Slash 21 - najaar 2018

Page 1

21 NAJAAR 2018

MAGAZINE VAN DE TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN

TU/e IN FLAGSHIP­ SAMENWERKING HEALTH: SAMEN DE GEZONDHEIDS­ ZORG INNOVEREN BERT VAN DER ELS, UNIVERSITEITSFONDS ‘EEN ONDERZOEKSPROJECT FINANCIEEL ONDERSTEUNEN GAAT VANUIT HET HART’


02

FORWARD/

Na een scheikundestudie in Nijmegen promoveerde Patricia Dankers (1978) in Eindhoven én in Groningen. Nu is ze hoogleraar Biomedical Materials. Haar onderzoeksgroep heet DankersLab. Ze hield haar oratie op 29 juni.

p.y.w.dankers@tue.nl

TEKST NORBINE SCHALIJ FOTO BART VAN OVERBEEKE

Mijlpaal

‘Ik heb sterk naar mijn intreerede toegeleefd en zo bezien is het echt een mijlpaal. Een herijking van mijn carrière zelfs. Nu is die fase afgerond en maak ik een nieuwe start. Ik zit weer boordevol ideeën. Net zo’n euforisch gevoel had ik bij mijn eerste promotie in 2006. Ook een geweldige dag. Maar op 29 juni zaten mijn man en twee zoontjes erbij, dat maakte het helemaal speciaal.’

Buitenlandervaring

‘Ik heb een klein jaar aan de Northwestern University in Chicago gewerkt. Het was heel fijn om samen met mijn man tijdelijk een nieuw leven op te bouwen. Even uit het Nederlandse netwerk stappen en focussen op de wetenschap. Deze ervaring is goed voor het hoogleraarschap. Ik organiseer nu congressen samen met mensen die ik in Chicago heb leren kennen. Het is ook goed dat ik de Eindhovense situatie kan vergelijken met de Amerikaanse. Daar zijn mensen zo ultiem gemotiveerd. Tegelijkertijd is de academische wereld daar zeer competitief, terwijl ik wel van prettig samenwerken houd.’

Op pagina 43 backward / met Jan Smits

TU/ Young Academy of Engineering ‘Samen met Johan van Leeuwaarden heb ik dit voorjaar de TU/e Young Academy of Engineering opgericht. Wij willen de stem van jonge wetenschappers laten horen. Bijvoorbeeld over een manier om de juiste balans te vinden tussen fundamenteel onderzoek en toegepaste wetenschap. Of hoe we moeten omgaan met interdisciplinair onderzoek. Van elke TU/e-faculteit zijn minstens twee mensen vertegenwoordigd en dat levert al interessante discussies op.’

DankersLab

‘Het DankersLab vertaalt resultaten uit onderzoek naar praktische toepassingen voor patiënten. Ik richt me op de ontwikkeling van supramoleculaire biomaterialen voor regeneratieve geneeskunde. Het is misschien een Amerikaanse stijl om een onder­zoeks­groep de naam van de groepsleider te geven en soms voel ik me er ongemakkelijk bij. Maar mijn naam verandert nooit en mijn onderzoeks­ veld misschien wel. In 2011 is het DankersLab gestart en nu is het uitgegroeid tot een team van circa twintig onderzoekers; promovendi, postdocs, onder­steunende staf en masterstudenten.’

Gratis tip voor de TU/

‘Wat mij betreft komt er meer aandacht en waardering voor het primaire proces. En dan bedoel ik niet voor mijn eigen werk, maar voor het opleiden van jonge mensen. De TU/e heeft er een handje van zich steeds meer te richten op dat wat leuk is en in de media goed scoort. Maar ik zie graag dat er ook waardering getoond wordt voor fundamenteel onderzoek.’


NR.21 NAJAAR 2018 / MAGAZINE VAN DE

no.21 NAJAAR 2018

10

Academisch feesten op allereerste MomenTUm

20 ALUMNI De TU/e in 2030; hoe denken alumni hierover?

4

TU/e toont naast design ook research tijdens DDW

COLOFON Slash is het magazine voor externe relaties en alumni van de Technische Universiteit Eindhoven en verschijnt drie keer per jaar. Gehele of gedeeltelijke overname van artikelen uit Slash is alleen toegestaan na overleg met de redactie en met bronvermelding. Voor het gebruik van foto’s of illustraties is toestemming van de maker nodig. www.tue.nl/slash

12

Bert van der Els wil zijn immense netwerk inzetten om geld te werven voor de TU/e

Redactieadres Technische Universiteit Eindhoven, Commu­nicatie Expertise Centrum, Postbus 513, 5600 MB Eindhoven, e-mail slash@tue.nl, Tel (040) 247 33 30/247 4020 Hoofdredacteur Han Konings Eindredactie en coördinatie Brigit Span Bladconcept Maters & Hermsen Journalistiek, CEC. Vormgeving Natasha Franc

30 ACHTERGROND

18

Instrument maakt diepbreinstimulatie nauwkeuriger

Redactieadviesraad drs. Steef Blok, prof.dr. Carlijn Bouten, mr.drs. Ben Donders, prof.dr.ir. Maarten Steinbuch Drukwerk Drukkerij Zalsman, Zwolle Wilt u adverteren in Slash? Meer informatie bij Han Konings, Tel (040) 247 3330 Wilt u Slash ontvangen? Meld u aan op www.tue.nl/slash ISSN: 2212-8468

Medische innovaties in flagshipsamenwerking Health

KEEP IN TOUCH Interesse in samenwerking met de TU/e, in ­studeren, werken of promoveren aan de TU/e, of het contact onderhouden als alumnus? ­Alstublieft, onze contact­gegevens.

Samenwerking (strategisch ­partnership, contract research) TU/e Innovation Lab, +31 (0)40 247 48 22, Innovationlab@tue.nl Werken of promoveren Dienst Personeel en Organisatie +31 (0)40 247 20 90, jobs@tue.nl Ontwerpers­opleidingen Stan Ackermans ­Institute +31 (0)40 247 24 52, sai@3tu.nl Studeren (bachelor, master) Onderwijs en Studenten Service Centrum, +31 (0)40 247 47 47,

34/35 PLANNER/ VERKENNER Laboratoriumspecialist en tiny houses-expert

36 VONK Een Berliner tussen drie culturen en drie banen

studeren@tue.nl Alumni +31 (0)40 247 34 90, alumninet@tue.nl Persvoorlichting en Communicatie Communicatie ­ Expertise Centrum +31 (0)40 247 48 45, cec@tue.nl, www.tue.nl


04 05

NU/

TEKST MONIQUE VAN DE VEN ARCHIEFFOTO BART VAN OVERBEEKE

Drivers of Change @ DDW ‘Drivers of Change’ is de ondertitel van de eerste eigen expositie van de TU/e tijdens de Dutch Design Week (DDW). Onder de noemer TU/e Research wil de universiteit tijdens DDW op een laagdrempelige manier laten zien welke impact technologie heeft op de wereld van morgen en op de mens die daarin rondloopt. De expo komt naast de inmiddels bekende 3TU-expositie ‘Mind the Step’ in het Klokgebouw op Strijp-S. De TU/e is al sinds het prille begin in 2002 betrokken bij de Dutch Design Week, zij het tot nu toe vooral vanuit de hoeken van Industrial Design en Bouwkunde, vertelt Lucas Asselbergs, projectleider van Mind the Step en als adviseur betrokken bij de nieuwe expo TU/e Research. Enorm aansprekend natuurlijk, erkent hij - niet in de laatste plaats in esthetisch opzicht. ‘Maar het adresseert niet altijd de grote onderzoeksthema’s die aan de TU/e belangrijk zijn, die de wereld van morgen ingrijpend gaan veranderen en waarin we met harde technologie grote stappen aan het zetten zijn.’ TU/e Research wordt dan ook ingericht aan de hand van vier thema’s die passen bij de focusgebieden van de universiteit: Kijken in het lichaam, Het huis als energieleverancier, Internet van de toekomst en Veilig autorijden. Binnen elk van deze thema’s worden twee onderzoeksprojecten gepresenteerd. Onder andere te zien is werk van Menno Prins (next-generation sensoren), Dick Broer (slimme zonwerende ramen en ‘wandelend’ plastic), Richard Lopata (medische beeldvorming via echo-scans) en Gijs Dubbelman (veilig autorijden).

Op de foto…

De betrokken onderzoekers zullen hun werk tijdens DDW

Een ontwerp van Industrial

waar mogelijk zelf toelichten; op andere momenten geven

Design-studenten Brigitte Kock,

TU/e-studenten tekst en uitleg.

Bart Pruijmboom en Niek van Sleeuwen, vorig jaar te zien op Mind the Step. Zij ontwierpen PerFlex, een systeem waarin data van designers en

De Dutch Design Week is van 20 tot en met 28 oktober. Kijk op www.ddw.nl voor meer info.

consumenten wordt samengebracht en daarna geproduceerd kan worden, bijvoorbeeld door een 3D-printer. Op de foto gaat het om een 3D-geprinte beha die de consument zelf kan aanmeten.


NR.21 NAJAAR 2018 / MAGAZINE VAN DE


06 07

MEMO/

Van Dammebeurs voor inno­vatieve tools in geestelijke gezondheidszorg

Twee nieuwe leden College van Bestuur EU-topman Robert-Jan Smits zal in het voorjaar van 2019 Jan Mengelers, die medio 2019 met pensioen gaat, opvolgen als voorzitter van het College van Bestuur van de TU/e. Robert-Jan Smits is momenteel werkzaam als speciaal adviseur voor open access en innovatie bij de Europese Commissie. Daarvoor was hij Directeur Generaal Research en Innovatie van de Europese Commissie. Hij was de architect van het grootschalige innovatieprogramma Horizon 2020 en verantwoordelijk voor de opzet, de introductie en de uitvoering van het 80 miljard euro omvattende subsidieprogramma voor onderzoek en innovatie. De huidige secretaris van de universiteit, Nicole Ummelen, gaat begin 2019 in het CvB aan de slag als vice-voorzitter. Op dit moment wordt die functie bekleed door Jo van Ham, die ook halverwege 2019 met pensioen gaat. Nicole Ummelen is sinds juni 2012 secretaris van de universiteit en was in die rol onder meer actief betrokken bij de strategie 2030 die de TU/e voor de toekomst heeft opgesteld.

Milou Feijt met Marina van Damme. Foto: Bart van Overbeeke Milou Feijt is dit jaar verkozen tot winnares van de Marina van Dammebeurs, goed voor een geldbedrag van negenduizend euro. Ze wil de terughoudendheid om technologie in te zetten in de geestelijke gezondheidszorg verminderen. ‘Ik denk dat technologie echt wat kan toevoegen aan onze geestelijke gezondheids­ zorg, maar in de praktijk wordt er nog te weinig gebruik van gemaakt’, constateert Feijt, promovenda bij Human-Technology Interaction aan de faculteit Industrial Engineering & Innovation Sciences. ‘Er zijn prachtige technologieën beschikbaar, cliënten zijn positief, maar toch merken we een sterke terughoudendheid bij behandelaars om techniek in te zetten.’ Om haar onderzoek daadwerkelijk te laten landen in de praktijk, heeft Feijt grote plannen. Zo wil ze een aantal maanden doorbrengen in onderzoeksgroep BioSense aan UC Berkeley in Californië. ‘Deze groep is een frontrunner op dit gebied en kan me waardevolle inzichten geven voor mijn onderzoek.’

Naast het bekostigen van haar verblijf in de VS kan ze dankzij de Van Dammebeurs co-creatiesessies organiseren met behandelaars in de geestelijke gezondheidszorg. ‘Daar heb ik al diverse contacten voor gelegd. Samen met hen wil ik de technologieën en tools verder ontwikkelen.’ De laatste stap is het organiseren van workshops om de professionals ervaring te laten opdoen met de tools - zodat ze leren hoe ze het kunnen gebruiken tijdens behandelingen en hier vertrouwen in krijgen. ‘Ik wil niet dat mijn promotietraject eindigt in mooi onderzoek en een boekje. Ik wil écht iets toevoegen in de geestelijke gezondheidszorg.’

