s’MAAK nr7 - juni 2017

Page 1

Jackie Habets: ‘Een hoed maakt het verschil tussen kleren dragen en gekleed zijn.’

#7

1


S’dam maakt, vermaakt, hermaakt en droomt Wij nemen u graag mee de Schiedamse binnenstad in. Er gebeurt daar veel. Veel meer dan we zien, meer dan we weten. We zijn weer blij met de reacties die we naar aanleiding van de vorige s’MAAK ontvingen. Uw complimenten, klachten en tips blijven welkom. Als we er nu niets mee hebben gedaan, gaan we er wellicht volgende keer wel wat mee doen! Hieronder een aantal reacties ‘Met veel plezier lees ik, als echte Schiedammer, altijd de s’MAAK die bij mij op de mat valt. Maar ik heb één opmerking, ik lees geregeld over de ‘grachten’ in Schiedam, maar moet dan aan Amsterdam denken... Zullen we het vanaf nu over ‘havens’ hebben, in Schiedam?’ Pim van Leeuwen Dank voor uw reactie. Leuk dat u enthousiast bent over s’MAAK. Wat u aangeeft over de ‘havens’ vinden wij een goed punt. De Schiedamse havens zijn in de historie gebruikt als zeehavens. Het is logisch dat ze nu nog steeds de benaming haven hebben, passend bij de functie uit het verleden. We zullen in het vervolg letten op het gebruik van het woord gracht want wij vinden ‘havens’ eigenlijk ook veel stoerder klinken. ‘In uw blad gaf u een aantal plekken waar je even kunt gaan zitten. Een daarvan klopte niet, namelijk​de foto van het muurtje bij de Koemarktbrug. De foto is daar niet gemaakt. Overigens is het met goed weer, en als het wat drukker is in de stad, niet goed mogelijk om op het muurtje te zitten. Er staan fietsenrekken en fietsen, omdat de gemeente de fietsenstalling heeft opgeheven. Omdat de enige rekken langs dit muurtje staan, is het daar dus vol! Misschien een suggestie aan de gemeente om de fietsenstalling weer terug te brengen. Die werd beter gebruikt dan de betonnen zitblokken die er nu staan. Zet dan op de plek van de fietsenrekken, langs het muurtje, wat zitbanken!’ P. ’t Hardt Klopt, dat heeft u goed gezien! Wij bedoelden eigenlijk het muurtje gelijk voor de brug. Waarachter de fietsstalling ‘verborgen’ lag. Het was een plek waar medewerkers van de glasfabriek weleens zaten te lunchen. Over uw andere opmerking: zoals u waarschijnlijk weet, zijn er plannen voor het Schiekwartier, de Koemarkt is daar onderdeel van. We hebben navraag gedaan en het is de bedoeling om dit jaar nog een overdekte inpandige fietsenstalling terug te brengen in de buurt van de oude.

Heeft u complimenten of klachten over s’MAAK? Heeft u tips of denkt u: ‘Jullie moeten écht die persoon spreken voor het volgende nummer?’ We horen het graag! Laat het ons weten via smaak@schiedam.nl of schrijf naar de redactie van s’MAAK, Postbus 1501, 3100 AE Schiedam.

colofon initiatief & Eindredactie Gemeente Schiedam (smaak@schiedam.nl) concept, ontwerp & beeldredactie FORT (wijzijnfort.nl) Schrijvers & fotografen Birgit Bekker, Helene de Bruin, Theo Reyman, Suzanne Stam, Tom van Velzen, Ossip van Duivenbode, Bob Goedewaagen, Raffaella Huizinga, Peter de Krom, Tessa Schlechtriem, Shelley Trustfull, Bob van der Vlist, Willem de Kam, Victor Wollaert coverfoto Bob van der Vlist drukker Segers Drukkerij oplage 33.000 (Huis aan huis) verspreiding Schiepost, Stroomopwaarts MVS uitgave zomer 2017

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch mechanisch, door fotokopieén, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de rechthebbende.


2

ik kom uit... Kethel

3

Tanen, breien en keuren

10 ‘De hoed wordt de nieuwe tatoeage’

‘In Schiedam kun je je lol op’

12

21

15 Schiedam door de ogen van ...

Het Vürtheim theeservies

‘Dit ambacht is als een uitgestorven diersoort’

7

24

Annelies Prins

26

Geef je over

1


Ik kom uit... Kethel

Adrie Broeren-Rip is 65 jaar en vrijwilliger bij de Historische Vereniging Schiedam en het Gemeentearchief. ‘Ik hou gewoon erg van Schiedam!’ Adrie heeft 16 jaar bij de vrouwenopvang gewerkt. Sinds haar pensioen is ze fulltime bezig met haar grote passies: geschiedenis en Kethel. ‘Ik ben geboren en getogen in het dorpje Kethel, dat in 1941 is geannexeerd door Schiedam. Mijn geboortehuis is ongeveer driehonderd jaar oud en nog steeds in bezit van onze familie. Ik woon zelf ook nog steeds in Kethel, in de Vogelbuurt. Op het oude land van mijn ouders, daar waar ooit de koeien graasden.’

Ook in de binnenstad is Adrie veel te vinden. ‘De Historische Vereniging Schiedam zit aan de Hoogstraat. In samenwerking met Seniorenwelzijn organiseren we excursies, ook voor mensen in een scootmobiel. Dan vertel ik over bekende Schiedammers, over de jeneverindustrie, over ‘spoeling’, het restproduct dat het vee te eten kreeg en nog véél meer!’ Schiedam volgens Adrie: ‘Mensen zijn meer betrokken, panden zijn mooi opgeknapt. Ja, Schiedam verandert op een goede, aangenaam langzame manier.’

2

tekst Suzanne Stam foTo Raffaella Huizinga

De ouders van Adrie hadden een klein veebedrijf. ‘Toen mijn vader overleed in 1982, kwam ik allemaal herinneringen en foto’s tegen. Sindsdien verdiep ik me in de historie van Kethel. Er is veel bijgebouwd en er komen steeds nieuwe mensen bij. Die zeggen vaak ‘het dorp mag niet verdwijnen.’ Ik wil het dorpje ook op de kaart laten staan. Die combinatie van oud met nieuw is leuk. De mensen in Kethel zijn nuchter, ze houden van hun huis en dorp maar zijn verder niet van de fratsen. Ik vind het leuk om de geschiedenis te verspreiden. In ‘ontmoetingscentrum De Werf’ geef ik de cursus ‘Mijn Fotoalbum’. We kijken naar oude foto’s van Kethel en de verhalen en historische betekenis daarachter.’


Tanen, breien en keuren Een verhaal boven in een brugportaal

tekst Birgit Bekker BEELD Tessa Schlechtriem

‘Stiekem wil ik altijd heel even springen om de vering te voelen’, bekent Tessa Schlechtriem. We praten over de ouderwetse ophaalbruggen in Schiedam. En vooral over de Taanbrug. Tessa werd gevraagd het sierwerk voor de hameipoort van de brug te ontwerpen: ‘Een bijzondere opdracht, die je gewoon niet kunt weigeren.’ Dat de techniek van de Taanbrug is geïnspireerd op de eeuwenoude ophaalbruggen in de stad, kan iedereen zien. Maar welk verhaal vertelt het sierwerk boven in het portaal, de hameipoort? Waar verwijzen de bladvormen naar? Waar kennen we de gespiegelde bokaaltjes tussen de letters van? De brug van 2017 gaat samen met een flinke vleug klassiek. Hij is het slotstuk van het project Lange Haven plus.

‘Natuurlijk wil ik graag iets maken dat, als het goed is, wel 100 jaar kan blijven bestaan.’

voorstellingen, zoals vroeger bij gietijzer, waren alvast niet mogelijk. Alleen platte uitsneden. ‘Hoe dikker de plaat, hoe minder fijn de uitsnede van figuren kan zijn’, leerde de illustrator ook al snel van aannemer Jansen Venneboer. ‘Bij een dikke plaat is veel energie nodig om te frezen. Door de oplopende hitte heb je risico dat het staal rond de gemaakte uitsparing gaat smelten. Dan loopt het patroon weer dicht of er brandt een deel door dat heel moet blijven.’ Kortom, het ontwerp diende de balans te vinden tussen verfijning en robuustheid. Echo uit het verleden Een reproductie van het sierwerk bij de andere bruggen moest er qua beeld niet komen, vond Tessa. ‘We leven nu. Wel wilde ik in het moderne materiaal een echo uit het verleden laten terugkomen. Ik ontwerp altijd verhalend en ook al ben ik ‘import’, ik hou veel van het rijke verleden van Schiedam. Dat de brug een link legt naar de Taansteeg was voor mij het logische startpunt voor een razendsnelle studie.’

‘Ik ontwerp altijd verhalend en ook al ben ik ‘import’, ik hou veel van het rijke verleden van Schiedam.’

Twee keer eerder al maakte Tessa Schlechtriem, van het Schiedamse ontwerpbureau Skizzie, werk in de Schiedamse publieke ruimte. Fiets bijvoorbeeld naar de Overschiesestraat voor de levensgrote muurschildering ‘het Egeltje’, een gedicht van Ida Gerhardt. Of naar Plein Eendracht voor de muurschildering ‘Centrum’, een gedicht van Ron Elshout. En nu kreeg de grafisch ontwerperillustrator de vraag om een ontwerp te maken voor de decoratie van de kersverse Taanbrug. Ze was verrast: ‘Wat een buitenkans en eer om iets voor de stad te mogen maken, iets met ook nog een langere levensduur dan normaal. Vaak wil men een grafisch ontwerp na vijf jaar wel weer vervangen. Natuurlijk wil ik graag iets maken dat, als het goed is, wel 100 jaar kan blijven bestaan.’

