

Direct nadat ze aan haar wetenschappelijke carrière begon, besefte ze dat er behalve deze professionele uitdagingen, ook nog enkele uitdagingen in de privésfeer

bestonden. Neira D’Angelo: ‘Mijn echtgenoot is ook universitair docent aan de TU/e en daarnaast ben ik moeder van een prachtig, gehandicapt kind van vier. Mijn droom is om op organische wijze een balans te vinden tussen mijn persoonlijke en professionele ambities, en die van mijn gezin.’

Marina van Damme beurs Deze beurs is mogelijk gemaakt door een schenking van Marina van Damme. Van Damme studeerde in 1953 af aan de TU Delft als chemisch technoloog en promoveerde als eerste vrouwelijke ingenieur aan de toenmalige Technische Hogeschool Twente. De beurs is bedoeld om jonge vrouwelijke ingenieurs in staat te stellen zich verder te ontwikkelen om hun kansen op de arbeidsmarkt en in hun loopbaan te vergroten.


14 15

KOPSTUK /

De huidige burgemeester van Eindhoven werd geboren als Fries, maar heeft Brabant al lang geleden in zijn hart gesloten. In Eindhoven bewondert en prijst hij de kracht van de samenwerking tussen bedrijven, publieke partijen en kennisinstellingen. De stad groeit als nooit tevoren, de regio barst uit zijn voegen van slimmigheid, technologie, kennis en design. Hoe ziet John Jorritsma de rol van de TU/e in Eindhoven? Hoe is de band tussen de universiteit en de stad? Een gesprek over bewondering, voorop lopen en altijd kijken naar de toekomst. John Jorritsma Burgemeester van Eindhoven



16 17

KOPSTUK /

O

Of hij zijn stropdas om moet voor het interview, vraagt John Jorritsma. Welnee. Voor de foto’s misschien, maar in een open gesprek over Eindhoven, de TU/e en zijn zichtbare bewondering daarvoor kunnen we ook best zonder. Hij drapeert de das netjes over de leuning van de stoel naast zich, aan de grote tafel in de burgemeesterskamer. Rood met wit is hij, net als de kleuren van Brabant en de stad. De burgemeester is trots op ‘zijn’ stad, trots op de regio. En op de rol die de universiteit daarin speelt. Jan Mengelers, de voormalig voorzitter van de TU/e, noemde de universiteit bij zijn afscheid ‘een spil in de Brainportregio’. Ziet de burgemeester dat ook zo? ‘Zeker. De welvaart van een stad of regio wordt dominant bepaald door het wel of niet hebben van een universiteit. Was het in de middeleeuwen belangrijk om als stad aan een rivier te liggen, nu is een universiteit echt bepalend. Ik heb het als voormalig Commissaris van de Koning in Friesland altijd een gemis gevonden dat Leeuwarden geen universiteit heeft. De TU/e brengt leven, reuring, creativiteit, deskundigheid en intellect. En daarmee bedrijvigheid. Mede door de universiteit hebben we als stad een internationaal profiel gekregen dat een enorme aantrekkingskracht heeft op heel

TEKST ANTOINETTE VAN DER VORST FOTO’S VINCENT VAN DEN HOOGEN

veel mensen. Studenten uit binnen- en buitenland natuurlijk, docenten, bedrijven. Voor mij is de TU/e het kloppend hart van de Brainportregio.’

SPRAAKMAKEND

‘De TU/e brengt leven, reuring, creativiteit, deskundigheid en intellect. En daarmee bedrijvigheid. Mede door de universiteit hebben we als stad een internationaal profiel gekregen met een enorme aantrekkingskracht.’ ‘De universiteit staat altijd in een stand van ‘we doen het samen’. Het is geen gesloten bastion in de stad, maar een open organisatie.’ ‘Eindhoven slaapt nooit. We zijn hier donders goed in bedenken, creëren, vooruit komen.’

‘Voor mij is de TU/e het kloppend hart van de Brainportregio’ ‘Wat deze regio zo sterk en uniek maakt, is de drive om altijd te willen samenwerken. Die wil heeft de TU/e ook. De samenwerking tussen kennis­ instellingen, ondernemers en de publieke partijen is in Brainport ongekend en heel bijzonder. Zo kun je altijd het beste halen uit deze stad en deze regio. Kijk naar de jaren negentig. DAF ging failliet, Philips onderging een transformatie van maakindustrieel naar kennisgeoriënteerd bedrijf, we stonden er niet goed voor. De TU/e was toen een van de partijen die heeft gezegd: hoe kunnen wij dit sámen oplossen? De universiteit staat altijd in een stand van ‘we doen het samen’. Het is geen gesloten bastion in de stad, maar een open organisatie. Samenwerken doen we hier niet omdat het moet, maar omdat het ons verder helpt. Het zit in ons DNA. De universiteit is daar ook heel sterk in, en is daarom ook zo belangrijk voor de stad.


NR.24 NAJAAR 2019 / MAGAZINE VAN DE

Niet in de laatste plaats dankzij de universiteit is het weer helemaal goed gekomen met de stad, én met Philips en DAF, nog steeds twee bepalende bedrijven in Eindhoven.’ Als voorbeelden van samenwerking met het bedrijfsleven, noemt Jorritsma het samen­ werkingsprogramma Eindhoven Engine en het onlangs geopende Artificial Intelligence Systems Institute (EAISI). ‘Het is ontzettend knap wat wetenschappers van de TU/e ontwikkelen rond nieuwe toepassingen van AI. Het instituut moet tot de Europese top van kunstmatige intelligentie gaan horen, en ik ben ervan overtuigd dat ze dat ook in huis hebben. De universiteit rijdt in de gele trui. Het geeft zo’n ongelooflijk smoel aan deze stad, de TU/e speelt een majeure rol op heel veel vlakken. En we weten elkaar goed te vinden.


18 19

KOPSTUK /


NR.24 NAJAAR 2019 / MAGAZINE VAN DE

We komen bijvoorbeeld elke zes weken bij elkaar met de captains of industry van de regio en daar zit voorzitter Robert-Jan Smits van de TU/e ook bij. Als gelijkwaardig en onmisbaar gesprekspartner. Samen brengen we deze regio verder, voor nu en voor de toekomst.’

LOOPBAAN JOHN JORRITSMA

De wieg van John Jorritsma (1956) stond in Friesland. Rond zijn twintigste begon hij als ambtenaar op de afdeling stadsontwikkeling bij de gemeente Amersfoort. Daarna volgden functies bij de gemeenten Hoevelaken, Leusden, Loenen aan de Vecht en Sint Oedenrode. In 1997 werd de VVD’er burgemeester van Cranendonck. Een aantal jaar verliet Jorritsma de politiek om directeur te worden bij de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij. Tot 2008, toen hij Commissaris van de Koning werd in Friesland. Sinds september 2016 is hij burgemeester van Eindhoven. Vanuit die hoedanigheid is Jorritsma ook voorzitter van de Metropoolregio Eindhoven en Stichting Brainport.

Over die toekomst gesproken: de TU/e en het bedrijfsleven in en rondom Eindhoven hebben steeds meer behoefte aan internationale studenten, promovendi, postdocs en getalenteerde werknemers. Die worden ook getrokken door een stad met voldoende huisvesting, en volwaardige en aantrekkelijke culturele en sociale voorzieningen. Hoe zorgen we er als stad en als regio voor dat we dat alles ook kunnen bieden, en dat we de mensen die naar de TU/e en naar Eindhoven komen, ook behouden? ‘Er is een war on talent gaande. Waarom zou iemand naar Eindhoven komen en niet naar Silicon Valley of een stad als München gaan, waar je veel meer kunt verdienen? En waar misschien ook wel meer te beleven is? Het is zaak dat wij als Brainportregio aantrekkelijk zijn en blijven, op alle fronten. Dat betekent zorgen voor optimale voorzieningen, voldoende woningen en aantrekkelijke kennisinstellingen en bedrijven. Zo’n AIinstituut is in die zin perfect. Laat Eindhoven maar het Europees epicentrum zijn op dat gebied. Dat maakt deze regio sexy voor mensen die in die richting werken.’ ‘Huisvesting, zowel voor studenten als bijvoorbeeld expats en internationals, is een aanhoudende zorg. Het legt druk op de stad. We gaan dit jaar nog fors woningen bouwen en werken aan studentenhuisvesting. In de komende vijf tot tien jaar willen we naar een volledige beheersing van de problemen rond de studentenhuisvesting. Bovendien werken

we aan Internationale Knoop XL, een heel nieuw gebied rond het station waar in de nabije toekomst bedrijven zich zullen vestigen, waar woonruimte ontstaat én waarmee de universiteit nog veel meer bij het centrum getrokken wordt.’