Robert-Jan Smits Foto: Artur Eranosian

Nicole Ummelen Foto: Bart van Overbeeke


NR.21 NAJAAR 2018 / MAGAZINE VAN DE

TU/e wil Paviljoen met beleid slopen voor hergebruik

Foto: Martien Coppens, archief TU/e

De TU/e wil na sloop van het Paviljoen zoveel mogelijk materialen daarvan gaan toepassen in een nieuw bouwwerk op de campus. Het oudste gebouw van de TU/e loopt na dit kalenderjaar, als de bewoners naar Atlas - het totaal gerenoveerde voormalige Hoofd­gebouw - verhuizen, leeg en wordt grotendeels afgebroken, maar wél met beleid.

alumni Oproep aan het Paviljoen

ringen aan Heb jij herinne -lezers? n le met Slash die je wilt de n we een en Slash br ge In de volgende t oudste erhaal over he n achtergrondv Als jij daaraa de campus. gebouw van n da s on ken, laat het wilt meewer uren naar st te l ai m n weten door ee . slash@tue.nl

Zelfvoorzienend huis LINQ op weg naar Dubai In elf grote zeecontainers is het duurzaamste huis dat TU/estudenten ooit bouwden onderweg naar Dubai om mee te doen aan de Solar Decathlon Middle East, van 14 tot 29 november.

Foto’s: Bart van Overbeeke

Het energetisch zelfvoorzienend huis, met de naam LINQ, is de afgelopen maanden opgebouwd op de TU/e-campus. In het huis zijn alle processen en apparaten verbonden door één slim systeem.

https://teamvirtue.nl/


08 09

MEMO/

Nieuwe huisstijl voor universiteit De oplettende lezer heeft het wellicht al gezien op de cover: de TU/e heeft haar logo vernieuwd. Heel ingrijpend is de vernieuwing overigens niet en het vervangingsproces zal zeer geleidelijk gaan. ‘Dus geen grote veegactie waarbij al het oude direct weg moet, maar oud en nieuw blijven zo’n één à twee jaar naast elkaar bestaan’, verwacht collegelid Jo van Ham.

W-hal nu rijksmonument De W-hal, in 2012 getransformeerd tot MetaForum, is benoemd tot rijksmonument. Een woordvoerder van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed over deze beslissing: ‘De transformatie was voor ons geen belemmering voor de aanwijzing. De W-hal heeft hierdoor wel aan gaafheid ingeboet, maar de belangrijkste, waardevolle karakte­ ristieken zijn nog steeds goed herkenbaar.

Het gaat daarbij vooral om de destijds innovatieve constructie, de modulaire opbouw, het dak met het kenmerkende dambordpatroon en de originele kleurstelling. De zeldzaamheid, ook een belangrijk criterium, is toegenomen omdat het vergelijkbare hallencomplex op de campus van de Universiteit Twente in Enschede grotendeels is gesloopt’.

De kleur rood, die op alle corporate uitingen van de universiteit gebruikt gaat worden, is gekozen omdat het past bij de stad Eindhoven en de provincie Brabant.

Foto: Bart van Overbeeke

Wonen boven de AOR; Bunker wordt woontoren De universiteit heeft de Bunker verkocht aan een projectontwikkelaar. Het voormalig studentenbastion aan de Kennedylaan wordt omgebouwd tot een 32 verdiepingen tellende woontoren. In de benedenetage komen kantoren, daaronder een parkeergarage en op de eerste verdieping een grand café. http://bunkertoren.nl/

Artists’ impressions: Powerhouse Company


NR.21 NAJAAR 2018 / MAGAZINE VAN DE

Numerus fixus voor nog meer TU/e-opleidingen Voor het studiejaar 2019-2020 gaat de TU/e voor nog twee opleidingen een numerus fixus aanvragen. Voor Bouwkunde en Werktuigbouwkunde worden in december de maximale aantallen bachelorstudenten voor het komend collegejaar vastgesteld. Daarnaast wordt gesproken met Wiskunde en Innovation Sciences over een mogelijke stop op het aantal eerstejaars. Eerder kwam er al een maximum op de instroom van Industrial Design, Technische Bedrijfskunde, Biomedische Technologie, Software Science, Web Science en Medische Wetenschappen en Technologie. Volgens CvB-voorzitter Jan Mengelers zou zonder deze beperkende maatregelen het totaal aantal studenten in 2023 oplopen tot 16.000. Nu worden er voor het collegejaar 2022-2023 zo’n 14.000 studenten verwacht. ‘Dat is met de mensen, de faciliteiten en de middelen waar we dan over denken te kunnen beschikken, ook echt het maximum.’

TU/e begint eigen podcastserie ‘Sound of Science’ De universiteit is een podcastserie gestart, gepresenteerd door de Vlaamse cabaretier en weten­schapsfanaat Lieven Scheire. Het is de eerste podcast van een Nederlandse universiteit voor een breed publiek. Scheire gaat in gesprek met onderzoekers en studenten over de laatste wetenschappelijke ontdekkingen en de rol van technologie in de maatschappij. In de eerste afleveringen komen onder meer kunstmatige intelligentie, biosensoren en het vertrouwen in de wetenschap aan bod. De podcasts zijn te beluisteren via iTunes en Soundcloud. Gebruikers kunnen zich ook abonneren zodat nieuwe afleveringen automatisch worden getoond.

InMotion wil laadtijd te lijf met nieuwe raceauto Studententeam InMotion heeft eind september zijn ‘Vision’ onthuld. Met deze concept-raceauto wil het TU/e- en Fontys-studententeam de komende jaren vooral laten zien dat het opladen van elektrische auto’s fors sneller kan. Geen uur batterijen laden om daarna weer vierhonderd kilo­meter te kunnen rijden, maar twee minuten aan de stekker - en dóór. ‘We hopen binnen anderhalf tot twee jaar een auto te hebben staan waarmee dat kan.’ www.inmotion.tue.nl Foto: Gerlach Delissen Photograpy

Starting Grants voor jonge TU/e’ers Vier jonge TU/e-wetenschappers krijgen van de European Research Council een Starting Grant van maximaal 1,8 miljoen euro. Met deze subsidies gaan ze onderzoek doen naar de prestaties van cardiovasculaire implantaten van biomate­rialen (Sandra Loerakker, linksboven), het doorgronden van de werking van bepaalde immuuncellen (Jurjen Tel, linksonder), voorbewerkingstechnieken om tijdrovende algoritmes te versnellen (Bart Jansen, rechtboven), en een nieuw soort lab-on-a-chip voor detectie van kanker­cellen in het bloed (Yoeri van de Burgt, rechtsonder).

Na je studie nog steeds contact met je prof? Laat het ons weten! Voor een artikel in de volgende Slash zijn we op zoeken naar alumni, of groepen alumni, die nog steeds contact onderhouden met een docent of hoogleraar. Mogen we je/jullie hierover interviewen? Laat het ons weten via slash@tue.nl.


10 11

ALUMNI/

Graduates in vol ornaat, ook volgens Italiaanse traditie.

FOTO’S BART VAN OVERBEEKE, ANGELINE SWINKELS EN JEROEN DE CROOCK

Academisch feesten op De universiteit vierde op 21 september voor het eerst MomenTUm: hét academische feest van de TU/e. Met onder meer de diploma-uitreiking aan ruim zeven­ honderd bachelors, de bekendmaking van de winnaars van diverse academische prijzen en alumni-event Tech for Life.

Ann Dowling, hoogleraar werktuig­bouwkunde aan de universiteit van Cambridge, ontving tijdens MomenTUm een eredoctoraat van de TU/e. Dowling is een expert op het gebied van zuinige en stille motoren.

De winnaars van de diverse academische prijzen van 2018.


NR.21 NAJAAR 2018 / MAGAZINE VAN DE

allereerste MomenTUm Het cortège maakt zijn entree in de markthal van MetaForum.

Netwerken in Hubble tijdens Tech for Life.

Coloured Wings.

Alumni-event Tech for Life. Discussie met de zaal tijdens Tech for Life.


12 13

KOPSTUK/

De drie C’s van Bert van der Els? Cultuur, Capital investment en Commissariaten. In die laatste categorie past ook zijn werk voor het Universiteitsfonds Eindhoven (UFe). Van der Els, voormalig baas van bouwgigant Heijmans, wil zijn immense netwerk inzetten om een vierde geldstroom op gang te krijgen voor de TU/e. Particuliere geldschieters, onder wie succesvolle alumni, moeten de universiteit financieel minder afhankelijk maken. ‘Ik geloof in de kracht van de massa.’ Bert van der Els Ondernemer en bestuurslid Universiteitsfond Eindhoven



14 15

KOPSTUK/

TEKST FRITS VAN OTTERDIJK FOTO’S VINCENT VAN DEN HOOGEN

‘J

‘Ja, met al die C’s is mijn tijd aardig gevuld’, bekent Bert van der Els lachend. Nadat hij als CEO bij Heijmans vertrok in 2016, heeft hij zijn aandacht wat verlegd. Zijn liefde voor kunst stopt hij niet onder stoelen of banken. Het strakke, moderne designhuis, prachtig in het groen gelegen tussen Vught en Helvoirt, is behangen met schilderijen. Beelden staan in het zonlicht te baden. Het moge duidelijk zijn: Van der Els is een man in bonus. Zijn afkomst van de zandgrond in Nuland heeft hij nooit verloochend. Na de middelbare school in Oss ging hij Elektrotechniek - ja, zo heette dat toen - studeren aan de TU Eindhoven. De teugels met Brabant liet hij na zijn afstuderen in 1980 wat vieren. Zijn loopbaan bracht hem op vele plekken in de wereld en uiteindelijk, via Heijmans, keerde hij terug in de vertrouwde schoot van Brabant. Het is juist deze verbinding en betrokkenheid die Van der Els graag wil inbrengen in het Universiteitsfonds. Houdoe en bedankt ‘Toen ik de universiteit verliet, was het ‘houdoe en bedankt’. Ik ging naar Zweden en heb nooit meer iets van de TU/e gehoord. Mijn broertje heeft dezelfde ervaring. Hij studeerde ook in Eindhoven en is daarna in de Verenigde Staten gaan werken. Zijn vrouw is Amerikaanse. Ze hebben allebei scheikunde gestudeerd. Maar terwijl zij wordt gebombardeerd met mails

vanuit haar universiteit, wacht mijn broer nog steeds op het eerste bericht van de TU/e. Hij heeft zich nu opnieuw ingeschreven bij het Universiteitsfonds Eindhoven (UFe). Zijn adres zat niet meer in het bestand.’ SPRAAKMAKEND ‘Er zijn niet veel mensen die worden geboren als Einstein en alleen in een hoekje tot ongekende hoogte groeien.’ ‘Draai het om: de TU/e is omringd door slimme mensen en bedrijven in Brainport die dingen bedenken én maken. De vraag is dan: hoe kan de TU/e zich daar zo goed mogelijk in positioneren?’ ‘Ik ben redelijk ongeduldig, maar ik kan er goed tegen.’

