Grootouders uit de duizend

Page 1

Dit magazine is van ––––––––

BEST OMA & OPA FOREVER Editie 1 - Jaargang 2015

–––––––––– –––––––– –––––––––– –––––––––– –––––– –––––––––– –––––––––– ––––––

GROOTOUDERS UIT DE 1000 Binnenkijken in een huis vol c ­ reativiteit ★ Op de l­ atten met oma Annemie ★ Joyce ­Beullens over de b ­ ijzondere band met haar stiefopa ★ ­Superlekkere pizza van opa Yves ★ Op vakantie bij m ­ ammie Spanje ★ …


Education matters. You matter.


VOORWOORD

Beste grootouder, Mijn vrouw Celine en ik hebben er twee uit de duizend. Brent (7), Tommeke ­­Boonen in het diepst van zijn gedachten als hij hier bij ons op zijn zwevend fietsje de sprint aantrekt. En Eline (5), die in het kinderkamp achter in de tuin met veel liefde en toewijding een heerlijke maaltijd in elkaar knutselt met regenwater, zand en restjes snoeihout. Afgelopen zomer heb ik voor hen een piratenboomhut gebouwd in de kruin van onze kastanjeboom, inclusief verrekijker, stuurwiel en een dansend spook. Zelfs op kerstavond hebben ze erin gespeeld en gezongen, het was geweldig om hen bezig te zien. Kleinkinderen maken het kind in je opnieuw wakker...

“Kleinkinderen maken het kind in je opnieuw wakker”

Net zoals elke grootouder wil ik Brent en Eline zó veel dingen bijbrengen. Ik wil dat ze weten dat hun overgrootouders, betovergrootouders en oud-ouders noest werkende molenaars waren - één en al oor voor de boeren als die een slechte oogst hadden gehad - en dus toon ik hen onze stamboom. Ik wil dat ze weten waar ons dorpje Veerle-Laakdal ligt op de kaart van België. En ik wil dat ze weten hoe bevoorrecht wij hier in het Westen zijn met al onze luxe en welvaart. Dus toon ik hen foto’s en filmpjes van onze vzw Bollé Bollé, die in Tanzania een middelbare school met internaat bouwt voor negenhonderd meisjes. De kleinkinderen geven ons levensvreugde, zelfs in de moeilijkste momenten. Amper vijf maanden nadat Eline was geboren, verloor haar mama Joke op 32-­jarige leeftijd de strijd tegen borstkanker. Onze dochter pendelde van de af­ deling oncologie naar de materniteit en gaf flesjes tussen de bestralingen door. Ons Joke was een geweldige moeder, dat zag je meteen, maar ze was het véél en véél te kort. Tijdens de doopviering van Eline kreeg Joke haar laatste sacrament en kort daarna is ze gestorven. Het is een rugzak vol verdriet, maar vooral Brent, toen tweeënhalf, trok ons mee en hielp ons erdoor. Voor je kleinkinderen wil je er staan, dag in, dag uit. Hun lach en aanwezigheid werkt beter dan eender welk medicijn. Dit Grootouders uit de 1000-magazine is een ode aan de speciale band tussen grootouders en hun kleinkinderen. Met verrassende en tegelijk herken­ bare verhalen, anekdotes en hartverwarmende foto’s. Speciaal gemaakt voor jou en die duizenden andere grootouders uit de duizend. Veel leesplezier! Herman Vervloet Covoorzitter Grootouders- en Seniorenactie van de Gezinsbond

COLOFON Groutouders uit de1000 is een uitgave van de Gezinsbond i.s.m. Die Keure • Verantwoordelijke uitgever: Educatieve uitgeverij Die Keure, Nic Pappijn, Kleine Pathoekeweg 3, 8000 Brugge, www.diekeure.be • Marketing Communication Manager: Mieke Gassesmet & Sofie Van Obberghen •

Concept & realisatie: www.mauscreations.be • Editorial account: Cathy Jansens • Creative Director: Steven Depaemelaere • Eindredacteur: Stijn Vanbiervliet • Vormgevers: Steven Depaemelaere, Bruno Tijtgat, Pieter Vanhoutte • Redactiemedewerkers: Dimitri Bambust, Tom Delmotte, Thalisa Devos, Annelies

Waegemans, Klaar Wauters • Fotografie: David Barbe, Joost Demuynck, David Samyn, Madelien Waegemans • Styling: Sophie Vincent • Drukkerij: www.diekeure.be

3


ONZE ONZE WINKELS WINKEL Creatief? Dan moet je zeker Creatief? binnenspringen bij De Banier! Groot of je klein, alsbinnenspringen je graag knutselt, je in Dan moet zeker bij vind De Banier! onzeofspeciaalzaak zeker je gadingvind tussen Groot klein, als je graag knutselt, je in meer dan 10 000zeker creatieve producten onze speciaalzaak je gading tussen en tientallen workshops. meer dan 10 000 creatieve producten en tientallen workshops.

e .b r e i n a b e .d w w w r.be

AALST, Molenstraat 65, 053-70 13 80 ANTWERPEN, Kipdorp 30, 03-202 24 71 AALST, Molenstraat 65, 053-70 13 8086 51 BRUGGE, Katelijnestraat 67, 050-33 ANTWERPEN, Kipdorp 85, 30, 02-511 03-202 44 24 31 71 BRUSSEL, Kolenmarkt BRUGGE, Katelijnestraat1,67, 050-33 GENT, Hoefslagstraatje 09-233 8786 8751 BRUSSEL, Kolenmarkt14, 85,011-23 02-51114 4489 31 HASSELT, Vaartstraat GENT, Hoefslagstraatje 1, 09-233 87 87 97 84 LEUVEN, J.P. Minckelersstraat 29, 016-29 HASSELT, Vaartstraat 14, 011-23 89 MECHELEN, O.L. Vrouwestraat 34,14015-41 02 34 LEUVEN, J.P. Delaerestraat Minckelersstraat 016-29 ROESELARE, 16,29, 051-24 35 97 11 84 MECHELEN, O.L. Vrouwestraat 34, 015-41 SINT-NIKLAAS, Stationsstraat 77, 03-766 0702 6634 ROESELARE, 16, 051-24 35 1115 13 TURNHOUT, Delaerestraat Sint-Antoniusstraat 37, 014-42 SINT-NIKLAAS, Stationsstraat 77, 03-766 07 66 TURNHOUT, Sint-Antoniusstraat 37, 014-42 15 13


11

HERMAN VERVLOET KRIJGT HET EERSTE WOORD EN HEET JE WELKOM.

16

Welkom in de leeftuin van oma Annie

Een openhartig gesprek met Joyce Buellens over de bijzonder sterke band met haar stiefopa 19

Niks is hem te veel. ­Ontmoet onze stille held Urbain.

nd ze

ui

ud

to

Magazine boordevol bijzondere grootouders. Elk met hun eigen verhaal. Elk met een hart voor hun kleinkinderen. Veel leesplezier.

Groo

INHOUD

er uit de d

PORTRET ‘GROENE VINGERS’: “Oma Lutgart, ­ zullen wij de slakken ­vangen? Dan eten ze de ­aardbeien niet meer op en hebben wij er meer” 12. Onze sportieve helden over de liefde voor hun sport en hun kleinkinderen

24. Binnen en buiten bij creatieve ­duizendpoten Lut en Gwijde

AAN TAFEL MET MÉMÉ ­ARLETTE EN OPA YVES Nog een l­ aatste ­verhaaltje voor het ­slapen gaan

32

Geen brug te ver: mammie Martine over grootouder zijn vanop een afstand.

5


groene vingers

WELKOM IN EEN OASE VAN GROEN Ontluikende bloemknoppen, uitrollende varens, siergrassen, … Annie Dreesen droomde van een echte leeftuin. Buiten zijn en wroeten in de aarde ontspant, en als de kleinkinderen helpen is het nog zo gezellig ook. In haar grote tuin voelt het iedere dag een beetje als vakantie.

Tekst: Annelies Waegemans. Fotografie: David Samyn

De prachtige bed & breakfast Anno 1756 van Annie Dreesen bestaat ondertussen bijna tien jaar. Ooit kocht ze dit huis als een gezinswoning, maar toen op zes maanden tijd alle drie de kinderen het ouderlijke nest uitvlogen, kreeg Annie last van het legenestsyndroom. Annie: “Het was een samenloop van omstandigheden. De kinderen verhuisden, mijn man en ik waren ondertussen gescheiden, en toen raakte ik ook nog eens mijn werk kwijt. Het huis was veel te groot voor mij alleen en ik ging op zoek naar een nieuwe invulling van

6

BOF - GROOTOUDERS UIT DE 1000

mijn leven. Waarom geen B&B beginnen, dacht ik. Dit huis is er uitermate geschikt voor, zo blijkt. Alsof het er altijd op heeft zitten wachten.”

Een tuin om van te genieten Annies paradepaardje is haar prachtige, grote tuin. Een tuin waarin ze al van zodra ze het huis kocht heel wat uurtjes heeft gespendeerd. “Ik heb altijd heel graag in de tuin gewerkt. Buiten zijn, wroeten in de aarde, het ontspant me. De buitenlucht geeft me energie. Ik moet af en toe buiten kunnen komen,

anders word ik gek. Ik werk eigenlijk liever buiten dan binnen, jammer dat het er niet altijd van komt.” Wanneer de kleinkinderen op bezoek zijn, trekken ze graag samen met bobonne de tuin in. “Ik heb zes kleinkinderen en als het weer het toelaat, neem ik ze mee naar buiten. Ik vind dat belangrijk, en het is gezond. Ze zitten op school al de hele tijd binnen. Ik heb een moestuin, en dat vinden de kinderen enorm fascinerend. ‘Zijn de tomaatjes al rijp? Wanneer mogen we ze plukken?’ Ze leren hier dat groenten aan struiken groeien, en niet


Korneel (1,5)

“Buiten zijn, wroeten in de aarde, het ontspant me. De buitenlucht geeft me energie� Annie

Annie Dreesen (60)

heeft drie kinderen en zes kleinkinderen: Eulalie, Filemon, Nand, Jona, Karel en Korneel (tussen 1 en 6 jaar). Ze baat bed & breakfast Anno 1756 in Vinkt bij Deinze uit.