‘Huisvesting is een aanhoudende zorg’ ‘Dan de voorzieningen. We geven al jaren signalen af als regio, dat er structureel meer geld moet komen om ons voorzieningen­ aanbod te kunnen behouden en uitbreiden. Nu zijn er gelden uit de Regio Deal, waarbij het kabinet 130 miljoen beschikbaar stelt, naast 240 miljoen uit de regio zelf. Fijn, maar het is een incidentele impuls, niet meer. Wij zitten aan de grenzen van wat we kunnen. En dat terwijl we de kurk zijn van de Nederlandse economie; als het hier slecht gaat, gaat het vervolgens in het hele land slecht. Gelukkig zitten we hier niet stil te wachten tot er geld en oplossingen komen uit Den Haag. We werken zelf altijd door. Eindhoven slaapt nooit! We zijn hier donders goed in bedenken, creëren, vooruit komen. Ook de TU/e. Op onze universiteit zit zoveel dynamiek, zoveel beweging, zoveel initiatieven. Dat levert echt een onmisbare bijdrage aan de stad. Ik bewonder ook het lef om te kiezen voor groei in kwaliteit, en niet zozeer in studenten­ aantallen. De universiteit wil niet maar groter en groter worden, maar juist béter. Een top-uni zijn, zoals de MIT. Dat sluit ook aan bij de ideeën van ons als stad. Samen werken we door aan een steengoede universiteit, met daaromheen een klimaat waarvoor mensen hier willen blijven.’


20 21

INGEZOOMD /

ZWERM SLIMME KNIKKERS SPEUREN NAAR HET ONBEKENDE

TEKST HILDE DE LAAT BEELD BART VAN OVERBEEKE

Een zwerm knikkers die door je darmen stroomt om verdikkingen op te sporen. Het klinkt als science­ fiction. Toch is het dichterbij dan je denkt. TU/ehoogleraar Micro-electronica Peter Baltus ontwikkelde sensoren die moeilijk bereikbare of zelfs voor de mens ontoegankelijke omgevingen kunnen inspecteren. Er wordt eerst gefocust op grote leidingenstelsels als drinkwatersystemen, oliepijpleidingen of tran­sportbuizen voor kerosine. Maar de droom is dat de balletjes ooit de binnenkant van vulkanen of zelfs het menselijke spijsverteringskanaal kunnen verkennen. De balletjes zijn gevuld met sensoren die door met vloeistof gevulde leidingen stromen om zo bijvoorbeeld opstoppingen en lekkages te detecteren of het netwerkstelsel in kaart te brengen.

tue.nl/slimmeknikkers

Ze worden handmatig aan het begin van het leidingstelsel in de vloeistof losgelaten. De knikkers drijven vervolgens passief op de stroming in het netwerk mee naar hun eindbestemming, waar ze weer opgepikt worden om de gegevens uit te lezen. De sensoren in de knikkers verzamelen tijdens hun reis een hoop informatie en bewaren die intern. De knikkers moeten kunnen meten tijdens het productieproces van een bedrijf, zonder dat stil te hoeven leggen. Via spin-off Smarble worden de slimme knikkers (smart marbles) op de markt gebracht. De ‘slimme knikkers’ zijn ontwikkeld met de KU Leuven, Aachen University, Ingenieurs- en adviesbureau Antea Group, Rijksuniversiteit Groningen, Vrije Universiteit Amsterdam en de Universiteit van Trento.


p.g.m.baltus@tue.nl

10

NR.24 NAJAAR 2019 / MAGAZINE VAN DE

millimeter

de streefgrootte om de slimme knikkers in het menselijk spijsverteringsstelsel te kunnen gebruiken


22 23

ALUMNI /

TEKST ANTOINETTE VAN DER VORST FOTO’S BART VAN OVERBEEKE


NR.24 NAJAAR 2019 / MAGAZINE VAN DE

This is now, that was then

Solar Team-leden van het eerste uur

Ze maakten deel uit van het allereerste Solar Team Eindhoven. Zij presenteerden Stella: ’s werelds eerste vierpersoons auto aangedreven door zonne-energie. Als studententeam hadden ze de vrijheid en de passie om innovatief te zijn. Ze wonnen de World Solar Challenge in 2013, toen velen dachten dat het niet haalbaar was. Hoe kijken de leden van het eerste Solar Team terug op hun tijd binnen het team? Wat heeft het ze gebracht? Vijf enthousiaste studenten van toen over verleden, heden en toekomst.


24 25

ALUMNI /

Juliette van der Lof (28) • Studeerde de bachelor Technische Bedrijfskunde en de master Innovation Sciences • Rol binnen Solar Team: Sponsoring & Communication PR • Nu: projectmanager bij Vanderlande Industries in Veghel

'N

ooit opgeven waar je in gelooft: dat heeft mijn tijd bij het Solar Team me geleerd. Ik kijk terug met enorm veel blijdschap en trots. Om na anderhalf jaar hard werken in plaats van te studeren, in Australië te staan met Stella, onze gezinsauto op zonne-energie, dat was zo ontzettend gaaf. Drieduizend kilometer door de outback van Australië, uniek. Wij zijn met het hele team blijven geloven in het succes van een gezinsauto op zonne-energie. En we werden nog wereldkampioen ook.

Dat ondanks veel lastige omstandigheden: technisch, financieel, het vertrouwen van de ‘buitenwereld’, de kritische tonen, de onwetendheid, onze onervarenheid. Het was een uitdaging om in een hele korte tijd zo intensief te leren samenwerken met teamgenoten die je nauwelijks kent. We moesten omgaan met de onzekerheid of het design, de financiering en de productie van de auto wel op tijd af zouden zijn. Toch lukte het. Ik zie nog veel mensen uit het team regelmatig.

Eentje zelfs heel veel: als een blok ben ik voor hem gevallen en we zijn sinds we terugkwamen uit Australië een stel. Daarnaast ben ik met een aantal teamleden uit 2013 en 2015 een bedrijf gestart: Next Level Electronics B.V. We maken motor inverters voor zonne-auto’s, een aansturing voor elektrische motoren. Mijn toekomstdromen? Professioneel en privé wil ik zoveel mogelijk leren en proberen, mezelf ontwikkelen. Het onmogelijke mogelijk maken. Net als toen in het Solar Team.’


NR.24 NAJAAR 2019 / MAGAZINE VAN DE

'M

et een team een prestatie leveren van wereldformaat is voor mij de grootse overwinning van mijn tijd bij het Solar Team. We waren het eerste team dat uit het niets een meerpersoons zonneauto bouwde, en daarmee de World Solar Challenge won. De grootste uitdaging was misschien wel het creëren van een hecht team, een team dat samen alle technische uitdagingen kon oplossen. We moesten zorgen dat we als geoliede machine aan de start verschenen van de Solar Challenge. Je moet niet alleen de juiste mensen bij elkaar hebben, maar ook een manier van samenwerken creëren die daaraan bijdraagt. Dat is ook iets wat ik

nu nog meeneem in mijn dagelijkse werk. Een technisch goede auto aan de start krijgen, is één ding, zorgen dat je team in staat is met die auto de finish te halen, is een volgende. De teamleden moeten scherp zijn, iedereen moet weten wat zijn taak is en hoe hij moet handelen in bepaalde situaties. Bij de Solar Teams van 2015, 2017, 2019 - waar ik vanaf de zijlijn heb mee­geholpen, zowel in Nederland als tijdens de challenge in Australië - heb ik dat ook weer gezien. Het Solar Team 2013 heeft me veel gebracht. Natuurlijk mooie herinneringen, maar ook veel connecties. Zo zie ik een deel van mijn

Wouter Wessels (28) • Studeerde Electrical Engineering • Rol binnen Solar Team: Electrical Engineer • Nu: Electromechanics engineer / system architect bij Prodrive Technologies.

oude teamgenoten nog regelmatig: een aantal als collega, anderen bij het begeleiden van het huidige Solar Team, weer anderen om gewoon af en toe eens bij te praten. Ook mijn huidige baan heb ik te danken aan het netwerk opgebouwd tijdens mijn tijd bij Solar Team Eindhoven. Via mijn rol binnen het team had ik contact met Prodrive, dat ons destijds ondersteunde bij het ontwikkelen van het battery management system. Bij het zoeken naar een baan was daardoor letterlijk één telefoontje genoeg.’


26 27

ALUMNI /

Lex Hoefsloot (28) • Studeerde Mechanical Engineering • Rol binnen Solar Team: teammanager • Nu: mede-oprichter en CEO van Lightyear

'M

ijn tijd binnen het team heeft mij geleerd hoe het is om met een club gelijkgezinden een ambitieus doel neer te zetten en er alles aan te doen om dat doel te bereiken. Ik heb ook gezien hoe je de beste beslissingen maakt, en dat daarvoor iedereen honderd procent committed moet zijn. Daarnaast leerde ik hoe je rationeel blijft onder druk en ervoor zorgt dat je niet ‘trouwt’ met bepaalde ideeën, maar samen uiteindelijk tot het juiste idee komt. Iedereen moet dan dus zo veel mogelijk blanco een meeting in stappen, zonder te weten wat eruit gaat komen. Dan kom je tot de beste oplossingen. Ik merkte wat het betekent om écht iets te realiseren in plaats van alleen te dromen.

Ik heb veel geleerd over wie ik zelf ben en dat ik andere mensen nodig heb om wat bijzonders te doen. Zonder Solar Team Eindhoven had mijn leven er heel anders uitgezien. Ik werk nog dagelijks met bijna twintig mensen van de eerste drie Solar Teams, en ik vind het altijd nog heerlijk om met ze te praten over onze tijd in Australië. Het creëert een band voor het leven. Het durven dromen en ondernemen is bij mij nooit meer weggegaan. Een ambitieus doel stellen en daarvoor gaan, dat doen we bij Lightyear ook. Zolang de aarde er maar beter van wordt. Ik hoop dat we met Lightyear een zo groot mogelijke impact kunnen maken. Zie ook pagina 28-29.

