7 minute read

Karavaan in Noord-Amerika & Oceanië

Naar de verste uithoeken van de aardbol trekt het Karavaan-volkje: van Noord-Amerika tot Australië en Nieuw-Zeeland. Hun reisverhalen zijn al even avontuurlijk en boeiend als deze uit de andere continenten.

Canada: Sanne is enthousiast over haar inclusiereis

Advertisement

Sanne: “De Joker-reis naar Canada was mijn eerste groepsreis. Door mijn motorische beperking zijn stapreizen uitgesloten voor mij. Mijn uitdaging op reis lag dan ook in de fietstocht. Gelukkig had reisbegeleidster Claire de perfecte oplossing: een tandem. Dat was een nieuwe fijne ervaring voor mij. Ik had het geluk in een fantastische groep terecht te komen. Niemand behandelde me anders en als er iets was, kon ik altijd wel bij iemand terecht. En alles was zó goed voorbereid. Ik wist vooraf welke activiteiten op het programma stonden, zodat ik goed kon inschatten wat wel of niet zou lukken.”

- Deelneemster Sanne vertelt op karavaan.be/iedereen-mee-op-reis

Australië: Aline Van Der Borght kiest elke dag een bierproduct bij het ontbijt

Aline: “Australiërs zweren bij Vegemite bij het ontbijt. In hostels of bij de mensen thuis heb je vaak geen andere keus. Tijdens een vierweekse reis was ik zelf dan ook snel verslaafd aan dit vreemde bruine spul. Vegemite wordt immers gemaakt van een gistextract dat vrijkomt bij het brouwen van bier, een soort donkere brei. Later worden hier kruiden aan toegevoegd. Dankzij het hoge vitamine B-gehalte zou het erg gezond zijn.”

- Aline Van Der Borght, ex-medewerker Joker in De Karavaan van april 2017

Nieuw-Zeeland: Tom Van den Borne over een journalist met een konijnenvraag

Tom: “Het secretariaat krijgt geregeld telefoon van journalisten. Op een dag had ik een researcher aan de lijn, die een heel lang verhaal vertelde, waarvan ik hard het gevoel had: er wordt rond de pot gedraaid. Op de duur begonnen mijn collega’s mee te luisteren. Toen ik het gesprek samenvatte met: ‘Dus eigenlijk zoek je iemand die een konijn heeft gezien in Nieuw-Zeeland, toch?’ lagen ze plat van het lachen. En de man aan de andere kant van de lijn zakte zo’n beetje door zijn stoel, want dat was inderdaad wat hij zocht. Gelukkig hebben we een fantastisch netwerk. Na een half uur konden we de researcher terugbellen: ‘We vonden een begeleider die recent in Nieuw-Zeeland een konijn zag. Als bioloog kan hij meteen iets vertellen over de konijnenziekte daar.’ Deze grappige anekdote vertelt vooral iets over het sterke Karavaan-netwerk.”

- Tom Van den Borne, selectiejaar 2000, werkte 3 jaar bij de reiswerking van Karavaan

Nieuw-Zeeland: Ruud Buyl zendt stresssignalen tijdens onfortuinlijke kanotocht

Ruud: “In 2018 begeleid ik een reis naar Nieuw-Zeeland, een fantastisch land. We hebben net de stad Auckland bezocht en zijn op stap met een busje. We doen allerlei leuke dingen, bij veel regen en veel zon. Het is af en toe wat koud, maar dat vinden we niet erg. Op het einde van de eerste week is er een kanotocht van drie dagen door Whanganui Nationaal Park, waarbij we zullen slapen in cabins onderweg. We hebben eten en drank mee, en alles wat nodig is voor drie dagen. Bereik van gsm of radio is er niet, maar met twee bakjes kunnen we een stresssignaal uitzenden mocht er echt iets fout lopen. Het is goed weer, dus we vertrekken goedgemutst, per twee in een kano. De mannen zitten achterin, de vrouwen voorin. We zijn nog maar een uur in de kano of het begint keihard te regenen. Echt niet normaal. En de temperatuur daalt, het wordt bitterkoud. Iedereen is verkleumd, maar we gaan door. Opeens komt de zon erdoor, dus we warmen wat op tijdens de lunch.”