Ten opzichte van de VS en het Verenigd Koninkrijk heeft het UFe een behoorlijke inhaalslag te maken. Vergeleken met een topuniversiteit als Harvard met maar liefst tweehonderd betaalde medewerkers voor het werven van particuliere geldschieters, staat het UFe in de kinderschoenen. Van der Els: ‘Het is nog tamelijk bescheiden. Er wordt hard gewerkt om de adressenlijst van alumni completer te maken. Bestuursvoorzitter Jan Mengelers ontvangt twee, drie keer per jaar groepen alumni en vertelt dan over onderzoeksprojecten en de ontwikkeling van de universiteit. Het UFe zit nu in een transitie. We doen wat we deden, maar breiden tegelijk onze activiteiten uit. We gaan meer zoeken naar vakgroepen met een maatschappelijk relevant onderzoeksvoorstel.’ Het UFe moet namelijk niet alleen verbinding zoeken met de alumni van de TU/e, vindt Van der Els. Voor hem is een hechte relatie tussen universiteit en samenleving net zo belangrijk. ‘Je doet onderzoek voor anderen. Je probeert oplossingen te vinden voor maatschappelijke problemen. In mijn studenten­tijd leek de universiteit meer op een eiland. De hoog­ leraren op hun stoel, de studenten achter de boeken. Daar bleef het bij. Nu zie je steeds meer beweging


NR.21 NAJAAR 2018 / MAGAZINE VAN DE

vanuit de TU/e. In de richting van de stad, de inwoners en de bedrijven. Die wisselwerking is ontzettend belangrijk. Mensen die een onderzoeksproject financieel willen ondersteunen, doen dat vanuit het hart. Wie thuis voor een zieke zorgt, wéét waarom onderzoek naar gezondheid zo belangrijk is. Om een vierde geldstroom op gang te krijgen voor onderzoeksprojecten van de TU/e, moet er binding zijn met maatschappelijke problemen en oplossingen.’ Van der Els denkt aan geldschieters van divers pluimage. ‘Ik vind alle groepen interessant. Zowel de ‘oliemagnaat’ als

‘Mensen die een onderzoeks­project financieel willen ondersteunen, doen dat vanuit het hart’

de brede massa. Het zijn wel twee verschillende terreinen om te werven. We kijken daarbij niet alleen naar onze alumni. Wie elke dag twee uur in de file staat, zal mobiliteitsonderzoek erg aanspreken. Ongeacht of je in Eindhoven hebt gestudeerd. Als UFe willen we deze verbinding leggen. Ervoor zorgen dat mensen persoonlijk betrokken raken bij het onderzoek van de TU/e. Donateurs die zich verantwoordelijk voelen. Of dat nou jaarlijks voor honderd, vijfhonderd of duizend euro is. Dat is de kracht van de massa.’ Over de schenkingen is Van der Els praktisch. ‘Het gaat feitelijk om belastinggeld dat wordt omgezet naar geld voor de universiteit.


16 17

KOPSTUK/

De duizend euro die je schenkt, is fiscaal aftrekbaar. Natuurlijk, het geld ben je kwijt maar je bepaalt via jouw schenking zelf waar jouw belastingafdracht naartoe gaat.’ Argwaan Een faculteitsgebouw of laboratorium vernoemen naar de geldschieter is in de Verenigde Staten vrij normaal. In Nederland bestaat daar argwaan over. Bij Van der Els niet: ‘Zo lang wetenschappers in alle vrijheid hun onderzoek kunnen blijven doen, zie ik geen bezwaren’. Dat de TU/e een relatief kleine universiteit is, beschouwt hij evenmin als een probleem. ‘Het zit eerder in het sóórt alumni dat in Eindhoven afzwaait. De Erasmus Univer­si­ teit in Rotterdam is heel succesvol met fundraisers, maar de achterban bestaat dan ook vooral uit economen en commerciële mensen. In Eindhoven leiden we van oudsher fantastische technici op. Onze alumni zitten in een andere maat­ schappelijke positie dan de economen uit Rotterdam. Daar hoef je niet verlegen of bescheiden over te doen. Kijkend naar onze Brainportregio: hier wordt het allemaal uitgevonden, gemaakt en geëxporteerd. Wereldwijd. Een deel van die revenuen mag in mijn ogen dan ook best terug­vloeien naar onze regio. Dat besef dringt nu gelukkig ook door in Den Haag.’ Privévermogen stallen Fondswerving, zo doceert Van der Els, heeft twee kenmerken. ‘Er is allereerst puur, echt geld wat je geeft. Een tweede mogelijkheid, zoals Erasmus met succes doet, is het stallen van je geld. Geldschieters storten dan een groot privé­ vermogen in een fonds waarbij het bedrag van de sponsor blijft en het rendement van het geld naar de universiteit gaat. Stel, je zet een miljoen weg met een rendement van 4,3 procent, dan komt er aan het einde van het jaar 43.000 euro terecht in het Universiteitsfonds. Deze methode zie

je veel terug in Amerika. Wij overwegen nog wat de beste methode is. Volgens mij kun je ook een mix maken. Actiever de massa zoeken en tegelijkertijd grote geldschieters vinden die ook hun waarde hebben als boegbeelden van de universiteit.’ Spark Als CEO bij Heijmans was Van der Els een groot voorstander van innovatie. Hij introduceerde met zijn firma de campus Spark. Een bouw­labo­ra­torium in Den Bosch waarin de TU/e, Avans Hogeschool, de provincie en de gemeente Den Bosch participeren. Na vijf jaar gaat Spark nu de tweede fase in. ‘We beginnen een makerslab waar mensen kunnen werken met 3D-printers en de modernste frees­machines. Grote appa­ratuur die per uur te huur is of met een abonnement onbeperkt ter beschikking staat.’ Natuurlijk was er tegenwind vanuit de doorgaans conservatieve bouwwereld. Maar het was vooral de markt die de ontwikkeling van Spark tegenzat. ‘In 2008 stortte de bouw in. Je moest overleven met smalle marges. Dat is nog steeds zo. Bouwers zoals Heijmans zijn gericht op uitvoeren en opleveren. Veel ruimte voor onderzoek is er niet. De innovatie komt amper de projecten binnen’, ziet Van der Els. Over innovatie gesproken. Aan zijn tijd in Zweden heeft hij een mooi voorbeeld over­gehouden. ‘Weet je welke sport de grootste verbetering ooit heeft ondergaan? Het schaatsen. Zweden is gestart met trainen in teamverband terwijl tot dat moment schaatsen werd gezien als een individuele sport. Maar schaatsers kwamen op eigen kracht niet verder met hun talent. Plots moesten ze hun leefpatroon en trainingsschema’s delen. De individualisten huiverden in het begin, maar na drie jaar won de hele groep overal alle eerste prijzen. Ze werden sterker, want ze maakten elkaar extreem scherp. Dat lijkt me een passende metafoor voor de TU/e en de Brainportregio.’

‘In een groep word je sterker, maak je elkaar extreem scherp’

Nieuw Urban Development Instituut voor Smart Cities Van der Els is momenteel voorzitter van de werkgroep die bezig is met het realiseren van het Urban Development Instituut. Dat gaat zich specifiek richten op het onderzoek richting Smart Cities. Het moet een samenwerking worden tussen de gemeenten Eindhoven en Helmond, de TU/e, het Duitse Fraunhofer Instituut en het Belgische IMEC. ‘Instituut klinkt heel ouderwets en groot, dat is niet de bedoeling. We denken nog na over de naam. Projecten zoals de slimme wijk in Helmond en de openbare verlichting in Eindhoven worden door ons gecoördineerd, verbonden en versneld’, zegt Van der Els. ‘Bij Heijmans zie je nu ook dat al die projecten er komen. Ze gaan bijvoorbeeld zonnepanelen bouwen in de geleiderails, dat is kilometers aan zonnepanelen. En er zijn nu opdrachten binnen voor zestig gebouwen.’


NR.21 NAJAAR 2018 / MAGAZINE VAN DE

LOOPBAAN BERT VAN DER ELS Bert van der Els (1954) werd geboren in Nuland en studeerde in 1980 af aan TU/e-faculteit Elektrotechniek. Hij was jarenlang directeur en voorzitter van de Raad van Bestuur van bouwbedrijf Heijmans. Tegenwoordig houden de ‘3 C’s’ hem bezig: Commissaris: bij onder meer PSV, Eindhoven Airport en BIM Cultuur: De Kazerne in Eindhoven, Grasso Fabriek, De Gruyter en Verkade Fabriek in Den Bosch Capital Investment: aandeelhouder in diverse Nederlandse start-ups, vooral in de energietransitie

Meer weten? Heeft u vragen of wilt u een afspraak maken? Neem dan contact op, wij staan u graag te woord: Karen Ali directeur Alumnirelaties en Universiteitsfonds Eindhoven (UF/e) k.s.ali@tue.nl +31 40 247 46 11 +31 6 533 386 28 Universiteitsfonds Eindhoven ufe@tue.nl +31 40 247 52 57


18 19

INGEZOOMD/

INSTRUMENT VOOR DIEPBREINSTIMULATIE TEKST TOM JELTES BEELD BART VAN OVERBEEKE

Diepbreinstimulatie (DBS) kan onder meer Parkinsonpatiënten verlossen van onge­ controleerd bewegen of trillen. De benodigde elektroden moeten bij Parkinsonpatiënten meestal in de nucleus subthalamicus uit­ komen, een cruciaal deel van de hersenen dat maar 8 bij 4 milli­ meter groot is, terwijl de huidige technieken een foutmarge hebben van enkele millimeters. Hierdoor behalen alleen gespecialiseerde chirurgen goede resultaten en moet de patiënt gedurende de ingreep bij bewustzijn blijven om feedback te kunnen geven. Marc Janssens, promovendus bij Werktuigbouwkunde, ontwikkelde een nauwkeurigere methode voor het implanteren van de

elektrode. De techniek maakt gebruik van een zogeheten adapter­ schijf, die met drie chirurgische schroeven op het achterhoofd wordt gezet en de ingreep een vast referentiepunt geeft. Dat is veel minder onaangenaam en minder pijnlijk dan het nu gebruikte stereotactisch frame dat met vier pinnen, door de huid heen, op het hoofd zit geklemd. De schijf bevat een referentiedriehoek die op de MRI-scan goed zichtbaar is. Met de nieuwe, hoge nauwkeurigheid van naar verwachting minder dan een millimeter is de feedback van de patiënt niet meer nodig, waardoor die de operatie rustig onder narcose kan ondergaan.


NR.21 NAJAAR 2018 / MAGAZINE VAN DE

<1

millimeter nauwkeurigheid in de positie van de elektrode


ALUMNI/

TEKST NICOLE TESTERINK ILLUSTRATIE SHUTTERSTOCK

Mijn TU/e van

20

10

30

70

60

50

40

80

20 21

Wil je precies weten hoe de TU/e haar toekomst voor zich ziet? Lees dan de visie online: www.tue.nl/ strategy2030


NR.21 NAJAAR 2018 / MAGAZINE VAN DE

de toekomst

We staan aan het begin van - of zitten misschien zelfs al middenin een techno­logische revolutie waarbij verschillende technologieën samensmelten met verregaande impact op mens en maatschappij. Die ontwikkelingen gaan razendsnel. Denk aan zelfrijdende auto’s, kunstmatige intelligentie, robotica en nanotechnologie. De TU/e wil voorop blijven lopen in de ontwikkeling van technologische innovaties en door hoogwaardig onderzoek en onderwijs bijdragen aan technologische vooruitgang en het oplossen van maat­schappe­lijke vraagstukken. Samen met de TU/e-gemeenschap is er afgelopen jaar gewerkt aan een visie die de universiteit toekomstproof moet maken. Zes alumni over de belangrijkste speerpunten van TU/expedition 2030.


22 23

ALUMNI/ Onderzoek in 2030 • ● zes interdisciplinaire research focus areas (Smart materials & processes, Complex high tech systems, Bioengineering health, Renewable energy, Human-centered systems and environments, Data-driven intelligent systems) • ● investeren in talentvolle onderzoekers • ● focus op systeemdenken

60 70

50

40

30 20

80

10

Lex Hoefsloot (27) Studie: Werktuigbouwkunde, afstudeerjaar 2017 Huidige functie: CEO Lightyear FOTO BART VAN OVERBEEKE

‘Ik zie de TU/e graag als smeltkroes van innovatie’

‘Bijna alle innovaties vinden plaats op de grensvlakken van disciplines. Een gespecialiseerd team kan voor evolutie zorgen, maar revolutie is een multidisciplinair proces. Waar je in de auto-industrie eerst een nieuwe motor ontwierp en die toepaste in alle modellen, vinden veranderingen nu niet meer op ontwerpniveau plaats, maar in de totale architectuur van de auto. In onze zonnewagen Lightyear zitten alle componenten op een andere plek, daar is een hele andere mindset voor nodig dan voor het ontwikkelen van een enkele component. Je hoeft niet alles van een specifiek onderwerp te weten, maar moet inzien waar kansen liggen en beseffen dat je eigen werk productiever kan worden als je er kennis bijhaalt. Ik ben blij te zien dat systeem­ denken een hoge prioriteit heeft, dat is zeker een kracht waarmee we ons kunnen onderscheiden.