Eulalie (6,5)

Karel (3)

Nand (4,5)

7


groene vingers

zomaar in de supermarkt terechtkomen. Appels rapen doen ze ook graag, en eitjes halen bij de kippen. Alleen Eulalie en Filemon blijven ver bij de kippen uit de buurt, zij zijn er bang van.”

Een jaar lang tuinplezier Annie koos bewust voor een onderhoudsvriendelijke tuin: “Ik heb een tuin die veel werk vraagt in het voorjaar en het najaar, maar in de zomer weinig onderhoud nodig heeft. Op die manier is het prima te combineren met mijn B&B, want in de zomermaanden is het erg druk en heb ik gewoon de tijd niet om in de tuin te werken. In de zomer staat de tuin er prachtig bij, dan geniet ik er graag van, samen met mijn gasten. Af en toe zal ik wel wat onkruid wieden, en het gras moet natuurlijk geregeld gemaaid worden, maar een tuin hoeft voor mij ook niet perfect te zijn. In de andere seizoenen is er wel wat werk. In het voorjaar is er de opkuis van de winter: alles schiet, ook het onkruid, dus steek ik veel tijd in onkruid wieden. De tuinmeubels worden schoongemaakt en klaargezet, het terras gepoetst, de tuin wordt ‘proper gezet’... We beginnen vooraan en werken door tot helemaal achteraan aan de vijver. In het najaar is er veel snoeiwerk en opruimwerk: bladeren worden weggeruimd, dorre takken weggesneden om ruimte te maken voor nieuw groen. Mijn

“Ik zou niet willen dat mijn klein­kinderen het gevoel hebben dat ze hier niet mogen spelen” Annie

8

BOF - GROOTOUDERS UIT DE 1000


ÉÉN TUIN, VIER SEIZOENEN WINTER • Planten doe je pas na de ‘ijsheiligen’. Haal ook planten die niet winterhard zijn (o.a. fuchsia’s) binnen. • Zorg er tijdens de winter wel voor dat planten die willen schieten, ruimte hebben: afgevallen bladeren en takken ruim je best meteen weg. Verwijder dode takken tussen planten en struiken. • Wil je een boom of een struik verplaatsen, dan is dit het moment. Verwijder zoveel mogelijk kluit. • Je mag af en toe onkruid wieden, dat scheelt je werk in de lente. • Als het vriest, vermijd je best je gazon: op het gras trappen, kan het beschadigen.

VOORJAAR • Het beste moment om in de tuin te werken nu alles weer tot leven komt: check in welke maand je het best welke bloemen, planten, struiken plant en volg de gebruiksaanwijzingen. • Bescherm vorstgevoelige plantjes en

stekken de eerste tijd nog onder een jutedoek. • Ruim de schade op die de winter in je tuin heeft aangericht: haal bladeren en takken weg. • Onkruid tiert welig, maak geregeld een opkuisronde door je tuin. • Plant zomerbloeiers. • Verwijder mos van je tuinpad en terras en maai het gras regelmatig.

ZOMER • Verwijder uitgebloeide bloemen en takken van lentebloeiers zoals tulpen, narcissen... • Blijf onkruid wieden. • Kleed je terras aan met fleurige bloemen in bakken en potten. • Geef je bloemen en struiken voldoende water, zeker de eerste weken nadat je ze geplant hebt.

HERFST • Hou je tuin vrij van gevallen bladeren. • Plant al voorjaarsbloeiers zoals ­narcissen en tulpen.

9


groene vingers

“Ze hebben het gevoel dat ze veel werk verzetten: nootjes rapen, de eendjes voederen, eieren halen bij de kippen” Annie

De tip van Annie

“Ik gebruik geen onkruidverdelger en verwijder alle onkruid gewoon manueel. Hoe ik dat doe? Ik plant heel veel bodembedekkers. Ze geven het onkruid geen kans om te schieten en voorkomen dat je uren onkruid loopt te wieden in een grote tuin. Ik laat ook regelmatig schors leveren. Als je die tussen je planten strooit, groeit er veel minder onkruid. partner doet gewoonlijk het zwaardere werk, zoals snoeien en grasmaaien, ik het lichtere werk.”

Onderhoudsvriendelijke tuin “Ik heb geen vast ritueel. Als er veel werk is, werk ik soms een halve dag in de tuin, andere dagen volstaat het om af en toe wat onkruid te wieden. Ik zei het al: ik heb bewust gekozen voor een onderhoudsvriendelijke tuin. Ik plantte veel bodembedekkers die geen plaats laten voor onkruid. Ik heb geen buxushagen die drie keer per jaar gesnoeid moeten worden en ik koos winterharde planten. Ook plant ik voorjaarsbloeiers die langer dan een jaar bloeien: krokussen, narcissen, tulpen. Elk jaar plant ik er wel een aantal bij, vooral onder de notenboom, omdat die pas laat op het jaar in blad komt. Rond de vijver plant ik wel elk jaar – na de ijsheiligen nieuwe bloemen: petunia’s, margrieten... de klassiekers. Daar kruipt wel wat werk in, maar het maakt de vijver een kleurrijke, fleurige plek. Niet toevallig is het mijn lievelingsplekje in de tuin. De kleinkinderen vinden de vijver ook fantastisch, en dan vooral de vissen. Die kennen hen al, en ze komen meteen kijken als de

10

BOF - GROOTOUDERS UIT DE 1000

kinderen er zijn. Ze weten dat ze dan eten krijgen. Ik heb de kinderen wel heel goed ingeprent dat ze alleen naar de vijver mogen als er een volwassene bij is.”

Helpende handen “Mijn favoriete plant is de hortensia, daar heb ik er redelijk veel van. Deels uit nostalgie. Ik ben op de Limburgse buiten opgegroeid. Aan elke boerderij zag je daar hortensia’s. Ook wij hadden er thuis. Dit huis is ook een boerderij, en voor mij horen daar gewoon hortensia’s bij. Maar ik vind ze ook gewoon mooi, en ze zijn makkelijk te onderhouden. Het is een nonchalante tuin, het hoeft er niet piekfijn uit te zien. Ik zou niet willen dat mijn kleinkinderen het gevoel hebben dat ze hier niet mogen spelen. Vaak lopen ze een beetje met me mee wanneer ik in de tuin werk. Echt helpen is dat niet, de oudste is nog maar zes jaar, maar ik vind het gezellig om ze bij me te hebben als ik in de tuin aan het werk ben. En zij hebben het gevoel dat ze veel werk verzetten: nootjes of fruit rapen, de eendjes voederen, eieren halen bij de kippen... Ze zijn graag bezig in de tuin. Mijn drie kinderen vroeger ook. Toen ze klein waren, hielpen ze spontaan. Als ze groter worden, moet je ze al eens wat meer pushen. (lacht)


portret

Ook voor Lutgart is in de tuin werken een ware ontspanning én het is daarenboven ook nog eens gezond. Zeker als de oogst eetbaar is.

Aaron (8)

Lutgart (63)

heeft twee kinderen en vijf kleinkinderen: Bram (11), Lars (8), Aaron (8), Lisa (6) en Joan (4).

Lisa (6) Joan (4)

“Ik kom tot rust door in de tuin te werken. Vroeger had ik iemand die de tuin kwam onderhouden omdat ik er zelf de tijd niet voor had. Maar nu ik op pensioen ben, doe ik het zelf. Ik heb bewust gekozen voor een tuin die niet veel onderhoud vraagt. Achter het huis ligt eerst een terras, dan het gazon, de moestuin, het tuinhuis en achter het tuinhuis heb ik een lapje ‘wilde tuin’. Hier mogen de kleinkinderen doen wat ze willen. Ze wonen in de stad en

hebben geen al te grote tuin. Ze kunnen uren bezig zijn: ‘soep’ maken met modder en aarde, wormen of slakken vangen en die dan observeren in een potje... Dan zeggen ze: ‘Oma, zullen wij de slakken vangen? Dan eten ze de aardbeien niet meer op en hebben wij er meer’. Mijn favoriete plekje in de tuin is het terras. Ik kan er enorm van genieten om er te zitten met een goed boek. Vooral in de lente, in dat eerste voorjaarszonnetje. De moestuin

gaat al lang mee. Je vindt er boontjes, prei, selder, sla... dingen die niet al te veel werk vragen. Beetje bij beetje ben ik de groenten aan het vervangen door fruitstruiken. Ik heb frambozen, aardbeien, bramen, aalbessen... De kleinkinderen zijn er gek op: op het plukken, en natuurlijk vooral op het eten. Fruitbomen staan hier ook: peren, kersen, ... Met het fruit dat ik over heb, maak ik confituur. Die vinden de kleinkinderen reuzelekker.”

11


SPORTIEF

MONIQUE MESTDAGH (66) Dochters: Cindy (41) met kleinkinderen Marie (14) en Broes (11) en Saskia (43) met kleinkinderen Jane (19) en Maaren (17).

Dat sporten gezond is, weten onze sportieve helden Annemie, Salem en Monique maar al te best. Of het nu yoga, basket of skiën is, … ze stralen alle drie. Omdat ze houden van sporten én omdat ze de liefde voor hun sport met hun kinderen en kleinkinderen kunnen delen. Tekst: Thalissa Devos. Fotografie: David Samyn.

“Al mijn kleinkinderen zijn onder de indruk als ze zien hoe lenig hun oma is” Monique

12

BOF - GROOTOUDERS UIT DE 1000


“Ik zou het jammer gevonden hebben als er geen enkele van mijn kleinkinderen zou spelen�

Izza

Salem

Lou

SALEM OUSTA (61) Getrouwd met Myriam (61) Dochters: Yasmien (36) met zonen Mo (6,5) en Lou (4,5), Sofie (33) en Delphine (29) met dochters Izza (7) en Hanna (5).

Hanna

Mo

13


SPORTIEF

Anna

ANNEMIE VERHELST (55) Kleinkinderen: Anna (5) en Loïc (2), de kinderen van zoon Steve (29) en Stephanie (27).