Lex Hoefsloot

Arjo van der Ham


NR.24 NAJAAR 2019 / MAGAZINE VAN DE

Arjo van der Ham (28) • Studeerde Electrical Engineering • Rol binnen Solar Team: Chief Powertrain • Nu: CTO van Lightyear

'I

k was net begonnen met afstuderen toen zich de kans voortdeed om bij het eerste Solar Team aan te sluiten. Het team begon zich net te vormen en had zich nog niet gepresenteerd aan de buitenwereld. Ik wist meteen dat dit een kans was die ik niet moest laten liggen. Vanuit de Formule1 heb ik altijd interesse gehad in aerodynamica en dit was de uitgelezen kans om eens aan de aerodynamica van een voertuig te werken in plaats van de gebouwde omgeving, het richtgebied vanuit mijn studie. Nu, ruim zes jaar en drie teams verder, kijk ik nog steeds vol enthousiasme terug op mijn tijd bij Solar Team Eindhoven. Als het eenmaal je aandacht en hart heeft veroverd, zal dat ook altijd zo blijven. Wat me altijd bij zal blijven, is het doorzettings­ vermogen waarmee we zoveel voor elkaar gekregen hebben. Pessimisten werden langzaam optimisten en we kregen steeds meer support. Het team voelde als een grote familie en samen kregen we alles voor elkaar. Het was erg mooi om te zien hoe ieder lid, iedere discipline een eigen bijdrage leverde.

'A

ls een huidige TU/e-student mij zou vragen of hij wel in een studententeam moet gaan, zeg ik: doen! Wat je daar leert, is zoveel meer waard dan sneller afstuderen. Vooral omdat je in zo’n team de kans krijgt een product van A tot Z te doorlopen, van idee tot bouwen en gebruiken. Als je bij een bedrijf gaat werken - zeker een groter bedrijf - krijg je vaak maar een klein stukje van de product life cycle mee. Ik hield me binnen het Solar Team vooral bezig met het elektrische systeem van de auto, en heb het zonnepaneel ontwikkeld. In Australië heb ik me gericht op de strategie: modellen maken om uit te rekenen hoe hard je moet rijden om de batterij precies leeg te krijgen. Ik leerde in mijn tijd bij het team veel praktische zaken, over zonnecellen, werken met high voltage systemen, veel over batterijen. Daarnaast hebben we allemaal veel geleerd over samenwerken en grenzen opzoeken. Het mooiste was de tijd in Australië. Het rustige leven dat je dan hebt voor een paar maanden heeft mij echt goed gedaan: elke dag op een vaste tijd opstaan, sporten, eten, aan het werk. Dat we de race wonnen terwijl we voor het eerst meededen, was geweldig. We zijn door blijven gaan, ondanks dat mensen om ons heen zeiden dat het onmogelijk was. Ik zie nog dagelijks mensen van het toenmalige team. Er werken er een aantal bij Lightyear. Sommige teamleden zijn vrienden voor het leven geworden, velen collega’s, en bijna iedereen zie ik nog wel eens per jaar. Lid zijn van het Solar Team heeft mijn leven bepaald. Zonder het team waren we nooit Lightyear gestart.’

Werken aan de aerodynamica van een Formule1-wagen is er helaas nooit van gekomen. Wel ben ik nog steeds bezig met het duurzamer maken van de wereld. Als energieadviseur houd ik me bezig met energiebesparings- en verduurzamingstrajecten in samenwerking met allerlei typen bedrijven. Mijn ervaring bij STE13 heeft me vooral opgeleverd dat ik in multidisciplinaire groepen kan werken, bruggen weet te bouwen tussen verschillende teams met verschillende belangen en dat ik in staat ben het grotere plaatje op langere termijn te zien. Wensen voor de toekomst? Een Lightyear zou mooi zijn, haha. En we willen in ons toekomstige huis nog meer doen om onze CO2-footprint te verkleinen.’

Karin Conen (30) • Studeerde Building Physics and Services aan de TU/e • Rol binnen Solar Team: Aerodynamics Engineer, PR • Nu: energieadviseur bij Van Beek Ingenieurs (o.a. voor Schiphol en Rijksvastgoedbedrijf)


28 29

ALUMNI /

LIGHTYEAR

borduurt voort op succes Solar Team


NR.24 NAJAAR 2019 / MAGAZINE VAN DE

Solar Team Eindhoven heeft inmiddels geleid tot een succesvolle spin-off: het Helmondse bedrijf Lightyear. Opgericht door alumni van de TU/e en leden van het eerste Solar Team uit 2013. Lightyear bouwt een elektrische auto met geïntegreerde zonnepanelen: de Lightyear One.

H

et bedrijf telt zo’n 150 medewerkers, onder wie veel oudSTE-leden en voormalig medewerkers van Tesla en Ferrari. Deze zomer presenteerde Lightyear de eerste lange afstandzonnewagen. De eerste auto’s zijn al gereserveerd en zullen naar verwachting in 2021 de weg op gaan. ‘Een nieuw tijdperk van rijden en een enorme stap in de richting van een schone mobiliteit voor iedereen’, zo omschrijft CEO Lex Hoefsloot, teammanager van het eerste Solar Team Eindhoven, de Lightyear One. Het codewoord bij Lightyear is efficiëntie. ‘Daarmee konden we al onze uitdagingen volbrengen’, zegt Hoefsloot. ‘Ons hele team is gespecialiseerd in het optimaliseren van prestaties van een auto. Dat heeft ervoor gezorgd dat we een sterke focus hadden op het optimaliseren van de efficiëntie en veiligheid. Het ontwerp van Lightyear One begon met een leeg tekenvel. We hebben ons dus niet laten leiden door conventies in auto-ontwerp, maar alleen door de natuurwetten.’

In a single hour, the amount of power from the sun that strikes the earth is more than the entire world consumes in a year De Lightyear One kan straks 725 kilometer rijden met een relatief kleine batterij. Daarnaast laadt de batterij zichzelf op met behulp van zonne-energie, waarmee je tot wel 20.000 kilometer per jaar kunt laden. Ook kun je gebruikmaken van gewone stopcontacten; met een gewone 230V-stekker kun je tot 400 kilometer per nacht laden.

Prijskaartje

Als je een Lightyear One wil bestellen, zijn er naar verluidt al meer dan honderd gegadigden je voor. De overgebleven modellen van de eerste serie van 500 kunnen via de website van Lightyear worden gereserveerd voor €119.000. Levering wordt in 2021 verwacht. Bij LeasePlan kan de auto ook worden geleased voor €1.879 per maand.

lightyear.one


30 31

5X1 /

BATTERIJEN DOORGELICHT Vrijwel alle oplaadbare batterijen in smartphones, laptops, gehoorapparaten en pacemakers, maar ook e-bikes en elektrische auto’s zijn tegenwoordig op basis van lithiumiontechnologie. Een speciaal batterij­ managementsysteem zorgt er onder meer voor dat de batterij niet oververhit raakt, en maakt een schatting van hoe vol deze nog is. De temperatuursensor die hiervoor belangrijk is, zit echter noodgedwongen aan de buitenkant van de batterij, terwijl de temperatuur binnenin de batterij relevanter is. Henrik Beelen (Electrical Engineering) ontwikkelde daarom een methode om de temperatuur binnenin zulke batterijen te meten op basis van weerstandsmetingen, geijkt met behulp van een speciale klimaatkamer.

TEKST TOM JELTES FOTO’S BART VAN OVERBEEKE

LOOP VAN RIVIEREN VASTGELEGD De loop van rivieren is nogal veranderlijk, en dat brengt risico’s mee voor bewoners van riviereilanden en delta’s. Willem Sonke (Wiskunde & Informatica) maakte software waarmee experts de ligging van rivieren nauwkeuriger in kaart kunnen brengen, en het risico op overstromingen en de gevolgen van bijvoorbeeld baggerwerkzaamheden beter kunnen worden voorspeld. De software van Sonke tekent de rivieren automatisch in een digitale hoogtekaart, iets wat met name voor zogeheten vlechtende rivieren (met veel riviereilanden) en estuaria (zoals de Westerschelde) niet eerder mogelijk was.

5X1 minuut

Slash spitte door de stapel meest recente proef­schriften en lichtte er vijf voor je uit. Dat is in vijf minuten informatie opnemen waar je anders uren aan had ­moeten besteden.


NR.24 NAJAAR 2019 / MAGAZINE VAN DE

ONDERHOUDSBEURT VOOR FUSIEREACTOR In een kernfusie­ reactor heersen helse omstandig­ heden; de uitlaat van zo’n reactor moet dus tegen een stootje kunnen en is daarom gemaakt van het hitte­ bestendige metaal wolfraam. Promovenda Awital Mannheim (Werktuigbouwkunde) onderzocht hoe een bombardement van neutronen de wandbekleding van de uitlaat aantast, en bedacht een oplossing om die wand tussentijds te ‘repareren’. Volgens Mannheim kan de levensduur van de uitlaat worden verlengd door deze regelmatig extra te verhitten zodat rekristallisatie optreedt. Hierdoor verdwijnen de defecten in het kristalrooster die worden toegebracht door neutronen die vrijkomen bij het fusieproces, en die ervoor zorgen dat de wand te bros wordt.