Verder is het goed om op toepasbaarheid te focussen, maar we moeten de rol van fundamenteel onderzoek zeker niet uitvlakken. Voor innovatie is het belangrijk om de hele keten van fundamenteel onderzoek tot markt af te dekken, en daar heeft de toekomstvisie van de universiteit ook oog voor.

KUNSTMATIGE INTELLIGENTIE Wat ik me wel afvraag, is of de impact van kunstmatige intelligentie groot genoeg wordt ingeschat. Ik verwacht dat dat voor zowel onderwijs als onderzoek enorme veranderingen teweeg gaat brengen en we daarom nu al moeten nadenken over hoe de nieuwe generatie onderzoekers dan opgeleid gaat worden. En over het opleiden van de opleiders. Ik zie de TU/e graag als smeltkroes van innovatie, met Google X in het achterhoofd. Een plek voor moonshots, waar een gek idee kan leiden tot een superexperimenteel project met uiteindelijk grote impact. Iets waar we trots op mogen zijn.’


NR.21 NAJAAR 2018 / MAGAZINE VAN DE

‘Een kritische universiteit

die excellent is in combineren van kennis, dat is mijn TU/e van de toekomst’ ‘In de Brainport-regio komt veel wereldwijde kennis samen en juist dat leidt tot het maken van bijzondere combinaties en uiteindelijk in het vertalen van deeloplossingen tot een totaalsysteem. Multidisciplinair denken past hierbinnen: hoe kunnen we kennis uit verschillende vak­ gebieden combineren tot die totaaloplossing? Hoewel er zeker excellent onderzoek aan de TU/e plaatsvindt, denk ik dat onze kracht niet zozeer in het eenzijdige toponderzoek ligt, maar dat we juist met systeem­ denken onderscheid kunnen maken met wat er in de rest van de wereld gebeurt. Dat zie ik terug in TU/expedition 2030: interdisciplinaire onderzoeks­ gebieden die goed aansluiten bij onze expertise, het al genoemde systeemdenken en de ontwikkeling van de Eindhoven Engine, als vervanging van het vroegere Philips Natlab. Stuk voor stuk belangrijke pijlers in de ontwikkeling van de TU/e en haar aansluiting bij bedrijfs­ leven en maatschappij.

60 70

80

50

40

De universiteit van de toekomst staat middenin hetgeen er wereldwijd gebeurt. Ik zie in de huidige visie nog te weinig de samenwerkingen met buitenlandse universiteiten. Om te benadrukken dat we een spil in een wereld van kennis zijn, is verdere internationalisering essentieel.

KRITISCH DENKEN Een ander naar mijn mening onderbelicht punt is de aandacht voor het kritisch denken. Waar je als academisch opgeleide wetenschapper voor moet staan, is het altijd kritisch blijven, je afvragen: is het wel echt zo? We moeten daarom niet alleen opleiden met een focus op kennis en het combineren ervan, maar ook nadruk leggen op ethiek, leren kritisch te kijken. Levert dit onderzoek een bijdrage aan een maatschappij zoals we die willen? Een kritische universiteit die excellent is in combineren van kennis, dat is mijn TU/e van de toekomst.’

30 20 10

Eric van Schagen (61) Studie: Technische Bedrijfskunde, afstudeerjaar 1980 Huidige functie: CEO Simac Techniek NV FOTO JEROEN POORTVLIET


24 25

ALUMNI/ Onderwijs in 2030 • ● interdisciplinair onderwijs • ● gepersonaliseerde leerweg door onder andere online onderwijs • ● docenten: verschuiving van teaching naar learning • ● hands-on onderwijs: in groepsverband werken aan multidisciplinaire en praktijkgerichte vraagstukken • ● vergroten van de studenten-diversiteit: life-long learning en internationalisering

60

50

40

70

zijn de kernwoorden van een universiteit die werkt aan de toekomst’

10

80

‘Individualiseren en socialiseren

20

30

Poul Bakker (66) Studie: Technische Bedrijfskunde, afstudeerjaar 1976 Huidige functie: c onsultant experimental and playful learning Pilugames, bestuurder trainingsbureau Schoonderwoerd

‘De komende jaren gaan we een verschuiving binnen het onderwijs­ systeem zien van teaching naar learning. Inhoudelijke kennis zal niet meer het belangrijkste zijn; het is aan snelle verandering onderhevig en bovendien vindbaar op internet. De rol van de staf, zal hierdoor gaan veranderen, zij moet de studenten vooral léren leren. Voor de TU/e is het naar mijn mening belangrijk in eerste instantie te investeren in het professionaliseren van de wetenschappelijke - en de onderwijsstaf. In dat opzicht denk ik ook: schoenmaker, blijf bij je leest. Brilliant researchers can be lousy teachers.

‘Ik geloof in de potentie van online leren’ Het lijkt een open deur, maar eigenlijk is het een vorm van social engineering: ga goed om met je resources. Zo lopen er veel talentvolle masterstudenten rond die na een korte opleiding bachelorstudenten in hun leerproces zouden kunnen coachen. Dat werkt tweeledig, het personeel kan effectiever worden ingezet en de masterstudent

ontwikkelt nieuwe vaardigheden. Ik ben groot voorstander van hands-on onderwijs, een belangrijk speerpunt in TU/expedition 2030. Er zijn veel manieren van leren, maar op dit moment wordt er nog te veel gefocust op logica en redeneren. Zeker niet onbelangrijk, maar de toekomst ligt in het multidisciplinaire en meer praktijkgerichte onderwijs. Ik geloof in de potentie van online leren, iedere student kan zijn eigen leerpad uitstippelen en daarnaast in groepsverband aan de slag gaan met echte problemen. Dat zorgt wel voor een verandering in ruimtegebruik die we niet moeten onderschatten, vastgoed loopt altijd achter op de werkelijke behoefte qua gebouw­ gebruik en zaalinrichting. Laten we wat meer visionair kijken naar ruimte en ruimtegebruik en inspelen op de toename in groepswerk. Verder zet ik nog vraagtekens bij de ambitie om in het kader van internationalisering te streven naar de aanwezigheid van een derde deel buitenlandse studenten. Ik heb geen angst voor Engelstalig onderwijs - studenten spreken uitstekend Engels - maar ik merk dat er sterke niveauverschillen onder de startende masterstudenten bestaan. We hebben een hoog niveau in Eindhoven, en daarom zou bijvoorbeeld selectie aan de poort iets zijn om over na te denken zodat dat niveau gewaarborgd blijft. Individualiseren en socialiseren, dat zijn voor mij de kernwoorden van een universiteit die werkt aan de toekomst.’


NR.21 NAJAAR 2018 / MAGAZINE VAN DE

Maatschappelijke impact • meer aandacht voor de impact van technologie op de maatschappij • vergroten van de samenwerking met bedrijfsleven en maatschappelijke partners

‘Wees flexibel en weet op tijd bij te sturen’

Op muziekfestival Lowlands bevond ik me als lid van de klankbord­groep Dutch Technology Week middenin de doelgroep die de toekomstige maatschappelijke verandering gaat sturen. We vroegen ons af hoe we technologie en relevante mensen uit de maatschappij nog beter bij elkaar kunnen brengen. Het aantal mensen dat vanuit de TU/e op applicatiegebied aan de slag gaat, is nog te beperkt. Zeker, de universiteit is op dit moment al goed bezig door studenten de kans te geven wat ze geleerd hebben in de praktijk te brengen via allerlei projecten. Ik zie het om me heen gebeuren, steeds meer studenten die op deze manier kennis over maatschappelijke toepasbaarheid meekrijgen en het ook daadwerkelijk ervaren. Ik zie echter ook gebeuren dat als gevolg daarvan een toenemend aantal studenten hun studie voortijdig staakt om de overstap naar het bedrijfsleven te maken. Is dat zorgelijk? Ach, tussen de grote ondernemers in de wereld zijn er veel zonder afgeronde studie, die worden gedreven door een andere passie.

Wat me tussen dat Lowlands-publiek heel duidelijk werd, is dat we een technologiebrug moeten slaan met de rest van de maatschappij en dat zie ik ook terug in de TU/expedition 2030. Heel goed om over disciplinegrenzen heen te kijken, het kan mij niet breed genoeg. Probeer juist ook mensen - studenten, maar ook in een latere fase in het werkzame leven uit een hele andere richting de techniekomgeving in te trekken om gezamenlijk over applicaties na te denken. Want als techneuten denken we nog teveel vanuit de technologie zelf en niet zozeer wat je met die technologie kunt doen.

‘Het kan mij niet breed genoeg zijn’ Het is heel goed om met een toekomstvisie als TU/expedition2030 een stip op de horizon te zetten, maar het is minstens zo belangrijk om te blijven openstaan voor wat er continu om je heen gebeurt. De wereld verandert op dagelijkse basis. Wees flexibel. De TU/e heeft de ambitie om te veranderen, maar moet ook op tijd weten bij te sturen. Als er dan ook nog voldoende budget beschikbaar komt om maatschappelijke relevantie verder ontwikkelen - mijn enige zorg, ook met het oog op de beperking van de nieuwe studenteninstroom - dan gaat die brug er zeker komen.’

80

70 60

Simon Bambach (61)

50

Studie: Technische Bedrijfskunde, afstudeerjaar 1979

40

30 20

Huidige functie: Corporate VP North America VDLGroup 10


26 27

ALUMNI/ Eindhoven Engine • ● samenbrengen van kennis en talent om innovaties te versnellen en deze sneller de markt op te brengen • ● Natlab 2.0: innovation hub met vijfhonderd wetenschappers, mensen uit het bedrijfsleven, ontwerpers en studenten

‘Het belang van een fysieke locatie

HELPEN MET VERANDEREN Nu moeten we er ook voor gaan zorgen dat Eindhoven Engine er in 2030 staat. Hoe gaan we operationaliseren, welke stappen gaan we zetten? Er gaat straks op een andere manier gewerkt worden, aandachtsgebieden veranderen, er zijn nieuwe leersystemen. Hoe gaan we ervoor zorgen dat de mensen die in het huidige systeem werken die wending gaan maken? Wat betekent dat voor hen, wat moeten zij veranderen en hoe gaan wij hen daarmee helpen? Ik lees dat niet terug in het stuk. Om de visie succesvol te realiseren, zal het verander-aspect voor de mensen duidelijk benoemd en aangepakt moeten worden.’

20

30 40

50

80

In een tijd van mobiel werken hebben we de neiging te denken dat virtuele netwerken fantastisch zijn. Maar als er een ding is wat ik in al die jaren heb geleerd, is het belang van een fysieke locatie waar mensen elkaar ontmoeten niet te onderschatten. Een plek waar mensen vertrouwen kweken, gezamenlijk de schouders ergens onder zetten. Mensen die onderdeel zijn van een dynamische community voelen zich succesvoller. Daarnaast helpt een fysieke locatie ook voor de zichtbaarheid en dient het als een uithangbord voor het aantrekken van talentvolle mensen, instituten en subsidies. Ik zie alleen maar voordelen.