De Grote Visserij De nieuwsgierige ontwerper kwam via het stadsarchief terecht in de periode van voor de opkomst van de jeneverstokerijen, de tijd van de haringvisserij. Schiedam maakte toen samen met Rotterdam, Delft, Den Briel en Enkhuizen de dienst uit in het College van de Grote Visserij. Speciaal voor deze haringvisserij ver op zee werden grote aantallen netten gemaakt. ‘Schiedamse vrouwen waren er goed in. Hun netten werden verkocht tot in Enkhuizen. Dát wist ik nog niet.’

Frezen uit plaatstaal De beschikbare ontwerptijd, daarentegen was beperkt en het toegepaste materiaal – plaatstaal – een ongebruikelijk technisch gegeven om in het ontwerp rekening mee te houden. Driedimensionale

Tanen Hennepvezel vormde het materiaal van de netten, deels aangevoerd vanuit de Krimpenerwaard. Het spinnen en twijnen van de hennepvezels tot stevige garens gebeurde rond de Lange Haven, net 3


‘Schiedamse vrouwen waren goed in visnetten maken. Hun netten werden verkocht tot in Enkhuizen.’ als daarna het breien van de visnetten. Om te voorkomen dat de netten bij gebruik al snel zouden gaan rotten door het zoute zeewater, ging alles in een bad van taanvloeistof. Visnetten werden dus, net als scheepszeilen en touwen, getaand om langer mee te kunnen gaan. ‘Vergelijk het met leerlooien. Een zwaar en ongezond werk, dat is wel zeker,’ concludeert Tessa na het lezen daarover. ‘Het goedje waarin dat gebeurde was een afkooksel van onder andere eikenbast. Tijdens het koken kwam uit die eikenschors de conserverende stof tannine vrij.’

‘Ik las dat in Enkhuizen keurloodjes van Schiedamse netten gevonden zijn. Die keurloodjes waren een belangrijk kwaliteitsmerk.’ Drie nachtglazen Het speuren van Tessa ging verder. ‘Ik las dat in Enkhuizen keurloodjes van Schiedamse netten gevonden zijn. In die tijd van paard en wagen nog een flink eind uit de buurt. Die keurloodjes waren een belangrijk kwaliteitsmerk. Schiedam had precies vastgelegd aan welke eisen de hier geproduceerde visnetten moesten voldoen. Keurmeesters – net als de nettenmaaksters ook weer vrouwen – controleerden elk onderdeel. Kloppen de afmetingen, is de kwaliteit van het garen hoog? Klopt de manier waarop het net is gebreid, met stevige knopen tussen de mazen? Als het haringnet was goedgekeurd, maakte de keurmeester er zo’n kwaliteitsloodje aan vast.’

4

Een Schiedams keurloodje is goed te herkennen, legt Tessa uit. Het is een soort zegel ongeveer zo groot als tien eurocent. Ze vond er foto’s van: ‘Kijk, aan de ene kant staan de letters SD en de afbeelding van drie nachtglazen. Dat zijn zandlopers die schippers gebruikten om ’s nachts aan boord de tijd te kunnen afmeten. Drie nachtglazen op het keurlood stonden garant voor de afkomst van een visnet uit Schiedam. Stond er maar eentje op, dan kwam het net uit de buurt van Schiedam. Aan de andere kant van ieder loodje werd een letter gestempeld: A, B, C of D. Elke letter verwijst naar een van de vier vrouwelijke keurmeesters die Schiedam telde.’ Voor Tessa was het verhaal rond. Ze had voldoende elementen verzameld om een ontwerp te maken dat is gestoeld op een episode uit de Schiedamse geschiedenis. Sprong naar deze tijd Eerlijk is eerlijk: de aanleg van de nieuwe brug zelf werd niet meteen door alle Schiedammers van deze tijd omarmd. Het motief dat de extra oversteek een rondje struinen om de Lange Haven makkelijker maakt, werd ook wel nuchter opgevat als teken van luiheid. Schippers zagen de nieuwe hindernis op het water met lede ogen aan. Een gelauwerd historicus stelde met een knipoog voor om de naam liever te veranderen in Keetbrug. Nu de Taanbrug in zijn jonge glorie ligt te glimmen, is het aan de brug om zijn verbindende karakter dubbel en dwars waar te maken. De hameipoort brengt alvast enkele fragmenten uit de periode van de haringvisserij in één verhaal bij elkaar. Eikenblad, nachtglazen, mazen en knopen: ze nodigen de voorbijganger uit om extra goed omhoog te kijken.


‘Geen reproductie van het oude sierwerk, we leven nu. Wel wilde ik in het moderne materiaal een echo uit het verleden laten terugkomen.’ 5


Het oude stadhuis Grote Markt

Al ruim 350 jaar het statige middelpunt van de binnenstad. Het is een klassiek, romantisch decor voor een bruiloft.

Stedelijk Museum Schiedam Hoogstraat 112 -114

Tussen moderne kunst, voor een preekstoel uit de tijd van Lodewijk XVI en onder de klanken van een klavier orgel. Do we need to say more?

Trouwen in Schiedam

Iemand van de redactie ging trouwen. De rest van de redactie dacht eigenlijk dat het grootste deel van de stellen enkel nog ging trouwen vanwege het briefje. (belastingen, ouderschap, wilsbekwaamheid)

Maar er zijn toch nog veel romantische zielen die trouwen vanwege de liefde. Dat hoef je Hoppe niet per se in de trouwzaal van het Nieuwe Haven 103 Stadskantoor aan het Stadserf te doen. In deze voormalige Want er zijn nog meer locaties waar jeneverstokerij met uitje elkaar het ja-woord gerolde rode loper, kun je kunt geven. het ja-woord geven tussen de antieke jenevertonnen met Theater aan de Schie vuurschalen. Stadserf 1

Op de planken hebben fantastische shows gestaan, bekende en onbekende acteurs hebben hier gelopen, het publiek verrast of tot ontroering gebracht. En dan trouwen tussen de roodfluwelen gordijnen en de pluche stoelen...

6

Jenevermuseum Lange Haven 74-76

Het kan natuurlijk ook niet anders in Schiedam... Met de branderij, de kruidenzolder, het proeflokaal als smaakvolle entourage en een jenever om te proosten.

Sint Joris Doele Doeleplein 1

In het geheel gerestaureerde gebouw schalden vroeger de salvo’s van aangeschoten schutters. (zie ook pagina 26)


‘In Schiedam kun je je lol op’ tekst Birgit Bekker foToGRAFIE Shelley Trustfull

Pamela Aandeweg – van de Pol ( P ) is

Programmamanager Stadspromotie van de gemeente Schiedam. ‘Mijn missie is dat er een positief imago van de stad opbloeit. Schiedam verdient het.’

Hugo Bogaard ( H ) was tot voor kort 25 jaar ‘verbannen naar Amsterdam’. Hij is blij om weer de lucht te kunnen opsnuiven van de Nieuwe Waterweg. Sinds een jaar is hij directeur van de Stichting Schiedamse Molens.

Pamela en Hugo zijn uitgenodigd in het Oranje Brugwachtershuis. Jan Sluijter heet ze welkom. (Op gezette tijden organiseert de architectuurfotograaf ongebruikelijke invullingen van dit brugwachtershuis.) Jan voorziet Pamela en Hugo van spraakwater en verlaat dan de ruimte. Het tweetal kijkt om zich heen: zijn we hier aan de Nieuwe Haven? Ja. Terwijl een bus voorbijrijdt, rommelt en piept het in de basculekelder.

* lees het nieuws op deschiedamsemolens.nl

P: Je was eerder directeur-architect van een groot bureau, heb ik gehoord. Dan heb je vast een reactie op dit vreemde gebouwtje waarin wij terecht zijn gekomen. H: Tja, in welke tijd zou het gebouwd zijn? Begin 1920 schat ik. Het kan wel een goeie opknapbeurt hebben. Het is eenvoudig. De lichtinval is bijzonder. Ik hou van oude objecten, maar vind niet dat alles per se bij het oude moet blijven. Het is leuk als er nieuw gebruik kan ontstaan, met z’n eigen uitstraling. P: Dan kun je in Schiedam je lol aardig op!!

Pamela zegt het schaterlachend. Hugo lacht mee.

H: Private dining zie ik hier wel zitten. Aha, dat is al gedaan, zeg je? Het zou misschien vertrekpunt kunnen zijn van de fluisterboten, of de start van een jenever- en gintour. Iets met kunst zie ik ook voor me, dat er rook uit het gebouwtje komt, ik zeg maar wat.

P: Ja, er zijn wel kansen om dit verrassende plekje op een bijzondere manier te benutten. Zo heeft heeft de binnenstad meer van dit soort plekken.

Het blijft even stil.