DIESELSPRAYS GEOPTIMALISEERD Voor stadsvervoer - kleine voertuigen en korte afstanden is elektrisch rijden zonder twijfel een duurzame optie. Maar voor het lange afstands­ transport zijn vrachtwagens voorlopig nog aangewezen op diesel. Per kilo levert die brandstof namelijk veertig keer zoveel energie. Werktuigbouwkundige Noud Maes bracht tijdens zijn promotieonderzoek gedetailleerd de verbrandingsspray in kaart die onder hoge druk de cilinder wordt ingespoten, iets wat voor zwaardere vrachtwagenmotoren nog niet was gedaan. Met de data uit deze unieke experimenten zijn inmiddels verschillende computer­ simulaties gevalideerd, zodat op basis hiervan de motoren van de toekomst kunnen worden ontworpen.

IMMUUNCELLEN EN IMPLANTATEN Een nieuw bloedvat of een nieuwe hartklep? In de zoektocht naar het ultieme implantaat zijn de ogen al een tijd gericht op biologisch afbreekbare dragers waarop lichaamseigen weefsel kan gaan groeien. Promovenda Tamar Wissing (Biomedische Technologie) zag dat de rol van zogeheten macrofagen - de ‘afvaleter’ onder de witte bloedcellen - allesbepalend is voor het succes van dergelijke implantaten. Deze bloedcellen vernietigen namelijk niet alleen lichaamsvreemde cellen; ze kunnen ook eiwitten maken die andere cellen aan het werk zetten om nieuw weefsel te vormen. Om dit proces in detail te bestuderen en het celgedrag in de toekomst te kunnen sturen, bouwde ze een bloedvat-in-het-klein.


32 33

INTERVIEW /

Nieuwe CvB-voorzitter Robert-Jan Smits:

TEKST HAN KONINGS FOTO’S BART VAN OVERBEEKE

‘We moeten alles op alles zetten qua recruitment’ Collegevoorzitter Robert-Jan Smits geniet nog elke dag van zijn nieuwe functie aan de TU/e, waar hij in mei van dit jaar mee begon. Een universiteit die de afgelopen tien jaar sterk is gegroeid en waar in die periode al ontzettend veel is bereikt, maar waar de komende jaren nog veel uitdagingen op hem wachten. Hij heeft zin daar snel mee aan de slag te gaan, samen met de rest van het College van Bestuur. Een van de hoofdmissies: nationaal en internationaal talent aantrekken. ‘Als we een topwetenschapper op het oog hebben, moeten we die ook binnen drie maanden op die plek hebben zitten.’


NR.24 NAJAAR 2019 / MAGAZINE VAN DE


34 35

INTERVIEW /

Het deed hem bij zijn aantreden in mei goed om te zien dat de Europese subsidieprogramma’s, zoals de grants van de European Research Council en de Marie Sklodowska Curie fellowships, aan de TU/e hogelijk worden gewaardeerd door de wetenschappelijke staf. Smits neemt als oprichter en uitvoerder van het Europese onderzoeksprogramma Horizon 2020 een lange Brusselse geschiedenis mee naar Eindhoven.

‘De student van vandaag zit er niet op te wachten om hele dagen door te brengen in de collegebanken’

‘Het is mooi om aan de ontvangende kant te zien hoezeer die subsidies worden gewaardeerd en dat men ze beschouwt als prestigieuze onderscheidingen voor excellent onderzoek. Daarnaast zie ik dat allerlei beleidsmaatregelen waar we op Europees niveau mee van start zijn gegaan, zoals het delen van kennis via open access en het aanpassen van het belonings- en waarderings­ systeem voor wetenschappers, hier weerklank hebben gevonden. Het zijn onderwerpen die ook door universiteitskoepel VSNU zijn opgepakt, en waaraan ook onze rector Frank Baaijens een wezenlijke bijdrage levert.’

‘Er vindt internationaal een waar gevecht plaats tussen de wetenschappelijke instellingen onderling en met het bedrijfsleven’ Wat hij in Brussel in al die jaren gemist heeft en weer in Eindhoven heeft teruggevonden, is de humor en relativering. ‘We lachen hier veel met elkaar, de lijntjes zijn kort en je loopt gemakkelijk bij elkaar naar binnen. Dat was in Brussel wel anders. Toch wat formeler en afstandelijker. Dat zal ongetwijfeld samen­ hangen met al die verschillende culturen die daar samenkomen.’ De vergadercultuur aan de TU/e heeft hem verbaasd. ‘Dat is iets waar ik de komende tijd wel naar zal kijken.’ Smits beschouwt het als een hoofdtaak om serieus werk te maken van het rekruteren van toptalent. ‘Op dat laatste vlak vindt er

internationaal een waar gevecht plaats tussen de wetenschappelijke instellingen onderling en met het bedrijfsleven. Ik wil dat als we een topwetenschapper op het oog hebben voor een bepaalde positie, we die ook binnen drie maanden op die plek hebben zitten. Om dat te bereiken, moeten we alles op alles zetten. Vooral ook als je nieuwe instituten wil opzetten, zoals ons Eindhoven Artificial Intelligence

Systems Institute (EAISI), dat we begin juli lanceerden. Nu we daar de middelen voor vrijgemaakt hebben, moeten we er ook snel de juiste mensen voor vinden. Dat soort processen gaan we versnellen en efficiënter inrichten. Binnen de instelling zelf moet ons eigen toptalent met behulp van coachingprogramma’s sneller kunnen doorgroeien naar hogere functies.’


NR.24 NAJAAR 2019 / MAGAZINE VAN DE

Kijkend naar de organisatie waar hij nu bijna een half jaar leiding aan geeft, meldt hij dat er snel een flinke professionaliseringsslag gaat plaatsvinden. ‘Dat is echt noodzakelijk, want het maakt nogal uit of je een instelling runt met zevenduizend studenten, wat we zo’n tien jaar geleden deden, of met vijftienduizend, waar we naartoe aan het groeien zijn. Die groei vraagt om een compleet andere aanpak en benadering.’ Co-aanstellingen met bedrijfsleven De sfeer aan de universiteit en binnen het bestuurlijk overleg betitelt hij als ‘enorm goed en zeer collegiaal. Aan andere instellingen zie je dat weleens anders en dat kost alleen maar energie. Ook de samenwerking van de universiteit met het bedrijfsleven in deze regio is nergens anders beter. Met dat bedrijfsleven zouden we bijvoorbeeld nog meer coaanstellingen moeten opzetten, waardoor het voor talentvolle mensen aantrekkelijker wordt deze kant op te komen. Want de salarissen die de TU/e kan betalen, zijn daar niet altijd toereikend voor. Ook willen we het vroegere Impulsprogramma, waarbinnen in samenwerking met bedrijven promotietrajecten werden geïnitieerd, weer nieuw leven inblazen. Ik heb daar hoge verwachtingen van.’ Op onderwijsgebied ziet Smits dat ook daar veranderingen nodig zijn. ‘We groeien toe naar een nieuwe vorm van onderwijs: challenge-based learning, waarbij je studenten ook dingen leert als oplossings­ gericht werken, samenwerken in teams en goed kunnen communiceren. Precies die vaardigheden waar ook het bedrijfsleven grote behoefte aan heeft.’ Deze vorm van onderwijs sluit volgens hem goed aan bij de belevingswereld van de student van vandaag. ‘Die zitten er niet op te wachten om hele dagen door te brengen in de collegebanken. Ze zijn sneller afgeleid en zoeken opwinding en uitdaging. Wel moeten we opletten dat we ze ook een goede basis aan fundamentele kennis meegeven. We willen de zogeheten T-shaped ingenieur afleveren, iemand die breed is opgeleid en op een bepaald gebied de diepte in gaat.

Die vorm van onderwijs zou ook weer een aantrekkingskracht kunnen zijn voor toptalent.’ Nieuwe instituten Plannen voor het starten van nieuwe instituten liggen al op de plank. Naast die voor artificial intelligence komt er ook een op het gebied van duurzame energiesystemen (RISES, red.), maar Smits wil dat wel op een afgewogen manier doen. ‘Dus niet met alles tegelijk willen beginnen; volgend jaar kijken we pas weer naar een nieuw instituut. En als je met iets nieuws begint, moet er ook iets weg. Daar gaan we intern ook de discussie over voeren. Want het moet overzichtelijker.’ Smits is ook van mening dat de TU/e zich nog meer op het internationale vlak moet profileren. ‘Mijn voorgangers hebben het uitstekend gedaan als het gaat om onze profilering in de regio en in Nederland, maar we moeten nu nog bekender worden in het buitenland. We moeten, zeg maar, internationale standing krijgen. Daarbij moeten we datgene waar we wereldwijd koploper in zijn, nog nadrukkelijker onder de aandacht brengen: onze goede samenwerking met het bedrijfs­ leven op onderzoeksgebied. Dat moeten we nog verder versterken en beter uitdragen. Ook dat moet ons ticket worden om talent­ volle mensen naar Eindhoven te trekken.’ Centrale rol Dat de TU/e de afgelopen jaren een steeds belangrijkere centrale rol in de regio heeft gekregen, viel hem direct op. ‘Er wordt nadrukkelijk naar onze universiteit gekeken als het gaat om oplossingen voor allerlei vraagstukken, zoals op het gebied van slim bouwen, energie, mobiliteit en zelfs het verhogen van de vitaliteit van mensen.’ Moet de universiteit zich met alles bezig­ houden waar de maatschappij oplossingen voor vraagt? Smits: ‘Ik ben een sterk voorstander van een bottom-up benadering. Als een wetenschapper met een goed project aan de slag wil gaan, moeten we die zeker niet afstoppen. Als zo’n project potentie heeft en het kan worden opgeschaald, kun je ook kijken of we die wetenschapper bijvoorbeeld

kunnen koppelen aan wetenschappers van onze partnerinstellingen in Utrecht of Wageningen. Top-down is het onze taak als CvB om op strategische lijnen focus aan te brengen.’ Als nieuwkomer in de Nederlandse academische wereld kreeg Smits ook meteen te maken met het getouwtrek om financiële middelen van het ministerie van OCW. Minister Ingrid van Engelshoven leek aanvankelijk het advies van haar commissie, onder leiding van oud-staatssecretaris Martin van Rijn, integraal op te volgen en meer geld uit te trekken voor techniek en bèta. Daarmee moesten vooral de technische universiteiten geholpen worden, die de afgelopen jaren een sterke studentengroei hebben doorgemaakt en daardoor soms gedwongen waren om studentenstops in te voeren voor bepaalde opleidingen. De extra middelen waarop ook bij de TU/e op gerekend werd, zullen er echter niet in die omvang komen.