70

60

‘In 2015 stelden de Verenigde Naties zeventien werelddoelen op om ervoor te zorgen dat in 2030 de wereld een veilige, gezonde plek is voor iedereen. ‘Wij willen met onze innovaties daaraan bijdragen’, stelt de TU/e in haar toekomstvisie en dat verraste me positief. Een mooi kader om te laten zien dat maatschappelijke relevantie hoog in het vaandel staat. Als je als missie hebt dingen te genereren die de mensheid vooruit helpen, dan is het logisch dat de universiteit eraan bijdraagt die kennis te doen landen in de maatschappij. Dan kun je er beter zo dicht mogelijk tegenaan zitten. De Eindhoven Engine, een nieuw soort Natlab met volop interactie tussen studenten, wetenschappers, ontwerpers en mensen uit het bedrijfsleven, is daarom een belangrijk initiatief. Er zijn al verschillende samenwerkingsverbanden binnen de Brainport-regio waarbij raakvlakken worden opgezocht in plaats van elkaar te beconcurreren. Maar een innovatie-delta met de TU/e als kartrekker zorgt er in een nog sneller tempo voor dat slimme ideeën de markt op kunnen.

10

waar mensen elkaar ontmoeten moet niet onderschat worden’

Mark Euwe (55) Studie: Technische Bedrijfskunde, afstudeerjaar 1990 Huidige functie: Partner InnoAdds


NR.21 NAJAAR 2018 / MAGAZINE VAN DE

80

Patric Machiels (48)

70 60

50

40

Studie: Technische Natuurkunde, afstudeerjaar 1996 20

Maastricht Health Campus BV

30

Huidige functie: Start-up Development Manager Brightlands

10

‘Ingenieurs van de toekomst moeten weer veel van verschillende dingen weten’

‘Iedere universiteit heeft valorisatie hoog in het vaandel staan, maar met de ontwikkeling van Eindhoven Engine gaat de TU/e weer een stap verder. Er staat straks een innovatief instituut dat multidisciplinair aan maatschappelijke vraagstukken gaat werken. In de tijd van Leonardo da Vinci waren ontdekkers breed onderlegd en geleidelijk hebben we ons ontwikkeld tot echte specialisten. Voor de ingenieurs van de toekomst gaat het ‘veel van verschillende dingen weten’ weer een grote rol spelen. Sneller verbindingen leggen, patronen herkennen en systemen zien. In dat kader denk ik ook aan life-long learning, we zijn nooit uitgeleerd. De TU/e zou een mooie plek zijn waar je ook tijdens je werkzame leven terug kunt keren om specifieke kennis bij te schaven. Een fysieke plaats waar kennis gebundeld wordt en brainstormen gestimuleerd wordt is essentieel. Mensen moeten elkaar ontmoeten. En ook een informele sfeer draagt bij aan succes, de beste bedrijfsideeën ontstaan vaak tijdens een social event. Op dat vlak zit het in Eindhoven wel goed. Wel mis ik wat meer concretere voorstellen in TU/expedition 2030, hoe gaan we bewerkstelligen dat de engine er daadwerkelijk gaat komen? Het is heel mooi dat we techniek nog meer kunnen inzetten voor het oplossen van maatschappelijke problemen. Samen de schouders eronder.’


28 29

5X1/

WIFI VIA EEN PLASTICVEZEL Met het groeiende aantal mobiele apparaten per huishouden groeit ook de kloof tussen de internetsnelheid die de providers beloven, en de ervaring van de gebruikers zelf. Een eigen wifi-kastje in elke kamer zou dan een uitkomst zijn, maar dat is een prijzige oplossing omdat daarvoor nu nog ofwel vrij kostbare elektronica nodig is, ofwel een kwetsbare en lastig te aan te leggen glasvezelverbinding. De Italiaanse promovendus Federico Forni (faculteit Electrical Engineering) heeft laten zien dat het mogelijk is om tegelijkertijd signalen voor de vaste tv- en internetverbinding én een wifi-radiosignaal door een plasticvezel te sturen. Plasticvezels lijken daarmee binnenshuis een veelbelovende vervanger voor glasvezel.

TEKST TOM JELTES FOTO’S BART VAN OVERBEEKE

PIONIEREN MET PEROVSKIET Perovskietkristallen combineren in potentie de voordelen van de conventionele siliciumcellen (hoge efficiëntie) en ‘plastic’ zonnecellen (goedkoop, dun en flexibel). De afgelopen jaren heeft het onderzoek naar dit materiaal dan ook een hoge vlucht genomen. Bardo Bruijnaers (faculteit Scheikundige Technologie) was de eerste Eindhovense promovendus die zich op deze nieuwe technologie mocht storten. Hij vond uit dat je de vereiste loodionen het best in het perovskiet kunt brengen door een mengsel van loodacetaat en loodchloride te gebruiken. Alleen dan ontstaan kristallen van de juiste grootte, die beide elektrodes van de zonnecel optimaal met elkaar verbinden.

5X1 minuut

Slash spitte door de stapel meest recente proef­schriften en lichtte er vijf voor je uit. Dat is in vijf minuten informatie opnemen waar je anders uren aan had ­moeten besteden.


NR.21 NAJAAR 2018 / MAGAZINE VAN DE

KEUZEHULP NAAR KARAKTER Kiezen is moeilijk zeker als het aanbod praktisch onbeperkt is, zoals bij Netflix, Spotify of bol.com. Daarom doen dergelijke online diensten suggesties voor producten op basis van eerdere aankopen en kijk- of luistergedrag. Promovendus Mark Graus (faculteit Industrial Engineering & Innovation Sciences) bewees dat je betere aanbevelingen kunt doen als je een psychologisch profiel van de gebruiker kunt construeren. Voor een goede aanbeveling kan het volgens hem helpen om de gebruikers in te delen in verschillende types. Dat inzicht paste hij onder meer toe bij een app van Philips voor jonge ouders, die informatieve artikelen bevat over zaken als borstvoeding, slaap­ ritmes en ontwikkeling van de baby.

SLIM AANGESTUURDE KATHETERS Openhartoperaties zijn ingrijpend en risicovol. De voorkeur wordt daarom indien mogelijk gegeven aan minimaal-invasieve operaties, zoals katheterisaties, waarbij een dunne holle buis, via de lies of pols, door een ader naar het hart wordt gebracht. Rolf Gaasbeek (faculteit Werktuigbouwkunde) werkte aan een katheter met geheugenmetaal die elektrisch kan worden aangestuurd door de arts, en op termijn wellicht zelfs automatisch op basis van röntgenbeelden. Deze techniek is met name bedoeld voor zogeheten ablatie-operaties, waarbij een deel van het hartweefsel bewust kapotgemaakt wordt door verhitting, om hartritmestoornissen te verhelpen.

DUURZAME KLEUREN De helderste kleuren in de natuur, zoals op vlindervleugels en vogelveren, ontstaan door interferentie van weerkaatste lichtstralen. De Indiase promovenda Monali Moirangthem (faculteit Scheikundige Technologie) liet zien dat je dergelijke ‘structurele kleuren’ ook in het lab kunt maken met vloeibare kristallen. Het voordeel van deze structurele kleuren is dat ze niet worden aangetast door langdurige blootstelling aan licht. Moirangthem wist daarnaast zowel een uitwisbare inkt te maken als een ‘onzichtbare’ inkt die alleen zichtbaar wordt als hij bevochtigd wordt. Ook werkte ze aan temperatuurgevoelige coatings van vloeibare kristallen, die van kleur veranderen naarmate ze langer aan een bepaalde temperatuur - bijvoorbeeld boven koelkasttemperatuur - blootgesteld zijn. Hiermee kunnen labels gemaakt worden voor op voedselverpakkingen.


30 31

ACHTERGROND/

TEKST SABINE TE BRAAKE FOTO’S BART VAN OVERBEEKE, VINCENT VAN DEN HOOGEN, CATHARINA ZIEKENHUIS EN MÁXIMA MEDISCH CENTRUM ILLUSTRATIE SHUTTERSTOCK

MEDISCHE INNOVATIES MET GROTE IMPACT

dankzij flagshipsamenwerking

Dat er in de regio Eindhoven veel gaande is als het gaat om ontwikkelingen in technologie en innovatie, mag geen verrassing meer zijn. Als dan ook nog de belangrijke spelers in deze regio de handen ineen slaan in een langdurige samenwerking op het gebied van medische innovaties, wordt deze positie alleen nog maar verder versterkt. Sinds 2014 werken de TU/e, Philips, het Catharina Ziekenhuis, het Máxima Medisch Centrum en Expertisecentrum Kempenhaeghe samen in een flagship-samenwerking.


NR.21 NAJAAR 2018 / MAGAZINE VAN DE

Ton Flaman, Philips

I

n deze samenwerking met een roadmap van tien jaar doen inmiddels meer dan honderd onderzoekers vanuit de universiteit, samen met onderzoekers van Philips en de ziekenhuizen onderzoek naar medische vraagstukken voor de patiënt, zorgverleners en de maatschappij. Ton Flaman, Philips: ‘We werken samen aan onderwerpen die grote impact hebben op samenleving. De ziekenhuizen excelleren internationaal al op deze onderwerpen: het Catharina Ziekenhuis met cardiologie, het Máxima Medisch Centrum met perinatale zorg en Kempenhaeghe op het gebied van slaapgeneeskunde. In een later stadium willen we de onderwerpen verder uitbreiden.’ Warm samenwerken De flagship-samenwerking kwam vier jaar geleden in eerste instantie tot stand tussen de TU/e en Philips. Gérôme Friesen, TU/e Innovation Lab: ‘We werken veel met bedrijven samen en dat kan op verschillende manieren.

Eén daarvan is een onderzoeksopdracht bij ons neerleggen. De andere optie is een flagshipsamenwerking. Het verschil met regulier onderzoek is de manier van samenwerken. Bij een flagship deelt het bedrijf met ons waar ze in tien jaar naartoe willen. Ook gaat het om de massa: er zijn dus veel PhD’s aan het werk. Samen met masterstudenten en hoogleraren kunnen zij een groot verschil maken. Het unieke aan deze samenwerking is dat met de ziekenhuizen erbij er drie partijen heel actief betrokken zijn.’ Flaman vult aan: ‘De geschiedenis van Philips en de technische universiteit is lang. We hadden wel veel samenwerkingen, maar die waren niet echt strategisch van aard. Met strategisch bedoel ik, langere tijd met gemeenschappelijke roadmaps waarbij je warm samenwerkt en mensen uitwisselt. We besloten te beginnen in ons grootste research innovatiecentrum in Eindhoven. Twee criteria zijn heel belangrijk voor een dergelijke

Guid Oei, MMC

samenwerking: nabijheid en kwaliteit. We zijn de topics gaan definiëren waarin we hier in de regio sterk zijn en die nabij gelegen zijn. En zo ontstond het partnerschap zoals we dat nu kennen. We kunnen bij wijze van spreken naar elkaar toe op de fiets.’ Betekenisvolle innovaties Lukas Dekker, Sebastiaan Overeem en Guid Oei zijn de artsen die namens de drie ziekenhuizen de kartrekkers van de samenwerking zijn. Lukas Dekker, cardioloog bij het Catharina Ziekenhuis: ‘De kruisbenoemingen, dus mensen met posities over de hele keten, zijn heel belangrijk voor het slagen van deze samenwerking. Artsen adviseren bij Philips en mensen van Philips zijn deeltijdhoogleraar of adviseur bij de TU/e en een TU/e-medewerker kan ook bij Philips of het ziekenhuis werken.’ ‘Al deze complementaire kennis zorgt ervoor dat we betekenisvolle innovaties in healthcare, die anders

heel lang zouden duren qua ontwikkeling, kunnen versnellen’, bevestigt Sebastiaan Overeem, slaapgeneeskundige bij Kempenhaeghe en hoogleraar aan de TU/e. ‘We vermijden dat er innovaties onderzocht worden waar misschien helemaal geen behoefte aan is. Door deze samenwerking kunnen we dit vanaf het begin onderzoeken en is het uiteindelijke resultaat innovatie waar daadwerkelijk behoefte aan is.’ Guid Oei, gynaecoloog bij het Máxima Medisch Centrum: ‘Ondertussen zijn ook kruis­ verbanden tussen de onder­ zoeks­onderwerpen ontstaan. De eerste subsidie­aanvragen zijn al geschreven en een mooi voorbeeld van de kruisbestuiving is een projectaanvraag over hartritmestoornissen verergerd door een slaapstoornis.’ Groot maatschappelijk belang Flaman: ‘De afgelopen drie jaar is de basis voor de intensieve samenwerking gelegd en nu