P: Hoe ging het met de Schiedamse Molens het afgelopen jaar? Wat is je ervaring als nieuwe directeur? H: Ik kreeg meteen de vraag wat ik vond van molen De Walvisch. Nou, net een soort grot, zei ik, donker en gesloten. Dat geldt voor alle molens: ze zijn een soort bastions. Dat willen we veranderen, meer openheid erin brengen. De verbouwing van De Walvisch is deze zomer al in volle gang. P: Met die kleine raampjes is een molen fysiek natuurlijk al niet het meest licht doorlatende gebouw. Ging er iets bij je kriebelen, toen de verbouwingsplannen voor De Walvisch werden gesmeed? H: Ik zit er niet in als architect hoor. Maar als opdrachtgever vond ik de architectenselectie wel erg leuk om te doen. HP Architecten had een heel goed verhaal over licht, ruimtelijkheid en het oorspronkelijke gebouw. Ze gaan het krappe kruipdoor-sluip-door-gevoel van de molen er helemaal uit halen. Dat doen ze goed.* P: Ja, ik heb het ontwerp gezien. Mooi! Met die vide waardoor je vanaf de tussenvloer omlaag kunt kijken. Je ervaart zo ook veel meer de hoogte van de molen. H: We brengen er het museum, de winkel en een restaurant in onder. Door die mix van functies willen we toegankelijk zijn voor een breder publiek. Er komen zelfs publieke werkplekken. Je kunt zo je laptop openklappen. P: Ha, met een lekker stukje taart erbij natuurlijk. Gemaakt met meel van de molen zeker. Doet me eraan denken dat mijn pastameel op is. Ik kan niet meer zonder, nu ik het Schiedamse molenmeel ontdekt heb! 7


‘De.’

‘Ik hou van oude objecten, maar vind niet dat alles per se bij het oude moet blijven.’


H: Met alle andere molens zijn we ook aan de slag. Mijn doel is om er meer reuring en levendigheid in te brengen.

maritieme industrie … en nu in de richting van toeristische trekpleister.

P: Ik hoor je ‘meer levendigheid’ zeggen. Dat is de spijker op z’n kop en hoe we willen dat de mensen Schiedam gaan zien. H: Oh? [Lacht] Oké, vertel. P: Dat is het beeld dat Schiedam nodig heeft: druk en levendig vanuit historisch perspectief. Wat Rotterdam niet heeft, hebben wij wél, dus kies je voor Schiedam. H: Wat ik heel bijzonder vind, is dat de havens hier zo dicht bij de stad liggen. De plek waar die machines gebouwd worden, machtig mooi. In Rotterdam, waar ik woon, ervaar je dat veel minder dan hier. P: Dat is nou precies zoiets waarvan bijna niemand lijkt te weten. H: Het lijkt soms wel of Schiedammers niet van hun stad houden. P: Ho, pas op. Als je zegt: wat een rotstad, ik wil hier nog niet dood gevonden worden … Nou, dan komt er echt wel trots naar boven. H: Terecht, er is ook genoeg om trots op te zijn. Sommige plekken blijven alleen zo verstopt. Kijk naar de ruïne van Liduina, achter het Stadserf. Die ligt als een klomp steen vergeten in een hoekje, terwijl ze zo ongeveer de oorsprong is van Schiedam. De ruïne had als raadszaal in het stadskantoor verwerkt kunnen zijn. Ik ben erg voor het inpassen en blijven gebruiken van historische objecten. Doen we thuis ook met antiek servies. P: Ja, de ruïne zou inderdaad veel meer als icoon van het verleden kunnen worden uitgelicht of gebruikt. Wist je dat Schiedam in 1275 al stadsrecht kreeg. Iets eerder al was in opdracht van Vrouwe Aleida een kerkje gebouwd op de plek waar nu de Grote Kerk is. Sindsdien heeft de stad zichzelf steeds ontwikkeld en opnieuw uitgevonden: van visserij naar jeneverstokerij naar scheepsbouw,

Hugo denkt even na.

H: Als nietsvermoedende toerist verdwaal je nogal makkelijk in allerlei straatjes, achter het Stedelijk Museum. Je moet wel doorzetten om daar je weg goed te vinden. Je rijdt je vast, kom je bij de ABCgarage, maar daar wil je eigenlijk niet zijn. P: Hmm, in deze categorie heb ik ook wel een dingetje waar ik me aan stoor. Je komt met de trein aan. Kom je buiten. Waar-o-waar is de binnenstad, denk je dan. Ik besef dat het vloeken in de kerk is, maar als je nou dat parkeerterrein daar weghaalt. Dan wordt de loop naar het water en de binnenstad veel logischer en duidelijker. Je hebt duizenden mogelijkheden om die aansluiting mooi te maken. H: Ik ben voor gratis parkeren in de stad. Sommige plekken maak je wel autovrij en op andere plekken kun je gewoon gratis staan. Het is maar een idee. Ik geloof alleen echt dat ’t zou werken. Overal. Ook in de parkeergarage. Reken maar dat dat mensen trekt. P: Uh, parkeergarages gratis maken wordt lastig. Daar gaan de eigenaars over, de marktpartijen dus. Maar misschien kan de garagenaam alvast meer vertellen over de omgeving, bijvoorbeeld P-Grote Kerk. Of P-Markt. H: Dat zou perfect zijn. Dan word ik als bezoeker ineens nieuwsgierig en denk: de markt, dat is altijd goed, daar wil ik naar toe! P: [Schaterlachend] Ach ja, de weg niet kunnen vinden hoort ook wel echt bij de stad. Het zal niet in een keer vanzelf gaan om iets voor elkaar te krijgen. H: Het is net als het kampioenschap van Feyenoord. Pamela en Hugo kijken elkaar aan. Jawel, het komt goed met de stad! Met een klap op de schouder nemen ze afscheid.

‘Het lijkt soms wel of Schiedammers niet van hun stad houden.’ 9


‘De hoed wordt de nieuwe tatoeage’ tekst Helene de Bruin foToGRAFIE bob van der vlist

Jackie Habets ontwerpt en maakt hoeden. Gedragen door mannen, vrouwen en mannequins. Want naast haar eigen cliënten, vervaardigt ze ook voor modeontwerpers. Daarnaast geeft ze masterclasses op modeacademies. ‘Het hoofddeksel herleeft; de hoed wordt de nieuwe tatoeage.’ In haar atelier aan de Westvest ligt een hoed ondersteboven. In het bandje steekt een naald die geduldig wacht op de volgende onzichtbare steekjes. Want dat is wat een handgemaakte hoed onderscheidt van een seriematig, machinaal gemaakt hoofddeksel. Op een plank staan mallen gemaakt van zacht balsa- of lindenhout. Vol met piepkleine gaatjes van de spelden die het vochtige, gestoomde vilt moeten fixeren. Op deze tientallen mallen heeft Jackie Habets al meer dan honderden hoeden ontworpen. Want hoewel ze ook schetst op papier, ontstaan haar creaties vooral in het driedimensionale, op de mal.

‘Ik laat me leiden door de buigzaamheid van metaal, het knisperige van vliegerdoek, het zachte van velours of het stugge van buntal.’ Verhalen vormen ontwerp Haar inspiratie haalt ze veelal uit het materiaal. ‘Ik kan me laten leiden door de buigzaamheid en vastheid van metaal, het knisperige van vliegerdoek, het zachte van velours of het stugge van buntal, een vrij nieuw materiaal van ananasvezel en 10

linnen. Ik werk met wolvilt, maar ook met haarvilt, met haar van hazen of konijnen. Naast materiaal zijn het ook verhalen, verwondering en verbazing die een ontwerp vormen. Zo heb ik eens een hoed gemaakt van nephaar. Ik was gegrepen door een artikel over Indiase meisjes die - vaak tegen hun zin - worden kaal geschoren. Van hun gestolen haar worden pruiken gemaakt voor rijke dames.’

‘De hoed is meestal de figuurlijke kroon op een outfit.’ Figuurlijke kroon Verder is een ontwerp, zeker als het om een opdracht gaat, een samenspel tussen Jackie en de opdrachtgever. ‘De hoed is meestal de figuurlijke kroon op een outfit. Ik krijg bijvoorbeeld stof van de couturier, met de vraag iets daarvan in de hoed te laten terugkomen. Voor een modevlogster en –blogster maak ik nu een hoed geïnspireerd op haar charlestonjurk. Ik heb een hoed gemaakt die de handtas moest vervangen; met ruimte voor pasjes, aansteker en sigaretten. Ik maak hoeden voor mensen met zonneallergie of mensen die door een chemo tijdelijk kaal zijn. Zo’n specifieke situatie bepaalt heel sterk materiaal en vorm. Elke man of vrouw die mijn atelier bezoekt, is een inspiratiebron.’ Herenbezoek Steeds vaker wordt hoedenatelier What’s up bezocht. Opvallend is het toenemende herenbezoek.

‘Steeds meer mannen dragen een hoed. Het is een accessoire waarmee je je onderscheidt. Een hoed geeft allure, zorgt dat je rechtop staat, dat je gezien wordt.’