‘Kennis onze enige grondstof. Dáár moeten we in investeren’ De beslissing van de minister om de TU’s extra geld te geven, heeft namelijk geleid tot veel kritiek vanuit de brede, algemene universi­teiten. Smits: ‘Mijn standpunt hierin is duidelijk. De maatschappij heeft een grote behoefte aan ingenieurs en technici. Dat staat ook met zoveel woorden in het regeerakkoord en in het advies van de Commissie-Van Rijn. Tegelijkertijd hadden de besturen van de TU’s natuurlijk liever gezien dat het totale budget voor de universiteiten was verhoogd. Het is jammer dat Nederland niet meer investeert in onderwijs en onderzoek. Na het sluiten van de gaskraan, is kennis onze enige grondstof. Dáár moeten we in investeren.’


36 37

ALUMNI /

Mogelijk gemaakt door alumni - DANK! Velen van u werken aan het oplossen van technologische en maatschappelijke uitdagingen. Dat u als geen ander begrijpt hoe belangrijk techniek is voor het oplossen van maatschappelijke problemen blijkt uit uw overweldigende reactie op onze oproep om samen het verschil te maken. Met uw genereuze donaties is inmiddels een aantal projecten gestart, hartelijk dank daarvoor! Hieronder volgen een paar voorbeelden.

Longziektes sneller opsporen Dankzij donaties van alumni wordt het spel CrowdDetective ontwikkeld waarbij spelers longbeelden kunnen annoteren. Spelers doorzoeken longscans op knobbeltjes - kleine massa’s die in gezonde longen kunnen voorkomen, maar ook een gevolg van kanker kunnen zijn. Momenteel wordt er veel onderzoek gedaan naar het detecteren van deze knobbeltjes met machine learning-algoritmen, maar deze algoritmen hebben veel voorbeeldgegevens nodig om goed te werken. Door het spel te spelen, hebben mensen niet alleen plezier, maar leveren ze ook een bijdrage aan dit belangrijke onderzoek naar medische beeld­ vorming. De ontwikkeling van het spel is een samenwerking tussen onderzoekers

en studenten van TU/e-faculteiten Biomedische Technologie en Industrial Design. Het spel zal uiteindelijk uitgebracht worden in de Apple- en Android Store.

Plastic vervuiling meten Onze wateren zijn vervuild. Kunststoffen en microplastics, zogenaamde nurdles, komen onze ecosystemen binnen met verwoestende gevolgen voor het milieu. Om iets tegen plastic vervuiling te doen, zijn gegevens nodig, maar exacte gegevens zijn niet beschikbaar. Tot op heden bestaat er geen meetinstrument, omdat het een enorme uitdaging is om de kleine plastic naalden van de organische materialen in het water (hout, planten, enz.) te scheiden. Dankzij uw donaties heeft het Universiteitsfonds Eindhoven een groep studenten, team Nurdle Soup, in staat gesteld om een prototype te ontwerpen waarmee nieuwe plastic pallets in het water gemeten kunnen worden. Hiermee kunnen testen in Nederlandse wateren worden uitgevoerd en kan de omvang van de plasticvervuiling in onze wateren worden gemeten.


NR.24 NAJAAR 2019 / MAGAZINE VAN DE

Work in progress - Nieuw alumniportaal in ontwikkeling Begin 2020 vervangt een nieuw alumniportaal het huidige Alumninet. Dit nieuwe portaal is veel gebruiksvriendelijker, heeft een aansprekendere look & feel en heeft handige functionaliteiten waarmee alumni met elkaar in contact kunnen blijven, zodat er een levendige alumni-community ontstaat. Tevens is het mogelijk om via dit portaal op de hoogte te blijven van wat er speelt aan de universiteit en bij je alumnivereniging dankzij de koppeling met de socialmedia-kanalen van de TU/e.

Ook is het binnen het nieuwe portaal mogelijk om je als coach te verbinden, zodat je je expertise kunt delen met de nieuwe generatie van de toekomst, onze studenten. De verwachting is dat het nieuwe alumniportaal begin 2020 live gaat. Check in Alumninet (www.alumninet.tue.nl) of je gegevens nog actueel zijn, zodat we je op de hoogte kunnen houden.

Leren van je fouten:

Terugblik workshop De Foutenfabriek Bijna vijftig alumni deden eind juni mee aan de door het Young Alumni Network georganiseerde workshop Het Grote Geheim Van Positief met Fouten Omgaan. In deze interactieve workshop, die werd gegeven door Frank Deuring van De Foutenfabriek, leerden de deelnemers om positief naar fouten te kijken. Deuring triggerde jonge alumni om na te denken over recente fouten die ze hebben gemaakt en gaf tips en trucs om herhaling te voorkomen en te leren om hier effectief mee om te gaan. Nuttige boodschap die hij de deelnemers mee naar huis gaf: Deel altijd je fouten met anderen en adviseer hen hoe je deze fout in de toekomst kunt voorkomen.

Denk en doe mee met Yan Het Young Alumni Network organiseert meer inspirerende evenementen speciaal voor jonge alumni onder de 35 jaar. Ga naar www.tue.nl/yan en zie welke events er dit najaar/winter op de planning staan. Volg ook onze posts op LinkedIn TU/e Alumni en Facebook TU/e Alumni. Welk onderwerp of spreker heeft jou altijd al geboeid? Heb je leuke suggesties voor activiteiten of excursies die interessant zijn voor jonge alumni, deel ze met het bestuur via yan@tue.nl. Het YAN is ook op zoek naar nieuwe bestuursleden, dus wil je ons helpen dit soort evenementen te organiseren, laat het ons weten! Ken je oud-studenten die nog niet bekend zijn met het YAN? Do spread the word!


38 39

PLANNER/VERKENNER

TEKST JUDITH VAN GAAL FOTO BART VAN OVERBEEKE

Beiden rondden aan de TU/e een studie af. De planner koos het pad dat het meest in lijn is met zijn opleiding, terwijl de verkenner zich buiten de grenzen hiervan waagde.

Liefde voor wis- en natuurkunde

‘Vooral uit liefde voor wis- en natuurkunde koos ik voor de bachelor Electrical Engineering. Bovendien gaf die opleiding toen snelle en goede baankansen.’

Eerste afgestudeerde

Je kunt soms het best op een decentrale manier energie opwekken - uit zon en wind of biomassa- en lokaal gebruiken. Dan hoef je geen dure en lange transporthoogspanningslijnen te bouwen.’

Spanningskwaliteit

‘In 1999 kwam ik naar Nederland, toen mijn man een baan bij Philips kreeg. Ik heb toen eerst als software-ontwerper gewerkt en later als Power System Analyst. Ik zag in lange­termijn­visies van projecten bij ministeries dat duurzaamheid een veelbelovend werkveld was, daarom besloot ik Sustain­able Energy Technology te studeren. Ik was officieel de eerste afgestudeerde van die opleiding. Ik heb tijdens die studie niet alleen geleerd hoe je technologieën in de praktijk kunt gebruiken, maar ook om goed met anderen samen te werken.’

‘Mijn afstudeeronderwerp ging over spannings­kwaliteit en met dat onderwerp ben ik in mijn werk verder gegaan. Met de komst van meer en andere elektrische apparaten is er meer vervuiling in het net gekomen en gedraagt de apparatuur zich anders en soms zelfs heel gevoelig. We moeten goed kijken naar hoe ons net verandert en welke invloed apparaten als warmtepompen, autoladers en zonnepanelen hebben. Bij Enexis ben ik verantwoordelijk voor de spanningskwaliteit in de elektrische netwerken van het bedrijf. Daarbij werk ik ook veel samen met andere afdelingen, externe netbeheerders en bedrijven.’

Toepasbaar in de maatschappij

Meer vrouwen in de techniek

‘Ik vind het belangrijk dat de maatschappij kan profiteren van onderzoek op het gebied van duurzaamheid. Denk aan hoe je een huis goed kunt ontwerpen om energieverlies te beperken, of mensen ervan bewust maken dat ze ook prima op lagere temperaturen kunnen wassen om veel energie te besparen.