32 33

ACHTERGROND/

is het tijd voor de volgende stap. We gaan verder onder de naam Eindhoven MedTech Innovation Centre oftewel e/Mtic. We zijn in overleg met Brainport en de provincie Noord-Brabant en zijn onderdeel van de actieagenda Mainport-Brainport.’ Dekker: ‘De reden om nu de volgende fase in te gaan, is dat we meer gemeenschappelijke succes­ factoren willen uitwerken. Denk daarbij aan het opslaan van data en het uitwisselen van gegevens. En zeker ook niet onbelangrijk: we willen de funding structureel maken zodat we kunnen voortbouwen op wat we nu hebben staan. Onze ontwikkelingen zijn van groot maatschappelijk belang.’ Overeem: ‘We zijn bezig met de grote ziektebeelden zoals slaapstoornissen, daarbij gaat het om 10 procent van de bevolking. Hart en vaatziekte, een belangrijke doodsoorzaak bij vrouwen, en het verbeteren van zwangerschappen, daar gaat het ons om.’ Snellere diagnose Welk effect heeft deze samenwerking op de patiënt? Dekker: ‘Natuurlijk is het niet helemaal toevallig dat deze ziekenhuizen zijn gekozen. Internationaal zijn we vooraanstaand en de grootsten van Nederland. Wij zien om die reden ook veel patiënten en kunnen daardoor op een gestructureerde wijze grote datasets creëren. Ons streven is om op den duur patiënten sneller te diagnosticeren.

Lukas Dekker, Catharina Ziekenhuis

Je kunt op een aantal manieren het leven van patiënten en toekomstige patiënten verbeteren. Je kunt het probleem voor zijn en als er al wel een probleem is vastgesteld, kun je iemand zo goed mogelijk de juiste dingen laten doen. Wij kunnen dat gaan doen door betere sensoren te ontwikkelen en gerichte, klinisch relevante data analyse toe te passen. Het gaat niet alleen om het opplakken van een sensor, maar wat doe je ermee? Hoe interpreteer en analyseer je de data? Dat zijn nieuwe terreinen, en alle elementen voor een goede analyse zijn aanwezig.’ Zorg betaalbaar houden Dekker: ‘In de gezondheidszorg is een sterke ontwikkeling gaande die value based healthcare wordt genoemd. Hierbij moeten we aantonen wat we toevoegen aan het leven van een patiënt. Dat is ook belangrijk voor ons. Het is goed om alle innovaties in de zorg ook langs diezelfde meetlat te leggen. Een pacemaker wordt straks niet automatisch

geïmplanteerd omdat hij twee keer zo klein is. Nee, er wordt bepaald of een nieuwe pacemaker een daadwerkelijke verbetering voor de patiënt is.’ Overeem: ‘Deze ontwikkeling is zorgbreed een onderwerp op zich. Tegelijk zijn we er ook mee bezig vast te stellen wat een keuze de zorg oplevert. Met dezelfde infrastructuur waarmee je data kunt delen en slim bekijken, kun je ook vaststellen wat het oplevert. Op patiëntniveau of breder.’ Dekker: ‘Dergelijke technologie zal leiden tot een afname van de kosten, en dat moeten we dan ook als een succes zien. Dit is maatschappelijk uitermate relevant, want over een paar jaar is onze zorg onbetaalbaar. Ik ben daar wel wat bezorgd over. We moeten innoveren om het probleem op te lossen. Dat besef begint in de zorg ook langzaam door te dringen.’ Zinvol onderzoek Vanuit het perspectief van de universiteit en de PhD’s vraagt de flagship-samenwerking ook

Sebastiaan Overeem, Kempenhaeghe

een eigen aanpak. Friesen: ‘Als je een dergelijke flagship-PhD gedaan hebt, ben je gewend om intensief samen te werken met verschillende disciplines. Het is niet dat je dat in andere onderzoeken niet krijgt, maar hier gewoon meer. We ontvangen cv’s uit heel de wereld voor deze posities. Wij zijn bij de selectie van kandidaten verantwoordelijk voor de wetenschappelijke component en de industrie kijkt onder andere of iemand past binnen de organisatie.’ Een van de PhD’s die vanaf het begin bij de flagship is betrokken, is Jan Werth. Hij bevindt zich in de afrondende fase van zijn promotieonderzoek. Voor de faculteit Electrical Engineering doet hij onderzoek naar de effecten van slaap bij vroeggeboren baby’s: ‘Ik vind het mooi om aan iets te werken dat in de toekomst een positieve impact heeft op de rest van iemands leven. Ik heb in eerste instantie niet bewust gekozen voor een flagship PhD. Ik wilde graag bij Philips aan de slag en zij


NR.21 NAJAAR 2018 / MAGAZINE VAN DE

mijn onderwerp. We zien waarschijnlijk pas over vijf à tien jaar daadwerkelijk resultaat van dit onderzoek, maar ik ben trots dat ik daarbij aan de wieg heb gestaan.’

Gérôme Friesen, Innovation Lab

waren destijds net bezig met deze samenwerking. Het onderwerp vond ik uitermate interessant en het samenwerken met het ziekenhuis gaf mijn onderzoek ook iets extra’s. Voor de data-analyse heb ik veel contact

met de artsen. En wat mij erg aanspreekt, is dat we in de flagship zinvol onderzoek doen, dat is een belangrijke parameter voor alle partners. Mijn PhD zit er bijna op en na mij gaat een andere onderzoeker verder met

Vertrouwen en respect Wat opvalt, wie van de betrokken partijen je ook spreekt, de bevlogen­heid spat er bij iedereen vanaf. Overeem: ‘Wij zijn natuurlijk enthousiast, maar denk niet dat het allemaal eenvoudig gaat. Je begint met weinig, er zijn geen voorbeelden om naar te kijken, maar mensen hebben het lef om te starten, al weten we niet precies waar we uit gaan komen.’ Flaman: ‘De bevlogenheid komt

ook door het aanpakken van maatschappelijke vraagstukken. De maatschappij vergrijst, er zijn steeds meer chronische ziekten, 80 procent van de kosten zit bij 20 procent van mensen. Als het zo sterk gedefinieerd wordt, dan word je ook gedwongen hier mee om te gaan en een bijdrage te leveren aan een hogere doelstelling. Een ziekenhuis is een totaal andere organisatie dan een bedrijf. Een bedrijf is een andere orga­nisatie dan een universiteit. En daarom zie je niet op zoveel plaatsen dat het heel soepel samenwerkt. Er moet een enorme basis van vertrouwen en respect zijn. En die vind je hier.’


34 35

PLANNER/VERKENNER

TEKST JUDITH VAN GAAL FOTO BART VAN OVERBEEKE

Beiden rondden aan de TU/e een studie af. De planner koos het pad dat het meest in lijn is met haar opleiding, terwijl de verkenner zich buiten de grenzen hiervan waagde.

Het was moeilijk om een opleidingsplaats en later een baan te bemachtigen. Ik had het geluk dat ik er in elk geval de goede achtergrond voor had. Landelijk zijn er jaarlijks maar zo’n vijftien opleidingsplekken. Ik ben wel blij dat ik me er niet blind op heb gestaard en naar alternatieven hebben gekeken.’

Niet blind op gestaard

Veelzijdig

‘Gek genoeg heb ik het vak klinische chemie niet eens gevolgd tijdens mijn studie Biomedical Engineering. Ik dacht ‘dat is zo toegepast, ik ga fundamentelere vakken volgen’. Ik wilde na mijn promotie bij een bedrijf onderzoek doen en dat heb ik ook gedaan, bij TNO - alleen merkte ik dat het voor mij te ver van de klinische praktijk af stond. Een collega met wie ik mijn promotieonderzoek deed, ging de opleiding tot laboratorium­specialist klinische chemie doen en langzaamaan groeide het besef dat dat ook goed bij mij zou passen.

‘Het mooie aan mijn functie als laboratoriumspecialist klinische chemie vind ik de veelzijdigheid. Ik heb te maken met onderzoek, wetenschap en management, waarbij alles draait om de zorg voor de patiënt. Je bent echt aan de zijlijn betrokken bij de behandeling. Ik adviseer artsen over testen en help ze bij de interpretatie van uitslagen. Verder ben ik verantwoordelijk voor de apparatuur van verschillende laboratoria en voor de kwaliteit van het onderzoek. Ik heb vaak met heel praktische zaken te maken; vragen van artsen beantwoorden over bijvoorbeeld

PLANNER MARLOES LANGELAAN Leeftijd 36 Functies • Laboratoriumspecialist klinische chemie Amphia ziekenhuis Breda • Opleiding tot laboratoriumspecialist klinische chemie Zuyderland Medisch Centrum • Onderzoeker bij TNO • Promovenda aan de TU/e Studie • 2000 - 2006: Biomedical Engineering, TU/e

bloedtrans­fusie of bloedanalyses en meedenken en beslissingen nemen over logistieke zaken op het lab.’

Fijne studententijd ‘Ik ben in 2000 naar de TU/e gegaan en ik heb de sfeer daar altijd heel prettig gevonden. Het was fijn om onder gelijkgestemden te zijn, het werd niet meer vreemd gevonden om hoge punten te halen zoals op de middelbare school wel eens het geval was. Bovendien ging ik vaker naar feestjes, voor die tijd was ik vooral erg actief met turnen bezig. Ik vond het groepswerk in het begin vreselijk, maar achteraf blijkt het erg leerzaam te zijn. Ik merk dat ik door mijn achtergrond in de biomedische technologie met mensen uit meerdere vakgebieden kan meepraten en bruggen tussen hen kan bouwen. Ik kom nog altijd oud-BMT’ers tegen - in het ziekenhuis waar ik werk of in het vakgebied.’


TEKST JUDITH VAN GAAL FOTO BART VAN OVERBEEKE

Persoonlijke boodschap ‘Ik heb die discussie over duurzaamheid nooit goed begrepen. Natúúrlijk wil je duurzaam leven! Ik heb drie zonnepanelen, verbruik weinig energie, filter het regen­ water op het dak en heb een composttoilet; maar de grootste winst is dat ik klein woon. Ik had behoefte aan rust en minder spullen, en daarom heb ik mijn tiny house laten bouwen. Het uitgangspunt bij het ontwerp was om de bouw op mijn spullen af te stemmen, in plaats van andersom. Ik heb niets nieuw gekocht. Alles heeft een bepaalde betekenis voor me, het meeste heb ik gekregen. Zo hebben mijn vrienden een persoonlijke boodschap geschreven achterop de klimwandgrepen die op de muur buiten zitten. Ik heb daardoor best wat moeite gehad om afscheid te nemen van verschillende spullen, maar het wonen hier heeft me wel rust gebracht - al was het ook zwaar, zeker in de winter. Ik krijg wel eens te horen dat ik altijd voor de moeilijke

NR.21 NAJAAR 2018 / MAGAZINE VAN DE

weg ga, maar misschien heb ik die uitdagingen ook nodig.’

Winnaar Batavierenrace ‘Ik behoor tot de eerste lichting van Sustainable Energy Technology en heb als student-assistent mogen helpen bij de opzet ervan. De mens gekoppeld aan de techniek past het best bij mij en die maatschappe­lijke en duurzame kant vind ik heel belangrijk en interessant. Het is een groot geluk voor mij geweest dat ze die studie hebben opgezet. Het duurzame clubje heeft me gevormd, het zijn nog altijd vrienden van me. Tijdens mijn studietijd was ik actief bij outdoorvereniging All Terrain. Ik heb met de Batavierenrace meegelopen en dat was de enige keer dat de TU/e die race heeft gewonnen, dus groot feest en een bijzondere ervaring.’