‘Elke man of vrouw die mijn atelier bezoekt, is een inspiratiebron.’ Met de revival van de hoed is Jackie uiteraard blij, want dat het hoeden maken en ontwerpen een boost kan gebruiken is evident. ‘Met de komst van hoge kapsels in de jaren ’50 en de lossere omgangsvormen in de jaren ’60 is het dragen van een hoed in het slop geraakt. Erica Terpstra heeft de hoed op Prinsjesdag en in Nederland nieuw leven ingeblazen. Begin deze eeuw werd de hoed getroffen door de crisis. Nu mannen de hoed omarmen, lijkt het tij weer positief gekeerd. Dat is fijn. Want hoeden ontwerpen en maken is een mooi vak, een ambacht dat niet verloren mag gaan. We verdienen allemaal een hoed, om naar te kijken, om van te genieten maar vooral om te dragen. Of zoals Dorothy Parker het formuleerde: Een hoed maakt het verschil tussen kleren dragen en gekleed zijn.’ — Het atelier van Jackie Habets is geopend op afspraak. Meer informatie op www.what-s-up.nl


‘Een hoed geeft allure, zorgt dat je rechtop staat, dat je gezien wordt.’

11


WIST DAT?U

Het Vürtheim Theeservies Tekst Tom van Velzen foToGRAFIE Bob GoedewAagen

Collectie Stedelijk Museum Schiedam Aangekocht met steun van

Julius Johannes Vürtheim (1842-1932) ontving ‘voor zijn verdiensten aan de stad betoond’ een handgemaakt Rozenburg-servies. Hij nam het initiatief voor de aanleg van de eerste paardentramlijn in Schiedam, een historische gebeurtenis waarvan we tot op de dag van vandaag profijt hebben. Het 28-delige servies van eierschaal-porselein, gemaakt door de Koninklijke Porselein- en Aardewerkfabriek Rozenburg in Den Haag, werd op 17 september 1902 uitgereikt door het college van burgemeester en wethouders en was speciaal ontworpen voor de gelegenheid.

Vol in het zicht Samuel Schellink (1876-1958), meesterschilder van de Rozenburg-fabriek schilderde ‘een decor van donkere paarsblauwe tulpen tegen een achtergrond van bleek-geelgroene gestileerde bladmotieven’. Mooi, maar wat dit servies echt bijzonder maakt zijn de wapens, monogrammen en data die de bijzondere relatie tussen de gemeente Schiedam en Vürtheim benadrukken. Alle schotels dragen het stadswapen van Schiedam. Op de andere stukken het monogram ‘JJV’ is terug te vinden. De extra nadruk op de gelegenheid blijkt maar weer als je de beschilderingen vergelijkt met andere Rozenburg-serviezen. Het huwelijkscadeau voor koningin Wilhelmina, bijvoorbeeld, bevatte wel verwijzingen naar de gelegenheid, maar onder op het dienblad. Bij het Vürtheim-servies staat de datum boven op het dienblad en zo vol in het zicht. Compleet en vrijwel onbeschadigd belandde het servies in 1996 op de najaarsveiling van het Venduhuis in Zwolle, waar het Stedelijk Museum Schiedam er 62.500 gulden voor neertelde. Dat lukte mede dankzij een subsidie van Vereniging Rembrandt, die waardevolle kunst toegankelijk wil houden voor elke Nederlander.

12

Tramwens bevredigd Vürtheim was raadslid, maar zakenman boven alles. Toen hij in 1901 persoonlijk de concessie kreeg om twee tramlijnen uit te baten, richtte hij de N.V. Schiedamse Tramweg Maatschappij op. De tramlijn verbond het station met de binnenstad en het havengebied en werd bereden door zes nieuwe rijtuigen, geleverd door firma Beynes in Haarlem. Al twintig jaar lag de wens voor de Schiedamse paardentram op tafel bij de gemeente. Omdat die tramwens zo groot was, ontving Vürtheim het bijzondere cadeau. Hij was toentertijd slechts één jaar raadslid. Het servies markeert niet alleen zijn ‘verdiensten aan de stad’, maar ook de historische gebeurtenis an sich: de komst van de paardentram. Cadeau of omkoperij Tegenwoordig passen omvangrijke cadeaus als het Vürtheim-servies niet meer. Zo’n gift wordt nu waarschijnlijk eerder gezien als buitensporig. De blijk van waardering voor ‘verdiensten aan de stad’ wordt nu op een andere manier geuit. Raadsleden krijgen bijvoorbeeld bij hun afscheid van de gemeenteraad als dank een bord mee. Beschilderd door kunstenaars Jacques Tange of Brigitte Bots. Het bord van Bots geeft dezelfde historische kaart van Schiedam weer die te zien is onder het spoorwegviaduct aan de ’s Gravelandseweg. De originele kaart is al in 1610 vervaardigd door cartograaf Balthasar Florisz van Berckenrode (1591-1645). Dan is er nog de zeefdruk ‘Vrouwe Aleida’, gemaakt door Sarah van der Pols. De zeefdruk verwijst naar Aleid(a) van Holland (1228-1284), die in de 13e eeuw een grote rol heeft gespeeld bij de stichting van Schiedam. De zeefdruk - tevens het eerste kunstwerk waarop Aleida wordt afgebeeld gebruikt de gemeente Schiedam als relatiegeschenk. (Voor de trouwe lezers: Een afbeelding van deze zeefdruk en het verhaal van Aleida stond in het tweede nummer van s’MAAK). Presentjes zijn van alle dagen, maar een écht hedendaagse vergelijking met het Vürtheim-servies bestaat dus niet.

Bronnen Het Vürtheim Theeservies ( 1997 ) , Ludo van Halem Telegraaf Rotterdam ( 21 mei 2008 ) , www.sundayfoundation.org/www/filelib/ pdf/08_05_21.pdf Het Spoorviaduct, www.spoorviaductschiedam.nl

de Vereniging Rembrandt Nationaal Fonds Kunstbehoud


13


TIP voor

een bijzondere plek? Grote- of Sint Janskerk De Grote- of Sint Janskerk uit 1425 is het oudste gebouw van Schiedam. Bram van Hengel is bestuursvoorzitter van de onafhankelijke Stichting Sint Janskerk en vertelt over zijn bijzondere plek. ‘Vroeger werd de kerk voor van alles gebruikt en nu is dat weer zo. Er werden netten gedroogd, zeilen hersteld en jaarmarkten gehouden. Ook nu is iedereen welkom om iets te organiseren, van kerkdienst tot discofeest, het kan allemaal als het past bij het gebouw. Maar gewoon even binnenlopen kan ook, je hoeft niet kerkelijk te zijn. De kerk is het gemeenschapshuis van de stad, voor iedereen. De stichting zorgt daarvoor.’ In de kerk hangt ook de grafsteen van de heilige Liduina, afgesleten door vele pelgrimshanden. Je vindt de steen op een beetje een rare plek: in muur van de huidige ‘koffiekamer’. Onder een plafond in de typerende jaren ’70 stijl. Bram: ‘Iemand heeft er zelfs een onooglijk lampje boven gehangen. We willen de steen van Liduina graag een eerbiediger plek geven.’

teksT Suzanne Stam foTo Ossip van Duivenbode

De kerk draait op 70 vrijwilligers die je graag de bijzondere verhalen over de kerk onthullen. Zoals het best bewaarde geheim: de ‘goudleerkamer’, de grootste met goudleer beklede ruimte in Nederland. Als de burgemeester hoog bezoek krijgt, ontvangt hij zijn gasten in deze kamer.

14

Bram: ‘Maar hier, even nabij de kansel is mijn favoriete plek. Als het zonlicht door de hoge ramen in de zuidgevel naar binnen komt, is de kerk doordrenkt met licht, dat is zo mooi. Gotiek is de architectuur van de verwachting. Ik ben misschien een romanticus maar als je stil bent, kun je alle stemmen horen door bijna zes eeuwen heen. Pret, feest, verdriet, rampen, vroomheid, gezang, het hele leven is samengebald op deze plek.’

tekst Birgit Bekker foToGRAFIE SANNE DONDERS


Bernd van Buuren: ‘Kunst is veel meer dan wat er in een kunstmuseum te vinden is. In Schiedam proberen we niet alleen jonge kunstenaars te bereiken, maar ook verbinding te leggen met ondernemers en culturele instellingen.’

cilia Batenburg: ‘Schiedam is voor mij het beste van twee werelden. Een karakteristieke historische stad met om de hoek een metropool als Rotterdam. Je hoeft echt niks te missen, het knusse én het grootse niet!’

Schiedam door de ogen van ... fotograaf Willem de Kam

In de stad Schiedam hoor je vaak dat de ‘jongeren’ wegtrekken. Naar Rotterdam of Vlaardingen. Ik wilde graag portretten maken van jonge (25-40jr) Schiedammers die bewust kiezen voor Schiedam. Om er te werken of te wonen of beide. Waarom doen ze dat?


Femke Wieringa: ‘Ik vind Schiedam het best bewaarde geheim van de regio Rijnmond. Doordat ik verbonden ben aan stichting Mooi Werk als freelance vormgever en docent, ben ik met regelmaat te vinden op de Hoogstraat en in diverse Schiedamse wijken.’


Gideon Peele: ‘De tegenstrijdigheden van Schiedam fascineren me. Klassiek en rauw, een dorp en een metropool, af en vergeten, arm en rijk, levendig en leeg. Een stad met een ‘gespleten persoonlijkheid’ die nog ruimte biedt voor nieuwe, creatieve kansen.’


Fahri Sirin: ‘Op de Dam kan ik de echte ambacht van het ‘knip en kam’ werk uitvoeren. Het leuke is dat mijn klanten ook van buiten de stad komen, zelfs uit Amsterdam. Als de klant binnenkomt voor een knipbeurt is het even tijd voor ontspanning.’