“Voor Loïc zullen we een slee huren. Maar vanaf volgend jaar vliegt hij ook de ski’s op” Annemie

Loïc

14

BOF - GROOTOUDERS UIT DE 1000


“Thuisblijven en stilzitten, is niets voor mij”, zegt Monique. “Hoe meer ik beweeg, hoe beter ik me voel. Twintig jaar geleden kreeg ik last van mijn rug door het vele zitten tijdens mijn job. Pillen en dokters­ bezoeken boden geen soelaas. Tot ik bij een osteopaat terechtkwam. Hij raadde me aan om yoga te proberen. Sindsdien ben ik verlost van de rugpijn. Ik volg wekelijks les en doe dagelijks een tiental oefeningen thuis. Ook ’s morgens doet yoga wonderen. Na de nacht zit je hele lichaam namelijk vast. Dan kan het geen kwaad het geleidelijk aan los te maken en in beweging te zetten. Sinds ik yoga doe, voel ik me niet alleen beter, ik ben ook nooit meer ziek. Daar zijn specifieke oefeningen voor. Ik zou het iedereen aanraden. En niet enkel om problemen te verhelpen, maar ook om ze te voorkomen. Volgens het principe: ‘een gezonde geest, in een gezond lichaam’. Ik snap ze wel, mensen die cynisch tegenover yoga staan. Toch denk ik dat iedereen het eens moet proberen. Ik zie zoveel mensen die dan overstag gaan. Niet de eerste keer, maar geleidelijk aan. Door te oefenen, groei je daarin. Dat is eveneens yoga. Ook mijn dochters waren er in het begin niet zo wild van. Vandaag doen zowel Cindy als Saskia aan yoga. Ze worden steeds enthousiaster. Ik ben dan ook het beste bewijs dat het wel degelijk wonderen doet. Ook mijn kleinkinderen zijn onder de indruk als ze zien hoe lenig hun oma is. (lacht) Momenteel gaat hun voorkeur wel naar andere sporten. Ik volg niet alleen yoga, maar ook aerobic, line- en countrydance en maak dagelijks een grote wandeling met Bichy, mijn hond. Hoe meer ik beweeg, hoe beter ik me in mijn vel voel. En dat zie je.”

Meer dan veertig jaar geleden kwam S ­ alem uit ­Marokko naar België om te basketten. Intussen bracht hij de liefde voor het spel over op zijn dochters en kleinkinderen. “Tijdens een bezoek aan Marokko kwam de toenmalige president van TEBA Wevelgem langs op de school waar ik studeerde. Ik had toen een sleutel van de sportzaal, dus nodigde ik zijn gezelschap uit om een matchke te spelen. Daarna vroeg hij me om in België te komen spelen. Als broekventje kwam ik hier helemaal alleen aan. Op de luchthaven stonden de coaches en hun vrouwen me op te wachten. Ik dacht dat ze onder elkaar een speciaal dialect van het Frans spraken. Het bleek gewoon Nederlands te zijn. (lacht) In Marokko hadden ze me steeds in het Frans aangesproken. In ’74 leerde ik mijn vrouw Myriam kennen. Enkele jaren later kregen we onze eerste dochter Yasmien, daarna volgden Sofie en Delphine. Zowel Sofie als Delphine bleken basketters te zijn. Delphine ging voor een opleiding lerares lichamelijke opvoeding en Sofie ging met me mee op basketstage naar Amerika. Na vele jaren spelen ben ik in 1985 moeten stoppen met basketten en ben ik training beginnen geven. Als ik me nog eens aan het spelen waag, dan is het met mijn kleinkinderen. Izza is sinds drie maanden beginnen basketten. Of ze aanleg heeft, weet ik nog niet. Goesting alvast wel. Er durven al eens traantjes vloeien wanneer ze niet kan gaan trainen. Ik zou het jammer gevonden hebben als er geen enkele van mijn kleinkinderen zou spelen. Ik trainde inmiddels drie generaties. Jongeren die vader werden, en momenteel grootvader zijn. Dat ook ik – als grootvader – mijn kleinkinderen zie opgroeien met de bal, dat maakt me best wel trots.”

Annemie heeft sportieve genen. Vroeger liep ze marathons, ging ze fietsen, wandelen en zwemmen. Enkele jaren geleden ontdekte ze haar ware liefde: het skiën. Een liefde die niet louter door haar bloed, maar ook door dat van haar kinderen en kleinkinderen vloeit. “Vanaf drie jaar vliegen ze op de latten. Ik heb pas leren skiën op mijn veertigste. Sinds die eerste keer staan we bijna elk jaar op de latten. Met vrienden, met ons tweetjes, of met de hele familie. Toen we de eerste keer met de ganse familie naar Oostenrijk trokken, was de bus zowat voor de helft gevuld met onze groep. Ook de kleine kinderen gaan mee vanaf het prille begin. Anna was nog maar enkele maanden toen ze mee mocht. Op die leeftijd kunnen ze natuurlijk nog niet leren skiën, maar wel de sneeuw ontdekken. Ondertussen staat ze op de latten sinds ze drie jaar is. Voor haar lukt het nog niet om een hele dag mee te gaan. Dus spreken we een beurtrol af. Voor Loïc zullen we een slee huren. Maar vanaf volgend jaar vliegt ook hij de ski’s op. (lacht) We zijn een familie die hard op elkaar lijkt. Ook op sportief vlak. Steve speelt voetbal en mijn andere kinderen zijn triatleten… Behalve skiën, zit Anna ook in de turnclub, volgt ze balgewenning, tennis, leert ze zwemmen en gaat ze vaak op sportkamp. De kleinkinderen worden positief gestimuleerd om aan sport te doen, maar ze mogen wel zelf kiezen wat het wordt. In Anna’s geval is het momenteel zelfs een beetje veel. Ach ja, zo kan ze van alles proeven en zal ze goed weten wat ze echt wil. Ik merk dat de liefde voor het skiën momenteel toch het grootst is. Net zoals bij haar oma… Ook bij Loïc zie je al een duidelijke voorkeur. Dat wordt een echte voetballer. Zoals zijn papa.”

15


stille held

“Als opa het zei, zou het wel waar zijn” Een bloedband hadden ze niet, Joyce Beullens en haar stiefopa Marcel. Een band voor het l­even wel. Twee handen op één buik. Altijd aan het konkelfoezen. Tot Marcel net voor zijn negentigste overleed. “We hebben zoveel van elkaar geleerd.” Tekst: Thalisa Devos. Fotografie: David Samyn

“De eerste keer dat ik mijn stiefopa zag, ben ik op zijn schoot geklommen”, aldus Joyce. “En ik ben er nooit meer afgekomen. Serieus. Telkens als ik op bezoek ging, kroop ik op zijn schoot. Toen dat op het laatste moment niet meer lukte, kroop ik gewoon naast hem op zijn ziekbed. Het was liefde op het eerste zicht. Wij waren twee dezelfde, twee handen op één buik, mijn opa en ik. Een grote mond en een klein hartje. Hij was de stiefpapa van mijn mama, maar voor mij de enige opa die nog in leven was. Een typische opa was hij niet. Hij kon heel hard voor mij zijn. Hij bekeek alles wat ik deed op tv of in het toneel. Daarop kwam dan steevast commentaar en kritiek. Opbouwende kritiek. Want daarin was hij zo goed. Hij kon kritisch kijken naar mijn bezigheden. Of dat nu op televisie was of niet, voor hem, en ook voor mij, is wat ik doe ook gewoon werk. Het is alleen een tikkeltje zichtbaarder voor iedereen. Dat is ook een reden waarom ik zijn beoordeling zo hard kon appreciëren. Als hij op bepaalde punten kritiek gaf, was het omdat ze beter moesten. Punt. Dus dan kon ik daaraan werken. Ik her-

16

BOF - GROOTOUDERS UIT DE 1000

inner me de periode dat ik aan Club Camping op VTM werkte. Achteraf zei hij me dat ik veel te zenuwachtig overkwam. Hij had gelijk. Een paar afleveringen later was het beter. Dan klonk het: “Je bent gegroeid”. En als opa dat zei, dan zou het wel waar zijn. Let op, hij zei nooit iets om mij bewust te kwetsen. Toen ik als klein meisje nog toneel speelde, was ik een beetje dikker. Op het moment zelf heeft hij me daar nooit iets over gezegd, maar achteraf kreeg ik wel te horen dat ik toen “stevige tafelpoten” had. Dat was mijn opa ten voeten uit: een deugniet en een flapuit. Karaktertrekjes die met het ouder worden ook steeds prominenter werden. Hij is nooit volwassen geworden en dat vind ik fantastisch. Ik begrijp dat en zit net zo in elkaar. Ik zie er het nut niet van in om volwassen te worden.”

Mysterieuze levensgenieter “Opa was ook een echte levensgenieter. Aperitieven en smikkelen. Een oude man, in zijn zetel met een jenevertje in de hand. Zo zie ik hem nog perfect voor me. Als hij ’s zondags zijn jenever kwam drinken, was dat altijd op dezelfde manier. Hij leerde mij hoe het moest. Met mijn pink tegen de rand van het glas, om dan tot daar te vullen. En dan verhalen vertellen. Over alles en niets. We zaten altijd wel over iets te konkelfoezen. We hebben zoveel van elkaar geleerd. De liefde was één van onze favoriete gespreksonderwerpen. Ook tijdens mijn puberteit, zonder te veel details te lossen, wist mijn opa toch altijd beter dan mijn mama hoe de vork nu in de steel zat. Ik heb altijd al


STILLE HELD Stiefopa Marcel.

BEZIGE BIJ

De dertigjargie Joyce Beullens ­(Mechelen) is een Vlaamse actrice en presentatrice. Je kent ze van het voormalige Radio Donna, Ketnet, VTM KZoom en F.C. De Kampioenen. Sinds december 2011 presenteert ze het reismagazine Club Camping op VTM en het wekelijks filmmagazine TV-theek Première van betaalzender Telenet.