Adviseur biobrandstoffen

was ik niet direct enthousiast. Ik ben wel naar het gesprek gegaan en heb daar vooral heel duidelijk proberen te maken waarom die functie níet bij mij zou passen. Die eerlijkheid hebben ze toen zo gewaardeerd, dat ze op zoek zijn gegaan naar een passende baan. Zo ben ik adviseur biobrandstoffen geworden. In 2012 kreeg ik de kans tijdelijk naar Frankrijk te gaan en zeven maanden werden al snel jaren, waarin ik verschillende themaweken organiseerde. Ik werk nu als vrijwilliger in het streek­ museum en vertel over de geschiedenis en natuur in deze omgeving. Vanuit het IVN maken mensen wandelingen langs mijn huis en dan leg ik met veel plezier uit hoe alles werkt. Ze vragen me soms voor inspiratielezingen over mijn levenswijze. Ik wil graag weer aan de slag als coach en sparring partner.’

‘Toen een TNO-recruiter me benaderde,

VERKENNER ELKE RABÉ Leeftijd 37 Functies • Tiny house projectleider in Westbroek • Sparring partner, coach • Organisator van themaweken in de Alpen • Consultant biobrandstoffen en duurzame mobiliteit bij TNO Studies • Opleidingen in coaching en mindfulness • Talentontwikkelings­programma bij TNO • 2000 - 2006 Sustainable Energy Technology, TU/e


36 37

DE VONK/

TEKST JOEP HUISKAMP FOTO’S BART VAN OVERBEEKE

EEN BERLINER TUSSEN DRIE CULTUREN EN DRIE BANEN

Zijn intreerede uit 2009 neemt de groei, destructie en wederopbouw van Berlijn als uitgangspunt voor een doorwrochte verhandeling over stedenbouw. Geboren en opgegroeid in München, vertrok Christian Rapp in 1982 met een metselaarsdiploma op zak voor zijn studie naar Berlijn. Als student werkte hij voor sterarchitecten als Rem Koolhaas en diens Duitse collega Hans Kollhoff. Hij noemt zich Berliner, maar woont (nog) in Amsterdam en werkt in Eindhoven. Sinds 2016 is hij daarnaast stadsbouwmeester van Antwerpen. Behendig laveert Rapp (55), met een relativerend Beiers gevoel voor humor als kompas, tussen drie culturen en drie banen.


c.rapp@tue.nl

I

k ben geboren in München. De oorlog had ook in mijn Beierse familie sporen nagelaten. Mijn grootvader kwam uit een boerengezin. Hij mocht muziek studeren en werd eerste violist in het Reichsorkest van de Nazi’s. Als muzikant moest hij het leger in en werd ingedeeld bij een persafdeling. Hij kwam pas lang na het oorlogseinde weer thuis uit Russische gevangenschap. Mijn moeder moest als meisje bij bombardementen het huis uit

NR.21 NAJAAR 2018 / MAGAZINE VAN DE

om te schuilen. Mijn vader is een vertegenwoordiger van de klassieke Wirtschaftswunder-generatie, die het land moest opbouwen uit het puin. In tegenstelling tot Berlijn begon men in München meteen met de wederopbouw. Dankzij het Marshallplan kon Duitsland weer investeren en zo kwam het Wirtschafts­ wunder tot stand. Siemens verplaatste de hoofdzetel naar München en de Bayerische Motoren Werke maakte weer personenauto’s. BMW begon ooit als Rapp Motoren Werke. Hoewel het geen familie was, zou ik het natuurlijk wel bijzonder gevonden hebben als we nu in RMW’s zouden rondrijden.

vijftien maanden dienstplicht en daarna moest ik een jaar zien te overbruggen. Het leek me als toekomstig architect wel handig als ik een metselaarsdiploma zou halen. Dat lukte en ik won zowaar de prijs als beste leerling-metselaar van Ober Bayern. De gebouwen waaraan ik een steentje heb bijgedragen, staan er nog, maar ik was als leerling vooral bezig met bier halen voor de ervaren bouwvakkers.

In de jaren zestig was er in het straatbeeld weinig meer dat aan de oorlog herinnerde. Ik had een stabiele jeugd: spelen, sporten en op mijn vijfde naar school. Na een gesprek met de schooljuf kwam mijn moeder apetrots thuis. De onderwijzeres had mij een fenomeen genoemd. Waarom? Normaal tekenen kinderen van die leeftijd huisjes tweedimensionaal, maar ik deed dat blijkbaar al in drie dimensies. Ik was verder overigens geen geweldig goede leerling.

Hoogleraren werden destijds benoemd voor het leven. Dat was voor een aantal aanleiding om meteen maar op te houden met nadenken. Alle studenten wilden bij de schaarse goede docenten afstuderen, dus werd je permanent uitgeloot.

Ik speelde als jongetje op de Schuttberge waarnaar ooit het puin van de bombardementen was afgevoerd. Daar werden in 1972 het Olympisch Stadion en het Olympisch Dorp gebouwd en dat vond ik fascinerend. Ik wist al vanaf mijn tiende dat ik architect wilde worden. Na mijn gymnasiumexamen wilde ik in München studeren, met Berlijn als tweede keuze. Ik dacht precies te weten dat ik met een gemiddeld cijfer van 2.4 - de cijfers in Duitsland lopen van 6 tot 1 - de numerus fixus kon omzeilen. Maar dat jaar bleek de lat hoger te zijn gelegd. Dus werd het eerst

Daarna kon ik naar de TU Berlin. Op een zondagochtend arriveerde ik in mijn lelijke eend in de grote stad en ik voelde me heel erg klein. Met driehonderd eerstejaars zaten we in de collegebanken.

Getriggerd door Rem Koolhaas In 1984 ontmoette ik Rem Koolhaas in Berlijn. Hij presenteerde op een symposium zijn plan voor het Parc de la Vilette in Parijs. Ik raakte getriggerd door zijn persoon, zocht hem op in Rotterdam en werd tot mijn verbazing aangenomen. Een jaar heb ik voor zijn bureau gewerkt. Daarna keerde ik terug naar Berlijn en in de vakanties werkte ik voor Hans Kollhoff, toen nog bevriend met Koolhaas. De betekenis van Koolhaas als strategisch denker is groter dan als architect, denk ik, maar het vak en het echte bouwen heb ik geleerd van Kollhoff.


38 39

DE VONK/

Met Kollhoff zat ik schouder aan schouder gebogen over dezelfde schetsrol. We deden mee aan acht competities. Op een dag belde hij bij me aan: ‘Christian, ik weet dat je gaat afstuderen, maar ik heb hier een Nederlandse brief en wat staat daar eigenlijk?’ Het was een uitnodiging om ons voor te komen stellen bij een woningbouwcoöperatie in Amsterdam. Dat gaf me de kans om écht te gaan bouwen. Het ging om het eerste project voor sociale woningbouw in het oostelijk havengebied, het Piraeusgebouw. Ik woon er met mijn vrouw en kinderen nog steeds.

‘Ik woon nog steeds in het eerste echte project dat ik bouwde’

In 1989 viel de Muur. De discussies waren enorm spannend. Hoe bouw je de stad weer op? Drie jaar later begon ik er met Stephan Höhne mijn eigen bureau. We wonnen een prijsvraag voor de bouw van een ziekenhuis. Maar Berlijn zat economisch in de malaise en dat project ging voorlopig niet door. Ik besloot een Amsterdamse dependance te starten en pendelde drie jaar heen en weer. We kregen in Nederland werkelijk droomopdrachten. Ik won de Maaskantprijs voor jonge architecten en heb het aan Nederland te danken dat ik zo’n snelle start kon maken. Dat was in Duitsland totaal ondenkbaar geweest.


NR.1 NR.21NOVEMBER NAJAAR 2018 2011//MAGAZINE MAGAZINEVAN VANDE DE

Een jaar of tien geleden bekroop me het gevoel dat ik een beetje stilstond en ik besloot bij de TU/e te solliciteren, op zoek naar een balans tussen architect en hoogleraar. Ik heb me ontwikkeld tot vooral een prak­ tiserende hoogleraar. Jonge architecten opleiden en ontwerpend onderzoek gaat me, denk ik, goed af. Maar fundamenteel onderzoek ligt minder op mijn lijn. Mijn eigen denken over architectuur wordt verrijkt door de uiteenzetting met studenten. Bijvoorbeeld in de stedenreeks die ik met collega Bernard Colenbrander heb opgezet.

‘Op zoek naar een balans tussen architect en hoogleraar’ Een paar jaar geleden werd ik benaderd door een headhunter voor de rol van stadsbouwmeester van Antwerpen. Dat is in Vlaanderen echt een invloedrijke functie: ik ben onafhankelijk en mag beleid maken. Ik heb zojuist een inspiratienota gelanceerd als basis voor een nieuw ruimtelijk structuurplan met aandacht voor betaalbaar sociaal wonen. Daarbij heb ik steun van burgemeester Bart de Wever. Ik maak in Antwerpen schaamteloos gebruik van mijn ervaringen in de Duitse en de Nederlandse cultuur. In ieder land kun je verschillen zien tussen het zuiden en het noorden. De Beieren zijn vergelijkbaar met de Belgen, de Hollanders misschien met de Berlijners. Ze hebben een vlotte babbel, maar denken niet lang na voordat ze hun mening geven. Een zuiderling denkt eerst Rapp in Antwerpen.

na voordat hij voorzichtig gaat praten. Vlamingen vermijden vaak het conflict. Wanneer een Belg ‘misschien’ zegt, bedoelt hij vaak keihard nee. Het duurde een tijdje voor ik dat doorhad. Ik ben Amsterdam intussen wel een beetje beu. Decennialang is de stad bestuurd vanuit een liberalistische visie, die er van uitgaat dat de markt de woningproblemen zal oplossen. Nu de crisis voorbij is, verwacht men driehonderdduizend nieuwe inwoners tot 2030 . De markt weet echt niet waar je die mensen moet laten en de prijzen rijzen de pan uit. Mijn medewerkers moeten tot in Zaanstad woonruimte zoeken. Die Amsterdammers hebben het met hun eindeloze arrogantie totaal verkwanseld.

‘Na mijn pensioen wil ik weer echt alleen nog architect zijn’ Mijn vrouw leidt nu ons bureau en ik ben een soort art director. De fascinatie voor Berlijn is gebleven, maar we werken nu vooral in München. Ik ben alleen op maandag op mijn bureau en de rest van de tijd verdeel ik tussen Antwerpen en Eindhoven. Mijn agenda is moordend, omdat het in principe drie fulltime banen zijn. Ik denk nu na of ik voor een tweede periode in Antwerpen zal gaan. Het kost veel reistijd, in de trein of in mijn Porsche. Mocht ik kiezen voor een tweede termijn, dan verhuizen we misschien wel. Over iets meer dan tien jaar ga ik met pensioen. Dan neem ik me voor om weer echt alleen nog architect te zijn.’


Facing a challenging technological design issue? PDEng trainees offer your organization an innovative solution > > > > > >

4TU. School for Technological Design STAN ACKERMANS INSTITUTE

On-site execution of a design project Within industry or healthcare institutions Selection of the best MSc students Knowledge of the latest design methods Scientific support from university experts www.4tu.nl/sai


41

VAN START/

In ‘Van Start’ vertellen TU/e-starters over hun eigen bedrijf.

NR.21 NAJAAR 2018 / MAGAZINE VAN DE

TEKST MONIQUE VAN DE VEN FOTO BART VAN OVERBEEKE

Wat doet

STENTiT

?

Hoe is STENTiT gestart

?

Waar

zijn jullie tegenaan gelopen

?

Waarop

ben je tot dusver het meest trots

?

Waar

staat STENTiT nu

?

What’s next

?