Soesja Boode: ‘Hoewel ik in Schiedam ben opgegroeid, er al jaren werk en sinds kort ook weer woon, ontdek ik nog dagelijks nieuwe dingen en ontmoet ik mooie mensen. Een stad waar je gezamenlijk het verschil kunt maken.’


maakplaat Goudsbloemzalf maken Schaafwondjes, huiduitslag, schrale babybilletjes, een kleine (zomer)verbranding. Zalf van de goudsbloem – Calendula officinalis - werkt verzachtend, verzorgend en beschermend. Wist je dat je goudsbloemzalf gemakkelijk zelf kunt maken? Deze oranje-gele bloem bloeit van juni tot september, het best op zonnige plaatsen. Benodigdheden 50 ml. zalf 10 gram verse of gedroogde goudsbloemen 50 ml. vette olie (bijv. olijfolie, amandelolie, jojobaolie, zonnebloemolie) 1 gram bijenwas 4 gram cacaoboter of lanoline (wolvet) Voorbereiding — Knip de volwassen bloemen van de plant; — Pluk de oranje blaadjes van de bloem; (Het makkelijkst is het als je de blaadjes meteen na de pluk al van de bloemhoofdjes afhaalt.) — Leg de blaadjes te drogen. (Als ze helemaal droog zijn, dan zijn ze een beetje verschoten van kleur en ietwat verschrompeld.) Bereiding — Doe de blaadjes en de olie in een kom; — Breng een pannetje water net niet aan de kook; — Hang boven het hete water de kom met de olie en de bloemblaadjes. De kom wordt dus verwarmd door de hete stoom (au-bain-marie); — Verwarm de kom ±25 minuten au-bain-marie; (houd de temperatuur op een lage stand, de olie mag niet te heet worden); — Zeef de olie en druk de goudsbloemen nog even goed uit; — Giet de gezeefde olie terug in de kom en verwarm de olie opnieuw au-bain-marie; — Voeg bijenwas en cacaoboter (of lanoline) toe; — Roer langzaam totdat alle bijenwas en cacao boter (of lanoline) opgelost is; — Haal de kom van het pannetje en roer nog even door totdat het geheel een klein beetje dikker is maar nog wel vloeibaar genoeg om te gieten; — Niet per se nodig, maar lekker voor geur: voeg wat druppeltjes etherische lavendelolie toe; — Giet de crème in een leeg, droog en schoon potje; — Laat de zalf afkoelen voordat je de deksel op het potje doet; — Bewaar de zalf koel (mag in de koelkast); — Een wondje of huidirritatie: smeren maar! Ongeveer 6 maanden houdbaar. 20


‘Dit ambacht is als een uitgestorven diersoort’ tekst Helene de Bruin foToGRAFIE Victor Wollaert

Twee bijzondere kunstschatten, twee bijzondere restauratoren. De één snijdt ontbrekende wijnbladeren uit hout, de ander toucheert met fijne penselen een verdwenen voile tevoorschijn. Ahrend van Ipenburg restaureert de neobarokke knielbank van het befaamde atelier Cuypers/ Stolzenberg. Marjan de Visser neemt het schoorsteenstuk van de achttiende-eeuwse kunstenaar Dionys van Nijmegen onder handen. De kunstschatten zijn weer te bewonderen in de Havenkerk en de trouwzaal van het Stadhuis. Ahrend van Ipenburg restaureert knielbank van de HAvenkerk Ahrend van Ipenburg is naast beeldend kunstenaar, restaurator van natuurstenen en houten beelden en objecten. Zo restaureerde hij het grafmonument van Willem van Oranje en schouwen in het Paleis op de Dam. Daarnaast maakt hij replica’s, bijvoorbeeld in de beeldentuin van Paleis ‘t Loo.

*Tondo = een rond schilderij of reliëf.

Hoe verliep het restauratiewerk aan de knielbank? ‘Je begint altijd met een vooronderzoek naar de conditie van het stuk. Is het vies? Welke schade heeft het opgelopen? Wordt het aangetast door insecten of schimmels? Hoe hebben mijn voorgaande collega’s het stuk gerestaureerd? Je onderzoekt natuurlijk ook de stijl, het handschrift van de kunstenaar. In het geval van de knielbank zijn er meerdere kunstenaars: de meester beeldhouwer, zijn gezellen en de leerlingen van atelier Cuypers/ Stolzenberg. Hier hebben volleerde kunstenaars en ambachtslieden aan gewerkt, maar ook jongens van 12 die het vak nog in de vingers moesten krijgen.’ Welke problemen kwam je tegen? ‘De knielbank, van negen meter lang, is in één geheel vervoerd. Ook ontving ik een aantal dozen, waarin veel losse stukken zaten. Twee dagen heb ik zitten puzzelen waar alle delen oorspronkelijk zaten. Wat me hielp was de stijl van het kunstobject. Barok en neobarok kennen een tweezijdige symmetrie. Zien we een arcantusblad aan de linkerkant met de bocht naar links, dan weet je dat deze aan de rechterkant naar rechts buigt. Het complexe van al die losse delen was dat er ook houtstukken van andere kunstschatten uit de kerk tussen zaten. En dat er delen ontbraken.’

Wat heb je gedaan om het kunstwerk weer te kunnen tonen? ‘Ik heb het met vier mensen uren en uren schoongemaakt. Oude nietjes, spijkers en krammen er voorzichtig uitgetrokken. Bisonkit en vulmiddelen verwijderd. Stof, teer, vet en ander vuil weggehaald. Centimeter voor centimeter veroverden we het origineel. Het is een lust om te zien wat je tevoorschijn tovert. Prachtig hout dat de tijd heeft gekregen om te groeien, te bewateren en te drogen. Kijk eens hoe gedetailleerd het snijwerk is. Tegelijkertijd doet het ook pijn, hoe onbezonnen er met het meubel is omgegaan. Vleugels die verkeerd om op de cherubijnen zijn getimmerd, scheuren en vochtplekken op het bovenblad, brute boorgaten... Het is prettig dat ik dit topstuk weer mag restaureren, dat het publiek het dadelijk mag bewonderen en bestuderen. Dat we met dit werk een deel van ons cultureel erfgoed kunnen behouden.’ Waarom verdient dit meubel een restauratie? ‘Dit kunstwerk verdient respect. De drie panelen zijn uit één stuk hout, zonder machines gemaakt. Het is een groot object van zeer hoge kwaliteit; kwaliteit die weinigen nog kunnen halen. Er zitten bochten en geulen in waarvan ik niet weet hoe ze daar bij zijn kunnen komen. Dit ambacht is als een uitgestorven diersoort. Er is waarschijnlijk niemand meer die dit vak op dit niveau beheerst. Misschien in België en Duitsland. Dit object is een topstuk. Zo’n werk moet je als stad en gemeenschap koesteren, conserveren en natuurlijk bewonderen.’

ug in de Havenkerk Tafel des Heren ter muniebank genoemd, is De knielbank, ook wel com en taat uit drie rijk gesned negen meter lang en bes en jl sti e okk bar neo in erk is panelen. Het houtsnijw (verwijzing naar het ren ena kor t me rd sie ver is en jzing naar de miswijn) brood), wijnranken (verwi en nn rwo ove het lding van drakenkoppen (als verbee t He *. do ton een al tra ft cen kwaad). Elk paneel hee een t me zittende Christus centrale paneel toont een In het linker paneelvak e. sti ho verbeelding van de de kind en rechts een zitten een zittende Maria met f. e sta Jozef met zijn bloeiend het eidt de altaarruimte van sch k ban nie mu com Een lde nie gek gaf k. De priester middenschip van de ker tus. stie, het brood van Chris ho de s ger communiegan

21


‘Ik heb het buikje weer ‘gevuld’.’

‘Dit kunstwerk verdient respect. De drie panelen zijn uit één stuk hout, zonder machines gemaakt.’


Marjan de Visser restaureert schoorsteenstuk uit het oude stadhuis

Marjan de Visser studeerde af aan de kunstacademie. Gedurende de opleiding merkte ze dat materialen en technieken haar meer interesseren dan het zelf scheppen van kunst. Via stages, masterclasses, opleidingen en scheikundige studies wordt ze restaurator van schilderijen en wandschilderingen. Ze restaureert en conserveert 17e-eeuwse stukken, hedendaagse en moderne kunst. Van Mesdach en Jonson van Ceulen tot CoBrA en Lucebert. Ze legt nu de laatste hand aan ‘ons’ schouwstuk uit de trouwzaal. Hoe verliep het restauratiewerk van het schilderij? ‘Ik heb in het begin veel testen gedaan. Monsters genomen om te kijken welke materialen er zijn gebruikt, welke viezigheid er op het doek zit. Daarnaast bestudeer ik de stijl van de schilder, ik bekijk ander werk. Dat helpt me om ontbrekende delen of overschilderingen opnieuw te kunnen aanzetten. En om het kleurenpalet te kunnen samenstellen. Elke schilder en elk schilderij heeft zijn eigen kleuren. Omdat ik al eerder werk van Dionys van Nijmegen heb hersteld was deze onderzoeksperiode relatief snel afgerond. Daarna begint het ‘echte’ restauratiewerk. In de eerste fase maak ik het schoon, ik haal met speciale middelen het vuil weg: stof, vet, roet… Dan verwijder ik heel voorzichtig het vernis en eventuele overschilderingen van eerdere restaurators. Tot slot heb ik het plamuur weggehaald uit een flinke barst. Als het schilderij helemaal schoon is begin ik het weer op te bouwen. Dus weer plamuren, verdwenen schilderingen terugbrengen, kleuren ophalen. Dat doe je door te retoucheren; met heel fijne penselen zet je duizenden stipjes en punten. Als je er een UV-lamp op zet, kun je zien waar en hoeveel ik heb geretoucheerd.’ Welke problemen kwam je tegen? ‘Dit schilderij is een schouwstuk; dat hangt meestal boven een haard, boven de schouw. Het loopt daardoor meer risico op brandschade. Zo ook dit stuk. Ik denk dat het door een kaars is gekomen. Ik zag ongeveer halverwege een grote plek waar de kleuren donkerder waren: blaasjes gestold verf. Net zoals er gebeurt als je een brander gebruikt bij het