PLANNER SHARMISTHA BHATTACHARYYA Leeftijd 47 Functies • 2016-nu: Senior Consultant Electrical Networks bij Enexis • 2011-2015: Asset specialist en Power Quality Expert bij Endinet/Enexis • 2006-2011: PhD aan de TU/e (Power Quality, Electrical Engineering) • 2001-2005: Power System Analyst bij KEMA • 1999-2001: Software-ontwerper bij SMIT transformatoren • 1994-1999: E-consultant in India Studies • 2004-2006: Master Sustainable Energy Technology, TU/e • 1990-1994: Bachelor Electrical Enigeering, Jadavpur University

‘Ik zou graag zien dat meer vrouwen elektrotechniek studeren, en überhaupt een technische studie volgen. Ik merk dat vrouwelijke studenten me als rolmodel zien en het leuk vinden om me vragen te stellen.’


TEKST JUDITH VAN GAAL FOTO BART VAN OVERBEEKE

Dierenwelzijn

‘Voor onderzoeksexperimenten moest ik wel eens met proefdieren werken. Niet heel vaak en het hoorde bij het werk, maar het is natuurlijk verre van sympathiek. Ik wilde me liever inzetten voor dierenwelzijn en daar mijn kennis en kunde voor gebruiken. Daarom ben ik nog diergeneeskunde gaan studeren en later heb ik me in knaagdieren en konijnen gespecialiseerd. Met name cavia’s zijn superintelligente en sociale wezens. Ik heb thuis bijna tweehonderd knaagdieren, in een ruimte van zo’n driehonderd vierkante meter. Het kost veel tijd om voor ze te zorgen, maar ik doe het graag.’

Knaagdieren

‘Ik ben een van de weinige dierenartsen met deze specialisatie. Ik heb meer werk dan ik aankan, mensen geven steeds meer om hun dieren en willen ook voor hun cavia of konijn goede zorg. Dierenartsen hebben niet altijd de specialistische kennis in huis. Je moet weten wat je doet en wat je niet mag doen. Knaagdieren zijn heel kwetsbaar, ze kunnen niet goed tegen bepaalde ingrepen of medicatie. Ik ben denk ik de enige in Nederland die het oog van een cavia goed kan herstellen, daarvoor moet je een goede microchirurg zijn. Ik geef onderwijs aan dierenartsen, het netwerk met die kennis groeit.’

VERKENNER EVA STOFFELS Leeftijd 51

Functies • 2014-nu: Eigenaar Dierenartspraktijk Marumoto, specialisatie knaagdieren • 2000-2009: Assistant professor aan de TU/e (Biomedical Engineering) Studies • 2011-2014: Diergeneeskunde, Ghent University • 2009-2011: Diergeneeskunde, Universiteit Antwerpen • 1991-1994: PhD Natuurkunde, TU/e • 1990-1991: Natuurkunde, TU/e

NR.24 NAJAAR 2019 / MAGAZINE VAN DE

Natuurkunde

‘Ik ben natuurkunde aan de TU/e gaan studeren, al stond dat eerlijk gezegd niet bovenaan mijn lijst. Ik was liever scheikunde gaan studeren in Israël of de V.S., maar mijn man wilde graag in Nederland blijven. Ik heb heel hard gestudeerd aan de TU/e, voor uitgaan had ik toen geen tijd.’

Onderzoeker

‘Ik zag geen mogelijkheden tot verdere ontwikkeling in mijn onderzoekswerk aan de TU/e. De uitdagingen waren weg. Ik haal nu meer voldoening uit mijn werk. Of ik mijn baan als onderzoeker mis? Ja en nee. Ik blijf onderzoekend en innovatief bezig, ook in mijn huidige werk. Ik vind het interessant om na te denken over de ‘speciale gevallen’, in literatuur­onderzoeken te duiken en contact te leggen met ziekenhuizen en pathologen. Ik ga nu ook nog naar conferenties, maar dan over cavia’s. Als ik iets wil onder­ zoeken, moet ik het nu wel zelf financieren. Maar het maakt wel dat ik bewuster kies waaraan ik mijn geld uitgeef.’


Facing a challenging technological design issue? PDEng trainees offer your organization an innovative solution > > > > > >

4TU. School for Technological Design STAN ACKERMANS INSTITUTE

On-site execution of a design project Within industry or healthcare institutions Selection of the best MSc students Knowledge of the latest design methods Scientific support from university experts www.4tu.nl/sai


41

VAN START /

In ‘Van Start’ vertellen TU/e-starters over hun eigen bedrijf.

NR.24 NAJAAR 2019 / MAGAZINE VAN DE

TEKST JUDITH VAN GAAL FOTO BART VAN OVERBEEKE

Waarom zijn jullie met CodeSkillz gestart?

?

Wat gaan

middelbare scholieren dankzij jullie leren?

?

Wat

was lastig?

?

Wat

hebben jullie tot nu toe gedaan?

?

Hoe nu

verder?

?

‘We willen de digitale wereld toegankelijker maken en scholieren laten ervaren dat dat onderwerp interessant en superleuk kan zijn. Bij ons kwam die digitale geletterdheid op de middelbare school nauwelijks aan bod. Wij zijn zelf autodidacten op het gebied van programmeren, maar dat geldt lang niet voor iedereen. Aan de universiteit wordt verwacht dat je bepaalde kennis en vaardigheden al hebt. We willen de volgende generatie op de toekomst voorbereiden.’

‘We onderscheiden ons doordat we een complete lesmethode hebben ontwikkeld die docenten ondersteunt. We hebben drie pijlers: digitale basisvaardigheden, mediawijsheid en computational thinking. Bij mediawijsheid kun je denken aan ‘hoe houd je je data veilig’ en ‘hoe herken je nepnieuws’. Bij basisvaardigheden leren scholieren onder meer hoe je een nette e-mail kunt schrijven en hoe je documenten en presentaties kunt maken. Bij computational thinking draait het om logisch nadenken en problemen oplossen en brengen we ze basiskennis van het programmeren bij.’

‘Om een geschikte investeerder te vinden. We hebben gemerkt dat bedrijven in de regio vooral hightechvindingen financieren. Het was heel fijn dat we eerder een gunstige lening kregen van Simac Techniek om een begin te maken. En Erwin van den Bosch, Henk Cloudt en Hen Snackers hebben onlangs een ton in ons bedrijf geïnvesteerd, daarmee kunnen we verder. Het zijn drie oude rotten in het vak en ze zijn kritisch op onze plannen, we kunnen veel van hen leren.’

‘We zijn sinds december 2018 een bedrijf en hebben van januari tot april docenten en scholieren bevraagd. Daarna hebben we de eerste twee hoofdstukken van onze online methode gemaakt en op vijf scholen in de regio getest. We hebben veel enthousiaste reacties gekregen.’

‘We willen in januari de markt op met een afgeronde methode voor één lesjaar. We willen onze methode sowieso landelijk uitrollen en misschien zelfs binnen Europa. De overheid wil digitale geletterdheid verplicht in het onderwijscurriculum laten opnemen en dat voorstel komt eind dit jaar in de Kamer aan bod. Daarmee zou ons bedrijf zomaar eens een flinke boost kunnen krijgen.’

CODESKILLZ Ontwikkelt een lesmethode in digitale geletterdheid voor het voortgezet onderwijs

Glenn Bergmans (27) Joris van Rijn (23) Laura Nijenhuis (23) Lars Middel (25) www. codeskillz.nl

V.l.n.r. Jo ris van R ijn, Lars M iddel, Gle nn

Bergman s, Laura N ijenhuis.


42 43

DE VONK /


TEKST JOEP HUISKAMP FOTO’S BART VAN OVERBEEKE

o.j.luiten@tue.nl

NR.24 NAJAAR 2019 / MAGAZINE VAN DE

Gegrepen door het spel met licht, elektronen en materie Het Cyclotrongebouw op de TU/e-campus wordt verbouwd. Na wat getouwtrek is besloten om de oude loopbrug naar het gebouw N-laag niet in ere te herstellen. Dat doorknippen van de navelstreng betekent niet dat de fysici in Cyclotron in splendid isolation hun werk doen. Integendeel: vanuit de in de jaren zestig door Philips Natlab gedoneerde onderzoeksfaciliteit lopen vele netwerklijnen naar de buitenwereld, zowel op de TU/e-campus als ver daarbuiten. Een van de spinnen in dat web is fysicus Jom Luiten (58), gefascineerd door onderzoek en gedreven door het bouwen van apparaten.

