2 minute read

Vijfde ‘Kapittel onder 10

In het Franse Taizé werd van 7 tot en met 14 juli een speciaal kapittel van franciscanen gehouden, namelijk het vijfde ‘Kapittel onder 10’. Op deze bijeenkomst waren bijna 200 broeders vanuit vijf continenten en 55 landen bijeen, die minder dan 10 jaar geleden hun plechtige professie hebben uitgesproken.

Vijfde ‘Kapittel onder 10’: broeders in dialoog

Advertisement

Het thema van het kapittel was ‘broeders in dialoog’. Daaronder werd zowel de dialoog van broeders onder elkaar als de dialoog met de wereld begrepen. Over dit thema wilde het generaal bestuur van de orde de mening weten van ‘de toekomst van de orde’, de jonge broeders. Elke ordesprovincie mocht drie broeders afvaardigen. Namens Nederland waren dat Roland Putman, Jan ter Maat en Hans-Peter Bartels.

Eenzaam en onbegrepen Het kapittel kende drie inspirerende inleidingen. Broeder Cesare Vaiani ofm, de generale secretaris Vorming en Studie, ging in op de teksten van Franciscus aangaande dialoog. Frère Alois, de prior van de communiteit van Taizé, belichtte de dialoog tussen zijn gemeenschap en de minderbroeders, de oecumenische en interreligieuze dialoog, en de dialoog tussen religieuzen en jongeren. Broeder Michael Perry ofm, de generale minister, ging in op de centrale rol van dialoog in het leven van elke minderbroeder.

Hij sprak daarbij vooral ook zijn zorg uit over het feit dat er vele ordesprovincies zijn waar binnen de eigen gemeenschap niet of nauwelijks dialoog plaatsvindt. Dat is de grote reden waarom veel jonge broeders gedesillusioneerd raken, zich eenzaam voelen en soms zelfs uittreden. Van de 150 deelnemers aan het vierde ‘Kapittel onder 10’, vijf jaar geleden, is inmiddels 12 procent uitgetreden en nog eens 40 procent voelt zich ‘eenzaam en onbegrepen’. Broeder Michael noemde dat schokkende cijfers. Hij ziet het als zijn grote opdracht hierin verandering te brengen.

Het belangrijkste gedeelte van het kapittel was om in kleine internationale groepjes te spreken over het thema en zo van elkaar te leren en elkaar beter te leren kennen. Op de voorlaatste dag van het kapittel kwamen de broeders per conferentie (regio) bij elkaar. Nederland vormt met Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk, Frankrijk, België, Hongarije en Roemenië één conferentie. Samen werden daar aanbevelingen voor de ministers-provinciaal geformuleerd om de dialoog in eigen huis, maar vooral ook tussen de provincies, te bevorderen.

Taizé De bijeenkomst vond plaats bij de ‘Gemeenschap van Taizé’, waar jaarlijks tienduizenden jongeren samenkomen. Frère Roger, de stichter van de oecumenische gemeenschap, baseerde zijn leefregel sterk op de Geschriften van Franciscus, zodat er een spirituele band bestaat tussen de frères en de minderbroeders. Samen met de franciscanen waren er zo’n 2000 jongeren vanuit de hele wereld in Taizé te gast, daaronder bijna honderd Nederlanders. Het thema ‘dialoog met de wereld’ kon direct in praktijk worden gebracht. Het bijzondere aan Taizé is, dat het gebed en de gezangen veeltalig zijn. Zo kon iedere broeder of jongere zich gemakkelijk echt aansluiten bij het gebed.

In de slotconclusies klonk de tekst van de karmelietes Teresa van Avila door die ook terugkomt in één van de bekendere Taizéliederen: “Nada te turbe! Nada te espante! Quien a Dios tiene, nada le falta. Sólo Dios basta!” “Niets maakt je van streek! Niets maakt je bang! Wie God heeft, ontbreekt niets. God alleen is genoeg!” Oftewel: durf je stem te laten horen.