afkrabben. Dit stuk moest ik restaureren, maar ook de verdwenen afbeelding opnieuw opzetten. Maar wat stond er oorspronkelijk? Naar aanleiding van ander werk en in overleg en discussie met collega’s zet ik mijn interpretatie op.’ Je weet dus niet alles zeker? ‘Nee, zeker bij oude schilderijen waar geen of heel slechte afbeeldingen of foto’s van zijn moet je interpreteren. Dat doe ik natuurlijk nooit zo maar. Maar er zijn meer zaken onzeker over dit stuk. We weten bijvoorbeeld niet of dit oorspronkelijk voor deze trouwzaal is gemaakt. Ook weten we niet of dit stuk omlijst was met houtsnijwerk. Er blijven, zeker bij oude werken, altijd vragen zonder antwoord van de meester.’ Wat heb je opnieuw geschilderd? ‘Er is al eerder – tientallen jaren geleden - door een collega-restaurator aan dit werk gewerkt. Het buikje van de rechter cupido is bijvoorbeeld overschilderd en heel plat. Terwijl de andere cupido’s op dit schilderij en op ander werk van Van Nijmegen mollig zijn. Ik heb het buikje weer ‘gevuld’. Verder meenden we dat we een voile zagen, maar toen we het schilderij verder schoonmaakten, bleek of leek het een armpje te zijn. De cupido’s van Van Nijmegen zijn altijd heel subtiel met elkaar verbonden, ze raken elkaar aan en vormen een eenheid. Dat hebben we teruggebracht. Verder hebben we het schilderij dankzij het schoonmaken weer zijn helderheid teruggegeven. Toekomstige huwelijksparen en hun gasten kunnen de cupido’s nu beter zien en bewonderen.’

trouwkamer Cupido’s versieren de nys van Nijmegen Het schouwstuk van Dio de Schiedamse trouw(1705 – 1798) hangt in se echtparen die zijn zaal. Er zijn vele Schiedam d van de drie cupido’s getrouwd in aanwezighei stschilder. Inmiddels van de Rotterdamse kun nsrijk aanwezig in het zijn ze weer terug en gla die lid was van het Sint ar, Stadhuis. De kunstena g uit een Rotterdams Lucasgilde, is afkomsti zijn vader – en later zijn schildergeslacht. Net als van Nijmegen schildezoon – schilderde Dionys ingen; hij creëerde ringen in patriciërswon steenstukken. Naast oor sch en vooral plafonduda en Leiden een werk Schiedam heeft ook Go de stadspoorten. Het van Van Nijmegen binnen neens werk in bezit. Rijksmuseum heeft eve

23


interview met een schiedamse operazangeres: Annelies Prins tekst Suzanne Stam foTo Bob van der Vlist

Annelies Prins (50 jaar) is sopraan operazangers, zangdocent en sinds kort ook dirigent. ‘Muziek betekent alles voor mij. Zonder muziek geen leven. De zangstem is het ventiel van je ziel.’ Annelies studeerde klassieke zang aan het conservatorium in Den Haag en piano aan het conservatorium van Rotterdam. Sindsdien vertolkt ze in binnen- en buitenland vele rollen in opera’s, operettes en theatervoorstellingen. Ze zingt in talloze koren en geeft zangles in haar geliefde Schiedam. Ook zingt ze op begrafenissen. ‘Dat is zo dankbaar, mensen zitten dan zo in hun emotie, de muziek komt dan echt binnen.’

‘Opera’s zijn tijdloos. Alle liefdesperikelen komen er in voor, net zoals in het dagelijks leven.’ Als kind al stroomde er muziek door Annelies haar lijf. ‘Als mijn oudere broers pianoles hadden, keek en luisterde ik daar aandachtig naar. Vervolgens speelde ik dat binnen no-time na. Daarom besloten mijn ouders mij ook op pianoles te doen. Ik was vijf jaar en kon eerder noten lezen dan gewoon schrijven. Mijn vader – die nu 87 is – zong opera met een zware basstem en begeleidde zichzelf aan de vleugel. Als ik onder de vleugel zat te spelen, maakten de klank van de basstem en het overweldigende geluid van de vleugel diepe indruk op me. Mijn vader zong ook solo in een operagezelschap in het Diligentia Theater in Den Haag. Ik ging vaak met hem mee, dan speelde ik daar de hele dag tussen de kostuums en keek naar de optredens. Ik weet nog dat ik als negenjarig meisje een sopraansoliste zag zingen en dacht ‘dat wil ik later ook doen!’ Wat is er mooi aan klassieke muziek? Annelies: ‘In klassieke muziek zit zoveel diepgang. Al die

24

verschillende componisten maken diverse emoties los. Van liefde tot woede, van gejaagdheid tot serene kalmte. Opera’s zijn tijdloos. Alle liefdesperikelen komen er in voor, net zoals in het dagelijks leven. Als ik zing, voel ik me een schakel tussen de componist en het publiek. Het is een eer om dat te mogen vertolken en het is elk optreden weer een uitdaging om zo dicht mogelijk bij de bedoeling van de componist te komen.’ Sinds december is Annelies ook dirigent van het Koninklijk Schiedamse Mannenkoor Orpheus. Een primeur, voor het eerst in de 150-jarige geschiedenis van het koor zwaait een vrouw daar nu met het stokje. ‘Bij de eerste ontmoeting keken de heren de kat uit de boom. Toen het niet zo lekker liep bij de tenoren, zong ik even voor. Ik gaf gas en dacht ‘knallen maar’. Toen zag je ze wel denken, zo die kan écht zingen! De relatie was meteen goed.’

‘De liefde heeft me negentien jaar geleden naar Schiedam gebracht en ik ben nooit meer weggegaan.’ Annelies woont sinds 1998 met veel plezier in Schiedam aan de mooie Tuinlaan bij het park de Plantage. ‘Eigenlijk ben ik van oorsprong Rotterdamse, maar de liefde heeft me hier gebracht. Negentien jaar geleden trad ik op in het kloostertje, hier even verderop. De nonnen hadden een klein concert georganiseerd. De boel was leuk aangekleed, overal stonden kaarsjes. Maar opeens vatten de kaarsjes vlam. In het publiek zat een man die, zo bleek later, bij de bedrijfsbrandweer zat. Snel bluste hij de boel en we raakten aan de praat. Ik dacht meteen ‘wat een leuke man’. Dat was dus mijn Han. Ik zou eigenlijk naar Duitsland verhuizen, maar ik ben bij Han ingetrokken en nooit meer weggegaan.’


‘Ik was vijf jaar en kon eerder noten lezen dan gewoon schrijven.’ 25

25


‘mooie dingen met mooie mensen delen, met meer aandacht dan mogelijk is.’ 26


Geef je over

tekst Birgit Bekker foToGRAFIE Peter de Krom

Wat hebben een vintage satijnen lingeriejurkje en een monumentaal ‘schuttersdoele’ uit 1743 met elkaar gemeen? Je kunt in allebei trouwen. En ook: ze bezitten klassieke kwaliteit. En misschien nog wel het meest: ze verstaan een eigenzinnige kunst van verleiden. Vrijdagmorgen, half tien. Blauwe lucht, hier en daar een wit wolkje. In de Hoogstraat heerst een zonnige sfeer. Laat de dag maar komen. De terrasstoeltjes van koffiezaak Expreszo staan al buiten. Marjolein Tuasela helpt even mee om de bloeiende potplanten op hun plek te zetten. Ze bestelt een geurige kop koffie, die even later – wat een service! – bij haar in de zaak aan de overkant wordt gebracht. Nog heel even is dat op nummer 151. Vanaf 1 juli is haar winkel gevestigd op nummer 86. Elegante romantiek Vintage’Lein staat op de winkelruit. Daarachter lonken nostalgische producten: kanten lingerie, ragfijne jarretelkousen, boudoirachtige zaken, luxe satijnen hemdjes en onderrokken. Daarmee is de toon gezet, Marjolein Tuasela onthaalt haar klanten graag in een sfeer van elegante romantiek. In deze zaak valt het hart op te halen aan stijlvolle onderkleding, vaak exclusieve exemplaren, altijd gloednieuw. Of aan originele accessoires en sensuele, verkwikkende geurtjes. Tot de verbeelding spreken aroma’s als bloedsinaasappel met basilicum of witte perzik met koriander.