“Als we in de namiddag weer vertrekken, zit er bijzonder veel stroming op het water. Mijn compagnon en ik zijn de eerste die compleet in het koude water jakkeren. We beginnen te zwemmen en halen de kano uit het water. We zijn een klein beetje in shock door de koude, maar het gaat. We veranderen van kledij op de oever, en vertrekken weer. De groep is ondertussen voor ons, maar verderop is een stroomversnelling. Ik zie een kano dwars in de rivier, de punt steekt uit, en twee deelnemers zitten druipend nat en verkleumd onder een rots. Deelnemer Stijn houdt zijn arm vast. We kunnen daar niet stoppen, dus wat verder stroomafwaarts gaan we aan wal. Na een half uurtje klauteren sukkel ik tot bij hen. Blijkbaar heeft Stijn een gescheurde pees in zijn arm. Wat is er gebeurd? Zijn kano begon te kantelen, en in paniek heeft hij de kano én een boom vastgehouden. Zo’n kracht kan je natuurlijk niet houden. De vrouw die bij hem in de kano zat, is zwaar onder de indruk. Eerst brengen we de twee onfortuinlijken naar een veilige oever, met vier in een kano. Dat is op zich al een hachelijke operatie. We brengen al het materiaal over, trekken warme kleren aan en stoppen de gewonden in een slaapzak. Ik stuur mijn groep vooruit, want het is al laat in de namiddag en logeren op de oever is geen goed idee. We zitten in een ravijn in een soort Jurassic-landschap.”

“Ik besluit het stresssignaal te gebruiken. Bij de briefing hadden ze me verteld dat ik het ene knopje moest indrukken bij een levensbedreigende situatie, het tweede bij een niet-levensbedreigende. Dan komt er binnen de twee uur een rapid boat de stroom opgevaren om de personen te evacueren. Omdat Stijn zijn vitale functies oké zijn, druk ik de niet-levensbedreigende knop in. Ik blijf er nog een uur, geef hun iets te eten en drinken, en bedenk dat ik als begeleider hier nog weinig kan betekenen. Ik heb hier geen gsm of radio, dus kan niet communiceren. Ik trek naar de eerstvolgende hut, om ervoor te zorgen dat het duo zeker wordt opgepikt. Het is een erg moeilijk moment als begeleider, omdat ik hen achterlaat, maar het is volgens mij de beste beslissing. We moeten nog drie uur varen, bij slechte weersomstandigheden. Het is al donker wanneer we rond zeven uur aankomen, stil en redelijk uitgeput.”

“Gelukkig was de groep al gestart met opwarmen en eten. Ik ga de berg op om daar een tweede stresssignaal uit te zenden. Dan ga ik in de hut op zoek naar een andere manier van communicatie, maar er is nauwelijks bereik. Pas tegen elf uur ‘s avonds kan ik de hulpdiensten bereiken en worden mijn twee deelnemers geëvacueerd met een helikopter. Om twee uur ’s nachts verneem ik dat ze allebei in het ziekenhuis liggen en kan ik gerust gaan slapen. De jonge dame is een beetje in shock, Stijn moet de volgende dag meteen geopereerd worden, om de pees terug aan zijn spier en bot te naaien. Pas twee dagen later, als we uit het ravijn komen, zie ik hem terug. Stijn gaat naar huis. Hij zit in een gips, en heeft er nog weinig zin in, wat ik begrijp. De jonge dame heeft het nog een dagje wat lastig, maar is dan weer oké. De groep heeft natuurlijk een panische angst voor het water, wat een probleem is in Nieuw-Zeeland, zeker als je nog van plan bent twee dagen te kajakken en enkele boottochten hier en daar te maken. Dus we hebben wel even wat moeilijke momenten, maar we doen uiteindelijk alles zoals gepland. Goed voor een mooie reis in een prachtig land.”

- Ruud Buyl, selectiejaar 2012, begeleidde 6 reizen