17


stille held

een soort fascinatie gehad voor de eeuwige liefde. Zijn reactie daarop was steevast: “Trouw nooit! En maak alsjeblieft geen kinderen!” (lacht) Hij vond dat ik maar over iets anders moest dromen. Ziedaar mijn meisjesdroom doorprikt. Neen, grapje. Ik ben heel gelukkig met mijn vriend en vind het erg jammer dat ik mijn opa nooit aan hem heb kunnen voorstellen. Het fijne van zijn levensverhaal heb ik nooit geweten. Ik weet dat hij en mijn oma, zijn vrouw, ooit uit elkaar gingen. En uiteindelijk een tweede keer met elkaar getrouwd zijn. Naar het hoe, waarom en wanneer zal het altijd gissen blijven. Daar bleef hij mysterieus vaag over. Wou hij ergens niet over babbelen, dan peuterde je het er niet uit. Punt. Dan zei hij “Dat is privé, en privé is privé.” Daarmee was de kous af. Als er al verschillen waren tussen mijn opa en ik, dan zit het vooral daar. Hij kon dingen verzwijgen die hij liever niet liet zien. Ik kan dat absoluut niet. Ik kan niet verstoppen wat ik voel. En ik ben een dromer. Hij was soms iets realistischer, meer de doener.”

krijgen met wandelen, deed hij het liever helemaal niet, dan een looprek te gebruiken. Een echte ezel dus. Niet toevallig mijn lievelingsdier. Ik vind dat geweldig. Wil die ezel niet vooruit, dan zal die ook niet vooruit gaan. Net zoals mijn opa.”

Opa van duizend-en-één dingen

Belangrijke mijlpaal gemist

Opa heeft 1001 dingen gedaan in zijn leven. Veel werken, zeilen, dichten, schilderen, reizen… Stilzitten stond niet in zijn vocabulaire. Hij was manager bij Intrabel. Geen manager zoals ze vandaag maken, maar een leider die onder zijn volk kwam. Die altijd onder de mensen was en mee ging eten en drinken met het personeel. Een echte volksman. Van elk etentje in die tijd heb ik foto’s gezien. Iedereen kende en hield van hem. Nog steeds. Hij was een intelligente en koppige man. Welke opa van bijna 90 ken jij met een computer? Eentje die kon skypen? Hij mailde ook heen en weer met een vriend uit ‘den tijd’. Ze

“Ik ben er net dertig geworden, mijn mama zestig. Hij zou er negentig worden. Het zou een groot feest worden… Uiteindelijk is alles plots erg snel gegaan. Een beetje last en een beetje pijn. Maar oude mensen willen vaak niet te snel klagen. Zeker niet als ze zo trots zijn als mijn opa. Hij is pas oud geworden op zijn ziekbed. Daarvoor kon hij moeilijk niets doen. Hij was nog steeds de man die 1001 dingen had gedaan. Hij probeerde nog steeds de deugniet uit te hangen met de verpleegsters. Dat wel. Tot er een moment komt waarop alles moeilijker gaat en hij rare dingen begon te vertellen. Een breekpunt was voor mij het moment waarop ik chocolade voor hem meebracht naar het ziekenhuis en hij die niet wou. Dan weet je het plots. Je maatje zien aftakelen doet ongelofelijk veel pijn. Het einde nadert, dat voel je. Op het laatst ging ik hem een paar keer per week bezoeken in het ziekenhuis. Toen mijn mama me belde dat ik beter snel kwam, was hij al even niet meer bij bewustzijn. Het was mijn oma die voorspelde dat hij wakker zou worden op het moment dat ik de kamer binnen zou komen. Wat ook effectief gebeurde. Toen ik arriveerde, brak mijn hart. Ik zag hem worstelen met dat laatste uur. Uiteindelijk is hij in mijn armen gestorven. Hij heeft gewacht tot ik er was. Dat denk ik wel. Zijn dood heeft een zware indruk op mij nagelaten. De begrafenis was er één zoals hij het gewild zou hebben. Geen saaie koffietafel, maar cava en hapjes.”

“Zijn leven ligt ­momenteel opgeslagen in knipselmappen. Een ware schat” stuurden elkaar verhalen en herinneringen over de oorlog. Dingen die ze samen hadden meegemaakt. Maar enkel de grappige dingen. Over de oorlog kon hij kort zijn. “Den oorlog was den oorlog hé Joyce”, klonk het dan. “Natuurlijk was er miserie, maar er is ook gelachen en gedronken.” Zijn relativeringsvermogen was bewonderenswaardig en heel leerrijk. Zijn verhalen stonden ook op die computer. Een rommelbak waar tien keer hetzelfde document op stond, maar hij deed het wel. Trots, hé. Die trots heeft hem altijd ver gebracht, maar speelde hem op het eind toch ook parten. Toen hij moeite begon te

18

BOF - GROOTOUDERS UIT DE 1000

“Zijn leven ligt momenteel opgeslagen in knipselmappen. Een ware schat. Foto’s, gedichten, aquarellen, verhalen over de oorlog, maar ook zijn vrienden en familie op kaartjes, in een doosje… Hij heeft veel mensen overleefd. Daar word je even stil van. Hij liet me altijd alles zien, vandaag ligt alles klaar om er ooit ook iets mee te doen. Wat precies weet ik nog niet, maar het is een plan.”


portret STILLE HELD

Waardamme. Een plek in de schaduw van Brugge en de thuishaven van onze Stille Held Urbain. Tekst: Tom Delmotte. Foto: David Barbe

Urbain Rommelaere is net 70 geworden. Of neen, 60+10 zoals de kinderen en kleinkinderen het noemen. Want dat oogt nu eenmaal minder oud. “Ik had het geluk op mijn zestigste te kunnen stoppen met werken. De afgelopen tien jaar ben ik vooral bezig geweest met het overnemen van alle ‘tijdrovende jobs’ van mijn kinderen.” Dochters Heidi en Jutta zijn uitgeweken naar Antwerpen en Gent, dus is het vooral voor het gezin van zoon Hans-Jurgen dat Urbain in de weer is. Kleinzoon Jaron (12) naar het voetbal brengen, kleindochter Alyssa (8) afhalen van het paardrijden en intussen nog met een auto naar de keuring… Urbain doet het met de glimlach. “Ach, ik doe het met plezier. Ik wilde ooit zelf garagist worden, maar mocht niet van mijn ouders. En ook

voor voetbal had ik een neus. Dus probeer ik nu zoveel mogelijk mijn (klein)kinderen te steunen in wat ze doen. En als daar dan een ritje naar kleindochter Indira (9) in Gent bij zit, dan is dat helemaal niet erg.” Al mag het niet evident worden, vindt Urbain. “Respect, vertrouwen en creativiteit, dat zijn de waarden die ik mijn kleinkinderen wil bijbrengen. Respect voor wat we voor elkaar doen, vertrouwen in elkaar en creativiteit om elk probleem op te lossen.” Dat Urbain nu zoveel doet voor zijn kinderen en kleinkinderen ziet hij als een compensatie voor zijn vroegere drukke beroepsleven. In het begin van zijn carrière woonde hij samen met zijn vrouw meer dan zes jaar in München, waar hij

bij ­Siemens als specialist secundaire radar werkte. De Duits klinkende namen van zijn kinderen zijn nog een herinnering aan die periode. Na een lange carrière bij Siemens werd Urbain op zijn 49ste nog zelfstandig. Hij ontpopte zich tot ‘subsidoloog’ die bedrijven ondersteunde in het binnenhalen van subsidies. “Toen merkte ik hoe lastig en tijdrovend het is om als jonge starter (die ik ondanks mijn leeftijd ook was) het hoofd boven water te houden. Het is daar dat de idee gerezen is om op mijn zestigste mijn kinderen en kleinkinderen te helpen bij al die tijdrovende klussen.” En die hulp wordt gewaardeerd. Trots toont Urbain het kaartje dat hij onlangs kreeg van zijn kleindochter. ‘Bedankt voor alles wat je voor ons doet, opa.’

Neyo

Alyssa

Hans-Jurgen

Urbain Stefanie Jaron

19


KOKEN

Aan Tafel!

Nergens smaakt het eten zo lekker als bij oma en opa. Omdat ze er hun werk van maken wanneer de kleinkinderen op bezoek komen én omdat het gemaakt is met liefde. We schoven mee aan tafel bij mémé Arlette en gingen daarna smullen bij opa Yves.

Tekst: Annelies Waegemans. Fotografie: Madelien Waegemans

Arlette en Etienne zijn zeer toegewijde grootouders. Geen enkel kleinkind ging naar de opvang. Wanneer de ouders moesten werken, kwamen ze gewoon naar mémé en pépé. Boven zijn er twee logeerkamers om de kinderen altijd op te kunnen vangen. Drie van hen komen elke schooldag tussen de middag bij hun grootouders eten. Bastiaan: “Mémé kan geweldig goed koken. Ze is de beste!” Flor: “Het is hier altijd lekker. Alleen op vrijdagmiddag zijn ze er niet, dan gaan ze zelf op restaurant.” (lacht)

Het favoriete gerecht De absolute topper van de kinderen is een ovenschotel met puree, gehakt en appelmoes met appels uit de eigen tuin. De ‘Filip en Mathilde’, zo genoemd omdat Arlette hem voor het eerst klaarmaakte op de huwelijksdag van het koningspaar.

20

BOF - GROOTOUDERS UIT DE 1000

Flor Kasper


MÉMÉ ARLETTE Arlette is de grootmoeder van Amber (15), Flor (15), Kasper (13), Aaron (12), Fran (9) en Bastiaan (6). Ze heeft drie kinderen en is getrouwd met Etienne.

DE ‘FILIP & MATHILDE’ OVENSCHOTEL Benodigdheden voor vier personen 1 kg aardappelen • 6 grote appels (of 1 grote pot appelmoes) • 500 gram gehakt • 1 scheutje room voor de puree • 1 eitje voor de puree

Bastiaan Amber

Zo maak je het • Schil aardappelen en appels en snijd de appels in kleine stukjes. • Kook de aardappelen zacht en maak er puree van. • Stoof de appels in een beetje boter tot ze helemaal plat gegaard zijn. • Bak het gehakt. • Vorm laagjes in de ovenschotel: eerst gehakt, dan appelmoes, bruine suiker, puree en tenslotte enkele klontjes boter. Arlette voegt geen suiker toe aan de appelmoes, maar strooit dus wel een laagje bruine suiker erover. • Bak af in de oven.

“Als we hier blijven slapen, krijgen we mémé’s legendarische Tiffeltrutjes”

Aaron

Fran (9) Arlette: “Handig is dat, zo’n oven­ schotel. Je maakt hem op voorhand klaar en later schuif je de schotel in de oven. Het gebeurt dat een deel hier ’s middags eet, en dat er ’s avonds nog een lading komt. Dan hou je gewoon een schotel apart om later in de oven af te bakken. En dan is er ook nog wat over voor de ouders thuis hè.”