‘Vroeger werd het geurwater vaak op een zakdoek gedaan om je voorhoofd te deppen voor verkoeling, soms bij koorts.’ Goud op azuurblauw Verrassend blijkt bovendien nog steeds de uitwerking van dat bekende klassieke Keulse water in het rood-verzegelde flesje met gouden krullen op een azuurblauw etiket. ‘Bijna iedereen die eraan ruikt, reageert erop, maar de ervaringen zijn wel verschillend’, schetst Marjolein levendig. ‘Vroeger werd dit geurwater vaak op een zakdoek gedaan om je voor-

hoofd te deppen voor verkoeling, soms bij koorts. Ik krijg wel eens mensen in de winkel bij wie de tranen in de ogen springen, vanwege die herinnering. Maar opvallend veel jonge meiden hebben vooral opgewekte associaties bij de geur.’

‘Ik ben altijd dol geweest op de laatjes vol oorbellen, parfummetjes en poederdoosjes van mijn oma.’ Liever echt Marjolein zweert bij ‘mooie dingen met mooie mensen delen, met meer aandacht dan mogelijk is. Mensen in het echt zien, vind ik belangrijk.’ Vintage’Lein kun je prima online vinden, maar met de intrigerende verhalen die je kunt lezen wil ze mensen vooral uitnodigen om naar de winkel in de Hoogstraat te komen. In die winkel blijkt de vrouwelijke onderkleding dan echt zo zacht te voelen als het lijkt. Terwijl je past en rondkijkt, worden je ogen naar nog meer vintageproducten getrokken: reliëfkristallen karaffen, sierlijke wandspiegels, kleine kroonluchters, het zachtroze fluweel van een lampenkap, een charmant gecapitonneerd kaptafelkrukje en veel meer. Speurtalent en ondernemerschap Details die vrouwelijkheid benadrukken, fascineerden Marjolein als kind al. ‘Ik ben altijd dol geweest op de laatjes vol oorbellen, parfummetjes en poederdoosjes van mijn oma. Op vakanties met mijn ouders neusde ik het allerliefst rond in plaatselijke bijouteriezaakjes, op zoek naar mooie dingetjes die je nergens anders vond, terwijl mijn ouders en de rest van het gezin in de auto op mij wachtten.’ Nog net geen vijf jaar geleden besloot Marjolein om dit speurtalent en haar voorliefde voor vintage te combineren met ondernemerschap. ‘Je vindt op maar heel weinig plekken ouderwets bijzondere onderkleding. Het is een sensatie om iets unieks vinden waar je je goed in voelt, dat je mooie kanten laat uitkomen. Precies die sensatie gun ik mijn klanten. Dus weelderige stock-lingerie en fraaie zaken daaromheen, daarvoor moet je bij Vintage’Lein zijn.’ 27


‘We hopen dat je je hier vanaf de eerste stap over de drempel behaaglijk en thuis voelt.’ tekst Birgit Bekker foToGRAFIE SANNE DONDERS

28


Voor wie de smaak van romantiek te pakken heeft, ligt nog meer in het verschiet. Verlaat de Hoogstraat via de Grote Markt. Ga achter het oude stadhuis links de Ooievaarsbrug over en direct rechtsaf, het trapje naar beneden. Het pad langs de kade leidt naar het Doeleplein, naar het voorname schuttershuis St. Joris Doele. Leegstaande bouwval We nemen je heel even terug in de tijd. Het is 1989. Dit eeuwenoude huis staat sinds vijf jaar leeg. Er scharrelt iemand rond, een jonge fotograaf. Eén raam is niet dichtgespijkerd. De scharrelaar voelt, het raam kan open. De geur van brand prikt in zijn neus, het interieur is van onder tot boven zwartgeblakerd. Naargeestige systeemplafonds, kapotgeslagen tl’s, boardkartonnen scheidingswandjes. De gast die zichzelf zojuist heeft binnengelaten, trekt rotzooi opzij en loopt door. Hij voelt opwindende spanning. Onder deze puinhoop sluimert iets bijzonders. Dit … dit is precies wat hij zocht.

‘Het was een klus vol verrassingen. Jaren keihard werken, ook met eigen handen.’ Verkocht, gestript Paul de Graaff? Bij de gemeente Schiedam hebben ze tot dan nog nooit van de modefotograaf gehoord. Het schuttershuis kopen en opknappen? Wat moet die jongen met die bouwval, hoort hij gemeenteraadsleden denken. Voorstanders zeggen: als er nu niks gebeurt, gaat de historie van dit pand zeker verloren. Akkoord, luidt het besluit, verkocht. Paul is opgetogen. Tot op de baksteen zal hij het pand strippen. Alleen de originele muren zullen blijven staan, zodat de oorspronkelijke plattegrond terugkeert. Het wordt een klus vol verrassingen. Jaren keihard werken, ook met eigen handen. Een huis om ‘ja’ te zeggen En nu? Nu staan we in een landhuis vol sporen van verre reizen, van gefantaseerde en echte roemrijke figuren. De plek wordt weer gebruikt zoals hij oorspronkelijk bedoeld was: voor de gastvrije ontvangst van gezelschappen uit de stad en verre omstreken. De functie voor de stad is met de tijd meegegaan. Was dit vroeger het huis waar de

stadsbeschermers, de schutters, bijeenkwamen, nu kun je in St. Joris Doele officieel het ja-woord aan je geliefde geven. Of je kunt er je verjaardag of meeting laten organiseren. Martine is daarbij voor de gasten van begin tot eind het vertrouwde gezicht. Een huis van formaat Paul stookt het knapperende vuur in de open haard van de majestueuze witte zaal nog eens op. ‘Dat doen Martine en ik voor elke gast, altijd, tenzij het hartje zomer is. We hopen dat je je hier vanaf de eerste stap over de drempel behaaglijk en thuis voelt.’ Op de achtergrond klinkt zacht muziek. Kaarsen van formaat verspreiden een zacht licht. Alles is hier van formaat. Ontspannen nemen de twee alle tijd om een rondleiding te geven en verhalen te vertellen die schuilgaan achter de originele inrichting van dit voormalige schutterspand. ‘Nog een cappuccino, iets anders?’, informeert Martine tussendoor. Achter de bar hangt een scheepsrekenmodel van Verolme. De salontafel waarop Martine even later een glas neerzet, is gemaakt van een oude trekkar van Florijn. De deur met glas-in-lood komt uit het huis in Schiedam waar koopman Jan van Riebeeck, de grondlegger van Kaapstad, woonde.

‘Vroeger het huis waar de schutters, bijeenkwamen, nu kun je hier officieel het ja-woord aan je geliefde geven.’ Warm en wonderlijk Als fotograaf reist Paul de hele wereld over: ‘Waar ik ook kom, altijd kijk ik of ik iets vind dat past in dit huis.’ Op een bureau staat St. Joris, de beschermheilige van het oude schuttersgilde, in actie tegen de draak. Aan de muur hangen imponerende schilderijen van Indiase maharadja’s. Rendiervellen, koeienhuiden, een vossenkop en chesterfieldbankstellen bepalen de sfeer van een andere kamer. Nee, het gaat in dit huis niet over de letterlijke historische verbondenheid van deze attributen met deze plek. De wonderlijke mix verleidt je om helemaal weg te dromen. Om verre en nabije verhalen op te halen en te laten versmelten. Het enige wat je hoeft te doen, is je eraan overgeven.

‘Waar ik ook kom, altijd kijk ik of ik iets vind dat past in dit huis.’ 29


ColUmn —

Theo Reyman Theo Reyman is Ridder van het Gulden Glaasje en o.a. eindredacteur van het blad ‘Gedistilleerd’. Schiedam FietsStad Het magazine s’MAAK beschrijft de binnenstad van Schiedam. Het levert interessante, kleurrijke verhalen op, maar de stad is véél méér dan het oude centrum. Neem nu bijvoorbeeld Schiedam-Noord waar 28.685 mensen wonen. Ik wil de lezer graag uitnodigen voor een fietstocht door dit afwisselende stadsdeel Noord naar de binnenstad, om daar tenslotte enige tijd goed te vertoeven. Laten we beginnen aan de rand van de polder, in de Kastelenbuurt die momenteel flink wordt opgehoogd. Een aanwinst zijn de asfaltrode fietspaden, die je overigens op verschillende plekken in de stad ziet verschijnen. Als daarover op het Stadskantoor is nagedacht, neem ik mijn spreekwoordelijke pet af! Al snel beland je op de landelijke Harreweg, de fraaie polderparkroute van en naar Kethel. Knipoog naar de koeien en sla linksaf naar het Jaap de Raatpad. Passeer de tuinen voor kinderen en senioren en – even later – het nieuwe blauwe zorggebouw van Ipse de Bruggen. Hiernaast wordt (of inmiddels is) een park aangelegd dat toegankelijk is voor iedereen. Doorfietsend langs het rustieke buurtschap Het Windas bereik je vlot de eeuwenoude Poldervaart. Hierlangs ligt het mooiste en langste fietspad van Schiedam, het Abtsmolenpad. Sla vervolgens vrij vlot linksaf het fietspad in dwars door het volkstuincomplex Thurlede. Geniet van de rust, in het groene hart van de stad, dat overigens wordt bedreigd door woningbouw. Er fladderen niet minder dan zeventig soorten vogels. Eenmaal beland op de Parkweg, kruis je het Hazenpad; weer zo’n nieuw lang rood fietspad, ditmaal langs rijksweg A20. Het ritje voert naar het smalle gedeelte van de Parkweg, waar fraaie leilinden de veelal ‘buitenlandse’ winkels markeren. Het saaie Spinhuispad lijkt zijn naam eer aan te doen. Gelukkig zorgen het Wennekerpand en het activiteitencentrum Brandersstad voor enige levendigheid in dit smalle stadsdeel. Na een bochtje om het oude stadhuis op de kleine Grote Markt belanden we eenvoudigweg op de Lange Haven. Het pronkjuweel van Schiedam. Mijn zomers advies: ga lekker op een terras zitten en mijmer over blauwe luchten en asfaltrode fietspaden... 30