D

e belangstelling voor de exacte vakken en techniek kreeg de in Eindhoven geboren hoogleraar coherent charged particle beams mee van zijn groot­ vader aan moederskant, dr. Xavier Wolters. ‘Hij is heel bepalend geweest voor wat ik nu doe. Hij was leraar Latijn en Grieks, maar maakte ook replica’s van Friese staartklokken en bouwde telescopen.’ Luitens vader had een architectenbureau en was docent bij de faculteit Bouwkunde. ‘Ik was als jongetje gefascineerd door het Apolloproject en bouwde raketmodellen. Op school hield ik van Latijn, wiskunde en natuurkunde. Natuurkunde studeren leek mijn bestemming, maar ik vond dat aanvankelijk zo nerderig. Architectuur trok me ook. Ik herinner me Shelter, een boek uit mijn vaders collectie over hippe bouw-

vormen. In 1979 stond ik precies één week ingeschreven als student Bouwkunde aan de TU/e. Maar na een gezellige introweek besloot ik naar natuurkunde over te stappen, ook al vond ik mijn vriendenkring vooral onder bouwkundigen. De natuurkunde­ colleges volgde ik met veel plezier en de wiskunde vond ik fantastisch. Vergeleken met toen is er in het onderwijs veel veranderd. De flexibiliteit van het Bachelor College waardeer ik, maar het is jammer dat er zo veel wiskunde is verdwenen.’ Theoretische fysica ‘Mijn laatste interne stage deed ik bij de recent overleden theoretisch fysicus Boudewijn Verhaar. Ik raakte gegrepen door de theoretische fysica en studeerde later ook bij hem af. Hij deed aan kwantummechanische beschrijving van botsingen

tussen atomen. In de kernfysica werden in die tijd unieke technieken ontwikkeld en Verhaar maakte daar op een briljante manier gebruik van. Hij is door zijn vakbroeders op waarde geschat, maar verdient ook daarbuiten meer erkenning.’ ‘Het werk van TU/e-hoogleraren Hagedoorn, De Voigt en Van der Wiel aan de TU/e draaide destijds al om deeltjes, bronnen en straling en de groep van Beijerinck werkte aan atoomfysica. Die groepen zijn samengevoegd tot de groep waar ik nu leiding aan geef. In ons onderzoek komen drie aspecten samen: de ultrakoude atomen, de elektronen­ versnellers en de ionenbundeltechnieken. Het spel met licht, elektronen en materie vind ik fascinerend. Samen vormt dat een heel nieuw gebied, waarin CERN in Genève ook geïnteresseerd is.’


44 45

DE VONK /

Smart*Light ‘We werken met CERN in het Smart*Lightprogramma aan een heldere bron van harde röntgenstraling, waarbij we gebruikmaken van hun technieken. In een consortium met de universiteiten van Delft, Antwerpen en Gent ontwikkelen we een Smart*Light tafelmodel. We voorzien in drie toepassingen. De eerste betreft conservation science en cultureel erfgoed. We werken samen met Joris Dik van de TU Delft, die zowel kunsthistoricus, chemicus als röntgenexpert is. Schilderijen worden bij restauratie soms vreselijk mishandeld. Straks kunnen we veilig laag voor laag de authenticiteit onderzoeken en in kaart brengen wat de geschiedenis van laklagen en retouches is. Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam heeft al een plaats voor ons apparaat gereserveerd.’

‘We werkten dag en nacht aan een experimentele opstelling, een van de meest complexe van de wereld’ ‘Een tweede mogelijke toepassing van deze techniek ligt op medisch gebied. De röntgenbundel die wij willen maken, is nu alleen nog te realiseren in grote synchrotrons. Zo’n grote faciliteit waarmee je objecten of mensen geavanceerd kunt onderzoeken, staat in Grenoble. Mammografie (borst­ onderzoek, red.) is een belangrijke toepassing. Een tafelmodel voor ziekenhuizen zou een enorme verbetering in diagnostiek opleveren. Met röntgenstraling kun je ook chemische elementen op micronschaal in 3D in kaart brengen.’ ‘Kwaliteitscontrole van materialen is een derde toepassing van onze techniek. Een van de geïnteresseerde partijen is Tata Steel. Soms breken grote tankers spontaan doormidden door metaal­ vermoeidheid. Metaal onder spanning

is heel moeilijk te onderzoeken. Een bedrijf kan onderzoektijd kopen bij een groot synchrotron, maar de wachttijd loopt soms op tot een half jaar en de huur bedraagt duizenden euro’s per uur. Op zo’n manier kun je geen duurproeven doen. Staal rolt met zestig kilometer per uur gloeiend heet uit de oven. Met onze techniek zou je ter plaatse naar fouten kunnen zoeken.’ Bose-Einstein condensatie Luiten studeerde in 1986 af, in een periode waarin het moeilijk was een baan te vinden. ‘Ik solliciteerde zonder succes bij Philips en bij Shell in Amsterdam. Toen kwam er aan de UvA in de groep van Walraven een promotieplaats vrij op het gebied van

kwantumgassen. Het was fantastisch fundamenteel onderzoek. We deden mee aan de jacht op Bose-Einstein condensatie, ook wel de vijfde aggregatietoestand genoemd die alleen voorkomt bij temperaturen die het absolute nulpunt benaderen. We waren daar wereldwijd als een van de weinige groepen heel dicht bij. We werkten dag en nacht aan een experimentele opstelling, een van de meest complexe ter wereld.’ ‘In 1993 stonden we in de startblokken om te gaan voor het grote succes, maar tot mijn frustratie kreeg mijn promotor last van koudwatervrees. Hij besloot het experiment on hold te zetten, ook al zou dit experiment de culminatie worden van zijn loopbaan.


NR.24 NAJAAR 2019 / MAGAZINE VAN DE

bij het Max Planck Instituut in München en aan Harvard. Mijn vriendin was zwanger van ons eerste kind en ze zou haar baan hier moeten opzeggen. We bleven dus in Nederland en ik vond werk bij de Stichting Ruimte Onderzoek Nederland. Ik stortte me op supergeleidende röntgendetectors.’

‘Deze regio heeft specialisten nodig, geen generalisten’ In 1998, het jaar dat ASML groeide van 1.500 naar 3.000 werknemers, kreeg Luiten daar een baan. ‘Met een collega werkte ik aan de oplossing van een optisch probleem voor een machine in Korea. We losten dat probleem netjes op, waren trots en wilden graag ons verhaal vertellen. Bij een presentatie kraakten een paar door persoonlijke profilering gedreven lieden uit de commer­ ciële hoek ons voorstel af. De verantwoordelijke manager was niet geïnteresseerd in onze oplossing, maar wilde alleen maar weten óf het probleem was opgelost. Ik vind ASML een fantastisch bedrijf, maar ik hoorde er gewoon niet thuis.’

Misschien was hij bang voor het succes? Twee groepen in de VS kregen het in 1995 wél voor elkaar. Daar is een Nobelprijs voor uitgereikt. Ik rondde mijn proefschrift af, maar het kostte mij een jaar om over de teleurstelling heen te komen. Met vrienden die aan MIT en Harvard werkten, maakte ik grapjes over de ‘N-fever’, het halen van de Nobelprijs. Maar voor hen waren dat geen grapjes! Achteraf gezien waren het prachtige jaren.’ ASML ‘Fundamentele natuurkunde is een mooi vak dat me lag, maar ik ben toch ook een ingenieur en een bouwer, zoals mijn opa. Na mijn promotie waren er postdoc-opties

Terug naar de TU/e Een jaar later kwam er een positie als universitair docent aan de TU/e vrij. ‘Sollicitanten hoefden toen nog niet door allerlei brandende hoepels te springen. Een benoemingsadviescommissie was er niet en het klikte met mijn voorganger Marnix van der Wiel. Sinds 2011 ben ik hoogleraar en leid ik de groep.’ ‘Het verwerven van onderzoeksmiddelen gaat ons goed af. Ik geniet er van om met afstudeerders, promovendi en postdocs over nieuwe ideeën te discussiëren en ik geef met veel plezier fundamentele natuurkundevakken - zowel verplichte als keuzevakken. Onze afstudeerders en promovendi zijn in meerderheid van eigen kweek, maar

we trekken ook mensen uit Italië, Iran, China en Duitsland. Deze regio heeft specialisten nodig, geen generalisten. Dat hoor ik van collega’s uit de industrie. Ik blijf me verzetten tegen de trend om richting beroepsopleiding te gaan. We moeten onze eigen koers blijven varen. Niemand weet wat er over tien jaar belangrijk is, dus moeten we mensen opleiden met diepgang en analytische vaardigheden.’ ‘Een universiteit hoort studenten te prikkelen en nieuwsgierig te maken. De ontwikkeling van je brein stopt gemiddeld op je 23ste. Daarna leer je geen echt nieuwe wiskunde meer; je kunt studenten beter vóór die tijd fundamentele en exacte zaken leren. De rest komt later wel. Ik ben ook actief in de commissie Studium Generale. Het is belangrijk om in aanraking te komen met kunst, muziek of literatuur. Een brede blik ontwikkelen, kritisch kunnen nadenken en een verantwoordelijkheid voor de samenleving voelen, vind ik voor studenten belangrijk.’ Zo was Luiten ook betrokken bij het kunstproject Sixteen Covers van Gijs Frieling in het vernieuwde hoofdgebouw Atlas. ‘Frieling schilderde zestien kaften van wetenschappelijke publicaties op de muren van het gebouw, soms metershoog. De suggestie voor het standaardwerk Gravitation kwam uit mijn koker. Ik ben nu 58 en hoop dat binnen de TU/e de verhouding tussen mannen en vrouwen meer in balans komt. Ik zou het prima vinden om een vrouw als opvolger tot vakgroepsvoorzitter te benoemen. Zelf zal ik no way ooit een rol als fulltime bestuurder ambiëren. Waar ik wél veel energie uithaal, is het bedrijf dat mijn broer en ik met collega’s hebben opgericht. Het heet DrX Works en is genoemd naar mijn grootvader. We werken aan toepassingen van onze techniek in elektronenmicroscopie en richten ons op klanten als FEI Thermo Fisher maar ook op bevriende universitaire onderzoeksgroepen over de hele wereld. De inhoud van het vak zal me altijd blijven trekken.’