Aaron: “Alles is lekker omdat het met veel liefde is gemaakt.” (lacht) Fran: “Ook heel lekker, als we hier blijven slapen: wentelteefjes. Maar wij noemen die Tiffeltrutjes, dat is een familiemopje. Onze oom kon niet op het woord komen, maar wist nog dat het iets met een niet zo toffe vrouw was. Tiffeltrutjes dus, en dat is blijven hangen.”

Fran

De andere favorieten Amber: “Mijn lievelingseten is hespenrolletjes met kaassaus. Mijn mama vindt dat te veel werk. ­Mémé’s wortelstoemp vind ik ook heel lekker. En haar spaghetti carbonara.” Kasper: “Vooral ovenschotels kan ze enorm goed klaarmaken. Maar de ‘Filip en Mathilde’ is toch de allerlekkerste.” Flor: “Het is de appelmoes die het zo lekker maakt.”

Aan de slag Appels schillen en in stukjes snijden. Zelfs Bastiaan, de jongste, helpt mee. Arlette: “Tijdens het schooljaar mogen ze doen wat ze willen, maar in de vakantie mogen ze al eens helpen: appels rapen, schillen en in stukjes snijden. Dat doen ze graag, hoor.”

21


KOKEN

De homemade pizza van opa Yves Yves’ drie oudste kleinzoons zijn vooral gek op zoetigheden: cupcakes, broodpudding, pannenkoeken... Maar Yves kan ze ook een groot plezier doen met balletjes in tomatensaus en pizza die ze dan zelf mogen versieren. Maar de jongens doen meer dan alleen de topping.

Gus

Bas

Een huis vol koks

YVES (61)

Yves (61) is de opa van Cies (8), Gus en Bas (5) en Sef (2 maanden). Yves is kapper en woont s­ amen met zijn partner Christophe.

Cies

“Ik weet al hoe ik pannenkoeken moet bakken, met deeg” Gus (5)

Yves: “Het koken zit bij ons in de familie. Geoffrey, de papa van mijn kleinzoons, is kok. Zelf kook ik enorm graag en ook hun oma kan heel goed koken. Mijn andere zoon heeft koksschool gedaan, maar is uiteindelijk toch kapper geworden. Ook iets wat hij thuis heeft gezien natuurlijk. (lacht) Je merkt dat de kinderen heel erg met lekker eten bezig zijn: ze proeven van alles en helpen altijd mee in de keuken. Dat kunnen ze al goed. Gus speelt ook heel graag met zijn speelgoedkeukentje, hij heeft de smaak van het koken al helemaal te pakken.” Gus: “Ik kan supergoed koken.

ZO MAAK JE JE EIGEN PIZZADEEG Benodigdheden 1 el olijfolie • 1 tl verse gist • 1 tl zout • 300 gram pizzameel naar keuze • 250 ml lauwwarm water Zo maak je het • Meng de gist in een kommetje met 100 ml lauw water. Leg een vochtige handdoek over de kom en laat 10 minuten rusten. • Strooi het meel op het werkvlak. Maak in het midden een kuiltje. Strooi het zout over het meel.

22

• Giet de opgeloste gist met de rest van het water en de olijfolie in het kuiltje. Meng de ingrediënten met een vork door het meel. • Wanneer de opgeloste gist met het meel vermengd is, kneed je het deeg met beide handen ongeveer 10 minuten. Wanneer het deeg niet meer kleeft, mag je stoppen. • Is je deeg te droog, dan kan je nog een paar eetlepels water (één per

BOF - GROOTOUDERS UIT DE 1000

één) toevoegen. Is je deeg te nat of te plakkerig? Voeg dan steeds een klein beetje meel toe. • Leg de deegbal in een kom om te rijzen en dek die af met een vochtige doek. Laat twee uur op kamertemperatuur rijzen. Voorzie een grote kom, want het deeg kan wel dubbel zo groot worden. • Verdeel het deeg in twee gelijke stukken, leg op het werkblad en rol uit met een deegroller.

Ik weet al hoe ik pannenkoeken kan bakken, met deeg!” Yves: “Gus is zonder twijfel de meest enthousiaste kok. Hij helpt zijn papa bijna elke dag!”

Goed gemutst Opa Yves liet voor zijn kleinzoons een schort en een koksmuts maken. Dat vinden ze fantastisch, en ze helpen nog enthousiaster. De jongens werken hun pizza af en sommen voor mij één voor één de ingrediënten op die ze op hun pizza deden: “Tomatensaus, mozzarella, ananas, ui, olijfolie en peper.” Yves: “Af en toe maak ik pizza met kant-en-klaardeeg. Daar is niks mis mee, vind ik, soms mag het vooruitgaan. Maar even vaak maak ik het deeg zelf.” Dan is het wachten op het moment waarop de pizza gebakken wordt. Dat doet de ene al met meer geduld dan de andere. En dan is het eindelijk zover en kunnen de jongens proeven van hun eigen pizza!


25


BINNENKIJKEN

Bij Lut en Gwijde is de voordeur bijzaak: liever loop je door de poort en langs de weelderige tuin naar de achterdeur. Tuinieren is maar één van hun vele passies, want eenmaal binnen tref je een spoor van creatieve uitspattingen aan. Van schilderijen over juwelen tot een bijzondere boomhut: deze plek verbergt vele verhalen. Tekst: Klaar Wauters. Fotografie: Joost Demuynck. Styling: Sophie Vincent.

Lut en Gwijde zijn echte natuurmensen

‘Dit zijn mijn favorieten’, zegt Lut en ze wijst naar de Oost-Indische kers. ‘Tijdens de zomer staan de oranje bloemen prachtig in bloei. Mijn man wou me intomen tijdens het zaaien, maar ik was te enthousiast. Ze zijn prachtig en lekker pittig, proef maar eens’, zegt Lut terwijl ze me een paar blaadjes overhandigt. ‘Als ik gasten heb, leg ik altijd een bloem op hun slaatje.’ Ze vertelt het met grote passie, net zoals echtgenoot Gwijde niet uitgepraat raakt over de vogels, zijn hut of de Schelde op een boogscheut. Dit zijn buitenmensen pur sang. ‘Dat we bij de aankoop van een woning eerder naar de tuin dan naar het huis kijken, is misschien te sterk uitgedrukt,’ zegt Gwijde, ‘maar het zou toch een nek-aan-nekrace worden.’ Het waren dan ook de tuin en het zicht op de Scheldevallei die hen 20 jaar geleden deden zwichten. Maar er was nog een andere reden.

Geschiedenis te koop Nog voor de verkoopovereenkomst kende Lut het huis al door en door. ‘25 jaar geleden

24 6

BOF - GROOTOUDERS UIT DE 1000

Te mooi om te verstoppen: Luts kralencollectie

werkte ik er als familiaal helpster. Ik had een goeie band met de vrouw die hier woonde. We hadden altijd een fijne babbel en bovendien mocht ik in haar tuin werken. Ze wist hoe graag ik dat deed. Omdat het huis klein is, bleef er altijd wel wat tijd over om te tuinieren. Heel fijn. Toen de eigenares haar huis jaren later wou verkopen, bleek ik haar eerste keuze. Dat raakte me echt. Ik voelde me er thuis, waarom er dan niet écht ons huis van maken? Het was weliswaar niet echt ruim, maar verder zagen we geen obstakels.’ De geschiedenis dat het huisje ademde, mocht bewaard blijven. Grootse renovatiewerken werden niet gepland. De muur die de eet- van de woonkamer scheidde, werd verwijderd en de keuken werd gerenoveerd. Maar afgezien van wat opsmukwerken hielden de nieuwe eigenaars vast aan de stijl. ‘Kijk naar de tegels’, zegt Lut. ‘Nogal dominant, en toch horen die hier. Ik heb het kleurenpalet in de woonkamer op de tegels afgestemd: rood, oranje, bruin, geel. Kleuren die vloeken met de tegels, komen er simpelweg niet in.’


“Bij ons kan je zien hoe we leven: transparant, praktisch, vrij. Het huis moet een open, warme sfeer uitstralen�

Een onvoldoende voor dit prachtige blauwe koffiesetje? Wij zijn niet akkoord!

25


BINNENKIJKEN

De nieuwste hobby van Lut is kalligrafie. Met een pennetje gedoopt in inkt beoefent ze sinds kort de kunst van het schoonschrift.

“Iedereen is welkom. Ik zou zelfs de kippen of konijnen binnenlaten”

Eén en al warmte in de woonkamer die niet erg groot maar des te gezelliger is.

Hoe hun droomhuis eruitziet? Lut en Gwijde kijken elkaar twijfelachtig aan. ‘Tja, ik denk dat een huis voor ons vooral praktisch moet zijn.’ Lut knikt. ‘Bij ons kan je zien hoe we leven: transparant, praktisch, vrij. Het huis moet een open, warme sfeer uitademen.’ ‘Iedereen is welkom’, vult Gwijde aan. ‘Ik zou zelfs de kippen of konijnen willen binnenlaten …’, glimlacht hij. ‘Het moet allemaal niet zo afgelijnd zijn.’

Doe maar flamboyant

Een XL knuffel voor de kleinkinderen? Alweer een geslaagd experiment!

26

Een uit de kluiten gewassen mankende kip kruist ons pad wanneer we richting boomhut wandelen. ‘Ze werd vorig jaar aangevallen door een vos of een kat’, verklaart Gwijde. ‘Ze was er behoorlijk erg aan toe. Een week lang logeerde ze in onze badkamer om te herstellen. Dat was soms schrikken wanneer we weer eens vergaten dat er een kip in ons bad zat.’ (lacht) ‘Ik stop met het gras maaien wanneer ik een sprinkhaan zie’, lacht Lut. En de dierenliefde gaat nog verder. ‘Deze zomer hadden we heel wat slakken in onze groentetuin. Heel vervelend, maar de natuur beslist. Agressieve verdelgingsmiddelen zijn hier uit den boze.’ De tuin is in winterslaap, maar je merkt dat Lut en Gwijde niet van perkjes en gemillimeterd gras houden. ‘Soms denk ik dat de vorige eigenares zich in haar graf omdraait. Zij hield van een strakke tuin, wij gaan voor een

BOF - GROOTOUDERS UIT DE 1000

levendig exemplaar. Ik hou van die wildgroei. Alleen het gras, dat moet kort. Zo komt de wildgroei nog mooier uit.’ Je moet absoluut eens terugkomen wanneer alles in bloei staat, zegt Lut. De bloemen zoeken dan hun weg doorheen de tuin zoals het ze uitkomt, niet zoals het ze is ingefluisterd. In het midden van de tuin staat een oude zetel. ‘Tijdens mijn vrije momenten vind je me hier. Lekker in het zonnetje, met zicht op onze tuin. En met naast mij Gwijde die een nieuwe lading takken aanvoert voor zijn boomhut.’