‘We hebben een regeneratieve stent ontwikkeld die een ziek bloedvat niet alleen openhoudt, maar ook helpt genezen. De stent is opgebouwd vanuit nanovezels in een structuur die bloedcellen aantrekt; daardoor triggert de stent een natuurlijke reactie voor herstel.’ ‘Tijdens onze promotietrajecten hebben we binnen het Europese consortium LifeValve samengewerkt aan de ontwikkeling van een meegroeiende hartklep voor kinderen. Na dat project dachten we: als Sol stents kan maken en Bart weefsel kan regenereren, kunnen we misschien een gecombineerd product maken - namelijk een stent die het bloedvat kan genezen. Clinici en opinieleiders vanuit de cardio­ vasculaire wereld waren snel enthousiast. Het feit dat we die mensen, met toen nog alleen een filmpje, konden overtuigen van ons idee, gaf ons het vertrouwen om in maart 2017 dit bedrijf te starten.’ ‘We zijn allebei opgeleid als onderzoekers, ingenieurs. Een bedrijf leiden is totaal iets anders; met veel aspecten heb je geen ervaring. Zo ben je als onderzoeker aanvankelijk gericht op de technologie, maar als ondernemer moet je vooral kijken hoe je het tot een commercieel product kunt doorontwikkelen. Dat is lastig, maar je leert snel. Daarnaast kan een doorbraak in de medische sector veel geld opleveren, waarbij je als onervaren nieuwkomer met een innovatief idee goed moet opletten met wie je in zee gaat. Soms is het net een shark tank.’

STENTiT (STENT Intelligent Technology) Wil met zijn regeneratieve stent de nieuwe standaard zetten voor cardiovasculaire behandelingen.

Sol Cabrera (36) en Bart Sanders (31) Oprichters/directeuren

‘Dat we deze startup zelf vanaf de grond hebben opgebouwd en binnen een jaar al belangrijke mensen aan onze zijde hebben die ons steunen. Zo stonden we afgelopen mei in Parijs al op ’s werelds meest toonaangevende congres op het vlak van cardio­vasculaire interventionele geneeskunde, om onze eerste studies te presenteren - sta je daar, als kleine vis tussen al die groten.’ ‘Dankzij subsidies hebben we vrij snel ons eerste prototype gemaakt en getest. De resultaten waren veelbelovend; ze bevestigden dat je een stent kunt maken vanuit nanovezels, die je zonder ingrijpende chirurgie kunt implanteren om daar het bloedvat opnieuw op te bouwen, waarna de stent weer oplost in het lichaam. Eind dit jaar beginnen we met nieuwe preklinische studies. De eerste studies met mensen hopen we te starten voor 2025 - maar dat is een heel grove schatting.’ ‘We gaan nu vooral op zoek naar investeerders. De tijd is gunstig; de verwachtingen van regeneratieve geneeskunde zijn hoog en er wordt via grote programma’s veel in geïnvesteerd. Mochten alle studies lukken, dan heeft STENTiT uiteindelijk zoveel waarde opgebouwd dat het misschien ooit wordt opgekocht door een groter bedrijf. Maar het kan uiteindelijk ook zomaar zijn dat we de stents hier zelf gaan produceren. Linksom of rechtsom: uiteindelijk moet deze stent zo snel mogelijk mensenlevens gaan redden.’

stentit.com

Sol Cabre ra

(links) en Bart

Sanders.


42

GESTELD/

‘Computer programming has to be included in the curriculum of elementary school.’

‘Environmentallyfriendly diesel fuel does not exist.’ Stelling bij het proefschrift ‘Fate of forgotten fuel’ van Peter Bakker.

Stelling bij het proefschrift ‘Nanostructured microparticle synthesis by high-flux plasma processing’ van Damiën Aussems.

‘Regular shared coffee breaks are very important for the productivity of PhD students.’ Stelling bij het proefschrift ‘Nanostructured microparticle synthesis by high-flux plasma processing’ van Damiën Aussems.

‘Success is not final, failure is not fatal: it is the courage to continue that counts.’

‘Industry support is nowadays inevitable for state-of-the-art research in technological fields.’

Stelling bij het proefschrift ‘Fate of forgotten fuel’ van Peter Bakker.

Stelling bij het proefschrift ‘Fate of forgotten fuel’ van Peter Bakker.

‘The heart is like an orchestra and the uterus is like a soccer crowd.’

‘Impossible is not a fact. It is an opinion’ (Muhammed Ali).

Stelling bij het proefschrift ‘Real-time electrohysterography: A novel technology used on the labour ward’ van Marion Vlemminx.

Stelling bij het proefschrift ‘Real-time electrohysterography: A novel technology used on the labour ward’ van Marion Vlemminx.


43

Jan Smits (1953) is 26 jaar hoogleraar Recht en Techniek geweest aan de TU/e, bij Industrial Engineering & Innovation Sciences. De telecom-IT-specialist regelde ter ere van zijn afscheid in juni een concert van Camilla Blue.

j.m.smits@tue.nl

TEKST NORBINE SCHALIJ FOTO BART VAN OVERBEEKE

Bijklussende Morele dilemma’s professor

‘Ik was UD in Utrecht toen ik eind jaren tachtig gevraagd werd een juridische leerstoel te bekleden bij de faculteit Wijsbegeerte en Maatschappij Wetenschappen. De TU/e kende mijn artikelen over de band tussen recht en techniek. In 1992 kwamen we een deeltijd­ aanstelling overeen en dat is het tot het eind gebleven. Het had ook niet anders gekund, want ik had intussen mijn eigen bedrijf opgericht; Adviesbureau InMediaRes, dat bestaat nog steeds. Later heb ik ook andere firma’s opgezet zoals VillaMusicRights en 2knowit.’

‘Mijn doel was aan ingenieurs duidelijk maken dat je wel alles van techniek kunt weten, maar dat er een wetgever is die de regels bepaalt. Het recht zorgt ervoor dat consumenten en kleine bedrijfjes worden beschermd en dat er innovaties kunnen plaatsvinden. Ik vond het altijd fijn om met studenten te praten over de morele en juridische dilemma’s bij zelfrijdende auto’s, klimaatafspraken en intellectueel eigendomsrecht, om maar wat te noemen.’

Sterk publiek hart

‘Mijn vader overleed in 1966, ik was nog maar dertien. Twee jaar daarvoor was de Algemene Weduwen- en Wezenwet ingevoerd en ik ben dankbaar voor een samenleving met maatschappelijke vangnetten. Onrecht maakt me bloedfanatiek, dat is mijn drijfveer. Ik heb me vaak kunnen inkopen als aandeelhouder, maar nooit ben ik voor het grote geld gezwicht.’

Op pagina 2 forward/ met Patricia Dankers

Geen opvolger

‘Ik heb spijt dat ik de universiteit niet heb kunnen overtuigen dat er aan de TU/e een hoogleraar Recht en Techniek moet blijven. Er is nog wel een leerstoel Standardisation and Intellectual Property, maar die dekt maar een heel klein juridisch gebied. Ik vind het schandalig dat ik niet word opgevolgd. Misschien heb ik het vakgebied tekort gedaan door het woord Recht op te geven in de naamgeving van vakken. Die werden dan ‘Technologie en Beleid’ en ‘Information Security in Society’ genoemd. Heel spijtig.’

Trots

‘Mijn vijf promovendi waren zeer multidisciplinair en houden zich bezig met techniek én recht. Hun promotieonderzoek ging over mobiel betalen, afspraken tussen telecombedrijven, bescherming van verkeers­ gegevens, encryptie en standaardisatie. Ze zijn nu allemaal hoogleraar of lector, maar één van hen is wiskundedocent, dat vind ik geweldig.’


44

OORSPRONG/

Slaaponderzoek

NR.21 NAJAAR 2018 / MAGAZINE VAN DE

TEKST TOM JELTES FOTO SHUTTERSTOCK

Slaap is lang beschouwd als een passieve toestand - een tussenvorm tussen leven en dood. Pas de afgelopen eeuwen groeide het besef dat tijdens onze slaap allerlei essentiële hersenprocessen plaatsvinden, en dat een goede nachtrust cruciaal is voor onze gezondheid. Sinds de jaren twintig kunnen we die processen meten met een EEG en de afgelopen jaren komen steeds meer middelen beschikbaar om slaapaandoeningen ook buiten de kliniek te bestuderen. Aan de TU/e bestaat hiervoor sinds kort een leerstoel: Intelligent Systems for Sleep Disorders. 1868 De Duitse neuroloog en psychiater Wilhelm Griesinger constateert snelle oogbewegingen bij slapende mensen. Pas in de jaren vijftig van de twintigste eeuw worden deze rapid eye momements (REM) algemeen bekend, als de Amerikanen Eugene Aserinsky en Nathaniel Kleitman over dit fenomeen in het tijdschrift Science rapporteren, en kort daarna aannemelijk maken dat de oogbewegingen gekoppeld zijn aan dromen. De term REM-slaap is geboren.

1871 Eerste klinische beschrijving van slaapapneu door Sir William Henry Broadbent. Bij apneu stokt de adem tijdens de slaap regelmatig, met diverse klachten tot gevolg - waaronder overdag ongewild in slaap vallen. Slaapapneu werd overigens al in 1836 anekdotisch beschreven door Charles Dickens in zijn Pickwick Papers. Het karakter Joe, een bijzonder dikke jongen, leed overduidelijk aan een dergelijke aandoening.

Februari 2018 Maaike Goelema promoveert aan de TU/e op onderzoek naar de factoren die bepalen of iemand zich uitgerust voelt na een nacht slaap. De gemoedstoestand waarmee je naar bed gaat, blijkt daarbij een zeer belangrijke rol te spelen. De promotie vormt de start van een onderzoekslijn waarbinnen met slimme metingen gedurende de dag het gedrag van proefpersonen wordt bijgehouden, om dit te relateren aan de hierop volgende slaapervaring.

1880 Narcolepsie, een aandoening waarbij de ‘slaap-waakschakelaar’ in het brein dusdanig is verstoord dat patiënten overdag plotseling in slaap vallen (en ’s nachts juist telkens wakker worden), wordt beschreven door de Franse arts Jean-BaptisteÉdouard Gélineau.

1924 De Duitse psychiater Hans Berger brengt voor het eerst hersenactiviteit van mensen in beeld met een elektroencefalogram (EEG).

1937 Alfred Loomis en collega’s van Harvard University tonen met EEG-metingen aan dat slaap is opgebouwd uit maar liefst vijf verschillende fases.

April 2018 Pedro Fonseca bewijst als TU/e-promovendus bij Philips dat metingen met een smart watch, die beweging en hartslag meet, geschikt zijn om thuis slaaponderzoek te doen. Bij gezonde personen kunnen zelfs de verschillende slaapfases worden onderscheiden. De volgende uitdaging is om dit ook voor elkaar te krijgen bij patiënten met een slaapaandoening. Dit onderzoek maakt deel uit van het in 2018 opgerichte Eindhoven MedTech Innovation Center (e/MTIC). (zie ook pagina 30 in deze Slash)

1986 Mark Mahowald en Carlos Schenk van Minnesota Regional Sleep Disorders Center beschrijven REM Sleep Behavior Disorder - een aandoening waarbij de normale spierverslapping tijdens de droomslaap verdwijnt, waardoor patiënten hun dromen fysiek uitleven, niet zelden op een gewelddadige manier. Later blijkt dat deze aandoening vaak een beginstadium van de ziekte van Parkinson is.

2017 Sebastiaan Overeem, somnoloog (slaaparts) bij slaapcentrum Kempenhaeghe, wordt aan de TU/e benoemd tot deeltijdhoogleraar Intelligent Systems for Sleep Disorders.

2000 Aan Stanford University ontdekken onderzoekers - onder wie de Nederlandse promovendus Sebastiaan Overeem - dat narcolepsie samenhangt met een gebrek aan hypocretine, een eiwit dat de communicatie tussen het slaap- en het waakcentrum in de hersenen stabiliseert.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.