46

GESTELD /

‘It would be very useful for advancing science if the results that didn’t work would be published alongside the results that did work.’ Stelling bij het proefschrift ‘Design and Measurement Techniques for Next-Generation Integrated Antennas’ van Laurens Bronckers.

‘Onzekerheid is niet alleen de drijfveer van wetenschap, het komt er ook uit voort.’ Stelling bij het proefschrift ‘On the impact of the mechanical environment in vascular tissue engineering’ van Eline van Haaften.

‘If we do not deal with climate change, it will deal with us.’ Stelling bij het proefschrift ‘On the description, quantification, and prediction of deep eutectic mixtures’ van Laura Kollau.

‘Playing board games with mathematicians will ultimately result in a long awkward silence followed by agitation due to one of the players using his/her turn to try to calculate the optimal strategy beyond the decimal point.’ Stelling bij het proefschrift ‘Homogenization of Pseudoparabolic Reaction-Diffusion-Mechanics Systems: Multiscale Modeling, Well-Posedness and Convergence Rates’ van Arthur Vromans.

‘One ultrasound image tells more than a thousand words. Unfortunately many clinicians do not know how to listen.’ Stelling bij het proefschrift ‘Automation of ultrasound image acquisition and interpretation for dose guidance in prostate cancer radiotherapy workflows’ van Saskia Camps.

‘Elektrische auto’s zijn niet duurzamer dan brandstofauto’s zolang de productie van elektriciteit en de productie en recycling van batterijen niet duurzaam zijn.’ Stelling bij het proefschrift ‘Model-Based Temperature and State-of-Charge Estimation for Li-ion Batteries’ van Henrik Beelen.

‘Kijk je van te ver weg, dan is het mogelijk dat je het probleem niet goed ziet. Kijk je van te dicht bij, dan vergeet je misschien wat het probleem is.’

‘Om een vak uitstekend te kunnen doceren, dient de docent zich te herinneren hoe het was om de stof niet te snappen.’

Stelling bij het proefschrift ‘Optimal Model Order Reduction for Parametric Nonlinear Systems’ van Xingang Cao.

Stelling bij het proefschrift ‘Towards Control Relevant System Design and Constrained Order Controller Synthesis’ van Ruben Merks.

‘There should be a Nobel Prize for scientists that excellently repro­duced other people’s results or disproved their own hypothesis.’ Stelling bij het proefschrift ‘Multiparametric and Multidimensional - a Three-Dimensional and Multiparametric Approach to Ultrasound Imaging of Prostate Cancer’ van Rogier Wildeboer.


47

Anthonie Meijers (1953) sprak op 8 november zijn afscheidsrede uit als hoogleraar Filosofie en Ethiek van de Techniek. Negen jaar lang is hij vice-decaan bij de faculteit Industrial Engineering & Innovation Sciences geweest. In 2013 werd hij benoemd tot universiteitshoogleraar.

a.w.m.meijers@tue.nl

TEKST NORBINE SCHALIJ FOTO BART VAN OVERBEEKE

Slapende prinses

In de negentien jaren dat hij aan de TU/e rondliep, heeft Anthonie Meijers de universiteit flink zien veranderen. ‘Ten eerste is de groep waaraan ik leiding mocht geven - Philosophy & Ethics - gegroeid van drie naar meer dan vijfentwintig personen. Ten tweede was de universiteit sterk naar binnen gericht en ik kan wel zeggen dat de toenmalige collegevoorzitter Henk de Wilt de slapende prinses wakker heeft gekust.’ ‘De belangrijkste verandering waarbij ik betrokken ben geweest, is de herstructurering van het onderwijs. We hebben het Bachelor College ingevoerd en spreken daarmee ook andere studenten aan dan degenen die puur voor de techniek komen: de carrièregerichte en maat­ schappelijk betrokken jongeren.’

Rol in de maatschappij

‘Mijn centrale missie in het onderwijs is geweest om ervoor te zorgen dat de TU/e studenten voorbereidt op een rol in de maatschappij. Ik ben het boegbeeld van het USE-onderwijs geweest, de vakken waarbij user, society and enterprise aan de orde komen. Dat is een lastige missie aan een universiteit waar technologie heel dominant is. Maar die technologie komt steeds dichter op mensen te zitten en de brug naar de sociale- en menswetenschappen zal voor de ingenieur van de toekomst alleen maar belangrijker worden.’

Gedragscode

‘Ik heb leiding gegeven aan het proces van het opstellen van de TU/e-gedragscode voor wetenschappelijke integriteit. Hoogleraren van alle faculteiten dachten mee over centrale waarden als betrouwbaarheid, intellectuele eerlijkheid, onafhankelijkheid, openheid, en maatschappelijke verantwoordelijkheid. Het is iets moois geworden met een breed draagvlak. Iedereen die aan de TU/e werkt, ondertekent nu deze code. Samenwerking en openheid is de sleutel. Ik ben ook groot voorstander van team science: dat onderzoekers elkaar zien als samenwerkingspartners in het besef dat ze alleen dan iets heel bijzonders voor elkaar kunnen krijgen. Verbinding zit ook in het DNA van de TU/e.’

Op pagina 2 forward /met Isabelle Reymen

Meedenken

‘Ik was een van de vijf universiteitshoogleraren en dat is voor mij een belangrijke erkenning geweest. Ik heb altijd universiteitsbreed meegedacht en meegewerkt. Ik blijf als voorzitter van de net opgerichte ‘Ethische toetsingscommissie van niet-medisch humaan onderzoek’ nog twee jaar verbonden aan de universiteit.’

Wens

‘De TU/e is een kleine organisatie en dat is een groot goed. Ik kan het vergelijken met Delft, waar ik Werktuigbouwkunde studeerde, en met Utrecht waar ik Wijs­ begeerte studeerde. Het is in Eindhoven makkelijker om iedereen te bereiken. Ik weet dat we nog groeien, maar vijftien­ duizend studenten lijkt me wel genoeg. Dan blijft er een sfeer en houding waarin we elkaar makkelijk kunnen vinden, en de hiërarchie en bureaucratie beperkt blijven.’


48

OORSPRONG /

Elektrisch rijden

NR.24 NAJAAR 2019 / MAGAZINE VAN DE

TEKST TOM JELTES FOTO LIGHTYEAR

De ontwikkeling en verkoop van elektrische auto’s neemt momenteel een hoge vlucht. Merkwaardig genoeg hadden elektrische auto’s ook in de decennia rond 1900 al een prominente plek in het straatbeeld. De TU/e bestond toen nog niet, maar drukt nu wel haar stempel op de nieuwste generatie e-bolides, waaronder de uit studententeam Solar Team Eindhoven voortgekomen zonnewagen Lightyear. 1884 Britse uitvinder/ondernemer Thomas Parker bouwt een commerciële elektrische auto met een zelfontworpen oplaadbare loodaccu. Qua uiterlijk nog duidelijk geïnspireerd op de paardenkoets.

2011 In het Automotive Lab van de TU/e wordt een Volks­wagen Lupo 3L omgebouwd tot een lichtgewicht elektrische auto: de Lupo EL. Die doet mee aan zuinigheids­ wedstrijden en fungeert als testobject voor onderzoek naar elektrisch rijden.

1898 Ferdinand Porsche ontwerpt de P1: een elektrische auto met een topsnelheid van 35 km/u en een bereik van 80 kilometer. De eerste Porsche was dus elektrisch! 1900 In de VS is 38 procent van de auto’s elektrisch, waaronder 90 procent van de taxi’s in New York. De voordelen boven met stoom, benzine of paarden aangedreven voertuigen: geen opwarmtijd, geen lawaai of trillingen, geen uitstoot of uitwerpselen. De verbrandingsmotor moest men aanzwengelen en schakelen was lastig.

1908 De introductie van de Ford Model T en de vondst van ruwe olie als basis voor brandstof luiden de eeuw van auto’s met een verbrandingsmotor in. De elektrische auto verdwijnt bijna volledig uit beeld. 1997 Toyota brengt de Prius op de markt, de eerste hybride auto. Die heeft zowel een elektrische aandrijving als een verbrandingsmotor, die wordt gebruikt om de accu op te laden. Die combinatie zorgt voor weinig uitstoot in de stad, maar geeft toch een groot bereik.

2010 Studententeam University Racing Eindhoven (URE) doet mee aan de Formula Student competitie met de eerste elektrische racewagen uit de Benelux. Later volgen de studententeams InMotion (mikt op deelname aan de 24 van Le Mans), TU/ecomotive (nam deel aan de Shell Eco-marathon) en STORM (elektrische toermotor). 2008 Het Californische Tesla introduceert met de Roadster de eerste volledig elektrische massa-geproduceerde auto op basis van lithium-ion technologie, waarmee je zonder problemen de snelweg op kunt.

2013 Studententeam Solar Team Eindhoven (STE) wint met haar elektrische familiewagen op zonne-energie, genaamd Stella, de eerste Cruiser-klasse van de World Solar Challenge, een race dwars door Australië. In de drie latere edities van deze race in 2015, 2017en 2019 evenaren Stella Lux, Stella Vie en Stella Era deze prestatie.

2019 Lightyear, opgericht door oud-leden van STE, presenteert in Katwijk het prototype van de Lightyear One, een commerciële elektrische zonne-auto met vijf zitplaatsen. Op de Automotive Campus in Helmond wordt de productiefaciliteit geopend.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.