Zalige zondag De boomhut blijkt een indrukwekkend bouwen vlechtwerk van takken, twijgen, balken en stammen. De hut is intussen meer dan 20 jaar oud. Binnen steekt Gwijde een lantaarn aan. De regendruppels geraken niet tot bij ons, zelfs de gure wind maakt een omweg. ‘Hier ben ik graag’, glundert Gwijde. ‘Vroeger had ik één vrije dag, de zondag. Die bracht ik gegarandeerd in mijn boomhut door.’ Hoewel de boomhut voor zondags geluk zorgt, moest het eigenlijk een plek voor de kinderen worden. Helaas, het bouwwerk bleek te weinig kindvriendelijk. ‘Het is bouwkundig in orde, maar je wil geen risico nemen. Uiteindelijk hebben onze kinderen hier zelden in gespeeld en ook onze kleinkindjes laten we hier niet rondlopen.’ Is het


“Een boomhut is nooit af. Soms zakt er wat scheef en een andere keer krijg je te maken met houtworm”

dan zijn speeltuin? ‘Tja. Toch alleszins pure ontspanning. Soms zit ik hier gewoon te niksen, mij te bezinnen of te dagdromen. Andere dagen ben ik heel actief bezig. Hout kappen langs de Schelde, uitzoeken hoe ik een balk kan verstevigen… Ik geniet daarvan.’ Is ze af?, vraag ik. ‘Bah nee, een boomhut is nooit af! Soms zakt er wat scheef, een andere keer krijg ik te maken met houtworm of moet ik hout vervangen. De boomhut leeft. En ze heeft trouwens ook een natuurfunctie. Hier broeden merels, zanglijsters, winterkoninkjes en heggenmussen.’

Watermannen onder mekaar En wat doet Lut om haar gedachten te verzetten? Veel, zo blijkt. ‘Ik ben een Waterman, ik heb nood aan vrijheid én aan nieuwe dingen. Mijn vriendinnen weten goed dat ze me altijd warm kunnen maken voor een workshop.’ Wanneer ik opmerk dat ik ook een Waterman ben, stralen haar vriendelijke, uitnodigende ogen nog meer. ‘Ik verdiep me al een paar jaar in astrologie. Het helpt me mezelf en mijn gevoeligheden beter te begrijpen. Maar het is erg ingewikkeld.’ ‘Mijn meest recente workshop was kalligrafie. Met een pennetje, maar met vooral heel veel geduld de perfecte letters op papier zetten.’ Lut bladert door haar schrift en toont de kaartjes die ze kalligrafeerde. Ze legt de voorbeeldletters op haar letters en toont de minieme verschillen. ‘Toch niet slecht hè’, glimlacht ze.

De kracht van kralen Naast breien is ook juwelen ontwerpen al jaren een hobby. ‘Ik hou ervan persoonlijke cadeaus te geven.’ Ze toont een halsketting met oranje­ bruine stenen. ‘Dat is tijgeroog, een vrij dure steen die erom bekendstaat je energie te geven. Een paar jaar terug werd ik 50 en zou ik een groot feest geven. Maar die dag werd ik opgebeld omdat het niet goed ging met mijn vader. Het werd tijd om afscheid te nemen. Ik koos deze ketting uit en reed naar hem toe. Papa was al een tijd ernstig ziek en veel heldere momenten had hij niet meer. Maar toen ik bij hem zat, greep hij me plots heel alert bij de pols: ‘Je moet het feest laten doorgaan. Dat moet je doen, Lut.’ Uiteindelijk ging het feest door. Het werd geen trieste boel, integendeel. De energie die ik die avond voelde, was immens. Deze halsketting koester ik voor altijd.’

DAG MOEKE, DAG OVAKE! In deze boomhut zit flink wat hout verwerkt. Met heel veel geduld en passie timmert en vlecht Gwijde aan zijn toevluchtsoord waar hij tot rust komt.

Elke woensdag haalt Gwijde de kleinkinderen op. Rosalie is bijna 3, Julia nog geen jaar. ‘De tijd met hen is me ontzettend kostbaar. In de auto zingen we samen, dat is ons vaste ritueel. Als er tijd is, maken we een klein wandelingetje of lopen we wat rond in de tuin. Ik probeer ze nu al de natuur te laten ontdekken. Een kind staat daar enorm voor open.’ Ook voor Lut is het onvoorwaardelijke liefde: ‘De tijd die je met je kleinkinderen doorbrengt, is nog anders dan die met je kinderen. Je moet niets, alleen maar graag zien. Dat gaat zo gemakkelijk.’ Lut werd moeke gedoopt, Gwijde ‘Ovake’.… ‘Opa zag ik niet zitten, en vake deed me te veel aan m’n eigen vader denken. Dus werd het Ovake.’ Binnenkort vertrekken de kleinkinderen voor een jaar naar Afrika. ‘We gaan ze ontzettend missen. En we zullen vooral aftellen naar augustus, want dan brengen we ze een bezoek.’

27


BINNENKIJKEN

In het schildersatelier vind je Lut niet zo vaak en zeker niet lang, aldus Gwijde.

Schoonheidsfoutje Wanneer we een kopje troost delen, blijkt dat ik nog een hobby in handen krijg. Letterlijk. Het servies in grijsblauwe tinten is een eigen ontwerp. ‘Op vakantie in Frankrijk ging ik langs bij een pottenbakker. Dat fascineerde me zo, dat ik thuis meteen een opleiding zocht. De eerste keer met die draaischijf was hilarisch. Het is moeilijk zo’n gladde klomp klei in bedwang te houden. Maar nog moeilijker is het glazuren. Dat is pure chemie: je moet de juiste samenstelling maken, bovendien ben je nooit helemaal zeker hoe je potje uit de oven komt.’ Het prachtige koffiesetje waar we uit drinken, bleek een examenproef. ‘Ik buisde…’, glimlacht Lut. Ze draait het kannetje om en toont een foutje op de bodem. Het glazuur is lichtjes uitgelopen. ‘Het moest perfect zijn, en dat was het niet.’ Maar het werd perfect, zelfs in die mate dat Lut twee jaar lang zelfstandig pottenbakster in bijberoep werd. ‘Ik stond regelmatig op marktjes met mijn potten, kopjes en meer. Maar na een tijdje was ik enkel nog in opdracht van klanten aan het werken en dat beknotte mijn creativiteit. Ik wou weer vrij zijn en eigen ontwerpen maken. En dus stopte ik.’

Zoek de panda Naast tuin en natuur delen Lut en Gwijde nog een hobby: schilderen. Gwijde werkt zeer fijn, traag en geconcentreerd. Bij Lut moet het vooruit gaan. Toen haar jongste zoon een paar jaar

28

BOF - GROOTOUDERS UIT DE 1000

geleden op kot ging, had hij ‘iets’ nodig om een stuk beschadigde muur te verstoppen. Lut zou voor iets zorgen. ‘Ik nam een langwerpig doek en begon uit de losse pols. Een kwartier later stond het erop.’ De zolder, de voormalige kamer van hun oudste zoon, doet nu dienst als schilders­ atelier. Gwijde: ‘Ik kan hier uren doorbrengen. Om te kunnen schilderen, heb ik stilte nodig. Subtiel omgevingsgeluid op de achtergrond, meer niet. En ik heb tijd nodig. Soms zit ik een halfuur te kijken hoe ik bijvoorbeeld het oogje van een patrijs zo realistisch mogelijk kan weergeven.’ Gwijde schildert met olieverf. ‘Dat is kneedbaar. Je kan mengen, laagjes leggen, afschrapen en opnieuw beginnen.’ Lut toont vol bewondering z’n schrift: pagina’s en pagina’s vol kleurstaaltjes. ‘De meeste samenstellingen hou ik bij. Als ik niet meer goed weet hoe ik het geel van de

“Op vakantie in Frankrijk ging ik langs bij een pottenbakker. Dat fascineerde me zo, dat ik thuis meteen een opleiding zocht” teunisbloem kan maken, dan vind ik het hier terug.’ Gwijde kiest vooral voor natuurtaferelen en landschappen, Lut kiest voor het abstractere werk. ‘Gwijde heeft een hele collectie penselen, ik werk vooral met mijn handen. Gisteren bijvoorbeeld ging ik aan de slag met acrylverf, lijm en vogelzand.’ In de woonkamer valt een schilderijtje van haar op. ‘Mooi, die panda’, zeg ik. ‘Och, zie jij daar ook een panda in?’, lacht ze hartelijk. ‘Het stelt eigenlijk ons gezin voor’, en ze duidt de vijf gezinsleden aan. ‘Dat is het mooie aan kunst: iedereen ziet en voelt iets anders bij een werk. Er zijn geen regels.’

Laatste koekje Wanneer ik vertrek, vraagt Lut nog of ik een zelfgebakken koekje wil voor onderweg. En Gwijde drukt me quasi nonchalant een gedicht in m’n handen. ‘Geluk en creativiteit gaan hand in hand bij ons’, vertrouwde Lut me eerder toe. ‘Het is onze uitlaatklep, we hebben dat nodig.’ Ze zwaaien me breed glimlachend uit. Dit huis is gevuld met een ferme portie geluk.

De panda ofwel het hele gezin verenigd in een schilderij.


OPVOEDEN

Nog ĂŠĂŠn boekje ...

L

E p

As

e

Het valiesje met de netjes opgevouwen pyjama en de tandenborstel staat klaar. De verwachtingen zijn hooggespannen. Slapen bij oma en opa en zeker niet bang zijn voor het donker. Hoe maak je er als grootouder een onvergetelijk leuk samen-moment van? We stelden de vraag aan kinderpsycholoog Hans De Baene.