Leuk om een column in s’MAAK te schrijven of weet u iemand die belevenissen met de lezer wil delen? Wij horen het graag. Laat het weten via smaak@schiedam.nl


Donaties maken cirkels in Schiedam rond tekst Birgit Bekker

De maatschappij versterken vanuit vermogen dat in het verleden dankzij diezelfde maatschappij is verdiend. Dat uitgangspunt vormt de basis van de stichtingen de Groot Fonds en Fonds Schiedam Vlaardingen e.o. Het afgelopen jaar doneerden zij in totaal aan zo’n 200 Schiedamse projecten. De afwisseling in het soort aanvragen voor een bijdrage is groot, vertellen de directeuren Luuk Ruys (de Groot Fonds) en John Massaar (Fonds Schiedam Vlaardingen e.o.). De bestemmingen variëren van bijvoorbeeld nieuwe uniformen voor een fanfarekorps tot de verbouwing van een oude loods tot museumdepot. Van aanvragen voor scoutingclubs, scholen en sportclubs tot de organisatie van festivals en evenementen in de stad. Voor alles wat de stad en groepen mensen in de stad vooruithelpt maken de stichtingen een zorgvuldige, betrokken afweging. Projecten voor jongeren of juist voor ouderen hebben daarbij vaak een extra streepje voor. Maar aanvragers krijgen zeker niet altijd ‘ja’ te horen: ‘Wat we uitsluiten zijn bijdragen om winstdoelen te bereiken of feestjes te organiseren waar de middenstand meer profijt van heeft dan inwoners van de stad.’

‘Activiteiten op het ene vlak werken aanstekelijk voor activiteiten in een andere hoek.’ Momentum van Schiedam Het effect van de initiatieven waaraan de fondsen bijdragen is goed merkbaar. ‘Schiedam krijgt ‘momentum’, om dat woord maar eens te gebruiken’, vindt John Massaar. ‘Activiteiten op het ene vlak werken aanstekelijk voor activiteiten in een andere hoek. Dankzij restauratie van de Lange Haven kan dit jaar bij de Brandersfeesten de gondelvaart terugkeren. Door het opknappen van de Havenkerk kunnen festivals groeien, zoals het Jeneverfestival en het Suikerzoet Festival. Sowieso groeit het aantal evenementen in Schiedam.’ Rentmeesterschap Volgens Luuk Ruys zou Alewijn de Groot – de grondlegger van het gelijknamige fonds – ‘absoluut verrast’ zijn over het grote aantal projecten dat nu

nog steeds met de opbrengsten van zijn vermogen gesteund wordt. ‘Niet dat de weldoener zich daarvoor op de borst zou kloppen, want daarvoor was hij te bescheiden.’ Om iets beter te begrijpen wie deze bijzondere Schiedammer was, raadt Luuk Ruys iedereen graag aan het boek De Rentmeester te lezen. Het is recent gemaakt door Hans van der Sloot als postuum eerbetoon aan de sober levende ondernemer. Te lezen valt dat de mecenas vanuit zijn sociale motieven vrijwel zijn hele kapitaal naliet aan het door hem opgerichte fonds.

‘Projecten voor jongeren of juist voor ouderen hebben een extra streepje voor.’ Behalve het subsidiëren van maatschappelijkculturele initiatieven heeft het de Groot Fonds bewust gekozen voor nog een bijdrage aan Schiedam. Sinds 2012 is het fonds gevestigd aan de Koemarkt, nummer 4b, na de complete renovatie van het pand. ‘Zo staat het er weer goed bij, een visitekaartje voor de stad, met een historisch waardig gezicht. Het pand wordt weer gebruikt en het fonds zelf is op die plek ook beter zichtbaar en toegankelijker geworden.’ Sociaal vernieuwende kracht John Massaar is extra enthousiast over projecten met sociaal vernieuwende kracht. ‘Neem het project Buurtvrouw, dat sinds 2015 gevestigd is in Schiedam-West. Mensen met een beperking kunnen er hun kwaliteiten inzetten, buren ontmoeten er elkaar. Samen organiseren ze schoonmaakacties en leuke activiteiten voor de buurt. Je kunt er ontbijten en lunchen. Uit het hele land komen nu mensen kijken hoe je zo’n buurtproject kunt aanpakken.’ Ook het jongerenproject van ‘Yets Foundation’ samen met ‘Lentiz LIFE College’ maakt de fondsdirecteur beretrots. ‘Leerlingen die het sociaal moeilijk hebben, kunnen meedoen aan sportactiviteiten, samen huiswerk maken, samen eten. Het mooie is: de jongeren die meedoen, leren zelf ook weer sociale initiatieven organiseren. Laatst kwam een groep langs om hun ideeën voor een buurttuin en een ouderendag te presenteren. Op zo’n moment is de cirkel rond!’ 31


UITagenda

je en pr ik ee n ga at ge nd a op! hang de ui ta Zaterdag 9 en zondag 10 september

Zaterdag 1 juli

DAM’ART

dam Kunst van Schiedamse makers en lekker eten en drinken in een prachtig decor.

S’DAM Centrum Ga op ontdekkingsreis in eigen stad en laat je verrassen op plekken waar je normaal niet komt. Vrijdag 15 t/m zondag 17 september

Vaandels en Verhalen

DE BONTE KOE CHOCOLADEFESTIVAL

Zaterdag 8 juli

zaterdag 16 september

Zaterdag 1 juli t/m zondag 1 oktober

Stedelijk Museum Schiedam Tachtig Schiedamse verenigingen presenteren hun vaandel samen met die uit de historische collectie.

Lange Havendag

Lange Haven De officiële opening van de Lange Haven en Taanbrug. Een feest op, in en rond het water. t/m donderdag 27 juli (elke do)

SJIEKE MYSTERY DISTILLERY

Sjiek op de Korte Haven Sjieke mystery take-overs in Distillers District Schiedam door verschillende distillateurs. Vrijdag 25 & zaterdag 26 augustus

De Bonte Koe Chocolade & Lange Haven Heerlijke chocoladediners, inspirerende workshops en interessante kunstenaars die werken met chocolade.

Woonbeurs ‘natuurlijk & groen’

Grote- of Sint Janskerk Dé beurs als je op zoek bent naar een huis of inspiratie op wil doen voor een verbouwing. Vrijdag 22 t/m zondag 24 september

BRANDERSFEESTEN

S’DAM Centrum Een weekend vol straattheater, waterspelen en optredens. En de Gondelvaart is terug!

WHERE WE’VE MET

Vrijdag 6 t/m zondag 8 oktober

Zaterdag 26 augustus

S’DAM Centrum Een indrukwekkende line-up van internationale en nationale musici en bijzondere workshops.

Land van Belofte Slenteren langs de vele marktkraampjes, genietend van Oriëntaalse producten.

donderdag 12 t/m zondag 22 oktober

Donderdag 31 augustus t/m zaterdag 2 september

diverse locaties Exposities van nationaal en internationaal bekende fotografen op verrassende locaties.

Stadserf Vanuit je luie strandstoel op groot scherm leuke, spannende en romantische films kijken.

zondag 22 oktober t/m woensdag 1 november

Zaterdag 2 september

S’DAM Centrum Een bijzonder eerbetoon aan de Schiedammer François HaverSchmidt.

Stadspark De Plantage Bewonder het werk van bekende lichtkunstenaars in een sfeervolle, nachtelijke setting.

donderdag 16 t/m zondag 19 november

Zaterdag 9 september

S’DAM Centrum Het grootste gratis filmfestival van Nederland met suikerzoete films.

Kloosterplaats Het lekkerste, laid-back festival in de regio.

Pasar Malam

Film op ’t Erf

NACHT VAN HET PARK

Vaandel optocht

S’DAM Centrum Schiedamse Verenigingen presenteren hun vaandels tijdens een optocht door de stad. 32

OPEN MONUMENTENDAG

JazzDistillery, The Ultimate Music Weekend

Fotofestival

Piet Paaltjens Festival

Suikerzoet Filmfestival

Kijk voor alle evenementen, activiteiten en tentoonstellingen in Schiedam op www.sdam.nl/uitagenda


‘met een verleidende dans schaakte hij zijn dame’

Illustratie Aad Goudappel

Lange Havendag Za 8 juli 2017, 12:00 - 23:30 uur

De officiële opening van de prachtige Lange Haven en de Taanbrug. Een feest op, in en rond het water. Vanaf 12 uur spannende trails en radarbootjes voor kids en ’s avonds foodtrucks, straattheater, disco op de kade en een spectaculaire waterfonteinshow. Een feestelijke eerste dag van de zomervakantie! Meer info: www.sdam.nl/langehavendag



Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.