?

Tekst: Dimitri Bambust. Fotografie: Thinkstock

29


om

a

OPVOEDEN

je

s

Ve r

h a a lt

“Mijn oma en opa woonden langs een grote steenweg. Aan de overkant van de drukke baan lag een grote meubelzaak met op het dak enkele grote vlaggen­ masten. Dat getik van de touwen tegen die vlaggenmasten hoor ik nu nog. Het was hét geluid in de logeerkamer bij opa en oma.” Kinderpsycholoog Hans De Baene moet glimlachen als hij zich de logeerpartijtjes als kind bij zijn groot­

“Voorlezen creëert een unieke band. Dat samen-moment heb je niet als je voor je kleinkind een schijfje in de dvd-speler schuift”

HANS DE BAENE Opleiding: klinische psychologie (Kind & Jeugd) (KUL) Beroep: psychotherapeut op de afdeling Kind- en Jeugdpsychiatrie van het AZ Sint-Lucas Brugge Leeftijd: 48 Woonplaats: Sint-Kruis Burgerlijke staat: ­getrouwd, drie dochters van 15, 17 en 20 Hobby’s: lezen, badminton

30

BOF - GROOTOUDERS UIT DE 1000

ouders terug voor de geest haalt. Als kinderpsycholoog stuurt hij een team van ­verpleegkundigen en therapeuten aan. Daarnaast geeft hij contextbegeleiding en individuele begeleiding aan een leefgroep van acht à negen adolescenten. Een hele mond vol, maar Hans is niet de man van de Grote Theorieën en academische moeilijkdoenerij. Logeren bij oma en opa moet bovenal een moment zijn om de banden te versterken... “En daar mag best wat verwennerij en buiten de lijntjes kleuren aan te pas komen, want daar zijn oma’s en opa’s voor, toch?” Bestaat er een ‘ideale leeftijd’ om eens te logeren bij oma en opa? Of geldt hier de regel ‘hoe vroeger, hoe beter’? Hans: “Je moet als ouder een beetje aanvoelen wat je kind kan en nog niet kan. Het hangt af van het karakter en het tem­ perament van het kind. Baby’s tussen nul en zes maanden moet je vooral een nest geven. Op die prille leeftijd leert het kind al om een band te maken met mensen. Tussen zes maanden en een jaar kan het voor een kind deugd doen om andere in­ drukken op te doen. En dan, rond de eerste verjaardag, komt er een soort schakel­

moment waarbij een kind veel meer dingen herkent. Voor een kind van die leeftijd kan het wel eens wat moeilijker zijn om elders te gaan slapen, omdat hij papa en mama gaat missen. Op zich is dat goed, want het betekent dat de hechte, warme band met de ouders er daadwerkelijk is.” Is het vanuit de beleving van een kind een grote stap om voor het eerst bij oma en opa te gaan slapen? Hans: “Niet echt als het kind zijn oma en opa vaak ziet. Je kent de verhalen wellicht ook van een oma die de doodvermoeide zoon en dochter eens een nachtje wil la­ ten doorslapen en tegen de kinderen zegt: ‘Breng jullie lastige slaper maar eens bij mij’. Waarna blijkt dat die lastige slaper het klokje rond heeft doorgeslapen.” (lacht) Verhalenboekje als droomwereld Is hét bedritueel van een verhaaltje voor het slapengaan een goede gewoonte? Hans: “Absoluut. Op die manier sluit je de dag af en maak je de overgang van iets actiever naar iets passiever. Je kind weet op die manier dat de volgende fase het bed in en licht uit is. Alleen al daarom is verhalen lezen waardevol. Met een leuk verhaal en een goede verteller gaat een ongelooflijke wereld open voor het kind. Voor prentenboeken is de ideale tijds­ panne van het voorlezen tien minuten tot een kwartiertje. Bij kleuters worden de verhalen al iets langer en vanaf het eerste leerjaar wil het kind ook zelf lezen. Het l­ezen en voorlezen kan dan al snel oplopen tot drie kwartier of een uur.” Wat is voor jou een goed boek voor het slapengaan? Hans: “Voor de hele kleintjes zijn dat de prentenboeken over de dagelijkse rituelen, slapen, op het potje gaan, ... dingen die dicht bij hun leefwereld aansluiten. Vaak zie je dat kinderen hun favoriete boek mee verhuizen naar oma en opa. Dat gaat dan over een bepaald thema of een hoofdper­ sonage met wie ze zich kunnen identifice­ ren. Spannende of griezelige dingen zijn oké, maar liefst met mondjesmaat.”


Verhalenverteller als regisseur Wat maakt van opa of oma een goede verhalenverteller? Hans: “Een goede verteller is iemand die de kunst van de verschillende stemmetjes onder de knie heeft, die de verschillende personages tot leven kan wekken en die het zélf spannend vindt om op de volgende bladzijde te ontdekken wat er gaat gebeuren. Dé truc is om in te spelen op de reacties van het kind. Een verteller is een beetje een regisseur die de spanning weet op te bouwen en het verhaal naar een climax brengt.” En dan wil je kleinkind natuurlijk nóg een verhaaltje. Hans: “Dat is een kwestie van goed op voorhand af te spreken hoeveel en hoelang je zal lezen. Maar als je geniet van dat moment samen, lees er dan nog eentje, waarom niet? Regels zijn er om ervan af te wijken.” (lacht) Wat doe je als je kind toch niet in slaap raakt? Hans: “Stel je de vraag: ‘Waarom wil dat kind terug uit bed?’. Sommige gebeurtenissen, zoals de dood van een familielid of een huisdier, kunnen een grote impact hebben. Opa en oma zullen wel al iets toleranter zijn als hun

kleinkind nog even iets wil drinken of nog tien minuutjes naar beneden wil omdat het daar zo gezellig is. Als het kind echt angstig is, probeer je met je nabijheid te troosten in gradaties: eerst beneden, daarna in bed. Geef het kind de boodschap dat het bed en de kamer veilige plaatsen zijn. Leg uit dat je niet ver bent en blijf zelf rustig. Als een kind voelt dat je onrustig bent of uitschiet, zal het nog banger worden.”

Slapen kinderen sneller in na een ­voorleesmoment? Hans: “Het zou me niet verbazen. Kinderen houden van herhaling en goede kinderboekjes spelen daarop in. Ik herinner me nog een verhaaltje van een jager die door het bos wandelde en zijn handschoen verloor. Eerst woonde een muis in die handschoen, daarna een kikker en zo werden de ‘handschoenbewoners’ altijd maar groter. De perfecte slaapvoorbereiding voor een zalige nacht.”

ONZE VOORLEESTIPS TOP 10!

1.

Judge a book by its cover. Bekijk samen de kaft van het boek en lees de titel luidop. Waarover zou dat boek toch kunnen gaan? Maak je kleinkind nieuwsgierig.

6.

2.

7.

3.

8.

4.

9.

5.

10.

Maak je huiswerk vooraf. Als voorlezer is het goed om het boekje al eens op voorhand te lezen. Zo kan je inspelen op alle vragen van je kleinkind.

Maak het gezellig. Voorlezen hoeft niet per se in bed, je kunt net zo goed een leuk boekenhoekje maken. Wil de favoriete knuffel meelezen? Tuurlijk mag dat!

Haal de acteur in jezelf naar boven. Kinderen vinden het ‘ge-wel-dig’ als een volwassene gekke (dieren)geluiden of bewegingen maakt. Wat een moeilijk woord is dat! Check geregeld of je kleinkind alle woorden begrijpt en zo niet, leg ze dan rustig uit. Voorlezen is een prima manier om de woordenschat van je kleinkind te verruimen.

Ve

Kinderen luisteren liever naar een verhaaltje voor het slapengaan dan dat ze tv-kijken of gamen, blijkt uit een recent Brits onderzoek. Hans: “Ik zie nochtans dat de voorleescultuur dreigt te verdwijnen. Het aanbod via andere media is immens, en voorlezen vraagt nu eenmaal tijd en energie. Maar voor mij was dat ritueel wél belangrijk. Ik kwam vaak laat thuis en dan was dat voorleesmoment onze quality time samen. Boeken voorlezen – of samen in een boek lezen – is een vorm van contact die je moeilijk kunt overschatten. De band die je creëert, is uniek. Dat heb je niet als je voor je kind een schijfje in de dvd-speler schuift of samen tv-kijkt...”

rh

a al

Hoe gaat dat aflopen? Bouw langzaam de spanning op naar het einde van het verhaal toe. Vraag je samen met je kleinkind af hoe het verhaal zal aflopen.

tj e s o p

a

Bouw voldoende rustmomenten in. Tijdens zo’n pauze kan je kleinkind even alle gedachten ordenen en nadenken over het verhaal. Eén voorlezer, maar twee vertellers. Geef je kleinkind alle tijd om ook zelf te vertellen en speel in op de reacties. Voorlezen hoeft zeker geen eenrichtingsverkeer te zijn. En, wat vond je ervan? Vraag je kleinkind de dag nadien om het verhaaltje na te vertellen aan mama of papa. Onthoud welke verhaaltjes het langst blijven hangen en zoek naar nieuwe boekjes die aansluiten bij die ‘toppers’.

Lees het boek gerust nog een tweede keer voor. Herhaling is goed: je kleinkind steekt elke keer wel iets nieuws op!

31


wereldburger

OMA OVER DE GRENZEN HEEN Martine is in één woord stapelgek op haar drie kleindochters. En vice versa zijn de meisjes heel graag in de buurt van ‘mammie en pappie Spanje’. Een warme band waar niets tussenkomt, of ze nu 1.500 kilometer van elkaar wonen of niet!

Stephie

Tekst: Dimitri Bambust. Fotografie: David Samyn.

Tien uur in de ochtend. Geen school voor Stephie en Emmy vandaag, maar desalniettemin hebben de nichtjes het razend druk. Voor hen liggen grote witte bladen en potjes met kinderverf. Tussen het tekenen door werpen ze een blik op de animatiereeks op tv. Oma Martine, de thuiswacht van dienst in het nieuwe huis van zoon Frederic, houdt de twee geamuseerd in de gaten. Een vakantiedag zoals een ander, alleen: morgen stapt Martine opnieuw het vliegtuig op richting Costa Blanca, waar ze sinds 2012 met haar man Francis woont. En dat is toch altijd een beetje meer afscheid nemen van de kleinkinderen dan normaal...

Harde, maar juiste keuze Emmy

MAMMIE MARTINE (60)

Woonplaats: Orihuela Costa Burgerlijke staat: getrouwd met Francis. Samen zijn ze oma en opa van Stephie (7) (dochtertje van zoon Frederic) en de zusjes Emmy (6) en Lise (1,5) (dochtertjes van dochter Evelien) Hobby’s: Spaanse les, zingen in een koor

32

BOF - GROOTOUDERS UIT DE 1000

Martine: “In 2001 werd ik zwaar ziek. Na een vol jaar van onderzoeken werd de diagnose gesteld: de botziekte van Paget, een chronische botaandoening, en fybromyalgie, vooral gekenmerkt door hevige spierpijnen. Dat was een mokerslag. Ik had een leuke job in de modesector, maar gaan werken lukte helaas niet meer. Ik moest verder door het leven met een port-a-cath op de borststreek om intraveneus medicijnen toegediend te krijgen tegen de pijn. Toen mijn man met pensioen ging, hebben we beslist om definitief in Spanje te gaan wonen. Op doktersadvies, want de streek rond de Costa Blanca staat bekend om zijn gunstige microklimaat, het tweede beste ter wereld, wordt gezegd. Het hoge zoutgehalte in de lucht is het beste medicijn voor reumapatiënten. Het was natuurlijk een


Orihuela Costa…

drastische beslissing, maar het was de juiste: hier in België lag ik elke week in het ziekenhuis en nu kan ik leven zonder machine en met minder medicijnen. Ik krijg enkel nog één jaarlijkse speciale infuusbehandeling om de ziekte te stabiliseren. Het was óf sukkelen hier óf leven daar. Paget is niet te genezen, maar het milde klimaat - met het hele jaar droog en warm weer - doet wonderen. In april wonen we er drie jaar en ik voel me prima.”

is een badplaats gelegen aan de Costa Blanca in de provincie Allicante. De kustlijn strekt zich uit over een lengte van 16 km en grenst aan de spaanse havenstad Torrevieja en aan de autonome regio Murcia. In OrihuelaCosta bevinden zich 57 urbanisaties, 4 golfbanen en 2 jachthavens. OrihuelaCosta staat internationaal bekend om zijn mooie witte zandstranden en helder water, kreken, die worden afgewisseld door hoge steile kliffen. Torrevieja is omgeven door twee grote natuurlijke zoutmeren. Deze meren zijn bijzonder populair bij mensen die met hartproblemen, reuma, artritis of astmatische aandoeningen kampen.

Over het gemis van het leven hier Emmy: “Mammie woont in Spanje omdat het daar lekker warm is. Je kunt daar alle dagen zwemmen. Deze week is ze bij ons in de klas geweest. ‘Oh, is dat de mammie van Spanje?’, vroegen de andere kindjes. Ze las een gedichtje voor en zong drie liedjes over Jezus Christus, maar dan wel in het Spaans. We leren allemaal woordjes in het eerste leerjaar, maar die woorden kende zelfs de juf niet. Maar we vonden het wel allemaal mooie liedjes!”

“Het was óf sukkelen hier óf een nieuw leven opbouwen daar”

Martine: “Natuurlijk is het soms zwaar om zo ver van je familie te wonen. Gelukkig is er Skype, zodat je elkaar echt kunt zien. Soms praten we niet eens, maar zetten mijn zoon of dochter gewoon de camera aan, zodat ik de kinderen zie rondlopen of ravotten. Je bent niet fysiek samen, maar je ziet via de webcam toch dat iedereen het goed stelt. Ik maak hun evolutie op die manier ook echt van dichtbij mee, vind ik. Het is ook voor de kleinkinderen goed om de band te onderhouden: ze horen onze stem, ze zien ons, we vervreemden niet van elkaar. De kleinste is nu anderhalf en ze is niet van mijn schoot weg te slaan als we samen zijn. (lacht) Tijdens het jaar hebben de kinderen het altijd ontzettend druk met hun job en zijn de kleinkinderen naar school. Mijn man en ik proberen er vooral voor hen te zijn tijdens de vakanties: met Pasen komen we bijvoorbeeld naar België om voor de kindjes te zorgen en in de grote vakantie komen de kinderen bij ons in Spanje. Met de kerstdagen ben ik enkele dagen alleen naar België

33


wereldburger

­ ekomen om hen te zien en dan logeer g ik bij de zoon of bij de dochter.” Stephie: “Deze nacht hebben we zelfs met z’n drietjes in één bed geslapen: Emmy, mammie en ik!”

Over het nieuwe leven daar Martine: “Ik wou een huis met genoeg kamers, zodat ook de kinderen en kleinkinderen er comfortabel kunnen logeren. Uiteindelijk hebben we beslist om ons huis in België te verkopen, zodat we een

ik ze terug naar België en gaat Stephie mee naar Spanje. Het samenzijn met de kleinkinderen is nu voor mij veel intenser dan toen ik nog in België woonde. Als zij bij ons komen in Spanje, is iedereen in vakantiestemming. Maar ook als Francis en ik naar België komen, is het meestal tijdens de schoolvakanties.” Stephie: “Het huis van Mammie is superleuk. Wij hebben daar een stapelbed en daaronder hangen gordijntjes. En elke dag mogen we naar het zwembad!”

“Mijn man en ik willen de kinderen en kleinkinderen een warme thuis geven in Spanje” ruimer budget hadden. Nu hebben de kinderen een echte thuis in Spanje, waar ze altijd welkom zijn. Frederic en Evelien dachten altijd dat wij na ons pensioen in Zuid-Frankrijk zouden gaan wonen, maar het lot heeft er anders over beslist. Het zijn niet de lavendelvelden, maar de zoutmeren of salinas van Torrevieja geworden. Ik sprak geen woord Spaans, zelfs geen Engels, maar volg nu al drie jaar Spaanse les en ben lid van het plaatselijke koor. Francis is president van het wooncomplex en helpt de bewoners met hun papierwerk als ze iets willen verbouwen of zo. In onze buurt leven mensen van alle nationaliteiten en het leven bevalt ons prima.” Emmy: “Mammie en pappie hebben in Spanje zelfs een hond, Snuffel. Die heet zo omdat hij altijd met zijn neus op zoek is naar lekker eten. Het is een hele leuke hond met lang wit haar. Hij lijkt een beetje op Samson!”

Over de momenten samen in Spanje Martine: “Vanaf Pasen kunnen we vanaf de luchthaven van Deurne naar ­Alicante vliegen. Dat brengt ons alweer een stukje dichter bij elkaar. Volgende zomer komt Evelien op vakantie en blijft Emmy veertien dagen bij ons. Daarna breng

34

BOF - GROOTOUDERS UIT DE 1000

‘IK VERTREK’-TIPS

Vertrek je binnenkort voor langere tijd of voorgoed naar het buitenland? Hoe vertel je dat aan de kleinkinderen? En hoe neem je ze voor een stukje ‘mee’ in dat grote avontuur?

1.

Kiezen is altijd een beetje verliezen... maar dat schuldgevoel is nergens voor nodig. Emigreren is altijd een stukje loslaten, maar uiteindelijk is en blijft het jouw persoonlijke keuze. Wacht zeker niet te lang om die beslissing aan iedereen te vertellen.

2.

Afscheid nemen bestaat wél. Geef de kinderen en kleinkinderen voldoende kans om afscheid te nemen (ook al is het natuurlijk geen écht afscheid, maar gewoon het begin van een nieuw hoofdstuk).

3.

Alle emoties zijn waardevol. Wellicht zijn de kleinkinderen een tikkeltje boos, verdrietig, of net heel blij en trots, of dat alles samen. Dat mag, alle emoties zijn terecht en begrijpelijk bij zo’n ingrijpende gebeurtenis.

4.

Bel ze, schrijf ze, laat ze vlug iets weten! Ken je die magische film Le Fabuleux Destin d’Amélie Poulain nog, waarin Amélie haar wereldvreemde vader (met de hulp van een tuin­kabouter en een bevriende stewardess) overtuigt om een wereldreis te maken? Doe zoals haar en neem je kleinkinderen mee op reis! Ook al heb je het nog zo druk op de nieuwe thuisplek, stuur kaartjes, foto’s, exotische recepten, gekke voorwerpen uit het nieuwe land. Alles zal met veel interesse bekeken worden op het thuisfront!


Zandstraat 20 1000 Brussel Tel.: + 32 (0)2 219 19 80 Fax: + 32 (0)2 219 23 76 visit@stripmuseum.be www.stripmuseum.be

Pieter De Poortere

Alle dagen open van 10 tot 18 uur.

Alle stripfanaten welkom Het Stripmuseum is voor al wie Brussel bezoekt een ‘must’ in het hartje van de stad. Al meer dan 25 jaar richt het museum de spots op de auteurs en de helden van de Negende Kunst. Aan de hand van permanente tentoonstellingen - die regelmatig vernieuwd worden - en een afwisselend programma van tijdelijke exposities kan je er als bezoeker kennismaken met de talrijke facetten van het stripverhaal. Kuifje en de Smurfen nemen je mee naar avonturenland, naar een wereld waar de creativiteit geen grenzen kent. Het uitzonderlijke art nouveau-gebouw van Victor Horta geeft een bezoek nog een extra dimensie. Het Stripmuseum biedt zowel een hommage aan de pioniers van het medium als een blik op het hedendaagse stripverhaal.


Geej f e wereld r u e l k met de

1001 voordelen en 1001 glimlachjes!

Als lid kan je kiezen uit 1001 voordelen: bij jou in de buurt vind je kindvriendelijke activiteiten, tweedehandsbeurzen, kinderoppas, vormingen over opvoeden, kortingen in winkels, pretparken en bij evenementen. Bovendien inspireert de Gezinsbond je met gratis magazines en kan je info en advies over gezinszaken opvragen. De Gezinsbond is er voor alle gezinnen, ook voor jouw gezin. Word snel lid via www.gezinsbond.be/lidworden of telefoneer naar 02-507.88.88


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.